01 1088 0861 UB AMSTERDAM  ONDERZOEK der 00R ZJA K EN van de OPKOMST, H E T VERVAL en HERST EL der VEREENIGDE NEDERLANDEN. Behelzende dit Deel de geschiedenissen deezer landen . VOOR-YM ONDER de graaflijke regeering, tot aan de unie van UTRECHT in den jaare i S 7 9- door CORNELIS ZILLESEN. II. D E E L. TE UTRECHT,' Bij G. van den BRINK, j a n s z. Stadsdrukker en Boekverkoper. mdcclxxxi,   INHOUD D E R ' HOOFDSTUKKEN VAN DIT TWEEDE DEEL. EERSTE HOOFDSTUK. Over de bewoonden deezer, landend -voor de Graaflyke regeering. Bladz. i TWEEDE HOOFDSTUK. Over de regeering dezes lands onder de Graven van Holland. 25 DERDE HOOFDSTUK. Over de Hollandfche Graven uit het huis van Henegouwen. <59 VIERDE HOOFDSTUK. Over de Hollandfche Graven uit het huis van Beijeren. 34  INHOUD. VIJFDE HOOFDSTUK. Over de Hollandfche Graven uit het huis van Bourgondien. Bladz. 98 SESDE HOOFDSTUK. Over de Hollandfche Graven uit het huis van Oostenrijk. 127 ZEVENDE HOOFDSTUK. Over de regeering onder Karel den II. als. Graaf van Holland, of als Keizer naa den naam Karel de V. uit den huize van Oostenrijk. 142 AGTSTE HOOFDSTUK. Over de regeering onder Philips den III. van dien naam als Gr ave van Holland , en den II. ais koning van Spanje. 189  OPKOMST, VERVAL en HERSTEL DER VeREENIGDB NEDERLANDEN. 'pZ^-.'P'.M.fi'P'.fipyi'PXöp"Co.X©;s>.' •.•>' . C\c' o; ó oo'o s vijands ruiterij bij hun aLal h ^' *f Koris zlch van deeze wanorde b -1de eenen volkomen zegen over zijne v^ n- l ^ mm ZSlfs Wïc^ en den graaf van Lel ^^—Vierjaare^terbevoï ,aaf van d de overwjnn. Q e aden, doch afgemat van vermoejenisfen zich  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 35 onder een boom te ruste leggende, werd hij door des heeren Kuyk verftrooide en weder bij een verzaanielde krijgsbende in den ilaap omgebragt, met veelen van de zijnen, naalaatende zijn zoon Dirk en twee dogters Bertha en Matkilda. §. XLVI. Dirk de V. minderjaarig zijnde, bij bet overlijden vanzijn vader Floris den I.,zoonam zijne moeder Geertruid van Saxen het bewind in banden. Willem bisfehop van Utrecht, dit gunstig tijdltip voor zijn heerschzuchtige belangens waarneemende, wist door Anno aartsbisfehop van Keulen en voogd van den keizer, te bewerken, dat hem al de bezittingen der graaven bij twee giftbrieven gefchonken wierden, het kwam er nu maar op aan, hoe dezelve te verkrijgen, want Boudewyn de V. maakte eisch op Walcheren , Zuidbeveland, Noordbeveland, Wolf aarts dij ken Borfel'en, en had de bevestiging zijnerregten op die landen van den keiEer verkregen , oudertusfehen zijn zoon Robert dezelve met de'wapenen willende vermeesteren zoo werd onderling het beitandgetroffen,dat deregentesfe Geertruid haar hand aan Robert zou fchenken, gevende Boudewyn die landen aan zijn zoon ten huwelijk, benevens Aalst en Vallechen. Robert kreeg door dit huuwlijk den bijnaam van Vries, om dat de landen onder zijn bewind vooral bij vreemdelingen niet van Friesland onderfcheiden wierden. Boudewyn de V. geftorven zijnde , wierd opgevolgd door zijn zoon Boudewyn de VI., die 3 jaaren naa zijn vaders dood mede overleed, nalaateaC 2 II. hoofdst. Floris de I. word omgebragt. Dirk de V. Graaf van Holland. 1064.  30" OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL II. )OKDST. de 2 minderjaarige kinderen. Robert bragt een gefraeed of afgevergt bewijs te voorfchijn van zijn regt op Vlaanderen, waar uit een bloedige oorlog tusfchen hem en Richilde moeder der jonge vorsten ontftond, en waar in hij eindelijk bij een vreede verdrag Vlaanderen verkreeg. Intus- fchen dat Robert in Vlaanderen bezig was zijn heerfchappij te vestigen , zoo fpande de ftaatkundige Utrechtfche bisfehop zaamen met Godefried den bultenaar genaamt, hertog van Lotharingen, op wien hij zijn gewaand regt had overgedragen. Deeze een volmaakt krijgsman zijnde, geraakte naa verfcheide overwinningen in het bezit van Holland en Westfriesland, en flegte zoo men zegt de ftad Delft, doch aldaar werd hij, wijl hij zijn gevoeg deed door een van den aanhang van Robert met een dolk zoodanig gewond dat hij het beftierf. ■ Willem bisfehop van Utrecht had toen weer het oog op Holland, en liet tot dat einde het flot te Tsfelmonde bouwen, maar intusfehenftervendezoo volvoerde zijn opvolger Conrad zijn plan. Maar de Hollanders hetbisfchoppelijkjuk moede zijnde, verdreven hem met behulp van Willem den veroveraar koning van Engeland, en fchoonbroeder van den jongen, graaf, uit zijn flot te Tsfelmonde, en overmeesterden Holland voor den jongen graaf Dirk den V., die een vrije bezitter der ftaaten van zijn vader werdt. Hij trouwde met Othilde dogter van Herman of Frederik hertog van Saxen, bij zijn overlijden Uet hij. een zoon naa, die hem ondei  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 3? den naam van Floris den II. bijgenaamt den vetten opvolgde. §. XLVII. In het begin der regeering van Floris den II. wierd de kruisvaart naar het heilige land in veele deelen van Europa en waarfchijnlijk ook hier te lande gepredikt en door verfcheide vorsten ondernoomen.' Oude kronijken noemen onder de kruisvaarders verfcheide Zeemvfche en Vriefche heeren. Hoe zeer Europa door dezelve ontvolkt wierd, moet men evenwel erkennen, dat zij eenen zeer heilzaamen invloed hadden op het burgerlijk belïuur en den ftaat des eigendoms. -—De onbefchaaftheid dier ecuwen had een erfelijke wraakvordering ingevoert, doch hiervan wierden de vervolgden ontheven, zoo dra zij zich ter kruisvaart aangaven. Lijfeigenen konden hunne vrijheid er door verkrijgen, en voor een billijken prijs landen ter bebouwinge koopen. — De edelen tot deeze kostbaare togten geld noodig hebbende, zoo geraakten veele hunner wijduitgeflrekte landerijen in de handen der vlijtigfte inwoonders, die geen deel in de kruistochten namen. De koophandel en zeevaart nam merkelijk toe, door de uitrusting der vlooten, waar door het aanzien der zeelieden vermeerderde , door derzelver volkrijkheid en fchatten. Ja! de zeden wierden zagter, de regtsgeleerdheid van het Barbaarfche gezuivert, en de dierbaare vrijheid hefte met meerder bekoorlijkheid haar hoofd uit de gcbreeken der dwinglandij. C3 ir. hoofdst. Floris de II. graaf van Holland. Gevolgen van de kruisvaar:en voor deeze landen.  ri. HOOFDST. Graaf Flo Kis trouwi met PEtronella van Saxen. 1122, Dirk de VI. graaf van Holland. 112$. De graaffcliappenOost er go en West ergo den IItrtchtfchebisfchoppen ontno men,en aar het graaffchap van Holland gehegt. i8 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL §. XLVIII. Door het huwelijk van graaf Floris met Petronella dogter des hertogs van Saxen, het vierde huwelijk van deeze twee huizen, kregen dezelve een vermogen om met vereende magten de maatregelen des kekers, die het 'op hun verkleining of ondergang gemunt had te verijdelen. Kort daar op maakte de graaf een verbond met keizer Hendrik de V. om den graave van Vlaanderen de Zeeuwfcjie eilanden te ontnecmen, die den graaf voor zijn onderfland aan den keizer gedaan belooft wierden. De krijgtocht mislukte , doch de graaf fchijnt dezelve naderhand als leenman van den graave Robert van Vlaanderen zoon van Robert de Vries ontfangen en bezeeten te hebben. — Voor zijn flerven beteugelde hij de fchraapzucht der kloosterlingen van Egmond. §. XLIX. Dirk de VI. de oudfte der 3. zoenen van Floris den II. noch minderjaarig zijnde bij 't af flerven van zijn vader, zoo regeerde zijne moeder Petronella als regentesfe het graaffchap met zeer veel moed en beleid, zich zelve aankantende tegen keizer Hendrik den V.die haar naauwlijks tot het erkennen der afhanglijkheidkonde beweegen.— Dit jaar overleed de keizer te Utrecht, en 3 jaar daar naa bisfehop Gondeeald, welken de eerste was die van den paus vrijheid verkreeg om den mijter te draagen. §. L. Lotharius, broeder van de regentesfe, keizer geworden zijnde, zo beweegde hij deezen vorst om de Friefche graaffchappen Oostergo en Westerg*  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN". 35 der Utrechtjche kerk te ontneemen, en aan het graaffchap van Rolland, te hegten. Op Vlaanderen maakte zij mede eisch voor haarenzoon, maar Lodewyk de VI. koning van Frankrijk, gaf als leenheer dit graaffchap aan Willem CLiToN,zusters zoon des laatften graaven. — Graaf Dirk meerderjaarig wordende, wierd in zijn gebied gedwarsboomd door zijnen broeder Floris den zwarten, die de Kernterriërs en Westfriezen van hem had afgetroond, maar door bemiddeling van den keizer wierd deeze twist bijgeleid, en kort daar op wierd Floris omgebragt, om zijn voorgenomen huwelijk en vijandelijkheden daar uit gefprooten. §. LI. Keizer Coenraad de III. opvolger van keizer Lotharius , Dirk den VI. zijnFh'e/ÏAegraaffchappen weder ontnomen, en aan de Utrechtfche kerk gegeven hebbende, zoo ontftond daar uit een oorlog, met gevolg dat Utrecht door den graaf belegert wierd, en gereed ftaande om de ftad ftormerhand in te neemen, zoo kwam de bisfehop in ftatie ter ftad uit, hem met den ban blixembedreigende, het geene zoo veel invloed op den graaf had, dat hij de vijandlijkheden ftaakte , en blootshoofd en ongefchoeid om vergiffenis bad. Zijnde zij ook naa die tijd altoos goede vrienden gebleven. Een blijk wat voor een vermoogen de geestelijken op vorst en volk hadden, zoo dat een gebannen van die tijden, geen rang uitgezondert, alseen pest der menfchelijke maatfehappij wierd aangeC 4 II. HOOFBST. H38. Oorlog met II- tr'echi.  II. HoOFDST. I I40. Dirk de VI. doed een togt naa 'theili ge land. 1151. Herman VA N Hoorn word bisichop vai Ui re c-ht. H57- 115», Fi.oris de UT. graaf van Holland. De Hollander's brengen de FJaamingers groote nadee-.^ len toe s.; den koo;~ Jjandcl. 40 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL merkt, en van alle voordeden en wettige eisfeben der natuur ontftooken. §. LIL Dit jaar deed graaf Dirk de VI. een togt Oaar het heilige land en bezogt op zijn reis paus Innocent de II. te Romen, welke de kloosters te Egmont en Rijnsburg van alle af hanglijkheid van de Utrechzfcjie bisfchoppen onthief, en alleen aan den heiligen floel onderwierp. In die tijden ziet men gemeenlijk de bisfchoppen van Utrecht de partij der keizers, en de graaven van Holland het gezag der pauzen handhaven. §.. LUI. Door s'graven wapenen en onderfland des adels verkreeg Herman van Hoorn de verkiezing tot bisfehop van Utrecht, fchocn dezelvedoor onbekwaamheid bet geheele bisdom in de onlusten van regeeringloosheid dompelde. Een blijk van wat fchadeiijke gevolgen 't is, zoo men onbekwaams vorsten verkiest, gemeenlijk helt dan de item van het gemeene volk tot de beste zijde. — Twee jaar naar den gedempten opfland der Dregter Friezen overleed Dirk de VI. en zijn oudfte zoon Floris de III. volgde hem op. ' §. LIV. Floris de HL met keizerlijke toeflemming den Geervlietfche tol opgerïgt hebbende, zoo belemmerde zulks de Vlaamingsrs zeerin hun koophandel, die van dag tot dag toenam, en de Hollanders , wier zeemagt aahwiésch en die den Oceaan bevoeren, bragten als mededingende nabuuren hun veele nadeelen toe; welke tot gevolg hadden, dat  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 41 Philip regent van Vlaanderen een vloot uitrustte om jagt op de Hollanders te maaken, en nam met zijn bij hem hebbend leger het land van Waas, en 't graaffchap Aalst den Hollanderen af, ook zegt men dat door een vonnis der baronnen het Hollandsch Zeeland, ten voordeele van den opperleenheer, den graaf van Vlaanderen, verbeurt verklaart werc]. De ontftaane onlusten te Groningen, Helden Floris den III. buiten ftaat zijn gelede ongelijk tewreeken. Omtrent Ooster- en Westergo maakte de graaf met den bisfehop een verdrag dat de eerste aldaar het waereldlijk, en de ander het kerkelijk gebied zoude oefenen. Uit de bijgelegde twisten door dien keizer tusfehen den bisfehop van Utrecht en de graaven van Holland en Kleef over de dijken der rivieren ter bevrijding van overltroomingkan men opmaaken, dat de mond des Rhijns bij Katwijk toen reeds bijkans geflooten was. Dit jaar vielen er in herfstmaand verfchrikkelijke overftroomingen voorin Friesland, Holland, Utrecht en Zeeland, de zee dreigde alles te vernielen, in de gragten van Utrecht vorig men zeevisch, omftreeks Staveren lag alles onder, en de Kennemers verlooren hun vee, en konden naauwlijks op de daaken hunner wooningen lijfberging vinden. —— Drie jaar daar naa viel er in de maand Meij weder zoo een zwaare florm en hooge vloed voor, dat Utrecht in gevaar raakte van in den plas bedolven te worden. — Uit het welke men kan afneemen, dat de Nederlanden naa dien tijd in hunne tl C 5 ir. hoofdsï* ii70.  B. HOOFDST. II?8. Boudewyn broeder van graaf Floris word bisfehop. Gelderlandneemt"toe in magt Dirk de VII. graaf van Holland. .1192. 42 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL vieren een merkelijke verandering moeten verkreegen hebben. §. LV. Boudewyn van Holland broeder van graaf Floris den III. den bisfchoplijken zetel beklommen hebbende zoo ondernaamen deeze vereenigde magten eenen togt tegen de Vriezen, die ongelukkig afliep , doch naderhand onderwierp Floris zich de eilanden Texel en Weringen, §. LVI. Gelderland nam in deze tijden mede zeer tóe in magt, onder Otho den II. een bekwaam en eerzuchtig vorst, die daar bij voegde de graaffchappen van de Veluwe en Zutphen; van Emmerik, het geene hij voorheen flegts half en met den bisfehop van Utrecht in gemeenfehap bezat, maakte hij zich meester. ■—- De graaven van Holland en Gelderland met den keizer Frederik den I. een kruistocht naa het heilige land doende, zoo vonden de keizer en de graaf van Holland aldaar hun graf. §. LVII. Philip graave van Vlaanderen, mede in de kruistocht zijnde omgekomen, zonder kinderen naa te laaten, zoo nam Dirk de VII. zoon en opvolger van Floris den III., deeze gelegentheid waar, om het opperleenheerfchap van Vlaanderen, van de landen bewesten de Schelde af te fchudden. Doch de keizer tot wien hij zich gekeert had weigerde zulks, en graaf Dirk was verpligt hulde te doen aan Boudewyn fchoonbroeder en opvolger van Philip. Kort daar op werd de graaf door de Vlaamingers in Zeeland aangevallen, waarfchijnlijk sver de knevelarijen des Geervlietfchen tols in een  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 4g tijd dat hij oneens was geworden met zijn broeder Willem, pas uit Palestina te ruggekeert, en die met de Dregter Vriezen tegen hem opftond, doch de Vlaamingers werden door den graaf, en de Vriezen door zijne dappere huisvrouw Aleid beteugeld. Willem vertrok naa de bevrediging met zijn broeder naa Oostfriesland, alwaar de Vriezen hem met open armen ontvingen en tot hunnen veldheer verkooren, dewijl zij hem aanzagen voor een vijand der Hollandfche graaven, wiens juk zij moede waren om langer te dragen. In Drenthe ontftonden mede bloedige onlusten. Deftede- voogden van den Utrechtfchen bisfehop werden verjaagd, waar op deze het land allerwegen ijszelijkst verwoestten, en deeze vijandlijkheden hadden noch geen einde, of wierden door binnelandfche oorlogen vanmeerder belang gevolgd, wijl de bisfehop van Utrecht, oom van graaf Dirk was overleeden.— Kuiperijen van den eenen kant werden onderfchraagt door den graaf van Holland, en die van Arnoud vanDeventer doorOTHO graaf van Gelderland, deeze twee graaven vanHollandenGeide rland verwoesten het geheele gewest om het tijdelijk bewind des bisfehops in handen te krijgen. In Overijsfel wierd Oïho geHagen , en vervolgens naa de dood van Arnoud, die te Romen overleed, werd Dirk der Aaze proosl van Maastricht door de kapittels tot bisfehop verkooren. Van de algemeene rampen des lands had de graaf van Holland de grootfte voordeden, doordien hij den bisfehop alle zijne waereldlijke in II. HOOFDSTV  ir. &0ofdst. j i I 120.3- 1 Ada, s'graven dogter, trouwde naa 't 1 overlijden ( v*n graaf Dirk den 1 Vil. aan t Lodewyk i graave van 1 iLeo& e 44 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL komsten onttrok en zich toeeigende. De graaf het flot ter Horst overmeesterd hebbende, zoo ontfing hij aldaar een bezoek van zijn broeder Wil-' iem , en leverde die in handen zijns vijands den graaf Kraan. Uit de gevangenis ontkomen zijnde, vlugte hij naa Otho graaf van Gelderland, wiens dogter Aleid hij trouwde , welke egtverbintenis gelegenheid gaf dat de graaf van Holland zich met zijn broeder verzoende, met gevolg dat deeze drie graaven zaamenfpanden, om de tijdelijke magt des bisfchops van Utrecht onder eikanderen te deel«n, doch de bisfehop zijn toevlugt neemende tot Hendrik hertog van Lotharingen, zoo werd Otho verrast en gevangen gencomen, en welk lot ook den graaf van Holland vervolgens trof, moetende beide voor hun ontflag een groot losgeld geven, en verd de graaf van Holland genoodzaakt een zeer ladeelig verdrag te fluiten met den hertog van Bratand, waardoor het oudlte gedeelte van Holland mitrent 8o jaaren lang leenroerig is gebleeven aan "raband. Kort daar op ftierf de graaf, waarfchijnijk van hartzeer zonder een manlijk Oir naa te laa:en. §. LVIII. Graaf Dirk de VII., liet ecne dogter laa Ada genoemt, haare heersebzuchtige moeder Ie graavinne Aleide, huuwde noch voor de uit'aart van haar overleedene echtgenoot haare doger uit aan Lop-ewyk graave van Loon of Los, een ;en, van Luyk afhangende, met oogmerk om daar oor de regeering te geeven aan een, welke door  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 45 dien weg aan haar verpligting had, als vreezende voor wraake over de overwinninge voorheen op Willem graave van Vriesland door haar bevogten, doch fchoon zij eenige edelen op haar hand had, zoo werd zij daar in te leur gefteld door Philip van Wassenaar, die in een vergadering der edelen naa de dood van Dirk den VII. daar toe bij een gekomen , verklaarde dat men alles moest beftaan om Willem te handhaven in het regentfehap, die ook in Holland gekomen met veel toejuiching gehuldigd wierd, en van Loon van de regeering ontzet, welke laastgenoemde graaf vlugtte en de jonge gravinne die in de Burgt van Leiden geweken was door de Kcnnemers en Rhijnlanders genoodzaakt werd haar over te geeven. Het koste graaf Willem veeï moeite om zich in het bewind te vestigen^ dooi dien van Loon met zijn aanhang hem veel tegenftand booden. —— Doch Willem met den Utrechtfchen bisfehop bevredigt, en de ingezeetenen de onderdrukkinge der Vlaamingers moede , ftonden tegen dezelve op, waar door zich de anders wanhoopende zaaken van Willem herftelden, en vervolgens geheel Holland zich aan hem onderwierp.— Graaf Willem zich mengende met de Duitfchers, Engelfche , Hollanders en Vriezen tegen de Franfchen in het gefchil over den pausfelijken ban van den koning van Engeland, was in het eerst gelukkig in zijn overwinning tegen de Franfchen, maar werd met zijn bondgenootenhet jaar daar aan op de vfógt gedreeven, en raet den Vlaqmfchen graaf krijgsge- IL HoofdsTj. ino5. De Vlaamingers.  ir. hoofdst. 121^. 1022. Floris de IV. graaf van Holland. 4# OPKOMST , VERVAL EN HERSTEL vangen naa Parijs gevoerd, alwaar hij een groot losgeld moest betaalen. - Twee jaar daar naa maakte graaf Willem zich berugt op zijne kruistocht, door het beleg en verovering van Damiate :Bij zijne terug komst vond hij het land in vrede gelijk hij het get laaten had, en overleed den 4 Februarij 1122. nahatende veel roem en eer dat hij de oudfte keuren en ftadsvoorrechten aan Geertruidenberg, Dordrecht en Middelburg gegeven heeft. Leverende dit ook het oudfte bewijs op van het beëedigenvan 's Lands Voorrechten door den graave. §. LIX. Graaf Floris de IV., maar 12 jaaren oud zijnde toen zijn vader ftierf, heeft ftaande zijne minderjaarigheid waarfchijnlijk onder de voogdij van zijn moederlijken oom den graave van Gelderland geftaan. Hij werd door zijn oom ingewikkeld in den Stichtfchen oorlog, ontftaan door de knevelarijen der bisfchoppen in Salland of door hetftreng afperzen van de toilen der Gelderfchen. Maar deze oorlog was naauwJijks geëindigt door tusfcheukomst van 'spausfen afgezant, of er ontftond een nieuwe tusfchen Egbert, burggraaf van Gronin-gen, en de Gelekkingen, het rijklTe en vermo- genfte gefiacht in die ftad. De bisfehop van Utrecht die de partij van den burggraaf trok, fchoot er het leeven bij in, en de graaf Van Gelderland en Gyserecht heer van Amftel kwaamen er af, net wonden en 't verlies hunner vrijheid. Wilbrand bisfehop van Paderbom tot bisfehop van U'recht verkooren, wist doorzijn krijgs bedrevent-  DER VEREENTGDE NEDERLANDEN. 4? heid de Drentenaars te onder te brengen, defchuldige te (troffen, en de gevangenen op vrije voeten te (tellen. Is'aaden dood van Wilbrand werd in zijn plaats tot bisfehop van Utrecht verkooren Otho de III. broeder van Floris de IV. Ten dezen tijden werd er een dijk van Amerongen tot aan Schoonhoven gelegt. Die van Stade ,eenl\&d gelegen tusfehen Friesland en Saxen, befchuldigt zijnde over zoogenaamde ongehoorde gruwelftukken en ketterijen, die mogelijk op zijn hoogst genoomen meest beftaan zullen hebben in tegenitribbeiirtge tegen de knevelarijen der priesteren, welke uit weerwraak zich in die tijden dan bediende 3 om de zulke die hun tegenftonden door het voor. vvendzel van ketterij van kant te helpen, zoo wierd tegen die van Staden een heirvaart afgekondigt, met toeftemming van den paus, bij welke zicii voegden, de graaven van Holland, Gelderland en Kleef, voorzien van een aantal fchepen en krijgsvolk , en welke de Stadingers naa een wakkeren tegenftand fioegen , overwonnen , en grootendeels uitrooiden. —— Doch graaf Floris overleefde dezen zegenpraal niét lang, naardien hij op eenfteekfpel in Picardye over zijne behendigheid daar in de lof behaalde der aanfehouweren , en inzonderheid van de gravinne van den graave van Clermont, maar deeze roem, vooral die van de graavinne, verbitterde het gemoed van den ouden graaf ClermonT zoodaanig, dat hij met eenige zijner ridders den Hollandfchen graaf ombragt, fchoon hij teffens tot ÏI. rlooFDST». 1233. 12344  II. Willem de II. graaf van Hol- 'O voor- 4»* OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL loon zijner moordlust door den graaf van Kleef van gelijke wierd afgemaakt. Die tornooi offteek- fpellen liepen veeltijds ongelukkig af, zoo dat men er meer dan 20 telt, die in een kort bellek van 25 jaaren, daar bij omkwamen, en vooral waren die uit den huize van Holland daar in wel de ongelukkigfle. §. LX. Slegts zes jaaren bereikte Willem de II. toen hij onder de voogdijfchap zijner beide oomen Willem en Otho zijn vader Floris den IV. in het graafelijk bewind opvolgde. Men wil dat in die tijden zich de Vriezen weder het graafelijk juk hebben afgefohud. — De jonge graaf in alle ridderlijke oefeningen onderweezen , werd in zijn twintigfte jaar op aanzoek van den paus, tot Roomsch koning verkooren, alzoo keizerFrederik de II. door paus Innocentius de IV. in den ban gedaan, en van 't rijk vervallen verklaard wierd, en Haco koning van Noorwegen, de hertog van Braband, en de graaf van Gelderland naa den dood van Hendrik landgraaf van Thuringen die waardigheid weigerden aan te neemen. Want het pausfelijk gezag had de keizerlijkemagt zoodanig vernedert en beperkt dat men aan de keizers den fpotnaam van ko.ningder priesteren gaf. - Doch om de tegenftand van eenige rijksvorsten moest de jonge graaf zijn verkreege waardigheid in perfoon, en met dewapenen handhaven, laatende intusfehen zijn graaffchap onder de regeering van zijn broeder. De paus onderfteunde Willem den II. wel met geld en  DER VEREENICDE NEDERLANDEN. 4$> voorftanders , maar zulks noch niet toereikende zijnde, begiftigde de graaf verfcheide lieden met1 privilegiën die ongetwijfeld goedbetaald zullen zijn geworden. Hij verpande ook voor 16000 Marken zilvers Nieuwmegen aan Otho den III. graaf van Gelderland, en naa die tijd is deze keizerlijke ftad aan dit landfchap voor altoos gehegt gebleeven. — De rijksflad Aken werd met hulp der Vriezen naa een hartnekkig beleg van 5 maanden ingenomen, de graaf tot ridder geflagen, wierd in die ftad plegtig tot Roomsch koning gekroond. De verdere krijgsverrigtingen mislukten den graaf, en door gebrek aan geld en andere behoeften zag hij zig genoodzaakt terug te keeren. §. LXI. Graaf Willem trouwde dit jaar met Elizabeth dogter van Otho hertog van Braband; \ kort naa dit huuwelijk raakte hij in oorlog met de t gravinne van Vlaanderen, zwarte Margriet ge-1 noemd, die de hulde van Vlaanderen aan hem wei- \ gerde , en zelfs leenverheffing weegens Zeelandc eischte, om dat haar voorzoon Jan van Avennes ] gehuuwd aan graaf Willems zuster met het graaffchap Namen en 't land van Waas befchonken was. — Intusfchen dat zij graaf Willem te Antwerpen met handelen over hunne onderlinge verfchillen ophield , viel haar zoon Guy van Dampierre met een groot leger in Walcheren , doch deze wierd door Floris , 's graaven broeder, zoo wel ontfangen, dat hij met verfcheide perfoonen gevangen genoomen wierd. Even vrugteloos liep ook af haar in- II. Deel. D IL loOIDST.' 1251. Jraaf Villem 'OUWt iet Eli- abeth, ogter van en hertog an Braand.  50 OPKOMST, VERVAL EN HERSTÊL' II. HOOFDST. De graaf' begeeft zich naa Geneve om met clen paus een mondgelprek te boliden. $ï$7- i "J neeming van Henegouwen, door Karel van Anjouj broeder des konings van Frankrijk, wordende zij naa deeze geleede verliezen genoodzaakt vrede met graaf Willem te maaken. LXII. Naa het eindigen van dezen gelukkigen krijg, begaf graaf Willem zich naa Geneve, om in een gehouden mondgefprek met den paus waar* fchijnlijk den tijd der keizerlijke krooning te bepaalen , door dien hij in een voorige reis naar Duitsch- '■and aldaar zeer minzaam wasontfangen. Doch Je muiterij der Vriezen en deoorlog in het Sticht riepen hem fpoedig te rug, want Go'zewyn van Amstel door zwakheden of andere oorzaaken van zijn Msfchoppelijken zetel beroofd, en Hénerik van Vtanen mét die waardigheid begunftigd zijnde, 7.00 waren de heeren van Amftel en Woerden, cnderfteund door Otho de II. graaf van Gelderland, daar loor in 't harnas gejaagd, en trokken tegen den nieuwen bisfehop op, die hun leger niet alléén verloeg, maar zelfs de heeren van Amftel en Woer-' len gevangen kreeg en noodzaakte tot een vernederende vrede. — De opftarid der Westvriezen was ten Ilegter gevolgen voor den graaf, door dien hij n den winter de Vriezen over het ijs willendé aanballen met zijn paerd en zwaare wapenen in een rinderlaag door het ijs viel en van de zijnen Verlaa-' en door de Vriezen afgemaakt werd, wordende 'A]n lijk op Hoogstwoude gebragt, en de flag door ie Hollanderen verloeren. Deeze graaf heeft verfcheide keuren en handvesten aan zommige fte-  VËREENIGDE NEDERLANDEN. $ï Öen gegeeven, Alkmaar gaf hij een tienjaarige vrijdom van alle lasten, behalven van den krijgstogt tegen de Vriezen, Haarlem kreeg ook ftads keuren en tol vrijheid. Dordrecht ', Delft en Zierikzee hebben van gelijke verfcheide voörregten en keuren ontfangen. Men wil ook dat deezë graaf zich ver-> maart heeft gemaakt door het iligten van verfcheiden gebouwen in ons vaderland. §. LXIII. De jonge graaf Floris de V. werd op zijn tweede jaar door de edelen en gemeente voor graaf erkende Zijn oom Floris overwinnaar der Vlaamingèrs, en geever van verfcheide keuren in Zeeland', ftierf 2 jaar naa zijn broeder aan een ontfangen Wond in eert tornooifpel te Antwerpen: dit gaf gelegenheid dat er over de voogdijfchap van den jongen graaf twisten ontltonden, tusfchen vrouw AleId , weduwe van Jan van Avennës , en moeij van graaf FlorIs den V., en Otto den III., graaf van Ge/rfef'tezd zooneeneroüdmöeije van Flöris den V. doch deeze laatfte behield door de Wapenen en de hulp der Hollanderen de voogdijfchapi §. LXIV. De geest van onaf hangelijkheid, die de Vriezen bezielde, vertoonde zich ook in de omleggende landfehappen onder de dorpelingen en landlieden,zoö dat de plagerijen en verdrukkingen, die de adel over het gemeen oefende, de Kenne* tners tot een opftand verwekten, die zoo hoog liep dat zij met hulp der Westfriezenen de Waterlanders een voorheemen hadden de edelen te verdrijven * hun fiooten te verwoesten en den teugel des be* D 2 IL GraafFLo. Ris de V. graaf van Holland. 1258, Öpftand tegen de edelen.  n. HóOFDST. „ 1274- . Graaf Floris aanvaart de i regeeriug. ] ( Vriendfchap ge- t zogt met Edüard 1 koning van r Engeland, j i u 1 g z d $2. opkomst, verval en herstel winds het volk in handen tegeeven. Haarlem Wierd door hun belegerd. De heer van Amftel voegde zich bij de muitelingen, ten einden zijn landen te beveiligen, en zicbbij die gelegentheid te wreeken op den bisfehop van Utrecht, welk laatfte oogmerk hij in zoo verre bereikte, dat te Utrecht de edelen werden uitgedreeven , de overheden afgezet, en uit de gemeene burgerftant andere in hun Dlaatfe verkooren. t Doch i jaaren daar naa deeze ftad venast en4o duizend burgers in ballingfchap /erzonden zijnde,.zoo geraakte alles weder op den Juden voet. , §. LXV. Graaf Floris de V., op zijn 13 jaar le regeering aanvaart hebbende, ondernam het om le dood zijns vaders te wreeken, trok tegen de 'Vestfriezen op, bragt hun toen en vervolgens in aater tijd geheel onder gehoorzaamheid , en ontlekte het lijk zijns vaders, dat naa Middelburg ge'oerd en aldaar met ftatie begravenfwerd. §. LXVI. Om den koophandel dezer landen uit e breiden, zogt de graaf de vriendfebap met Eitjart koning van Engeland. Van hier werd uit dat ijk wolle gehaalt om te bewerken, doch de koopeden van Engeland en Holland geraakten dikwijls in efchil onder malkanderen, zoo dat het verbod van itvoer van wolle uit Engeland gedaan, ter oorzaae van den oorlog van dat rijk met de Vlaaminirs, de Zeeuwen daar veel door leeden, waarom ij ter verhaaling van fchaade de zee met kapers oorkruisten, de.Engelfche kooplieden veel fcha-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 53 dens toebragten. Tusichen den koning van Engeland en den graaf werd bij een verbond van vriendfchap, ook tefFens een huuwelijks verdrag geflooten, tusfchen Alphonsös zoon vanEoüARD en Margereta, 's graaven dochter, doch de dood van deeze beide, en de geboorte van 's graaven zoon, Jan de eerste genaamd , deed weder een ander verdrag tot ftand komen, waar in deeze graaf in Engeland opgevoed en tot huuwbaare jaaren gekomen, aan prinfes Elizabeth zou uitgehuuwelijkt worden. 1 Dit jaar werd Dordrecht door hertog Jaw van Braband van alle leenroerigheid ontheven, en om de ontftaane onlusten in'tStigt, de heeren van Amflel en Woerden hunne flooten ingenoomen, en haare goederen verbeurd verklaard , en die ze niet dan lange daar naa op harde voorwaardens weder kregen. §. LXVII. 's Graaven gezag van tijd tot tijd zeer toeneemende, en bijzonder toen hij de Vriezen aan zich had onderworpen, zoo geraakten de Zeeuwfche en Hollandfche edelen door de vermindering hunner vrijheden daar over zeer misnoegt, verbonden en vervoegden zich bij Guy graaf van Vlaanderen, hem vlijende om Zeeland bewesten de Schelde te verkrijgen. Doch de graaf van Holland fteunende op den bijftand der ftedcn die hij met verfcheide voorregten en vrijdommen befchonken had, bekreunde zich weinig over den toeleg der edelen ; graaf Floris ontzette door eon vloot de ftad Middelburg van het beleg der Vlaamingers, en zij vier D 3 ir. HOOFDST, 's Graaven gezag ïeemt toe.  II. HoOFDST. 1295- Dordrecht verkrijgt de ftapel der Engel fche wolle. De wolle ftapel var Dordrecht naa Jiritg ge en Mechelen verlegt. SA OPKOMST) VERVAL EN HERSTEL jaaren laater weder een inval in Zeeland doende * zoo werden de Vlaamingers met groot verlies te rug gedreeven. §. LXVIII, Eduard de L koning van Engeland, begunstigde de ftad Dordrecht met het ftapelregt der Engelfche wollen. De voornaamfte handel deezer ftad op Zee en langs de Rivieren, heftond in die tijden in wijn, graanen, zout, ijzer, hout, lakens, en anderewaaren, de Hollanders, Zeeuwen en Vriezen verkreegen ook van dien vorst vrijheid om op zijne kusten haring te vangen. — Doch deeze vriendfehap verkoelde binnen korte fterk, om dat [graaf Floris de V. op de open gevallen SchoU fche throon eisch maakte, en niet zonder een aanzienlijke fomme gelds daar voor te ontfangen af- fhnd deed. • De Engelfche vorst' een groot ftaatkundige zijnde, zogt den graave van Vlaande. ren in zijn belangen te krijgen tegen Frankrijk, waar toe hij zelfs een huwelijk voorfloeg tusfchen zijn zoon Eduart en Philippine 's graaven dogter, en de wolle ftapel van Dordrecht naar Bruggen en Mechelen verlei. Kort daar op floot graaf Flo- . ris de V. een verbond met Philip den schoonen -koning van Frankrijk, ter verweering van dien vorst tegens de aanvallen van den keizer en den koning van Engeland', vergunnende de Franfchen om in deeze landen zich te voorzien van feheepen, krijgsvoorraad en levensmiddelen. • • Een blijk dat de koophandel in de Nederlanden toen al zeer bloeide. —- Doch dit gedrag van graaf Floris  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 55 was oorzaak van alle de ongelukken die hem vervolgens overkwaamen, naardien de gehoonde koning van Engeland in 't heimelijke zaamenfpande met de misnoegde edelen dezer landen, welke bijzonder waren Gerard van Velzen , Gysbrecht van Amstel , Jan van Heusden , Herman van Woerden en meer anderen, de eerste bijzonder misnoegd, over het geweld van den graaf aan zijn vrouwe gepleegd, en de andere edelen om dat zij hun gezag dagelijks zagen verminderen, en dat deigemeente door het verkrijgen van groote voorreg- ten toeneemen. De edelen maakten een zaa- menzweering tegen den graaf, aan welker hoofd was Jan van Kuyk, die om een glimp daar aan te geeven, den graaf oorlog aan deed. De graal in Utrecht komende, naamen de zaamenzweerders die gelegentheid waar, lokten den graaf op een valke jagt naa buiten, en bragten hem gevangen op het flot Midden aan de vegt. ; De fteden en gemeente dit verneemende, trokken op het flot aan, waar op de zaamgezwoorene den graaf in ftilte langs heimelijke wegen vervoerden, en onderweg afmaakten. §. LXIX. Deeze moord gaf een algemeene verflagentheid, doordien deze graaf zeer bemind was onder de Landzaaten, welke hij aan zich verbonden had door het geeven van groote voorrechter! aan veele fteden. Graaf Floris overtrof alle zijns voorzaaten in magt en gezag, en was de eerste dit sjch noemde graaf van Holland, Zeeland en hees D 4 II. 300FDST* GraafFtoris omgebragt. Deeze moord geeft een groote ver-i (lagenheida  il HooFDST. I2p5. Jan graaf j van Hol- land. \ i 1 i i c \ a v i e l t z ■9 56" OPKOMST 5 VERVAL EN HERSTEL van ÏMwtf Hij bezat prijzelijke hoedaanighederr, maar hem ontbrak de ftaatkunde om de tweemagten van den adel en het volk in evenwigt te houden. En had teffens het zwak van zeer gezet te zijn op de fchoone Sexe. Waar door hij ook ten ieele zich in den haat der edelen had gewikkeld, iet welke met en beneevens de befnoeijing hunner raorregten en belediging aan den koning van En. leland gedaan den grond tot zijn bederf lei. §• LXX. Graaf Jan in Engeland opgevoed, had naar den ouderdom van 15 jaaren toen hij in het ïraaflijk bewind trad , groot waren de kuiperijen van twee heerfchende partijen, om deezen vorst e beftuuren, wiens jonkheid en geringe vermoo;ens van geest, wel een goed toeverzicht nood;aaklijkmaakten, verfcheide edelen en bijzonder de bad Dordrecht verkooren Jan van Avennes, daar an de zijde des konings van Engeland, Wolfert 'An Bokseeen, en Dirk graaf van Kleef naa de oogdijfchap dongen, die ook bij overkomst van en graaf uit Engeland, denzelven overal met zich oerden, en van hun wil en beveelen in allen deelen Fhanglijk maakten, zoo dat, offchoon Jan van Aennes het regentfchap had verkreegen van eenige eden, zoo achten deeze zich nogthans niet veilig n vertrok naa Henegouwen. De bisfehop van Jtrecht Willem van Mechelen een onrustig en. srzuchtig kerkelijke , die weinig deugden bezat, ogt met deeze beroertens zijn voordeel te doen, •ekkende de Westfriezen hun oude liefde tot de  DER VEREENICDE NEDERLANDEN. 57 onafhanglijkheid weder op, en onderfteunde hun in dezelve. In Zeeland waren meede groote onlusten ontftaan, in welken de aanhang van den koning van Engeland ook deel had , tot oogmerk om Avennes te ontzetten van zijn regent- fchap. De Westfriezen die nu hunne laatfte poogingen hadden gedaan tot onafhanglijkheid, werden verflagen en voor altoos aan Holland gehegt, en door baljuuwen van den graave beftuurd. De bisfehop van Utrecht zijn oogmerk niet kunnendebereiken, was genoodzaakt vreede met graaf Jan te maaken. §. LXXI. Van Borselens gezag geen palen kennende , zelfs ten nadeele der kooplieden de munt veranderende, en den baljuuw van Dordrecht, gunsteling van hem, niet alléén Herkende in de krenking van ftads voorrechten, maar ook met kragt van wapens bijftaande, zoo werd deezen ftaatsdienaar zoo gehaat bij de fteden en edelen, dat hij zich niet meer veilig achtende, vlugtte, en den graaf met zich voerde, doch het zelve ontdekt raakende zoo wierd hij vervolgt, agterhaald en te Delft van het gemeen afgemaakt. Waar op Jan van A- vennes weder het regentfehap aanvaarde, met zoodaanig een aangemaatigd gezag, dat hij alles met zijn eigen zegel bevestigde , terwijl graaf Jan er flegts zijn klein zegel bij zette. Avennes naa Frankrijk op reis gaande, liet den jongen graaf te Haarlem, welke aldaar ziek wierd en ftierf, zonder kinderen riaa te laaten, waar door het graafD 5 ir. ElOOFDST, Van Borzêlens gezag kent geen palen. GraafjAM üerft. 1299.  II. HOOFDST. 58 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL fchap van Holland overging in het huis van He? negouwen, AANMERKING op de regeering der Hollandfche graaven, §. LXXII. In dit tijdbeftek van 400 jaaren, dat de graaven (het Hollandfche huis genoemt) over deeze landen geregeert hebben, zijn de gefchiede, nisfen zoo duister niet als voorheen, waarom ik nu ook in de opkomst, eerst op de inwendige middelen, dan op de uitwendigen, en eindelijk de zamengeftelde in- en uitwendige gelukkige oorzaaken uit haar vereenigde werking zal tragten naa te gaan , ten einde dus het waare en regte nut uit de gefchiedenisfcn te kunnen trekken, §. LXXIII. Naa dat de magt der graaven van Holland van tijd tot tijd aanwies, flooten zij hunne zwakke befchermers uit alle bewind, In het eerst gedroegen zij zich welftaanshalven als leenmannen van het keizerrijk, zoo lange als het met hunne belangens overeenkwam, maar zoo dra zij zich fterk gevestigd oordeelden, fchudden zij ook dit juk af. Doch men moet ten dezen tijden hierin wel acht geeven op de zamenloopende omflandigheden. Het keizerlijk en pausfelijk gezag flreeden altoos tegen eikanderen om den voorrang, elk handhaafde met de wapenen, en de paus met de wapenen en banblikzems vereenigt hunne weezendlijke of genaamde regten. Het onttroonen van pauzen of keizers  r DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 59 waren maar gemeene verfchijnzels, ieder had zijn aanhang naa dat de belangen het vorderden. Danzag men eens de keizerlijke zich boven de pausfelijke verheffen, 'en dan weer omgekeerd de keizers afbangelijk van de pausfen. De Hollandfche graaven hun eige grootheid beoogende, hielden zich altoos aan de pauzen om daar door zich te onttrekken het keizerlijk gezag als leenheer. Zij bedienden zich van die onlusten en bijzonder van het verval in het keizerrijk om hun magt uit te breiden. Doch in 't vervolg zullen wij hen weder zien, zoo draa het keizerlijk gezag toeneemt en het der graaven belana werd hun te eerbiedigen , de gewoone hulde aar de keizers bewijzen. §. LXXIV. Zeker zouden veele dezer graavei wel een dispotieker regeering geoefend hebben ovei hunne landzaaten, indien zij niet gevreesd haddei voor groote hinderpaalen daar in te zullen ontmoe ten. De bisfchoppen van Utrecht, en de graa ven van Holland waren hier in twee groote meede dingers om elkanders magt te beperken, de gemij terde vaders boven maaten heerschzugtig om hun ne waereldlijke magt uit te breiden, wierden altoo daar in geholpen door het keizerlijk gezag en ver meerdering van kerkelijke giften. De graave; daar en tegen hadden de meeste paufen op de hand en welker paufen oogmerk was om het keizerrij en alle Christen vorsten van hun wil afhangelijk t maaken. Hier kwam nog bij, dat de binne ■slandfche edelen die op Burchten of Jfasteelenvtoox. II. HoOFDST?? 1 k i  ir. HOOFDST. 'CO OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL de, en groote goederen bezaaten, met hun lijfeigenen en die, welke onder hunne befcherming woonden, van gelijke zeer bezorgt waren voor hunne vrij" heden. —— En dus was het niet wel mogelijk onder vrije landzaaten , gebooren vijanden van alle flaaffche af hanglijkheid, een dispotieke regeering in te voeren. Ja! tusfchen de bisfchoppen en graaven van Holland ging de haat zoo verre, dat zij meest over en weder, elkanders vijanden met geld en wapenen onderfteunden.1 k Veelen dier Hollandfche graaven de gedugte magt van veele edele vreezende, zogten daarom tot uitbreiding en bevestiging hunner magt, de gunst des volks te winnen, met aan hunne lieden groote voorregten te geeven, hier door verkreegen de graaven een tegenwigt van magt, zich toeleggende om langs dien weg het vermogen der edelen te befnoeijen. Indien men dus het graafelijk beftuur in het waare dagligt befehouwt, had het in het eerste veel overeenkomst met de alleroudfte regeering dezes Lands §. 