"NIEUWE MANIER VAN CATARACT o? STAARSNIJDING BEXEITEÏTS HEEL en VROEDKUNDIGE "WAARM2EMINGEN door GERUIT JAN van WIJ, Te A RX/IKM, Jiij W. TROOST es ZOON, 179^.   VOORBERICHT, In 'f jaar 1784 den 14 Decemh. zond ik mijn* (/'« bé Latijn vertaald^ bericht, wegens eene nieuwe- uitgedachte manier van Sfaarfnijden, aan den beroemden Heer j^ouis, altijd* duur end Secretaris van de Koninglijke Academie der Heelkunde te Parijs, ter beoordeeling> beproeving en bekentmaking, door de Koninglijke Heelkundige Academie, Dit bericht zuerd gunflig beoordeeld en de daar in vermelde kunstbewerking, met goed ge.volg, beproefd; en er wierd befloten tot eene gemeenmaking inde Memoires de 1'Académe Roijale de Chirurgie, blykens de vriendelijke en ver- eer*  terende Brieven } uit naam der Franfche Acd' demie, door den beroemden Heer louis mij, op de toezending van gemeld bericht, en laat er aan zijn Ed. toegezondene Brieven, met verzoek van gemcenmaking, of terug zending van mijne handfehriften enz., op laft der Maatfchappije overgezonden, welke achter deze Verhandeling , voor zo veel tot ons oogmerk diend, bcn&ffens het getuigfehrift of extraëi uit het Register der Koninglijke Academie der Heelkunde, geplaatst zfjn. Tot hier toe de algemeene bekendwording vYügtcloos afgewacht hebbende, dacht ik, gerechtigtshalve, niet langer te moeten wagten, om mijne Landgenooten te doen deelen, in het voordeel, 't zvelk ik meen, dat zij van eene heelkundige bewerking, die , behalven mij en weinige onztr nederlandfche Kunstgenoot en, ook aan de beroemde Franfche Academijlen, zeer 1 behaagd heeft. ïk zal in de behandeling dezer verhandeling, zódanig, als ik thans mee ft nuttig oordeele, te Werk gaan, zonder mij letterlijk te bepaalen' aan het vertaald gefchrift, 't ivelk ik aan de Fran-  ÏNHOIJD Verhandeling over eene nieuwe manier van Catarail of Staarfnijding, ter veiliger herftelJing van het Gezicht, beproefd en goedgekeurd door de Koninglijke Parijfche Academie der Heelkunde, met het geen daar toe betrekkelijk is. bh i r- 6,1. Hertelling echer omgekeerde Baarmoeder. bl. 6$ — 77- "V^aarneeming eener vernielende Kanker' zweer aan de onderlip van een Kind. bl. 78 — 87. Korte en oppervlakkige befchouwing der Stranguria en- Ifchuria Venerea, veroorzaakt door Venerea Tubercula Urethra, bl. 88 — io3. 'Schei-  Scheiktsudige onderzoeking van den Mercurius Sublimatus Corrofivus Adufius. bl. 109 — 114. "V^aarneeming eener Aarsontbeering, anders famengroeijing van den Aars , Coalitus Ani genoemd ; beneflfens eene Coalitus Inteftt■ni Recïi, door middel van doorfnijdiïig eener uitgebreide vleefchachtige zelfstandigheid, en van het Intefïinum lieclum herfteld. bl. 115 — 120.  (4) „ dergaan heeft, is iets, waar aan men geen* „ ztnts mag twijffelcn; maar dat de verbeter•„ dc manier van den Heer davicl, ik mogt „ er nu ook wel bijvoegen, die van de wen„ ceel, zo als dezelve thans in gebruik is, „ in allen deelen , en altijd even gemakke„ lijk , veilig, en onverbeterlijk is , zal ik ' niet op mij nemen te bewijzen; fchoon bet " waar is , dat ik dezelve veelmalen met ge" wenfehte gevolgen gezien, en zelve uitge„ voerd heb ; ik heb ondertusfehen ook " menigmaalen de moeijelijkheid, en onvoor*l deelige gevolgen, gezien, en zelve waar„ genomen. § 11 „ In het jaar 1772, verrigtte ik voor de tweedemaal, de operatie per Extra&ionem " aan M. B. zeer fpoedig en gelukkig , ten aanzien van de operatie zelve. De Lem „ Criflallina had ik op de gewoone wijze weggenomen, door de Capfuia Lentis te openen , en met een gewoon Lapidit te " ontlaften, door de gemaakte Seiïio Semicir*\ cularis Cornea, maar alhoewel ditmaal het handwerk, eeven gelukkig als mijne eerfte '„ verrigting, volbragt was, zo wierd dezelve " evenwel niet, door volkomene herftelling „ van  (5 ) „ van het gezigt, gelijk de eerfremaal, be„ gunftigdj alleenlijk beftond de toegebragte hulp in het wegnemen van eene ondoor„ fchijnende en tegennatuurlijk groote Lens , „ die eene eenigzints vreijer toegang van „ ligtllraalen tot de Retina vergunde ; want „ na de operatie waren alle groote voorwcr„ pen, met dit oog te zien, maar alleen fcha- duwachtig, en gelijk de Lijderes zig uit,, drukte, als met een dikke nevel omringt; ?, en de reden hier van was , dat de Capfula Ler/tis meer dan natuurlijk dik, taaij,en „ gedeeltelijk ondoorfchijnend was, hetwelk „ van tijd tot tijd toenemende, binnen zes maan,, den, dezelve parelkleurige vlak achter de „ puptile vertoonde, ( a ) en dus de ope„ ratie vrugteloos maakte. Ongeveer drie „ maanden geledén, heb ik gelegenheid ge„ had, om hetzelfde oog te befchouwen : De „ Humor Vitreus, de plaats der Lens Cryflal„ lina ingenomen en gevuld hebbende, fclieen A 3 „ het ' ( a ) He: onderfcheid 't welk er plaats hadde tusfchen deze verduiftering, en die, voor de operatie, was zeer gering, alleen in eene meerdere platheid der vlak (indien ik de vrijheid heb dit woord te mogen gebruiken) beitsende.  (6) 3, het, als of er eene ware Catara&a plaatè „ hadde , die door eene verdnifterde Lens „ gemaakt word, althans die platte gedaan», te , waar door de verdnrlterde Capfula zig „ van de ware Catara&a, daar de Lens „ Cryflallina ondoorfchijnende geworden is* „ zoude onderfcheiden, heb ik niet kunnen „ ontdekken. ( b ) % HL „ a Pofteriort befchouwd , geloof j, ik met redenen te moeten beflöiten, dat de „ van ouds bekende manier, het Deprirriee* „ ren namentlijk, gewerifchter gevolgen zoude „ gehad hebben ; ten minden op de manier „ als st. yvbs gewoon was, dezelve te ver*. >, rigten. § IV. „ Ik geloof dat het extraheeren van „ de verduiilerde Lens Cryfiallinaj naar de te- v gen- '( i ) De Humor Vitreus binnen zijne vliefige Cetlitltz befloten , heeft mogelijk door aangroei de natuurlijke indeuking, tot plaatzing van de Lens Cryftaüina, niet alleen ingenomen en vernietigt, maar öok, geene tegenfiand vindende, is dezelve op deze' ptaats geprotubereert , zo vee! , dat het verlies der Lens Cryfiallina daar door eehigzints vergoed is, en dus de CapJ'uld Lentis wederom voorvvaards gedreven.  C i) } 5, gevolgen , die nien hier aan toe Ichrijve» j, konde, gezien heb. § XI. „ Niemand zal durven ontkennen, }, dat het Deprimeeren met de Naald veeiê 3, voordeden heelt, en de voorkeur verdiend?; s, boven de gemelde Extra&so, zag men de 3, nedergedrukte Lens niet zo dikwils wedee „opftÜBSen. U) § Xll. HeE ( g ) Of de nedergedrukte Lens onder het giaJ» agtige vogt onverandert blijft zitten, dan of da* zelve door den tijd verteert of vernietigt word, kunnen de Ontledingen na den dood onbetwiftbaar bc> wijzen : daar zijn voorbeelden, daar men cenigen tijd na den dood de onveranderde Lens , op de» pel'fde plaats, daar zij nedergedrukt was , gevonden heeft. Vergelijk hier mede mijne waarncemins Van R. H. Mogelijk zullen cr ook voorbeelden vah het tegendeel gevonden worden. Althans, voor eenigen tijd heb ik hier van de duidelijkfte bewijzen gezien > H.. > had de verduifterde Lens aan een Man nedergedrukt, dewelke niet lang daar na , door het weder opftij» gen der hens, wederom blind wierd ; ik had gel?* genhcid , dit geval van tijd tot. tijd met veel ver» xvondering na te (peuren , want: niet lang na de weder oprijsing der CutsraQ, zeide hy, iets te kun» nes  C -4 ) „ Hng, Want: wanneer men het oog befehotlwt» „ ziet men, dat de Lens, meerder opgeheeven, „ als in tweën fchijnt verdeelt te zijn, en de „ Pupilla bijna voor de helft vrij is, en a, dus vrij aanmerkelijker dan voor gemelde „ kwetzing. ( z' ) „ Het is moeijelijk, buiten de irritatie, die „ het oog bij de Jaatfte pooging geieeden heeft , van dit geval redenen te geeven; hij is in ftaat, alleen van dit oog gebruik „ makende, te gaan Waar hij begeert, en ver„ fcheide verrigtingen, die een redelijk goed 5, gezigt nodig hebben, uit te voeren." Men ziet hier uit, dat ik voor lang op eene veiliger en zekerder manier van werken bedagt geween; ben, en niets onbeproefd gelaaten heb, wat mij eene welgegronde be. fpicgelende kennis, naar mijn inzien , aan de hand gaf. Uit de gemelde en andere Iaatere overdenkingen, en beproevingen op Lijken, is mij eindelijk eene (zoo ik mij vleije) betere handel- ( t ) Zie g. XVI. het laatfte gedeelte.  05) delwijze in den zin gekomen , die ik, na veelé onvolkomehe beproevingen , eindelijk gebrast heb tot dien trap van volkomenheid, als ik dagt veilig , en navolgbaar waardig te zijn. Althans : I!c vleije mij , veele der gemelde be« zwaarnisfen, tegen de inlhijdingen der Cornea, ter wegneeming van de Catara&a, en hinderpaalen , die veele Heelmeefters affchrikken, inzonderheid jonge Heelkundigen doen mislukken, te kunnen wegneemen: door eene andere veiliger kunftbewerking algemeen te maken; eene kunftbewerking welke ten opZigte der gemakkelijkheid, meerdere veiligheid, en zekerheid, zoo wel voor den Kunftbewerker, als Lijder, (den bedrevenften Oculift zeiven niet uitgezondert) zoo het mij toefchijnt, zal verkieslijk zijn. Ondertusfchén blijft het altoos zeker, dat tï gevallen zijn, waar in het Deprimeeren de voorkeur blijft verdienen; dit hebben andere Heelkundigen, zoo wel als wij § XI. en elders (zie hier voor : uittrekzel uit de handelingen van het Genootfchap Servandis Ci' vibus, en elders) maar al te duidelijk' aangeB g toond»  ( 26 ) toond, dan dat wij hieromtrent in twyfel zonden ftaan. De voornaamdc redenen, welke mij bewogen hebben , eene veiliger manier van werken te beproeven, en te volgen, achte ik nodig vooraf op te geven : Alle andere voordeden, welke misfehien noch daarenboven er uit voortipruiten, zullen genoeg van zelve in het oog loopen, en geene breedvoerige omfchrijvingen behoeven , en wat meer andere tegenbedenkingen omtrent de tot hier toe bekende oogbewerkingen, ter wegneming van de Catara&a, buiten de gemelde, en die welke wij nog volgen laaten, belangen, die zijn te veel in het oog loopende en bekend, dan dat wij nodig oordeelen zouden x iets deswegens aan te, roeren. ' Geene der Oculillen, welke ik immer de operatie op de Catara&a zag verrigten, was zo gelukkig, van niet nu en dan de Uvea, in het doorvoeren van het Mesje, (welke gedaante of groote het zelve ook had) om aan de tegenovergeftelde zijde, van daar men begonnen was, de Cornea te doordeken, om vervolgens naar beneeden de halvemaanswijze door-  ( 27 ) doorfnijding te doen, te kwetzen; zodanig; dat man het oogmerk met de operatie, namelijk de herftelling van het gezigt, niet bereikte; zelfs niet, allchoon men de infnijding zodanig rigtte, als de Baron de wencell, in den laatften tijd van zijn leeven, (zo hij dagt) ter meerdere veiligheid gedaan heeft; behalven nog andere moeijelijkheden , aan welke deze rigting der infnijding onderhevig is , en waar omtrent een voornaam Heelkundige mij onlangs aldus zijne gedagten mededeelde : „ Bij de doorfnijding der Cornea, van boven „ na beneden , is het oog zeer moeijelijk te „ treffen , en moet bijna onmogelijk zijn bij „ diepliggende oogen ; ik zal deze manier „ niet navolgen, en kan niet vinden, dat ze „ in ecnig opzigt boven de gewoone voor„ deel fchijnt te hebben. " Veelmaalen heb ik gezien, dat men, met het Snijmesje genadert zijnde aan den rand der Pupilla, tegen over de plaats, alwaar men hetzelve had ingebragt, als dan veel moeite had , om het Mesje, dat weerzijds bol was, ten einde de fpoedige ontvlugting van het watervogt, en eene kwetzing van de Uvea, ook bij de infteeking van het Mesje, voor  C 28) ▼oor te komen , aan de tegetioverzijde door te voeren, en na beneden fnijdende uit te haaien , zonder dat de Uvea zig tegen en aan de fneéde van het Mef-je zodanig aanplakte, dat de vanëenfcheuring onvermijdelijk wierd, en de vernietiging van het gezigt hier op volgde. Daarenboven heb ik zomwijlcn gezien, dat men om gemelde redenen , en om de halvemaanswijze infnijding benedenwaarts te volbrengen , door fchroom voor de gevreesde kwetzing, en om de gevaaren, die men daar uit voorzag, zo dra men het Mesje in het oog gebragt had, te ontwijken, zig baaltte, om de doorfnijding te volbrengen , en dat hier door de wond niet na genoeg, aan de onderfte rand der Cornea, uit kwam, het welk na de geneezing eene witte vlek (door het lidteken , welk gedeeltelijk voor de Pupilla zig plaatfte) te weeg bragt, genoegzaam ondoorfnijnend , om de lichtftraalen, ten minden voor zulk een aanmerkelijk gedeelte, terug te kaatzen, en dat althans geene volkomene , maar gebrekkige herftelling van het gezigt, hier op volgde. Dit  ( 2? ) Die toevalkan ook gebeuren aan die oogen, welke meer dan gewoonlijk uitpuilen, en bij welke de klijne bol, door de doorfchijnende Cornea gemaakt, te fterk vooruit fpringt » ofichoon men al , met het Me.sje, gelukkig voorbij de Uvea heen ftrijkt; want in dit geval is men niet in ftaat, de fneede van het Mesje, zo laag als men wel begeert, te doen uitkomen. ■ Het lidteken zal ook in dit geval tegen verwagting hooger , dan het behoort , gemaakt worden. Die Lijders, welke tot de gewoone ope» ratie de oogen niet genoegzaam uil houden kunnen, of daar toe niet genoeg bepaald kunnen worden , of anders zeer diep ingevallen oogen, en de Cornea natuurlijk plat hebben, zijn ook, om redenen der moeijelijkheid, om het Mesje, zonder kwetzing van den Iris, door de Camera Anterior door te voeren, niet zeer tot de gewoone operatie, maar veel beter tot de onze gefchikt. Het is, gelijk wij gezegt hebben, om gemelde verdrietelijke, moeijelijke, en zomwijlen gevaarlijke ontmoetingen, welke ik niet alleen bij anderen, maar ook zelf, in het doen der ge-  ( 3o) gewoone kunftbewerking, waargenomen heb, dat eene andere manier van doorfnijding der Cornea , (welke ik thans mededecle) aan mij veiliger toegefcheenen heeft; te meer, om dat men niet meer ruimte en tijd, ter bekwame uitvoering der operatie, nodig heeft, als om de punt van het Mesje ('t welk zeer gemakkelijk gefchieden kan) tot op eene beitemde en vereifchte hoogte en diepte, tot binnen de Camera Anterior, te brengen; of. ichoon ook het oog niet zeer ftil ftaat, of welke andere gewoone verhinderende om* Handigheden er ook plaats mogen hebben. Het werktuig, hetwelk onzes bedunkens, in eene geoeffende hand althans, veiliger is, dan de gewoone Mesjes, ontvlugt, om zo te fpreken, van zelve, alle die gevaaren, waar vour de handigfte Operateur zig dikwijls niet hoeden kan , en voerd de doorfnijding uit, aan de onderfte rand van het Hoornvlies ; zodanig, dat het wondteken naderhand geen beletzei in 't gezigt te wege brengt. De moeijelijkheden, die er, in het doen der doorfnijding op de gewoone wijze, kunnen ont-  ( 3i ) tmtftaan wanneer de Operateur het Mesje niet zijne linkerhand niet zo' zeker en vaardig , als met de regterhand, kan bellieren, zullen ook aanmerkelijk verligt, zo niet geheel, door ons nieuw werktuig, weggenomen worden. Immers, twee mijner Leerlingen, (dieevenwel, in het doen van andere Heelkundige bewerkingen, ook zeer bedreven waren) bij het doen der proefnemingen op Lijken tegenwoordig, verrigtten de. kunftbewerking, even gemakkelijk , met de linker, als met de regterhand, in mijne tegenwoordigheid. Er behoort bijna niets meer toe, dan, dat men in ftaat is, om een klein gedeelte van het Mesje, op de behoorlijke plaats, door de Cornea, wel binnen de'Camera Anterior in te brengen, en voorts het werktuig wel te rigten, het welk voor een geoeffend Heelmeefter allergemakkelijkst valt; met één woord : de oeffening met dit werktuig op Lijken zal ijder Heelmeefter (voorzien met genoegzaame ontleedkundige kennis van 't oog, en bedreeven in andere heelkundige operatien) in ftaat ftellen, om de blindheid, door Catara&a veroorzaakt, zeer gemakkelijk, op eene veili. ge»  ( 32 ) ge, en zekere wijze, te kunnen herflei* len. Een ander voordeel van deze werkwijze is, dat men in de doorfnijding van een zeer hard Hoornvlies niet zo veel moeite hebben zal, dan met een gewoon Mesje , het welk zo dikwijls voor eene te harde Cornea blijfc ftaan, aan ftukken breekt, ombuigt, of ten minHen tot de doorfnijding onbekwaam word; .gelijk (fchoon door eene kundige en bedree* vene hand beftierd .wordende) zomwijlen gebeurd, wanneer de halvemaanswijze doorfnij. ding naar beneden, gedaan ftaat te worden; want ons Mesje is ftevig genoeg, tot het doen der fteek, tot binnen de voorfte oogkamer-, en wat betreft de verdere doorfnijding, naar de tegenoverzijde, en naar beneden; deze zal ook, door de kragt der Veer van het werktuig, veel zekerder, en in dit geval, njia gebrekkig zijn. Hoe wenfchelijk ware het, dat ijder bekwaam Heelmeefter, (andere in naam alleen, en onbedrevene Heelkundigen, zijn dikwijls even fchadelijk in de Maatfchappije, als rondtrekkende Kwakzalvers; immers, veele eigenen zig  ( 33 ) gig den naam van Heelmeefter toe, die weik-ig meer dan tot de eerfte beginzelen derzelver, veelmin tot het doen van operatien, geregtigd zijn) zig in het doen dezer, zo wel als in alle andere heelkundige bewerkingen, op Lijken genoegzaam oeffende; en daar na aan Levenden , door eene verkregen? handigheid, veiliger en zekerder flaagde; dan zouden veele rondzwervende Gelukzoekers minder geleegenheid hebben, om hunnen bedrieglijken rol te fpeelen, den waaren Heelkundigen er.cer aan te doen, en zig in belooningen verre boven hem te doen gelden : Althans dan, wanneer de maatregelen, ter bewaaring en herflclling van 's volks keven en gezondheid, door dc beroemfte Mannen , inzonderheid door den Heer d. van gesscher ( è ) opgegeven, en welken wij hier volgen, in acht genomen werden. Immers : de welwaart van een Land en van ten Stad hangt voor een groot gedeelte af van het getal, en dé gezondheid haarer In. tuoonders. Deeze beiden derhalven op alle C ma* ( k ) Hedendaagfche oeffenende Heelkunde, a deel bladz. 