,.„.,„, IIIIIIIIIIIIHI 01 1021 5514 UB AMSTERDAM  HISTORIE DER WAEREL D. ZESDE DEEL.   HISTORIE DER WAERELD, J. F. MARTINET, MEESTER DER VRYE KONSTEN , DOCTOR IN RE WYSOEERTE,*Llf> VAN DE HOIXANDSCHE EN ZfiEUWSCHK M AATSCHAPPVEN DER. WEETENSCHAPPEN TE HAARLEM EN Vt.ISSINGS.tf , EN PREDIKANT TE ZUTPKEN. ZESDE DEEL. te AMSTERDAM, by JOHANNES ALLART, mdcclxxxv. Met Privilegie van de Ed. O. Mog. Heeren Staaten van Holland en fPeitvriesland. door met p l a a ten.   L Y S T DER ZAMENSPRAAKEN. XLIV. 2AMENSPRAAK OVER DE HISTORIE VAN AFRICA. BLldz. I. SLV.- ' ■ — SPANJE. XLVI. ■■ - PORTUGAL. ICj. XLVII. . NAPELS. 223. XXVIII. DER PAUSSENl 239. XLIX. VAN GENUA ÉN VENETIË. 284. X. 1 -' DER ITALIAANEN. ' 328. LI. — — TRANKS.YK. 433. D E  D E P L A A T E N MOETEN GEPLAATST WORDEN: Plaat L . . tegen over Bladz. 94. II, . . . 2Q2> — m- • • ; . «56. * IV. . ... 482. VIER-  VIERENVEERTIGSTE ZAMENSPRAAK over de HISTORIE VAN AFRICA. Leo Africanus. Inwooners van Afrka. Aart en bedreven. Egypte. Barbarye. Tripoli. Tunis. Algiers. Marocco. Fez. Nigritie. Guiné. Slavenhandel. Congo. Kaap de Goéde Hoop. Kafferie. Monomotapa. Abysfinie. Eilanden. \^raag. Zullen wy , na zo veel van de Historie der Afiatifche Volken gehoord te hebben , niet eindelyk overgaan volgens uw bellek , (V Deel , bladz. 242) tot die van africa , het vierde wél bekende WaereldGewest ? Antwoord, africa , dat groot SchierVI. deel. A Ei-  beschryving van africa. Eiland, eenigermaate driehoekig, van alle kanten door de Zee befpoeld, behalven aan Suëz Landengte, waar het door eene ftrook Lands, ter breedte van twintig mylen, aan AbiA gehegt is , noemt Gy wél bekend. Dan , hoewel de Ouden dit Waereld-deeï reeds hadden omgezeild , fcheen zulks, in de IX Eeuw, volkomen uit het geheugen te zyn gegaan , dewyl men niet geloofde, dat de Indifche Zee gemeenfchap hadt met de Middelandfche. leo africanus, een geleerde Moor , te Grcmada in Spanje gebooren , doch van daar nevens andere Landgenooten verdreeven, koos Fez tot zyne woonplaats , waar hy de Arabifche Taal leerde, gelegenheid kreeg om de Arabifche Landbeichryvers naar te zien ; en daarna , deels uit nieuwsgierigheid , deels wegens zyne bediening , ecu groot deel van africa doorreisd hebbende, (telde hy zejf eene £e_ fchryving op in het Arabisch, doch welke hy naderhand in het Italiaansch vertaalde ; een werk, dat nog bekend is. Hy hadt het geluk van door eenige roovers op de Kust van Tunis genomen te worden , waardoor hy naar Rome vervoerd werdt. Paus leo de X leerde 's Mans bekwaamheden kennen , liet hem onderwyzen in den Christelyken Godsdienst, daarna' doopen onder den naam van johannes leo, en hem een jaargeld  africa weinig bekend. s geld geeven. Dan , leo's Befehryving van africa was en bleef zo lang gebrekkig, tot dat de Portugeezen , in het einde der XV Eeuw, onder den beroemden vasco de gama , eenen weg naar Oost-Indie zoeken* ke , de Kaap de Goede Hoop ontdekten , en , vervolgens , africa , om zo te fpreeken , rond voeren. De Zendelingen, federt door hen gebruikt , om het Evangelie aldaar te prediken , ontdekten wel, onder veel levensgevaar , eenige binnenlandlche Gewesten , door woeste Volken bewoond: dan gelyk de Evangelie-verkondiging nergens meer verwaarloosd is dan in africa, zo is ook geen Waereld-deel ons, tot dus verre, onbekender gebleeven. ' V. Genoeg gezegd, om my te beduiden, dat ik weinig te wagten heb van de Africaanfche Gefchiedenis ! A. Wanneer ik africa , met eenige aandagt , op de Kaart befchouw , wordt myn hart met de treurigfte aandoeningen vervuld. Welk een groot Waereld-Gewest , zeg ik ! Hoe veele uitgebreide Ryken ! Twee derde deelcn des Lands liggen wel in de verzengde Luchtureek , daar de Zou met regte Uranlen op 't hoofd der Bewooneren ftaat te gloeien , die, door den barren Zandgrond terug gekaatst , eene bovenmaatige hette veroorzaaken ; maar , hoe veele fchoone Oorden . A 2 zyn  1 ellende van africa. zyn er ook te vinden ! Intusfchen, hoe ellendig zyn de meesten , of byna allen ten aanziene des vvaaren geluks? Armzalig Waereld-deel , vervuld met Inwooners, zonder Konsten, zonder Weetenfchappen, zonder Befchaafdheid ! Zo men zujd-aiherica uitzondert , waar vindt men zo veele ongeleerde, domme , verblinde en fnoode Lieden onder de Zon ! In den voortloop van veele Eeuwen zyn de minde Befchaafdheid en Kennis tot hen niet gekomen. En waar, waar klinkt de heilige Naam van den gezegenden Verlosfer ! Alleen in Abysfmie , en, hier of daar, in een kleene Colonie van Europeaanen op de Kusten; maar, hoe groot is in het eerstgemelde Ryk de onweetendheid, en hoe ydel zyn de noodelooze Plegtigheden van den Godsdienst ! Dan, hoe uitgebreid africa moge weezen , zo donker blyft deszelfs Gefchiedenis voor ons , en wie zal ze ons -immer leeren ! Wat weeten wy van derzelver uitgebreide of kleine Koningryken, of welken goeden Gefchiedfchryver heeft dit Waerelddeel voortgebragt ! V. Door welke Volken wordt dan dit ellendig africa bewoond ? A. Blanke Inwooners vindt men in Egypte , Numidie of Biledulgerid, nu het Land der Palmboomen , en in Barbarye: Negers treft men aan in Nigritie, Nubie en Gut: tié :  christenen van africa. 5 tiê: Mooren en taankoleurigen ontmoet men in Abysfinie en Kafferie : of zo Gy anders wilt, africa is beflaagen met Africaanen en Arabiers. — In Kafferie tot aan de Kaap de Goede Hoop, verfchillen de Bewooners weinig van de redelooze Dieren. In Abys/inie zyn veele jfooden ingedrongen, die, na jferufalems Verwoesting , daar fchuilplaats gezogt hebben; houdende zich op met den koophandel , dewyl zy tot geene ampten worden toegelaaten. De Christelyke Godsdienst , meent men , is in Abysfinie opgekomen na de bekeering van den Kamerling der Koninginne van Candace; doch hy heeft veel geleeden door de fcheuringen der Donatisten , Manicheen , Ariaanen , Pelagiaanen , en van eutychus : ook moet men daar nog zoeken Griekfche , Armenifche , Maronitifche , Georgifche en op Sf. Thomas de zo genoemde Thomistifche Christenen. De Roomschgezinden in de Koningryken van Con. go , Angola , Loango, Sofala en elders, toonen geene andere blyken van het Christendom , dan de bygeloovigfte Plegtigheden en het ongeregeldfte leven. Dan , de Leer van mahometh heeft , helaas ! den grootMen en fpoediglten voortgang in africa gemaakt. En dat kan U niet verwonderen : want niemant te weigeren eenige zinnelyke vryheden, en de verzoening der zonden alA 3 Ier-  &" mai10methaanen in africa. ergcmakkelykst te maakcn, zyn de waare lokazen , om ligtgeloovige Menfchen in te neemen. Niettemin is nergens het Mahomethaar.ciuïom zo zeer vervallen, dan in africa : want , en door de onkunde der Verkondigers , en door den verdorven aart der Bckeerclingen , is het thans zodanig opgevuld met Heidenfche Bygeloovigheden, dat een waar Mahomethaan zodanigen Godsdienst naauwlyks voor den zynen zou aanzien. Onder de Negers is geene Moské te vinden. Drie Seélen hebben zich, onder den naam van Heilige Marabouts , opgedaan: de eene woont in Steden en Dorpen: de tweede leidt een omzwervend leven: en de derde is gehuisvest in bosfehen en woestynen , die allen zich beroemen op groote boetdoeningen; maar, in den hoogflen trap, inood en ongebonden van gedrag zyn. V. Wie zyn Blooren , wie Jrr.biers ? A. Mooren zyn de Nakomelingen der Volken , die oulings de beide Mauriiania's bewoonden ; doch nu vermengd zyn met de Arabicrs , welken , in 't midden der VII Eeuw , het oostclyke deel van africa veroverden , en naderhand in het westelyke zyn doorgedrongen. -— De Arabiers zyn thans in drie klasfen verdeeld. De eerde foort woont in Steden en Dorpen, waarvan fommigen zich toelegt en op den handel, en au-  ARABIERS VAN AFRICA. 7 anderen op de Geleerdheid , vooral die zich aan de Hoven der Vorsten onthouden. Door de huwelyken met Africaanfche Vrouwen zyn de tegenwoordige Geflagten zeer vermengd , en worden met veragting aangezien, als verbasterd van den edelen aart hunner Voorouderen. Die der tweede klasfe hebben vaste woonplaatzen , en geneeren zich met den Landbouw ; maar deelen ook in de verfmaading. De derde foort maakt de Aanzienlykften uit. Zy woonen in tenten, zwerven heröm in de woestynen, leeven in vryheid , kennen geene onderwerping dan aan den Opperden hunner Stammen, en zyn nog nooit te onder gebragt ; ichoon de Turkfche Keizers daartoe veele moeite gedaan hebben. Alleen zyn hunne Hoofden of Cheiks cynsbaar aan den Keizer van Marocco, aan de Dey van Algiers , of aan andere Oppermagten. Zy beftaan veel van den roof, beroepen zich op Gods voorfpelling aangaande isMAëL QGen. XVI. ia), zyn des gehaat en gevreesd , leeven zeer eenvoudig, beminnen hooglyk hunne Vrouwen, in den tweeden rang hunne paarden , en betooiien zich zeer herbergzaam jegens de Vreemdelingen. Zulken , die zich in Numidie en Lybie ophouden , zyn zeer arm wegens den onvruchtbaaren grond: zy hebben veeltyds niers anders dan dadels om te eetcn , en eenige A 4 foor-  \ 8 GELEERDHEID DER ARABIERS. foorten van wild : de bange nood dringt hen foms hunne kinderen te verkoopen , om levensmiddelen te verkrygen. Niettemin verbeelden zich deeze Arabiers het gelukkigfte Volk op aarde te weezen : zodanig werkt het denkbeeld van Vryheid op deeze Lieden. De ellende is zelfs onvermogend, om moed en dapperheid in hen te dempen. Arbeidzaam en vlytig in het aanfokken van vee , dryven zy handel met de Negers in paarden en huiden. V. Maar is de Geleerdheid , te vooren zo hoog geroemd by de Arabiers, geheel by hen verdweenen ? A. Eenigen leggen zich toe op de Natuurkunde , WeKpreekendheid , Wysgeerte en Dichtkonst. Hunne Oplrellen behelzen doorgaans een verhaal van hunne Krygsbedryven , Lotgevallen en Minnaryen. Dan , die Weetenfchappen keren zy niet geregeld ; maar verkrygen hunne kennis door de ondervinding , aanwenning 0f gebruik , onderfteund door een fterk geheugen en levendige vindingrykheid , die den meesten natuurlyk eigen is , yverende fteeds om ze aan te kweeken en te befchaaven. Zodanigen , die langs de Roede Zee handel dryven tot op de Kusten van Zanguebar, hebben Afirolabiums , Kompasfen , Quadranten en (Manten , en worden voor de kundigfte Lootzen in  ZEDEN DER. ARAEIEREN. 9 in deeze Zee gehouden. Voorheenen hebben zy groote Mannen in de Geneeskunde gehad ; maar nu verwaarloozen zy die konst meer, dan de Mooren, mogelyk om hun te verre gedreeven gevoelen, dat men Gods Befluiten met geene mogelyke middelen kan tegengaan. Dit kwaad werdt verergerd door hun vertrouwen in de Marahouts , die met waarzeggeryen en toveryen , tot voorkooming of geneezing van ziekten , omgaan. Anderen , die met Europeaanen verkeering hebben , zyn wyzer geworden, en hebben zich laaten overhaalen , om middelen te gebruiken. De Inenting der Kinderpokjes is by hen in trein. Hoe geleerd hunne Voorouders waren, weinigen egter verftaan thans de Rekenkonst; doch door een goed geheugen krygen zy eene bekwaamheid in hat tellen ; en lMlen daarenboven eene geheime werktuiglyke rekening (of hoe zal men ze anders noemen ?) te werk, naamelyk, Verkoopcr en Kooper fteeken de hand in elkanders mouw, en raaken die met den vinger aan, beduidende elke aanraaking een getal. Dus fluiten zy koopen van 't uiterIte gewigt , zonder één woord 'te fpreeken, in eenen drom van omftanderen , zonder hun deelgenooten hunner geheimen te maaken. Hunne bedreevenheid in den Wapenhandel verdient lof. Zy houden nog hunne A 5 oude  ÏO ZEDEN DER ARABIEREN. oude manier van vegten, en gebruiken geen of weinig fchietgeweer, maar zwaarden, py. en en lanzen Na de wapenoefening zyn jaagen en paardryden hunne voornaamle be-gbetd: want zelden zyn zy gewoon met Vrouwen en Kinderen te verkeeren. HetT dlheid 7 LiedCn " °ml0°P ^n ledigheid of vermaak. Een Arabier ftelt zyn grootlte genoegen in zyn paard, en is zelden vergenoegd dan wanneer hy van huis is, en 0p eenen vollen draf rydt. De Leeuwen- en Valken-jagt is één veidryven. Elkander bezoekende, neemen zy 2n rf \ ^ V°eten hu™er basten, en bedienen hen aan de tafel. Nerg s hebben deeze zwervende Arabiers ééne Moské, maar kezen hunne gebeden in hunn temen die ]angwerpig fch uren der Boeren, VCrdee,d L kamers door gordynen, welk alles, nevens de kleedmg en fpreyen, door de Vrouwen worden gemaakt van geitenhair. Eenigen dryven hanop de R,k-en van réW,^ men , alleen by Wyze van Karavaanen , die eenen weg van zevenhonderd mykn hebben f te kggen , en als dan eene Zand-woes. tyn ontmoeten , Wcn-P t„,^, , , . ' wcll*e tweehonderd mykn lang is, waar men geen Water aantreft, dan  KARAVAANEN. ONBEKENDE OORDEN. II dan alleen op twee plaatzen, in diepe wellen verborgen, meest met ftuifzand overdekt het geen zy , by hunne aankomst , moeten uitgraaven. Die wellen zyn moeilyk te vinden ; en , wanneer zy , onbedagt , dezclven voorbytrekken, zyn zy verpligt, alierwege volle uit te zenden , om ze op te fpooren , vermids de Karavaan anderszins onvermydelyk zou omkomen. En dat Water is nog brak , walglyk en ongezond , des het alleen in groote noodzaaklykheid gedronken wordt. Deeze Zee van Zand , voor ons zo vreemd , wordt door de Stormwinden beroerd , en foms zo hoog opgejaagd , dat eene geheele Karavaan daardoor overftópt wordt : men verkiest des tot die togten de ftilfte jaargetyden. De ryke Landen , waar heenen deeze Karavaanen gaan, zyn, tot hier toe, fteeds onbekend gebleevcn , niet alleen voor de Europeaanen ; maar zelfs ook voor een groot gedeelte der Africaancn, om dat de Arabiers, door eigen belang gedreeven, te agterhoudend zyn , om van den weg, die derwaards leidt , of van de Landen zelve , berigten te geeven. Deeze Handel moet egtcr veel voordeels aanbrengen , de.wyl zy anderszins geene zo verre en moeilyke togten zouden doen. Van daar toch haaien zy veel goud, yvoor, bezoar, civet en andere dingen, brengende daartegen zyde Stof-  ïa handel en taal der arabieren. Stoffen, Europefche Veriierfels en Zout, waarvan de Inwooners groot gebrek hebben. Ook dryven de Arabiers van africa's zuidkant handel met de binnelandfche Ryken aan die zyde , en zelfs zeer flerk in Slaaven; doch zy willen dezelven niet verkoopen aan Europeaanen , om dat ze hen als Ongeloovigen befchouwen. Het Bygeloof houdt hen terug van het vleesch der Olyfanten te eeten ; maar Negers en Mooren zyn niet zo fchroomhartig, daar ze eenige duizenden, in 't jaar, nedervellen, en grootendeels van derzelver vleesch leeven; geevende één Oly. fant zo veel als zes zwaare Osfen. De Arabifche Taal is door alle deeze Landen verfpreid, Van Egypte tot Salé toe, en in de Oorden tusfchen den Nyl en den Niger, zelfs tot de Kusten van Abex en Ajan. Denk egter niet, dat men ze allerwege even zuiver fpreekt: neen; maar zy kan , onder zo veele Natiën , genoeg, zaam onderkend worden, om dat de Koran, die hun moet worden voorgeleezen , in die Taal gefchreeven is : dus mag men ze houden voor de uitgebreidfi-e Taal van de geheele Waereld. V. Zo even van Osfen fpreekende , hebt Gy my aanleiding gegeeven, om nu te vraagen naar de Dieren van africa ? A. Daarop moet ik antwoorden, dat men daar  dieren van africa. 13 daar vindt Osfen, Koeien, Schaapen, Geiten en Herten ; doch de laatften zyn grooter, fterker en beter gevoed , dan die van asia en europa. De Paarden vallen wel kleiner ; maar fyner, fneller en fchooner van koleur. Dit is ook het Land der Kameelen , Dieren , gedwee van aart , geduldig , fober , gefchikt om lasten te draagen, zonder welken men geenen handel zou kunnen dryven, of de zwervende Arabiers geene tenten en anderen omllag zo verre omvoeren , gelyk dikwyls gebeurt. Deeze Lastdieren zyn beter dan die van asia , kunnende veertig , ja zestig dagen met weinig voedfel voortreizen , al zyn ze belaaden met zes- tot agthonderd ponden , vlug voortredende door diep gloeiend Zand, waar door geen ander Lastdier komen kan. Zo fchenkt de Voorzienigheid Dieren aan dit Land, gefchikt naar deszelfs gronden. Ook vindt men er Dromedarisfen , veel fneller doch kleiner, tot verhaaste togten in gebruik; als mede de fchoone, doch wilde en vernielende Olyfanten, zo fchaadelyk voor koomlanden en boomgaarden, die egter Menfchen ontzien, mids men ze ongemoeid laat, daar men anders eenen gewisfen dood te wagten heeft , ten zy men, door flingeringen in het vlugten te maaken , hen weet af te matten. Hoe veele duizenden moeten er. geT dood  24 dieren van africa. dood worden, & men berekent al het yvoor, dat jaarlyks uit africa naar europa gevoerd wordt! "Maar in Abysfinie worden deeze Dieren tam opgevoed, gelyk bekend IS, betoonen zy zich dan ver! nuFug, moedig, leerzaam en fterk De Rhinoceros, met eenen grooten hoorn op den neus, valt kleiner; doch hy is bevalhger, wegens zyne fraai gevlakte huid op den rug als eene zadel, aan de zyde geharnast tot den buik toe. , . De Gi* ■rafa, omtrent, zo groot als eene Kameel" maar veel ranker, fchoon gevlakt, van eene majestueufche houding , pronkt wegens zynen langen hals Voorts- treft men hier Aa- pen, Buffels, Zwynen , Wolven , Luipaarden, Panthers, Tygers en Leeuwen aan. En onder de menigte van Vogelen munt uit de Struisvogel, zeven of agt voeten hoog, dus groot en zwaar, zo klein van vleugels,, dat hy zich niet kan verheffen in de lucht; maar met zo veel kngts m vleugels en pooten voorzien, dat hy den fnelfteu loöper kan ontrennen. Men heeft er wel fchoone Rivieren , als de Niger , Senegal, Nyl, Rlo del Rey, Gabo-i Zaïre en anderen, vol Krokodillen en Rfc vierpaarden , die, „evens de omfpoeIendc Zee, veele Visfchen opleveren; doch, het geen jammer is, de Meiren en veele Strooien droo-  RIVIEREN. STOFGOUD. MYNEN. I«> droogen , 's zomers , door de geweldige hette uit , en doen dus de Visfchen fterven, het geen de lucht door den flank befmet. Rivieren , die niet uitdroogen , ftinken , en geeven den Visfchen eene fchaadelyke eigenfchap , welke veele ziekten baart onder het geringe Volk. Zelfs worden veele der grootfte en fchoonfte Rivieren bedorven door de luiheid der Inwooneren, die de overhangende takken der Boomen , ftaande op de oevers , doch in het midden zamenkomende , niet afhakken , en dus i de uit het water opgaande dampen berooven van de optrekkende ftraaien der Zon. De Zeekusten zyn vol Visfchen , waar mede men handel dryft. De Schulpen van het kleine Vischje, Zimbi geheeten , gebruikt men tot gangbaar geld, het eenige , dat men daar heeft. Er zyn 1'arel-visfcherycn rondom eenige kleine Eilanden tegen over de Kust van het Koningryk Sofa/a. Het Stofgoud ligt hier niet meer dan zes voeten onder den grond , aan het welk men in Indie en america zo veel moeite moet doen met het graaven uit verbaazende diepten. De Mynen zyn ons meest onbekend , vermids de Inboorlingen den Eu* ropsaanen beletten diep in het land te komen. Zy zelve graaven maar zo veel als zy noodig hebben tot het knopen van kleeder*n cn gereedfchappen , waarna zy zulk' eene  16 BERGEN VAN AFRICA. MOOREN. eene Myn , één jaar lang, geflooten houden , zynde op levens ftraf verbooden daaraan te komen Onder de beroemdlle Bergen telt men den Grooten Atlas , of de fchakel van Bergen , meer dan duizend mylen lang, kopende van het Oosten naar het Westen, dat is, van Alexandrie tot den Atlantifchen Oceaan: den kleinen Atlas, eene reeks van Bergen , van de Straat van Gibralter langs de Middelandfche Zee tot de Stad Bonai het Zon- en Maan-Gebergte: de Siërra Leona , of liet Leeuwen-Gebergte in Guini , zo geheeten om de menigte van Leeuwen , die zich daar ophouden : het Salpeter-Gebergte in Congo : de Amhura. in Abysfinie : de Pi co-Franco , die Kaf er ie doorfnydt; en den Tafel-Berg aan de Kaap de Goede Hoop. V. Maar hoedanig zyn de Mooren en de overige Africaanen ? A. De Mooren zyn een dom, onkundig, wantrouwend , valsch , diefagtig , bygeloovig en lui Volk ; en de Heidenfche Africaanen zyn mede eene vadzige Natie , doen niets dan zingen , rooken , of danzen , en zo zy dat eens met iet anders willen vervvisfekn,. dan gaan zy ter jagt of ter vischvangst. Zy befchimpen de Europeaanen om hun vlytig arbeiden in den handel. De Bewooners der Zeekusten zyn > befchaafder geworden , dan de  handel op africa. 1/ de binnelandfchen , door den omgang met Europefche Natiën. De Koophandel was aldaar voorheen van weinig belang, en werdt meest gedreeven op het Oosten door de Arabiers , Perftaanen, Turken en Armeniërs; maar federt de Hollanders, Engelfchen, Franfchen , Portugeezen en Spanjaards Kantooren hebben opgcrigt aan de Kusten , is de Koophandel in Stofgoud, Olyfants-tanden, Tapyten , Gommen , en Slaaven zeer aanmerkelyk. Hier tegen brengt men daar ahlerleie gewerkte (lukken van yzer , koper en tin ; ook potten en pannen , fnaphaanen , zyde , wolle , linnen en Haarlemmer bonten. Ziet daar eenige trekken , die U africa tekenen ! V. Wilt Gy my, in deezer voege, eene Historie van africa geeven ? A. Deeze gemelde zaaken maaken , eigen]yk , africa's Gefchiedenis niet uit ; doch leggen daartoe den grondflag , en geeven U een algemeen denkbeeld van dit WaereldDeel. Wy kunnen thans tot byzonderheden overgaan ; doch willen ten Noorden by Suè'z beginnen, langs de Middelandfche 7^ konsten in egypte; lius cesar, het groote Plan des burgerly- ken Oorlogs wel te willen laaten vaaren. - Alle ryke Lieden zyn hier overdaadig in hofhouding, en hebben veele flaaven en flaavinnen, die uit de binnenfte deelen van africa komen. Pest is de Landplaag, die groote verwoestingen aanregt. Deeze ziekte die zich daar, alle vyf jaaren, zegt men' hervat, moet, wordt zy niet van buiten ingebragt , toegekend worden aan de ongezonde lucht , nademaal er zo veele ftilftaande Wateren in dit Land zyn. De Egyptenaars hebben ftaatelyke Begraafplaatzen met veele Gedenktekens en Opfchriften. De oude konst van de lyken te balfemen is onbekend, en niet meer in trein. De Bouworde heeft de minde overeenkomst niet meer met dien grootfchen trant, waardoor dit Land oulings zo vermaard was. De overoude Pyramiden (I Deel, bladz. 342) ftaan'er nog. De finaak voor de fchoone Konsten is geheel verdweenen. Men denke egter niet, dat Egypte , zelfs niet geheel africa ,' Alexandrie en Cyrens uitgezonderd, waar eenige Griekfche Konstenaars gebooren zyn geweest, groote Schilders voortgebragt heeft zelfs niet ten tyde der oude Karthagers. De hedendaagfche Egyptenaars zyn ellendige kladders, en hun verguldfel is verre beneden dat der Ouden , -het geen zo hoog geroemd was.  KDNSTEN IN EGYPTE. 27 was. Voorzeker thans verdient Egypte niet meer den ouden grootfchen naam van het Vaderland der Wetten, der Komt en en Weetenfchappen. De Natie , eertyds zo geleerd en befchaafd , is tot ruwheid en onkunde vervallen, door de veelvuldige treurige veranderingen van nieuwe Heeren , ik meen , door de Saraceenen, Mamlukken en Turken, Weeveryen van zyde en wol zyn het eenige handwerk , dat nog aanmerking verdient. Het maaken van voortreffelyke Snaphaanen , waarin zy boven anderen uitmunten , fchynt hunne eenige gewigtige kortst; en de bewecgbaare wenteltrappen in hunne huizen het eenig overgebleeven teken van hun vernuft te weezen. Uit dit alles kunt Gy bef]uiten , hoe de andere fraaie Konsten , Weetenfchappen en Geleerdheid vervallen zyn. omar , die de Boekery van Alexandrie liet verbranden (V Deel, bladz. 281, 28a) ; saladin , die de fchoone Verzameling van Boeken , door de Fatemitifche Kalifs uit alle Gewesten der Waereld byöén gebragt, verfirooide ; en selim , die de beste en kostbaarfte Werken naar Conftantinopole vervoerde, hebben der Geleerdheid de zwaarfte flagen toegebragt. Hoe toch zou men geleerde Mannen kunnen vinden in een Land, het welk van alle Boeken , waarop men prys mag ftellen, beroofd is; of waar men, zints  g8 pelgrimaadje naar mecca. zints twee Eeuwen , niets doet , dan de Weetenfchappen te verdrukken en uit te roeien ! Hoe veel verfchilt dan niet het tegenwoordige van het oude Egypte ! Ellendige Natie , die zulke weldaaden heeft dank te weeten aan Veroveraars, welk niets meer behaalden , dan den kortduurenden roem van overwonnen te hebben , en, intusfchen, nog Pesten van het Menschdom geheeten worden! V. Welke is de heerfchende Godsdienst? A. Hoewel er veele Jooden en, Grieken van verfchillende Gezindheden gevonden worden , woonende de Patriarch der Oosterfche Christenen te Alexandrie , blyft e veroverd; die, vervolgens, de drie dagen lang gcplonderde Stad aan Koning muley-hassem weergaf, onder voorwaarde, dat de Christenen in dat Ryk vry zouden mogen handelen, ook Kerken en Kloosters hebben. De Aigèrynen bemagtigden dezelve , in den jaare 1570 ; doch jan van Oostenryk alles weer herflcld hebbende , vermeesterde de Turkfche Sultan amurath dezelve, vier jaaren laater ; en federt bleef zy in de handen der Turken, welken 't Ryk door eenen Stedehouder, onder den naam van Dey, laaten regeeren , die in een Verbond ftaat met verfcheiden' Vorsten van europa , van welken hy buskruid en kogels krygt; en daarvoor eenige Zeldzaamheden en vruchten zyns Lands terug geeft. Naby Tunis vindt men eenen uithoek , Karthago geheeten , waar men wil, dat de oude beroemde Stad van dien naam zou gedaan hebben. Men zou thans naauwlyks zeggen, dat  TUNIS. ALGIERS. 39 dat er eene Stad geweest zy. Stukken van Muuren , ter neer geworpen , en zestien Waterbakken , met overwelfde boogen, waarvan drie of vier nog geheel zyn, doen dat egter vry zeker zyn. In dat Ryk ftaan nog op veele plaatzen Romeinfche Oudheden , Kolommen en Beelden. Vyftig mylen van Tunis vindt men mede een Amphitheater, waarin vyfëntwintig of dertig duizend Menfchen konden zitten : vier vyfde deelen van dit ftaatelyk Gebouw ftaan nog overend. De Dorpen deezes Ryks zyn zeer liegt. Met fmert denkt de daar komende Reiziger: dit is het oude, voorheen zo volkryke Numidit J 't Zuidelyk deel van Tunis voert nu den naam van Biledulgerid. De Stad zelve ligt in eene fchoone vlakte, en wordt bewoond door Turken , Renegaaten of afgevallen Christenen en Mooren , die meest linneweevers zyn. De Landftreek is beplant met Oranje- en Citroen-Boomen : ook heeft men er Bosfchen van Olyfboomen. Oordeel daaruit van het overige. V. Welk is het derde Ryk ? A. 't Ryk van Algiers, dat zich, tweehonderd mylen verre , langs de dorre en bergagtige Kust der Middelandfche Zee, van Tunis tot Marocco, uitbreidt ; doch eene gemaatigde lucht geniet. In hetzelve ligt de Berg Atlas , zo geroemd van de Ouden , C 4 maar  40 algiers. 't oude mauritanië. maar niet zo boog als de Alpen. Men heeft, hier en daar, wel dorre ftreeken; maar ook goed gras- en bouwland ; veel vee en ooft aan de Kust; op de Bergen, Wyngaardcn en Koornakkers; in de Bosfchcn en Woestynen , olyven , vygen , dadels en amandelen. Jammer is het, dat, in een zo fchoon Land, zo weinige, en nog liegt bevolkte Steden zyn , bewoond door Mooren, Turken en Arabieren. Dit is het oude Mauritanië , waar juba , door julius caesar werdt overwonnen ; (II Deel, bladz. 374) De Romeinen hebben hier tekens hunner Opperheerfchappy nagelaaten : dan ,<. men mag, in 't algemeen , zeggen , dat de inlandfche deelen van africa meer der fchoonlte overblyffelen van de Romeinfche Grootheid bevatten, dan men denkt., Jammer is het, dat veelen door ftuifzand zyn bedolven, en de toegang of zo moeilyk , of nu onmooglyk gemaakt is. In een Land , waar het noch regent noch vriest, verliezen geene Steencn hunne koleur, geene Beelden of gefneeden werk worden gefchonden. Wie toch zou anders, in een deel van het oulings zo genoemde BPauritania Cafarenfïs , eenen ronden Schouwburg zoeken van het 1'choonftc wit Parisch Marmer. En daar geen zulk Marmer in africa voorkomt; daar de plaats zelve vier honderd mylen van eenige Zeehaven  regeering van algiers. 41 haven afligt, welk eenen ongelooflyken arbeid hebben de Romeinen dan niet bedeed, om dat zo verre te vervoeren ? In vervolg van tyd is dit Land door de Saraceenen verwoest ; en voorts vervallen onder het bedier van Moorfche Vorsten , die er Landvoogden hielden , welken zich, eindelyk , het koninglyk gezag aanmaatïgden. Tegen hunnen Vorst selim riepen de Inwooners , in den jaare 1516, den Turkfchen Zeeroover barbarossa te hulp , die hem ontthroonde , en zich zeiven op den zetel plaatde. Hy werit daarna door de Spanjaards , die Oran inhielden , op last van karel den V , verflaagen. haradyn , zyn Broeder, geene kans ziende, om dien Vorst tegen te daan , onderwierp zich aan den Turkfchen Keizer, en werdt deszelfs Basfa of Stedehouder. Wy zullen, hierna, karel te" gen Algiers het hoofd zien dooten,' 't geen zints , tot nu toe , door eenen Dey bedierd wordt , terwyl de Turkfche Keizer deszelfs Schutsheer is. Zyne magt bedaat uit ruim zesduizend man , fchuim van volk. Daarmede houdt hy , 't geen vreemd luidt, dat heele Land in bedwang, het welk hem niet gelukken zou , zo hy niet de magtige Arabifche Stammen door list verdeeld hieldt, en hun dus de middelen tot opdand benam. Als hy fterft , verkiest men , met algemee-■> C 5 ne  V- dey VAN algiers. ne Hemmen , eenen anderen , altoos uit de Krygsmagt, het geen foms veel bloeds kost, om dat de partyen tegen eikanderen opflaan, of de nieuw verkooren Dey zich niet wel anders kan vast zetten: dus doodde haley Dey , in den jaare 1710, zeventienhonderd perfoonen , die hy dacht hem niet genegen te zyn , en wel in de eerfte maand zyner regeering. Als een Dey van vreedzaamen aart is, of niet wel regeert, wordt hy van zyn roofziek volk dikwyls van kant geholpen , gelyk, in den jaare 1754 , nog gebeurde : want de Turkfche Keizer heeft er weinig te zeggen. Maar 't geen vreemd is, men berooft, als dat gebeurt, ook deszelfs Vrouwen van alles, en 's Mans ongelukkige Kinders genieten flegts de inkom den van eenen gemeenen foldaat, wordende daarenboven van alle ampten uitgeflooten. V. Is daar het Bellier eene Alleenheerfching ? A. Ja , en de Dey is Souverein , die , alle dagen , eenige uuren , vóór en na den middag, in zyn paleis gehoor leent , en het regt uitfpreekt in alle gevallen ; doch in zaaken van gewigt vraagt hy, flegts om 's Volks ongenoegen te voorkomen, den Divan , die uit Krygsvolk en Amptenaars beftaat , om raad. De Bey is zyn Stedehouder ; de Aga is de Generaal der Krygsmagt; de  BESTIER EN HANDEL TE ALGIERS. 43 de Rais heet zyn Zee-Kapitein; en de Kadi is de Gecstelyke Richter. Men is er ftreng in het ftraffen; en geeft, in eene kleine misdaad, ftokllagen onder de voetzooien : in halsmisdaaden worgt men. Een Moor , van dievery overtuigd , wordt de regterhand afgehouwen , en die aan den hals gehangen: daarna zet men hem , verkeerd, op eenen Ezel, met het aangezigt naar den Haart , cn dus wordt hy langs de ftraaten omgevoerd door eenen Uitroeper, die de misdaad bekend maakt. Dan, Jooden , aan zwaare misdryven fchuldig, worden met vuur verbrand. Slaaven hebben het meestal zo goed als vrye Christenen , die men foms , uit haat tegen het Evangelie, gruwelyk heeft zien mishandelen: want de meeste Inwooners zyn Mahomethaanen , doch munten uit in belagchelyke bygeloovighcden. — Slaaven te koopen van Schepen , op Zee genomen , is de voornaamfte handel: maar de Confuls der Europefche Vorsten , die vrede met Algiers hebben , eifchen de vryheid der gevangenen hunner Natie , en zy wordt hun toegedaan : anderen kan men losfen , mids zy losbaar door den Dey verklaard worden; anders worden zy op de markt openlyk ver- kogt. i De Algerynfche Handelaars zyn meest Zeeroovprs, die hunne Schepen , foms tot de Canarifche Eilanden , ook wel tot in  44 handel te algiers. marocco. in het Canaal, laaten kruisfen. Dan , in tyden van vrede zyn hunne rooveryen van weinig belang. De Stad is zeer fterk aan den Zeekant ; onlangs hebben de Spanjaards , tweemaal, eene zuure proef daarvan doorgeftaan. Tapyten en Karpetten , doch niet zo fraai als de Smirnafche, zyn hunne voornaamfte Handwerken" Men weeft er ook talfen en fluweelen. De Jooden handelen in graanen , dadels , wasch , huiden, koper , ftruisvogels-vederen , wol en dekens, en voeren die uit: dan de Turken doen geenen handel, dan in llaavcn , wapens en oorlogstuig. Van het vermaarde Hip- pona , waar augustinus Bisfchop was, zyn nog eenige Ovcrblyfzels te zien. V. Nu het vierde Ryk ! A. Dat is het Keizerryk van Marocco, eene groote Heerfchappy aan de westzyde van Barbarye , honderd en vyftig mylen lang ; waar men weinige bosfchen , maar verfcheidenheid van vlakten , van bergen en rivieren heeft; waar ongeftadig weder , 's winters felle koude en 's zomers groote hette, zwaare ftormen , langduurige flagregens en gedugte onweêren regeeren. Een groot deel van dit Land is het Mauritania Tingitana, zo genoemd naar Tingis , nu Tanger , eene Stad aan de Straat van Gibra/ter geleegen. Deszelfs Historie is mede duister; des zy ons  staat van mar.occo. 45 ons niet moet ophouden. Dit Ryk ondergina: ook de overheering der Saraceenen, en werdt daarna in kleinere deelen verdeeld, tot dat byzondere Cherifs of Vorsten zich , meester daarvan maakten , die nu den naam van Keizers voeren. De Inwooners zyn Mooren, zeer op de Christenen verbitterd, om de uitdryving" hunner Voorouderen uit Spanje. 't Landvolk beftaat meest uit Arabieren. De cerften zyn een inhaalig , onvriendelyk Volk, waartoe de Jooden door hunne flegte verkeering veel aanleiding gegeeven hebben , alzo de Landlieden zo opregt en eerlyfc zyn, als elders. Allen zyn zeer domme en fnoodc Mahomethaanen ; doch van eene andere Gezindheid dan de Turken. De Keizer houdt veertigduizend mannen op de been Men acht de Moorfihe Ruitery voor de beste van heel a,rica : haare Paarden zyn fraai, gezwind en beftuurzaam. De Europeaanen brengen hun alles aan, als zydelinnen- en wolle-ftoffen , yzfcr,, buskruid, lood, en wapenen; neetnende daarvoor terug wasch, leder, gommen, dadels, amandelen , enz. Eenige hunner Mynen leveren rood koper. Tarw , Gerst en Rogge vallen hier onverbeterlyk , Olyven overvloedig, Druiven keurlyk. Hunne Karavaanen doen verre- togten, alzo zy naar Arabie en Gut, nè gaan.  4 ders ontvangen hebben; dcwyl zy eenigen handel met dezelven voeren. Van den Godsdienst der afgeleegen' Hottentotten durven wy niets bepaalen. Twyfelagtig is het , of de gecnen , die zich naby de Kaap zelve ophouden , eenen oorfpronjlyken eerdienst hebben. Dit valt niet ligtlyk te ontdekken. By éénen myner Vrienden onderzoek doende naar deeze zaak , dewyl Hy daar lang gewoond heeft, en zeer naauwlettend was, ontving ik dit antwoord : „ men zegt, dat er fommigen onder dezelven zyn, die zich, by eene volle Maan zeer vrolyk toonen." Laat my er niet meer van zeggen , hoeveel fommigc Schryvers ons van dit Volk mogen opgeeven. V. Waarom niet ? A. Om dat eenigen verfcheiden' zaaken, aangaande de Hottentotten , louter op vertellingen van anderen , en op onvolkomen navorfchingen gegrond , te boek gefield hebben , die indedaad met de waarheid niet be-  6b hottentotten. beftaan. Veele oude berigten moeten des valsch of verdacht gehouden worden. En thans kan men , in ée'nen trek , het algemeen karakter deezes Volks niet meer opmaaken : want de oude egte Hottentotten , gevonden in den omtrek der Hollandfche Colonie, zyn , op eene zeer aanmerkelyke wyze , in getal verminderd; en zy, die door eene langduurige zamenleeving met de Europeaanen aldaar, in welker dienst zy op allerleie wyzen gebruikt zyn , verkeerd heb-, ben , zyn niet meer gefchikte voorwerpen , om den waaren aart en karakter der Hottentotten uit hen te kunnen opmaaken. Daarenboven heb ik U reeds verfcheiden' Kas* ten , Natiën of Stammen genoemd, van welken fommigen aan de anderen niet fcbynen bekend te weezen, en die gewislyk , hemelsbreed , van eikanderen verfchillen , by voorbeeld, eene foort df Kast is zeer menschlievend , gedienftig, goedaartig, en woont te zamen in Horden , Stammen of Geinigten. Een Man , uit zulken tot geleider gekoozen van hun, die diep landwaards- in wilden trekken , werdt uitmuntend in trouw en moed en hulpvaardigheid bevonden. Wie kent niet de braafheid des Plottentots, die, als zodanig , den Heere gokdon op zyne gevaarlyke reize verzelde! Daarentegen is eene andere foort , by voorbeeld, de Bosch- jes-  hottentotten. hollanders. 6l jcs-mans Hottentotten zeer onmededoogend , roofzugtig , wild, woest, moorddaadig, hebbende geene vaste wooningen ; maar leevende onder eene klip', in boschjcs of wildernisfen. Hieruit kunt Gy nu ge¬ noeg opmaakcn , dat men noch het karakter , noch de gewoonten der Hottentotten in eene algemeene Befchryving kan opgeeven , vennkis elke Kaste haare byzonderheden heeft. En dus voldoen geenszins de Berigten , die men ons , ■ dus verre, van dezelven gegeeven heeft; maar andere Pennen , is het noodig , en zyn zy daartoe bekwaam , zullen ons eene nieuwe Befchryving van deeze onderfcheiden' Volken moeten geeven. V. Hoe zyn de Hollanders aan de Kaap de Goede Hoop beland ? A. Dit Schiereiland , of anders gezegd , dit allerverst in Zee uitfteekend Voorgebergte , gevaarlyk in fommige tyden, of deeze beroemde Uithoek van africa werdt, in den jaare 1493, eerst ontdekt, onder de regeering van juan den II, Koning van Portugal , door zynen Admiraal diaz. Zulk eene iaate ontdekking dier Kaap moet ons thans vreemd voorkomen , daar wy weeten, dat ze op eene groote Waereld-Kaart, door mauro, eenen geleerden Venetiaanfchen Monnik , gemaakt , vóór meer dan driehonderd jaa-  6i kaap de góede hoop ontdekt. jaaren , bekend ftaat , met byvoeging, dat, in den jaare 1420, een Schip zo verre gekomen was. mauro maakt die Kaart , in den jaare 1455 , 0p begeerte van alfonsus den V, die toen reisde, en naderhand Koning Van Portugal werdt jj weinig denkende , dat zyn geleerde arbeid , in 't vervolg, tegen zynen wil , êenen zwaaren fchok zou geeven aan de magt en den handel van zyn eigen Vaderland , zo als de ontdekking der Kaap den weg naar' Indic , en tevens den loop des handels , teh nadeele van Venetië, daarna heeft doen veranderen : de Portugeezen toch bedienden zich van deeze Kaart , om de Kaap te vinden. Wy moeten ons veeltyds verwonderen, dat zaaken, die wy kleinigheden noemen , dikmaals oorzaak worden van verbaazende veranderingen, van voor- of nadeelen , die men nooit kon vooruitzien. Venetië is door eene Waereld-Kaart verlaagd, verarmd , min geacht geworden tot heden toe. Maar laat my tot diaz wederkeeren. Hy gaf deeze Kaap den naam van Cabo dos todos tormemos, dat is, Kaap van alle onweeren ; dan Koning juan de IV begreep niet zo dra het belang derzelve , of hy veranderde deezen fchrikbaarenden naam in den zagten van Cabo di buona Esperanca , of Kaap van Goede Hoop. diaz , die er nooit voet aan land zettede , liet  kaap de goede iïöóp. 63 égtêr niet na, den Koning een beiïgt zyfler ontdekkingen, ten aanziene der baaien en ankerplaatzen deézer Kaap , te geeven. vasco dé gama , die er , in den eerst volgenden togt, aankwam en aan land ging naby de Rivier de Infantes, gaf don emaNlfel , opvolger van Koning juan, een verflag zyner nieuwe ontdekkingen , waarop die Vorst befloot eene Vesting daar aan te leggen ; doch dit werdt door de Inwooners verydeld. Sedert dien tyd weet men niet, dat eenige Europeaanen deezen gewigtigcn uithoek bezogt hebben, tot dat de Schepen van de Nederlandfche Oost-Indifche compagnie , in den jaare 1600 , de Kaap aandeeden , om daar de noodige levensmiddelen te verkrygen. In 't vervolg diende deeze gewigtige Uithoek nergens anders toe, dan dat de naar Indie vaarende Schepen eenen Heen , met den naam van 't Schip, als mede eene doos met papieren, op eene zekere bepaalde plaats begroeven, welken door een ander naar huis keererid Schip opgegraaven , en den Bewindhebberen tér hand gefteld werden. Veele jaaren lang viel niemant te binnen , een beter gebruik van de Kaap , indedaad de Sleutel van Indie, te maaken. Eindelyk belandde daar, in den jaare 1652 , joan van riebeek , Opperheelmeester van een Schip , die de vruchtbaar-  6"4 hollanders op de kaap. baarhied des gronds, den overvloed van Vee, den zagten aaw des Volks , en de gewigtige legging deezer Kaap wél ovcnveegende , en daarvan berigt gegeeven hebbende , by zyne t'huiskomst, terug gezonden werdt , als Admiraal met vier Schepen, om er eene Colonie te (lichten, riebeek, daar beland , bekoorde- de Hottentotten door zyne uitgedeelde koraalen , tabak en brandewyn ; floot met hen een verbond , en verkreeg voor zyne geringe gclcheiiken , omtrent vyttigduizend guldens waardig, de vryheid, dat hy zich in de vlakte des Tafelbergs ^ mogt neêrflaan , waarop hy aanflonds een Fort , wooningen , pakhuizen en een gasthuis voor zieke matroozen deedt aanleggen. De compagnie , van deezen goeden uitflag verwittigd , liet daarop veele voordeelen aanbieden, aan zulken , die zich daar wilden neerzetten. Hier door vloeiden veele Vaderlanders derwaards ; ook zondt men daarheen, in den jaare 1685 , eenige , om den Godsdienst uit Frankryk in ons Land gevlugte , Hervormden , waardoor de Colonie in eenen aanzienlykcn (laat geraakte ; des men daarna meer byzondere Volkplantingen kreeg, ik meen , het Vlek aan de Tafelbaai , doorgaans de Kaap geheeten, Stellenbosch, Draakejlein , V Land van Waveren en het Zwarte Land , alle (taande onder het bevel van eenen  baaien van de kaap. 65 eenen Raad van Politie , aan wiens hoofd de Gouverneur is, die ook tevens befchikking -heeft over den Koophandel en de Scheepvaart, en briefwisfeling houdt zo met de Bewindhebbers in ons Vaderland, als met de Gouverneurs van Batavia en Ceylon. Zo gelukkig is dan ons Vaderland in het bezit van deezen gewigtigen Africaanfchen Uithoek, waarop andere Natiën zo dikwyls geloerd hebben , gekomen ! V. Wat vindt men daar aanmerklyks ? A. De Kaap zelve , die voor onze en andere Scheepen van Europefche Natiën , op hunnen verren togt naar Indie, van 't uiterfte belang is , om zich te ververfchen en te . kalefaaten , is alleen aanmerkelyk genoeg. En wy hebben onlangs , ik meen in den laatften" oorlog met de Engelfchen, haar ge. wigt met frnert, doch tot ons voordeel, regt leeren kennen. Maar vraagt Gy naar andere daar gevonden aanmerkelyke zaaken , dan moet ik noemen de zwaare Stormen , die er op vaste tyden regeeren — verfcheiden' Baaien , waaronder de Tafel-, de Sal. danha-Baai , en Bzzi-Falfo de aanmerktykfte zyn de drie Bergen , die de Tafel- valei influiten , ik meen , den Tafelberg , dus geheeten, om dat zyn top, van verre gezien, zich als een vlak tafelblad vertoont; voorts den Leeuwenberg, en den Wind- of VI. Deel. E dui-  66 kaapsche voortbrengsels. duivels - berg het fchoone Landgoed van den voormaaligen Gouverneur, simon van der stell , naar zyne Vrouw Conflantia geheeten , waar de Wynfiokken groeien, die den zo wyd beroemden Conftantia-Wyn leveren den Tuin der Maatichappy , met allerlek Gewasfen voorzien de uitmuntende Bouwlanden en Graanen , onder welke de Tarw meest beroemd is de allcr- heerlykfte Boomvruchten, onder anderen Oranje-appelen , doch die men tot dus verre niet heeft kunnen overvoeren. Dan , onlangs is dit aan iemant gelukt , en eene edelmoedige Dame heeft er my de aangenaame proef van laaten neemen Voorts al. krheerlykfle Moeskruiden , des verfcheiden' Vaderlanders, jaarlyks, hunne Tuinzaaden van de Kaap laaten komen ; maar zy voldoen niet , en het biykt dus , dat wy hier den Kaapfchen grond en de Kaapfche lucht mis- fen Water , dat uitneemend goed is, en den byzonderen roem heeft van niet onderhevig te zyn aan liet bederf, 't geen andere Wateren eigen is : om welke reden alle Schepen , hier komende , hun water in Zee florteri , en het geen zy hier vinden inneemen. Dit is een zeer gemaklyk werk, om dat men de vriendelykheid aan Vreemdelingen bevvyst, van niets voor het ankeren of Water te laaten betaalen , hoewel de  bloemen. dieren. visschen. 6? de Buizen , door welken het Water uit de wel in de kraanen by het Zeehoofd gebragt wordt, wel een half uur gaans onder den grond liggen, en niet zonder groote kosten onderhouden worden, — Er zyn veele fchoone Bloemen en Gewasfen, van welken men eene groote verzameling aankweekt in den Kruidtuin te Amfterdam , en van de onbekenden heeft de geleerde ti-iunberg onlangs eene nieuwe lyst gegeeven -— Ook Olyfantcn , Rhinocerosfen, Leeuwen, Tygers, Buffels , Elanden , de fraai geftreepte Ezels , Rivierpaarden , veelerlei fchoone foortcn van Bokken en andere Dieren, door vosmaer en buffon befchreeven en afgemaald Vogels, zeer fchoon en zeer talryk , van welken ik verfcheiden' uitmuntende gezien heb , die allen , mogelyk , in welgekoleurde Afbeeldingen ons gegeeven zullen worden , door den Heer le vaillant ■ Voorts eene menigte Infecten , en verfchillende Visfchen in Zee en Rivieren. Dit alles en byzonder ook de gezonde Lucht in aanmerking genomen, mag men zeggen, dat dit Land één der fchoonfte , vruchtbaarfle en gezond He der heele Waereld is. Kon men er over Land komen , hoe veele duizenden zouden derwaards verhuizen! Men ziet toch thans in de Nakomelingen der genoemde Franfche Vlugtelingen , wat noeste lieden, E 2 hoe-  68 d0rssen. woltemade. hoewel van alles ontbloot , doch met Vee en Bouwgereedfchappen geholpen , door den Landbouw kunnen winnen. By deeze gelegenheid moet ik U eene byzonderheid melden , naamelyk , dat men hier dorscht, op den trant ier Oosterlingen , doch niet met Osfen , "maar met Paarden. Na dat het Koorn , dat hier gefneeden wordt , op eene ronde dorschvloer in de open lucht is uitgefpreid , worden foms vyfëntwintig Paarden in de ronde daarover gedreeven , door éénen man , die hen , in het midden dier dorschvloer, met eene lange zweep ment , en dus de Graanen laat uittrappen , waarom men daar altyd van Graanen-trappen en van de trapvloer fpreekt. Van het karakter der Inwooneren deezes Oords kan men U niets zeggen , alzo dezelven beflaan uit eene mengeling van allerlei Natiën. Plet verlosfen van veertien Schipbreukelingen , in den jaare 1773 , door den gryzen Landman woltebiade , die, te paard gezeeten , hen uit Zee van het wrak te lande hielp ; doch toen twee te gelyk , het dier by hals en toom grypende , dat onderhaalden, zelf, ongelukkiglyk , het leven er by infchoot, is mogelyk de ïtoutfte en tevens edelmoedigfle daad , die ooit aan de Kaap gebeurd is. Hier is de eenige plaats van geheel africa, waar het onbevlekt Evangelie door éénèn on>  kaart van de kaap. kafferie. 69 onlangs daar gekomen Lutherfchen en drie Gereformeerde Predikanten yverig wordt verkondigd. Eene treurige bedenking indedaad: in 't groote africa maar vier Proteftantfche Leeraars! ten zy er, hier of daar, nog een ander in eene Engelfche fterkte mogt fchuilen.— Voor 't overige , ontbreekt ons nog eene goede Kaart van deeze Colonie , die , in uitgebreidheid , ons Vaderland verre te boven gaat. Dan , wy behooren , in meer andere opzigten , te wagten tot het geen de zo even genoemde Franfche Heer , en byzon-, der de Heer gordon , die beide aanmerkekelyke togten naar de binnen-Ianden gedaan hebben , ons geeven zullen. Van den laatften , een' kloeken Vaderlandfchen Reiziger, my bekend, hebben wy toch niet flegts eene Kaart , maar tegelyk een verflag zyner Reizen binnen kort te wagten , naar welken wy zeer moeten verlangen. V. En nu verlaaten wy deezen gewigtigen en lustigen Uithoek van africa ? A. Ja , na zo laag afgedaald te zyn , willen wy weer opklimmen door het Oostelyk deel van dit Waereld-Gewest. Wy komen dan eerst in Kafferie, of 't Land der Kaffers , een fcheldnaam , door de Arahiers gegeeven aan allen , die geene Mahomethaanen zyn, betekenende dat woord zulke Lieden , die zonder Wet leeven , of die onE 3 ge-  70 landen van katferie. geloovigen zyn. Eigenlyk gezegd, is er geen Land, dat men het Land der Kaffers noemen kan; maar de Portugeezen hebben deezen Arabifchen fcheldnaam , by misvatting, als den naam deezes Lands genomen , en hetzelve heeft dien zints behouden. Dit is egter waar, dat er mogelyk geen Land in de Waereld is , waarin de Bewooners meer zyn overgegeeven aan de fnoodfte Afgodery en de affchuwelykfte Bygeloovigheden. _ Wy verkiezen buiten 't gefchil omtrent de nette bepaaling van dit onbekende Land te blyven. Laat er ons onder rekenen de Ry. ken van Monomotapa , Borores , Monoemugi , Ba/u , Dancali en veele anderen op de Kust van Zanguebar en Ajan ; als mede die van Sofa/a , Mozambique , Mombaza en Melinda , welke ons meest beken.! zyn door den handel, die de Portugeezen daarop dryven in goud , 'zilver, ebbenhout, olifantstanden en andere waaren. faria y sousa roemt zeer de goudmynen van Masfapa , of Afur, en , uit de overeenkomst deezes naams met Ophir , meent hy , dat aldaar de goudmynen van het oude Ophir nog gevonden worden. Ongetwyfeld moet het ergens aan deeze Kust gelegen hebben. De nabuurfchap van Arabie is oorzaak, dat veele Arabiers zich hier hebben neêrgezet vooral op de Kusten; des dit Land meest uk Hei-  volken van kafferië. 71' Heidenen en Mahomethaanen beftaat. In de Stad Melinda en elders liebbêü de Portugeezen Roomfche Kerken aangelegd, na dat deeze Oorden door vasco de gama waren ontdekt. De Get'chiedenis deezer Volken , zo wel als van de geenen , die meer binnen 's lands liggen , is ons weinig bekend; maar ongetvvyfeld is zy van zeer gering gewigt. Jammer is het, dat wy den tyd van afiuca's bevolking , de uitbreiding der Inwooneren , en hun langzaam verval tot dien ellendigen ftaat van domheid , onkunde, afgodery en bygeloof, waarin zy nu zyn, niet weeten; hoewel alle deeze dingen meest treurige berigten over deeze verlaaging des Menschdoms zouden bevatten. —- Wy zullen dit befluiten met deeze aanmerking, dat wel in veele der Ryken, die hier door Koningen beftierd worden , eene erfelyke opvolging plaats heeft ; maar dat in die Gewesten van africa de minfte Staatsomwentelingen zyn voorgevallen, waar het Volk 1 het regt ter verkiezing hunner Opperhoofden behouden heeft. Dit zal vreemd klinken in de ooren van Europeaanen , vermids de erfelyke Monarchyen by hen hinderpaalen zyn tegen de rust der verkiesbaare Regeeringen, en den voorfpocd van alle hunne vrye Landen. Maar in africa's kleine Staaten , welker getal zeer groot is, verkiest het Volk, E 4 bin-  74 regeering in africa. binnen drie dagen , den Man , die men voor den bekwaamilen houdt, om te regeeren. Deeze Natiën zyn voiftrekt onbedreeven in het geen wy Staatkunde noemen. In verfcheiden' gevallen zenden zy egter Gezanten aan eikanderen. Hun oorlogen* is even eenvoudig. Geen Vorst houdt daar troepen in foldy. Allen, vatten, de wapens op , of om hunne grenzen te dekken , 0f om buit te bejaagen. De zugt , om de landen uit te breiden , beheerscht hen niet. Hoe gelukkig zou europa zyn , indien er dat ook onbekend ware! Kleine verongelykingen , een diefflal of dergelyke beleedigingen zyn de oorzaaken des oorlogs, die egter meestal ras geflild worden. En daar deeze Natiën geen denkbeeld van de glorie der Veroveringen hebben, worden de kleine Staaten niet onder het juk der grooten gebragt. O gelukkige Vryheid ! V. Zullen wy nu eindigen ? A. Wel haast; maar wy moeten nog één Ryk befchouwen , ik meen Abysfinie, voorheen veel grooter dan nu , ten Noorden bepaald door Nubie of Sanaar , ten Oosten door de Roode Zee , ten Zuiden door de Ryken Dongali , Dowaro en NederEthiopië , en ten Westen door de Rivier Maly ; zeer blootgefteld aan de invallen der Gallas, die, gelyk men gist, te vooren een  staat van abyssinie. 73 een hoop vrybuiters , of afgevallen' Slaaven geweest zyn. Het bevat verfcheiden' Ryken, als Tigra , Angot, Bagameder, Amhara , Gojam , Dembes en Narea. De Inwoonders van het laatlle worden gehouden voor het welgemanierdite , getrouwde en ftoutmoedigfte Volk van 't heele Ryk. Vóór de komst der Portugeefche Zendelingen aldaar , was het weinig of niet bekend. De ontydige yver deezer Geestelyk'en werdt de oorzaak hunner verbanning , en federt is het zeer . gevaarlyk voor eenen Europeaan , in eenige Provintie van dat Ryk te komen. De berigten, aangaande dat Land , door de Portugeezen gegeeven , zyn zeer verfchillende, en de meesten fpreeken eikanderen tegen ; des het byna onmcoglyk valt de waarheid te ontdekken. — Abysfinie is het eenige Ryk van gansch africa ; waar het Christelyk Geloof zo veele Eeuwen, en mogelyk wel , van der Apostelen tyden af, Hand gehouden heeft; doch dat niet algemeen werdt aangenomen , dan na den jaare 335, toen athanasius , Patriarch van Alexandrie, frumentius ordende tot Bisfchop van Axu» ma , en hem afzondt , om het Evangelie aan de geheele Abysfynifche Natie , daartoe genegen, te prediken , het geen hem naar vvensch gelukte. Dan, ik heb U reeds gezegd (IV Deel, bladz. 105), dat het geE 5 - laat  74 koningen van abyssinie. laat deezer Afrkaanfche Christenen byster treurig ftaat. Behalven veele noodelooze plegtigheden en verkeerde gevoelens, heerscht er de onkunde : men vindt er zelfs geene Kinder-fchoolen, om de jeugd in de Leer te onderwyzen, hoe groot ook het getal der Priesteren en Monniken moge weezen. V. Wat weet men van de Waereldlyke Historie des Abysfinifchen Ryks ? A. Dit Ryk zou , volgens hun voorgeeven , meer dan honderd Keizers gehad hebben federt menimelek , den Zoon , gelyk zy zeggen , van Koning salomo en makeda , de zo genoemde Koningin van Scheba. Dan , de Berigten , van deeze Vorsten gegeeven , zyn zo gebrekkig , en de daaden van veelen zo min gewigtig, dat Gy niets verliezen zult by het agterlaaten dier onzekere befcheiden. — pedro covillan en michael rayva , gedreeven door eene ydele zugt, om naar paap jan , van wien men in die tyden zo hoog opgaf, te zoe-. ken, ontdekten het Abysfinifche Ryk, in den jaare 1497. Maar alfonso d'albuquerque, het voetfpoor van vasco de gama in het zeilen volgende , in den jaare 1505, was de eerfte Europeaan , die door de Straat van Bahelmandel (tevende , aan de Kust dee. zes Ryks belandde , en den naam der Portugeezen bekender maakte onder de Abysfi- niers  portugeezen in abyssinie. ?5 niers , bevestigende al wat covillan , welken men , volgens de gebruikelyke Staatkunde aldaar, als Vreemdeling gevangen hieldt, gezegd hadt van 't Portugeefche Ryk. Dit hadt ten gevolge, dat de Vorsten van Abysfinie en Portugal aan eikanderen Gezanten zonden ; dat de Bevelhebbers des laatften Ryks de Abysfiniers , toen zeer gedaald in vermogen , meermaalen byftonden tegen de Mooren en Turken; dat er vervolgens Roomfche Zendelingen verfcheenen, om de Natie, als 't ware, te bekeeren ; dat fommigen derzelven eenige Keizers bewogen hebben tot de omhelzing hunner Leer; dat de Portugeezen en deeze Zendelingen , in den jaare 1597, voor gedaane diensten, met eene fchandelyke trotsheid niet minder eifchten dan 's Keizers en 's Volks volkomen onderwerping aan den Paus , nevens eenen afftand van een derde gedeelte des Ryks ; dat, fchoon dit mislukte , de Zendelingen , het hoofd vol hebbende van ftaatkundige bedoelingen , oorzaak waren van veelerleie onlusten in het Ryk , dewyl de Natie tegen de Verandering van den Godsdienst opkwam, waardoor fommigen de doodftraf leeden , en anderen eindelyk verdreeven werden ; ook dat zy , na 't begin der XVII Eeuw , ongeacht alle poogingen , om daarin weer toegelaaten te worden , tot hun oogmerk niet hebben kunnen  76 ABYSSINIE GESLOTEN. BRUCE.' ■ nen komen. Dus blyft Abysfinie, door eene onherroepelyke wet , op den duur geflooten voor alle Europeaanen en byzonder voor Roomfche Zendelingen , waardoor 't Volk , dat tot eenige befchaafdheid begon te komen, weer vervallen is tot de voorige ruwheid. Hieruit ziet men de gevolgen , welke men zo dikwerf ondervonden heeft, wanneer de Predikers van het Evangelie zich met Staatszaaken beginnen te bemoeien, en zo wel over de Koningryken , als over de Confienfien der Menfchen willen regeeren. V. Maar hoedanig is daar de aart des Lands en der Inwooncren ? A. Ik heb U reeds gezegd, dat men zich op de gegeeven' Berigten der Portugeezen niet , verhaten kan ; en het is jammer, dat de Befchryving van james bruce, voorheen Conful des Engelfchen Konings te AU giers, een kloek en fchrander Man , die gedreeven door nieuwsgierigheid en als een Syriër verkleed , dat Ryk bezogt heeft; doch met moeite daaruit is geraakt, na dat men ontdekt hadt wie hy was , toen hy hetzelve aanmerkelyke diensten gedaan hadt; 't is jammer , zeg ik , dat die Befchryving tot nog toe, zo veel ik weet, niet in 't licht verfcheenen is. Hy vondt daar , tot zyne groote verwondering, het Leenroerig Stelfel ('t geen ik U in 't vervolg nader zal  AART DER AEYSSINIERS. 77 zal verklaaren) ingevoerd , doch geene Slaaven ; hy vondt een groot Ryk , waarin de Regen zes maanden aanhoudt , 't geen het Volk in eene logge werkeloosheid ftort, waarna de Koning zyne benden te velde brengt, dewyl hy aanhoudend in oorlog leeft met de nabuurige Volken , 'en vooral met eene Natie , die men de Gallas noemt; dat de 'Inwooners , taanverwig van koleur, woest en wreed zyn , hoewel anderen hen befchryven als een ingetogen maatig Volk, tot deugd en godsvrucht geneigd , menschlievend en herbergzaam ; en dat er geen geld is, maar een groote handel by ruiling gedreeven wordt; dat zy de konst bezitten , om buskruid te maaken , hoewel zy in andere zaaken niet zeer gevorderd zyn. Boogen , flingers en vuurroers , doch met lonten , telt men onder hunne wapenrusting. De foldaaten mogen moedig en dapper zyn ; maar men voert iien zonder orde aan. In hunne Vaandels voeren zy den Leeuw van Juda , die het heilig Kruis vasthoudt met dit Ethiopisch Opfchrift: „ De Leeuw van den Stam Juda is overwinnaar." Hunne Taal heeft veel overeenkomst met het Arabisch. De Schryfkönst hebben zy lang gekend, en bezitten eenen grooten voorraad van Gefchiedverhaalen , 't geen niet te verwonderen is, alzo de Koning altoos eenen Historiefchryver by zich  7« ABYSSINISCHE KEIZER. zich heeft, die de lotgevallen van eiken veldtogt te boek moet zetten. Hy regeert met een onbepaald vermogen, en draag? al leen een hoofddekfel. Men kent er geene gefchreeven' Wetten : zyn Wil is ai]een de Wet. Zyne inkomsten zyn gering. Hy isniet zo verwaand , als de Oosterfche Vorsten , en verfchynt dikwerf in het openbaar maar met groote plegtigheid. Het Huwelyk is by hen een Sacrament; maar de Koning maatigt zich de Veelwyvery aan, en zyne Vrouwen zyn meest Dochters der Onderdaanen: By het gemeen wordt ze ook met oogluiking geduld. Vrouwen mogen hier in het openbaar verfchynen ; een voorregt zo ongemeen en onbekend in het Oosten, dat men moge vraagen : hoe het in Abysfinie gekomen is! Meestal behooren de Keizers tot de eene of andere Geestelyke Orde Veelen van hun zyn zelfs Priesters geweestdoch in deeze laatfte tyden hebben zy geen hooger post, dan dien van Diaken, bekleed. Weinig weeten de Abysfiniers van de Bouwkunde: geen wonder, zy heb* ben geringe wooningen , flegts hutten , van hout of klei, of van klei en fteenen toegetteld. Geheele Dorpen en Steden zyn dus gebouwd. De Keizer alleen bewoont een Paleis , van ftee len gemaakt door de Je> fuiten , toen zy daar in aanzien waren . * Hunne  METAALEN IN ABYSSINIE. Hunne Handwerken zyn mede gering. Het gemeene Volk draagt weinig klederen : katoen en linnen zyn het voornaamlte, hoewel het foms koud genoeg is , om vuur te ftooken. — Goudmynen zyn er onbekend, of worden verborgen gehouden. Het Zilver is er fchaars. Lood- en Yzermynen vindt men in dit bergagtige Land. Geen Oord is er, mooglyk, in de Waereld, dat eene grootere 1 menigte van Dieren oplevert, zo tamme als wilde , dan Abysfinie. ——— Jooden zyn hier lang geweest; doch veelen zyn Christenen geworden , des hun getal nu zeer verminderd is : zy leggen zich toe op Konsten en Handwerken. Mahomethaanen zyn door het heele Ryk verfpreid, en maaken, meent men , wel het derde deel der Inwooneren uit. Heidenen moet men er niet zoeken , dan onder de Gallas , die zeer dapper , maar ook zeer bygeloovig zyn , en met bezweeringen omgaan; doch hun Godsdienst is weinig bekend. V. Is dit nu alles ? A. Alles , behalven de gewigtige Eilanden, die tot africa behooren, gelyk Babelmandel, de fleutel der Roode Zee, om 't welk eertyds een oorlog gevoerd is , tusfehen de Arabiers en Abysfiniers , nu zeer vervallen, en door armoedige lieden bewoond — Het fterk handel dryvende Socotora, door Makome-  Bo eilanden van africa. methaanen beflaagen — het groote Madagascar , verdeeld in agtentwintig Landfchappen onder zo veele Opperhoofden , bekend door het uitneemend Suikerriet, Tabak, Staaien Yzermynen , mineraale Wateren , Goud en edele Geitcenten Bourbon, bewoond door eene Franfche Colonie , bemind om veele goede Reden voor Schepen, en bekend wegens zynen brandenden berg en deszelfs donderend geluid — Mauritius, door de Hollanders , in den jaare 1598 ontdekt, en dus naar Prins maurits benoemd, hebbende eene gezonde lucht , veele met Ebbenhout beplante Bergen en fchoone Rivieren , vol visch — De Comorra-Eihnden , waarvan Joanna het vruchtbaarfte is , door Mahomethaanen bewoond , bezogt wordende door Europefche Scbeepen, die naar Bombay en de Kust van Malabar willen — het onbewoonde Ascenfton — St. Thomas, waar eene Portugeefche Volkplanting zich bevindt De Eilanden Cabo Ver de, of de Groene Kaap , meest gerekend op een tiental , in den jaare 1440 , ontdekt, en door Portugeezen bevolkt. 