01 1173 9025 UB AMSTERDAM  $ T D- 1} ORP-obE SCH1 IJvek; do or J.. VAX OLLETE^. UI. DEKIi, ^ A-mftipHTU-n H WeeiEpiEi? KTe-i»fpel , G o oüan.1, 3e Lanasireclidt" eis: Het ipMrwxel, ^eeigeltiriov- , de drolkke ZécvaaT^iiIil, De Ibag'glej?"bemoei , ple,g°, de mmlfte Ttn.eJLkeriy » T&n. "viCfli'va'iigst , do «at oois C-mai— e'M^Ama&isllacnë. ~be&cix<üswwejn., "Wierilaat ea lot dit Tbtselc raaas duLidliji: aal omtToitifen . teAmlieldnm, 2>i/ JT.JL.JÏ^1J\TSJ1, ju de Stil Cl c e o~ ^735- °     INLEIDING. BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN AMSTELLASD IN 'T ALGEMEEN. C3ffchoon wij hier en daar in ons werk reeds iet van ■ Jielland in 't algemeen gezegd hebben, ter oorzaake wij om werk ftukswijze, ja zelfs bij zeer kieine gedeelten in 't licht doen komen, en des genoodzaakt zijn op deeze of geene plaats zo veel van een Land of district in 't algemeen te zeggen, als tot het wèl verftaan der befchrijvinge van een bijzonder pleksken deszeiven vereischt wordt, zullen wij echter, om aan onze gewoone orde in het zamenftellen van de boekdeelen des geheelen werks, te blijven beantwoorden , ook hier de in het hoofd deezer Inleiding gemelde algemeene befchrijving, laaten voorafgaan. Wat dan vooreerst betreft de LIGGING, Van Amflelland, deeze kan gezegd worden te zijn grenzen* de ten noorden, of liever noord.oosten aan het IJ, ten oosten aan de Muiderban, IVeesperkmpelt en de Bijkmcrmeir', ten zuiden, zuidoosten, en zuidwesten paalt het aan de Provincie van Utrecht i ten westen heeft het een gedeelte van Kennemerland: in onze befchrijving van dmftelveen, bladz. 2. tekenden wij A  Iï INLEIDING. reeds aan hoe Amfclland, door de rivier den Amftel, in twee deeten gefcheiden, en aan de westzijde Nieuwer* sjmftel , aan de oostzijde Ouder-Amftel genoemd wordt : gezegde rivier neemt zijnen aanvang omtrent drie uuren ten zuidwesten der ftad Anjieldam, naamlijk aan de zamenvloejing der watenjens de Drecht, de kremme MUdrecht, of Miert, locpende voorbij Ouderkerk in en door Amjleldam voornoemd, in het IJ. De gezegde ligging is bepaaldlijk die van het Bailluwfchap, dat niet verward moet worden met het DIjkgraaffchap , waarvan nader. De eigenfchap van den grond deezer Landftreek, hebben wij in onze gemelde befchrijving van Amfteheen reeds opgegeven, men voege nog bij het geen wij aldaar wegens de voordbrengfelen van Amjlelland gezegd hebben , dat er veel moes op gewonnen wordt, die men meestal te Amjleldam vertiert. NAAMSOORPRONG. Deeze moet zekerlijk gezocht worden in de ligging, naamlijk, gelijk wij gezegd hebben , ter wederzijde van de rivier de Amftel, betekenende de naam Amjlelland derhal ven , Land aan den Amjtel gelegen ; doch wat «Je oorfprong van den naam der rivier zelve, (Amftel,) aanbelangt, desaangaande vinden wij niets aangetekend. OUDHEID. In onze meergemelde befchrijving van Amftelveen, (bladz.2.} Zagen wij reeds hoe Amjlelland van ouds niet behoorde onder de eigendommen van de Hollandfche Graaven, maar eene bijzondere Heerelijkheid van den huize van amstel was, en de Heeren, uit dit huis, worden reeds op het jaar 1019 ge. noemd, weshalven men kan bepaalen dat Amjlelland reeds lan* ger dan zeven en een halve eeuw onder dien naam beftaan heeft.  i N L E I D I N ti. ui GROOTTE. Wat deeze betreft, a!voo/?ns dezelve zo na mogelijk te be» paaien, moeten wij aantekenen, dat de grootte van Amjlelland alleenlijk moet verdaan worden van het Bailluwfchap van dien haam, waarvan wij ook eigenlijk thans fpreeken: want het Hoogheemraadfchap van Amjlelland, (waarvan, gelijk gezegd is, flraks nader,) beflaat eene veel grootere uitgebreidheid: onder het Bailluwfchap dan behooren de volgende Ambachten, als dat van Aérgen. Roeden. HuizenOuderkerk beflaande 3504 * 527 - 249 Amftelveen . , 4076 - —— - 1167 Diemen en Diemerdam. . 1426 • 367 ■ 113 IVavirveen (*j . . 114 - 45Q - 93 Zamen 9122 M. .144 R. róaa//. behalven vericheidcne Molens. ÏWen kan derhalven Amjlelland, na genoeg, bepanlen te beflaan eenen grond van meer dan pico morgen groot ï waarop1 ïöoo huizen en veele molens gevonden worden. De gemelde deelen t waaruit Amjlelland belïaat, bevatten ied^r weder eenige onderdeden, en wel als volgt: (*) De Ambachten van Waveren, Botshol, eh Ruieewilnisferi worden door jommigen onder Amfielland begrepen, om dat zij mei hetzelve een zelfde Bailluw hebben , (en waarom wij aeztiven ook in dit Deel van ons werk hebben getrokken,) doch er zijn voor. teelden dat de gezegde Ambachten een1 afzonderlijken Bailluw gehad hebben; ,, ook," zegt een onzer geëerde begunjligcrs, „wordt „ in den aanftellings-brief van den Bailluw, van dezelven, als „ byzondere diitiiöen gewag gemaakt." A a  jW INLEIDING. Het "Ambacht van ouderkerk, wordt verdeeld in de Ronde hoep, Groet Duivendrecht, Klein Duivendrecht, Holendrecht. • Amste.lveen, in de Buitenvelderfchepolder, de AmftelveenJche of Middenpolder, de Bovenkerker polder, de Legmeer, voords in de buurten, Over Ouderkerk, Waardhuizen, Zwaluwen buurt, de Nes, de Overtoomfche of Heilige weg, tot aan het gebied van Amjleldam, de Notrddammer brug, en de Hand van Leiden, DIE men, in Diemen, Overdiemen, Diemtrdam, en Diemerbrug: ten aanzien van de gadering wordt dit Ambacht ook verdeeld in de buurten: Bovenkerk , Buitenkerk, Overdiemen en Outersdorp, bij Zeeburg, of Jaap hannes. Waverveen, wordt verdeeld in drie polders, naamlijk de Gtmeene polder, of Beoosten Bijleveld, de Hollandfche > polder, en Benoorden de Zuwe. De gezegde dorpen, hebben, ieder op zig zelf, hooge Jurisdictie , en zit de Bailluw van Amjlelland te recht met Schepenen van ieder dorp, uitgenomen dat Waverveen, in 't Crimineele, onder Ouderkerk behoort. Het WAPEN Van het Bailluwfchap van Amjlelland, is denkelijk geweest dat van het gedacht van amstel: voor het Hoogheemraad, fchap wordt gebruikt een rond wapenfehild, met een keizerlijke kroon er boven; van achter hetzelve veitoonen zig de koppen, vleugels en pooten .van een dubbelden arend: in het ichild zijn geplaatst de wapens van Amjleldam, Weesp, Ouderkerk, Amftelveen, Diemen en Wavmeen, als Jeden van het Hoogheemraadfchap GEBOUWEN. Hier onder moeten wij brengen het Gemeenelandshuis, ftaande op den dijk bij Jaap Hannis, niet ver van de IJperjUoter fluts i wij hebben hetzelve in onze aantekeningen wegens Diemen , reeds ten breedften befchreven: zie aldaar, blode, 8. enz.  INLEIDING; | ïn Amjlelland liggen verfcheidene SLUIZEN. Van welken de v jomaamften zijn De IJperJlooter Jluis ? zie over dezelven gemelde onze be« — Diemerdammer Jluis* Tchrijving van Diemen. bladz. 9. REGEERING. De Graaflijkheid flelt over het Bailluwfchap van Amjlellani een' Baüluw aan, zijnde thans (federt 1787,) de Wel-Ëd. Geftr. Heer Mr. pieter elias, Schepen en Raad in de Vroed, fchap der Stad Amjleldam, Bewindhebber van de O. I. Compagnie, enz. deeze vordert, als eders, recht van 's Heeren wege, gelijk men zulks noemt, doch omtrent deeze Heerelijk. heid is zijne regeering daarin bijzonder, dat hij geene algemeene vierfchaar fpant, over het geheels Bailluwfchap, maar in ieder Ambacht der algemeene Heerelijkheid afzonderlijk, met de Schepenen des Ambachts, die aan hem wegens 't Crimineele den eed doen, en wegens het Civile aan den Ambachtsheer: in de dorpen heeft de Bailluw niets omtrent de middenbaare * of lange jurisdictie te zeggen. Oudtijds was er een Pluimgraaf over de zwaar.en, en een afzonderlijke Rentmeester; de Bailluw voerde alleen het recht van de jagt, zo als thans over geheel Amjlelland door hem wordt geëxerceerd. Op wat wijze de Bailluw verkozen wordt, is in onze be* fchrijving van Diemen, bladz. 9. reeds gezegd. Zie wegens de Regeering van het Watergerecht, vervolgends onder onzeafdeeling,tenopfchrifte voerende:het dijkgraaf» «f, hoogheemraad-schap va n amstelland. Van de GESCHIEDENIS Van Amjlelland in 't algemeen. hebben wij in onze befchrijving van Amjlelveen, meergemeld, (bladz. 2.) reeds iet gezegd; thans zullen wij er breeder van Ipreeken: op het jaartal, onder *t voorgaande art. oudheid, genoemd, naamlijk 1019, vindt men wel, gelijk aldaa^ gezegd is, van de Heeren van amstel gemeld, doch niet in hoedanigheid van vrije bezitters de* A$  n INLEIDING. Heerelijkheid van hunnen naam * maar a!s Leenmannen der Utrechtfcke kerk: in 1155 bezat egbert van amstel ds Heerelijkheid van Amftel neg als zodanig, naamlijk als Leenroerig van Utrecht; hij werd, om zekeren twist met den Bisfehop» gebannen, doch verzoende zig met hem op bevel van den Keizer , welke zoen echter weder tot nadeel van hem was, want daarin werd bepaald dat hij het geen hij in Amftel leenroerig bezeten had, nu Hechts als Stedehouder des Bisfchops zoude behouden : deezen zijn zoon, gijsbrecht de eerste, Heer van Amftel, vinden wij echter weder als Leenman van den Biifchop van Utrecht vermeld; onder de regeering van deezen moest Amjlelland, omzijn gedrag in het bekende geval van Graave lodewijk van loon, veel lijden ; want het werd om diere? den in 1204, door de Kennemers, die den Amjleldijk doorgeftoken hadden, met rooven en branden geheel verwoest; dit echter moesten zij naderhand door eene fomme gelds boeten: na dien tijd vinden wij beftendig de Heeren van amstel, als Leen? mannen van de Utrechtfche kerk, met betrekking tot hunne H?c> s relijkheid Amjlelland, genoemd, tot op gijsbrecht, van wien wij onder Amftelveen, ter bovengemelde plaatfe, gefpro. ken hebben, als deelgenoot aan den moord van Graave floris , pm welke reden zijne goederen oen volftrekt eigendom van den Graaf werden; daarna is, gelijk wij ter gemelde plaatfe ook zeiden, Amjlelland nu eens een eigendom van de Utrechtfche ikeri, en dan weder van den Graave van Holland geweest: Graaf jan van avennes gaf ze (gelijk wij in onze meergemelde befchrijving van Amftelveen, bladz. 12. reeds zeiden,) aan zijnen broeder güido van Henegouwen, naderhand Bisfchop van Utrecht, doch na den dood van deezen, trok willem , de zoon van Graaf jan voornoemd, dc Heerelijkheid weder aan Holland: in 1346 verklaarde Keizerin mabgariet Amftellani nimmer van de Graaflijkheid te zullen fcheuren, gelijk het federt ook daaraan is gebleven — De verdere lotgevallen der HeereJijkheid in 't algemeen, is vervat in die van de bijzondere deelen derzelve, aangetekend in onze befchrijvingen dier dealen, art» pESCHIEDENISSEN.  INLEIDING. HOOG-HEEMRAADSCHAP van AMSTELLAND. Ten deezen opzichte befiaat Amjlelland, gelijk reeds geZegd is, een vrij ruimer grond, dan met betrekking tot het Bailluwfchap zelf: de weg langs welke de fchouw over de wateren, die het recht hebben om over Amjlelland uittewateren, vinden wij bij wagenaar, (en waarmede onze ingewonnene berichten, desaangaande, overeenkomen,) befchreven te gaan „ van Amjleldam af, langs den Heiligen of Overtoomfchen weg, „ de Veerdijk of Amflelveenjehen weg, door Amftelveen over de „ nieuwe fluis in de Bovenkeik°rpolder, langs den Boverikerker„ dijk, tot aan de Hand van Leiden; van hier de Legmeerlaan „ op . tot aan de Noorddammerbrug; verder langs den Nord„ veenderdijk naar eh door Kudelftaart - tot aan en door Kal/la. t, gen; van waar de ring heen loopt lang» den Bilderdammercade, „ en over het water de Drecht, langs den Wasjenaarfchen polder„ dijk, naar en door Nieuwveen, alwaar de ring gebroken „ wordt door een buig, en weder vervolgt langs de Nieuwe„ veenjche vaart, en voords over den Zeevenhovenjchn weg r aar '„ Zevenhoven; van daar naar Noorden; van Noorden naar Slikkendam, l en langs de Holiandfche Meent naar het Woerd* Verlaat; van dit „ Verlaat (trekt de weg langs de Hollandjche Kade, die tot aan „ den Ouden dam, en voords met verfcheidene keeren tot door ■ Teccop, en langs Gervershoop loopt, tot aan de westzijde van de watering de Bijleveld, langs welke de ring voordgaat tot " aan den Broe- of Brenidijk; zig van dien dijk over een voetpad keerende, door 't oude land, naar Harmeien, en voords tot aan en over het Haanwijker jluisjen, gelegd in den Haan" wijker dam, tot over den Rhijn, en over deezen (troont '„ naar Haanwijkerdam, en de Haanwijker kade; langs deeze be" nevens de Kattmbroeker kade, ter zijde de landen van Haan,wi)k, Bijleveld, Rei]'ers- koop, Kattenbroek en Mastwijk, tot aan den IJsfeldijk, niet verre van Montfoort, en langs deezen „ daar zij heenen loopt, ter zijde van net zuiderijkfte gedeelte '„ van Maitwijk en Jgtboven, tot aan den Meersniijk, en noordA 4  INLEIDING. „ waards langs denzelven, tot aan de Leidjche vaart, of Ouden „ Rhijn; nevens welke de ring de zuidzijde heenen loopt tot „ aan den Heldam, daar hij zig noord waards keert, loopende „ ten westen van de Heikoper watering, door Kockingen tot „ aan Joostendam, en verder langs de Portengenfche kade, tot „ aan de Rondeveenfche polderkade, daar de weg van den ring „ te rug keert, door 't achterfte en voorfte bosch, en zig uit. „ ftrekt tot over den dam Ter Aa, tot aan de kromme Angftel, », die met de nieuwe vaart bij Nieuwerjluis, onder den fchouw „ behoort tot aan den Indijk, en zoo verre deeze dijk loopt tot „ aan de westzijde van de Vecht. door Nichtevecht, Weesp en „ Muiden, daar de ring door den Mulder- of Diemer. Zeedijk „ gefloten wordt, tot aan Amfteldam toe." De Bailluw van Amftelland, is tevens algemeen Dijkgraaf, en kiest, ingevolge eenen last van Keizer karei, den vijfden, uitgedrukt in eene handvest van den jaare 1553, jaarlijks zes Hoog-Heemraaden, naamlijk uit de Gerechten van Amfteldam, Weesp, Ouderkerk, Amftelveen, Diemen en Waverveen, ieder één, ten einde met twee of drie derzelven, den bovengemelden ring van de gemeene waterfchutting van Amjlelland te fchouwen onverminderd de fchouwen, die de Schouten en Ambachtslied ren in hunne distrieten hebben, en bij ons ieder op haare plaats aangetekend zijn, onder ons art. Wereldlijke regeert ng* thans echter worden gezegde Hoog.heemraden van Amjleldam' en Weesp, gefield door Burgemeesteren en Regeerders der gemelde Steden respective, en die van Ouderkerk, Amftelveen, Diemen en Waverveen, ingevolge de verkoopconditien der Ambaehtsheerelykheden onder Amftelland, door derzei ver Ambachtsbeeren. Het gezegde Collegie vergadert gemeenlijk op de eerfle maandagen in Maart, Mei, Julij, September,en November; ook wel tusfchentijds, zo dikwijls de Dijkgraaf goedvindt hetzelve te befchrijven in 't vertrek van Heeren Burgemeesteren der flad Amfteldam, en over judicieele zaaken in de kamer van Heeren Comrrisfarisfen van da kleine zaaken derzei ver ftad, Het heeft zijn eigen Secretaris en Bode.  INLEIDING. É Wegens het Dykcollegie, dat nog in Amftelland voorhanden is, zie men onze befchrijving van Diemen, bladz. n. Dit Collegie vergadert gewoonlijk op den 12 en 13 Mei; den 24 en 25 Julij en 17 Augustus, dat de Schouwdagen zijn, als mede op den 1 September: des zomers wordt de vergadering gehouden in het Gemeenelandshuis aan den dijk, bij Jaaphannes , alwaar, een Castelein is, die mede 't opzicht over den dijk heeft; als de wegen derwaards, des winters, onbruikbaar zijn, vergadert het Collegie te Amfteldam in een der Doeies of een ander voornaam Logement ter dier ftede. De dijk waarover dit Hoog-Heemraadfchap het bewind heeft, is van de grootfte aangelegenheid voor Amftelland, Muiden en Weesperkerspel, enz.: als dezelve doorbreekt, of doorgeftoken wordt, overftroomt het platte land van Utrecht, tot bovenBrew kelen en Portengen toe: kort voor den jaare 1509 fchijnt dezelve op twee plaatfen doorgebroken te zijn geweest: in ijgg en 1675 mede op twee plaatfen; in 1702 ter lengte van ruim 31 roeden ; in laatere jaaren is hij dikwijls in groot gevaar van doorbraak geweest : om het nut dat hij doet, zijn erdoor 'sLands Graaven, en vervolgends door de Staaten van tijd tot tijd breede handvesten en voorrechten vergund, wegens onderfteuning van gelden uit *sLands Casfe ter verfterkinge van denzelven: na de plaag van het paalgewormte, is hij ongemeen verfterkt; „ een werk," lezen wij, „ 't welk aan arbeidsloon, aard, plem,, pen van zand, puin, het heien van een regel paaien, enz. „ vijfmaal honderd negen-en dertig duizend, agt honderd, vier' „ en negentig guldens gekost heeft." Bij fommigen, onder anderen in den Tegenwoordigen ftaat van Holland, vinden wij dit Collegie mede Hoogheemraadfckap genoemd; doch in onze befchrijving van Diemen hebben wij reeds doen zien, dat de beheering aan dat Collegie niet is toe» gedaan over den geheelen dijk, en dat zij des zouden kunnen doen en handelen als het Hoogheemraadfcbap van Amftelland kan doen: „ hetzelve", voegt men in aan ons gunftiglijk toegezondene berichten daarbij, „ hetzelve is bepaaldlijk inge- field tot befchouwing van het ijzer en houtwerk dat toen aan A 5  x INLEIDING, „ den dijk was, en de Graaf zegt met zo veele woorden fn „ zijn privilegie, dat zo lang men IJpeflaot, (dat toen beplaat „ wierd , en des niet de geheeie dijk,) met ijzer en hout hou„ den zou, dat zo lang die fehouw zou duuren; doch zo dat weggenomen wierd, zou de fchouw dood en te niet zijn — naderhand is wel dat Collegie gemagtigd, om den geheelen „ houten dijk te befchouwen, doch dit privilegie werd onder „ hetzelve verband gegeeven — nu het hout weg is, is des dat j, geheeie Collegie te niet, en heeft niets meer als eene fuperin„ tendentie over het fchouwen, dat Diemen en Muiden doet; bij refylune van 1678 is dit Collegie genaamd een Hoogendijk» „ Heemraadfcltap, en hetzelve mag niet vergaderen dan met den rt Bi'Uuw van Amjlelland, die het hoofd is — men kan met %, geene mogelijkheid fustineeren", gaat onze begunftiger voord, „ dat het Collegie van Zeeburg en Diemerdijk, een tweede Hoog- heemraadfehap is, hoe zeer fommigen het daarvoor trachten „ te debiteeren; dit Collegie is zelfs fubject aan het Hoogheem* t, raadfehap van Amftelland <—— misfehien zal men zeggen: in „ plaats van het hout en ijzer zijn nu de fteenen", (zie onze befchrijving van Diemen, bladz. 12.) „en hierover voeren die Heeren t, echter hun gezach; 't is waar dat zij zulks doen; maar 't is 9, ook waar dat zij er eigenlijk geen recht toe hebben: toen het paalwerk van den worm werd doorvreeten, verzocht dat f, Heemraadlchap van de Staaten de magt en de faculteit te mo„ gen hebben om den dijk met fteenen te beleggen; de Staaten „ permitteerden zulks; dan toen zij vroegen om de beheering, }, fchouw, enz. is zulks, als itrijdende met de privilegiën, af, gewezen; derhalven hebben zij desaangaande geen gewettigd I, gezach, oefenen het tegen rechte, en houden hetzelve tegen „ Dumen ftaande, waarfchijneiijk wel weetende dat die plaats, „ (want Muiden ftoort zig aan den geheelen dijk niet meer,) „ geen gclds genoeg heeft om dat proces voltehouden, niette^ s, genftaande het van tijd tot tijd zijn hoofd opricht, en zijn recht defendeert."  BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN <& O O 1 LilD IN 'T ALGEMEEN. *V*an deeze aangenaame oord onzes Land», is de LIGGING. Grenzende ten Noordoosten aan de Zuiderzee, ten oosten aan de Provincie van Utrecht: „ alwaar," Isezen wij, „ de land„ fcheiding van dien kant begint aan den mond van de Etm, „ en Westwaards voordgaat tot een zekeren paal, de Leeuwen' „ paal genaamd, en van daar langs de Heerlijkheden van de „ Eemnesfen, Baren en Zout, waarvan het door eene gegrave„ ne greppel, de Gooiengraft genoemd, wordt afgefcheiden van „ het nicht van Utrecht, rajende deeze graft weinig minder „ dan in eene rechte lijn, van den Leeuwenpaal, af, op de St. „ Maartens, of Doms toren van Utrecht, en verder door eene „ gegravere landfcheiding, en verfcheidene paaien, waarop aan „ den eenen kant het Hollandfche, en aan de andere het Sticht-, ,,/che wapen ftaat, tot aan den hoek bij de Drie fteenen, aan „ Maartensdijk, alwaar dezelve een* hoek maakt, en westwaards „ voordloopt: hier grenst Gooiland Insgelijks ten zuiden aan te ,„ Provincie van Uirtcht, tegen een gedeelte van Maartensdijk-  xii INLEIDING. „ Agttienhoven, Westbroek, en een gedeelte van Tienhoven, tot „ aan het Rechtsgebied van de Loosdrechten, langs welke het „ten westen grenst tot aan Kortekoef, onder het (licht, en „ langs de 's Gravenlandjche of Gooifche vaart en Kortehoef, bew nevens het Stichts Ankeveen , tot onder den Ankeveenjclien „ folder onder Holland, daar Gooilaiid door den Looidijk be„ paald wordt, en westwaards heen ftrekkende, den Ankeveen. „ fchen polder onder Weesper kerspel ten zuiden heeft; dat, ne,, vens den rechtsban van Muiden heenengaande, het Bailiuw„ fchap van Gooiland ten westen van Muiderberg aan de Zui„ derzee bepaalt." — In de laatfte overeenkomst (wegens de Grensfcheiding,) tusfchen Hollanden Utrecht, wordt de land* fcheiding ten zuiden begreepen te gaan rechtftreeks tot aan de f'echt, zo dat de Loosdrechten, Mynden, Hollandsch henen, en Laenderyeen in deezen ook onder Gooiland begreepen worden, echter worden zij niet door den Bailluw van Goeiland be. heerscht. De grond- van dit vrij uitgebreide land is hoog, zandig en overal niet even vruchtbaar, doch in onze volgende befchrijvin. gen van de bijzondere deelen van Gooiland zal overvloedig blijken., wat noeste arbeid, in het bereiden van eenen onvruchthaaren, tot eenen vruchtbaaren grond vermag; in die bijzondere befchrijvingen fpreeken wij ook voldoende over de aangenaame verfcheidenheid van gezichten, die Gooiland oplevert. Onder de heuvelen die er gevonden worden, zijn de voornaamften De Kooltjens of Tafelberg, waarop een ronde tafel van blaauwe fteen geplaatst is, in welken 60 naamen van fteden, dorpen, gehuchten, floten en heerehuizen, ieder volgends den ftreek alwaar men ze zoeken moet, (ten diende van den reiziger ,) zijn ingehouwen, en van welken ook het meeste gedeelte, bij helder weêr, kan gezien worden. De Seisjensberg. De Leeuwenberg.  INLEIDING XïU Het Trompenbergen; zie van dit onze Befchrijving van Hilyer juin. Behalven de Gooifche bosfchen waarvan in onze meergemelde fluks wijze befchrijving gefproken is, vondt men weleer op deezen grond het Gmerbosch; doch hetzelve is geheel verdweenen, alhoewel de landftreek daaromtrent nog den naam daatvan draagt. Van den aart der lieden welken deeze aangenaame landftreek bewoonen, hebben wij in onae befchrijving van Hiherfum bladz. 2. reeds gefproken. Wegens de NAAMSOORSPRONG Zie men onze befchrijving van Naarden. De oudheid van Gooiland blijkt uit het geen van deszelfs naamsoorsprong, ter zo even aangewezene plaatfe, gezegd is: het geen wij aldaar wegens de Abtdisfe goedela gemeld hebben , moet gebragt worden tot omtrent den jaare 1280; doch anderen willen dat Gooiland reeds omtrent den jaare 970, door Keizer otto den ïrooten, aan wichman, Graave van Zutphen zou afgedaan weezen, in gevolge waarvan dit land dan nu al ruim 800 jaaren bekend geweest is. GROOTTE. Deeze bepaalt men, op meer dan 67CO morgenhnds, Rhijnlandfche maat, waarvan 4579 morgen voor de heigronden worden gerekend. Wegens de Meenten of Gtmeene weiden, onder de gezegde heigronden gevonden wordende, zo wel als wegens de Erfgoajers daarop betrekking hebbende, zie onze befchrijving van La. ren, Hilverfum, enz. Het bewoonde gedeelte van den gezegden uitgebreiden grond van Gooiland bevat  «iv* INLEIDING. Waarden, Hulzen, Blarikum, Laren, Htlverfum,'sG:de vsland, Busjein, Muiderberg, Het WAPEN Van Gtoiland is dat van de flad Ndarden. 1 A'gemeene gebouwen van geheel het Land, zijn hier niet voorhanden, waarom wij van ons art. wegens die Gebouwera kunnen zwijgen. En wat betreft ons aft. regiering, men zie met betrek, king tot de Gemeene weiden onze voorgemelde befchrijving van 'sGraaveland, voords ons art. regeering in de bijzondere beichrijvingen van ieder deel van Gooiland — ■» er is ook eerï Houtvester over deezen oord in 't algemeen. VOORRECHTEN en VERPLICHTINGEN. T Onder dit drtijkel zouden wij moeten brengen het geen wï} ter boven genoemde plaatfèn van de Erfgtojers gezegd hebben, doch hetzelve aldaar naar vereisen opgegeven hebbende, kunnerï Wij er hier van zwijgen. Uit kracht van bedingen bij één der overdragfen waaraan Gooiland onderworpen geweest is, gemaakt, liggen de Gooilan* ders onder de verpligting van eene Koptiende; daarin be.Qaande dat alle land het welk ééns bezaaid is geweest, den Houtvester moet geeven zeker getal van koppen of maaten, naar den inhoud der tiendeboeken, waarover binnen de twaalf tochten van kersmis in ieder dorp zitdag wordt gehouden; en moet ieder zijn aandeel aldaar komen betaalen, in graan zelf, of in geld : tot het Hellen van den prijs worden Burgemeesters van Marden jaarlijks verzocht, en genieten daarvoor zes Guldens; die binnen de twaalf nachten voornoemd niet betaalt, verbeurt dubbeld, (dit noemt men fluitn; ) die drie jaaren lang fluit, diens land vervalt geheel aan den Tienden Heer, of Houtve* ter. i  INLEIDING. 2v De overdragt iden:Me dèeze kerkjens zijn wei klein, maar eehter aan het oogmerk zeer voldoende: weleer hadden de oude Vlamingen nog een kerk De Kruikjens, dus genoemd naar een herberg van dien paam daar naast ftaande; en de Vriefche Doopsgezinden eene andere, De Arke Ntachs, genaamd; doch beiden zijn niet meer in wezen. " De CAlegianten vergaderen boven 't weeshuis dier Gemeente, op de Keizersgracht over den gewezenen fcbouwburg. Nabij de Remonftranten Kerk, hebben de Kwaakers eene verga-ierplaats, kenbaar aan een'driehoek , die boven den ingang ftaat. In de Houttuinen vergaderen de Hernhutters: ook hebben de Perïaanen hier ter ftede een net kerkjen; er is ook nog een kleine en.nette Griekfchc Kerk; op de Oudezijds Voorburgwal; fchuin over de Oude Kerk. De Portugeefche en Hoogduitfche Jenden, hebben er voords iedereene aanzienlijke fijnagöge, die, vooral de eerstgemelde, der bezichtiginge van den vreemdeling overwaardig zijn. Offchoon nu in de meeste Gereformeerde Kerken , zo wel als in de Oude en Nieuwe van de Luthérfihtü, (naamlijk aan het Nieuwe licht behoorénde,) begraaven worde, (die van het Oude licht hebnen zig een kerkhof op Muiderherg verkozen; zie onze befchrijving van dat dorpjen;) zijn er echter hier ter ftede nog vijf groote kerkhoven ; aan afgelegene oorden der ftad: de Jsoden hebben er drie buiten de ftad; één te Ouderkerk, één te Muiderberg, en één nabij Zeebuig. Zijn de kerken te Amfteldam, gelijk gebleken is veelen, da verdere Godsdienftige Geftichten zijn er nog veel talrijker: wij z''ilen de voornaamlien met een enkel woord aanftippen. A 5  i« DE NEDERLANDSGHE STAD. ew Het Pitten Gasthuis, dat zijnen naam ontleent van één der Gasthuizen welken weieer hier ter flede waren komt eerst in aanmerking: het was in oude tijde de Kloosters der Ouoe en Nieuwe Nonnen: aiies wat hierin gevonden wordt is ongemeen aan het oogmerk voldoende; het beeft zijöe eigene bakkerij en brouwerij, ook is er de ftads Apotheek inVe Plaatst: even binnen de groote poort is een Beiert, alwaar de" bedelaars en arme vreemdelingen drie nachten om niet kunnen logeeren , ontvangende des avonds en morgens ookfpijsen drank. Het tegenwoordige Verbandhuis, ook in het Gasthuis zijnde, Was weleer het Pesthuis, dat omtrent den jaare x6l6 van daar naar buiten de Leidfche poort verplaatst, en te klein geworden zijnde, in 1630 weaer verplaatst werd, daar het thans nog . gezien wordt, mede buiten de Leidfche poort, een goed ftuk wegs landwaards in gelegen: in 1732 i« het geheel verbrand; doch t werd terftond weder herbouwd, juist 200 voeten lans en breed, en rondsom met een graft omgeven: ter zijde heeft het een eigen kerkhof, waarop ook fommigen met den dood geftraften begraven worden - Toen het Dolhuis weggenomen zoude worden, ter bouwinge van een kerk voor de Herfieldhut.mfcne Gemeente, werd aan dit huis een ruimen vleugel gel aouwd, die thans voor een Dolhuis dient. Het Oude Mannen- en Vrouwen-huis, ftaande naast het Gasthuis: dit werd gebouwd uit een loterij, door de Wethouderfchap m 1600 opgefteld: het ftaat op een gedeelte gronds van £ Oude Aonneklooster, is een zeer royaal gebouw, en alleZins bezienswaardig: het is niet aangelegd voor armen maar begunftigden, die er een aangenaam leven leiden; zij moeten bij bet inkomen eenig huisraad , doch voor hun eigen gebruik, medebrengen — in 1605 werd in hetzelve een put gegraven van 232 >eten diep; bij welke graaving men onderfcheidene beddingen gi ,nd$ vond; onder anderen ter diepte van 72 voe«en, een voet molm, en niet veel voeten dieper veele fchelpen m zeehoorentjens - voor weinige jaaren is dit gebouw, aan de eene zijde, (op de Koheniers burgwal,) met een ftaajen ftee. ren poort vercïerd: de doorgang vandaar naar de Oude zvds ^tjrburgwal is overdekt, heeft aan de eene zijde uitzicht dóór vee-e fchuiiraamen op de opene plaats of't bleekveld van '£ huis, en aan de andere zijde wMeika&n, die aan galanteriekramers enz. vernuurd worden.  D O R P-B E S C H R IJ V E R.' (Amfteldam.') IS Het Burger weeshuis, was weleer het St. Lucie.klooster in 1580 daartoe vervaardigd; vóór dien tiid was het fraai herbouwd Lo« gement de Keizers hoon, het Burger weeshuis: dit huis is groot, aanzienlijk, en ook zeer rijk. Het Diaconie weeshuis in de Zwaanenburgerftreat - is een gebouw van den jaare 1656; dit is mede ongemeen groot; heeft niet alleen zijn eigen Apotheek, maar ook artzenijtuin. Het Diaconie-oude-Mannen- en Vrouwen-huis, ftaande op den Binnenamftel, doet ieder wegens zijne grootte verbazen; maar meer nog als men het van binnen bezichtigt, door zijne inrichting en de orde die cr over het algemeen in heerscht: het geheeie Jigchaam der AmfteldamfcheDiaconie is bewonderens waardig, vooral wegens de onbedenkelijke fommen die het jaarlijks tot onderhoud noodig heeft. Achter dit huis ontmoet men het Korvers hof jen, ia 17»* gedicht uit eene ervenis van den Heere jan corver, OudSchepen en Raad der ftad: het ftaat onder beduur van de Ge< reformeerde Diaconie, wordende er geene anderen dan gehuwde oude lieden zonder kinderen in geplaatst: zo één van beiden overlijdt moet de nablijvende in het Diaconie Oude mannen. of vrouwen-huis, bovengemeld, overgaan — een dergelijk hofjen is daar nabij nog onlangs gebouwd, uit eene ervenis *an den Heere van mek eren. Doet de Diaconie hier ter ftede zo veel aan haare Ledemaaten,de Huiszittenarmen, dat is die geene ledemaaten zijn, worden mede niet vergeten; de ruime uitdeelingen aan dezelven gefchieden thans op twee plaatfen, beiden mede overbezienswaardig; naamlijk in het Oude zijds huiszittenhuis, en in dat aan de Nieuwe zijde; het eerde ftaat op de Korte houtgraft, op den grond van den Leprozen tuin , en het andere op de Primegraft bij de Lelijgraft; dit laatstgemelde heeft in de ftad dtie ruime turffchuuren. De Huiszittenmeesters hebben ook nog een Hnitzitten weduwen Hof, in 1650 op den grond van 't Oud Karthuizers Klooster g.bouwd: het is almede ongemeen groot: in hetzelve worden niet dan weduwen en hoogbejaarde dochters onderhouden; de kinderen der weduwen mogen bij hunne moeders woonen, rot dat de meisjens agttien, en de jongens negentien jaaren bemikt hebben.  13 PE NEDERLANDSCHE STAD. 2» Schoon de gezegde gebouwen, ieders aandacht trekken, door hunne grootte en talrijkheid van huisgezinnen, zij allen worden nog overtroffen door het Aalmoejeniers Weeshuis, ftaande op de Tnnfegraft bij de Leidfche ftraat, in den jaare 1663 aldaar aangelegd, en naderhand nog vergroot; 't h bijna 300 voeten breed, en drie verdiepingen hoog; en er worden bijna 2^0 zielen m onderhouden; het is gebikt voor weezen, wier ouders geene burgers of ledemaaten der Gereformeerde Gemeente geweest zijn, als mede voor vondelingen, enz. De Franfche of Waalfche Gemeente , heeft te Am$eldmn mede een zeer aanzienlijk weeshuis, dat ook voor het onderhouden van oude mannen en vrouwen dient; 't ftaat op den boek van de FijzeU en Fttnfe-graften, en is een gebouw van den jaare 1660- vdrjr dien tijd hadden de Waaien hun Weeshuis in de Laurierftraat ■ het gezin m d.t huis wordt ongemeen ruim onderhouden, en » de daad vrij beter dan menig ordentelijk Amjleldamsch burger in ftaa: is zijne kleine huishouding te doen. De Engelfchen hadden weleer een Weesbuis aan de zuidzijde van óe Loojers graft; doch hetzelve was van weinig betekenisthans hebben zij een tamelijk fraai Weeshuis op de Oudezrds achterburgwal, bij de Stooffteeg, gefticht in den jaare 1782 De Raomfcfm hebben een jongens Weeshuis, ftaande aan de zuidzijde van de Lauriergmft; het is een vrij goed gebouw maar komt niet in vergelijkinge met het Maagdenhuis van dee* 3e Gemeente, op hu Spui, en dat eerst voor weinige jaaren, in de plaats van het oude, gebouwd is;dit huis gehikt veel eer naar een paleis dan naar een weeshuis — Voorheen had deeze gemeente haar uitdeelings comptoir, op den Nieuwe zyds achterburgwal, bij het Spui, doch thans is hetzelve verplaatst, op den grond van den afgebranden Schouwburg op de Kemrsgraft bij de Huidejlraat; alwaar 't mede eene zeer aan. z.enl.,ke vertooning maakt - Op het voor weinige jaaren be. bouwce Weesperveld, hebben de Rcomfchen ook een ruim huis voor arme oude lieden aangelegd; de pracht waarmede het ge. bouwd is, doet duidelijk zien dat deeze gemeente eene ruime ceurs moet bezitten. Aan de noordzijde van de Laurlergraft, ontmoet men het Weeshuis der Lutherfche Gemeente, zijnde hetzelve na het midden der voorgaande eeuw gebouwd; hei is een zeer goed ?e.  D O R P-B E S C H R IJ V E R, (Amfteldam.) Ij Jbouvv, en is voor weinige jaaren nog aanmerkelijk verbeterd — dezelfde Gemeente heeft niet verre van dat weeshuis, naamlijk itl de Konijnenftraat, een Hof jen voor oude Vrouwen, alwaar de in.wooners mede zeer goed onderhouden worden - maar van ongemeen veel meer aanziens en ruimte is het Nieuwe beftedelings. ■huis, door deeze Gemeente gebouwd op het reeds meergemelde Weesper veld; het is een groot en aanzienlijk gebouw, waarin de oude lieden ook ongemeen wël onderhouden worden. Het weeshuis der Vereenigde Vla.air.fche en Waterlandfcht Doopsgezinden, gemeenlijk het Mennonieten Weeshuis genoemd» ftaat op de Frinfegraft, tusfehen de Vijzeijlraat en Reguliersgraft, en is gefticht in den jaare 1676; zijnde in alle deelen een aangenaam en luchtig gebouw, waarin de kinderen ook met allen mogelijken zorg, gevoed, gekleed, en geleerd Worden. Vooraan in de Elandsftraat had dezelfde Gemeente weleer haar Oude Vrouwenhuis; doch hetzelve is in 175 9 geplaatst, in de Kerk/ira-it, achter het Weeshuis voornoemd. Die van de Collegianten, hebben hun Weeshuis, van oudsde Oranje appel genoemd, ter plaatfe alwaar zij hunne vergadering houden, zie hier vóór. Onder de godsdienftige geftichten ter deezer ftede kunnen ook nog de volgende geteld werden, als, Het Stads zijdewir.dhuis, geplaatst op den Cingel boven het ftads magazijn: hier worden jonge meisjens van8 tot 14jaaren„ en wier ouders van de Huis^ittenmcesters, of gelijk men zegt, van de ftad , en ook die , wier ouders van de Diaconie trekken, met het winden van zijde aan werk en geld geholpen, maar middelerwijl ook in het leezen, fchrijven, en de gronden van den Godsdienst onderwezen. Het Begijnen-hof, in de Kalverftraat, alwaar, gelijk wij reeds zeiden ,de Engelfchen hunne Kerk hebben: 't is reeds een gebouw van den jaare 1389: in i393 werd het door Hertog aLB recht in befcherminge genomen: 't is bebouwd met wooningen voor een zeker tal Begijnen, die er hunne eigene kerk en Priester hebben: de dochterkans geneeren zig met allerlei kundig naaldwerk, waarin fommigen van haar zeer ervaaren zijn. Het Lazerus of Leprozen-huis, ftaande bij de St. Anthonxes ot Jooden breêHraat: federt de lazerij genoegzaam geheel uit deeze Landen'verdweenen is,dient het Leprozen-huis, voor eenige proveniers, en fommige fimpele lieden.  14 »E NEDERLANDSCHE STAD.4» Van het Dol. of Krankzinnig huis hebben wij reeds gefprofoa* Czie boven Bladz. io). Het St. Joris hof, (taande tegen de oude Waale Kerkt was ee^ fijds het Fauliniaanen klooster; 't is nu een Proveniers huis, iChoon t voorheen ook voor Leprozen gediend hebbe. Behalven alle de gemelde gebouwen vindt men hi'er ter ftede nog eene menigte hofjens en Godsdiendige gedichten, door bij. zondere perfoonen van verfcheidene Gezinten, met Godsdiendige oogmerken, aangelegd: de voornaamden zijn: Het Deutzen Hofjen, op de Prinfegraft tusfcben de Spiegel. en Vijzel-firaaX, in 1695 gedicht door Vrouwe agneta deotz s er worden oude vrouwen op geplaatst, die,behalven vrije woo mng, 36 guldens aan geld, 40 mand turf, 20 ffi boter, 20 3 rijst, en 20 f8 kaarfen jaarlijks genieten. Venetia of Ma4rloops hef jen, aan zijnen dichter maarloop dus genoemd, gelijk ook veelen der volgenden den naam naar hunne fticbters draagen : dit hofjen daat in de Ehndflraat: behoeftige Vrou« wen van allerleie Gezinten, uitgenomen die van den Roomfchen Godsdienst zijn, genieten er vrije wooning, 50 manden turf, en nog eenig geld in 't jaar. 'T Raapen hofjen aan de Noordzijde van de Braak, wordt rrede door behoeftige vrouwen bewoond: zij genieten ieder jaarlijks 25 tonnen turf. De Huisjens van Bosch daan naast het laatstgemelde Hofjen ; in deze! ven wordt alleenlijk vrije wooning genoten *T Roeiers hofjen , op de Linde graft, is mede gedicht voer behoeftige vrouwen van den Gereformeerden Godsdienst, diecrook alleenlijk vrije inwooning genieten. Het Okkers hofjen in de kromme Palmfiraat, bijna geheel herbouwd zijnde, moet er een gering geld op verwoond worden* 'T Claas ReiniersZ. Hofjen op de Keizersgaft, tusfehen de Beeren-en Run-ftraat, behoort aan de RcamscJigezinden, en veert iet fpreuke,Liefdeis 't Fundament ;'t is aangelegd voor Vrouwen dié bijjt inkomen, voor ééns,honderd guldens moeten geeven. 'T Hamershof jen, is mede voor oude Romichgezinde Vrouwen. 'T St. Andries Hofjen op de Egelantiersgraft; hier is een kapelletjen in 't welk ééns ter week dienst gedaan wordt,door de» Capellaan van 't Begijnehof. De Brouwers huisjens in de Wijdedeeg cp de Bloemrmht, b» «ooren ook aan de Roomfchen; ais mede  DOR P-B ESCHRIJVER. (AmfttUiifh) # Het Otters hofjen, in de Virikeflraat, en De Zeven keurvorjlen in de Tuinflraat. Het Suiker hofjen op de Lindegraft, behoort aan de Luther' fcben-, en is aangelegd voor oude vrouwen, en vrijsters boven de 50 jaaren : ieder bewoonfter geniet boven vrije wooning,jaarlijks 40 manden turf, 10 ffi rijst, en drie dukatons aan geld aan dezelfde Gemeente behoort ook Het Grillen hofjen, in de Ifeterings dwarsftmot. Het Brantztn hofjen, op de Nieuwe Keizersgraft bij de Wees> perftraat. Het Linden hofjen, op de Lindengraft, behoort aan de Doopsge. zinden, als mede De Hoekfteen in de Lojerflraat, ook Het Rijpen- of Roozen-hofjen op de Roozegraft, ' Zie daar alleenlijk de hoofdtrekken van een fchilderij van Gods. dienstigheid, barmhartigheid en menfchenliefde, waarop de Am Jieldammers met reden roem mogen draagen. WERELDLIJKE GEBOUWEN. In de eerfte plaats komt hier ongetwijfeld voor het vorstlijke Stadhuis, dat met recht den naam draagt van't agtfte wereld* woni°r: het ftaat op den ruimen dam, meer aehterwaards dan het oude Stadhuis in 1652, door de vlamme vernield, aluaar gedaan heeft: in i64Ü,(des vier jaaren vóór gezegden brand,) be-Ton men da grondflasren van het tegenwoordige te leggen; ruim een jaar en negen maanden bragt men door met het heien van de paaien , die ten getale van dertien duizend, zes honderti negen en vyftig werden ingeflagen, dts mettegenftaande werd de bouwing zo fpoedig voordgezet, (vooral na het oude huis, gelijk gezegd is, verbrand was,) dat de wethouderfchap reeds op den 1 Augustus 1655 er baare zitting ia nam ; evenwel had het gebouw toen nog geen dak , en er werdt nog eenigen jaaren lang aan gearbeid, eer gezegd kon worden,'dat het geheel voltooid was; alles onder opzicht van de ontwerpers, de beroemde jacobus van campen, en daniël stal peet. . Aati dit overheerelijk Stadhuis zijn de krachten der Bouwkunde uitgeput, waarvan de befchouwing zelve alleen kan overtuigen}  *6 DE NEDERLANDSCHE STAD- i» het heeft, behalven de onderfte verdieping, waarin de Ws. »elbank . gevangenplaatfen, en eenige kelders zijn, drie fteenen verdiepingen eii verwelffels ; de breedte bedraagt een tal van ru.m 2g2 voeten, en de grootfte diepte, naamlijk tusfchen hetvoorfte en achterfte middenfte uitfteekfel, bedraaeï omtrent 236 voeten, de kleinfte of zijdelijke diepte omtrent 200* voeten : zonder den toren is het gebouw weinig minder dan „7 voeten hoog: alles wat boven den grond is js zamengefteld uit witte Brem» en Benthemer Jleen, aan alle kanten met eene toereikende hoeveelheid van glasraamen voorzten: m't middenfte uitfteekzel van den voorgevel zVn negen ronde boogen, zeven van welken tot ingangen dienen* de twee overigen zijn met ijzerene traliën gefloten: met vier fteenen trappen gaat men tot deeze boogen op: in 't middenfte uufteekfei van den achtergevel, heeft men eenen lang werp.g vierkanten ingang naar welken men langs zes fteenen trappen, vooraard» en ook van beide zijden opgaat- boven deezen opftal ftaan rondsom het gebouw negentig Romeinjche Colommen, teder, met de cieraadjen, ruim 36 voeten hoog: boven deeze rij ft*at een gelijke talrijke rij CorintMfche Colommen, alles met cierlijke festonnen tusfchen beiden: op ieder' hoek van het dak ftaat eenen koperen vergulden kroon, die dooir vier arenden gedragen wordt,- langs de daken zyn twinti* dakvenfters en agttien fchoorfteenen geplaatst: de middenfte uufteekzels van de voor en achter-gevel, zijn ieder nut een kap gedekt, waarin overheerelijke levensgroote marmeren beelden geplaatst zijn; 0p de lijst van den voorkap ftaan dr.e koperen beelden, naamlijk dat der Vrede, tuslhen die der Voorzichtigheid en Rechtvaardigheid', op de achterkap fta«t tusfchen de beelden der Maatiglid en tVakkertS l Atlasbeeld den hemelkloot torfchende; de toren die rond en met agt halve Corinthische Colommen omringd is, ftaat in t midden boven den kap van den voorgevel oP een vierkanten voetftuk, en is ruim 65. voeten hoog: oP denzei ven ftaat voor windwijzer het oude wapen der ftad: de toren is met festonnen en andere fieraaden der bouwkunde getooid; ook heeft hy een kunstig uurwerk en klokkefpel, op 't welk driemaal ter week een uur gefpeeld wordt; de ton van het werk weegt 4474 ponden. .ZeZ°rT- 0n$ bcftek te veel W«gd weezen , wilde me» eene befchrijving van k« inwendige des gebouvvs van ons vor-  Z© ©©it ie 3ni.ite ]Kosj]pira.a:rtlij JleniL lenarpeX hse^t ^eAidkl", liet is aau't leieepT'iji ij. 'TVcrmio^Jiii AMSTK1T0AM Jkanlieel EuroojJ x^e^eeirara., InLitüem. meiiini zijn-vest déYEIJEnEIB) Üeeüits. aiet eerei.   DÖRP-BESCHRIJVER, (Amfléldam.) t) vorderen, wij kunnen er flechts iet weiiigs van zeggen; de talrijke vertrekken , welken er in zijn, zijn allen der bezichtigin» ge overwaardig; eenigen van dezelven zijn vercierd met over. heerelijke fchilderftukken, en befchilderingen van de voornaamde! oude meesters; de vroedfehapskamer munt daarin boven alle andereri uit: op de wapenkamer zijn ook veele bijzonderheden te zien , voornaamlijk van oude wapenen, harnasfen, enz» Vooral zijn! bewonderenswaardig de beelden , waarmede de öpenbaare vierfchaar, die in deonderfte verdieping gevonden wordt, pronkt: men ziet er in door drie boogen, die half met gebou. wene fteenen toegemetfeld, en half met getakte koperen traliën afgefloten zijn: de ingang ter zijde is door twee zwaare metaaien deuren gefloten; flangen, zwaarden bükfems, als mede tiet oudeen nieuwe wapen der ftad, verderen' dezelve: het binnenwerk,1 zijnde een rechterftoel, bank, trappen, colommen, beeldwerk, enz. is genoegzaam alles van wit marmer gehouwen: onder het beeldwerk vertoonen zig Salomons gerecht jeleucus, die zig *t oog laat uïtfteeken, en brutüs, die zijne zoons doet onthaUcn , alles overkunstig gehouwen. Op dé tweede verdieping munt uit de burgerzaal, over wélKen men tot alle de op die verdieping zig bevindende kamers,' gaat; deeze zaal, die met twee zwaare koperen deuren gefloten Wordt, is 120 voeten lang, en omtrent 57 voeten breed : té recht is van deeze zaai gezegd: „ Alles blinkt hier van marmer, en andere kostbaare fteen, zo kundig bewerkt, dat de mansi en vrouwe-beelden niet flechts, maar ook het fruit- en loof„ werk, de bloemen, de korenfehoven, de vogeltjens, het zee,, gedierte en duizenderleie aartigheden meer, den aanfehouwer ,j op 't levendigde toelagchen:" midden op den marmerfteenen grond, waren twee platte halve aardklooten van gekleurden Iteeri en geel koper kunfu'g ingelegd, doch dezelve zijn door het belóopen reeds geheel verdweenen ; een halven hemelkloot, mede kundig van geel koper in denzelfden grond ingelegd , is' nog heden te zien : het gewelffel is fraai befehilderd ; inet één woord, deeze zoal doet op het eerde gezicht verdommen, en bij nadere befchouwing houdt zij de bewondering der kenneren onafgebroken bezig. Na het ftadhuis verdient de Beurs genoemd te worden: zij is' gébouwd op vijf overwelfde boogen, die in den Amftel, aldaar Rokin geheten, gelegd zijn: de middenfte boog diende weleer tér doorvaart, doch in 1Ö22 werd er een vaartuig met buskruid B  i8 DE NEDERLANDSCHE STAD- eb onder gevonden, aldaar gelegd zijnde, zoomen zegt, met oog. mirk om het gebouw, als de kooplieden vergaderd waren, in de lucht te laaien fpringen, en daardoor de ftad eene onberfteïbaare fchadetoetebrengen; want men moet zig niet verwonderen als men hoort dat de kooplieden op één' beurstijd ibmtijds millioenen maaien miilioenen fchats aan papieren bij zig hsL% ben: na dien tijd is de gezegde doorvaart gefloten: de Beurs heftaat uit een vierkant plein, omringd van breede gaanderijen, Wier verwelfTels op 46 pilaaren van blaauwen arduinfleen rusten j aan de zuidzijde pronkt het gebouw met een cierlijk torentjen, voorzien van een uurwerk; 't gebouw is binnenswerks 250 voeten lang, en omtrent 140 voeten breed* is in den jaare 1608 aangelegd in 1ÓÏ3 volbouwd,en in i6<-? merkelijk vergroot: boven degezeg. de gaanderijen is een zogenaamde Prentekamer; welke naam zij draagt om dat cr veele winkelkasfen op gemaakt zijn, die meest door prentekoopers in huur gehouden worden, en welken er ook dagelijks hunne voorraad uitftallen; enkelrie kasfen worden ook door galanteriekramers in huur gehouden: op dezelfde verdieping vindt men mede het ftads fchermfchool. Op het Water ftaat een afzonderlijke beurs voor de korenkopers, die weleer flechts van hout was, doch in den jaare 1767 is deeze weggebroken, en een fraaje fteenen beurs in de plaats gezet; zij is gebouwd in den finaak der groote, of koopman* beurs voornoemd: niet verre van deeze beurs, op de kolk, ftaat het Korenmeeters huis, zijnde een lierlijk vierkant fteenen gebouw — achter de Korenbeurs, aan de andere zijde van hef Water, vindt men het Stads Exijnshnis, dat mede een groot gebouw is, en met hardfteenen gevels pronkt; *t is in 1637 eri 1638 merkelijk vernieuwd en vergroot bij het zelve ftaat het Bierdragers huis van de oude zijde; dat van de nieuwe zij,de 'iaai op het Spui. Amfteldam heeft drie waagen: de oudfte, zijnde een gebouw van 't jaar 1500, ftaat op den Dam, tegen ov r het ftadhuish^ven deeze is de militaire hoofdwacht; de toegangen tot wel! ke, zo wel ais her bordes daarvoor, is in den jaare 1778 fraai van blaauw arduinfleen vernieuwd - De tweede'waag ftaat op de Nieuwmarkt, en 11 de oude St. Antimies poort, 'die in 1617 rqt een waag,bekwaam gemaakt werd: boven dezelve is de openbaare leerfchooi in de Anatomie, de Snijkamer genaamd • ook worden er veele vreemde dieren, gewasfen, fteenen, geraam' ten, enz. bewaard — de Heelmeesters nebben boven dteze waag  DORP-BESCHRIJVER. (Amfteldam'). Ifif Bot hunne Gildekamer —— De derde waag flaat op de Botermarkt, en is de gewezene Regulierspoort, in 16Ö8 tot een waas toebereid. Voor weinige jaaren is er ook nog een Waterwadg aangelegd , naamlijk op den Buitenkant bij de Kraanftuis. Het Prinfenhnf, of eieenlijkcr gezegd utt Admiraliteit* hof(*% Was voorheen het St. Cecilien klooster, gedicht, naar het gevoelen van fommiget:, tusfchen den jaare 1342 en 1352; 't gobouw pronkt nog met het torentjen van de kloosterkerk t in 1661 is het klooster bijna geheel weg gebroken , en op des« zelfs grond her tegenwoordige prachtige hof gebouwd. Het Admiraliteit* of Lands zeemagazijn, fiaat aan den ij kant-, op den hoek van Rottenburg; 't is een ruim gedicht van den jaare 1655 , zijnde 220 voeten breed, en 200 voeten lang: in 1790 brandde het van binnen geheel uit, doch 't werd weldra weder in die orde gebragt, waarin wij het heden befchouwen: vocf dit magazijn ligt het fcheeps hok, binnen het welk de oorlogfchepen die onttakeld zijn, opgelegd worden: er leggen altoos fraaje pronkfchepen in: nog werkelijk is men bezig met de onderneeming om aldaar een dokte maaken, docti veelen deskundigen twijfelen aan den goeden uitflsg daarvan — bij 't magazijn is ook V Lands timmerwerf, zijnde dezelve omtrent 1500 voeten lang — Op een vrij grooten afftand van het magazijn, is VLands Lijnbaan, benevens die der Oostindifche Compagnie; het Huis dier Compagnie, op der hoek van de Hoogjtraat, was tot den jaare 1605 het dads magazijn: het zeiveis van tijd tot tijd vergroot - Het Zeemagazijn derzelfde Compagnie is een geweldig groot gebouw, in 1660 aan den IJ. kant aangelegd: achter het zelve ligt 'sCompagnies werf; haare Lijnbaan is op Oostenburg. De gebouwen dar Westindifcht Compagnie, zijn het Huis, op de Garnaalemarkt ; haar pakhuis ftaat op Raaper.burr, aan den IJ-kant: weleer hield deeze Compagnie haare vergadering in he: geoouw op den Haarlemmerdijk, thans tot een Heeren Logement dienende: de gewapende schutterij betrekt boven hetzelve des avonds eene wacht. (*) Het draagt den naam van Prinfenhof. om dat het in 1^4, bekwaam gemaakt werd ter logeeringe van Prinfen, en ar.dere voorname pirfoonaad-'en , die zig dinwijls in Amdeldam bevinden, B 2  *> DE NEDERLANDSCHE STAD- ebt Onder de groote ftads gebouwen munt niet weinig uit öè' ümbard, o? Bank van leening, tonde op den Fluweekn burgwal: m i548 dat het huis aldaar gebouwd tot een magazijn voor de huiszittenarmen; doch in .614 werd het tot een lombard bekwaam gemaakt, en m 1609 nog merkelijk vergroot: van de panden onder de / ,oc wordt flechts een' pe,V inng van iederen gulden per week bepaald ; van de panden boven de ƒ ico tot ƒ 475 wordt 7i ten honderd, en van panden van ƒ 500 en daar boven, wordt 6 ten honderd 'sjaars betaalddoor geheel de ftad heen, woonen inbrengen of übïengMs, we voor een bepaald loon, de panden, beneden de f ,00 aanneemen, en in de groote Lombard brengen. Vijf vtecbhalien waren er voorheen in Amjleldam, twee in de A«s doch de kleinfie dier twee is voor eenige jaaren weg> gebroken, en de groote tevens een goed gedeelte verlengd: de eene was weleer een kerkjen, st. p,eter toegewijd, gelijk teSt.Fieters poort er nog tegen over h; de móaëtMargareten klooster; de overige hallen ftaan op de Westermarkt, (boven dezelve is de hoofdwacht der wakende Schutterij,) op de Heeremarkt, en op de Botermarkt: de Jooden hebben nog eene afzonder!». Ke hal voor zig. 1 Amfteldam heeft ook eene Laken- Zfde- en Saai hal, alwaar delakers, baaien en karfaajen, gelood en gpftaala moeten worden: zij ftaat in de Staalflraat, en was weleer de ftads fteenbüuwerij. In de Kalverftraat, over den Heiligen weg, ftaat een Schrijnwerkers, of Ajtwwaiwpindi'twaï weleer een kerkjen tot het oud Leprozenhui behoorénde: de ftad verhuurt het aan eenige baazen van hef Kastemaakers gild,die er allerlei fchrijnwerk in te koop Hellen De Fischmarkten zijn drie in getal, één aan de oude, en één aan de nieuwe zijde, (beiden voor zeevisch dienende,) en een rivier vischmarkt, in de Nes, ter plaatfe alwaar weleer de kleine vl'escbhal ftond; zie boven. De Colveniers doelen, alwaar men in vroégeren tijd met vuurroers r.aar het wit plag te fchieten, is thans een aanzienlijk logement, en voor eenige jaaren van vooren fraai vertimmerd: 't was weleer eene fterkte aan den Amftel tegen de Utrechtenaar; blijkens t geen men in een' ftcen voor dezelve leest : naam' hjk de woorden, Zwicht Utrecht. Nog zijn er twee andere/W, of Schutters htveh: de Hand. en Foet-hoogs, op de GamaiemarH, thans gelchikt tot het  DORP-BESCHRIJVER. (Amfteldam.) fg indisch huis, voornoemd, en een aanzienlijk logement^ tusfchen de laatstgemeide beide doelens is één der vijf ftaos wa. penhutóen; ten einde van de Brouwersgrafi is een ander, dat geweldig groot is, en tevens tot een korenmagaz.jn dient* voords zijn aan drie Afgelegene hoeken van de ftad drie anderen. Vijf voornaame ftadsherbergen zijn er in Amfteldam: De buil, we- en Oude-'zijdsheerelogementen, de Oude en Nieuwe herbergen aan het en een in ae plantaadje, die zeer vermaaklijk gelegen is, gelijk de plantaadje zelve een aangenaam oord is: voorheen waren in dezelve eene menigte kleine herbergjens voor den bureer, doch deezen heeft men naderhand allen verboden; mislenen oordeelde men dat de burger geene ui.fpanning noodig heeft _ thans is 't ia de plantaadje intusjcheff veel ordentefr]her, want het krielt er van bordeelen. De fta' heeft ook een eigen Timmertuin, Steentuin, StesnliouWerij, Scheepstimmerwerf, Gefchut- en Klokgieterij, en Proef werf. De Nederduitfche Schouwourg Mond weleer op de Keizersgraft, (zie hiervoor, bladz. o.) doch zij werd in den jaare 1772 ten eenenraaale door de vlamme verteerd; een andere is kort na den brand op het Lijdfche plein aangelegd op de Erwte markt is een fraaje Franfche Schouwburg, voor rekening van particulieren gebouwd; doch federt eenigen tijd, mag dezelve met gebruikt worden in de Amftelftraat, bouwde men in den jaare 1790, een zeer goeden Hoogduitjchen Schouwburg, doch dezelve heeft almede moeten fluiten : eerst door verloop van het fonds, thans ter oorzaake van de tijdsomlïandigheden. Weleer, waren in Amfteldam drie Doolhoven; doch twee derzelven zijn te niét geraakt; het Oude is nog aanwezig op de Prinfengraft bij de Loojersgraft: 't heeft een zeer fchoon waterwerk ; ook vertoont men er eenige aloude gefchiedenisfen door be'weegende beeldjens: er is een houten reuzenbeeld van ongemeenen grootte,en bewonderenswaardig fraai gewerkt. Behalven de kerktorens, en die welken op de poorten., het ftadhuis, enz. gevonden worden, pronkt de ftad nog met denera Toedepoerts toren , op het Cingel .< hij draagt den genoemden naam om dat aldaar weleer het Jan rooden poortjen ftond: op denzelven is de gevangenplaats der ftads militie — de Regulierstoren, aan het einde van de Kalverftraat en Cingel; hij is alzo genoemd om dat de Regulierspoort aldaar weleer ftond : in i672 werd onder denzelven, om reden van de onhandigheden van dien tijd5 een munt aangelegd; waarom men ook den t0. B 3  32 DE NEDERLANDSCHE STAD- EN heJJ f*™***™' m de da^an gebouwde vooroaama herberg, ^.«mt, in deezen toren is een fehoon klokke! ipei jje Hanngpakkers toren, van ouds de /7e*ve toren genaamd ftaat aan den 1-kant, en wordt vergadering de &Are.mt»r»i, ftaat mede aan den r-tor» en draagt zijnen naam, naar eene vrouw, die het (cleie d tfcheep gaan van haaren man zo zeer ter harte nam, dat zij er krankzinnig van werd, welk voorval ook nog in een' fteeri ^gehouwen, enin den torenmuur geplaatst, vertoond wordtóeMontalbaans toren ftaat op de Oude fchans ; de oorfprone zisram is onzeker -de burgerij heeft to «* «5 Drie Jagthavins die in Amjleldam gevonden worden , kunnen w.J med« onder dit artijkel betrekken: de eene is bi/de cïï ^ ferie^, de tweede aan dm Amftel, voor de hooge (luis, o; breede en aanz.enlijke fteenen brug, en de derde bij 't burgerwaehthuis, Keerweer genaamd, ten einde van Kattenburg uit de twee eer,tgeme!cen zeilt jaarlijks nog een- vloot van' kleine vaartuigen, alhoewel zulks thans mede niet met den ouden luister gefchiedt. Van de ftads Kraanen zouden wij, vereischte ons bellek die naauwkeungheid nog iet kunnen zeggen, thans gaan wij dat pomt met ftilzwijgen voorbij; van de fchutfluizenhebben wij reeds met een enkel woord gewaagd, en zouden meenen derhal ven ons artijkel wereldlijke gebouwen hier mede te kunnen fluiten, ware het dat wij daaronder niet betrokken de ftads tuchthuizen en fchoolen, waarvan wij no» een enkéf woord moeten fpreaken. Het eerfte gebouw dat ons hierin voorkomt, is het Rasphuis gemeenlijk het Boeven,asphuis, ook het Tuchthuis genoemd - hetzelve word: gevonden op den Heiligen weg, en was weieer het Clanfen Klooster: in 1595, werd hét tot een tuchthuis voorde mans bekwaam gemaakt : * is een gebouw allezins der bezichnginge waardig , vooral wegens de orde welke er in heersent, dte te aanmerkeüjker wordt, wanneer mea nagaat dat de bewooners, eene talrijke hoop dier wezens zijn, welken op eene der uiterfte grenzen van de vatbaarheden van den mensch ftaan , tot de ergfte gtouwelen in ftaat zijn, en echter binnen de muu-  DORP-BESCHRIJVER. (Amfteldam.) 3 ren van dit huis, in behoorelijken tucht gehouden, ja zelfs tot Godsdienstoefening genoodzaakt worden. 'T sewezene Urfulen klooster heeft jaaren lang gediend voor een vrouwen Tucte- of Spin-huis; doch bij den aanbouw van een groot ftadsWe,khuisop \Weesperveld, is hetzelve ten onbru.ke geraakt, in zo verre het tuchtigen van vrouwlieden betreft, thans dient het tot inquartiering van militie ; de fchuldige vrouwen worden nu in bet algemeene Werkhuis voornoemd ge- ^Het'Willige rasphuis voor vrouwlieden, dat weleer aan den Y-kant ftond, en ter weeringe van bedeiaarij diende, niet alleen, maar ook ter gevangenplaatfe van vrouwen, wier gedrag opfluiting verdie.de, en wier naastbeftaanden de kosten vaneen bijzonder Beterhuis niet konden draager, almede door den aanleg van het voornoemde algemeene Werkhuis, ten onbruike geraakt zijnde, werd de grond daarvan bebouwd, met het allen lof verdienende kweekschool voor de zeevaart ; eene ïniieijing dio Amfteldam eere aandoet, en ons 't ons voorgefchreven bekrompen beftek doet betreuren; want gaarre weidden wij ten broedden over het aanleggen van die lofwaardige fchoole uit Het Verbeterhuis, ftaat op de fchans niet verre van het WetSringspoortjen;, 't was weleer een huis dat diende ter genezinge van die met fchurft of kwaadzeer befmet waren; htt huis dient voor particuliere opduitingen, echter moet zulks gefchieden op verlof van de Regeering, die ook den Vader van hetzelve aan. rtCMen heeft in Airfteldam voords een zeer aanzienlijke Door* hchti-e fchoole, QAtheneum illuftre,) 't gebouw was weleer een kerkjen van 't Agnieten klooster, naderhand een pakhuis voor de Admiraliteit, waartoe de onderfte verdieping nog gebruikt wordt; boven de leesplaats, is eene aanzienlijke dads boekerij, die eenmaal per week voor ieder opendaat; alle de boeken zijn met koperen kettingjens aan de kasfen vastgemaakt Voorheen waren in deeze dad twee Latijnfche fchoolen, thans is er maar één, ftaande op de Cingel tusfchen de Munt er. den Heiligen weg: 't is een gebouw dat allezins aan het oogmerk beantwoordt; naast hetzelve ftaat de wooning van den Reet*. De Huiszitten- of Stads-fchoolen verdienen hier ook aangemerkt te worden : zij zijn aangelegd voor de kinderen dier behoéfugen welke B4  54 PE NEDERLANDSCHE STAD-bh geene ledemaaten der Gereformeerden zijn , en derhal ven riet door de Diaconie onderhouden worden, deeze heeft haare'ei' gene fchoolen Boven de Vieescbhal in de Nes, is de vergaderplaats van de Opzieners over het Genootichap der Geneesmeesteren ! de aanzienlijke ftads Kruidtuin is in de Plantaadjen aangelegd. ' Na het aanftippen van alle deeze kweekfchoolen der geleerdheid, waarbij wij veele andere particulieren 'zouden kunnen noemen, boven al het beroemde Vergaderingshuis der Maatfchappy FMx Meritis, waarvan nader ons art. bijzonder heden, zoude het niet onvoegelijk zijn hier vervolgends iet te zeggen van de geleerde mannen die de wereldberoemde ftad Amfteldam uit haaren fchoot heeft zien geboren worden; dan, h°t getal ierzelven zoude eenige bladzijden vorderen die wij echter van ons bellek niet kunnen misfen: ten allen tijde hebben de kunsten en weetenfehappen in deeze ftad gebloeid, en het welk te bewonderenswaardiger is, daar Amfteldam eigenlijk den troon des koophandels genoemd mag worden; ja nog heden, nu zij de gevaarlijkfte verdeeldheid in'haare ingewanden voelt wroeten; nu het gezicht van duizende krijgsknechten hiar dagelijks verfchrikt; nu zij telkens voor de gevaarlijkfte uitbarstingen beeft nu nog werkelijk tellen de Amfteldammers onder zig zulk een groot aantal geleerden, als zij mogelijk nimmer onder zig hebben kunnen tellen.- vooral vindt men die loflijke voorwerpen in den achtingwaardigen burgerftand. KERKLIJKE REGEERING. Ingevolge onze gewoonte in het reeds afgewerkt gedeelte van ons uitgebreid plan, bepaalen wij ons hier ook weder alleenlijk tot de Gereformeerde, of Heerfchende kerk in Amfteldam: deeze gemeente dan wordt bediend door 29 Predikanten, één van welken in de Hoogduitfche taaie moet prediken: de Gasthuiskerk had weleer haar afzonderlijken Predikant ; doch thans predikt deeze ook op zijn beurr in de andere kerken, gelijk de overige Predikanten ook de Gasthuiskerk. op hunne beurt moeten waar neemen: de gewoone kerkenraad beftaat voords uit gemelde Pre. dikanten, een gelijk getal Ouderlingen, waarvan jaarliiks de helft afgaan, gelijk ook van de Diaconen, die 4a in getal zijn, en een afzonderlijk Collegie uitmaaken, doch van den grooten Kerkenraad ook leden zijn-.den Diaconen zijn 12 Diaconeslcn toei  DOR P-B ESCHRIJVER. (Amjleldam.') 2| gevoegd, die voor al het vrouwlijke in dat groote ligchaam zorg draagen: voorheen zond de Wethouderfchap twee Gemagtigden 'in den kerkenraad; doch federt eenige jaaren vindt zulks geen plaats meer: in gevalle van eene vacature onder de Predikanten , worden Burgemeesteren om handopening tot het doen van eeri beroep verzocht; na bekomen verlof, maakt de gewoone kerkenraad een nominatie van drie, het zelfde doet het Collegie van Diaconen: deeze dubbelde nominatie wordt in den grooten kerkenraad tot een drietal gebragt, en daaruit wordt bij meerderheid van ftemmen één verkozen, op welke verkiezing verVolgends de goedkeuring van Burgemeésteren verzocht wordt. WERELDLIJKE REGEERING. Deeze beftaat uit een Collegie van 36 Raaden, of Vroedfchappen, 4 regeerende Burgemeesters, 9 Schepenen, en één' Schout: eigenlijk zijn er 12, zó afgegaane als regeerende Burgemeesteren, die den Oud-raad uitmaaken, en hunne bijzondere funótie hebben: de Vroedfchappen behouden hunne post levenslang, doch Burgemeesteren en Schepenen worden jaarlijks, op Vrouwendag, veranderd: bij *t afllerven van één' der Raaden, wordt in de opengevallene plaats door het Collegie zelve eenen anderen verkozen: de Schout wordt door Burgemeesteren , na voorgaand befluit der Raaden , aangefteld, en blijft aan tot hij bedankt of overlijdt: er zijn nog vijf Onderfchouten, waartoe de Hoofdprovoost van *t Aelmoesfeniershuis, eh de Waterfchout, of Bailluw van *t watergerecht, behooren: ieder deezer Onderfchouten, gelijk ook' de Hoofdfchout hebben eenige gewapende dienaars onder zig; de laatstgenoemde heeft ook een' Secretaris; de gemelde jaarlijkfche verandering van regeerende Burgemeesteren gefchiedt uit den Oud - raad voornoemd, (of zo die niet voltallig is, ook wel buiten dezelven,) door dien Raad zeiven en door Oud- en regeerende Schepenen, bij meerderheid van ftemmen: drie Burgemeesteren worden op gezegde wijze verkozen, en deezen verkiezen uit de vier van het voorgaande jaar een vierden tot Prefident, welke post hij drie maanden bekleedt, vervolgens is ieder andere van drie tot drie maanden Prefident: langer dan twee jaaren mag geen van hun dienen: van de 9 Schepenen, waarvan één Prefident en B S  26 DE NEDERLAJNDSCHE STAD- en één Vice-prefident is, gaan jaarlijks 7 af; tot het benoemen van 7 anderen vervaardigt de Raad een nominatie van veertien perfoonen, waaruit door den Stadhouder 7 benoemd worden: een Prefident en Vice-prefident worden vervolgends uit de Oud-lchepenen verkozen. De wereldlijke Regeering van Amfteldam, beftaat voords in het Collegie van Thejaurieren Ordinanis, zamengefield uit vier Oud-burgemeesteren ; zij hebben opzicht over (lads gelden, deen aanbefteoir.gen, enz. — Thejaurieren extraordinaris: deezen ontvangen verpondingen, ouirengewoone latten, enz.— Weesmeesteren, zijnde Oud - fchepenen, meestijds ü in getal —. Commisjarkfen van huwelijkszaaken — van de Rekenkamer - van de,*. Jurantiekamer - Commisjartsjsn van de Wisjelbar.k, die van Kleine 'Zaaken, zittende over verlchillen die beneden de ƒ 600 gaan. •— die van de Kamer van Zeezaaken — van de Defolate boedelkamer — Commisjarisjen van den groeten Ex cijns, dat is op graanen, gemaal, wijnen, azijn, bier, turf en kooien — voords Commis. Jarisjen over den honderdften en tweelwndendften penning; wij zwijgen nu van onderfcheidene boden , lècretartslen , clerken en verdere mindere bedienden: de Regeering van Amfteldam heeft voords twee Penfionarislén, waartoe gemeenlijk geleerde lieden, verkozen worden. Wegens de CoJeden voor de armen, enz. is de Stad ook in eenige wijken verdeeld, en in iederen wijk zijn twee Wijkmeesters aangelteld, die hunne bijzondere diensten doen, vooral in het afgeeven van getuigfehrifien, waarvoor zij eene vrije bank in de kerken hebben. SCHUTTER IJ, enz. De Aufteldamfche Schutterij, is verdeeld in 5 Regimenten, ieder van 12 Compagniën of Vendels, naamlijk het bloauwe* 't oranje, het witte, 't geele en 't groette regiment; ieder regiment beeft 5 compagnien, en iedere compagnie beftaat uit 100 man, derhalven zijn er 6000 wakende Schutters, in 60 wijken verdeeld: behalven dat zijn er nog 4 compagnien buiten de ftads poorten, doen binnen derzelver vrijheid: ieder der gezegde compagniën , (in drie Corpora?lfchappen verdeeld) heeft een* Capiteih, een Lieutenanc , een Vendrig, drie Serganten,  DOR P-B ESCHRIJVER. (Amfteldam.) 