338 enz.  C 39 ) Cornea doorfnijd, door de neerzinkïng van het laatstgemelde vlies, voor het Mesje kwetsbaar word» Het overige van onze aangeprezene kunftbewerking, moet volgens de gewoone en beft» gekeurde wijze geëindigt worden. Het hangt alleen van eene welbeftierde richting des werktuigs af, dat men in de doorfnijding van het Hoornvlies wel flage, en de oelfening op Lijken kan daartoe den beften weg, aanwijzen : Althans , dit heeft mij in ftaat gefteld , om altoos in eens gemelde Vlies te kunnen doorflaan, of in eens eene halvemaanswijze wond , (groot genoeg ter uithaaling van de Lens Crijiallina) toe te brengen, gelijk uit de twee volgende gevallen aan leevende voorwerpen blijkt. Ondertusfchen kan het gebeuren , wanneer men het Mesje D. Fig. II. bij B. ingebragt, niet verder als. daar verbeeld word, om bij C. wit te komen , ingeftoken of doojgevoerd heeft, dat het Hoornvlies aan de onderkant, iia de loslaating der Veer van het werktuig, van I. LI. Fig' HL ondoorfneeden blijft, terWijl de punt van het Mesje bij G. H. als C 4 dan,  < 40) *kn, door het Hoornvlies gedrongen, zig ven* toonen zal : Dit heefc mij de ondervinding op Lijken zeer dikwijls geleerd, en in die gevallen evenwel konde ik, (terwijl de Uvea voor kwetzing reets vrij was) door het werk» tuig behoorlijk te bellieren, cn fnijdende na mij toe te haaien, gemakkelijk en regelmaatig, eene halvemaanswijze ruime wond maa* ken. Het is evenwel altoos raadzamer, dat men het Mesje, ten minften zo verre , met de punt binnen het oog, voor de Pupilla brengt» als Fig. III. P. F. F. afgebeeld is, ten einde het Hoornvlies in eens , fnijdende, door te fiaan , en eene halvemaanswijze wond in het Hoornvlies, van de bovenfte F. Fig. III. tot aan G. toe te brengen. Bij de proefneeminge aan oogen in Lijken, en ook aan die van Leevende voorwerpen, (van welke laatHe wij alleen twee zullen opgeeven) is mij beflendig deze keuze de belle voorgekomen. Geene andere aanmerkingen, omfchrijvingen of verklaringen, zo ten opzichte van de kunftbewerking zelve, als ten opzichte van het werktuig, achte ik, ter gemakkelijke en vei-  C 4l ) veilige navolging, nodig, dan die, welke bijzonder den Inftrumentniaker, ten opzichte het Mesje, aangaan. Hieromtrent moet men vooral acht geevén, dat hetzelve nog te hard, nog te week gemaakt worde, maar die vercifchte vaflheid bekome, om niet re kunnen ombuigen; en vooral, opdat door den fchok, welken de Veer, bij de ontfpanning, op 't zelve te wege brengt, het voorfte gedeelte niet afbreeke. Voor een kundig Werkman is deze aanmerking misfchien overtollig; ondertusfehen achte ik dezelve niet geheel nutteloos, ten einde ijder navolger, dezer kunftbewerking tegen dit toeval waakzaam te maken, om zig van de deugdzaamheid des werktuigs, door proefneemingen, vooraf te verzekeren. Hier na gaan wij tot de mededeeling der twee gemelde, en eerfte gevallen aan levende Lijders, over. C g EER-  C40 EERSTE GENVAL. Jan godlieb vogel, oud 32 jaaren, van Danizig geboortig, was fédert zeven jaaren, voor dat hij in het Buiten ziekenhuis te Amfterdam, om van een Abces aan de wang door mij geneezen te worden, ingekomen was, na eene voorafgaande ziekte, aan het rechter oog blind geworden. Na dat hij van de verzweering aan de Wang bijna geneezen was, verzogt hij mij te willen beproeven, of zijn blind oog herfteld konde worden ; niet tegenftaande de .jjeer geleerde Heer van erichem , Med. Doel:, van gemeld Buitenziekenhuis, en ik, hem de operatie ter wegneeming der verduifterde Lens Cri(lallina afraadden, om redenen der beweeglooze verwijdering der Pupilla9 die waarfchijnlijk het gevolg was van de gevoelloosheid der gezichtzen uwe. Ondertusfchen bleef onze Lijder dagelijks aan»  r.41 > aanzoeken , 'om te beproeven, wat de kunft- bewerking ten gevolge zoude hebben. Eindelijk willigde ik zijn verzoek in, en ik wierd begeerig, om het nieuwe werktuig voor het eerst aan een levendig voorwerp te beproeven ; te meer, daar het (fchoon onzeker) niet onmogelijk was , dat de herftelling van het gezicht, tegen verwagting, daar op volgen konde; dewijl het niet volkomen zeker was, of de beweegloosheid des oogappels ontftond door een nevensgaande ongeftcldheid, die men zwarte Staar noemt, dan of dit veroorzaakt werd door de naauwe en kenbaare aanhechting der Capfula Lentis, aan en in den omtrek der Pupilla : Immers, in het laatfte geval, word de oogappel ook verhindert, faamen te trekken, en de lichtftraalen belet, op de Retina te kunnen vallen, om de gezichtzenuw aan te doen, en derhalven was het bezwaarlijk, voor eene wel uitgevoerde kunftbewerking, en na de losmaking, en uitneeming van de Capfula Lentis, te beflisfen, of het onvermogen, om licht van duifternisfe te onderfcheiden, van gemelde aanhechting, dan van de zwarte Staar, afhing. Althans ik achtte het niet roekeloos; maar dezen Lijder,  (44) der, (hoewel ongunftig) tot de ecrile beproe-» ving, gefchikt, om te zien of mijne nieuwe kunflbewerking aan leevende Lijders even zo gunftig uitvallen zoude, als ik dezelve op Lijken bevonden had. In tegenwoordigheid, en met behulp van mijnen vriend, den voorgemelden Heer van eiuchem , deed ik eindelijk de kunftbewerking aan onzen Lijder , volgens de voorbe* fchrevene handelwijze, en, ik gelukte in zo verre, dat de infnijding, en het overige der kunftbewerking, ter ontlafting van de verduifierde Lens Criftallina, aan het oogmerk beantwoordden; want deCa(arac~ï, en de verduifterde en vaftgehechte Capfula Lentis, wierden wel ontlatt, en ik had het genoegen te Ondervinden, dat mijne gunftige gedachten, wegens de zekere en gemakkelijke uitvoering dezer kunftbewerking aan levendige Lijders, gebouwt op de befpiegelingen, en oeffeningen op Lijken, in zoo verre gegrond waren, dat ik met alle regt befluiten mogt, in volgende tijden, en voorkomende gevallen, deze nieuwe kunstoeffening', met een gewenfcht gevolg, te zullen kunnen uitvoeren.  ( 45 ) Na de doorfnijding der Cornta, in gemelde geval, befpeurde ik eene genoegzame ruime wond, waar in de verduülerde Ler.s Crijlallina, (doch niet voor dat de Capfula Lentii op de gewoone-wijze, geopend was) zig zeer gemakkelijk voegde, en ook zeer gemakkelijk, door een Pincet, daar uit weggenomen wierd. Dan, hier na ontdekte ik, dat de Capfula Lentis insgelijks ondoorfchijnend was. Ik bragt hierom een gewoon Lapidil, langs de gemaakte wond, na binnen ; maakte hier mede de aanhechting aan den rand der Pupil/a los, en haalde dezelve met weinig moeite, en zonder eenige belediging, naar buiten ; waar na de oogappel zig geheel zuiver (of natuurlijk zwart) en rond vertoonde, echter zonder eenig gevoel voor de lichtftraalen, blijvende onbeweeglijk wijd geopend, en de blindheid als te vooren ; waar uit gebleeken is , dat de gevreesde zwarte Staar alleen oorzaak van de ongeneeslijke blindheid ware. De gevolgen der kunftbewerking waren voor het overige allergewenfcht; immers geene ontfteeking van belang is op dezelve gevolgd,  volgJ , en de wond in het Hoornvlies ge» nas , op eene zo eenvoudige, als gemakkelijk ke wijze, in zeer korten tijd. — Het wondteken bevond zig in het laagst mogelijk gedeelte van het doorfchijnend Hoornvlies, namelijk fchuins aan deszelfs onderfte halfrond, en bijna onmerkbaar. Mijne gewoone behandeling, ter voorkoming van belangrijke ontfleekingen, welke 20 dikwerf op zoortgeiijke operatien volgen, wierd ook in deze nieuwe kunstbewerking, met voordeel gevolgd; en beftond in niets anders, dan ruilbezorging, door bijde de oogen zagt te fluiten j en eene bedekking van het ge wondde oog, met eene zagt verkoelende en faamen trekkende jdijster, in den beginne tweemaalen daags vernieuwd. Het is deze manier van behandelen 9 na de kunstbewerking op de Catara&a, welke ik in de meefte voorwerpen, voor en na het gemelde en volgende geval, gelukkig heb zien flaagen ; althans ik heb mij hier bij altoos beter bevonden, dan bij zommige hooggeroemde oogwaters, welke ik dikwijls met veel minder voordeel, dan zuiver regenwater, gebruikt heb. TWEE-  C 47 ) TWE EDE GEVAL, JEÏendrik klaasen , oüd 54 jaaren, itï Groningerland gebooren , en in ons Buiten* gasthuis, ter geneezing van een Ulcus Cor» '. odens aan zijn linkerbeen , ingenoomen, was federt 16. jaaren, uit eene voor hem onbekende oorzaak, met het rechteroog, door eene melkagtige Staar, blind geworden, en had begeerte, om ook hier van genezen te v/orden. Dit blinde, zo wel als het gezonde oog,' Was ongemeen klijn, door eene diepe inzinking in de oogk uilen ; ook was het door» fchijnend Hoornvlies, door aanmerkelijke platheid, zeer nabij de Uvea} bijde allerongunftigfte omftandigheden, om in het doen der operatie, met het Mesje, Zonder kwetzing, voorbij den Iris heen te ftrijken j het welk ook reeds in eene onvolbragte kunstbewerking, met het gewoone Mesje, ondervonden was ; immers hier door was den Iris gekwetst  (49) kwetst geraakt, en de Pupilla had ingevolge daar van (niet tegenftaande de veranderde ronde gedaante der Pupilla, terftond na de infnijding, zo goed mogelijk weder herfteld was) eene onregelmatige en hoekige gedaante , en de Lijder konde geen hcht van duisternis önderfcheiden. Het een en ander deed mij het eerlte verzoek des Lijders, ter Staarfnijding, van de hand wijzen, en befluiten , om aan dezen geene tweede kunstbewerking te ondernemen, dewijl ik mij, wegens de volkomen herftelling des gezichts, niets gunftigs belooven konde. Het aanhoudend verzoek van den Lijder intusfehan , de behandeling en geneezing van zijn Ulcus Corrodens, mijne aangewakkerde luft, ter tweede beproeving van het werktuig, aan een levend voorwerp, en de aanraadende famenfpraak met mijnen kundigen vriend Doét-, van erickem, wegens de beproeving van het Sueppermesje aan dezen Lijder, waren zo veele aanfporingen , die mij eindelijk deeden voorneemen, om, na de geneezing der voorgemelde beenzweer, de kunstbewerking in 't werk te ftellen. In  ( 49 1 In tegenwoordigheid van gemelden Heer van erichem ondernam ik , eenige dagen na de geneezing van de zweer, de tweede beproeving, en de doorfnijding, niet tegenitaande het oog tot de Staarfnijding zeer ongunflig en ongefchikt was, viel ailergewenfcht uit. De melkachtige Staar ontlaflte zig , na de doorwonding van het Hoornvlies, van zeiven. De oogappel wierd helder, en de Lijder genas in weinige dagen, van de door het Knipmesje toegebragte wond; dan de hoekige, en onregelmatige gedaante, welke de oogappel, na eene kwetzing door voorgemelde kunstbewerking, op de wijze des Heeren de wencele, aangenomen had, hertelde zig niet, en het was misfchien hier van daan alleen, dat onze Lijder, na de tweede, fchoon zeer wel geflaagde, Staarfnijding , niet dan zeer twijfelachtig voorwerpen onderkennen konde, fchoon hij het licht van de duisternis zeer wel onderfcheidde, het welk mijne verwachting veel te boven ging; immers : ik konde even zo min als de Heer van erichem , wegens de volkomene hefftelling van 't gezigt, gegronde hoop hebben. Genoeg voldaan over den goeden uitflag, der ♦D nieu-  ( 50 ) nieuwe Staarfnijding, voor zo verre de mó« gelijkheid , ter verbetering des gezichts , in dit geval plaats had, meende ik vrijheid ,te hebben, hetzelve ter te boekftelling, om ter beoordeeling en aanprijzing, ter navolging, aan te bieden, waardig te achten. Het wondteken van dezen, zo wel, als van den voorgemelden Lijder, bevond zig, in het allerlaagfte gedeelte des doorfchijnenderi Hoornvlies, en fchuin halvemaanswijze; gee* ne het minlle beletzei, ter doorlaating van de lichtitraalen, kunnende te weege brengen; ook was het Sneppérmesje, zonder eenige moeijte, veel min beleediging van de Uvea; door de Camera Anterior, doorgelchooten, niet tegenftaande de aftland van het Hoorn, tot het Druivenvlies, ongewoon kort, en. het oog, als voorgemeld, in eenen diepen kuil ingezonken was. — Veiligheid, gemakkelijkheid , en zekerheid derhalven , plijten dunkt mij, ijder even flerk, ten bewijze, dat gemelde Staarfnijding, met ons Sneppermesje uitgevoerd, met eene geoeffende hand althans, niet van de minft verkieslijke, zo niet de belle zij. Hoe  { 6i ) Extract uit het Regifter der Koninglijke Academie der Heelkunde. De Heer van wij, Operateur der Steen, en eerfte Chirurgijn van het Hospitaal te Amflerdam , heeft de vergadering een gefchrift van zijn eigen opfttl toegezonden, me: opfchrift : Defcriptio novi inftrumtnti ad Catara&ce ExtraÜtonem, het welk is voorgelezen in de vergadering van donderdag den a8 April 1785. De Cornmisfaris, gelaft, om hetzelve voornamentlijk te onderzoeken, en de uitwerking te zien van het werktuig, bij de toegezonden verhandeling, heefc in zijn rapport ge. zegt : dat de proêfneemingen , door hem op Lijken gedaan , geen twijfel overlieten, omtrent den goeden uitflag , welken de Auéteur zelve verzekert , daar van ondervonden te hebben , in het Levend voorwerp, rr Een wijdend Lemmet, door een Spring-  (62) Springveer bewogen, even gelijk de Snepper der Duitfchers, tot de operatie van het Aderlaaten, doorboord het doorfchijnende Hoornvlies, en fnijd het zelve, in een enkelen trek, half cirkelsvvijze door, zodanig, dat daar door de vrije ontlafting van de Lens Crijïallina, word toegelaaten. Deze werktuigkonst van een bekend Inftrument, zeer vernuftig geappliceert voor de doorfhede van het Hoornvlies, maakt de operatie der Staar of Cataract veel juifter, veel gemaklijker , en veel zeekerder, in de handen van een behendig Operateur. Dit is het getuigenis, het welk de Academie draagt, van het werk van den Heere van wij, van het welke dezelve zig voorgenomen heeft, om gebruik te zullen maaken in deszelfs gedenkftukken, wanneer zij deze floffe zal behandelen. Het tegenswoordige uittrekzel uit de Regifters is afgegeven door mij aanhoudend Geheimfchrijver der Koninglijke Academie der Heelkunde te Parijs den 3 Julij 1791. getekend (LS) LOUIS.  ( *3 ) VERKLAARING DER PLAAT* jFig. I- <*•■ Het Bolfncedigmesjc, aan het uiteinde van den langen ilijl b. welke in de gewoone Snep* perkas c. van k. tot /. verborgen is, cn van binnen op de hoogte van /. door een Mijn Schroefje Vaftgemaalvt. Het gat m. dient om het Mesje a. wanneer rnen zulks verkiest» of nodig oordeelt, laager te kunnen plaatzen. 