8. — De graaf had wel het opperfte bewind en een erffeüjk regt voor zijn nakomelingen op deeze landen, maar was geen oppermagtig vorst, doordien hij onder eede verpligt was de privilegiën en vrijheeden des lands naar te komen zonder edelen of landzaaten in hun regten te mogen verkorten en was ook leenhulde verfchuldigt aan den keizer als leenheer. Dus was zijn magt bepaald, 't is wel waar dat alle deeze voorregten niet even oud zijn , maar 't is neer dan waarfchijnlijk, dat evenwel de meeste  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 6l van die van oude herkomst hun' o'orfprong gènQOmen hebben. —'— In 't vervolg het graafelijk gezag door buitenlandfche bezittingen zeer toeneemende , zoomaatigden zij zich ook meerdere regten aan, doch hier- van bedienden zij zich al naa dat de tijdsomftandigheden waren. Vreesden zij voor mededingers naa het graaflijk bewind, dan zochten zij door gunstbewijzen de genegentheden des volks te winnen, doch daar geen vrees voor hebbende, en zich genoeg gevestigd oordeelende, zoo bekreunden zij zich weinig aan het fehenden der voorrechten en uitbreiding' hunner magt, dezelve magt als 'onbepaald aanmerkende. — Doch deeze onbepaalde magt, die veele graaven zich hebben toegeigent, is maar een ontroving van 's volks vrijheeden geweest, en die de landzaten hebben moeten erkennen, om dat ze niet magtig genoeg waren zich altoos daar tegen te verzetten. En dit-is iets daar men wel degelijk op acht moet geeven onder de graafelijke regeering wil men eenig goed denkbeeld vormen van der graaven magt, en der landzaaten regj ten, het geeneikopzijn plaats nader zalaantoonen. §. LXXV. Bij alle deze gunstige omftandigheden tot uitbreiding van 's volks vrijheden , kan men noch voegen de prediking der kruistochten], waar in de paufen en dus ook de graaven van-Holland zoo veel belang fielden, dat eenige van onze graaven en 's Lands edelen hun goed en bloed daar aan opofferden, flaven die moed genoeg hadden om daar indeel teneemen, verkreegen tot loon hunner roemi HoOFDST.  Éfi HoOFDSTs 6i OPlCOMsfj VERVAL ÉN HERSTEL- ruchtige buitenfpoorigheeden hunne vrijheid, hier door verminderde de volks flaavernij ten deele uit de leen regeering herkomstig, en vermeerderde hel gezag der vrije landzaaten, wijl intusfcheh de edelen voor hunne kostbare uitrustinge veele hunner goederen genoodzaakt waren te verkoopen,en die dan met groot voordeel geraakten in handen van vermogende burgers: door deezert weg verkreeg dus ieder' die met moed bezield was zijn vrijheid, en de werkzaame landzaat gelegentheid om groot voordeel te' trekken uit deeze buitenfporigheden, tot uitbreiding hunner koophandel en bevordering der burgelij ke vrijheden , want hier door de eigendommen der burgers vermeerderende, zoo moesten in zaake van verlchil dezelve door wel ingerigte wetten' beflist wórden, deeze wetten verzagtten wederom de zeden des volks, en deeden de werkzaamheid aanwakkeren in evenredigheeden dat de vrijheid toenam. .§. LXXVI. Maar de voornaamfte Werkzaamheid die de welvaard van 's Lands ingezeetenen deed bloei jen, was de koophandel, hier door verrijkten zig deszelfs inwoonders, en genooten de gunsten der vruchtbare natuur uit alle gewesten des aafdbórdems. De landbouw verkreeg een nieuw leven: de vruchten uit deeze baarmoeder Voortkomende herfchepten de werkendè hand en arbeid van vernuft, in handwerken, uit welke de arbeidsman zijn talrijk kroost onbekommert Voedde, en d£ ■konstenaar een rijkelijk beftaan verkreeg.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 6$ g. LXXVII. Want dat de koophandel onder de graaven van het Hollandfche huis merklijk toegenomen is, blijkt inzonderheid uit de tollen, de kerk van Utrecht genoot in de tiende eeuw al het Ti gedeelte der tollen tot in Texel en daar omtrent, in 't jaar ioio werd graaf Dirk door de Thielenaars bij den keizer'aangeklaagd over het belemmeren des koophandels op Engeland y&door het heffen der Dordfche tollen. Wijk te Duur ft ede, Thiel en Dordrecht waren in dien tijd voornaame handeldrijvende fteden. De oudfte zeehandel fchijnt op Engeland te zijn geweest. Der Hollanderen handel was vooral in de dertiende eeuw zeer voordeelig met de Engelfchen, zij' voerden verfcheide koopwaaren uit Duitschland, Braband, Vlaanderen en ookuiÉ de. Oostzee met hunne eigen fchepen in dat rijk, en bragten uit Engeland te rug graanen, en wolle tot hun weverijen, zoo dat door een genoomen de balans des koophandels in die tijden ten voordeele der Hollanders moet zijn geweest, om dat de wolle in Holland verwerkt wierd, en zij veele der Engelfche produkten met de goederen uit de Oostzee langs den Rhijn, Mms, Moezel en Schelde vervoerden naa de aanpaalende landen. Van waar ze Weder de voorbrengzels dier landen kogten of verruilden, en naar elders verhandelden. Want volgens een verdrag tusfchen Jan heer van Kuyk en die van Dordrecht van den o. December 1285. moesten de Dortenaaren tol betaalen van zout, haring, kooren, wijn, vijgen, hout, olij, huiden, molefiee, n. HOOFDST*  ir. hoofdst. 64 OPKOMST , VERVAL EN HERSTEL nen, quarenfteenen , ftoerijzer, ftaal, lijnwaat} merferien, wolle lakens , behalven andere waren, daar zij geen tol van gaven, uit het welke en de tollijst van 's.graaven tol te Dordrecht van den 10. Oclober 1287. men zien kan, dat de handelin die ftad al grootelijks moet gebloeid hebben, verkrijgende zij ook gelijk wij even hier voor gezien hebben, de wolle ftapel der Engelfchen. De koophandel op de Oostzee moet mede van zeer veel aanbelang zijn geweest, wijl in het begin der veertiende eeuw, die van Breinen ,. Hamburg, .Lub'ek , Dantzig en meer andere fteden in de Oostzee van Willem den III, alhier bijzondere vergunninge kreegen. §. LXXVIII. Is de koophandel gelijk we gezien hebben in't voorige §. zoodanig aangewasfen, dan kan het niet anders wezen of alle fabrieken en handwerken tot den fcheepsbouw behoorende, moeten daar door een aanmerkelijke bloei verkregen hebben, maar bijzonder is een laken-fabriek en lakenneering al vroeg hier gevestigt geweest: van 't jaar 1200. vind men al een gildebrief in Dordrecht van hst wandfnijders gild. Schoon de fchepenen aldaar verleenden op den 4 Julij 1276. aan de zoogenaamde wevers en wolle lakenrerwers mede noch bijzondere voorregten, de oudfte inftellingen dien aangaande te Leyden, fchoon van de veertiende eeuw, bewijzen nogthans dat de wolle weverijen zelfs voor die tijden van zeer veel belang moeten zijn geoordeeld. Ja de verfchillen met de Engelfche en Vlaamfche kooplieden over het belemmeren des 1 han-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. handels over en weder , geeven blijken hoe groot de naijver en mededinging in den koophandel en fabrieken bij hun was geworden, dat ze zelfs vijandelijkheden op Zee en te Land tegen eikanderen pleegden. §. LXXIX. Dat m een land van rivieren doorfneeden, en aan de zee geleegen, de visfcherijen een der eerste en voornaamfte middelen van beflaan voor deinwoonderen dezes Lands zullen hebben Opgelevert, kan niemand aan twijffelen: het voorregt van koning Edüart den I., aan de Hollandederen, Zeeuwenen Vriezen vergunt, om op de kusten van Engeland omtrent Jarmouth te mogen visfchen, geeft een blijk van wat belang die visfchcrij toen al moet zijn geweest, dat dezelve een koningrijke töeflemming noodig had. Voor dien tijd vond men deeze visch op de hoogte van Schoonen, en fchoon een giftbrief van den bisfehop van Schoonen van 't jaar 1495- waarin de voorregten aan die van Amflerdam, gegeeven indenjaare 1277. in gefchrift worden gefield, wel geen gewag maaken van de haring visfeherij aldaar, zoo is het doch waarfchijnlijk, dat zij zoowel als de De enen op die plaats gevischt zullen hebben. De gefchiedenisfen zullen ook vervolgens leeren, dat die visfeherij een der oudfte handteeringen van's Lands inwoonderen geweest is. Waren in die tijden koophandel en visfcherijen de bronnen van 's Lands voorfpoed, de fcheepvaart daar aan verknogt, moet meede zeer hebben gebloeid, en zelfs gedugt voor hunne II. Deel. E II.  66 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL IL Hoofdst. nabuuren zijn geworden , wijl zij uit hoofde van gereefen onderlinge verfchillen, de Engelfchen en Vlaamingers ter Zee zeer ontrustten. De vaart op Engeland en van daar terug gefchiedde ook met HoU landfche fchepen. In het begin der dertiende eeuw wierd er uit de Maas ter kruisvaart een vloot uitgerust, die eerst maEngeland en Portugal voer, en vervolgens met andere kruisvaarders vereenigt, onder graaf Willem Damiate hielp veroveren. Een blijk dat de fcheepvaart, vooral naa die tijden gereckend al aanmerklijk moet geweestzijn. • §. LXXX. Alle deeze gelukkige inwendige omftandigheden, moesten ongetwijffeld dus medewerken om de landzaaten te verrijken, vooral zoo men daar bij paart de tot hun voordeel meede werkende uitwendigs omftandigheden. — Het leenroerig flelzel iniwr0^aingevoert,baardde meest in alle landen niet dan beroertens en oneenigheden. — De toeneemende magt der Pauzen gepaart met hunne banblixems tegen keizers en andere Christen vorsten veroorzaakte niet dan krijg en verwoesting. Magtige leenmannen verftieten hunne wettige leenheeren en maakten hunne vafallen tot Haven. De koophandel, handwerken, konsten en weetenfchappen waren uitlandigin veragting, om dat geen edelen of vrije lieden dezelve oefenden, maar zulks, alleen wierd overgelaaten aan fiaven, welken geld en aanmoediging ontbrak. Veele Pauzen wilden alle Christen vorsten pnder hun cijnsbaar maaken, vorsten die moed had-  DER VEREENICDE NEDERLANDEN. 6/ den zich daar tegen te verzetten, wierden in den kerkdijken ban gedaan j en de onderdaanen van hun eed ontflagen. Frankrijk en Engeland oorlogden genoegzaam onophoudelijk, dan zag men een groot gedeelte van Frankrijk door de Engelfche wapenen Verovert, en kort daar op onder ftrijdbaare Franfche vorsten weer herwonnen. De kruisvaart in alle landen gepredikt, waren draaikolken, die de landen ontvolkten en van hunne fchatten beroofden, geene die er bij wonnen dan de Venetiaanen ert handeldrijvende volken, en bijzonder de Hanzelteden en onze Nederlanders. Kortom vreede en Vrijheid feheen in Europa van de aarde verbannen,alle rijken waren in en uitwendig beroerd en verdeeld, daar intusfchen de Hollandfche graaven zich •meest uit deeze buitenlandfche beroertens hielden. En ontftonden er al eens binnenlaridfche twisten en oneenigheeden tusfchen de bisfchoppen, Vriezen en edelen, het diende meest om de vrijheid met des te meer luister haar hoofd uit de llavernij te doen opbeuren. —- Onze grootfte meededingers in den koophandel ter dier tijden waren de Vlaamingers, en de Hanzefieden. De Venetiaanfche handel was van een andere natuur, en als toen noch buiten ons beitek. §. LXXXI. Deeze gelukkige in- en uitwendige omfcandigheden zich zaamen paarende , kon het niet wel anders weezen, of dit land moest boven andere landen in vermogen toeneemen. . Natuurlijke legging aan zee, vaarbaare rivieren, werkE 3 II. HOOFDST.  ir. H00FDS1 68 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ,j zaame landzaaten, in handwerken en fabrieken» genot van vreede en vrijheid onder een goede regeering, alwaar graafelijke gunstbewijzen, den kóóphandel op allerhande; manieren aanmoedigden, gepaard met gelukkige uitwendige omftandigheden, moest de welvaard doen aanwasfen, en de rijkdom-, men vermeerderen , de konsten en weetenfchappen doen bloeijen, en dit land offchoon uit zich zei ven niet in ftaat veele inwoonders te voeden, nogthans door een fteeds toeneemende ijver en werkzaamheid van vernuft, tot dat punt van hoogte brengen, dat het'vervolgens op Zee de wet ftelde aan zijne nabuuren én zijne kielen geene havens onbezogt lieten, maar binnen en buiten Europa de voortbrengzels van alle gewesten der aarde in zijne havens bragten , en-weder naa elders verhandelden, — gelijk ons de gefchiedenisfen in 't vervolg zullen leereno  DER VER1ENIGDE NEDERLANDEN. DERDE HOOFDSTUK. Over de Hollandfche Graaven uit het huis van Henegouwen. §. LXXXII. Jan van Henegouwen, door het overlijden van Jan den ï., den laatften graaf uit het Hol-] landfche Hamhuis, die waardigheid door erfenis ver-. krijgende liet zich, om meer daar in bevestigd te" worden, bij de fteden, wiermagt zoo fterkwas toe- 1 genoomen, onder den naam van Jan den II. daar toe inhuldigen. Schoon hij zich bevlijtigde, om de misnoegde edelen te bevredigen of te beteugelen , zoo had hij tot zijn grootfte partij Jan van Renesse, een Zeeuwsch edelman, welke bij keizer Albrecht beweerde, dat het graaffchap Holland aan het rijk vervallen was. — Die vorst viel daar op vrugteloos in Holland. In Zeeland werd er een opftand dezen aangaande met moeite gedempt. §. LXXXIII. De Vlaamingers zich bedienende! van deeze troubelen vielen in Zeeland, en vervol- n gens in Holland en Utrecht. Met behulp den Holland fche fteden die de Flaamfhe bezittingen uitdreeven, verjoeg Witte van Haamstede natuurlijke zoon van Floris den V. hun uit de Erpvintie E 3 III. "loOFDST. an van 'iencgouven graave ran Holand. 'ingers aüon in folland 'eeland \Utrecht.  nr. HoOFüsT. I304. Jan de II, fterft. WlLIXM ZDon van jANden li graaf van Holland. 7* OPKOMST3 VERVAL EN HERSTEL van Holland ; en door den verkreegen onderftand uit Frankrijk werden zij vervolgens ook uit Zeeland verjaagd, en hier door graaf Jan de II. in zijn graaffchap bevestigd. Tusfchen Guy, 's graaven broeder bisfehop van Utrecht, was geduurende zijn 16 jaarige regeering met de Hollanders, niet alleen vreede, maar zelfs de naauwfte verbintenis. §. LXXXIV. Jan de II. beleefde niet lang zijn verkreegen rust, alzoo hij kort daar naa in Henegouwen ftierf. Hij was een goedaartig vorst, doch te flap en onachtzaam op de regeering. . Holland was ten zijnen tijden al vermaart voor een rijk land. Onder de regeering van dezen graaf ontdekt men het eerst dat de edelen en de afgevaardigden der fteden, den naam des Raads van Holland hadden, zijnde de naam van Staat en toen noch in geen gebruik. §. LXXXV. Willem , zoon van Jan den II. gebooren uit Fhilippine, dogter van den hertog van Luxenburg, die namaals onder den naam van Hendrik den VIII. keizer werd, volgde zijn vader onder den naam van Willem den III. in de regeering op. Hij ftrafte, en verleende verfcheide ballingen vergiffenis. Om zijn godsdienstigheid, gemeenzame omgang, en handhaven des regts, wierd hij bijgenaamd de Goede. Met Johanna van Valois, dogter van Karel van Valois, broeder van Philips koning van Frankrijk trad hij in het huuwelijk, ea welke echtverbintenis hem veel luister bijzet-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN'. 7* te. Een zijner dogteren uit deezen echt verwekt, trouwde met Lodewyk van Beijeren, en de andere aan Eduard denlll. koningvan Engeland. Een blijk tot wat aanzien de Hollandfche graaven waren op. geklommen, doch des niet tegenftaande hadden de Hollanders en Zeeuwen hun graaf geweigerd buitenlandfche hulp te geeven, zij merkten hem aan als een vreemdeling, die Henegouwen uit den voorraac van Holland wilde fpijze , waardoor hij genoodzaakt werd met de Vlaamingers een nadeeiige vree de te fluiten. Maar de graaf eenige tijd naderham met Frankrijk de wapens tegen Vlaanderen opge vat hebbende, zoo wierd met de Vlaamingers d( aloude twist bijgelegd, en door een vreedes verdraf geëindigt, zoo dat de Hollandfche graaven voor al toos ontheven raakten van deleenhulde, welke zi, wegens eenige Zeeuwfche eilanden aan de Vlaam jthe graaven verfchuldigt waren. §. LXXXVI. Geduurende deeze rust verfterkt de graaf zijn gezag onder de ingezeetenen. D graaf veel geld verkwistende in pragt, praal, fees ten en fteekfpeelen, zoo vorderde hij gcduurignieu weiasten van de landzaaten, die zij greetig inwf ligden op hoopc van hunne nieuwe verzogte vrijhe den daar door te verkrijgen, maar de ingezetene bedroogen zich hier deerlijk in, naardien de graa hen zelfs van verfcheide oude voorregten beroo: de. Hij wikkelde zich ook hoe langer hoe mee door zijn verbintenisfen met buitcniandfche .von ten in hunne gefchillen. — Den Engelfchen konin E 4 III. HOOFDST. I i De graaf ; verfterkt , zijn gezag. 1 f r g  lïh HoOFDST. 1337- Deze graaf bezaj de j konst om zijn gezag' uit te brei-1 den, < ( \ 1 t c ï i è V &■ k 72 OPKOMST , VERVAL EN HERSTEL Edcart den II. hielp bij ontthroonen, en in zijn plaats zijn zoon Eduart den III. tot koning verkiezen. —- In het Duitfche rijk ftak hij zich in twisten tusfchen den keizer en den paus. En het bisdom van Utrecht moest mede in allen deelen onder hem bukken. De heerlijkheden van Amftel en Woerden-hegtte hij aan Holland, en dwong de Vriezen van Oostergo en Westergo tot onderwerping. • Kort voor zijn dood floot hij een verbond met zijn. fchoonzoon Eduart koning van En* «eland, tegen zijn fchoonbroeder koning van Frankrijk §.LXXXVII. Deze graaf was afgerigt op de konst )m zijn gezag uit te breiden. De keizer en de konin;en van Engeland en Frankrijk waren zijn bondi?elooten, de Vriezen heeft hij gebragt tot onderwerping, en hield de Utöchtfchen af'Eanggjjfe De voorregten van den adel en de geestelijken, die als :en tegenwigt van magt tegen het graafelijk beft/uur iienden, befnoeidehij zoodanig, dat het overwigt an magt aan de zijde der graafelijke regeering ras, enhetgeene vervolgens naar maate dat het buiïnlands gezag der graaven toenam, niet vermindere. Ja! deeze graaf verkreeg van Lo:;ewyk oomsch koning een vcrgunbrief van den 25 Novemer 1314. waarbij om gedaane diensten door den raave van Holland den keiseren beweezen, Lodeyk ter gunste van Willem en zijne op volgeren, zag van alle regten op de graaffchappen van Hoi nd, Zeeland en de heerlijkheid Vriesland, behou-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 73 dens nogthans den eed van rrianfehap aan den rijke verfchuldigt. Onder de regeering1-van deezen graaf heerschte hier te lande, en wel in 't jaar 1315. een groote hongersnood en pestziekte, en in 't jaar 1334. had men in Holland, Zeeland maar vooral in Vriesland een zwaare watervloed, veroorzaakt door een geweldigen itorm. §. LXXXVIII. Willem de IV., die reeds den' tijtel van graaf van Zeeland had, volgde ook zijn vader op in de graaffchappen van Henegouwen en, Holland. Hij trad met Engeland in een naauw verbond, en .waar bij zich voegde Reinold de II. graaf van Gelderland, die even als Eduard de III. zijn vader ontthroond had. Deeze graaf Reinold verkreeg door het verfchaffen van geld van keizer Lodewyk, dat zijn graaffchap tot een hertogdom verheeven wierd. Deontftaane oorlog met Frankrijk werd door Joanna van Valois, graavinne weduwe van Holland bemiddeld. §. LXXXIX. Graaf Willem om den koophandel zijner landzaaten op de Oostzee te befchermen, en verhit door de geestvervoering dier- tijden, trok tegen de ongeloovige Litthauwers op, doch zijn aangeboode hulp wierd door den grootmeester der Duitfche ridder orde van de hand geweezen. -—- Maar de graaf van een onrustigen aart zijnde, bediende zich van de gelegenheid dat C Jan van Arkel bisfehop van Utrecht te Grenoble \ was, en het wacreldlijk bewind aan zijn broeder % E 5 III. rloorosr.1 iVlLLERlde [V. graaf ran Holand- 1341- rraafWiLïm bele;n U■echt.  III. üqokdst. )öe graaf word door de Vriezen geflagcn en fceuvefc. De overkede graaf bezai weinig bekwaamheden. 74 PPKOMST, VERVAL EN HERSTEL Robert van Arkel nad overgelaaten, om Utrecht te belegeren, waanende bij afweezigheid van den bisfehop het regt te hebben, om te Utrecht als regent des Stichts aldaar te moeten regeeren. Doch door bemiddeling van Jan van Beaumont 's graaven oom, wierd er een beftand getroffen , onder voorwaarde dat 400 burgers bloots hoofd en barrevoets op de knien neergebogen , hem voor zijn tent om vergiffenis moesten fmeeken. §. XC. De Vriezen de fchatting ophaalders van 's graaven wegen zeer mishandeld hebbende, zoo trok graaf Willem tegen hun op, maar werd met groot verlies afgeflagen. De graaf met veele Hollandfche, Zeeuwfche en Henegouwfche edelen fneuvelde in dien flag; in Holland en Zeeland gaf dit groote verflagentheid, en de graavinne deed in haare eerste gramfchap alle goederen der Vriezen in Holland verbeurd verklaaren, en liet de Vriefche monniken op het eiland Marken hun klooster verwoesten , en de kloosterlingen in de Zuider zee verdrinken. §. XCI. De overleede graaf had ftaande zijne korte regecring blijken gegeeven van weinig bekwaamheid in ftaatszaaken te hebben. Zijn dolle krijgsijver en kosten daar toe noodig, gaf bij de inwilliging van dien door de landzaaten, gelegentheid om nieuwe voorregten te krijgen en in de oude herfteld te worden. Deeze graaf, om veele perfoonen aan.zich tc verpligten, verdeelde de aanzijn  DER. VEREENIGDE NEDERLANDEN*. 75" graaffchap vervallen leenen onderzijn begunstigden, III.' waar uit veele gefchillen over de heeren regten *'IooFDST* reezen. §. XCII. Amjlerdam aan 's graaven behoefte in ^mner, geld 't meest voldoende, verkreeg daardoor ver-dam verfcheide voorregten. Deeze ftad, naa datze onder 't j^js ^.aB graafelijk bewind gekoomen was, wies haar ver- fcheide moogen door den koophandel van tijd tot tijd mer- voorreg» kelijk aan, haar legging aan den Amfiel, gemeen-ten" fchap door Huizen met het Tij, of inham der Zuiderzee, wier monden in de Noordzee verwijderden, gaf gelegentheid om hunne handel en fcheepvaartwijd en zijds en bijzonder op de Oostzee uit te breiden, waar toe ze gelegender lag dan Dordrecht, en verder dan die ftad van Antwerpen zijnde, zoo kon de mededinging dezer laastgenoemde vermaarde koopftad haar die nadeelen niet toebrengen welke Dordrecht daar van had. §. XCIII. In het begin deezer eeuw het zee-Hetzcecompas uitgevonden zijnde, zoo nam de fcheep- corapas vaart daar door zoodanig toe, dat zij bij de Vene- jjj^"'0"" tiaanen de Oocterfche waaren haalden. ■ In Dordrecht en Leyden regten de Italiaanen even a!s ;in andere ftaaten handelgenootfchappen op, die mee zeer uitgeftrekte voorregten befchonken werden, en welke genootfehappen de Bankiers van geheel Europa waren, die niet alleen de koopmanfehappen maar zelfs geld tot een koophandel maakten. ■—De uitgevoerde waren van die tijden beftondert ineest in linnens, lakens van Engelfche wolle ge-  ?6 OPKOMST, VERVAL EN HERsTEL III. hoofost. Erfgenaamen van Willem den IV. Margakeet graavinne van Holland. 1346. i ] 1 gemaakt, fcheepbehoeftens, baring en andere visch. Staveren en Dordrecht waren even als Brugge en Antwerpen plaatzen daar de Noordfche goederen opgelegt werden. In dien tijd was door het geld de hoogmoed alzoo toegenomen dat de regeering van Dor-, drecht een keur maakte, dat geen dan heeren van den eersten rang pelterijen mogten draagen. §. XCIV. De natuurlij keerfgenaamen van Willem den IV., waren zijne zusters Margareet, gemaa-' linne van keizer Lodewyk, FiLiFPA,gemalinnevan Edcart den III. koning van Engeland, Johanna , gemalinne van Willem graave van Gulik, en Elizabeth. Margreet als de oudfte was buiten tegenfpraak volgens regt en 's Lands gebruiken daar de naaste toe. Haar echtgenoot als keizer verleende haar de inhuldiging deezer gewesten , verklaarende dat Holland, Henegouwen, Zeeland en Friesland, moesten aangemerkt worden als deelen des Duitfchen rijks, en dat deeze vier landfehappen niet van den anderen gefcheiden konden worden; waar mede dan de Engelfchen in hunne eisfehen wierden voorgekomen, tot groot genoegen der landzaaten. — Bij haare inhuldiging verbond zij'zich, ,, niets uit „ 's lands inkomsten te zullen genieten, voor dat „ de fchulden van graaf Willem , haaren broeder, , betaald zouden zijn". Verder bedongen bij die gelegenheden de landzaaten groote voorregten, die mn ook ingewilligd, fchoon niet alle onderhouden vierden, bijzonder is het voorregt dat zij gaf daar :ij bij beloofde voor haar en haare naakomeiingen —  der vereenigde nederlanden. 77 van geen oorlog buiten de paaien van Holland, „ Zeéland en Friesland; te zullen beginnen, dan bij ,, goeddunken der ridderen en knaapèn en der goe„ de fteden van Holland! of deedt zij 't, zoo zóu „ niemand gehouden zijn, haar te dienen, dan uit „ gunsten vrijwilliglijk". De fteden Amfterdam, Oudewater en Woerden, werden voor altoos mei het graaffchap van Holland vereenigd. §. XCV. MargAreet1 gaf bij haar vertrek naa Beijeren aan haar zoon Willèm, die bij den keizer reeds tot opvolger van zijn moeder 'benoemd was, het bewind over, onder den tijtel van verhelder der graafje happen van Holland en Zeeland. Het gemaakt beftand van i jaarén met bisfehop Jan van Utrecht ten einde loopende, zoo'bediende de bisfehop zich van deeze' gelegenheid om een inval in Holland te' doen, waarop' een heirvaart door Willem met een uitdaaging tot een veldflag gefchiedde aan den bisfehop, die ook het zelve aannam, en waar in de Hollanders te kort fchooten, doch de bisfehop zijö fchatkist uitgeput hebbende, zoo wierd er een beftand getroffen voor een bepaalden tijd. De bisfehop vertrok daar op naa Romen, en gaf het waerelijk beftuur in handen van 6 edelen. §. XCVI. Door 's keizers dood , de graavinne' bedugt zijnde, dat de nieuw verkooren keizer Ka-' «el de IV., de kinderen des konings van Engeland, en des graaven van Gulik, met de graaffchap. pen van Willem den IV. verleiden mogt, zoobefloot zij afftand te doen van Holland, Zeeland ea in. HOOFDST- Willem, zoon van Marga- reet krijgt het bewind. s Keizers :ood.  III. Hqofdst. J34P. ?8 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL Vriesland ten behoeven van haar zoon Willem den IV. bij brieven gegeven ültMunchen 'mBeijeren, en die door veele edelen en de voornaamfte Heden van. die tijden, als Dordrecht, Middelburg, Zierikzee , Geertruidenberg , Leiden , Delft, Haarlem, Amflcrdam, en Oudewater bezegeld wierden ; behoudende zij alleen voor haar zeiven Henegouwen en een jaarlijkiche uitkeering van graaf Willem. Naa 't welke Willem den naam aannam van graaf van Holland, Zeeland, en heer van Friesland, en in veele fteden daartoe ingehuldigt werd. Doch deeze ondankbaare zoon kwam zijn belofte niet naa, want weetende, dat zijn moeder door het overlijden van den keizer in magt verzwakt was, zoo bediende hij zich daar van om zijn magt te vestigen, Den aanhang in Holland hebbende, zoo wilde ze weer de regeering aanvaarden, waar toe ze in Holland kwam , verkrijgende uit Engeland zelfs hulpe om haar zoon van het bewind te ontzetten. Hier uit rees die bekende tweefpalt van Hoekfche en Kabbeljauwfche aanhang, de eerste hielden het met de moeder, en de tweede met den zoon, waar door adel tegen adel, fteden tegen fteden, en bloedverwant tegen bloedverwant zich wapende, zoo dat Holland werd het akelig toneel van een bloedigen burgerkrijg,die, in hevigheid en duurzaamheid, alle voorige verdeeltheden hier te lande verre overtrof. Men zegt zelfs dat als toen bier te lande voor 't eerst het buskruit is gebruikt. De Kabbel-, jaiiïvfche de magtigfte zijnde, vernielden verfcheide  1 DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 7£ flooten der Hoekfche edelen. Van de twee vermaarde fcheepsftrijden de een in Zeeland , en de andere in deMaaze, won de eerste Margareet, en de tweede haar zoon Willem. Eindelijk werd door bemiddeling van Eduart koning van Engeland, ia welk rijk Margareet gevlugt was, de onderlinge zoen getroffen, waar bij graaf Willem, onder een jaarlijkfche uitkeering aan zijn moeder, verkreeg het graaffchap van Holland, Zeeland en Friesland. — Behoudende Margareet alléén voor haar het graaffchap Henegouwen. Door het welk dus de graafchappen van Holland, Zeeland en de heerlijkbeid van Vriesland uit het Hamhuis van Henegouwen in dat van Beijeren overgingen. Willem verleende een generaal pardon wegens het voorgevallene in den oorlog, maar Margareet overleefde niet lang deeze verzoening, en flierf in Henegouwen het jaar daar naa. In Utrecht waren mee kort voor deze tijden groote ontlusten ontftaan, tusfchen de Lichtenbergen en Gunterlings voor cn tegen het bisfchoplijk gezag. Maar bloediger was de burgerkrijg tusfchen de twee aanzienlijke geflachten in Gelderland, de Hekeren en Bronkhorsten , de eerste hielden het met den tot de regeering onbekwaamen hertog Reinoldes den III., en de andere met den wakkeren en flaatzuchtigenEnuAKT, broeder vanhertog Reinold den III., ~ en in Friesland fielden de Schieringers envetkoopers. alles in rep en roer. Ml. Hoofd sry;er zelfs de wapens tegen den graaf opvatte, "er door geraakte Albrecht zoo fchaars in geld n'.diep m fchulden, dat naa zijn overlijden zijn weduwvrouw Margareet van Kleve voor de lijkiaar moest uitgaan in geleende kleeren, met een alm m de hand, die ze weg wierp onder de verneeren.de betuiging van haar mans ganfche naalaten- tkm teverzaaken. Een blijk hoe weimV ach- ng men betoonde voor een Hollandfche gravin door e zoo een openbaare hoon aan te doen, en waar t men ook kan afneemen, dat het graaflijk gezag 'paald moet zijn geweest, als onderworpen aan ï wetten en gewoonten des lands; daar in tereniel een onbepaalde magt tot zulke eenevernedeig met gedwongen kon worden. §. CX. Willem de VI. zoon van Albrecht igde zijn vader in die waardigheid op. Deeze iaf bezield met groote heerschzugt enftoutheid. rider wijs beleid, zou waarfchijnlijk in een Jan: regeering demisflagen tot nadeel voor zich zelfs zijne landzaaten vergroot- hebben. De on-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 8 O geregeldheden der voorige regeering hervormde hij gebrekkelijk. Nieuwe oneenigheden verwekte hij door de Hoekfche zijne oude aanhangers in verfcheide fteden in de regeering te dringen. Het huis van Arkel geholpen door den hertog van Gelder te vernederen, en zich fterkhvte Iaaten in de zaaken van Frankrijk en 't huis van Bourgondie , wijl de Vriezen tegen hem opftonden en zijn juk affchudden; zijne dogter Jacoba uit tehuuwüjken aan den -dauphijn van Frankrijk ; die te verzeilen aan het hof van een krankzinnigen koning, daar zoo men meend zijn zoon door vergift het leven verloor, en hij zelfs ter naauwer noot het gevaar ontkwam, dit zijn de voornaamfte bedrijven van Willem den zesden. — Kort voor zijn dood liet hij op eene buitengewoone ftaatsvergadering zijne eenige dogter Jacoba, weduwe van den dauphijn van Frankrijk als toekomende gravinne erkennen en ftierf te Bouchain. % CXI. Ongelukkig was het lot van vrouw Jacoba, zij wierd als gravinne in alle fteden ingehuldigd, behalven te Dordrecht, en bevestigde cle oude handvesten en vrijheden des lands, zichbevlijtigende om de genegentheid der landzaaten te winnen , maar de Hoekfche tot voor - en de Kabbeljaauwfche tot tegenftanders hebbende , zoo ondervond zij in ■ plaatze van een geruste regeer ring niet anders dan een opcenftapeling van < te. genfpoeden. F 5 IV. tloOFDST. I4I7. 3ngelukIrig lot vaa vrouw Jacoba graaviane vaü Holland.  IV. HOOFDST. Tan van Beheren bisfehop van Luik verlaat de geestelij- . ken ftaat tot bereiking zijner ieerschzuchtigeoogmer- 1 ken. ] \ t c 1 c J c •f £ d ■' v ir % di tc & ft m 90 OPKOMST 5 VERVAL EN HERSTEL §. CXII. Hertog Jan van Beijeren haar oom, die bisfehop van Luik was, verliet zelfs zijn geestelijken ftaat om des te beter zijn heerschzuchtige oogmerken te verkrijgen. Hij wiide a]s graaf. af ten minsten als Ruwaard het bewind hebben. — 'ntusfehen was vrouw Jacoba getrouwd aan hertog Jan van Braband haaren neef, die den tijtel iannam van graaf van Hollanden Zeeland, en daar :oe in de fteden en ten platten lande ingehuldigt vierd. Jan van Beijeren zich daar door van iet Ruwaardfchap verftooken ziende, vormde hét alan om zich in het huuwelijk te begeven met Eliabeth hertogin van Luxemburg weduwe van herog Anthony van Braband, en nigt van keizer Siismond, die ook de toeftemming tot dit huuwejkgaf, en verklaarde de aan het rijk vervallen lanen van graaf Willem ter leen op te dragen aan an van Beijeren, vermaanende de landzaten hem d zijne nakomelingen voor heeren te erkennen, ontaande hun tefFens van den eed aan Jan van Bramh> of vrouwe Jacoba gedaan; en met deeze opragt gewettigd nam Jan van Beijeren de naam in graave van Holland aan. Rij was mild het fchenken van privilegiën aan die fteden wel; zijne zijde koozen; Dordreeht was daarom van :n beginne af voor hem , en de Briel viel hem e. Dordrecht kreeg het voorregt dat de hoo- : vierfchaar van Zuidholland en de munt in haar id zou wezen, en de graaf niet zou munten dan ït goedvinden der hoofdfteden Dordrecht, Haar-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 9* lem, Delft en Leyden, ftaande zelfs naa zijn inhuldiging toe aan de fteden , om ter zijner eere en 's Lands oirbaar raaden en vergadering met eikanderen te mogen houden, mits niets onderneemen- de tegen hem, zijne landen of heerlijkheden. Eindelijk dat de fteden toen eerst het regt verkreegen om afzonderlijk te vergaderen, daar zij te vooren zulks deeden op aanfchrijving van den graave of zijnen ftedehouder. Doch mat al dat bleeven de meeste fteden vrouwe Jacoba gétrouw , waarom Jan van Beijeren zijn regt met de wapenen zogt te verkrijgen , ■ terwijl vrouw Jacoba door de zwakke befcherming van haar man zich genoodzaakt vond, een gedeelte van Zuidholland..aan haar oom Jan.van Beijeren af te ftaan; maar zijn onverzadelijke heerschzugt hiei mede niet voldaan , zoo ondernam hij tegen der fteden voorregten de regeeringe op zommige plaatzen buiten tijds te Veranderen. Leyden dat zich tegen hem verklaart had deed hij voor zijne wapenen bukken, hegtende het burggraaffchap van Ley. den aan de graaflijkheid. — De Vriezen erkenden hem voor heere, en hij ftond zelfs eerlang naa het gebied van Braband. §. CXI1I. Jacoba getrouwt met een echtgenool tegen haar zin, wiens flap beftuur, lichaamszwak heid, en onwettige minnehandel hem bij haar ge haat maakten, verwierf van den paus een echtfcheiding , trouwde ten derde maal.met Humphry hertog van Glocester, waar uit een oorlog ontllond u IV. hoofdst. Jacoba verlaat haar mau eu 1 trouwt mei den hertog vjn Gf.o- » CESTfcR. i  ÏV. HOOFDST. Philip als natuurlijke erfgenaam van vrouw Jacoba heeft het oog op deze landen. 1405. 1 ■\ \ 92 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL Holland, die niet dan ramp voor de landvoogdesfe en landzaaten baarde; hier kwam noch bij deezen burgerkrijg, die treffende- flag voor Amflerdcm dat door een zwaare brand ku't jaar 1421. een derde deel der huizen van die bloeijendc koopflad verbrandde, en dat in 't.^elve jaar 'de Zuièhollindfcht waard door een buitengemeene hooge watervloed inbrak, waardoor wel 72 dorpen verdronken. §. CXIV. Philip naa zijn vaders dood hertog van Bourgondie, naaste erfgenaam zijnde van vrouwe Jacoba aan de eene, en uit hoofde van den afftandnaa 't overlijden van Jan van Beijeren aan de andere zijde , merkte die graaffchappen van vrouw Jacoba aan als iets dat hem niet konde ontgaan, om die reden was hertog Philip ook zoo fterk -tegen het huuwelijk van de graavin met den hertog van Glocester , vreezende voor kinderen uit dien echt,, welke hem zijn vooruitzicht zouden doen vervallen; hierom was zijn oogmerk dit tweede huuwelijk krag:eloos te maken, door de uitfpraak van het huuvelijk van Jan van Braband en vrouw Jacoba, jan paus Martyn te doen verblijven. Doch dehertog ►'an Glocester zoo min als vrouw Jacoba wilde sich daar aan onderwerpen, maar naamen bezit van Henegouwen , met gevolg dat daar uit een oorlog mtftond, die zelfs werd voortgezet naa de dood fSü Jan van Beijeren haar oom, door hertog Jan' ran Braband als graaf, onderfteund door Philips ls Ruwaard en oir of naaste erfgenaam.der landen 'an graaf Jan, beide wierden zij,door de fteden  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 93 daar toe ingehuldigd, bevestigende de graaf de voorregten en handvesten door Jan van Beijeren aan de Heden gegeeven, zonder dat men gewag vind gemaakt van vrouw Jacoba haar regt op deeze landen. De graaf en Philip fielden tot hun fledehouder aan Jacob van Gaasreek. g. CXV. Vrouw Jacoba , naa dat ze van haarman verlaaten was, die in Engeland een andere vrouw trouwde, werd met de Hoekfche en haar aanhang al ftrijdende voor haare regten zoo in de engte gebragt, dat zij Philip voor Ruwaard moest erkennen, en hem de regeering overgeven, met belofte van zich zonder zijne toeflemming niet in den echt te zullen begeeven, of dit doende, dat dan ten behoeve van hertog Philips de onderzaaten van alle gehoorzaamheid aan haar ontheeven wareh; behoudende enkel voor haarden tijtel van gravinne; welke zij meede niet lang behield, door haar heimelijk huuwelijk met Frank van Borselen fladhouder van Holland , want deeze gevangen genomen zijnde en met de doodftraffe gedreigd wordende, moest zij ook dit overfchot der hoogheid daar aan opofferen, en zich vergenoegen met de heerlijkheeden van Voorne, Zuidbeveland en Thoolen, benevens de tollen van Holland en Zeeland geduurende haar leven, rnethetampt van houtvesterinne van Holland. Haar man werd het (ladhouderfchap ontnoomen en in zijn plaats Hdgo van LANNorgelleld, doch Frask van Boselen verkreeg voor zijn leven het graaffchap Oosten-nut, en werd door Philip be- IV. HOOFDST. Vrouw Jacoba genoodzaaktPhilip voor Ruwaard te erkennen. 1428.  i IV. 1 hoofdst. j Huuwelijk van vrouw T Jacoba t met Frank , van bor- • selen. Hertog 2 Philips graave van Holland, li e l n 1435. Dood van ^ vrouwe Jacoba. d o h; d.i In ft in gi de fti ee ft< ?4 OPKOMST 3 VERVAL EN HERSTEL >efchonken met zijn ingeftelde ridder order van iet gulde vlies. Zedert voltrok Jacoba haar huurelijk met heere Frank in het openbaar, en maak2 hem bij lijftocht de heerlijkheden van Oost en Vestvoorne en meer andere goederen. §. CXVI. Hertog Philips van Bourgondie liet ich, (alzoo Jan van Braband overleeden was) aar op inhuldigen als graave van Holland , Zee. ind en Henegouwen, en heere van Friesland. Bij rfenis had hij noch verkregen de graafchappen baanderen, Artois en Naamen, met de hertogdomen Braband, Limburg en Luxemburg. §. CXVII. Kort daar naa ftierf Jacoba in den loei van haar jaaren, verteerd en bezweeken onsr alle de rampfpoeden haares leevens, want haar igelukkig lot was zeker beklagenswaard; zij had lare zwakheden maar bij dat alles ook groote deug- ■a' Van geen haarer huuwelijken kinderen ;bbende, vervielen haar heerlijkheden aandegraalijkheid, die daar door met haare gedaane afftand den jaare 1433. in het huis van Bourgondie overigen. AANMERKINGEN. % CXVI"- Naa maate dat de buitenlandfche magt r Hollandfche graaven toenam, verzwakten de :unpijlaarenvan der landzaaten vrijheid. De ndragt, de eerste zuil van ftaat en van alle weigerde maatfchappijen, gaf door de Hoekfche en Kab.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 95 beljaauwfche verdeeldheden fchokken aan Hollandfch ftaatsgebouw, die hun van een vrij volk tot Haven van vreemde heeren had kunnen maaken , indien niet dit Hamhuis van Beijeren graaven had opgeleverd, die wel heerschzuchtig, maar niet verftandig genoeg waren, om een vrij volk te verheeren: meest gebooren en opgevoed onder een eigendunkelijk gezag, zoo kenden zij de drijfveeren niet, hoe een vrij volk gcfteld op zijne voorregten volgens 's Lands wetten en gewoontens beftuurt moest worden. De regeering van Willem , welke haar die hem gebaart had verftiet, doch die door de wraake des hemels vervolgd, krankzinnig in een kerker zijn adem uitblies, baarde aan 't vaderland een reeks van nieuwe onlusten, het vuur van tweedragt raakte in volle vlam , de Hoekfche partije welken hertog Albrecht tot het bewind had gebragt, verkreeg wel voor een tijd het roer der regeering in handen, maar de Kabbeljaauwfche het zwakke vernuft van hun graaf kennende, kwaamen weder door fiinkfche wegen in het beftuur. Onder deezes graaven regeering begon men al te zien hoe weinig zich vreemde heeren bekreunen aan het fchenden van bezwoore voorregten, gelukkig dat zijn behoefte, veroorzaakt door oorlogzucht en verkwisting , hem noodzaakte om mild te zijn in 't geven van voorregten aan de fteden, wier toeneemend gezag bleek in 't fmaadelijk behandelen van 's graave weduwe. — Een klaar bewijs dat ten dien tijden het graaflijk bewind noch moest buk» IV. EIOOFDS  IV. HbOFDSf. UPS $6 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ken voor de wetten en gewoontens des Lands, vooral zoo lange zij graaven hadden die de landzaaten' in hun belangen noodig hadden. —- De looze en ftaatkundige bisfehop van Luik bediende zich daarom tot bereik van zijn oogmerk van de Hoekfche en Kabheljaamfche tweefpalt. Verkwistende voorregten waren het lokaas daar hij de fteden mee won, en uit welke bijzondere voorregten wederom haat en partijfchappen voortvloeiden tusfchen fteden en fteden. Doch met dit alles nam- het gezag der fteden zeer toe, wijl intusfehen de adel door de onderlinge verdeeltheden verzwakten, het geene van gelijken ook nadeel dee op het graaflijk bewind, om dat deeze de önderfteüning van den adel daar door miste. §. CXIX. Doch uitdit alles was wel genoeg voor uit te zien , dat hoe magtiger hunne buitenland-' fche graaven wierden, het land daar en tegen meer en meer onder een vreemd juk van flavernij ftond re komen. • De band van eendragt was door verdeeldheden onder den adel gebrooken , de fteden benijdden elkanders verkreegen voorregten. Het gemeen maar ziende op het tegenswoordige en niet op het toekomende, volgde alleenlijk de drijfveeren van hun eigen belang, hun driften niet endergefchikt aan het opperbewind der reeden, holde toomeioos voort, waar uit fchadelijke onlusten ontftonden, die telkens een krak aan hunne vrijheid gaven. §. CXX. Wat de koophandel betreft, wist Pm-  DER. VEREENIÖDË NEDERLANDEN, 97 Lips te bewerken, dat de Hollanders en Zeeuwen op Engeland mogren handelen als vanouds. — Hetka&:j Karel de plaatzen in Pikardyen terugkreeg oodanig dat dezelve niet dan naa den dood van hilips en Karel door JV^rf/Agelost konden woren. Hier op bedwong Karel de Luikenaars, die i Braband en in 't graaffchap Naamen gevallen wa °.n, wreekende den hoon, zijn beeltenis, door het angen aan de galg, aangedaan, met 8oo burgers in e Maaze te doen verdrinken. §. CXXX. Deeze uitheemfche oorlogen waren ?er drukkende voor de goede landzaaten, dekoop2den die door de gedimrige onlusten veel nadeel ïleden hadden, verlangden naa een beftendige vreeën hoope, dat de handel dan weder bloeijen mogt  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 103 als tevooren, temeerwijlnueenige jaaren de vloeden groote fchadens aan de dijken bijzonder in Westvriesland hadden toegebragt, doordien de zeegaaten,het Marsdiep,het Heerschdiep en het Vlie zeer verwijdert waren geworden, zoo dat de dijken voor de Noordwesten ftormen onbeftand wierden, en men genoodzaakt werdt dezelve tot groote kosten met balken en paalwerk te befchutten, het geene een drukkende last op de landerijen veroorzaakte. §. CXXXI. Dit jaar overleed hertog PHiLiPs,nalaatendezijn eenigenzoonKAREL, die hem in zijn magtige heerichappijen opvolgde, en negentien onegte kinderen, welke hij bij zijne uiterfte wille gelijk ook veele kloosters, kerken, gasthuizen en andere godsdienstige geftigten in Hollanden Zeeland met rijke giften befchonk. Philips verkreeg even als Willem de III. den bijnaam van den goeden, doch zijn ftrenge ftrafoefeningen over zommige wederfpanneling°en, zijn gedrag omtrent vrouwe Jacoba, gepaart met een onredelijken heerschzugt en meer andere misdrijven konden hem niet dan bij Hooffche vleiers, die er hun voordeel van trokken, den,naam van goed waardig maken; en fchoon hij door zijn gezag bij uitheemfche vorsten al eenig voordeel aar den koophandel toebragt, zoo wist hij door het invorderen van meerdere lasten, die voordeden in zijn eigen fchatkist te flepen. Hij liet 400000 kroonec aan gemunt goud, 72000 mark zilverwerk, envooi meer dan 2 miljoenen pragtig huisraad, boeken er fchilderijen naa. Een fchat in die tijd van grooM G 4 V. iOOFDST. 