01 1029 6712 UB AMSTERDAM  PROEVE OVER DE HERZENEN, enz. GENEES- en HEELKUNDIGE WAARNEEM INGE N. BENEVENS C L   PRO ETE OVER DE HEB.ZEIEÏ Élf ZEIÜVE^, EN EESI&E DEEZELVEE Z I E K T E E ¥AAE A&TEE HONDEED mr TYFTI& fUlMIiSHBir HEELK1T^1)IGE DOOK TE AMSTERDAM, 17 8 8.   den weledelen heere ANDREAS BONN, HOOGLEERAAR IN DE ONTLEEDEN HEELKUNDE , JAN HET DOOR LV C H TI GE SCHOOL TE AMSTERDAM, ENZ. WORDT DE F. ZE PROEVE, OVER DE HERZENEN, ZENUWEN EN EENIGE DERZELVER ZIEKTEN, NEVENS DE DAARBY GEVOEGDE GENEES- en HEELKUNDIGE WAARNEEMINGEN, TOT  TOT EEN BEWYS EN ONDERPAND VAN WAARE HOOGAGTING EN VRIENDSCHAP, OPGEDRAGEN D U O R, JACOü VAN DER HAAR.  VOORREDE. De volgende proeve over de Herzenen , Zenuwen, en eenige derzelver Ziekten, is, zedert eenigeu tyd, een onderwerp myner gedagten geweest; dan, hoe waarfchynlyk en aanneemelyk my dezelve ook voorkomt, merk ik ze echter zelf, voor als nog, niet hooger aan , dan eene vreemde , nieuwe Hypothefe; die met de reeds alom bekende Hypothefen der Herzen- en Zenuw - geesten, of met de zogenaamde trillende Zenuw -fnaar-beweeging, ten aanzien van onderftelling, volmaakt gelyk ftaat; maar, in het kennen en behandelen van oorfprongkelyke of toevallige Herzen- en Zenuw - ziekten, * 4 naar  VOORREDE. naar myn inzien, meer zekerheids fchynt te hebben. Ik noem deze Proeve vreemd, en, zo veel ik weet, nieuw ; — in tegenovertelling van zo veele, fyne, fchynbare, reeds voor lang aangenomene, wysgee- rige redeneeringen; en waarom ik ligtelyk kan voorzien, hoe weinig goedkeuring ik daar op te wachten heb; — als zynde boven dien al te eenvoudig, niet genoeg uitgewerkt, nog gefchikc om een gevoelen van reeds meer dan 2000 jaren, (het weik als nog,-op de meeste Hoogefchoolen van Europa, doch op een verfchillende wyze , geleerd en verdedigd word,) tegen te gaan: — evenwel verbeelde ik my, met weinige woorden, eenige nieuwe, Natuur- en Geneeskun- di-  VOORREDE. dige Waarheden en Proefkundige Bewyzen voorgefteld, of, zo ik my niet bedrieg , althans eenige oude of vergeetene opgehelderd, te hebben ; en de tegenover gefielde te beftryden, of, ten minften, meer onzeker te maken. Dan, zo ik hierin dwaal, zal het mij leed doen, maar ook tevens eenigzins troosten, dat ik nevens, achter, of flegts van verre, en in de fchaduw, van zo veeIe groote mannen, moge Haan, die reeds vóór my, zo verfchillend, over de werking en het gebruik der Herzenen en Zenuwen gefchreven hebben ; en ik, waarfchynlyk, niet dan in grootheid der dwaling, van hen verfchille. —■ Dan het is, zelf zedert den leeftyd van descartes, meermalen gebeurd, dat nieuwe  we dwalingen, by oude gevoegd, aanleiding tot ontdekking der waarheid, gegeeven hebben; en dit laatfle zou my ongemeen verblyden, en de leer- en geneeswyze van waare Herzen-en Zenuw-ziekten, daar het tog vooral op aankomt, en waar van ik flegts maar eenige, naar myne hypothefe, aanroere, zeer konnen bevorderen. Vrees, ik beken het, weerhoud my 'er meer van te zeggen. Met dit oogmerk heb ik dit Stukje opgefteld: > kon en mogt het, by verloop van tyd, de aandagt van groote mannen eenigzins trekken, aanmoedigen en doen gelukken, om de dwalingen , door my of door anderen begaan, te verbeteren; — en niet flegts de alom bekende , dorre , drooge, duizend- VÖÖRRËDE.  zendmalen verhandelde Jlrucluur der Herzenen en Zenuwen, maar der zeker waar gebruik, nut, en werking, klaarder, dan zedert 20 eeuwen is gefchied, en het welk mogelyk fchynt, te toonen; dan zeker zou aan het menschdom eenen gewigtigen dienst gedaan worden! — Wie weet niet, welk een heil, door den 011fterflyken iïarveüs, aan de Geneeskonst is toegebragt, door het ontdekken van den omloop des bloeds; zonder het thans bekende fyue der Ontleedkonst te kennen ? en fchoon hy deswegens veele -tegenfpraak, ja fpottaal, verdragen moest, behoort dit nogthans geen edel hart af te fchrikken;— misfchien zal de Ontdekking van den dienst en de werking der Herzenen en Zenuwen, waar over zo VOORREDE. ver-  PRO E- 's Hcrtogenhü'ch, den 10. April, Hy, de almagtige! die ons , naar de taal van hiob, als melk gekleinsd, als kaas gejlremd, met vel en .yleesch bekleed, en met beenderen en Zenuwen te zamen gehegt heeft, waar van de Herzenen en Zenuwen, zo ik meen, het eerfte voorname grond- en groeiformeerfel zyn, gebiede daar toe, is myn wensch, zynen zegen! verfchillcnd gedagt word, en waar van zo veel heils afhangt, niet minder, ja, waarlyk groot, zyn. VOORREDE.  PROEVE 0 v k r DE HERZENEN, ZENUWEN, en eenige van DERZELvER Z I E K T E N:  De grootfie hinderpaal voor de vordering der menfchelyke kundigheden is minder ih de zaken zelve, dan in de wyze waarop men die befchouwe; — hoe zamstigefield het werktuig van ons lichaam zy, het is evenwel nog eenvoudiger, dan de denkbeelden, welke men zig daar van maakt. ~ De natuur heeft alleenlyk een Jluyer, wy geven haar een masker. de buffon, Vilde Deel. bladz: 10.  PROEVE over de HERZENEN, ZENUWEN* en eenige van derzelver Z I E K T E . N. De Herzenen, het Ruggemerg en de daar uit voortkomende Zenuwen , maken een voornaam deel van het dierlyk lichaam. —■ Volgens een naauwkeurig onderzoek en berekening van den grooten en onvermoeiden van hall er, gaat ruim een vyfde gedeelte bloeds naar de Herzenen («); en levert dus een allerfterkst bewys op, dat aldaar eene aanmerklyke affcheiding moet plaats hebben; en nogthans heeft het nauwkeurigst onderzoek, by levenden of dooden, nimmer daar in eenig ontvang- of bewaarplaats, veelmin ee- («) Elementa Phyfiologia, Lib. X. Sect. F. §. 20. Tom. IV. ƒ>• 14°- A 2  4 PROEVE eene duidclyke ontlasting,of verfpreiding van deze afgefcheiden ttof getoond: zy moet 'er evenwel zyn, offchoon alles wat daar van gezegd is, naar myne gedagten, rust op enkelde onderftellingen. Hippocrates, en misfchien reeds anderen voor hem, fteldc, dat in de Herzenen levensgeesten , of ten minften eene fyne vloeibare ftof, wierden afgefcheiden, en door de Zenuwen in het geheele lichaam vervoerd en verfpreid, ja, daar in eene aanmerklyke rol fpeelden. ■ Dit gevoelen, hoe oud ook, houd, als nog, by de meeste en grootfte mannen ftand, waar van eenigen deze zogenaamde levensgeesten wederom te rug, en naar de Herzenen, doen keeren. Over de natuur, aart, wezen en werking van deze afgefcheiden levensgeesten zyn zo veele en zulke vcrfchillende begrippen, dat ik my niet durf vermeten dezelve alle op te kunnen tellen. De onderftelde won¬ derbare uitwerking daar van hebben zommigen, om de vaardigheid, by het licht, het vuur, den wind, de vlam oè de blikfem van , J'upiter, vergeleken. Anderen hebben ze cetherisch, electrisch, magnetisch, geestig, vlug, water-wyn-aartig, enz. genaamd. We-  over de HERZENEN, enz. 5 Weder anderen fielden het Zenuw-vogt of de levensgeesten uit water, oly, dierlyk zout en eenige fyne aarde, welk ten nauwften vereenigd waren, te beftaan. De in zyne eigen oogen altoos geringe, doch waarlyk groote, a. monro, die my, vóór 40 jaren, zyn fchoon Werk over de Beenderen en Zenuwen, te Edenburgh vereerde, noemt dit Zenuw-vogt wel geen geest, maar zeer fyn; en hy doet het conjlantly, equally and flowly, dat is, geduurig, eenpaarig en langzaam, door de Zenuwen gaan (b~). De doorlugte hal eer, in tegendeel, rekent, dat men aan de Zenuw-geesten eene fnelheid moet toekennen, van ten minften, in eene Secunde, 9000 voeten te kunnen afloopen. Van de goede en kwade geftcldheid der levensgeesten, en van derzelver geregelde, ongeregelde of vernietigde beweging, doet men het leven, het gevoel, beweging, gezondheid, ziekte, zinnen en den dood afhangen; en men wil dat de geneeskunst-- oef, fenaren zig daar naar vooral dienen te regelen. Ik (Z>) On the Nerves, p. 343. A 3  6 Ik ga, om kort te zyn , voorby de verfchillende foorten en namen, welke men aan de Zenuwgeesten geeft, als : Spiritus animales , vitales , naturales, genitales , Flammula Jovis, Calidum innatum, Humidum radicale, Archaum enz: dol/eus heeft ze, volgens kulmus, in Battaillons verdeeld, en de byzondere Overften daar over met vreemde namen benoemd. (V) Dan, eenige weinigen, die dit gevoelen, het welk nog ftand houd, onbewezen en onwaarfchynlyk houden, ontkennen dat de Zenuwen holle vaten zyn, en eenig vogt vervoeren ; maar merken dezelve aan, als vaste véérkragtige koorden, die, even en op dezelfde wyze in beweging worden gebragt, als de geroerde of bewogen fnaren van een Muzikaal werktuig; en fchryven dezelfde uitwerking, die de eerstgemelde aan de beweging der Zenuw1 geesten toefchrevcn, aan de dril- of trillende beweging der Zenuw- fnaaren toe: ■ dit gevoelen, het welk meer onderftélt en minder bcwyst, pleeg nogtlians, in het oefFenen der Geneeskunde, veel invloeds te hebben; maar fchynt thans by O) Ontleedkundige Tafelen, bladz. 102. PROEVE  over de HERZENEN, enz. 7. by de meeste afgekeurd. Ik roer, om tot myn oogmerk te komen, deze beide hoofd - gevoelens, waaromtrent ook nog zeer veel verfchil is, maar even aan; men kan ze in de fchriften van hall er, (d) ïissot (e),enby veele anderen, in het breede nazien, en achte het dus onnodig, ja verdrietig, om ze hier te herhalen! Hoe zeer nu deze twee heerfchende gevoelens verfchillen, fchynen zy nogthans beide iets waarfchynlyks te bevatten, en het ware te wcnfchen, dat dezelve konden worden vereenigd; het welk, in de uitoeffening van de Genees-en Heelkunst, en by Zenuwkwalen, van eene heilzame uitwerking zou kunnen *zyn. — In deze duisterheid zy het my geoorloofd by deze twee een derde gevoelen, het welk , misfchien meer betooglyk, ook voor de praktyk meer nuttigheden heeft, te mogen voegen:— het beftaat inde volgende, zeer eenvoudige doch klare, Proeven, en in even zo eenvoudig daar uit afgeleide gevolgen. — Be- (V) /. c. Lib. X. Sect. VIII. § XI- XFI. Tom. IV P- sri- {e) Traité dei Nerf;, Tom. I, Chap. VI. etc. A 4  8 PROEVE Bedrieg ik my zeiven nog anderen niet waarvan my het tegendeel ' zou fmerten, dan beftaan de Herzenen, zo wys, keurig en kunftig gewrogt, buiten hare vliezen, geenzins in vezelen nog in vaten : maar , door een nauwkeurig onderzoek, kan men daarin niets anders dan een verwondering-waardig kaas-achtig flym of gelei-aartig wezen, ontdekken, Snyd men de Herzenen regt, dwars, fchuins, enz. in fchyven; — weekt men dezelve in een glas met water, en onderzoekt men daarna dezelve met een vergrootglas, nimmer ontdekt men iets vezel-veel min vaat-achtigs, maar altoos iets flym - aartigs, — De ouden noemden daarom, en naar myn inzien met reden? de Herzenen een ftolzel of ftremzel (parenchyma) ; en de Graaf de buffon een ongevoelig gedeelte; eene weekc en werkelooze zelfflandig- h:id; — eene fnotterigheid, die muwlyks geor. ganizeerd of geledigd is (f), De Herzenen fehynen dus, naar het oordeel myner zintuigen, niets anders dan een zagt, fyn , kaas-, eenigzins gelei-aartig ftof, doch van een byzonder groeizaam, en tevens ligt voedend, zoort. Aan- (ƒ; Naruurlyke Historie, VII Deel, bladz. 7, en^-  over de HERZENEN, enz. Maar dat ook de lierzenen, door de ademhaling, eenigzins beroerd of bewogen worden, blykt, dunkt my, uit veele lyders, die, wanneer zy hoesten, fniezen of hunnen adem diep ophalen, over pyn of gevoel in hunne Herzenen klagen. Behal- ven dit, vind men elders een gewigtig voorbeeld van een meisje, 't welk, negen maanden na het genezen eener hoofdwonde, door een fluiphoest (tusfis convuljiva) het lid-teken openfcheurde, en twee oneen Herzenen naar buiten ftiet (i): het welk een doorflaand bewys geeft, welk een vermogen de long en de ademhaling op de Herzenen hebbe. — Wat mag toch de redenen zyn, dat 'er by de ontleed- en natuurkundige Schryvers van dit zo merkwaardig ftuk, niet, of althans zo weinig, en nog minder van deszeifs gebruik, gewaagd word? — Ik hoop echter dat het nut en de dienst daar van, in het vervolg, eenigzins zal* mogen blyken, of, zo ik daar in mogt dwalen, anderen zal aanfporen om het klarer te betogen. Prikkelt men by een hond het harde Her- zen- (?) Geneeskundige Proeven van Edenburg, 2de Deel. bladz. 152 , enz.  14 PROEVE zenvlies, of fnyd men een gedeelte daar van weg, het dier heeft of toont geen de min- fte fmart. Steekt, fnyd of roert men in de Herzeneu zelf, ja al neemt men een klein gedeelte daar van weg, het beest fchynt even ongevoelig; en, zo men het los maakt, loopt, eet en drinkt het even of 'er niets gebeurd ware; en herftelt dikwyls, zo men 'er wel op past, vry fpoedig. By welk een geörganizeerd deel van het dierlyk lichaam, kan men zulk eene bewerking meer, of na , doen ? Zeker zelf niet of nauw- lyks in het darm-net (Omentum), en welk deel is ongevoeliger? Dan, hoe vreemd ook deze handel wyze, by dieren, in den eerften opflage fchynt, is zy nogthans by menfchen, met verwondingder Herzenen, waar by eenige oneen Herzenftof verloren ging, niet zeldzaam. — Om van eene menigte gevallen, welk alom bekend zyn, hier niet te gewagen, bidde ik raynen Leezer, kortheidshalven, alleen maar te willen naarzien de fraaije Aanmerkingen over de wonden der Herzenen, door den Heer qjjesnay, in het EerfteDeel van de Koninglyke Franfche Akadcmie der Heelkonst, bl. 363, enz. alwaar verfcheiden gewigtige geval-  over de HERZENEN, enz. ig vallen voorkomen van kogels, ftukken van fpiesfen, mesfen en beenderen, welk zig een geruimen tyd in de Herzenen hebben opgehouden; als mede van diepe verzweringen en verftervingen der Herzenen, die, door diepe en ruime infnydingen, volkomen genezen zyn; en uit welke voorbeelden de natuur en werking der lierzenen vry wat beter, dan door eene fyne Ontleed-en Redeneerkunde, kan worden begrepen en geleerd. Maar zo men, by een hond , met een ftomp of fcherp werktuig eenigzins diep, en tot in het merg-achtige der groote of kleine lierzenen, komt, of liever het daar uit voortkomend verlengde merg (meduüa oblongata) nadert, toont het dier eene geweldige pyn, die, of van ftuipen, of van verlamming en van den dood, ras gevolgd word. Hier uit blykt dan, dat het gelei-aartig wezen der Herzenen, zo wel als hare vliezen, genoegzaam, zo niet geheel, ongevoelig is, en niet gevoelig word dan naar dat het in een eenigzins vast merg, of donsaartig wezen, overgaat; uit welk het verlengde merg, het ruggemerg en alle de Zenuwen, zo van die der zinnen als der beweging, voortkomen, en het zelfde mergachtig wezen deelachtig  i6 tig Worden. Heelkundigen konnen hief uit, (op dat ik dit in 't voorbygaan zegge,) maar vooral uit de voorbeelden, zo even gemeld, leeren, om, wanneer het te pas komt, op en in de Herzenen vrymoedig te werken; en ieder één begrypen, dat het iichaamlyk levens - beginfel (yita corporea) in het m'.dulla oblengata begint, en van daar, door het ruggemerg en de Zenuwen, in het geheele lichaam voortgaat en verfpreid wordt. De groote natuurkenner, de graaf d e büffon, het uitwendig week, gevoel-en werkeloos Herzenftof, flegts alleen in aanfchouw neemende; zonder op het inwendig zeer gevoelig Herzen- of liever verlengde merg, behoorlyk acht te liaan, of het veelal daarmede te vermengen; ontneemt aan de Herzenen (doch niet aan derzelver vliezen) geheel, het middelpunt van gevoel, en eigent dit, met aartige en opmerkelyke bewyzen, aan het middenrif (diaphragma) toe (£). — Dan hoe zeer het middenrif, door een verborgen inwendig gevoel van aangename en onaangename gewaarwordingen , ook waarlyk deelen moge; geloof ik echter niet, dat zv 9 PROEVE (*) VII Deel , bladz. 5, enz.  over de HERZENEN» enz. i? Zy, die het verbazend uitwendig gevoel van het verlengde Herzenmerg kennen, de zitplaats des gevoels, of het lichaamlyk levensbeginzel, aan het middenrif zullen of kunnen afftaan. Het is welwaar, men maakt de tegenwerping, dat 'er kinderen en dieren, zonder hoofd of herzenen geboren, geleefd, gevoeld, en zig bewogen hebben: maaf men heeft ook, zo veel ik weet, niet altoos onderzogt, of dit gebrek riiet door een ver* groot ruggemerg, of door iets anders, is vergoed geworden. Enkele gebeurtenisfen vernietigen ook geenzins de gewoone wetten en orde der natuur. Waarfchynlyk Zyn 'er ook kinderen en dieren, zonder middenrif, geboren, die geleefd, gevoeld en zig bewogen hebben. De byzondere gedag- ten van de buffon verdienen intusfchen hier omtrent aller aandagt, fchoon het my toefchynt, dat hy het lichaamlyk gevoel van vermaak, pyn, enz. en de ziellyke aandoening van vreugde, fmert, enz. niet, of niet genoeg, onderfchcid; maar het menschlyke lnet het dierlyke, of het onftollyke met het ftoflyke, al te zeer vermengd. Mogelyk zal, in de volgende eeuwen, het B ver-  18 PROEVE v verborgen inwendig gevoel, of liever aandoening van vreugde, fmert, verlangen, verdriet, enz- het welk de Graaf de buffon aan het Middenrif, maar de H. Schrift aan de Nieren, die 'er vlak achter, onder en als tegen liggen, fchynt toe te fchryven, meer openbaar worden: men zie flegts onze korte doch uitmuntende Randfchryvers over job XIX: 27. Zy zeggen ,, de Nieren wor„ den in de li. Schrift dikwyls voor het „ inwendigfte, als voor de begeerten, alfec„ ten of bewegingen des menfchen geno„ men, zo hier als Psalm VII: 10. XVI: 7. „ XXVI: 2. Spreuken XXIII: 16. Jeremias „ XI: 20. XII: 2. XX: 12, enz. Alle welke uitlopen om de verborgene inwendige gedagten en bewegingen aan- de Nieren toe te fchryven. , Maar of nu de groote Schepper het ftof-en dierlyk vermogen van voeding, gevoel en beweging, gelyk ik vermoede, aan het medulla oblongata bepaald, maar het onftoflyk gevoel, of liever de aandoening der ziele, van de Nieren, het Middelrif of het middelpunt des lichaams gehegt heeft, en de wyze hoe! is my onbekend. • Intusfchen verdient het onze opmerking, dat aangename en onaangename gewaarwordingen, zig niet zo zeer in de Her-  over de HERZENEN, en2. 19 Herzenen ,als wel voornaamlyk in het middenpunt des lichaams, fchyncn te doen gevoelen; althans, zelf ligte, aandoeningen des gemoeds werken dikwyls oogenbliklyk zo zigtbaar en zo fterk op de Nieren, dat ze eene groote menigte bleeke pis, even als fonteinwater , uitdryven. ■ Misfchien was elihu in deze omftandigheid, toen hy zeide: de geest my?ies buiks benauwd my. (/) • Convulfive bewegingen met pyn of fpanningen in den nek, duiden echter, by bei-^ de Sexen, veelal byzondere aandoening in de partes genüales aan. Maar wie zal, in de duisternis, waar in wy als nog verkeeren, de redenen en de wyze hoe! doorgronden. • Ik keer my liever daarom tot. dingen, welke klaarder onder onze zinnen vallen. Het Ruggemerg en de Zenuwen fchyncn my toe wel vaten te zyn door de Herzenvliezen gemaakt,doch niet hol, nog beftaande uit fyne hairbuisjes om geesten te voeren; maar als opgevuld met een fyn merg of dons- (/) Job XXXIf: i 8. vergeleken met spreuken XX: 27,30. XXII: i8. Habakuk, III: 16. Joan: VII: 38. enz. B 2  2o PROEVE dons-aartig wezen, van het verlengde merg oorfpronglyk, en gefchikt om zig met het flym of gelei der lierzenen, naar alle de deelen des lichaams, even als de flag-aderen het bloed, te verfpreiden. Men noemt de flag-aderen hart ■ aderen; het zy my gegund dat ik de Zenuwen eens herzen - aderen noemen mag. ■ Dit flymig Hcrzenftof dient, in de eerfte plaats, naar myne gedagten, om het teder en gevoelig merg-dons te voeden en te befchermen, vooral by zyne verfpreiding, en na dat het ontbloot is, of zyne bekleedzelen van de Herzen-vliezen heeft afgelegd. Misfchien denkt men: zo 'er zulk eene ftof door de Zenuwen vervoerd wierd, eene gedrukte of gebonden Zenuw, dadelyk, boven den band, zwellen zou: dan dit doet zy ook waarlyk; gelyk belli- nus, malpighius, beugerus, eilZ. by groote jonge dieren, hebben getoond, (m) Maar alzo deze Herzenftoffen, ongetwylfcld, by eene bedaarde ziel en een gezond lichaam, geduurig, eenparig en langzaam door de Zenuwen voortgaan, zo gefchied deze zwelling Qm) 13. nieuwe nt yt, Waereld - befchouwing', bladz. 117, enz.  over de IIERZENEN, enz. 21 Hijg niet dan naar eenigen tyd. Mis- fchien is dit ook de reden,dat de toevallen, die zo dikwyls op het binden en fcheuren der Zenuwen volgen, niet aanftonds, maar eerst na eenige dagen, plegen voort te komen, en in eene beklemde kaak, met doodlyke zenuwtrekking, beftaan; terwyl de natuur nog alle hare kragten infpant, om zig, door een ysfclyk zweetcn, te redden. — Een aanhoudend ruim gebruik van Opium fchynt ook hierom het voorname, zo niet het eenige, hulpmiddel; vooral zo daar by het geheele lichaam in koud water word gebaad, of daarmede eenige reizen daags overgooien; gelyk dit elders meer door fchoone voorbeelden is getoond, (jï) En fchoon het hier niet fchynt te pasfen, moet ik echter nog aanmerken: By gewigtige, vooral gefcheurde of gefchoten, wonden, by welke ik, om het kwetzen der Zenuwen, zware toevallen en zenuwtrekking vreesde, heb ik aanftonds, na het bekomen van dezelve, depyn, dooreen ruim inwendig gebruik van het nooit genoeg geroemde Opium, maar ook vooral door een aan- (») Medkal Obfervations and Inquiries. Vol. VI. p. 143 ,enz. B 3  sz PROEVE aanhoudend uitwendig gebruik van koud water, alleen, of met azyn, tot aan den derden of vierden dag, of, tot aan den tyd der verè'ttering, gepoogd te hallen; terwyl ik den buik tevens ruim open hield: — daar ha gebruikte ik uitwendig een verwekende pap van brood en melk; waar door ik myne vrees, zelf tegen verwagting, dikwyls gelukkig overwon; — en ik meeri dat deze pynltillcndc en verkoelende handelwys, na het doen van zommige gewigtige Operatien, meest altoos te ftadc komt. Niets fchynt 'er, het welk de vermeerderde, onnatuurlyke, bewegingen van het hart en de flagaderen, op een geprikkeld Zenuw- en Herzengeftel volgende,zo zeker bepaalt, dan uitwendige koude waar voor nogthans, by cenigen, zo redenloos gevreesd word. — De koele handelwys by ingeente of natuurlyke kinderpok, ken, zo duidelyk gerigt om ontfteking en toevallen te weeren, dient veel-al hier tot een bewys. Het dunne flym en tedere dons of mergachtig wezen {corpus mucofwn) het welk men alomme door het geheelc lichaam, en Keif over de draden der fpiereh (zo men 'er wel op let, en het niet ongemerkt weg neemts) ver-  over de HERZENEN, enz. n3 . verfpreid vind, fchynt eene wezenlyke Herzenftof ja zelf lierzenen te zyn, het welk 'er door de Zenuwen en van het lierzen- en 't Ruggemerg, gcbragt word. By de Zenuwen der zinnen fchynt dit openbaar, wyl zy, gelyk bekend is, in een dons- of merg-achtig ftof, of in foortgelyke fyne tepeltjes, gelyk by het zintuig des gevoels, eindigen. Dit kaas-, flym- of gelei-aartig wezen der Herzenen, het welk by het leven van mensch of dier niet geftold, maar fyn en vloeibarer is, en het welk in de tusfchenruimten van een onbedcnklyk fyn vezel-achtig wezen fchynt te hangen, gaat, naar myne gedagten, door de ademhaling, die genoegzaam twaalf honderd maal in één uur gefchied, en in de Herzenen zelf eene zagte op- en neergaande beweging maakt, in het verlengde merg, ruggemerg en de Zenuwen, over; — naardien, by de inademing, het Herzengeftel noodzaaklyk moet te zamen vallen, en, by de uit-ademiug uit hoofde van de opvulling der vaten, beurtswyze opryzen. — Aldus dient, naar myn inzien, deze zagte beweging der Herzenen om deze ftof af te fchciden,en tot aan het uiterlle des lichaams B 4 voort  S4 PROEVE voort te zetten, even als de beweging van het hart, tot vervoering van het bloed, doch oneindig langzaam, en met minder kragt. Deze zo werklyk beflaande, doch weiniggekende, beweging van de Herzenen door de ademhaling, heeft waarfchynlyk ook in het Ruggemerg en in de Zenuwen, doch op een nauwlyks zigtbare wyze, plaats: — ook fchynt deze geduurige, gelyke, zagte beweging, affcheiding en vcrfpreiding van HerzenitolFen, de aandoening aan de uit-einden der gevoelige Zenuwen, de werking van den wil op de werktuigen der beweging, en het nut der voeding, waar van ik vervolgens fpreeken moet, aan te brengen. Merkwaardig zyn de woorden van den grootcn buffon: — „ De Herzenen (zegt j> hy) zyn voor de Zenuwen het geen de „ aarde voor de planten is; de uiterfte ein„ den der Zenuwen zyn de wortels, die in „ ieder plant tederer en weeker zyn dan de „ ftam of de takken; zy bevatten eene rekba„ re ftoffe, gefchikt om den boom der Ze„ nu wen te voeden en te doen groeijen, zy „ halen deze rekbare Itoffe uit de zelffiandig- heid zelve der Herzenen, waaraan de Aagje, aders geduurig de nodige Lympha bren- 55 gsn,  over de HERZENEN, enz. 25 „ gen, om nieuwen voorraad voor die aan„ houdende voeding te verfchaffen (0)." — Het fchynt my toe als of deze Vorst der Natuurkenneren zeggen wil: — De Chyl, Lympha, Gelatina, enz. door het hart en de long, als in eene eerfte bereiding bewerkt, en tot zekere volkomenheid gebragt, legt zig in de Herzenen neder, ondergaat aldaar, van den Jiroom des bloeds bevryd, eenige ruste, zagte doorzyging en verandering; en word vervolgens door het Ruggemerg en de Zenuwen aangenomen, en tot voeding, gevoel en beweging alomme vervoerd en verfpreid. • Zo dit het gevoelen van den doorlugten Graaf niet is, het is althans het myne, ten minfte zo lang tot het tegendeel niet flegts gezegd maar getoond worde. Alle ftemmen toe,dat de Zenuwen,by hare uit-einden en verfpreiding, haar ongevoelig bekleedzel van de Herzenvliezen afleggen, en dat de Zenuwgeesten zig daar op zouden verfpreiden: dan dit fchynt veel eerder en meer geloof- en bewysbaar van een fteeds aangroeijend gevoelig Zenuwmerg, gepaard meteen gevoelloos, voedend en befchermend Her- (0) VU Deel, bladz. 