't Eiland Vincent heeft de veiligfte Haven : op llha del Fuogo is een brandende Berg: St. Jago is het voornaamlte , dat veel kamen , wyn , oranjeappelen en citroenen levert , en waar de Europeaanen , op hunnen togt naar Indie , water  canarische eilanden. 81 water en ververfchingen inneemen. — De Canarifche Eilanden , vóór den jaare 1405 onbekend , twaalf en meer in getal, ryk in graanen , dieren , vogelen en vruchten. Op Gran Canaria woont een Bisfchop : de Inquifitie heeft daar alles Roomsch doen worden. Over Pa/ma, waar de brandende Berg Capraria is , trokken voorheen de Franfche Zeelieden hunnen eerden Meridiaan; de Hollanders over den Piek van Teneriff'e , het eerde en voornaamde van alle Canarifche Eilanden , ten aanzien der grootte , welvaart en vruchtbaarheid. Dit is zeer beroemd door den gezegden Piek of Berg, by helder weder wel honderd en twintig mylen verre in Zee te zien, in de gedaante van eenen kegel, boven plat: in het midden is een kolk, die in fommige tyden, gelyk in 't jaar 1704 , op eene verfchrikkelyke wyze, vuur braakte, waarvan het gebulder wel twintig mylen verre in Zee gehoord werdt. Men heeft er fchoone Wyndokken , die de beroemde Verdona of den groenen Wyn , de Malvafia en Sek leveren. Teneriffe werdt voorheen door een' Koning geregeerd. De Taal was die der Mooren. Met moeite krijgt men daar toegang tot de Grotten, waarin oulings zeer veele gebalfemde lyken geplaatst zyn. Die nu onbekende konst was , naar gisling , eertyds beoefend door VI. deel. F eene  8» vlaamsche eilanden. eene Egyptifche Volkplanting, welke zich hier hadt neêrgezet. By overlevering weet men flegts de naamen van eenige inmengfels, by het balfemen gebruikt. De drie bekende Steden , St. Chriftoffel, Oratavia en Santa Crux liggen daar in bekoorlyke Oorden. Gran of Groot Canaria, twaalf mylen lang, in eene gezonde lucht gelegen, levert fchoone Produclen. — Madera , den Portugeezen niet bekend vóór den jaare 1431, brengt fchoone graanen , wyn , boomen , planten en gommen voort. —— En , eindelyk, de Azorifche of West er fche, ook wel de Vlaamfche Eilanden geheeten, om dat ze, in den jaare 1445 of 1449 , door eenen VlaamfchenKoopman van Brugge ontdekt zyn, die , op zyne reis naar Lisfabon , door ftorm daar aandreef. Zy zyn dertig mylen verre ra Zee te zien , en behooren , gelyk de Canarifche , ook aan de Portugeezen. Onder dezelve is Ter eera, waar de Landvoogd over allen in de Stad Angra woont , zeer vruchtbaar. —- Zie daar de voornaamfle Eilanden van africa, door Christenen, Mahomethaanen en Heidenen bewoond , welker Gefchiedenis of nog in het duister fchuilt, of van geen belang is, om lang daarby ftil te (laan. V. Wat nu meer ? A. Niets meer, dan , na de befchouwing van  gods bestier. 83 van africa's ellendigen ftaat, medelyden met dien te hebben , en ons verre te houden van te willen indringen in de verborgen' wegen van den ondoorgrondclyken God, die hy met dit Waereld-Gewest , zo zeer van europa verfchillende, zo veele Eeuwen lang, gehouden heeft, en nog houdt. Hy toch is oneindig boven het ftof, boven ons verheeven. Wy moeten vaak weeten, dat wy niets weeten; dat verftommen en aanbidden onze beste Wysheid zyn. Dit moogt Gy antwoorden , wanneer een Nieuwsgierige U duizend Vraagen desaangaande mogt doen. Duizend Vraagen zyn veeltyds duizend getuigen van 's Menfchen bekrompen doorzigt en zwakheid ; maar duizendmaal daarop te zwygen , is het verftandigile , het treffend- fte Antwoord , dat men geeven kan. Mogten de Jbysfinifche Koningen hun Ryk open zetten voor Zendelingen van den Hervormden Godsdienst, niet gelyk aan de Waereldsgezinde Portugeefihe Jefuiten; men mogt dan op eene verandering in den Christenken Godsdienst aldaar hoopeh , die verdere gelukkige gevolgen zou kunnen hebben! Maar God moet het hart dier Vorsten neigen, en den ingang tot deeze en andere Natiën openen ! F 2 VYF-  VYFËN VEERTIGSTE ZAMENSPRAAK over. de HISTORIE VAN SPANJE. Spanje. Oudfte Bewooners. Forsten der Gothen. Deeze door de Mooren verdreeven. Christenen herftellen zich. Oorlogen tegen de Mooren. Christen Koningen. Onderfcheiden Ryken. Alle vereenigd. LeenJielfel. Koningen na Karei den V tot nu toe. Regeering. Volks Karakter. Geestelyken. Inquifitie. Taal. Geleerdheid. Konsten. Handel. Rykdom. Vtortbrengfels des Lands. Schaapefokkery. \^raao. Nu wy het ellendig africa befchouwd hebben , wenden wy ons , heden, elders heenen , waar zich , hoop ik , aangenaamere Tooneelen zullen voordoen ! . t Ant-  tekening van spanje. «5 Antwoord. Twee Waereld-deelen hebben wy bezien ; nu blyven er nog twee anderen over, europa en america. Van het eerde , klein , doch volkryk en befchaafd valt veel ; van het ander , juist het tegengeftelde , weinig te zeggen. Wy willen nu beginnen met een Koningryk, dat , wy , ten deezen tyde, eene groote Wildernis mogen noemen , bewoond door eene zeer deftige , ftilzwygende, hoogmoedige, en op het oog niet wispeltuurige foort van Menfchen , die de mildaadige aanbiedingen van den God der Natuur van de hand fchynen te wyzen, mogclyk alleen uit bygeloof en gebrek van Vryheid ; die eenen zeer vruchtbaaren grond van eene oneindige verfcheidenheid, wegens de vcrfchillende ligging van Bergen en Vlakten , betreeden , in eene Luchtitreek van geene mindere verandering : want men moge koude gevoelen in de Noordelyke en bergagtige oorden des Lands , het is , 's zomers , te midden en in de Zuidelyke Landfchappen, des te heeter, en de winters zelve zyn zo zagt, dat men als dan de velden met bloemen en kruiden bedekt ziet. Des achten de Inwooners hun Vaderland boven alle Landen der Waereld. Men kan hier ook alles hebben , indien de luie en ledige hand der Bewooneren zich maar wilde uitftrekken; doch het geen erger is , dat zy zelve niet F 3 zoe-  85 TEKENING VAN SPANJE. zoeken te doen , verdraagen zy niet, dat een Vreemdeling onder hen wil uitvoeren. Wetten en Godsdienst, die gefchikt moeten zyn om een Land gelukkig te maaken, zyn juist oorzaak , dat dit Ryk onbebouwd en genoegzaam ontvolkt blyft. Geheele drommen van werklooze Monniken , voor den fteun des Staats dwaaslyk gehouden, bewyzen hetzelve zo veel dienst , dat zy als doode lieden kunnen aangemerkt worden , of die 's Lands inkomften verflinden , zonder het Land iets terug te geeven. Wonderlyk fchoon aan twee Zeeën gelegen, ziet de Natie dezelven met een koel oog aan, en laat anderen, ten koste hunner eigen beurs , daarvan de voordeelcn plukken. Van den Vorst af tot den Schoenlapper toe, oordeelt men zich van eene te hooge geboorte , om zich naar de aarde te buigen, en daarin te arbeiden : op zyn best raapt men op het geen men er van zelfs vindt. Hooge Bedieningen, een ongelooflyk getal van Dienstbooden, wreede Stieren-gevegten , Minnaryen en Bygeloof zyn de vyf zaaken , waarop de geheele aandagt der Natie gevestigd fchynt. Zie daar eene korte tekening van Spanje , gelyk het nu is , het eerfte Ryk , dat wy willen bezien. V. Is het zelve altyd zo geweest ? A. Neen zeker; maar door veranderingen zo  oude staat van spanje. 8? zo geworden , welke wy tot drie voornaame Tydperken kunnen brengen. Eerst werdt dat Ryk door woeste Duit fche V olken, onder den naam van Vtfigothen en Sueven bekend, overitroomd ; daarna door de Mooren van africa ingenomen , en gefmaldeeld in verfcheiden' Koningryken, by voorbeeld, in dat van Leon , Kaflilie , Arragon, Navarre en Valentia ; en , eindelyk, na de uitdryving der Mooren , die allen vereenigd onder één Opperhoofd, gelyk het nu is. Deeze drie groote Omwentelingen moeten wy in het oog houden, om een geregeld denkbeeld van Spanje's Historie te maaken. V. Maar wy hebben , meen ik , in de oude historie Spanje verlaaten , toen het onder de magt der dappere en wel vasthoudende Romeinen ftondt ? A. Dit is zo ; maar de Romeinen zyn niet zodanig gebleeven , gelyk Gy ze uittekent , en daardoor hebben zy Spanje verboren. De Volken van europa hebben , oulings, twee overgroote veranderingen ondergaan , ik meen , eerst door den aanwasch en daarna door den ondergang van de Heerfchappy der Romeinen. Deeze, door eene geweldige zugt tot veroveringen gedreeven , trokken over de Alpen, verwoestten europa , en , dat verwoest hebbende, poogden zy hetzelve te befchaaven , en door F 4 het  88 OUDE EEWOONERS VAN SPANJE* het mededcelen van Weetenfchappen , Konsten , Taal en Zeden te vertroosten over het verlies der edele Vryheid. Weinig werdt het geluk der Volken daardoor bevorderd ; dewyl zy beheerd werden door fchraapzicke Landvoogden , en (tonden onder het opzigt van loontrekkende foldaatcn. Hierdoor werden de overheerde Natiën verbasterd en vernederd , en een zodanig Ryk kon niet ftaan. De Val werdt verhaast door het inbreeken der dikwerf genoemde Cothen , Fandaalen en Hunnen , van het begin der IV Eeuw tot de vernietiging der Romeinfche Magt. Deeze Volken , zeide ik U te vooren, woonden, waar nu Deenen , Zweeden, Poolen en Tartaaren te vinden zyn. Gehard door hunne geftrenge luchtftreek , vaste hchaamen hebbende en eene onverfchrokken ziel, konden zy door de Romeinen niet tè onder gebragt worden. Hunne eerfte invallen waren mcer om te rooven , dan om zich ncör te zetten in de geplonderdc Landen. Maar anderen , berigt krygende van de fchoonheid dier ftreeken , herhaalden de invallen ; en , toen er niets meer te rooven viel , begonnen zy zich daarin neêr te zetten. Ik heb U gezegd, dat de Romeinfche Republiek, gevestigd door de wysheid der Staatsregelen , door de Vaderlandsliefde , en ftrenga Krygstugt, viel ,' zo dra dc Vryheid ver. looren  VAL VAN HET R0ME1NSCHE RYK. 89 looren ging , en de Keizers rJleen den teugel in handen kreegen : want de waare Staatkunde werdt , onder hun beftier, eerst vergeeten , en de twee anderen daarna verwaarloosd. Zo men deeze groote Ondervinding raadpleegt, behoeft men niet lang te vraagen : welke is de beste Regeering ? Rome viel, zo dra de Vryheid viel , zo dra Rome ophieldt eene Republiek te zyn. Soldaaten benoemden de Keizers. De ooren waren dopf voor 't geroep der waare Vaderlanderen wegens de gebreken der Regeering. In plaats van onverwinnelyke legioenen , hadt men gekogte of gehuurde krygsknegten ; aan zodanigen vertrouwde men de bewaaring des Ryks. De Keizers hielden zich opgellooten in hunne paleizen, en waren onkundig in den kryg : alles ging door de handen der Staatsdienaarcn. De Oosterfche Pragt drong in , en veel gelds werdt er aan bedeed. Aan Barbaaren , niet wel te voldoen met de afgift der geplonderde Landen, moesten fchattingen betaald worden. Door zo veele ongeregeldheden viel het groot los geworden Ryk onder het bedier eener éénhoofdige Regeering, het geen , als eene' Republiek, zo hegt gedaan hadt. Zie daar eene korte tekening des Romeinfchen Ryks: eene herinnering van gewigtige zaaken , te vooren U uitvoeriger gezegd, (II Deel, bladz. F 5 4"-  90 vreemde volken ïn SPANJE. 411-431 en III Deel, bladz. 129-290.) doch noodig hier herhaald te worden. V. Wat was hiervan het gevolg ? A. Het gevolg was , dat de fchoonfte Landen der Romeinen verboren gingen. De Saxen floegen zich neder in Brittannie, de Franken in Gallie , de Hunnen in Pannonie , de Vandaalen , Vifigothen en Sneven in Spanje , na alvoorens Steden en Dorpen verwoest , na alles met bloed geverwd te hebben. En nu bleef van de Romeinfche Staatkunde , Regtsgeleerdheid, Konsten en Letterkennis byna niets meer overig. Nieuwe Wetten , Zeden , Taaien en Kleeding werden overal ingevoerd. Dit maakte groote omkeeringen. Dan , uit de algemeene wanorde zyn de Regeerings-Wetten gefprooten , die nu in Spanje , en tevens in europa plaats hebben , waarvan ik U, in het vervolg , meer zal zeggen. De nieuwe historie van Spanje , of het eerfte Tydperk begint met eurik , die als Stichter van het Vifigothifche Ryk in Spanje wordt aangemerkt : de Sueven belloegen de Westlyke Kusten onder Koning resimund : de inlandfche Gewesten waren in de handen der Gothen : de Fdndaalen onder genserik belloegen de Kusten der Middelandfche Zee ; maar de Oostelyke Landen waren nog in de handen der Romeinen ; doch gingen wel dra ver-  koningen der gotiien. flpg tegen de overgebleevcn' Gothen ; maar Gy zult ook vernccmen, hoe de Christenen, eindelyk, (want de naam van Gothen ging zedert te onder) door zamengevoegde kragten , onder Gods bcdier, de oude beer* fchappy  BEGIN VAN HERSTELLING. KVj fcbappy hebben weergekreegen , en de Mooren verdreeven , waarna Gy het toen onderworpen Spanje zult zien aanwasfen , en zelfs het grootfte deel van europa hooren dreigen, dat aan zynen fcepter te onderwerpen. Zo daalen ; maar zo klimmen vceltyds de Koningryken der Aarde , die , nevens alles , der geduurige verandering onderworpen zyn. Dan , de Historie van der Mooren Ileerfchappy is niet in alles klaar, door de verwarringen en tegenftrydigheden , die zich by Schryvers van verfchillenden landaart, Godsdienst en leeftyden opdoen ; doch wy zullen ons alleen met de hoofdzaaken ophouden , dat aan myn Plan voldoen zal. Allereerst moet ik U dan een begrip geeven van de Christen Ryken , in die orde , zo als zy in Spanje opgekomen zyn , op dat wy alle verwarring mogen vermyden. —— De overgebleeven' Christenen, de vryheid van hunnen Godsdienst hoogcr Hellende, dan hunne tydelyke bezittingen , waren op hunne veiligheid bedacht , en weeken , zeide ik, in de Gebergten. In dien verwarden Haat van zaaken den moed niet geheel laatende zinken, verkoozen zy, waarfchynlyk, in den jaare 718 , den zo edelen als dapperen pelayo tot Koning : gelukkig indedaad, anders was Spanje , mogelyk nog , onder de magt der Mahomethaanen. Uit dit kleene G 5 be-  ioö pelayo. fa villa. alfonso. aurelio. beginfel zyn groote dingen voortgekomen. alabor , het Opperhoofd der Mooren , dit verneemende , voorzag volkomenlyk de gevolgen deezes werks, zo het maar tyd hadt om te rypen en zich te vestigen. Des zondt hy aanftonds een leger op hem af; doch pelayo verfloeg van hetzelve , men zegt, honderd en vierentwintig duizend mannen , zuiverde geheel Aftarie van de Mooren , lokte veele Christenen uit de overheerde Landfchappen in zyne Staaterï\, verbeterde alles ; doch bouwde geene fteYkten, te regt oordeelende, dat, zo lang zyn Volk dapper was , zyn Land veilig kon weezen. Overlaaden met roem , ftierf deeze Herfteller van een deel zyns Vaderlands , in den jaare 737?. Zyne Opvolgers volgden deszelfs voetftappen , en voerden dus onophoudelyke Oorlogen met de Mooren tot het jaar 1499, wanneer deeze , daardoor verzwakt en gefcheurd , geheel uitgedreeven werden. V. Wie waren deeze Opvolgers ? A. Onder deeze telt men favilla , pe- layo's Zoon den zo heldhaftigen als ftaatkundigen alfonso , die tegen den zin zyner Onderdaanen belastte , dat de Geestelyken hunne Vrouwen moesten verlaaten, en de toekomenden niet meer trouwen —— den minzaamen en voorzigtigen aurelio — den dapperen silo , die eenen opfïand onder de Ga-  vorsten van spanje. 10? Galiciers dempte , en op zyne Graftombe , in de door hem geltichte Kerk van St. Salvator te Oviedo , deeze drie woorden: Silo Princeps fecit , of, Forst silo heeft dit gefticht, zo aartig of misfelyk liet fchryven , dat ze , op tweehonderd en zeventig wyzen , kunnen geleezen worden —— alfonso den II, die , zuiver van zeden, de gebreken herftelde ; die het Volk gerust en gelukkig deedt leeven; die Lisfabon ftormenderhand innam , en dikwyls de Mooren geweldig flocg — ramiro , die nu de invallende Normannen , dan de Mooren hevig aangreep — ordogno , die zich der MoO' ren twisten ten nutte maakte , zyn Ryk uitbreidde, en zelfs eene Vloot in Zee hieldt — alfonso den III, bygenaamd den Grooten, om het temmen zyner Vyanden, om het vergrooten , verbeteren en verfraaien zyner Staaten , om de heilzaame veranderingen in de burgerlyke Regeering, en het fchryven der Spaanfche Historie , van Koning wamba af tot op 't einde van zynen Vader ordogno, welk Boek, lang verhooien, eindelyk in 't licht gekomen is , doch op naam van sebastiaan , Bisfchop van Oren/a , 's Konings Leermeester , op wiens aanfpooring hy dat Werk ondernomen hadt den dapperen garcias , — ordogno den II, die Leon tot zyne Hoofdftad gemaakt hebbende, zich voortaan  loS vorsten van spanje. aan niet meer Koning van Afturie , gelyk zyne Voorzaaten , maar Koning van Leon liet noemen. . . . Zie daar eene Lyst van groote cn dappere Koningen , van den jaare 718 tot 923 , door de Voorzienigheid verwekt , om Spanje tegen de Mooren te be. houden. V. Namen zy een einde met ordogno ? A. Neen : want offchoon zyn Opvolger froila kort regeerde ; en alfonso de IV, vrywillig, de Kroon verliet, om dat hy zag onbekwaam te weezen tot het bellier; de dappere ramiro , die Madrid wegnam , en den Mooren eene verbaazende neêrïaag tocbragt , volgde op hen. De Dankbaarheid noopte hem de voorregten van de nog zeer in Spanje beroemde Kerk van st. jAgob te Kompoftella te vermeerderen , waarin Gy de tekenen van het aangewasfen Bygeloof zien kunt , hoewel ramiro de Oppervoogdy in Kerkclyke zaaken nog vast in handen hieldt. Gy zult U , mooglyk , reeds zeer verwonderd hebben , dat alle deeze Vorsten telkens het zwaard tegen de Mooren , die toch Menfchen waren, uittoogen; maar denk,, dat hen te bevcgten toen gerekend werdt eene daad van Godvrugt te zyn ; dat de Staatzugt hen dreef tot Ryksvergrootingcn ; dat er geen ander middel was ter beveilig'rnge hunner Ondcrdaancn , hoewel zy telkens  Vorsten van spanje. 109 kens overwinnaars waren en voorfpoed hadden ; dat zy , eens buiten hun Gebergte gegaan zynde , genoodzaakt waren meer té oorlogen , en de gewonnen' Steden te verfterken ; eindelyk, dat zy geen vertrouwen konden fielten op de Mooren, die den kryg wel eens opfchortten , maar alleen om tyd te winnen , ter verefFeninge hunner geduurige onderlinge gefchillen , en ter verkryginge van nieuwen ouderfland uit africa , om eenmaal heel Spanje te verdelgen. Om die reden hebben de volgende Christen Vorsten de heldhaftige voetftappen hunner moedige Voorzaateu gedrukt, gelyk ordogno de III, en sanches , die ook de invallende Norrnannen floeg, en , den Graave gonsales eenen opfland vergcevende, doch daarna door hem met vergift om 't leven gebragt, deeze herinnering naliet , dat de Godsdienst wel leert den Vyanden te vergeeven , maatniet van ons eischt hun volkomen te vertrouwen. ramiro's Regeering was be¬ vlekt met veel btn'gerlyk bloed , dat hy in eenen opfland vergieten moest. Dan , bermudo , deszelfs öprokkenaar, zag het Ryk , het geen hy verkreeg , daardoor zo geknakt , dat hy niet heiland was tegen de Mooren , die zelfs Leon veroverden , en er maar éénen tooren van lieten overblyven, ten blyke van de plaats , waar de Stad gedaan hadt 5  HO. vorsten van spanje. hadt; doch door den Koning van Navarre en den Graaf van Caftilie geholpen, floeg hy den Mooren honderdduizend mannen, zegt men , in éénen veldflag af. ■ alfonso de V was één der verftandigfle en beste Vorsten , die de geflegte Steden, ook Leon, herbouwde ,• en het verlaaten Land bevolkte, terwyl de Mooren onderling overhoop lagen. ■ 1 ■ eermudo de III, zyn Opvolger, bediende zich van 't regt der oude Gothifche Koningen , en zette den Bisfchop van Kompofiella af wegens wangedrag, buiten 'sPausfen voorkennis. Hy herwon wel de te vooren afgeftaane Landen van Kaftllie van ferdinand , deszelfs Koning; maar in den flag van Karnou fneuvelende , werdt zyn Leger door ferdinand , zynen vyand , in gróót levensgevaar, tegens de vernieling behouden, om welke edele daad deeze tot Koning van Leon en Oviedo verkoozen werdt ,. in den jaare 1037. Dus zag men deeze Heerfchappy, na, driehonderd en twintig jaaren lang, onder drieëntwintig Vorsten gedaan te hebben , met Kaftilie vereenigd. Er viel daarna wel eens wederom eene fehciding voor; doch , na herhaalde beroeringen, zyn zy egter op nieuw ineengefmolten en verbonden gebleeven. —— Kaftilie , zo genoemd naar de Cafiella of de Kafteelen der Grooten , (zo dat woord niet betekent eene onafhang- lyke  verscheiden moorsche ryken. III lyke Provintie) heeft , na de herovering uit der Mooren magt, eigen' Vorsten gehad , welker Gefchiedenis duister is , deels door gebrek van egte befcheiden , deels wegens de invulling van fabelen ,' ook om dat zulken , die dezelven hadden moeten verwerpen , daartoe onwillig waren , en dus de verwarring vermeerderd hebben. Die duisternis niet beminnende , zal ik U liever een denkbeeld van het toenmaaiig Spanje , omtrent het midden der XI Eeuw , geeven. Frankryk leverde hulpbenden aan deszelfs Christen Vorsten , africa aan de Mooren. De laattle waren ryker , en hadden meer magts te water en te land ; doch hunne Alleenheerfching te Kordova werdt dermaate gefchokt door burgerlyke onecnigheden, dat, buiten den ydeïen titel van voorrang, er naauwlyks iets meer van overfchoot. Zy telden , onder zich , byna zo veele Ryken, als Steden ;' doch die van Sevilje, Toledo, Saragosfa en Tlueska waren de voornaam de. De Christen-Vorsten waren zwakker; maar, meer verbonden of aan eikanderen vermaagfchapt. Veele hunner Landen waren wel bergagtig ; maar de onvruchtbaare grond vormde een fterk Volk, gehard tot den oorlog. De Mooren woonden in warmere Gewesten , en waren ryk door den handel met Buitenlanders; maar daartegen dartel en aan  112. vorsten van spanje. aan vermaaken övergegeeven, het geen tot hun verderf ftrekte, en de heerfchappy deedt afneemen. V. Maar hoe gedroeg zich ferdinand , die 'edelmoedig genoeg was , om zyne eigen benden het neêrbakken van zyns Vyands Leger , toen bermudo viel , gelyk Gy zo even verhaalde , te beletten ? A. Van ferdinand den I kan men zeggen , dat weinige Vorsten meer gezegend waren met grootcr bekwaamheden , en minder befmet met ondeugden. Des gelukte het hem zyne Staaten zeer uit te breiden , de Wloorfche Koningen van Toledo en Saragosfa tolpligtig te maaken, en' zynen Broeder, den Koning van Na var re , die hem den oorlog aandcedt , te verdaan ; doch 't was een misdag , zyn Ryk onder zyne drie Zoonen, sancho , alfonso den VI en garcias te verdeden. Twisten en Oorlogen volgden daaruit na 's Vaders dood ; en , offchoon -de tweede Toledo den Mooren ontnam , de verdeeldheid onder de Broeders maakte den Paus gregorius zo ftout , dat hy de Op- permagt van Spanje zich aahmaatigde. - - alfonso de VI , één der groot (Ie Vorsten, waarop 't Ryk roemen kan, heeft den grootfchen titel van Keizer gevoerd, de hulde ontvangen van Navarre,s en Arragons Koningen , en meer ter verloslinge des Ryks uit der  vorsten in spanje. 113 iet Mooren handen gedaan , dan één zyner Voorzaaten , zyn en Grootvader uitgezonderd. sancho , hem opvolgende , vertoonde een zeer onbefmet karakter; doch ftierf jong. alfonso de III kreeg eene felle neep van de Mooren ; doch door andere Christen Vorsten geholpen , werden de eerften , in den beroemden Veldllag van Tolofo , in den jaare 1212, zo gehavend, dat er tweemaal honderdduizend Mooren , zegt men , lneuvelden. Hunne magt werdt daardoor gebrooken , en , zedert afzonderlyke Vordendommen opgerigt hebbende , werden zy nog zwakker , en gemakkelyker uit te dryven. De Ridder Orden van den Heiligen jacobus en juliaan ftonden fteeds tegen hen met de wapenen in de hand; De laatfte kreeg Al-kantara , dat is de Brug , eene Stad , om 's Lands vruchtbaarheid , door de Mooren gedicht, ter plaatze, waar Keizer trajanus (flf Deel, bladz. 161) in dit Land , door hem bevolkt en toen Lufïtanie geheeten , eene fraaie Brug over den Taag bouwde , tweehonderd voeten hoog boven 't water, zeshonderd en zeventien voeten lang, agtëntwintig breed, doch uit niet meer dan zes boogen bedaande. ferdinand de II hadt meer roems in den oorlog tegen de Mooren, dan in 't vuur met eigen' handen aan te deeken , tot verbranVI. deel. II ding  H4 staat der mooren. ding der ontdekte Ketters , in den jaare 1236 , om welke daad van wreedheid, de eenige egter in zyn leven , hy voor Heilig gehouden is door de Roomfche Kerk. V. Maar konden de Mooren zich. niet beter verweeren , daar zy zo veel magts hadden ? A. Zy waren in Spanje weelderig en ontaart geworden. Eene algemeene bedorvenheid hadt zich verfpreid in hunne Zeden. De Geest van heerschzugt en trouwloosheid vermeesterde de Grooten. Eigenbaat deedt hen meer voor zich zeiven , dan voor het algemeene welzyn zorgen. Dus werden hunne kragten gefnuikt , en niet genoeg vereenigd , hadden zy geen vermogen om het vruchtbaarfte en beste deel van Spanje te behouden. Zy deeden wel alles tot herftelling hunner zaaken ; maar een Bondgenootfchap werdt verwaarloosd. Dan offchoon alfonso de X , die de Wyze bygenaamd werdt om zyne geleerdheid en liefde voor geleerde Mannen ; die de Wetten zyner Voorzaaten in orde bragt ; die het beroemde Wetboek, Las Partidas , maakte, en het Latyn , 't geen tusfehen de gewoone Taal in pleitgedingen gemengd was , wegnam , zo veel niet deedt tegen de Mooren, als zyn Zoon sancho ; er bleeven egter onlusten in het Ryk , waardoor men minder  edele taal van gusman. I15 der vermogt. De laatfte hadt de fmert van zyne Stad Tarefa , vertrouwd aan alfonso perez de cusman , op eene verraderlyke wyze, te zien belegerd worden, door zynen Oom juan , met hulp der Mooren. Dan , de dappere Bevelhebber gusman verdedigde dezelve zo braaf, dat de laatüen de hoop der verovering opgaaven. Ontdekt hebbende , dat gusman zyn kind ter minne befteld hadt in een nabuurig Dorp , liet juan dat ophaalen , en aan de voorwagt der vesting vertoonen , dreigende het wigt den hals te zullen affnyden, zo men de Stad niet aanftonds overgaf, gusman , aan tafel zittende , liet , dat verneemende , hem zeggen: „ Indien Gy , die een Prins ge. booren , en een Christen opgevoed zyt , zulk eene afgryzelyke fnoodheid durft beftaan , zullen ik en de Stad U, tot het pleegen dier gruweldaad, van geweer voorzien. " gusman wierp hem daarop een zwaard toe; maar die woorden hadden op het monfter geen' vat. Liever, zeide toen de Vader, verlies ik honderd Zoonen, dan mynen Koning ongetrouw te zyn. Daarop ging hy weg, en zettede zich weer aan tafel, om te eeten. Weldra werdt hy opgejaagd door een rumoer onder de Soldaaten: want het monfter hadt het zwaard opgenomen , en het arme wigt in ftukken gehouwen. H 2 Hy,  Il6 vorsten van spanje. Hy , daar heenen gaande en dat lioorende, zeide, koel en bedaard: „ ik dacht, dat de Stad was ingenomen," waarop hy terug keerde , en zich weer aan tafel plaatfte. Gewis een wonderbaar voorbeeld van Heldenmoed, boven welk de Aloudheid niets grooter ons voorftelt. Laat de Hertogen van medina sidonia roemen op hunne waardigheid van Kaftilie's eerfte Hertogen te zyn; het is hun hooger eer, van deezen doorluchtigen gusman af te Hammen , die, eindelyk , het genoegen beleefde , dat Tarefa ontzet werdt. ferdinand de IV volg¬ de op ; maar zyne geheele Regeering was eene aaneenfchaakeling van verwarring, en zyn dood oorzaak van nog grootere onheilen, door de minderjaarigheid zyns Zoons alfonso, die , tot de kroon gekomen zynde, uitmuntende Wetten gaf, de Mooren dikwyls, doch te Salfedo , in den jaare 1340, honderdduizend mannen , affloeg , en Algezira na eene vermaarde belegering, waarin de Mooren voor 't eerfte Kanon gebruikten , innam. Zyn Opvolger pedro werdt , na veele gruwzaame moorderyen, zelf vermoord. > 1 hendrik en juan , beide Throons-Opvoigers, voerden minder uit; dan hendrik de III, die de Barbaryfche Zeeroovers tugtigde; Tetuan pionderde; de eerfte Klok , die ooit in Spanje\ was, te Sevilie liet  ANDERE RYK li N in spanje. 117 liet opregten ; de uitdryving der Mooren voornam , en doorgaans zeide : „ meer te vreezen den afkeer en vloek zyner Onderdaanen , dan den haat en de wapenen zyner Vyanden." ■ juan de II en zyn Zoon hendrik de IV, ongeacht alle Ryksonlusten, voerden voorfpoedige oorlogen tegen de Mooren. De laatfte ontnam hun Gibralter. —- Dit zy nu genoeg van het tweede Tydperk der Spaanfche Historie. V. Ik hoor niets van de andere Koningen , van Arragon, by voorbeeld, van Navarre en van de overige kleine Ryken ? A. Hunne Gefchiedenis is zo eentoonig met de geene , welke wy dus verre gezien hebben , dat het U niet gevallen zou, te hooren derzelver Naamen , Verwantfchappen , onderlinge twisten of gevoerde Oorlogen tegen de Mooren. Dan , onder alle Vorsten van Arragon was alfonso de voornaamfle , vvien men een' bekvvaamen Staat, kundigen , een' grooten Veldheer , en een' braaven Voorftander der Geleerdheid moet noemen. Zyn gewoon zeggen was: „ dat een ongeletterde Vorst maar een gekroonde Ezel was." En don karlos , Zoon van juan den II, was zeer beroemd wegens zyne groote hoedanigheden en uitgeflrekte Geleerdheid. Hy fchreef eene Gefchiedenis van Navarre, nevens eene Vsrklaaring over de Zedekuude H 3 van  Ii8 vereenigde ryken in spanje. van aristoteles. — Dan laat ons overgaan tot het derde Tydperk in de Spaanfche Gefchiedenis : ik meen tot dien gelukkigen tyd, toen alle de Koningryken onder één hoofd gebragt werden , naamelyk , onder de Re» geering van ferdinand en isabella , in den jaare 1474. Hun bellier is meest be« rugt geworden door drie jammerlyke, doch by de Roomfche Kerk veel verdienende daaden , ik meen , door het invoeren der Inquisitie , (lil. Deel, bladz. 116) door het uitdryven der Mooren en het verbannen der Jooden. De' Kardinaal mendoza, den Koning verwittigd hebbende het groot gevaar deiKerk , wegens de talryke afvallende Roomfchen tot de Mooren of Jooden, uit hoofde van de vryheid der verkeering tusfehen Lieden van allerlei Godsdienst , verzogt en verkreeg van den Vorst de invoering van de wreede Inquifaie. De geheimhouding en de gefirengheid, waar mede men in dezelve te werk ging , dwongen veele Jooden naar Barbarye en Portugal te wyken. Zy was voorzeker de verfchrikkelykfte Uitvinding , welke ooit het Christendom ontëerde , en zo" groote onheilen voortbragt, als die, om welke te beletten , zy ingefteld is. Dan , de hcerschzugt en yver der Koningin isabella brandden ter volkomene verjaaginge der Moeren , die toen het Ryk van Gra-  uitdryvins der mo o "en. 119 Granada nog in het bezit hadden, het welk hun , nevens de Stad , die zevenhonderd en negenenzeventig jaaren in hunne handen was geweest , na eenen tienjaarigen oorlog, afgenomen werdt. Dan , in den jaare 1499, befloot men , dewyl de overgebleeven' verftand hielden met hunne Afrkaanfche Ge. loofsgenooten , hen te dwingen , of tot de omhelzing van het Evangelie, of tot een vertrek naar africa. Zy maakten deswege eenen opftand , welken ferdinand wist te dempen , en hen daarenboven vyftigduizend ducaaten tot eene boete liet betaalen. De verdrietige Mooren verwekten vervolgens eenen nieuwen opftand , waarop de Koning hen zodanig onderwierp, dat zy verzogten naar Barbarye te mogen wyken. Dit werdt toegedaan, mids tien piftoolen voor elk Huisgezin te betaalen. Langs deezen weg kreeg ferdinand zestigduizend piftoolen in zijne Schatkist; maar hy verloor ook duizenden van Onderdaanen , om welken te doen bukken drieduizend en zevenhonderd veldllagen, geduurende agt Eeuwen , geleverd waren. Alvoorens hadt hy ook de Jooden , gelyk ik U gezegd heb , (III Deel, bladz. 114) verbannen. Deeze drie dwaaze doch van de Roomfchen hoog geroemde bedryven, naamelyk de ingevoerde Inquifüie , de verdryving der Mooren en de verjaaging der Jooden , H 4 heb-  120 REGEERING VAN FERDINAND. hebben Spanje ontvolkt, en eenen zo zwaaren flag toegebragt , dat dezelve, tot heden toe , nog niet geboet is , en waarfchynlyk nooit zal vergoed worlen. Loflyker was het verdrag met columbus gemaakt, ter ontdekking; van AMEincA ; loflyker den Edelen te verbieden op Muilezels te ryden, 't geen toen algemeen , uit een dartel gemak , in trein kwam , waardoor het ras van fchoone Spaanfche Paarden byna te niet zou zyn geraakt ; loflyker den Kardinaal ximenes Oran op africa's Kust te laaten wegneemen , en daarna eene Hooge School te Alkala oprigten : eindelyk , na veele Staaten aan het Ryk gevoegd te hebben, was ferdinand één der verftandisfte en grootfle , maar ook één der magtigfle Vorften van europa , de Grondlegger der Spaanfche Alleenheerfching. Hy ftierf in den jaare 1516, V. En wie volgde op hem ? A. Karel de I, gemeenlyk de V gehee? ten , oud!Ie Zoon van den Aartshertog Philips , Zoon van Keizer maximiliaan den I, die gehuwd was geweest met johanna,' tweede Dochter van ferdinand en isabella. Dus kwam het Ryk van Spanje , na ferdinands dood , aan het Huis van Oostenryk, en werdt daardoor vergroot met het Graaffchap Bourgondie en de Nederlanden, Onder karels beflier dreigde Spanje, voorheen  verandering in europa. 12! heen door de Mooren byna verzwolgen, ge. heel europa te zullen overheeren. Ten zy. gen tyde raakten de Europefche Vorsten in eene zekere ftaatkundige geitel Iheid , en elk nam eenen rang aan , die , tot op onzen tyd , met minder verandering dan men verwagt zou hebben , en in weerwil van alle hevige fchokken , door inwendige omkeeringen en buitenlandfche oorlogen veroorzaakt, gebleeven is. De groote Gebcurtenisfen in kar.els tyd hebben nog haare gevolgen : de ilaatkundige grondregels dier dagen werken nog ; en het denkbeeld van Evenwigt en Magt , meestal de Balans van europa geheeten , het welk toen ingevoerd of algemeen geworden is , zien wy heden nog eenen onbegrypelyken arbeid geeven in de zogenoemde Kabinetten der Hoven. Wat valt er toch, zelfs in deezen jaare, niet te doen by de Koningen van europa, en hoe diep is er ons Gemeenebest by ingewikkeld ! Dus heeft europa, in karels leeftyd, eene andere gedaante gekreegen , gelukkig dat zy goed geweest is voor de Natiën ! V. Hoedanig is dan die andere en betere gedaante , welke europa verkreegen heeft? A. De geest der Noordfche Volken , der Gothen en van anderen was , de Vryheid te beminnen met de Onafhanglykheid tot zo hoogen trap , als naauwlyks fcheen te kunH 5 nen  iaa LEENSTELSEL VOOR KARELS TYD. ncn beHaan met de Eendragt der Maatfchappy. Elk volgde toen zyn Opperhoofd, niet als een gehuurd foldaat, maar als een vrywillig Man. De gemaakte veroveringen zag men aan , als een gemeen eigendom , waartoe elk evenveel regts hadt. Hieruit fproot eene foort van Regeeringsform, nu genoemd het Leenftelfel , toen nog onbekend. Dan, het is vreemd , dat de twee beroemde Reizigers , banks en solander , onlangs, hetzelve ook gevonden hebben op de Eilanden in de Groote Zuidzee. Hoe zeer nu de Noordfche Volken verfchilden, nam egter heel europa die Regeeringsform aan. Verdeediging was er de bron van. Ieder, die een brok 'des veroverden Lands verkreeg, moest de wapenen voeren tegen den Vyand der Natie.' Dus fcheen het veeleer een Krygsdan een Burger-bellier te weezen. Vryman en Soldaat was hetzelfde ; doch alles zeer gebrekkig: want hier ontbrak eene magt, die alles tusfchen die beide Staaten in evenwigt kon houden. Laat my dit U ophel¬ deren. Aanzienlyke Grooten kreegen van hunnen Vorst Hukken Lands voor hun leven. Die Landen waren hun , om zo te fpreeken, geleend: daarvan noemde men hen, toen en nog, Leenmannen. Dan, de vermogendHe onder hen , daarmede niet te vrede , dwongen hunnen Vorst, dat die Landen erf- lyk  i eenstelsel voor karels tyd. I23 lyk ' werden. En dit heeft nog, m ons Vaderland , plaats in veele oorden. Wy hebben 1 Leenmannen, Leenkamers en dergelyken. Dus wiefchen hun gezag en magt; maar zy rekenden toen ook eene fchande, langer Onderdaanen te zyn. V. En welk gevolg hadt zulks ? A. Dat een groot Ryk verdeeld werdt in zo veele Vorftendommen , als er Baronnen of Edelen waren. Dan , het duurde niet lang , of deeze werden yverzugtig : de een meende van den ander beleedigd te zyn , of dat zyn Land gevaar liep. Des bouwden" de ■ Edelen Kasteden, van welken Gy er nog veden naar den Gothifchen fmaak in ons Vaderland kunt vinden. Hierdoor groeide hun gezag aan , dat der Koning nam af: het Gemeen of de Vafallen werden Slaaven , en door de Edelen uitgeput. Dus was het gelecgen , van de VII tot de XI Eeuw. 't Is waar , dat men geene zwaare Oorlogen toen kende ; maar elk Baron Helde zich , was hy door eenen anderen aangevallen , aan het hoofd zyner Vafallen, en eischte voldoening, karel de Groote (wien ik U nader zal leeren kennen) wist alle die verdeelde Leden tot één lichaam te vereenigen , en dus een verbaazend vermogen te krygen , waardoor zyne Regeering vermaard is gebleeven ; maar met zynen dood ver-  124 oude staat van EUROPA. verviel ook dat alles. Gy kunt begrypen , zo lang de Volken niet ftonden onder een geregeld burgerlyk beftier, en geen mensch zeker was van zyne goederen, dat niemant zich toelag op Konsten en Weetenfchappen. Letterkunde, Wysgeerte en Smaak waren on« bekende woorden. Geene Uitvinding kwam er te voorfchyn. In vier Eeuwen hadt europa geenen Schryver , der leezinge waardig. De geest van Plegtigheden, ingezogen by de Noordfche Volken , ter verzoeninge hunner Afgoden , bleef zelfs by hunne bekeering : des beftondt de Godsdienst in beuzelingen en ongerymdhcden. karel de Groote zogt dat in Frankryk en alfred in Engeland te weeren ; maar de drieste onkunde verdroeg dat niet, en zy werdt zelfs daarop nog grooter. Toen ontbraken waare Deugden. Edelmoedige gevoelens werden uitgedoofd. Heerschzugt bedierf de Edelen , en deedt het Volk zugten onder dat yzeren juk. Woestheid en geweld, onmenschlykheid en trouwloosheid, wraakzugt en doodliaan , regeerden vrylyk. Nergens was Befcliaafdheid. V. En wat gebeurt er, als misbruiken tot zulk eene hoogte ftygen ? A. Eén van beide , of er moet Hervorming komen , of de Maatfchappy gaat los en vervalt. Gelukkig , dat de eerfte plaats kreeg.  omwending in europa. 125 kreeg, europa werdt gewekt uit zyne flaapziekte, door eene ongehoorde zaak, ik meen de Kruisvaarten. (III Deel, bladz. 417 ócc.) Alles raakte daardoor op de been en in de wapenen. Gansch europa fcheen op asia te willen neerftorten. Twee Eeuwen was men bezig, om het Heilig Land te veroveren. Dan, men kreeg niet wat men bedoeld, maar iets , het geen men niet verwagt of gezogt hadt. De Kruisvaarders zagen te Genua , Pi fa en Venetië, daar de Koophandel het hoofd begon te verheffen, Rykdommen en Befchaafdheid; te Conjlantinopole fmaak voor pragt en kostlykheid; in asia de overblyffels van Konsten en Weetenfchappen, opgewekt door het voorbeeld en de aanmoedigingen der Arabifche of Saraceenfche Vorften. Toen gingen de oogen open; de vooroordeelen vielen; de ruwheid der Zeden werdt erkend, t' Huis komende , werdt dat niet vergeeten. Des deeze woeste Kruistogten , gewrogten van bygeloof en dwaasheid, den grond gelegd hebben ter verdryvinge van barbaarschheid en onkunde. Welken verwonderlyken en goeden zwaai weet de Godlyke Voorzienigheid aan de fpoorlooste bedryven der Menfchen te geeven ! Eene andere verandering , ten aanziene der vaste Eigendommen , kwam ook daaruit voort. De Edelen , naar het afgelegen Paleftine trekkende, had-  125 VERANDERING IN DEN HANDEL. hadden veel gekls noodig: des moesten zy hunne bezittingen verkoopen. Vorsten kogten die ten geringe pryze , hegtten ze aan hunne Kroon , en ftevigden dus hun gezag , tervvyl de magtige en hunne Heeren dwarsboomende Vafallen van huis gingen. _ Ook gevoelde dat de Handel: want de eerfte Kruisvaarders te lande veel geleeden hebbende van de Barbaarfche Natiën , ftaken de volgenden over de Zee in Schepen van Ve. netie , Genua en Pifa , welke Staaten, alles aan de benden moetende leveren, te meer gelds trokken , en zelfs veele takken van den Handel , eertyds over Conftantinopole gaande , doch na het winnen der Stad verlegd, toen over de Griekfche Eilanden, die door hen gewonnen waren, deeden gaan. Hieruit werden verder Staatkundige Genootfchappen gebooren. De Leen-regeering eenen ftaat van verdrukking door der Edelen bedryf geworden zynde , moest men de befcherming van hun koopen, en niemant kon meer over zyn goed befchikken, zelfs geene Voogden over minderjaarigen naar eigen goedvinden aanltellen. Aan de Hoven der Heeren werden alleen de gefchillen bepleit en afgedaan , die allerleie drukkende en hoonende dienftcn van hunne Vafallen eischten. Hiervan ziet men nog de overblyffels in de Drosten- en Heeren-dienften van Gelderland. Moed  verandering in europa. 127 Moed en nyverheid werden döor deeze krygshaftige Adelregeering verdrukt. Maar toen de gezegde Staatkundige Genootfchappen , ten tyde der XI Eeuw , in eenige Italiaanfcht Steden opkwamen , kreegen of kogten zy , foms voor veel gelds, vrydommen, en werden daarop volgens eigen wetten, naar den zin der Ingezetenen , beltierd. Die aangenaame fmaak in eene zagte Regeering floeg weldra over tot geheel europa , waar het Leenftelfel plaats hadt. Regeering en Zeden veranderden toen tegelyk. Eene menigte van Menfchen , 't gewigt der Vryheid hebbende leeren kennen , raakten vry van willekeurige belastingen. Sommige Steden werden zo veel als kleine Republieken. Te vooren moesten de Kasteden der Baronnen , in den nood , ter fchuilplaats voor de ongewapenden dienen ; maar toen de Burgers der Steden aan elk nog meer veiligheids booden , verzonk het gezag der Edelen. Domheid en bedryvenloosheid werden toen van het vryademende Volk verlaaten. Nyverheid herleefde: de Handel begon te bloeien : de bevolking der Steden nam toe : men maakte daar nieuwe Wetten : alles onderging eene aanmerkelyke verbetering. V. Maar wie maakte de Wetten ? A. Volgens de grondwet des ouden Leenftelfels, mogt geen Heer of Vrymau buiten eigen  128 herstelde vryheid. eigen toeftemming belast worden ; maar toen begonnen de groote Vergaderingen der Natien de Koningen te helpen in het maaken der Wetten en het regelen van fchatiingen. Engeland begon , in den jaare 1225 •> Gemagtigden der Burgten toetelaaten in den grooten Raad der Natie. Duitschland volgde. Dus kwam er eene middelmagt tusfehen den Koning en de Edelen. Maar ook de Landlieden werden van het yzeren juk ontheeven. Twee Franfche Koningen , lodewyk de X en philippus , verklaarden alle Menfchen vry gebooren, en fnuikten niet weinig de wieken der Edelen , door het vrym aak en der Slaaven gemeenzaamer te doen worden. Dit hadt groote gevolgen. De arme Landman , nu zeker geworden van zynen arbeid , pagtte zelf de akkers, die hy voorheen ten voordeele van anderen moest bebouwen. Het haatelijk Naams-verfchil tusfehen Meester en Slaaf werdt vernietigd. De Nyverheid wiesch aan , daar elk wat wilde winnen. En de Regtsgedingen. . . . V. Ondergingen de Regtsgedingen al mede eene goede verandering ? A. Ja; zy werden geregelder: want men fchafte het algemeen aangenomen geloof af, dat de eene Baron den anderen mogt beoorlogen, karel de Greote hadt zulks eene uitvinding des duivels genoemd. - ■ Eerst was  ingevoerde regtsgeleerdheid. 129 was overal in trein, Gefchillen door Kampvegters te laaten beflisfen; daarna door den Eed; vervolgens door de bygeloovige proeven van, by voorbeeld , blootsvoets over gloeiende ploegyzers te gaan ; eindelyk door de tweegevegten : dan , de Koningen verbooden dezelven. Zich te mogen beroepen van 't Hof der Baronnen op dat des Konings hielp zeer veel. Het Roomfche Regt , in vergetelheid geraakt door de Zeden en denkbeelden der Noordfche Volken , werdt herfteld door justinianus gevonden' Pandecten, (III Deel, bladz. 259, 260) die den Staatkundigen zelve , als het fchoonlle Zamenftel, zo bekoorden , dat zy die mede invoerden. Lieden , die zich daarin bedreeven maakten, werden in gewigtige zaaken geraadpleegd , kreegen aanzien en eertytels: gewigtige Ampten werden hun toevertrouwd; maar de domme Edelen , die naauwlyks fchryven konden, en niets dan oorlog ademden , moesten de Gerigtshoven verlaaten , dewyl hunne onkunde hen aan groote veragting blootftelde. De Dweeperyen der dooiende Ridderfchap (IV Deel, bladz. 341-343) verdvveenen, toen men de Menschlykheid als een fieraad begon aan te zien. De kennis der Wysgeerte by de Grieken te Conjlantinopole , of by de Ara* biers geleerd: de oprigting der Schooien: de Latynfche Taal reeds aan den Godsdienst, VI. deel. I ma;».  I30 00rzaaken der veranderde zeden. maar nu ook aan de Letterkunde toegevvyd: de Zeden befchaavende , en geregeldheid , Wetten en Menschlykheid invoerende Koophandel : de Weg naar het Oosten en terug naar het Westen , door de Kruisvaarders geopend : de Uitvinding van het Compas , 't geen der ftoutmoedigheid zo veel zekerheids gaf in het bezoeken der afgelegen' Volken : de opgerigte Plandel der Italiaanen op de Oost- en Egyptifche Zee , die de lieden drong zich toe te leggen op allerleie handwerken , welke zy met groote winst aan andere Natiën verkogten: zy zelve Lastvoerders en Bankiers van heel europa: de verbindtenis der Hanze-Steden : de kloekheid der Nederlanderen , zich toeleggende op het verwerken van linnen en wolle: alle deeze gewigtige dingen gaven eene geheele verandering in de Zeden van europa. V. Dus nam de magt der Vorften toe ? A. Wel eenigermaate ; maar de Edelen maakten een zeer talryk en gedugt lichaam uit , die alle gangen der Vorften naauwlettende befpiedden. Ook waren der Koningen inkomften gering, die zich daarenboven op der Onderdaanen goedwilligheid moesten verhaten , welke zelden dan met weerzin, en dan nog met eene fpaarzaame hand, gaven. Hunne Legers waren onvermogend, flegts bellaande uit troepen hunner Leenmannen , die  verandering in de legers. 131 die .maar korten tyd in het veld bleeven , en niet gedwongen konden worden, om verre van huis te gaan. Ook hadt men flegts voetvolk , waarin de kragt des hcirs heftondt. Dan, de Edelmannen , veragtelyk houdende zich te mengen onder lieden van laagen rang, en ziel: willende onderfcheiden , kwamen , heel gewapend , te paard , kostelyk getuigd. Dit ftevigde de Ruitery, waarvan toen de overwinning afhing; dewyl het Voetvolk gemeene , flegt gewapende en niet geachte henden waren. De Natiën van europa , van elke afgezonderd leevende , en onverfchillig omtrent elkauderen, werden, door toekomende voordeden of vrees voor gevaaren , niet in 't harnas gejaagd. Engeland en Frankryk oorlogden wel geduurig; maar andere Ryken bekommerden zich daarover niet. Zulk een ftiizitten vloeide uit den ftaat der Regeering. Dan , in de XV Eeuw kreegen de Vorflen een ander vermogen door den zamenloop der reeds genoemde zaaken , en konden dus (loutere onderneemingen doen. Zy begonnen Verbonden te maaken, en werden ongevoelig geleid tot het vormen van een itaatkundig Zamcnftel , als beftaa'iibaar was met de algemcene Veiligheid. Onder het beflier van karel den V , boven genoemd , begon men eerst daarvan een denkbeeld te vormen , en dat bragt voort een I a ftaat-  13a eerste loontrekkende benden. flaatkundig Ontwerp, het heilzaamlle van allen , die ooit invloed gehad hebben op het bellier van Menschlyke zaaken. Toen Frank» ryk de Engel/eken uit zyn Ryk verdreeven hadt , en nieuwe kragten uit een vergroot gebied ontving, werdt er een yverzugt in de Nabuuren verwekt; maar vooral toen karel de VII befloot , het geen te vooren nooit gefchied was , naamelyk , een Leger van loon trekkende benden , negenduizend ruiters en zestienduizend voetvolk lterk, in te voeren , onder voorwendfel van het Ryk tegen eenen fchielyken inval der Engelfchen te dekken. Ras begreepen andere Koningen , hoe veel dit vooruit hadt boven een Ileir van Leen-militie , of van de weinig geoefende Vafallen der Leenmannen, die maar eenige weeken in 't veld bleeven. De laatften verlooren des alle hunne achting. Dit bragt eenen aanmerkelyken omkeer voort in de Staatkunde der Europefche Natiën : want Frankryk kreeg daardoor de overmagt op zyne Nabuuren , die gedrongen werden dat Plan te volgen, karel de VII ontnam daarop den Edelen het bellier der Krygsmagt., waarin de bron van hun aanzien was geleegen, en knakte dus geheel de Leen-regeering der Edelen , die ook kort daarna uit de gemeene Gerigtshoven getrokken werden , het geen te vooren nooit gebeurd was. Hy bereikte , dus zyn  gevolgen van loontrekkende soldaaten. 133 . zyn oogmerk van den Adel te vernederen, die ook daardoor zynen eerbied by 't Gemeen verloor. V. En dat gaf grooten roem aan karel? A. Ja; hadt hy maar anderen Vbrften niet geleerd het fchaadelyk geheim van de openbaare en byzondere Vryheid daardoor aan te randen! De Natiën toch raakten wel verlost van het juk der Edelen ; maar federt moesten de befoldigde benden ten oorlog , wanneer een Monarch maar in den zin kreeg, of eenen ingebeelden hoon te wreeken , of zyn gebied te vergrooten. En lustte het hem zyn Volk te onderdrukken, hy kon dat volkomen uitvoeren door zyne troepen , al werden zy door het Volk zelf betaald. Een bcnaauwde Natie mogt over den druk zugten , klaagen , kennen; maar wat baatte dat by Vorften , die, van foldaaten omringd , geenen opftand van de verdrukten te vreezen hadden. Hadt dan de Burgerlyke Vryheid gewonnen , hier heeft zy wederom veel verlooren. Wy zien dus de onvolmaaktheid der Regeeringen. Hadt men altyd braave Koningen , men mogt het Koninglyk beftier boven alles fchatten ; maar zo niet , en heeft men heerschzugtige Vorsten , die duizend Onderdaanen ter. llagtbank voeren , om een brok lands te winnen ; dan gevveeken naar eene Republiek , daar I 3 Vry-  134 eestier. VAN karel DEN V. Vryheid woont, en geene magt van Legers gekend wordt! Ondcrtusfchen zag men algemeen in europa uit de ondervinding, dat men eenen Monarch beletten moest tot een vermogen op te ftygen, dat onbeftaaubaar was met de algemcene Vryheid , en dus dat er een Evenwigt moest blyvcn tusfchen alle Ryken van dat Waercld-deel. . . Ziet daar eene tekening van europa's, ook van Spnnje's gefteïdheid , toen karel de V (bladz. \io) tot de regecring kwam. Hy vondt foldaatcn in dienst, het gezag der Edelen gefnuikt , het ontzag voor den Koning groot ; maar , met dat alles , bleef zyn bellier nog naauw beperkt: want de geest van Vryheid was diep in 's Volks gemoeden gedrukt. V. Hoe gedroeg zich deeze Vorst? A. Karel de V, maar zestien jaaren oud , erfde , in den jaare 1516 , wyd uitgeftrektcr Landen , dan eenig Vorst van europa , federt karel den Grooten, bczceten heeft. Hy werdt, na maxlmiliaans dood, Keizer van Duitschland ; vormde van toen af zyne groote ltaatzugtige ontwerpen , welke hem , geduurende zyn leven , beguichelden , en nam den titel aan van Majefieit, daar andere Vorftcn zich dus lang vergenoegd hadden met dien van Hoogheid' of Genade ; doch zyn voorbeeld , de hovaardy aanzettende , is , federt , van de geringfle Koriin' gen  karel belet de hervorming. 135 gen in europa gevolgd ; en het fchynt , dat de trotsheid der magtigde Monarchen , tot nu toe , geene hoogere benaaming heeft weeten uit te denken. Toen hy ten zetel flapte , zag men iets zonderlings, ik meen vyf doorluchtige Mannen van voortreffelyke begaafdheden in eurdpa regeeren; naamelyk karel den' V in Spanje, francois den I in Frankryk , hendrik den VIII in Engeland, Paus leo den X in Italië , en solyman den II in Europtech Turkye , die , in hunne veelvuldige gefchillen , zich bedienden van alle hunne magt , beleid en dapperheid, waardoor zo oneindig veel bloe-ds gedort is ; maar die tevens, door een wonderbaar bcllel der Voorzienigheid , clkanderen evenaarende , belet werden te groot, en dus te nadcelig te worden voor de Vryheid van; europa , en het welzyn van het Menschdom.— Edn van karels eerde bedryven was, zich tegen de Hervorming , die de heilzaamde Gebeurtenis was , welke federt de Evangelie-Prediking in de Waereld was voorgevallen , aan te kanten , op de Ryksvergadering te Worms (IV Deel, bladz. 24, 25). Hierdoor daalt mogelyk karel in uwe achting, en het zal geene toereikende verdeediging voor hem zyn , te zeggen, dat hy het misfehien niet gedaan zou hebben , daar hy Duitschlands vrydommen verdeedigI 4 de ,  136 eedryven van karel den V. de , om welken dat Ryk zo lang met de Pausfen geworfteld hadt , vermids de Geestelyken meer dan de helft van 't eigendom der Natie reeds in handen hadt ; maar hy moest, om zich tegen francois den I te verzetten , ééne lyn met Paus leo den X trekken , en deezen dus behaagen , dóór lutijer en de Hervorming tegen te ftaan. Loutere Staatzugt heeft dan dat groot Werk niet algemeen doen worden: treurige bedenking indedaad , die de verantwoording van karel oneindig zwaarer heeft gemaakt, dan die van eenigen Vorst in de Waereld. Dan zal ik nu tot alle volgende daaden van deezen Vorst, die zo veel uitvoerde , overgaan , en ze uitvoerig tekenen , dan moeten wy verre overfchryden de paaien eencr Schets. Laat my dan met één woord flegts zeggen , dat met lbo den X tegen francois den I gelukkig in Italië te oorlogen. — Zynen Leermeester adriaan van Utrecht Paus te maaken , na leo's dood. — Niettemin den Kardinaal wolsey, Staatsman van hendrik den VIII , dien post te belooven, en hem te ftreelen , om den Engelfchen Vorst op zyne zyde te krygen. — Den opftand in Spanje om hertelling der burger, lyke. bezwaaren te dempen door den Adel, die misnoegd was , dewyl 't Volk ook aan hunne voorregten begon te tornen , en te wapen  eedryven van karel den V. 137 wapen kwam, al verdeedigde mar ia pacheco, Gemaalin van padilla , als eene uitmuntende Heldin , Toledo tegen hen. — Ongeacht allen tegenftand, Keizer van Duitschland te worden. In den flag van Pavia tien duizend Franfchen ter neêr te vellen , en ïrancois zeiven gevangen te krygen Over dat ongeluk- zich bedroefd te toonen , en onder dat dekkleed zyne waare voorneemens voor europa's Vorflen te verbergen ; ook den Franfchen Koning hard te handelen , en toen het op de voorwaarden der loslaating aankwam , de baatzugt van eenen Zeeroovcr te toonen, en den billyk vertoornden francois te hooren betuigen , dat hy dan liever zyn Ryk aan zynen Zoon wilde afflaan , en in Spanje in eene eeuwige gevangenis blyven. —— Verdagt gehouden te worden van te ftaan naar eene algemeene Monarchy , in eenen tyd , dat hy zo veel gelds niet hadt, om zyn Leger van vierentwintig duizend man te betaalen en op de been te houden Den opftand der Boe¬ ren in Zwabcn , vermids zy uit kragt der Leenwetten als Slaaven behandeld , en zwaar belast waren door hunne veel verteerende Heeren , te dempen door twintig duizend van hun ter neer te houwen —— Door zyne geloovige benden Rome te laaten inneemen , om dat Paus clemens de VII ka- I 5 rels  138 bedryven van karel den V. rels zyde verhaten hadt; die Stad te laaten pionderen , erger dan de Barbaarfche Volken gedaan hadden, en den Paus in het Kafteel St. Angelo, zes maanden, lang te belegeren; doch op die tyding met 't heele Hof het rouwgewaad aan te nccmen, en door gansch Spanje Gebeden te laaten doen tot verlosfing des Heiligen Vaders , terwyl hy , door één enkel bevel aan zyne Veldheeren , den Paus op vrye voeten kon Hellen. ' Nu, wegens zynen toorn tegen dat Hoofd der Kerk, noch tyd te hebben, noch lust te toonen , om zich veel tegen de Hervorming te verzetten. Om eene afgebrooken onderhandeling met francois , deezen te fchelden voor eenen fchender der openbaare trouw, en door dien Vorst een logenaar geheeten , en zelfs tot een tweegevègt uitgedaagd te worden , welk voorbeeld de Duellen in europa algemeen aangemoedigd heeft. Als de eerfte, geene opening tot den vrede tusfehen Spanje en Frankryk te willen geeven; maar, van beide zyden , te zien , dat twee Vrouwen, margaRETha van Oostenryk , 's Keizers Moei, en louise , francois Moeder, ondernamen den vrede aan Europa te geeven , die in eene byeenkomst te Kamerryk, in den jaare 1529, indedaad dat ook deeden. — Daarop naar Italië te gaan, met twintig duizend foldaaten, • ' en  BEDRYVEN VAN KAREL DEN V. I39 en de voeten van dien Paus te kusfen , wien hy kort te vooren in eene naauwe gevangenis hadt opgeflooten Verder , te reizen naar Duitschland, om , door zynen yver voor 't Pausdom , by den weinig beduidenden Eertitel van Keizer, de oude voorregten van magt en gezag weer te kry- gen. Harde befluiten te Spiers en te Augsburg tegen de Hervorming te neemen, de Proteftantfche Vorften tot een Bontgenootfchap te Smalkalden te doen komen , het Interim op te ftellen , eenen oorlog te ontftccken, maurits van Saxen te vleien , en naderhand voor hem te moeten vlugten. (III Deel, bladz. 31, 32, 37, 43, 45) Dat alles te doen zonder ooit in 't veld verfcheenen te zyn , dan alleen tegen de Turken , hoewel het tot geen treffen kwam.— Daarna over te fteeken naar africa, Tunis te veroveren , tienduizend Christen-Slaaven te verlosfcn , en zo veele Moorfche in handen te krygen , in den jaare 1535 , het welk 't luisterrykfte tydltip zyner overwinningen geweest is. — Na veele poogingen , om francois den I om den tuin te leiden , tegen den raad zyner Staatsmannen, Frankryk aan te vallen ; maar wegens deszelfs verfchanst Leger door den wyzen en kloeken Veldheer montmorency , die tevens het platte land , van da Alpen af tot Marfeille 1 toe  140 eedryven van karel den V. toe , verwoest hadt (een verfchriklyk middel tot verdeediging van een Ryk, in nood te werk gefield door eene befchaafde Natie) te moeten aftrekken , hoewel karel , reeds vóór het intrekken, liet land verdeeld hadt. "Welk eene groote misrekening! — Een ander Leger , op Picardie afgezonden , te zien tegenhouden door de dapperheid der Franfche Edellieden , terwjl geen fchok karels hoogmoed meer verminderde, of Merker zyne magt verzwakte, dan deeze. Eenen opftand te Gent , op eene harde wyze, te dempen. — 't Beloofde Milaan niet te geeven aan erancois , en dus deezen edelmoedigen en openhartigen Vorst, na lang veinzen, te bedriegen , en den roem van zyn leven door geene andere daad zo bezwalkt te zien.. . Naar Algiers , in den jaare 1541, te fcheep te gaan , op dien togt vyftien Oorlog- en honderd en vyftig Transportfchepen met agt duizend man, in één uur, door eenen ftorm te verliezen, foldaaten zonder tenten op de Africaanfche Kust te ontfcheepen , geen voorraad te hebben, paardevleesch te moeten uitdeden aan de benden , • die , doornat van den regen , en geflagen door de Algerynen, eenen togt van drie dagen moesten doen, om elders weer fcheep te komen, en naar huis te gaan. Daarop weer in Oorlog met Frankryk te komen, en eenen veldflag tegen  eedryven van karel den V. 141 gen enguien , die verwonderlyk voorzigtig en dapper vogt, te verliezen , en Frankryk verlost te zien van 't grootfte gevaar. — Voort willende rukken , om Parys in te neemen , tegen gehouden te worden door sancern , die den roem kreeg van zyn Vaderland behouden te hebben. Den vrede te moeten geeven aan de ProleJlanU fche Vorften van Duitschland, door 't bedryf van maurits , die den verfchillenden roem hadt , van de Hervormde Kerk op den oever van haaren ondergang gebragt en daaruit weer verlost te hebben; en dus een Gebouw omgefmeeten te zien , waaraan hy zo1 veele jaaren en zyne uiterfte kragten hefteed hadt. (III Deel, 'bladz. 41-47) Hierop Frankryk weer aan te grypen; doch vóór Metz , door den dapperen Hertog van Guife verdeedigd, het hoofd te moeten ftooten , en dertigduizend man daarby te verliezen. . . . Ziet daar eenige van karels bedryven uit zeer veelen , die ik moest agterhouden. V. Eindigt Gy hier , om dat hy toen vrede maakte met alle zyne vyanden ? A. Neen : eene halve Eeuw lang hadden Spanje en Frankryk met eikanderen geoorlogd, onnoemlyke fommen gelds verfpild, en , wat erger was , honderdduizenden het leven daarin doen verliezen ; doch deeze lang-  142 karei, verlaat de regeering. ïarigduurige kryg hadt, geene der twee partyen eemg voordcel aangebragt. 