11. o. Zijn gaten in het Snepperkasje, Avaar- in twee klijne fluitjes van de Veer, (welkers uiteinde bij d. gezien word, en welke voor het overig gedeelte binnen de Kas verborgen is) rusten, en dezelven beveiligen. d. Het uiteinde der Springveer, welke men voor de kunstbewerking tot aan ƒ. achterwaard*, drukken moet, om zijne fpanning zo lang op te houden, achter een inwendig, in het Kasje verborgene haak, aan het uiteinde van den ftaa'lcn Ontheffer e. e. tot dat het Mesje a. wel geplaatst is, cn binnen de voorfte oogkamer gebracht, men de Veer ontfpand, door op e. e. aan het breede einde, eenigzints te drukken. g. Van het puntig uiteinde, tot hier toe, is het JVlesje tweefnijdend, maar yan g. tot is de rug van 't zelve gladrond, en word van g. tot /;. langzamerhand dikker, ia evenreedigheid van Let bolle .gedeelte a. Fig.  ( Bg, II. A. Verbeeld een uitgenomen linieer oog< bol. B. De plaats, alwaar het Mesje D. moet' ingebracht worden , om, in ejne fchuinfche richting, eene genoegzaame halvemaanswijze wond, tot aan C. te maakcn. Fig. III. E. Verbeeld een uitgenomen rechter oogbol. F. De plaats en richting van het Mesje P. en hoe verre het zelve door de Cornea moet doorgevoerd worden, in de voor* fle oogkamer , tot op het midden des oogappels, om in een flaauwen hoek, fchuin nederwaarts , bij de loslaating der Veer, wanneer men op e. e. Fig. I. drukt, halvemaanswijze bij G. H. uit te komen, en den midden afftand ttisfehen I. II. in eens door te fnijden, langs den onderrand des doorfchijnenden Hoornvlies £). wanneer men de Veer ontfpant en loslaat, door, gelijk gezegtie, oq t. e. Fig. I. te drukken.  (6p y door zagte opdrukkingen, of opheffingen van de Baarmoeder, 20 veel mogelijk bevordert werd. Op het bericht, door den Heere d. den 17 dito fmorgens vroeg aan mij toegezonden , en hier boven gemeld, had ik echter geen ander befluit kunnen neemen , dan mij zonder eenig werktuig derwaarts te bcgepven , dewijl mij tot dat einde, buiten zeker domkrachtig pijnelijk en mij onbehaaglijk fchroefwcrktuig, geen bekend was, of fchoon ik wel bezefte , dat met bovengemelde uitdrukkingen van den Heer r>. de mede brenging van gemeld opfchroefwerktuig, indien ik hetzelve voor het zekerst, gemakkelijkst en veiligst keurde, bedoeld wierd. — Ik konde tot de beproeving van zulk een werktuig als nog niet beduiten, daar hetzelve, voor zo veel mij bekend is, nog door niemant anders, dan den uitvinder, fchijnt gebruikt te zijn; even zo min als het door ijmand anders aangeprezen of beoordeeld geworden is; onderwijlen twijffele ik niet , of de proefneemingen en oordeelkundige onderzoekingen van onbevooroordeelde Kunstrechters zouden, tot dtt veilig en Ë 3 nut-  (70) nuttig al of met vroedkundig werktuig, vaó ongemeenen dienft zijn kunnen. Dat ik mij in mijne meening niet bedrogen had, bleek bij nadere verkeering met den Heer D., en uit de voor de hand ligging van het ftukje van den Mededeeler des werktuigs, ter fchroefsgewijze opwinding der omgekeerde Lijfmoeder. De Heer scheidt deed mij een omftandig en naauwkeurig verflag van al 't geen tot dien tijd voorgevallen en toegediend was, én had tot de applicatie van bovengemeld werktuig even weinig lust als ik. Wij vonden de Kraamvrouw doodelijkzwak, eene klijne radde Pols, meteen verbleekt en doodelijk aanzien, voorfpelden weinig goeds, alhoewel zij zeer kloekmoedig was. De Baarmoeder befpeurde, ik tot aan de uitwendige Schaamlippen, binnenitbuiten gekeerd, nederwaarts gedrongen, en aldaar zorgvuldig tegen verdere uitdringing, door de ligging der Vrouw, als anderzints, beveiligt; doch zeer opgefpannen,hard, en op de minfteaanraking zeer pijnelijk, kortom: het overige volgens het juifte verhaal des Heeren scheidt. Ia*  Ingevolge een nauwkeurig ondersoek fcheenr het mij dringend noodzakelijk toe, voorzigtige pogingen, ter buitenstbinnenkeering der binnenst* bui ten gekeerde Baarmoeder, in het werk te fteljen ; niet tegenftaande de waarfehijnelijkheid van hertelling gering, en de bewerking op zig zeiven, hoe omzigtig aangewend, alleraandoenlijkst, pijnelijk en zorglijk was. De Lijderesfe, veel verpligt aan de trouwe zorge en hulp van den Heer scheidt, en overtuigd van zijne bekwaamheid, in het Vroedkundige, liet zich door mijne aanmoediging overhaalen, tot zijne, voor mijne, heritellings beproevingen, doch met mijne hulpbieding, en die van haaren. man. De dwarfche ligging op 't bed, de lage plaatzing van 't hoofd., de ontfpanning dier fpieren, welke aan de terechtbrenging konden hinderlijk zijn , kortom: alle ons bekende voorzorgen wierden aangewend a voor dat het handwerk begon, De vroedkundige scheh>t ondernam, volgens onze affpraak , met de mogelijkfte om-, zigtigheid , de terechtbrenging , volgens de regelen der kunst, door de voornaamde, VroedE 4 kun-  digeti opgegeven, met zijné ongewapende hand; terwijl de Lijderesfe zich eenigen tijd kloekmoedig gedroeg, en ik alle moeite én hulp aanwendde , om ook den moed des Vroedmeefters aan te wakkeren, en te doen voortduuren, ten einde deze moeijlijke vroedkundige bewerking Van gelukkig gevolg te doen zijn. Dan, na lange vruchteloze, doch omzigtige, poogingen, ter weder terechtkeeritig der harde tegenftandbiedende Baarmoeder , konde onze bekwame vroedkundige Vriend onmogelijk ilaagenj terwijl de zwakke Lijderesfe , wanhoopig wordende , den moed ontzonk, en dringend begeerde, ooi van alle verdere beproevingen af te zien, zich aan eenen waarfchijnlijk kort aanftaanden dood gewillig willende overgeeven. In dit ftijdftip, dat de vermoeijde Vroedmeefters hand vruchteloos terug getrokken ftond te worden, vertegenwoordigde jzig de gelukkige inval, wegens eene gelukkige onderneeming in een foortgelijk geval j, voor mijren geelt namelijk de Vrouw (terwijl de hand des Vroedmeefters konde binnen blijven) voorzigtig om te leggen, op knijën en ellebogen te plaatzen , en de terechtbrenging van  (73 ) van achteren, tot meer gemak voor den Vroêd. mee der, zo wel als voor de Lijderesfe, te* ouderneemen. Immers, door deze plaatzing Word alie fpanniug en tegenkanting der fpieïen, en drukking der ingewanden van den bnik op de omgekeerde Baarmoeder, weggenomen. De hand des Operateurs bekomt meer ruimte aan de achterkant van het bekken , terwijl hij zelfs, kunnende overend ftaan, met meer gemak en zachtheid, zonder vermoejing, als nederwaards werkende, de herltelling kan te weege brengen; evenzo, als ik in menigvuldige gevallen ondervonden heb, dat men op die wijze, in moeijlijke tegennatuurlijke baaringen, op 't voetfpoor van willougbij,inzonderheid in moei jelijke armgeboorten, veel gemakkelijker de keeringen der kinderen uitvoeren kan, dan op de gewone wijze vaii voren. (*) E5 De ( * ) Dit was onlangs ook het geval bij eene vrouw in een hier nabij gelegen Dorp, daar ik ter verlosfing in gevaarlijke bloedftorting gevraagd werd. Ik vond haar op een kortbed geplaatst, de mond der Esarmoeder, ter groote van een drie gulden, geopend, en op de gewone wijze van voren niet gemakkelijk te verwijderen; dan de voorgemelde plaatzing vergunde ruime toegang- voor de hand, tot gemakkelijke verwijde-  (74) De Heer scheidt erkende dit voorfle! aanftonds uitvoerlijk, en veel beloovend. Met moeite haalden wij onze bijna bezweekene Lijderesfe daartoe over, en de herftelling beantwoorde in allen opzichten aan de gu rottige verwagting; althans, de Vroedmeefter konde nu met gemak ('t geen zijn Ed. voor de Lijderesfe geplaatst zijnde, niet had kunnen doen) den raad, dien ik hem gegeven had, (namelijk, om met een geflooten vuift, volgens j. van hoorn , de terechtbrenging te onderneemen) gemakkelijker volbrengen; immers zijn Ed, Haagde nu in weinig tijds vols komen. Met reden waren wij beducht voor eene nieuwe omkeering der Baarmoeder, of doodelijke bloedftorting, indien de Uterus zig niet fpoedig trapsgewijze, in zijn geheel, van den bodem naar beneden famentrok. — Hierom wendde de Heer scheidt alle mogelijke moeite aan, om door zachte beweegingen mee de hand (die nog binnen de Lijfmoeder ge-« bleven was) de famen trekking, in de onver- mq» dering des Baarmoeders mond, en breeking der vliezen, zo hoog, dat de voeten van 't kind, ter buiten» brenging, zeer gereedelijk in de hand vie-len,t  ( 75) mogende Baarmoeder, op te wekken, en dezelve trapswijze om zijne hand te doen toefluiten; het welk evenwel traag volgen wilde, tot dat ik de Pijp van eene Klijsteerfpuit, die met koud water gevuld was, langs den arm en hand des Operateurs inbragt, en de Baarmoeder befpatte; waar na, de bewerkende hand behoorlijk en trapswijze terug gehaald, deze moeijelijke en gevaarlijke bewerking met goed gevolg bekroond werd. ( * ) Althans, weinige oogen- blik* ( *) De bcfpatting met koud water, in den werkelozen of verlamden ftaat der Baarmoeder, zoude misfchien vele Vrouwen kunnen behouden, indien men er algemeener en tijdig gebruik van maakte, althans, ik heb her' haalde rijzen de allervoldoendfte en gelukkigfte gevolgen daar van ondervonden, inzonderheid, in eene gevaarlijke bloedftorting, die onlangs de vrouw van K. te Velp voor de baaring overkwam. Na de kunstverlosfing , en na dat het kind geboren en de Nageboorte (die voor een gedeelte zeer vaft zat) afgefchilt was , ontdekte ik de Baarmoeder zo werkeloos te zijn , dat ik vreesde voor een oogcnblikkelijk Volgenten dood der verlofte Vrouw , terwijl de bloédvlced aanmerkelijk, en bijna geene Pols meer te befpeuren was. De infpuiting van twee ge¬ woone Klijsteerfpuiten , v"ol koud water, wekte de werking der Baarmoeder zodanig op , dat dezelve gra-  blikken hier.na, na dat de Lijderesfe tef rtllte gelegen was, Viel zij in een verkwik* kelijken llaap, welke tot aan mijn ver* trek, twee uuren na de bewerking, voortduurde. Gndertlisfèheil was de Pols , bij mijn vefttck, zeer klijn en rad, doch voor 't overi* ge de Lijderesfe welgemoed. Wij vonden goed, eene ruime hoeveelheid Ooft. Peruv. met Annodina toe te dienen, en te doen voortgebruiken. Naderhand is de Vrouw (fchoon met moeijte) langzamerhand her- gradatim om mijne hand toeflobt, de bloeding oogertblikkclijk ophield, en de Vrouw, fchoon zeer zwak* evénwel nadeihand volkomen herftcld is» Om door deze infpuitingen alle mogelijke en fpoc dige hulp daar te ftellcn * heb ik mij dikwijls bediend van eene bijzondere Klijsteerfpuit > met eene zeer lange tinnen Pijp , dewelke aan deszelfs uiteinde voorzien is met eenen dikken veelgatigen Knop , ten einde de wanden der Baarmoeder van alle kanten te kunnen befpatten ; dan , deze daartoe gefchikte Spuit in gemelde gevallen niet bij de hand hebbende, bediende men zig (ook met goed gevolg) van de gewoone.  ( 77 ) herfteld, althans den 2 Aug. 1791 haar be« zoekende, vond ik ze, fchoon noch zwakkelijk, redelijk welvarende, en laatere berichten, nog onlangs, verzekeren mij van de-vol* komen herflelling.  ( 7«) WAARNEEMINö EENEH VESNIBLENDE K A N K E R Z W E E R AAN DE ONDERLIP VAN EEN KIND. O ai veele redenen, die mij doen vermoeden, dat tegen den waren Kanker geene betere hulpmiddelen bekend zijn, dan het Alcali Falaiik, gepaard met de algemeen vermogende en bederfweerende Cart. Peruv. inen uitwendig toegediend, heb ik voorgenomen, nog eens een aanmerkelijk voorbeeld mede te deelen, terwijl, ik ter opheldering van mijne gedachten en waarneemingen, betrekkelijk dit vernielend en geducht ongemak, den Leezer terug wijze op het tweede Deel mijner Heelkundige Mengelftoffen, en op andere plaatzen. Een Meisje, oud ruim 3 jaaren, wierd mij den 23 April 1791 ter behandeling aangeboden. Zij had kort te vooren onverwagte pijnen in de onderlip gekregen, welke gevoelig-  ( 79 ) Hgheid aan de onvereenftemmende wang, tot in 't oor, bij de aanraaking kenbaar zig uitftrekte. — Er had een klijn hard gezwelletje aan de rechterzijde der onderlip, volgens berigc der Ouders, eenigen tijd te vooren plaats gegreepen. — Voor het overige was de oppervlakte der lip, van binnen , ter plaatze van hec gezwelletje blaauwaclnig, en het tandvleefch gezwollen, ligt bloedende op de geringde aanraking, en hier en daar cenigzints ontveld.-— Het fcheen mij ondertusfchen niet vreemd toe, dat het verharde gedeelte der lip vroeger (dan volgens bericht der Ouders) begonnen was ; althans ik heb redenen om te gelooven, dat, lang na het begin der verharding, de ongefteldheid der lip, eerft op de klachten van pijn, befpeurd is geworden. Zeer in het onzekere, welke manier van behandeling de befte zijn zoude , befloot" ik tot die, welke gefchikt is voor eene"fcheurbuikige Lipkanker, of zogenaamde Waterkanker, (Cancer Aquofus noma) en gaf hierom voor uitwendig gebruik Mei Rofar. met Spir. Sal. Mar. droppelswijze langzamerhand opklimmende , volgens den beroemden r>. van gësscher , in zijn eerfte Deel der Heden* daag»  ( 8o ) daagfche algemeene oefenende Heelkunde , en. beval hier benevens de tusfchentijdige gebruikmaaking van een mondfpoeling, uit 6 oneen witte Wijn , 20 droppelen geeft van Zeezout, en 1 once ftroop van Roozenhoning bereid; inwendig gaf ik deKoortsbaft met het Vitrioolzuur; dan, de pijnlijkheid en zwelling der lip, aangezicht en kaaksklieren, namen zo hevig toe, dat ik niet dan eene doodelijke uitkomft voorzien konde, — ik veranderde dus van behandelingswijze, zo in uitwendige applicatie als inwendige hulpmiddelen, doch eer hier van eenige uitwerking verwagt konde worden, vertoonde zig de gant* fche lip, als eene vernielende en hardknobbelige Kanker, van de eene liphoek tot de andere, uitgeftrekt, tot aan den rand of de baiis van den onderkaak, de geheele kin mede indultende. — Het nu allengs vergrootte gezwel, bar* fte open , de fpleet was zwartachtig, en de randen dik en omgekruld, en in korten tijd was de ganfche lip, en zachte deelen der kin, voor zo verre de verharding zig uitgebreid had, zoo geheel wegge vreeten en vernietigt s dat een gedeelte der onderkaak ontbloot raakte ('t welk ook na verloop van tijd afgefcheiden is.) De aanhoudende Speekzei vloed.   (§2) Na dat eenigen tijd deze behandeling aart» ge- kigen uïtflag, ook tegen andere ziektens, gevolgd is ; onder anderen, is mij door den Raadsheer d2 Man, wegens zijne Dochter, Mevrouw Van Mij, eene voorfpoedige en gelukkige herftelling van een Delirium Latïsum, door het oordeelkundige en ruime voorfchrift, en imvendige toediening van de Sp. Sak Amm. C. C. V. door de beroemde Geneesheren lotichius en klijnpennink, medegedeeld; en ik heb het genoegen gehad, van den laastgemelden Geneesheer* deswegens den 12 Novemb. 1791 , een vriendelijk en omftandig bericht van Nijmegen, (alwaar gemelde Dochter, van den Raadsheer de mak, zig in toeval, bevonden had) te ontvangen. Mijne gevolgtrekkinge uit die waarneeming, is deze: Als het Delirium LaFteum, door een fcherp zuur, van terug gekeerd zog , naar de herfenen, veroorzaakt, (volgens deii beroemden Heer j. van der haar) bêfchouwdword, dan kan de Spir. Sal. Amm. C. CF. root het verrnogehst zuurdoodend middel, (zoo als tegen den Kanker) gehouden worden, en die gelukkige en voorfpoedige uitwerking gehad hebben. Hoe wenfchelijk ware het, dat er meer fbortgelijke voorbeelden voorhanden waren ! — Immers, dan zoude men de gewigtige vraag van mijnen kundigen en waardigen Vriend van der haar kunnen oplos fchen ; als zijn Ed. (na de opnoeming Tan Cort. Ftmv. — Sal. Corn. Cm. Velatile. — Caphor. — Cre- ta>  ( 83) gewend was, zag men eene roode rand rond» om het aangedaan e, of vernielde deel, te voorfchiin komen, welke fpoedig tot verëttering overging; terwijl van tijd tot tijd het fcherp Ichorens vogt 't midden der Kankerzweer veranderde, meer en meer etterachtig wierd, en hoop tot herilelling opleverde. Tot deze merkelijke veranderingen hoop van geneezing wierd veel tijd vereifcht, en 't was hierom , dat de naauwkeurige toediening der vermogende middelen veronachtzaamt werd, om redenen, dat de wezenlijke verandering ten goeden, voor de onkundige Ouders niet .genoeg in 't oog loopende waren, en zij hierom oordeelden, dat, dewijl mijne aangewende moeijte toch vrugteloos afioopen zoude, het raadzamer was, het kind geene vermoeijenisfen aan te doen, wanneer het weigerde in te neemen, of zig te doen verbinden. Ik ontdekte fpoedig deze nadeelige redeneerwijze, en zag ingevolge daarvan op nieuw de Kankerzweer F a woe- tfua — Crocur — 01. Tart. P. Deliq. — Opium. — Sal. et Sp'r. Corn.Cerv. Volat.— Spir. Mindtreri — enz.) vol gen ka:. — Welk foor: van Mania zou, door foortge'ijke middelen, meermaalen ras kunnen geneezen worden ?  