8. B5  a6 PROEVE Herzenflym, het welk, gelyk ik gezegd heb, by de Zenuwen der zinnen blykbaar, maar, ten aanzien der geesten, geheel onbetoogbaar is. Voorheen hebben wy, zo ik meen, getoond, dat het kaas- of flym-aartig wezen der Herzenen genoegzaam ongevoelig was,en niet gevoelig wierd, voor dat het in een fpons-dons of merg-achtig wezen, het welk ten uiterften gevoelig was, veranderde : — hierom fchynt de hooge wysheid Gods byzondere zorg gedragen te hebben, om, wanneer dit gevoelig wezen buiten het hoofd of de ruggegraat kwam, en in Zenuwen zou overgaan, dat het dan niet alleen met een beklecdzel der Herzen vliezen, maar ook tevens door een gevoelloos flymig ftof, befchermd wierd; en dit laatfte was, naar myn inzien, vooral nodig, wanneer dit bekleedzel het zagte merg - achtige verlaten, en het dons - aartige zig alleen, tot gevoel en beweging, verfpreiden zou. De Herzenen zouden, naar dit ons gevoelen, door het geheele lichaam verfpreid zyn, en alle deszelfs deelen, door dit middel , eene volmaakte gemeenfchap met elkander hebben. — Of hiertoe eene byzondere véérkragt in  over de HERZENEN, enz. afin het Herzen- en Zenuw- merg, die 'er in fchynt plaats te hebben, vereischt word, durf ik niet bepalen. De pyn en prikkeling door iets fcherps werkt dus niet, nog behoeft niet te werken, op vermoedelyke fyne Zenuw-geesten, nog op eene uitgedagte trillende Zenuw -fnaar- beweging naar de Herzenen en het hoofd, maar op het aangedane deel der Herzenen, het welk alom verfpreid is, zeiven. Het is bekend, dat malptghius den bast of de fehors der Herzenen klier-, en ruysch vaat-achtig, noemde; dan deze twist, als geen van beide zynde, is, zelf door boerhave, onbeflist gelaten. Zeker is het, dat het bast-achtige der Herzenen een zagt, fmeerig, nauwlyks bewerktuigd, ftof is, het welk het witte, vastere, merg-achtige, omkleed; en dat deze beide in het dikke en dunne Herzenvlies, befloten zyn. _ Nu vind men (let wel) deze zelfde ftoften en dezelfde bekleedzelen, met geringe verandering, inde Zenuwen. — Kan en mag men dan niet, te regt, zeggen, dat, waar men het kleinfte Zenuw-takjen vind, men ook aldaar Herzenen, of ten minfte hare uitgebreidheid, vind? — en hoe veel verder verfpreid zig dit flym-en merg-  mergachtig ftof niet, wanneer het van zyn gevoelloos herzenvlies verlaten word, en in een corpus inucofum overgaat? Dan, ja dan kan men met de fynfte naalden niet ileeken zonder het Herzen-merg zei ven teraken; en dit is, in en buiten het hoofd, even gevoelig. De onftoffelyke ziel, dat on- ftervelyk deel van den mensch, neemt 'er, bedrieg ik my niet, zonder behulp van vloeibare geesten, deel in. • Dan hoedanig de ziel hier in deelc en werke, is voor my, en waarfchynlyk voor .allen, een geheim. Zeker is het nogthans dat het Herzenen Zenuw-merg, aan en in de werking der ziele, deel hebbe. Dan,fchoon de Herzenen, naar dit gevoelen en bewys, door het geheele lichaam zouden verfpreid zyn, is het nogthans, daarom, niet noodzaaklyk met aristoteles, galenus en epikurus vast te ftellen, dat ook de ziel door het geheele lichaam verfpreid zy. Maar,fchoon ook dit gevoelen plaats vond, zie ik nogthans daar in geene zwarigheid; het zy ook dat men de zitplaats der ziele aan de Herzenen, gelyk thans algemeen geloofd word, het zy men dezelve aan het Middenrif, de Nieren of aan iet anders, PROEVE  over de HERZENEN, enz. a9 ders, geliefde te bepalen. ■ De tegenwerping tegen de uitgebreidheid der ziele, naamlyk, wanneer men een deel des lichaams weg nam, men ook tevens een deel der ziele zoude wegnemen, fchynt niet veel te beduiden, voor al tegen hun die de ziel geheel en alleen aan de Herzenen bepalen. —■ Want, een gedeeltlyk verlies der Herzenen moest ook dan, een gedeeltlyk verlies der ziele, inüuiten; echter heeft de ondervinding reeds genoeg geleerd, dat de ziel nog ook het lichaam, daar by geen merklyke fchade geleden heeft: ook is iet onftoilyks geheel onvatbaar voor verdeeling. De beroemde tissot ftelt eene vraag voor, en beantwoord ze, naar zyne hypothefe, zeer vernuftig, in meer dan dertig bladzyden; zy is deze: Hoe konnen de levensgeesten de beweging van de Herzenen naar de deelen, en het gevoel van de deelen naar de Herzenen, voeren (p)? Gaat het boven beweerde eenigzins door, dan zou deze vraag, ontkennender wyze, aldus kunnen worden beantwoord: De Herzenen zyn, door middel van de Zenuwen en haar merg, door het geheele lichaam verfpreid; voelen zelf overal; en be¬ ef) Tom. i. Chap. VI. artic. 5 •>  behoeven daarom, door levensgeesten, geene boodfchap van, nog naar, haren oorfprong in het hoofd. • ■ Mooglyk is een rekbaar folidum, gelyk het Herzen- en Zenuw-merg, voorgevoel en beweging 'even zo vatbaar als een fluïdum: •——- misfehieu kunnen eenige fen' fitive planten, ziddervisfehen , enz. dit bewyzen. ■ In eenvoudigheid heerscht altoos wysheid, maar onze dwaasheid kent ze niet altoos. Dat nu deze uitgebreide en alom verfpreide Herzcnftoffen zeer wyslyk beftemd zyn tot drie groote, gepaard gaande ^ en gewigtige einden, naamlyk, tot voeding, gevoel en beweging, en daar toe, boven een fynen geest of ander onbekend Zenuw-vogt, ook zeer veel waarfchynlykheids hebben, is, dunkt my, om verfcheiden reden, welk ik kortheidshalven moet voorby gaan, zeker. Het fchynt, uit vergclyking van verfcheiden andere affcheidingen, en uit de groote menigte bloeds het welk naar het hoofd gevoerd word, vry klaar, dat deze Herzen- en Zenuw-ftoffen, tot voeding gediend hebbende, enz. ileeds afllyten, en ook hernieuwd worden; alsmede, dat de uitgediende ftof,door de zigtbare of onzigtbare uitwaasfeming uit- PROEVE  over de HERZENEN, enz. 31 geworpen, of, tot gewigtiger einden, elders anders, word befteed. ■ Dan, ik beken, hoe waarfchynlyk dit ook zy, dat het even zo bezwaarlyk, als de ontlasting en vernieuwingder zogenaamde Zenuw-geesten, kan bewezen, en flegts analogisch vermoed, worden. Intusfchen verdient het hier eenige opmerking dat zommige wonden, met een gewigtig verlies van flymig Herzenftof, dit verlies, zomwylen, zo ras weerom verkrygen en genezen worden. ; Ja, het voedend, gevoelloos, Herzenftof, waar van ik reeds dikwyls gewaagd heb, groeit, gelyk alom bekend is, dikwyls zo fchielyk, geweldig en paddeftoelsgewys, uit het dikke Herzenvlies en door de geopende Herzenpan, dat de Hand-artzen verpligt zyn om het zelve dag op dag, ja, tot eene menigte oneen en tot verbazing van wysgeeren, weg te fnyden en te genezen (?); en wie, (q) Zo veel ik. weet, ontftaat het fponsgezwel van het harde Herzenvlies byna nooit als na deszelfs uitwendige kwetzing, en wel meest by zulken, die de eerfle toevallen reeds - te boven zyn, wel ecten en verteeren kunnen; — het welk myne hypotkefe, van de ongemeene groei-en voedzaamheid der Herzenen, en de middelen om het dreigend of reeds tegenwoordig-  32 dig kwaad tegen te gaan, toont; beflaande, naamlyk, ie zober te leven, of dikwyls te purgeren. wie, die iet met oordeel gezien heeft, twyffelt, dat niet dikwyls merkwaardige verzweringen in de Herzenen, met verlies van Herzenftof, dit verlies vergoed, en de etter door de pis ontlast word, zonder dat de geleerde Artz 'er veelal eenig denkbeeld van heeft? -——■ terwyl, in tegendeel, en het welk onze opmerking verdient, wonden en verzweringen van geörganizeerde ingewanden, long, lever, enz. met verlies van haar vaat-geftel, mede wel eens, aan een naburig deel, vastgroeijen en genezen, maar het verloorne nimmer geboet nog vergoed word. ■ ■ Waarlyk! een treffend bewys, dat het ftceds fterk aangroeijend, voedend, Herzen-wezen zeer gereed en zeer geneigd is om zig uit te breiden en te heritellen. Meer, dunkt my, behoef ik niet te zeggen; . en dit is ook, dwaal ik niet, de waare reden, dat 'er meer dan een vyfde gedeelte bloeds, en, naar evenredigheid, even zo veel chyl, naar de Herzenen gaat, en niet om levens - geesten af te fcheiden, maar, om gelei-en merg-achtig ftof te vormen, vereischt, en ook dadelyk daar toe, befteed word. Dat P R O E V È  ovèr de HERZENEN, enz. 33 Dat nu de Zenuwen tevens tot voeding, gevoel en beweging, voornaamlyk gefchikt zyn, acht ik zeker. Ik noem de voeding het eerst, om dat 'er, tot myne verwondering, hoe wczenlyk en gewigtig zy ook is, waarlyk! niet, of weinig, van gcfproken wor(j. Zo ras eene voorname Zenuw vernietigd word, fterft het deel geenzins, .«■elyk als by eene voorname Slag-ader, maar verliest het eerst zyn gevoel en beweging, en vermagert eerlang geheel; fchoon ook de krast van het hart en den omloop van het bloed, althans tot aan deszelfs vermagering, byna het zelfde blyft. Een fraai be- wys wederom, dat, in de eerfte plaats, wei het leven, maar geenzins de voeding, volftrekt van de Slag-ader, gelyk men zig verbeeld, maar van de Zenuw, en een daar uit voortkomend voedend fap, afhangt. ■ 'Men ziet dit, onder meer anderen, waar van ik vervolgens fprecken moet, zeer klaar, by volwasfen menfehen, welke, nog jong, of kinderen zynde , na ftuiptrekkingen , enz. eene verlamming van de eene zyde gekregen hebben; by welke de lamme deelen doorgaans, zo niet altoos, eenige duimen korter en dunner, dan de gezonde, zyn; fchoon ook het hart en de fiag-aderen, (inC dien  34 dien de voeding daar van afhing) genoegzaam bloed, om de deelen te voeden, hadden aangebragt; althans deze omloop des bloeds vermindert nog vermeerdert niet, dan naar mate de lamme deelen vermageren, of ten minften minder dan gewoon groeijen; ■— want, by eene eerst ontftane verlamming, loopt ook het bloed even zo vaardig uit het zieke als gezonde deel. — Kinderen, met een gefpleten ruggegraat (Spina bifida) geboren, zyn, veelal, wanneer het gezwel eenigzins gevorderd is, onder het zelve mager en lam; en fterven, na de doorbraak en ontlasting van Herzen- en Zenuwftof, uitgeteerd, en met ftuipen in de deelen boven het gezwel. Gods oneindig ver- ftand en goedheid heeft ook daarom aan alle on- en eerst-geboren kinderen en jonge dieren, naar evenredigheid, een groot hoofd en zeer veel Herzenen gegeven, om derzelver voeding en wasdom kragtig voort te zetten; dan, helaas! om die zelfde reden zyn zy ook, zo veel te meer en eer, voor Herzen- en Zenuwziekten vatbaar (V). Het (V) Dat de Meusch een derde meer Herzenen dan een Os, en veele andere groote dieren, heeft, is waar ; maar daaruit moet men niet befluiten als of de PROEVE  over de HERZENEN, enz. 35 Het verdient hierby opmerking, dat, by eene ontydige Vrucht van één of twee maanden, het hoofd, veelal, meer dan een derde, ja de helft, der geheele grootte heeft. _ By een eerstgeboren voldragen kind, (om geen meer verdeelingen te maken) een vierde; by Jongens van byna drie jaren, een vyfde ; — en by een volwasfen mensch , gelyk het alle Beeldhouwers en Schilders' neemen,.eera acht(le gedeelte: waar uit blykt, dat, na de ontvanging en ftremming van het Semen Virile, het hoofd, en vooral de Herzenen, het eerst gevormd worden, en ook ,1e mensch, boven de dieren, de grootfte of meeste Herzenen had; want de Heeren de bcffom en baubenton,die zeker meer verfchillende Dieren dan alle Ontleedkundigen te zamen , ontleed hebben, zyn wel verre van dit gevoelen. Althans de eerfte zegt: Daar zyn foorten van Aapcn en walvisck-aartige llsfchen, die, naar evenredigheid van den omtrek hunner lichaamen, meer Herzenen hebben dan de mensch («). Misfchien heeft dit ook by enkele Voge- ,en ]aatSi , in het algemeen hebben de visfenen en infecten weinig Herzenen, Zenuwen en gevoel. — Gods hooge wysheid is, in de oneindige verfcheidenheid, ook hier in te bewonderen. 00 VU Deel, Uadz. 9. c %  ook het eerfte, eenigfte en voornaamfte groei-formeerfel van de Vrucht zyn moet; uit en door welke, alle de overige deelen, zo wonderbaar gevoed en ontzwagteld worden. En, naardien dit alleen uit 's Moeders wel bereide chyl en melk gefchied, die , in en door de meer dan hairfyne buisjes van de nageboorte, even, als ik zo fpreeken mag, als door eene fyne zeef, zo verrukkend fchoon gekleinsd, naar de teere Vrucht gevoerd, en aldaar als in eene eerst gegoten melkachtige kaas, gelyk de Herzenen waarlyk fchynen, runt of ftremt; zien wy hier uit tevens, en tot onzer befchaming, dat de groote Wysgcer job, reeds vóór vier duizend jaren, een veel beter en hooger begrip van het formeeren der menfchen kinderen, dan de tegenwoordige Stervelingen, gehad heeft; toen hy God! zynen en onzen Schepper, vroeg: — „ Hebt Gy my niet „ als melk gegooten, en my als eenen kaas „ doen runnen?" Spotters met job's H. Natuurkunde mogen hierom lachen, maar, zo ik niet dwaal, dan zyn deze eenvoudige trekken bekende waarheden, en de zuiverfte opheldering van 's Mans verheven woorden, en van de natuurlyke dierlyke for- mee- PROEVE 36  over de HERZENEN, enz. 37 meering, waar over reeds zo veel, en zo verward, gefchreven is (O- Ik moet hier, met één woord, nog by doen. — in de eerfte tien of twaalf dagen, na de geboorte van een kind, word deszelfs hoofd doorgaans eenigzins kleiner, of althans niet grooter; terwyl de overige deelen vryfterk, in groei, vermeerderen. Zou dit niet van de ademhaling, en de daardoor veroorzaakte fterkere beweging in de lierzenen, en verfpreiding van meer voedend Herzenftof, afhangen? • En is ook daarom het hoofd van mensch of dier, vóór deszelfs vollen wasdom, niet altoos , naar evenredigheid, iet grooter? Uit (t) Job X: 10. met welke Vertaling de beroemde mi chablis genoegzaam inftemt. Natuurlyker komt my echter voor de Vertaling van onzen grooten a. schultens, welk dus luid; Hebt gy my niet als melk gekleinsd, en als ecnen kaas doen ft remmen ? Kleinzen betekent iets kunstryker dan gie¬ ten, en komt hier volmaakt te pas, wyl de melk, tot voeding der vrugt, van 's moeders bloed, in de nageboorte afgefcheiden en gekleinsd word. — De opheldering van dit vers legt , en moet de grond leggen, to: he: verklaren van het volgende. C 3  Uit deze weinige Natuur- en Geneeskundige bewyzen, dunkt my, dat genoegzaam blykt, dat de eerfte ontrolling, voeding, wasdom en onderhouding, van het dierlyk lichaam, van de Herzenen'y en door de Zenuwen, afhangt. . Intusfchen doet zig by den groei of wasdom der menfchen , (om van de dieren niet te fpreeken) eene verfchillende byzonderheid op, die, met den wasdom der planten, in eene omgekeerde reden ftaat, en niet te min de voedende kragt der Herzenen, vry kragtig betoont, naamlyk; de Planten worden door hunne wortelen uit de aarde gevoed , en groeijen van de laagte naar de hoogte, en naar boven; maar by de menfchen zyn, om met dc waarheid en met den Graaf de buffon te fpreeken, de Herzenen de groeizame aarde, uit welke de wortelen der Zenuwen voortkomen; en deze brengen het voedend fap, en daar op volgenden wasdom , van de hoogte naar de laagte. • Dan, dit ftemt ook met de bevinding, en met den wasdom by jonge menfchen, volmaakt overéén; wyl hunne voornaamfte groei niet in nog naar het hoofd, als het minst groeijende, maar meerendeels naar beneden , en vooral in de dyen , beenen en voeten , bcitaat; en, na de volwasfing des li» PROEVE 38  over de HERZENEN, enz. 39 lichaams, het zelve in acht deelen, of de grootte van acht hoofden, waar van het voorheen zo merklyk verfchilde, afdeelt. — Want, by aldien het hoofd van een voldragen kind, het welk in grootte een vierde van het geheel maakt, naar evenredigheid, met de drie overige deelen, voortgroeide, welk een wanftallig lichaam zou 'er by de volwasfmg te voorfchyn komen? . En welk een anderen naam dan mon- Jier zou men aan een volwasfen mensch, waar by het hoofd een vierde van het geheel maakte, konnen geven? Men kart dit gezegde met een opflag van het oog, en met voorbeelden, by twaalf Jongelingen genomen, als een nieuw ftuk, en naar genoegen, bewezen zien, by den met allen regt zo eerwaaxdigen als verdienstlyken martinet (0-tf Indien nu de waarheid van de bygebragte bewyzen, wegens de algemeene voeding door de Herzenen en de Zenuwen, maar eenigzins, gelyk ik vermoede, aan myne zyde is, dan vleije ik my ook, dat niet flegts de (7) Kaccchismuj der Natuur. Eerfte Deel. Bladz. 323. Plaat IV.  4o PROEVE de bcfchouwende, maar vooral de oeffenende, Geneeskunde, daarmede haar voordeel zal, kan en behoort te doen; althans, het zou my zeer verblydcn, zo daar toe een nieuwen of beteren weg gebaand wierd. Mooglyk verdient het ook nog eenige opmerking, dat de meeste, zo niet alle, .roofdieren, de Herzencn van hunnen prooi, het eerst, en vóór het vlecsch, gulzig vreeten. Onze Huiskatten, fchoon in overvloed gefpysd, vreeten echter gaarne, en als een lekker beetjen, den kop en de Herzenen der Pyattcn. Oudtyds wierden ook de Herzenen van jonge dieren, ligter dan de zwezerikken te verteeren , zeer geprezen, om oude, zwakke of uitgeteerde menfchen, op eene onbezwaarde wyze, te voeden en te verfterken; en ik meen by hun, Aanmerklyk is het, dat deze ziekte, welk zo kennelyk door een fcherp zuur van te rug-gekeerd zog, als de eerfte en voornaamfte oorzaak, voortkomt, nogthans aan opgeftopte kraamzuivering, en aan verwarde doch onbekende Herzengeesten, word toegefchreven. Dan het zy my o-egund, met een enkel woord, nog aan te merkcn: by eene verouderde Geelzugt (Icterus) vind men de Herzenen (en waarfchynlyk ook het Ruggemerg en de Zenuwen), fomwylen zeer geel en van gal doortrokken, zonder dat het verftand 'er iets by geleden heeft: welke is dan de oor¬ zaak dat een verzetting van zog, naar dit deel, zo ligt een aanhoudend of langduurend delirium te weeg brengt? « Zou dit van de groote hoeveelheid, of liever, van den zuur wordenden aart des zogs, afhangen? zouden daarom ook de zuurdoodende, zuur - uitdry vende, verfterkende zweet - middelt ? ais. _ Caphor, Cort: Peruvian, Creta alba, Crocus , Oleum Tartari f. d:, Opium, Sal („) Bataafsch Genootfch. der Proef - ondervindelyke Wysgeerte. VI Deel. bladz. 80 enz. D 4  $6 PROEVE Sal 6? Spiritus Cornu Cervi volatile, enz. dikwyls zo heilzaam zyn? • Welk foort van Mania zou, door foortgelyke middelen, meermalen ras konncn genezen worden? en by welke Phrenetici komen de fterke ontlastende middelen te pas? Hoe vcele fchrik verwekkende misdagen worden hier omtrend niet dagelyks begaan ? — Ik fchroom meer vragen over de zigtbare kleuren, vastheid, zagtheid, enz. der Herzenen te doen; fchoon ik my verbeelde, dat, zo deze grove Ontleedkunde wat meer was nagefpeurd, en met de voorafgaande ziekten vergeleken, zy waarfchynlyk meer praktisch nut, dan de fyne Anatomie, zou hebben-aangebragt. Dan hoe zeer ik overtuigd ben van het vreemde en ongewoone myner gevoelens, - en hoe zeer ik deswegens, uit vrees van te dwalen, ook getragt heb my te bekorten, moet ik echter nog aanmerken: by eene hevige doodelyke koude ftolt of bevriest, naar myn inzien, het bloed geenzins, gelyk men denkt, het eerst, maar wel het bewuste Zenuwfiym ; waar door het Herzen- en Zenuwmerg gevoelloos gemaakt, en een onweerilaanbare trek tot flapen geboren word; en deze volgende ftolt mede, onder den  over de HERZENEN, enz. 57 den flaap, het bloed; waar op eene eeuwige flaap volgt. Want, op eene kleine drukking of belette beweging van de Herzenen, volgt altoos een natuurlyke of onnatuurlyke flaap, en zo deze oorzaak aanhoud of vermeerdert, eene beroerte en de dood. — Is 'er nu eene andere, meer natuurlyker reden voor deze flaperigheid door de koude, dan dat de Herzenen, door de verftyving der Zenuwen, zig niet naar gewoonte kon- nen ontlasten? Proeven, die bekend zyn, en ik, om niemand te verveelen, voorby ga, hebben bewezen, dat, op eene werkeloosheid van de Herzenen en Zenuwen, of op het geheele wegnemen der Herzenen by dieren, het hart en de flag-aderen zig, nog eenige uuren lang, bewogen hebben. Menfchen, die in den winter ten uit- terften koud en ftyf zyn geworden, herftellen zig hierom ook het vaardigst, wanneer zy hunnen rug, om de menigte Zenuwen, die 'er uit voortkomen, en om het verftyfde Zenuwfiym vloeibarer te maken , tegen een goed vuur verwarmen; of denzelven wakker doen wryven : de natuur leert , en de ondervinding bevestigt, dit, fchoon 'er weinig op gelet word. Dat D 5  58 PROEVE Dat 'er nu waarlyk ook in de Zenuwen zulk een flym-aattig ftof, welke naar wit van eieren gelykt, en uit de Herzenen voortkomt, plaats heeft, Hemmen allen toe, maar maken 'er geheel geen, of een geheel ander, vreemd gebruik van. Men kan het duidlyk ontdekken wanneer men de Paardeilaart (Cauda Equma), van een groot jong dier,,dwars doorfnyd. Drukt men daarna de afgefneden einden van deze, of van eene andere groote, Zenuw, dan puilt 'er, buiten derzelver bekleedzel, een zagte, fyne merg - achtige {toffe uit, die, naar myn inzien, vleleer naar fyne fpons of dons, dan naar een ingebeeld fyn hairig kwasjen of penfeeltjen, gelykt; zo als het, door het uitrafelen met eene fyne naaide, kan worden gemaakt, en by de Ontleedkundige Schryvers,fyn, fraai, en,als vaatjes opgefierd,vertoond. De beroemde ruysch, die dit mede van de pis of niertepeltjes heeft gedaan (w), vertoont echter de beide dwars doorgefneden Gezigt-Zenuwen even of het de Corpora fpongiofa van de Penis of van de Clitoris waren; en hy noemt het inwendig maakfel dezer Zenuw fpons ■ achtig, voos- ach- O) Alle zyne werken, bladz. 600.Tab. IV. fig- 6.  over de HERZENEN, enz. 59 achtig, poreus, naar Indiaansen riet gelytende O), zonder een enkel woord te reppen van hair- fyne Zenuw-buisjes, door welke de levensgeesten de beweging van de Herzenen naar de deelen, en het gevoel der deelen, naar de Herzenen, zouden kunnen voeren. Of nu dit dun kaas-, gelei-óf eiwit-aartig ftof, blootlyk in het Zenuw-merg tot voeding en befcherming van het zelve, huisvest; dan of deze beide in den Zenuwkoker zeiven eenige verfyning, nadere bereiding of verandering ondergaan, gelyk dit zeker in de Herzenen plaats heeft, durf ik wel vermoeden, doch niet bepalen; _ maar, dat ze, de eene min de andere meer, doch langzaam, door den Z^nuwkoker afzakken, en zig alom, tot voeding, gevoel en beweging., verfpreiden, fchynt my, onder verbetering, zeker; ■ of alsmede dat van derzelver hoeveelheid, ongefteldheid, hoe verfchillendc ook, meest alle Zenuwziekten afhangen. Misfchien verdient het nog eenige opmerking , dat de meeste oude , en zelf latere, Schryvers , die met de Herzen- en Zenuw- gees- O) Blad/. 395- Tab. XVI. fig. 4 5- — W»dz504. 537- S53 enz:  6o PROEVE over de HERZ. enz. geesten zeer wel bekend waren, uitgenomen t. willis en zyne naarvolgers, zo zeldzaam fpreken, van ziekten of ongefteldheden der Geesten, indien de Herzenen zelf niet waren getroubleerd , maar altoos van dikke, dunne, taaije of andere fcherpe ftoffen, die uit, of van, de Herzenen, naar de beneden deelen zouden afzakken, en ziekten aanbrengen. En wyl daar voor geene andere wegen, gelyk zy zelf erkennen, dan de Zenuwen, bekend zyn, zo fchynt dit gevoelen, met het myne, volmaakt te ftroken, en, over de leere en geneeswyze der Zenuwziekten, eenig licht te verfpreiden : ik zal dit, om niemand te verveelen, met geene bewyzen ftaven. Dan, volmaakt overtuigd van het vreemde en gebrekkige dezer Proeve, wensch ik vuuriglyk, dat dit gewigtig ftuk, door kloekker mannen, zonder vóóróórdeel, opzettelyk onderzogt; de waar-of valschheid daar van betoogd; en, indien het mooglyk ware, gebragt worde, tot een meer gelukkig G E« EINDE.  HEELKUNDIGE WAARNEEMINGEN. E N GENEES.   VOORREDE. De volgende Genees- en Heelkundige Waarneemingen zyn, in het voorgaande jaar 1787, grootendeeh in de Nieuwe Algemeene Vaderland'fche Letteroefeningen , in vyf Stukjes, geplaatst geweest : maar een herhaald aanzoek van bekende en onbekende Kunstvrienden, en Mannen boven mynen lof, om dezelve meer uit te breiden, te vermeerderen , en in een afzonderlyk Stukje, als een klein Hand- of Zakboekje , uit te geven, heeft my genoopt daaraan te gehoorzamen. De 30 eerfte Artikelen daar van lopen, doch zonder veel fzamenhangs , meerendeels over de zo weinig gekende, als, helaas! algemeene, Klier- zizlte. Is 'er ook eene Ziekte, die meer lekend behoorde te zyn, het is, waarlyk, naar myn oordeel, deze. De met regt beroemde astruc heeft de goedheid gehad , en zyne groote geleerdheid getoond, met twee Boekdeelen in quarto, over de Fe. nusziekte, uit te geven ; — maar hoe groot, hoé uitgeïlrekt en gewigtig, is de Klierziekte niet bo-  VOORREDE. boven de Venusziekte? De Venusziekte tast zeldzaam de edele ingewanden aan; dood ook weinig menfchen ; en niets is waarachtiger dan dit, by de Klierziekte. De Venus¬ ziekte , als een Smetziekte, geneest veelal ras, en zonder veel omjlags: ■ de Klierziekte, uit onze natuur voortvlpeijende is, langduurend, en weérftaat, niet zelden, de best bekende hulpmiddelen. . Ik daag hier de grootfte Geneesheer en , of Hand-Artzen, uit, om tegen my te getuigen; — en nogthans vind men , om van minder W".rken niet te fpreeken, in het Register, achter het Vde Deel van het zorwyduitgeftrekte Werk des beroemden Barons van swieten , over boerhaave's Aphoris- mi, nog Scrofula, nog Struma, gefpeld. In het Aanhangzel, op dit Register, door den noesten gladbach uitgegeven, komt het eerfte woord flegts drie-, en het tweede , vyf- maal, voor. En hoe fraai ook /de daar geciteerde plaatzen, in haar foort, over de daar gemelde Klierziekten mogten zyn , kunnen zy, althans naar myn gering inzien, geenzins in aanmerking genomen worden, om 'er deze Ziekte , als een algemeene, wyduitgeftrekte , Hoofd-Ziekte, die oneindig veel takken heeft, dat is, als een andere Hydra, of veelhoofdig monfter, uit te leeren kennen en te beftryden. In  VOORREDE. In myne weinige Waarneemingen , over de Klierziekten, heb ik Jlegts eenige, doch vry wat yerfchillende, lichaamsdeelen , als yerfchynzelen, tekenen, toevallen, enz. om 'er den wispeltuurigen aart van te doen zien, maar éven aangeroerd ; —■ en meer Genees-, dan befchouwens- wyze, voorgemeld. Myn plan gedoogt geen uitweiding: maar ik durf evenwel myne jongere Medebroederen verzekeren , hoe meer zy deze Ziekte zullen kennen, hoe meer zy dezelve, ja meer dan hun lief ■ is, zullen zien; en zig hunner onmagt , met my , niet zelden bejammeren. En zo iemand , gelyk ik wensch , ooit lust keeeg, cm een volledig Systhema, over de Klierziekte, uit te geven; hoe zeer zal men dan niet verpligt zyn, om den hoofdflam, met deszelfs verfchillende wortelen en takken , te vertoonen ! Het geen ik 'er van gezegd heb, moet jlechts als een flauwe fchets worden aangemerkt. De daar op volgende 120 Waarneemingen, of Artikelen, zyn, meest alle, zonder t'zamenhang, en over even zo veel verfchillende onderwerpen , zo als Natuur en Konst my leerde, en zy my voor den geest kwamen, geboekt: zy bevatten , ten deele , doch waarfchynlyk niet zonder dwaling , het geen ik , zints eene halve £ eeuw,  VOORREDE. eeuw, zelf meen waargenomen te- hebben en het zou my zeer bedroeven, zo dit kleine Stukje geheel nutteloos wierd geoordeeld: ■ maar, daar alle menschlyke Schriften niet zonder gebreken zyn, nog kunnen zyn, vley ik my toch niemand, door veele of bloote woorden, waar van ik afkeerig ben, te zullen verveelen, of den fchoonen tyd te ontfleelen. Ja, het fmert my zelf, dat eenige Artikelen , tegen myn hart, wat te groot zyn geworden; en verzoek ook daar over, en vooral zo ik elders dwale, verfchooning en verbetering. G E- 'y Hertogenbosch, den 6Je.i Maart, 1788. J. VAN DER HAAR.  