't Evenwigt van europa ftondt nog. Wat won dan de Staatszugt met eenen oorlog van vyftig jaaren! En hoe veele verliezen hadt het Menschdom üitusfchen geleeden ! Mogten heerschzugtige Vorften deeze Historie leezen , en zien , hoe en hoe dikwerf de Voorzienigheid van God de Plans der Koningen ver- ydelt! De beide Natiën, van Spanje naamelyk, en Frankryk , hygden , na zo lange woelingen hunner Vorften , die geen bloed verlooren, en niets meer dan de zorgen te draagen hadden , geweldig naar' de rust ; en karel niet minder. Dan , de Waereld ftondt verbaasd , dat zy Hem afftand zag doen van zyne Ryken , en zich begeeven naar 't Klooster van St: Joost in Spanje. Niet grootfeher daar te leeven dan een Heer van maatige middelen ; in dien vergeeten ftaat meer genoegen te vinden dan de Grootheid hem ooit gegeeven hadt; geen deel in de ftaatkundige verrigtingen van europa's Vorften te neemen; zyne nieuwsgierigheid te bedwingen om er zelfs niet naar te vraagen ; die dingen met veragting en onvcrfchillighcid te befchouwen ; (een gevolgder langduurige ondervinding van derzelver ydelheid) foms Planten in zynen hof aan te kweeken, of op een klein paard te ry- den ;  karels lykstaatsie. 143 den; niet kunnende uitgaan een bezoek van nabuurige Heeren te ontvangen ; met hulp van turriano , één der grootfte Konstenaars dier Eeuw , klokken, zakdiorologien en zich beweegende beelden te maaken, die de domme Monniken deeden gclooven, dat karel en zyn mede-konstenaar met onzigtbaare Geesten omgingen; veel tyds te belteeden in Godsdienst-oefeningen ; zich zelvcn zo te tugtigen , dat men, na zynen dood, de koord nog rood van bloed vondt; eindelyk, daar het Bygeloof kwelling, angst en vrees baart, eene zo buitenfpoorige als ongehoorde daad te doen , naamelyk, zyne eigen lykftaatfie te vieren.... Ziet daar karels laatfte leven. V. Zyne eigen lykfraatfie te vieren l A. Ja ! Iu de Kerk van het Klooster werdt , op zyne begeerte , eene Graftombe opgerigt. karels Huisbedienden gingen daarin met brandende toortzen. Hy volgde met een omgeworpen doodkleed , en werdt met veele plegtigheden in de kist gelegd. De Lykdienst werdt daarop gezongen, karel badt mede voor de rust der Ziel , en mengde zyne traanen met die der Omllanderen. Alles werdt beflooten met wywater , volgens de gewoonte , over de kist te fprengen ; en, na dat de Lykgangers vertrokken waren , en men de Kerk gedooten hadt, klom karel uit de doodkist, en begaf zich naar zyn  144 karels dood. zyn vertrek , vervuld jnet de akeligde denkbeelden , die zulk eene fombere Plegtigheid moest inboezemen. Men moet verbaasd ftaan, wanneer men ziet , dat karel de V zich zo verre door 't . bygeloof, in 't uiterfle van zyn leven , liet vervoeren. De vermoeidheid der langduurige Lykflaatfie, of het levendig denkbeeld des doods hadt vat op deszelfs Geest en lichaam , en het deedt hem op den volgenden dag de koorts krygen , die hem uit het leven wegnam , in den jaare 1558. karel verdiende geteld te worden onder de uitmuntendlte Vorsten van zynen tyd , zo ten aanziene van de grootheid en verfcheidenheid, als ten opzigte van den uitllag zyner onderneemingen. Dan, wat betekende het, alle omzigtigheid te werk te Hellen in het beraamen der ontwerpen; door geene vermaaken zich te laaten aftrekken van Staatszaaken ; in 't- woeligHe van het leven in 't Kabinet te zitten ; van natuur geenen krygshaftigen geest te hebben , doch aan 't hoofd des Legers verfchynende , te toonen, dat hy heldendaaden kon verrigten; geen tyd te hebben om op de inwendige gefieldheid zyner Landen te denken ; telkens te oorlogen , 0111 overal als Overwinnaar aangezien te worden; en, ter bereikinge zyner oogmerken , zich te bedienen van eene listige en bedrieglyke Staatkunde? Helaas! hoe veel laag-  GEVOLGEN DER HEERSCHZUGT. 145 laagheids en ydelheids was er te zamen , geduurende de lange regeering van deezen Vorst ! Wat genot heeft hy van al dien arbeid gehad! Welke voordeden hebben zyne talryke Onderdaanen daarvan genooten ! niets dan onderdrukking en uitputting. Zyne Staatzugt was niet te verzanden. En men zag in hem, het geen men altyd gezien heeft , dat de Heencliziigt alleen meer onheils en gruwelyke daaden heeft veroorzaakt, dan alle de overige hartstog<:en te zamengenomen , hoe fnood en afgryzelyk ook, waardoor het Menschdom vervoerd is geworden. De Naam van Koning boezeme eerbied in ; maar onnoemlyke geldfommen te verfpillen, millioenen Menfchen te doen fncuvelen , Landen te verwoesten , de handen van Onderdaanen en Nabuuren met bloed te bemorsfen , en duizenden te doen treuren over verlooren' bezittingen of gefneuvelde Vrienden , vervullen onze Ziel met afgryzen. Eén Mensch , daar hy een zegen moest weezen op aarde, is, helaas, een vloek voor duizenden ! Hoe veel beter is het minder magt, zelfs minder wysheid , maar meerder deugd en meerder rust in de Waereld te hebben ! Dan, de Koningen rekenen niemant rekenfehap fchuldig te weezen. V, Hadt zyn dood geene groote gevolgen? A. Groote veranderingen vallen er altyd VI. deel. k voor  I4Ó staat van europa. voor by zuike gelegenheden, vooral wanneer de vorderingen in konsten en regeering by de Volken ongelyk Haan ; maar zyn zy, ten naasten by , even befchaafd en onderweezen , dan niet. Staan verkreegen kennis , vordering in krygskunde, en bekwaamheid in Staatkunde , in gelyken rang ; dan hangt het lot der Staaten niet af van eenen enkelen veldflag. Dan toch weet men middelen te bedenken tot eigen veiligheid , of tot verdeediging door de wapenen. Andere Vorsten mengen zich dan ook vaak in de gefchillen, en brengen alles in evenwigt. Dit is eene tekening van europa's Ryken by den dood van rarel. Niettemin zy hebben eene groote verandering, doch van eene andere foort ondergaan ; ik meen, de groote Ryken ontdekten de hulpmiddelen , die zy tot redding bezaten : zy leerden hunne fterkte beter kennen , en zich ontzaggelyk maaken voor anderen : zy verbonden zich, daar ze te vooren op zich zeiven Honden, en vormden een Staatkundig ZamenHel, waarin elk eenen rang verkreeg en behieldt, zonder minder verandering te ondergaan, dan men in twee onrustige Eeuwen hadt kunnen vervvagten. V. Maar wie volgde op karel den V? A. Een Vorst , wiens Naam ons , om onzer Vaderen wille , met verontwaardiging, of  grootheid VAN philips DEN ÏL 14? of laat my zeggen, met afgryzen vervult, ik meen phiups de II , die van zynen Vader eene magtige erfenis verkreeg , naamelyk , Spanje , Napels , Sicilië , Sardinië, Milaan, Bourgondie, de Nederlanden, Mexico en Peru : waarby hy daarna voegde Portugal en deszelfs groote bezittingen in de beide Indien. Nooit was er een Vorst , die zulk eene wyduitgebreide beerfchappy in alle deelen des Aardbodems bezat. Dan , onder deszelfs regeering zag Spanje ook den eindpaal zyner grootheid. Dit fchynt eene Wonderfpreuk; maar Gy zult derzelver waarheid volkomenlyk zien. Onder zyne eerde bedryven telt men den vrede met Frankryk , eindelyk, te maaken: een Auto da fe (III Deel, bladz. 116) in den aanvang zyner regeeiiiig ('t geen zo weinig goeds beloofde) met genoegen aan te zien: de Blorisken of de bekeerde Mooren van Granada, om hunne verftandhouding met de Barbaryfche Mooren, te ontwapenen , welker af» keerigheid hy door eene zagte behandeling moest weggenomen hebben : het groot Escuriaal, zeven uuren van Madrid, in eenen woesten oord by 't Dorp Escuriaal te bouwen : alle de Morisken van Falentia , in den tyd van één uur , te ontwapenen: de BeOuiten der TrentiJ'che Kerkvergadering in alle zyne Staaten in - te voeren : en 't geen K % ons  I48 regeering van philips den EL ons Vaderland zo zuur en bang kwam te Haan , den Hertog van 1 al va naar de A7£« derlanden te zenden, waarvan ik u in offze Vaderlandfche Historie meer zal zeggen. Na 't gegeeven bevel zyns Aartsbisfcbops, om de Kinderen der Morisken , van vyf tot vyftien jaaren , de Kaftiliaanfche Spraak te doen leeren , en volkomen in den Roomfchen Godsdienst te onderwyzen , zag hy eenen Opftand voortkomen onder vyfentagtig duizend Huisgezinnen der Morisken in 't Land van Alpujarros , die ysfelyke buitenfpoorigheden bedreeven. Hy dempte dien na veel moeite , ten koste van het leven van twintig duizend zyner Onderzaaten , en van meer dan honderdduizend rampzalige Morisken, waaronder veele Christenen waren; doch door onderdrukking tot wanhoop overgeflagen. Eén van Spanjé's fraaifte Landftreeken wTerdt daardoor ontvolkt. Voorwaar eene groote winst voor philips ! Met regt mogt hy meer roems draagen op de beroemde overwinning van don jan van Oostenryk (zynen natuurlyken Broeder) in den Zeeflag by Lepanto op de Turken. Zyne magt groeide aan door PortugaPs Kroon op zyn hoofd te zien zetten , hoopende nu eens rust te zullen vinden. Dan , toen kwam het werkzaamfie deel zyns levens eerst aan. 't Gezag en de Staatkunde van elisabeth van  regeering van philips den II. 149 van Engeland gaven hem veel onrusts; des hy befloot haar te vernederen door eene zo genoemde Onvenvinlyke Moot van honderd en dertig Schepen ; dan deeze werdt , zo door eenen Storm als door de ligte Schepen der Engel/eken , dermaate verwonnen , dat Spanje nooit zwaarer flag op Zee geleeden heeft, alzo tweeëndertig groote Schepen , en tienduizend man , de bloem der oude Spaanfche krygsbenden en de ervaarenfle Zeelieden , op deezen togt , om hals raakten. Tweemaalen overkwam naderhand hetzelfde ongeluk aan philips Vlooten. Tegen de Turken en Frankryk heeft *hy al mede de wapenen gevoerd. V. Wat bedoelde hy toch ? A. Hy bedoelde , zo wel als zyn Vader karel , eene Alleenheerfching, door ons Vaderland en vooral Engeland te onder te brengen ; maar dank zy der Voorzienigheid, die alle zyne Ontwerpen verydeld heeft 1 Zyne Natie heeft hem als eenen tweeden salomo verheeven : want daar zyns Vaders Standbeeld , by den ingang van het Escuriaal, met davids kleeding en kroon verfierd ftaat , gelykt 't zyne naar salomo. Voorzeker hy was een groot Staatkundige , vruchtbaar in vindingen , vol van uitgeftrekte ontwerpen , nooit verlegen, dan toen zyne Schatkist was uitgeput door zyne oorK 3 logen.  I^O 0nmeded0genhe1d van philips den II. logen. Hy moedigde wel bekwaame Mannen aan ; doch verdrukte de Edelen, hadt weinig aandoening, en noch minder medely» den. Eén daal zal U hiervan overtuigen. Het Koningryk van Arragon ontdeedt zich oulings 't eerde van de Mooren , en nicmant der Christen-Vorsten daarop aanfpraak doende , koozen de Inwooners zelve eenen Koning , doch wiens magt zeer bepaald was door de Overheid , El Juflicia genoemd. Zo dikwerf er een nieuwe Koning tot de kroon kwam , fprak de Jnfiicia hem dus aan : „ Wy , die zo goed zyn als gy, verkiezen u tot Koning, onder voorwaarde, dat Gy onze Wetten en Vryheden zult befchermen. Zo Gy het niet doet , verkiezen wy u niet." Onvermogende Koningen verkropten deeze vernederende inhuldiging, en de Arragoniers vleiden zich , dat alle volgende Vorsten niet meer hoogmoeds dan de voorigen zouden vertoonen. philips de II diet zich meest aan dat gezag der Jufticia , en nam het dus weg. Hy beval zynen Geheimfchryver antonio perez , den bemoeizieken Agent zyns Broeders , jan van Oostenryk, heimlyk te laaten vermoorden. Dit gefchied zynde, werdt perez in regten betrokken door de nabeftaanden des vermoorden , en raakte in geene kleene engte. Hem was dreng verbooden te zeggen, op wiens  onmeded0genheid van philips den II. 151 wiens bevel de moord gefchied was ; dan philips liet perez veele jaaren in de gevangenis zitten , en den geregtsliandel, dien hy met één woord hadt kunnen doen ophouden , voortgaan. perez goederen werden verbeurd verklaard , en hy zelf op de pynbank gefolterd; maar wat hy den Koning mogt bidden om medelyden met hem te hebben, philips hoorde niet. Eindelyk,' na eene opfluiting en pyniging van veele jaaren, ontkwam perez dit lot , en vlugtte naar Saragosfa , waar de Jufiicia, van alles kundig , hem in befcherming nam. Dit verbitterde dermaate philips , dat hy aanftolids een leger afzondt, 't welk Arragon overrompelde , veele Leden der Jufiicia zonder regtpleeging om hals bragt , en alle Vryheden van Arragon voor altoos vernietigde. By geluk ontkwam het perez in Frankryk; doch zyn onfchuldig Geflagt werdt daarop in de gevangenis geworpen. Oordeel hieruit van philips medelyden. Voorts was hy ongemeen trotsch en hooggevoelend van aart. Wie by hem gehoor kreeg moest , op zyne knieën , met dien Tyran onzes Vaderlands fpreeken. Geluk of ongeluk maakten geene verandering op zyn gemoed. Geene dapperheid , maar eene groote vastheid van geest woonde in hem , die minder werkzaam dan zyn Vader was , maar in beK 4 kwaam-  152 KARAKTER VAN P1IJLIP3 DEN II. kwaamheden hem gelyk ftondt. In den flag van St. Quintyn lag hy met Monniken vóór den Altaar te bidden , en liet zyne foldaaten tegen de Franfchen vegten , in plaats van hen aan te voeren en een oog over den veldflag te houden. Staatkunde maakte hem groot en gedugt; maar ook gehaat en uitgeput. Toen het te iaat was , gingen zyne oogen open. Hoe veel onheils hy verwekte , vereerde de Natie hem egter met den titel El Discrete of den Wyzen. Dan, zo verre was hy van dien te verdienen , dat de ondergang der Spaanfche magt aan zyn kwaad befiicr wordt toegefchreeven. Zyne Vyanden noemden hem met meer regts den bonzen Geest uit het Zuiden. Zyne onregt vaardige,- Ontwerpen tot veroveringen waren verderfelyk , en deeden hem ons Vaderland verliezen. Zyne Schatkist werdt'ook daardoor geheel uitgeput , Vlooten en Legers verdelrd , Provintien verlooren, en het overfchot des Spaanfchen Ryks verzonk in eene zwakheid en wanorde, waaruit het nimmer in ftaat was te bel omen. Nederland en Italië hebben zyne fchatten verzwolgen. Hy liet na eenen geest van Staatszugt en tyrannie aan zyne Opvolgers, die in alle Raadsvergaderingen indrong, en de Staatsdienaars bedorven heeft. Bygeloovigheid hadt , in den hoogften trap , deszelfs hart ingenomen. De Her*  philips de II en III. 153 Hervormde Godsdienst was by hem de fnoodite Kettery. Liever wilde hy ons Vaderland verliezen , dan dezelve dulden. Zyne wroegingen kon hy, in het laatfte van zyn leven , niet dooven. Zyn Biegtvader ftondt voor deszelfs zaligheid in , mids hy de opgelegde boete volkomen deedt. Was philips niet zot , toen hy eenen Regtsgeleerden riep, om de vergiffenis ten volle te bekragtigen ? Hy verliet het leven in den jaare 1597. V. Was zyn Opvolger hem gelyk ? A. Philips de III, in den jaare 159S, ten throon gefteegen , overtrof (hoe zeldzaam is dat!) de meeste zyner Onderdaanen in zedelyke Deugden ; doch hadt weinig van die gaaven , die groote Koningen maaken. Dan, hoe veel beter was het voor een Ryk eenen deugdzaamen philips den III, dan eenen zo ltaatzugtigen karel den V, of philips den II te hebben, zo hy maar kundigheids genoeg bezeten hadt, om te regeereu , of braave Staatsdienaars , om hem te helpen! Men tierde op zynen Gunsteling , den Hertog van Lerma , die hem overreedde het bekend twaalfjaarig Befhnd met ons Vaderland te fluiten , hoewel deeze niet anders deedt, dan Spanje , waar een Echo door de fchatkist klonk , van kosten te beyryden. De jèfuit mariana , beroemd door zyne Historie van Spanje , K 5 door-  154 M0RISKEN VERD REEVEN. doorltreek hen beide met zyne pen , het geen hem eene plaats in een gevangenhuis, geduurende een geheel jaar , deedt verkrygen. Dat Beuand met ons Land was beter , dan de uitdryving der Morisken uit Valentia , in den jaare 1609. Verftandige Edelen keurden dezelve af, zeggende , gelyk ook de uitkomst bevestigde , dat met hen de Naarftigheid , de Rykdom en de Overvloed uit het Land zouden vertrekken. Na dat die Inwooners , van tyd tot tyd, naar Barbarye waren overgevoerd, nam men nog erger befluit , naamelyk, van hen uit het geheele Ryk te doen verhuizen om hun hardnekkig ongeloof tegen het Evangelie, om hunne blydfchap over 's Ryks onheilen, om eene verftandhouding met Engeland, Frankryk en Holland, en, eindelyk, om hun geduurig toenecmen in getal , het geen deedt vreezen , dat de Zeden en 't Geloof der Christenen daardoor zouden verbasterd worden. Maar de Edelen gaven de fchuld van 't eerfte (zo de Morisken waarlyk Mahomethaanen in hun hart waren) aan de Geestelyken , en aan de wreedheid der Inquifitie. De tweede reden noemden zy eene inbeelding. Tegen de derde kon de Natie toezien. Een neerllagtig ongewapend Volk kon zckerlyk niets onderneemen met vrucht tegen Spanjé's magt. Dan een verlies van zo veels  philips de III en IV. 155 veele naarftige Inwooneren moest den Ryke eenen zwaaren flag geeven. Ongelukkig, dat de niet wel beraaden Koning, in plaats van te gebruiken de by de hand zynde zagte middelen , om hen tot Christenen te maaken , het befluit nam, van zesmaal honderdduizend Menfchen zyn Land te doen ruimen. Dat Spanje deeze dwaasheid nog be- weene ! De Hertog van lerma dacht best, in den jaare 1616, als Staatsdienaar, te bedanken, ziende hoe benard Spanje werdt door den verwarden ftaat van europa. Overgegceven te zyn aan de rust was 's Konings groot en eenig gebrek. Hy ftierf in den jaare 1619. V. En zyn Zoon volgde , mogelyk, dat voorbeeld niet , en redde het Ryk ? A. Philips de IV werdt en bleef, gelyk zyn Vader, toen hy 's Volks Opperhoofd geworden was , de Onderdaan van eenen Gunsteling , den Graave de olivares. Hoe ongelukkig voor het Ryk ! Deeze befloot 's Konings gezag in Italië en Nederland te handhaaven : een groot ontwerp, wCl uitgedagt ; maar door de Voorzienigheid verydeld. De meeste Leden des Spaanfchen Raads wilden daartegen het Befland met ons Vaderland verlengen, of in eenen vrede verkeeren. Dit mislukte, in den jaare 1622, en het bragt eenen geest van nydigheid onder  156 slest bestier. van olivares. der de Staatsmannen voort , die daarna het Ryk op den oever des ondergangs bragt. Hollanders , Franfchen en Engelfchen , door olivares Plan verbitterd , vielen te zamen op Spanje aan ; des het dien Ryke , in den jaare 1628 , overal tegenliep , terwyl ook de Italiaanfche Vorsten, de erbarmelyke plondering van de Hertogdommen Panna en Modena befchouvvende , te laat berouw kreegen , van zich zo diep ingelaaten te hebben in den nayver van Spanje en Frankryk. Dan , olivares liegt bellier , dooiden Koning , 't geen ons verbaazen moet, niet opgemerkt, bragt de Katelaanen, die hy van hunne voorregten wilde berooven , tot eenen opftand, en Portugal, welk Ryk hy tot een Provintie van Kaftilie wildemaaken , tot afval ; des men , minder dan in ééne maand tyds , eenen nieuwen Koning , juan den IV , den ouden throon zag beklimmen, olivares, wien alles tegen liep, kreeg, eindelyk, de afzetting ten loon. De Koning , na zo vee'1 verfchillende lotgevallen in den oorlog ondergaan te hebben, tekende den vrede met ons te Munfter , in den jaare 1648 , en twee veldflagen tegen de Portugeezen verlooren hebbende, moest hy ook van dat Ryk afzien, geevende den geest in den jaare 1665. V. Stak Spanje, na zo veele onheilen, het trotfche hoofd weer op? A.  REGEERING VAN .KAREL DEN II. 157 A. Daar de Opvolger, karel de II, maar vier jaaren oud, onder de regeering eener agterdogtige , het gezag de Kroon vernielende , en de Onderdaanen uitputtende Moeder ftondt , werdt deeze ongelukkige Prins onvermogend tot het herftellen van zulke gebreken. Na eenen agtentwintigjaarigen oorlog zag hy , in den jaare 16Ö8, zyne Moeder het Huis van Braganza op den Portugeefchen throon erkennen. Dus werdt dat Ryk van Spanje voor altoos afgefcheurd. Ook wilde deeze heersehzugtige Vrouw, dat karel , meerderjaarig geworden zynde , aan haar het betlier zou laaten , het geen hy affloeg. Dan , hoewel men zints eene groote verandering in zyne getteldheid befpeurde, 't geen men toefchreef aan eenen chocoladedrank , hem door zyne Moeder gegeeven , haalde egter juan nevens eenige Grooten karel over , om de Koningin-Moeder naar Toledo te bannen. Hierdoor kreeg de eerfte den titel van Behouder zyns Vaderlands ; doch daarop vatech befchuldigd en mogelyk vergeeven , verviel Spanje in eene regeeringloosheid , des men karels Moeder herroepen moest , terwyl de Hertog van medina coeli Staatsdienaar werdt. De ergtle dvvaaze daad van deezen onbekwaamen Man was, het koper-geld , waarvan vyftien millioenen in Spanje omliepen, van de fchynbaare tot de  353 verval van spanje. de wezenlyke waarde «te brengen. Dit gaf, gelyk Gy denken kunt, eene algemeene verwarring, kauel kon geen gelds genoeg vinden , om zyne jaarlykfche reis naar Aran* juez , hoewel maar zeven mylen van Mat drid gelegen , te doen. De vaste inkomften der Kroon waren , eenige jaaren in voorraad , al ontvangen. De Inzaauielaars .daarvan waren meest Jonden , die hunne ryk» dommen buiten 's Lands verzonden , dewyl zy ze in 't Ryk niet genieten konden , en zelve daarna volgden. Dit heeft dei Jooden aanleiding gegeeven tot het uitvinden der zo nuttige Wisfelbrieven in den Koophandel : want anders zagen zyl geene kans , om hunne overgeblecven' goederen te behouden. Hadt karel de V , hadt pirrem>3 de II nu eens opgezien ! Er leefden die Spanje de wet aan europa hadden zien voorfchry'-en ; maar die het nu ook in volle onmagt zagen liggen , en daarby overal befpot. Welk eene verlaaging? Er waren wel bekwaame Mannen , die het Ryk konden herftellcn ; maar fommigen , eene te groote hervorming vreczende , wilden dat niet dulden. Kon Spanje grooter ongeluk overko* men ! karel begon daarna wel eenige verbeteringen te maaken ; maar veele wanorden bleeven.' Zyn oorlog met Frankryk werdt, in den jaare 1607, te Ryswyk met eenen vrede  successie oorlog. ' 159 vrede verwisfeld ; maar veel bleef er re doen ten aanziene eens Opvolgers , daar de Koning zieklyk was , en in het jaar 1700 ftierf. V. En wie beklom toen den throon ? A. Er ontftondt een langduurige oorlog wegens de Opvolging, doorgaans' genoemd de Spaanfche Succes-fie - Oorlog , gevoerd , in en buiten het Ryk , ter zee en te land, door de Vorsten van europa. Er waren twee Mededingers , philips de V, Hertog van Aujou, en karel de III, Aartshertog van Oostenryk , die naderhand onder den naam van karel den VI, als Keizer, bekend is geworden. De eerfte werdt door Spanje ; de ander door den Keizer, door Engeland, Holland en Portugal erkend. Maar nu hadt deeze , en dan geene de overhand. De Zeeflag by Figos, waarin de Spanjaards agt millioen verlooren , het wegneemen van Gibralter door de Engelfchen , Madrid nu eens verlooren , dan weer gewonnen , en philips Leger by Saragosfa door de Hollanders en Engelfchen gellaagen, zyn bekend in deeze Historie. Dan , philips de V behieldt de overhand op karel den III, en in anna , Koningin van Engeland, de Hervormde Throons-opvolging erkennende, kreeg hy vrede , in den jaare 1713 ; maar hoe veel hadden intusfchen de eer en de magt  l6o lotgevallen van spanje. magt van Spanje , door zo langen en ver- drietigen oorlog , geleeden ! Dan, niet lang daarna haalde philips , aanfpraak doende op 's Keizers landen in Italië, het Bondgenootfchap van dien Vorst met Engeland, Frankryk en ons Vaderland , zich op den hals , waardoor hy veel in Italië leedt, en hoewel de vrede getekend werdt , in den jaare 1721 , na de afzetting des beroemden Kardinaals alberoni , philips Staatsman , raakte hy naderhand , door 't woelen zyner heerschzugtige Koningin , weer in twist met Engeland, vervolgens met den Keizer, en Portugal; -doch allen den oorlog moede zynde , kwam men tot eene algemeene verzoening , in den jaare 1735. Dan , twee jaaren laater, klaagden de Engelfchen zeer over geleeden' mishandelingen door de Spaanfchen in america. Frankryk en onze algemeens staaten booden zich aan tot Middelaars. De laatftcn werden fterk aangezogt om Engelands zyde te kiezen ; doch dat werdt hun zeer ontraaden door hunnen Gezant van hoey aan Frankryks Hof, die , zeggen de Engelfche Schryvers van de algemeene historie , een gedienftig fchepfel was van den Kardinaal fleury. V. Efi hoedanig was de uitflag ? A. Toen ik voorheen die uitdrukking, aangaande onzen Gezant van hoey, las, werdt ik  van hoey verdeedigd. l6l ik met verontwaardiging aangedaan. Om dat deeze braave Vaderlander den staaten ontriedt Engelands zyde te kiezen , en daardoor eenen kostbaaren oorlog wilde myden , waarin wy fchatten zouden verfpillen , en , . gelyk reeds meermaalen , ook in den laatften kryg met Spanje , gebeurd was , En. geland met de voordeden zien gaan ftryken, was van hoey een gedienftig Schep, fel van den Kardinaal fleury , Staatsdienaar des Konings van Frankryk! Hoe vaak liaan de Engelfchen zulk eene taal uit, wanneer men zich aankant tegen hunne belangen ! Dan , de gemelde Gezant heeft meermaalen dergelyke Veroordeelingen - moeten ondergaan , hoewel hy de gewigtigfJe voordeelen voor onzen Koophandel van Frankryks Koning verkreeg. Om dat hy, in den jaare 1743 , den Staaten voorfloeg de Onzydigheid te kiezen in den Franfchen en Engelfchen oorlog ; fcholt men dien waardigen Man voor eenen Landverraader, wien men mogelyk , was hy hier geweest, verfcheurd zou hebben. Weelendeuit welken hoek die wind waaide, verdroeg hy zulks met eene grootheid van geest , hem eigen; en liet zyne verdeediging aan den Tyd over. Niet lang daarna begreep men , hoe ongelukkiglyk men gehandeld hadt, in het verwerpen van 's Mans Plan. Oud van da- VI. DEEL. I, gen ^  l6a van hoey verdeed! gd. gen, en in ons Vaderland weder gekeerd, genoot hy het genoegen , dat toen een nieuwe oorlog tnsfehen Frankryk en Engeland, in den jaare 1755 uitbrak, de algemeene staaten 't Plan van hunnen ouden Gezant volgden , 't geen miliioencn voordeels den Lande gedaan heeft. Zo veel moest ik U zeggen ter verdeediginge van dien waardigen Gezant, van dien waaren Vaderlander, door eene Engelfche pen ten onregte gegispt. — Nu kunnen wy voortgaan. Engeland en Spanje raakten eindelyk aan eikanderen, waarby het laatfte Ryk te kort fchoot. vernon , een beroemd Admiraal van Engeland, veroverde eenige Spaanfche bezittingen in america. ais'son zeilde naar de Zuidzee , verbrandde Paila, en maakte veel fchats ten buit. philips de V, niet ontbloot van bekwaamheden , maar lusteloos , bygeloovig, en geheel onder liet bewind der Koningin, de allcrlistigiie en eerzugtigfte Vorftin van haaren tyd , ftierf in den jaare 1746. V. Vervolgde zyn Opvolger dien oorlog? A. Ferdinand de VI, zyn Zoon, tradt met vreugde tot den vrede , te Aken , in den jaare 1748 gcüooten, veranderde de ganfche gefleidheid der Spaanfche Regeering , fchafte de noodelooze jaargelden af, betaalde de fchulden van den Staat, bragt de Landen Zeemagt in orde , moedigde den handel en  regeer ing van karel den III. 163 en de handwerken aan,- en ftierf, overmand van droefheid, wegens het verlies zyner Koningin , in den jaare 1759. — karel de III, zyn Broeder, Koning van Sicilië, de kroon ervende , verbeterde zyn Ryk , onthief het Volk van zwaare lasten, floot , heimlyk , met Frankryk en zynen Zoon, aan wien hy Sicilië hadt afgeftaan , een zo genoemd Familie-verdrag , of eene vereeniging van regten en belangen : eene zaak, waarvan men in deeze Eeuw nog niet gehoord hadt, het geen , uitlekkende , oorzaak was , dat Engeland , ter vcrydelinge des gevaarlyken toe. legs , den oorlog aan Spanje verklaarde, in den jaare 1762, en op hetzelve de Havana en daar door Cuba veroverde , voor welker teruggaaf men Florida moest afflaan. Het eerde uitwerkfel van dat Verdrag kwam neêr op den Koning van Portugal, die , ook daartoe genoodigd , doch onwillig zyn» de , aangerand werdt door Spanje. In den eerften aanval verloor hy veele zyner landen; doch door de Engelfchen , aan welken hy verbonden was, geholpen , en den Graaf le lippe , die met roem in Duitschland gediend hadt, tot Veldheer verkreegen hebbende , werden de Spanjaards gefluit, en de Vrede daarna getekend. Ongeacht de uitmuntende Zeemagt deezes Ryks ten deezen tyde , heeft Spanje , noch in de onlangs L 2 ge-  164 bezittingen van spanje. gedaane aanvallen op Marocco en Algiers , noch in den oorlog tegen Engeland, zyne eer opgehouden; doch de Koning heeft veel roems behaald door het verbannen der Jefuiten , in den jaare 1767, wegens gevaarlyke aanflagen tegen het Ryk. V. Nu , ten befluhe één woord van de Regeering, van het Volk, van deszelfs Aart, Zeden , Godsdienst en Handel. A. De meer Republiekeinfche Regeering, vooral in Kaftilie en Arragon, is thans vernietigd. De Koning beheerscht naar willekeur agttien Landfchappen in Spanje; waarin men telt omtrent vyftienhonderd Steden, waarvan nog veelen Moorfche of Arabifche naamen voeren ; daarenboven eenige Sterkten, als Ceuta en Madalquivir op de Kust van africa ; de Ladronifche en Philippynfche Eilanden in asia , nevens de Kanarifche in den Atlantifchen Oceaan; ook is het grootfte deel van america , ik meen , de verre uitgebreide Landen van Mexico, Peru en Chili, uit kragt der Bullen , door Paus alexander den VI gegeeven , hem onderworpen : des deeze Vorst , wist hy welk Land hy bezat , de magtigfte Monarch der Waereld zou weezen. Voorheen hebben vier Koningen den titel van Keizer gevoerd: alfonso de VIII liet zich plegtiglyk daartoe kroonen ; dan , federt is dat agter gebleeven. fer-  kro0nsopv0lging. hoofdstad. l6$ ferdinand verkreeg , als eene byzondere gunst , van den zo ever, genoemden Paus, den titel van Katkolyken , en om zyne , van ons zo dikwerf gelaakte uitdryving van Mooren en Jooclen, en om het invoeren der Inquifitte : na hem voerden alle zyne Opvolgers , tot heden toe, dien naam van verkeerde betekenis. Zy hebben zich den voorrang boven alle Christen Vorsten aangemaatigd , 't geen de Gezanten aan vreemde Hoven veel tvvists gegeeven heeft. De Kroonprins voert den naam van Prins van Aftu* rie , de andere Zoonen dien van Infantes, en de Dochters noemt men Infantas. 'Gaat één der eerflen een Huwelyk aan beneden zynen rang , dan verliezen zyne Kinders het regt op den throon, volgens een genomen befluit, om dat voorheen, toen Spanje nog gefplist was, de Kroon driemaal in het Huis van Kaftilie , zevenmaal in dat van Navar» re , en tweemaal in dat van Arragon is overgegaan. Toledo was eertyds de Hoofdftad ; maar de bovengenoemde ferdinand en karel de V verkobzen daartoe nu Burgos of Valladoid, dan Granada , Barcelona of ■ Madrid. Dan , philips de II ftelde de laatfte Stad boven de eerlten , om haare goede ligging en gezonde lucht, gelyk zy ook federt de Hoofdftad gebleeven is. Voorheen hadt men er donkere en byster morsig 3 iige  166 ryk dom en bestier in spanje. fige ftraaten, waaraan men toefchreef 't vroeg uitvallen van de tanden dier Stedelingen; doch nu zyn dezelven, door den tegenwoordigeu Koning , 's avonds verlicht en opgeruimd. De Grooten zyn verdeeld in hoogen en laagen Adel: de eerlten, Grandes geheeten , mogen zich , in 's Konings tegenwoordigheid dekken , en worden van hem Prima's , dat is Neevcn , geheeten. Zy allen draagen het hart zeer hoog. De Aanzienlykften hebben alle eenen Huis-Kapellaan , die voor een gering aalmoes de Mis by hen komt doen. — Men zou Spanjenoemen het rykfte Land der Waereld , om dat de fchattén van Mexico en Lima daarin overgebragt worden , indien het niet zo veel van andere Natiën overnam , waardoor die verbaazende fommen verflonden worden, en den Ryke weer uitgaan. Geen Land is er in europa , waar de Regeering flapper is in haar beftier, en minder kragts heeft. Traagheid zit overal op den throon: zelfs de Dienstbooden in de Huizen der Grooten gaan meestal ledig. Nyverheid, zuinigheid in het beftier der geldmiddelen, aanmoediging van den Landbouw, het graaven van Kanaalen , zouden alles herftellen: voornaamelyk , zo men daarby affchaft» de drie. ennegentig Feestdagen , die , in één jaar, aldaar gehouden worden , en de traagheid niet l  feestdagen. staatseestier. 167 niet weinig vermeerderen. Men mag wel , 't is waar , op eenige derzelven werken , zo men de Mis niet verzuimt ; dan daar de Kerken meestal verre afgeleegen zyn, en de Mis eerst tegen den middag geleezen wordt , zo kunnen veele Landlieden geene vrugt van die vergunning trekken. Men berekent des , dat , indien deeze onmaatige menigte van Feestdagen verminderd werdt, elke nieuwe Werkdag een voordeel van omtrent twee millioenen guldens , louter door den arbeid , den Ryke zou geeven. De harde bejegeningen , den grooten columbus aangedaan , en het onregt, dat cortes , de eerfte Zee-Kapitein , federt den tyd van julius c.esar , die de Historie zyner togten en bedryven zelf fehreef, heeft moeten lyden , gelyk ook de hoonende beleedigingen aan andere dappere en ftoute Lieden , die Spanje zo grootlyks aan zich verpligt hebben , zyn fchreeuwende blyken van het oude ficgte Staats-beftier. Eertyds waren er eenige millioenen Inwooners meer , dan nu. Niet lang geleeden telde men er flegts tien millioenen , dat , naar gelange van 's Lands uitgebreidheid, weinig is. Dan, deeze Volks-vermindering moet men wyten aan het verbannen van Mooren en Jooden, aan fotnmige nu onvrugtbaare Landftreeken, aan veele Huwelyken zonder kroost , en vooral aan L 4 het  1-68 ONGELUK VAN D'oLAVIDEZ. het vliegen naar , en bet zwerven als roofdieren in America , om fchatten te haaien, welk laatfle den grond gelegd heeft tot gierigheid en wreedheid , gelyk het eerfte een blyk is geweest van ecu onverfehillig , lusteloos en flcgt bedacht Hof. En wat moet men van de tegenwoordige Regcering zeggen , als men haar onlangs zag toelaaten, dat de vernuftige en noeste don pablo d'olavIdez door de Inquifitie aangerand werdt , om dat hy veele Dorpen en Landhoeven vlytig aangelegd, en ze met veel luister en voordeel voltooid hadt. Ik ken Vaderlanders , die den arbeid deezes Mans met groot genoegen gezien hebben. Dan , hetzelve was genoeg, om den nyd van fommige Politieleen te wekken , en hem in de flrikken der Inquifitie (andere kans ftondt er misfehien voor hun niet open) te verderven. Hy dan , die de beste diensten aan den Staat beweezen, en een treflyk voorbeeld van Landen te havenen gegeeven hadt, werdt betrokken voor de Vierfchaar dier gevreesde Richters, en, ik meen, onder anderen befchuldigd , dat hy de handen van Duitfckers gebruikt .hadt, om dat nuttig werk uit" te voeren. Hoe het zy, de braave d'olavidez kreeg het ongenadige vonnis van eeuwig te moeten zitten in eene Spaanfche gevangeni*. Gelukkig, dat hy uit dezelve  karakter. der spanjaarden. l6<) zelve uitgebrooken en naar Frankryk ontfnapt is , waar hy zyne dagen in vrede doorbrengt onder den naam van den Graaf van piso. V. Hoedanig is het karafter der Inwooneren deezes Ryks ? A. Wanneer men overweegt, dat de eerfte Bewooners Fheniciers, Karthagers en Romeinen waren ; daarna Fandaakn , Siteven en Gothen ; vervolgens Mooren en Jooden ; dan begrypt Gy , dat 's Lands Inwooners eene vermengde foort van Menfchen zyn. Veelen der hedendaagfchc Spanjaarden zyn afkomftig van de Mooren , eenige weinigen van de Romeinen , en een geringer getal van de Jooden ; van waar komt het groot onderfcheid in Zeden , Deugden en Ondeugden. In den Oorlog tegen de Mooren toonden zy eene grootmoedigheid , kloekzinnigheid en volhandigheid, die weinig of geene weergaê in de Gefchiedenis vindt; maar hoe zeer zyn dezelven nu geweeken .' ferdinand de II , gemeiyk van aart, geneigd tot peinzen en een haater van gezelfchappen, vcrfpreidde 'eenen nevel van zwaarmoedigheid over de Hovelingen , en dat heeft, meent men, de ffilzwygendheid voortgebragt. karel de V was , in tegendeel , zagtzinnig en vriendelyk ; des werden de ftaatlykheid en agterhoudendheid zyns Voorzaats niet nagevolgd. L 5 Dan ,  170 karakter der spanjaarden. Dan , philips de II dankte de openhartigheid en opregtheid fchielyk af: loosheid en dubbelzinnigheid waren de kanaalen , door welken alle dingen liepen. Kuipery kwam dus ter baane; en geen tak in de Spaanfche Staatkunde werdt grooter, dan ondoordringlyke geheimhouding, 't Uitgeftrekt gezag van karel en philips , meent men, heeft der Natie eene heerschzugt en verwaandheid ingeboezemd, die door het verval des Ryks niet hebben kunnen uitgeroeid worden. Men roemt de hoflykheid in de Mannen , de toegenegenheid der Vaderen tot hun kroost, de vernuftigheid, de vrolykheid en de geneigdheid tot opfchik in Vrouwen en de eerbiedigheid in Vrienden. Eergierigheid, grooter liefde voor de Waarheid dan by veele andere Volken , Grootmoedigheid, Maatigheid in fpys en drank, Ernsthaftigheid, Getrouw-' heid in het woord houden, gedienftige Eerbied omtrent den Jufferfchappe, en Ingetoogenheid in gefprekken , worden hun toegekend. De aanzienlykfte Vrouwen doen niet anders dan flaapen , eeten , drinken, wandelen en de Schouwplaatzen bezoeken; zeer zelden de hand flaande aan eenig handwerk. En is het maar zeer kort geleeden, dat eenigen begonnen hebben haaren pligt en de nuttigheid van denzelvcn in te zien. Welk eene verpligting de dooiende Ridderfchap aan den  ondeugden. stieren-geve gten. 171 den geestigen don quichot, door cervantes pen gefchreeven , indedaad heeft , heb ik U gezegd. (IV Deel, bladz. 342, 343) Dan , Trotfcheid , vcrbaazende Traagheid , ligte Geraaktheid , hongerige en flordige Ledigheid , Onmaatigheid in hunne driften en minnaryen , brandmerken hen tot heden toe, al is de geweldige jaloersheid thans verminderd, 't Hard vervvyt van ysfelyke Wreedheid hebben zy zich op den hals gehaald door de InquiRtie ; door de behandeling der Americaanen , van welken , heeft las casas niets vergroot , zyne Landslieden vyftien millioenen omgebragt hebben ; en door hunne Stieren-gevegteri , welke de Paus, hoe hoog anders in Spanje geacht, niet heeft kunnen affchaffen. Deeze Gevegten fchynen één der voornaamfte vermaaken der Natie te zyn. Er is geen Stad in het Ryk , die geen groot plein heeft, om tegen Stieren te kamp te gaan. Voorheen plagt niemant , dan van geboorte, te paard tegen eenen Stier te mogen vegten ; doch die Wet is thans door den tyd in onbruik geraakt. Een klein arm Dorpje , dat geen Stier kan bekostigen, legt wat byéén , om eene Koe of eenen Os te koopen , en , op Ezels gezeeten, die te beftryden. Eene Minnaares te behaagen , of zynen moed te toonen, zyn de eenige drvfveeren, dat de Ridders, in afgeflooten Stryd- pcr-  172 geve g TEN. DANSSEN. SERENADES. perken , ten aanziene van duizenden Aan* fchouwers , hunne darmen waagen aan de hoorns eens gefarden woedenden Stiers; doch het eerfte beginfel deezes bedryfs moet in eene brooddronkene Wreedheid gezogt worden. Dan , wat zal men hiervan zeggen ! Deeze fchandelyke vermaaken zyn door 's Lands Wetten geftaafd , en des fchynen zy in 't oog der Natie geoorlofd. Onder hun¬ ne Gebruiken telt men, de dooden naar het graf te brengen met ongedekte aangezigten; dienstbooden , hebben zy , eenen tyd lang , in een- huis 'gewoond, en zyn zy buiten ftaat van dienen geraakt , hunne huur te laaten behouden ten vertoone van de grootheid der Spaanfche Edelmoedigheid ; hunnen wyn in zakken te bewaaren ; alle avonden in de warme ftreeken te wandelen, en door 't heele Ryk zich met, zang en dans te vermaaken , terwyl er onder de honderd geen één is , die niet danzen kan , zynde de Fandango en Seguedilla de nationaale dansfen. 't Gemeen maakt Liedjes voor de vuist , 't geen de Natie kenfchctst. Voormaals bleef men ftandvastig by de oude kleeding , en deeze werdt door geheel europa nagevolgd ; doch de Franfche manier is nu al mede onder hen fterk doorgedrongen. De Serenades of het geeven van een Avond- of Nagt-Muziek vóór de deuren van ge-  godsdienst in spanje. 173 geachte Jonkvrouwen , by ons thans weinig in gebruik, zyn mede van hun af komftig. V. Hoe is het met den Godsdienst gelegen ? A. Geen andere dan de Roomfche wordt in het Ryk geduld. Volgens 't algemeen gevoelen heeft Apostel jacobus het Evangelie daar gepredikt , wien men , om zynen byftand tegen de Mooren , waarvan duizend fabelen verhaald worden , als Befcherm-Keilig lang geëerd heeft; maar, na den jaare 1760, waarin karel de III, nevens de Ryksftanden , de onbevlekte ontvangenis der Maagd maria bezwooren , en haar tot Patroones der Spaanfche Monarchie verklaard heeft, is jacobus aanzien zeer gedaald. De oude Kerk heeft lang der Pausfen magt weêrltaan; maar de eerbied voor hem is thans zeer groot, hoewel dezelve voorheen nog uitneemender was. Men telt er agt Aartsbisfchop- pen , onder welken die van Toledo , hebbende driemaal honderd Spaanfche ducaaten inkomften , dus , naast den Paus , de rykfte Geestelyke der Waerdd gerekend wordt. Na veel twists is nu bepaald , dat de Paus tweeënvyftig Kerkelyke Ampten , en de Koning de overigen zal vergeeven. Aan Monniken en andere Geestelyken mangelt het in Spanje niet ; maar er is mogelyk geen Land in de Waereld , waar zy zo dom , ongeleerd , en bygeloovig zyn , dan hier. Men telde  174 getal der geestelyken. telde onlangs in dat Ryk niet minder dan tweeduizend en veertig Mannen - Kloosters , en daarin negenenzestig duizend zeshonderd en vierenzestig Monniken ; en in duizend en drieëntwintig Vrouwen-Kloosters , agt'èndertig duizend en negenëntagtig Ncnncn. Welk een nadeel lydt het Ryk by' zulk eene Inflelling , door de Reden niet opgegeeven , van Jesus niet bevolen ! Hoe veele ledige handen en verflindende monden, die niets nuts voor de Maatfchappy doen , dan de inkomften te verllinden, die Bygeloovigen hun gefchonken hebben , om den Piemel te verdienen ! En zo men de andere ongetrouwden Geestelyken buiten de Kloosters hierby voegt, dan groeit het getal aan tot ruim honderd en tagtig duizend, die , in een flegt bevolkt Land, honderd en tagtig duizend Huwelyken , in hunnen leeftyd, en hoe veel meer anderen in 't vervolg doen agterblyven. Ook moet men hierby voegen, dat deeze Kerkelyken door de Hervorming weinig verbeterd zyn , het geen den Roomfchen in andere Landen heeft mogen gebeuren , om dat de Inquifitie van Spanje , zorgvuldiglyk , daar tegen gewaakt heeft. En hieraan moet Gy toefchryven de verregaande onweetendheid en 't bygeloof der Spaanfche Geestelyken , welke wederom invloed op de Natie hebben , daar deeze door hen wordt  eerdienst in spanje. 175 wordt onderweezen en beftierd. Duizenden ontier liet Gemeen weeten niet, dat er andere Gezindheden buiten hunne Kerk in de Waereld zyn , en hebben zelfs den naam van Proteftanten nooit hooren noemen. Ey deeze gelegenheid m,oet ik U zeggen , dat er drie foorten van Eerdienften zyn, ik meen de Ambrofiaanfche, by de Milaneefche Kerk in trein ; de Roomfche , elders overal in gebruik ; en de Mozarabifche, die voorheen in heel Spanje plaats hadt tot de Regeering van alfonso den VI , doch te Toledo nu nog onderhouden wordt. Toen de Christenen aan de Mooren aldaar onderworpen werden , die hen in het bezit hunner Goederen en Kerken lieten blyven , werden zy, als den Mooren of Arabieren ingelyfd, aangemerkt , kreegen den naam van Mozarabiers , en het Misboek , door st. leander en st. isidorus opgefteld , is , zedert beroemd gebleeven onder den naam van het Mozarabifche Misboek. De Inquifitie is thans wel in haare magt zeef beteugeld door den Koning , van wien men onlangs de geheele afichaffing vervvagt heeft: dan , zo lang zy ftaat, heeft men geene waare verbetering onder de Geestelyken en dus ook niet onder de Natie te wagten. Men moet fidderen , wanneer men aan die vreesfelyke Regtbank, waarvan er eene voornaame te Goa ,  176 bedryf der inquisitie. Goa , eene tweede te Lisfabon , en eene derde te Madrid is , gedenkt. De laatfte is gefmaldeeld in agttien Ketter-Gerichten , welke twintig duizend Familiaren , dat is , Spions of Aanbrengers , die door het geheele Ryk verftrooid zyn , onderhoudt. Kettery, louter vermoeden van dezelve, Befcherming aan Ketters verleend, Toovery, Godslastering , en Lastering der Inquifiteurs, zyn de zes misdaaden , waar tegen zy yvert. Leevenden noch dooden werden voorheen ontzien. 't Lyfc zelf van juan den IV , Koning van Portugal, werdt door haar opgegraaven, en in den ban gedaan. Op andere tyden heeft men haar de dooden zien verbranden. Na het overlyden van Keizer karel den V, werdt een Proces tegen hem aangevangen, en zyn Testament veroordeeld. Die gevangen gezet wordt mag niemant fpreeken , zelfs geene genade voor hem verzoeken. Zy wil , dat men Vriend -en Vyand verraaden , Vader en Moeder, Kinders en Nabcftaanden befchuldigen zal. Over zulken, gevat zynde of gedood wordende, mag men niet zugten of weenen. Men ftraft hen , die het doet , ook hem , die het niet aanbrengt. Eens dwongen die heilige, die mededogende Richters eenen Koning , welke medelyden toonde met eenen ongelukkigen , dien zy naar de gerigtsplaats lieten leiden, om  snoodheid der inquisitie. 177 om door een fengzaam vuur verbrand te worden, eenig bloed, ter boetdoeninge, moest laaten aftappen , 't geen zy door den beul in hetzelfde vuur deeden werpen. Te Goa ftondt de befchuldigde Non soarez driemaal de pynbank deezer zagtmoedige Geestelyken door , en , hoewel men de aangctygde verfierde misdaad niet bewyzen kon , werdt zy egter langs de ftraaten gegeesfeld, en tien jaaren gebannen. De Pest is eene voorbygaande geesfel; maar de Inquifitie ftrekt zich uit tot veele Geflagten. Er is geen fterker bewys van der Menfchen dwaasheid en boosheid in de Historie der Waereld te vinden , geen geduurzaamer gedenkflnk van eene ontaarte natuur , dan de Inquifitie geleverd heeft. De Inquifiteur torquemada beroemde zich , het Proces van honderdduizend Menfchen opgemaakt , en zesduizend te hebben laaten verbranden. Men rekent, dat de Inquifitie wel vyfmaal honderdduizend Jooden omgebragt , en agtmaal honderdduizend heeft doen vlugten : daarenboven dat zy het karacler der Spaanfiche Natie bedorven , cn dezelve ftil , peinzende agterhoudende , lui en traag gemaakt heeft meer dan de Staatkunde , of eenige andere reden. Zo veel mits heeft deeze heilige In nelling gedaan ! V. Maar hoe is 't in Spanje met de VI. deel. ■ M Taal,  178 geleerdheid in spanje. Taal , met de Geleerdheid en Weetenfchappen geleegen ? A. De Taal is gefmeed uit die der Romeinen en Vandaakn , waaronder naderhand veele Moorfche of Arabifche Woorden zyn geraakt. De Latynfche blyft egter de grond, taal. De Spaanfche Spraak is kragtig, verheven , welluidende en woordenryk. Dan, de geneigdheid tot Boeken en Geleerdheid is zeer gering, hoewel men er groote gedach. ten van zou maaken op het hooren noemen van dertig Academiën in één Ryk; Niemant arbeidde meer, om de onbefchaafdheid weg te neemen , dan ximenes , één van Spanje's doorluchtigfte Mannen, een groot Staatsdienaar , een diep Geleerde , een onvertfaagd Krygsman en tevens een voorbeeldig Geestelyke , toen hy van eenen armen Franciscaaner Monnik tot Aartsbisfchop van Toledo en Kardinaal verheven was. De Biblia Complutenpa of Polyglotta , dat is, de Bybcl in verfcheiden' Taaien , waaraan de meeste geleerde Mannen des Ryks verfcheiden' jaaren arbeidden, is men hem verfchuldigd. Hy droeg de verhaastende onkosten van het drukken, en zag zelf de drukproeven na. Het ftichtcn der Hooge School van Jlkala , met zesenveertig Hoogleeraars en een vast inkomen van veertien duizend ducaaten , werdt door hem begonnen , en in agt jaaren voltooid. Te Toledo en vooral in  handschriften in spanje. 179 in liet Escuriaai is eene groote Bibliotheek, waarin , onder duizend voortreiTelyke Ilandfebriften , vooral eene menigte Arabifche bewaard worden. De laatlten zyn meest aangevuld met de geenen , die 'karel de V uit de geplonderde Stad Tunis heeft overgebragt, en byzondcr met drie duizend fierlyke Arabifche Werken over de Geneeskunde , Wysgeerte en Staatkunde , die pedro de lara , by het vermeesteren van de Kleerkamer van zidan, Koning van Marocco , in twee Schepen gelaaden , op Zee magtig werdt, waarvoor zeventig duizend ducaaten ter losfinge vrugteloos gebooden zyn. Jammer is het, dat een ongelukkige brand, in den jaare 16S1 , tweeduizend Arabifche Handfchiïften verteerd heeft : een ongeval , dat veele Boekeryen overkomen is. casiri', een Man van eene uitgebreide Geleerdheid, en vooral ervaaren in de Oosterfche Taaien, heeft onlangs , op 's Konins bevel , begonnen , na eenen langen arbeid , eene Lyst' van 1630 Arabifche Handfchriften te geeven ; waarop iriarte de Griek fche heeft laaten volgen. Van philips den II zon men niet verwagt hebben de Vertaaling van verfcheiden' Griekfche en Latynfche Schryveren. Dan, ongeacht dat alles , kwynt de Geleerdheid in dat groot Ryk , hoewel de laatlte aangewende poogingen eenige opwakkeM 2 ring  ï8o geleerden in spanje. 'ring geeven. — Dan, al levert Spanje thans eeenen seneca , lucanus , martialis of prudentius , men heeft er egter ontelbaars ' Dichters , waarin men fchranderheid en diepzinnigheid , tot welke hunne levendige verbeeldingskragt hen bekwaam maakt, ontmoet. Het verhevene meer in woorden , dan in zaaken zoekende , vervallen zy niet zelden tot onnatuurlyke en opgewollen' gedachten. chalderon de barca , en VOOral lopes de vega zyn hunne geliefde Tooneeldichters ; doch men heeft ze naauwlyks buiten Spanje hooren noemen. De Spaanfche Treurfpelen zyn menigvuldig; dan, daarin fpeelt de duivel de grootlte rol, die altoos door eenen Engel, Heilig' of vroomen Man wordt tegengeftaan. mariana is de beste Historiefchryver, en gongora de beroemdfte Lierdichter ; doch moeilyk te verftaan. — lemos en molina waren , in 't begin der XVII Eeuw, hunne beroemdfte Schoolgeleerden. De Scholaftike Wysgeerte heeft overal plaats, en wie zou ze , daar eene Inquifitie heerscht, durven tegenfpreeken ? Om die reden blyft men by het oude in de Godgeleerdheid. Geleerde Taaien en nuttige SchriftVerklaaringen worden er niet gekend, vooral niet by de luie domme Monniken ; maar wel de zo genoemde Kafuistery , dat is, de dorre Studie , ter oplosfinge van Gewee. tens-  konsten in spanje. isi tens-gevallen , waarin d$. Biegtvaders, die ze telkens noodig hebben, op hunne wyze, zeer ervaaren zyn. Men heeft er oulings vermaarde Regtsgeleerden gehad , wier Boeken in veele Landen zyn nagedrukt. — Ten aanziene der Geneeskunde- zyn zy verre beneden de Franfchen en andere Volken. In de Kruidkunde zyn zy beter ervaaren , na dat ferdinand de VI eenen zodanigen tuin te Madrid heeft aangelegd. Hoe prag- tig de Hoven van karel den V en philips den II zyn geweest , kwamen er egter geene Konstenaars onder de Natie te voorfchyn. Bouwkonstenaars , Beeldhouwers en Schilders moesten uit Italië komen , hoewel Vlaanderen , toen Spanje''s eigendom, de beste Leermeesters opleverde. 't Is vreemd, dat alle de Madonas of Nueftras Senoras , ik meen de Beelden der Heilige Maagd maria , door geheel Spanje en Italië , hoe zeer anders geëerd en opgepronkt, liegt gefchilderd zyn. Zy allen hebben eenen krommen neus, wydcn mond of andere gebreken. Eene Natie , die zo veel te doen hadt met den Oorlog, met de Staatkunde , met de vermeerdering van rykdommen , met Ampten te bejaagen , of met het reizen naar america, fcheen geenen tyd of lust te hebben , om het penceel of andere gereedfehappen in de hand te neemen. Al wat men deedt was, M 3 zich.  l8a krygsmagt van spanje. zich te verwonderen ! Des kogt men zelfs het Kabinet Schilderyen van karel den I, Koning van Engeland, toen het Parlement dat te koop veilde, velasques en murillo hebben alleen in deeze Eeuw uitgeblonken. Onlangs heeft men egter Leer-fchoolen gedicht. mata, feyoo, ulloa, zavala, argumosa, deza , maiaksius , ustariz , navarette , leruela, bioncada , herrera en campoma. nes zyn nu beroemd door hunne Schriften. V. Hoe is het daar met de Krygsmagt, "met den Landbouw en Handel gelegen ? A. Vóór weinige jaaren telde men de Krygsbenden op ruim honderd en dertig duizend man , en de Zeemagt op honderd en vierenveertig groote en kleine Schepen, waaronder men er vindt , die treflyk zyn uitgerust ; maar wat voeren ze uit ? In ééne Eeuw was Spanje ontzaglyk voor alle Nabuuren ; en , was het wél beftierd geworden , hadt het, na den flag van Pavia en St. Qtiintyn, afïïand gedaan van alle Landen, zou het nog magtiger zyn geworden en gebleeven. Men mag van Spanje zeggen, dat het, te midden der regeering van philips den IV , aan alle zyden begon te waggelen ; en federt zag men flegts eene fchaduw van den voorigen grooten Naam; een Volk, thans naauwlyks van eenig gevvigt in de fchaal van europa , offchoon , dat zeer aan-  magt van spanje. 1S3 aanmerklyk is , weinig verminderd in de uit-, geftrektheid van deszelfs bezittingen, en egter niet in ftaat, om eenige dcezer Magten het hoofd te bieden , dien het te vooren met éénen flag zou verpletterd hebben. In het laatfte der voorige Eeuw zagen wy eenige Vorsten van europa geene zwaarigheid maaken , om het Ryk van Spanje in gedeelten te fchiften , zonder de toeflemming van het Ryk zelf daartoe te hebben. Dan, federt Frankryk eenige Koningen aan hetzelve gegeeven heeft , hebben ■ eenige Staatsmannen getragt, leven en kragt in de Spaanfche Natie te brengen ; doch het was alleen voor een' tyd. Traagheid fchynt daar een erfregt op alles te hebben. Vóór eenige jaaren deedt het eenige poogingen; maar zy waren zo flaauw, dat ze op niets uitliepen. Gelukkig voor europa , dat de Godlyke Voorzienigheid dat belet heeft! De ximenessen of espunosa's zaten niet altoos aan 't roer der Regeering. Van den laatften , den Staatsdienaar van philips den II, verhaalt men iets zonderlings , naamelyk , dat hy gebooren werdt in de Kerk , toen men bezig was, zyne Moeder, die men meende dood te zyn, in den Grafkelder te fchikken; en dat hy de hand lloeg aan het mes, waar mede men zyn lichaam ging openen , toen men hem , geflorven oordeelende , zou M 4 bal-  184 handel van spanje. balfemen; ■ In de kennis van Zeevaart en Krygskunde hebben zy andere Natiën, langen tyd , verre overtroffen , gelyk genoeg blykt uit hunne groote Vlooten, tegen Engeland uitgerust. Hun Ryk is voor- treffelyk gelegen tot den Zeehandel; dan, men moet het noemen een groot Koningryk van weinig voordeel voor zich zeiven. Waar zyn in het zelve de tweeëntwintig duizend millioenen guldens , uit amer'ca gehaald , of waar blyven de byna vyfênveerttg millioenen , die jaariyks van daar overkomen? Laat my U dat zeggen. De Spanjaards handelen op weinige Landen; maar de Hollanders, Engelfchen en Franfchen brengen hun allerleie waaren aan, en haaien anderen af, zo voor het Pvyk zelve als voor ameiuca : dan , dewyl deeze meer aanbrengen dan zy ontvangen , moeten de Spanjaards de rekening met geld vereffenen : dus gaat al hun gekt, ook dat van america, uit hun land; en men moet van hen met regt zeggen, dat zy in deezen handel niet meer dan Factoors zyn. Zedert america's ontdek¬ king en deeze overvaart van Goud en Zilver , zyn die metaalen zo overvloedig in europa geworden , als men ze thans ziet; maar alles is ook twee- , drie- ja viermaal hooger in prys gefïeegen. Spanje , als de bevoegde Regter , bepaalde de zetting van goud  fabrieken van spanje. l8$ goud tegen zilver, als één tot derden, dat, met eenige kleine verfcheidenheid , door geheel europa is aangenomen. Toen de Blooren , de zagtzinniglle Overwinnaars , en ten dien tyde het befchaafdfte Volk , dus de Leermeesters van duizend Jongelingen, die uit europa tot hen vloeiden , om in Konsten en Weetenfchappen onderweezen te worden, nog in Spanje waren , bloeiden de Laken? en Zyde-weveryen nevens veele andere Handwerken. Jammer is het, dat wy, ten deezen dage , zo weinig weeten van der Mooren Levcnswyze , - Wetten , Konsten , Weetenfchappen , Handel, Handwerken en Landbouw ; hoewel er , hadt men maar lust, nog wel wat te ontdekken zou weezen uit derzelver oude Gezangen, Kronyken en Puinhoopen der Geftichten , door hen opgerigt; doch na derzelver uitdryving is alles vervallen. In Sevilje , het middenpunt des Handels op america , plagten zestienduizend WolIe- en Zyde-weefgetouwen , waaraan honderd en dertig duizend lieden werkten , aan den gang te zyn. De Arabiers , dit weet men uit ebn-el-auan , fponnen daar oulings Ka. toen , dat thans in Spanje niet meer bekend is. Thans zyn egter de oogen een weinig open gegaan. De Koning heeft nieuwe Fabrieken doen aanleggen, en onder zyne befcherming heeft men eene Patriottifche M 5 maat-  iSÖ landbouw van spanje. f maatschappy voor den Landbouw onlangs te Madrid opgeregt , met welke byzondere Genootfchappen te Toledo, Guadalaxara, Segobia , Abila , Talavera , Sevilla en Siërra Modena vereen igd zyn : de laatfte bepaalt zich ook tot de Scheepvaart, tot den Handel , tot de Konsten en Weetenfchappen. De Tyd moet den uitflag deezer nuttige Inrigtingen leeren. V. En hoe ftaat het met den Landbouw in dat groot Ryk ? A. De gedaante van het Land is in de meeste Oorden een afbeeldfel van ellende. De Dorpen fchynen Schuilhoeken van bedelaars , en het geen erger is, arbeid en geneigdheid daartoe worden met afkeerigheid befchouwd. Sommigen hebben de Natie daarvan willen vrypleiten, en derzelver traagheid niet als een wezenlyk gebrek, maar als een gevolg van ontbreekende Fabrieken en dorre Gronden aangemerkt, 't Gaat zeker, dat alles , waar men loopend Water vindt, bebouwd is. Fladt men meer Waterleidingen, gelyk die van Segovia , welke vyftig mylen door Spanje's binnenlanden loopt, men zou er meer voordcelsi van trekken, dan van nieuwe veroveringen. De oude Romeinen , die Waterleidingen van honderd mylen lang gemaakt hebben , waarvan men , hier en daar, de puinhoopen nog vinden kan, hebben den Be-  kanaal imperiaal. l8? Beftierderen deezes Ryks, voor lang, den besten weg ten uitneemenden voordeele geweezen. Keizer karel de V begreep dat zeer wél. Hy liet daarom een Plan ontwerpen tot het graaven van een Kanaal ter bevogtiginge , doorgaans het Kanaal Imperiaal geheeten, en belastte dat ook te beginnen; dan, na zynen dood, bleef dat werk ftceken. In den jaare 1769, beflooten de Spanjaards hetzelve wederom ter hand te neemen , of een ander in deszelfs plaats te graaven. 