01 1088 094-5 UB AMSTERDAM  ONDERZOEK der. OORZAAKEN ' ■ van de O P K O M S T, het verval en herstel der VEREENIGDE NEDERLANDEN. Behelzende dit Deel de geschiedenissen deezer landen . van den jaare 1660. tot 1 7 1 3. boor CO KNEL IS ZILLESEN, iv. d e Ë~lT" TE UTRECHT, Bij G, van den BRINK, Jansz, Stadsdrukker en Boekverkoper, md cclxxxii.   INHOUD DER HOOFDSTUKKEN VAN DIT VIERDE DEEL. ZEVENTIENDE HOOFDSTUK. Van de vreede der Noordfche mogend, heden, in 1660. tot het jaar 1672. Bladz. x ACHTTIENDE HOOFDSTUK. Van den jaare 1572., tot de vreede van Nieuwmegen in den jaare 1678. NEGENTIENDE HOOFDSTUK. Van den jaare 1579. tot de vreede van Rijswijk in 1679. I4g  I N II O U LX TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Van den jaare 1697. tot dé vreede van Utrecht in 1713. Bladz. 230  OPKOMST, VERVAL en HERSTEL DER VeREENIGDE NEDERLANDEN. ZEVENTIENDE HOOFDSTUK. Van ie vreede der Noordfehe Mogendheden 3 m 1660., tot het jaar 1672. DXVII e verfchillen tusfchen de En- HoOFDST. gelfcken en Nederlandfche Oost-Indifche Maatfchap- verval, pij werden dit jaar vereffend. Naa de dood ,T ï66?r 1 .... Verande- vanKromwel, begondende zaaken grootehjks ten ringin£«-» voordeden van Koning karel-den II. te verande- gfland, IV. Deel. A  xvir. HoOFDST, VERVAL. ] 1 3 1 b k r k h v) H . fii va or. ftc en ge2 2 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ren, de prinfesfe wed. van Oranie itul genten het leger geraakten oneens. De ge er^ Mo», dre n, s*** het Ieger den lonmg hennehjlc gewonnen was, trok onder %.e„,e„t wierd «^^5^ tenen tegen zitting in iet zeI f™°° Ooopte zich zelve, en befthreef een gg poort» deelen uit toningsgezinden be«aa„de '1 Mo»K toonde zieh uiterlijk een vijand van Ki. ' en ftbreef zelfs aan de algemeene Staa :en deezer ianden, „ dat hij zijn best doen z , om de twee republieken nauwer te vereenigen » e. nieuw verkooren parlement kwam Ipoedig tót tot, dat de rtaat naa de oude wetten! dooien uumg hoogerbuis.en buis.der gemeente zon " »mg zou erkennen, die ook terflond b t „pen ,ar daar voor uitgeroepe„ werdt, met Ust aafl ie Ve l" : °ningïa" ^""'"^ rf* haaien «telendevoorzag men wel, dat deeze verhef ?*" deh00«'i rapten te helftellen-hier. nd t°ndeeare° °0t VreUgdC"' « on^n e\aaid,Sde» ce naar den koning onden, om dien vorst met deeze verheffing ge  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 3 luk te wenfchen. De koning in den Haag komende, wierdt door de ftaaten van Holland ontvangen en onthaald, en bij zijn antwoord op de aanfpraak van de Wit, toonde die vorst zich niet ongenegen, om een nauw verbond te fluitenmet de vereenigde Nederlanden en beval den prins van Oranje zeer ernftig in degunft van den ftaat. De Wit antwoorde hier op uit naam der ftaaten „ dat men niec ,, naalatenzou, hier in te voldoen aan de verwag- ting van zijne majefteit; zo uit eerbiedenis voor „ zijn perfoon, als uit erkentenis van de gene- gentheid der prinieffe, en als een uitwerkzel van ,, de herinnering'der verdienften van s'prinjenvoor- ouderen." De koning vertrok daar op naa Engeland, en trad inde regeering, zonder aan eenige voorwaarden verbonden te worden. §. DCLXXX. Men was hier niet zonder reden bedirgt om het bevoorens voorgevallene voor een oorlog met Engeland, want zommigen verbitterden het gemeen aldaar tegen de vereenigde gewesten, zogten vrede met Spanje, en oorlog met Frankryk; waarom die ftaat een gezandfchap zond naar Spanje en Frankryk; gaarne hadden de ftaaten een drievoudig verbond met Frankryk en Engeland geflooten,maar de gezanten vonden die vorsten daar niet toegenegen, en men bemerkte ook, dat onaangezien den afftand der infante van de Nederlanden , Lodewyk de XlVde des niet tegenftaande een oogop de Spaanfche Nederlanden hadt, en welke buurfchap tot ftand komende, zorglijk voor de vereenig™ A 2 XVII- HoOFDST. VERVAL. De koning beveel: de prins in de gunst van den ftaat. Vrees voor oorlog mee Engeland.  xvw. HoOFDST, Verval. Verdrag tusfchen den fraat en Portugal. J s 3 3 3'. 3} 3! 33 3> 33 33 33 33 »j 33 33 4 °PK0MST> ****** EN HERSTEL de gewesten wierdt, hïétó™ ^aten, zich tot weert^v ' " -en met ^ te Sde ^ te naau* en de Sj^c^^^ * ™, veel aanbelang was T °phand,el voor ons van te verfchiUen me" werden deeze Janl„ , r ? °vermaaze landen, verdeeld dat * en den ftaac %S van kc *e handen va„ btT ^ ia ***toqp dat werelddeel Z f S Me k°°^ ^ en Pmugal, T:X?nZlfCtT *» -a geld of waarin , betaalen zoude , -eLd, ml , ^ gew0M^n prijzen geuit 'S icond tnlf ^ Mn °ntbreken «it *«". In tuf ^ ^ "* worden. Over .W v«eflènd gereekend »aare„ b;D-IveD;.ha"dd °P »■*, lt»a«: De vi InHl'il h j32 E° ',°"t' z™ "ijler, naa de , . " 2°"*n <»« ™n ' * tK!ceD"'S ™ * Verdrag optel  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN.' $ den in Europa; en in andere gewesten, twee „ maanden naa de afkondiging. De ingezeetenen „ der vereenigde gewesten zouden allerlei goede„ ren, zelfs krijgsbehoeften, mogen voeren, van ,, waar en werwaards zij wilden, mids zij geene krijgsbehoeften haalden uit Portugal, omze den „ vijanden van Portugal te leveren. Ook zouden „ de Nederlanders in Portugal hunnen godsdienst „ vrijelijk, in hunne huizen en fchepen, mogen „ oefenen." §. DCLXXXII. Intusfchen handelden onze gezanten aan het Franfche hof, om de oude verbonden tusfchen dat Rijk en den ftaat te vernieuwen; zij zogten ook het vatgeld af te krijgen, en toonden, hoe de ftaat van gelijke de Franfche waaren zou kunnen belasten, en indien de Rhijnfche vorsten hunne tollen verminderden, men de voorkeur, aan de Rhijnfche boven de Franfche wijnen konde geven, daar tot deeze laatfte handel jaarlijks wel 8 miljoenen en meer befteed werden. Drie punten van bezwaar hielden het fluiten van een verbond lang teegen. Het eerste behelsde, dat Frankrijk zwaarigheid maakte, om de ftaaten te handhaaven in het regt om bezetting te houden, in de fteden Rhijnberg en Ravejlein, als ftrijdig tegens de verbonden van Frankrijk met eenige Duitfche vorsten; doch gelijk namaals bleek, had Frankrijk zelfs het oog op die fteden. Het tweede punt het vatgeld betreffende, wilde de koning niet afichafien , om het nadeel dat 's Lands inkomsten A3 , 'XVII. HOOFDST. VERVAL. De gezanten van den ftaat zoeken de oude verbonden met Frankrijk te vernieuwen.  XV Ü. IIOOFDS] Verval,. Over de visfcherij. t 1 I 1 t d d 1662. 'c Verdrag ^ met/,-^- IL r#*. zi j) OPKOMST, TÏTOTO a, HERSTEL Si*?Ïffl »Tdhaavi„gto vrije 3 j -1 ^t^gen, dat hun ffehipH m-. v„„ • 1 te kusten uitirrekcf -^°PDte;iCh t0t oonden ook verder bir te> gezanten 'cM Hn, ^ 7 J et VOrderen van het vat -ezudex ^nden, goederen en geregtigheden,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 7 „ welken zij wederzijds bczaaten, of bij verdrag „ verkreegenhadden, en zouden verkrijgen; doch ,, alleen binnen Europa, daar onder ook zouden be- greepen zijn de plaatzen, in welkende algemee„ ne ftaaten bezetting hielden. Ook zou de ver„ pligting, om elkanders geregtigheden te verde„ digen , zich uitftrekken tot den koophandel, fcheepvaart en, visfeherij. In geval, een dei bondgenooten opentlijk beoorloogd werd, zou de andere den aanvaller, vier maanden daar naa, j, den oorlog moeten verklaaren: waar naa men, niet „ dan met gemeen goedvinden, vrede zou mogen „ maaken. Zoo de bondgenooten, onverhoopt zaa„ men in oorlog mogten raaken, zouden de we,, derzijdfeheonderzaaten zes maanden tijd hebben om met hunne goederen te vertrekken. Men „ zou niet gedoogen, dat de wederzijdfche onder„ zaaten, van eenige vreemde mogentheid, ver- lof verwierven, om op eikanderen te kaapen „ De koophandel zou wederzijds vrijftaan. Al leenlijk, zou het den ingezetenen der vereenig „ de gewesten, niet toegelaaten zijn, traan ir „ Frankrijk te brengen , zoo lang het o&r.oi de: „ traan maatfehappij duurde. In contrelande goe j, deren, beftaande alleen in krijgs-, niet in mond „ behoeften, zou de handel verbooden zijn: Doel men zou ook geene mondbehoeften mogen voe ,, ren naa plaatzen , door een der bondgenootei „ belegerd of berend. Goederen van een der bond s, geaooten, gelaaden in fchepen van vijanden de: A 4 XVII. rloOFDST. VERVAL. I t  XVII. HooFDSl VERVAL. 1 i ■1 3 In Frank- >■ rijk komt y een lijst uit waar naa de g regten be- „ taald worden. " * opkomst j verval en HErstêL • * !fT b°Ödgen00ts' Z0^en verbeurd; doch " Zr 6" g°eds infchePen —en der bondge- " De bn T ZUDJ g6ene -«zijnde. » De bondgenooten verklaarden, geene verdraa " 2 °nd' Wdk VM den ^ der teeke- » rung af, 25 Jaaren duuren zm,, " Ir™"' - d-^ koning den ftaaten,Te " °° r IZ00°> CD de^aten den koning met fnld' 3" We]k laatste geval, IOOO knegten op " 1°°°° hvres ter ,0°Pende maand zouden geree« *£d worden. Datde koning niet gehouden zou ?G ?aa£en te handhaven in 't bezit van " *^rk of Ravejiein, zoo deeze plaatzen, door S> den keurvorst van ^ £n > » „ ^^7' -et hunne eigen magt alleen mog" 5e? WOrden aangetast. Dat de 50 ftuivers van " 1Cder VM va° ^ ingezeetenen der veegde , gewesten maar eens zouden gevorderd wor! " dCn' Df °P tornen, maar op 't uitgaan uit ' w"fy ' " f fdiepen^ die — karnen ' laaden l met »J ft^vers zouden volftaan kun- : de^/^, ln hun gebiedj B.et zQ ■gen bezww — Koni ^ m° gemende, was hier zeer misnoegd over ! =nde: „ dat hem niets dieper ter herteging, dan hanghoogergeagt had dan faen^'la Franl  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 9 rijk kwam een nieuwe lijst uit tot betaaling der regten op de koopwaaren voor de Nederlanders, maar die in 1667. alten nadeelen veranderd werd. §. DCLXXXIII. Op de aanzoeken van Karel de II. en de koninglijkeprinfes van Orange, kwamen de provinciën van Zeeland, Gelderland, en Friesland, zoo verre over een, om den prins op zijn 18. jaar in het bewind van regeering te ftellen, en op de verzoeken tot bezorging over 's prinien opvoeding, drukten de ftaaten van Holland zich zelfs in deezer voegen uit: „ op dat hij bekwaam mogt „ worden tot bedieninge der hooge ampten, bij „ zijne voorzaaten bekleed". De acte van uitfluiting , werd ook dood en te niet verklaard. Midierwijloverleed de koninglijke prinfesfe, moeder van den prins, in Engeland, beveelende op haar ziekbed, inzonderheid den jongen prins aan den koning en de koninginne , om voor zijn belangens te zorgen, het geene de koning ook aannam, en met den keurvorst van Brandenburg, en met deprinfesie weduwe de befcherming van den jongen vorst op zich naamen. Doch de gemagtigden van Holland, over's prinfen opvoeding, zich meester gemaakt hebbende van een kist met geheime papieren, welke zij ter bewaaring in de charterkamer geplaatst hadden, zoo was de koning daar zeer misnoegd over, zeggende: ,, dat de ftaaten van Hol s, land, opgezet door de heeren van Noordwijk en dc Wit, hem en den keurvorst zogten uit te flui„ ten v3n de voogdije; dat men 't werk der opA5 xvir. HOOFDST. VERVAL. Beflirit om den prins op zijn 18. jaar in de regeering te neemeu. De aifte van uitfluiting werd dood en te niete verklaard. Redenen van misnoegen des konings.  ■XVII. Hoofdst. VERVAL. j 3 \ I t d lt P d Verbond met Engeland, w fl( 33 33 33 33 33 <. . 1 S'*' 33 33 ?> met Rnsrp. 2 0 opkomst, verval en herstel » voedinge flegts aangevat had, om den prins van „ Orange te bederven; dat men noch niets goeds „ voor hem gedaan, en hem, onlangs, zelfs be„ Iet had, een verheemelte te plaatzen in zijne ka„ mer." De kanfelier voegde hierbij: „ dat de " WlT den koni"g J'n den Hage, andere verzeke, nnge gedaan had, op welke verzeekeringe zijne i majefteit het gebeurde wel had willen over 't , hoofd zien." De koning was en bleef in -et begnp, offchoon de Wit zich verantwoordde, . dat hij den prins een kwaad harte toedroeg Men ook, dat de keurvorst den koning zou aang«W hebben óm onze visfcherij te belemmeren -n einde daar door des te eerder de Verheffing van en prins te bewerken. De ftaaten van Hol- md ZIende dat zij weinig in de opvoeding van den nns te zeggen hadden, onttrokken zich daarom -zelve. h DCLXXXIV. Met Engeland wierd naa langUiige onderhandelinge, eindelijk een verbond geiten, behelzende onder anderen „ eene belofte om elkanders wederfpannelingen geene bijftand of fchuilplaats te zullen verleenen. „ Over in breuken op dit verbond, begaan aan deeze zijde de Kaap de goede hoop, zou, binnen 'tjaar, en verder binnen 18 maanden naa dat het verzogt was, regt gedaan worden. Oorlog- en andere fchepen der ftaaten, eenig Engelsch fchip vanoorloge, ip de Erittanifche Zeeën, ontmoetende, zouden de vlag van den top van de mast  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. H „ moeten ftrijken, en het marszeil laaten vallen; gelijk voor deezen gebruikelijk geweest was. " De ftaaten zouden den koning in 't bezit doen l ftellen van het eiland Pouleron. De overige „ openftaande gefchillen, tusfchen de Oostmdi„ fche maatfchappijen , zedert den aanvang des jaars 1659. ontftaan, zouden door gemagtigden „ de twist wegens twee fchepen Bonne Avontuurt Z en Bomie Efperance in den jaare 1660. door dei „ kapitein Enno Doedeszoon Star genoomen " voor den gewoonlijken regter, afgedaan wor den. 't Verbond zou beëedigt moeten worden van der ftaaten zijde, door de kapiteincn, gene „ raai en ftadhouders in der tijd." In een afzor derlijk punt werd bedongen: ,, dat de ftaate ,' eenigen huisraad , juweelen of kostelijkheder '„ den koning toebehoorende, ontdekkende binne ■ • hun gebied, dezelven terftondzoudendoen ove keveren. Ook zouden zij allen die zich fchu " dig gemaakt hadden aan den verfoeilijken mot Z van koning Karel den I., en zich in hun gebl „ onthielden, zoo draazij er kennis van kreegei doen vatten en naar Engeland voeren." I verbond behelsde verder weinig bijzonders, en \ bleek ook bij de uitkomstdat de£«ge//c/.enietvo< neemens waren er zich aan te houden, te meer v Bolland de verheffing van den prins maar op de 1; ge baan zogt te fchuiven. Met Zweet en Denemarken waren mee eenige kleine verfc! leniusfehen hen en ons ontftaan, maar Z:ree -XVII. Hoofds'1'. VEPvVAL. 1 > n j n r- rd :d ij tit et »r- -31 n" Verbonïen den met •1 Zweeden cu Deneden marken.  XVII. Hoofdst, Verval. Met Tmn en Algiers Kerkelijke «efchillen. I h 1663. v d De flaaten Schadeloos gefield, Vi wegens de h«nne ad- a. vizen. Jee ge Twisten in len Groningen, ooj ■ ün ziei « opkomst, „wa_ m he8sret ■ ook* vreefe getroffen W e" ^•«werd of mee, onïrusf lÜt'TT voedden of l,ed " 7~ SHatk«>"'ige inzichten heden ™?d!, rgCn<'C2elve "» «* omfadig- op de o e r lt m den anderen tot leerden l t Coc"m"'" «en van SS- tot ' 2°° iKaam™ *> len fchaade,oos «X^/^J?»»* «overrngtedoe;^S:dt -erreh ef;z:^rrt,iree2mer >^iW„erde„. Over „et ™~  DER TEREENIGDE NEDERLANDEN. ï% gen van gefchenken om in de regeeving te komen, en het bekuipen van ampten klaagde men in Friesland fterk, met gevolg dat het hof er kennis van nam, en zorg droeg dat de wetten tegen die misbruiken beter uitgevoerd werden. De amptenaar; moesten ook den eed van zuivering doen, en ei werd honderd goude rijders pramie gefteld, vooi die een overtreeder daar in wist aan te wijzen. §. DCLXXXVII. Tusfchen den ftaat en den bis fchop van Munster rees een verfchil, wa«r ui vervolgens een oorlog ontftond: die bisfchop hac verfchil met de ftad Munster over zeekere reg ten, en daar de ftaaten zich in ftaaken om die zaal te bemiddelen, waar toe de bisfchop oordeelde, da zij niet bevoegt waren, alzoo zulks een huishou delijke zaak tusfchen hem en de ftad was, waar om hij ook de bemiddeling van de ftaaten verworp en zich voor een tijd met de ftad verdroeg. — Vervolgens die twist weeder leevendig geworden en de ftad door den bisfchop beleegerd zijnde, zog andermaal hulp bij den ftaat, die hun met geld on derfteunden, het geene de bisfchop zeer euvel o nam, zij weigerden met hem" teverdraagen, zeggen de, liever alles wat de bisfchop vorderde aan de ftai ten te willen afftaan. Ja de ftaaten liever de gehee hand , dan den bisfchop eenen vinger te willen get yen^ De bisfchop, zoo wel als andere rijks vorsten met Frankrijk in verbond getreeden zijl de, zoo vreesde Holland bijzonder om den bi: fchop den oorlog aan te doen; het geene ook tc XVII. HOOFDST. VERVAL. In Friesland. ■ Onlusten . vnetMuns' ter. I * t 3 'e iit  XVII. Hqofdst. verval. I664. Toeleg van Frankrijk op de Spaanfche ' Nederlan- 1 den. 1 1 \ i t < Gedrag I van den n Spaanfche gezant. d g d ir te 14 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL gevolg hadt, dat Munjler zich moest onderwerpen, behoudende zo veel van haare privilegiën, als de biüchop haar uit genade wilden toeftaan - 1 Zijn woelzieken geest hier niet mede te vrede,zoet maar naa gelegentheid öm de ftaaten verdriet aan te doen Hij maakte eisch op de Heerlijkheid Borkelo die h,j voorgaf, van zijne voorzaaten door de ftaatfche troepen onregtvaardig te zijn afgenomen, en maakte zich ook meester van de Ecler. fchanfe, uit hoofde van een fchuld die hij te vor ceren hadt van den vorst van Oostfriesland, doch de ftaaten hem niet voor zo een nabuur willende nebben, naamen hem de fchans weer af. §• DCLXXXVIII. Phiups de IV., koning var Spanje, zeer hoog bejaard en zijn zoon Kakel de vettige opvolger, een zwak lichaamsgeftel hebbende, zoo had Lodewyk de XIV. het oog geves:igt op de Spaanfche Nederlanden; fchoon wel be vust zijnde, dat de vereenigde gewesten dit niet [aarnezouden zien, zoo min als om Frankrijk te be'est.gen m de door Frankrijk van Engeland gekose ftad Duinkerken. De ftaat voorzag alle die naleelen te wel, indien zij eens onverhoopt met dat ^Jk in oorlog kwaamen. De Spaanfche gezand w Frankrijk* oogmerk kundig, voede dien agterogt b.j ons, en reisde zelfs naa Dordrecht, en zijn sheimfchnjver naa andere fteden in Holland, om 2 vroedfehappen over te haaien tot het inwilligen een verdeedigend verbond, tusfchen zijn meest en onzen ftaat. — Doch hier op naamen de  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. t$ ftaaten van Holland een befluit, dat geen uitheemfche gezanten, voortaan over zaaken van ftaat ii de vroedlchappen der fteden zouden gehoort mogei worden. Het laatst met Frankrijk geflooten ver bond, door Lodewyk den XIV. noch niet bekrag tigd zijnde, zoo wilde die vorst dat de ftaat hen zoude beiooven in zijn verkreegen regt op Duin kerken te zullen handhaaven, het geene de ftaatei hoe ongaarne evenwel doen moesten, en de ko ning vorderde hier noch bij de onbillijke eisfen on Rhijnberg te ontmantelen, en beneevens Leuth ei Raveflein aan de eigenaars weerom te geeven, oo onderfteunde hij den bisfchop van Munster in zij nen eisch tegen den ftaat op Borkelo, en de rid ders van Maltha om de te rug gaave hunner goe deren hier te lande. Alles ftrekkende om die mc gendheden te begunstigen met welke Frankrijk vei bonden was. Doch welke onbillijke eisfen d ftaat niet konde inwilligen. —— Intusfchen om de te gemakkelijker zijn oogmerk te bereiken, ftook te Lodewijk de XIV. Karel den II. tegen dn ftaat op: om de gevolgen van dien nu voor te kc men, zogt de Wrrr in 't heimelijke met Frank rijk zich te verbinden, ten einde tegen Engelan beveiligd te weezen; en om in den grond Frdni rijks oogmerk te ontdekken, ontwierp de Wir een zeeker zoort van verdeeling der Spaanfche Ne derlanden, tusfchen dat Rijk en ons, hier mee he Franfche doelwit ontdekt hebbende , maakte h zwaarigheden in de voorflagen van Frankrijk , e XVH; HoorosiY VERVAL." ' ■ Onbillijke i eisfchen van Frank' 1 rijk. - Geheime i inzichtea van de - WiTT. j 11  xvir. hoofdsi vhiv.u. Engelant begint c vijandlijk heden. Neemen onze fche pen in be* llag, en vallen op onze Smir naafche vloot. Handeling wxFrank? rijk over tien onderftand en antwoord daarop. 16 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL trad daar op in onderhandeling met Spanje, over ' een verbond tot behoudenis en befcherming der wederzijdfche Nederlanden. Doch over welke verfchalking de koning zeer gramftoorig was. Hij werkte ook inmiddels door zijn gezant, om de onderhandelingen met Spanje fleepende te houden, en ftookte intusfchen het vuur met Engeland en den Staat in brand. ; §. DCLXXXIX. Engeland begon eerst de vijeandlijkheden, nam ons in Africa een fterkte op het eiland Goereede , als Takorari en kabo Kors, en in nieuw Nederland de eilanden Tabago en St. Eujlatius af, met eenige fchepen op Del Mina en elders, doch de Jaatfte eilanden werden hun weer door de Franfchen ontweldigt, en door de geheime en fpoedige orde aan de Ruiter gezonden , herwon hij de fterkten op Kabo Verde. In Engeland deeze togt van de Ruiter Isekent rakende, zo naamen zij alle onze fchepen in dat Rijk -in beflag, en bragten wel 130fchepen met wijnen en brandewijnen van Bourdeaux komende, in hunne havens op, vielen vervolgens op onze Smirnaafche Vloot aan, die zich zo dapper weerde, dat zij er maar 2 fchepen van konden verkrijgen. §. DCXC. De ftaaten zonden hierop van Beuningen naar Frankrijk, om van den koning hulp te verzoeken, volgens hun gemaakt verbond tegen Engeland. De Franfche ftaatsdienaars gaven tot antwoord „ dat de koning, zo hij nu den ftaaten bij» ftond, veelligt morgen, als hij zijnen eisch op m de  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 1? de Spaanfche Nederlanden zou doen gelden, hun ,,.ten vijand hebben zou.". Hierom was de koning zelfs in bekommering, want met de naakoming van zijn verbond met de ftaaten hun verfterkende, vreesde hij,dat zulks hem nadeel zou doen in zijn oogmerken op de Spaanfche Nederlanden. Karel de II. bragt Lodewyk den XIV. door zijn aanzoeken tot verbreeking van het verbond met de ftaaten, en om zich met hem te verbinden, zonder ietwes van de Spaanfche Nederlanden te vorderen, in groote verzoeking, te meer wijl er een bedreiging bij was, om zich anders met Spanje te verdragen. D'Es.trades ■, Frankrijks ambasfadéur bij den ftaat, raade- zijn koning zelf aan tot de verbintenisfe met Engeland, omdat deeze meest van de Spaanfche Nederlanden vorderde; alleenlijk vond hij er deeze zwaarigheid in, ,, dat het verlaaten der ftaaten, ,, en het fluiten van een verbond met de Engel„ fche, zou te wege brengen, dat de Witt en des- zelfs aanhang, (dus fchreef hij ) overweldigd en j, bedorven zouden worden, door den aanhang.des konings van Engeland, die, zoveel gezag ver„ kreegen hebbende in den ftaat, zijnen neef, den „ prins van Orange, in deszelfs waardigheden her- ftellen zou; voort meester blijven in deeze ge,, westen,in zo verre, dat zijnmajefteit van Frank„ rijk, aldaar geen meer aanzien hebben zou, dan ,, de koning van Engeland hem zou willen gun„ nen." —Welk laatste van zo veel gewigt bij den koning heeft gebleken te zijn, dat hij zich niet wil- IV. Deel, B . XVII. H OOKDS VERVAL  XVII. HoOFDST. VERVAL. De ftaat zoekt huif bij Zweeden eu Denemarken. ic.Ö5. Uitrusting tegen Engeland. } < J ' ] < i 18 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL de' laaten bewegen om met.Engeland, een verbond te fluiten, fchoon hij van Beüningen van gelijke met goede woorden ophield. . §. DCXCI. Intusfchen zogten ook onze gezanten hulp bij Zweeden tegen Engeland , maar deeze vorst kwam met zo veel eisfchen op tegen den ftaat,dat hier niets van viel. Denemarken hadt ook veel'e kiagten tegen de Westindifche Maatfchappij, welke fterktens van hen had afgenomen, per fiot de Noordfihe mogendheden agten zich niet verpligt ons bij te ftaan. Keizer Leopold verzogt van den ftaat. hulp tegen den Turk, die hem geweigert werdt. Holland leedt ten deezen tijden ook veel verlies in zijn koophandel, doordien de buitenlandfche natiën, om de befmettelijke ziekten alhier, onze fchepen in hunne havens niet wilden ontvangen, voor en al eer zij 14 dagen buiten de havens gelegen hadden, zonder blijken van befmetting te leven. §. DCXCII. De ftaaten,naa dat alle minlijk vergelijk aan het Engelfche hof verworpen was, en zij onze fchepen overal weg naamen, ruste daar>p een vloot uit, ondar den luitenant admiraal van Wassenaar, en om meer volks tot de vloot te betomen, verbood de ftaat alle vaart, gelijk ook le groote en kleine visfcherij en walvischvangst, telde belooningen op hetneemen van fchepen, en orgde voor de verminkt gewordene in den oorog, door hun onderhoud voor hun leven te bezor;en. ———■ De ftaat verbood ook den invoer van  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. IQ Engelfche waaren, en ftelde orde omtrent den handel op de Engelfche havens door bondgenooten en orlzijdigen. § DCXCIII. Naa dat koning Karel de II. de noodige onderftanden van zijn parlement verkregen hadt, gaf hij een oorlogs verklaaring uit tegen onzen ftaat, waar in hij ons befchuldigde van gedaane belediginge door onze Oost- en Westindifche maatfchappijen, gelijk ook van gepleegde vijandlijkheden door de Ruiter in Afrika, en verneemende onze toerustingen ten oorloge, en verleening van brieven van fchaverhaaling, tegen 'skonings onderdaanen, zo verklaarde hij voor al de wereld, dat de ftaaten de aanvallers waren, en daarom wettig beoorlogd mogten worden. §. DCXCIV. In den eersten zeeftrijd was onze vloot ongelukkig, door het fneuvelen van den Heer Wassenaar, wiens fchip in de lucht vloog; hier door geraakte de vloot in wanorde, eenige fchepen kwaamen in 's vijands handen, en de overige in onze havens te rug. -—. Verfcheide zeë kapiteins werden om lafhartigheid met de dood en andere met de degens door benls handen voor hunne voeten te breeken, geftraft. — Doch de Ruiters togt op de kust van Guine.a verzagte deezen flag eenigzints, door de behaalde voordeden aldaar, en zijn behouden terug komst op de Wéster Eems. §. DCXCV. Ten deezen tijde ontftonden er veeIe beroertens in het land, om den prins in de waar-: B 2 1 XVII. HoOFDST. VERVAL. Oorlogs verklaring van Engeland. Eerste zeedag ongelukkig. Beroertens den irins te ïerlrellen.  XVII. hoofdst. verval. Vloot door de Witt in zee gebragt. < J S 2 2 f 2 U f Onze Smir- n riafche en , OostindiIche lehe-'0 pen redden Zich in O] Bergen in jr Noorwegen. d< ZO OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL digheden zijner voorouderen te herftellen, die de Witt naauwlijks door zijn goed beieid Icon ftillen LoDEwijK de XIV. was zelfs bekommert voor verandering in de regeering. De Witt om zijn wankelend gezag te herftellen, verkoos als afgevaardigde, met noch twee andere heeren op de vloot te gaan, ten einde met een roemrijke overwinning zijn gezag te herftellen. Inmiddels raadpleegde men, wie, Tromp, of de Ruiter, tot luitenant admiraal zou verkooren worden. Doch eindelijk viel de keus op den laatften. De vloot de gelegcnthcid ontbreekende om uit Texel te zeilen, wijl men tot hier toe gemeend hadt, dat zulks maar op tien (rreeken van het kompas konde gefchieden, zo mderzogt de Witt dit zelfs, in perfoon," en betond dat er wel acht en twintig onderfcheide ftree:en aanleiding toe gaven, brengende de vloot uit '3 oorlogfchepen en fregatten beftaande, met een uiden en zuidwesten wind gelukkig in zee. )e ftaaten dit verneemende lieten een bededag uitdrijven , waarin de prinsgezinde predicanten, ich zeer tot minachting- der Regeering" op ftoel itlieten,doch daar de ftaaten, ter beteugeling dier redicanten, voor het.vervolg fcherpe orde op elden. §. DCXCVI. De Engelfche vloot, pasfende op ize Smimafche en Oostindifche fchepen, kon door ïze groote vloot niet onderfchept worden, wijl tuffchen onze bovengenoemde fchepen behou:n te Bergen in Noorwegen binnen liepen, wijl ze  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN, 11 om den vijand te ontgaan, agter Hitland om gezeild waren; hier liepen ze groot gevaar om genomen te worden, wijl de Engelfche gezant in Denemarken, aan Fredrik den III. hadt voorgeflaagen, om dien buit met Engeland te-deelen, daar die vorst naa begon te luisteren; maar zijn bevelhebber hier de weet niet van hebbende, zo befchermde hij deeze fchepen tegen de Engelfche vloot , die hun in Noorwegen aanviel,alwaar ze toen met verlies afgefiagen werd, en kort daar naa door de Ruiter wierden afgehaald. Doch door ftorm de vloot verftrooit geraakende, vielen er' eenige fchepen in 'svijands handen, en kwam het res-. teerende der vloot behouden binnen. §. DCXCVII. De voorflagen tot vrede door den koning van Frankrijk gedaan, werden bij Engeland en de ftaaten verworpen, wijl van Beuningen inmiddels in Frankrijk aanhield om onderftand, het zij in fchepen of geld. Frankrijk dies tijds maar 32 oorlogfchepen hebbende, van tusfchen de 30 en' 40 Hukken kanon, zo wist hij wel dat van die kant ■weinig onderftand te wagten was, waarom hij'om geld aanhield, doch't bleek genoeg, dat de koning gaarne zag, dat Engeland en de vereenigde gewesten eikanderen afmatten, zoekende maar alleen dat Engeland, door de wapenen, of bij wegen van handeling niet te veel voets kreeg in de .Nederlanden. Liever wilde Engeland de bemiddeling aan Spanje overlaaten, als wel weetende, dat die op de verheffing van hethuis van Orange B3 XVII. hoofdst. herval. : ' Onze taat zoekt mlp bij frankrijk.  XVII. HoOFDST. verval. Oorlog met den • Bisfchop van Munster. Dood van Philips de IV. met zijn gevolgen. 22 opkomst, verval, en herstel zoude ftaan, het gene Karel zogt, doch het gene, hoe zeer er zelfs eenige gewesten opftonden, bij Holland niet te verkrijgen was, zelfs wil men dat ae Witt heimelijke aanflagen voor hadt, om in Engeland een opftand te verwekken. - - Onze krijgsgevangene wierden in dat Rijk ook flegt behandeld, en geweigert uit te. wisfelen om dat de Engelfche wisten dat wij volks gebrek hadden §• DCXCVILT. De bisfchop v^n Munster, die noch een oude wrok op den ftaat had, en nu door woning Karel den II. met geld onderfteund werd, deed ons den oorlog aan, en bemagtigde verfcheide plaatzen, hebbende zelfs het oog op Groningen, het geene hem nogthans mislukte. . Intusfchen begon het geroep om de verheffing van den prins dagelijks toe te neemen. De Witt wierdgefcholden, en zijn gedrag voor de oorzaakgehouden van deeze twee oorlogen. Frankrijk ongaarne die verheffing ziende, zond daarom daadeW hulptroepen, tegen den bisfchop, waar door Lochem herwonnen, en de zaaken weder een andere gedaante verkreegen. §. DCXCIX. Inmiddels overleed Philip de IV koning van Spanje, die opgevolgd werd door zijn minderjaarigen zoon Karel den II. Volgens's koaings uiterfte wil, wierd de regeering verbleeven lan de koninginne,en aan eenen raad van 6 Spaanfche grooten, en om den afftand der Infante koningmne van Frankrijk, zou de koning zonder kinderen ftervende, door de keizerinne Margarej-t 0p-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 23 gevolgd worden. Dit fterfgeval veroorzaakte aan het hof van Frankrijk een groote beweeging, willende zommige dat er daadelijk bezit genoomen zou worden van de Spaanfche Nederlanden, en waar toe men verfchillende ontwerpen maakte, om dit oogmerk te bereiken. De Munslerfche oorlog deed de ftaaten een verdeedigent verbond met den keurvorst van Brandenburg fluiten, maar met Zweeden mislukte zulks ; doch met Denemarken werden er zeven bijzondere verdraagen te gelijk geflooten. Het eerste een verdeedigend verbond, om een vloot in Zee te brengen, het tweede een te nietdoening der oude verfchillen. Het derde, een bepaaling der tollen. Het vierde, een bemiddeling van de eisfchen tegen onze Westindifche maatfchappij. Het vijfde, een bepaaling der grootte van acht oorlogfchepen, die den ftaat moest leeveren. Bij het zesde, de vereffening van eenige gefchilien tusfchen fchippers en kooplieden, en het zevende, om neevens de ftaaten tegen Engeland in oorlog te treeden, en waar toe men van gelijken den koning van Frankrijk zou tragten .te bewegen. §. DCC. De onderhandeling in Holland, om den prins van Orange tot kapitein-generaal, of tot generaal over de ruiterij te verheffen, wilde ook niet gelukken, en viel de verkiezing wederom voor een jaar op prins Joan Mapritz; doch de ftaaten van Holland naamen ten deezen tijde, den prins aan voor een kind van ftaat, maar de heeren B 4 XVII. loOFDST. fERVAL. 1666. De prins zijn verheffingmislukt, maar werd tot' een kind van ftaat aangenomen.  XVII. HOOFDST, VERVAL. Verdrag met de keurvorst van Munster. i 3 3 3 3 3 3 3 3 3: 33 ter. i*u*«ii . n , , ~° ° ' 1JCL H OPKOMST, VERVAL EN Ï3ERSTEL tot de opvoeding gefchikt, veranderden debediendens van den prins , en ontfloegen alle de Engelschgezinden uit 's prinfen dienst, het geene de jonge prins gansch niet aangenaam was. • §. DCCI. De ftroperijen der Munsterfche troepen bragten onze aangrenzende landen groote fchadens toe, doch de keurvorst het aan geld beginnende te mangelen, om zijn krijgsvolk te betalen, zoo werd te Kleeve het volgende verdrag geflooten: „ De bisfchop beloofde den ftaaten te ,3 zullen te rug geeven, alle plaatzen, door hem " in deezen oor]°g bemagtigd', met naame het „ kasteel van Borkelo. De ftaaten zouden, naa „ den 27. van Grasmaand geen vijandlijkheden „ pleegen tegen den bisfchop. En deeze beloof» de^afftand te zullen doen van alle verbonden, , ftrijdig met de tegenwoordige vreede. Ook zou , hij nimmer eenig verbond fluiten tegen de ftaa, ten; die gelijke beloften deeden, metopzigtop , den bisfchop. De wederzijdfche bondgenooten , werden in 't verdrag begreepen. De bisfchop , deed afftand van het regt van opperde magt , over Borkelo, zonder egter het regt van het , Duitfche Rijk te willen verkorten. Omtrent , het regt van regtftreekfche of voordeelige heer, lijkheid, bleeven de zaaken als voor den oorlog. , De keizer, de koning van Frankrijk, de keur, vorsten van Ments, Keulen en Brandenburg, de , bisfchop van Paderborn, de paltsgraaf van Nieuwburg en de hertogen van Brunswijk Lunenburg,  DER VEREENÏGDE NEDERLANDEN. 2$ „ zouden verzogt worden, om de onderhouding van dit verdrag te willen handhaven. §. DCCII. Lodewijk de XIV., verklaarde eindelijk aan Karel den II. den oorlog, doch minder met oogmerk om Engeland te befchadigen, dan wel om de partij van de Witt te verfterken. Inmiddels liep de vloot, fterk 85 fchepen, behalven de jagten en branders in Zee, onder bevel van den luitenant-admiraal de Ruiter, zij ontmoette de Engelfche vloot fterk'78 of 80 fchepen, onder prins Robert en generaal Monk, nu hertog van Albemarle, vier dagen werd er agter den anderen hevig geftreeden, en de Engelfche genoodzaakt te wijken, met een verlies van 23 fchepen, waar van er zes opgebragt werden, met 3000 gevangen Engelfchen , daar onder den admiraal Askue. Hel verlies der onzen beftond in 4 fchepen, 800 dooden en 1150 gekwetften, onder de dooden was de luitenant admiraal Evertsen, de vice admiraal van der Hulst , de fchout bij nagt Stakhouwer, en zes kapiteinen, en nogthans dorsten de Engelfchen, met dat al hun zelve de overwinning toefchrijven, en hielden daar over een dankdag, doch hun eige fchrijvers houden dit voor een bef potten van God, en een bedriegen van de waereld. Het leed niet lang, of de vlooten liepen weder uit, en raakten flaags, doch de Ruiter door Tromp niet behoorlijk onderfteund, week ir een zeer goede orde naa onze kusten. §. DCCIH. Ten deezen tijde werd een heei B 5 xvir. HoOFDST. verval. Frankrijk verklaart Engeland den oorlog. Vier daagfche flrijd tegen de Engelfche. buat onthooft.  XVII. HooFDsr. verval. lledênert van Karel tot vrede. Van den ftaat. 2,6 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL vanBüAT, ritmeester in dienst van deezen ftaat» en bevoorens paagie van den prins, over brief! wisfeling met de Engelfche in hegtenis gevat, en over die misdaad onthoofd, doch welk gedrag van Holland daar in gehouden, meer dient gelaakt dan geprefen te worden, wijl zijn grootfte misdaad beftond en ten doel hadt de bevordering van.den prins. Kievit en van der Horst, deelgenooten, waren het met de vlugt ontkomen. s'Lands vloot weder in zee geloopen, moest door ftorm en ziekten onder 't volk in onze havens invallen. §. DCCIV. Karel de II. begon te verlangen naa vrede, de vereenigde gewesten met Frankrijk verbonden, befpeurde hij dat zulks voornaamentlijk gefchied was, om de partij van de Witt te ftij, ven, waar door de kans dus minder wierdt om den prins te verheffen tot de waardigheden zijner voorouderen, het gemor van zijn volk over een oorlog, die kostbaar, en zonder reden was begonnen, gepaart met de pest in zijn Rijk, en den brand die een groot gedeelte van Londen had vernield, dit, en noch meer redenen bij een geno, men, deed Karel handelbaar worden. De algemeene ftaaten waren ook den oorlog moede, zij hadden de wapenen met weerzin opgenomen, de drukkende lasten van den krijg beliepen voor het loopende jaar 44 tonnen fchats, die meest door Holland moesten uitgefchooten worden. Zweeclen x>od zich tot bemiddeling aan, en Karel kwam selfs ten eerften zo verre, dat hij betuigde „ niet  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 27 te begeeren, dat de Regeering van den ftaat „ eenige de minste verandering onderging, noch dat de vrijheid aldaar gekrenkt werdt, door de 53 afhanglijkheid van eenigen prins van zijne zij,, de." §. DCCV. Tusfchen Denemarken, de Staaten, Brandenburg en Lunenburg, werdt een onderling verbond geflooten, zeer tegen den zin van Frankrijk, die zich al aanvanglijk bereidde tot zijn onderneeming op de Spaanfche Nederlanden, omdat hij wel zag dat dit verbond gemaakt was, om den aanwas van zijn gezag te beteugelen, dit verbond, federt de quadruple Alliantie of het viervoudig verbond genoemd, werdt op den 25 Oftober getee kend , ,, Het zou zes jaaren duuren: binnen wel„ ken de bondgenooten beloofden, eikanderen: „ in geval zij aangetaft werden, te zullen bijftaan „ Denemarken en de ftaaten, ieder met 1800 rui „ ters, 3600 knegten; de keurvorst, met 120c „ ruiters, en 2400 knegten, en de hertogen vai „ Brunswijk Lunenburg, met 600 ruiters en 1201 „ knegten, 't zij in manfchap, in geld, of in wa „ penen en krijgsbehoeften : in welke laatste ge „ vallen, 1000 knegten op 10000 guldens Amfter ,, damfch bankgeld, ter maand, en een ruiter voo ,, i knegten zouden gereekend worden. Dochzi ,, een der bondgenooten, binnen de twee eerst jaaren, of binnen zo veel langer tijd, als me „ naderhand, overeenkomen zou,aangetaft werdi „ zouden de anderen hem, niet flegts met het bc XVII. HoOFDST. VERVAL. Viervoudig verbond. > 1 > f ) e 1  XVII.: HoOFDST* VERVAL. 3 3 3 3. Beginzels ti der vredes Jj onderhandelingen te d Breda. w 's z< w k m Se Ni 23 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL paalde getal van manfchap; maar met alle bunne magt moeten te hulp komen, tot dat deaan„ gevallene vergoeding van fchade zou hebben ver-,, worven. Men zou ook andere mogendheden ,, in dit verbond mogen ontvangen, en onderan,, deren den koning van Zweeden, den keurvorst van Keulen, en den palsgraaf van Nieuwburg:ook „ de regeerende vorsten van Brunswijk Lunenbur?, „ te Hanover en te Wolfenbuttel, en den land15 graaf van Hesfen-Kasfel; met welke vorsten men reeds in onderhandeling getreden was. „ De Keizer en Spanje zoeken er in te treeden; , doch worden afgeweezen. Frankrijk zogt er in , te komen, zo hij Zweeden daar toe kon krijgen, 3 op hoop om er het huis van Oostenrijk voor al, toos uit te houden , doch Zweeden weigerde > hier in te treeden, om dat Denemarken daar in 1 was." ■ §. DCCVI. Midlerwijl.kwam men met Engeland «het bepaalen van de plaats om de vreedes onder«delingen te beginnen, en waar toe de koning m Haag voorfioeg, maar de fchrandere de Witt el merkende, dat dit zag om door die weg met prmfen aanhang te kunnen handelen, wist het >o te wenden, dat de koning Breda verkoos, alwr de Staatfche, Engelfche, Franfche en Deen. ie gezanten verfcheenen. Frankrijks gefeeie toeleg was, zoo de Witt dit Rijk met Engeland m oorlog zogt te houden, om de Spaanfche •derlandea te ontzetten, zij dan van gelijken de  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. &9 zeeoorlog moesten doen voortduuren. — DeZweedenüoegen een ftilftand van wapenen voor, doch Holland weetende, dat de Engelfche vloot dit jaar niet in Zee zou loopen, en veel van hun bootsvolk al dienst ter koopvaardij, en bij den ftaat had genoomen, zoo weigerden zij zulks, en maakten zelfs een talrijke vloot gereed, onder de Ruiter, bij welke als gevolmagtigde van de ftaaten benoemd werd Cornelis de Witt, Ruwaard van Putten, burgermeester van Dordrecht. De zorgloos¬ heid van Karel de II. ontftond daar uit, dat hij de ioegeftaane onderftandgelden tot voortzetting van den oorlog, tot andere eindens bezigde. Hier op liep 'sLands vloot in Zee, zeilde naa de Engelfche kust, bemagtigde Scheernes, liep onder Chattam, verbrandde aldaar verfcheide oorlogfchepen. De Ruwaard , de Ruiter en meer andere werden reikelijk befchonken door de ftaaten , met verceringe voor deeze roemrijke tocht ,en het geene ook veel deed tot bevordering der vreede te Breda, die op den 31. van Hooimaand geflooten werd en waar van de voornaamfte punten op deezen zin uitkomen. „ Alle wedSrzijdfche beledigingen zouden y^ergee,, ten en vernietigd gereekend worden, en elk „ wederzijds blijven bezitten zoodaanige landen, „ plaatzen, fterkten, fchepen, en goederen, als „ men eikanderen, voor of geduurende den jong ,, ften ooglog, tot op den 20. van bloeimaand dee„ zes jaars ontnoomen had. De eisfehen welke? XVII. HoOFDST. VERVAL. De ftilftand vnn wapenen word: afgeflagen. Tocht op. Chattam „ en overwinningder onze aldaar. Vrede verdrag met Engeland,  XVI. HOOFDST. VERVAL. 3 1 ( l i a 5 3 30 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL 33 men bij het verbond van den jaare 1662. op & „ kanderen open gehouden had , werden iWe33 hjks te niet gedaan, en alle brieven van fchaa33 verhaahng ingetrokken en kragteloos verklaard „ onder welke voorwaarden zij ook mogten ver' 3, leend zijn. De beide mogendheden beloofden „ eikanderen te zullen bijftaan, zoo iemand onder„ neemen mogt, de vreede van den eenen of an 3, deren ftaat te verftooren. Men zou elkanders „ wederfpannelingen geene hulp bewijzen, maar „ eikanderen veel eer bijftaan tegen dezelven, en * zoo ze zich, in een van beide de ftaaten, onthielden, dezelve, des verzogt zijnde, bin- i, nen 28 dagen , overleeveren. - Deezë punten overgenoömen uit het verbond van den iaa •e 1662. verklede Zweeden uit naam van Enge. '■and-. „ dat zijn oogmerk niet was, noch immer , zijn zou, zich van deeze punten te bedienen te 3 geneenige Engelfche krijgsluiden, in der ftaaten dienst, noch tegen eenige predicanten of andet \e' diez]ch in de vereenigde gewesten onthiel. 3 den, mitszijzich niet haddenfchuldiggemaakt , aan menige misdaad tegen den ftaat." Weeens * ftrijken der vlagge , bezweeren der vreede loor de toekomende ftadhouders der vereeniede ^westen, en meer andere zaaken hield men ich aan het verbond van 't jaar i6<52. Bij het r« rakel werd beraamd, „ dat men allerlei waa, ren', ronder betaaling der lasten , daar op ge. fldd, binnen elkanders gebied zou mogen voe-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 31 3, ren met voorbehoudenis van de inzettingen en wetten ■van beiderlei gebied. Dus bleef de aóle van den jaare 1651 in volle kragt. Nogthans werdt in een afgezondert punt verklaard ,, dat het den ingezetenen der vereenigde gewesten vrij ftaan „ zou, met hunne fchepen in Engeland te brenj, gen allerlei vruchterr, gewasfen en handwerken, „ van Hoog- en Nederduitfchland, welken door„ gaans, gemakshalve, te lande of langs de ri,, vieren, door het gebied van den vereenigden '3, ftaat gebragt plagten te worden naar de zeeha3, vens', om vandaar over zee vervoert te wor,, den." »— Over hets verdrag van zeevaart en koophandel werdt beloofd in onderhandeling te zullen treeden. §. DCCVII. Frankrijks toeleg op de Spaanfche Nederlanden bleef nu geen geheim meer. De koning gaf er den ftaaten kennis van, en trok teffens aan het hoofd van een aanzienlijk leger naar de Spaanfche Nederlanden, en floeg zich voor Charleroi in Henegouwen neder. De ftaaten hoopten noch dat Frankrijk zich zou laaten vergenoegen met Kamerik, St. Qmer, Arienen het Franfche Comté, tot welke afftand zij Spanjen dagten te kunnen be« wegen.' Zij vreesden niet zonder grond voor Zweeden, en de nieuwe werving van den bisfchop van Munster. Ja! zelfs voor Engeland, hierom beflooten de ftaaten zich te lande te wapenen, fchreven hier over aan den keizer en eenige Duitfche vorsten. Inmiddels veroverde Lodewijk de XIV. 'XVIL HoOFDST. VERVAL. Afgezondert punt. Frankrijks toeleg op de Spaanfche Nederlanden. Verovering van Frankrijk-,  XVII. HOOFDST. VERV.IL. Ontwerp . van de WlXT. J J - ■ .J t Tweeledi- c ge voorflag van ' Frankrijk..). 3: •33 j; 33 33 32 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL Charleroi, St. Wijnoksbergen, Veurne,-Aath, Door- nik, Douai, Oudenaarde, Aalst en Rijs/el. Spanje hield bij den ftaat aan om hulp, en gaf te kennen niet ongenegen te zijn met Frankrijk een redelijk verdrag te fluiten. De ftaaten gaven daar kennis van, maar Lodewijks eischen waren van dien aart , dat de Witt verklaarde, die toe te ftaan, zo veel zou zijn als of men alle de Nederlanden afftond; hij ontwierp daar op een ander yerdeeling, maar die de Franfchen verwierpen. §. DCCVIII. Intusfchen was onze fchrandere taatsdienaar in 't geheim bezig om met Engeland, Zweeden en eenige Duitfche vorsten verbintenissen aan te gaan, teneinde Lodewijk handelbaarIer te maaken, doch dit moest zo bedekt gefchieden, dat deeze vorst daar niet agter kwam. Met Zweeden was een verdrag aangegaan , tot vereffeu'ng der gefchillen en daar door de verkoelde 'riendfchap met den ftaat weder herfleld. Spanje erzogt andermaal hulp bij den ftaat, en om dat 7rankrijk vreesde, dat de ftaaten een hartig befluit en zijnen nadeelen mogten neeinen , zo liet hij aan e Witt door d'Estrades voorflaan, „ dat hij zich, ingeval de koning van Spanje zonder kinderen overleedt,wilde houden aan den voorflag, door de Witt gedaan, en gedoogen, dat de Spaanfche Nederlandeneen vrijgemeenebest werden. Dat hij zich vergenoegen zou met het Hertogdom Luxemburg, Kamerijk, en het Kamerijkfche, Douai, Arien, St. Qmer, Wijmks* bev  DER VEREENlGDE NEDERLANDEN. 33 bergen en Veurne, en afzien van het Franfche „ Comté, Doornik en Charleroi, mids de koning „ van Spanje aan dien van Portugal, met wien Frank5. rf/£, onlangs, een befchadigent en verdedigent „ verbond tegen Spanje gefiooten hadt, voortaan „ den tijtel van koning gave, zo Spanje nogthans liever het Franfche Comté dan het hertogdom Luxemburg wilde misfen, 't zou den koning on* verfchillig zijn. Voorts, wilde hij beloven, 3, voor het einde van lentemaand aanftaande,niets ,, te zullen onderneemen, op eenige vaste plaats 3, in de Spaanfche Nederlanden, zó de Spanjaards ,, zich, van hunne zijde, verbinden wilden, om ,, geenen zijner fterke plaatzen aan te taften, mids de ftaaten van nu af beloofden, hem, zo er ,, midlerwijl geen verdrag getroffen werd, niet ,, verder tot uitftel van vijandlijkheden te zullen „ dringen. Zo, eindelijk, de Spaanfche niet kon5, den bewilligen in den boven gevorderden af„ ftand, zou hij zich te vrede houden, zo hem ,, alleenlijk werden afgeftaan de plaatfen, welken hij, in den tegenwoordigen veldtogt, zou ver., overt hebben: welke tweeledige voorflag hij j, vertrouwde, dat alle vorsten en mogendheden ,, zo redelijk zouden vinden, dat niemand hun„ ner zich zou willen begeven in eenig verbond, tot ftuiting zijner oogmerken, als ftrekten dezelve, om hen de algemeene heerfchappij, of „ zelfs maar de Spaanfche Nederlanden te ver„ krijgen." IV. Deel. C XVÜ. [loOFDST. VERVAL.  XVII. IIoORDST. VERVAL. Loos gedrag van de Witt. Ontwerp om het kapitein generaalfchapaf te zonderen van het ftadhouder- ~. fchap. 1 ( 1 1 i < d f, z 34 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL §. DCCIX. De Witt wist intusfchen door onderhandelinge op een looze manier den voortgang der Franfche wapenen te fluiten, verzekerende aan den koning, .dat s'Lands welvaart en zijn bijzonder belang zo ^Frankrijk verbonden was,datmen Spanje wel zou noodzaaken tot een redelijk verdragal was het zelfs, dat tot dit einde de ftaat anders zijne wapenen bij die van Frankrijk zoude voegen. Maar het geheime oogmerk van de Witt is waarfchijnlijk geweest, om door dit uitftel Enge. land en andere mogendheden de oogen te openen, en tijd te geven tot het fluiten van een verbond tegen Frankrijk. §. DCCX. De oorlog zo naa op onze grenzen ontftooken zijnde zo kwam men tot het raadplegen op het aanflellen van legerhoofden. De Raadpenfionans de Witt maakte een ontwerp om het kapiein generaalfchap voor altoos af te zonderen van iet ftadhouderfchap, ftellende prins ]oan Mauutz van Nassau voor tot veldmaarfchalk, doch Zeeland keurde dit ontwerp af, en ftemde voor weede veldmaarfchalk den graaf van Waldeck Gelderland oordeelde, dat zodra de prins 18 jaaren >ereikt hadt, hij dan kapitein en admiraal generaal aoest worden. Friesland was het eens met Gelerland en Utrecht met Holland. Oyerijsfel wilde, at omtrent de fcheiding van het generaal en fladhouerfchap de vereenigde gewesten een eenpaarig beuit uitbragten, en Stad en Lande verklaarde ich uitdrukkelijk tegen de fcheiding. De ftaaten  DER VEREENIÖDE NEDERLANDEN. g, ve geflooten zou zijn,.zouden inftaan, en ze„ ker aantal van krijgsvolk fchikken, om tegen " Jjem die de vrede breekenmogt, des noods ge„ brmkt te worden. 6. Dat dit verdrag, binnen » 4 weeken, wederzijds, bekragtigd zou worden. •' ^eeze zes Punte" «akten ras rugtbaar, maar de " dne voIgende hielde men voor al voor de Fran„ fche geheim. Ze kwaamen hier op uit. 1. Zo, , in de verhandeling tusfchen Frankrijk en Spanje , eenige zwaarigheden voorkwaamen op het punt , van den afftand van alle verder regt op de Spaan, fche nalaatenfchap, zou men 't zo zoeken te , fchikken, dat hier van in 't verdrag, of geheel , geen, of alleen zulk een gewag wierdt gemaakt, , dat gene der twee Kroonen daar door eenig ,.. meerder of minder regt verkregen. 2. Men zou , ook de vrede tusfchen Spanje en Portugal, op  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 41 „ eenen tijd als de vrede tusfchen Frankrijk en 3, Spanje zoeken uit te werken; doch zo dit zo 3, fpoedig niet mogt konnen gefchieden ,zou Frank3, rijk Portugal, als zijnen bondgenoot, wel mo3, gen bijftaan en Spanje afbreuk doen; maar niet ,3 in de Nederlanden, welke men, naa 't fluiten j, van de vrede tusfchen Frankrijk en Spanje, zou „ aanmerken, als geheel bevredigd. 3. Zo, ein„ delijk, tegen alle verwagting, de koning van „ Frankrijk niet mogt konnen bewogen worden, „ om de vrede met Spanje te teekenen , zo dra „ Spanje befloot tot den afftand der plaatzen, in „ den jongften veldtogt, door Frankrijk veroverd, ,, of van plaatzen van gelijke waarde, waar over „ men elkander zou hebben verftaan; of zo hij „ niet voldeedt aan zijne belofte, of aan de ver„ derc voorwaarde bij dit verdrag, beraamd; of ,, zo hij, door uitvlugten, of flingfche ftreekens „ het fluiten der vrede mogt zoeken te hinderen; in alle deeze gevallen , verbonden Grootbrittan„ je en de ftaaten zich, om Spanje toe te vallen, „ Frankrijk, te water en te lande, den oorlog aan „ te doen, en den koning te noodzaaken, niet al„ leen om op de bovengemelde voorwaarde vre„ de te maken, maar, zo 't mogelijk ware, om zig te „ vrede te houden, dat de zaaken herfteld werden, „ in den ftaat waar in zij door de Pyreneefche vre- „ de gebragt waren." Zweeden trad ook in dit verdrag, bedingende egter merkelijke onderftand gelden van Spanje onder borgtogt van GrootC 5 XVII. HOOFDST. VERVAI,,  xvir. HoOFDST. verval. Belooninge aan de Witt. Ongenoegen van Frankrijk Vrede tusfchenSpanje er Portugal en wapenfchorfing" met Frankrijk. 