GENEES- E N /HEELKUNDIGE WAARNEEMINGEN. « i- > Het verdient te regt clks opmerking, dat, daar de Schryvers van de voorgaande Eeuwen, van de Scrofuleuze Klierv er hardingvan het Darmfcheil, Lever, Mild, Alvleesch, enz. zo dikwyls fpreken, en 'er te regt eene menige ziekten van afleiden, dat nogthans de meeste' Systhematifche Schryvers van deeze eeuw, ook zelf boerhaave nog van swieten, 'er nauwlyks, en niet dan by geval, van gewagen; daar het nogthans waarachtig is, gelyk de beroemde Heelmeester white toont, en de dagelykfche bevinding leert, dat de in- en- uitwendige Scrofuleufe Kliergezwellen, na de kinderpokken en mazelen, de allergemcenfte ziekte, (ook zelf in Nederland) is. Ja, de inwendige ongefteldheid der Waterklieren is zo E 3 me-  6*3 GENEES- en HEELKUNDIGE menigvuldig en dikwyls zo onbekend, dat ze wel eens voor eene Zenuwziekte aangezien en behandeld word. Neêrlands Genees- en Heelmeesteren zyn deswegens aan den Heelmeester white, oneindig, verpligt; en niet minder aan zynen edelen Vertaler en., fchranderen Voorredenaar, den Haagfchen Geneesheer a. thuessink; wien ik, voor dit fchoone Stuk, hier openlyk dank betuig. < 2. % Dan, hoe zeer ook in de tegenwoordige Geneeskundige Schriften, de inwendige Scrofuleufe Kliergezwellen van borst en buik, waar uit zo dikwyls, en meer dan men denkt , teering , belette doorzwelging, geelzugt, waterzugt van borst en buik, enz. ontrtaat, veelal onbekend zyn, loopt, nogthans, de groote menigte van uitwendige Kropklier - Gezwellen zodanig in het oog der Heelkundigen, dat 'er alle hunne Systhe- mata van gewagen. Maar wat baat het eene inwendige ziekte, die zig maar ten deele naar buiten vertoont, met uitwendige middelen te beftryden , wanneer men by de geneeskonst geene hulpe vind ? Dikwyls ben ik van fchrandere Artzen, zo monde-  WAARNEEM INGE N. 60 delyk als fchriftelyk, geraadpleegd, om myne uitwendige hulpmiddelen , voor hunne, daar by zynde Scrofuleufe lyders, te willen aanwenden en mededeelen: wien ik, tot myne verwondering en finerte, moest antwoorden : dat het uitwendige kwaad eene inwendige oorzaak had, en dat ook deze laatfte, door geene uitwendige, maar door inwendige, middelen, moest worden te keer gegaan. Toonen deze, en oneindige voorbeelden niet, hoe weinigdeze ziekte, (fchoon langzaam van aart, doch vernielender dan de pest,) by de Geneesheeren bekend zy? Maar.... 4 3-> De oorzaak dezer Klierziekte is duister: echter is het zeker, dat het eene ziekte is, welk uit onze natuur voortvloeit, maar vooral door de leefwyze, lucht en land, opgewekt en vermeerderd word. Het is geen ziekte die befmettelyk is, nog door inenting der Kinderpokken, zo als de ha en en rowly willen, word voortgeplant. Ik heb Scrofulen en Scrofuleufe Oogontfteekingen door de Kinderziekte , ten minften voor een tyd, zien genezen. Echter is het zeker, dat kinderen, uit Klierzieke ouderen geboren, daar voor byzonder E 3 vat-  yo GENEES- en HEELKUNDIGE vatbaar zyn. Ik heb een groot aantal ouders gezien, met eene Scrofuleufe teering, waar van, het eene kind met Kliergezwellen, een tweede met been-eeters, en een derde en vierde aan hair-, dauwworm, oogontfteking , enz. (ziekten van ■ denzelfden aart,) zukkelden; en eindelyk mede aan de ziekte hunner ouderen ftierven. In- tusfchen is het zeer zeker, dat de Klierziekte een vry algemeene ziekte is; maar om hier van overtuigd te worden, behoort men dezelve te kennen; maar hoe zullen jonge Artzen dit leeren, zo 'er in een Collegium Medicam geheel niet, en in een Collegium Chirurgicum flegts oppervlakkig, van gefproken word? Heelmeesters hebben, he¬ laas! maar al te veel gelegenheid, om jonge Artzen te onderrcgten; — ik, althans, zie deze ziekte dagelyks, en, tot myne fmerte, te veel. i 4- > Zo ik niet dwaal, meen ik, fat de yoornaamfte oorzaak der Klierziekte, in de ..eerfte ppyocding der kinderen , moet gezogt worden; en dat ook de voorbehoeding en genezing daar van, meer in de leef-  WAARNEEMINGEN. 71 wyze en opvoeding, dan in den Medicynwinkel, beftaat. Ik kan, nog behoef my daar over in een klein en onfchuldig Stukjen, meer gerigt om Artzen wakker dan wyzer te maken, fchoon my anders geene ftof ontbreekt, niet breed uitlaten. • ! Eene dikke ongerezen meel- of broodpap, die door de warmte ras zuur word, (in plaats van welbereid Vrouwezog,) fchynt in de eerfte plaats noodzaaklyk de darmfcheils - klieren te verftoppen, te vergrooten en te verharden; — en dit, in het vervolg, door nog minder verteerbaar voedzel, by jonge kinderen , te moeten verërgercn. < Hier van daan dan ook zo veele dikke, harde, buiken by de kinderen, die ook veelal, doch zonder bewys, aan wormen worden toegefchreven; Hier van daan dan ook het on¬ waardeerbaar nut, van het zagtelyk wryven van den buik der kinderen, na hunne ontwaking, en het dagelyks gebruik van eene rauwe eijerdoir, als de beste zeep , om de dreigende Klierverftopping voor te komen, of weg te neemen. In de Meyerye van 's Hertogenbosch, houden byna alle boeren hun ontbyt met een pap, of bry van roggenmecl met de zemeE 4 lenj  7a GENEES- en HEELKUNDIGE len; en hun overig voedzel beftaat meestal in aardappelen en. roggenbrood, zonder byna ooit tarwenbrood, verfche groenten of versch vleesch, te zien: . by deze zie ik zeer veel menfchen, fchoon zy al vroeg, en tot hun heil , zwaar werk doen, met Scrofulen: . In het tegendeel in het Maas-Waal-kwartier, (.Bommel en" Tielerwaard) daar altoos tarwenbrood , boomvrugten en zeep-aartige planten, worden gebruikt, heerscht die ziekte veel minder: — In het noorden van Engeland en Schotland, heb ik gezien dat de arme huislieden hunnen dorst met een weinig rauw havermeel, in water gemengd, ftilden, en zig verzadigden met ongerezen brood van havermeel met water tot een klomp gemengd, en op eene plaat, boven het vuur, gedroogd; en verftond ook, dat de Klierziekte aldaar zeer gemeen was: — Dan ik meen, vóór men hier uit gevolgen trekke, dat 'er meer oplettenheid en proeven vereischt worden. < 5- > Zommige Lymphaticque Kliergezwellen zyn van zulk een verwisfelenden aart, dat ze van ,de eene plaats naar een andere Qy er gaan, of in zeere oogen , ooren, neus,  . WAARNEEMINGEN. 73 neus, bovenlip , hairworm, of in een hardnekkigen uitflag op de huid, veranderen. Door eene anderendaagfche, koorts ; , door een aanhoudende koorts van drie weeken; door eene nieuwe bezwangering; door eene Landreize te paard van tien weken door Duitschland; — door den huwbaren ftaat, enz. heb ik Scrofulen aan den hals zien verdwynen, die voorheen alle bekende in- en uitwendige middelen weêrftaan hadden. Tot Narigt van jon¬ ge Artzen, moet ik nog zeggen dat 'er toch veele van deze laatfte, vóór hun 3Öfte jaar, aan een Phthifis Scrophulofa fterven: — zy werpen dan meer een taai, grauw, fnotaartigflym, dan waare etter, op; ook bevat hun water, hoe bedorven ook, zelden veel waare etter: In dezen verwaarloosden of gevorderden ftaat, onderfteunt Kina flegts hunne kragten, maar geneest hen niet, ja, fchynt zomwylen den voortgang der ziekte te verhaasten. < 6. > Door het beschouwen van lyken aan Klierziekten gejïorven, heeft men altoos de ingewanden van buik of borst met kliergezwellen, die men vry algemeen, doch verE 5 keerd  74 GENEES- en HEELKUNDIGE keerd Scirrhi noemt, bezet gevonden; — en, uit de menigvuldige levende voorbeelden, die men dagelyks van deze ziekte ziet, zou men billyk mogen vermoeden, dat men in de genezing daar van verre moest gevorderd zyn: het tegendeel is waar. Niets ver¬ veelt my meer, dan de menigte in- en- uitwendige voorfchriften der Geneeskundigen en der bygelovige hulpmiddelen, voor deze ziekte te zien. ■ Niets is ook beter in ftaat om onze onkunde van den waaren aart der ziekte te toonen; echter fchynt het my toe, dat, door het opfpooren van de voorafgaande en volgende oorzaken daar van, ook betere voorbehoed- en hulpmiddelen kunnen en zullen gevonden worden. % 7- > Ik heb, tegen de uitwendige Kliergezwellen, kwikfmeeringen , en alle my bekende uitwendige middelen meest altoos vrugtloos, of althans met weinig nut, aangewend; en flegts alleen mogen zien dat Setons, enz. die een menigte fnot-aartig ftof uitwierpen, verharde klieren aan den hals , blindheid dreigende oogontftekingen, en foortgelyke gewrigtsgczwellen, zomtyds voorfpoedig gena- " zen;  WAARNEE MINCEN. 75 zen; mits dat ze lang wierden dragende gehouden. 4 8. > • De geringe dienst, die ik van uitwendige middelen by Scrofulen gezien heb, heeft my niet zelden naar inwendige doen omzien. — Dan ik moet bekennen, fchoon daar onder oud geworden, maar weinig gevorderd te zyn. < Ik heb, om van het gewaande Extractum Cicutce, en andere nutteloze middelen, niet te fpreken, van Kwikzilver y Spiesglas, Yzer en deszelfs verfchillende bereidingen, zo veel ik kon, inwen- . dig gebruik gemaakt, en dezelve alleen, of met Kina gemengd, gebruikt; en daar van zomwylen eene gunftige, maar ook meermalen weinige, uitwerking gezien, waarvan, misfchien, de langdurigheid en afkeerigheid van wispelturige lyders oorzaak waren. Echter kan ik zeggen, dat een half grein Calomel met even zo veel Kermes mineral. of Sulphur. aural. antimon. pp. i. 2. 3. of meermalen daags ingegeven, zomwylen van eene heilzame uitwerking geweest zy. < 9. > By een beginnende, of ook reeds eenigzins ver-  76 GENEES- en HEELKUNDIGE verouderde Pkhifis, Angina of Asthma Scrophülofwn, ziekten, die, helaas! zomwyl gepaard gaan, te weinig onderfcheiden en gekend worden, heb ik van dit zelfde middel, met een grein Opium crudum, of met vier grein As/a Fcetida gemengd, en op dezelfde wyze gebruikt, zomwylen veel dienst, en eene fchynbare genezing, gezien. ■ . Dan niets, my bekend, werkt fchielyker op de gezwollen waterklieren dan een pilletje van een grein Turpethum mineral, met eens zo veel Succus liquirit. om den tweeden of derden avond één gebruikt; het welk den buik tevens zagtelyk open houd. By zwakke, bleeke, dunbloedige geJlellen met harde Klieren aan den hals, en waarfchynlyk ook in borst of buik, Jieb ik veel dienst gezien van Pillen of een Poeder bereid van Limatura Marlis dr. X. Myrrhce opt. dr. VI; dagelyks tot een drachma, min of meer, gebruikt: ook kan of behoort men van dit of foortgelyk middel, naar het gebruik der voorgaande kwikmiddelen , gebruik te maken; — dan de verftopping is dikwyls zo groot en de Klieren zyn zo ontaart of met kalkaartig ftof bezet, dat ze, zelf door  WAARNEEMINGEN. 77 door eene fterke Salivatie door kwikfmeeringen te weeg gebragt, niet ontbonden konjien worden: — ook verzweeren zy dikwyls, op eene heimelyke en pynloze wyze, van binnen , en deelen dit bedorven vogt mede aan het bloed; waar op een Febris heiïka, en de dood, volgt. < ii. % Geopende Klhrverzweeringen, die dikwyls voor Kankerzweeren worden aangezien, zyn immer moeijelyk en langdurende te geneezen en geen wonder! wyl de heilzame poging der Natuur zig daar door van iets fchadelyks poogt te ontdoen. — Dwaas handelen zy dan, die deze goede werking door uitwendige opdrogende middelen, en drukkende verbanden, tegengaan. Un- guentum Bafilicum, met roode Pracipüaat gemengd, fchynt het beste uitwendige middel, het welk ook zomwylen, wanneer de verzweeringen groot of veel zyn, op de inwendige ongefteldheid eenig vermogen heeft: ik heb 'er eene kwyling op zien volgen, zo 'er veel Prcecipitaat onder gemengd, of, dunnetjes op de zweeren, om de etter te verbeteren, geftrooid was: de geneezing dezer zweeren word, door onkunde, mede dikwyls  ?n GENEES- en HEELKUNDIGE vvyls voor eene genezen Kanker, opgegeven; en geen wonder! • Scrofulen worden ook dikwyls Scirrhi en deszelfs zweeren, Kankers genaamd. Ik bidde alle Vaderlandfche Genees-en Heelmeesters, hunne veréénigde kunstvermogens aan te wenden, om deze zo algemeene, verdervelyke, als, helaas! zo weinig gekende, Ziekte, meer te leeren kennen, en meer vermogende hulpmiddelen uit te vinden; en ze den beroemden thuessink, tot het vervaardigen van eene nieuwe Verhandeling, aan te bieden: zy hebben toch alle dagen, zo zy oplettend zyn, gelegenheid, deze ziekte te zien. Hun eigenbelang, en het belang des menschdoms, vordert dit. < 12. % Dan, om ook hier toe verder eenigzins behulpzaam te zyn, zy het my ,geoorloofd, om, het leerzame 't welk ik meen 'er in te konnen liggen en de wettige gevolgen daar uit te trekken, flegts maar één, zigthaar gèyal, eens Scrofels, op te geven, en het zelve met nog eenige leerzame en gewigtige waarneemingen over deze ziekte, te achtervolgen. — Een fterk man, van byna 40 jaren, had, zints meer dan twee jaren, een  WAARNEEMINGEN. 79 een kliergezwel, zonder de minftc ontfteking of pyn, onder de kaak, ter grootte van een Eenden-ei; het welk de best bekende middelen, al dien tyd, weerftaan had. ■ Hoe hard, het gezwel ook was, dagt my nogthans, dat het, in 't gevoel, iets veerkragtigs had, en raadde daarom onzen kloeken Heelmeester j. bolsius, in het byzyn van den Hr. dk. verster en my, om in het zelve een zeer fyne Troicar te fteeken; aanftonds daar op vertoonde zig, door het Canultje, een fnot-aartig vogt; waar op het gezwel geheel gekliefd, en van een lepel vogts' ontlast wierd. De vinger toen in 't gezwel ge- ftoken, vertoonde het zig als een hard gekookt ei, waar uit de doijer genomen was. _ Door droog linnenftof, alleen, of met roode Prcecipitaat, genas hetzelve, doch langzaam. 1 Hoe veel van deze Gezwellen worden niet voor Scirrhus aangezien, en, met gevaarlyke bloedftortingen, weggenomen? —. Heister heeft, over deze zorglyke Operatie, een eigen hoofdftuk. Maar, wat konnen en wat zullen, by foortgelyke gevallen, de best bekende in- en uitwendige middelen uitwerken? De Stof zit in een ver- eelde of reeds zweerende zak; en hoe dikwyls worden niet één , ja meer gezwellen,  8o GENEES- en HEELKUNDIGE len, aan bovengemelde volkomen gelyk, gevonden , in of langs de long f flokdarm, lever, alvleesch, en vooral in het darmfcheil, enz.? — De gevolgen daarvan, wanneer zy tot zulk een trap gekomen zyn, zyn voor den lyder ellendig, en voor een kundig Artz fchrikbarend. Geeft hy in zulke duistere gevallen middelen, uit kwik, fpiesglas,yzer, zee-ajuin, en zelf uit Kina, bereid, hy verhaast, zomwylen, de inwendige doorbraak der Gezwellen en den dood; ten zy hy dezelve voorzigtig met Opium paart. — Ik heb verfcheiden gaande en ftaande menfchen gekend, die, onder het gebruik van Scilla, fchielyk dood bleven ; waarfchynlyk na een inwendige doorbraak van één of meer zakgezwellen in de long: gebeurt dit in den buik, wie tog is 'er, die 'er de gevolgen niet van begrypt? —maar, zo ook de voorname oorzaak der Scrofulen, gelyk eenige wanen, van eenen wrang-zuuren aart zy, en ook kinderen, die meest melk-en meelfpyzen gebruiken, daarom aan dezelve, en eenen Scrofuleufen zuuren uitflag, zo zeer onderhevig; — dan vraagt men: 0f by een Scrofuleufe Teering, 'met een zuur-ruikend zweet, het gebruik der melk, zonder kalkwater of gefmolten wynfteen, wel zo heilzaam zy?— Dit  WAARNEEMINGEN. 8i Dit gemelde verdient, misfchien, meer overweging, waartoe ik my niet uitlaat. < 13- > Daar in ons gematigd deel van Europa, waar in toch, zomwylen, een vcrwisfeling van 100 graden hitte en koude plaatsheeft, de Klier- of Scrofuleufe Ziekte, waarvan wy thans fpreeken , zo algemeen, en in de, heete JVaereld-deelen zo zeldzaam, zyn, — en , in tegendeel, dat aldaar , gelyk alom bekend is , de Lepra, en alle vuile huidziekten, wederom zo gemeen, en by ons, vooral in den winter, zo zeldzaam zyn: vraagt men : — is de ftofïelyke oorzaak van deze beide ziekten ook van denzelfden aart, die, door de koude of warmte der lucht, veranderd en verplaatst word? —'— Misfchien verdient ook opgemerkt, dat men, hoewel zeldzaam, by ons, zomwylen Scrofuleufe menfchen ziet, met even zulk een dikken neus en bovenlip, als, in Afia en America, by de Melaatfchen, om van andere huid- en beenknobbelen niet te gewagen, word waargenomen. Althans, 's zomers zie ik meer huid-ziekten, en 's winters Scrofulen: — op' het weggaan van de eene volgt ook ligt de andere, hoewel  82 GENEES- en HEELKUNDIGE zy ook zomwyl gepaard gaan: beiden verwisfelen ook naar 't faizoen; en vorderen, met weinige verandering, ook dezelfde hulpmiddelen. Jonge Artzen, die met verkoelende ontlast-, en zogenaamde bloedreinigende, en uitwendig verdrogende, middelen, alle huidziekten willen genezen, gelukken zeldzaam. Ik heb meermalen jonge en bejaarde menfchen met een natten of droogen Scrofuleufen uitflag, die vry wat naar de melaatsheid zweemde, en door aderlaten, verkoelende laxeermiddelen, enz. reeds zeer verzwakt waren, door een aanhoudend gebruik van Kina, Calomel, Kermes mineral. Sulphur. Aurat. Antimon. enz. her- fteld. Om weinig ziekteftof worden, zomwyl, veele ponden gezonde ftof, nutteloos, en niet zonder fchade, verfpild. - . Gelukkig, ja! driemaal gelukkig, die zonder Artzenyè'n leeft! en even zo gelukkigis zulk een Artz, die 'er geen verkeerd ge. bruik van maakt. < 14. h Ik heb, Waarneeming (1), enz. gezegd," en zeg nog;' dat 'er, naast de Kinder- pokken en Mazelen , geene ziekte zo al- o  gemeen als de Scrofuleufe is. ■ • In de hedendaagfche Artzeny-kunde word 'er nogthans zeldzaam van gewaagd: maar, daarin is niets gemeener, dan de verhardingen, welke in de long, lever , mild , aïvleescli, darmfcheil, enz. voortkomen, Seinbus of Scir'rheus, te noemen. Tusfchen Scrofu¬ len en Scirrhus is, nogthans, een verbazend verfchil; zo als ik, op eene andere plaats, getoond heb (a). ■ ■ De eerfte worden veelal , en de laatfte nimmer, zonder weg te nemen, genezen. • Zes uitmuntend geleerde Vaderlandfche Artzen, allen, naar de bestbekende leerwyze van boerhaave, van swieten, enz. onderwezen, en mannen boven mynen lof, hebben, nog onlangs, boven anderen, een prys behaald over de Geelzugt; naamlyk: — de Heeren 's graeijwen, van de wynpersse, brouwer bosch,van der wagt, hoogeveen, en beckèr; zy alle fpreeken, in 550 bladzyden, min of meer, van Scirrheufe of Knoest-verharding der Lever, als eene voorname mede-oorzaak der Geelzugtj doch, zonder van de Scrofuleufe oorzaak, zo veel ik weet, («) Verhandel, over de Klier-, Knoest- en Kankergezwellen, 17Ó1. F 3 WAARNEEMINGEN. 83  84 GENEES- en HEELKUNDIGE weet, één enkel woord te reppen fj>). ■ Ik heb , nogthans, meermalen verouderde Geelzugtigen gezien, en ook, na den dood, bcfchouwd, met veele uitwendige Scrofulen, en gepaard met een verharde lever, op en in welke veele fpek-aartige Kliergezwellen plaats hadden, en waar aan zy ook, eindelyk, geftorven waren; en ik meen, met reden, dat deze Leververhardmg, by Geelzugtigen, vry gemeen is; en niet Scirrheus, maar Scrofuleus,behoort genaamd, en, met uit- en inwendige Kwikmiddelen,behandeld te worden. Dan deze, zo ik meen, algemeene dwaling heerscht niet flegts by onze Vaderlanders, maar door geheel Europa: . om hier van overtuigd te worden, behoeft men alleen de 10 dikke Boekdeelen, of meer dan 9000 bladzyden, van de Natuur- en Geneeskundige Bibliotheek, van onzen Hr. Profr. sandifort, uit een menigte Buitenlandfche Werken verzameld, maar na te zien; en men zal ras ontdekken,dat,daar in,eene enkele halve bladz. of flegts 17 regelen, over de Scrofulen gevonden word;' . . en even zo is het met de overige klierzieke ïn- (b) XII. Deel, van het Genootfchap: Servaudit Civihus, 1787.  WAARNEEMINGEN. 85 Ingewanden gefield. ■ Of de onderfchei- den kennis hiervan ook van een dadelyk nut in de praktyk zy, laat ik gaarne anderen beöordeelcn; als ook, of 'er thans niet wel eens Klierzieken, als Zenuwzieken, worden behandeld. — Dwaal ik niet, dan dunkt my, dat ik, doch van verre, 'er wel eens fpooren van gezien heb; en geen wonder! zy vertoont zig onder allerlei gedaanten; en dit is genoeg om niet flegts jonge, maar oude, Artzen te misleiden. Dat de Hypochondria & Melancholia, ciirn materia, meest altoos van een ver flopping en zwelling der Lymphaticque Klieren yan.de Ingewanden des buiks af hangt,word, by meest allen, erkend. IIippocra- tes genas, reeds vóór ruim 2000 jaren, deze Infarctus of Klierverflopping door fterke, oproer-verwekkende , purgeermiddelen van Grielfche zwarte Nieswortelen. Maar Doel. ka mp f raad thans dit op een zagtere wyze, en door een dagclyks lang aanhoudend gebruik van zogenaamde Visceraal Klysteeren, te doen. Het eerfle geneesmiddel-fchynt, voor ons tegenwoordig verzwakt gefla'gt, te fterk, ten zy men van deszelfs Extract of F 3 Tinc-  86 GENEES- en HEELKUNDIGE Tinttuur, met oordeel, gebruik maakt. . Het laatfte is iangduurend, omflagtig en dikwyls kostbaar: — beiden zyn nogthans van veel vermogen en van eene goede uitwerking, indien 'er, van tyd tot tyd , eene menigte Mucus pituüofus, even als by witte Aambeijen, door ontlast word; dan, dit gelukt veelal vry beter, en zonder veel omflag, op het gebruik van den of twee eenvoudige Pilletjes van één grein Tarpethiim minerale, met twee grein Succus liquirit. om de drie of meer dagen , met oordeel, en wel by meest alle Klierziekten, gebruikt. ■ De menigte medicynen zyn dikwyls voordeeliger voor den kruidmenger dan ly- der. Van het wryven des buiks, om de Klicrverftopping los te maken, fpreek ik niet. Zie Waarn. (4, 9,) enz. Om kort te zyn, moet ik veele nutte, doch ook meer bekende, dingen niet aanroeren, 'i 16. > Zommigen wanen, dat de waare Longteering (Phthifis puimen.) een befmettelyke ziekte zy, die, door flapen in één bed, of door het gebruik der klederen van Teeringzieke menfchen, in anderen zoude overgaan: — dit  WAARNEEMINGEN. 8? — dit kan ik niet geloven (O : maar zo onwaarfchynlyk dit zy, zo waar en zo zeker is O) Men moet dit echter niet zo verftaan, als of ik dagt dat de vuile uitwaasfeming van Teering-zieken geheel onfchuldig waf e, om oppasfers, byuapers, enz. ongezond en zelf ziek te maken; het tegendeel is waar; doch niet alleen van Teering-zieken , maar ook van alle andere. Nimmer is dit blykbarer dan by een Heirleger. Neem, by voorbeeld, 100 dappere Officieren, (om van geen Soldaten te fpreeken) en Helt iezelve tegen even zo veel Genees- en Heelmeesters^ die de Hospitalen bedienen, dan zullen zelf de gcwoo-' ne Veldflagen, Verdediging en Belegering van Steden, in verre na zo veel Officieren niet ziek maken en doo- den, als der Hospitalen Genees- en Heelmeesters. ■ Toen ik, in de jaren 1745 en 1746, nevens één jongen Artz en drie even jonge Hand-Artzen, de cere had, om,als Generaal-Chirurgyn, by de Troepen van dezen Staat, in Engeland, te dienen, zyn de vier genoemde , binnen 4 of 5 maanden, door befmetting van het Hospitaal, geftorven; terwyl ik, als de vyfde, na eene krankte van 9 weken, 'er het leven afbragt. Onder, en na, de belegering van Bergen op den Zoom, wierden, in myn Hospitaal, van 2 Doctoren en 17 Chirurgyns, 'er 18 ziek, waar onder ik mede myn deel had. — Intusfchen is het opmerklyk, dat zeer veele en wel de grootfte Ontleedkundigen , als, by F 4 voor-  SS GENEES- en HEELKUNDIGE is het toch, dat de Teering veelal een Erf. ziekte is, die, van de ouderen, op de kinderen overgaat. ■ . En vermits "het, naar myn inzien, zeker is, dat de meeste waare Longtecringen uit een Scrofuleufe oorzaak, (wat anderen ook mogen ftellen), voortkomen; en de Klierziekte zelf zo algemeen is, en ook zeker van de ouderen op de kinderen overerft; zo dient, dunkt my , het een tot een genoegzaam bewys voor het andere. Men vergelyke Waarn. (i. en 3.) — Indien V de teering veelal de Klierziekte tot ee» ne oorzaak heeft, — vraagt men: _ word in het algemeen eene eerstbeginnende teering wel als zulk eene Klierziekte erkend, en met middelen, by Klierziekten eigen, behandeld? ,'t Is wel waar, om de verflopping der Longklieren (dat is, de Tubereüla & Vomicae pulmonales) los te maken, word, nog al dikwyls, doch te laat, tekort en te weinig, gebruik gemaakt van Scilla, 'ïpecacuanha, Kermes mineralis, met losmakende Gommen: — deze dingen, in 't begin der ziekte, om de Klierverftopping te ont- .voorbeeld, ruyscii, MÓrgagne, heister, alis 1 n u s, enz. die in 't ontleden van Lyken hun leven getleten hebben, zo oud zyn geworden.  WAARNEEMINGEN. 89 ontbinden, zo heilzaam, verhaasten, helaas! te laat gebruikt, derzelver verzweering, doorbraak en den dood. ■ Mercurius virus, Calomel, Turpethum minerale, enz. ziet men, in 't begin der ziekte, wanneer men wat goeds zou konnen doen, z|ldzaam in de voorfchriften; en nog zeldzamer, dat ze, om de lastige, drooge, hoest teftillen, met Opium gemengd, tegen den nagt, ruimelyk worden toegediend. ■ Ik beroep my gerust op het getuigenis der meeste Artzen. Intusfchen is de Klierziekte, en vooral der Long, veelvuldig, hardnekkig en langduurend, en vordert fteeds elks aandagt om 'er wyzer in te worden, en nog meer minbekende ziekten te leeren kennen en genezen. — Het is deze longteering, waarinde etterdragten op de borst, dikwyls, zo veel hcils te weeg brengen. < 17- h Dat de hedendaagfche of zogenaamde befchaafde menfchen oneindig meer, en ook in foort en aart, meer verfchillende ziekten ondergaan , die, by menfchen in den ftaat der natuur, vreemd zyn, is onbetwistbaar. Ja, zelf onze huisdieren deelen, boven de wilde , veelal in dezelfde rampen; — echter F 5 weet  9o GENEES- en HEELKUNDIGE weet ik niet, dat men, tot nog toe, by de* zelve, hoe nauw ook onder opzicht, ooit, gezette, weêromkomende koude koortzen, heeft waargenomen. ■ Ik fpreek, om de kortheid , niet van knoestgezwellen, kanker, opiïyging en een menigte andere kwalen, by redenerende en hartstogtelyke- menfchen gemeen, maar by dieren vreemd. White zegt, dat de Aapen, in Europa, Scrofulen krygen. t 18. > De Droes der Paarden en het Ongans der Schapen, die eenigen befmettelyk achten , hangen, naar myn inzien, veelal af van een verkeerde handelwyze, van te veel kwaad of van droog voedzel; en behoren onder de Scrofel- of Klierziekte. ■ Voor my , ik geloof, zo deze nutte dieren in vryheid leefden, zy deze ziekten nauwlyks zouden ontwaren. Een menigte Paarden naast elkander wel warm geplaatst, en al te veel gevoederd, krygen dikwyk?, in koude voorjaren, wanneer zy iets moeten doen, byna alle den droes; — en, wanneer 'er veel fterven, heet deze ziekte een kwade en befmetlelyke droes; fchoon gemecne boeren paarden, daar by geftald, 'er byna nooit door worden be- fmet-  WAARNEEMINGEN. 