't Strekt onzen Vaderland* tot geene kleine eer , dat men den Heere cornelis johannes krayenhoff , Kapitein-Lieutcnant Ingenieur van onzen Staat, gebooren te Vechel in de Meyery van 's HertogenBosch , noodigde, om in Spanje over te komen en te onderzoeken, of het ontworpen Kanaal , het geen beginnen moest beneden Tudela in Navarre , en by Quinto in Arragon eindigen, indedaad ter uitvoer gebragt kon worden. Deezen Vadcrlandfchen Man van uitneemende kennis en ervaarenheid wist men dus in Spanje te waardeeren, en hier te lande op te zoeken. De Heer krayenhoff kreeg daarop, in denzelfden jaare , vryheid tot hét vertrek. Te Saragosfa beland zynde , leerde Hy, by zorgvuldig meeten en waterpasten door de geheele Ryken van Navarre en Arragon , dat het verval des  l88 kanaal imperiaal. des Waters in liet Kanaal Imperiaal van karel den V te fchraal genomen , en dus de uitvoering daarvan , naderhand , geheel onmooglyk was voorgekomen. Een ander Kanaal, iets hoo'ger en boven Tudela te beginnen , werdt door onzen Vaderlander , om gelyke reden afgekeurd; doch hy bewees, dat men verfcheiden' nieuwen kon delven , naamelyk , een van Tudela tot Romana , een ander van Romana tot by Tortoza in Katalonie aan de Middelandfche Zee, en een derde , om de Rivier de Ebro van boven Tudela , waar het eerde Kanaal beginnen zou , bevaarbaar te maaken tot op de hoogte van Vittoria of Azovia in Biscaie , alwaar een ondéraardsch Gewelf door eenen Berg zou moeten gebragt worden, ter lengte van één uur gaans , om het water van de Ebro daardoor heenen te laaten, voorts door middel van Schutfluizen te vereenigen met de Rivier van Bilbao, en dus , langs deezen weg, eene gemecnfGhap te openen tusfchen den Oceaan en de Middelandfche Zee. Dit Plan , van zo veel belang voor het geheele Ryk , en gewis, kwam het tot dand, der uitvoeringe van eenen Koning van Spanje overwaardig, behaagde zynen Staatsmannen en aan den Vorst zeiven ; des men befloot aan het eerde en voornaamde , ik meen aan het Kanaal van boven Tudela tot Romana, ter- ftond  nieuw kanaal. i§9 ftond te beginnen, waarop de Heer krayenhoff in ons Vaderland terug keerde. Dan, niet lang hier geweest zynde , werdt hy wederom naar Spanje genoodigd, in den jaare 1770 , om het begonnen werk te overzien, en , onder zyn oog , meer te doen vorderen. Daar zynde , vereerde men hem met den post en eertitel - van Directeur Generaal over het Kanaal van Navarre en Arragon: men gaf hem meer dan tweeduizend arbeiders om het werk met kragt door te zetten : de Koning liet hem ook het Ryk van Murcia opneemen , en een Plan tot een ander Kanaal van bevogtiging aldaar maaken. Ook dat behaagde, en men wilde deszelfs uitvoering mede aan hem opdraagen ; doch de verbindtenis aan ons Vaderland en de lange tyd van ten minften tien jaaren , die aan de graaving befteed moesten worden, drongen hem om daarvoor te bedanken. Des keerde Hy , na de vorderingen van het Ka. naai Imperiaal op nieuw nagezien , en op alles orde gefield te hebben , in den volgenden jaare , in ons Vaderland terug. Geduurende zyne afweezigheid kreeg men verfchil met de Stad , doch voornaamelyk met de Geestelykheid van Tudela over den voortgang der doorgraaving, en wilde het Plan van onzen Vaderlandfchen Ingenieur den bodem inflaan , en een ander of dat van karel  jqo kanaal imperiaal. rfx den V wederom beginnen. Na veele moeilykheden gaf men , in den jaare 1775 , de beflisfmg daarvan over aan danicy, Hoogleeraar op de Academie van MontpeUier, die , na alles onderzogt te hebben, het Plan van den Heer krayenhoff volkomen goedkeurde , en de anderen als onuitvoerbaar verwierp , het geen, in den jaare 1776, door den Koning werdt bevestigd. De arbeid , door de onderlinge Spaanfche gefchillen, nu vier jaaren lang, ftil geftaan hebbende, zou dan wederom hervat worden , ten welken einde de Koning den Prinfe van oranje , als Kapitein Generaal,,verlof verzogt voor den Heere krayenhoff , om ten derdemaale in Spanje te mogen overkomen, het geen werdt toegedaan. Des vertrok deeze Heer, in den jaare 1776, derwaards met zynen Neef, den Extraordinair-Ingenieur rudolph theodorus krayenhoff , aan welken hy , na alle moei. lykheden uit den weg geruimd , en op alles nieuwe orde gefield hebbende , het verder opzigt over het Kanaal Imperiaal overliet , terwyl hy naar het Vaderland terug keerde, onderhoudende met denzelven eene geregelde briefwisfeling , aangaande het geheele werk , het geen daarna voltooid is en boven verwagting voldoet. Dit heb ik U zo breedvoerig willen mededeelen , op dat Gy weeten zoudt , dat ons Vaderland nog Mannen voort-  VOORTBUENGSElj/gn van spanje. ipi voortbrengt , die , wegens hunne kundigheden opgezogt, andere Ryken der Waereld de grootlle diensten kunnen doen , en voltooien , wat karel de V, vóór ruim twee Eeuwen , in den zin hadt; doch dat men moest laaten fteeken. In den jaare 1782, beweenden wy den dood van den Heer krayenhoff , die , veertig jaaren lang , in oorlog en vrede, onzen Lande gediend heeft, en aan wien Spanje zal gedenken, zo lang het Kanaal Imperiaal zal beftaan. — Zo veel was ik fchuldig aan de gedagtenis van deezen braaven Man , die zeer verdiende der vergetelheid ontrukt te worden. V. Ontvang mynen dank voor dit berigt, my geheel onbekend ; maar zeg my, hoe ik Spanje verder moet befchouwen ? A. Gy moet het befchouwen als een Land, daar men , na america's ontdekking , niet meer zoekt naar goud- en zilver-mynen, hoewel het oulings die metaalen in eene ongelooflyke menigte voortbragt: daar men zich nu vergenoegt met koper , yzer, tin, lood en kwikzilver te zoeken : daar men Zout in overvloed bezit : daar tallooze CitroenOranje- en Olyfboomen groeien : daar de Granaat-appelen van Lerida zo zeer uitmunten: daar men zo edele Wynen heeft, waaronder de Karinena mogelyk zo goed , als de beste elders , is : daar de Provintie Va* lentia,  I92 VOORTBRENGSELEN VAN SPANJE. lentia , onlangs, elfmaalhonderd duizend ponden Zyde , in één jaar opbragt: daar men zeer veele Vogels telt en Visch genoeg heeft; doch die op de menigvuldige Vastendagen niet toereikt , des men op Zaturdag zich ook niet aan 't vasten binden kan , vooral in de binnenlanden , werwaards de vervoering van Visch , by gebrek van Kanaalen, onmooglyk valt : eindelyk, daar men zo uitmuntende Paarden , en wolle van Schaapen heeft, fchooner dan een Land in de Waereld leveren kan , vermids geen ander zo wél daartoe gelegen is. 't Is der moeite waardig , U daarvan een regt denkbeeld te geeven , vermids de Schaapsfokkery thans Spanje''s rykdom uitmaakt. V. Ja , laat my dat hooren ! A. Verbeeldt U dan een Ryk laag, vlak en effen in het Zuiden ; doch naar het Noorden hooger opryzende en daar met Bergen beflaagen. Tusfchen deeze twee uiterften , dat is, tusfchen het Noorden en Zuiden , liggen groote Woeftynen, aan niemant toebehoorende , over welken de Schaapen , volgens de gewoonte , zedert onheuglyke tyden hier bepaald, en door Koninglyke fchikkingen zo net beftemd, als de doortogt van een Leger, jaarlyks hunne reis afleggen , moetende elk Eigenaar van landeryen eenen weg van dertig uuren breed voor hun open- hou-  reis der schaapen.. 393 'houden. Vyf millioenen Schaapen, door vyf* 'èntwintig duizend Herders en zo veele honden van feilen aart begeleid, die 's winters in de zuidelyke ftreeken in de open lucht gehouden zyn , geeven, in 't voorjaar, hun verlangen tot de reis te kennen, door veelerleie onrustige' beweegingen , en poogingen om te ontloopen. Daarop begint de heirvaart naar het Noorden , tenvyl vyftien mylen , al graazende en voortgaande, in vier dagen ■ worden afgelegd. Onder weg rigten de Herders hutten op , en, volgeris 's ■ Konings bevel , moet men hun toelaaten , takken van Boomen daartoe te neemen. Ten Noorden ■ in eene gemaatigde Luchttlreek den zomer doorgebragt hebbende , keeren zy , in den herfst , weder naar het Zuiden. Dit geeft de zo fchoone en fyne Spaanfche wol: want de Schaapen van Andalufie , welke nooit de reis doen , hebben hairige en flegte , . doch die van Eftremadura eene korte zydeagtige. Het Ryk verkrygt dus twaalf en een° half millioenen ponden fyne wol; dan, welk een nadeell daar, volgens eene goede berekening, maar vyf millioenen binnen liet Ryk bewerkt , en de overigen uitgevoerd worden naar de Buitenlanders. Laat de Schaapen deezen togt doen, U bevange nimmer de lust om in Spanje te reizen. De Armoede heerscht in de Herbergen. Geryf en - VI. deel. N ge.  194 5LEGTE HERBERGEN. gemak vindt men nergens. Men moge U huisvesting, en licht in eene Stookplaats aanbieden ; maar Gy zelf zoudt voor uw voedfel moeten zorgen, dat men uit de winkels moet haaien , en meestal zelf toebereiden. De Waard ontvangt de Reizigers met onverfchilligheid, en past hen op , zo hy het al doet , met afkeerigheid. Nieuwsgierige Reizigers zyn des hier onbekend. En wat zou men er zien ? alleen het Escuriaal. De Grandes zelve kennen het Land weinig verder dan Madrid, en gaan hunne goederen nooit bezoeken., Hiervan dat er geene aanmerkingswaardige Reisbefchryving van Spanje voor handen is. —— Hier zullen wy dat Ryk, 't geen ons zo lang heeft bezig gehouden om deszelfs uitgeftrekte en gewigtige Hiftorie , niet de minfte indedaad van alle Ryken van europa , verlaaten. Herdenk wat het is geweest, wat het thans is. Hebt medelyden met deszelfs gebreken in de Maatfchappy , met het Bygeloof en de Onkunde in den Godsdienst. ZES.  ZESENVEERTIGSTE ZAMENSPRAAK OVER de HISTORIE VAN PORTUGAL. Landbefchryving. Oude Bewooners. Mom-en daarin. Oorlogen met dezelve. Vorften, Lotgevallen des Ryks. Karakter der Natie. Regeering. Konften. Wee*, tenfchappen. Handel. V raag. Welke taak neemen wy heden in handen ? Antwoord, 't Is eigenaartig, zo wy gee« ne groote fprongen willen doen , aan een Ryk te gedenken, dat aan Spanje grenst, en er zelfs aan gehecht is geweest ; dat ten Westen en Zuiden door de Zee wordt befpoeld , doch ten Noorden en Oosten Calicie , Leon , Eftremadura en Andalufijt N 2 (Lan-  196 VOORTBRENGSELS VAN PORTUGAL. (Landen van Spanje) tot Nabuuren heeft ; dat eene gemaatigder en aangehaamer lucht inademt ; dat de groote Zomerhette door de geduurig waaiende Westewinden voelt bekoeld worden , en niet over den Winter klaagt, dan alleen dat dezelve foms lastig wordt door den menigvuldigen regen ; dat weinige Runderen , maar uitmuntende Schaapen en wol , byna zo goed als de Spaanfche. , heeft , nevens eene menigte wel fmaakende Vérkeris ; dat weinig Paarden fokt, maar veele Ezels en Muilezels , daar beter ten gebruike gefchikt; dat Vogels en Visch uit Zee en Stroomen in menigte ophaalt; dat eenen overvloed van Boomvruchten , als Citroenen , Oranje- en China-appelen, Aman. delen, Vygen , Kaftanien, Olyven, en vooral uitmuntenden Wyn bezit; dat door de Byen, uit de blocfcms van zo veele welriekende kruiden, kostelyken honig verzamelt ; dat eenige edele gefteenten heeft, doch weinig koorn, 't geen een groot deel des Lands doet woest liggen ; doch deszelfs gebrek door de Scheepvaart laat aanvullen; dat zyne Mynen van zilver, koper, tin en yzer verwaarloost; maar zulk eene menigte van Zout bezit, dat het ons Vaderland en andere Ryken overvloedig daarvan bezorgt; dat Inwooners' voedt , door fterktc en dapperheid vermaard ; dat agttien groote en vyf- hon-  bezittingen. vroege historie. JO7 honderd en dertig kleine Steden en vlekken heeft j dat de Vlaamfche Eilanden , eenige plaatzen in asia . op het halfeiland aan deeze zyde de Ganges ; in africa eenige vestingen op de Kust van Z.mguebar, en in de Koningryken Loango, Kongo en Angola; doch in america het ryke Braplle bezit... Dit Land noemde men oulings Lujitanie , nu Portugal, of om dat de Gaulen geland zyn te Porto , vanwaar Portus Gallorum en daarna Portugal gekomen is , of om dat, van de Stad Portus Cale , Portucalia is gefprooten. V. Zeg my iets van dit fchoone Land! A. Oulings werdt hetzelve door de Karthagers bewoond , die er uitgedreeven werden door de Romeinen, en deeze wederom, in 't begin der V Eeuw, door de Alaanen; maar de Sueven ftichtten daar een Ryk, waarvan leowigild , der Gothen Koning , een einde maakte , in den jaare 584. De Gothen moesten bukken voor de Mooren , die , Spanje veroverd hebbende, zich mede van Portugal meester maakten. • Vier byzondere tydperken moet Gy hierna in Portugals Hiitorie onderfcheiden; naamelyk, eerst was dat Land een Graaffchap , daarna een vry Koningryk, vervolgens een Wingewest van Spanje, en eindelyk wederom, gelyk het thans is, een onafhanglyk Koningryk. Prins N 3 hen-  198 hendrik van b0urg0nd1e. hendrik van Bourgondie en andere Ridders te hulp verzogt zynde door alfonso den I, Koning van Leon, van den Franfchen Koning, om de Zuidelyke Provintien tegen de Mooren te verdeedigen , de oude Steden te hcrftelien, en het Land te verbeteren, begaven zich veele Christenen , eerst voor de Mooren gevlugt , en toen op Bergen ellendig leevcnde , onder zyne befcherming. Deeze edelmoedige , verfiandige en dappere Prins , alleen den naam van Graaf voerende, overwon de Mooren in zeventien veldflagen , bragt de twee fchoone Gewesten Entro Minho Douro en Tralos Montes in eene volkomen' orde , nam de dochter van alfonso den VI ter vrouwe , en kreeg, na 's Konings dood, het erfelyk bezit dier Landen. Hy ftierf in den jaare 1109 , en liet , in zyncn uiterlten wille , deeze drie lesfen aan zyne Opvolgers na : „ Befchermt , bevordert het Christelyk Geloof: 1 behandelt uwe Onderdaanen , als uwe Kinders : en laat den ryken en magtigen niet toe de zwakken te verdrukken. " Zyn Zoon, alfonso de I, zo dapper als de Vader, (Portugal werdt toch het Land der Helden) door de Mooren fel aangevallen in den jaare 1139 , floeg hen met eene kleine magt zo geweldig in de vlakte van Ouriqve, dat deeze zege, als de grondflag van het Portugeesch Koningryk, mag  alfonso en 9ancho de L Ï99 mag worden aangemerkt : na dezelve werdt hy ook indedaad tot Koning/' uitgeroepen, Dit mishaagde alfonso den VIII, Koning van Kaftilie en Leon, die Portugal als een leen van Leon aanmerkte: dan , de Paus was gereed dat Ryk te erkennen , toen het daarvoor tolpligtig aan hem werdt gemaakt. alfonso moest er des van afzien. Lisfabon op de Mooren te veroveren , in den jaare 114 7, gaf hem niet meer klisters , dan zyn Ryk met groote wysheid en naarflïgheid te bellieren , vervallen' Steden te herllellen , Landen te verbeteren, het Volk aan te moedigen en den Adel deugdzaam te maaken y by voorbeeld , wie zich fchuldig maakte aan lafhartigheid , verraad , meineed, roovery of afval tot de Mooren, zou zynen Adellland verbeuren: wie in den flag van Ourique gevogten hadt, werdt tot Edelman verheeven : en zo icmant, als krygsgevangen , in de boeien zou fterven zonder zyn geloof te verzaaken , dan zouden zyne Kinders Edellieden zyn.—— Zyn Zoon, sancho de I , tot den Kroon gekomen , in den jaare 1185 , volgde gelyke voetflappen. Hy kreeg den eertitel van Herflellcr der Steden en Vader van het Land, kwam door flandvastigheid veele . onheilen van Pest , Hongersnood, Aardbeevingen en partyfchappen te boven , en liet, naar gelange dier tyden , N 4 veele  9.00 alfonso en sancho de II. veele fchattcn pa. - alfonso de II, dooide Mooren benard , werdt meer tegen dezelven geholpen door willem , Graaf van Holland, welke in deszelfs haven was ingeloopen met eene Vloot Kruisvaarders , die naar het Heilig Land gingen, dan door den Paus , die, om dat de Koning geld' en troepen tegen de Mooren gevorderd hadt van de Geestelyken , hem in den ban deedt, 't geen den Godsdienst, die uiterlyk daardoor Uil ftondt , in veragting bragt, en de Zeden deedt verbasteren , het welk te Rome koelzinnig werdt aanfehouwt , in hoop, dat de Koning zich zou onderwerpen , die dat weigerde te doen. Aan zulken trek kent men de Pausfen dier tyden. V. Wie volgde op hem. A. Sancho de II regeerde na hem, die in den jaare 1220 ftierf, met uitneemenden roem van liefdaadigheid , regtvaardigheid en dapperheid tegen de Mooren ; maar de trotfche Paus, iknocentius de IV, zettede hem af om zyne twisten met de Geestelyken; doch zyncn Broeder, alfonso den III, in deszelfs plaats aan, het geen hem naar Kajlilie deedt vlugten , waar hy in zyn ongeluk ftierf.—• Des regeerde alfonso de III, in den jaare 1248. Hy was eergierig; doch bekwaam, werkzaam , waakzaam , voorzigtig; en, veele dingen verbeterende, hegtte hy S/lgarve, ötu Moor  dionysius regeert. 201 Mooren ontnomen , aan zyne kroon. Sedert bleef Portugal , ten aanziene zyner uitgeftrektheid , gelyk het heden nog is. Hy liet de regeering, by zyn fterven , in den jaare 1279 , aan zyn en Zoon denys of monysius, den Mildaadigen, ook wel de Vader der Landslieden en Befehermer van den Koophandel geheeten : want een Vriend der Geleerden zynde , rigtte hy veele Schooien op door zyn geheel gebied, maakte goede Wetten , temde de Mooren ter zee door eene goede Vloot, bevorderde den handel, vulde geene kisten met geld ; maar befteedde dat in. nuttige en pragtige werken, zeggende aan de geenen , die zich daarover verwonderden ; ,, Indien ik het hun (meenende zyn Volk) niet geeve, kunnen zy het my niet terug geeven " doelende op het daalen zyner inkomften , zo het geld niet omliep. Om de handwerken zyns Volks aan te moedigen , duldde hy geene uitheemfche dingen aan zyn Hëf. My was één der aanzienlykfte , gelukkigfte en verftandigfte Koningen, ftervende in den jaare 1324, doch van alle Huisgezinnen zyns gcheelen Ryks beweend. Van alfonso den IV, dien men driemaal tegen zynen Vader hadt zieü opftaan, maar ook . zo dikwerf zich weer met hem verzoenen , hadt men , in den beginne , weinig verwagting, te minder, daar hy N 5 niets  202 alfonso de IV. bestraft. niets deeit dan jagen en zwerven in de Bosfchen. Hy verfcheen eens in den Raad, en fprak van eene geheele maand , doorgebragt met jagen , fchieten en visfchen. Na dit breed verteld te hebben , ftondt er één der Raadsheeren op , die hem koen te gemoet voerde : „ Hoven en Legers zyn voor Vorften gefchikt , geene Bosfchen of Wildernisfen. De zaaken der gemeene Lieden lyden , wanneer de grilligheid van vermaaken het hoofd eens -Konings regeert. AVy zitten hier tot andere einden, dan om van zulke dingen te hooren. Indien Gy de bezwaaren van uw Volk zult wegneemen , dan zult Gy gehoorzaame Onderdaanen vinden , zo niet ". Wat dan ? zeide alfonso , in drift opvliegende. Zo niet, fprak de Raadsheer, dan moeten wy naar eenen anderen en beteren Koning omzien, alfonso , zyn geduld verliezende , vloog verwoed ter raadzaal uit ; doch keerde kort daarna bezadigd terug, en zeide tot den ftoutmoedigen Beftraffer : „ Ik begryp de waarheid. Hy kan niet langer Onderdaanen hebben , die geen Koning wil wcezen.. Dan , van deezen dag af, zult Gy niet meer met alfonso den jaager ; maar met alfonso , Koning van Portugal, te doen hebben.".... Wat dunkt U van dit geval ? Moet men zich meer verwonderen over de trouw des Staats-  VI . ] Wij zitten Mei» tot andere einden, dan om van zulke dingen te hooren. bladz. ^o^.   pedr.0 de L 203 Staatsdienaars aan zynen Vorst en aan zyn Vaderland , of over 's Konings Edelmoedigheid ? Mogt elk Vorst zulke Staatsmannen hebben , die hem de waarheid zeggen ; en elk Koning, zo hy dwaalt , de onaange. naame waarheid zo wél opneemen, en zich zo verbeteren; hoe gelukkig zouden dan de Natiën weezen! Dan, Staatslieden zyn veelal te bevreesd, en Vorften hebben ketelige ooren. V. Maar, hoe gedroeg zich federt alfonso? A. Hy heeft niet te veel beloofd , en daarna minder gedaan., gelyk het vaak zo gaat : neen ; hy betoonde op den duur een' edelmoedigen Man , een' grooten Koning te weezen , dapper en gelukkig in den oorlog. Zyn Zoon , pedro de ï, befloot eene geheele Hervorming in zyn Ryk in te voeren , en , het geen niet minder loflyk was , met zich zeiven te beginnen. Hoe zeldzaam zyn zulke voorbeelden ! En , om dat yverigcr te doen door 's levens kortheid zich te herinneren , ging hy dikwerf het graf bezien , waarin hy gelegd zou worden; doorreisde zyn Ryk, om zelf alles te zien en te hooren; voerde dan den Ryksflaf, maar ook eene geesfel met zich , ten teken, dat hy kwam om te beloonen en te kaftyden; ging zynen Volke voor in maatigheid en zedigheid ; en deedt hetzelve fmaak krygen in de goede orde. Dan , de Natie, vree- zende  10+ ferdinand. juan de I. zende dat zulks niet lang zou ftand houden , zeide : „ dat pedro of niet hadt moeten gebooren worden , of nooit fterven, en dat tien zulke jaaren van Regeering te vooren nooit gezien waren', of nimmer weer zouden gezien worden." Welk een uitmuntende lof, naar welken alle Koningen moesten hygen ! Ziet daar eene reeks van Portugeefche Vorften, wille, zo dapper, braaf en kloek , als eene Hiftorie oplevert. Zo 'hoogen roem verdiende ferdinand, z\n Zoon , in den jaare 1367 ten throon ge-? fleegen , wel niet, daar hy onbeftendig was; doch vrolyk , mild en zeer bekwaam , des zyne deugden de gebreken overtroffen. > Geenen Zoon nalaatende , moest zyne Dochter eeatrix , gehuwd met juan den I, Koning van Kaftilie , de kroon erven , die' Lisfabon met de wapenen aanviel; maar 'de Natie , afkeerig van eene vreemde regeering, verklaarde den Grootmeester der Ridderorde van Avis tot Regent en Befchermer van Portugal, die , 't leger des Kaftillaanfchen Konings verflaagen hebbende , in den jaare 1385 , tot Koning werdt aangefteld , onder den naam van juan den I , en tien duizend man zyns Mededingers vernield hebbende , zynen zetel vastftelde. V. Wat volgde op die kloeke daad ? A. Eene loflyke Regeering volgde daarop. Hy  juan de L eduard. alfonso de V. £05 Hy vondt toch geen behaagen in Schouwfpeelen : de verkeering, zeide hy , was de beste aller verlustigingen, en gaf het meeste nut. Zyn voorbeeld voerde eene liefde tot de Geleerdheid in , en den regten fmaak voor dezelve onder de Hovelingen. Stipte regtvaardigheid nam hy in acht. Zyne. mildheid ging foms te verre , en maakte hem arm. ceuta in Barbarye moest voor zyne wapenen bukken. Hy hadt geleerde en dappere Zoonen , die den Ryke veel nuts toebragten; en , 't geen vreemd is, niet nayverig waren onder eikanderen. Men houdt zynen Zoon hendrik voor den Uitvinder van het Aftrolabium. Onder zyne regeering werden de Eilanden Madera en eenige der Azores ontdekt. Deeze groote Vorst , één der gelukkigften , die ooit Portugal beheerden , ftierf in den jaare 1433. — eduard, zyn Zoon , de wellpreekendfte Man in het heele ryk , bragt de Wetten in een klein begrip en orde, was godsdienftig en geleerd, fchreef verfcheiden' Boeken , beteugelde de overdaad; doch ftiet het hoofd vóór Tam germ — Vroeg ftervende, volgde zyn Zoon alfonso de V op, in den jaare 1438, die de magt des Ryks vergrootte door de ontdekking van Guiné en de verovering van verfcheiden' Moorfche Steden in africa , waardoor hy den hoogen titel van Africaan ver-  20ö alfonso de V. juan de II. verkreeg ; doch by was ongelukkig in den oorlog tegen Kaftilie. Men telde hem onder de geleerde Mannen. Hy noodigde justus , eenen kundigen Italiaan , in zyne Staaten , om de Gefchiedenis van Portugal te befchryven ; doch deeze ftierf vóór het afmaaken van dat werk. Ook overleedt onder zyn bellier hendrik, Hertog van Vifeo, zo even reeds genoemd, juans vierde Zoon, één der grootfte Mannen van zynen tyd , zeer ervaaren in de Wis- en Scheepsbouwkunde , aan wiens geaartheid en arbeid de voordeden te danken zyn , die uit de ontdekking van Oost- en West-Indie gekomen zyn, of nog komen zullen. — juan de II, bygenaamd de Groote , die 's Vaders throon te regt beklom in den jaare 1481 , maakte goede Wetten; beloonde mildaadig; ftrafte ftreng, wanneer eene voorafgaande vermaaniüg niet hielp ; trok veele voordeden uit den handel , maar hieldt voorzigtiglyk die meer verborgen dan de Staatsgeheimen; zondt in den jaare 14S7 pedro kovillan en alfonso payva naar het Oosten, om de voornaamiie koopwaaren dier Landen ,. en de plaatzen , van waar ze kwamen , te leeren fcewnen , waaraan wordt toegefchreeven , dat de Koning eenen nieuwen weg vondt naar Oostindie langs de toen ontdekte Kaap de Goede Hoop. Hadt hy columbus maar niet af.  WYSHEID van juan DE II. 507 afgeweezen, die america wilde zoeken; doch zich daarop naar Spanje wendde ! By zyn fterven liet hy vasco de gama op 't punt, om naar Indie te zeilen. Portugal hadt dus twee groote Koningen agteréén ; maar hy ftekle 's Ryks grootheid vast. Men kan, uit fommige zegswyzen en daaden, het karakter deezes Konings genoegzaam opmaaken, by voorbeeld, op een aan hem vertoond papier, behelzende eene belofte van iemant, in zyne jeugd bemind , Graaf te zullen maaken, antwoordde hy , terwyl hy hetzelve in Hukken fcheurde : „ Zy , die het gemoed van jonge Prinsfen bederven , en hun , door 't begunftigen hunner vermaaken, beloften afpersten , die niet behooren volbragt te worden , moeten het als eene gunst aanmerken , dat zy niet geftraft worden. " Een omgekogt ongevoelig Rigter werdt een voortreffelyk Man op 's Konings waarfchouwing: „ Draag zorg, dat uwe handen niet open, 'en uwe ooren gellooten zyn. " Den Hertog van Braganza zich aan 't hoofd eener Zamenzweerïng tegen den Koning gefield hebbende , liet deeze hem roepen en vraagde: wat zoudt gy den man doen , die naar uw leven ftaat ? Ten eerlten dooden , antwoordde de ander. Sterft dan , hernam de Koning , volgens uw eigen Vonnis , en hy ftiet hem eenen dolk in het hart. Daarop ont-  Ho8 JUAN de II. EMANUELi ontboodt. hy deszelfs Broeder, en zeide : „ De Staaten uws Broeders zyn aan 't Ryk vervallen ; maar ik geef ze U." Soms behandelde hy zyne Hovelingen koel, en gaf er , naar gevraagd, deeze reden van: „ Ik moet dit, nu en dan , doen, op dat myn Volk u niet moge haateu, om dat gy myne Gunftelingen zyt." Dcezen , eens hatende blyken , dat zy 's Konings naauwkeurige waarneeming der Wetten zeer gemeen vonden , liet hy zich dus hooren : „ Gy doet my ongelyk; de zaak kan -gemeen zyn; maar myn voorbeeld is altyd van belang." Wat dunkt u, zyn het geene waardige Koningen , die dus fpreeken en doen ? V. Wie volgde op zo edelen Koning ? A. Emanuel, Broeder der Koningin, daar zy geene Kinders hadt, fteeg ten throon , in den jaare 1495- Hy was vry van oogfchynlyke gebreken, regtvaardig, edelmoedig, dankbaar, en kreeg den bynaam van Gelukkigen. Zyne harde behandeling omtrent de Jooden , die veelen tot zelfmoord of geveinsde bekeering dwong, werdt wel van vleiers gepreezen ; maar door den braaven Bisfchop van Algarve openlyk afgekeurd , noemende dezelve onbeftaanbaar met den vvaaren Godsdienst en de gezonde Staatkunde. Loflyker was zyn vermaan aan Paus alexander den VI , om zyn fchandelyk leven te ver-  emanuel misleid. 209 verhaten, het geen die fnoode zeer kvvalyk nam. Hy zag met eene ongemeene vreugd vasco de oaiua , in den jaare 1499 en 150; , iiit Indie te Lisfabon wederkecren , en pedro alvarez de KAliRAL , op ZyilC reis derwaards, het fchoone BrafiUe ontdekken , en in bezit neemen. Dat lag den grond tot veroveringen , en maakte de Portugeezen meesters van den Oost-Indlfchen handel, waartoe de beroemde aLeuquerque zo veel töebragt ten voordcele des Ryks. Dan , men heeft opgemerkt, dat Koophandel en Rykdom die ondeugden in Portugal hebben ingevoerd , die uit eenen kvvalyk belteeden overvloed altyd ontdaan. Een geest van hoogmoed en roofzugt verfpreidde zich allerwege. Door vleiers misleid , het geen zo dikwerf het ongeluk der beste Vorsten is, fprak emanuel den braaven duarto pacheko , Stedehouder van St, George del Mina, wel vry van eene befchuldiging , na eene hngduurige gevangenis ; doch liet hem behoeftig over aan de befpiegeling van den grondregel : „ de Deugd is haare eigen belooning l " En albuquerque zelf, wien de Portugeezen te vooren by alexander vergeleekeu hadden , viel, door het ltooken zyner vyanden , in 's Konings ongenade, 't geen hem van hartzeer deedt derven. -De mishandeling, deeze twee groote Mannen VL üeël. O aan-  2io misslagen . van emmanuel. aangedaan, waren lelyke vlekken in emanuels beftier. Hierby kwam nog een derde , dat ferdinand magellan en ruy falero, uitneemende Zeelieden , zynen dienst verlieten, en in dien van Spanje overgingen, om dat de Koning de bezolding des eerften in Indie, door negen fehellingen in de maand, niet hadt willen verhoogen. Gy weet, dat de beroemde magellan de eerfte was , die met 't Schip , de Overwinning , de Waereld rond zeilde. Zo gevaarlyk is het met Mannen van groote bekwaamheden over kleine dingen te twisten. Men poogde wel hen om te zetten , maar te vergeefs. Onbegrypelyk is het , dat zulke dingen konden vallen in eenen Vorst, die het Ryk in de geregeldfte orde bragt , de Geestelykheid hervormde , den oorlog vermydde, droefheid en armoede uit zyn land verbande , alle gemak en genoegen aan zyn Volk bezorgde, het befchaafdfte Hof van europa hadt, zonder ongebondenheid te kennen , de Zeemagt boven verwagting verhief, en der Mooren moed brak. Hy liet het Ryk by zy¬ nen dood , in den jaare 1522 , aan zynen Zoon juan den III , die gelyken voorfpoed hadt, die de aanvallende Mooren in africa afiloeg , goede wetten maakte; maar zelf alles niet kunnende afdoen , de Kajiiliaanfche manier volgde, dat is, de meeste zaa- ken  juan de III. sebastiaan. 211 ken der Regeering aan eenen Raad Joverliet , welken hy in byzondere Vergaderingen verdeelde. Sedert dien tyd begon het Ryk te vervallen: want traagheid, omkooping en vyandichappen kroopen in deeze Raadkamers in , het geen de Koning ce fchielyk voor zich zeiven , maar te laat voor zyne Onderdaanen begreep. V. Liet hy de kroon aan eenen waardigen Opvolger ? A. Sebastiaan volgde op hem in den jaare 1557 , die , zeer oorlogzugtig zynde , tegen allen goeden raad , de Mooren in africa aanviel;.. maar zelf, nog zeer jong, fn euvelde , waarop zyn leger werdt vernield. De meeste Adel viel tevens in dien flag , en geen huis was er in Portugal, of het zag den eenen of anderen in der Blooren flaaverny. 't Ryk was daarenboven zo uitgemergeld van manfchap , geld en achting , dat, daar hetzelve, by den dood des voorigen Konings, verwondering en afgunst baarde , het nu een voorwerp van verbaasdheid en medelyden werdt voor geheel europa. Zo weinig moeite kost het foms 'een bloeiend Ryk te verhagen. Een lyk werdt wel op 't flagveld gevonden , dat men zeide van seeastiaan te weezen, en des naar Portugal gebragt werdt; maar veelen twyfelden , of het niet van eenen anderen ware.— O 2 Toen  212 hendrik verlaat de kroon. Toen nam hendrik, zyns Grootvaders Broeder , Kardinaal en Aartsbisfchop van Lis/abon , een man , die tot hiertoe alleen bezig was geweest met Lieden van Geleerdheid aan te moedigen , arme Kinders op te voeden en zieken te bezoeken, de Kroon op ; dan , ze was voor hem eene Kroon van doornen. Oud en zwak zynde , zag hy vyf Mededingers naar de regeering; maar hadt geen moed , om iemant uit hen te benoemen. Onder het fammelen ftierf hy in den jaare 1580 , na een beftier van zeventien maanden , en met hem was de manlyke Stam der zeventien Portv.geefche Vorsten , die het Ryk vierhonderd en zestien jaaren in ftand gehouden hadden, vernietigd. V. En wat toen ? A. Vyf Stedehouders zouden, volgens Hendriks wil, regeeren; maar zy verrieden het Ryk aan philips den ]I van Spanje , die het door den Hertog van alva liet vermeesteren, 't Volk fchreeuwde er tegen ; doch het baatte luttel, . antonio, Prior van Krato, wierp zich op tot Koning ; maar hem ontbrak onderftand. Een Kleermaaker, een Mctzelaar, en noch een derde kwamen daarop te voorlchyn , en elk wendde voor den waaren Koning sebastiaan te weezen , die het zwaard der Mooren ontkomen was; doch zy allen werden deswege geftrafr. Nu kvvatn  portugal uit spanje's magt. 213 kwam der Portugeezen ellende aan , onder het verkeerd bellier der Spaanfche Vorften. De te onder gebragten' moesten philips den II helpen in zyne Oorlogen , hunne fchatkist voor hem uitputten , den handel zien verdrukken , geene Vlooten meer hebben , niet op West-Indie vaaren, Galé en Colombo zien 'wegneemen ' door de Hollanders , die tegen Spanje oórlogden , en hun Koningryk een landgoed van dat Ryk hooren noemen. Deeze zwaare verdrukking deedt de zugt tot Vryheid bovenkomen. Er brak een opftand uit. Vyfhonderd Lieden overvielen de Spaanfche benden in JJsfabon , en riepen den bekwaamen Hertog van Braganza tot Koning uit , onder den naam van juan den IV , in den jaare 1640. Spanje tierde wel over deezen afval ; doch elders zeer veel te doen hebbende, en zyn leger door de Portugeezen geflagen ziende , daar Frankryk hielp , en ons Vaderland eenen ftilftand van wapenen met juan den IV floot, zag zich in eenen langen oorlog verward. De voorzigtige juan vvederftondt zyne vyanden , en zyne Koningin. . . V. Wat deedt deeze ? A. Zyne Koningin , eene groote Vrouw van wonderbaare ftoutmoedigheid en byzondere wysheid , die haaren Man hadt doen belluiten de Kroon aan te neemen , wist, O 3 toen  alfonso VI. pedro II. toen hy ftierf in den jaare 1656 , en haare Zoonen minderjaarig waren, zich op den throon te houden. Haare Dochter gaf zy aan karel den II, Koning van Engeland, en kreeg dus de befcherming van dat Ryk. alfonso de VI , haar oudite Zoon , maakte zich , of was, indedaad, onbekwaam tot de regecring: des werdt hy afgezet, en door zynen Broeder pedro , die als Regent intusfchen regeerde , eerst op 't Eiland Tercera , daarna op het Kalteel Cintra by Lisfabon in naauwe bewaaring gebragt. pedro de II regeerde verftandig , verbeterde de gebreken,, fchafte de nagtvermaaken des Adcls en der Monniken af, die zynen Broeder verleid , vryheid en kroon gekost hadden , en floot eenen roemryken vrede met Spanje, in den jaare 166b'. Na zyns Broeders dood nam hy eerst den titel van Koning aan , en regeerde in rust ; maar kon het Ryk , door het afnecmen zyner magt in Indie verzwakt , en by eene vervallen Scheepvaart , niet h'-Tftellcn. Dan , men moet dat niet aan 's Konings misflagen , maar aan 's Volks geaartheid wyten. Door den dood des Konings van Spanje belemmerd , kreeg hy tot byftand onzen Vaderlandfchen Veldheer fagel en den Engelfchen Bevelhebber galway met hunne benden ; doch ftierf in den jaare 1706. —— Zyn Zoon juan de V zag het Ryk  aardbeeving te lissabon- 215 Ryk in oorlog en verwarring tot het jaar 1714 , wanneer de vrede met Spanje werdt getroffen , waarna hy hooge Schooien te Lhfabon begon op te regten , tegen den zin der Inquifitie , tot verbetering van Konden en Weetenfchappen , en millioenen te befteeden aan geestelyke Gedichten, terwyl de Landen Zeemagt vergeeten werdt.— Zyn Zoon, josef pedro jan lodewyk , kwam tot den throon in den jaare 1750 , die den handel derk beyverde , en van den Paus de gunst verkreeg, van het Auto da fê , die fchande der menschlyke natuur , te mogen affchalfen. Twee treurige Gcbeurtenisfen vielen er m zyn leven voor. Op den 1 November 1755, toen de Keuken-vuuren, 's voormiddags, ontdeeken en alle Kerken verlicht waren, ter eere van alle Heiligen , kwam er eene geweldige Aardbeeving op , die Lisfahon dcrmaate fchuddede , dat, volgens de rekening der Portugeezen , negentig duizend Inwooners onder de puinhoopen der indortende Huizen begraven werden , waarna de Keukenvuuren en Kerk-lichten alles in brand daken. De Zee werdt tevens tot op twee duizend mylen van Portugal beroerd : de Wateren van ons Vaderland hadden er tevens gevoel van. Was de Koning en zyne Familie, een kvvartieruurs laater, uit zyn StadsPaleis vertrokken, of zo veel vroeger in 't O 4 Land-  ii6 koning in gevaaren. Land-Paleis van Bellem , waar hy defi zomer doorbrengt, aangekomen, hy zoude mede verpletterd zyn , nadien beide zyne Paleizen in de Stad geheel , en het laatfte meest vernield werdr. De Koning bevondt zich toen cp eene plaats , waar geen huis naby was , en werdt genoodzaakt , zo wel als de rampzalige Burgers , zich in Tuinen en Velden neêr te liaan. Geen denkbeeld is er te _ maaken van de yslyke verwoesting, toen gebeurd aan vierentwintig duizend Huizen ; eenige honderd Kerken , zeer veele Kloosters en Gasthuizen. Jn den jaare 1758 was de Koning door eene zamenzweering in levensgevaar , daar op hem , in een rytuig zittende , gefchooten weidt , 't geen den fchuldigen Hertog van aveiro, en den Markgraaf van tavora het leven gekost heeft. Daar hy met Spanje en Frankryk niet wilde zamenfpannen tegen Engeland, raakte hy in eenen gevaarlyken oorlog , in den jaare 1763; doch de genooten byftand des bat* ften Ryks met den vrede • gaven hem eene blyde uitkomst. In den jaare ijjj ftervende , liet hy de kroon aan zyne Dochter maria francisca isabella , met zynen Broeder pedro getrouwd. V. Laat my, na 't befchouwen der Portugeefche Historie, iets van het Karakter deezer Natie hooren. A.  KARAKTER DER PORTUGEEZEN. 217 A. Gelyk de Spanjaards , beftaat zy uit een gemengd Volk, en komt zeer veel in deugden en ondeugden met hen overeen • doch zyv haaten hen fterk wegens de oude oorlogen en de ftrengheid der voorige overheerfching. Veele Portugeezen Hammen af van Mooren , Negers en Jogden : want de laatften , uit Spanje verdreeven, dwong men met geweld in Portugal tot den doop, en deeze zyn , van tyd tot tyd , onder de Natie vermengd. Dan , eene menigte deezer nieuwe Christenen hebben heimlyk hunnen ouden Godsdienst behouden, voortgeplant en volharden nog daarin. Dus vindt men er nog veele bedekte Jooden. Men rocme der Portugeezen fchranderheid , voorzigtigheid in hunne handelingen, maatigheid in levcnswyze , beleefdheid , getrouwheid , weldaadigbeid jegens armen en dapperheid; doch laake derzelver verwaandheid, trotsheid, grootfpraak, gierigheid , woekerzugt, e;i jaloersheid. Ryken beminnen de fpragt , en , nevens 't gemeen , dezelfde vermaaken , vooral de Stic-' rengevegten en dansten, Hunne jonge Vrouwen plagten , ten tyde der Romeinen, reeds naar Rome uit dansfen te gaan, gelyk thans de Franfche Dansfcresfen naar Italië, Duitsckland en Engeland. Deeze geest is nog in de Natie. De beminde vrolyke Dans, Fandango geheeten , wordt nergens nagelaaten. O 5 Men  oi 8 thr00ns- opvolging. Men rekent thans het Volk op ruim twee millioenen Menfchen. Oulings was dat getal grooter ; doch door oorlogen , fcheepvaart , en verhuizingen naar de buitenlandfche Colonien is dat zo zeer- verminderd. Hierdoor is ook de Adel zeer gefmolten , en deszelfs aanzien door toedoen van juan den V geheel gedaald. De laatde Ko¬ ning heeft zyne llcgeering daardoor onbepaald gemaakt. Zyn er geene Zoonen, dan beklimt de Dochter den throon, mids zy trouwt met eenen Edelman van 't Ryk; en is er die niet , dan 's Konings Broeder. Den Eertitel van Allergetrouwften hebben die Vorsten van Paus benedictus den XIV , uit hoofde hunner verdienden by de Roomfche Kerk , verkreegen. De oudde Zoon voert den titel van Prins van Brafilie : de overige Kinders hebben den naam van Infanten. Twee Koningen, alfonso de I en eduard , zyn alleen gekroond : de overigen hebben zich , bij de Ryksaanvaarding, flegts tot Koning laaten uitroepen. — De Portugeezen gelooven ook , dat de Apoflel jacobus de eerfte Prediker van 't Evangelie in hun land geweest zy. antiionius van Padua , franciscus en xaverius zyn hunne drie voornaamfte Heiligen. Voor de Geestelyken hebben zy grooten eerbied ; doch haaten de Ketters zeer derk. Zien Mannen ,  bygeloof in portugal. 219 nen , Vrouwen of Kindcrs eenen Monnik in een huis treeden , fluks vliegen ze allen hem na , om nederig zyne hand , mouw, den zoom zyns kleeds of den Paternoster te kusfen , die aan zyn middel hangt. Alle avonden knielen zy iri menigte rondom een hoog Kruisbeeld van den Heiland, zingende en biddende zo hard , als de flem toelaat. De dooden begraaft men in het gewaad eens Monniks, van wiens heiligheid men een goed gevoelen heeft. Hunne Kerken zyn ongemeen opgefierd : alles heeft men daarvoor veil; maar van den waaren inhoud van 't Evangelie weeten zy weinig , en beoefenen dat nog minder. Alles is louter Plegtigheid. Der Pausfen magt was eertyds hier zeer groot ; doch nu verdeedigt men zich treflyk tegen dat geweld. De Portugeezen houden zich voor een Volk , van God byzonder bemind , en , gelyk de Jooden oulings, tot zyn eigendom verkoozen. Niemant is hierin fpooreloozer , dan gregorio de almeida , die beweert, dat de Lotgevallen en de groote Veroveringen van Portugal in den Bybel voorfpeld flaaif. Te Lisfabon en te Goa in asia heeft de Inquifitie twee Regtbanken; doch die , door de zorg der laatfte Koningen , veel van haare tyranny verlooren hebben. De Je/uiten zyn ook onlangs uit den Ryke gebannen. (IV Deel, bladz. 214-217) — 's Volks  220 geleerdheid in portugal. 's Volks Taal llamt van de Latynfche fpraak af; doch is veel met Fransch en Spaansch vermengd. Twee Academiën worden ilegts in het Ryk gevonden, te Koimbra en Evora, die onlangs nieuwe aanmoedigingen 'gekreegen hebben ; doch ce Geleerde Genootfchappen zyn meer in getal, die de neiging der Natietot de Dichtkunde leevendig houden, 't Gemeen maakt veelal vaarzen voor de vuist. faria y sousa befchreef in een bekend Heldendicht, Os Lufiadas geheeten, de ontdekking van Oost-Iirdle. 't Getal der Dichtere* is by hen zeer groot; maar louis de camoens overtreft, naar hun oordeel, allen. Lieden 'van. hoogen raag oordeelen het niet laag , vaarzen te fchryven. vieira is de Portugalfche cicero. De Schoolfchc Godgeleerdheid en Wysgeerte hebben zich tot 'hiertoe hardnekkig gehandhaafd. Deezer verdrukking fehynt egter eenige verligting te zullen krygen , daar men begint buitenlandfche Schriften van goeden fmaak te leezen, waaronder ook het Werk van frebonius is. (IV Deel, bladz. 253 , 264) Jammer is het , dat voltaire's Boeken zulkcn febaadelyken invloed op veele Portugeefche Grooten , vooral op de geenen , die heimlyk tot het Joodendom helden , gemaakt hebben. •— De Genees- en Heelkunde, misfende de laatere ontdekkingen, ook die der Natuurkunde, kwy.  schilder- en eouwkonst. 221 kwyncn meest. 't -lèadmtch- Regt is by hen in trein. Op écnen .Schilder van naam , ik meen alfonso sanchez coello , een' Leerling van raphacl , kunnen zy flegts roemen. — De Waterleiding in de Valei va:i Akant ara , een ontzaglyk gevaarte van fraai wit marmer, dat Lisfabon van water voorziet, kan, eens befchouwd zynde, nietvergeeten worden. Het Moorsch Paleis te Cintra is, na dé verwoesting der Aardbeeving van den'jaare 1755 » door den Koning heriteld, op dat de Nakomelingen een bewys van der Mooren fmaak in het bouwen zouden zien. Dan, dit reikt niet toe : er zyn nog zo veele andere proeven van de Moor fche Bouwkonst, hier en in Spanje, op hoogten te vinden, die waardig wjaren ter onzer kennisfe te komen; doch de Portugeefche Tekenpen is te traag om dat te doen. Beeldhouwers , Bouwkundigen en Graveerders , die eenigen naam verdienden, hebben zy nooit gehad, — 's Ryks Landmagt, voorheen deerlyk vervallen, is onlangs tot byna zesendertig duizend mannen gebragt; maar de Zeemagt, geduurende hunne heerfchappy en magt en handel op Oost-Indie, voorheen zo gedugt en aanzienlyk, is onder het Spaansch beftier te gronde gegaan; en, hoewel nu herHeld, haalt zy pas tien linie-Schepen en twintig Fregatten. — Daar men door den Handel en de Bezittingen algemeen wil ryk worden.  222 LANDBOUW. HANDEL , den, wordt de Latklbouw veragt en verwaarloosd. Geheele ftreeken Lands liggen onbe» bouwd. En hoewel zy alles hebben , om zelve Linnen, Lakens en Zyde-ftofFen toe te Hellen, zyn egter de meeste handwerkers buitenlanders ; of zy laaten alles , zelfs Schoenen, uit Engeland en Frankryk brengen. De Wynbouw wordt te fterk , de Koornbouw te flap gedreeven. De binnenlandfche handel is op verre na zo aanzienlyk niet als de buitenlandfche, daar zy, voor wollen en zyde-ftoffen , voor yzer- en flaal-werk, veel zout, wyn, olie, citroenen, oranje-appelen, paarlen, ruwe diamanten , brafiliehout, tabak , indigo en andere waaren afleveren. Veele deezer goederen haaien zy uit hunne Colonien. — Jammer is het, dat een Volk, niet zo moedig en vlytig als hunne Voorouders, tot deezen tegenwoordigen laagen ftaat van kloekheid en yver vervallen is. — Ziet daar de Historie van Portugal, voorheen het Land der grootfte dapperheid en goede Zeden, thans tot eene vernedering gekomen, waaruit het niet op te beuren is. Dat de oude Deugden opflaan, en de Helden zullen gebooren worden! Dat het Bygeloof en Onkunde wyken, en de Natie zal een ander aanzien verkrygen 1 Hy geeve dit, die de Volken der Aarde regeert! ZE-  ZEVENËNVEERTIGSTE ZAMENSPRAAK over de HISTORIE VAN ITALIË, BYZONDER VAN NAPELS. Hertogen van Napels. Forsten. Rogier. Frederik. Koenraad. Manfred. Franfchen in Italië. Joanna. Karei van Durazzo. Joanna van Oostenryk. Renê. Verdeeling des Ryks. OnderKoningen. Eigen Vorsten. V raag. Welke Historie van europa's Ryken neemen wy heden onder handen ? Antwoord. Wy willen befchouwen het Koningryk Napels , niet verre van het afgehandelde, in Italië gelegen. Ik zeide U (III Deel, bladz. 303) dat karel de Groote een einde maakte van de regeering der Lombarden , door derzelver Koning desiderius ge-  224 HERTOGEN. ROGIER VAN SICILIË. gevangen te neernen ; maar hy onderwierp ook aan zich de Lombardifche Hertogen van Frul li , Spokt-o en Ben even to , welk laatfte het magtigfte en uitgefïrekfte Hertogdom was van het ganfche Land , nu bekend onder den naam van het Koningryk Napels. Sedert de volkomen onderwerping, in den jar. re 787 , werdt dit fchoon Land door verfcheiden' op elkander volgende Hertogen geregeerd ; doch ftondt veelal bloot aan orlusten en Staat sverwisfelin gen, aan oproeren en oorlogen; waarom deszelfs Gefchiedenis geene aangenaame tooneelen kan openen. Ik zou U eene lyst van de Naamen dcezer Hertogen kunnen geeven , en daarby voegen , dat zy 'nu den Koningen van Frankryk , dan den Grieken onderworpen waren ; of dat zy nu tegen de Saraceenen, dan tegen anderen in de 'wapenen Honden. Dan, hoe weinig voordeels zou U dat geeven! Na den inval en de bekeering der Normanneu in deeze ftreeken , kwam rogier. , Graaf van Sicilië , ter baane, vermeesterde Jpulie, nam den titel van Koning aan, en , Napels aan zyn bellier onderworpen hebbende, verliet hy het leven in den jaare 1*154. willem , zyn Opvolger , hadt veel te llry- den ; doch overwon alle zyne vyanden. ■ Zyn Zoon- willem verzertede zich, nevens den Paus , tegen den Keizer. =—- Koning t.\n-  koenraa-d. konradyn. manfred. 22^ tancred , deszelfs Opvolger, bcmagtigde Apulie ; doch het werdt door Keizer hendrik heroverd, en geplonderd. — Om een einde te maaken van eenen tienjaarigen oorlog , aanvaardde zyn Zoon frederik , hoewel maar dertien jaaren oud , de regeering, die nu 's Pausfen Vriend was, en dan hem bcoorlogde. Over 't geheel was zyn beftier vol onrust. -— koenraad volgde op hem in den jaare .1250 ; maar manfred , frederiks natuuriyke Zoon , zou Tarento en andere Graaffchappen bezitten , en, in deszelfs afweczigheid , Sicilië befticren. Veelen in Apuiie zich voor den Paus verklaarende, trok koeinhaad tegen hen op , en , nayve. rig over manfreds bekwaamheden geworden zynde, ontnam hem zyns Vaders gift, waar tegen de ander zich niet verzettede. —— konradyn kreeg zyns Vaders koenraads Landen , en liet ze door manfred beheeren , die het Leger van Paus alexander den VI verfloeg, toen deeze aanfpraak op Napels deedt; doch deszelfs ban ter vergcldinge kreeg. Wanneer men meende, dat konradyn geftorven was , erkende men manfred als Koning, die treflyk regeerde. Hy weigerde dien titel af te leggen , toen men verftondt, dat konradyn nog leef ie. Meer beroerde het dien Vorst, dat Paus urbanus hem ook in den ban deedt, en Sicilië VI. deel. P op-  £26 kasel van anjou. manfred sneuveld. opdroeg aan karel , Hertog van Anjou , Broeder des Franfchen Konings. V. Welke gevolgen hadt deeze opdragt? A. Dit gevolg, dat de Franfchen , tot hun eigen nadeel wegens de langduurige en ongelukkige oorlogen, diep in de Italiaanfche zaaken ingewikkeld werden. Hunne krygstogten verttooven telkens als in den wind door de verraderlyke ftreeken der Italiaanen en Pausfen, dewyl die Heilige Vaders, om de kragten der Napel fche Koningen klein te maaken , en zelve er by te winnen , het eene Vorftelyk Geflagt aanzogten , om het andere te verdelgen, karel van Anjou kwam, vogt, en floeg manfred , die ongelukkig fneuvelde; Deeze was een Voorflander van Konsten en Weetenfchappen , by het Volk bemind , en , wegens zyne beleefdheid, mildaadigheid , edelmoedigheid en zagtheid , by titus vergeleeken : alleen droeg hy door onregt zyne kroon. Stervende onder den kerkejyken ban , liet de ongenadige Paus clemens de IV het lyk eerst in eenen floot werpen , en met fteenen overdekken, daarna dat opdelven , en toen , met uitgeblaazen' toortzen , aan den oever der Morino onder den blooten hemel fmyten. Keizer konradyn , toen te hulp geroepen , en, ondanks 's Pausfen banblixemen overgekomen , kreeg de neêrlaag , en werdt van karel gevangen ge-  karels bestir. sictuaanschë vesper. 22? genomen , die hem , hoewel maar zeventien jaaren oud , nevens den Hertog van Oo> tenryk , openlyk, te Napels liet onthoofden, tot fchande zyner nagedagtenis , en tot algemeene fmert der Stedelingen. Na die bar» baarfche ftrafoefening zogt karel 's Volks genegenheid door mildheid te-winnen; maakte Napels tot eene Hoofdllad ; bouwde nieuwe Kerken, Kloosters en eene Hooge School; liet de ftraaten , waaruit fteenen waren opgenomen , met die geenen beleggen , welke hy uit de Via Appia, dien beroemden weg der Romeinen , opnam ; flelde Ridder-orden in , en vestigde de Landsvergaderingen, terwyl het ganfche Ryk onder eene verdrukking zugtte. V. En niemant nam die weg ? A. Joan di procida, een Edelman van Salerno , maakte met de misnoegden eene zamenzweering tegen hem , die , al vóór byna drie jaaren overlegd , eindelyk in den jaare 1282 , op den Paasch-maandag-avond , toevallig werdt uitgevoerd, gelyk fommigen zeggen , of, volgens anderen , opzettelyk , te Palermo en elders, by 't luiden der avondklok of in de Vesper, waarvan die moord, aan agt duizend Franfchen gepleegd , den naam van Siciliaanfche Vesper draagt. Toen boodt men de kroon aan pieter , Koning van Arragon, niet vrugteloos aan, die MesP 2 ftna,  223 PIETER VAN ARRAGON. KAREL. fina , door karel belegerd, met eene Vloot óntzettede. Maar die Vorsten kwamen overeen , om 't gefchil door een tweegevegt , in het volgende jaar , te Bourdeaux, toen in Engelands magt, te zullen beflisfen. karel was daarin kwalyk bedacht : hy hadt aanftonds pieter moeten aangerand hebben. Dat uitftel was hem nadeelig , en oorzaak, dat de twee Ryken gefcheurd werden. Napels werdt de Koninglyke zetel van Frankryk, Falermo die van Arragons Huis. Schoon de Paus het tweegevegt verboodt, verfcheen karel egter, verzeld van eenige duizend Franfchen. pieter kwam ook , doch als een Schildknaap verkleed , zich verfchoonende van 't gevegt , by den Marfchalk van Frankryk , om dat de ander met zo veele benden verfcheenen was , en dus het beding, dat elk maar honderd Ridders by zich zou hebben, verbrooken hadt. Dit gezegd hebbende , ontdekte hy wie hy was, fprong daarop te paard, {helde naar Arragon , deedt karel dénen veldtogt verliezen , iloeg de Vloot , en nam deszelfs Zoon , ook karel genoemd , gevangen. Na karels en pieters dood, ontving jacob , de Zoon des laatften , de kroon van Sicilië, en zyn ouder Broeder alphonsus die van Arragon. De jonge karel raakte daarna los , en ja. cob , na den dood van zynen Broeder al- phon-  oorlogen in sicilië. 229 phonsus , erfde Arragon. Toen wilde de Paus , wien Engeland verweeten hadt, den ftookebrand des oorlogs te weezen, den vrede bewerken op deeze voorwaarde : jacob zou afzien van Sicilië en karel van zyne aanfpraak op Arragon. V. En werdt toen de vrede getroffen ? A. Neen : de Siciliaanen , onvergenoegd, dat jacob hen liet vaaren ■, benoemden , in den jaare 1296 , deszelfs Broeder frederik tot Koning , die , na eenen oorlog , eerst in den jaare 1303 met karel verzoend werdt. De laatfte kreeg Sicilië; doch moest den eed van trouw aan den Paus doen , en hem een jaargeld geeven. karel bchieldt ATapeh , vcrfierde de Stad, maakte veele goede Wetten , beriep beroemde Hoogleeraars , en ftierf, zeer beklaagd , in den jaare 1309. —- Toen robert , Hertog van Calabrie , hem opvolgde , ontïtondt er een nieuwe oorlog ; dewyl hy aangevallen werdt door frederik , Vorst van Sicilië , en van Keizer hendrik den VII. Maar robert bleef ftaan, toen elks Landen, vooral Sicilië, dat, vyftig jaaren , ïang den oorlog hadt uitgehouden met eene verbaazende kloekmoedigheid , geweldige verwoestingen leeden. Na den dood van frederik en zynen Zoon pieter, loerde hy op Sicilië; maar deeze Vorst, een groot Wysgeer, ervaaren in de GodgeleerdP 3 heid ,  230 joanna van nap;',ls. heid , welfpreekend , kloek , regtvaardig en zedig , die in zynen ouderdom eene Verhandeling over de zedelyke Deugden in Toscaanfche vaarzen fchreef, en voor de verftandigfte en gekerdfie der Koningen , die in vyf Eeuwen het Christendom geregeerd hebben , gehouden werdt , verliet het leven. joanna , zyne Kleindochter , was gehuwd aan andreasso , Zoon van der Hongaarert Koning , welke daarop den throon beklom. Dan deeze , van wien de Edelen afkeerig waren , werdt niet lang daarna . doör hen vermoord, én joanna beiigt daarin mede de hand gehad te hebben, hoewel de beroemde r,occacio en petrarcha haar vryfpraken. Deeze moord hadt vreesfelyke gevolgen. Napels werdt in twee partyen, de eene voor joanna , de andere voor deti Hertog, karel Van durazzo, gefchetjrd. lodewyk, Koning van Hongarye , ziedende van wraak wegens zynen omgebragten Broeder, trok met een leger op , nam Napels in , en deedt er zyne intrede met eenen zwarten (landaard , waarop andreasso geworgd vertoond werdt. V. En wat deedt joanna daar tegen ? A. Onder voorwcndfel van zich tegen dien ftorm te dekken , huwde zy met lodewyk den tweeden Zoon van Tarento's Prins , vlugtte naar Provence, keerde terug, en werdt daarna met den Hongaar/eken Vorst ver-  joanna van napels gedood. 23I verzoend , op de bekentenis , dat zy, onder de magt eener betoovcring zynde , belet was geworden , haaren Man, gelyk het behoorde , lief te hebben , waardoor anderen aangezet waren, om tegen hem aan te fpannen. Eene ongemeene verdeediging indedaad , die hedendaagsch vóór eene onpartydige Regtbank weinig zou gelden ; en nog minder het getuigenis aangaande de waarheid" dier zaak, door verfcheiden' lieden bevestigd. Intusfchen werdt zy met haaren lodewyk gekroond, en alles raakte daarop in ftilte tot den jaare 1335, toen kakel van durazzo eenen opiTand in Napels verwekte. Na dat zy in twist geraakt was met Si' cilie , verloor zy haaren Man, (wien men vermoedde door haar vergeeven te zyn) en trouwde daarop met jacob , Infant van Mi* itorca ; doch, deezen ook door den dood verliezende, floeg zy otto van brunswyk aan. karel kwam met een Hongaarsch leger te Rome , ontving de kroon van Paus urbanus, trok op naar Napels, floeg otto, nam hem gevangen, dwong joanna zich over te geeven , en liet haar (eene Vrouw, van fommigen zeer geprcezen, doch van anderen niet min gelaakt) ter zyner' gerustftelling worgen ; maar hy onderging , niet lang daarna , hoewel hy overal zegepraalde, gelyken dood. Welke omwentelingen in dit P 4 on-  $32 JOANNA VAN oostenryk. ongelukkig Ryk! Zyn Zoon ladisi^aus, zeer jong , volgde hem op, oorlogde met lodewyk van Anjou , werdt in den jaare 1408 tot Koning der Romeinen en Keizer te Rome uitgeroepen , verfierkte de Stad , doch overviel haar naderhand , en , geplonderd hebbende , eischte hy 's Pausfen geheele gebied. — Na deszelfs dood, in den jaare 1415, kreeg zyne Zuster joanna, Hertogin-Weduwe van 'Oostenryk , gehuwd aan jacob , Graaf de la marche het beftier in handen. V. En was deeze joanna gelukkiger ? A. Zou haar geluk daarin beflaan hebben, dat haar Man haar de geheele regeering ontnam , alle. bedieningen aan Franfchen fchonk haar opfloot , doen, op 't morren der Na? politaanen , los moest laaten, en zy zelve hem daarna gevangen zettede ; doch hy , zyne vryheid herkrygende , naar Frankryk toog ? Zou haar geluk daarin beftaan hebben , dat zy, liegt leevende met eenen gunsteling , den Paus en sforza beleedigde, den laatften tegen Napels zag optrekken , en veragtelyk door coraccioli behandeld, die alles bcflierde , met weinig eere ten graavc daalde , in het jaar 1435 ? re Né van anjou nam toen wel den fcepter in handen ; maar door alphonsus van Arragon in engten gebragt, en Napels ingenomen zynde , moest hy Italië verlaaten. — Deeze  verdepling van napels. 2.33 ze alphonsus , ftervende , liet Napels en Sicilië aan zynen natuurlyken Zoon ferdinand , die in den aanvang wél regeerde , en onder wien de Geleerdheid, na het verlies van Conjlantinopole , in Italië begon te herleeven ; die de Hooge School van Napels herflelde , en verfcheiden' wetten gaf, welke nog heden ftand grypen ; doch veele burgerlyke oorlogen , ook' tegen joan van Anjou , tegen de Turken en Venetiaanen moest voeren. ■ De twisten over de opvolging blyvende ruuren, beflooten de Koningen van Frankryk en Spanje het Ryk van Napels onderling te verdeden. Paus alexander. de VI, in hoop van eenen brok des buits te zullen hebben , maakte daarvan het plan. Gansch Italië ftondt daarvan verbaasd , dewyl elk deezer drie hunne heerschzugt^ bedekten met het voorwendfel van Godsdienst, zeggende , dat zy Napels alleen bemagtigden , om de Turken te beter klein te kunnen maaken. Dus werden de Napolitaanen , door de fchuld van binnenlandfche partyen , eene prooi van uitheemfche Overweldigeren, toelaatende, dat hun Ryk, wiens rampen zy , door getrouwheid aan hunne Vorsten , ligtlyk hadden kunnen voorkomen, in twee Wingewesten verdeeld werden. Sedert dien tyd nam hunne waardigheid af, die zy , als een vry Volk gehad hadden, P 5 en  i'%4 ONDERKONINGEN TE NAPELS. en hun Ryk werdt voortaan flegts aangezien , als een tak van Spanje''s Monarchy, waaronder het in de twee volgende Eeuwen gebleeven is. V. En bragt zulks het Ryk in vrede ? A. Neen : de Overweldigers kreegen wel dra twist onder eikanderen, wegens de grenzen ; doch deeze vyandlykheden hielden op, in den jaare 1505, 'toen Frankryk zyn regt op Napels aan den Koning van Spanje afftondt , dat , federt dien tyd, door Spaanfche Onderkoningen geregeerd is , tot dat het wederom fouvereine Vorsten terug kreeg. —— Men telde , onder de Onderkoningen, ribagorsa : de lanoja , die , in den flag van Pavia , fp^ancois den 1 (bladz. 137) gevangen nam : di moncada : philibert van Chalons, die de Franfchen uit Napels verdreef: den Kardinaal pompeo colonna : pedro di toledo , die Napels zeer wyslyk beflierde , verfraaide, ryk en gezond maakte , de kusten tegen de Turken verdeedigdc , en de talryke Jooden om hun woekeren verbande: den Kardinaal pacecco: den Hertog van al va , die tot Rome ftroopte , en de te hulp fchictende Franfchen verfloeg : den beroemden d'alcala , die zich verzettede tegen de Bulle in ccena Domini, en geene andere buiten 's Konings toeftemtning wilde laaten afleezen : den Kardinaal gran-  ONDERKONINGEN VAN NAPELS. 235 granvelle , die al mede 's Konings gezag te Rome handhaafde , en joan van Oostenryk tegen de Turken hielp : mondejar , van onaangenaame nagedagtenis: pietra persia, eenen uitmuntenden beftierder: den Hertog d'ossuna , vermaard geworden in den oorlog van Granada en in de bemagtiging van Portugal: joan de zuniga , den uitroeier der bandieten : eurique de gusman, een voorzigtigen , regtvaardigen Onderkoning, van veel beleid , en affchaffer van toonee]en en dansferyen : den Graaf van lemos , die de zamenzweering en den opdand van den geestdryver tommosa campanella ftuitte: den Graaf de eenevento , den hervormer der misbruiken in de Rcgtbanken, den beteugelaar der Geestelyken , en 's Ryks verdeediger tegen de Turken : den Graaf van lemos , Zoon van benevento's Voorzaat, die door een zuinig beftier de fchulden afdeedt , en de Geleerdheid aanmoedigde door het bouwen van een pragtig Gedicht voor de Hooge School: den Hertog van ossuna , die de Venetiaanen ontrustede :• den Kardinaal borgia , een' man van een kort beftier : antonio zapatta , in wiens tyd een opftand wegens het afzetten eeuer munt voorviel ; doch om zyn regtdoen bemind was : den Hertog van al va , den herfleller der wanorde, doch 's Volks onderdrukker, om voor  236 onderkoningen van napels. voor Spanje geld te vinden tot bet voeren van den oorlog : den Hertog van alcala , die het land uitputtede om dezelfde reden; den Graaf van monterey van een gelyk gedrag : den Hertog van medina , die nog zwaarer belastingen in voerde, en Volk wierf, om Portugal te doen bukken, hoewel eene Aardbeeving in Katabrie veele Steden om» keerde , en tienduizend Menfchen het leven deedt verliezen : den Admiraal van Kajïille, die liever bedankte , dan het volk uit te mergelen : den Hertog van arcos , een' inhaalig' Man, die 't Ryk tot armoede bragt, en de Edelen tegen 't Volk , en 't Volk tegen de Edelen aanhitfte, om over beiden gemakkelyker te mogen heerichen; des er een opftand kwam, en de Hertog van guIse door de muitelingen , van Rome, ontbooden werdt , om Stadhouder te worden , die gehoor gaf, overkwam, en zyn Overwinningen ver uitbreidde : den Graaf van oniate, die alles herftelde : den Graaf van castrillo, ten wiens tyde de pest, in één half jaar, viermaalhonderdduizend Menfchen wegnam : den Graaf van peniaranda , die alles vreedzaamlyk beftierde : den Kardinaal van arragon , die met moeite een bedorven Volk regeerde: pedro antonio van arragon , een verzwaarer der belastingen : den Graaf van astorga , die de valfche munters bedwong ,  een KONlKG te napels. £37 dwong , en Sicilië moest bewaaren : de Marlcgraaven de los velos , die onderftand aan hetzelve moest zenden, en na hem del carpio , beroemd door zyne ftrenge wetten tegen ongebonden' lieden en bandieten: den Graaf van sansistevan , die hetzelfde voetfpoor volgde : en den Hertog van medina oce« li , die gelyken weg hieldt. — Eindelyk hieldt het beftier deezer Onder-Koningen van Spanje , waarby Napels zeer veel nadeels geleeden hadt, op ; en philips de V nam zelf bezit van Napels in den Spaanfchen Succesfie-Oorlog ; doch het werdt hem, in den jaare 1707 , door den Keizer weer ontnomen, en het bleef in de magt van deezen tot den jaare 1734, wanneer de Spanjaards^ het voor don carlos bemagtigden, aan wien de Keizer zyn regt , twee jaaren laatcr, afftondt. Hierop begon dit Ryk , zo lang gefchokt en zo fel geteisterd, eenige rust te genieten , eenen vryen adem te haaien , en in bloeiender omftandigheden te komen. Wanneer karel de III , door den dood zyns Broeders ferdinand den VI, aan Spanje's kroon kwam, gaf hy Napels en Sicilië aan zynen derden Zoon, ferdinand den IV , vermids de oudfte onbekwaam was tot de regeering , en de tweede zyn Opvolger in Spanje zou weezen. ferdinand de IV, toen minderjaarig , aanvaardde het beftier in den  238 FERDINAND IV. TANUCCI. : den jaare' 1767 , en regeert thans. Onder hem heeft de Marquis tanucci , voorheen flegts Leeraar in de Regten te Pifa, in deeze laatfle jaaren , als Staatsdienaar, veel nuts den Ryke gedaan , door de inkomflen in orde te brengen ,• de vermeerdering der Geestelyken nevens hunne onderneemingen te fluiten , en zo wel Napels als Sicilië van Je/uiten te zuiveren. — De Koning , zo alles voltallig is , heeft ruim dertigduizend foldaaten in dienst; doch weinig Schepen in Zee, die egter onlangs vermeerderd zyn. Hy is een fouverein Vorst ; maar de Adel heeft nog cenig deel in de regeering , 't geen egter niet meer dan eene fchaduw der voormaalige mngt is. Dezelve heeft zes foorten van Vergaderingen , Seggi genoemd, die zei. den, wegens 's Konings fterken aanhang, iets kunnen doen. — Hier willen we eindigen , en daarna aan eenige byzonderheden aangaande de Natie gedenken. AGT.  