42 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL brittanje en deezen ftaat. Dit verbond is vervolgens onder den naam van triple alliantie of drievoudig verbond vermaard geworden. §. DCCXIII. De Witt, weer voor vijf jaaren tot raadpenfionaris verkooren zijnde, werd van de ftaaten voor buiten gewoone dienften ƒ.45000 en van de ridderfchap ƒ. 15000 vereerd. 1 Frankrijk zo wel als Spanje waren misnoegd over deeze geflootene triple Alliantie, en fchoon de Witt wegens de geheime punten Frankrijk wel wijsmaakte, dat ze niet van aanbelnag was, en maar een borgtogt behelsden wegensFrawfa-z/^omtrent den tweeledigen voorflag,ishet hun niet onbekent gebleven. Terwijl men in den Haag arbeide aan de vrede, gaf Lodewijk de XIV. aan de ftaaten kennis , dat hij voorneemens was in het Franfche Comté te rukken, en het gene hij binnen korten tijd bemagtigde, doch gaf teffens verzeekering zich noch te willen houde aan den tweeledigen gedaane voorflag. Tusfchen Spanje en Portugal werdt de vrede getroffen, en Frankrijk ziende het de ftaaten ernst wierdt, floot een verdrag, met de Engelfche gezanten en die van onzen ftaat waarbij ,, hij een wapenfchorzing toe„ ftond, tot het einde van bloeimaand, en tijd tot „ het einde van hooimaand, om Spanje te bewee„ gen tot vrede, volgens het jongfte ontwerp, „ waar aan Frankrijk zich zo lang houden zou, „ zullende men, naa dien tijd, middelen beraa- men, om een einde van den oorlog te maaken, „ zo de vrede dan noch niet getroffen mogt zijn.  DER VEREENIG-DE NEDERLANDEN. 43 Eindelijk wierd de vrede tusfchen Frankrijk en Spanje te Aken geteekend. Hier door behield Frankrijk Charleroi, Bingh, Aath, Douai en defterkte Schar , Doornik , Oudenaarden, Rijs/el, Armeniiere, Kortrijk, St, Wynoksbergen en Veurne met derzelver onderhoorigheden, alle welke plaatzen hem in 't voorleden jaar in handen gevallen waren, 't Franfche Comté beloofde Frankrijk te rug te geven, en verder wierdde Pyreneefche vrede bij dit verdragbeveftigd, §. DCCXIV. Intusfchen werkte men weer om den prins te bevorderen, die nu omtrent 18 jaaren bereikt had. Holland had reeds toegcftaan, dat de prins zitting zou hebben in den raad van ftaaten , onder voorwaarde ,dat hetftadhouderfchap van de hooge militaire waardigheden afgefcheiden bleef, en waar in ook Gelderland, Utrecht, en Overijsftl hadden bewilligt, en tot welk ontwerp een bezending naa de andere gewesten wierd gedaan. — In 't naajaar wierd de prins eerste edele van Zeeland , en Holland bedugt,dat die provincie den prins tot ftadhouder mogte verheffen , zoo naamen zij het befluit , dat geen ftadhouder van eenige provincie zitting in den raad van ftaaten mogt hebben. ■ In Friesland rees verfchil, over het regt om op de landvergadering te verfchijyien, gelijk ook in Stad en Lande over de monstering. Maar in Overijsfel liepen de verdeeltheden over de bevordering van Orange zeer hoog, en waar uit noch meerdere verfchillenen partijfchappen geboojen werden, Noordholland mee klaagenqevan te XVII. HOOFDST. VERVAL. Vrede tusfchen Spanje cn Frankrijk* De prins neemt zitting in de Raad vaii ftaaten, en dathetfladhouderfchap van de militaire waardigheden afgefcheiden.  XVII. HOOFDST. VERVAL. De krijgsmagt word vermindert. Reglement op de i grensfchciding bekragtigd. ] ( t 44 OPKOMST, VERVAL EN'HERsTEL veel in de algemeene lasten te geeven, zoo werd zijn aandeel van 20; op i8+ verandert, waardoor het zmder kwartier in plaats van m nu werd gefteld op 81+ in 't hondert. - Men raadpleegde ook om Naar den en meer andere plaatfen te verfterken, als vreezende voor een oorlog. §. DCCXV. 's Lands krijgsmagt van omtrent 70000 man, de raad van ftaaten tot 34700, en die van Holland dezelve verminderd willende hebben tot 29935 man, zoo ontllond daar uit een groot verfchil, wijl Holland zijn zin niet kunnende krijgen, op eigen gezag eenig volk ter hunner betaaling ftaande afdankte, en waar tegen de raad van ftaaten befloot, om brieven te laaten afgaan, aan de bevelhebbers, om op geen last van een bijzonder gewest eenige afdanking te doen. Doch de ftaaten van Holland ter generaliteits vergadering verfchecnen, bragten het zoo verre, dat het befeit dien aangaande, uit de ftaatsregifters genomen werd, en de brieven niet afgingen aan de bevelhebbers. §. DCCXVI. Venetië wierd de onderftand tegen len grooten heer geweigert, en ons gezandfchap laar Konftantinopolen fiaagde zoo wel, dat hunne >egeertens aldaar werden toegeftaan. ■ — Ook verd het reglement op de .grensfcheiding van Vlaanderen bekragtigd, gelijk ook een overeenkomst wegens Rkijnberk, en een verdrag tusfchen Ie ftaaten van Holland, en de ridderorde van Mal. ha, wegens hunne goederen hier te lande tot  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 45 ftand kwam. Met Portugal werd wegens den zouthandel op St. Ubes een voordeelig verdrag geflooten , het geene de Westindifche maatfchappij een kleine vergoeding voor het zwaar verlies van Brazil gaf, doch met dit al kon de Westindifche maatfchappij tot geen verhaal komen, of haar fchulden betaalen, waarom ook haar oótroi maar voor een korten tijd verlengt, en in ió"74. de oude maatfchappij geheel vernietigd werd. §. DCCXVII. De ftaaten, die door het drievoudig verbond, Frankrijk tot de vreede met Spanje genoodzaakt hadden, fpanden ook al hun kragten in, om dit verbond te verfterken, daar Frankrijk in tegendeel alles aanwendde om het zelve te verbreeken, flaande aan de vereenigde Nederlanden een afzonderlijk verbond voor, het geene zou dienen orn de agterdogt te verdrijven, en het onderling goed vertrouwen te herftellen 5 doch met die voorwaarde,dat wij ons niet aan den anderen kant met andere mogendheden verbonden. Maar be~ fpeurendeuit het antwoord van de Witt, dat er geen kans was om ons van het drievoudig verbond af te trekken, zoo zond de koning Pompone naar Zweeden , en Colbert naar Engeland, om te zien of aan die hoven zulks met meerder vrugt was te bewerken, gelijk ook andere gezanten gezonden werden aan den keurvorst van Brandenburg, de vorsten van Lunenberg en Hesfen. Het ging zelfs zoo verre, dat de prinfe van Furftemberg, door welke de koning van Frankrijk te Berlijn werkte, een ze- XVIL HOOFDST. VERVAL. 1669. Zouthandel op St. Ubes. Handeliagea van Frankrijk over het drievoudig verbond.  HoOFDST. verval XVII. HoOFDST. verval. Voorgcflage verdeeling der Nederlandden. 1670. De Iiertoginné van Orkans, haalt Karel tot de belangcns van Frankrijk over. 40" opkomst;, verval en herstel ker zoort van verdeeling voorfloeg wegens de vereenigde gewesten, en wel zoo, „ dat de aarts„ bisfchop van Keulen, Utrecht; de bisfchop van ,3 Munster, Oyerijsfel ; de keurvorst van Bran3, denburg, Gelderland en Zutphen; het huis van 3, Brunsmjk Lunenburg, Friesland; de hertog van „ Nieuwburg, Groningen, en de prinfe van Oran3, ge, ingevolge de begeerte des konings van Groot3, brittanje, Holland en Zeeland zou behooren aart „ bedeeld te worden." Doch de prins van Furftemberg kon den keurvorst van Brandenburgmet aftrekken van der ftaaten zijde. En de keurvorst liet de ftaaten ook waarfchouwen wegens Frankrijks toeleg, en. dat ze op Zweeden niet aan konden, wijl die de beloofde onderftand gelden van Spanje niet had gekreegen, en vaneenigeDuitfche vorsten, waarfchijnlijk den keurvorst van Keulen en den bisfchop van Munster , zeide hij, dat zij eerder hun* ne vijanden dan vrienden waren. §. DCCXVIII. De hertoginne van OrLeans, zuster van Karel den II., koning Lodewykop een reis naa Duinkerken verzeilende, zoo verzogt deeze prinfes om naar Douvres te mogen overfteeken, om een mondgefprek met haar broeder te houden; het geene van dat gevolg was, dat zij haar broeder tot de belangens van Frankrijk overhaalde , zoo datmen zegt, dat zij onderling overeen kwaamen :„ dat 3, Karel de II. de ftaaten ter Zee beoorlogen zou, 5, terwijl de koning van Frankrijk hun, met een „ magtig leger, te lande zou aantasten; dat Frank-  DER VEREENÏGDE NEDERLANDEN. 4? „ rijk >den koning van Grootbrittcmje met eene „ vloot en met 350000 ponden fterling in 't jaar, „ zoo lang den oorlog duurde, onderfteunen zou, „ en dat, in geval de vereenigde gewesten te on,, der gebragt wierden , Zeeland den koning van „ Grootbrittanje en al het overige den koning van „ Frankrijk zou aanbedeeld worden: Holland al„ leenlijk uitgenomen, welk men den prinfe van ,, Orange zou afftaan, zoo hij zich in dit verbond „ begeeven wilde. §. DCCXIX. Intusfchen zond de ftaat gezan-1 ten naa den Keizer, Frankrijk, Engeland en Spanje,'; tot onderhouding van vriendfchap, en voorkoming < van onlusten, welke men niet zonder grond vrees-; de. Het antwoord van 's konings ftaatsdienaars in \ Frankrijk aan onzen gezant de Groot, voorfpelde' niet veel goeds. Hij verklaarde, „ dat de ftaaten, „ zijne meesters, befpeurd hebbende, dat zijne majefteit eenig misnoegen tegen hen had opge3, vat, hem belast hadden, naar de oorzaak daar „ van te vraagen; alzoo zij niet vermoeden koh3, den dat de koning kwaalijk naame, dat zij voor „ hunne veiligheid gezorgd hadden, door het flui„ ten van het drievoudig verbond. Dat hij voor „ 't overige hoopte, den koning volkomen genoe„ gen te zullen konnen geeven, en alle argwaan „ tegen de ftaaten te zullen doen verdwijnen." Men antwoordde hem:,, dat de ftaaten maatregels^ „ volgden, welke ftreeden met de billijkheid, end « met de achting, welke zij den koning fchuldig.fi XVTL :i00fdst. herval. )ö (raat :end ge;anten naa len Kei:er, Ingeland t :n Spanje» ntwoord :s kongs van 'ankrijk.  XVII. HOOFDST. VERVAL. De Franfchen vallen in her. land van den hertog van Lotharingen. ^EMPLEUIt ,den Haag ontboden en omkeering van het Engelfche hof. De overige gewestfii treeden in de zogenaamdeHarmonie. Oftroi aan de vvisfelbank der Itad Amjter-dam. 45. OPKOMST , VERVAL EN HERSTEL „ waren; dat zij hem zogten te verfteeken van het „ regt, welk hij, in het toekomende, op de Spaan„ fche Nederlanden zou konnen verkrijgen , uit „ eene ongegronde vrees voor hunne eigene vei„ ligheid; dat ze eindelijk, zich niet ontzaagen, 3, de gantfche Christen waereld op te hitfen te„ gen zijne majefteit. §. DCCXX. De hertog van Lotharingen in een naauw verbond met Spanje zijnde, zoo'vielen de Franfchen in zijn land, en naamen Nancy in, het geene een groote ontfteltenis in den Haag veroorzaakten. Van Beuningen werkte in Engeland te vergeefs, tot naakoming van het drievoudig verbond, 's konings geheime raad trad thans in andere maatregelen. Temple hun gezant, die het zelve tot ftand gebragthad, werd daarom uit den Haag op ontboden, en welk vertrek de omkeering van het Engelfche hof buiten twijfel ftelde. §. DCCXXI. Eindelijk traaden de overige gewesten ookin!de ontwerpen op den voet van harmonie, of eenftemmigheid, om de militaire hooge waardigheden van het ftadhouderfchap af te zonderen, en gaven op dien voet den prins zitting in den raad van ftaaten. §. DCCXXII. Op het einde deezes jaars verleende de ftaaten van Holland odtroi aan de ftad van Amflerdam, „ dat de penningen en 't onge„ munte goud of zilver, berustende in de wisfel„ bank daar ter ftede, tot gerijf van den koop„ handel en om 't fteigeren der munte te voor- 33 ko-  DER VEREENiGDE NEDERLANDEN. 49 s> komen, in den jaare 1609 opgeregt, op geners, hande wijze, zoude mogen bekommert of beflaagen worden." §. DCCXXIII.De Franfchen den koophandel der onze in hun Rijk bekommerende, zoo verbooden de ftaaten den invoer van allerlei brandewijnen , en geweeven Franfche ftolfen; eenige andere, waar van de invoer noch vrijftond, werden op het inkomen met 50 ten 100 belast. Het Franfche hof nam ditzoo euvel op, dathet vervolgens daaruit een der redenen ontleende,om ons den oorlog aan te doen. §. DCCXXIV. De koning van Engeland , om zijn toeleg voor ons, en zelfs voor zijn eigen volk bedekt te houden, verzogt van zijn parlement onderftandgelden, tot het uitrusten eener vloot, om zijne bondgenooten die zich alree wapenden te kunnen onderfteunen, het geene het parlement des te eerder bewilligde, om dat zij vertrouwden,dat dit diende tot handhavinge van het drievoudig verbond. §. DCCXXV. De vloot van onzen ftaat kwam ; ondertusfchen in Zee. De Ruiter voerde er het ] bevel over , en had orde geen vijandlijkheden te ' pleegen, maar wel om onze kusten te befchermen. Midlerwijl viel er iets voor, waar uit Enge. land vervolgens gelegentheid zogt tot ongenoegen tegen onzen ftaat. ■ ■ 's Konings jagt de Mer- 1 lijn genaamd , zeilde dwars door 's Lands vloot, J en de luitenant admiraal van Gend, het jagt wel g met eere fchooten begroetende, maar zijn Ylagnjet IV. Deel. D xvrr. HÓOFDST. VERVAL. IÖ/I. Redsnen van Frankrijk tot den oorlog net ons. Karel misleid de Engelfehe natie. Der rtanea 'loot in :ee. Ledenen an Engemd tot orlog.  Xvn. HOOFDST. De ftaateK rusten een magtige c vloot uit. j 1 i t "} 2 O Maar zrjn traag in v het bezor-»( .gen der ,. landmagt. "$Ö OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ftrijkende, zoo fchoot 's konings kapitein tweemaal met fcherp op den admiraal, die daar op zelfs aan boord van het jagt voer, om de reden van dien te verneemen, en den kapitein te berigten „ dat „ hij zonder uitdrukkelijk bevel, op onze eige „ kust, en voor een enkel 's konings jagt niet zon „ hebben mogen ftrijken; doch zoo zijne majc„ fteit van Groêtbrittanje oordeelde , dat hem „ dit van regtsweege toekwaame, moest dit gej, fchil, tusfchen hem en de ftaaten beliegt wor- den." Dit voorval wierd aan het Engelfche hof zeer kwaalijkgenoomen, doch de koning hield fcich en gaf verzeekering aan onzen ambasfadeur iat hij bij het drievoudig verbond volharden zou, §. DCCXXVL De ftaaten niet zonder reden beugt voor-een oorlog, bereidden zich om in 't vooraar een aanzienlijke vloot in Zee brengen, die ia 3 maanden tijds ook 8 miljoenen kosten zoude, aadpleegende ook over het aanftellen van een leerhoofd, waar in veele den prins voorftelden, doch ie van den aanhang van de Witt, wilden met de erheffing van den prins tot die waardigheid wagen, tot dat die vorst 22 jaar bereikt zou hebben, je land gebruikte men ook fiegte voorzorge, 0113 ich in ftaat van tegenweer te ftellen, verfchillen nder de gewesten, over het al of niet werven, en st verheffen van den prins, gaf aanleiding tot groot srzuim in deezen; ja! om dat de oorlog, vol:ns opgaave van gecommitteerde raaden in die den, aan Holland alleen jaarlijks tusfchen de 20  pÊR VEREËNXGDE NEDERLANDEN. én 30 miljoenen kostte, kon men niet gemakkelijk tot het vermeerderen der landmagt, en het ver- fterken der fteden komen. Over het aanftel- len van den prins,het ontwerpen eener inftrudtiej en of men zijn hoogheid voor zijn leeven of voor eenen veldtogt behoorde aan te ftellen, waren de befluiten niet eenftemmig. Men vertrouwde wel, dat de verheffing van den prins aan het Mngelfche hof aangenaam zou weezen, maar intusfchen vreesde men Weer, dat zulks aan den anderen kant het ongenoegen van Frankrijk zou.doen vermeerderen, fchoon het van agteren heeft gebleeken, dat dit Rijk, zoo dra het met Engeland verbonden was, zich weinig bekreunde aan het behoud onzer tegenswoordige regeerings §k DCCXXVII» De ftaaten door hun ambasfadeur in Frankrijk onderigt. wordende van 's konings toeleg en verbintenisfe met Engeland, zoo zonden zij een brief aan hun gezant, om. dien in perfoon aan den koning over te geeven, maar 's konings gemelijk antwoord aan onzen gezant, en zijn fchrijven aan de ftaaten op dien brief gaven genoeg 's konings belluit te kennen, en waarom zij ook zonder tiitftel met Spanje een verbond, flooten, om elkanderenmet al hunne magt bij te ftaan, zoo een van : beide door Frankrijk mogt worden'aangetast. Ko-j Hing Lodewyk had door groote prefenten Spanje wel tot een verdeedigen.t verbond, of tot Uitzitten tragten te beweegen , maar men had in dat Rijk geen ooren naar Frankrijks voorflagen. 4— Doch D 3 XVÏL HOOFDST»VERVAL, De ftaat word oriderrigt van Frankrijks oeleg. 1672. herbond net Span" e.  xvi r. HoOFDST. VERVAL. Verbond tusfchen Frankrijk en Zweeden, Handeling Jner Engeland over de gefchillan. 52" OPKOMSTy verval en KeRsTÉL- gelukkiger Haagde LoDEwYKmet KArel den XI. kö* ning van Zweeden, fluitende met dien vorst eerJ. verdrag, waar bij men bij eenige geheime puntert bepaalde, dat, „ de beide koningen zich verbon„ den, eikanderen te zullen helpen, zoo de Keizer, „ of eenigDuitfch vorst een van hun, tegen den in„ houd der Westphaalfche vreede, op den bodem „ des Rijks, beftond te beoorlogen , zoo, in 't „ bijzonder, de Keizer , of eenige Duitfche mo„ gendheid, de ftaaten der vereenigde gewesten ., tegen Frankrijk hielpen, en daar door'de rust „ des Duitfchen Rijks ftoorde;zou Zweeden zich „ hier tegen, eerst op eene minzaame wijze, en, „ daar naa, door de wapenen verzetten. ■ Zoo „ Frankrijk zich genoodzaakt mogt vinden, om „ de fteden in het Duitfche Rijk geleegen, en te„ genwoordig bezet door de ftaaten aan te tasten, „ zou Zweeden de heeren deezer plaatzen zoeken „ te beweegen, om de Franfchen geenen tegen„ ftand te doen, en het tegendeel houden voor „ een vreedebreuk in het Rijk." Aan den anderen kant beloofde Frankryk, Zweeden bijftand, zoo de ftaaten zig hier over mogten beledigen. §. DCCXXVIII. Karel de II. die de ftaaten maar zogt op te houden, tot tertijd dat deFranfchen in de vereenigde gewesten gevallen zouden weezen, zond den ridder Downing herwaarts, om met de [ïaaten over het zoogenaamd verfchil met 's konings jacht te handelen, oordeelende Groothrittanje, dat alle de Nederlandfche fchepen behoorden  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 53 te ftrijken, om daar door's konings opperst gezag over de Zee te erkennen, en dat van Gend voorbeddelijk geftraft moest worden, om anderen af te fchrikken van diergelijk een wangedrag. Doch hoe de ftaaten dat Rijk deszelfs onbillijkheid toonden in deezen, en de aanneemelijkfte voorfiaagen deeden, de Engelfchen zogten gefchillen. De vertraaging tot verheffing van den prins, het niet genoeg eerbiedigen hunner vlag, een fchilderij dat op 't ftadhuis te Dordrecht ter gedagtenis van de overwinning op Chattam hong, de gedenkpenning op die gebeurtenisfe,en op deBredaafche vreede geflaagen, daar die overwinning mee op verbeeld was, en dat men het ichip de Royal Charles voor elk ten toon liet leggen. Dit alles mat men uit voor beleedigingen, die niet te dulden waren. §. DCCXXIX. Intusfchen kwaamen de ftaaten van Holland tot befluit, om den prins voor den aanftaanden veldtogt aan te ftellen tot kapitein-generaal, fchoon de overige gewesten hem zulks wilden geeven voor zijn leeven. Om nu de verfchillende begrippen te vereenigen, zoo ontwierpen de gemagtigden der algemeene ftaaten twee commisfien, eene voor den kapitein, en eene voor den admiraal-generaal. Ook hadden zij tweeinftru&ien ontworpen, volgens welke de kapitein en admiraalgeneraal „ geen ftadhouder zijn mogt, noch zich ,, moeijen met de begeeving van ampten van re„ geeringe, no-ch van krijgsampten , ftaande ter }, begeevinge der ftaaten, en buiten hetleger openD .3 xvir. HOOFDST. VERVAL. Redenen van ongenoegen der Engelfchen. De prins ivord kapi:ein gene■aalvooreenenveld:ocht. [nftrniSie.  XVII. HoOFDST. VERVAL, S4- OPKOMST 3 VERVAL EN HERSTEL „ vallende, ook werd hem het geeven van paten, „ tenten, op den eed , verbooden. Hij mogt „ met m dienst of eed zijn van eenige TJitheemfche ,, mogendheid, zich niet móeijen met zaaken van » godsdienst., regeering, regtsoeffening of geld« middelen; noch met de zaaken de bondgenoo„ ten m 't bijzonder betreffende, en binnen derAJ zeiver bijzonder gebied voorvallende. Voorts moest hij zich fchikken naar het gevoelen der „ afgevaardigden te velde, of op de vloote-, in „ welker vergadering hij tegenwoordig zijn mogt, „ en zijn gevoelen voor af uiten, Hij mogt ein„ dehjk, als admiraal-generaal, geene inftrucïien „ geeven aan de opperbevelhebbers over 's Lands » vloote." Holland onverzettelijk bij zijn befluit blijvende, zoo fieldende algemeene ftaaten denprins voor den aanftaanden Veldtogtaan tot kapitein-generaal, en deeze bevordering lag de grond tot de kort daar op volgende, gelijk Wein het volgende Hoofdftuk zien zullen. AANMERKINGEN. §. DCCXXX. Geenweetenfchap is er die meer. der uitzonderinge, en minder vaste bepaalinge heeft, dan de Staatkunde, om dat zij, die de ftaatsraderen beftuuren, menfchen zijn, die ieder hun bijzondere belangens en doelwitten hebben, en welke naa tijdsomftandigheden aan geduu! rige veranderingen onderworpen zijn, - - Van  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 55 tiaar dat men geen zeker befluit kan trekken, uit het gedrag van een volk in voorige tijden, tot het tegenswoordige. De denkwijze, de daaden daar naa beftuurt, en het zelfsbelang, dat zich geduurig wend en keert naa dat de belangens van buiten zich veranderen, levert als een geduurige maalftroom op, daar gebeurtenisfen uit ontftaan, die de fchranderfle ftaatsmannen verftommen, en hun in misflagendoen vervallen, die de volken op den oever van hun ondergang brengen, voor al zo men te doen heeft, met vorsten, die zich weinig bekreunen aan het fchenden van verbonden. Ja! is de waarheid van dit gezegde ooit bewaarheid geworden, dit tijdvak onzer gefchiedenislen bewijft zulks onwederfprekelijk. Ik zal daarom volgens mijn gewoone orde, eerst treeden tot de kabinetten der vorsten, om hunne oogmerken te ontdekken , ten einde daar uit te zien, hoe onze fchrandere ftaatsmannen zich hieromtrent gedroegen, en wat gevolgen zulks op den ftaat van ons vaderland gehad heeft, §. DCCXXXI. Frankrijks koning, Lodewijk de XIV. vatte naa de dood van den kardinaal Mazarin, zelf het Rijksbeftuur in handen; zijn jonge jaaren, de verleiding der grootheid, waar in hij zich gefield vond, moesten hem zekerlijk door gebrek aan goede grondbeginzelen van zeden, en daar uit voortvloeiende ftaatkunde, aan veele misdagen doen blootftellen. Vuurig van aart, hoogmoedig, eergierig en heerschzugtig van hart D 4 xvir. ÏOOFDST. 'ERVAI*  XVII. ÏÏOOFDST. VERVAL. ] I ( 1 ] ( ( ï I r 56" OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL zijnde, zoo liet hij de minfte tegenftand niet ongewrooken : die zijn grootheid wilden beperken, waren het fiagtoffer van wraake. Gelukkig voor dat Ruk dat deeze koning over de geldmiddelen den grooten Colbert aanftelde, een ftaatsdienaar, die in veele opzichten Sulli gelijk was, zoo niet overtrof; hier door kon deeze vorst zich des te meer ontzaggelijk en gedugt voor zijne vijanden maaken; en fchoon op pragt en praal gefield, verzuimde Lodewijk noch zijn ftaatsdienaar niet, om den koophandel, konften en weetenfchappen, op allerhande wijze aan te moedigen. De koophandel gaf een bron van rijkdom aan den ftaat. * Duinkerken en Marfeille wierden tot vrije havens benoemd, en waren opgevuld met koopvaardij fchepen: de Oostindifche maatfchappij maakte veel op. gang. Handwerken en kunsten vorderden verbaa* zend door de aanmoediging en vlugheid der Fran* fche natie; waar door hun werkenden handel toe, en de leidende afnam. De renten bragt Col' sert tot den 2often penning. Deeze fchran- lere ftaatsdienaar zou noch meer hebben willen ioen, was de Franfche natie voor grooter hervor.* ning vatbaar geweest, maar de willekeurige beastinge, tollen en fchattinge van ieder provincie, Ie ongelijkheid van maaten en meer andere din;en, waren hindernisfen'daar het kwaad zulke diee wortelen van gefchooten had, dat zulks niet dan ■anlangzaamerhand konde herfleld worden. — pa, ijs, de hoofdftad des Rijks, werdt heerjijkveriert,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 5? beftraat, verligt en door een goede ftadsregeering beveiligt voor alle overlaft en geweld. De openbaare wegen herftelde men, en in het jaar 1664 werd de aanvang gemaakt, om door het kanaal van Languedoc twee zeëen, door gebergtens van een gefcheiden, te vereenigen. De wetten werden hervormd , tweegevegten verboden, en veele kwaade misbruiken afgefchaft; verfcheide Academiën opgerigt, en groote belooningen gegeven aan mannen van verdiensten, zo in als buiten het Rijk. — Regte middelen om de welvaard te doen bloeien. — De bevallige konsten, en wat men koftbaars kan verbeelden, verfierden het Hof, wijl de verwonderaars uit vreemde landen, voor hun geld dat zij in het Rijk daar door verteerden, zulks ten deele betaalden. —— Jammer was het, dat Lodewijk de XIV. den middelweg niet wist te houden, want op een kieze wijze altoos gevleid willende weezen, en op grootsheid gefield zijnde, zo verflond de oorlog buiten het Rijk, met de verkwifling binnen het zelve aan pragt en praal, al de fchatten die de fchrandere Colbert door een wijze be, fliering verzaamelde. ^— Een blijk hoe hoogmoed en heerschzucht verteerd al het gene vlijt en arbeidzaamheid wint. —— Was nu de ruflelooze geest van Lodewijk den XIV. met dit alles te vrede geweest: Maar neen! zijne onverzadelijke be. geertens ftrekten zich uit tot bezittingen, daar hij bij de Pyreneefche vrede, en bij huwelijks verdrag plegtigen afftand van gedaan hadt, beweerende nas D 5 xvir. HoOFDST. VERVAL.  XVII. HOOFDST. VERVAL. I \ 5? OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL overlijden van Philips den IV., dat de Spaanfche Nederlanden geheel, of ten deele aan de Infante vervallen waren. Spaanfche en Franfche Regtskundigen fleepen wel hun brein, voor en tegen, om dit verfchil te vereffenen, doch een leger van 150000 wel geoefende krijgslieden, onder den dapperen Türenne, weezen de zaak ten voordeele van den oorlogzugtigen vorst uit; de oorlog kort te vooren tusfchen Engeland en den vereenigden ftaat öntftooken, op aanhitzing van Frankrijk, diende ook om hun werk te geyen en af te matten, ten einde Spanje geen hulp van hun konde erlangen, doch koning Lodewijk vreezende voor de verheffing van den prins ;in de vereenigde Nederlanden, zo hij den aanhang van de Witt niet onderfteunde, verklaarde Engeland wel den oorlog, maar het bleek genoeg dat zulks meer in naam dan in de daad beftond; wijl Engeland er geen fchade door leed, en de Nederlanden geen hulp van Frankrijk ontvingen. Naa het fluiten der vrede tusfchen Engeland en den ftaat, zo beflooten ■ Engeland Zweeden en de vereenigde Nederlanden, beduge voorde gevolgen van Frankrijks voorfpoed, onlerlinghet bekende drievoudig verbond, waardoor de moedige overwinnaar Lodewijk de XIV. genoodzaakt werd om met Spanje de vrede van Aken :e fluiten. Doch heimelijk koefterde die /orst daar over een wrok tegen de vereenigde gewes, :en, en zogt der ftaaten vriendfchap niet meer. — NTaa het fluiten van deeze vrede begon de koop*  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 59 handel en zeevaart in Frankrijk zeer toe te neemen. Colbert en Louvois bevlijtigden zich om ftrijd, om 's konings roem te vermeerderen. Kunsten, wetenfchappen, befchaaftheid, en vermaak zaaten binnen Parijs op den throon. —- Doch Lodewijk de XIV, bezwangert gaande met wraak- en heerfchzugtige ontwerpen, kon het niet verduwen door de Akenfe vrede, in zijn" overwinningen geftuit te zijn. —- Het drievoudig verbond was hem in den weg, de verbreeking daar van opende voor hem weer een ruim veld; door zijn looze flaatkunde en omkoopinge, troonde hij Engeland en Zweeden niet alleen van ons af, maar wist ook Karel den II. met den keurvorft van Munster, in zijn belangens te krijgen, om-ons gemeene best aan te vallen, en ten deele te overmeesteren, gelijk wij in het volgende Hoofdftuk zien zullen. §. DCCXXXII. De Spaanfche koning Philips dc VI., een werkeloos vorst aan vermaaken verflaafr, tot ledigheid, overgegeven, en door vleiende hovelingen beftuurt,liet door zijn dood een kwijnend Rijk met een bedorve ftaatsbeftuur aan zijn minderjaarigen zoon Karel den II. naa. Deeze jonge vorst maar 4 jaaren oud zijnde, kwam het Rijl onder de beftuuring van de koningin, Maria Anna van Oostenrijk, moeder van den Spaanfche) koning. Als regentesfe onderwierp zij zich gehee aan den raad van- haar biegtvader Nitard, eei Hoogduitfch Jefuit, door haar aan het hoofd de Raads, en tot opper-Inquifhiemeester verheven XVII. HOOFDJT, VERVAL, S [ I  xvn. KOOFDSI VERVAL» < OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL s'Mans trots carafter blijkt uit zijn eigen zeggen, tegens een-der rijksgrooten, die hem met te weinig eerbied aanfprak. „ Het voegt u mij te eerbie33 digen, daar ik ten allen dagen uw God in mijne „ handen, en uwe koningin aan mijne voeten « heb." Het gevolg was ook dat onder deezen ftaatsdienaar alles verflimmerde, en de vijanden daar hun voordeel mee deeden; zo dat de heerfchzugtige Lodewijk zijngedaane belofte vergeetende, gewis zijn oogmerken zou bereikt hebben, indien hij door het fluiten van het drievoudig verbond daar in niet verhindert was. Voltai- 2 maakt ook SewaS van ee« heimelijk verdrag tusfchen de Hoven van Weenen en Frankrijk, dat zo dra de jonge vorst zonder kinderen kwam te fier. ven, de eerfle de Spaanfche throon, en de zde de Spaanfche Nederlanden tot zich zoude neemen. Ja! was de vrede buiten het Rijk herfleld,van binnen was Spanje verre van rust; de geestelijke rijksbeftuurder, vader Nitard, behandelde Don Jan van Oostenrijk, natuurlijken Zoon van Philips den IV., dien hij hadt behooren te ontzien, op een zeer flegte wijze, het gene gelegentheid gaf, dat deeze m een opftand Aragon en Cataknie vermeesterde, en de koningin dwong, haar biegtvader van het hof te verwijderen. Het Rijksbëftuur wierd /erdeeld, tusfchen de koningin en den prins, en rader Nitard als gezant naar Rome gezonden , laar hij de kardinaalshoed verkreeg, een poft, vaar toe hij beter gefchikt was, dan om een Rijk  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 6t te beftuuren, Geen wonder dat onder zoodanig een Rijksbeftuur, Lodewijk de XIV. van de Spaanfche zijde zo weinig tegenftand vond. §. DCCXXXHI. In Engeland was in dit tijdvak een groote rijksomwenteling gefchied. De gemeehebest regeëring vernietigd, en de gevlugte Karel de II. op zijn vaders throon geplaatft, en door het parlement een inkomen van 1200000 ponden fterlings toegelegt; een inkomen veel groo*' ter dan dat "van de voorigé vorsten, doch dat de koning door de meerdere uitgave ruim noodig had, wijl het onderhoud der vloote, en eenige andere kleinigheden,dat bevoorens 80000 ponden fterlings beliep, was vermeerderd tot 800000 pönden fterlings , hier door wierden de onderdaanen gedrukt, met ondraaglijke lasten, en zonder dat de vorsten voor hun zelve meerder inkomen hadden, want daar te vooren kleine legers en vlooten werden onderhouden, moest vervolgens die magt zo vergroot worden, datze de rijkdommen van den ftaat verflond. Het geestdrijvend en oproerig krijgsvolk* werd betaald, en afgedankt op 5000 man naa. De .koning herftelde het bisfchoppelijk kerkbeftuur in Engeland en Schotland. Bij een nieuw parlement verklaarde men dat al wie ondernam den koning gevangen te neemen, of af te zetten,aan de misdaad van hoog verraad zou fchuldig ^verklaard worden. De Presbyteriaanen moesten hardigheden verdragen, door welk gedrag het zaad van tweedragt levendig bleef. Schoon nu Karel de IL xvir. rlOOFDSTV VERVAL.  XVII. ïioofdst. Verval, < i < ( ( i \ I ( ( t - I &2 OPKOMST, VERVAL ËN-HERSTËL 4 ia de fchoole der tegenfpoeden opgevoed wa§4 wist hrj egter voor zich zeive er weinig nut uit te haaien, want op vermaaken verflingert, zo waren zijn inkomften niet toereikende voor zijn verkwisting, waarom hij om zijn fchulden te voldoen, naa dat de bruidfchat zijner koninginne, en noch 200000 rijksdaalders van Frankrijk daar toe verkregen, was ingeteerd, wierd hij door. behoefte genoodzaakt om Duinkerken voor 5 miljoen guldens aan Lodewijk den XIV, te verkoopen,— zeer tegen het genoegen der Engelfche natie.' —>. De Engelfche vorst die de vereenigde Nederlanden* om het bevoorens voorgevallene, en.de uitfluiting van den prins tot de ftadhoudcrlijke waardigheid, geen goed hart toedroeg, zo voede Frankrijk dit misnoegen, ten tinde Engeland noch wij ons niet terzetten zouden tegen deoogmerken van Lodewijk len XIV. op de Spaanfche Nederlanden. De -e meente in Engeland klaagde ook over onzen laat, meer uit jaloufie op onzen koophandel, ian om wettige redenen. Engeland zogt den ■orlog, en Frankrijk ftookte dit vuur aan om 0,1, mderhng te doen afmatten. De gantfche oorlojrs'erklaaring van Engeland was enkel ingerigt om ons 'oor de aanvallers te verklaaren, ten einde onze .ondgenooten buiten verpligting zouden blijven, •ra ons bij te liaan. Bloedig en fchaadelijk was de orlog aan weerskanten, doch de zwaare pestzicke, en brand binnen Londen, gevoegd bij de fchae op Chattam door de onze hun toegebragt, en de  DÉR VËRËËNlÖDE NEDERLANDEN, .63 greinige voordeden bij deezen oorlog behaald, deeden de Engelfchen zoo wel als de Nederlanders naa de vreede verlangen. Dezelve gefiooten zijnde, zoo begon men in dat Rijk de oogen te openen voor de aanwasfende magt van Lodewyk dén XIV., het geene aanleiding gaf tot het fluiten van het bekende drievoudig verbond zeer met genoegen der Engelfche natie. < De onlusten over den Godsdienst in Engeland, gaven 'geduurlg voedzel aan Rijksonlusten. Karel de II. had weinig gezag, en het volk was over het 'algemeen niet zeer te vreede met zijn regeering. Geen goede fchikking op zijn zaaken houdende, had hij fteeds geld noodig. Het parlement fchoot weinig geld om hem de handen te binden: dit een en ander deed hem fmaak krijgen om een willekeurig gebied in te voe^ ren. Zijn vijf nieuwe ftaatsdienaars die zijn geheimen raad uitmaakten,en aan welke men den naam van Cabal gaf, fterkten hem zekerlijk daar in. • Van hun kwam waarfchijnlijk het ontwerp, om zich tot dat einde met Frankrijk te verbinden, ea den Roomfchen Godsdienst in te voeren, welk de hertog van York (de vermoedelijke erfgenaam der kroon) had omhelsd. Hierom flaagdë Lodewyk de XIV. aan dit bedorven hof ook beter daffi bij den ftaat, om Engeland niet alleen van het drievoudig verbond af te trekken, maar om Karel zelfs over te haaien tot'een oorlog tegen de Nederlanders, volgens het plan van verdeeling onderling tusfchen hun beide gemaakt. •xvn, HOOFDSI VERVAL,  XVII. HoOFDST, VERVAL. 64 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL §. DCCXXXIV. Dit vooraf ingezien hebbend?? komen wij dus tot het flaatkündig gedrag van de Vereenigde gewesten in dit tijdvak. . Schoon de prins in ons gemeenebest ten dien tijde geen het minste gezag bekleede, zoo had die jonge vorst nogthans zijn lievelingen onder de geestelijkheid, en het volk. Ja! zelfs verfcheide gewesten hadden hem gaarne tot de waardigheden zijner voorVaderen verheeven gezien; doch Holland door zijn vermogende invloed op de generaliteit , wist dit niet alleen te verfchuiven, maar zelf door het eeuwig Edift de militaire waardigheden van het Hadhouderfchap af te zonderen. De prins, neef van koning Karel zijnde, zo zogt die vorst de verheffing van den prins op allerlei wijze te bevorderen , — daar Frankrijk aan den anderen kant Holland en den aanhang van de Witt de hand boven het hoofd hield, om den prins te weeren,als vertrouwende dat door de verheffing van den prins, wij ons te vast aan Engeland zouden verbinden, en dus hem hinderlijk zouden weezen in zijn ftaatkun- dige oogmerken. Hierom was het Lodewijk de XIV. zijn belang, om door dit middel de En- gelfche van ons te verwijderen. Deeze twee verfchillende oogmerken van Engeland en Frank* rijk, hadden ook veel invloed op de algemeene ftaatsvergaderinge, en de befluiten van elk ge- ivest. Doch vervolgens Lodewijk de.XIV. Engeland van ons afgetrokken en zich met dat Rijk verbonden hebbende, zoo bekreunde die vorst  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 65 vorst zich niet meer aan de vriendfchap der vereenigde gewesten, en was zelfs op de Witt zeer verbittert over zijn gehouden gedrag in de triple Alliantie. De Witt, een ftaatsman vanon- gemeene kundigheden, beftuurde even als Oldenbarneveld de meeste fteden en ftaaten van Holland; door zijn fijn vernuft hadt hij zichnoodzaakelijk gemaakt bij zijn heeren en meesters, en van wier gezag in de generaliteit hij het regte gebruik tot bereiking zijner oogmerken wist te maaken. Deeze groote ftaatsman was zeker geen vriend van het huis vanOrange, alsoordeelende,dathet gemeenebest zonder ftadhouder geregeert kon worden, het bij zijn tijd voorgevallene gedrag van Willem den II., diende juist tot zijn doelwit, om de ftadhouderlijke regeering bij deregenten in minachting te brengen. Schoon hij nu wel voorzag, dat deprins in tijd en wijlen tot eenige hooger waardigheden verheven ftond te worden, fchoof hij dit geduurig op de lange baan, en bewerkte het eeuwig edict, om dus de ftadhouders van de militaire magt, of het beftuur der regeering te ontzetten. Hier door hield hij zich verzekert, dat door deeze fplitzing van magt, er geen .nadeelig gebruik van die hoo- ge waardigheden kon worden gemaakt. Doch de ondervinding deedt maar al te wel zien, dat deeze ftaatsregeering van gelijke aan groote misb'-uiken onderhevig was. —— De minachting aan Karel den II. beweezen, toen hij vlugtende omzworf, en het ondankbaar gedrag omtrent het IV. Deel, E XVH. Hoovdst. verval.  XVI. HoOFDST, VERVAL. 3 i t 1 v % c t 1 f i 66 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL huis van Orange, waren wel de voornaame oorzaaken, dat wij met Engeland in oorlog raakten. De gedaane belofte van de Witt §. 679 uit naam der ftaaten aan koning Karel den II., bleek bij de uitkomst niet ter goeder trouwe te zijn gedaan, wanthet is meer dan waarfchijnlijk, dat, indien men dezelve hadt naagekomen, wij nimmer met Enge. land in oorlog zouden gekomen zijn; Daar intusfchen deeze oorlog, voor beide volken van de allerfchadelijkfte gevolgen was, en maar diende ter begunftiging der geheime oogmerken van Lodewijk den XIV. In het vredes verdrag met Portugal en den ftaat §. 681. ftraalt ook genoeg eigen belang van Engeland door,, fchoon het ook aan den anderen kant ons niet geraaden was, in die gevaarlijke omftandigheden van Europa, een oorlog te voeren in een ander waerelddeel. §. DCCXXXV. Zeer omzichtig moesten de taaten zich gedragen in het handelen over de te luitene verbonden met Engeland, Frankrijk, en 'panje, ieder deezer vorsten hadt zijn bijzondere elangens. Het was genoeg bekent wat oogmer:en Lodewijk deXIV. hadt: floot de ftaat een srbond van onderlinge befcherming met Spanje, raar toe dat Rijk zeer genegen fcheen, dan vreese men niet zonder grond, dat Frankrijks wrok omrent de Nederlanden noch meer zou toeneemen, e meer wijl dat Rijk zich op de koophandel en ibrieken zoodaanig toelei, dat het zedert een geuime tijd op allerhande wegen dezelve tragte  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN- 6f uitte breiden, en onzen handel lastig en bezwaarlijk maakte. Lodewijks heerszuchtige oogmerken waren niet alleen om het huis van Oostenrijk te vemeederen, maar zelfs om die kroon in zijn Rijk in te lijven, of ten minsten dezelve aan zijn genacht te bezorgen; hier door was die heerszuchtige vorst dan de grootfte en magtigfte monarch van Europa: die vorst bediende zich van de ftaatkunde der Romeinen j om alle bondgenootfchappen tegen hun ingerigt, door list öf geweld te vcrbreeken. Zijn ontwerpen waren zonder einde. Hij wilde zo het fcheen Alëxander den Grootén naaftreven in overwinningen» Van daar, dat de ftaaten zo veel gevaar zaagen om de Spaanfche Nederlanden in Franfche handen te zien vallen 3 want daar door hadt hij gelegentheid om de Schelde weer te openen tot groote fchadc van onzen koophandel , en was men bedugt, dat hij vervolgens zelfs eifch op de vereenigde gewesten zou maaken. De fchrandere de Witt, die door listige onderhandelingen, agter het geheim van LodëwijkS oogmerken gekomen was, floot wel een verbond met. Frankrijk van onderlinge befcherming, en eenige bspaalinge op de koophandel en fcheepvaart, §„ 682.maar Karel wel weetende,dathoenaauwer wij ons met dat Rijk verbonden, hoe onwaarfchijnlijker de verheffing van den prins wierd, Was daarom zeer geltöord op den ftaat. Die vorst voorZag wel, dat zo lang de aanhang van de Wiït de everhand hadt, hij weinig verzeekering kon heb* E % XVIti HoOFDST. VERVAT,,!  XVIT. HOOFDST. VERVAL. | J c ] 68 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ben van de vrindfchap der vereenigde Nederlanden. Voorzichtig was het daarom geweest, dit ongenoegen voor te komen, dan had men op de naakoming van het verbond met Engeland. §. DCLXXXIX. meer ftaat kunnen maaken. - Zich in de gefchillen van den bisfchop met zijne ftad Munster in telaaten, bleek ook van agteren, dat voor den ftaat van zeer nadeelige gevolgen was. Het is niet overeenkomstig met den aart van een gemeenebest regeering, zich het regt van fcheidsman aan te maatigen over gefchillen buiten onzen ftaat, . zulks wil beter van groote koningen of vorsten gedoogd worden. Engeland in oorlog komende, bediende zich ook van die geleegentheid, om den bisfchop van Munster regens ons op te hitzen, als wel bewust zijnde, dat onze landmagt in de beste ftaat niet was. §• DCCXXXVI. Maar opmerkelijk is het, en zeer tot eer van der ftaaten oplettenheid, dat zij, ;oo draa Engeland de vijandlijkheden had begonien, den invoer van alle Engelfche waar en verbooden, ;n orde fielden op den handel van onzijdige of bondgenooten op dat Rijk, §. DCXCII. Het vertier Ier Engelfche koopwaaren op deeze landen was sedert een geruimen tijd fterk aangewasfen, duidende ambagtslieden en andere leefden in Engeland ran deeze voordeden, en door welk verbod men at Rijk in zijn hartader aantastte, zoo dat de koling wel genoodzaakt wierd, (om zijn volk genoe;en te geeven) vreede met ons te maaken. Een  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 6$. blijk hoe men door een wel ingerigt ftaatkundig gedrag zijn vijanden meenigmaal meerder fchadens toebrengt, dan door de roemrijkfte overwinninge met de wapenen. Geen raad van eigen belang der kooplieden op dat Rijk, maar het algemeen belang des vaderlands, was de drijfveer die de ftaaten tot dit befluit bewoogen. §. DCCXXXVII. Schoon nu Frankrijk, om de verheffing van het Orangehuis te keeren, daar men in ons land fterk aan werkte, den oorlog aan Engeland verklaarde, zoo was zijn Zcemagt noch niet tot dat aanzien gekoomen om ons groote onderftand ter Zee te kunnen geeven; Lodewijk de XIV. zogt zulks ook niet; neen! hoe meer wij ons onderling afmatten, en verzwakten, hoe minder tegenftand hij dan van Engeland of den ftaat in de uitvoering zijner oogmerken te wagten had. Inmiddels overleed de Spaanfche koning Philips de IV. en het gelukte den ftaat, verdraagen van onderlinge befchermingmet den koning van Benemarken, en der keurvorst van Brandenburg en Lunenburg te fluiten', zeer tegen den zin van Frankrijk, als ingerigt zijnde om den aanwas van Lodewijks gezag te beteugelen en welk verbond den naam van quadruple alliantit verkreeg. Frankrijk wilde er deel in neemen, tot dekking van zich zeiven, zoo Zweeden er in kwam, om dat men het huis van Oostenrijk had afgeweezen, maar Zweeden om Denemarkens wille er uit blijvende , zoo bleef ook Frankrijk uit het zelve E 3 XVII. HOOFDST. VERVAL.  XVII. Hdofdst, verval» 7® ©PKOMST, VERVAL EN HERSTEL verbond. De bevinding heeft ook doen zien, dat die verdrag van geen gevolg geweest is. §. DCCXXXVIII. Eindelijk begon Frankrijk zijn ontwerp op de Spaanfche Nederlanden uit te voeren, toen zogt Spanje ten eersten hulp bij den ftaat , doch die zij niet dorsten geeven, om den Franfchen koning niet te vertoornen, te meer wijl het Spaanfche Rijk flegt beftuurd en magteloos in zich zeiven was. Wat keus nu te doen! de wapenen op te vatten, dan ftonden wij een flagtoffer van Lodewjjks wraake te worden! dierhalven befloot men om door verbonden zich te verfterken, en een tegenwigt van magt op te werpen, welke in ftaat was om Frankrijks oogmerken te fluiten , en om verder met onderhandelingen Lodewijk tot infchikkelijkheid te beweegen, waar toe Spanje zelfs nietongeneegen fcheen. De fchrandere ftaatsman de Witt wist door een fijn beleid van aanhoudende onderhandelinge, de Franfche wapenen ten declen te ftuiten, beloften doende van zich aan de zijde van Frankrijk te voegen, zoo Spanje zich niet fchikkelijk in deezen beroonde, wijl hij midlerwijl in het geheim werkte om met Engeland, Zweeden, ep eenige Duitfche vorsten verbintenisfen aan te gaan, en zich intusfehen wapende, doch welk laatfte door het twisten over het aanftellen van een veldmaarfchalkzeer langzaam voortging, Ja! Holland geen kans ziende om de andere gewesten, volkomen inzjjn belangens te krijgen, tegen het Oran,-.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 71 gehuis, bragt voor haar provincie dat vermaarde eeuwig edict §. DCCX. in de waereld. —- Ieder was verbaasd over deeze ftap, Zeeland en andere gewesten waren daar zeer misnoegd over. De jonge vorst zag zich nu voor altoos verftooken var het ftadhouderfchap van Holland, het voornaamfte der gewesten, 's Prinfen lievelingen zetten hiei ook een wrok over op de Witt, die bij laater tijc van bittere gevolgen voor hem geweest is. Ja! door dit gedrag verwijderde men zich hoe langer hoe meer van Engeland, — daar het de ftaatkundige belangens van die tijden noodzaakelijk vor derden, om de gunst van Engeland te zoeken, zoc menzich wilde mee kragt tegen Lodewijks heersch- zuchtige oogmerken verzetten. Een blijk hot de grootfte ftaatsmannen wel eens misflagèn kun nen begaan, die men van agteren ziet, dat heillooz gevolgen voor het vaderland hebben. §. DCCXXXIX. Het Engelfche minifterie, doogen geopend wordende,in het gedrag vanFrank rijk, deeden daarop zelfs aanzoeken bij den ftaat tot een verdeedigend verbond, en waarvan de ge heime punten ingerigt waren, om Frankrijk (de noods ) met de wapenen in zijn heerszuchtige oog merken te fruiten. Zweeden zich hier bij voegen de, zoo kreeg zulks den naam van het drievou dig verbond. Op zeer verkeerde gronde heeft men de Witt bij vervolg van tijd befchul digd, dat hij Franjch gezint was, ditgantfche drie voudig verbond, meest door hem ontworpen,be E 4. XVII. HoOFDST. VERVAL. > s 3  xvii. HoOFDST VERVAL. I < 1 ( j 7^ opkomst, verval en herstel . wijst het tegendeel. Ja! men gaat ook te verre, als men wil ftellen, dat Karel de II. hier toe getreeden is, om Holland m oorlog tegen Frankrijk te helpen, ten einde door dien weg des prin- ien bevordering te bewerken. Doch dit is zeker, dat dit verbond Frankrijk grootelijks mishaagde, om dat hij daardoor genoodzaakt was,de vrede van Aken met Spanje te fluiten. Om ftaatkundige redenen liet dit laatstgenoemde Rijk eenige plaatzen in 't hart van 't land gelegen, in Franfche handen, als wel overtuigd zijnde, dat wij op ue minste beweging der Franfche wapenen,dan met dat Rijfcin oorlog moesten komen. §• DCCXL. In zulk een haggelïjk tijdsgewrigt, tegen alle gedaane beloften aan , des prinfen bevordering te weeren, daar die vorst nu 18 jaaren oud was geworden, — dit gedrag van Holland was regt de weg om den wrok van koning Karel op de Nederlanden nieuw voedzel te ge ven. Wat onpartijdig menfch kan dat billüken? Maar dat noch erger van die provincie was, in zulk een tijd tegen het gevoelen der andere gewesten, de landmagt van 70000 man tot omtrent 30000 man vermindert, te willen hebben, en dit net naar de zin kunnende krijgen, het volk dat loor Holland betaald werdt op eigen gezag van he provincie af te danken. Was dit gedrag net ftnjdig tegens de grondregelen van een goele ftaatkunde! men wist dar de heerszuchtige odewijk de XIV. niet alleen op de vereenigde  der vereenigde nederlanden. 73 gewesten, maar zelfs op den aanhang van de Witt ter oorzaake van dit drievoudig verbond, ten ui- terften gebelgd was. Koning Karel hadt men een nieuw misnoegen gegeven omtrent den prins. —Met Zweeden was, wel is waar, zoo het fcheen, de vriendfchap bijgelegd, maar was die onverbreekbaar ? — Zich te ontwapenen,daar de zwaarden van rondsomme zijn uitgetoogen , ftreed tegen de regelen van voorzichtigheid. Hoe is 't mogelijk, dat zoo een fchrander ftaatsman als de Witt, in dit opzicht zoo kon dwaalen in zijn begrippen! 't Is waar ! hij vertrouwde op het drievoudig verbond , en op de verfterking van het zelve met andere vorsten; dat tegenwigc van magt merkte hij aan, als het bolwerk van 's Lands befcherming. Maar kon zijn fchrander brein de zwakheid daar niet van merken; zou die heerschzugtige Lodewijk nu ftil zitten? vorderde zijn eigen belang niet om te arbeiden tot verbreeking van dit verbond ? Was op koning Karel wel te vertrou- wen; al fchoon dit verbond tot groot genoegen der Engelfche natie geflooten was? Die vorst door zijn noodelooze verkwisting altoos geld gebrek hebbende, zoo kon het Franfche goud aan dat bedorven hof veel te weeg brengen. Met Zweeden heeft het van agteren ook gebleeken, dat hun vriendfchap te onswaarts niet oprecht was. §. DCCXLI. Als wij dus onbevooroordeeld , ons ftaatkundig gedrag met opzicht tot het drievoudig verbond in zijn regte verband inzien, en E 5 xVii. HOOFDST. VERVAL.  XVII. HoOFDST. VERVAL. 74 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL voor- en nadeelen tegen elkander wikken en weegen , — dan heeft de bevinding geleert, dat wij met dat fijn uitgedagt verbond van onderlinge befcherming op den oever van onzen ondergang gebragt wierden. Neen! de droevige ervaaring heeft maar al te veel doen zien , dat de verbonden der vorsten juist zoo lange naagekomen worden , als hun eigen belang het vordert.— De vorsten en groote monarchen, geen regters boven hun kennende, onderwerpen zij zich niet aan de goede trouw en grondregelen van zedekunde. Dat waare kompas van 's menfchen daaden, heeftin deftaatkunde zoo oneindig veel miswijzingen, dat de fchranderfte vernuften geen zekere regelen daar toe kunnen opgeeven. -.— Het best is, zich te fchikken naar tijdsomftandigheden, en twee kwaade ontdekkende , het ligtfte te kiezen. Doch een aan- dagtig befchouwer onzer gefchiedenisfen zou nu kunnen vraagen, wat wel het beste voor ons in dat haggelijke tijdsgewricht geweest was? Maar om in onze oordeelvellinge niet te dwaalen, moeten wij alvoorens wel deegelijk onze ftaatsbelangens — voor, — en naa de Munsterfche vreede van eikanderen onderfcheiden. • Voor de beves¬ tiging van ons gemeenebest vorderde ons belang om onzen algemeenen vijand zoo veel afbreuk te doen als mogelijk was, en dus waren alle verbintenisfen tot onderlinge befcherming met andere volken tegen Spanje voordeelig voor onzen ftaat, om dat door dien weg wij des te eerder kans hadden,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 75 van door onzen vijand voor één onaf hangüjk volk erkend te worden. -— Maar naa de Munsterfche vreede wierd ons ftaatsgeftel van een andere naT tuur. Het belang des koophandels als de zenuw van den ftaat, vorderde vreede en vriendfchap met alle volken; wij hadden nu geen vijand meer, en zogten niet om onzen ftaat door overwinninge uit te breiden, dierhalven waren alle verbonden van vriendfchap, en onderlinge koophandel , nuttig en voordeelig voor ons gemeenebest. Doch alzoo wij vreede en geen oorlog zogten, was het onze zaak niet, om verbonden van onderlinge befcherining met andere volken aan te gaan , om reden gelijk de bevinding geleerd heeft, dat andere vorsten, die zulks tot hun nadeel oordeelden te zijn , ons daarom benijdden en nadeel toebragten. — Waaromme wij befluiten, om dat wij van twee kwaade, doch eenmoeslen kiezen, dat hetvoorzichtiger voor ons geweest was, dat wij c\e onzijdigheid ah het ligtjle kwaad hadden gekoozen! — De vijand waste gedugt, en had alreeeenwrokop ons gezet, waarom die wonden op nieuws geopent? beter was het, zulks aan andere vorsten over te laaten. Het kwaad dat hier uit voor ons te dugten ftond, was grooter dan de voordeden daar uit te wagten. — Het belang van Frankrijks koophandel liet niet toe om ons Land te overmeesteren». De voordeelige balans var koophandel gaf Lodewijk beftendiger voordeden voor zijn Rijk, dan dat hij ons Land onder zijn icepter onderworpen gemaakt had, want dan zou XVII. HOOFDST. VERVAL»  XVII. HoOFDST. VSRVAL. 