9I fmet. Toen het Extr: Cicutcs by klieren kanker-zieke menfchen nutteloos gebezigd was, preezen de wel voorziene kruidmengers dit middel tegen den droes der paarden; en ontlastten zig nog gelukkig van den over- fchot. De Spaanfche Harders weeten, voor hunne Schapen ook by tyds, en door verwisfeling van lucht en voedzel, te zorgen. Zo ras ziekten, onder menfchen of dieren, algemeen worden, noemt men dezelve, ligtvaardig, befmettelyk; en men jaagt zynen medeburgeren fchrik, en kwakzalvers voordcel, aan. De Gortigheid der Varkens , een ziekte die nimmer in het vet of fpek, maar altoos in het magere, op en tusfehen de vezelen der fpieren, zit; beftaande in een menigte, naar gekookte gort gelykende waterblaasjes (hydatides) , die, by het befchouwen van het levend dier, altoos zigtbaar aan de tong zyn: — deze ziekte, zeg ik, fchynt toe, met regt te behoren onder de zo weinig gekende Water-klierziekte; maar of zy meer gevonden word in boeren-, ftyfzel- of foezel-fpoeling Varkens, is my onbekend; echter was. het te wenfithen, dat men weeten mogt in hoe verre de- < 19. %  q2 GENEES- en HEELKUNDIGE deze ziekte van verfchillende of van e'enfbortige voedzels, afhing: waarfchynlyk zou dit iet meer leeren; en ik hoop daarom te meer, dat men my, wegens deze kleine afwyking over de ziekten van eenige dieren, wel zal willen verfchoncn. ; De groote en altoos leerzame camper zei my heden, dat Varkens niet uit flyfzel- varkens geteeld, maar 'er door gevoederd, meerendeels, in een zekeren tyd, fterven. De reden daar van ftaat nog onbekend. — De Heeren de buffon en daubenton zeggen, dat de Huiskatten een derde langer darmen dan de wilde katten hebben; de reden daar van, alleen van het voedzel afhangende, is klaar; alsmede van de verandering, die, daar door, in 't geftel des natuurlyken lichaams, word te weeg gebragt; en by gevolg ook vreemde ziekten. Tegen den Hak worm, of zeere Kinderhoofden , zyn veele zalven en fmeeringen hekend; maar ik kenne daar toe geen onfchuldiger* nog beter middel dan het Unguentmn e Pice; beftaande uit gelyke deelen Pix liquida en Seyum ovillum; en ik wenschte dat men het zelve, zindelykheids-halven, op meer dauwwor- mi-  WAARNEEMINGEN. 03 mige plaatzen, en met even zo veel vrugt, mogt gebruiken. Zommigen hebben de fchadelyke gewoonte Kinder- zeere - hoofden met een fterk verdroogende zalf, van Axung: Porei en Weide Mris, te fmecren en ras te genezen; maar de bovengemelde is, van een tegenover geltelden aart; — en zy, die op de inwendige ongefteldheid van dit Scrofuleufe kwaad met oordeel letten, zullen ras begrypen welke de voorkeur verdient. — Want, op een ras genezen Hairworm, volgen even ras zeere oogen, Kliergezwellen, en veel erger plagen. Wy genezen en moeten dikwils genezen, het geen voor oogen is; zonder te vreezen het geen 'er, met meer nadeel, op volgt. Gemzen, zegt men, is de zaak; maar wel te genezen is van meer belang, en vordert oordeel gepaard met ervaring. Hoe het 'verouderd Kwaadzeere- hoofd, behoort geheeld te worden, zie Waarn. (112); het welk meer dan gewoon is behoort gevolgd te worden. % 21. h By de zo dikwyls voorkomende Ophthalmia Scrofulofa by kinderen, (een ziekte onder dien naam weinig, maar uit de toevallen by allen, bekend,)gepaard metpynlyke krampaar-  5)4 GENEES- en HEELKUNDIGE aartige fcheuten in de oogen en tegenwillige ontlastingen van tranen, vooral, wanneer men dezelve in het licht brengt; en waarop zo dikwyls verduistering van het hoornvlies, of een ongeneesbare blindheid, volgt: ■ ; by dezelve moet ik aanmerken: dat deze eliendigen, althans naar myn inzien, meestal verkeerd, met aderlaten, purgeeren, fpaanfche - vliegen en verkoelende oogwaters, enz. behandeld worden. Niet mogelyk zynde by ■ deze kinderen iet in de oogen te konnen doen, doe ik 4 oneen water en 2 of 3 drachma Tinei. Opii, met brood tot een pap gemengd, of linnen daar in genat, warm over de oogen leggen; . en hen, van tyd tot tyd, vooral tegen den nagt, Syrupus Diacodii, innemen. — Zo ras de hevige pyn bedaard en de oogleden eenigzins etterig zyn of aan elkander bakken, befmeer ik dezelve met een kwikzalfjen, en maak aanftonds gebruik van die middelen, welk de ondervinding leert, tegen de hoofd-oorzaak, naamlyk, de Klierziekte, dienftig; en waar van ik, misfehien, in 't vervolg nog iet zeggen zal: — ook raad ik, op den nek of de beide armen, het gebruik van Ecorce de Garou; vooral zo 'er klierknobbelen mede gepaard gaan. 2.2.  WAARNEEM INGE N. s$ % 22. % De Tong ondergaat zomwylen een ziekte, waar van ik niet weet -ooit iets gelezen te hebben, naamlyk; dezelve is by eenige, niet zeer ziek zyndc, menfchen, zomwylen , glimmend rood of met pukkeltjes, kloofjes, rauw en zeer pynlyk, doch verfchilt den eenen dag merkelyk van den anderen; en ziet "er uit, even als by iemand by welken de fprouw gefcheiden is; — en dit duurt, tot fmert der lyders, weeken, ja maanden lang, zonder dat ik 'er de waare oorzaak van heb konnen ontdekken, als flegts by twee mannen, waar by zig, eindelyk, een borstziekte openbaarde, waaraan zy ftiervcn. Men heeft my meermalen naar den naam van deze ziekte gevraagd; — en ik heb 'er, naar myn gebrekkig inzien, geen anderen als 'Dauwworm van de Tong aan weeteu te geven. — Met verkoelende en ontlast - middelen, die dit gebrek fcheen te eisfehen, heb ik niets goeds uitgevoerd, en alleen mogen zien dat een fierk decoct. Cort. Peruvian. met Elixir Vitrioli zuur, en met Gum. tragacant. zagt gemaakt, dikwyls en. lang in den mond gehouden en gedronken, van eenig nut ware. —— Om de pynlykheid der tong te verzagfen, heb  96 GENEES- en HEELKUNDIGE heb ik niets beter gevonden, dan eene rauwe eiërdoijer, alleen, of met ftyfzel, gemengd. Een brokje Cachou, Chocolade, doch zonder zuiker, maar vooral rauwe ftyfzel, in den mond gehouden, verzagt,maar geneest dit verdrietig kwaad niet; waarom ik wensch, dat mannen, van meer bekwaamheid, hier toe mogen worden aangefpoord. Een ééni- ge ziekte bezit zomwylen twéé, of meer, verfchillende- ziekten, die, fchoon zy zich niet altoos vereenigen en vermengen, nogthans byzondere en wonderbare tekenen en toevallen maken, die den besten Artz doen weiftelcn , en de Systkemata zwygen Qd~). Ik wenschte wel dat ik dwaalde, wanneer ik zeg overtuigd te zyn, dat 'er veele Scrofuleufe gezwellen, ja, geheele Kr ouwehor - ft en, (d) By eenige rëmitteerende Koon zen, ziet men zomwyl een' glanzige bloedroode tong ; dan deze is het niet die ik boven bedoel; wyl deze, na een of twee braakmiddelen en ontlasting van gal, ras verdwynt. Dan zulk een tong, betekent altoos , by langduurende ziekten, een zekere ontbinding en fcherpte in de vogten. Ik zie ze ongaarne.  WAARNEEMINGEN. 9T ten, daarmede bezet, dikwyls voor Scirrhus worden aangezien en weggenomen. Want ik zelve fchaam my niet te zeggen, dat ik, zints 40 jaren, meermalen Vrouweborften met harde gezwellen bezet gezien heb, die ik, door myne en de algemeene onkunde, voor ware knoestgezwellen aanzag ; en die, na verloop van eenige jaren, uit zig zelve, en onder het bedekken van een zeemelap, ver- dweenen. Ik zie, onder meer andere, zomwyl zulk eene oude Jufvrouw, die, zo ik 'er op gedrongen had, reeds vóór meer dan 30 jaren, de borst ware afgezet. Zie Waarn. (12 en 129.) — De zogenaamde Kanker der baarmoeder, denk ik mede, dat veelal Scrofuleus zy; — de byzondere fnot-aartige ftof, zo zeer naar Scrofelvogt gelykende, welke zig daar by, zo my dunkt, ontlast, brengt my in dit gevoelen: ik heb geen gelegenheid gehad, om 'er de bereidingen van Kwik en Spiesglas in te beproeven ;. maar geef het aan de overweging van meer kundigen. Mannen en Vrouwen, die, in hunne jeugd, met Kliergezwellen, Hairworm, Dauwworm, G enz. i 24. >  98 GENEES- en HEELKUNDIGE enz. gek weid zyn geweest, worden zomwy» Ien, bejaard zynde, van een allerlastigfte en onverdraagbare jeukte, aan en in de partes genitales, aangedaan; en het is nauwlyks te geloven, hoe veelen 'er in 't geheim aan zukkelen. Ik heb eerst onze warme vuurfto- ven befchuldigd, dan dit is zo niet: dit kwaad geneest zonder inwendige middelen niet; maar met een rood Pracipitaat zalfjen, met een weinig azyn gemengd, word het dragelyk gemaakt. Laat ik hier, als een nog meer gemeen kwaad, by doen, en zeggen: Veele mannen, maar geene vrouwen, krygen het zelfde dauwwormig kwaad, dikwyls in en onder den neus; zomtyds om de kin; en ik zou hier van niet hebben durven reppen, ware het niet dat dit leelyk ongemak zo dikwyls voorkwam, zo lang duurde, en ik nog heden een man gezien had, die 'er reeds 16 jaren door was aangedaan: ook weet ik niet, 'er ooit iets bepaalds van gelezen te hebben; waarom ik hoop, dat de voordragt van deze weinige woorden my regtveerdigen, althans verfchonen, zal. De Zalf, zo aanftonds gemeld, verzagt en verdryft dit kwaad, maar belet het wederom komen niet. Het laatst-  WAARNEEMINGEN. 99 laatstgenoemde gebrek zien de Artzen alle dagen, en behoort hen aan de Scrofulen te doen denken: kleine dingen leeren veelal meer dan men denkt. Meermalen heb ik menfchen gezien, en zag 'er heden nog één, die over niets wisten te klagen dan alleen over hunne handen, die, door een langduurige herpes, of droogen Dauwworm,'er deerlyk uitzagen, en ze? uit fchaamte, nauwlyks durfden vertoonen: onkundigen zien het dikwyls voor Schurft aan> Behalven een lang aanhoudend, inwendig,' gebruik van Kwik- en Spiesglas. middelen, heb ik daar tegen niets beter gezien dan de handen alle avonden te fmeeren met het Ung. e Pice, en daar over eene dikke Iedere handfchoen, den geheelen nagt, te houden. Kan ook deze vette handfchoen, door den dag, gebruikt worden , is des te beter. hierby raade ik , op beide ar¬ men Ecorce de Gareu te leggen, en dezelve lang dragende te houden. — Dat dit ongemak mede onder de Klierziekte. behoort, is "by my ontwyffelbaar. i 25. > G 3 s6.  ioo GENEES- en HEELKUNDIGE De zogenaamde Been-éèter, Spina Ventofa, of Pasdarthrocace, is mede, en wel te regt, een verdrietige Scrofuleufe ziekte, die altoos de weeke of fponswyze beenderen der gewrigten, en vooral de handen en voeten der kinderen, of van nog jonge menfchen, aantast. ■ Maar hoe menigmaal ik dit kwaad ook in het eerfte en tweede beentje der vingeren gezien heb , kan ik my niet herinneren, het zelve ooit in het laatfte lid, of den top der vingeren, gezien te hebben; meermalen maakt het, na geringe uitwendige kwetzing, de knieën en elbogen van jonge menfchen krom en ftyf; — én word dan aan die oorzaak toegefchreven, zonder om de inwendige te denken. De Venusziekte tast veelal het midden, doch de Klierziekte de einden, der beenderen aan: dit langduurend kwaad dient, in- en uitwendig, op dezelfde wyze, als de zweerende Scrofulen, behandeld, en met het Ung. Mixtum, of e Pice verbonden te worden. . Hoe veel ellendige kinderen, met dit kwaad, uit teering-zieke ouderen geteeld, heb ik niet, ook eindelyk, aan de Klier-Teering, met wateT- zugt, zien fterven? . Over de eerfte, voor-  WAARNEEM INGE N. iot voorname, oorzaak hoort men byna nooit fpreeken; '• i en hoe zou dit ook kon- nen zyn , wyl men 'er byna nooit, naar vereisch, van onderregt word? — Wanneer het bederf in de beenderen maar eenigzins gevorderd is, is boerhaave's Zweetkuur vrugteloos. Wat andere meer kundigen mogten waarnemen, of wat in andere Landen gebeurt, ftaat my niet te beoordeelen , en nog minder te weêrfpreeken; • maar ik moet en durf vrymoedig zeggen, dat ik, in myn Vaderland en 72 jarigen leeftyd, ten ware ik zeer gedwaald heb, nimmer een kind, van zyne geboorte tot 12 of 14 jaren oud, met volkomen tekenen van eene aangeboren, o/\ op een andere wyze befmet, met Venusziekte, gezien heb. • Het is wel waar, dat ik menigmalen kinderen heb gezien met verbazende Condylomata, in den omtrek van den Anus, of met naar Chancres gelykende exulceratien, of een verbazenden uitllag aan den mond, neus, of meerendeel over het geheele lichaam: maar, naardien dezelve dikwyls voorkomen by Klierzieke kinderen, of G 3 na «f 27- >  ió2 GENEES- en HEELKUNDIGE na de fcharlaken - koorts; en ook door eenegoede leefwyze, en uitwendig gebruik van een Prcecipitaat zalfjen, zonder met oogmerk, iets in te geven, ras genazen, en ook genezen bleeven; heb ik gemeend, om deze en foortgelyke gebreken, fchoon .ook by kinderen uit verdagte ouderen gefproten., niet onder de Venusziekte te konnen of te moeten tellen; vooral daar ik ook niet zelden van de trouw der ouderen, of van de deugd der minnen, in allen opzigt, volmaakt overtuigd was En, offchoon ook deze gebreken na een in- of uitwendig gebruik van Kwikmiddelen dikwyls ras genezen, is dit, nogthans, geen bewys dat deze ziekte Venusziekte geweest zy. ■ De Scrofel- of Klierziekte, in het algemeen befchouwd, heeft zeker, in veele opzigten, met de Venusziekte, in tekenen, toevallen, vuile of leelyke lidtekenen, en in het gebruik van Kwikmiddelen, vry wat gemeens; — en de algemeene onkunde van de uitgeftrektheid,en verfchillende gedaante,der Klierziekte doet, misfchien , dezelve , wat al te los, voor Venusziekte aanzien: hier uit fprutt ook wel de gemengde naam, van Scrofuleufe Venusziekte: de laatfte is toch oneindig gemaklyker, dan de eerfte, te genezen; zie  WAARNEEMINGEN. 103 — zie Waarn. (129);maar vooral myne Aanmerkingen op van swieten's Legerziekten, reeds voor meer dan 25 jaren uitgegeven; — en het geen ik toen gefchreven heb, is, zedert dien tyd, bevestigd; fchoon ik in eene Stad leeve, daar de ontugt ten hoogften heerscht. Om de in- en uitwendige Scrofuleufe, of Klier-, Huid- en Beenziekten, by jonge of volwasfen " menfchen , te herflellen, maak ik, als ik kan, gebruik van de volgende of foortgelyke middelen, en veréénig dezelve, naar omftandigheid, met andere: Of, om, meer eenvoudig, altoos gereed te zyn, en waar men Pillen kan doen gebruiken: 4. 28. % &- Calomel. Sulphur. aurat. Antiman, praecip. vel Kermes mineral. aa. gr. XII. vel Tartar. emetic. gr. VI. vel VIII. Cretae alb. dr. ij. vel tij. Sacchar. alb. dr. j. vel q. pl. M. F. pulver. No. XXIV. G4 r- Ca-  io4 GENEES- en HEELKUNDIGE r- Calomel. Kermes mineral. vel Sulpit, aurat. Antimon. aa. dr. j. Mucilag. Gumm. tragacant. q. ƒ. F. Pillulae. No. CXX. ■ Om met on- de'rfchcid, en naar de jaren, dagelyks 1.2. 3. of meer Poeders of Pillen, te gebruiken; en by een lastigen, droogen,'ïeering-hoest, vooral tegen den nagt, en des noods ook door 'den dag, met Opium, gerust te vermengen. De behandeling der Venusziekte, met Opium, heeft my hier toe aanleiding gegeven, en ik heb reden om ze anderen aan te pry- zen Opium, Kermes mineral. Sulphur. aur. Antimon. en Tortor, emeticus, fchynen de uitwerking van de Kwik, naar den mond, te verminderen, en meer naar de huid te bepalen : — ook kan men de Kwik- en Spiesglasbereiding met 6. 8. of 10. maal zo veel Afa fcstida vereenigen, en by volwasfenen gebruiken. . Dit, eerlang, aan het oogmerk eenigzins voldoende, geef ik, by vervolg, verfterkende middelen, als: Kina, Myrrha, Mars, Tinclura et Vitriolum martis; Flor. Salis Ammoniac. Martiales, enz. Ook kan men de eerstgemelde met de laatfte vereenigen. — By kinderen, met zeere oogen of een herpetifchen uit flag, heb ik zomtyds ongemeen 'gh- flaagdj  WAARNEEMINGEN. 105 flaagd, wanneer ik hen, in weinige dagen, een paar oneen , of meer , van het Extratt. Cort. Peruvian. kon inkrj7gen; en daar na, om de grond-oorzaak uit te roeijen, de bovengemelde Poeders, Pillen, of wel, dagelyks, 1 of 2, van de keurlyke zagte Pilletjes, Waarn. (90.) opgegeven. De Aelhiopifche Pillen, uit de fchoone Edingburgfche Apotheek, doch met een derde minder Kwik,bereid, hebikmeerma-. len, en met genoegen, van 6 tot 12 's daags, doen innemen; maar ook meermalen, en, met fmerte, gezien, dat, als deze middelen, gepaard met een afkookzel van knoesten van Zarzaparilla, Dulcamara, enz. in eenige wee. ken niets zigtbaars uitvoerden, de Lyders verdrietig wierden, en met innemen uitfeheidden; kunnende niet begrypen, dat de grondige herftelling hunner kwaal geen dagen, weeken, maar maanden, vereischt; en ook dan nog, dikwyls, maar weinig fchynt gevorderd : deze ziekte heeft ook dit, met de melaatsheid der hcete landen, gemeen , dat ze van een verborgen en lange oorzaak is, en even zo langduurend in de herftelling. i— Dit is, waarfchynlyk•,hoe beklaaglyk ook! -de reden, dat ze hedendaagsch veelal verwaarloosd, onbekend, of, onder eenen anderen naam , genoemd en behandeld word.-——G 5 Ein-  io6 GENEES- en HEELKUNDIGE Eindelyk moet ik nog zeggen, dat,, zo de inwendige Klierziekte reeds zo verre is gevorderd, dat 'er in de klieren zelf een uitftorting, verzameling en weder-opneming (Abforptio) van ftof onder het bloed, plaats heeft, de bovengemelde middelen, meestal, nadeelig, en alle andere, zonder de wonderbare medewerking der natuur, vrugtloos zyn. Ik reken my gelukkig, wanneer ik, van twee fterk gevorderde inwendige Klierzieken, 'er één volkomen genees; — xvant gemeene gevallen, die de natuur, ten minften voor een tyd, red^ verdienen geen aanmerking. Zal ook de heilzame Genees- en Heelkonst ooit groot, en waarlyk, heilzaam worden; dan, waarlyk! behoren hare oeffenaren de werking der natuur, van die harer konst en geneesmiddelen, wel te kennen en te onderfcheiden. Wy heb¬ ben, Waam.(s'), reeds doen zien, dat de natuur- of levenskragt middelen en wegen heeft om Kliergezwellen te doen verdwynen, die onze konst reeds lang en vrugteloos behandeld had. —;— Van de leefwyze, de wryvingen en de veelvuldige lichaamsbewegingen, by de Klierziekte zo heilzaam, fpreek ik, om de kortheid, niet: — ook geef ik myne Waarnemingen en bedenkingen, gelyk ik  WAARNEEMINGEN. 107 ik voorheen reeds gezegd heb, veeleer op, om Artzen wakker, dan wyzer, te maken: — het laatfte zal en moet gewis een gevolg van het eerfte zyn. In de voorgaande, tot byna het midden, van deze Eeuw, fprak men, by ons, om de laagte des lands en het liggen aan de Noordzee, byna altoos van Scheurbuik; ja, men dagt toen, dat 'er nauwlyks eene ziekte was, waar by de Scheurbuik niet eeniger- mate gepaard ging ; de onftervelyke boerhaave zelf was van dit gevoelen niet vreemd: maar, zedert dat de dartele levenswyze in Nederland vermeerderd en vcrüimmerd is, en, quafi, meer redeneerende menfchen heeft gemaakt; fchynt de Scheurbuik te verdwynen, en de zogenaamde Zenuwziekte te vermeerderen; — dan, ik hoop en wensch vuuriglyk, dat ook deze laatfte ziekte eerlang plaats zal maken, naar mate de min-bekende Scroful- of Klierziekte meer kenbaar zal worden: _ en dit kan en zal gefchicden, zo ras geoelfende Hand-Artzen, die ze dagelyks zien, hunne medebroederen, de Artzen, zullen aanwyzen, dat de eer- < 29. >  io8 GENEES- en HEELKUNDIGE eerfte oorzaak en zitplaats daar van, in de edele Ingewanden, is. Men merkt , en te regt, een openbare waare Kanker aan, als eenalleryerfchriklykst en aller beklagensw•aardigst, kwaad, waar van de naam zelf fchrik verwekt; en ik moet bekennen, dat dit, ten aanzien van de ongeneesbaarheid,en vooral zo het zelve in den mond, de tong, oogen, partes genitales, enz. plaats heeft, maar al te waarachtig is : — maar, aan den anderen kant, heeft dit gedugte kwaad,.boven veele meer wreede en ras doodelyke kwaden, als ik het zo noemen mag , toch zomwylen veele voorregten; ,' waar van ik 'er flegts maar twee, die, waarlyk! eenigzins groot zyn, noemen zal. Voor eerst; tast het zeldzaam, zo veel ik weet, jonge menfchen aan. Ik fpreek hiervan waare, geen gewaande, Kankers, die de onkunde, of wreede geldzugt, zó dikwyls by kinderen erj. by jonge menfchen ziet, dat ik 'er my waarlyk over fchaam. — Ten tweeden; dragen veele Vrouwen het zelve 20. 30. enz. jaren in de borften, zonder merklyke ziekten of groote pyn, en worden, niet zelden, ftok oud. Ik zie nu 4 30. > en V  WAARNEEMINGEN. 109 an dan zulk een 83 jarige Vryster, (en ik heb 'er veele gezien), welke ik belet dat- men hare kwaal Kanker noemt: deze. klaagt nooit dan over draagbare fteekingen en jeukten; en heeft dus, aan hare Kankerborst, oneindig minder pyn dan eene andere aan een zweerenden vinger: • wist zy de naam van hare kwaal, zy was de ellendigfte der menfchen. Kunnen wy geen Heelkun¬ dig goed doen, laat ons dan zorgen , met woorden geen kwaad te doen: dit Recept meen ik dat voor veele Kanker - lyderesfen veel heilzamer zy, dan het by veele zo geliefdp Ext. Cicutae, van den Hr. Baron van storck, ooit geweest is. Bedriegt eene langduurige opmerking my niet, dan zyn ontflekingen, in het linker oog, veel gemeener en verdrietiger dan in het rester: — ■ ook zie ik meer blinden met het linker dan regter oog. Zou de oorfprong van de linker Arteria Carotis, uit de bogt van de Aorta, terwyl de regter uit de Subclavia voortkomt, hier iets toe doen? By hevige, langduurende, Oogontjlekmgen, doen < 31- > < 32. h  ïio GENEES- en HEELKUNDIGE doen 3 of 3 bloedzuigers, onder het oog, dikwyls, in weinige uuren, meer dienst dan herhaalde Aderlatingen, en alle andere bekende in- en uitwendige middelen: — dit heeft my zomwylen verrukt. 'Er gaan meer menfchen aan de linker, dan regter, zyde mank. Het linkerbeen fchynt ook meer dan het regter te breekenr — een Kabinet van zieke beenderen zou dit bcflisfen. Eenige droppelen Laudanum liquidum, nu en dan in het oog gedaan, neemen dikwyls derzelver pyn en ontfteking ras weg, fchoon andere middelen reeds vrugteloos zyn gebruikt. < 34- > 'Er ontftaan meer Hydroceks aan de linker, dan regter zyde, — en meer Sarcoceles, aan de regter, dan linker, Testicul. . Zou de verfchillende oorfprong van de Venae Spermaticae, uit de Cava en Emulgens voortkomende, hier iets toe doen? < 33- > < 35- >  WAARNEEMINGEN. ui Lange menfchen, of met lange beenen, zyn veel meer, en met verdrietiger Ukeratien, aangedaan, dan kleine, of met korte beenen. By eene langduurige Schouder- of heupjicht , zynde een openbare Zenuwziekte, vermagert altoos het zieke deel, dewyl het voedend Zenuwvogt weêrhouden word. De drie eerfte maanden van het grootgaan der Vrouwen zyn oneindig meer verzeld van Miskramen, dan de zes volgende. Zo, by eene zwangere Vrouw, de borften fchielyk zwellen, maar, door eene ongewoone ontlasting van melk, even fchielyk wederom Hap worden, duid dit ziekte , of veelal, de dood des kinds aan. By een Retroverfio Uteri, is zomwylen eene mannen voor eene Vrouwen-Catheter, om het water af te tappen, verkiesbaar. < 3<5. > < 37- > < 33. > < 39- > «€ 40. % 41.  jtia GENEES- en HEELKUNDIGE By een Prolcipfus Vaginct et Uteri, — en by een Hernia Veficct Vaginalis, is een ftuk fpons in de Vagina gebragt, dikwyls het beste middel; vooral, wanneer het, in Brandewyn en Aluinwater genat, dagelyks vernieuwd word. Hippocrates zegt: door den tyd word dit ongemak onherftelbaar, — doch Vrouwen, welk eene uitgezakte lyfmoeder omdragen; worden zeer oud (e). Dit heb ik dik¬ wyls gezien, en eens, op een tyd, by drie Vrouwen, waar van de jongfte in de 70, en. de oudfte 91, jaren was. Bedrieg ik my niet, dan kan ik het zelfde zeggen van mannen, met zeer groote, en altoos uithangende, net- en darmbreuken. Zo, na het wegkopen van het 'water, hy een kwalyk gekeerd Kind, het zelve by de Beenen moet worden afgehaald, dan is het voor O) De Morb. Muiter. F»; Hl. Cap. 22. ƒ>. Sfi8. Editio CHARTER I. < 4i- > % 42. > < 43- %  WA A RN ËE MIN GEN. if3 voor de lydfter, helper en het Kind, dikwyls het best de Vrouw vóórover op de knieën en elbogen te leggen, en haar van achteren te helpen: — het uitnemend voordeel van deze handelvvys heb ik op eene andere plaats getoond (ƒ). Zo, by de geboorte van een Kind, hetzelve een hand, of arm aanbied, en deswegens gekeerd moet worden, dan is het doorgaans voor lydfter, en helper, het best, alleen het eene been, van die zelfde zyde, te vatten, en eenigzins naar buiten te brengen; want zo men het tcgenovergeftelde been, of wel beide tevens, naar buiten brengt, valt het kind doorgaans op den rug, en behoort, onder de verlosfing, nogmaals op den buik gekeerd te worden. Zo, na eene fpoedige Verlosfing van Kind, en Nageboorte, de Uterus, zelfs in een ftaat van werkeloosheid , dat is zonder inkrimping, blyft, dan loopt dezelve vol bloed, waar- (f) Bataafsch Genootfchap der Proefondervindelyke Wysbegeerte. VI. Deel. bladz. 92. H 44- % i 45- >  ii4 GENEES- en HEELKUNDIGE waar op flauwten, ftuipen, en een rasfe dood, volgen. Een ftuk fpons (of des noods linnen) met flerke brandewyn of azyn doortrokken, en, by herhaling, in de Uterus gebragt, en ze daarmede beroerd, doet dit deel inkrimpen, fluiten, de bloeding {lillen, en een onverwagten dood voorkomen. Een lang aanhoudend Delirium la&eum verdvvynt dikwyls ras, na eene nieuwe bezwangering. Zie Waarn. (119.) By eene ver gevorderde zwangere Vrouw, deed een Geneesheer, in verbeelding dat zy het buikwater had, den buik, met een Troicar, doorbooren, en, na maar weinig vogt, waarfchynlyk uit de baarmoeder, ontlast te hebben, dezelfde Operatie nogmaals, aan de andere zyde des buiks, doch mede vrugteloos, hervatten. De lyderesfe onderging geene toevallen, verlostte eenige weeken daar na vry gelukkig, en leeft nog welvarend. liet doorbooren van de Blaas in het In- tes- * 47- % < 48. h  WAARNEEMINGEN. 115 testinum reftum, om de opgeflopte pis daar door, naar de wyze van flurant, af te tappen, fchynt meer zeker en gemaklyk te worden, wanneer de blaas, boven het Schaam, been, met eene platte hand, naar het rectum, word gedrukt. Zie Waarn. (62.) Zo veel ik, als nog, weet, ontftaat het bloedbraken, veelal, na een vergrootte of verharde milt. Ik heb, na een her¬ haald bloedbraken, een vergrootte en verharde milt telkens zien kleiner worden,- en wederom vergrooten : by één geval woog dezelve, na den dood, zeven ponden. 