AGTENVEERTIGSTE ZAMENSPRAAK over de HISTORIE VAN ITALIË, BYZONDER OVER DIE DER PAUSSEN. De Historie der Pausfen , van de I tot in de XIX Eeuw , of, van het begin tot op deezen tyd. V raag. Gaan wy nu over tot de Historie der Pausfen ? Antwoord. Wy hebben reeds veel , in de Kerkelyke Historie, van hun gehoord, en zullen wy dat nu gaan herhaalen ? V. Ik heb er, hier en daar, fommigen hooren noemen; ook eenige hunner Kerkelyke bedryven vernoomen, doch zy deeden immers meer: ook heb ik nooit eene doorgaan-  240 't klimmen en daalen der pauïsen. gaande lyst van deeze zo genoemde Heilige Vaderen , door alle Eeuwen heen , gezien , die ik gaarne wil weeten. A. Zekerlyk , wanneer Gy de Pausfen regt befchouwt, verdient hunne Historie eene dubbele overweeging. Zy waren niet flegts Gecstelyke , maar ook Wacrcldlyke Heeren , die , de les van ootmoedigheid , van verlochening aller tydelyke Heerfchappyen vergeetende , zich niet minder (fommigen uitgezonderd) , dan 'dille Navolgers van den nederigen Jf.sus betaamt, gedraagen hebben. Zy hebben zich dikwyls , op 's Waerelds Schouwtooneel, als groote Vorsten vertoond, over aanzienlyke Landen geregeerd , zwaare Oorlogen gevoerd, Koningen afgezet, en anderen weer aangedeld , onder voorwendfel , dat de Waereld hun toebehoorde , en zy regr hadden , om over derzelver Ryken en Throonen te befchikken. Tot deeze verbaazende hoogte zyn zy, langzaarner hand , opgeklommen ; dan , wy bekeven nu eenen ty'd , waarin wy ben , alleen door een koen misbruik van hun gezag en magt, op eene verbaazen.de wyze zien daalen. In vroeger tyd (londen de Bisfchoppen van Rome, in gelyken rang, met die van Antiochie en Alexandrie ; maar de onvoorzigtigheid der eerf'e Christen Keizeren, de aangenomen hoogmoed en de bedoelingen deezer geestelyke Her-  magt der. paussen. 241 Herderen, nevens de onweetendheid en het bygeloof der tyden, waardoor men hen boven maate eerde , en eene verdienstelykheid Helde in hun aanzien, magt en rykdommen te fchenken , hebben hen tot, die - hoogte doen klimmen , dat zy de gezegde rollen fpeelden , en zich boven Koningen en Vorsten verhieven. Toen Italië verdeeld was in verfcheiden' kleine Staaten , wierpen' zy zich op tot Scheidsmannen tusfchen de knibbelende Vorsten ; doch verlooren dan hun eigen belang nimmer uit het oog. Zy verkreegen, van tyd tot tyd , aanzienlyke Landen, die mi het 'Kerkeïyk Gebied of de Kerkelyke Staat geheeten worden. Ten tyde der berugte twisten tusfchen de Guel/en en Gibellinen , twee Italiaanfche Partyen, en vooral toen er meer dan één Paus tegelyk was , verlooren zy een groot deel van hun voorig gebied. Keizer rudolpii verkoopende het regt van vryheid aan de meeste Ilaliaanfche Steden, moesten de minderen onder de magtigere Steden buk-, ken , en de laatften kreegcn eene Oppermagt , 't geen der Pausfen aanzien zeer deedt daalen. Dan , ondanks die verliezen, bleeven zy , door middel van hun geestelyk gezag , voor het welk elk fidderde , een groot vermogen over hunne Nabuuren behouden. Hunne waercldlyke magt verviel geheel, toen lodewyk de XII Milaan en ferdinand de. VI. deel. Q kroon  2/2 magt der paussen. petrus. kroon van Napels verkreeg. De Pausfen , alles in 't werk Hellende om hen Italië te doen ruimen , doch hunne kragten ziende te kort fchieten , ondernamen eenen nayver onder de Vorsten te verwekken , het geen geene andere uitwerking hadt, dan dat de magt des eenen wiesch , wanneer die des anderen afnam. Veele jaaren lang was dit de Staatkunde van Romers Hof; doch nutteloos waren die ftreeken , vermids hy, die de bovenhand verkreeg , altoos nadeeliger werdt voor het Pausfelyk beftier. Toen de oogen der Koningen open gingen , en zy niet langer onder derzelver trotschheid wilden bukken , raakten zy byna geheel buiten aanzien , zo als de tegenwoordige Paus zich in deezen ftaat thans bevindt. Laat my U het een en ander hiervan vertoonen; doch alles kort , en niet van jaar tot jaar, maar van Eeuw tot Eeuw. V. 't Zou my leeren en vermaaken , wanneer ik derzelver Historie in dier voege mogt hooren ! A. Welaan dan .' wy beginnen met de I Eeuw. Uit eerbied voor eene oude Overlevering , en om het gezag der Pausfen te ftaaven, noemt de Roomfche Kerk den Apostel petrus den eerflcn Bisfchop van Rome ; hoewel die Helling de proef eens onzydigen onderzoeks niet kan doorflaan. In den  PAUSSEN IN DE I , II , iii EEUW. 243 den jaare 1662 bragt men, ten bewyze, voor den dag den gevonden ftoel, waarop die Apostel gezeeten hadt ; doch wanneer men denzelven fchoon maakte , vondt men er de twaalf daaden van den Heicknfchen herkules op uitgehouwen. Deeze fpytige ontdekking deedt luchesini niet bloozen. 's Mans geleerd en fchrander vernuft leide die uit, als zo veele Zinnebeelden van de toekomende daaden der Pausfen; en voor die edele moeite kreeg hy zelfs eene belooning van Paus clemens den X. Dan, wie verdiende toen eerder eene plaats in een dolhuis, luchesini Of clejjens ? —— Op petrus zyn gevolgd linus , (die van fommigen niet erkend wordt) anacletus ; clemens , op wiens rekening zekere vermaarde Brief aan de Korinthiers gezet wordt ; en evaristus. In de II Eeuw telt men alexander , sixtus , telesphorus , hyginus , pius , anicetus , soter , eleuthe- rius , (van welken wy weinig zekers weeten) en den trotfchen victor, onder wien het verfchil over het vieren van het Paasch- feest voorviel. (III Deel, bladz. 333) In de III Eeuw zag men zephyrinus, callistus , urdanus , pontianus (in wiens tyd origenes werdt afgezet) anterus, fabianus , cornelius (onder wiens beftier Romers Kerk bloeide) lucius , stephanus , Q 2 six-  244 PAUSSEN IN DE IV EEUW. sixtus de II , dionvsius , felix , euty- chianus , cajus en marcellinus , van welker waereldlyke bedryvcn ik niets te zeggen heb , om dat hunne magt en gezag niet hoog gefteegen waren. —- In de IV Eeuw zeide ik U (UI Deel, bladz. 347) werdt eerst de grondilag hunner grootheid gelegd, en men zag marcellus , eusebius , melchiades ten tyde van constantinus den grooten , svlvester , (in wiens dagen de rangen onder de Geestelyken opkwamen) marcus , julius (onder wien men invoerde zich op den Paus te beroepen), en liberils in den tyd der gefchillen met de Ariaanen regeeren. Na hem werden damasus en ursinus te gelyk te rome benoemd, 't geen eenen oproer gaf; doeh de eerfte behieldt de overhand. Én zyne glorie nam toe, om dat hy , als Bisfchop van de Hoofdftad des Ryks , door Keizer valentinianus gevolmagt was , om andere Bisfchoppen te vonnisfen , en Vikarisfen , in zyne plaats, elders tot beftier aan te ftcllen. syricius gaf meer aanleiding tot den ongetrouwden ftaat van Priesteren en Diakenen, het geen men van de Oosterfche Heidenen leerde, by welken die ftaat heiliger geoordeeld werdt. anastasius , zyn Opvolger, veroordeelde origines. V. En wie regeerden de Kerk in de V Eeuw ? A.  PAUSSEN IN DE V EEUW. 245 A. Innocentius , die Rome met fmert door alarik zag pionderen (III Deel, bladz. 237), die een Godlyk regt ter beflisfinge aller gefchillen zich aaumaatigde , den ftoel van Rome tot grootheid verhief, en zich eenen Opvolger van petrus noemde. zozimus, zeer ingenomen met zyne waardigheid , en eerst het gevoelen van pelagius toegedaan: — bonifacius, de maaker eener wet tegen allen , die naar het Pausfchap Honden. — celestinus , die zyn gezag uitflrekte over alle Kerken der Christen-Waereld , en den Monniken beval, zich door kleederen van eikanderen te onderfcheiden. sixtus de III , die weinig uitvoer¬ de. — leo de ' Groote , een Man van voortreffelyke bekwaamheden , die veel predikte , 't geen de Pausfen nu niet meer kennen. Hy deedt tweeëndertig Leerredenen, die wy nog hebben, over de vasten van de Quatertempers-Wenken , te houden in de vier Saifoenen des jaars , ter leeringe , dar dezelven Gode behooren gewyd te zyn; verhief den ApoHolifchen Stoel, en maakte met de Hunnen een verdrag, om Rome's plondering te voorkomen , het geen genseiuk. daarna deedt. (III Deel, bladz. 244) — hilarius , die zyne magt in Spanje uitbreidde , en ook Gallle aan zich zogt te onderwerpen. — simplicius , die diep gemengd was in Q 3 de  246 paussen der v en vi eeuw. de twisten der Oostcifche Keiken. fe- lix de II , die oorzaak was van derzelver fcheuring. — gelasius , die de affchaffer was van de Lupercalia , of het fchandelyk Ileidensch Feest door de Heidenfche Romeinen ter eere van den afgod pan gevierd, dat dus lang door zyne Voorzaaten gedoogd was; en infteller van maria Lichtmis, zo geheeten , om dat men de kaarfcn, op dien dagonder de Mis gewyd , tot eene veilige befchcrming hieldt tegen den Donder, en vooral tegen den duivel ; des ftervende Lieden, zo lang zy kunnen, dezelven in de hand moeten houden , alzo de geesten der duisternis niet verfchynen durven , gelyk men nog denkt , daar zy branden. Ily beweerde zyne Opperhoofdigheid op eenen anderen grond , dan tot nu toe gefchied was. — anastasius de II , die de twisten onder de Oosterfche Kerken zogt by te leggen. -— symmachus , die de Bisfchoppen waardeerde boven de Keizers. Dus ziet Gy der Pausfen gezag allengskens hooger klimmen. V. Nu volgen de Pausfen der VI Eeuw! A. Hormisdas zag den vrede herlleld tusfchen zynen Stoel en dien van Conjlantinopole. —— joiiannes, door Koning theodorik gevat, ftierf in de gevangenis. —— felix de III deedt den rykdom zyns zetels fterk toeneemen. bonifacius en joiian¬ nes  paussen der vi en vii eeuw. H7 nes de II volgden daarin ; maar agapetus zag dien zeer verminderen. silverius werdt door belisarius gebannen , en daarna door anderen vermoord. 1 viglius , dol van heerscbzugt, zag Rome door totila inüuiten , onderging den ban der Afrtf eaanfche Bisfchoppen , en werdt te Conjlantinopole zeer mishandeld. — pelagius was onwettig verordend, ftortte in groote minachting , en zyne Regtzinnigheid werdt zeer in twyfel getrokken. — johannes de III is door zyne daaden weinig bekend. be- nedictus zag met fmert de Lombarden in Italië verfchynen. pelagius de II weende om derzelver verwoestingen; doch erkende zyne feilbaarheid. - gregorius ftondt gelyk in bekwaamheden met leo den Grooten ; maar nu belaggelyk ! Keizer leo beval hem de Beelden weg te doen ; maar hy, daarvoor pleitende, dreigde , dien Vorst aan den duivel te zullen overgeeven , en hitfle zelf heel Italië tegen hem op. Dit laatfte, erger dan het eerfte, gelukte niet. Jammer is het, dat alle Schriften van dien tyd tegen de Beelden vernield zyn. Men heeft ongetwyfeld niet gewild, dat ze onze dagen bereiken zouden. gregorius de III ftopte Romers Kerken vol Beelden en Schilderyen ; doch hadt van de ■ Lombarden veel te lyden. —— zacuarias maakte met hen vrede , herftelde de Kerkelyke Tugt, en zag toe, dat pepin , Koning Q 5' van  253 paussen in DE viii eeuw. van Frankryk, de kroon van Lombardye kreeg , fpeelende daarin eene rol, die groote voordeden aan de volgende Pausfen gaf. — stephanus de II, door den Lombardifchen Vorst aistulphus aangevallen , doch door pepin geholpen , kreeg veele Landen, op den eerften veroverd ; doch door den tweeden aan st. petrus en zyne Opvolgers gefchonken; geen wonder, pepin hadt ze door hulp van dien Apostel gewonnen; zyn zwaard mogt er de eer niet van hebben. Eene geleerde Uitlegging ! Ondertusfchcn heeft deeze gift van den goeden , doch min kundigen en onvoorzigtigen pepin de Pausfen tot waereldlyke , en piiocas eertitel, (hladzs 248) hen tot geestelyke Vorsten verheeven. stephanus werdt dus de Grondlegger der tydelyke grootheid. De Patriarchen van Conftantinopole waren , naar der Pausfen oordeel , de Voorloopers van den Antichrist, om dat zy zich noemden algemeene Bisfchoppen ; maar de Pausfen greepen de eerfte gelegenheid aan , om zich denzelfden tytel aan te maatigen. Welk eene gelykvormigheid aan zich zeiven ! De Lombarden waren de godlooste Menfchen , om dat zy 's Keizers Staaten aanrandden ; doch de Pausfen beroofden de Lombarden van dezelven. Hoedanig is deeze Eerlykheid, Regtvaardigheid en Godsvrugt! —- paulus , stephanus Broe-  paussen der. viii eeüh5, 2-51 Broeder, (het eenigfte voorbeeld in de Historie der Pausfen , dat twee Broeders na elkanderen verkoozen zyn) liet pepin, in een Concilie te Gentilli by Parys , den Beeldendienst veroordeelen; doch hadt het hoofd vol van waereldlyke dingen. ■ stephanus de III befioot , om de Mededingers te weeren , niemant, ten zy Kardinaal , tot Paus te benoemen. adrianus werdt door karel den Grooten 'in 't gerust bezit van meer Landen gefteld , na dat hy den Lombardifchen Koning door 't uitfpreeken van den ban , van Romers muuren hadt doen wyken. Zyne armhartige bewyzen tegen de Beelden deeden hem zo veel oneers aan , toen karel of zyn Leermeester alcuinus daartegen fchreef, als het aanneemen van fchatten , die een roof waren > van overwonnen' Volken. -— leo de III erkende karel nog als Souverein, en zalfde hem tot Keizer der Romeinen. Het maaken van een gouden wierookvat, zeventien ponden zwaar , of de Lykkas van petrus met gouden plaaten van negenenveertig ponden te bekleeden, en driehonderd en zeven ponden zilvers aan drie Kandelaars te befteeden , kon , hoewel het eene ydelheid aanduidde in deezen nederigen Knegt der Knegten gods , beter door den beugel, dan te erkennen , dat de Spons te Mantua ontdekt  252 paussen der viii en ix eeuw. dekt was , gedoopt in Jesus bloed, dat nog versch was , groote wonderwerken doende , en daar gelaaten door den Romeinfchen Soldaat , die 's Heeren zyde doorfteeken hadt. In zynen tyd begon men eerst de Regterhand voor de eerwaardigtte te houden, st. paulus ftondt aan de Regterhand van st. petrus in alle Schilderyen en Beelden, vóór leo's tyd gemaakt ; doch men plaatfte den eerlten aan de Linkerhand des tweeden in {tukken , welke in zyne dagen vervaardigd werden : maar , na 's Pausfen dood, nam de oude gewoonte weer de overhand , en de twee Apostelen werden , als voorheen , afgebeeld tot den jaare 1288 , toen de Regterhand , onder Paus nicolaas , de eerwaardigfte werdt , en federt zo gebleeven is. V. Welke Pausfen beklommen den Apostolifchen Zetel in de IX Eeuw ? A. Stephanus de IV, paschalis en eugenius de II, die met fmert zag, dat een Concilie te Parys hem feilbaar verklaarde.— VALENTiNus , die weinig uitvoerde. — gregorius , die , befchuldigd zynde van zich ingelaaten te hebben met drie oproerige Zoonen tegen Koning lodewyk, hunnen Vader, het zwaard opnam , en Oflia verlterkte. sergius , wiens grondgebied , om zyne ordening tot Paus vóór 's Keizers goedkeuring, verwoest werdt. —— leo de IV, die Ro. me  paussen in de ix eeuw. 253 me verfterkte tegen de Saraceenen , welke de Kerk der twee Apostelen beroofd hadden , bouwde tegen hen andere Steden ; zorgde , dat de Hoofdkerk door nieuw gedichte muuren in 't midden der Stad ftondt; en badt God , haar te willen behoeden om de verdienden van st. petrus en paulus. - Na hem kwam de Pausin johaNna , zo zy er geweest is. Thans is ons onbekend , wat aanleiding tot die fabel gegeeven heeft. benedictus de III gaf veele gefchenken aan Rome's Kerken. Hy zou beter gedaan hebben, indien hy goede Boeken vermenigvuldigd hadt. Sommigen waren toen zo fchaarsch , dat lupus , Abt van Ferrieres , onder anderen , ter leen van hem verzoeken moest cicero de Orator e, de XII Boeken van quintilianus Injlellin. gen , en de Uitleggingen van terentius , om ze te laaten uitfchryven , wyl hy ze in heel Frankryk- niet vinden kon. nicolaas was de eerfte Paus, die gekroond werdt, by welke gelegenheid Keizer lodewyk , toen juist te Rome zynde, de dwaasheid toonde , van zyne waardigheid te vergeeten door 't ftygen van zyn paard, en dat door den Paus bereeden werdt, te voet, een boogfcheut' verre, met den toom te leiden. Hieruit is der Pausfen voorgewende oppermagt boven Koningen en Keizers in 't ver-  254 paussen in de ix eeuw, vervolg voortgekomen. Deeze Paus was een Man van groote bekwaamheden; maar die in heerschzugt voor geene Vorsten onderdeedt , en niemant ontzag. De itraf, eenen Vader opgelegd, die drie Kinderen vermoord hadt; doch te Rome kwam om de boete van den Paus te ontvangen , was deeze : „ Drie jaaren lang zult gy niet in de Kerk mogen komen ; maar aan de deur blyvcn ftaan , en daar bidden. Daarop zult gy , vier jaaren lang, onder de Toehoorders verfchynen. Geduurende zeven jaaren zult gy het Avondmaal niet genieten. Geen' Wyn zult gy drinken , dan op de Zon- en Heiligdagen ; in uw geheel leven geen vleesch eeten." Wat dunkt U , zou de gezegende Jesus ook eene zodanige boete eenen fchul- digen Vader opgelegd hebben ? adria- nus de II was verwaand genoeg, om uitfpraak te doen over het Ryk van Lotharinge ; om karloman , die tegen zynen Vader opftondt , in befcherming te neemen, en eene foort van regtsgcbied te oefenen over den Stoel van Conjlantinopole. johan- nes de VIII mogt zich vermaaken met de Hertogdommen van Benevento en Spolcto van karel den Kaaien te ontvangen ; maar 't lmaakte hem niet , den Saraceenen fchatting te betaalen, na dat zy Rome geplonderd hadden. —— marinus en adrianus de III leef.  PAUSSEN IN DE IX EEUW. 2$5 leefden te kort, om veel uit te voeren.— stephanus de V of VI was grooter in mildaadigheid, dan in waare wonderwerken, fchoon men ze hem nagaf. — formosus, godsdienftig , en ver in de kennis der Heilige Schrift gevorderd , was gedwongen , om Rome over te geeven aan Koning arnulphus , en hem te kroonen tot Keizer van Duitschland. bonifacius de VI was zo fchandlyk van gedrag , als kort van leven. — stephanus de VI of VII drong zich met geweld op den Stoel van Rome ; des men niet veel ftigtelyks van hem verwagten kon , of Gy moest eene nooit gehoorde daad , die ik U verhaalen moet , goedkeuren. V. Welke nooit gehoorde daad ? A. Paus formosus , zo even gemeld , wiens verkiezing de beroemde fulco, Aartsbisfchop van Rheims , befchouwde, als een teken , dat de Kerk de onmiddelyke befcherming van den Hemeli 'genoot, (en welk getuigenis kan hooger gaan!) wass, voorheenen , door Paus johannes den VIII in den ban gedaan , toen hy nog Bisfchop van Porto was , en hadt met eede moeten be« looven , nimmer eenige Bisfchoplyke diensten te zullen doen. Doch 't was niet genoeg, dat Paus marinus , Opvolger van johannes, hem van dien eed ontllaagen hadt, en dat  256 de doode formosus gsvonnisd. dat hy vervolgens een achtingswaardige Paus geworden was. stephanus de VI of Vil, fel op denzelven geheeten, voerde zyne verbittering tegen hem volkomen bot, ook toen hy reeds ten grave gedaald was. Hy liet toch (welk eene ongehoorde daad!) formosus lyk opdelven , uit het graf haaien, in Bisfchops kleederen lteeken, op eenen Hoe] vóór zynen Pausfelyken zetel brengen , en een pleit tegen hetzelve beginnen , ten aanhooren veeier Geestelyken. stephanus hief in eene volle Vergadering dus aan , en vraagde het lyk : „ Waarom hebt gy , die Bisfchop van Porto waart, u door Staatzugt zo verre laaten vervoeren, om op den algemeenen Stoel van Rome te dringen ?" Wat de Diaken, die , als de Advocaat van formosus , door den Paus aan de zyde des Stoels , waarop het lyk zat, geplaatst was, antwoordde in formosus naam , weet men niet by gebrek van befcheiden ; maar stethanus merkte de yerdeediging aan als onvoldoende , en fprak des , ua het eindigen deezer Regtspleeging , dit vonnis • over hem uit : „ Alzo gy , formosus., u verfhout hebt , u op den Apoftolifchen Stoel te zetten , zal men , ten ftraffe, u van uwe kleederen berooven , drie vingers, affnyden , (naar alle gedagten die drie vingers , waarmede de Pausfen gewoon zyn het Volk te ze-  "i.p.rl.m. Waarom hebt Gij u door staatzugt zo verre laaten vervoeren   formosus gewroken." S57 zegenen) en uw lichaam in den Tyher werpen. " Het lyk, dit vonnis, als 't ware, aangehoord hebbende , en daarin berustende , zo werdt hetzelve ook uitgevoerd. Wat dunkt U, is dit niet indedaad eene ongehoorde daad van den dollen stephanus ? Maar het bleef hier niet by. Hy deedt meer zotte daaden ; onder anderen vernietigde hy ook het befluit , van 's Keizers goedkeuring , vóór de ordening der Pausfen, te vraagen ; dan deeze , die anderen zo ftout de wet ftelde , werdt eindelyk zelf van den ftoel verdrceven. Dien trotfchen Rigter van den braaven formosus wierp men in eene gevangenis , waar hy veroordeeld en geworgd werdt. Daarin ziet gy de vergelding van den regtvaardigen Richter van Hemel en Aarde ! rumanus , die op hem volgde , verklaarde , zegt men , die regtspleeging onwettig. Dus brak, 't geen zo vaak gebeurde , de een af, dat de ander opbouwde. — theodorus de II liet formosus lyk weer opvisfchen , en begraaveni Doch wat gebeurde er by die gelegenheid? Toen het lyk in de Kerk gebragt werdt (lach niet op dit verhaal der Schryveren) boogen zich alle Beelden der Heiligen , en groetten hetzelve. Was dat niet eene ongemeene Plegtigheid , eene zonderlinge beeldelyke Wellevendheid , of Regtvaardiging! —. III. deel. R j0-  »5S ' paussen in de x eeuw. johannes de ' IX , door eenige Brieven bekend , en benedictus de IV, waren de laatlte Pausfen in deeze Eeuw. V. En geene stepiianussen , hoop ik , volgden in de X Eeuw ? A. Nu kwam de X of de yzeren Eeuw aan, ouvrugtbaar in deugden , overvloedig in allerlei godloosheid , duister boven alle anderen , en uitmuntend in fchaarsheid van Geleerden. Geene Pausfen, maar monflers zaten ," zegt earonius , op petrus Stoel , voor wien de Engelen zelve eerbied hebben. Eén enkele deugdzaame liep er flegts onder. —— benedictus den IV en leo . den V gaan wy voorby. • christopho- rus drong zich met openbaar geweld op den zetel; doch , door sergius daaraf geftooten , ftierf hy in eene ellendige gevangenis. anastasius de III en lando regeerden kort, —— johannes de X ver* fcheen gewapend in het veld , ontnam Carigliano den Saraceenen , liet Rome door twee hoeren regeeren , en , om zyn godloos leven de felle necpen zyns gewcetens gevoelende , liet hy door eenen Legaat 't Graf van Apostel jacobus in Spanje bezoeken , en den Bisfchop sisenand bidden , de befcherming van dien Heiligen voor hem te fmeeken. ——— leo de VI, stephanus de VII of VIII, en johannes de X, , -■. zyn  paussen in de x eeuw. 259 zyn daarop gevolgd. leo de VII was meer bygeloovig dan verftandig , toen hy verboodt, 't Gebed des Heeren vóór en na den maaliyd te bidden, om dat het gefchikt was voor den dienst der Misfe. O welk eene geestige trek van deezen Paus ! -— stephanus de VIII of IX , marinus de II , (een groot Vriend der Monniken) en agapetus (een goede Paus) kwamen daarna, — De ongebonden johannes de XII, tegen den Prins van Capua te velde trekkende , kreeg de neerlaag ; deedt, door den Duitjehen Koning otto te kroonen tot Koning van Italië, het Italiaan fche Keizerryk in handen van Duitfche Vorften overgaan , en werdt befchuldigd in een Concilie , dat ook beweezen werdt , ter ccre van den duivel gedronken , en , dobbelende , de Hebden fche Afgoden aangeroepen te hebben; des hy , zich niet verantwoordende , werdt afgezet. ■ leo de VIII, toen verkoozen, werdt door zyns Voorzaats aanhang verdree- ven en vermoord. johannes de XIII werdt uit Rome gejaagd; doch Keizer otto ftrafte de oproermaakers. Hy voerde het wyden der Klokken aan eenen Heiligen in, en wilde 't Volk doen . gelooven , dat het dan door de ftem van dien Heiligen, wiens naam de klok droeg, tot den Godsdienst werdt geroepen. ■ benedictus de VI R 2 is  2'6o paussen in de x en xi eeuw. is door eenen oproermaakcr geworgd. Op hem volgden de zedige donus de II , benedictus de VII , de van den zetel ver. dreeven johannes de XIV, die alles te Rome voor geld veil hadt , en 't eerde voorbeeld van canonifeeren of Heilig verklaaren gaf, waarin de voorbeeldige en geleerde gregorius de V hem volgde. — sylvester de II , die om zyne groote ervaarenheid in de Wis- en Sterrekunde, een Toveraar geheeten werdt , fchreef geleerde Verhandelingen, maakte een paar Globen , (toen een zeldzaam bedryf) en was de laatde Paus in deeze Eeuw. V. Dus komen wy tot die van de XI Eeuw! A. De eerden in deeze Eeuw waren johannes de XVII en XVII[ , sergius de IV en benedictus de VIII, die de Saraceenen uit Italië verdreef, en de bevestiging der gefchonken' Landen door de Keizers verkreeg. — johannes de XIX. benedictus de IX , die het Pausfchap verkogt , om vryer in ongebondenheden te kunnen leeven. gregorius de VI, door omkooping Paus geworden. — clemens en damasus de II. leo de IX, te Rome als een Pelgrim gekomen , veroordeelde , als Paus , berengarius , hervormde veele gebreken, beoorlogde de Normannen , werdt geflaagen en gevangen genomen. —— victor. de II, er-  paussen in de xi eeuw. 2.61 ervaaren in Staatszaaken , en Raadsman des Keizers , verboodt den Kaffiliaanfchen Koning ferdinand den titel van Keizer aan te noemen, — stephanus de IX of X. —benedictus de X , ook door omkooping bevorderd. — nicolaas de II maakte Wetten tegen de gehuwde Geestelyken. • alexander de II, door de wapenen Paus geworden , gaf het eerfte voorbeeld van eenen volkomen Aflaat. gregorius de VIII was de laattte dier Pausfen, wier verkiezing naar den Keizer om goedkeuring gezonden werdt. Hy , kundig, doch hoogmoedig en ftaatzugtig , gedroeg zich baldaadig tegen den Franfchen Koning, duldde niet de begeeving der Bisdommen door de Vorften , maakte aanfpraak op meest alle Ryken van europa, twistte veel met Keizer hendrik, deedt hem in den ban (III Deel, bladz. 423 , 424) en , hoewel fchüldig aan moord , flmonie en overfpel , is hy egter voor Heilig verklaard. victor de III viel de Saraceenen in africa met eene vloot aan, en nam een befluit tegen de begeeving der Bisdommen door de Vorften. — urbanus de II keurde de Kruisvaarten goed ; doch floeg den Franfchen Koning met den ban. —— pAsctiALis de II volgde dat voorbeeld ; des de Koning van Engeland, daarvoor vreezende , de begeeving der BisdomR 3 " men  sö2 paussen in de xi en xii eeuw, men liet zakken. Dan , de Duitjche Keizer hendrik , niet toegeevende , temde deri Paus door een gcvegt, en voerde hem en zyne Kardinaalen uit Rome; doch men kwam daarna tot een verdrag , waarby paschalis niets won. V, Waren de Pausfen zagter in de XII Eeuw ? A. Gelasius de IJ zag Rome in veele onlusten door eenen mededinger, en werdt zeer mishandeld. —• calixtus de II leefde in gefchillen met den Keizer over de inhuldiging der Bisfchoppen. — honorius de II voerde de wapenen ; doch ongelukkig. — innocentius moest eerst voor twee mededingers vlugtcn ; doch , erkend zynde, tastte Iry roger , Koning van Sicilië aan. —• celesïinus de II deedt weinig. lu- cius de II wilde de tydelyke magt , hem door den Raad van Rome benomen , terug haaien door een gevegt, waarin hy gewond werdt , en ftierf, —— eugenius , ftelde de dus verre onbekende graaden van Student , Licentiaat en Do&or op de Univerfiteiten aan , twistte veel met frederik earbarossa , en verkreeg de waereldlyke magt te Rome weer in handen. anastasius de IV* bevestigde de Ridders Hospitaiers, (III Deel, bladz. 429) —— .adrianus de IV raakte met Rome in onmin over de tydelyke  paussen in de xii eeuw. 263 lyke magt , verpligtte Keizer frêderik bar* barossa , om deszelfs Stygbeugel vast te houden by het op- en afklimmen van 't paard, en, als ftalknegt, den Paus te dienen , hoewel hy naderhand moest toegeeven : hy voerde ook oorlog met willem , Koning van Sicilië. —. alexander de lil en victor werden te zamen tot Pausfen ino-ewyd , het geen het uitdonderen van den ban tegen eikanderen ten gevolge hadt. Toen victor wettig verklaard was in een Concilie , door den Keizer belegd te Paria , moest hy alexanders vloekban bezuuren. Na victors dood koos men paschalis den Ifl , en na deszelfs dood calixtus den Hl; doch toen deeze zich onderwierp, nam men landus.; maar die in de gevangenis raakende , bleef alexander meester. ——lucius de III werdt uit Rome gejaagd. — urbanus de III knibbelde met den Keizer over de Staaten der Graavinne mathilda , en ftierf van hartzeer over het verlies van Jerufalem , en van 't Heilig Kruis, in han- den van saladin gevallen. gregorius de VIII hadt lof wegens zyne geleerdheid en welfpreckendheid. clemens de III was verzot op de Kruisvaarten. ce- lestinus de III was byster verbitterd op leopold , Hertog van Oosienryk , om het gevangen houden van rici-iard, Koning van R 4 En.  264 paussen in de xii en xhi eeuw. Engeland, komende van eene Kruisvaart. innocentius de III was de laatfte in deeze Eeuw , die , de vereischte hoedanigheden hebbende , om 't Pausfelyk gezag tot den hoogden top te doen flygen, niet vergat zich daarvan te bedienen. Rome en andere Steden aan zich te onderwerpen , Steilte eenige voorregten te ontrukken , den Duiifchen Keizer otto gehoorzaamheid te doen belooven , veelen in den ban te doen, den Eügelfchen Koning op harde voorwaarden tot zynen Vasfal aan te nccmen , tegen de Aibigenzen eene kruisvaart te prediken , 't Leeriluk der Trandibdantiatie in te voeren , en den zetel van Conjlantinopole aan dien van Rome te onderwerpen, waren de bedryven van deezen gierigen en heerschzugtigen Paus , die anders de beste Regtsen Godgeleerde van zynen tyd was. ■ V. Welke Pausfen zag men in de Xlil Eeuw ? A. Honorius de III deedt weinig meer, dan eenige Vorften te kroonen. -—. De harde gregorius de IX deedt Keizer frederik in den ban , dewyl hy , alleen om ziekte , uit het oorlog in Palefline t'buis kwam ; dan de Vrienden van deezen Vorst jaagden daarop den Paus uit Rome. Treurig was de Burgerkryg in Lombardye tusfchen de Cilellinen, die het met den Kei" ■ zer ,  paussen in de xiii eeuw. 265 zer, en de Welpen of Guelfen, die het met den Paus hielden. De eerflen voerden dien naam naar Gibel, de plaats van 's Keizers geboorte ; de anderen naar Welp of Guleph , Hertog van Beyeren , die voorheen den Keizer aanviel. De Landen buiten Rome ondergingen daardoor eene groote verwoesting. De Paus beriep zich op een Concilie ; dan de Keizer verboodt dat te houden. De Leden , die egter derwaards reisden , liet hy op Zee on- derfcheppen , en verdrinken. Voorts celestinus de IV. innocentius de IV, die, den oorlog voortzettende, uit vrees voor den Keizer, naar Frankryk vlugtte, en hem in een Concilie afzettede; doch deeze verbande daarop alle Monniken. Toen de Duhfche Veldheer manfred deszelfs leger floeg , ftierf hy van fmert. Daar hy veel fchreef, werdt hy de Vader der Kerke- lyke Wetten geheeten. alexander. de IV verloor in dien oorlog Calabrie en Apulie , en , by veele onlusten , eenen veldllag. urbanus de IV werdt door manfred, Koning van Sicilië , uit Rome verjaagd. —— clemens de IV maakte zyn Geflagt niet groot , gelyk zyne Voorzaaten gedaan hadden • maar (lelde karel van Anjou tot Koning van Sicilië aan , en liet konradyn te Napels onthoofden, (bladz. 226, 227) Dit ysfelyk vonnis beleefde de Paus niet lang. —R- 5 gre-  2.66 paussen in de xiii eeuw. gregorius de X , die , na dat de Stoel van Rome drie jaaren was open gebleeven om den twist onder de Kardinaalen, verkoozen werdt , zogt den Burgerkryg te doen eindigen , hieldt te Lions het talrykst Concilie , dat men ooit gezien heeft, en Helde het Conclave in, om voortaan fpoediger eenen nieuwen Paus te hebben. — innocentius de V gaf den vrede aan Italië ; maar honderd Stellingen werden in zyne Schriften afgekeurd. adrianus de V voerde weinig uit. — johannes de XXI fchreef een Boek over de Geneeskunde; maar ftierf door het inHortende dak van zyn paleis. —— nicolaas de III werdt door den dood verhinderd, om twee zyner Bloedverwanten Koningen te maaken. martinos de IV befchikte over Sicilië, ten voordeele van karel van Falois. honorius de IV bepaalde de wyze , op welke men den gewyden ouwel aan eenen zieken zou brengen. —— kicolaas de IV , nederig en geleerd , zogt der Christenen verliezen in het Oosten te herftellen. celestinus de V , een arme Kluizenaar , tegen zynen wil tot Paus gemaakt , deedt, op eenen Ezel zittende , ten ongenoege van twee Vorften, die de Stygbeugels hielden, zyne intrede in de Stad Aquila , verliet daarna het Pausfchap, en werdt wederom Monnik. ~—— JBO-  paussen in de XIII en XlV eeuw. 267 bonifacius de VIII,, vrcezende , dat de afftand zynen Voorzaat mogt berouwen , wierp dien goeden Man in eene gevangenis , ftelde ,het Jubilé in , en vernederde het geflagt der colonna's. Hy werdt befchuldigd Christus tegenwoordigheid 'in het Avondmaal zo min te gelooven als de onfterflykhdd der Ziel; daarna gevangen genomen op bevel des Franfchen Konings door nogaret en sciARRA , doch door liet Volk verlost, en ftierf daarop wegens hartzeer over dit ongeval. Dus liep deeze Eeuw af. V. En wie vertoonden zich in de XIV? A. Beisedictus de XI , die , na zyne bevordering, een bezoek van zyne Moeder , - pragtig gekleed , ontvangende zicli , hieldt haar niet te kennen , zeggende : ,, Myne Moeder is geene Prinsfes , maar eene arme Vrouw". Daarop liet hy haar vertrekken ; maar den volgenden dag in haare armoedige kleeding weerkomen de , erkende en omhelsde hy haar. Hy heriTelde het Huis der colonna's , en ontfloeg der Franfchen Koning van den ban. —— Clemens de V liet zich te Lions kroonen, bleef te Avignon , om dat Italië door zo veele partyfehappen verdeeld was (III Deel bladz. 450 , vogt ongelukkig tegen de Fenetiaanen , en vernietigde de Orde der Tempelieren. Zeventig jaaren lang blecven de Pausfen  "68 paussen in de xiv eeuw. fen te Avignon , welke tyd de Babylonifche Gevangenis federt genoemd is. — johannes de XXII verboodt de Toverkonst , toen zeer in zwang, en dagvaardde twee mededingers naar bet Keizerryk , lodewyk van Beyeren en frederik van Oostenryk vóór zynen Stoel. De eerfte verklaarde den Paus voor eenen Ketter, en liet petrus de corbario onder den naam van nicolaas den V, tot Paus benoemen. Dus hadt men toen twee Pausfen. Dan deeze , naderhand door zyne Vrienden verhaten zynde, ging naar Avignon, viel demoedig, met eenen firop om den hals , johannes te voet, en kreeg vergiffenis van zyn bedryf; waarop hy in eene gevangenis werdt geflooten, om dat fpel niet weer te fpeelen. — benedictus de XII veroordeelde de Hellingen zyns voorzaats , (III Deel bladz, 451) was tot den vrede geneigd, en bevorderde Mannen van verdienHcn. — clemens de VI deedt den Keizer in den ban , en gaf de Canarifche Eilanden , als hadt hy er regt o.p , aan lodewyk , Graaf van Clermont, — innocentius de VI befnoeide de pragt van zyn hof, kreeg de Itallaanfche Landen der Kerk terug , en verfterkte Avignon. > urbanus de V moedigde Deugd en Geleerdheid aan , en verbeterde veele gebreken. gregorius de XI , door nie- mant  paussen in de xiv eeuw. mant in de meeste takken van Geleerdheid overtroffen , maakt Sicilië tot een byzonder Ryk , en bragt den Pauslyken Stoel van Avignon weer te Rome. urbanus de van de Italiaanen verkoozen , om geenen Franfchen Paus te hebben , wiens hart naar Avignon trok , zag de zogenoemde groote Westerfche Scheuring beginnen , die vyftig jaaren duurde , 1 dat is , van het jaar 1414 tot het jaar 1464, in welken tusfchentyd men twee of drie Pausfen tegelyk hadt , 't welk geene eer voor de Roomfche Kerk was. Dan, de Franfche Kardinaalen koozen clemens den VII , die te Avignon bleef, terwyl urbanus de VI te Rome regeerde , en waar hy de berugte johanna , Koningin van Napels , van den throon ftiet, geevende dien aan durazzo. ——. bonifacius de IX zag , na clemens dood , benedictus den XIII tot een Tegen-Paus verkiezen. De Koning van Frankryk , een einde der fcheuring begeerende, vorderde, dat elke Paus afftand zou doen , waarin de laatfte geen zin hadt. De Vorften van europa ftonden verdeeld ; de een was voor deezen , een ander voor geenen Paus. Al floeg benedictus een vergelyk voor , de ander wilde daartoe niet komen. V. Maar hoe liep dat af? A. In de XV Eeuw wilde de verkoozen in-  fi7<3 paussen van de xv EEUW. innocentius, nfl bonifacius dood , ook geen oor daaraan leencn. En toen zyn Opvolger gregorius de XII vrede wilde maaken , weigerde benedictus toeftemming tot den affiand te geeven , waarop de ander toen ook niet wilde bykomen. ■ Hierop werden alexander de V , een groot Redenaar en de bekwaamfte Godgeleerde van zynen tyd , tot Paus benoemd , en johannes de XXIII, die , met Koning lAdislaus oorlogende , door hem Rome zag pionderen. Eindelyk op het Concilie van Conftans deeden de twee Pausfen, johannes de XXIII , en gregorius de XII , afftand van de Pausfelyke waardigheid ; maar de derde of benedictus de XIII , daartoe ongezind 5 werdt afgezet. Daarop benoemde men martinus den V , een opregt en zeer bekwaam Man, tot Paus. johannes den XX'II , vier jaaren gevangen gehouden, onderwierp zich eindelyk aan martinus- den V; maar benedictus de XIII , voor één der grootfte Mannen gehouden, fpeelde den Paus tot zyn einde toe. De drie Tegen-Pausfen waren nu van kant ; doch de Scheuring hieldt -niet op, Terwyl martinus de V den geheelen Kerkelyken Staat -in zynen ouden luister herfrelde , verkoozen drie Kardinaalen clemens den VIII , en een vierde benoemde benedictus den XIV; maar hier van  paussen van de xv eeuw. a?i vm is niets geworden, clemens de VIII, in het Pausfelyk gewaad met de drie dubbele kroon op het hoofd, alle voorige vonnisfen herroepen hebbende , deedt afttan i ; waarna de groote fcheuring, zo ergerlyk voor de Roomfche Kerk, eindelyk ophieldt. eu- genius de IV hadt veel twists met een Concilie van Baf el, dat hem wederfpannig verklaarde, waarop hy hetzelve naar Ferrara verplaatlte. Dan , de Leden , te Ba fel ■ gekomen, bleeven vergaderd , en verklaarden eugenius in zyn ampt opgefchort , de Conciliën boven den Paus , en amadeus , Hertog van Savoye , onder den naam van fe- ferx den IV, tot Paus. nicolaas de V volgde op eugenius , en felix de V verliet zyn Pausfchap. De eerfte moedigde de Geleerden te Rome zeer aan, bragt de beste Boeken van Griekenland in zyne Bibliotheek, en liet veele Affchriften van Griek- fche en Latynfche Schryvcrs maaken. calixtus poogde de Christen Vorsten tegen de Turken in het harnas te jaagen. . pius de II , anders genoemd ^eneas sylvrus PicoLOMiNi , veroordeelde , toen ' hy Paus was , zyne eigen Helling , zo veele jaaren verdeedigd , naamelyk , 'de meerderheid der Conciliën boven den Paus. 't Mislukte hem de voorregten der Gaülcaanfche Kerk terug te haelen. Hy was een edelmoedig Voor-  272 paussen der. xv eeuw. Voorftander der Geleerden. Niemant wilde voorheen der Pausfen magt meer breidelen , dan hy ; maar ook niemant daarna meer uitzetten. Dit was weinig tot pius eere. Toen hy met eene Vloot op de .Turken wilde losgaan , nam de dood hem weg. — paulus de II leefde met eenige Vorsten in onmin ; doch het was voor hem fchandelyker den beroemden platina , op een los vermoeden , te haten pynigen. —— sixtus de IV verdreef de geringe Vorsten , die de kleine Steden der Kerk beheerschten; vergenoegde zich met het zenden eener witte Spaanfche Telle door Napels Hof in plaats van fchatting ; tradt in eene zamenzweering tegen julianus en laurens de medicis , om de RepuWyk Florence , meent men , te bemagtigen; en deedt ook den Fenetlaanen den oorlog aan. Moorderyen, verdrukkingen en het verkoopen van Ampten hebben hem gebrandmerkt ; maar edelmoedig iemant te helpen , de Vaticaanfche Bibliotheek aan te leggen , en platina tot Opzigter over dezelve te benoemen, hebben hem eere ge. geeven- —— De flegte innocentius de VIII zou meer roems behaald hebben met zyn gebied te zuiveren van dieven, roovers en moordenaars , dan door zyn krakkeejen met de Venetiaanen , die hem in Rome belegerden , en tot den vrede dwongen. —— De Re-  paussen van de xv en xvi eeuw. 273 Regeering van alexander den VII was eene aaneenfchakeling van trouwloosheid , geweld , ontugt, wreedheid en moord. Vóór zyn Pausfchap reeds eenige Kinders te hebben, de Turken tot hulp te roepen tegen Christenen, met Frankryk te knibbelen , ferdinand uit Napels te dryven, Benèvento aan zynen OudHen Zoon te geeven , zynen anderen Zoon valentyn, moordenaar des eerlten, van Kardinaal een leek, en daarop Hertog van Vaknee te laaten worden , en , met deszelfs hulp , voor eenen anderen een vergift* te bereiden , waaraan hy zelf, by vergisfing drinkende , ftierf, hebben reden genoeg gegeeven , om hem , dien men anders een' Man van ongemeene gaven noemde , en bekwaam keurde om een Keizerryk te regeeren , te verfoeien. V. Hadt hy meer zulke Navolgers ? A. In de XVI Eeuw leefde pius de Til. kort, maar lang genoeg , om zich over de onlusten te Rome , als een gevolg der voo- rige ilegte • regeering , te kwellen. ju- lius de II liet den fnóoden valentyn , die maar weinig van het gemelde vergift gedronken hadt , en dus den dood ontkwam, toen 't zynen Vader, alexander de VII, het leven kostte, vatten en gevangen zetten. Hy (loop wel daarna uit de gevangenis weg; maar de regtvaardige Voorzienigheid liet hem VI. deel. S in  È74 paussen der xvi eeuw. in een gevegt met rebellen fneuvelen. ma. ciiiavel was onbefchaamd genoeg, om deeze twee laatftcn , als voorbeelden , voor te Hellen aan hun, die naar eene heerfchappy ftaan. De Fenetiaanen te beoorlogen ; vrede met hen te maaken , op dat andere hem helpende Vorsten niet te magtig zouden worden ; in de belegering van Miran. dola de rc4 van eenen Veldheer te fpeelen, en te paard langs de linien te ryden ; een ander Concilie te beroepen , toen er de Kardinaalen een beftemd hadden ter hervorminge van 't Hoofd en de Deden der Kerk; in hetzelve te Pi fa verklaard te worden voor eenen bloeddorftigen Tyran en Rebel tegen de Kerk , die derzelver heerfchappy met geweld van wapenen hadt uitgebreid , waardoor men zegt, dat wel tweemaal honderdduizend Menfchen gefneuveld zyn, hebben den Roómfchen de gelegenheid benomen , om op deezen Paus te roemen , die anders ongemeene begaafdheden bezat. —— leo de X- befteedde maar honderdduizend ducaaten by zyne krooning; des zodanige pragt , federt der Romeinen tyden , te Rome niet gezien was. Hy ontllak eenen oorlog in Italië. Zyne Aflaaten , zeide ik u (IV Deel, bladz. 9, 10) waren eene oorzaak van de Hervorming. Dy was een aanmoediger van Geleerden, een goed Dichter, en fchreef fier-  pauseen van de xvi eeuw. 2?5 fierlyk Latyn ; maar was overgegecven aan de ledigheid, aan vermaaken , aan pragt en praal, en 't verfpillen van onnoemlyke fchatten; en een Liefhebber van Dichteren , Muziekanten en Narren. Hy ftierf van vreugd over den voorfpoed zyner wapenen in halte. ■ adrianus de VI , Zoon van florentius boyens , een Wever of Brouwersknegt te Utrecht , leergierig in zyne jeugd, iludeerende op eene beurs, en uit armoede 's nagts by eene lamp, die in de Kerk brandde ; eerst Rector in Bolland, toen Hoogleeraar te Leuven, vervolgens Leermeester van Keizer karel den V, daarna Kardinaal, en eindelyk Paus, opregt , eenvoudig, afkeerig van bedrog , doorkundig in de Scholastrke Godgeleerdheid , was wel gereed ter verbeeteririge van misbruiken; doch tevens om de Hervorming te fluiten (IV Deel, bladz. 28), bragt rimini weer aan de Kerk, en wilde Keizer karel byftaan in den oorlog tegen Frankryk. Hy hadt veele arme Vrienden , die hy niet bevorderde. Sommigen van deezen , te voet uit Vlaanderen te Rome gekomen, op hoop van veel gclds van hem te ontvangen , werden koel ontvangen , en van hem vermaand , zich te vergenoegen met den ftaat , waarin de Voorzienigheid hen gefield hadt. By hun vertrek gaf hy aan ieder een eenvoudig pak S a klee-  paussen van de xvi eeuw. kleederen , en zo veel gelds , als zy noodig hadden , om de reis tot in hun Vaderland goed te maaken. Hoe veel verfchilde hy dan niet van zynen Voorzaat leo! clemens de VIII was dan voor, dan tegen Frankryk of den Keizer ; zag Rome door philibert van Chalons , Prins van Oranje , aan 't hoofd der Duitfche benden , meest Lutheraanen , inneemen ; dat deerlyker , dan de Barbaar en gedaan hadden , pionderen ; en zich zeiven met dertien Kardinaalen op 't Kasteel ingeüoten. karel de V, zeide ik u , liet voor deszelfs verlosfmg bidden, (bladz. 137, 13.".) maar zyne viermaal honderdduizend ducaaten bezorgden hem het ontzet, en deeden dus meer dan alle gebeden , door den huïchelagtigen karel in Spanje bevolen. — paulus de 111 benoemde maar éénënzeventig Kardinaalen , verbondt zich tegen den Kei. zer , en liet het Concilie van Trente vergaderen. — julius de III verplaatfte hetzelve naar Bologne , fchortte het om den oorlog op , leidde een wulps leven , en verhief den oppasfer zyner Aapen tot Kardinaal : eene fraaie daad van Rome's Kerkhoofd 1 — marcellus de II, hadt de dood het niet belet , zou veel hervormd en grooten roem behaald hebben. paulus de IV was byfter gezet op de reg- teu  paussen van de xi eeuw. 277 regten zyns zetels , krakkeelde met den Keizer , en moest eenen fchandelyken vrede met Napels fluiten. Vóór zynen dood floeg Rome's Volk, (zo was hy bemind) het hoofd van zyn ftandbeeld af, en fleepte het langs de ftraat. Een Jood zettede hetzelve eenen geelen hoed op , om dat hy deszelfs Natie hadt opgelegd zodanige hoeden te draagen. Zeventien honderd Lieden werden tevens by die gelegenheid , door het woedend Volk , uit het gevangenhuis der Inquifitie verlost, en daarop 't Huis met alle papieren en registers verbrand. 1 pius de IV opende , op nieuw , het Concilie van Trente. ——— pius de V , een bloeddorflig Vervolger der Proteftanten, deedt klisabeth , Koningin van Engeland, in den ban ; liet den vermaarden Dichter , antonius palearius (IV Deel, bladz. 65, 66) verbranden , om dat deeze gezegd hadt , dat eenige dingen by de Lutheraanen verfchoonlyk waren , en dat de Inquifitie een vergift voor allerlei Geleerdheid was : ook gaf hy de Culle in C weer op de been , verfcheenen op 't Eiland Candia , namen de Stad Canéa weg , en begonnen daarna Candia , de Hoofdttad, te belegeren. Geene vesting is, mogelyk, ooit dapperder ■ ver-  candia belegerd. val van handel. 325 verdeedigd door den edelen morsini , ter. wyl zyne Landslieden telkens de Vlooten hunner Vyanden floegen , in welken oorlog tweemaal honderdduizend Turken, zegt men, fneuvelden. Candia , plat gefchooten , ging eindelyk, by verdrag , over : en de Vene* tiaanen behaalden veel meer roems , dan fchatten, door zo kostbaaren oorlog. De vrede was welkom by de Republiek, die niet zo ras zich kon herftellen , als voorheen , door den Koophandel , welke thans over de Kaap de Goede Hoop ging , en hun van nieuwe fchatten beroofde, zonder uitzigt van eenige herftelling te zullen geeven. Den Raad hadt wel voorzien wat nadeels men, na de ontdekking der Kaap de Goede Hoop, zoude te lyden hebben , en wilde des den Portugeezen in Indie den voet dwars zetten door de Egyptifche en Turkfche Vorsten tegen die gevaarlyke indringers op te hitzen, maar ook hun zelfs byftand te bieden ; doch alle deeze laakbaare poogingen waren vrugteloos. De Portugeezen wisten die te verydelen , en maakten Lisfabon , in ftede van Venetië, tot eene ftapelplaats der Indifche waaren. De ontdekkingen Atv Spanjaarden in america deeden ook de geringer takken huns" Handels niet weinig lyden. De bronnen dan', die derzelver fchatten hadden opgeleverd , opdroogende , verviel het inwendig X 3 ver-  326 OORLOG MET DE TURKEN. vermogen, maar ook de buitenlandfche verrigtingen. De Raad poogde deeze vermindering te verbergen ; doch op den duur bleef dat niet verhooien. De rust werdt egter gefmaakt tot den jaare 1ÓS3, toen de euvelmoed der Turken , op nieuw, de Venetiaanen fardé. Dan de neêrlaag , die de eerlten' vóór het van hun belegerd Weenen leeden , en de braave bcdryven van morvSiNi , die Morea op de Turken won, Helden het Gemcenebest in eene lieve ruimte. Hunne voorzigtige Staatkunde deedt hen buiten den Spaanfchen Succesfte-Ooïlog blyven, in den aanvang deezer XVIII Eeuw : dan , kort na den Utrechtfchen vrede , befprongen , en wonnen de Turken Morea , het geen de Venetiaanen , by den vrede van Pasfarowitz , hun afi ronden , en , daarentegen, eenige kleine Eilanden terug kreegen. Sints dien tyd zyn er geene aamnei-üelyke veranderingen voorgevallen in hun Staatsbefiier : zy hebben geene nieuwe Landen gewonnen , geene oude verlooren. Alleen zyn zy federt ongelooilyk in magt en aanzien gedaald ; doch buiten hunne fchuld , door den verloopen Handel , gelyk ik U gezegd heb. Deeze oorzaak kon geen Menschlyk oog voorzien , geene magt weeren., En 't is voor hun eene eere, dat noch weelde , noch opltand dit veroorzaakt hebben. De Tur-  staat. van venetië. 327 Turken , die den magtigen Keizer josephus den II , en de Czarin van Rusland moeten ontzien , zullen hun , voortaan, weinig leeds doen. Met den Keizer , wiens Landen aan de hunne paaien , moeten zy in vriendfehap leeven wegens deszelfs overmagt; eene vriendfehap, die hun egter reeds duur komt te ftaan , dewyl die Vorst Trieste gemaakt heeft tot eene aanzienlyke Koopftad, waartoe de Voortbrengfels van Oostenryk , voorheen over Venetië gaande , thans over dezelve gezonden worden naar Ancona en elders. Maar zonden de Venetiaanen voorzien en zich getroost hebben, dat de Handel te Trieste , ten minften op Indie, niet lang zou ftand houden , dewyl de fneedige Hollanders derzelver Oost-Indifche Maatfchappy onlangs hebben weeten te ontbinden ? X 4 VYF,  VYF.TIOSTE ZAMENSPRAAK OVER 0 E ITALIAANEN. Aart, Gebreken, Regeering, Konsten, Oudheden, Weetenfchappen, Handel, Taal, en Karakter der Itallaane-n, byzonder te Nafels, Rome, Genua, Venetië, San Marino, Lucca, Loretto, Rimini, Bologne , Florence , Mantua , Panna, Pifa, Livorno, Siena, Modena, Piacenza , Ferrara , Padua, Milaan , Savoye , Pie' mont, Sardinië. ^/raag. Welk eene groote taak hebben wy nu afgedaan binnen een kort bcftek ! Wy hebben de flistorie van dén Koningryk (Napels j , van een gemengeld gees- te«  staat van italië. 319 telyk -en waereldlyk Gebied (der Pausfen) en van twee Gemeenebesten {Genua m Venetië) bezien , en riii ontbreekt er nog aan eene kennis van die Landen, Volken, Zeden , Gewoonten, Weetenfchappen , Konsten en Handel. Antwoord. Wilt Gy die allen , zeker van geen kleinen omflag, ook weeten ? V. Moet ik de drooge Historie (mag ik my dus uitdrukken) alleen weeten, wat weet ik dan ? Of ftrookt eene uitvoeriger kennis niet met uw dus verre gevolgd Plan; en is zy my niet beloofd ? (bladz. 238) A. 't Is my lief, dat Gy zulke gewigtige Stukken niet vergeet, dewyl zy van zo veel 'belang zyn , om U een regt denkbeeld van die Volken te geeven. 't Is waar, zy zullen ons wat langer ophouden ; maar ik zal de kortheid in het oog houden, en my alleen tot de _gewigtigfte zaaken bepaalen. Eén algemeen woord gaa vooraf van de Italiaanen, en dan zullen wy de Napolitaanen , Romeinen , Genueezen en Venetiaanen afzonderlyk bezien. —— Italië , wel eer het magtigfle Gewest onder de Zon, en nog boven alles aanzienlyk door ontelbaare overblyffelen zyner voorleeden' grootheid , is één der heerlykfte: Landen van de Waereld, ryk in allerleie Voortbrengfelen, byna geheel door de Middelandfche Zee befpoeld , en X 5 dus  33° staat der italiaanen. dus wonder wél gelegen tot den Koophandel ; bevattende , ondanks zyne uitgeltrekte Gebergten , veertien millioenen Menfchen, en dus, naar evenredigheid van andere Landen, flerk bevolkt. Dapperheid, Wclfpreekendheid en zugt tot de Vryheid, waren voorheen de drie pylaaren, waarop het ontzaggelyk Gebouw van der Romeinen glorie en magt, die , gelyk Gy gehoord hebt (II Deel, bladz. 247-432) dit Land befloegen, gedicht was; doch die nu met voeten worden getreeden. Onkunde , traagheid en kleinmoedigheid .beheerfcheji de tegenwoordige Bewooners , die door Bygeloovigheid aan den eenen , en door Tyrannie aan den anderen kant gedrukt worden. Van de oude Romeinen is er in hen niets meer overgeblceven, dan de geest van Bygeloovigheid in eenen veranderden Godsdienst , die, om de veelvuldige ledige uuren , niets meer dan een tydverdryf is. De twee heerfchende Karakters hunner Voorouderen , ik meen de Liefde tot het Vaderland en den dorst naar Glorie , zal men thans vrugteloos onder hen zoeken. Slaavcrny en onderdrukking hebben het eerfte , traagheid en kleinmoedigheid het andere verdelgd. Geen Land is er in europa , waar men zo weinig zugts tot het Vaderland kent. Een Krygsman is daar een onaangenaame gast. De Jagt zelf, anders dat  verval DER ITALIAANEN. 351 dat groot vermaak van edele Mannen, is er onbekend. In andere Oorden van europa geeven de Vrouwen den voorrang aan Edellieden van den degen ; maar hier ziet men hen met veragting aan. Onder de Geestelyken moet men de Pronkers , de Gunste, lingen der fchoone Sexe zoeken. By die kwynende Vaderlandsliefde komt een mistrouwen op hunne kragten, dat den moed tot alle uitvoering belemmert. Hieraan moet men toefchryven , dat zy , zo veele Eeuwen lang, verdraagen hebben de flaaverny, waarin zy door Vreemdelingen gedompeld werden. Hun Land is wel , 'ndédaad meer dan een ander, door eene voordeelige ligging , tegen 'het inrukken van vyanden beveiligd ; en egter is er geen , dat meermaalen overweldigd is geworden , gelyk Gy daarvan zo veele gevallen gehoord hebt in de Historie. Het onderling misnoegen, dat in een Land , zo verdeeld in verfcheiden' Staaten , gelyk Italië, vaak heerschte , en ook nog daar gevonden wordt , verdrukt den geest der Vaderlandsliefde, en doet hen vergeeten te denken , dat zy Inwooners van hetzelfde Land zyn. De vereeniging wordt daardoor belet ; en de Regenten van onderfcheiden' Staaten zien dat niet alleen met genoegen; maar voeden zelfs dat misnoegen , om niets te verliezen van het geen  33^ hoofdgebreken der italiaanen. zy nog bezitten. Nydigheid, veragting en wantrouwen hebben Italië vernederd , foms verwoest , en zy bh/ven nog hecrfchen tusfchen de Romeinen, Genueezen en Florentynen, V. Dus kunnen zy in geene groote achting ftaan by andere vrye en moedige Volken van europa ? A. Neen : men mag zeggen , dat zy een fpot voor europa gewerden zyn. Dan, ongeacht deeze verlaaging, fpreeken zy nog van zich , a's of zy de plaatsbekleeders van dat Volk waren, waarvan zy den naam van Romeinen geërfd hebben. Het grootfche dier zegepraalcnde Natie hebben zy zelfs behouden, s. p. Q. r". of senatus populusque romanus , dat is, de Raad en het Volk van Rome , ftaat in die Stad boven ieder Gebouw of Gedenkteken , waartoe de Staat iets bekostigd heeft. Vier Hoofdgebreken moet men in Italië opmerken. Hovaardy: want een Italiaan kan niet vergeeten , dat zyn Land de zetel van Overwinning , Geleerdheid en Kousten geweest is ; of dat Rome zulk een groot deel der Waereld bebeërscht heeft. — Traagheid : want deeze wordt door hunne ftaatktmdige gelteldheid en bygeloovige Leer volkomen voortgebragt : in Itede toch van Fabrieken hebben zy nu Kloosters en Kweekfchoolen , die Land en Volk Iteeds arm maaken en den Landbouw niet aanmoedigen,  hoofdgebreken der italiaanen. 333 gen. —— Verwyfdheid , een gevolg van het belagchelyk gevoelen van eigen waardigheid • en grootheid , die een weerzin heeft van den arbeid , en dus tot armoede neigt: de Geestelyken moet men toch als een dood lichaam in den Staat aanmerken. — Einde lyk eene Onvatbaarheid , of ten minsten ee. ne Afkeerigheid van kennis, die alle nyverheid tot nafpooring tegengaat,, en de dingen , waaruit nut te trekken is, verfmaadt. Eenige Eeuwen geleeden was Italië wei het Land , daar de fchoone Vrye Konsten op nieuw gebooren werden , terwyl het overige van europa in onkunde en woestheid gedompeld lag : dan, dit waren zy niet fchuldig aan zich zeiven, maar aan de gelegenheid hunnes Lands , waarin de geleerde Grieken , uit het overwonnen Conjlantinopole gevlugt, overkwamen. Vóór deeze blyde herleeving der Letteren deeden zy zclven niets dan krakeelen zonder vegten. 't Is waar, dat zy veranderden, toen Spanjaards, Franfchen en Duitfchers voet in derzelver Land durfden zetten ; maar ontnamen deezen iets den Italiaanen, zy gaven hun daarop terug de weetenfehap van listigheid en veinzery, welken meest in zwang gingen onder hunne Vorsten. De Hoven van Spanje en Frankryk zelve werden daardoor zo befmet, dat zy  334 herleevende konsten. zy hun Vaderland, ja europa zelve, daar• door in rep en roer gebragt hebben. V. Welke Konsten en Weetenfchappen herleefden in Italië ten dien tyde ? A. Die der oude Grieken en Romeinen! naamelyk, de Graveer- Beeld- en Bouwkunde, welker herleeving ten gevolge hadt, dat europa daarop fchoone Gebouwen ontving. Men leerde de Huizen fierlyker en aangenaamer maaken : de Paleizen der Grooten fcheenen te vooren meer gevangenhuizen, en de wooningen der Burgeren hutten te weczcn. Ook verkreeg men fraaier huisfieraaden en geryilykheden, die voorheen ruw en lomp waren , nevens eene menigte fchoone Beelden, die door geheel europa gezogt en verftrooid werden. De Muziek, te vooren flegts op 't gehoor uitgevoerd, kreeg eene andere welluidendheid ; gelyk mede de Schildcrkonst, die te vooren alleen het penceel leende , om Kerken en glazen door flegte afbeeldfels te verdonkeren , welker eenige verdienften in de levendigheid en duurzaamheid der koleuren beftonden , maar nu een trcffelyker aanzien kreeg, zo wel als het Tooneel. Voortreffelyke Schilderfchoolen kwamen er op, nevens nieuwe uitvindingen, by voorbeeld , wat laater de Tontlnes, dus naar den uitvinder laurenzo tonti geheeten. Ook  herleevende kennis en schilderschool. 335 Ook klom de Griekfche en Latynfche Letterkunde tot eenen hoogen trap van vordering en achting. Dus heeft Italië tweemaal licht gegeeven in Konsten en Weetenfchappen ; ééns ten tyde van augustus , en , andermaal , vyftien honderd jaaren laater; doch tusfchen beiden , daar elders woestheid en duisternis heerschten , behieldt het egter nog geftaadig de eerfte overblyffels. V. Wat moet ik verltaan door voortreffelykc Schilderfchoolen ? A. Sedert lang is de gewoonte opgekomen , om de Italiaatifche Schilders in vier onderfcheiden' Schooien te verdeelen, die allen in iets byzonders , dat dezelven kenfchetst , uitgemunt hebben. Om u hierin niet geheel onkundig te laaten, zal ik u, kortlyk, een klaar denkbeeld daarvan geeven. — De Roomfche School, die raphac'l sanzio van Urbino , geftorven in den jaare 1520 , aan het hoofd hadt, buiten wien geen Schilder het verder bragt, is de eerfte in rang. Alle groote Schilders , tot deeze School behoorende , blonken uit door eene edele en naauwkeurige tekening, door eene fchoone zamenftelling , door waare uitdrukking , gelukkige plaatzing der Beelden , en vlytig letten op de Ouden , drukkende de grootfche gedagten hunner verbeelding uit op eenen edelen trant, gelyk julio romano , jo-  336 italiaansche schilderschoolen. JOHANNES franciscus penni , polydorüs caldara , karel maratti en veele anderen , welker werken den eerlten rang hebben in alle Verzamelingen van Schilderyen. — leonardo da vinci en wichel an- gelo buonarota , in 't laatst van de XV en het begin der XVI Eeuw , waren de grondleggers der tweede School , de Flor en* tynfche genoemd. Van hen ontvingen de Leerlingen den fmaak voor eene ftoute meesteragtige tekening , en voor eene verheven kragtige uitdrukking der hartstogten, die, al verloopt ze foms in het büjtenfpoorige, altoos edel en grootsch blyft, gelyk blykt in pietro en andrea vanucci , fra bar- tolomeo , giacomo carucci , salviati Cll anderen. —— De derde was de Lombardifche of Bolognefche School , waarin alle tigenfehappen , die tot de volkomenheid der Konst vereischt worden , vereenigd waren. De Meesters deezcr School rigtten hunne tekening in naar die der Ouden en andere zo Roomfche als Fhrentynfehe Voorbeelden, volgden de natuur in haare fchoonheid , toonden eene rykheid van ordonnantie met eene waare uitdrukking , zagte omtrekken en een voortreffelyk koloriet, op eene bevallige en levendige wyze. Men houdt francesco raibolini voor den herftcller der Schilderkonst te Bologtie ; doch antonio de al- ll-  italiaansciie schilderschoolen. 