C 84) woedend toenemen,zo dat, eer ik, door over» tuigende drangredenen, het te vooren naauWkeiuig en rijkelijk gebruik der hulpmiddelen weder aan den gang gebragt had, eene aanmerkelijke rand rondom de KankerzWeer weggevreeten was, tot een vinger breed beneden of achter de Bafis der onderkaak : voor het overige was de Zweer, als bij de eerfte openberftïngvan het Kankergezwel, vuijl, en gaf een ftinkend zwartachtig en fcherp vogt van zig. Een beflendige eil naauwkeuriger toediening en aanleggiug der verzuimde middelen bracht de Kankerzweer weder tot lïaan, en vervolgens door verettering langzamerhand tot geneezing, zo dat ik het genoegen had te zien,dat,na de zuivering der Kankerzweer, de plaats der verlorene lip, door een lid- of velleken, valt op de onderkaak, vervuld wierd; evenwel wierd tot deze velmaking, door de gewoone, mij belt bekende en gebruikelijke middelen , zeer veel tijd vëreifcht, om dat de fpijsgebruiking en fpeekzelvloed, die door de gewoone brug niet meer (eii zeer gebrekkig door een verband) opgekeerd konde worden, daar aan zeer hinderlijk was. Het  < 89 ) handen zal zijn) en mij dan in die verhandeling zodanig ;5te fchikkëü, dat ik, na de menigvuldige ondervindingen'van de beroemfte Genees- en Heelkundigen, in deze ziekte, als een daran, plenck, van gesscher, en anderen, bene flens die, welke mij eigen zijn, nagegaan te hebben, zo veel mogelijk, voordeel aan het algemeenen toebrengen, en daar uit opmaken zal; terwijl ik intusfchen deze korte'.en oppervlakkige befchouwing ten hoogden als een voorlopig onvoltooijd gedeelte, tot die te boekftelling, begeere aanmerkt te hebben. Hoe veelen van onze Tijdgenooten aan deze verdrietige en zomwijlen gevaarlijke ziekte van den Pisweg fukkelen, getuigende ondervindingen van hun, die de oorzaken veeier kwijningen uit het rechte oogpunt hebben leeren befchouwen ; althans wij vinden veele redenen, om deswegens eenen korten uitftap te doen, en geene zwaarigheid, om met zeker geacht Schijver, ( * ) en onze bijvoeginge daaromtrent,het volgende alhier te plaatzen. „ In onzen leeftijd, niet alleen in Volkrijke F 5 Stee- ( * ) Den Heere j. j. plescs.  (94 ) Welks lotgevallen de Heelkunst meerde? verduurd heeft, en hoe dezelve in vollen luister, tot welzijn der Maatfchappije, tot aan dezen tijd opgebouwd is, en verder voltooijd kan worden, zal ijder naleezer der gemelde korte, doch fraaije Redevoering, kunnen op» maken. Het is ondertusfch.cn ook waar, dat eronder het opzicht van kundige Mannen, en niet tegenflaande da bede aangewende Geneeswijzen tegen eene Gonarrhaa Vwcrea , (weike men met den Heer l. nolst, ( * ) beter ■Leucorrbaa Fenerea Virilis, zoude noemen) Tubercula Vensrea in den Pisbuis kunnen plaats grijpen, vooral wanneer het Kliergeftèl des Lijders, inzonderheid van den Pisbuis, lichter als bij anderen, aan verftoppin«•en, en de gevolgen van dien, onderhevig is. ». Waarom men ook dit toeval niet bij alle Lijders, onder eene en dezelfde oplettende behandelinge befpeurd; althans wij hebben waargenomen , dat zij, welke in hunne kindfche jaaren, en laater, KropkliergtKwellea gehad hebben, of herhaalde'rijzen, en ( * ) Zie aantekening bij j. j. plekck, Verhandeling over de Venusziekten bl. 26  (55) jaar aan eene brandende Pislozing, die lang* fcamerhand, zomtijds eenige jaaren te vooren nu en dan, aanvang neemt, en niet zelden door Strangitria en Ifchuria gevolgd word, onderhevig worden; om dat bij de meeften van hun de oorzaaken dezer te zoeken zijn, in die klieiverftoppingen, orttaartingeh, (of hoe men zulks ook verkieft genoemd te hebben) dewelke gemelde . Knobbel gezwellen, na eene of meerdere Venerifche befinettingen, voortbrengen : Althans de ondervinding heeft ons geleerd, dat zij, welke om andere redenen niet tot de onherftelbaare behoorden, door het inwendig toedienen van Kwik, onderwijlen het regclmaatig gebruik van verwijderen-' de, zo wel als Genees- en HeelkracbtigeKaarsjes, radicaal geneezen zijn; terwijl alle andece Geneezingsbeproevingen nimmer iets meer/ dan verlichtingen van fmerten, of ten hoogden eene fchijnbaare, en vroeger of later bedrieglijke ondervondene geneezing, te weege ge* bragt hebben. Het is eene ontegenfpreekelijke waarheid,' op de ondervinding gegrond, dat zeer'veele1 Lijders, aan deze ziekte kwijnende, verkeer* pelijk behandeld, en aan veele gevaaren, uit* de  (99) «te- Strangurla en Ifchuria voortfprüitende blootgedeid worden, daar veelen , zelfs, ill andere opzichten voortrefliike Genees- es Heelkundigen, zig dikwijls in de geneezingswijze dezer Piswegsziekte, als of de Strangniia en Ifchuria Venerea, uit andere oorzaken, of overblij Ezels der Venerifche u;fmctting oorspronkelijk waren, in de behandeling misleiden, zo is ons althans, in gevallen van djen aart, na den dood van hun, welke onder Soortgelijke geneezingsbeproevingen, cn zonden het welbeftierd gebruik der Genees- en Heelkrachtigs Kaarsjes behandeld. bezweeken w^ ren, gebleken. Na dien tijd zijn wij meer overtuigd van de ware Hjjppocratiscjkb Genees of Ileelwijze',namelijk: om deKnobbelgezwellen vzndcï\ Pirjseg, door middel van Kaarsjes, dat is, langs den weg van Ontflseking en Verzweering, op *t voetfpoor van daran, la faije, sharp, göulard ,arnoud, van gesscher en anderen te hertellen, in de meefte gevallen , in de ge-: neezingen volkomen geilaard, terwijl wij ook tiaar na de gemelde Knobbelgezwellen, die zq dikwijls onder den fchijn van andere ongesteldheden van den Pisweg of Blaaj- «zig G a fchuij  ( 100 ) fchnil hou Jen, voor geen1; andere geneeswijzen vatbaar, aangemerkt, en bevonden hebben ; zo dat wij ook hieromtrent in navolging, en met den beroemden d. van gesscher, te boek Hellen durven. *— Hoedanig deh aart van dit gebrek ook veronderfteld word te zijn, of van welk eene oorzaak cok afhangiijk, de geneezing berulr, eenigüjk en altoos, op het gebruik, eerft (in de meefte gevallen) van verwijdende , en vervolgens van Genees- en ' Heelkrachtigs Kaarsjes. — Allerlei] andere hulpmiddelen, zonder de gemelde Kaarsjes, door den mond ingenomen, uitterlijk aangelegd, of bij wijze van infpuiting gebragt in den Pisweg, doen niets anders, dan den tijd vruchteloos verlooren gaan, inmiddels het gc» brek van trap tot trap toeneemd. Het is ons evenwel ook befiendig gebleken, dat de geneezingen, zoniet in alle, ten minden in verre de meefie Tubercttla Venerea, voorfpoediger en zekerder volbragt worden, wanneer men ook inwendig, genoegzaam en tevens voorzichtig, Kvnkmiddelen toediende j inzonderheid hebben wij meelt voorfpoedig gedaagd, met de door ons medegedeelde Pilula ad Gonorrbaam of andere Kwikbertidingm, waar  ( 101 ) waar bij de 'plaatsrichrende Rbeum in geringe hoeveelheid gevoegd werd. Bij dit alles moet men deze ziekte (gelijk ons in den loop., onzer kunstoefening dikwijls gebleken is , dat deze zo algemeene ziekte van den Pisweg, om redenen van dei* zelver gevaar, welke zij influit, en, moeijelijkheid in de volkomene herftelling, niet tegen* üaande de beftgekenrde geneeswijze aangewend word) als eene, die om haare wezentlijkheid en gevaar,, alle oplettende zorgen in, de geneeswijze vereifch.t, dus ook als een voornaam deel der Heelkundige Ziektekunde befchouwen, en hierom in de geneezinge het voetfpoor volgen van zulke Schriftstellers, welke niet alleen befpiegelend, maar ool>; uit veel ondervinding opgemaakte regels, te werk gegaan zijn en gellaagt hebben; bovenal moet men, op de inrichting der leevenswijze, en 't geen daar bij noodwendig is, acht geven, zo wel als men verfcheide andere bijzonderhedena namelijk de inbrenging der bovengemelde Kaarsjes, bepaaling,, cn tijd van verblijf ii\ den Pisweg, als tot het geene de inbrsngiug (die dikwijls zeer moeijelijk. is) moet vooraf," gaan ,ln aanmerking behoord te neemen aen waaromtrent men mat bovengemelde Schrijv^ren, voornamelijk raadplegen kan. G 3 Dus.  Geene, hoe naauwkeurige, onderzoekingen niet de vingeren, ais ard^rzints, konden mij eenig zeker teken ter Aarsftiijding, oni de ontlading van liet Meconiuni te bevorderen, aan de hand doen; waarom ik vreesde, in mijne herftellingsbeproeving niet te zullen flagen : Alleenlijk verbeeldde ik mij, toen ik met een mijner vingeren, zo fterk, als of ik op de plaats, alwaar de Aars behoorde plaats te hebben, wilde doordringen, (fchoon onduidelijk) eene aanperfing tegen den vinger gewaar te worden. Ik vond mij dus gedrongen, de Kunstbewerking naar het geval in te richten, en, fchoon onzeker, op dien grond te ondernemen; houdende de natuurlijke plaats, en 't geen mijn gevoel mij gisfelijk aangekondigd had, naauwkeurig in het oog, ten einde in mijne onderneeming niet zodanig te mislukken, ais ik voor eenigen tijd, wegens eens anderen.s onderneeming, ooggetuige geweeft was ; alwaar door zekeren Heelmeefter (in een zelfde geval, in mijne afwezigheid, terwijl men de uitftelling der kunstbewerking, tot mijne terug komft, gevaarlijk achtte) eene roekeloze infnijding, zeer nabij, en kort langs het. Staart- beent-  beent je, gedaan was, welke onbedrevene kunflbewerking, ( fchoon wel zeer diep indringende, doch niet op het Inteftimtn Rectum aanloopende, en dus niet volgens eene lijn, evenwijdig aan den As van het Bekken, gemaakt) kort naderhand van den dood achtervolgd werd. — Dit kind onderzoekende, bevond ik een veel duidelijker tekenplaats, alwaar da opening had behooren gemaakt te worden , dan in het geval van het Meisje, waar van wij hier fpreeken , behalven dat ik eene zekere holte van het Inteftinum Re&um, voor den drukkenden vinger voelbaar, befpeurde. Dit, en andere foortgeiijke gevallen van dien aart, hebben mij bewogen, deze waarneeming mede te deelen, ten einde door een nieuw voorbeeld aan te toonen, dat men omzigtig, oplettend en ontleedkundig, te werk gaande, alhoewel in duistere en weinig goeds voorfpellende gevallen , evenwel zomwijlen gelukkig flagen, en het leven dier ongelukkige Kinderen behouden kan j fchoon het waar is, dat deze kunstbewerking zeldzaam flaagd, alhoewel door de oordeelkundigfte en ervarenfte Heel- en Ontleedkundigen in 't werk gefield. —. Immers de beroemde d. van gesscher H 3 fchaamd    Franfche Academie, toegezonden heb; veel mm zal ik thans mijne, aandacht vej/igcn, op de berichten, wegens dc veranderingen (mogelijke verbeteringen ) enz., waar van ik, door den beroemden Heer lovis , kennis bekomen heb ; liefst zal ik zulks ter beoordeeling van andere Kunst' genoot en overlaatm. I'k dacht echter, de Franfche, Brieven , betie/fens het Getuigfchrift der beroemde Parijfche Academie, ter btoordeeling en tot gemak mijner Lezers, achter deze verhandeling te moeten plaatzen ; oordeeld men ondertusfebeu, dat het een en ander beter gerang/chikt had kunnen worden, me» verfchoone mijne ongefchikte p'aatzing, zo- wel, als de ingeflopene /pel, taal en drukfeilen, met die zelve genee genheid, waar mede ik /leeds werkzaam zijn zal, ter bevordering der Heelkunde , volgens mijne voormalige belofte , ifizondcrheid in het laaft , door van der kroe , en j. ijntema, uitgegeoven flukje, inhoudende eenige voorname Meel- en Vroedkundige gevallen ; -waarom ik ook van mijn eerfte VQQmeemen , om namelijk deze verhandeling over  óver eene nieuwe manier van Cataract of Staaf fnijding, afzonderlijk uit te geeveft, afgezien, en er eenige, zo ik meen belangrijke, Heel- en Vroedkundige gevallen en waame. (ttingen, bijgevoegt heb. IN-  11) Simplex veri Sigillum: zegt boerhaave, «f deze Spreuk is zoo dikwijls bewaarheid 'als men in de oeffenende Heelkunde wel geflaagd is 5 door zig, zo wel op de eenvou? djgheid, als veiligheid, zekerheid en gemakkelijkheid, toe te leggen; en niet tegengaande de werktuigen, welke men ter uitpeffening van kunftbewerkingen bezigt, in den eerfteii opllag zamengefteld fcheenen, zo is evenwel de gebruikmaking, door ijder Heelkundigen , om dezelfde redenen waardig geacht, wanneer dezulke in Inare manier van werken > zo zeker, als eenvoudig bevonden werden. Het is hierom, dat ik mij vleije, aan alle Heelkunftkundigen te zullen behaagen, wanneer ik eene veiliger, eenvoudiger en gemakkelijker manier van Staarfnijden algemeen maak, en mijne Landgenooten dat geene aanbied, 't welk hun voor lang, door de mededeeling der Franlche Academie te Parys, had moeten bekend zijn : Immers, indien deze bekendwording, op mijn verzoek en verwa-gtingen volgens bekomene berigten, tijdjg gevolgd (en niet gelijk tot heden, agter, gebleA ven)  co ven) ware - dan zoude ik niet in gebreken gebleven zijn, het nodige daarvan (vroeger, dan na een tijdverlies Van zeven jaaren) aan onze nederlandïche Heelkundigen wede te deelen. In de befehrijving der eenvoudige manier van Staarfm'jden, en mededeeling van het daar toe gefchikte werktuig, ten einde het oogmerk, de herftelling der blindheid, of uitneeming van de verduifterde Lens Criftallina , op eene gemakkelijke wijze te bereiken , zal ik kort, doch duidelijk en eenvoudig te werk gaan; niet nodig achtende, eene uitgebreide, veel min opgefierde verhandeling deswe^ens lamen te ftellen ; noch minder , veele nutteloze aanmerkingen te maaken, ten opzigte der gewoone en .onvermijdelijk nodige omftandigheden, welke deze operatie moeten vergezellen, en van de gewoone handelwijze niet dienen te verfchillen : Omftandigheden , al te gemeen bekend , dan dat ik mij hieromtrent behoeve bezig te houden. — Van het vernuft oordeel de handigheid, en andere heelkundig vereifchtens, bij onze heelkundige Landgenoten , welke deze heelkundige bewerking kan toebetrouvvd worden, volkomen Verzekert, zal ik vertrouwen, dat het ge-  ( 3 ) gebrekkige 't welk in deze mededeeling gevonden raogt worden, vergoed, en deze nieuwe kunftbewerking, indien niet genoeg voltooijd, door hunne vlijt, voJkomen in ordre gebragt zal worden. In zulke verwagting, zal ik voortgaan, mijne verhandeling, en de waarnemingen, onopgefnuikt , mede. te deelen , en de beoordeeling van gerechtigde Kuniïreehters, hieromtrent afwagten. Jn 't begin van 't jaar 1777 deelde ik mijne gedagten wegens de moeilijkheid, onzekerheid , en onvolmaaktheid, der gewoone manier van Sraarfnijden, ten minften in zommige gevallen, aan onze Nederlandfche Heelkundigen , in het 2de Deel der Handelingen van het Geneeskundig Genootfchap, onder de Zinfpreuk : Servartdh Civibus, in dc volgende bewoordingen mede. § I. „ Dat de operatie van de Cataryttq „ van tijd tot Jtijd nuttige verbeteringen on* A a „ der-  t 7) „ genwoordigè verbeterde manier, deze volgende nadeeligheden onderhevig is. „ Voor eerft; De kwetzing van de Iris, die „ niet altijd mogelijk is te vermijden, voor„ al bij die Lijders, die eene platte Cornea, natuurlijk eigen, of door ouderdom ver9, kregen hebben ; bij anderen, wien, volgens „ het ipreekvvoord, de oogen diep in 't hoofd „ liaan, of bij dezulken, wiens Bulbi, op de „ minde aanraaking, zo ligt en vaardig be„ weegüjk en draaijend zijn , dat het hun ja niet mogelijk is, dezelve een ogenblik dil te houden, het zij zulks uit vrees, of door „ iets anders ontdaat. Eene te groote voor„ zigtigheid, of nog niet genoeg bedrevene ,, hand van den Operateur, kan insgelijks oor„ zaak zijn van zulke zomtijds zo gevaarlij„ ke kwetzingen, bij het ajlergefchikite voor99 werp j wanneer hij b. v. het Mesje, om „ de hal vemaans wijze fneede temaken, in de j, Cornea gebracht hebbende , te langzaam „ voortvaart, om hetzelve aan de tegenover5, zijde door te brengen ; de Humox /l 5, qiieus, zig fpoedig ontladende, doet de Cor„ nea plat needervallen; hier uïc moet volgen, 5, dat de middehafstand, tusfchende. Corma-tw A 4 £} Uvea  (8) „ Üved of Iris, zoo fterk vermindert word #. „ dar het, zo niet geheel, teit minften bijna ,, onmogelijk word, het Mesje aan de te„ genoverzijde , zonder genoemde kwet-> „ zing door te brengen. (c) In dit gc« „ val vind een al te voorzigtig, of niet ge5, noeg bedreven Heelmeefter, zo wel als" „ een te roekelooze , door onvoorzigtige be„ handeling, zig buiten verwagting beJrö» gen. „ Ten tweeden : Het lidteken van de Cor* «£0 -valt na de operatie niet altijd even ge„ lukkig uit, wanneer men in het maken van „ de halvemaanswijze Incifio niet genoeg „ indachtig geween; is, om dezelve zo laag, „ en nabij de onderrand van de Cnrnea ,, Transpareus te doen uitkomen, als mogelijk „ is; of wanneer men zulks om andere re„ denen niet heeft kunnen doen. In dit ge„ val moet noodzakelijk volgen , dat het lid„ teken, hoe aanmerkelijker, of nader bij „ het middengedeelte, het zelve gemaakt is, „ ook meerdere, of mindere, of zomtijds bijna » ge* ( c ) Zie Disfertation de m. tzxoü.  (9 ) }) geheele belemmering, in het zien, zal ver* ti oorzaken. ( d ) § V. „ Ten derden i Hoe dikwils gebeurt 3, het niet wel , na de gewoone Incifio in de „ Cornea gemaakt te hebben, en zomtijds „ na dat men alreeds de Cijlitóme gebruikt „ heeft, dat de Lens eenigen tegenftand bied, „ het welk eene meer dan gewoone druk* „ Icing met de vingeren, Lapidtl enz, nood„ zakelijk maakt, waar door men onverwagts „ een gedeelte Humor Vitreus alleen, ofte „ gelijk met de verduifterde Lens, ontlaft ? A 5 § VI. „ Ge- ( d ) Met naauwkeurigheid dit onderzoekende, heb ik veelc gerallen van dien aart gezien , en ik meen : dat men dit toeval , niet alleen van den Operateur afhangende, moét befchouwen, maar in zommige gevallen de reeden in het maakzel van d$ Cornea zelve zoeken. Immers eene naaüwkeurige Anatomie leert ons , dat dezelve uit laagswijze La.' mina is te fainen gefield , waar uit van zeiven volgt, dat in de halvemaanswijze Incifio , naar de nieuwfte manier , deszelfs binnenfte, of achterfte Laminee , hoger doorfneden worden, dan wel de buitenf^e ; en derhalven is het zeer mogelijk , dat het lid. teken zig fterker inkort, breeder word, en nader voor de Pupilla. te ftaari k.ómt, dan mcri wel gedicht zoude hebben.  ( io) •| VI. », Gelukkig inderdaad, wanneer dit \% verlies niet al te groot is, om door de n natuur hertteld te kunnen worden ! ( e) § VII. „ Het ( e ) Het febijnt dat wij' een aanmerkelijk geéeelto van dit vlooibaare lichaam misfen kunnen » gander merkelijke verhindering , wordende door de. Batuur zelve wederom herfteld ; in de operatie is fc§t mij z.elvon eens overgekomen , en alhoewel het; verli?3 aanmerkelijk genoeg was , om vrees te baaien , is alles gelukkig afgelopen, en hqt oog zijne; ^herifeho gedaante wederom herfteld, Aanmerkelijkerwas het geval vanR. H. in het begin Van dit jaar 1776. Ik wierd bij haar geroepen , om eene POgwond te behandelen, die zij gekregen had, door in een zeer fcherp Mes „ 't welk zij in de hand had, te vallen; de wond was in het witte Van het oog , vlak onder de rand van de Comca Tra'^parcw, naar gisfing omtrent een halven duim lang; yjt dezelve was ontlaft de verduifterdo Lens Crjs* t#JJw , dewelke men zes jaaren te vooren nederge. duikt had ; welke operatie goeno herftelling van het: ge.zïgt te wecge gebragt had, om dat zij, (gelijk uit het geen zij mij verhaalde, en de onbeweeglijkheid van de Pupilla, nog plaats hebbende, hleek ) vooraf eene Gutta Serena, gepaart met da Ceitaratt, gehad had. Uit deze wond nu , hing een gc> aanmerkelijk gedeelte Humor Vitreus , dat het mij vetwonderde, dat hetzelve niet geheel m al uitga» droo-  (II) j VII. „ Het verlies van Humor Vitreuh „ zal aanmcrkelijker zijn, hoe de drukking, „ die men met de vingers of werktuigen „ maakt, fterker is; derhalven moet het Spe„ culum Oculi in de meefte gevallen nadeelig „ zijn, het zij men zulks uit voorzorg , of „ door noodzakelijkheid in 't werk fteld. Im„ mers: men bedoek hier mede den Bulbus „ Oculi naar onzen wil zo te bepalen en ftil te „ houden, dat we met de vereifchte voorzig3, tighcid de halvemaanswijze Incifio maken „ kunnen ; en hier toe is het allernoodzaa„kehjkst, dat men eene drukking met dit „ werktuig moet maken , die de vrije wer„ king van de Spieren, die het oog bewegen, „ genoegzaam belet, en hier uit volgt, dar, „ en het werktuig, en de Musculi Reiïi Ocu- drongen was. Dit uithangende gedeelte, rustenen de lippen van de wond beknelt zittende, was ik genoodzaakt , door middel van de Schaar , -zo nabij het oog als mogelijk was, af te fnijden , en dé oogwond op de gewoone manier te behandelen, waar door ik buiten ycrwagting , en zonder aanmerkelijke toevallen, eene fpoedige geneezing erlangde ; zo dat men thans aan hetzelve niets kan ontdekken, aan het lidteken van de wond , en de gemelde Guita Scrcna,  ( 12 ) „ U moeten famen werken , om den Oogbol j, van alle kanten te perfen, en de Humor 1f Vitreus, zo dra de wond in de Cornea gemaakt „ is, te doen uitharden, om dat de tegendand »> weggenomen is. §• VIII. „ Ten vierden en laatdelijk : De 9, aanmerkelijke Lapwond, die men in deze w operatie maakt , kan aanleiding tot een „ Staphylorna geeven. ( ƒ ) § IX. „ Het is hierom y dat mogelijk eene andere manier, van zommige nagevolgt, en „ voor beter gehouden word. Dezelve bedaat „ kortelijk hier in : men maakt eene opening „ in de Cornea, door middel van een Mesn jen , groot genoeg om er de dompe punt „ van een daartoe gefchikt Schaartje, het welk w niet gebogen , maar regt is, te kunnen inw brengen ; dit gedaan zijnde, laat men bet „ oog een weinig ruiten, en daar na brengt w men, in het gemaakte wondje , de genoem„ de Schaar, om daar mede het wondje, het welk , zo na mogelijk aan den rand der M Cornea gemaakt was, te vergroten ; het 5J oog ( ƒ ) Zie heister Heelk. onderw. pag. 709, 710 en 711.  (13) oog wederom een korten tijd vrij -gelaten „ hebbende, moet men de ftfeede met de ,, Schaar hervatten, en dus vice verfa, tot „ dat men door verfcheide herhaalingen de „ Cornea, op dezelfde manier als men anders „ in eens, door middel van het Mes, gewoon „ is te doen, geopend heeft. § X. M Deze manier is zeker niet ge» j,, heel en al te verwerpen , maar heeft irt 5, tegendeel iets voordeeligs boven de eer* 3, fte. Voor eerft: men kan hier mede> „ langzaam en voorzigtig te werk gaande, de „ kwetzingen van de Iris zeer gemakkelijk „ vermijden. Ten tweden: men kan de halve* maanswijze fneede willekeurig zo laag en nabij den rand der Cornea maken , als men „ nodig oordeelt, en derhalven heeft men voor geen gczichtbreekend lidteken te vreezen, het welk zo dikwils, na een kwalijk „ uitgevallene incijtom&L het M'es, gezien word; „ en dit word ten derden veel voorgekomen „ door de horifontale doorfnijding van de s, Lamina Cornea in deze bewerking. Ten f, vierden en laatftelijk: de bewerkende hand „ des Heelmeefters kan vafter geplaatft wor„ den, en is dus veiliger en minder van het  C 14 ) x, geluk afhangende ; want men kan deze „ operatie allee» met de regterhand verrigtciv „ Men maakt de eerde opening met een Mesje „ aan de buitenrand der Cornea na de kleine ooghoekszijde, aan het linker oog; en aan „ het regter oog doet men zulks aan de binnenkant , na de neuszijde, dewelke in ,, dit geval aan de Schaar, die men vervolgends „ gebruikt, een fteunpimt verfchafu Het ove- rige van de operatie word op dezelfde wijze „ als de voorgemelde geëindigt, en het is „ mogelijk daarom, dat men van dezelve ook „ niet alles kan verwagten, het geen men wel zoude mogen wenfehen , want, hetzelfde „ geval als § II. zoude hier plaats kunnen hebben, en zo insgelijks dat geene, 5t welk „ ik § V. gemeld heb , en indien de ver- eifchte ftilhouding van het oog § IV. niet mogelijk is, dan zal § VIL hier 't zelfde zijn. Mogelijk zal het geen ik onder § IV. „ omtrent de beweging gezegt heb, alhier .,, door de gedurige aanraking met de Sckuar „ te aanmerkelijker zijn. Of er eindelijk „ kneuzingen, door de bladen der Schaar, van „ belang gemaakt worden, zal ik onbefproken „ laten a alzo ik tot nog toe geen nadeelige  1xtf) § XII. » Het ware wenfchelijk, dat men „ eene manier van opereeren konde uitden* ken, dje minder nadeelige gevolgen had dan „ de ExtraSiio , op de tot nog toe gebruike- lijke methode. A. „ Het van ouds bekende Deprimeeren, „ door een kundige hand uitgevoert, zal nooit zo veel moeilijkheden inhebben, om uit te voeren ; daar kunnen zommige nadeelige oraftandigheden, als § IV. V. VUVIII. enz. geenzints plaats hebben. B. „ Het gebeurt zomwijlen , dat de Lens niet vaft genoeg zijnde, om de drukking met de Naald te kunnen tegenftand bie- „ den, onder het Deprimeeren aan Hukken breekt, fien zien, ah door een klein gaatje, het welk bij pader onderzoeking bleek te zijn , eene afflijting van de Lens, hebbende in zijn middenpunt een opening, jets grooter, dan daar men de punt van een midde!. matige Speld zoude hebben kunnen inbrengen. D?ze opening wjerd .van tijd tot tijd grooter , tot dat .men eindelijk niets meer van de opgeftegene Catafsfi konde ontdekken. Alle zamenhang door de nederdrukkiog verbroken zijnde, is het derhalven zeer mogelijk , dat de-Lens Cryjlallina Ofaca , tfernTëtfgt Word..  9i breekt, of dat de Lens, van, en pit zijn „ Capfala losgemaakt, geheel doorfchiet, door „ de Pupitta in de Camera Anterior; of ein„ delijk, dat eene Melk of etterachtige Staar 3 „ door her openen, of verbreken der Capfula „ met de Naald, insgelijks in de Camera An* „ terior overgaat, en den Humor Aqueus troe„ bel makende, het gezigt niet alleen belet, maar ook aanleiding tot andere ziektens gce- ven kan. ( h ) C. „ tiet aan ftukken breeken der Lens s, heb ik een voornaam Man meer dan eens „ zien overkomen, maar ook handig zien hgrj, tlellen , door het maken van eene kleine oue„ ning of wondje in het laagfte gedeelte van s, de Cornea, langs welke hij met den Aroom 3, van den Humor Aqueus de doorgefchotgne „ gcdéeltens na buiten ontlaftte, en dgze j, Lijders zijn, voor zoo ver ik weet, met volB ,? ko ( h ) satnt ijves verhaalt in zijne verhandeling van de ziektens der oogen. pag. 228, 229 en 230. ibid. Cap. XXI. van drie CataraQen die in de Camera Anterlor gevallen waren, door middel vari Incifio 'Cornea ontlafL  ( 18 ) „ komen hertelling van het gezigt geneer „ zen. D. „ Omtrent de doorfchieting van de ge5, heele Lens : hieromtrent raden zommigen „ aan, dat men de Naald, die ter nederdruk„ king achter de Pupil gebragt was, door de „ Camera Anterior zal brengen; de Lens met ,5 deszelfs punt vatten, retraheeren, en ver„ volgens deprimeeren. Ik geloove ondertus„ fchen dat dit niet zeer gemakkelijk toe„ gaat. E. „ De melk en etterachtige Staar is niet altijd zeer gemakkelijk van eene andere te „ onderfcheiden : Het kan derhalven gebeu„ ren , dat men hier in mistall, en dat het }> evengemelde toeval voorvalt; mogelijk zoude „ men in dit geval zeer wel doen , met ogen„ blikkelijk eene opening in de Cornea te maken , om verdere gevolgen , door de ont, lafting van de verfmolte Lens, voor te ko„ men. F. « De verdtiifterde Lentes, onder het deprimeeren in de Camera Anterior geflipt, ,? heb*  (19) h hebben aanleiding gegeeven tot het uitden» „ ken van de thans gebruikelijke operatie. § XIII. „ Zoude men de operatie minder „ gevaarlijk en gemakkelijker kunnen maken, ?, door iets van het deprimeeren , en iets van „ de niemvfte manier te ontleenen , t' firnen „ te voegen , en door de onvenvagte door-,, fchieting van de Lens, die men omtrent de 5, operatie met de Naald altijd als nadeclig „ befchouwt heeft, opzettelijk te bevorderen„ daar na een kleine opening in de Cornea ,, te maken, grooter dan ter iiithaling van de „ Lens nodig is ? § XIV. „ Ik vvenfehte hier op voldoenend „ antwoord te kunnen geeven ; maar de proef„ neeming, die ik daar toe ingerigt heb, „ heeft aan het oogmerk niet voldaan; dezel„ ve is alleen oorzaak geweeft, dat de Lens „ zig heeft verplaatit, en ik in het onzekere „ gebleeven ben , om tot het voordeel, of na?, deel, van zulk eene opening te kunnen be■>•> fluiten. „ Om aan het op Wuift van deze waarne,, mingte voldoen, zal ik niet verder afwijken, B a „ dan  ( 20 ) „ dan nookzakelijk zal z;jn, om mij duidelijk „ te doen verftaan. ■ g XV. ,, h. veerkijk , oud 25 jaaren» „ verzogt mij in de maand Februarij van dit „ jaar, om hem van eene Zesjarige blindheid „ door Cataratl te herflellen. Ik vond hem „ tot mijn voornemen zeer gefchikt, en befloot, om door middel van een meer dan n gewoone breede , platte , tweefnijdende „ Naald, eene opening te maken door de vlie„ zen van het oog op die plaats , daar men „ de fteek met de Deprimeernaald het veiligft „ en beft keurt; langs deze gemaakte wond, „ een dun, fmal, plat en eenigzints geboogen Lapidil, bij de Catara&a te brengen, de„ zelve uit haar Capfula los te maken, door „ dit vliezig omkleedzel te verbreeken, en ver, volgens eenige pogingen te doen, om was „ het mogelijk de Lens, met behulp van het „ Ldpiêil, door de Pupilla te doen doorfchie„ ten, dit gelukkende, vervolgens een opening „ te maken, aan het laagfie en onderfte ge„ deelte van At Cornea Transparens bij des* „ zelfs rand, zo groot, en niet grooter, dan „ ter uithaaling der Lens of Catara&a no- » dig-  ( 21 ) „ dig zoule zijn. Ingevalle mijn voornee„ men moge verijdelt worden, wanneer het „ b. v. niet mogelijk zoude zijn, om de „ Lens in de Camera Anterior te brengen» „ alsdan befloot ik met het zelfde LapidU te „ deprimeeren. Men zoude zulks enkel en in „ eens met de Naald kunnen doen, maar ik „ meende de kwetzingen van de Iris enz. „ voer te kunnen komen, door een ftoraps? „ werktuig. % XVI. „ De uitvoering der operatie is „ niet naar wenfeh uitgevallen, want na dat ik „ de vqorbefchrevene wond gemaakt, en langs „ dezelve het Lapidil op de verciichte plaats „ gebragt had, en ik gemelde pogingen begon „ in het werk te ftellen , maakte de Lijder „ zulke geweldige beweegingen met de Pai„ pebrce, Bulbus Oculi, en het hoofd, dat „ het niet mogelijk was hem ftil te houden, „ veel minder mijn oogmerk te bereiken, en „ ik derhalven genoodzaakt wierd voor dk- maal van de operatie af te zien. Een klein gedeelte buitengevaat bloed,was „ in de Camera Anterior Oculi uitgeftort, op „ hetzelfde ogenblik dat hij de gemelde beweeB 3 gin-  C n) s, ?ÏW,cn begon te maken , doch dit was des „ anderen daags niet meer té vinden, de I/u„ mor Aqucus was helder, en daar volgde „ niets , dan eene zeer geringe Ophtbalmia, dewelke fpoedig herftelde; eu toen kon de „ de Lijder meerder licht zien, en eenigzints, „ fchoon weinig, onderfcheiden. ,, Ik ontdekte aan de onderkant van de PapUla eene vrije plaats, of zwarte ft reep, tot door* „ lating van Radii Lucidi; en dit fcheen een „ gevolg te zijn van eene geringe opheffing „ der Catara&a. § XVII. „ Nooit heb ik onftandvastiger „ menfch dan deze bijgewoond ; want cnge„ veer drie weken hier na, kwam hij zeer „ wel gemoed mij verzoeken om de operatie ,, te hervatten ; maar voor hem gezeten zijn,, de, om aanzijn verzoek te voldoen, wierd „ hij, na vooraf dezelfde bewegingen gemaakt „ te hebben, flaauw, en hier van bijgekomen Zijnde , liet hij echter niet na , mij gedult te verzoeken, belovende dat hij den volgenden „ dag ftandvaftiger wederom komen zoude, „ het welk hij ook deed. Nu konde ik zoo „ veel msfeheutijd vinden, dat ik met de Naald  ( 23 ) „ Naald de Bulbus Oculi raakte, maar tot mijnt „ leedwezen konde ik niet verder voortvaren y „ alzoo dezelfde omftandighedcn als te vooren „ wederom plaats hadden, het welk mij nood„ zaakte van de operatie , ten miniten aan 3, dit voorwerp, af te zien, § XVIII. „ Niettegenftaande eene onderhandeling met bijzijnde Kunstgenooten over ,, de onmogelijkheid van het doen der ope„ ratie aan zulke Lijders, was hij evenwel j, eenvoudig genoeg om te denken, dat dezel„ ve voleindigt was , op dat ogenblik dat hij de Naald aan zijn oog gewaar geworden was ; want: zeidc hij, nu kan ik zien! „ en hij noemde ons verfcheide dingen op,die „ hij door de glazen van het vertrek, waar in hij was, op de itraat zag, gelijk dezelve „ wezcntlijk tegenwoordig waren. Hier op „ acht geevende, liet ik hem verfcheide dingen „ zien. Alles koude hij niet alleen duidelijk „ onderfcheiden , maar ook zelfs de bijzon„ derheden der voorwerpen aanduiden; en dit „ alles met naauwkeurige toefluiting van het „ gezonde oog, en nadat hij hetgekwetftenaar „ het heldere dagligt gewend had. Hij be. houd tot heden deze gedeeltelijke herttelJJ 4 „ ling,  ( 34) tnogelyke zvyze te bevorderen , is één der hoofd» pligten van hun, die het roer der Regeering in handen hebben. Veelvuldig zyn de maatregelen , hier toe in verfcheiden Landen en Steeden genomen. Niet alle echter zyn even zeer