27 enz.: over het geheeie ligchaam der fchutterij zijn twee Colonellen aangeftéld, die met de 60 Capiteinen, en co Lieutenanfs den vollen krijgsraad uitmaaken, welke op het ftadhuis hunne vergaderplaats heeft: van ouds, en dat billijk was, had de gewapende fchutterij verfcheidene voorrechten, ook werd zij, als 't ligchaam der Gemeente verbeeldende, in gewigtige gevallen, den welvaart der ftad betreffende, door Burgemeesteren geraadpleegd; doch dat loflijk gebruik is door den tijd geheel te niet gelopen. Sedert de gezegende omkeering van zaaken moet de gewapende burgerij oranje cocarden draagen. Behalven deeze gewapende fchutterij, houdt de ftad nog eenige compagnië'n foldaaten in dienst, die dag en nacht de poorten en andere posten bezetten, als mede een corps kanonniers: thans, bij gelegenheid van de gezegende omkeering,en tegenxvoordige vrees voor het uitbarsten van de morringen des volks, heeft zij beftendig een talrijk garnifoen binnen haare muuren. De Stad wordt boven dat alles des nachts door eene omgaande gewapende ratelwacht bewaakt: deeze heeft vier wachthuizen, of corps de garden:op alle de torens waaken des nachts ook trompetters , die als er brand ontftaat zulks terftond ontdekken, en er door hun trompet, enz. de ratelwachts kennis van geeven, welken vervolgends ieder in zijne wijk brand moet roepen, na dén ratel buitengewoon lang geflagen te hébben ; zij moeten ook de iieden die tot het brandWezen behooren wekken: er zijn eene menigte brandfpuiten zo in als buiten om de ftad voorhanden , tot welken een toerijkend getal brandmeesters, enmiridïre brandgasten aangefteld zijn: alle deeze lieden verdienen den lof van zo onvoorbeeldig vigilant te zijn, dat bij geen menfehen geheugen, in gevalle van brand, meer dan het erf waarin het ongeluk ontftaan is, ten prooje der vlamme is geworden. ' Bij deeze nachtlijke voorzorg, kunnen wij ook voegen dat de ftad,zodra des avonds het duister valt, door eene groote menigte lantaarns op paaien gefield verlicht wordt: voor weinig tijds heeft m?n eene nieuwe foort van lantaarns, die ongemeen veel lichts geeven, beginnen intevoeren, doch daarmede fchijnt men niet verder voordtegaan: fommigen van deezen zijn aan uitfteekende ijzerene armen gehangen, anderen hangen aan gefpannene touwen dwars over de ftraateni het getal van deezen is echter maar gering.  38 DE NEDERLANDSCHE STAD-est De GILDEN, Die in Amjleldam gevonden worden, zijn weinig minder dan sq waaronder, bij voorbeeld dat van de fchilders, waarin meer dan 800 baazan zijn; de ieden van bet wijnkoopers gild zijn ongelijk veel meer; ieder heeft zijne Overlieden, bijzondere keuren en gildewetten; doch niet weinigen van deeze broederfchappen klaatren dat zij naar behooren bij die hunne keuren en wetten niet gemaintineerd worden; althans maak en de Jenden er groote inbreuk op. De VOORRECHTEN Der Amjleldammeren zijn veelen, alle welken echter door hen - piet genoten worden: bij verfcheidene Graaflijke privilegiën werden zij door gantsch Holland, Zeeland en Vriesland, vrijverklaard van de Graaflijke tellen , mits te kunnen aantoonen jaar en dag poorters geweest te zijn: poorters van Amjleldam mogen, benoorden de Maaze ten platten lande, in perfoon noch goederen bekommerd worden, ten ware zij op dieverij of vechterij betrapt wierden: van ouds konden zij voor niet meer dan honderd ponden uit hunne goederen verteuren: Amjleldamjche poorters kunne» in verfcheidene fteden, volgends onderlinge overeenkomften, ervenisfen beuren zonder tot betaaling van Exu - geld gehouden te weezen, als te Dord, Haarlem, Delft, Leiden, Rotterdam , Schoonhoven, Briel, Alkmaar, en meer andere fteden — In 1547 werd die van Amjleldam de vrijheid verleend van in de Zuiderzee te mogen visfehen, mids zig bedienende van netten die de bepaalde wijdte hadden, en geen verfmoorde visch aan land brengende, enz. Wat zullen wij voords aantekenen van de BEZIGHEDEN en VER M AA KEN, Die onder de Amjleldammers uitgeoefend, en genomen worden 1— hunnen koophandel /.ouden wij vooral ien breedltenjnoeten befchrij. ven, ware het dat wij onzen leezer een voldoend denkbeeld van die bezigheden wilden geeven; dan hier ftaat ons bekrompen be-  DORP-BESCHRIJVER. CAmfteldm.) *j ftek ons weder in den weg: de handel der Amfteldammeren bedaar, niet alleen in hot vertier der waaren die in de ftad gemaakt, bereid, gebragt en gebruikt worden, van welker menigte het groot getal hunner gilden ten voorbedde verflrekt; maar ook komt daar bij het ontvangen en verzenden van goederen binnen deeze Landen, die men den binnenlandfchen handel noemt; ten derden beftaat hun handel in het ontvangen en verzenden van alles wat de vier werelddeelen opleveren ; voornaamlijk worden de beide eerfte gedeelten van hunnen handel aangekweekt dooide vrije jaar- en verfcheidene week-markten, welken zij houden : de menigte van pakhuizen die alomme gevonden worden, getuigt mede van hunne uitgebreide commercie van deeze in 't algemeen genomen moeten als hoofdtakken befchouwd worden de O. en W. I. Compagniën, hunne vaart op Groenland en Stracis jl&vids, en andere takken meer; zodat Amfteldam met recht den naam van wereldflad , ais door geheel de wereld haaren handel uitbreiderde, draagt; hoogstbelchreienswaardig is het intusfeben, dat men, wil men de waarheid niet in hét aanzicht hoonen, moet bekennen dat geheel haar uitgebreide handel in verval is, en vooral haare O. en IV. I. Compagniën in zulk eenen deplorabelen fiaat zijn , dat desaangaande Amfteldam van voor' ééne eeuw,: hemelsbreedte verfcnilt met Amfteldam in onzen tijd. , Behalven met den koophandel geneert zig Amjleldam met alièrleie fabrieken, kunsten, weetenfehappen en handwerken, ('t getal der zagenmolens rondom de ftad is 80,) zodanig dat men nier gemaklijk iet zoude kunnen bedenken het welk men in deeze ftad niet kan bekomen; wat intusfehen haare fabrieken' betreft deztl'ven zijn mede in ten allerjammerlijkst verval. Alle ftadverraaaken die bedacht kunnen worden zijn die' Van de Amfteldammers. GESCHIEDENISSEN. Daar wij van de geheeie befchrijving van het weleer zo mag. tige Amfteldam, maar een zeer kort uittiekfel kunnen geeven, zuilen wij ons althans in het fpreeken over haare gelchiedenisfen,' die zo wel in het kerklijke als wereldlijke zeer veelen zijn, on-' gemeen moéten bepaalen, en" alleenlijk iet van de hoofdtrekken daarvan kunnen aanftippen — In de dertiende seuw dath is Am-  3© DE NEDERLANDSCHE STAD-Er? fteldam reeds tot een tamelijk dorp of fteedjen aangegroeid;jam. merlijk werd het toen verwoest, ter wraake van den bekenden moord aan Graave floris den vijfden, waaraan gijsbrécht,' Heer van Amftel, medepligtig was: deeze echter bouwde het daarna weder op, en voorzag het van houtene vesten en bruggen, doch ook die zijn arbeid werd omtrent den jaare 1299 „ door de Kenneiurs en Waterlanders in kooien gelegd: in 1104 verviel *t opkomend Amfteldam in 'sGraaven ongenade, ter oorzaake van 't ontvangen van eenige ballingen, en het moest ter ftraffe alle zijne bruggen en vesten weder afbreeken, eene boete betaalen , en de vrijheid van te markten misfen: in ds eerstvolgende vijftig jaaren kwam het echter weder in groot aanzien , zodanig dat het reeds verfcheidene voorrechten ontving : na het verdrijven van den Heere van Amftel, kwam het aan de Graaflijkheid, en véór het einde der veertiende eeuw begon het door den koophandel reeds merkelijk te bloejen: in 1391 bezaten de Amfteldammers reeds een ftnk lands op 't eiland Scheonen in Deenemarken: in 1405 konden zij hunnen Graave reeds merkelijken dienst doen, en drie jaaren daarna, rustten zij met die van Kampen twee fchepen uit, om hunne koopvaarders tegen de zeevaart te beveiligen: toen de Hoekfché en Kabbeljaauwjche faÜie, geheel het Land beroerde, kreeg Am', fteldam een aanmerkelijk deel in de gevolgen van dien twist: in de maand April des jaars 1421, verbrandde ruim een derde gedeelte van de ftad, met het Raadhuis, de Nieuwe Kerk en eenige andere Godsdiendige gefticbten; het zelfde noodlot, echter niet zo geweldig, trof haar in 1452: in 1426 hielpen te Amfteldam. •kers fii.ips den goeden, Hoorn ontzetten, en niettegenftaande de teistering van den gezegden twistgeesfel, nam hun bloei zo aanmerkelijk toe, dat zij in 1438 alleen twintig oorloglchepen in zee bragten; ook werden zij in den fteeds voordduürenden krijg meer en meer geducht: in 1548 behaalden zij groote overwinning op de Utre htenaars, waarvan de Kloveniers doelen rog getuigt: (zie hiervoor, bladz. 20) ook werd omtrent dien tijd de ftad aanmerkelijk uitgelegd, en mer muuren en torens omringd: na in den Gelder/eken oorlog geen gering deel gehad te hebben, was haar aanzien reeds zodanig toegenomen, dat vericneidene Vorsten haar veele voorrechten, allen een handel betreffende, toeftonden,ook was omtrent het einde der vijf.  D 0'R P.B E S C H R IJ V Ë R. (/«/ïsWnO 3» tiende eeuw het getal der Graaflijke gcbo'iwen binnen der itede vesten zodanig toegenomen dat er beflotun werd geene nieuwen meer aanteleggen. In en omtrent den jaa^e 153» was de onverdraagzaamheid In het ftuk van den Godsdienst hier nog zo groot, dat onder anderen het drukken van 't Nieuwe Testament naar de vermaling van LüTHEtt verboden^ werd, op ftraffe van ooguitfteeking en handaf kapping; ook maak ten de Wcderdoopers op verfcheidene plaatfen van Nederland groote beroerten, wegens Godsdiendige verfchillen; te Amfteldam liepen er vijf met ontblotene zwaarden door 'de ftad, den Zegen over de rechter en den vloek óver de linker zijde derzelve uitroepende; weinig tijds daarnaf liepen zij moedernaakt door de ftad, (zij hadden hunne klederen verbrand,) meen ach! uitroepende,: en de ftraf die fontmigen van hun ondergingen, van onthoofd of verdronken te worden, konde hen echter van hunne krankzinnige dwaaling niet te. fug brengen; integendeel gingen zij daarin zo onvoorbeeldig Voord, dat zij in den jaarè 1515 een' aanflag fmeedden om Amfteldam te overvallen; den toe:eg werd wel ontdekt doch konde niet geheel gefluit worden; zij overrompelden het ftadhuis, het geen echter door de gewapende burgerij hun weder ontweldigd werd; een eisfelijke ftraf ondergingen de geenen die men gevangen kreeg; onder hen bevond zig zekeren jacob van kampen, die zig Bisfchop van Anfteldam had laaten noemen; hem werd eerst de tong uitgefneden . en hij zelf voords leevendig verbrand onlusten van minder belang door eenigen om verfcheidene redenen misnoegden, voorbijgaande, naderen wij het tijdperk waarin onze ftad niet weinitr had te lijden door den hevigen twist over Roemsch en Onronmsch; de Amfteliammers waren zo fterk tegen de Onroemjchen gekant dat deezen het nog niet hadden durven waagen er te prediken; doch daartoe gingen zij echter eindelijk over, met dat floute gevolg dat zij in 1566 de beeldftorming in de Oude kerk begonnen, en zig zo ontzachlijk wisten te maaken dat de Wethouderfchap hun het vrij. buiienprediken tceftond; doch daarmede niet voldaan , ondernamen zij het pionderen van twee kloosters, en gedroegen zig zo onrustig dat men1 moest goedvinden in 1567 een verdrag met hun te teke- nen na eei:e en andere tusfehengebeurtenis, waaronder zelfs die, en welke geen geloof verdient, dat fommige weeskinderen  32 DE NEDERLANDS CHÉ STAD* en eene bezetenheid trof, waarbij zij grouwelijke gezichten trokken, tegen de wanden opvlogen, en ook (NB.) uitheem» fche taaien fpraken, en lispende vertelden wat op 't zelfde óogenblik elders in de Vroedfchap gefchiedde, trof in 1570 Amfteldam een deerlijk: lot dooreen zwaaren watervloed; eert zelfd lot trof haar in 1593,waardoor zij ontzachlijkefchad'en in baaren fcheep vaart Ieed;geduurende deeze en andere tusfchen gebeurtenisfen, zeggen wij, kwam de bloedhond alva in 't Land, en de vervolgingen om het geloof werden ten allergrouwelijkften ' vooral binnen Amjleldam voordgezet; hij éischte eene fchatting van de ftad die zij niet konde opbrengen, en zij werd des wegen in eene boete van 25,000 guldens verwezen ; desniettegenftaande bleeven de Amfteldammers de zijde der Spaanfchen houden, waardoor zij niet weinig van de Staatfchen hadden te lijden: alva, te zeer met fchulden bezwaard, verliet haar heimelijk, en bragt. daardoor veelen derrijkfteinwooneren tot den bedelzak: in 1577 lagen de Staatjehen het toe om de ftad bij verrasfing te bemagiigen; doch die toeleg mislukte, evenwel werd zij ten volgenden jaare gedwongen zig bij verdrag overtegeeven: hier over ontftond echter weder zo hoog een verfchil dat de Onroomfchen zig verfloutteden, (25 Mei 1578) het ftadhuis te overweldigen, en dë Wethouderfchap met eenige Geestlijken ter ftad uittedrijvtn: in 1581 en vervolgends had Amfteldam niet weinig deel in het ontwerp om de Graaflijkheid aan willem den eersten optedraagen „' zij maakte er naamlijk zwaarigheid in, en 'sPrinfen onverwachte dood deed geheel de zaak achterblijven; in 1585 werd met eene tweede vergrooting der ftad een aanvang gemaakt, en in hetzelfde jaar, trachtte de fchelmfche leicester, een Gezant van Engeland, zig van eenige voorftanders der vrijheid meester to maaken; doch de waakzaamheid der Wethouderfchap en Burgerij deed hem in dat gevloekte oogmerk niet flaagen: zo zeer nam Amjleldam, niettegenftaande alle de gemelde folteringen, in bloei en volkrijkheid-toe, dat haare muuren in 1593 nogmaals,' ook andermaal in 1612, en nog eens in 1658 uitgezet werden; federt is de ftad alleenlijk binnen haare muuren meer' en meer bebouwd: in 1595 was er zo groot eene fchaarsheid van graan , dat Burgemeesteren zig onderling met eeden verbonden, dé waare gefteldheid daarvan voor de ingezets sen verborgen te houden: in 1602 gevoelde men zo hier sii elders  DORP-BESCHRijVËR. (Mfoldatt*) *| 'elders eene zwaare aardbeeving ; het zelfde gebeurde in 1692 üe bekende onlusten tusfchen de Remonflranten en Contra RetnonJlrantM, ten tijde van het beftand , ftortten onze! roede ftad weder in grouwzaarae beroeringen, ja zelfs tos plond«riug toe: in 1629 werd een veroverde zilvervloot binnen haare muuren gebragt, en, niet zonder groote opfchudding onder het bootsvolk verdeeld; m 1650, ontftond ef veiichil tusfchen de ftad en Prins willbm Den tweeden, waarom deeze dorst befluiten en ook onderneemen Amjleldam te bemagtigen, en naar zijne hand te zetten, doelt zijn aanflag mislukte hem, en hij moest terug keeren, na op deeze wijs zijn" ftamhuis een onuitwischbaare fchandvlak aangewreven te hebben: verfcheidene maaien is Amjleldam ook door de pest aangetast geworden, en wel allerhevigst in den reeds gemelden jaare 1Ö02, toen er in één week meer dan 700 menfehen aan ftierven; in 1663 en 1604, fleepte die geduchte bezoeking eene ontzachlyke menigte van inwooneiS ten grave; in 1610 was er weder zulk een hoogen watervloed, dat het water door de Warmsesftraat bruifcher.de heen liep.-'in 1Ö19 ontftond er een oproer over de boterpacht, doch' dezelve was van geen groot gevolg, en in 1625 was er weder zo hoog een vloed dat het water op den Dam ftondj het zelfde lot tastte de ftad in 1Ó37 » en andermaal allergeweldigst in 1640 en ióji aan: ten volgenden jaare verbrandde het ftadhuis, zo dat er alleenlijk de muuren , en een gedeelte van den toren ftaan bleeven: in 1653 was het verval van koop. handel alhier zo groot, dat er, volgends fommigen wel 300a huizen ledig ftonden; in i6ï4 werd alhier den vrede inet den beruchten croMwel afgekondigd, en inet alle tekenen van Vreugde wetd geheel den dag doorgebragï: om het gemeen te behnagen deed men de trompetters het bekende deuntje Wilhelmus van Nasfouwe biaazen, doch zorgvuldig hield mert voor den volke verborgen dat de vrede eerst zijn beflng gekregen had, na de overlevering van de aüe van Seclufte of" uitfluiting van den Prinfe van Oranje, bekend onder den naam ■Van 't Eeuwig Edict : na dien tijd zijn er te Amfleldam Veffchtrriene maaien grouwzaame branden ontdaan, gelijk het ook te 1 i© rmaale coor vreeslijke watervloeden geteisterd is geworden* alle de kruidftooven die in haaren omtrek of nabijheid geftaan «ebben, zijn de eene voor en de andere na in de leent g7, 169S en rópo, was er te Amjleldam weder esne nijpende fchaarsheid van graan , zodanig dat Burgemeesteren den uitvoer zelfs tot buiten den boom verboden: in den jaare 1720 had Amjleldam niet weinig te lijden do,or een verregaande zucht voor den aftiehandel, waardoor duizenden »ig totaal ruineerden, en waaruit groote beroeringen ontftonden: wij behoeven niet aantevceren wat er in Amfteldam wegens de verkiezing van wiilem den vierden Prins van Oranje, tot het Erfftadhouderfchap is voorgevallen, hetzelve is overgenoeg bekend: de ftad echter heeft daarover minder geleden dan veele andere Nederlandfche fteden; doch de verandering in 't begeeven der Amten was voor haar van grooter gevolg; men begeerde dezelven aan de Staaten van Holland opgedragen te hebben, waartoe de Stads Rnad, om het voordeel dat er de ftad van trok, nie: wilde verftann ; de beruchte Porceleinkooper daniel raap, begon nn eenen hoofdrol te fpeelen.- hij ontwierp een request aan de vroedfchap , ter ervelijkverklaaring, (in de manlijke en vrouwlijke linie,) van het Stadhouder- Capltein- en Admiraalfchap-Ge» neranl, het verkoopen der amten ten voordeele van den Lande, een vrijen krijgsraad , en het herftel der gilden in hunne voorrechten; raap nam alle mogelijke middelen ter hand om in zijn oogmerk te flaagen, doch hij vond overal grooten tegenftand, tot op zijne befteeking een menigte volks op den Dam vergaderde, het raadhuis inftooven en geen gering geweld gebruikten; onder anderen ftak hetgefpuis, in de C 2  '6-, DE NEDERLAND5CHE STAD- en plaats van de roede van juftitie een ragebol ten venftere abt zij lagen op de regeeringskusfens in dezelvenj doch zodra zij door eenige gewapende fchutters aangevallen werden namen zij in aller ijl de vlugt, evenwel volgde de toeftem* inlog tot het Erfftadhouderfchap eenige dagen daarna sin 1648 verhief zig een dergelijken flora tegen de pachters, en in denzelven werden eenige huizen deerelijfc geplunderd, op welke fchenddaad ook eene voorbeeldige ftrafoefening volgde, waarbi) eene oproerige beweeging ontftond, die een groot getal der zaaengevloeide aanfchonveren het leven kostte In 1756 gevoelde men hier weder eene aardbeeving' die geen geringe ontfteltenls veroorzaakte: in 1762 ontftond er brand in hec ftadhuis, welke echter nog gelukkig bij tijds gefluit werd: omtrent den jaare 1758 had de Nederlandfche Koop. handel, wanrvan de Amjleldamfche beurs de voornaainfta zuil is, niet weinig te lijden door het onredelijk gedrag d-e Evgeljchen, die het niet genoeg was, weerlooze fchepen optebrei.gen, te pionderen, verbeurd te verklaaren, maar ook ontzagen ze der Staaten vlagge niet,bet geen,onder anderen, de. Amjteldamjche kooplieden noodzaakte zig, desaangaande, bij requeste aan 's Lands vaderen te adresfeeren; de Heeren Bewindhebberen van de Westindifche Compagnie, voegden hunne klagten bij die der kooplieden; ter ftaavinge van alle de klag. ten werden drie lijsten van genomene, geplouderde of onrecht, maatig gecondemneerde fchepen, allen te Amfteldam in *t bij. zonder t^uisbehoorénde, ingelev&d,op deeerftelijst (tonden. 21 Schepen ter fcliade van / 3:557.500 •-• sde lijst 35 . 5:144.000:'-:'- •3de lijstjoe 439191:6:- . Dus 156 Schepen ter fchade van ƒ 9U4o69i7is7r ' Met reden was des het geroep om redres zeer groot,' evènW?l kwam het niet, het geen bij veelen den lust tot den'koophandel geheel deed verflaauwen tot merkelijk nadeel van Staai ca ftad: de gezamentüjke kooplieden van Amfteldam. Dordrecht en Rotterdam, leverden hunne klagten desaangaande in bü Mevrouwe de. Gouvernante, maar kreegen wel verzoek om uit, ftel van verdere klagten, doch geene hulp: meermaals werdï fn, '| vervolg over het zelfde ongelijk geklaagd, doch telken* ïssscï ïïsig wcaftlisij^ ft,Qc;s eist alleen,, tmi «elft kje*  DORP-BESCHRIJVER. (Amfteldam.-) 3? een de klaagers het grievend antwoord, dat het voor de Vrou- [ we Gouveraante een p o i v t d'h o n n e u r geworden was, te ftemmen in de vermeerdering van iandmagt , (dit was toen een tweede zaak in verfchil,) en zonder de voldoening daarvan te erlangen, voor geene vermeerdering van zeemagt konde ftemmen; dat men voords da kooplieden niet zoude vleien, met de teruggaven der fchepen en goederen door de Engelfchen genomen.... dan, dus voordgaande zouden wij niet alleenlijk te breedvoerig worden, maar ook de afzonderlijke gefchiedenis van onze ftad te buiten treeden; wij hebben dit alleenlijk tot dus verre willen boeken , om onzen Leezer eeiïigzins te doen befaffen, hoedanig Amfteldam ten dien tijd» in de zenuw van zijn beftaan verdrukt werd. Onder het Stadhouderfchap van willem den vijfden, die zijne moeder opvolgde, gedroegen de Engeljcken zig niet beter; daarbij kwam nog de twist tusfchen Engeland en zijne Americaanfche Colonien, welke oorlog zo veel invloed» op den ftaat van ons Vaderland gehad heeft: in 1775 was er weder een grouwzaam hoogen watervloed, doch nu op zijn hoogst gekomen zijnde, befpeurde men zonderling de hand Gods ter verlosfinge; want fchoon het water tot des morgens ten 9 uuren 20 minuten had moeten rijzen, begon het dei morgens ten 6 uur reeds te daalen, en Amfteldam werd daardoor van het ijsfelijk dreigende gevaar verlost. De voorgemelde fchandelijke gedragingen der Engelfchen gevoegd bij hunnen oorlog met America, hadden in 1780 hier ter ftede een algemeene morring veroorzaakt; en alle de woe. lingen liepen uit op de bekende oorlogsverklaaring van het Erhfche Hof aan onzen Staat, in welken oorlog Amjleldam, in gevolge de voornaame plaats welke zij in de Republiek bekleedc, een aanmerkelijk deel had; de meesten van onze tijdgeuooten hebben de akelige omftandigheden waarin Amfteldam i'edert gedompeld geweest is , beleerd; 00* Kan de gezegde Engelfche oorlog de oorzaak genoemd worden, van alle de vorderingen van het Patriotismus tot herftel van de misbruiken in 'sLands wettige conftitutie, in welke vorderingen zij door eene wgeog-fteide partij beftendig gedwarsboomd werden f ieder weet d.-.t Amfteldam in alle gevallen in de zaak A-.s Vaderlands heeft uitgemunt; nergens is de wa, pwaandel met zo veel luisters geoefend; maar ook nergens  SS DE NEDERLANDSCflE STAD- zn heeft de omkeering van zaaken zulk een fenfatie veroor zaakt; nergens zijn de Pruisjlfche fildaaten met zo groot eeü bewondering ais verbazing ontvangen; doch ook nergens heeft het hun zo veel gekost, eer zij zig konden doen J den wat nog dagelijks in Amfteldam voorvalt, is ons* allen bewust - wi, vinden goed desaangaande niet me»r te zeggen: ' r** 10 Menig held, beroemd in 't ftrijden, weet te vlugten op zijn' tijd — Weet dan fchrijyer ook te zwichten, daar gij ook in 't ftrijdperk zijt — Strijdperk waarin ook kin winnen, die de minde krachten heeft; Vaak ziet men bij u dat de oude, voor den zwakke zuigling beeft; Letterheld! gehard in 't ftrijden, ga dan vlugten op zijn' tijd, Toon dat gij ten mm' van veelen, in het letterftrijdperk zijt. Ik herinner mij deeze regelen, en zwijg. VVat ons artijkel B IJ ZONDERHEDEN j^-f', g6heel AmSttU™ ver<*ient den naam van bijzonderhe.d het geen den vreemdeling, zo hij kan zeggen de ftad gezien te hebben, gereed.ijk zal «oetaine»: 2fch „ zienmLWM na!aaten h« «** «««elde gebouw der aa„ zienlijke Maatfchsppijf e l i x mehitis hier te noemen -1 een kunsttempel van bijzondere lieden die de bewonae'rS van de ervarenfte reizigers e„ bouwkunftenaaren wegdrIZdme loflyke maatfchappij, die boven alle ande^n t «  DOR P-li ESCHRIJVER* (Amfteldaiti) 59 kunstkweekend Amfteldam uitmunt, heeft haaren aanvang genomen in 1777, op de Lelijgrachf, ver volgends is z.j verplaats op de Flueele burgwal, bij de Illuftre fchool, en federc November I788 , in haar nieuw en reeds beroemd gebouw op de Keizersgracht, 't welk zig thans in al deszelfs toster voor onzen geest vertoont, en dat wij gaarne breedvoeriger zouden befchrijven, alzo 't zulks overwaardig genoemd mag worden; dan, niet alleen verbiedt ons bellek ons hetzelve; maar ook zouden wij andere Maatfcbappijen, even nuttig in haare inrichting, en in de daad nuttiger in haare uuwerkfelen, offchoon niet zo prachtig gehuist, daardoor fchijnen te vernederen; wenschlijk ware het dat de uttwerkfelen van de Maatfchappij Felix Meritis zo verre boven die van andere Maatfchappijen in Amfteldam verheven ware, als haar gebouw boven die van de bedoelde Maatfchappijen uitmunt, dan zeker zoude het prachtige gebouw nog meer uitzondering verdienen; zo veel zij er dan van gezegd, dat het allezins trotsch en kundig is aangelegd: de concertzaat onder anderen met uitzondering, men getuigt van deeze dac zij in geheel Europa haare weêrgaê niet heeft. Den 31 Oftober des' laatstgemelde jaars (1788) wierd het gebouw ingewijd, in gezegde concertzaal, door den Hoogleeraar van swinden, met eene fraaje redevoering, en een overheerelijk expres daartoe vervaardigd muzijk, 't welk door een ongemeen fterk corps van de voornaamite muzijkmeesters werd uitgevoerd: dan, daar intusfchen de concertzaal, hoe ruim ook, niet ruim genoeg was, om alle de Heeren leden met huine 'James te. oevaugen, werden ten gemelden dage de Heeren alleen genodigd, en ten volgenden dage , Cden 1 November,) werd de inwijding, (met eenige t..epasfQ. lijke verandering,) voor de Dames alleen herhaald. De LOGEMENTEN In Amfteldam zijn te meenigvuldig om ze hier optenoeoenj onder allen munten daaronder uit:  40 DE NED. STAD- en DORPBESCHR. (Amfteldam.-) Het Wapen van Amfteldam, " De beide Doelens. De beide Heere-logementen. De drie Liesveldfche Bijbels. De Zon. Het Wapen van Embdm. tn meer anderen. De REIS GELEGENHEDEN Zijn in deezen ftad naar alle plaatfen meenigvuldiff. NB. Onder ons art. kerkmjke en godsdienstig" gebouwen, hebben wij vergeten te noemen de Roomfche kerk de Kr.jtberg, die, veele jaaren gefloten gewest zijnde, voor weini* ti]ds wederom tot het dienstdoen geopend is.  Heeft immern» AusteibjUT eem_ Tblijïleim. ila.^ "Wieefil „ 'Tvas -teen. 3e dViog'Jlamilij Jiaar loon. oiii-vatt^êiL lieeft ; Toi-ra-'t^eclsct dea volks IterlerJiiile op die aaiilciwioJS-mnde Teankest, JDifSi-lifel CIV31XÖ troost voorn" Üïuul geluk saï damkem. ; Als -uit eau. liepen. Jflaap rwiTes gVnlfck J^xiiesla^d, Toejm. mem de vrijlieidaImuhml aan.'d Amstel keeltgeplant . _z,.v:o.   VERHAAL VAN HE4T GEBEURDE VÓÓR EN BIJ HÉT fLANTEN VAN DEN EERSTE^ V3LXBEIBSBO0M T E AMSTELD A M«' JoLeuchelilker dag heeft Amfteldam, eü met het zejvë reedsbijna geheel Nederland nooit gezien, dan die van den 18 Januari) deezes Jaars, (i79S.) want op dien dag werd de bandgeflagen aan de hertelling van 'sLands Vrijheids Op dien dag fidderde gevloekte Dwingland», En riep het beste Volk, iriumpk wij zijn weêr vrij! Van tijd tot tijd hadden de Amjlelaars, (om ons bij deezen alleen te bepaalen,) hunne hoop op het eindelijke hsrltel der rechten van den mensen en van den burger ge-" A voed,  C | 5 yoed, met den wonderbaaren voorfpoed der Fratifche vs. fencn, we ken zo zichtbaar door het Opperwezen gezeeend Werden; die hoop werd brandenderf toen men^K? dat, zij, (Neeriands Verlosfersl) hunnen voet reeds op den bodem der republiek gezet hadden; echter verftaauwde de, zelve opk weder niet weinig door het befef dat de dappere redders nog breede rivieren hadden overtetrekken, aleer zij tot in 't harte des lands konden doordringen, om door hunne verfchijmng onze onderdrukkers den Vorstlijken Scets, ter u.t de hand te doen vallen; maar God betoonde allerzichtbaarst onze verlosfing te willen; Hij fprak, en zie daar de gezegde rivieren met zwaar ijs bevloerd; dit zeker was niet alleen een werk van den Almagtigen , maar pen bevel, om doortedriDgen;'tzelvegefchiedde,endePro. yincie Utrecht gaf zig weldra aan de Franfchen over. Zo dra de tijding daarvan aan den Amfiel gekomen was. zag men de vreugde op het gelaat der Vrijheidszoq* nen dartelen; Zl, verzekerden zig van hunne verlosfingt doch begrepen tevens da{ zij ook nu zeiven de handen aan t werk moeiten flaan, te maer daar de Franfchen zulks reeds van hun gevorderd hadden. ■nJn'j \etA™Wfs gezelfchappen , welken in fpijt van pllendwmgelandfchentegenliand, zig onderling hadden be. zig gehouden, met plannen tot eene revolutie te formee wvAimf.?CKde beSCe *hikkinSen bÜ eene voorvallende ™ ÏÏm « ••er"ineu; d6e?e ëezelfc^PPen oordeelden het nu tijd te zijn om het voorneemen ter uitvoer te bren%f1L ?IJ ver«aderden in het logement het wapen van ic ,1' PP de0,meiIwen dijk, en zonden, vanden geest des volks, over 't algemeen overtuigd, van'daar (des%id- ?nr«JL«n8 UUren° eSne CommisÖö ™ den PrefiJentSf*ete sTaAALr.ijN, met verzoek van de weldenkende Ingezetenen wapens te willen doen geeven, dat men SShrT de„geduchlfte ^volgen «iet kondé ila ! want da het volte over 't algemeen niet zoude wachten met de hun fchandehjk ontroofde rechten van mensch en burger krachtdaadig vvederteéïsfchen; dat hij hr! ten pp J^^u^ emt zii"e amtgenooten te fpreetV-ThJr jbel00fde,,d»halven tegen * uuren rppnort; maar W half 5 uuren kwam reeds een Frumch Officier \* è\ Had,  C 3 ) Bad, met eene fommatie; des verzochten deeze de commisfie voornoemd , tegen half 9 uuren. — Imusfchen was de toegevloeide menigte volks naar 't Wapen van Embden onbegrijpelijk talrijk , en de vreugde die men er bedreef, met zingen, danfen, en elkander geluk te wenfchen piet de vrijheid, onvoorbeeldig: terwijl dit voorviel kwam de burger krayenhoFF als Adjudant van den Generaal daendels, in de ftad, met eene Commisfie aan Burgemeefteren en aan den Commandant golofkin, tevens tijding breagende van de hulp die de burgerij van de Franfchen (tonden te genieten , zo zij zig zeiven wilden vrij maaken; zo dra dit bekend geworden was, weêrgalmde de lucht van Vrijheid1. Vrijheid! lang leeve de trarfchen! lang leeve de Republiek ! de vergaderde menigte in het fV.ipen van Embden werd nu nog veel talrijker, het gejuich veel luidruchtiger, en het danfen zo algemeen, dat geheel het gebouw daverde; den gantfchen nacht bragt men aldaar en elders, ja zelfs op de ftraaten, met gejuich en vrolijkheid door; de ruiterij nam hun patrouilles waar; doch, (dit was hun door den Commandant golofkin; reeds bevolen,) deed niemand leed, en werd ook van niemand leed gedaan ; zelfs waren er verfcheidene patrouilles die mede riepen: lang leeve de Franfchen! lang leeve de Republiek! en ook Vivat de Vrijheid! het wa$ of 't nationaal lint over de ftad regende, en ieder verfierde er zig mede. Tegen 12 uure des avonds werd van de waag afgelezen dat golofkih den volgenden morgen van zijn amc ontzet was, en de burger kbayenhoff hem alsdan daarin ftond optevolgen. Met de aankomst van den dag , verhief da algemeenï vrolijkheid zig op nieuw , en men zag voor het ftadhul? weldra dien Vrijheidsboom planten , van welken wij onze Landgenooten eene juiste afbeelding mededeelen , en die ten eeuwigften dage bij de Nederlanders eenige voorkeur zal verdienen boven alle anderen (hoeveel prachtiger ook) die daarna gezet zijn , of nog gezet mogen worden : onbegrijpelijk was de vreugde die bij en na dit planten bedreeven werd ; weldra was de boom in een gladde mast veranderd; want ieder fcheurde er een takjen af, (ja men klom ten dien einde tot jn den top toe,) A a op*  C 4 ) om er zig mede te vercieren, als met een onwaarde«rh3*# reken van Vrijheid ; het danfen rondsom Z ooom w 4 onophoudelijk , en met de ftreelendfte blijken Wé"* P£eZe rUïdeb«Omi0ëen duurde" drlad.fiÏ^orX^0 ^ * ^ ™ dea "*ch< Voords werd de oude regeering afgezet, en Volksre, pref,ntanteu vetkozen: de gevangene Heeren (wegens hec bekende request tegen de Inundatie; werden uit hunne Te. vangenis genaaid; vervolgends ook de onderdrukte en g| vangene burgers verlem, Harger en anderen - alfeti werden zij met koetfe,, „aar >t Stadhuis gereden, (na een tour rondsom den Vrijheidsboom gedaante hebben") ve" gezeld van duizende juichende medeburgers. s 'J ver* Deeze regels, waardeLandgenooten! oordeekm wij u bi» de nevensgaande afbeelding te moeten aanbieden. 1 3 Dat in de tnin van Nederland, nog lang die boomen groeijen, Dan zal de zinkende Amlielftad _ weêr als voorheenen bloejen, Verlost van 't fchaadlijk ongediert, dat leeft van Vfap der bloemen i «an Ml nog 't laatfle nageflacht den moed der Franfchen roemen* '  {3e(taekt;werd wel als Schoon g*eprezem; Maar nut den Pruis lieeft Tvederftaan, Zal de eernaam roortaan bakker weezsew: "Werd. eerlycls -van dit dorp gemeld, mi wordt er wootseu Tan verteld..   H E t B O 3L P AAN DEN AFSTEL. Dit Dorp behoort in den breeden rang dier Nederlandföhe dorpen van weiken men kan zeggen dat zij zeer aangenaam gelegen zij-: Ouderkerk ligt In Amftelland, anderhalf uur van Amfteldam, ten oosten van den breeden rivier de Amftel, weke de tuinen of erven der huizen van achteren befpoelt. de cnvirons van het dorp zijn zeer grasrijk en vermaak^, met veelvuldige wateren doorfneden: die ënvlrons ^ eer echter nog veel aangcnaamer geweest zijn, «-^g1 achtiger, want tusfchen dit dorp en Abcoude, z,jn maennaafc, eenige voeten onder den grond, veele hoornen gevonden, mert wee? hoe winden en vloeden het eertijds houtrijk Nederland Van veele zijner bosfchen beroofd heeft - de grond is m ge> heel den omtrek van Ouderkerk veenachtig en moerasflg - w feent noemt dezoetvloejende willink hetzelve,'»luchtig dorp Daar de Amltelftroom, al even prat, Gevoerd op een kristallen wagen, Zo glorierijk door heenen fnelt, En doet de ziivren baartjens vloejeri Om met een zacht en deun gebeld, gijn groene boorden te befproejen; gijn boorden door geen mensch gewraakt. . l * A  2 DE NEDERLANDSCHE STAD. EN NAAMSOORSPRONG. Het geen wegens dit artijkel aangetekend wordt, is gelijk ten deezen opzichte meermaals het geval is, met twijfelingen doorweeven: in vroegere dagen droeg het den naam van Ouderamftel, om dat het onder Ouder-amftel behoort, men wil dat het den naam van Ouderkerk, in de plaats van dien van Ouderamftel zoude verkregen hebben, bij gelegenheid van het /lichten van een Nieuwer kerk in Amftelland, het geen zekerlijk aannee»el,jk ,s fchoon men verfchille in de bepaling welke die Meuwerkerk moge geweest zijn; fommigen houden er de te.en Woord-ge Oude kerk te Amfteldam voor, om dat deeze weleer" den naam van de Kerk in Muweramftel, of Nier-Kerk gedragen hee r; , geen anderen ongerijmd voorkomt, het oor al seemelijker houdende dat er de Kerk te aJa , ftann m,A i Amftelveen door ver- Haan zoude kunnen worden nm i« a , , wurotn, om de benaaming van Nieuwer welke dat ambacht draagt: weder andefen meeneTc* men voor d,e Nieuwe Kerk te houden hebben die van a£ redert la,,S de BtarW-wfr verdronken - hoe het zij, uit het een en ander is de naamsoorfprong des dorps genoeg te gs.'èn ; a,thans nagenoeg V0Qr ZQ J& P merk gaat; dit alleen moeten wij er nog bijvoegen, dat dit dorp gemeenlijk Ouderkerk aan den Amftel genoemd wordt, te onderlchetdrnge vaneen anderdorpOuderkerk,^den STICHTING e n GROOTTE. Wegens de ftiehting van 0« kan n;ets ^ aizo het waarlcbijnelijk, met veele andere Neder^t/ pen eenen toevalliger, oorfprong «, hebben, die meests ge oc c moet worden in de %ging, weJke aanJ zal hebben dat lommige lieden zig 0Q 7ult no gegeven woon hebben nedergezet. P ^ gr°nd met er Wat de grootte betreft; het ambacht van Ouderkerk, beftaat  DORP-BESCHRIJVER. (Onderfok.") 3 in vijfvoornaamepolders, zamen groot bijna 3305 morgen lands waarvan voor Ouderkerk met Waardhuizen, en Duivendrecht, van ouds niet hooger zijn geteld, dan op 1542 morgen, roeden i zijnde federt 50 morgen en 4co roeden daaraf vergraaven voor de bedijking van de Diemermeir. In de oude lijst der verpondingen van 1632, Honden voor Ouderkerk, $2 huizen, en in die van 1732, reeds 249 huf zen en 4 molens: men rekent cat er onder Ouderkerk omtrent 750 ingezetenen zijn, zo mannen, vrouwen als kinderen en dienstboden, zijnde in deeze telling twee kinderen, onder da agt jaaren, voor één perfoon gefield. 'T WAPEN. Dit is even als dat van Amftelveen, niet dit onderfeheid dat voor Ouderkerk op don onderflen balk twee kruifèn ftaan, daar Amftelveen op dien balk flechts één kruis, heeft. KERKLIJKE en GODSDIENSTIGE GEBOUWEN. Weleer had dit dorp een ruime en luchtige Kerk, met een groot choor, waarvan het dak verre boven dat der Kerk uitrees: de toren was vierkant , en pronkte tot in den jaare 167+ met een hoogen fpitfen kap, die op den eerften Augustus van dat jaar, tot op het muurwerk des gebouws nedergcflagen werd: de fpits werd naderhand weder opgebouwd, echter niet zo hoog, hoewel zij zig nog vrij verre vertoonde; doch het gebouw geheel bouwvallig geworden zijnde, werd in den jaare 1774 afgebroken, cn op dezelfde plaats eere geheel nieuwe en nette Kerk geuicht: zijnde den eerften fteen daarvan gelegd door den Heer balthazar nolthenius , Zoon van den Heere Mr. jerohimos nolthenius, toen Secretaris van Ouder-amftel: deeze Kerk heeft van binnen niets bijzonders , hoewel zij van buiten eene zeer aangenaame vertoo njng maakt. A a  4 DE NEDERLANDSCHE STAD- eh Ten tijde dat de RoomfcJie Godsdienst in deeze landen de heeifchende was, was de Kerk van dit plaatsjen toegewijd aan den Paus en Martelaar urbanus, wordende de Pastorij door de Hollandfche Graaven begeven; het inkomen van den Priester beftond uit 39 rhijnlandfehe guldens van zekere land. vruchten , als mede uit de voordbrengzelen van 6 morgen lands onder Abkoude, en evenveel anderen onder het ambacht Ouderkerk. Toen de Hervormde Godsdienst de heerfchende was, werden de Kerken van Amftelveen en Ouderkerk door een zelfden Predikant bediend; doch omtrent den jaare 1595, viel desaangaande eenige verandering voor, zodanig dat Ouderkerk zig in het kerküjke met Diemen vereenigde, wordende deezen beide gemeenten bediend door den Leeraar luca s ambrosius; naderhand Predikant te Amfteldam: toen beide plaatfen in getal van inwooners merkelijk toegenomen waren, ontving ieder eenen eigen Leeraar; gelijk ieder gemeente ook nog door eenen Leeraar bediend wordt: beiden ftaan onder de Clasfis van Amfteldam. Een Weeshuis is op dit Dorp niet; de weezen en geaJKmenteerden worden onder de ingezetenen befteed. De Room&hen, die onder Ouderkerk zeer talrijk zijn, hebben er twee Kerkhuizen. WERELDLIJKE GEBOUWEN. Onder dit artijkel kan alleen het Rechthuis gebragt worden z.jnde voor een dorp-gebouw, vrij ongemeen; vóur hetzelve ftaat, 1656, waarfehijnlijk het jaar van deszelfs bouwing: in eeB der muuren zitten drie kogels door de Pruis/en daarin gefchoten REGEERING. Deeze beftaat, wat het crimineele betreft, uit den Bailiuw, en in het civile vit Schout, zeven Schepenen en een Secretaris • vier Buurmeesters hebben, met Schout en Schepenen, 't bewind over de gemeene zaaken van 't ambacht. De Ambachtsheer kan onder dit artijkel niet onbenoemd blijven, en des kunnen wij ter deezer gelegenheid ook voegeliji aantekenen dat de ftad Amjleldam deeze Ambachtsheerlijkheid m  DOR P-B ESCHRIJVER (Ouderkerk.) 5 den jaare 1731 aangekocht heeft voor eene fomma van 25,100 guldens: de fterfheer is geemenlijk een der Burgemeesteren van Amfteldam, zijnde thans de Wel Ed. Achtb. Heer Mr. Ntcolaas faas; de Ambachtsheer oefent echter het gezach niet uit zig zeiven, maar alle zaaken, raakende het ambacht, worden hem aangediend, en door het collegie van Burgemeesteren afgedaan , gelijk zulks ook omtrent alle andere heerlijkheden, de ftad totbehoorende, plaats heeft: weleer was de Bailluw zelf Ambachtsheer, en de goedkeuring of afkeuring van een' Predikant ftond aan hem alleen, zijnde dit amt tot den jaare 1715, door de oudfte gedachten van Holland bekleed. VOORRECHTEN. Hier onder behooren de twee bruggen die op het dorp gevonden worden; eene van dezelven ligt over den Amftel, naamüjk aan de noordzijde bij hst Rechthuis, en de andere over het water deBullewjk genaamd, aan de zuidoostiijke zijde van het dorp: aan beide die bruggen moeten de doorvaarende fchepen, en de daarovergaandemenfehen,beesten en rijtuigen,tol betaalen, zijnde het zelve een inkomen voor de ftad als bczitfier van de Ambachtsheerlijkheid: in den jaare 1745, werd het bruggeld verpacht voor ƒ sooo guldens; Amfteidam is natuurlijker wijze ook verpligt daarvoor de beide bruggen te onderhouden,niet alleen, maar ook de ftraat die aan derzelver vleugels ligt. BEZIGHEDEN. De aangenaame ligging van dit dorp verfchaft hetzelve veel levendigheid, door de menigte wandelaars welken zig ter uitfpanninge derwaards begeeven, maar nog meer door de onnoemelijk veele rijtuigen welken als onophoudelijk afgaan en aankomen: deeze levendigheid wordt niet weinig bevorderd door de veele kostbaare en aangenaame tuinen, welken langs den breeden Amftel gelegen zijn, en meest toebehoren aan voornaame Amfteldamfthe Kooplieden, welken aldaar de handelzorgen vergeetende,dedufFe comptoirlucht moorden fristenen adem der A 3  6 DE NEDERLANDSCHE STAD. en Natuur verwisfelende, ook dikwijls Ouderkerk gaan bezoeken; ai 't weik bet dorp geen gering voordeel aanbrengt; voeg hierbij het Portugeefche Jooden Kerkhof, ten oosten van de Kerk , aan ae Bullewijk gelegen, ter oorzaake dat op hetzelve menigvuldige begraavingen gefchieden: miar ook wordt Ouderkerk niet weinig verlevendigd en bevoordeeld door de gefladig doorvarende fchuiten van Amfteldam, naar Ucvcht, den Haag, Delft, Rotterdam, Gouda, als mede verder nabijgelegen plaatsjens en terug; als mede door de turiTchepen en ponten, die van alom da turf uit de veenen naar Amfteldam en elders heenvoerende , veelal den Amftel afkomen; wij zwijgen van eene menigte rijtuigen weiken, om verder optctrekken , dit dorp pasfeeren : de fom bovengemeld , waarvoor de tol te Ouderkerk verpacht wordt bewijst genoeg da het dorp op verre na niet onder de 'ftille dorpjens geteld moet worden. Er worden voords die handwerken en neeringen uitgeoefend en gedaan, weiken voor het burgerlijke leven onontbeerel.jk zijn; veelen opgezetenen geneeren er zig ook met een veeteelt, en de turffabriek, GESCHIEDENISSEN. Hoe weinig betekenend dit dorpjen, met betrekking tot het Land >n 't algemeen, of tot het nabij gelegen trotsch Amfteldam »n 't b/jzonder, fchijne te zijn, wordt het echter jn de VaderJandfche Hifteriedikwijls genoemd, cn in het belangrijke fik, dat met onzen tijd begint, bekleedt het voorzeker eene hoofdplaats. Hoe geheel Amftelland om zeker bedrijf van gysbrecht van amstel, door de Kennemcrs onderwater gezet en verwoest werd, zullen wij breedvoerig moeten verbandelen als wij over Amfteldam in het bijzonder zullen fpreeken, hier zij het derhalven genoeg aantetekenen dat Ouderkerk in djen vreeslijken nood mede niet weinig heef: moeten lijden, 't geen ligtlijk te begrijpen is wanneer men nagaat dat alle de landerijen van geheel Amjlelland, in eene openbaars zee veranderd werden: dit gebeur-  DOR P-B ESCHRIJVER» (Ouderkerk.) 7 de omtrent den jaare 1204: eene vergoeding voor dien grotiwzaamen nood was eene ftüle iandlijke rust van ongeveer arderhalf honderd jaaren, want eerst in den jaire 1567 verfchijnt Ouderkerk weder op Let Nederlandfche Staatstoonecl, naamlijk ten tijde van hendrik van brederode, die door het aanSieden van het bekende fmeekfchrift aan de Bertogiime van Parma, bij de Spaanjchen verdacht geworden, en reeds uit zijne Hearliikheid Fiaanen verdreven zijnde, zig met eenige bende in of nabij dit dorp nederfloeg, en zig aldaar bleef oponthouden, tot hij naar elders den wijk nam: zes jaarenlaater, Wierpen de Spanjaarden eene fchans op rondsom het Kerkhof en de Kerk van Ouderkerk, ter gelegenheid van de belegering van Haarlem: dit kleine dorpjen is verder (in 157?) het middel in de hand der Algemeene Staaten geweest om Amjleldam, toen de eenigfte ftad die nog Spaweb gezind was, aan de zijde van orahje, of wel aan hunne zijde te brengen; want zij lagen in het dorp veil krijgsvolk , ter handlange van hunne bevelen om aldaar zwaare convoijen en licenten tc vorderen, van alle de goederen welken uit Amfteldam gevoerd en derwaards gebragt werden; de ftad reeds toen eenen wakkeren handel drijvende, vond zig daardoor ook zodanig bezwaard, dat zij, om zig van dit jok te ontheffen, bcfloot den Algemeenen Staaten te vergenoegen, en de zijde da Spanjaarden te verlaaten. Sedert dien tijd bleef dit dorp wederom in rust tot op den 30 Julij des jaars 1650, toen het ten getuige verftrekte van eene daa'd die cenigen gaarne uit 's Lands gefchiedenisfen gewischt zagen; dezelve is echter te dikwijls geboekt om ooit door de vergetenheid ingezwolgen te kunnen worden. willem de tweede, Prins van Oranje, zig door de ■regeering van Amjleldam beledigd achtende, wegens den geweigerden toegang in den vollen raad, zowel als wegens andere Vaderlandlieve gedraagingen van dien kant, befloot de ftad bij A 4  | DE NEDERLANDSCHE STAD- EK verrasfching te overrompelen, welken gevaarlijke aanflag echter door eene gunftge bertuuring van de Voorzienigheid, verijdeld werd, door het verdwalen des krijgsvolks, wegens de donkerheid van den nacht, en eenen zwaaren fiortregen: Graave willem vAN kassau, Stadhouder van Friesland, was het geheim bevel van deezen aanflag opgedraagen ; gelijk deezen dan ook met zijne bende te Ouderkerk zijn hoofdquartier verkoos; wordende ten volgenden dage door eenig krijgsvolk, uit Nijmegen, Utrecht, Arnhem, Zutphen, Zwol en Doesbwg verfterkt, doch het dorp geraakte dien overlast weldra kwijt, doordien de Prins en de Regeering van Amjleldam tot een minnelijk ver. drag kwamen, waaraan de waare Patriotfche Heeren bicker echter de aanzienlijke waardigheden, welken zij in de ilad bekleedden opofferden.. Van dien tijd af vinden wij wegens degefchiedenis vm Ouderkerk niets bijzonders gemeld, tot op onzen tijd toe; maar nu heeft het zig eenen eeuwigen naam verworven, door de manlijke verdediging der Patriotten aldaar,tegen de ais in de wapenrustingegj b^rene Pruisjen, die op den 7 September des jaars 1787, „ ;n „ ons land vielen, om derPrinfesfe van Oranje voldoening' tëbe„ zorgen, wegens voorvallen", kunnen wij met zekergeacht fchrijyer onder onze tijjgenooten zeggen, „ welke hier de plaats niet ,, is om dezelve te onderzoeken"; wij blijven,met hem, „ al„ leen ftaan bij de dapperheid der patriotten, die bij olderkerk zo duidelijk gebleken is, dat wanneer alle de posten tegen de Pruisjen op eene zodanige wijze verdedigd waren gev worden, de geèïschte voldoening van dat hof, waarlijk zo ^ fpoedig nog niet zoude gevolgd zijn." Offchoon wij in onze befchrijving van Amftelveen reeds, dat dorp betreffende, een genoegzaam breed veillag van deez'e allergewigtigfte onhandigheid gegeven hebben, kunnen wij echter niet nalaaten, bij deeze gelegenheid het volgende nog se voegen; zemen kan het dienen om een recht duidelijk  DORP-BESCHRIJVER. (Ouderkerk^ 9 denkbeeld van de aangelegenheid ter dier plaatfe en tijde te kunnen vormen. — Dus vinden wij bet bedoelde geboekt, , Na dePruisfiJche troupen dan op de grenzen van Gelderland en Holland de fteden Gorcum , Nimvpoort , Schoonhoven, en anderen, na weinig tegenftands, ingenomen hadden, rukten zij verder na beneden, om alle de posten te overmeesteren, en vervolgends Amjleldam, en andere fteden , de zijde der Patriotten toegedaan, te bedwingen: eenige posten werden gemaklijk, anderen niet zonder groote moeite veroverd , en voor fommigen ftieten de Pruisfen, meer dan ééns, door den moed der Vaderlandfche burgerij, het hoofd; de Hertog ziende dat niet alles zo. gem klijk gaan zoude, en ook door berichten vernomen hebbend», dat er zeer veele posten ïterk verdedigd zouden worden befloot tot eenen algemeenen aanval." Bij het geven van het wachtwoord, op den 30 September, des'gemelden jaars, beval hij dat alle Generaals en Commandanten des avonds ten zes uuren zig bij hem zouden moeten vervoegen ■ ditgefchiedde,en zijne Hoogheid deelde alstoenaan zijne Officieren de bevelen uit, oP welke eene wijze de aanvallen den volgenden morgen, den eerften Oaober, ten 5 uure eenen aanvang zoude moeten neemen." Zodra de feinfehoot," waarvan wij onder Amftelveen gefproken hebben,, gegeven was, geraakte alles in werking; alomme levden de patriotfche posten aangevallen, die gedeeltehjk genomen en gedeeltelijk met de grootfte dapperheid verdedigd werden;'kunnende wij niet nalaaten hier nog bij te voegen dat Waa de verdedigers moesten bukken, zulks meer.toetefchrtjven Tas aan bedekt verraad , of onkunde hunner bevelhebberen we ken geen orde onder hun volk hielden, dan aan het vo k ze f; Om ons thans bij dit dorp afzonderlijk te bepalen zullen wtj Uer den ftand der Pruisftjchm troupen, beltemd om Ouderkerk te attaqueeren» opgceven. A S  lo DE NEDERLANDSCHE STAD- EH „De Ritmeester van kleist, ftond met een detachement iigte infanterij in de kleine Duiver.drechtfche polder." „ De Ritmeester zutzow met zijne ligte ;„fanterij, en de Gfp tem tschok tnet eene compagnie Grenadiers van het regiment van büobero ftonden op den weg van Abcoude, naar Ouderkerk, bij zig hebbende een ftuk gefchuc van zes, één van drie pond, en een houwitzer, benevens de lijfcompagnie curasliers tot hunne onderfteuning." „ ?n de Ouderkerker polder moest de Major led eb ur met z,jn compagnie en twee ftukken zesponders geposteerd ftaan, doch deezen kon op den bepaalden tijd daar niet tegenwoordig z'jn doordien hij over Mijdrecht en Baamburg had moeten" marcheeren." „ Aan den kant van den Uithoorn ftonden 30 ïaagers en twee Compagniën van budberc, onder bevel van den Capi. tem kOK TS> zonder grof gefchur> benev£ns P paardenvolk van den Major k r a m." „ Deeze troupen nu hadden bevei om Ouderkerk te over dene bateriJLn had> d[e aan ^ dorp Fjtsfen meer daar ééns te heet maakten; men Zlg daar d zij deinzen en vallen konderi.» fc Dat de Patriotten dapper gefchoter] hebben, hebben de P ■ fen ^en getuigd, daar z, „ De " „daen ^ *™ *»™ onoPhoude,ijk te beJlI " ** "3 Vee'; Ve^he °"derneemingen, en na dat detaïï' " gC" W fe-d/eftoken waren, werden onze Jaagers doo h" „ gelcliut en deor de vijandig ci. r . ; «ig te re.i.eren.» ' ' r*'P«™«rS, genootak, tag, X de -«pLJJti.- ^« *  DORP-BESCHRIJVER. (Ouderkerk.) " verdedigd werd; recht tegen over dezelve lag eene andere bij den zogenaamden krommen hoek, gemonteerd met twee drieponders, een derde lag op den weg na den Voetangel, op dezelve waren twee zesponders geplaatst; en op de boerden, voor welke deeze batterij op den weg lag, had men aehter het huis voor het molenvliet eenen drieponder geplaatst: eene vierde batterij was opgeworpen, op het zwarte weggetjen, en met twee ftukken van zes ponden bewapend." Zo wel het dorp als deeze batterij waren bezet door Amjleldamjche burgers, door eenigen uit de Gelderjehe brigade, door Friefche Aailiairen en Jaagers, door een gedeelte van het corps van den beruchten salm;» wiens gloriezon door een fch Lelijke en eeuwige eclips niet verdonkerd, maar geheel onzichtbaar geworden is! „ en voords door eenige K— en Artileristen, uit Amjleldam en uit de Auxümren: het bevel over deeze zo gewigtige voorpost van Amjleldam was opge, draagen aan den Wel Ed, Manhaften Heer f. h. de wilde. toenmaals Capitein der Burgerij van Amjleldam, en de Vaderlandfche bende aanvoerende, onder den tijtel van Lieutenant Collonel." , , De natte en doorweekte grond van Ouderkerk, als ook de menigte grachten en flooten, verhinderden dat men uit den Duivendrechtjche» polder iet van belang kon verrichten: de bruggen waren veelal afgebroken, aan veele toegangen doorfn.jd.ngen gemaakt, eenige anderen waren met gefchut beaet, zo dat de Pruisfen alhier eene hevige verdediging te gemaft «B». en de uitflag deed zien dat zij hier niet mis gerekend hadden, want deeze voorpost van Amjleldam werd met veel dapperheid en beleid door de Patriotten verdedigd." Met het feinfehoot namen ook hier de onderfche'dene aan. vallen eenen aanvang, en de bezettelingen die terftond toonden dat zij deeze vijandigheden te gemoet zagen, gaven den PmsJen een zeer gevoeligen morgengroet terug."  *« DE NEDERLANDSCHE STAD- en „ De CoJone! kokeritz, ken van den kant van den Uthoorn ntets verrichten; waarom een Capitein , wiens naam niet geme'd wordt, u.t overdrevenen ijver, met eenige manfehappen uir dit detachement voordrukte om te recognosceeren, wordende hij door een cardoezenkogel doodgefchoten." „ In de Ouderkerker polder, alwaar de compagnie van den Gapttem ledebuk. ftond, en hoewel alleen gefchikt toteenen valfchen aanval, verdedigde deeze zig echter met zo veel manmoedigheid , uit het klein geneer, dat deeze compagnie ee.en wezenlijken lof verdiende." „ Op den weg van Abcoude naar Ouderkerk, alwaar de Ca pi«cm tschock, de Ritmeester zoizow, en de Luitenant der Artillenj jacos i met hunne onderhoorigeManfehappen, en drie «ukken gefchut ftonden, werd van beiden de z'jdet) een allerJevendlgst en hevigst vuur gegeven: aan de zijde der Pruislen werden alle bouwteers, granaten en kogels gebruikt, zonder echter de bezetting veel nadeels toetebrengen, en de vijand was genoodzaakt meerder ammunitie te doen aanvoeren, hoewel hij door de ftnalte van den weg geene ftukken gefchut meer konde plaatfen: na dat het gevechteenen geruimen tijd geduurd had en byna geheel op >t laatst, rukte aan de zijde van den BuiveL irechjehen polder, op den weg naar de Bullewijk eenige man ichappen met een ftuk gefchut aan; deeze manfehappen, waren op bevel van den Capitein tschock met fchuiten overgeven en plaatfen hun ftuk gefchut recht tegen over eene batterij der' bezetting, om dezelve te dwingen,- doch de verdedigers deeden eenen zo hevigen uitval, dat de vijand terfcond de vlu*t nam en het ftuk gefchut bijna in handen van de bezettelingen geval! Ien was." ö b *" „ Gemelde Capitein rukte daarop onverfchrokken naar de bat tery, en b.j aldien de manfehappen, die aan de overzijde va» den Jmjlel post hielden, hem behoorelijk hadden kunnen onder fteuncn» ware het niet onmogelijk geweest, denzeiven tQ ver  " DORP-BESCHRIJVER. (Ouderkerk.) tt overen; doch dit ondoenlijk zijnde, en de Patriotten als Iee. Wen vechtende voor hunne zaak, was hij genoodzaakt te wijken met achterlaating van eenige dooden en gekwetflen, de Major die bits, hoewel meer gefchikt tot een aanval tegen Duivendrecht, dit diende, deed alle mogelijke moeite om uit den Ouderkerker polder, hem ter hulpe te komen, en vuurde met zo veele hevigheid en onverfchrokkenheid , als wilde hij eenen etna beftormèn, doch het mogt hem almede niet gelukken den moed der Vaderlanderen te bedwingen, en de batterij inteneemen." , Ondertusfchen duurden deeze gevechten wederzijds van des' morgens 5 tot 8 uuren, waarna de Pruisfifche troupen ge. noodzaak, waren van voor Ouderkerk de wijk te neemen, doch omtrent ten elf uuren, kwamen de gevlugte manfehappen van AmMveen O te Ouderkerk aan, waarop men," (nog den moed niet verloren grievend*, in tegendeel, met eene waare krijgsman beraadenheid,) eene batterij tegen den weg, langs weikon zij gekomen waren, deed opwerpen; voords ging men mC' alle magt de batterij verfterken tegen eenen nieuwen aan: welk werk tot één uure op den middag werd voordgezet • doch toen kwam er bevel uit Amfteldam dat het volk van v»n salm, naar de Kalf^laan moest trekken, alwaar mede eene batterij was opgeworpen , zijnde toen de wegen, welken van Amftelveen op den Amftel uitkwamen, bezet." Daarna vertrok ook de Gelderfche brigade , en toen ook mnest de Lieutenant Colonel de wilde, hoewel de Pruisfen geweeken waren voor zijn beleid en het gedrag der Patriotten tot zijn grievendst leedwezen aan de Amfteldamjche burgers en 'de overige manfehappen bevel geeven om mede optebreekeiv dit gefchiedde, hoewel onvergenoegd, echter met veel bedaardheid, zo dat alle de ammunitie tot de tn.nfte kleimghed t«e, mede naar Amfteldam gevoerd w;rd, waarmede zij omtrent ten vier uure in den middag, in de ftad aankwamen, eeiiik ook alle de manfehappen der andere ontruimde voorposten welken van het overgaan van Amftelveen, en het veriaaten van Ouderkerk, in tijds bericht bekomen hadden;" zij weeken, (*-\ Hoe het omtrent dat dorp gegaan is, hebben vrij in o.is blad dat over netzdve hanaelt, breedvoerig genoeg aangetekend, om er verder hier van te kunnen zwijgen.  i*' DE NEDERLANDSCHE STAD- ew ja rnaar zij weeken als helden, ais Batavieren nog niet ontaart van den voorvaderlijken moed: niet te onrecht zongen wij elders die helden dus toe: Ja gij zwichtet met uw zwichten, Zwichtte ook 't raagtig A'iijleldam ; Amfteldam, waaruit u voorraad. Voorraad en verfterking kwam : Ja gij zwichtet, niet uit lafheid ! Lafheid! des waart ge onbekwaam; Onbekwaam fcheent ge ook als helden. CO Helden echter blijft uw naam. Wierd gij nooit weer opgeroepen, Opgeroepen tot den ftrijd ! Strijd, waarbij geheel ons Neerland, Neerland en zijn burgers lijdt. Vrede is tog der ziele hoofiftof, Hoofdftof van civilis kroost; Kioost, dat om den lieven vrede, Vrede en rust zig moeite troost. God blijv' met u, dappre helden ! Helden! eer van Nederland! Nederland! God boude u lange, Lnnge nog in vasten ftand. (*) Wij bedoelden met dit zeggen, dat de verwachting vonden moed, maar vooral van het beleid der verdedigers niet groot heeft kunnen weezen, uit aanmerking van den aart hunner omftandwheden ; t waren tog flechts burgers, wel geoefend in het handelen der wapenen, maar niet geoefend in den krijg: de handwerktuigen werden vemisfeld met de wapenen; de vredige plaats der broodwinning met het oodogsveld ; de koopman lag de pen neder, en vattede dm haf van commando op, als bevelhebber in eenen Moedigen krijg ■ enteeen een geoefend volk, een volk dat zig onder de oorlogende Ruropeêrs eenen naam verworven heeft: en deezejtille burgers deeden wonderen; toonden Batavieren te zijn; toonden onverfchrokken te durven ftaan, als 't aankwam op de verdediging van Land en Folk! — zeker hunne om ftandigheid behoort vooral in aanmerking genomen te worden, wil men geen gevaar kopen van hunnen behaalden roem te kort te doen.  DORP-BESCHRIJVER. (Ouderkerk.) . „Hoewel de Pruisfen daarna geheel Holland overftroomden ,en voor Amjleldam, zo wel als in andere plaatfen, in bezetting gelegd werocn, zal bet echter onwaardeerbaar zijn voor de Pamotten, dat zij ten allen tijde zullen kunnen aantoonen, hoedanig zij voor Ouderkerk de magt van fredrik wilhelm, her. hoofd geboden , en in den krijgsdienst volleerde benden, genoodzaakt hebben, met verlies van een aantal doouen en gekwetften, welk eerst getal de vijand zorgvuluigiijk heef: getracht te verbergen, terug te wijken; de braave Vaderlanders, wier ilelzel het nier de plaats niet is te onderzoeken, maar die echter in deeze en nog andere aanvallen, zelfs door hunne vijanden geroemd zijn, toonden hier allerduidelijkst, dat zij onder een wèlbeftuurd "beleid, nog niet ontaart waren, van den roem hunner voorvaderen, welke fchandvlek hunne tegenpartij hun heeft zoè. ken aamewrijven." Dat het Ouderkerk verder altijd zal geheugen in de handen der Pruisfen gevallen te weezen, is eene waarheid die zonder getuigenislèn geloofd kan worden; de triumpheerende foldaat is tog niet te rangfehikken onder de bedaarden en barmhartigen onder de kinderen der menfehen — veeg hier bij, gelijk wij ook wagens Amftelveen gezegd hebben, het baatelijke dencbceld dat den Pruisfen van den Nedcrlandfche Patriotten ingeboezemd was geworuen ; (*) ook hadden zij te veel van de moedige verdediging van dcczen moeten ondergaan, om geheel vrij te blijven van den trek tot bijzondere wraakneeming. B IJ ZONDERHEDEN. De Kerk zal men zekerlijk niet vergee'.en te gaan bezichtigen, en ook niet de Pruisfche kogels, welken in den muur daarvan zitten, zo wel als die in den muur van het rechthuis: zie (Bladz 5.) in de oude pastorij is mede zulk een kogel te zien. Aan de eene zijde van het dorp, ligt een Jaantjen, waarin de wandeling verrukkelijk is, en dat het Ouderkerker hemeltjen gegenomd wordt. De Droogmaakerii. waarvan wij boven (Bladz. 10.1 en ook in ons blad over Amftelveen fpraken, kan men uit dit dorp ook gsan bezichtigen. De reiziger neem- dit ons blaadjcn in de hand, zoeke de plaatfen op, alwaar wij hem verhaalden dat de Patriotfche bat- (*) Men heeft zelfs verteld,ja wat verteld men nie: al' en hoe dom denkt men wel dat de DuitjChe foldaat zou weezen\ Jomm'ge van hun hadden z.g van de Nedcrl; ndlche Patrotten een denkbeeld gemaakt, als waren het zekere wonder-verfchipifelen in de Natuur., zekere menfehen, of gedaante van menfehen, met vleugelen: die overal, door hei geheeie land heen rondgieiuen : vetjeheiaene maaien, zegt men, is in den beginne door hen gtvraaga o- zij nu niet haast diePatriooten zouden zijn? offchoon zij er reeds door onthaald waren geworaen.  15 DE NED. STAD- en DORP-BESCHRIJV. (Ouderkerk.) terijen gelegen hebben, en zo hij de bekwaamheid van gerégeld te kunnen denken heeft, zal bij, dat doende, een aangenaam uurijen in den omtrek van Ouderkerk kunnen doorbrengen Hij vergeete ook niet het /-ortugeefche Jooden Kerkhof, hier voor Bladz. 5 aangehaald, te bezoeken: het ligt ten zuiden van het dorp, en ftrekt met drie morgen lands, langs het water de Bullewijk; onder de zarken vindt men die van overheerlijk: marmer, zeer prachtig gehouwen, en met Hébreewfché epjchriften verfierd zijn: de fijnagoge houd hier een' doodgraavcr,ot oppasfer d;e er een vrije woning heeft; Hier meent men ftond weleer het Lusthuis der Heeren vart Amftel, Reigersbroek, of Reigersbosch geheeten: in den zoen deezer Heeren met Graaf florjs, hebben zij dit huis aan hem opgedragen: de Graaven waren gewoon hier eenen Amptenaar aanteftellen, met den tijtel van Meester en Bewaarder van den Reigerbosjche: fommigen meenen dat deeze plaats door den grouwzaamen Elifabethts vloed van den jaare 1421, mede is vernield geworden. In het dicht fiukjen De Amftelftroom, leest men desaangaande' het volgende couplet; Ouderkerk toegezongen. Toen pronkte nog uw Reigershof, Voorheen om uwea luister te achten, Daar Hollands Graaven, met veel lof En roem, zig te verlusten plagten, ln veel doorluchtig tijdverdrijf, Van (helle jagten, fchutterijen, Om ftrijd , of daar 't vermoeide lijf, Behaalde een reeks van lekkernijen; Daar elk om prijs den reiger fchoot. En ridderlijk de lande boodt. Eene wandeling naar Amftelveen, is mede niet onvermaaklijb REISGELEGENH ED EN Met de Schuiten op Bladz. 6 genoemd, vindt men telkens gelegenheid om na en van dit dorji te komen. LOGEMENTEN. Brugzicht, dit was weleer De oude Prins; maar het volk van van salm, (dat getrouwe volk <) heeft dat uithangbord niet Jtunnen dulden, en het derhal ven doen wegneemen. Paardenburg. De jonge Prins. Voords eenige weinigen van minderen rang. De drie eerstgemelde zijn mede Uitfpanningen.  B ü- V 1L T E N OtfDËR. Dfi BANNË VAM BEHOORÉNDE- DE BUURT AAN DEN OMVAL. Van deeze buurt, die niet zeer groot is, kan niets aantekeningswaardig gezegd worden: Zij beftaat intusfchen uit verfcheidene huizen, eenige molens en buitenplaatsjes: de ringfloot, wordt mede in dezelve gevonden. DUIVENDRECHT. ]Deeze buurt fpint de kroon boven alle de anderen in de banue van Ouderkerk gelegen, naamlijk wegens haare grootte, en aanzienlijkheid, niettegenftaande er geen breed getal van huizen in gevonden worde. Haare hoging is in de polder van den zelfden naam, en A  f DE NEDERLANDSCHE STAD- en die onderfcheiden wordt in Groot- en Klein-Duivendrecht, hebbende ten noorden de Diemermeir, ten oosten de Bijlemermeir ten zuiden Ouderkerk, en ten westen den Amftel: de buurt ligt voords zeer vermaaklijk: door dezelve ftroomf nog een watertjen, 't Gat genoemd, waarin een kleine Over. toom ligt. Wegens den NAAMSOORSPRONG, Is hat volgende bericht bij ons ingekomen: „ De Duivendrechtfche brug, in de buurt over de Hing' », floot iiggende, en die ook den naam van Kuipertjes brug „ draagt, ter oorzaake dat nabij dezelve een groote kui. p pers werkplaats was," (waarvan ftraks nader,) „werd in 8, vroegere dagen aldaar niet gevonden-, maar er was ter „ dier plaatfe, eene fchouw, of overvaart over gezegde rw „ vier; iemand daar nabij woonende, (men zegt een knecht „ van den kuiper voornoemd,) was voords een ongemeen „ groot liefhebber van duiven, die hij dan ook in eene ver„ bazende menigte nahield, het geen gelegenheid gaf dat men „ de gezegde overvaart, of kleine veer, in vroegere dagen „ Tricht of Trech genoemd * (gelijk wjj jn orize befchrijving van Dordrecht reeds aantekenden,) „ Duiventrecht, of veer „ overvaart naar de duiven, of het Duivenveer genoemd heeft; „ de veel vermogende klankverbastering heeft voords van ,, trecht, drecht gemaakt ,** (gelijk zulks met dea naam Dor. drecU ook plaats heeft,) „ en alzo heeft deeze buurt den naam van Duivendrecht bekomen." Wat de GROOTTE Petreft: Duivendrecht in 't algemeen beflaat eene zeer ruime ujtgeftrektheid gronds, begroot óp 1327 morgen, 300 roeden  DORP-BESCHRIJVER, (onder Ouderkerk.) 