1467. Karel volg: zijn overleedert vader Philips in de regeering op.  V. HOOFDST. I t ■ i i < t t v P é d ai lij w te D *°4 OPKOMST, VERVAL en HERsTEt waarde, om dat het geld toen fchaarsfer was dan naa de ontdekking van de nieuwe waereld. •AANMERKINGEN. §. CXXXII. Philips meer doorfleepen in ftaatkunde dan de voorige graaven wist van de Hoekfche cn Kabbeljaauwfche tweefpald tot uitbreiding van ^jn gezag een voordeelig gebruikte rnakéh, Holland en Zeeland inwendig zwak door verdeeldneeden toen een graaf verkreegen hebbende, die )ver zoo veele wijduitgeftrekte landen opperma^« gebood, zoo wilde Philips zieh van geen vrije Nederlanders wetten laaten voordellen. - Tot be eifcing-vën zijn oogmerk hadt hij den ftaatkundigen egel gevolgd, verdeel en heersch; docl/als en verftandig vorst die het geld der landzaaten nodig had tot bereiking zijner heerzuchtige oo*. zoo kluisterde hij hunne vrijheid m flurele boejen, door het geven van wijduitgeftrekte nv,leg,en, doch die zoo veele uitzonderingen haden als zijn eigen belang vorderde. §. CXXXIII. Ziedaar! ons lieve vaderland on er een vreemd juk vah ilavernij; zij die zoo v^ele 'uwen lang onder alleftaatsorkanen de fchutgodin! der vrijheid geëerbiedigd hadden, waren nu ge, k de meeste rijken onder de dwinglandij van een i.ekeurigeregeering geraakt. — »c,ja waar, ui_ rhjk was er een fchaduuw van vrije regeer^ 1 ftaaten vergaderden, de voorflag wierd door"  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 105 of van wegens den ftadhouder, den raad of eenig ander lid der regeering gedaan; hier op ftemde de ridderfchap , doch niet altoos als een lichaam, maar ook wel eens hoofd voor hoofd, dan de fteden zoo verre zij gelast waren, en dit niet zijnde, naamen zij de voorilagen over om er hunne vroedfchappen eerst berigt van te geeven, en derzelver befluit ter naaste dagvaard in te brengen, zijnde het zelfs uit debefluiten van die tijden waarfchijnlijk, dat in het ftuk van belastingen in zommige fteden de gemeenten zelfs gekent wierden. Doch zoo wij de ftedelijke regeeringevan die tijden in zijnregte oogpunt befchouwen, zoo waren dezelve alle af hanglijk van den graaf of zijn ftadhouder, die zijn wil wederftreefden of van zijn aanhang niet waren, raakten uit het bewind, dus was het ftedelijk gezag weg. Deftemvan den raad ademde niets dan dat de vorst begeerde , de ftem der vrijheid zweeg, en hooffche vleiers vervulden haare plaats. — Zoc gaat het als een land inwendig verdeeld raakt, er magtige meesters verkrijgt'; zij merken de lander dan aan als eigendommen, die ze kunnen beheereï naa hun wil en welgevallen. Ja! de al te grooti toeneeming in magt en rijkdommen, —— of omgekeerd verzwakking in magt, gepaart met tegenfpoeden, zijn gemeenlijk de klippen daar de vrij heid fchipbreuk op leid. §, CXXXIV. De koophandel betreffende, wa noch in voorige bloei. Ja ! door het verdiepen de ftrooraen en verwijderen der zeegaaten, begon mei v. HOOFDST. l r l  V. HOOFDST. ; l 2 t I ë V zi rr .. ti 100* OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL veel grooter en ïlerker fchepen tebouwen dan voorheen, en .wierden onze kooplieden al hier of daar ontrust in hunnen handel, de uitheemfche magt van den graaf befchermde hun, en zijn magt had te veel invloed op de nabuurige vorsten. Bra band, Vlaanderen, Holland en Zeeland waren in deeze tijden vermaard voor rijke landen, maar ongelukkig dat de weelde uit de overvloed gebooren de zede verbasterde, en de rijkdommen in den draai! kolk van verkwisting verflond. Het hof van den hertog was een broeinest van ontugt en ongebondenheden; pragt en praal in maaltijden en klederen verfpreidde zich onder alle itanden, het geneene volk en lijfknegts droegen zijde of fluweele Yambuizen, vrouwen van meerder rang kapten zich net hooge hoofdhuizeis, met lange fluiersdie zomUds tot aan de voeten af hingen. Hier uit kan men ren wat het voorbeeld van een vorst vermag, de rek tot naavolging verfpreid zich over het geheel et zaad van zedebederf fchiet in een weelderigen rond zoo fpoedig wortelen, en wast zoo fterk dat e deugd,hetgrootftecieraad der volken, daar door ïrfhkt wordt. Wij zullen ook vervolgens en dat de wasdom der welvaard door deeze en eer andere bijkomende omftandigheden voor een id zal verminderen en tot verval komen.  PER VEREENIGDE NEDERLANDEN. fOf VERVAL. §, CXXXV. Hertog Karel meer af keerig van weelde en wellust, had zekerlijk,indien hij bij dat alles rust en vreede gezogt hadt , ten deele de breuken des lands kunnen heelen , maar vervuld met een onverzadelijke heerschzucht, zoo fchepte hij alléén genoegen in den oorlog. Zijne landzaaten moesten met hun goed en bloed hem in deeze heillooze driften volgen, daar de oorlogsvaan hun leide, zoo dat het geen uit de klauwen der verkwisting was gefpaart, in noodelooze buitenlandfche oorlogen verfpild werdt. §. CXXXVI. Karel ten tweede maale gehuuwt met Margareet van Jork, en in Holland en Zeeland als graaf gehuldigt, zoo vorderde hij een zwaa re bede voor zich zelve, als mede voor fpelde geld aan de hertoginne, gefchenken aan zijn die naars, reis- en andere kosten ter dezer gelegenthei< gedaan, beloopende met eikanderen 532800 fchil den, waar in Holland en Westfriesland 372800 ei Zeeland 160000 Schilden opbrengen moest, hie in gaf Dordrecht met de zuidhollandfche dorpen 39200 Schilden. f Haarlem 3549 ' Delft - 3375 —- ' gr-oote fteden \ Leiden - 3375 Amfterdam 2875 1 Gouda - 1770 r~ V. hoofdst, 1467. verval. De oorlogen van hertog Karel putten de landen uit. 1468. Karel vordert zwaare be■ dens. I 1 r 1  V. hoofdst. . i e< "looi i Ontwor- , pen plan . ■ tegen J Frankrijk. \ i | 1 v b t< S d ïo8 OPKOMST. VERVAL EN HERSTEL . f Alkmaar - 8oo Schilden. ' f Rotterdam 1 n<-0 - kleine fteden 1 Schiedam - 35o . / Hoorn - 20co —■ I Medenblik 450 . L Enkhuizen 470 . Het overige betaalden de anderefteden en dorpen doch Hoorn klaagde in het bijzonder van te hoog te z,jnaangeflagen.- Deeze belastingen wierden toen gevonden door imposten op eet- en andere waaren te Hellen. Men kan nu uit voorengemelde op- gaave zien, welke de groote en kleine fteden in die tijden waren, en hoe ze in vermogen omtrent in evenredigheid tot eikanderen ftonden §1 CXXXVir Met mm deal V. koning van ingeland, floot Karel een verdrg van koophandel ^n verbond van befcherming, met wegruiming van legefchillen ontftaan uit eenige belastingen op de coopwaaren gelegt. doch het geheime oog- nerk was tegen Frankrijk geregt, wijl Lodewyk le XI., een flegt vorst, ten doelwit had de rijks;rooten en onderdaanen zijnes rijks tót flaven temaaen, en waar tegen Karel met Berre , broeder an Lodewyk en meer andere rijksgrooten een verond van hervorming hadden ontworpen. Her »g Karel hadt. zich laaten overhaalen, om aan de mme, een plaats van zijn gebied, met Lodewyk den t. een mondgefprek te houden, wijl intusfehen Krr aanlutzing der Franfche gezanten de Luikem tegen hertog Karel opftouden, fchoon Lo-  DER VEREENIGDE .NEDERLANDEN. ï ÖQ dewyk orde Kadt gezonden hun opzet zoo lang te ftaaken. Karel dit hoorende was hier over zoó te onvreedèn, dat hij den koning zoo goed als gevangen hield , wijl hij de voorzorg gebruikt had, zich van krijgsvolk te voorzien, daar Lodewyk zich enkel op het vrij gelei van Karel 'had verlaaten. Hier liet Karel , Lodewyk het verdrag van Utrechten Conflans bevestigen, en noodzaakte dien vorst om in perfoon met hem mee op te trekken tegen de Luikenaars, alwaar hij, eer hij mogt vertrekken , aanfchouwer moest wezen om de ftad van zijn bondgenoot ten roof van het krijgsvolk te zien geeven. §. CXXXVIII. Naa deeze verrigting trok Karel naa Zeeland om de graaflijke vierfchaar te houden, opfchuddinge te Middelburg onder 't volkontftaande, wist hij in perfoon, met de ftok daar onder te flaan,te ftillen. Friesland zogt Karel wel tot onderwerping te brengen maar tevergeefs, en tusfchen beide komende omftandigheeden verhinderden hem om hun door de wapenen te dwingen, wantEDUART de IV. werd door Richard, graave van Warwik met onderfteuning van Lodewyk den XI. ontthroont, en Hendrik den VI. uit den tourgehaald, en op óenEngelfchen throon geplaatst. Staande deeze onlusten ontzag zich Warwik niet om verfcheide Hollandfche en Zeeuwfche koopvaardijfchepen te neemen, en in Franfche havens op te brengen, doch kort daar op onder Hendrik van BorseleïJ een vloot uitgerust zijnde-zoo werdt War- v: HOOFDST. 1496. Graaflijke vierfchaa•en in Zee-! 'and, en vergeefsch ontwerp 5m Friesland aan zich ce onderwerpen.  V. HoOFDST. Oproeren uit' de be- ' kstingen _ on mond-1 behocf- ïens» fc I f li r, v H74- tf jDe Hol- n /anders en " Zeeuwen tl doen de Franfchen de zee rui- h< men. "O OPKOMST, VERVAL EN HÈRSTÉL wik met de zijnen verjaagd. Eduart de IV* \ü Holland gev,agt, vertrok ffle£ y ^ fehoonbroeder Karel naa i^,, alwaar zijne wapenen zoo gelukkig waren, dat hij den throon herwon, Henorik den VI. in den tour zetten en van kant liet maken, beloonende naa zijn Tlll fing de Hollanders die . hem daar in bijgeLan hal den en befchonk de ftad Veere met het ve lof m allerle, waarin in Engeland in- en uit te voeren, Z genoomen wolle en fchapenvellen. — De oop H hier uit met Frankrijk ontflaan, en dit riik de ^erfteuning ^mï^ zoo w Lo S. CXXXIX. mm ^ Zeeland,mhelast W*.door de aanhoudende oorlogen van ber g ***** Z0° W3ren de fteden genoodzaakt belastinen opzommige mondbehoeftens te leggen >tZl het overfchot aan: om dat nu magtig re worden, was «rel te voorzien, dat hij den keizer en verfcheiden iuitfche vorsten tot vijanden moest verkrijgen' lus wierd er een voorwendzel vereischt, omdee ■e onderneemingen voor het oog van de waereld te egtvaardigen , en waar toe zich een fchijnbaare ieJegentheid opdee, door dien Robert zoon van. iODEwYK hettQg van Beijeren tot aartsbisfehop van veulen werd verkooren, en die waardigheid doorzijn kittelende ftad Keulen niet erkend, maar zelfs en ander in zijn plaats verkooren werd. Roberterzogt en verkreeg daar op de hulp van Karel, tedeftadiVmbelegerde; maar daar zooeenlangduu-  der vëreënigdë nederlanden. ii3 rige tegenftand vond, dat zijn volk als fneeuw verfmold door de geduurige uitvallen uit de ftad en de Jangduurigheid van het beleg. Zijn ingezetenen uitgeput hebbende, was Karel zelfs genoodzaakt om fchattingen uit de geestelijke goederen te heften, om het gebrek aan geld te vergoeden. Zijn vijanden zich van die gelegentheden bedienende, zoo nam Lodewyk de XI., geholpen door de Zwitfchers en Duitfche vorsten,' hem veele plaatzen af, en de Franfchen bragtende Hollanders en Zeeuwen onnoemlijke fchadensterzee toe, neemende zelfs de Hollandfche en Zeeuwfche vloot tegen hun uigerust, meteen menig-te andere fchepen. Karel zag zich dus genoodzaakt het beleg van Nuis' op te breeken, om zijn wapenen ter eige verdeediging te gebruiken. Met Franrijk trof hij een beftand van negen jaaren, en had door looze ftaatkunde den hertog van Lotharingen daar buiten geflooten, welke hij daar op aanviel en zijn hertogdom-afnam. De Zwitzers, die Karel het graaffchap Ferette hadden helpen afhandig maaken, moesten geftraft worden. Het kon hun niet baaten, of zij hem voorftelden, dat hun gantfche land zoo veel niet waardig was als de gebitten zijner paarden. Neen! de ftaatzugtige hertog ftreelde zich zelfs al met de hoope, dat naa Zwitzerlam verovert te hebben, hij kon doordringen tot Italië, Doch Karel bedroog zich in zijn doelwit, dit moedig volk floeg hem bij Granfon zoodaanig, dat hi; met agterlaatingvan een groote buit de vlugt moesi neemen. Karel zwellende van fpijt floeg naa II. Deel. H HoOFDST.  V. HOOFDST. Karels dood op ! zich zelve 5 gelukkig voor het land. \ c L ï r 1 t( r< g ja g< lij X 114 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL zichherfteld te hebben het beleg voor 'Murten of Murat, maar wierd aldaar ten tweede maale door de Zwitzers, aangevoerd door den hertog van Lotharingen, zoo geflagendater 8000 zijner troepen fneuvelden, met gevolg dat de hertog van Lotharingen zijn hertogdom van Lotharingen weder veroverde, alzoo Karel zoo getroffen was door deeze verliezen, dat hij in een zwaare krankteviel die hem meer of min zijn verftand krenkte. Doch hier van herftellende, viel hij weder op Lotharingen lan, beleegerdeIVfl^,maar vond aldaar, ten derde naaien door den hertog van Lotharingen geflagen wordende, zijn graf. §. CXLIII. Karels dood was op zich zelve een ;eluk voor het menschdom, want zijn heersch;ucht zou nimmer voldaan, en zijn goud- en bloedlorst onlesbaar zijn gebleeven , maar helaas! hij ras de laatfte dwingeland niet, zijn vijanden loeren naa zijn dood op Karels overmeesteringe. Een )t meest eigen aan dwingelandfche vorsten. :arel liet een eenige dogter, een verwarde regeeng, berooide onderzaaten, en een ledige fchatistagter. In dit netelig tijdsgewrigt vergaderden : Gend bij de hertoginne weduwe en meer ande■ > de grooten des Lands. De verlegentheid was ■oot. Voor vrouw Maria ongehuuwd en maar 20 iren oud zag men weinig kans om haar in haar uittrekt bewind te bevestigen. Karel zonder mank^oir geftorven , zoo verklaarde Lodewyk de I. als leenheer dit hertogdom aan hem verval-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 11$ len, en nam er daadelijk bezie van. —— Hetgraaffchap gemeenlijk het Franfche Comté genaamt, een keizerlijk leen, was hij voorneemens te bewaaren voor Maria, en zijn zoon Karel, die hij haar ten gemaalinne had toegefchikt. Henegouwen en Namen had de Franfche koning voor om onder zijne gunstelingen uit te deelen , en met het wegfehenken van Braband en Holland wilde hij den bijftand van eenige Duitfche vorsten koopen. Zie daar een tweede overheerfcher bezig, om befchikking temaken over de naalaatenfchap van een dwingeland. Wenfchelijk was het, dat door het voorbeeld van Karel de vorsten afgefchrikt wierden , om op geen geweld en menfehen bloed hun rijken te vestigen, doordien het dus verkreegene onbeftendig is en in 't einde ten roofgoed voor nieuwe dwingelanden verftrekt. §. CXLIV. De ftaaten te Gend vergadert, Om over d'en toeftandvan 's Lands zaaken te raadplee-gen, Frankrijks aanflagen te verijdelen, de inbreu- ■ ken op 's Lands voorregten te her/tellen, en pen- ] ningen tot den oorlog te vinden; dit alles waren' onderwerpen van het uiterfte gewigt, Hoekfche en 1 Kdbbeljaauwfche vereenigden zich tot dit einde. Ja! alles fcheen meede te werken om de welvaard van ' "t vaderland te herftellen, en de ilaaffche banden te verbreeken. ■ De haggelijke toeftand van buiten , met belofte van vrouw Maria met alle magt bij te ftaan, en de eendragt en eensgezindheid in den ftaat was oorzaak dat Maria dat groot H 2 V. HOOFDST. Oe Hoek- rchê en Kabbel'aauwfche'ereenigeti ;ich, en de Veder/anlers ver;rijgen het n-oot privilegie van touwMa- LIA.  V. HOOFDST II6* OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL' privilegie gaf, welk vervolgens een wetboek der Nederlandfche vrijheid is geworden, waar opmen zich in veele ftaatsgefchillen beroepen heeft, even als de Engelfchen op hunne groote Charter, 't was geen nieuwigheid gelijk men naderhand voorgaf, toen men de vrijheden wilde inkorten, maar een vernieuwingen hervorming van ingeiloope misbruiken. De graavinne bezwoer de voorwaarde niet alléén vóórhaar zelve, maar verpligte er ook alle haare nazaaten aan. Zaakelijk behelsde dat privilegie,- „ dat vrouwe Maria niet trouwen s, zou, dan bij goeddunken der ftaaten. Dat „ de ampten alléén aan inboorlingen gegeeven „ zouden worden, met uitfluiting der vreemden. Dat de regtzsaaken die ter eersten aanleg tot de „ regtbanken der fteeden behoorden niet dan bij „ appél of beroep voor het hof van juftitie in den „ Hage zouden mogen worden gebragt. Dat de ingezetenen niet buiten 's Lands in regten zou„ de worden betrokken. Dat de Magiftraaten der „ fteden op den ouden voet zouden worden ver„ nieuwd. Dat de ftaaten vrij lijk vergaderen mog„ ten zoo dikwijls als zij het goed vonden. Dat men geenen oorlog aanvangen , geene nieuwe „ belastingen heften, of veranderinge in de geld„ munte maaken zouden dan bij goeddunken der „ ftaaten. Dat de fteden niet behoefden te draai, gen graafelijke bede waar in zij niet bewilligd „ hadden. En dat geene graafelijke ordonnantiën gelden zouden, die met der fteden privilegie ftree.  DER VEREENÏGDE NEDERLANDEN. H7 j} den". Dit privilegie wierd behalven door vrouw Maria, ook bezegeld door Jan hertog van Kleeve, door Lodewyk van Bourbon, bisfehop van Luik\ en door Adolf van Kleeve, heere van Ravefiein, die thans de waardigheid van algemeenen ftadhouder der Nederlanden bekleedde. De andere landen en bijzonder Vlaanderen verkreegen meede diergelijke handvesten en wierden in hunne oude voorregten bevestigd. . §. CXLV. Dochhoerasdenaakoomingdergegeeven voorregten wierden vergeeten, bleek aan den brief der hertoginne aan koning Lodewyk, waar bij zij verzogt „ datdekoning, 't geene hij haarwilde „ laaten weeten, alleen aan vier perfoonen geliefde „ te vertrouwen, te weeten, aan de hertoginne „ weduwe, aan Adolf, heere van Raveftein, en aan Imbercourt en Hugonet, met welke vier „ zij verklaarde haare zaaken alleen te willen begieren". , De twee laastgehoemde werden met Wolferd van Borselen en Lodewyk van Gruithuizen naar koning Lodewyk den XI. gezonden, om was 't mogelijk met deezen vorst t£ bandelen over een verbond van vreede, maar dezes vorsten voorwaardens waren aller onredelijkst. Het gedrag dier twee eerstgenoemde gezanten ontdekt, en de brief van vrouw Maria aan de kort daar naar gezondene Gendfche gezanten dooi Lodewyk vertoond zijnde, zoo werden zij ten aanaanfehouw der jonge hertogin, die te vergeefs om hunlevengebedenhad, opentlijkte Gendonthalst.H 3 V. hoofdct.. Voorbeelden hoe ras de gegeevenvoorregten vergeeten worden.  V.. Hoofjjst. H77- Sluiting ii van een nieuw verbond van 1 koophan- ( del inet£#geland, en £ onderwerping van Gelder- 1 land. J I?8 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL Een blijk hoe Maria onder het bedwang der-Ge». tenaars ftond. Intusfchen bemagtigde Lodewyk Doornik en meer andere plaatzen; maar ter zeebragtende Hollanders de Franfchen veele fchadtns toe, en naamen van hun veele fchepen. §. CXLVI. Adolf van Gelder op wien men het oog geflagen had om als bevelhebber de Franfche magt te wederftaan, wierd uit zijn langduurige gevangenis geflaakt; doch te Doornik fneuvelde hij, en werden de Vlaamingers geflagen; waarom men tot een ïpoedig befluit kwam om Ma-' Ria aan Maximiliaan, die bijzonder in de gunst der Gentenaars ftond, uit te huuwelijken. Volgens de huuwelijks voorwaarden „ moesten de kindeken, die „ uit dit huuwelijk zouden gebooren worden, den „ eerst^ftervenden in alle ftaaten en bezittingen „ opvolgen. Indien er geene kinderen nableven, r, vervielen dezelve aan de wettige erfgenaamen, •, zonder dat er de langstlevende eenige aanfpraak i op behield". Met Frankrijk een beftand jetroffen zijnde, zoo werd Maria in Holland en Zeeland als gravinne ingehuldigd, en het jaar aan■o'lgende deed Maximiliaan den eed aan debijzonlere fteden en landen als kerkelijke voogd en momboir M vrouwe Maria-, en zedert las men, in 't hoofd Ier opene brieven, de naamen van Maximiliaan n Maria beide. §. CXLVII. Met Eduart den IV. flooten Maxmiliaan en Maria een nieuw verbond van vrijen oophandel en visfeherij. Doch de Gelderfche fte-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 119 fteden hun graaffchap voor Karel. zoon van Adolf willende behouden, zoo was Maximiliaan genoodzaakt hun met de wapenen tot onderwerping te dwingen,, en wier den vervolgens Maximiliaan en Maria in de fteden van Gelder en te Zutphen plegtiglijk ingehuldigd. §. CXLVHI. De verkreege vrijheid, door de gefchonke voorrechten had naauwlijks ademtogt gehaalt, of er wierden weer nieuwe flaaffche banden voor haar gefmeed. De eendracht die bij Ma- riaas verheffing de kluisters van flavernij had ver, brooken , werd kort daar op door tweedragt het bewind ontnomen. De oude diep gewortelde wrok der Hoekjehen enKabbeljaauwJchenlvram weei op nieuw te voorfchijn. In verfcheide fteden ont ftonden vreezelijke opfchuddingen, veele edeler en regenten der Kabbel]'aauwjche, om eigen belanj het vorstelijk gezag toegedaan, aanbaaden de op gaande vorstelijke zonnen, raakten op het kusfer en verftieten hun partij. Droevig dat mer noch niet genoeg geleert had, wat gevolgen de ver deeltheden naa zich fleepten. §. CXLIX. Het beftand met Frankrijk ten eind< zijnde geloopen, zoo wierd door Franjche oorlog fchepen onze gantfche haring vlood genomen, ei vielen hun verfcheiden graanfehepen uit de Oostze in handen. Een flagvoor den koophandel, da men getuigde in geen hondert jaaren zoo groot< fchade te hebben geleden. H 4 V. HOOFDST. I478. Nieuwe onlusten der Hoekfche en Kabbeljaauwfekeitweefpald. ;Schadens . der Nederlanders1 door de »Franfchen . hun aange' daan.  V. HOOFDST. Zwaare belastingen, < ( i t Jtoekfche \ Kabbel- ? jaauwfcke J' iweefbalt. d A b tt z 9 Tl Zi 120 OPKOMST , VERVAL EN HERSTEL §. CL. Hoe zwaar de Hagen waren, dit verfchoondede landzaaten niet, om uit de Landen van' Holland, Zeelanden Friesland 80000 Philips &m den van 30 grooten Vlaams jaarlijks voor den tijd van 8 jaaren, en noch 160000 ïehilden gereed geld op te moeten brengen voor de graavelijke beden, die de Kabheljaamvfche edelen bij de fteden hadden bewerkt, en voor welke ze eenige vrijheden hadden verkreegen. Doch voor de bewaaring van dezelve droegen zij weinig zorg, wijl zij gedoogden dat een vreemdeling Joost van Lalaing , zijnde een Henegouwer, ftadhouder werdt. §. CLI. Door het verbond met Engeland gelooten, en het ontworpen huuwelijk van Philips soon van Maximiliaan en-Maria met Anna , de jerde dogter van den koning van Engeland, zoute men door deeze magten Franhijks heerschugt hebben kunnen fnuiken, maar Lodewyk door en beroerte overvallen zijnde verdween de vrees oor dat Rijk. Doch inwendig woede deHoek- he en Kabbeljaauwfche tweefpald "in zommige fteen allerhevigst — Te Dordrecht moesten AdrianWestfaling , fchout, en Dirk vanBeaomojst urgermeester, het met den hals boeten. De rnees9 punten hunner befchuldiging onpartijdig ingeen, beftonden in het verdedigen en nakomen der ide voorregten meestendeels onlangs door hee oot privilegie bevestigd. Utó Een blijk hoe wei'g het baat voorregten te hebben , die pas be, vooren, gekrenkt worde», de fchending daar van  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN". j!F 121 fchenen de vorsten van elkander overgeërft te hebben. §. CLII. Utrecht de toevlugt der Hoekfche ballingen , en daar bisfehop David zich zelfs niet veilig achte om dat de Hoekfche in de regeering, en de aanhang van den overleden domproost, Gysbert, het hoofd opftaaken, zoo ontftond er tusfchen de Utrechtfche en Hollanders een driejaarige krijg.— Intusfchen overleed Maria in den bloei haarer jaaren. Philips de II. maar vier jaaren oud was haar wettige opvolger, en met hem ging de regeering dezer landen uit het huis van Bourgondie in dat van Oostenrijk over. AANMERKINGEN. CLIII. Hebben wij de inwoonders dezer landftreeken meer dan veertien eeuwen tegen Romen, Frankrijk, de Noormannen, De enen, en meer andere volken, hunnen vrijheid onder een wiszelvallig lot van voor- en tegenfpoed manmoedig zien verdeedigen; zoo dat ze roemen konden van altoos naat oude regten en gewoontens te zijn geregeerd, al was het zelfs dat ze voor een korten tijd van heet veranderden,debeveelen van andere vorsten moesten gehoorzaamen, van hun overwonnen, verdreven, of onder dezelve vermengt raakten, zoo dat haar ftamnaam als fcheen uitgerooit; nooit hebber de bewoonders dezer landen lange onder een dwingelands juk gezugt. Vrijheid hadt hier haar throor H J V. HOOFDST. Drie jaarï- ge krijg tusfchen de Utrechtfche en Hollanders 1482»  V. Hoofdst. i t 1 122. OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL • gevestigd, en het ongunstige der natuur fcheen te dienen tot haar wasdom, 's Volks trouw en dapperheid eerbiedigden zelfs hunne overwinnaars, en van daar dat de voorregten toenaamen in evenredigheid dat de welvaard aanwies. Maar naa dat ze in vervolg van tijd al meer en meer magtiger buitenlandfche vorsten tot graaven ontvingen, die een willekeurig oppermagtig gebied in hunne meeste heerfchappijen oefenden,zoo kreeg Neerlands vrijheid krak op krak. §. CLIV. 't Is opmerkelijk, dat de opkomst en verval, bij meest alle volken uit dezelfde inwendige oorzaaken voordkomen. — Door wijs beleid en eens, gezindheid worden de koningrijken en gemeenebesten gebouwd, en daar en tegen door regeeringloosheid en verdeeltheden afgebrooken. Had de adel tegen adel, en burger tegen burger, door oproeren hun zelve niet verzwakt, de buitenlandfche graaven hadden over deeze landen zoo veel veld niet gewonnen in hunne overheerfching. —- Verdeeltaeden en partij fchappen zijn de ongelukkige waDenen, waar mede de vrijheid bevogten en overwonnen wordt, en dat onder fchijn van de voorreg:en en vrijheden des. volks voor te Haan, of het *ezag der overheden te handhaven, wijl intusfchen le hoofden of aanvoerders der partijfchappen, niets mders dan hun eige belang beoogen , met hunne ïirootheid te vestigen op defchending van 's volks 'rijheden. Slavernij en overheerfching, ge- looren uit twist en tweedragt, die twee geweldige  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I23 volksplagen, welke de meeste en beste gedeeltens der waereld drukken en verwoesten, zijn het die alle vrije regeeringe verflinden in den draaikolk van een dv&ngelandfche overheerfching. §. CLV. .Alle de voorgaande graaven uit vreemde huizen hadden noch voorwendzels voor hunne fchending en intrekking van 's Lands.voorregten, en wisten de opkomende flavernij door fluweele kluisters draaglijk te maken, maar toen hertog Karel de II. hun graaf werdt, kwamen zij onder een ijzer juk, zijn wil was zijn wet, die te wederftreeven de dood, en geweld voibragt het geenede list begonnen hadt. — De koophandel, die bron van Hollands wel varen, wierdt verlloptdoor drukkende lasten, en Karels oorlogszucht verflond de rijkdommen des lands; gelukkig dat hij zijn graf vond, ter plaatze daar de natuur en een moedig volk aan zijn heerschzucht palen zetten. *—- De maare van zijn dood vervulde de harten met blijdfchap, de onderdrukte vrijheid hefte haar hoofd op, de vijandfchappen wierden afgelegd, om door eendragt hunne oude regten te handhaven, en waarin Vlaanderen, Holland en Zeeland onderfteunden. — Een blijk wat onderfcheid er is tusfchen vrije volken en natuurlijke flaven: het edele zaat van vrijheid mag door het onkruid van heerschzugt en dwinglandij voor een tijd als verflikt worden, maar zoo dra krijgt het vroeg of laat niet een vrije lucht, of het wast al het Onkruid weer boven het hoofd. §. CLVI. DejongegraavinMaria, Karelsdog- V. ÏOOFDST.  V. HoOFBST. I ] < 124 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ter gaf en bezwoer vóórhaar en haare naakomehV gen bij haare inhuldiging dat beroemd privilegie §. CXLIV. — Toen fcheen het of alle banden van flaverrfij gebrooken waren, en dit wetboek der Nederlandfche vrijheid voorfpelde veel goeds aan de Landzaaten. §. CLVIL Het fchijnt in den eersten opilag vreemd, zulk een groote verandering zoo fchielijk ontwaar te worden, doch als wij de uitwendige oorzaaken hier bij zaamen paaren ontdekt zich de reden van dit een ander. De dood van hertog Karel gaf Lodewyk den XI. gelegentheid om zijn fchaade te vernaaien, die hem de hertog had toegebragt, tot dat einde overrompelde hij het hertogdom Bourgonje, bezette verfcheide plaatzen in PU cardye , dreigde deeze landen met een algemeenen inval, en zogt Maria voor zijn zoon , een zevenjaarig kind, ten huuwelijk te verkrijgen. —' Maria erfgenaam van zoo veele ftaaten ontbrak het aan geene minnaars, Karel hertog van Guienne, de hertogen van Kalabrie enSavoye, en vooral Maximiliaan hertog van Oostenrijk vlamden opdien rijken buit. —- Om nu Frankrijk in zijn oogmerken te heeren hadt men de hulp der Landzaaten noodig, :n dit was oorzaak dat men aan hen dit groot privilegie gaf. Ja gedurende de vrees voor Frankrijk, weeg de tweedragt en men nam eendragtig de heil;aamfte maatregelen tot beveiliging van den ftaat. — vlaar zoo verdween de vrees niet voor Frankrijk oor het huuwelijk van Maria met Maximiliaan  DER VEREENICDE NEDERLANDEN. 125 's keizers zoon, en waar uit men niet dan rust en welvaard voorfpelde, of de listige Maatkunde, die nimmer fluimert in het uitbreiden haarer heerschzugt , wekte door heimelijke ftreeken de tweedragt uit den flaap. De vorstelijke zonne aangebeden door gelukzoekers en edeler!, die zich aanvanglijk al verheugden om op de puinhopen van het bederf haarer tegenpartije hun geluk te bouwen, ftaaken het uitgedoofde vuur der Hoekfche en Kabbeljaauwfche tweefpalt op nieuws in brand. De laatfte geraakten op het kusfen, en de vrijheid floeg aan 't kwijnen. Een blijk hoe bedrieglijk hec is op ftaatkundig gedaane beloftens te vertrouwen* die niet langer duuren dan de drijfveer van eigen belang toelaat. De ijver der gemeente wat te> fchielijk gerust gefield, waakte niet genoeg tegen de beginzelen van het bederf, daar de ondervinding hun nogthans geleerd hadt, hoe weinig ftaat men maaken kan op duur bezwoore privilegiën: die te krenken, 's Lands voorregten, wetten en gewoontens met voeten te treeden, en geheel eigendunkelijk te regeeren , deeze misbruiken fcheenen door de voorbeelden van voorige graaven gewettigd te zijn. §. CLVIII. Maria overleeden zijnde, zoo regeerde Maximiliaan het land, als voogd over zijn zoon Philips. Vlaanderen verzette zich wel tegen de voogdijfchap van Maximiliaan, verzekerde zich van den jongen graaf omop zijn naam de wettige regeering te handhaven, doch zonder hulp V. Hoofdst.  V. hoofdst. y 125 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL der Hollanders, die hun eigen belang uit het oog verboren, en Maximiliaan in die waardigheid hadden erkend, moesten zij vervolgens voor de keizerlijke magt bukken, en raakte door dien weg het graaffchap van Holland en Zeeland ingelijft in het huis van Oostenrijk, de magtigfte heerfchappij van Europa. §. CLIX. Gelukkig voor de Landzaaten, zoo hun vrijheid en welvaard met de magt hunner vorsten in evenredigheid was toegenomen, maar juist ondervonden zij het omgekeerde, want naar maate zij onder magtiger vorsten kwaamen, naderde hun gelukzon tot zijn ondergang, de dierbaare vrijheid, Neerlands oude fchutgodin, ging in den kerker van flavernij, en het nieuwe wetboek van 's Lands vrijheid geraakte in vergeetenheid. Mijn pen fchroomt fchier om de akelige toneelen te openen die volgen moeten , doch Neerlands heldedaaden en de eereprijs voor vaderlands bloed gekogt, doen mijn vuur ontbranden om onze Landzaaten met [laaffche ketenen beladen door moord en brandftapels te volgen, tot daar ze de kroonen der vrijheid erlangen voor hun en hunne nageilachten.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 127 S E S D E HOOFDSTUK. Over de Hollandfche graaven uit het huis van Oostenrijk. §. CLX De Kabbeljaauwjchen, welke alomme in het bewind waren, en die bemerkt hadden dat Maximiliaan als voogd in Holland erkend en ingehuldigt was, geraakten van gelijke te Hoorn, daar tot dien tijd de Hoekfche regenten geregeerd hadden op het kusfen, waar toe de ftadhouder Lalaing de list gebruikte van onder een gewigtig voorwendzel de Hoornfche regenten in den Haag te ontbieden, en daar komende vast te houden, wijl hij intusfchen de gantfche regeering te Hoorn naa zijn zin veranderde, en de ftad zoodaanig boven vermoogen belastte, dat veelenbuiten ftaat waren de lasten op te brengen. — De voornaamfte van den Hoekfchen aanhang wierden ook onder dit voorwendzel, dat zij de geëischtefchatting weigerden te betaalen, ter ftad uitgebannen. Hoorn vervolgens door de Hoekjehen verrast, ingenomen en van regeering verandert zijnde , moest zulks duur betaalen, toen Lalaing de ftad ftormenderhand veroverde; oud noch jong, waereldlijk of geestelijk, VI. tloOFDST. VERVAL. I48I. De Hoekfche geraaken te Hoorn, en vervolgens in gansch Holland van het kusfen.  vr. IIOOFDST. VERVAL. Schade voor de landen door de Hoekfche en Kabbeljaauwfcheoneenigheden. Voor het eerst bombem gebruikt. Utrecht gewonnen en David van Bourgondie in zijn waardigheidherfteld. - 1484. De Gcnte- ■ naars nee- ' men Pui- ■ Lips in bc-| waaring, . doch zijn 1 genood- j zaakt hem over te ^ geeven. < c 128 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL al wie men aantrof wierd omgebragt, de regeering naar denzin van den ftadhouder herfteld, en een kas! teel geftigt om hun in bedwang te houden. Door deeze omkeering werd de regeering van gantsch Holland weer Kahbeljaauwsch gezind. §. CLXI. De krijg tusfchen het Hoekschgezinin Utrecht en Amersfoort, met het Kahbeljaauwsch geworden Holland, was over en weder allerdrükkendst voorde ingezeetenen, de belastingen waren zoo zwaar, dat veele, hoe ongaarne, hun bed en bulster moesten verkoopen om hun deel daar in te kunnen voldoen. In deezen oorlog gebruikte men bij het befchieten van het blokhuis op de vaart, voor het eerst bomben, fchoon tot weinig fchaden, om der onkunde wille. Utrecht door Maximiliaan zelve belegert, gaf zich naa een beleg van twee maanden bij verdrag over, wordende bisfehop David van Bourgondie in zijne waardigheid herfield, en Frederik van Egmond heer van Tsfellein, tot ftadhouder van Utrecht, en Jan van Egmond tot ftadhouder van Holland aangefteld. §. CLXII. Schoon Holland de voogdijfchap van VlAxiMiLiAANover zijn zoon Philips den II. erkend iad, zoo vond hij bij de Vlaamingers daar in meer egenftand, doordien de Gentenaars Philips zelfs n bewaaring hielden, en in hun opftand doorFrankijk onderfteund wierden; doch Maximiliaan verolgens zijn wapenen doende gelden, zoo verzoenie Brugge en Gent zich eerlang met hem, en gavea en jonge graaf aan zijn vaders beftuur over. §. CLXIII.  ÖER VÊREÉNÏGDE NEDERLANDEN. 129 §. CLXIII. Dit jaar werd Maximiliaan te Aken tot Rooms koning- verkooren, wordende bij zijne terugkomst in Holland en Braband, met veele teekenen van vreugde ingehaald, en hij floeg bij die geiegentheid veele Hollandfche edelen tot ridders.— De beweezen onderftand door Frankrijk aan de Vlamingers, gaf oorzaak tot een nieuwen oorlog met dat rijk, doch Maximiliaan gebrek aan geld hebbende, kon denzelven niet doorzetten, waarom hij met Frankrijk in een vreede onderhandeling trad, welke een geruimen tijd duurde. §. CLX1V. Bijzondere fteden en perfoonenfchepen ter kaap uitrustende, dieniet alleen vijandlijke fchepen, maar ook die van vrienden en nabuuren naamen, of ontroofden , zoo belloot Maximiliaan tendeezén tijde den oorlog ter Zee op een anderen voet te brengen, en zich zeiven daar meer gezag in te geven, en gaf tot dat einde uit Brugge den 8, van Louwmaand, op de naamen van hem en Phi, lips een openbaar placaat uit, waar bij gelast werd, „ dat niemand voortaan eenige fchepen ten oorlog „ zou mogen uitrusten, dan met toeftemming var „ den Admiraal, en onder des Admiraals vlagge. „ Dat de Admiraal nevens den ftedehouder er „ mannen van raaden doof hem , ter zijner Vér blijfplaats aangefteld , regt doen zou ovei „ alle zaaken ter zee langs de ftranden voorvalj, lende: ook zou hij het opperopzigt hebben ovei vuurbaakens, en zelfs over zaaken van bevrag„ ting en loon der zeevaarende oordeelen. Van d< „ goede prijzen zou de Admiraal een tiende genie II. Deel. I VI. HooinsT. verval. I486. Maximiliaan werd Roomsch, koning. Placaat ter weeringvan het misbruik der fchepen ten oorlogtoS' gerust.  VI. HOOFDST. VERVAL. I488. . öpftand in Vlaanderen omtrent de misbruiken ' in de re-1 ' geering. ( , $ t | Ï30 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL Si ten; het overig deel behielden de kapers. Van „ de boeten behield de heer de helft aan zich. De „ uitrusting eener gemeene Lands vloote zou aan Ü den Admiraal ftaan. De ger-egtshoven der Admi„ ralitek moesten naar de Lands wetten en ge„ bruiken, en bij mangel derzei ven, naar het be„ fchreeven regt oorcieelen. Hunne vonnisfen waren „ beroep onderhevig aan den Admiraal, van wiens „ uitfpraak men ook nog bij de Landsheeren be„ tering verkrijgen kon. Voorts werd verklaard, ,, dat men bij deeze ordonnantie, niet verftond, „ iemands regt te verkorten. - Het flot was, want alzoo belieft het ons, dat gedaan worde; - een fpreekwijze hier te lande gansch ongewoon, en waar uit genoeg bleek, het gezag welk Maximiliaan voorneemens was zich aan te maati>en. Vermoedelijk hebben veele fteden zich ongaarne daar aan willen onderwerpen, ten minsten blijkt niet dat het Admiraliteits hof ten tijde van Maximiliaan is opgerigt, om dat de zeezaaken noch sen geruimen tijd op den ouden voet zijn bezuurd. §. CLXV. In Vlaanderen rees een opftand tegen Maximiliaan, alzoo men wilde dat de misbruiken n de regeering verbeetert, het Land van vreemd krijgsvolk gezuiverd, de nadeelige verandering in le munt herfteld, en de amptea aan inboorlingen ;egeeven zouden worden, doch op deeze en meer ndere bezwaamisfen volgde geen de minfte verbecring. Maximiliaan poogde zelfs zich door zijn uiters van Brugge te verzekeren, maar dit verwek-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I3I tezoodaanig een verbittering bij die van Brugge, dat zij hem en eenige zijner raaden in hegtenis naamen, met gevolg dat hij genoodzaakt was een verbond van vereeniging te fluiten, tot op de meerderjaarigheid van Philips, het welke door Maximiliaan bezwooren werd, doch hij verneemënde de aankomst van 's keizers leger tot zijn ontzet, waande niet langer aan zijngeflooten gedrag verbonden te zijn, en noodzaakte hun door de wapenen tot gehoorzaamheid. De Hoekfchen met deeze ■ Vlaamfche oneenigheden hun voordeel zoekende in .Holland, zoo vereenigden zij onder jonkheer Frank van Brederode om zich te verzetten tegens de dwingelandij, en bemagtigden Rotterdam, maakende die Had tot de verzaamelplaats der Hoekfchen, doch de Kabbeljaauwfche, die het bewind in de andere Hollandfche fteden hadden, befchreeven daar op een heirvaart tegen Brederode. —;— Men mag wel vragen : Hoe is 't mogelijk dat bij vrije Nederlanders door partijfchappen de zinnen zoo verblind konden worden, dat zij tegen de voorvegters der vrijheid de wapenen wenden , om hun en zich zeiven onder een gehaate llavernij van vreemde vorsten te brengen? doch het fchijnt dat de onderdrukking noch niet hoog genoeg gekomen was .om het juk af te fchudden. —— Intusfchen wierd Rotterdam belegert, en naa een beleg van fes maanden bij verdrag overgegeeven, en Brederode verloor kort daar naa het leven. De Vlaamfchen weder opgeftaan zijnde, moesten andermaal buk* li / VI. tloOFDST,. VERVAJ» De Hoekfche aangevoert doot. jonker Frans neemen Rotterdam in.  VI. hoofdst. Verval. i tfli :\-.:. \ ..,\ i i Ï492. ! . I 1 f v { Einde der Hoekfche fi en Kabbel- r jaauwfche tweefpalt. d T32 OPKOMST,'VERVAL EN HERSTEE' ken en eenfchandelijke vergiffenis verzoeken, over de regtvaardige wraake die zij van het fchendig breeken van Maximiliaaiss verbintenis genoomen ■hadden. Holland uitgeput door zwaare lasten, tot onderfhnd gegeeven om de dwinglandij te vestigen, betaalde zijn dooling duur, want neering en welvaard geraakten als verbannen, en werd vervangen door duure tijden, gebrek, en armoede, wijl intusfehen de trotfche fledehouders in 't nadeelig veranderen der munt en meer andere knevelarijen 3e gegoedfte ingezetenen ontroofden van 't geringe Dverfchot hunner bezittingen,met gevolg dat zij zelfs het vreemde krijgsvolk moesten betaalen, dat dienIe om hun in bedwang te houden. Geen wonder! Jat daar uit ontftonden die droevige onlusten en jproeren, onder den naam van kaas -en brood-oorog bekend. — Doch hertog Albrecht van Saxen Is algemeene ftadhouder over de Nederlanden, vist met zijn geregeld krijgsvolk hun zoodaanig te ieteugelen, dat zij op vernederende voorwaardens Is arme fmeekelingen om vergiffenis, met het verleuren hunner voorregten, en het betaalen van roote geldboeten, zich aan hem moesten onderwerpen. Ja! met het dempen deezer kaas-en broodirijd, nam ook de bijna anderhalve eeuw geduurt ebbende tweefpald der Hoekfche en Kabbeljaauw- he partijen een einde. • Te regt zegt een oor- eelkundige fchrijver: „ Het fchijnt dat wij de onlusten van dit tijdgewricht moeten aanmerken als een voorbijgaande gisting, waar door het volk  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 133 „ van zi jn opgepakte kwaaien gezuiverd wierd , om „ naderhand des te gezonder te zijn, % welk hoe^ „ wel niet zonde.