gifchikt ter bereiking dier oogmerken , of worden genoeg gehandhaaft, om al het nut, voor welke zy vatbaar zyn, uit te werken. Sommige zelfs, fchoon van het uitterst aanbelang, worden op veele plaatzen achteloos voorbygegaan, onder het beflier gefield der zulken, die daar van de minfte kennis hebben, of ondergefchikt aan byzonderheden, oneindig minder nuttig, indien niet zelfs fchadelyk, voor de zamenleeving. Om van een aantal andere nuttige maatregelen, ter gezondheids bevordering, te zwij« gen, zullen wij er maar eene, niet van de minft noodzakelijke , en tot ons oogmerk dienende, aanhaalen. Ze is deze: Heelkundige Kwakzalvers van allerlei aart, maar vooral, zwervende Steenfnijders, Breuk' fnijders, Oogmeefiers, en Geneezers van venusziekten , moet men fcherpelijk. hunne zoge- naam  ( 35 ) naamde konftoeffening, die toch meestal verderf* lijk is, verbieden ; en , men moet niemand toeflaan, tenig zveezentlijk gedeelte der hcclkunfi te behandelen, dan, na alvoorens doorflaande blijken zijner bekwaamheden gegecven te hebben , aan een of meer ivel kundige Heelmeefters , of in de Heelkunde ervaarcn [Geneesheer en, tot deszelfs examen bijzonderlijk gelafi van den Rechter. In hoe verre deze maatregel, ook in veele Gelderfche Steden , inzonderheid ten platten Lande, in acht genomen, of verzuimd word, zal ik anderen laaten beoordeelen. Ca De  ( 3« ) Ti JL-^e Staarfnijdjng, of nieuwe kunstbewerking, ter herttelling der blindheid, welke door de verduiftering der Lens CriftaMna veroorzaakt wórd, en welke ik thans', algemeen mede te deelen, voorgenomen had, is door mij, ter oeftening, verbetering, en zo veel mogelijk rot volmaaking, aan een aan» tal oogen, op Lijken beproefd, en ter uitvoering aan leevende Lijders niet alleen verkieslijk geacht, maar ook ter algemeene aanprijzing waardig gekeurd. Ten einde in het een en ander wel te flaagen , heb ik, uit de menigvuldige oroefneemiugen op. Lijken, de volgende manier van werken, (die mogelijk nog aan veele verbeteringen kan onderhevig zijn) ter bepaalde navolging vaftgefteld. — Het blinde oog word door den Operateur, en een kundigen helper, op de gewoone wijze, (ten einde  (3? ) einde de infnijding veilig te kunnen doen) zeker bepaald. Hier na vat men het op de plaat afgebeelde werktuig Fig. 1. (overeenkomftig met dat, het welk de Duitfchers tot de Aderlaatingen bezigen , en bekend is onder den naam van Sneller of Snepper, alleen in opzigt van het Mesje verfchillende) tusfchen den duim, en voorden vinger van de rechterhand, indien de kunltbewerking aan het linkeroog gefchieden zal; en omgekeerd, indien het rechteroog het voorwerp der operatie zijn zal. Men voerd de punt van het Snijmesje, op de gewoone plaats, door de ■Cornea, tot in de Camera Anterior, (wel zorg draagende, dat de duim of vinger, welke het werktuig beftierd, en op de Veer geplaatst is, deze niet te veel drukke, ten einde dezelve de te fpoedige loslaating van het Mesje voorkomt, het welk anders zoude kunnen gebeuren, indien men hier mede onbedachtzaam te werk ging, offchoon ik zulks nimmer ondervonden heb) tot aan de naaste rand der Pupil/a; als dan moet men het Mesje eenigzints fchuins doen nederwaarts hellen, en zodanig bellieren, (het weik een kundig en handig Heeluieelter gemakkelijk Q & valt,  ( 38) valt,) dat de punt van het Me.«je, op de bekwaamfte plaats Fig. II. C. of Fig* HL G. H. uitkomt, en de onderfte rand der Cornea. genoegzaam uugeftrekt, halvemaanswijze, in eeneu trek doorfnijd, wanneer men het Mesje wel geveftigd hebbende, op het einde van de Veer, Fig. I. e. e. zagt drukt. Het Mesje van ons werktuig, Is aan het voorfte gedeelte Fig. 1. van deszelfs punt tot aan g. tweefnijdend , maar voor het overige is de rug rond en ftomp, en over het geheel, van de punt tot aan het einde langzaamerhand dikker wordende, en van bijde zijden bolachtig zijnde, zo word de wond, die men fteekende in de Cornea maakt, zodanig geftopt, dat er niets van het Humor Aqueus verloren gaat, voor dat, de Veer losgelaaten zijnde , de geheele Cornea doorfneden js. — Hier van hangt de meefte veiligheid, gemakkelijkheid en zekerheid der doorfnijding af, want de Uvea kan door eene voorzigtige hand, in deze kunftbewerking, nimmer gekwetst worden, dewijl niet voor de volbrenging der doorfnijding , het Humor Aqueus verloren gaande, de Uvea, niet als in alle andere operatien, waar bij men de Cornea  ( 5- ) Hoe voldoende de doorfnijding der Cornea " door middel van dit werktuig ter Staarfnijding, gefchied, is ook gebleeken aan mijne kunstvrienden, de beroemde Stads Geneesheeren f. h. c. hofp en o. de ruuk, (welke mij deze kunstbewerking alhier te Arnhem hebben zien verrigten, alhoewel dezelve ongunftig, niet met herttelling van het gezicht, bekroond is.) — Immers: eene ruime halvemaanswijze doorfnijding van het Hoornvlies, in eene fchuinfche rigting, aan deszelfs onderrand, vertoonde zig na de doorfpringing van het Mesje, en ik ftelde mij niets gemakkelijker voor, dan de ontlasting der ondoorfchijnende Lens Criflallina; doch, dewijl deze, met de geopende Capfula Lentis, moeit losgemaakt, en uittocht bezorgd worden, mislukte ik in mijn voornemen, het welk niet had kunnen misfen, indien de ongezeglijke, en uit vrees voor pijnen, of gevaaren, in gevolge de operatie, onmogelijk ftil te hondene Vrouw, aan mij daartoe de weinige nodige oogenblikken van flilhouding vergund had. Ik heb (andere vroegere, en gelukkig geflaagde kunstbewerkingen voorbijgaande) dit I) a «re-  152) geval mede , ten bewijze der voordeeligheid des werktuigs , willen aanvoeren, om dat, wat betreft de bedoelde veilige en gemakkelijke doorfnijding der Cornea , in dit geval ook gefehjed , en gebleken is, in tegenwoordigheid van beroemde en oordeelkundige Mannen ; als om aan te toon en , dat dikwijls de mededeeling van ongeflaagde proefneemingen, aan anderen van dienlt kunnen zijn, en.bewijzen opleveren, tot da voordeligheid van eene welbeftierde en nieuwe kunstbewerking: Althans, het zal niemand in gedachten kunnen komen, om zulk eene ongunftige uitflag , ten nadeele van ons werktuig, uit te leggen , Immers : het voornaame , en meestgevaarlijke der gehcele kunstbewerking, was in allen opzichten wel geèindigt; maar het overige, van minder aan. belang, (wat de uitvoering betreft) en niets betrekkelijk het nieuwe werktuig, doch het voornaame bedoelde, de uithaaling van het zien belettend lichaam, wierd door de grillige onhandelbaarheid der Lijderesfe zelve belet. Veranderingen en verbeteringen, zo in hec werktuig , ais in de manier van "gebruikmaking , zullen misfehen anderen , zo wel al* mij,  ( 53) mij, in ftaat ftellen, ter meerdere volmaking,, veiligheid en zekerheid ; ik ach te het voor het tegenswoordige genoeg, hiertoe aanleiding gegeeven te hebben , terwijl het mij niet dan aangenaam zijn zal, te ondervinden, dat ook deze mijne beproeving, tot welzijn der Maatfchappije, hiertoe aanleiding gegeeven zal hebben, en ik nog eens gelegenheid en tijd zal hebben, om wegens deze manier van Staarfnijding, (in laatere tijden, op gefchiktex voorwerpen, en met volkomen goeden uitflag, zo wel, als. wegens geringe verbeten»-gen, in het werktuig en de manier van werken , uitgeoefend) iets naders te kunnen mededeelen. d 3 m  (54) Vit het Fraftjch vertaalde BRIEVEN en GETUIGSCHRIFT, van wegen de Koninglijke Academie der Heelkunde te Pafys, betrekkelijk de verhandelde staarsnijï>ing. Farys d. 28 Maart 17,25. Myn Heirf JLk heb uwen laatften brief ontvangen, en ik bid u, mij uit hoofde mijner menigvuldige bezigheden te verfehoonen, daar ik verzuimd heb op uw eerde verzoek te antwoorden. Uwe wijze van behandeling, bij het doorfnijden van het doorfchijnende Hoornvlies, voor het uitlichten der CataraEl, is onderzogt geworden, en de proeven, op Lijken genomen, hebben een gunlligen uitflag gehad. De Commisfarisfen, daar zij uw werktuig goed keurden, gelooven echter, dat men in het gebruik deszelven geoefFend behoort te zijn , om zonder eenige hindernis daarmede te kunnen werken. Indien gij uwe verhandeling tot geen ander doelwit bezigen wilt, zo zal de Koninglijke Academie der Heelkunde dezelve laaien drukken, in dat Deel har er werken, 't welk  (5? ) welk zij reeds werkelijk op de psrsfe heeft. Dit is een middel, om dezelve aan het algemeen bekend te maaken, en voor de nakomelingfchap te bewaaren. Indien gij daaromtrent anders wilt befchikken , zo zijt gij daar van meefter; alsdan zal ik u tot een bijvoegzel doen toekomen, de beoordeeling, welke de Academie daar over geveld heeft. — Aldus zal uw eigen antwoord beflisfen omtrent het lot van uwe verhandeling, en omtrent het geene mij, te doen ftaat, om aan uwe verlangens te voldoen, welke gij in uwen laatften brief hebt verklaard. Ik bidde u te willen gelooven, dat niemand meerder dan ik belang ftelle in de bevoïdering van uwen roem, daar ik niet de gevoelens van de allermeeste hoogachting, verblijve Myn Heer! Uwen zeer ontmoedigen en. zeer geh. Dienaar L O U 1 S. D 4 Pa-  farys d. 31. Oiïobar 178?. 'Myn Heer ! T JL er beantwoording van uwen brief, van den 19 dezer maand , ben ik verpligt u vooraf te moeten verwittigen, dat bij het overnemen van uwe memorie, en uw werktuig voor de Cataract, de Academie mij niet ontflaan kan, om tevens melding te moeten maken van alles, 't welke zij betrekkelijk deze bewerking ontfangen heeft. Monfr. guerin van Lyons is de oudfte Broeder van dien te Bourdeaux, en hij is het, die ons een ze r volmaakt werktuig heeft ter hand giftel l, waar over wij alle aangenaam ve-rukt gt weeft zijn , daar door middel van een gouden Ring, welke het doorfchijnende Hoornvlies omvat, dit werktuijg onveranderlijk de.doorfneede doet, en daar het toeFcheen, dn '!it werktuijg met even groot vour.eelu kunde worden aanbetrouwd, in de han-  ( 57 ) handen zo wel van zeer geoeffenden als minder behendigen, of geheel onervaren. Monfr. guerin , die ten dien einde opzettelijk te Parijs gekomen is, heeft tot onzer aller zeer groote voldoening geopereerd op het Levend lichaam zelve. Echter heeft men vervolgens waargenomen , dat, zo wanneer men een weinig te fterk drukte, op het uitpuijlende gedeelte van het oog, alsdan het crijftalvogt te voorfchijn kwam, het glasachtig lichaam met zig in de voorfte kamer voerende. Bij eene andere gelegenheid wierd het Hoornvlies, ongetwijfeld door gebrek van genoegzaame oplettentheid, van den kant des Operateurs, niet meer dan ten halve doorgefueden, en het waterachtig vogt liep niet weg. — Men heeft dus vervolgens zijn toevlugt moeten nemen tot het biltorie van de wencell. Non crime» artis ft qued profesfwnis eft. Zeide Celfus zeer eigenaartig. Een oud Heelmeefter uit de provintien, is onderdaags aan ons een werktuig komen vertonen , het welk de Academie geoordeeld D 5 heeft  (58) heeft verkiesfèlijk te zijn, boven dat van de Heer guerin, daar hetzelve met meerder zekerheid werkt. Het fnijdend Mesje is meteen verborgen Veer vereenigd in een horizontaale Kooker , zo dat de toppen der laatfte vingers een fteunpunt hebben op het fiaapbeen van den Lijder, even geiijk bij het gebruik der oude Naalden, bij de nederdruk-* king, en gelijk bij de methode van den Heer ï>e wencell, voor de doorfnecde van het Hoornvlies. — De Hr. guerin heeft zijn hand geheel vrij geplaatst, cn het werktuig in eene looalijnfche richting, het geen min-, der zekerheid en vaftheid geeft. Niet tegenftaande alle deze aanmerkingen, en de verplichting om deze lïoffe Hiftorifchgewijze te moeten behandelen, zal ik echter met zeer veel genoegen uw werk, en uwe gunftige uitdagen te berde brengen, en zal alle mijne mogelijke oplettentheid hefteden, om u eer aan te doen. Het is niet deze gevoelens, dat ik altijd zijn zal My/i Heer t Uwen zeer ootm. en onderd. Dr. LOUIS. r Pa-  ( 59 ) Parjs d. 3 Jul-j 1791. Myn Heer ! Ik meene uw voorneemen welbegrepen, en en aan uwe bedoelingen voldaan te zullen hebben, met u het hier bijgevoegde authentirue getuigfchrifc toe te zenden, om gedrukt te worden in het werk, het welk gij u thans voorgefteld hebt, zonder langer vertoeving, in het licht te willen geven. Het tegenswoordige moeijelijke tijdsgewricht heeft ons niet toegelaaten , om die menigvuldige Gokken in het licht te geven, welke reeds voor verfcheidcne deelen der Acadamie der Heelkunde zijn in order gcbragt. De Drukkers zijn bevreesd, om, bij deze flrcmming van den Koophandel, de koften van eene zeer kostbaare drukking van werken te wagen, waar van zij zig geene gunflige inkorrule beloven kunnen, dan doorliet altereerde en dadelijke vertier. Ik moet u, Mijn Heer! vooraf verwittigen, dat uw werktuig meerder volmaakt is, door het bijvoegen van een gouden cirkel, of ring, die op het Hoornvlies aangelegd zijnde, het zelve op die wijze omvat, dat het oog daar door  door gevestigd word, het welke de bewerking zeer zeker maakt, zo dat dezelve daardoor zelfs kon worden bewerkftelllgd doo.r een man, die Hechts de aliergeringfte behendigheid bezit. — Dezelve is aangebooden geworden door Mr. guerin , Heelmeefter te Bourdeaux. — Een aantal daadelijke proefnemingen hebben dit voorrecht gedaald.—> Een Kunstminnaar heeft er nog eene meerdere voltooijing bijgevoegd, beltaande inde handgreep van 't Lemmet des werktuigs, het welk men in eene fchuinfche richting houd, hebbende de Operateur de uitterltens dejr Ring- en Oorvingers op het flaapbeen va.n het voorwerp der bewerking gevestigt, zoo, gelijk bij het oude gebruijk der Naalden , om de CataraU neer te drukken. — Indien men al niet b.ter met dit werktuig werkt, teu minden werkt men met minder hindernis e.n, meer bevalligheid. — Ontvang gunftiglijk mijne gevoelens vaa eerbied en hoogachting, welke ik u toedrage ; houd niet op om mij met uwe vriendfchap te vereeren, en te gelooven, dat ik met de grootfte onderfcheiding t' uvvaards ben Myn Beer! Uwen ootm.. en geh. Dr. LOUIS.    HERSTELLING r. e k e a omgekeerd© B A A R M OEPE Ra A */-A.lhoewel een atHtal Waumeem|ngen van tijdige, en ontijdige., voorzigtige en onkundige afhaalingen der Nageboorten?, ons in ftaat zouden nellen, om wegens de gelukkige en ongelukkige voor- en nadeeüge ge^ volgen iets belangrijks mede te dealen, zo achten wij als nog de terughouding ontbeerbaar, daar reeds een aantal beroemde Mannen zig genoegzaam beijvert hebben , om de vermogende natuur in haare werking, ter Uitdrijving der Nageboorte, proefondervindelijk te leeren kennen ; ondertusfchen is het waar, dat zulk eene belangrijke zaak niet te dikwijls, door nieuvye waarneeiningen, kan bekrachtigt worden } althans, wanneer men pndervind. dat nog oude vooroordeelen. 