1 1 l t 76" OPKOMST) VERVAL EN HERSTEL koophandel en welvaard verhopende, hem niets dan een arm land overgelaaten hebben, waar van een groot deel niet waardig was geweest bewoond te worden. Ja! had men niet beter gedaan, om door zagte en toegeevelijke middelen Frankrijk te beweegen, tot zulke verbonden, waar door wij voorfchadens gedekt, en onze vrees weggenomen wierd, en tot het welke zich Lodewijk ongetwijfeld zou hebben laaten overhaalen , om dat het zijn eigen belang vorderde. Want wat nadee- len ons de verbonden van befcherming hebben toegebragt, blijkt aan Zweeden en meer andere; waarom toonde dat Rijk zich zoo agterhoudent, om met ons vriendfchap te maaken, en verbrak dezelve gemaakt hebbende weer zoo fchielijk, met belofte zelfs van Frankrijk tegens ons te helpen;immers was zulks waarfchijnlijk, om dat wij te fooren met Denemarken een verbond van befcher. ning tegens hemgeflooten, en zelfs beoorlogd hadJen. Dit vergeeten de vorsten zoo ligt niet, voor d als de listige ftaatkunde, dat alree gefmoorde mm met een gonde blaasbalg verleevendigt. De vijandlijkheden die wij alree gehad en vervolgens noch nader kreegen, met de keurvorsten van 'Ceulen en Munster, fprooten mee uit hulp van ons tan hunne vijanden beweezen, en de haat van den :rotfen Lodewijk den XIV. kwam mee al uit dien elfden grond, wijl wij de voornaamfte vorsten tegen em in 't harnas joegen. Ja! laaten wij eens ^bevooroordeeld, alle de voor. en nadeden,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. ~7 welke ons Land in vroeger en laater tijdvakken, uit de verbonden van befcherming getrokken hebben, tegens elkander opweegen, dan zullen wij pei ilot bevinden, dat wij door dezelve in veele fchadelijke oorlogen zijn gewikkeld, die 's Lands fchatkisten met fchulden belaaden, en de welvaart ter grootften deele verbannen hebben. Daar bij, zoo heeft de bevinding van laatere tijden ons geleerd, dat onze koophandel het meeste gebloek heeft, als Engeland, Frankrijk en Spanje met elkanderen oorloogden, en wij onzijdig bleeven, (vooi ai wanneer wij onze koophandel de noodige befcherming verleenden). Maar ! zal men zeggen wat zou het met ons Land worden, indien wij zon der vrienden of bondgenooten ons Land tegen; heerschzuchtige vijanden befchermen moesten. Ik antwoordde daar op, dat de gefchiedenisfe ii de Spaanfche oorlog ons geleerd heeft, dat een ge oeffende Land- en Zeemagt, toen wij naa Lyces ters tijd weinig of geen hulp van Engeland o Frankrijk meer hadden, ons wel kon beveiligen te gen het magtig Spanje, hoeveel te meer, al wij altoos een gedugte Zeemagt hadden, om onzi koopvaardij te befchermen, dit isonsbelang: die te laaten vervallen , is het bederf van onzei koophandel. Voor vijanden te land hebbel wij minder te vreezen, indien wij ons maar onzij dig houden. — Neen! naa dat het ftelzel de: evenwigten van magten in Europa ftand heeft ge greepen ,zou geen der vorsten dulden , dat wij ter XVIJ. Hoofd « verval. I t' l l  7 8 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL XVII. hoofdst. Verval, i ] t < prooijen van deezen of geenen vorst wierden, die aanwas van magt zou de balans veranderen, en andere vorsten hun belang doen worden, zich daar tegen te verzetten. Doch niet dat ik hier door wil te kennen geeven, dat de landmacht onnut is, dit zij verre van mij. De vermeerdering der landtroepen, zedert het tijdperk van Lodewijk denXlV. meest bij alle vorsten naagevolgd, maakt-zulks ten deelen noodzaakelijk, maar tot in hoe. verre die vermeerdering weder bij ons nadeelig is, zal ik bij laatere tijdvakken op zijn plaats toonen. §. DCCXLIL Naa het fluiten van het drievoudig verbond was Frankrijk in zijn inzichten omtrent ons gemeencbest geheel veranderd, zijn gantfche plan liep daar heen, om zich met Engeland tegen den ftaat te verbinden. De Witt was om het drievoudig verbond geheel in ongunst bij den koning geraakt. De partijfchap tegen het huis van Omige liet Frankrijk varen, zodra koning Karei. tot de belangens van Lodewijk was overgehaald, toen bekreunde hij zich niet meer aan onze vriendchap. Een blijk hoe weinig ftaat men maaken kan op de ontwerpen der ftaats kabinetten. — De weerglazen van ftaat, ftaan meest op verander- lijk, en zelden op beftendig. Indien men Lók dewijks gedrag met opzicht tot ons nagaat, en 10e listig en bedriegelijk hij Zweeden van ons afroonde,en met en benevens Karel, tegen den zin Ier Engelfche natie, in zijn belangens kreeg, dan noet men bekennen, dat die andcrzints groote vorst  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 79 omtrent ons alle eerlijkheid fcheen verbannen te hebben. ■ Het gedrag van Karel was niet minder liegt, gebruikende zelfs de onderftand gelden van 't parlement gegeven tot onderfteuning van het drievoudig verbond om onzen ftaat te be« oorlogen. —- Zijn bedrieglijk gedrag dorst hij zelfs voor zijn eige natie niet ontdekken. > Ongelukkig voor het menfchdom daar zulke vorsten den throon bekleeden. Wat ftaat is er o,p de heiligde verbonden te maaken, zoo eerlooze mi- nifters der vorsten oor en hart beftuuren. • Akelig was de toeftand van ons vaderland in die tijdsomftandigheden, verlaaten van vrienden en bondgenooten, ongewapend te land, en traag en on» eenigopdatftuk,detwec magtigfte vorsten van Europa tegen ons in de wapenen te zien, wagtende maar op gelegentheid om een voorwendzel tot oorlog te vinden, en die zij naa lang zoeken mee onze koophandel te bczwaaren, en ons gedrag daar tegen §. DCCXXIII. gelijk ook met het niet eerbiedigen hunner vlag, en meer andere beuzelingen §. DCCXXVIII. eindelijk vinden. Doch wij. zullen vervolgens zien, hoe hij die hooger dan de hoogen is,en die de raderen der bijzondere voorzienigheid beftuurt, ons land verloste door middelman onze oude vijanden en nieuwe bondgenooten. Wonderlijke omkeer van gebeurtenisfe? dat zelfde huis van Oostenrijk, tegens welke wij 80 jaaren voor deezen geoorlogd hadden, werd ver- XVII. HOOFDST. VERVAL.  XVII. HOOFDST. VERVAL. 80 OPKOMST, VERVAL, EN HERSTEL volgens met andere Duitfche vorsten de verlosfers van ons vaderland. §. DCCXLIII. Doch eer ik deeze aanmerkinge eindige, zal het noodig zijn om den ftaat van onzen koophandel, en al het gene daar toebehoort, eerst kortelijk in te zien. Indien wij de me- dedinging van Frankrijk in den koophandel,en den invoer van Franfche koopwaaren hier te lande, welke men op 40 miljoenen s'jaars fchatte , nagaat, dan blijkt, dat wij juist met dat Rijk geen voordeelige balans van koophandel hadden, doch die nadeel wierd weder eenigzints vergoed, door onzen handel op andere gewesten. Op Portugal was onze koophandel zeer bloeiende en voordeelig, en fchoon wij volgens vredens verdrag wel de vrijheid hadden op Brazilië te handelen, zoo vonden de onze meer voordeel van die vaart af te zien, en te Lisbon te brengen Oosterfche en Noordfche waaren, graanen, wolle, zijde ftoffen, lij waaten en manufactuuren; en alle andere waaren welke Portugal voor zijn Rijk en volkplantingen noodig hadt, Doch wijl door de vrede met Engeland, de bekende afte van fcheepvaart in ftand bleef, en wij maar eenige kleine voorrechten bekwaamen, omtrent de goederen die langs de rivieren uit Duüfchland ons toegevoert werden, en die wij weder naa Engeland bragten, zoo kon onze vragtvaart door de mededinging der Engelfche zoo bloeiend niet weezen dan voorheen. De lasten in  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 8l 5n Frankrijk op onze koopwaarcn , gaf ook een groote ftuiting van onzen handel op dat Rijk. Maar hier tegen bloeide weer de handel op Spanje en de Levant. Onze papiermakerijen kwaa- men tot zulk een volmaaktheid, daf ons papier in Europa de voorrang kreeg. De negotie in conunisjie en fpeculatie nam ook merkelijk toe, om dat bij ons meer dan elders alles tot de minste prijzen te krijgen was. Veelheid van gereed geld, en laagen interest voor het gebruik van dien, verfchafte een goede winst, te meer wijl onze kooplieden met een geringe winst te vrede waren, doch die door het aanhoudent en fpoedig vertier hunner koopwaaren evenwel van groot aanbelang wierdt.—De oostindifche maatfchappij breide ook haar han-del meer en meer uit, en floot voordeelige verbonden van koophandel met de Oosterfche vorsten. Uit de veelheid van contant geld is weder de voordeelige handel in dewisfels, bank- en kas-geld voortgefprooten, waardoor de onze de voornaamfte kasfiers van geheel Europa zijn geworden. — Het crediet welke de wisfelbank van Amjlerdam heeft verkregen, doordien de ftad inftond voor al het gene er ingebragt werd, en dat al wat daar in kom,t, vrij is van handoplegging, volgens oftroi der ftaaten van Holland van den jaare 1660, zoo is dezelve bank tot een bewaar-plaats geworden van onnoemlijke fchatten , die zoo wel vreemdelingen als inboorlingen daar veilig vertrouwen , want niet alleen gemunt in- en uitlands-geld, IV. Deel. F XVII. [lool'DST. VERVAL.  XVII. HOOFDST. VERVAL. 152 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL maar ook goud en zilver in ftaven of klompen word aldaar ontvangen. . Het gerief dat dezelve aan de koophandel toebrengt, is onfchatbaar, wijl de uitlandfche kooplieden hier voor hun vreemde munten, met een gering verlies zich van 't benoodigdegeld kunnen voorzien, zonder bloot gefield te zijn aan een buite, gewoone fleigering der munt. Het bankgeld is ook meerder waardig dan het kasgeld , om reden dat de wisfels daar op getrokken van meerder crediet zijn, alsmede dat men het gemak heeft van allerhande munten te kunnen krijgen,gelijk ook dat zij vrij zijn van alle handoplegging, en de kapitaalen verzekert zijn voor dieverijen of andere ongelukken. Wat veranderingen vervolgens onze handwerken en fabrieken hebben ondergaan, en hoe veele van die, door de verzwaarde impoiitien en daar uit fpruitende hooger werkloonen, tot verval zijn gekomen, en welke nieuwe takken van koophandel zich bij ons gevestigd hebben, zal ik op zijn plaats nader aanwijzen. Doch uit dit een en ander aangehaalde is genoeg blijkbaar, dat indien men alle voor en nadeelen in dit tijdvak tegen elkander wikt en weegt, de algemeene welvaart eerder af- dan toegenomen moet weezen:  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 8$ ACHT1ENDE HOOFDSTUK. Van den jaare 1672. tot de vreede van Nieuw* megen in den jaare 1678. §. DCGXLIV. IVÏet den aanvang des jaars ontdekte het zich al, dat de keurvorst van Keulen en de bisfchop van Munster de wapenen tegen den ftaat zouden pp vatten; zij wilden zelfs regt zoeken, het geene zij voorgaaven dat hun in den Haag geweigertwierd. — De Franfche hulpbenden trokken ook naar het Keulfche en het Munsterfche. In Frankrijk maakte men een vloot van 60 fchepen , en zoo men voorgaf een leger van 200000 man in gereedheid. — Men iloeg ook in dat Rijk fchampere penningen, op onzen ondergang doelende, en onze ambasfadeur de Groot vertrok naa huis. §. DCCXLV. .Op een en denzelfden dag verklaarden Frankrijk en Engeland den oorlog aan den. ftaat. De redenen die Lodewijk de XIV. daar toe voorgaf, waren, „ dat hij, zedert eenigen tijd, j, misnoegd geweest zijnde, over het gedrag, welk „ de ftaaten der vereenigde Nederlanden, ten zij- nen opzichte,gehouden hadden ;zijn misnoegen, „ zonder krenkinge van zijnen roem, niet langer F 4 XVTIL HOOFDST» VERVAL. I672. Voorbereidzels tot oorlog. 3orlogs rerklaa'ing vart Frankrijk mn den laat,  xvin. HoOFDST VERVAL. Oorlogs verklaring van Enge lam S4 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ,, ontveinfen kon: waarom hij, beflooten en va'st' gefteld hebbende, hun den oorlog aan te doen, aan de krijgsoverften te water en te lande be„ val, dit zijn befluit ter uitvoeringe te doen bren„ gen, te gelijk zijnen onderdaanen allen handel 5, met de vereenigde gewesten verbiedende , en ,, alle vrijgeleiden, ftrijdig met deeze verklaaring, ,, intrekkende." Maar Grootbrittanje gaf voor, „ dat hij door denuiterften noodde wapenen had op'• „ gevat, zeggende: dat hij terftondnaa zijne her,, ftellingop den throon, zijn best gedaan had,om ,, een vast verbond te fluiten met de ftaaten, met „ voorneemen om het van zijnen kant heiliglijk te houden. Doch, al van 't jaar 1664. af, had hem „ 't parlement geklaagd, dat zijne onderdaanen , „ in de Indien voor de verongelijkingen en ver3, drukkingen der Nederlanderen bloot gefteld „ waren; waar van, door minzaame onderhande„ ling, geene vergoeding te bekomen was. Hier 3, op was de oorlog gevolgd, die, met de Breda„ fche vreede des jaars 1667. geëindigt was. Doch ,, deeze vreede was maar pas geflooten, of zij „ werd gefchonden door de ftaaten, die, in plaats „ van een behoorlijk verdrag te maaken, op den ,, handel in Oostindie, voortgingen in de gewoon,, .lijke verdrukkingen des Engelfchen koophandels 5, aldaar. De koning had hun Surinamen te rug „ gegeeven, en zij weigerden de Engelfchen, die ,, zich aldaar onthielden, verlof, om met hunne „ goederen de volkplanting te verlaaten. Naa twee  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. $5 „ jaaren handelens, had de Engelfche ambasfadeur , eindelijk die verlof verkreegen; doch men wist het, door een tegën bevel, vrugteloos te maaken, ,, zoo dat de Engelfchen alleenlijk eenigen van de ,, armfte huisgezinnen uit Surinamen hadden kon,, nen voeren, 's Konings onderdaanen waren niet „ flegts verongelijkt; maar men had zich niet ontzien, 's konings perfoon te befchimpen , door ,, fchilderijen , gedenkpenningen en opfchriften, waar mede fchier alle de fteden pronkten. Men had , in den voorleeden zomer , het regt der „ vlagge, een der oudfte voorregten van 's konings ,, voorzaaten, openlijk gefchonden, en zulk be,, drijf, daar naa, noch verdeedigd in den Haage, ,, het koninglijk regt, daar en boven, als onge„ grond ten toon Hellende, aan vreemde hoven. ,, In plaats van hem hier op voldoening te geeven, had men gezogt den koning van Frankrijk tegen „ hem op te ftooken. Eindelijk had men 's konitgs ambasfadeur een papier willen ter hand ,, ftellen, waar in men aanbood voor's konings „ fchepen te ftrijken , mits hij hier uit geen ges, volg trok, ten nadeele van den vrijen handel, ,, en den ftaat tegen Frankrijk bijftoÉfcl. De bui„ tengewoone ambasfadeur, door hen, zedert, ,, naar Engeland gezonden, had verklaard, niet ,, meertekonnenuitbieden; voor dat hij zijnen mecs,, teren nader gefchreeven zou hebben. De koning dan, wanhoopende aan eenen goeden uit,, flag van verdere handelinge, had zich genoodF 3 »1 XVÏÏT. HOOFDST. VERVAL.  XVIII. HOOFDST. VERVAL, %6 OPKOMST-, VERVAL EN HERSTEL „ zaakt gezien, de wapenen op te neemen, en s, de ftaaten den oorlog te verklaaren ; gelijk hij „ bij deezen deed. Hij verbood, wijders, allen „ handel met de ingezeetenen der vereenigde ge,, westen; aan onderzaaten van den ftaat, in zijn „ Rijk zijnde, en zich wel gedraagende , beloof„ de hij volkomen veiligheid voor hunne perfoo„ nen en goederen , welke ook genieten zouden „ zulken, die zich, om dat zij, hier te lande ver„ drukt werden, of uit liefde tot de Engelfche re„ geeringe, derwaards zouden willen begeeven. 3, Eindelijk alzoo de koning zich verplicht hield, „ om de Akenfe vreede te handhaven , beloofde „ hij, den waren inhoud en meening van het ver3, drag te zuilen onderhouden, ten ware hij tot het 3s tegendeel mogt getergd worden." —- In een bijzondere brief van den koning, welke noch voorhanden is, geeft hij noch andere redenen op , zeggende: „ de verongelijkinge mij aangedaan, door „ zommigen, die, zedert eenigen tijd, hegyoor„ naam bewind over de regeering der vereenigde „ Nederlanden in handen hebben gehad, hebben „ mij genoodzaakt tot het aangaan van een ver3, bond meêden.Allerchristelijkften koning , die de„ zelve redenen van misnoegen tegen hen heeft : „ welk verbond geen ander oogmerk heeft, dan „ het onderbrengen der onverdraaglijke grootsch„ heid van de Eocvefteinfche aanhang, en de be„ veiliging van ons zeiven, voor het toekomende% „ tegen diergelijke beleedigingen,  der vereenigde nederlanden. %? §. DCCXLVI. Veertien dagen voor dat de oorlog verklaard werd van Engeland, tasten zij onze Smirnafche vloot aan, die haar de eerste reis affloeg, maar haar ten tweede maal, met vier kloeke oorlogfchepen verflerkt,aantastende,gelukte het hun om drie of vicrkoopvaardijfchepenteneemen. — Intusfchen verzuimden de ftaaten niet, te arbeiden aan het uitrusten hunner vloote. Doch- te land ging de werving traaglijk door, fchoon er de raadpenfionaris fterk op aanhield. §. DCCXLVII. De prins naa zijn bevordering tot kapitein-generaal, deed nu zijn best om den keurvorst van Brandenburg zijn oom, die tot hier toe gefcheenen had onzijdig te willen blijven, te beweegen tot het geeven van onderftand aan den ftaat, en waar toe naa veel onderhandelingen over en weder een verbond gefloten werd, waar bij de keurvorst beloofde om een leger van 20000 man op de : been te zullen brengen, en aannam zijn best te zul- len doen om de hertogen van Brunswijk , of ten' minsten George Willem en RqpoLF Augustus over te haaien tot deelneeming in dit verbond. §. DCCXLVIII. De ftaaten naamen zoo veel' voorzorg als doenlijk was, om den vijand ten mins- j ten uit Holland te keeren. —— Voor de gevreesde 2 landing der Engelfchen, deeden ze ook de Zeeba-1 kens af breeken, en maakten toorens en molens, ' zoo veel onkenbaar als mogelijk was. De al- gemeene ftaaten fchreeven ook een biddag uit. — Midlerwijl was onze vloot, onder den luitenant ad» F 4 xvrir. HOOFDST. VERVAL. De Engelfche tasten de Smirnaafchevloot aan. herbond net den ceurvorst 'an Brdmknburg, Voorzorg Dt be:herming00 te waer als teind.  XVIII. IIOOFDST. VERVAL. Zïeflag met de Engelfche. 'Krijgsbedrijven Jcr Franfche. i j 88 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL miraal generaal 'de Ruiter, met den ruwaard van Putten en Kornelis de Witt, als gemagtigden van ftaaten wegen, met eene vloot van 91 fchepen en fregatten van oorloge in Zee geloopen, en geraakte in Souhbaai Haags met de Engelfche en Franfche vloot, fterk 130 zeilen. Het gevegt den gantfehen dag geduurt hebbende, wierd door den nagt afgebrooken, zonder dat menregtweet, wie eerst afhield.— Aan weerskanten waren eenige fchepen verbrand en in den grond geboord, en veel volk gefneuveld. §. DCCXL'IX. De koning van Frankrijk zijn leger te Charleroi bij een verzaameld hebbende, zoo trok Turenne met 15000 man vooruit, naa Luik en Maastricht, de koning volgde met het gros des legers, toog Maastricht voorbij, dat rijkelijk van ftaatfche bezetting voorzien was, mm Mazeik, Örfoi, Burck, Wezel, Rijnberk, Emmerik, Rees, en Deutichem in. De keurvorst van Keulen, en de bisfchop van Munster, verklaarden ook de ftaaten den oorlog, de eerste om de onthouding van Rijnberk , en dat de ftaaten onlangs krijgsvolk in zijn aartsbisdom gezonden hadden, en Munster berchuldigdede ftaaten, dat zij gezogthadden om zijne amptenaars en krjjgsoverflen om te koopen. Zij beide hun magt verzaameld hebbende, zoo vielen zij in Overijsfel en Zutphen, bemagtigdeq Enfchede, Oldenzeel, Qotmarfum, Almelo, Borkelo, Lochem, 'Grol, Breevoort, Deventer, Zwol, Kampen, Has'alt, Zwartfluis, Blokzijl, Steenwijk , de Kuinder ;n verfcheide fchanfen.  § DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 89 §. DCCL. De ftaaten vreezende voor den voortgang der Franfche wapenen, kwaanren tot befluit, om 'sLands penningen naar Amflerdam te brengen, en om met der ftaaten leger van 22000 mar den Ysfel te befchermen, doch het Franfche leger bij het tolhuis over den Rhijn getrokken zijnde, zoo verliet het ftaatfche leger den Ysfel en trok naar Utrecht, waar op de Franfchen, Arnhem., Knoeifenburg, Schenkenfchans, Doesburg, Zutphen, de fchanfen Voorne. en St. Andries bemagtigden, en neemende verfcheide fteden die zich niet konden verdcedigen vrije hoede van de Franfchen. — . De voorfpoed der Franfche wapenen deedt hun ftaat maaken, om over Utrecht in Holland in te dringen, en dit aanzienlijkfte der vereenigde gewesten, zoo wel als de overige te overweldigen. — De prins Utrecht verlaatende, om Holland te dekken, verdeelde zijn leger, orri vijf bijzondere toegangen van Holland te dekken, als Nieuwerbrug- gen bij Bodegraven, Muiden , Gorni- chem; Goeja verwellen fluis, en Schoonhoven. Het vlugten was algemeen. De Franfchen in de Veluwe gevallen zijnde, om zich vau het ftigt meester te maaken, zoo naamen Wageningen, Rhenen, Wijk te duurflede en Amersfoort vrije hoede van de Franfchen. Naarden in Holland ging ook over. Utrecht vrij hoede geweigerd zijnde, zoo was het genoodzaakt te verdraagen met den koning,bedingende bij hun onderwerping„be„ houdenis van Godsdienst, regeering en voorreg. F 5 XVIII. Hoofdsï. verval. De ftMtcn brengen 's Lanös penningen naar Amirerdam. Ovenvinninge der Franfchen.  XVIII. HOOFDST. VERVAL. Drie provinciënoverweldigt door de Franfchen. Onderhandeling rnec Frankrijk. '*<9 OPKOMST , VERVAL EN HERSTEL „ ten, mitsgaders dat het gewest niec aan eerjen „ bijzonderen heere zou gefchonken, en begree„ pen worden in het verdrag, welk de koning met „ de algemeene ftaaten zou mogen fluiten. • Waarop het gantfche ftigt in Lopewijks handen viel, en Woerden en Oudewater nam ook Franfche vrije hoede. §. DCCLI. De drie provinciën Gelderland, Utreclften Overijsfel, met de drie fteden van Holland, Naar den, Woerden en Oudewater in 's vijands handen zijnde, zoo was de verflagenheid algemeen, en de ftaaten zelve, gelijk ook de raadpenfionaris de Witt bij naa raadeloos. Het gezandlchap naar Engeland kreeg tot antwoord, dat de koning zonder Frankrijk niet met hun handelen kon. Men meende ook ontdekt te hebben, dat elk der koningen zou behouden'het gene hij overmeesterde. Ook meld men van twee brieven door Karel aan den prins gefchreven, waar in hij belooft, zijn belang in alle onderhandelingen met Frankrijk in het oog te houden, „ niet twijfelende of hij zou den „ prins, zoo deeze zijn raad volgde, haast doen „ ftellen in die magt, waar naar zijn voorouders „ altijd getragt hadden." De bezending naa koning Lodewijk, welke verzogte s'konings eisch :e weeten, kreeg ten antwoord, dat zij tot handeen van de ftaaten eerst volmagt moesten hebben : „ dat al wat de koning gewonnen hadt het zijne „ was, en wederom zou moeten vrijgekogt wor„ den; dat men hem, daarenboven, de onkostea  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. §1 van den oorlog zou moeten vergoeden, en einr „ delijk zijne bondgenooten genoegen geeven."-r En dat men fpoedig befluiten moest tot handeling, zoo men het uiterfte bederf ontgaan wilde. - Met dit antwoord onze gezant de Groot naaiden Haag gekeert, zoo raade die aan de ftaaten, te befluiten tot onderhandeling met Frankrijk, of zich met de wapenen te verdeedi- gen. ■ De edelen en meest alle fteden, om dat zij het land onweerbaar achtten, bewilligden in een verdrag met Frankrijk. • , Maar die van Amfter- dam zeiden „ dat de afgevaardigden ter dagvaart niet „ bevoegt waren, om, in een zaak van zoo veel „ gewigt, teftemmen, zonder bijzondere last der „ fteeden ; dat zij hierom eerst verflag zouden „ doen, en, ondertusfehen,de leden baden,moed „ te willen houden." Het gevolg was dat men tot geen befluit kwam, wijl de gemagtigden nadere last van hunne fteden gingen haaien. Midier- wijl Zeeland de raadpleginge van Holland verneemende, zoo zonden zij een bezending naa den Haag, met uitdrukkelijken last, om zkh tegen de handeling te verklaaren, ■ doch de gezanten van veele fteden met naderen last te rug gekomen, zo kwaamen zij bij afweezigheid der afgevaardigden van Afnfterdam, Schiedam, Hoorn, Edam en Purinerende, die noch niet terug gekeerd waren, tot het befluit „ om de- zaaken ter generaliteit daar „ heenen te beleiden, dat den afgevaardigden aan „ den koning van Frankrijk volmagt gegeven werdt, XVIII. HoQFDST. VERVAL. Advies vaft Amfier- dam. Bezending van Zeeland naar Holland. Befluic.  XVIII. HOOFDST. VERVAL. Atnfterdmn gevoelig hier over. ] I « i Beroertens -\ in 'de fteden. 1 fa r< e h ti P m 's 9 2 OPKOMST, VERVAL EN HÉRSTEL „ om ten besten mogelijk te fluiten, zoo maar de „ Godsdienst, vrijheid en regeering behouden blee- „ ven." De leden van Amflerdam dit vernee- mehde, waren er zeer gevoelig over , en hielden zich aan de befcherming, fchoon zij zeer ontftelden, toen Leiden door een ontvangen brief berigte , dat s' anderen daags de koning met zijn leger in Utrecht verwagt wierdt, om de post aan de Nieuwerbrugge aan te tasten, en zoo op Leiden en den Haag aan te trekken. De prins het befluit der meeste fteden van Holland verneemende, verzogt ook vrijhoede van Frankrijk te mogen verweken , doch de ftaaten betoonden zich niet gereed om dit toe te ftaan. §. DCCLII. De fpoedige overgang van zoo veee vestingen en fteden, met het vlugten der gejoedfte ingezeetenen uit de veroverde gewesten, :n het bergen der goederen van de rïjkfte burgers, leed het gemeen oproerig worden, wijl zij niet iedoogden, dat de rijken het land verlieten, en hun oor de opkomende last lieten zitten, en fchoon nen al ftrafte eenigen die de veilingen te fpoedig adden overgegeven, zoo geraakte nogthans de :geering mede in groote verdenking van verraad, n in welke verdenking de Vrienden van den prins et volk verfterkten, gelijk ook veele predican:n. Leiden en Haarlem vorderden ook dat men den rins meer gezag gave. De Witt op wien en ook voornaamentlijk gebeeten was, wierd nagts uit de vergadering komende, door vier per-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 93 foonen aangevallen, en zoodaanig gekwetst, dat ze meenden, dat hij dood was. Een der daaders Jacob ce Graaf, zoon van den raadsheer de Graaf gevat zijnde, wierd veroordeeldom onthalst te worden, en op de andere een praemie van 5000 guldens gezet. Eindelijk geraakten de gemoederen onder het gemeen zoodaanig aan het gisten^n de fteden, dat de vroedfchappen, en vervolgens de ftaaten van Holland het eeuwig echel vernietigden, en ; den prins van Orange tot ftadhouder van Holland, 1 en kapitein generaal van de Unie maakten, en waar j in ook Zeeland hun volgde. De prins fchreefl wel een rondgaande brief aan de fteden, tot zuive- ^ ring van der regenten gedrag, dochhet deed dat nut niet als men wel gehoopt had. §. DCCLIII. Intusfchen bemagtigden de Fran* < Jchen 't huis te Gennip, Raveflein, Grave, Niemv-\ megen, Crevecoeur, Engelenfchans en Bommel. Het"1 leger dus op deuiterfte grenfen van Hollandgenadert, verwagte men dagelijks een aanval op de posten téGomichem en te Muiden, doch Türenne te Gornichem en JVoudrichem bij opeifching een moedig antwoord bekomen hebbende, verliet den Gelderföhen bodem, met oogmerk om het beleg voor '5 Hertogenbosch te flaan. Want de vrees voor het water dat in Holland aan veele oorden alree op het laage land ftond, terwijl de hooge wegen en dijken met fchanfen bezet waren , belemmerde de Franfchen in het uitvoeren om Hollend te overmeesteren. xvirr. BOOFDST. VERVAL. 5rins van Drange vord ftad louder en iet eeuidg ediét ernietigt. ) ver win- inge der 7ranfclte.  xviir. HoOl'DST. VERVAL. Eisch des konings van Frank rijk. 94. OPKÓMST, VERVAL EN HERSTEL §. DCCLIV. Midlerwijl kwam onze gezant de Groot, met 's konings eisch te rug, welke hier in beftond: „ de koning van Frankrijk begeert in ei„ gendom, r. Al wat de ftaat bezit, even veel - „ op welk een wijze, buiten de zeven gewesten. „ 2. Delfzijl, met twintig van de naaste, kerfpe„ len. g. Het graaffchap en de ftad Meurs voor den „ keurvorst van Keulen, mids de prins van Oran„ ge fchadeloos gefteld werde, door de ftaaten. „ 4. De opperfte magt over de fteden Grol, Bree. „ voort, Ligtervoorde en Borkelo. 5. en eindelijk, „ alles wat gelegen is tusfchen den Rhijn en Lek, „ en de Spaanfche Nederlanden. Voorts eischt 3, de koning noch de volgende punten. 1. Vrij„ heid van gaan en keeren zonder onderzogc te „ worden, of eenige regten te betaalen. 2. In„ trekking van de Placaaten op den koophandel, „ en herftelling van denzelven, door de ftaaten, „ als in den jaare 1662, zonder dat het weder„ keerig behoeve te gefchieden door Frankrijk. 3, 3. Ontlasting der Franfchen van de 50 ftuivers „ op het vat; en dat men ze handele als de meest „ begunftigde volken. 4. Dat men, wegens de „ belangen der Indifche maatfchappij, daar-naa, in „ 't minnelijke over een kome. 5. Openbaare „ oefening van den Katholijken Godsdienft, zoo „ dat men katholijken, in alle fteden, daar meer „ dan eene kerk is, eene kerk inruime, en vrij„ heid geve, om er eene te ftigten, in fteden en „ dorpen, daar maar eene kerk is; dat de pries-  Ï)ER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 95 £ ters uit de kerkelijke goederen onderhouden „ werden, en dat de katholijken ook in de wets, houderfchap en openbaare ampten werden toe„ gelaaten. <5. Algemeene vereffening der gefchils, len, tusfchen den koning van Denemarken en de ■„ ftaaten. 7. 'Acht miljoenen gouds (üitmaaken„ de 24 miljoenen Franfche livres), voor de kos„ ten van den oorlóg, de drie miljoenen die de 3, koning noch te vorderen hadt daar onder be3, grepen. 8. Een jaarlijks buiten gewoon gezand„ fchap, of openbaar gehoor, om den koning te „ bedanken, dat hij, voor de tweede reize, het „ land aan de ftaaten wedergegeven heeft, onder „ het aanbieden van eenen gedenkpenning, ter ., waarde van 5 of 6 goude pistoletten, vertoo„ nende de reden deezer dankzegginge." In het handelen over deeze eisfchen, zeide Louvois „ dat „ de koning zich noch zou konnen laaten bewee„ gen, om, van het gene hij tusfchen den Rhijn „ en Lek en de Spaanfche Nederlanden gevordert „ hadt, de Betuwe af teftaan aan de ftaaten, mids „ men hem, daar tegen, hete Bommel, de Bom. „ melerwaard, de fchanfen St. Andries en Voor„ ne, Crevecceur, Loeveflein en Klundert; en dat „ Schenkenfchansen Knodfenburg geüegt, en Nieuw„ megen ontmanteld werdt. Ook zou hij zich in „ plaats van 24 vergenoegen laaten met 20 mil,, joenen Franfch geld die omtrent 16 miljoenen „ guldens uitmaakten om de rijkfte gewes. » ten en voor al Holland, te ligter te doen be- XVIIi. HoOFDST. VERVAL,  XVIII. IiO'vFÜST. V6K.VAL. Die Eifehen,worden onaa'nnee melijk bi vonden. Overkom: van Engelfche gc zanten. 5>6 OPKOMST, VERVAL ES HERSTEL willigen in 's konings geweldigen eisch , merkte hij verder aan dat zijne majefteit handelde met ,, die gewesten, welke hem 't gevorde geld betaa,, len zoude, en dat hij aan deeze de overwonnen ,, gewestenen de regeering over dezelve zou over- ,, laaten." ■ De ftaaten over deezen grooten eisch raadpleegende,zoo verklaarden de edelen, dat er geen bieden aan was, maar veele fteden waren noch '" voor de handeling, doch Amfterdam oordeelde dat er noch kans tot redding was, zoo men flegts moed hield, en vond den eisch van Frankrijk onaanneemeüjk; te meer wijl men toch met Engeland in oorlog bleef, en niet dan op harde voorwaarden daar mee vcrdraagen zou kunnen, vertrouwende zelfs dat de vorsten van Europa belang zouden neemeu in onze behoudenis. De prins vond Frankrijks voorflaagen onaanneemelijk, men zegt ook dat de Franfchen naderhand zelve berouw van hunnen grooten eisch hadden, t §. DCCLV. Twee Engelfche gezanten hier ge_ komen zijnde om te verneemen naar de handelingen met Frankrijk Vertrokken naar den prins te Bode graven, en van daar om Lodewijk den XIV. te • Zeist te fpreeken. Verflaande, dat de zaaken in Engeland niet wanhoopig ftonden, zoo hadden de ftaaten onder den eed van geheimhouding beflooten., de onderhandelingen met deeze twee Engelfche afgezanten over te geeven aan den prins, van J3EDN1NCEN , BjJVERNINGK , enSCHATO GOKKIJN- ga. • Gezint zijnde om met Engeland, een be- fcha-  Der véreeNi&dé Nederlanden. 97 fchadigent en verdeedigent verbond aan te gaan, doch niet met overgaave van eenige fteden of fterktens, gelijk ook niet met eene fomme gelds jaarlijks te betaaleii, voor erkentenis van hergebruik der Zee of visfcherij, willende liever een maatige fomme toeflaan voorde onkosten van den oorlog, en om de Engelfche gezanten hun beurfe te fmeeren. —— In het gefprek van den prins eh ónze bovengenoemde afgevaardigde heeren met de Engel-' fche gezanten, zoo ftonden deeze laatfle zeer op de fteden van verzeékering , en waar tegen men hun beweerde, dat de grootflc verzeékering lag in de verheffing van zijn hoogheid, tot de hooge waardigheden zijner voorouderen, waar op zij verklaarden indien ditcerder gefchied was, dat de oorlog dan niet begonnen geweest zou zijn. ^- Verder verzogt men de gezanten, dat zij zouden bewerken,dat Frank■fijk weder ons land verliet ; to'onende hen de na* deelige gevolgen aan zelfs voor Engeland, indien Frankrijk deeze-, en de Spaanfche Nederlanden overwon. Begeerende vervolgens dat Engeland zonder iets merkelijks te bedingen met OnS vreede zou maaken, naardien er geene wettige oorzaaken tot oorlog geweest waren. Slaande zelfs voor, of En-' geland ons ook zou willen helpen tegen Frankrijk, Doch zij antwoordden op dit alles niets ftelligs. —* Schoon nu zommige fteden noch vóór de handeling met Frankrijk bleeven, zoo toonde Amfterdamèe, onaanneemelijkheid ten klaarfte aan, gelijk ook de' verandering die er zedert door de verheffing van IV. Deel. G XVIII. /lOOFDST. VERVAL Eïaildéliiig net de Engelfche ïezaüten. Ldvties van imfier*  XVIII. Hoofdst. verval. Befluit. Handeling der Engelfche gezanten met Frankrijk. 98 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL zijn hoogheid in het land was voorgevallen , en men nu eerst zien moest, wat de Engelfche gezanten konden uitwerken met den prins; en dat zij dierhalven onnoodig oordeelden, om de Groot naa den koning van Frankrijk te doen te rug keeren. Hier op vielen Amfierdam zoo veele fteden toe, dat het befluit bij Holland overeenkomftig het ge- voelen van Amfierdam uitkwam. ■ De zaaken dus ftaande gaf men bevel aan de Ruiter, om een gevegt met te Engelfche vloot te vermijden, doch teffens een waakend oog op onze kusten te houden, en die des noods te befchermen, (wijl men daar niet zonder reden voor bedugt was.) §. DCCLVI. Men meende te kunnen befpeuren, dat der Engelfche gezanten onderhandeling met Lodewijk voornaamentlijk was ingerigt, om den koning te beweegen , Holland niet verder aan te vallen, voor dat Engeland Zeeland bemagtigthad, en dat men daarom op Aardenburg, daar men zoo bloedig was afgeweezen, was aangevallen, waar naa men Sluis zou zien te bemagtigen, om dus den weg tot de verovering van Zeeland te baanen, en dat dit de reden was dat Woerden en Oudewater ontruimt, en onze zwakke posten ter verdeediging van Holland niet aangevallen werden. Doch het bleek van agteren, dat men uit het gedrag der Engelfche gezanten zich weinig goeds kon belooven. De overeenkomsten die deeze twee koningen met eikanderen gemaakt hadden , en de eisfchen die ieder van hun deed, en welke ze aan den prins  DER VEREENIGDE NÈDERLANDEN, ?95 overzonden, en die deeze vorst aan de ftaaten liet behandïgen, bevestigden het verraaderlijk oogmerk van Engeland, waarom ook de prins verklaarde : „ dat er niet een punt onderwas, welke hij zou aanneemen; dat men zich liever aan ftukken be„ hoorde te laaten houwen , dan zulke voorwaar „ den omhelzen; dat de Engelfche voorwaardenniet ,, van den koning kwaamen, maar van de ambas„ fadeurs, en dat het geene zijn perfoon betrof, vijanden en geen vrienden werk was. §. DCCLVII. Op de handelingen ter {taatsvergadering over deeze ontvangen eisfehen der Franfchen en Engelfchen, geraakte de Groot-in verdenking, dat hij verder dan zijn last met Frankrijk zou zijn gegaan, en vreezende van een flagtoffer van het gemeen te worden, zoo nam hij de wijk naar Antwerpen. — De leden van Heiland voegden zich naa 's prinfen gevoelen, wijl zij vernaamen „ dat van de handeling met Engeland niets te hoopen „ was; en dat de koning de overwinningen des ko„ nings van Frankrijk hield, als zijn eigen, fchoon men 't gemeen diets maakte, dat Engeland vre„ de zogt; maar dat de ftaaten zich af keerig van 5, dezelve toonden. §. DCCLVI1I, Onze gezanten te Brusfel verïieemendc, de dreigementen/der Engelfchen, en het voorneemen der Franfchen, om in Holland te vallen, zoo kwam men tot het manmoedig befluit, om den ■■vijand roet al zijn vermogen tegenftand te bie* den. —g— De voorgenoome landing met de En» C % XVIII. HpGl'DST. ■ VERVAL. . Verklaaring van den prins* Verdenking op Je Groot.' Bellmu. Befluit óni den vijand tegenltand te bieden*  XVIII. HoorbsT, VERVAL. Verbond der ftaatc met den Keizer. IOO OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL gelfclie vloot wierd ook verhindert doordien de Ebbe tegen gewoonte, wel 12 uuren duurde, en waar op een ftorm volgde die de Engelfche vloot van de kusten dreef, de aanfiag op HellevoetJIuis welke te leur liep, omdat Buckingham, den graaf van Osjory die eere misgunde, deed de ftaaten, zulks verneemende, tot het verfterken van die plaats overgaan, en fchoon Koever den door de Keulfche en Munsterfche troepen ingenomen werdt, zo moesten ze nogthans met groot verlies van het beleg van Groningen afzien. §. DCCLIX. Maar ten gelukke voor Nederland, begonden de Duitfche vorsten bedugt te worden voor Lodewijks voorfpoedige wapenen, en onze ftaatfche afgevaardigden hadden het geluk verfcheide verbonden te fluiten. De Keizer Leoïold, de keurvorst van Trier en keurvorst van Brandenburg flooten ook een verbond tot handhaving van den Westfaalfchen vreden, en de keizer liet zich overhaalen tot het volgende verbond met ons, waar bij zijne keizerlijke majefteit beloofde „ 5000 ruiters en 7000 knegten te zullen voegen, „ bij het leger, welk toen, onder den keurvorst „ van Brandenburg, verzaameld werdt, en zelfs „ deeze troepen, met een gelijk getal te zullen „ vermeerderen. De ftaaten zouden tot de kos„ ten 45000 rijxdaalders ter maand betaalen, in„ geval.er 24000 man werden geworven, en in„ dien minder, zo veel minder, naar evenredig„ heid. Ook zouden zij, des verzogt zijnde, 12000  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. lol „ knegten, en 8000 paarden voegen bij het ver„ eenigde leger." Het keizerlijke leger fterk 24000 man voegde zich in herfftmaand bij het leger van den keurvorst van Brandenburg. De tijding van de werving verloste de vereenigde gewesten van een groot deel des Franfche legers. 'sHertogenbofch daar Tcrenne zich voor neer geflagen hadt;, maar dat even als Breda, Bergenopzoom, Hulst, Sluis en Sas van Gent, eenige Spaanfche hulptroepen had ingenomen , zaagen de Franfchen van af, onder voorgeven dat zij niets wilden onderneemen, op plaatzen die Spaanfche bezetting in hadden. Schoon nu het gros van het Franfche leger naa Wezel trok om een waakend oog op het Duitfche leger te houden, zoo bleef er. nogthans volks genoeg in Utrecht en andere gewesten leggen, om ons te kunnen befchadigen. §. DCCLX. Verfcheide gewigtige zaaken waren er ter ftaatsvergadering afgedaan , daar de raadpenfionaris de Witt, die om zijn verkrege wonden < het huis hadt moeten houden, geen beftuurin ge- ' had hadt, daar bevoorens genoegzaam alles door! zijn handen ging. De verheffing van den prins hadt niet alleen een groote krak aan zijn bewind gegeven, maar het fcheen ook, dat men hem de regeering wars, en zelfs tot een flagt offer van het doldriftig gemeen wilde maaken, dagelijks verfcbeenen er nieuwe fchimpfchriften tegen zijn perfoon en beftuur, de Ruwaard zijn broeder, en andere regenten van zijn aanhang, die men onder de O 3 XVIII. HOOFDST. VERVAL. Oorzaak tot ontruiming van veele plaatzen door de Franfchen. ïedrag untrent de Ie Wit- •en.  XVIII. HOOFDST, VEttVAL, opkomst, verval en herstel naam van Loevefteinfche aanhang begreep, wierden •indefchriftenmee fcherpelijkdoorgehaald. Ineen van diederaadpenfionaris befchuldigdzijnde, van een ontrouw gedrag omtrent de geheime verftandhou^ penningen, zuiverde hij zich door heef en gecommitteerde raaden, en weegens het nageeven, van dat hij 't leger kwa'ah'jk bezorgt had, regtvaardigde de prins hem door een in druk uitgegeevene brief, doch die zoo ilaauw wierd opgepoomen , dat ze hem meer kwaad dangöed deed. Zijn verdere 'zuivering onderging'dat zelfde lot. De haat was te algemeen. Kier kwam noch bij, dat deRuwA.ard.in hegtenis wierd genoomen , ter zaake dat hij door eenen Tichelaar béfchuldigd werd over eenen aanflag op het leevén van den prins, Doch Tichelaar'was een perfoon die zelfs wegens laster, den heere en den fchout van Piershil aangewreeven om vergiffenis had moeten bidden, en die'boven dat een jonge dogter bij nagt op het watergeweld aangedaan had. ■2Doch hoe zeer de Ruwaard zich vah alle de aangewreevene betigtingen zuiverde, moest hij zelfs hier over zwaarlijk gepijnigd worden , en zonder nogthans eenige bekentenis te doen, wérd hij evenwel door het hof van Holland gevonnist, vervallen te zijn van alle zijne ahrpten, en voor al zijn léeven gebannen uit de provincie van 'Holland en Westfries- l&nd, zonder dat men in zijn fehtentie vah eenige misdaad gewag gemaakt vind. 'Maar het leed flcgts eenige u^ren naa hetintfpreekén der feritentie, wanneer hij; beheevens zijn broeder Jan"  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. T03 ee Wit, die ftaande de procedures zijn raadpen-. fionaris ampt had neergelegt, en zijn broeder van de gevangen poort zou af haaien, op aanhirzingvan Tichelaar en de bij een vergaderde burgers op een onmenfchelijke manier vermoort wierden. §. DCCLXI. De griffier Fagel werd raadpensionaris , en heeren gecommitteerde raaden oordeelden ter herftellinge der rust noodig, den prins 'te magtigen om de regeering in de fteden te veranderen , het geene odk gefchiede. Hier door 'waren er in HoVrnd, zoo wel als Zeeland, daar de regeering van gelijken verandert was , veele be'kwaame regenten uit het bewind geraakt, en in tegendeel verfcheide doldriftige geringe lieden op het kusfen gekomen, welke door hun gedrag wel draa. de achting verloeren, en welke misdag de prins ziende, ook van langzaamerhand herftelde , door veele dier oude regenten op nieuw in de regeering te -neemen. Kort naa deeze verandering van r'egeering werd er een algemeene vergiffenis afgekondigt. §. DCCLXII. Deftaatenverneemende, datdeEngelfchen op onze Oostindifche fchepen pasten," zoo kreeg de Ruiter last,dezelven te zien binnen te brengen in onze havens, gelijk hem ook gelukte. Te 'lande waren de krijgsverrigtingen in den herfst mee van weinig aanbelang. De aanflagen van den prins op 'Naarden, Woerden en Zwartjluis waren ook vrugteloos , gelijk ook de togt naar C/W/era, wijl intusichen met de harde vorst de Franfchen in G 4 XVIIT. BoOFDST. ,'EUVAL. Griffier Fagel wordt •aadpenfio- ïaris. Veranderinge in de regeering. Krijgsverrigtinge te land en te water.  XVIII. HoOFDST, VERVAL, -;>?:<■< ->7 ■■Onderhwdeljngen. *6>3. Verbond van den -' keurvorst ,] van Bran-\ fenbutg '. met Frank-, Tijk, 1 I04, OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL Holland vielen, en Zwammerdam en Bodegraaven ïn brand ftaaken, doch het opkomende dooi weer verhinderde hun verder in Holland te dringen, zoo dat zij genoodzaakt waren te rug te keeren. Mid- lerwiji veroverde de prins Koeverden, waar door de Munsterfche verfcheide plaatzen in dien oort verbaten moesten. : Maar ,wat de Keizerlijke en Brandenburg fche troepen belangt, deeze voerden genoegzaam niets uit. Ja! men wil zelfs dat bij een verdrag de keizer-aan Frankrijk belooft had, zich m het eerste jaar niet met den oorlog te zuilen moeijen. 1 DCCLXIII. Met Spanje had de'ftaat onderhandelinge begonnen, ten einde dat Rijk den oorlog tegen Frankrijk zou verklaaren , doch liet geene voor eerst noch niet wilde gelukken. ■—- 'Frank* rijk zogt. daar. en tegen door onderhandelingen den Keizer en Brandenburg te beweegen tot het'afleggen der wapenen, en deed door Zwee den aan den Maat vreedes voorflagen, om hun daar door te doen verflauwen in de krijgstoerustingen, en waar toe rij een wapenfchorfing van drie maanden voorftellen, die door den ftaat afgeflagen werd. Maar eindelijk kwam men overeen, de onderhandeling te Keulen te beginnen. §, DCCLXIV. Inmiddels dat men groote hulp ■an .de Keizerfche en Brandenburgfcho troepen vervagte, vernam men., dat de keurvorst bedugt /oor zijn eige land r en om dat de ftaaten hem de •eloofde onderftand'niet bezorgd hadden, met de  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. lO$ Franfchen een ftilftand van wapenen floot,het gene gevolgd wierd van een verdrag, waar bij de ko-' ning beloofde hem in het bezit van Wezel en Rees' te ftellen, zoo dra de vrede tusfchen hem en de ftaaten geteekend was, en waar tegen de keurvorst zich verbond, om geen hulp aan 'skonings vijanden te zullen verleenen. §. DCCLXV. Schoon er verfcheide raadplegin-' ge over de wapenfehorsfing bij de ftaaten voorvielen, zoo vertrouwden zij de Zweeden niet, Fr-ankrijk zogt dezelve met geen ernst, wijl toch de kosten tot de veldtogt alree gemaakt waren ; ■ en in ■Engeland voerde men die trosfe taal ,, dat de ver-'. ,, eenigde ftaat moest uitgerooid worden, om dat1 ,, zij Engelands eeuwige vijanden waren, zoo van .„ wegen hun belang, als van wegen hunne ge:,, neigdheid." —— Dit een en ander hadt ook ten ;gevolge, dat men van deeze zijde van de wapen- \ ichorsfing afzag, en overging tot het uitrusten * • van een magtige vloot. Doch met dit alj .werden over en weder de gezanten der oorlogende vorsten, en van onzen ftaat naar Keiden gezonden. Zweeden deedt als middelaar de voorflagen, zoo wegens Frankrijk als Engeland, en waartegen de ftaaten het hunne inbragten, als niet eens kunnende worden, omtrent de onredelijke eisfehen .dier vorsten, het gene ook ten gevolge hadt, dat ,de onderhandelingen fleepende gehouden werden, .te meer-wijl de ftaat zogt mee Engeland afzonderlijk te verdragen, en zich intusfehen door verG 5 105 xvur. lOOFDST. 'ERVAL. iYosfe taal :i Enge- ■ and. /Ten zier an de waënfèhorQg af.  XVIII. HoOFDST, VERVAL. Maastrichtdoor de 'Frarifchci ingenomen. Verbond mee Drne■tuarken.- ÏOÓ" OPKOMST, VERVAL gfï HERSTEL bonden met andere vorsten te fterken tegens hunne vijanden. i bv . , §• DCCLXVI. De aahfhg der Franfchen op Sas van Gent liep te niet, doch de ftad Maastricht werdt belegert, en naa een dappere verweering ingenomen. —-- Het platte land van 'Holland onder water ftaande, verhinderde de Franfchen zeer in de aanfiagen op dit gewest. De door hun ingenomen hoogte tusfchen Naarden en Muiden waren ze ooic weder genoodzaakt te verlaaten; wijl intusfehen de prins naa een kort beleg Naarden innam, §. DCCLXVJI. Gelukkig'fjnagde de ftaat in zijn verbond met Denemarken „ De voorige ver„ bonden werden bij 'het zelve bevestigd; doch „ men beloofde elkander merkelijk meer onder„ ftand. Christiaan de V. verbond zich om de .„ ftaaten met 6000 knegten én 4000 paarden te „ onderftennen, en noch met-40 oorlogfchepen, „ te vooreu beloofd. De Onderftand te lande „ zou, des r.oods, met een gelijk getal van kneg„ ten en ruiters vermeerdert worden. Doch de „ ftaaten moesten het werfgeld, en een groot deel ,, van het onderhoud deezer troepen bekostigen. „ Bij nader beding werdt egter verftaan, dat de' „ koning van Denemarken tegenwoordig alleenlijk „ 12000 man en 20 oorlogfchepen vaardig hou„ den zou, en dat de ftaaten, in ftede van geld, „ goede obligatien zouden leveren. Doch zoo ee"ts nige nabuurige mogentheid (naamentlijk Zwee-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. IC'7 „ den) haare' wapenen voegen mogt 'bij die der „ vijanden van de ftaaten, en 'Denemarken daar „ door noodzaaken met ter daad deel te neerrien „ in den oörlog, zouden de ftaaten de beloofde „ penningen in baare gelden moeten opbren„ gen." 'De doör Frankrijk van zijn land beroofde hertog van Lotharingen, gaf ook aan den Keizer, Spanje en de Staaten 3000 ruiters voor •9000 rijxdaalders 'smaands. De keizer verbond zich ook tot een leger van 30000 man, waar toe de ftaat 45000 rijxdaalders 's maands zoude betaafen. Met Spanje flooten de ftaaten ook een verbond voor 25 jaaren, waar bij Spanje beloofde „ in openbaare oorlog te zullen treeden met Frankrijk. De ftaaten verbonden zich daai „ en tegen, geen vrede met Frankrijk te zullen ,j maaken, voor dat zijn katholijke majèfteit her„ fteldwareïn het bezit dér plaatzén, hém,zedert de Pytenééfche vrede, ontnomen door Frankrijk, „ ten ware men het onderling, lot bevordering dei ,, vrede, anders geraaden vinden- 'mogt." Voorts, ■'beloofden de ftaaten „ Maastricht, met het gene er onder behoorde, met naame het Graaffchap 3, van den Vroenhove, te zullen afftaan aan Span„ je." Bij een afzonderlijk punt verbond Span■je zich ook „ om in oorlog te treeden met den „ koning van Grootbrittanje, zoo deeze zich, door „ geene zagte middelen, mogt willen laaten be,, weegen,tot het fluiten eener redelijke vrede."— :Hier op verklaarde eerst Spanje, en vervolgens XVIIT. HOOFDST. VERVAL. On deiHand van den Hertog van Lotharingen. Van den Keizer. Verbond met Spanje.  