3 lam's. gelijk de polders, waarin de buurt gelegen zij, onder» fcheiden worden iu Groot- en Klein Duivendrecht, alzo onderfcheidt men ook de buurten van dien naam; zijnde de buurt, eigenlijk Klein-Duivendrecht, landwaards in gelegen: een gedeelte van Groot Duivendrecht, tegen over den Weesperweg aan den Amftel gelegen, noemt men het eiland; eigenlijk zoude men het drie eilanden kunnen noemen, om dat het door twee flooten in drie afzonderlijke deelen , rondsom van water omgeven, verdeeld is — Op den gezegden uitgebreiden grond, bevat Duivendrecht, hét eiland niet mede gerekend, niet meer dan 32 of 33 huizen, want dezelven ftaan zeer wijd van elkander gebouwd, voornaamlijk ter wederzijde van eenen zindelijken ftraatweg; ieder huis ftaat op eene werf waarbij veel weiiand gelegen is: er zijn ook twee buitenplaat, fen of tuinen; de eene, Welmeer genoemd, is nog in ftand; doch de andere in 1787 zodanig door de Pruisfen gehavend, dat dezelve thans niet meer dan een optrek is; meer anderen worden op het eiland bovengemeld gevonden, op hetzelve ftaan, behalven dat, nog vier molens, naamlijk twee die w;tloot, één die fnuif, en één die fteen maalt: de beide polders worden voords door twee molens van het overtollig water ontlast. In het buurtjen eigenlijk Klein Duivendrecht genoemd, ftaan nog eenige weinige huizen, en één fnuif-molen; voords is aldaar ook geplaatst de porcelein - fabriek, *die weleer in Loosdrecht geweest is, gelijk wij b onze befchrijving van dat Dorp aantekenden: deeze fabriek, zegt men, dat alhier veel beter opneemt dan zij weleer in de Loosdrecht gedaan heeft; er worden vorstlijke fervifen gemaakt, die ten duurden prijze worden verkocht; ook wordt wel, als de fabrikeurs eene genoegzaame hoeveelheid van porceleinen in voorraad hebben , een loterij van dezelven aangelegd, gemeenlijk in het rechthuis van de Diemer- of lVa.tergrafts.meir. Onder het gezegde tal van huizen, behoort ook de woning A 2  4 DE NEDERLAWDSCHE STAD-en van den brugman; zijnde een tamelijk goed huis, waarin M) niets verwoont, gelijk hij ook geene pacht voor de brug behoeft optebrengen, en beiden, wooning en brug, worden door Amfteldam onderhouden: met dit postjen wordt thans deez,n ofgeenen guniteling begiftigd, offchoon het indedaad een wettig eigendom zij van het manlijke oir des kuipers bovengemeld, en door het welk zijn huis aan die brug gelegen, en thans een herberg, (T huis de hoop,) zijnde, nog wordt bewoond: de historie van dit ontvreemde eigendom is deeze: de kuiper voornoemd, cf wei deszelfs gezegde woning, had het recht van de pont of het veer van overvaart, waarvan wij mede reeds gefproken hebben: nu ftond hij aan Amfteldam een gedeelte gronds van zijn erf af, ten einde den algemeenen weg voorbij zijn huis heen te kunnen leggen; maar die afftand gefchiedde op voorwaarde, dat de ftad, voos haare rekening, tn de plaats van zijne pont,eene brug zoude leggen en onderhouden, de inkomften van welken ten-eeuwigen dage aan het manlijke oir van hem zoude verblijven; het bruggeld zoude bepaald blijven op 2 duiten de perfoon, ge» lijk men voor het overvaaren met de pont ook moest betaalen: dit accoord werd wel getroffen, maar is niet gemainti. neerd; want voor eenige jaaren is, bij het affterven van den werkelijken bezitter der brug, in het gedacht van den geenen die 't accoord gemaakt had behoorénde, dezelve, gelijk gezegd is, als een amtjen weggegeven; de tegenwoordige bewooner van bet huis zoude thans, nu alle broodwinningen, vooral het herberghouden, geweldig achter uit gaan, met ernst zijn recht vervorderen, dan,hem ontbreeken de noodige papieren, die hem in de woelingen in tffy, waarin hij bovenmaatig gedeeld heeft,ontvreemd zijn,of liever zijn zij door fchendende handen vernield: zo veel heeft hij nog bij request verkregen, dat de geenen die zig tot zijnent komen verpoozen, of ververfchen, en de brug moeten pasfeeren, vrij van de tol zijn, mits evenwel dat zij uit ziju hu's ook weder de brug oveff  DOR P-B ESCHRIJVER. (onder Onderlak.) S terug gaan, maar vervorderen zij hunnen weg, naar Abcoude of Ouderkerk, dan moeten zij de gewoone 2 duiten betaaJen: deeze tol wordt ook alleenlijk betaald door den voetganger; paarden, hoornvee, of andere beesten die over de brug gedreven woulen, betaalen niets, ook niet de rijtai. gen, ja zelfs niet de geenen die er in zitten, alleenlijk moet Bien, gelijk gezegd is, betaalen, als men te voet gaat. De gezegde huizen, waaruit deeze uitgeftrekte buurt betert, worden bewoond door ongeveer 160 menfehen. KERKLÏJKS en GODSDIENSTIGE GEBOUWEN. De bewooners der buurt zijn voor het grootfte gedeelte den Roomfchn Godsdienst toegedaan, eenige weinige van hun zijn Gereformeerd, en (techts vijf of zes Luthersch; deezen moeten naar Amjleldam te kerk gaan; de Gereformeerden gaan naar Diemen of Ouderkerk, maar de Roonvchgezinden hebben te Duivendrecht een mooi zindelijk kerkjen, dat bediend wordt door den Wel - Eerwaarden Heere joamnes meyu.vk, behoorénde onder het Aartspriesterdom van Holland; de Rocmschge ■ zinden uit de Bij temer-, en fommigen in de Dietnermeir woon. achtig, komen ook alhier te kerk — De pastorij is vrij aangenaam gelegen. Wees- of arm-huis wordt in deeze buurt niet gevonden, wanneer de ouders ledematen zijn van den Gereformeerden Godsdienst, worden de kinderen door de Diaconen van Ouderkerk van die gemeente, bedeed en verzorgd; wanneer zij geene ledematen zijn, komen ze ten laste der zoo genaamde gemcene armen; wanneer vader of moeder lidmaat was, komen de kinderen voor de eene helft ten laste der Gereformeerde Diaconen, voor de andere ter zorge van de gemeene armen, en voor deeze zijn ook de Roomfche weezen. Er is een fchool, dat echter alles behalven eenig A 3  6 DE NEDERLANDSCHE STAD- en- aanzien- heeft; bet wordt van wege het Ambacht begeeven , en dient voor de kindereu van alle drie de gezegde Gezin ten in 't algemeen. Wereldlijke gebouwem worden in deeze buurt niet gevonden. BEZIGHEDEN: De bewooners geneeren zig meestal met de melkerij, er liggen geene moestuinen; er worden voords eenige gewoone Ambachten geoefend — er is ook een Chirurgijn. In de geschiedenis deezer buurt, zoude geheel niets aantekeningswaardig gevonden worden, ware het niet, dat zij, met groote voorkeur ten getuige verftrekte, van de elende waarmede het lieve Vaderland in den jaare 1787, door den geesfel des binnenlandfchen oorlogs, geteiteisterd geworden. Daar de Pruisfen aan dien kant zouden komen afzakken, werd de buurt weldra door gewapende burgers van Amfteldam en van elders bezet; en o! hadden wij ter hunner eere mogen hooren getuigen dat zij er zig niet fchuldig gemankt haddenaan die baldaadighsdenj waarmede de loontrekkende foldaat gemeenlijk de oord. waarin hij ter befcherminge gelegen wordt, doet gevoelen dat hij er is 1 airede door het woeste krijgsmana leven van het pad der beminnelijke burgerlijke bedaardheid en gefchiktheid afgeleid, hebben zij 'er, in navolging van den bezoldeling, verfcheidene merktenen van hun daarzijn nagelaaten; intusfchen moeten wij, naar ingewonnene berichten, ook bekennen, dat zij zig, toen 't op een ftaan en vechten aankwam, als dappere helden gedragen hebben; zodanig, dat men verzekert, hadde men te Ouderkerk fland gehouden, de Truisjen zouden aan de Duivendrechfche brug nimmer hun bogmerk bereikt hebben; vier batterijen,hadden de patriotten rondsom Het huis de hoep, meergemeld, opgeworpen, van dewelken zij  DORP-BESCHRIJVER, (onder Ouderkerk.) 7 de Pruisfen bij hunne herhaalde aannnderingen, ook gelijke maaien, dapperlijk begroetteden, 'met dat gevvenscht gevolg dat er veelen van hun vielen; de tekens hunner afgczondene kogels zijn nog hier en daar, met naame in de muuren van de poort der gemelde hofftedetftor.te zien: de overtoom waar van wij boven gefproken hebben , was weggebroken, zo ook de tolbrug ; (men voer toen weder met eene fchouw over,) en al het hinderend geboomte omgehakt, zo dat zij hunnen vijand op eene vlakte voor zig, hadden; echter behoefden zij met hun gefchut maar zeer fmalle wegen te beftrijken, Chet platte land, ftond rondsom ruim drie & vier voeten hoog onder water;) het welk ook met zo veel moed en fnelheid gedaan werd, dat er, geüjk gezegd is, veele Pruisfen door hun ter nedcrgelegd werden ; allerbenaauwdst zag 't er toen in deeze oord uit, en die akeligheid vergrootte niet weinig toen de Vaderlanders, door dat Ouierkerk verlsten was, geraden vonden, of liever genoodzaakt werden, aftetrekken, en de geheeie buurt derhalven door de Pruisfifche foldaaten overflroomd werd; zij kwamen er in; als raszenden vielen zij op alles aan, want de dappere tegenftand welke zij , zekerlijk buiten verwachting, ontmoet, en het volk dat zij verloren hadden, had hun verbitterd; meest moest de meergemelde herberg 't Huis de Hoop lijden; want zij hadden hetzelve, wegens de batterijen waardoor het van rondsom befchermd, (in hunne oogen befchermd) werd, voor een of ander huis van aanzien, mogelijk wel voor een Dorps Raadhuis gehouden, en hadden ook alle mogelijke moeite gedaan om het zelve tot een puinhoop te fchieren: dan, allerwonderbarelijkst werd dat huis bewaard; want de Pruisfen pointeerden hunne ftuk. ken zodanig, dat zij telkens over hetzelve heen fchooten.en als zij het raakten was het fljchts aan de randen der hardfteenen waarmede de gevel gedekt is, gelijk men zulks dan nog wer. kelijk in oogenfchouw kan neemen — de bewooner van dat huis, houdt die beklagenswaardige gebeurtenis vooj de A 4  S DE NEDERLANDSCHE STAD- bh- grondoorzaak van zijn onherftelbaar bederf, want behalven dat federt dien tijd een algemeen verval in het land plaats heeft, en zijne herberg derhalven vrij fchaaifer dan weieer bekocht wordt, begroot hij zijne geledene fchade,zo aan zijn huis als goederen, op ruim looo guldens, waarvan hem, in gevolge van groote daartoe aangewende moeite, naauwlijks 350 guldens vergoed zijn: de Joodtn, (men weet welke rol deeze, in die tijdsomftandigbeden gefpeeld hebben,) hadden verfcheidene van zijne meubelen gekocht, die hij naderhand, waarfchijuelijk ten dubbelden en drieJubbelden prijze, weder heeft moeten inkoopen. De HERBERGEN Welken in deeze buurt gevonden worden, zijn voornaamïijk, het meergemelde, Huis de Hoop, dat ook eene goede uitfpanning is; voords neg twee andere heibergen van minderen rang. De REISGELEGENHEDËN Zijn naar "Amjleldam , Muiden, Naarden en Weesp, met de gewoone fchuiten welken op die fteden vife verfa vaaren, en de Duivendrecktjche, of Kuipertjes-brug moeten pasfeeren, men kan van daar ook naar Abcoude of Ouderkerk wandelen; nog pasfeert er de Kerkfchuit uit de Diemer of Watergraftsmeir. Door Duivendrecht wandelt men over eenen zindelijken ftraatweg, tot aan en voorbij het Tolhek: van hier gaat men rechts af, langs de zoogenaamde Ouderkerker laan, naar Ouderkerk. Een andere Buurt, of Gehucht, in de banne van Ouder, kerk gelegen, draagt den naam van  DORPBESCHRIJVER, (onder Ouderkerk.') 9 DE B U L L E W IJ K, 10)ie onderfcheiden wordt in da Binnen- en Buiten-Bul' kwijk. Hier ftrekt zig de ban van Ouder■ Amftel uit tot aan het tolhuisjen bij de Abcouder rr.eir, welker bewoonets nog onder het opzicht van deu Predikant van Ouderkerk ftaan. De beide deelen van de Bullewijk liggen zeer vermaaklijk ter wederzijden van de ongemeen fchoone rivier de Amftel, en aan het water, Bullewijk genoemd; de BinnenBullewijk is voor een gedeelte een rijweg, met eenige buitenplaatfen vercierd, als Hcofdenburg, Kerkzicht, enz.; zij ftrekt zig uit tot aan de Abcouder meir: de BuitenBullewijk ligt in de polder de Ronde hoep, als mede de Rijke Water, en de Waardhuizen , welke polder begroot wordt op 1526 morgen, en 472 roeden gronds; men wil, dat dezelve van ouds eene bosfehaadje zoude geweest zijn, die afgekapt en tot land gemaakt is; voords ftellen onze ingewonnene berichten het voor niet onmogelijk, dat die landen eertijds van fljehten aart geweest zijn; dat men er daarom bullen op geweid heeft, en dat daarvan het gehucht de Bullewijk zijnen naam zoude ontleend hebben: wat be. treft dat de polder voorheen een bosch zoude geweest zijn, daarvan geeft men, «iet ongepast, ten bewijze, dat de landlieden aldaar nog jaarlijks boomwortels uit den grond haa. len, die telkens naar boven werken: thans is de Ronde Hoep één der beste polders; niet alleen wegens het land dat zeer goed voor het melkvee is, maar ook wegens de fchoone bedijking die rondsom de polder ligt: zij heeft drie water, molens, welken het overtollige poiderwater in den Amftel overmaalen: het getal der huizen, onder de geheeie Built, •wijk betrokken zijnde, kunnen wij niet bepaalea.  ie DE NEDERLANDSCHE STAD- en- Met de beftuuring en verzorging van Weezen en Armen gaat het hier. als in de vooi gemelde buurten onder deeze banne behoorénde; de inwoonérs zijn voor het grootfte gedeelte den Roomfchen Godsdienst toegedaan, gelijk zij er dan ook een zeer goede en zelfs aanzienlijke ftatie hebben, een quartier uurs van het dorp gelegen, die bediend wordt door den Wel Eerwaarden Heere hybokimiüs van der dorp, behoorénde onder het Aartspriesterdom van Holland: de Ge. reformeerden, welken onder hun gevonden worden , moeten te Ouderkerk te kerk gaan, gelijk de Roomschgezinden in dat Dorp in de Bullewijk behooren: de kinderen uit dat gehucht gaan ook te Ouderkerk voornoemd, fchool. De bewooners van de Bullewijk geneeren zig voornaamlijk met de melkerij, waartoe, gelijk gezegd is, de landen aldaar zeer gefchikt zijn. De Jooden hebben hier een groot kerkhof; zie onze be. fchrijving van Ouderkerk. Herbergen worden er geene anderen gevonden, dan de Voetangel (*;, alwaar men ook de reisgelegenheid van de pasfeerende Utrechtfche fchuit van en naar Amjleldam en Utrech heeft. Rechtuit over den Voetangel voornoemd gaande, heeft men een rij- en gaan-weg, langs den Amftel, naar Abcoude: maar den Voetangel aan de linkerhand, begint de (*) Dit is een fchoon gebouw, belerende aan de Thefauris der Jlad Amfteldam : alle vaartuigen, die er pasfeere», moeten er aanliggen en tol betaalen.  DORP-BESCHRIJVER, (ander Ouderkerk..) U RIJKE WAVER, JMCede, gelijk wij reeds gezegd hebben, in de Ronde-hoepee polder gelegen: het is een rijweg tot dat men aan de fVaarthuizen komt, van waar men weder naar Ouderkerk gaat Van de Rijke fVaver is niet veel anders te zeegen, dan dat het er in den zomer zeer aangenaam is; men ziet er veela buitenplaatzen, tot dat men komt aan de Stoppelaars brug, een gehucht van eenige huizen, (jStichts gebied;) daardoor gaande komt men , over een brug, wederom op Hollandsch ge» bied, naamlijk te Botshol: zie onze befchrijving van Waver enz. De bewooners der Rijke Waver, beftaan mede meestal van de melkerij, behalven eenige geringe lieden, die de baggerij ter hand houden. Gezegde bewooners verhaalen, dat dit gedeelte van de Ronde hoep, weleer, bepaaldlijk vóór en tót den jaare .672, den naam van Schamele Waver droeg, en dat het den naam van Rijke Waver bekomen heeft, bij gelegenheid dat de Franfchen, ten gezegden jaare, aldaar en in den omtrek branafchattwg uitfehrijrende, dezelve op geen pleksken zo in haar geheel opgebragt werd als alhier, waardoor bet zig in de plaats van den naam van arm te verdienen, betoonde rijk te zijn, en derhalven toen ook dien naam verkreeg; doch onze medegedeelde berichten fpreeken zulks volftrekt tegen, verzekerende dat er geenige aantekening voorhanden is, waaruit zoude kunnen blijken, dat de Franfchen in 1672 de Rijke Waver cen bezoek gegeven hebben.  U DE NED. STAD- en DORPBESCHR. (onder Ouderk.) HOLENDRECHT. 3Cs eene polder onder dezelfde banne van Ouderkerk; zij wordt begroot op 419 morgen, 363 roeden: hier en daar ij dezelve bewoond; doch niet anders dan door melkboeren, die er zeer goede landen hebben. WAARDHUIZEN EN DE NES, tN ZO VERRE ZIJ TEN OOSTEN VAN DEN AU' STEL GELEGEN ZIJN. JD)eeze buurten of gehuchten zijn redelijk digt bebouwd, en zijn ook vrij volkrijk; de bewooners geneeren zig voornaamlijk met den landbouw; ook worden er veele visfchers gevonden: er is een' goede fluis, de Nesfer jtuis genaamd: de liefhebbers van visfch?n, vooral die van Amjleldam, gaan des zomers gemeenlijk alhier hunne uitfpanning neemen, het geen de inwooners nog al eenig voordeel aanbrengt: deezen zijn voor het grootfte gedeelte van den Roomjchen Godsdienst, en gaan aan de eene zijde te Wam, en aan de andere in de Zwaluwe buurt te kerk. In de Nes is ook een fchool.  DE 1 | neder-landsche STAD- en DORP-BESCHRIJVER- LIGGING. jOCet vermaaklijk Dorp Amftelveen of Amfterveen, zo als het doorgaands genoemd wordt, eene Ambachtsheerlijkheid van Amfteldam, is gelegen in Amftelland, omtrent twee uuren gaans ter Zuid - Westen van Amfteldam , hebbende ten Oosten de flaorlemmermeir, ten Westen het dorp Ouderkerk, en ten Zuiden, Tarnen of de Uithoorn: deszelfs ligging is zeer aangenaam; de weg die van Amfteldam, of wel vair den Overtoom, derwaards A  2 DE NEDERLANDSCHE STAD- en gaat, verfchaft eene verrukkelijke wandeling tusfchen twee reien lommerrijke boomen, achter welken, op verfcheidene plaatlèn, ruime boerderijen, en aanzienlijke tuinen gelegen zijn: te recht zegt de zoetvloejende willink, dat de gemelde aangenaame weg loopt Langs ijpeboomen, even g'ad, En net gefchorcn; welker kruinen, Zo tierig groejen bij liet i at , Dat eeuw ig wenscht, dien weg tc omtuinen: Alwaar het toverend gezicht Den zaebten wandelaar vcrpligt. Amjlelland, dat wij boven noemden , was weleer met het fteedjen, 't welk, na nog geen twee honderd jaaren, tot de wereldberoemde koopftad Amjleldam aangewasfen is, eene bijzondere Heerlijkheid, niet behoorénde onder de eigendommen van de Hollandjche Graaven, maar aan het gedacht der Heeren van amstel: toen Heer gijsbrecht, van dien'naam , als deelgenoot aan den bekenden moord van Graaf floris, het Land moest ruimen, werden zijne goederen verbeurd verklaard, en werden gevolglijk een volftrekt eigendom van den Graaf; veljlrekt, zeggen wij, want gijsbrecht was reeds vroeger, voor zekere handelwijze van hem omtrent den Bisfchop van Utrecht, door den Graaf geftrafc, daarmede, dat hij zijne goederen, waaronder ook Amjlelland, aan den Graave moest opdraagen, waarna hij dezelven weder als een Leen van deezen ontving; Amjlelland is volgens fommigen daarna een Leen van de Utrechtfche Kerk geweest, doch ook weder aan de Graaflijkheid gehecht; andeien ontkennen zulks geheel of ten deele: ons bellek laat niet toe over deezen twist uitteweiden, ook behoort dezelve eigenlijk niet tot ons oogmerk. De uitgeftrektheid van deeze gewezene Heerlijkheid is aanmerkelijk groot; zij wordt door den Amftel in twee deelen gefcheiJen, en aan de West-Zijde Nieuwer- Amftel genoemd, in tegenlielling van de andere zijde die den naam van OuderAmftel draag: ; z;j bevat de dorpen, Slooten, Slopterdijk, Am. Julveeni Ouderkerk, Diemen, met Diemerdam, Loenen en Loos-  DORP-BESCHRIJVER. (Amftelveen.') 3 ürtcht, Duivendrecht, Waver, Waveryeen, Oostdorp, en meer andere vlckjens; ook zelfs Amjleldam, dat men de hoofddad van deeze Heerlijkheid zoude kunnen noemen: de grond van dezelve is over 't algemeen laag, week, moeras Tig en brakachtig; des vindt men er weinig bouwland, in vergelijking van den gras- en veen-grond die er voorhanden is: de laage ligging vereischt groote kosten aan watermolens, om het water geen o\erhand te laaten neemen; integendeel zijn onder de vcordeelen' van Amftelland te tellen, de veenenen ook zelfs de waterplas (én welken er zijn, beiden groote winden aanbrengende; de laatstgemclden door keur van allerleie ftnaaklijke nviervisch: voor weinige jaaren is boven Amfteheen, een diep uitgebaggerde veengrond droog gemaakt, en is thans reeds weder tot goed land geworden — dat weleer binnen den omtrek van deeze Heerlijkheid zwaare bosfehen, (waarvan geheel Holland toen rijküjk voorzien was ■*) ) gedaan moeten hebben, en in de zo bekende boomftortingen gevallen zijn, blijkt van tijd tot tijd daaraan dat onder het graaven zwaare boomen gevonden worden; aan fommigen van dezelven heeft men vinden hangen, nooten en andere vruchten, die nog zeer goed waren — ons bedek laat niet toe breeder over deeze anders zo aangenaame taak, zo weinig als over Amftelland op zig zelf, te fpreeken; aes keeren wij tot Amfttlveen weder. NAAMSOORSPR.ONG. De naam welke dit aangenaame dorp draagt, verklaart tevens deszelfs afkomst; betekenende naamlijk het veen dat aan den Amftel ligt, of Amftels Veen', waarom de eigenlijke naam niet Amfterveen, gelijk wij zeiden dat het doorgaands genoemd wordt, maar Amftelveen is. (*) Om deeze reden Hellen fommigen ook niet dat Holland zijnen naam zoude ontleend hebben van deszelfs laage (Holle) ligging, maar van de menigte iosfehen (Holt, hout) die er gevonden werden A 2  t DE NEDERLANDSCHE STAD.en STICHTING en GROOTTE. Wat de dichting betreft, daarvan kan, gelijk van veele andere dorpen, enz. niets gezegd worden; zeer waarfchijnelijk zijn dezelven hunnen oorlprong verfchuldigd aan 't verblijf van eenige lieden, visfehers, landbouwers, of baggerders, welken hunne nooddruft uit de grondsgelegenheid aldaar vonden , en bij wie ffiisfehien, door hunnen welvaart van tijd tot tijd uitgelokt, zig veele anderen gevoegd, en zoeen buurt gemaakt hebben, welke, na verloop van tijd, in een dorp veranderd kan geworden weëzen. Wat de grootte van Amftelveen betreft, het geheeie Ambacht wordt in de oude verpondings lijsten gedeid op 2670 morgen en 766 roeden; in andere opgaven vindt men er 4076 morgen voor, welk verfchil ontdaan kan door eene andere bepaaling van het didrift, of liever van den grond die onder de opgave betrokken is; thans wordt het wel 6000 morgen groot gefchat: in oude lijsten daan voor Awftelveen 251 huizen aangetekend; m nieuwere 1167 huizen en één molen; welk verfchil weder op de gemelde wijze kan ontdaan zijn, althans de Jaatde opgaave, bepaalt zig niet binnen den omtrek van het eigenlijke dorp zelf, maar gaat ook over de buurten welken daaronder behooren, liggende aan den Amftel, den Veendijk, de zogenaamde Zwaluw eribuun, en de Nes, ook de geheeie Amftelveenfehe weg, aan de hand van Leiden, enz. Ten noorden paalt het rechtsgebied van Amftelveen onmiddelijk-aan dat van Amfteldam, waarvan de Heer Wellekens, in zijne Visfehers en Jagersgezangen, dus zingt: Juist daar de Mijlpaal Maat, uit blaauw arduin gehouwen. Die 't land en halsrecht fcheidt, de beken en Landsdouwen, Van 't prachtig Amfteldam, en 'r nedrig Amftelveen, XJiilijk van ftam en naam, maar nu riet lotgemeen. ■. _ . *t Wapen. Dit is een rood Schild, met twee zwarte dwarsbalken door-  DORP-BESCHRIJVER. (Amftelvtm) S fnedcn; op den bovenden balk drie, en op den onderften één witte kruifen. KERKL1JKE GEBOUWEN, Onder deezen kunnen geene anderen geteld worden dan de Kerk zelve, het Diaconie-Weeshuis, en 't algemeene Armehuis; in het Diaconie-Weeshuis zijn niet meer dan twintig kinderen, en weinige oude lieden, en het Armehuis is in tweeën gelcheiden ; zijnde het voorde gedeelte ten dienste der Gereformeerde», en het achterfte voorde Rsómfehenen Lutherfchen, als mede voerde oude lieden van beide gezindheden: voor het Armehuis leest men: Den armen wees tot nut, bragt men dit huis tot (tand, Den ouden toe een (Uit, in Nieuwer Amftelland. Boven den ingang van het Diaconiehuis ftaan de volgendë woorden in een vierkanten fieen uitgehouwen: „ Door de wel„ daadigheid van NUuweramftel en Amfteldam, is dit Diaconie „ Weeshuis gebouwd, in het jaar 1765. „ De Heere houdt de Weezen en Weduwen ftaande: Pf. 126 „ vs. 9." Weleer ftond boven de poort of ingang, mast het zelve buts nog een versjen, 't welk door 't fchilderen daarvoor van daan geraakt is: dus luidde het: De liefde omhelst 't verlaten weesken aliicr, Om z'in haar fchoot ie voên en te ondet wijzen, Verkwikt, verft»kt met wijs beltier, Do Oude, Arme , en afgewerkte yijzen: O Amftelland! wie roemt en voljt u niet, Als men dit huis met zijn bewooners ".iet! Dc Kerk daat op een bemuurd kerkhof, dat met fchoon ee'>oomte beplant is ; het gebouw pronkt met een aartig fries torentjen, waarin flag en uurwerk is: onder de weinige Bemdjcn van binnen munt zeer uit bet eeregraf van den beroemden Nederlandfehen Dichter, j 0 a a h van A 3  6 DE NEDERLANDSCHE STAD-en «Roekhuizen, zijner nagedachtenisfe gefchonken door den. Wel Ed. Heer, Mr. ab r a h a m ca lkoen, Heer van Kcrtenhoef, ten tijde der oprichting f1767) Baljuw en Dijkgraaf van Amjlelland, naderhand Hoofdofficier der Stad Amjleldam: hetzelve beftaat in eene aloude lijkbus van blaauw arduinfteen, rustende op een dergelijk voetftuk, voor hetwelk een Latijnsch vers van den Hoogleeraar a v r m a n, op een wit marnier tafreel is uitgehouwen, zijnde van deezen inhoud: „ Ter gedachtenisje van „ johan van broekhuizen, „ Overleden in het Jaar 1707. » Gij alle die de Dichtkunst en Wapenoefening bemint „ ftrooit lauren, mirten en veil op dit gewijde graf: broek' „ huizen, wiens gedichten die van Propenius evenaarten, „ ligt hier in de AmJleWeenfche Kerk begraven ; op dat hij „ruste in dien zelfden oord, waarin hij, onttogen „ van ztjne krijgsamteu, die hij met eere bekleed had, zW in ftiite, met geleerde oefeningen bezig gehouden heeft-'de „ erkentenis die men aan zijnen asch, waarvoor men zo Ibhan„ dehjk verzuimd had cenig gedenkteken opterichtcn, na ze<„ t.g jaaren verloops , de yerfchuldigde eer bewijst hebbe „ haaren verdienden lof, en verllrekke ten treftelijken voot„ beelde voor de dankbaare nakomelïngfchap; doch fchoon dit „ g.afteken, gelijk alle anderen, zelfs zulken die uit het kost „ baar marmer gehouwen zijn, eindelijk vergaan moet, zullen nogthans de werken van zo groot eenen geest alleen zijnen naam onftervelijk raaafcen." Tot genoegen van onze Leezers, maar voornar.mlijk tot gepoegen van de bewooners van Amjlelvee-n, zullen wij hier eene kleme fchers van de levensblij ving diens voortreffelijk mans bijvoegen; 't kan gezegde bewooners tog niet onverlchillig zyn te weeten wie hij eigenlijk was die verdiend heeft, dat hun kerkjen mot zijn eereteken pronkt. j0han vak broekhuizen, was dan eer 4mfteldm-  DORP-BESCHRIJVER. (Jmfleheenj 7 tmr, ter dier ftede geboren den 20 November des jaars 1649 i de zoon van een Hoedeftoffeerder, die daarna ook klerk ter Seretarij van de Admiraliteit aldaar Was; zijne moeder e va vos, was aan de aanzienlijke gedachten van witsen en hüdde, vermaagfchaptbroekhuizen werd van jongs at der ftudie toegewijd; nr.akte groote vorderingen in de geleeidc taaien, en betoonde al vroeg eene ongemeene zucht voerde dichtkunde der Latijnen', en deeze zucht was in onzen dichter zelfs zo brandend, dat hij. meer dan vijftig verfen, in die taaie gedicht, flechts één maal gehoord hebbende, dezelven van buiten kende; inderdaad een doorfiaand bewijs van eene wonderbaare natuurgaaf, die zo vermaaklijk als mandere gevallen, (doch voor den dichter altoos hoogstwenschIijk,) lastig is; want broekhuizen kon met geene mogelijkheid de regelen der Logica, eene drooge fchoolfché ftud:e, in zijn geheugen prenten; loevende voorbelden zouden den man van ondervinding van deeze waarheid meer dan hij verlangde overtuigen: zo geheugt het nVj, toen ik lesfen in de Wiskunst gaf, meermaals leerlingen gehad te hebben, die uitmuntten in allerleie werken van genie, als dair is het nraken van tooncelfpellen , en zamenftellen van romans, dat deezen, fpijt alle mijne aangewende mosite, geen denkbeeld van eene rekening van proportie, of zogenaamde regel van drieën konden verkrijgen. Van de fchoole gekomen zijnde, befteedde zijn Oom , die hem na den dood zijns Vaders, tot tweeden Vader verdrekte , hem in een Apotheek , waarin hij eenige j-iaren doorbragt, zonder echter de dichtkunde van zijne geliefde Latijnen te vergceteni deeze da.fiche verbinding konde hem, zeer natuurlijk, niet lang behaagen; hij kreeg er tegenzin in, en begaf zij; tot een vrijer leven, tot den krijgsdienst naamlijk, waarin hij welhaast tot den rang van Vendrig bevorderd weid ; hoe zou ook een lievelingskind der Natuur in allerleie (landen geene bevordering verkrijgen! intusfehen vergat hij zijne waarde Latijnen niet; ook niet toen hij vervolgcnds onder den dapperen de ruiter, een togt ter zee deed, of toen hij, in 1673» in A 4  8 DE NEDERLANDSCIIE STAD- en Zijne geboorteflad, Lieutenant werd over een Vendel van de ftads bezetting: behalven dat woonde hij verfcheidene veldtogten in Duitschland en de Nederlanden bij: hij zettede z'g, na het fluiten van den vrede te Nijmegen, met er woon te Utrecht neder, en gaf zig aldaar geheel aan de boekoefening over: van daar kwam hij te Amjleldam, en had het geluk zijne fludie voordtezetten in gezeilchap van zijne beroemde tijdge. nooten de Heeren hulst, hu.j-.ecooper, heinck, geelvink, en anderen: Burgemeester hudde bezorgde hem ae Capiteinsplaats van één der Vendelen van meergemelde ftads bezetting, toen na het fluiten van den Rijsmk. fchen vrede, dat Vendel afgedankt werd, verkoos onze bhoeshuizen een aangenaam buitenverblijf, onder het gebied van Amjlelveen ter wooning, alwaar hij bij aanhoudendheid van de , voornaamfte Geleerden bezocht werd, en zijne fludiën met onvermoeiden vlijt voordzettede: na lang gefukkeld te hebben , overleed hij aldaar den 15 van Wintermaand des jaars 1707.' cn werd op den vijfden dag na zijn overlijden, in gevolge van zijnen laatflen wil, in de Kerk te Amftelveen begraven. — Wat zijn arbeid betreft, proper ti us en Ti bullus, zijn fraai door hem verbeterd, in 't licht gegeven, als mede de gedichten van sanesarius en anderen: zijne eigene Latijnjchepoezij is door den beroemden david van h oogstra aten in den jaare 17,1 ter persfe bezorgd, en weinige jaaren daarna ook zijne Nederduitfche gedichten, voor welken 't verhaal van 'sdichters leven geplaatst is: kort na zijn overlijden deed de Hoogteen» r. burm an eene redevoering daarop tocpasfelijk• welke eere 'smans nagedachtenis is aangedaan, hebben wij boven gezien. . Het Kerkjen is gedicht in den jaare 7554, heeft "een orgel, en is de eenigfte die in de banne van Amftelveen gevon. den wordt; oflehoon zij bijna 1100 ledemaaten kantellendaarentegen zijn er op het zeilde grondgebied wel vier Roomjche Kerken; een van dezelve Haat op den Amftelveenfchen Weg tusfchen den Overtoom , en de Kalfjeslaan, die t^een van de kleinftc is, een mooi orgel heeft, cn door twee Paiïocrs be-  DORP-BESCHRIJVER. (.Amjielveen.-) $ diend wordt: hij bevat onder zig wel Soo ledemaaten, behalven de menigte van vreemdelingen, welken des zomers aldaar ter Kerke gaan. De eerfte Predikant op dit dorp is (1586) geweest gerarb pauli, zijnde hetzelve alstoen gecombineerd met Ouderkerk, doch in 1588 is die combinatie geicheiden — voor eenige jaaren heeft de zonderlinge Leeraar van der zouw, door zijne wijze van den volke het Euangclium te verkondigen, ait dorp geen gering voordeel aangebragt, door de menigte van ftedelingcn, en omliggende bewooners, welken hem kwamen hoorei: prediken; zijn toon en wijze van verhandelen waren even zonderling; dikwijls brak hij zijne reden af, om de in-en uitgaande menigte te zeggen dat zij minder opfchudding moesten maaken om te zeggen dat men deezen of geenen vermoeiden boêr, welke te weinig begrips van zijne verklaaring konde maaken , en dien hijderhalven in de flaap gepredikt had, optewekken; om aan den koster te klaagen dat de zon, door de kerkglazen fchijnende, hem geweldig binderden, en dat derhalven de glasgordijnen toegefchoven moesten worden; om bij het vcrlchijncn van een of ander gezelfchap welgeklede lieden, uitteroepen': ,, Kijk, kijk! daar komen weer Amfteldammers aan! maar met „ geen hart, hongerende en dorftende naar de geestlijke ipijs „ en drank des Euange'iums,:' of iet dergelijks — 't geheugt mij zijn We! Eerwaarden eens het gebod der Wet, Gij en zult niet fieelen, te hebben hooren vcrklaaren, en hem in die verklaring hooren Hellen, dat alle menfehen, van wat ftaat en ftand, van wat ouderdom, dieven waren; zijn Weleerwaarde begon bij de kinderen, die zig niet zelden fchuldig maaken, zeide hij, aan het fteelen van een appel of peer — tot de Diakens der Kerke gekomen zijnde, dacht ik, de Leeraar zoude evenwel deezen uit zijn algemeen vonnis uitfluiten, maa rneen! zijn hoofd naar derzelver gewoone plaats in de Kerk koerende, fchreeuwde zijn Wel Eerwaarde uit: Er wordt niet anders als koperen munt in 't zakjen gevpnden'. hij liet de uitlegging van de betekenis der woorden aan Diakenen zeiven over , en ging voord met zijne rol van dieven verder afteleezen. A 5  io DE NEDERLANDSCHE STAD- en Van de Wereldlijke Gebouwen , Amftelveen betreften de, daar het Rechthuis, even als dat op a'le andere dorpen, niets bijzonders heeft, des juist niet in den rang van gebouwen geplaatst kan worden, hebben wij geene aantekeningen te maaken, niet anders als dat hetzelve een fiads gebouw is; geappropieerd tot eene wooning voor den Officier,met eenen grooten tuin daar achter, waar voor de Officier voornoemd jaarlijks eene zekere fomme aan de ftad Amjleldam moet opbrengen: het gebouw heeft anders geen aanzien als dat het in zijn gevel pronkt met het wapen van Amfteldam: om de drie weeken wordt er, donderdags, rechtdag gehouden. REGEERING. Deeze beftaat voor zo veel Amftelveen zelf aangaat, uit den Balliuw,Schout en zeven Schepenen: eene Ambachtsheerlijkheid van Amfteldam zijnde, is er ook eene Ambachtsheer over gefield, die de zaaken, het Ambacht bijzonderlijk betreffende waarneemt ; beftaande de crimineele rechtbank aldaar eigenlijk uit Bailluw en Schepenen voornoemd ; welke eerstgemelde ook Bailluw van Amftelland is. Tot het bcfïuur der Polderzaaken, wordt volgends octrooi van keizer karel den v ij" rj e n , dato 31 December 1520, een Dijkgraaf-en Hoog - Hcemraadfchap opgericht, dat met en benevens het Gerecht van Amftelveen het opzicht zoude hebben, over de dijken, bruggen."dijkflooten en andere po'dcrwerken; volgends deeze handvest, zouden van de vijf' 'Ltndrijkften, vier Heemraaden, en de oudfte dier vijf, tot Dijkgraaf verkoozen worden: de Keizer noemde hen Dijkgraaf en Heemraden van de Landen en Dorpen van Amftelveen, doch hedendaags noemt men dat Collegie Dijkgraaf en Heemraaden van Nieuwer - Amftel; het aanfiellen van dat opzicht is zijne geboorte verfchuldigd aan de kiagten die eenjgen der Landrijkften bij den Keizer inbragten, daarover dat de vloeden der Zuiderzee, dagelijks aanwiesfen , en die van het fticht van UtrccJit hunne wateren ook dagelijks door molens uitwierpen, en deeden loopen op de landen van Amftelveen, waardoor de opge. zetenen aldaar, indien er niet in voorzien werd, fcheenen te zul-  DORP-BESCHRIJVER. (Amftelveen.~) u kn bedorven worden , en ten ceuwigftcn dage verloren blijven, verzoekende derbalven dat hetzelve door het aandeden van het bovengemelde Collegie, om desaangaande de noodige voorzorgen te doen neemen, mogt voorgekomen worden;de Keizer het gewigt deezer klagten inziende, willigde hun verzoek in. De verkiezing van deeze Dijkgraaf en Heemraaden gefch;edde weleer door de- Rekenkamer der Graaflijkheids Do. meinen, doch thans gefebiedt het door Gecomnvtteerde Raaden van de Staaten van Holland, op aanfebrijving van Burgemeefteren van Amfteldam. VOORRECHT' EN, Deeze Ambachtsheerlijkheid is , in voorige eeuwen , door de Graaven met verfcheidene voorrechten befchonken; van daar heeft het nog een vrij halsgerecht; ook mag, volgends privilegie van Graaf albrecht, in geheel Amjlelland, geen beroep van vonnisfe gedaan worden zij die eenig denkbeeld van het district, waarvan wij hier fpreeken, kunnen maaken, zullen zig in gevolge van het eerstgemelde der bovengenoemde voorrechten, niet meer verwonderen dat er te Amftelyeen zo dikwijls halsrecht gedaan wordt. Amfleheen heeft ook het recht om die van Amjleldam, nalaatig bevonden wordende in het onderhouden vsn de fluizen „ op ten Middeldam, en op St. Anthemies-poene," te beflaan in de boete van zes goudguldens dagelijks, tot duizend goudguldeus toe, doch niet hooger. BEZIGHEDEN. Dcczen beftaan onder de bewooners van deeze Ambachtsheerlijkheid in het weiden van vee, maaken van melk, boter en kaas, cn het veenen, of baggeren van turf, enz. GESCHIEDENISSEN. Hoe de Heerlijkheid Amftelland, en gevolglijk ook dit dorp Amftelveen aan de Graaven van Holland gekomen is, hebben  13 DE NEDERLANDSCHE STAD- en wij boven,(bladz.2.) gezien;en in onze befchrijving vwj Skter. dijk, tekenden wij san dat dezelve naderhand in het huis van Breiende zijn overgegaan , alwaar wij ook zeiden , dar niet naauwkeurig bepaald kor.de worden, langs welken weg (zie aldaar bladz. 2 ); doch, onder het naflaan van eenige andere dan de toen geraadpleegde febrijvers , vinden wij dat men dien overgang dus opgeeft: Graaf jan van holland, die zijn'Vader den omgebragten Graaf flor is den vijfden opvolgde, kwam derhal ven ook in het bezit van de verbeurd verklaarde goederen van van amstel; en deeze, in 1299, zonder kinderen komende te overlijden, is hem, als naast in den bloede , tot erfgenaam opgevolgd, jan van ave nnes, welke in 't begin zijner regeeringe de Heerlijkheden van Amjïel en Woerden fchonk aan zijnen broecier guy; na den dood van deezen, en van Graaf j a n heeft 's Graaven zoon willem (1317,) die Heerlijkheden weder benaderd en aan de Graaflijkheid gehecht. Naderhand heeft albert van bei è'ren, als Gra&f van Holland, de Ambachtsheerlijkheid Amftelveen, nevens de gevolgen van dien, ter Ouder- en Nieuwer Amjlel (1399,) tot een onftervelijk leen gegeven, aan c oen van o os te» wijk, voor de fomma van 3100 Ichilden; deeze droeg dat zijn eigendom (14C2) weder op aan margaretha van cleef, desHertogs tweedeGemaalinne; hierdoor geraakte nahaaroverlijden, Amfteb'een, en de geheeie nalaatenfchap der Grauvinne aan haare Moeder, mede margaretha genaamd, die de Heerlijkheid tot 1434 bezat; in welk jaar hendrik van borselen, Heer van ter Veere, uit krach te van aanhoop, daarmede verleid is geworden; en door het huwelijk van ma r- creta van borsselen, met walraven van b rede r o d e, ging Amftelveen dus in dat geflacht over, zijnde hetzelve in 1529, door Heer walraven aan de ftad Amfteldam verkocht, gelijk wij in ons blad,over Sloterdijk handelende , reeds gezegd hebben. In de woede der hervorming heeft Amftelveen denkelijk ge-  D O R P-B E S C H R IJ V E E. (Amftelveen.-) 13 deeld; want in de fentemiën van »Li», vindt men een banvonnis, tegen zekeren cokNELIS van Amftelveen, welke daarin ten laste gelegd worde, dat hij de kerkplonderaars te drinken gegeven, den Pastoor voor eenen verleider des voiks uitgemaakt', en°gezegd zoude hebben, dat men van de klokken der kerken roers en gefchut zoude gieten. Wat Amftelveen in onze jongstledene beroerten heeft moeten lijden, is bij ieder bekend; aldaar tog was om zo te fprceken voor een gedeelte het tooneel des oorlogs. In den nacht van den 30 September, rukte de Hertog, met zn-K Pruisfen reeds tot nabij de Hmdvm Leiden gekomen zijnde nader derwaards; doch eene Patriotfche patrouille vertelde hem weldra met tnaphaanskogels, dat zij onvertfaagd waren : deezen echter waren door de overmagt genoodzaakt zig te bedwingen- de Hertog posteerde vervolgens zijn gefchut op den dijk naar Amftelveen, waarop de aanval zoude gefchieden; reedt ten s uuren in den morgen hoorde men het fignaalfchot, en terftond daarop begonnen de Pruisfen te Ouderkerk hunne op»eworpene Batterijen te lasten fpeelen; hunne jaagers gingen op" het verlaat los, doch bcnwgtigden hetzelve niet dan ten koste van veele koppen; want de Hollanders vochten als leeuwen, als lieden die bij den oorlog opgevoed waren, welke lof de Hertog zelf hun niet heeft kunnen weigeren - nog herinneren wij ons, met fiddering, het geluid der fchoten aan welke 't behoud of verlies van geheel Amfteldam afhing; nog hooren wij de hartlijke beden aan den hemel om overwinning.... doch liever ftaaken wij dien toon. Eenige honderden fchreden achter het gezegde verlaat, lag eene Patriotfche verfchanfing, door eene welbepalisfadeerde Kracht van den dijk afgezonderd; deeze werd vervolgends aangetasten veroverd, doch mede ten duuren prijze : ondertuslchen was het dag geworden: de dappere Colone! de pokte die de Patriotten te Amftelveen commandeerde, en het dorp ongemeen verfterkt had. liet toen met vier (lukken gefchms den dijk beIChieten, en deed veele Pruisfen vallen; de Hertog echter hield  14 DE NEDERLANDSCHE STAD- in fland, zond zijne jaagers, over de grachten, naar de nabijgelegene hooibergen , ten einde van achter dezelven zijnen vijand te befchieten; de onzen maakten een allerhevigst vuur, en betwistten elkander de eer van de meeste en best gerichte fchoten gedaan te hebben: ligtlijk begrijpt men dat de Pruisfen van hunnen kant mede hun besrdeeden, waardoor het benaauwde Amftelveen zig in 't grootfte gevaar bevond , ftaande ten prooje van de vijandlijke kogels, die echter niet zodanig neder kwamen dat er eenig huis of fchuur in de brand ge. fchoten werd: de onzen onvermoeid met fc'iieten aanhoudende, en nu ziende dat men hun van achter de hooibergen be. ftookte, hadden moeds genoeg om op de Pruisfifche Jaagers, aldaar verfioken liggende, los te gaan, de hooibergen in den brand te fleeken, en vooral door hunne welgeoefende fcherpfchutters, de jaagers voornoemd te verdrijven, niet alleen, maar ook zag de Hertog zig genoodzaakt met al zijne manfehsp naar de Hand van Leiden te retirecren. alwaar de Lieutenant Generaal van knobelsdorf eene batterij geformeerd had, om Amftelveen op zijde te befchieten. De Hertog verwachtte alle oogenbükken dat de onzen van achteren geattaqueerd zouden worden, en hij daardoor gelegenheid bekomen van weder te kunnen avanceeren, want dit was zijn plan, maar dit fecours bleef vier en een half uur uit, het geen hun veel volks kostte, die door liet vuur der patriotten vielen. Tegen tien uuren des morgens kreegen de onzen op den dijk van Ouderkerk nieuwe verfferkimr van voetvolk, want hoe heet het ook reeds toeginge, brandde men echter van verlangen, vooral te Amfteldam, om zig tot verfterkins» derwaards te mogen begeeven ; men hield zig van eene volkomene overwinning verzekerd — dan God had het anders befloten wij weeten niet waarbij het toegekomen is, dat de Pruisfen verfcheidene geretrancheerde posten van de onzen op den dijk naar Amftelveen cn elders veroverden, de moedige Patriotten aan het wij-  DOR P-B E S C PI R IJ V E R. (Amftelveen.') tj ken bragten, en tot binnen het dorp dreeven; 't welk aldaar geene geringe fchrik veroorzaakte — eene en andereomRandigheden waren dringend genoeg om den Colonel de porte te doen befluiten, zig naar Ouderkerk te begeeven, 't geen met zo veel fpoeds gefchiedde dat de Pruisfen nu, ge. reed zijnde hen met hun eigen gefchut te befchieten , hen met meer herijken konden. Te Ouderkerk had men zig tor nu toe even manlijk gedragen; de gelegenheid van het plaatsjen had den Hertog belet het te naderen, des zag hij ook geen kans om het tot de overgaaf te dwingen: onvoorbeeldig kloekmoedig betoonden de Patriotten zig aidaar, doch door de aankomst van de porte, uit Amftelveen, werden zij geïntimideerd, als nu te wel befeffende hoe zij thans langs den zelfden weg ft zogenaamde groote loopveld, of de Kerkweg,) op de zijde, door de Pruis[en genaderd konden worden: de Collonels corkel en leville, hadden hier het bevel, en beflooten de wijk naar Amfteldam te neemen, liever dan door eene wanhoopige verdediging den Vaderlande nog meer burgers te ontrukken — een ware held weet op zijnen tijd te wijken: de aftogt gefchiedde met alle mogelijke ftilte, en men kwam behouden te Amfteldam aan, Nog dien zelfden avond werd het plaatsjen zo wel als Amfteldam door de Pruisfen bezet, waardoor de inwooners, in de uiterfte droefheid gedompeld, nu den overlast des foldants moesten draagen - dat deeze overlast niet gering geweest is bevestigen honderden van getuigen; en te geloofwaardiger worden dezelven, als men befeft, welk haatelijk denkbeeld den Pruisfen van de Nederlandfche Patriotten ingeboezemd was geworden; ook hadden zij te veel van de moedige verdediging va„ deezen moeten ondergaan, om geheel vrij te blijven van den trek tot bijzondere wraakneming» i  i6 DE NED. STAD- en D0RP-BESCI1RIJV. (Amftelveen.-) B IJ ZONDERHEDEN. Hier onder behoort weder in de eer/te plaats de kerk, met het graf vau broekhuizek (zie boven bladz. 5) De droogmaakerij, (zie "bladz. 3.) Eene wandeling naar Ouderkerk, geeft ook bijzonder ver. maak, Voords zijn hier en daar nog eenige plaatfen en dingen in oogenfchouw te neemen, weiben nagedachtenisfen van het voorbefchrevene dapper gevecht tegen de Pruisfen draagen. REISGELEGENHEDEN. Met de Utrechtfche en andere fchuiten die Ouderkerk pasfeeren, kan men van Amfteldam tot daar, en terug medevaaren; voords gaat men verders te voet naar Amftelveen: des zondags vaart langs dien weg een Kerkfchuit. LOGEMENTEN. Het Nieuwe dorstige Hart. Het Oude dorstige Hart. Het Land van belofte. De Paauwen.  ft U ü 1L T E N ONDER DE BANNE VAN AMSTELVEEN DE OVERTOOMSCHE, of HEILIGE WEG. Van deWe zeer volkrijke en dlgtbedmrnerde buurt, di« gleuel'rrnede tot eenJ voortrad van Mfteldam aan d» zijde verftrekt, is de L i G G ï N G Ten westen van Jmfleldam,^ wederzijdeiti*en tamelijk Jede graft, de O^^WJ^.JïSifl^ m i-oeW is niet S- ^SJS3 zienlijk en dipt niet betten*; de^"s°»e ;andeling fceide kanten met boomen beplant, waardoor eene w langs dezelve zeer vermaaklijk is. A  9 DÉ REDERLANDSCHË SÏAD. ssif NAAMSOORSPRONG Die van den eenen naam,welken deeze weg draagt,naamlijk Heilige weg, hebben wij onder onze befchrijving van Amftel. dam, bladz, J, reeds opgegeven; de andere naam, Overtoom, fche weg, draagt zij, om dat men langs dezelve van Amjieldam naar den Overtoom gaat. AANLEG ed GROOTTE. Wat de aanleg betreft, door het veelvuldig gebruik dat van dien weg gemaakt werd, om de Heilige Jlcdete Amjleldam te gaan bezoeken, zijn ongetwijfeld eenige winkels van benodigdheden of ververfchingen aldaar aangelegd; deezen in getal toegenomen zijnde, hebben weder anderen, als handwerkslieden, enz. aldaar noodzaakelijk gemaakt, en op die wijze zal deeze aanzienlijke buart haare tegenwoordige gedaante bekomen hebben : zij ftrekt, gelijk gezegd is, ter wederzijde van de vaart, van den gebiedpaal van Amjleldam af (*) tot den Overtoom of Amflelveenjchen weg toé; en bevat veele huizen, waaronder eenige plaifiertuinen. De bewooners deezer buurt zijn van den Gereformeerden of Roomfchen Godsdienst, eenige weinige zijn Lutersclt De eersten laatst-gemelden gaan gemeenlijk naar Amjleldam ter kerk i de Gereformeerden echter ook wel te Amjleiveen, waaronder zij kerklijk behooren; de Roomfchen gaan op den Amflekeenfcken weg , in de Buitenvelderfchen polder of te Buitenveldert. Kerkxijke of godsdienstige ge&ouwen zijn derhalven ie deeze buurt uiet voorhanden; er zijn wel fchoolen in, doch (*) Deeze paal was tot den jaare 1793 een xeer oud en onaan* zienlijk Jfuk houts, ten gezegden jaare is er een fraaje ronde Jlte. nen paal in de plaats gezet, bovenaan rondsom denzehen leest men loo Gaarden, zijnde de uitgejlrektheid van liet gebied van Am. fteldam, boven op den paal Jlaat een fraaje bewerkte kroon, ook pronkt hij met de wapens van Amfteldam en AmftellanJ, sn lm' $er ftaat het voorgemelde jaartal der vemiiuwkge MDGCXCIII.  D O R P B E S C H R Ij V E R.(pndtr AmfteWO $ dezelven zijn van particulieren: voords is aan den Overtoojn mede een fchool: de armen en weezen die er zijn worden door Amftelveen verzorgd. , Üe bez.gheden der bewdoneren van deez'e Büurt zijn veeierleie, ert veelal dezelfden als in de fteden over het alge» meen ter hand genomen worden: er zijn verfcheidene fabrieken, onder anderen een pottebakkerij, kogelgieterij, kaarsgieterij, maar vooral glanzers en catoendrukkers; de laatstgemelden zijn echter federt eenigen tijd merkelijk verminderd, gelijk die voorbodens van den ondergang onzes Lands\' ook elders nit hetzelve verdweenen zijn : Voorheen werden in deeze buürt oök meer dan één kruidftóof gevonden , doch dezelve zijn allen voor en na gefprongen; de laatfte, SMenburgj nog onder Amfteldam behoorénde ,■ (thans een behangfel U. briek,) voor ruim dertig jaaren: te recht noemt de Dichter' willin* dit verdervelijk voordbrengfel van 't menschlijk vernuft , eene ftof tiie kracht geeft aan de d'wingl'andij, Én 't menschdom doet ten grave daalen, Wanneer het zwaare donders braakt,' Een vlam fpouwi uit metaale monden, Dat al hét aardrijk loeit en kraakt,' Én zucht door doodelijke bonden: Een ftof van aarde en zee betreurd Én die haat' vinder heeft verfcheurd. De'èze vinder" was zekere bArtiiold zwarts, een BuÜJciH Hinnik, die omtrent den jaare 1380 geleefd heeft: het mengfel, volgends zijne pedachten toebereid hebbendé', wilde hij des'zelfs kracht beproeven, lag eene gerioegzaame hoeveelheid daarvan onder eenen zwaaren zerk, was dom of onvoorzichtig genoeg van ef boven op te gaan ftaan, ftak het kruid in brand, en vloog met den fteen in de lucht: „ 'T is", zeggen wij desaangnande elders, „ als of God niet heeft gewild ° dat de Monnik eenig eerbewijs voor zijne uitvinding zou# de ontvangen, het geeu hem anders waarfchiji elijk ten dee- ie gevallen zoude wezen: zijn omkomen was als eene-wraak A-2f  4 DE NEDERLANDSCKE STAD- «rr. » van de Voorzienigheid, om de uitvinding met den uitvirf* **. der ,e begraven; want het liefdenjk Oppeiwezen kan tog „ geen behaagen fcheppen in het moorden der geenen, die hunne overheerfching.met menfchenbloed ftaande houden,"' enz. De vreemdeling, die dsezen weg bewandelt, zal zig ongetwijfeld verwonderen over het onbegrijpelijk groot aantal herbergen en fchoenmaakers, welken hier gevonden worden , en die er intusfchen allen een ordentelijk beftaan vinden: de eerstgemelden wegens de veele wandelaars, welken des zomers hunne wandelingen langs deezen weg beginnen of eindigen: ook wegens de fteedfche gasten, van onderfcheidene rangen, die zig alhier in de herbergen komen verlusiigen: de visclv' markt, die des zomers zondags morgens aan den overtoom gehouden wordt, trekt als dan ook veele duizendgn ftedeiingen na zig, allen moeten deezen weg pasfeeren, en daar de marktgang eene nitfpanning is , wordt er niet zelden drok gepleisterd , de veel": fabrieken, welken, gelijk wij gezegd hebben, welepr in deeze buurt gevonden werden, hebben ook veele herbergiers derwnards gelokt. Wat de fchoesmakers betreft, deezen hebben zig hier ned irgezet, ter verkoopinge- van het bekende goedkoop werk dat u; de > migejliaat gemaakt wordt, en niet binnen het gebied van AkflèUam georagt mag worden : daar het'intusfchen dooide koop-i bij duizenden enkelde paaren ingevoerd wordtr< zijn bij het fchoenmaakers gild in Amjleldam van tijd tot t.jcV hevige kiagten daarover omftaan; doch men heeft de invoer „op gezegde wijze, riet willen, of niet kunnen beletten — Sedert zijn er ook veele dergelijke baazen binnen het gebied/der ftad, ja bnr.en ue ftad zelve, komen woonen, die wel geen Lavg'jlraats- werk verkoopen, maar echter tegen denzelfdea* goedkoopen prijs eigen werk leveren. GESCH1EDENFSSE N./ Deeze zijn, naar evenredigheid van het bevang der buurt', vrij aanmerkelijk : door het reeds gemeld fpringen van ós kruidfiaoven, welken er weleer gevonden werden , werd dey  DORP-BESCHRIJVER, (onder Amflelv.Y'S fcüürt niet weinig geteisterd; en liet verval niet alleen, maar zelfs het verdwijnen van verfcheidene eatoendrukkerijen, heeft haar voords mede eene zeer gevoelige neep toegebragt: ia 1732 onderging zij ook eene hevige fchrik door het afbranden van het nabij zijnde pesthuis, het welk geheel door da vlamme verteerd werd, en welk onheil niet weinig in akeligheid toenam, door de krankzinnigen, welken er in opgefloten waren, gelijk het gebouw nog heden mede tot dat einde dient. Omtrent den jaare 1750 had deeze buurt in haar bevang een Franjche fchouwburg, (die echter uit de ftad zijn beftaan moest trekken,) zij werd aangelegd ter plaatfe alwaar men thans het bekende Fort de Eendragt ziet; doch na verloop van weinige jaaren werd zij door het vuur verteerd; op den grond werd het tegenwoordige zwaare gebouw gefticht; en diende als toen voor eene Porfeleinbakkerij; doch deeze heeft mede niet veele jaaren ftand gehouden ; de aanleggers verftonden de kunst van Porceleinen te maaken niet genoeg om aan den kiefchen ftnaak der Kollanderen, die gewoon zijn aan het allerfraaiste geen gebrek te hebben, al moest het ook van het andere einde der wereld hun toegebragt, worden te voldoen : federt heeft het gebouw tot een ander einde gediend; voor weinige jaarei was er een groote behangfel-fabriek, enz, in geplaatst, doch dezelve heeft op dien ongelukkigen grond almede geenen ftand gegrepen; laatstlijk hebben eenige Amfteldamfche boekverkopers het in huur gehad, tot een magazijn, om er hunne bekende buitenverkoopingen van copijen in te houden; doch ook dat gebruik heeft niet aan de verwachting beantwoord, thans is het gekocht door den beroemden Mer.fchenvriend jan van mekeren , die het ter zijner eeuwige eer tot een hofjen laat toebereiden. Eindelijk hebben de bewooners van deeze buurt niet wei-, nig geleden door de Pruisfen, die zig bij hunne aanmarsch op Amfttldam, in hoedanigheid van overwinnaars, en derhal. ven niet weinig tot buitenfpoorige gedragingen overflaande, moesten ontvangen: „ allerfchadelijkst", zeggen wij desaan. gaande elders, „ kwamen die lieden er af, welken op het gerucht, of liever de verzekering dat de vijand reeds te Ouderkerk, en Amftelveen, de gewapende burgers met B> A 3  6 de n;ederlandsche stad. ek- „ tavifchen moed derwaards getrokken om hun te keuren, „ was aangevallen, en de toed.agt der zaaken zodanig ftond, s, dat de burgers zouden moeten wijken." De huizen van deezen werden terftond opengebroken; waren het herbergen, zo moesten er flesfchen en vaten aan;'alle voorraad van fpij? was een kostelijke buit, voor maagen die meer gewoon zijn honger te lijden, dan door overdaad bezwaard te worden; kisten, kasfen, en banken werden voor brandhout gebruikt? de huizen, waarin bewooners gevonden werden, ondergingen wel niet zo erg een lot, maar de bewooners zei ven hadden niet weinig te lijden; en men kan begrijpen met welke opene armen de uitgewekene bewooners, bij hunne terugkomst, (want eindelijk moesten zij toch weder t'huiswaards keeren,) ontvangen werden: de flagers, welken in deeze buurt gevonden worden, leeden geen kleinen overlast en fchade; hunne winkels waren rasch ontledigd, zonder dat hunne beurzen er door gevuld waren geworden: bij fommigen ging de baldaadigheid zo verre, dat zij aardappelen in gefmolten boter gaar kookten, even als men gewoonlijk in water doet: maar weinig dat roof baar was, tot het loot op de daken toe, werd op zijne plaats gelaten; elders hebben wij reeds aangemerkt, dat dit echter zo erg niet zoude geweest zijn, bijaldien men de Jooden van hun van daan gehouden hadde; als onkundige lieden verkochten zij menigmaal een goed horologie voor maar zeer weinige penningen: intusfchen hebben de bewooners deezer buurte, als elders, op verre na hunne fchade niet vergoed gekregen: hun werd, ftaande de inquartiering, voor iederen foldaat één gulden per week gegeven; doch daarvoor was weinig te doen, met nadruk voor zulke gasten! intusfchen ontvingen die gasten ook nog eenig iegeronderhoud, bij voorbeeld één of twee zesponders roggebrood in de week; doch het Hollandsch witbrood geproefd hebbende, waren zij pp hetzelve tot zo verre verlekkerd, dat het legerbrood hun niet meer ftnaakte; waarom fommige bewooners, ten einde hun te verpligten, dat brood, vrij Zeer tot hunne fchade, tegen wit brood verruilden, of zulk een legerbrood, elders, voor 3 of 4. duivers verkochten, er iet bijlagen, en wit brood t'huis bragten: uit het een en ander kan men gereedlijk befluiten, dat de bewooners dee*  DORP-BESCHRIJVER. (onder. AmflA^ f aer buurt hunne Pruisftfche gasten met vermaak hebben zien vertrekken. B IJ ZONDERHEDEN, Deezen zoude men kunnen zeggen te zijn de fabrieken s voords zal een vaderlander in zijne wandeling langs deeze buurt wel een oog (laan op de werkplaats van den fchilder ruwel, waarin de Pruisjifche foldaaten voornoemd, kerk ge* houden hebben; want zij kenden nog Godsdienst, ten minften nog de uitwendige oefening van denzelven — Voor weinige jaaren was er in deeze buurt eene zeer aanmerkelijke bijzonderheid voorhanden; bij zekeren fmid, aldaar woonachtig, was naamlijk, zeide men, een afbeeldzel van den Zaligmaaker, door den Euangelist lucas gefchilderd te zien; groote beweeging maakte deeze zeldzaamheid, zo dat duizenden, vooral Amfteliamws derwaards vloeiden om die bijzonderheid, (tegen een zestehalf de perfoon.) in oogenfchouw te neemen; doch naauwlijks hadden de deskundigen ernftig hun, ne aandacht er op gevestigd, of zij verklaarden de zeldzaamheid voor een louter bedrog, het geen de fmid met zijne fchilderij en ontvangene penningen, zonder afTcbeid te neepen , deed vertrekken. LOGEMENTEN, $ijn in deeze buurt verfcheidene; de voornaamften zijn* Het Leidfche mpen aan den Overtoom, eq frawenburg. Uit het voorgaande blijkt, dat er voords veele herberg*» ¥f» miader aanzien gevonden worden, A4  ? BE NEDERLANDS CHS STAD- bn- R.EISGELEGENHEDEN. Aan den Ovsrtoom voornoemd, vertrekt alle dagen een kaas op Leiden: Maandag, Woensdag en Vrijdag vertrekt van daar ook een fchip naar Aalsmeer; alle dagen vaart een vragtfchuit vife verfa op.Avfteldam, en des Zomers Zondags en Maan! dags, een volkfchuit, heen en weêr, zo dikwijls er volks genoeg is, naar den ftads buitencingel. J^Lchter de flille zjde van den Overtoomfchen weg liggen nog verfcheidene paden, als het Jan Hanfen, het Winjlauer, «het Nieuwe Tuinpad euz., die allen digt bebouwd zijn. BUURT aan de SCHULPBRUG. Jj)eeze kan met recht, wegens derzelver uitgebreidheid onder de aanzienlijke Buurten gefield worden, als befhandé een zeer groote uitgeftrektheid gronds: zij begint reeds op den IVecsperweg aan den gebiedpaal van Amjleldam, en heef= verfcheidene dwarspaden, naar den Outewaalerweg (trekkende; erhalven is onder dezel e ook begrepen, het blokjen d: Vierhumns op den Weesperweg, alzo genaamd, om dat het uit vier huizen beftaat; de buurt ligt voords, voor het grootfte gedeelte zeer vermaaklijk, naamlijk aan de fchoone rivier de Amftel, en nabij de verrukkelijke Diemermeir, gedeeltelijk jïelfs langs de ringfloot derzelve. De buurt heeft, zegt men, haaren naam van buurt m ie Schulpbrug gekregen, door dat zij aan de brug van dien naam batr begin neemt; en deeze brug draagt den naam van Schulpbrug, naar de aanzienlijke herberg de Schulp, op den hoek van de Meir, bij die brug gevonden wordende.  D O.R P-B E S 6 H R IJ V E K-Conder Amftelv) 9 Zij bevat verfcheidene en aangenaame lustplaatfen en tuinen» die een bevallig gezicht opleveren, zo onder het wandelen langs den Weesperweg, als langs den Ringdijk van de Me'r,en het bevaaren van derzelver ringfloot: er worden ook eeni,e fabrieken in gevonden : de bewooners zijn van den.Gereformeerden, of van den Roomfchen Godsdienst, die, daar er geene kerk in de buurt is, de Gereformeerden te Amjleldam , en de Roomfchen aan de overzijde van den Amjlel-jlroom moeten te kerk gaan. Ook andere Godsdiendige Gedichten zijn in deeze buurt, lioe groot in haar bevang, niet voorhanden: de kinderen, van beiderleien gezegden Godsdienst, gaan in het fchool van den Watergrafts meir, (zie onze befchrijving van dat aangenaame oord;j de Weezen worden door het Dorp Ouderkerk foefteed, meestal, ten minden zo veei mogelijk, bij de bewooners- der buurt zelve, en de Armen worden mede dooi het gezegde dorp onderhouden. De sezighsden der bew/ooneren, bedaan in verfcheldenefleie handwerken; ook zijn er, gelijk gezegd is, eenige fabrieken-, aan het begin .der buurt, bij de Schulpbrug, woonen eenige visfchers; een van deezen, heeft een gedeelte van den Amjlel in pacht, de overige visfchers vertieren de visch die in het Zwarte water, nabij de dad Zwol gevangen wordt, beftaaadeju baars,, fnóek, brafem , zeelt, eiï paling; zij markten alle te Amjleldam in de Nes, op de rivier vischmark:» voor de St. Pieters poort: over het gezegde begin derbuurte, zijn ook eenige weinige vischbanken, alwaar des zondags morgens, eene foort van markt gehouden wordt. Van de Gefchiedenisfen deezer buurt, kan niets aanmerkelijks gezegd worden: in de jongstledene troubelen hebben de bewooners derzelve geen aanmerkelijk deel gehad; geen ander dan dat zij bij de gezegende omwenteling ook Pruifen hebben moeten inquartieren, en derhaiyen de gewoone overlast hebben geleden. Aan het meergemelde begin der buurtë, is eene vry goedé herberg; voords vindt man in dezelve nog.eenige weinige au. deren, van minderen rang. Aan hetzelfde begin kan men in de Weespet- en Muiderfchui-  18 6E NÊDERLAN'DSCIJÈ STAD* iaten die van en naar Amjleldam vaarende daar voorbij komérï* naar de gezegde deden vertrekken , of met het jagtjen in onze befchryving van de Diemermeir gemeld, naar Amjleldam, ook met het Overhaal Jchuitjen mede aldaar genoemd, naar den Utrechtfchn weg, of andere zijde van den Amftel, alwaar toen door de aldaar pasfeerende fchuiten , weder verfcheidene gelegenheden vindt, naar Utrecht4 Tergende, Delft, Rotterdam, en veele andere fteden en dorpen. JO,ier op kunnen wij voegelijk laatën volgen den AmfteU dijk, zig uitiïrekkende van den paal bij het tolhek tot aan dé Overbuurt van Ouderkerk, langs welken eene menigte van buf. tenplaatfen en boerewoningen gevonden worden: bij het tolhek zijn nog twee paden, het ferwerspad en 't Rustenburgen fad, waarop mede veele plaifiertuinen liggen: langs het laastgemelde pad komt men aan de Wetering: de bewooners deezesf' paden leeven meest van de moezerij. DE BUÏTËNVELDERSCHÊ POLDÉR, OOK DE BUITBNVELDERT GENOEMD. 3£n deeze polder zijn zeer weinige wooningen, boerderijen s en tuinen; het eenige dat daarvan gezegd kan worden, is dat er eene Roomfche kerk gevonden wordt, die bediend worde door den Wei-eerwaarden Heere évehardusberkardusCramer : de bewooners deezer polder hebben door de frahJen mede zeer veel geleden. bij moeten wij nog voegen den nieuwen weg* WeJ1Se van het groote loopveld tot aan Anftelveen loopt; etf  t> O R P-B E S C H R ÏJ V Ë R. (ondtf Atnfteiv.) U langs welken eenige boerewoningen, even ais aan den Bvï~ ienvelderfchen vreg gevonden worden: omtrent in het midden van deezen nieuwen weg ontmoet men de Karsfelaan ,• welken naar de Karsfebrug ftrekt, en verder naar Rietv/ljker oord, dat beide kleine gehuchten van boerenwoningen zijn, die kerklijk onder Amftelveen, doCh wereldlijk ondef Kennemtrland bebo»' ren. OVER-OUDERKER.K "%.s een kleine (treek huizen, tegen over Ouderkerk gelegen, en onder Amftelveen behoorénde: Van dezelve valt al mede niets bijzonders aantetekenen. C3nder onze befchrijving van de buurten odder Ouderkerk behoorénde, hebben wij gefproken van de eene zijde van WAARDHUIZEN en de NES. De andere zijde behoort onder Amftelveen; doch er is ook niets bijzonders van te zeggen, niet meer dan wij ter voorgemelde plaatfe er van aangetekend hebben. 23Let zelfde zij gezegd van de ZWALUW E-B UURT, Een gehucht niet verre van de Nes: er is eene Roomfche Kerk, federt weinige jaaren in plaats van eene oude, die er een eind wegs van daan ftond, gemaakt : zij wordt bediead door den We! • eerwaarden Heere Mauritius schultsz.  ié DÊ EDËRL. STAD- en DORF-BES. (hnder Ansftelij DE BOVENKERKER POLDER. JOeeze is voor eenige jaaren droog gemalen, en bevat thans weinige boerewoningen: de bewooners geneeren zig met de weierij en melkerij. DE HAND VAN LEIDEN /fêjln genoemd, om dat er eên paal ftaat, met een hand er aan, die den weg naar de ftad Leiden aanwijst; de bewooners van dit buürtjen hebben in 1787, door de Pruisfen, almede veel moeten lijden. d^k*an de NOORDDAMMER BRUG; Vindt meh méde een buurtjen; doch 't is van weinig b& teken is. G rooter is de L E G M E E R Die zig uitftrekt van de Noorddammer brug tot een quartier trar gaans van Cudeljlraat zijnde eene langie van anderhalf uur gaans, de bewooners beftaan meestal van de turfmaakeriji  35erat leed. liet Uoejmd. iMSTKLTKENT, Uojtr Js •vyaixds "weede jtjpi»«HL'loin»]bie«ii, ïfu. "viel le -vla-im liet aam, en traelitte^t gsuntscli le iHoopen— Besclunjcwfet'l ae den mat»d, en. denk ■wat mieii komlioopeiil— <& ecltit«p -wenkte, eis/t -vmid" wrlojsr Kym gloed, en la*acl»t_ HÏ -wenkt ook UL_fta "by! dain -wordt wer. den er fchikk.ngen beraamd, om eenig herftel van de gele- wïiEï, m i Xf rkrSjgen! men kem den "lenschlieveSden aart der Nederlanderen; ook openbaarde dezelve zig weldra, m het toezenden van veelerleie middelen ter vervullinge van de algemeene behoeften der menfehen; geld en goed, fpijs en drank, alles werd in grooten overvloed aangevoerd, vooral uit het nabijgelegen Amfteldam: duizenden zakten van allen kanten af, 0m ooggetuigen van de verwoesting te zijn; om hunne traanen met die der lijdenden te mengen, en hun™ milde handen ter vertroostinge te openen: op dat nu de gif! ten, uit onkunde, niet te ongelijk uitgedeeld mogten worden werden er hier en daar bosfen gefield, en in dezelven werd zo ongemeen rijklijk geofferd, dat men ze verfcheide keeren daags, en dat verfcheide dagen na elkander, moest ledigen" de Magiltraat van Amjleldam veroorloofde eene collefte bi-C nen zijne muuren, ten voordeele van de ongelukkige dorpelingen en het daarbij ingezamelde was, zomen zegt, niet minder dan eene fom van orie-én-twintiq duizend Guldens; men voege daarbij het ingekomene op het Dom zelf, en men zal zekerlijk kunnen gelooven, dat er een ongemeen aanzienlijke fom gegaderd moat weezen. Het befef van die aanzienlijkheid der ingezamelde fomme, (*) Zit tnze befchrijving van, necrgemelden brand, bladz. 4.  AMSTELVEEN HERBOUWD. .9 maakt ook eenigen der dorpelingen, of liever de dorpelingen over *t algemeen, zeer te onvreden over de reeds voltooide herbouwing: de Hemel weet hoe men op het denkbeeld gekomen is, dat de penningen niet behoorelijk.... wij ■Veroorloven ons niet desaangaande meer natevertellen; dit mogen wij zeggen, dat de eigenaars der verbrande woningen * zo verzekert men desaangaande, te weinig vergoeding gekregen hebben, om het dorp weder zulke aanzienlijke gebouwen te fchenken als het vóór den brand had;hunne eigene beurzen waren tot het geen hun aan de ontvangene vergoeding, daartoe nog ontbrak,niet toereikende,en derhalven hebben zij moeten befluiten,om,bij wijzevan fpreeken,een hutjen te bouwen daar een huis geftaan heeft —dit nu zou in alle gevallen mogelijk zeer natuurlijk hebben kunnen weezen ; maar in deezen opzichte denkt-men er zeer onaangenaam over, uit aanmerking van het befef, gelijk wij reeds zeiden, dat men heeft van de capitaale fom welke voor de herbouwing van het dorp gecollefteerd is — hoe jammer is het, dat er zulke denkbeelden bij de ingezetenen, met betrekking tot hunne beftuurderen, plaats hebben! — en hoeveel te meer jammer is het bij de Nederlanders, daar zij geheel geen grond, vasten grond* voor zulke booze opvattingen kunnen aanvoeren — wat denkbeeld zou men moeten maaken van een Nederlandsch Volksbeftuurder , in _ welke clasfe hij moge ftaan, al ware het ook in de muitte* die harts genoeg zoude hebben, of liever geweetenloos zoude kunnen zijn, om, ter bevorderinge van zijn eigen belang, ot van dat zijner vrienden, den ingezetenen te bederven! hij zou den naam van mensch niet mogen draagen, en althans dien van Nederlander niet waardig zijn ls er een land waarin recht en gerechtigheid in de harten der Beftuurderen huisvest; waarin de penningen, uit de beurzen des_Volks aangebragt, naar behooren geadministreerd worden; 't is in Nederland; en geen wonder! een Regent is aldaar alleenlijk beftuurder van zijnen landsbroeder, geen Souverain Vorst over een onderworpen Volk; wel is Nederland eene Souverainiteit, zo wel als de magtigfte Alleenheerfcher die op Aarde beftaat; maar Regenten en Volk maaken zamen den Souverain uit; want deezen worden jaarlijks uit geenen verkozen, en keeren ook, na sfioop van hunnen amtstijd in den boezem van geenen weder, 't welk bij een Souverain Monarch geen plaats heeft; de Regent is derhalven flechts handhaver der wetten, en daar geeri Wetten zijn volgt hij het b:fluit van veele verlichte en braave mannen, derhalven 'het befluit der wijsheid; hoe zoude een volk in zulk een Land, onder zulk een regeeringsbeftuur, dan onderdrukt of benadeeld kunnen worden? — Zeker het doet ons van harten leed, dat er zulke denkbeelden, als wij boven wegens Amjlelvesn aanftipten, bij den Nedtrlander plaats  4 AMSTELVEEN HERBOUWD. hebben, zij zijn hoogstnadeelig aan de algemeene rust — derhalven, waarde Landgenocuen!.... maar waaraan noem ik u! — gij zijt in 't algemeen thans de voorwerpen mijner bemoejingen niet — gij inwooners van Amftelveen! gelooft toch, wat denkbeeld gij ook van de ingezamelde penningen moogc opgevat hebben — gelooft toch, dat die penningen naar de voorfchriften van deugd en reden geadministreerd, en uitgedeeld zijn hoe zou 't mogelijk kunnen weezen, dat ee- nig bewindsman, met giften van menscltlievendheid en medelijden, kwalijk zoude handelen? Wat hiér intusfchen ook over gedacht worde, dit is zeker, dat het dorp Amftelveen door den brand veel van zijnen ouden luister verloren heeft; want de herbouwde huizen zijn ongelijk veel minder, dan zij waren die door het vuur verteerd zijn men telt niet meer herbouwden dan zeven, een zeer kleine fmeederij, een niet minder kleinen Hal,en een werkplaats voor een'fchilder: allen zijn zij laage daken, daar onder anderen, vóór den brand, één, waarin herberg gehouden wordt, een capitaal gebouw van verfcheide verdiepingen was: nog zijn onder gezegde laage daken twee, welke ieder over twee woningjens lirekken. 