3^7 lecris , anders corregio genoemd , voor den eerden Meester in deeze School., Zyn zagt penceel en betooverend koloriet heeft dus verre niemant kunnen evenaaren. Onder zyne navolgers telt men groote Mannen , gelyk albano , guido , domenichino , de drie caracci's en anderen. —— De vierde is de FevettMmfihe School , waarin uitmuntten eene volkomen navolging der natuur,, een, toveragtig koloriet, en eene voortreffelyke houding, nevens eene ryke ordonnantie; maar de tekening was liegt. De drie bellini's waren de grondleggers deezer School, giorgione en titiaan vezelli , in den jaare ' 1477 gebooren, zyn lien gevolgd , en hebben het zo verre gebragt, dat hunne Navolgers , als piomro , regillo , palma en meer anderen, hen niet hebben kunnen voorbykomen. giovan cimaeue , die by eenige Griekfche Schilders, naar Balie gekomen , leerde ; werdt voor den Vader der nieuwe Schilderkonst .gehouden. V. Die Schooien , konden nut doen ! A. Voeg er by: en hebben dat ook indedaad gedaan ! Dan , met hoe veel fmert moeten wy thans zeggen , dat Italië , als men fprcekt van eene verlichte Eeuw,, in vergetelheid begint te komen , ,zelfs dat men het op veele plaatzen houdt , als of het er niet meer ware. Wie daar heen wil , moet er VI. heel. Y meer  333 VERVAL DER WEETENSCHAPPEN. meer komen , om oude dan om nieuwe dingen te zien. Na het midden der XVII Eeuw begon reeds het verval van Konsten en Weetenfchappen. Deeze werden in het begin der XVIII zo verwaarloosd, dat de Kardinaal polignac zeer daarover klaagde , en Paus clemens de XI, het kwynen der Geleerdheid befchouwende , voorfpelde , dat er een .tyd zou komen , waarin de magt zyner Opvolgeren befnoeid zou worden; en de eerbied voor de Pausfen in eenen grooten trap verminderen. En hoe volkomen is die voorzegging vervuld! want de Geleerdheid, waarop andere Natiën zich federt hebben toegelegd , heeft den eerbied voor het Hof van Rome geweldig doen daalen, en de Hervorming der Protejianten doorgezet. — De Italiaanfche Regtsgeleerden noemt men liegt. Zy vegten met gezag, dat is , zy laaten reden en oordeel weg ; maar hunne pleitgedingen vloeien over van aanhaalingen uit andere Schryvers. Het fchreeuwen vóór de Regtbank is hun eigen. 'De' Godgeleerden verliezen zich in de valfche wonderwerken, en ongerymde levensbefchryvingen der Heiligen. Er zyn egter Mannen, die tegen deeze dingen yveren. Artzen en Heelmeesters zyn er in overvloed ; maar hoedanig zyn zy ? Bouw- Schilder- en Graveerkonst verhuisden in de voorige Eeuw naar Frankryk , toen door  NEDERL ANDSCHE EN ITALIAANS. SCHILDERS. 339 door lodewyk; den XIV geregeerd. De Nederlandfche Meesters hebben de Italiaanfchk treffelyk gevolgd , door eene verwonderlyke uitvoerigheid met een meesteragtig penceel te zamen te vereenigen. Men erkenne edel- 1 moediglyk, dat zy in het fchilderen van Historieftukken doorgaans minder zyn ; maar moeten zy , in llillelevens , in landfchappöö of beestenftukkcn, voor eenige Natie zwigten ? Streeven zy in Zeeftukken , Bloemen en Vrogten niet alle Volken te boven? De Zangkonst blyft nu het eenige beftek des Italiaanfchen vernufts , waarin men boven alle Natiën uitmunt , het geen alleen is toe te fchryven aan de menigte der Choorzangers , die men in Kerken en Kapéllen moet onderhouden. — Men vervaardigt nog wel , onophoudelyk , openbaare gedenktekenen van Schilder- Bouw- en Beeldkunde in Italië ; maar de nu arbeidende Meesters zyn geene oorfpronglyke Geesten, gelyk de voorigen. Alles is eene koude navolging. Dan, daar twee Eeuwen zo veele meesteritukken voortbragten , hoe komt het , dat men thans naauwlyks éénen Schilder van uitmuntende verdienften daar noemen kan ? Zyn alle die talenten op eenmaal verlooren ? Men moet antwoorden , dat er zekere tyden zyn, waarin zich het veritand en de fmaak niet genoeg opklaaren , dat is , dat er diepe geY 2 hei-  34° staatkunde in italië. heirrren zyn in de Godlyke befifcring -der Waereld , ook ten aanziene dèezer dingen. V. Tloe is het thans geleegen met de Staatkunde , niet de Geleerdheid en de Taal ? A. De regels der hederidaagfche Staatkunde , uit Italië oorfpronglyk , in 't begin zeer onvolmaakt, op eigen belang gegrond, en foms onmcnschlyk , zyn van de groflte dwaalingen thans meest gezuiverd. Geen Volk in europa heeft meer' Schryvers over de Staat- en Gefcl.iedkunde voortgebragt, en daaronder zyn veele goeden. De twee, kleine Staaten van Lucca en Marino houdt men voor vry; maar alle anderen zugten onder de 'fla'averny , of van eenen willekeuiïgen .Vorst, of van die der Voornaamften des Volks.. Zy allen zyn even nayverig in het handhaaven van hun gezag , deels door de onverdeedigbaarc koustftreeken eener geheime ia/engheid , deels door openbaare middelen van geweld. Minachting voor de Regenten is des zeer ftetk door geheel Italië verfprcid. ' Altoosduurende eerbiedigheid moet men er niet zoeken , en vooral niet te Rome , sfeaar het bellier, door de korte regeering der Pausfen , uit de eene hand in de andere vervalt, het geen in andere Staaten door de geduiuïge omwentelingen ook plaats gehad heeft j des de eerbied, om zo te fprce-  STAAT DER WEETENSCÏIAPPEN. 341 fprccken , geen tyd heeft kunnen vinden, om zich vast te zetten in de harten des Volks. • Meer dan vyfhonderd Academiën volgens de optelling van quabrio , allerheerlykfle Bibliotheeken, ontclbaare kostelyke Handfchriften , en fchoone Oudheden moesten, na de herlecving der Letteren , de Geleerdheid duurzaam en algemeen gemaakt hebben , en nog een ieder aldaar bezielen : dan , wat zal men er van zeggen ? Er zyn nog wel eenige groote Mannen , die ik in het vervolg met naame noemen zal ; maar de Geleerdheid is, over het algemeen , in eenen kagen Haat , en moet zwigtcn voor die der Engeifchtri, Franfchen en anderen. Zonder de Geneeskunde en eenige deelen der Wysgecrte uit, en wat betekent dan het overige ? De Opvoeding is ook niet meer gelyk voorheen : zelfs de glorie , om in de Weetenfchappen uit te munten, wordt weinig meer geacht ; hiervan het treurig verval. — De Taal der Italiaanen ftamt af, gelyk Gy weet, van het Latyn ; maar de tongvallen verfchillen overal. Nergens fpreekt men die zo zuiver als in den Kcrkclyken Staat en in Toskaanen. . Gy zult niet veel achting hebben voor 't gevoelen van verfcheiden' Italiaanfche Geleerden , dat hunne hedendaagfche Taal, oulings , op denzelfden tyd te Rome gefprooken is met de zuivere Latynfche, de een te Y 3 van  344 staat der dichtkunde en muziek. van liet gemeene Volk , de andere van de Geleerden. maffei's Stelling , dat het Italiaamch niets heeft van de fpraak der Gathen en Lombarden , heeft de geleerde ti- raboschi wederlegd. Dichters vindt men overal in eene groote menigte , om dat de natuurlyke neiging der Inwooneren, de gefchiktc aart der Taal , en de fchoone Muziek zo grootlyks daartoe medewerken. Vaarzen voor de vuist te maaken en op te zeggen is zeer in trein. En de lust tot deeze laatden , als mede tot Schouwfpelen ftrekken zich uit, van den grootlten tot den kleinllen. Alles zingt en fpeelt en bezoekt de Tooneelen. Dan de Muziek in de Kerken en Concerten is allerverrukkelykst, en overtreft verre weg de Tooneelen , die niet alleen verlies' van tyd ten gevolge hebben , maar ook eenen verderfelyken invloed op den aart en de zeden des Volks , wier geest daardoor met beuzclngtige dingen gevoed wordt. Dan , een Italiaan bekommert zich weinig omtrent den tyd : hy leeft meestal buiten alle zorg , geniet het tegenwoordige , deukt weinig aan het toekomende, en zoekt niet veel over te winnen, om zyne Kindcrs beter op te voeden, en hun met den tyd een goed uitzet te geeven. Dit , moge zo toegaan in een Land', waar overvloed van levensmiddelen heercht; maar komt  VERVAL IN DEN GODSDIENST. 343 komt hier eens gebrek door mislukten graanoogst , geen Volk is dan ellendiger dan d,e Italiaanen, en nergens raaken er meer om hals door honger en armoede , gelyk men , in den jaare 1749 , daarvan de treurigfte ondervinding' hadt. V. Is 'er mede' een verval in den Godsdienst en in de Konsten ? A. Ten aanziene van den Godsdienst , loopt allereerst in het oog een verbaazend aantal van Kerken in Italië , die niet beter genoemd kunnen worden , dan fchoone Gedenkftukken van Hoogmoed en Bygeloof; 't eerfte om de pragt , 't ander om den dienst zeiven , of om de daar te vereeren Heiligen. Dit gaat zeker , dat Spanje, Portugal en Italië de drie onkundiglle en bygelooviglte Landen van allen zyn , die tot de Roomfche Kerk behooren. — De Geestelyken hebben , overal in Italië , den voorrang boven wacreldlyke Heeren : de laatiten zyn zelfs gehouden de anderen allereerst te groeten , ook in de herbergen het beste vertrek in te ruimen. De eerlten willen egter door hun zagtzinnig en vriendelyk gedrag meer eerbieds dan vreeze verwekken : ook is gewis de achting voor hun daardoor aanmerkelyk geklommen , te meer daar een ontzaggelyk aantal van bedelaars of ledige ellendelingen dagelyks liggen te wagten Y 4 rondom  24i staat van den godsdienst. rondom de Kloosters , op den afval der taféls , die op bepaalde uuren aan hun uitgedeeld wordt , en hen dus in het levcii behoudt. Be Gdcerdheid moet men onder de Klooster-Monniken niet zoeken , die den Lekebroedcren toelaaten het , fchilderen, het graveeren , of waartoe zy zyn opgebragt. —• Aan het uiterlyke van den Godsdienst hegt men , allerwege in Italië , het grootfte gewigt... Plegtigheden , waardoor geen hart verbeterd wordt , zyn by hen een onfeilbaar middel ter zaligheid. De meesten hooren de Mis zonder aahdagt , oordeelende , dat de bloote lichaamlyke tegenwoordigheid genoegzaam ter gelukzaligheid toereikt. In Napels is ook zeer gemeen , vtrkrygt men 't gebedene niet, zelfs een beeld van iwaria grof te beledigen. De Roozekrans maakt, door heel ■ Italië, den voomaamen Godsdienst uit. Anders heeft de uiterlyke gedaante van denzelven een zo ftaatig en pragtig voorkomen , dat het de Ziel eens Vreemdelings indedaad verrukt. Maar hoe weinig vermo. gen heeft die geheele luister tot verbetering van het hart J ■ V. En -hoedanig zyn het Karakter en de •Zeden der Italiaanen ? A. Zy zyn niet zo vlug en fchrander als de Franfchen , niet zo ernsthaftig en ftaatig \als de Spanjaards ; - maar levendig ge- ■ n noeg,  karakter der italiaan? n. 34.5 noeg, om door groote hinderpaalen door te dringen , en dus meer tot Konsten en Weetenfchappen , dan tot zwaaren arbeid , gefchikt. Hun gedrag is llyf, en aan pligtpleegingen overgegeeven. De verkeering is droog en agterhoudend. Lafheid befmet alle hunne opgefmukte gefprekken. Geene onbe» dagte uitdrukking ontglipt hunnèn mond. Eene gulle blymoedige vriendelykheid van omgang is uit de zamenleeving uitgellooten. Een Italiaan verkeert met iemant als op eenen zekeren afiland. Zelden gcefc hy eenen Vreemdeling gelegenheid , om vry iu zyn huis te worden , ten zy deeze , een Geleerden zynde, eenen anderen Minnaar der Letteren ontmoet, wanneer de laatfte altoos vaardig Haat (deezen lof moet men hun geeven) - om uithcemfebe Weetgierigen te voMoen. Soberheid trekken de Italiaanen verre ; doch zy worden daartegen vervoerddoor eene heerfchende drift tot pragt en ilaatfie , alleen om de verwondering en de toejuiching van het gemeen weg te draagen. Ook is er geene Natie , buiten de Chineezen , zegt men , meer verzot op de glorie van hooge en aanzienlyke naamen. Daar eertyds der Pausfen Hof in het middenpunt was van alle handelingen , die op europa betrekking hadden; daar hier de Leermeesters der Volleen woonden , die overY 5 tol-  34<5 l WYDLUFTIGE EERTITELS. lollige eernaamen en wydUrftige titels in zwang deeden gaan; zo is dat ook elders nagebootst, door onbefchaafden en ongelctterden , vaak verzot om alles over te neemen. Hiervan mogelyk hebben wy nog , in flede van die overblyflels van onkunde en kwaaden imaak te verwerpen , en de ongemaakte eigenaartigheid in het fchryven en fpreeken weer te herltellen , het welk de Ouden met zo veel regts beroemd maakte : hiervan , zeg ik, hebben wy de vreemde opfchriften van Aandqgtige , Getrouwe Vroome, Waarde , Discrete, Lieve en dergelyken : hiervan dat wy nog in onze brieven , zelfs aan eenen * geringen , U Wel Edele gebruiken , en hem dus tot een' Edelman maaken ; maar ook op onze beurt wederom door hem zo fraai betiteld worden. Een Franschman fchryft aan wien het ook zy Gy (Vous) ; by ons zou men het eenen hoon rekenen , de oude titels te befnoeien. Eertyds heerschten eenvoudigheid en nederigheid in Italië , nu laatdunkenheid en walglykheid. Men moet den naam der oude Helden , van pompejus , scipio en c/esar voeren , en waanen , dat men van die doorluchtige Mannen afftamt. Zelfs vertrouwen veelen van den Roomfchen Adel , dat de tegenwoordige iluimergeest eens zal eindigen, en de oude Vryheid en 't Aanzien der  zeden in italië. 347 der Romeinen vveêr op het tooneel der Waereld zullen verfchynen. Dan , wanneer zal dit gebeuren! Ik zeide , dat zy afkeerig zyn van krygsberoepen, en , hoewel er voorheen een spinola en montecuculi onder hen opftonden, nog ongeneigd blyven , om zich in den oorlog beroemd te maaken : want men verkiest geen beroep , aan gevaar of ongemak onderhevig. Die zonder beftaan is , en geen Geestelyken wil worden , gaat in den dienst der Grooten ; en hiervan krielt het van zo veele arme Edellieden in de hofhouding der Italiaanfche Prinsfen. V. Hoe is het met de Zeden geleegen ? A. De meeste buitenfpoorigheden vindt men in het Ryk van Napels ; hiervan het Italiaanfche Spreekwoord : „ Napels is een Paradys , doch van duivelen bewoond." Hoe verder men gaat (de Zeelieden egter uitgenomen) naar den Kerkelyken Staat, Toskaanen , en Oostenryksch Lombardyen , te meer vermindert, trapswyze , het bederf der Zeden. De warme Luchtllreek is oorzaak van fterke gemoedsaandoeningen. Men plagt de wraakzugt des Volks zeer te brandmerken ; dan de hevigheid deezer drift moet men toefchryven aan de Kerken , waarin hy, wiens handen nog rookten van het bloed eens vermoorden Vriends of Vrouw, vol-  348 'KARAKTER DER ITALIAANEN. volle veiligheid vondt , en er niet ten ftraffe mogt uitgehaald worden. Dan , federt den jaare 1778 , zyn die fchandelyke en nadeelige- Vryplaatzen den misdaadigeren te regt ontzegd. — Men noemt de Italiaanfche Vrouwen fchrander en doorfleepen , en geeft ze, ten aanzien der uitwendige bekoorlykheden , den rang boven de Franfchen. Haare opvoeding wordt zeer ' verwaarloosd , en baatzugt is de grond des Huwelyks by den grooten en kleinen Adel ; waar onder die onfchuldige zuivere drift der min , gewettigd door de ftrengfte deugd , meest uitgewischt is. Dan 't geen vreemder klinkt in de ooren van alle Naiien, is het gebruik , dat een aanzienlyk Man , gehuwd zynde , eenen jongen Heer aan zyne Vrouw aanbiedt , om haaren Cicisbéo te weezen. Dit woord komt van een ander , dat fluisteren betekent , gelyk twee vertrouwde lieden op eenen zagten toon tot eikanderen fpreeken , zo als die beiden dikwyls doen. 't Werk van eenen Cicisbéo is , zyne Dame "dagelyks te bezoeken , met haar de Mis te hooren , en haar op alle openbaare plaatzen te verzeilen , terwyl haar Man , als 't ware, geen tyd heeft tot dit alles , uit hoofde zyner bediening of andere bezigheden. Veelen fchimpen. met dat gebruik, en meenen, dat het zelden onfchukiig zy : . de  cicisbeo's in italië. 349 Italiaanen pleiten daarvoor, en willen het niet laaten vaaren , zeggende, dat eene zekere foort van Galanterie , die haaren oorfprong narft in de tyden der dooiende Ridders , verfynd werdt by het herleeven der Platonifche Wysgcerte in de XIII Eeuw , en federt in de Zeden ingelyfd is gebleeven. Dus hadt de vermaarde Dichter petrarcha de allerkuischte Platonifche gevoe?lens voor de fchoone getrouwde laura ; en daarin zyn de beroemde Mannen angeLO poliziano , lorenzo de iuedici, pie- TPvO bembo , jacopo sannazaro , bernardo en torquato tasso , nevens eustachio iuanfredi. en - veele anderen hem nagevolgd, leerende deeze befchaafde Italiaanen : „ dat de befebouwing van 'aardfche Schoonheden een eerlyk gemoed opleidt tot ■ de befchouwing van en del liefde voor de hemelfche Schoonheden. " .Maar zyn deeze Platonifche begrippen meer waar en redelyk, dan valsch en belagchelyk ? Hoe dit zy, men beweert, dat ze , in de -laatfte vier Eeuwen , aangenomen zyn. Dus geeft by hen een Cicisbéo niet den minften aanftoot aan Mannen of Vrouwen. Maar is het voor iemant zo nuttig en edel , ' als een Cicisbéo over te , gaan in. den dienst eener Vrouw , en. haar heerfchappy te geeven over zynen perfoon, tyd, middelen en goeden naam ? Is het  g5«> " CICISBEo's UURTELLING. het een aangenaam ampt , haaren volmaak ten flaaf te worden, en haar altyd op te pasfen ? Is het voordeelig, zyne eigen' zaaken of bevordering daardoor te verwaarloozen ? Voert zulk eene verkeering geene onvcrfchilligheid in tusfchen Man en Vrouw ? Baart ze geene afkeerigheid en veragting ? Is ze geene oorzaak , dat Kinders verwaarloosd worden ?— Nog is er iets vreemds in Italië, ik meen, de uuren tot vierëntwintiü te tellen. De eerde uur van eenen Itallaanfchen dag begint een vierde uurs na Zonsondergang, by 't trekken der Gebede-klok, ten teken dat de dag ten einde is. Dan, dewyl men deeze uuren naar de Zoni verfchikken moet, om alle verwarring in bezigheden te myden, is deeze telling ongefchikter dan de onze , waarom ze ook te Florence, te Genua en aan 't Hof van Napels is afgefchaft; doch 't gemeene Volk blyft den ouden dender volgen. —— Laaten nu deeze algemeene Aanmerkingen over Italië genoeg zyn. V. En wy gaan nu over tot eenige byzonderen , die my ook aangenaam zullen zyn ? A. Indien gy . dat verlangt , zal ik, de voorige orde volgende , eerst eenigen over Napels , daarna over Rome, en eindelyk' over de Venetiaanen , Genueezen en aangrenzende oorden opgeeven. Wy beginnen met Napels , de Hoofddad, bekoorivk gelegen aan  vrugtb aarheid van napels. 351 aan den zoom eener Golf van de Middelandfche Zee , in eenen fchoonen oord: want zo Italië de tuin van europa is, dan mag de Landflreek van Napels derzelver Paradys genoemd worden , van welke ovidius , virgihus en horatius zo veele fchoone fchilderingen ontleend hebben. Hier groeien, byna zonder moeite, Vygen, Granaatappelen, Citroenen, Oranjeappelen , Amandelen, Kastanien , Meloenen , Olyven , Nootcn , Ryst, Weit , en de lekkere Wynen , door horatius vereeuwigd. Sommige Boomen draagen hier tweemaal in 't jaar. Met het begin des jaars heeft men er reeds groenten en nieuwe vrugten. Eene boot met groene Erwten , Druiven , Peeren en Appelen zendt als dan de Nuntius naar Rome tot een gefchenk voor den Paus. De lacht is er zeer heet; des flaapt alles , van April tot September, op het warmfte van den dag, en men ziet byna geen Mensch op itraat. Van 't laag liggende Rome , waarover de winden heen waaien , 't geen de verflikkende, warmte vermeerdert , komen , 's zomers , de Vreemdelingen te Napels , om dat eene koele Zeelucht , des avouds, de ganfche natuur verkwikt. Des gaat men er zelden (want 's avonds en 's nagts is er elk even vlug) dan na middernagt te bed. De Wintex is er aangenaam , en zo zagt, dat de fchoor- llee-  35? landsgesteldheid in napels. fteenen meer tot fieraad dan tot gebruik dienen. ■ De o'ngemeene vrugtbaarheid des Lands doet. 't gebrek vergeeten, dat in volgende tyden kan ontdaan , gelyk in den jaare 1764 , 't geen byna onbegrypelyk is , daar het toen duizenden 't leven kostte , terwyl er elders in europa overvloed was. Vermids de Infecten de gezolderde Graanen bederven, bedacht de geleerde intieri droogovens te Capita , om dus de Graanen veele- jaaren te kunnen bewaaren. Veele Vlakten zyn bezet met hooge Populieren. By eiken plant tóen drie of vier Wynftokken , wier ranken zich om den Boom flingeren , en van den eenen zich op den anderen werpen., daaraan hangende gelyk feflons. Men wint er niet weinig Zyde. De Schaapenteelt is er niet verre uitgebreid, en hetft meer aanmoediging noodig. Daar het ganfche Ryk byna van de Zee omringd is , beftaan veele duizend Menfchen van de Vis„fchery, die eene fchoone kweekfchool van Zeelieden is ; maar de Koning onderhoudt gêene groote Zeemagt. Niet minder is het Ryk , om die reden , tot den Koophandel wel gelegen; dan die kwynt er, dewyl men er weinig meer maakt en uitvoert , dan Toode zyde, ook. eenige .gemaakte: Haffen, graanen, olie, hennep., manna, zeepbaiien, gemaakte bloemen , geconfyte ,vrugtcn, rozy% nen  handel der. napölitaanen. 353 «Si uit het fchoone Kalabrie , en voor- treffelyke wynen. Men heeft er eene byzondere bekwaamheid in het maaken van esterikken (Lasirica), om de platte daken te beleggen : van Macaroni of fuikerkoekjes : van rusch&ee] voor de miniatuurschilders : van uitmuntende vioolfnaaren toe te (tellen van de darmen der jonge lammeren : van huiden te looyen : van marmeren tafels in te leggen, eir van mutzcn , handfchoenen, en borstrokken toe te Hellen van den baard of vezelen , die op de fchaal van zekere Zeemosfelen (Pinna marina) liggen , welke warmer en zagter zyn dan die van wol gemaakt worden. En hoe kan er de Koophandel groot zyn , daar de Edelen , de Amptcnaars en de Geestelyken alle kraderyen, en byna al het geld van het Ryk bezitten , en dus den handel uit hoogmoed , uit noodzaaklykheid hoog en heilig, of.wegens hun beroep ontvlieden ! V. Waar hoedanig is de Stad , de Inwooners , de Regeering, de Geestelyken en de Geleerdheid ? A. De 'Stad is verwonderlyk fchoon gelegen , en heeft daarin haar weergaê niet. Genua alleen zou er naast by komen. De Zee vormt ten Zuiden eenen kom, in welker midden men haar ziet liggen. Ten Noorden vindt men eenen ryzenden grond, bezaaid met Dor- VI. deel. Z pen  354 INWOONERS VAN NAPELS. pen en beflaagen met Vmgtboomen; en ten Oosten verneemt men eene vlakte , die naar den Vefuv'ws geleid. Het getal der Inwooneren wordt begroot op driemaalhonderd en dertig duizend menfchen ; maar in geene Stad der Waereld zyn er zo weinigen , die tot het algemeene nut der Maatfchappy mede werken, als in deeze. Het getal der Priesteren , der Monniken , der Regtsgeleerden (van welken men er vyftienduizend in het ganfche Ryk rekent) der Edelen , Muzikanten , Knegts en Lediggangers is er boven maate groot. De laatften , bekend onder den naam van Lazzaroni, en berekend op een getal van meer dan dertig duizend, hebben meestal geene huizen, maar flaapen onder gaanueryen , banken en befchutfels , die zy vinden kunnen ; meer uit noodzaakelykheid , dan uit verkiezing , dewyl zy geenen arbeid aantrefl'cn. Gewis is het een groot gebrek in het Staatsbeftier , geen werk te verfchaffen aan zo veele wakkere handen. De Adel is ongemeen verfiingerd op de pragt, liegt opgevoed en onkundig ; 't gemeene Volk laag en onwaardig ; de midttenftand best. Men noemt de Natie vrolyk, leevendig, ongedwongen in den omgang , listig, bemoeiziek , onrustig, ongemeen inhaalig , goedhartig en medelydend , 't geen de ledigheid voedt en de bedelaars ver-  armoede te napels. leenregeering. 355 vermeerdert: voor 't overige, gelyk ik zeide , regeeren bier de flegfte Zeden. Maar van waar komt 's Volks armoede ? Men zal gewis de fchuld niet moeten geeven aan de warme luchtffreék : de' oude Bewooners waren arbeidzaam , en vlytig: ook is de luchtsgeftcldheid federt niet veranderd. De warmte verwekt geene kwyning of neêrflagtigheid , die in de koude en met dampen 0veriaaden lucht zo vaak bemerkt wordt; maar veel eer vrolykheid en levendigheid: des zal de armoede der Nap&lltaamn veel eer moeten toegefchreeven worden aan de Geestelyken , aan de Leenmannen en wetten, die zo dikwerf de waare geesfels de Natiën zyn , waarom de Staatsdienaar tanucci ten eerilcn daarin begon te voorzien , toen hy aan het bewind kwam. {bladz. =38) De Edelen bezitten hier nog de volle magt der Leenregeering , dat is , een erflyk regtsgebied over hunne onderhoorigen : hierdoor brengen de goederen der eerden minder op, en de Boeren zyn arm. Maar de heerschzugt zit zo vast in der Menfchen gemoe. den , dat zy liever flaaven zouden willen zyn van eenen grilligen Opperheer, dan zelve volkomen vry te weezen, ouder voorwaarde van aan andere onderhoorigen gelyke vryheid te fchenken. Het Hof heeft deeze onmaatige magt der Leenheeren nog niet Z 2 dur-  356 aanwas van napels. durven bemoeien ; fchoon bet de vernietiging ter gcmeene welvaart wenscht. De Edelen zyn anders zeer afhanglyk^ van den Koning , die hen , ' onder het voorwendfel eener bcleediging, kan verzenden naar hunne goederen, of gevangen zetten. Nocli ontrustende geesten, noch verveelendc Lettervitters vindt men onder hen , dewyl zy de Geleerdheid vcrfmaaden. -— Men merkt egter aan , dat de gekante van dit Ryk , voorheen zo onrustig als de Zee , die het befpoelt , van jaar tot jaar betert , en , biyft het onder eene beftendige throonsopvolging, die welvaart zal verkrygen , waarvoor het uit kragt zyner natuurlyke geftcldheid indedaad vatbaar is. Aan zulk een goed beftier moet men reeds toefchryven , dat het Ryk, nu in den korten tyd van tien jaaren , byna eene halve mülioen Menfchen aangegroeid is , daar het te vooren, van dag tot dag , verminderde. En gaat dit zo' gelukkig voort, dan zullen vrugtbaarhcid , gelukkige ligging en aantal der Bewooneren dat Ryk tot een der aangenaamfte en beste Landen van europa maaken: In Kalalrie , waar de Landbouw oulings tot zo hooge volmaaktheid was gebragt, dat het, nevens Sicilië , ontelbaare befchaafde en vernuftige Volken bevattede , ziet men thans niets anders, dan puinhoopen van  gr.ooten en geestelyken in napels. ^S? van vermelde fteden , kwynende dorpen en arme vlekken : alle gevolgen der leenregee- ring. Het getal der Grooten in het Napolttaanfche is niet gering, alzo men er telt honderdendertig Prinsfe* , honderdëuvyftig Hertogen , en vyfhonderd Baronnen ; eernaamen , reeds vroeg uitgedacht door hen , die daardoor aanhang zogten. liet aantal der Geestelyken, in de Stad Napels omzwervende , is mede niet kleen. Zy verflinden meer dan een derde van 's Ryks inkomflen , gaan in Schouwburgen , en neemen deel in andere uitfpanningen en vermaaken , " zonder dan , dit eenige ergernis geeft. Onkunde , Bygeloof en zeer verdorven' Zeden worden hun , nergens meer dan hier, met regt toegekend. Vóór de regeering van Paus clemens den XIV, telde men er omtrent honderd duizend Geestelyken van beide Sexen in 't Ryk ; maar na de vernietiging van der Jéfuiten Orde , en de gegeeven vryheid van deezen Paus , om het Monniken-gewaad af te leggen', is dat getal zeer verminderd. Buiten Napels vindt men de zeer vermaarde Abtdy van Monte Ca. fino , waar st. benedictus het eerfte Klooster heeft gedicht , dat de bron is geweest der zo fchaadelyke Mounikery , die het Westen befmet, en aanleiding gegeeven heeft , om duizend andere Kloosters , zo Z 3 van  358 kerken. bloed van januarius. van dezelfde als van andere Orden , noch nadeeliger en fchandelyker voor het Mensch. lyk Geflagt , te flichten. Zo elders , hier is het noodig de Kloosters meer te verminderen , dewyl men zes geringén noemen kan, uit welker inkomflen men een kkin leger zou kunnen onderhouden. Nergens zyn de Monniken van ongebondener leeven , dan in dit Ryk : zy bemoeien zich met alles , en doen niets dan flegte zeden , bygeloof cn tweedragt zaaien. V. Wat is in Napels hoogeerwaardig ? A. De Kerken van Napels moeten , in 't fluk van Bouwkunde , zwigten voor" die van Rome ; maar zy overtreffen de laatflen in de waardy der juweelen , in de hoeveelheid van gouden en zilveren verfierfels. Het eerwaardigfle en hoogstaanlegene in N~apels is by ons het minst geachte en zotfle , ik meen het vloeibaar worden van het bloed van januarius. Deeze , thans de Befcherm-Heilig dier Stad, leedt den marteldood omtrent het einde der III Eeuw. Wanneer hy onthoofd werdt , ving eene vroome Vrouw deezcr Stad omtrent ééne once van deszelfs bloed, het welk federt in eene flesch bewaard is , zonder één enkel grein gewigts verlooren te hebben. Dit bloed is , zo zegt de Overléevering verder, geitold , en heeft door den tyd , eene vaste ge-  eloed van januaiuus. 3J9 gedaante gekrcegen : dan , zo dra men het brengt by het hoofd diens heiligen Mans , wordt het , ten teken van eerbied , vloeibaar. Wat het Bygeloof hiervan moge praaten , het is geen bloed , maar een za. mengefteld Vogt , hoedanig men , gelyk bekend is , door konst kan maaken , het geen, 't zy door de warmte der handen, 't zy door een ander geheim middel , gelyk de geleerde neuman al in den jaare 1733 opgaf, kan vloeibaar gemaakt worden. Driemaal in 't jaar , wanneer men deszelfs "Feest viert, wordt dit beproefd. Geheel Napels is dan op de been. Ontclbaare Omgangen (Proc■espen') trekken naaide plaats , waar het Hoofd diens Heiligen onder een verhemelzel, naar allen kanten open , is geplaatst, voorby welk zy heen gaan , om , nevens het Volk , den troost te hebben van dat vloeibaar worden des bloeds ' te zien , i't geen aangemerkt wordt als een teken van zyn gunstryk toevoorzigt over het Volk der Stad. Duizenden bidden hem dan , dat hy dit vertoone. Gelukt het niet of niet fpoedig , men gelooft deszelfs ongenoegen, of dat er een treurige ramp op zal volgen : des huilt en fnikt en fchreeuwt men , ja fommigen fchelden hem wegens zyne hardnekkigheid , of bidden , dat god hen aan den Heiligen jaZ 4 nua-  360 heilige feestdacen. nuarius wil aanbevelen. Zo dra men bet verneemt , weergalmt de lucht van herhaald vreugde-gefchater , eene bende Muziekanten begint dan te fpeelen , het Te Deum wordt 'aangeheeven , en , is de Koning buiten de Stad , een Postboode vliegi heen, om hem de tyding te brengen , binnen hoe veele mmuuten dit vloeibaar worden is gefchicd. Een zodam'g Bygeloof, mag men zeggen, is het grootfle wonder, dat men by deczi gelegenheid verneemt. En daaruit kunt Gy genoegzaam opmaaken , hoe liegt het met den Godsdienst moet gefield zyn. Als de Rozekrans afgebeeden is , en de Mis geboord , meent men alle pligten vervuld te hebben. Voorts hebben de Napoli- t aan fiche Juffers twee dagen in 't jaar, op5 welken zy alle haare pragt vertoonen ; en dus uitgedoscht gaan zy de Kerken bezoeken en het lyden van jesus bevveen.cn. De Vrydagen van Maart zyn de praahlagen der Mannen. De Werklieden hebben ook de hunnen, 't Geeft een wonderlyk vertoon , twee of driehonderd in geborduurde kleederen , met een' degen op zyde , en eene - witte muts op 't hoofd, in Procesfie, op Sacramentsdag te zien optrekken. De Boeren hebben insgelyks hunne praaldagen , byzonder op 't Feest van januauius , by wien de Maagd mariA , vergclceken , tlegts eene arme  geleerdheid in napels. 361 arme Heilige is. De gewoone tydkortingen der Napolitaanen zyn het fpel , de wandelingen aan den oever der Zee, de Avond, maaien te St. Lucia, de Koff'yhuizcn , de ongeregelde Gezelfchappen , de Muziek en de Tooneelen. In verfcheiden Kwcekfchoolen leert men arme Kinderen de Muziek , op eene uitneemende. wyze. V. Hoe ftaat het met de Geleerdheid ? A. Te Saiemo hadden de Arahiers oulings eene School voor de Geneeskunde geflicht; de Benedi&ynen veranderden dezelve naderhand in eene Academie , en onderweezen dezelf. de Weetenfchap. De raus , vindende dat een ongefchikt werk voor Geestelyken, vcrboodr het naderhand. In den jaare noo gaven de Gcncesheeren van Salerno de zogenoemde Schola Salertina , of de Lesfen deezer School , of alle de toen bekende regels der Geneeskunde in Leor/i'ni'fche of in 't midden rymende vaarzen. Nog ondcrwyst men daar de Geneeskunde. Wordt de Geleerdheid te Napels niet zeer begunstigd, de Koning heeft egter de Hooge School met drieëndertig Hoogleeraars voorzien. Zy. 11 e Bibliotheek is aauzienlyk. Boven andere Boekeryen munt de pragüge van den Vorst van Tarfia uit. Onder de Geleerden , die 'er nog zyn , moet men rekenen marto- relli , pagani , hotomani , minasi , delZ 5- la  362 geleerden. dichters. zangers. la torre , paulis , mazocchi, ignarra, moccia , diodati , vico , genovesi , sabbatelli , tanucci , galliani, carducci , •mihafi, serao, de bottis, mattei, cam' polongo cn miggliaccio. Onder de geleerde Edelen telt men den zeer beroemden jo- han carafa ci1 filangeri , HeitOgCll v3h Noya en Laurlno ; doch bovenal raimond di sangro , Vorst van Sanfevero, vermaard wegens veele nieuwe nuttige uitvindingen. Joffer corilla heeft grooten naam wegens haare voor de vuist opgeftelde vaarzen; ma. ria angela ardtnghelli door haare natuurkundige Westen , cn de Prinsfes colombrano door dezelfde wectenfehap. — Dichters hadt men, voorheen en nog, in menigte ; doch geenen van grooten naam. serio munt onder hen alleen uit door zyne vaarzen , voor de vuist gemaakt. De Hertogin vastogirardi heeft fchoone Gedichten in het licht gegeeven. — Hier woont ook de beroemde EngeJfche Gezant hamilton. (IV Deel , bladz. 294) Muziekanten worden er bemind en wél betaald, cavarelli zong zich ryk , en kogt een Hertogdom. Op Muziek en Zang zyn de Napolitaanen zeer verzot : zy roemen ook de beste Opera van geheel europa te hebben, metastasio heeft daarin den grootften naam. Nergens is de Muziek tot zulk eenen trap van volmaaktheid  schilders. katakomben. 363 heid gebragt, en nergens kan men ze zo ▼lytig beoefend zien , als in Napels. Op ' voornaame Schilders heeft men thans niet te roemen. Ook ligt er de Bouwkonst te zieltoogen. lodewyk vanvitelli acht men den besten der hedendaagfche Bouwmeesters in Italië. Hy is de Zoon van eenen Neclerlandfchen Schilder, van kalf genoemd, die zich te Rome nederzettede, en de laatfte helft zyns naams Italiaansch maakte. Door hem is 's Konings LustflQt Cafena gebouwd. V. Welke aanmerkclyke dingen zyn er in of buiten Napels te zien ? A. Binnen Napels vindt men, onder anderen , Katakomben of Begraafplaatzen , die fchooner en beter onderhouden zyn dan die van Rome, en niet, gelyk aldaar onder'den grond loopen , maar gangen hebben, welken buitenwaards geleid zyn. Zy beftaan uit drie Galleryen boven elkander, doch door aardbeevingen zyn eenigen verftopt. Van binnen zyn veele nisfen ; doch de Gebeenten heeft men voorlang, als heiligdommen, naar elders vervoerd ; en de tegenwoordige oordeelt men van zodanigen te zyn , die in de laatfte pest van den jaare 1656 geftorven zyn. De plaats is hier te akelig en de Wcgwyzers te onkundig, om er lang te blyven , of er diep in te gaan met flam. bouwen : wie weet, wat men er anders ont-  364 zeldzaamheden buiten napels. 'ontdekken zou. De eerfte Christenen hebben er niet in gewoond. Mogelyk zyn het in den beginne gangen geweest, waaruit men bouwfteenen heeft gehaald; doch welken men daarna tot openbaare begraafplaatzeu heeft gemaakt : ten minften heeft men daarin duizenden Opfchriften en traanvaten , zo van Heidenen als Christenen, gevonden. — Dan, buiten de Stad ontmoet men zulke wonderlyke Zeldzaamheden , dat men nergens' in de Waereld zo vcelen by eikanderen vindt. De Liefhebber der dude Schryveren, de Natuurkenner , de Oudheidkundige, kunnen hier hunne oogen niet verzadigen. Zal ik U eenigen derzelver opnoemen? Aan Napels eene zyde kunt Gy zien eenen door den Berg Paufulippo gemaakten en overwelfden weg van duizend fchreeden; het zo genoemde Graf van virgilius en sannazarius ; de Zweetbaden van St. Germano; de Grstta del Cane , of het Hol , waarin de min of meer dan éénen voet hoog uit den grond opklimmende dampen eenen hond ras verdikken ; en den zeer ouden beroemden ftcenenweg, veelal gemaakt van de Lava van den Vefuvius, driehonderd jaaren vóór Christus geboorte , loopende van Rome naar Capua, geheeten de Via Appia naar appius claudus c^cus. Vervolgens kan men den beroemden verzonken Berg Solfaterra; te Poz-  zeldzaamheden buiten NAPELjS. 365 zuoli den Tempel van jupiter. serapi, , in den jaare 1750 ontdekt ; een oud Pedeftal, in het einde der voorige Eeuw gevonden, waarop veertien Beelden zo veele Steden van klein-asie vertoonen ; een Amphitheater der Romeinen ; den Doolhof van DjEDALUs ; de Puinhoopen van cicero's Landgoed, waar hy de QjiiCifiones Academica! fchreef; ook die van drie Tempels by Ba/a , aan venus , mercurius en diana gewyd; van de hoeve van quintilius hortensius; het Graf van agrippina ; de Baden van nero ; de Meircn, Avernus en Acheron ; het Hol der Cumaanfche Sibyile; de Pifcina mlrabile, of de groote Vyver van agrippina ; de honderd Kamers , die- eenen Doolhof gelyken ; het Hol of de Grotta Dragonara ; den Reuzentempel ,■ zynde een oud Gebouw; de Arco felice , of den Boog van bakfteen op de Via Appia en het Graf van den vermaarden scipio africanus bezien. ■V. Wat vreemds is er aan Napels andere zyde te aanfchouwen ? A. Die oord was oulings niet zo beroemd als de andere ; dan hy is thans zeer merkwaardig geworden , en door 's Konings Lusthuis Portici, waarin men kostbaare Oudheden , die in de nabuurfchap zyn opgegraaven , geplaatst heeft ; en byzonder door de gedaane ontdekking , in het jaai 1738 ,  366 oudheden van herculaneum. 1738 , van de Stad Herculaneum , dus naar herkules geheeten , die , allereerst in den jaare 79, door eene ongelooflyke menigte van gloeiende asch uit den Berg Vefuvlus is overdekt , en daarna door eene ftroomehde vuurige ftoffe , Lava genoemd , verwoest is, volgens het duidelyk berigt , door dio cassius en den jongen plinius , van dit jammerlyk ongeval gegeeven. De oude plinius verloor ook , niet verre van daar , by die gelegenheid, het leven. Mogt men de ganfche Stad door het wegueemen der overdekte ftoffe kunnen kennen ! zegt Gy mogeiyk op het hooren , dat men er nog niet verre met het opdelven gevorderd is ; maar gy denkt niet , dat men dan eerst eene korst van veertig ellen dikte , over de geheele Stad , zou moeten weg arbeiden ; (want zes uitbarftingen , meent hamilton , zyn , van tyd tot tyd , over deeze ongelukkige Stad geloopen) en zelfs 's Konings Lusthuis Partici , boven Herculaneum gebouwd , floopen. Dan hoe weinig nuts zou zulk een geweldige en kostbaare arbeid geeven ! Na een ontdekt Gebouw , mogelyk het Regthuïs , vondt men daar , in den jaare 1750, eenen Schouwburg , waarin wel drieduizend en vyfhonderd menfchen konden zitten , door lucius mammius op eigen' kosten gebouwd. Lyken trof men er niet  oudheden van herculaneum. 367 niet aan , om dat de Inwooners tyd van vlugten gehad hadden op dien rampzaligen dag. Vervolgens ontdekte men eene Begraafplaats , daarna verfcheiden' lynregte flraaten, huizen met konstig ingelegde vloeren, met muitten, bcfchilderd met bloemen , vogels of ftrcepen , nevens ftandbeelden , flesfchen, drinkglazen , eenige honderden fchilderyen , afgodsbeeldjes , paradebedden , drievoeten , pennen , fchryftafels , keukengereed * fehap , maar geene vorken (mogelyk by de Romeinen niet in gebruik) ; voorts vefdroogde eetvvaaren , die , daar de lucht 'er niet by kon , zeventien honderd jaaren zyn goed gebleeven ; by voorbeeld , eieren , eene taart nog in de pan , koorn , boonen, nooten, ronde brooden nog niet gebakken doch half verbrand , amandelen , vygen , en dadels. Voorts trof men er aan al wat 'tot den öpfchik der Vrouwen, volgens de mode van dien tyd , behoorde: ook verwen, Muziekinftrumenten , Heelkundige Werktuigen, Wapenen , Zonnewyzcrs , eenen Inktkoker , (over welken martorelli een Qwartyn van zevenhonderd bladzyden , waarin veel over. tolligs is , gefchreeven heeft) , Penningen , waaronder één.' , die geflagen was ter gelegenheid van den triomf van titus , en één' van vespasianus met het opfchrift ter gelegenheid van het ingenomen Juclea (Ju- dcea  g63 . oudheden VAN herculaneum. daa capita) ; voorts agt honderd rollen Gefchtiften , gefchreeven op Egyptisch Rietblad (Pap>yrus) , doch door de hctte te zamen gefchroeid. antonio piaggio , een Geestelyke van Rome , heeft de konst om ze te ontrollen aan de hand gegeeven , waartoe een ongelooflyk geduld met eene onbefchryflyke voorzigtigheid vereischt wordt , dewyl men, in ééne maand , maar ééue fpan lang kan vorderen. Niet meer dan één , zo veel wy weeten, is nog ontrold. Dit is in het Giieksch gefchreeven , door philodemus , van wien. horatius gewaagt; doch van geen gewjgt. De Schilderyen zyn beter, van eene rigtige tekening en goede uitdrukking ; doch kunnen niet haaien by die van RAPHAëL , van julio romano , van cürregio of titiaan. Men kan er egter uit befluiten , dat de toenmaalige Schilders hunne verwen zeer goed wisten te bereiden , en den grond eene duurzaame vastigheid te geeven. De ftukken der Beeldhouwkonst gaan de Schilderyen te boven. Dit alles heeft men overgebragt in 's Konings Lusthuis Portici , en zeventien kamers daar mede gevuld. Pragtige Afbeeldingen van de genoemde Oudheden heb ik in zes Folianten gezien , die , op 's Konings kosten gedrukt , niet verkogt , maar tot gefchenken aan Geleerden gegeeven worden. V,  vesuvius. pojipeji. 369 V. Heeft de Berg Vefuvlus meer zulke verwoestingen aangeregt ? A. Ja , deeze hooge Berg , van driehonderd vademen loodregt , heeft , van 't jaar 79 tot 1631 , dertien zwaare uitbarftingen gehad ; maar de laatfte overtrof alle de voorigen , die geheel Napels met vuiien rook en afehe bedekte , ganfche Dorpen geheel of ten deele door de brandende Lava, die, van buiten koud geworden , van binnen foms nog zes weeken gloeiende blyft, verteerde, eene Procesfie van vyf honderd Menfchen overviel, en deedt omkomen. Sedert gebeurden er anderen , gelyk nog. Veele Boeken zyn daarover gefchreeven; maar die van della tor re en hamilton , wiens heerlyk Werk in Folio met uitmuntende Afbeeldingen verfierd is , munten boven de anderen uit. Eene andere Stad , Pompeji genoemd, is, nevens Herculaneum , ook toen verdelgd. Na eene toevallige ontdekking van de plaats deezer Stad door de Boeren , begon men, in dea jaare 1755, te graaven , en , tien jaaren laater, vondt men eenen Schouwburg , en andere Oudheden. Van de' Steden Stabla en Pastum of Pesto zyn mede nog eenige Puinhoopcn overig. Van de laatfte , welke niet diep onder den grond ligt , ziet men uog de ringmuuren en vier poorten. Te Caferta ftaat nog de oude pragtige WaterVI. deel. Aa lei-  nyo ETNA. MESSINA. leiding , welke die van Rome overtreft, vermids zy drie duizend vademen lang is, en men vyf Bergen heeft moeten doorgraaven , om ze wél te leiden. -—• Ziet daar de aanmerkelykltc zaaken van Oudheid en Natuur , huiten Napels te vinden, en voor U met éénen trek gefchetst. V, Moet Sicilië , aan Napels onderworpen , vergeeten worden ? A. De Lotgevallen van dit Eiland, oulings zo beroemd , heb ik in de Historie van Napels ingevlogten. Het is nog een fchoon en vrugtbaar Eiland , waar men den vermaarden vuurbraakenden Berg Etna vindt , wiens zwarte uitgebrande ftoffe den grond met den tyd eene uitmuntende vrugtbaarheid gegeeven heeft. In den jaare 1669 raakte cle Berg op eene geweldige wyze in bewecging. Een gloeiende vuurftroom liep uit de opening naar beneden over bet land in de Zee , zes of zeven mylen breed, ééne myl lang , en van tien tot agttien vademen diep, brandende in het midden der wateren. Gy kunt daaruit oordeelen van zulk eene verfchriklyke en verderflyke Gebeurtenis. Onlangs heeft Mesjïna , nevens het fchoone Kalabrie in Napels Ryk , geweldig geleeden door eene Aardbeeving. En Syracufe ten tyde der Karthageren (I Deel, bladz. 359369 , en II Deel , bladz. 148-160) zo beroemd  gesteldheid van sicilië. 371 roemd , is mt , zo wel als Agrigentum, deerlyk vervallen. Een oude Tempel in de laatfte Stad , aan jupiter olympus toegewyd, leert ons thans niet alleen de bouworde , maar ook de pragt dier tyden. Men rekent , dat er thans elfmaalhonderdduizend Inwooners op dit Eiland zyn : een gering getal indedaad , daar er voorheen , in *Syracufe alleen, meer dan driehonderdduizend waren. De Adel is hier zeer magtig dooide buitenfpoorige leenregten. Men moet de Onderdaanen bejammeren , die overlaaden zyn met allerleie leendiensten en fchattingen; die uitgemergeld worden door onregtvaardige regtsgedingen ; die zugten in onfchuldige Gevangenisfcn ; of die kwynen door willekeurige Geldboeten. — Gelukkig, dat de Koning de leenregeering der Edelen zo veel drukt, als hy kan. De Geestelyken zyn hier te ryk , welker getal begroot wordt op tagtig duizend. De oorzaak deczer groote menigte moet gezogt worden in de verdrukking der Spaanfche Onder-koningen omtrent den Adel, die , door hen verarmd , genoodzaakt was hunne Kinders tot Monniken te fehikken , zouden zy een middel van beftaan vinden. Ook voedden die Heeren zeer fterk het bygeloof en onkunde, door te beweeren, dat deeze weg de beste naar den hemel was. Indiervoege temden zy de Edelen; doch met Aa a wei-  372 GELEERDHEID DER SICILIAANEN. weinig lofs. De voornaamfte inkomftcn zyn hier olie, zyde, wynen, ryst, manna, katoen , faffraan , en allerleie boomvrugten , veel marmer en andere kostelyke (kenen ; paarden , beroemd om hunne fraaiheid en levendigheid; goede fchaapen en groot hoornvee. De Zee, die het Eiland befpoelt, is zeer vischryk. 'De Prins van Biscaris heeft eene uitmuntende Verzameling van allerleis Oudheden , uit de puinhoopen der Steden opgedolven. Te Palermo is eene' Academie van Geleerden ; maar de Inquifitie en de algemeene razerny der Siciliaanen , om , hun leven lang , Klinkdichten te maaken , ftremmen den voortgang in Konstcn en Weetenfchappen. De Zeden deezes Volks zullen weinig van die der Napoütaanen verfchillen. , Dan., laat ons tot Italië wederkecren , het welk wy vcrlaaten hebben , om deezen kleinen uitftap te doen. Wy zullen er toch meer andere merkwaardigheden vinden , die uwe opmerking verdienen , en welker kennis deswege hier niet wel kan agterblyven. V. Volgens uw Plan zou er nu iets van ■Rome moeten volgen ? A. Wanneer wy tot deeze Stad overgaan, mag  pieterskerk te rome. 373 mag men vraagen, waar is er eene foortgelyke in de Waereld , daar zo veele Amphitheatcrs of Schouwburgen, Waterleidingen, Zuilen , Zegeboogen , Pronknaalden , Baden, Tempels , Paleizen en Standbeelden der Ouden te zien zyn ? Zy heeft gewis door veele invallen zeer geleeden; maar zy is , door der Pausfen toedoen federt IV Eeuwen , oneindig fraaier geworden , en indedaad de merkwaardigfte Stad der Waereld. De Pieterskerk is de fchoonfte en grootfte van alle bekenden; het meesterituk, mag men zeggen , van geheel Italië, gebouwd naar 't beffcek van lazaro bramante , en door michel angelo daarna verbeterd , op de plaats , waar Keizer constantinus eene Kerk gefticht hadt , waarvan men , in 't begin der XVI Eeuw, nog overblyffels kon zien. Waar men het oog daarin wendt, ziet men mecsterftukken van Schilderkonst , Beeld- en Bouwkunde , Mofaiekwerk en Stu- kadoorfel, Bronswerk en Vergnldfel. Voorts vindt men in deeze Stad, onder veelcn , eene pvagtige Egyptifche Obelisk, uit één enkel ltuk Ooftersch graniet beüaande , vierenzeventig voeten hoog, aan Keizer augustus en tiberius gewyd, uit den grond gehaald en opgerigt door Paus sixtus den V ; een. werk , waaraan byna één geheel jaar is gearbeid. —.— 't Vatikaanfche Paleis Aas me!:  374 oudheden te rome. met elfduizend kamers , waarin voorheen de Pausfen woonden ; doch dat nu , om de ongezonde lucht, ledig ftaat. Veele Schildcryen van den vermaarden RAPHAëL , fchoone Standbeelden, waaronder de groep van laocoon , door virgilius gekend , en apollo uitmunten, ook 's Pausfen kostbaare Bibliotheek , waarin veertigduizend Handfchriften zyn, worden hier gevonden — den Triomfboog van titus , waarop verfcheiden' heilige dingen, uit den Jerkfalémfchen Tempel gehaald by de verdelging der Stad, ftaan afgebeeld. 1 liet Amphitheatcr van vespasianus , tot welks opbouw titus twaalfduizend gevangen' Jooden gebruikt heeft — den Triomfboog van constantinus ■ de Obelisk, die voorheen te Thcben in Egypte ftondt; doch , door constantinus, Zoon van constantinus den Grooten , van Alexandrie, waar dezelve lang omver gevallen gelegen hadt, naar Rome gebragt, en, hoewel honderd en veertig voeten hoog , en in drie ftukken gebrooken , mede door sixtus den V is opgeregt. De overblyffels van titus baden en nero's tuinen. De vermaarde Middaglyn , welker toeftel door bianchini eh maraldi gemaakt werdt in de Kerk van santa maria decli angeli, toen Paus clemens de XI, in den jaare 1701 , eene verbetering wilde maaken in den Gre-  oudheden te rome» 375 Gregoriaanfchen Almanak. —— Het Paleis , del Monte Cavallo of het Qiiirinaal genoemd , om dat het op den Qtilrinaalfchen Berg ftaat , waarin de Pausfen thans woo« nen. Het Collegie ter voortplanting des Geloofs, 't welk eene Drukkery van meer dan zevenentwintig Alphabeths van vreemde Taaien heeft. — De Beelden Pasquino en Marfovlo , voorheen meer dan nu beroemd wegens fchertzende Vraagen en Antwoorden. —— De groote Verzameling van allerleie natuurlyke en konftige merkwaardigheden van den beroemden iurciikrus. —— Het hedendaagfche Capitolium, van het oude zeer verfchillende , vóór 't welk het beroemde Standbeeld van Keizer marcus aurelius ftaat , en daar binnen de grootfte verzameling van Standbeelden in Rome. —— Plet Campo Vacclno , waar cicero en andere Redenaars zich door hunne fchoone Redevoeringen vereeuwigd hebben. —- Den Triomfboog van Keizer septimus severus , nog geheel. De Katakomben in Rome,s XII Wyk , of de ondcraardfche Begraafplaatzen, waar men zegt, dat vierenzeventig duizend Martelaars liggen ; des zy thans een onuitputbaare bron zyn, waaruit de valfche Reliquien gehaald worden , die de Pausfen allerwege ten gefchenke geeven. Plet bad van augustus , in den jaare 1720 ontAa 4 dekt  376 paus. driedubbele kroon. dekt en oneindig meer andere merk- waardigheden. V. Liever dan eenige byzonderbeden van den Paus my nu gezegd! A. Hoewel hy de magt verlooren heeft, die zyne Voorzaaten, vóór zes en meer Eeuwen, oefenden, en die hy, van dag tot dag, nog meer verliest door toedoen van Frankryk , van Portugal cn van den Keizer josephus den II, fpeelf hy egter , als Opperhoofd der Roomfche Kerk , nog al eene aanzienlyke rol. Men verkiest de Pausfen in eenen ouderdom, wanneer zy gcenen werkzaamen yver meer bezitten. Hierdoor krygen anderen , op welken zy zich , om de veelheid huns arbeids, verlaaten moeten, eenig deel in 't beftier, en , by deszelfs kort leven , hoopen deezen ook eens tot de verkiezing te komen. De Kroon der Pausfen gelykt, zo men wiJ , naar de Mutzen der Perfen. bonifacius de VIII voegde er eene tweede by , ter aanduidinge van zyne waereldlyke en gcestelyke magt : cn benedictus de Xill verhoogde ze met eene derde , die de Vader!) ke magt zou betekenen. Dan , de Paus draagt die alleen ten dage zyner kroninge : anders dekt hy zich met eene bisfehoplyke ' muts , of met eenen rooden met goud geborduurden hoed. De üoet, die hem begeleidt, is ftaatelyk. In fom-  levenswyze van den paus. 57? fommige gevallen draagt men , op deszelfs zyde , twee groote waaiers van Paauwenvederen , die in den beginne gediend hebben om hem door waaien te verfrisfchen; en nu, zegt men, om hem de waakzaamheid te herinneren. My eet altyd geheel alleen , zelden in het openbaar. De last der Plegtigheden dwingt hem tot eene ingetogen , ongezellige en dus zeer onaangenaame levenswyze. Hy gaat nooit ter jagt, noch in den Schouwburg : ook verfchynt hy niet in eenig vermaakelyk gezclfchap. Vrouwen mogen nimmer in zyn Paleis komen. Gelukkig , dat de Pausfen aan het beftier komen , wanneer de zugt naar jeugdige vermaaken reeds in hen is geftorven. By 't uitgaan heeft hy meestal drie Geestelyken by zich. Hy houdt eene Lyfwagt van Zwit. fers en eenige livrybedienden. Men luidt de klokken der Kerken, welken hy voorby rydt. Wie hem ontmoet valt op zyne' knieën , om deszelfs zegen te ontvangen ; doch hy , die in eene koets zit , moet er uitflappen om te knielen : maar , om vry te zyn van die onaangenaame plegtighcid , mydt men hem door by tyds eene dwarsflraat in te flaan. Wie gehoor by hem krygt moet deszelfs muil zoenen: eene oude eer , zeggen de Roomfche Schryvers, die hem , als Christus Stedehouder, toekomt, Aa 5 welke  378 kardinaalen. welke maria magdalena reeds aan den Zaligtnaaker beweezen heeft. De Koning van Spanje was de laatfte Vorst, die de muil van benedictus den XIV , in den jaare 1744, dus vereerde. De minnelyke clemens de XIV voorkwam meestal daarin de Prote/iantfche Vreemdelingen, die gehoor by hem verkreegen. — Van de Kardinaalen heb ik reeds gefprooken. (III Deel, bladz. 422 , IV Deel, bladz. 68, 69) De gewigtigfte posten van Rome,s Hof, die ik thans niet zal optellen, zyn in derzelver handen. Zy fpeelcn meestal eene groote rol, en misbruiken vaak hun gezag. De onbepaalde magt der reeds oude Pausfen , die hunne levendigheid kwyt zyn, heeft zelden kwaade gevolgen. Te Rome geeft men bevelen; maar niemant gehoorzaamt. De hoop van eenmaal den Pausfelyken Zetel te zullen beklimmen is de Staatkunde der Romeinfche Familien. Maar uit de zeventig Kardinaalen, van welken meestal drie of vier in één jaar fterven , kan er maar één verkooren worden : en dit maakt de kans niet groot , al krygt men , doorgaans om de zeven jaaren, eenen nieuwen Paus. Dit zy van den Paus genoeg ! Er zyn wel nog meer dingen te zeggen van 's Pausfen Amptenaaren, Vergaderingen , Verkiezing , Bediening, Inkomsten en dergelyke zaaken ; dan , zy laaten zich niet  AMPTEN. GEESTELYKEN TE ROME. 379 riet bevatten in den naauwen kring eener Schets. Alleen moet ik U van het laatfte zeggen , dat hunne Inkomflen, die men zeer geheim houdt, aanmerkelyk zyn, hoewel zy, in lange , niet zo groot zyn als vóór twee en meer Eeuwen wegens hun gedaald aanzien. Egter zouden zy nog al wat bedraagen, indien zy béter beflierd werden: want vermids by 's Pausfen dood alle Ampten open vallen, zo fchraapt ieder , vreezende deszelfs kort leven , al wat hy kan, zo lang de Heilige Vader leeft, 's Pausfen uitgaaven vallen anders niet zwaar, dewyl de hofhouding niet pragtig is, weinig vestingen en foldaaten te onderhouden vallen , en zyne gefchenken niets kosten. Gewyde Vaandels , Degens , Roozenkransfen , Reliquien en Agnus Dei loopen indedaad op geenen hoogen prys. V. Maar hoedanig is de ftaat der Geestelyken , en der Geleerdheid te Rome ? A. De eerden maaken een zeer groot getal uit : want zy bedieren alle geestelyke en burgerlyke zaaken , zelfs de krygslieden. Een Geestelyke te weezen is daar het hoogde toppunt van Eer en Staatzugt: 'eenen Kardinaal eert men er zo hoog , als elders eenen Koning. — De menigvuldige Bibliotheeken , de Oudheden , en de tegenwoordigheid van den Paus , die altoos geleerde Kar- j  3?0 bibliotheeken. kabinetten. inquisitie. Kardinaalen en andere kundige Geestelyken noodig heeft , moedigen de Geleerdheid niet weinig aan. Onder de beroemdfte Boekeryen telt men die van den Paus of de Ve.ticaanfche , de Minerva , de Angiica , della Sapienza , de Propaganda Fide , Di ara cceü , Di pietro in vincoli; voorts die van chigi , barberini , passionei , corsini , altieri , en veele anderen. De Verzamelingen van Oudheden zyn menigvuldig; en , om van dezelve te kunnen oordeelen , zal ik alleen noemen het Kabinet van den Kardinaal alexander albani, dat men meer dan twee tonnen gouds waardig fchat.' De Weetenfchappen worden er egter zeer geftremd door de flaaverny der Ketterlyst, waarop men de verbooden' Boeken plaatst , waarin men voorgeeft , dat gevaarlyke Stellingen gevonden worden, welken niemant leezen mag , dan met verlof van den Secretaris 'der Inquifitie, welke Regtbank hier niet zo vreesfelyk is , als wel elders: men hoort er toch naauwlyks meer van fpreeken. Men moet verbaasd liaan , als men op de gemelde Lyst de Werken van eoeriiave , copernicus en van andere groote Mannen vindt. Die des laatften zyn er egter, niet lang geleeden , afgeraakt , en de Inquifitie vergunt thans de genade van te gelooven , dat de Aarde om de Zon loopt. — Men telt  academiën. dichtkunde. geleerden. 381 telt te Rome verfcheiden' zo genoemde Academiën , als die der Humorifti en der In* fecondi , waar men zich voorheen meer bezig hieldt met vaarzen maaken ; en der Lintei , welke de Natuurlyké Historie en Wiskonst ter harte nam. Die der Artadiers is de vermaardfte , van welke de Paus, de Kardinaalen , en buitenlandfche Gezanten en Prinsfen leden zyn. christina , Koningin van Zweeden , in den jaare 1658 te Rome gekomen , lag er den grondflag toe , doch zy kreeg eerst haar bcflag in den jaare 1690. Deszelfs Leden noemden zich Paftori Arcadi; elk heeft eenen Herders naam. Hun hoofdregel was, de Herders van het Grieksck Arcadie na te volgen in het blyven by de natuur en by den eenvoudigen ftyl in het vaarzen maaken. Twintig Boekdeelen van Dichtkunde hebben zy reeds uitgegeeven. Dan , de oude roem is thans verdweenen. Onder de waare Geleerden te Ro:ne waren onlangs , of worden nog geteld de drie assemanot , audifredi , amaduzzi , georgi , gautier , de bernis , marefoschi , bottari , borromeo1'uzzobonelli , veterani , casiri , du mont , orlandi , mamachi , giovenazzi , cordara , lagomarsini , (die dertig jaaren gearbeid heeft aan drieëntwintig Folianten, behelzende de verfcheiden' leezingen in cicero , waar-  382 geleerden. schilders. waartoe by driehonderd Handfchriften heeft vergeleeken) acami , albani , morei , jacquier , magnan , en meer anderen. rezzonico , vannini , scafa en venini telt men onder de beste Predikers ; ■ lanci- si , salicetti , bassani , bonelli , ton- chi en genaneschi onder de bekwaamde Geneesheeren ; morei , metastasio , mazzolari , preti , stay en vooral nzzi onder de beste Dichters. —— nicolai zabaglia was één der grootde Werktuigkundigen , die ooit geleefd hebben. 't Is vreemd , dat men er niet daagt in het maaken van Zakhorologien. Franfchen of Gevevoifen moeten er de hand toe leeuen. — Rome plagt het middenpunt der fchoone Konsten te wcezen ; maar kan nu niet roemen op eenen raphaül , guercino , caracci of anderen. Na den dood van karel maratti verviel de Schilderkonst. battoni , die niet haaien kan by den Saxifchen Schilder mengs , heeft nu alleen eenen grooten naam buiten Rome. De Becldhouwkonst is nog in grooter verval. valle en brac ci zyn thans de beste. Rome moet nu toevlugt tot buitenlanders neemen. Welk een diep verval in eene Stad, waar zo veel aanleiding en aanmoediging tot deeze fchoone konst zyn 1 Gy ziet daaruit , hoe weinig eene Natie moge roemen op eene vaste  koksten en konstwerken. 