XVIII. HoOFDST. VERVAL. Ontruiming der meeste fteden door de Franfchen, i ( Zeedagen tegen de • Engelfche en Fran- r fchen. t V ïo8 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL Frankrijk elkander over en weder den oorlog. Alle deeze verbonden kwaamen vpornaamentlijk . tot ftand, om dat de vorsten het hun belang rekenden Lodewijk den XIV. in zijn heerszuchtige oogmerken te keeren. §. DCCLXVIII. £o«,door de bondgenooten ingenomen zijnde, en de optogt der Keizer fche , Spaanfche en Staatfche legers, naar den Rhijnkant, noodzaakten de Franfchen de, meesteoverwonne fteden in de vereenigde gewesten te ontruimen. De plondering werdt. te Woerden voor 16000, en te Utrecht voor 450000 guldens afgekogt, en de verlaate fteden daadelijk met ftaatfche bezetting voorzien. Amersfoort, Wijk te Duurftede, Reenen en Montfoort werden ten zeiven tijden verlaaten, gelijk ook Oudewater, Tsfelftein, Vianen, Heukeïom, Asperen en Leerdam, doch zommige moesten noch zwaare brandfehattinge betaalen. In Gelderland ontruimden zij mede verfcheide fteden, ende her:og van Luxemburg trok met al dit verzaameld? Cnjgsvölk naar Frankrijk. De Munsterfchen, Steen•yyk, Meppeld, Drente, en meer andere plaatzen mtruimt hebbende, begonnen zelfs hun ooren te eenen naa een verdrag, het. welk in de lente des /olgende jaars gefJooten werdt. §• DCCLXIX. De Ruiter en Tromp op uitrukkehjke last van den prins verzoent, lloegen iet de ftaatfche vloot van .52 fchepen, ^fregaten, 14 advysjagten, en 25 branders, tegen de excenigde Engelfche en Franfche vloot van omtrent  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. IQ^ 150 fchepen, die 14 fchepen verlooren, welke in de grond gefchooten of verbrand werden, daar van de onze geen fchepen van oorloge, en maar alleen eenige branders verlooren waren. Zeven dagen daar naa geraakte onze vloot, met eenige fchepen verfterkt zijnde, andermaal flaags, het gevegt minder hevig, werdt door de nagt gefcheiden, en de Engelfche weeken naa de rivier van Londen. De Engelfche vloot weder in zee en naar Texel geftevent zijnde, wierdt door de Ruiter gevolgd, alwaar omtrent de Helder en Kykduin een allerbloedigfte zeeflag voorviel, die'smorgens om half negen begonnen, door de nagt geëindigt werdt, 2 of 3 Engelfche oorlogfchepen zonken , daar er van de onze niet een gemist wierdt, doch beide de vlooten waren zwaar befchadigt, en de Engelfche en Franfche weeken s'nagts naa hunne kusten , en met dit al fchreven zij zich zelve in alle deeze zeeflagen de overwinning toe, daar men integendeel hier te lande er dankdagen over hield. Doch in de Indien hadt het den Franfchen gelukt, de fterkten Trinquenemale op Ceilon, en St. Thomas op Koromandel, en den Engelfchen in de West, het eiland Tabago,en wat laater het eiland St. Helena te overmeesteren. §. DCCLXX. Der Engelfche natie de oorlog zeer tegen de zin, en de Franfche onderftandgelden ' niet toereikende zijnde aan de zwaare oorlogskosten, als mede dat Spanje Engeland den oorlog wilde aandoen, dit een en ander, en wel voornaament- XVIII. :I00FDST VERVAL,  XVIII. HoOFDsT. VERVAL. I674. Vrede ver bond met Engeland. IIO OPKOMST, VERVAL EJï HERSTEL Jijk het Iaatfte bragt te weeg, dat de koning Temple naar den Haag zond, om over een bijzondere vreede mee de ftaaten te handelen. Naar veel fchrijvens en handelens over en weer, kwam men op den 19 Februarij tot een verdrag , dat twaalf punten behelsde, behalven het geheime punt, waar bij men beloofde, om geen onderftand te ver-, leenen aan elkanders vijanden. Bij het 4. punt verbonden zich de ftaaten, „ om aiie hunne fchepen, „ en vlooten, voor een of meer konings fchepen, „ die zijne majefteits wimpel voerden, of het zeil jac genoemd, te doen groeten, met het ligten ,, van den topwimpel van de groote mast, en het „ laaten vallen van het topzeil, in de Zee, die,. zich uitftrekt van de kaap Finis term, tot voor „ 't midden van het punt, genaamd ftaaten land hl „ Noonvegen." . In het 10. punt beloofden de ftaaten „ den koning 2 miljoenen guldens te zullen „ betaalen: een vierde terftond, en de overige drie „ vierden binnen drie jaaren, ieder jaar een gelijk „ gedeelte." De prins nam deeze laatfte drie vierde gedeeltens zijnde 13 tonnen fchats over van koning Karel, die door de ftaaten langzaam voldaan werden. Den Engelfchen in Surimainen werd ook vrijheid gegeeven van te vertrekken, en beloofd eikanderen alle bemagtigdc plaatzen in en buiten Europa te rug te geeven, en gemagtigdente zullen aanftellen tot een, verdrag van Zeevaart, laatende dat van den jaare 1668. gelijk ook het verboud van de Bredafche vreede in kragt.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. III §. DCCLXXI. Op de Keulfche onderhandehnge partijen het niet eens kunnende worden, zoo werd alle verdere handelingen plotzelijk afgebrooken. — Doch de bisfchop van Munster maakte vreede met den ftaat, te rug geevende „ alle landen, heer-1 ,, lijkheden en wooningen, welke hij geduurende: „ den oorlog, verovert had." Met den keurvorst< van Keulen werd het zelve bedongen, mits de ftaa-1 ten van alle regt op de ftad Rijnberk afftonden. \ §. DCCLXXII. Dus ontfiagen van drie vijan-1 den, hadden de ftaaten noch het geluk, een ver-1 bond te fluiten met den Keizer, en Spanje ter eener,i en George Willem en Rooolf Christiaan, hertogenvan Biunswijk Lunenburg, ter andere zijde; 1 om 4000 ruiters, 8000 knegten, en 1000 dragon-] ders op de been te brengen; gelijk ook kort daarJ naa Ernst Augustus bisfchop van Osnabrug, 1500 ] paarden , 3000 knegten en 500 dragonders in de wapenen bragt. De keurvorst van Branden-1 burg vreefende voor Zweeden, koos ook der bond- * genooten zijde, beloovende bij een verbond „5000 „ ruiters , 8000 knegten en 1000 dragonders op ,, de been te zullen brengen, en voor de helft te „ zullen onderhouden, zullende de wederhelft der „ kosten gedraagen worden door de drie andere „ mogendheden, die zich, daar enboven, verbon3, den, den keurvorst te hulp te zullen komen, ,, zoo hij in eenigen zijner landen werdt aange- tast." Met Deenemarken werd ook noch een IV nader verbond geflooten, waar bij Christiaan de m XVIII. rloOFDST. /ER VAL. De Keulehe onïerhandeing afge>rooken./reede net den :eurvorst ?an Keulen •n bischop van Munster. i erbond net de Staai en, en Keizer 'panje en Iruns'Vijk .uuen'urg. '.n Br ar,'enburg.- [et t)ent^ arken.  x'vïri HOOFDST. VERVAL. Verhaten plaatzen door de Franfchen. 33e drie door de Franfche veroverde gewesten , weder in de Unie fangeno- ] men. Bes prin- < fen waar-, engheden in de man-] nelijke linie erfrijk verklaard, c 112 ÓPKOMST, VERVAL EN HERSTEL V. beloofde „ 5000 ruiters, 10000 knegten, en >, 1000 dragonders te zullen gereed houden; tot „ het onderhoud van welke manfchap, 14000 „ rijxdaalders ter maand betaald zouden worden, „ door Spanje en de Staaten, ieder voor de helft. „ Ook zouden deeze twee mogendheden tot het „ werf of aanritsgeld deezer troepen '170000 rijx„ daalders overmaakcn." DCCLXXIII. De Franfchen geen kans ziende, om Zutphen, Arnhem, Thiel, Nieumegen, Kulemburg en Buur en te houden, verlieten dezelve,' naa het opleggen van zwaare brandfehattinge. De fchanfen Voorne en St. Andries wierden ook verbaten en gefiegt, zelfs Wezel, Rees, Emmerik, Schenkenfchans, Rhijnberk en Nuis ontruimd. §. DCCLXXIV. Gelderland, Utrecht, en Overysfel ontruimt zijnde door de Franfchen , zoo werd :er ftaatsvergadering overwogen, óp wat maniere iezelve gewesten aangenomen behoorden te worien, wijl veele ze als wingewesten wilden aanmeren, die niet tot de Unie behoorden, en dus hunne voorregten verlooren hadden. Doch op'sprinten advies en meer andere werdt er beflooten, delelve op den ouden voet in het verbond te onr'angen, en den prins te magtigen tot het veran- leren der regeering in dezelve. s' Prinfen ooge waardigheden werden ook in de mannelijke inie erflijk verklaard, en de prins geraaden tot rouwen. Op voorflag van Amfte dam werdt e prins ontheft van 2 miljoenen ichuld, die wijlen  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. II3 len Willem de II. van die ftad had opgenomen, dezelve brengende ten lasten van Holland. De Oostindifche maatfchappij ftond ook een drie en dertigfte gedeelte haarer uiedeelinge aan den prins af. §. DCCLXXV. Groot waren de toebereidzels ten oorlog,en het vereenigt leger welk 74000 man fterk was, hadt ten oogmerk om het Franfche leger onder Gonde , fterk 50030 man te noodzakken, tot het verlaaten zijner verfchanfingen, bij welke gelegentheid te Senef een gevegt voorviel, daar aan ieder zijde ,wel 6 a 7000 fneuvelden, zonder dat een van beide op de overwinning roemen konde. Grave en Huy werden door den prins ingenomen, en hier tegen bemagtigden de Franfchen het Franfche Comté, In Buitfchland en Katu- lonien hadden de Franfche wapenen de overhand. — De togt van de Ruiter naar de Franfche Karibifche eilanden, en de landing op Belle hle was ook vrugteloos. §. DCCLXXVL Met Engeland en de ftaaten \ werd een verdrag van Zeevaart geflooten, en vast-v gefteld „ datgoederen van vrienden, in een vijand- \ „ lijk fchip gelaaden, verbeurdverklaring onder„ hevig, en vijanden goederen, in een vrienden „ fchip gelaaden, daar en tegen vrij zouden zijn, „ mits geen contrebande zijnde." Onder con- trebande rekende men volgens verdrag van 1668. groot-en klein gefchut, wapenen en alle zoorten Van oorlogstuig en gereedfchap, waar van een wijd- IV. Deel. H XVIII. iioOFDSTi mi val vrij gs Ver■igtingen. ërdrag m Zeeaart met 'ngelandi  XVIII. iioofdsi verval, f 114 OPKOMST, VERVAL, EN HERSTEL loopige lijst gegeeven werd (c). Volgens het •verdrag van december 1674. werd noch onder de geoorlofde te vervoeren waaren, nevens meer andere opgenoemt katoen, hennip, vlas, teer en pek, touw, zeilen, ankers, masten, deelen, pawelen, balken van allerlei hoornen, en voorts alles, wat tot bouwen en kalfateren der fchepen noodig is; (i) 1 zijnde deeze lijst van geoorloofde waaren de volkomenfte welke tot die tijd bekend was, en volgens een nadere verklaaring wegens een plaats uit het verdrag ven 30 december 1675. betreffende de vrije fcheepvaart naar vijandlijke havens , werd noch toegeftaan , dat wederzijds de fchepen niet alleen uit onzijdige naar vijandlijke, of uit vijandlijke naar onzijdige havens, maar ook van de eene Vijandlijke plaats naar de andere , 't zij ze beiden, aan een of onderfcheiden vorsten behoorden, vaaren en handelen mogten (O- Wegens de handel op Oostindien kwam men ook overeen, om de beledigingen niet door de wapenen, maar door wederzijdfche gemagtigden te doen befiisfen. §. DCCLXXVII. Ten deezen tijde raakte de prins ten onregte verdagt,dat hij in Engeland ge- meenfchap hield met eenige oproerigen. ■ Het Franfche Rijk door de last des oorlogs zwaar gehukt wordende, zoo begon men aldaar naar vree- 00 Du Mont Tom. 7. p. 'u Art. 3, 4. p. 74. (jf) . p; r. p. 2g3< Art< 3j 4> (O Ibid- P- 319.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. II5 de te verlangen, en wierd Nieuwmegen tot de handelplaats daar toe verkooren. §. DCCLXXVIIL Midierwijl deeden veele van 's printen Jievelingen poogingen, om zijn hoogheid meerder gezag op te draagen ; willende zommige hem zelfs tot graaf verheffen. De regeering van' Gelderland deed zelfs een voorflag, om den prins de hooge regeering op te draagen, onder den tijtel van hertoge van Gelder en graave van Zutphen, en waar over de prins raadpleegde met de andere gewesten. ■ Doch de gedagten, en raadplee- gingen van veele fleden en gewesten daar over vernoomen hebbende, zoo wees zijn hoogheid de rang van de aangeboode hooge overheid van Gelderland Van de hand, en herftelde de regeering aldaar, en in OverijsfeL De prins verdagt raakende, dat hij in het heimelijke naa de fouverainiteit flond, zoo werd bij de ftaaten van Holland elk en een ieder op ftraffe des doods verbooden zulks te zeggen of te fchrijven. Ookwierd in deeze tijd prins Hendrik Kazimir tot erfftadhouder van Groningen en Drente aangefteld. §. DCCLXXIX. De veldtogt geopent zijnde, ] bsmagtigden de Franfchen Limburg, en de prins1 Binch. » In Duitschland was de beroemde Tü- renne bij Saltsbach gefneuveld, en CoN.Dé verkreeg het gebied over het leger in zijn plaats» Intusfchen vielen de Zweeden in. de Brandenburgfche landen , waar op de ftaaten dat Rijk den oorlog verklaarden. — Het leger van den keurvorst behaalde ver* H 2 xviil HOOFDST* VERVAL. De prins weigert de fouverainieit van Gelderland. trijgsvefigtingen»  XVIII. hoofdst verval. ÏCaabijhei der vreed Jnet den ftaat. 1676. De Ruiters dood. Krijgsverïigtingen. tl 5 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL volgens veele voordeden op de Zweeden. Btél '. marken en meer andere Duitfche vorsten naamen ook deel in den oorlog tegen 'Zweeden. — Holland en Friesland hadden ten deezen 'tijken bij de zwaare lasten desoorlogs, hét ongeluk door een zwaaren Noordwestelijken 'ftorm bezögt te worden, met een gevaarlijken watersnood; 1 §. DCCLXXX. Tusfchen Frankrijk en de ftaa' ten fcheen de vreede naa bij te zijn, wijl Lodewijk genoodzaakt was geworden al de veroveringen op de vereenigde gewesten te-verlaaten, maar met Spanje waren de gefchillen grooter, naardien zij alles weder gebragt wilden hebben in den ftaat daar het bij de Pyeneefche vreedein geweest was. — De -ftaatfche gezanten verfcheenen het eerst te Nieuwmegen, doch er ontftond een verfchil over de paspoorten, waar door de onderhandelingen noch eenige maanden opgefchort bleeven. §. DCCLXXXI. De Ruiter naar de Middeïandfche Zee op een kruistogt uitgezonden, geraakte met de Franfchen flaags, gekwest, èn overleed korte dagen daar naa aan zijne wonden, waar door het land den trouwden en bekwaamden vlootvoogd zijner eeuw verloor. Naa zijn dood kreeg de vereenigde Spaanfche en Staatfche vloot de nederlaag bij Palermo. Te lande veroverde de koning Van Frankrijk Condé en Bouchain. Maastricht werd door Orange wel beleegert, .maar moest ook het selegopbreeken. In Duitschland werd de fter- ce vesting Filipsburg door de keizerlijke vero-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. II7 vert, en anders niets van belang uitgevoert. Doch in het Noorden waren der bondgenooten wapenen gelukkiger, de Zweeden leeden zoo te land als te water groote verliezen, zoo dat men ten einde van 't jaar de winsten en verliezen over en weder genoegzaam egaal reekende, §. DCCLXXXII. De vreedes onderhandelingen werden eindelijk te Nieuwmegen begonnen; en wijl deFranfchen wel wisten,dat degrootfte zwaarigheden zich zouden opdoen aan de zijde der Keizerlijke en Spaanfche, zoo was hun zoeking, om met den ftaat afzonderlijk te verdragen, ten einde daar door een groote knak aan het bondgenootfchap te geeven, Zweeden was mee even als de Staatfchen tot vreede geneegen, maar Denemarken en Brandenburg het geluk der wapenen op hun zijde hebbende, neigden meer tot het- voortzetten des oorlogs. De Franfche gezanten deeden daarom hun best, om deflaotfchen te beweegentot een afzonderlijkverdrag. .Menbepaalde ook te Nieuwmegen den onzijdigen grond buiten die ftad, en ftelde orde op de openbaare rust. De prins werd in blaauwboekjes befchimpt, als of hij den oorlog en geen vreede zogt. —?— Doch wat hier van zij, die is zeker, dat de prins zich ernftelijk verklaarde tegen een afzonderlijke vreede. §. DCCLXXXIII. Terwijl de gezanten over en weder hunne eisfehen inleverden, en die onderzogten, naamen de Franfchen Valenchyn e'n Kamerijk in, en de prins in den dag bij Montkasfel het dagveld moetende verlaat-m, zoo viel St, Qmer mee \% e 3 XVIII. HOOFDSTV VERVAL. De Franfchen zoeken een afzonderlijke vrede met den ftaat. 1677. Krijgsverrjgtinge.  XVIII. HOOFDST. VERVAL, Krijgsverr|gt|nge. Onlusten \ü ons land Il8 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL 'svijands handen, i Charleroi wierd tevergeefs door den prins belegert, en St. Guilam door de Franfchen gewonnen: hier door waren de Spaanfche Nederlanden, op Naamen en Bergen in Henegouwen naa, hun vestingen aan de landzijde kwijt, daar ze aan de zeekant maar befchermt wierden door Niéuwpoort en OJlende, want het overige gedeelte, beftaande uit groote binnefteden, zou zich wel hebben moeten :overgeven, zodra de Franfchen zich maar vertoonden. Spanje fcheen hier nu weinig aandoening van te hebben, als fteunende daar op, dat Engeland en de ftaat niet zouden gedoogen , dat Frankrijk daar meester van werdt, §. DCCLXXXIV. Doch hoe zeer de Franfche wapenen over het geheel gepomen gelukkig wa? ren, zoo verlooren aan den anderen kant de Zweeden zeer veel tegen de bondgenooten, zoo te land als te water. Ter zee liep het geluk ons ook niet mee tegen de Franfchen, Tabago werd door hun ingenomen , onze commandeur Binkes fneuvelde, en in Groenland werden verfcheide onzer walvischvangers verovert, onaangezien de visicherij wederzijds vrij gefteld wierd, §• DCCLXXXV. De Cocceanen, die onder de '■ ftadhouderlooze regeering, door de gunst der overheden zich in de meeste fteden hadden weeten in te dringen, en die nu dcor de Voetiaanen, de aanhangers van het Orange huis, zoo veel als mogelijk was geweert werden, zoo veroorzaakte dit groote onlusten in ons land: i^ Groningen en dc  DES VEREENIGDE NEDERLANDEN. IIQ Ommelanden, Deventer, Friesland en Oost-Friesland ontftonden ook verfchillen onder de regeering, die door den prins en gemagtigden beflist moesten worden. §. DGCLXXXVI. Het huis der gemeente in Engeland verzogt van den koning ,, dat hij een ,, befchadigent en verdedigent verbond wilde flui- ten met de algemeene ftaaten, tegen den gewei„ digen aanwas der magt van Frankrijk, en tot ,, behoudenis der Spaanfche Nederlanden." ■ Doch Karel de II. was te naauw aan Frankrijk noch verbonden, om hier gehoor aan te geven. §. DCCLXXXVII. Intusfchen hadt de prin: een reis naar, Engeland gedaan, en trouwde aldaa: met de prinfesfe Maria dogter des hertogs var Jork. Welk huwelijk bij zommige argwaan ver wekte, als of het gevaarlijk ware voor de vrij heid van den vereenigden ftaat. De prin die niet,anders verwagte,dan dat Engeland,Frankrijk -den oorlog zou verklaaren, indien dat Rijk d< vredes voorflagen niet wilde aanneemen, wierd door Karel daar in misleid , wijl die vorst ij een geheime onderhandeling was met Frankrijk om voor zes miljoenen livres jaarlijks voor den tij< van twee of drie jaaren, de belangens van Frank rijk te blijven aankleven,daar de koning aan dei anderen kant zich bediende van een ontworpe vei bond met den ftaat, tot onderlinge bijftand tege: Frankrijk, om onderftand gelden van het parlemer te bekomen, beginnende zelfs alree volk daar to H 4 XVIII. HoOFDST. verval. Verzoek van 't parlement aan den koning. De prins . trouwt met princes Maria . dogter van den hertog " van Jork. : 1671. ' Listig gedrag van j Karel. t 1 t e  I20 XVIÏI, HooFDSTi VERVAL. Wapenfchorfingen voorilagen va Franhrtji 120 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL te werve-j. Met den keurvorst van Brandenburg floot de ftaat ook een nader verbond van onder^ linge befcherming, doch dat eerst ftand zou grijr pen naa den tegenwoordigen oorlog. §. DCCLXXXVIII. De veldtogt geopent zijnde, bemagtigden de Franfchen Gend, Tperen en Leu-, ven. Midlerwijl werden er van hier gezanten naar Engeland gezonden, om met den koning over de gedaane voorflagen van Frankrijk te handelen, waar in Karel bewilligde, doch Spanje, Denemar? ken en Brandenburg waren hier zeer misnoegd over, intusfchen was met Frankrijk en den ftaat een war penfchorfing voor zes weeken geflooten, mids zoo de bondgenooten in die tijd niet tot vrede te be? j weegen waren, de ftaat dan alle hulp tegen Frank'•rijk zotf weigeren: ,, beloovende Lodewijk den „ ftaaten altoos zulk een voormuur in de Spaan,, fche Nederlanden te zullen toeftaan, waardoor „ zij zich genoegzaam beveiligd zouden reekenen. ,, Zelfs wilde hij, naa 't fluiten der vrede, en naa ' ,, 't herftellen der oude vriendfchap, zulke maac,, regels nevens hen beraamen, waar door hunne „ vrijheid voor altoos zou konnen in zekerheid ,, gefteld worden." Deeze voorflag door den druk gemeen gemaakt, deed de gewesten zoodaapig tot vrede neigen, dat de prins geen kans meer zag, om dezelve te fluiten. De Keizèrfche, Deenfche en Keurbr andenburg fche gezanten voeren in fcherpe verwijtingen uit tegen de Staatfche gemagtigden, doch deeze ftoorden zich daar niet aan, en,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 121 zorgden maar om Spanje, die uit onvermogen niet langer oorlogen konde,eenige veiligheid te bezorgen in de Spaanfche Nederlanden. Bij de voorflagen tot ontruiming van eenige Spaanfche plaatzen geen tijd bepaald zijnde, zoo rees daar, zoodaanig een verfchil over , die de vrede zelfsl hoopèloos maakte, wijl Frankrijk de ontruiming niet1 wilde doen voor dat Zweeden voldoening hadt verkregen. — Dit gaf gelegentheid, dat Grootbrittanje met den Haat een verbond floot, ingeval Frankrijk niet voor den nde van oogstmaand beloofde, terftond naa de bekragtiging der vrede, de bepaalde fteden te ontruimen, om dan te zaamen met Engeland den oorlog tegen Frankrijk voort te zetten. Midlerwijl was de prins naa het leger vertrokken , om Bergen in Henegouwen te ontzetten.— Eindelijk de laatfte bepaalde dag daar zijnde, zoo verklaarden de Franfche gezanten zich voor het teekenen der vrede, waar over een ieder verbaasde. Het verdrag van vrede beftond uit 21 leden, bij het 8fte „ worden de ftaaten herfteld in het be-1 „ zit van de ftad Maastricht, met het graaffchap^ „ van den Vroenhove, en in de graaffchappen en; „ landen van Valkenburg, Daalhem en s' Hertogen-{ „ rade, met de dorpen van Redemptie, banken „ van St. Servaas, en 't gene meer van de ftad „ Maastricht afhing." Doch volgens het 10de lid „ zou de koning van Frankrijk het gefchut en de „ krijgsbehoeften uit de gemelde ftad mogen naar s, zich neemen. De ftaaten verbonden zich tot |{ 5 XVIII. lOOFDST. VERVAL, VeiTchil, velk de tede haast loopeloos naakte. rredes erdni»\etFrankijkeu dm :aat.  XVIII. hoofdst. verval. Verdrag van koophandel. 122 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ het bewaaren eener flipte onzijdigheid, omtrent „ de vijanden van Frankrijk. Ook beloofden zij, „ 't verdrag te zullen handhaven, welk tusfchen „ Frankrijk en Spanje flond geüooten te worden. „ Zij zouden den graaf van Auvergne, kolonel „ in Franfchen dienst, herftellen in 'tbezit van het „ markgraaffchap van Bergen op Zoom, welk, ter „ gelegenheid van den tegenswoordigen oorlog, „ door hen aangeflagen en verbeurd verklaard „ was. De koning van Frankrijk verbond zich daar en tegen „ den prins van Orange, • terftond „ naa 't bekragtigen der vrede, te zullen herftel„ len in 't bezit van het prinsdom Orange, en in „ de landen, hem toebehoorende, in Frankrijk „ in't Franfche Comté, Charlerois, Vlaanderen en „ andere landfchappen, onder 't gebied zijner ma„ jefleit behoorende, mitsgaders in alle gebruiken „ en privilegiën, in zulk een ftaat en op zulk een „ wijze, als hij ze bezat, voor dat hij er van ont„ bloot werdt, ter gelegenheid des tegenwoordi»'» êen oorlogs." De andere punten waren van geen belang, maar het verdrag van koophandel en zeevaart, het gene 25 jaaren duuren moest , was wederzijds het voordeeligfte dat men ooit geflooten hadt, bij het 7de punt was bedongen „ dat „ de wederzijdfche vrije handel niet door eenige „ bijzondere privilegiën of oélroien zou mogen ,, belemmerd worden, en dat de handelende mo„ gendheden elkanders onderzaaten geene meer„ dere regten of tollen zouden mogen doen afvor-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I23 5, deren, dan hunne eigenen." Doch, in een afgezondert punt, werdt verklaard „ aat de inge„ zeetenen der vereenigde gewesten, met hunne fchepen in Frankrijk handelende, het gewoone ,, vatgeld van 50 ftuivers van 't vat,op de vreem„ de fchepen gelegt, zouden gehouden zijn te bc- taaien: nogthans, niet meer dan eens, en op „ het uitgaan, en zo zij zout gelaaden hadden, „• zouden zij, met de helfte, te weeten 25 ftui„ vers van 't vat, volftaan konnen. Voorts was „ bedongen, dat de ftaaten gelijke belastingen wil„ lende leggen op vreemde fchepen,'t welk hun vrij ,, ftaan zou, doch omtrent de onderdaanen van j, Frankrijk, niet verder zouden mogen gaan,dan Frankrijk ging, ten opzichte der hunne, §, DCCLXXXIX. Drie dagen naar het fluiten der vrede , viel er tusfchen de bondgenooten en de Franfchen b\\ St. Denys een veldilag voor, waar van wederzijds veel volk bleef. Zijn hoogheid s'morgens daar naa de tijding krijgende van de teekening der vrede zoo wenschten de veldheeren elkander daar geluk mee en wierd het beleg van Bergen opgebroken. Veel werdt er buiten af over gefprooken, wegens het wagen van deezen veldilag, en dat zijn hoogheid niet van de vrede zou geweeten hebben. De prins verliet misnoegd het leger, ging naa den Haag, en van daar naa Dieren om te jaagen. §. DCCXC. Mrdlerwijl zogten de Staatfche gezanten ook de vrede te bewerken tusfchen Spanje XVIII. HOOFDST. VERVAL. Veldfhg naa de vrede.  XVIII. HoOFDST. VERVAL. Vreede tusfchen Spanje en Frankrijk. i j I24 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL en Frankrijk,maar de andere bondgenooten deeden hun best om zulks te beletten, voorgevende, dat Frankrijk maar zogt het bondgenootfchap te verzwakken, om daar naa des te gemakkelijker zijn oogmerken te bereiken. Uit Engeland klaagde men ook over de gefloote vrede der Staatjehen met Frankrijk,begeerende,dat de ftaaten het niet bekragtigden, en met Engeland tegen Frankrijk in oorlog traaden. — Eindelijk werd ook de vrede tusfchen Spanje en Frankrijk geflooten, „ Frankrijk gaf, bij dezelve, „ aan Spanje, terug de fteden Charleroi, Binch,Aath, „ Oudenaarden en Kortrijk, die, reeds bij de Akenfe vrede, aan Frankrijk waren -afgeftaan, be„ nevens Limburg en het Spaanfche land van Over,, maaze,.Gend met zijn toebehooren, de fterkte „ Roodenreis in 't land Waas, de fteden Leeuwe „ en St. Guilam, mids de vestingwerken deezer „ laatfte ftad eerst gefiegt werden; en de ftad fut„ cerda in Katalonie j allen in den tegenwoordigen „ oorlog bemagtigd. Frankrijk bleef, daar en te, „ gen, in 't bezit van het graaffchap Bourgondie, „ in't gemeen het Franfche Comté genoemd, en „ van Valenchyn, Boiichain, Condé, Kamerijk en „ het Kamerijkfche, Aire,St. Omer, Tperen, War„ wyk en Warneton of Waasten op de Leye, Po, „ permgen, Belle, Kasfel , Bavai en Maubeuge. „ Spanje zou wijders Charlemont behouden , en Di, nant daar tegen aan Frankrijk doen afftaan. Eh> , delijk werden de Phyreneefche en Akenfche ver, dragen bevestigd, in alles, waarin, bij dit ver-  DER VËREËNIÖDE -NEDERLANDEN. drag, geene verandering gemaakt was en in 't ,, bijzonder verklaard, dat,.partijen niet zouden > „ begreepen worden eenig nieuw regt verkregen ,, of verlooren te hebben, boven'het gene in de ,, gemelde'verdragen was uitgedrukt.'" §. DCCXCI. De andere bondgenooten bleven noch in oorlog, zelfs duurde'de krijg in Duitfchland en in 't Noorden noch een geruimenltijd met óngelijken uitflag. Eindelijk begon eerst- de hertog van Lotharingen met Frankrijk te verdragen, gevende Nancy aan Frankrijk. Hierop Hooit de keizer een vredes verdrag, verkrijgende Filipsburg eri gevende aan Frankrijk Fryburg, bekragtrgende óver en weer de Westfaalfche vrede, en herftelde de bisfchop van Straatsburg, prins Willem van Furstëmé'erg in zijn eer en goederen, hem ontflaande uit de hegtenis. §. DCCXCII. Tusfchen den Keizer en Zwee- ^sn> tusfchen Frankrijk, Zweeden en Bruns* wijk Lunenburg, gelijk ook met Frankrijk, Zweeden en Munster; als mede met Frankrijk,. Zweeden en Brandenburg, en tusfchen Frankrijk, Zweeden en Denemarken, werdt de vrede geflooten; zoo ook met Zweeden\en Denemarken als ook tusfchen Zwee« den'en 'de Staaten, die daar bij noch maakten een Onderling verdrag van koophandel en zeevaart. XVIII. loOFDSÏ'. 'ERVAL* Eerdere reedes ver.kaagen.  XVIII. HoOFDST, VERVAL. 126 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL AANMERKINGEN op dit Tijdvak. §. DCCXCIII. Nooit heeft ons lieve vaderland nader aan zijn ondergang geweest, dan in het begin van dit tijdperk. Regenten die in alle ftaat sorkaanen met een onbezweeken moed het roer van ftaat beftuurt hadden, ftonden nu raad- en reddeloos. De vestingen vervallen, de fteden flegt voorzien van krijgs- en mondbehoeftens! een geringe krijgsmagt! onbeftand tot keering van den vijand, en geleid door onervaaren bevelhebbers. Verdeeltheden onder de gewesten, in ftad en ftaat, over het. al of niet bevorderen van het Orange huis. Te Hoorn de jammerkreet van vlugtende ingezeetenen die met haven en goed, de wijk voor overwinnende vijanden naamen. Drie gewesten, de voormuuren van Holland, in korte maanden, zonder genoegzaame tegenweer, in des overwinnaars handen te zien; om dat fchrik en vrees zoo wel bevong hun die de wapenen voerden, als die van den ploeg en burgerftand. —- 's Vijands heirlegers, geleid door de bekwaamfte veldheeren dier eeuw , plaatften hunne ftandaarts rondsomme het benaauwd en benard Holland, ja twee fteden en fleutels dier provincie bukten reeds voor 's vijands magt. Nu fchoot er niet over, als om dit fchoonfteen rijkfte gewest verder door de wapenen te overwinnen." Dat volk, dat tachtig jaaren tegens het magtig Spanje,- voor hunne dierbaare vrijheid geftreeden, en  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. tlf Van hunne vijanden maar korte jaaren te vooren tot een onafhanglijk volk verklaard was, ftond nu , in omtrent zoo veele dagen onder een diergelijk juk van flavernij gebragt te worden. Van bondgenooten verlaaten! van trouwlooze vrienden en naastgeleege Duitfche vorsten aangevallen. Wat kan men zich erger verbeelden ! geen wonder dat de meeste Hollandfche fteden moedeloos, op de best mogelijke wijze met den vijand zogten te verdraagen. Maar gelukkig voor Neerlands volk, dat Amfierdam noch burgervaders binnen zijne muuren had, die onbezweeken pal Honden, en voor de befcherming van het lieve vaderland goed en bloed veil hadden. Naast God zijn zij het, en de dappere Zeeuwen, die door hun manmoedig befluit het gemeenebest behouden hebben. Zij waaren het, die onze jonge vorst tot ftadhouder verhieven,met raad en daad onderfteunden, en zijn jeugdig bloed, doortinteld van heldenvuur aan 't zieden maakten, om op 't voetfpoor zijner roemrugtige voorvaderen, Neerlands vrijheid tot aan de rand des grafs te verdeedigen. Nu keerde alles om, de bloodaard wierd een held, de weerlooze burger met den wreedzaamen bouwman gorde hunne zwaarden aan om te fterven of te overwinnen, ja zelfs de laffe regenten kwaamen nu tot inkeer over hun moedeloos befluit. Doch 't word tijd om de oorzaaken wat nader op te fpeuren, die de aanbiddelijke voorzienigheid XVIII. HoOFDST. VERVAL.  12,8 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL XVIII. Hoofdst. verval. heeft gelieven te gebruiken, om ons gemeenebest uit de handen zijner vijanden te redden, - §. DCCXCIV. Bij het voorige Hoofdftuk onder de aanmerking zaagen wij de oorzaak der wrok,die Lodewijk de XIV. zelfs tegen den aanhang van de Witt bad opgevat. Zoo een heerschz'ugtig vorst kon niet verdragen, dat een pas gevestigd gemeenebest zich onderwond om aan de uitbreiding van zijn gezag paaien te zetten. Bezield met een bedorven zede- en ftaatkunde, die ten onderwerp had een ouregt vaardige rijks vermeerdering, verklaarde hij den ;oorlog aan de vereenigde gewesten, onder voorwendzel dat de ftaaten hemftof tot misnoegen ■gegeevén hadden,maar waar in dit misnoegen bei Hond, mogt het daglicht niet zien; wijl de ftaaten niets gedaan hadden, dan het geene zij als ;een onafhanglijke ftaat vermogten te doen. Vorsten die langs zulke grondbeginzelen denken, zijn pesten van het menschdom. Wat ftaat, koningrijk , of gemeenebest, is veilig voor hunne aanvallen! Lodewijk de XIV. bediende zich van der Romeinen grondregel, verdeel en heersch, wijl hij door listige onderhandelingen, en omkopingen, de bondgenooten verdeelde, en de heiligfte verbonden wist te doen breeken. Het fchijnt of hij de flaatkunde van eenen Philippos van Macedonië had ingezogen, doordien hij even als die vorst, het goud gebruikte om koningen, vorsten, en ministers tot zijn verradelijke ontwerpen om te koopen. Lodewijk behaalde roem, door de bekwaam-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 129 kwaamheden zijner ftaatsdienaaren en veldheeren. Legers aan 't overwinnen gewoon, deedt de krijgs. drift des volks aanwakkeren; wijl de koophandel, en arbeidzaamheid der ingezeetenen hem rijkdommen verfchaften, welke dienden om zijn zegenpraaien te vermeerderen , doch die teffens ook waren een laangzaam vergift waardoor de rijksgefleltenis aan 't kwijnen floeg. Door zijn overwinnende heirlegers geleid door de beroemfte veldheeren dier eeuw, moest alles vcör hem bukken, de fchrik van 's konings wapenen had hun zoo 't fcheen bedwelmd. Maar gelukkig voor de Nederlanders, dat Lodewijk gehoor gaf aan onderhandelinge met de ftaaten; zijn onaanneemelijke eisfchen veroorzaakten tijd van beraad, en gaven als een ftuiting aan zijn overwinningen, wijl in tusfchen het wanhoopig gemeenebest voordeelige verbonden met de Duitfche vorsten floot. Had Lodewijk zich bediend van den raad van CoNDé en Turenne , en de overwonne vestingwerken geflegt, en Holland geen tijd tot ademhaaling gegeven,dan zou deeze heerschzugtige Vorst volkomen zijn oogmerk bereikt hebben. Doch de hemel kon de onregtvaardigheden niet langer gehengen,de Duitfche vorsten en Spanje kwaamen het verdrukte Neerland te hulp, met gevolg dat hij genoodzaakt werdt het meerendeel der drie bemagtigde gewesten te ontruimen. Ziedaar! hoe iedel en bedrieglijk de flikkeringen van heerschzugt zijn. Nu vermeer* derden zijn vijanden en verminderden zijo vnen* IV. Deel. I XVIIL HOOFDST. VERVAL.  wsmw XVIII. hoofdst. verval. 130 opkomstverval en herstel den, want Karel de II., de bisfchop van Munster en de keurvorst van Keulen waren hem afgevallen, en hadden vrede met de vereenigde gewesten ge* maakt, en niemand dan Zweeden bleef hem getrouw; doch of fchoon Lodewijk bijkans tegen heel Europa te ftrijden hadt, zoo waren zijn wa* penen gelukkig, door de bekwaamheid der veld* heeren. Voorzien van Vauban den grootften Ingenieur die Frankrijk ooit gehad heeft,zoo moesten de fterkfte vestingen voor de Franfche wapenen bukken ; doch eindelijk Lodewijk den oorlog moede, en bedugt om Engeland mee tot vijand te krijgen, zoo maakte hij té Nieuwmegen een afzonderlijke vrede met de vereenigde gewesten, waar door zij niets verlooren, cn zelfs Maastricht te rug kregen, mids Frankrijk het gefchut en de krijgsbe* hoeften er uit naame. -— Doch in de Spaanfche Nederlanden breide de koning zijn gebied verder uit, door de vrede met Spanje en bereikte door dien weg een gedeelte van zijn oogmerk. §. DCCXCV. Karel de II. een trouwloos vorst, overgehaald door zijne zuster de hertoginne van Orleans in de belangens van Frankrijk, zoo liet zijne zuster ter meerder verzekerdheid bij haar broeder een hofjuffrouw van haar gevolg , op welke de koning fmoorlijk verheft was, en die hij ook tot hertoginne van Portsmouth verhief. Deeze onvoorzichtige vorst in de ftrikken der liefde gevangen , liet zich volkomen leiden naar de oogmerken van het Franfche hof. Geen wonder dat een ko-  ÜER VEREENtGDE NEDERLANDEN. l§t m'ng die zich door zulk een iooze ftaatkunde Iaat beftuuren, waar heen men wilde, het ook geen onrecht reekend om zijn eigen volk te bedriegen, door hun gegeven onderftandgelden te gebruiken ter beoorloging van zijn bondgenooten. Die de voorwendzels tot oorlog van deezen vorst tegen den ftaat onpartijdig inziet , bemerkt ras de on* gegrontheid van dien. Karel door geld omgckogt tot de belangens van Frankrijk, was een werktuig in Lodewijks handen , om dien vorst zijn Wrok op ons te wreeken. Der Engelfche natie jalours op Neerlands voorfpoed , wierd goude bergen beloofd uit onzen ondergang. Men fchiklerde ons af, als een volk dat uitgeroeit moest worden, en dat Engelands belang zulks vorderde. Gelukkig voor de vereenigde gewesten, dat hoe zeer hun landmagt verwaarloost was, zij des niet te min hun zeemagt in goeden ftaat gehouden hadden;zoo dat de Engelfche vlooten, fchoon met de Franfche Vereenigt, nogthans weinig ftof tot roemens hadden op de Staatfchen, die veeltijds met een minder magt, hun toonden dat zij wisten hun vijand üit de zee te jaagen. Doch de Engelfche natie deezen verderfelijken oorlog moede, en niet willende den Franfchen koning langer in zijn heerschzugtige ontwerpen ten dienste ftaan , maakten het Karel zoo bang, dat hij noodwendig tot de vrede moest neigen, Want Spanje hem met oorlog dreigende, cn geen nieuwe onderftandgelden 'föeer kunnende krijgen, en dat van Frankrijk niet I 2 XVIII. HoorDsr. VERVAL*  Ï3^ OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL XVIII. HoOFDST. VERVAL, toereikende zijnde tot de oorlogskosten , zoo was hij wel genoodzaakt Frankrijks zijde te verlaaten. Hier kwam noch bij , dat de koning door 't Parlement verpligt werdt, zijn toeftemming te geven tot den Eed onder den naam van Test bekend, waarbij alle amptenaren de leer der Transfubftantiatie plegtig moesten afzweeren, of anders hun bedieningen neerleggen, waarom zelfs de hertog van Jork van zijn waardigheid als admiraal afftand moest doen; zoo dat de beroertens in zijn rijk, gepaard met de verdenking, die men op den koning had, in 't ftuk van Godsdienst,hem bevreest deedt worden voor een Rijksomwenteling, indien hij de natie geen genoegen gaf. Van daar die verandering in het Engels ftaatsfijstema , dat Karel zelfs Frankrijk, indien hij geen vrede met de vereenigde gewesten gemaakt hadt, den oorlog zou hebben moeten aandoen. Een blijk, hoe los en onbeftendig de raadsbefluiten zijn der ftaatskabinetten, alwaar onbekwaame, en aan de wellusten overgegeven vorsten regeeren. — De Hemmen des volks tegen hebbende, zoo beeft men aan die hoven, op het minste rumoer, hun dwinglandij verandert in flavernij; terwijl zij die te vooren willekeurig het volk aanbooden, nu de beveelen van hun moeten gehoorzaamen, willen ze geen flagtoffers van ftaat worden. §. DCCXCVI. Onze vijanden, de keurvorst van Keulen, en bisfchop van Munster, maar gehuurde werktuigen van Frankrijk zijnde, zoo zullen wij  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 13* lm om alle herhaalinge te vermeiden, keeren tot den inwendigen ftaat van ons bedrukte vaderland. Overwinnende vijanden, die in minder dan drie maanden, even zoo veele gewesten met meer dan veertig verfterkte plaatzen bemagtigd hadden, en die nu verder niet dan door het water gekeerd konden worden, tot totaal bederf des landbouws en vrees voor gebrek tot voedzel voor menfchen en vee, dit alles, gepaard met inlandfche beroertens, kan men zich wel iets ergers verbeelden? ■ De vereenigde gewesten, zedert de dood van prins Willem den II. zonder ftadhouder geregeerd, veranderden nu weder van regeeringsvorm, met een ftadhouder aan hun hoofd. Het voorig ftaatsbeftuur werd nu alle de rampen des vaderlands te lasten gelegd. De aanhang van de Witt , die men Loevefteinfche factie noemde, geraakte nu door de prul- en hekelfchriften hunner tegenpartij ïn den haat des gemeenen volks. Ja zelfs fchaamden zich niet veele Voetiaanjche predicanten, om dit twistvuur van de openbaare predikftoelen aan teftooken. Men mag hier wel vragen, is dit overeenkomstig de les van hun grooten meester,Matt. II: 29. leert van mij dat ik zachtmoedig ben, ende nedrig van harte: Het zou deeze leeraars meer tot eer verftrekt hebben, indien zij hierin den grooten Paulus naa gevolgd waren, Hebr. XII: 14. Jaagt den vrede na met allen, ende de heiligmaking zonder welke niemand den Heere zien en zal. Nu verkregen de de Witten den naam van landverraadersj 13 xvrir. EIOOFDST. HERVAL.  XVIII. HOOFDST. VERVAL, Ï34 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL de Ruwaard befchüldigt van een aanflag op het leven van den prins, wierdt op een ongehoorde wijze gepijnigt, doch wel verre van daar door iets te bekennen, daagde hij onder allejdie folteringen zijn regters voor Gods vierfchaar. Hun voorhoudende de bekende yersfen uit Horatius, het welk omtrent op deeze zin uitkomt. Geen drift van 't woedend graauw, hoe zeer op kwaad belust. Geen dreigend aangezicht van barsfe dwingelanden Heeft ooit 't regtvaardlg en kloekmoedig hart ontrust. Dit zwigt vovr niets, en tart de wreedfte pijn en banden. , Een taal, die geen fchuldig hart zal voeren, in die uiterfte nood. Zijn vonnis, en het geen verder die twee broeders is wedervaaren, moet ieder onpartijdig mensch, de gefchiedenis leezende, aangedaan doen weezen. De lotgevallen der moordenaars, en de bekentenis van een Tichelaar, toen hij oud en arm zijn brood moest bedelen, bewijzen genoeg de onfchuld van deeze twee flagtoffers van ftaat, -—Hier uit ziet men wat nadeel die prul- en hekelfchriften doen, Het gemeene volk wordt hier door vooringenomen , neemt alles aan zonder onderzoek, en valt eindelijk, zo dra zij mer7 ken, dat de andere partij zulks aangenaam zal weezen, met een dolle drift op de gehaate regenten  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I35 aan , op welke zij hun wraak en bloeddorst lesfchen. — 't Was te bejammeren dat de de Wit-1 ten , ftaatsmannen van beproefde trouw en kundigheden, en bijzonder de raadpenfionaris, het orakelvan ftaat, hun partijfchappen tegen het huis van Orange te verre gingen, weerende de verheffing van den prins op allerhande manieren, daar het meer dan waarfchijnlijk is, indien men daar toegeefelijker in geweest was, de tweede Engelfche oorlog nooit zou zijn voorgevallen en van daar dat men op koning Karel geen ftaat kon maaken,bij het drievoudig verbond, en hij zich des te hgter liet overhaalen tot de belangen van Frankrijk. Schoon nu ter zee onze vlooten in goede ftaat, en de bevelhebbers in hunne zeegevegten blijken van dapperheid en beleid gaven; als verfcheide reizen de overwinninge op hunne vijanden behaalende, zo was het te land veel flegter gefteld, om reden, dat men de landmagthadt laaten vervallen, het geen in die omftandigheden'-van tijden zeer onvoorzichtig was , doch het gene aan de ftaatsregeering wel eigen fcheen , wijl die zich meer op de zee, dan op de landmagt toeleide. — Verwonderlijk is de Weg van Gods voorzienigheid in dit tijdperk over ons vaderland geweest; naar dien de lafhartige befluiten der meeste fteden , juist dienden om met Frankrijk in onderhandeling te treeden, de onaanneemelijke eisfchen van den heerschzugtigen Lodewijk, de overkomst der Engelfche gezanten, de eisfchen van dat hof, het reiI 4 XVIII. JoOFDST. 'ERVAL*  XVITI. Hoofdsi .verval, Ï36 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL zen heen en te mg na den Franfchen koning, de ' langwijlige ftaatsbefluiten, de verfcbillen om nadere gezanten aan den Franfchen honing te zenden, en dat Engeland, zoo men meende, eerst Zeeland wilde bemagtigen, dit, gepaart met de ftandvastigheid van die provincie, en van Amjlerdam ,z«n. welke ftad de andere fteden nu gehoor begonden te geven, deeclt juist zoo vee! tijd verloopen als er noodig was om met de Duitfche vorsten verbonden aan te gaan, en waar mee de Franfche onderhandelingen afgebroken werden. De prins nu tot ftadhouder verheven, haalde zijn oom den keurvorst van Brandenburg het eerst over, om ons bijftand te geven, de keizer begon van gelijke zich voor ons aan te gorden ten ftrijde, men zag nu de gevolgen in, zoo men Lodewijk niet ftuitte m zijn overwinninge. Spanje onze oude vijand wierd zelfs onze vriend en befchermer. Zie daar een omwenteling van zaaken, die alles van gedaante deedt veranderen; nu hadt men geen krijgsmagt noodig om den vijand te verjaagen , maar hij moest zelfs vlugten om niet ingeflooten te worden, van de naderende Dtitfche magt. Het Torieel des oorlog? werdt verplaatst, de overwonne gewesten eerst ten deele en vervolgens geheel ontruimt, zoo verwijderde de ftrijdende heirlegers zich van ons vaderland, de landing der Engelfche mislukte, door de buitengewoone langduunge Ebbe, en dat veele als een wonder befchouwen5 dpch wijl het opperweeën gm wonderen  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I37 doet buiten noodzaake, dient men het eer als een gunstbewijs zijner bijzondere voorzienigheid te befchouwen, naardien toch genoeg bekent is, indien men op een ftijven westen wint, waar door de ' revieren zwellen, fchielijk een oosten wint krijgt, als dan dé Ebben altoos langer duuren; — De weste wind was nu gunstig voor de Engelfche tot de landing, en de daar op volgende oostelijke ftorm juist gefchikt, om hun van onze kusten te verwijderen, dierhalven moet de voor ons gewaakt hebbende voorzienigheid dit wonder zoodaanig beftuurt hebben, dat daar uit dit mogelijk verfchijnzel of uitwerkzel ter onzer verlosfing moest voortkomen. De trouwlooze Karel, bedugt voor de ongunst zijnes volks , werdt hier door, als ook om de gedreigde oorlog met Spanje, genoodzaakt vrede met de vereenigde gewesten te maaken. Een vrede wel niet zeer roemrijk voor onzen ftaat, maar in die tijds omftandigheden noodzaakelijk. De Engelfche natie vond ook hun interest, om bij het verdrag van zeevaart te bedingen, van hout en meer andere fcheepsbehoeftens aan opze vijanden te mogen leveren, om door die ' weg deeze groote tak van de Noordfche koophandel tot zich te trekken, en welke handel in die tijden op Frankrijk van groot aanbelang was, doordien Lodewijk de XIV. zijn zeemagt van tijd tot tijd aanwies. Doch de vrede met Engeland hadt gelukkige gevolgen voor ons land, wijl de bisfchop van Munster en de keurvorst van Keulen^ 15 xviir. HoOFDST» VERVAL.  XVIII. HoOFDST. VERVAL. 1 I i i •5 t i i 135 OPKOMST, VERVAL EÏJ HERSTEL door gebrek aan geld en bedugc voor de wapenen der bondgenooten van gelijke vrede met den ftaat maakten. ■ §. DCCXCVII. 's Prinfen lievelingen werkten ten deezen tijde, om zijn hoogheid meerder ge, zag in de regeering te geven. Gelderland boodt de oppermagt den prins aan, onder den titel van hertog; doch het welke zijn hoogheid op de raad van verfcheide fteden wijzelijk van de hand wees.Opmerkelijk is het dat meest bij alle verandering der regcering, de gemeenebest ijver tot nadeelige uiterftens overflaat, gemeenlijk ziet men alleen op het tegenswoordige, en niet op het toekomende. Want hoe onwederfprekelijk het uit de gefchiedenisfe blijkt, dat de ftadhouderlijke regeering voor ons land noodig en nuttig is, zoo is ook teffens gebleeken aan de andere kant, wat misbruikeu de Hollandfche graven van hun magt gemaakt lebben. Wie kan verzekering geven, indien men iet Orange huis de erfelijke oppermagt in handen hadt gefteldt, niemand hunner naakomelingen die nagt zoude misbruiken. De beste vorsten heb>en meenigmaalen flegte opvolgers, laaten wij tot lat einde, het oog maar vestigen op het gene ons 3e gefchiedenisfen van andere volken, dien aanbande leeren. Het is waar, de zaamengeftelde egeeringsvormen hebben mee hun gebreeken * weedragt, en langwijlige raadsbefiuiten, verijde;n. meenigmaalen de beste ontwerpen, doch met it al, is de volks vrijheid bij hun in zekerder he-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 139 waaring, de magt is te zeer verdeeld, om fchadej&jke inbreuken op de vrijheid te doen, daarin tegendeel een oppermagtjg vorst, voorzien van een geregelde krijgsmagt, volftrekt willekeurig kan regeeren. De magt in handen hebbende, kan hij dezelve zoo wel ten goede doen dienen, als ten kwaade misbruiken. Ja! met opzicht tot ons vaderland, zou ik durven zeggen, dat zij die de geheele oppermagt het Orange huis in handen zouden willen ftellen, verraders van hun vaderland en geen waare beminnaars van het zelve doorluchtig huis kunnen weezen, ©m dat zij daar door onze gevestigde regeeringsvorm omkeeren, de vrijheid in gevaar brengen, en in tijd en wijlen hel Orange huis aan veele gevaaren zouden blootftellen Ons vaderland voor al Holland en Zeeland daai hangt alleen de welvaard af van den koophandel, haar natuurlijke gelegentheid moet door een kost baar onderhoud onderfchraagd worden. Geen lam is er bekent, dat naar zijn groote meerder rijkdon bezit dan Holland, maar ook geen dat meerder lasten opbrengt aan den ftaat, en tot onderhoud zij ner zee- en rivier-dijken en andere binnenlandfche omllagen;het gene alles afhanglijk is van den bloe en welvaard des koophandels, en die teffcns we derkeerig van de vrijheid; wordt die onderdrukt zoo vliedt de geest van werkzaamheid, die 't levei is van alle koophandel. De gefchiedenisfe van alle volken leeren ons ook, dat nooit de koop handel bejlendig heeft gebloeit onder een oppe-j XVIII. HOOFDST, VERVAL. I [ 1 I t 1  XVIII. HoOFDST. VEB.VAL. ] I I ( ( V V ir. X40 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL rnagtig eenhoofdig beltuur, maar altoos onder een gemeenebest of zaamengeftelde regeringsvorm. Want of fchoon goede vorsten het hun belang wel reekenen, de koophandel hunnes lands uit te breiden en te befchermen, kwaade opvolgers, oorlogzuchtige vorsten verkwisten door ongehoorde lasten en kwellingen hunner onderdaanen 's volks rijkdommen, en doen als dan den koophandel en welvaard weer naa andere landen vlieden. Voor dat zelve lotgeval ftonden wij dan bloot even als andere volken, en wat dan? zoo koophandel en welvaart van ons wijkt! is er dan wel een flegter land in Europa als Holland l waar zoude al die zwaare lasten uitgevonden worden, en zonder welke deeze provincie niet beftaan kan. Hoe zou de generaliteit er bij ftaan en land en Zeemagt onderhouden kunnen worden, zoo Holland alleen niet meer dan de andere zes provinciën gaf. Wat voorleel zou dan een oppermagtig vorst aan een land ïebben , wiens inwoonders geen beftaan kunnende dnden, de wijk naar elders moesten neemen; te egt zeide daarom Lodewijk de XIV. toen hij ons land gezien hadt, -^—dat hij ons liever tot vrien- len begeerde , dan tot onderdaanen. Dit nu le gevolgen van een oppermagtig beftuur over dee:e landen zijnde : zoude het dan wel waare vrienlen van het Orange huis zijn, die zulks wilden be'erken. Ja! is het onderfcheid wel van eenig eezendlijk belang van een erfftadhouder zoo in de annelijke als vrouwelijke linie, en eqn opper-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 141 Tnagtig heer! vooral zoo hij de liefde des volks; en de hoogachting der waare patriotten door zijr gedrag weet te verkrijgen. Heeft hij niet de begeving van de voornaamfte ftaatsampten, het keureregt om uit voorgeftelde nominatien regenten naar zijn zin te verkiezen, 't hoogfte bewind over de krijgsmagt te water en te land, en bij dat alles het eerste lid van ftaat in alle ftaatsvergaderingen te zijn, zonder nogthans bloot te ftaan voor de misflagen die bij het befluit der ftaatsvergaderingen genomen mogten worden. Kan nu een vorst, die liefde voor zijn volk heeft, wel meerder magt begeeren! Wat regent, wat burger is er, die ziende, dat een ftadhouder niets anders beoogt, ■ ah de hoogst mogelijke welvaard des volks, het eenige waare doelwit van alle eenhoofdige zoo wel als gemeenebest regeeringen, of hij zal gewillig niet alleen gehoorzaamen,maar zelfs goed en bloed voor zulke vorsten opofferen. Kragtig en treffelijk zijn de woorden welke men wil, dat prins Willem de I. in eene vermaaning aan zijn zoon Mauritz gefprooken zoude hebben. „ Ik beveel u bo„ ven al van de belangen van den ftaat en de U,, nie van Utrecht nimmer uit het oog te verlie,, zen; de regeeringsvorm en de wetten van den „ ftaat zorgvuldig te bewaaren; geen inbreuk fe ,, doen op de voorrechten der fteden; hun altijd „ als vriend, en eerste van den ftaat tot fcheids,, man in hunne gefchillen te vcrftrekken, zondei „ dat uw gezag immer aan de lieden of het volk xviir. HoOFDST. yerval.  XVIII. HoOFDST. Verval* O) Hollands rijkdom 3. deel p. 175. 