'T geen waarbij het nog meer in aanzien verliest, is, dat men befloten heeft het verbrande Armehuis niet weder optebouwen; des mist Amftelveen thans boven den gemelden luister van particuliere gebouwen, ook een der Godsdienftige geftichten. De wasehbleekerij van den Heere dregman, alwaar het vuur zijnen aanvang genomen had (*), wordt ook niet weder opgebouwd, 't geen zekerlijk zeer goed mag genoemd wor. den, _ om het gevaar, 't welk zulk een fabriek vergezelt, evenwel is 't ook waar, dat een Dorp niet weinig in zijn aanzien verliest, wanneer er een gantfche fabriek van daan gaat. Zie daar, waarde leezers! 't geen ik oordeelde bij mijne bladen over Amftelveen te moeten voegen, om ze een volkomen geheel, dat Dorp betreffende, te doen uitmaaken — nog kan ik daar bijvoegen, dat men thans ten einde des Dorps aan het fluisjen, een batterij vindt, ter wederzijde van de brug aangelegd, tegen de Franfchen, om dezelven, indien ze tot zo ver waren gekomen, te keeren, en Amfteldam voor hun legergeweld te dekken — deeze batterij fchiet vijf ftukken. (*) Zit enze befchrijving van den brand, bladz. 2. Te Amfteldam, bij u. a. ban se, in de Hartenraat, over den vergulden Kop.  lal tan. S^SBSSCBT % WAaluGtUWitó, öiiil^r 't jok «icr Graa-veii kwam, Ta&k jKt'óoi va» tuut en vnpter, diWvls ooit "v»30 *U Ooi-log-arvlsuai; fonminirw mag- nog*- li©e *t m   HET D I E M l ST. öndêr de Nederlandfche dorpen, zijn ér zekerlijk maar Weinig van welken, naar evenredigheid der grootte, zo veel kan gezegd worden, (offchoon er bij anderen bijzonder wem.g van gezegd zij,) als van dit vermaaklijk dorp; de inhoud der voïgende bladzijden zal onze Leezers daarvan ten vollen overSn; zij zjn, als ik, denzelven verfchuld,gd aan de vr!e6ndlijk«e mededeeling, die zekerlijk de ongevemsdfte er* kentelijkheid vordert. LIGGING, Het ambacht Diemen, waarbij ook Diemerdam behoort* ligt in Amftelland, gedeeltelijk tusfchen de ban van Amftelveen, en de Diemer- of Watergraaffche■ meir ten Westen, de banne yart Muiden ten oosten, en ten zuiden en zuidwesten aan de Bijlener meir en de Groot - Duivendreekfchè polder: h ligt voords één uur van Amfteldam, zijnde ook eene Ambachtsheerlijkheid Van die ftad. Over 't algemeen is 't geheeie Ambacht zeer aangenaam gelegen; van den. dijk af heeft men een fohoon gezicht op WaA  2 DE NEDERLANDSCHE STAD- ei» terland, Amjleldam en Muiden, en aan de landzijde op de Die mermeir, Bijlemermeir, de fteden Weesp, Naarden, Abcoude, Ouderkerk, en andere plaatzen. De geheeie Diemerban heeft laage darrige of veenlanden, waarvan eenigen, die dijkplechrig zijn , reeds merkelijk tot verhooging van den Diemer Zeedijk zijn vergraven, en des niettegenftaande, liggen de laagfle landen nog verfcheide voeten hooger dan de bedijkte Diemer- of Watergraaffche meir. Zeer waarfcbijnelijk zijn de landen in de Diemerban voor veele eeuwen bosfchen geweest, (gelijk zulks op meer plaatzen van ons Vaderland het geval is,) dewijl men onder het graaven menigvuldige boomen ontdekt, die, om hunne taaiheid, alleenlijk tot rietdekkers werk gebruikt worden; zij liggen allen zodanig, dat men kan befluiten, dat zij door een ftorm en hoo. gen vloed uit het noordwesten, voor deeze ban altoos zeer gevaarlijk, Josgefpoeld en nedergefmeten zijn geworden. Men ontmoet in deezen oord de vruchtbaarfte moes- en fchoonfte weilanden, voor welken confiderabele fommen betaald worden; er is in deeze banne ook zeer goeden jagt op waterfneppen en eendvogels; federt eenige jaaren vindt men er ook veele haazen: de visfcherij is er niet minder rijk; men vangt er ongemeen groote fnoeken, de fmaaklijkfte baars, post, naling en carpers, alle weiken door de liefhebbers verre boven anderen gefchat worden. Van ouds hebben door de Diemerban twee heerewegen geJoopen, die nog in wezen zijn; de eene van de afloop nat? Diemen. door Diemen en Diemerbrug naar Ouderkerk, en de andere van Diemerdam, langs den Diem, over de Vinkebrug, langs de Bijlemermeir en Gaasp, naar Weesp. In dit Ambacht liggen nog twee zandpaden; een naar Muidm en een naar Weesp, op welken tolhuizen ftaan. * , * f* ' * <-.-.», ',• * '< • NAAMSOORSPRONG. Veelen oordeelen dat het Ambacht zijn' naam ontleent aa» een riviertjen, de Diem genaamd, welk oudtijds, vódr het droog maaken der Diemer- of Watergraaffche-meir, gedeeltelijk  DOR P-B ESCHRljVER. (Diemen.} 3 uit dezelve, door de Rijker/loot? nu de Weespervaart, de Bijlemermeir en Gaasp, zijn oorfprong nam, en door de Diemerdammerjïuis in het Y loosde; anderen echter, die het Ambacht niet Diemen, maar, volgends de oudfle papieren, Deernen willen genoemd hebben, leiden dien naam af van de woorden De Mens, die dan den ftaat waarin dat land lag, als zijrde door overftroomingen en docrbraaken vaneen gerukt, en dcor den Diem in twee deelen gefc'ieiden, te kennen geeven: „Wat van „ beide de waarheid zij", voegt onze geëerde begunftiger er bij, „ zal, vertrouwt men, niemand met zekerheid kunnen „ gisfen". Wegens de ftichting des Dorps, kan volflrekt niets gezegd worden, derhalven ftaat ons alleenlijk te fpreeken van de GROOTTE, En om in deezen voldoende te kunnen zijn, moeten wij eerst aantekenen, wat de Ambachts-heerlijkheid in zig bevat. Het Ambacht wordt dan, vooreerst, gedeeld in twee deelen, naamlijk Diemen en Diemerdam, (ook wel Diemendam genaamd,) liggende het eerfle ten westen de Diemer oï Water* graaffche meir en de ban van Amftelveen, en het andere ten oosten de ban van Muiden, en worden gefcheiden door het water den Diem: deeze verdeeling maaken Hunne Edele Groot Mosenden, de Heeren Staaten van Hollanden West-Friesland, leden onheugelijke tijden, fchrijvende niet aan die van den Gerechte van Diemen, maar van Diemen en Diemerdam. Diemen wordt wederom in drie deelen gedeeld, als Outerstiorp, Buitenkerk, en Bovenkerk, welk iaatfte gedeelte wed-rom onderfcheiden wordt door Bovenrijkerfoot en Benedenrij:'erftoot. Diemerdam werd oudtijds gedeeld in Diemerdam en Overdiemen, doch na dat Diemerdam op een klein gedeelte na is wegge, ipoeld, begrijpt men door Overdiemen, Diemerdam mede, als ook de buurt de Vierhuijzen, die voormaals aan Overdiemen, vóór het graaven der vaart naar Muiden, gehecht was: op deeze wijze wordt de gaêring der dorps- en andere lasten gedaan. Qutersdorp, boven gemeld, is eene zeer aangenaame buurt, A a  4 DE NEDËRLArJDSÓHE STAD- ttt tvaarin verfcheide moestuinen, en wèltoegemaakte weilanden en plaifierplaatzen liggen; bij dezelven is een kei khof voor'de Hoogduitfche Jooijche Natie, die geene lidmaaten, of armoedig zijn: digt hierbij is een herberg, Zeebuig genaamd; voor dee'ze ligt een fteenen redout, alwaar de beesten voor rekening van het Oude Zijds Huiszittenhuis te Amjleldam worden ontfcheept, en de varkens, door iemand van het Gerecht daartoe gefield, gefchouwen: Jaap Hannes, daaraan grenzende, is thans een gedeelte land en dijk: het ontleent zijn' naam aan een zeer groote buurt, weleer aldaar gelegen, doch die, door een inbraak, in den vloed bedolven is, en waarvan men wil, •dat het water, het 'Nieuwe Diep, zijn oorfprong voor het grootfie gedeelte heeft.' Buitenkerk, of, zo als fommigen willen, Buiten de Kerk, is mede een zeer vermaaMijkeen welvaarende buurt, waarin, behalven veele buitenplaatzeh, boerderijen en herbergen, extra fchoon wei- en moes-land wordt gevonden: buitendijks ligt nog een weiland, groot 61 morgén, 670 roeden, 't geen 's winters onder water ftaat, en daardoor gemest wordt. Bovenkerk of Bovendekerk, is wel de aanzienlijkfte buurt, vermits in dezelve verre de meeste huizen, plaatfen, en het beste land wordt gevonden; als mede om dat er de buurt Diemerbrug onder behoort: deeze buurt is in 1640 grootlijks aangegroeid, toen naamlijk aldaar de vaart naar Muiden en Weesp werd gegraven, en is, zo wegens haare ligging, als paslage van rijtuigen en fchepen, zeer vermaaklijk. Diemerdam was oudtijds een dorp dat zig zter verre in zee uitflrekte, en 't is beweezen, (hoe zeer wagen aar in Zijne befchrijving van Amjleldam daaraan twijfele.) dat Diemerdam zo nabij aan Waterland was gelegen, dat men met een plank of pols van het eene naar het andere dorp konde komen ; de Pastoor, die in Overdiemen de Capel bediende was tevens Pastoor te Durkerdam; indien nu het water zo groot hadde geweest als thans, zou het voor dien man ondoen•lijk geweest zijn om op beide plaatzcn, bij alle gelegenheden, -den dienst te kunnen Waarneemen: tot den jaare 1787 was er in Overdiemen nog een vers voorhanden, gedrukt op wit ' fatij»i en, olichoon-zèer oud, wèl geconfereerd, waarin ,d*  DORP-BESCHRIJVER. ^Diemen.) 5 «gedachtenis van een' Pastoor, die 40 jaaren Vemen en Duf kerdam bediend had, eenige eer werd aangedaan. Diemerdam had niet alleen zijn Capel, waarvan het land waarop dezelve ftond nog Capelleland genoemd wordt, maar wa* met verfcheide huizen en boerderijen voorzien, welke alle door de watervloeden zijn verzwolgen: men vindt nog, dat in 1463, diverfe morgens land bij de Diemerdammerjluis l3gVan geheel Diemerdam is nog flechts één huis overig, dat op den dijk ftaat, en het huis Diemerdam genaamd wordt. Overdiemen, weleer een zeer fchoon gebuurte, waarin veele rijke menfehen woonden, diverfe fabrieken, fcheepst immerwerven, als anderzins waren, is thans zeer vervallen; eensdeels doordien fommigen dat qtiartier niet begeerden te bewoonen, anderdeels door het droog maaken der O*»™"' fterfte van rundvee, en laatstlijk om dat de Roemfehe Kerk, die te Overdiemen m 't midden van de buurt ftond, naar Dumerbrug is verplaats geworden. De buurt Vierhuizen, alzo genaamd naar zekeren viER' huizen, is dat gedeelte van Overdiemen, het welk door het praaven der vaart naar Muiden en Noorden daarvan is gefcheiden: men vindt aldaar welgetelde lieden, fchoone boerenplaatzen en landerijen; onder dezelve munt uit de van ouds bekende plaats van den Heere kanter, Vinken-Hofflede bonter alle de bovenftaande distriaen telt men de volgende polders. Oetwaaler polder, hierin ligt Diemen met . * Morg. 65 —1 Diemer polder . . . 334 7* R' De Bovenrijkerjlooter polder . — 334 —""* ' Diemerdammer polder , . 29 35° R- Schoof en hopmans-polder . — IP5 *-~ 5°° R* De Gemeenjchaps polder, voor zo veel onder Diemen behoort . . — 304-6 hond. 75 «• Suitendijkfche polder . . — 61 ■ 6 hond. 70 R. Morg. 1324 6hond.66R, A 3  6 DE NEDERLANDSCHE STAD- en In oude tijden was her Dorp veel grooter, doch in 1632 telde men flechts voor Diemenen Diemermeir 91 huizen; honderd jaaren laater, (1732.) werden 113 huizen voor Diemen en Diemerdam op de verpondingslijsten gebragt, en in 178a werd Diemen op 147 huisgezinnen en 477 ingezetenen gefteld, zonder de kinderen medetcrekenen. Het WAPEN Van Diemen is een groen veld, waarin een water verbeeld wordt, met drie bruine zwemmende eenden. KËRKLljKE en GODSDIENSTIGE GEBOUWEN. De Kerk van Diemen was eertijds een Parochie-Kerk, aan de H. Maagd opgedragen, die er des ook ais Patronesfe werd gevierd; deeze Pastorie werd beurtlings door den Paus en de Proost van Oudmunjier vergeven: 't gebouw is zeer oud ftaande in bet Dorp, dat, gelijk gezegd is, voorheen veel grooter was: rondsom dezelve ftonden een menigte huizen, die door den brand weggeraakt zijn: de Kerk was oudtijds met een Orgel en fchoone Capellen voorzien, van welke thans één tot een Confiftorie en Kerkmeesters Kamer dient; het ge. welf, waarvan nog eenige duistere overblijffels zijn, is befchilderd met de verbeelding van eenige aloude voorzeggin-. gen, en van de vervulling derzei ven in de perlbon des "Jalïgmaakers: het gebouw is zeer ruim doch oud, en dreigt, ge!;j:^ de toren, die-al eenige voeten overhangt, inteftorten: de grond van de Kerk, dienende tot begraaving der lijken' is vóór den tijd der reformatie voor allerheiligst gehouden* en veele menfehen uit Amfteldam kochten, om die reden, aldaar de graven voor ongemeen hooge prijzen: de klokken' die In den toren hangen, zijn (zo men zegt,) door den Paus sselven gewijd, waardoor ieder goed Roomschgezinde, in gevalle van affterving, dezelven, veel langer dan op andere plaat, jsen, iaat luiden.  DOR P-B ESCHRIJVER. (Dtewn.) 7 Rondsom de Kerk is een zeer groot Kerkhof, op 't welk, dewijl men 't, gelijk gezegd is, voor zeer heilig houdt, veel begraaven wordt, zo van bewooners dier banne als van elders. Achter dit Kerkhof ftond weleer een huis voor den Predikant; dan, dewijl het zelve zeer vervallen was, en geene huizen daarbij ftonden, is het afgebroken; in den jaare 1/70 is op den kerkweg naar Diemen, een nieuwe Pastorie gezet, voorzien van een zeer groote tuin: dit huis heeft beneden vier, en boven zes kamers, allen zeer net beichilderd, gefiucadoord en behangen, behalven een zeer groote zolder en vliering; naast hetzelve is een huisjen getimmerd, dienende zo tot een tweede keuken, als tot berging van goederen. Diemen werd in 1595 met Ouderkerk gecombineerd, en had met hetzelve één' Predikant; in 1607 werd danielplancius, als eerfte en bijzondere Predikant voor Diemen, bevestigd. De Roomfche Kerk, die, in den jaare 1786, van Overdiemen naar de Diemerbrug verplaatst werd, is een fchoon gebouw, welks wedergaê zeker zelden op het platte land gevonden wordr, daar bij ftaat een huis voor den Pastoor, met een groote tuin, alles aan de fraaiheid der Kerk beantwoordende: deeze Kerk is aan St. Pieters banden toegewijd. Het Schoolhuis van deeze ban, ftaat te Diemen, en is, even als de Kerk, een zeer oud gebouw. De Predikant van deeze plaats behoort onder bet Claslis van Amfteldam, wordt door den Kerkenraad genomineerd, en door den Ambachtsheer geapprobeerd. Bij vacature van een' Schoolmeester, worden door het Gerecht en den Predikant eenige Schoolmeesters gehoord en geëxamineerd; het Gerecht maakt als dan alleen een drietal, en geeft hetzelve den Ambachtsheer over, om daaruit eenSchoolmeester te nomineeren. Men vindt aan de Diemerbrug nog een Schoolmaitrcs, die de kinderen flechts fpeldeti en leezen leert. In Overdiemen was weleer een fchooi , waarna de plaats Scheolpolder genoemd werd; dan door verval dier buurt is het fchooi weggeraakt. Een Arm- of Wees-huis is in het Ambacht niet jooihanA4  8 DE NEDERLANDSCHE STAD, en den: de ongelukkige voorwerpen, waarvoor men zulke huizes aanlegt, worden aidaar bij de opgezetenen befteed. WERELDLIJKE GEBOUWEN. In de eerfte plaats moet onder dit artijkel geteld wordea het Gemeenelands huis, waarin de gedeputeerde Waarsluiden, thans Hoogendijks-Heemraaden, vergaderen: hetzelve ftaat op den dijk bij Jaap Hannis, niét ver van de rperjhotetjluis, en wordt bewoond door een' Opzichter, die bij voorlchrevene Heeren aangefteid wordt: het is'een fchoon gebouw met twee Vleugels, en werd in 172$ herbouwd: in den voorgevel R IC De fret 1 bata VI furore, ar Cetuio agrls t Ven Dli ag li Vt *T voorhuis van het gebouw is van boven en ter wederzijden geftucadoord, en prijkt, behalven met een Nephunis op ?.jn wagen, met de wapens der Provinciën Holland, Utrecht, ?n deruen fteden en plaatzen , uit welken de HoogendijksHeemraaden zijn gedeputeerd: aan elke zijde ziet men een ruim vierkant vertrek. Bij dit huis behoort een fpatieufe tuin, die in 1789 merkelijk vergroot is, door het aankoopen van de plaats Ruimzicht, daar nevens gelegen. Men vindt in Diemen nog een herberg, die aan particulieren behoort, en het Rechthuis genoemd wordt: deeze herberg, die weleer het Ambacht toebehoorde, was oudtijds het Rechthuis: men ziet er nog verfcheide oude wapens van het Gerecht: het plagt voorzien te zijn van een boejen, die thans wegge'. f33rCt ISi Voor dit huis ftaat een juftitiepaal: des zomers wordt hier dikwijls rechtdag gehouden, doch des winters aan de Dit. gierbrug.  DORP-BESCHRIJVER. (Diemm.) * Bij gezegde brug, aan de Weespervaan , ontmoet men een nieuw aangelegd kerkhof voor lieden dieniet in de kerken begraaven willen worden: het zelve is geplaveid met groote zerken,en afgefloten door een fchoon hek, met doodshoofden verflerd: wij zijn gunfliglijk in ftaat gefteld,om den leezer te kunnen mededeel en, de volgende HOOFDZAKELIJKE INHOUD VAN DE INSTRUCTIE % VAN DEN DOODGRAVER VAN DIT KERKHOF. i. De Doodgraver en zijne fuceesfeuren, dienen op een Afte en Inftruöie van den Ambachtsheer, die hij gehouden is voor Schout en Schepenen te beëcdigen. s. Dat hij nimmer zal verkorten, 'sLands Dorp- of Kerk-recht. 3. Alle dispu'en over Graven of Begraaven, bij den Gerechte afledoec, en daarvan in zijn Transporten gewag te maaken. 4* Die in de Kerk of op het Kerkhof behooren begraaven te worden, van dezelven zal aan den Doodgraver moeten blijken dat het Kerkrecht voldaan is. • 5- De Doodgraver zal niemand, die fchielijk geftorven, of fufpeft van verdronken of vermoord te zijn, mogen begraaven voor en aleer hij aan den Bailluw van Amftelland, of bij abientie aan den Schout daarvan kennis heeft gegeeven, e, Baar, Roef, en Rouwkleed zullen door de Kerk geleverd worden, waarvoor twee gulden ten behoeven der Kerk zal betaald worden. A 5  10 DE NEDERLANDSCHE STAD-e» 7- De Bode zal bij het begraaven met een opene Schaal ColleQeeren, voor de Gereformeerde en Roomfche Armen te zaaien, zo als bij de Kerk gebruikelijk is. 8. Alle Graaven en Grafkelders zullen voor het gerecht moeten getransporteerd worden» 9- Die de klok van de Kerk wil gebruiken, zal aan de klokkeluiers betaalen, even als of in de Kerk begraaven wierde. 10. Het Kerkhof zal zodanig met zand op de bovenfie kist moeten verhoogd worden , als bij het reglement van den Doodgraver te Diemen is gefield. Er liggen twee fluizen aan den Hoogendijk; als de IJperfloo^erJluis en Diemerdammer fluis, de eerfie wordt voornaamiijk onderhouden door Amfteldam. Bijleveld voor * in de lasten. Proosdij \ in de lasten. Doch wordt weder door vier distriéten gedragen, naamlijk' Zevenhoven, Mijdrecht, Wilnis, üijthoom. Amfterveen % Ouderkerk * Deeze fluis Jag reeds in 1413; bij dezelve behcort de visfcherij in het Nieuwe diep. De Diemerdammer fluis, anders genaamd, de Sluis van Claas Jacobsz , in het jaar 1599 gemaakt, wordt voornaamiijk onderhouden door Weesp, Weesper Carspel. (waar onder 't Gein, de Gaasp en de Bijlemermeir behooren,; Diemen, Abcoude, Nigtevegt, Overdiemen.  DOR P-B ESCHRIJVER. (Diemen.-) 11 Oudtijds plagt hier nog een fluis te liggen, die men noemde de Ktstverleren, fluis, jioch van weinig nut zijnde, is zij geflopt en vernietigd. REGEERING Dezelve beftaat, volgends de conditie van verkoop, uit de Bailluw van Amftelland in het Crimineele; een Schout Civil. Zeven Schepenen, die zo wel den eed aan de Bailluw in het Crimineele, als in het Civile aan den Ambachtsheer doen. Zes Buurtmeesteren die over de gaêring en dorpsomflagen zitten , en een Secretaris. De Bailluw van Amftelland wordt geëligeerd door Hun Edele Groot Mogenden, uit een drietal, dat Burgemeesteren der ftad Amfteldam overgeeven: Schepenen nomineeren injanuarij veertien perfoonen, den Gereformeerden Godsdienst toegedaan, en uit dezelven kiest de Ambachtsheer den 2 Februarij, zeven tot Schepenen: gemeenlijk worden er twee, die het voorige jaar gediend hebben daar onder gekozen, edoch volgends de koopconditiën van de Ambachtsheerlijkheid, ftaat zulks aan den Ambachtsheer: de Schout en Secretaris wordt gefteld door Burgemeesteren der ftad Amfteldam, als Ambachtsheer. Buurtmeesteren kiezen op voorfz. datum , twaalf perfoonen waarvan zes tot Buurtmeesteren, door den Ambachtsheer, verkozen worden: fomwijlen laat de Ambachtsheer één', ook wei twee van het voorige jaar aanblijven. Een Hoog-Heemraad van Amftelland, wordt door den Ambachtsheer gefteld, 't geen gemeenlijk de Schout Civil is. Schout en Schepenen hebben, als Heemraaden het recht om den zeedijk te fchouwen, en de binnenwegen te doen opmaa|en, in welk recht zij van tijd tot tijd zijn gemaintineerd, tegen de meenmg van de zulken die hen daarin zochten te turoeeren; thans echter hangt er over het opmaaken der binnenwegen, voor den Hove Provinciaal, een proces, tusfchen dit gerecht en poldermeesteren van de School- en Hopmans-polders. Nog heeft men een Dijk-Collegie onder de benaaming van Dijkgraaf en Hogcndijk-heemraaden van de Zeeburg en Diemerdijk, wieramt is, den dijk die door Schout en Schepenen van Diemen gefchouwd is, natefchouwen, en te belaaken, en voords een  13 DE NEDERLANDSCHE STAD- tR direaiete voeren over het hout en ijzer van den beplaatendijk, doch dit hout en ijzer is thans weggenomen, en in deszelfs. plaats zijn fteenen gelegd: het Collegie beftaat uit den. Bailluw* van Amjlelland, als Dijkgraaf, den jongften Burgemeester der ftad Amjleldam, één uit Muiden, Weesp, één uit Weesper Carspel, één uit Loosdrecht, één uit Loenen, Kroonenburgs gerecht, één uit het Sticht van Utrecht, één uit Kartenhoef, één uit Breukeiet, gezeten in Johans Gerechte van Nienrode, één uit Abcoude, en één uit Nichtevecht: dit Collegie is ad vitain, en heeft een* Secretaris en Boden, VOORRECHTEN. ïn de eerfte plaats heeft het Gerecht een privilegie van het fchouwen van denhoogen Zeeburg en Diemerdijk, in gevolge diverfe privilegiën. En om de beesten op dezelve weidende te fchutten. Eet recht van de jagt is mede aan den kooper van deeze Heerlijkheid gegeven; voords het recht van parate executie. De kooper heeft de eigendom van de Diemerbrug, en het recht om van alle fchuiten enz. tol te vraagen. Het Gerecht heeft privilegie van de Op- en In-gezetenen tot onderhouding van. het dorp, eenig geld te mogen'vraagen ,'twelk eertijds neusgeld genaamd werd, doch nu volgends privilegie van 1755, dorps-kosten heet. Delngezetenen kunnen vonnis haaien te Amjleldam, in gevolge 't privilegie van Hertog albrecht, de dato 15 Maart 1387 (1388.) Het Gerecht heeft het voorrecht om de gevangenen te Amjleldam in de boejen te laaten brengen, en die aldaar in de gewoonlijke verhoorkamer te verhooren. BEZIGHEDEN Oudtijds beftond dezelve in fchepen te maaken; er ftond weieer een kruidmakerij, op de plaats waar naderhand een traankokerij is geweest: te Diemen woonden groote reders in de walvisch* vangst; er waren waschbleeken, en een wolwasfcherij: voords waren de opgezetenen voor het grootfte gedeelte karnemelksboeren en visfchers, thans is de landbouw , en groenboers werk, hunne hoofdbezigheid. »  D'0 RP-BËSCHRIJ VER. (Diemen.-) 13 ' De boeren brengen "s morgens hun melk na de ftad om ze al* daar uitteventen. . . GESCHIEDENISSEN Diemen welk eerst aan den Bisfchoplijken ftoel van Utrecht, en daar na aan de Graaven van Holland leenroerig was, werd weleer door Heer gysbrecht van amstel bezeten, die in den jaare 1225 het zelve, benevens Muiden en Weesp, met de tollen en visfcherijen, voor altijd van Bisfchop otto den tweeden van Utrecht, voor dertig ponden 's jaarlijks verkreeg, en even daarin, als in alle andere dorpen van Amftelland, het gebied voerde; dan in den jaare 1296, mede deel gehad hebbende aan den moord van Graaf floris denvyfden, en deswegen buitenlands moetende vlugten, werd Diemen met alle dorpen in Amftelland, verbeurd verklaard, en der Graaflijkheid van Holland ingelijfd; waarin het tot den 18 Oftober 1731 is gebleven, als wanneer de ftad Amfteldam het zelve voor een fonnna van ƒ 10300 van de Staaten van ^Holland kocht, en verleid op de Heer gereit corver, Heer van Velfen, Burgemeester der ftad Amfteldam. Diemen is zeer dikwijls door hooge watervloeden overflroomd, en ongelukkig geworden. Bij den Juliaans vloed, van 1164, werd deeze ban gantschlijk overflroomd: de meeste bewooners werden met fchtiitjens van de daken hunner huizen gehaald, terwijl een groot gedeelte door het water werden verzwolgen. 1219 trof dit Ambacht het zelfde ongeluk, en honderden van menfehen verdronken. 1477, is het Land door een doorbraak inden dijk geïnundeerd, en daarin verfcheide waaien gefpoeld. 1509 brak de dijk door, en Amfteldam leed bij deeze doorbraak zeer veel. 1516 en 1530, brak de dijk weder en op verfcheide plaatfen door, waardoor het land onder water gezet werd. 1570 braken bij eenen fterken fpringvloed, uit het noordwesten, dertien gaten in den Diemerdijk, zettende niet alleen gantsch Diemen, maar ook gedeeltelijk Amfteldam onder. Diemen is mede van tijd tot tijd zeer ongelukkig geworden door den oorlog, zijnde het geheeie Ambacht meermaals niet al-  14 DE NEDERLANDSCHE STAD- en leen door het krijgsvolk afgelopen , maar de opgezetenen ook geplunderd, en geheel geruïneerd. In het jaar 1572 werd door het Staats krijgsvolk onder den Graave van der mark, het dorp Diemen gedeeltelijk, met de kerk, afgebrand. 1573 verfchanfte sonoi zig bij Jaaphames op IJperJkot, en liet veele der landerijen ruineeren, om die fchanfen te maaken: ftak eindelijk bij Jaaphames den dijk door: daar na werd hij uit zijn fchans verdreven, en een groot gedeelte huizen door het gefchut en de vfgmmen geruïneerd. 157Ö werd Diemen mede door het krijgsvolk afgelopen, en het weinige dat overbleef geroofd. i6jo w.is het water zo hoog, dat het over den dijk liep, Diemen overflroomde, en alle de kelders te Amjleldam, tot aan de warmoesftraat onder water zettede, terwijl een gat van eenige roeden in den Diemerdijk fcheurde. 1621 waaide al het paalwerk V2n den dijk omver, en het water liep als een zee er over, en inundeerde het land. 165r brak de Diemerdijk weder door, het water inundeerde Diemen, de Diemermeir, en liep te Amjleldam tot aan den Dam: 1665, 1675 en 1682, werd Diemen weder overflroomd. Diemen is tweemaal een prooi van het vuur geweest, de laatfte keer in 1652, wanneer het Schoutshuis, benevens eenige huizen van particulieren zijn afgebrand, deezen vuurnood heeft ook verfcheide privilegie-brieven verteerd. 1702 braken andermaal verfcheide gaten in den dijk, en zettede het land onder water. 1717 vloeide het water over den dijk, en inundeerde de polders. In 1732 kwam er in het paalwerk ook het bekende gewormte, dat al het zelve doorknaagde, en den dijk in het uiterfte gevaar bragt. Dikwijls na, en vóór deeze tijden, zijn er hooge vloeden geweest, die geheel het Ambacht dreigden ondertezetten, doch door god's goedhcd en door menschlijke hulp, werd' het gevaar gekeerd; zo als nog korts geleden in de hooge vloeden van 1790 en 1792. 1787 heeft het dorp eerst door de troepen van den Staar en naderhand door den inval der Pruisfen, voor welken het land geïnundeerd was, veel geleden.  DOR P-B ESCHKIJVER. (Diemen.) i$ In voorfz: jaare werd het Ambacht van Diemen, mede als andere plaatfen door partijfchappen vanéén gereeten, doch in het laatst van dit jaar heeft de toen aangekomen Schout, de Wel.Ed. Heer Mr. beeldsnijder, het gelukgehad.de gemoederen van beide de partijen in zo verre te bedaaren, dat men elkander op nieuw de hand van broederfchap heeft gegeven: dit alles heeft men in den jaare 17^9 dankelijk erkend, en tot een bewijs van hetzelve aan hem, Schout en Secretaris, vereerd een zilveren fecoup, waarop tot een eeuwige gedachtenis behalven het wapen van den Ambachte, gegraveerd ftaat, dat dit prefent van den Ambachtsheer en die van den gerechte gegeven is, voor de door hem gedaane dienften, in den jaare 1-787 en 1788. na dien tijd brengt ieder 't zijne toe, om de harmonie zo veel mogelijk te doen aangroeien. B IJ ZONDERHEDEN Zijn op dit dorp niet voorhanden; 't geen er te bezien valt, zijn alleenlijk de gebouwen, hier voor befchreven: intusfchen vergeete men niet het kerkhof rondtewandelen, om de Batavifche en menschlievende Jonkvrouw catharima mariabest, die aldaar begraven ligt, inzegening te gedenken: haar graf is kenbaar aan een blaauwen zerk, fchuin liggende op een gemetfelden voet: dat zij bij alle menfehen met erkentenis gedacht behoort te worden, is te bewijzen uit het geen op haar zerk gelezen wordt: dus luidende: Voor Jonkvrouw catharina maria best, Geboren den 16 Maart 1740» overleden in Amfteldam den 4 Februari) 1782; en begraven den 9 dit». Zij wier verheven geest, Geduurende haar leven, Ben minflen fteffling ftof  iS DE NEDERL. STAD- en DORP-BESCHRIJVËK Tot klagen heeft gegeven , Verkoos, op dat haar lijk Ook niemand nadeel gav', Voor kerkdijken praal, Dit kerkhof tot haar graF. Thans verdient ook in oogenfchouw genomen té wörderi, de batenj die men bezig is aan Diemerdam te leggen, uit vrees* aegt, of zeide men, voor een aanval der Franfchen. LOGEMENTEN 'T huis genaamd Zeeburg, aan den Diemer Zeedijk. Vischlust, en Pampuszicht. In Diemen: 't zogenaamde Rechthuis. Aan Diemerbrug, 't huis te Rust. De Vergulde Wagen, en de Rijger. Aan Diemerdam, 't huis genaamd Diemerdam, nevens nog éêBige kleine tappers, zo te Diemen aan Diemerbrug als in Om diemen. REISGELEGENHEDEN Men vaart geregeld met de Weesper■ en Muider- fchuiten, da* gelijks, tot aan de Diemerbrug,daar dezelve fchuiten een weinig tijds vertoeven: Diemen heeft ook één' fchipper, die tweemaal s weeks, maandag en vrijdag, vifa verfa vaart, bezorgen de vrachtgoederen en andere benodigdheden voor de Ingezetenen: nog vaart er des zondags 's morgens ten 8 uure, een kerkfchuit, van de Tolbrug in de Meir, na Diemen, zo tot gemak voor de bewooners van de Meir als andere lieden die begee ren te Diemen in de kerk te gaan, vertrekkende dezelve (chuit wederom terug met het uitgaan van de kerk, en voor de geene die begeeren te wandeleh, gaat rten door de Meir tot aan Diemerbrug, of den Diemerdijk langs tot aan den afloop na Dtemen, waarna men in een quartier uurs op het dorp kan weezen.  D E B ï B M 3Ë ÉL- O F Onder de aangenaame wandelingen waarmede het wereldbé^ roemd Amfteldam, in zijnen ommekring pronkt, behoort onge. èwijfeld ae vermaaklijke Diemer- of Watergrafts-meir , të aanmerkelijker daar dezelve door de hand der kunst, endoor het taai geduld van den noesten arbeid uit het water voordge» feragt is; waarom zeker dichter te recht zingt: Waar de gladde viscfijens zwierden Ia het Ipieglend element, En daar 't taaje fuKjens cierden Zijn nu kluit jenS voor de lerit,' Dë L 1 GG 1 N Qi Deezer bekoorelijke plaats, kan gezegd worden te zijn, tei* hoorden aan den Outemaler polder, ten ooflen, en gedeeltelijk ten zuiden aan de banne van Diemen, en verder ten zuiden A  2 DE NEDERLANDSCHE STAD- en aan de Duivendrechtfche polder, in da hanne van Ouderkerk; tetï Vasten wordt zij door den Amfteiftroom afgefcheiden van de rechtbanne van Amftelveen — zo vermaaklijk als de Meir zelveis, 70 vermaaklijk zijn ook de wegen derwaards, van Am. fteldtm af; deezen zijn naaamlijk , een langs de rivier de Am. ftel voornoemd, tot op een vierde uurs, of omtrent 400 roeden van de ftads cingel, alwaar de zogenaamde Sclulphrug ligt,, en de ringdijk-waarin de Meir, "befloten is, zijn begin neemt; hetzelfde pad vervolgende, naamlijk langs den Weesperweg, komt men aan het begin van den Kruisweg der Meir, alwaar m n derhalven ook daarin kan komen: de andere weg, die ép Oudewaaier wsg geheten wordt , ligt op meer dan een vierde minder ver van de ftad af, naamlijk Duiten de Muiderpoort, en is een zeer vermaafclpe weg, aan wederzijde beplant met boomen; aan den eenen kant is een genoegzaam breed pad voorde wandelaars door een tweede rei boomen afgebakend , welk pad weleer zeer zindelijk onderhouden werd met fmids kooien ; nog was in vroegere jaaren tusfchen gezegde boomen, eene heining van haagedoorn geplant, die, vooral als zij bloeide, eenezeer aangenaame vertooning maakte; ook waren de beftuurders der Meir tot zo verre daarmede vooringenomen, (en niet zonder reden,} dat op zondag, en vooral op hoogtijdsdageo, met naame hemelvaartsdag, een oppasfer langs dezelve ging,om, (wegensde bij zulke gelegenheid ongemeenen toevloed van wandelaars,) alle baldaadigheden te voorkomen; doch federt is die cieraad der Meir geheel te niet gegaan , zo dat men thans, dat hoogst te beklaagen is, niets meer van die haag ontmoet. - Zie verder ons artijkel AANLEG en GKOOTTE. De grond van deeze droogmaak, is ongemeen vet en vruchtbaar, men heeft er de fehoonfte wei- en warmoes - landen. de Janden liggen ter diepte van 14 voeten beneden het buitenwater, zo dat het overige polder water, ter hoogte van „5 voeten, moet worden opgemalen.-: tot in den jaare 1743, gefchiedde zulks met vter watermolens, welken elkander het water toemaalden, doch ten gemelden jaare, of daaromtrent, gaf zekere antho-  DORP-BESCHRIJVER. (iVatergtaftsmeir.') § nij f> e jong, Koopman te Amfteldam , aan Dijkgraaf en Heemraaden van de Meir, een middel aan de hand om het gezegde iopmaalen te doen met flechts twee molens, mits de fchepladen uit dezelven te ligten, en zijne nieuw uitgevondene en geoarooieerde waterfchijven in derzelver plaatfe te ftellen , waarvan hij eene proef, ten zijnen koste, aan bood : dit werd toegeftaan , en na dat men, den gehelen winter door dezelve in 't werk gefteld, en aan de verwachting beantwoordende bevonden had, befloot het collegie van Dijk. graaf en Heemraaden, een beding met gemelden uitvinder, en zijnen medeflander huibert ketelaar, te maaken,om de Meir met twee fchijfmolens te bemaalen en droog te houden, waartoe hij in de herfst van den jaare 1744» moest gereed weezen: deeze overeenkomst heeft federt, zelfs boven verwachting, aan het oogmerk beantwoord; blijkens twee getuigfehriften, een de dato 13 Mei des jaars 1745, en een van den 25 Mei 174?: , Beiden deeze molens," leezen wij, „ op eenen behoorelijken „' afftand gefchikt, doen niet alleen het werk van de voonge „ vier molens; maar geraken ook met den minden wind aan den gang , en flaan het water met veel gemak, uit, m den " gemeenen boezem van Amftelland; zij blijven zelfs in den „ hardflen vorst doormaalen, en zijn inftaat de Meir, vroegt.j'„ d:g, van het overtollig water te ontlasten:" het gemak dat d»eze molens, behalven de vermindering van kosten, aanbrengen, verdient, naar onze gedachte, alle mogelijke lof, en navolging. NAAMSOORSPRONG. Liemermeir wordt dit verrukkelijk oord genoemd, om dal het nabij Diemen ligt; doch de oorfprong van den naam Watergrafimeir k geheel onzeker; wij zouden echter met fomm.gen eene bedenking kunnen maaken over demogelijkheid, of methtt Water van deeze Meir eerst beftaan heeft in een graft, die door de overftrooming tot een Meir is aangegroeid, waardoor voor A 2  3, DE NEDERLANDSCHE STAD- e» den naam van IVutergrafts-meir, dat is de Meir, die weleer flechts een graft, een watergrafr was, eenen oorfpronk zoude gevonden weezen. Hoe het hier mede zij, dit is zeker dat de waterpias, vóór de bedijking, groot genoeg geweest is, en ock diepte genoeg gehad heeft om met oorlogfchepen bevaren re kunnen worden: niet ten onpasfe wordt ten bewijze daarvan het volgende bijgebragt: „ Omtrent den jaare 150S ," zegt men, „ in den Gelderfelm oorlog, die Hertog kar el tegen de Hol„ iandtrs voerde, ra den dood van nu ps van Oojlenrijk, ver„ weerden zig die van Amjleldam , uit eene fchans bij de jf> ljpe-jloot , weleer een buurt, daar het Nieuwe diep de „ landen federt heeft overflroomd; deeze fchans werd gedekt „ door vericheidene fchepen, op het ij, en één op de Diemer* „ Meir; waardoor de Gelder/eken genoodzaakt werden aftewij. „ ken — en dergelijk middel van galeien op de Mek," vervolgt men, „ met onderftand van fctiepen cp het IJ, verdreef „ ook, in den jaaie 1573., het volk Van 'Sonnoij, het welk », den Dtemerdiji bemagdgd had, om Haarlem te verligten en „ Amjleldam, 't welk toen de Spaanfchezijde hield , te oenaauwen; »r doch deeze benden werden zeiven benaauwd, en een wakke„ re tcgenliand konde haar niet bevrijden van den hongersnood „ door het misfen van toevoer, waarom zij de opgeworpen*» „ fchans bij ljpe-jloot moesten verlaaten." AANLEG en GROOTTE. De aanleg deezer Meir moet zekerlijk gebragt worden op den tijd haarer bedijking, en droogmaaking: reeds vóór gezegde bedijking was de plas een eigendom van fiurgemeeflerea van Amjleldam, „ die in den jaare 1624", du3 luidt de befchrijving desaangaande : „ met kennis en goedvinden van den Raad der „ ftad , befloten deeze Meir te bedijken, en tot land t» maa„ ken; waartoe zij, in den zelfden jaare, oótrooi van de Staa„ ten van Holland en Westfriesland verkregen, met veele vrij.  DO RP-BESCHRIJVER. (Watergraftsmelr.) 5 „ dommen, die gemeenlijk bij dergelijke onderneemingen worden „ vergund: dit odrooi werd in den jaare 1626 uitgebreid, door „ de vergunningen van de landen, kaden, wegen, als anders. „ zins, 't welk tot de bedijking nodig was van de eigenaars te „ mogen overneemen : volgends deeze oftroojen , werd het „ werk der bedijking en droogmaaking tot ftand gebragt, en de „ Meir was droog in den jaare 1629," weshalven de aanleg van dit verrukkelijke oord moet gefteld worden tusfchen 1624 en 1629: Burgemeefteren van Amjleldam verkochten ook aanftonds de drooggemaakte landen, die naderhand,op de 31 julij des jaars 1631, gekaveld , en dus bij kavelingen van tien morgen, aan de koopers toegedeeld werden5 en ten opzichte van die lan. den welken langs den ringmuur ligggen, met eene toegifvan omtrent één morgen, voor het oude land, aan den voorigen zoom van de Meir. Wat de grootte van dit Amftsls paradijs betreft, de dijk waarin hetzelve begrepen is, gemeenlijk de ringdijk genaamd, heelt eenen omtrek van 2500 roeden, en is rondsom, behalven aan den Amftel en het Nieuwe - diep, omvangen van eene bekwaams ringfloot, waarvan de visfeherij aan de ftad Amfteldam behoort, doch Burgemeefteren van die ftad, zijn gewoon dit recht aan Dijkgraaven en Heemraaden der Meir, vooreen zekere fomme ge'dsin't jaar, ten behoeve dier plaatfe, in pacht te laaten,die dit water in verfcheidene parten weder aan visfchers verhuuren. Verder vinden wij wegens de grootte der Meir het volgende aangetekend: „ Bij het kavelen der landm in de Meir, wer„ den 705 morgen lands uitgegeven; waarvan echter maar 663 ,", morgen 30if roeden in de omflagen en gemeene lasten gel„ den: Burgemeefteren behielden alleen 30 morgen ten behoeve \ der ftad Amfteldam, en uit dien hoofde het recht om als Hoofd„ ingelanden zitting te hebben, tot het hooren van de jaariijk„ fche rekeningen, en te helpen beraadflaagen en befluitenover „ zaaken, die 't Heemraadfchap betreffen." De aanleg is zeer regelmaatig gefchiedt ; de grond in zjn geheel is kruiswüs doorfneden, met twee breede gemeene we, A 3  6 DE NEDERLANDSCHE STAD- en gen, waardoor de Meir in vier deelen gedeeld wordt: de vcornaamfte deezer doorfneden is de Middenweg, langs well.e verfcheidene lantaarns, tot gerief van de bewconeren en de reizigers geplaast zijn; er ftaan ook lantaarns langs den Ringdijk van de Schulpbrug tot aan het Rechthuis; de gezegde fchoone breede laan, loopt van de Outewaaler, of zogenaamde Totbrug, naar de Hartsvelder of Diemer. brug; gezegde Outewaaler - brug, draagt den naam van Ttlbrug, om dat op dezelve een tolhek ftaat, aan 't welke voor ieder Rijtuigen , een paard of hoornbeest, enz. dat er overgaat, iet moet betaald worden .voor de ichaapen betaalt men geen tol. De kruisweg, die den middenweg omtrent het midden door fnijdt, begint aan het zandpad over den grooten Duivendrecht. Jchtn polder, en eindigt aan het Nieuwe■ diep.- beide deeze hoofd laanen zijn grootendeels met opgaande ijpen- en linde-boomen be plant, die een fchoon Zieraad geeven, door de netheid waarmede zij onderhouden worden; „ Verfcheidene laanen ,'• dus luidt eene beknopte befchrijving deezer Meir, welke befchrijving ech ter veeleer nog te flaauw is dan dat zij eene onwaarheid zoude bevatten; „ (Verfcheidene laanen,)vermeerderen den Juister dee r zer bedijking; de Schagerlaan is eene der aanzienlïjkften en ., heeft eenen rijweg naar de midden- en kruis - weg;' zij „ ftrekt voor eene aangenaame wandeling onder het lommer „der net gefchorene ijpen - boomen, ter wederzijde van den „ weg, tot verlustiging van de wandelaaren die hier in den zo„ mer menigvuldig zijn; de andere der voornaamfie laanen die „ er gevonden worden zijn de Paauwenlaan, de Groene- of „ Burghorsflaan, en de Klooster, of Schulp-han, die echter „ geenen doortogt hebben: alle deeze Jaanen en wegen, pron„ ken met aangenaame tuinen, en deftige lusthoven, waarvan „ veele der landhuizen elkander in pracht trotfeeren; ook wordt » de bekoorelijkheid vermeerderd door de verfcheirfenheid der „ geztehten over de vruebtbaare weilanden, en net beplante „ moestuinen, terwij! het oor in de lente geftreeld wordt,door „ t gezang der fchelle nachtegaaien, die in deeze oord bijzon-  D O R P-B E S C H R IJ V E R. (yFatergraftsv.ek.) J der haaren zetel verkozen hebben." Zegt dan de netvtoejen. de wi lm uk wel te veel, wanneer bij van deeze Meir dus aingts Zie hiT het groene Diemermeir, Met al zijn hoven, al zijn tuinen, Hier over 't veerijk veld, zo zeeï Verheft zijn hooggeftegen kruinen ; Het ruime meir dar, prat en fier, Zijn hollen boezem ziet oniflag;n Van 't zeerat, dat, met woest getier, Zijn ouden erfgrond zit te knaagen, Door dijken veilig afgeweerd , Op dat geen vloed zijn welvaart deert. Verrukkend Meir, dat ieder wenkt En nodigt op uw hofbanketten, Waarmee ge uw minnaars voedt en drenkt, Zo mild en rijkHjk voortezetten, Gij lokt, gij trekt mij denaards aan, .Om door uw breede en groene dreeven, Naar uwe ruime ma'ieba?n , Langs veld en hoven heen te ftreeven , Bij 't klinken van het zoet geluid, Van 't nachtegaaien orgelfluit. Aan lederen toegang tot de Meir, als ook aan het nieuwe diep cn bjdekruislaan, aan het zandpad of de weespervaart, «s een wachthut* geplaatst, tot verblijf der nachtwachten; voorheen w,rd door hen ronde gedam, doch dit is finds verfche-der. jaaren niet meer in gebruik: er houden nu in teder wachthuis twee man, en alzo tien zamen post; ta den zomer van negen uuren des avonds, en 's winters van half negen uuren, tot 's morgens een talf uur na het openen der poorten te Am. fteldam: voords is ieder nachtwacht meteen geiden geweer, een rondftok, en een hond gewapend. Er wordtin de Meir ook een goedebrandfpuit onderhouden , ten disnöe van welke de inwoners verphgtzijn, ten ware zij voorhet ontflag van dien dienst Wade». A 4  f DB NEDERLANDSCHE STAD- en Het getal der huizea, waaronder met recht gezegd wordt, dat veele deftige en aanzienlijke landhuizen behooren, werdt ia den jaare 1730 bepaald, op 227; dit getal is merkelijk verminderd, om dat finds eenige jaaren verfcheidene aanzienlijke bui tenplaatfen genoopt, en tot wei- of warrnoefiers-land gemaakt Zijn: deeze huizen worden bewoond, indien men er de gezinnen welken op de buitenplaatfen den zomer komen doorbrengen, bijtelt» door 250 huisgezinnen ; da eigenlijke bewooners der Meir fchat men op een tal van 500, de dienstboden daaronder niet begrepen: deezen zijn nagenoeg voor de helft den Gereformeerden Godsdienst toegedaan, die te Diemen ofte Amftel. dam ter kerke gaan,- de overige bewooners zijn van den RoomJchen Godsdienst, (uitgezonderd eenige weinige Lutherfchen,) behoorénde voor een gedeelte onder Diemen, een gedeelte te 4mfietdam, en het overige onder de kerk op het Hoedemaakerspad. Het WAPEN, Dit is een zwaan in waterriet; op het lijf der zwaane is een gewoon wapenfchild , waarop de letters W. G. M, OVate* graftsmeir.) GODSDIENSTIGE GEBOUWEN. Onder dit artijkel kunnen wij voegelijk plaatfen het fchooi , fldaar aangelegd in den jaare 1786, toen, (op den ,f,en Au. gustus) het onderwijs begon : het ftaat aan den Ringdijk niet verre van de Schulpbrug, en is een allezins aan het oogmerk voldoend gebouw; alle de kinderen uit de Meir worden aldaar ter fchoole befteld, van wat kerk de ouders ook mogen weezen; betaalende daarvoor niet aan den Meester, die door de Regeering van de Meir op een bepaald traöement aangefteld wordt, maar aan gemelde Regeering zelve; offchoon de Meester ook de vrijheid bebhe k.nderen van buiten het distriQ der Meir in zijne fchooi te ontvangen, na alvoorens. door de ouders derzei ven, met Heeten  DORP-BESCHRIJVER. {Wattrgraftsmir.) 9 Gecommitteerden, (welke ook regeringsleden zijn; dieswegem is gefproken, en als dan een order-briefjen van dezelve aan hem wordt vertoond. Alle jaaren word ook" door de opgemelde Heeren in de fchooi, een examen met ce kinderen gehouden, en eenige dagen na dat zulks is afgelopen, gaan alle de kinderen onder het opzigt van den meefter twee aan twee naar het rechthuis op de zaal, alwaar als dan de geheeie Regering vergadert, benevens een aantal aanzienlijke perfoonen, welke 'sjaarlijks rwldad.g tot dit leerfchool contribueren , en wordt als dan aan alle de aanw.ezende perlbotun den ftaat en balans van het fchooi opengelegd, en vervolgends aan de meergevorderde kinderen eenige boeken tot prijzen gefchonken: de meefler is ook verpl.gt de kinderen der geallimenteerden en de weezen in zijn fchooi te onderwijzen. Een arm-of wees-huis, is in de Meir niet 5 de armen en weezen worden bij de ingezetenen belteed; de laatften echter draagen geene onderfcheidende, maar burger kleding. WERELDLIJKE GEBOUWEN. ' Het Rechthuis ftaat aan den hoek van den ringdijk , en de middenweg; is een allezins aanzienlijk gebouw, in den jaare ,7'77 geheel nieuw, en vierkant, van gebakkene fteenen opgehaald; rondsom heeft het fchuifraamen, en van vcoren een bordes op colommen rustende: het pronkt cok met een geëvenredigd torentjen, met een flaande klok daarin,echter is in de kap vat, het gebouw een uurwerk, dat, naar buiten, de uuren wijst, op een wijzerplaat in het frontefpies geplaatst - vóór het gebouw Haan twee fraaje lantaarns, op fteene pijlaaren. ' Toen het oude rechthui? nog aanwezig was, ftond de ftrafplaats gan de zyde, maar nu is dezelve van voeren. Onder de wereldlijke gebouwen kan ook betrokken worden het tolhek voornoemd, op de Ontwaakt hug geplaatst; hetzelve ftaat tusfchen twee fraaje hardfteenen pijiaaren ; boven aan aan de won en achter zijde, zijn in dezelven geplaatst marmere ftc* A 5  ïo ■ DE NEDERLANDSCHE STAD.em nen, waarop het wapen van Holland, dat van Amjleldam, dat van de Meir, en op het vierde leest men, ajsno 17^, ia welk jaar dit tolhuis aldus fraai vernieuwd is. R E G E E R l N G. Bij 't veriecnen van oarooi ter bedijkinge en droogmaakinge van deeze Meir, werd, ten aanzien van het Heemrecht vergund , dat de landen in de Meir geregeerd zoude worden , door Hoofdingelanden en eenen Dijkgraaf, (re kiezen uit een door hen gemaakte nominatie, bij de Staaten of de Rekenkamer der Graaflijkheids domeinen,) midsgaders door Heemraaden, Penningmeester, en andere bedienden , die door de Hoofd-ingelanden zouden verkozen worden; naderhand,in den jaare 1029, verkregen hoofd-ingelanden , dat alle overdragien cn gerechrlijke verbindenisfen van vaste goederen in de Diememtir zouden gefchieden, ten overfiaan, van Dijkgraaf en Heemraaden: middelerwijl bleef de Hooge en Civile Jurisdictie aan den Gerechte van Amftelveen, Diemen, en Ouderkerk, onder welken de landen van de Meir van ouds gelegen waren; doch daar de eigenlijke grond fcbeïdingen, voor ieder, gevolglijk ook iederer Jurisdictie, niet gemaklijk konde worden bepaald, ontflond er niet zelden verfchil over de rechts pleegingen, dat aanleiding tot veele onge. regeldheden gaf, alwaarom in den jaare 1640, bij de rekenka. mer der Graaflijkheid van Holland werd befloten, aan Heemraaden te vergunnen de Crimineele en Civile Jurisdi&ie te oefenen met den Bailluw van Amjlelland, en dat de Dijkgraaf, na het overlijden , van den toen in leven zijnde Bailluw, te gelijk Bailluw van de Diemermeir zoude weezen; het welk Burgemeesteren van Amjleldam, als Ambachtsheeren van Amftelveen , ook toeflonden, ten aanzien van de civile en dagelijkfche Ju. risdiaie, voor zo verre aanging de gronden onder hun rechtsgebied van Amjleldam in de Meir gelegen, behoudende de crimineele rechtsoefening aan zig: „ Van dien tijd af," vinden wij aar getekend, „zijnde Heemraaden ook Schepenen geweest". Volgends deeze vergunning, beftaat de regeering over de  DORP-BESCHRIJVER. QVatergrcftsmeir.) u Diemermeir in twee Hoofdingelanden, verbeeldende Burgemeesteren der Stad Amjleldam--, den Dijkgraaf, vijf Schepenen of Heemraaden, in opzichte van hun onderfcheïden i bewind, van Heemraadfchap, of crimineel en civiel rechtsgebied, benevens een Secretaris en een' Penningmeester. De Dijkgraaf is volgends de bovengemelde fchikking van de Graaflijksheid rekenkamer, ook Schout van de Meir; doch hij heeft een Subflitut, die te gelijk Bode is, en in de Meir 2ijne woonplaats heeft: deeze heeft een* juflitie-dienaar onder zig. Burgemeesteren van Amjleldam benoemen bij het openvallen van het Amt van Dijkgraaf, drie van de voornaamflen der Ingelanden, uit welken één door de Staaten van Hollanden Westfriesland tot Dijkgraaf wordt gekozen; Burgemeesteren dellen ook den Se» cretaris aan, en verkiezen jaarlijks, het ééne jaar twee, en liet andere jaar drie Heemraaden, uit de nominatie van een dubbeid getal, hun door Dijkgraaf en Heemraaden overgeleverd. De verdere bedieningen ftaan allen ter begeevinge van het Collegie van Dijkgraaf en Heemraaden, in hunne verfcheidene betrekkingen , van de hoogde tot dc laatfte toe. Dit Collegie houdt zijne gewoone rechtdagen, op den eerden maandag in iedere maand: federt de bedijking fchijnt hetzelve n de Meir vergaderd te hebben; doch met den jaare 1645 a"werd het verplaatst naar Amjleldam, in de Corps de guarde van de Regulierspoort, welke plaars het Collegie op den 11 Decemberdes jaars 1645 daartoe vergund was: voor ruim honderd jaaren, (1693,) verkreeg het Collegie eene betere rechtkasner naamiijk onder in het ftadhuis te Anjleldam, welke kamer het behield tot in den jaare 1716, toen dat vertrek tot een ander gebruik gefchikt, en Dijkgraaf en Heemraaden van de Meir vergund werd te vergaderen , in het Stadhuis voornoemd , boven de kamer van Commisfarisfen van Zeezaaken, alwaar zij tegenwoordig ook nog hunne rechtdagen en vergaderingen houden. Onder de mindere Amtenaaren boven bedoeld, behoort de gaarder van 'sLsnds imposten, welk amt niet door de Begeering, maar door gecommitteerde Raaden begeeven wordt ; het  12 DE NEDERLANDSCHE STAD-sw wordt thans bekleed door den StMitut Schout.de Heer mat- th ys elsman. VOORRECHTEN Zie wegens het markten in Amjleldam, onder het artijkel bezigheden; het voorrecht dac de bewooners van deeze Meir van de Staaten van Heiland en Westfrieüand hebben bekomen , van naamlijk een tolhek op de Outewaaler brug te mogen plaatfen, blijkt uit het voorgaande, alwaar wij van dat tolhek ipreeken — Een ander voorrecht van de Diemermeir, mag genoemd worden, dat over den middenweg, die, gelijk wij boven reeds gezegd hebben, van de Outewaaler brug , tot aan de Hartsvelder- of Diemer ■ brug, loopt, geene Hesfenkarren ge. voerd, of varkens gedreven mogen worden. Nog kan men het een voorrecht noemen, dat de befluurders der Meir niet behoeven te gedogen dat des avonds na beflotene ftads poorten, eenig vreemdling zig in dezelve op de openbaare wegen vertoonen; gelijk men in dat geval dan ook door de nachtwachts aangehouden wordt, en rekenfehap van z:;n daarzijn moet geeven; bij de minfie twijfeling aan de waar. heid des voorgeevens, of bij ondervinding van de onwaarheid deszelven, wordt men in bewaaringe gefield. De Meir heeft ook het voorrecht, dat op haaren bodem geene nachtegaaien gevangen mogen werden. BEZIGHEDEN De welgelegenheid, en vruchtbaarheid der landen , in de Diemermeir, heeft dezelven meest tot moesland aoen wor. den , dat een gedeelte van de inwooneren alhier een genoegzaam beftean verfchaft; zij brengen hunne voorraad meest te Amjleldam ter markt; waartoe hen, benevens die van de Bijlemermeir, eene bijzondere markt op de Prinfegragt ter dier ftede is vergund : behalven dat, hebben zij verlof ontvangen van driemaal ter week op*het Oudekerksplein, en éénmaal op de joode Groenmarkt aldaar te mogen markten.  DORP-BESCHRIJVER. (Walergrafiimtitd ift GESCHIEDENISSEN Wat de Historie deezer aangenaame Meir betreft, na dat d«fzelve drooggemaakt was, (zie bier vóór Art. aanleg en grootte,) kreeg de bedijking , in den voornacht tusfchen 5 en 6 Maart des jaars 1651 het ongeluk van een doorbraak, welke door een andere aan een Diemer zeedijk', boven Outewaal, niet verre \mjaap hannes, veroorzaakt werd: het water liep omtrent der molen aan het Nieuwe diep, over den ringdijk van de Meir, en veroorzaakte daardoor een doorbraak, met een gat, ter lengte van omtrent 25 roeden , en eene diepte van s? tot 30 voeten, beneden het winter water ; 16 voeten hoog ftond het water ia de Meir , en meest alles werd door de overfircoming vernield: evenwel was deeze ramp, hoegew:gt;g, niet gewigtig genoeg om de ingelanden te doen wanhoepen aan bet herfleljen van hunnen vernielden arbeid, welke hetflellicg echter niet gemaklijk ten wege gebragt konde worden, dan door de Maf, die nu geheel onder water flond, weccr te laaten ukmaalen , de gebouwen en beplantirgen weder op te rechten en in ftand te brengen , ten welken einde het eclrooi van hunnen vrijdom voor den tijd van tien jaaren werd verlengd: onvermoeide arbeid kwam weder alles te boven ; dan alleenlijk voor een zeer korten tijd: want in 1672, toen Nederland door het zwaard des corlogs, die vervloekte geesfel der verfchrikkinge,geteisterd werd, moest de Meir niet weinig in dat akelig lot deejep; Naarden, de hoofdftad van het vermaaklijk Gooiland, werd door de Franfchen veroverd, waarom men met reden vcor /Imfteldam begon te duchten, het weik ten gevolge had,dat de dijk dcorgeftoken en geheel de Meir onder water gezet werd; doch dit was echter maar voor korten tijd, en nieuegenftaande de veroorzaakte aanmeikelijke verwoesting, werd, zo dra de vijand was afgetrokken, alles In zijn ouden luister herfteld: te recht daarom zingt de dichter van soa van deezs Meir:  14 DE NEDER'LANDSCHE STAD-ei* Meir wordt land en landen beeken, Wat Natuur al wondren teelt, Is niet mooglijk uiitefpreeken , Zo verwart zij in de weeld'! Nu pronkt zij haar kruin met Eiken, Dan met waternimfs Beraad, Nu weêr p anc en bloem verrijken Ceres aangenaam gewaad; Plant en bloem en duizend vruchten, Schenkt er gunst te levren aan, Die haar oog en haar genuchten Kiezen in die weeldelaan, enz. * In den jaare 1702, brak de Diemer of Muider Zeedijk weder door , het geen andermaal niet weinig bekommernis voor eene overflrooming van de Meir veroorzaakte; doch de ijver waarmede men de handen aan 't werk fioeg, om overal waar men het noodig oordeelde den ringdijk van de Meir te verflcrken, Werd met een gelukkigen uitftag bekroond; de Meir naamlijk leed geheel geene fchade. In onze jongstledene onlusten, hebben de inwooners van de Diemermeir zig zeer onderfcheiden in ijver voor de zaak der Vaderlandschgezinden;zij hebben zig met een ongemeenen ijver in de wapenhandel geoefend; het corps van den Rhijngraaf van Salm, heeft aan het rechthuis een geruimen tijd in bezetting gelegen; bij het aannaderen der Pruisfen, was men er in geene geringe bekommering, niettegenfiaando de gewapende ingezetenen moeds genoeg hadden om de vijand onder de oogen te gaan zien: de laage landen langs den Outewaalerweg, deelden in de gedaane in. nudatie, en de Pruisfen hebben er vervolgends niet zeer verpligtend geleefd, trouwens aldaar nog beter dan elders; van tijd tot tijd ondernaamen voords eenige van de tegenpartij, voornaamiijk uit Amfteldam, baldaadigheden in de Meir te pleegen, doch de loflijke adiviteit van den Subflitut Schout, den Heere mathys elsman, reeds gemeld, heeft hen gedwongen dat opzet te iaaten vaaren.  DOR P-B ESCHRIJVER. (Watergraftsmeir?) 13 B IJ ZONDERHEDEN, Onder deezen zoude in de daad geheel de Meir betrokken kunnen worden ; met uitzondering verdienen de ongemeen prachtige lusthoven die er in gevonden worden den aandacht van den wandelaar; die op den hoek van den Kruisweg, aan den Weesper weg, pronkt met een zeer fraaje Turkfche tent, ftaande op het wachthuis dat aan dien ingang geplaatst is. — Het tegenwoordige rechthuis, en het tolhek, is mede der bezichtiginge dubbeld waardig. Weleer was ten einde van deSehagerlam, ook een fraaje Maliebaan, ter uitfpanninge van de geenen die zig aldaar kwamen verlustigen; deeze laan had eene lengte van 173 roeden, irr haare behoorelijke befchotten ingefloten ; aan beide zijde van; dezelve ftond een rei hoogopgaande en aan de binnenzijde plat gefchorene boomen, die eene zeer aangenaame vertooning maakten, en welke aangenaamheid niet weinig vergroot werd, door de lusthoven ter wederzijde langs de rijwegen gelegen 1 de herberg aan het begin der bïane, en die nog aanwezig is , had de huur deezer laane, gelijk zij ook rog het Maliehuis heet — Behalven met het maliefpel, plagt men zig in deeze baan ook niat^zelden te vermaaken met het zogenaamd blind'oopen, befiaande in eene weddingfchap om geblinddoekt de baan overlangs doorteloopen, zonder tegen de zijfchotten aanteflooten; doch niettegenflaande de menigte gasten welken door deeze vermaaken, zo wel ais door de aangenaamheid vzn den oord derwaa;ds gelokt werden, is debaan van tijd tot tijd zo verre vervallen, dat zij tot eene harddraavers baan gebruikt werd, en eindelijk geheel verdweenen is, gelijk men er thans niet meer van ziet dan de grazige vlakt* alwaar dezelve gelegen geweest is.  rtf DE NEDERL. STAD- m DORP8. 'Watcrgraftnneir.y H £ R B ü R G E N, Rechthuis, De Maliebaan. Voords nog vier in de Schaagetlaan, die echter federt eeriigö? tijd geene andere tap-aöens bekomen dan van bier, coffij en thee. BEISGELE.GENHEDEN^ Om zodanig eens te noemen de gelegenheden die in deeze UW gevonden worden, om in dezelve, en van daar naar elders te komen: die gelegenheden zijn de toegangen reeds gemeld; be* halven deezen , ligt digt bij het tolhek op den Outewaaler -iveg nog een pad dat op den hoogendijk nabij Zeeburg uitv komt; op gemelden weg is ook nog een pad, Waarmede men op den Weesperweg komt: met de gewoone Muider- en Weesper-fchuiten kan men ook vön Amjleldam naar de Schulpbrugi of van daar derwaards vaaren : aan gemelde brug, in do rinsfloot. vindt men des zomers zondags en maandags, gemeenlijk ook nog een zogenaamd Osfemarkfs jagtjen, waarmede men voor één ftuiver de perfoon, naar de ftad vaart? de Utrechtjche weg opgewandeld zijnde, tot over den ringdijk, wordt men voor vier duiten de perfoon, ook over de Am. Jlel gevaaren. Aan het tolhek vaart ook een geregelde veerfchüit naar Amjleldam, des zomers maandag, woensdag en vrijdag,'smotgens vroeg, en van daar te rug, op dezelfde dagen, 'smid. dags ten 12 uure: des winters vaart deeze fchuit alleenlijk maandags en vrijdags. Toen de Maliebaan nog in ftand en bloei was, reed des zondags en maandags, van even buiten den Muiderpoort, eene foort van Post- of zogenaamde Bolder-wagen, nar^' gezegde baan, en terug; dit was een veer, doch zonderbepaalde uuren; de vracht voor ieder perfoon was 2| ftuiver:- federt het vervallen der Maliebaan is dit veer ook te' niet geraakt.  Het d^irpjeii^AVTSiaVEEW, ctus door deJEuost gemaald, ~Wer& ®m_ ^A®m^&amh.eA -v-sm.'t aanlog aait geg^epcom , 'Tta-Jis dreigt 'tgeTba^gex-d meir iet ia. zijnhal^teflerpeiL, Des-wnnpdlt -wew zipmem^lijt metTban^evrees "betaald.   Ö Ë AMBACHTSHÉERELIJKHEIÖ Green onvermaaklijk gedeelte van het bevallig Arftellanij fnaakt deeze Ambachtsheerlijkheid uit: haare LIGGING Is gelijk gezegd is; in Amjlelland, drie uuren gaans ten zuiden van Ouderkerk hebbende ten westen en zuiden de Provincie Utrecht, ten oosten de vrije Heerlijkheid Wateren BeuUil, en ten noorden de rivieren de Amftel en de Wateren —■ Verder kan die ligging nader opgemaakt worden, uit de icne^ paaien die men op dén gemeenen tteg of zogenaamden F-eendijk, als op de Rondeteenjche Kade vindt, welken voor zo Vèel de lnrisdiaien betreffen de fcheidingen van deeze met d.e der Heerelijkheid Wateren, Betsholl en RuigemMsfe aanduidenï edog daar hetzelve voor meer dan i deelen is uitgeveend, kan men de ftrekking in de uitgeveende plasfen bezwaarhjk onderleiden, fchoon de ingezetenen zulks door ftrooken laüds eft Stakkers weeten te bepaalen. A  2 DE NEDERLANDSCHE STAD-en Tot Waverveen behoort nog het distrift Strooknes aan derï Amftel, met een groote fchutfluis ten einde van de vaart, het Bijleveld genaamd, gelegen. Het beftaat wijders in drie Polders - naam,;jk. de Gemee„? of Beoosten Bijleveldfcke Polders, gemeen met Waveren Botskoll, en een gedeelte van Ruigemlnisfe — de Hoflandfche Polder, gemeen met Mijdrecht onder de Provincie van Utrecht voor i en benoorde de Zuwe, gemeen met MijdreJu, voor circa'*' part, welke laatstgemelde polder, thans door Hun Ed Mol de Heeren Staaten 'sLands van Ucrecht, door de bewerking van een Stoom- of Vuur-machine (der moeite waardig te bezichtigen,) wordt uirgepompt en drooggemaakt, waarin het aandeel der droogtemakene gronden voor Waverveen circa 2^0 morgen beloopt. H Over het algemeen is de grond van deeze Heerlijkheid zeer veenig, waarvan ook niet weinig gebruik is gemaakt, echter ligt het dorp zelf groen en aangenaam. Van de N A A M S O O R S P R O N G Hebben wij niets kunnen ontdekken, in zo verre het eerfte lid des naams betreft, dat is Waveren, zekerlijk aan het doro van dien naam gegeven, naar het water, de Waver geheten 't welk "het gezegde dorp, (waar van ftraks rader,) van ouderkerk affcheidt; dat er het woord veen bijgevoegd is gewor' den, is om dat het bijna geheel uit veenen beftaat, en den oord derhalven met recht den naam van Veenen van Waveren,. of Waverveen (ook Waverenveen,) mag draagen. STICHTING en GROOTTE. Wat het eerfte gedeelte van dit artijkel, do ftiehting „aaW. Juk, betreft, daaromtrent is wederom niets met volkomen zekerheid te zeggen, waarfchijnelijk zoude het kunnen genoemd worden zo men ftelde dat de gunftige gelegenheid tot de turfmaakenj hier eenige lieuen heen getrokken, en bet wèl flaagen van hunne onderneeming weldra navolgers verfchafï zal hebben.  DORP-BESCHRIJVER, (Waverveen.) 3 Wat aangaat de grootte van Waverveen, daarvan leezen wij in den tegenwoordigen ftaat van Holland het volgende: „ In de oude quohieren ftond het begroot op 268 morgen^ „' ico roeden lands, en in de nieuwe vinden wij de landen L verminderd op 114 morgen, 450 roeden: maar het getal der '„ huizen is, in de lijst van den jaare 1732 niet afgenomen,. i, waarin 93 nommers werden aangetekend; honderd jaaren te „ vooren werd het op 85 huizen, doch thans op 58, begroot:" zij zijn niet onvermaaklijk op hunne erven gelegen, en op fommige plaatfen nog al aangenaam in het geboomte; ook verwonen zij zig allen als vrij wel onderhouden: zij' liggen ter wederzijde van een' eenigzins finallen weg, (den Feendijk,) langs iedere zijde van welken een floot loopt, die aan de eene zijde fmal, doch aan de Kerk-zijde, (de Veenwa. tering genaamd,) zo breed is dat dezelve met turfeikers bevaaren kan worden, alwaarom ook voor iedere werf een gewone draaibrug ligt; vóór de werf waarop de Kerk ftaat is een net wipbrugjen, over 't welk men naar de Ketk gaat, en dat wijd genoeg is, om er met de voornoemde fchepen onderdoor te kunnen vaaren.: men vindt te Waverveen hier en daar nog al een buitenverblijf, die echter den naam van hoven niet kunnen draagen. : Het gezegde getal huizen wordt bewoond door 340 menfehen, (dc kinderen daaronder begrepen:) van deeze bewooneren zijn bijna 110 van den Gereformeerden Godsdienst, de' overigen zijn meest allen Roomsch. Het WAPEN Van Waverveen, is een rood fchild, waarover een eenigzins' gebogen zwarte balk loopt, en op den zei ven twee witte krullen. KERKLIJKE en GODSDIENSTIGE GEBOUWEN. De Gereformeerde Ketk welke hier wederom in de eerfte plaats in aanmerking komt, is de derde die Waverveen geheugt: de eerfte Kerk na de reformatie ftond op deeze zelfde plaats; A *  4 DE NEDERLANDSCHE STAD- Err dewelke in den jaare 1592 door petrus edessen, Predikant vstï Amftelveen en Ouderkerk, met eene openbaare Leerrede ingezegend is; in het zelfde jaar (1592) werd de Proponent cornelius paludanus tot gewoon Leeraar deezer gemeente (fchoon het getal der ledemaaten maar flechts vijftien was,) beroepen; de voorn. Kerk werd tot in het jaar 1697 tot den openbaareh Godsdienst gebruikt, wanneer dezelve door verzakking reeds bouwvallig was geworden, en men gelegenheid had of bekwam, om naar gedachten met minder kosten, dan de Oude kerk ter herftellen, een groot gebouw, hetwelk 0p een-andere piaatsfchuin tegenover, naast het buitenplaatsjen thans Veenlust genaamd, reeds flond, te maaken en te bereiden tot een Kerkgebouw; dit huis was aangelegd en gebouwd geweest tot een groot en aanzienlijk woonhuis, maar de bouwer en eigenaar van hetzelve overleden zijnde, was er gelegenheid om jiet te kunnen bekomen; en men vond goed, de Oude kerk te verlaten en bet voorn, gebouw tot een Kerk te vervaardigen en verder optetimmeren, met dien fpoed dat er den 3 Maart J697 de eerfte Godsdienstoefening in werd verricht, en door den WeiEer w. abraham oosTERtANDT, ten dien tijde Predikant aldaar, werd ingewijd? de fundamenten van dit gebouw waren niet wèl gelegd of verzorgd, zo dat het verzakte en fcheurde in zo verre dat er geene mogelijkheid was om het eenigzins te herftellen, en het des met eene jammeilijke inftorting dreigde, waarom dan de Preaikant en Gemeente hetzelve verheten, en hunnen toevlugt tot het Schoolhuis namen, alwaar zij op'een zeer ongemaklijke en bekrompene wijze, twee jaaren lang de openbaare Godsdienstoefening verrichtten? tot dat de derde of tegenwoordige Kerk in den jaare 1755 volbouwd was, en 3 Augustus door den Wel - Eerwaardigen Do. jan van stavsrem mee een Leerrede over Esra l. v*. 