- groot verlies van kragten ge,-, fchiedde, egter noodig was , tot de'groote uit„ komsten waar-van de tijd bezwangerd ging. - §. CLXVI. Keizer Frederik de III. overle- I den zijnde, zoo volgde Maximiliaan hem in die , waardigheid- op, en vond geraaden' zijn:zoon Phi-] tips, fchoon hij noch maar' in zijn 17 jaar trad, het j bewind deezer Landen over te geeven. Philips als hertog van Braband ingehuldigd , begaf zich ververvolgens naa-Geertruidenberg, alwaar de ftaaten bij een gekomen waren om de inhuldiging te doen. Philips liet zeggen dathij daar gekoomen was „om „ gehuld en ontvangen te worden als erfachtig en i, natuurlijke' prins en lieer, graave van Holland en ,, heere van Friesland:, dat hij gezind was, de:pri„ vilegie, door Philips en Karel van Bourgondie-, „ en derzelvcr voorzaatcn , den lande verleend , „ te bezweeren ; doch dat hij zulke privilegiën, ,, al-s zij, naa de dood van hertog-Karei, -mogten verkreegen hebben,^van Onwaarde hieldt, en tè ,, niet deedt: om zonderlinge redenen egter den „ fteden Delft, Leiden, Gouda, Amfterdam, Rot„ terdam en Schiedam vergunnende , haare vroed„ fchappen te kiezen, op gelijken voet als zij „ zedert den dood van hertog Karel gedaan hadden: „ egter niet langer , dan tot dat hij 25 jaaren be„ reikt zou hebben". — Beloovende verder naa de inhuldiging niet ongenegen te wezen om eenige I 3 W [oofdst; ' ÜRVAL.: ■ïaximiu- an word :eizer, en 'hilips reed in-het■cwind. -  HOOFDST. VERVAL. PniiLips trouwt met JoaNne dogter van Ferdinand en uit welk huuwliik de groote Karel de V. gebooren word. Geé'ischte bedcns, 1497. Philips andermaal ingehuldigduitgenoomen in Gefétrland. 134 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL nieuwe voorregten toe te ftaan, mids dat dezelvea niet met zijne hoogheid ftreeden. —- Een Blijk, ' van hoe weinig kragt en waarde Philips het groot privilegie van zijn moeder achtte. -— De voorregten, die hij ook naa de inhuldiging gaf waren zeer. bepaald. Dit jaar wierd het verbond van koophandel tusfchen Engeland en de. Nederlanden vernieuwt, en trouwde met toeftemming van 's Lands ftaaten Philip met Joanne tweede dogter van Ferdinant koning van Arragon, en van Izabelle konmginne van Kaftilie; uit welk huuwelijk vier jaaren daar naa gebooren werd de wereldberoemde Karel, de vijfde van die naam, onder de keizers, de tweede,onder de graave van Holland, en de eerfte onder de koningen van Spanjen. §. CLXVII. Dit.huuwelijk van Philips veroorzaakte weer nieuwe graafelijke beden, dieniet te gereet fchijnen. toegeflaan te wezen , alzöo mep vindt, dat de zes groote fteden door de graafelijke amptenaars daar toe uitgewonnen wierden. §. CLXVIII. Philips befjoot zich andermaal in de Hollandfche fteden te laaten inhuldigen, waarfchijnlijk om hun. des te eer in de gedaane bede te doen inwilligen. Doch Gelderland was het eenigfte landfchap dat de inhuldiging weigerde, als misnoegd zijnde over de zwaare lasten en voogdijfchap van Maximiliaan, welk laatfte zij oordeelden, dat de ftaaten toekwam, hierom neigden zij zelfs om Karel zoon van Adolf van Gelder op nieuws tot hertog in te huldigen, die zij ook uit de Franfche,  DER VEREENÏGDE NEDERLANDEN. 135 gevangenis verlosten, en onderfteunden met de wapenen, tegen het huis van Oostenrijk, en welke krijg dit jaar met een beftand zonder bepaaling van tijd eindigde. §. CLXIX. De Vriezen aan de onafhanglijkheid gewoon, weigerden aan hertog Albrecht van Saxen als graaf en ftedehouder fchatting te betaalen, zeggende: „ dat zij hem noch den keizer eenige fchat„ tingfchuldig waren. Doch begreep men he t anders „ zo wilden zij naar reden hooren, en er het hun- „ ne tegen zeggen". De Vriezen geduurig onder den anderen oneens zijnde , zoo ried de keizer om hertog Albrecht tot hun Poteftaat of overfte te verkiezen , het geene zij in het eerst weigerden, en een Vries edelman tot die waardigheid verkooren, doch naderhand kwamen-zij over een, om den hertog tot een erflijken befehermheer en keizerlijken ftadhouder van de landftreeke Westergo aan te neemen, maar die van Groningen deeden hulde aan den bisfehop van Utrecht. — Hertog Albrecht naa Duitschland vertrekkende , liet het bewind van Vriesland over aan zijn zoon Hendrik. die de Vriezen een zwaare fchatting afperzende bin nen Franeker door hun belegerd werd, doch hertoi Albrecht bewerkte, dat hertog Erik van Eruns wyk en meer anderen Hendrik ontzette , en d Vriezen met de wapenen zoodaanig tot onderwer ping dwong, dat zij knielende/blootshoofds en bar revoets om genade moesten verzoeken, met over gaavevan hun geweer en brieven, en onder belof I 4 VI. HOOFDST. VERVAL. ■ 1497- DeFriezea oproerig. ' DeFrtezm geheel vernedert en 'overwon- Bnen, en de oproermakers zwaar- ■ lijk -ge», ftraft.  VI. HÖOFDST. VERVALi r 1502. Philips word ingehuldigd als prins van Caftilie en erfgenaam der Sp.ianfche kroon. Ï5°5« Beftand met hertog Karel van Gelder. I c 1 1 t I V e v C J506. E SS OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL, te van een zekere fomme naar hun vermogen op te brengen, doeh de bevelhebbers wierden een fcherpen paal door het lichaam gejaagd, een ftraf waar van men in onze landgefchiedenisfe geen' voorbeeld vind. §. CLXX. Philips met zijne gemaalinne naa %W7/e-gereisd, alwaar Jan, IzAeella en Michael alle nadere erfgenaamen tot de Spaanfche kroon uaa den anderen overleden waren, ontvingen aldaar ie hulde der Landzaaten als prins en princes van Zajiilk en naaste erfgenaamen der Spaanfche kroon e» Bij zijn terugkomst vestigde Philips het hooge ge•egtshof der Nederlanden weder gelijk voorheen te Mechclèn. ■ i ... §. CLXXI. De oorlog met Gelderland werd henger dan bevoorens voortgezet, doch het overlijden van Tzabelle koninginne van Caftilie, die Phi-ip en zijn gemaalinne tot erfgenaam van het koingrijk Caftilie verklaart hadden; was oorzaak (om .e voorgenomen reis van Philips naa Spanjej, dat ij met Karel van Gelder een beftand voor 1 jaaen trof, binnen welken tijd hunne onderlinge regen door goede mannen zouden afgedaan worden. )oor deeze herftelde rust begon de neeringen welaard weer eenigzints toe te neemen. —r Henrik van Nassau heer van Breda werd ftadhouder an Gelderland, en Willem van Croi, heer van hievres en Aarfchot, van de- Nederlanden. ■ ier op vertrok Philhs met zijne gemaalinne naa •>anje, doch op de kusten van Engeland beliep hun  DËR VEREËNTCDE NÉDMLANT5ËN\ fiffll een ftorm, zóo dat zij genoodzaakt waren in Engeland binnen te loopen, alwaar hij veele beleeftheden van koning Hendrik den VII. genoot/, maar oök teffèns genoodzaakt was veele zaaken met hem af te doen, die niet tot voordeel van hun en de Landzaaten waren. —— In Gallien vervolgens aan-" vaarde hij de Kastiliaanfche regeei ing, maar maakte zich gehaat door het opfruiten zijner gemalinne, en möt Nederlanders in de' regeering a'Énte Hellen. Doch zij wierden fpoedig van-dit misnoegen verlost , alzoo Philip aan een heete koorts overleed. Hij-liet bij Joanna van Caftilie vijf-kinderen naa, drie dogters en'twee zoons, zijnde Karel ênFER- diNano. Philip-werd bijgénaam't 'de Schoons' omzijn fraaije lijfsgeftalte,-hij hiefd verfcheidebijzittentot fmert zijner gemalihne , die men meent, dat om die reden krankzinnig is geworden, zijne ftaatsdienaars regeerden het Rijk, laatende hij de zorg der regeering-aan hun over, dè wellusten hadden Jiem geheel ingenoomen , -en maakten hem ruim zoo onbekwaam-tot-regeeren als zijn vader,: blijkens aan den Gelderjchen krijg , dien hij met zoo groote overmagt niet ten'einde had kunnen brengen. -; -: ■■ AANMERKINGEN. §. CLXXII. Ongelukkig land , wiens vorsten aan de wellusten overgegeeven, het roer der regeering aan 'hunne ftaatsdienaars in handen Hel» I 5 VI. [IOOFEST/ Dood vaft Philips.  VI. HOOFDST. ] i 3 I ( i I fejp OPKOMST j VERVAL EN HERSTEL len. Eigebe lang,, die drijfveer van 'smenfchen daaden, beftuurd dan. hun gedrag , de Menifters hun tijd van regeeren onbepaald zijnde, bedienen zich van die gunstige omftandigheden tot opftapelmg van .rijkdomuien , en verheffing hunner vrienden. -— Te groote welvaard van de Landzaaten is flrijdig met hun eigenbelang, •om dat een behoeftig volk door tegenfpoeden neergedrukt, gemeenlijk.verdraagzaamer is in 't ondergaan der* knevelarijen. 1 De vorsten, hun «geliefde gevleid door pluimfïrijkende flaatsdienaars, zijn doof voor de klagten hunner ingezeetenen, vooral zoo hoogmoed en.'-.heerschzucht hun brein bedwelmt, dan meenen zij dat het breeken van eede der bezwoore privilegiën, bij hun geen misdaad is, om dat zij veronderftellen, dat der Landzaaten goed en bloed alleen hun wettig eigendom is, waar over zij kunnen befchikken naa hun welgevallen. ■ Indien zij dit niet dagten, hoe was het anders moogefjk dat Philip de privilegie naa Karels dood den .anden gegeevea van geener waarde kon houden, tiet zaad van eigendunkelijk gezag begon in Neerands thuin nu boven den grond zich te verheffen :n weelig op te groeijen. Behielden de Landmaten eenige oude voorregten, die merkte Phi.ips aan als gunstbewijzen van zijn hand. Met tot adeel van den koophandel de munt te veranderen >m 's graaven fchatkist te verrijken, vreemd krijgsvolk te moeten onderhouden om het eigendunkeijk gezag te helpen vestigen, en onder zwaare las.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. X3J ten en excijnfen gebukt te gaan, dit was bet lot dei- Landzaaten. Zie daar! het loon dat de Nederlanders genooten voor de opoffering van hun goed en bloed aan zulke ontrouwe vorsten , die niets anders beoogden dan de invoering van een eigendunkelijk gezag. De looze ftaatkunde bediende zich van de inwendige gebreeken in regeering en burgerftand. Neerlands ftaatsgebouw was door verdeeltheden- verzwakt, onkunde-, gebrek aan vooruitzicht, wantrouwe onder den adel en regenten, die uit partijfchappen elkanders voorfpoed met afgunst befchouwden, en vrees voor de uitlandfche magt der vorsten gepaart met doodftraffe voor de wederflreevers waren- de voornaame oorzaaken dat Neerlands vrijheden voor een tijd verlooren gingen , want den regenten haarer fteden, meest burgers door rijkdom -van den kóóphandel rot dien ftahd verheven, ontbrak het aan genoegzaame ftaatkunde, zij keten zich, door onkunde , van vorstelijke vleiers leiden waar heen die wilden. —Van daar dat zij zelfs dienstbaar waren om de voorvegters van vrijheid §. CLXV. met .de wapenen te vervolgen , en tot 's vorsten gehoorzaamheid te dwingen. §. CLXX1II. Uit dit een en ander zien wij dus. watdeftreekenzijn, die de looze ftaatkunde gebruikt om een vrij gebooren volk onder een eigendunkelijk gezag/te brengen. Het eerste daar met aan begint is de eendragt, de eerste grondzuil var ftaatite ondermijnen-, door verdeeldheden te zaaien vr. HOOFDST. VERVALi.  BS VTsr hoofdst. vervalv.: .opkomst,' verval en herstel onder de regeerders des lands, hier door verzwakt,, inoeten zulke regenten op het kusfen komen, dié vleiers of gunstelingen van den vorst zijn; zij, op gunstige aanbeveeling.: van: derf vorst in regeering geraakt, zijn. als-de adem van hem. Privilegiën te laaten fchènden of verbreeken, .de regten van-hun** ne ftad v.an dangzaamerh'and in handen van den vorstte,ftellen , dit zijn vriendelijke wellevendheden, die aan zulke regenten en famieljen door den vorst beloond 'wordenjböjw lange als het hem .goed dunkt., —t~ Eindelijk de vorst verfterkt met een vreemde en- wel geoeifende landmagt, zoo ligt hij als dan het masker-af, en er fchiet niets over dan de fchaduw van een vrije regeering, waarin.alle de regenten maar -werktuigen van een eigendunkelijke magt worden, blijkens ihet geene dergefchiedenisfe ons geleerd heeft. §. CLX-XIV. Schoon, nu Neerland in die tijden? zekerlijk veel van zijn oude welvaard verboren had, moet men zich evenwel niet verbeelden, datonze fteden zoo behoefcig waren als het, oppervlakkig de gefchiedenisfe leezende, wel toefchijnt. Neen! dit bleek anders aan de ingewilligde bedens, welke zij telkens aan hunne graaven toeftonden, zoo aan iie uit den huize-van Beijeren als Bourgo?idien en vervolgens van Oostenrijk. Zij waren de broodkast /an die vorsten, zonder hunnen onderftand in geld soa hertog Philips, de II. zoo een pragtige hofhouding, noch zijn zoon Karel zijn oorlogzucht :oo hebben kunnen voldoen, en een Karel de V.  DER VEREENTCDE NEDERLANDEN. I4I zich bij laater tijd zoo gedugt aan Europa hebben gemaakt. De nijverige koophandel was 1 noch zonder groote mededingers bij andere vol-' Ren. Vreemde vorsten kenden die bron van 's volks welvaard niet , de adel hadt er een minachting voor, en de flavernij in godsdienst en burgerftand verblinde de zinnen te zeer, dan dat ze zich daarop zouden toeleggen; burger oorlogen verwoesten elders de fteden en het platte land, zoo dat de landbouw» de voedsterrinne van den koophandel kwijnde: onkunde van zeevaart zette te enge paaien aan de fcheepvaart. Geen wonder dan dat dezulke die zich daar op toeleiden een goudmijn daar in vonden, vooral zoo lange zij geene fterke mededingers hier in verkreegen. vr. IOOFDST'ERVAL.  OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL VII. HOOFDST. VERVAL. Karel volgt zijn vader Phitips op. "Maximiliaan , Karelsvoogd. Bïargarete , landvoogdes. ZEVENDE HOOFDSTUK. Over de regeering onder Karel den II. als graaf van Holland, of als keizer naa den naam . Karel den V. uit den huize van Oostenrijk. §. CLXXV. ICarelwas maar zeven jaaren oud, toen hij zijn vader Philips in 't bewind zijner landen en ftaaten opvolgde. Willem van Croi , heer van Chieyres, algemeen ftadhouder der Nederlanden, heeft hem volgens het verhaal van zommige opgevoed, zijn leermeester was AdrriaanFloriszoon hoogleeraar te Leuven. De regeering dezer landen werd zijn grootvader Maximiliaan als wettige voogd opgedragen, en deeze droeg weder de landvoogdij op aan zijne dogter Margarete , een princes van maar 27 jaaren oud, doch dieblijken gaf van ongemeene bekwaamheden. Bij haar inhuldiging in deeze landen, herhaalden de fteden hunne verzoeken , gelijk bij de inhuldiging van Philips, doch te vergeefs: de keizerlijke gemagtigden wilden ook geene andere voorregten bezwéeren dan die door Philips, zijn grootvader, en overgrootvader, en door derzelver vcorzaaten gcgeeven waren. Het gezag dat ze kreegen beftond in zeer be-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN.. I43 paalde voorregten. Dus was genoeg Voor uit •te zien hoedanig het land geregeert zoude worden, het groot privilegie van vrouw Maria en meer andere oude voorregten laagen agter de bank. §. CLXXVI. De kas van 't land was, door den aanhoudenden krijg en 's konings reize naa Spanje zoo uitgeput, dat men het krijgsvolk niet kon betaalen, waarom men geld in Engeland moest opneemen, en de wedde der amptenaaren en huisbedienden moest inhouden, om de muiterijen vdor te komen, en van daar dat de Gelder/the in 't heimelijke door Frankrijk onderfteund, zoo veel fchade aan de Oostenrijkers toebragten, wijl deeze laatsgenoemde hun krijgsmagt maar beftond in 7 of 800 paarden, en 5000 voetknegten, voorzien van twee kleine ftukken gefchut, en twaalf of veertien Val* kenetten, verfcheide reizen wierd er een beftand getroffen met de Gelderjche, dat zoo lange duurde als de oorlogzuchtige Karel van Gelder goed dagt, die, Braband en Holland door zijn geduurige invallen veele fchadens toebragt; gelukkig dat gebrek aan geld paaien aan zijn oorlogzucht zetten. §. CLXXVII. De landvoogdesfe floot in 's keizers naam te Mechelen een heimelijk verbond met Hênrik den VIII. koning van Engeland tegen Frankrijk, om dat Rijk binnen twee maanden den oorlog aan te doen, wijl Frankrijk onder fchijn van vriendfchap bij aanhoudentheid den Gelderfchenkrijg onderfteunde. De keizer trad mee in dit verbond, en had de Engelfche beloofd een leger tegen Frank- vn. HOOFDST. VERVAL. De kas van 't land 1115. geput. 1513. Verbond met den ko ningvaa Engeland tegen Frankrijk.  VIL' IJÖÓFDST. VERVAL. I5I5- Karel aanvaard bet bewind. 1 i §. CLXXIX. Ï44 -OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL rijk in het veld te brengen, doch 's keizers onmag't was oorzaak dat de Engelfche geen hulp van hem kreegen; en naa Ferouanne en Doornik bemagtigd te hebben, keerde Hendrik de VIII. naa Engeland te rug. Het ontworpen huuwelijk tusfchen Karel en Maria zuster van koning Hendrik geraakte ook af, wijl zij huuwde met Lodewyk den XII. koning van Frankrijk, waar door de vreede tusfen die twee rijken herfteld werd, en de Nederlanden tot dit verdrag wierden toegelaaten , die zulks ook aannamen. §. CLXXVIII. Maximiliaan door gebrek aan geld niet meer in de Nederlanden kunnende komen, befloot zich van zijn voogdijfchap te ontflaan, en den jongen Karel fchoon maar 15 jaaren oud, doch die blijken gaf van ongemeene fchrsnderheid, in het bewind der regeering te ftellen; waar toe hij 5n Braband, Vlaanderen, Holland en Zeeland ingehuldigt wierd. Hij kogt ook dit zelve jaar van hertog Joris van Saxen voor 350000 guldens het regt op Friesland , om welke fom te vinden Holland belast werd met een hoofdgeld op de gegoede ingezeten en'een nieuwe algemeene verponding, over buizen en landerijen. 200030 Morgen lands, J5000 huizen en 172000 perfoonen droegen in die ijden deeze belastingen , de overige landen en luizen behoorden aan kloosters of godshuizen, :n de verdere ingezeetenen waren geestelijken of Jnvermogenden.  DER VËREENIGDE NEDERLANDEN. I4S §. CLXXIX. Dat Karel voor niemand zijner Voorzaaten wijken wilde in het oefenen van eer volftrckt gezag, bleek wel dra aan het afzetten Var dijkgraaf en hoog heemraaden over Hollands dijkkaadjen, geevendehet bewind daar van een vreemdeling, die geen voet lands bezat, ftrijdig tegens de gewoonte dezer landen. Fermnand koning Var Arragon overleden zijnde, nam Kakel, onaangeziei zijn moeder noch leefde, den naam van koning var Spanjen aan, en floot metFRANcois den I. koning van Frankrijk een verbond van vreede en vriend fchap, waar bij men overeenkwam, dat Karel mei Louije, dogter van Francois den I., in den echt zov treden, en dat zoo dra KareL in 't bezit van Span je was, men de zaak van Navarre in der minne zoi afdoen. De keizer trad mee tot dit verbond, ei volgens 't ontwerp van paus Leo den X. beloofd de vorsten ieder een aanzienlijk leger op de bee te zullen brengen om de Turken te beoorlogen. Met Engeland wierd ook het verbond van koop handel vernieuwt. Doch de Celderfche onlus , ten bleeven noch voortduuren tot in 't volgend jaar,wanneerbij verdragKAREL vanGelder zijn regt o] Friesland,Groningenmtgezondevt, aan Karelafftom voor een fomme van 100000 kroonen. Intus fchen was koning Karel na Spanje vertrokken, ei wierd aldaar tot koning gekroond , laatende vot zijn vertrek de landvoogdij der Nederlanden aa zijn moei je Margareet en zijn aangeftelden g< heimen raad. II. Deel. K Vit. H.OOFL)5T< VERVAL. Karel betoond zijn volftvekt gezag. 1516. 1 Karel neemt den naam van I koning van . Spanje aan. I 1 1 ) 1 1 r n  'VII. hoofdst. verval. n W7' Philips van Bourgondieword bisfehop van Utrecht. De leer van Lu- ther breekt in deeze landen door. 1 t I I i \ b e c 145 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL §. CLXXX. Ten dezen tijden wist Karel te bewerken dat Philips van Bourgondie, natuurlijke zoon van hertog Philips den goeden, tot bisfehop van Utrecht werd verkooren, met oogmerk datKArel vervolgens het wereldlijk bewind aldaar zoude krijgen. Intusfchen bragten de Gelderfche onlusten veele fchaden toe aan Holland, door dien gebrek aan geld binneus lands de krijgsverrigtingen tegen dezelve flappelijk deed voortgaan. §. CLXXXI. Doch onder al dit krijgsrumoer, begon de leer van Luther , welke in Duitschland al ree veel opgang had gemaakt, ook in deeze landen door te breeken. Deeze hervorming had zijn Dorfprong uit het fchandelijk verkoopen van alkaren, waar van de penningen in 's pauzen fchatkist vwaamen met voorgeeven om dezelve te gebruiken rot den oorlog tegen de Turken. Maarten LurHER was de eerste, die in openbaaren druk tegen de iflaat predikers zijn pen gebruikte, hun met fcher>e aanmerkingen de ongerijmtheden daar van aanoonende, vervolgens heeft deeze groote hervormer, zijn oogen meer verlicht wordende, meer andee misbruiken en doolingen der Roomfche kerke anden dag gebragt: zijn leer vond des te meer in;ang hier en elders, om dat het verval in de kerk 00 groot was geworden, dat meer dan een eeuw oornaame mannen naa een hervorming verlangt adden. Philip Melanchton, mede een van de erste en voornaemfte hervormers , kwam kort aar op in 't licht met zijne Hypotypofes Theolo-  DER VERËENTGDË NEDERLANDEN. it\f gicce, uitmaakende een kort begrip van de Godgeleerdheid der Protefianten. Maar hoe zeer de kragt der waarheden diende tot overtuiging van veele, de dwaaling beheerschte de throonen der vorsten, ftrenge placaatcn wierden vervolgens niet alleen in deeze landen afgekondigt, maar ook een geloofsonderzoek aangefteld door Francois van der Hulst raad van Braband, alle openbaare of heimelijke bijeenkomsten in welke de gewijde bladeren geleezen of overwoogen wierden , werden ftrenge- .lijk verboden. Jan de Bakker priester te Woerden was de eerste die in den Haag om ketterij geworgd en verbrand werdt, het geene ook vervolgens het lot van verfcheide anderen geweest is. §. CLXXXII. Intusfchen dat dit alles voorviel fticrf Maximiliaan , en werd Karel de V. tot keizer verkooren. Deeze verkiezing gaf gelegentheid tot een algemeenen oorlog in Europa, naardien \ Fran^ois de L zich tot een mededinger naa de keizerlijke waardigheid had opgegeeven , en dit hem misfende vastelijk beflooten had bij de eerste gelegentheid Karel den V. den oorlog aan te doen. Bij 's keizers komste in de Nederlanden werd Margareet van Oostenrijk in de landvoogdij der Nederlanden bevestigd: „ zij kreeg magt om de ftaa,, ten naar haar welgevallen ter dagvaart te ber 1 „ fchrijven. Den ftaaten werd bevoolen, om zich,' ,, wegens bijzondere, zoo wel als gemeene zaa„ ken , tot haar te vervoegen. De groote raad K 2 VIL hoofdst. /er. val. 151^ VAREL vord keiier in )laatfe van VÏaximilx- \an. •> \1arga- ieet van ~>us!enrijk andvoogiesie.  VIT. HOOFDST. VERVAL. Strijdigheden tegen 's Lands privilegie. 1521. Oorlog met Frankrijk. Verbond met Engeland. 1522. ' 2 I48 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ van Mechelen en andere geregtshoven der bij,, zondere landfehappen ,metnaame ook het hof van ,, Holland, werden aan de landvoogdes en den ge„ heimen raad onderworpen en kreegen verbod, „ om voortaan brieven van gunst, kwijtlchelding, ,, vrij geleide, of eenige diergelijken te verlee,, nen": alles ftrijdig tegen's Lands privilegiën. Ja deeze vorst gaf zelfs eenigen tijd hier naa bevel aan 't hof van Holland, om de privilegiën, op welke men zich tegen zijn ordonnantiën beriep, weg te neemen of geheellijk te vernietigen. §. CLXXXIII. Dit jaar begon Francois de I. zijn vijandlijkheden tegen Karel den V., het welk ten gevolge had, dat alle leenmannen ter heirvaart wierden op ontboden, en de fteden verpligt een seker getal van weerbaare mannen te leveren. De visfcherijen ftonden genoegzaamft.il, maar bij verdrag werdt de haringvisfeherij over en weder rrij verklaard. Hertog Karel van Gelder bediende zich weer van deeze onlusten, brandfehatte Texel en Wieringen, en nam een geheele vloot Oosrerfche fchepen, die hij voor goeden prijs verklaar- , ie. De keizer naar Spanje vertrekkende, ieedt met zijn vloot onder weg Engeland aan, en /erbond zich met Enge land om over en weer elkande•en te befchermen en Frankrijk den oorlog aan te loen. In Friesland waren 's keizers wapenen ;oo gelukkig, dat men in onderhandelingen kwam, , dat de graaven van Holland, voortaan, uit 'skei- zers ea "s rijks naam, Friesland beheeren zou-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 149 „ den; doch de ftaaten egter de magt hebben om „ een poteftaat te kiezen, gelijk van ouds, die ne„ vens twaalf der voornaamften, de regeering zou „ waameemen". — Vervolgens raakte geheel Friesland in de magt der Oostenrijkers. — In Italië waren 's keizers wapenen niet minder gélukkig, doordien in denflagvan Saviahet Franfche leger geheel verflagen en hun koning zelfs gevangen genomen werdt, die men naa Spanje vervoerde , en een jaar gevangen hield. Alle deeze groote voordeden maakten den keizer zoo gedugt, dat Engeland bedagt werdt, om zich op nieuws met Frankrijk te verbinden, en de vervallen zaaken van den gevangen, koning te helpen redden. Doch alle deeze voordeden kwamen den lande duur te ftaan, en gaven gelegentheidtothet opeisfchen van nieuwe bedens,daar de fteden traaglijk toe kwamen , te meer wijl de Hollandfche fteden een oorlog met de Oosterlingen voorzagen, dienog gelukkig door een beftand werd voorgekomen. §. CLXXXIV. Naa de ontdekking van Mexiko en nieuw Spanje, het goud en zilver in Europa gemeender wordende, en in de Nederlanden meer in omloop raakende begon men ook minder voor het zelve gedaan of gemaakt te kunnen krijgen, Ja! men begon zich ook alhier op het ontdekken van nieuwe landen toe te leggen. §. CLXXXV. Keizer Karel de V. die al verfcheidehuuwelijks verbintenisfenhadt aangegaan,die om üaatkundige redenenverbrooken waren, trouwK 3 VII. HOOFDST. VERVAL. ■ 1523I525- De koning van Frankrijk gevangen. Goud en zilver gemeenderin Europa. 1526. Karel trouwt met Izabelle , en uit welken echt gebooren is PüiLirs.  VIL HoOFDST. verval, ■ 1527. De Pain, Frankrijk, hertog van Milaan en Engeland, verbinden .zich tegen Karel, 1 De bisfehop draagt de ' waéreldlij- \ ke magt aa;i den jféjzêr op. 1 f$é OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL de eindelijk met zijn voüe nigt Izaeelle, dogter vanEmanuel, koning van Portugaal, die hem ook het volgende jaar een zoon ter waereld bragt, Philips genaamd, in onze gefchiedenisfe maar al te wel bekend. §. CLXXXVI,- Francois de I. was naauwlijks uit de gevangenis ontflagen of hij verbond zich tegen den keizer met den paus Clemens den VII. en den hertog van Milaan , waar bij zich naderhand voegde de koning van Engeland, als bekommerd zijnde over de aanwasfende magt van Karel, Dit rugtbaar wordende veroorzaakte een merkelijke nntfteltenis in Holland, en Karel van Gelder, aangezet door Frankrijk, bediende zich van die geleegentheid, nam Utrecht in , en roofde het platte !and af, wijl intusfehen tot dekking van Holland, mderftand van den bisfehop van Utrecht en vrees roorden Franfchen oorlog geld noodig was om krijgsvolk te bezorgen, en in welke bedens de fteden mgaarne kwaamen , en daar bij bedongen dat de jenningen alleen tot verdeediging van Holland ge. bruikt moesten worden. Niet lang hier naa vexk\aaxéenEngelandenFrankrijkc\cnke\zerdenoorog, en naamen verfcheide Hollandfche en Zeeuwrche fchepen weg, §, CLXXXVÏf. De bisfehop van Utrechtzienóe , lat hij n iet beftand was tegen de Gelderfche, droeg de Kaereldiijke magt van Utrecht aan den keizer op, 'tri die als zijn eige landen te regeeren en te befchcrnen, waar toe de landvoogdesfe al weder geld ver-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 15* psogt, Karel hertog van Gelder dit verneemende, overviel onverwagt 's Gravenhage onder 't beleid van Maarten van Rossem , het geene hij plunderde , en met groote buit vertrok. Gelukkig dat in Engeland,doordien de vaart op de Nederlanden verbooden was, de wol en laakenhandelft.il ftond, de wevers aan het muiten floegen, en het volk meer tot vreede dan tot oorlog neigde, waarom men ook een beftand voor 8 maanden met Engeland en Frankrijk trof, door het beleid der landvoogdes* ■ ■ De wapenen tegen de Gelderfche meede gelukkig zijnde , zoo werd er een vreede getroffen waarbij hertog Karel van Gelder afftand deed van zijn verbintenisfe met Frankrijk. Bij de vreede van Kamerijk werd ook de oorlog met Engeland en Frankrijk geëindigd. Karel kreeg bij het zelve de opperfte magt over de graaffchapper van Vlaanderen en Artois ; de Nederlanders verwierven ook de affchaffing van het regt Aubahu volgens welk niemand van zijne naabeftaande erver kon , dan die gebooren was in het land daar d< erfenis geleegen was. §. CLXXXVIII. Hoe zeer de keizer door ftren ge placaaten, en de landvoogdes door hetverbete ren van eenige misbruiken den voortgang der her vorming had tragten te fluiten, zoo brak dezelv des niet tegenftaande te fterker door. Amjïerdai beweerde op grond zijner verkreege privilegiën dat haare poorters ter dier zaaken niet in Leuven o buiten het graaffchap betrokken mogten worden K 4 VII. tlOOFDST. VERVAL. s Gravenhage overvallen. Beftand met Engeland en Frankrijk. 1529. Vrede vnn Frankrijk, . De hervorming' breekt Z meer en meer door. 1 > f  VII. HOOFDST. VERVAL, I 3 Protest j der hervormde 1 vorsten, en 1 waar van daan zijde 1 naam van c pro te Ilauten krlj- £ gen. g Streng pla- p caat tegen £( de hervormers, d d g' 1530. C Augiburg- v lopfsbeUj- ° denis, h Ï52 opkomst, verval en herstel doch ten hoove dreef men, dat alle de Nederlanden maar ééne provincie waren, en dat men dierhalven die van Holland wel in Braband of Vlaanderen vermogt te dagvaarden. Ongelukkig dat de Zwitzerfche hervormer Zwinglitjs met Lüther, over het leerftuk van 's Heeren Avondmaal zoo oneens raakten , dat hunne navolgers zig nimmer met den anderen hebben kunnen vereenigen, tot groot nadeel der hervorming; want keizer Karel die verdeeltheden ziende zogt daar zijn voordeel mee te doen, om mn vervolgens daar door des te ligter onder de tnie te krijgen. Doch de keurvorsten van Saxen ;n Brandenburg, de hertogen van "Lunenburg, de andgraaf van Hes/en, de vorst van Anhalt en veerien voornaame lieden het oogmerk des keizers ontiekkende, leeverden op den rijksdag te Spiers een rotest daar tegen in, zich beroepende op een algeneene kerkvergadering, en naa welk protest hun n alle hervormden de naam van Proteftanten bij- ebleeven is. De keizer was hier over zoo eftoord, dat kort daar op in Holland een ftreng lacaat het licht zag, waar bij de hardnekkige kett :rs veroordeeld wierden, en de mans tenzwaare, de vrouwen levendig in de aarde gedolven, en ie andermaal te rug gekeerd en van de Roomfche )dsdienst afvielen ten vuure gedoemd wierden. — p den rijksdag teAugsbürg leverden deProtefiantfche >rsten hunne geloofsbeiijdenisfe over, bekent bij ! Lutheraanen onder den naam vnnAugsburgfihege. ofsbelijdenis, doch die het met Zwjncliüs hielden  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I<3 gaven een bijzondere geloofsbelijdenis in , maar men kwam toe geen befluit, en de keizer gaf een nieuw placaat uit tot (laving van den Rootnfchen godsdienst, en poogde de keurvorsten zaamen te roepen , om zijn broeder Ferdinand tot Roomsch koning te doen verkiezen , waar. de keurvorst van 'Saxen en meer andere Protejïantfche vorsten zich tegenftelden, en te Smalkalde het bekende verdedigend verbond llooten tegen alle die hun om den godsdienst eenig geweld zouden aandoen. §. CLXXXIX. Dit jaar overleed de landvoogdes Margareet van Oostenrijk, die de Nederlanden verfcheide jaaren wijzelijk befluurd hadt. De keizer was daar door genoodzaakt zijn reize naa de Nederlanden te verhaasten. Hier komende liet hij een bede doen voor Braband van i200000 kroonen, en van Holland 6cocoo guldens te betaalen in zes jaaren. Aan de andere Nederlanden, deed hij bede naar evenredigheid. Deeze bede zoude ftrekken, een derde tot betaaling van fchulden en losfing van renten, een derde tot betaaling van het krijgsvolk, en het overige voor den keizèr tot onderhoud van zijn ftaat. ——• De ftaaten vertoonden daar op den keizer, hoezij door geduurige oorlogen uitgeput, ,, aan zuiver geld naa 's keizers vertrek naa Spanje ,, 1700000guldens betaald, en zich ten behoevedes ,, keizers met socoo guldens jaarlijksch losrentete„ gen de penning 16 belast hadden, dart Hollandsch ,, grond minder waardig was als de onkosten ver„ eisten om het in ftaat te houden, zoo dat alle de K 5 vir. HOOFDST. VERVAL. Verbond nn Smalkalde. i53o- Margareet overleden. Zwaare bedens. 1531.  VIL HOOFDST. VERVAL. 1531. Maria landvoog- desfe. Geheime raad. 154 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ voordcelen moesten komen uit de koophandel en. „ zeevaart, die de voorige graaven alle gehand„ haafden door het geeven van groote privilegi9» en aangemoedigd hadden; dat nu in teegendeel „ door de opgekomen nieuwigheden van tollen en 3, verlofgeldop 't koorn, de koophandel verjaagd, „ en de Oosterfche en Westerfche waaren buiten het „ land omgevoerd werden, waar door alle neerin„ gen verliepen, en bijzonder de lakenweverij, „ tot groot nadeel zelfs van 's keizers tollen, wijl „ intusfchen de jongfte watervloeden veele Zeeuw„ fche en Hollandfche ingezetenen tot den bedelzak „ gëbragt hadden, waaromme zij verzogten volgens „ 's keizers belofte te Antwerpen gedaan om af„ fchaffing van 't verlofgeld op 't koorn en een „ herftel op 's Lands bezwaarnisfen met belofte ,, van voor 6 jaaren 80000 gulden 's jaars en bo,, ven dien in de laatfte 4 jaaren noch een fomme ,, van Hocco guldens aan bede te zullen opbren„ gen, bedraagende in alles maar 40000 guldens „ minder dan 's keizers eisch". De keizer nam hier genoegen in, en paaide de ftaaten met fchoone belofte van zelfs in Holland te zullen komen, om in hunne bezwaarnisfe te voorzien. §. CXC. In plaatze van de overleedene landvoogdes ftelde de keizer tot die waardigheid aan zijne zuster, vrouwe Maria weduwe van koning Lo3Ewyk van Hongaryen, een vorstinne beroemd zelfs onder de geleerden van die tijden. De keizer [lelde orde op den geheimen raad, die met de land-  DÉR VEREEN!GDE NEDERLANDEN". 155 voogdes het land regeeren zoude, geevende ook den leeden van den raad van ftaaten, waar onder de vliesheeren waren, toegang tot den geheimen raad, daar bevoorens deeze raad van ftaaten (die uit de grooten van het land beftond) maar bij 's keizers tegenwoordigheid over de gewigtigfte zaaken wierden bij een geroepen, hebbendein 's keizers afzijn geen deel aan de regeeringe, en om dat deeze gemaakte verandering niet met den zin der landvoogdesfe was, wil men ook, dat zij zelden de leden des raads van ftaaten deed vergaderen. Bij deeze twee raaden was noch een raad van Finantie, die de geldmiddelen en'vorstelijke inkomsten beftuurde* §. CXCI. Omtrent de ingebragte bezwaarnisfe kwaamen er keizerlijke placaaten uit, de Nederlanden in 't algemeen en Holland in het bijzonder raakende. Bij dezelve wierden de voorige placaaten tegen de Protejlanten vernieuwd, en de uitvoering op het fterkfte aanbevoolen , tot herfteliing der Munt kwam er een ordonnatie die 7 bladen druks befloeg, en om die misflagen te verbeeteren. die uit onderfcheide landsgewoontens fprooten, werden de wethouders gelast hunne bijzondere costurnen ingcfchrifte binnen zes maanden aan de landvoogdesfeoverteleeveren. Verder wierd bevoelen dat de Notarisfen voor het aanvaarden hunner amp ten door de provinciaale raaden daar eerst bevoegc toe verklaart moesten worden. De monopoliën wielden verboden. De wethouders krecgen bevel 011 een redelijken prijs op de levensmiddelen te ftel VII. HOOFDST. VERVAL. Herfteliing op eenige misbruiken. t : .  VIL Hoofdst. verval. i 3 't Verlof- i geld op 't, koorn af- L gefchaft. i £ Des verdreevcn { konings ^ Christi- , aan den II. krijgsvolk doet veel , fchade in Holland, m I5Ö OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL len. Bedrieglijke Banqueroutiers en hunne medelanders wierden voor openbaare dieven verklaard, van de vrijplaatzen verfteeken, en niet verfchijnende op de indaaging ten eeuwigen daage gebannen. Lediggangers en bedelaars moesten worden geweerd. Dronkenfchap werdt ftrengelijk verbooden, en de dronkaarts moesten uit de regtbanken geweerd worden. Meer dan aoperfoonen vermogt men op geen bruiloft te noodigen. Het draagen van gouden en zilveren lakenen werdt den aanzienlijkften, hertogen, princen en graaven uitdrukkelijk verbooden, en een bepaaling van dragt overeenkomstig den rang gemaakt,en opmeer andere zaaken bij die placaaten voorziening gedaan. ■ Doch vooral beval de keizer de uitvoering zijner placaaten tc?en de Lutkerfche, zeggende, „ dat hij een vijand ., zijn zou van zijnen eigen vader, moeder, broeder , of zuster , indien zij Luthersch waren". In Holland wierden veele bezwaaren herfteld, en het 'erlofgeld op 't uitgaande koorn afgefchaft. Het ;of van Holland, Zeeland en Friesland kreeg ook iu, en vervolgens meerdere regten tot benadeeling 'an 's Lands privilegiën, om dat de landzaaten nu edoogen moesten , dat raaden geheel van den raaf afhanglijk , oordeelden over zoo oude als ieuwe voorregten en vrijdommen, die uitleggenï aan hun of 's graaven goeddunken. §, CXCII. In deezen tijdleed Holland veelfchae door den verdreeven koning van Zweeden en Deearken, Christiaan den II., die tot zijn Noord-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 157 fche togt 5000 mantien had bij een gebragt in deeze landen, en waar toe hem de fchepen ter overvoering geweigert wierden. De koning weetende, dat Holland zonder krijgsvolk was, deedtin hetzelveeen inval, pionderde verfcheide plaatzen, met gevolg dat de keizer geen volk op de been hebbende door den ftadhouder van Friesland, met Christiaan den II. een verdrag maakte om joooo guldens wegens de bruidfchat zijner gemalinne te voldoen en 12 oorlogfchepen tot zijn Noordfchen togt te leveren , zeer tot Ongenoegen van kouing Frederik, die, door de Lubekkers en Wendfehe fteden, welke nijdig op ons waren over onzen Noordfchen koophandel, aangehitst, veele fchepen in de zond wegnam. Met gevolg dat de graanen door fchaarsheid in deeze landen reezen tot de prijs van 46 g.guldens 't last, ( dat toen een buitengewoone hooge prijs was. 4001 Koopvaardijfchepenlaagen daar door ftil, met iocoo : bootsgezellen die veele tot armoede vervielen. 1 Doch door de fterke krijgstoerusting hier te landen, wierd koning Frederik handelbaarder, en de vreede getroffen, waar door de rogge van 46g. guldens tot op 22. en de teer van 50 op 13 gulden viel. i Maar de vreede duurde niet lang , en Holland werd genoodzaakt een vloot naa de Oostzee te zenden, daar zij de Zond flooten en geene dan Nederlandfche fchepen doorlieten. Hier op wierd er een beftand van koophandel met den nieuwen koning van Denemarken geflooten. VIL HOOFDST. VERVAL. Schaden* foor het til (iaan der ^loordfche coophaniel, I534-  VII. HOOFDST. VERVAL. 1534- De Turkfche keizer doet een inval in Oostenrijk i 1535' De Zond geflooten. ' I i i I J ) k 1 c ( 158 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL, §. CXCIII. De Turkfche keizer Soliman Hortgarye bijna geheel afgeloopen hebbende, zoo werd Oostenrijk met een inval gedreigd, die keizer Kabel de v. niet keeren konde zonder hulp der Proteflantfche vorsten, die zij hem verleenden onder beding van een vrije godsdienstoeffening tot op het houden eener algemeene kerkvergadering; door ïvelke hulp de Turk genoodzaakt was naa Conftan. inopolen te rug te trekken; doch in de Nederlanden ra-mogt men zelfs 's keizers placaaten wegens deeze gegeeve vrijheid in Duitschland op ftraffe van lijf m goed, niet inbrengen, houden, verkoopen of lee- >emagtigen, waar toe in Holland de vaart verbooien wierd, tot groot nadeel des koophandels om de fchepen en het volk tot's keizers dienst tegebruiken, loch de beweegingen onder deProteJlcnten in Duitschand, verandering in Gelderland, en de opftand der Gen-  DER VEREENIGDË NEDERLANDEN. I6l Gentenaarendeeden den keizer van voorneemen veranderen , en de fchepen onttaakelen. Intusfchen overleed 's keizers gemaallinne. De landvoogdesfe in de Nederlanden komende, wierd hetgefchenkvan de landvoogdesfe verhoogd , en weder een buitengewoone bede toegefcaan. Te Gend ontftond een oproer over het gevangen neemen van drie hunner afgevaardigden , tot overhaaling van ftemgee* ving in een geëischte bede, en onderwerping van het gefchil aan den grooten raad of den keizer, ftrijdig tegen 's lands voorregten , en welke inbreuk de keizer nogthans goedkeurde ; waarop de landvoogdes de bede bij panding wilde innen, doch daar de wethouderfchap zich tegen verzette. Intusfchen raakte het gemeen aan 't woelen, en waande dat er privilegiën verdonkert waren door de wethouders , waar van zij er eenigen gevangen naamen, en vreedelijkpijnigden, met gevolg, dat het gezag der wethouderen met voeten getreeden, veele ongeregeldheden gepleegd en opentlijk geweigerd wierd 's ftads excijnzen te voldoen. Eindelijk de keizer in de Nederlanden en binnen Gend komende, was het flot van zaaken, datde keizer verklaarde, dat de Gentenaars hadden begaan misdaad van gekwetste hoogheid, waar door zij lijf en goederen verbeurd hebbende , veroordeeld wierden om tot boete in eens 150000 guldens en voor altoos jaarlijks 6000 gulden te betaalen , met verpligting dat de wethouderfchap en omtrent 450 door den keizer daar toe benoemde ingezetenen II. Deel. L VIL hoofdst. opkomst. De Gente* naars zwaar geItraft.  