0f S on-  (66) önkuncliaheden blijven ftand houden, en hierom zul'en wij ook eene andere gelegenheid waarneemen, om dit ftuk, naar ons inzien, te behandelen; terwijl wij voor het tegenswoordige ons bepaalen zullen, tot de mededeeling van die manier van buitenbinnenkeering der binnenft buitengekeerde Lijfmoeder, na de afhaaling der Nageboorte, welke bij bevinding de gemakkelijkfte gebleken is, en welke daarom, aan ons navolgbaarer dan andere toefchijnende, aanprijsbaar waardig geacht is. Ik wierd den 16 Julij 1791. des avonds, tegen den volgenden dag bij Mevrouw n. te D...., ter hulpe verzogt. De zeer Gei. Heer j. b. d. zond mij finorgens den 17 vroegtijdig het volgende bericht: Vermits bier eene omwending van de Baarmoeder plaats beeft, zoo word UEd. verzogt, dat geene met te brengen , wat in zulk geval de zekerfie en gemakkelijkfte werking doet. Bij mijne komfl bij zijn Ed. vernam ik, dat zijne Huisvrouw vijf dagen te vooren, in de verlosfing van een kloeken Zoon, (welke verlosfing niet ongewoon lang geduurd had, of  1 U7) of tegennatuurlijk ge weeft was) door hem zelven geholpen was; alleen (zeide zijn Ed.) was de verlosfing eenigen tijd vertraagd geweert , door dat het hoofd van het kind eenigzins tegen het Schaambeen aangedrukt geleegen had, en de Navelftreng tusfchen de beenen van 't kind door, om een der Dijen geflingert, en verder om 't lichaam gewonden was. Voorts verhaalde zijn Ed. dat hij hier.om de overeindftaande houding zijner baarende Vrouw, om de affchuiving van 't hoofd des kinds, van het Schaambeen, noodzakelijk geoordeeld, en, om een fpoedige verlosfing te bevorderen, zelfs herhaalde rijzen, doch vrugteloos, aangeraaden had; tot dat hij eindelijk, zijn oogmerk hier in bereikt hebbende, de verlosfing van 't kind volbragt, en de Nageboorte, door zagte trekkingen aan de Streng, naar buiten gehaald had, Hier na (zeide zijn Ed.) fcheen zig ëen'gen tijd alles wel te fchikken, behalven dat eene aanmerkelijke Bloedvloed, welke de krachten der Vrouw zeer uitputte, volgde. Tegen verwachting ondervond de Kraamvrouw , na korten tijdverloop, vrugtelooze en E 2. per-  ( *8 ) fserfende poogingen tot wateren, welke dcrü Heer j. b. d. tot een naauwkeurig onderZoek aanfpoorden, waar bij zijn Ed. ontdekte, dat zig een aanmerkelijk bolrond ge= zwel, even binnen de Schaamlippen, opdeed 9 *t welk met reden aan hem toefcheen, de oorzaak der verhinderde waterloozing te zijn. In deze kommerlijke omftandfgheid raadpleegde zijn Ed. den zeer Gel. Heer scheidt, Welke aanftonds zijn vermoeden, van omkeering der Lijfmoeder, te kennen gaf, en die ook bij nader onderzoek het geval alzoo bevond; doch om reden der gefpannen ftaat derzclve, en den zwakken toeftand der Lijderesfe, geene poogingen ter hentelling raadzaam vond ; veiliger achtende den voorzigtigen weg in te flaan. Tot dat einde beraadflaagde zijn Ed. me£ den Heer d. tot de vereifchte inwendige middelen , en verzagtende en weekmakende olijachtige aanlegzels, tegen den bodem der Baarmoeder; benevens verzagtende en weekmakende ftovingen , op den buik, het welk beltendig aangewend werd; terwijl intusfchen de ontlalting van 't water uit de blaas, doo£  IM  C Si ) vloed deed het kind, daarenboven rnee* en meer in krachten verminderen, zo dat niet dan een kort volgende do,od te gemoet gezien werd» Veelvuldige gelukkige beproevingen van de Spir. Sal. Ammon. C. Cake Viva, met een af* kookzel van Cort, Peruv. en Cort. Salicis, gemengt, volgens mijne opgegeeyen proeven in bovengemelde Mengelftoflèn, deden mij beiluiten tot de aanhouding dier veelvermogende middelen , trapswijze verfterkt, en uitwendig met Compresfen, over Draatplukzel in een mengzel van Mei Ru/ar. niet Sp. Sal. Amm. C. C. V. aangelegt, en insgelijks langzamerhand verfterkt , terwijl inwendig het Dec. Cort. Peruv. met hetzelve Alcali Volatile, rijkelijk ingegeeven werd. (*) I Na ( * ) Men moet in de toediening van de Spir. Sal. Amman. Cum Cake Viva , niet fpaarzaam te werk gaan : Ik heb, door waarneemingen in mijne MengelftofFen, zo ik mij niet bedriege, het eerft den weg gebaand, om door langzamerhand tot grooter, dan gewoonlijk gebruikelijke, giften op te klimmen, gewenfchte en heilzame uitwerkingen te kunnen zien : -~ Immers, ex zijn voorbeelden voorhanden, dat zulks met gelukkigen  C»5) Het kind was ondertusfchen zeer welvarende, en eindelijk tegen *t laatste van September des vorigen jaars volkomen geneezen. Hoe heilzaam en veel vermogend het AkaU Volatile, in die gevallen, waar tegen ik hetzelve in zulk eene ruime hoeveelheid aangeprezen heb, ook door anderen bevonden word, blijkt uit verfcheide ouder mij beruftende berigten, van andere Heelkundigen; bovenal uk tene briefsgewijze mededeeling van den beroemden en kundigen Heel- cn Vrocdmee'ter, den Heerfe van roggen te Nijmegen;, den ij November 1791. Zijn Wel Ed. zegt: ,, T>oor de waarneew mingen, in Uw. W:Ed.[Heeiku/2digeMengeh ,, Jloffen, mij den weg gebaand zijnde, om langzamerhand tot grooter giften , van de „ Spir. San Ammon. €. Cake F ivo- Par. op M te klimmen, ten einde er de gewenfehte uiu ?, werkingen van te zien; heb ik in 't begin „ van 1786'. dezelve aan ecnen Lijder, wiens. 2, bovenlip, geheel, en de vleugels der neus, w met deszelfs middclfchot, voor qch gedeel» v te, door een kwaadaartige en voortvreeten,, de Zweer, vernield, en waar tegerj^ langec F 3 ^daj*  ( 8<5) „ dan drie jaaren, alle aangewendde, en meelf „ in die gevallen gebruikelijke middelen, vrug„ teloos beproefd waren, tor achtien dfag„ men, in een DècoB. Cort. Peruv. in vier„ en twintig uuren gegeeven, waar door hij „ (fchoon zeer gedefigureerd ) geneezen is, „ van eene kwaal, welke, zonder het ruime „ gebruik vaÖ dit middel, waarfchijnlijk eenen „ akeligen dood ten gevolge gehad zoudk hebben. „ In 1788 is een Kropzeerig Meisje, ruim „ twintig jiaren oud, welker linker wang, „ van haar kindfche jaaren af ,met eene kwaad„ aartige Zweer bezet was, en waar tegen vee„ le uit - en inwendige middelen te vergeefs „ gebruikt waren, door gemelde Sp. S, A. C. „ C V. tot anderhalve or.ee daags, in een „ Decot. Rad. Saljap. volkomen genezen. — „ Zij geniet thans noch eene gewenfehte ge„ zondheid. „ ïn 17^9 is een veertig jarig Heer, die masn„ den ach er een van een kundig Genees en „ èrvaaren Heelmeefter verfcheidene mid„ delen vru^teloos gebruikt had, van eené „ voortëeiende Zweer, waar door de linker iifcüs-  (8r>- „ neusvleugel, wang en onderfte ooglid, ge* „ deeltelijk doorknaagd waren, genezen, door „ het gebruik van bovengemelde Spiritus welke hij tot twee oneen daags, in een „ Decocl. Cort. Peruv. et Rad. Salfog. ge na„ merchad. " F 4 K oet  ( 88) fcoRTE EN OPPERVLAKKIG E BESCHOUWING DER SSTRANGURIA en I SC HU UIA F E N E R E A, VEROORZAAKT DOOR VENERÈA TURERCULA URETHRAE. 2f//, die Venerifche 3 Kropzeerige , Scheurbuihge of vm andere Scherpt ens of Giften onf fiadtie Knobbelgezwellen, in den Pigweg hebben, woorden daar van, als ze door middel van genees en heelkragtige Kaarsjes ontfteeketr, verzweer en en doorbreeken, geneezen. Wij zullen alleen de Stranguria en Ifchuria Vcherea , die door Venerifche Knobbefgezivellen in den Pisweg veroorzaakt worden, kort be. handelen; dewijl ik voornemens ben, wegens de ziektens van den Pisweg in het algemeen mijne gedachten en waarneemirgen mede te dealen, (zo dra hiertoe een ruimer tijd voor- haii.  ( 0© ) Steeden, maar ook in de Hutten der Landlieden , is geene ziekte zoo algemeen , als de, Venusziekte; dit leeren de Genees- en Heel» meefters, uit de beoefening hunner heilzame kunst. Hierom noemt de zeer geleerde en beroemde van storck deze „ volksziekte eigenaartig eene geduurige en heimelijke voortkruijpende Peft, waar door dikwerf zeer voortreffelijke menfchen, reeds in den bloeij van hun leeven, het Gemeenebest ontrukt worden , of Zodanig verminkt blijven, dat zij tot de meefte bezigheden onbekwaam zijn. Ja, daar de wa%q Peft zeldzaam, doch de Venerifche geduriglijk woedt, twijffel ik geenzints, nevens de beroemde mead, of het geheele mcnfchelijk geflachr zoude reeds overlang door de Pokfrnet uitgeroeid zijn geweeft, zo niet deszelfs woede, waar mede zij het eerft in onze Geweften wierd ingevoerd, van zelve vermin, derd, en door een uitgevonden tegengif, beteugeld ware geworden. Want deze wrede ziekte heeft dit met alle overige befmettingen gemeen, dat eene enkele Vuile Vrouw genoeg is, om veele andere huis. ge-  (PO gezinnen, Dorpen en Maatfchappijen, te helmetten , waaromtrent wij veele waarneemingen van Venerifche Voedfteren, zo uit de Schrijveren, als van ons zeiven zonden kunnen aanvoeren, en van daar veel afleiden, de zó menigvuldige Been en Kliergebreken der ellendige flachtofrers, de kinderen namelijk, irt Echt en Onecht voortgeteeld : wij bedoelen de zogenaamde Etigelfebe ziekte, Winddoorn, Kropklier-gezwellen, Daauworm, Koningszeer en andere verbafterde en vernielende vogtsbeïmettingen. Hier komt bij, dat deze ziekte niet zelden aan het laate nagedacht voortgeplant wordt, enongewoone, onduidelijke, en raadzelachtige ziektens te wege brengt, welkers liftige tekenen dikwerf de Geneesheeren bedriegen; althans hun, die de tegenwoordige ongebondene famenleeving niet genoeg verdacht houden. De Venusziekte zelve bederft ondertusfchen haauwlijks meer menfchen, dan kwalijk aangewende Geneesmiddelen ; want elke Weetniet, Baardfchrapper en Kwakzalver of Kiezentrekker, onderneemt, of terfluik, of ge. permitteerd , de geneezinge dezer kwalen j de-  dewijl die ellendige Lijders, van hunne fchan» 'delijke welluft overtuigd zig ontijdiglijk fchaamen , eenen eerlijken Genees- of Heel» rneefter te raadplegen. M Veelal immers ziet men de onkundigfie Baardfcheerders en Kwakzalvers begunstigd met het toebetronwen der geneezinge van de zorglijklte ziektens , inzonderheid de gemelde, om voorgemelde en andere redenen, welke wij hier niet opnoemen zullen , wel, overtuigd , dat zulks weinig voordeel ter verbetering aanbrengen zoude , zo lang de vrije teugel aan allerlije flag van Kwakzalverijen gevierd word : alleen willen wij (of het ter aankweeking der ware Heelkennis bevorderlijk zijn mogt) uit de Redevoering over de let ge, vallen der Heelkunst, en de voordeelen, die een Genootfchap ter bevordering van dezelve kan toebrengen, van den Hoogleeraar a. bonn, ( * ) het volgende, ten blijke van het groot onderfcheid tusfehen ware Genees- en Heelkundigen, en onkundige Gelukzoekers, zo wel, als ter bevordering der ware Heelkennis, het volgende van, en voor de tijden, eer de verdeeling ( * ) Zie Verhandelingen van het Genoot/chip ter teverdering der Heelkunde te Amfterdam i.Deel bl. XXXI*  t ?3 ) r°ug der Heel - van de Geneeskunde plaats had , zo als die wegenis de Griek/ebt en Ro* meinfebe aantekeningen, ten tijde van hijPpo* fcRAfES cn galenus bekend daan , aante* kenen. „ De befchrijvingeh der geheelde kwaaien, de lijften der geneesmiddelen en de werk. „ tuigen, in gewijde tempelen opgehangen, •„ ftrekten aldaar zoo wel tot zegetekenen dér „ Heelkunstals tot aanprijzing in foortge' „ lijke voorkomende gevallen; terwijl de ver* „ bandhuizen der Heehneefteren, bij Grieken „ en Romeinen, van de Scheerwinkels onder* „ fcheiden en afgezondert waren. „ Verandering van tijden en zeden echter, „die alle kunften in verval brachten, liet s, niet na, ook op de Heelkunst invloed te „■ hebben , toen het invoeren der baden en „ badftoven, en het affchaffen der Baarden,, „ dat aloud en eerwaardig cieraad der man„ lijke achtbaarheid , zo wel in Griekenland „ en te Rome, als naderhand in Frankrijk, „ Duitfchland en elders, leven en gezondheid „ aan dezulken deed toevertrouwen, die hun* w ne onkunde met onbefchaamheid dorften be* „ dekken. ? We>  ( $5 ) ên kort op eikanderen» aan Leacorrhcea Venè» na onderhevig geWeeft zijn, of zig nu en dart aan Zelfsbefmetting overgegeeven hadden, meer als anderen aan gemelde Tubercula Venerea frikkelen, en dat hier ook wel degelijk geld, het zeggen van hijppoCrates, Sed & fi quod doluerit ante Morbum , ibi Je figit Morbus* ( * ) Dat is, Als voor de ziekte eetiig deel geleden beeft, of vsrztvakt is, word dezelve daar in gehecht, en het was hierom misfchien zeer dienitig, dat men meer algemeen gebruik maakte van Genees- en Heelkragtige' Kaarsjes, in het gefchikfte tijdperk van de geneeZinge der Leucorrhcsa Venerea, ten einde de gemelde Venerifche Knobbelgezwellen , vroeg» tijdig door den weg van verzweering, te geneezen , en veele te laat ontdekte, en droe* vige gevolgen van deze Klierverbaltering, voor te komen. Jammer is het maar, dat men zeer weinige Lijders, om redenen van den tijd, welke er toe vereifcht word, fof om hun onvermogen , of om redenen van andere omftandigheden, en vermeldingen, zo in dieet, als anderzints, welke bij deze behandeling noodza- ke* ( * ) Aphorism. Seft. 4 Aphor. 33 p* 1250.  (96) keiijk moeten plaats hebben, daar aan kan onderwerpen, of daar toe beweegen , voor eti aleer bij zommigen veele andere onvoldoende heel wijzen zo lange (zelvs zom wijlen tot eenen vergevorderden ouderdom , gelijk wij menigmaalen ondervonden hebben) vruchteloos beproefd, en de fmertelijke gevolgen? met veel gevaar verzeid, ondervonden hebben. Is het waar , dat hijppocrates de gevolgen der thans zb algemeene be finettelijke, ziekte minder gekend, en dus hieromtrent gelukkiger tijden,dan wij, beleeft heeft? hij had doch kennis aan die ziekelijke gefteldheid van den Pisweg, die door Knobbelgczwellen veroorzaakt word, zo wel als van de wijze, langs welke dezelve volkomen geneezen: Immers hij heeft in zijne 82 Aphor. te boek gefteld, quibus in urinarid fistuld Puberculum nascitur > bis, fuppurato eo & perrupto , folutio fit. Door d. van gesscher aldus vertaald: —- Die Knobbel gezwellen hebben in den Pisweg, worden daar van , als ze verzweer en en doorbreeken, geneezen. Dit is het geene wij alhier willen toepas- fen  ( 97 ) On op de zo menigvuldig plaats hebbend? Venerifche Knobbelgezwellen , als had dezen grooten tleelartz, en Vader der Geneeskunde, de Tuhercula Venerea, in de te boekdelliag van gemelde Spreuk, bedoeld. De moeijelijke, of geheel belette ontlading van water, welke wij alhier in 't oog houden, door Tubercula Venerea veroorzaakt, is aan zeer veele pijnen, in de lozing van eene dunne, enkelde, of verdeelde Straal, drupswijze en perfende PisontlaOing, of geheele ophouding onderhevig, en word zeer dikwijls verkeerdelijk alleen aan krampachtige famentrekkingen of ontfieeking, verharding van de Voorplander, zwelling van het fponsachtige Lichaam van den Pisweg of het Hanenhoofd, zweeren van den Pisweg, Lidtekens, Vleefchknobbels, Graveel en dergelijken toegefchreeyen ; terwijl de Venerifch belemmerende of geheel belette Pislozing meelt uit geene andere dan plaatzelijke Venerif he Knobbe:'gezwellen ontftaar, en om dieswille ook door geene, dan met Kwik vermengde Kaarsjes, dat is, ook door Ontfl'eeking en Verzweering, geneezen word ; zelfs bij oude lieden, die, volgens den beroemden plenck, met het ^ofte G jaar  ( IÖ.2 ) Düs befchonwd, alzo behandeld, zal nae<* bndanks alle andere vruchteloos beproefde geneeswijzen, meestal dagen, bij dezulken,welken zig naauwkeurig naar de nodige voorfchriften , zó in dieet als anderzints , gedragen., vooral wanneer zij dagelijks eene welbereide Kwtk , met een gefchikt ontdeeking maatigend voermiddei , een rijkelijk verzadigd afkookzel van den Salfaparille Wortel, met vermenging van verkoelende en .verzagtende bij* mengzels, daar toegebrniken. Boven al moet men niet onachtzaam zijn in de vöorfchrijving der levenswijze, zo als men helaas! maar al te veel waarneemt, van huft die de waare manier van geneezinge, van den beroemden dakan, van cesscher en anderen, noch de ziekelijke gefleldheid van den Pisweg, niet genoeg bij ondervinding kennen, en het gezegde van hijPpocrateS, *t welk wij hier aldns op ons geval toepasfelijk overbrengen, niet indachtig zijn : Die V~énè* rifche Knobbelgezwellen in den Pigweg hebben, worden daar van, als men de ontfl'eeking, doorbreeking en verzweering, (welke vereif 'chl W9rd) regelmatig behandeld, geneezen. Zo  C 103 ) ■ Zo in eenige ziekte eene moer Srenge, dan ruime levenswijze, te pas komt, dan i« het in de bedoelde, en andere foortgeiijke Ziektens van den Pisweg, die langs den weg van ontdeeking en verzweering moeten geneezen worden , ten minden zo lange deze aanhouden, de geneezinge niet volkomen is, en het gebruik der Kaarsjes daar toe onontbeerlijk is; dat is zo lange dezelve nog niet enkel uit voorzorge, als anderzints, nu en dan ingebragt, en korten tijd ingehouden worden.. Vermoeijmde lichaams bcweegingen , zo wel in de opene lucht, als anderzints, cn van allcrleijen aart, zijn zeer nadeelig, vooral de eerfte bij onbeftendig weder, om redenen ook der blootftelling aan geduurige en 011.verwagte afwi'sfehngen van wanne cn koude luchtsgefteldheid ïn ons land, waar door, behalven andere nadeelige uitwerkingen, door te veele en vermoeijende lichaamsbeweegingen, de daar door vermeerderde uitwaasfemingen geirremd worden, het welk niet kan nalaten, in de geneeswijze dezer ziekte hoogftnadeeiig te zijn. — Zo moet ook, (althuis zo lange de ontfteeking en verzweering ;wezenlijk zjjn) den bijslaap verhoeden en vermijd worden. G 4 Zag-  ( i°4 ) •Zagte, inzonderheid Meikfpijzen, zijn dienftig in den beginne der behandeling; — Zo zijn ook verfche Groentens, fpaarzaam Witvleefch, door kooking, ftooving en braading, zonder de geringde bijvoeging van Specerijen, in den gevoiderden ftaat van geneezinge te verkiezen en behooren gebruikt te worden, in plaatze van zwaar verteerbaare voedzels, dewelke allemadèeligst zijn. — Zo moet men ook, wil men anders in