5 ~ 6 is ingewijd : deeze Kerk is in alle deelen een net en kunstig gebouw, zijnde van buiten een Kruis-kerk, en van binnen met witte muuren, coupelswijs opgemetzeld: zij is wel niet groot, maar groot genoeg voor de gemeente, die er in vergadert; ze is met een pannen cak gedekt, en draagt een vierkant open toortjen met uur en Dagwerk , dat met een agtkant rond gedekt is, zijnde ook van eej» agtkantibits voorzien: rondsom de kerk ligt, gelijk op de meeste  DORP-BESCHRIJVER. (tPavtrvten.) $r Hollandfcbe dorpen plaats beeft, een vrij ruim algemeen kerk. hof met een gezand pad omgeeven, en aan de buitenkant met een Ipen haai voorzien: de toegang tot het Kerkhof en Kerk is @iet een modieus hek van de kerklaan afgefloten. Boren den ingang leest men in eenen fleen uitgehouwen: EZAIA xxvi. vs. 8. De eerfte fleen is gelegd door, jan david brouwer, van Stavoren, op den is 3uly cioidccuv, Aangelegd en volbouwd, onder het beleid van coïnraad hoekeker, Mr. Metfelaar te Amfteldam, Van Staveren's leeraars zoon, lag mij den eerften (leen, ó God! vergroot den glans, die mij reeds mild befcheen; Verl'cliijn zo heerlijk, en wil hier in vrede geeven, Dm veelen ingaan door uw woord en geest ten leven. BENdr'ik lussing Matthyss, eccl. iv. vs. 17. Tot voor omtrent tien of elf jaaren was het ruim der Kerk alleenlijk door een groote midden, en aan wederzijde van dezelve twee kleine deuren in den muur van den buitenweg afgefloten, het geen , dat te begrijpen is, zijne onaangenaame gevolgen had; doch ten gemelden tijde is die ingang door een vrij ruim portaal, met twee groote deuren van de genoemde buitendeuren afgefcheiden. Van binnen is het kerkjen in alle deelen zeer net ingericht; tegen over dep ingang is eene vergaderkamer, voor die geene weiken met de zaaken der kerk belast zijn; boven dezelve is een kleine gaanderij; eene dergelijke heeft men, om het regelmaatige in de bouwing te bevorderen, ook boven het nieuwe portaal voornoemd gemaakt. De zoldering van het ruim is geheelen zeer net geftukadoord; in het midden van dezelve is eene ronde opening, waarin de ftang van een kaarskroon, door welke, onderden avond godsdienst de kerk verlicht wordt, is vastgemaakt; aan de eene en A 3  DE NEDERLANDSCHE STAD- bn andere zijde van gezegde opening, leest men, op het ftukadoc*. fel, met fraaje groote gouden letters: de god des hemels. Er is geen orgel in deze kerk, doch voor liet overige ontbreekt er niets, van het geen men gewoonlijk in een wèl aangelegd kerkruim begeert te vinden; de predikftoel is zeèr net, kis mede het doophek; vdór den predikftoel ftaande ziet med ter linkerzijde een zeer aanzienlijk geftoelte van den Ambachts. heer, of de Ambachtsvrouwe; boven hetzelve ftaat een breed bord, befchilderd met de wapens van de tegenwoordige Ambachtsvrouwe en van haar-Eds. echtgenoot; beneden deezen op het zelfde veld, zijn in quartieren als een algemeen wapen, die van de Ambachten van Waterveen, Waveren Botsholl, en voorts met ornamenten gelchildérd: tegen over dit geftoelte, ter andere zijde van den predikftoel, is de Scbepensbank, die mede zeer ruim is, en recht tegen over den predikftoel, 'aan het andere einde der kerk ftaat het, niet minder 'ruim geftoelte van oude Regenten en Armmeesteren 5 boven dit geftoelte hangt een Wapenoord van den Heere gouwenaar , Capitein ter zee, overleden den 17 Mai 1714 op deszelfs buiten Zee Rust, aan de Nesjerfluis, thans aan den Heere jacob vlasvat behoorénde: ten teken zijns diensts hangt er een degen boven: het heeft de vorige kerk reeds vercierd. ' Dè Gemeente word thans bediend door de predikanten uit den Ring: zijnde het beroep vacant geweest dóór het vertrek van den Wel-Eerwaarden Heere joh. leon. wolterbzek, die naar Loenen beroepen is: doen thans is in deszelfs plaats den " We!-Eerwaarden Heere j. c. guinoseau Proponent in 'sHaage, alhier beroepen; dewelke in de maand Februarij aanftaande een aanvang zijner bediening ftaat te ne^men: zijnde zijn Wel-Eerw. alsdan de 21 predikant federt de Reformatie ter deezer plaatfe. De kerk is gemeenfchaplijk voor Waverveen en Waveren. Het Schoolhuis dat mede gemeenfchaplijk voor Waverveen en Waveren dient, ftaat nabij de kerk, en is een vrij goed gebouw, dat in alle deelen aan het oogmerk beantwoordt: de  DORP-BESCHRIJVER. (Waverveen) 1 Rcomschgezinden van beide de meergemelde Ambachten, zijn ook verpligt hier hunne kinderen ter fchoole te toen gaan . om dat zij geen fchooi voor hun afzonderlijk m dezelven hebben: het getal der gezamenlijke kinderen, welken m d.t fchooi komen, bedraagt, de jaaren door elkander gerekend, bijna 50 * Vfer'a vijf minuten gaans van de Kerk ftaat de Postorij, dat een zeer goed ruim en welgelegen gebouw en in den laatste* denen jaare merkelijk verbeterd is. Een Weeshuis, Armenhuis, of dergelijk gedicht is hier met; zie verder het art. wereldlijke regeering. Een tolbrug, die te Waverveen gevonden wordt, en den naam draaft van Bijleveldfche brug, wordt ten voordeele van de kerk verpacht door Schout en Kerkmeesters, ten overftaan van Schepenen van Waverveen en Waveren: nog heeft de Kerk een ander inkomen voor derzelver onderhoud, naamlijk éér. duit van ■•edere roede lands dat onder Waverveen, Waveren, enz. zal uitgeveend worden; ook moeten de veenders, boven dien, voor iederen ploeg volks, welken zij te werk ftellen ƒ i: 10 ftuivers betaalen, dit echter niet ten voordeele van de Kerk maar van de algemeene armen, zo wel die van de Roomfchen als van de Gereformeerden, die het gelijklijk deelen: beide gezegde belast.n. gen op het veenen, beloopen jaarlijks, (de jaaren weder door elkander gerekend,) eene fomme van ƒ 600. WERELDLIJKE GEBOUWEN. Onder dit art. hebben wij niet anders te betrekken, dan het Schouts huis, dat vrij aanzienlijk is, met een vierkant plein met opgaande Linden boomen beplant, waar achtereen redelijk uitgeftrekt boschjen, met diverfe wandelwegen doorfneeden, ftaan. de hetzelve achter het Rechthuis, dat een gewoon boeren huis en herberg zonder eenig aanzien is; men vind er echter een Rechtkamer in, waarvoor in groote latters gefchreven ftaat-. vivat justitia, zijnde deeze huizen langs de vaart het Bij. levehl, waardoor de meeste fchepen en vaartuigen naar en van Amjleldam uit de Ronde veenen moeten pasfeeren gelegen, en beiden aan het Ambacht van Waverveen behorende.  * DE NEDERLANDSCHE STAD? en KERKELIJKE REGEERING. en^SnïÈftï *° Ouderling fflhuBoen dtensten werden gecontinueerd) een Ouder ng en SandToaSaan' f" d°0r andere" uit het Ambacht daar de' S ïnfdPr,Pf ^r6"* Vemngen worden' ^nde de verkie. ïï£SS,,fhltaBede de" Gaard~ter die voor beiden pe Ambachten fungeert., aan den Kerkenraad. WERELDLIJKE REGEERING. In 1731 werd de waardigheid van Ambachtsheer bek/eed door den Heer Wilhelmus hogerwaard, Heere van Valken. Jtem, die het Ambacht toen uit de Graaflijkheids Domeinen voor een fomrna van ƒ Ó600 : -: kocht: in ,?66 kwam zij aan den Heere Mr. paulus abraham gilles, ten dien tijde Secreta ns van den Raad van Staaten der Vereenigde Nederlanden, de. wifern^erjrev1792 °Verleed' en is de lelijkheid op de Wel-Edele Geb. Vrouwe Mevrouwe brigitta SÜSAmA Jon& lups, geboren van dam, gedevolveerd. ' Ter eerfter aanleg worden de civile zaaken afgedaan door den Schout, zunde thans de Heer jan van wjckevoort cromms. lin, die er ook het amt van Secretaris bekleedt, en vijf Sche penen; het eene jaar gaan gewoonlijk twee en het andere jaar drie van dezelve af; doch fustineert de Ambachtsheer of Vrouwe Schepens te continueren of minder getal af te laaien gaan, zo ftaat zulks aan hun goedvinden, en worden de aankomende door den Ambachtsheer of Vrouwe, uit een nominatie van een dubbel getal door Schepenen te maaken, ten overftaan van den Schout, geëligeerd; hetgeen mede plaats grijpt ten aanzien van de Kerkmeesteren, waarvan altcos één van Waverveen en één omveren Botrholl fungeert, als ook van de Gereformeerde en Roomfche Buiten - armmeesteren, alle welke bedieningen in een dubbeld .getal genomineerd, en op voorgemelde wijze gefhgeerd of gecontinueerd worden : de Ambachtsheeren of Vio\  DOR P-B ESCHRIJVER. (Waverveen.) 9 $yen hebben daarenboven de aanfiellinge van Schout, Secretaris, een Hoogheemraad van Amftelland, alsmede van de Ronde veenfche bepoldering; de Bode, Koster, Voorleezer, Schoolmeester, üoodgraaver, Eiker, de Veerfchipper op Amfteldam, en dp Nachtwacht. Bij vacature van den Predikant worden, na voorgaande bekomene handopening van den Ambachtsheere of Vrouwe, door den Kerkenraad vier perfoonen genomineerd, en de beroeping daaruit gedaan bij de mans - ledematen, waarvan de approbatie of improbatie door den Ambachtsheere of Vrouwe wordt gedaan. In het crimineele moeten de ingezeetenen van Waverveen te recht ftaan voor Schepenen van Ouderkerk. De zaaken der onderfcheidene Polders van Waverveen, Waveren Botsholl en Ruigewilnisje, werden bevoorens door een algemeen beftuur beheerd: in 1643, naamlijk, werd tusfchen de Poldermeesteren en, Ingelanden met de bijzondere Gerechten overeengekomen, dat de Regeering van de gemeene Polders, toen begroot op 1600 morgen, zouden gefield en gelaten worden pnder het beleid van vijf Hoofd - ingelanden, waarop goedkeuring bij willige condemnatie van den Hove van Holland verzocht werd; echter is eenigen tijd daarna, door omftandigheden die plaats hadden, deeze conventie niet meer in gebruik gebleeven, en wel bijzonder federt 1674, wanneer niet alleen door de polders van Waverveen, Waveren enz. maar ook door de ftichtfche polders een request aan de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland werd geprefenteerd, waarbij te kennen werd gegeven, dat door de invafie van de Franfchen in 167a, en om te beletten dat dezelve niet verder in deeze Landen zouden avanceren, alle de bovengemelde polders doorgeftoken en onderwater gezet waren , en alzo geen raad wisten dezelve polders wederom droog te krijgen, dan alle dezelve te befluiten in eene gemeene Ringkade; waartoe zij van Hun Ed. Groot Mog. cctroi verzogten, hetwelk op den 23 Januarij 1674 ook is geobtineerd : en werden de refpeftive polders federt gederigeerd, als: de Gemeene of beoosten Bijleveldfche polder, door den Schout en twee Poldermeesteren , als een uit de Hoofd - ingelanden van Waverveen , en de andere uit die van Waveren Botsholl, door den Ambachtsheere of Vrouwe, uit een dubbeld getal geè'Iigeerd: deeze voeren den iijtel van Dijkgraaf en Heemraaden. AS _  iq DE NEDERLANDSCHE STAD-ek De Hoflandfche polder, als zeer klein en weinig omfiVs daarbij zijnde, wordt door den Schout als Administrateur beheerd: en de polder Beneorde de Zuwe, mede voor zo veel Waverveen aangaat, door den Schout en één Poldermeester uit de Hoofdingelanden, als hier voor gemeld geëligeerd, waargenomen. De Diaconie, zo wei als de buiten, het zij Gereformeerde of Roomfche, armen, worden bedeed, of er worden huisjens voor gehuurd waaun zij geplaatst en verzorgd worden. Dan ten aanzien van de genoemde buiten-armen, daat aantepierken, dat bij publique verkoop van vaste goederen, één duit van den gulden, ten hunnen behoeven wordt betaald ge. lijk ook wanneer het een of ander gefchenk aan den armen wordt gegeven, zonder bepalinge daarbij aan welken, dit een en ander altoos half voor de Gereformeerde en half voor de Roomfche armen verdeeld wordt. Weesmeesteren worden in deeze Ambachtsheerelijkheden niet aangefteld: de Weezen wier ouderen zonder uiterden wille gedorven zijn, worden door Schout en Gerechte, die de plaats van Weesmeesteren vervangen, verzorgd, en zo er door de Ouders een testament gemaakt is, vindt men in hetzelve hunne begeerte wegens 't verzorgen hunner kinderen voorgefchreven. Voorrechten hebben die van tVaverveen niet, ook i's ■ ons niet bericht dat zij onder bijzondere verpligtingen 'liggen. BEZIGHEDEN Van de bewooners bedaan hoofdzaakelijk in de baggerij, echter wordt de visfcherij in de uitgeveende plaslèn er ook niet weinig ter hand genomen , waaruit derhalven de bezigheid van het bereiden van allerlei vischwant, enz. voordvloeit: de turf welke alhier en in den omtrek gebaggerd' Wordt, wordt meest te Amjleldam, gefleten, en ook des winters over het ijs met fleden vandaar herwaards gebragt: voords doet men er eenige van die bezigheden die in de burgerlijke samenleving niet gemist kunnen worden. GESCHIEDENIS. Het voornaamfte dat onder dit artijkel gezegd kan worden, be-  DOR P-B ^SCHRIJVER. QV/ayerveen.) U gaat in het gedrag der Franfchen aldaar: in den jaare id 7 2 zig meester van Utrecht gemaakt hebbende, verzekerden zij zig van de huize te Loenen en Loenrefloot, en konden derhalven met weinig moeiten langs de Geuze floot en Demmerik te Zuwe op Waverveen en Wavere Botsholl aankomen, vermits zij niet onder het Sticht, maar in Amftelland gelegen, zig van geen Franfche Sauvegarde konden bedienen; men maakte, 't is waar? een fchans aan den Uithoorn; en de Nes werd met een uHegger verzorgd, maar dit alles kon aan Waverveen, te verre buiten de voorgedachte posten gelegen, tot geene volkomene be* fcherming verftrekken: de ingezetenen van deeze plaatfen in twee compagniën beflaande, één van Waverveen, onder den Capitein en Schout christoffeL meijer, en één van Waveren Botsholl, onder den Capitein en Secretaris blokhuis, kregen verlof op 's Lands kosten tot hun eigen befchermirg en veiligheid te-waken, en door nauwe wachthouding den vijand te beletten verder daardoor in de Provincie van Holland intebreken; dan, daar deeze huislieden onervaaren waren in den 001 log, en re z'wak om den vijand tegenftand te kunnen bieden werd noodig geacht, dat zij door zekeren uitlegger de Amfldiamfche galei genaamd, met zeven-en-twintig man bemand en verichetdena fiukjens voorzien, onder commando van Capitein spelt, verfterkt werden, neemende deeze uitlegger om tegenweer te kunnen bieden deszelfs legplaats in het Bijleveld, bij de Bijleveldfche brug, onder Waverveen. De Franfche Commandant, de Markgraaf de genus, op het huis te Nieuwrode zijnde, zond een- en ander-maal brandbrieven tiaar Waverveen, en wel den laatflen den s September 1672, met bevel van tien fchepen met hooi, ieder 20 voeren groot, binnen vier dagen te Utrecht te leveren, met bijvoeging der flrafte, dat de Schout gevangen en de plaats gebrand zouden worden. Maar dewijl deeze plaatfen, veendorpen zijnde, met geen of weinig weilanden voorzien waren, was het niet mogelijk deezen eisen te voldoen — des trokken de Franfchen op den vijfden November met vierhonderd mannen uit Utrecht, door Breukelen en Ter Ja, kwamen te Demmerik daar zij zig verdeelden, een gedeelte naar Vinkeveen en de andere naar Meijdrecht zig begaven, óm dus Waverveen enz,*van de oost- en west-zijde aantetasten —  12 DE NEDERL A3MDSCUE STAD en ** toen de tijd tot den uitvoer van hun oogmerk begon te naderen , fielden die van Vinkeveen zig omtrent Ruigewllnisfe in orde, en hadden voorposten aan het einde van Vinkeveen geplaatst, de. Welke beletteden dat men geen kundlet)apte/^flmwe,j konde bekomen. Zoo haast die van Mijdrecht naar het westeinde van Waverveen afzakten, en die te Vinkeveen het/èin hoorende, kwam men het oosteinde overvallen, de wipbrug te Botsholl was opgehaald, dcch eenige van hun door het water zwemmende, lieten dezelve neder - zij renden eilings, 'snachts om drie uuren, naar de Bijleveldfche brug — alles geraakte weldra in alarm, de posten en wachten der huislieden, na dat twee van hun waren doodgefchooten, werden verdreeven, en geen onderhand van Staaten volk, dat aan den Uithoorn lag bekomende, moest men vlugten en alles veriaten — Het voornaamfte oogmerk der Franfchen was den voorgemelden uitlegger te vermeesteren, die daar ook gelegd was, op dat er Leen turf uit de veenen naar den vijand te Uirecht gevoerd zoude worden; met belofte van wege de Staaten, dat zij voor den overiast der vijanden de ingezetenen zouden beveiligen; zij dan vielen met woede op den uitlegger aan, die door de Bijkveldjche brug afgezakt, Zig meer dan één uur lang verdedigde; doch eindelijk vast raak' te, door den vijand omringd en genomen werd: de Capitein SPaLT en zijn Luitenant me: twee of drie anderen werden gevangen en vijftien doodgefchoten of doodelijk gekwetst; de overige' raakten met zwemmen weg ; aan de zijde der Franfchen waren tien a twaalf gefneuvelden, en onder dezelven één Capitein • daarna ontftond op verfcheidene plaatfen brand, waardoor 59 huizen in den asfche gelegd, en het voornaamfte van Waverveen aan de Bijleveldfche brug gelegen, door de vlamme verteerd Werd. De uitlegger werd vervolgends naar de Heul gebragt, dan te groot zijnde om door de Nieuwer fluis naar Utrecht gevoerd te kunnen worden, en na dat het gefchut,' de voorraad en wat er meer was, afgenomen te hebben, werd dezelve verbrand; regens de ingezetenen veel gewelds pieegende trokken ze terug: hadden '5 Lands Staaten wijzer geweest in het geeven van orders, 's Lands ingezetenen in deezen oord zouden minder ongelukkig geweest fijn.  DOR P-B ÉSCÖRljVER. (Waverveen.) t$ In onze jongstledene onlusten hebben de bewooners van Waterveen, niet zeer onderfcheidenlijk, wat de toen heerfchende Vaderlandfche partij betreft, gehandeld; de truisjen, welken kwamen, om ware het mogelijk die partij ten onder te brengen, hebben zig aldaar niet zo Hecht als wel cp anaere plaatfen gedragen. trouwens zij zijn er maar doorgepasfeerd van en naar den Uithoorn, alwaar ter dier tijd den Major van het Pruisftfche Qirasfiers Regiment (von krahn genaamd) commandeerde, dewelke goedvond zeker papier te zenden, dat door den Secretaris van Waverveen op den 28 September 1787 gepubliceerd werd; dus luidende: „ Uit last en bevel des Heeren „ Commandeerenden Generaals, Graaf von kalkruit, zullen "t de ingezetenen der refpedive dorpen van Waveren, Waver* „ veen enz. binnen den tijd van driemaal 24 uuren hunnert „ voorraad van haver, bier en genever doen brengen aan den Uithoorn, aan het quartier van den Heer Major vom krahn, alsmede cok alle de geweeren en wapenen tot de exercitie „ gediend hebbende, en zo wanneer hier niet aan gehoorzaamd " werd, zal alle hetzelve door een commando worden afgc\\ haald, en bovendien met plunderen en andere ftrafien wor„ den gecorrigeerd." Uithoorn 28 Sept. 1787. (getekend) v. krahn* Dan doordien bij het evaqueren der troupes uit Utrecht hier een gedeelte geïnquartierd waren geweest, de voorraad op was, en Amfteldam geflooten zijnde, kon men dezelve niet bekoomen; dus een ceputatie naar voorn. Major von krahn werd afgezonden, om uitflel van execuiie, het geenedoor hem op 2 dagen langer werd bepaald, die te gelijk een pas gaf, om het door hem gerequireerden van Utrecht te haaien, he£ geene dus ook gefchiedde, en aan hem 112 kannen branden wijn en genever, 12 vaten Lier en eenige mudden haver geleverd, en ter voldoening van het requifit der geweeren werden 173 met derzelver bajonetten en een vaatjen vuurfleenen, aan een Quartiermeester van dat regiment afgeleverd; zijnde de voorn, geweeren de zodanige welken uit 'sLands magazijnen te Naarden, in 1785, ten gebruike van de onvermogende weerbaare manfehappen waren geleverd.  M DE NEDERL. STAD- en DORP-BÉS. 0ti&m.j Bijzonderheden zijn hier niet voorhanden, alleen zijn de uitgeveende plasfen der bezichtiginge van ieder denkend* wezen waardig, en zij zullen zekerlijk zijne bewondering tot shg trekken, daarover dat geheel den ftreek door de menigte Van het door 't baggeren veroorzaakte water, niet reeds geheel verzwolgen is. HERBERGEN, Zijn, het voornoemde Rechthuis, en een binnen weinig jaaren geheel nieuw en net gebouwde, meteen der fraaifte over-' dekte kolfbaanen voorziene herberg aan de Nesferfiuis, hier voo* omfchreven, gelegen. * REÏSGELEGEN HEDEN. Deezen zijn van Waverveen des zomers alle zondag en donderdag tot de maand oaober, des winters alleen des zondags' een veerfchuit op Amjleldam, dewelke des maandags en vrijdags in de zomer, en des winters maandags, 'smiddags ten 12 uuren van het Rokkin bij de Olijflagerslieeg te AmfteldarfJ voornoemd, terug vaart; gelijk ook des zondags door Waverveen op onderfcheidene uuren mede de veerfchuiten van Harmelen, Wilnis en Vïnkeveen, des donderdags het geheeie jaar door die van Cockingen pasferen; welke allen den volgenden dag wederom terug keeren; doch van Waveren vaart geen fchuit: voords kan mer. dagelijks met den üithoomfche, onder Amftel Nes/er, de Goudfche, Leidfche, Haagfche, Woerdenkhe en andere Ichuiten naar die plaatfen of met dezelve naar Amfteulam vife verfa vertrekken, mits men zig aan de meergenoemde Nesfer fluis vervoege, dat | uur gaans van het doV Wavefveen afligt. r  ü ë Vrije heerelijkheid WAVIRE1, BOTSHOL, e n TJVIGEWII/ITISSE. ^SD)ezen zijn eigenlijk drie districten, zo zeer in eikander verknocht, dat zij mede alleen met fcheipaalen aan den Peendijk als op de Ronde veenfcke kade onderkend worden, doch maaken zamen één Heerelijkheid uit, die een wapen voert, en door een en dezelfde Regenten gedirigeerd worden. LIGGING., Deeze is ten zuiden van Ouderkerk, wordende door de rivier de Waver van het gerecht van Ouder Amftel afgefcheiden, hebbende ten oosten het Sticht van Utrecht, dat wederom door een water de Winkel genaamd, wordt afgedeeld,* ten oosten het voorn. Sticht, het welke aldaar door een breede kade, uit de gemelde Winkel, tot aan de Veenmolen of de limietfcheidinge van Holland en Utrecht zig uitftrekt, onderfcheiden, ten zuiden en westen Waverveen >— bet beftaat in twee polders, de Gemeene of B oosten Bijleveldfche polder gemeen met Waverveen, en de Noorder polder onder Ruigewilnisfte gelegen:  i<5 DË NEDERLANDSCHÉ STAD. iif wat de Gemeene of Beoosten Bijleveldfche polder betreft, deeze is reeds voor liet grootfte gedeelte uitgeveend: de Noordtr petder onder Ruigewilnisfe, die zig in den jaare i6)2 door een dwarskade van de voorfchr. Gemeene polier heeft afgefcheiden is men voor de eene helft, zijnde circa 200 morgen, in den jaare 1777 eerst begonnen te veenen-, federt 1793 heeft men de wederhelfte mede circa 200 morgen ook ingeftoken om verveend te worden —- echter is desaangaande door de gezamenlijke ingelanden bepaald van niet nader dan op 10'roeden na, aan het Sticht en aan de Rondeveenfche kade, en op 6 roeden van de gemelde dwarskade, tegen de gemeene polder aan te mogen verveenen; ten einde de nakomelingen dezelve met 1 of 2 vijzeimolens, zonder veel kosten aan een ringdijk te verpleegen, binnen weinig tijds weder te kunnen uitmaalen; in deeze' polder is zulke goede fpecie, dat het morgen voor ƒ 2000, ja! ƒ 350O, is verkocht geworden. Men ontmoet in deeze Heerelijkheidmede reeds eene uitgeveende' • plas van bijna 1000 morgen groot, en op fommige plaatfen 20 ja 25 voeten diep, kunnende bij zwaare winden zeer hol' ftaan; om den flag van het water eenigzins te breeken, moeten' er ftrooken lands van 14 voeten breeds in blijven liggen; deezen geeven zeer goed rietgewas; in warme zomers wellen er groote ftukken gronds op, die als het koud begint te worden' weder zinken t deeze bonken mag men vrij Wegbaggeren, waarvan gewoonlijk, zo om den tijd van 't jaar, als ook om dat ze veeltijds op ongelegene plaatfen boven komen y weinig gebruik gemaakt wordt. In de voorsz. Gemeene polder ligt de Lange of Cuüens meir^ die men zegt zijn oorfprong te hebben genomen bij eene uitlegging van Amjleldam, waarbij de aarde uit dat meir vergraven' naar die ftad vervoerd is geworden: jaarlijks ten minften betaalt die ftad aan Waverveen de verpondinge van dat meir: hej water zo van deeze meir als van de andere polders is eenigzins brak, echter wordt het, door het grootfte gedeelte der ir;wooaers, tot hun levens onderhoud, zondereenig nadeel gebruikt;» bij vriezend weer is 't zelfs genoegzaam zoet. De visfeherijen in deeze uitgebreide plas, was voor 5 a 6 jaa* ren, veel milder dan thans; men wil, ter oorzaake van 't ver.grooten en vermenigvuldigen der wateren, waardoor de viscb zigf  DOR P-B E S C H R IJ V E R. (Waveren, enz ) ï? zie meer verfpreidt: door het gezegd opwellen der gronden kan men het visehwant ook niet naar vereisch gebruiken: en eindelijk, anderen ftellen de oorzaak daarin, dat men thans plemp- of brazem-netten, waarin groote en zwaare baarzen, fhosken, brazems, enz. gevangen worden, gebruikt, en de voordt-elinge des minder wordt; niet -tegenftaande de gezegde fchaarshcid van visch , worden deeze wateren gretig bij pcrceclen, als ook de riet-akkers, die aan de Polder verlasten zijn, verhuurd; ieder perceel tegen 4. 5 ja io guldens en meerder. ... , r • „„ Op deeze plasfen valt ook veel waterwild, als waterlippen, g/>nzen, zeker foort van vogels, die men aldaar Aalfcholfers noemt, en die van jaar tot jaar vermeerderen, en veel viscn verwinden: men vindt er ook de zogenaamde Zandrijger, die voor de visch mede zeer fchadelijk is; eendvogels vallen er in overvloed, waarom dan ook van onheugelijke tijden at, een vogelkooi, aan den Ambachtsheere of Vrouwe gehoorende. is aangelegd, naamlijk in de Noorder polder onder kuigewilwsje gelegen, met de privilegie, dat men op eenige honuerde roeden na (met limiet-paaien in de plas en elders afgeperkt,) . niet mag jaagen of fchieten — de kooi wordt thans verhuurd. Veele Amjleldammers enz. komen des zomers zig hier met de visfeherij vermaaken. . . In het jaar 1792 hebben deezen hier ook een zeer trast Admiraalfchap gehouden, dat des avonds met een vuurwerk en mufiek befloten werd: hetzelve is tot zo verre naar genoegen geweest, dat het waarfchijnciijk bij rustiger tijden en voller beurzen meermaals zal herhaald worden. Een gedeelte deezer plas is nog van zo jonge datum, dat er lieden van manbaare jaaren in Waveren gevonden worden, wier vaders dezelve begaan hebben — de Gerechtsplaats, waarop een galg uaat, kan men zo wel van deeze plas als van de lan.r a'j.ie zien. Wegens de NAAMSOORSPRONG Van Waveren, hebben wij hiér voor onder Waverveen reeds gefproken: van die van Botsholl en Ruigewilnisfe is mets rat-t zekerheid te zeggen; echter is het zeker, dat de familie en aframmelingen van oetgens, een oud en aanzienlijk gedacht, circa twee eeuwen, Heeren deezer Ambachten zijn geweest: een gedeelte van Ruigewilnisfe, thans bet Achterboxli p-enaamd, benevens twee meirtjens,- waarvan het grootlte de Galgmeir genaamd, aldaar, en het kleinfte in de landerijen van 't Sticht onder de Proosdije Aasdom ligt, is door den Heere anthonioetgens, toen Schepen en naderhan! Burgemeester te Am/ieldm, in 1624 van het Kapittel van St. Pieter te Utrecht gekocht, en alhier gelegen zijnde, bij Ruigewtinisje ge\xe0di  ïl DE NEDERLANDSCHE STAD- bn denkelijk hebbende Heeren oetgens, voor bun en hum» nakomelingen den raam van Waveren er bij aangenomen , SB deeze Heerelijkheid omrrent den jaare i76o no| bezeten we d door den Heere bonaventura oetgens van wave ren, Burgemeester der Stad Amfteldam, op wiens Succesfeuren dezelve is gedevolveerd, tot op de tegenwoordige AmbÏÏS Vrouwe Mevrouwe brigittasusanna jacoba rf Óps geboren van dam, een afftammeling van de oetgens vAw Cene Ambachts-Vrouwe, die de liefde en'hoog Wtomg der m-en op-gezetenen van beide Heerlijkheden weg- STICHTING en GROOTTE, De (lichting deezer Heerelijkheden is mede duister er kan mogelijk iet dergelijks van gegist worden, als wij hier oor onder Waverveen, wegens de lichting van dat dorp, hebben oSSS Wat de grootte betreft: „De quohieren", leezen wijdeaangaande, „ begrooten de landerijen in de drié Ambach'en od S! 467 morgen, ico roeden; doch de uitgeftrektheid is zetoiHk „grooter; want volgends de medegedeelde opgil St „ Waveren in twee polders; de Zuiderpolder gemeen me' „ Kfli, die voor 422 morgen, i97 roeden, zo land als water „ in oe verponding betaalen,- de Noorderpolder is 4,4 mom™ „ _!C2 roeden groot. In de lijst van den jaare ,612", leefeh wij verder, „ ftonden voor W&veiw, 2?«riU en Ruige Jinlsl „ 46 huizen , en .n die van 173a , js het op 74 nommers vSmeerdere», thans zijn er So huizen, die bewoond wordc^n door nagenoeg 430 menfehen, Qde kinderen daaronder btlr7 pen O van deeze bewooners zijn bijna 160 van den GjteformtrL efen Godsdienst, dc ovengen zijn meest allen Rotnsch. Het v/apen Var1/ftverm is een goud veld, met twee roode balken w**ï pp vijf witte fchuine ruiten, drie bovea en twee onder. ' KERKLIJKE en GODSDIENSTIGE GEBOUWEN. Onder onze hiervoor gaande befchrijving van Waverveen ' hebben wij gezien , dat de Gereformeerde Kerk voor dat dorp en wT veren gemeen is, waarom ook hier geene.andere Kerk gevonden Wordt dan eene Roomfche, in het ^foertexeA voornoemd, die wel net, doch echter maar klein is, ten aanzien dat de meeste opgezetenen ie Waveren Rotshole en kuigemlnisfe, en te Waverveen den Roomfchen Godsdienst belijden, zt wel als óm dat cefto «gezinden van de Proostd.j Aasdom, Vinkenen en Demmerik, allen hier te kerk gaan, zijnde het getal der Communiceren &5o 2 Srfoonea. Wmm4m d" P*1* te» «W^ niet 3 , 40Q &en icujoi is mede in Wieren niet: zie verder onze befchrij.  DORP-BES C H R IJ V E R. (Wamejt, ar.a.) 19 v'ng van Waverveen, art. K e r k l ij k e en godsdienstige g e B o ü W e n. Echter wordt er een School in de Noorderpolder huurt, onder Ruigewilnisfe, federt weinig jaaren, gevonden, dat deszelfs oorfprong heeft, doordat de kinderen te Waverveen fchooi moetende gaan, telkens de groote plas, voornoemd, overgezet zouden moeten worden, of een omweg van meer dsn een uur zouden moeten voereeren; dit fchocl dan is aangelegd op verz< efc van de inwooners aldaar, na ingenomen advis van den Scheut en Gerechte, alsmede van den Meester van Waverveen; i.i hetzelve gaan zowel de Gereformeerde als Roomschgezinde kinderen, het getal derzelven wordt op 40 begroot: voor dit fchooi ziet men een bord geplaatst, waarop het WLpcn van Waveren Botshle en Ruigewilnisfe afgebeeld is, en met groote letters te leezen ftaat: school der heerlijkheid — de Meester is tevens Chirurgijn. WERELDLIJKE GEBOUWEN. Hier onder kunnen wij, Waveren betreffende, weder niets anders betrekken, dan het Rechthuis, dat een vrij ruime herberg is; cr ftaat een zwaare geesfelpaal voor, doch 't heeft verders niets bijzonders. Wegens de kerklijke re ge er in o hebben wij hiej* ook niets aantetekenen ; men zie desaangaande onder Waverveen, het art. van gezegden naam. Betreffende de WERELDLIJKE REGEERING. Dezelve'beftaat, wat het crimineele aangaat, uit den Ri.iüuw van Amjlelland (die bij een apparte Commisfia mede aargefk-ld wordt als liailluw van Waveren Botsholes Ruigewilnisfe,) en viif Schepenen , van welke Schepenen het eene jaar twee, en het andere drie afgaan: de Schepenen, die hun vervangen, worden gekozen door den Amoachtshcer of Vrouwe in den tijd, tut een dubbeld getal, genomineerd door alle de Schepenen — zo wel de afgaande als de aanblijvende Schepenen zitten cok met den Schout te recht over civile zaaken, welken, ter eerdeaanleg, voor hen gebragt worden; in gevalle van apel, gaan de zaaken naar den .Hove van Holland; zie weder verder dk «elfde artijkel onder onze befchrijving van Waverveen, hier voorgaande. Voorrechten of verpligtingen hebben die van War veren even weinig als de Waverveeners, cn wat aangaat hunne BEZIGHEDEN, Daarin is almede zeer weinig verfchil; de veenderij maakt er de'voornaamfte tak van beftaan uit, zo wel als te Waverveen; te Waveren zijn flechts twee melkerijen, die al hun voorraad ook onder de inwooners van beide de dorpen flijten, zo dat zij hunne waar niet elders behoeven te gaan uitventen-  *> DE NEDERL. STAD- en DORP-BES. (Waveren, ev.%.) m Daarentegen vindt men in de Noorderpolder onder Ruigewilnisfe Iiiettesenftaande het verveenen, nog 'zes groote boiue J, Waarop veel .boxer gemaakt word;, die men des maandags én vrijdags met de karnmelk te Amfteldam vertiert ,ndanaa'=s tn Niettegenftaande de arbeidzaamheid der inwooneren deezer Heerelijkheid, is hunne welvaart niet zeer te roemen, zii deelen m het algemeen lot van Nederland; dat er echter ook gegoede lieden zijn, blijkt uit veile leidene omffanaigbeden, onderanderen, dat er .n de nacht tusfchen den 25 en 26 Januari) f77, door een bende boosdoeners, onder de 'furisdifiie van Waver*v Letslol, een geweldige huisbraak is gefchied, gevolgd Tan een dielftal ter fomme van ƒ 7090: door den Bai!l„w en Schepenen Crimineel van Waveren Botskole en Ruigewilnisfe, werd eenI Dra> mie van ƒ 600:- gefield op het aanbrengen van de boosdoeners el eenige van dezelve, met belofte van vrijheid van firaffe in gevalle van medepligtigheid: eerst na twee jaaren zijn echter eengen van hun, door den beruchten jan muff, fbii eele genheid van eene andere huisbraak,) in handen van den HoofdOfficier te /trrfteldam geleverd. i-e GESCHIEDENISSEN Van Waveren Botshole, zijn dezelfde als die van Waverveen meergemeld; bij de omkeer van zaaken, in onze laatstledene troubelen, zijn de Pruisfen ook aldaar doorgepasleerd, en hebben de inwooners tot het requifit van den Pruisfifchen Maior von krahn, medeh,t hunne heipen conrribueeren - te Ruigewilmsfe oiderheden van Muiden:') oudtijds hadden de Drosfaarden van Muiden op dit flot hun verblijf, waardoor zij den naam van Castelein verkregen hebben, doch zij zijn tegenwoordig niet verpligt er op te woonen, gelijk zij het dan ook meest voor een zomerverblijf houden: het wordt bewaard door een burgerman met zijn huishouden; dat des zomers aanmerkelijk voordeel trekt uit de giften der vreemdelingen 9 en inborelingeu, onder welken laaiden voornaamiijk de AmfteU dammers te teilen zijn, welken het flot kemen bezichtigen. „ Vóór de laatfte verbeteringen der vestingwerken," leezen  DORP-BESCHRIJVER. (Muiden.) s wij desaangaande verder: „ waren de aardene wallen van dit „ kafteel of flot, met twee reien boomen beplant, die toen werden „ uitgerooid, gelijk mede voor het grootst gedeelte de tui„ nen, doch naderhand zijn de wallen weder beplant ge„ worden." Voor de brug van het flot is een Corps - de • garde gebouwd. Veel deels heeft dit beroemde gebouw in de lotgevallen van Nederland gehad; voornaamiijk, en dit fpreekt vanzelf, voor zo vei re de ftad Muiden zelve betreft: bijzonderlijk is het door de Kennemers, die opgekomen waren om den dood van Graaf FLonis den vyfden te wreeken, belegerd, en ook in hunne handen gevallen. Zeer beroemd is dit gebouw geworden door de fchriften van den onvergeJijkeiijken Drost, r. c. hooft, die hij op hetzelve vervaardigd heeft. Het Stadhuis is zekerlijk dien raam naauwlijks waardig; het is echter voorzien van een torentjen, maar zeer klein: in hetzelve hangt een klokjen, 't weik bij het afleezen van vonnisfen of openbaare afkondigingen geluid wordt; voor het gebouw ftaat een uitftek of lbort van balcon, roet een hek er rondom; het pronkt tevens met het beeld der Gerechtigheid, tusfchen twee leeuwen, houdende het wapen der ftad, en dat van Holland — anderen willen dat de twee leeuwen, twee meerminnen zijn, tot plaatfing van welken aanleiding zoude gegeven hebben, het vangen van zulk een wezen , door 4c visfchers van Muiden, wanneer, wordt niet gezegd: deeze Meermin zoude als eene Waterprofeteslè gezegd hebben : Muden zal Muien bliven, Muden fal nok becliven: als er eenig ongeval in de ftad ontftaat, wordt deeze Prophetie door de inwooners nog wel eens herdacht, en herhaald. Onder de Wereldlijke Gebouw£n van Muiden behoort ook de Waag, offchoon dezelve almede niet veel vertoning maakt, A 3  * D.E NEDERLANDSCHE STAD- tg bijna van geheel geen gebruik is: zij foat benevens d> flms, en dient ook tot een wachthuis voor de burgerij. " VOORRECHTEN. Heeft Muiden niet veel; wèi heeft het fieedjen 't recht dat * chelvisch, (die voorheen aldaar plagt afgefiagen te worden s doch t welk nu niet meer gefchiedt.) er twee uuren moet blijven liggen, eer zij vervoerd mag worden; ook is een burg"r yan Muiden te Utrecht niet ariftabel. ^EGEERJNG. Deeze vinden wij dus befchreven. „ De Regeering der ftede Muiden beftaat uit den Drosfaart , die eenen fledehouder beeft, welke door hem gektli " ™ ;en tevens 0fficierder ftad is: wijders UIt den^h , wee Burgemeesteren en vijf Schepenen, drie Weesmeester ^ , 2 «* Armmeestcr, weiken een' Secretaris is toe^d „ de Droslaart wordt door de Staaten van HoUand l^ „fnesland aangefleld: het doen van den eed door deel" " ~ds T TbiJzondere p,ecM« ~ê " er^°rene Dr08,Jart k™« te Muiden aan de brug bii rii " 2f 2°"ne ^ WaaWen • —de zij" ' re , r" „ voet m een beugel aan een grootea witten „een va ! , -aakt, en zwoer.ten overfban van gemagtigden van aS „Marden en de dorpen van Gooiland, Jeesp, eW^2 , W.ut handen van voorzittende Burgenten ZZl „den, Naarden en Weesp, met onzicht tn» ia, „ bijzondere ^^.^^TL ™ Z^ * Westfries^d gebouw en e^ SSj TetÏfT eer en dienst dmelven te bewaaren • Tlh ' 't0t-  DORP-BESCHRIJVER. (Muiten,) 7 s, ten, handvesten, vastfiellingen, en gewoonten; maar hen „ daarin te rterken, fiijven, en handhaven4 den Godsdienst, „ zo als die tegenwoordig geoefend wordt, mede te oefenen.; „ Weduwen en Weezen, en andere elendigen, onder zijn „ rechtsgebied behulpzaam te zullen zijn, en in hun goed „ recht te befchermen, en voords in het algemeen te doen, „ dat een goed vroom kastelein van Muiden en Bailluw van „Gooiland, behoort en fchuldig is te houden en te doen: dee3, ze plechtigheid," voegt de fchrijver wiens geleide wij in deezen volgen, er bij, „ is ten aanzien der twee laatfte Drosfaardcn „ niet gefchied; doch de fteen en de beugel wordt nog op M de aangewezen plaats gezien :'' De Drosfaard is tevens Colonel over de Schutterij. Burgemeesteren worden jaarlijks op den 2 Februari!, door „ Schepenen verkozen: Schepenen plagten tan ouds zonder „ nominatie verkoren te worden; zo lang er geene ftadhouder" lijke regeering was," gelijk men het noemt, „ is door Scbe" penen cn Burgemeesteren eene nominatie van tien perfoonen " gemaakt, en aan de Staaten van Holland en Westfriesland, S' overgeleverd, om er vijf Schepenen uittekiezen; onder de " ftadhouderlijke regeering, levert de Drost de nominatie over " aan den Stadhouder: de vijf Schepenen kiezen de nieuwe " Burgemeesteren, en deeze gezamentlijk de Weesmeesteren, " en de Armmeester, welke voor dat jaar de dertien Leden " der Vroedfchap uitmaaken; alle de Collegiën worden door " denzelfden Secretaris bediend, die door de Staaten van Hek \\ land en Westfrieslani is aangelïeld." " Wat het opzicht over den zwaaren zeedijk, waarvan wij boven fpraken , betreft: dezelve ftaat volgends refolutie van de Staaten van Holland en Westfriesland, dato 7 Mei 1678, aan pen Collegie van Dijkgraaf en zeven Hoogheemraaden me; gunnen bijgevoegden Secretaris: de Dijkgraaf is de Drost 4 4  5 DE N E D E R L A N D S C H E STAD- en deF tijd; drie van de Hoqgheemraaden worden gemagtigd doo? de fteden, Amjleldam, Muiden en N.iarden, en één door de Schouten Schepenen van Weesper-kerfpel: deeze vier Hoog-Heemraaden., benevens de Dijkgraaf kiezen de overigen, te weeten Uit Muiden, ISfqarder., cn Weesp, of Weesperban, ieder één: de Secretaris wordt door het gezamentlijke Collegie aangefteld: „ Dijkgraaf en Hoogheemraaden," leezen wij, „ moeten in „ den ring van deezen dijk, voor zesduizend gulden*, of „ twaalf morgen lands gegoed weezen." Men kan niet met zekerheid bepaalen hoe de beheering van deezen dijk, in vroegcren tijde geweest is; vóór den jaare 1650 fchijnen er noch Dijkgraaf noch Hoogheemraaden geweest te zijn, daarna werd er door het Hof een' Dijkgraaf aangefleld. Dijkgraaf en Hoogheemraaden, doen jaarlijks in de maand April, fchouwing over den gantfehen dijk: twee uit dc Hoogheemraaden, welken hier toe, en tot alle gemeene voorvallende zaaken gemagtigd worden, hebben het beduur om het gebreklijke te doen herftellen bij openbaare aanbefteedinge, aan deminst aanneemende, gelijk zij ook gelast worden, om na;egaan dat alles behoorelijk gemaakt worde, ten welken einde een opzichter van den dijk is aangefield, die dagelijks bij den arbeid tegenwoordig moet weezen: de gebreken van den dijk volgends het oordcel van gemagtigdm in behoorelijkc orde herfleld zijnde, wordt het volle Collegie befchreven om aan den dijk te komen, ten einde de gemaakte werken opteneemen, en verder te befluiten wat na tijds gelegenheid uoodg geoordeeld mogt worden, Het Collegie van Heemraaden ;wordt te Amjleldam befchreven, tot het opneemen van de rekeningen en het fluiten van de boeken, Sedert 's Lands Zeeweeringen van het zo zonderlinp- a!s ftjiadelijk, paalgewormte doorknaagd is geworden, heeft «en  DOR P-B ESCHRIJVER. (Muiden.) 9 ongemeene moeite gedaan, om deezen dijk te verfterken» door het aanbrengen van vreezeüjk groote fteenen aan de glojing of helling naar den zeekant toe; deeze verfterking gaat van het Muiderjlot ii' ,tot amMuiderberg toe, het geen den dijk niet weinig verbeterd heeft, waarvan bet gemelde fchadelijfc gewormte de aanleidende oorzaak mag genoemd worden, en derhalven heeft dat zogenaamd kwaad, waartegen in de tempelen zelfs fmeekingen naar den Hemel gezonden werden, in dit geval , en in andere gevallen meer, tot een zegen verftrekt. Het bovengemelde Collegie heeft ook opz'cht op de grooto fluis, waarvan wij reeds gefproken hebben. Het Collegie van Commisfarisfen van het zandpad, tusfchen Amjleldam, Muiden, Naarden, en Weesp, beflaande uit gedeputeerden van gemelde fteden, hebben om de vier jaaren hunne zittingsbeurt te Meiden, tot het doen opneemen en fluiten van de boeken. BEZIGHEDEN. De Zoutkeeten, welken in Muiden gevonden worden, maa« ken er veelal de nering en bronnen van beftaan uit; zij zijn drie in getal, naamlijk, De Faauw, Het Anker, en De blaauwa Wereld, er woonen ook veele visfchers, die hun werk maaken Vin bot, baars, fnoek, enz. te vangen, ja zelfs fomtijds haaring: deeze visch wordt meerendeels in de Zuiderzee gevangen, hoewel de bot cn baars, welke van Muiden komt, bekend zij onder den naam van T-bot en T-bacrs — er worden in Muiden alle die handwerken en ambachten geoefend, welken in de zamenlceving onvermijdelijk ziin — de militie die er thans in guarnifoen ligt, brengt het fteedjen mede eenige woelingen bij: de ; doorvaart, waarvan wij boven Bladz, I. reeds fpraken", behoort hier vooral gedacht te worden: dit jaar verftrekt ten'voorbedde van de bezigheid, welke daardoor veroorzaakt wordt, door de Truisfijche'Magazijnen, die van over Hamburg, Stettin, enz. tot Muiden aangevoerd, cn aldaar in Rhijnfchepen overgeladen worden: dit gaf zulke eene aanmer-  ip DE NEDERLANDSCHE STAD- en ïcelijke drokte, en grove winst voor allen die maar wilden wer» ken,dat het niet vreemd was dat een gildewerker tot ƒ 30, in een' week kon verdienen: dit zeifde geeft ook groot vertier bij bakkers, brouwers, en in de herbergen. Men vindt te Muiden ook goede Scheepstimmerwerven, alwaar weleer van 100 tot 130 man plag te werken; dan federt 1787 is deeze tak merkelijk verloopen. SCHUTTER IJ. Deeze beftaat in twee Compagniën, naamlijk het Blaauwt en Oranje vendel, waarover de Drosfaard Colonel is; de overige Officieren, zijn twee Capiteinen, twee Lieutenanten,twee Vendrigs, en zes Sergeanten : deezen vergaderen in bijzondere gelegenheden, „ althans," zegt onze geëerde correspondent ?, in deezen, meer dan ééns in een jaar." • GESCHIEDENISSEN. In den jaare 953 werd Muiden, door Keizer otto dek zirsten, aan da Kerke van Utrecht in eigendom gegeven, het welk naderhand door Keizer otto den tweeden, in 075 gefchiedde; zijnde deeze gift in den jaare 1171, door Keizer feedkik, nog nader bevestigd; Meer dan éénmaal heeft Muiden voor den aanval van vijanden blootgeftaan; en is zelfs door hen verbrand: in den jaare 1107, onderging het dit lot door de Kennemers; weinige jaaren laater, naamlijk in 1:04, werd Muiden in kooien gelegd, dOOr WOUTER VAN ECMOtiD en albrecht van ban- ja art, ten tijde der inlandfche beroerten in Holland tusfchen Graaf willem, en Graave lodewtk van loon: dit onheil viel de ftad en niet minder het flot andermaal te beurt in den jaare 1356 , door jan van ar hel, Bisfchop van Utrecht, toen hij met Graave willem in oorlog gewikkeld was: die van Utrecht, in 1374 in twist geraakt zijnde met aalbrecht van BaiëREN, over de betaaling van her,  DOR P-B E S C H R IJ V E R. (Muiden?) 15 huis te Vredeland, en over zekeren hoon daarbij geleden, beflooien hunne fchaden te verhaalen doar fchatting te vorderen van eenige Hollandfche plaatfen, waaronder ook Muiden zig bevond; in het jaar 1507 werd deeze ftad door Hertog karei, van gelder in brand geftoken, gelijk hij zig ook Meester van het flot maakte; doch bij den zoen tusfchen de Hertogen karei, den vyfden, toen Koning van Castiliën, werd het flot zo wel als de ftad zelve aan hem, als Graave van Nolland weder ingeruimd: de uitvoering van welke inruiming echter nog aanliep tot den jaare 1509; in de Spaanfche beroerten heeft Muiden langen lijd de zijde des Konings gehouden, en deszelfs gelegenheid om hier door Amjleldam en Haarlem, welken mede noch Spaans cl 1 gezind waren, te benaauwen, ondernam Hopman'dirk soNoi,met goedvinden van den Prins van Oranje, inden jaare 1576, een aanflag te waagen om het voor de Staaten te bemagtigen; dat ten deele ook gelukte door het inneemen der ftad die zeer fchielijk vermeefierd werd; maar om het flot intekrijgen zag men geen kans zonder grof gefchut, dat ontboden werd: intusfchen kwamen de Amjleldammers te water, en eenig ander volk te lande zo fchielijk aan, dat sonoi moeite genoeg had om het gefchut, volic, ja zelfs zijn eigen perfoon aan boord te krijgen, en met verlies van twee honderd man, Muiden en de Schans Diemerdam, niet zonder verwijt van te hooren , dat hij het gevaar te groot gefteld en zelf de fchnk onder zijne troupen gebragt had, te verlaaten; met den eerften dag des.jaars 1577 Muiden zig bij verdrag over aan den Prins van Oranje: toen de Staaten van Holland en Zeeland zig ontfloegen van de Landvoogdije des Graaven vaa leicester, en Prins maurits als hun algemeenen Landvoogd aanfteiden, veranderden zij tevens de bezettingen in verfcheidene fteden, inet nieuw geworven Krijgsvolk; maar het duurde nog al een geruimen tijd aleer zij dien in Muiden konden uitwerken, nadien den Capitein johan bjï, die er het gebied oerde, weigerde van het flot te verhuizen; waar uit men kan begrijpen dat dit flot niet gering van kracht moet  is DE NEDEIiLANDSCHE STAD- en geweest zijn: lei ces ter noemde het daarom ook de toom van het groote paard; dat is van Amjleldam. Toen in 1672 het land wegens den inval der Franfchen door een algemeenen fchrik bevangen werd, werd deeze ftad, hoe onweetbaar ten dien tijde, door hen met bcmagtigd; offchoon zij zeer nabij laaien overgang was: want ra dat Naarden overrompeld was, waren vijf Dragonders ftout genoeg om eenige vlugtelingen tot binnen Midden te vervolgen, 't welk, wel verre dat die floutheid henzei ven ten nadeele zoude verftrekt hebben, die van Muiden in tegendeel zo verfchrikt maakten, dat zij terftond Gemagtigden tot een verdrag afzonden: terwijl deezen tot het volbrengen van hunnen Jast afwezig waren, had Prins m au rits van Nasjau, te Muiden post gevat, met voorneemen om de ftad te verdedigen , het geen de Afgevaardigden, toen zij terug keerden, onder het vrijgeleiden van drie honderd Franfchen ter dood deed verfchrikken; zij dorften niet nader komen uit vrees voor de o..genade van den dapperen maurits, cn aan den anderen kant vreesden zij van door de Franfchen gehouden te zuilen worden, tot men de gcflotene overeenkomst voldjan zoude hebben; het geen de Fimjchen nu te zekerder zouden vorderen, nu zij zagen dat maurits voorneemens was de ftad te verdedigen: dit was zekerlijk een hachelijke omftandigheid voor hen; echter werden zij daar uit gered door den Franfchen Predikant te Naarden, jean Louis grouwels, wiens voor* fpraak bij de Franfchen zo veel ten wege bragt dat deeze het gemaakte verdrag vernietigden, waardoor Muiden derhalven nog aan de z;jden der Staaten bleef, hoewel zulks niet lange ongeftoord duurden, want ten volgenden jaare, 1673 » deed coNDé er weder eenen aanflag op, hoewel al mede vrucht, loos; fmen ging hem met het water te keer, waarom hij het zelve poogde aftetappen ; doch niet genoeg kundig zijnde van de gefteltenis des Lands, moest hij zijn oogmerk laaten vaaren. In de daarop volgende honderd jaaren, verfchijnt Muiden  DORP-BESCHIJVER. (Muiden) 13 niet op het daatstooneel; dcch in or.ze jongstledenen troubelen heeft het al mede zijn deel gehad, 't geen als een voor. muur, of fterkte van AmjleUam , om welke hoofdlïad her. voornaamiijk te doen was, onmogelijk anders heeft kunnen weezen: desaangaande hebben wij van een waardige hand het volgende ontvangen. Na da'. Muiden bij bet trekken van het Hollands Cordon, circa een jaar, eerst door het tweede, daarna door hec eerde batr. van dundas bezet, en deszelfs fortificatiën eenigzins >'n daat van defenfie gebrngt waren, kwamen bij deezen militaire bezetting een detachement van Amfieldanifche Burgers , circa 300 man derk, aldaar in bezetu'ng die alle twee weeken wierden afgelost: in 't laatde van Augustus 1787, kwam een detachemet van 18 Kanoniers, met twee Officieren -van Amfteldam, ■weinig d2gen daarna het corps van mey e bing, toen circa 20 derk, 't we!k in Muiden tot bij of over de 200 gebragt wierd, nog een detachement Kanoniers derk a s boven; na het overgaan van UirecH en andere deden , aan de Pruisfen, kwamen veel defFerente bataillons en detachementen,als Waardgelders , Utrechtfche Garde, Vriesfche en Gelderfche Brigadiersch, Franfche Artih leriste, enz. tot het getal zo men zeide 2100 man derk wierd. Het eerde tooneeldat eenigzins aanmerkiijk was, was behalven den toedel, het in den eed nemen van de militaire Officieren: door twee gecommitteerde uit het defenfieweezen van Woerden, deeze rieer.n geleid wordende door den Generaal van ryss e l • en geëxcortterd door een detachement Dragonders, reden te Muiden in den doelen op; requiierende de militaire Officieren voor zig, en delden haar den eed voor, die door alle (exept den Capitein Commandant hicolsom,) werd geweigerd, en ontvingen hunne demisfie. De nacht na deezen dag, werd Muiden door eenigen onveriaaten, die zig onder de Amfleldamfche Burgerij mengden, m2t eenig 'ongeval gedreigd, 't welk wel voorgekomen werd; hoewel er mderhand nog onzinnigheid gepleegd is. Eindelijk kwam dien noodlottigen nacht tusfchen den 26 en 27 September: den 26 in de achtermiddag , werd er een begin  I* DE NEDERLANDSCHE STAD- en gemaakt met plunderen, bij Burgemeester abraham vak der spar, dan dit werd, en wel voornarrientlijk door tuslchenkomst van eene hersman, Officier bij het corps van m e y e ring, nog gelukkig in deszelfs begin gedut, en dat huis bezet en bewaard; dog des avonds om 11 uuren ging men veel fterkcr aan 't woelen, die troep zo men zeide, 15 a 16 man fterk, wilde plunderen, het koste wat het wilde^ zij hadden in de Bank van Leening de glazen ingeflagen, en kwamen met een woest gefchreeuw, dat haar troep grooter deed fchijnen dan ze in der daad was, en ook wezenlijk grooter maaktte, om dat zij die er ook lust toe hadden er zie. dij voegden,de brug over, hier werden zij wel door den Officier van de wacht, die tot de Gdderfche Brigade, behoorde met nog een Officier tegengegaan; maar dreigen hielp zo weinig als goede woorden: daar moest en zou geplunderd worden , zij drongen door, floegen over de wacht eenige huizen de gazen m Hukken, toen ze hier mede bij den Bakker op den hoek over de waeht bezig waren, kwam eenige huizen van daar een kogel van tusfchen de pannen, die men nooit recht geweten heelt van wien; trof een man in den onderbuik, dat er de dood op volgde; een eenvouwig man, een fchoenmakeri werd van deeze daad befchuldigd, maar behalven dat die man zo eenvoud.g was , dat hij geen geweer zoude hebben durven affchieten, woonde hij ook te verre om het te kunnen doen: evenwel dit huis werd inaie diep woeste drift geplonderd, Twoeste drift moet men het noemen , en geen partijfche, want het huis van een zeer bekende Pnnsgezinden werd gefpaard, terwiil bij zijn twee buuren waarvan ten minden een voor Patriottisch bekend ftond, niet alleen de glazen ingedagen, maar ook verfcheide kogels door het huis gejaagd wierde;) de man met zijn huisgeZin meende achter door de tuin uitteviuehten , maar werd door een kogel m t been gekwest, en viel; toen wierden zii door een troep raazenden overvallen; de man werd getrapt, gedaagen, en na de hoofdwacht gefleept, alwaar hij in den morgen van den twe. den dag aan zijn bekomen .vonden overleed, de vrouw had zich losgeworsteld niet zonder deerlijk gehavend te ziin ; men hoorde in dit tumult na gisftng wei 400 fnapbaanfehooten , door partijen elkander toegezonden, want er was onder het guarnizoen zo wel militair als burgers, een zeer groote partij die zich tegen het plunderen verzette,de kogels fnorden van rondfom,en in den morgen telde men tot 26 gekwesten, behalven die zich uit i et oog hielden : matta deed zijn Dragonders optrekken, cn in den hoop inrukken om dezelve uit elkander te drijven, het corps van me vering, zo verre het gewapend was, deed onder aanvoering van hersman, ook hun best, dan hd ging zo gemaklijk niet of een Dragonder werd aan het hoofd  D O R P-B E S C K IJ V E R: (Muiten.) IS gekwest, hersman werd door een kogel zijn rechter lok aan het hoofd weggenomen, en matta kreeg een kogel door de hoed : den dag daar aan volgende, kwam een Pruisfich Ofcier de ftad fommeere , deeze werd geblind na het kwartier van matta geleid, 't welk elf maal hervat is: die achtermiddag kwam er bevel om uittemarcheeren. Den i October, werd men in Midden door het losbranden van het kanon, 's morgens circa half vijf uuren gewekt: men za" de Pruisfijche granaten door de lucht fnorren: een viel en barsten op ftraat, lloeg vier der digst bij ftaande huizen bijna alle de glazen in ftukken, en maakte nog eenige andete fchaden:een viel in een bed dat in een kribbe op een folder lag, waaronder twaalf menfehen zaten koffij te drinken, lloeg bed en kribbe uit elkander, en het dak in den brand , doch dit werd fchielijk geblust; een viel bij de Emeritus Predikant 3oosten, door het dak; maar barfte tusfchen dak en vliering; op verfcheide plaatfen vielen nog anderen, aan de kant van Weesp, was men ook niet ftil , met een vijfde lchot werd een wiel van een der Pruifche wagens weggefchooten, en circa negen uuren trof een Muiderkogel , een Houbitfer juist in zijn gapende mond, terwijl hij geladen was, en barste. Eenige Pruisjifch Dragonders van de kant van Naarden, dagten uit het bijderzijds ophouden van fchieten, dat Muiden het hadde opgegeven, en naderde tot digt bij de poort; dit wierd gezien en°hiin eenige kogels toegezonden; een van dezelve trof een Wagtmeefter, fcheide zijn been even beneden de heup, bijna van^ het lichaam ,• en doode zijn paart: de anderen zettede het fpoorflaags op 't loopen, en men haalde terftond den gekwesten na binnen, fcheidde het been vervolgens geheel van het lighaam, en deed wat men kon, maar de man overleed aan zijn wonden: ondertusfehen had dat over en weder fchieten vooral ook de Pruisjifche- Houbitfers zodanig de fchrik in het hart van den burger gebragt, dat een menigte huis en haven verlatende, tot vijf zeer vol geladen fchepen Muiden vaarwel zeiden en na Durgerdam overftaken, intusfchen kwam nog een Battaillon van de Amjleldamfche Soldaaten binnen ; Muiden wierd weder opgeëischt, matta eischten daarentegen Naarden en Weesp op, en Muiden wierd op den 8 October bij verdrag overgegeven, het Battaillon Pruisjifche Grenadiers, dat bezit van de ftad nam, verbleef aldaar drie dagen kreeg toer» patent na dc Diemermeer, en vertrok terftond, het wierd vervangen van een Battaillon van Orange Nasjau, dit bleef drie weeken en wierd toen afgelost, door het Battailion Grenadiers vsn r0mberg,dieaö weeken bezet bleeven houden, dus de winter  15 DE NÊD. STAD- én DORP-BËSCHRIjV. (Muldeü.) over, intusfchen was ieder weder na zijn huis gekeerd, en thans» leeft men ftiller : eenige Castele'ns die zeer geleden baddert, kregen ƒ 50 : den burger van ƒ 20 : tot ƒ 12 : gulden, 200* genaamde' fchadevergoeding. B IJ ZONDERHEDEN. De Kerk cn verdere gebouwen boven gemeld, komen hier weder in de eerfte plaats- en onder dezelven wel voornaamiijk het flot: voor een geringen penning kan het zelve van onderen tot boven bezichtigd worden; en die de Vaderlandfche Hiftorte flechts ingezien heeft zal moeten lagchen over het bloed van Graaf floris , 't welk men nog op den houten vloer ziet, en dat er, miraculeusl'jk! nooit afgaat, ja er zelfs weêr op komt als de vloer vermaakt word: men vertelt dan daarbij dat floris in die zelfde kamer waarin zijn bloed nog zit, door vin velzen vermoord is, fchoon de hiftoriën Jeeren dat hij irt de open lucht omgebragt is geworden: 't is intusfchen waar dat zij die hem opgeligt hadden om hem naar Engeland overtevoeren , hem op dat Hot gel ragt hebben; de kamer of het gat, waarin men hem tot den naderen aftogt fmeet, word ook nog aangeweezen: een onzer dichters fchijnt den grouwzaamen moord mede op het flot te plaatfen, daar hij zegt: Maar aan den oosterkant, verheft zig 't Muiderflot Befaamd door floris dood, hier van zijn kroon eeknöt, Toen vblzen, heet op wraak, met zijne vloekgenooten, Den Graaf, zijn' Wettis vorst, den dolk in 't hart doistftooteü En Gooiland verwen met het bloed vau zijnen Heer , Dat wraak riep, daagende heel Holland in 't geweer. De gevangenis van van velzen, is allerakeligst: in dë andere gevangenis leeze nlan de onderfcheidene versjens, als andere inferipties, welken door de gevangenen aldaar geplaatst zijn; men vindt in de onderfcheidene kamers nog verfcheidene dingen waarvan de vertellingen geloofd moeten worden. Dc Steen en beugel, waarvan wij Bladz, 6 fpraken, moeten vooral ook gezocht worden. LOGEMENTEN. Het Hof van Holland. De Doelen. De Bruinvisch. De Cooifche boer. en eenigen anderen van minderen rang. De drie eerstgemelde zijn ook Uitfpanningen. REISGELEGENH E D EN Deezen zijn dezelfde als die van Naarden, zie ons blad over die ftad.  D E néderlandsche S T A D- e n DORP-BESCHRIJVER. ^JJnder de Nederlandfche Steden, welken in de gefchiedeBisten des Lands met fmart gedacht worden, behoort zekerlijk het thans kwijnend Naarden, 't welk,hoe weinig betekenende in zig zelf, echter nog op zijne waarde, met betrekking tot deszelfs aanzienlijke fterkten, roem mag draagen; en flaan wij 't oog op vroegere gebeurtenisfen, vooral van dien tijd toen de Spaanfche dwingelandij de geweetens der vrij-geborene Nederlanders onder het ijzeren juk det inquifitie wilden A  a DE NEDERLANDSCHE STAD- en krommen, dan zullen wij niet kunnen nalaaten een krans voos" ffet fteed jen, dat thans met zulke onverfchillige oogen aangezien wordt, te vlechten; en met zeker hiftoriedichter uitte roepen: daar elk het hart ontzonk in 't nijpen van den nood, Waart gij 't, 6 Naarden ! die den vijand fpitfc bood, Als met een*' leeuwenmoed, en boven uwe krachten 9 Wh'! onvermijdelijk uw val u was te wachten, Doe u de hoop ontfcltoot van 't ingebeeld ontzet, Terwijl het moordmes reeds werd voor uw' hals *ewet, In dien tijd ondervond de Spanjaard, en heeft het meermaals ondervonden, hoe de vrije Nederlanders een dwingeland onder de oogen durven zien — „ wel kunnen zij ge. „ dwongen worden hunne halzen onder een jok te buigen „ maar om hunne van Notuure vrije halzen daaronder gebogeil „ te houden, is 't gewigt van een Vorstlijken fchepter te wei- „ nig" Het geen wij voorneemens zijn van Marden te zeggen, zal, vleien wij ons niet, door den vriend van Nederland met graagte gelezen worden. Wat dan vooreerst betreft deszelfs LIGGING. Die is in 't oosterdeel van Nederland , ten noorden van Holland, en wel bepaaldlijk in 't Gooiland (*), (waarvan het (*) Dit grondgebied werd door Keizer otto den tweeden gefchonken aan zekere Abdisfe goede la, waarvan het den naamlekwam van Goedelaland, dat is het land van goed el a; deeze naam, (Goedelaland,) is door de zo vermogende klankverbastering veranderd, eerst in Goeiland, en daarna in Gooiland.  DOR P-B ESCHRIJVÉR. (Naarden?) 3 de hoofdftad is ,) aan de Zuiderzee, niet verre van de grenzen van 't fticht van Utrecht i aan drie zijden is de ftad omringd van hoog heiland, terwijl zij alleenlijk aan de westzijde laage weilanden heeft. NAAMSÖORSPRONG. Over deeze wordt bij de oudheidkundigen verftfieidertè gisfingen gemaakt, doch wij gaan dezelven met ftUzwijgeÉ voorbij, alzo de eene zo ongegrond als de andere is, en zij derhalven onzen Leezer weinig vermaaks kunnen geeven : Gooiland vinden wij dat weleer Nardingerland heette, waarfchijnelijk naar eene bezitfter of bezitter, zo als de naam Gooiland ook ontftaanis,(ziebladz. ft.in Nota ^narding of nardinger geheten, en daar het fteedjen waarvan wij thans fpreeken de hoofdfed van dat grondgebied was, is het te begrijpen hoe hetzelve dan den naam van Naarden heeft bekomen. STICHTING en GROOTTE. Het tegenwoordig Naarden ligt op eenen geheel anderen grond, dan de oude ftad vaneen naam, en waarvan-de overblijffels weleer (onder den naam van Oud-marden,) gevönden werden, in een klein gehucht, en aanzienlijke lustplaats, veel nader gelegen aan de Zuiderzee, welke de oude ftad allengskens overftroomd heeft 5 thans is die hofftede veranderd in eene boerewöningS 't is ook in veel vroegere tijden een monnikkenwoning geweest. Oud-naarden, of liever geheel Nardingerland, ook wel Naardinkland genoemd, werd, vermoedelijk door jan van arrel, den zeven - en veertigftenBisfchopvan Utrecltt, verwoest, zodanig dat de ftad tot een puinhoop gemaakt werd, die door de zee verzwolgen is: fommigen willen zelfs dat waaneer zekere wind, (wij vinden niet bepaald welken,) «enigen A 2  4- D'E NEDERLANDSCIIE STAD en tijd lang waait, en de zee afloopt, dat men dan nog blijken' van' ruïnen van kerken, met takken van afgeknaagde boomenomzet, boven water ziet komen. NardüMand is vervolgends meer dan ééns van bezitter veranderd, en wel op den naam Van Graaffchap; 't verval moet echter van tijd tot tijd dieper doorgedrongen weezen; want wij vinden er van gewaagd ais van eene ftad en plaats die verlaten was; 't zij nu dat zulks of geheel of voor het grootfte gedeelte veriater. zal betekenen, dit is zeker, dat Graaf willemvan beieren, in, den Jaare 1350, bevel gaf en handvest verleende cm weder eene ftad Naarden te bouwen, zijnde dezelve dat Naarden 't welks thans beftaat, en waarvan onze Lezer op ons plaatjen eene naar het leven getekende afbeelding medegedeeld wordt; hebbende onze tekenaar zijnen ftand genomen van den kant van Amfteldam, om reden dat hij danook iet van de beroemde fterkten konde laaten zien. Men kan dan zeggeiv dat Naarden in den Jaare 1350 gedicht is door Graaf w 1 l l e m v a n b e i e r e n ; de omliggende Landzaaten werden tot den bouw gelast: de handvest zegt dar. Naarden door den Graaf weder werd herbouwd; om dat de hijden, en zijns Landen wel gezlooten zullen wezen. De Stad bevat volgends eene opneeming van den Jaare 1732. vier honderd en zeven huizen, waarop zij ook nog (of ten minden zeer nabij,) geteld wordt ; dit is naamlijk het getal dei huizen binnen de ftad; het getal derzelven inhaare gerechtigheid, en.het gehucht Laag-busfm, wordt be' paald op drie- en - zeventig: intusfchen vertelt het uitwendige der huizen in de ftad, (eenige weinigen uitgezonderd,), verftaanbaar genoeg, dat de inwooners in geene bloejendeomftandigheid leeven.  B O r P- B e S C h r I] V e H. (marden.-) 5 Naarden is vermaard voor eene zeer aanzienlijke fterkte , het heeft behalven zijne fchanfw, nog dii 3 dubbelde wallen en grachten: heerlijk is het gezicht aldaar over de fchoonfte bastions , ravelijn*, bolwerken, gordijen , contrafcarpea, pallis&den, grachten, enz. dezelven zijn aangelegd naar het ontwerp van den zo bekwaamen als vermaarden Ingenieur Baron van coehoorn; de voornaamfte fterkte der ftad beftaat echter in de afgegravene velden, die rondsom haar liggen, en nog geftadig uitgebreid worden; over -dezelven, kan door middel van den Vechtftroom, de envjron der ftad tot op eenen aanmerkelijken afftand onder water gezet worden; voords heeft de ftad twee poorten, naamlijk,de Amfterdamjche en de Anersfoordfche: deezen zijn geen onaartige gebouwen, verfierd met hardfteeoen lijsten, waarin het wapen der ftad gebeeldiouwd is, benevens het jaar van hunne bouwing en dat van eene verbetering daar aan gefchied: het jaar der bouwing van de Amfieldarnfcke poort is uitgedrukt met deeze romemfche cijffers-ClD. ICC. LXXXI. en dat der verbetering door het jaartal ï774; de zelfde getallen voor de andere poort, (de Armsfoordfchej is ClQ. ICC. LXXXII, en i775° •t wapen, Is een zwarte dubbelde arend, op een goud veld. KERKLIJKE en GODSDIENSTIGE GEBOUWEN, De voornaamfte deezer is de Gereformeerde Kerk welke bediend wordt door drie Predikanten: het gebouw van binnen ■s oot en ruim, en pronkt met de hofplaats (verfierd „et een deftig opfchrift ,) van den geleerden Refter lamhortensius, dien onze Lezer ook nader zal le? Z l 04 keri, «n in wit marmer uitgehouwen gedenkftuk,  6 DE NEDERLANDSGHE STAD-en ter eere van Prins willem den derden, (wat de aanleiding daartoe gegeven heeft , zal onze leezer in 't vervolg van dit blad te duidelijk kunnen opmaaken, dan dat wij e| hier iet van behoeven te zeggen ; dit alleen kunnen wij hem verzekeren, dat het zijne geboorte niet verfchuldigd is aan eene domme zucht, maar arm erkentenis voor wezenlijke verdiensten,) voords heeft deeze Kerk een fraai orgel, benevens een choor; vóór dezelve leest men het jaartal 1648, denkelijk het jaar waarin zij gebouwd is: de toren die er op ftaat is redelijk groot, en fteekt te meer uit om dat de grond der ftad tamelijk hoog is. Er is ook eene Franfche Gereformeerde Kerk, die door één' 'predikant bediend wordt; Een Roomfche d'e één' pastoor heeft; Een Joodfche Sijnagoge; maar er is g:ene Lutherfche Kerk. De verdere Godsdiendige gebouwen zijn een Diaken Weeshuis; het zelve is gefticht in den jaare 1747 , en dient zo wel ter herberginge van oude mannen en vrouwen, als van kinderen; het getal der gasten welken zig daarin bevinden is veertig. Het Burgerweeshuis, gedicht in den jaare 1644,bezit zeer aanmerkelijke goederen en inkomsten ; echter heeft het thans niet meer dan vier kinderen te voeden. WERELDLIJKE GEBOUWEN. 