VII. HOOFDST. OPKOMST. I54I- Nieuwe geè'ifchte bedens. A Bepaaling omtrent liet ftapelregt. Rene van ClIALONS prins van Oranje ftadhouder van Holland. Scbadens door de invoeringvnn 't verlofgeld, en wérd daarom afgeichaft. l6% OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL inlinnekleedinge, meteen ftrop om den hals ter aarde leggende, voor zich zeiven en de gantfche gemeente om vergiffenis moesten fmeeken.Zes en twintig wierden onthalsd en eenige andere.in zwaare geldboete beflaagen en tot hunner beteugeling te Gend een flot gebouwd. Een treffend voorbeeld , hoe het vrije landzaaten bekomt tot voorftand hunner privilegiën zich tegen magtige heeren te verzetten. §. CXCVII. De keizer in Holland gekomen zijnde eifchte een bede van 100000 guldens 's jaars voor zes jaaren, die ingewilligd werd, doordien veele fteden klaagden over het ftapelregt van Dorducht , en ieder ftad door zijn bewilliging in de bede daar door de gunst des keizers zogt te winnen, doch Dordrecht wierd in zijn ftapelregt bevestigd , en maar alléén een nadere bepaaling gemaakt , welke goederen dit regt verfchuldigd waren , en Amfterdam vrijgefteld van zijn kant in kromhout en.eike planken , die zij langs den goud. fchen Ysfel voor bij Rotterdam vervoerde. De keizer ftelde, te Breda , Rene van Chalons prins van Oranje tot ftadhouder van Holland, Zeeland en Westvriesland aan , in plaatze van den overleeden Antony van Lalaing, graaf van HoogJlraaten. §. CXCVIII. 't Verlofgeld op het kooren weder ingevoerd zijnde, wat vertoogen de ftaaten daar tegen deeden , zo voeren wel 150 Oosterfche fchepen het land westwaards voor bij tot groot nadeel van den koophandel en graaflijke tollen, het ge-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 1(53 ne de keizer verneemende , zoo liet dezelve zich te vrede Hellen , dat in plaatze van dien de fteden hem 25000 guldens s'jaars tot fchaa vergoeding zouden betaalen, waar in Amfterdam om het belang in den Oosterfchen handel een derden en de overige twee derde deelen over het gemeene land zouden worden omgefiaagen. §. CXCIX. De ftaaten van Holland hadden zedert veele jaaren herwaards veel werks gehad in het voorftaan der aloude voorregten tegen de inbreuken van het hof. Veele fteden hadden het privilegie, dat een poorter niet meer dan zijn lijf en zekere ponden konde verbeuren , als mede dat zij niet mogten buiten Holland in regten betrokken worden. Maar de graaflijke amptenaaren verklaarden dikwijls (vooral de zogenaamde ketters) alle hunne goederen verbeurd, en trokken verfcheide zaaken voor den grooten raad te Mechelen, die in Holland behoorden afgedaan geweest te zijn. §. CC. Hendrik de VIII. koning van Engeland zijnen onderdaanen verbooden hebbende eenige koopmanfchappen in Hollandfche fchepen te laaden, zo kwam er een diergelijk verbod in deze landen uit, omtrent het laaden van Hollandfche goederen in Engelfche fchepen. s' Keizers togt op Algiers liep ook ongelukkig af. §. CCI. Francois de I. ziende hoe hij door keizer Karel misleid was en zijne gedaane belofte omtrent het hertogdom Milaan, dat de keizer aan L 2 VIL HOOFDST. OPKOMST. De ftaaten ftaan hun privilegiën voor. Over en wederzijds verbod omtrent het laden der goederen in fchepen.  VIL IIOOFDST, OPKOMST. Oorlog mei Frankrijk. 1542. i 5 I64 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL zijn zoon den hertog van Orleans beloofd had te zullen opdraagen, en het gene hij aan zijn zoon Philips had gegeeven. Deze gedaane verongelijking Francois niet kunnende verkroppen , verbond zich tegen Karel den V. met Willem, hertoge van Gulik, Kleve en Gelder, gelijk ook met de koningen van Denemarken en Zweeden , en wist den Turkfchen keizer Soliman te beweegen, om de weduwe van Joan Sepusa koningin van Hongarijen met haar zoon Steeven te helpen tegen denRoomfch koning Ferdinand, die uit kragte van een verdrag eisch op Hongarijen had. Karel de V. zogt Francois den I. door vleiende beloften te paaien om de Nederlanden aan den hertog van Orleans te geeven , zo dra hij die lauden volgens het oogmerk van hertog Karel van Bourgondiën tot een koningrijk verheven zou hebben , maar die Franfche koning liet zich niet meer van Karel om den tuin i^en; de vijandlijkheden werden van rondsomme begonnen. Luxemburg werd veroverd door de Franfchen en kort daar op door de Oostenrijkers herwonnen. Door Denemarken werdt de Zond geflooten en veele fchepen in beflag genoomen. Maarten van Rossem viel ook in Braband m liep de Meierije af. De Prins van Oranje te*en de Gelderfchen uitgetrokken en in een hinderaag gelokt, moest met groot verlies de wijk naa intwerpen neemen , welke ftad door Maarten 'an Rossem werdt opgeëischt, doch niet voorten zijnde van grof gefchut moesten de Gelder-  DER VEREENTGDE NEDERLANDEN. l6$ fchen weder aftrekken. Intusfchen moeiten de ftaaten al weder als vooren bewilligen in buitengewoone bedens. §. CCII. De oorlog voortgezet wordende en van Rossem in Braband gevallen zijnde, zo viel de Prins van Oranjen in Gulikerland, over en weder werden veele verwoestingen aangerigt. — De ftaaten te Brusfel bij een gekomen, werd van wegens de landvoogdes de voorflag gedaan om een honderite penning van de uitgaande koopwaaren, en een tiende van alle inkomsten en winsten te heffen, tot het welke de ftaaten, hoe ongaarne, voor een tijd moesten verftaan, zelfs zogt de landvoogdes den last van het krijgsvolk te betaalen aan Holland op te dringen. Intusfchen was de veldtogt in de Nederlanden geöpent en door de Franfchen verfcheide plaatzen in Flenegomven en Luxemburg ingenomen. Ter zee bragt men over en wedei eikanderen veele fchadens toe. Maarten van Rossem bemagtigde Amersfoort en liep de Meièrije af. Doch keizer Karel in Gulikerland ge¬ vallen en Duuren, de fterkfte ftad, bemagtigd hebbende , zo onderwierp zich Willem, en ftond bi. verdrag aan keizer Karel den V. Gelder en Zut fen af. Met den koning van Engeland floot d< keizer van gelijke een verbond tegen Frankrijk , en met Denemarken werd een verbond van vrede er vriendfehap geflooten. §. CCIII. De keizer de Protestanten vrije oeffe ning van godsdienst verleend hebbende in Duitfch L 3 VIL HOOFDST. DPKOMST. 1543- 3ver en .vedemjdehe v»r«voestingen door denoorlog. Zwaar'e belastingen. 1544- De Protestanten verleenen onderftand tegen Frank' rijk.  VII; HOOFDST. OPKOMST. L ODEWIJK van Vlaan deren ftad houder var Holland. AfTcliaffing van den ( ïooften penning. 1 i ] Ï544. OPKOMST j VERVAL EN HERSTEL land , zo kreeg hij van dezelven onderftand tegen Frankrijk. De prins van Oranje in 't beleg van S Difier gefneuveld zijnde zonder wettige kinderen naa te laaten, hadt hij het prinsdom Oranje en zijne andere heerlijkheden gemaakt aan zijnen Neeve Willem van Nassau. Lodewijk van . Vlaanderen heer van Praat werd in plaatze van den overleedenen prins van Oranje ftadhouder over Holland, Zeeland en Utrecht. S. Difier ingenomen en Francois de I. in de engte gebragt zijnde, zo floot hij met den keizer de vrede van Crespi, „ beloofde binnen een maand den keizer „ te zullen ftellen in 't bezit van 't graaffchap Cha„ rolois, en deed gelijk meermaalen afftand van 't regt „ van opperfte magt over de graaffchappen Vlaan„ deren en Artois ; den keizer en zijne opvolgers „ van alle leenroerigheid ontheffende. Ook deedt » hij afftand van alle regt , welk hij zou kunnen „ voorgeeven te hebben op het hertogdom Gel„ der en het graaffchap Zutphen. Voorts werdt „ het recht van Aubaine , voor de ingezeetenen , van Holland , Zeeland en de andere Nederlan>, den, in Frankrijk vernietigd verklaard. §. CCIV. De ftaaten een bede van 100000 gullens voor Holland ingewilligd hebbende, verkreegen daarop van den keizer de affchaffing van den ïonderdften penning; doch de invoering der beiens ontmoette zeer veele zwaarigheden in FIoland. §. CCV. Dit jaar werd er een kerkvergadering  der vereenigde nederlanden. l6? te Trente beroepen , doch de Proteftanten hadden zich , hoe zeer er de keizer op ftond, niet naa toe willen begeeven , zo min als toen paus Paulüs de III. die kerkvergadering verplaatste van Trente naa Bonome , en welke verplaatzing gefchied was door den paus , om dat de Spaanjaarden zijne en der Italiaanen inzichten geduurig dwaarsboomden. Verfcheide geloofsftukken der Protestanten werden in Trente beflist met nadeelige uitfpraaken en vervloekinge. Het ontwerp om de Protestanten uit te roejen was beflooten , dc paus zou met zijne geestelijke wapenen , en de keizer met zijne waereldlijke magt hen den oor log aandoen. Holland moest daar toe geld en man fchap leveren , wijl 's lands fchatkist uitgepui en de gemeente door zwaare lasten en duurc tijden buiten ftaat waren hunne ingewilligde beden op te brengen. §. CCVL Schoon de keizer de Protestanten zog in llaap te wiegen , om hen onverwagt te overval len, zo merkten zij 's keizers toeleg , en wapen den zich. De paus mee benijdende 's keizer aanwasfende magt, gaf een bulle uit ter vervol ging van de Protestanten, waar door die Protei tantfche vorsten, welke buiten het verbond va Smalkalde waren, gelijk ook de Zwitzers zich va *s keizers zijde afhielden. Doch het leger d< Protestanfche vorften was genoodzaakt zich v; een te fcheiden, doordien de keurvorst van S zen zijne landen te vuur en te zwaard verwoe L 4 VII. HOOFDST. OPKOMST. Kerkvergadering van Trenten. t Protestaft? _ ten wapenen ziel) te■ gen den 3 keizer. n i ar ;n etst  VIL' hoofdst. opkomst. Maximiliaan van Bourgondien ftadhouder. 1547- Dood der koningen van Engeland en | Frankrijk, j i i I P C h V k Vv de d< Je 35 35 >> 35 ii i) 1 3.' s: 33 I?2 OPKOMST} VERVAL EN HERSTEL mee bij den eed van Karel niet gerept was. Die van Holland beloofden ook hulp aan 's prinfen amptenaaren , als zij zich van hunne ampten naar behooren kweeten , en de Zeeuwen booden gehoorzaamheid aan, overeenkomftig 's lands regten en privilegiën , die geene willekeurige overheerfching gedoogden. Ja offchoon de keizer zijn zoon noemde natuurlijke prins of toekomende overfteheer, welk laatsteeën volftrekte oppermagt aanduid, zoo warende ftaaten zo voorzichtig, dat zij bij hunnen eed hen geen anderen tijtel gaven dan geregtigen gelmren landsheer en prins, 't Is waar men vind er onder de hooffche pluimftreikers, welke hun voordeden van het hof zogten, die den keiler den tijtel gaven van Souverain , Seigneur en Jverfteheer, doch andere, die hunne vrijheden /oorftonden , noemden hem natuurlijken prins en heer. -—■ Om de landen nu des te magtiger te naaken, zo verklaarde Karel de V. met bewilliging der ftaaten, dat de Nederlanden nimmer van :en gefcheiden zouden konnen worden. §. CCXI. Streng waren de placaaten tegen de Protestanten hier te lande , door dezelve voerde nen ook de Inquifitie in , waar bij „ alle officie, ren last kregen de Inquifiteuren behulpzaam te , zijn om alle verdagte perfoonen te doen aan brengen. Ook werdt den aanbrenger de helft van de goederen der veroordeelden belooft, en die een ongeoorlofde vergadering aanbragt, zou ook de helft van de goederen der veroordeelde vez-,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 173 „ gaderden genieten, mits hij zelfs niet in de ver,, gadering geweest ware,of anders bewijzen kon ,, Cathoiijk te zijn." Te Antwerpen weigerde men het placaat der Inquifitie af te kondigen, vreezende, dat de bloeiende koophandel verloopen zou; de waarheid daar van bleek ook, doordien veele voornaame kooplieden gereedfehap maakten om te vertrekken ; de handel wierd geftremt, wijl er niet gekogt , verkogt, ontboden of verzonden wierd: De huizen lloegen af, de handwerken Honden feil, en de gemeeue man verarmde. Door toedoen der landvoogdesfe kwam er eenige zogenaamde verzagtinge in de placaaten , de ergerlijke woorden van Inquifitie of Inquijiteurs raakten uit de placaaten en in plaatze van die las men geestelijke regters , en waar mede zich het gemeen liet paaijen, fchoon er anders geen verandering in de ftraffe was. §. CCXII. Bij vonnis van keizer Karel mogten de Hollanders in Braband uit oorzaak der zogenaamde goude bulle niet bekommert worden. Met Frankrijk wierd er een verdrag van koophandel geflooten, waarbij men voortaan vastfteldeover en weder , dat geene dan verbode vijandlijke goederen zouden verbeurd verklaard worden. De lang geduurd hebbende onlusten met Schotland wierden ook door een verbond van vreede en vriendfchap bijgelegd. Naa het overlijden van Nicolaus Perenot heer van Granvelle, kwam zijn zoon Antoni Perenot in 't bewind , die vervolgens zoo bekend is geworden in de gefchiedenisfen. VIL hoofdst. opkojist. Regt der zogenaamde goude bulle. Verdrag met Frankrijk wegens den koophandel.  VII, hoofdst. opkomst; Ontworpen Interim van «fcn keizar. 1552. Pas/'aufche vrede. i i i ©oriogmet j frankrijk, f i 174 OPKOMST, VERVAL, EN HERSTEL §. CCXIII. Paus Paulus de III. de kerkvergadering van Trente naar Bononie verlegt hebbende en veele kerkelijken te Trente gebleeven en anderen de vergadering gevolgd hebbende , zo veroorzaakte dit, dat in de tijd van drie jaaren tot hervorming der kerke niets verrigt was, waarom de keizer deze vertraaging moede, zelfs de hand lei aan het vereffenen der geloofsgefchillen, en tot dat einde liet ontwerpen een zoort van godgeleerdheid , bekend onder den naam van Interim^ waar aan men zich in Duitschland van wederzijde houden zou, tot zoo lange de kerkvergadering een nadere uitfpraak dien aangaande zou hebben gedaan, doch de Roomfchen zo wel als de Protestantfchen vonden hier geen genoegen in. - Hierom deedt (Ü£ keizer zijn best om de Protestanten te beweegen, om hun te onderwerpen aan de uitfpraak der hernatte kerkvergadering te Trente, het gene de Protestanten weigerden. Intusfchen dat de vergadering gehouden wierd, had hertog Mauritz /an Saxen de wapenen met zoo veel geluk tegen ïèn keizer opgevat, dat de keizer genoodzaakt verd bij dePasfaufche vrede deProtestanten mDuitschand vrijheid van godsdienst te vergunnen, en den reweezenkeurvorstvanS&rraen landgraaf van Hesen, uit hunne langduurige gevangenisfe te flaaken. §. CCXIV. Met Hendrik den II. koning van frankrijk , die de Protestanten was toegedaan , >m 's keizers aanwasfend gezag te fnuiken onttqnd een oorlog tegen den keizer, waar in de  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. tfS Franfchen ter zee grooten buit behaalden, doordien hier te lande geen genoegzaame oorlogfchepen in gereedfchap waren. —— De toerusting daartoe veroorzaakte weder van Holland een bede van 200000 guldens , die de ftaaten genoodzaakt werden in te willigen, zo als ook de 300000 guldens het jaar aanvolgende met noch 200000 guldens. Intusfchen dat deze oorlog met Frankrijk werdt voortgezet, viel er een groote. verandering in Engeland voor, door het overlijden van koning Eduart den VI. een Protestantfch vorst, die om( Religies willen Maria, dogter van Hendrik den VIII., tot de opvolging had uitgellooten, en die befprooken aan Joanna Gray, die eene dogter was van koning Hendriks jongste zuster Maria. Doch overwonnen door den aanhang van Maria werd zij, naa 9 dagen den throon bezeeten te hebben, met haare medeftanders onthalst; waar op Maria met den keizer in onderhandeling trad, om den Roomfchen godsdienst in Engeland te herftellen , en de keizer zijn oogmerk bereikte met zijn zoon Philips aan Maria uit te huwelijken, tot groot voordeel der Duitfche en Nederland-1 fche kooplieden, die ontheven werden van de! buitengewoone regten, welke zij zedert eenigen tijd hadden moeten betaalen. •- Doch Philips naa een jaar vertoevens in Engeland , de hoop opgeevende van geen kinderen uit zijn echt te zullen verkrijgen , zo trok hij zijn hart van Maria af, wikkelde dit rijk in den oorlog met VIT. TOOFDST. )PKOMSÏ. 1553. / erandeing in En geland. 1554- 'lIILIPS rouwt VIaria.  VIL HOOFDST. OPKOMST. De oorlog inet Frankrijk voortgezet. ] i l l < t \ c I~ö OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL Frankrijk, verliet Engeland, en ontzag zich nieê naa het overlijden van Maria om een volk, over welk hij den naam van koning gevoert had, in 't openbaar te beoorlogen. §, CCXV. De oorlog met de Franfchen hevig voortgezet wordende, wierden er weder twee bedens ieder van 200000 guldens geëifcht en- ingewilligd. Uit deze van tijd tot tijd verhoogde bedens is genoeg af te neemen, dat offchoon de ftaaten geduurig klaagden over geleede verliezen door den oorlog , en gebrek aan handel , in de neering doende fteden , 't land nogthans ondef dit alles verrijkte, door dien men langs hoe meer koopers vondt tot de los-en lijfrenten. Ja! de kooplieden vonden ook door middel van vrij geleibrieven gelegenheid om een voordeeligen verboden handel in 's vijands landen te drijven, waar Joorhet land verrijkt werd, de verteeringen toenaanen, endeimposten der wijnen en bieren tot 's lands /oordeel vermeerderden. Zommige fteden betaallen noode, en weer andere gaarne met fchildtaaen, zijnde een bekende munt, op welke de ftelen in hun op te brengen lasten tot een zeker geal bepaald wierden; Amfterdam en Dordrecht beaalden gaarne bij fchildtaalen om hun toeneemenle welvaard , doch Leiden, Gouda en meer anderen oordeelden daar door bezwaard te zijn , e meer wijl hunne vaste goederen Van minder vaarde waren , en wilden daarom liever den tienen of twintigften penning van dezelve betaalen. 1 §. CCXVI.  DÉR VËREENIGDE NEDERLANDEN. 177 §. CCXVI. Onder voorwendzel van Majefteitsfchennis, het geene men oordeelde niet te behooren tot degewoone regtbank, fchondmen dagelijks het privilegie de non evocando, alle ketterij verkreeg den naam vanMajefteits-fchennis, en wierden, ftrijdig tegens 's Lands privilegiën, de daar aan fchuldig bevonden buiten Holland te regt gefield en met de dood geltraft. De landvoogdesfe zogt wel in 't heimelijke de oorfpronglijke privilegiën magtig te worden, doch de ftaaten en fteden droegen daar de noodige zorg voor. §. CCXVU. Schoon de oorlog traagelijk, aan wederzijde wierd voortgezet om gelds gebrek, en door een beftand eindigde, zoo wierden er nogthans weder zwaarebedens geëischt, die toen en vervolgens bij verpagting werden gevonden. Uit het volgend beloop derzelve kan men omtrent de grootheid en het vermogen der fteden afneemen. Ponden. Ponden. Dordrecht 4005 Alkmaar 1372 Haarlem . 2900 Hoorn . 950 Delft . 5440 Enkhuizen iroo Leiden . 4300 Edam . 670 Amfterdam 8940 Monnikendam 400 Gouda . 2120 Medenbük 270 Rotterdam 2200 Woerden . 429 Gornichem 1300 Naarden . 395 Schiedam . 575 Weefp . 158 s'Hage . 3700 Muiden „ 115 II. Deel. M VII. H.OOFD9T. OPKOMST. Schending van het privilegie de non evocando. 1555. Verpagting der gemeene Landsuiiddelen.  vrr. hoofdst. opkomst. Karel doet afftand van de regeering. Dood van keizer KaHel. 3 178 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL §. CCXVIII. Keizer Karel, dienzederteenigen tijd het krijgsgeluk niet te zeer gedient had, zoo dat hij genoodzaakt was geworden met de Duitfche Proteftanten het Pasfaufclie verdrag te teekenen', nam hierom en om meer andere redenen en voorwendzels van zwakke gezondheid en Godsvrucht het befluit, om de regeering aan zijn zoon Philips af te Haan , en welke overdragt der Nederlanden te Bnisfel met veel plegtigheid gefchiedde, ontvangende de ftaaten hem als hunnen natuurlijken prins en heer, met dezelfde fouverainiteit, hoogheid en prce-eminentie, als de keizer deeze landen bezeeten hadt. In Louwmaand des volgende jaars ftond de keizer Spanje en alle zijne andere heerfchappjjen aan Philips af, en droeg de keizerlijkewaardigheid op aan zijn broeder den Roomschen koning Ferdinand , vertrekkende daarop uit deeze landen naar het Hieronimiter klooster van St. Joost bij Piacenza, zijn tijd daar flijtende met te paard rijden, uurwerken te maaken, en naa maate zijne gezondheid afnam, met godvruchtige oeffeningen van leezen en bidden, ftervende den 21. van herfstmaand des jaars 1558. aan een heete koorts. AANMERKINGEN. §. CCXIX. Het tijdvak van keizer Karels regeering over deeze landen levert een aantal van merkwaardige bijzonderheeden op , welke zoo in taatkunde als burgerftand dienen tot ieerzaame les-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. J7eloopende 'sLands fchulden volgens 'skonings op-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. IQI gaave in die tijd 3 miljoen 3 hondert en eeïiige duizende guldens, waarom bij beden in drie reizen gevorderd wierd een hondc-rdfte penning van alle onroerende goederen , en een vijftigfte van alle koopmanfchappen. Doch wijl de ftaaten verftonden dat Braband en Vlaanderen in plaatze van dien een gemaatigde fomme aanbooden, zoo bewerkten zij door hun ftadhouder dat Rolland 400000, en naderhand 333000 guldens daar toe opbragt. §. CCXXX. Het beftand met Frankrijk geëindigdzijnde, zoo fpande de paus zaamenmetFrankrijk, uit haat tegen het huis van Oostenrijk, maai zag zich door het geluk der Spaanfche wapener genoodzaakt om vreede met Spanje te maaken. ■ Philips, Engeland in zijn belangen tegen Frankrijk gekreegen hebbende, zoo verboren door de overmagt de Franfche den llag bij St. Quintin. Intusfchen ruste men tot beveiliging van den koophandel eenige oorlogfchepen uit, om de verwagt wordende fchepen uit de Oostzee te befchermen. wijl de rogge tot 116 g. guldens het last gereezer was, doch die weer merkelijk in prijs daalde dooi de behouden aankomst deezer fchepen. §. CCXXXI. Door den oorlog met Frankrijk was 's Lands fchatkist zoodaanig uitgeput, dat df intrest van 's Lands fchulden tegen 8 percent ge reekend jaarlijks 4 tonnen gouds beliep. — In Holland verzegelde men 100000 guldens voor den koning , doch tot den 1 ocfte" en 1 eden penning waren de Viïï. hoofdst. verval. '557- Oorlog met den paus en Frankrijk, 's Lands . fchatkist uitgeput. I558-  vriii HoOFDST. verval. Dood van koningin Maria. -559- Huwelijksverdrag £ met Pui- £ lips en Elizabeth ^ dogter van \ den koning van Frank- 1 rijk. \ 102 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ftaaten niet te beweegen, maar wel tot hun aan* deel in een negen jaarige bede van 800000 guldens jaarlijksch en noch eenige andere bedens. §. CCXXXII. Bij deezen oorlog raakten de Engelfche Calais en het overfchot hunner oude bezittingen op de Franfche kusten geheel kwijt, en overleed Maria gemalinne van koning Philips , die opgevolgd werdt doorELizABETH, eenkoningin welke den Hervormden Godsdienst beleed, waar door Philips zijn waardigheid als 'koning van Engeland niet alléén verloor, maar om de religies wille geen hulp of onderftand uit Engeland meer te verwagten hadt. Intusfchen wierdt er een vreede be¬ werkt met Frankrijk en Spanje, waar bij hunne koningen Hendrik en Philips onderling beloofden „ den Katholijken Godsdienst te zullen handhaven, , ook zouden zij het houden eener algemeene kerk, vergaderinge helpen bevorderen. Wijders zou, den de wederzijdfche onderdaanen , vreedelijk , en vrijlijkmet elkanderkonnen handelen, ende , plaatzen die de een van den anderen gewonnen , hadt zou men elkander weder moeten afftaan". /erder wierd er een huuwelijks verdrag ontworpen usfchen Philips en Elizabeth dogter van den oning van Frankrijk , en verfcheide Nederland'che hecren-in het bezit hunner verboren of ontouden goederen gefteld, gelijk onder anderen Wilem van Nassau zijn prinsdom van Orange te rug erkreeg. §. CCXXXIII.  MR VEREENIGDE NEDERLANDEN. I93 §. CCXXXIII. Philip zich gereed maakende tot den overtogt naa Spanje, ftelde alvoorens orde op de regeering, dewijl de hertog van Savoyen door zijn huuwelijk met de zuster van Hendrik den II. zijn landvoogdij over de Nederlanden hadt neergelegt, en in wiens plaats de koning tot landvoogdesfe verkoor Margareet, hertoginne van Parma,zijn bastaard zuster; het ftadhouderfchap van Holland, Zeeland en Utrecht, opengevallen door den dood van Maximiliaan van Bourgondie heer van Bever en, verkreeg Willem prins van Orange; de verdere ftadhouderfchappen wierden weder aan andere edelen en vlicsridderen gegeeven. —— De landvoogdes verkreeg tot haar hulp de drie raaden die onder Karel den V. het land hadden helpen beftuuren,' en fchoon de raad van ftaaten die over vreede,; oorlog, en befcherming des Lands de magt had, veel van zijn gezag onder Philips regeering verlooren hadt , zoo herftelde nogthans de koning deezen raad op den ouden voet, ten minsten in fchijn. §. CCXXXIV. Koning Philips voorneemensi zijnde om een onbepaald gezag over de landzaaten 1 in te voeren, en de ketters uit den lande te ver- \ delgen, wierdt om die oogmerken te bereiken te raade, om het getal der bisfchoppen te vermeerderen, en dezelve zitting in den raad te geeven; en op dat de raad van ftaaten 's konings oogmerken niet zou kunnen verijdelen, verkreeg de landvoogdes volmagt om het raadpleegen ter gswoone ver- II. Deel. N vim hoofdst. verval. Philips vertrekt en in plaats van den hertog van Savoyen werd Margareethertogin van Parma andvoogies. Prins van Orange ladhouder rm Hóland, Zee'and en 'Jtrtcbt. Jiemv erkooren isfchopen.  0 vin. ïioofdst. verval. Spanjaarden in .het land gelaaten. Philips vertrekt na#S>panje. Verzoek «ter ftaaten. i 194- OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL gadering naa te laaten, en zich te bedienen in het befluiten van den agterraad, welke beftond, indea bisfehop van Utrecht, Barlaimont en Viglim. Om nu het beflootene van den agterraad kragt bij te zetten; hadt Philips in 't heimelijke voorgenoomen van drie of vier duizend Spanjaarden in het land te laaten, die gebrekkig betaald wierden, ora voor te koomen dat ze niet afgedankt zouden worden, en welk verblijf van vreemde krijgsknegten bij de grooten des lands veel ongenoegen baarde, gelijk zij ook ongaarne zagen dat veele vreemdelingen leeden in den raad van ftaaten wierden, als daar uit niet dan onheilen voor den lande voorziende. §. CCXXXV. Philips op een algemeene daar toe befchreeve vergadering affcheid neemende vaa de ftaaten om naa Spanje te vertrekken, wendde uithoofde van wanbetaaling voor, dat hij niet wel het Duitsch of Overlandsch krijgsvolk kon ontflaan voor zij volkomen afbetaald waren, beveelende der landvoogdes in alle deelen gehoorzaamheid te bewijzen, en vermaanende de overigheden zoo hooge als laage om de placaaten tegen de ketters gemaakt zonder oogluiking ter uitvoering te brengen. Doch de ftaaten leeverden daarop een vertoog in, het geene behelsde dit tweeledig versoek: „ 1. Dat 's Lands grenzen niet door vreem, de knegten , gelijk tegenwoordig , maar door „ landzaaten bewaard, en dat de vreemde afge, dankt, of elders gebruikt mogten worden. 2. Dat  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I95 s, het land geregeerd worden mogt bij den raad van ,, Nederlanderen, niet van Uitheeinlchen". 'Klaagende de ftaaten in 't bijzonder zeer over den overlast van het vreemde krijgsvolk. Twee dagen hier naa antwoorde de koning daar op, dat hij niet van zints was om vreemdelingen ter regeering in te dringen, dat het Spaansch voetvolk uiterlijk binnen drie of vier maanden zou vertrekken, inksü ■de ftaaten zorge droegen voor de betaaling van het ] krijgsvolk welk in derzelver plaats tot bewaaringe : der grenfen zou moeten worden aangenoomen, ] •beloovende hij uit Spanje geld te zullen overmaa- s ' ken tot betaaling zijner Spaan/die troupen. — J Met welk antwoord de ftaaten genoegen naamen, ' en de koning naa Spanje vertrok. §. CCXXXVI. De vier maanden tot het vertrek der Spaanfche troupen verloopen zijnde, zoo ver- ■ fchoof de landvoogdes zulks onder alderhande ( voorwendzels, doch door fterke vertoogen van de 1 ftaaten en het onophoudelijk morren van het ge- ( meen vertrokken zij 12 maanden naa den bepaalden i tijd uit deeze landen per fcheep naa Spanje. 1 §. CCXXXVII. Tusfchen Philips en de Engel- fche koninginne Elizabeth , was de vriendfchap 1 zoodaanig verkoelt, dat hij haar de ridder orde van ' de kousfeband terug zond, en de paus zogt te beweegen haar in den ban te doen, weigerende de vernieuwing der oude verbonden, bevoorens tusfchen de Engelfche en Nederlanders gemaakt, met gevolg dat door dit misverftand de.Nederlandfche N 2 VIII. rloOFDST. /ERVAL. 3e koning >elooft >innen 3 manden le Spanaarden te -uilen loen verrekken. 1560.. 1 Maanlen naa leti bepaallen tijd vertrekken •erst de pan'tards. 'erfchil net En geand.  VIII. IIoOFDST. Verval. Gemor des volks over de nieuwe bisdommen. De prins de voornaamfteonder de misnoegden. i I Twist met Engeland. ] s 1 I96 OPKOMST 3 VERVAL EN HERSTEL koopvaardijfchepen en visfcherijen belemmerd en beroofd, en de koningin op den uitvoer van ieder Siherpelier vellen en wolle een tol van 12 ponden fterling liet invorderen, tot groot nadeel der Hollanders. §. CCX XXVIII. De oprigting der 14 nieuwe bisdommen, bij de vier die er alree waren, verwekte veel gemors onder grooten en kleinen. De oude bisfchoppen en kloosterlingen, zich in hun geestelijk regtsgebied en inkomsten benadeeld vindende, deeden niet dan klaagen; de ftaatsleden en abten hun Hemmen in de ftaatsvergaderinge vermeerderd ziende waren daarzeerte onvreeden over, de ftaaten van Holland ftieten zich van gelijken aan deeze nieuwigheid en het gemeen begon met grond te vreezen, dat door die weg de Inquifitie met deszelfs bloed placaaten des te eerder ingevoerd zoude worden. De grooten gaaven defchuld van dit alles aan den kardinaal van Granvelle , en onder de misnoegden was de prins van Oranje wel de vooraaamfte , de ftaatzugt van den kardinaal ftak alle grooten des lands in de oogen, en de inhuldiging Ier nieuwe bisfchoppen ging op veele plaatzen met ;root ongenoegen der Roomschgezinden verzeld, wijl intusfchen de hervorming tegen alle vervolnng aan, meer en meer in deeze landen doorbrak. §. CCXXXIX. De koningin van Engeland de lervormden voorftaande, was Granvelle hierover ;oo verbitterd, dat hij bij de landvoogdesfe bererkte, dat zij naa zijn vertrek en wel in 'tjaax 1564.  DER. VEREENIGDE NEDERLANDEN, 197 den invoer der Engelfche lakenen verbood, en waar tegen de Engelfche hun handel verleiden naa Embden. Volgens zommiger aanteekeningen wierden er jaarlijks wel 12 miljoenen verhandeld, en dan lakens alleen meer dan 5 miljoenen ontbonden. Doch vervolgens is deeze twist met£n- getozdbijgelegt, het groot commercie-traftaat van 't jaar 1496. vernieuwd , en de handel weer als vooren op Engeland herfteld. §. CCXL. Granvelle genoegzaam het ganfche land regeerende,tenfpijtvan's Lands grooten,die deezen vreemdeling met wangunstige oogen aanzaagen, zoo fchreef Orange, Egmond en Hoorn daai over aan den koning, zich beklaagende over zijn ge zag, de nadeelen daar van aantoonende en verzoekende, dat die vreemdeling uit het bewind gefteld mog worden. Doch de koning hun niet naa genoegei daar op antwoordende, zoo bleeven die heeren ui den raad van ftaaten, waar in zij niets dan een fchaduuw vertoonden, wijl de klem der regeering in han den van den kardinaal bleef. Intusfchen hei misnoegen tegen Cranvelle van dag tot dag aan groeiende , en de aanhang tegen hem fterker wor dende door een onderling verbond van veele groo ten, waar door hij zich niet buiten gevaar achtti te zijn, van eens een flagtofFer van ftaat te wor den, zoo verzogt en bekwam hij van den konin zijn ontflag en vertrok uit de Nederlanden, en i tot zijn dood in groot aanzien bij denkoaingge bleeven. Hij was van gesn groote afkomst, maa N 3 VIII. HOOFDST. VERVAL. Orange, Egmond en Hoorne verzoeken Granvelle uit het bewind gefield mag worden. 1 t Grawvel5 le vers krijgt zijn _ ontflag. t  vm. Hootost. vervau I569. Orange, Egmond en Hoorne , komei weecjri.. «ten raad. De kardinaals gezinden raaken er onder. IpS" OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL . .nffiütte uit in fchranderheid, ongelukkig dat hij alléén zijn bekwaamheeden befteedde om ten kosten van 's' volks vrijheeden het gezag zijns meesters' in' top te vijzelen , waar. door hij des volks en der grooten haat zich op den hals haalde. §. CCXLI. Orange, Egmond en Hoorne gelijk ook de landvoogdes waren zeer verheugd over het vertrek van Granvelle, en laatstgenoemde liet 1 ook aan deeze heeren verzoeken in den raad haar de behulpzaame hand te bieden , het geene zij ook zoo vlijtig waarnaamen, dat zij dikwijls geheele dagen ten hoove bleeven; onthaalende op een vriendelijke manier de afgevaardigden der ftaaten en lieden , waar door- zij zich vrienden onder edelen engemeenten-maakten, wijl ze met dit alles geen ander doelwit hadden , dan de "vervolging om den godsdienst te doen ophouden, en elk binnen 's huis vrijheid van godsdienstoefening te doen genieten, zoekende verder eenige verheteringe in het ftuk van regtspleeginge en in de behandeling der geldmiddelen. -—- Doch hierin wierden zij altoos gedwarsboomd door de zoogenaamde kardinaals gezinden, wier magt verminderde, wijl de landvoogdes gedoogde dat verfcheide zaaken, die, Voorheen, in den geheimen raad, en in den raad der geldmiddelen waren afgedaan , nu voor den raad van ftaaten wierden gebragt. Ja! de kardinaals gezinden raakten er zoo onder dat de landvoogdes vermijdede bijzonder* raadpleeginge met Barlaimono of VigliUS, - Door welk een en ander de vervolging af-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. nam, zoo dat de bloed placaaten "niet uitgevoerd en de Inquifitie zeer flappelijk geoeffend werdt. — Eindelijk kwam men in den raad van ftaaten over een, om een gezantfcbap naar Spanje te zenden, ten einde verzagting omtrent den Godsdienst, en verbetering in de regtsoefteningen en heffing der geldmiddelen van den koning te verzoeken , en waar toe de graaf van Egmond benoemd wierd, als een heer beroemd door zijne dapperheid en diensten aan den koning beweezen, en die teffens bij een ieder voor opregt Catholijk. bekend ftond. Van zijn gezandfehap te rug gekeert berigtte hij: f) Dat de koning om de lasten der Nederlanden te „ verligten een aanzienlijke fomme herwaards „ zond. Dat de hertogin zijne zuster met den „ raad van ftaaten de middelen moest beraamen, „ om de misbruiken in de regtspleegingen te ver.„ beeteren, van welke middelen men zijner maje„, fteit verflag moest doen ; die dan , deswegen „ naar welgevallen fchikking maaken zou. Dat, „ wat den Godsdienst betrof, die den koning meer „ dan eenige zaak ter harte ging, hij liever duii, zend leevens, zoo hij ze hadt,zou willen verlie,, zen, dan in denzelven eenige verandering ge,. doogen. Dienstig vindende om met twee of drie bekwaame bisfchoppen hier over in de ver,, gadering der ftaaten te raadpleegen. §. CCXLII. Dit verkreege berigt gaf aan Orange en meer andere weinig genoegen, vooral toen kort daarop uit Spanje last kwam om eenige zoogenaamN 4 VIII. rloOFDST.' VERVAL. • Gezandfehap van Egmond muSpanje. Berigt uit Spanje. Ongenoegen over het berigt»  VIII. HOOFDST. VERVAL. De beflui ten van de kerkvergadering van Trente hier ingevoert. I5<55. J < ( I a v c t. j Verbond v dtix edelen, d f| . ii u 200 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL de ketters met den dood te ftraffen , zijnde Egmond hier over zelfs zeer misnoegd op den koning, wijl dit gedrag ftreed met zijn gedaane mondelinge beloften. Intusfchen wierd het berigtfchrift der bisfchoppen van Tpercn, Naamen, en St. Omer , dat gantsch niet naa het genoegen van Orange, Egmond, Hoorne en meerandere ftaatsleeden was naa Spanje gezonden, waar op de koning beval om de befluiten der kerkvergaadering van Trente hier alomme te doen aanneemen, in zoo verre zij niet ftrekten tot krenking van de voorregten der waereldlijke oppermagten; doch de afkondiging daar /an gefchiedde bij veele niet zonder tegenkanting der geestelijken. §. CCXLIII. Uit het antwoord des konings aan ÏGMONDbleekgenoeg, dat er geene de minste verzag. :ing in 't ftuk van Godsdienst te wagten was. Oranje, Egmond, Hoorne en meer andere mishaagde lit gedrag van den koning grootelijks, en de geeimen raad die daar op gehoord wierd, Hemde in Hen deelen met 's konings wil over een, zoo dat vat gegronde bedenkingen er door zommigen leeen van ftaat ingebragt wierden, het was alles vrugsloos, de landvoogdes beftoot den last zijner masfteit ftiptelijk te agtervolgen, en het geene zoo eel gemor onder de edelen en het volk maakte, it daar uit het bekende verbond der edelen is geirooten, daar zij elkander bij eede beloofden, bet voeren der Inquifitie uit al hun vermogen te zul» n beletten, terwijl zij hoqg en duur betuigden,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 201 niets voor te hebben tegens de eere Gods en den dienst des konings, of het welvaaren des Lands: al het welke zij veeleer zouden tragten te bevorderen, beloov ende elkander hier in met goed en bloed tegen de befiuiten der Inquifitie tezullen bijftaan.— Omtrent 400 edelen teekenden dit verbond, en gaaven dit te Brusfel aan de landvoogdesfe met zeer veel plegtigheid over, doch op dit, zoo wel als op hun herhaald verzoek kreegen zij geen antwoord naa genoegen, en moesten dus onverrigter zaaken fcheiden. Schoon nu Orange , Egmond of Hoorne geen onderteekenaars van het verbond waren , zoo is zulks aan Orange en Hoorne niet alléén bekent geweest, maar die twee hebben ook in het heimelijke er hunne handen in gehad, en door hun zelve van het hof te verwijderen genoeg blijken gegeeven, dat zij niet wilden inftemmen in dc genoome raadsbefluiten betrekkelijk tot den Godsdienst. Doch Egmond die veele kinderen hadt heeft om flaatkundige redenen zich hier meerder weeten buiten te houden. §. CCXLIV. Door dit verzoekfchrift der verbonde edelen kreegen zij den naam van Gueux of Geuzen, een fcheldnaamdie men gewoonlijk den bedelaaren gaf, waar door men wilde aanduiden dat de landvoogdesfe voor zoo een hoop fchooijers niet behoefde bevreesd te zijn. Doch de edelen bedienden zich van dien fcheldnaam tot hun eer, drinkende op denzelven eernaam elkanders gezondheid , draagende penningkjcs op hun borst met N 5 vul 300FDST. VERVAL. De verkonde edeen krijgen kn naasn /an Geudeu.  vin. HOOFDST. VERVAL. iS66. De ftaar.cn doen een diergelijk verzoek als de edelen. De markgraaf van Bergen en heervan Montigni : vertrekken in gezandfchap naa ( Spanje. j i I i i 232 OPKOMST, VÉR VAL EN HERSTEL 's konings beeltenis aan de eene zijde , en een bedelzak op de andere , waar op ftond den koning getrouw tot den bedelzak, en andere droegen weer houte napjes, en kleedden zich op een onderfcheide manier; uit al het welke genoeg bleek wat er in het vervolg van deeze teekens te wagterj ftond. §. CCXLV, Het gevolg van het vertoog der ede. len was, dat er de bijzondere ftaaten kennis van naa. men, en beflooten Brabant, Vlaanderen en Naamen een diergelijk vertoog aan de landvoogdesfe te doen, en te verzoeken opfchorting van Inquifitie en placaaten, en het inftellen eener nieuwe orde op het ftuk van den Godsdienst, doch de geheime raad hadt een moderatie of maatiging der placaaten ontworpen. De gemagtigden der ftaaten vindende bij hun komst te Brusfel, dat zij weinig beter antwoord te wagten hadden dan de edelen, maakten in hun verzoek noch eenige verandering, het welke hun de ftaaten niet wel afnaamen. - Intussen werd de markgraaf van Bergen, en Floris van Momméranci heer van Montigni met deeze verr-oekfchriften naa Spanje gezonden, hun last beïond om het affchaffen der Inqufitie en maatiging Ier placaaten te verzoeken, bij het laatfte was bij mn ontwerp eenige verzagting voorgefteld voor de gemeene en boet vaardige ketters, terwijl de leeraars, bewindsluiden, fchrijvers, en aanhouders vanver;aderinge met de dood en verbeurt verklaaring van pederen geftraft zouden worden. Om nu in  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 203 deezen niet te gedoogen, dat de ftaaten iets deeden ftrijdig teegens konings begeerte, zoo verbood de koning de vergadering der algemeene ftaaten, hun de eer niet willende geeven op 't ftuk der placaaten, welke hij oordeelde zijn hoogheid te betreffen, te raadpleegen,te meer alzoo hij wel wist, dat de meeste leeden tot zagtheid zouden neigen. — Het eenige dat daar op volgde was een placaat door de landvoogdes ontworpen naar den beraamden voet van maatiging. CCXLVL Het gemeen ftout wordende op het misnoegen der grooten en edelen des 'Lands tegens de Inquifitie en placaaten , begon alomme het hoofd op te fteeken en eerst heimelijk in bijzondere huizen en vervolgens openbaar en gewapend te prediken, in Walsch- Vlaanderen en Artois, daar naa in Bmband , Holland, 't Stigt van Utrecht, Zeeland, Gelderland, Friesland, ende overige Nederlanden. ■ In Spanje daar over raad- pleegende, was het befluit, dat de koning naa de Nederlanden zou reizen, wiens vermoogend gezag alle oproeren konde ftillen, door hun vaderlijk te handelen en regtvaardigheid met barmhartigheid te paaren. — Midlerwijl ftond hij toe, dat de pauslij. ke Inquifitie opgefchort maar degewoone bisfchoplijke haar gang zou blijven gaan, en dat men intusfchen een ontwerp van maatiging der placaaten mogt opftellen, maar dat het preeken en alle openbaart ergernisfe afgefchaft moesten worden. De koning fchreef ook vriendelijke brieven aan Oranci VIII. tlOOFDST. VERVAL. Een nievnr ontworpen, placaat toe maatiging. Openbaare preedikinge der hervormden. Befluit dat de koning naa de Nederlandenzou hoornen.  