383 vaste bezitting van edele Konsten. —— De Graveerkonst kan , na den dood van frey , geenen grooten meester toonen. piranesi munt alleen uit in het etzen. vantivelli heeft Rome verlaaten , om te Napels te werken ; maar nu vindt men geen tweeden Bouwmeester, hem gelyk. Dan, men heeft, zegt men , zodanige Konstenaars ook niet meer noodig. De Grooten hebben Paleizen; de ryke Kerken zyn meestal voltooid ; en de armen hebben geen geld. De timmerdrift van nieuwe Kerken zakt ook niet weinig : in de dertig laatfte jaaren verfcheenen er geenen van aanzien : ook zyn er indedaad genoeg. Buiten scarletto en pichler. , een' Duitfcher , kent men er geenen , die goede Graveerders zyn in fteen. — De hamerani's waren , geduurende cdne Eeuw , voortreffelyke Stempelfnyders. V. Wat moet men thans onder de fraaifte Konstwerken te Rome tellen ? A. Det zogenoemd Mozaïekwerk , welke konst zeer oud , en onder de groote pragt door de vroege Romeinen gerekend is; Bekend zyn hunne Lithoflrata of ingelegde vloeren ; doch het waren flegts de eerfte beginfels eener konst , die , federt omtrent zeventig jaaren , tot eenen hoogen trap van volmaaktheid is gebragt. Te Conjlantinopole bleef dezelve oulings in ftand , en werdt door  384 mozaïekwerk te rome. door de Grieken beoefend, apollonius bragt ze te Venetië in de XIII Eeuw: van hem leerde ze tassi , doch calendra vondt eene nieuwe lym uit, om de ftukjes fteen , (want daaruit maakte men het geheele werk) vaster te zetten. De Ouden zogten tot de koleuren , die zy gebruikten, natuurlyke fteenen ; doch thans giet men een foort van email , of verglaasde ftolfe van allerleip koleuren tot platte fchyven, die men in ftukjes fnydt, eer zy te hard worden, daarna uitzoekt, en de fteentjes van elke koleur in een byzonder bakje legt vóór den Konstenaar, gelyk de Zetter zyne letters in de bakjes op de Boekdrukkery. Door allerleie ftukjes vast in lym byeen te zetten, volgens de Schildery, die een arbeider vóór zich heeft , en welke hy wil nabootzen, waartoe foms honderd of tweemaal honderd duizend ftukjes noodig zyn , moet veelal een arbeid van twee of drie jaaren hefteed worden : want, na het in orde zetten der fteentjes, moet alles nog gepolyst worden. Het groot nut deezer uitvinding is , dat de fchoonheid van het koloriet daardoor vereeuwigd, en. voor alle toevallen van lucht, weder en vogtigheid, die zo veele Scbilderyen bederft, beveiligd wordt; maar de kosten van zulk een werk loopen ongemeen hoog , alzo men voor fommigen vyftienduizend guldens moet betaalen. Men hoopt ,  Koophandel te Rome. 385 hoopt , dat deczc fchoone Konst niet in verval zal geraaken, wanneer de geheele Pietertkerk , waarmede men thans bezig is , daarvan zal voorzien zyn. V. kleeft de Koophandel de plaats der fchoone Konstcn ingenomen ? A. Zal men van het werkloos Volk te Rome een groot denkbeeld van noeste Handelaaren maaken ? Neen ! men heeft er geen begrip van eenigen handel in het groot; en er is ïiaauwlyks neering wegens den Graanhandel der zogenoemde Apoftolifche Kamer , welke den grond blyft leggen tot 's Volks armoede, tot 't onbebouwd liggen der Landen en 4e onbevolktheid buiten Rome. Niemant toch mag Graanen verkoopen aan eenen vreemdeling ; maar hy moet alles leveren ten zo laagen pryze aan deeze Kamer, dat er dezelve de helft of een derde op wint. En daarenboven verkoopt zy het koorn met eene maat , vyfmaal kleiner dan die , waarmede zy het inkoopt. Alle Bakkers moeten het des hier haaien , en niemant mag zelf bakken. En welk Landman kan dan lust hebben , om zyn koorn half voor niet te geeven , om .niets over te winnen , en voor 's Pausfen beurs te ploegen! Des moet de Akkerbouw in deszelfs landen de flegfle en ongelukkigfte kostwinning zyn; de fchoonIte oorden moeten onbebouwd blyven liggen, VI. deel. Bb en  336 HANDEL EN KARAKTER DER ROMEINEN. en de Ilollandfche Schepen menigmaal Graanen aanvoeren in hongersnood. Wat moet men dan , dit bedenkende, van de valfche Staatkunde der Pausfen in deezen zeggen? —— Vóeg hierby de listen der Kloosterlingen , om hunne Kerken en Gebouwen te verryken met de erfenisfen , die zy den ftervenden afpyningen onder bedreiging der helle , zo zy dezelven hunnen Kinderen durven befpreeken. De geheele handel van Rome beftaat dan alleen in welriekende fmeerfels , in chocolade , boeken , fchiideryen , oudheden , penningen , fteenen , verfierde bloemen om Kerken op te fchikkcn, en verfcheiden' foórten van marmer. V. Nu dén woord van 't Karakter en Zeden der tegenwoordige Romeinen ? A. Hun Karakter is , in 't algemeen , zagt en gevallig, het geen men moet tocfchryven , en aan den geduurigen omgang met Aanzienlyken, van welken men gunsten verwagt , en aan de 'gelegenheid om Vreemdelingen te zien , en met hen eenig verkeer te hebben. Wat toch zou Rome zyn, dat door de laatften zyn beftaan heeft, zonder den toevloed van Vreemdelingen ? Deezen krygen , nergens in Italië, zo ligt ingang in huizen , dan hier. Een Proteftant is daar ' ook , zelfs in de Kei-ken , veiliger , dan , by voorbeeld in Brabant of elders. Men moge  KARAKTER. EN ZEDEN DER. ROMEINEN. 3S7 moge hem aanzien , wanneer hy niet knielt, of andere Kerkgebruiken nalaat), en van hem zeggen : no Chrifliano , (hy is geen Chris* ten) maar dat is het ook al. Vóór weinige jaaren duldde men, dat de Hertog van Gloucester , wiens Gemaalin te Rome bevallen was , eenen Hervormden Leeraar uit Engeland liet overkomen, om het Kind te doopen. Wie zou zulk eene Verdraagzaamheid te Rome gelooven ? — Gezelfchappen maaken te Rome het voornaamfte tydverdryf uit: want de Schouwfpelen duuren maar eenen korten tyd in 'c jaar. Een Vreemdeling zelf wordt er ligtlyk in toegelaaten, en 't ftaat hem vry daar al of niet te fpeelen. Franfchen zyn er weinig gezien , om dat zy zeldzaam reizen , noch minder verteeren, en te luchtig , te wild zyn voor de ernsthaftige Romeinen. Engelfchen bemint men om hunne zwaare goudbeurzen ; Dultfchers om hunne deftigheid. Het buitenlandsch nieuws is de voornaame inhoud der gefprekken. Verfchillende belangen doen de monden zwygeu van de zaaken der Stad. Eikanderen te hekelen is er zeer in trein ; maar het wordt ook daarom te minder geteld, 't Gemeene Volk is arm en lui, loopende veelen van 't zelve, eene geheele week , zonder i hembd, om, 's Zondags', opgefchikt in de Kerk te verfchynen. Men telt te Rome veele StichBb 2 tin-  388 KARAKTER EN ZEDEN DER ROMEINEN. tingen , die , om arme meisjes uit te huwelyken , eene zekere fomme ten uitzet gee. ven: maar wat nut doen zulke inrigtingen, als zulke jonge dochters, zich daarop verlaatende, niets leeren? Wat voedt meer de ledigheid, dan veele Gasthuizen, welke, dagelyks, aan ieder , die zich aanmeldt, fpys geeven, of, oud geworden zynde , daarin aanneemen ? Is het vreemd , als de werkhaatende wyven niets doen dan met anderen fuappen , en de mannen 't oog van arbeiden afwenden , dat het in Rome overal van bedelaars grimmelt ? Maar de fchynbaare goede werken , zo hoog in top daar gevyzeld, moeten er glinsteren , zonder te onderzoeken , of zy de toets al of niet kunnen doorftaan. En hoe veele bedorven' zeden komen daaruit niet voort ! Dieveryen zyn er zeldzaam : want het Volk heeft weinig noodig , en is met weinig te vrede.— Wandelingen ter befchouwinge der fchoone Natuur blyven agter by de Grooten , of uit eene tedere gemaklykheid, of uit eene begeerte van niet gezien te worden. In warme zomernagten worden zy egter niet vergeeten ; en dan hoort men veelal kleine concerten; een bewys van 's Volks aangebooren talent voor de Muziek. Maar dan wil niemant bekend zyn; des heeft men'er geene lantaarnen op ftraat» En hoe geweldig donker zou  karakter en zeden der romeinen. 389 zou het er weezen , indien niet de eene of andere vroome Ziel eene lamp brandde voor een MARJA-beeld ? — Alles in Rome loopt vlytig ter misfe ; maar dat is ook elks geheele Godsdienst, ten zy men nog aan andere veelvuldige Plegtigheden gedenke , die mede niet worden nagelaaten , by voorbeeld, den Voet van een Beeld des Zaligmaakers te zoenen , dat zo vaak is gefchied, en dezelve daardoor zo uitgefleeten, dat men dien eene muil heeft moeten aantrekken. Wordt-dan het onbevlekt Evangelie daar regt gekend? Men heeft er menigvuldige Kerken, en egter vindt men er genoegzaam Menfchen in. Wie zou derzelven bezoeken durven verwaarloozen ? Ook predikt men op de ftraaten ; doch hoe ? Een Priester , met eenen drom Volks , ftaat hier met ernst te fchreeuwen, en niet verre van hem een Marionetfpeler! Welk eene gelyk- vormigheid in het heilige Rome ! De Schouwfpelen duuren maar een vierde van één jaar; maar, dewyl geene Vrouw op het tooneel mag verfchynen, moeten Mannen in Vrouwen-gewaad, foms ruwe lompe kaerels, de tederfte rollen fpeelen. Treurfpelen worden niet bemind : een Romein wil lagchen. Een jonge Kardinaal verfchynt ook wel in eene Opera; doch behoedzaam, 't Theater van Tordinone heeft Paus benedictus de XIII zelf doen bouwen. Zou men zulks Bb 3 van  390 LANDHUIZEN. LUCHTSGESTELDIIEID. van eenen Heiligen Vader wel vcnvagt hebben ! In Kerken hoort men , op de dagen haarer Heiligen , heerlyke , doch niet minder dan ernftige Concerten. —-— In de vasten worden de Masqueranden en Paardcrennen zeer bemind. —- Buiten Rome zyn veele aangenaame Landhuizen , nevens veele ovcrblyffels der oudheid, te zien : dan de vlakte van die Stad tot Fras'cati is ecu droog land, en die tot aan Tiveli vol moerasfen. In deeze plaatzen , waar de oude Romeinen hun genoegen in het landleven zogten, zyn thans Menfchen noch Huizen te zien. Welk eene treurige verandering ! Welk een liegt Staatkundig beftier ! jUit zulke plasfen gaan dampen op , die Rome's lucht befmetten , cn , door de dan zeldzaame waaiende winden ten tyde der hette , niet verdrcevcn worden. In de heetc maanden heeft, men .geen regen , wel Onweders, maar zonder denzelven. Nu en dan komen er egter ftormwinden en plasregens. Te Rome verveelt niet zo zeer de hette , maar derzelver langduurighcid, daar ze het lichaam verzwakt : des llaapt men in de heete dagen na het eeten. In November en December valt de regentyd, wanneer het byna alle dagen regent. Als die tyd voorby is, heeft men zagt, helder en gezond weder, uitgenomen als de Sirocco, de Vuliurnus der Ou-  schoonheid van genua. 391 Ouden , de kwaade dampen uit de Pomptynfche mocrasfen , ten Zuidwesten gelegen , naar Rome jaagt. — Men moet egter den yver van den tegenwoordigen Paus roemen, die thans bezig is , ongeacht den grooten arbeid en zwaare kosten , de iehaadelyke moerasfen buiten de Stad droog te maaken. Mogt hy dit werk gelukkiglyk ten einde kunnen brengen ! — Dit zal van Rome genoeg zyn ! V. En nu dan overgegaan tot Genua ? A. Dit volgt in myn gegeeven Plan ? De Stad Genua , tegen eenen berg gelegen , ichynt een opgaande Schouwburg te weezen , zich rigtende naar de kromte deiZee. Dus* heeft geene Stad in europa , Napels misfehien uitgezonderd, uitmuntender ligging. En voegt men daarby derzelver pragtige Paleizen , het een al hooger dan het andere tot aan den top des Bergs; de twee fchoonfte Straaten der Waereld , Strada Balbl en Strada Nava ; de platte daken der Huizen , met galleryen omgeeven ; en de groote boogen , tegen de verzakking derzelven gemaakt , met platte terrasfen daarop , bezet met oranje-< cn andere boomen : denk dan, welk een allerbeer13b 4 lykst  29- schoonheid van genua. lykst gezigt dit alles moet geeven. Een bygeloovig Genuees moge roemen op de vermaarde Smaragden-Schaal , by jesus laat» fee Avondmaal gebruikt , de grootfie die in europa bekend is na die van het Klooster Reichenau , aan 't Meir van Konftans, en in de Domkerk aldaar bewaard ; maar U zou gewis meer gevallen de weg by Pokevera , dien de voorige Doge cameiasi heeft begonnen te maaken , welke hem een millioen guldens moet kosten , dewyl hy gaat over vloeden en bergen , daar te vooren geen weg was : ook zou U meer behaagen eene Brug binnen de Stad, rustende op boogen van negentig voeten hoogte, uit de diepte opgetrokken , om twee bergen te vereenigen , terwyl de Huizen , vier verdiepingen hoog , ftaande in de laage valley , er onder doorgaan : niet minder zoudt Gy U verwonderen over de menigte en pragt der Paleizen. Weinige Steden der Waereld hebben er meer; maar geene van zo veel marmer: ook zyn zy van eene vorftelyke pragt, en met uitmuntende Schilderyen opgefierd. Dit Gemeenebest wordt beftierd door eenen Doge en twaalf Raadsheeren, en deszelfs geldmiddelen door de zo genoemde Kamer, beftaande uit agt of meer Leden; welke twee Collegien zich vereenigen, wanneer buitenlandfche Zaaken in  REGEERING TE GENUA. 393 in aanmerking komen. De kleine Raad van twee honderd Leden benoemt den Magiftraat , en maakt vrede of befluit tot den oorlog. De groote Raad is de algemeene Verzameling der Edelen , welke de opperde en wetgeevende Magt iri haare handen heeft , en 'de voornaamfte bedienden benoemt. De Doge , die in alle Vergaderingen Voorzitter is , dient maar twee jaaren ; en, fchoon hy , na tien jaaren wéér verkiesbaar is , heeft het niemant mogen gebeuren tweemaal die eer te genieten. Men rekent , dat de geheele Republiek viermaal honderdduizend Menfchen bevat. Drieduizend Soldaaten houdt men op de been in tyde van vrede. De Zecmagt is dcerlyk vervallen. Men heeft flegts vier Galeyen en eenige gewapende Barken. Genua is de armfte ftaat van Italië ; maar heeft de rykfte Burgers, die da beste fcbat zyn voor eene Republiek. De1 Bank van St, George , zynde eene Maatfchappy van handel, is zeer beroemd , . en heeft haare eigen' Wetten en Beftierders. De Inquifitie is er in 't geheel niet ftreng: naauwlyks hoort men er van fpreeken. In oude tyden ftonden de Genueezen in eenen flegten naam ; maar nu zal men zich over de Aanzienlyken ■ niet beklaagen. De goede Gezelfchappcn zyn hier zo aangenaam als ergens in Italië. Vreemdelingen Worden B b 5 be-  394 ZEDEN TE GENUA. beleefd ontvangen. ' 't Gemeen leeft gerust, en is met zyn beftaan te vrede, 't Oude, wilde en barbaarfche der middeleeuwen is afgelegd. Dat men er egter moed bezit, bewees men in den jaare 1746. (bladz. 292) — De Regeering is zagt. De Geest van tweedragt tusfchen den Adel en het Volk is byna geheel uitgebluscht. Dc Edelen zyn gezellig , en vertoonen gaarne in den herfst de pragt hunner Landhuizen. De Cicesbeo's (bladz. 348,349) zyn hier zeer in de gewoonte by de Grooten , niet by de Burgers, 't Spel is by de eerften eene zeer ernftige bezigheid. Tegen 't gebruik eener menigte van Porcelein heeft men door eene Wet voorzien ; maar eik mag zo veel Zilverwerk hebben , als hy wil, om dat zulks eene blyvende waardy bezit : hierom wordt het ook veel in de Genuccfche huizen gevonden. In de Stad gaan de Edelen altoos in 't zwart en zonder degen ; daar buiten zyn zy er niet aan gehouden. Vrouwen van aanzien kleeden zich in kostelyke gewaaden , en zyn vooral ryk in juweelen. ——. Het koorn vindt men er weinig. Sicilië en Lombardye leveren dat aan de Republiek , die het brood aan de bakkers en den wyn aan de herbergiers , tot groot voordeel van den Staat, verkoopt. De Kust levert olie cn goeden wyn ; maar dc Zee  handel en godsdienst te genua. 395 Zee byna geen visch , die egter niet verre van daar overvloedig is. Natuurkundigen mogen de reden nafpooren. De warme ligging der Stad , door eenen berg gedekt, maakt in den winter het hout in de keuken byna onnoodig. Ook heeft men daarvan gebrek , wyl de Bergen dat misfen. — De Inwooners verdaan den handel zeer wel. Men verwerkt er veel zyde. Zwart en buigzaam fluweel wordt nergens in europa beter dan hier gemaakt. Voorts levert Genua veele zyden kousfen , linten , papier, zeep , confituuren , macaroni , (eene fpys voor de vasten) olie , marmer en verlakwerken. ' De Godsdienst beftaat hier ook in uiterlykbeden. Wacreldlyke Priesters zyn hier zo weinig geacht en zo arm , dat zy misfchien nergens het zo liegt hebben : des vraagen zy van eenen Vreemdeling , die de Kerken beziet, dikwerf een aalmoes. Onder de groote Mannen , in den Genueefchen Staat gebooren , verdient CHRisTOPHortus columbus , de beroemde Ontdekker van America, die, in het kleine Zeedorp Cuculelto, het eerfte levenslicht zag, den eerften rang. Geleerdheid en Weetenfchappen kunnen in eene Stad , waar alles den handel is toegedaan , noch in hooge achting , noch in bloei zyn. De Jeugd wordt daartoe niet opgebragt ,1 en in laater jaaren wordt  396 oudheden te genua. , wordt er niet aan gedacht. Oudheden mogen er weinig zyn; men vindt er egter een lang metaalen ftuk {rostrum) , dat oulings aan het voortleven van een Schip gezeeten heeft, veibeeldende den kop en den fnuit van een varken , in de haven gevonden in den jaare 1597 , waarvan de weergaê nergens voor handen is. Ook bezit men er een metaalen Plaat , honderd en twintig \jaaren vóór christus geboorte gefchreeven. Zy behelst in oud Latyn de uïtfpraak van den Raad te Rome , aangaande de grensfeheiding tusfchen de Genueezen en hunne Nabuuren. Deeze twee ftukken zyn indedaad merkwaardig; gelyk ook de Stads-protokollen op Katoen-papier van het jaar 1179-1417» m ^vie groote Folianten; een Handfchrift van den Hebreeuwfchen Bybel op pergnment in zeven Folianten ; en 't Verdrag van columbus met Spanjè's Koning , vóór de ontdekking van america. Nu verlaaten wy Genua l V. En dus krygt de Stad Venetië eene beurt ? A. Ja, deeze Stad en Volk komen nu in aanmerking : dan , ik wil U niet lang ophouden met eene Hoofdrtad, op Eilanden gebouwd en doorfneeden met kanaa- len ;  GELEGENHEID VAN VENETIË. 397 Jeu ; zonder poorten , zonder muuren, en egter nooit ingenomen ; midden in 't Wa» ter gelegen, en waar men egter foms gebrek van water heeft, lk meen , wanneer het niet regént: onder het water kostbaarcr door de grondvesten , dan er boven. Derzelver fchoon gezigt, als ryzende uit dc wateren , is door veele Reizigers zeer opgehemeld; maar eene Landdad is fchooner , om dat men. by de eerde niets ziet dan 's waters oppervlakte , welk eenzelvig tooneel zeer verveelt. De verfcheidenheid van Bosfchen , Heuvelen , Tuinen en Velden maakt eene Landdad gevalliger voor het oog. Wil men een luchtje fcheppen , iemant een bezoek geeven , of eene boodfchap doen ; men moet zich , van den morgen tot den avond , laaten roeien in Gondels , die veel gelyken naar onze Tentfchuitjes , door modderige Kanaalen : want draaten kent men er byna niet. Dan deeze Gondels , door twee roeiers bedierd , van buiten zwart gefchilderd , en van binnen even zo behangen , volgens de Wetten , om nuttelooze pragt te voorkomen , geeven geen vrolyk aanzien. En de Gondelvoerders zelve worden . niet zelden door den Raad gebruikt, om de Vreemdelingen te befpieden : des het onveilig is , of met hen of met eikanderen, ten hunner aanhoo- ren  393 regeerino van venetië. ren openhartig daarin te praaten. In de Stad houdt men geene Soidaaten in bezetting , en egter gaat er alles ftil toe. Indien men ze hadt, zou misfchien het tegenwoordig bellier veel eer overhoop geworpen worden. Hoe ligt toch zou het eenigen weinigen van den rykften Adel vallen , Soidaaten of derzelver Bevelhebber om te koopen , en dan de geheele Staatsgelteltenis om te keeren. Men bedient zich alleen van Geregtsdienaars en Verklikkers , welke laatllen zich overal indringen, 't Groot gezag van den Raad van Tienen houdt alles in orde. By deeze gelegenheid wil ik U een geval vernaaien , dat in den jaare 1750 gebeurd is , waaruit Gy den aart deezer Raads genoeg zult kunnen opmaaken. foscari , de Zoon des Doge van dien naam , was , om eenige onvoorzigtigheden tegen den Raad begaan , vastgezet , toen donato , één van deszelfs Leden, op een' avond vermoord werdt. De daader werdt niet ontdekt, hoewel men , onder anderen , den aanbrenger een jaargeld van twee honderd ducaaten beloofde. Maar ten tyde des moords hadt men éénen van fos. cari's knegten niet verre van donato's huis gezien, die den volgenden morgen Venetië verliet. Des werdt foscari verdagt gehouden, de knegt vervolgd , gevat, en  ongeluk van foscari. 399 zy beiden gepynigd. Dan, zy (tonden de fmertclykde folteringen door , bevveerende hunne onfchuld. Geen bewys tegen hen zynde , , gingen zy vry van de dooddraf; maar foscari werdt op Candia gebannen. Daar kwynde hy vyf jaaren , en wat hy zynen Vrienden bidden mogt , niemant durfde den verharden Raad een verzoek ter verkortinge des ballingfchaps doen. Alle hoop opgeevende van zyn Vaderland te zullen weerzien , fchreef hy, in eene vlaag van wanhoop , aan den Hertog van Mi* laan , die weleer eenige goede dienden van foscari's Vader ontvangen hadt. Dan, dc Koopman, die den brief zou bededen , was zo fnood , dat hy dien , in plaats van te verzenden , aan den Raad van Tienen gaf. Dit was hooglyk misdaadig: want, volgens de wet, mag niemant de tusfchenfpraak of befcherming eener vreemde Mogendheid verzoeken. foscari werd des terug gehaald , en op nieuw gepynigd om de reden van dat fchryven aan dien Hertog te weeten. Hy verklaarde , dat hy, het karakter des Koopmans kennende , dien brief hem gegeeven hadt, om verraaden , maar ook om t'huis gebragt te worden , als 't eenige middel , waardoor hy, vóór zynen dood , zyne Ouders en Vrienden zou kunnen zien. Deeze Kinderliefde trof de on-  400 harde raad van venetië. onmededogende Regters niet. De ongelukkr-» ge Jongeling moest weer naar Candia , daar één jaar in de boeien zitten, en , al zyn leven lang, gevangen blyven ; doch, vóór zyn vertrek gaf, men hem verlof, om zyne Ouders te mogen zien. Gy kunt denken , hoe deeze ontmoeting was. De Zoon badt den Vader op zyne knieën , alles in het werk te Rellen ter verzagtinge van het vonnis ; maar de barmhartige Doge , die den Raad kende , moest, hoe zeer zyn hart bloedde , antwoorden : ,, Onderwerp U aan de wet , en verzoek my niets , dat ik niet kan verwerven." De opgehoopte fmerten deezer Ouderen hadden fommige Raadsheeren zo getroffen , dat zy , op hun pleit voor dezelven , op 't punt Ronden, om vergiffenis te verkrygen , toen een Schip van Candia de tyding bragt , dat de rampzalige foscari , kort na zyne terugkomst , in de gevangenis den geest gegeeven hadt. Oordeel nu , terwyl Gy fiddert over dit geval , en U verheugt , dat wy onder zulk eene harde regeering niet leeven , of zodanig een Raad geen Volk in teugel kan houden. V. Zeg my niets meer van zulken Raad; liever wat anders! A. 't Zy zo ! Te Fenetie zyn weinige Huizen van gebakken' Reen ; meest allen van  gebouwen. regeering te venetië. 401 van marmer of van fteenen uit Istrie. Kerken en Paleizen zyn meest van eene fchoo. ne Bouworde , fchoon fommigen een Gothisch aanzien hebben. Naar den Evangelist marcus , wiens lichaam in de IX Eeuw van Alexandriè aldaar zou gebragt- zyn , is de Kerk van st. marcus , ter zyner eere , gebouwd. De beroemde zo geheeten Plaats van st. marcus is eene open-ruim. te rondom met overdekte galleryen , waar geheel Venetië \, om zo te fpreeken , vergadert , praat, fnapt, wandelt. Aan derzelver einde by de Zee Haan twee fchoone Zuilen van graniet, in den jaare 1174 uit Griekenland gebragt. Onder veele fchoone Gebouwen munt het Hertoglyk Paleis uit, waarin de Doge woont. De Regeeringsform aldaar is zedert lang vermaard , en er zyn veele Boeken over gefchreeven. Met verrukking zullen wy er niet van fpreeken. Geen beftier in europa is zo volkomen naar de willekeur der Edelen , als die van deeze Republiek. De oppermagt is in handen van omtrent vyftieuhonderd Edelen. Uit deeze beftaat de Groote Raad ; uit zestig de gewoone ; uit tien het ontzaggelyk Gerigtshof, en uit hetzelve de drie gekoozen' Inquifiteun van Staat. De eerfte maakt de Wetten ; de tweede befluit' den oorlog of vrede; de derde en vierVL deel. ' Cc de,  402 REGEERING DER EDELEN. de, aan niemant rekenfchap verfchuldigd , zorgen voor de veiligheid, en ftraffen de misbruiken. Het willekeurig gedrag der laatften doet veelen lidderen. De Doge heeft, als Voorzitter in die drie, Vergaderingen, de eer van eenen Vorst; doch is zonder magt, dewyl de Raad in deszelfs naam regeert. Dus is hy zeer afhanglyk , en moet zich getroosten, dat men zich geftaadig tegen hem aankant. Deeze manier van regeeren is de oudfte , die zo veele Eeuwen dezelfde gebleeven is. Men is er ongemeen mede ingenomen. Maar kunnen dezelfde grondregels goed zyn in een Gemeenebest , voorheen zo magtig , nu zo zwak? Kan er wel iemant door rykdom of fchran derheid groot worden , zo hy geen Edelman is ? Wordt daardoor alle moed en nayver niet uitgebluscht ? Overweegt niet de invloed der Edelen het regt der Burgeren , wien het deswege zeer bezwaarlyk valt , een gefchil tegen hen door te zetten ? Andere misflagen zullen wy niet optellen. Men praate hier van een Gemeenebest; maar is het bellier daarnaar gefchikt ? Men fpreeke van Vryheid; doch waar is deeze ? Het eenige, dat de Republiek thans eenen naam geeft, is de groote Muur, die zy, midden in de Zee, by Paleftrina laat optrekken , om de golven en het zout water te keeren. Veertig jaa-  UEGEERING TE VENETIË. 403 jaaren is er reeds aan gearbeid; en twintig zullen er nog noodig zyn tot voltrekking. De oude Romeinen, zegt men, hebben nooit een zodanig werk ondernomen. De inkomlten van het Gemeenebest houdt men zeer geheim. Waarom zou men dat, zo lpreekt hier de Ariftocraat, den Burgeren berigten ? hoewel zy die penningen moeten opbrengen. Het krygsweezen is er op eenen ellendigen voet. Vyf duizend mannen , of wat meer houdt men in dienst. Aan devermeerdering der Zeemagt heeft men onlangs ernftiger gedacht. Het gefchil met ons Vaderland , dat Venetië zo weinig eere aandoet , of andere verborgen' redenen, hebben er aanleiding toe gegeeven. —— De Edelen draagcn het hart zeer hoog; maar, over het algemeen , is het Volk vriendelyk, beleefd , aartig en vernuftig. Zelden, en dan nog maar in oorlogstyden, verheft men ryke Burgers tot den Adelftand. Gemceulyk trouwt er maar één uit een Huisgezin, en zyne Broeders ftaan hem een grooter deel der erfenis af. Veele Edelen zyn arm, en kurinen om geen trouwen denken. Sommigen zyn zelfs bedelaars. Eene ryke BurgerJuffer te neemen wordt zeer afgekeurd, en de Kinders van zulk eene worden niet van Adel gerekend. De jonge Edelen krygen meestal eene goede opvoeding , en worden, Cc 2 eerst  404 zamenlekving. godsdienst. eerst op de Hooge School van Padua, daarna t'huis , door èenen ouden Raadsheer in de Vaderlandfche Wetten en in 't fpreeken ondervvcezen. Vreemdelingen vinden het te Venetië niet zeer naar hunnen fmaak. Men kan er gerust verkeeren ; maar men moet diep zwygen van den Staat en den Godsdienst, wegens den zeer achterdogtigen Raad. Ook wil geen Burger gemeenzaam kouten : want een onbeampt Perlbon komt daardoor ras in verdenking: men woont er in vryheid, doch in het midden van duizend verfpiederen. Ieder leeft daar op zich zeiven, en byna nog maatiger dan de overige Italiaan-en , waaraan men toefchryft, dat zy langer leeven , dan anderen in Italië. Vrouwen komen byeen in kleine gehuurde vertrekken boven' de kolTyhuizen om te praten en te fpelen. By den Adel vindt men alleen de Cicisbeo's. — De Godsdienst beftaat ook hier meest in plegtigheden , die geen invloed op 't hart of de zeden hebben. De Paus wordt nergens meer veracht, dan hier. Sedert sarpi's tyd , is dit den Venetiaanen eigen gebleeven. De Biegt doet alles af. De Deistery neemt onder de Aanzienlylcen zeer toe. Hunne fchranderheid doet hen niet alles gelooven wat de Roomfche Kerk leert; en dus den zin van het fchoone Evangelie niet regt kennende , vervallen zy  godsdienst. vasten. muziek. 405 zy in een ander uiterde van niets te gelooven. —— De Geestelyken worden veel geacht ; doch de Pans roemt niet op der Venetiaanen gehoorzaamheid. De eerden zyn buiten alle bedieningen gellooten, en de Staat heeft gewis daaraan veel toetefchryven de rust , die hy geniet. Dit is eene betere Staatkunde, dan hem, die weigert een opgedraagen post in 's Lands dienst aan te neemen , te doen boete betaalen , of te dwingen een' Geestelyken te worden. De Nonnen , vooral de Adelykc , hebben er eene ongemeene vryheid, daar zy den ganfchen dag vrolyke bezoeken in de Spreekkamers haarer Kloosteren ontvangen. Dwang en niet de Godsvrugt brengt haar daar binnen. — De vasten te Venetië is zeer beroemd. Het Spel, Masqueraden en Bals , waarop de Raadsheeren , in hunne roode Staatlie-rokken en ontzaggelyke paruiken, dans* fcn , en de Vrouwen in gala-kleederen met alle haare juweelen opgefchikt zyn, maaken de voornaamde vermaaken uit. Hunne Opera's zyn beroemd , vooral om de Muziek ; maar in de Komedien is men weinig gevorderd. De Kerkelyke Muzieken zyn uttneemend, en woiden door Dochters uitgevoerd. Drie Toneeldichters goldoni, chiari en gorzi daan daar in hooge achting. De eerfte fchreef dertig Boeken met ToneelCe 3 fpe-  2o6 herder- en treurspelen te venetië. fpelen. apostolo zeno heeft de Opera's befchaafd, en er de gedaante der oude Griekfche Treurfpelen aangegcevcn. Metastasio, meent men , haalt by hem niet ; maar is fierlyker en levendiger in uitdrukkingen : de gemaklykheid zyner zangreyeu in de Muziek hebben hem den voorrang doen krygen/ Al heeft men er veele Herderfpelen , als den Aminta door tasso , den Paflor Fido door guarini , Fiili di Sciro door bonarelli én Alceo door ongaro; zv zyn egter thans buiten trein, Treurfpelen worden niet bemind , hoewel zy de Merope van maffei, den Dood van crF.sAR door conti, en den Ulysfes van lazzarini bezitten. Een Volk, dat liever poetzen ziet, dan de daaden deioude Helden van Griekenland of Rome , kan er geenen fmaak in vinden. —— Gazetti is eene kleine Venetiaanfche munt, die men, in de XVI Eeuw , voor een gefchreeven blad geleerd Nieuws betaalde : hiervan hebben , federt, de Couranten in de Franfche taal den naam van Gazettes gekreegen. V. Hoe is het met de Weetenfchappen , met de Konden en den Handel geleegen? A. Na de herdelling der Weetenfchappen bloeiden daar verfcheiden'•* geleerde Mannen , alS paulus venetus , bessarion , aldus manutius , rhamusius , paolo sarpi , an- tonio francesco gori , en anderen. Vóór de-  geleerden te venetië. 407 dezelve hadt men er johannes sagordino, een Smit en Schryver eener Latynfche Kronyk , in den jaare 1045. In laateren tyd of nu , hadden de rueeis , mittarcelli , paitoni , gelland , finetti , blasius ugolino (die vierendertig Folianten over de Hebrecuwfche Oudheden fchreef) farsetti , schiopalalba , apostolo ZENO , corner , coleti , travasa , andreas cornaro , de Graaf cavoso , orteschi en anderen eenen grooten naam. De R.egtsgeleerdheid wordt er zeer beoefend. Maar de Advocaaten fpreeken er te lang. In den jaare 1761 deedt woRosiNi eene Redevoering van agt uuren, zonder opy te houden. — Men heeft er één Exemplaar van den beroemden chiregato over de Krygskunde , in den jaare 1574 gefchreeven : de weergaê heeft de Doge foscarini aan den Koning van Pruisfen verkogt. Ook bewaart men hier de Waereld-Kaart van mauro , van welke hy eene Aftekening den Portugeezen gaf, zonder de gevolgen daarvan te kunnen voorzien {bladz. 61 , 62.) Venetië was de eerfte Stad , die eene Drukkery hadt. De Boekhandel is er zeer aanzienlyk. Men drukt er veele fchoone , maar ook flegte Boeken. — Van de Schilders heb ik reeds gefprooken (bladz. 337) Voorheen plagt men hier de Huizen van buiten te befchilderen; dan C c 4 na  4oS KONSTENAARS TE VENETIË. na dat zukls, om de zvvaare kosten , verbooden is , meent men , is de Schilderkonst in verval geraakt, dewyl de gelegenheid, om veel te verdienen, daardoor weggenomen is. De Raad heeft het vervreemden der beste Schilderftukken in de Kerken voorgekomen door ze te tekenen met zyn wapen ; maar nu dreigt de vogtige zoutagtige Zeelucht het bederf aan het koloriet. Groote Meesters in deeze konst zyn er nu niet; hoewel men in deeze Eeuw eenige goede Schilders gehad heeft , als rotari , longhi , nogari , zuccarelli. Men kent er egter nog eenige uitmuntende Plaatfnyders, als Monaco , CATTtm , en pitteri , die de konst , van met ddne ftreek te et zen , verder dan iemant heeft gebragt, gelyk gy zien kunt in de Vignetten van den virgilius , door jitstice zo kostbaar uitgegeeven. (IV Deel, bladz. 280.) — Venetië dryft eenen aanzienlyken handel op dc Levant. De Adriatifche Zee geeft hun veel Koraal ; doch die handel is niet fterk , dewyl dat van Livorno beter kan bewerkt worden. Van hun Eiland Corfu haaien zy korenten en eenen wyn , van zwarte karsfen getrokken, 't Vaste land geeft hun-ryst, wyn, zyde en lynwaad. De handel in fchoone Venetiaanfcht Spiegels, die men daar bliesch, en door heel europa vervoerde , heeft eenen  konstenaars te venetië. 409 nen zwaaren flag gekrecgen door de Franfchen en Duitfchen , die gegooten worden, en daarom veel grooter vallen, 't Pene* tiaanfche Glas houdt men egler zuiverder dan het Franfche. In de Glasblazery te Murano maakt men glazen Bloemen , met allerleie koleuren, ongemeen fraai en natuur- lyk. De Zee is er ongemeen visch. ryk. Omtrent honderd foorten , zo uit de Zee als uit de Pvivieren , brengt men op de markt. Goed / bron-water wordt er gemist. Van Regenwater uit bakken leeft men. De lucht is er' zagt cn groeizaam. Zie daar zo veel, als ik noodig dacht, U van deeze vermaarde Republiek te zeggen. Laat de onze een korter beflaan hebben ; maar vryheid is hier een woord van kragtige betekenis , daar van geene. Welk een groot verfchil! V. Zyn er geen meer andere Staaten in Italië , behalven de reeds genoemden ? A. Ja, nog twee Republieken, doch klein en van geenen aanmerkelyken naam. De eerfte is San Marino , gelegen niet verre van de Adriatifche Zee, op eenen Berg; die byna het geheele Gebied uitmaakt. Zy wordt zo geheeten naar den Heremiet maCc 5 xi-  410 marino. lucca. rinus , die derwaards week , die door zyne voorgewende wonderen veelen tot zich lokte , den berg van de eigenaars vervolgens verkreeg , en er eene Gemeenebest ftichtte, dat naar hem genoemd is , en nu meer dan XIII Eeuwen geftaan heeft. Een Raad beffiert het deugdzaame Volk , met het welk de Berg als bezaaid is , door Wetten, die voor deezen geringen Staat een heelen Foliant beilaan. Eéne van deeze raakt de Gezanten , omtrent welken bepaald is , dat , zo men er éénen aan eene buitenlandfche Mogendheid zendt, hy een halven gulden, dagelyks , tot onderhoud zal genieten. Dit ademt eene loflyke fpaarzaamheid. luc- ca , de tweede Republiek, door het Toscaanfche omringd , zynde een deel van het oude Hetrurie, beftierd door eene Regeering van tweehonderd en vyftig Edelen , die er allen deel inneemen , en zich des op de Weetenfchappen toeleggen , is grooter ; houdt twintig duizend man in dienst; bewaart de gelykheid van ftaat, zo veel mogelyk is ; ■ zag geen' vyand vóór de muuren in twee Eeuwen ; kent geene Zeden , door ' wellust of verkwisting befmet, veel mTn bedelaars of ledigangers. De handel in boeken , olie en zyde , dien de Edelen zelve loflyk dryven , gaat er fterk. De Landbouw wordt er ook met yver behartigd :  loretto. heilig huis. 411 tigd : geen plek gronds is onbebouwd. Onder een goed beltier, hebben de befchaafde Inwooners, die beleefd en aartig genoemd worden , veel kennis en fmaak. —Beneden Ancona ligt Loretto , eene volkryke plaats, nien verre van de Adriatifche Zee , welke niet byzonders heeft , dan het zo vermaarde Heilige Huis, la Santa Ca/a, van bakfteen gebouwd , ftaande midden in de Kerk dier plaats. De Engelen , zo luidt de vertelling , namen dit huis , de oude wooning van de Maagd maria , uit het Heilige Land op in. den jaare 1291 , en droegen het door de lucht, eerst naar Dalmatie ; doch zetteden het , vier jaaren daarna , in het Bosch Recanati, waar het niet wél lag , om dat de roovers de hier komende Pelgrims dikwyls beroofden : des. bragten de Engelen het elders op eenen grond in het bezit van twee Broederen , die in twist geraakten om de voordeden , welken het aanbragt, en vóór hetzelve de degen trokken. Dit vergramde maria zo zeer, dat zy het liet brengen waar het nu Haat. Van buiten is het met marmer overtrokken : tusfchen den Altaar en den muur ftaat het wonderdoende Beeld van cederenhout agter eene tralie , tamelyk zwart geworden door den ouderdom ; doch behangen met kostelyke kleederen. Aan deszelfs regte  412- pelgrims naar loretto. regte zyde ftaat een gouden Engel , eeiï gefchenk der Vrouwe van Koning jacobus den II van Engeland, om van maria eenen Prins te verwerven , waarop de zo genoemde Pretendent gebooren is : eene dubbele fabel , daar het een onderftooken kind geweest is ! Aan de andere zyde ziet men eenen zilveren , ook tegen Over eenen anderen van driehonderd ponden , een gefchenk van lodewyk den XIII van Frankryk voor de geboorte van lodewyk de XIV , die 20 veel duizend Menfchen heeft doen fneuvelen. De kostbaarheden , vóór veele Eeuwen hier verzameld, kunnen niet zonder verbaasdheid befchouwd worden. De lysten alleen der voornaamfte dingen maaken een geheel Boek uit. Dan, na de Hervorming js de achting voor maria zeer gedaald : want , daar te vooren jaarlyks tweemaalhonderdduizend Pelgrims haar bezogten , verfchynen er nu flegts veertig duizend , en dat getal neemt zelfs meer af. De Inwooners der plaats beftaan door het herbergen der Pelgrims , door den handel in Rozenkransfen, en linten met maria's Naam , waarop de maat van haare lengte , of van het kind, of van de dikte van het hoofd ftaat. Welk eene opftaapeling van bygeloof en onzinnigheid ! Boven San Marino ligt de oude beroemde Stad Ariminum, nu Rimini; doch zeer  ravenna. bologne. ^rg zeer vervallen. Daar ftaat nog een Triomfboog ter eere van Keizer augustus , de oudfte van allen , die er nog overig zyn. Het Zeezand , dat van daar ons ten gefchenke gezonden wordt , beibat uit zeer kleine fraaie hoorntjes en fchulpcn. —, -r Verder ligt Ravenna , beroemd door het bergen der Romeinfche Vlooten, door het Exarchdat,(lll Deel, bladz. 299-301) en door het Graf van den grooten Dichter dante all ghieri , in den jaare 1321 daar geftorven. — Niet verre van daar vindt men Bologne , de grootfte en volkrykfte Stad van den Kerkelyken Staat, waar Konlten en Weetenfchappen bloeien. De Stad is vermaard door de Middagslyn, in de Kerk van petronius getrokken door dante in den jaare 1575, en verbeterd door cassini in den jaare 1655: door de geboorte van den Graaf marsigli , vyf jaaren vroeger, die meer geleerd dan dapper was , en zo' uitmuntend fchreef over den Donau en de Zee; die daar een fchoon Kabinet van Oudheden -verzamelde , en een Inftituut tot bevordering der Weetenfchappen bepaalde : verder door de geboorte van den beroemden MALPiGiii en van Paus benedictus den XIV , die duizend ducaaten fchonk tot aankoop - van fterrekundige Inltrumenten : door de overoude Hooge School: door de uit- ge-  414 beleerden te b0l0gne. gegeeven' Verhandelingen van de Academie der Weetenfchappen : door de fchoone Bibliotheek van honderdduizend Boeken, door de zorg van benedictus den XIV zeer aangewasfen: door aldrovandus Handfchriften in dertig Folianten : door de geboorte van vyf Pausfen en honderd Kardinaalen : door campani's voortreffelyke Verrekykers ; en door alle de deelen van 't Menschlyk Lichaam, met buitengemeene konst , door de hand van anna manzolini , in wasch gemaakt: door Kerken , met fchoone Schilderyen gevuld, en door het bloeien der Muziekkonst; des ^ men , van daar , veele Italiaanfcke Steden' met Muziekanten voorziet. — Te Cafa Ralta , niet verre van daar, vindt men , in eenen muur gemetzeld het overbekende raadzelagtige Graffchrift : Aelia Lalia Crispis &c. tot welks verklaaring tweeduizend Verhandelingen gefchreeven zyn, hoedanigen tyd, arbeid en hoofdbreeken zulk een opfchrift niet waardig was. V. En men heeft er ook nog verfcheiden' Hertogdommen , zo ik meen ? A. Meer dan één , by voorbeeld van Modena , Mantua . Parma en Milaan ; maar het eerfte is het aanmerkelykfte van allen , indedaad een der fchoonfte Landen van Italië , en van ouds af bloeiende in handel en Konsten. Twee Eeuwen was het be-  geleerdheid te florence. 415 bezeeten door het Huis de medicis; maar, na deszelfs uitfterven , viel het in handen van Keizer franciscus in den jaare 1737, en is , vervolgens , in het bezit zyner Afftammelingen tot heden toe gebleeven. Florence is ééne van deszelfs fraaifte Steden, zelfs van heel Italië, cosmus de medicis de I, die daar , zelfs zonder rang , alles in zyne magt hadt , voegde twee dingen te zamen , Handel en Geleerdheid, laurentius , zyn Kleinzoon , de Vader der Zanggodinnen geheeten, was der laatften zeer toegedaan. (IV Deel bladz. 125.) De Gallery, onder den titel van Mufeum Florentinum in zes Folianten door gori befchreeven, bevat in tien zaaien onfchatbaare kostelykheden, by voorbeeld , 't Wetboek van justinianus QPande&ce Florentiné) op fyn pergament gefchreeven : een Evangelie-Boek met fraaie gouden letters , waarin dat van johannes eerst, daarna dat van lucas , en vervolgens van mattheus en marcus voorkomen : voorts eene menigte van zeer uitmuntende Schilderyen , en, onder de Standen Borstbeelden , de beroemde venus de medicis , by Rome in de Fllla Hadriani gevonden , en eenen praxiteles waardig gekeurd : een groot getal van edele geileenten , waaronder een Diamant, die men ruim zesentwintig tonnen gouds waardig fchat :  416 GELEERDEN TE FLORENCE. fchat : voorts een Altaar van goud , nevens kostbaare Oudheden en natuurkundige Werktuigen ; eene fchoone Konstkamer ; een Porcelein-vertrek ; een ander met Penningen , zynde' 't rykfte van Italië , bevattende alleen zestienhonderd gouden , en agtduizend zilveren Medaillen , nevens dertienduizend gefneeden' Steenen ; voorts de beroemde Bibliotheek van magliabeciii (IV Deel bladz. 202) ; veel Florentynsch Werk of Schilderyen van ingelegde harde edele gefteenten ; de Boekery des flertogs , en eene Zaal met de beeldtenisfen van vierhonderd Schilders. Della Crusca is daar de beroemdfte Academie van Italië voor den Landbouw , en del Chnento voor cte Natuurkunde , welker proeven door gallilei , torricellt , vi- viani , eoe 2lli , redi , magalotti , en del buono , die de eerfte Voorgangers' waren, zeer beroemd zyn : jammer is het, dat ze daarna zyn biyven fteeken. Onder de hier gebooren' of begraaven' groote Mannen , telt men dante , petrarcua , boccacio, lippi , picus van Mirandola, asiericus ves- putigs , leonakdo aret1ni , angelus politianus , michel angelo , GALLlL^ïus gallilei, den herugten machiavelli, guiccardini , en finiguerra , den eerlten J'iaatfnyder van Italië. In de Bibliotheek MedU ceo Laurcntiana bewaart men een Band- fchrift  weetensciiappen te florence. 417 fchrift van virgilius , men meent van de V Eeuw. Dan in hetzelve ontbreekt het vaars , Ille ego qui quondam &c. en de tweeëntwintig verdagte vaarzen uit het II Boek des Eneldos ; beginnende , Jamque adeo tmus erom &c. bandini heeft onlangs eene Lyst der Grkkfche Handfchriften in "drie Folianten gegeeven ; assemani van de Oofierfche. Men vondt er ook veele Dich¬ ters voor de vuist , waar onder corilla olympica uitmunt.— Oordeel nu uit dit alles van den ouden bloei der Wectenfchap. pen alhier: dan helaas ! de fmaak voor gezelfchappen en vermaaken heeft , in het vervolg , den lust tot de Weetenfchappen zeer doen vergaan. Toen de Konsten van Confitantinopele herwaards overkwamen , namen fmaak, naarftigheid en handel in Florence toe. cosmus de medicis was, in den jaare 1450 , veelligt de grootfte Koopman der Waereld, ten minfte de grootfte Begunftiger der Geleerdheid. Men leefde er gefchikt en eenvoudig. Dan, toen het Mediceejche Huis van den handel afftapte , volgden de magtigfte Gellagtcn dat voorbeeld. Het vooroordeel , dat de handel eene geringe zaak was voor den Adel, nam ongelukkig de overhand, en federt geloofde men , dat men moest ledig gaan , om een hoogadelyk en voornaam leven te leiden. VI. deel. Dd Hoe  Al8 weetenschappen te florence. Hoe ongelukkig is bet voor een Lann, wanneer zulke denkbeelden eenmaal indringen in het hart van Aanzienlyken , die anders in weldenken dé eerden behoorden te weezen. Dit valsch beginfel heeft zeer veel nadeels gedaan ; en niet minder americüs vesputius , doch tegen zin en wil , door het ontdekken van america's vaste Land , (welk vierde Waerelddeel ten onregte naar hem is genoemd) zonder de gevolgen te voorzien : want Spanje, Portugal en Holland trokken vervolgens den ongemeeten handel van de beide Indien tot zich ; en Florence verminderde federt, van trap tot trap , in handel en bewooners , die beroemd zyn wegens de fynheid huns verdands , levendige verbeelding, ongedwongen omgang, en vrolykheid in hunne foms leerzaame gezelfchappen. Dan federt de Regeering van den Groothertog peter leopolo , Broeder des tegenwoordigen Keizers , beginnen de Weetenfchappen het hoofd weer op te deeken, en de Kloosters verminderen. Te Pi/a is cesalpinus gebooren, en Graaf algarotti in den jaar 1765 begraaven. De Stad heeft geweldig geleeden door den vertrokken handel naar Livorno ; maar gatti , frisi , soria , fóntana en perelli behoedden ze, op eene uitmuntende wyze , tegen den ondergang der Letteren: Gy kent Pi/a's twaalf  staat van liv0rn0 en siena. 419 twaalf voeten overhellenden Tooren , door een' inval zo gebouwd , of, na de zakking door 't bovenwerk, zo geworden. Li- vorno, vóór twee Eeuwen een ellendig Vlek, is nu eene ryke , en , naast Florence , 's Lands voornaamfte Stad , wordt veel bezogt van vreemde Natiën , en bewoond door vyftienduizend Jooden, die , na de uitdryving uit Spanje en Portugal hier herberging vindende, de fchoonfte Synagoge van europa hebben: één van de vermogendilen heeft in bezit de gewigtige fabriek van roode Koraalen , van welken men veertien foorten telt , die op de Kusten van Sardinië , Corjica en by Tunis gevischt worden. Te Siena is geene fchaduw der voorige grootheid meer te vinden. De Vloer der Domkerk aldaar, zeldzaam en nergens zo fchoon , van allerlei marmer, met fchaduwen ingelegd , vol. gens den trant der Schilderyen , verbeeldende de Historiën des Ouden Testaments; en de arbeid van cimabue , den herfleller der Schilderkonst in den jaare 1240 , zouden U meer behaagen , dan de oude droomeryen van de geestdryvende catharina di siena , in den jaare 1347 hier gcbooren , die heilig leefde, veele wonderen, zo men zegt, deedt, maar ook ftaatkundige rollen fpeelde, . De zotte Dominicaancn vertoonen nog den trouwring , door den Zaïigmaaker haar gegeeven, Dd 2 en  420 staat van modena en parma. en 't venfter, door 't welk My dikwerf tot haar kwam. gratianus , mattioli en de drie socinussen zyn hier gebooren. • V. Welke zyn de andere Hertogdommen? A. Modena is het eerfte. De Stad van dien naam is oud , door de Hertogen uit den Huize este zeer verbeterd , heeft onder veele Geleerde Mannen geteld fallopl us , muratori , spallanzani dl de Dicll- teres tagliazuciii , nevens haaren man, de beide groote Schilders de vignola en anthonius allegria , anders corregio geheeten naar den naam zyner geboorteplaats buiten de Stad. Parma , 't welk alexander farnese , is hl onze Vaderlandfche Historie bekend ,' onder zyne Hertogen geteld heeft , en beroemd is door veele hier (gebooren Dichters en Schilders , gelyk mazz'uosi cn lanfranco. De geleerde rossi krygt thans groote toejuiching door de uitgaaf van eenen Hebreeuwfchen Bybel met verfchillende leezingen , welke , zo men meent, dien van kennicott (IV Deel bladz, 290) zal overtreffen. De Sehildery van HiERONYMUS by maria is zo vermaard voor een der beste ftukken van geheel Italië , als de zeer groote Schouwburg , waarin men, ondanks dc groote ruimte , met de grootfte gemaklykheid fpreekt. lodewyk, de XIV van Fratikrjk , daardoor bekoord , zondt  staat van velleja , piacenza , mantua. 421 zondt vigarani derwaards , om dat geheim te ontdekken , en het in den Schouwburg van Parys ook te maaken ; maar deeze kundige Man kon 'het niet vinden. Hier dacht zucchi allereerst , in den jaare iöiö , aan de terugkaatzende Telescoopen, welke gr.egori en newton naderhand volmaakt hebben. — Veile ja , niet verre van Panna ten Zuiden, was oudstyds eene Republiek van dertig Steden en Dorpen. De Stad van dien naam werdt zb onverwagt overdekt door brokken yan het Apenynsch Gebergte , vermoedelyk in de IV Eeuw , dat de Inwooners geen tyd tot vlugten hadden. In den jaare 1760 begon men daar te graaven naar Oudheden , en vondt eenen' Altaar, aan Keizer augustus toegewyd , nevens veele Afgodsbeelden en huisraad; doch wyl de rotzen , tien ellen hoog, op de gebouwen liggen, en ze allen verpletterd hebben, heeft men, in den jaare 1764 , dat werk gellaakt. Piacenza , waar de Kardinaal albe- roni , Spanje's Staatsdienaar, uit geringe Ouders gebooren is. Mantua, voor¬ heen een Republiek , daarna een Hertogdom, nu in Oostenrykfche handen, waar de fchoone 'Schilderyen van Julius romanus zeer beroemd zyn. Digtby ligt het Dorp Pietoia , oulings Andes , de geboorteplaats van vïrgilius. ferrara , bloeiende onder Dd 3 de  422 staat van ferrara, padua, ver0na. de Hertogen , doch kwynende onder der Pausfen beftier, waar de onfchuldig verbrande sa van e rol a , de vermaarde Stcrrekundige riccioli , en de wel fchryvende Kardinaal eentivoglio gebooren werden ; doch tasso zeven jaaren gevangen zat. j—- Voorts eenige Steden onder het gebied van Venetië, by voorbeeld Padua , waar voorheen meer Studenten dan Burgers waren, dewyl, in de eeuwen der onweetendheid , jonge Lieden uit alle Landen derzelver Academie bezogtcn; doch die nu zeer vervallen is. helena cornara piscopia , die hier den Doctoraalen Hoed in de Wysgeerte Ontving, de Kardinaal bembo , fallopius , alberte massato , (de hei-Heller der Letterkunde in Italië vóór maffei) valisnieri , Vader en Zoon, joan nes franciscus mussato , Dichter van veele Griekfche vaarzen, petrus aponus de Sterrekundige , en, anderen, liggen in deeze Stad begraaven. morgagni , een beroemd Ontleedkundige , en toaldo , een groot Natuurkundige , hebben in deeze Eeuw Padua roem gegeeven. petrarcha heeft zyn graf te Arqua. — Te Verona , waar een Amphitheater, in fmaak en grootte het pragtigfte overblyffel der Ouden in de geheele Waereld, ftaat, waren oulings plinius de oude , vitruvius , catullus en cornelius nepos ; daarna fracastore , julius  staat van bergamo en milaan. 423 lius c/esar scaliger , de Marquis scipio maffei , die de Oudheden zo veel heeft toegelicht, en paolo cagliari , anders genoemd paul veronese , een zeer vermaard Schilder, gebooren. In de Bibliotheek vindt men een Latynsch Handfchrift van de vier Evangeliën op violet p»rgament met zilveren letters, dat maffei denkt veertienhonderd jaaren oud te zyn. Te Bergamo ziét men het Graf van ambrosius calepinus , den Vader der Woordenboekmaakeren, gebooren te Cakpino buiten de Stad ; doch in den jaare 1510 daar geftorven. tasso was mede van hier afkomfiig ; doch werdt by toeval te Sorrento , in den jaare 1544, gebooren. Bpten Bergamo maakt men de beste zo hoog beroemde Parmezaan fche Kaas. De wol- en zydehandel, nevens de Landbouw , zyn hier ook in bloei. V. En nu fchiet er nog overig ? A. Het Hertogdom Milaan ! De Stad van dien naam , door de Galliërs gebouwd zesdehalfhonderd jaaren vóór Christus geboorte , lang de Hoofftad van Lombardye, viel, na veel geleden te hebben in oorlogen, en byzonder na den flag van Pavia (bladz. 137) in Ooftenrykfche handen , waarin zy nog is. Zy is groot , ryk en wel bevolkt. Oudheden , voorheen wel te vinden , zoekt men nu vrugteloos in eene plaats, die voordeezen Dd 4 door  424 geleerdheid te milaan. door Keizer barbarossa zo verwoest is dat er geen gebouw ftaande bleef. De beroemde Domkerk , in den jaare 1^6 begonnen , is nog niet voltooid , om dat de groote gelden , ter volmaaking befprooken , als dan zouden ophouden: zy is van een' Gothifchen fmaak, pronkt met vierduizend Standbeelden van binnen en buiten , en men maakt er egter nog meer. ]n de Stad hangen zilveren hoofden , handen , harten en andere leden te. koop , om als men eene gelofte in ziekte gedaan hoeft , en geneezen is , aanftonds een gefchenk daarvan aan deeze of andere Kerken te kunnen doen. De Heilige AMBROSIUS en KAREL BAROMiEUS , die in den jaare 1584 geüorven '%, zyn de groote Befchermheiligen der Stad. Uit ach-, ting voor den eerlten , is de zo genoemde Ambrofiaanfche Liturgie (bladz. 175) daar nog in gebruik, waarby men de te doopen Kinders geheel onderdompelt, eenvoudiger in de Kerken zingt, en de Mis anders leest, dan in andere Roomfche Landen. De Ambrofiaanfche Bibliotheek», bezeeten door twee baromeussen , Nakomelingen van karel , bevat zestigduizend Banden en vyftienduizend Bandfchriften. Hier vindt men het Werk van flavius josepiius , door ruffinus vertaald, op zamengeplakte Egyptifche Boomfchorsfen; en meent , dat het dertienhonderd jaaren oud is:  groote mannen te milaan. 425 is : ook de Handfchriften van den beroemden Schilder leonakd da vinci in twaalf Folianten, die te Parys in de armen van francois den I ftierf, en zo hoog van hem gefchat werdt , dat de bedroefde Koning aan eenen zich des verwonderenden Hoveling antwoordde : „ Groote Heeren kan ik alle dagen maaken , maar God alleen zulk eenen Konstenaar , als ik thans verlies." Men heeft er verder veele fchoone Kerken, met uitmuntende Schilderyen opgefierd; ook voornaame Bibliotheeken , by voorbeeld , van castelli , are5e , corbella , pertusati peralta en anderen. Oulings bragt deeze' Stad reeds groote Mannen voort, waaronder valerius maximus behoort; en in laateren tyd cardanus , den eerlten uitbreider der Algebra- concorigio, den eerlten Schry ver over de Ontleedkunde; den beroemden Regtsgeleerden alciati en muratori ; thans FRISI, lecchi, VERRI , GUILINl , ' Bosco. wich , beccaria , den Graaf van firmian , de Graavin clelia borromea , juffer AG] nesi, Mevrouw carcani en de Hertogin" serbellonf en anderen. De Boekhandel van Milaan op Rome en Venetië is de fterkfte van Italië. De Adel leeft er gastvry: de omgang onder de middenfoort is zeer ftyf en ernsthaftig: 't gemeen eenigzins eenvoudig en fpaarzaam. De handel in zyde Pd 5 is  A2(3 staat van savoye. is de gewigtigfte. Buiten de Stad liggen zeer voornaame Landhuizen, en de fraaie Barromeifche Eilanden. De Echo van de Lustplaats Simonetta , die de laatfte Syllabe veertigmaal , en 't geluid van een pistoolfchoot zestigmaal, maar altoos met eenen afneemenden klank , herhaalt , is bekend. V. En Savoye is het laatfte ? A. Ja ! De beroemde weg derwaards gaat over de hooge Alpen , daar men eene fcherpe lucht gevoelt , eeuwigduurende Sneeuw op hooge Bergtoppen , en afgryzelyke afgronden ziet. Men doet deeze reis op ezels , of men laat zich in draagzetels verbrengen, van het Dorp Novalefe naar Laneburg over den Berg Senis. Veele Geleerden beweeren, dat hannibal, langs deezen weg, in Balie gekomen zy; maar daar, zegt men , kon hy zyne benden geen gezigt van het heerlyk Italië vertoonen : des de kundige Marquis de st. simon ftaande houdt , dat die Karthaagfche Veldheer den weg genomen heeft by den Berg Vifo , over de Alpes Cottia , westelyker naar Frankryk , dan de Berg Senis ligt. Sufa , 't Se- gufiam der Romeinen, waar nog een Triomfboog ter eere van Keizer augustus ftaat , is de eerfte Stad van Piemont , liegt bebouwd en weinig bevolkt. Turin, de Hoofdftad , is, daarentegen, écne der fchoonften , zeer  industria. ghamberry. 427 zeer fterk , heeft drieënveertig Kerken, fchoo. ne Hospitaalen , een Lombard (zo geheeten, om dat deeze nuttige inrigting allereerst uit Lombardyen tot ons gekomen is) waar men geld tegen een pand , één jaar lang, zonder intrest geeft ; voorts eene beroemde Academie , waarin eenige Oudheden zyn uit de oude Stad Industria , door plinius reeds vermeld. De geleerde ricolvi en rivautella lieten , in den jaare 1745 ■> by Montert -di Po graaven , en vonden daar de gemelde Stad , (voor welke cluverius , cellarius en martiniere . het hedendaagfche Ca/al, verkeerdelyk , genomen hadden) waar zy eenen Tempel, Penningen, Beelden en Huisraad ontdekten. . Ckamberry is de Hoofdltad van Savoye , door Keizer sigismu-nd tot een Hertogdom verheven in den jaare 1416. Verfcheiden' Hertogen hebben daar geregeerd, victor amadeus ftondt de kroon af aan zynen Zoon karel emanuel in den jaare 1730;. doch kreeg wel dra daarvan berouw, en die wederom wil. lende neemen , miste hy in den aanflag , en werdt daarop gevangen gezet en wei bewaard tot zynen dood toe , in den jaa. re 1732. karel emanuel victor heeft Savoye , en Piemont, zorgvuldig en treffelyk , beheerd , veeltyds zich eenen Held betoond , en zyne Itaaten magtig en gelukkig ge-  4nS weetenschappen te turin. gemaakt, victor. amadeus de III heeft dit voetfpoor gevolgd. De Zoonen draagen den naam van Hertogen van Savoye en Chablais. Aan 't Turinfche Hof regeeren goede Zeden, en de Godsdienst wordt er geacht, 's Konings Krygsmagt bettaat uit tweeëndertigduizend Soidaaten , en tienduizend landtroepen. Muziek en Schouwfpelen zyn de voornaamfte fchoone Konsten. De Schoolfche Leertrant belet de vorderingen in Wysgeerte en Godgeleerdheid. In den jaare 1759 is er eene kleine Maatfchappy van Weetenfchappen opgerigt. de la gragne en beccaria, cigka en basini hebben daar eenen grooten roem verworven. Men heeft er veele doch onweetende Geestelyken. De Edelen, uitgezonderd de Graaven saluzzo en alsiet Ri, beminnen weinig de Weetenfchappen. — Wie de Waereld, om zo te fpreeken , in den eerlten ouderdom wil zien, moet in Savoye reizen. Veele Bergen onvrugtbaar zynde , dewyl de fneeuw de goede aarde wegfpoelt, en naakte rotzen agterlaat ; en anderen zo Iteil zyn , dat men daar niet timmeren kan , maar de hooien den wilden dieren moet overlaatcn ; zo moeten de zo «enoemde Berg-Savoyaarden zich elders tusfchen de Bergen, bekrompen, behelpen. Geen 'klein plekje van goeden grond gaat er verlooren ; maar wordt bebouwd met oneindi- ge  staat van savoye. 429 ge moeite. De eerlyke Inwooners geneeren zich van fiegte fpyzen. Hunne armoede dringt hen , buiten 's lands eenige onderfteuning te zoeken. Jongens verlaaten daartoe hun Vaderland , om door fchoenveegen, marmeldiercn , toverlantaarns en lieren den kost te vinden : de volwasfen' met fchoorfteenveegen en anderen zwaaren arbeid. Hierdoor hebben veele Vrouwen haare Echtgenooten maar twee maanden in 't jaar, t'huis. Ts de kost gewonnen , dan keeren zy meestal naar hun Vaderland , om er het leven gerust in te eindigen. Dan de Bewooners der vrugtbaare Dalen hebben het veel beter, en winnen , by eene voorfpoedige veefokkery , goeden wyn: en graanen. — Uit Piemont voert men veel vee , ryst, ruwe zyde en gemaakte ftoiïen. Wanneer men de hier vallende zyde zelf verwerkte, zou Lyons en Parys' eenen onherftelbaaren flag lyden* De levenwyze is eenvoudig. De Savoyfche Taal is een mengfel van Keltisch , Italiaansch en Fransch. Hier is het Vaderland der nederige , eerlyke en Godsdienstlicvende Waldenzen (IV Deel, bladz, 136-148, 300303) de eenige Hervormden , die , van Sa* voye af tot het einde van Napels Ryks, in Italië geduld worden. Sardinië, een groot Eiland in de Middelandfche- Zee, van 't welk victor amadeus , in den jaare  430 STAAT VAN SARDINIË. re 1717 , den titel van Koning ontving , is noch fterk bewoond , noch brengt veel voordeels aan. 't Volk is er onbefchaafd, ongeleerd , arm, lui' en hovaardig : want de Academie , te Cagliari gedicht , heeft nog niet veel lichts over het Eiland verfpreidi De omgang wordt er nu vefbeterd door de bezetting , uit Piemont daar gezonden. De Taal is gebrooken Spaansch; maar, op 's Konings bevel, moet het Italiaansch in de Schooien geleerd worden. Morsfigheid regeert er in eenen hoogen trap, zo wel als ongehavendheid. Een knegt zal er verfchynen in eene pragtige livery, ftyf van goud , maar tevens met neêrgetrapte fchoenen , of zonder kousfen en das. Kent men er geene veinzery ; de openhartigheid is er egter foms te lomp. Diep is men er in het bygeloof gedompeld, 't Land is er niet zeer bebouwd; doch alles goedkoop. De Rykdom wordt gerekend naar de menigte der- Schaapen. 't Is vreemd , dat een Land , zo naby Italië-, met zulk eene duifternis en onweetendheid bedekt is. Er zyn ontelbaare gedenktekens der Oudheid ,> by voorbeeld, Gaanderyen, Tempels en Toorens, wel zevenhonderd in > getal , tusfchen de Bergen verfpreid , gebouwd naar de middaglyn en de vier Waereldgewesten , het ! geen zeer zonderling is : zy zyn ongetwyfeld overblyffels van de Pheniciers of Karthagers. CAM-  eeschouwing van italië. 