'T voornaamfte van deezen is het Stadhuis, een gebouw't welk het fteedjen eere aandoet, zijnde in zi jne foort zeer. fraai, pronkende van binnen met eenige kunftige fcWlderijen ; het is van buiten verfierd met een net toorentjen, waarin een klok hangt, op die wijze als men meermaals in kleine fteden vindt: men wil dat het hout tot di<-  © O R P-B E SCHRIJVER, (marden.) ? gebouw gebruikt, gehaald zoude weezen uit het zogenaamde Goojer-Msch, dat weleer ten zuiden van het dorp Hüverfum geftaan heeft: van buiten boven den ingang pronkt het me. drie wèl gehouwene beelden, verwonende de Gerechtigheid, aan wier rechterhand de Godsdienst, en aan de linkerhandde Hoop ftaat; onder deeze beelden leest men: god begiert al. AnnO ióoi. In de gevel ftaat. is 't leijden is «ï vrevgt, drjgïet soo 't god vergt. Het oude Stadhuis, in 't welk weleer een gruwel gepleegd werd, waarvan wij onzen Leezer ftraks verflag zullen doen, dient thans voor een Waag; voor dezelve ziet men,.n dne fteenen,afgebeeld, nevens bijfchriften , in rijmen van dien tijd, bet treurig voorval, 't welk wij zo even bedoelden. Voords zijn in Naarden twee magazijnen. waarvan het eene een zeer fchoon gebouw, en wel derbezichtigingc waardig «, Weleer, doch in zeer veel vroeger tijd, moet Naarden ook eene Latijnfche School gehad hebben , want de Reftor daarvan heeft ,ig in deSpaanfcheberoerten eenen naam verworven: (ziebladz II.) ' Zo in de ftad als tusfchen de wallen vindt men verfcheidene gebouwen, die echter niet meer dan fchuuren zijn, waarin eerTe toerijkende hoeveelheid van amunitie in voorraad is. REGEERING. Deeze beftaat uit den Bailluw van Gooiland , z'jnde thans de WelEd. Heer corver hooft, den Schout, drie regeerende Burgemeesters en zeven Schepenen, die woensdag vóór den middag ten half tien uure vergaderen ; een - en - derè« vroedfehappen, benevens een Thefaurier, drie WeesmceiA 4  $ DE NEDERLAND SC HE STAD- en teren, en twee Secretarisfen: de Magiflr.aatsverandering gefchiedt op den 2 Februarij. Naarden bezit de volgende; ' VOORRECHTEN., t WeIke hnar meestal ten tijde der Graaven gefchonke n zijn» Weleer werd het ftedeke mede onder de HoUtmdfcht Jlede^K ter dagvaart befchrev'en, doch "van die waardigheid, of dat voorrecht, is het federt beroofd; dat zeker jammer is, wr.ntZVW den heeft ook haare bijzondere belangen, en zeifs heeft het ailergeringfte fteedjen die, ja'ook het platte land... dit echter is een point buiten ons beftek, derhalven dringen wij het niet dieper door: het doorzoekend oog van den burger heeft het in onze laatfte onlusten ook doorzocht. willem van beieren, haaren ftichter, gaf haar het voorrecht van vrijheid van zekere tollen, en van het arrest op, haare goederen, ook fchonk hij haar eene eigene rechtbank ep.' Schepens: in 1357 verkreeg zij het ftapelrecht, op de visserijen, van die visfehen, „ die men landen zal in Bolland, Ken. „ nemerland, en,Friesland;" dit was eene vergelding voor eene' dappere overwinning door dp Naarders op die van Amersfoort behaald; Hertog jan van beieren heeft Naarden vergund de heirvaanen, togten,en 't heffen- van'sLands lasten, als me-' de dat zij fluizen mogt leggen waar 't haar goed dacht: c aRELVANBouRcoNDiëN verzekerde haar ook, dat het geheeie Gooiland nooit van den Lande van Holland zoude gefebei-' den worden. Dit tot ons oogmerk genoeg gezegd zijnde, moeten wij alvoorens van de aanmerkelijke biftorié der ftad te fpreeken, nol iet aanllippen van derzelver  p O R P-B E S C H R IJ V E R. (Naarden). 9 GILDEN.. Deezen zijn drie in getal, als i.) het Timmermans en Metzeiaars, 2.) het Kleeremaakers gild, en 3.) dat van de zijdenftoffeweevers; dan dit is thans bijna geheel vervallen. S C H U T T E R IJ. Niet anders hebben wij hiervan kunnen opfpooren, als dat Naarden, flechts federt drie - en - twintig jaaren, gerekend van het jaar der jongstledene omwenteling van zaaken, eene gewapende fchutterij heeft gehad; in het gemelde jaar, 1787, beftond dezelve uit twee compagniën, ieder van zestig man; doch m dat jaar hebben zij het lot van veele anderen Schutters ondergaan, zij zijn naamlijk ontwapend, of (dat thans hetzelfde zegt,) hunne geweeren zijn opgehaald, en zij afgezet; hunne, plaats is echter vervuld met drie compagniën foldaaten, ieder van circa vijftig mannen, voetvolk, offchoon er federt twintig jaaren geene me'.itie in gelegen heeft; niet mede gerekend een beevend corps van 80 knikkende grijsaarts, onder den naam van invaliden: deezen hebben lange jaaren alleen de bewaring der fterke ftad op hunne zwakke fchouderen getorscht: thans, houden zij de Jmjlerdamfche poort bezet. BEZIGHEDEN en VERMAAKEN. Vermaaken! — deezen zijn bij die van Naarden bijna onbekend, indien-men daaronder niet betrekt, in 't zondagspakjen langs'de fchanfen te fukkelen, ofte hoop op de aankomende fchuiten te ftaan tuuren, om de dartele Am'leldammers te zien Aanlanden; waaronder dikwijls veelen gevonden worden, doiu genoeg om met de fchamelheid van 't fteedjen te lagchen. De bezigheden van die van Naarden, beftaan meest in 't !aakenweeven, voords in 't verrichten van die bezigheden welken in de zarheleving onontbeerelijk zijn — er is niet meer dan één koorntnolen: langs dc fchans vindt men eene vrij groote umwbaan. A 5  >° NEDERLANDSE HE STAD en GESCHIEDENIS der STAD. Om dit gedeelte van onzen taak bij eene algemeen bekend* gebeurtenis te beginnen, moeten wij den Leezer herinneren , hoe Graaf floris de vi,fde, in denj jsare m6, in de ongenade der Edelen vervallen zijnde, zij hem gevangen hadden, en naar elders wilden vervoeren; maar de kloekmoedige inwooners van Naarden, hier van bericht bekomen hebbende, trokken onverfchrokken uit om den Graaf te ontzetten, fchoon het deezen echter zijn leven kostte, want het is te over bekend, dat de wreedaartige gerr.t van velsen zijnen edelen Meester op eene mporddaadige wijze ombragt; ware er deeze moordenaar niet bij geweest, de Naarden zouden in dit geval zekerlijk den fchoonften lauwer geplukt hebben: een' der oude rijmchronijken zingt van "dit geval aldus: " Niet ver van Kronenberg, daar liet men in de velden, £>e Naardenaars, die ftraks haar in de wapens fielden; Heer c(rrit rijd voor uit, en vraagt wat dar fe doen ? Waarom die mannen haar met oorlogstuigh ommoên ? B'outfte der burgerij fegt: \ is , de Graaf te wachten : Toen ftaan de troupen ffij, die nawen Landsheer brachten. HeeroERRiT wijkt te rugh, en naar de Grave ffeekt,'" Pie keert fijn paart, dat fpringt, maar valt en fijn been bree'kt, Toen was 't onmogelijk den Grave tc bewaaren , Alzo de Naardenaars haar op de hielen waren ; van velsen fteekt den Graaf enz. Toen in den jaare 1481 ,de Utrechfchen eene overwinning cp de Hollanden behaald hadden, meenden zij met list Naarden mteneemen,daartoe waren zij allen verkleed in het gewoone gewaad van dorpvrouwen; onder die gedaante vermeesterden zij ook de poorten, en zouden de ftad verbrand hebben, hrdde men zulks niet afgekocht; die van Naarden moeten derhrlven m dien tijd geducht geweest zijn: deezen wreekten zig het volgende jaar ook gevoelig over de ondergaane vernedering; zij verdelgden toen naamlijk de floten van Emmenes en Westbroek, waarbij niet minder dan 1500 Utrechtfehen het leven ver, Joren; de dappere Naarders behaalden daarbij ook zo groot  DORP-BESCHRIJVER. (Naarden,') n een buit dat zij uit dezelve een toren (richtten, hunne behaalde victorie verwonende, met bijvoeginge van de woorden: 5, zwijg Utrecht'.'''' In den jaare 1486, is het grootfte gedeelte der ftad door de vlamme vernield, waarom de dorpen daar rondom belast werd, de wallen, muuren en vesten der ftad weder te helpen herftellen, Op halve kosten. Verfchrikkelijker is echter de ramp die de wreede Spanjaards het fteedjen (in 1572.) hebben doen ondervinden: in den eerften opgang der hervorming genoot zij de zoetfte rust; men hoorde er noch van beeldftorming noch van vreemde Predikers; maar na zij zig voor oranje verklaard had, werd zij welhaast ppgeëischt; haare bezetting beliep niet meer dan 120 Duitfchers; kloekmoedig echter werd deopeifchingafgeflagen; doch pp het bericht dat don f red rik met geheel zijn hek op de ftnd in aantogt was, ontzonk elk den moed; men zond eenige Gemagtigden, en daaronder den Rector van't Latijnfche fchooi, LAMBEkTUS hortensius , den Spanjaard tegen; on^ der weg ontmoetten deeze den wreedaartigen bevelhebber, juliaan romero, die hun verklaarde dat don fredrik, de zaak der ftad Naarden aan hem gelaten had, waarvan het gevolg was dat de Gezanten hem te voet vielen, en de fleutels van de ftad aanboden, waarvoor zij de toezegging verworven, dat burgers noch bezetting aan goed noch leven zouden bcfchadigd worden; dan laasl't was het woord van een' vijand, die de geesfel van Nederland was, en zelfs met eeden fpottede: aan 't hoofd van 400 man trok romero binnen, en werd bij gerrit pieter aartszoon, Schepen der ftad, deftig ter maaltijd onthaald, zo als zijne foldaaten bij de ingezetenen gelijk goed onthaal genooten: dan, wat was het loon voor deeze vriendlijkheid? na den maaltijd deed romero, door eenen trommelflager omroepen, dat alle de burgers en bezettelingen zig, ongewapend, hadden te vervoegen in de Gasthuiskerk , welke toen voor een Stadhuis diende, om er den eed aan zijne Majefteit te vernieuwen; eenige weinigen mistrouwden dit bevel, en voldeeden er niet aan, maar de overigen begaven  w DE NÉDERLANDSCHE STA D- en zig derwaards: intusfchen wandelde zeker Priester, midden ■onder de Spanjaards, voor de deur vergaderd, op en neder, doch kwam welhaast de veege opgeflotenen aanzeggen, zij hadden met hun geweeten pais te maaken en op hun einde te letten: „ maar," zegt de ridder hooft, ,,'t aanzeggen , bereiden en fter,, ven, was één ding:" ijsfelijk was de moord die toe gepleegd werd; de Spanjaards bonsden de deur open en fchoten in 't woeste heen onder de menigte; werwaards deezen keerden liepen zij den dood te gemoet; de wanden derkerk weeken niet , en de dood ftond in de deur; moede van fchieten, ftooven de moordenaars met o:ublotene zwaarden de Kerk in, en doordorden allen die nog overgebleven waren; vier perfoonen alléén werden op belofte van zwaarrantfoen naar de gevangenis gebragt: offchoon nu het bloed ter Kerke uitftroomde was zulks echter nog r.iet genoeg; de ontzielde ligchaamen werden verders van alles wat eenige waarde had beroofd, en daarna, o gruwel! den brand in het gebouw geftoken, en de zieltogen, den met de dooden tot asfche verbrand; behalven eenige foldaaten, bedroeg het geral der burgeren welken dus allerwreed» aartigst omgebragt werden , volle vierhonderd, Intusfchen was voor hen die aan het opontbod voorgemeld niet voldaan hadden, een dergeli k zonietnog wreeder lot toegezegd; want nu had men het geheeie heir der Spanjaarden binnen de muuren, de roovers in de huizen, en het wee door al de ftad; jammerlijk was het klaagen, huilen, kermen en gillen der gemartelden, gemengd met het loejen der beesten in de. brandende ftallen opgefloten; fommige vaders werden, tot op het bioote lijf ontkleed, voor de oogen van hunne vrouwen eu kinderen als visfchen gekorven ; een man van zeventig jaaren, ftak men in den hals, ontvonghet gutfendebloed in de handen , flurpte daarna een gedeelte er van op, en doorboorde voords den rampzaligen grijsaart het hart; de zieken werden in hunne bedden vermoord, ja ook werden de krankzinnigen niet gefpaard; verfcheidene burgers fleepte men tot op het dak van de groote Kerk, ftak hun een dolk in 't lijf, en ftietze dan plotsling van boven neder; de vrouwen werden bij de voeten, anderen, en die bevrucht waren, bij de borsten opgehangen; hoog zwangeren't kind uit het lichaam gefneden; maagden , en meis=>  DOR P-B ESCHRIJVER- (AWAn.) li lens van dertien of veertien jaaren werden beestachtig verkracht; de vrouwen ondergingen dat lot in 't aanzien van haare mannen en zoons: onder andere kraamvrouwen deeden zij er eene, barrevoets, in een onderroksken, met een wichtjen van éénen dag, en een ander van agttien maanden, over de doode ligchaamen haarer ftadgenooten heen, tei pootte uitgaan; deeze kwam echter behouden in het dorp Huizen aan, en weder tot haare voorige gezondheid: toen de bloedhonden niets meer dat gevoel had konden doen lijden, viel men op het onbezielde aan; poorten, muuren, torens,alles werd .... maar genoeg, wij fluiten dit akelig verhaal met dé woorden van zeker dichter: Met welk een wreedheid zocht de vijand elk den moed, Te doen ontzinken! doch verkeerd, wijl goed cn bloed, | Niet meer geveiligd fcheen, wanneer men was verdragen, Dan als men wcêvftand bood; "dies elk beilooc te waageri Al wat hen dierbaar was, voor 't allerdierbaarst pand, De vrijheid van 't gewisfe en van het Vaderland. Sedert ging AWsnaande zijde der Staaten over, en men vocht zo als het Batavieren voegt. In het jaar 1668 , was er tusfchen de Staatsleden eeti verfchil over het verfterken van Naarden, en welk verfchil van. dat gevolg was, dat het verfterken achterbleef. Honderd jaaren na den voorverhaalden algemeenen moord, binnen de muuren van Naarden , had dat fteedjen eenen anderen gewigtigen flag doorteftaan; in den oorlog met Frankrijk naamlijk (1672.) nam de Markgraaf van rochefort, Naarden in, waaxvan den Prins van Oranje de fchuld gegeven werd } hij'had, zegt men, geene'bezetting genoeg daarin gelegen. In 't volgende jaar kwam de Prins van Condé in perfoon derWaards, en werd met twaalf kanonfehoten van de wallen verwelkomd: willem de derde heeft ondernomen de ftad te belegeren, en 't is hem ook gelukt dezelve uit de magt der Franfchen te rukken, en der Republiek wedertefchenken: da* de Franfchen in Naarden lagen was de Staaten een doorn in dea  r4 DE NEB ERLANDSCHE STAD- en voet; wel lag het land rondom onder water, maar't liep tégen den winter, en 70 er fterke vorst kwam was men derhalven van niets verzekerd: intusfchen hadden de Franfchen eenige oude vestingwerken aldaar laaten verbeteren, maar aan den anderen kant was ook een goed gedeelte van de bezetting, die wegens de bekrompenheid van het fteedjen niet groot konde zijn, ziek; weder, integendeel,lag binnen Naarden een Gouverneur, van pas genoemd, die bekend ftond voor eenen man van beleid en dapperheid; oranje echter ondernam den aanflag; om den vijand te misleiden , liet hij eenige troupen naar den kant van Biaband marcheeren, als of hij aldaar iet in den zin hadde: in 't laatst van Augustus evenwel vernam de Gouverneur wat van de zijde der ftaatfehen ftond ondernomen te worden, welke maare ook kort daarna met de daad bevestigd werd; want den 19 September eerstvolgende (1672.) floeg oranje het beleg voor de ftad; zeven dagen werd zij belegerd, en daarna bemagtigd. Van dien tijd af heeft Naarden niet veel deels in de ftaatsverfchillen, waardoor ons lieve Vaderland van tijd tot tijd geteifterd is geworden, gehad; maar in onze jongstledene beroerten, waarvan wij nog overal de opene wonden voelen bloeden, bleef zij niet verfchoond; en hoe had zij ook kunnen verfchoond blijven, daar 't magtig Amfteldam, om 't welke het voornai'mlijk te doen was, voor een gedeelte van dat fteedjen zijne verdediging verwacht! De algemeene parriotfche landsverfterking werd derhalven te Naarden geenzins vergeeten; de Colonel van m a t h a , werd met toerijkende manfehap derwaards afgezonden; een gedeelte van het Amfteldamfche Genootfchap van Wapenoefening Tot nut der Schutterij, trok den 8 September des jaars 1786, derwaards, om bezit van de fterkte te neemen,èn dezelve,in gevalle VSn aanval, zeiven te helpen verdedigen;dan,op hunnen marsch derwaards, ontvingen zij bericht, dat mat ha hun niet zoude toeftaan in de ftad te komen, omdat zij niet voorzien waren vim een patent van de Provinciaale Staaten.  ö o r P-'B"e S c h r ïj v e r. (.Naarden.) ij Toen verders de zaaken tot die hoogte gekomen waren dat men de Pruisfen ia het Land had, begreepen ook deezen dat zij noodig hadden Naarden te winnen; ten dien einde werd, den 17 Sept. 1787, de Generaal Major von kalckreuth uit het leger bij Amersfoort, met 40 Cuirasfters van zijn regiment, benevens het eerfte bataillon van eichman derwaards afgezonden, om met den Commandeur mat ha in onderhandeling te treeden, en te zien hoe het fteedjen best te naderen was; in den nacht van gemeldcn dag kwamen de Pruisfen voor Naarden, en legerden z:g op eenigen afftand van de vesting; dan, zij oordeelden weder te moeten aftrekken, om gemakïijker posten te gaan inneemen; Naarden heeft zekerlijk aanftonds doen zien, dat het zig niet goedkoop zoude overgeeven; men trok derhalven af, om den linker oever van de Veck te gaan winnen; de aftogt gefchiedde reeds ten volgenden dage, (den i8den Sept) — 't was echter maar voor een korten tijd;want na dat de kans geheel verloren was, en alles met truisfifcle troupen bezet werd, heeft ook Naarden dezelve moeten inneemen; zij hebber? er evenwel niet langer dan elf dagen gelegen : fommigen zeggen dat er op zekeren nacht uit het fteedjen gefchoten is, waarbij een koe in 't veld zijne hoornen verloor; of't op de Pruisfen gemunt was is ons echter onbekend ,zo ja, zou 't9 volgends 't voorgaande , in dezelfden nacht moeten gefchied weezen, dat k a l c k r e u t h zig voor het fteedjen nêerfloeg. bi] zonder ii eden. Die Naarden gaaf bezichtigen vraage vooral naar Oudnaarden, zo genoemd, of eigenlijk de aanmerkelijke overblijfzelen van de aloude ftad van dien naam. (zie hier voor Bladz. 3. ) 't is niet meer dan eene boerewoning; doch de ligging van dezelve is zeer verrukkelijk, naamlijk middeo in bosfchen, akkers en heuvelen, van welken het gezicb: op het onverwachtst afgewisfeld wordt, met eene. verrasfehende vertooning van de Zuiderzee,  ÏS DÊ NEDÈRL. STAD- en DORP-BESCHRIJVER'. De fchanfen, wallen, en grachten, zijn over bezienswaardig; ook kan men gelegenheid vinden om onder dezelven te komen; doch 't is er zeer falpeterachtig eu onaangenaam. De gebouwen, Bladz. 5 en 6 befchreven. Men heeft er eene fchoone wandeling naar de hei, of het zo genaamde huis van jan tabak. LOGEMENTEN, De Keizers krom; Het vliegende Hart. Voor den burger. Het jaagjchuitjen, Een tweede, ook zo genoemd. Het bonte Paard. Het witte Paard. REISGELEGENHEDEN, Alle dagen vaaren er 6 Schuiten van daar, door Muiden, Op Amjleldam, en komen er ook evenveel aan: de Arnliemfche postwagen pasfeert er ook; men vindt er mede niet ver van de Amfterdamfche poon, eene zeer gefchikte uitfpanning, alwaar men teii allen tijde een rijtuig kan bekomen.  "JDtus JLekieisIt 3c TttkeDninimft lietöwoanL m-vrolipt JBDUTZJET^ , Ben, CutfflisCBDB vooawaiidfiïli'UTn!' -van. taraL^ewas em ^gssaan., .Dat ©jus 'd almrudeii. fitaat "varm 't IttmoJL raag 3.4»ct IrawJeiftlkeiL, jlls'l'im.iBjïT,em3 ipimt , of aijm. ^ttnwr&a. bcariizejiurl gaaira. : Helt zipinime Z-uiilCT.rmciit? zet doenar1 3e -viflclucirijj , Bet Tweede 3ojpp mók ^reJbv-HajHt lb|| .   HET D O R. F * HUIZEE Van dit dorp mag met recht gezegd worden, dat het één eler voornaamden van het vermaaklijk Qootland is, deszelfs LIGGING, Is anderhalf uur gaans beoosten Naarden, digt aan de Zuiderzee, wier ftrand, even ais te Muiderberg en elders, zeer rlaauwlijk afloopt, zo dat men bijna een half uur ver in zee zoude kunnen gaan, zonder zig hooger dan tot den midden toe nat te maaken, welke eigenfehap des oevers in den zomer geene onaangenaame uitfpanningen verfchaft: (zie onze belchnjvine van Muiderberg voornoemd.) Het dorp ligt voords alleraangenaamst, ter oorzaake dat veele van de hooge en laage gedeelten des lands bebouwd zijn, en snen er ook een gezicht op de Zuiderzee, voornoemd, heelt , doch de huizen (laan er in geene bepaalde roojmg; elk heelt er zijn bebouwden grond of akker bij, zo dat he: graan, en andere landvruchten, er als tusfchen de huizen mgroejen: bij dit dorp behoort voords eene ongemeen groote Meerite, waarvan wij, onder onze befchrijving van Laaren, breedvoerig genoeg gefproken hebben. NAAMSOORSPRONG Van deezen vinden wij niets aangetekend •, ook hebben onze navorfchingen ons desaangaande niets kunnen doen ontdekken; fommige ingezetenen beweeren, op overleveringen, tt Huizen eigenlijk een visfchers dorp is, en, daar de visfchers gemeenlijk hutten bewoonen, hier ter plaatfe veele goede huizen gevonden wordende, men daarom dit vtsfehers dorp vereerd helft met den naam van Huizen, als of men zeggen wilde, het visfchers dorp daar Huizen en geene hutten flaani Wat dé waarheid hiervan zoude weezen kunnen wij met befiisien, STICHTING sn GROOTTE, De elders verkoopen: daar zij met hunne geladene wagentjens niet in Amfteldam mogen komen, draagen fommige van deeze visfchers, (hun voordeel met den verkoop binnen de ftads poorten meenende te kunnen doen,) bunne bennen ter poorte in, en venten de bot langs de huizen uit; doch daar zij dus doende de markt-pachten niet betaalen, wordt hen niet gelden alles wat zij te koop aanbieden afgenomen: dit is buiten tegenfpraak fchadeüjk, echter moet dat fchadelijke minder zijn dan het voordeel, *t welk zij met de gezegde verkoop weeten te doen; want hoe dikwijls hun ook het lot van beroofd te worden moge treffen, 't kan hun niet doen befluiten dien verboden handel te ftasken. „ Sedert eenige jaaren", leezen wij, ,, heeft men er ook be- gonnen bokking te droogen, die, hoewel zij te Amjleldam, ,, onderden naam van Harderwijker bokking, vertierd wordt, „ en waartoe eene bijzondere marktplaats," (op het Koningsplein ) „ gefteld is, echter zo fmaaklijk niet is als de oprechte ,, Harderwijker viseh, *t welk asn de wijze van rooken toe„ gefch;even wordt": er wordt des winters ook veel fpiering gevangen cn vertierd. Wegens de afzonderlijke geschiedenis van Huizen, kan niets, bijzonders gezegd worden, ook heeft het dorp in onze jongst* ledene beroerten weinig deel gehad. Bijzonderheden zijn er voor den vreemdeling niet te bezichtigen. LOGEMENTEN. Het Rechthuis; men vindt er nog eene en andere herberg vats. minderen rang. REISGELE GEN HEDEN Maandag , Dingsdag en Woensdag, vaart een zeilfchuit, vife verfa, op Amjleldam: des winters bij bcflctcn water rijdt pc op dezelfde dagen een' wagen.  Bit Ampyjem. "waande Nederlam-deir ? Doet zien -wat xmeSte "vlijt^re3?mag'; Zij deelt al«sm let ^A?asai irmtJI|nriJiiteii_ , Daaa? in en -weleej? fleêkla jnueide zag*.   H Ë T D O 3L P BLAEICÏÏtt Onder de Gooifche dorpen , bekleedt dit zekerlijk een van. de mtalte Handen, gelijk het dan ook weinig ftoft, tot eené befchrijving van hetzelve, oplevert. Deszelfs LIGGING. Is omtrent één en een half uur gaans ten Zuidoosten van Naarden, {trekkende de huizen zig bijna tot aan de grensfcheiding van Holland en Utrecht uit; hoe zeer onaanmerklijk het zij, is het echter ongemeen aangenaam gelegen; allerbeval. ligst groen,en,door zijne ruime bebouwing, zeer luchtig: 't heeft in de daad alle landlijk fchoon. Bijkans een quartier uur gaans van daar ten Noordwesten, flegts weinig fchreden van den weg naa Naarden, vindt men den bekenden Tafelberg, wiens verhevenheid eene groote verfcheidenheid van gezichten verfchaft, die het oog ongemeen bekooren. en het hart van den gevoeligen aanfchouwer tot aanbidding van den Schepper der Natuur als dwingen Van de naamsoorsprong deezes dorps hebben wij, noch in de voorhanden zijnde fchrij veren over het Gooüani, noclj  « DE NEDERLANDSCHE STAD- endoor onze ter plaatfe gedaane informatien iet kunnen ontdek-: ken; hetzelfde is 't geval wegens zijne dichting. Wat aangaat de GROOTTE. Wij vinden dat in de quohieren der verpondingen voor Bfa. ricum aangetekend ftaat: 101 zwad, p voeten weiland, en 105 morgen, 353 roeden geestland. „ Het is," zegt de fchrijver van den Tegenmordigen Staat van, Holland, „ in honderd jaaren genoegzaam mee vermeerderd ,, of verminderd, ftaande in de oude lijst der verpondingen „ maar één huis minder dan in de laatfte van 1731, volgends. „ welke Blaricum op 108 huizen begroot wordt';'' federt echter is het verminderd, want men fchat het getal der huizen thans niet hqoger daH 100; deezen worden bewoond door nagenoeg 500 menfehen, die meest allen van den Roomfche» Godsdienst zijn. Het WAPEN Van Blaricum is drie blaamve korenbloemen op een zilveren veld. KERKLIJKE en GODSDIENSTIGE GEBOUWEN. Hoewel de Gereformeerde Gemeente op dit Dorp zeer klein zij ,, heeft dezelve echter eene eigene Kerk, waarin op den eenen zondag vóór- op den anderen na-den-middag de openbaare Godsdienst wordt verricht. Deze Gemeente is gecombineerd met die van Laaren, behoort onder de C.lasfts van Amfteldam, en wordt thands bediend door den Weleerwaardigen Heer carel aeijelts, wiens woonplaats te Blaricum is. De Kerkenraad deezer gecombineerde Gemeente beftaat, behalven uit den Predikant, uit één Ouderling en één Diacon te Blaricum, benevens één Ouderling en één Diacon te Laaren. Het Kerkjen heeft uitwendig niets aanmerklijks; er ftaat een oude vierkante toren op; van binnen is het mede allereenvoudigst, volftrekt zonder eenig cieraad, behalven eene feleiue kaars-kroon en twee koperen boogen boven de iugan|tfl VSafeeiÖQQP-hek  DOR P-B E S C H R IJ V E R. (.Blaricum.) 3 Op het Kerkhof binnen den omtrek, dien voorheen hes Choor der Kerk heeft beflaagen, is een grafkelder, doch die thands van boven geheel met gras begroeid is. Op denzeiven ligt een gedeelte van een' grafzerk, waarop gebeiteld is het wapen en de naam van johan stachovwer urij Heek VAN SCHIERMOMCOOG. De Pastorij te Blaricum is vrij goed, gelijk ook het Schoolhuis; doch er is noch wees- noch arm-huis, en dit zoude er ook indedaad vrij overtollig zijn: die weinigen onvermo» genden om voor zich zeiven den kost te winnen, worden of in hunne eigene wooning verzorgd , of bij Burgers hefteed — de Diaconie» armen door den Diacon, met voorken» nis en goedvinden van den Predikant en Ouderling — de zo. genaamde pot-armen door de Armmeelters. De Roomfchen hebben er eene goede ftatie, die door een wereldsch Heer bediend wordt, zijnde thans de Weleerwaarde Heer henricus huisman. Wegens de WERELDLIJKE REGEERING, Hebben wij flechts dit volgende ter neder te ftellen; de Burgers hebben er, wat het beduur der Dorps - zaak«n betreft, hunne eigene Regeering; doch met opzicht tot de rechts-zaaien handelt deeze Regeering in vereeniging met die van Laaren, en heeft dan dezelfde maat van magt als de Regeering der andere Gooifche Dorpen. De Leden dezer Regeering zijn te Blaricum zo wel ais te Laaren bijkans allen van den Roomsch • catholijken Godsdienst. Voorrechten of verpugtingen heeft Blaricum niet: Zie wegens deszelfs aandeel in de meente onder onze befchrijving van Laaren, De BEZIGHEDEN Der bswooneren bedaan meestal in den landbouw, zo als dezelve over het algemeen in Gooiland ter hand genomen wordt: er gaan ook nog 18 a 20 getouwen, ter bereidinge van grove lioffe: midrgaders eene menigte van fpinwielan , deels om die retoïwen ran den gang te houden, deels ter vervaardiging van katoen «garen. A %  4 DE NEDSRL. STAD- en DORP.BBSCHR.(iW/c«gj De GESCHIEDENIS Van Blaricum, bevat op zig zeive niet veel bijzonders; in' &e Spaanfchs beroerten, welken ons land zo vreeslijk geteisterd hebben, heeft het in 't lot van geheel Gooiland gedeeld, en *t is overbekend, hoe jammerlijk het weerelooze landvolk moet lijden, als zij door den foldaat bezocht worden; indedaad, de boer heeft meer dan eenig ftedeling gegronde reden om den oorlog te vervloeken. In 167a toen de geduchte Franfchen ons land als overItroomdèn, heeft Blaricum, als de overige gedeelten van Gootland, den twist tusfchen de beheerfchers der aarde moeten bezuuren; met minder gevoelige neepen, is het in onze jongstledene beroerten vrijgekomen. Maar zeer veel heeft dit Dorp" geleden fn het jaar i6$6i op den 26 Maart diens jaars, even na den middag, ontftond er in hetzelve een allergeweldigfte brand, waardoor binnen den tijd van twee uuren over de dertig huizen benevens de Kerk en toren waren in de asch gelegd, de zerken in de Kerk van één fprongen , en de lijken in de graven tot ftof verteerden. Bijzonderheden zijn hier niet te bezichtigen, fniettegenftaande de alleraangenaamfte ligging des dorps, een bezoek' van den Landvriend overwaardig is. Eigenlijke LOGEMENTEN Zijn er niet, men vindt er eenige weinige herbergen, waarin de wandelaar zich kan ververfchen. Ér zijn ook geer>e misgèlegenhêden : men is verpligt zig van daar naar Naa.den te begeeven, om met de gelegenheden, welken te dier plaatfe gevonden worden, naar elderste vertrekken.  Z© laTDHg liet land lij i IcTkoom deint Ixtatdeh belaagt" , En tij naar «j^l-vemd ^gfïraam., naai; ^boeme "reldem -vraaigt , Zo TaTLgliij maar de ftemiL raa Leekte. Airok le.il zal b.w®ren. , Zo lanLg" zal jL-AATLETf o©i den. Batavier IbelooTein. .   fi Ë f 3D O & Ë ÜL A A' 3ÉL B 2STé JU'it zeer aangenaame dorp, wordt gehouden voor het oudftë van geheel Gooiland , ofichoon ter plaatfe zelve geene blijken! daarvan voorhanden zijn; dit is zeker dat het één der verrnaak=' lijkften van alle de Gooifche dorpen genoemd mag worden. Deszelfs LIGGING Is theèr zuidwaards van Naarden, dan Blaricum, doen de aft ftand van die ftad is genoegzaam even groot als dezelfde afftarid van 't gemelde dorp, naamlijk omtrent één eh balf uur. De ligging over het algemeen is vermaaklijk't is zeer rüirü Uitgebouwd i en daardoor ten uitefften luchtig? dé fcoefiSrijfc . . h  * DE NEDERLanDSCHE stad- sn "rr^ZZ met..beb0UWde omringd, allen welken • taamnjk vruchtbaar z,jn in graangewas^», G^wfhUitSeftrektbeld gr0"dS' Wdkeh!er Cals elders 1» Gooiland,) het oog zo 2eer verrukt, telt men eene genoegzaa^ hoeveelheid, die men Meente, of Gm v L™ 7?le bTfligers in deeze« ^d™> 12t'n ï ud,StriÖ V3n G°8/to!i' ™dt «>« *« alleen „ groote flreeken heide, gefchikt tot beweiden der fchaapen, „ flk vvclanci, t welk gewoonlijk de Meent genaamd wordt-, " Z£? en Mem'hebben zij die Erf™ *. l d die;":^ouders herkomftig zijn, welke in dien tijd » ds m dit dferiö woonachtig waren, toen met het recL „ tot de bewetdmg der opgenoemde Meente kreeg, het vrucht» gebruik, het welk gewettigd is door eene goedkeuring van " fne"°g ALBRECHT VA» «i«w, in den jaare ,404; " van MN VANfEIEREN' - «ker Handve^ " VKa" de" Jaare 'W, dat de gemeente in Gooiland zoude ge„ brutkt worden gelijk van ouds de gewoonte was — onder„ tusfeher, fchijnen echter van tijd tot tijd gefchillen tusfchen de " ^ f Ukh!ld,en d'e Van S,ad eK La^e ontllaan te zijn, «elke gefch.lien nu als geëindigd befebouwd worden, doo " ReaadeC°nVemieKVan de" iaafe 1731' ^-ngecommitteerdo " Ra3den J Vfinden! O » voor het toekomend de uitgif. „ „ en 0f verkoopkan van Landen en Gronden van de Gooi'. „ „fthe Heide, niet anders te doen als na dat die van Gooiland „ „ daar over zullen zijn gehoord , en derzelve confideratien „ „ daar over zullen zijn ingenomen; »•> dat de erfpachten » d.e voorde confenten jaarlijks zuilen worden betaald, ofte „ de penningen die van de verkopinge van eenige gronden of ., „ landen komen te provenieeren, zullen bij de Graaflijkheid, „ en- bj d.e van Gooiland genoten cn geprofiteerd worden elk! ■ „ de helft: 3 ) dat zo ras de afzandingen op Gooiland weder„ om vnj zullen gefield zijn, Gecenseerde Raaden en die  DOR P-B ESCHRIJVER. (Laaren) 3 „ „ van Gooiland gefamenlijk een begin zullen doen maaken met „ „ de Gooifihe Heide aftezanden , ter plaatfe daar zulks dtenftlg ,, „ en meest profijtelijk zal geoordeelt worden, zonder dat aan „ „ iemand anders permis/ie om te zanden zal worden vetleent, en dat tot meerdere bevoordering van de voorfz gemeene afzon* ,, „ ding de landen en gronden die van de voorfz. gooischs hmds „ in tijd en wijlen, liet zij bij koop confent ofte erfpaclrt mogte „ ,, worden verkregen, niet zullen mogen wirden afgezand' —~— ,, en het is ook gelijk wij verneemen onder die voorwaarde, als „ mede dat hetzelve niet met hout mag beplant worden, dat ,, de ftreek Lands of Heide achter 'sGraveland liggende (zie ons) ze befchrijving van dat dorp,) is uitgegeven. „ Jaarlijks word, op den 27 maart, te Naarden eene vergndering van Stad en Lande gehouden, wanneer gelijk ook cp de „ buitengewoone vergaderingen, uit alle de plaatfen van Gooi,, land, één of twee Buurtmeesteis of ook wel één Buurtrnees. „ ter met één of twee Leden uit het Gerecht, ter bij woon inge „ dier vergaderinge, worden afgevaardigd. „ De opgezetenen van dit district, of liever de Erfgrooiers, zijn niet bepaald tot het beweiden van hunne bijzondere ,, Meent, maar ieder Erfgooier mag fchaaren of zijne beesten „ weiden op welke Meent hij wil, doch alleen d^n wanneer hij „ zig op zulke eene plaats met der woon begeven heeft ." In den jaare 1762, is, deeze Meente betreffende, eene breede Willekeur of Schaarbrief, uitgegeven, waarin desaangaande ai , b geregeld is; en wegens het weiden van fchaapen op de heiden, onder anderen bepaald wordt, dat Blaricum zal hebben; „ Esr* „ ftelijk de heijde welke gelegen is beoosten de Huijfer weg, „ die van Huijfen op Laaren loopt, (trekkende ten oosten to« „ aan het Tafelbergje, en voorts een drift van 20 roeden breedte „ benoorden het Tafelbergje, om op haare verdere heijde te ,, kunnen komen: verder al de heijde welke ten fuijdoost ,, het Tafelbergje, van daar op de Leeuwberg, en van daar op „ de Kruisberg, tot aan de Bhricummer enge gelegen is, en van de Kruisberg noord westwaards op tot aan Cmailoo, cn weitA a  4 DE NEDERLANDSGHE STAD en ,. waards op tot aan den ordinairen weg die van Craailoo opZas«sloopt: nog de heijde die overdenzelven weg westwaards „ op, benoorden de fuijder Botweg tot den nieuwen Amersfoort„fchen weg is liggende, ook de infchikkeling, loopende ten „ westen van het Craailoofchc hesch, daar onder begreepen, zo verre het felve aldaar gelegen is , tusfchen Craailoo en den ,, voorn. meimenAmersfoortfchenweg,endenfuijdeflijkftenHuijfer „ Botweg, (des dat Laaren van ter plaatfe, of daar de Neng. „ fchetding tusfchen Laaren en Blaricum is liggende, langs de „ Neng van Laaren westwaards op tot aan den Naarder weg op „ Laaren, behoude een ftreek heijde ter breedte van 5o roeden !? en van denfelven Naarder weg tot fuijdwestwaards oP aan de ?, voorn. Amersfoortjehen weg, eene breedte van iqo roeden „ of ter breedte van de Laarder Neng af tot aan den luide,, hjkften Huijfer Botweg.) „ Beneden de Neng tusfchen Laaren en Blaricum, fal het dorp Blaricum behouden en genieten al het gemelde veld „ van den Koedijk af, (liggende aan de Gemeente, tot half „ wegen het veld tusfchen het eijnde van de nieuwe Camp en ,, de L.mtetpaal, ftaande aan de Gooijer gracht over de Emoes. „Jet gemeene Jieeg, en fal het voorn, veld tusfchen de Laar. „ der Neng, en de voorn. Gooijer gracht in fijne breedte, fijn ?, bepal-cg en fcbeijdiug bekomen aldus: met te moeten roijen „ beneden aan, en van de Neng alwaar haarlieder befchrijving ,, is, van daar lijnrecht, tot aan de Gooijer gracht, daar men „ het midden heeft van het veld, liggende tusfchen het fuij, ,, de'tjkfte eijnde van het nieuwe Camps hosch. en de voorn. ,, Limietpaal; al 't gunt aldus ten noordoosten van defe fchei> „ ding ligt, zai aan Blaricum behooren, en is tot voorkoming ,, van 't veröuijsteren defer febeiding goedgevonden dat eeq teken za! worden gefteld beneden aan de gemelde Nengen, „ ter plaatfe van henlieder befcheidinge, en een ter plaatfe „ voor gemeld aap de Gooijer gracht, roijende lijnrecht op mai^ H fcanderen.'* J ■ * ~ fe teH YS'g?P.d artijkel wordt gezegd, /i  DORP-BESCHRIJVER. (Laaren.) § „ Laaren falbeweiden alles wat om haar Nengfcheiding ligt, „ exempt dat aan Htr'jfen, Blaricum, Naarden en Busfem hier voor reeds is toegefchikt — — verder fal de fcheiding ,, tusfchen Hilverfum en Laaren zijn, uit het Stigt van de hui„ fen van de hooge Vuurt af te fien, en fo voords tusfchen de Limietpaalen N». 8 en 9, en van daar op den wester„ hoek van de Laarder Warneer, en van daar lijnregt op een „ grooten fteen, leggende tusfchen Hilverfum en het Laarder „ Kerkhof daar de voetpaden van Hilverfum op Laaren in één loopen, en van daar op ArdjesUrg en Langehul, des te ver„ ftaan dat alles wat van deeze fcheijding ten noorden gelegen „ is aan Laaren, en ten fuijden van dezelven aan Hiirerfum ge„ laten wordt." Van den naamsoorsprong hebben wij weder geenig bericht hoegenaamd, kunnen inwinnen, even weinig als van de stichting des dorps: de oorzaak derzelver, de oorzaak der ftichtinge van eenig dorp, zeker, kan ook zodanig toevallig weezen, dat men juist geenen eigenlijken ftichtcr deszelven met naame zoude kunnen noemen, al ware het ook dat men nog eene eeuw of anderhalf vroeger geleefd hadde; vooral is zulks Waar omtrent onze Nederlandfche Dorpen: onze Republiek is ten ?llen tijde een Land geweest, grouwzaam gefchud door inwendige beroeringen, derhalven heeft het zekerlijk niet zelden vrienden van den vrede genoodzaakt, of liever, doen befluiten, de fteden of den omtrek derzelven te veriaaten, ten einde op een afgelegen pleksken hunne hartsgodinne, de lieve Vrede, naar hun genoegen te kunnen dienen: de voorgangers kunnen volgers gehad hebben ; vooral is zulks zekerlijk het geval geweest, wanneer die voorgangers zig bij hunne uitwijking wel bevonden hebben; en op die wijze zal er, waarfchijnelijk, menig Nederhndsch dorp ontdaan weezen; ook is het zeer denkelijk, dat de bewooners deezes Lands, in vroegere tijden, even als nu, genoodzaakt geworden zijnde hun eigen onderhoud te zoeken, vooral door dat ons Land, door de daarin aanhoudende troubelcn, zig nimmer fterk heeft kunnen toeleggen op A 3  6 DE NEDERLANDSCHE STAD- en van fabrieken als anderzins, de gelegenheid des Lands we, rasch onderzoehr, en bevonden zullen hebben, dat zi o £ ze plaats met de visfcherij, op geene met de, mei Lij, op eene andere met den iandbouw, op wéér eene andere m het baggeren, aan een eerlijk beilaan konden komen, a!w rom ieder Zljn keuze uit die eigenfchappen gedaan kan hebh" Jg ter uitoefeninge van die keuze op de gefehiktfie p als ' eT^de h6bb? m°SeIijk ^ - da" te ge.uk, de gezegde eigenfchappen des Lands hebben de on- derneemeren zekerlijk wèl doen flaagen, en zulks kan Z weldra medelanders hebben toegebragt; op die WJ e lun „ zeer rasch gehuchten ontdaan zijn; de welvaart zal hun eZ nmerking hebben doen verdienen; de beheerfchers des La 's zullen hun als een eigendom benaderd, eene regeerinesforr, gegeven hebben, en op die wijze kun'nen veele" oXftaan weezen, zonder ^ men P n of d,e ZlJn de aanleggers derzelven geweest: men voege biT b.;, dat de Godsdienst, in ons Land, ook altijd zijne ü d vastige, ,jveri en des lonijke aanhangers gehad C et noemdeT-"1 rT? **** " ™ in de noemde b.jeenfchoohnge van landgenooten, eene kerk van deeze of geene gezinte aanteleggen, waardoor derhaiven de buu« tot een dorp zal verheven weezen. De GROOTTE 7 ' 71 voet weiland, 126 morgen. LÏS'r" idamWei,a"d' 126 ^en, 656 roeden "bes geestland, i20 morgen, 622 roeden flecht geestland, en is opgemaakt, 152 huizen, m andere lijsten beloont  DORP-BESCHRIJVER. (Laaren.) ? Het WAPEN Van dit dorp is een roode Warrekram, op een [zilveren veld. KERKLIJKE en GODSDIENSTIGE GEBOUWEN. De Gereformeerde kerk, die hier in de eerde plaats genoemd ' moet worden, ftond weleer alwaar nu het Laarder kerkhof gevonden wordt; dit draagt nog heden den naam van 't St. Jont kerkhof, gelijk ook de kerk aan joannes den dooper was toegewijd : de huislieden waren in de Spaanfche beroerten niet magtig om deeze kerk vrij te houden, van het geboefte dat er zig dikwijls in legerde, en fterkte; des werd zij, op last van 'sLands Staaten, afgebroken; „en de ingezetenen," dus luidt het geen wij desaangaande leezen, „ behielpen zig met de „ kapelle, die in het dorp ftond, en welke de tegenwoordige „ kerk is: zij was," dus gaat de befchrijver desaangaande voord: „ in den jaare 1618, zo zeer vervallen, dat de in„ gezetenen zig onmagtig vonden , om ze te herftellen, ,, waarom zij bij de Staaten verzochten, dat dit gebouw, voor „ die enkele reize, uit 'sLands middelen, in behoorlijken ftand „ gebragt mogte worden, met belofte dat zij in 't vervolg „ van tijd, voor het onderhoud zouden zorg draagen:" niettegenftaande de gezegde herftelling, vertoont het gebouw zig zeer oud; er ftaat een agtkanten toren op, naar den Gottifchen loumrde ingericht; verder heeft zij, van binnen, niets aanmerkelijks genoeg om er eenige melding van te maaken. De Gemeente alhier, gecombineerd met die van Blaricum, wordt, gelijk onder Blaricum reeds gezegd is, bediend door den Wel-Eerwaarden Heere ca r ei. aeijelts, behoorénde onder de Clasfis van Amft4dam: het fchoolhuis is er vrij goed. Wat het voorgemelde kerkhof betreft, hetzelve ligt ten westen van Laaren, naar den kant van Hilverfum; het beftaat een vierkant pleintjen, gelegen op een heugel, en omringd van een aardene borstweering: „de Rotmsckgezinden', zegt men. „heb-  * DE NEDËRL, STAD- en DORP-BES. QLuken.) » ben er gfoote eerbied voor, en vorderen dat aldaar verfehel, dene mirakelen zouden gebeurd zijn, ja men wil zelfs, da* >, ze er nog hunne aandacht, bij wijze van bedevaart, verrictf* ten; ^f' Z£ker' Verkïezen er ^graven té worden: men „ vmdt O JL P HILVERSïïM» O'^er de dorpen van het aangenaams Gooiland, munt 'net bovengemelde in veele opzichten uit, of fchoon het op 't eerfta aanzien niet voor zodanig gehouden zoude worden, vooral niet met betrekking tot deszelfs grootte; uit onze volgende aantekeningen,(die wij,bijna allen,Van de waardigfte hand, en uit de plaats zelve dankbaarlijk ontvangen hebben,) zal blijken dat Hilverfum, zelfs Naarden , dat den naam van Gooiland'x hoofdftad draagt , overtreft in getal van huizen, inwooneren, en bloei. LIGGING. Deeze is op de Gooifche heide,omtrent ander half uur gaanda van de ftad Naarden; de ligging is voords ten hoogften aangenaam , alzo men den heuvelachtigen grond, rondsom het dorp, voor het grootfte gedeelte bebouwt met rogge, haver, boekwijt, enz. welke bebouwing de aangenaamfte landlijke ge. zichten oplevert , en in den bloeitijd der gezegde graanen, Vooral van de boekwijt , veele Amfteldammers en andere na* buuren derwaards lokt, om zig met het befchouwen dier bevallige tooneeien der Natuur te verlustigen: beklimt men het zoge' naarnd Trompenbergen (*} zo vertoont zig als in één oogen- (*) Dit Trcmpenbergjen zegt men, zijn' naam ontleend te hebben van den Hollandfchen Admiraal tromp, ten wiens gebruike men het zelve had af ge/taan; en fommigen beweeren dat sp deszelfs top door hem een coupe! gebouwd is: men weet dat die dappere Held ziin hof ftede in het nabijgelegen 'sGraaveland had: (zie onze befchrijving van dat dorp). A  a DE NEDERLANDSCHE STAD- tn blik voor ons gezicht de blauwe heide, en vruchtbaare akkers , die met het goudgeel graan pronken, terwijl de boekwijt als een zee van melk zig vertoont — verder ziet men van daar bosfchaadjes, weiden, een menigte torens, en ook een gedeelte van de Zuiderzee, waarin men niet zeldzaam met het bloote oog onderfcheidene fchepen zien kan - het dorp zeif is in zijn bevang mede zeer aangenaam gelegen, ter oorzaake van deszelfs boomrijkheid , die zeer groot is, waardoor het op fommige plaatfen het aanzien van eene aangenaame lusthof bekomt. Weleer, gelijk blijkt, uit de brieven en raporten van pieter cornemszoon hooft, Bailluw van Gooiland, fchijnende inwooners, over't geheel genomen, beantwoord te hebben, aan den algemeenen aart der bewooneren van het Gooiland, die naamlijk vrij kregel van aart waren; dan, fints een balveeeuw zijn zij aanmerkelijk ten goede veranderd, en wanneer men het groot getal ingezetenen in 't oog houdt, zal men moeten erkennen , dat, in vergeüjkinge van andere plaatfen, die minder inwooners hebben, hier zelfs minder ongeregeldheden , dan wel elders, gevonden worden gewoonlijk zegt men ook dat de vrouwen veel werks maaken van het tabaksrooken, doch dit is federt een reeks van jaaren mede zo zeer verminderd, dat deeze gewoonte nu nog flechts onder eenigen der geringlle vrouwlieden gevonden wordt* terwijl de burgervrouwen het tabaksrooken zig, hier zowel als elders, tot eene fchande zouden rekeren: die van Hilverfum, zo wel als de Goojersover het algemeen,zijn van zeer oude tijden afbekend geweest voor een ftrijdbaar volk: uit zeker handfehrift van een' fchoolmeester te Naarden, vinden wij desaangaande aangetekend, dat zij in bujtenlandfche oorlogen aangenomen werden; daar zij alle andere volken in ervarenheid van krijgskunde te boven gingen, en onder de geoefendfie krijgslieden gefteld werden: „ dat zij, of tot hjf„ wachten der veldheeren werden verkozen, of in de voorfte „ ipus pal ftonden in eenen veldllag; dat zij dubbelde foldij „trokken, de dagordes aanvoerden, de krijgsamten bekleed„ den , en, m 'c kort, voor dapperder dan alle anderen gere. „ fcend werden: in de oorlogen hunner Vorften tegen Gelder„ land, Frankrijk, en van de Keizeren tegen de Turken of „ eenigen anderen magtigen vijand, werden zij, op milde'be„ zoiding, ten ftrijde ontboden ; zo dat zij, volgends dit ver-  DORP-BESCHRIJVER. ([Hilverfum.) 3 „ haal, ten a!kn tijde, bewijs gegeven hebben van hunne on„ venfaagheid." NAAMSOORSPRONG. Hier van vinden wij niets aangetekend, en hebben er ook, niet tegengaande alle mogelijke navorfching, niets van kunnen ontdekken; waarom wij dit artijkel verder met ftilzwijgen moeten voorbijgaan. STICHTING bn GROOTTE. Zo weinig als van de naamsoorfprong des dorps geweten wordt, zo weinig wordt ook geweten van deszelfs ftichtir.gi dit is zeker, gelijk uit voorige handvesten en refolutien der oude Graaven en Hertogen blijkt, dat Hilverfum mede een oud Dorp is, en het is hoogstwaarfehijnelijk dat het zijn begin genomen heeft met herdershutten, terwijl de gelegenheid des lands allergefchiktst was voot de fehaaphoederij: deze gedachte wordt alleramneemelijkst gemaakt , door zekere gadering, welke hier éénmaal 'sjaars gefchiedt, onder den naam van Schozgtld, en , dat bijzonder is, 'tgeen elk betaalen moet,is uitgedrukt met zekere tekens, 't welk in die oude tijden voor ieder duidefjk was — wat de grootte des Dorps betreft , de platte betimmerde grond wordt ten minden op 50 morgen gefield de bebouwde gronden welken het Dorp omringen op 800 morgen, de gemeene weiden op circa 500 morgen; voords nog gedeeltelijk bouwen gedeeltelijk wei land, aan onderfcheidenen op erfpracht uitgegeven , zamen min of meer 500 morgen , behalven een zeer aanzienlijke ftreek , zogenaamd? Maailanden, gelegen onder de banne van Hilverfum aan de Zuiderzee, welke zonder andere bemesting, dan die welken de zeevloeden 'swinters aanbrengen, jaarlijks aanmerkelijk grasgewas opleveren: eindelijk zullen,de onbebouwde heigronden bijna 2000 morgen ultmaaken - Het getal der huizen wordt in de verpondingslijst van den jaare 1732 gefteld op 463. en daar dat getal op die lijst van honderd jaaren vroeger, (1632.) decbts 146 is, ener thans reeds 500 opftaan, waarbij rog eenigen , binnen weinig tijds gebouwden, gevoegd zullen worden, getuigt zulks van den ongemeenen bloei des dorps in de gezegde jaaren: deeze bloei heeft het onder anA 3  4 DE NEDERLANDSCHE STAD- én £nTd7^ b°-n reed» CPr3. het niet dat het bereiden van de heigronden ter bebouwinge groo- Lnrifd 'nhadde' °f iieV6r 8r°0te geiteen ko tenTereischte en daarom te weinig voordgezet wierd : en wat zou het gevolgdaamn weazen? wat anders,dan dit zo heüznam ,Tat e duizende handen, welken nu , door gebrek aan arbeTd in ledigheid vereven, bezigheid , en de zamenleevTg eené rij den eTzo^lf" * «Schaft L*„ïï oen , er zoude altoos nog genoeg heigronden, die geheel onee. bl !venZUn 2 bebrVT' V°°r * der rcS pe ove heeI nnH ,1 " ' **■ bMWd 6U bemest> Wjna nergen gehe ondankbaar is; ,zie onze befchrijving van 'sG^aveLd cuaz. 15.) — Hilverfum is zijnen bloei mede verfcbuldigd aan de weevenjen, welken aldaar federt langen tijde z, n gtweest ho, der r°"erS dltD°rP WOrde" b^00t te ^ op agt honderd huisgezmnen, waaronder Gereformeerden, Roomfchen janfcnuten, en zes-en-twintig Joodfchen. ' WAPEN. Dit is een groen veld, en op hetzelve vier boekwijt-korrels. KERKLIJKE en GODSDIENSTIGE GEBOUWEN De Gereformeerde Kerk, welke hier in de eerfte plaatst in anmerktng komt is een gebouw van welks eerfteSnï rn^ n-ets weet; fommigen wiJIer), dat de2dve * chiekerk en aan st. vITÜS toegewijd was: in 76ö wa's de voorgaande Kerk, op flechts de muuren na.mer het LornTamS gedeelte des dorps, door de vlamme verteerd gewordeT (ï bouw, at op zondag den 3 Julij lj6S fegewijd Ld , dXen toenmaahgen leeraar johannes Wilhelmus van visuw zeer net en in alles aan het oogmerk beantwoordende: he zelve is breed 49, en lang 74 voeten, behalven het choor, het wélk breed 26, en lang 39| voeten is - van binnen pronkt de kerk met een goed orgel, waar bij een orchest dat op twee nette co lommen rust; hetzelve orgel is vervaardigd door ABRAHA ' meere orgelmaker te Utrecht: men vindt daar op l6j £l£ ters. 2 daveren, en een aangehangen pedaal, e„ ;s door ^  DORP-BESCHRIJVER. (Hilverfum) 5 tegenwoordigen Leeraar, Gode en zijnen dienst toegewijd den 30 Julij 1788 (f) — binnen in de kerk vindt men voords een fraajen predikftoel, drie groote koperen kaarskroonen, noodige banken voor Regeering , Kerkenraad en andere perfoonen, en meer dan 200 vrouwen ftoelen, behalven nag een gedistingueerde bank voor den Bailluw van Gooiland, en 2 banken voor de Heeren van de buitenplaatfen van 'sGraavenland, War het uitwendige des gebouws betreft, het pronkt met een fpitfen toren , en ftaat op een groot kerkhof dat met een* muur omgeeven is: in deezen muur, tegen over den ingang van de kerk, is een vry aanzienlijk ijzeren hek, tusfchen twee vierkanten fteenen pijlaaren: boven op de pijlaaren ftaat, op die aan de linkerzijde, het wapen van Holland, eniop het andere het dorpswapen bovengemeld; beiden door leeuwen gehouden: op het voorfte vlak der pijlaaren , boven aan, is, ter eene zijde, uitgehouwen een fchip, en ter andere zijde een wereldkloot: onder het fchip leest men den naam van j a n j a n s z. perk, en onder de wereldkloot, japje rijk se nagel: deeze waren echte lieden , en hebben het gezegde hek aan de kerk gefchonken: zijnde hetzelve in den brand vau 1766 onbefchadigd gebleeven. Terwijl wij thans van kerk en kerkhof fpreeken, kunnen wij niet af tevens melding te maaken van de nieuwe buitenbegraafplaats, welke hier ter plaatfe gevonden wordt; en zeker niet weinig ten bewijze dient, hoe de ingezetenen deezer plaatfe wel te leiden zijn, indien men voorzichtiglijk handelt, en den weg van overredig met hun inflaat: dit heilzaame werk heeft zijn volkomen bcflag gekreegen, en't geen niet wejnig verwondering baart bij hen die weeten, hoe het grootfte deel der ingezetenen den Roomfchen Godsdienst is toegedaan; allen, zonder onderfcheid , hebben een bijna veertienhonderdjaarig voor« (*) Het vorige orgel was mede door den hrand verteerd, — meer dan 20 jaaren had men zig zander zulk een nuttig kerkinftrument bc. holprn dan, den 28 Jan. 1786 werd bij de Regeering deezer plaatfe geresolveerd, om een plan tot goedmaaking der kosten voor een nieuw Orgel voor de gemeente ter tekeninge te leggen, 't welk met het goed voorbeeld ér Regenten, zulk een gewenscken uitwerking hadt, dat men weldra in Jlaat was gefteld om etn nieuw Orgel tt laaten vervaardigen. A 3  6 DE NEDERLANDSCHE STAD en teKrT:?? ïteïggen*door hunne lijken n;et meer bi™en Dorp en de Kerk .maar buiten hetzelve te iaaten begraaven • 0tl'r,nSd ra« eenen muur, 6 voeten boven den grond; dé SS hek !f!enh0f " h6t midde" ---«een Jj^eren hek, op welks pilasters de woorden Gedenkt te flerven SST T"" tCgen 0Wr dit hek ™dt -en ee frlf o rSS? °P eene" k,eine" heUVd ™ ^ zoode": °P keis ff Z men' b6haIVen ee" d00dsh00fd en tweefchin- de tot l'rt ^ deGZe infcn>tie: H«M *«« ve¬ der tot aarde, gelijk het geweest is, en de geest kee t weder tot God die hem gegeven heeft, en daar onder salomon — De oegang tot deeze ^ rustplaats ^ ^ JD- ï^'lïw^.r- dUbbeWe rd ijpen" e" fParrer-b0°" men terw.j!alles ,„ de volkomenfle orde, en zo zindeirk gehouden wordt, dat ook deeze buitenbegraafplaats, liginde tusfchen het golvend koorn , fa veele oPztehten, mar f en hof gehjkt: z,j ftaat onder bijzonder ^ ^ ' een™ ziener en Boekhouder - Op den eerJdag van het K K l m£" \;*rfle W Idwr gebragt, waarbij Regeering en heet mTn alf Hfer,d,',; ™ dien '*d af' » h^en to" Ï " wi de h ^ ? dCeZe n'eUWe b^raafP!a- I*** rS'al één ^ ^ H^ ^ ^stvriesland mS%e\\S /dde" gCgeeVen °m de grave" der tok te ftu.ten.tedersgraf 0f graven op deeze bui f , f maar ook gaven zij dispenfati Vafi 1 VS" tr°UWen » be^ven ."dat: ten nfar ffi -?r' ge(la£ueerd' 20 dat van de lijken van bui- en w te f'r WMe' n,'et meer da" éé"s> en wel tei plaatfe van het overlijden, 'sLands recht behoef S 'fad^ - °rerfCheide"e «™» «* -ds aan ïn z.enl.jke ,ieden, buiten deeze plaats, verkocht, en er doetzigniet wetmg hoops op, of deeze begraafplaats die vooral om detze) hooge hggmg (daar men veilig ftellen mag dat zij meer c „ 3o a 40 voeten boven het water ligt; boven anderen, welke m ons Vaderland gevonden worden, verre te verkiezen is, zal weldra hoe langer hoe meer van elk gezocht worden —D-r Kj de grafnaald , ziet men een graf, met een groote zerk  DORP-BESCHRIJV ER.' (Hilverfum.) J waar op de naam van jan abraham dedel, 1793— De conditiën, waar op men recht tot een graf kan bekomen, be« nevens het bericht, worden , behalven hier ter plaatfe, ook te Amjleldam, (gratis,) uitgegeven bij de Boekverkoopers w.holtrop in de Kalverjïraat, d. en j. dol, in de Oudenbrug/feeg, en h. brongers over de Beurs — welk rechtgeaart Vaderlander wenscht deeze plaats, met zulk eene nuttige inrichting, niet van harten geluk.' en wie, die flechts eenige menfchenliefde in zijn binnenfte koestert, verlangt niet hartlijk, dat men , vooral in volkrijke plaatfen in ons Vaderland, aan zulk een heilzaam werk eens eindlijk de handen flaan mag en gaan Regenten met hun goed voorbeeld voor, weldra zal men dan ook, gelijk wij vertrouwen, ondervinden, zo als men hier te Hilverfum ondervonden heeft, dat de ingezetenen niet zo gehecht zijn aan voorouderlijke gewoonten en vooroordeelen, of zij zijn, wanneer men hun op eene befcheidene -wijze het wanvoegelijke en fchadefjke onder 't oog brengt, ook in ftaat om dezelve te beftrijden en te overwinnen. De pastorij is in een zeer goeden ftaat, dezelve is een zeer fpacieus gebouw van den jaare ,767, met een goede tuin er ach. ter; en , daar het woonverblijf van den Predikant, vdór dm geweldigen brand van 1766 kort bij de kerken toren was, bijna zonder eenig uitzicht, is de tegenwoordige pastorij geplaatst voor aan den weg, die naar 'fGraaveland, Soestaijk enz. leidt, en om de menigvuldige pasfage een alleraangenaamst uitzicht heeft. Het Schoolhuis ligt aan de andere zijde der kerk; en is in alles aan het oogmerk beantwoordende. Op het dorp is voordseen vrij aanzienlijk weeshuis, in 1786, door den braaven Amjlerdammer, de Heer h. hovie, om zijne onbepaalde menschlievendheid en mededeelzaamheid aan de armen zo bekend als bemind, opgericht; het getal der inwooners van dit huis, zo ouden als jongen, is tegenwoordig 71, waar onder er bijna 50 zijn,voor welken de voornoemde menfchenvriend betaalt; terwijl zijn Ed. verderop allerleie wijze in den nood van dit huis voorziet — Dit weeshuis wordt geregeerd aoor a Regenten en 2 Regentesfen, die eene vader en moeder onder zig hebben. De Roomfchen hebben er eene goede ftatie , die bediend wordt door een' Pastoor en een' Kapellaan: de Pastoor is thans A4  8 DE NEDERLANDSCHE STAD- en de Wel Eerwaarde Heer Wilhelmus holscher de Roomfchen moesten te voren hunnen godsdienst buiten de plaats vernchten, en gingen daar toe meestal naar Laren of Busjem , doch tn den jaare 1784 den 33 September hebben izij ,op verzoek, permisfie bekomen tot het bouwen eener kerk (*), *t welk een groot en fraai gebouw is — naast het kerkgebouw ziet men de pastorij, zijnde zeer net betimmerd , en met allerleie gemakken voorzien - achter het huis en kerk ligt een zeer fchoone moes- tuin, fraai bosch en engelfche tuin het getal der Room/eken alhier, zo oud als jong, wordt bepaald op 18 a 3900 zielen. Ook is hier een talrijke Janfeniste gemeente, die op 700'leden berekend wordt : deeze wordt mede bediend door een' Paftoor, en een' Kapellaan, zijnde thans Paltoor de eerwaardige, Heer j. b. ë. gijselinck: de kerk is ook een net gebouw, en m alles aan het oogmerk beantwoordende, de Pastorij is een tamelijk goed huis, waar achter een redelijk goede tuin. De Jooden hebben te Hilverfum een kleine maar zeer nette Sijnagoge, C't welk zekerlijk voor een dorp iet zonderlings gepoemd mag worden:) dezelve pronkt met een aartig torentjen, doch zonder klok daarin: deeze lljnagoge is ingewijd, 21 Augustus 17É9, WERELDLIJKE GEBOUWEN. Het rechthuis is hier niet, gelijk op veele andere dorpen,met een herberg vereem'gd; het maakt van binnen en buiten een zeer goede vertooning, en is kort na den brand van het jaar 1766 opgebouwd; van vooren heeft het een hoge ftoep, die aan wederiï.jde elftreden heeft, en met een ijzere leuning voorzien is m t midden iigt een' gang, ter wederzijde van welken de noodi ge kamers gevonden worden; boven ieder vertrek vindt men met vergulde letteren, voorwien hetzelve gefchikt is — beneden is de wooning van den Dienaar der Juftitie 5 het vertrek voor de Nacht wacht (die hier zo wel des zomers als's winters gehouden wordt) en eindelijk de Gijzelkamer- het gebouw is rondom voorzien met engelfche fchuifraamen - boven op de lijst van den voorgevel ftaat het HUverfumfche wapen: het gebouw pronkt yoords met een torentjen, waarin ook een klok hangt. C*) Deeze Kerk is ingewijd den 4 Julij 1786, zijnde toen de tjte preatmte daarin gedaan door den Eerw. HeerpAUivs, jSEYLE veld, Bosteer te Vleuten,  D O U P-B E S C H R IJ V E R. (Hilverfum.') 9 KERKLIJKE R E G E E RIN G.| ff De Gereformeerde Gemeente te Hilverfum uit meer dan 903 menfehen, zo oud als jong.beftaande, wordt bediend door éérien Predikant, zijnde thans de Wel - eerwaarde Heer frede. ricus ham, behoorénde onder de Clasfis van Amfteldam: de Kerkenraad beftaat uit den Predikant voornoemd, 2 Ouderlingen en 2 Diaconen, waarvan jaarlijks één Ouderling en één Diacon afgaat, en door anderen vervangen worden; ook zijn hier twee Kerkmeesters, waarvan 'er jaarlijks één afgaat. WERELDLIJKE REGEERING. Deeze is even als op genoegzaam alle de Gooifche dorpen: de Hooge Vierfchaar wordt er gefpannen door den Bailluw met de Schepenen van Naarden; voords beftaat de civile Regeering in «ien Schout en vijf Schepenen j er zijn ook twee Buurmeesters, en 4 Raaden, welke laatften gewoonlijk uit elk quartier van het Dorp gekozen worden; de Schout, en de jongst in dienst zijnde Buurtmeester, ftellen ieder een getal van vijf perfoonen, uit welk tiental, door den Bailluw vijf nieuwe Schepenen, in plaats van die in het voorgaande jaar geregeerd hebben , verkozen worden, welke vijf nieuwe Schepenen, onderden eed gebragt zijnde, eenen nieuwen Buuttmeester, in plaats van den oudften in dienst zijnde, verkiezen — vervolgends gaat men over tot het verkiezen van vier nieuwe Raaden, eenen Kerkmeester, enz. Het fchijnt dat het Dorp Laaren weleer met Hilverfum onder een zelfd Gerecht behoord heeft; immers in 1423 kreegen die van Hilverfum een handvest van Hertog jan van bekrin, waarin hij niet alleen aan den Bailluw het recht geeft, om , jaarlijks , op Vrouwendag, vijf Schepenen voor Hilverfum te kiezen , maar tevens ook fpreekt van eene banfeheiding te maaken tusfchen Larenkerfpel en Hilverfum; „ doch de Schepenen „ van beiden deeze Kerfpelen zouden zamen de breuken berech,, ten in het Gooiland, terwijl de beesten, waardoor misbruik „ in het bosch gebeurd was, verborgd zoude 'worden bij goed, dunken van Schepenen in den Dorpe, daar de eigenaar woonachtig was, en Schepenen van Hilverfum zouden hun eigen „ Land en hunne Meente- of Gemeente-weiden keuren , en berechten, gelijk die van Laaren voormaals pla ten te doen." " D* is zeker, (voegt onze geëerde begunftiger daar bij,) dat A S  io DE NEDERLANDSCHE STAD. en Hilverfum met Laren in het kerklijke te vooren is gecombineerd geweest; de fcheiding is gefchied in 1605. VOORRECHTEN. De Hilverfumfcte gemeente verkiest zelve haaren Leeraar de regeerende Kerkenraad, vereenigd met de laatst afgegaane Ouderling en Diacon, formeert een twaalftal, en daar uit een nominatie van vier Predikanten, uit welk viertal, door de mans ledcmaatcn, in de kerk daar toe bijéénvergaderd, eenen nieuwen Leeraar verkozen wordt of men de zogenaamde Buurtfpraaken, ook als esn bijzonder voorrecht kan aanmerken, kan niet zeker gezegd worden,maar dit weeten wij uit onder' fcheidene aantekeningen , die daarvan ter deezer plaatfe nog voorhanden zijn, dat voortijds in gewigtige gevallen, vooral dan wanneer het op de kasfe des Dorps aankwam, 't zij door den Bailluw, 't zij door de Buurtmeesters, het volk geraadpleegd werd, hoe daar in te handelen, terwijl de gemeente zonder onderfcheid van godsdienst, in de kerk werd bijeenver gaderd , waarin de zaak voorgeteld en met meerderheid va„' ; Hemmen daar omtrent gehandeld wierd. Eindelijk moeten wij hier nog meldins maaken van het voorrecht der Hilvcrfummers op het ftuk der Erfgoyers, (zie onze befchrijving van Laaren:) de Hilverfumjche meent of weide ligt aan de Noordzijde van Craaveland, is groot .gelijk wij boven zeiden, circa 500 morgen, door de runderpest, welke weleer zo ftreng hier te. land woedde, was dezelve in merkelijk verval geraakt dan thans is dezelve in een veel beteren ftaat, terwijl men dear op met zelden 600 beesten telt, 't geen een beter inkomen tot onderhoud oplevert ieder erfgoojer, hier woonende, heeft het recht daar op te mogen brengen 5 koejen, en een paard en voor ieder beest, betaalen zij,alle onkosten door eikanderen gere-kend, twee guldens — volgends refolutie op Stad en Landen genomen , hebben de Hilverfummers, tot herftelling van hunne m vorge jaaren zo vervallen meente, de vrijheid, om van de inwooners der andere Gooijche Dorpen, doch Erfgoojers zijnde, jaarlijks eenige veerfen en pinken aanteneemen. Over deeze meent zijn gefield twee Schaarmeeflers, die, terwijl hier een molen op deeze meent gevonden wordt, ook wel Moler.meefters genoemd worden - deeze menfehen hebben het opzicht over de molen, merken het vee, 't welk op de meent  DORP-BESCHRIJVER. CHiherfum.') tl gebragt wordt, en ontvangen de penningen, waarvan zij jaarlijks voor de Regeering des Dorps verantwoording doen moeten. Verder heeft men hier 4 Bekeurders, die vooral het opzicht hebben over de gemeene gronden, om wel toetezien, dat hiervan door niemand eenig misbruik gemaakt worde: oudtijds werden deeze menfehen boschbewaarders genoemd, onder welke benaaming zij nog jaarlijks worden aangelleld, zekerlijk om dat zij in vorige eeuwen het opzicht gehad hebben over een zeker bosch, gelegen tusfchen de bouwlanden van Hilverfum en de landen van Maartensdijk, het welk gefchat wordt groot geweest te zijn 314 morgen; doch welk bosch bijna geheel reeds verdweenen was, in het begin der zeventiende eeuw zonderling is het, dat thans hiervan geen overblijffel meer gevonden wordt, echter heeft de landftreek, die tegenwoordig bergachtig en met heide begroeid is, nog den naam van Goojerbosch behouden. BEZ. IGH EDEN. Deezen beftaan voornaamiijk in de weverijen — vóór het jaar 17Ó6 werden hier meestal lakenweverijen gevonden , die voor rekening liepen van Amjleldamfche Kooplieden, dan thans zijn de. zelve geheel vervallen — de ingezetenen zijn niet onvernuftig in het uitvinden, van dat geen 't welk tot hun beflaan dienen kan; bijzonder houdt men zig thans op met het weeven van zogenaamd Hilverfumseh wit en- gejlreept — finds eenige jaaren is men ook hier met goed fucces begonnen met het weeven van gang-kleeden en karpetten, welke fabriek meer en meer toeneemt — ook vindt men hier een fabriek van Daornikfche klee> den, en Schotfche tapijten, waar mede de gebroeders r e ij n niet weinig roems behaald hebben, terwijl de Oeconomifche Tak van Haarlem, tot aanmoediging, eerst per el, *t welk gedebiteerd werd, twee duivers, daar na één duiver gefchonken hebben, het geen binnen weinige jaaren eene fomma van meer dan drie duizend gulden bedragen heeft welke fabriek tot nog toe met goed gevolg aan den gang is; als mede die van éénen petrus haan, die finds 233 jaaren dezelve fabriek begonnen, en ook voorleden jaar in de vergadering van den Oeconomifche tak niet weinig roems behaald heeft — men telt hier 76 fabrikeurs, en men rekent dat er ruim joö getouwen aan den gang zijn — in  U DE NEDERLANDSCHE STAD- en meer dan ééne droevige omftandigheid van ons dierbaar Vader. Jand, waarin elders fabrieken kwijnden, zijn de Hilvcrfumfche fabrieken boven anderen voorfpoedig gegaan , dan , indien het oorlog nog lange moet blijven voordduuren, is er reden vom te vreezen, dat dezelve ook wel rasch aan het kwijnen geraaken zullen ; en hier door zoude niet alleen deeze plaats, maar ook eenige omliggende , eenen gevoeligen flag worden toegebragt, terwijl te Amer.foort voor die van Hilverfum, veel wol gefponnen wordt, in de omliggende Dorpen katoen, en bijzonder te Laaren het hair, waarom ook van daar bij::a ieder dag een vrachtwagen komt, waarmede de fpecie gehaald, en het afgewerkte t'huis gebragt wordt — men vindt hier oo.k aan het einde der Gooifche vaart een loojerij, die niet onvoorfpoedig is — verder telt men hier 60 a 70 boerderijen. GESCHIEDENISSEN, Deezen vinden wij, voor zoo veel bet vroegere gedeelte daarvan betreft, kortlijk dus befcorowmi (n de twcdpalt, „ tusfchen Holland en Gelderland, terwijl FtJ.irs v« Oosten. „ rijk, nu Koning van Spanje geworden, r.air DuUsthlmé ge„ reisd was , deed Hertog karei, van eomomd, die „ nen eisch op Gelderland levendig bicid, in den jare 7505, ce. „ nen inval in Gooiland, en verbrandde het d :rp Hito . ... „ der dat hij echter groote buit van dc ir.wocnerra kirei», alzo „ dezelven met alle hunne goederen weggevlugt waren." „ Het jaar 1672 was mede voor dit dorp zeer ongelukkig» in „ het laatst van de maand September, werd het door de Fran„fchin geheel en al uitgeplonderd, en alles wat zij niet konden ,, wegneemen, vernield." Wat de laatere gefchiedenis des dorps betreft , deeze is niet minder ongelukkig: op den eerften mai 1725 ontftond te Hilver. fum een zwaaren brand , waar door meer dan 50 huizen in de asfche gelegd werden — dan, dit alles was nog weinig bij de ramp, welke deeze plaats in het jaar 1766 door den brand geleden heeft ■—. het was op den 25 junij van het gemelde jaar, 'snamiddags tusfchen een en twee uuren, dat dees geweldige brand eenen aanvang nam ,en,'t geen opmerkelijk is, juist in het zelfde huis, waarin de voorige brand ontdaan was, waarin thans een. Joodfche Fleeschhouwer woonde; één van zijne huisgenooten, zegt men, had de onvoorzichtigheid gehad , om eenen  DORP-BESCHRIJVER. (Hilverfum) 13 sschpot met vuur te digt bij brandbaare ftof of hooi te zetten -— weldra was alles in beweeging , om, ware het mogelijk, den brand in deszelfs beginfelen te (luiten; dan eene (lerke oostenwind op eene langduurende droogte volgdende, verijdelde alle de pogingen der werkzaame ingezetenen — het vuur werd mee een ongelooflijk geweld door de lucht heen gevoerd, 't geen als een regen op de huizen nederviel, en daardoor dezelve, die toen meest allen in het dorp met riet gedekt waren, zelfs op eenen verren afftand, weldra in vlam zettede , zo dat veelen van hun, welke, geen gevaar voor hunne eigene wooningen vreezende, en die tot hulpe van anderen waren toegefchooten , fpoedig de droevige tijding ontvingen , dat ook hunne woningen door de vlam waren aangeltoken binnen weinig uuren waren meer dan 150 huizen, en een aantal fchuuren, gevuld met koorn en andere goederen, behalven het raadhuis, de pastorij, 't (choolhuis, en de kerk, waarin eenige ingezetenen hunne goederen geborgen hadden, doch die ook een prooi der vlamme werden, in de asfche gelegd: allerakeligst was de toeftand der ingezetenen ; van alles beroofd zworven zij als raadeloos tusfchen de puinhoopen vanhunr.eingeftortewoaningendoor:duizenden lieden van de omliggende plaatfen , maar vooral van Amfteldam , zakten derwaards om het jammerlijk tooneel van verwoesting in oogenfchouw te neemen, niet alleen, maar ook om de geruïneerde inwooners , ieder naar zijn vermogen, met eene gifte te vertroosten; en zo ergens, ter ciier plaatfe, en in die alJerjammerlijkfle omftandigheid , heeft de Barmhartigheid haare hand in zegening geopend; want de meelte inwooners waren van geheel hunne bezittingen en middelen van beltaan beroofd. Niet lang na deezen brand, werden eenigen uit de Regeering van Hilverfum afgezonden, om bij Hun Ed. Gr. Mog. verlof te verzoeken tot het doen eener colleöe, welke gedeputeerden zig nair den Prins Erfftadhouder begaven, om zijne hooge intercesfie in deezen te verzoeken, 't welk hun door Zijn Doorl. Hoogheid niet alleen terftond beloofd werd, maar daar en boven ontvingen zij van Zijne Hoogheid , tot onderfteuning der ongelukkige ingezetenen, de fomma van duizend ducaaten — weldra kreeg men verlof, om zig te mogen vervoegen aan de Regeeringen in de Steden en Dorpen , tot het verzoeken van vrijheid om eene colleöe re doen, 't geen bijna overal zeer wel geflaagd is : in Amfteldam alleen werd gecollecteerd ƒ54605-»!) 