vrir. HoOFOST. VERVAL. Bijeenkomst der edelen te St. Truyen. i 1 i 1 I ^ 1 3 3: •: h a *s Konings r orde om % völk te j •verven. d k E tl 204 OPKOMST , VERVAL EN HERSTEL en de andere heeren, zich waanende van hun getrouwheid verzeekert te zijn. §. CCXLVII. Inmiddels dat men in Spanje over t een en ander handelde, hadden de edelen te St. Truyen in 't bisdom Luyk een bijeenkomst van wel' 1500 in getal, en alwaar zij ruim een maand vergalert bleeven , en op welke vergadering door de hoofden der Hugenooten uit Frankrijk, 4000 edelen ter hunner hulpe wierden aaagebooden. Doch le oneensgezindheid der bondgenooten hier over, taf de eerste Hap tot verwijdering Onder dezelve. Ten hoven befchuldigde men hun , dat djbeflooten hadden met de wapenen de hervormden e befchermen, en middelen beraamden om de pen- lingen daar toe te vinden. . De landvoogdes oor meerdere onheilen vreezende, bewoog Orane en Egmond met de bondgenooten in onderhandeing te treeden, en bepaalde toen met dezelve: , dat de bondgenooten 's koning antwoord op hun vertoog nog 24dagen zouden afwagten, en indien tijd geen nieuwigheid aanvangen". De indvoogdes hier van kennis gegeeven hebbende an den koning, en dat men verzogt een vergadeng der algemeene ftaaten, zoo weigerde Philips ulks, en gaf bevel aan de landvoogdesfe om 3009 luitfche ruiters en 2000 voetknegten, onder hoofen die hij benoemen zou in foldij te neemen, en >rt hier op kreeg men berigt dat hertog Erik van rünswyk bij Lingen volk voor den koning bij een ok.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 205 §. CCXLVIII. Midlerwijl dat dit alles voorviel , raakte de bekende beeldeftorm in de Nederlanden aan den gang, beginnende juist in de landftreek daar de openbaare preek eerst ondernoomen >vas> Waarop de landvoogdes met haare raaden befloot een verdrag te maaken met de bondgenooten , en het geene door de verbonden edelen aangenoomen werdt, behelzende: dat de koning „ aannam, 't land te ontheffen van de Inquifitie, „ dat er, op 't ftuk van den Godsdienst, een nieuw ,, placaat ftond te worden gemaakt; doch dat zijne ,, majefteit noch niet had vastgefteld, of er de al „ gemeene ftaaten op zouden gehoord worden „ waar toe hem de landvoogdes egter zou tragtei „ te beweegen. Dat zij den edelen brieven vai „ verzeekering tot hun genoegen zou leeveren „ waar bij de koning verklaaren zou, 't voorleede „ ne niet te willen gedenken, mits elk zich voo: „ het toekomende kweete van zijnen pligt, ei „ beloofde niets te zullen beftaan, tegen den ko „ ning, deszelfs ftaaten en onderzaaten; en daa „ en tegen zijn best te zullen doen, om de beroer „ ten te ftillen, 't befchadigen van kerken en gods ,, huizen te beletten, en 'e afleggen der wapene J} te weege te brengen. De préekzouook, zo „ veel moogelijkwaare, verhinderd worden, da; zij niet aangevangen was. Eindelijk moesten d „ edelen hun vermoogen aanwenden , om allen die ter zaake van 'tgeloof misnoegd waren, zie „ te doen onderwerpen, aan 't geene de koning vnr. HOOFDST. VERVAL. Beeldeftorm. Verdrag met de edelen. i L l I t 3 J r e » »  VIII. JIoOFDST, VERVAL. De Spaanfchcnfchenden het verbond. Middelen om de rust te herftellen. De prins ontdekt door brieVen 's konings oogmerken. 20Ö OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ met toeftemming der algemeene ftaaten belluiten zou'".— Dit verdrag werdt bezwooren, en beloofd, dat den bondgenooten nimmer hier over eenig nadeel zoude wedervaaren, en aan alle geregtsho•ven der landfehappen en fteden toegezonden, doch te Brusfel daar het gemaakt was , het eerst gefchonden, door het prediken te Vilvoorde te beletten, en vervolgens in meer andere opzichten aan de Spaanfche zijde niet naagekoomen. §. CCXLIX. De ftadhouderen cn zelfs de verbonden edelen deeden hun best om de rust te herftellen, het verdrag naa te komen, en de overtree- ders te ftraffen. Doch Orange, Egmond en Hoorne wierdt hun verding met de Onroomfche weegens het prediken kwaalijk genoomen door de landvoogdesfe. Ja! de opfchorting van de gemaakte overeenkomst te Utrecht en Amflerdam baarde vooral in de laatfte ftad een groot oproer. ■ Midlerwijl ontdekte Orange het misnoegen des konings, en kreeg in handen twee affchriften van brieven door Francisko d'Alava 's konings gezant in Frankrijk aan de landvoogdesfe gefchreeven, waar in hij meld: „ dat de koning nu fchoone gelegent„ heidhadt, om, door 't loozen^ van eenigen, en „ 't bedwingen van anderen, tegeraaken tot een „ onbepaalde heerfchappij over de Nederlanden, ,, waar naar zijne voorzaaten, en hij zoo lange ge„ ftaan hadden. Dat men, om hier toe te komen, „ de drie heeren, namentlijk Orange , Egmond >-, en Hoorne, flegts fchoon gelaat toonen moesta  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 207 „ tot dat de tijd gebooren zou zijn, om hun, die ,, met regt gehouden werden , voor de ftookers „ der beroerten loon naar werken te verfchaffen. „ Dat Montigni en Bercen, met gelijke list, in „ Spanje, om den tuin werden geleid, alwaar men „ hen, en den raadsheer Renard dagt op te hou„ den. Dat de voorflag der landvoogdesfe , om „ zich, door heimelijk verftand , te verzeekeren „ van eenige fterke plaatzen ten hoove aange- „ naam geweest was". Men wil dat daar op Orange en Hoorne , Egmond te Dendermonda ontbooden , om een befluit te neemen, het geene volgens de verantwoording van Hoorne belton d om den koning te beweegen tot ftilling der beroertens. En onaangezien het misnoegen des konings zij jegens zijne majefteit en den lande volharden zouden in hunne pligt. Dat men Hoorne ontraden zou zijn ampten neer te leggen.— En de landvoogdes verzoeken om Hoorne of Hoogftraaten tot Oranges ftedehouder over Antwerpen aan te ftellen, welke laatfte ook die waardigheid verkreeg, wijl de prins zich naa Holland begaf. §. CCL. De prins bij zijn terugkomst uit Holland, berigtte, de gevoelens der Hollanderen gepeild te hebben, en ftelde een gefchrift op over den ftaat des lands, waar in hij opentlijk beweerde, dat men elk vrijheid van Godsdienst oeffening verleenen moest, wilde men het land in rust houden, doch dit vond geen ingang ten hoove. ■ De Kalvinifche te Antwerpen verzogten mee vrij- virr. IooFDST. VERVAL. De prins (leid voor vrijheid van Godsdienst oeffening.  VIII. JJOOFDST VERVAL. 1565. Het bonc genootfchap ve: krijgt eei groote krak doe de becldftorm. Orange en de ede ' len begon den op hu: belcherming te denken. Ontwerp tot een nieuwe eed. Orange en II oog straaten weigeren den eed t< doen. 208 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL heid van Godsdienstoefening, en beloofden daar 30 torinen. gouds voor, en in Henegouwen wilden de hervormden hunne bemagtigde kerken niet wederom ontruimen. §. CCLI. De koning zeer getroffen door de l- beeldeftormerij en het bondgenootfehap der edelen ,_fchreef aan de landvoogdesfe, dat hij voorneemens was over té koomen. Het, bondgenootfehap r kreeg een groote krak door de beeldeftormwijl de Roomfche edelen en burgers niet konden dulden dat hunne kerken zoo fchandelijkmishandeld waren, waarom ook veele Roomfche edelen zich met de landvoogdesfe zogten te verzoenen, welke intusfchen haar voordeel met deeze verdeeltheeden deed, en last gaf tot ligting van krijgsvolk om door dien weg het geheele bondgenootfehap te vernietigd- Valenchyn en Doornik bezetting geweigerd hebbende, zoo wierden de hervormden met .geweld daar toe genoodzaakt. Orange en an- - dere begonden midlerwijl op hunne befcherming bedagt te worden, en verfcheide edelen verfterkten hunne fiooten en wierven volk.. §. CCLIL Eer de daadelijkheeden verder gingen, befloot de landvoogdes, een nieuwen eed te ontwerpen , om door het aanneeraen of weigeren van dien eed te zien wat edelen haar getrouw bleeven. Orange', Hoogstraaten en meer andere ■wilden deezen nieuwen eed niet doen , bijbrengende dat zij eens hulde gedaan hadden , endaar mee oordeel- :den te kunnen volflaan. Brederode had s'IIertogen. bosch  der vereènigde nederlanden. 209 bosch wel verrast, maar moest deeze ftad weer verhaten, gelijk hem ook zijn aanflag op Utrecht miste. Doch in Amfterdam viel een nieuwe beroerte voor, daar met hulp van Brederode deOnroomfchen de overhand behielden. §. CCLIII. Bij verdrag wist de graaf van Meoen de openbaare preeken te doen ftil ftaan in Gelderland, en de fchaade aan Roomfche kerken gedaan te laaten betaalen, en onder beloften van de Inquifitie op te fchorten, bragt men in Friesland het zelfde te weeg. De heimelijke aanflag op Walcheren mislukte Orange, en de prins had werk om de Kalvinifche in Antwerpen tot bedaaren te krijgen. §. CCLIV. De bondgenooten bijnaa op een derde gefmo'ten , de geestelijkheid door het beeldeftormen vervreemd en verbitterd op de hervormden,, de laatfte ongeneegen om geld te fchieten tot hun verweering', in Duitschland de Proteftanten oneens, wijl men intusfchen met den hertog van Alva een aanzienlijke legermagt verwagtte , dit alles deedt Orange beiluiten, om zijn ampten neer te leggen en in tijds naa zijne Duitfche ftaaten te wijken, gelijk ook Hoorne en Hoogstraaten deeze landen verlieten, wordende de graaf van Mansveld tot bevelhebber over Antwerpen, en Maximiliaan van Hennen, graaf van Bosfu, bij voorraad tot ftadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht aangefteld. II. De Eb, vin, HOOFDST. VERVAL. In Gelderland en Friesland moeten de preeken ftil lban. De prins legt zijn ampten neer envercrekt naa Duitschland.  VIII. hoofdst. ve.rval. Kalvinifche verkoopenhunne goederen en gaan heen, Spaanfche bezetting in zommige plaatzen. Overkom ft van den hertog van Alva. aiO OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL , §. CCLV. De vervolging meer en meer in Braband en Vlaanderen ontfleekende, en die brand overflaande naa Holland, zoo booden de 'Kalvinifche te Amfterdam aan , hun preeken te flaaken mits men hun vrijheid gunde hunne goederen te verkoopen en het land te ruimen. Brederode vlugtte en flierf, zijn bende wierd bij Harlingen geflagen, Beima en Galama Friefche edellieden daar bij gevangen genoomen, en bewaart tot de overkomst des hertogs van Alva , van de gemeenen wierden er eenige opgehangen en op de galeien verweezen. Amfterdam, Vianen, Ameyde, en meer andere plaatzen kreegen bezetting. Het bondgenootfehap verviel geheel, de Hervormde kerken werden geplundert, de binten van dezelve tot galgen gemaakt voor de Onroomfchen, de vlugt was zoo algemeen dat er gebrek aan fchepen was om de vlugtelingen over te voeren, die meest naa Embden zich begaaven, wijl het rampzaalig overfchot al zidderende de overkomst van 't Spaanfche leeger afwagtte. §. CCLVI. In plaatze dat de koning zelfs zou overkoomen, zond hij den hertog van Alva met een aanzienlijk leeger naa de Neederlanden, zeer met ongenoegen der landvoogdesfe, welke het toch alree zoo verre gebragt hadt, dat naa het vangen 2n flraffen der beeldftormeren de overgebleevene hervormden zich tot onderwerping fchikten, doch ïit mogt niet baaten , de hertog trok voort met r,ijn leger, zijn lastbrief van den koning was van  n DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. ZIT zoodaanige natuur, dat de landvoogdes haar gezag door hem benoomen ziende haar ontflag van den koning verz'ogt, §. CCLVII. In Spanje moesten de markgraaf van Bergen , beneevens de heer van Montigni, als gezanten ten hoove opgehouden, het met de dood bekoopen. En naa dat' Anthony van Straalen burgermeester van Antwerpen, en Joan Casembrood , heer van Bakkerzeel, Egmonts geheimfchrijver gevat waren, liet de hertog ook Egmond en Hoorjse gevangen neemen , doch Hcogstraa ten op reis naa Brusfel zijnde, en dit verneemende redde zich met de viugt. Het gevangen neemen van deeze aanzienlijke heeren deedt wel 20000 ingezeetenen deeze landen verlaaten , boven noch .omtrent icocoo, die naa het fchrijvender landvoogdesfe reeds te vooren geweeken waren, en die men alle gelukkig mogt agten, wijl de hertog een raai' der beroerten opregtte, voor wiens vervolging niemand veilig was. Branden , vierendeelen , hangen, onthalzen, en bannen op de galei was dagelijks werk ; die gedagvaard zijnde niet verfcheen, gelijk bijna niemand deedt, wierden zijn goederen verbeurd verklaard , de geringfte misdaad wierd een lijfftraf waardig geoordeeld. Hervormde leeraars of die de wapenen tegen den koning hadden gedraagen, wierden doodfchuldig verklaard. Die fmeekfchriften inleeverde om verzagting van placaaten of tegen de Inquifitie of nieuwe bisfchoppen , het geheugen van preeken, of niet wederO 2 I VI». hoofdst» verval. Dood van den markgraaf van Bergen en Montigni in Spanje. Egmond en Hoorne gevat. Algemee* ne vlugt der ingezeetenen. Iifelijke' ftraffen.  VIII. Hoofdst. Verval. De hertog neemt het gantfche bewind over De prins van Orange ingedaagd. 2,12. opkomst, verval en herstel ftaan der kerkplonderaaren, huisvesten van On» roomfche leeraaren,- zingen van Geuze liedjes, bijwoonen van Kalvinifehe begraavenisfen, klaagen dat de handvesten en vrijheeden gefchonden wierden , dit alles waren halsftraf baare misdaaden ■ om welke reden deeze raad der beroerten , waar van de hertog het hoofd was, bij het gemeen de naam verkreeg van bloedraad. §. CCLVIII. De landvoogdes haar ontflag uit Spanje verkreegen hebbende, zoo nam de hertog het gantfche bewind over. In Antwerpen deedt hij ter beteugeling dier ftad een fterk kasteel bouwen, en deedt zulks in meer fteden, doch Amfterdam en zommige fteden kogten dit voor aanzienlijke fommen af. §. CCLIX. Midlerwijl wierd de prins van Orange en meer andere voornaame heeren öpentlijk door den hertog ingedaagd, en befchuldigd: „ dat hij ,, de regeering had tragten te onderkruipen; dat „ hij de onderzaaten had vervreemd van de liefde „ tot hunnen natuurlijken heer; dat hij de edelen a, opgeftookt, en, tot hunne oproerige zaamen„ komsten, zijne huizen te Breda en te Brnsfelges, leend hadt; dat hij Brederode gefchutverfchaft, „ 's konings krijgsvolk uit Zeeland geweerd, wer„ ving en geldligting en zelfs het ftigten van On,, roomfche kerken te Antwerpen toegelaaten ,, hadt". Hier op heeft de prins en de andere ingedaagde heeren hunne verantwoording daar teegen in het licht gegeeven, waar bij zich Orange  DER VEREENÏGDE NEDERLANDEN. 213 in het bijzonder beklaagde over het vervoeren van zijn zoon graaf van Buuren, die men van de Leuvenfche fchool geligt en naa Spanje vervoert hadt. §. CCLX. De ftaaten van Holland den hertog plegtig gelukwenfchende als landvoogd, verzogten bij die gelegentheid om den koophandel en visfeherij door eenige oorlogfchepen tegen de zeerovers te beveiligen, waar op de hertog beloofde zijn gedagten te zullen laaten gaan. Van den Ende advocaat van Holland, die aan de landvoogdes van wegens de ftaaten een verzoekfehrift had ingeIeevert, omtrent van inhoud als dat der edelen , wierd zoo men meend om die en meer andere gewaande redenen in hegtenis genoomen, en naar Brusfel gevoerd en te Treurenberg gevangen gezet, en zijn zaak bij den raad der beroertens, zoo lang fleepende gehouden tot hij in de gevangenis overleed. §. CCLXI. De hertog den toeleg hebbende om alle hervormden op een daar toe bepaalden tijd te gelijk te verrasfen, wierd ten deele door de waarfchuuwinge van zommige fchouten daar in geftremd , waar door veelen het gevaar ontkwamen. Het vervolgen en pijnigen der gevangenen was zelfs zoo verfchrikkelijk , dat veele Spaanschgezinden dit gedrag laakten ; doch Vargas en meer anderen van den bloedraad billijkten zulks , en merkten de verbeurtverklaaringe der goederen van deeze ongelukkige flagtoffers aan, als goudmijnen voor 's konings inkomsten. In Spanje bevestigde de koning O3 VIII. HOOFDST. VERVAL. 1568. De ltaate» verzoeken aan den hertog be>veiligingvan koop» handel. 's Lands advocaat gevat. Des hertogsgedragbij veele Spaanfche zelfs afgekeurd.  VIII. HOOFDST, VERVAL. Ontwerp om de Nederlandentot een koningrijk K verheffen. Wilde Geuzen. De prins verkrijgt volk en geld. i i T. ] < i 214 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL het vonnis der Inquifitie , waar bij veele Nederlanders, wier naamen naa Spanje gezonden waren, fchuidig verklaart wierden aan majefteit fchennis; ook kwam in die tijd een ontwerp in het ligt om de Nederlanden tot een koningrijk te verheffen, waar in een volftrekt gebied zou plaats hebben. §. CCLXII. In Westvlaauderen ontdekte zich een hoop volks die, woedende van wraake over de mishandelingen der Spanjaarden, de kloosters aanvielen, plonderende de geestelijkheid en mijdende veele hunner neus en ooren af; men gaf hun de naém van wilde Geuzen, doch zij werden fpoedig verftrooit door het Spaansch krijgsvolk. §. CCLXIII. Intusfchen verzogt en verwierf de prins in Duitschland van eenige vorsten geld en volk. Jan van Nassau bezwaarde zijn heerlijkheden, en de prins verkogt zijne huiscieraaden en kostelijkheden om in ftaat te zijn het geworven volk :e kunnen betaalen, en wagtte ook onderftand van ie hervormden uit de Nederlanden: zijn toeleg was ™ van drie °°i-den te gelijk de Spanjaarden aan te rallen, doch de looze en in de krijgskunde bedree'en hertog van Alva wist door beleid zulks te Veridelen. Uit "s prinfen lastbrief van die tijden vind nen de eerste blijken van zijn verandering van jodsdienst. Graaf Lodewyk eenige overwining behaald hebbende over de Spaanfche krijgsmegten , bij het klooster te Heilegerlee, zoo was le hertog zoo verbitterd op den prins geworden, ie hij mee fchuidig achtte op den mislukten aanflag  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 115 om hem te ligten, dat hij 's prinfen vonnis dooiden raad der beroerten liet opmaaken, en bij welk vonnis Orange befchuldigd werd met de misdaad Van gekwetfte hoogheid, en bijzonder ook: „ dat „ hij, naa zijn indaaging, en in veragting van de„ zelve, de wapenen opgevat hadt tegen den ko„ ning, in welke zijne wederfpannigheid, hij noch „ bleef volharden. Hij werd, hierom, voor altoos „ uit 's konings ftaaten gebannen, op ftraffe des „ doods, en alle zijne goederen werden ten behoe„ ve des konings verbeurd verklaard". Graave Lodewyk, van den Berg, Kuilenburg, Hoogstraaten, en zelfs Brederode die dood was, kreegen een diergelijk vonnis. Doch verfcheide gevangen edelen ondergingen de doodftraffen, ja ! zelfs Egmond die-zoo veele getrouwe diensten aan de Spaanfche kroon bcweczenhad, beneevens Hoorne moesten het met hunne halze boeten. §. CCLXIV. Graaf Lodewijks leger werd bi, Immingen geflagen door den Hertog , en de aan flag van Orange op Alkmaar en Room mislukte. Ten deezen tijde gaf Orange zijn verdeediging i: het licht tegen Spanje, waar in hij toonde, hoe d Nederlanders door de Spanjaards.bij den konin, verdagt gemaakt van ketterij, onfchuldige flagt offers der Inquifitie waren geworden , hun beroo vende van debezwooren regten en vrijheden, me oogmerk om een willekeurige regeeringsvorm in t voeren, verwerpende alle verzoeken der edelen e landzaaten, waar door het volk aan het muiten ge O 4 VIII. HoOFDST. VERVAL. Vonnis tegen den prins. Dood van Egmond, Hoorne en meer anderen edelen. Graaf Lcv dewijk ge' flagen. l Verdeedii ging van " Orange l tegen _ Spanje. t e i 7  VIII. Hoofdst verval. Vlugten der wollewevers. 1569. Invoering van een honderdHen en joden penning. 216 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ilagen, de beelden beftormd, tot ongeregeltheden waren overgegaan, die ten ergiten aan den koning overgebragt, . hem bewoogen hadden om Alva over te zenden , die 's volks regten vertrapte, fchuldige en onfchuldige aan moord en wraakzugt opofferde. Om welke reden hij prins van Orange; uit medelijden voor het verdrukte volk , ter eere Gods, tot dienst zijner majefteit, en tot handhaving van 's lands voorregten en vrijheden, zoo in godsdienst als burgerftand , goed en bloed vijl had om het land van de dwinglandij te verlosfen, ten einde 's konings landzaaten, onder zijne regeering , in vrede en welftand bloeijen mogten. Doch het ongeluk wilde , dat 's prinfen leger, (door gebrek aan geld) moest afgedankt worden, — waar op de vervolging met deste meerder woede werd aangevangen. Veele ingezeeten naamen de vlugt, en waar onder veele wollewevcrs waren die deeze bloeijende handwerken uit Vlaanderen en andere oorden naa Duitfchland en Engeland overbragten , beloopende het getal der ingedaagde of gebanne ingezeeten in die tijden meer dan 8000, en waar uit men kan afneemen, hoe groot het getal der vlugtelingen moet zijn geweest. §. CCLXV. De hertog van Alva , zijn grootheid bouwende op 's volks ondergang, wilde een honderdfte penning vorderen van alle goederen zonder onderfcheid , en nog een tienden penning ier roerende en een twintigften penning der onroerende goederen, zoo dikwijls als dezelve ver-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. Mf kogt werden. De leden der drie raaden brag- ten hun gegronde bezwaaren daar tegen- in , als onmogelijk oordeelende om in te voeren in een land dat enkel door koophandel moet beftaan, wijl daar uit onvermijdelijk de handel moest verloopen. Tot den honderdften penning bewillig¬ den de ftaaten van Holland , en de edelen en Dordrecht zeer fchoorvoetende in den ic Spanjaarden , moesten de opgezeetenen van den Janden Voorne zweeren, dat zij de ftad voor den prince, als ftadhouder des konings over Rolland, zouden houden. • De prins betoonde niet veel genoegen over deeze verhaaste-inneeming, wijl hij gaarne had gezien, dat de hertog door het geweldig doordrijven van den tienden penning, zich eerst noch meerder vijanden had op den hals gehaald, daar nu de hertog toegeefelijker wierd, waardoor de muiterij verminderen moest, en dit hem leerde beeter voor verrasllng op zijn hoede te zijn. §. CCLXXIV. Bossu die het Spaanfche krijgsvolk geleide, zogt bezetting in Dordrecht te leggen, het geene hem van ftadswegen geweigers VIII. HOOFDST VERVAL. 1572. Den Briel ingenomen en eerde grondlegging van Neerlands vrijheid  . VIH. IIoOl'DST, VERVAL. Rotterdam door Spaanfche bezetting verfchalkt. Vlisfingen verklaart zich voor den prins gelijk ook 1 Veere. i i J I 1 De koningin van Engeland 1 gedoogd : oogluiken- J de de werving. ' i ) t I \ j 222 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL wierd, doch RotterdamvtïïchaXkte hij, door bij overeenkomst te verkrijgen , dat hij met 25 man tevens zoude doortrekken, doch zoo was hij in de poort niet, of hij brak met geweld door, fchoon deeze trouwlooze daad hun bij andere fteden groot nadeel toebragt, zoo dat niemand de Spanjaarts meer vertrouwde. In Vlisftngen de tijding van het verrasfen van den Briel koomende , zoo wist Jan van Kuyk heere van Erpt de burgerij zoodaanig aan te tooken, dat zij de Walfche bezetting uit de ftad verjaagde, en het gefchut van de wallen losbrandde )p de naderende Spaanfche fchepen, die daar op de vijk naa Middelburg naamen. De ftad Veere coos ook 's prinfen zijde. Wreed waren de behandelingen die men aan de Spanjaarden deedt , een )lijk hoe de gemoederen tegén hun verbittert raaken. §. CCLXXV. In Engeland gedoogde de koninnn oogluikende, dat men in ftilte volk wierf, wijk -;ij niet ongaarne zag, dat Philips nieuw werk verreeg, en de Nederlanders zich zelve vrij vogten. '^lisfingen was de verzaamelplaats der krijgsbehoefens, die van Antwerpen en elders wierden opge:ogt, waar door 's prinfen aanhang zich verfterke, en toeleiden om de andere Zeeuwfche fteden an gelijke te doen omkeeren. Doch eer het ier toekwam, had het gantfche Noorder kwartier 'an Holland 's prinfen zijde gekooren. • Die van Inkhaizen de wet veranderd hebbende, zoo zwoe-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 223 ren de aangekomen burgermeesters den koning als graave, den prince als ftadhouder, en der ftad Enkhuizen getrouwheid, beloovende den hertog met zijn aanhang, den icden en 2cft™ penning en de Inquifitie te zullen weerftaan. Intusfchen ftelde zijn hoogheid Diderix Sonoi tot zijnen luitenant en gouverneur aan , over Enkhuizen , Mcdenblik, Hoorn en andere fteden van het Waterland, of. fchoon de twee laacsgenoemde en meer andere fteden eerst kort daar naa 's prinfen zijde koozen. — In 's prinfen berigtfehrift werdSoNOi gelast: „De fteden van Westvriesland en Waterland te her„ ftellen in haare vrijhecden, aldaar den gezuivérden Godsdienst te doen oefenen, naauwe wagt te doen houden, toezigt op de vestingwerken te ,, hebben ,' de ballingen wederom in te roepen, de ingezeetenen van beiderlei Godsdienst voor „ overlast te bewaaren, de wethouders den prince „ toegedaan in dienst te houden, de andere af te „ zetten , en eindelijk de kerkfieraaden te doen „ opteekenen,en de koninglijke inkomsten tedoen ,, ontvangen, door iemand, bij hem, met goed„ vinden van de wet, daar toe aangefteld; totdat. „ bij mijnen heere den prince, hier op nader zot „ worden voorzien. §. CCLXXVI. Bergen in Henegouwen wen ten deezen tijde door graaf Lodewijk bij verrasfing ingenomen, waar door de hertog zo lang af zag om Zeeland tot onderwerping te krijgen, to ter tijd hij Bergen had herwonnen. Hier doe vim HOOFDST. ! VERVAL. ' Bergen ia Henegouwen door graaf Lot dkwyk inj. genoemeni  VIII. hoofdst. Vervau Schadelijke gevolgen voor den hertog van Alva. i 1 ] I i Alva doet denvoor- ( . flagom den tien■ den pen- I niug af te c fchaffen. U 32 4 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL kreeg men in Holland ruimte, Zierikzee koos 's princen zijde , en in Holland volgden de fteden Oudewater, Gouda, Leiden, Dordrecht, Gorinchem en Haarlem , gelijk ook een gedeelte van Gelderland en Overijsfel. Amersfoort en Noorden wierden bezetdoor 's prinfen volk, en in Friesland vielen ook veele fteeden en plaatzen 's prinfen zijde toe. §. CCLXXVII. Aan het ontflaan van zoo veele fteden in zoo een korten tijd kon de hertog van Alva genoeg bemerken wat fchadelijke gevolgen zijn driftig dringen tot het opbrengen des tienden pennings naa zich (leepte. Ja J om van dien last verlost te worden, bereikten de prinsgezinden des :e gemakkelijker hun oogmerk. Brabant, Vlaanderen, Artois en Henegouwen zonden zelfs hun genagtigden naa Spanje, om bij den koning te verzoeten van den tienden penning ontheft te worden. Dm die reden, en wijl Philips, Joan de la Cer3a Hertog van Medina Celi tót Alvaas opvolger ïenoemd en zelfs gezonden had , wierd de herog meer gedwee en handzaamer, doch de nieure landvoogd hier ongezond zijnde, wierd op zijn 'erzoekontflagen, en keerde weer te rug naa Spanje* §. CCLXXVIII. Alva bood dit jaar noch aan, »m den tienden penning af te fchaffen , mits men Ie twee miljoenen, te vooren belooft, voor dit Dopende jaar opbragt, en waar op hij de bijzonere ftadhouderen aanfchreef, om de ftaaten huner lanfchappen te doen vergaderen , om op zijn voor-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 225 voörflag te befluiten. Doch van die van Holland is geen blijk , dat. zij op Alvaas last befchreeven of vergadert zijn, te meer wijl de voornaamfte Hollandfche fteden zijn gezag niet meer erkenden en een geheel ander ontwerp in het oog hadden, en waar toe zij te Dordrecht bij een kwamen, zelfs met de kleine fteden , die zedert veele jaaren niet ter dagvaart plagten te verfchijnen. Hier verfcheen van 's princen zijde Philips van Maunex, Heere van St. Aldegonde, die naa een gepaste aanfpraak prees het gedrag der ftaaten, van Alvaas zijde te verlaaten en 's princen zijde te kiezen, toonende, hoe Orange al het zijne ter befcherming van 's volks vrijheden had opgezet, en daartoe nu weder een leger op de been had gebragt, het gene hij verzogt, dat zij voor eene maand zouden betaalen, en vopr twee maanden verzekering wilden geeven. 't Welk ook eenpaarig met de middelen hoe te vinden bij de ftaaten werd beflooten. ■ De andere punten van zijn last beftonden, ,, om den prins, „ voor 's konings wettigen ftadhouder over Hol„ land, Zeeland, Friesland en Utrecht te erken„ nen, en zich te voegen, met de andere land- fchappen , om te wege te brengen , dat hij ook „ voor den befchermer van alle de Nederlanden, „ geduurende 's konings afweezendheid, verkoo,, ren werd. Voorts zou zijne doorluchtigheid „ eenen admiraal mogen aanftellen, aan wien, mee ,, zekere gemagtigde uit de waterlieden, 'tbeleid „ van den oorlog te water zou ftaan, en van den II. Deel» P VIII. HOOFDST. VERVAL. . Vergadering te Dordrecht Lastbrief van St. At-^ degonde.  VIII. hoofdst, verval. 226 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ oorlog te lande zouden Dordrecht, Leiden en „ Enkhuyzen met den graave van der Mark han,, delen. Ook zou men dien graave aandienen, „ dat hij zou hebben te zorgen, dat de boeken, 3, registers en Hukken, berustende in der ftaaten „ kamer en in de registers en griffie van den hove „ in den Hage ongeichonden bleven. Maar van de „ privilegiën en ftukken, Holland betreffende, en „ berustende tegenwoordig, en zelfs al zedert ee„ nige jaaren op het flot te Gouda zou men , met „ verlof des princen , een lijst en affchrift maa„ ken , om aan de fteden te worden mede gedeeld. „ Voorts beloofden de ftaaten aan Aldegonde, en „ Aldegonde uit 's princen naam aan de ftaaten, „ dat men met den koning of met iemand van zij„ nen wege, geen verdrag aangaan zou , zonder „ onderlinge bewilliging, en zonder er eikanderen ,, des begeerende in te begrijpen. Ook zou men „ tot dit verbond noodigen andere fteden, zo in „ als buiten Holland; de ftad Delft, die zich „ noch Spaanfch hield, den toevoer affnijden , 5, en den prins verzoeken, dat hij, in Denemarken s, en de Oostzee wilde te wege brengen, dat de „ Oosterfche handel, van Amfterdam op Enkhuyt3 zen, Hoorn en andere fteden van dien oord ver„ legd wierdt; 't welk men het beste middel hield „ te zijn om deeze ftad tot reden te brengen. Aan„ gaande den godsdienst, wierdt bij den prins en „ de ftaaten vastgefteld, de openbaare oefening w van denzelven, den hervormden niet alleen,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 22? „ maar ook den Roomfchen toe te ftaan, zelfs de ,, geestelijkheid ongemoeid laatende, zoolang zij ,, zich niet in ongehoorzaamheid en vijandfchap „ verliep". ■ Naa hét welke de graaf van der Mark zijn lastbrief als beftelde overfte des prinfen van Orange vertoonde, en in die hoedaanigheid erkend, en gehoorzaamheid beloofd werd. §. CCLXXIX. De hertog van Alva , de be- i zetting uit Rotterdam , Schiedam , en Delfshaven \ genoomen hebbende, om te gebruiken tot het be- j leg van Bergen , zoo bediende de graaf van der ' Mark zich van die geleegendheid , om dezelve t fteeden te bemagtigen , waar naa zich ook Delft overgaf, als ook Woerden en Schoonhoven. 'tHof( van Holland meest uit Spaanschgezinde leden beftaande, vlugtte naa Utrecht. Doch de aan¬ flag op Amfterdam mislukte. g. CCLXXX. Op de dagvaart te Haarlem, be- 3 flooten de ftaaten, te heften den 12den penning van ' de hüuren der landerijen. Doch hoe wankel-1 baar 's Lands regeering ftond, blijkt uit het zelve 1 placaat, vertoonende de ftaaten bij het zelve, 's Lands toeftand en beroertens, verlaaten van de overigheid, van den hove , van de hoofden van de Juftitie en andere koninglijke amptenaars, waarom zij niet kunnen nalaaten, zonder demunitie oheprazjuditie van de authoriteit, en de hoogheid van zijne Majefleit, maar tot zijne etre en diëtist, zoo veel hun doenlijk ware , deeze zaaken bij der hand te neemen, 'z land te befchermen voor oproer, en plondering P 2 Vilt. [OOFDST. ERVAL. Intttr'a:n, 'chiedant, Mft, Voerden, n Schoonwven gaan an 's priii2n zijde >ver. )agvaarc e Haarem, en rat daar )p verhanleld werdt.  VIII. ' Hoofdst. , verval. Geld gebrek doen de voordedenweer verliezen. I i I J i I Över en wederzij dfche mis- * lukte aan- e flagen. ^ \ n 228 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL te bewaaren e. z.' v. - Een blijk dat men als toen noch niet voor had zich van Spanje af te fcheiden. §. CCLXXXI. Schoon de koning van Frankrijk 200000 kroonen aan OraNge ter leen opfchoot, en naderhand fchonk, en in de Nederlanden de [leden zoo veel bij een haaiden , als zij krijgen konden, zoo was zulks nogthans niet toereikende om een beftendige krijgsmagt te onderhouden te$eh de Spanjaarden. Rcermonde, Mechelen, Leuven en meer andere fteden werden wel ingenomen, ih bij de inneeming veel moedwil gepleegd, tot ;root ongenoegen van Orange , maar naa de moord /an Parys geen onderftand van de Hugenooten krijgende, en het ontzet van Bergen mislukt zijnde, :oo was de prins door gebrek aan geld genoodzaakt sijn-leger af te danken, en naa de overgaave van Bergen vielen ook de bovengenoemde fteden in Braband weer als van zelfs in handen der Spanaarden. — In Rolland maakte men intusfchen op s prinfen ordonnantie, eenige fchikking op de rejeering, waar door de regtsoeffening en beftuur van s Lands zaaken , haast een andere gedaante verreeg. §. CCLXXXII. De aanfla g op Goes, mislukte leNasfouwfchen, even als de Spaanfche op Gotida, n om dat men veel overlast leed van het krijgsolk van den graave van der Mark, die zelfs woest an aart en zeer gebeeten op degeestelijkheid was, lagtigde men jonkheer Jan van Vliet en Rei-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 2i0 nier Kant om nevens hem de zaaken des oorlogs in dien oort waar te neemen. Intusfchen kwam op het verzoek der ftaaten Orange te Enkhuizen, en vervolgens op de dagvaard te Haarlem, alwaar hem vertoond werdt „ in hoe veel gevaaren men ., zich in Hollandt hadt geftooken , uit zugt en ., trouwe te hemwaards, en hoe weinig dit land ,, vermogt, tegen zulk eenen magtigen vijand als „ Alva; waarom men van hem opening verzogt 3, van eenige middelen ter hunner redding, die hij reeds in de hand, of ten minftenin het oog heb- 3, ben mogt. ■ ; Op het welke de prins de ftaaten te vreedeftelde, zekerlijk onder geheimhouding, wijl er niets van bekent is. Orange regte het hof en de rekenkamer in den Hage wederom op, en gaf verfcheide ordonnantiën op zijn naam, wegens verbod van handel met den vijand, en uitvoer van levensmiddelen aan dezelve, ook ftelde hij orde op de munt, en op den krijg te wateren te lande, beveelende alle leenmannen den eed van getrouwigheid aan hem , als ftadhouder generaal, aan's Lands (laaten en aan 't gemeene best te komen doen, op verbeurte hunner leenen, —— en uit welk laatfte men 's prinfen oogmerk kan ontdekken, naamentlijk om van deeze landen een gemeenebest te vormen. — De prins kreeg kort daar op eenen raad neevens hem cm de zaaken van den ftaat van oorlog te water en te lande te beftuuren, doch men belloot om in de placaaten wederom in het hoofd dennaarr des konings te plaatzen, en dat dezelve gegeevei P3 VIII. rloOFDST. VERVAL. Dagvaard te Haarlem. i  VIII. ÏIoOFDST. VERVAL. Inning van verlof' fin gelei gel■den. Naarden en Haarlem door de Spanjaards ingenomen. 230 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL gegeeven waren bij adres van den prinfe van Orange, als ftadhouder, en van den raade neevens hein weezfndc.- . §. CCLXXXIII. In Zeeland wierden voor bet eerst de verlofgelden geïnnet, op waaren gekogt van plaatzen den prinfe toegedaan, en naa vijandlijke plaatzen vervoert, bedraagende die het eerfte jaar 850000 guldens. Dezelve zijn vervolgens in zwang gebleeven, en om te vinden de kosten tot den aanbouw van oorlogfchepen, begon men in zomrrlige landftreekcn van Holland te heffen een convooi of geleigeld , van goederen die ten lande in en uitgevoerd wicrdcn, zelfs gaf men te Calais'm Frankrijk ,(b\] oogluiking des konings), geleibrieven om veilig te zijn voor de Hollandfche' en Zeeuwfche vrijbuiters, het geene zoo men zegt meer opbragt, dan alle de verlof cn gelei gelden met malkanderen, en hier in gaven de Nederlanders en Italianen 10, de Portugeezen 8, cn de Franfchen 5 ten hondert, maar dit raakte af, om dat de vrijbuiters onaangezien de geleibrieven de fchepen beroofden. g. CCLXXIV. Schoon Orange de Hollandfche [leden wel verecnigt hield, moest hij nogthans zien dat Friesland hem weder afviel. Artiersfoort werd cok door de Spanjaards bezet, en- inde ftad Naarden door hunzoodaanige wreetheden gepleegd, dat men in de gefchiedenisfen er weinig voorbeelden van heeft. Gelukkig wierden noch veel «kepen uit het ijs gered en te Enkhuizen binnen ge*  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 231 kragt Kort daar op werd Haarlem belegert, en naa een beleg van bijna 7 maanden ingenomen, wonderen van dapperheid betoonden de belegerden, en wierden daarom door de Spanjaarden veele der overgebleevene op eenonmenfchelijke maniere omgebragt. §. CCLXXXV. Groot waren de baldaadigheden van 's prinfen krijgsvolk, in het mishandelen dei Roomfchen , waaromme de ftaaten beflooten Lume en Entes in hegtenis te neemen , en vervolgens •uit 's Lands dienst te ontfiaan. In Zeeland, haalden de Nasfaufchen een overwinning met hunne fchepen op de Spaanfchen, doch de aanflag op Thoo len mislukte , maar werdt dit verlies eenigzins ver goed, door het inneemen van Rammekens , waa door Middelburg noch meer benaauwd werdt. — Alkmaar door de Spaanfche beleegert wordende verdeedigde zich manmoedig, en vreezende voo het doorfteeken der dijken , braaken zij het be leg op. §. CCLXXXVI. Geld gebrek was zoo w aan de Spaanfche als 's prinfen zijde oorzaak, d; er veele muiterijen weegens wanbetaaling ond< het krijgsvolk voorvielen. Alva fpanc alle kragten in , om door vriendelijkheeden c fteden die 's prinfen zijde hielden te winnen maar de afkeer tegen Alva's regeering was groot , waarom men alle zijne beloften de wind floeg, te meer wijl de overwinning v Geertruidenberg, en de flag op de Zuiderzee da P 4 wh. HOOFDST. VERVAL. 1573. Baldaadigheden van 's prinfen krijgsvolk. Overwinning op de Spaanfche . \wZeeland. r j r -1 Geldget brek oorzaak van >r muiterij, e e > te in m ar  vto, HOOFDST. VERVAL. Bossu ge vangen. 23£ OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL Bosso zelfs gevangen genoomen werdt, de moed bij de Nederlanders deedt aanwakkeren. Schoon ^ midlerwijl Leiden door de Spanjaards beleegerd, en Aldegonde te Maaslandjluis gevangen genoomen werdt. Alva in Amfterdam in groote fchulden geraakt zijnde, ontweek in ftilte zonder te betaalen uit die ftad. Hij kon ook de algemeene ftaaten niet beweegen tot het opbrengen van 2 miljoenen 's jaars, wijl de ftaaten van Holland hun, in een gedrukten brief, vermaanden : „ den dwinge„ land met geen geld te ftijven, noch, hier door, „ hunner landsluiden en hun eigen bederf te be„ werken , liever behoorden ze hun de hand te „ bieden: waar toe zij naauwlijks het vierde deel „ van 't geene hun nu afgeëischt werdt behoefden „ te befteeden, wanneer het vaderland haast in „ rust en in den voorigen welftand herfteld zou „ zijn". Op naam van den prins kwam ook een fmeekfchrift in het ligt, waar in Alva's wreedheeden en geweldenarijen werden afgemaald, en de koning verzogt dezelve te willen fluiten, en het vreemd krijgsvolk te doen vertrekken. Door deeze vertoogen werdt het volk meer en meer afkeerig van de Spaanfche dwinglandij, en haakte naar een vrijheid die hun van 's prinfen zijde aan- gebooden werdt. Intusfchen hadt Alva het ongeluk dat 50000 ponden buskruit die hij uit Duitsckland verwagte, aldaar op bevel der hertogen Joan Kasimir en Christoffel, zoonen van ten Paltsgraaf Frederik den III., welke met den  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 233 prins van Orange verbonden waren, op de heiden ontlaaden en verbrand wier den, dit en meer andere rampen welken hem ontmoetten , deeden hem befiuiten onder voorwendzel van zwakheid, en hoogen ouderdom om zijn ontflag te verzoeken. §. CCLXXXVII. De koning zond daar op don Louis de Requesens en Cuninga, tot algemeene landvoogd naa de Nederlanden, alwaar Alva hem bij zijn komst zogt te beweegen in zijne maatregels te treeden, het volk aan hem in 't algemeen als kettersch en wederfpannig afmaaiende. Schoon men noch al gehoopt had dat de raad der beroerter zou afgefchaft worden, zoo bleef dezelve nogthans in voorigen ftand. §. CCLXXXVIII. Alva voor een tijd in Spanje komende, en in ongenade zijnde gevallen , zc werd hij weder in de gunst des konings herfteld. naa den dood des konings van Portugaal, wanneei Philips hem noodig had om zich van die kroon t< verzekeren. Hij overleed in 't jaar 1582 te Lis Ion in een hoogen ouderdom, fchoon beroemd ii krijgskunde, is nogthans zijn naam bij de Nederlanders gevloekt als een onderdrukker der vrijheid en gehaat als de grootste geweetens beul, bezoedeld met het bloed van meer dan 18000 menfehen die hij om 't geloof of wederfpannigheid aan zijr wraakzucht heeft opgeöffert. §. CCLXXXIX. Slegt vond de nieuwe landvoogd de ftaat des lands. Een verward be wind, onbetaald krijgsvolk, een uitgeputte fchatP 5' viir. hoofdst. verval. Alva verzoekt zijn ontflag. I573- DonLouis de Requesens landvoogd. .Dood van ^ Alva. Slegte ftaat . des lands.  VUL HOOFDST, VERVAL. *574- Middelburg WOl' door de Nasfomrfeke ingc noornen. 1574- Vrugteloo ze handel metFrank rijk en En geland. Graaf Lo DEWYK verflagen. Muiterij onder de Spaanfchen. 234. OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL kist , en ongeneegen ftaaten om deeze gebreken te vervullen. De vaste goederen meest be¬ zwaard zijnde , zo hadden de verbeurd verklaarde goederen weinig opgeleverd , doordien de roerende in tijds verdonkerd en ten lande uitgevoerd waren. In Holland had de landvoogd maar Haarlem cn Amfterdam , en Leiden was door hem belegerd, en te water waren de prinsgezin den meester. §. CCXC. Onder deezen toeftand van zaaken, j ondernam de landvoogd het ontzet van Middelburg; doch de flag te water bij Reimerswaale verliezende, zo moest Middelburg bukken en zich overgeeven, wordende de dappere Mondragon daar gevangen genomen, en vrijgelaaten, op belofte, dat Aldegonde, de Rijk, en noch drie andere op vrije voeten zouden gefteld worden. Doch op Antwerpen mislukte de aanflag, zoo als die van de Spanjaarden op Gouda. §. CCXCI. Schoon de prins zich door verdragen ' met Engeland of Frankrijk zogt te verfterken, te. gen de Spaanfchen, zoo liepen nogthans die-onder■ handelingen voor als noch vrugteloos af. §. CCXCII. Groot was de verflagendheid toen graaf Lodewijk op de Mookerheide door de Spanjaarden verflagen wierd, zo dat de lijken van Lodewijk en Hendrik onder de gefneuvelden nimmer gevonden zijn. Gelukkig noch, dat naa de verovering, de Spanjaarden zodaanig aan het muiten iloegen, dat zij zelfs Antwerpen in rep en roer bragten, waar door de Zeeuwen gelegenheid  der vereentgde Nederlanden. 