1, Zou het voorname gebruik van de milt ook zyn, om. het bloed, (het welk altoos, in dikke aderen, by eene ledige maag, gevonden* word,) wanneer de maag, by hongerige menfchen, fchielyk word opgevuld, door de Vafa brevia , als geen Klapvliezen hebbende, door te laten , en in de milt, als in eene fchuilplaats, voor eenigen tyd te doen rusten? Wanneer de Vafa brevia, by eene vergrootte milt, zig in de maag geopend, en eene H 2 Bloed- H 49- % < 50 >  11$ GENEES- en HEELKUNDIGE Bloedbrdking veroorzaakt hebben, is koude gekarnde melk, dikwyls, maar weinig, gebruikt, naar myne waarneeming, zomwylen het beste middel. Zou het ftremfel van deze melk , in de maag eenigzins rustende, de openingen der bloedvaten drukken en fluiten ? Voorbeelden van bloed- brakingen, daar Conferva Rofarum Rub. cum Alum. Crud: Spirit. Vitrioli, enz. reeds vrugteloos gebezigd waren , hebben my in dit vermoeden gebragt. Ik heb 'er verfcheiden, na deze ziekte, en zelf na herhaalde aanvallen, lang zien leeven; maar ook twee Vrouwen en een Man , kort daar na , zien .flerven. Eene vierde kreeg het buikwater, met gevolg des doods. Om de pek- zwarte afgangen , die altoos op deze ziekte Volgt, noemt hxppocrates dezelve, mor., bus niger. Om Ontftoken Bloed wel waar te neemen, dient het in een diep vat, byna even zo warm, als het bloed, opgevangen, en ook langzaam koud, te worden: buiten dit, vertoont het zeldzaam zyne ontfteken korst, maar blyft, in zyn geheel, vast van wezen, taai, en bedriegt veele Geneesheeren. Ik heb % Si- >  WAARNEEM IN GEN. 117 heb dit gewigtig ftuk , waarover zo verward gedagt is, reeds vóór 19 jaren, niet zulke klare proeven getoond , dat het my, en alle die het kennen, verbaast, dat 'er nog zo veele Artzen onkundig van zyn (g). Fistulen en Verzweeringen, aan het fundament , genezen dikwyls, ten minften voor eenen tyd, long- of borstkwalen, en moeten met oordeel behandeld worden. Winterhanden en Wintervoeten ontftaan wel na eene, én zelf geringe , uitwendige koude; maar hebben altoos een verborgen inwendige oorzaak. —— Ziet daar over myne Aanmerkingen (7z). Schurft (Scabies') ontftaat altoos door uitwendige befmetting, en geneest ook daarom nooit (g) HoIJandfche Maatfch. der Wetenfchappen. XI. Deel. bl. 385, enz. ifte Stuk. 0$) Alg. Vaderl. Letteroef. Mengelwerk, bladz. 592 , enz. lilde Deel. < 52. > < 53- > < 54- > H 3  nS GENEES- en HEELKUNDIGE nooit door inwendige, maar altoos en alleen door uitwendige, middelen. Het ver¬ baast my dikwyls, dat zommige Geleerden, die nu en dan eenen enkelen Schurftigen zien, beweeren, dat deze ziekte een voortbrengzel van koortzen zy, en met inwendige middelen moet genezen worden. Ik zie dezelve alle dagen, en veelvuldig; en het is, in de daad, een eigen ziekte, die op zig zelve ftaat, en altoos door befmetting, van eenen anderen, voortkomt, en ook niet dan één uitwendig middel vereischt, zo als volgt: Door één pond Zwavel, " even zo veel Varkensvet, en gemeene groene Zeep, ondereen gemengd , en daar mede gefineerd, konnen veele Schurftigen ras genezen worden. Door op de heilzame pogingen, en dadelyke uitwerkingen van de kragten, der goede Natuur niet genoeg te letten, word, maar al te dikwyls, aan niets waardige, zelfs nadeclige, hulpmiddelen, de eere der herftelling van veele ziekten toegefchreven ; waar uit dan ook veel dwaling en verwarring volgt. Het «C 55- > < 56. >  WAARNEEMINGEN. it9 — Het pryzen en laken van één en dezelfde middelen, tegen één en dezelfde Ziekte, is daar van een bewys. Ziekten, die uit eene aangeboren gesteldheid, — uit de leef wyze, uit de geaartheid van land of lucht, ouderdom, enz. voortkomen, behoren wel onderfcheiden, en niet vermengd te worden, met zulke Ziekten, die door eene uitwendige dadelyke aanraking, en mededeeling van befmettend ftof, van den eenen mensch tot eenen anderen, worden voortgeplant. Tot de eerfte behooren alle foort van Koortzen, Verkoudheden, Borst- Ontlteking , Teering, Kropklieren , Roodeloop, Podagra, enz. die, zonder de goede medewerking der Natuur, ook geenzins konnen genezen worden. Maar tot de laatfte behoren Kinderpokken, Mazelen, Rot- en Scharlaken-koorts, Kinkhoest, Pest, Schurft, Hondsdolheid, Venusziekte, enz. die niet dan door uitwendige befmetting voortkomen, en ook oudtyds onbekend waren. Tegen deze konnen en zullen Tegengiften, zonder medewerking der natuur, gevonden worden- zo als reeds by de H 4 Schurft < 57- h  120 GENEES- en HEELKUNDIGE Schurft en de Venusziekte blykt; en van meer nuts ftaat gevolgd te worden. Schoon 'er, zo veel ik weet, buiten my, niemand van gefproken heeft, is het nogthans, by my, uit veelvuldige welöpgemerkte waarnemingen, zeker; dat de zogenaamde natuurlyke befmetting der Kinderziekte zig nooit, dan na ruim drie weeken, openbaart ; -< terwyl de befmetting, door inenting (inoculatib) aangebragt, zig altoos tusfchen den /den en nden dag vertoont. — Zou hier van het voqrdeel der ingeëntte, boven de gewoone of natuurlyke befmetting, afhangen? Het is bekend, hoe vroeger en veelvuldiger de Kinderpokken, na den eerften aanval der Ziekte, zig vertonen, hoe langduuriger en gevaarlyker de ziekte . is. — Het tegendeel fchynt veelal by de Mazelen plaats te hebben: — want, fchoon de eerfte aanval dezer Ziekte, zoo wel by ingeëntte als natuurlyke befmetting, zig doorgaans op den 6den dag vertoont, zo zyn nogthans Mazelen, * 58. > H 59. >  WAARNEEMINGEN. 121 len, die op den 3den dag der Ziekte verfchynen, doorgaans goedaartiger dan die van den 5den of 6den dag. ■ Zou ook een langer inwendig verblyf van Mazel -fmet dit kwaad veroorzaaken? Het drogen en bruin worden van fzamenlopende Kinderpokken in het aangezigt, en zelf over het geheele lichaam, baart altoos veel jeukte, ftekingen en pyn: deze heb ik dikwyls ongemeen verzagt, en, misfchien, diepe putten en naden verhoed, door tydig en dikwyls fmeeren met twee deelen Verkensvet en één deel geurigen Azyn, door veel en lang roerens volmaakt vereenigd. — Een llgte verbranding , bel- en netelroos , aambeijen, jeukte, hitte en pyn der winterhanden, welke niet open zyn, word 'er dikwyls ongemeen door verzagt, en het opengaan verhoed. ——- ln eenvoudigheid blinkt wysheid en goedheid. Kinderen, die in den flaap op de tanden knarsfen, hebben veelal Wormen ; maar vooral js dit zeker, zo wanneer by hen de randen H 5 der 4 60. > 4 61. h  122 GENEES- en HEELKUNDIGE der bovenlip en van den neus, even als by de Scrofulen, eenigzins gezwollen, en zomwylen als geborften, zyn. Mannen van jaren vallen (om redenen die hier niet betoogd kunnen worden,) ligtelyk in een geheele Opfiopping van de pis ; en wie weet hoe veel 'er jaarlyks aan/Ieryen! ■ In plaats van een Heelmeester, roept men daar by doorgaans een Geneesmeester: — na dat deze nog eenige dagen, met inwendige middelen, vrugteloos heeft doorgebragt, en de blaas onherftelbaar is uitgerekt, verdikt en verlamd, dan kan veelal de te laat geroepen Heelmeester onmogelyk met zyne Blaas - fleutel, of Catketer, de blaas openen , en het water aftappen, ■ In dit geval is het doorfteken van de blaas in hetintestinum rettum,naar de wyze van fleurant, en naar de fchoone voorbeelden die ik dagelyks zie, een zeker, veilig en gemaklyk redmiddel, zo het niet te laat, gelyk , helaas! te veel gebeurt, word aangewend. Zie Waarn. (48) (?')• 63. (7) Onze kïueke Hand-üfhz, ƒ. bolsius, verhaal-  WAARNEEMINGEN. 123 Vrouwen, byna drte maanden zwanger, krygen dikwyls een Retroverfio Uteri, en daar haalde my onlangs, dat een Man , my bekend , die hy herhaalde reizen, met de Catheter, het water had moeten aftappen, op een nagt aan zyn huis kwam; zeggende, wederom niet te konnen wateren. Na dat gemelde Hand-Artz eenige zagte, doch vrugteloze., pogingen, om met de Catheter in de blaas te komen, gedaan had, bedoot hy aanftonds de blaas, in het intestimtm reEtum , met de Troicar van fleurant, te doorfteeken. Na de blaas ontlast te hebben, nam hy de Canul weg, en deed de Lyder na huis gaan, zeggende , dat hy hem 's morgeus zou komen zien; maar hem toen , op de ftraat, ontmoetende, zeide de Lyder, dat hy welvarende was. — Gemelde Hand-Artz meent ook, dat deze Operatie minder pynlyk en gevaarlyk is dan het geweld, het welk veelmaal, om met de Catheter in de blaas te komen, moet gedaan worden. — Ik geef dit geval alleen op , om eenige oude en jonge Artzen tot het fpoedig doen der Operatie aan te fpooren. — Wy hebben verfcheiden Mannen gezien, die deze Operatie meer dan eens, zonder merklyk nadeel, ondergaan hebben; — by één daar van, daar de Canul lang in de blaas had gezeeten, ontlastte zig- de pis byna een maand lang door den < 63. >  124 GENEES- en HEELKUNDIGE daar op een volkomen Opjïopping van de pis, die mede door geen Doctorale Recepten, maar alleen door het aftappen van het Water, en door het te regt brengen van het achterover gezakte deel, kunnen worden gered. De Heelkunftenaars hebben, in alle eeuwen , maar vooral in deze, tot verbetering der Geneeskunst niet weinig toegebragt; veele, byna niet bekende, inwendige Ziekten , in een helder licht gefield, en de geneeswys daar van, met weinige woorden, getoond. Ik behoef, voor als nog, om van my zelf en meer anderen niet te fpreeken, alleen maar te noemen petit, over de gezwellen, door de gal, in de galblaas opgehouden , geformeerd ,• ■ welke men dikwyls genomen heeft voor verzweeringen in de lever; • Puzo s, over de menigvuldige zogver plaatzingen; Fleurant, over de opftopping van de pis] den Anus, maar genas ook daaf van, door een hol kaarsje, van Cajenfche hars, eenigen tyd in de blaas re houden': — deze Operatie heeft reeds veele mannen het leven bewaard; en zou het meer doen, indien 'er de Artzen de waarde van begreepen, en niet draalden. < 64. }  WAARNEEM INGE N. mg pis; Pott, ov.r de inwendige verzweringen van de lichamen der wervelbeenderen, en daar uit volgende lammigheid van de onder ft e ledematen , — plaatslyken dood van de teenen, voet. enz. 66, In hardnekkige Buikverflopp'mgen by oude of zwakke menfchen, in drooge kramp-aartige Kolyken, als het kolyk van Poitou; beknelde darmbreuken; miferere; vol vulus; cholera, enz. by Steenen in de duc- tus choledochus, uretheres, enz. daar de gewoone, zelf fterke purgeermiddelen vrugtloos of gevaarlyk zyn, doen één, twee of drie lepelen vol Oleum Ricini het zy alleen, of met een dooijcr van een Ei, zuiker en water gemengd, zomtyds wonderen, vooral by Wormen. By den Lindworm dient men, om den geheelen worm te doen volgen, eenige uuren achter een, telkens een lepel vol van deze oly in te geeven. By den Rodenloop fchynt, naar de waarnemingen van eenige Engelfchen, deze oly het beste laxeermiddel; in het Podagra heb ik de gemaklyke uitwerking daar van in my zelf meermalen waargenomen. % 65- >  iz6 GENEES- en HEELKUNDIGE Calomel ,• Sulph. aurat. Antimon. pracip.; Kermes mineral; Tart. emetic; Rad. Ypecacuanhce, enz. met Opium gemengd, is, in veele Ziekten, hoe ftrydig het ook fchynt, van veel dienst; ■ maar Opium inwendig, en tevens Spaanfche - Vliegplaasters uitwendig, zoo als wel eens gedaan word, fchynt kwa- lyk te ftrooken: dan, de goede Natuur overwint veele tegenftrydigheden. Mannen van 60 jaren, enz. die dikwyls nagts in de enkelen en voet Krampen krygen, krygen zomwylen daar na, zonder de minfle ontjleking of zwelling, onverwagt eene volkomen Vrrflerving van één of meer teenen, en van een gedeelte des voets. 1 Naar myne eigen Waarneemingen, maar vooral van deszelfs grooten ontdekker, den beroemden Heelmeester pott, is 1 of 2 greinen Opium, alle 2, 3 of 4 uuren ingegeeven, op dat de lyder, buiten pyn, in geen vasten flaap, maar in eene zagte dommeling, kome, hier tegen een vermogend en onfehatbaar middel. Ik heb reeds lang, en vódr dat i 66. > %67.%  WAARNEEMINGEN. dat ik pott's ontdekking wist, tegen dit zoort van verftervingen een ruim en verheugend gebruik van Wyn, aangeraden. Alle Heelmeesterlyke kunstjes, Scarificatien, uitwendige heete, prikkelende middelen, enz. zyn ook in deze verftervingen nadee- lig. Zou de eerfte en waare oorzaak van dezen plaatslyken dood niet veeleer in een kwalyk voedend, gevoel en beweeging verwekkend, Zenuwftof, dan in een verbeening der flag-aderen, of in deszelfs bloed, ge- zogt moeten worden? Zou daarom ook het Opium, en deszelfs bekende uitwerkingen op de Herzenen, Zenuwen of het levensbeginzel, zo heilzaam zyn (£)? By alle nog voortlopende Verftervingen, (Gangranae & Sphacelus,) het zy uit ouderdom, inwendige fcheidende (critica), of uitwendige geweldige, oorzaken, is het zeer ge- vaar- (k) Dat het gevoel en de beweeging van de Herzenen en van de Zenuwen afhangt, is onbetwistbaar betoogd: dan ik leeve nog in hoope, dat ook eerlang het voedend vermogen van de Herzenen door de Zenuwen , even zo zeker betoogd, de Genees- en Heelkundige S-jsthemata zal verbeterea.  128 GENEES- en HEELKUNDIGE vaarlyk, vóór dat de fcheiding zig ten voile heeft bepaald, het verfïorven deel af te zetten , wyl 'er byna zeker de dood op volgt. Zes of acht weken na het ftilftaan der verfterving- , wanneer de lyder zyne kragten herhaalt, de ftomp eenigzins begroeid en gevormd is, kan de afzetting van het doode deel, eenige lynen in het levende, zonder merklyke kunst, moeite of gevaar, met een klein mesje en zaag, worden verrigt. - Dit heb ik elders, zo ik meen, met genoegzame en goede voorbeelden, waar onder een Man, die .beide onder-armen en beenen wierden afgezet, getoond (/). By alle zeer pynlyke wonden, gezwellen, zweeren, been- en darmbreuken, enz. het zy met of zonder ontfteking, mits dat, in het eerfte geval, de ontlastingen vooraf, en met de verkoelende geneeswys gepaard, gaan, is een ruim gebruik van Opium dikwyls het eenige en voornaamfte middel; en zulks niet flegts alleen, om , door zyn krampweerend vermogen , de pyn te ftillen, (waarvoor, zon- (/) Hollandfche Maatfch. der Wetenfeh. XII Deel. bladz. '291, enz. * 69. %  WAARNEEM INGE N. iao zonder reden, gevreesd word) maar vooral om ontfteking zelf te weeren, weg te neemen, en het heete vuur af te keeren. —■ Ik heb reeds vóór 40 jaren, in een ftukje over de gefchoten Wonden, Opium een Goddelyk middel genoemd- — en ik verbeel my, dat, als onze nakomelingen de waare huishoudelyke werking van de Herzenen en de Zenuwen wat beter zullen kennen, (waar toe, misfchien , eene flauwe hoop is) , ook de reden, doch vooral de bevinding, het tegenwoordige vooroordeel, tegen deze handelwys, zal vernietigen. •— Systhemata zyn goed; hebben haar nut; doch gaan gepaard met veele gebreken, en blyven waar- fckynlyke Romans; necmende veelal den Jluijer, welke de Natuur bekleed, weg, om ze met een masker te bedekken. Pynlyke toevallen, die na het deprimeeren en extraheeren van Cataraclcn, of op andere uitwendige kwetzingen van de oogen, dikwyls volgen, worden, naar myne Waarneemingen , het best door een uit- en inwendig gebruik van Opium geftild;— maar het is verkeerd, het reeds geprikkeld Zenuwge- 1 m  130 GENEES- en HEELKUNDIGE ftel van deze menfchen door Spaanfche-vliegplaasters, zo als veelal gedaan. word, noch meer te tergen, en in beweging te brengen. In veele andere gevallen zyn Spaanfche - plaasters de voornaamfte pynftillcnde middelen, en Opium nadeelig. 72. (/«) Botaa&ch Genoorfelir.p der Proefondervindelyke Wysbegeerte, VII Deel, UaJz. 245, enz. By een bloot-liggend droog Beenbederf (CariesJ) dienen geene uitwendige opdrogende Poeders, nog zogenaamde bederf weerende Tincluuren, hoe algemeen ook aangeprezen, gebruikt te worden; wyl zy de fcheiding van het been, in de daad, vertragen: — warme, vette, prikkelende, balzamieke middelen, rykelyk met roode Praacipitaat gemengd, vet en warm, over het bloote been en deszelfs randen, gelegd, bevordert, onder eene geduurige warmhouding, de ettermaklng, en de fcheiding des beens: dit heb ik, zo ik meen, niet Hechts met redenen, maar met bewyzen, getoond (m). < 71. >  WAARNEEMINGEN. 131 Een Heelmeester, met eene huitenw aards ontwrigte Kniefchyf, welke men, zo het fcheen, niet konde herftellen, vond ik regt uitgeftrekt op den rug liggen: de Kniefchyf zat, in deze uitgeftrekte houding, zo ftrak tegen het hoofd des Dyebeens, als of ze met dezelve vereenigd was. Ik deed den Ly* der voorover gebogen zitten, en den zieken voet zyn hoofd naderen; waar door de regte Spier (Mufc. rectus,) die van het Darm» been voortkomt, en in het Scheenbeen eindigt , ontfpannen wierd; waar na ik met myn duim, de Kniefchyf, zeer gemaklyk, in hare- plaats fchoof. Ik zou van deze geringfchynénde handelwys alhier niet gefproken hebben, indien onze beste Schryvers, my bekend, 'er iet van hadden gerept; en HEISTER, MUNNIKS, CAZ. de tegenovergeftelde houding niet aangeraden hadden. < 73- > 'Er zyn zeer veel diepzittende harde Gezwellen ■> die aan de kundigfle Mannen, alle vermoeden van een waar Knoestgezwel ^Scirrhus) konnen geven, en het toch waarI a lyk <7^ %  132 GENEES- en HEELKUNDIGE lyk niet zyn: blyken hier van zyn, dat zommige, door den tyd en de natuur, uit zig zelve verdwynen, of , door eene goed-" aartige verzweering, genezen. • My heugt, dat een groote Waterblaas (Hydatis,) in de borst van eene vrouw, om hare weerftreevende hardheid, door de kundigfte Amfterdamfche Artzen, waar onder de beroemde Dr. grashuis was, voor eene Wtre Scirrhus verklaard, zou worden weggenomen ; maar toen de beroemde Hand-Artz a. verduin, met de bidloïaansc he Vork, by geluk, in de Waterblaas ftak, liep het water daar by neer; het harde Ge¬ zwel verdween; de Vorkfteek genas, en de Waterblaas groeide eerlang tot zyne voorige grootte. Dergelyke misdagen konnen de allerkundigften niet verhoeden. Zie Waarn, (23). De zelf de duisterheiddie, als nog, hy waare of ingebeelde Knoest gezwellen plaats heeft, ontmoet men ook by waare en ingebeelde Kankers, fchoon deze laatfte meer onder de oogen vallen. 'Er word veel oordeel, maar vooral ervaring, vereischt, dit * 74- >  WAARNEEM INGE N. 133 dit te onderfcheiden. • Ik zelf heb, en ik belyde het gaarne, by een gemeenen Boer, het voor my fmertlyk ongeluk gehad, eene ingebeelde Kanker van de geheele Onderlip, tot in de Kin, weg te fnyden, en met drie zilveren naalden te hegten. Vóór de Operatie, had ik den Lyder eenige reizen gepurgeerd; en, geduurende de genezing, met melk en eieren, gevoed. Na de gene¬ zing, herhaalde hy ras de fchade, die hy dagt, onder deze- handelwys, in eeten en drinken, geleden te hebben. Hoe fraai het lidteken ook was, zag ik kort daar op, dat de zes naaldefteken weder begonnen te ontvellen, dreigende het nieuwlyks geneezene te vernietigen : dit bedroefde my; dan gelukkig, doch te laat, ontdekte ik aan zyne Vrouw, datze beide Venerisch waren; en dat ik, door myne onkunde, een Chanker voor een Kanker, had weggenomen. Thans weetik, dat de randen der Chiankers veelal zagt, de andere hard, zyn. — Veele, zelfs Hoogleeraren, bedriegen zig, hier in, niet zelden. By een Fungus of Polypus Uteri & Vagina, — by een Polypus achter het VerheI 3 mei- < 75- >  134 GENEES- en HEELKUNDIGE melte in de Keel, enz. is, een zogenaamde korale Rozenkrans, en blauwe zyden koord, zo als ik elders befchreven , en in Figuur vertoond heb, het eenvoudigst en gemaklykst werktuig, om dezelve volmaakt te mortificeeren en gelukkig af te binden; en heeft deze zyden koord, zo ik my niet bedrieg, zeer veel vooruit, boven de zilveren draden en werktuigen, van den beroemden levk.et — Eenvoudigheid is wys- heid. 4 76. > Aangeboren Horlvoeten , by eerstgeboren kinderen, kan men, door een eenvoudig werktuig, door my elders be/chreven en vertoond, kort na deszelfs geboorte aangebragt, meerendeels altoos te regt brengen (0). 77- («) Genees-, Nawar- en Huishoudkundige Jaarboeken, Ilde Deel, ifte Stuk, bladz. 241, enz. Een Middelburgsen Geneesheer, de wind, heeft het zelfde werktuig na my uitgegeven, en pryst het mede boven dat van den Heer i.evret. Zie, Zeenwfehe Genoorfchap. (e) Zie Hollandfche Maatfch. der Weetenfch. XIX Deel, 3de St. bl. 104.  By zeer veel yerfche, ja, zelf verouderde , Beengezwellen, en diepe ontflekingen der gewrigten van Knieën, enz. mits dat ze niet Critisch, Podagrisch, enz. zyn, doet het zagte, drillende flaan, met een dikken doek in kalk- of koud water genat, en daarmede bedekt, dikwyls een ongelooflyken dienst. — Men kan de bewyzen hier van , die door veele bevindingen geftaafd zyn, elders nazien (p). Zie Waarn. (134). By een toevalligen Krommenhals, (Caput obftipum) beftaande in eene verkorte of zaamgetrokke mamwyze Spier, QMusc. Maftoideus') heb ik alle bekende, in- en uitwendige , middelen en werktuigen, vrugtloos zien aanwenden, en zelf, tot myne fmerte, aangewend- maar door een gezet gebruik van het Akensch Dampbad, meestal in één faizoen, zien genezen. ■ By verfche kramp - aartige zamentrekking van deeze Spier, (p) Algemeene Vaderl. LetteroefF. VI. Deel. Mengelwerk', bladz. 278. Van wy, Heelk. Jleugel- fchrifteu, II. Deel. 1 Stuk, bladz. 41. enz. I 4 « 78- > < 77- > WAARNEEM INGE N. 135  i3$ GENEES- en HEELKUNDIGE Spier, in gevoelige Kinderen, uit Rheumatique oorzaken voortkomende, heb ik, door het fpoedig omwinden van den hals met een fienellenlap, in Spiritus Corn: Ceryi volat. & Oleum Olivarum, a. p. ceq.; of met Eau de la Reine doornat, een gunftig zweet, en, zomtyds, eene fpoedige herftelling, verwekt; dan, dit niet gelukkende, kan ik, mynen Medeburgeren , het Akensch Dampbad, niet genoeg, fchoon ook het kwaad eenigzins verouderd was, aanraden. Schoon de Heer bolsius en ik, nog onlangs (q), het korstmakend middel van den Heer bernard, uit wit Kattekruid bereid , tegen hardnekkige en langduurige Verzweeringen in het aangezigt, zeer gepreezen hebben; en door meer en gewigtiger Proeven nogmaals verpligt zyn dit te moeten doen; vinden wy ons tevens verpligt, van elk te waarfchouwen, om 'er by de waare Kanker toch geen gebruik van te maaken; wyl wy den verderflyken uitflag daar (q) N. Algemeene Vadert. Letteroeff. I Deel, blada, 413. Mengelwerk. % 79- >  WAARNEEMINGEN. 137 daar van, tot ons leedwezen,- vernomen hebben; en het fmert my te meer, dat ik 'er, by de Uitgave daar van, met meer woorden niet fterker tegen gewaarfehouwd hebbe. < 80. > Wenschlyk was het voor ons Vaderland, dat 'er eenmaal, in deszelfs zeven Provinciën , eene algemeene en nieuwe Apotheek (Pharmacopoea) wierd opgefteld, en door 's Lands Staaten bekrachtigd; waar van alle de Compofita, daar in vervat, uit niet meer dan zes, ten hoogften acht, Simplicia beftonden : — dit zo gemaklyk, eenvoudig als heilzaam ftuk , zou Neerland eere aandoen , en , op eene treffende wyze, toonen, de eeuwige waarheid der Zinfpreuk van hunnen, by alle Natiën, vergoden Vaderlander, h. b0erha a ven, Simplex Veri Sigillum ! Nu fchaam ik my, (en ach ! dat ik dwaalde), wanneer ik de nog meer verouderde Medicinaale Lyst van 's Lands Schepen van Oorlog, en van de Edele O. I. Compagnie , enz. in aanfchouw neem ! Mannen, het zy jong of oud, die eenig I 5 werk % 81. >  138 GENEES- en HEELKUNDIGE werk hebben om hun Water , met één of meer fyne of kromme flralen, te hozen, en daarom hunne blaas nooit geheel konnen ledigen, hebben veelal een fnotaartig zetzel in hunne koud geworden pis : — dit noemen de Artzen Slym-graveel; maar het is vry zeker, dat deze menfchen een verenging of vernauwing in den pisweg hebben , die , door geen inwendige middelen, maar, door een geregeld gebruik van verwyderende kaarsjes (bougies), genezen; dit heb ik elders (r) natuur- en proefkundig betoogd; en verfcheiden Mannen zyn daar door zo wakker geworden, dat ze, tegen hunne Geneesheeren, hun plaatsgebrek beweerden, en door Bougies genazen : — dit kwaad is vry gemeen, maar by Jonge Artzen nog niet genoeg bekend : — dit, met voorbeelden te toonen, zou hatelyk fchynen. Wanneer een Steen of Steentje uit de Nieren afzakt, maar, tusfchen de Nieren en de Blaas, in den Pisleider, blyft han- . gen, (r) Hollandfche Maatfch. X. Deel. 2de Stuk. bl. 17. enz. % 82. %  WA AP, NEEMINGEN. 139 gen, vordert dit, behalven aderlatingen , uit- en inwendige ftovingen door klisteeren, eene groote menigte pynftillende middelen : — maar , wanneer zulk een Steen, buiten de Blaas, in de Pisbuis hangen blyft; raadt men denzelven door infnyding 'er uit te doen ; en ik heb dit by kinderen meermalen gedaan; — maar, by een fterk man, heb ik eenmaal daar op zodanig eene bloedftorting zien volgen, die, wanneer men de uitwendige wonde toedrukte, zig in de Blaas ontlastte ; ~— en toen men de Catheter in de Blaas had gebragt, om de wonde, van binnen en van buiten, toe te drukken, ftortte zig het bloed zo geweldig in den Vet-rok van het Scrotum, dat 'er een hevige verlterving , en byna de dood, op volgde. By een tweede geval, met een dikken hingen Steen, vooraan in de Pisbuis, die de ontlasting der pis geheel belette, vreesde ik, by de uitfnyding, voor eene dergelyke bloed- ftorting, als boven is gemeld. ■ Ik bc- floot dan de Steen , met een Vrouwe Catheter , telkens te rug tc doen drukken, en de pis daar door, en langs, te ontlasten; terwyl * 83. >  i4o GENEES- en HEELKUNDIGE wyl ik , naar ieder ontlasting, de Pisbuis met de dikfte trommelfnaren, alleen, of met kleefplaasters aanmerkelyk verdtkt, vry gemaklyk verwyderde; waar op dan ook de Steen, den a^eu dag, zig, op eene allerge- maklykfle wyze, ontlastte. ■ By een derde geval, en ook by een Man , daar ik een kloeken Steen uit de Pisbuis gefneden had, had ik vry wat meer, dan 24 dagen, werk, om de ontlasting van de pis, door de wonde, te beletten, en ze te heelen. — Ik weet niet, of foortgelyke waarfchouwingen reeds bekend en nodig zyn; maar hoop evenwel , dat ze voor minkundigen niet vrugtloos zullen zyn, en, uit weinig woorden, veel mogen leeren; of althans, om zo te fpreeken, in geen hooiberg van woorden, zo als te veel gebeurt, eene ftopnaaldc behoeven te zoeken. Daar, in den ftaat der Natuur e, by alJe Vrouwen, en by alle levenbaarende dieren , het zy dat ze één of meer jongen werpen, de Nageboorte altoos, eenige uuren daar na, uit zig zelf en gemaklyk word ontlast, — daar vraagt men, billyk: — waarom, in eene, zogenaamde, befchaafde Eeuw, ' . by < 84- >  WAARNEEMINGEN. 