2; in de gantlche provincie van Holland, bragt de collecte op eene fomma van ƒ100739 5-;o ; in de provincie Utrecht collecteerde men zamen ƒ 7560-: - !4, dit gevoegd bij de voorgaande fomme, bedroeg de generale colleöe ƒ 1082996-8: niet weinig hielp zekerlijk zulk een aanmerkelijke fom, dan dezelve was echter niet toereikende tot eene voikomene vergoe. ding der fchade, terwijl ieder, welke met eene beéedigde ver-  14 OE NEDERLANDSCHE STAD- klaring zijn verlies moest opgeven, en van de collecte profiree* ren wilde, van eiken gulden omtrent zes Huivers en zes penningen ontvangen heeft: gelukkig intusfchen dat de zulken zie niet alleen verbinden moeiten tot de opbouwing van hunne afgebrande woningen, maar ook dat hunne huizen, volgends de refoiutie van gccomm. Raaden, met pannen gedekt moeten worden:eere wij-e voorzorg voorzeker! daar tog de ondervinding in het jaar 1766 te Hilverfum geleerd heeft, hoe de brand, doordien de meelte huizen met riet gedekt waren, niet te blusfchen was, en men integendeel ten dien tijde fommige huizen, waaronder zelfs het koepeltjen der pastorij, om dat zij met pannen gedekt waren , fchoon zij van alle zijden als omringd waren van de vlam, heeft kunnen behouden. Verder wierd de Regeering van Hilverfum tot opbouw der pubheke gebouwen, nog toegelegd door hun Ed. Gr. Moe. gelijk wij verneemen uit het geeftlijk comptoir, eene fomma van tien duizend guldens — terwijl daarteboven de Heeren Staaten van Hollanden TVestvrieslandvrijdom vergunden, van ordinarire en extraordinaire verpondingen van de afgebrande huizen, voor den tijd van ao jaaren, als mede van den impost op de grove waaren en rondemaat, van de materialen .welken niet alleen tot den opbouw van de kerk, pastorij, fchooi en rechthuis, maar ook van de afgeorande huizen zouden worden gebruikt. Onbegrijpelijk is het dat zulke beklagenswaardige gebeurtemsfen, die zeker op het platte land van onze Republiek niet zeldzaam zijn, (immers hebben wij binnen weinige jaaren, de dorpen IVestmaas en Amftelveen, door den geesfel des vuurs kort na elkander allerjammerlijkst zien teisteren?) 't is onbegrijpelijk, zeggen wij dat dergelijke gebeurtenisfen nog niet kunnen doen be«uiten tot het daarlieten van reddingsmiddelen , in zulke gevallen alleen dienftig zijnde, als een behooreüjke voorraad van water, en een toereikend getal van brandfpuiten — elders in ons werk hebben wij daartoe, naar ons oordeel, den besten raad aan den hand gegeven, dan, wij hebben het genoegen nog met mogen hebben dat dezelve ingevolgd is , althans niet in het voornaamfte gedeelte daarvan ; wel zijn op het eene en andere dorp, meerdere en betere brandfpuiten aangelegd; maar nog nergens heeft men voorraad van water aangefchaft ; dit nu aanwezig zijnde, zal men niet ligtlijk weder een geheel dorp, of het grootfte gedeelte deszei ven, door het vuur zien ^verteeren; immers is zulks zelden, of liever nooit, het lot der upden ? een voorbeeld daarvan verftrekt het dïgtbebauwd Amfteldam; hoe zeer geheel de ftad als maar één eenige wootóng lebijne tc weezen , zo dat er meestal tusfchen huis en huis, zelfs de lucht niet kan doordringen, wordt echter, hoe zwaar een' brand er ook moge ontdaan, nooit meer dan het erf waarop het ongeluk voorvalt, door het vuur verteerd; en dit zoude ook op het platte land gebeuren, ware het dat men de be-  DORP-BESCHRIJVER. (.EUverfum.) 15 noodigde middelen daartoe aanfchafte: wat Amjleldam aangaat; treffender voorbeeld, ten bewijze van onsgeftelde, zoude niet aangevoerd kunnen worden, dan dat van den overal bekenden eisfelijken brand in den Hollandjchen Schouwburg; ene oceaan van vuur, geweldiger dan ergens bij menfehen geheugen heeft plaats ge. had, was echter niet vermogend om de aangevoerde en te werk gefielde brandfpuiten te overheerfchen; de werking van deezen triumpheerde op het geweld des vuurs, tot zo verre, dat volftrekt geen van de belendene huizen, waarvan de Schouwburg echter rondsom geheel digt omgeven was, een prooi dtr vlamme werd ; de fchouwburg, ja, brandde ten gronden toe af, maar niet meer'. m .. In de jongstledene beroerten heeft Hilverfum mede zijn deel gehad; look hier heeft menPruisfischkrijgsvolk gekregen: eerst rukte de avantgarde aan: men zegt, dat even voor derzei ver intrek , door een van het genootfehp van Wapenhandel 't welk ook hier gevonden werd:, of door eenen anderen, gefchoten was, en dat dit ten gevolge had dat de Pruisfen, dit gehoord hebbende, hierom op drie huizen der voornaamfte, die zeer voor den wapenhandel ijverden, aanvielen, welke huizen weldra met de goederen d'e daarin gevonden werden, groothjks werden vernield.hier op volgde omtrent 50CO man, zo kavallerij als infanten!, onder commando van den Grave van van lottum, welk krijgsvolk , zo lang Naarden zig nog niet had overgegeeven, niet" ver van Trompenberg zig gelegerd had, zijnde het hoofdkwartier aan het einde der Qooifche vaan; na de overgaaf van Naarden, zijn een groot aantal Pruisjifche foldaaten bij de burgers, geduurende eenige weeken, geinquartierd geweest. Verder gedragen zig de ingezetenen, hoe zeer in denkbeelden vcrfchillende, zeer wèl. BIJZONDERHEDEN. Hier onder, kan men thans plaatfen het jachthuis van den Hr. piet er van loon, Oud-fchepen der Stad Amjleldam, 't welk zijn Ed. voorleden jaar op den top van den berg, die doorgaands Hoomeboek genaamd wordt, geplaatst heeft; dit huis heeft het ruimst en alleraangenaamst uitzicht, 't geen men zig immer verbeelden kan; zelfs het nabijgelegene zogenaamd Lcosdrechtjche bosch, is niet in den weg, terwijl men over alle boomen heen ziet — bet huis'vertoont een Burgt," wordt in een GotijchenJmaak opgelchilderd, cn geeft, zelfs op een grooten afiland, eene aartige vertooning. Verder vindt men hier nog een buitenplaats van deHr. arntzènius, Advocaat te Amjleldam, welke in het jaar 1793 is aangelegd: het voornaamfte uitzicht van het huis, is op zijde naar den kant van Hilverfum, over de uiigeflrekte bouwlanden en heide.  i6 DE NEDERL. STAD- en DORPB. (Hilvèrfüm.) KEISGELEGENHEDEN, Zondags vaaren 2 fehuiten van hfer naar Amfteldam, 'smorgens circa elf uuren; en 'savonds ten 9 uuren: Diugsdags en Don. derdags 's morgens ten elf uuren naar dezelfde ftad, van Naaizij wederom afvaren, Maandags, Dingsdags , Woensdags en Vrijdags, 'smiddags ten hal, een uur, liggende deeze fehuiten te Amfteldam op de Binnen-amftel tusfchen de Halvemaansbrug en Groeneburgwal: ook vaart er een febuit naar Utrecht, Vrijdags morgens ten elf uuren , die Saturdag te rug komt en ten half elf uuren niet ver van de Jacobie brug, afvaart: bij befloten water, rijdt Zondag en Donderdag 's mijdags van het dorp een wagen op Amfteldam, en van daar terug Jammer is het voor zulk een volkrijke plaats, dat de fchuit niet verder komen kan, dan tot omtrent een quartier uurs van het Dorp af, van waar de goederen die zij overbrengt, per as verder naar het Dorp moeten vervoerd worden — voor eenige jaaren trachrte men dit ongemak te verhelpen, door eene vaart verder heen te graaven, en men was waarlijk reeds tot op 200 roeden na aan het Dorp genaderd, dan dit heilzaam werk moest geftaakt woiden, door eene Refolutie van Hun Ed. Mog. die de afzanding van Naarden met kracht wilden doorzetten, ter meerdere verfttrking dier vesting, en daarom het verder afzanden bij Hilverfum verbooden - meer dan ééns heeft men op de opening der zanderij wederom op het vriendlijkst aangedrongen, en eindelijk heeft men nu, doch oneer gewigtige bepalingen, als onder anderen, om het zand niet voor ballast te mogen vervoeren, wederom tot de zanderij permisfie bekomen , waarmede men die jaar dan ook reeds eenen aanvang genomen heeft,doch wij twijfelen om meer dan ééne reden, of het volgend gedacht zig nog wel jal kunnen verheugen met de vaart tot aan haare plaats te zien; behalven de bovengenoemde fehuiten, rijden ook nog tweemaal in de week, en wel woendags en faturdags morgens een vrachtwagen op Utrecht, die op dezelfde dagen te rug. komt: verder rijdt er vifa verfa een wagen, Dingsdags morgens op Weeip, Woensdags op Muiden, ilonderdag op Naarden: Donderdag en Saturdags middags komt een kar van Amersfoort die op dezelfde dagen retourneert — 's winters bij beilooten water pas/êert door dee?e plaais ook een postwagen van- Amfteldm op Zwol, en te rug. HERBERGEN. Deezen zijn te Hilverfum de volgenden: De jonge Graaf var. Buuren 'T Bonte Paard Van mindere qualiteit zijn. "I Uil', verfumfche Veerhuis De Kcomdraager. De Reizende Man. Het roode hart. De twee eersigemelden zijn vrij aanzienlijke Logementen, en ook Uitfpanningen.  3ïrt ioftifk •& CKAATS1ATSTD, gelienjft denftelmften nijd, Gehcngt den metten aart van 's Krijg* Weeldelingen, Herinnertem« héld tkomp, die.ann'eLond. dlenö^^jd, •SLands vijand op dc Zee, ftoutraoedig dorft oefprin^n; mtTPorpeeToig Dorp , ueroemd dooi- Heeierij, Zet CooxnAlTB eer en Luifte* bij .   HET D O E- P J3Lt zeer vermaaklijk Gstifcnd, roemt met reden op het aangenaam dorp, zo even genoemd ; cn het welk te meer bewondering verdient , daar niet langer dan eene eeuw geleden, nog niets van deszelfs fraai beitond; want men vindt het ten dien tijde befchreven, als onlanden , vullingen , (verlatene veenen, voegen eenigen daarbij, doch onze geëerde correspon. dent in deezen, zegt desaangaande: „ immers fchijnt men hier , niet te weeten, dat hier, vóór den aanleg van 'sGraveland, '' zulke veenen geweest zijn:") uitgedolvene enmoeraslige plaatfen, die meest niet anders dan biezen, hei en andere wilde ruigte voordbragten; deeze eigenfchap vergelijkende bij defchoon. heid waarmede het thans prijkt, verftrekt ten bewijze wat de vruchten zijn van eene arbeidzaame verbeterende hand. De LIGGING Van dit dorp, maakt,met deszelfs landlbeek, het westlijkft» gedeelte van het aangenaame Gooiland uit; zijnde hier de grens. A  3 DE nederlandsche stad- ew fcheiding tusfchen Holland, en 't Sticht, eenige voeten ten westen van de 'sGravelandJche vaart, die naar de Loosdrecht heenloopt, en ook tot op een half uur afftands naar Hilverfum^ (men zie onze befchrijving van dat dorp). naamsoorsprong. Deeze is zeer zeker niet ver te zoeken; de naam zelf breng! Bijnen oorfprong mede; de landen, zo woest en onbebouwd als tij ten bovengemelden tijde nog Jagen, behoorden aan 'sLands Graaven, zonder onder het bijzonder beftuur van eenige andere dorpen van Gooiland te weezen, en derhalven gaf men hun den onderfcheidenden naam van 's Graaven landen, waarvan men bi] verkorting 'sGraayeland, of 'sGraveland gemaakt heeft. stichting ew grootte. Van hoe Hechten aanzien deeze landen ook waren, moe» de grond echter van zodanigen aart geweest zijn, dat zij voor het bebouwen goede vruchten beloofd hebben ; want omtrent den jaare 1625 waren er lieden die zulks begeerden te ondernemen; ten welken einde zij zig keerden tot de rekenkamer van de Gravelijkheids domeinen , met verzoek om die dorre gronden, welken men toen, gelijk gezegd is, den naam van Onlanden gaf, voor zekere erkemenisfe te mogen bekomen: de rekenkamer voornoemd wees de verzoekers naardeStaaten van Hollanden West mesland ; aan welken de onderneemer , toen aan hun hoofd hebbende zekere Mr. jan incel, zig ook keerden, met verzoek van'sGraaven landen, die geheel onbebouwd Jagen, temogen benaderen, op zulk eene wijze als zij met de rekenkamer zouden kunnen overeenkomen , en om tevens voor zeker getar van jaaren, zodanige voorrechten en vrijdommen te mogen ge. meten als gemeenlijk bij den aanleg van nieuwe Janden of bedilkingen worden vergund, benevens het recht van Ambacht*  D O it P-B B S C H R Ij V E R. CsGraveMd) % heerelijkheid over den grond, die hun zoude worden toegeftaan: dit hun verzoek werd hun ook, onder eenige bepaaling, ingewilligd, en voor die inwilliging, zouden zij, jaarlijks, aan de Graaflijkheid, (want nimmer heeft de Graaflijkheid iet, hoa gering van waarde, afgedaan zonder belooning,) moeten be. taaien tien duivers voor ieder morgen lands; welke belasting volgends odrooi van den jaare 1636 is veranderd op de elfde fchoof- (dit is volgends onze Autheuren, over Gooiland hande» Jende; doch onze begundiger boven bedoeld, zegt in zijne berichten, ons vriendljke, medegedeeld, dat men te 'sGrave* land meede geene kundfchap van die elfde fchoof draagt.) De ingelanden," dus leezen wij elders, „ verkregen toen ook het civile rechtsgebied , om, met raad van den Bailluw van Gooiland keuren te mogen maaken, en hunne landen te laaten berechten door een' Schout en Schepc" nen, bij den Bailluw uit de ingezetenen te kiezen; blijvends "n het crimineele ter berechtinge van de vierfchaar der fteda Naarden:' — Op deezen voet dan floeg men handen aan 't werk,om de landen afcegraaven ,en ter bebouwinge bekwaam te maaken: dan, zulks ftak de omliggende dorpen, voornaamiijk Hiherfum, in de oogen; zij vreesden door den aanleg van dit nieuwe dorp benadeeld te zullen worden, en deeze eigen, baat ging zo verre , dat de arbeiders der onderneemeren geduurig door de ingezetenen van de bedoelde dorpen, in hun werk geftoord werden , niet alleenlijk met hunnen arbeid te vernielen, maar zelfs rees die naijver zo hoog, dat zij met fcherp op de gezegde arbeiders fchoten, waardoor niet zelden eenigen, vooral van de graavers, gekwetst werden ; men pleegde omtrent hen cok allerleie moedwilligheid, mettegenftaande sLands Staaten daar tegen verfcheidene plakaaten lieten uitgaan , niet alleen, maar ook de arbeiders in hunne verrichtingen lieten befchermen door een compagnie ruiters en voetvolk - deeze loon. trekkers zijn zeldzaam van eenigen dienst, wanneer de gemoedaren in onrust gebragt zijn ; foldaaten kunnen alleenlijk tcgm A 3  * DE NEDERLANDSCHE STAD- eïï foldaaten beftand weezen, maar tegen burgers welken fa-hu* ne rechten meenen te kort gedaan te z;jn, vermogen zij niets j hunne loon-flagen hebben den aandrang niet van de vrijwillige togen van vergramde burgers - Zonder thans te onderzoeken in hoe verre de ingezetenen van Hilverfum en de andere omliggende dorpen, in deezen gelijk hadden, blijft echter het gezegde een onwederfpreekelijke waarheid ; een waarheid welke door alle gezachvoerders in 't oog behoorde gehouden te worden, offchoon de droevige ondervinding Jeere, dat zij dezelve telkens weder op nieuw veronachtzaamen , waardoor hun gezach een ongenezelijke krak krijgt, en de zetels aan het waggelen Niettegenftaande alle de gezegde hinderpaalen, werd de arbeid zo fpoedig voordgezet, dat reeds in den jaare 1634, de akkers konden gekaveld worden, en derhalven mag men de ft.chtmg des dorps tot dien tijd brengen: federt is deeze grond tot een allerverrukkelijkst oord en een pronk van geheel Gooi. land geworden; in een kleinen omvang, ontmoet men er zeer aangenaame gezichten van lommerrijk geboomte, vruchtbaare zaaien weManden, heiden, water, veengronden, en veele aan zienlijke buitenplaatfen; waarvan ftraks nader. Wat voords aangaat het tweede gedeelte van het regen woordige artikel in ons plan, naamlijk de grootte van 'sCravelandten gemelden tijde was de bereide grond grojt , 5SS gen en 28 roeden Rhijnlandfche maat. ' Volgends de lijst der verpondingen van den jaare m,, ftonderr roen te 'sGraveland „9 huizen, welk getal in ,7J4 één ^ Cl») vvas; federt is dat getal aangewasfen tot ruim r4o, die ewoond worden door meer dan 2co huisgezinnen; twee de den van welken van den Gerefo, meerden Godsdienst zijn , fteents wemigen zijn Lutkn, en de overigen meest  DORP-BESCHRIJVER, ('s Craveland) 5 Roomsch : de huizen, in zo verre zij niet tot lusthuizen , of boerewooningen dienen ,. ftaan allen aan de westzijde van de plaats , ftrekkende zig bijna een uur gaands in de iangte uit; aan de oostzijde vindt men niet anders dan fchoone weilanden , en , gelijk gezegd is , heerelijke lustplaatfen: de erven der wooningen liggen tot aan de 's Cravelandfche vaart: de gemelde bouwing van de dorpbuurt, naamlijk aan eene zelfde zijde, moet gefchieden, zo lang er plaats in de langte van V Graaveland overblijft: aan die zijde zijn ook veele linnenbleekerijen, welken goed water uit de vaart hebben, en, gelijk bekend is, zeer geroemd zijn; men verzekert dat het linnen ,'t welkte 'sGraveland gewasfehen en gebleekt wordt, in zindelijkheid en witheid, de behandeling op de bleekerijen buiten Haarlm niet alleen evenaart, maar zelfs dikwijls overtreft — uit het gezegde blijkt dat de aanleg van 's Graaveland derhalven zeer regelmaatig is , ftrekkende zig het grondgebied aan de zijde van Naarden, van den hoek aan de noordzijde, genoegzaam in eene rechte lijn tot voorbij de Hilvcrfumfche vaart, langs eenen weg, (gelijk gezegd is, bijna een uur gaands lang,) die ter wederzijde beplant is met eene dubbelde rei van hooge en fchoone eiken en andere boomen. Alles is te 'sCraveland in eene zeer goede orde, 't welk de ingezetenen te danken hebben aan verfcheidene keuren, daartoe van tijd tot tijd gemaakt, zo ten aanzien van de gemeene wegen en vaarten, als tot rust der ingezetenen, en tot weeringe van allerleie vechterijen en baldaadigheden i ook is er zeer goede orde gefteld op het brandblusfchen , (eene zaak voorwaar van het hoogfte aanbelang,) waartoe thans twee goede brandfpuiten worden onderhouden - „ Tot verdere veiligheid," leezen wij elders, „ worden ook alle onbekende bedeiaars en „ marskraamers geweerd; bij nacht wordt er de ronde gedaan, „ waartoe iederen nacht" (van November tot half Maartj „elf" (.thans twaalf,) „ perfoonen de wacht hebben , en in drie" A 3  ö DE NEDERLANDSCHE STAD-e n (thans vier,) „ wachthuizen befcheiden zijn:" (en alie uuren de ronde doen,) „ alle mansperfoonen, agttien jaaren oud en „ daar boven, moeten zig hiertoe laaten gebruiken; doch het ,, ftaat vrij zijn wacht aan een ander der medgezellen aantebe„ fteden." Het WAPEN Van dit aanzienlijke en beroemde dorp , is een gekroonde trapgans, op een zilveren veld. KERKLIJKE en GODSDIENSTIGE GEBODWEN. Het eerfte dat hier in aanmerking komt, is de Gereformeerdelerk: van de Gooifcke of Hilverfumfche zijde, en haren ftand gerefcend naar de breedte of diepte dss dorps, ftaat zij ten westen; doch van den gemeenen weg, en de zijde der huizen te zien ten oosten,en omtrent in 'cmidden van het dorp, op een zeer belommerd kerkhof; zij is wel niet groot, maar echter zeer net gebouwd: is een kruiskerk met ieiën gedekt, en heeft een klein vierkant torentjen, met uur- en flag-werk voorzien: van binnen heeft zij voords niets aanzienlijks, naamlijk niets bijzonders der aantekeninge waardig; dit alleenlijk .kunnen wij 'er nog van zeggen, dat zij thans te klein is voor de Gemeente die federt haaren aanleg aanmerkelijk grooter is geworden. De grond van de Kerk, van het Kerkhof en de Pastorij, is bij den aanleg der kerk afgegeven van de hofiiede Hiiverbsek, die achter het gebouw ligt. Den 7 julij 1658, werd in de toen volbouwde kerk \ eerst het woord Gods gepredikt, en daar door dit Godshuis ingewijd, door twee gedeputeerden van deClasfis van Jmfteldam, naamlijk MEHgQ johannis , Predikant aldaar, en johannes VAN SA nen Predikant te Huizen: vervolgends werd de predikdienst waargenomen «oer den Predikant engerecomraandeerdea  DOR P-B ESCHRIJVER. Q sGraveland.) ? Proponent van gemelde Clasfis van Amjleldam. tot dat, op een. flemming advis der Heeren, zo Hoofd- als Gemeene Ingelanden, en goedvinden van alle de Ledemaaten, door meergemelde Clasfis, op den 22 Sept- 1659. beroepen, en door Heeren Hoofd - Ingelanden goedgekeurd werd, cornelius van midlum, die op den 2 Novemb. daar aan volgende, zijn Leeraarswerk begon. Er is voords te 'sGraveland geen Weeshuis, de Weezen worden bij de burgers befteed: zie wegens de armen, bladz, 9. De Pastorij is voor ruim 20 jaaren geheel vernieuwd, en is thans één der fcboonften uit de Provincie Holland. Van het Schoolhuis zoude men iet dergelijks niet kunnen zeggen—• In het fchooi bevinden zig dagelijks, door elkander gerekend, ruim 100 kinderen, en veelen van die gaan aldaar voor rekening van eenige weldaadige bewooneren der lustplaatfen, welken op die wijze, min vermogende ouders , die niet van de diaconie bedeeld worden, de huishoudelijke lasten helpen draagen. De Lutherfchen en Roomfchen welken te 'sGraveland zijn, hebben op het dorp geene vergaderplaatfen; de Roomfchen gaan te Ankeveen, een klein uur van daar,te kerk; zij behooren onder die parochie; en de Lutherfchen behooren onder de ketk van Weesp; alwaar zij echter alleenlijk het avondmaal gaan hou» den, neemende voords den openbaaren Godsdienst bij de Gert' formeerden op hun dorp waar. WERELDLIJKE GEBOUWEN. Hier van valt weinig aantetekenen; he: rechthuis wordr, vol« gends eene gewoonte op veeie dorpen plaats hebbende. gebou« den in een herberg. KERKLIJKE REGEERING. De Gereformeerden te 'sGraveland (thans ruim 250 ledeA 4  8 DE NEDERLANDSCHE STAD- en maaten uitmaakende, zonder daaronder te betrekken dezulken die des zomers, op hunne lustplaatfen woonende , met hunne dienstboden daar den openbaaren Godsdienst bijwoonen, en veeIen van welken er ook 't avondmaal houden; deeze ledematen) worden bediend dooréén' Predikant, zijnde thans de WeiEer waarde en zeer geleerde Heer nzoolaas covert vjn blijenbürg, Jerpk. Eenj. Fil., behoorénde onder de Clasfe van Amjleldam. Den27julij 1660, werd door den toenmaaligen Predikant, met behulp van tweenabuurige Predikanten, eenen Kerkraad aangefield, beftaande uit twee Ouderlingen en twee Diaconen; uit welk getal de Kerkenraad nog beftaat: elk jaar wordt door de Prcdf. kant en verdere Leden des Kerkenraads, een Ouderlingen een Diacon gekoren,in plaats van twee anderen die afgaan: noch Gerecht, noch Hoofd - Ingelanden, hebben met deeze verkiezing iet te doen: ook heeft de Kerkenraad de vrije beroeping van eenen Predikant, doch de approbatie gefchiedt door Heeren HoofdIngelanden, aan wien de Kerkenraad den beroepenen, met verzoek van goedkeuring, voorftelt; terwijl ook bij die zelfde Hteren, vooraf handopening tot het maaken van eene nominatie en 't beroepen eens Predikants daar uit, verzocht moet worden: op deeze wyze werdt in 't jaar 1705, in plaatfe van den Copte vooren gezegde manier door de Clasfis van Amfteldam, beroepen) overledenen Predikant cornelis vanmidlfjw' beroepen deszelfs zoon .gekard vanmidlum, Predikant te Muiderberg; en vervolgends in 't jaar 1726, h. j, elzevier* in't jaar 1746, antonius van der os, die in 't jaar 1748, door de Gereformeerde gemeente van Zwol beroepen werd; doch vervolgends tot de Doopsgezinden is overgegaan en thans nog hy dezelve te Saandam Leeraar is: in 't jaar 1748, werdt beroepen willem Loué, federt liet jaar 1770 rustend Leeraar: in zijne plaats werdt beroepen willem leendekt krieger, thans Predikant in 'sGraavenhaagen; in 't jaar 17S7 3 is beroepen 11 e nr ic vs joh anne s van wijck,  DORP-BESCHRIJVER. (j sGraveland.) 9 thans te Nijmegen Predikant, en in deszelfs plaats in 't jaar i786, de tegenwoordige Leeraar, reeds gemeld. WERELDLIJKE REGEERING. Boven hebben wij reeds gezien dat het crimineele rechtsgebied over 'sGraveland, ftaat aan de vierfchaar der ftad Naar. den- . Vervolgends beftaat de civile rechtbank uit den Schout, (die zijne aanftelling ontvangt van den Bailluw van Gooiland Jen vijf Schepenen: ter jaarlijkfche verkiezinge van de laatstgemelden, wordt door den Schout en aanwezende Schepenen eene nominatie gemaakt van een dubbeldtal, en deeze nominatie wordt ter verkiezinge gezonden aan den Bailluw van Gooiland, voornoemd; het eene jaar worden 'er 2 en het andere 3 gekozen, die voords 2 jaaren aanblijven. Er zijn verder Brand- en Weesmeesters, benevens een Bode civil. Armmeesters zijn hier niet, alle de Gereformeerde armen worden door de Diaconen bedeeld, en de Roomfche armen door hunne eigene Arm- of Kerhmeesters, die te Ankeveen hunne aanftelling ontvangen — Wij dienen hier ook melding te maaken, van de heeren Hoofd - Ingelanden, reeds meermaals genoemd, die zes in getal zijn, en den tijtel voeren van Wel Edele en Achtbaare Heeren Hoofd-Ingelanden: alle de Heeren ingelanden , die 20 morgen lands by één hier hebben liggen, zijn daar toe verkiestbaar: de Hoofd - Ingelanden blijven levenslang in die waardigheid, ten ware zij vertrokken, of geene bezit, ters meerbleeven van 20 morgen hier liggend land: in gevalle van vacatuure worden door de overige Heeren Hoofd-Ingelanden nieuwe Hoofd-Ingelanden gekoren: elk derzelve heeft zijne bijzondere Commisfia; bij voorbeeld: de oudfle is Dijkgraaf en heeft, nevens den daar op volgenden,'t opzicht en beduur over Kerk. Pastorij, Schoolhuis enz: twee anderen is 't opzicht aanbevolen over 't vreemd volk, ten einde dit te weeten, en op A 5  io DE NEDERLANDSCHE STAD. en de inkomenden acht te geeven: terwijl dezelve alle belangrijke en voorkomende zaaken met elkander behandelen: zij hebben onder zig een' Penningmeester, die als hun Secretaris en Rentmeester handelt - behalven de approbatie van den Predikant, hebben zij de aanftelling van Schoolmeester en Koster, Vroedvrouw enz. 't opzicht over Vaarten, Wegen, Sluizen, enz. Onder dit artijkel zouden men nog kunnen betrekken de wachthuizen, waarvan wij boven (bladz. 6.) gefproken hebben Voorrechten heeft 'sGraveland, voor zo veel ons bekend is, niet. De BEZIGHEDEN Der inwooneren beflaan , gelijk boven reeds aangetekend is, voornaamiijk in het linnenbleeken. den landbouw en tuinderij; voords brengen de menigvuldige buitenplaatfen, alhier lig. gende, niet weinig toe tot den bloei van het dorp: 't getal der linnenbleeken beloopt thans vijf-en-twintig — voor ruim een jaar geleden werd er ook een fabriek van vloertapijten te weeven aangelegen. Veele ingezetenen leggen zig toe om voor eenige maanden in den zomer een gedeelte hunner huizen te verhuuren, onder den naam van optrekken , aan lieden van Amjleldam enz. welken geene buitens hebben , vooral aan zulken die onge'. field, of door eene geëindigde ziekte zwak zijn, of zwakke kinderen hebben: de lucht wordt er voor fommige ziekten en tot her. ftelling van zwakken zeer goed bevonden ; veele ondervinden daarvan de beste uitwerking, doch voor teiring en bortsziekten wordt de lucht, om haare fijnheid, niet zo goed gehouden. Wat aangaat de GESCHIEDENISSEN, Va» het vermaaklijk 'sGraveland, wij vinden daarvan, behalven het geen wegens den aanleg des dorps (zie hier voor, W.5.) gezegd is, het volgende aangetekend: Het dorp gevoelde in den jaare 1672, zo wel als llïlvet>  DOR P-B ESCHRIJVER. ^sGraveland.) u „ fum en de Loosdrechten , de inlegering der Franfchen, die „ er tot den jaare 1673 verbleeven, en er veele baldaadigheden „ pleegden; zij verwoestten voornaamiijk de Hoffteden van „ den Lieutenant Admiraal cornelis tromp, en die van „ zijn Gemalinne , Vrouwe margaretha, Baronnesfe van „ Raaphorst, welke lustplaatfen naast elkander gelegen waren; „ het heerelijk geboomte werd er uitgeroeid, en het landhuis „ van den Admiraal, werd genoegzaam ten gronde toe ge. „ floopt; alles wat kostelijk en ten cieraad der gebouwen „ diende, werd verbroken, weggevoerd, verkocht of ver„ nield , en eindelijk werd ook het Landhuis van des Admiraals „ Gemaalinne in brand gedoken, waardoor het in een puin„ hoop ter neder Hortte: maar deeze ramp, hoewel fchadelijk, „ was tevens oorzaak dat de lusthoven, voornaamiijk die der „ Gemalinne van den Admiraal , in een heerelijker luister her„ field geworden zijn; gelijk het deftig Trompenburg nog heden „ getuigt, in welks herftelling en nieuwe opbouw de grootdaa'„ djgheid van den Admiraal allezins doorftraalt: het huis, rondsom , in eenen vijver gebouwd, is vorstlijk, en rijst uit het wa', ter als een kasteel, pronkende met eenen fchoonen koepel' toren, onder welks bevang zig een fraaje agtkante zaal, van ,, ongemeene ruimte en pracht van bouwkunde en cieraadjen „ vertoont : in vier uitftekken van deeze zaal, waarvan het „ eene tot den ingang dient, zijn de fchepen afgebeeld, waarmede de Heer tromp de overwinning tegen verfcheidene „ natiën behaald heeft: rondsom inde koepel is alles zeer hee„ relijk befchilderd , en de andere vertrekken ontdekken niet „ minder den grootmoedigen geest van den zeeheld: de plant, taadjen beantwoordt aan de deftigheid van het huis, en is in '„ laatere dagen nog vergroot, door één' van haare volgende be„ zitteren, den Heere jacob roeters,op wiens, zoon en " naamgenoot, deeze lustplaats bij ervenisfe is afgedaald": de overige lusthoven op dit Dorp zijn ieder in zijne foort niet minder aanzienlijk , en zijn een tourtjen derwaards dubbeld waardig.  ia DE NEDERLANDSCHE STAD- en Wat heeft de eenigzins ervaren Nederlander, op het zien van de gezegde bevallige lustplaats van denwaardigen Vaderlandfchen Zeeheld, cornelis tromp, niet een ruim veld voor zig, om zijne gedachten te iaaten weiden over den flaat des Lands ren dien tijde, gezien bij dien van heden ! —- hadde Nederland thans dergelijke Zeehelden op zijne weinige kielen, het zoude welhaast ondervinden , dat zulke mannen zig zeiven voor te waardig houden, om zeedienlten als de tegenwoordige te doen: 't was een tromp, die met een vloot van een-en-ze. ven tig oorlogfchepen tegen de Engelfchen optoog; 't was de vijand toen onmogelijk, zo als men, laas! thans ziet gebeuren, eene geheeie vloot Hollanifche Koopvaarders, met haare convooi-fchepen, (twee in *t getal) wegteneemen — in 't jaar 1652, begeleidde men omtrent driehonderd koopvaarders, met bijna zeventig oorlogfchepen van den Staat; dr ie van de Oostindifche Compagnie, behalven de branders , en ander klein vaartuig; toen, derhalven, mogt Nederland eene geduchte zeemogendheid genoemd worden, en wat is het nu? — in 1653 floeg men tegen de Engelfchen, niettegenliaande men derdehalf honderd Koopvaarders onder zijn geleide hadde, en men overwon; in de befchrijving van dien vree. zei ijken ftrijd, voorgevallen omtrent Poortland, kan men zien wat men toen van de Nederlandfche helden te wachten hadi: een gedeelte dier befchrijving zegt; „ Hier vielen de masten buiten „ boord, gints ging het wand aan fienters; daar kraakten de „ ribben, en fuisden de kogels door de zeilen heen; aan een „ anderen kant hechtte een boegfpriet in de hoofdtouwen; daar „ enterde een zijn' vijand, en vloog met het verdek in de „ lucht; hier wemelde een zieltoogende in 't water, en gaf „ zijne laatfte fnrkken zonder gehoord te worden; gints dob„ berde een op gefcheurde dennen, of haalde het hoofd onder „ bebloede golven: 't gekerm der gekwetften, verdoofd door „ het gieren der kneppeis, koevoeten, gloejende fchuiftangen, „ getakte morgenfierren, en draadkogels, ontzet'.edede aanval.  DORP-BESCHRIJVER. ('sGrtveland') 33 „ Iers te minder: onder een dikke rook flikkerde telkens de „ blikfem van *t aangeftoken buskruid; 't licht fcheen verbaasd „ gevlugt te wsezen, terwijl de dood in een damp rondom ,, fnorde; Boulongues bergen (idderden voor den donder der kar„ touwen, en Poortland beefde; kortom de ftrijd was zo ijsfe„ lijk, dat er nooit fchrikkelijker fchouwfpel geweest is" —■ toen wist men over 't algemeen van geen wijken; toen kende men geene andere belangens dan die van 't vaderland; en die zig niet dapperlijk weerde werd gewis, zonder aanzien van perfoon, met den dood geftraft. 'T was een tromp, die daarna den Staaten wel dorst zeg. gen dat hij met tegenzin weder in zee ging, om dat men verzuimd had hem andermaal van genoegzaame fchepen te voorzien; en 't was Holland, die voor zig alleen befloot niet minder dan dertig kloeke oorlogfchepen te haten bouwen, en toen men zag dat de Staaten den oorlog tegen Engeland niet naar behooren behartigden, fchroomde men niet zig op de ernfiigfte wijze daarover uittelaaten : 't is tog zo 1 gehoorzaam zwijgen geldt alleenlijk als *t fchuitjen van den ftaat goed geftuurd wordt-,maar wordt het op 't riet aangejaagd, dan is zwijgen zig fchuldig maaken aan den ondergang van zig zeiven en anderen. In 1656 lagen er op de rede voor ï)a".tflch, onder veele andere Nederland/die Oorlogfchepen, vier-en-twintig voor Amfteldam alleen — in 1664, bragt tromp, met twee-entwintig oorlogfchepen de Oostindifchc retourvloot in de Vaderlandfche havens — in 't volgende jaar liep hij met zijne vloot, tegen de order van Heeren Gecommittererden, binnen, om dat de Capiteinen niet getrouw gediend hadden, en niet behoorelijk geftraft waren — zulke mannen hadden verdienden genoeg om geen ontzach te hebben voor Hechte beftuurders. In 1666, liepen, de even beroemde de r ui ter en tromp, in zee met een vloot van een-en-negentig Schepen, gewapend met vier duizend, zeven honderd en zestien stukken, en bemand met twintig duizend vier honderd en twek-en-zestig koppen, waar-  14 DE NEDERLANDSCHE STAD. ei* mede men niet minder dan vierdagen lang tegen de Engelfchen doeg. De zeeheld, waarde Ieezer! wiens nagedachtenis bij u op het zien van zijn lusthuis zekerlijk bij uitneemendheid verlevendigt, was (niet tegenftaande men hem ten lasten legde, dat hij den Prins van Oranje te zeer toegedaan was,) zulk een Vaderlander, als er thans maar weinigen gevonden worden; een Vaderlander, die (in 1673,) toen het weder op een vechten zoude gaan, en nu tegen de Engelfche en Franfche vlooten tegelijk, voor het aangezichte van God, en des met een gerust hart, vrij van alle veinzerij, tegen zijne fchepelingen dorst zeggen, dat zj om zig in den ftrijd vroomlijk te kwijten, een voorbeeld moesten neemen aan zijn perfoon; dat hij het niet behoefde te doen om eenig genot ; maar alles wat hij deed voordkwam uit enkele liefde voor zijn bedrukt Vaderland; het geen tot zodanig een nood was vervallen, dat er, om het voor het uiterfte gevaar te behoeden, eene fpoedige heriiel. ling vereischt werd; dat die liefde hem weder te fcheep had doen treeden, om zijn Vaderland te helpen befchermen en hand* haaven; willende zijn leven er liever voor opofferen, dan de eude vrijheid in Jlaavernij te zien verkeeren, en de Nederlanders den hals onder het jok van een vreemde Mogenheid te zien huigen: „ Wij hebben" zeide hij, „ een rechtvaardigen God, en een „ rechtvaardige zaak; Jaaten wij ons daarop vertrouwen; ik „ twijfel niet indien gij u altezamen gedraagt als eerlijke lie„ den, of 't zal wèl gaan" — De i-echtvaardigheid van eene zaak waarom geftreden wordt geeft zekerlijk een held moed; want dan durft hij op den bijftand van God hoopen — teklaagenswaardig volk dat in eenen onrechtvaardigen oorlog op den flagtbank gebragt wordt!.... ja wat zou men> bij her. denken aan Nederlands voorgaande tijden, en Nederlands voorgaande helden , niet al door zijn hoofd kunnen haaien I De verdere gedeelten der gefchiedenisfen van 'sCraavelani bevatten niets bijzonders; in onze jongstledene troubelen is het wel niet geheel vrij gebleven , echter heeft de geest der beroe<  DOR P-S ESCHRIJVER. ('sGraveland.) 15 ringe er geene fterke tooneelen aangerecht ; waarvan de oorzaak moet gezocht worden, daarin, dat er geen Gencotfchap van Wa« penhandel geweest is, want daar zulk een Genootfchap plaats gehad heeft, is bij de gezegende omwenteling de woede ook doorflaandst geweest hoe zacht het lot van 'sGraveland intusfchen geweest zij, is er echter nog geplunderd: Pruisjifche foldaaten zijn er eigenlijk wel niet geinquartierd geweest; maar zij hebben zig eenigen tijd, digt bij het dorp, op de Hilver* fumfche heide gelegerd, en aldaar moest hen dagelijks, ook door 'sGraveland, proviand bezorgd worden. Onder de B IJ ZONDERHEDEN. Kunnen betrokken worden, de gebouwen hier voor befchre* ven; voords, en met voorkeur, de veele Hoflieden welken men er aantreft, en waarvan wij boven reeds gefproken hebben. De tegenwoordige bezitters of huurders dier hoflieden zijn thans de volgende Heeren en Vrouwen: als De Heer blom, de Heer meijnet. _„ 't HOEN, ■- g. W. DEDEL, Mevrouw hop, geb.BiCKEft, — —— hilkes. De Heer m. alewijn, hodshon. Mejuffrouw dedel, —— statius van rhee. De Heer h. hovij, ■ m. straalman. „ c. zorn, g. corver hooft. fabricius, - m. backer. Mevrouw de leeuw, »——• van der wali» De Wed. mogge van haamstede. schol. De meeste deezer plaatfen komen achter aan de Gooifche Heide uit, en hebben aldaar de fchoonfte uitzichten , zijnde aan verfcheidene Heeren van 'sGraveland achter hunne lustplaatfen een gedeelte der gezegde Gooifche Heide uitgegeven, waarvan door hen goed bouwland is gemaakt, waarop men vooral rogge cn bcekwijt, dech ook andere graane teelt: dat een en ander  16 DE NEDERL. STAD- en DORPB. O Graveland.) vermeerdert de wandelingen en veraangenaamt het dorp, vooral na dat door de Heeren m. straalman en g. corver hooft, voor twee jaaren op de bebouwde heide; een fchoone breede laan van eikenboomen is aangelegd, die zig uitflrekt van de Hilverfumfche vaart tot aan den gemeenen weg van V Graveland op Hilverfum, en des bijna zo lang is als de helft des dorps, zo dat nu de eene helft des dorps van alle zijden beplant is, en door fchoone laanen eene zeer aangenaame wandeling en rijweg verfchaft, REISGELEGE NHEDEN. Van V Graaveland vaaren geene andere fehuiten ais alle dagen één, behalven faturdags, op Amjleldam: zondags vaaren er des zomers drie, en 's winters twee derwaards: dagelijks, behal. ven zondags, komt een fchuit van Amjleldam terug. Alle vrijdagen vaart van 'sGraveland een fchuit op Utrecht' die des faturdags terug komt. HERBERGEN. Deezen zijn, Het Rechthuis, reeds gemeld. ; — Wapen van 'sGraveland. Ook nog bij cornelis ten dam, alwaar de Amfteldamfche fchuit afvaart. Voords zijn aan de Stichtfche zijde, even op 't Sticht, docb vlak aan 'sGraveland De Zwaan. —— Etndragt. — Prins van Friesland.  Tromkt lfciiii]iïi.A-OT> met tsmtihhe öedem. , Sleeiteiuiit eemHeem. W^im. OTLtjSaan. , Bsst zae' Tra-val, (thans -reer aan. 't voeden^ Ook amlre plaatsen. me derflaanri : Hij , "bij ^ieB. zeggen, juist otiiet geldt , Zie BUS STEM , tem "tif.Tf vaargelteH. .   HET D O R. P B TT S S E M. 'OL^is zekerlijk waar dat de Nederlandfche dorpen, in verfcheidene opzichten, met elkander overeenkomen; niet wat de tekening van dezelve betreft, want het eene is in gedaante of ligging dikwijls zeer verfchillend van het andere; daar het eene een aardsch paradijs gelijkt, waarin niet dan landlijk fchoon heerscht, en in welks bevang, of ook in welks environs, de Natuur onze oogen op de alleraangenaamfte wijze verrukt, en door die verrukking onze ziel ftreelt; daar dit dikwijls omtrent het eene plaats heeft, is het andere doods of als een kerkhof; daar het eene op de woeligfte wijze bloeit, de vrolijkheid er alomme heerscht, en het genoegen op de aanzichten der inwooneren dartelt, is het andere een beklagenswaardig treffend voorbeeld van verval, op 't gelaat van welks inwooneren de kwijning gefchilderd ftaat, en die geene andere vertooning maaken , dan van. lieden, welken onder de wreedfte verdrukking een jammervol A  9 DE NEDERLANDSCHE STAD- in leven naar het graf fieepen: in deeze opzichten, zeker, U er onder de Nederlandfche derpen niet zelden een zeer aan. merkelijk verfchil, maar groote overeenkomst heerscht er in de opgave en befchrijvkigen van hunne openbaare gebouwen; van hunne kerklijke en wereldlijke regeeringswijzej. van hunne historie, (dit laatfte vooral wanneer de befchrevene dorpen in een zelfd oord liggen;) van de middelen huns beftaans.als anderzins; doch Busfem, het dorpjen, waarmede wij onze leezers thans nader bekend zullen maaken, is, zo niet in alle de gemelde opzichten, echter daarin geheel van alle de andere Nederlandfche derpen onderfcheiden, dat het wel eene kerk heeft, doch waarin federt bijna derde half honderd jaaren geenen dienst gedaan is; ook blijkt uit het gebouwetjen zelf, ('t welk wij ftraks nader zullen leeren kennen,) dat de gemeente, toen dezelve op het dorp nog befiond, maar zeer klein moet geweest zijn. Wat vooreerst betreft de LIGGING Van Busfem, deeze is in het iandlijk Gooiland, op de alleraangenaamile, en op de verrukkelijkfte wijze, gelijk het dan ook de eer wegdraagt van het fehoonst gelegen dorp van geheel Gooiland te weezen. Waar ook de Jandvrierd bier befchouwende oogen fl» Hij vind alomme ftof, Tot prijzen van Gods milde gunst, Toe onbepaalden lef. Eusfem ligt voords een half uur gaans van de Gooifche Jloofdftad Naarden. In den Schaarbrief wegens de Meente, van welken brief wij onder Laaren gefproken hebben, leezen wij wegens Bus. fem het volgende: ., De ftad Naarden, waar onder Busfem, ten „ opfithtt van het Schapenweyden forteert, (des btyvends derfehrsv  DORP-BESCHRIJVER. (Busfem.-) I „ mdeeling der Neng, huur of genot, enfoo tok nu de Heyien als s, van euds, en thans nog genoten werd,) fal genieten; Van den nieuwen Amersfoortfchen weg af, tot aan den „ ouden Utreckfchen weg, die uyt Busfem loopt, al het véld „ ten noordwesten van Langehul gelegen, en van den voorn. „ Utreckfchen weg en Langehul aldaar, royende fuydelijk tot „ op den Oosthoek van het Heyveld, dat wylen den Heer „ Burgemeester hehrik ricker van de ftad Naarden heeft „, bekomen, ter plaatfe alwaar Oetgenslaan uyt 's Graveland v loopt, al het veld ten noordwesten en westen van defelve *, roying gelegen, ftrekkende al het felve van de gemeene „ royingen tot aan de Busfemer bouwlanden, tot aan de HU' " verfumfche weyde, en ook doorgaands tot aan het van ouds l, bekende Naarderveld, waarvan de Wed. den Heer Dros„ faart bicker, den Heer bedel, de Erve van de Vrouwe van Aikeveen, de Heer van dek nolk, de Wed. de Heet Z boomhouwer, de Heer sautyn, en de Heer de leeuw, thans eygenaars zijn; behoudens aan Hilverfum, niet alleen eene vrye drift voor hunne Koppels Schaapen, foo na Z weyde als na het veld genaamd het Luyegat, over de heyde gelegen tusfchen den Clisbaanfchen weg, (die uyt het " midden van Busfem naar Hilverfum loopt,) en 'sGraveland, Z maar ook de vryheid om 't felve heyveld met hunne Schaa„ pen mede te mogen beweyden." Van de/60, welken de dorpen jaarlijks aan de ftad Naar4en voor deeze meente moeten betaalen, geeft Huyfen e* gufem zamengenomen, . . ƒ 20 : . Laaren . . - 10 : Hilverfum . - 20 : Blaricum . - Io : Zamen ƒ 60 i -  4 DE NEDERLANDSCHE STAD» en. saamsoorsprong, Van deeze is in geene voorhanden zijnde fchriften, voor lo verre ons bekend is, iet optefpooren, ook zijn onze na. vorfchingen, ter plaatfe zelve, deezen aangaande geheel vruchtloos geweest; de lieden die het bewoon en, zijn niet, gelijk fommigen zeggen dat zij zijn, zulke afgetrokkenen, welke men naauwlijks tot fpreeken kan krijgen; zeker, zij brengen hun leven niet in eene zonderlinge eenzaamheid door, maar oefenen fterke converfatie, en zijn bij uitzondering vriendlijk; er zijn goede denkers onder hen, en ook groote liefhebbers van leezen, gelijk er dan ook, naar even. redigheid van het plaatsjen, veele boeken voorhanden zijn, intusfchen weinige befcheiden van het dorp zelf; de tegen woordige ftaat des dorps is voords veel te oud, dan dat er overleveringen wegens eenen vroegeren ftaat plaats zouden kunnen hebben. Niets dan, gelijk gezegd is, kunnen wij onzen leezer mededeelen van den naamsoorfprong deezes kleinen maar aa„genaamen dorpjens: zeker is het ondertusfchen, dat er in vroegere tijden nog een ander Busfem geweest is, gelijk de naam van Oud-Busfem heden nog bewaard blijft, i„ eenen aanzteniijken landhoeve, een half uur beoosten de Stad Naar den gelegen i dit gewezene Oud-Busfem droeg in zijnen tijde ook den naam van Hoog-Busfem; gelijk het dorpjen waarover w.j thans fpreeken, eigenlijk Laag-Busfem heet; waar. W dan m.sfchien niet zonder waarfcbijnelijkheid het gevol* zoude kunnen getrokken worden, dat de beide Busfem weleer van veel grooter aanzien zullen geweest zijn; dit echter hoe waarfchijnelijk het ook gemaakt zoude kunnen worden * doet mets uit tot den naamsoorfprong, deeze is en blijft •ven duister,  DORP-BESCHRIJVER. (Busfem) $ STICHTING en GROOTTE. Zo geheel in de vergetelheid bedolven als de nnamsoorIprong van Busfem is, zo geheel niets kan ouk wegenis het eerfte gedeelte van dit artijkel onzes plans, de fticbti g des dorps, gezegd worden: nergens vindt men daarvan etnige befcheiden. Wat de grootte betreft, ook deeze vindt men niet aange. tekend, noch de morgentalen, noch het getal der haïzea waaruit het beftaat; en hierop gronden de Schrijvers van den Tegenvotrdigen ftaat van Holland de gisfing, dat dit dorp in vroegeren tijds, als een voorftad van Naarden aaügejfflerkt zal geworden weezen. Om evenwel onzen Z^ezer iet van de gezegde grootte te kunnen opgeeven,hebben wij op de plaats zelve, d.saangaan* de onderzoek gedaan, en is ons aldaar bericht, dat bet dorp beftaat uit 47 huizen, die men kan zeggen bewoend te worden door 73 huishoudens, zamen, (kinderen mede gerekend,) geene 200 menfehen uitbrengende. Niemand onzer Leezers, het reeds aangetekende wegens Busfem overwogen hebbende, zal zig verwonderen, als wij hem zeggen, dat dit dorp geen eigen wapen heeft. Van de KERKLIJKE en GODSDIENSTIGE GEBOUWEN. Van Busfem zouden wij mede niets aantetekenen hebben, ware het niet dat het ledig ftaande kerkjen, hiervoor reeds genoemd , aldaar aanwezig ware. Dit Kerkjen dan, dat geen ander aanzien heeft dan dat van een klein Kapelletjen, is een allereenvoudigst gebouwetjen,het geen door deszelfs kleinte en door zijne bouworde, den befchouwer verwonderd doet ftaan; te meer wanneer snen er ingaat, en zig dan voorftelt hoe Busfem eens de tijd A 3  eeH ™«» terwijl voor het overige de handwerksman in de beoefening van zijnen onderfcheiden arbeid een kostwinning vindt . Wat de vermaken der Weespenaaren betreft, deeze kiest ie. ÏT'^TÏÏ; °"der de"mee^-den'Burger heersch; thans over algemeen genomen, een eenftemmige famen- h6t be°efenen d«Wetenfch;Ppen o, der hen ook hand over hand toeneemt; zijnde ter dier bevordering * den Jaare .791, een Genootfchap, onde de Zmfpreuk, voor het Mensckdom, opgericht, 't weik bereids uit meer dan zeventig Leden beftaat. GESCHIEDENISSEN. weesp, oudtijds leenroerig aan het Bisdom van Utrecht, was langen tijd als zodanig onder het beftuur van den huize van Amftel, waarom het, ten beteren verftande van deszelfs lotgevallen, niet ondienftig zal zijn daar van .vooraf en kort verft* te doen. Uit eenen brief van den Bisfchop Godefrid van 1172 ot 1174, blijkt, dat Egbert van Amftel hem de helft der Tienden m Wispe wedergegeven had. 1225 begiftigde de Utrechtfche «slchop otto, Gijsbrecht van Amftel, den eerften van dien naam, met de hoge Gerechtigheid van Muiden, Weesp en Diemen'. 1233 gif Gijsbrecht volmagt aan Menfo van Wejepe om uit  DOR P-B ESCHRIJVER. (Weesp.) »l lijnen naam afftand te mogen doen van zekere goederen in Benfcop aan de Abdisfe van Rhijnsburg. Gijsfr-echt van Amftel, de derde van dien naam, is ook bezitter vnn Weesp geweest. Offchoon Godelinde Abdisfe van Eltea, bij haren afftand van Gooiland (Nardinclandt) aan Graaf Floris den vijfden 1280 deeze Stad mede onder hare eigendommen telde: is het echter zeer waarfchijnlijk, dat hij, zelfs na zijnen zoen met den Grave, in het bezit daar van verbleven is, tot dat hij, als een medepligtige aan den moord van Floris, het Land moest ruimen, en zijne goederen voor den Grave verbeurd verklaard wierden. Graaf Jan de tweede, begiftigde daar mede zijnen BroederGaiio van Henegouwen, na wiens overlijden het weder aan Willem den derden verviel, en fints welken tijd deeze Stad onder het Graaflijk beftuur gebleven is. Hier uit ziet men dus dat Weesp , door de gedurige twisten van de Utrechtfche Kerkhof den met de Heeren van Amftel, noodzakelijk aan de invallen van het Krijgsvolk derStichtenaaren, of deszelfs faamverbondenen moest bloot ftaan. De lotgevallen deezer Stad zijn, naar de echte befcheiden in 's Lands Historiën geboekt, de volgende. In den Jare 1204. wierd Weesp, om dat Amftel de zijde van Lodewijk Grave van Loon tegen Willem den Eerften hield, door de Kennemers, onder aanvoering van Wouter van Egmond en Albert Ban]aard, m deasfche gelegd, welk onheil haar 1356 door Bisfchop Jan van Arkel na eene vierdaagfche belegering, voor de^twedemaal berokkend wierd. 1374 nam de Utrechtfche B.sfchop Arno ld van Hoome ter wraake van eenen geleden hoon door Albrecht van Beieren, en ter ontheffinge van een Jaarlijkfche fchuld van ,700 ponden , fints 1356, voor het Slot van Vreèland, de Stad in en ftelde haar onder een zwaare brandfchatting. 1507 viel Weesp m handen van Karei van Egmond, Hertog van Gelder; zeer veel had zij toen te lijden , 't welk voornamelijk veroorzaakt wierd, door dien zij geweigerd had bezetting h te öeemen. De Gelderfche, aan 'den eenen kant brand hebbende doen ft.chten, overrompelden ze aan de andere zijde, intusfchen zich de Burgerij beijverde om den brand te blusfchen. In de Nederlandfche beroerten hield deeze Stad de z.jde des Konings van Spanje tot in het Jaar 1577, wanneer op den 16 Januarij, door Schout, Burghemeestem ende ghemeene Rade ende  14 DE NEDERLANDSCHE STAD. EN ' Vroedtfchap tot Weesp, van wegens Weesp en Weesper-Karspelghö. committeert wierden, die eerfame Jan Gerritz Quijp endeW ^ Gaver», om met den /Vm« va» Oranje, als Stadthouder over Hollandt, Zeelmdt ende Vrieslandt een verding aaategaan het welk ook op den 2gften derzelver Maand wederzijds gefloten wierd : onder de articulen van dit verdrag zijnde voornaamfte, de vrt.-lmdder Religie, en de Stad en't Carspel met gheenen foldaten te bezwaren ten waare door hoehnodigjlen noodt, daer het welvaren der lande, alfulcks ware vereifehende, ende dan 't zelve gefchieden tot gemeijne oosten der Landen van Hollanat ende Zeelandt Nietteganftaande het evengemelde verdrag ontftonden er in 1579 reeds eenige verfchillen tusfchen de Roomfchen en Onroomfchen, welker eerstgenoemden op aandrijving der Regeenng den Hervormden Godsdienst ondernamen te ftooren; welk ten gevolge had,datde Staten van Hofland, WillZZ. des, Burgemeester van Amfteldam derwaards zonden, die zl ven Perfoonen uit de Vroedfchap, en drie daarvan neven det Secretaris en ouden Pastoor, behoudens Goed en Sr S Stad mtzettede De ftraf der oproerigen beval n^j aa 'den Schou en de Wethouderen. Dan de ballingen kreegen koe" dtg vnjhe.d om weder tot de hunnen te rug te moL keeren. Na dit voorval fchijnt alhier de Godsdie s Je'v ijheid en verdraagzaamheid in hogen top geweest te zijn, \welk bij taf oTd/V" % ^l 0P^s baarde e ' Z Zr r berUClteITe,dfc1le Hoogleeraar Saravia in 587 uitliet! Gemagt'fiden der State« fa ^ij bitfe bewoording Voor zo verre ons bekend is heeft deeze Stad in de Godsdjenlhge ge ch.llen der vorige Eeuw geen deel gehad. Mei ding te maaken van oneenigheden met de Regeert en de itrz:GooiIand zou deeze befchrijvi-s - iwijüg • In1t!eniaar'!072 wierd de"e Stad met eenen vijandlijken inval der Franfchen bedreigd, en onder brandfchatting geffleS dan de penmngen, daar toe ingezameld, zijn nimmer afge! haald, en men zegt, dat daar voor, met goedkeuring der Burgerij toen het keurig Klokkenfpel, waar mede de Kerktoren noch heden pronkt, vervaardigd is. In 1743 wierd het huis van den Pachter Hogeveen, door ee-  DORP-BESCHRIJVER. (Weesp.) IS tiige onverlaten, meestal vreemdelingen, geplunderd en afgebroken. Toen in de jongfte onlusten de zucht tot Wapenoefening door gau'sch Nederland veld won, was deeze Stad ook daaromtrent niet gevoelloos. Een Genootfchap van Wapenhandel door eenige bijzondere perfoonen reeds in November 1783 opgericht, doch nimmer door de Wethouderfchap gewettigd, waar van de geachte Schrijver van het Vervolg op de Vaderlandfche Historie van Wagenaar, iHe Deel, verkeerd onderricht is, was van eenen korten duur, vermits Heeren Burgemeesteren zulks, om bijzondere redenen, afkeurden: wordende de Schutterij in betere orde gebragt, welke langzamerhand tot dien luister Iteeg, waarin zij in 178Ó en 1787. de bewondering der kennerea wegdroeg. Bij het formeeren van het Cordon van de Maaze tot aan dö Zuiderzee, kwam alhier op den aden Oftober 178Ó in Guarnifoen het 2de Bataillon van Onderwater, fterk 350 Mannen, 't welk ter verfterking van de Forten Uitermeer en Hinderdam, bij beurtverwisfeling, Detachementen afzond. — Opden i6September 1787 , bij gelegenheid van het verlaten der Stad Utrecht, kwam hier ter verfterking in Guamifoen, een Bataillon van het Regiment Amfteldam (waardgelder*). - Den volgenden dag verfcheen een Detachement Pruififche Cavallerij voor de Poort, doch vlugtte weldra op het alarm dat binnen de Stad gemaakt wierd. De volgende dagen rukten ter verdediging der Stad noch verfcheide Bataillons Infanterij, benevens een aantal Cavallerij binnen. Alles wierd ter Defenfie in het werk gefteld. Dan op den 23fteii September des morgens ten half vijf uuren wierden door een gewapend Koffchip, dat op de Vecht lag, feinfchoten gedaan; het gantfche Guamifoen vloog in de Wapenen, en welhaast vielen de Pruififche troupen de Stad aan de Oost, Zuid en Westzijde gelijktijdig aan, doch wierden genoodzaakt met verlies aftewijken.' - Op den sóften wierd op hooge order de Stad aan de Pruififche troupen ingeruimd, hebbende de brave en achtingwaardige Commandant g. van de poll, met den Generaal Majoor von kalkreuth , eene capitulatie gefloten, waar bij onder anderen , de uittocht van het Regimer.t Dragonders van Bijland, het Bataillon van Bijland Infanterij, het Batuillon van hst RegUent W.aUns van ven de Poll, en kt Dstache-  t6 DE NEDERL. STAD- en DORP-BESCHRIJVÉS. ^ftilleristenrnet alle Krijgseer toegejlaan, en aan de Stad Weesp_aan derzelver Burgerije en aan een ieder hoofd voor hoofd tn t bijzonder de onbepaaldfle befcherming beloofd wierd: de L rouwenaarkomingdaar van, heeft dien Pruififche Veldoverftert toen de achting der Weespenaareu doen wegdragen T„ gevolge de getlotene Capitulatie kwam des avond! van dien dag een Detachement Pruisfchen post vatten, trekkende den vol genden dag het Hollandsch Guamifoen met flaande trom en vhegende Vaande]s ui, ^ dien J rom en ber z,jn wn met een talrijk Guamifoen, dat fomtijds uit 13 a 1400 man beftond, bezwaard geweest; dan waar van de overgave van Muiden en Diemerbrug ons merkelijk verlichtte. Den aiften December wierd hier geïhquartierd één Comoae. me van het Pruifisch Regiment v n ^dect, onde,C0ZZ do van den Hopman vm Siegroth, welke den 2 Mai j78g door een Detachement Zwitfers van Maij wierd afge,0 t S nts dien tijd is Weesp tot heden met kri gsvo.k beÏe ge! bleven: zijnde m alle deeze onhandigheden niemant der B^rgeren met eenige Militairen belast geweest, daar de nooimlpre* ten Stadi-regemg dezelve in iedigftaande huizen en pakhui, zen eene gefchikte verblijfplaats bezorgde. Nu gaan wij over tot de REISGELEGENHEDEN, Dagelijks gaan en komen er vijf Schuiten naar en van Am. fteldam. De Veerfchuiten van Hilverfum , 's Gravel and , de beide Loosdrechten, Nederhorst (den Berg),Nichtevecht, Vreeianl «n anderen varen hier door naar en van Amfteldam. s Weeklijks des Vrijdags vaart, in den Zomer, een Schuit op Utrecht t welk des Winters alle veertienden gefchiedt De Veerfchepen van Arnhem, Wageningen, Rheenen, W8. X«l en anderen pasfeeren langs de Vecht voorbij deeze Stad, LOGEMENTEN. De Roskam. De Eendragt. De Oude Prins, benevens eenige anderen voor den minverfflegenden Reiziger.  ALGEMEENE BESCHRIJVING VAN W E E S P E JLX E B. S P E E. Eenige landen of polders, rondsom Weesp gelegen, is men gewoon zamentetrekken, onder de benaaming van WeesperKerspel, en dit Kerspel verdeelt men weder in vier deelen, die men den naam geeft van Stokken, zijnde naamlijk, 1. -) Bijlemer, 2. ) De Gaasp, 3. ) Het Gein, en 4. ) Oyervecht, waaronder Uitermeer. LIGGING. Deeze is, gelijk gezegd is, rondsom Weesp; zijnde over het algemeen eene zeer aangenaame landsdouw, voorzien van goed wei- en moes-land, aangenaame wandelingen, en alle landlijke fcboonheid; gelijk dan ook des zomers, een tourtjen, naar een of ander gedeelte van dit Kerspel, eene geliefde uitfpanning is voor de naastbijgelegene ftedelingen, met naame voor de Amfteldammers.  2 DENEDERLANDSCHESTAD.su De GROOTTE Van dit Kerspel wordt op de quohieren der verpondingen be» paald op, 2207 morg;n, 550 roeden lands: in den jaare 1632, telde men in het geheeie Kerspel 124 huizen, en na honderd jaaren, naamlijk in 1732, werden in de lijsten der verpondingen voor dat Kerspel 153 huizen gebragt. Het WAPEN Van Weesper.Kerspel, is hetzelfde als dat van de Stad Weesp. REGEERING. Het Kerspel heeft een afzonderlijk rechtsgebied met de gezeg. de Stad; welk rechtsgebied echter nu en dan oorzaak vari eenige' verfchillen geweest is, tusfchen Burgemeesteren der Stad Weesp voornoemd, en de ingelanden van het Kerspel, welke verfchil. len echter van geen gevolg van aanbelang geweest zijn. Thans zijn de vier bovengemelde Hokken, waarin mesper. Kerspel verdeeld wordt, gefchikt onder twee rechtbanken; waarvan de Bijlemer alleen één, en de andere drie Hokken, naamlijk de Gaasp, het Gein, en Overvecht met Vitermeir de andere rechtbank uitmaakt: in beide fpant de Hoofdofficier, (Zr„de thans de Wel-Ed. Geftr. Heer, Mr. gerrit corv£r hooft Bailluw van 's Graaveland, Drosfaart en Castelein van Muiden Bailluw cn Dijkgraaf van Naarden en Gooiland, Hoofdofficier van Weesp, enz enz.) met den Stedehouder en Schout, en ze ven Schepenen, de Hooge Vierfchaar, welke Schepenen ook met den Schout, of Stedehouder der ftokken, of van het Kers pel in 't algemeen, (zijnde eigenlijk een OMituut van den Hoofdofficier voornoemd, en dezelfde perfoon die het Schoutsamt over de ftad Weesp waarneemt,) aan hun hoofd, in 't ci*  ElORP-BÉSCHRljVER. (Weesper-Kerspel] i vile vonnisten — de tweede gemelde rechtbank, die naamlijk tiit drie Stokken zamengefteld Is, heeft mede zeven Schepenen, van welken de Hoofdofficier voornoemd; volgends refolutie der Staaten van Holland en Westfriesland, van den 20 Maart des jaars 1663, gehouden is in het eene jaar vier Schepenen te kiezen, die in de Stokken Woonachtig zijn, bij welken hij als dan drie anderen, (want alle de zeven Schepenen gaan jaarlijks af,) uit de ingelanden voegen mag, die geen vaste woonplaatfen in de Stokken hebben; in het andere jaar moet hij drie Schepenen van de zeven kiezen in de Stokken woonachtig zijnde, wordende de overige vier uit de ingelanden er bij gevoegd. De andere rechtbank, naamlijk die van de Bijlmer, heeft vijf Schepenen; die mede jaarlijks afgaan, en waarvoor door den* Hoofdofficier, meergemeld, vijf anderen verkozen worden; op' dezelfde wijze als van de voorgaande Stokken, (zarnen de tweede rechtbank uitmaakende,) gezegd is: 't eene jaar drie inwooners , en twee ingelanden, en het andere jaar twee inwoo= fiers en drie ingelanden* Beide rechtbanken; dat is geheel het Kerspel, heeft één Se* tretaris, die tevens Secretaris van Weesp is; Voords worden de beide rechtbanken van het Kerspel, bediend door éénen Bode, die door den Bailluw wordt verkozen. „ ten aanzien van het Schoutsamt," leezen wij , en welke' aantekening gemaakt is uit berichten, den aantekenaar medegedeeld, „ is gebeurd, dat de Bailluw van Gooiland, als Hoofd,i officier van Weesper - Kerspel, in den jaare 1541, eenen arde-j( ren Schout dan die van Weesp over het Kerspel aanflelde; docli j, Burgemeesteren dier Had, vielen hierover klagtig, aan deri v „ Ho re van Holland, en bij uitfpraak werd vasrgetteld, dat dié i, amt door denzelfden perfoon zou worden bekle;d." De Ridder hooft, ais Hoofdofficier, van Weeip en Wiet* ■, per-Kerspel, had, in den Jaare 1Ö32, eenige moejelijkheid,„ met die van het Kerspel, over het aanftellen van eenen Secre-' A 2  4 DE NEDERL. STAD- en ÊORP-BÉS. (Weesper. Kerspel.-) „ taris; alzo de huislieden eenen anderen Secretaris over hunne „ gerechten wilden aangefteld hebben; maar hierin is geene ver„ andering voorgevallen." Alles wat wegens de verdere artijkelen van ons plan, nopens Weesper• Kerspel in het algemeen, gezegd moet worden, hebben wij onder onze befehrijvingen van iederen Stok in 't bijzonder aangetekend. Wees- of Arm.meesters, worden in dit Kerspel in iederen Stok afzonderlijk aangefteld; de weezen worden in de Stad1 Weesp in de Weeshuizen bezorgd, en armen, die er komen „ worden door de Arm-meesters bij de opgezetenen, ieder i» zijnen eigenen Stok, befteed.  