235 kreegen , om van de Spaanfche vloot aldaar verfcheiden fcheepen te neemen. ——■ De aanflagen der Spanjaarden op Delft, Medenblik en andere plaatzen mislukten , maar Woudrichem, Leerdam, en Afperen naamen zij in, zo dat te lande de Spanjaarden over het algemeen meester, maar te water de zwakften waren, wijl de Nederlanders het voordeel van den koophandel en vaart op Spanje noch behielden. — Doch de landvoogd dit merkende, zette den koning aan, de fchepen in Spanje in beflag te neemen, en van daar een magtige vloot uit te rusten; maar het ongeluk wilde, dat, toen dezelve klaar was, de roode loop zodaanig op de fchepen kwam, dat de heele onderneeming in rook verdween. CCXCIII. De landvoogd liet ten dezen tijde een algemeene vergiffenis uit 's konings naam afkondigen, die veel ruimer ingcfteld was, dan de vergiffenis, van Alva, maar het vond geen ingang, ora dat men de Spanjaarden niet vertrouwde; zijne invordering der twee miljoenen 's jaars" voor zes jaaren, waar van er reeds 5 verloopen waren zonder dat er iets van opgebragt was, gelijk ook zijne invordering tot een honderdften penning, beloofde men ten deele, mits de handeling der penningen aan inboorlingen wierd toevertrouwd. Zijne geldleening in Braband, zonder verlof der ftaaten, en ftrijdig tegen 's lands voorregten, liep ook vrugteloos af, waar door de landvoogd in groote verlegendheid geraakte , doordien de koning hem viii. HOOFDST. VERVAL. Aangetioo. i'e vergiffenis.  VIII. HoOFDST. VERVAL. Middelen terbeicher ming des lands. Vreede onderhandeling van Breda. »3<5 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL v weinig onderftand uit Spanje zond, wijl zijn fchatkisten mee uitgeput waren, als hebbende deeze binnenlandfche oorlogen , zoo men rekende, op die tijden den koning en deeze landen reeds meer dan 20 miljoenen gekost. De ftaaten van Braband wilden ook alle de handelingen des hertogs van Alva vernietigen , waaruit'de landvoogd kohde merken , hoe ongeraaden het'hem was , om in het voetfpoor van zijn voorzaat te trêeden. §. CCXCIV. De ftaaten van Holland in Rotterdam ter dagvaart befehreeven , beraamden middelen tot befeherming des lands, en ontzet van Leiden, dat nu ten tweedenmaale belegert was, -—— en in welk merkwaardig beleg van Leiden men ziet wat beleid en onverfchrokke dapperheid voor wonderen kan doen. De ftad ontzet zijnde, verkreeg octroi tot het opregten eener Hollandfche Akademie. §. CCXCV. In Breda werd met de Spanjaarden eene onderhandeling van vrede begonnen met wederzijdfche gezanten, doch de koning niets op het ftuk van Religie willende toegeeven, en in de andere verfchillen niet dan met list tewerk gaande, zoo wierd die onderhandeling afgebrooken. Hier op viel Hier ges in Westvriesland, alwaar hij zijn moed gekoeld hebbende met pionderen en blaaken, weer te rug keerde naa de Beverwijk. Inmiddels verfpreidde zich het gerugt, dat de Spanjaarden door eenige landloopers de voornaamfte dorpen van het Noorderkwartier zogten in den brand  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 23? te fteeken, verfcheiden' wierden er gevat, doch niets dien aangaande uit hun kunnende ontdekken, zoo regte Sonoi een regtbank tot onderzoek daar van op , die in wreedheid voor den Spanichen bloedraad niet behoefde te wijken. IJzelijk waren de pijnigingen, welke men den gevangenen aandeed, waar door ze wel genoodzaakt wierden te beleiden het gene zij naderhand weer ontkenden , maar eindelijk werd door den prins en der ftaaten tusfchenkomst die regtsplegïng gefluit, die niet dan een onuitwischbaare blaam moest leggen op alle hervorming, wijl men geen dan Roomfche op die fchandelijke manier behandelde. Ongelukkig dat de geloofs ijver zonder reden beftuurt, het vuur der driften zoo in brand kan fteeken, tot oneer en verwoesting van het menschdom. §. CCXCVI. Rampfpoedig waren ten deezen tijde de wapenen der ftaaten , Buuren werd door Hierges ingenomen , gelijk ook Oudewater, het welke ftormender hand veroverd , en verfchrikkelijk wierd uitgemoord; Schoonhoven gaf zich bij verdrag aan hem over, en om meester van de ftroomen te worden, bemagtigde die Spanfchebevelhebber de ftaatfche fchanzen te Krimpen en te Papen- drecht. Mgndragon veroverde intusfchen Klundert, Fijnaard en RuigenUl. §. CCXCVII. De prins zich afgefcheiden hebbende van zijn tweede gemaalin Anna van Saxen on haar ongeregeld gedrag, hertrouwde in den Brielmei VIII. eioofdst. verval. Snoot gedrag van Sonoi. Verliezen der Staatfche. De prins trouwt Charlot1 te van Bourbon.  vin. HOOFDST. VERVAL. Slegte toeftmd des lands. De prins wend zich tot buitenIandfchemagt. 238 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL Charlotte van Bourbon, dogter van Lodewijk, hertoge van Montpenfier. §. CCXCVIII. Brouwershavenen Bommenededoot de Spanjaarden ingenomen zijnde, ondernamen zij het beleg van Zierikzee, doch zo wel aan de Spaanfche als (laatfche zijde geldgebrek zijnde, zoo veroorzaakte dit over en weder groote belemmering en vertraaging in de krijgszaaken, want de Spaanfchen konden hun onderftand van Braband en dl:andere landfehappen traaglijk, en fchier niet dan met geweld krijgen, daar in Holland en Zeeland de beste landen onder water ftonden , de neering alornme zodaanig uitteerde, dat de ingezeetenen onmagtig wierden om de zwaare lasten op te brengen. §. CCXCIX. In deezen haggelijken toeftand des lands wendde de prins en de ftaaten het oog op het Duitfche rijk, Frankrijk of Engeland ; om aldaar hulp te zoeken, en des noods van heer te veranderen, wijl zij den koning van Spanje aanmerkten als een dwingeland , die zijne landzaaten maar zogt te verdrukken en te verderven. Doch de Jlaatfche gezanten van den landvoogd geen vrij gelei kunnende verkrijgen naa het Duitfche rijk, zoo wendde men zich eerst tot Engeland, offchocn Orange meer Franfch gezind fcheen , waarfchijnlijk uit ftaatkunde, wijl Engeland niet gaarne de onderhandeling met Frankrijk, en deeze laatfte met Engeland zag, eindelijk befloot men zich te wen-  der vereenigdè nederlanden. 239 den tot Engeland, maar koningin Elizabeth vreezende voor Spanje , om den ondienst, welken Philips haar kon bewijzen in het ftijven der Schotten, betoonde zich uiterlijk af keerig van de Nederlanders, maar Orange weetende waarom, en de koningin vreezende, dat men zich te naauw met Frankryk zou verbinden* zoo fcheen zij eenigzints naar de Staatfche gezanten te hooren , doch deeze ziende, dat zij maar vergeefs opgehouden wierden, wendden het daarom naa Frankrijk. §. CCC. De onderhandelingen met Frankrijk wierden wel voortgezet, maar het misnoegen aan het Franfche hof tusfchen den koning en zijn broeder , en de verandering die vervolgens in de Nederlanden voorviel, veroorzaakte, dat het vooreen tijd bleef fteeken. Intusfchen veroverde O- range de fterke fchanste Crimpen en twee andere; doch met dit alles was nogthans de verleegentheid zoo groot, dat men zegt, dat de prins in dien tijd de voorflag deed om het land te verlaaten, en een veilige wijkplaats op te zoeken; maar gelukkigftierf daar op de landvoogd don Louis de Requesens , het geen de bedrukte Nederlanders eenigen moed gaf. Hier op aanvaardde de raad van ftaaten de regeering, die Hechts uit drie leeden beftond, en daar er op 's konings last noch vier leeden bij verkooren wierdeo. Zij traaden in de genoomen maatreegels van den overleeden landvoogd, en zetten het beleg van Woerden en Zierikzee met kragt voort, daar in tegendeel de aanflaagen van Oran.ce mis* VIII. HOOFDST. VERVAL. I576-. Onderhandel in ge vaeiFrasirijk. Ontwerp om het land te verlaaten. Dood des land- voogds.  VIII. HOOFDST. VERVAL. Zierikzee geeft zich over. Verfchil . met Engeland. -576' Muiterij onder het Spaanfche krijgsvolk. 1 i j 1 1 i < ] 24° OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL lukten,en eindelijk Zierikzee zich bij verdragmoest overgeeven. §• CCCL Met Engeland ontftond er een verfchil, doordien de Hollanders en Zeeuwen den fluikhandel der Brabanders op Spanje onder Engelfche en Franfche naamen ontdekkende , aiie fchepen wegnaamen, cn voor de fchade (zoo ze bij de Admiraliteid vrij gegeeven wierden) niets te goed kwaamen, het geene de Engelfchen niet willende gedoo;en , van gelijken de Hollandfche en Zeeuwfche fchepen wegnaamen ; doch deeze zaak werd eindelijk weer bijgeleid. §. CCCII. Het Spaanfche krijgsvolk, dat voor Zierikzee geleegen had, wel twee en twintig maanlen foldij ten agteren zijnde, geraakte aan 't muilen met de Walfche bezetting van die ftad', ftroope het platte land kaal, en hier geen roof meer 'indende , vielen zij in Braband, en in Mechelenof Brusfel niet binnen kunnende komen , zoo rukten ;ij naa Vlaanderen, overvielen Hulst en Helden vel 170 dorpen onder brandfchatting. In Brus., "el, naa dat men de drie vendelen Spanjaards ter poor:e uitgedreeven had, geraakte de gemeente in roer :egen den raad van ftaaten, hen fcheldende voor verraders en naamen den graaf van Mansveld de leutels der ftadspoorten af. Hierop verklaarde de aad alle de muitende knegten voor wederfpanni;en tegen den koning, en kreegen de ftaaten van len raad verlof, om zich tegen de muiters te wa>enen, het gene zij in Braband , Henegouwen en Vlaan-  DER VEREENTGDE NEDERLANDEN. 241 Vlaanderen gefchiedde, doch het gene ten gevolge had, dat de overige Spanjaarden, die meenden, dat het tegen hun gemunt was, van gelijken aan 't muiten raakten en zich bij die van Aalst voegden. : Het beleg van Woerden wierd opgebroken, om dat men deeze troepen tegen de muiters vannooden had. CCCIII. Orange met deeze beroertens zijn voordeel doende, fchreef brieven aan de ftaaten van Braband, Gelderland, Vlaanderen, Utrecht, en andere landfehappen, hun vermaanende tot vereeniging tegens de Spanjaards, om bij deeze gelegenheid hun algemeene vrijheid te verwerven, beloovende hun bij te ftaan, en geen verandering ir den Godsdienst te zoeken , dit overlaatende aar het algemeene befluit der ftaaten , wijl hij nie anders bedoelde dan om de Nederlanden te herftel len in hunne oude voorrechten. Dit fchrij ven bragt zoo veel te weeg, dat men in Brabant en Vlaanderen voor het eerst, op een verbintenh met Holland en Zeeland begon te denken. In Brusfel overvielen deftaatfehen het hof, en naa: men den raad van ftaaten, die de Spaanfche zijdt toegedaan was, in verzekering, doch de andere partiotten genoemd , ftelde men in vrijheid. ; De muitelingen fteeds toeneemende , zoo verzogten en verkreegen de Vlaamingen onderftan< van den prins, hetgene Orange gaarne gaf, on door dien weg voet in Vlaanderen te krijgen, doel zij dit merkende , verzogten kort daar op de ftaa •ten van Braband , Vlaanderen, Henegouwen, ei II. Deee. Q VIIL HOOFDST. VERVAL. Orange doet zijn voordeel met deeze muiters. ; l i i 1  vttr. HoOFDST. VERVAL. Maastri'gt en Antwerpendoor de muitelingen in genoomen. Gendfche bevreediging. 242 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL zelfs der gemagtigde ftaaten te Brusfel vergaderd, om zijn volk te rug te ontbieden, als willende den Bredafchen vreede hervatten te Gent, en met hem een wapenfchorfing fluiten. Schoon de prins nu wel de vreedes onderhandeling aannam, liet hij nogthans het krijgsvolk aldaar , om des te meer gezag aan de vreedens onderhandelingen te geeven. Orange en de ftaaten van Holland en Zeeland zonden hier op hunne gemagtigden naa Gent, alwaar de onderhandeling begonnen, en fpoedig tot een ftilftand van wapenen tot weeder opzeggens toe beflooten werdt. §. CCCIV. Intusfchen "geraakten de Spaanfche muitelingen dikwijls aan den gang met de Staatfche knegten meest tot nadeel der laatften. Maastrigt wierd door de muitelingen ingenoomen, alwaar zij allerhande fchenddaaden van rooven en moedwil bedreeven, doch in Antwerpen maakten zij het noch erger, ftigtendeop verfcheide plaatzen brand, waar door het ftadhuis met wel 500 huizen vernield wierd, 2500 burgers of Staatfche knegten fchooten er het leeven bij in, roven, moorden, vrouwen fchenden en allerlei moedwil oefenden zij in denhoogftengraad, zoo dat men reekende, dat die ftad wel 40 tonnen gouds daar bij verloor. §. CCCV. De Staatfche klaarlijk ziende dat de muitelingen door de Spaanfche groc-ten geftijft wierden, zoo was dit oorzaak dat de Gentfche bevreediging des te eerder tot ftand kwam , en welker voornaamfte punten op deezen zin uitliepen: „ De  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 243 s, ftaaten van Braband, Vlaanderen , Artois, He. „ ne gouw en , Valencijn, Rijs/el, Douzi,. Orchies, „ Namen,, Doornik, Utrecht en Mechelen, ter ,, eenre , en de prins van Orange met de ftaaten „ van Holland en Zeeland en derzelver bondgenoo,, ten ter andere zijde, beiooven , eene goede,, en vaste vriendfchap met- eikanderen te zullen „ onderhouden,en eikanderen,met goed en bloed, „ te zullen bijftaan , om de Uitheemfche knegten met naame de Spanjaards ten lande uit te „ drijven en te houden. Hierna zullen ze de vergadering der algemeene ftaaten doen be.,, fchrijven , op orde om 's Lands zaaken te be„ raamen, met naamen op den Godsdienst, in Hol3, land-, Zeeland, Bommel e. z. v. Niemand zal zig „ vervorderen, buiten Holland en Zeeland, ende ,, plaatzen met hen gevoegd , iets te ondernee„ men, ten naadeele van 't Roomfche geloof. De „ uitvoering der ftrenge placaaten blijven, midler„-wijl, gefchorst, tot op de vergadering der alge„ meene ftaaten. Orange zij Zee admiraal en ,, ftadhouder over Holland, Zeeland, Bommel e.z. v. „ tot dat de algemeene ftaaten, hier op , nader „ orde ftellen: blijvende egter de plaatzen, die thans niet onder zijn bewind ftaan, fchoon ge,, leegen in Holland of Zeeland hier van uitgezon3, derd ter tijd toe, dat zij dit verbond omhelsd, ,, en van den prinfe in 't ftuk van den Gods„ dienst of in andere opzichten, voldoening ontv vangen zullen hebben. Alle gevangenen ztü> Q.2 VIII. HOOFDST. VERVAL.  vin. hoofdst, verval. Opkomst. Blijdfchap over de Gendfche bevreedi- ging. 244 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ,, len geflaakt worden , met naame de graaf van 33 Bossu. De prins en alle andere worden herfteld» 3, in hunne verbeurde goederen en eere, met naaj, me de gemaalin van den Rhijngraave, eertijds 3, weduwe des heeren van Brederode, en de graaf 3, van Buuren. Doch op vreemde tilbaare haavenzal van wederzijde geen verhaal plaats hebben. De ,, zuilen en zeegentekens,door Alva, tót fchande van ,, de genoemden of anderen, opgeregt, zullen ver,, nielt worden. De geestelijken, goederen heb3, bende, in Holland of Zeeland geleegen, zullen in 't bewind derzelven, zoo verre het waereld„ lijke raakt, herfteld worden. Den geweeken 3, kloosterlingen zak men een redelijk onderhoud 3, bezorgen: alles tot op nader bevel der' algemee- ne ftaaten. Alle ontervingen, ter zaakevan den Godsdienst of de beroerten, worden vernietigd. 3, Op de munte in Holland en Zeeland, verre bo,, ven de waarde opgezet, zal men een eenpaarigen 3, voet tragten te beraamen. Ook zal 't aan de alge■„ meeneftaaten ftaan,of de kosten van's prinfen twee „ krijgstogten niet behooren te komen ten laste 3, der .gemeene Nederlanden. De landen en fte3, den, die de tegenpartij volgen, zullen de voor3, deelen van dit verbond niet genieten, voordat ,, zij ze zullen aangenoomen hebben: 't welk hun, „ wanneer 't hun gevalt, zal vrijftaan. §. CCCVT. Uitgelaaten was de blijdfchap waar meede in de Nederlanden deeze Gendfche bevreediging werd aangenoomen. Op dien zeiven dag ging  DER VEREENI6DE NEDERLANDEN. H5 het flot te Gent aan de Staatfche over, Zierikzee, Schouwen en Oudewater door de Spaanfche verhaten werd van Staatfche bezetting voorzien, gelijk ook meer andere plaatzen, verder deedt men alle aanzoeken om Haarlem, Utrecht en Amfterdam tot onderwerping te krijgen. §. CCCVII. Met deeze Gendfche bevreediging verkreeg Holland en Zeeland ademtogt, door het vertrek van het Spaanfche krijgsvolk, veroorzaakt door de dood des landvoogds, en de muiterij onder het Spaanfche krijgsvolk, en waar door, deeze krijgsbenden van de Hollandfche en Zeeuwfchebodeir verwijdert zijnde, Orange de handen ruim kreeg, om met de nabuurige gewesten te handelen , ten einde onderling vereenigd, Spanje moediglijk het hoofd te kunnen bieden. §. CCCVIII. Philips wel voorziende, dat hij dooi deezen weg alle gezag in de Nederlanden zou verliezen, zond heimelijk tot landvoogd naa de Nederlanden zijn natuurlijken broeder don Jan van Oostenryk, beroemd wegens zijn krijgstogt tegen de Turken. Te Luxemburg gekomen zijnde, gaf hij den ftaaten kennis van zijn aankomst, betuigende „ hoe wee hem deedt de overlast, dien zij van het ,, Spaanschkrijgsvolk leeden, en hij van zints was, „ ftrengelijk te ftraffen, op dat de landen eens we,, derom aan hunne oude welvaard geraaken mog,, ten; alzoo de koning niets anders vorderde dan ,, gehoorzaamheid en handhaving van den Room„ fchen Godsdienst". —— Doch zijn eischom gij Q3 VIII. HOOFDST. OPKOMST. De Gendfche bevrediginggeeft ademtogt. don Jan van Oos- tenryk, landvoogd.  vin. hoofdst. opkomst. Aanwinning van bondgenooten. Raad vat Orange. ©ndcrhandelingenmet don Jan. 246 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL zeiaars, eer hij zich dieper landwaards in begaave, vermeerderde het wantrouwen dat men reeds tegen hem hadt opgevat. Waarom men zich meer en meer verfterkte, door aanwinninge van bondgenooten tot de Gendfche bevreediging. Friesland en Groningerland daar toe aangezogt, omhelsden dezelve. §. CCCIX. Orange van don Jans komst verwittigt, raadde bij brieven alle verdrag af, zoolange het vreemde krijgsvok niet vertrokken was: „ zelfs „ oordeelde hij, dat de ftaaten bedingen moesten, pm „ twee of driemaals 's jaars, of zoo dikwijls hun „ goed dagt te vergaderen , geen werving of be„ zetting zonder hun bewilliging te gedoogen, en „ de kasteelen te flegten. Betuigende geen oog„ merk altoos te hebben, om de landen in roere „ te houden; maar alleenlijk dezelve, gelijk van „ ouds, onder de wettige.gehoorzaamb.eid aan hun„ ne landsheeren te doen beftuuren, door de alge„ meene ftaaten, voor welke en voor 't vaderland, „ hij zijnen laatften droppel blo.éds ten besten „ hadt". Deeze brieven bragten evenwel zoo veel te weeg, dat het gevoelen der zulken die don Jan zonder eenige bepaaling tot landvoogd verkiezen wilden, verworpen werdt. §. CCCX. Midlerwijl werden de onderhandelingen door de ftaaten met don Jan begonnen, fchoon ze door Orange op naam der ftaaten van Holland en Zeeland gewaarfchouwd wierden, om zich niet te laaten verfchalken, wijl men door onderfchepte  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 247 brieven der Spaanfchen listigen toeleg ontdekt hadt. Don Jan Hemde eindelijk in het vertrek der Spaanfche knegten, doch wilde die ter Zee naa Spanje vervoeren, alzoo hij een heimelijk oogmerk hadt om Engeland met dezelve onverhoeds te overvallen doordien hij ftond-naa een huwelijk met Maria koningin van .Schotland, en hem van paus Gregoor den XIII. met Philips bewilliging het Rijk van Engeland was opgedraagen, als een gewaand leengoed tot den Roomfchen ftoel behoorende. Maar de ftaaten weigerden het vertrek der Spanjaardentev/a.T ter, om dat ze hun fchepen daar toe niet wilden geeven, en waarfchijnlijk ook, om dat de toeleg ontdekt was. — Don Jan fchreef wel aan de ftaaten, dat de Spanjaarden niet te beweegen waren om te lande te vertrekken, doch zij antwoordden, hem niet voor landvoogd te willen aanneemen , voor het vertrek der Uitheemfche krijgsknegten. §. CCCXI. In Engeland de koningin van Don Jan zijn toeleg verwittigd wordende .door Orange , zoo toonde zij zich greetig om geld te fchieten tot voortzetting van den oorlog, om daar door den landvoogd in de Nederlanden werk te verfchaffen. Onder dit alles zaaten de prins en de ftaaten van Rolland en Zeeland niet ftil, maar zogten door middelen van geweld en zagtheid de nog overige Spaanfch gezinde fteden om te zeeën waar in zij zo gelukkig Haagden, dat ganfeh Zeeland en Rolland op Amfterdam naa hun zijde koo- zen. Befluitende immiddels de ftaaten var. Q4 VIII. rloOFOST. OPKOMST. De koningin van Engeland fchiet geld aan de Nederlanden. 1557-  VIII. hoofdst. opkomst. Eeuwig gebod afgekondigd. 248 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL Holland en Zeeland, te Middelburg daar toe bij een vergaderd, om de vestingwerken van.verfcheide fteden te verbeteren , en geld te vinden tot betaaling van 50 vendels knegten, 2Ö0 paerden, 300 delvers en 45 oorlogfchepen tot onderfteuning der ftaaten tegen de Spanjaards. ■ Een blijk, hoe weinig goeds men zich voorftelde van de bevrediging met Don Jan. §. CCCXÏI. Inmiddels kwam men door tusfchenkomst der keizerlijke gezanten zoo verre, dat te Brusfel het zogenaamde Eenwig Gebod geflooten en afgekondigd werd. Het behelsde: „ aannecming „ der Gendfche vrede, en belofte van het vergade,, ren der algemeene ftaaten en van het vertrekken „ der uitheemfche krijgsknegten, binnen zekeren „ beftemden tijd , zonder dat zij, of anderen im„ mer wederom in 't land komen zouden, dan bij ,, het ontftaan van eenen uitheemfchen oorlog, ,, of bij bewilliging der algemeene ftaaten. Voorts „ dat de wederzijdfche gevangenen zouden ge,, Haakt worden ; doch de graaf van Buuren niet „ voor dat de prins , zijn vader, het befluit, bij „ de algemeene ftaaten te beraamen, zou zijn naar „ gekomen. Nog, dat de koning, door Don Jan „ en zijne nieuwe amptenaars, 's lands vrijheden „ zou doen handhaven: waar tegen de ftaaten be„ loofden bij den Roomfchen godsdienst en 's ko„ nings gehoorzaamheid, te zullen volharden,' af„ ftaande van alle verbonden, ten tijde der beroer, ten, Biet uitheemfche geflooten, en van hunne  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 249 „ zijde ook alle vreemde knegten afdankende. Wij„ ders zouden ze den koning 600000 ponden van 40 grooten ieder opbrengen, en daarenboven de „ Hoogduitfche knegten voldoen. Don Jan zou„ den ze voor landvoogd ontvangen, terftond naa „ 't vertrek der Spaanfche, Italiaanfche en Bour„ gondifche knegten. 's Konings naazaaten, Don „ Jan en zijne opvolgers , de bijzondere ftadhou„ ders , raaden en amptenaars zouderi dit verdrag „ bezweeren moeten. Eindelijk nam de koningj „ voor zijne rekening, de penningen, ten tijde „ der beroerten, door de ftaaten gelige, van wie „ 't ook ware, met naame van de koninginne vat Engeland enz. Doch hoe fmaakelijk dit eeu wig gebod door de algemeene ftaaten, Orange; en de ftaaten van Holland en Zeeland werd voor gefteld, weigerden zij volftrekt daarin te treedenzoo lange 's lands gefchonden vrijheden niet her fteld, en de uitheemfche knegten alvoorens ver trokken waren. § . CCCXIII. Eindelijk vertrokken deuitheemfch krijgsknegten, onder geleide van den grave va Mansveld ten lande uit , tot groote vreugde de landzaaten. Hierop deed de nieuwe land voog zijn plegtige intrede te Brusfel, bezwoer de Gene fche vrede, het eeuwig gebod en de handhaving va *s lands voorrechten. Befchenkende om d gunst te winnen veri'cheiden met ampten en jaa: gelden. g. CCCXIV. De ftaaten van Rolland en Zeslan Q5 VIII. hoofdst. o-pkomst.' l i ■Hollanden Zeeland weigeren ■ in het eeu, wig gebod te treden. 2 Vertrek der Uit1 heemfche r knegten. 1 n e i  VfIIL HOQFDST., OPKOMST. Antwoord der ftaaten van Holland en Zeeland op de voorflag der algemeene ftaaten. i ; 3 3 3 3 ||f OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL eerft- te- Dordrecht , en naderhand te Gertrudenberg vergaderd, wierden door de algemeene ftaaten té Brusfel aangezogt, tot het affchaffen der verlofgelden , regelen der munte , het onderteekenen der vereeniging, opbrenging van 150000 guldens ter maand, en eenige anderepunten van minder belang. Waar pp de ftaaten van Holland en Zeeland antwoordden : ,, datde verlofgelden zouden afgefchaft „ worden, behalven een redelijk geleigeld, totbe,, veiliging der zeevaart; dat men gemagtigden over„ zenden zou, om orde te beraamen op 't ftukder „ munte; dat men op't verzoek om 150000gul„ ,dens ter maand nader letten wilde; doch de ver„ eeniging met de Roomfchgezinde ftaaten was „ door den prinfe en die van Holland en Zeeland, „ rondelijlcwederfprooken : konnende zij zich in geen verbond begeeven , dat met hun geloof „ ftreed." -— Don Jan door zijn afgezant Leosius begeerende, dat het eeuwig gebod in Holland m Zeeland mogt worden afgekondigd , verzogt te nogen weeten, wat ,men meer begeerde, wijl door iet aanneemen te*. Gendfche vrede, Orange in zijn ;er en goederen herfteld was, doch Orange en de laaten van Holland en Zeeland antwoordden hier op, , dat hun ontijdig dagt nieuwe verzekeringe te gee, ven, voor dat de voorwaarden der Gendfche vre, de voldaan waren. Dat de Hoogduitfche kneg, ten nog midden in het land lagen. Dat de prins , zijn zoon en goederen nog ontbeerde, benevens , het bewind over verfcheiden plaatzen, begre-  PER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 251 „ pen onder het ftadhouderfchap, hem, door den ,, koning .opgedraagen , hebbende zelfs de raad ,i van ftaaten die van Utrecht, genegen om zich „ wederom onder zijn bewind te begeeven, daarin „ verhinderd. Dat de algemeene ftaaten hunne „ vergadering, zo wel als die der bezondere ftaa„ ten, aan"t welbehaagen van Don Jan onderwor„ pen hadden. Dat men den Hervormden geene 3, vrije wooning gunde in verfcheide landfehappen. ,, Dat men Don Jan , met een gevolg van .Span,, jaards en ltaliaanen , ontvangen had, tegen 't ,, verdrag , met hem zelv', te Marche in Famine ,, geflooten. t Dat verfcheiden verdagte perfoonen, „ meest vreemdelingen , te veel ingang bij hem vonden. Dat ook het onderteekenen der ver,, eeniging , welke men hun gevergd had, fmaak3, te 'naa een nieuw geloofs onderzoek , erger dan Spaanfche. Inquifitie , die alleen verdagte perfoo3, nen aantaste, daar men bij deeze onderteekening 3, elk eene belofte afvergde , om 't Roomfch ge3, loof voor teftaan." Dit antwoord ontvangen hebbende , zogt men Crange door bijzondere gunstbewijzen te winnen, doch deeze Prins liet zich in geen Spaanfche ftrikken vangen. §. CCCXV. Inmiddels dat de ftaaten beflooter om aan de hoogduitfche knegten voldoening te bezorgen ten einde zij zouden kunnen vertrekken 3 zoo werkte Don Jan in 't heimelijke om hen op zijne zijde te winnen, en ia 4t land te doen blijven, wij zijn voojrneemen was den krijg te hervatten teges VUT. ilOOFDST. OPKOMST, . I Listig ge drag van don Jan. [ 1  VIII, ÏIoÓfdst. ©Skomsï. 1 Antwerpen onttrekt zich de Spaan- ; /ïr/a; zijde. | 1 ■] \ i ' i i OPKOMST, VERVAL EJ? HERSTEL den prins van Orange en de ftaaten van Holland en Zeeland, onder- voorwendzel, dat zij door het kwellen der Amfterdammeren, de Gendfche bevrediging gefchonden hadden. -— Deeze fiingfche handel had bij de.algemeene ftaaten te Brusfel veel gerucht gehaard.' — .Eindelijk ligte Don Jan het masker af, nam op een verraderlijke wijze het kasteel van Naamen in, terwijl Hierges zich verzekerde» van Charlemont, roemende zelfs, dat j, dees dag de eerste zijner landvoogdij was , en ,*, dat hij - te lang getergd door de ftaaten , voort- „ aan' ftipt begeerde gehoorzaamd te zijn. " Kort te vooren had Orange uit onderfchepte in fijr Fer gelchreeven brieven van Don Jan aan den kering ontdekt, zijn voorneemen tot oorlog, en om nee bijzonder Engeland aan te doen. §. CCCXVI. De algemeene ftaaten ontdekkende, Jat Don Jan voorneemens was , om het kasteel /an Antwerpen voor zich te behouden, kreegen de jezetting door toezegging van het voldoen hunler agterftallen op hunne zijde, doch de ftadfche ioogduitfche bezetting, die men de ftad uit wilde lebben, wilde zich te weer ftellen, doch door ;eld geftild, en het naderen van Oranges vloot ^erneemende , vlugtten zij de poorten uit, vaar naa men Houtan, bevelhebber van 's prinen vloot, feestelijk inhaalde, en van ftads wegen net een goude keten vereerde. Uit de nagelaaten japieren der in haast .gevlugte kolonellen vond nen brieven van Don Jan, waar in hij de Hoog-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 253 duitfche knegten tegen de ftaaten had opgehitst, Om zich met hun hulp meester van de ftad en het flot te maaken. Don Jan van zijn verraderlijk gedrag ten volle door de ftaaten overtuigd zijnde, verfchoonde zich zo flaauwlijk, dat zij den koning verzogten om zijn ontflag, en de onderhouding van de Gendfche bevrediging en het eeuwig gebod, en dat de raad van ftaaten: intusfchen het opperbewind voeren mogte, §. CCCXVII. De prins naa een reis door Holland gedaan te hebben, alwaar ze hem befchouwden als den Verlosfer des vaderlands, werd in Utrecht genoodigd, geevende zich kort daar op die ftad en het ftigt onder zekere bepaalingen aan hem over. Bergen op 'Zoom, Steenbergen, Thoolen, 's Hertogenbosch en Breda werden ingenomen, op befluit der ftaaten werdeu de kasteelen te Antwerpen, Gent, Utrecht, en meer andere plaatzenafgebrooken. §. CCCXVIIT. De algemeene ftaaten zich onder tusfchen wapenende, zogten onderftand ukDuitschland, Hollanden Zeeland, en verzoeken den prins van Orange in Braband, alwaar hij, naa orde op de regeering van Holland en Zeeland gefteld te hebben , naa toe vertrok, en te Antwerpe en Brusfel plegtig ingehaald werdt. De • algemeene ftaaten zonden met goedvinden van Orange een gezandfchap aan Don Jan, om hem te be weegen tot het afleggen der wapenen, 't ontruimen van Naamen, 'i vertrek der Hoogduitfchen , ea, dat Don Jan zicb VUL.. hoofdst. opkomst. Don Jan zijn oogmerken nader ontr dekt, Orangesi eerbewijzinge ontvangen in zyne reis door Holland. De algemeene (laar :en zoeke» anderHand. Voorfiageïi aan Don Jan.  VIII. HoOFDST. OPKOMST. Orange word Ruwaard van JMland. Matthias aartshertog van Oostenrijkverkrijgt het opperbewind. 254 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL naa Luxemburg moest begeeven , om aldaar zijn opvolger af te wagten. Doch de landvoogd had geen fmaak in die voorflagen en was zeer misnoegt over het inhaalen van Orange , dreigende de ftaaten met 's konings ongenade, waar op hij vertrok naa Luxemburg., als vreezende binnen Naamen belegert te worden. §. CCCXIX. Orange de gunst der algemeene ftaaten en des volks hebbende, werdt tot ruwaard van Braband verkooren -, een waardigheid zeer overeenkomstig aan die van Dictator onder de oude Romeinen, en in kommerlijke tijden wel eer in deeze landen aan een, der voornaamste grooten ppgedraagen. • : . §. CCCXX. De hertog van Aarschot , die in plaats van den graave Rotux , ftadhouder van Vlaander en geworden was, en meer andere edelen, ziende Oranges aanwasfend gezag,, raadpleegden onderling om het opperbewind der landen , aan Matthias Aartshertog van Oostenrijk, en broeder des keizers op te draagen, zijnde een jong vorst en zwak van geest. • Deeze in 't heimelijke ontboden, kwam in ftilte te Lier in Braband. Schoon veele-leden der ftaaten het gedrag der edelen niet goedkeurden, en meer neigden tot den hertog van Anjoü, als bekwaamer om deeze landen te befchermen; zoo.kwaamen de algemeene ftaaten tot befluit, om don Jan van de landvoogdij te ontzetten; zijn aanhangers verklaarende als wederfpanneüngen, ftraf baar aan lijf en goed, verbiedende alle  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 25j onderftand en gemeenfchap met hem, en waar naa de ftaaten een verbintenis, troffen tusfchen de Room-, fcken en Onroomfchen ter onderlinge befcherming. §. CCCXXI. Don Jan , dus opentlijk de land voogdij opgezegd zijnde, zoo wierden den aartshertog de punten voorgelegd, op welke men hem de opperlandvoogdij wilde opdraagen, komende voornaamentlijk hier op uit. Dat de aarts¬ hertog , den koning en de algemeene ftaaten moes! trouwe zweeren, met en benevens de bijzondere ftadhouders, krijgsoverften en knegten; zullende zijne hoogheid zich voegen naar de-befluiten van den hem toegevoegden raad van ftaaten, maar in zaaken van groot belang niets mogen doen buiten bewilliging der algemeene ftaaten, die ook even als de bij< zondere ftaaten zoo dikwijls zouden mogen vergaderen, als hun goed dagt. De Gendfche bevreediging , herftelling der oude voorregten , bekragtiging van al het geene tegen don Jan gedaan was, moest door hem toegeftemd en uitgevoerd worden, met beloften van geen vreemdelingen in dienst te zullen neemen. Houdende de ftaaten zich niet alleen van alle gehoorzaamheid aan hem ontflagen, zoo draa de aartshertog deeze voorwaarden; niet naa kwam, maar bedongen ook als dan de wa"penen teegen hem- te mogen opvatten, tot ter tijd hij het gekreukte gebeterd hadt. Op welke voorwaardens de aartshertog den eed deed te Brusfel, met en beneevens Orange, die tot ftedehouder van hem was aangefteld, en wiens gezag-on- VHL IIoOFDST. opkomst. , Don Jan word de landvoogdij opge- izegd. Voorwaar^ dens voor den aartshertog.  vin. hoofdst. opkomst. Amfterdam gaat aan 's prin ce zijde over. AfiEXANder far- nesk prin; xanParmr, komt mei krijgsvolk iii 't land. Verfcheide nieuwe lasten op mondbehoeftens,en uitgaande koopmanschappen gelegd. .OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL der deezen jongen vorst zoo hoog fteeg, dat hij de gantfche klem dér regeering in handen kreeg. §. CCCXXII. Intusfchen werd naa dat Amfterdam door Sonoi fterk was benaauwden ingellooten, - door bemiddeling van de ftaaten van Utrecht, met die. ftad een verdrag geflooten, waar bij zij zich overgaaven aan deStaatfche, met beding, dat alleen de Roomfche Godsdienst in hun ftad en regtsgebied geoeffent zoü mogen worden, en de regeering der ftad met hunne voorregten ongefchonden zouden blijven. Naa deeze overgaave begaaven zich weder derwaards een groot getal van uitgéweeken kooplieden, waar door de handel in die ftad toenam, tot merkelijk nadeel der fteden van het Woorderkwartier. §. CCCXXIII. De verzonden Spanjaarden en Italiaanen, aan het hoofd van Alexander Farnese, prins van Paima te rug gekoomen , en door don Jan vermeerdert met Duitfche , Franfche en andere benden, ten getalle van 18000 man, be-halven. de ruiterij, zoo begon don jANdevijandlijkheden, en verfloeg het Staatfche leger bij Gemblours, - met gevolg dat de ftad van dien naam, gelijk ook Leuven, Tienen, Aarfchot, Dien, en verfcheide andere fteden voor de overwinnende wapenen der Spanjaarden bukten. . §. CCCXXIV. Inmiddels wapende de aartshertog, Orange en de raad van ftaaten zich tegen don Jan, doch om de ingewilligde penningen te vinden, moest men verfcheide nieuwe lasten leggen op  DER VEREENTGDË NEDERLANDEN. op de mondbehoeftetis, en in- en uitgaande koop- . manfchappen, maar Holland en Zeeland met 's prin- ' een bewilliging, zich verbonden hebbende om hunne eigen bezittingen en oorlogfchepen te onderhouden, zoo hielden zij zich met de andere Nederlanden buiten gemeenfehap van lasten. Midlerwijl wierd Brugge, door de Staatfche, en Flippeville, Limburg, Valkenburg, en -Daalhem, door de Spaanfchen verovert. - §. CCCXXV. Schoon Elizabeth wel belooft 1 hadt onderftand in volk en geld te geeven, zoo ; kwam ze alléén het laatfte naa, en waar mee de j ftaaten onder hertog Joan Kazimir volk aanwierven. Anjou bood van gelijken de Staatfche zijn hulp aan , en waar toe de Roomschgezinden wel het meeste neigden, als vreezende dat de Onroomfche door Kazimirs krijgsmagt te zeer geftijft zouden worden. §. CCCXXVI. Der Onroomfcrren magt dage-1 lijks toeneemende, zetten zij in Amfterdam de Room- , fche regenten af, en voerden de hervorming in. Te' Haarlem raakten zij het meede meefter, en vervolg- • den zelfs op andere plaatzen de doopsgezinden, en andere gezintens; het geene Orange niet dan met veel moeite ftuitte. Ja , in de Roomfche Nederlanden, begonden ze in 't openbaar te preediken en Avondmaal te houden, en verzogten om vrije ' Godsdienst oeffening, het geene ten gevolgen had, dat door den aartshertog en den raad van ftaaten, een( Religions of Geloofs vreede ontworpen wierdt, '4 II. Deel. R VTIT. lOOFDST. 3P KOMST. 1LIZABETH ^eeft onierftand in, ;eld. lervoraing in imjler'am en iaarlem igevoert. Jeloofs reede.  vu r. BoOFDST^ OPKOMST. Handel met den hertog van Anjou. Voorwaar- ■ den. 3 : 3 3 '3 258 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL die bij zommige Nederlandfche Provinciën aangenoomen, en weder bij andere verworpen werdt, in Gend en verfcheide andere plaatfen van Vlaanderen, verjoeg men zelfs de Roomfche geestelijken met geweld. Ongelukkig dat men door dien weg zulke verdeeldheden zaaide, daar de Spanjaarden hun voordeel mee deeden. CCCXXVII. Met den hertog van Anjoü wierdt intusfchen de handel voortgezet, daar koningin Elizabeth in 't eerst zich fterk tegen verzette , uit vreeze dat de koning van Frankrijk het oog op de Nederlanden had, doch daar in ge-" rust gefield zijnde, zoo begunstigde zij de onderneeming des hertogs, die de Roomschgezindenzoo fterk voortzetten, dat voor de komst van hertog Kazimir, de voorwaardens tot ftand kwaamen en bekragtigd wierden , en welke, op deezen zin uitkwaamen. „ Dat de hertog zou uitgeroepen wor„ den, voor befchermer der Nederlandfche vrijheid. „ Dat hij denftaaten, op zijne kosten, bijftaanzou, „ met 10000 knegten , en 2000 paarden, drie „ Tnaanden lang, en zoo de krijg dan noch niet , geëindigd ware, alleenlijk met 3000 knegten, , en 500 ruiters. Dat men zich zou tragten te , verbinden met andere Mogendheden , vooral , met den koning van Navarre, de koningin van , Engeland en den hertog Johan Kazimir. De , ftaaten zouden den hertog van Anjou, die geen , oorlog om geloofszaaken, noch tegen Engeland 1 mogt aanneemen, bijftaan zoo hij befprongea.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. &59 werdt, uitgenoomen tegen 't keizerrijk, Enge„ land, Schotland en hunne verdere bondgenoo3, ten. De hertog in het leger zijnde, zou het „ opperfte gezag in krijgszaaken hebben, gezaa3, mentlijkmet de ftaaten, wier plaats bekleed zou 3, worden, door bunnen veldheer,-thans den graa- ve van Bossu, die bij afweezen zijner hoogheid 3, zou gebieden, 't beftier der landzaaken zou blij,, ven bij de ftaaten, den aartshertog Matthias, „ en den raad van ftaaten. Zijne hoogheid zou ,, geene verbintenisien mogen aangaan, 'buiten kennis en bewilliging der ftaaten; die zich ook: niet, ten zijnen nadeelen, zouden mogen ver„ binden. Zoo men geraaden vondt, van landsj, heer te wisfelen, zou men zijn perfoon , voor ,, alle andere daartoe beroepen. Tot zijne verzej, kering, zouden hem Qjiesnoi, Landrechies en 3, Bavais ingeruimd worden, en zoo hij Flippevil,, le, Binch of Marienburg bemagtigde, noch eene ,, deezer fteden ter zijner keure, in de plaatze van „ Bavais, ock zou hem eigen blijven alles wat hij over deMaaze veroverde, uitgenoomen hetgee„ ne, nu, of zedert de Gendfche vreede, veree,, nigt was met de ftaaten: ook deeze fteden van ,, verzeekering, ten waare men hem de kosten des krijgs wederom goed deedt. De plaatzen, die 5, men bij verdrag, zonder dwang van wapenen „ inkreeg , zouden tusfchen hem en de ftaaten, „ half en half gedeeld worden. Voorts moest hij „ zich vijand verkiaaren van don Jan en deszelfs R 2 VIII. HOOFDST. OPKOMST»  VIII. hoofdst. opkomst. Het leger van hertog - Kazimir komt in de Nederlanden. Dood van don Jan. Ongenoegen tusfchen Anjou en Kazimir. 