de geneezinge niet gehindert, nog geheel belet worden, of belangrijke toevallen zien ontftaan, volftrekt geene verhittende dranken, als Wijn, Oudbier, ( * ) Kolïy en dergelijken toeftaan, maar in deszelfs plaats, moeten verkoelende en verzagtende dranken gegeeven worden. Wij bedienen ons, in foortgeiijke gevallen, veel van zachte Amandel- en Gerften dranken, met bijvoeging van Arabifche Gom —• tusfchen beiden van een aftrekzei van Thee, om dat die over het algemeen de meeft verkieslijke en dagelijkfche drank" der ongeftelden is , mits dat de zieke eene genoegzame hoeveelheid Puh. G. Arob. met een weinig Suiker daar in oplosfe. Gee- '( * ) Over bet algemeen, is ajlc fooit van Biet nadeolig»  CioS) Geene pisdrijvende middelen, hoe ge-» naamd, kunnen immer van eenigen dienft-, maar wel hoogft nadeelig zijn, ea men moet zig daarom zorgvuldig voor het gebruik derzei ven wagten. Kropzeerige, Scheurbuikige en andere dart Venerifche fcherptens der vochten, moeten onze toediening van inwendige geneesmiddelen, en de diëet regelen, maar kunnen in het wezenlijke der zaak, het gebruik der Kaarsjes namelijk, geene verandering maken. Ten opzichte van het laastgemelde hebben wij, met betrekking tot de bepaaling der Kaarsjes in den Pisweg, nog het volgende, de wijze der vaftmaking namelijk, volgens daran's methode, welke boven alle anderen verkieslijk en zeker is, ten algemeenen nutte, en tot nog toe, voor zo veel wij weeten, niet algemeen bekend, op te geeven, zo als ons dezelve voor eenige jaaren te Amiterdam , door een voornaam Franfch HeeJ. kundigen, den Heer E. medegedeeld is ; ten einde de uitdringing of werkelooze uitfehieting, waar mede de meefte Heelmeefters zig verlegen vinden, zo wel als de bekommerende G 5 en  en gevaarlijke geheele indringing in de Blaas* voor te komen. ( * ) Men neemd een flerken Saijetten Draad., ombind daar mede op eenen behoorlijken afftand van het dikite uiteinde, met een hcelrneefters Knoop, het daar na in te brengene Kaarsje. — Hier na het Kaarsje (na dat hst zelve met Amandel- of bede Boomolij wel befmeerd is, en na dat men zig van de zagtheid en onkwetsbaarheid van het uiteinde of de punt wel verzekert heeft) ver genoeg en behoorlijk ingebragt zijnde, legt men de einden des draads, dewelke van eene behoorlijke lengte zijn moeten , over het bovengedeelte des Raedenhoojds, tot aan het uiteinde, of den rand van dezelve ; aldaar maakt men weder eene dubbele doorllag met den Saijet,.tendraad, als of men weder eene vafte lleelmeeuers Knoop maken wilde, met dat on- der- ( * ) Wij zullen de mededeeling van onze gebruikelijke Kaarsjes, om in allen gevallen wel te kunnen Klagen, tot den tijd der algemeenmaking van onze Ondervindingen, wegens de ziektens in den Pisweg in 't algemeen , uitftellen : — Intusfchen kunnen wij, uit vergelijkende ondervindingen in zeer velegevallen, de Kaarsjes volgens voarfchrift vaji d.-van oesschïe gelijk Hellen, zonietbovea die van daran aanprijzen.  ( io7 ) tlerfcheid, dat men de doofgeftookene draa* den nier. vafter aanhaald, dan nodig is, om eene zagte ftrekking te maken, ter bepaaling Van het Kaarsje in den Pisbuis, zo dat de Knoop, door deze draadsaantrekking, achter de Glans der Penis bepaald worden kan; vervolgens geleid men da twee uiteindens des draads naar beneden, tegen over de zo even gemelde draadsvereeniging , maakt wederom eene dubbele doorflag, tegen het onderfte gedeelte der Penis, met de bovenfte overeenstemmende, dezelve matig (niet knellende» maar eenïgzints aanfluitende) toehaalende. — De draadeindens worden vervolgends langs de onderkant der Penis naar voren geleid, aldaar op de hoogte van het uiteinde van dezelve, wederom op voorgemelde wijze doorgeflagen , en zagtelijk aangefloten; terwijle men de uiteindens der draaden om het uitfteekende gedeelte des Kaarsjes omwind, en met eenen vaften knoop, die geene trekking of fpanning te wege brengt, verzekert. — Vervolgens kan men het uitftekende gedeelte van het Kaarsje, nabij de uitterfte binding, affnijden, zonder dat den Lijder, wegens de uit» ipringing, of indringing van hetzelve in den Pisweg, of Blaas, eenige zwarigheid heeft; in  c 108 y jn tegendeel, deze manier van bezorging is Zo zeker, dat wij deswegens geene klachten, vernemen in dagelijkfche beweegingen, zelfg piet bij hun, welken wij, in den laatften lijft, der radicaale heelwijze, het paardrijden geoorloofd hebben, wanneer zulks niet wel vermijd konde worden, en wij kunnen betuigen, 0,p deze wijze nimmer eenige bekommerende, of nadeelige gevolgen, ondervonden te hebben. Eindelijk het is in de geneezinge der Tub&rcula Venerea zeer voordeelig, den Lijdeden van beginne der heelwijze te gewennen, om het water uit de. Blaas , langs de ingebragte Kaarsjes, zonder uitneeming (althans buiien hooge noodzakelijkheid, in den tijd der ontfteeking van den Pisweg) te ontlaften^ dit bekort zeer veel de geneezingswijze, terWijle men , anders handelende, den Pisweg geduurig gelegenheid geeft, zig krampachtig famen te trekken, waar door men zig in de onvermijdelijke noodzakelijkheid bevind, om Van tijd tot tijd verwijderende Kaars]es, die niets ter heelinge, maar alleen ter plaatsma* king, voor daar toegefchikte Kaarsjes, die* n.eu kunnen, in te brengen. SCHEI-  ( top ) SCHEIKUNDIGE ONDERZOEKING VAN B E fi ME R CUR IUS SUBL ÏMJTt ' ï CORRQSirUS ADUSTUS, Daar wij in *t jaar 1777 dë bereiding eri 't gebruik van den Mercurim Sablimatus Cbf» rojktus Aduftus algemeen gemaakt, ( * ) en* er tot hier toe, beftendige en zeer veele nuttige uitwerkingen van gezien hebben, vinden wij ons ook verpligt, de meerdere Scheikundige verligting, ten opzichte dezer Kwikbe* reidwg, (het zij ter meerdere aanprijzing, of om anderen ter naauwkeuriger nafpooringen op te wekken) door eene onzer fcheikundige Vrienden toegefchikt , mede te deelen. •***■ Zié ( * ) Zie Ferhandelifig over een byzondefe bereiding en gebruik van het bytende Sublimaat in de Fenusziekie j door proeven onderzogt en bevefligd, beneffens èenige aan* merkingen omtrent de Gonorrhcea en eene andere Druiping $ die zonder Fencrifche befmetting kan ontjlaam Tweedé iruk, by Pt Conradi, te Amjlerdam*  ( HO ) TA?, hier, wat zijn EJ. omtrent dit, tegen de Venusziekte in het algemeen zo heilzaam, regengift, aan ons megedeelt heeft. Wegens het meerdere of mindere Cortolive der Sublimaat, boven de Mcrcwws Dulcis, zijn tot hier toe de begrippen der Scheikundigen verfchillend geweeii. — Daaf de Sublimaat meer zuur bevar, dan deMercurius Dulcis , is het niet onnatuurlijk, dat men daar aan veelal de meerdere Scherpheid toefchreef; öndertuslthen , daar de f.-herpheid van het Sterkste Acidum Salis Marini niet in vergelijking komt, met, en van een geheel anderen aart is, dan die van het Sublimaat, hecfc men al eenigen lijd deze reden niet voldoen»! de gehouden. Thans is 'men in ftaat, er iets meer van te zeggen, door de kennis aan het Gedephlo* gifleerde Zoutzuur , die de Scheikundigen aan den beroemden scheele te danken hebben. Het Gedepblogijleerde Zoutzuur verfchild onder anderen daar in van het gewoone, dat het ongemeen veel fcherper is, en dat het in ftaat is om de Kwik te ontbinden,, 't geen door gewoon Zoutzuur niet gefchieden kan. De  C tti ) De SUbliihaat nu beftaat uit" Kwik oF iie* ver Kwikkalk en het Gedepbkgifleer de Zoutzuur. — Door toevoeging van Kwik word het Gedephlogifleerde Zoutzuur, in zijnen gewoonen ftaat, herileld, en er ontftaat Mercurius Dulcis; he?-zeive dat hier de Kwik doet, doen aile brandbaare ftoffeil', Wanneer zij race de Sublimaat in verbinding komen: te weéten, door dezelve word het Gedephlogifieerde Zoutzuur in zijnen gewoouen ftaat herdeld. — In dezen ftaat kan het met de Kwik niet verbonden blijven, terwijle de Kwik, naar evenredigheid van het geleden verlies, aan Mercurius Dulcis gelijk word. Tot een voorbeeld diend de proef van sertholet : Een flukje Vleefch in eene ontbinding van Sublimaat gelegt, herftelde het Gedephlogijleerde Zoutzuur in zijnen gewoonen ftaat. — Er werd Mercurius Dulcis afgefcheiden, die minder ontbindbaar in wa« ter naar den bodem valt; terwijl het gebleven vocht, ten blijke dat er afgefcheiden Zuur in hhisveft, de Syrp. Violar. rood verfde, 'tgeen de Solutie van Sublimaat te vooren niet deed» Van dien aart moet ook het geval zijn, bij do  ( IT» ) de af branding van Alcohol, boven de Snuit* maat. — Naar maate het Gedephlogi'fleerde Zcut+ zuur in zijnen gewoonen (laat herfteld word, naar die maate word het overblijvende aan Mercurius Dulcis gelijk. Een dragmen Mercurius Sublimatus Corrofiüus Adujlus, op gewoone wijze bereid, liet bij deszelfs ontbinding, in gedeftilleert water, een zetzelna, 't welk, gedroogt zijnde, tien greinen weegde, en alle hoedanigheden van Mercurius Dulcis vertoonde, vermengd met eenige ijzerdeeltjens, die van den gebruikten ijzeren Spatel ontbonden waren. Daar de Sublimaat door het ijzer geheel ontleed word, en wel zeer gretig, ziet men, van hoe veel invloed deszelfs gebruik bij deze bewerking is, vooral zo de couleur het eenige teken van genoegzame afbranding is.—• Zo is, ook de meerdere of mindere zuiverheid der Alcohol van olijdeelen, van veel invloed. Het is dus zeer mogelijk, dat verfchillende bewerkeren eenen Mercurius Sublimatus Cor* rofivus Aduftus leveren, die in fcherpheid verfchillend is, naar de wijze,, waar op,men zig van  ( H3 ) Van den ijzeren Spatel bediend heeft, van welks meer of min fpaarzaam gebruik het zeer veel moet afhangen , dat de Sublimaat, na veele of weinige afbrandingen, de ver< eifchte couleur heeft. Men zoude kunnen denken , dat dit on» verfchillig was , en dat niet het getal der af' brandingen, maar de couleur, altijd een teken was van denzelfden trap van verzoeting 4 't zij die door het ijzer, of den Alcohol be» werkt zij. Met Ahohol, die van olijdeelen voorzien is, fcheind dit zo; maar wat de couleur, door het ijzer veroorzaakt, aangaat, blijkt het voegende : Op twee Schotehjjs had ik dezelfde hoeveelheid Sublimaat, met gelijke maat A1cq~ hol, zevenmaalen afgebrand, het eene, met eenen ijzeren Spatel, en het andere met glas omgeroerd. — Het eerde, met ijzer behandeld . was reeds ver boven, en het tweede, mei glas, nog ver beneden de vereifchte couleur; ondertusfehen leverden beide de bereidingen juist dezelfde hoeveelheid Mercurius Daleis. te weeten, tien greinen uit een dragmen, H .Daar  Daar dus, bij de ontbinding van een dragmen Mercurius Sublimatus Corrofivus Aduflts, tien greinen, als Mercurius Dulcis, terug blijft, terwijl het vogt zig juist verhoud als een ontbinding van omtrent vijftig greinen Sublimaat, behalven de ijzerdeelen, die hier mede in aanmerking komen, volgt evenwei nog niet volkomen zeker, dat een mengzèl van vijftig greinen Sublimaat met tien greinen Mercurius Dulcis, en eenige ijzer-kalk, gemengt, gelijk zoude ftaan met een dr. Mercurius Sublimatus ComfiotU Aduflm, op de gewoone wijze bereid. Stoffen, waaruit meti door Scheikundige ontleding bijna dezelfde voortbrengzeis verkrijgt, verfchillen dikwijls iu't gebruik even zo veel, als Refina Jalappit en Rcfma Cort. Peruv. —Vergelijkende geneeskundige proeven kunnen het opmaken, in hoe verre een diergelijk mengzel, met de Mercurius Sublimatus Corrofivus Aduflus, over een kome, of verfchille. WAAS.-  (H5) waarneeming eener AARS ONTBEERING, anders famengroeijing van den Aars COALITUS ANI genoemd. beneffens eene COALITUS INTESTINI RECTI, Door middel van doorfnijding eener uitgebreide vleefchachtige zelfstandigheid, en van het hüeftiniim fLeftum, herfteld. D JL^en 14 van Lentemaand, dezes jaars, werd alhier mijne hulp gevraagd bij het Kind van j. rijl, het welk 24 uuren te vooren, zonder eenig teeken eener Aar$> gebooren was. Ik vond dit Dochtertje in zorgelijke omftandigheden, terwijlen bij hetzelve ook geene de minde kentenen eener ontlastplaats, voor het Meconittm. te befpeuren waren. De uitwendige oppervlakte der bekleedze len, tusfchen de Vulva en het punt van het Staartbeemje, was glad, niet rimpelig, zo ate mij anders, ter wegwrjzing, wel eens is voorgekomen, maar overal even vall op het aanvoelen. H s Gee-  ( "8 ) fchaamd zig niet, edelmoedig te belijden, dat hij vijf onzekere kunstbewerkingen, ter openingvan het Inteflimnt Rectum, die met den dood achtervolgt werden, ondervonden heeft; twee van dezelven werden door zijn Ed. en drie anderen door even zo veel bekwame Heelmeelters uitgevoerd, offchoon althans drie derzelven tijdig genoeg ondernomen waren,ook is 't mij zeiven, zo wel als anderen, wel eens mislukt in het doen dezer heelkundige bewerking, en heb ik dus niet altijd dien gelukkigen uitflag gehad, als in dit geval, en in dat van 't Kind, des Hoeren K.... op K...., ( * ) welk laatstgemeld Kind nog in leeven en zodanig volkomen herfteld is, als.ik voorfpeklheb. (**) In het geval, onzer tegenwoordige waarneeminge, had dit zonderlinge verfchijnzelplaats, namelijk : dat, na eene ruime en diep door. dringende infnijding, met een daartoe gefchikt tweefnijdend en bolfnedig Mesje, door de uitgebreide vleefchachtige zelfstandigheid geene ontlading van zwarte drekftolï'en befpeurd wordende, mijne ingebragte vinger, langs de ge- (. * ) Zie mijne Voorname Heel- en Vroedkundige gevallen in I701 by van der *roe en j. iintsma, uitgegeven {■** ) ibid bl, io.  gemaakte Wonde ter onderzoeking, eeü ge» fpannen blaas ac lui gen tegenftand ontmoette, welke mij ook eene Coalitus ïmejiwi Recti aankondigde , en deed befluiten , tot eene 20 ruim mogelijke infnijding door dezelve. Tot dat einde, van geen Pbarjngotomut (welk in dit geval het gefchiklte werktuig ge* weeft zoude zijn) voorzien, en met de voltooi* jing der begonne kunstbewerking, om redenen , niet willende toeven, tot de bekoming van dat werktuig, plaatfte ik bovengemeld Mesje, plat en wel geveftigd, tegen de binnenzijde van mijnen weder uitgehaalden voor* ften vinger van de rechterhand, bijna zodanig door den duim van dezelfde hand aange* drukt, als men gewoon is eene Troisquart ter aftapping van water vaft te houden, en bragt alzo den gewapenden vinger een aanmerkelijk eindwegs naar boven en binnen, langs da gemaakte opening, tot dat de top des vingers tegen bovengemelde Waasachtige opfpan* ning aangedrongen was. Hier na vatte ik het Mesje, welks punt beneden den top- des vingers- verborgen was> met mijne linker hand aan, en drukte-hetzelve, voorzigtig- fehuivehde, gisfèiijk diepgenoeg» H 4 door  ( 120 ) door den tegenftand, welk hetzelve ontmoette trok het voorts tot beneden den top des vingers weder terug; waar na ik mijnen gewapenden vinger voorzigtig terug haalde, rot aan het laatfte vingerlid of uiteinde deszei ven. — Toen vatte ik het Mesje wederom met de linkerhand aan, tot zo lange ik, na de geheele nithaaling des gemelden vingers, het Mesje met dc rechterhand overnam, in eene horizontale richting, dat is : de tweefnijdende zijden van den eerten tot den anderen knobbel van de zicbeeuderenplaatfte, en zodanig fnijdende terug haalde , dat hier door, ter plaatze van den Anus, met de voorgemelde verdeelir»g, eene ruime kruiswijze infnijding ontftond. Onderwijlen de uithaaling van mijnen gevvapenden vinger, volgde eene aanzieuelijke veelheid zwarten drek, welke meer, cn door gewoone dagelijkfche ontladingen, gevolgd is. De gemaakte wond© heb ik ajlereenvoudigft behandeld, en met niets, dan droog plukzcl, tegen de geringe bloeding gedekt. De volgende ontlaftingen hebben den weg daar toe opengehouden; de heeling is na verloop van eenige dagen voltrokken, en het Kind bevind zig tQt op heden zeer welvarende.  De verzinningen en gebreken in dit Stukjen voorkomende, en die ons in 't oog gelopen zijn, gelieve men dus te verbeteren. Bladz. 4 Reg.zenq. Zijn de woorden: Ik in egt er nu ook wel bijvoegen, die vax de weNcell , eene nieuwe aantekening, welke ik bijclelaatfte naziening dezer Verhandeling ingelaft heb, en moeten dus als een Parentelis aangemerkt worden, Bladz. SI in Reg. 7. Is eene uitlating, cn moet aldus aangevuld worden : Alhoewel dezelve ongunjlig uitgevallen, en niet met herjlelling van het Gezigt bekroond is. Bladz. 5£> Reg. q Staat 't woordje en overtollig.