141 by onze Vrouwen, dit deel altoos zo fchielyk en handdadig moet worden weggenomen ? Het onnatuurlyke en verderve- lyke van deze handelwyze heb ik elders, uitvoerig, en, zo ik niet misleid ben, tot genoegen van des kundigen, getoond Qs). Buiten eene menigte andere inwendige gebreken, waar van ik hier niet fpreeken zal, moet het groote aantal van bogchels of kromme Raggen, in onze Kinderen en Vrouwen, hoe listig ook bedekt, aan het verdervelyk gebruik van Keurs- of Rygly- ven worden toegefchreven : dit meen ik klaar beweezen , doch, waarfchynlyk, voor dooven gepredikt, te hebben (f). Het algemeene misbruik van warme en heete Vuurfloven, onder de voeten van onze Vrouwen en Dogteren, gepaard met een zit- (f) Bataafsch Genootfchap. VI. Deel, bl. 75. enz. (O Algemeene Vaderl. Leueroeff, III. Deel,bl. 592. euz. Mengelwerk. < 85- > < 86. jb  i42 GENEES- en HEELKUNDIGE zittend leven, en een ruim gebruik van warme waterdranken, is, in zeer veele opzigten, even zo verdervelyk voor haar eigen gezondheid, als gefchikt, om in eenige, anders regt liefhebbende, Mannen, koelheid te verwekken. Veele kwalen , waar van ik hier niet fpreeken moet, konnen daar van worden afgeleid. Het aanhoudend dragen van jonge Kinderen , op één en denzelfden arm, van Moeders, Minnen of Meiden, geeft niet zelden gelegenheid, dat hunne eene Knie buiten- en de andere binnenvaards gebogen word- vooral, zo de kinderen zwaar, zwak of Engelsenziek-achtig zyn, en met eene onnatuurlyke dikke, brood- of meelpap , gevoed worden. Over het beste voedzel, voor eerstgeboren Kinderen, heb ik elders gehandeld O). «f 88. % Menfchen, die rondom groote kerken en hooge gebouwen woonen, en een meer dan vry- 00 Algemeene Vad. LetteruefF. IV. Deel. Mengelvy. bl. 304. enz.  WAARNEEMINGEN. i43 vryen toegang van wind en lucht genieten; gelyk ook Molenaars, Visfchers, Jagers, enz. worden veelal vry oud; maar zy, die hooge, drooge plaatzen bewonen, hoe gezond dezelve ook anders waarlyk zyn, worden, doch alleen by heete% drooge, zomers, ligtelyk, in den nazomer, van den Roodetiloop aangedaan. In de hoogfte plaatzen van Gelderland is dit openbaar, zonder dat, zo veel ik weet, zig deze ziekte ooit van daar , in voorname handeldryvende Steden van Holland, door eene ingebeelde befmetting, heeft voortgeplant. ■ Over het niet befmettelyke van den Roodenloop, heb ik my, elders, breeder geüit; en ik heb daarna gemerkt , dat de Hoogduitfche sydenham, naamlyk de, door zyne veelvuldige ervaring, met regt beroemden stoll, met my in het zelfde gevoelen is. —— Een Man van ervaring behoort boven veele Geleerden gefchat te worden: — van deze laatfte is het fpreekwoord veelal waar, in veel ingebeelde wysheid is veel verdriet. Zie Waarn. (iiy.) als, een meer tastbaar bewys, waar tegen men Wel praten, maar niets kan bewyzen. . Want het verfchil is niet, of de ftank des Loops menfchen kan ziek maken, maar of 'er  144 GENEES- en HEELKUNDIGE 'er juist de Loop zelf door ontftaat: — het laatfte ontken ik; en het eerfte, wegens de befmetting van alle ziekten, heeft, misfchien, niemand, kragtiger dan ik, in myne Aantekening, op Waarn. (16), beweezen. —Veele halve Geleerden maken , helaas ! tusfchen Smet- en algemeen heerfchende Erf ziekten, weinig onderfcheid; en denken, dat de Pest, Kinderpokken, enz. even zo wel als de Roodeloop, uit de lucht voortkomen. Schoon de Waterzugt van de Borst ("Hydrops pectoris) een gemeene, en, helaas! veelal doodelyke Ziekte is, heb ik nogthans, met een aandoenlyk vermaak, zomwylen, gezien, dat een half of geheel grein Turpethum Minerale, om den anderen- of derdendag; of 2, 3, 4, enz. greinen, alleen, of met eens zo veel Caphor gemengd, om de 6 of 8 dagen gebruikt, eene ongemeene verligting en fchynbare genezing, -die kort of lang duurde, te weeg bragt. By een al- lerbenauwst geval, gebruikte de Lyder, om den anderen dag, één grein Turpethum Mi. nerale, het welk hem altoos, kort daarop, eerst een weinig deed braken, daar na zwee- ten ; f 89. >  WAARNEEMINGEN. 143 ten ; en ras daar op volgde eene ruime ontlasting van pis en afgang, met de grootfte verligting ; — maar, na vier greinen aldus gebruikt te hebben > geraakte hy onverwagt en fterk aan 't kwylen, en fcheen daar na, zo hy zelf dagt, genezen ; dog kort daar op ftierf hy. By eene eerstbeginnende of vermoedelyke Waterzugt van het hoofd , of liever binnen de herzenen (Hydrocephahis,) pryzen de Engelfche Artzen thans heel zeer een in- of uitwendig gebruik van Kwikmiddelen; dan ik heb , by een kind van anderhalf jaar, by welke de ziekte reeds gevormd, en het, waarfchynlyk, te laat was, 113 greinen Mercurius dulcis vrugteloos gebruikt • maar begryp, van achteren, dat één achtfte of een vierde grein Turpeihum minerale van meer en beter uitwerking zou hebben konnen zyn. Ik hoop , dat de onlangs, by de Hollandfche Maatfchappye, gekroonde Verhandeling van den beroemden Rotterdamfchen Artz, veirac, over de Waterzugt der Borst, een nieuw licht»verfpreiden, en allen verblyden zal. Offchoon 'er in de Geneeskonst een oneindig getal van moeijelyke en kostbare Kwik- ', R bc- <$ 90. >  14$ GENEES- en HEELKUNDIGE bereidingen bekend zyn, die alle haare nuttigheid konnen hebben , ben ik nogthans volmaakt overtuigd, dat de eenvoudigste de leste zyn. ■ By zeer veele, ja zelf gewig tige, ziekten en gebreken, daar ik een inwendig gebruik van Kwikmiddelen nodig keurde , heb ik , zedert meer dan 40 Jaren, my doorgaans bediend van de volgende eenvoudige, onkostbare en alleronfchuldigfte bereiding van dit middel, naamlyk : Waar van ik 'er dagclyks 2. 4. 6 tot 20 of meer, zo ik den mond wilde pynlyk maken, met zulk eene heilzame uitwerking heb zien gebruiken, dat 'er, naar den hedendaagfehen trant, ligt eene breede Loffpraak over kon gedaan worden ; ik 'ken ' geen zagter nog zoeter Kwik dan deeze : ook kan deze bereiding, door hare kleevende verëeniging en langzamer loslating van kwikbolletjes , zeer gemaklyk en zonder prikkeling, onder het bloed worden gebragt, daar zy, door r. Mercur. viv. pur. unc. i. Terebint. Venet. dr. iij. Pulv. Liquirit. dr. v. f. ƒ. a. Pilulce gr. ij.  WAARNEEMINGEN. 147 door eene vermenging met Arabifche Gom, ras los gemaakt , byéén loopen , en aldus meer nutteloos konnen worden. Door een Gordel, of Band, van bombazyn of gemeenen zelfkant van laken , met zes drachmas of één once levende Kwik, met wit van een ei, in een vyzel vereenigd, en daar in geftampt , doordrongen, om de lendenen gebonden,heb ik veele Schurftigen zien genezen ; maar ook waargenomen, dat 'er wel eens een gevaarlyke kwyling, en byna doodelyke bloeding uit het tandvleesch , op volgde : weshalven eene fmeering, uit Zwavel bereid, veiliger, en niet minder zeker , zy. ■ Onbewust, of hier over elders is gefproken , heb ik gemeend van deze, en eenige andere geringfchynende dingen , minkundige Vaderlanders te moeten onderregten. Misfchien is deze handel- wyze hier meer dan elders in gébruik, en by Jonge Artzen vreemd. Na zommige Kiyylkoortzen, met ontfteking in de Keel, maar vooral na het geK 2, bruik < Pi- > « 92. >  148 GENEES- en HEELKUNDIGE bruik van in- of uitwendige Kwikmiddelen , zakt zomwylen de Tong, op eene nauwlyks geloofbare wyze, 2, 3 of 4 duimen lang buiten den mond, en blyft, levens lang, zo het vergrootte niet word weggefneden, buiten den mond hangen. In de Genees- en Heelkundige Systhemata word, van deze afgrysfelyke Ziekte , geen gewag gemaakt ; maar de wyze om dit kwaad voor te komen , of reeds daar zynde, op een gemaklyke wyze, wederom te regt te brengen, heb ik elders, zo ik my niet bedrieg, met redenen , maar vooral met voorbeelden, die meer dan redekavelingen afdoen, naar genoegen getoond (v). Daar dikwyls, op eene groote ja kleine Aderlating, zulk eene groote en langduurige flauwte volgt, dat zelf de Lyder als dood, of in het water verdronken , fchynt, ■ daar vraagt men : Of, by ver¬ dronkene of geflikte menfchen , eene ruime ontlasting van bloed, in alle gevallen en ty- den, O) Algemeene Vaderl. Letteroeff. IV. Deel. bl. 564. — en VI. Deel. bl. 241. Mengelwerk. 0 «f 93- %  WAARNEEMINGEN. 149 den , wel zo heilzaam zy , als in het algemeen geloofd en dikwyls gepraétifeerd word ? i 94- h Veele menfchen hebben de gewoonte, wanneer hun eenig vreemd lichaampje in de Oogen gekomen is, aanftonds een Kreeftenfieentje of oog, in dit. oog te doen, om, door het verwekken van veele tranen, door dit grootere lichaam , het kleindere uit het oog te doen komen \ • dan ik heb elders, met een voorbeeld, getoond, dat zulk een fteentjc , na Ea jaren in het oog gebleven te zyn, met verlies van het oog 'er we. der uitgezworen is- en,by een tweede geval, verwekte zulk een fteentje, eerst na 18 maanden, eene zo hevige ontfteeking, die niet bedaarde, voor dat hetzelve zig ontlast ka4. ■ Ik heb toen aangeraden, liever eene kleine parel, koraaltje of een ftukje wasch, aan een draad of paardshair vast gemaakt, in het oog te doen (». Een man, die de reeten onder zyn tóffe!, (h>) Hollandfche Maatfch. der Weetenfch. XVI. Deel. ade Stuk, bl. 301. K 3 f 95- >  150 GENEES- en HEELKUNDIGE fel, met ge/molt en pek, wilde digt fmeeren, viel een droppel pek vlak op het doorfchynend Oogvlies, het welk 'er zo vast op gekleefd Weef, dat de eerfte Hand-Artz , en daar naar myn beroemde Leermeester ulhoorn , het zelve nog met werktuigen, nog oogwaters , konde los krygen. Eindelyk raadde eene buurvrouw, om warme Boom-oly in het oog te doen, en ook linnen , daarmede doortrokken , warm op het oog te leggen; het welk ook van dat gevolg was, dat het pek ras ontbonden, en, zonder merklyk nadeel van het gezigt, uit het oog kwam. Ik zou van de twee laatfte Ar- tykels niet gerept hebben, indien de vermaarde Systhema Schryvcr plenck, of iemand my bewust, 'er van gefproken had. Dat eens gebeurt, kan meer gebeuren. By het kwaadfle zoort van Vyt (Panaritiurn) der Vingeren, bederft dikwyls alleenlyk het voorfte of uiterfte gedeelte van het beentje, terwyl het .overige des lids , waar in de buig- en uitftrekkende Peczen gevestigd zyn, volmaakt gezond blyft. r Met de affcheiding van het be- dor-  WAARNEEMING E. N. 151 dorvcne gedeelte van dit beentje geduldig af te wagten,of het, gelyk veelal mogelyk is, met een fchaar af' te fnyden , behoud men de volle beweging en fieraad van dit deel. Om dat ik niet weet , dat iemand hier van gefproken heeft, heb ik, vóór 16 Jaren, in eene Verhandeling over de ontfteeking , verzweering , verharding en verderving van de groote Beenpypen, 'er iets meer van gezegd (x). . Zie Waarn. (3.)' By zeer gevoelige of pynlyke menfchen, daar men op den duur pynftillende middelen van Opium gebruiken moet, fchynt het vooral noodzakelyk, om, alle 4, 5 of 8 dagen , een verkoelend Laxeermiddel in te geeven; , zonder dit, fchynt een aanhoudend gebruik van Opium by ons onverdraaglyk, vooral zo men de Venusziekte, door een dagelyks gebruik van veele greinen Opium, genezen wil. Voor zo veel ik als nog gezien heb, word, zo wel by verfche als by verouderde Venns- (*) Hollandfche Maatfch. xv. Deel. bl. 75. en?. < 97- > i 98. > k 4  i52 GENEES- en HEELKUNDIGE Vmusziekten , de verborgen toevallen , als pyn in het wateren, nagtpynen, enz. door Opium geftild;en de openbare, als zweeren, gezwellen , enz. daar door merklyk verzagt en genezen. Deze toevallige, onberedeneerde , geneeswyze toont ook tot welk eene hoogte men in zommige in- en uitwendige Ziekten, met het gebruik van Opium, veilig kan voortgaan. Eene nog jeug¬ dige Vrouw, allerdeerlykst met Venusziekte bezet, gebruikte , (indien wy niet, gelyk men vreest, misleid zyn), dagelyks, met één grein opklimmende, den laatftcn dag 68 greinen Opium crudum, waar na zy genoegzaam herfteld fcheen; maar toen zy, op dien tyd, haar mismaakte aangezigt, voor het eerst, in een fpiegel gezien had, viel haar, gelyk men fpreckt, de fchrik zodanig in den buik, en klom vandaar tot in de borst en keel op, dat zy zes dagen daar na, zonder eene andere bekende oorzaak, iBerf. Schoon in alle Heelkundige Systhemata, van de verfchillende ontwrigtingen van het Dyeheen, door uitwendige of geweldige oorzaken, algemeen gefproken word; en de- zeJ- f 99- >  WAARNEEMINGEN. 153 zelve ook waarlyk, gelyk veele, bewyzen toonen, nu en dan gebeurt; kan ik nogthans, fchoon meer dan 70 jaren oud, met blydfchap betuigen, dat ik ze nimmer, als versch gebeurd, gezien heb. ■ Maar het aantal van Ontwrigtingen van dit been, die ik, na lang voorafgaande kwetzingen van dit gewrigt, en, door zuivere inwendige oorzaken van Zog- of Etterverplaatzingen by Kraamvrouwen, Kinderpokken, Scrofulen, Rheumatique pynen, enz. gezien heb, en nog dagelyks zie, is ontelbaar; ja, ik durf zeggen, gaat alle andere Ontwrigtingen in getal te boven; — maar, om dat dit gebrek zo weinig word vermoed en gekend, word 'er, helaas! ook weinig en flegts in het voorbygaan, van gefproken. Reeds vóór 24 Jaren heb ik dit uitvoerig, en met voorbeelden, getoond (y) ; en ik hoop niet, dat iemand deze en zoortgelyke kleine herhalingen kwalyk duiden zal; maar aanmerken als herinneringen voor minkundigen; voor welken ook deeze Waarneemingen alleen gerigt zyn. 100. (y) Hollandfche Maatfch. der Wetenfeh. VIII. Deel. bl. 307» enz- K5  154 GENEES- en HEELKUNDIGE Artzen, die alle dagen veele en verfchillende Medicynen voor fchryven , toonen veelal, dat ze van de ziekte geen waar begrip , of wel een andere onbekende reden, hebben. " — Ik heb eene gaande en ftaande zieke Juffer gekend, welke, in 43 vifiten.van haren Geneesheer, niet minder dan 37 , vry wat verfchillende, Recepten, te rug bragt. Wat zou der Grieken Artz, hippocrates, van zulk eene handelwys geoordeeld hebben? - Van den grooten sydenham word verhaald, dat hy zyne Zieken lange Vifiten en fpaarzaam Medicynen gaf; en het daar door zo verre gebragt heeft, dat hy een helder lichtende fakkel, voor den onftervelyken boerhaave, geworden is. Op de titelplaat, voor het geestig Werk van gideon harveus, voelt de Artz met de eene hand de pols , met de andere houd hy het pisglas; maar uit zynen mond komt het fchoone woord, expecta; wagt, of toeft wat! Heilzame raad! Hand- Artzen, die veel omflagtige, kostbare Balfems, Zalven, Plaasters, Wond- wa- % 100. % % 101. >  WAARNEEMINGEN. 155 waters, Pappen, enz. in gebruik hebben , en daar op hun vertrouwen {tellen, toonen, dat ze van het geneezend vermogen der Natuur geen begrip hebben, en tevens ongefchikt zyn, om de toevallige hindernisfen der Natuur voor te komen, of, reeds daar zynde, weg te neemen. Want, over het algemeen , word 'er *meer moeite en konst vereischt, om de oorzaak der kwaal, dan deszelfs hulpmiddel, het welk toch meestal eenvoudig is, te kennen. ■ Reeds vóór 26 jaren, heb ik eene kleine Loffpraak gedaan, over de wonderbare uitwerking der Natuur, in het genezen van de zwaarfte wonden, en wel onder en op het gebruik van een alleronfchuldigst middel, naamlyk, fyn gefchaafd, droog linnen ftof. Veele honderden ge¬ wonden , en 54 menfchen, die alle of een arm, of been, verlooren hadden, hebben my het groot vermogen der Natuur getoond; maar tevens ook geleerd, dat 'er veel heelkundig oordeel en handigheid by vereischt word; en het zyn juist deze laatfte eigenfehappen, die den altoos achtingswaardigen Heelkonftenaar uitmaken (2). Zie Waarn. (122). 102. f» Verhandeling over de Klier, Knoest-en Kankergezwellen , bladz. 7p, alwaar dit racer betoogd word.  156 GENEES- en HEELKUNDIGE Een wel aangehragt Verhand doet, tot het genezen van de meeste wonden, gezwellen, zweeren, en beenbreuken, oneindig meer dienst, dan de bekende uitwendige Geneesmiddelen: de herftelling van enkele beenbreuken , gewigtiga» wonden , en gezwellen der Slag-aderen, ftrekken daar van, onder veele anderen, tot een overtuigend be'wys; en doen elk zien, welk een vermogen de Natuur, doch niet dan onder een vernuftig Heelkundig beftuur, te weeg brengt. Stukjes fyne Spons , niet horifontaal of overdwars, maar loodregt gefneden, zo dat ieder Schyfje uit verfcheiden plaatjes beftaat, cn oordeelkundig, onder een goed verband, aangebragt,zyn, naar myne waarneeming, by de wonden der uitwendige Slag-aderen, het vermogendst bloedftcmpend middel. Zie myn danhangzel, achter c. guattani, over de gezwellen en wonden der Slag-aderen. Die koud Water en Azyn wel weet te •mengen, en tevens weet waar, wanneer, en hoe. «f 102. y % 103. % % 104. %  WAARNEEMINGEN. 157 hoe, te gebruiken , en , des noods, daar by een weinig Aluin te doen, heeft goulard's, of theden's wond- of leschwaters niet noodig : de laatften zullen, waarfchyn- lyk, ras vergeeten worden: het eerfte, 't welk de Grieken Oxycratum noemden, is , zints meer dan 2000 jaren , in een beftendig gebruik gebleeven ; maar misfchien thans, by veele, al te onkostbaar en te eenvoudig; en juist daarom bedien ik my 'er liefst van. Twee of meer oneen Balf. Oppodeldoch, naar de fchoone Edinburgfche Apotheek bereid, met 24 oneen Regenwater gemengd, maakt , zonder eenigen omflag, eene vry algemeene aromatique ftoying, die, by kneuzingen, rheumatique pynen , kolyken , enz. van veel dienst, en vry zindelyk, is. -— Ik ben gewoon, het geheele verband by beenbreuken en ontwrigtingen , koud of warm, daarmede te bevogtigen: ook houd men het linnen daar door zagt en zuiver. — In plaats van Rozemaryn en Orego-oly, die dikwyls vervalscht zyn, en met welke deze Balfem bereid word, neem ik Cajupoet-oly, welke niet minder fyn en aangenaam ruikt. 106. t 107. >  WAARNEEMINGEN. 159 by duistere verzweeringen, wel de Natuur, doch geenszins de Komt, wonderen zien doen: r- Mei. commun. Libr. j. Sevum Ovilli depurat. Lib. fem. Farin. Tritic. 6? Fwiugrcec: ana q. ƒ. F. Cerotum. Een Pap yan Lyn- of eenig ander Meel, met water, zoete of zuure melk, tot eene dikke bry gekookt, en, met oordeel, naar omftandigheid der zaak, met Balf. Oppodeldoch , Campher-geest, TinÜuur van Alzem , Myrrhce, Opium, of, om meer te ver weeken, met Boom-oly rykelyk befproeid, doet even zo veel als eene kostbare Pap, uit veele Kruiden, of met Poeder van Kina enz., te zaam gefield; want de voornaamfte deugd der pappen beftaat, naar myn inzien, behalven in weinige gevallen, in twee dingen, naamlyk, vogtigheid, en eene koesterende warmte. — Oudtyds had eene pap van Zwaluwe-nesten een grooten roem tegen verzweeringen in de keel; en het kan niet ontkend worden, dat de Natuur, maar niet de Konst, daar onder wel eens wonderen deed, en de lof van zulk 4 108. %  i6o GENEES- en HEELKUNDIGE zulk een onfchuldig konstmiddel zeer verhefte. Maar ook, hoe veel is hier uit, en uit deze weinige Artykelen, voor een gezond oordeclend mensch, niet te leeren, om de werkzaamheden der Natuur, van die der Konst, te onderfcheiden? Menfchen , die hun Scheen- of Dyebeen, vooral eenigzins fchuins, gebrooken hebben , behooren alleen , met twee lange fpalken, die volmaakt tegen het onderfte en het bovenfte gewrigt fteunen , verbonden te worden; en niet op een vécren bed, maar op een hairen matras , geplaatst: zonder deze beide voorzorgen, worden niet weinige lyders, onder de beste behandeling, voor altoos kreupel. Ik zie gaarne, dat de dus verbondene , met een geboogen knie , op de gekwetfte zyde liggen, en de hiel niet, dan van ter zyden , tegen de buitenfpalk, fteune. Zie Waarn. (149). Kinderen, die met een enkele of dubbele Ilazemond , en tevens met eene gefpleeten Bovenkaak, gehoor en zyn, zyn altoos, zo veel ik gezien heb, dik van koonen,of breed van < 109. > 4 no- >  WAARNEEM INGE N. i6t van aangezigt. Om deze gelukkig te herftellen , is het zeer noodzaaklyk, dat men eenige weeken, of ten minften dagen, vóór de Operatie, de lip- en kaak-fpleeten, door een vóórbereidend en veréénigend verband, zagtelyk, om ze door pyn niet ziekelyk te maken, tot elkander doet naderen: — dit meen ik overtuigend en omflandig, met beflisfende proeven, getoond te hebben (aaj. Een goedhartig zoort van Vyt (Panaritium), geneest zomwylen vry gemakkelyk, door eene ruime Spaanfche-Vlieg-plaaster om den pynlyken vinger te leggen : — zo de pyn daar by hevig is, eischt dit, tegen den nagt, een bekwaam inwendig rustmiddel; en daar na een pap van brood, oly en melk, om het pynlyk deel. Zie Waarn. (96.) Het zogenaamd Kwaad-zeer des hoofds (Tinea capitis), het welk meestal by kinderen, uit een inwendige fcrofuleufe oorzaak en (aa) Bataafsch Genootfchap der Proefondervindelyke Wysbegeerte, VII Deel, bladz. 262, enz. L i in. %  &z GENEES- en HEELKUNDIGE en ontlasting van ziekteftof, voortkomt, en ook daarom zo moeijelyk "te geneezen is, verandert, door den tyd, in een affchuwlyk plaatsgebrek (yitium locale) van de wortelen der hairen; en is ook dan, zonder dezelve geheel uit te trekken, niet te geneezen. — Ik heb huwbare menfchen gekend, en ik ken ze nog, die, tegen dit plaatsgebrek, alle bekende in- en uitwendige middelen, ja zelf eene falivatie, vrugteloos gebezigd en ondergaan hadden; welk ik daar na, alleen door het uittrekken van de wortelen der hairen, met Plaasters van Schoenmakers Pek, volmaakt geneezen heb. Opmerkzame Artzen konnen hier uit, en uit zo veele andere voorbeelden, leeren, hoe nutteloos zy hunne inwendige Artzenycn, tegen uitwendige locale gebreken, aanwenden; en hunne lyders, voor verdrietlykheden en fchade , kunnen bevryden. Zie Waarn. (20.) Onder de menigvuldige verborgen oorzaken van Doof heid, is 'er, misfehien, geene, die door Konst geneezen word, dan die, welk uit een openbaar verdikt en verhard oorfmecr* voortkomt; en dit .is fomtyds nog bezwaarlyk, wyl eenige menfchen, met een f "3- >  WAARNEEM INGE N. 163 eng, of nauw, gehoor, het wegneemen daar van nauwlyks verdragen kunnen. Ik heb 'er nogthans veele, op eene zagte wyze, gered, met hen, eenige dagen lang, en dikwyls daags, eenige droppelen warm water% alleen, of met een weinig Brandewyn gemengd, in het oor te laten doen,, en het oor daar by eenigzins te doen beweegen: hiermede dient men zo lang aan te houden, tot men ziet, dat het vogt niet meer geel, maar zuiver, te rug keert: daarna kan men het nog te rug gebleevene, met een lepeltje, penfeel, of nat gemaakt plukzel - kwastje , wegneemen. Bet bloed van zwangere Vrouwen, dk dikwyls worden adergelaten, verkeert, zomwylen , meer endeels in Zog: —: deze Vrouwen krygen, na de Verlosfmg, veeltyds, indien zy niet konnen zoogen , gewigtige Zog-gezwellen, die nog vermeerderden langduuriger worden, zo men dezelve door aderlaten poogt tegen te gaan: misfchien zyn de Zog-verplaatzingen daarom by de Franfchen zo gemeen, en by onze, gelukkige, Boerinnen zeldzaam. E & 1*5*  164 GENEES- en HEELKUNDIGE By eene Zog-verplaatzing van de hor [ten naar het hoofd, of, liever naar de her zenen; zynde eene RaasziektefDelirium lacteuni), welke doorgaans met een fcherp gehoor en gezigt gepaard gaat, en, vóór den nden dag naar de kraam, ontftaat: ■ by deze ziekte, zeg ik, maken alle Ontlastingen, en vooral van bloed, de ziekte veel erger en langduuriger. Verfterkende, rustverwekkende Zweetmiddelen, die vooral tegen het zuur gerigt zyn, nevens een onthouding van alles, wat zuur is, of zuur worden kan, herftellen deze ziekte. — Spaanfche-Vlieg-plaasters doen, door hare prikkeling, veel kwaad; fchoon zy zomtyds cenig zog ontlasten; maar de van zog doortrokkene herzenen, en deszelfs zuuren aart, word 'er niet door weggenomen: een aanhoudend zuurruikend Zweet, door zout of geest van Hertshoorn, enz. te weeg gebragt, geneest deze ziekte als een vermogend middel om de herzenen van Zog te bevryden. Vergelyk Waarn. (46.) De Heelmeester puzos is genoegzaam de eerfte, die de algemeene Zog-verplaatzingen in een helder licht gefield heeft; maar zyne genees- < H5. >  WAARNEEMINGEN. 165 neeswyze eischt eene merkelyke verbetering. Over de Koortzen met Zog-verplaatzing in de holligheid des buiks, die, in 3 of 4 dagen, den dood veroorzaakt, maar door Ypecacuanha gered word, heb ik elders een ftuk geplaatst. (bV). Tegen het Zuur in de Ingewanden van jonge Kinderen, waar aan 'er, helaas! zo veele ellendig omkomen, word thans de Magnejta alba zeer veel gebruikt; maar wie behoort niet te weeten, hoe diefachtig dit middel, met Gyps-aarde vervalscht, ellendig bereid en verkogt word? Ik heb ver- fcheiden bereidingen van dit middel, met Spirit. Vilriol. tenuis, onderzogt, en met andere zuur doodende middelen vergeleken; zie hier het gevolg: 1 drachm. Creta alba, abforbeert, 9 drachm. Magnefia alba, 3. 5. 8. 9 ■ 1 Corall- rub. 7 Oculi Cancri, 5 Coma Cervi usti, 4 ■ waar uit blykt, dat het natuurlyke Kryt, in al- (bb~) Algemeene Vaderl. Letteroeff. VII. Deel. Meng. hl. 6519 enz. L 3  i66 GENEES- en HEELKUNDIGE allen opzigt, boven de door konst gemaakte Magnefia, te verkiezen zy. Ik vervaar- dige ook, zedert meer dan 30 jaren, myn heilzaam zuurbrekend drankje, voor jonge Kinderen, aldus: Oleum Vitrioli onder een Conditum Cort. Peruvian. gemengd, fchynt den fmaak, en misfchien ook de kragt, van de Kina zeer te verheffen. Zo het Vitrioolzuur veel is, doe ik daar by een weinig Guitton, Tragacant, of 01, Amygdalarum. • By een uitteerénd zweet, gepaard met hitte en dorst, heb ik daar van veel dienst gezien a % 117. > zo de onrust, groenen afgang, en het fchreijen, groot is, doe ik daar by 20 droppelen Laudan. Liquid, en laat 'er, behalven eene rauwe eiërdoir, 3 of 4 maal daags, een paplepel vol van ingceven : zo dit den buik verflopt, geef ik tusfehen beiden één of meer theelepeltjes vol 01, Ricini, en daar op een weinig eiërdoir. r; Aq. mentha unc. v. Cretcs albce, dr. ij. vel iij. Sacchar. alb. dr. vj. Misce.  WAARNEEMINGEN. 