2ÖO OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ aanhang, niet dan gebooren Franfche herwaards „ brengen, ten, waare op bijzonder verzoek der „ ftaaten, zijne Zwitferfche lijfwagt alleenlijk uit„ genoomen; zorg draagen dat geene Franfche ben„ den den vijand bijftonden, goede krijgstugt on„ derhouden, en zoo 't hier toe komen mogt, de „ fteden van verzeckering wederom leeveren in „ den ftaat, waar in hij ze ontvangen hadt,- behal„ ven wanneer ze, door den vijand bemagtigd ,, waren. §. GCCXXVIII. Omtrent het fluiten deezer overeenkomst kwam het lang verwagte leger van hertog Kazimir in de Nederlanden, het zelve koste behalven de bezettingen, in één maand negen tonnen fchats , daar de ftaat in zes maanden niet boven de vier tonnen inkreeg. Dit leger was fterk behalven de hulpbenden van Anjou 14000 ruiters, en 35000 voetknegten, en overtrof dus verre het leger van don Jan. Anjou bemagtigde Maubeuge, Bosfu, Nivelle en andere plaatzen, vindende weinig tegenftand, alzoo in het Spaanfche leger de pest en bloedloop veele wegfleepte. Zelfs flierf eon Jan in 't leger, welke opgevolgd wierd door Alexander Farneze prins van Parma, die de koning eerlang de landvoogdij opdroeg, en welke in kloekheid, beleid en voorzigtigheid don Jan verre overtrof, waar uit de Spanjaarden veel voordcel trokken, en de Staatfche groote afbreuk leeden. §. CCCXXIX. Tusfchen Anjou en Kazimir rees een groot ongenoegen , wijl het gerugt ging  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 20*1 dat men deezen laatteen graaf van Vlaanderen dagt te maaken, het geene Anjou, die zijn oog op de algemeene heerfchappij der Nederlanden gemaakt hadt, zeer ft iet. Dit ongenoegen door de ftaater niet geflist kunnende worden, zoo dankte Anjou zijn leger af, en vertrok naa Frankrijk. §. CCCXXX. In Gent wederom onlusten ontftaan zijnde, tusfchen de Roomfche en Onroomfche . zoo werd door Orange de zoen getroffen: ,, dal „ de geestelijken, uitgenoomen de vier bedelorden ,, wederom in 't bezit hunner goederen herfteld. en dejkerken tusfchen Hervormden en Roomsch „ gezinden, verdeeld zouden worden, mits de laatfte geene openbaare ommegangen hielden, nocl „ het Sacrament ftaatelijk over ftraat droegen. D< twist der Groningers met de Ommelanden , werd ,, ook bij voorraad bijgelegd". Friesland door dei graaf van Rennenberg in rust gebragt verkreeg dee ze het ftadhouderfchap van Orerijsfel en bemagtig de Kampen en Deventer. §. CCCXXXI. Door de verdeeldheden der leger hoofden hadden de ftaaten weinig nut getrokken va hun groot leger. -— Het flot Karpen en de fta Helmond was door de Spaanfche bemagtigd, en Pai ma vrij gelei geevende aan de Duitfche ruiters va Kazimir, die noch eenige maanden foldij te goec hadden, zoo vertrokken deeze met hun veldheel die zelfs geen affcheid van de ftaaten had genoc men, onverwagt naa Duitschland, hatende op h< R i VIII. HOOFDST. Ol'KOMST. Onlusten in Gent. l 1 - 1579- 1 Nadeelen door de dverdeelthe- . den der legerhoof- 1 den. is , i- :t  VIII. HooFDST. OPKOMST. De Waalfche Provïntiè'tiZonderen Zich af. Unie van Utrecht. i OPKOMST. VERVAL EN HERSTEL platte land veele voecftappen naa van hunne roofgierigheid. §. CCCXXXII. De gewesten vanArtois, Henegouwen en Douai flooten cok een afzonderlijk verbond, om de Brusfelfche vereeniging, den Roomfchen Godsdienst, 's konings gehoorzaamheid en de Gendfche bevreedigïrjg te handhaaven, en de geloofsvreede te zullen weeren, alzoo zij misnoegd waren op Orange over het onlangs geflooten verdrag te Gent. Ondertusfchen gaf dit wel een Krak aan het gezag der algemeene ftaaten , maar het werkte ook teffens uit, dat des te fpoediger de vermaarde Unie van Utrecht getroffen werdt, die ten grondflag diende van het gemeenebest der nu vereenigde Nederlanden. — Welk verbond als behoorende tot het derde of laatfte tijdperk van onze gefchiedenisfe ik in het volgende IX, Hoofdftuk nader zal ontvouwen. AANMERKINGEN op Philips regeering tot aan de Gendfche bevreediging, §. CCCXXXIII. Indien wij geregeld onze denkbeelden willen leiden, om de fchakel der gebeurtenis fe in haar regte verband te kunnen befchouwen, ten einde de oorzaaken te ontdekken van de uitwerkzels, die de wijze voorzienigheid heeft geieven te gebruiken om ons lieve vaderland te red-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 263 den, dan dienen wij onze aandagt te vesti¬ gen op het geene ons de gefchiednisfe daar van heeft opgeleevert in zijn verband, en wel eerst het voorgevallene van §. ■ CCXXVII. tot §. CCCV. zijnde het beginzel van Philips regeering tot aan de Gendfche bevreediging. Een tijdvak waar in bijzonder deeze Nederlanden, tot zoo eendiep verval kwaamen, dat alles zich hoopeloos vertoonde. —- Vervolgens zullen wij zien, hoedeGm^fche bevreediging met haar gevolgen, een aangenaamer daglicht over Nederlands gefchiedenisfe verfpreidde,waar door de kwijnende toefrand van ons vaderland ten deele werd herftelt, de vrijheid haai fiaaffche ketenen breekt, en de Godsdienst de geweetensdwang verband, Bepaalende ik den afloop vvan dit tijdvak tot de fiuiting der Unie van Utrecht, en de ophouding van het graaflijk bewind. '§. CCCXXXIV. Philips de heerschzüchtigfte vorst van zijn tijd, opgevoed in Spanje, aan eei Monarchaale of beter gezegt willekeurige regeerins gewoon, voorzien van Spaanfche ftaatFdienaars di zijnheerschzuchtvleidden; een vorst bijgeloovig ii Godsdienst , listig en ftaatkundig in gedrag, ei fchoon hij §, CCX. alle 's Lands privilegiën me plegtige eede had bezwooren, en niet gelijk zij vader Karel eenige daar van had uitgezonden 7.00 kon zijn heersch- en ftaatzuchtig brein niet ge doogen om aan de banden van wetten of privilegie ■ gebonden te weezen. Neen! hij wilde over ee vrij volk, even als in Spanjen regeeren. — Hiero R 4 vin: IOOFDST. DPKOMST'. I 1 1 t 1 » n n n  VIII. HOOFDST. OPKOMST. j 0 264 OPKOMST, VERVAT EN HERSTEL befloot Philips, om een onbepaald gezag over deeze landzaaten in te voeren, en alle Hervormde of zogenaamde ketters uit den landen te verdelgen. Doch daar toe ftond hem de raad van ftaaten in den weg, deeze hun vergaderingen, het eenigfte overblijfzel van vrijheid moest verhindert worden, en de landvoogdes zich enkel bedienen van den agterraad, waar in Granvelle (een vreemdeling) die in heerschzucht voor zijn vorst niet behoefde te wijken, het voornaamfte gezag had. Met deeze agterraad, onderfteund door 3 of 4000 Spanjaarden, was Philips in ftaat gefield om een onbepaald gezag te verkrijgen. —j En om zijn tweede doelwit te bereiken, hadt hij de hulp der geestelijken noodig, hierom verkoos hij veertien nieuwe bisfchoppen , welke meede ftemmen zouden in de ftaatsvergaderingen, en die hem tefFens dienstbaar konden weezen tot bereiking van beide zijn oogmerken. Hadt nu Philips , en die van zijne raaden, even als Karel op een zagte en vriendelijke wijze , van langzaamerhand en onder meer geheimhouding hun plan uitgevoerd,- waarfchijnlijk hadt Neerlands vrijheid nooit haar fiaaffche banden kunnen flaaken; maar de Spaanfche hoogmoed kon niet langer veinfen, de Nederlanders waren te geringe voorwerpen voox de ftaatkunde van zulk een magtig koning, lie door den hertog van Alva wel een volk van jzer had kunnen temmen , en zou die wreede veldheer, volgens zijn eigen zeggen , nu zwigten iqqï een volk van boter, welk' niet dan de uiter-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 265 fte veragting verdiende. Neen! dit kon niet geduld worden. Maar hij, die hooger is dan de hooge, en de raderen der bijzondere Voorzienigheid beftuurd, heeft getoond, hoe hij in ftaat was om der vorsten raad/lagen te verijdelen , en een onderdrukt volk te verheften uit de llavernij, tot een vrij gemeenebest, daar de geweetensdwang verbannen, de vrijheid in burgerftand en godsdienst gevestigd werd , en de bloeijende weiaard deszelfs inwoonders verrijkte met de fchatten van het Oosten en Westen. Doch eer wij tot die gelukkige tijden naderen, zullen paden met bloed befprengt en doornen vervuld, onzen gang vertraagen, terwijl ftaatsorkaanen het fchip van ftaat zullen dreigen te verpletten. §. CCCXXXV. Ik fchrik fchier om weder de gordijn van 't tafereel der tegenfpóedën te openen, en met wat Nederlanfch bloed en goed onze dier- baare vrijheid is gekogt. Philips vertrokken zijnde, en niet beantwoordende aan zijne beloften, om de Spanjaards te laaten vertrekken, zoo wierden der ftaaten oogen geopend, zij houden aan , en doen vertoogen, om van het vreemde krijgsvolk , en uitheemfche regeeringsraad verlost te worden; en welk eerste de koning genoodzaakt was toe te ftaan. —- De fchranderfte ftaatsleden wisten bij ervaaring van voorige tijden , hoe heerfchzugtige vorsten voorzien van buitenlandfche magt in 't land , hun gezag door de wapenen doen gelden, waar door ze ongcftraft de regten R 5 vul HOOFDST. OPKOMST.  VIII. HOOFDST. OPKOMST. ) 2.66 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL' des lands kunnen fchenden. Een wel geöeffende krijgsmagt gefield in de- magt van een heerfchzugtig vorst zyn juist de wapenen , waar mede de vrije volken zoo van de oude als laatere tijden zijn gebragt onder het eigendunkelijk gezag. Voor al (en het gene er veeltijds bij'gepaart gaat), indien de vorst zich bediend van vreemdelingen tot zijn eerfte ministers van ftaat. Het is opmerkelijk in de gefchiedenisfen. onzes vaderlands, dat onder de graaflijke regeeringe, de ftaaten, edelen, en landzaaten, zoo er op ftonden om gehandhaafd te worden in hunne voorregten , van geene vreemdelingen in ftaatsregeeringe te hebben : zij wisten bij ervaaring de fchadelijke gevolgen daar van. • Zijnde dit bij vrije volken van veel meer nadeel, dan onder een eigendunkelijk beftuur , daar men geen vrijheid kent. De vrijheid is te duur- baaren pand. Een vreemdeling, opgevoed onder 't fiaaffche juk is gemeenlijk een vlij er van den vorst, wiens hart bedorven door pluimftrijkerijen, luistert naa den verleidenden raad tot uitbreiding van zijn gezag; en wil de vorst al niet ten eersten 's volks voorregten in 't openbaar fchenden, dan onderkruipt de looze ftaatkunde de harten van laffe en door den vorst voorgeftelde regenten, die als hooffche vlijers om eigen belang der fteden privilegiën in handen der vorften ftellen. Vreemdelingen het bewind in handen hebbende, bedienen zich ook van die gunstige gelegentheden om hun vrienden en landgenooten te helpen aan de .beste ampten.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. l6? Ja! ( leerden vroegere en laatere gefchiedenisfen niet, dat men zelfs aan hun de opvoeding deivorstelijke .telgen opdroeg. Tot veragting van het land hunner geboorte, even of dat geen kundige voorwerpen genoeg opleverde , die in ftaat waren naar 's lands regten en vrijheden een jong vorst te onderwijzen, hoe een vrij volk geregeerd moet en wil worden. Philips mee bedorven door buitenlandfche opvoeding, kende den aart der Nederlanders niet gelijk zijn vader'Karel. Vreemdelingen hadden het roer van ftaat in handen, voorftanders der vrijheden waren bij den vorst en zijnen raad veragte roervin- ken- ■ Gelukkig dat een Granvelle om zijn heerschzugt gehaat bij de landvoogdesfe, edelen, en grooten des lands (en welke laatfte zelfs tegen hem verbonden waren) zich niet meer veilig achtende in de Nederlanden , de wijk naa Spaanje nam, §. CCCXXXVI. Orange, Egmond en Hoorne, mannen, wier naamen de onfterfelijkheid zijn geweid; die waren het,' welke zich voor de vrijheid in de bresle ftelden , zonder hun hulp en die van hunnen aanhang zou het weinig gebaat hebben , of de weerlooze burgerftand het Spaanfche juk had willen affchudden. Neen! alle binnenlandfche beroertens zijn van weinig aanbelang , indien er geen grooten of edelen des lands beftuur in hebben, om dat alsdan beleid, orde en eensgezindheid ontbreekt, : Hadden vin. HoOFDST. opkomst.  VIII. Hoofdst. opkomst. / 268 OPKOMST , VERVAL EN HERSTEL deeze drie heeren 's lands beftuur behouden, Philips zou gehoorzaamd zijn geworden, indien hij maar eenigzins gemaatigd in 't Huk van den Godsdienst zich had betoond. Maar Granvelle meester van 's konings hart , beftuurde uit Spanje op 's konings naam de landvoogdes met die van zijnen aanhang in de Nederlanden, zoo dat alle aanzoeken vergeefs waren , de befluiten der kerkvergadering van Trente wierden in deeze landen ingevoerd, op den raad van zommige bisfchoppen door den koning daar toe verkooren. Het morrend ongenoegen hier uit ontltaan gaf gelegenheid tot het bekende verbond en fmeekfchrift der edelen: Indien dit magtig bondgenootfehap niet door tweedragt was van een gefcheurd, en Onroomfchen en Roomfchen zich verdraagzaamer tegen eikanderen hadden betoond , zou Philips zijn dwingelandij gefluit, ende Inquifitie, dat geweetens monster, zoo veel vervolgingen niet hebben aangeregt. Te bejammeren is het, dat de reden, die ftadhouderesfe Gods, in tijden van bijgeloof'en verwarring , haar beduur moet overgeeven aan hollende driften, tot nadeel der goede zaak. Hier van daan, dat de verzoeken der ftaaten zelfs vrugteloos waren , en van 's konings wegen hun het vergaderen verboden wierd, als wel weetende, dat de meeste leden in 't ftuk van Godsdienst tot zagtheid neigden , waarom ook het gemeen ftout op der grooten misnoegen, eerst heimelijk en vervolgens openbaar en gewapend ter preeken ging. Het  der vereentgde nederlanden. 269 Ikht des Euangeliums in Duitschland en Frankrijk beftraalde ook Neerlands kerken. De Roomfche geestelijkheid was te zeer verbasterd , alles fchreeuwde om hervorming. De vervolgingen waren als olij in het vuur, juist dienstbaar om den anders gehoorzaamen burger ten ftrijde te gorden tegens den geweetensdwang, vooral toen pHiLirs §. CCXLVII. aan de landvoogdes orde gaf om Duitfche troupen te werven, toen verloor dereden het beftuur der driften bij de Hervormden, wijl ftomme Roomfche beelden het flagtoffer van verwoesting bij hen wierden. Een dolligheid dienstbaar tot hun eigen verzwakking, om'dat daar door Roomfche en Onroomfche burgers van een en 't zelve vaderland , zich tegen eikanderen verdeelden en veele Roomfche edelen tot het bekende bondgenoodfehap behoorende , zich met de landvoogdesfe verzoenden. Ja hierom §. CCXLIX. aebte Philips nu de tijd gebooren te zijn om het masker af te ligten, en regt te hebben om de Nederlanders door de wapenen in fiaaffche banden te ketenen. §. CCCXXXVH. O aakelig vooruitzicht! Alva , dat monster van wreedheid, nadert met een welgeoeffend leger van Spanjaarden Neerlands grenzen. Orange, de voornaamfte toeverlaat van 't volk, vlugt met veele van 's lands grooten. Dit treft als een donderllag alle Hervormden, een jammerkreet vervuld de lucht van het gehuil der wed.,wen cn weezen , om dat ze zien hunne VIII. hoofdst. opkomst.  2fö OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL VITT. HoOFBSTt opkomst. dierbaarfte panden uit de armen gerukt hun le* ven op de moordfchavotten eindigen, wijl intusfchen die bloeddorftigen, niet te vrede met het onfchuldig menfchenbloed , noch boven dien der veroordeelden goed als een verbeurde roof naa zich neemen. Was dan de menfchlijkheid bij hun geheel uitgefchut , kon het gekerm , noch de traa-' nen der tedere echtgenooten, of het gefchrei der ouderslievende kinderen deeze tyrannen niet vermurwen. Neen! een bloedraad als deeze , was doof voor de tederfte aandoeningen. Egmond zelfs , die ten dienste zijns konings Frankrijk, had doen beven , kon zoo min als Hoorne en andere grooten genade verwerven, offchoon zij niets misdaan hadden, maar hun vorst getrouw gebleeven waren. Geen wonder dan, dat ieder burger, die vlugten kon, het land verliet. Embden, Duitschland , Engeland , en meer andere plaatzen wierden vervuld met deeze vlugtelingeh , alwaar ze met hun voerden de koophandel en handwerken , die zij hier geoefend hadden. Hierdoor geraakten de fteden ontvolkt, de welvaart verliep , fchrik en beving voor de Inquifitie verbande allen handel, de zaamenleving hield op , om dat het vertrouwen geweeken was , het platte land lag verwoest, en armoede en elende vervong in alle ftanden, de geweeze plaatze des voorfpoeds. §. CCCXXXVIII. Ondertusfchen Orange als een verraader zijns konings door Alva veroordeeld en zijne goederen verbeurd verklaard, zogt  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 2?I zich wel en te regt van dien blaam te wreeken door de wapenen; maar met zijn ongeoefend volkniet beftand tegens den bekwaamften veldheer van zijn tijd , die voorzien van een geregelde krijgsmagt, graaf Lodewijks leger verfloeg, en waar van het overfchot door gebrek aan geld moest afgedankt worden, zoo verdween langs die kant alle hoop tot ontzet, te meer wijl Philips , ten vierdenmaal gehuuwdaan Anna, dogter van keizer Maximiliaan, Orange daardoor in zijn aanzoeken in Duitfchland om hulp veel tegenftand vond. In Frankrijk, Engeland , en bij de ^Noordfche Mogendheden, gelijk ook in zommige Noordhollandfche fteden liepen van gelijke de onderhandelingen vrugtloos af,- zoo dat alle in-en uitwendige omftandigheden zich in het nadeeligfte daglicht vertoonden. §. CCCXXXIX. Alva opgeblaazen van deezen voorfpoed ging met des te meer woede voort in zijn vervolging. Doch ten gelukke van het verdrukte Nederland, floeg Alva wegen in, waar door hij in den algemeenen haat der landzaaten ver- ' viel, eifchende van hun den Pöb» penning van alle goederen , een tiende van de roerende en een twintigfte van alle onroerende goederen, zoo mee. nigmaal dezelve verkogt wierden. Toen wierden de Spaanschgezinde ftaaten en Roomfche burgers zelfs de oogen geopend, en zagen , dat Alva het op 's volks ondergang gemunt had. Vertoogen daar tegen mogten eenige opfchorting be. VIII. HOOFDST. OPKOMST.  vin. HOOFDST. OPKOMST. 272 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL .werken , maar de hertog onverzettelijk in zijn eisfchen , ftond gereed om te Brusfel eenige burgers in hun huizen te laaten ophangen ,• wanneer onverwagt de tijding van de inneeming van den Briel door de Watergeuzen hem van befluit. deed veranderen. Zie daar een omkeer van zaa¬ ken, niet bewerkt door het menfcheiijk vernuft, maar door het beftuur der wijze voorzienigheid. Als bannelingen uit Engeland verjaagd wist men niet waar heen, doch hij die de winden in zijn vuist voerd, ftuurde hunne kielen naa de Maas, alwaar ze door de inneeming van den Briel, de grondfla- gen van Neerlands vrijheid leiden, j ■ §. CCCXL. De inneeming van den Briel, gevolgd van veele fteden , die zich voor 's prinfen zijde verklaarden, gepaard met de oogluikende heimelijke onderftand van koningin Elizabeth, die gaarne zag ,. dat Philips werk kreeg, ten einde hij geen hulp aan de Schotfche koningin konde geeven. — Spanje verzwakte ook grootelijks zich zelve, doordien de gouddorst deszelfs inwoonders naa Amerika lokte. Werkloos en lui van aart zijnde , zoo konde om het groot aantal van geeste-lijken dit verlies niet vergoedt worden. Ja ! kort te vooren hadden ook de mooren het werkzaamfte deel der natie , zich verzet tegen de onderdrukkingen der geestelijken , en waren daarin door de Turken en Algerijnen onderfteund , zoo dat ze niet dan met veel moeite en belofte tot onderwerping gebragt wierden. — Dit alles werkte  DER VERÊENIGDE NEDERLANDEN. 2/3 te dus mede ter begunfb'ging van het verdrukte Nederland. —— Zoo dat Philips , het fchadelijk 1 gedrag van Alva toen begon te zien , een ander landvoogd verkoor, en den tienden penning genoodzaakt was af te fchaffen , wijl intusfchen de meeste fteden in Rolland, ziende Oranges pooglngen, op een algemeene vergadering Alvaas zijde af en 's prinfen zijde toevielen , maakende zelfs dienaangaande verfcheide fchikkingen op de rekeningen (zonder nogthans in die tijden noch een b.lijk te geeven van 's konings zijde te willen verlaaten). §. CCCXLI. Frankrijk gaf meê §. CCLXXXI. onderftand in geld aan Orange , waarfchijnlijk verbitterd over het van kant helpen van Philips gemaalinne, 's konings zuster. — Dopr welk gedrag Philips zijne vijanden vermeerderde , wijl intusfchen Orange als een groot ftaatkundige door de ftaaten aan hec roer der regeering gefield , zich wonder wel wist te bedienen, om Philips nieuwe vijanden te bezorgen, 's Konings gedrag hemwaards, de verbeurdverklaring zijner goederen, het banvonnis tegen Orange uitgefprooken, gepaard met de onregtvaardigc wegvoering zijns zoons van de Hooge School te Leuven; dit alles wettigde het doen van den prins, en gaf gelegentheid. dat Vader Willem met des te meer ijver alles opzette, om een verdrukt land te redden van de Spaanfche flavernij. Zonder hulp van Orange , een vorst doorkneed in ftaatkunde, en wiettf geheimen oar II. Peel. § Vilt. loOFDST» (PKOMST.  VIII. HOOFDST. OPKOMST. I ] I s i 274 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL doorgrondelijk waren , zouden de Nederlanders nooit hun vrijheid verworven hebben. De fteden te oneensgezind zijnde, zoo moesten de ftaats vergaderingen wankelbaar in hun befluiten zijn. Orange als 's konings ftadhouder had het ftedelijk beftuur zedert jaaren herwaards , zo wel als den aart der Nederlanders leeren kennen; ja, Vader Willem .was een vorst, die de kunst verftond, om 's men- fchen hart te kunnen winnen., en leiden, zo dat koning Philips aan Orange een vijand vond, wiens beleid, de loosfte en listigfte ftaatkunde van Philips te leur ftelde ; de prins kende des konings hart, en wist zijne geheimen te onderfoheppen, en die in het haatelijkfte daglicht te ftellen, waar door de Spaanfche ftaatkunde gehaat en gedoemd wierd in de Nederlanden. Het geweld en de wreedheden , waar mede Philips zich ontzaggelijk wilde maaken, waren juist de middelen , waarmede deeze koning zelfs in den haat der Roomschgezinden kwam , zoo dat, offchoon hij zijn misfla?en ziende, naderhand zich vriendelijker en inchikkelijker betoonde , het Spaanfch vertrouwen ivas weg, niemand luisterde naa den Sijrenenzang les konings , of van zijne landvoogden of miïisters. §. CCCXLII. De flegte toeftand, waar in de lieuwe landvoogd Requesens de Nederlanden vond . CCLXXXIX. was zelfs oorzaak, dat de overwinning van hem op graaf Lodewijk geen beter evolgen voor hem had, want het gene de Spaan-  DER VEREEaMICDE NEDERLANDEN. '2?$ fche wapenen te land wonnen, verlooren zij weder te water. Leiden was wel belegert door hun, maar 't land van Rolland laager dan de 'rivieren zijnde, zoo wierden de Spanjaarden door het inlaaten van water genoodzaakt het beieg op te breeken. — Dit hulpmiddel ftuitte .ook altoos veel den voortgang der Spaanfche wapenen«,'zoo in Noord- als Zuid' holland, hier door wierden de toegangen tot defteden verhindert, en gedekt vóór de aanflagert der vijanden. Ja! veele fteden zijn overrompeld, om dat men de landerijen te veel verfchoonde, om op zijn tijd hier gebruik van te maaken , want Holland heeft door dien weg een natuurlijke fteikte , waar' van men zich op zijn tijd bedienende alle vijand!)], ke invallen kan keeren, en door welke natuurlijke voordeden zij ook eerder dan andere provintien in ftaat zijn geraakt om zich van het Spaanfche juk te ontdoen. §. CGCX'LIII. Philips in den geweetensdwang niets willende toegeeven , zóo liep de Bredaafch'e onderhandeling vrugteloos af, en de Spaanfche veldheer Hierces deed zien door zijn moedwil in Westvriesland, wat men van de Spaanfche betoonde infchikkelijkheid te wagten hadt. —— Was Philips zelfs in tijds overgekomen, en had die zich dan zagten handelbaar gedragen, hij zou waarfchijnlijk alles naa zijn zin gekreegen hebben, om dat voorals noch de meeste provinciën zich verzetten tegen de onderdrukkingen der landvoogden, niet beoogende om'van heer te veranderen, maar-alleen zoe- S 2 VIII. HoOFDST. OPKOMST.  VIII. HOOFDST. OPKOMST. J 276 OfKOMST, VERVAL HERSTEL kende verzagting, en vrijheid in Godsdienft, met behouding hunner regten en privilegiën. §. CCCXLIV. Intusfchen wist Orange, doorfleepen in ftaatkunde, door zijn onderhandelingen met Engeland en Frankrijk, het vuur van jaloufie aan te ftooken, waar door twee koningrijken beide als om eene bruid vrijdden, en fchoon zij niet opentlijk om Philips wille daar voor uit wilden komen, gaven zij nogthans heimelijkenonderftandaan deeze landen. Waarfchijnlijk heeft,vader Willem- daar mee beoogt, om deeze landen nimmer onder een vreemden heer te doen komen , zoo dat wat hulp Elizabeth of de koning van Frankrijk aanboden, geen van beide wilde dulden dat de opperheerfchappij aan een hunner kwam, dit ging zelfs zoo verre, dat ze over en weder dreigden om als dan Philips te zullen helpen. Hierom was de wijze raad van koningin Elizabeth, dat de Provinciën onderling zich tegen Spanje moesten verbinden, en juist was dit het geene de grondlegger van Neerlands vrijheid zogt. De dood van den landvoogd Requesens met de daarop gevolgde muiterij onder het Spaansch krijgsvolk baande daar toe den weg, en gaf gelegentheid dat 's prinfen raad ter vereeniging tegen Spanje ingang ,vond en de Gendfche bevreediging §. CCCV. tot ftand kwam. Hier door begon Neerlands toeftand een andere gedaante te krijgen, en deed zich een hoop tot herftel voor het /ervallene op. De landbouw verwoest door le OYerftroomingeo tot keering van 's vijands raagt,  DER VEREINIGDE NEDERLANDEN. 2/7 taalde vervolgens adem, koophandel, handwerken, zeevaart en visfcherijen begonden te herleven. De vrijheid in Godsdienft en Burgerftand, heften haar hoofd op uit de verdrukkingen, gelijk we in de aanmerkingen van de Gendfche bevreediging tot aan de Unie van Utrecht zien zullen. AANMERKINGEN tp Philips regeering, van de Genrfche beweediging, ut aan de Urne van Utrecht. §. CCCXLV. De Gentfche bevrediging het oorlogsvuur meer van de grenfen verwijderende, begonnen de ftaaten van Holland en Zeeland meer agt. i te geeven om 's Lands regeenng- op eenen vasten voet te brengen. Van den aanvang der beroer- tens had Orange als konings ftadhouder het bewind der regeeringe in handen genomen, voerende zelfs, onder dien naam, geen minder gezag dan de koning als graaf had kunnen oeffenen, het geene in die tijden niet vreemd was, wijl al dat tot de politie of regeering behoorde, door den graaf, ftadhouder of die van zijne raaden wierd uitgevoerd, zoo dat de ftaaten alleen gekent werden in zaaken van belastingen, en over het beveiligen der zeevaart en visfcherijen. Men zag wederom als voorheen onder de graafelijke regeering , dat in evenredigheid de lasten vermeerderden, het gezag der fteden aanwiesch, waar door de ftaaten meerder deel aan de regeering krijgende, hun gemagS 3 yin. flOOFDST. OPKOMST. 0-  I VIII, rioÓ^iwt, OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL tigdenmetden prins handelden over zaaken van oor■ log,.-zoo, te land als te water, doende het krijgsvolk- ep de voornaame amptenaars zoo wel eed aan de.ftaaten, als aan den .prins: doch de fteden van het Zuider en Noorderkwartier hadden iedër hunne vergadering. — De edelen en fteden waren het meede niet eens, en dit woelen om meerder gezag in de regeering verwekte dit ongemak, dat men niet wist bij wiep de opperfte magt in Holland gezogt moest worden, de wanorde daar uit voortkomende gaf geleegentheid dat de prins voorfloeg, zijnbewind neer te willen leggen, het geene de ftaaten in zoo een verleegentheid bragt, dat ze beflooten hem geduurend® den oorlog de oppermagt op te draagen, het welke de prins niet wilde aanneemen, zoo ze niet beloofden 45000 gulde ns 's maands optebrengen tot betaaling van het krijgsvolk , en andere lasten, ■ Tusfchen Holland en Zeeland kwam ook een vaste vereenigingtotftand, waar bij zij zich onderwierpen onder de gehoorzaamheid des prinfen van Orange, en zich onderling verbonden tot bijftand en befeherming. §, CCCXLVL Philips ziende, hoe hij door de Gendfche bevreediging alle gezag fcheen te verliezen , zond tot landvoogd naa de Nederlanden zijn natuurlijken broeder don Jan van Oostenryk - doch zijn vleiende voorftellen vonden geen ingang. Orange wilde naa niets hooren zoolange hetvreemde krijgsvolk niet vertrokken was, en waarin hij ilndelijk moest bewilligen, fghoon hem zijn oog-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 279 merk miste, om dezelve over zee te verzenden, ten einde daar Engeland mee aan te doen, en welk plan door Orange aan de koningin bekent gemaakt, zeer tot nadeel der Spanjaarden uitliep, wijl Elizabeth toen greetig geld fchoot aan de Nederlanders, om don Jan hier werk te geeven , verzuimende ook de Hollanders en Zeeuwen niet om 'zich zelve te wapenen, en niet te treeden in het zoogenaamde eeuwig gebod, willende zelfs zich met de Roomfche ftaaten niet verbinden , uit vreeze van de vrijheid'in Godsdienst te zullen verliezen. Het bleek ook ras wat Spaanfche beloften waren-, aan het gedrag van den landvoogd §'. CCCXV; gelukkig dat de verreziende vader Willem, veele zijner oogmerken verijdelde, en daar door zijne magt meer en meer uitbreidde, zoo dat hij zelfs het vertrouwen van de algemeene ftaaten won, en bij hun in het hoogfte aanzien gefield wierd. Een blijk dat het verraad zijn eigen meester loont, hadden de Spaanfche landvoogden meer goede trouwe in hun gedrag laaten blijken, hun overwinnende wapenen zouden meer kans gehad hebben om de beroertens teftillgn, maar door verraad braaken zi; meerder af, dan ze aan den anderen kant veld wonnen.; zij geraakten daar door in het grootfte wantrouwer zelfs bij die Provinciën, welke de handhaaving dei Roomfche leer in allen deelen toegedaan waren, me gevolg dat men don Jan voor een vijand des vaderlands verklaarde. §. CCCXLVII. Ongelukkig, dat het groot aan S 4 yin. I loOFDST. OPKOMST.  vim HOOFDST. OPKOMST. ( 1 i t $ 1 V <] 2 50 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL zien van Orange veele Brabandfche grooten verveelden, jaloers zijnde om dat de prins de achting van groot en klein had verwerven, zoo wist men te bewerken dat het opperbewind der landen, door de algemeene ftaaten aan Matthias aartshertog van Oostenrijk werd opgedragen. Deeze een broeder des keizers, en bloedverwant van Philips zijnde, vcrwagtte men hier alles goeds van, maar de. beleggers van dit werk, misten daar in hun oogmerk, naamentlijkombij deezenjongen enonbedreeven vorst zoo veel'ingang te krijgen, dat hun het roer van regeering in handen gefteld wierd, doch de fchrandere Orange was hun daar in voor geweest en had zich te noodzaakelijk gemaakt, zijn gezag wies ten fpijt zijner tegenftreevers zoodaanig bij den aartshertog, dat het volk deezen vorst inde wandeling den grifier des prinfen noemde. §. CCCXLV1II. Eindelijk Amfterdam mee omgevallen zijnde aan 's ppinfen zijde, zoo gaf dit een groote fterkte aan die van Rolland , doordien deese ftad in magt om zijn uitgebreiden koophandel:en overwigt op de andere Hollandfche fteden had 'erkreegen. Doch aan den anderen kant liep iet geluk der wapenen,. den ftaatfehen ganfeh nier nee; De krijgskundige Parma toonde al bij zijn verkomst, dat de Nederlanden een gedugten vi> nd aan hem zouden hebben, zoo dat de ftaatfche :rijgsbenden onder Kasimir en Anjou, die de panjaarden in manfehap verre overtroffen , (om e oneenigheid der legerhoofden,) ni«ts uitregtten  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 2-8l als de Janden , daar ze laagen, te verwoesten, zoo dat men blijde was van die ruwe gasten ontllagen te zijn. Waar uit men ziet, dat alle ove'r- magt onnut is, zoo eendragt en goed beleid dezelve niet beftuurt. §. CCCXLIX De Hervormden in Braband, Vlaanderen, Holland en Zeeland de overhand krijgende , zoo wierd wel te Brusfel door den aartshertog een geloofsvrede ontworpen, doch niet met algemeen genoegen, want de Waalfche provinciën verbonden zich daartegen, en flooten een bijzonder verbond om den Roomfchen godsdienst, 's konings gehoorzaamheid, en de Gendfche bevrediging te handhaven. Hierdoor brak de twee- dragt weer af, het gene de. eendragt gebouwd had. Doch hoe zeer dit wel een krak gaf aan het bewind der algemeene ftaaten, diende het nogthans aan den anderen kant, om de vermaarde Unie van Utrecht des te eerder tot ftand te brengen. De aartshertog had door de geloofsvreede een weg gebaand, dien men infloeg, naamentlijk om deeze geloofsvrede algemeen in te voeren cn te bevestigen, en door welke verdraagzaamheid men betoonde, zich weinig aan 's konings ongunst te bekreunen, ais wel weetende, dat alle toegevendheid in Religie bij dien vorst ~en onvergeeflijke ketterij was. Het verreziende oog van Orangt; ftelde ook geen te groot vertrouwen op de Brusfelfche vereeniging ; de vrijheid van Godsdienst, maakte te veel verwijdering tusfchen Roomfche eri vul HOOFDST. OPKOMST.  VIIK HOOFDST. OPKOMST.. 2;82. OPKOM-ST, VERVAL EN HERSTEL Onroomfcbe, de tijden waren noch. niet verlicht genoeg, Qin hün waar , belang te kennen, hierom had de prins in 't heimelijke door zijn goede vrien-. den al lange doen werken aan dat. vermaarde verbond, zich veinzende onkundig te1 weezen van 't geene er dienaangaande omging,, om reden , dat zulks aar.gwa.an zou haaren bij den aartshertog, wiens ftedehouder hij was, en dien hij niet voor 't hoofd wilde ftooten, gelijk'hij ook aan die,van Braband, die meest roomschgezind waren, geen ongenoegen wilde geeven; en om met deeze daar over te raadplegen, wierd ondienstig geoordeeld, waarom ook niet de prins, maar zijn broeder graaf Jan van Nassau het verbond onderteekende. Een verbond dat de grondzuil is , waar op Neerlands gemeenebeil tot heden toe is ftaande gebleven. — Een Plato of Morus mogen uit hun wijsgeerig brein ontwerpen tot gemeene bestem gevormd hebben, alle hunne befpiegelingen moeten verdommen , voor de deugdzaamheid en heilzaame gevolgen , die ons lieve vaderland uit dat vermaarde verbond getrokken heeft. §. CCCL. Dat nu naa de Gendfche bevrediging tot dit tijdvak der Unie, 's lands welvaard merkelijk moet zijn toegenomen , kan niemand aan twijfelen, zoo hij maar acht geeft, wat lasten de ingezetenen meerder dan bevoorens opbragten. De koophandel, die bron van voorfpoed, had nu geen vijand aan Braband of Vlaanderen , met Engeland meest in vreede levende, bloeide de onder-  DER VEREENTCDE NEDERLANDEN. 283 linge handel. Spaanje wel raagtig te land , maar zwak ter zee, was niet in ftaat hun hierin afbreuk te doen, of de voordeelige Noordfche handel te beletten. Het oorlogs zwaard meer van de grenfen zijnde, zoo had men niet meer noo.dig de landen door het water te verwoesten tot keering van den vijand. Neen! de gelukkige landbouwer vlugtte niet meer van agter den ploeg, maar maaide het geene hij gezaaid had; zijn runderen geweid in graazige weiden , leverden hem overvloed van zuivel voor de behoefte van hem en zijne medeburgers. , Geen werkzaame hand vlood nu meer fchreiend uit zijn vaderland, maar de werkzaame ijver zat gerust te vervaardigen het geen zijn arbeidzaam vernuft hem aan de hand gaf, — en de zeeman ging nu met een blij gemoed op dobberende kielen ter visvangst op de zilte wateren. Een omkeer van zaaken , zo groot, dat er fchier de gefchiedenisfen geen voorbeeld van opgeleverd hebben. Men verliest zich zelve in de naafpeuring der opeengeftapelde gebeurtenisfen. Staatkundige plannen , waar van men alles goeds verwagtte, verzamelde krijgsmagten die een zekere overwinning beloofden, ziet , dit en noch meer verdween in rook, daar integendeel een.enkeld fterfgeval, of een in zijn beginzels kleine gebeurtenis , een ommezwaai van lotgevallen oplevert, die het ftaatkundigfte oog verblind, en den grootften wijsgeer in zijn naavorfching doet verftommen. Zo dat men moet bekennen, heeft er VIII. HOOFDST. . OPKOMST.  vin. HOOFDST. OPKOMST. 2S4. OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ooit een byzondere voorzienigheid zichtbaar medegewerkt bij eenig volk , het is blijkbaar geweest bij de opkomst van ons vaderland in de Spaanfche beroerterfs. §. CCCLI. Schoon nu twee jaaren naa de Unie van Utrecht , de bekende afzweering van koning Philips eerst gefchied is, zoo hebben de ftaaten door dit verbond getoond , dat zij daadelijk hun graaf uit alle bewind verftieten , en heeft men in dien tusfehentijd bij deeze en geene omftandïgheden zich alleen van 's vorsten naam bedient, dit deed men uit gewoonte, of laat ik liever zeggen om ftaatkundige redenen van die tijden. Zoo dat men met grond kan Hellen, dat het graaflijk bewind daadelijk opgehouden is met de Unie van Utrecht, en als toen de gemeenebest-regee#ing zijn begin genoomen heeft. §. CCCLII. Hier zou ik mijn aanmerkingen op dit Hoofdff.uk kunnen eindigen, maar een verftandig ieezer zou mij kunnen vraagen , of de ftaaten met deszelfs landzaaten , een wettig 'regt hadden om hunnen natuurlijken opperheer of graaf en zijne erven voor altoos uit de regeering des lands te kunnen verftooten, -—- en een regeeringsvorm aan te neemen naa hun welgevallen? —•■ Om dit te beantwoorden , zal het er weinig toe doen, hoe verre de magt der graaven ging, omtrent hunne landzaaten , of dezelve bepaald , of onbepaald was. Indien men de gefchiedenisfen met oor¬ deel leest, zal het blijken , dat hun fouveraini-  DER VEREENXGDE NEDERLANDEN. ^8^1 teit lepaaling had; het bezweerender privilegiën, der flaaten toefternming tot de geeischte bedens, dit alles bewijst zulks ten klaarften. Ja! van veele van 's graven regt raoet men zeggen, dat zij die door ondermijning,van 's keilers oppermagt, als leenheer, of door; giften van koningen of keizers uit hoofde van zoogenaamde diensten hebben vveeten te verkrijgen ; ja , van de graven uit de twee laatste Hamhuizen zijn overvloedige bewijzen , dat zij der landzaaten regten en privilegiën hebben verkragt. 't Is waar, niemand is in ftaat voldoende te betoogen de juiste overeenkomst of bepaaling van 's graven magt met zijne landzaaten, doch ieder des kundige weet ook, dat voor de uitvinding der drukkunst 's lands regten zo algemeen niet bekend waren, en veele van dien verboren , of om ftaatkundige redenen verdonkert zijn geraakt. Wat moeite deed Karel de V. en Philips de II. wel om 's lands privilegiën magtig te worden. Doch men kan deeze vraag beantwoorden door zelfs toeteftaan, dat de graven een onbepaalde magt over de landzaaten hadden. Ik zal mij daar toe bedienen van de gronden, die ik in mijn I. Deel bij het I. Hoofdftuk heb gelegd. §. CCCLIII. Aldaar heb ik, zo ik meen, beweezen §. XVI., dat ieder mensch een natuurkundige vrijheid heeft. Wat hij uit dien hoofde in de burgerlijke maatfchappij daar van mag overgeeven, heb ik getoond §. XVIII. en XXIII. Op §. XXIV. heb ik gefield , dat ais een vorst VIIL Hoofpst.' opkomst.  VIII. HoOFDST. OPKOMST. •2 8(5 OPKOMST, VERVAL EN HER8TEL handeld , ftrijdig tegens zijn zedelijke of ■wettelijke overeenkomsten, hij dan ophoud fouverain te weezen, en als een tyran en onderdrukker der menfchelijke vrijheid geen gehoorzaamheid verdient , maar door de onderdaanen met regt verftooten mag worden.-— Wat ik nu door zedelijke overeenkomst verftaa, heb ik in de noot op dat §. aangeweezen , dat zulks ziet op de onbepaalde magt. Ik weet wel ■, dat veele en zelfs in geleerdheid beroemde mannen , der vorsten magt uit geen menjihelijken, maar godlijken oor/prang willen aflijden , en daar toe voorbeelden uit de gewijde bladeren zoo van het Oude als Nieuwe Testament bijbrengen. Schoon dit alles naauwkeurig befchouwd genoeg te wederleggen is, zoo zal ik al weer toegeefelijk zijn, en zelfs, in' deezen toeftaan , dat de magten van een godlijken oprfprong zijn , maar dan leeren mij ook diezelve gewijde bladeren , dat zoo dra de koningen Israëls hunne zedelijke en wettelijke yerbintenisfen niet uaakwamen, — dat is, als zij van agteren den Heeren haaren God afweeken, en vreemde goden dienden , het geue God hun uitdrukkelijk verboden had, dat dan de Heere die vorsten,, en hun geflachte verftjet van den throon , en zij op Gods bevel een anderen koning verkooren. Een blijk dat het opperweezen niet gewild heeft, dat de koningen tegen hun ze.delijke of wettelijke verbintenisfen handelden, en dit doende en daarin volhardende den throon niet waardig waren. — 't Is waar, men zal hier tegen inbren*  der vereenigde nederlanden. 2,87 gen, dat zulks op goddelijk • bevel gefchiedde; — doch hierin waren de Hebreeuwen onderfcheiden van veele volken, als een volk Gods, die van het opperweezen zelfs door den-dienst van 's Heeren knegten de beveelen Gods ontvingen. Dus andere volken die openbaaring misfende, moeten daar in volgen het licht der reden, — zijnde zulks in deezen de ftemme des volks, die alle als •uit eenen mond om hun gefchonde regten zich tegen diergelijken onderdrukkers kunnen verzetten.-~ Ja, de gefchiedenisfen van alle volken leveren een meenigte van voorbeelden op van tyrannen, die. door hunne onderdaanen verftooten zijn. . Dus fchiet er dan maar over te bewijzen, dat juist Philips de II. zoodaanig een tyran was. Een tyran. befchrijf ik nu te zijn zoodaanig een vorst, die tegen de algemeene welvaart en zekerheid met opzet te werk gaat, en goddelijke en menfcheliike wetten met voeten treed, en het goed en bloed zijner onderdaanen aan zijn wraakzucht opoffert. Philip toonde door zijn gedrag de algemeene welvaart te verbannen , ontnam zijn onderzaaten de middelen van beftaan , waar door ze genoodzaakt wierden het land te verlaaten , en dat veele met agterlaating hunner goederen , die men verbeurd verklaarde , doende boven dien door het invoeren van den geweetensdwang een inbreuk op de regten van het operweezen , die van zijn redelijke fchepfelen gediend wil worden in geest en waarheid, overeenkomstig het geopenbaarde woord en Ijcht VUL EIOOFAST. OPKOMST.  viir. IIOOFDST. OPKOMST» \ 288 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL, tnz. der reden, en het welke aan geen menfchelijke magt onderworpen is. Gelijk zulks betoogd is in mijn li deel, §, XVII. Hij fchond de menfchelijke wetten van befcherming en beveiliging door de onderdaanen van zijn krijgsvolk te laaten be^ rooven van hunne wettige bezittingen, die geevende ten roove van een daartoe aangèftelde Inquifitie en bloedraad, welke onder fchijn van Godsdienst ijver, als roofvogels aanvielen op rijke en gegoede burgers, wier goederen verbeurd verklaard , ten prooije ftrekten van dit roofgierig rot, wijl zij intusfchen hun moordlust voedden, met duizenden van onfchuldige flagtoffers aan hun wraake op te offeren; en dat een volk, dat betoonde door al hunne demoedige fineekingen aan den koning, een lijdzaamheid te bezitten, daar geen voor» beeld van is te vinden, en welk niet dan naa dat alle aanzoeken te vergeefs wierden bevonden , de wapenen hebben opgenomen; zoo dat men kan zeggen , dat de gefchiedenisfen voor of naa dien tijd, zulke voorbeelden van tyrannij, vervolging eh geweetensdwangniet hebben opgeleverd, dan onder Philips regeering. Waarom ik befluit, dat Neerlans inwoonders deezen vorst als een onderdrukker der menfchelijke vrijheid wel en te regt mogten verftooten , en zoodanig een r'ègèeringsvorm aanneemen, als zij wilden verkiezen.  DRUKFEILEN. Pag. ii reg. 6 v.o. ftaat ger, lees gen. — 14 11 v.o. hebben, lees houden. 15 15 v.o. onder, lees over. — 36 • 14 ftaat jlegte, lees fligte. 52 1 v.o. de Engelfche, lees en de Engelfche. -— 59 3 ftaat keizelijke, lees keizerlijke magt. •—— 64 12 v.o. een lakenfabriek, lees de laakenfa- briek. — 6j • > 7 ftaat kruisvaart, lees kruisvaarten, 100 8 v.o. Rudolp, lees Rudolph, 101 12 ftaat affchud, lees afgefchud. —— 107 10 v.o. beloopende, lees beliepen. —— 108 ió> ftaat verdrg, lees verdrag. • 163 2 v.o. en zijn gedaane,lees in zijngedaane. 167 — 8 ftaat dwaarsbopmden, lees dwarsboomden. 221 11 ftaat gevallen hier,' lees gevallen heen. t-— 272 11 v- o. geevn, lees geeven, was in alles voordeelig voor ons. — 273 10 ftaat rekeningen, lees regeeringen. Van pag. 263 tot pag. 276 v. o. ftaat aan de kanttekeninge opkomst, lees verval. Pag. 283 reg. i ftaat Spaanje, lees Spanje. —— 283 *4 ftaat de werkzaame ijver, lees de ijverige werkman. —— 285 4 ftaat 's graven regt, lees'jgraven regten.