142 OPKOMST, VERVAL ËN HERSTEL „ eenig argwaan geven, nooit anders dan op dis „ voet van ftadhouder en van veldoverften te werk „ te gaan; en boven al zorgvuldig de verbinte„ nisfen met de koningen van Frankrijk en van „ Engeland te onderhonden (V)" Geen wonder dan dat prins Willem de III. en alle volgende vorsten uit dat doorluchtige huis, nimmer blijken hebben gegeven van naar de fouverainiteit te ftaan. §. DCCXCVIII. Schoon de vereenigde bondge. nooten tegen Frankrijk, juist niet zeer roemen konden op het geluk der wapenen, wijl Orange hoe bekwaam en dapper, fteeds de meerderheid der Franfche wapenen ondervond. Zo kon LodewijS de XIV. door zijn verbaazende oorlogs kosten ter zee en te land gemaakt, gepaart met andere verderfelijke geldfpillingen, doorgelds gebrek zijn overwinninge niet verder voortzetten, waarom hij hartelijk naar vrede verlangde, voor al mee de ftaaten, om daar door het bondgenootfehap te verzwakken en te verdeden, beloovende aan de vereenigde gewesten in de Spaanfche Nederlanden een veilige voormuur te zullen bezorgen, en zulke maatregelen te helpen beraamen, waardoor hunne vrijheid voor altoos verzekerd was. Waarlijk een andere taal dan die deeze trotze vorst zes jaaren te vooren liet hooren. -—- Geen wonder dat de ftaaten, al was het tegen het genoegen  BËR VEREENIGDE NEDERLANDEN, f 4'§ van den prins daarom tot de afzonderlijke vrede overhelden, 't is waar! dat of fchoon de ftaaten" hier door een allervoordeeliglte vrede van Frankrijk verwierven, zij aan de andere kant door hun afval van de bondgenooten, dezelve zoo verzwakten, dat zij genoodzaakt waren vreede te maaken. Nu was de ftaat wel verbonden, om niet buiten kennis van Deenemarken en Brandenburg in onderhandeling over vreede te treeden, maar geenszints, om niet te fluiten zonder hun bewilliging. Dierhalven maakte het zelfsbelang , die eerfte grondregel van ftaatkunde, dit verfchoonlijk bij de ftaaten. Opmerklijk is het, dat zoo draa de vreede tusfchen Frankrijk en den Staat te Nieuwmegen geflooten was, dat Engeland toen weer misnoegd hier over met ons den oorlog tegen Frankrijk zogt * hebbende daar toe zelfs al verfcheide Engelfche troepen in de Spaanfche Nederlanden ontfeheept, doch Karel deedt alle deeze voorbereidzels om hes Engelfche volk genoegen te geeven, als zelfs den oorlog niet zoekende, fchoon het nogthans Frankrijk handelbaarder maakte met Spanje , geevende deeze twee koningen beide hun verfchillen over ter vereffening aan de ftaaten, die ook de vreede tusfchen die twee Rijken bewerkten. Over he£ geheel genomen won Frankrijk het meest bij deezen oorlog, en het huis van Oostenrijk cn Spanje leeden het grootfte verlies, om dat zij het overweldigde graaffehap Bourgondie of Franfche Comté moesten afftaan aan Frankrijk, geevende daar voor XVÏÏf. lOOFDST. ERVALi \  XVIII. HOOFDST. VERVAL, *44 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL eenige "grensvestingen te rug, maar Frijburg bleef in Lodewijks handen. Zweedenwierd ten dee- len herfteld in zijn geleeden fchade, en Deenemarken, Brandenburg, Munster en andere bondgenooten genooten niets anders dan hun beloofde onderftandgelden. Wonderlijk zijn dus alle de zaa- menloopende omftandigheden, welke zich tot de verlosïing van ons lieve vaderland als in een middelpunt vereenigt hebben. Wie zou het zich hebben kunnen voorftellen, de eerde eisfchen onzer vijanden inziende, om dan eindelijk een zoodanige voordeelige vreede te verwerven, daar we niet alléén het verloorene mee weerom kreegen, maar zelfs het geluk genooten van een voordeelig verdrag van koophandel met Frankrijk te fluiten. Maar hier doet zich nu een vraag op. — Wijl het is gebleeken, dat wij middelijk door onze verbonden van onderlinge befcherming met de Duitfche vorsten uit 's vijands handen verlost zijn, dierhalven zulks fchijnt te flrijden tegen het gene ik op §. DCCXLI. wegens de verbonden van onderlinge befcherming gedeld heb. Als men oppervlakkig oordeeld, zou men zeeker hier verkeerde gevolgen uit kunnen trekken, maar die met aandagt dat § inziet, zal wel draa ontdekken, dat ik het oog heb op zulke verbonden van onderlinge befcherming, die men uit voorzorg tegen een aanwasiende magt gebruikt, tegen welke men noch in geen oorlog is, en het fchadelijke daar van heb ik door voorbeelden getoond, maar geenzints gefteld,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I45 fteld, dat wanneer de nood ons dringd in den oorlog, wij er dan geen gebruik van zouden mogen maaken, dit zij verre! en zou'ftrijden tegen de grondregelen van alle goede ftaatkunde.- Het zelfs- belang, en zelfs - behoud vordert zulks wel deege- lijk in den oorlogi Maar om dat de oorlog het allerfchadelijkfte voor zulke gemeenebesten is, dié alleen door koophandel hun welvaard zoeken, is het ook een grondregel van ftaatkunde voor hun, om alles te vermeiden dat eenig ongenoegen aan deeze of geene volken zou kunnen geeven. Ja! laaten wij al wederom de gefchiedenisfe doen fpreeken, moesten wij bij de vreede van Nieuwmegen evenwel niet gedoogen, dat Frankrijk voet kreeg in de Spaanfche Nederlanden! naamen wij toen geen genoegen inde voorhagen van Lodewijk den XIV. om ons een veilige voormuur aldaar te bezorgen! Zouden wij nu niet dit zelve hebben kunnen verkrijgen van Frankrijk, toen hij bevoorens eisch daar op maakten , mids wij ons in geen drievoudig verbond tegens hem hadden ingelaaten ! Was het onze zaak wel om een heerschzugtig vorst te vertoornen? — Dus befluit ik, dat wij deezen oorlog hadden kunnen voorkomen, indien wij te vooren maar gezogt hadden bij Frankrijk te bewerken, het geene wij bij de vreede hem wel moesten toeftaan. §. DCCC. Keeren wij nu noch eens kortelijk tot de inwendige gefteltenis onzes vaderlands in die tijden, dan befpeurenwij daar een aanmerkelijk verval , de oorlog ftremde den koophandel, waar aaa IV. Deel. K xyin» tlOOFDSTi VERVAL.  .XVIII. HoOFDSTi VERVAL. 146* OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL 's Lands welvaard hing, 's Lands fchatkist geraak- ' te uitgeput en met toeneemende fchulden bekladen, de lasten vermeerderden, en de mededinging in den koophandel bij andere volken nam grootelij ks toe. Engelands handel was zedert het begin deezer eeuw tot op dit tijdperk ruim vier maal zoo groot geworden, en zijn zeemagt vermeerderd van 42 fchepen en 8526. matroozen onder Elizabeth, tot 83 fchepen en 18323. matroozen in 1678. Frankrijks handel bloeide ook meer en meer, door de verftandige maatregelen van Colbert; en zijn zeemagt was ook in dit tijdperk al genoegzaam verdubbeld, daar in tegendeel de onze naar de vreede met Engeland in 1674. merkelijk is afgenoomen, wijl 's Lands fmantien niet toelieten dezelve in dat aanzien te houden, 't Is waar! men vind in dit tijdperk een grooten aanwasch van pragt en praal, zoo dat Amfierdam, en veele onzer groote fteden, met aanzienlijke gebouwen verliert, en veele buitenplaatzen aangelegd werden; maar dit fproot uit de overwinsten van voorige welvaart. Neen! onze visfcherijen, vaart en koophandel met de Europefche volken, gelijk ook veele onzer fabrieken begonden merklijk af te neemen, in evenredigheid dat de mededinging daar in bij de uitlanders toenam. Het belang des koophandels begon nu bij de vorsten een punt van ftaatkunde te worden, zij leerden nu bij bevinding de voordeelen daar van kennen, die bron van's volks welvaard deedt de lasten vermeerderen, en ftelde de vorsten de mid-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN; Ï47 delen in handen om hunne heerschzugt, pragt en praal ten kosten van 's volks rijkdommen te vergrooten. Zoo dat wij ons niet moeten verbeelden, om dat zoo wel bij ons als andere volken het groots vertoon is toegenomen, daarom de algemeene welvaard in die reden aanwiesch, dit zal ik op zijn tijd en plaats wel anders toonen. - K xvur- HOOFDST. VERVAL. K 3  XIX. HOOFDST VERVAL. De dogter des hertogs van Oiieans trouwt met den koning vai Spanje. Verfchil ovzvMaaz tricht me Spanje. Verfchillen met Brandenburg. Ï48 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL NEGENTIENDE HOOFDSTUK. ■Fan den jaare 1679. tot de vreede van Utrecht in 1697. §. DCCCI. -lV^Jaria LonisA, dogter des hertogs van Orleans, nigt des konings van Spanje, tot een bruidfchat van Frankrijk , geld in plaats van landen krijgende, zoo was men daar hier te landen zeer mee in den fchik, oordeelende, dat daar 1 door de vree^e tusfchen die twee Rijken befrendig zoude blijven, maar de bevinding leerde zulks an^ ders. §. DCCCII. Over de overlevering van Maas. tricht aan den koning van Spanje,volgens verdrag van den jaare 1673. rees er verfchil met de Staaten en Spanje, waar over voor- en tegen veel gefchreeven werd, doch het verfchil bleef voor eerst onafgedaan, de ftad bleef in het bezit der ftaaten, en Spanje hield de penningen in, welke hij erkend had , hun en den prins van Orange fchuldig te zijn. §. DCCCIII. De keurvorst van Brandenburg geen vergoeding van fchade van de ftaaten kunnende krijgen, zoo zogt hij, met behulp van Frankrijk,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I49 zulks door de wapenen, maar dit Rijk daar ongenegen toe vindende, zoo gaf de keurvorst gehoor aan onze aangeboode onderhandeling met hem. §. DCCIV. De hertog van York opentlijk den Roomfchen godsdienst belijdende, was daar door, gelijk ook door de ontdekking van het verraad in Engeland zoo in haat bij het volk geraakt, dat hij genoodzaakt was zich voor een tijd uit het Rijk te verwijderen, ja zelfs fmeeden veele leden een ontwerp om hem te verfteeken van het regt der opvolginge tot den kroon. §. DCCCV. Over het afdanken van krijgsvolk rees ook verfchil met Friesland, wijl die Provincie beweerde, dat zulks tot de fouveraine magt van ieder Provincie, en niet tot dealgemeene ftaaten behoorde : willende het zelfs ook niet overlaaten aan de uitfpraak van haar Hoog Mog.; 't gevolg was ook dat de zaak bleef fteeken. §. DCCCVI. Frankrijk nimmer uit het oog verliezende, om ook het overige deel der Spaanfche Nederlanden aan zijn kroon te hegten, zoo zogt Lodewijk de XIV. om door de vereenigde gewesten daar in niet verhindert te worden, met hun een verdeedigentverbond te fluiten. Engeland en Span', je daar en tegen bedugt voor de aanwasfende magt van Frankrijk, ontrieden dit de ftaaten, en fchoon Friesland en Stad en Landen er voor waren, zoo volgden men het befluit van Holland, om naamentlijk noch met Frankrijk of Engeland een diergelijk verbond te fluiten. —— Lodewijk de XIV. zijn K3 XIX. HoOFDST. herval. , De her. tog van York in liaat. Verfchil met Friesland over de afdanking van krijgsvolk; 1680. Frankrijk zoekt te vergeefs tot bereiking zijner oogmerken een verdeedigent verbond met ons te (luiten.  XIX. HoOFDST. VERVAL. 1 < 3 f Verdrag met den 0 "Turk. h a' e i68ï. Verbonden h tegen t£ Frankrijk. ei w M m de ge Z fo< me ï£0 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL oogmerkdus bij de ftaatea verijdeld ziende, wende daar op zich naar Engeland, en kreeg in 't heimelijke Karel in zijn belangens. Hier op noodzaakte Frankrijk, Spanje om hem Cliarlemont af te ftaan, en zich te ontdoen van de tijtel van hertog van Bourgondie. Jalhet bleef hier niet bij, zijn eisfen vermeerderden, en de ftaaten ziende, dat hun verbogen daar tegen aan 't Franfche hof niets vermogen , zoo vonden zij eerlang geraaden , om zich loor het fluiten van nieuwe verbonden tegen den lanwas der Franfche magt te verzekeren. Met den reurvorst van Brandenburg en Spanje rees ook verchil over het betaalen der agterftallen. §. DCCCVII. Met de Ottomannifche Porte werd ok door de ftaatfche gezanten een zeer voordeeg verdrag van koophandel getroffen, waarbij zij le de voorregten verkreegen die de Franfchen a Engelfchen genooten. §. DCCCVIII. De Franfchen eenig krijgsvolk in ït land van Luxemburg gezonden hebbende, maakn daar op eisch op een gedeelte van Vlaanderen, 1 blokkeerden Luxemburg. De ftaaten deeze besegingen ziende, en de prins zeer misnoegd op ■ankrijk zijnde over de verbeurd verklaaring zijT heerlijkheden Vianden en St. Vit, zoo haalde hij ftaaten over om zig door bondgenootfchappen ten de oogmerken van Frankrijk teverfterken. Met veeden gelukte het de ftaaten een verdrag van as:iatie of bondgenootfchap te fluiten , waar bij n beloofde: „ de Nieuwmeegfhe vreede van den  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. ï$ï „ jaare 1678. en 1679., en de Osnabrugfche en j, Munsterfche van den jaare 1648. te zullen handhaven, en tegen de fchenders deezer vreede» 3, de? noods, gelijkelijk de wapenen te zullen op„ vatten. Men liet ook andere mogendheden toe, „ in dit verhond te treeden, en ftelde eindelijk „ vast, dat het van den dag der bekragtiging af, 3, twintig jaaren duuren zou." Doch koning Karel hier toe aangezogt, maakte zoo veele uitzonderingen, die zoo veel als een ftilzwijgende van de handwijzing inflooten. En offchoon de ftaaten op de klagten van Frankrijk zich hier over zeer he-1 fcheide verantwoorden,het lei al weder den grond tot een verwijdering met dat Rijk. Waar bij noch kwam dat door den Franfchen oorlog met de Algerynen, onze kooplieden verftooken waren van het voordeel om hun te voorzien yan krijgsbehoeften, wijl Frankrijk orde naar de Middelandfche Zee gezonden had, om de fchepen van ons die zulks in hadden aan te tasten en weg te neemen. , Over het niet genoeg eerbiedigen der Franfche vlag rees ook een verfchil, en werd aan de bevelhebbers der ftaatfche oorlogfchepen belast, dat zij der Franfche vlagge gelijke eer zouden hebben te bewijzen, als zij der Engelfche, buiten de zoogenaamde Britannifche Zee, en der Spaanfche gewoon waren aan te doen. Veel was er ook te doen over Lodewijks mislukten aanflag, om door een Fransch luitenant en eenige dragonders, een Amfterdams burger in het heimelijke te ligten, het geene ontdekt zijnde, K 4 XIX. HOOFDST. /ERVAL. Verwijdeing met Frankrijk,  XIX. Heov'bst. VERVAL. Voordag v.in het huis, der gemeente in Engeland. 1682. Voorftcl van Bran denburg tot behoui der vrede 15^ OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL zoo wierden zij gevangen genomen, en door het hof gevonnist, de luitenant om onthalst, en de dragonders om tien jaaren in 't rasphuis te zitten, doch ter tijd van de uitvoering des vonnis, tree? gen zij uit naam der hoge overigheid pardon. Waar door de ftaat zijn gezag behield, en intusfchen zonder krenking van zijn eer Frankrijk genoegen gaf. §. DCCCIX. In Engeland deedt het huis der ge» meenten den voorflag aan den koning, om den her» tog van York onbekwaam te verklaaren tot de opvolging der kroon, en het gene de prins ook gaarne gezien zou hebben, maar de koning hier niet toe te beweegen zijnde, en ziende waar op het gemunt was, zo liet hij het parlement fcheiden. §. DCCCX. De eisfchen der Franfchen op do Spaanfchen,en de vrees die men hadt dat de ftaa■ ten aangezet door den prins de vrede met Frank\rijk zogten te breeken, om Spanje te helpen, zo . deedt de keurvorst van Brandenburg door zijn gezant, een breedvoerig vertoog inleveren, om de vereenigde gewesten tot de behoudenis der vrede op de Franfche voorwaarden aan te raaden;te meer, om reden, dat hij door de ftaaten fterk aangezogt was, deel te neemen in het verbond met Zweeden, en waar bij zich het huis van Oostenrijk gevoegd hadt, doch het welke de keurvorst op aanzoek van Frankrijk hadt afgefjagen, met meer andere Duitfche vorsten. Hier op zogten de ftaaten koning Karel te .beweegen, om een handelplaats te benoemen,tot  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 153 bet afdoen van alle de gefchillen, maar het Engelfche hof maakte hier zwaarigheid in, als oordeelende dat Frankrijk hier niet toe te beweegen zou zijn; en naardien uit het een en ander genoeg op te maaken was, dat koning Karel de belangens van Frankrijk aankleefde, zoo lieten de ftaaten hem afvraagen, of men zich in geval van oorlog wederzijds niet zou kunnen verlaaten op de ge» fioote verbonden, doch die vraag nam de koning zeer euvel op, en verfterkte hem in 't vermoeden, als of van deeze zijde de oneenigheid tusfchen den koning en zijn volk gevoed werdt. Frankrijk fpande daar en tegen door belofte en bedreiginge allekragten in, om den prins van Orange in zijn belangens te krijgen, en het welke hem mislukkende, zoo werdt ten behoeven des hertogs van Longueville, het prinsdom Orange verbeurd verklaard, het gene den prins zeer verbitterde tegen het Franfche hof. §. DCCCXI. Frankrijk floot met Denemarken, den keurvorst van Brandenburg, en den bisfchop van Munster een verbond voor 3 jaaren, tot handhaving der vrede, op voorwaarde door Frankrijk voorgeflagen, waar door hij zich dekte voor de aanflagen die men aan den anderen kant tegen hem mogt neemen. §. DCCCXII. De ftaaten bedugt voor oorlog, lieten ter verzeékering der fcheepvaart en visfcheïije, 36 nieuwe oorlogfchepen aanbouwen, en waar onder 10 van 80 ftukken gefchuts, die alle in 1 jaaren aangcbouwt moesten worden. —> Ten S 5 XIX. HOOFDST, VERVAL, Verbond vaat Frank-; rijk, De ftaaten laaten 36' oorlogfchepenbouwen,  XIX. Hqofdst. verval. Surinaamen verkogt aan de WestindifcheMaatfchappij , Amfierdam, en de Heer van Somvielsdijk. ' 16S3. Verbond met Spanje , Zweeden en de ftaaten. 3 i > » 3 154 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL deezen tijden kogt de westindifche Maatfchap, pij de Colonie Surinaame van de provincie Zeeland, en deed kort hier op een derde daar van over aan de ftad Amfierdam, en een derde aan den Heer Kormelis van Aarssen van Sommehdijk, en welke in 1683 gouverneur aldaar wierd; doch 5 jaaren daar naa, is die heer bij een muiterij onder het krijgsvolk deerlijk vermoord Dit jaar leeden ver- lcneide plaatzedoor een noord westen ftorm en hoo- gen watervloed groote fchadens. ; De oost friesfche gefchillen,. die zedert lange tijden herwaarts, door de ftaaten deezer gewesten beflist waren, zo kwamen de keizer en meer andere Duitfche vorsten daar tegen op,vermeenende zulks hun zaak was, doch dit een en ander bleef onbeflist. & De Afrikaanfche maatfchappij te Embden door den keurvorst van Brandenburg opgerigt liep ook door 3en tijd geheellijk te niet. §• DCCCXIII. De Keizer, Spanje, Zweeden en de ftaaten, maakten een nadere overeenkomst voor len tijd van 10 jaaren, waar bij beraamd werdt , dat de bondgenooten eikanderen, op 't eerste , verzoek, met 12 fchepen van oorloge en 6000 i knegten, zouden helpen, 't zou vrij uraan, inde , plaats van 2000 knegten of minder, ruiterij te , begeeren, in welk geval, drie knegten, voor één ruiter of dragonder gereekend zouden worden, men zou ook andere rijksvorsten tot dit , verdrag toelaaten, die zoo veel volks leveren > zouden, als zij bekwaamlijk konden." Bij  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 155 de bijzondere punten wierdt vastgefteld, dat de keizer geen fchepen zou behoeven te leveren, ende bondgenooten deezen onderftand van eikanderen zouden mogen verzoeken. Zweeden en de Staaten moesten fchepen leveren, maar Spanje kon met geld voldaan. De oude verdragen tusfchen Spanje en de ftaaten zouden in volle kragt blijven, uit het welke men zien kan, dat de bondgenooten voorneemens bleven zich te kanten tegen het gene zij van de Franfche overmagt te vreezen hadden. g. DCCCXIV. De Turkfche oorlog tegen den. keizer meende men ook dat door Lodewijk de' XIV. berokkend was, om den keizer van dien kant, werk te geven, even gelijk hij Denemarken tegen1 Zweeden ophitste; bewerkende ook een huwelijk tusfchen prins George van Denemarken en de prin-: fesfe Anna van York met oogmerk, om den prins: van Orange te verfteeken van de hoop om eens, den throon van Grootbrittanje te beklimmen. ——1 Intusfchen vielen de Franfche in Vlaanderen, en] de ftaaten gaven de beloofde onderftand van 8000^ man, doch koning Karel weigerde hulp te ver- < leenen, en zag dit gedrag der ftaaten aan als alleen te zijn voortgekomen van dezulke die oorlog zogten, en waar tegen de ftaaten zich in een breedvoerig vertoog verantwoorden. Naa het plegen der wederzijdfche vijandlijkheden , verklaarde 1 Spanje aan Frankrijk den oorlog, en wijl de Spaan-1 fchen Luxemburg als hun eeniglte ftad tot gemeen-] XIX. hoofdst. herval.' vrankri]k jerokkent len Turk'eken oor>g- luwelijk net prins zïeorge ■li Anna ran York. nval der 'ranfehen 1 Vlaanderen. ipanje erklaart Tankrijk len oorog.  XIX. HOOFDST. VERVAL. Vertoog tot werving en daar Amfierdamtegen is. Vertoog vam Amfierdam, 1684. 156" OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL fchap met het Duitfche Rijk niet wilden afïhan, zoo liet Frankrijk door zijri ambasfadeur D'Avaux voorfiaan, zich te willen vergenoegen met eenige andere plaatzen, doch de keizerlijken zoo wel als de Spaanfchen hielden deeze eisfchen voor onredelijk. §. DCCCXV. De inval der Franfchen in de Spaanfche Nederlanden veroorzaakte, dat zijn hoogheid, en de raad van ftaaten den voorflag deeden aan de ftaaten, om 16000 man te werven, doch in het welke Amfierdam niet wilde bewilligen , en het geene tot veele onaangenaamheden tusfchen den prins en die ftad gelegentheid gaf, zoo dat zelfs de bezending aan welker hoofd zijn hoogheid was on- verrigter zaake uit Amfierdam te rug kwam. , D'Avaux hield ook bijzondere gefprekken met de afgevaardigden van die ftad. —— Dit een en ander maakte een groote verwijdering tusfchen den prins en die ftad. Blijvende Amfierdam ookbeweeren, dat het hun vrij ftond om met Uitheemfche gezanten te fpreeken. Geevende ook vervolgens een wijdluftig vertoog over, waar in zij de noodzaakelijkheid van een verdrag tusfchen Frankrijk en Spanje toonden, en de poodeloosheid der werving van 16000 man beweerden, wijl er maar twee middelen waren om den oorlog te doen ophouden, -— zijnde het maaken vaneen minlijk verdrag, —=- of het op-, vatten der wapenen tot verkrijging van een beter verdrag, en waar van men het laatfte niet dan bij den ufterften nood moest kiezen. —- Te meer,  EER VEREENIGDE NEDERLANDEN. lS7 naardien het zorglijk en van hooplooze vooruitzichten was, een magtig vijand, voorzien van aanzienlijke bondgenooten , met de Wapenen tot betere voorwaardens te dwingen, daar aan de andere kant de Spaanfche Nederlanden, door de laatfte invallen verwoest, vestingwerken vervallen, en Spanje vaft geld en magt ontbloot was, om zich te verdeedi- gen. Verder toonden zij aan, wat fchade onze koophandel, fcheepvaart, visfcherij, handwerken en neeringen door den oorlog (tonden te leiden,als mede dat dezelve ten minften 12 of 14 miljoenen 's jaars zou kosten, Denemarken nu met Frankrijk verbonden, onze koophandel op de Oostzee kon bederven,daar wij door den Turkfchen oorlog,van den keizer geen hulp tewagten, en van Engeland meer te vreezen dan te hoopen hadden. Befchouwende zij de veiligheid van den ftaat, niet in eert groote krijgsmagt, die toch altoos merkelijk kleiner zou zijn dan die van Frankrijk; maar in goede verbonden met magtige nabuuren. Doch met dit al beflooten de ftaaten van Heiland, bij meerderheid van ftemmen, tot de werving, het geene Amfierdam aantoonde dat ftreed tegen de grondwetten van den ftaat. Kort hier op klaagde zijn hoogheid die ftad aan, over hun geheime verftandhouding met d'Avaüx, willende zelfs daarom de ftads papieren verzeegelen laaten, en op de Charterkamer brengen, het geene ook beflooten werd, doch zoo, dat ze onder bewaaringe van den heere van Maarzeveen verzegeld zouden blijven, tot dat XIX". Hoofdje» VERVAIj De werving word beflooten, Verzegeling der Aiujlcrdamj'chepapieren.  XIX. HoOFDST. VERVAL. Verfchilleride itemmiuge voor en tegen de wervinge. i De ftaaten verzoeken verlenging van I tijd we- 1 gens de gedane voorHagen. t 153 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL men zou hebben geoordeeld, of ze nader moesten onderzogt worden of niet. Amfierdam toonde zich hier ten uiterfte gebelgd over, beweerende dat men nier door hunne voorregten verkragt, en de vrijheid der leden gekrenkt had; waarom zij ook in plaats van afgevaardigden ter ftaatsvergadering,maar twee fecretarïsfen op dezelve zonden. - De verwijdering, welke hier uit tusfchen zijn hoogheid en die ftad ontftond , had ten gevolgen, dat men verfcheide prul- en fchimpfchriften zag te voorfchijn komen, aan de eene zijde werd Amfierdam afgemaald, als of zij het land aan Frankrijk verkogt hadde, daar men aan de andere kant zijn hoogheid afmaalde, als een vorst die 's Lands vrijheden zogt te verkragten. §. DCCCXVI. Gelderland volgde Holland, en bewilligde in de werving, maar in Zeeland temte Middelburg en Goes ertegen, doch de laatfte ftad viel om. Utrecht ftemde er voor, maar Friesland noeg de werving af, en werd van Stad en Landen Jaar in gevolgt. Doch de begonnen handeling over ïen beftand bragt te weeg, dat de werving eerst ntgefteld, en door het treffen van een verdrag van :elve agter, bleef. §. DCCCXVIL De tijd tot het aanneemen der 'oorflagen, door Frankrijk vastgefteld, nu verlo»en zijnde, zoo hielden de ftaaten bij 't Franfche iof aan, om verlenging van tijd, het gene d'Avaux it 's konings naam wilde vergunnen,mids de ftaa~n er voor inftonden, dat Spanje een zijner voor-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 159 fiagen zoude aanneemen, en bij weigering, zij geen onderftand zouden geven. — Midlerwijl men bier óver handelde, begeerde Spanje, dat de ftaaten Frankrijk den oorlog zouden verklaaren, of hun met meerder manfehap onderfteunen. Het eerste wierd hun afgeflagen,maar het tweede vergund, en zonder uitftel, twaalf regimenten te voet, en 1500 of 1600 ruiters tot hulp gezonden, fchoon Amfterdaméaax tegen ftemde, en Friesland en Stad en Lande begeerden, dat dezelve te rug ontboden wierden, mee bedreiging zelfs, van hun krijgsvolk onbetaald te zullen laaten, verklaarende dit afzenden van het krijgsvolk, ( zonder algemeene toeftemming ) voor een verkragting der Unie,' en een krenking van het regt der twee gewesten. §. DCCCXVIII. Intusfchen werdt Luxemburg* door de Franfchen belegert, en ingenomen, en de ftaaten bedreigd op het plegen van de minste vijandlijkheden, hun als ópenbaare vijanden te zullen handelen. — Amfierdam deed ook de ftaaten van Holland aanzeggen, dat indien zij de vereischte orde niet ftelden op het ontzegelen der papieren, zij niet zouden bewilligen tot eenige invor-. dering van 's lands middelen binnen hunne ftad, en welke ontzegeling daar op gefchiede, waar dooide twist tusfchen zijn hoogheid en die ftad werdt bijgelegd. Naar veel debatten over de onderhandeling met Frankrijk, werdt eindelijk tusfchen dat Rijk en de ftaaten een verdrag geflooten, waar bij de ftaaten zich verbonden, Spanje tot het aannee- XIX. HOOFDST. VERVAL. Spanje krijgt onderftand. Verfchillea hier over. Bedreiging van Frankrijk. Van Am* Verdam Dver de verzegelde papieren. Verdrag met Frankrijk.  XIX. HoOFDST. VERVAL. Verraad in Engeland. Verdrag met Marokke. 1683. Vefto erg van Amfierdamover de vermeerdering van zee en vermindering van landmagt. 160 opkomst, Verval en herstel men van het beftand te beweegen, en bij weigering hun gegeven onderftand te rug te ontbieden; wanneer Frankrijk, Spanje dan buiten de Spaanfche Nederlanden zou beoorlogen, verbindende zich om het gene hij dan mogt komen te overmeesteren, bij beftand of vrede niet te zullen verruilen tegen plaatzen in de Spaanfche Nederlanden, Het gevolg hier van was, dat er een twintig jaa-rjg beftand tusfchen Frankrijk en Spanje, en het Keizerrijk en Frwikrijk geflooten werdt. §< DCCCXIX. In Engeland ontftond een zogenaamd Protestants verraad, het gene veele het leven kosten. De prins van Orange hieldt men m dat Rijk zeer verdagt, dat hij gemeenfehap hieldt met eenige Engelfche heeren, die zich kanten tegen de maatregels der voornaamfle ftaatsdienaars. §. DCCCXX. Ten deezen tijden flooten de ftaaten ook een zeer voordeelig verdrag van vrede en koophandel met den koning van Marokko. < De gefchillen der regeering te Gomichem en voor al te Dordrecht met zijn hoogheid, over de nominatien en meer andere fteden, door onze beroemde gefchiedfehrijver Wagenaar breedvoerig zijn* de befchreven, en niet volftrekt tot mijn onderwerp dienstbaar zijnde, zo zal mij daar over niet inlaaten. . Doch van meer aanbelang is het gene over de vermindering der land en vermeerdering der zeemagt voorviel, en merkwaardig het ?ene de afgevaardigden van Am ft, er-d'cm dien aangaanie zeiden, toonende dat de lasten driemaal meer be-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. IÖI bedroegen, dan de voordeden die men door den landbouw uit den grond kon trekken, waarom zij om het verval der fcheepvaart en koophandel, oordeelden , dat 's Lands ingezeetenen eerder verligt dan bezwaard behoorden te worden, en dat zij niet door hun land- ,,maar wel door hun zeemagt ontzaggelijk bij hunne nabuuren waren; klaagende over het bitter verval van het laatfte. Zij beriepen zich op het voorbeeld van Engeland en Venetien, die niet door landmagt, maar door hun zeemagt zich traande hielden, en Wilden innaavolging van Zwitzerland 'de burgerijen der fteden in de wapenhandel oeffenen, om des noods de fteden te befchermen, en niet dan bij een opkomende oorlog nieuw krijgsvolk aanwerven. Jalzeidenzij zelfs als de Spaanfche Nederlanden hunne voormuuren door de Franfchen mogten overmeesterd worden, had de ftaat noch Maastricht, Gr ave , Keusden, Geertruidenberg, 's Hertogenbosch , Breda , Willemflad , Klundert, Hulst, Sluys, Bergen op Zoom en Zas.van Gent, en zorgende voor de befcherming van Rhijn en Ysfel, het diepen der ftroomen, en onder water zetten van Holland, en het inhouden van zulke plaatzen over de ftroomen, welken best gelegen waren om op de Brabantfchen en Vlaamfchen bodem te geraaken, zoo meenden zij, dat doör die weg de veiligheid van den ftaat, op een onkostbaarder manier zou bezorgd kunnen worden. — Bij een nader vertoog ter ftaatsvergadering beweerden zij, dat menhiet meer in vreedens tijd dan 30000 man behoorde in dienst IV. Deel. L XIX. HoOFDST. VERVAL.  XIX. HüOFDST. VERVAL. Aanmerkingen de Edelen hier over. i62 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL te houden, te meer om dat Spanje en andere vorsten nu belang in onze behoudenis hadden. Zij toonden verder dat zedert de Munster fche vrede, koophandel en fcheepvaart en de waarde der vaste goederen tot op de helft verminderd, en de ftaat dieper in fchulden ftak dan voorheen. Doch de "edelen merkten hier op aan, dat zij mede wel waren voor de verfterking der zeemagt, maar niet voor die geweldige vermindering derlandmagt, om dat het jaar 1672. hun had doen zien, dat de hulp der bondgenooten niet, of fpade komende-, hun een aanzienlijke landmagt voor veele fchaden zon hebben behoed, al fchoon zij wel wilden toeftaan, dat nimmer onze krijgsmagt die der magtige nabuuren konde evenaaren, zoo oordeelden zij nogthans dat de zaaken in de Spaanfche Nederlanden, zoo ten nadeelen waren veranderd, dat men altoos op geen vermindering van krijgsmagt behoorde te denken. — Het verval van koophandel en fcheepvaart zedert 1650., fchreeven zij meest toe aan een verkeerde fpaarzaamheid in de zee zaaken, hebbende men door onmagt te water voorwaarden moeten inwilligen, waar bij men van een groot gedeelten der vaart in- en buiten Europa, en dus van de regte kweekfchool van het bootsvolk verfteeken geworden was. Deeze vertoogen , gepaart met de bedekte en openbaare poogingen van zijn hoogheid, en dat men den aanbouw der bepaalde 36 oorlogfchepen in 1682. fterker voort zou zeeten, deed Amfierdam sa alle gewesten toeftaan,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I63 om den ftaat van oorloge te houden op den voet,( zoo als zijn hoogheid en de raad van ftaaten die bepaald hadden. §. DCCCXXI. De keizer werd Zijn verzoek,' om onderftand tegen den Turk en voldoening eeni-, ger agterftallen van de hand geweezen, maar met' Brandenburg wegens de agterftallen een verdrag geflooten. §. DCCCXXII. In Engeland was een groote verandering voorgevallen, wijl door de dood van Karel de II. zijn broeder den hertog van York onder de naam van Jacob den II. hem was opgevolgd, deeze vorst te vooren reeds den Roomfchen Gods-1 dienst toegedaan, ging zelfs twee dagen naa zijn; komst tot de kroon openbaar ter misfe. Dit ver-i anderde de zaaken in de vereenigde gewesten zeerj van gedaante, zoo dat de oneenigheden en misnoegens tegen den prins bij veele fteden nu verdweenen, wijl men het gevaar zag Waar aan het Proteftantendom in Europa voor bloot gefteld raakte , zoo in Engeland de Roomschgezinden tot het bewind kwaamen. — De graaf van Argyle, en Monmouth natuurlijke zoon van koning Karel verwekten wel een opftand , maar die mislukte, terwijl zij dien met de dood bekogten. Koning Jacob de II., klaagde aan de ftaatfche gezanten, die hem waren komen geluk wenfehen over zijn komfte tot de kroon, over Amfierdam, voorgeevende, dat die Argyle en Monmouth onderftand verleend hadden, doch de koning de verantwoording van der ftaaten wegen L 2 XIX. Ioofdst. rERVAL. s Keizers rerzoek 'an de ïand geveezen» 3e hertog ,ran York vord naa varels lood koling van 'jrootbritanje, en. rerandeing daar nt onthan.  E XIX. HOOFDST. VERVAL. In Frank rijk word het Edict van Nantes herroepen. Prinsdom Orange verbeurd verklaard. 1686. Gefchillei Verbond tegen Fiankriji I64 OPKOMST, VERVAL, EN HERSTEL hoorende, had die zaak geen gevolgen, en werden zelfs de verdragen van 1667, 1668, 1674 en 1678. vernieuwd en bevestigd. De koning zogt niet alleen willekeurig te regeeren, maar wilde ook opentlijk de Roomfche Godsdienst doen oeffenen en voortplanten in zijne Rijken. Begeerende onderftand voor een aanzienlijke landmagt, voorzien van Roomfche bevelhebbers; De Test aóte wilds hij afgefchaft hebben, begaf de voornaamfte ampten aan Roomfchen, en deed die Godsdienst opentlijk onder zijn gebied oeffenen. §. DCCCIII. Dit jaar werd in Frankrijk het edict van Nantes herroepen, en de Hervormden zwaar vervolgd, waar van veele de wijk- naar Engeland,"Holland, Duitschland en Zwitzerland naamen. Het prinsdom van Orange wierd ook ten deezen tijde door Lodewijk de XIV. verbeurd verklaard, en met Provence vereenigd. De Piemonteezen of Waldenzen werden ook door den hertog van Savoycn zwaar vervolgt, en hunne voorige voorregten ingetrokken. Ja in Engeland zelfs vervolgde Jacob de II. veele onfchuldige Proteftanten , onder voorgeeven van deel aan den opftand gehad te hebben, r §. DCCCXXIV. Tusfchen Frankrijk en Spanje 1.reezen ook weer gefchillen, gelijk ook met den ftaat over een fcherp gevegt met een Fransch en een Staatsch oorlogfchip. Verfcheide mo- , gendheden Frankrijk mistrouwende, zo flooten te " Augsburg, de keizer, de koning van Spanje, Zwee-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 165 den en verfcheide Duitfche (lenden een verbond tot handbaaving van het beftand, zeer tegen het genoegen van Frankrijk. Met Zweeden en de ftaaten werdt ook het verbond vernieuwd en bevestigd voor 20 jaaren. §. DCCCXXV. Ten deezen tijden ontdekte men ook een' groot pligtverzuim bij de Kommifen ter recherche, en bij het collegie ter admiraliteit op de Maaze, over het invorderen van 's lands regten, en de oogluiking die men gebruikte omtrent veele, mee gevolg dat bij vennisfe verfcheide amptenaaren hier over geftraft werden. §. DCCCXXVI. De koning van Engeland begon meer en meer te ijveren, om het Roomfche geloof in zijn Rijk in te voeren, en om op een onbepaalde wijze te regeeren, drijvende zelfs zommige regtsgelee'rden en predicanten „dat de koning s, de onderzaaten ontdaan kon van 't opvolgen der „ wetten, en dat men hem niet te fterk dringen ,, moest, tot het naarkomen zijner beloften, de .,, uitlegging daar van laatende aan hem zelve." Kort daar op werden er vier roomfche bisfehoppen ingeweid, en de voornaamste ampten aan roomscii katholijken gegeven, 's Konings toerusting ter zee meende men dat tegen dit gemeenebest gerigt was, te meer wijl koning Jacob de II. ,naauw met Frankrijk verbonden , beide ten doelwit hadden , de invoering' van den roomfchen Godsdienst in Engeland, en om den prins van Orange 's konings fchoonzoon te verfteeken van de opvolging tot den throon L 3 XIX. hoofdst. verval. Misbruiken bij de Admiraliteit op de Maaze. Koning Jacob de li. regeerd willekeurig, en (laat de Roomfche Godsdienst op illerhande naniere /oor.  XIX. H o ofd st verval. 16B7, l6é OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL van Grootbrittanje. De prins en prinfes was hier van verwittigt, en ten deelen nader door doctor Burnet uit Engeland geweeken, van 's konings toeleg en de ftaat van Grootbrittanje onderregt,de onderhandeling met Burnet, en het gene men uit 's konings gedrag voorzag, wierd aan 's prinfen vrienden in dat Rijk bekend. Pen 's konings gezant tragte zijn hoogheid te beweegen, om zich voor de verdraagzaamheid der gezindheeden te verklaaren; doch de prins voorzag wel, zoo de koning zijn wil tot vernietiging der Test aSte verkreeg, zulks deondergang der protestantfche Godsdienst in Engeland zou bewerken. Burnet werdt ook in Engeland ingedaagd, en van hier opgeeischt, maar hadt het burgerrecht van Amfierdam verkregen, en hoe zeer de koning hierover klaagde, de zaak werdt fleepende gehouden. Intusfchen vermeerderde 's prinfen vrienden in Engeland, en de koning werdt zeer misnoegd op den prins, om dat hij hem niet konde overhaalen van in zijne maatregelen te treeden. ~r— Haar hoog mogende verklaarden zich ook op 's konings begeeren in een zeer breedvoerigen brief voor de verdraagzaamheid, maar dat ook teffens even als in de vereenigde gewesten de roomfche van alle bedieningen van ftaat moesten uitgeflooten blijven en men dien aangaande zich behoorde te gedragen, overeen^ komstig de vastgeftelde wetten, wijl men anders doende, het protestantendom in gevaar bragt. 3$ Konings gezant in den Haag liet zich in zijn  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. l6/ driften ook zoo veele woorden ontvallen, die de heimelijke oogmerken van. het Engelsen hof genoeg ontdekken. §. DCCCXXVII. De gefchillen met Denemarken, over de onbetaalde onderftand gelden, die men vreesde dat gevolge hebben zouden, om dat de ftaaten den Noordfchcn handel verboden,, die zij wisten dat Denemarken niet misfen konde; Werdt in zoo verre bijgelegd, dat men voor der tijd van twee jaaren zich houden zou aan de verdragen van 1645, 1647, 1666, en 1669. . In Frankrijk den haring die met geen fransch zout gezouten was verboden wordende, zoo lei de ftaat tot vergoeding deezer fchade een belasting op de Franfche firoopen, het welke over en we der voorbereidzels waren, die niet dan kwaade ge volgen voorfpelden. §, DCCCXXVIII. De ontzegging van het ver blijf in deeze landen aan de Jezuiten, Franfiskaa nen, Dominikaanen en andere Monniken, gaf re den tot klagten aan de roomsch gezinde gezanten, beweerende , dat men hier door de verdragen vai verdraagzaamheid fchond, doch de ftaaten verdce digden zich omtrent deeze ongezetene vreemdelin gen, zoodaanig, dat de roomfche gezanten zich lie ten ter nederzetten. §. DCCCXXIX. Het gerugt dat de koningin vat Engeland zwanger was , baarde veel twijfeling wijl het zelve, fchoon niet onmogelijk, nogthau weinig waarfchijnlijkheid had. Koning Jacob d< L4 XIX, HOOFDST, VERVAL, Verfchilleti bijgelegd met Deni' marken. Belasting in Frank. ryx. De . Roomfch- gezinde ' gezanten, klagen over de 1 uitdrijving der Jejui- ten e, z. v. ) 1(583. 1 Zvvangeri heid der t koningin.  XIX. hóofdst verval. Eisch vf koning Jacob. Gedrag van konin Jacob. ÏÓ8 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL II. verzogt ook aan den ftaat,dat zij hem hun fchotseh krijgsvolk te rug zouden, maar het geen zij heufchelijk weigerden, doordien zij dezelve hoognoodig tot bewaaring hunner grenzen van doen hadden. Op nadere aanzoeken werden de overften der fchotfche regementen vrijheid gegeven om hun ontflag te verzoeken , en naar Engeland te vertrekken , gelijk ook eenige Roomfchen deeden. De koning dus zijn zin niet kunnende krijgen, antwoorde onzen gezant „ dat hij hem over deeze „ zaak niet meer wilde hooren fpreeken; dat hij ,, zag, dat men, in Holland, voorgenomen hadt „ hem zijne onderdaanen te onthouden; doch dat „ hij ook zou voortgaan met de uitvoering van ,, het gene hij in den zin hadt." —— Kort hier naa werden bij een konings bevel, onder zwaare bedreiginge zijne gebooren onderdaanen in ftaaten zoldij ftaande op ontboden, doch met geen gevolg van gehoorzaamheid. §. DCCCXXX. De ftaaten, bevreesd b'ver Ers gelands toerusting ter zee, hadden een vloot van 25 oorlogfchepen op fchooneveld verzaameld. Den . haat op de prins aan het Engelfche hof ging thans 3 zoo verre, dat men in 't heimelijke op dien vorst zijn leven toelei. Ja! de koning ondernam ook om buiten bewilliging van 't parlement, de Test afte en ftrafdreigende wetten te vernietigen, beweerende, dat hij de magt hadt om het volk teonthaan van de onderhouding der wetten, rekenende het een zwaare misdaad, zoo iemand zich onder-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. wond dit in twijfel te trekken, waaruitbleek,datde' koning de grondwetten van den ftaat zogt te vernietigen, hierom wierpen de protestanten van alle zijde hun oog op den prins van Orange. —i De prins beloofde ook aan de afgezondene ,, dat „ hij, door eenige van de aanzienlijkften uit het volk, die zich, voor zich zeiven en voor'an„ deren, volkomenlijk, op hen wilden verlaaten, verzogt wordende,' Om het volk 'en den Gods„ dienst te verlosfen van wetteloos 'geweld; ftaat „ maakte, 'om, tegen het begin van Wijnmaand, ,, te konnen overkomen. — Midlerwijl overleed de keurvorst van Brandenburg, die door zijn Zoon Fredrik werdt Opgevolgd, en met welken de ftaat het verbond van 1678 vernieuwde en bekragtigde. §. DCCCXXXI. Eindelijk de zoogenaamde tijd der verlosfing daar zijnde, zoo beviel de koningin van Engeland van een zoon genaamt Jacob de III, en naderhand vermaart geworden onder den naam van Pretendent: veelen en bondige redenen heeft men om deeze geboorte verdagt te houden, als alleenig gefchied om den prins van Orange van de throons opvolging uit te fluiten. §. DCCCXXXII. De keur vorst van Keulen overleden zijnde, zoo kwam van Frankrijks zijde ter mededinging in aanmerking, de kardinaal van Forstemberg, wijl de prins, met het Franfche hoi in oneenigheid, met den keizer prins Jozef Klemens van Beieren tot die waardigheid voorfloeg. InmidL 5 nietigen, hierom wierpen de protestanten van alle zijde hun oog op den prins van Orange. —'■■ XIX, HoOFDST, VERVAL, De konia-. gin verlost.  XIX. HoOFDST. VERVAL. Frankrijk bedreigt den ftaat. Verdrag met Zweeden en den ftaat. Eenige grooten uit Engeland verzoeken den prins tot de overkomst. : Ï/O OPKOMST, VERVAL EN, BtERSTEL dels ftrekte deeze twist tot een voorwendzel voor den prins om zich tot den overtogt naar Engeland te bereiden. Doch Frankrijk de reden der krijgstoerustinge zoo te water als te land van den ftaat ontdekkende, bedreigde den ftaat met oorlog zoo hij Engeland hielp of Frankrijk tegenftond in de verkiezing van een keurvorst te Keulen. De ftaaten beflooten hebbende om den prins te ondei-J fteunen, zoo viel intusfchen de ooriogs verklaaring voor van Frankrijk aan den keizer, het gene ïiiet ongunstig voor 's prinfen onderneeming was, wijl Lodewijk de XIV. met het bemagtigen van Filipsburg en andere fteden in DuiUchland nu bezigheden hadt en Engeland niet onderfteunen kon, om dat hij zelfs kort daar op den oorlog aan den paus verklaarde. Lodewijk de XIV. verbood ook de geweeve Hollandjche ftoffen, ftrijdig tegens-de verdragen van koophandel, waarom ook de ftaaten den invoer van Franfche wijnen en brandewijnen verboden, tot ter tijd Frankrijk die nieuwigheden in-, trok. §. DCCCXXXIII. Met Zweeden flooten de ftaaten een verdrag, tot overneeming van troepen; even als met andere Duitfche vorsten, daar de prins in 't heimelijke mee onderhandeld hadt. Uit Engeland kwaamen ook verfcheide grooten den prins tot de overtogt verzoeken, en werdt geraadpleegd, hoe, waar, en met wat magt den togt te onderleemen. Vervolgens kwam in 't licht een verklaa•ing der redenen, die zijn hoogheid bewoogen om  DER. VEREENIGDE NEDERLANDEN. over te fteeken naar Engeland, en waar van geene de minsten waren om de protestanten te befchermen, een vrij parlement te beroepen tot handhaving van 's volks vrijheden, en ter onderzoek naa de geboorte van den gewaanden prins van Walles. Deeze verklaaring baarde veel ontfteltenis aan het Engelfche hof, doch de aangeboden onderftand van Frankrijk wierd van de hand geweezen, om aan zijn onderdaanen geen verdenking te geven, Hier op gaf koning Jacob eenplacaat uit tegen der prins van Orange, hem befchuldigende dat hij alleen het oog had om Engeland te veroveren, en dus dat Rijk aan een vreemde magt te onderwerpen, zuiverende zich, fchoon op, een zwakke manier, tegen de befchuldiging van de geboorte var den prins van Wallis. %. DCCCXXXIV. De vloot klaar zijnde om on der bevel van den Engelfchen admiraal Herbert de prins met zijn krijgsvolk over te voeren, zoo ga' ven de ftaaten aan de Uitheemfche gezanten te ken nen, dat zij de onderfteuning aan den prins gaven\ om de Engelfchen op hun verzoek te redden van öh gevaaren die hun zoo in de regeeringsvorm , grond wetten van den ftaat, als in den Godsdienft bover het hoofd hongen, en uit het welke zoo de konini vooral in 't ftuk van Godsdienft zijn oogmerk be reikte, men de ondergang der Protefta.n.tl'che Re ligie te gemoet zag, te meer wijl Frankrijk niet na liet die Godsdienft op allerhande wijze te vervol gen, zoo dat er een meenigte rijke vlugtelinge XIX. HOOFDST. VERVAL. De ftaaten geven, redenen van hun gedrag. i r I  XIX. HoOFDSÏ VERVAL, De prins vertrekt met de vloot. Onlusten met' Frankrijk. 172 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL kooplieden en handwerkslieden • zich in Holland neerzetten. Hierom fchreef ook de koning aan d'Avaux „ dat het-middel waar van hij zich had „ bediend, om zijn Rijk van wangeloof te zuive„ ren, mogelijk erger zijn zou dan de kwaal." §. DCCCXXX V. De prins affcheid van de ftaaten genoomen hebbende, liep met de vloot in Zee, doch moeft door ftorm te rug keercn. Andermaal uitgeloopen met een gunstige wind, lande en oost fcheepte hij te Torbaai, wijl de Engelfche vloot door tegenwind genoodzaakt was binnen te blijven. De prins met het leger optrekkende, zoo vielen hem veele grooten toe, verklaarende ook eenige bevelhebbers van 's konings leger tegen den prins niet te willen dienen, waar op de koning naaLorc» den te rug keerde, en zich aldaar niet veilig ach» tende nam hij de wijk naar Frankrijk. §. DCCCXXXVI. In Frankrijk werd al vroeg in het voorjaar een beflag op alle onze fchepen gelegt, en zelfs het bootsvolk in de gevangenis gefmeeten. In wintermaand liet hij door zijn krijgsvolk tien dorpen in de Meyerij in den brand fteeken, en gaf daar op een oorlogsverklaaring, waar in de koning zeide: „ hoe hij, gehoopt hebbende, „ dat de algemeene ftaaten der vereenigde gewes3, ten, die zoo veel drift getoond hadden, om het „ twintig jaarig beftand te doen fluiten, geen min„ der ijver zouden hebben, om het te handhaven; daarentegen, vernomen had, dat zij buitenge, „ woone wervinge deeden, en met eenige Duit/  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. IJ% fche vorsten aanfpanden, om den kardinaal van t, Furftenberg te verfteeken' van het keurvorften- dom van .Keulen. Dat hij gezogt had hen hier j, van af te maanen, door zijnen ambasfadeur, den ,, graaf d'Avaux ; doch .dat zij zedert hun leger „ onder de vorst van Waldek hadden gevoegd bij ,, dat dier vorsten, welke zich verbonden hadden „ tegen den kardinaal.. Dat zulks zijne majefteit 3, had doen befluiten om de voornoemde ftaaten 9, den oorlog te verldaaren, te water en te lande, ,, en allen handel met dezelve te verbieden." , Intusfchen is het opmerkelijk , dat de koning hier niets rept van onze verleende onderftand, tot den. inval in Engeland, % DCCCXXXVII. De grooten hadden den prins Verzogt, een conventie of zaamenkomst te befchrijven, zijnde zoo veel als een parlement, dat niet op de gewoone wijze noch door eenen koning bij een geroepen was. Deeze vrije vergadering bij een gekomen zijnde, zoo vielen er zeer veele debatten voor , of de throon moest open verklaard worden of niet, en op wat wijzeen welke voorwaarden men hierin wilde voorzien. Het befluit was dat de throon open ftond, en men een opvolger verkiezen moest, waar toe de prins en, princes van Orange verköoren werden. De voor-] waardens kwaamen hier op uit: „ dat het met de .,, wetten ftreedt, dat het naarkomen of uitvoeren der wetten geftremd kon worden, door het ko„ ninglijk gezag. Dat onder dekzel van koninglijk XIX, HOOFDST* VERVAL. Befchrij/iug van :en vrij jarlemcnx n Enge 'and. herkiezing mn den >rins en 5rinfes van Orange tot ioning en. koningin »'an Engeland.  XIX. HOOFDST. VEPxVAL. I?4 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ voorregc geld te ligten tot onderftand der kroo„ ne, zonder dat er 't parlement in bewilligt had, „ insgelijks, tegen de wetten aanliep. Zoo ook, „ bet ligten van krijgsvolk in vreedens tijd, bui„ ten gelijke bewilliging, en het oprigten van een „ kerkelijk, of eenig ander geregtshof. Dat de „ onderdaanen regt hadden,om den koning fmeek„ fchriften aan te bieden. Dat de verkiezingen „ der parlements leden vrij behoorden te zijn, en „ dat al wat in 't parlement gefprooken werd, ner„ gens dan in 't parlement onderzogt mogt wor„ den. Eindelijk dat het noodzaaklijk was, dat „ er dikwijls parlementen werden zaamen geroe- „ pen." Dit als ontwijfelbaare regten vast- gefteld zijnde, zoo eindigde die verklaaring met deeze woorden: „ In de verwagting, derhal ven, „ dat zijne hoogheid, de prins van Orange, het „ werk onzer veriosfinge, welk hij reeds zoo „ ver gebragt heeft, verder voltrekken zal, en „ dat hij 't volk in de bezitting en 't genot der s, gemelde voorregten zal handhaven , Hellen ,, geestelijke en waereldlijke heeren en gemeenten, „ te Westmunfter vergadert, vast, dat Willem „ en Maria zijn en verklaard zijn koning en ko„ ningin van Engeland, Frankrijk en Ierland, en „ van alle de heerlijkheden, die er van afhangen: ,, te weeten, de gemelde prins en prinfes geduu„ rende hun leven, of geduurende het leven van „ den genen, die den anderen overleven zal; en „ dat de geheele en.eenige oefening der koning-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. IJS lijke magt zal zijn bij den prinfe van Orange, „ uit den naam van den prinfe en prinfesfe, zoo lang zij beide in leven zullen zijn: doch naa hun dood, zal de kroon en koninglijkewaardigheid _,, der genoemde koningrijken en heerlijkheden vervallen zijn aan de erven, die uit de genoemde prinfesfe van Orange zullen gebooren worden, en, bij mangel van kinderen, uit de genoemde prinfesfe gebooren, aan de prinfesfe Anna van Denemarken , en derzelver erfgenaamen , en bij ,, mangel van kinderen der genoemde prinfesfe van ,, Deenemarken, aan de erfgenaamen van den ge„ noemde prinfe van Orange. De geestelijke en waereldlijke heeren en gemeente bidden de prins en prinfesfe van Orange , dat zij de kroon, in „ overeenkomst van dit befluit, gelieven te aan,, vaarden." Waar op zij beide voor koning en koningin uitgeroepen werden. §. DCCCXXXVIII. De vereenigde gewesten, verklaarden in de lente deezes jaars Frankrijk den oorlog, over het bekommeren van hunnen koophandel, het belemmeren van hunne handwerken en visfcherij, door ongehoorde nieuwigheden en belastingen in te voeren, ftrijdig tegens de verdragen, weigerende hij koning ook der ftaatfche gezanten de gewoofie eer, vervolgende de Gereformeerde onderdaanen van den ftaat, die zich in Frankrijk hadden neergezet, op een ongehoorde wijze; in volle vreede in beflag neemende fchepen , perfoonen en goederen yan ftaatfcheingezeetenen, zon- XIX. . HoOFDST, , VERVAL. De ftaaten verklaaren Frankrijk den oor-' log.  .XIX. hoofdst. verval. Frankrijk verklaard Spanje den oorlog. Veldtogt onder , Waldek. c 1 Veldtogt onder Waldek. I?6 OPKOMST, VERVAL EN HERSTÈi der dezelve volgends de verdragen den tijd van ze§ of negen maanden te gunnen om te kunnen vertrekken. Plonderende voor de oorlogsverklaring verfcheide dorpen in het gebied van den ftaat, en geevende alleen voor reden van zijn oorlogsverkiaaring, de buitengewoone toerustinge der ftaaten, van welke zij niemand rekenfehap fchuldig waren, waaromme zij om dit een en ander, gepaart met het dreigend gevaar van godsdienst en vrijheid, de wapenen tegen den koning van Frankrijk opvatten en hem den oorlog verklaarden. Verbiedende'hunne ingezeetenen en ook vreemden, den uitvoer van krijgs- en mondbehoeften? uic deeze landen naar Frankrijk, 's Lands fchepen van oorloge kreegen bevel, om in Zee alle fchepen naar Frankrijk vaarende te onderzoeken, en contrabande in hebbende aan te houden en op te brengen. De verzeékering op Franfche goederen of fchepen, onderdaanen van dat Rijk toebehoorende, werd ook verbooden. §. DCCCXXXIX. Lodewijk de XIV. verklaarie ook Spanje den oorlog , onder voorwendzel dat de landvoogd der Spaanfche Nederlanden deel had in de onderneeming van den prins van Orange Op Engeland. Waar op Spanje LodewiJk te laste lei, Jat hij naar de algemeene heerfchappij ftond. §. DCCCXL. Het leger der ftaaten trok niet /oor zomermaand te velde onder den veldmaarchalk prinfe van Waldek, doch er viel niet voor an een klein gevegt bij Walcourt, en dat de Fran':he linien bij Gend verovert en geil egt wierden. In  der vereenigde nederlanden. Ijf ïh Duüschiand wierden de Franfchen uit Rijnberk, Ments , Bon en veele andere plaatzen langs den Rhijn gedreeven. Doch de krijg tegen den Turk fchoon gelukkig , maakte 's keizers magt te veel verdeeld, en verflapte de krijgsverrigtinge in Duüschiand. Doch in Kalalonie waren tegen Spanje de Franfchen wapenen gelukkiger. §. DCCCXLI. Midlerwijl werd het zoogenaamd groot verbond tusfchen den keizer en de ftaaten geflooten, bij het zelve beloovenzij: „ den koning j, van Frankrijk met vereenigden raad en kragten, „ te zullen beoorlogen, ter zee en te lande; gee„ ne vreede te zullen maaken, dan met gemeene „ bewilliging; noch voor dat alles herfteld ware „ in den ftaat, waar in het door de Westfaalfche en Pyreneefche vreeden gebragt was geweest* „ Naa't fluiten der vreede, zou er, tusfchen den „ keizer en de ftaaten, een altoosduurend verbond van onderlinge befcherming, tegen de kroone „ van Frankrijk en derzei ver aanhangers ftand grij,, pen. De gefchillen over de grenfen, die, in 't „ vervolg van tijd , tusfchen de bondgenooten, „ ontftaan mogten, zouden bij minnelijke overeenj, komst, tusfchen wederzijdfehe gevolmagtigden, „ worden bij gelegd. De keizer zou de kroon van „ Spanje; de ftaaten die van Grootbrittanje noc„ digen, om in dit verbond te treeden. En zou s, men er den hertog van Lotharingen,dien men in. 't bezit zijner ftaaten zou zoeken te herftellen, » insgelijks in ontvangen." -—• Maar van veel geIV. Dèel. m xix. HOOFDST. VERVALi Groot ver* bond.  XIX. HoOFDST, VERVAL. Afgezonden punt. 178 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL wigt voor de volgende tijden was het afzonderlijk punt van dit verbond. „ Naa dat, (dus luidde het) uit den naam van Frankrijk, en verfcheide „ hoven en plaatzen, opentlijk verfpreidis, dat, „ onaangezien den plegtigen afftand, men gezind ,} is, in geval de katholijke koning zonder wettige „ nakomelingen overlijden mogt, de opvolging in ,, de Spaanfche heerfchappij, door geweld en wape- nen, voor den Daufijn te verzekeren; tegelijk, j, niet donkerlijk doelende op de verheffing van „ dengemelden Daufijn,tot Roomsch koning; zoo ,, hebben de heeren algemeene ftaaten der veree„ nigde Nederlanden , in aanmerking neemende, hoeveel afbreukaan de gemeene zaaken, en hoe ,, veel nadeel aan de onderlinge rusten welftand, ,, door 't een en ander van deeze twee oogmerken, „ zou worden toegebragt, bij dit afzonderlijk „ punt, welk van gelijke kragt zijn zal, alsof 't in 'tverbond zelfs ware ingevoegd, wel willen „ bclooven: Voor eerst, dat zij, zoo de tegen- woordige koning van Spanje ('t welk God gena„ delijk verhoeden wil) zonder wettige naakome,, lingen mogt overlijden, zijne keizerlijke maje„ fteit of deszelfs erfgenaamen, tot het verkrijgen 3, en bezitten der opvolginge in de Spaanfche heer3, fchappij en in de koningrijke gewesten, landen ,, enregten, daar toe behoorende, op welke hij s, gegrond regt heeft, zullen helpen en fterken; hem in deeze bezitting tegen de Franfchen en 3, derzelver aanhangers , die zich, regelregt of  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. i79 •3, door omwegen, zouden mogen kanten tegen i, deeze opvolging, uic al hun vermogen, bevesti„ gende, ert zulken, met geweld, keerende, die zich hier tegen met geweld zouden willen ver„ zetten. Ten anderen, zullen zij de keurvorsten ,, des Rijks, hunne bondgenooten, zoeken te be3, weegen om den doorluchtigen koning van Hon'3, garijen, Josephus, oudften zoon der keizerlijke 3, majefteit,ten fpoedigfte tot Roomsch koning te ,, verkiezen; en zoo men van de zijde vanFrank„ rijk toeleggen mogt, om deeze verkiezing, jj dóór bedreiginge of door de wapenen te verhins, deren zullen zij om dit te weeren, der keizerlij,, ke majefteit, insgelijks, allen bijftand toebren3, gem De kroon van Engeland zal ook verzogt ,, worden , om in dit afzonderlijk punt te treea den," §. DCCCXLII. Koning Willem aan de ftaaten r 1 van zijne komst tot de Engelfche throon kennis ge-v geeven hebbende, en dat hij met des te meer dienstd en voordeel zijne ampten in deeze landen nü zoude k kunnen waarneemen, tot beftendige onderhouding tc der vriendfchap tusfchen Engeland en de vereenigde ü: gewesten, en tot beveiliging en handhaving van den WarenProteftantfchenGodsdienft,zoo verwekte dit groote vreugde hier te lande. Intusfchen zonden de ftaaten afgezanten ter onderhandeling naar Enge- pj j land. Zij eischten in deeerfte plaats onderftand vol- ve j gens het verdrag van 1678., en waar op zij eerlang f ■ 5000 man onder den graaf van Marlbourg verkree- fta 'M 2 XIX. ÜOOFDSTi oniiig riLLEM :eft aaii : ftaaten ratiis vart jn komst t den roon« : ftaaten rzoekeni verkrij1 onder-  XIX. Hooföst. verval. Engeland verklaard aan Frankrijk den oorlog. Zwaarighe den omtrent het befchadigent verbond met Engeland. l8o OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL 'gen, teffens voldoening verzoekende van de kosten tot 's konings overtogt hefteed, beloopende ruim drie en zeventig tonnen gouds , maar het geene niet dan naa lang draalens M den tijd van 3 jaaren betaald werd. Verder wierd beflooten tot het uitrusten van een vloot, waar toe Engeland 50 en de • ftaat 30 fchepen, met eenige fregatten en branders in Zee zouden brengen, die men in esquaders zoude verdeelen, doch den Engelfchen admiraal werd over de vereenigde vlooten het opperbevel gegee- ven. ■ — Kort hier op verklaarde Engeland aan Frankrijk den oorlog, maar Lodewijk deXIV. op koning Willem zeer verbitterd,noemde hem overweldiger van Engeland. §. DCCCXLIII. Omtrent het fluiten van een befchaadigend en verdeedigent verbond met Engeland, en den Staat, deeden zich twee groote zwarigheeden op. Het eene, om dat de Engelfche vorderden , dat men gelijkelijk oorlogde, en niet dan gelijkelijk vreede maakte; en het andere, dat men geduurende den oorlog, alle fchepen op Frankrijk handelende, zonder onderfcheid wat zij in hadden weg naame, en voor goede prijs verklaarde. —-— De onze merkten op het eerften aan, dat wij dan gehouden waren zoo lange te oorlogen als het Engeland goed dagt, en wat het tweede belangde, toonden zij, dat zulks ftrijdigwas met de verdraagen, en datZweedenen alle handeldrijvende volken die zich onzijdig hielden ten uiterften moest verbitteren. Doch de Engelfchen kreunden zich niet aan het geene  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. l8l bij vcrdraagen bepaald was, handelende zelfs tegen ons ftrijdig met de jongst gemaakte overeenkomst, waar, bij bepaald was ,. dat de genomen fchepen zouden te regt gefield worden,-onder, de admiraliteit waar onder de neemers behoorden, maar tegen ! dit alles aan, vonniste de Engelfche admiraliteit,; .over-de in Engelfche havens opgebragte prijzen door Slaatfche .oorlogfchepen. Klaagde mem.hier over, men kreeg ten antwoord. „ De wetten zijn „ hier boven de vcrdraagen: De koning maakt „ verdraagen, doch hij kan ze'niet tegen de wet„ ten maaken. Hier is een wet dat wij alle fche; j, pen, die wij in onze havens vinden, aldaar aan„ houden, en te regt ftellen konnen. §. DCCCXLIV. Hoe zeer onze afgezanten er tegen hadden om het zoo genaamd-verdrag tot ver- > hindering van den handel 0p Frankrijk te teekenen 1 het baatte .niet, het kwam tot ftand,- men verbood c niet alleen de wederzijdfche onderdaanen alle han- 1 del op Frankrijk, „ maar wilde ook niet toelaaten, ' „ dat de oqderzaaten van andere mogendheeden „ eenigen handel deeden op dat Rijk :• zullende de „ waaren, welke men derwaarts brengen mogt , „ door de oorlogsfchepen of kaapers des konings' „ van Grootbrittanje en der ftaaten vrijelijk ge„ noomen, en , door de bevoegde regters voor » goede prijs, verklaard mogen worden. - Voorts 1 beloofde men: „ elkanders bezittingen en ver„ draagen, tegenwoordigen en toekomenden, te „ zullen handhaven, en geene vreede, noch met M 3 XIX. EIOOI-DST. /ERVAL. )e Engel'che kreuïen zich liet aan '-erdrngen. rerdrag tot erhindeing van en handel p Frankijk.  XIX. HOOFDST, VERVAL. Klagten der Nederlandfchekooplieden in Engeland. Verfchillen met de Hamburger en andere Rijksfcfaepen. j l8a OPKOMST 5 VERVAL EN HERSTEL „ Frankrijk, noch met eenige andere mogendheid 3 „ te zullen maaken, dan gezaamenth'jk, en met „ gemeene bewilliging. Ook zou men ten fpoe„ digfte overeenkomen, wegens het getal der oor„ Iogfchepen en troepen, die de eene en de ande- re mogendheid zou behooren te leveren. — • Wegens het herneemen der fchepen werd ook een onderlinge overeenkomst getroffen. Doch om de intrekking der acte van den jaare 1651. of eenig voordeel wegens den koophandel in Engeland te ber dingen, konden onzegezanten niet flaagen. Ja zelfs klaagden onze Néderlandfche kooplieden, die zich in Engeland neergezet hadden, nooit zoo kwaalijk aldaar mishandeld te zijn als nu. Onze fchepen in de Engelfche havens moesten ook maanden agter een wagten naar convooi, daar zij hun eigen fcheepen geleiden naar welgevallen. Het verlies der onze , ter ontzet van Engeland geleden , door het aanhouden onzer fchepen in Frankrijk, om dat ze niet tijdig genoeg gewaarfchouwd konden worden , word voor Amfierdam alléén, begroot op tien miljoenen gulden, en des niet tegenflaande werden Hollandfche goederen in onzijdige fchepen uit Frank, rijk komende, om het verbod van handel verbeurd verklaard, en Engelfche goederen in dezelve fchepen vrij gegeeven, onder voorwendzel van gelaalen te zijn voor de oorlogsverklaaring. De Hamburger, en andere Rijksfchepen uitgevaaren naar Frankrijk, wierden ook in Engeland tegen het gejoegen onzer ambasfadeurs verbeurd verklaard, en  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. l8j de Zweedfche en Deenfche fchepen, die in het eige geval waren vrijgegeeven, mids alleen de vijandlij"' ke goederen er uit geligt werden. ] §. DCCCXLV. Engeland trad ook mee in het t groot verbond tusfchen den keizer en de ftaaten be-1 voorens geflooten. Intusfchen werd door de Franfchen St. Evflatius beniagtigd. In de vereenigde gewesten werden ook op aanprijzing van koning Willem , prins Hendrik Kasimir , en de prins van Nassau Saurbcrc tot veldmaarfchalken, en Antoki Heinsius tot raadpenfionaris van Holland aangefteld. Koning Willems afzijn uit deeze landen \ gaf ook oorzaak tot een gefchil met die van Amfter- « dam, over de nominatie van fchepcnen, welke die^ ftad volgends hunne keuren oordeelde (bij afweezen van den ftadhouder,) te moeten overgeeven aan die van den raade in Holland , welke dezelve verzonden naar Engeland. Met Dordrecht, en over de verkiezing van den heer Willem Bentink tot graave van Portland, rees mede een groot verfchil, wijl die edelman fchoon geheimraad van koning Willem in Engeland, uithoofde van graave van Portland, zitting wilde hebben in de ftaaten van Holland. Daar die van Amfierdam beweerden, dat hij daar onbevoegd toe was. Welk een en ander een groot misnoegen tusfchen koning Willem en die ftad verwekte. In Over ij sfel reezen ookonluften tusfchen dc ridderfchap en fteden, wijl de eerften oordeelden dat de laatften zich te veel gezag hadden aangcmaatigd. §. DCCCXLVI. Naa dat Spanje mee tot het M 4 XIX, loOFDST. ERVAL. '.tigelaud ■eed in 't root verond. i6pQ. erfchii et Am. crdam.  i84 xix; HoOFDST. VERVAL. Opening d-t veld- tfirgt. Schadens voor ons ter zee. Koning Willem gelukkig tegen de leren-. Misnoegt der Noon iehe kroc nsn over het beien meren va hunnen handel. (601. 184 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL groot verbond was toegetreeden, wierd de veld-, togt geopend, en viel er een gevegt bij .Naamen voor, en kort daar op de flag bij Fleurij» daar de Franfchen het flagveld behielden. Ongelukkig viel ook voor ons de zeeflag uit op de hoogte van Bevefier tegen de Franfchen, wijl de onze alleen gelaaten werden, doordien de Engelfchen zichagterlijk toonde. De Franfchen toen meester van de Zee, . ontnaamen vervolgens de Engelfchen, Hollanderen en Zeeuwen een meenigte van koopvaardijfchepen. Doch van gelukkiger uitflag waren ko¬ ning Willems wapenen in Ierland, alwaar hij aan de Boyne koning Jacobs leger'verfloeg, zoo dat de onttroonde koning weder de wijk .naar Frankrijk moest neemen. De hertog van Savoye viel ook Frankrijk af, en trad in het zoogenaamd groot verbond. a §. DCCCXLVII. De Noordfche kroonen, geH lijk ook de ftad Hamburg waren zeer misnoegd op de ftaaten, over het belemmeren van hunnen hanj" del op Frankrijk, met gevolg zelfs dat Zweeden de 12 oorlogfchepen aan de ftaaten,beloofd t'huis hield en Beenemarken een beflag lei op eenige Hollandfche koopvaardijfchepen in de Zond. — Zweeden bood ook 's konings bemiddeling aan tusfchen Frankrijk en de bondgenooten, doch die op hoop van een gelukkiger veldtogt werd afgeweezen. §. DCCCXLVIII. Koning Willems overkomst, gepaart met zijne vertoogen aan de ftaaten en de bondgenooten, om met kragt den oorlog door te  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. zetten, bragt de bondgenooten tot befluit .om een aanzienlijke magt op de been te brengen , en de keurvorst van Mentz trad ook in het groot verbond. Door de Franfohen werd Bergen in Henegouwen ingenoomen, en de vestingwerken van Holle geflegt. Luik wierd ook door hun gebombardeerd, doeh zij ontweeken geduurig een algemeenen veldflag met de bondgenooten, vergenoegende zich alleen om bij Leuven de agterhoede van het leger der bondgenooten eenige fchade toe te bren gen. Ter Zee mislukten der'Franfchen aanfiaj: op de Smirnafchc.koopvaardijvloot, wijl men niei verzuimde om hun met goed geleide van Kingfal af te haaien naar Texel. Maar de Franfche kape: Jan Bart bragt onze koopvaardij en visfeheri veele fchadens toe. In Ierland waren de Engel fche en Staatfche wapenen zoo gelukkig, dat Wil lem en Maria aldaar voor koning en koningin doo het parlement van Ierland erkend werden. D krijgsbedrijven in Duitschland en Katalonie warei over het geheel genoomen meest ten voordeel der Franfchen, doch 's keizers wapenen tegen de Turk hadden een gelukkiger lot, gelijk ook vervo: gens naar bekomen onderftand van de ftaaten he krijgsgeluk bij den hertog van Savoye een voordet liger keer nam. §. DCCCXLIX. Dit jaar wierd Maximiliaa Emanuel , keurvorst van Beieren aangefteld! tc landvoogd over de Spaanfche Nederlanden. Me Deenemarken werd een verdrag van koophandel g< M 5 XIX, HoOI-'DbT, VERVAL. Krijgsver.rigtingcii. j - In Ierlanê. . de vvape' nen gciuk5 kig, 1 a- --.*> A nt' t ^ Verdrag l van koop■ handel nier Detiemrir'- ken.  XIX. HoOFDST SfERV.1L. 1992. In Engeland de Nederlandfche heeren in afgunst. Toeleg van Frankrijk om koning Jacob te onderfteunen. 186 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ftooten, behelzende, „ dat de wederzijdfchefche. ' ii pen en goederen, wegens aangedaane ofvoor» gewende fchade, niet zouden mogen bekommert si worden. Dat geen vijandlijke goederen, in ,5 Deenfche fchepen zouden mogen gelaaden wor„ den, om van de eene Franfche haven naar de an„ dere te worden vervoerd. Dat de Engelfche of „ Nederlandfche oorlogfchepen, eenig Deensch si fcmp ontmoetende, zich zouden gedraagen, naar „ het 20. lit van het verdrag van koophandel, tus„ fchen de kroonen Zweeden en de ftaaten der ver3, eenigde Nederlanden opgeregt. Dat, tot voors> kominge van lorrendraaijerijen, aan niemant in „ Deenemarken, burgerbrieven verleend zouden ' » worden, dan aan die, bij eede, beloofden, ten „ minsten tien jaaren agter een, met hunne huis» gezinnen in dit Rijk, te zullen komen woonen. ,i Dat alle kaaperijen langs de Deenfche kusten „ of m de Deenfche baaijen en havens, geweerd „ zouden Worden. §. DCCCL. In Engeland waren de Nederlandfche heeren in groote afgunst geraakt, voorgevende van hun zoo veel als van de Franfchen of Ieren te dugten te hebben. Wijl dat de prins naar de Nederlanden was overgekomen, om als veldheer het leger der bondgenooten te gebieden, werd de toeleg van het Franfche hof ontdekt, om koning Jacob met een leger naar Engeland over te voeren, doch koningin Maria, die het bewind der regeering bij 's konings afweezen in handen was gefteld „ nam  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 187 tot verdeediging de vereischte maatregelen, neemende verfcheide verdagte perfoonen in hegtenis. De Franfche vloot niet zeker verwittigd van de vereenigingder Engelfche en Staatfche vlooten, moest pok tusfchen de kaape Hougue en Barfleur voor de övermagt zwigten, waar door de gantfche onder-, neeming te leur liep, zijnde de Franfche vloot zoodaanig geteisterd, dat ze in de havens opgelegd moest worden. Maar roemruchtiger was voor koning Lodewijk de XIV. de inneeming van Naamen, fchier in het gezicht van der bondgenooten leger, dat door zwaare regens en zwelling der rivieren , verhindert werd die ftad te ontzetten. Kort hier naa viel er bij Sleenkerken een gevegt voor, tusfchen de beide legers, daar veele Engelfche en Staatfche troepen bij fneuvelden. Vervolgens' werd Diksmuiden en Veurne bezet, Charleroi door de Franfchen gebombardeert, en Huy bijna verlooren. Geduurende deezen veldtogt had koning Willems leeven in groot gevaar geweest, door den gefmeeden aanflag der Franfche hovelingen, waar van het verraad ontdekt zijnde, de fchuldige de verdiende ftraffe ontvingen. §. DCCCLI. Ten deezen tijden werd de hertog van Hanover, door den keizer tot 9. keurvorst verheeven, zeer tegen het genoegen van Frankrijk en andere keurvosten. In Duüschiand werd de krijg flaauw voortgezet; en fchoon Engeland en de Staaten de vreede tusfchen den keizer en de Porte wel zogten te bewerken, zoo wift Frank- XIX. HOOFDST. VERVAL. De Franfche ter zee geflagen. Krijgsver- rigtingente land. De hertog van -Hanover tot keurvorst verheven.  XIX. HoOFDST. VERVAL.' Binnelandf fche tweespalt. i Krijgsverrigtingé. t 188 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL rijk zulks te verhinderen. Inmiddels was de hertog van Savoye in Daufine gevallen, doch de ziekte des hertogs, en de tweefpald tusfchen de legerhoofdennoodzaakten hun tot den hertogt. - De geboorte van een prins van Beieren, de vermoedelijk ke erfgenaam der Spaanfche kroon, zoo koning Kakel de II. zonder wettige kinderen overleed, had merkelijke, invloed op den toeftand van Europa , gelijk ons het vervolg deezer gefchiedenisfe zal leeren, §. DCCCLII. In Ter Goes ontftond ten deezen tijden een groote tweefpald onder de regeering , waar van de eene parij het ftadhouderlijk gezag toegedaan, en de andere onder voorwendzel van de voorftand hunner ftads privilegiën op het fterkfte te drijven, een inbreuk op het ftadhouderlijk gezag zogten te maaken. Doch de ftadhouderlijke partij behield de overhand, wordende de regeering veranderd, en zommige regenten geflraft. - , De oud burgermeester Mr. Simon van Halewijn, geraakte ook in ongelegentheid over zijn heimelijke vredes onderhandelingen met de Franfchen, m werd veroordeeld tot een altoosduurende gevangenis. §, DCCCLIII. Lodewijk de XIV. zijn krijgsmagt zoodaanig vermeerderd hebbende, dat zij die 3er bondgenooten omtrent de helft overtrof, zoo veroverde hij zonder moeite, Veume en Dikmuü len. Doch hier tegen bemagtigden de bondgenooen de Franfche linien, tusfchen de Schelde en de  DËR VEREENIGDE NEDERLANDEN*. I 89 Leve, maar Huy werd van onze zijde verlooren $ gelijk ook de veldllag van Landen die aan weerskanten veel bloed gekost hadt, en gepaart ging met het verlies van Charleroi, Het zeegevegt op de hoogte van kaap St. Vincent viel door 's vijands overmagt mee ten onze nadeelen uit, fchoon de ftaats kapiteinen Schryver en van der Poel hier een onfterfelijkeeer verwierven, wijl zij eerst tegen elf en vervolgens tegen zeven vijandlijke fchepen Vijf üüren lang floegen, eer zij zich overgaven. Een meenigte koopvaardijfchepen vielen hier in 's vijands handen. Ook hadden 3 Franfche oorlogfchepen en een kaper van St. Malo 38 onzer ter walvischvangst vaarende fcheepengenoomen. Ter weerwraak van de fchadens die de kapers van St. Malo de Engelfche en Hollandfche koopvaardij hadden toegebragt, zoo kwam men tot befluit om deeze ftad te laaten bombardeeren, doch de kosten daar in verfpild in den tijd van vier dagen, beantwoorde niet aan de weinige fchade die men daardoor de vijanden toebragt. ■ De krijgsbedrijven in Duüschiand, Katalonie en Italië waren meede grootendeels ten voordeelen der Franfchen uitgevallen. Doch des niet tegenftaande neigde koning Lodewijk de XIV. tot vreede, drukkende'asten, ongemeene duurte in de levensmiddelen, misgewas van graanen en een fchraale wijnoogst vermeerderden de elende der behoefcigen, zoo dat honger en het zwaard Frankrijk ontvolkte. Hiervan daan dat zijne voorflagen van vreede zeer aanneemlijk waren, XIX'. HoOFDST. HERVAL. ■  XIX. HOOFDST. VERVAL. Vrccdes voorflagen door Frankrijk gedaan. ] < i \ c I90 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL hij wilde dat: „ de Westfaaljche en Nieuwmeegfché „ verdraagen zouden onderhouden worden:De fcql „ ning van Frankrijk'zou Rofes, Eelver en al wat „ hij, in deezen oorlog, meer in Katalonie vero„ verd had afftaan aan den koning van Spanje. Om „ in de Nederlanden eenen voormuur te maaken, „ die den ftaaten alle ongerustheid beneemen mogt, „ zou hij Bergen in Henegouwen en Naamen te „ rug geeven, in den ftaat, waar in deeze fteden tegenswoordig waren, en Charleroi doen flegtem „• Ook wilde hij het verdrag van koophandel met „ de ftaaten herftellen, op den voet van dat van „ Nieuwmegen. Huy zou den bisfchop van Luik „ worden ingeruimd, die men, uit het platteland „ van Luxemburg, ook vergoeding bezorgen zou, „ voor Dienant en Bouillon. En op dat de ftaaten „ of eenige andere mogendheden niet bedugt mog„ ten zijn, dat de koning voor had, de grenfen zijns gebieds uit te breiden naar den kant der' „ Nederlanden, ftond hij toe, dat de Nederlan», den, in geval de koning van Spanje zondei1 „ kinderen overleed, bezeeten werden door den , keurvorst van Beieren, mids de keizer hier in „ insgelijks bewilligde. En wijl hier niets ge- •ept wierd van koning Willem en koningin Ma. ua, zoo maakte de Deenfche gezant zich fterk lat de koning zijn meester middel zou vinden, om grootbrittanje genoegen te geeven, doch dit alles 'ondgeen ingang aan het Engelfche hof, de koning tordeelderfatFrankrijk vernedert moest worden,om  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I9I de rust van Europa te verzekeren , hopende op een gunstiger keer van wapenen bij den aanftaanden veldtogt. De vereenigde gewesten hadden er wel ooren naa, en moesten naderhand zich wel met min voordeelige voorwaardens vergenoegen, maar koning Willems gezag had te grooteninvloed op de ftaatsvergaderinge, waarom men ook van deezen kant die voorflaagen verwierp. §. DCCCLIV. Naa het overlijden van den veldmaarfchalk prinfe van Waldek ontftbnd er bij de gewesten verfchil, over het aanltellen vaneen anderen veldmaarfchalk , wordende bij meerderheid van (temmen tot die waardigheid verkooren de hertog van Holstein Ploen. §. DCCCLV. Ter Zee begon men al vroeg de krijgsbedrijven , onderneemende een landing bij Br est te doen, die om de fterkte der plaats ongelukkig en fchadelijk uitviel, van hier ging men Dieppe, Havre de Gr ace en Duinkerken bombardeeren, het eenige voordeel was,dat men hier door de Franfche kusten in onrust hield. Doch roemrijker was de overwinning van Jan Bart, die met 6 Franfche oorlogfchepen, 8 Staatfche oorlogfchepen niet alleen hun reeds bcmagtigde graanvloot ontnam , maar zelfs 3 van hunne fchepen veroverde.— Te land behaalde de Daufijn ook groote eer bij krijgskundigen met zijn fpoedige togt tot dekking van Fransch Vlaanderen gedaan, zoo dat de bond* genooten zich vergenoegen moesten met de inneeming van Huy, vallende mee in Duitschlcmd en eb XIX. ïoofdst. 'ervai™ Oe hertog ran IIol- ïtein Ploen reldmaar- "chalk. Krygsbe.Iryvea.  XIX. HOOKDST. VERVAL. Kerkgefchillen. 1695. Dood van koningin Maria. Ipl OPKOMST , VERVAL EN HERSTEL ders weinig van aanbelang voor. In Engeland bs^ gon ook het gemeen te morren over een oorlog daar men niecs in uitvoerde, en bij dit alles werd de last des krijgs voor de ftaaten langs hoe zwaarder. Waaromme ook de gemoederen van rondsomme tot vreede begonden te neigen. Frankrijk deed zelfs heimelijke voorhagen doen , maar om ze te verijdelen werden er in Engeland en hier gefchriften verfpreid, die beweerden, dat de voorwaardens niet veilig konden aangenoomen worden. Inmiddels bereide men zich weder tot den krijg. Met Denemarken kreeg men weder ongenoegen over het neemen van fchepen,, het geene van gevolgen zou zijn geworden, indien niet Zweeden, de Keizer en Brandenburg zulks bemiddeld hadden. §. DCCCLVI. Ten deezen tijden waren tusfchen de aanhangers van Voetius en Coccejus de Godgeleerde gefchillen weder verlevendigt, doch door tusfchenkomst der ftaaten , wierd dat vuur van tweedragt ten deele gefmoort, cn de vreede der kerk behouden. . §. DCCCLVII. Ongelukkig ftierf dit jaar koningin Maria, in den ouderdom van 33 jaar aan de kinderziekte, tot groote droefheid van koning Willem, en de Engelfche en Nederlandfche natie, welke deeze vorftin om haar uitmuntende hoedaanigheden opregtelijk betreurden.. Dit affterven en regelen der regeering in-Engeland, veroorzaakte een ■ merkelijke vertraaging in 's konings overkomst, tot opening der veldtogt. Inmiddels had Lodewijk de  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. IQ^ 'de XIV". ook veel v«"!ooren door den dood van zijn gröotlten veldheer den hertog van Luxemburg, die opgevolgd werd door den maarfchalk Villeroi, doch die in krijgskunde verre beneden hem gëfchat werd. Ook overtof thans de Franfche legennagc die der bondgenooten niet meer j gelijk in den voorigen veldtogt, maar zij waren, door dien de bisfchop van Munfler in het groot verbond getreeden was en er zijn krijgsmagt bij voegde, nu zelfs veel fterker dan de Franfchen. Koning Willem zijn toeleg bedekt houdende, rukte onverVvagt voor Naamen, en nam die ftad metdeszelfs kas- I teel naar een hardnekkige tegenweer in, wordende die vorst zijn beleid hier in altoos gereekend onder l de doorlugtigfte bedrijven van 's konings leven. 11 Ter Zee gelijk ook elders viel niet veel van belang voor. liet groot verbond wierd dit jaar vernieuwd, en met nieuwe bondgenooten vermeerderd. §. DCCCLVIII. Koning Willem zonder kinderen zijnde, zoo ftelde hij bij uiterfte wil, zijn ^ neef den prins Fiuso van NAssatj, oüdften zoon & van den prinfe KazimiR van Nassau tot eenigenm' erfgenaam aan, benoemende tot uitvoerders van" Zijn uiterfte wil de algemeene ftaatem ve §. DCCCLIX. MidlerWijl wierdeh er weder V( van wegens het Zweedsch hof voorflagen tot va Vreede gedaan , en ook van de zijde van Frankrijk, doch die niet aangenoomen wordende, zoo weigerde Zweeden ook de gevraagde onderftand aan den keizer en de ftaaten. IV. Deel. N XIX. ;l00FDST. 'f-RVAL. Taamen 3ör kong W*lli» ïm ingejmeiii ■iso vaii VSSAU or koig Wilm tot 'genaaiii •klaart. •orflageri i vrede*  194 XIX. HOOFDST. VERVAL. 1696. Krygsbedryven. Vredcns voorflagen. I697. 194 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL §. DCCCLX. In Engeland werd gelukkig een zaamenzweering tegens 's koning leeven ontdekt, en de fchuldigen daar -aan geftraft. In deeze veldtogt verbranden de bondgenooten de Franfche magazijnen te Gevet, En ter Zee wierd Galais door een Engelfche vloot gebombardeert, doch aan de andere kant deed de beroemde Jan Bart ons groote fchade, door het neemen der liollandfche graanvloot uit de Oostzee. Verder waren weder als vooren de wapenen der bondgenooten niet zeer gelukkig, en Frankrijk wist door heimelijke konstflreeken , den hertog van Savoye over te haaien, om der bondgenooten zijde te verlaaten,en hem toe te vallen , met gevolg zelfs dat er een verdrag met Spanje en den keizer met opzicht tot de onzijdigheid vah Italië getroffen werd. §. DCCCLXI. De onderhandeling aan 't Zweedfche hof, tot bevordering der vreede, werd nu fterker dan bevoorens voortgezet,waar toe het geheim verdrag tusfchen Frankrijk en den hertog van Sa- voyi veel toebragt. Volgens der ftaaten voor- hagen begeerden die, dat teWestfaalfche en Nieuwmeegfche verdraagen tot een grondflag der onderhandelinge gelegt wierden. Frankrijk, zoo wel als Engeland hadden geene groote verfchillen, en beflooten dierhalven tot de onderhandelingen. ■ Doch de keizer had er in het eerst veel tegen, maar werd eindelijk er toe overgehaald, en onder bemiddeling van Zweeden, de vreedes onderhandelingen begonnen op het huis te Rijswijk , geleegen  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. ty$ tusfchen Delft en den Haag. — Inmiddels overleed Karel de II. koning van Zweed en, voor het openen der bijeenkomfte te Rijswijk , doch dit had geen invloed op de algemeene zaak, wijl de regeering in ■Zweeden ftaande de minderjaarigheid van Karel de XII. in de maatregelen van den overleedene vorst trad. Eerst deedên op de onderhandeling dè Keizerfche en Duitfche vorsten hunne eisfchen , Vervolgens de Spaanfche, en toen de Staatfche. Op alle welke eisfchen Frankrijk zijn aanmerkingen inleeverde. Intusfchen gingen de Franfchen voort,! Om in de Spaanfche Nederlanden Aath, en in Kata-c loniè, Barvelona te bemagtigen. Ter Zee veroverden zij oök op Spanje, Kartagena. Zes rijke Engelfche koopvaarders, en onze koopvaardijvloot van Bilbao, Viel met de 3 oorlogfchepen die hen geleiden in Franfche handen. Hierom was men in Engeland zoo wel als hier zeer misnoegd over 't beleid der Zeezaaken, en werd bij-de vereenigde ftaaten beflooten noch i8 oorlogfchepen aan tebou-i wen. §. DCCCLXII. Om den prins vaü Conti tot kö- v rïïng van Poolen te doen verkiezen, en dus van diev; kant dat Kijk in zijn belangen te krijgen , miste ^ Frankrijk in zijn oogmerk. —— De keurvorst van Saxen Frèderik Augustus tot de Roomfche Godsdienst overgegaan zijnde, verkreeg de Poolfche kroon zeer tot genoegen van hét Duitfche Rijk en den Czaar van Muskovie. Schoon nu dé Proteftantin hier geen goeds uit voorfpelden,bleek het nog^ N ?, XIX. !l00FDSTs VERVAL. Crygsböryvetu erkïezirig in een )ning vaii wleiu  XIX. hoofdst. verval. Czaar Peter komt hier te lande. Vredes onderhandelingenvoortgezet, Koning Willem door Frankrijk voor koning erkend. I96 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL thans van agteren dat die vorst zulks maar uit ftaat* kunde gedaan had. §. DCCCLXIII. Czaar Peter, die vervolgens zoo berugt geworden is in de gefchiedenisfe, en wiens belangens tot hervorming en verbetering van zijn uitgebreid Rijk zoo veel invloed verkreeg op den ftaat van Europa, kwam ten deezen tijde zelfs in perfbon hier en in Engeland, de fcheepsbouwkunde leeren, zich niet fchamende onder den naam van Pieter met eigen handen het fcheepstimmeren te leeren. Wat nuttig gebruik hij daar van gemaakt heeft zullen wij bij vervolg van tijd zien. §. DCCCLXIV. De vreedes onderhandelingen werden intusfchen te Rijswijk voortgezet, waar toe Frankrijk een algemeen ontwerp overgaf, daar zij maar tot een zekere tijdtoe verbonden wilden weezen. Doch de Keizerlijke en Spaanfche hier geen genoegen in vindende, leverden hun tegenbedenkingenin, daar de Franfchen zich weinig aan kreunden, als zoe-* kende afzonderlijk met eenige bondgenooten te fluiten. Het verlies van Barfelona deed Spanje ook handelbaarder worden, en de Franfchen hun voorge(lagen ontruiming van Straatsburg intrekken. Doende Frankrijk om den uitllag van hun gezeegende veldtogt nadere voorhagen , welke bij de keïzertchen groote bekommeringen gaven, om dat zij daar uit bemerkten, dat zulks gedaan werd om bijzonder met Spanje te fluiten. DCCCLXV. Koning Willem toonde zich ook geneegen om met Frankrijk te fluiten, wijl hij van  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 19/ dat Rijk voor koning erkend, en zelfs koning Jacob naar Avignon of Italië zou doen vertrekken, begeerende maar alleen voor de gemaalinne van dien vorst 50000 ponden fterling jaarlijks. §. DCCCLXVi. Eindelijk werd de vreede tusfchen Frankrijk ter eener, Spanje, Engeland, en de ftaaten ter andere zijde •geteekend. Dat van Frankrijk en de Staaten behelsde de volgende bijzonderheden , ,, de graaf van Auvergne werd herfield in 't bezit van het markgraaffchap van Ber,, gen op Zoom, welk de (laaten, geduurende aen oorlog verbeurd verklaard hadden, om dat de graaf kolonel der ligte paarden was, in Franfchen ,, dienst. Pondicheri , welke de Nederiandfche ,, Oöstindifche maatfchappij bemagtigd had, zou „ de Franfche maatfchappij wederom 'ingeruimd „ worden. Zoo het tegenwoordig verdrag , onverhoopt, gekrenkt mogt worden , door eene ,, vreedebreuke tusfchen de twee mogendheden, zouden' de wederzijdfche onderzaaten negen „ maanden tijds hebben, om met hunneperfoonen 3, en goederen te vertrekken , werwaards zij wil„ den. Het jongde verdrag van den jaare 1670. ,, tusfchen Frankrijk en Brandenburg, zou in vol,, le kragt herfteld worden. Het verdrag met Sa3, voye, in 't voorleeden jaar gemaakt, wierd bij „■dit verdrag bevestigd. De koning van Zweeden s, werd uitdruklijk in het zelve .begreepen , en („ voorts ook zulke vorsten en ftaaten , als de ko„ ning van Frankrijk, binnen zes maanden naa de j, uitwisfelinge der bekragtïgïngen, noemen zou, N 3 ; XIX. Hoofdst. verval. Vredens voorwaarde tusfchen Frank: ijk en den ftaat.  XIX. HOOFDST. VERVAL. Verdrag van koophandel. Ï98 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL. „ De ftaaten benoemden van hunne zijde, de ko-. „ ningen van Grootbrittanje en Spanje, en alle „ hunne andere bondgenooten, die, binnen zes „ weeken naa 't uitwisfelen der bekragtigingen, „ de vreede zouden aanneemen: voorts de 13 Zwit„ zerfchekantons, en in 't bijzonder dezes Euan„ gelifche, nevens den ftaat van Geneve en de ftad „ Neufchatel ,St. Gal, Milhauzen en Beerme, de ,-,•1 Grauwbunders , nevens de fteeden Breemen eq „ Embden. Frankrijk noemde den Paus, de Itali„ aanfche vorsten, Portugal, Zwitzerland en deszelfs bondgenooten." §. DCCCLXVII, Het verdrag van koophandel tusfchen den ftaat en Frankrijk was voor 25 jaaren, en op den voorigen voet ingerigt, bedingende, „ dat de ingezeetenen van den vereenigden ftaat, „ nergens in Frankrijk, zwaarder belast zouden ,, worden, dan de Franfche onderdaanen en buiv „ gers der plaatzen zeiven. —~r- In 't bijzonder, „ zouden zij allerlei Levantfehe goederen, beide „ met hun eigen en met Franfche fchepen, naar „ Marfeille en andere plaatzen in Frankrijk mogen „ brengen, zonder het regt van 20 ten 100, welk „ op deeze zoort van goederen gelegd was, fchub ,j dig te zijn. Ook zouden zij allerlei gezouten „ haaring moogen brengen in hetFransch gebied, „ onaangezien het verbod van den jaare 1687. welk „ hier mede vernietigd werd. In 't betaalen der „ regtenin Frankrijk, zou men zich, bij voor91 Wad, houden aan de lijst van 't jaar 1667,; doch  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I$9 „ zoo men, binnen drie maanden, niet wegens een nieuwe lijst, over een komen kon, zdu die van „ 't jaar 1664. ftand grijpen. De wederzijdfche j, onderzaaten mogten vrijelijk handelen op plaat„ zen van elkanders openbaare vijanden, behalven in contrabande waaren, onder welke egter geene leevensmiddelen begreepen worden. Goederen „ van beiderlei onderzaaten, in vijandlijke fche,, pen gevonden wordende, mogten over en we- der firijs verklaard worden: daar en tegen moes„ ten vijanden goederen , in fchepen van Fran- fchen of Nederlanders gelaaden, wederzijds wor,, den vrij gegeeven. Men zou voortaan geene confuls van eikanderen ontvangen. Doch zoo „ men goedvinden mogt, eenige refidenten , agen„ ten, kommisfarisfen of anderen aan eikanderen „ te zenden, zouden zij verplicht zijn, zich ter gewoonlijke verblijfplaatzen van het hof op te „ houden." Voorts werden, bij een afgezondert punt „ de ingezeetenen van den ftaat ontheven van „ de betaaling der 50 ftuivers van 't vat, die in „ Frankrijk van vreemde fchepen gevorderd wer„ den. §. DCCCLXVIII. Bij het verdrag met Groots brittanje verbond zich Frankrijk om korting Wil- 1 LEMde III. ,, in 't bezit vandeszelfs rijkenen ftaa- e „ ten, op geenerlei wijze, te zullen ontrusten : de* j, heimelijkeaanflagenen muiterijen, dieergens te,, gen hem zouden mogen ontftaan, geenzints te zul3i len begunstigen; noch iemand die hem in 't gerust N4 XIX. ElOOFDST. VERVAL. •erdrag iet Groot, rittanje 11 Frank-  XIX. HoOFDST. VERVAL. Verdrag met Spanje. 200 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ bezit zijner ftaaten zou willen ftooren, eenigen „ onderftand te zullen bewijzen. Koning Willem „ deed van zijnen kant, gelijke beloften aan den „ koning van Frankrijk. Voorts, zou men elkan>, deren te rug geeven, 't geene men, in den jong„ ften oorlog, op eikanderen verovert had. Om„ trent het prinsdom van Orange, zou het afge„ zondert punt der Nieuwmeegfche vreede van „ kragt blijven, en ftiptelijk uitgevoerd worden „ en koning Willem herfteld in dit prinsdom en „ deszelfs aanhoorende goederen en geregtighew den' 200 a]s 1]iJ' dezelve bezeeten had, geduu" rende den 00rl°g5 die met de Nieuwmeegfche „ vreede geëindigt was." §. DCCCLXIX. Het verdrag met Spanje behelsie: „ de wedergeeving van Rofes, Geronne, en „ Belver, en van alle andere plaatzen in Katalonie, , op den koning van Spanje veroverd, zedert het , fluiten der Nieuwmeegfche vreede, met naame , van de ftad Barfelona, en defterkten daar bij be, hoorende. bi de vereenigde Nederlanden, zou. , den aan Spanje te rug gegeeven worden Luxem, burgen 't graaffchap Chiny, Charleroi, Bergen , m Henegouwen, Aath en Kortrijk, allen in den , ftaat, waarin zich deeze plaatzen tegenwoordig ' > bevonden; doch van de kasfelrije van Aath zou , Frankrijk behouden eenige dorpen, bij *t verdrag genoemd , benevens het gewest van Henego ut wen, zoo ver het, bij het tegenwoordig verdrag, niet werd afgeftaan aan Spanje. Voorts  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 201 „ zouden alle plaatzen, die Frankrijk zich, zedert ,, de Nieuwmeegfche vreede, bij wegen van her„ eeniging, had toegeëigend, aan Spanje te rug ,, gegeeven worden, volgends de lijst daar van 3, door de Spaanfche overgelevert, met uitzonde-,, ring alleen van 82 plaatzen, genoemt: in.eene ,, lijst door de Franfchen opgemaakt , en gehegt „ aan het tegenwoordig verdrag, wordende de na,, dere regeering der grenfen , wederzijds , ver3, bleeven aan de uicfpraak der algemeene' ftaaten, 3, Dinant zou aan den prins bisfchop van Luik te 3, rug gegeeven worden door Frankrijk, en het ei,, land Ponfa, door Spanje, aan,den hertog van ,, Parma. Verder werd er een tijd bepaald ,, voor den keizer en het rijk om deel in deeze 3, vreede te neeraen. §. DCCCLXX. Doch de gevlugte Franfche hervormden zogten te vergeefs eenig voordeel bij deeze vreede te bedingen. De keizerfche waren misnoegd over het fluiten der vreede, eri bewilligden in een ftilftand van wapenen. Prins Eugekics had eer volkomen overwinning op de Turken behaald, en de Czaar was van gelijke gelukkig geweest op de Tartaaren. §. DCCCLXXI. Eindelijkwerd ook tusfchen der Keizer en Frankrijk de vreede getroffen., doch dc Protestantfche vorsten maakten zwaarigheid in het 4. punt , alwaar bepaald was , dat de Roomsch Katholijke Godsdienst , in de plaatzen die dooi Frankrijk te rug gegeeven werden , blijven zoi N 5 XIX. eioofdst. verval. De Franfche Vlugtelingenzogten te vergeef eenige voordeeier/ by de vrede. Zvraarigheden omtrent het 4. punt der vrede.  XIX. HoOFDST, VERVAL. I < i 1 c Ê 202 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL in den ftaat, waar in dezelve tegenwoordig was toonende dat zulks aanliep tegen de religions vreede van 1555. en de Westfaalfche verdraagen, doch hoe zeer de ftaaten dit gaarne veranderd zagen, Franknjk wilde hier niet afftappen, zijnde zijn oogmerk om door die weg de Roomschgezindeen Proteftantfche vorsten te verdeelen, ten einde zij niet tegen hem een nieuwgroot verbond zouden fluiten, als hij des Daufijns eisfchen op de Spaanfche nalaatenfchap deed gelden. Zelfs wil men dat Frankrijk daadebjk naa het teekenen van het verdrag zijn best deed om de Duitfche vorsten over dit ftuk tegen elkander op te hitzen. De vreedes onderhandelingen werden ook niet beflooten zonder inlevering van protesten als naar gewoonte. AANMERKINGEN op dit Tijdvak. S- DCCCLXXII. Elk tijdperk levert weer nieuwe gebeurtenisfen op, zoo voor den wijsgeer, als ïaatsman. Geheel anders waren in de onbefchaafle tijden de verfchijnzels, keering en wending der taalkundige lichaamen, de ftaatsgeheimen minder Dmzwagteld zijnde, zoo ontdekte zich fpoediger le oogmerken der vorsten. Het regt van den Iani ten degen befliste alles. Maar naar dat de bechaaftheid toegenomen is, kan men zeggen, dat e ftaatkunde meer zaamengefteld is geworden. De eheimender ftaatskabinetten zijn bij veele vorsten  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 20^ zoo ongenaakbaar , dat niet dan de tijd haar kan ontdekken. List en bedrog hebben zpo wel hun befchaaving gekreegen , dan de fchoone kunsten en weetenfchappen. Traclaaten, verbonden , vredes verdraagen, om die te maken en te breeken, naar dat het zelfs belang vordert, zijn verfchijnzels welke bij de befchaafdfte natiën het meest gebeuren. Ja! in dit tijdperk heeft men gezien , ,dat men vreede maakte, om vervolgens weereen nieuwen oorlog te beginnen. Doch het word tijd het ftaat» gordijn te openen, om de voorwerpen wat nader in zijn verband te befchouwen. §. DCCCLXXIII, Lodewijk de XIV. bij de vreede, met het Franfche Comté, en een groot gedeelte van Vlaanderen zijn koningrijk vergroot hebbende, was te dronken geworden in voorfpoed, geluk en grootheid, dan dat hij geen misdagen zou begaan, die hem in het einde veel nadeel moesten toebrengen. Want Europa zag dat zijn onbegrensde heerschzugt geen paaien kende, dewijl Loeewijk midden in de vreede, de kamers van Metz en Brefac tot de kroon vereenigde, en Straatsburg weg nam. Vervolgens maakte hij eisfchen op het graaffchap Aalst, Door kragt van wapenen onderfteunde hij zijn gewaant regt. Kortrijk, Dixviul. den, en daar naa Luxemburg wierden ingenomcr door de Franfchen. De vereenigde gewesten, Span je en het keizerrijk onderling verbonden, warcr genoodzaakt een 20 jaarig beftand met Frankrijk t< treffen, waar bij Spanje, Luxemburg afftond > c: XIX. :ïoo:'i>s' t'ERVAU 1  XIX. HOOFDST. VERVAL. ( 1 ( t C r f 204 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL de keizer liet Frankrijk, tot het einde des beftands, Straatsburg , het kasteel Kehl, mee een gedeelte van de vereeniginge; door de kamers van Metz en Brefac gemaakt. Deopftand der Hmgaaren, gepaart met den daar op volgenden Turkfchen oorlog tegen den keizer, en waar in Lodewijk de XIV. de heimelijke hand in had gehad, ' veroorzaakte dat de keizer deeze onbillijke eisfchen moest toeftaan. Doch de bondgenooten wagten intusfchen maar naar gelegentheid, om zich van dit fchadelijk. beftand te ontdoen. §. DCCCLXXIV. Was Lodewijk de XIV. gedugt te Land, ter Zee was hij van gelijke ontzaglijk. De zeehaavens van Duinkerken, Toulon, Brest, Rochefort, met meer dan 100 fchepen van linie voorzien, trokken het oog van den befchoutver tot zich, zoo uit hoofde van den. aanleg deihavens , als fchoonheid der fchepen',' welke thans geleegenheid hadden zich te oeffenen tegen deAfrü zaanjdie zeerovers. De bombardeer galjooten door -■en Franschman uitgevonden,verfchrikten en ver-, ivoesten in 1681. en in 't jaar 1684. Algiers, Tunis ïn Tripoli zoodaanig, dat deeze roofnesten zich •ernederden en om genade verzogten. Genua, om lat ze aan deeze rovers buskruit gelevert, en voor )panje eenige galeien gemaakt had , wierd van ;elijke gebombardeerd , en verfcheide paleizen in e asfche gelegd. De Doge en 4 raadsheeren ïoesten in perfoon naar Verjailles , en den trot* :hen Lodewijk om vergiffenis fmeeken, wiens  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 20 5 hoogheid noch meer in top fteeg, door het ontvangen gezandfchap uit Siam, welke voorgaaven ' een verdrag van koophandel met de Franfche na* y tie, met. uitfluiting van andere Europifche volken op de kust van Kor amandel te willen fluiten. Deko* ning zond daar op de beroemde abt Choife, met noch een gezant en zes Jefuiten, en eenig krijgsvolk derwaards , maar in den jaare 1688, een oproer daar ontftaande, zoo wierden de Franfchen de eerde flagtoffers daar van , waar door dan alle beloofde voordeden in rook verdweenen. §. DCCCLXXV, Maar allergevoeligst was de dag, welke Lodewijk de XIV. trof, door het verlies van zijn grooten ftaatsdienaar Colbert, welke in het jaar 1683. overleed. Naa de dood van dee^ zen bekwaamen ftaatsman, zullen wij gewaar worden dat de misdagen vermeerderen, en de balans tusfchen zuinigheid en verkwisting, (door een fleg* ter beduur der geldmiddelen), tot het laatfteoverflaan, waar door de lasten en fchulden des Rijk* vermeerderen. — Colbert was zeker zonder roem gefprooken een ftaatsman die onder een heerschzugtigen en op pragt verzotten koning , welke alles verfpilde om zijn regeering gedugt en fchitterend te maaken , een groot beleid toonde, om door een goede orde zuinigheid en verkwisting zoodaanig te vereenigen, dat het fchadelijke van het laatfte door het voordeelige van het eerste wierd vergoed. Sitti had onder Hendrik de IV. ÏOOFDST. ERVAL.  XIX. Hoofd st. VERVAL* : i 1 i ( i i a d I d g tl i & k< v m Vi rt ei 20Ó OPKOMST, VERVAL ÈJÏ HERSTEL deeze voorzorg niet noodig, om dat zijn vorst geeri heerschzugtig, maar wel een dapper en fpaarzaam koning was, die het fchadelijke van pragt en verkwisting kende, als ftrijdig met de welvaard des volks. i Maar Colbert, fchoon weetende, dat de voorfpoed der onderdaanen, uit de bcoeffeu'ng der landbouw, koophandel, kunsten en wee:eni'chappen gebooren , tot aanwas en bloei konen, door fpaarzaamheid en juiste verdeeling, in iet heffen der lasten, moest in deezen van zijn ei;e maatregelen afgaan, om voedzel aan de weelde fn pragc van een oorlog- en heerschzugtig vorst te ;eeven. Hierom was deeze ftaatsman, om zijn oning te believen, als half gedwongen, meer anmoediging aan handwerken van Weelde en pragt,an wel aan de landbouw te geven. §. DCCCLXXVI. De gefchillen tusfchen |de Jan. misten en Jefuiten liepen in Frankrijk zoo hoog ^ ït de koning fchoon grooter Staatsman dan GoïL ïleerde , er zich nu mee moeide. De Jefuiten agtig aan het hof, en vader de la Chaise zederfe 575. biegtvadervan den koning geworden zijnde, >o wierden zij wel draa de alleenheerfehers der :rke in Frankrijk. De Janfenisten wierden verftgd, verdrukt, en naamen de wijk naar de Nerlanden. — Met het hof van Romen ontftonden m gelijke gefchillen , over het oude köninglijk ge weegens de begeeving der kerkelijke amptén, 1 inkomsten der open gevallen bisdommen. §. DCCCLXXVIL Maar van fchadelijker ge.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 2C7 volg was het ontwerp om de Calvinisten in Frankrijk uk te roeijen. Het geene de groote ColBert altoos had weeten tekeeren, wijl onder hun de vernuftigfte fabrikeuis waren, die door hun gedrag het vertrouwen der uitlanders verkreegen had* den. Het hof verfpilde eerst veel geld om onder hun aankomelingen tot het Roomfche geloof te maaken ; (tredende beloften en zwaare bedreigingen gingen zaamen gepaart. Allengskens wierden hunne vrijheden befnoeit; veele bezweeken onder den last der verdrukkinge, endeeden huichelagtig belijdenis van den Roomfche Godsdienst; andere vlugten, en zommige ondergingen met groote moed de doodftraffe. De kanfelier Tellier , en de marquis Louvois zijn zoon, deeden alles op den naam des konings bukken en beeven. De laatfte fchreef, ,, dat men de uiterfte ftrengheden moest te werk ,, (lellen aan allen, die geen belijdenis van den Roomfchen Godsdienst wilden doen." -— Het edict van Nantes wierd herroepen, de kerken verwoest, ouders hun kinderen ontnomen,om ze aan Roomfchen ter opvoeding te geeven. Dragonders waren de uitvoerders van deezen haatelijken last, door zulke Apostelen wilde men de ongeloovigen bekeeren, om over de vrijheid des geweetens te heerfchen. De hertog van Savoye volgde hier in wel Lodewijk den XIV. naa, door de Waldenzen te vuur en te zwaard te vervolgen, maar ziende dat door hunne vlugt zijn land ontvolkte, trok hij zijn beveelen in, en achte zich gelukkig de uitgeweekene we- XIX. ÜOOFDST. VERVAL.  XIX. HoOFDST, VERVAL. i 1 j . i v 4 2Q8 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL der te zien, en hun de voorgaande vrijdommetf op nieuws te fchenken. Maar de trotfche Lo. dewijk met zijn bedorven hof waren te blind en eigenzinnig om het gemis van 500000 gevlugte inwoonders te gevoelen. Die hem zulks onder het oog bragten, antwoorde hij mijn koningrijk word gezuiverd.- Doch de ondervinding deed hem zien, dat door zulk eene zuivering zijn land ontvolkte, en de welvaard verdween. Koophandel, fabrieken, kunsten enweetenfchappen vlooden het land uit, om in Engeland, de Nederlanden, en in het Noorden van Duüschiand, in een vrijer lucht ademtogt te haaien. Met open armen ontving men daardienuttigeingezeetenen, men droogde hun°traanen af, met troost en hulp beurde men die verdreven gemoederen op , alwaar ze tot dan kerken ten isfe als arbeidzaame burgers hun fabrieken en weetenfchappen met lust en tot groot voordeel dier landen voortzetten, daar de andere, wier Vernuft en kunstrijke hand zoo bekwaam niet was , echter ' net moed en wraak bezield, zich aan hun vervol- ;ers wreekten. Ja ! Frankrijk verloor hier zoo 'eel door in den koophandel, dat die landen naar velke deeze ongelukkigen hun toevlugt geneomen ladden , vervolgens aan Frankrijk dezelve koop «aren keverden.