167 zien, en een lastigen, droogen, roosaartigen hoest, beter dan met Opium, geftild. Het Elixir-Vitrioli, het welk thans, en met regt, in een vry algemeen gebruik is, maak ik op de volgende, eenvoudige en onkostbare, wyze; en ik durf zeggen, dat het alle bekende Elixers van dien naam, in geur, reuk, enz. te boven gaat: Spirit. Vitiï rettific. unc. xxiv. Oki Vitrioli . . unc. vr. De Vitriool-oly, langzaam onder den Wyngeest gemengd, en drie dagen in eene zagte warmte geftaan hebbende, doe ik 'er by: Cort. Winteran. Rad. Zingib. ana unc. j. et fem. Dit nog eenige dagen warm geftaan hebbende, giet men het vogt door een glazen tregter af. —— Ik wenschte wel, dat men op de Schepen, die naar warme Landen gaan, van dit Elixir meer gebruik maakte ; en 'er dagelyks wat van onder het drinkwater mengde ; en het fcheur- buik daar door verhoedde. Van de L 4 rneer  i6"8 GENEES- en HEELKUNDIGE meer uitgebreide nuttigheden van dit middel is het hier geen plaats te fpreeken. „ Op het gebruik van Kwik-middelen, heb ik, gelyk ook veele anderen met my, meermalen een hevigen, bloedigen Persloop zien volgen, die, in duur, toevallen, enz. van, en met, den gewoonen hcerfchenden Roode- loop in niets verfchilde. ■ Ik heb het zelfde, ja, nog fterker, en met gevolg des doods , na het gebruik van Kolokwint Appelen , gezien. ■ Indien nu zulk .een ongeval (het welk toch niet waarfchynlyk , nog te hoopen is,) op e'én tyd, en by veele menfchen tevens, eens gebeurde, en men van de ware, eerfte of aanlcidende oorzaak daar van, even als by den waren Loop, geheel onkundig bleef, — zouden dan de Artzen, die wanen, dat de Loop befmettende is, deze ziekte niet een aanfteekenden Roodeloop, die van den eenen mensch tot eenen anderen overging, moeten noemen? Zouden zy dezelve, in plaats van met Opium, niet met braak- en purgeermiddelen te keer gaan? Zyn 'er ook geneesmidde¬ len bekend, die, even gelyk de Kwik of Ko. lokwint, den Loop, andere wezenlyke fm etzie k- 4 ii9- >  WAARNEEMINGEN. 16*9 ziekten, of ziekten die 'er naar gelyken, konnen te weeg brengen? Zou ook de bovengemelde ftoffelyke oorzaak van dezen Loop , naamlyk , Kwik of Kolokwint, de aanleidende oorzaak van den gewoonen of heerfchenden Loop niet eenigzins konnen ophelderen, en vooral het thans bekende heilzaam gebruik van Opium allezins wettigen? — Men vcrgelyke hiermede Waarn. (57. en 88.), nevens myne Vrys gedagten, oyer het niet befmettelyke van den Roodeloop(cc). By fchroomlyke Vermorféllngen der beenderen van den voet of de hand, door zware gewigten, fchietgeweer, enz. veroorzaakt, als ook by andere gewigtige wonden, heb ik meermaalen, door een fpoedig en aanhoudend uitwendig gebruik van koud water, alleen, of met Azyn gemengd, de gevreesde toevallen gelukkig geweerd; het deel vry hoog-geplaatst hebbende; ■ maar vooral met tegen den nagt, of ook door den dag, ryklyk pynftillende, en, 's morgens daar op, vererf) Algemeene Vadert. Letteroeflf. V. Deel. Meng. H 575—534- w i 120. >  i?o GENEES- en HEELKUNDIGE verkoelende Laxeer-middelen in te geeven. ■ De tyd der eerfte toevallen meeren- deels voorby zynde, komt veelal de gewoone handelwys, van Natuur en Konst, te pas. Want de Natuur, hoe goed en hoe vermogend ook, kan, in.oneindige gevallen, buiten de vermogende Heelkonst, niets, hoe ook genaamd, uitvoeren. Een Artz >of DocTror, die geene kennis altoos van de Heelkunde, of een HandArtz, (Chirurgyn,) die geene kennis van de Geneeskunde heeft, verdienen beide, hoé zeer zy ook in aanzien mogten ftaan, en in gewigtige gevallen overéénftemmen, maar weinig vertrouwen. ■ ■ Het fchynt niet moeijelyk te bepalen, welke van deze heilzame Konften, die oudtyds met regt gelyk ftonden, den voorrang verdient. Want, fchoon het waar is, dat de Heelkonst, ten aanzien van het befchouwend deel, met de Genecskonst gelyk ftaat ; gaat nogthans de werkdadige Heelkunde, in oogenbliklyke nuttigheid en onöntbeerlykheid, deze, en alle andere Konften, oneindig te boven. — Een kundig Chirurgyn kan ras een bekwaam  WAARNEEMINGEN. 171 kwaara Doétor: maar een gewoon gepromoveerd Doctor bezwaarlyk een goed Chirurgyn worden. Om dat ik, by groote of kleine Wonden of Zweeren, zelden en fpaarzaam, balfem of zalf', maar meestal dim, of dik, droog linnenftof gebruik ; en de werking der Natuur in 't oog houtje, zie ik ook zelden het zogenaamde Weelig Vleesch; ■ ■ en zo dit fchynt te willen komen, gaa ik het, op eene pynloze wyze, met poeder van rauwe Aluin, en eene zagte drukking, tegen. De randen der Wonden of Zweeren bcfmecr ik meest, om het vastbakken van het linnenftof te verhoeden, met een koele zalf, van Diapalm, Raap-oly en. Azyn bereid; of bedek hetzelve met dergelyk eene, niet kleevende, Plaaster: • aldus wagt ik de genezing van de Natuur, met flegts hare verhindering af te keeren, gelukkig af. Op de inwendige gefteldheid der Lyderen flaa ik nauwkeurig acht. — Men kan en moet hier by vergelyken, en meer verftaanbaar maken, het geen ik Waarn. (101.) zegge. — Het hooren van een Leeraar leert veel, maar het «£ 122. Jb  172, GENEES, en HEELKUNDIGE het zien en behandelen van Lyders, gepaard met oordeel, gaat alles te boven. Als ik eens eenen ouden Heelmeester, met een groote Verzweering in de Dye, behandelde ; en hy dagelyks zag, dat ik de randen zyner wonde met fmalle ftrookjes, niet kleevende, plaasters,bedekte; en daar over, en in de diepe Zweer, om de groote verëttering, flegts een groot deel droog ftof van linnen deed, en hy daarby zag, hoe ras hy genas; — zo fcheen hy, in de daad, te vermoeden, dat zyne herftelling, niet door deze eenvoudige middelen, maar, door de gewaande kunst van Sympathie, gefchiedde; en ik had werks genoeg, hem te overreeden dat zyne genezing alleen door de ftooreloze werking der Natuur voortkwam. • Maalais, in het laatst van de voorgaande en het begin van deze Eeuw, (om van vroeger tyden niet te gewagen) de Artzen Geduurigekoortzen en andere Ziekten, met drankjes van Aqua Borraginis Lactucae; ■foortgelyke Syropen ; Kreeften-oogen van Goudfche pyp-aarde gebakken; roode Koralen,Paarlen,Bezoar, enz. behandelden, fchreven zy de herftelling hun- < 123. %  WAARNEEMINGEN. 173 hunner zieken niet toe aan Sympathie, of de goede en gelukkige Natuur, maar aan hunne kragteloze, (ik durf niet zeggen, fchadelyke,) hulpmiddelen: om hier van overreed te worden, behoeft men hunne Schriften flegts maar in te zien. Vóór 2.6 jaren, heb ik reeds openlyk, in myne Verhandeling over de Klier-, Knoest- en Kankergezwellen, gezegd: dat het een groote Artz was, die aan de werking der Natuur geene hindernisfen aanbragt; — maar die is, waarlyk! grooter Man, die de dreigende hindernisfen weet voor te komen, of, reeds daar zynde, af te keeren: — zulk een Man was de Oostenrykfche sydenham: naamlyk, de zo groote stoll, wiens vroegen dood ik thans verneem, en my een traan gekost heeft. — Hy fchreef niet het geen hy dagt, maar 't geen de zuivere natuur leerde. Daar de ondervinding reeds van overlanggeleerd heeft, dat de beste, zekerfte en meest vermogenjle Geneesmiddelen, welk wy bezitten , niet door befchaafde, geleerde, maar door zogenaamde onbefchaafde, woeste of Heidenfche, Volkeren, tot ons zyn gekomen , 124. >  if4 GENEES- en HEELKUNDIGE men, gelyk uit het Opium, Rhabarber, Kina, Braakwortel, en oneindige anderen, blykt; zo is ook de heilzame ontdekking van Franfche Boeren, wegens het uitwendig gebruik van de Cort: Mezerei, of Ecorce de Garou, alzins aan te pryzen. Ik heb,in den zo gcmeenen, droogen Scrofuleufen hoest, met zwervende pyn in de Borst, dreigende Teering , Kliergezwellen, Oogöntfteking en veele andere Ziekten, (edoch met inwendige middelen gepaard,) 'er reeds veele dienften van gezien ; en wensch, dat dit eenvoudig en gemaklyk middel, het welk zelf kinderen verdragen kunnen, meer algemeen worde; en men 'er de Franfche Boeren, met my, voor bedanke. De by toe¬ val ontdekte Geneesmiddelen gaan doorgaans de geleerde Uitvindingen te boven; want de wonderbaar beredeneerde vindingen, om de Kanker, of andere ongeneesbare ziekten, te herftellen, fterven ras, of blyven, by eenigen, lang onder ftuiptrekkingen, liggen; terwyl de uitvinders en hunne napraters, die 'er hun voordeel in zogtcn of vonden, zelve ftom worden. Door lange en veelvuldige opmerking, waar  WAARNEEMINGEN. 175 waar op men, zo ik meen, veilig kan vertrouwen, heb ik dikwyls, ja, honderde malen, by Jleepende Ziekten , gezien, dat het vóórnagt-, ndnagt-, ochtend-, ^vóór en nddemiddag-water, niet tékende, dik nog troebel wierd; maar wel dat water, het welk 's avonds, tusfchen 5 en S naren, gemaakt wierd. Het verbaast my, dat onze Artzen daar op zo zeldzaam acht flaan. Ik kan, met veel vrymoedigheid, zeggen, dat ik menigmaal, juist uit dit water, den waren aart der Ziekte heb leeren kennen, en verborgen, diepe, inwendige Verzweeringen, enz. ontdekt: — de redenen daar van fchynen klaar: — dergelyke Zieken krygen, zelf na een fober middagmaal, doorgaans ligte huiveringen, rillingen in den rug, door opneming (abforbtio) van ziekteftof, en daar op een koorfsje; 't welk zig alleen in 't avondwater zien laat. Alle wateren van Zieken dienen op een koele plaats bewaard te worden; zonder dit in acht te neemen, bedriegen zig veelen. Bloedwarme, of op een warme plaats bewaarde, pis, word niet troebel of dik; — met het glas in koud water te zetten, ontdekt men ras verandering, en zomwyl de natuur der Ziekte. —• Die-  176 GENEES- en HEELKUNDIGE Diepe, duistere, in- of uitwendige Ettergezwellen, heb ik meermalen, enkel op het zien der pis, gerust geopend; en een IlandArtz, die op het water van zynen Lyder zelf geen acht flaat, maar het op een medehelper moet of laat aankomen, dwaalt dikwyls. — Ik wenschte wel, dat elk dit in zyne geheugen bewaarde. Schoon de Zakwaterzugt van der Vrouwen Eierbatten (Hydrops faccatus Ovarii), volgens böerhaave, en myne eigen Waarneemingen , geen zeldzame ziekte is, is nogthans dezelve, volgens dien grooten Man, by het leven der Vrouwen bezwaarlyk, en niet dan na den dood, te kennen (dd). — Ik heb echter deze Ziekte, alhier in den Bosch, in het byzyn van onzen Hoogleeraar j. bon, wanneer zy maar eenigzins gevorderd was, uit byna zekere tekenen , vastgefteld; en wy beide hebben ze ook, na den dood, by verfcheiden Vrouwen, en wel meest in het linke Ovarium, waargenomen , en tevens , met verbazing, ge- (diT) ApJwr. 1223. i 126. >  WAARNEEMINGEN. 177 gezien, dat een deeltje, 't welk, in den natuurftaat, veelal 120 greinen weegt, het ge* wigt van zo veele ponden, te boven ging. . ' Eene uitvoerige practicale Verbande» ling over deze, zo weinig gekende, Ziekte, heb ik, vóór 26 jaren, gemeen gemaakt; fchoon ik, reeds 20 jaren te vooren ,* een kort verhaal en een uitvoerige afbeelding van dezelve gegeven had (ee). Ziekten, die men niet kent , acht men doorgaans zeldzaam, maar het tegendeel is veelal waar. Dat 'er in de Herzenen een byzondere op- en neergaande beweeging is, die niet van het hart, maar volftrekt van de ademhaling afhangt, heb ik, zints eene halve Eeuw, mcnigmalcn, by menfchen en dieren, gezien, en aan anderen vertoond. By de Inademing wyken de herzen vliezen , tegen het (ee) Ilollandfche Maatfchappy, VI. Deel. 2 de Stuk. bladz. 542—627. Natuur- Geneeskundige, enz. Vermaaklykheden, III. Deel, 2de Stuk. bladz. 337. enz. De Afbeelding, daar vertoond, maakt deze Ziekte, zonder veele woorden, zeer duidelyk. M % 1*7- h  1^8 GENEES- en HEELKUNDIGE het gemeen begrip, nederwaards, en by de Uitademing, waar op men dient te letten, opvaar ds: deze bcurtwisfelende bewee¬ ging gebeurt, min of meer, ééns, tegen vyf, meer zigtbare, polsflagen in de Herzenvliezen; en word, door hoesten, niezen, enz. meer zigtbaar; en het verdient te regt verwondering, dat hiervan de tegenwoordige Natuur- en Geneeskundigen niet of zeldzaam, en nog minder van deszelfs dienst, gewagen. . Over de fchoone, uitgebreide, doch weinig gekende, dienften van deze herzenbeweeging, die, ontwyffelbaar, min of meer, tot in het Rufftremeroen de Zenuwen voortgaat, en, in één uur meer dan duizendmaal plaats heeft, is het hier geen plaats, om naar waarde, te fpreeken; dan, ik leev', als nog, in die hoope, dat een uitmuntend Vaderlander, wiens leven lang en gezegend zy! dit, by een nadere gelegenheid, zal, en gewisfelyk kan, doen; intusfchen is en blyft dit ftuk aller aandagt dubbel waardig. . Een nieuw voorbeeld van ontblootte Herzenen, met het fchoone gezigt voor my, en myner Konstbroeders, van al het jreeri ik zo even zeide, gaf aanleiding tot dit Artikel; hetwelk, oppervlakkig befchouwd, van weinignut  WAARNEEMINGËN. ï?9 nut fchynt, maar, naar myn inzien, in de Natuur- en Geneeskunde, van een uitgeftrekt nut worden kan (ƒ> Meermalen heb ik gezien, dat Kinderen $ 'die door Befmetting fchurft waren geworden, door een tweede Befmetting de Kik" derziekte kregen; en, na de herftelling van de laatfte Ziekte, op de gewoone wyze ook van het Schurft moesten genezen worden; ten bewyze, dat de eene befmettende Huidziekte de andere niet geneest; gelyk veele zig verkeerd verbeelden. In myne eigene Konst-oeffening heb ik flegts maar éénmaal gezien, dat drie operh bare befmetlyke Ziekten, naamlyk Venus* ziekte, Schurft en fzamengelopen Kinder-* pokken, gepaard gingen; zonder dat de eene Ziekte zig met de andere vermengde, en i ook (ƒ) Toen dit Artikel geboekt wierd, hadt men geen oogmerk om de voorgaande Proeve over de Befzenen uit te geeven. Zie de gedagten van den Schry» ver daar over, hier voren, bl. 12. M a % 129- p  180 GENEES- en HEELKUNDIGE ook elk daar van op zyne eigene, reeds bekende, wyze, moest genezen worden. Onbewust, of hier van by de Systhematifche Schryvers gefproken word, roer ik dit maar even aan; vooral, om dat 'er thans, meer dan ooit, doch zonder, naar myn oordeel, genoegzaam bewys, gefproken word van een verééniging en vermenging ' van vry wat verfchillende Ziekten, — by voorbeeld, om by het kennelyke en zigtbare te blyven: —■ men fpreekt van Scrofuleufe, Venerifche, Scoriutique Kankers, enz. even als of de eerfte in de laatfte veranderde, overging of dezelve veroorzaakte; daar het intusfehen "zeker is, dat de eerfte door bekwame middelen konnen heelen; maar de laatfte, naamlyk, de waare Kanker, als een eigen, byzondere oorzaak en zitplaats hebbende, ongeneeslyk blyft. Nog jong zynde, heb ik meer¬ malen Scrofuleufe of Venerifche Verzweeringen in der Vrouwen borften, enz. met omgekrulde blauw-paarfche randen, voor waare Kankers aangezien, en van anderen aldus hooren noemen, en ze, met Ungt. Bafilicum, rykelyk met roode Prcecipitaat gemengd, zien genezen ; maar ik zal my thans wel wagten, dezelve, met anderen, Kanker te noemen. De Freres cosme en bernard mee-  WAARNEEMINGEN. 1B1 meenen veele Huid-kankers, in het Aangezigt, door een fmeerfel, uit wit Rattekruid bereid, genezen te hebben, zo als ik zelf meermalen heb gezien, maar ook tevens getoond, dat dit ongemak geenzins den naam van Kanker verdient (gg). Zo ras, by den Rooden- of Persloop, de Lyder, zonder te moeten afgaan, alleen wateren kan; acht ik zulks een gunftig vóórteken van herftelling: ■— dit behoeft geen Scholion of uitbreiding: — of anderen dit mede hebben opgemerkt, is my onbewust, en misfchien niet nutteloos te weten , en met een woord te melden. Ik ken byna geen zeker er Zweetmiddel, dan 40 of 50 droppelen Vinum Emeticum, en 30 of 40 droppelen Tinft. Opii, te zamen, met een bekwaam vogt, ingegeven. Ik kan die middel by een inwendig Podagra, Rheumatismus, Ifchiatica, Lumbago, enz. mits dat (gg) Nieuwe Alg. Vaderl. LetterocfT. I. Deel. bl. 4.13. en alhier Waarn. (79-)' M 3 4 130- h i 131. >  i8s GENEES- en HEELKUNDIGE , dat de vereischte ontlastingen zyn vóórafgegaan, niet genoeg aanpryzen. • Oproer- vervvekkende middelen worden veelal door Opium in toom gehouden , en verminderen daar door beide in het uitoeffenen van hunne eigen-aartige kragten; werkende naar de huid; zonder de gewoone ontlasting, gelyk enkel Opium gewoon is, merklyk te hinderen, ■ Zie Waarn. (66). Meermalen heb ik opgemerkt, dat Kinderen , die byzonder naar hunnen Vader of Moeder geleeken, van derzelver eigen-aartige Ziekten wierden aangedaan, het welk 'er eenig licht over verfpreidde: — ook heb ik gezien, dat zig dit, zomwyl, by de Jongens of de Meisjes, alleen en byzonder, bepaalde ; en zelf, tot in het derde geflagt, verder weet ik niet, voortging. Merkwaardige voorbeelden, durf ik, om de kortheid van myn plan, niet noemen; echter is de kennis daar van, en vooral by het Scrofuleufe kwaad, niet zonder nut. Ge- • ringfehynende dingen hebben zomwyl een grooten invloed op de Praetyk. «331» < 132. %  WAARNEEMINGEN. 183 Een oud Heer, van een goed oordeel , die, na een beroerte, zyne fpraak zodanig verloren had., dat hem niemand, zelf zyne Vrouw, konde verftaan; raadde ik, dat hy, by zig zeiven, alle de letteren van het Alpha, beth , doch ieder afzondeiiyk , hoorbaar, hard en aanhoudend, moest leeren uitfpreekcn; en de B. enz. niet noemen, voor dat hy, naar zyn eigen gehoor, volmaakt de A, kon uitfpreeken: of anders, dat hy flegts met de 5 Vokakn, die in de keel beginnen en met de lippen eindigen, dit beproeven kon. Hy volgde, op eene onvermoeide wyze, zo wel by den nagt als by dag , myn raad ; en fprak , na drie weeken, byna even zo goed als voorheen. ■ In hoe verre dit, by anderen, kan gevolgd worden, is my onbekend; maar verdient misfchien, daar 't mogelyk is, navolging. Zommige zwakke en waarlyk Zenuwzieke menfchenfchroomen byna altoos, om zig, ter yerfterking hunner Zenuwen, in koud water te baden; maar na Spd gevoerd, fchroomen zy geenzins om 's morgens, tusM 4 fchen < 133- > <€ 134- %  'ï«4 GENEES- en HEELKUNDIGE fchen 5 en 7 uuren, zomwylen 18 glazen, zeer koud en veel fyne lucht bevattend, fonteinwater te drinken: beide deze middelen op de rcgte wyze, en by de regte voorwerpen, gebruikt, zyn van een uitmuntend nut. Het baden aan den kant, öf in het midden, van een fterk .ftroomende Rivier, heb ik van de beste uitwerking ge- jpieh, ■ Het fchynt ongclooflyk, welke uitwerking het ftootcn of het liaan met koud water, op gezwollen en verftopte deelen, heeft. Zie Waarn, (77.) Zeere Tepelen van zoogende VrouwenBorjlen, hoe gering fchynende , ook die naar geene uitwendige middelen fchenen re luisteren, heb ik, om dat 'er een inwendige oorzaak deel in had , meermalen, na herhaalde Laxeermiddelen, ras zien genezen. ■ ■— Gemeen Kryi, niet met Olyf-, maar met Raap-oly, tot een zalfje gemengd, is, anders, een vry goede Tepelzalf , en 011fehadclyk voor de kinderen; ja, heilzaam, om 'er deszelfs fmertende deelen, en zuuren mclkaarngcn uitilag, mede te fineeren en te genezen. ■ Dagclyks voorkomende dingen dienen vooral gekend, 13* < 135- >  WAARNEEMINGEN. 185 Zo Gezonde Kraamvrouwen, welke, in de laatfte dagen voor- en de eerfte na hare Verlosfing, zo als dikwyls gebeurt, vry fterk geëeten hebben, inde eerfte d.agen, na hare verlosfing, geen genoegzame ontlasting van afgang krygen, — vallen zy ligtelyk in een wisfelvallige. en gevaarlyke Koorts , welke men door Klyfteer- of Laxeermiddelen had konnen voorkomen : dit laatfte is te meer nodig, wanneer de toevloed van zog naar de borftcn groot is, of de Vrouwen niet kunnen nog willen zoogen. Een bree- de welfluitende band , niet om den bovchmaar onderbuik, is, by onze Vrouwen, na hare verlosfing, heilzaam. Ik heb daar van,op eene andere plaats, waar het te pas kwam, de redenen getoond; doch moet het hier nogmaals aanraden (M). Het was zeer te wenfehen, dat algemeen bekend ware, op welk een tyd Ziekten , door aanraking en mededeeling van reeds (Jtti) Bataafsch Genóotfchap. VI. Deel, bl. 87 en Sp. M5 <$ 136. > i 137- >  i86- GENEES- en HEELKUNDIGE reeds befmette menfchen, of hunne goederen, zig aan anderen vertoonden. Van de gewoone of zogenaamde natuurlyke Befmetting der Kinderpokken, zo als ik Waarn. (58.) reeds gelegd heb, ftaat het by my, uit veele weigenomen proeven, vast, dat ze zig niet dan na ruim drie weken, dat is, tusfchen den 20ft.cn en 25ften dag, openbaart : — na de Inenting altoos tusfchen den 7den en nden dag. Be natuurlyke, zo wel als de ingeente, Befmetting der Mazelen toont zyne uitwerking doorgaans den 6den dag. De blyken van een cerst- verkregen Venusziekte, meestal vóór den 8ften dag; doch daar in blyven veele duisterheden en verfchillen; — en nog vry meer in den tyd der uitbarfling van de dolle Hondsbeet of Watervrees. Maar, zo veel ik zelf heb waargenomen, hebben twee menfchen, van denzelfden hond, en op denzelfden dag , gebeeten, de een den 53ften en de andere den 57ften dag, na de beet, de Watervrees gekregen, en zyn, kort daar op, geftorven (z'z); en zo veel ik op goede be- (//) Misfchien is het niet onnut te zeggen, dat de man, wiens vrouw den 53ften dag de Watervrees ■ • kreeg,  WAARNEEMINGEN. 187 berigten vertrouwen mag, zou de Watervrees zelden vóór den 4oftcn, maar meest tusfchen dezen en den Sollen dag, zig ver- coonen. Van Pest-, Pot- en Schar¬ laken Koortzen, Kink- of Stuiphoe st, en zelf van het zo gemeene Schurft, waar van ik 'er zomwylen zo, 30, op eenen dag, gezien heb, heb ik, wegens den tyd der eerfte tekenen, niets zekers konnen ontwaren; —zeker is het echter, dat zig het Schurft, by ons, den geheelen winter, kan fchuil houden, en zig niet, dan flegts by warme avonden, ten deele, vertoont; maar by den zomer ras openbaar word, en ook dan door eene fmeering, Waarn. (55.) opgegeven, zonder iets in te geven, ras geneest. ■ Van het zo fchielyk doodend gift der Viper- en Ratelflangen-beet, en van eenige an- de- kreeg, één uur voor dit toeval, aftionetn Coitus, met haar gehouden had. Ik Helde hem, die niet wist of hy zyne vrouw ook gekuscht had, eenigzins gerust, met te zeggen: dat ook het fpèekzel niet befmette, als in zo verre hetzelve aan bloedend tandvleesch, of nan een andere opene wonde, wierd medegedeeld. Hy is ook welvarend gebleven. Misfchien kan dit, by andere gevallen gebragt, in 't vervolg iets meer ieeren.  ï88 GENEES- en HEELKUNDIGE dero, onbekende, dieren; nog van de bekende fabel der Tarantynfche Spin (Tarantuld), die de aandagt der Geleerden zo zeer getrokken heeft, fpreek ik niet, wyl zy veelal by ons vreemd zyn. By een algemeene Waterzugt (Anafarca), heb ik, by eenige fterke menfchen , meermalen, na Scarificatien in het Scrotum, of in de beenen, een tydelykc, of ook een volkomen genezing , ras zien volgen; maar ook enkele reizen waargenomen, dat 'er een ge- vaarlyke verderving op volgde ; en hoe heilzaam anders deze handelwyze ook zy, zou ik ze niet durven aanraden, zo de Lyder een afkeer van eeten, of van een ruim gebruik van wyn, had. De verfterving van het Scrotum is min gcvaarlyk, dan die der beenen. Een inwendig gebruik van Port a Port Wyn fchynt, na. Scarificatien , heilzaam , vooral zo het gebruik van dezen wyn , met het gebruik van dunne eieren, gepaard gaat. 'Ér zyn thans zeer veel vaste Luchtbevattende Plantgcwasfen bekend, die de ver-' « 138. % i 139. %  WAARNEEMINGEN. 189 y er rotting kragtdaadig tegen ft aan ; • maar, buiten eene Pap van rauw gefchraapte of gewreven geele Wortelen, is my geen middel bewust, het welk de rottige- ftank van Kankers, Wonden of Zweeren zoras tegenftaat, als fyn gepoederde Aluin; 'er dik of dun ' ingeftrooid ; en geen wonder ! de beroemde pr.ingle heeft ook, door onbetwistbare proeven, getoond, dat 3 greinen Aluin , een vry Iterkcr rotting-weerende kragt bezitten, dan 60 greinen gemeen zout. Het verwondert my dikwyls, dat dit middel, in- en uitwendig , niet meer gebruikt word; by vuile, fterk lekkende Zweeren, wil ik liever alle zalven, dan Aluin, misfen; ik heb 'er elders iets meer van gezegd (ik). Aluin, met water, of met het wit van eieren, gemengd, is, by uitwendige verllapping en ontfteking , niet flegts onfchadelyk, maar heilzaam. Dit kan men van goulard's water, uit lood bereid, vooral by kinderen met een rauwe en ontblootte huid, alwaar het lood gereforbeerd kan worden, niet altoos zeggen. Zie Waarn. (104.) 140. (Ick) Alg. Vaderl. LetceroefT. V. Deel. Mengelwerk, bladz. 43?, enz.  loo GENEES- en HEELKUNDIGE Alle Koolgezwellen (Tarbimculi), of zogenaamde Negen-Oogen (Anthraces), vooral wanneer zy eenigzins groot zyn, gaan altoos verzeld met een zekere ftompheid en ongevoeligheid van geest, en met een ongelooflyk gewigt of zwaarte in het aangedane deel : — zy bezitten altoos iet kwaadaartigs, ja pest-aartigs, hoe klein zy ook zyn; het welk de zwakke natuur of levenskragt, op een bepaalde plaats, onder de huid en in den vet-rok, vooral by bejaarde menfchen , neerlegt; en, in een volkomen verfterving (Sphacdus), met veele gaatjes in de huid, verandert. Zo nadeelig als alle inwendige ontlastmiddelen, vroege infnydingen en nutteloos verlies van bloed, zyn; zo heilzaam zyn alle uitlokkende, verweekende, uitwendige middelen; by voorbeeld: een warme pap van Lynmeel, met deszelfs Oly ; maar vooral een ruim inwendig gebruik van een geurigen en fmaaklyken Wyn, alleen, of rykelyk, met Kina gemengd. Wyn prikkelt, op een aangename wyze, de Herzenen en gevoelige Zenuwen; werkt ras, en wekt de le- venskragten(die veelen Geesten noemen) op, waar <£ 140. >  WAARNEEMINGEN. 191 waar door de ziekteftof, zo zy door de konst niet verhinderd word , gelukkig word naar buiten gevoerd: Kina vereischt meer tyd. — Ik, althans, vertrouw, in zoortgelyke verftervingen , meer op wyn, dan alle andere ingebeelde middelen. Menfchen, die met de Natuur raadplegen , hebben maar weinig hulpmiddelen nodig, wyl zy begrypen,to, in eenvoudigheid, wysheid zit. . Wat ik door de Natuur verftaa , heb ik elders, naar aanleiding van den Apostel paulus, in weinig woorden, verklaard (IQ. By die verbazende Lendeverzweeringen, die inwendig achter de Nieren beginnen, en langs de darmbeensvaten, onder den band van fallopius, tot in de liesch en dye afzakken, en zomwylen, in omtrek en grootte, een menfchen hoofd te boven gaan; heb ik meermalen, maar niet altoos, na den dood , de Lendewervelen bedorven, en ook, by het leven, in de door my geopende Gezwellen, veele ftukjes been der Lende- wer- (//) Bataafseh Genootfchap, VI. Deel. bladz. 7p, >—- 1 Korinth. XI. vs. 14.  i02 GENEES- en HEELKUNDIGE wervelen gevonden. - By verfcheiden menfchen, daar dit gezwel , als nog, niet zeer groot was, heb ik, wanneer zy op den rug lagen, even als by eene Darmbreuk, alle de ftpf tot in het bekken (pehis), konnen te rug drukken: ■ ook heb ik gemerkt, dat men dit gezwel voor een break (hernia,) hm aangezien, maar door geenen breukband, en geen wonder! kon te rug houden. Driemalen heb ik zulk een gezwel in beide liekhen en dyèn tevens gezien: — meermalen, dat het met eene kromte in delendewervelen; en eens met een ontwrigting van het dyebeen, door verzakking van ftof, gepaard ging. Buiten zogverplaatzingen, fchynt het zeldzaam by Vrouwen. De voor¬ name reden van de verbazende grootte dezer lendeverzweeringen, waar van f. dekker een fraije en natuurlyke afbeelding geeft (mm), beftaat meestaf in onkunde, en verzuim van die, by haar eerfte verfchyning in de liesch of dye, onder den Fallopiaanfchen band te openen, en de van boven gezakte ftof te ontlasten. Deze ge- wigtige Ziekte, die ik menigmaal gezien heb, en waar van ik hier niet meer fpreeken (mm) Genecsoeffening, bladz. 