431 CAMBiAGi en gazani hebben onlangs begonnen de Gefchiedenis van dit Eiland uit te geeven. —— Laat ons hier eindigen. V. En dus geheel Italië verhaten ? A. Ja : want myn bellek is voltooid! Herdenk nu flegts , dat Gy een Land befchouwd hebt , merkwaardig wegens de vier foorten van Regeeringsformen , de Koninglyke , de Waereld- en Geestelyke zamen vereenigd, de Adelyke en 't Volks - bellier : merkwaardig wegens de menigte zyner Oudheden , Kerken, Schilderyen en Beelden boven alle andere Landen der Waereld • merkwaardig wegens het tweemaal herleeven der Letteren en het tweemaal ondergaan derzelven : merkwaardig , vóór zeventien Eeuwen , door het bloeien der fchoonfle en talrykfle Christen-Gemeente midden in het Heidendom , en daarna door het voortbrengen van de eerfle Christen Keizers , die het Evangelie hebben vastgefleld en uitgebreid : merkwaardig door het verblyf van het zogenoemd Opperhoofd der Christelyke Kerk aldaar ; maar onder wiens oog noch de zuivere Leer gebleeven is , noch de beste zeden , noch de gefchikfle orde , noch de edele Weetenfchappen. Hoe weinig wordt paulus Brief aan de Romeinen, het volmaakfte Zamenflel van Godgeleerdheid en Zedekunde, gekend, bemind en gevolgd in een Gewest, en onder het oog van den zo ge-  432 BESCHOUWING VAN ITALIË. genoemden. Heiligen Vader , waar men de eerfte navolging zou hebben verwagt , maar daar zy het allerverlte agterblyft ! Tweemaal de herftelling der Weetenfchappen te bekeven , en den zuiveren Godsdienst zo vroeg uit de eerfte hand te ontvangen ; Voorregten , die zo weinige of geene Landen der AVaereld hebben mogen gebeuren; maar ook tweemaal het eerfte te verwaarloozen , en het tweede te vervalfchen , te verdonkeren, cn anderen, die het begeerden , te onthouden , of die het bewaarden te verdrukken, en zelfs te vuur en te zwaard te vervolgen : welk een onregt en fnoodheid tegens het Menschdom ! Te vooren roerden wy deeze Vraag aan : Hebben de Pausfen meer goeds dan kwaads aan de Waereld gedaan? Maar verdiende zulk een Land niet, gelyk gebeurd is , ook beroofd te worden van deeze zegeningen, en te blyven zitten in de duisternis des bygeloofs , der onweetendheid en flegte Zeden , terwyl andere Volken , naar welken deeze voorregten verhuist zyn , dezelven dankbaarer ontvangen hebben en yveriger blyven bewaaren ? Mogtcn de Natiën daarop meer het oog houden , dan doorgaans gefchiedt, cn er veel . wysheid uit keren ! Door verbaazende verwisfelingen van het kwaade voor het goede , worden deeze Volken zeer nadrukkelyk onderweezen; dan wanneer zullen zy wyzer worden ? TWEE-  EENENVYFTIGSTE ZAMENSPRAAK OVER DE HISTORIE VAN FRANKRYK. Landen van Frankryk. Merovingifche Koningen. Vorsten ïiit het Huis van Clovis en Pepyn. Koningen int het Stamhuis van Plugt Capet. Staat des Ryks. Magt. Karakter der Natie. Godsdienst. Geleerdheid. Landbouw. Handel. ^Sj raag. Gaan wy nu over tot een ander Koningryk, dat aan Italië grenst ? Antwoord, 't Is niet ongefchikt deezen overgang te maaken ; en met Frankryk , dat ten Westen aan Italië grenst, te beginnen ; maar vraag den oorfprong der Franfchen niet : want zy hebben dit gemeen met de beroemdfte Natiën , dat zy zelve VI. deel. Ee dit  434 oude bewooners van frankryk. dit niet juist weeten. Waarfchynlyk kwamen hunne Voorvaders uit eenen oord van Duitschland , die thans bekend is onder den naam van Frankenland , Thuringen, Hesfenland , Friesland en Wcstphaalen ; beftaande uit eenige te zamen verbonden' Volken, leevende , ais Wilden, van de jagt, van boomen peulvrugtcn ; driftig gezet op hunne vryheid , op gemak en vermaak ; handel dryvende by wisfeling van Goederen; meer oorlogzugtig dan befchaafd; woonende in huizen , van hout en leem opgebouwd; rondborftig , getrouw , opregt en naauwgezet op het Huk van eer ; zeer bezield met den geest van Vaderlandsliefde; levendig van aart; herbergzaam ; zich flipt houdende aan de wetten der Natuur; eerst afgodendienaars; doch ten deele Christenen in de II Eeuw; verdeeld in vier rangen van Menfchen , in Edelen, in Vrygebooren', Vrygemaakten, of in Lyfeigenen, die toen eenen Koning, Vorst of Hertog aan hun hoofd hadden ; veelal bekend onder den naam van Franken ; dikwyls aangetast , foms geflaagen , maar nooit te onder gebragt door de Romeinen; komende over den Rhyn , ten tyde van 't flap beflier des Keizers gallienus, en daarop wyd en zyd in Gallie i ftroopende; terug gejaagd door constantinus den Grooten, die twee hunner Koningen, in den Schouwburg  eerste koningen van frankryk. 435 burg van Trien, door wilde dieren liet verfcheuren ; maar in een bondgenootfehap aangenomen door Keizer constans , wyl by hen onverwinnelyk hieldt; en eindelyk veroveraars van een groot Land, gerekend van den Rhyn af tot de Alpen en Py ren een , beroemd door zyne fchoonheid, en verdeeld in zeventien Provintien , beheerd door Romeinfche Landvoogden , hun hof houdende te Trier , -toen gerekend voor de Hoofdflad van Gallie , daarna te Arles. V. Waar begint de tyd der heerfehappy hunner Koningen ? A. Puaramond , die , in den jaare 420, als Opperhoofd erkend werdt, houdt men voor den eerlten Koning. Van deszelfs regeering weet men niets ; doch houdt hem voor den Intteller der zo genoemde Salifchs Wet, die de Vrouwen van de Erfopvolging der Kroon uitfloot. — clodion, zyn Zoon , die zwaare Oorlogen voerde tegen Aë-nus, Veldheer der Romeinen , volgde hem °P- ' Hierna verfeheen rieroveus in den jaare 484, naar wien de Koningen'van den eerlten ltam den naam van Blerovingifche gekreegen hebben. — cihlderik de I , een Vorst van moed en vernuft, die eerst om zyn losbandig leven den throon verhaten moest , hoewel hy denzelven daarna weer beklom, verfloeg de Saxen en' AJeman, E e 2 nen.  436 merovingische koningen. n6n. cl ovis de I kwam in 't beftier in den jaare 481 , veroverde veele plaatzen op de Romeinen, nam den Christelyken Godsdienst aan , overwon veele vyanden, maakte Parys tot zyne hoofdftad , en bouwde veele Kerken en Kloosters naar den fmaak dier tyden, childebert de I, zyn Zoon en Opvolger in den jaa-e 511, deelde het Ryk met zyne drie Broeders : het bleef egter verbonden ; maar kwam daarna in onrust , cn na zynen dood kreeg zyn Broeder clotaris alles in handen. Hy ondervondt ras , dat geene algemeene Heerfchappy eenen Vorst tegen hartzeer lleeds kan beveiligen. Hy zag zich gedwongen eenen opftand , door zynen Zoon verwekt, te dempen. Hy 4 liet hem ombrengen ; doch gaf ook zelf den geest, dén jaar daarna op denzelfden dag en hetzelfde uur, waarop zyn Zoon gedood was. Na hem erfden de vier Zoonen van deezen het Ryk, van welken caribert Koning van Parys werdt in den jaare 561 ; doch hy regeerde, na een ongeregeld gedrag , zeer kort. Zyne drie Broeders deelden zyne Landen, Parys uitgezonderd ; maar zy leefden niet lang eensgezind. sigëbert overtrof de twee anderen in Koninglyke Deugden ; doch vroeg fneuvelende , volgde chilperik de I , die Frankryk in de uiterfte verwarring dompelde ,  mero v] ngisc he koningen. 437 de , de onderdaanen met fchattingen overlaadde , ongebonden lééfde , eenige Boeken in liegt rym en onrym fchreef, en eindelyk vermoord werdt. —— Zyn Zoon clotaris de II volgde op zynen Vader in den jaare 584 ; doch was toen flegts eenige maanden oud, het geen de onrust in het ryk deedt herleeven , terwyl zyne Moeder fredegonde , als Regentes , het Ryk regeerde : eene Vrouw, wel bekwaam; maar tevens wraakgierig , die, het leven verlaatende , gelegenheid gaf aan clotaris , om den throon van tiieodorik te overweldigen, en de Koningin brünehild en anderen , op eene gruwzaame wyze, om hals te brengen. dagobert de I , in den jaare 628 , hem opgevolgd, regeerde eerst uitmuntend ; doch verliep zich naderhand in ongebondenheden. clovis de II, zyn Opvolger, in den jaare 638 , voerde weinig Uit. clotaris de III , childerik de II, theodorik de UI, clovis de lil, childebert de UI, dagobert de III , chilperik de II, en theodorik de IV regeerden , of liever de Grooten, in hunnen naam , het Ryk, van den jaare 656 tot den jaare 721 : dan , in deezen tyd behaalde niemant meer roems dan karel martel door zyne ftaatkunde en overwinningen, die Üegts den titel van Hertog , doch een onEe 3 af-  43S mf.rovingische koningen. afhanglyk oppergezag voerde. — ciiilderik de III hadt den throon niet lang beklommen , of hy trok het Monniken kleed aan, ging in een Klooster , ftierf in den jaare 751 , en met hem de Stam der Merovingifche Koningen, die , van piiaramond af, driehonderd en dertig jaaren den throon bekleed , cn zesëndertig Koningen aan Frank' ryk geleverd hebben. De vier eerften deezcr Vorsten waren Heidenen ; maar de volgenden zyu Christenen geweest; doch meer in naam dan in de daad. Tot dc tyden van clotaris den II zag men in hen wreedheid en woestheid ; daarna zagtmoedigheid, goedaartigheid en godsdienstigheid : dan, ten aanzien der eerfte ondeugd én der laatfte hoedanigheid , moet men die tyden befchouwen , welke veel van de onze veifchillen. V. En tot wien ging toen de kroon over? A. Een ander Geflagt .vestigde zich op de puinhoopen van clovis Huis, dat door veele roemryke bedryven de fchande der Ryksoverwcldiging uitwischte ; doch eindelyk door dezelfde oorzaaken , die tot de Grootheid hadden mede gewerkt, ten val gebragt werdt. pepyn was de eerfte Koning in den jaare 751 , niet door regt van geboorte , ook niet door moorden en bloedvergieten ; maar door childerik den III, gelyk ik zeide , in een Klooster te doen gaan.  regeering van pepyn en karel. 439 gttin. pepyn - liet zich , om zyn perfoon en gezag achtbaarcr te maaken , de Heilige Zalving door 's Pausfen Legaat te Sols/ons toedienen : eene plegtigheid , van welke men dus lang niets geweetcn hadt; doch die alle Koningen deezes Ryks (uitgezonderd lodewyk de Goedhartige , te Aken gekroond) tot heden toe nagevolgd hebben. Paus stephanus den III te helpen tegen der Lomharden Koning astulpiius; (III Deel, bladz. 302) hem te onder te brengen ; veele landen aan de Kerk van st. pieter. te fchenken; (het welk de eerfte aanleiding tot der Pausfen waereldlyke magt gegeeven heeft) Saxen en Sciaven te verwinnen; cn Aquitanie aan de kroon te hegten; waren pepyns daaden: een Vorst, groot in vrede en oorlog , die 's Volks liefde won door zagtheid en wysheid van regeering. — Zyn Zoon karel, het Ryk ervende in den jaare 768 , breidde het zelve uit in Duitschland tot de OostZee , in Spanje tot de Ebro, en in Italië tot de Volturno. Hy verkreeg de Keizerzerlyke Kroon van het Westen , maakte zich , zesenveertig jaaren lang , door overwinningen beroemd , befchaafde de Natie door goede Wetten , herftelde de Weetenfchappen , en deedt de Konsten bloeien ; des hy den naam van den Grooten verkreeg. In eenen oorlog van drieëndertig jaaren verEe 4 won  44° karel de groote en zoonen. won hy de Saxen, vernietigde het Ryk der Lombarden , dat tweehonderd en zes jaaren gedaan hadt, trok naar Spanje, ontdoeg de Christenen van de fchatting, die zy aan de Mooren betaalden, temde de opdaande Saxen, werdt te Rome als Keizer gekroond, waardoor het Romeinsch Keizerryk in het Westen vernieuwd werdt , en dierf te Aken in den jaare 814. Men kan genoeg van deezen Vorst oordeelen , wanneer men weet , dat de Heidenen zelve hem genoemd hebben den Vader van het Menschdom. —— lodewyk de I, zyn Zoon , bygenoemd de Vroome , volgde hem op. Invallen van vyanden , opdand van binnen , en huisfelyke twisten gaven bewyzen van een verzwakt bedier , terwyl lodewyk overal Boetpredikers door het Land zondt, Pfalmen zong, en Vastendagen uitfehreef. Door de fnoodheid van eenige Bisfchoppen , die met deszelfs Zoon lotharis zamenfpandeii , werdt hy afgezet en tot het Monniken-leven veroordeeld ; doch daarna 'herdeld. Door hartzeer reeds verzwakt, verhaastte de fchrik van twee Staartderren te zien, nevens eene zwaare Zonsverduistering (Verfchynfels, welke men in die bygeloovige tyden als zeer gevaarlyk voor Vorden aanmerkte) zynen dood in den jaare 840. Door Godsdiendig te zyn tot in beuzelingen toe , moest het Ryksbedier veel  karel en lodewyk de II. 441 veel lyden. Hy was des maar een middelmaatig Keizer ; doch zou een goed Priester zyn geweest. V. Volgden meer zulke Koningen ? A. Neen ! De volgende was van eenen anderen aart. Deeze was karel de II, bygenoemd de Kaale, wegens weinig hoofdhair, die vroeg de fmert hadt, dat hy en zyn Broeder lodewyk de wapenen tegen hunnen Broeder lotharis moesten opneemen en hem liaan : dan, men kwam daarna tot eene Ryksverdeeling. Hierop deeden de Normannen , uit Zweeden , Deenemarken en Noorweegen gekomen , eenen geweldigen inval , en Parys zelf werdt , in den jaare 845 , door hen geplonderd. Schoon zy beloofden , na veele ontvangen' fchatten, nimmer die togten te zullen herhaalen , kwamen zy egter telkens wederom. Zo zwak en agteloos was toen het Ryksbeftier. En waren er maar geene binnenlandfche oorlogen , na den1 dood van lotharis , die de bron aller rampen van Frankryk was , opgevolgd tusfchen karel en lodewyk ! De eerfte , woelziek en onrustig , min dapper dan listig , verliet het leven in den jaare 877. lodewvk de II , bygenoemd de Stamelaar , om dat hy zwaar befpraakt was, leefde te kort, om veel meer uit te voeten , dan de Bisfchoppen te vernederen, — Ee 5 lo»  44^ lodewyk en karel de III en IV. lodewyk de III ftierf vroeg , werdt om zyne deugd en dapperheid betreurd, en door zynen Broeder karloman opgevolgd, die dapper was , en veel nuts den Ryke zou gedaan hebben ,- hadt hy langer moge leeven. ■ karel de III , de Dikke by- genoemd , goed maar bloohartig , volgde op hem in den jaare 884 , kogt de anderhalfjaarige belegering van Parys door de Normannen af, en werdt daarna ontthroond. ■— karel de IV of de Eenvoudige , zo geheeten om zyne toegeeflykheid, verfchecn in deszelfs plaats , in den jaare 888 , na veele onlusten, door zynen mededinger eudrs verwekt , en zag zich kort daarna gedwongen , één Gewest af te ftaan aan rollo , een doorlugtig Opperhoofd der Normannen , die groote voortgangen in Frankryk gemaakt hadt. Dit Gewest, federt dien tyd, naar den naam deezer overweldigers , tot heden toe , Normandie geheeten , werdt eene byzondere. onafhanglyke Heerfchappy. rollo, als Hertog van deezen Staat , daarop gedoopt en aan eene Franfche Prinsfesfe gehuwd , regeerde zeer loflyk; en men roemt de byzondere veiligheid , die de openbaare wegen onder zyn beuier genooten , in zo verre , dat gouden armbanden , drie jaaren lang , openlyk aan eenen Eikenboom bleeven hangen , zonder aangeraakt te worden, karel de  karei, en lodewyk de IV. lotharis. 443 de IV werdt vervolgens verraaden door herbert , Graaf van P'ermandois, en afgezet, rudolf nam deszelfs plaats in. Het Ryk werdt een droevig tooneel van de woede zyner vyanden en van zyne eigen' Burge. ren , zonder orde en beltier. — Na den dood van beiden klom lodewyk de IV , de Overzecfche bygenoemd, om dat men hem, ter beveiliginge voor de woede der Muitelingen , naar Engeland hadt overgevoerd, op den throon , in den jaare 936. Hy was een Vorst van moed en Itaatkunde ; maar kon niet wel vast zitten op eenen zetel , die door veele fchuddingen deerlyk gefchokt werdt. Men fpiegelde zich weinig aan den lang zieltoogenden Graaf van Vermandois , die in zyn levens einde , onder ysfelyke gemoedswroegingen , niet deedt dan kermen: „ Helaas wy waren twaalf in getal , die Koning karel verrieden ! " . lotharis verfchcen op den throon in den jaare 954; doch hy - bezat naauwlyks iets meer dan de Stad Laön, en zag zyne Leenmannen onophoudelyk met eikanderen oorlogen. Niettemin was hy werkzaam en kloekmoedig , om de Landen, van het Ryk vervreemd, wederom met hetzelve te vereenigen. lodewyk de V , de Ledlganger geheeten , om dat hy , in den korten tyd zyner regecring, niets merkwaardigs uitvoerde, nam den fcep- ter  444 einde der carlovingiers. ter op , in den jaare 987. In hem eindigde de doorlugtige Stam der carlovingiers, na eene tweehonderd en zesëndertigjaarige regeering over Frankryk , welks oude wyduitgeftrekte Heerfchappy nu jammerlyk gefmaldeeld was, en dus haar gedugt vermogen verlooren hadt. Soms zag men vyf Vorften van het bloed van karel den Grooten de kroon draagen ; maar welken ? Ontaarte Nakomelingen , fnoode Zoonen, heerschzugtige Broeders , liefdelooze Bloedverwanten, die den ftouten Bisfchoppen toelieten, de Vaders , op 't verzoek der Zoonen, te ontthroonen, en daarop nieuwe Koningen te benoemen. Hierdoor verfcheenen onafhanglyke Vorltendommen, door Monniken opgerigt in een Ryk , daar zy , niet lang te vooren , eenige landeryen , uit mildheid hun gefchonken , met eigen' handen bearbeid hadden. Beoordeel daaruit den toenmaaligen ftaat van Frankryk. V. En wie kreeg vervolgens het Ryk? A. Nu kwam de derde of de zo- genoemde Capetiaanfche Stam, dat is, hugo, bygenoemd Gapet , wegens zyne fchranderheid , kreeg , in den jaare 987, het beftier over een Ryk, zich uitftrekkende van de Schelde en Maas tot de Brittannifche Zee , en van de Ebro tot de Rhone , gelykende meer naar een Groot Leen , dan naar eene Eenhoofdige Op-  hugo capet. robert. 445 Opperheerfchappy, dewyl ieder Landfchap zyne erflyke Graaven of Hartogen hadt, welke Leenmannen waren, byna zo gedugt voor den Koning, als de nabuurige Vorften. hu« go capet vondt eenen Mededinger, en kwam des , niet dan met het zwaard in de hand, tot de kroon ; waarna hy zich beyverde om het Ryk in orde te brengen, en zich fterk te maaken tegen de Normannen. Schoon een Ryksoverweldiger, was hy egter een wys , fchrander en moedig Vorst; het hoofd eener lange reeks van Koningen , die meer dan agthonderd jaaren Frankryk geregeerd hebben , en daarom nu voor wettige Vorften gehouden worden. . Na hem volgde zyn Zoon robert in den jaare 996, een beeld, tenis van goedheid genoemd , naar die tyden geleerd , en maaker van verfcheiden' Lofzangen, die men nog in de Roomfche Kerk zingt ; maar die het verdriet hadt, dat Paus gregortus de V , op het Ryk vergramd, hem in den ban deedt , onder het voorweiidfel van te na in den bloede gehuwd te zyn ; des hy zyne Vrouw verltooten moest en eene andere neemen, die, trotsch van aart , 's Konings Staatsdienaar liet vermoorden , den Erfprins zo hard handelde , dat hy tot eenen opftand kwam , waarvan hy egter daarna berouw kreeg , en, na deszelfs dood , de twee andere Zoonen zo  446 hendrik en philips de I. zo bejegende, dat zy mede bet hof verlieten en eenen burgerlyken oorlog deeden ontftaan : waarby kwam dat het Ryk eenen zo zwaaren hongersnood leedt, dat men de doode lyken opgroef, om ze te eeten. Een Herbergier vermoordde zyne gasten , en lulde er zynen honger mede. hendrik de I volgde zynen Vader op in den jaare 1031 , moest eerst de wapenen tegen zyne onrustige Moeder, die naar de kroon Rondt, voeren , en daarna andere Ryks-onlusten Rillen , ' waar toe zyne dapperheid hem wel te ftaade kwam , en zyne deugd aanzien gaf. philips de I, rainderjaarig, moest zyns Vaders plaats bekleeden in den jaare ïqöo. Hy hielp de Bretagners tegen den nieuwen Koning van Engeland, willem den Veroveraar , die voorheen zyn Leenman was. Dit gaf hem meer glorie, dan zyne Vrouw te verflooten , om eene gehuwde Graavin te fchaaken en te trouwen, die daarna Konings Zoon , lodewyk , vergift gaf; doch waarvan hy gered werdt. philips zag een begin der Kruisvaarten , die het Land verarmden en ontvolkten ; doch hem magtig en onafhanglyk deeden worden door het vertrek van veele Grooten , wier Landen hy en zyne Opvolgers aanwonnen en met de kroon ver. eenigden : want deeze Edelen moesten geld hebben , om zich tot die togten uit te rusten ,  lodewyk de VI. 447 ten , en verkogten des ' hunne bezittingen. Met een onveri'chillig doch verftandig oog zag hy hen vertrekken , en hieldt er zich buiten. Hadden zyne Opvolgers dit nagevolgd ! lodewyk de VI, bygenoemd de Dikke, aanvaardde in den jaare no8 , een Ryk , wel uitgebreid , maar gering iii Koninglyke goederen , dewyl het overige toebehoorde aan Leenmannen , die foms meer benden op de been hielden , dan de Koning zelf. Op deeze menigte van Dwingelanden , zeer gedugt als zy zamenfpanden , wist deeze wyze en deugdzaame Vorst de overhand te krygen. Dan, daar philips de I zich reeds beklaagd hadt , dat de Staatsdienaar douhewyn , Graaf van Flaanderen\ willem , Hertog van Normandie, boven gemeld, byftand gebooden hadt, zo ondervondt lodewyk de VI nu reeds de gevolgen, van philips voorzien. hendrik de I, willems Zoon , Koning van Engeland, en tevens Hertog van Normandie, woeg toch, door invloed en gezag , tegen Koning lodewyk op , wiens Leenman hy was; en men zag te laat den bcgaanen misflag, van zynen Vader willem niet gedwarsboomd te hebben in zyne onderneeming op Engeland, 't Gevolg was , dat Engeland en Frankryk onophoudelyk met eikanderen oorlogden , of wapenfchorslingen en verbonden maakten, van den jaare 1108 tot  448 nadeelen van engelands verovering. tot de regeering van karel de VII in den jaare 1435. En het verliep tot den jaare I559 , eer Calais in Frankryks magt kwam en bleef. Dus heeft die verovering van Engeland den grond gelegd tot den haat tusfchen die twee Volken , welke thans nog niet geheel ophoudt. Maar hoe veele en welke waren die verbonden? Honderd en twintig worden er geteld; doch byna zo ras verbrookcn , als zy getekend waren. V. Dan was Engelands verovering door willem niet voordeelig voor de eene of andere Natie? A. Zeker was het niet voordeelig voor de beide Natiën , dat een Fransch Hertog den Engel/eken throon veroverde en beklom. lodewyk verfloeg hendrik wel in den eerften veldilag , en de vrede volgde ; maar ras daarop verbrooken zynde, kreeg hy de neerlaag. Na den herftelden vrede keerde hendrik met de zynen naar zyn Ryk. Maar ss Konings tien Kinders, met honderd en zestig Lieden van Engelands eerfte en aanzienlykfte Huizen, te veel goede ciere aan boord gemaakt, en de Matroozen, door dat voorbeeld aangemoedigd, den beker zo hoog geligt hebbende, dat zy het fchip niet meer wisten te bellieren, ftict dat tegen eene rots in ftukken. willem, hendriks oudfte Zoon, fprong in eene boot, en zou behouden zyn ge-  regeering van lodewyk den VII. 449 geblecven • maar ziende zyne Zuster, de Graavin van Perche , boven allen van hem bemind , in zulk een gevaar, fleepte hy haar mede in de boot, waarin, op dat oogenblik, zo veele anderen vielen , dat ze dezelve deeden te gronde gaan. Dus leedt het ganfche Koninglyke Huis van Engeland de de ysfelykile en treuriglle Schipbreuk, waarvan de Hiftorie gewaagt. — lodewyk de VII, de Jonge bygenoemd ter onderfcheidinge van zynen Vader , op wien hy volgde in den jaare 1136 , greep de wapenen aan tegen thiboud , Graaf van Champagne, overrompelde Fiiry, liet in de hitte zyner drift de Hoofdkerk in brand fteeken , en dertienhonderd Menfchen, daarin gevlugt, jammerlyk door • het vuur vergaan. Dan , wel dra kreeg hy berouw van dit bedryf, werdt wanhoopig, en deedt eene belofte van ter Kruisvaart te gaan : 't kragtigfte middel, naar 't gevoelen dier tyden , ter verzoeninge der zwaarite misdaaden. Hy trok dan op, en tweemaalhonderdduizend man met hem , des in verfcheiden' vlekken alleen Vrouwen en Kinders overbleeven ; doch won van dien togt niets meer dan het verdriet van het fchoonfte leger verlooren te hebben zonder eenige vrugt. Onlusten met hendrik den III , Koning van Engeland en Hertog van Normandie, volgden daarop ; ook de echtVI. deel. ' -Ff fchei-  450 regeering van philips den II. fcheiding van zyne Koningin. philips de II , bygenoemd augustus , of Veroveraar , om dat hy Normandie bemagtigde , veele plaatzen met de kroon vereenigde , zyn gezag bevestigde , de ftoute Leenmannen des Ryks temde , en den hoogmoed zyner vyanden vernederde , nam de kroon aan, in den jaare 1180. Hy ging ook ter kruisvaart , en nam met richard , Koning van Engeland, Ptolemais in; doch dit was ook zyne geheele verrigting wegens afgunst, wantrouwen en haat tusfchen hem en richard : hy werdt ziek en keerde naar huis. richard volgde , en nam zynen weg door Duitschland; doch hy werdt ongelukkig ontdekt in eene herberg , daar hy , vermomd , het fpit zat te draaien , en gevangen genomen door leopold , Hertog van Oostenryk, wegens eene beleediging in het beleg van Ptolemais , waar hy leopolds Standaard , op eenen ingenomen tooren geplaatst , liet afrukken , en met veragting in 't flyk werpen, philips zogt toen den gevangen Vorst in eigen' handen te krygen , met wien hy korts te vooren de Saraceenen bevogten hadt! richard eindelyk los geraakt zynde , begonnen zy te oorlogen met zo groote woede , dat men de krygsgevangenen de oogen uitftak. Na den getroffen vrede en richards dood , werdt Nor mandie en andere Landfchap- pen  lodewyk de VIII en IX. 45L pen aan de kroon gehegt; ook zou hy En. geland van den Paus verkreegen hebben; maar deszelfs Koning jan zonder land zich met den vertoornden Paus verzoenende , en verklaarende dat Ryk door vergunning van hem te bezitten , werdt philips verbooden, Engeland aan te randen , waartoe hy anders gereed ftondt: hy floeg daarop den Duhfchen Keizer otto ; en hadt het vermaak , dat by zynen Zoon lodewyk , agttien maanden lang, Engelands kroon zag draagen ; maar ook het verdriet, dat hy hem, na den dood van jan , dezelve moest zien nederleggen. V. Hadt hy eenen kloeken Opvolger? A. Ja! lodewyk de VIII, bygenoemd ds Leeuw, in den jaare 1223 , zynen Vader opgevolgd , liet zich tot eene kruisvaart tegen raymond van Totilmfe, befchermer der Albigtnzen , die men Ketters noemde, door den Paus verleiden , waarvan deeze braave Vorst minder eer hadt, dan van zyne dappere togten in Engeland by zyns Vaders leven. —— lodewyk de IX kwam in den jaare 1226 tot de kroon. In 't begin zettede hy den oorlog tegen raymond voort; doch men trof eindelyk den vrede , en de onfchuldige Graaf, een groot Man, die veele Natiën het hoofd geboodeu hadt , verzoende zich met de Kerk, door blootsvoets Ff 2 in  45ü bedryven van lodewyk den IX. in het hemd, alleen eene broek aan hebbende , als een boeteling en nederige boosdoener , vóór den Altaar in eene Kerk te Parys te verfchynen. lodewyk , ten gefchenke ontvangende van boudewyn de doornen Kroon des Zaligmaakers , lang te Venetië verpand, waarop hy het fchuldige gaarne betaalde , ging , by de overbrenging, met alle zyne Hovelingen en Geestelyken , dat dierbaar overblyffel, vyf mylen van Parys , te gemoet, en droeg het, blootshoofds en blootsvoets , tot in eene Kerk. Daarna lostte hy ook een ftuk van het heilig Kruis, het yzer der Speer, de Spons en dergelyke valfche overblyffels. Thans zou hy daarin weinige navolgers onder de Koningen vinden ; maar hy kreeg er door den naam van Heilig ; indedaad weinig daarmede verdiend. Hy oorloogde gelukkig tegen Engeland ; trok ook , in gevolge eener belofte, gedaan in eene ziekte , ter kruisvaart nevens zyne Koningin; won Damiate ; en zou, hadt by niet gerammeld , Kairo en gansch Egypte te onder gebragt hebben. Toen hy optrok , floeg hy de Saraceenen , doch wees onvoorzigtiglyk den aangebooden vrede van de hand , legerde zich daarna flegt , werdt met zyn leger door ziekte en honger overvallen , liet, door bygeloof, de rottende lyken der Franfchen uitzoeken, en als  ongelukken VAN lodewyk den IX. 453 als Martelaars begraaven , befmettede daardoor de gezondenen , werdt op den hertogt naar Damiate geflagen , en krygsgevangen gemaakt ; doch was zo groot in de gevangenis als op den throon , ■ las daar zyn Getydeboek zo gerust als in de Kapél van zyn paleis , kreeg eindelyk zyne vryheid ten duuren pryzc , trok toen naar Ptolemais, bleef vier jaaren in die gewesten, nam Ty~ rus en Cefarea weg , en bragt verder zynen tyd door met het bezoeken der heilige plaatzen , terwyl gansch europa deszelfs ongeval beweende , en Paus innocentius , door droefheid vervoerd, God vraagde, wat hy toch in den Christelyklten aller Koningen hadt kunnen vinden , 't welk met zo veel ftrengheids moest geboet worden ? t'Huis gekomen zynde , vondt hy alles in rust ; doch ze kon hem niet afhouden van eenen tweeden togt naar africa , waar hy, in het beleg van Tunis, door de pest werdt weggerukt. — philips de III, bygenoemd de Stoute om zyne daaden , kwam op den throon in den jaare 1270 , floeg meermaalen de Saraceenen , temde zyne baldaadige Leenmannen , oorloogde tegen Navarre, Kaftilie en Arragon, en zag de Kerkvergadering te Lions de Tienden der Kerkelyke inkomflren tot voortzetting van den Heiligen Oorlog bepaalen. Dit was de laatfte nadeeFf 3 lige  454 philips de IV. tempeliers. h'ge pooging, door her Ryk in die zaak gedaan. Vyf groote Kruistogten , die twee millioenen Menfchen 't leven , en den Ryke honderd millioenen. guldens , naar men rekent , gekost hadden , waren er gefchied; eer de oogen der Natie eindelyk open gingen , die daarop , ongevoelig , den fmaak verloor in die foort van Godsdienftigheid. V. En dus won Frankryk by het Verlies van die Godsdienfligheid ? A. Zekerlyk , maar men kon daarop zyne magt elders beter befteeden , en het Ryk doen adem haaien, philips de IV, met den bynaam van den Schoonen om zyne bevalligheden , kreeg het bewind in den jaare 1285. Hy handhaafde zyne achtbaarheid met luister tegen de zo trotfche als magtige Leenmannen ; liet de Burgers toe tot de gemeene Landdagen der Natie; ging 's Pausfen onderneemingen met lof te keer; fchafte de Tweegevegten af; vereenigde Lions, federt vier Eeuwen van zyne kroon gefcheiden , weder met dezelve ; en vernietigde de Orde der Ridders Tempeliers, die met zwaare doch' onbeweczen' befchuldigingen overlaaden waren. Verfcheiden' werden, leevende , met een langzaam vuur verbrand, na dat men te vooren hun vergiffenis beloofd hadt op de bekentenis van fchuld, welke allen weigerden op die wyze te krygen. lo-  lodewyk X. karel IV. philips V, VI. 455 lodewyk de X , bygenoemd de Twistzieke, niet om dat hy zodanig van aart was ; maar mogelyk om dat hy tegen muitzugtigen te velde gezonden werdt van zynen Vader , nam den fcepter aan in den jaare 1314 , toen de meeste Pro vintien des Ryks opgedaan , of tot eene zwaare muitery gereed waren, waarby mislukking des oogsts, hongersnood en andere geesfels kwamen. — Na eene korte regeering werdt philips de V , toegenoemd de Lange , als Koning uitgeroepen in den jaare 1316 , die ook met de Vlamingen te ftryden hadt. Hy wilde hetzelfde ge wigt, dezelfde maat en munt door het heele Ryk invoeren ; maar moest, dewyl dit byna eenen opltand verwekte , van dit heilzaam voorneemen afzien, 't Is vreemd , dat dit Plan van philips in onzen tyd niet ter baane gebragt wordt , daar het zo veel gemaks zou geeven. karel de IV, de Schoone geheeten , was zyn Opvolger in den. jaare 1322 , die de orde in het Ryk beyverde , en hetzelve veel rust deedt genieten. philips de VI, toegenoemd van Valois , erfde de kroon in den jaare . 1328 ; gaf Navarre terug aan den Graaf van Evreux ; beoorloogde de oproerige Vlamingen , geleid door den geringen Vischkooper klaas zanequin , die , meencnde den Koning te overrompelen , geFf4 flaa-  456 jan de IT. karel de V.' ilaagen werdt ; dwong den Engel/eken Vorst eduard, hem wegens Guyenne hulde te komen doen , welke trostsheid deezen met haat vervulde ; raakte daarna om die reden met hem in oorlog , die deszelfs Vloot ter zee en het leger te lande floeg, gebruikende , zo men wil voor 't eerst zes ftukken kanon in den vcldflng. Galais ging ook verlooren. jan de II , de Goede geheeten , was zyn Opvolger in den j'aare 1350. JMa de woede eener zamenzweering ontkomen te zyn , raakte hy in oorlog met eduard. Ligt hadt hy de Engqjfchen kruinen verwinnen ; maar geen gehoor kenende tot vrede , yógt hy, werdt geflaagen , gevangen genomen , en naar Lenden vervoerd , waar hy vier jaaren in banden zat, terwyl zyn Ryk op eene gruuwzaame wyze werdt verwoest door inwendige tweéfpalt. Hy was een minnaar en oefenaar der Weetenfchappen : de tegeufpoed temde zynen onftuimigen aart zodanig, dat hy daarna de liefde zyns Volks en den eerbied zyner vyanden won. — karel de V, die den naam van den Wyzen kreeg , beklom in den jaare 1564 , den throon. Hy was zwak van lichaam , dewyl hem in zyne jeugd vergift was ingegeeven door karel den Kwaaden; maar Rerk van geest. In zyn paleis voerde by meer uit zpnder het zwaard te  karel V en VI. 457 te trekken , dan men van eenen grooten Veldheer zou kunnen verwagten ; leverende dus een bevvys, dat gezonde Staatkunde en Vroomheid aan eikanderen verknogt zyn. Den Koningen van zynen tyd leerde hy eene onfterflyke eer te winnen door het Ryk te doen bloeien, en 's Volks geluk duurzaam te maaken. Mogt flegts zyne Regeering langduuriger geweest zyn ! De Engelfchen te vernederen door zynen Veldheer , den beroemden du guesclin , en den Staat fterk te maaken , deeden hem groot aanzien krygen , en het Volk gelukkig worden. De Koningen , zeide hy veelmaalen , zyn niet gelukkig, dan alleen daarin , dat zy magt hebben om goed te doen. Hy was een Voorflander der Geleerden. Zyn Voorzaat liet twintig Boeken in de Koninglyke Bibliotheek na; maar karel vermeerderde die tot, negenhonderd , een verbaazend getal in die tyden. . V. Was de Opvolger aan deezen braaven karel volkomen gelyk ? A. Neen! karel de VI ontving de kroon in den jaare 1380 ; maar de Schildery der regeering deezes Vorsts geleek niet naar de fchoone des voorigen Konings. De. toom des befliers laatende glippen, bleef dezelve ter genade van den eenen of anderen Grooten , die , in ftede van een fleunpylaar voor Ff 5 het  458 regeering van karel VI. het Ryk te zyn, dat deedt waggelen. De eerlooze Koningin ftondt op tegen haar eigen bloed , verbande haaren eenigen Zoon en leverde het Ryk in de handen eens Vrecmdclings ; waarop eene algemeene verbastering van Zeden zich van alle gemoeden meester maakte. Pligten , Orde , Deugden werden niet meer gekend! Een donkere nagt verbreidde zich over het heele Ryk. Om klaarer te fpreeken ; daar Koning Karel de VI minderjaarig was , harrewarden de Prinsfen van den bloede over de regeering. Dit opende een treurig tooneel. De beloofde affchalHng der hooge fchattingen niet volgende , kwam er oproer. De Vlamingen floegen ook aan 't muiten , die men met wapenen moest te keer gaan. De opftand te Parys werdt betaald gezet door den moord van fchuldig en onfchüldig. De beroemde Advocaat Generaal desmarets leedt de doodftraf, onder voorwendfel van in Parys' gebleeven te zyn ten tyde des opftands. De door 't gemeen afgefchafte belastingen werden op nieuw ingevoerd, en 't Volk vondt eerst barmhartigheid , toen men zich begon te fchaamen over de menigte der ftraffen. karel de Kwaade , Koning van Navarre , maakte eenen aanflag op 's Konings leven ; dan hy, die zó veele fnoodheden bedreeven hadt , kreeg  karel de kvvaade en VI. 459 kreeg ook zynen loon. Vroeg oud en zwak geworden door zyn ongebonden leven, vondt hy zich zeer verkwikt , wanneer hy zich liet winden en naaien in een linnen laken, gedoopt in brandewyn. Dat middel eens. gebruikende, wilde zyn Kamerdienaar den draad des naaisfeis , in ftede van af te fnyden, met de kaars afbranden: dan te na aan 't laken komende , vloog dat in brand, en karel , zich niet kunnende los rukken , verbrandde dermaate , dat hy in ongelooflyke pynen drie dagen lag , en toen den geest gaf. — De jonge Koning karel de VI , meerderjaarig geworden , beloofde zeer veel door zyne uitmuntende hoedanigheden ; dan naar Bretagne ten oorlog willende , werdt zyn paard , in het Bosch van Mans , door een' onbekend' Mensch, in eenen witten tabbaard gekleed , en onverwagts van tusfchen de boomen uitfchietende , gegreepen , onder 't geroep : „ Staa fl.il , Koning ! waar gaat Gy heen ? Gy zyt verraaden !" 't geen hem zeer deedt fchrikken , en daarna by vlaagen raazend worden, Om hem te vervrolyken, werdt , zo men wil, het Kaartfpel toen uitgevonden ; en de fpeelzugt was , vier jaaren daarna , eene algemeene Volksziekte , hoewel dat fpel die voornaarae deugd, welke alle uitfpanningen moeten hebben , niet bezit, ik meen, ge-  460 ongeval van karel VI. genoeglyke en vrolyke aandoeningen in den geest te kunnen verwekken. Ik heb er u meer van gezegd (V Deel, bladz. 173-175) Pus hadt dat Spel eenen treurigen oorfprong , en karel was , fedeft dien tyd , flegts eene fchim van eenen Koning. De Hertog van Orlearts werdt vermoord door dien van Bourgogne, welke zich daarop van alle gezag meester maakte, en alle Prinsfen tegen hem in ■ 't harnas joeg ; doch , twaalf jaaren daarna , ook vermoord werdt. De Zoon des eerden Hertogs kwam daarna ook ter baane : de Roeren wapenden zich mede : alles werdt vervuld met moord , roof en fchendery: den Dauphin nam men gevangen : .de Hertog Bourgogne wilde den Koning opligten : men vogt tegen hendrik , Koning van EngelaM , en verloor negen duizeml Ridders op 2 het flagveld: de Bourgogners overrompelden b Parys , en rigtten er met 't gemeen eem'ysfelyk bloedbad aan, op 't bevel der Koningin : in drie dagen lieten er omtrent vierduizend het leven : de fnoode Koningin verzettede zich toen tegen haaren Zoon , en boodt aan hendrik den V , Koning van Engeland, de kroon aan; mids karel de VI zy tot aan zynen dood zou regeeren ; doch zyne dochter aan hendrik geeven, gelyk gefchiedde : de Dauphin bleef tegen dien Vorst in de wapenen :  regeering van karel VIL 461 iien : hendrik ftierf daarop, en na hem karel de VI, die toen- afgefcheiden was van zyne Kinderen , verlaaten van de ganfche waereld , en overgeleverd in de handen der Engelfchen. Maar één Prins , en wel een Vreemdeling , volgde deszelfs lykftaatfie, die men niet kon uit de Schatkist , maar door eenig verkogt huisraad moest goed maaken. O welke verbaazende Lotgevallen! Frankryk zieltoogde ! V. En het ging egter niet te onder ? A. Neen ! Op 't gefchrei van het ziet toogend Vaderland greepen de Franfchen eenen nieuwen moed , gevoelden hunne vernedering , fchaamden zich over hunne fcheuring , en voegden de afgefcheurde lappen. des Ryks , allengskens , vaster dan ooit, aan elkander. Karel de VII, bygenoemd de Overwinnaar , den dood zyns Vaders hooiende, en daarover veele traanen ftortende, kreeg van fommigen ten antwoord: „ het Ryk eischt nu geene traanen, maar eenen wreeker!" Zyn beftier begon in den jaare 1422 , en was ongelukkig. De Engelfchen floegen telkens deszelfs legers , en namen zo veele plaatzen weg , dat met nog ééne pooging alles verlooren zou geweest' zyn. Een twist onder de Engelfche Grooten gaf hem , gelukkiglyk, tyd om adem te haaien , en zyne zaaken te herftellen. Orleans werdt daarna fel be- le-  462 daaden van jeanne D'aRC legerd ; doch moedig verdeedigd. Van den uitflag hing Frank.yks lot. De Koning, door eenen - gunfteling verleid en van 't beftier der zaaken afgetrokken , fleet zynen tyd met vermaaken. la hire , een Krygsman, kwam op dat pas deszelfs bevelen vraagen. De Koning vergde van hem , zyn oordeel over de aanftaande verlustigingen te zeggen. De fiere Krygsman antwoordde met eene edele rondborftigheid: „ Ik denk , dat men zyn Koningryk niet vrolyker verliezen kan! " karel ontwaakte, en wilde door een byeengeraapt legertje een Engehch Convooi laaten opligten; maar zyn Volk werdt geflaagen. Nu was alles raadeloos: men hadt geen leger meer. In dat veege oogenblik verfcheen de vermaarde Maagd van Orkans, jeanne d'arc geheeten, van arme doch eerlyke Ouders gebooren , vervuld van haare kindsheid af met eenen affchrik voor de Engelfchen, en nu zich verbeeldende van God verkoozen te zyn, om haar Vaderland te verlosfen : indedaad eene jonge Geestdryveres ; maar eenvoudig , eerlyk, edelmoedig, en godvrugtig. Door haare edele vrymoedigheid, en voorgewende Openbaaringen , ontftak zy denzelfden geest in de Franfchen. De Koning zelf gaf haar gehoor, en fchonk haare eene wapenrusting. Zy trok op , en van dolle lieden gevolgd , deedt zy de Engelfchen het  jeanne d'arc gedood. 463 het • beleg van Orkans opflaan , en de Franfchen menig gevegt , waarin zy tegenwoordig was , winnen. Eindelyk werdt zy ge. vangen genomen door de Engelfchen , die, uitgelaaten van blydfchap, dewyl de fchrik voor haar tot in Lenden was overgeflaagen, het Te Deum lieten zingen over deeze ge. beurtenis. Vreemd is het , dat niemant in den zin kreeg haar te losfen. De Bisfchop van Beauvais , onder wiens gebied zy gevat was , een wraakgierig bitter Man , vonnisde deeze jonge Dochter, fchoon van onberispelyke Zeden , tot eene eeuwige gevangenis , met verbod van Mans-kleederen, hoedanigen zy in den oorlog gedraagen hadt , aan te doen. De Engelfchen morden over dat zagte vonnis, hoewel het zeer hard was: des zy , om haaren dood uit te werken , by nagt haar de rokken ontnamen , en Manskleederen op het bed leiden. Verpligt tot opftaan , moest zy, in nood , zich voor een korte poos met dezelven dekken. Dit •werdt door de wagters gezien en den Rigteren gemeld. De bittere Bisfchop met de anderen , daarop vergaderd , doemden haar ten vuure , als eene Ketterfche Afgodendienaares , en weder Afvallige , welken jammer* lyken dood zy, in haar negentiende jaar, onder het geftaadig aanroepen van jesus naam , ten eeuwigen fchande van haare wree*  464 jeanne d'arc beoordeeld, wreede Rigters en de Engelfchen , onderging. Dus ftierf , deeze Heldin, die nooit met den degen gevogten hadt, om dat zy niemant wilde dooden ; maar altoos de voorfte in de gelederen was , met de banier in de hand haare bevelen uitdeelende. Zeker hadt zy , door haare voorgewende Openbaaringen , den bezweeken geest der Franfchen in het baglykst oogenblik doen herleeven , en haar Vaderland behouden. Wy zullen haar, met fommigen , niet houden voor eene Heilige , nog minder voor eene Toveres; maar voor eene fchrandere Dochter van veelerleie begaafdheden en byzonder vernuft , vervoerd door eene valfche verbeelding, karel de VII bet daarna dat vonnis vernietigen , en een ftandbeeld ter haarer eere op de plaats des gerigts ftellen. — De berugte Koningin Ifahelle , 's Konings Moeder , van allen verlaaten en verfoeid, als de ftookfter van 's Ryks ongelukken, ftierf. Parys, vyftien jaaren gezugt hebbende onder een vreemd juk , dreef de Engelfchen uit de Stad." karel de VII deedt daarop iets , waaraan geen der Vorften vóór hem gedagt hadt; maar 't geen zy allen daarna navolgden , naamelyk , door befoldigde benden aan te neemen , altoos de magt over de openbaare of byzondere Vryheid in handen te neemen. Van foldaaten omringd hadden de Koningen geenen  soldaaten ingevoerd. 46$ nen opftand van verdrukten te vriezen (bladz. !32 ? 533) ^e Prinsfen en Grooten voorzagen , zo min als het Volk , deeze gevaarlyke gevolgen , naamelyk, dat der Koningen gezag en grootheid gebouwd werden op de puinhoopen van derzelver vryheid en vermogen. Dus ontnam hun karel dc VII eene magt, die zy karel den Grooten uit de banden gewrongen hadden. Het geweld der Leenmannen werd wel hierdoor verbrooken; maar de vrye Natiën van europa leerden ook , wat het te, zeggen zy , naar de pypen van willekeurige Koningen , die een loontrekkend en op derzelver wenken vliegend leger aan de hand hebben, te danszen. Maar wat is het aan genaamde en voordeeligfte van beiden voor een Volk ? De Schaal zou gewis tot de zyde der Koningen overllaan, indien men er altyd hadt , die zich waare Vaders van hun Vaderland betoonden , en wisten , dat zy rekenfehap van hun beftier fchuldig zyn aan hunne Onderdaanen : maar dewyl men niet altyd zulke braave Koningen krygt, en een zodanig gevoelen in de Hoven niet gepredikt , veel minder geloofd wordt , zal de Regeering eener vrye Republiek, waar men den dwang van een Leger niet te fchroomen heeft , de beste van allen zyn. —— Dan , om niet af te dwaaien , karel ging verder : hy beteugelde ook de Pausfelyke VI. deel. G g magt ,  466 lodewyk XI. karel VIII. magt , en maakte eene Wet , waaraan hy den naam gaf van Pragmatique Santïie, 't fterktle bolwerk voor de regten der Franfche Kerk: voorts ontnam hy den Engelfchen zo veele Provintien , dat ze niet meer dan de enkele Stad Galais behielden , waartoe hunne inlandfche twisten hem de handen ruim gaven. Hierna verliet hy , die heldhaftig was in zyne krygsbedryven , zagt en wys in het Staatsbeheer, genoemd de herfteller der Wetten , en dc behouder van het Ryk , het leven. V. Verkreeg het Ryk weer eenen dergelyken goeden Koning ! A. Lodewyk de XI volgde, in den jaare 1461 , zynen braaven Vader op. Over 't algemeen was zyne regeering ftil : de wispeltuurige levendigheid der Natie verdween : groote Mannen werden er niet vernomen : Deugden hadden geen plaats, en door dwang hieldt het Volk zich gerust. Tegen de Grooten moest hy foms de wapenen gebruiken, ftelde de Ridderorde van st. michiel in , en rigtte Posteryen op door zyn geheel Ryk. karel de VIII, in den jaare 1483 opgevolgd , liet andere oorlogen vaaren, om Napels te veroveren , het geen hy in vyftien dagen uitvoerde ; maar niet weetende dat te bewaaren , trok hy, den jaloerfchen Paus , nevens den Keizer en de Venetiaanen  lodewyk XII. francois I. 467 tien ' vreezendc , wel dra terug , en verloor alles. Op deezen togt naar Italië kwam het draagen van Paruiken, 't geen voorheen zeer veragtelyk was , in trein , om dat eene ziekte , die men van de Italiaanen kreeg, het hoofdhair deedt uitvallen. Algemeen werdt egter deeze gewoonte niet : want Kardinaal GRiaiALDi verboodt, in den jaare 16S1, buiten hoogen nood , Paruiken te draagen. — lodewyk de XII, bygenoemd de Vader des Volks , kwam tot de regeering in den jaare 1498, wiens heerfchende neiging was, de Natie gelukkig te maaken. Hy was te eerlyk voor de bedriegeryen der Eeuw, waarin hy leefde , deelde Napels met de Spanjaards en temde de Genueezen; maar voor 't overige was hy ongelukkig in Italië. Alle Vorsten keerden de wapenen tegen hem; doch een Huwelyk met de Zuster van hendrik den VIII, Koning van Engeland, aangegaan , bragt het Ryk in rust. V. Wie volgde op hem ? A. Francois de I, bygenoemd de Groote, of de Herfteller der Geleerdheid, nam den fcepter aan, in den jaare 1515. Men zag toen in het Ryk geen geregeld voetvolk ; men hadt geene zeemagt; de Konsten bloei! den er niet ; de Handel bragt geene rykdommen aan ; de Handwerken trokken geene Vreemdelingen: maar daartegen kende men Gg 2 er ■  4Ö8 regeering van francois I. er ook geene uitheemfchc Vyanden , noch iillandfche beroerten: Bourgogne met Bretagne, zo lang de zetels van oorlog , als dezelven onder vreemd bellier ftonden , waren aan de kroon gehegt. Van francois wagtte de Natie alles. Wy hebben reeds van hem ge. fproken (bladz. 135-140), en zullen daarom deszelfs voornaamfte bedryven alleen aanroeren. Regt hebbende op Milaan , en, derwaards optrekkende , tegen de Zwitfers by Marignan twee dagen lang te vegten , en eenen nagt daarby onder de wapenen te blyven , midden in het gevaar , zonder fpys , drank of llaap te gemeten ; doch eindelyk te overwinnen : Milaan in te neemen , en dat tegen 's Keizers leger te behouden : de Kcizerlyke Kroon , door hem begeerd , op het hoofd van Keizer karel te zien zetten : op een Feest een fpiegelgevegt te houden , en een paleis , waarin men zich niet Sneeuwballen , eieren en gebraaden appelen tegen hem verdeedigde , op 't oogenblik, dat de belegeraars de deuren' overweldigden, een brandend hout , uit een venfler geworpen , zo op het hoofd te krygen , dat men aan zyn leven wanhoopte ; doch niet te dulden dat men naar den daader onderzoek deedt, en gelukkig te herftellen : te zien dat Paus leo de X hem verliet , en egter in Italië tegen karel de V , in Guyenne tegen de Span-  re geering- van francois I. 469 Spanjaards , en in Pikardie tegen den Koning van Engeland pal te ftaan , ja den laatflen zelfs te verjaagen: den zeer beroemden Ridder bayard , door wien hy zich , naar den fmaak dier tyden, hadt laaten Ridder Haan , te verliezen in een gevegt by Se/ïa , en Milaan te moeten ruimen: in den flag by Paria tegen Keizer karel te worden gewond en gevangen genomen in den jaare 1525 , met verlies van het beste leger: om los te raaken uit eene verdrietige gevangenis , Bourgogne te moeten afftaan aan denzelven: zyne twee Zoonen , als gyzelaars, tegen zyne uitwisfeling te moeten overgeeven : zyn woord niet te houden, of te kunnen houden., dewyl de Bourgogners weigerden te bukken onder Spanje : eenen aanflag op Napels te zien mislukken : eindelyk den vrede met kaufl te treffen , en daarop de wanorde in het Ryk weg te neemen : de Geleerdheid en Weetenfchappen teT.jrftelkn : vreemde , dikwerf ontrouwe benden te laaten gaan , en voetvolk uit eigen' onderdaanen op de been te brengen, en rdat te vormen in den fmaak der Romeinfche Legioenen : wederom tegen karel en Milaan te oorlogen: deszelfs geweldig leger het; hoofd te zien ftooten tegen Meirfellle , en door algemeene Landverwoestingen hem , die tot Parys wilde indringen , en het heek Ryk Gg 3 be-  470 francois I. hendrik II. bemagtigen , te fluiten , ja zelfs te dwingen tot den hertogt : daarna op nieuw in Italië de wapenen te voeren met verfchillenden uitflag : de Engelfchen ter zee en te lande te liaan : eindelyk vrede te maaken in den jaare 1546 , en in het volgende jaar te flerven... Zie daar francois lotgevallen en bedtyven : een Vorst niet fpaarzaam, maar te veel op vermaaken verflingerd, anders van luisterryke begaafdheden, wiens tegenfpoeden de grootheid zyns geests helderer deeden uitblinken ; wiens edelmoedigheid, mildaadigheid en goedertierenheid naauwlyks ooit weergaê vonden ; en wiens rondborstigheid , overleg en dapperheid allen lof verdienden. Dan , hoe veel Menfchenbloed is er niet, geduurende zyne oorlogen , vergooten! eene rekening , die zelden door Vorsten wordt opgemaakt , of die zy gaarne van anderen hooren willen. V. En wie volgde op hem? A. Zynen oudften Zoon, pas agttien jaaren oud , door zynen Schenker vergeeven zynde, kwam dc ander, hendrik de II, in den jaare 1547j aan de kroon, die reeds 't bevel over legers met roem gevoerd hadt, en zeer veel beloofde; doch wiens Gunflelingen hem tot misdagen deeden vervallen , die den luifler zyner regeering zeer bezwalktcn : een gewoon lot voor Koningen , die lüet  regeering van hendrik de II, 471 niet toezien; doch van erger gevolgen voor Onderdaanen. Hy vogt wel niet ongelukkig tegen karel den V , wien hy het ongelyk, zynen Vader aangedaan, betaald wilde zetten, terwyl deeze Keizer voor maurits van Saxen vlugten moest , (IV Deel, bladz. 45, 46), en behieldt Metz, verdeedigd door den dapperen Hertog van Gulfe, (bladz. 141) maar verloor den llag van Marclano in Italië en van St. Qiiintyn (bladz. 152), waartegen hy Calals, 't geen de Engelfchen tweehonderd en tien jaaren in bezit gehad hadden, met de wapenen tot overgaaf dwong, en hen het heele Ryk door den dapperen Guife deedt ruimen. Een blyde vrede volgde daarop met Spanje; dan een treurig ongeval dompelde Frankryk in diepen rouw. Ten tyde des Huwelyks van 's Konings oudfte Dochter met philips den II , door Gevolmagtigde voltrokken, en der toezegging van 's Vorften Zuster aan den Hertog van Savoye te zullen geeven , beval hy een Steekfpel, drie dagen lang, te houden, om der Plegtigheden meer ftaatfie by te zetten. De Koning, uitmuntende in Ridderoefeningen , dwong den Graaf van montgomery eene lans met hem te breeken. De ban^e Koningin badt hem het renperk te verhaten : de ander verontfchuldigde zich ; alles vrugteloos; hy moest gehoorzaamen. Zy renG g 4 den  hendrik en francois II. den dan tegen malkandcren met zo veil aeweids , dat de Lansfen in fplinters vloogen ; en montgomery , door zyn vliegend paard vervoerd, trof met eenen fplinter zyner lans , nog in de hand gehouden , het rogter oog des Konings, die het viller van zynen helm open hadt , zo diep , dat de harsfenen er door gekwetst werden, en de Koning, ondanks alle middelen, twaalf dagen daarna ovetleedt. Na hem fteeg francois dc II op den throon in den jaare 1559. Gelukkig dat deeze Vorst , wegens een aantal rampen onder zyn beftier, kort leefde ! karel , Kardinaal van Lotharingen, bekwaam om alles te onderneemen, en -iyn Broeder , de Hertog van Gulfe , vaardig om alles uit te voeren , regeerden het Ryk, en hielden de Prinsfen van den bloede buiten het beftier. De Navolgers van ■calvinus en luther , aan ftraffen bloot gefield , zogten Befcherrnhceren, en vonden ze in de reeds misnoegde Prinsfen, die den zwaaren florm tegen den Hervormden Godsdienst , welke zeventien maanden duurde , uit Rome zagen opkomen cn voor dcnzelven beefden. De berugte catiiarina de meuicis , 's Konings Moeder , vereenigde zich met den Kardinaal en Hertog. V. En wal" gebeurde toen? A. Aan den kant der Hervormden Honden  regeering van karel IX. 473 den de Koning van Navarre, anthony van Bourbon, de Prins van Condé, en de Admiraal de coligny. De laatöeo veikreegen vryheid van gewiste. Condé, ter dood veroordeeld , behieldt zyn leven door den dood des Konings. karel de IX, zyn Broe¬ der , verving deszelfs plaats , in den jaare 1550, doch was maar tien jaaren oud; des zyne Moeder , de fnoode catiiarina de medicis , het ryksbeiïier kreeg. Toen ontfton.ien de burgerkrygen , de ysfelykfte ge» dénktekeus der hollende menschlyke driften, vermomd onder den fchoonen naam van Godsdienst. De vryheid van geweeten werh: den- Hervormden verbooden ; waarop eene treurige duisternis begon zich over het Ryk te verbreiden. Een burgerlyke Oorlog brak uit, die niet Rilde , dan wanneer de Hervormden de ingenomen' Reden terug kreegen, nevens de vryheid van hier en daar eenige Predikanten te mogen hebben , volgens een verdrag, te Amboife getekend in den jaare 1563. Dit fchecn de rust te herRellen. Maar de komst van den Hertog van al va in de Nederlanden, cn zyn woeden tegen de Proteftanten aldaar, nevens andere treurige vooruitzigten, door Rome's Hof verwekt, joegen de Hervoimde F.-anfche Prinsfen in het harnas, mecnende, dat men ook eenen toeleg ter hunner uitroeing fmeedde. G g 5 Over  474 paryssche moord. Over' en weder werdt er gevogten, tot dat de Koning , in den jaare 1570 , een gunftig befiuit voor de Hervormden uitgaf. Hierna befloot hy, zyn huwelyk met elisabeth van Oostenryk te voltrekken. De Hervormde Grooten waren, ter bywooninge der Plegtigheden, ten hove gelokt, 'karel de IX (en niet hendrik de IX , gelyk eene Drukfeil zegt in 't V Deel bladz. 154) geftookt door zyne Moeder, wilde hen allen tegelyk te Parys , en vervolgens de overigen, zo in die Stad als door het geheele Ryk , gewis om hals brengen , hoewel hy hun eenige dagen te vooren , by een openbaar Plakkaat, zyne Koninglyke befcherming beloofd hadt. Dan, van den moord zou zyn Schoonbroeder hendrik de IV en de Prins van Condé uitgezonderd zyn. Op den avond van St. Bartholomeus-dag, in den jaare 1572, na 't gegeeven teken , deedt men eenen algemeenen aanval met de wapenen in de hand. De beroemde Admiraal de coligny werdt in zyne kamer wreedlyk vermoord, het lyk op ftraat geworpen en daarna deerlyk mishandeld. Wy noemen deezen Man met eenen byzonderen eerbied en eene dankbaare nagedagtenis , om dat hy den weg wees aan Prins willem den I tot onze Vaderlandfche Vryheid, naamelyk, het kaapen op de Spanjaards en het wegneemen der Zeefte- den.  paryssche moord. 475 den- petrus ramus , Hoogleeraar in de Wysbegeerte, werdt de buik open gefcheurd, en daarna uit het venfter geworpen : een moord , die dionysius lambinus , 's Konings Hoogleeraar , dermaate trof, dat hy, hoewel een yverig Roomschgezinde , van fchrik ftierf. Gryzaarts, Vrouwen, Kinders, niets werdt gefpaard. Geen denkbeeld valt er te maaken van het gruwzaam moorden. De Louvre ftroomde van het bloed der Amptenaaren van hendrik den IV, die met Condé den Hervormden Godsdienst, hoewel alleen in fchyn, verhaten moest. De woede floeg daarop over in alle Provintien , en men rekent , dat er , in den tyd van twee maanden, dertigduizend Hervormden in koelen moede geflagt zyn. Er waren egter plaatzen, waar de Landvoogden, niet kunnende gelooven , dat de Koning zodanige wreede bevelen gegeeven hadt, en op nieuwen wagtende , hunne handen niet bevlekten met den moord der onfchuldigen. De beroemde jacobus cujacius , Hoogleeraar in de Regten te Bourges, door de Overheid, op 's Konings ontvangen' bevelen, geraadpleegd, gaf ten antwoord , dat men, volgens eene wet der Romeinen, een uitflcl van dertig dagen moest geeven. Dit gaf veelen gelegenheid tot vlugten, onder anderen aan de Heogleeraars in de Regten , fran-  47Ö regeering van karel IX. franciscus hotmanus en hugo donellus, die naderhand te Leiden werdt beroepen. Deeze beiden hadden, misfcbicn, hun leven te danken aan den vond van cujacius. Hoe 't zy, de ontaarte Koning was onbefchaamd genoeg, om de gelukwei fdhiogen van 't "Parlement over de voorfpoedige, uitvoering deezer barbaarfche daad te ontvangen , den Hemel zelfs . te danken voor iets, 't welk .Frankryk nog ten huidigen dage vloekt,' en een gedenkpenning • tot vereeuwiging deezer wandaad te; laaten liaan. Men heeft zich altyd verwonderd , dat een Koning , gelyk hy , die door den Kanfelier de l'hopital de beste wetten liet maaken, die zelf vaarzen maakte en eene Verhandeling over de jagt fchreef, zich fchuklig kpn maaken aan zodanigen moord en andere bui. tenfpoorigheden ; des hy tirerius in loosheid , en nero in wreedheid te boven ging. Maar zyne Moeder liet hem door den Graaf van retz bederven , van wien hy leerde, zelden zonder zweeren te fpreeken. De vermaarde beza durfde voorfpellen, dat de dood van deezen bloeddorftigen herodes, op wiens bevel de moord begaan werdt ,; niet verre af was : indedaad na dat bloedvergieten vertoonde hy eene wildheid in de oogen, en eene kleur in het aangezicht, te vooren niet gezien. Hy fliep weinig en nooit gerust. Dik-  einde van karel IX. hendrik ILT. 477 Dikwyls werdt hy benaauwd wakker , en moest dan door muziek en zang weder in rust gebragt worden. Hy werdt ziek, leedt veele fmerten, en, in zyne laatfte benaauwdheden, drong zyn bloed door alle de zweetgaten. Hy ftierf, waarop men riep , dat hy vergeeveh was ; dan, naar het algemeen gevoelen dier tyden , fchreef men deszelfs dood toe aan Gods regtvaardig oordeel. beza's zeggen , eerst befpot, werdt nu voor eene waare voorzegging aangezien.y Hoe 't hy , 's Konings dood was verfchriklyk , en hoe veel leerde ze niet aan andere Room. fche Waereld-Vorsten ! V. Welke gevolgen hadt die dood ? A. Hendrik de III, Broeder van karel, toen Koning van Poolen , volgde hem op , in den jaare 1574 , en verliet dat afgelegen Ryk, om Frankryk te regeeren. Met grillige Godsdienftigheden bragt hy dien tyd door , welken hy niet aan ligtmisferyen befteedde : het een flreedt met het gezond verftand , het ander met de zeden , doch voegende geen van beiden eenen Koning. Na den moord te Parys hadden de Hervormden zich gewapend : nu gaf hendrik hun volle vryheid van Godsdienst. Dit verbitterde de Roomfchen zo, dat de Kardinaal van Lotharingen een ontwerp tot een Bondgenootfehap maakte, 't geen veel onheils den Ryke  478 regeering van hendrik III en IV. Ryke brouwde. De Paus en Spanje hadden er de hand in. Men zou het Volk tot eenen opftand beweegen , den Koning het gezag ontneemen en de voornaamfte Hervormden den hals breeken. 't Kwam indedaad te Parys tot eenen oproer: de Hertog van Guife gedroeg zich als het hoofd der Muitelingen. Dan, toen de Koning hem en den Kardinaal van Guife hadt doen fneeven , werdt de woede des fnooden Bondgenootfchaps een weinig gefluit. Zich daarna hervattende , kwam de Koning tot de wapenen, om hetzelve te temmen. Dit was eene hemeltergende misdaad, jacques clement , een opgeftookte dweepagtige Jacobyner-Monnik, een geheim gehoor by den Koning verzogt en verkreegen hebbende , om daarover wraak te neemen , ftak een mes in deszelfs onderbuik , 't geen er de Vorst zelf uittrok , doch kort daarna ftierf, en met hem de Tak van de valois, die tweehonderd en eenenzestig jaaren geregeerd, en dertien Koningen aan Frankryk bezorgd hadden. V. Welk een ongeval voor het Ryk ! A. 't Zou zwaarer geweest zyn , indien hendrik de IV , Koning van Navarre, de beste en grootfte aller Franfche Koningen genoemd, niet opgevolgd ware in den jaare 1589, dat is, in eenen tyd, toen men te Parys God openlyk dankte voor den gebeur-  'regeering van hendrik IV. 479 beurden Konings-moord , en de Paus te Rome deszelfs bedryver vergeleek by judith en eleazar. Gy kunt daaruit oordeelen, hoe onrustig en fnood die tyden waren. De Hartog van mayenne , aan het hoofd van 't Bondgenootfchap , beweerende , dat een Hervormd Koning Frankryk niet regeeren kon , greep de wapenen aan. hendrik , door Engeland onderfteund, deedt alles voor zyne heldhaftige dapperheid wyken; behaalde eene groote overwinning te Tvry ; en belegerde Parys , aan het fnoode Bondgenootfchap verkleefd, en door geestdryvers zo opgeruid, dat men , in den nypenden honger , liever brood at, uit meel van doodsbeenderen gemaakt, en eene ryke Mevrouw, twee Kinderen verliezende , zich zelve voedde , om niet van honger te vergaan , met het vleesch dier lyken ; doch geen ftuk^ daarvan kunnende eeten , zonder dat eerst met traanen te bevogtigen , overleefde deeze barmhartige Moeder haare grievende fmert maar weinige dagen : dit zag men, dit leedt men , zeg ik, liever dan zich aan hendrik , aan eenen Ketter , over te geeven. Eindelyk, deels uit mededogen met de zwaar lydende Stad , deels om het aantrekken van den Prins van parma uit de Nederlanden met Spaanfche hulpbenden ten gevallen des Bondgenoodfchaps , trok \ hy af. Geen  480 regeering van hendrik IV. Geen eirid was er aan het oorlogen , hoe dapper de Koning, die wel onderweezen was in de Krygskunde door den Admiraal de coligny , vegten mogt : het woedend Bondgenoorfchap bleef ftand houden ; en hy zag geen kans om hetzelve los en kragteloos te maaken , om den verderrlyken Burgerkryg te doen ophouden , dan door eenen flap te doen , die de Roomfche Kerk ftreelde , en de Hervormden griefde , ik meen de Leer der laatllen te verhaten , en die der eerfte te omhelzen, waarop dan ook eene verzoening met den Paus volgde. Dus verzaakte hy de gezuiverde Waarheid, om eene Kroon te behouden. Hy deedt kwaad, op dat er het goede uit zou voortkomen. Dit mishaagde elisabeth , Koningin van Engeland , en maximiliaan van Bethune , Hertog van Sully , 's Konings Staatsdienaar , zyn' besten Vriend, wien nimmer iemant in verzaaking van eigenbaat evenaarde. Deeze ftoof er tegen op : want, vol moeds en geilrengheids , durfde hy hem , in 't midden van het laf en laag gevlei der Hovelingen, de fiere en vrye taal