* die ze voorheen daar van daan aalden'. §. DCCCLXXVIII. De oorlogzuchtige LodeV* was onvergenoegd, dat Willem de III te lugsburg in 1686. met verfcheide mogendheeden zich  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 2CC} zich verbond,om aan deheerschzugt van den Fran.Jchen koning paaien te zetten. Hierom verklaarde hij 's prinfen goederen verbeurd, zoo verre ze on- 1 der zijn gebied waren. Frankrijk had Engeland ten tijde van Karel den II. en Jacob den II. in zijn belangen weeten te krijgen, toen hij zag,dat zijn doelwit hem bij de vereenigde gewesten hier in miste. — De onmin met paus Innocentius den XL en Lodewijk den XIV. groeide mee dagelijks aan, en. vermeerderde, toen de Franfche koning zijn oogmerk wierd verijdeld, om den kardinaal v«ttt Fwrf, Jlenherg het keurvorstendom van Keulen op te draagen. Hier kwam noch bij de herroeping der eisfchen van de hertoginne van Orleans , eene Paltzifche prinfes op de opvolging van den keurvorst van den Paltz haar broeder, en dat het keizerrijk het beftand van Regensburg weigerde in een vreede te veranderen. Dit een en ander waren redenen genoeg voor een heethoofdig vorst, om het beftand te breeken, en zich ten ftrijde te gorden. §. DCCGLXXIX. Intusfchen dat de keizerfchen bezigwaren om Belgrado te dwingen en Servië te onder te brengen, viel de Daufijn in het keizerrijk, nam. verfcheide fteden in, en verwoeste het jaar aanvpb gende de Paltz. Schoon nu Lodewijk de XIV. Engeland, zoo draa koning Willem de III. den throon beklom, Spanje, de vereenigde Nederlanden, het keizerijk, den hertog van Savoye, en bijkans geheel Italië tot vijanden kreeg, om dat men Frankrijks oogmerken ontdekt had, §. DCCCXLL IV. Deel. O XIX. 'IOOFDSTi ERVALi  XIX. HoOFDST. VERVAL. 2io opkomst, VERVAL EN herstel zoo had deeze vorst over het geheel genomen het geluk der wapenen mede, wijl zijn legers geleid wierden door bekwaame veldheeren, fchoon ze in den Zeeflag bij la Rouge al eenig nadeel leeden. De beroemde Jan Bart deed de Hollanders en Engelfchen geen minder fchade, door ons een meenigte van rijke koopvaardijfchepen weg te neemen, met de oorlogfchepen die hen geleiden. §. DCCCLXXX. Maar met al die fchitterende zegenpraalen wierd Frankrijk inwendig verteerd door hongersnood, duurte, gebrek, en drukkende lasten, zoo dat die trotfche koning in den jaare 1693. de vreede zelfs aanbood, met wedergaave van alle zijne overmeesteringen. Doch de bondgenooten weigerden zulks. Bij deeze rampen kwamen-noch de fterfgevallen van Louvois en Luxemburg, zijnde de eerste hoe ftreng hij ook geregeerd heeft, een groot ftaatsdienaar, en de tweede een uitmuntend generaal voor Frankrijk geweest. §. DCCCLXXXI. Lodewijk de XIV. de bondgenooten ongeneegen tot vreede vindende, en de elendige ftaat van zijn Rijk in overweeging neemende, zoo gebruikte hij de list, om de bondgenooten te verdeden, krijgende den hertog van Savoye in zijn belangen , door de wedergave zijner ftaaten,-en meer andere voordeeleh toe te zeggen, dit verwarde de maatregels der bondgenooten, zoo dat naa het verfiaan der Spaan/dien, en inneeming van Barfelona, Frankrijk te Rijswijk de vreede ver-  DÈR VEREENIGDE NEDERLANDEN. 2Ü wierf. Men rekende dat Frankrijk tot de vijf eerste veldtochten meer dan 200 miljoenen aan buitengewoone kosten verfpild had. Met welke vreede hij weder zijn bijzondere oogmerken had. De zwakkelijke ftaat des Spaanfchen konings,die vermoedelijk zonder kinderen zou fterven, deed hem voor den Daufijn op die kröon zijn gedagten vestigen. Waarom hij ook zijn overwinninge op Spanje niet vervolgde, en Frankrijk zich zeergeneegeri toonde tot de vreede, en bij dezelve het grootst gedeelte zijner overmeesteringen wederafftond. Ja! door een geheim punt bij de Rijswijkfche vreede bepaald, wist hij de Protestantfcke rijksvorsten onderling te verdeelen, ten einde hij zijn eisfchen op Spanje doende gelden, zij zich niet tegen hem verbinden zoudem §. DGCCLXXXÜ. Befchöüwen wij nu den ftaat van Grootbrittanje dan vinden wij bij het leven van koning Karèl, dat Rijk in gevaarlijke omftandigheden omtrent den Godsdienst, wijl de hertog van York, de vermoedelijke erfgenaam der kroon,opentlijk den Roomfchen Godsdienst beleed. Klaagde het parlement en het huis der gemeente hier over, en wilden ze den hertog van York tot de throons-opvolging uitfluiten, zoo ontbond de koning het parlement. Engeland was in twee factiën verdeeld, de Whigs en de Torijs, de eersten wai'en voor des volks, en de 2de voor de hofpartij, hier uit ontftonden groote beroertens,ieder was verpligt partij te kiezen, eene meenigte uit O 2 xix. hoofcst» verval»  XIX. HOOFDST. VERVAL. i I i i J i J t ê ï d 2Ï2 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL de aanzienlijkfte familien werden ter dood verwed zen. De prins van Orange was bij de hofpartij gehaat, van daar dat zoo lang koning Karel leefde, en Jacob de II. regeerde, Engeland heimelijk in Frankrijks belangen ftond. Hadt koning Jacob naa Karels dood niet te zeer gefteld geweest op een oppermagtig Rijks bewind, met verfmaading der wetten en Godsdienst zijnes Vaderlands, zoo zou hij eeri der grootfte koningen van Europa hebben kunnen worden, maar zijn misflagen in zijn vierjaarige regeering waren onherftelbaar. Godsdienst en vrijheid, zoo gelieft bij de natie, geraakten in gevaar, wijl de Jefuiten het heimelijk bewind verkregen. De verdagte geboorte van den prins van Wallis, gevoegd bij alle de andere naleehge omftandigheden des Rijks, deeden de volks martij het oog op den prins van Orange veftigen, iie aangezogt door Engelfche grooten, met ondertand der ftaaten dat Rijk verloste, en met zijn 'emaahn Maria, op den Engelfchen throon fteeg, loordien koning Jacob het Rijk verliet en naar gmerk om Frankrijk te vernederen, voor als >ch niet konde bereiken. §. DCCCLXXXVI. Het Rijk van Spanje, ten ezen tijde befchouwd, was in een alierelendig'n ftaat, de oorlog met zijne bondgenooten ten Lodewijk- den XIV. maakte den koning bui1 ftaat om zijne legers meer te kunnen betaalen».  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 21$ Alle zijne dienaars, beampten en krijgsbevelhebbers, moesten een derde van hunne jaarwedde misfen, tegen minder als 15 percent kon hij geen geld opneemen. > Een blijk dat het goud uit de nieuwe waereld dit Rijk door een liegt beftuur verarmde, en andere natiën verrijkte. ■ Geen wonder dat daarom de Franfche wapenen zoo weinig tegenftand vonden. Het Spaanfche hof was verdeeld in twee partijen,. de eene was voor de throonsopvolging, (wijl koning Karel geen kinderen had), in het keizerlijk huis, en de andere voor den Daufijn van Frankrijk. De koningin haar moeder, een Oostenrijkfche prinfes, had Spanje zedert een geruimen tijd fiegt beftuurt, .eri wist het zooverre te bewerken in een groote raadsvergadering , dat de koning de aartshertog Joseph, Roomsch koning, de vermoedelijke erfgenaam der Spaanfche kroon, zou wezen, en ten voordeden van zijn broeder Karel afftand doen zou van alle zijne rechten op de goederen des keizers en 'tkeizerrijk; befchikkendeBourgondie voor Frankrijk, de Spaanfche Nederlanden voor den prins van Beijeren en het Milaneefche voor den hertog van Savoye; doch deeze laatfte viel Spanje af, om dat men hem aan 't hof verfcheide zaaken op een harde wijze geweigerd had, een blijk wat voor een flegte ftaatkunde er aan het Spaanfche hof was, dat men een bondgenoot zoo naa vermaagdfehapt zoo veei misnoegen gaf, dat hij hun vijand werd; en fchoon al de koningin gaarne den oorlog had willen voortO 4 XIX. HoofdsT» ; verval.  XIX. HoOFDST VERVAL, ; ! ] 2IÖ OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL . zetten, het verlies van Barfelona, en hetaanhou* dent geluk der Franfche wapenen, noodzaakten Spanje wel tot hetaanneemen der Rijswijkfche vreede, en dle voordeeliger voor Spanje was dan men naar tijdsomftandigheden had kunnen verwagen, doch Frankrijk.had hier ftaatkundige redenen toe J. DCCCLXXXVII. Keizer Leopold, een veritanchg vorst, Lodewijks oogmerken .ontdekt hebbende, en wat daar uit voor 't keizerrijk te dugten ftond, floot al kort naa de vreede van 1679. een verbond met de kreitzen van den boven Rhijn, daar zich bij voegden Zweeden, de keurvorsten van Saxenen Beijeren, de hertogen van Lunenburg, en de landgraaf van Hes/en Kasfel. Doch Brandenburg ten deezen tijden in Frankrijks belangen zijnde, gepaart met den opftand der Hungaar en, ende oorlog tegen den lurk, was de reden dat de oorlog van deeze kant tegen Frankrijk niet begonnen werd-, doch het verbond van Augsburg, en dat Lodewijk de XIV wist, dftdekeizerzijn handen vol had, deedhem met' die gelegentheid zijn voordeel doen, om den keizer en zijn bondgenooten met de wapenen aan te vallen. —- Uit de aanftelling van Hanover tot legende keurvorstendom, ontflonden mee veele ver ieeltheden onder de Duitfche vorsten, en waarin Frankrijk weder zijn hand had, Bij de vreede van Ryswijk werd Leofold hertog van Lotharingen in >m ftaaten herfteld; een vorst waardig om over •en grooter rijksgebied te regeeren. Door menschseyendheid en een wijs beftuur deed hij de po*.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. Hf Iogsrampen vergeeten. Hij verfchafte zijne onderdaanen rust, en liet kunsten en weetenfehappen in zijn land bloeijen. Treffelijk was zijn zeggen,— Ik zoude morgen mijn landsbewind nederleggen, indien ik geen goed kon doen aan mijne landzaaten. 1 Zulk een taal uit de mond van den vorst te hooren, is hem meer tot eer, dan de beroemdste oorlogs bedrijven. —r-i De vreede van Rijswijk was maar een ophouding van vijandlijkheden. —.— De Keizer enBeijeren wagten maar naar de dood van den zwakken Spaanfchen koning, om dan op nieuws hunne eisfchen te doen gelden. §. DCCCLXXXVIII. Keeren wij nu tot het ftaatkundig gedrag der vereenigde gewesten, in dit tijdperk, dan ontmoeten wij daar omftandigheden, die op het vervolg der gefchiedenisfen een grooten invloed hebben. Zoo lange het huis van Stu- art regeerde in Engeland, waren de vereenigde gewesten aldaar in weinig aanzien, om dat de prins van Orange in dat Rijk verdagt was, van voedzel aan de partijfchappen te geeven, waar door koning Karel in deuitvoering van zijn gezag, en zijn opvolger Jacob de II. in zijn ontwerp tot invoeringvan den Roomfchen Godsdienst, de fterkfte tegenkantingen bij zijn parlementen vond. Hierom was de hofpartij • meest in de belangens van Lodewijk den XIV. Deeze Franfche koning, welke het oog had op het overige deel der Spaanfche Nederlanden, zou gaarne'met den ftaat tot bereiking van zijn oogmerk een verdeedigend verbond geflooten hebben, doch O 5 XIX. Hoofdst. /f.r.val.  xix. HoOFDST. VERVAL. i < < 1 218 opkomst, verval en he-rstel deftaaten weigerden wijzelijkzulks aan dien heerschzugtigen vorst, zoo wel als aan Engeland, zij begreepen wel en te regt, dat het hun belang niet was, om Frankrijk tegen Spanje te helpen. Spanje was geDoeg vernederd, en Neerlands oude vijand in e°en vnend verandert, voor wien wij niet te vreezen hadden. Daar in tegendeel Lodewijks geheime oogmerken waren, om door de tijd in zijn huis de Keizerlijke en Spaanfche kroonen te vereenigen, ten einde als een tweede Alexander de groote, zijn fcepter te doen zwaaijen over het magtigfte deel van Europa. Ja! hier in zijn oogmerk bereikt hebbende, moest noodwendig het overig gedeelte van dit waerelddeel zich aan zijn be veelenden wil onderwerpen. Gelukkig voor het menschdom, dat de •ijden te verligt waren, om Lodewijks oogmercen niet te ontdekken. Magtige vorsten verfterk- ten zich door verbonden tegen Frankrijk. - . Maar onder alle Lodewijks vijanden is er geen geweest, die hem fterker weerftand bood , dan Willem de III. Hierom had Frankrijk al lang ;ezogt dien. vorst in zijn belangens te krijgen, ■n dit hem mislende het prinsdom van Orange en mdere goederen verbeurd verklaard, waar doer l prinfen haat tegen Frankrijk onverzoenbaar werd ieen wonder dat deeze vorst bezield met heldenuur, zich op dat Rijk door den oorlog zogt te vreeken. §. DCCCLXXXIX. Indien wij met aandagt de efchiedenisfen van dit tijdvak inzien, dan hadt  BEK. VEREENIGDE NEDERLANDEN. "219 men tweederlei factiën in ons vaderland, de eene, de aanhangelingen van den prins, waren voor den oorlog-, en- Friesland, zommige fteden in Zeeland, met Amfierdam en andere kooplieden befchouwden den oorlog als verderfelijk voor den koophandel en het vaderland. De laaftgenoemde partij wierd daarom door Frankrijk op allerhande wijze opgeftookt tegen den prins. Maar deeze vorst het meeste gezag ter ftaatsvergaadering hebbende, zo bewerkte men, dat de ftads papieren van Amfierdam in den Haag verzegeld werden, een gedrag, waar in de driften-boven de reden gingen, en dat aanliep tegens 's lands vrijheden, doch dat fchielijk herfteld werdt, zoo dra-die ftad tot het befluit kwam, om niet te willen' bewilligen tot de jnvorderinge van 's lands middelen in hunne ftad, indien de ftaaten van Holland hun papieren niet ontzegelden. Gelukkig dat door het getroffen beftand, de verfchillen tusfchen de provinciën en zommige fteden, over de gegeven onderftand aan Spanje geen gevolgen hadden. §. DCCCXC. Opmerkelijk is het vertoog van Amfierdam §. DCCCXX. over de vermindering der land-,en de vermeerdering der zeemagt. Ongelukkig dat de provinciën van dien tijd en vervolgens door onderfcheide belangens gedreven op dit ftuk niet eenftemmig zijn geweeft. De landprovinciën bedugt voor vijandlijke aanvallen, hebben altoos overeenkomstig het gevoelen der ftadhouder?, het meest voor de vermeerdering derland- XIX. HOOFDST. VERVAL.  XIX. H00FDS1 VERVAL. 220 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL magt geijvert, daar in tegendeel. Holland e* voor al de kooplieden, wel en te regt 's lands welvaard en behoud in een goede zeemagt hebben gefteld. , Dit ftuk van zoo veel gewigt voor laatere tijden,, zal wel de moeite waard zijn, om eens met aandagt voor- en tegen i te overweegen. §. DCCCXCI. Zij die voor de vermeerdering der landmagt zijn, beroepen zich altoos op het jaar 1672, en volgende tijden dat wij met Frankrijk in oorlog zijn geweest. Men fchildert Frankrijk af, als onzen natuurlijken vijand, en wiens heimelijke oogmerken daar heen gerigt zijn, om ons land te overmeesteren, of te gebruiken tot een goudmijn om daar uit te haaien, geheel of ten deele, het geld,, welk hij tot zijn heerschzugtige oogmerken bij den oorlog verkwist. Maar om over dit punt onpartijdig te oordeelen, moeten wij eerst onderzoeken, wat volgens de gronden van ons eige belang, overeenkomstig de welvaard des volks, het beste der twee heerschende ftaats fyftemaas was, — naamentlijk, om onze veiligheid te zoeken in de verbonden van befcherming met magtige vorsten tegen Frankrijk, of dat wij de neutraliteit of onzijdigheid boven den oorlog koozen Zij die het eerst ftaats fyftema aankleven moeten zeker en met reden voor de vermeerdering van een landmagt weezen, om dat men daar door zich telkens in nieuwe oorlogen te land inwikkelt, welke de landprovinciën voor vijandlijke invallen bloot  DËR VEREENIGDE NEDERLANDEN. 221 ft el len. Doch ik heb betoogd bij voorige aanmerkingen , dat dit ftaats fyfteraa allerfchadelijkst voor ons vaderland is, en men niet dan in den uiterften nood zoo lang de oorlog duurde, zich daar van moet bedienen, dit zoo zijnde, en uit 's lands gefchiedenisfe onwederfprekelijk blijkende, zoo vertrouw ik, dat ieder regtgeaart vaderlander mij gaarne zal toeftaan, dat het belang van ons land vordert,om het tweede ftaats fyftema de voorkeur te geven. Het gedrag onzer hooge magten bij laatere tijdvakken heeft ons ook getoond, dat zij het laatste boven het eerste toegedaan waren. Dus dit vast- gefteld zijnde, zoo komen wij tot het onderzoek, of in zulke gevallen, een vermeerdering van landmagt noodzaakelijk voor ons vaderland is, (zelfs in tijde van oorlog buiten ons) ik durf rondborstig uitzeggen van neen ! De onzijdigheid aanneemende, zoo baart de vermeerdering van landmagt jaloufie bij de oorlogende vorsten, welke van verderfelijke gevolgen kan weezen. Heeft Lodewijk de XIV. en andere Franfche vorsten, wel ooit meer van ons geëischt als de onzijdigheid? Zou men dat gedugte jaar van 1672, en meer oorlogen met dat Rijk als dan niet voorgekomen hebben? 'Is het Frankrijks belang wel, om ons te overmeesteren? geniet het uit hoofde van den koophandel niet oneindigmaal meer beftendige voordeelen, dan het bij een overmeestering van ons zou kunnen haaien? Waren zij dan niet in eens, zoo dra ons vaderland geruineert was, al hun voordeelen kwijt ? XVHL' HOOFDST. VERVAL*  XIX. HoOFDSl VERVAL. 22 2 . OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL j. Wie Z!Jn het' we]ke Frankrijks wijnen grooten-' deels koopen, en dezelve meest voor uit betaalen ? Immers niemand dan Holland ! Zijn wij het niet, die jaarlijks miljoenen aan Franfche manufac- tuuren en koopwaaren befteeden? Wat land is er, daar dat Rijk een voordeeliger balans van koophandel mee heeft dan met ons ? — . ts nu zelfs belang de eerste drijfveer van ftaatkunde, .kan men dan verwagten van vorsten, die zoo veel belang in den koophandel Hellen, dat die iets zullen onderneemen ftrijdig met hun eigen belang? Ja! eens.genomen dat Frankrijk dit deedt, zonden de Duitfche vorsten dit onverfchillig aanzien? Strookt het wel met den aart van een gemeenebest, een groote landmagt op de been te houden? Hebben Venetien, Zwitzerland en andere gemeene besten een groote krijgsmagt? Geraakt de vrijheid niet in gevaar , wanneer de magt misbruikt wordt? Krijgt men door dien weg niet een meenigte vreemdelingen in zijn land, die met minachting op den vrijen burger neerzien? Want. een burger is bij veele vreemde militaire officieren een veragtelijk fchepzel ,niet waardig den hoet ervoor te ligten. Mag men dus niet vragen, waar toe dient toch een te groote krijgsmagt in een gemeene best, dat volgens zijn ftaats fyftema niest dan de onzijdigheid zoekt? Duit het de finantie van een klein land, dat enkel door koophandel moet beftaan, om een aantal van krijgsvolk te onderhouden ten kosten van 't gemeen? Ikweec  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 223 wel men zal zeggen, de landlieden daar groote garnifoenen leggen, hebben er groote voordeelen van. Maar ik vrage eens op mijn beurt: — Wat burger,die Oeconomisch denkt,zal zijn huis. gezin met leden vermeerderen, die de kost niet bij hem kunnen winnen, en waar bij hij jaarlijks geld moet toeleggen. Kan nu in het groote huisgezin van ons vaderland een foldaat leven van het geen hij van het land trekt, zonder daar bij te werken, en dit laatste is juist altoos ten nadeele van de behoeftige burgerftand, wijl de militair voor minder loon kan werken, en den gemeenen man het brood door dien weg uit de mond neemt, zijn ze dus regt befchouwd geen doodeeters van het gemeen ? Ja ! gaat men eens wat verder het militaire leven befchouwen; uit gebrek van genoegzaam beftaan, verbied men den grootft'en hoop het trouwen, tot nadeel der wettige populatie. Duizende leven dus buiten het huwelijk, ftrijdig tegens de Goddelijke infteHing, wijl ze intusfchen een meenigte van onegte kinderen doen gebooren worden, die men uit het gegevene van den burger dient te onderhouden: bovendien is het aanwerven tot vermeerdering der krijgsmagt, of tot voltalligmaaking van dezelve, altoos nadeelig voor de aanwerving tot den zeedienft, met ge- volg, dat men te naamver nood,door buiten gemeen hooge handgelden , volk tot de zeevaart in 's lands dienst kan krijgen. Dit alles nu bij eengenomen, kan dan een regt vaderlander wel buiten XIX. SOOFDST. v'ERVAL,  xlx. IIOOFDST, VERVAL. 224 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL c?e grootfte noodzaakelijkheid een vermeerdering van landmagt goedkeuren. §. DCCCXCII. Doch gantsch anders is het met de Zeemagt, laat men die vervallen, dan vervalt ook met dezelve de koophandel. Zij is het die de fchatten van den noesten koopman, op het woeste element, voor de ftroperijen van vriend en vijand moet beveiligen. Geeft nu de koophandel eeniglijk en alleen het beftaan aan ons vaderland, en moeten daar uit alle lasten gevonden worden j is het dan wel te verantwoorden, als men dezelve geen noodige befcherming verleend ? te regt hebben onze wijze voorvaderen, en zelfs de graven van Holland, altoos zich zoo bereidvaardig getoond om met al hun magt den koophandel en onze uitlandfche bezittingen in allegewesten des werelds te befchermen, zonder dat was onze republiek nooit zoo rijk en magtig geworden. Maar ongelukkig voor ons lieve vaderland, dat men in laatere tijdvakken de zeemagt zoodaanig heeft laaten vervallen, dat onze koopvaarders zonder befcherming zijnde, met al hunne fchatten in 's vijands handen zijn gevallen. §. DCCCXCIII. De voorgevallene ftaatsomwenteling in Engeland, en verheffing van Willem den III. tot koning van Grootbrittanje, gaf een gantfche omkeer van zaaken in de belangens van Europa. Lodewijks gedugte vijand ten throon verheven, zoo kon het niet mïsfen of het oorlogs zwaard moest op nieuws uit de fcheden, tot ver- woes-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 225 woesting'van bet menschdom. De vereenigde gewesten geraakten nu met Engeland in de naauwfte 1 band van vereeniging. Een vereeniging, waaruit-veelen veel goeds voorfpelden, maar het geenede gefchiedenisfe van dit en laatere tijdvakken wel anders heeft doen zien. 't Is waar, oppervlakkig zou men zeggen, een ftadhouder van ons land tot koning van Engeland verheeven, kan men wel iets beter wenfchen? was het niet een groote zaak, om demagtigflre Zeemogendheid tot onzen bondgenoot te verkrijgen, en dat een bondgenoot die teffens onze geloofsgenoot was ? Uit dit oogpunt befchouwt, beloofde men zeker zich zelve uit dit fchijngeluk veel goeds, maar ik zal nu in dit tijdperk, en vervolgens op zijn plaats in de andere tijdvakken , de voor- en nadeelen eens opdefchaal van een onpartijdig oordeel leggen. ■ Kom laaten wij de gefchienisfen maar doen fpreeken, konden wij bij onzen lieven bondgenoot wel de minste gunst •in den koophandel verwerven? Wierden onze kooplieden aldaar woonachtig niet op allerlei wijze in die tijden geplaagd en onderdrukt ? Waren wij toen niet geheel afhanglijk van de Engelfche natie? Hadden wij wel de magt om ons te verzetten tegen het fluiten van dat bekende verdrag, tot verhindering van handel op Frankrijk, waar bij men aan alle natiën, den handel op dat Rijk verbood, zoo wel in vrije als contrabande goederen? Levert de gefchiedenisfe van eenig befchaafd volk wel een voorbeeld op van zulk een tijranieke handelIV. Deel. P xix. loOFDST. VERVAL.  XIX. HOOFDST, VERVAL. 226 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEK wijs ? Strijd het niet tegens alle verdraagen , efl aangenoome Volksregten , om op een vrije Zee, daar men het minste gebied niet heeft, de wetten aan vrije volken voor te fchrijven , en hun alle handel en vaart te verbieden? 'tls waar, men handelde alle natiën in dit ftuk niet even eens, daar men vreesde zijn hoofd te zullen ftooten, was men een weinig toegeeflijker, maar Hamburg en andere rijksfteden wierden al hunne fchepen op Frankrijk vaarendeopgebragt en verbeurd verklaard, en waarom ? Zij hadden geen magt om zich met geweld hier tegen te verzetten. Is zoodaanig een handelwijs nu wel anders als Zeeroverij? ja! hoe handelde onze lieve bondgenoot met ons?konden onze koopvaardijfchepen in Engelfche havens leggende, wel Engelsch convooi krijgen naa ons vaderland of elders, wijl ze intusfchen niet verzuimden hun eige koopvaardijfchepen het noodig geleide te geeven; tot verderf en krenking van onzen koophandel. Handelden zij volgens het jongstgemaak- te verdrag met ons, wanneer onze oorlogfchepen prijzen in Engelfche havens opbragten, en over welker wettigheid bij onze admirajiteids collegien moest gevonnist worden ? Neen! dit flond men ons niet toe. Beriep men zich op verdragen, daar kreunde men zich in Engeland niet aan! Men voerde daar die trotfe taal, dat die natie niet gehouden was 's konings gemaakte verdragen naar te komen, indien zij tegen de wetten ftreeden. Zie daar de eerste vruchten van onze naauwe ver-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 2 2? bintenis met Engeland, - en dat noch wel in een tijd dat onze ftadhouder, koning van 'Grootbrittanje was.— Dit kteegen wij tot dankerkentenis, om dat wij dat Rijk door de throonsverheffing van Willem den III. uit paperij en flavernij verlost hadden. Ik weet wel, dat Engelsch gezinden mij zullen tegenwerpen, dat deeze onze naauwe verbintenis met dat Rijk, ten doelwit had de befcherming van de Proteftantfche Godsdienst, op welke koning Lodewijk het fcheen gemunt te hebben, en waarom hij Jacob den II. onderfteunde, ten einde dat Rijk in zijn belangen te krijgen, en de Roomfche Godsdienst aldaar te herftellen. Dit ftem ik' teri deele toe, en uit dat oogpunt befchouwt, ft el ik ook vast, dat het noodzaaklijk was om Willem den III. te helpen in het bemagtigen van den Engelfchen throon, en dit oogmerk bereikt hebbende, was het ook onze zaak altoos in vriendfchap met het .zelve Rijk te leeven-, doch niet om een deelgenoot te worden in alle de oorlogen, waar in wij vervolgens door Engeland ingewikkeld werden. Maar laat ik eens op dat ft.uk een eenvoudige vraag doen, die ieder kan begrijpen: — als een weldenkend mensch in de burgerlijke zaamenleeving een vriend had, die in wat gezelfchappen hij kwam, met ieder een kwestie zogt, of het zoodaanig een weldenkend mensch zijn zaak wel zijn zou, om zijn vriend in al die vegt- partijen te helpen ? en juist is dit het geval van Engeland, die natie niet te vreeden met de zegeningen die de milde natuur haar geeft, wil heer- P 2 XIX. HOOFBST* i'ERVAL,  XIX. Hoofdst. verval. 228 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL fcheresfe ter Zee , en koninginne over den koop^ handel der geheele wereld weezen, daar oordeelt zij regt toe te hebben, lees maar de hemeltergende taal die de' hof-poëten jaarlijks dien aangaande uiten. Want om de Godsdienst te oorlogen, is naa die tijd niet meer noodig geweest, neen! dat trotfe Albion bemint meer de aardfche fchatten, dan hemelfche goederen , het goud van Peru is in Engeland van meer gewigt, dan de Godsdienst. — Dit zoo zijnde, was het ons belang dan wel, om met zulk een natie een verbond van befcherming aan te gaan, die ons land in verfcheide oorlogen gewikkeld heeft, waar van onze meeste ftaatsfchulden oorfpronglijkzijn, en daar wij per flot niets bij wonnen; kunnende gemeenlijk bij de vreedes verdraagen minder bedingen dan ons te vooren wierd aangeboden. Blijkens het aanbod van Frankrijk tot vreede in 't jaar 1693. Maar neen ! Engeland wilde Frankrijk vernederen, en dreef den oorlog door, daar de bondgenooten zoo te land als ter Zee op het geluk der wapenen niet konden roemen. §. DCCCXCIV. Wat de ftaatkundige redenen waren die Frankrijk zoo handelbaar op de vreede van Rijswijk maakten, heb ik ten deele in het gefchiedkundige opgegeeven, het volgende tijdvak zal dit ftaatsgeheim nader ontwinden. Frankrijkbereikte ten deele zijn oogmerk, want door de vreede geraakte het groot verbond gebrooken, en werd de grondflag gelegt tot oneenigheden onder de Protejlantfche en Roomfche bondgenooten. Wijl  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 22Q' intusfchen der bondgenooten oogmerk, om Lodewijks heerschzugt te bepaalen, hun miste. De ftaaten niet van Frankrijk te vorderen hebbende, waren te vreede met een verdrag van koophandel- en dat ze in geen erger of beter ftaat gefteld werden. Dus waren de vruchten van deezen oorlog een vermeerdering van 's Lands lasten en fchulden, gepaart met een verval van koophandel en zeevaart. Het eenige voordeel dat ons vaderland in dit tijdvak genoot, was een vermeerdering van nuttige ingezeetenen, die uit Frankrijk de vlugt naamen,"bij de intrekking van het edict van Nantes, en welke alhier allerlei flag vanmanufactuuren, die zelfs voor Frankrijk van het uiterfte belang waren, in ons vaderland ftigten , tot uitbreiding van onzen activen handel. Doch met dit al kan men zeggen, dat alle deeze voordeelen niet kunnen opwegen, tegens de fchadens van den oorlog, en het verval van koophandel , door de grootere mededinging der Engelfche, Franfche en meer andere natiën, welke zich al meer en meer op den koophandel begonden toe te leggen. r 3 XIX. HoOFDST. VERVAL.  XX. ÏIoOFDST, VERVAL. I6p3. Beweegin ge overd ziekte de konings van Spanj 230 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Van den jaare 1697. tot de vreede van Utrecht m 171 q. §. DCCCXCV. Een gerugt, dat de koning van - SPanie °P 't herven lag, veroorzaakte een groote -s beweeging in de ftaatskabinetten. Koning Willem de III. uif Engeland overgekomen, hielp e een verdrag ontwerpen ter verdeeling der Spaanfche nalaatenfchap naa 't affterven van koning KaRel den II. Eethuis van Oostenrijk,Bourbon cn Beleren, maakten ieder hunne eisfchen op deezen vetten buit. Frankrijk deedt voorflagen, waaromtrent hij verdagt geraakte. Het huis van Oostenrijk en Bourbon hadden elk hun aanhang in Spanje, Frankrijks gezant aldaar deedt zijn best om de Spaanfche grooten te winnen. Tot bewaaring der vrede verbonden zich Grootbrittanje, Zweeden en de Staaien. Koning Willem deedt ook een reisje naar Duitfchland, om verfcheide Rijksvorsten den argwaan te doen beneemen over 's keizers voorlpoedigen oorlog in den Hongarifchen krijg, •bewerkende intusfchen met de ftaaten den vrede tusfchen den Keizer en de Porte.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 23 r §. DCCCXCVI. In de Spaanfche Nederlanden den invoer van. allerlei vreemde lakens, hoeden en ; andere ftoffen verboden zijnde, zoo kwam er alhier een verbod op den invoer van Brabandfche en Vlaamfche ftoffen, gelijk ook op den invoer van , zoutwater naar Braband en Vlaanderen, om reden} dat men aldaar het grof en wit zout van hier komende zwaarder belast hadt. §. DCCCXCVII. Jozef Ferdinand, keurpiïnsl van Beieren; op zijn zevende jaar overleden zijn-1 de, niet zonder groot vermoeden van vergeven te weezen, zoo gaf dit op nieuws een groote veranderinge in de gemaakte ontwerpen, wijl koning Karel de II. bij uiterften wil hem tot zijn opvolger verklaard hadt. Een nieuw ontworpen plan van verdeeling gaf aan 't hof van Madrid groot ongenoegen, wijl zij voorgaven dat de koning nu gezond, en zelfs noch in de mogelijkheid was om nazaaten te kunnen verkrijgen, en dit al niet gebeurende, oordeelde hij alléén de magt te bezitten, om de opvolging in zijne ftaaten te regelen. §. DCCCXCVIII. Veele,bijzonder in Engeland^ oordeelden dat er Europa weinig aan gelegen lag,1 of er op den Spaanfchen throon naar 't overlijden^ van Karel den II. een opvolger uit den huize >! van Bourbon, dan van Oostenrijk tot koning ver-c kooren werdt, wijl hij toch terftond om de liefde zijnes volks te winnen het Rijk naar Spaanfche grondregels zou regeeren. Doch koning Willem. en de ftaaten dagten hier anders over, en zaagen P 4 XX. IOOFDST. 'ERVAL. 1699. )ver en vederzijds erbod van woer. )ood van en keur- 'rins. van leieren. rerfchil;nde geagten oer de > 'paanfche pvolgiog.  XX. HOOFDST VERVAL. > 1700. Verdrag van verde< ling tusfchenFrankrijk Grootbrittanje , ei de Staaten. ten. i ■ t 232, OPKOMST} VERVAL EN HERSTEL de Westindien en de Spaanfche Nederlanden liefst in de magt van het huis van Oostenrijk, en waarom men zulks door een verdrag zogt te bewerken. §. DCCCXCIX. Tusfchen Frankrijk, Grootbrittanje en de Staaten werd eindelijk een verdrag -van verdeeling geflooten, waar bij de Daufijn van zijn regt op de Spaanfche kroon afftond, mits ,daaj voor genietende de koningrijken van Napels en ^Sicilië, met meer andere plaaczen in*het verdrag genoemd. De aartshertog Karel, tweede zoon van keizer Leopold verkreeg daar tegen de Spaanfche kroon naa overlijden des konings, en zonder kinderen komende te fterven, zou de kroon op een ander van 's keizers kinderen komen, maar nimmer op een Roomsch koning of keizer, gelijk ook niet op een koning of daufijn van Frankrijk , als willende daar door voorzien, dat de Spaanfche monarchie nimmer met het Keizerrijk of koningrijk van Frankrijk vereenigt werd. Bij afzonderlijke geheime punten wierden noch meer andere verdeelingen geregeld. Veele vorsten werden aangezogt om deel te neemen tot dit verdrag, zelfs de keizer, doch deeze daar toe ongenegen zijnde, en zich meer beloovende van zijn onderhandeling in Spanje, zoo wilden de vorsten liever afwagten, en eerst zien, wat keer deeze zaaken neemen zouden, fa de keizer toonde zich zoo wel als de Spaanfchen, seer misnoegd over een zoodaanig gemaakt verdrag. Maar de flegte toeftand aan het Spaanfche hof, en  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 233 de verdeeltheden die aldaar heerschten , veroorzaakten dat men van deeze kant zich weinig daar aan bekreunde, de verwarde ftaat der geldmiddelen, zwakheid der regeering, partijfchappen der grooten, en het misnoegen en morren van het gemeen, begunstigden de bedekte handelingen deivreemde gezanten , die zich daar van ten hunne voordeele wisten te bedienen, en waarin de Franfchen wel de behendigfte waren. §. DCCCC. In 't Noorden ontftak weder een nieuwe oorlog, alwaar zich de Czaar van Muskoyie, de koning van Poolen , Denemarken , en dé keurvorst van Brandenburg op Zwee den erx zijn bondgenootden hertog van Hol Hein aanvielen. Zweeder, ziende,dat het op hem gemunt was, floot een verbond met Grootbrittanje en de Staaten, tot naarkoming der Westfaalfche, Nieuwmeegfche en Rijswijkfche vreede. Engeland en de Staaten bragten het ook zoo verre door hun gegeeven onderftand, dat er een verdrag tusfchen Zweeden, Denemarken er Holfieingetroffen werd, doch de Czaar vanMuskovh en de koning van Poolen bleeven noch-in oorlog mei Karel den XII.koning van Zweeden. — Brandenburg, fchoon tegen Zweeden verbonden, had tot hier toï de wapenen niet opgevat, als oogende op het verkrijgen der koninglijke waardigheid, en waar tot bij de gunsten des keizers, zoo wel als van Frankrijk, Engeland en de Staaten noodig had. §. DCCCCI. In Engeland ,de hertog van Glo oester , eenige zoon van prinfesfe A^na overledei P 5 XX. HOOFDST. VERVAL. Oorlog in't Koorden. VastMling der erfopvolgingvan Engeland in het huis van i Hanover.  XX. hoofdst. verval. Philips tot throonsopvolger van Spanje yexklaart. Dood van den koning Karel den II. die door' Philips op- j gevolgd ' word. J c 1 ,4 \ d .e t< z< Berigt van Frankrijk, fa P' da v£ 234 OPKOMST} VERVAL EST HERSTEL zijnde , en geen kinderen daar meer verwagt wordende , zoo was daar door de hertogin weduwe van Hanover de naaste Protejlantfche erfgenaam der kroone van Grootbrittanje geworden, en daarom de honing naar Engeland te rug gekeerd zijnde, zoo bewerkte hij dat de vastftelling daar van het volgende jaar gehikte. §. DCCCC1I. InS^wisten de Franfchen door behulp van paus Innocent den XII. bij den konine te bewerken, het teekenen van een tweede uiterfte waar bij Philips hertog van Anjou tweede raon des Daufijns tot opvolger in alle des konings ïaaten verklaard werd. Kort daar op overleed de verklaarende zich dat hertogdom Jor den nieuwen koning, gelijk ookSavoje enMana deeden, doch de overige Italiaanfche vorsten blaarden zich voor de onzijdigheid S.DCCCCVI. De ftaaten verneemende, dat Franfche troepen in aantogt waren naar de Spaan6 Nederla*den, verklaarden niets liever te wen ien, dan in onderhandeling te treeden, over de" >te middelen tot bewaaring der vrede , doch wilde hier niet naar hooren, voor en al zij Philips den V. in zijne waardigheid als ko-  Der vereenigde Nederlanden. 237 ning van Spanje erkend hadden. De keurvorst van Beieren , welke als landvoogd der Spaanfche Nederlanden, den nieuwen koning erkend hadt,kreeg1 orde zich te gedragen naar de beveelen des konings van Frankrijks, wordende hier op de voornaamfte plaatzen der Spaanfche Nederlanden van Franfche bezetting voorzien, en onze troepen niet toegelaaten te vertrekken, voor dat zij Philips dén V. in zijn waardigheid erkend hadden. Het gene de ftaaten daar op deeden, en door Engeland in nagevolgd werden. §. DCCCCVII. Hier op kwaamen de ftaaten 'ml onderhandeling met den graave d'Avaux, doch2 hunne eisfchen tot voldoening voor den keizer,]; en de ontruiming van eenige fteden werden vane Frankrijks zijde afgefiagen, waar op men hier teS lande zoo wel als in Engeland zich tot den oorlog bereide, wijl intusfchen Frankrijk ons tot een heimelijk verdrag zogt te beweegen. d'Avaux nam kort daar op zijn affcheid met een breedvoerig vertoog, daar in hij breed op gaf van die genegentheid zijns konings tot bewaaring der vriendfchap met den ftaat, maar dut zij zich door Engeland- lieten omzetten. De ftaaten beantwoorden het Franfche- vertoog van ftuk totftuk, en verzogten de onderhandeling te hervatten, doch Frankrijk merkte dat aan als een loosheid van de ftaaten om tijd te winnen, en belaste daarom dat d'Avaux den Haag verlaaten moest, die daar op naar het ontvangen gewoone gefchenk van de ftaaten ver- XX lïOOFBST, r£RVAL. 'oebereid;ls ten Drieg in ngeland 1 bij de aaten.  XIX. HOOFDST. VERVAL. Franfche verbintenisfe. En onze daar tegen. 3 5 3 3 > 238 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL trok, en zijn fecretaris agterüet, onder voorwendzei van met denzelven de begonne onderhandelde voort te zetten. §. DCCCCVIII. Midlerwijl floot Frankrijk met de hertogen van Wolfenbuttel en Saxen-Gotha verdragen tot onderftand, en bewoog de keurvorsten van Keulen en Beieren tot de onzijdigheid. Grootbrittanje, Denemarken en de Staaten flooten ook een verbond van befcherming en kort daar op wierd met keizer Leofold een verbond geflooten tusfchen Engeland en de Staaten, „ men beloofde „ bij het zelve, den keizer voldoening te zullen » bezorgen, wegens zijn eisfchen op te Spaanfche „ nalaatenfchap ; waar toe, twee maanden naa 'c ft uitwisfelen der. bekragtigingen van dit verbond, i', ïfl mmzaame onderhandelinge, zouden hefteed , worden: waar naa men eikanderen, uit al zijne , magt, zou bijfpringen, onder anderen,zou men , zich zoeken meester te maaken van de Spaanfche , Nederlanden, om dezelve te doen ftrekken tot , een voormuur voor de vereenigde gewesten ; , van het hertogdom Milaan, van de koningrijken , van Napels en Sicilië, van de eilanden in de mid, delandfche zee, en van de landen langs de Tos, kaanfche kust, tot beveiliging van den koophandel van Grootbrittanje en van den vereenigden Staat. Ook zouden Grootbrittanje en de ftaaten zich van de Spaanfche plaatzen in de Indien mogen meester maaken, en dezelve behouden Men zou den oorlog voeren met onderling  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 239 ,, overleg, en geen vrede of bef!and fluiten, dan gezaamenlijk. Men zou de vereeniginge der ,, Franfche en Spaanfche kroonen beletten. Ook 5, zorg draagen, dat de Spaanfche Westindien niet „ in de magt van Frankrijk kwaamen. De koop,, handel van Grootbrittanje en de Staaten, zouver- zekert worden, bij 't verdrag, welk men zou „ fluiten: ook zou,'daar bij, den ftaaten een Bar' j, riere of voormuur, in de Spaanfche Nederlanden, „ worden toegeftaan. Over de oefening van den Godsdienst, in de plaatzen, welke men bemag„ tigen mogt, zou men, naderhand-, met elkan,, deren, overeenkomen. Zoo de koning van Frank„ rijk, of iemand anders den bondgenooten, tei oorzaake van dit verbond, den oorlog aandeedt, ,, zou men eikanderen, uit al zijn vermogen, bij,, ftaan. Naa 't fluiten der vrede, zouden de bond,, genooten in een verbond van onderlinge be,, fcherming blijven , tot handhaaving derzelve ,, Alle vorsten en mogendheden zouden in dit ver ,, bond worden toegelaaten , de Duitfchen zou- ,, den er bijzonderlijk toe verzogt worden. Met Zweeden werdt ook een overeenkomst getroffen , gelijk ook met Grootbrittanje en de Staaten, die elkander beloofden door Frankrijk aangevallen wordende met al hun vermogen bij te ftaan, §. DCCCCIX. Ten deezen tijden verkreeg dt keurvorst van Brandenburg wegens het hertogdon Pruisfen, van den keizer, Engeland en de ftaatei den tijtel van koning van. Pruisfen. In 'Itati XX. Hoor'Dsr. VERVAL. De keurvorst van. Brandenburgkrijgt de ! tijtel van koning van Pruisfen. ' Krijgsver! rigtinge.  xx. HÖOKDSFsverval. Frankrijk, gaf den prins van Walles of pretendent den tijtel van koning' van Grootbrittanje. j I I c o n c 1702. t' Koning v Willems ir dood. d< al V( 240 opkomst, verval en herstel waren de keizerlijke wapenen onder prins Eügemus tegen Frankrijk .gelukkig , en men maakte alhier ook toebereidzels ten oorlog, wijl de Fran/eken Luyk, en verfcheide andere fteden langs den Rijn bezetten, waarom ook de ftaaten het land van Guhk, en zelfs in de ftad Keulen hunne troepen deeden trekken. §. DCCCCX. Jacob de II. overleedén zijnde, zoo gaf Frankrijk den prins van Walles zi]ü zoon J acob den III. den tijtel van koning van Engeland. Waarom Engeland zoo wel als de Staaten, hunne imbasfadeurs uit Frankrijk t'huis riepen. ■ |ijnde men in Engeland nu zoo verbitterd, dat de )atie dien hoon wilde wreeken. Het zaamgeroe>en parlement trad daarom ook volkomenlijk m * konings maatregelen. Schoon men zich nu 'ar. weerskanten tot den oorlog bereide, wilde zoo : fcheen niemand de eerste aanvaller weezen ntusfehen dat men in den Haag raadpleegde over en aanO-aanden veldtogt, wierd koning Willem npasfehjk, en werkte fchoon te vergeefs om zijn eerden jongen prins Jan Willem Friso tot zijn pvolger in de ftadhouderfchappen deezer gewes:n te verkrijgen, en ftierf kort daar naa. Deezen orst fchoon niet gelukkig in zijn krijgsbedrijven, angelde het nogthans niet aan moed of beleid. In ■ Nederlanden hadt hij zoo veel gezag verkregen, ! ooit of immer een ftadhouder gehad heeft, ja f el meer dan in Engeland daar hij als koninixe' erde. 0 §. DCCCCXI.  der vereenigde nederlanden. 241 §. DCGCCXI. De Prinfes Anna tot de koning, b'jke waardigheid in Engeland verheven zijnde, zoo werdt door der ftaaten afgezanten de koningin plegtig geluk gewenst, de verbonden vernieuwt, en met Marlborough de krijgsbedrijven voor den aanftaanden veldtogt geregeld. Frankrijk vertrouwende naa koning Willems dood, betèr bij de vereenigde gewesten te zullen flagen tot een afzonderlijke handeling , 'liet door zijn agter gelaaten fecretaris Barre een voorflag doen, waarin men de genegentheid des konings voor deeze Republijk ten hoogften top vijzelde, en beloofde in de Spaanfche Nederlanden de noodige voormuur te zullen geeven , zoo draa de vreede herfteld was» met beloften dat de Franfche troepen niets het minste zouden onderneemen, tot nadeel van den ftaat; beloovende zelfs de bekragtiging der Munsierfche, Nieuwmeegfche en Rijswijkfche verdraagen» met het vol genot hunner voorregten in den koophandel op Frankrijk en Spanje. ■ Doch de ftaaten te diep ingewikkeld met den Keizer en Grootbrittanje, dorsten zich niet gerustelijk verlaaten, op Frankrijks beloften. Hun vrees dat de Spaan* fche Nederlanden eindelijk aan het huis van Bourbon, ten deel zouden vallen, gaf hun te groote bekommernis. Amfierdam zoo wel als alle andere ftedea en gewesten helden over tot den oorlog , en beantwoorden den gedaanenFraB/c//e«voorflag,toonen* de hoe de Franfchen door het inrukken hunner troe-' pen in de Spaanfche Nederlanden, en het vermeerde-; IV. Deel, Q XX. HoOFDST» verval. Princes Anna koningin van Engeland. Voorflag van Frank» rijk aart ons. Antwoord ran der laaten Wê» ;en.  XX. Hoofdst. VERVAL. Naar koning Willems dood geen ftadhoudersmeer verkooren. Befluit van Holland I dien aangaande. i 3 > ) ) ■ * 242 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ren hunner krijgsmagt op onzegrenzen ten doelwïe hadden, ons in te fluiten en van vrienden en bondgenooten te berooven, waarom zij zich genoodzaakt vonden ter hunner befcherming de wapenen aan te gorden, tot behoudenis van hunne vrijheid en godsdienst, zonder zich te laaten beweegen vanaf te gaan van hunne geflooten verbonden met andere vorsten. §. DCCCCXII. Koning Willem zonder kinderen naa te laaten overleden zijnde, zoo kwaamen de fladhouderfchappen en vef-dere hooge waardigheden door dien vorst bezeeten, nu open te vallen, doch de meeste leden der hooge regeering neigden nu even als naa de dood van prins Willem den II., om die waardigheden onbegeeven te laa- ten- De koning van Pruisfen en de prince van Nasfau kreegen ook verfchil over de nalaatenfchap fan koning Willem. §. DCCCCXIII. Holland was de eerste, die ot het befluit kwam, om het land zonder ftadhouler te regeeren, te kennen geevende , „ dat zij , geenen beteren raad wisten om deeze zwaare , wonde te heelen, dan dat de ftaaten der bijzon, dere gewesten de handen in een floegen; eene , volkome onderlinge eenigheid, liefde en ver, trouwen aankweekten, en, hoofd voor hoofd, , verklaarden, dat zij zich, ftaatiglijk, dagten te , houden aan de gemaakte verbonden , dezelve , handhavende , uit al hun vermogen : waar toe i hunne Ed. Gr. Mog. zich van hunne kant volkomen gezind verklaarden, zullende zij liever  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. j, goeden bloed opofferen, dan het gemeenebest, s, de vrijheid en de godsdienst te zien verlooren 3, gaan. Voorts verzogten zij: dat hun Hoog >, Mog. de ftaaten der andere gewesten wilden s, noodigen tot diergelijke verklaaringe, en dat ,, men van de kloekmoedige befluiten der ftaaten „ ook kennis gaave aan de hooge bondgenooten» 3, En in geval de andere gewesten de zaaken en re« s, geering van het land, op de genoemde wijze* »i wilden ter herte neemen, twijfelden zij niet aan eene gewenste uitkomst. —De andere gewesten deeden daar op diergelijke verklaaringe,zonder een woord van het begeevert dér hooge waardigheden te reppen. ■ De wethouders der ftemheb- bende fteden bedienden zich vah deoclroien, hün naa de dood van prins Willem den II. verleend, of VerWierven nieuwen van 's Lands ftaaten. —— Doch deeze verandering in 's Lands en ftedelijke regeeringe veroorzaakte in verfcheide gewesten en fteden groote opfchuddinge. • In Zeeland wierd de ftaat van eerste edele vernietigd, en er ontftonden in veele fteden beroertens. §. DCCCCXIV. De keizer zijne wapenen mee wendende naar den Rhijnkant , zoo beflooten de Keizer, Grootbrittanje , en de ftaaten te gelijk óp ' eenen dag den koning van Frankrijk den oorlog te ' verklaar en, die van der ftaaten wegen behelsde: 3, dat de koning van Frankrijk .voor lang getragt »» hebbende,den ftaat te overmeesteren, of in den t, grond te bederven, dien, tot twee reizen toe$ Q2 XX. HOOFDSÏU VE8.VAI.i- Doriogsrerklaaringtan Frank" ijk.  XX. ÖOOl'DST. VEÜ.VAL. 3 : 3 3 3 3: } 244 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ,3 in den jaaren 1672. en 1688. had aangetast; dafe 33 hij zich, door het bemagtigen deezer gewesten ,3 den weg dagt te baanen tot de algemeene heer„ fchappij: of, zoo hij dien ftaatmaar zoo ver had 3, konnen brengen, dat dezelve zich gefcheiden 33 had van de andere, bondgenooten, zou 'them, „ naa 't overmeesteren der andere vorsten enmo33 gendheden, geen werk geweest zijn, de ver„ eenigde gewesten van vrijheid en godsdienst „ derzelver dierbaarfte panden, te beroöven „ Doch deeze toeleg was hem, in de twee voorige 33 oorlogen mislukt, en deRijswijkfche vreede -e„ volgdopdejongfte: bij welke, Frankrijk, bei,3 de aan 't keizerijk en aan Spanje, veele plaat15 zen, tegen den inhoud der Niuwmeegfche vreede „ overheerd, had moeten te rug geeven. Maar'e ,3 was haast gebleeken, dat Frankrijk niet gezind 13 was , de Rijswijkfche vreede te houden De „ ftaaten werden bekommerd in hunnen koophan ■ , del. De lijsten der inkomende en uitgaande re-. , ten werdennietgeregeld,dan naa veelhandelens*, en veel onvoordeeliger dan voorheen. De inge ,-zeetenen der vereenigde gewesten, in Frankrijk , handelende, werden, tegen het 15. punt van't , verdrag van koophandel, zoo zwaarbelast a!3 , andere vreemdelingen. De koning van Frank, rijk bleef egter voorgeeven, de vreede te willen' , bewaaren, fluitende ten dien einde, in 't jaar 1700. een verdrag met Grootbrittanje ende ftaa' ten' waar door meQ de moeilijkheden meende  BEK. VEREENIGDE NEDERLANDEN. 245 „ te zullen voorkomen, die anderzints, naa 't af,, fterven des konings van Spanje, zouden ontftaan 3> zijn. Maar hij had geenzints voor, zich aan 3, dit verdrag te houden. Hij zogt in tegendeel „ den keizer haatebjk te maaken aan het Spaanfche „ hof, en bewerkte aldaar een uiterfteu wil, ten „ behoeven des hertogs van Anjou. Zoo dra was 3, die niet rugtbaar geworden, of de koning van 3, Frankrijk had doen zien, dat hij zijne onbepaal„ de heerschzugt voldoen wilde: hij verklaarde „ rondelijk, dat hij zich aan den uiterften wil dagt „ te houden, en op deeze wijze te voldoen aan „ het oogmerk, fchoon niet aan de letter van het ver„ drag : welk oogmerk hij verklaarde naar zijn welge„ vallen, niet zonder de ftaaten zwaarlijk te dreigen, „ zoo zij zich niet naar dit zoogenaamde oogmerk „ fchikken wilden: eene uitvlugt zoo ongehoord, „ dat zij geen ftand grijpen kon, zonder de pleg„ tigfte verdraagen op fchroeven te ftellen. De 3, hertog van Anjou was hier op tot koning van „ Spanje verklaard, zonder dat men eens agt had „ willen flaan op de eisfchen des keizers; welker „ wettigheid, nogthans, bij het gemelde verdrag, „ zoo duidelijk erkend was, dat men hem het „ grootfte deel der Spaanfche heerfchappij had „ toegeweezen. De Spaanfche Nederlanden wa„ ren, daar naa, met Franfche troepen bezet ge. „ worden: de ftaatfehen die er, met bewilliging de* j, overleeden konings, in gelegd waren, hadden ze, 33 niet dan met veel moeite, konnen ruimen. De Q3 XX. HoOFDST» VERVAU  XX. HOOFDST, VERVAL. 3 3 j 3 3 s j: 3.' 3: 33 33 33 3J3 33, 24Ö OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL 3, koning van Frankrijk had het vohlrekt gebied 3, aangenoomen over de Spaanfche heerfchappij, 33 op den naam zijns kleinzoons: 't welk nergens „ duidelijker bleek dan,in de Spaanfche Neder>, landen, den voormuur van deezen ftaat die, „ zoo men uit Spanje berigt werd, reeds geheellijk „ waren afgeftaan aan Frankrijk. Men had een „ leger naar Italië gezonden, hetkasteel van Luik, „ en defteeden in het Keulfche, met naame Bon, „ Kazerswaard en Rijnberk ingenoomen, om de „ ftaaten te dwingen tot een afzonderlijk verdrag, „ en om zich dus, gelijk in 't jaar 1672. den weg „ te baanen tot eenen inval in deeze gewesten ; „ waar toe men, ook in 't hertogdom Wolfenbut, tel, een aanzienlijken hoop krijgsvolk had doen , op de been brengen. Men was noch verder ge, gaan: men had zich meester gemaakt van ver, fcheide havens in Spanje, en Italië, en in de , Indien zeiven, om zich dus den gantfchen Eu, ropifchen koophandel toe te eigenen. Men had , gezogt den koning van Portugal over te haaien, , om de ingezeetenen van deezen ftaat zijne havens te verbieden. Men had een esquader gezonden naar de Indien, om dezilvervloot, waar in de vereenigde gewesten zoo veel belang laadden te bemagtigen. In deezen toeftand der dingen hadden de ftaaten niet konnen nalaaten , zich m ftaat van tegenweer teftellen, beide te water en te lande; den beloofden onderftand van hunne bondgenooten te vorderen, en zich  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 247 met den keizer, de koningen van Engeland en Pruisfen, en andere vorsten en mogendheden, „ te verbinden. Ook had de keizer reeds een le„ ger naar Italië gezonden, tegen datvanFrank,,' rijk. Hij had de ftaaten, daar en boven bevvo„ gen, om bij de Kreitfen te weege te brengen, . „ dat de zelve hem de hand leenden,om de Fran^ „ fchen te verdrijvenuithetftigt van Keulen,waar „ toe zij ook eenige troepen hadden afgezonden, ,, die egter niet dan als hulptroepen zouden te „ werk gaan. Dus was, door toedoen der Fran„ fchen, tegen den wil der ftaaten, den oorlog als, omme ontdoken, zij hadden gaarne beeter uitflag „ gehoopt van de jongfte cnderhandelinge met s, Frankrijk; doch 't was klaarlijk gebleeken dat de „ Franfchen oorlog zogten: alzoo zij zich fterker „ wapenden, terwijl zij van vreede fpraaken; en „ toen de ftaaten weigerden te treeden in afzon„ derlijke handeling, eindelijk verklaard hadden-, ,, dat 's konings legers in ftaat waren om werk te beginnen , zoo de ftaaten de voorflagen , ,, welke men hun deedt, niet wilden aanvaar 3, den. Wijders , hadt de tegenwoordige ko■„ ning van Spanje het zelfde oogmerk als de „ koning van Frankrijk. De eerste hing geheebjk ,, af van den laatsten, en de laatste hadt, onder „ den naam des eersten, een fterkte opgeworpen, onder 't gefchut van eene der grensvestingen van den ftaat, vierkant ftrijdig met de vrede des „ jaars 1648, en met het regt des oorlogs en der Q4 XX. /Idofdst verval.  