320.  WAARNEEM INGE N. 193 ken moet, is, tot myne fmcrte, niet genoeg bekend ; en ik wensch , dat deze geringe melding, die ik 'er hier van make, aanleiding geeve, dat meer bedreven mannen dezelve , naar vereisen, mogen voordragen. — Eigen ervaring , gefterkt door alöm verfprcide 'gevallen, en gerangfehikt, zou een nuttig ftuk uitmaken : ik zelf heb 'er meermalen over gedagt , maar ben , by gebrek van aantekening, hier toe onbekwaam : — deze gewigtige Verzweering verdiende in alle Heelkundige Zamenilelzels, een byzoudere plaats en opfchrift. By verfcheiden geworgde of reeds verft orven 'Darmbreuken, een ongemak, het welk meer dan te veel voorkomt, met ontlasting van byna alle des buiks vuiligheid en wormen, langs de Liegen of het Scrotum; en waar van men de opening des darms zomwylen zien,en den vinger infteeken kan; zonder dat 'er door den gewoonen weg byna eenige ontlasting van vuiligheid volgt: —• dit ongemak, zeg ik, nog versch zynde, heb ik meermalen, op de volgende eenvoudige wyze, volkomen zien geneezen : 1 • Na dat het Darmkanaal, door zagte LaxeerN en  io4 GENEES- en HEELKUNDIGE en Klys teer-middelen, wel gezuiverd is, raade ik, aan het uitwendige deel, byna niets te doen, als dikwyls te zuiveren; maar geduurig aan de Lyders, doch tevens weinig, voedzel te geeven van gelei van vleesch, alleen of met water gemengd; zoetemelk met rauwe eieren, of met bier en wyn; en volftrekt niets, het welk dikke of gebonden ftzces maken kan ; want ik heb dikwyls gezien, wanneer, na deze handelwyze, de opening des darms fterk inkromp , en eerlang fcheen te zullen fluiten, dat ze, na het gebruik van een dunne bloempap, dikke chokolade, gekookte dunne eieren, koek, moppen, enz. zig ras verwyderde, en de genezing vertraagde. Ik fpreek niet van grover voedzel, het welk, gelyk ieder weet, nog meer nadeelig is. Intusfchen is het dikwyls nodig, om de ftzces naar den weg der natuur te lokken , Lavamenten te zetten van water en honig ; , en zo de darm-opening klein zy, zig met het net, den buikring en de bekleedzelen, gelyk meest plaats heeft, fchynt te veréénigen, raade ik een drukkend verband , en zelf een welfluitenden Breukband aan, en ik kan verzekeren, dat ik, op deze wyze, verfcheiden mannen en vrouwen geneezen, en dezelve, on-  WAARNEEMINGEN. 195 onder het gebruik van een goeden Breukband, meer dan 2,0 Jaren heb zien voortduuren: ■ , dit ftrekt wederom tot een bewys van de heilzame natuurkragt, die , onder een vernuftig beftuur eens kundigen Arts, zonder noemenswaardige geneesmiddelen, de grootfte genezingen te weeg brengt: ■ zo de Wonden der Darmen ooit zullen geneezen, dan dient deze handelwys vooral gevolgd te worden: — ik heb 'er verbazende uitwerkingen , die met veele woorden niet behoeven gemeld te worden, van gezien. < H3- % Meer dan 30 Jaren, heb ik altoos met zo veel genoegen voor my, als myne Lyder s , my bediend van ft aaien Breukbanden, waar van de beugel twee derde van den omtrek des lichaams bevatte; maar, zedert eenige Jaren, bedien ik my fteeds, en met meer genoegen, van Breukbanden, naar de wyze van den grooten camper vervaardigd, waar van de beugel vyf zesde van den omtrek bevat: — Breuken, met de ecrften eenigzins bezwaarlyk, worden, met de laatften, vry gemakkelyk te rug gehouden. — By Dyebreuken is deze beugelband, met N z een  iqo" GENEES- en HEELKUNDIGE een korte, breede, drukkende pop, die na de liesch gevormd is, vooral noodzaaklyk, en misfchien de eenige, op welke men vertrouwen kan: — ook deze breukband doet eere aan deszelfs Uitvinder, en is zyn naam waardig. «f 144. J> By een Gezond Man, die, tusfchen den derden en vierden dag, na een Steek met een mes in de regte zyde des buiks, geftorven was, vond ik volftrekt, behalven de bekleedzelen des buiks , niets gekwetst, dan eene ruime wonde in een ledige galblaas; en den buik met een goed deel dunne gal gevuld, doch zonder merkelyk bederf aan de overige Ingewanden. Waarom deze gezonde man juist zo ras geftorven zy, is voor my duister ; en ik zou 'er ook hier niet van gerept hebben , indien my meer Schryvers bekend waren, die , by eigen ervaring, van foort- gelyke zeldzame wonden fpraken. Ik verklaarde deze wonde (en hoop dat ik niet gedwaald heb,) voor Natuur en Konst, ongeneesbaar, en dat 'er een langzame dood op moest volgen. ■ A. steward, is, zo veel ik weet, de eenige , die een foortgelyk geval, waar by de Lyder den zevenden dag flierf , op-  WAARNEEMJNGEN. 197 opgeeft (nn). •—— Geregtelyke bewyzen dienen op Proeven te fteunen,maar daar deze ontbreeken, moet men, dech voorzigtig, de Natuurkunde te hulp neemcn. Over het kraken (Xrepitus) van de uitftrekkende Peezen van de hand en vingeren , weet ik niet ooit iet bepaalds geleezen te hebben, en nogthans komt het , naar myne waarneeming, dikwyls voor, by mannen, die lang een katrol getrokken, of by vrouwen, welk nat linnen gewrongen hebben. ■ • Zo men de hand om het pynlyke deel flaat, kan men de kraking, onder het bewecgen der vingeren , duidelyk voelen. Een nieuw voorbeeld, heden voor my, geeft aanleiding tot dit Artikel. Na de nagtrust, fchynt het altoos beter, maar, na een weinig beweeging, grypt het weder plaats; en is, by werkzame menfchen , vry ■ lastig : op zig zelf, is het fmeeren en bedekken met Balf: Oppodeltoch , over de aangedane plaats des onderarms, goed; maar, zonder eenige dagen rust van het deel, nutteloos. • ■ Ge- («») Geneesk. Proeven van Eclinburg, lilde deel, bladz. 248 , enz. N 3  193 GENEES- en HEELKUNDIGE Gering fchynende dingen, die dikwyls voorkomen, verdienen vooral bekend te zyn; en zyn, misfchien,~van meer nut, dan grootere, in het oog fchittercnde, die zeldzaam verfchynen. In alle Fistuleufe Verzweringen, waar ook geplaatst , heb ik een nitneemend nut gezien, van het inbrengen en houden van dunne of dikke Darmfnaren, en zulks niet alleen om daar door haren loop te ontdekken, maar vooral, om, door het zagte zwellen der fnaren, de kleine openingen, langzaam en gemaklyk, te verwyderen ; de verborgen Itoffen daar langs te ontlasten , en den weg tot een volkome genezing, het zy met of zonder infnydingen , te banen. — Merkwaardige voorbeelden en bewyzen daar van, vooral by Fistulen in de holte der borst, behooren niet aan deze plaats; echter behoor ik toch te zeggen, dat ik, by een vernauwing der pisbuis, by een opgeftopte pis, — by fponswyze zwelling van het fnotvlies, of toegroeijing der neus, enz. een onwaardeerbaar voordeel van Darmfoaren gezien heb. — Zie ook Waan. (83.) Ik  WAARNEEMINGEN. 199 — Ik wenschte wel, dat ik met weinige woorden, veele zaken kon voordragen. By fchuinfche Breuken van het Opperarmheen, behoort men de elboog niet zeer te onderfteunen, veel min hoog op te fchorten, wyl de Breuk-einden daar door ligt voorby elkander fchuiven, en met verkorting geneezen. Nog een ander grooter kwaad volgt zomwyl deze handelwys , naamlyk: de Breuk-einden ééns voorby elkander zynde, en om de 4, 6, 8 of meer dagen weder uitgerekt en herbonden wordende, begroeit elk ftuk beens op zig zelf, met Callus, doch niet aan elkander vast; waar door dan, als het ware, een nieuw, doch na- deelig, gewrigt geboren word. Ik heb hier van by kloeke menfchen, die nog leven, merkwaardige voorbeelden gezien ; —■ en, om dat 'er van verkeerde liandelwyzen, zo fchaars gefproken word, my verpligt geacht, dit te moeten melden. Op het gebruik van al te korte Spalken, by Beenbreuken, volgt zomwylen, het zelfde kwaad; • • ik heb het in het Dye- en Scheenbeen gezien , het welk daarna bezwaarlyk , zo ooit, is te verbeteren. Zie Waarn. (109.149.) N4 Ik < H7. >  coo GENEES- en HEELKUNDIGE • Ik zou 'er hier niet van gerept hebben , ware het my bewust , dat die waarfchouwing algemeen was. 149. By eene dwars gebroken Kniefchyf, heb ik de beide gcbrooken ftukken beens, nimmer met elkander zien verecnigcn, hoe wel cn hoe lang ook, op de best bekende wyze, behandeld; maar altoos, en niet zonder reden, om de werking der Spieren, waargenomen , dat ieder ftuk op zig zelf bleef, met Callus begroeide, en daar door merklyk vergrootte; waar door het gewrigt zo wel geftevigd wierd, dat 'er, in het vervolg, geen hinder altoos overbleef. , Ik heb dit voor byna 50 Jaren, by eene Juffrouw, welke, in 20 Maanden, beide Kniefchyven gebroken had , reeds waargenomen \ niettemin vordert deze breuk het zelfde verband, rust en uitgeftrekte houding, even als of zy, in de daad , geneezen zou worden. — Wat moeite ik heb aangewend, heb ik , geen gebrooken Kniefchyf, die met een Ligament vereenigd was, en in het Kabinet van den grooten camper ontbrak, uit Lyken ioimen verzamelen. * 148. >  WAARNEEMINGEN. 201 De waare en eenige oorzaak, waarom fchuinfche Scheenbeens -breuken, vooral zo zy tusfchen de kuit en hiel zyn, zo menigmalen krom, en met verkorting, geneezen, bcftaat, naar myne eigene, maar vooral naar de Waarneming van den grooten pott, voornaamlyk hier in; — en ik wenschte wei dat alle jonge Hand-Artzen dit in hunne gedagten bewaarden: ■ het onderfte fchuinfche becnftuk, of punt, zit meest altoos achter of onder het bovenftuk. ■ Wanneer nu deze breuk wel herfteld, en, op de best mogelyke, dat is, de gewoone, wyze, verbonden is, en de hiel niet fteeds genoeg onderfteund word, maar loshangende doorzakt, zo als meest altoos gebeurt; dan wipt het onder- of achterfte Scheenftuk het bovenftc, of knicftuk, naar buiten cn naar om hoog; fchuivende altoos het hicl-ftuk, min of meer, onder of achter het bovenftuk; en dit kan, zonder het opligtcn en houden der hiel, door een fterk drukkend verband, onmogelyk worden verhoed. Waarfchynlyk werkt het liggen op de kuit, en de uitgeftrekte houding der fpieren, mede tot de verkorting. En N 5 ver-  202 GENEES- en HEELKUNDIGE vermits het fteunen en aanhoudend liggen en drukken op de hiel, de meeste menfchen pynlyk en onmogelyk valt, en ook de hiel niet zelden deerlyk verwont; zo is het, gelyk elk begrypen kan, geen wonder! dat 'er zo veel kromme en verkorte Scheenbeenderen worden gezien. - Het eenige zekere middel, om dit vry algemeene kwaad te verhoeden, beftaat, in het been, met eene gebogen knie, op de buitenzyde, en in een eenigzins holle, doch lange, fpalk, te doen liggen; doch zo, dat beide, knie en voet, daar op, buiten waards, rusten: 5 een tweede fpalk, die mede dè knie en binnen-enkel fteunt, acht ik genoeg; en keure meer en meer korte fpalken, by alle Been- breuken, af. Zie Waarn. (109.) . . Deze ligging heeft en geeft, ook zelf by Dyebeens-breuken, zeer veel gemak; het welk ik, als te gering fchynende, en om kort te zyn, niet behoor te melden; - Pott sharp en wathen, hebben dit vóör my gedaan, en getoond, dat meest alle beenladen, enz. nutteloos zyn; dan, ik zie met fmerte, dat veele oude Artzen hunne oude gewoonte volgen: ik zag 'er heden nog een voorbeeld van, het welk aanleiding gaf tot dit Artikel; waar in ook wederom een-  WAARNEEMINGEN. 203 eenvoudigheid doorftraalt. Scheenbeensbreuken , die in het midden of boven de kuit zyn, ondergaan minder verplaatzing, en hebben ook het ileunen van de hiel minder nodig; het tegendeel heeft by de eérstgemelde plaats. Myne Waarneemingen over het Kikvorschgezwel ([Ranula), zyn deeze: — dat het den Heelkundigen bekend zy, dat de zogenaamde Kikvorsch - klieren onder , en de Onderkaaks-klieren ter zyden, de Tong, door een verftopping van hare ontlastbuizen, of liever door een gedeeltlyk losworden van haar eigen omkleedend vlies, even als by de Waterbreuk der bal, zomwylen tot een verbazende grootte opzwellen. De zwelling van de Kikvorsch-klieren zyn doorgaans rondachtig, terwyl die der Onderkaaks-klieren, meestal, langrond zyn. Deze gezwellen behouden de gewoone kleur, of zyn, wanneer zy fterk gezwollen zyn, eenigzins bleek of doorfchynend blauwachtig; altoos zagt, onpynlyk en flegts eenigzins binderlyk in het fpreeken. Voor i 150. %  2o-4 GENEES- en HEELKUNDIGE Voor uit- en inwendige Geneesmiddelen zyn zy, even als de waare Waterbreuken, geheel onvatbaar, en vorderen voornaamlyk de handkunst; vooral wanneer zy verouderd en van binnen eenigzins als verééld zyn. Wanneer daarin een kleine of matige opening gemaakt word, komt 'er altoos een menigte helder, zeer taaij, veelal naar wit van eieren gelykend, flym uit, het welk ook op het vuur vast word. In 24 uuren is deze opening gewoonlyk geflooten, en in nog 2 of 3 dagen het gezwel even zo groot als voorheen, hoe dikwyls ook deze doorfnyding herdaan word; zynde flegts de laatst ontlastte ftof eenigzins minder en dunner. Maakt men de opening in deze Gezwellen kort achter de onderfte Sny-tanden, en zo groot, dat ze niet ten vollen fluit, dan blyft het gezwel wel weg, maar de Lyder behoud een kwyllistel in den mond, die, by zommige gelegenheden van fpreeken , het fpeekzel uit den mond doet fpatten, het welk voor Lyder en omftanders , onaangenaam is. Om deze reden, raden thans de beste Schryvers, in naarvolging van den onwaardeer-  WAARNEEMINGEN. 205 dcerbaren a. PARé,deze gezwellen met een gloeijend brand-yzer te doorbooren, ten einde de opening lang open blyve, en de grond des gezwels eenigzins te doen zweeren en in verëttering te houden, waar op ook, in de daad, doorgaans een volkomen genezing volgt. Dan, hoe veilig deze handel wyze ook zy, is en blyft zy, byna altoos, eenigzins fchrikachtig, en vooral by kinderen, by welke nogthans deze gezwellen het meest fchynen voor te komen. Hierom befloot ik, by een Meisje van 7 of 8 jaren , met een uittermaten groot gezwel onder en ter zyden de tong, het welk ik reeds tweemaal, vrugteloos, doorftoken en ontlast had, om het zelve met een kromme naald , op twee plaatzen te doorfteken, en daar door een dubbele gewaschtte draad te trekken , welk ik daaglyks, even als een Seton, een weinig doortrok , en waar van ik de einden op de wang, met een kleefplaaster, vast maakte. Naar maate zig het gezwel hier na ontlastte, en, als ik het zeggen mag, getergd wierd, wierd het rood, ontftoken , hard en  2o6 GENEES- en HEELKUNDIGE en pynlyk; en toen, naar eenige dagen, de beide openingen , byna in elkander waren gelleeten, nam ik de draad weg, en deed geduurig warme melk in den mond houden. Na veertien dagen, was dit Meisje , doch niet zonder veel pyn, geneezen. Maar als ik,vervolgens, twee Jongelingen, beide met groote en verouderde Kikvorschgezwellen, die reeds eenige reizen vrugteloos geopend en ontlast waren, onder handen kreeg, ging ik daar by op de volgende wyze te werk: Ik maakte eene matige opening in het Gezwel, en deed het flymachtig vogt uitlopen: by den eenen fpuitte ik in het Gezwel een weinig Tinct. Myrrhce^en by den anderen Tinti. Succini, welk ik 'er in deed blyven. Den volgenden dag waren beide Gezwellen, in plaats van zagt, zo als zy voorheen waren, hard, rood, zeer pynlyk, belettende de rust en het fpreeken. De gemaakte openingen waren geheel geflooten. ■ Den eenen Lyder deed ik geduurig koud water, alleen, of met Azyn gemengd, en den anderen zuiveren roodenwyn, in den mond houden. Den  W.AARNEEMINGEN. 207 Den derden dag fcheen het vooral niet beter; de Gezwellen waren hooger rood, hard en niet minder pynlyk. — De mond-fpoeling wierd {leeds gebruikt. Na de vierde en volgende dagen, fcheen alles langzaam te bedaren, zonder dat ik eene doorbraak of ontlasting van ftof, zo als ik verwagt had, heb kunnen waarneemen, wyl ik ze dagelyks maar eens zag; of dit evenwel in den nagt gebeurd zy, is my onbewust. Eenige dagen daar na, was alles verdweenen, zonder wezenlyk onderfcheid, in beiden^ gezien te hebben. Dan, hoe gunftig deze Geneeswyze ook geweest zy, was zy nogthans vry pynlyk. ■ Zou eene minder heete infpuiting van brandewyn met water, of water met Aluin , of wel met eenige droppelen geest van Zeezout gemengd, niet minder pynlyk en evenwel vermogend zyn, om het inwendige des gezwels eenigzins, ja genoegzaam, te doen ontfteeken, zweeren en geneezen ? Want, ook hierin ftaat, naar myn oordeel, de volkomen herftelling van dit gezwel, met dat der Waterbreuken, gelyk. Ik ken een Man , met dcrgelyk gezwel, het  co8 GENEES' en HEELK. WAARN. het welk ik tweemaal doorftoken en ontlast heb; maar de Lyder, die niet verkiest zig geheel te doen geneezen , opent nu en dan het zelve met een penmes; en behandelt zig, even als by de herhaalde aftapping der Waterbreuken, waarby ik dit gezwel vergeleeken heb, plaats heeft. Zints een geruimen tyd, heb ik geene gelegcnhcid gehad, deze Proeven te vervolgen: Ik geef ze dus, hoe onvolmaakt ook, gelyk ook de voorgemelde Genees, en Heelkundige Waarneemingen, als een gering gefchenk, aan myn Vaderland'. KOR-  li O R T E INHOUD DER p R O E V E. Affcheiding in de Herzenen, erkend. Bladz. 4. Doorvloeijing van Zenuwvogt, — fnel; volgens hall er, maar langzaam volgens monr.0. • • ' 5 Herzenen, een kaasachtig flym, of ge. leiaartig wezen , volgens bhffon; bewyzen hier voor. . • ■ 7 Stremming daar van, werkt affcheiding van Wey in de Herzenhollighéden ; bewyzen. . . • • —— 11 Op- en nedergaandc beweeging der Herzenen , evenredig aan de in- en uitademing; proeven. . . • ■ 12. Herzenen zyn ongevoelig; proeven. 14 Verlengd Herzenmerg is gevoelig ; proeven. . • -* J5 Ruggemerg en Zenuwen zyn vaten, — niet hol, — maar opgevuld met een donsaartig wezen , —■ doordrongen met vloeibaar Herzenflym ; proeven en bewyzen. . . . -° O Voort-  KORTE INHOUD der PROEVE. Voortftuwing van dit Herzcnilym, door de ademhaling bewerkt; — gevolgen hier uit getrokken. . . Bladz. 23 Voeding door het alom verfpreid Iler- zenflym. Gevoel en bcweeging, afhangende van het donsaanïg merg. . 33 Zenuw-Ziekten, door ontaard Zenuwfiym op het aandoenlyk donsaartig merg werkende, . . . ^ Voorbeelden daarvan , en aangeprezen geneesmiddelen, in de Ifchiatica. \ . . m . ^„ Rheumatismus frigidus. . . . , 43 Hemicranium. .... . . 44 Podagra. . . . . ____ 45 Kolyk van Poitou. , . ■ 46 IJemiphlegia. .... . 47 Biriberi, , , . , , 4$ Hypochondria. fine materie. . 49 Tabes dorfalis. " , 50 Rachitis. . . ... 51 Jlydroccphalus. .... ——— ^2 Spiria bifida. . . . . «, 53 Delirium laSlcum, , . t . 54 KOR-  KOP/TE INHOUD DER WAARNEEMINGEN. ï. V an de Scrofuleuze Klierverharding van het Darmfcheil, enz. . . bl. 67 2. . de inwendige Scrofuleuze Kliergezwel¬ len. . . 6S 3. —— de natuurlyke oorzaak der Klierziekten. 69 4. —~— de voornaamfte oorzaak der Klicrziek- • ten. . ... 70 5. . de afwisfelende Kliergezwellen. . 72 6. ■ het befchouwen der Lyken, aan Kin¬ derziekte geftorven. . . 73 7. ■ . Kwikfmeeringen en Setons. . 74 8. uitwendige middelen tegen Scrofulen. ' . . 75 9. . de Phthifis, Angina of Aithma Scrofu- lofutn. . . . ald. 10. ■ harde Klieren aan den hals. . 76 11. —— geopende Kliergezwellen. . 77 12. eenz-igtbaar Gezwel eens Scrofels. 78 13. de algemeenheid der Klier- en Scrofuleuze Ziekten. . . . 81 O a 14'  KORTE INHOUD 14. Van dezelve wordt zeldzaam gewag' gemaakt. . . . bl. 82 15 de Hypochondria & Mclancholia , cum Mater ia. , . m 16. de waare Longteering. . . 17- de hedendaaglche Ziekten. . . gp i&. den Droes der Paarden, en het Ongans der Schaapen. . ... 90 19. . de Gortigheid der Varkens. . 91 so- den Hairworm, of zeere Kinder-Hoofden. . . . • . 92 2J. -de Ophthalmia Scrofulofa by Kinderen. 93 22. ' eene ziekte der Tong. . . 95 s3- Scrofulen in de Borften. . . 96 24- • Kliergezwellen, Hairworm, Dauwworm. 97 a5 een ongemak aan de Handen. . 99 26. ,je zogenaamde Been-eeters. . 100 a? -Kinderen, of ze, met Venus-ziekte be- fmet, geboren worden. . . IOI 28- in- en uitwendige Scrofuleufe, of Klier- Huid- en Beenziekten. . . IOj 29- -de Scheurbuik. . . I0? 2o. een openbare waare Kanker. . I0g 31 , Ontftekingen in het linkèTOog. . io£ 32.  der WAARNEEMINGEN. 32. Van hevige en langduur^e Oog - Ontftekin- gen. ... bl. 109 33. het Laudanum Liquidum. . no 34. de Hydroceles en Sarcoceles. . ald. 35. het Mankgaan. . . ald. gtf. verdrietige Ulceratiën. . . 111 37. een langduurige Schouder- of Heup- jicht. . . . ald. 38. —— Miskraamen. . . . ald. 39. —het fchielyk zwellen der Borften. by een Zwangere Vrouw. . • ald. 40. een Retroverfio Uteri. . . ald. 41/ een Prolapfus Vagina. & Uteri. . 112 42. >een uitgezakte Lyfmoeder. . ald. 43. -het wegloopen van het water, by een kwalyk gekeerd Kind. . . ald. 44. de Geboorte van een Kind. . 113 45. ■— de Uterus. . . - ald. 46. een Delirium Lacteum. . . 114 47. een vergevorderde Zwangere Vrouw. ald. 48. het doorbooren der Blaas. . ald. 49. 'het Bloedbraken. . . 115 50. ■ de Vafa Breyia . . ald. 51. Ontdoken Bloed. • • 116 52. Fistelen en Verzweeringen. . 117 53. Winterhanden en Wintervoeten. ald. 54. de Schurft. . • • "ld. O 3 55.  KORTE INHOUD. 55. Van Schurftigen te geneezen. . bl. 118 56. de heilzame pogingen der goede Natuur. . . . ald. 5?' ■ Ziekten , die uit aangebooren gefteld- heid, enz. voortkomen. ) . 119 58. de Natuurlyke Befmetting der Kinderziekte. . . . Ia0 59. de Kinderpokken en Mazelen. . ald. 60. het droogen der Kinderpokken. 121 61. Wormen by Kinderen. . . ald. 62. een Opftopping van de Pis. . 122 63. een Retroverfio Uteri, by Vrouwen,omtrent drie maanden Zwanger. . 123 64. de Heelmeesters tetit,fleurant en pott. . . . j.24 6"5« —■ het Oleum Ricini. . , 125 66 het Opium, enz. . . 126 6 7 de Kramp in den Voet. . . ald. 68. voortloopendc Verftervingen. . 127 6g het Opium, by zeer pynlyke Wonden. • • • • 128 7°- het Opium by pynlyke Toevallen. 129 7i- een blootliggend Beenbederf. . 130 72. een buitenwaards Ontwrigte Kniefchyf. 131 73., , diepzittende harde Gezwellen. . ald. 74-  der WAARNEEMINGEN. 74. Van waare of ingebeelde Knoestgezwellen en Kankers. . . . bl. 132 75. Polïpi. . . . 133 76. -aangeboren Horlvoeten. . . 134 77. Beengezwellen. . . 135 ^g. een toevalligen krommen Hals. . ald. 79. het Koistmaakend Middel van her- nard. . • • 136 go. Nieuwe Nederlandfche Apotheek. 137 81. ——het Waterloozen, enz. . ald. 82. een Steen uit de Nieren afgezakt. 138 83. 'een dikken langen Steen. . 139 84. de Nageboorte. . . 140 85. —— de Keurs-of Ryglyven. . . 141 86. warme en heete Vuurftoven. . ald. 87. jonge Kinderen. . . 142 88. ■ den Roodenloop. . . . ald. 89. de Waterzugt in de Borst. . 144 90. Kwikbereidingen. . . 145 91. een Bombazynen Gordel of Band. 147 92. zommige Kwylkoortzen. . . ald. 93. eene Aderlating. . . 148 94. ■ een Kreeftenfteentje in het oog. 149 95. gefmolten Pik in het oog. . ald. 96. de Vyt. . . . i50 97. —een verkoelend Laxeermiddel. . 151 O 4 98.  KORTE INHOUD 98. Van Venuskwalcn. . . bl. 151 99. Ontwrigtingen van het Dyebeen. 152 100. het voorfchryven van Medicynen. 154 101. fyn gefchaafd, droog Linnen ftof. ald. 102. een welaangebragt Verband. . 156 103. ftukjes fyne Spons. . . ald. 104. koud Water en Azyn. .• . ald. 105. het Balf. Oppodcltoch. . . 157 106. de Diapalm. . . 158 107. Gomryken Plaasters. . . ald. 108. — een Pap van Lyn- of eenig ander Meel. fl*vV -,'f. . 159 109. lange Spalken. . . . 160 jio. een Hazemond. . . ald. 11 r. —■— een goedaartig zoort van Vyt. 161 112. het zogenaamd Kwaad-zeer des Hoofds. . . . ald. 113. Doofheid, . . . 162 114. Zwangere Vrouwen. . . 163 115. een Raasziekte (Delirium Lacteum). . ! 164 jjg, het Zuur by jonge Kinderen. . 165 j!-. het Olcum Vitrioli. . . 166 ji8. het Elixir Vitrioli. r. . 167 jï9> Kwikmiddelen in den Persloop. 168 I20< fchroomlyke Vermorfelingen. . 169 121.  der WAARNEEMINGEN. iai. Van den Doctor en den Chirurgyn. bl.170 12a. Weelig Vleesch. . . 171 123. een groote Verzweering in de Dye. i .172 jö4. -de Ecorce de Garou. . .173 !25. de Urin by fleepende Ziekten. . 174 126. de Zakwaterzugt van der Vrouwen Ei- jerballen. . . . 176 127. ■ ' ■ de op- en neergaande beweeging der Herzenen. . • • 177 128. - Kinderen, door befmetting fchurfd. m 129. Venusziekte, Schurft en Kinderpokken. . . . ald. 130. ——den Rooden-of Persloop. . 181 131. een Zweetmiddel. . . ald. 132. ■ Kinderen, die naar hun Vader of Moeder gelyken. . . . 182 133. ■ een Geval, na een Beroerte. . 183 134. koude Baden. . . . ald. *35- zeere Tepelen. . . 184 136. gezonde Kraamvrouwen. . 185 137. de verfcheide Befmettingen. . ald. 138. eene algemeene Waterzugt. . 188 139. _ de Aluin. . . . ald. 140. Koolgezwellen of zogenaamde Negen- oogen. . .190 141.  KORTE INHOUD der WAARN. 141. Van Lendeverzweeringen. . bl. 191 142. geworgde of reeds verdorven Darmbreuken. . , . 193 143. • ftalen Breukbanden. . , 195 Ï44. • een fteek met ecu Mes. . . 196 145. het kraken der uitftrekkende Peezen. 197 146. 't gebruik van dikke Darmfnaren. 198 147. fchuinfche Breuken van het Opper-arm- been, ... . 199 14S. een dwars gebroken Kniefchyf. . 200 149. -fchuinfche Scheenbeens - breuken. 201 150. ~—het Kikvorsen - gezwel,, ■ i . 203 misslagen. Bl. 47. regel 3. Jlaat maar mede lees mede maar — '5* 10. (3) — Qui) By  By den Drukker deezes, j. ïntema, is gedrukt en nog te bekomen: I. Verhandelingen van hippocrates, c. celsus, en p. /egineta, over de Pypzvyeeren, en Uitzakkingen van den Aars; vertaald en met Aanmerkingen en Waarneemingen opgehelderd door petrus camper. In gr. 8vo. a 11 ft. II. Mcngelftoifen over de Stcengroeijing en derzelver Heelvvyze, geftaafd door Waarneemingen van de Heercn ten haaff en van wy; opgefteld, overgezet, en met verklaaringen uitgegeeven door petrus camper. In gr. 8vo. a 32 ft. III. Het nut en de veilige wyze van de Inenting der Kinderpokjes befchouwd , door wil li am wat s on, M. D. Als mede in eene Verhandeling over het zelfde onderwerp, door wolter forsten verschuif.., M. D. Med. Theor. & Pratt. nee non Chemix Prof. te Groningen. In gr. 8vo. a 25 ft. IV. Pligten van een Geneesheer; mitsgaders de wyze op welke men de Waarneemingen in de Natuurkunde best kan voortzetten. Door john gregory. Md. Prati, Prof. te Edinburg. In gr. 8vo. a 18 ft.