D E B IJ E E M E SL. "^V^at aanbetreft de LIGGING, Van deezen Stok, van mesper-kerspel, C welke ftok verdeeld wordt in Oost- en West-Bijlemerpelder) kan gezegd worden te paaien ten oosten aan het Gein, ten noordoosten aan de Gaasp, gn ten noordwesten aan de Bijlemermeir. NAAMSOORPRON.G. Hiervan kan niets met zekerheid gezegd worden, ten minften voor zo verre ons bekend is: het draagt ook den naam van Bijlemer broek, of, naar eene oudere fpelding Bijlemer brouk; ook Bijlemermeir-brouk, en eenvoudiglijk Bijlemer: in zekere oude brieven wordt het ook JVindelmerebreke genoemd, hetwelk, volgends het geen co mme lijn ons verzekert, op Bijlemtrbreek of de Bijlemer toegepast moet worden. GROOTTE. Daar de grootte der vier Stokken van Weesper kerspél zamenganomen opgegeven worden, (gelijkwij hiervoor gezien hebben,) is de grootte van iederen Stok niet afzonder'ijk te bepaalen: de Bijlemer intusfchen, offchoon van ouds niet zeer groot geweest A 3  « DE NEDERLANDSCHE STAD- en- zijnd?, was echter uitgeftrekter vjjór de bedijking der Bijlemermeir, dan thans na die bedijking; alzo met dezelfde bedijking, eene menigte van de Bijlemer.landen in de bedijking getrokken zijn. Het WAPEN Van de Bijlemer, als een bijzonderen Stok van Weesper herspel, is hetzelfde ais van geheel het Kerspel, hetwelk, gelijk wij gezien hebben, ook hetzeifde is-als van de ftad Weesp. Wegens ons artijkel kerklijke en godsdienstige gebouwen, kan, betreffende de Bijlemer, niets aangetekend worden; de Bijlemers, zijn wel van drieërleien kerkgemeenten, naamlijk, Gereformeerden, Lutherfchen, en Roomfchen, doch geen van allen heeft in den Stok, kerk of fchooi; de Gereformeerden moeten te Diemen of elders te kerk gaan; de Roomfchen hebben eene nadere gelegenheid, naamlijk aan de Diemerbrug, alwaar eene Roomfche kerk gevonden wordt, gelijk wij ten zijner plaatfe aangetekend hebben; en de weinige Lutherfchen weiken er zijn, gaan naar Amjleldam om het nachtmaal te houden, terwijl zij hunnen gewoonen Godsdienst bij de Gereformeerden te Diemen waarneemen. Dewijl in de Bijlemer ook geen fchooi gevonden wordt, zijn de opgezetenen aldaar verpligt hunne kinderen, in welken Godsdienst zij opgetrokken worden, naar het dorpfchool te Diemen te zenden; aan de Diemerbrug is wel een fchooltjen, doch zulks is flechts gefchikt voor zeer kleine kinderen: deeze ongelegenheid met betrekking tot het hoogst nuttig onderwijzen van de jeugd' heeft ten gevolge dat er eene diepe onweeterdheid onder de £ij[ ftmers gevonden wordt, waarom het wel te wenfehen ware, dat daarin door het aanleggen van een algemeen fchooi voor den Stok zeiven,'voorzien wierde: ligtlijk verflaat men dat het de kinderen niet toebetrouwd kan worden, zo ver van huis, als Diemen gelegen is, ter fchoole te gaan: al waarom zij gemeenlijk ten minften reeds den ouderdom van agt of negen jaaren bereikt heb^  D O R P-B E S C H R IJ V E R. &jtéw*d 7 ben, eer zij het onderwijs van eenen meester kunnen gaan bijwoonen, en op deeze jaaren zijn zij al bekwaam ders in de beroepsbezigheden, beftaande voornaamlek m melke. Sn en tuinderijen, eene behuipzaame band te bteden, waarvan d n ook niet zelden bet gevolg is, dat zij des zomers daartoegebruikt worden, dewijl het zomerwerk van den landman m algemeen, veele arbeidzaame handen, en dte onophoudcltjk bezig zijn, verei.cht: een groot gedeelte van den zomer b wen de Jeren derhalven uit de fchooi, voornaam ,* dezulken wier ouderen niet vermogend genoeg z>jn om de benodt de hanlen in huur aantellellen, »t welk intusfchen het geval van de mee 1 is, want weinige «l~> ^ ^ bT noemen - de zomer dus fukkelende, wat het fchoolgaan betreft, doorgebragt hebbende, gaat het des winters nog erger, efoorzaake van de guurheid des faifoens, cn de cnbrutkbaarbetd der verre wegen; voeg hier bij, een leven zonder een.ge gezelligheid, ieder gezin geheel afgezonderd in ztjne hut opgeflo. ten, dewijl de wooningen bijna een quartier uurs van elkander eelegen zijn; en ouders die meestal dezelfde of dergehjke opvoeding gehad hebben; wat anders kan dan het gevolg weezen d ree'e beklaagelijke onweetendheidl - dat de domme ben.. Z van zijne naasten, die Ut dat alle onweetendheid ogenLuldig is. (zulke zotte berispers zijn er; die genoeg zamene ing heeft, is er zo wel als wij van overtuigd,) dat deeze Z ik.zulke en dergelijke ftreeken onzes Lands, als waarover wij thans preeken, bezoeke; dat hij de bewooners derzei ven onbelooroo eeld raadpleege, en hij zal wel rasch zten is htj ande niet willens blind, hoe geheel onfchuldig het dat er menfchen evonden worden, bij welken de hoogue onkunde, en Soovigheid, (want deeze is tog een gevolg van een onve, "ch oordeel O heerst - noch geoefende menfehen nech HZ word n in de zeer bepaalde zamenleevtng der Wtrner gevonden-, hoe zou er dan eenige verlichting kunnen plas* hebben? A 4  8 °E NEDERLANOSCHE STAD ttf WERELDLIJKE GEBOUWEN. Het eenige dat wij onder dit artijkel kunnen aantekenen, fa het Rechthuis van de JtjHmr, flaande aan het begin van het grondgebied, van den kant van het Weesper,tolhek gerekend: het is een net vierkant maar klein gebouw, hetwelk echter mets bijzonders aan zig beeft, zo min van binnen als van buiten: er ftaat een aartig klein torentjen op, waarin een klok, die van binnen getrokken wordt: dezelve wordt geluid bij gelegenheid van eene of andere gerechtlijke af. leezing. Voor het huis ftaat een geesfelpaal, die echter, volgends verzekering der oudfta ingelanden, bij geen menfehen geheugen gebruikt ,s geworden; ook maakt men in dit rechthuis geen ge: bruik van gevangenhouding; zo er al eens een gevangene is wordt dezelve «e Weesp in bewaaringe gezonden f zelff wo ' het Rechthuis met gebruikt rot bet vergaderen der Regeering over de Bijlemer; voorheen gefchiedde zulks wei; doch federt zitten de Regenten over deezen Stok, op het Stadhuis te Weesp als leden van Weesper - kerspel. P ' Ons artijkel r e g e kring kunnen wij hier met ftilzwiigen onder Weesper. kerspel verhandeld hebben. ™ Van voorrechten der Bijleners, vinden wij nergens iet pijzoucers aangetekend. 's>&bs ie? De BEZIGHEDEN Beftaan, gelijk gezegd is, in het kweeken van moes en in ■nelkerijen; het moes w^r wj ^ " H « mnJ!£ b,Jzonder goed'vooraaa^  p O R P-B E S C H R Ij V E R. (Bijlmer.) 9 yj&t de GESCHIEDENISSEN Van deezen Stok van Weesper■ kerspel in 't bijzonder betreft-, deeze bepaalen zig hoofdzaaklijk bij die van de Bijlemermeir t waarvan ftraks nader. En wat aangaat onze jongstiedene gebeunenisfen.uit de gele. genheid vas den grond, in Weesper-kerspel naamlijk, dat is nabij Weesp, is te befluiten dat de Bijlemer daarvan niet bevrijd is gebleven; voor zig zelve echter zoude het daarmede niet te doen gehad hebben; niet verder als wat betreft het overlastig doortrekken van de Pruisfen, van den kant van Weesp naar Amjleldam; doch daar dat doortrekken tegenftand geboden werd, viel er ook vrij wat meer te doen. De gewapende burgers, naamlijk, waakzaam op de zaak die zij aangenomen hadden te verdedigen, en voor overval van buiten beducht, hadden eene fterke batterij gelegd even door het Weesper-tolhek, aan het begin van de Bijlemer ;h fprak derhal. ven van zelf dat de Pruisfen, bij hunne aannadering van Amjleldam, bier geen vrijen doortogt hadden, en den tegenftand gewaarwordende bragt hun oogmerk het wegnemen van denzelven noodzaakelijk mede; er volgde derhalven eenen aanval, die echter ook met mannenmoed beantwoord werd; de Pruisffche kogels vloogen in menigte door de wooning van den tollenaar, en een ander belenden het Raadhuis ftaande boerehuts; (waarvan de blijken, in de nieuwe ingezetten ftukken muurs nog duidelijk gezien worden;) terwijl de Patriotten niet nalieten den vijand in gelijke taal te beantwoorden ; dcch men weet hoe deezen hebben moeten goedvinden, den Pruisfen den doortogt toetelaaten, het geen ten gevolge had dat de bewooners aldaar, die echter meest, "op eenige knechts of meiden na, de wijk naar Amjleldam genomen hadden, niet weinig overlast Jeeden, vooral van die manfehappen welden hun als bezetting gelaten werden: de bewooners der huizingen, die, gelijk wij geA s  10 DE NEDERL. STAD- m DORP.BESCH. (Bijlemer.y zegel hebben, gevlugt waren , werden in hunne wooningen terug geroepen, onder de bedreiging dat anders hunne geheeie nagelatene bezitting, Cmen kan in dergelijke gelegenheden niet alles, dikwijls verre het minfie, medeneemen,) aan de genade en ongenade van den foldaat overgegeven zoude worden: aan dit bevel werd gehoorzaamd; en de manfehap werd hij de bewooners geïnquartierd: één van allen, eene weduwe, moest er met minder dan zeven-en-twintig bergen, en de kost geeven ; een gezelfcbap waarover zij, (volgends haar eigen zeggen,) op verre na niet voldaan is, en weshalven zij ook geen verlangen heeft om andermaal zulk een huishouden onder haar dak bijtewoonen - vermids voords den aanmarschop^/. dm vervolgd werd, en voor de Bijlemer, of den bodem van dat gebied, niet meer te vreezen was,kwamen de opgezetenen met het gezegde vrij, REISGELEGENHEDEN, Naamlijk directen, zijn hier niet voorhanden; men kan zfe te voet naar de Diemerbrug, of naar Weesp enz. begeven al. waar men de gewoone reisgelegenheden dier plaatfen kan waarpeernen. HERBERGEN. Gaaspzich, bij de Eijlemerbrug aan 't begin van de Gaasp , zijnde tevens eene uitfpanning; andere Herbergen zijn er niet van eenig aanbelang, of weiken dien naam verdienen te draagen, niettegenftaande men hier en daar gelegenheid vinde om zig te* kunnen ververfchen,  D E BIJEEMEBJCEIB.. De nabijgelegenheid van deeze Meir bij de Bijlemer, veroorlooft ons hier de befchrijving derzelve te laaten volgen. Men kan haare LIGGING Bepaalen te zijn, ten noordwesten en ten westen van de Bijlemerlanden, en ten noorden van Weesper. kerspel, zijnde voords omtrent een quartier uur gaans ver van de Waie,grafts- of Die. mermeir; het is een waterplas van goede drie uuren in den omtrek Dewijl deeze Meir, na droog geweest te hebben, weder tot eene waterplas geworden is, gelijk wij nader zullen verhaalen, is de gelegenheid derzelve op verre na niet zo vermaaklijk als die van de Diemer. of Watergrafts-msir; zo aangenaam als eene wandeling om den ring van deeze is, zo onaangenaam is zulk eene wandeling rondsom de Bijlemermeir: op verre affianden van elkander liggen eenige bouwerijen en melkerijen, waardoor da gezegde wandeling allerlastigst eenzaam wordt: de ring ligt geheel woest, en heeft, met één woord, niets aangenaams. Vermaaklijkst nog is de wandeling naar den Meirkant, door het groenland, zo als men aldaar fpreekt, dat is door de bebouwde landen binnensdijks gelegen: vdór de overftrooming bo. vengemeld, moet, volgens overleveringen, deeze droogmaak geene onaangenaame wandelplaats geweest zijn; men verbaalt, onder anderen dat er een laan gelegen heeft, van het Weespertolhek, dwars over de meir, tot aan Abcoude.  Ifl DE NEDERLANDSCHE STAD-en Men wil dit deeze Meir, benevens de geheeie Bijlemer, weleer die Janden geweest zijn, die de Heeren uit den Huize van amstel, aan den Bisfcbop van Utrecht hebben afgeflaan, in fbn zoen van den Jaare i2«s; „ Doch hoe deeze landen" zeggen de fchrijvers van den Tegemmrdigen ftaat ran Holland ', na„ derhand weder aan de Graaflijkheid van Holland zijn gekomen, „ weeten wij niet te zeggen." De NAAMSOORSPRONG, Kan niets anders gezocht worden, dan in de nabijheid van de Bijlemer, zeggende den naam van Bijlemermeir, de Meir die bij de Bijlemerlanden, ge.'egen is. AANLEG ev GROOTTE. De ar-g moet, en het geen van zelf fpreekt, niet anders mftaan worden,dan van het bedijken der Meir, hetwelk, (benevens het uiimaalen der plaste,) zijn vollen beflag had in den jaare 1627, getij* nader verhaald zal worden. De grootte hebben wij niet te weeten kunnen komen, niet anders dan dar de ringdijk die er om gelegen is, en derhalven de Meir in zijnen omtrek, beiïaat eenen weg van drie uuren gaans, geüjk wij boven reeds zeiden. ■ Dewijl het droogmaken drezer Meir, met geenwenschlijken uitflag bekroond is geworden, en de bewooning derzelven, of liever van den ring, gelijk wijook reeds zeiden, zeer gering is, zijn hiei' oqk noch kerklijke, noch wereldlijke gebouwen voorhanden, en daar de weinige bewooners van den ringdijk, rondsom de meir, crimineel en civil voor de rechtbanken van Amfteldam of Weesp betrokken worden, (echter heeft de meir haar eigen Bailluw en Dykgraaf, Schout en Secretaris,) en wij derhalven in ons artijkel regeering ook niets te zeggen hebben, blijft ons weinig meer aantetekenen, dan wegens de VOOR RECHTEN Van de bewooners van den ringdijk, die door het inftorten van modder reeds goede gronden binnensdijks aangewonnen heb..  DORP-BESCHRIJVER. (Bijlemermeir) 13 ben; daarin beftaande naamlijk dat zij gerechtigd (zijn tot dezelfde gronden , ais de bebouwers van de Watergraafsmeir: zie ónze befchrijving van die Meir, Art. v o 0 r r e c h t e n. De Ingelanden van de Meir, hebben, volgens gemaakte overeenkomst, ook vrijheid van in de meir te mogen visfchen, niettegenftaande de verpachting derzelve, waarvan nader. BEZIGHEDEN. Ingevolge het gezegd aanwinnen van land, door het plempen van modder, befiaan de bezigheden van de bewooners der Meir,of liever van die van den ringdijk in moestuinderijen en rnelkeriien- geen van beiden zijn echter talrijk, om dat de rirg niet dan op ruime afftanden bewoond wordt - de Meir zelve wordt voords door de fteden Amjleldam en Weesp, ten gemeenen voordeele verpacht, thans»voor eene fomme van duizend guldens,waarbij nog ruim vierhonderd guldens aan onkosten van knechts, fehuiten, en netten moet gerekend worden; indien wij voords verzekeren dat die verpachting nog aanzienlijken winst ODbrengt, zal men kunnen befluiten tot de overvloed van visch' welke in'dat water gevangen moet worden : de voornaamfte visch die er gevangen wordt is paling, baars en karper; de laatfte wordt er meest door de Jooden opgekocht; de baars door de visfchers aan de Schulpbrug, en de paaling wordt groctendeels door den pachter zeiven alomme gefieten. GESCHIEDENIS. ■yVij hebben reeds gehoord dat niet geweeten wordt hoe deeze Meir, zo wel als de Bijlemer zelve, na de Heercn van Am/lel dezelve aan den Bisfchop van Utrecht hebben moeten afftaan, weder aan de Graaflijkheid van Bolland is gekomen, dit is zeker dat zij er aangekomen zijn, reeds federt den jaare i6»2, want toen werd er van de Staaten van Holland en Westfriesland octrooi verzocht en ook verkregen om deeze Meir te mogen bedijken, droog; te maaken, en in eigendom te mogen houden, op eene erkentenis van duizend guldens jaarlijks; een verlof dat in de daad in ons Lard wel zonder erkentenis mogt gegeven worden; aangezien het gevaar waarmede deeze en dergelijke ftreeken het Land over 't algemeen  i4 DE NED ERLANDSGHE, STAD- en dreigen - de gezegde duizend guldens jaarlijks zouden verdeeld worden over de morgentaien van de bedijkte Meir, mits de Ingelanden wier landen in de bedijking zouden betrokken zijn, (zie h.er voor de Befchrijving van de Bijlemer, art. grootte,) te vergenoegen en op zodanige voorwaarden van beftuuring ovêr de drooggemaakte Janden, als meesttentijds bij het bedijken var* me.ren of waterplas en verzocht wordt, midsgaders vrijdommen tan Jasten voor een-ge jaaren - dit groote en nutuge werk, bad ook waailijk zijnen voordgang, en dat niet alleen, maar ook *jn goed gevolg, zodanig naamlijk, dat de Meir in den jaare 1627 droog geweest is; als wanneer door de onderneemers of ingelanden aan de Heeren Staaten van Holland en Westfries land verzocht werd om het Hooge, Middenbaare en Laage rechtsgebied over de drooggemaakte landen te mogen oefenen, dat hun ook geredelijk toegedaan werd; in gevolge van welke vergunning de drooggemaakte landen zo Jange z,j beftaan hebben, ook hunnen eigenen BaJ juw hebben gehad; en weJ tot den jaare 1702, toen (tusfchen den 5 en 6 April ) eenen hevigen itorm, den ringdijk der Meir' zodanig van het buitenwater deed Jijden,- dat dezelve doorbrak, en oe geheeie droogmaak weder in een Meir deed veranderen [ dage1Szier ^ "°S ^den ten L. smids in zijn Oorlogend Europa, bladz. I25, fte!tde voorgemelde tijd van volbragt werk, wegens deeze droogmaaking. vier ,aaren laater, naamlijk in 1631 ; hij zegt naami™ „ Tusfchen den 5 en 6, (April ,7c2,) hadt men bij nachtee en „ droegen watersnood, rondsom Amfteldam, tot zan Haarlem el „ Edam, Utrecht en Amersfoord, zijnde de dijken bij Muiden „ weggefpoeld, en de Bijlemermeir, tusfchen Diemen er, GZ " * »™ 31 B*DJ}KT> nu «'eder gantsch overfpoeld:" ongetwijfeld moet dit verfchil der jaartallen gebragt worden, ,ot den tijd der voltooide droogmaaking, en den tijd dat de in die droogmaak aangehoogde gronden bebouwbaar waren „Dit ongeval," Jeezen wij, „ is aan de landen'deezer be,, d jkinge te vooren nogmaals overgekomen, in den jaare 1670 (gelijk wij m onze befchrijving van de Diemer. of WateJafts meir mede aangetekend hebben; zie aldaar.) „ toen deralijt „ ne.d der Franfchen de Regeering der Stad Amfteldam deed „ oordeeien dat het tot haare veiligheid noodzaaklijk was, aii»  DOR P-B ESCHRIJVER. (Pijlemitnteir.) li * de landen die digt omtrent haar gelegen waren, onder water ' te zetten: dit ongemak fcheen men tot weering van den vijand „ geduldig te lijden, en zig op nieuw de droogmaaking te getroosten; maar na de laaifte doorbraak, in i7oa, hebben de „ Ingelanden nimmer eene volftrekte uitmaaUnge van het water „ in deeze Meir ondernomen: dit was ongetwijfeld de oorzaak , vervolgt onze fchrijver, „ dat de fteden Amjleldam en Weesp, „ zekerlijk tot behouding der onderlinge gemeenfchap, te raa„ den geworden zijn de Bijlemermeir te aanvaarden , op zodanige „ voorwaarden, als zij met de eigenaars zouden verdragen; waar, toe deeze twee fteden met elkander eene overeenkomst aan, gingen, den 20 November des jaars 1702; waarbij vastgefteld „ werd dat van wederzijde voor de helfte in de onkosten zoude , gedragen worden, tot het herftellen van den dijk, en het " droog- of dras-maaien van de Meir, als mede tot het iaarlijks°onderhouden van den dijk, met het geen er toe behoor, de van molens als anderzins; waartoe wederom de voordee", len wederzijds ter helft zouden genoten worden van de tol'„ len. vogelkooi, vislcherij, 't riet- en gras-gewas van deri dijk, en wat verder ten nutte zoude kunnen komen." " Den 24 Augustus des jaars 1703 volgde hierop eene overeenkomst tusfchen de gemelde lieden Amjlekam en Weesp, ter eener, en de Ingelanden van de Meir ter andete zijde, waarbij de fteden cetmgtigd werden, tot alles wat ter benoudenisfe van den dijk, en tot bewaaring van den boezem der Meir zoude mogen dienen, ais mede om van binnen om den dijk modder of andere ftoffen te brengen, drijf balken te leggen, enz alles zonder tegenfpraak van de Ingelanden, die echter in tegendeel de molen aan zig zouden houden, en ieder van hun zijne huizen en getimmerten, om daar naar welgevallen mede te mogen handelen: ook zouden de Ingelanden bovendien de visfcherij over de geheeie Meir behouden; maar wat betreft den dijk zeiven, het genot daarvan, mits er geene beesten over moesten loopen, voords ook het rieten gras-gewas, rondsom de geheeie Meir, zou verdeeld worden tusfchen" de meergemelde twee fteden ter eener, en de Ingelanden ter andere zijde, iedere partij voor de zuivere helft: de gezegde ftedm zouden voords niet gehouden zijn te draagen in de fchulden en eistenen, loopecde ten lasten van de Ingelanden.  ié DE NEDERL. STAD- Efc DORP-BESCH. {Bijlemermeir.} Ten aanzien van het droogmaalen der Bijlemermeir, is federt. niets meer voorgevallen, dan dat men door het inftorten of plempen van modder (waarvan wij reeds iet zeiden,) iangzaamerhand land aanwint; 't is te hoopen dat ,deeze moejelijke taak van tijd tot tijd voordgezet zal worden; en 't is te berekenen dat het mogelijk is, door dat middel, offchoon niet binnen weinige jaaren, de breede waterplas onder bedwang te krijgen , niet alleen, maar zelfs haar gevreesd vermogen zodanig te verzwak, ken dat zij, om zo te fpreeken, het hoofd voor den ijver des arbeids zal moeten onderhaalen, en het water in vruchtbaar land veranderd zal worden, zonder de zwaare onkosten van uitmaalinge. Geene andere B IJ ZONDERHEDEN, Zijn hier voorhanden', dan op den ringdijk, niet verre van het Bijlemer rechthuis, een boerewooning,die in den groote doorbraak van den jaare 1702, waardoor alles overflroomd, en weggefpoeld is, alleen is blijven ftaan; en in die woning nog een teken aan één der wanden van dezelve, aanwijzende hoe hoog het water, bij gelegenheid van die doorbraak, geftaan heeft. Onze artijkels reisgelegenheden of logementen' hier niet te pasfe komende, kunnen wij onze befchrijving' vatj' de Jtüjlemermeir fluiten.  D Ë & A A S 1. In onze voorgaande befchrijving van mesper - kerspet in H algemeen,-tekenden wij reeds aan, dat he. zelve verdeeld wordtin vier Stokken, (zie aldaar bladz. i:) de eerfle dier tokten, de Bijlemer, (alléén eene rechtbank hebbende,) is door ons reeds befchreven, thans moeten wij onze navOrfchingen en medegedeelde berichten, nopens de overige drie Mokken, (zamen tot een rechtbank behoorénde,) en die zo veele polders zijn, nog aantekenen, en wel eerst die van de polder deGaasp, boven gemeld. Wat betreft deszelfs LIGGING. Deeze km eenvoudiglijk bepaald worden te zijn fen westeri van de ftad Weesp t langs een' ftroom, denzelfden naam voe. rende: de ligging der polder over het algemeen is zeer aangenaam , en volftrekt geheel landlijk, als zijnde maar weinig bebouwd. _ NAAMSOORSPRONG. Deeze poider waarvan wij thans fpreekw ontleend haarefï riaamvan den gezegden ftroom, (de Gaasp;) doch bij wat gelegenheid de ftroom zelf dien naam'gekregen heeft, hebben wij A  t Ï>E NEDERLANDSCHE STAD- en nergens kunnen ontdekken - men vindt hem ook den Gadstó genoemd. ► ■ De afzonderlijke GROOTTE Van den grond, in den eigenlijken omvang van de Gaasp Haat op de quobieren der verpondingen over Weesper -kerspel in 't algemeen niet aangetekend ; gelijk ons dan ook niet bericht is hoe veel huizen in deeze polder gevonden worden ; behalven die woningen, liggen cr in Gaisp nog eenige buitenpiaatfen , die echter van weinige betekenis zijn: de eenige voornaame is die welke met den naam van Reigersbroek pronkt; zijnde deeze de naam van een lusthuis roet zijn ongemeen ver uitgeftrekt bosch daarbij, 't welk de Heeren van amstel, in hunnen tijd, in deezen oord'hadden, waarop zij hunne Officieren onder de benaaming van Meesters, of Bewaarders van den Rsigethosjcbr nelden; meir wil 'dat dit huis en bosch in den grooten watervloed van 1421 ver -zwolgen zouden weezen, ter fiaavinge van het welk zij, onder anderen, de boomen die jaarlijks in den ruimen omtrek van dit oord nog opgegraven worden ✓ bijbrengen. Het gezegde getal van huizen in de Gaasp, zoude men echter nog drie booger kunnen nellen, indien men daaronder betrekke de diie watermolens, in de po!der voorhanden zijnde om het overtollige water uittemaalen: thans echter zijn dezelven van geenen dienst, alzo de landlieden aldaar zig onder werpelijk moeten getroosten dat he: polderwater tot eere gevaarlijke en werkelijk nadetlige hoogte rijze, vermids de molenaars van gezegde watermolens, bevel ontvangen hebben, volfrrekt met te maaien, tot nadtr order; men kan naamüik goedvinden de binnenwateren door. ze bovenmaat* te doen .wellen, gereed re houden tot het aantellen van bejammeren*waardige innundatiën, daartoe aangemoedigd door de aann.ade. ring van het magtige F.anfihe vük - 't is echter zeer te vree. zen.... maar wij mogen niet vreezen, naamlijk niet in't openbaar; s Lands vaceren, hartlij* begaan met een toeft«.nd hunner onderhoorigen, begeeren, hoogst edelmoedig, het pijnMo der vreeze voor zig alleen te houdenden vorderen niets anders  DOR fj ESCHEIJVER. (badsp.) 4 &n eene ftilie, eene, in zekere opzichten, zorgelooze onder*. WHctnwapen van de Gaasp, kan gezegd worden dat htijM pers karspel te weezen, gelijk zulks ook omtrent de overige ilokken van dat Kerspel plaats heeft- ■, ; Kerkmjke of wEfeEtDUjki gebouwen zijn hier geheel niet voorhanden, derhalven kunnen wü vervolgends ook onder ons artijkel, kekki.ijKz regeeking niets brengen: zie wegens de weezen en armen het artijkel regeering in onze befchrijving van Weesper kerspel in 't algemeen, de bewooners moeten voords te Abcoude of te Weesp ter kerke gaan : zie omtrent be fcnoolgaan onder onze befchrijving van 't Gein - wat voords de wereldlijke regeer.ng betreft, van deeze is reeds onder onze gemelde algemeene befchrijving van Weesper-kerspel ger fproken. DC BEZIGHEDEN Van de weinige lieden die bepaaldlijk kunnen gezegd worden ie Gaasp te bewoonen, beilaan alleen in de meikerij, geene der sildaar voorhanden zijnde landen worden bebouwd. - GESCHIEDENISSEN. Onder dit artijkel van ons algemeen plan, zouden wij, wat de Gaasp betreft, even als van eenige andere voorgaande iet aanLkenen hebben, ware het niet dat het deeze polder ook geL1Kde- hoe in onze nog plaats hebbende, en zelfs hand over band toeneemende, onlusten, meest al geboren uit eene zucht voor de Vrijheid, die bij de waare en braave Mederlanders, welken van den loflijken aart hunner voorvaderen niet ontaart zijn, ren waaronder gerustiijk alle de bewooners van de Gaasp betrokken mogen worden,) volftrekt onverwinnelijk is; ware. het riiet zeggen Wij, dat deeze polder ook de baldaadigheid, ot liever wreede woestheid van den Pruisffchen Soldaat hadde moeten bezutiren: bij de oveiitrooming van een aanzienlijk geueelte van onzen vrijen grend door de bedoelde Vorstlijke benden, waarvoor de Vaderlandfche bargerhelden hebben moeten goedvinden te wijken ontvingen die van de Gaasp ook hun aandeel van dezJelve ter inquartierinSe, en hebben er niet weinig overlast va* A 2"  4 DE NEQERL. STAD- en DORP-BES. (Gaasp.J geleden, zonder naderhand eenige fchadevergoeding ja zelfs zoHder het geaccordeerde teergeld in zijn geheel ontvangen te hebben, zo dat zij vrij mogen zeggen: Soldaat zij vijand of zij vrir.d , t: ' Hij neemt wat hij kan krijgen, Doet door geweld den klaager zwijgen, Hij is zijn welvaart moé, die ^ulft een gast bemint. Hoe zeer de Pruisfen tig verfioüten op lauren, in deeze zon. derlinge expeditie bevochten, te roemen, is het echter onwederfpreekelijfc waar, dat zij dapperen tegenftand gevonden hebben; zij ontmoetten mannen van moed, zodanig als zij nog nim. mer ontmoet hadden: zo gjheugt ons gehoord te hebben, hoe elders een detachement cavallerij van de Hollanders, ter recognos. feering uitgezonden, een detachement Pruisfen, ook paardevolk, ten gemoete kwam: één van deezen, de Hollanders, op verielImgjens, verachtende, reedt uit het gelid, hun al tartende tegen; hier op verzocht één der Hollanderen verlof om deezen fnorker het hoofd te mogen gaan bieden; hij kreeg verlof en gaf zijn paard de fpooren; welhaast geraakten partijen aan den dans, met dat gevolg, dat het paard van den Hollander doodtrefchoten werd; de ruiter fprong, in den val van 't paard, in een nabuunge floot, en daarin ftaande, vattede hij den karabijn en fchoot den Pruis van het paard, waarna hij uit den floot kwam op het Wjandlijk paard fteeg, en in triumpb in zijn gelid weder" keerde — zeker, zulke dappere daaden, verdienen bij gelegen heden vereeuwigd te worden. Bijzonderheden zijn ia deeze polder niet aanwezi- gelijk er ook geene reisgelegenheden, of herbergen, veel irAï' logementen, voorhanden zijn: aan het eind van de 5'W of begin van de Gaasp, ligt de aangenaame herberg, Gaaster. acht, waarvan wij onder de Bijlemer reeds gefproken hebben.  HET 'G E 1 * 08 L I G G IN G Van deezen anderen (tok van Weesper-kerspel kan zekerlijk niet genoeg geroemd worden, en een onzer voorhanden zijnde lchrijvers zegt des veel te weinig wanneer hij het Gein, (of, gelijk men ook wel fchrijft, Gein, of Gijn,) bekoorlijk noemt, en daar bijvoegt, „ Dit is zekerlijk één van de aangenaamfte we„ gen, die men vinden kan; buitenplaats aan buitenplaats; de „ eene fchooner dan de andere; en 't geen er mij zeer voldoet, „ de weg is zo geheel fomber, zo ftil, dés de ligging der plaat. „ fen zo gefchikt voor gevoelige zielen." — Het Gein is een verrukkelijk paradijs, dat men in oogenfchouw moet neemen om van deszelfs btkoorelijke ligging een denkbeeld te kunnen vormen , gelijk het dan ook voor een goed gedeelte van het jaar duizenden lieden uit den omtrek, voornaamiijk Amfieldammers, Weespers, en Abcoudemars tot zig lokt, om onder deszelfs lom. merig geboomte een uurtjen van uitfpanning doortebrengen. De eigenlijke ligging kan gezegd worden te zijn ten zuidwes» ten van de rivier welke dien naam draagt, en dè ftad IVeessp, op den afftand van een half uur gaans; ftrekkende het Gein voords tot aan het rechtsgebied van Abcoude. Wat de NAAMSOOR S.PR O N G ' Betreft, deezen moet gezocht worden in den naam van gezegde rivier, (het Gein,) die het district zo ongemeen veraangenaamt ; voords vindt men weder nergens eenig verflag van-de gelegenheid bij welke die rivier den uaarn van Gein bekomen heeft. De GROOTTE Of uitgebreidheid van den grond betreffende kan ook niet afzonderlijk opgegeven worden; het getal der huizen,(de fraaje koffteden daaronder betrokken,) die eigenlijk kunnen gezegd worden in de polder het Gein gelegen te wezen, is. niet groot. Het wap*n is dat van het geheeie Kerspel. A3  § DE NEDERLANDSCHE STAD- £|i K ERKLIJKE GEB Q UWEN Zijn lu'er weder niet voorhanden; de ingezetenen (waaronder Gereformeerden, Lutherfchen, en Roomfchen gevonden worden,) moeten te Weesp of Abcoude ter kerk gaan: evenwel kan men onder dit aru'ikel brengen het School: 't welk ia deeze polder, nabij de Geinfrug gevonden wordt, en vrij aanzienlijk is: het is een Buurt-fchooi; (om 't deezen naam een toetekennen,) dat op een traclement van ƒ150 ?sjaars begeven wordt, voor welk traétement de Meester de Weezen en tinderen yan arme ingezetenen voor niet in zijne fchooi moet ontvangen, (doch men verzekert dat er federt jaaren herwaards zulke kinderen niet geweest zijn,) terwijl de ouders der overige '••■•deren hem een zeker leergeld moeten betaalen: dit inkomen (dikwijls van'meer dan 70 kinderen,) gevoegd bij hef geen deeze man verdient met het lesgeeven aan de kinderen dier Grooten, welken den zomer in het Gein op hunne buitenplaarfer doorbrengen, verfchaft hem een zeer goed beftaan —r de kinderen uit de Gaasp gaan ook hier ter fchooi. Wereldlijke gebouwen zijn hier weder niet voorhanden, enwegens de wereldlijke regeering zie meq opder dat artijkel onzer voorgaande algemeene befchrijving var Weesper-kerspel. De BEZIGHEDEN Der bewooneren van het G«ifi beftaan voornaamiijk in de melkerij, geene oer aldaar voorbanden zijnde landerijen wordt bebouwd; vooras woonen er, bij gelegenheid van de meergemelde Hoffteden, eenige tuinlieden: ook vindt men er verlcheidene van die ambacntslieden, wier verrichtingen in de burgerlijke zamenleeving onontbeerelijk zijn, als Timmerlieden, Schoenmakers, Kleeremaakers,en dergelijken: er is ook een Chirurgijn." Van de GESCHIEDENISSEN Van het Gein, zij hetzelfde gezegd als van die van de Gaasp yoorbefcbreven: onder de inwooneren zijn veele Staats- of Vaderlands-gezinden, welke van de Pruisfen in 1787 grouwzaam y?el hebben moeten lijden; zelfs de vrouwen, die deezen vo;g=  0 O R ?-B E S C H R IJ V E R. 6*3 7 den hebben zig »n dien omtrek zonderling onderfcheiden, in het'wegneemen van de kleederen haarer fexe, die zij voor de hand vonden; vooral hebben deze rustherftellers aan de lraaje buitenplaten groote fchade toegebragt - men vernaalt, dat die van de Stadhouderlijke partij, welken m het Gein gevonden worden, bij het aannaderen der Pruisfen, hunne beste goederen zamengebragt hadden, op eene der aldaar gelegene buitenplaatfen, wier eigenaar voor een ijveng Stadhoudersgesinden bekend was; zig om die reden verzekerende dat gezegde hunne goederen aldaar wel veilig zouden weezen; doch teen de Pruisfen er zig bevonden, en hunne gewoone bez-gheden ter hand namen, ondervond men tot ongemeen groot narteleed dat zij niet vooraf onderzochten tegen wie, of vóór we dèr bewooneren zij eigenlijk opgezonden waren, nemaar dat zij. zonder eenzijdigheid, aanvielen op alles Wat hun voor de hand kwam; want onder anderen werd de bedoelde buitenplaats door hen geheel uitgeplonderd, waarbij zij derhalven verfcheidene vliegen in één klap medenamen. Men verhaalt, dat de Pruisjen eenen bijzonderen haat tegen de Geir.bewooners betoonden te'hebben, ter oorzaake dat, op donderdag den 20 September, drie dagen voor hunnen aanval op Weesp, zekeren IJuisman, met naame hendrikderuiteii door twee van Abcoude komende Pruisfifche Officieren, Op céne listige Wijze, naar de fterkte dier ftad aan ue voor hun liggende zijde gevraagd zijnde, verzekerd had, dat er, voor zb verre hij wist, aan dien kant geen geschut la; (zjnde hetzelve er eerst op vrijdag den 21 gebragt,): toen zij nu des zondags den 33 op Weesp aantrokken, deeden zij daadlijk onderzoek naar zijn wooning, en noodzaakten hem in den nacht hen den weg te wijzen; 't welk hij tot aan de Geinbrug toe deed: dan, in hunne verwachting bedrogen zijnde, dreigden zij, bij hunne retraite, diens huismans wooning in de. brand te fteèken en fleepten hem den daaraan volgenden avond, onder een aanhoudend flaan en ftooten, naar het Hoofdquartier aan d,; Nichtervechter Kade, alwaar weldra zijn vonnis wierd opgemaakt, daarin beftaande, dat men hem, zonder forme van proces, aan een' boom zoude ophangen, ten fpiegel van anderen, die mogelijk in hunnen overmoed zouden durven befluiten, zijn voetfpoor in het misleiden van krijgslieden, die als vrienden in hun Land kwamen, te volgen; evenwel heeft men deeA 4  t DE NEDERL. STAD- en DORP.BES. (Het Gein.) zen Huisman, op zijn eigen verdediging, en ds getuigenis va» zijne buuren, dat hij zig nimmer met eenige Staatkundige gefchillen bemoeid had, en voor een eeriijk man bij ben bekend ftond, ontflagen, onder die voorwaarde, dat hij, het tegendeel bevonden wordende, weder naar den commandeerenden Officier zou gevoerd worden, en het bedreigde vonnis zou moeten ondergaan. • Onder ons artijkel B IJ ZONDERHEDEN, . Kunnen wij, voor het Gein, brengen de meergemelde aan. zienlijke Hoflieden, allen, bij gelegenheid, der bezichtiginge ©verwaardig: de voornaamften zijn die van den Heere lepeltak. . - elias, Burgmeester te Amjlerdanu —«». boers, asschenberg. - ■■ abc o uw. Mevrouw vvailano. den Heere jibndes da costa- — meints. ■ verr yn , en die van ■— de clerco. De KEISGELEGENHEDEN Zijn deezen: men kan met de Weesper fchuit naar Weesp, of naar Amftcldtm; aan de Geinbrug kan men er uitflappen; er vaart ook een fchuit van Weesper-kerspel, op Amjleldam; behalven de gcwoone beurt, in de week, vaart zij ook,des zomers, op zondag avond, omtrent ten half zeven uuren van de Geinbrug af: de Schippersplaats daarvan, wordt bij vacature door den Gerechte begeeven. De HERBERGEN, Die in 't Gein gevonden worden, zijn De Vijfhoek, en ,s Lands Welvaaren Van veelen wordt de eerstgemelde herfcerg, het rechthui* genoemd, fchoon zij zulks in geenen deele zij; alleenlijk heeft zij dien naam verkregen, om dat voor de puie van dezelve gemeenlijk alle waarfchouwingen en ordonnantiën van Poldermeesteren, en dergelijke openbaare aankondigingen aangeplakt worden.  0VE1VECHT. De ; LIGGING Van deeze polder, is ten oosten van de Stad fVetsp, en ten noord-oosten van de aangenaame rivier de Vecht, niet onaartig dooi de zoetzingende willink, de eigenfchap van blank toegekend; daar hij zegt: Nu vloeit de blanke vecht in vreê, En fchuuit met haare zoete dreeven, De MuiderfchBtfluis door in zee, Om met het pekelnat te paaren; Nu bruisebt zij langs dat luchtig oord, Daar zij op net befchaafde zangen , En zuiver heldendicht bekoord. Blijft aan des Dro>faatts maatklank hangen, In twijfel of zij ftil zal ftaan, Of op die wonen verder gaan. Deeze aangenaame rivier firoomt, beoosten Utrecht, uit deü Rhijn noord waards aan voorbij Zuilen, Maarsjen, Ereukelen, Loenen, Vreeland, Nichtevecht, fVeesp, en een aanzienlijk aantal vorstlijke landhoven, en lustpaleizen, tot daar zij, door Muiden in zee ftort. Niet weinig wordt het gezicht van deeze fchoone rivier veraangenaamd, als het oog er de prachtige zwaanen, met haar* fchitterend witte vederen (*), in ontmoet. (*) Aanmerkelijk is het, dat deeze leesten, nu eerst uit het ei gekomen, weldra de grootte van de oude verkrijgen; doch tot hunne verwisfeling van vederen zijn zij graauw van kleur; eerst bij dat verwisfelen krijgen zij vetren zo ongemeen wit als waarmede de ouden pronken; even aanmerkelijk is het, dat ary zingen als zij  iê DE NÈDERLANDSCHE STAD- Wegens deszelfs NAAMSOORSPRONG 1 Behoeft verder niets gezegd te worden, alzo de betekerai' van den naam deszelfs oorfprong aanwijst: de polder Over* vecht, ligt naamlijk o-er de rivier Vecht, voornoemd. De grootte van den grond der polder is weder onder de grootté van geheel Weever-kerspel betrokken. Voords behoeft van dezelve niets meer gezegd te worden alzo zij geheel niet bewoond wordtV Onder de polder Overvecht, behoort ook die welke den naam' draagt van ÓTT ERMEE R. Waarvan mede niets, de verfchillende artijkelen van ons piatj' betreffende, kan gezegd worden, voornaamiijk om dat dezelve' ook onbewoond ligt, befiaande geheel de polder alleenlijk uit landerijen, die voor den hooibouw en de' melkerij gebruik?' worden; alleenlijk is aan het nabygelegen tolhek, geplaatst tusfchen Weesp en de fchans, (van welke ftraks nader,) een aangenaame en aanzienlijke herberg, die tevens eene uitfpanning is. De weg van Weesp, naar Uitermeer, of wel naar de ftrakrf den dood voelen naderen, waarom men ook gewoon is, het last/Ie' vers eens dichters, zijn Zwanenzang te noemen: de zededi'chter' cl aas bruyn, deeze eigenfchap der zwaanen op de vroxeh' toepasjende, heft daarvan dus aan: Laat de zwaan zijn lijkzang hooren, Met een lieffelijk geluid, Daar hij 't leven raefi belluit, Vroome hielen, uitverkoren, Om te heerfchen op Gods throon. Slaan dus ook hun' laatfte toon. Ja zij zingen met de klanken Var het welbewust gemoed , . Schoon her fterflot orj bun woed'}-Dit 's het lijkdicht van die k>anken." ,, Kom, o jéfcis! al oris lu>t, „ Haal ons'in uw zachte rust , enz.  DOR P-B ESCHRIJVÈR. (ÖvervecM.) li :{e bcfchrijvene Uitértneerfche fchans, loopt langs den bevalligen Fechtftroom, en is ongemeen aangenaam, gelijk h]ETaCH:T ds t.dat de oogen. Jöxeelt , JDoor föU worden." NAAMSOORSPRONG. Deeze heeft de Heérelijkheid ontleend aan een watertjes aldaar ftroomende, en dat den naam Van Drecht draagt, ( waarfchijnelijk dat er weleer een overva.irt, of veer op geweest is, zie onze befchrijving van Dord, enz. art. naamsoorsprong;) dat watertjen loost alhier m de hoofdrivier, des is ter deezer pjaats de Loozing der dreiht, ( Loosdrecht;) de naamen van Oud en Nieuw, waarmede men gewoon is de beide deelen der Heerelijkheid te onderfcheiden, zijn ontdaan door het aanleggen van een tweede of Nieuwe kerk, gelijk nader zal blijken. STICHTING en GROOTTE De dichting van Loosdrecht, ligt thans geheel in het duister: wat aangaat de grootte, in de quohieren der verpondingen van den jaare 1632, vindt men de beide Loosdrecliten begroot op iScf morgen 300 roeden lands, en het getal der huizen op 221; in de quohieren van 1732, vondt men er flechts 1507 morgen en aoo roeden voor; doch de huizen worden integendeel bepaald op 372; derhalven 151 huizen meer, (zonder den ka. renmolen die er gevonden wordt,) waaruit men zoude mogen opmaaken, dat de beide dorpen in den gezegden honderdjaaEigen tusfchentijd, zeer wèl gebloeid moeten hebben: federt echter is dien bloei merkelijk verminderd, en hun aarzien vrij wat vervallen, hoewel in de Nieuwe Loosdrecht meer dan in as Oude; (van de eerstgemelde desaangaande nader onder onze befchrijving van dezelve:) anderen bepaalen het grondgebied op wel 3950 morgen (*), zo land als water, welk water mede in de verpondingen moet betaalen, om dat het uitgeveende (*) Eenige' or.zer ingewonnene berichten fpreeken zelfs van ovet de 3000 morgen.  DORP-BESCHRIJVE R. (Oud Loosdrecht.) $ plasfen zijn. In de Oude Loosdrecht liggen verfcheidene aangename bttltenplaatfen , waarin die het mede van de Nieuwe wint: zie onze befchrijving van dezelve. Het getal der bewooneren van geheel de Heerelijkheid wordt begroot op omtrent 800, die allen van den Gereformeerden .Godsdienst zijn, dat zekerlijk iet zonderlings is. Het W A P E N Der beide Loo'drechten is vier zwarte en vier zilveren dwmbaU ken over kruis doorfneden met twee rood- en wit ■ geruite bolken. KERKLIJKE en GODSDIENSTIGE GEBOUWEN. Dewijl, gelijk wij gezegd hebben, alle de inwooners der IJeefeUjkheid van den Gereformeerden Godsdienst zijn, worden er ook geene andere kerken gevonden dan die van de gezegde gemeente: de Oude kerk, dat is de kerk van de Oude Loosdrecht , is een klein gebouw , offchoon er honderden menfehen in opkomen; van binnen heeft bet, ingevo'ge deszelfs aanleg, even weinig pracht als van buiten; alles intus fchen is van binnen zeer net; boven ééne der portaalen is eene gallerij voor de Weezen*, enz : thans hangt boven die gallerij, eenvla g, van talrijke voeten vierkant, inet een,-lijst, en in het m dden een groote oranjeboom, in een groene bak, zodanig als men dezelven gemeenlijk in de Orangeriën geplaatst Vindt; ter eene en andere zijden van die,hak, leest men de woorden vivat oranje! (er zijn ook in Oud Loosdrecht maar weinige lieden, van dezulken die men Patriotten noemt:) ,er wederzijde dier vlagge hangen nog twee kroonen, gevlorten van kunstbloemen en oranjeappelen: aan het andere einde der kerke 'tegen over de gezegde vlag en kroonen, hangt ' thans nog eene vlag, maar van minder aanzien; er is geen oranjeboom op gepeafeeld; alleenlijk leest men in derzelver A 3  o CE NE DE RLA NDSC HE STAD- ik- midden mede, vivat oranje ! Deezefiersadjen hebben, ten tijd? der omwending van zaaken in ons Land, in het openbaar gediend. Wat verder bet ruim van deeze kerk betreft, ailes is daarin aan het oogmerk voldoende; de predikftoel is zeer net zamengefteld, zo ook de Regeeringsbanken en verdere mannengeftoelten: de bank voor den Heere, of de Vrouwe der Heerelijkheid, ftaat vlak tegen over den predikftoel ; het ruim is voords naar gewoonte, met vrouwegeftoelten bezet: er hangt ook, (op de gallerij waarvan boven gefproken is,) een op paneel gefehilderde lijst van de Predikanten die federt de reformatie, de Oud-Loosdrechcfhe Gereformeerde Gemeente be. diend hebben : aanmerkelijk is het dat de laatste Roomfche Triester ter deezer plaatfe ook de eerste Gereformeerde Predikant aldaar geweest is : zie nog iet wegens de kérken van Loos: drech met betrekking tot den tijd vóór de Reformatie, onder Nieuw-Loosdrecht, ditzelfde art. Het doophek, en verder al het inwendige der kerke is zeer zindelijk, en wordt wél onderhouden: het ruim wordt door vijf kaars kroonen verlicht: er is geen orgel in. ' De vloer van het ruim der kerke gebruikt men nog, inge. volge de oude, dat is onverlichte tijden, om er in te begraaven: de gezegde grond is zamengefteld uit grafzerken, waaronder wij er echter geene gevonden hebben der aan! dacht waardig. Buiten om de kerk ligt, naar gewoonte, een kerkhof, dat genoegzaam groot is, en vrij net genoemd mag worden; aan een van de hoeken deszelven is eene foort van grafkei' der, bijna twee voeten boven de oppervlakte van den grond verheven, en met een' zwaaren blaauwen zerk gedekt; op dezelve ftaat geene infcriptie; ook is 't alleenlijk eene graf: plaatfe, 'gekozen door iemand die begeerde na zijnen dood h een'zeer flil oord te liggen: op het zelfde kerkhof is • ooi? één der dorpsbrandfpuiten geplaatst: vier zijn er in geheel de Heerelijkheid. ' De kerktoren die aan het eene einde der kerke eenige  Ü.uaP-BE SCHRIJVE l\.(Oud-Loosdrecl>t) ? voeten hoog, vierkant uit het dak rijst, is in den jaare 1783 'veel vernieuwd, en bij die vernieuwing, in zijn vierkant verkleind; op dat vierkant ftaat een fpits, dat met leien gedekt is — in één der zijden van het vierkante ondergedeelte van den toren is een wijzerplaat, waarop men het jaartal 1791 leest, welk getal alleenlijk het jaar aanwijst waarin dezelve is opgefchilderd. Te Oud'Loosdrecht is ook een goed Weeshuis, voor 3 jaaren eerst gefticht, en 't welk tevens voor een Armenhuis verftrekt; dat niet alleen, maar er worden ook in opgenomen, geleerd, gekleed en gevoed, zulke kinderen, wier ouders onvermogend bevonden worden om hen te voeden; indedaad een zeer loflijk gebruik, en voornaame oorzaak dat er, hoe min vermogend de bewooners over het algemeen ook zijn, „eene bedelaars gevonden worden - de arme lieden en kinderen leiden in dit huis ondertusfchen niet, gelijk op veele aanzienlijke" plaatsjens het geval is, een lui, geheel werkeloos leven; integendeel, zij worden allen te werk ge. fteld, aan het fpinnen van wol; er worden ook netten gebreid, en andere bezigheden verricht, zo dat er over het algemeen eene geduurige loflijke arbeidzaamheid plaats heeft: alle de voordeden daarvan komen aan het huis. Het Schoolhuis is een gebouw dat flechts redelijk aan het oogmerk beantwoordt. De Pastorij ftaat tegen over de kerk, is zeer fpatieus, en van goeden aanzien; er is geen ruimen hof achter, maar de Predikant heeft achter de kerk een groote moestuin, ten zijpen dienste. WERELDLIJKE GEBOUWEN. Deezen zijn geene anderen dan het Rechthuis, dat voor beiden de dorpen dient, en gebouwd is op derzelver kerkl.jke fcheiding: 't is mede in alle deelen aan het oogmerk beant. woordende, doch heeft niets bijzonders der befchrijvinge of A 4  S DE NJEDERLANDSCHE STAD- en. pezichtiginge waardig: daarin echter is het van de rechthui. *en op veele Nederlandfche dorpen onderfcheiden, dat het met tevens een herberg is; er mag ook, volgends ordonnan. tie van de Staaten, niet in getapt worden, zelfs niet aan de Regeering der dorpen. Op eenige vosten afftands van het huis, aan de overzijde van den weg, ftaat een kaak, geplaatst in het midden van een cirkel-rond en van gebakken fteen gemetzelde voet, ten minften vier voeten hoog boven den grond, en wel zes voeten dtameters; maakende des rondsom den paal eene foort van rond fteenen fchavot: in geville van rechtsoefcning, wordt voor het Rechthuis een fchayor opgericht. KERKLIJKE REGEERING. DeeZe beftaat uit den Predikant, Cde verkiezing van welken ftaat aan den Heere of de Vrouwe in der tijd. zonder eenige voorafgaande nomminatie,) zijnde thans de Wel Eerwaarde Heer huibert van den bijl/urm, behoorénde onder de Clasfis van Amjleldam; voords uit twee Ouderlingen en twee Diaconen, waarvan jaarlijks één Ouderling en één Diacon af. gaat, die door anderen vervangen worden, ftaande de verkiezing derzelven aan den kerkenraad. WERELDLIJKE REGEERING. Loosdrecht heeft in alles eigen recht, crimineel en civiel, zo wél van pleidoojen ah halsrecht. Het hooge rechtsgebied over dit, als het andere deel van het Bailluwfchap, zo als wij die deelen, bladz. i opgegeven hebben, wordt geoefend door den Bailluw, zijnde thans de Wel-Ed. Geftrenge Heer, Mr. johannfs petrus thierens, die aangefteld wordt door zijne Doorl. Hoogh. den Stadhouder, uit de nominatie van een drietal, door de Staaten van Holland en Westfriesland gemaakt: hij zit te recht met de dorpfchepenen: voorheen  DORPi-BESCHHIJVE R. (Oud-Loosdrecht.) 9 had de Bailluw de vrijheid om voor zig afzonderlijke fchepenen crimineel te benoemen en in den eed te neemen; doch daarover een proces ontftaan zijnde, is hij, in gevolge de uitfpraak op dat proces, voor omtrent zes jaaren gedaan, verpligt, de dorpfchepenen in der tijd, ook voor het crimineele in den eed te neemen : hij wordt in z'inen aanftel. lings-brief ook genoemd Bailluw van Loenen Hdland, met welken naam men gewoon is Loenen Kroonenbwgs. gerecht te benoemen — uit aanmerking van dien tijtel, „ is voor„ maais," leezen wij, „ aan de zijde van den B'-illuw van „ de Loosdrechten, begreepen dat hem het oefenen van juris ■ \, diaie, op het grondgebied van Loenen Kroonenbwgs-gerecht „ toekwam, waarover weleer, tegen den Heere van Kroonen,,burg of deszelfs Bailluw, proces is aangevangen, doch „ federt geruimen tijd niet vervolgd geworden, zo dat do Bailluw van Loenen Kroonenburgs ■ gerecht, in de bezitting „ van dat recht is gebleven:" in gevolge het werk;lijk hangen van't gemelde proces gaat de Bailluw, voor de Loosdrechten verkozen zijnde, ook nog naar Loenen Kroonenburgs-gereclt om zig aldaar in zijne waa-digheid van Bailluw te doen erkennen ; doch wordt als dan geweigerd. De beide Loosdrechten en Mijnden, fchijnen gemeenlijk als eene enkelde Ambachtsheerelijkheid aangemerkt te-worden doch zij zijn het niet., ieder is in de daad eene afzonde» • lijke Ambachtsheerelijkheid, niettegeiiftaande^zij fedtrt lang. als onverdeeld, een zelfden Schout en Secretaris hebben", dit echter ftaat ter keuze van den Ambachtsheere of Vrouwe, thans Vrouwe s. m. van de p ll, Douariere, wijlen den WeLEd. Geftrengen Heere Mr. z. n alewijn van Mijnden, in leven Prefident Schepen en Raad in de Vroedfchap der ftad Amfteldam,) die ook Mijnden een anderen Schout en Secretaris kan geeven; vermits de aanftelling aan dezelve ftaat, zo wel als van Schout en Secretaris van Loosdrecht. In het civile, wordt Loosdrecht in 't gemeen beheerscht door den Ambachtsheere of Vrouwe in der tijd, met zeven ScheA 5  tó DE NEDERLANDSCHE STAD- i£ penen, naamlijk drie uit Oud-, drie uit Nieuw.Loosdrecht, cn één uit Muieveld, of uit Oudover: deezen worden aangefteld," zonder eenige voorafgegane nominatie, door den Heer of Vrouwe; aan wien het ook ftaat om dezelven naar goedvinden wegens getal of tijd te doen afgaan of aanblijven; derhalven is er, Schepenen betreffende, geen bepaalde tijd van ver. andering Voords zijn er twee Weesmeesters, die tevens Armeesters' Zijn, en niet jaarlijks afgaan: zij hebben almede hunne aanftelling van den Ambachtsheer of Vrouwe; die ook de aan. Helling heeft van de Schoolmeesters, in de beide Loosdrechten: deezen zijn tevens Kosters, Voorzangers en Dood. graavers. . De Schepensbank wordt bediend' door één' boden : ook Kebben Bailluw en Schout zamenéén' diender, die mede door den Ambachtsheer of Vrouwe aangefteld wordt. Onder de VOORRECHTE N Van Loosdrecht kan men tellen, dat het, behalven de "algemeene voorrechten van Gooiland, halsrecht heeft, gelijk er dan ook een buitengalg gevonden wordt. Een voorrecht van den Ambachtsheer is dat hij preferent' is in het in huur neemen van het Rechthuis, (thans bewoond door den diender;) hetzelve is een dorpgebouw, waarvan de huurpenningen derhalven in 's Dorps casfe komen. Nog heeft de Ambachtsheer korentiendens, en tienden van' dtf aardappelen die aldaar gewonnen worden. BEZIGHEDEN. Voor eenige jaaren was in de Oude Loosdrecht eene vrij aan« zienlijke porcelein - bakkerij, doch dezelve is van daar naar" den Amftel verplaatst geworden; waardoor het dorp niet tfetf »ig heeft verloren.  !D Ö R P-B É S C H R IJ V E R.(Oud-Loosdrecht.) li Er worden eene en andere handwerken, in de zamenleeving onontbeerelijk, geoefend; doch de hoofdbezigheid der bewooneren van dit gedeelte der Heerelijkheid, is het baggeren van turf, en vermits, zo wel het baggeren zelf, als het af. en aan-voeren van de turf, veele fchepen en fehuiten be. noodigd maakt, houdt zulks op het dorp ook het icheepmatf. kers-handwerk aan den gang. Voor iedere morgen grettds die in de Loosdrechten uitgebaggerd zal worden, moet de aanneemer ƒ 300 guldens geeven" (inleggen, zegt men aldaar;} voor dat geld wordt eenObligatie gekocht, en uit de interenen van deeze, betaalt de Heer of Vrouwe in der tijd zig de bepaalde verponding: het geen er overfchiet wordt den aanneemer ter hand gefteld — Onder Loenerveen is dat inleggeld ƒ 40b, om dat aldaar uit de Interesten ook nog het molengeld betaald moet worden. Er zijn in Oud Loosdrecla ook veele visfchers die hun fober beftaan in de uitgeveende plasfen vinden — anderen, echter niet zeer Veelen, leeven van den landbouw, van het rietgewas, of de melkerij; dit heeft nog meest plaats aan het Leeg-eind des dorps, zo als de Loosdrechters het noemen, en dat dien naam draagt, om dat het aan geen van beide zijden huizen, maar alleenlijk weilanden heeft. GESCHIEDENIS Van Oud -Loosdrecht, vereischt geene breede plaats: in het jaar 1672, (dat verfchrikkelijke jaar voor geheel Nederland,) had het door den inval der Franfchen zeer veel te lijden: federt is er, voor zo verre ons bewust is, weinig van aanbelang voorgevallen: dé bovengemelde gezindheid der bewooneren, in het ftaatkundige , heefe de dorpelingen in onze jongstledene beroerten weinig deel gegeven: wel hebben zij zïg in den wapenhandel geoefend, toen die oefening Siaatswijze geboden werd , in de ontftaane verfchillen met den Keizer joseph : toen de verdere woelingen der Patriotten  ï2 DE NEDER1. STAD- ut DORP-BES. QOud-Ltodtccht$ voordgang namen, heeft men er ook nog, hoewel maar korten tijd, blijven exerceeren — bij den inmarsch der Pruisfenj op hunnen doortogt naar Loenen, hebben de Loosdrechers hun een maand lang moeten inquartieren; en daar deeze lieden naar geene ftaatkundige gevoelens vroegen , hebben zij er ook verfcheidene plunderingen aangericht ; vooral heeft de plaats van de Wei-Edele Ambachtsvrouwe, in de Nieuwe Loosdrecht, hunnen moedwil ten fterkften moeten bezuuren. Men vindt bij andere Schrijvers gewag gemaakt van een Huis te Loosdrecht, als eene bijzonderheid van deeze plaats; doch dit is, volgends onze ingewonnene berichten niet anders geweest dan een huis van den Ambachtshear, *t welk door den Heer Mr- alhwijn van Mijnde, reeds genoemd, om zijne bouwvalligheid is weggebroken, om op den grond daarvan het tegenwoordig aanzienlijk gebouw te plaatfen. LOGEMENTEN, Deezen zijn hier niet — De Hotkndfche tuin bij het Rechthuis, en de Lindeboom, zijn de voornaamfte herbergen; ook zoude men in dezelven kunnen overnachten, en er geen gebrek aan eene goede bediening hebben. Verder vindt men er nog de herberg het Tmffchip , ei twee of drie herbergjens, alwaar men zig naar genoegen kan ververfchen. REISGELEGENHEDEN, Van Pinxter tot 3 maanden daarna, vaart zondags een fchuit van Loosdrecht op Amjleldam; voords 't geheeie jaar door, maandags, dingsdags , woensdags en vrijdags, ook dergelijk een fchuit. Vrijdags vaart van daar mede eene fchuit op Utrecht — Iri gevalle van befloten water, rijdt er op de gemelde dagen een wagen op gezegde fteden.  Hrtoogdea Tfiniil laars, doorMtunrlgk JEieom ▼wrulrf- , iWtalgem^m wra Vt gevoelig ü«4t .   II E T D O K. P 1IEÏÏW= LOOSDRECHT. *$Jtett verdeeld zijn de keuzen der vreemdelingen en oefc der bewooneren wegens de aangenaamheid der beide Loosdrechten ; deezen houden de Nieuwe anderen de Oude voor aengenaamer; voor ons, wij zouden voor de Nieuwe zijn, wac de vertooning over het geheel betreft; doch in de Oude zijn meer goede huizen, ook liggen er verfcheidene buitenplaatfen in die in de Nieuwe niet voorhanden zijn, gelijk wij onder onze befchrijving van de Oude Loosdrecht reeds gezegd hebben. Wat de LIGGING Betreft, deeze is over 't algemeen in onze befchrijving van Oud-Loosdrecht opgegeven ; alleenlijk kunnen wij hier nog bijvoegen, dat ter zijde af meer bebouwde akkers liggen, waarop de aardappelen, boekwijt, en graanen zeer wèl willen tieren — bepaaldlijk maakt de Nieuwe Loosdrecht, in het zuiden, een fcheiding tusfchen de Provinciën Holland en 't Sticht; ten westen paalt zij aan Mijnden. Wegens de naamsoorsj'rgng, zie men onze befchrijving van Oud-Loosdrecht: Nieuw-Loosdrecht draagt ook nog den naam van de Zijpe,  » BE NEDER LAN DSCHE STAD- en Van de stichting en grootte, zie men mede onder Oud-Loosdrecht — In den tegetiwoordigen ftaat van Holland, leezen wij: „ in de Oude Loosdrecht, ftaan de hui,, zen, ter wederzijde gedeeltelijk op boere werven, of af3, gebrokene akkers, naar da wijze der veendorpen; in de „ Nieuwe Loosdrecht ftaan zij veelal aan elkander gebouwd", doch het tegendeel is waar; in de Nieuwe Loosdrecht liggen de huizen veel verder van elkander dan in de Oude: voords liggen zij meer ia 't groen, maar daarentegen zijn de wooningen ook kluiziger, en veelen zelfs zodanig vervallen, zo ingezakt, dat zij geheel wauftaltige iiguuren maaken: onder de wooningen in de Nieuwe Loosdrecht zijn bok geene andere Buitens, dan dat van de Ambachtsvrouwe reeds gemeld, Zie wegens het Wapen, Oud-Loosdrecht, , KERKELIJKE en GODSDIENSTIGE GEBOUWEN. "Vermits ook hier, even als te Oud- Loosdrecht alle de be? wooners den Gereformeerden Godsdienst belijden, zijn er geene andere dan de Gereformeerde kerk voorhanden. In het reedsgemelde werk: Tegenwoordige ftaat van Holland, leest men, betreffende dit artijkel: ,, De kerk van de Oude Loos„ drecht, is vrij ruim; doch oud, met een laag torentjen, „ zij wordt echter zeer wel en net onderhouden; die van de „ Nieuwe Loosdrecht, is netter en nieuwer, en heeft een ,, fchoonen toren, met een goede fpits, die van vrij verre „ kan gezien worden": de toren is vierkant, hoog en zwaar, en 'net fpits met leien gedekt: in allen deelen beantwoordt het gebouw voords aan de berichten bij ons ingewonnen, naam. lijk dat het nog de plaats der Godsdienst - oefeninge onzer Landgenooten van vóór de reformatie was, zo wel als de kerk van Oud- Loosdrecht, zodanig dat deeze de Parochie, kerk was, en die van de NieuWe Loosdrecht, derzelver capel; gelijk zij dan ook weleer door de Roomfchen genoemd werd, onze capelie van de Zijpe; men wil dat deeze capel omtrent dsn jaare 1400 gefticht zij: de toren heeft twee wijzerpUaten, waarop men het jaartal 1762 leest, zijnde het jaar waarin gemelde plaacen vernieuwd zijn.  D.0RP.BES.CHR1JVE R.QNleuw-Looidrechtj 3 Naast den ingang der kerk is mede één der reeds gemejde vier dorps-brapdfpuiten geplaatst, en tegen een der zljmuuren vin h»t gebouw, ziet men eene foort van open houten hu», jen, ten dienste van den koster en fchoohneester wanneer hu, amtshalven, voor dorpelingen iet moet afleezen. Rondsom de kerk is een kerkhof dat niets ongemeens neett, niets anders dan, tegen een der muuren van de kerk aan, een vierkanten marmeren graftombe; hebbende echter geen ander cieraad, dan dat op het voorftuk deszclve is uitgehouwen een gehelmd man, in boerfchen of Oud-Hollandfchen burger kleeding, hebbende een ijzeren ftormhoed op: aan zijn linker arm heeft hij een fchiid, en in dezelfde hand een zwaard; in de rechterhand heeft hij een foort van hamer aan een langen ftok die op zijn fchouder ligt. Inwendig heeft het gebouw niets bijzonders: alles is er zeer wèl en geregeld: de bank voor den Heere of Vrouwe der Heerelijkheid ftaat, even als in de kerk van Oud-Loosdrecht, recht tegen over den Predikftoel. Het Schoolhuis is nabij de kerk, en is een gebouw aan het oogmerk beantwoordende. De Pastorij is achter de kerk, en heeft een zeer grooten hof. Een Wees- of Armen-huis is te Nieuw'Loosdrecht niet; de weezen en armen worden er bij de ingezetenen befteed, en zo de regeering al eenig gebruik van het weeshuis in de Oude Loosdrecht begeert te maaken, moet hetzelve, bij wijze van befteeding, betaald worden. Wegens de wereldlijkb gebouwen, ftaat ons hier niets aantetekenen: zie dit zelfde artijkel onder onze befchrijving van Oud'Loosdrecht. KERKELIJKE REGEERING. Deeze is even als te Oud-Loosdrecht voornoemd: de Predikant is thans de Wel - Eerwaarde Heer reinierswierink. Daar voords de wereldlijke regeering mede dezelfde is als die van Oud-Loosdrecht, kunnen wij ons ook, wat deeze betreft, aan de meergemelde befchrijving van dat dorp gedraagen; hetzelfde zij gezegd van de voorrechten. Het zogenaamde LoosdreclXer bosch, waarvan wij onder Hilverfirn gefproken hebben,kan als eene bijzonderheid aangemerkt Worden.  4 DENEDERL.STAD Eft DÖRr'-BES. (Nieuw- Loosdrecht.') ' De BEZIGHEDEN Der bewooneren zijn hier eenigzins onderfcheiden van die waarmede de bewooners van Oud- Loosdrecht zig geneeren. De veenderij heeft hier weinig plaats, maar te meer, (wegens de voorraad van wei- en bouwlanden,) de mouterij, hooiteelt, en bouwerij - Weleer, en zelfs nog voor ruim 20 jaaren, waren in de Nieuwe Loosdrecht veeielakenweeverijen , doch federt zijn dezelven allen te niet geraakt, het geen niet weinig tot het verval van dit gedeelte der Heerelijkheid heeft toegebragt: de weinige weeverijen van HilverfumschJlreept. die er nog gevonden worden, zijn van niet veel betekenis en mogen den naam van fabrieken niet draagen, alzo zij flechts voor eigen vertier, en dat niet veel zegt, aan den gang ge. houden worden: het fpinnen van wol en vlas, wordt hier üog wel bij veelen ter hand gehouden, dóch verfchaft voor eenen aanhoudenden arbeid flechts een fober beftaan, te meer voor de inwooners om dat hun vooruitzicht niet op beteren ftand uitloopt: tot gezegde fpinning worden de meisjens van zeven of agt jaaren gebruikt; deezen verdienen daarmede 8 of 8| ftulvers in de week; de armoede der oudeien noodzaakt hen hunne kinderen voor dien geringen prijs te leenen, en dezelven daardoor te berooven van den tijd waarin zij behoorelijk leezen, fchrijven enz. zouden kunnen leeren De GESCHIEDENIS Deezes dorps heeft niets afzonderlijks met die van de Oude Loosdrecht: er zijn, dat ligt te begrijpen is, even lang al te Oud-Loosdrecht, Pruisfen geinquarfierd geweest, ende. zélven hebben er grouwzaame plonderingen aangericht; vooral op het Buiten van de Ambachtsvrouwe, gelijk wij onder OudLoosdrecht reeds aangetekend hebben. Logementen zijn in de Nieuwe Loosdrecht niet, en flechts eene herberg van eenig aanzien dat tevens eene uitfpanning is; hier en daar vindt men een pleisterplaatsen van geringen ftand. Eindelijk zijn de reisgelegenheden dezelfden als ia onze befchrijving van de Oude Loosdrecht zijn opgegeven.  H E T M U H » E ïfc VoeRdyk kunnen wij hier de befchrijving van d,t: kien» Ambacht toten volgen , alzo het met Loosdrecht , onder een Se Bamuage belfort, gelijk wij hier voor reeds gezegd hebben: Tekkop, dat gewoonlijk bij Mijnden befchreven wordt, brengen wij onder Woerden. Wat betreft de LIGGING Van Mijnden, hetzelve paalt met zijn rechtsgebied ten noordelaan de DrecU, onder onze befchrijving van Oud-Lmdrecht ■ tedrgenoemd, en welk water uit Loosdrecht naar de Vecht ftroomt, en Manden, van die plaats affcheidt: ten oosten heeft Minden de Nieuwe-Loosdrccht, ten zuiden het Gerecht van Breu ■ fr in dat onder de Provincie van Utrecht behoort, en ten ï^^1ï?£r de rivier de voornoemd afgefcheiden In dat gedeelte van Lm* het welk onder de gemelae Pro- " DeC ^ïïtóta* meestal uit laag wei-en hooi-iand:: de: klein* «n^rond de afgezonderdheid van ligging, het getal van ingevan grond, ae a gez . ,d der W00ningen, doet er zetenen, zo wel 9-sJne/fl^7^fche_ datee„ ftedeling, aan zulk eene buitengewoone ftilte Heerlenen, ™ het drokke gewoel gewoon, er zig weldra verveelt. Van den ^  & DE NEDERLANDS CHE STAD- eh NAAMSOORSPRONG, Deezes Ambacbts zijn ons gee^e berichten ter hand gekomen. STICHTING en GROOTTE. Van den aanleg of de ftichting des dorps pf van bet Ambacht ^rjn even weinige berichten voorhanden; men zou intusfchen mo. "gen gisfen, dat het van een zeer ouden datum kan weezen, want het Huis te Mijnden , (waarvan nader onder ons artijkel bijzoinderhedek ,) wil men dat reeds in den jaare 1227 gefticht zoude weezen.- Wat het tweede gedeelte van dat artijkel in onze gewoqne ordé van befchrijven betreft; Mijnden is niet groot; het bevat, volgends de voorhanden zijnde quohieren der verpondingen, Hechts 296 morgen en 100 roeden lands; het fpreekt der. ha'ven van zelf, dat 'er ook niet veele huizen onder kunnen behuc-en: op de vroegere verpondingslijsten vindt men er niet meer dan 3 voor aangetekend; doch op de lijsten van den jaare 1732, ftaan er 20 hulzen voor, waaronder eenige buitenplaatfen, enfedeu zijn dezelven weinig vermeerderd. Het WAt*EN van dit Ambacht zijn vijf goudene, en vier zwarts dwarsbalken, ovei het kruis doorfneden met twee rosde balken. Onder ons artijkel KERKLIJKE en GODSDIENSTIGE GEBOUWEN, Kunnen wij, Mijnden betreffende. niets betrekken; een kerk is er niet; de ingezetenen behooren kerklijk onder Loenen; gelijk ook aldaar hunne Weezen verzorgd worden, zo dat er ook te Mijnden geen Weeshuis is; er is mede geen Armenhuis of Dorpfchoqi. WERELDLIJKE GEBOUWEN. Deeze zijn alhier geene anderen dan het Rechthuis, waarin tevens herberg gehouden wordt, en niets bijzonders heeft der befchrijvinge waardig: het ftaat aan de Mijnder-Jluis. ' Uit het voorgemelde blijkt dat te Mijnden geene afzonderlijke kerklijsls regeering plaats heeft. h En wat betreft de WERELDLIJKE REGEERING. Daaromtrent hebben wij in onze befchrijving van Oud-Loosirscht, onder het artijkel wereldlijke regeering (*) reeds,_ l {*) Zit aldaar ook wegens bet Hooge Rechtsgebied.  D O R P-B E S C H R IJ V E R. (Mijnden.) & sezegd dat Mijnden en de beide Loosdrechten, federt lang als onverdeeld door een zelfden Ambachtsheer bezeter.worden, niet. Ctondezij in de daad afzonderlijke 5ijn; ook zeiden wij reeds dat zij uit dien hoo^^^2r\ en Secretaris hebben, het welk echter naar goedvinden van Ambachtsheere of Vrouwe in den tijd gefchiedt, gelijk wij .q ont befSvIng van Oud-Loosdrecht mede reeds hebben aanre ekenriVi/nL beeft voords drie Schepenen en een' BuurtSe?, alle ter aanfteliinge zo als die Schepenen van Loosdrechf CLK Oud-Loosdrecht art. wereldlijke regeering.) ^ Verder vinden wij wegens de Wereldlijke Regeering «.JA*den nog uit medegedeelde berichten, het volgende aangetekend. Het klein getal van ingezetenen, gaf in den jaare 1567, aan, „leiding tot eene fchikking, waarbij vastgefteld werd dat .n de Ambachtsheerlijkheid van Mijnden , recht en gerechtheid „zoude geoefend worden, bij den Schout en drie gezworene Heemraaden, die aldaar jaarlijks gemagtigd werden , tot fcnon^ wingvan de dijkaadjen en wateringen: deeze Heemraaden zou,, den als Schepenen den eed doen, in handen van den Ambacht heere: volgends het verzoekfchrift tot deeze fchdtkmg, we ke door den êove van Holland werd goedgekeurd ge chieddo dezelve, om dat de Gebuuren , die met den Schoorterecht moesten zitten, maar elf in getal waren, en onder dee/m * Ir broeders; ook waren zij alle fchamele lieden d.e dage" Hjks hun brood moesten gaan winnen , en derhalven oP de " ~st —te», ons volgend art. bijzc— den. D, BEZIGHEDEN Der bewoneren van Mijnden, zijn geene anderen dan dehooiteelt en de melkerij, en welke beide takken van beftaan, hun pog maar maatiglijk het benoodigde kunnen verfchalien. yan de GESCHIEDENISSEN Deezes Ambachts is almede niets der aandacht waardig^ntetekenen: de weinige bewooaers die er gevonden worden hebben A 2  4 DE NEDERL. STAD- e.v DORPBESCHR. (Mijnde*) geen deel genomen in de verdeeldheden,• waardoor ons iieve Vaderland federt eenige jaaren is gefchokt geworden. B IJ ZONDERHEDEN. Onder deezen kunnen wij brengen eenig bericht van het Huif te Mijnden waarvan wij hiervoor reeds melding maakten; het bedoelde bericht, vinden wij geboekt in de volgende bewoordingen s ,, Ten noorden van de Dreckt, niet verre van de Mtjnderjluis, „ door welken alle vaartuigen van de Laesdrecliten naar de Vecht ,, moeten, is , ten oosten deezer rivier, een ruig begraasde puin- heuvel, die, gelijk men nog eenigzius kan ontdekken, met ,, graften omvangen is geweest: deeze is het eenig overblijfzel „ van het huis te Mijnden, dat yrij groot fchijnt geweest te zijn, ,, en, volgends de gedaante der fteenen, die men hier weleer „ vondt, doch merkelijk verminderen en verdwijnen, eene hoo„ ge rondheid moet gehad hebben; men wil dat het in den jaa,, re 1227 gebouwd zij, docr /Egidius, één der Heeren uit den ,, Huize van amstel: ook is het vrij klaar dat de Heeren van „ mijnden, uit het gefiacbt der Heeren van amstel afdamden : „ de tijd der verdelging van dat huis, en ,bij welke gelegenheid „ dit gebeurde, is onbekend." Dit huis geeft het recht tot befchreven te kunnen worden in de Ridderfchap; het heeft ook verfcheidene achterleenen die verheft moeten worden, al waarom over dezelve ook een Stadhouder aan* gefteld wordt. Onder dit artijkel kunnen ook betrokken worden de aanzienlijke lustplaatfen, welken aldaar gelegen zijn, voornaamiijk tusfchen de Weere of Landfcheiding der Provincie van Holland en Utrecht ~ ééne der gezegde lustplaatfen, fchijnt den naam van Weerejlein, paar dé gemelde Weere of landfcheiding te draagen? LOGEMENTEN Zyn hier eigenlijk niet. Het Rechthuis is eene goede herberg. REISGELEGENHEDEN Zijn te Mijnden mede niet, men moet zig te voet of met rij? tuig van daar naar één der nabijgelegene plaatsjens begeeven, om de vereisen»!} reisgelegenheid te vinden.