XX. HOOFDST. VERVAL. Keizers re denen van oorlog. Engelands redenen. Tranfche oorlogsverklaring. 245 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ volken. De koning van Spanje hadt het gedrag „ van zijn Grootvader, in allen deelen, goedge„ keurd. Goddelijke en menfchelijke wetten leer„ den dan den ftaaten, dat zij, dus van alle kan„ ten omringd en belegerd, ja zelfs gehoond en 33 aangetast, door Frankrijk en Spanje beide, ook „ verpligt waren, zich te bedienen van de midde» leb., hun door God en de natuur verleend, tot 3, befcherming hunner onderzaaten, entotbewaa3, ring van derzei ver vrijheid en Godsdienst; en » gevolglijk, de wapenen op te vatten tegen de ko„ ningen van Frankrijk en Spanje, welken zij,bij „ deezen, den oorlog aanzeiden. De keizerlijken merkten bij hunne oorlogs verklaaring aan: „ hoe het wereldkundig ware, dat de uiterfte wil, « waar op men zich beriep, door omgekogte raa3, den, naar den zin van Frankrijk, opgefteld,en 3, den koning in een zwakke ftaat van lichaam en „ gemoed, en toen hij noch leezcn noch verftaan 3, kon, voorgelegd was." Engeland gaf voor redenen den hoon hun aangedaan door Frankrijk met den prins van Walles voor koning van Grootbrittanje te verklaaren. — Doch Frankrijk was over gene der drie oorlogsverklaringen meer geftoord dan over die van de ftaaten, zeggende „ dat „ hij èeMesfieurs,deHollandfchekoopluiden, noch „ eens berouw zou doen hebben van hunne ftout„ heid, in 't verklaaren van den oorlog aan zoo „ groot een koning." De daar op volgende Franfche oorlogsverklaring behelsde alleenlijk,, dat  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 249 de Rijswijkfche vrede geflooten in eenen tijd, „ waar in de koning uit hoofde der groote over„ magt zijner wapenen, den nabuurigen mogend„ heden de wet zou hebben konnen ftellen, een „ duidelijk bewijs geweest was van zijne opregte „ zugt, om zijnen onderdaanen de vreede te ge„ ven. Dat de keizer, zonder eenig regt te heb33 ben op de Spaanfche heerfchappijen, zich egter 33 zedert, door het vermeerderen zijner troepen, „ en door 't fluiten van verfcheide verbonden met „ andere mogendheden, voor al met Engeland en „ met de ftaaten der vereenigde gewesten,in ftaat s, gefteld hadt, om de vrede van Europa te ftooren. Dat men, van alle kanten, zonder den „ oorlog verMaard te hebben, de vijandlijkheden s, begonnen hadt, terwijl de koning, door zijne 5, gezanten, aan verfcheide hoven, deedt arbei„ den tot behoudenis der vrede, en dat deeze re„ denen hem bewogen hadden, om den keizer , 3, Engeland en de ftaaten, nevens derzelver bond„ genooten, den oorlog te verklaaren." §. DCCCCXV. Kort hier op maakten de Franfchen toeleg om Niemvmeegen bij verrasfing in t neemen, maar der ftaaten leger onder het gefchui dier ftad wijkende, zoo moesten zij hun aanva ftaaken, en aftrekken. Weinige dagen hiei naa werdt Keizer stv aard en Landau gewonnen, maai hier tegen Ulm en Nieuwburg verloren, wijl dt keurvorstvan Beijerende Franfche zijde koos. Triei en Traarbach geraakten ook in 's vijands handen. XX. HoOFDST» VERVAL. Krijgsbe; drijven. [  XX. HOOFDST VERVAL. Krijgsbedrijven. OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL . om dat de keurvorst van Trier met Engeland' eQ de Staaten m verbond getreeden was. Hanover de hertog van Brunswijk Lunenburg, de Keuriijn. fche, Oostenrijkfihe, Frankifche, Zwabifche en Op. per.Ripifche kreitfen traaden ook tot het gemeen verbond. §. DCCCCXVI. Marlborough tot opperbevelhebber van de Engelfche en Staatfche troepen verkooren , dreef den vijand voor zich heenen uit Spaanfch Gelderland : gaarne had die groote veldheer de Franfchen flag gelevert, maar de ftaatfche gevolmagtigden te velde waren hier tegen, willende liever de fteden van Spaansch Gelderland inneemen, en de vaart langs de Maas beveiligen, om Maar tricht dat zoo goe9 als ingefTooten was te verloslen. - Venlo werdt ingenomen, gelijk ook Luik. De prins van Hesfenkasfel mede tot het groot verbond overgegaan , bemagtigde verfcheide fteden aan den Rhijn. Zoo dat de wapenen aan deeze kant gelukkig waren. In Italië had Eügenids Mantua moeten verbaten, ook viel den Spaanfchen wat laater Guasialla in handen. Ter zee werdt door de Engelfche en Staatfche vlooten Porto St. Maria geplondert, en de Spaanfche zilver vloot in de haven van Vigos veroverd en vernield. De vijanden ftaaken den brand in hunne oorlogsfchepen en-galjoenen. De Engelfche bemagtigden vier oorlogsfchepen en zes galjoenen, ende Staatfche zes oorlogfchepen en vijf galjoenen, de overige verteerden door hun eige vuur of wierden door de Engelfchen  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 251 cn Staatfchen in den grond geboord. In goud en zilver werdt die vloot gefchat op 20 miljoenen ftukken van agten, 14 miljoenen hadden de vijanden geborgen en de overige 6 vergingen of wierden genomen. Van de koopmanfchappen ter waarde van 20 miljoenen, hadt de vijand maar een vierde kunnen bergen, een vierde werdt genomen, en de helft vernield. De Spaanfche kooplieden in Holland naamen weinig deel in de vreugde over deeze overwinning. De Engelfchen veroverden ook het eiland St. Chriftoffel op de Fran- fchen. In het Noorden liep het krijgsgeluk Karel den XII. zoo mee, dat de Noordfche kroonen zich niet konden fteeken in den oorlog tegen Frankrijk. §. DCCCCXVII. In Engeland geraakten de Toryt in het bewind, waar uit men niet veel goeds vooripelde, en Marleorough werdt tot hertog verheven. Op aanzoek der Staaten, werden k Engeland 10000 man geworven, tot dienst van' het leger der bondgenooten, mids de ftaaten allen handel met Frankrijk en Spanje ftrenglijk verboden,orr reden, dzt de Franfchenz\ch bedienden van Engelfche.. Hollandfche en Ge««ef/c//ekoopliedenomzwaaregeld zommen tot betaaling hunner legers in Italië er Duüschiand over te maaken. Om Engeland genoegen te geven, verbood men daarom de wisfelhandeling, en alle briefwisfeling en koophandel met vijanden van den ftaat, en bijzonder met Fran. rijk en Spanje, voor een jaar. XX. HoOFDST. VERVAL, TïcTorys ni Enge/and in 't bewind. Werving, 1703. Verbod .van handel met Frankrijk^  XX. Hoofost. VERVAL. Inwilligin ge in Hol land. Krijgsbedrijven. i 1 t 252 OPKOMST, VERVAL, EN HERSTEL , §. DCCCCXVIII. 2900000Guldens werden tot de veldtogt, en jooooo guldens tot de behoeften der magazijnen door Holland ingewilligd, gelijk ook om . 48 fchepen van rang, 12 fregatten, 6 bombardeergaljoots, 6 branders, 6 vaartuigen voor de zieken en gekwetften, met 3 oorlogfchepen tot geleide naar Portugal in gereedheid te brengen, het gene den landen zoude kosten C'89o824,enwijl de andere gewesten zoo gereed niet waren om hier in te bewilligen, zoo verfcheenen de ftaaten van Holland in de vergadering der algemeene ftaaten, alwaar ze door hunnen raadpenfionaris de noodzaakelijkheid daar van aandrongen, verrigtende dus in deeze omftandigheden het gene bevoorens de ftadhouders in diergelijke gevallen deeden. §• DCCCCXIX. Koningin Anna en de Staaten beflooten hebbende, hunne troepen met 20000 man te vermeerderen, zoo fiooten zij tot aanwerving verfcheide verdragen met eenige Duitfche vorsten. De veldtogt geopend zijnde werdt in Duüschiand Meisfenheim door de bondgenooten ingenomen, doch daar tegen bemagtigden de FranfchenKehlerfchans, en fchoon de Keizerfchende Franfchen bij Stolhoffen manmoedig affloegen, konden zij nogthans niet beletten dat de Beijerfchen zich bij Dutlingen met de Franfchen vereenigden. Rijnberk 211 Gelder werden door de Pruisfifchen verovert, :n Bon door Marleorough. Ook overweldigden de )ondgenooten de vijandlijke linien in Vlaanderen, n viel bij Ekeren een gevegt voor, daar aan dee-  der vereenigde ksderlandew. 25S Ze en der vijanden zijde veel volk bleef, en ieder zich de overwinning toefchreef. De bondgenooten zogten de Franfchen wel in een veldfïag in te wikkelen maar te vergeefs. Huy en Limburg werden veroverdt. Doch aan den Donauw waren 's keizers wapenen zeer gelukkig, en in den Elzas herwonnen de Franfchen Brifak en Landau. In Hongarije ontftond ook een nieuwe opftand, en het hertogdom van Modena geraakte in Italië ook in Franfche handen. De vereenigde vlooten voerden niets anders uit dan Portugal te dekken, welke zich met de Engelfchen en Staatfchen verbonden had, „om „ ten hoogften 15000 man te betaalen van het krijgsvolk, welk, tot het voeren van den oor„ log in Spanje, ftond gebruikt te worden, waar „ bij het noch 13000 Portugeezen voegen zou. De keizer, de koningin van Grootbrittanje en de ftaa„ ten zouden hetzelve, hier tegen, jaarlijks,een miljoen ftukken van agtenbetaalen, engeduuren„ de den oorlog 12000 oude geoefende knegten „ in Portugal houden , waar bij Grootbrittanje „ en de ftaaten in 't bijzonder een bekwaame 3, vloot zouden voegen. Den aartshertog Ka„ rel zou nevens deezen onderftand, in Portugal „ ontvangen, en door den koning voor koning ,, van Spanje erkend worden: waar naa hij eenige 5, fteden in Spanje aan Portugal af (taan zou." —De vloot in de Middelandfche zee verfcheenen zijnde, lieten zij de Spanjaards noodigen om den aartshertog Karel voor koning te erken' XX. rlooFDST, VERVAL.  XX. IIOOFD'T. Verval. i Redenen waarom Frankrijks magt verZwakt. i < 1 I < t De bërxtog van c Sa^oye, gaat tot het b groot ver- anje, van 't welk de prinfe van Condó ten beoeve des konings afftand gedaan hadde, werden uede de Hervormde kerken geflooten , en hun Godsdienst oeffening belet, zijnde vervolgens dit rinsdom in 't bezit des konings gebleeven. §. DCCCCXXI. De hertog van Savoye verliet ok de Franfche zijde, en ging tot het groot verand over, waar op zij over en weder eikanderen en oorlog verklaarden. Zweeden verbond oh ook zoo dra de vrede met Poolen en Rusland weekend zou zijn, de bondgenooten met ioooo an te zullen onderfteunen en de ftaaten floo- ü teffens tot beveiliging van hun koophandel ijj  DÉR VEREENIGDE NEDERLANDEN. $5$, de Middelandfche zee, een vaste vrede met die van Tripoli, TiWiis en Algiers. §, DCCCCXXII. Te IVeenen werdt de aartshertog Karel voor koning van Spanje uitgeroepen, > vertrekkende over Holland en Engeland met een.] csquader oorlogfchepen naar Lisbon, van- waar hij een verklaaring verfpreide en de Spanjaards noo-; digde om hem in die waardigheid te erkennen. §. DCeCCXXIlI. Bij de algemeene ftaaten werden tot honger bevelhebbers der legers verkooJen, Oovverkerk tot veldmaarfchalk, ,-Tilli tot generaal der ruiterij, Slangemberg, Novelles, ende prins van Nassau tot generaals van 't voetvolk,doch de laatstgenoemde zou voor zijn softe jaar geen wedde genieten, of ftem hebben in de gewoone krijgsraaden. — De veldtogt geopent zijnde zoo viel er bij Schellenberg een gevegt voor ten na- deele der Franfchen. Donauwisch, Nieuwburg en meer andere plaatzen vielen in der bondgenooten handen. Maar van meer aanbelang was de gewonne veldflag bij Hochftet, alwaar men reekende dat de Franfchen en Beijerfchen 40000 man verlooren, zoo aan gefneuvelden, verdronken of gevangenen, met meer dan 100 ftukken kanon, 25 mortieren, en een groot aantal vendels, ftandaaarden,'keteltrommen, tenten, pakkaadje, en 8 kasfen met-zilver, met gevolg dat Augsburg, Ulm, Landan en Traarbach in der bondgenooten handen kwaamen. Deeze gelukkige veldtogt deedt Marleorough XX. HoOFDSTa /ERVAL. I704. )e aartslenog Kaiel ver:rekt als woning. herkiezing ran legerroofden. Krijgsbe-^ drijven,  XX. HüOFDsT. VERVAL. 1 Beroertens in de Nederlanden. t 1 è 't$6 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL groot, aanzien in de vereenigde gewesten eflan- gen. In de Spaanfche Nederlanden liet Or> werkers Brugge en Naamen bombardeeren, waar door die lieden groote fchade leden. Doch in halien waren de bondgenooten zoo gelukkig niet. - Ter zee veroverden de Engelfche en Staat-, fche vloot Gibralter, en viel er een zeeflag met de Franfchen voor bij Mallaga, waar van het ge-, vegt door de nagt gefcheiden werdt. —— In Portugal was de oorlog tegen Spanje van geen groot aanbelang, verfcheide Portugeefihs ftaatsdienaars waren inde belangens der Franfchen, en de geestelijkheid en het gemeen naamen het kwaalijk,dat ie koning zich met ketters, gelijk men fprak verbonden hadt. In het Noorden hadt Karel de XII. het zoo ver gebragt, dat de Poolfche throon apen verklaard werdt, en dat men Stanislaus LEczinski tot die waardigheid verkoos. Koning iüGüSTus door den Czaar onderfteunt, zogt zich laar en tegen te herftellen, en fchoon Karel al enige voordeelen op koning Augustus behaalde, ;oo vielen de Rusfen in Lijfland, en maakten zich oeester van Nerva. De opftand in Hongarijen reroorzaakte ook aan den keizer veel fpels,en verhakte hem aan den anderen kant. §. DCCCCXXIV. In Engelaid en meer andere ewesten, vielen verfcheide beweegingen voor,. >ij het veranderen der regeeringe, die van flegte evolgen hadden kunnen weezen, en daar men zich als  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN» tSt verzette tegen de uitfpraak der algemeene ftaaten». als zulks ftrijdig oordeeiende tegen de fouverainiteit van ieder gewest. §. DCCCCXXV. De veldtögt geopent zijnde, eoo veroverden de Franfchen Huy, en beleegerden Luik. Te Trier werden der bondgenooten maga* zijnen, die fchatten gekost hadden, vernielt; doch M;ARLBorocgh met het leger van de Moezel te rug gekeert, ontzette Luik , herwon Huy, en ver* kragte kort daar naa de Franfche\m\er\ 'mBraband; de hertog de vijanden -willendé aantasten, zoo rees er verfchil tusfchen.hem en de afgevaardigden der ftaaten, die zulks te gevaarlijk oordeeldén , geevende ieder zijn redenen in't licht, het geene een groot misnoegen baarde. Kort hier op wonnen de bondgenooten Zoutleeuw en Zandvliet,, maar .-ver-; looren Diest. Aan den Opperrhijn viel tusfchen de wederzijdfche legers niets van belang voor. Intusfchen fterft keizer Leopold, die door zijn zoon den Roomsch koning werd opgevolgdj en volkomen in de maatregelen zijns vaders .trad.— In Italië waren der bondgenooten wapenen niet gelukkig. Doch het langduurig beleg van Gibralter, en de magt die de Spanjaarden voor die vesting te vergeefs verfpilden, gaf den bondgenooten in Portugal gelegentheid, in Spanje in te breekera, en daar veele plaatzen te overmeesteren. Barfelona en Catalonie werden gewonnen, en Valence grootendeels verovert. Ter Zee viel er weinig vanbelang voor.—v poch in Engeland kwam er een aanhang in 't parle-! IV. Deel. R XX. HöOFDST» ViRVAU 1705, Krijgsbe* drijveu. nyb nio 6b ni inhq ™v b. 1 mr.i.A ■ ■„: • j. ,. vil JU Dood van teizer Ls* OPOLD. sbn/!SJ2fiJ Vlisnoe-[en in Etfr 'eland,  XX. HoOFDST. VERVAL. Verfchil om den prins in de raad van ftaaten zitting te geeven. r : •] "' ! . J 1 1706. Lastaande I afgevaar- ^ digden te velde. i y 5'; >: 3! SI 258 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ' ment, die misnoegd Was op den hertog vdn MarLborough, en voorgaven dat de ftaaten den last des tajgs op de koninginne lieten aankomen, en dat de afgevaardigden der ftaaten de zaaken in Braband een verkeerde keer hadden doen neemen.-Waar op de ftaaten een gezandfchap naar Engeland-zonden, om dat misnoegen weg te neemen en te raadpleegen om in den aanftaanden veldtogt in alle oorden aanvallender wijze te oorlogen. _ §. DCCCCXXVI. De prins van Nassau nu ig jaaren bereikt hebbende, zoo twijfelde men niet of h-iesland en Stad en Lande zouden hun erfftadhouier. zitting doen neemen in den raad van ftaaten, ilwaar.men hoofd voor hoofd, en niet bij gewesten temde,„en daar Holland en de andere gewesten op lanmerkren , dat dan in zulk een geval, daar zij ;een ftadhouder hadden, die twee gewesten ieder naar twee ftemmen hebbende, dan met hun ftad.ouder vijf fte.nmen.van de dertien zouden uitnM:en, doch dit gefchil wierd eerst in 't jaar 1707; >eftegt. ... §. DCCCCXXVII. Ter voorkoming van verder nsverftand-tusfchen de legerhoofden en afgevaarigden der ftaaten te velde, zoo wierden de laatften 1 't bijzonder gelast „ om alleen den dienst van • denfo& in 't algemeen te betragten, zonder oP het voordeel of de zekerheid van het eene gewest boven het andere agt te flaan. Zij waren - ook gehouden, de hoogheid en eere van den ftaat te bewaaren, niet flegts ten opzichte van de  DÉR VEREENIGDE NEDERLANDEN. S*5p s, ftaatfche legerhoofden en foldaaten; maar inzon„ derheid, ten opzichte van den kapitein generaal over de legers der koninginne vanGrootbrittanjé ,, en deszelfs onderhebbende troepen, wanneer dè,, zelve gevoegt waren met db troepen van deezen 3, ftaat. Zij moesten egter goed verftand houden 3, met deezen kapitein generaal, en voor al ook s, met den veldmaarfchalk, heère van Ouwerkërk. ., 't Stond, wijders, aan hun , het gevoelen der a, mindere generaals, door den eersten generaal té s, doen inueemen, onder beloften van geheimhouding. In geval van verfchil, tusfchen den Ëngelfchen kapitein generaal en den veldmaarfchalk heere van Oüwerkerr, mogten zij den laatften, „ of den generaal, die in zijne ftede bevel voes, ren zou over de legers van den ftaat, zulk een s, last geeven, als zij zouden bevinden te behoo3, ren, mits zij , hier in, met alle mogelijke be,, fcheidentheid, te werk gingen , en van 't beflootene kennis gaaven aan den griffier van hun ,, Hoog Mog: Zij moesten het gezag van den eers3, ften generaal ftijven door het hunne, en ten dien 3, einde geene beveelen aan de mindere generaals s, geven dan door hem. Zij moesten agt geeven 5, dat er een goede krijgstugt onderhouden werd, 5, en het leger niet zonder kennisfe of verlof van s, hun Hoog Mog. verhaten. §. DCCCCXXV1II. De veldtogt in de Nederlanden geopent zijnde , zoo viel er ten voordeele • 4er bondgenooten een veldflag tegen de Franfchen R 2 XX. hoofdst. verval. CrijgsbeIrijven.  XX. HOOFDST VERVAL. Opening tot vreede van Frankrijks zijde. 2ÓC OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL , bij Ramillies voor, met gevolg dat Batband en Vlaanderen de zijde der bondgenooten koozen, en Ooftende, Meenen, Dendermonde en Aath werden gewonnen. Doch aan den Opperrhijn was het geluk der wapenen meer aan de Franfche zijde. . In Katalonie moesten de vijanden het beleg van Barfelona opbreeken, en in Spanje drongen de bondgenooten zoo verre door, dat koning Philips zich genoodzaakt vond met de koningin en de meeste kostlijkheden van Madrid de wijk naar Burgos te neemen; had Karel toen zonder morren zich naar Madrid begeeven, zoo was hij meester van het Rijk geworden, maar onvoorzien van geld tot de koninglijke intrede, deed hem zulks zoo lange toeven dat Philips met nieuwen onderftand voorzien, weder meester van Madrid werd. In Italië werd Turin door prins Eugekiüs ontzet, en de Franfchen geheel verflagen. §. DCCCCXXIX. Lodewijk de XIV., de tegenfpoed zijner wapenen ziende, begon van ter zijde opening tot een vreede handeling te geeven, voorflaande om Spanje aan Philips, Napels en Sicilië, Milaan en verfcheide fteden in Italië, benevens alle de Spaanfche Nederlanden aan den aartshertog Karel toe te leggen. Doch in Engeland kon men niet verdaan tot een vreede, waar bij Philips Spanje en de Indien gelaaten zouden worden. , Wat Iaater kwam er noch een andere voorflag aan de ftaaten, doch welke ten deele fcheen te flrekken am jaloufie onder de bondgenooten te verwekken,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. l6ï 'wijl men de Spaanfche Nederlanden ter befchikking van de ftaaten overliet. Ten deezen tijde floe-! gen de ftaaten aan den koning van Pruisfen, ende prinfesfe weduwe van Nasfau voor, om een gedeel- ■ te der nalaatenfchap van koning Willem tegen voldoening der waarde aan den ftaat in't gemeen, of, aan zommige gewesten af teftaan. Doch hier in kon men niet over een komen, en het vereffenen der gefchillen over koning Willems nalaatenfchap werd van tijd tot tijd moeilijker , en bleef door verfcheide opkomende toevallen noch verfcheide jaaren agter. §. DCCCCXXX. De prins van Nasfau nu bijna] 20jaaren bereikende, zoo naamen Holland, Zee-] land, Utrecht en Oyerijsfel het befluit, en verklaarden, dat de ftadhouders van een of twee gewesten , wanneer de overige geen ftadhouder hadden, als dan onbevoegd waren om in den raad van ftaaten zitting te neemen, doch ftonden den prins toe, om op zijn twintigfte jaar het generaaifchap over het voetvolk op de gewoone wedde te aanvaarden. — Vier gewesten raadpleegden ook als toen, om in het vervolg geenen ftadhouder aan te ftellen. §. DCCCCXXXI. In Gelderland viel over het uitfluiten der ftadhouders uit den raad van ftaaten, hevige twisten. voor tusfchen de ridderfchap en zommige fteden, die zelfs totdaadelijkheden overfloegen. §. DCCCCXXXII. De veldtogt in deNederlan-ï den was dit jaar van weinig aanbelang, en in Buitsch-c R3 XX. IoOFÜST. 'ERVAL. I.707. iefluit om len prins liet in den aad van laaten toe :e laaten. Terfehillen n Gelder'and. "rijgsberijven3  XX. HoOFDST. VERVAL. De Koning van Pruisfen verKrijgt het prinsdom , Neufcha- . tel. \ ] 1708. 1 ( Krijgsbe- 1 drijven. ( \ I i t d S6*2 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL land hadden de zaaken der bondgenooten veel ge. leeden. In Spanje Karels leger geflagen zijnde , zoo liep daar alles hard agter uit, doch in Italië Haagden de bondgenooten beter, veroverende fchier zonder flag of floot het koningrijk Napels. —- De onderneeming der Engelfche en Staatfche vlooten op Toulon voldeed niet aan de verwagting, en men was genoodzaakt naar eenige Franfche oorlogfchepen verbrand te hebben, het beleg zoo van de Land als Zeekant op te breeken. §, DCCCCXXXIII. Om den koning van Pruisfen Kerker te verbinden aan de belangens der bondgenoten, zoo hielpen koningin Anna en de Staaten hen vorst aan het prinsdom Neufchatel, op het wele-e hij door het affterven der hertoginne van Ne. murs, oordeelde een gegrond regt te hebben. De geheime vreedes onderhandelingen begonden nu ook, naa dat in Spanje de wapenen een gunstiger keer voor koning Philips naamen, agter uit te aaken. §. DCCGCXXXIV. De onderneeming van den >retendent op Schotland vrugteloos afgeloopen zijnIe, zoo werden defchikkingen op den aanftaanden -eldtogt gemaakt. Schoon de bondgenooten Gend :n Brugge verlooren, zoo hadden zij nogthans het ;eluk den flag bij Oudenaarden te winnen, en beaagtigden daar op Rijsfel en het kasteel. Gend , hugge en andere plaatzen werden daar op herwon! en. Doch in deezen gelukkigen veldtogt flierf e veldmaarfchalk heer van Oywerkerk, en werd  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 2 f53 in die waardigheid opgevolgd door den graaf van Tillij. Aan den Opperrhijn was in deezen veldtogt niets merkwaardigs voorgevallen, maar in Itaiie had de hertog van Savoye 'veele voordeelen op de Franfche behaald. • Paus-Klements de XII. werd zelfs door de keizerfchen genoodzaakt Karel voor koning van Spanje te erkennen, en hem met het koningrijk van Napels te beleenen. • In Spanje behaalde de hertog van Orleans wel eenige voordeelen, maar de Engelfche vloot bemagtigde daar en tegen Sardinië, het geene zich aan koning Karel onderwiep. Ten zelve tijden werd ook veroverd het eiland Minorka; doch verder viel niets voor tusfchen de legers in Kaialonie. §. DCCCCXXXV. De prins door behulp van veele ■ Ommelander-boeren als ftadhouder van'Stad enLan-: de beëdigt wordende, onaangezien de tegenkanting der afgevaardigden uit de Ommelanden, zco baarde dit weder veele onlusten, wijl de laatften zich tot de ftaaten van Holland gewend hadden, en van dezelve onderfteund werden, blijvende deeze tweefpalt duuren, tot in het volgende jaar, wanneer de prins trouwde met Maria Loüisa , dogter des landgraafs van Hesfen Kasfel, en ter welker güegentheid hem de ftaaten van Friesland een gefchenk gaven van 60000 guldens. §. DCCCCXXXVI. De vreedes onderhandelingen werden intusfchen in het heimelijke voortgezet , doch de hertog van Marlboroügh en prins Eugeniüs zogten de Franfchen bij de ftaaten v«gR 4 XX. HöOFDSTVERVAL. rwïsten ïn !tad en janden.  XX. BoOhDST. VEftVAL. Beginsels van vreedes onder Handelingen, Krrgsbedrijveu. Verdrag met Engeland en de Staaten. 264 'opkomst, verval en herstel dagt te maaken. De onderhandèlinge meer open. baar wordende, zoo werd van 's keizeis wegen op deeze geheime bijeenkomsten gemagtigd prins Eu, genius , en de graaf van Sinzendorf , en van wegens Engeland den hertog van Marlborough , en • den heer{TowNSHEND. De ftaaten voegden bij den raadpenfionaris Heinsius, de heeren Buys en van der Dussen, doch de 40 van deeze zijde ontworpen punten , werden aan Frankrijks kant niet aangenoomen, en als te hard van de hand geweezen. — De bondgenooten befchuldigden Frankrijk dat hij geen vreede zogt, en maar tragte tijd te winnen , daar aan den anderen kant koning Lodewijk de fchuld van het afbreeken der handelinge op de bondgenooten weet. , Men bereide zich daar op van weerskanten ten oorloge. Doornik met zijn kasteel werd door de bondgenooten bemagtigd, de bloedige flag van Malplaquet door hun gewonnen, en Bergen in Henegouwen verovert. Doch in Diiitshland viel de veldtogt zoo voordeelig niet uit voor de bondgenooten, In Piemont viel ook weinig voor, en in Spanje liep het krijgsgeluk den vijand mee. §. DCCCCXXXVII. Tusfchen koningin Anna en de (laaten werd ook het volgende verdrag ge* flooten, waar bij de ftaaten beloofden: „ de fchik„ king in Engeland gemaakt op de opvolging in 't „ Rijk, te zullen handhaven, tegen eik, die daar „ op eenige indragt zou willen doen. Ook zou„ den zij te wege zoeken te brengen, dat Frankrijk  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 2,6$ de koningin erkende en den pretendent het rijk „ deed ruimen." De koningin verbond zich daar en tegen, om te weege te brengen: dat alle de „Spaanfche Nederlanden, bij 't fluiten der vreede, s, tot een barrière, werden afgeftaan aan de ftaa„ ten, die, in 't bijzonder, bezetting zouden mogen „ leggen, in Nieuwpoort, Veurne en 't fort de „ Knokke , Meenen , de ftad en het kasteel van „ Rijsfel, de ftad en't kasteel van Doornik, Con„ de, Valenchijn, en de plaatfen, die men noch „ op Frankrijk zou konnen veroveren: Voorts in „ Maubeuge, Charleroi, de ftad en 't kasteel van „ Naamen, Lier, Halle, naa dat hetverfterktzou „ zijn, de fchanfen de Peerel en Filips, Damme, hetkasteel van Gend en Dendermonden, zullen,, de de fchans St. Donaas, als behoorende tot de ves„ tingwerken van Sluis, in vollen eigendom, aan ,, hun afgeftaan, ende fchans Roodenhuizen, aan ,, deeze zijde van Gend, geflegt worden. De ftaa„ ten zouden bevelhebbers mogen ftellen , over hun„ nebezettingen, in deeze en andere plaatzender Spaanfche Nederlanden,buiten benaadeelingnog„ thans van de kerkelijke en waereldlijke regter ,, en vrijheden van koning Karel den III., die eg„ ter niet treeden zou in 't bezit der Nederlanden, „ voor hij zich , met de ftaaten, door tusfchen„ komst der koninginne, verdraagen had, op den „ gemelden voet." Bij twee afzonderlijke punten was beraamd, de afftand van het Overkwartier van Gelderland, en een gedeelte van Spaansch Vlaande* R s 55 XX. HOOFDST. VERVAU  XX: HOOFDST. VERVAL. Vreedes onderhandelingen t< Geertruijsnberg. OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ren aan de ftaaten. Doch de ftaaten moesten Zich verbinden om het huis van Oostem ijk tè doen (lellen in het volkomen bezit der Spaanfche heerfchap. pij. Dit verdrag wierd wederzijds bekragtigd, maar het Engelfche hof veranderde zoo van maatregelen , dat het in veele opzichten nimmer-ter uit' voer gebragt is. §. DCCCCXXXVIII. Ten deezen tijde verkregen de Franfche vlugtelingen hier te-lande , des begeerende, het regt van naturalifatie of 'inboorftngfchap. — De Franfchen begonnen weer de vredes onderhandelingen, en dezelve werden te Geer- truidenberg voortgezet. Het gefprek van onze gezanten met de Franfchen in een jagt aan de Moer, dijk gehouden, kwam hier op uit „ dat de gevoN „ magtigden van Frankrijk hun hadden zoeken te ,, overtuigen, dat de bondgenooten belang hadden „ om oen afzonderlijke vrede te maaken met den „ koning, hunnen meester, met uitfluiting van Spanje; zijnde zijn allerchriftelijke majefteit ge,-, negen, om zich, op de plegtigfle wijze, te ver« „ binden, en zelfs eenige fteden van verzeékering in te ruimen, tot gerustftelling der bondgenoo,, ten, dat hij zijnen kleinzoon, op geenerhande „ wijze, oriderfteunen zou. Dat zij afgevaardig,, dender ftaaten, hier«op geantwoord hadden, dat 33 de bondgenooten, naar 't hun toefcheen, zulk ,, een voorflag niet gerecdelijk omhelzen zouden, ,, naa dat zij dien reets eens van de hand gewees, zen hadden, ,'t Kwam hier aan op de herftelling  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. Z6f van 't huis van Oostenrijk, in 't bezit van 't Rijk „ van Spanje, waarin de koning zijnen kleinzoon „ geplaatst hadt; waarom zij wat meer verwagten zouden, dan bloote beloften van zich daar tegen „ niet te zullen kanten; zijnde de geheele wereld „ overtuigd, dat zijne majefteit, hier toe, zoo 't „ hem waarlijk ernst ware, veel kragtiger kon me„ dewerken: gelijk hij ook hadt doen hoopen. — Dat de gevolmagtigden van Frankrijk zich gelaa, „ tende, als of zij niet wisten, dat de koning meer beloofd hadt, dan zij nu aanboden, naa herhaalj, de fterke verzeekeringen van 's konings opregte begeerte tot vrede, eindelijk betuigd hadden, „ dat bet onmogelijk zijn zou, zijne majefteit jm,, mer over te haaien, om zijnen kleinzoon den „ oorlog te verklaaren, of eenige geweldige maat„ regels tegens hem te neemen; dat het eenig mid-. „ del, om koning Karel te doen ftellen in 't be„ zit der Spaanfche heerfchappij, was de afiland van een gedeelte derzelve aan koning Filips , ,, wien men, door het overgcveu der koningrijken „ van Napels en Sicilië, zou konnen beweegen, „ om het overige aan den aartshertog af te ftaan j „• dat men, hier door alleen, het ftorten van meer „ bloeds zou konnen voorkomen, en dat, gelijk het lot der wapenen onzeker was, de bondge„ nooten zich zouden konnen genoodzaakt vinden, „ om vrede te maaken, op nadeeliger voorwaari „ den, dan hun nu werden aangebooden. Dat zij, 53 afgevaardigden der ftaaten, hier op., vertoond rloOFDST» ■'ER.VM*  XX. Hqofdst. herval. : i t 2 6*$ OPKOMST', VERVAL EN HERSTEL „ hadden, hoe zulk een verdeeling ftreed met de „ verdraagen, door de bondgenooten met elkande. „ ren geflooten, en zelfs met de voorafgaande pun,, ten, omtrent welke men in den Haag overeen» gekomen was; zijnde zij alleenlijk gezonden om » te hooren wat men aan te bieden hadt, in de ,, plaats van het 37. dier punten, waar over deko« ning niet voldaan was, en hebbende zij geenen i, last, om op eenige andere zaaken in onderhan- „ deling te treeden." Veele waren om Filifs iets toe te ftaan uit de Spaanfche heerfchappije, en andere gefterkt door den hertog van Marlborough en grave van Sinzendorff, ontrieden alle verdeeling van het Spaanfche Rijk. Bij nadere voorfiagen,te Geertruidenberg, vorderde men voor Filips Napels en Stellen, toen Arragon, eindelijk Sicilien, Sardinië en de plaatzen op de kust van Toskane. Doch de Staatfchen begeerden eerst verzeékering dien aangaande. — Hoe zeer in den Haag zommige leden zeer tot een verdeeling neigden, zoo beweerde de graaf van Sinzendorf, dat door Na. pels en Sicilië af te ftaan, Filips meester kon worden van den koophandel in de middelandfche Zee Sn Levant, en Spanje uitgeteert dan eindelijk in Franfche handen moest vallen. Ja men hadt ook loch geen verzeékering dat Filips hier in bewil* igde, zoo dat er maar twee wegen overfchooten )f den oorlog door te zetten tegen Frankrijk en Spanje, of afzonderlijk met het eerste Rijk te Hui, en, en dan tegen het laatfte den oorlog alleen te  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. Voeren, wanneer hij meende, dat men, met 20000man naar Katalonie te voeren, Filips geheel verdrijven kon. Maar Engeland vreezende voor een fcheuring der bondgenooten, oordeelde dat men niet dan met gemeene toeftemming behoorde vre* de te maaken. Naar herhaalde gefprekken en reden over en weder, verklaarden de Franfchen,, dat s, zij van de p laatzen op de Toskaanfche kust afs, ftonden, en zich met den afftand van Sicilië en „ Sardinië aan den hertoge van Anjou vergenoegen zouden. Dat de koning hun meester, allerlei „ redenen gebruiken zou, om ,zijnen kleinzoon te „ beweegen tot bewilliging in deeze verdeeling: „ waar toe hij vier maanden tijds begeerde. Doch ,, zoo de hertog van Anjou zich door 's konings „ redenen niet beweegen liet, zou zijne allerchris- telijkfte majefteit den bondgenooten zekere fom„ me gelds toeftaan, waar voor hij goede verzee„ kering' zou geven te Amfterdam: konnende dee3, ze fomme hun dienen, tot het voortzetten van „ den oorlog tegen den hertoge van Anjou." . Doch er werdt geen genoegen in dit aanbod genomen, en de vredes onderhandelingen afgebrooken, gevende men over en weder elkander de fchuld hier van. Het keizerlijk hof hadt intusfchen in der ftaaten gedrag op deeze onderhandeling zoo veel genoegen genomen dat zij den ftaaten den tijtel van Hoog Mogende gaf, doch die zij van Frankrijk niet dan eenige jaaren daar naa verwierven. XX. HOOFDST» VERVAL. itBsvrfct*»  ïfOOFDST. VERVAL. Krijgsbedrijven. Verandering in Engeland. Ifi OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL §. DCCCCXXXIX. De veldtogt geopent zijn-' de werdt door de bondgenooten Douai ingenomen*' Bethune, St. Venant'm Aire gewonnen. . In Duüschiand en Piemont werdt weinig uitgevoerd, maar in Spanje won Karel den flag bij Parragosfa, wordende met veel toejuiching in die ftad ontvangen , en deedt kort daar op zijn koninglijke intrede te Madrid, naardien Filips geweeken was naaf Valladolid; doch alhier verfterking verkregen hebbende, veranderde dc krijgskans ten zijnen voordeele, verrasfende de Engelfche in -Briguem, alwaar de generaal Stanhope en verfcheide 'andere voornaame legerhoofden gevangen genomen werden. Ook verlooren dé bondgenooten den vcldfiag bij Villa Viccofa, waar op Filips met geen min^ der toejuiching te Sarragosfa- ingehaald werdt. Verfcheide plaatzen verklaarden zich voor koning FïLips. Het prinsdom van Katalonie hield alleen noch Kareis1 zijde. — Deeze groote omkeer van zaaken maakre de Franfchen traager tot de vrede. §'. DCCCCXL. In Engeland was ook in de denkbeelden van het hof een aanmerkelijke verandering voorgevallen. k De leer van volftrekte onderwerping aan het koningrijk gezag, hadt vanher Üegin der regeering van koningin Anna de overhand beginnen te krijgen. De Tory's beguns- n'gden dezelve, en onderfteunden daarom Doctor rlENDRiK Schaverell, die zulks opentlijk leerde, net inzicht om door dien weg de Wighs geheel uit ■ t bewind te krijgen. De koningin gevleid door  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. Üe Torys, en niet ongenegen voor meerder gezag, begunstigde dezelve waai* ze kon. §. DCCCCXLI. Keizer Jozefus- onverwagte dood in de bloei zijner jaaren, gaf weder een geheele verandering in het'ftaats lyitema van Euro- , pa. 1 Zijn broeder de aartshertog Karel door behulp van Engeland-ea de vereenigde gewesten tot keizer verkooren , zoo ;oordeelde men , dat het evenwigt van Europa te zeer gebroken zóu zijn,' zoo de keizerlijke waardigheid bekleed werdt door eenen koning van Spanje. ' §. DCCCCXLII. Deeze gebeurtenisfe deedt het Franfche hof, wel weetende hoe het in Engtlanêge- '■ fteld was, daarzijn voordeel mee doen, en deedt daar op heimelijke voorflagen tot vrede :aan het Engelfche hof, die kortelijk hier op uit kwaamen:: „ i veilige koophandel, voor de Engelfchen, op 9s Spanje, de-Middelandfche zee en de Indien. 4 „ Een Barrière of voormuur voor de ftaaten,naar „ het welbehaagen der Engelfchen, en vrije en vei„ lige koophandel voor de ingezeetenen der veri, eenigde gewesten. 3 Opregte pooginge, om de „ bondgenooten van Engeland en'de ftaaten 'ge„ noegen te geven: en 4. bijzonderlijk, om-'t gei „ fchil over de-Spaanfche heerfchappij tot een goed »"» einde te brengen. 5 Onverwijld begin der han»ï delinge, 't zij met Engeland en de ftaaten ah .„ leen, of ook met de andere bondgenooten, ter Si keuze van Engeland. 6 Aken of Luyk, tot han0, delplaats, insgelijks ter keuze derEngelfchen; "~ XX. 'IOOFDST. mavAL. 1711. keizer 'Jp* IEPUUS lood. vord keiler. frankrijks 'oorflagen :ot vreede mn 't En'elfcheïof.  XX. ÏIpOEDST. VERVAL. Verfchillende gedagten en bijzondere oogmerv ken met F>*atfkrijk cn Enge. -■ land. Krijgsbedrijven. 's Prinfen dood. Z?Z OPKOMST j VERVAL EN HERSTEL. Dit ontwerp hield men in den Haag voor duister -en los, en fchoon zeer tot vrede genegen, oordeel" de men best, zich te houden of mem den oorlog met kragt wilde doorzetten, om door die weg een des te voordeeliger vrede te bedingen, en . waar in men dan eenpaarige befluiten met alle de bondgenooten moest neemen. Doch Frankrijk zogt be-" hendig met Engeland alleen te fluiten, ten einde de bondgenooten verdeeld hebbende van de anderen des te betere voorwaardenszoude kunnen bedingen. — De Engelfchen zogten dit mede om door dien weg Gibralteren PortMahon en verfcheide voordeelen in den koophandel boven ons te verkrijgen; fchoon zij zich geheten met de ftaaten goed verftand in deezen te willen houden, met beding van onze zijde iets dienaangaande ontdekkende hun terftond kennis te geven, -— door welk loos beleid zij hun heimelijke oogmerken des te beter bereikten. . §. DCCCCXLIII. Weinig wierd er in deezen veldtogt ondernoomen, om de heimelijke handelingen tusfchen de hoven van Verfailles en Londen, als dat Bouchain door de bondgenooten gewonnen werdt. §. DCCCCXLIV. Deprins Johan Willem Fri-. so in den Haag ontboden om mondeling met den koning van Pruisfen aldaar tegenwoordig, te handelen over eenige verfchillen betreffende de nalaatenfehap van koning Willem, verdronk ongelukkig in het overvaaren naar 't Strijen Sas. Hij werdt zeer  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 273 zeer betreurd als een vorst die in verfcheide veldtogten blijken van beleid en dapperheid gegeven hadt, nalaatende eene dogter en zwangere gemaalin, die vervolgens een zoon ter wereld bragt, welke bij den doop den naam verkreeg van Willem Karel Hendrik Friso , en de ftaaten van Holland vereerden hem eerlang met een lijfpenfioen van 2500 guldens en de algemeene ftaaten met een diergelijk van 4000. 's jaars. §. DCCCCXLV. In Spanje Karel geen onderftand meer krijgende, wijl de bondgenooten ongenegen waren, dat rijk met het keizerrijk te vereenigen , zoo liepen Karels zaaken daar hart agter uit. — In het Noorden begon Karel de XII. ook te ondervinden het ongelukkig verkeeren der krijgskans, wordende bij Pultowa aan de Nieper door de Rus/en geheellijk verflagen. De vrede tusfchen den Czaar en de Porte werdt ook getroffen , maar Poolen en Denemarken verbonden zich te zaamen om Karel den XIF te beoorlogen. §. ,DCCCCXLVI. De heimelijke onderhandelingen tusfchen Frankrijk en Engeland waren buiten weeten der ftaaten tot dus verre gevordert, dat Js konings voorhagen hier op uitkwaamen, dat de koning beloofde ,, r. kóningin. Anna en de vast- geftelde opvolging tot de kroon te zullen er,, kennen. 2. Een nieuw, en billijk verdrag van ,, koophandel met Grootbrittanje te zullen opregten. 3, 3. Duinkerken te zullen flegten, mids aanFrank, rijk daar tegen voldoening g'efchiedde. 4. Gi- IV. Deel. S XX. dOOFDST. renVAL. Kri'gsbedrijven. Heimelijke voorflagen van Frankr rijk aan Engeland. \  XX. H.OOFDST VERVAL. 274 opkomst, verval en herstel bralter en Port Mahon te zullen laaten aan de te„ genwoordige bezitters. 5. De Engelfche het „ verdrag van Asfiento, of van den Slavenhandel a van Guineanaar de Westindien, te zullen doen toeftaan,op gelijke voet, als het tegenwoordig 3, door Frankrijk bezeeten werdt. 6. De voordee,, len in den koophandel, door Spanje,aan Frank- rijk, of aan eenig ander volk toegedaan, ook „ aan de Engelfchen te zullen verkenen. 7. Het ,, verdrag van Asfiento op 30 jaaren, naa 't fluiten 33 der vrede, te zullen doen bepaalen; eene be}, kwaame plaats op de rivier de la Plata, tot ver3, verfchinge derfiaaven, aan, de Engelfchen te zul,, len doen afftaan; hun te verzeekeren in 't bezit „ van 't eiland St. Chriftoffel, en hun een tolvrij. 33 heid van 15 ten 100 te zullen doen trekken van de vruchten en voortbrengzels van Grootbrittan3) je,welkezij in Spanje zouden brengen: 8. Tot 3, de algemeene vredehandeling te verfchuiven den eisch van Grootbrittanje op Terre neuve, Huds, zons baai en het gene de Engelfchen meer bezaa„ ten in Noord-America, mids de Franfchen het 33 regt behielden, om op de kust van Terra-neu3, ve te visfchen en visch te droogen." Omtrent het punt van de algemeene vrede verbond zich Frankrijk „ 1. tot erkentenis van koningin 3, Anna en de vastgeftelde opvolging. 2. Tot het .33 bezorgen dat de kroonen van Frankrijk en Span3> je nimmer op een hoofd kwaamen. 3. Tot re33 delijke voldoening aan alle de bondgenooten, en  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 2^5 a, in 't bijzonder tot herftelling van den koophan,, del van Grootbrittanje en de ftaaten. 4, Tot „ afftand aan de ftaaten van eenige fterke plaat,, zen in de Nederlanden, om ze te bewaaren,tot een Barrière, tegen alle onderneeminge van den 3, kant van Frankrijk. 5. Tot bewilliging in 't op3, regten van eene diergelijke Barrière, voor het ,, keizerijk, en voor het huis van Oostenrijk. 6, ,3 Tot het flegten van Duinkerken, tegen redelij.,, ke voldoening, nader te bepaalen op de alge,, meene vredehandeling: op welke 7. ook de eis- fchen van alle de mogendheden, die inden tegen„ woordigen oorlog waren ingewikkeld, ter goe- der trouwe , zouden overwoogcn en afgedaan 3, worden." In een afzonderlijk punt beloofde de koning noch: „ den hertog van Savoye te zullen 3, doen wedergeven de plaatzen 3 welke hij in den aanvang des oorlogs bezeeten hadt, en die nu j, in de magt van Frankrijk waren, benevens zulj, ke plaatzen, als men onderling zou geraaden „ vinden." §. DCCCCXLVII. De ftaaten bedugt voor En-lands heimelijke onderhandeling, zonden den pen-; ftonaris Buis naar Engeland, om een waakend oog^ te houden op het gene cr omging, daar gekomen zijnde, zogt hij» van der ftaaten wegen, de koningin af te maanen, van op zulk een losfen voet als het ontwerp was geen vredes onderhandelinge te beginnen; doch van den Engelfchen kant beweerde aien, dat de lasten des oorlogs meest op de konin» S 2 xx. HOOFDST. HERVAL. 3e ftaaten :enden Juis naar Ingeland,  XX. HoOFDST. verval. JVTadere voorflag Frankrijk. i Ontwerp om in i Frankrijk te vallen vervalt, WijlMARLborough van zijn .waardigheden ontzet en OrMond in zijn plaats gefteld wordt. 1712. Vrcdes onderhandeliiige te Utrecht. ' 276 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL gin aankwaamen. Intusfchen vernam men dat Filips de Y- de Spaanfche Nederlanden aan den keurvorst van Beijeren hadt afgeftaan, het gene 'c punt der Barrière van wegens den ftaat moeilijker maakte. — Frankrijk gaf daarom ook bij een nadere voorflag te kennen, dat hij de Barrière niet konde afftaan, dan op dien voet, dat de keurvorst van Beijeren die zou blijven bezitten, even als hij nu de gewesten van Luxemburg en Naamen, en de fteden Charleroi en Nieuwpoort bezat ; wanneer hij te wege brengen zoude, dat de ftaaten bezetting in eenige plaatzen eiden ; bepaalende verder eenige nadere punten xntrent Beijeren en meer andere; fchoon het algemeen ontwerp van Frankrijk in veele opzichten sommige bondgenooten mishaagde , zoo kwam men evenwel tot het befluit om in Utrecht de vreles onderhandelingen te beginnen. §*. DCCCCXLVIII. Zommige drongen intusfchen op het voortzetten des oorlogs, hebbende zoo men wilde Marlborough een ontwerp gemeed, om geduurende den winter in Frankrijk te /allen, het gene zeer doenlijk, en zelfs een opland in het Rijk zoude veroorzaakt hebben, ■ loch het ontwerp verdween in rook, wijl Marlborough, wegens befchuldiginge voor 't Hoogerhuis, van zijne ampten afgezet,»en in zijn plaats len hertog van Ormond aan 't hoofd des legers gefield werdt. §. DCCCCXLIX. Degevolmagtigden opdevrelesonderhandelingen te Utrecht verfcheenen zijn-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 277 de , zoo ontboden de ftaaten den heere Buis om bij het openen der handelingen tegenwoordig te zijn, alwaar de Engelfchen in de daad fchoon niet in naam het ampt van middelaars op zich naamen, en gelijkbleek zeer in 't vertrouwen met de Franfchen omgingen. —— De Franfchen gaven daar op hun ontwerp over, hec geene zeer bekrompener was , dan zij te Geertruidenberg hadden uitgebooden ; keizer Karel en meer andere vorsten waren nu zeer misnoegd. De ftaaten die voor hunne kostbaar e oorlogen een gedeelte der Spaanfche Nederlanden tragten te verkrijgen , zaagen nu dat men hen te vreedë wilde ftellen, met het regt om bezetting te mogen leggen in eenige plaatzen, mits zij en de bondgenooten daar tegen, en tegen het flegten van Duinkerken, Rijsfel, Doornik, Douai, en andere vestingen die hun zoo veel gelds en volk gekost hadden te rug gaven. En bij dit alles was het verdrag van koophandel ter oorzaake van de uitzonderinge veel nadeeliger. Doch de En¬ gelfchen waren het minst misnoegd, als wel weetende wat hun uitgebooden was. §. DCCCCL. Men befloot dan dat ieder zijne eisfchen bijzonderlijk zoude inleveren , dit gedaan zijnde gaven ook de flaatfehen hunne eisfchen over, Begeerende dztFrankrijk voor altoos afftond van alle regt op de Spaanfche Nederlanden, benoemende daar op eenige plaatfen aan hun af te ftaan, als mede dat de lijst der regten van 1664. zonder eenige uitzondering aan hun zoude worden toegedaan. S3 eisfchen bijzonderlijk zoude inleveren , dit gedaan v.er.c z,1".e eisfchen in. XX. HoOFDST. VERVAL. Ieder levert zijne eisfchen in.  XX. HöOFDSf. VERVAL. Verfchillen met Engeland en de Stapten. i 1 i < ) l c e i Krijgsbedrijven en d flegt gedrag der * Engelfche. v » a?5 OPKOMST, VERVAL ÉN HERSTEL met ontheffing van de 50 duivers vatgeld e. z. v. — Het misnoegen Over en weder deed de vredes onderhandelingen traaglijk voortgaan. §. DCCCCLI. Inmiddels befchuldigde het parlement de ftaaten, dat zij op verre naa hun beloofde manfchap niet gelevert hadden , willende ook dat de daaten maar alleen bezetting in de barrière leiden, als zij van Frankrijk gedreigd of overvallen werden. Men klaagde teffens in 't algemeen over het verdrag van barrière van 1709. Hier te¬ gen verdeedigden zich de daaten , en toonden dat Engeland tegenwoordig overhield in de Nederierlanden 64J47 man De daaten 123139 - ~T87736^^ laar de Engelfche beweerden maar te fioeten onderhouden 60294 man :n de Staaten 127342 - lus Grootbrittanje maar 4303 te veel betaalde. herder toonden de daaten, dat daar Engeland maar 107096 ponden fterlings totbuitengewoone krijgsosten in de Nederlanden had opgebragt, zij tot ie kosten hadden gedraagen 65'86i82i guldens, n dierhalven 53'6itf6s guldens meer dan Grootrittanje. §. DCCCCLII. Intusfchen wierd de veldtogt in e Nederlanden geopent, doch de hertog van Orond kreeg geheime last van zich in geenerlei ge2gt of beleegering in te laaten. —- Prins Euge\w 's vijands leger befpiedende oordeelde hen met  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 279 voordeel te kunnen aantasten, maar Ormond verklaarde, dat hij dit niet mogt doen, voor dat hij nadere brieven uit Engelandv evkreegenhad. Hierover naar de koningin gefchreven zijnde, wist men zich flaauwlijk te verdeedigen , en eindelijk gaf zij te kennen te Utrecht afzonderlijk te zullen fluiten, blijkende hec genoeg , dat men de ftaaten wilde dwingen tot een vreede van welke men de punten onder de hand met Frankrijk beraamd had. §. DCCCCLIil. Ormond verklaarde kort daar op, om een getroffe wapenfchorfing, zich te moeten afzonderen van het leger, men zogt noch de vreemde troepen in Engelfche betaaling ftaande óver te neemen , maar te vergeefs. En fchoon Quemoi door Eugenios veroverd werd, zoo maakte Ormond zich onverhoeds meester van het kasteel van Gend en van de ftad Brugge. Onder voorgeeven dat de Engelfchen die twee plaatzen niet begreepen wilden hebben onder de barrière der ftaaten. §. DCCCCLIV. Naar deeze aftogt der Engelfchen,\eeden de bondgenooten een groot verlies bi; Denain, en verlooren het fort de Knokke , zelfs herwonnen de Franfchen Qiiesnoi,en Bouchain, en brandfchatten het eiland Thoolen. Deeze be- haalde voordeelen maakten de Franfchen onhandelbaarder. Ter Zee hadden zij ook Surinaame, fitf* Mee, en Curacao gebrandfehat. §. DCCCCLV. Eindelijk beflooten de ftaaten tot de vreede op de beste voorwaarde, maakende met Grootbrittanje een nader verdrag van barrière, worS 4 XX. 300FDST. verval. Ontrouw gedrag der Engelfche. Krijgsbedrijven. 1713. Vredes onderhandeIinge en fluiting van die.  XX. HoOFDST, VERVAL. Vrede tu fchen de Staaten c Frankviji 28o OPKOMST, VERVAL, EN HERSTEL dende dat van den jaaren 1709. teniet gedaan, en ■ daarbij geregeld de Rijksopvolging in Grootbrittanje , en ■ dat de koningin haar best zoude doen tot de barrière voor de ftaaten, doch dat de fouverainiteit zou blijven aan keizer KARELdenVI., en dat de Engelfchen eenen vrijen koophandel zouden mogen drijven in de Spaanfche Nederlanden , en barrière plaatzen. Naar veele verfchillen over en weder beliegt te hebben, kwaamen de Engelfchen, Portugeefchen, Pruisfifchen, Savooifchen, en Staatfchen tot het teekenen der vreede met Frankrijk. Tusfchen de twee laastgenoemde behelsde het 39 le-den: welker vóornaamsten behelsden; „ dat men nj, elkandercn zou wedergeeven de fchepen, die : „ genomen mogten worden, in de Oost- of Noord„ zee, van Terneuze in Noorwegen af, tot aan „ het einde van 't kanaal, binnen vier; van het ,, einde van 't kanaal tot aan kaap St. Vincent bin„ nenzes; van kaap St. Vincent, tot indeMid„ delandfche Zee, en aan de linie, binnen tien „ weeken, en van de linie af, en in alle andere „ oorden der waereld, binnen agt maanden na de „ afkondiging. Of liever, gelijk men 't kort hier „ op verklaarde, na de teekening van dit ver„ drag. Dat men wederzijds weigeren zou, te „ttreeden in eenige vcrdraagen of handelingen, „ tot elkanders nadeel; maar eikanderen daarvan „ terff.or.id kennis te geeven. . Zulken , welker „ goederen aangehouden of verbeurd verklaard wai, ren,, ter oorzaake van den oorlog, zouden de-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 281 zeiven, uit kragte van dit verdrag, wederom „ neemen. De koning van Frankrijk zouden ftaa„ ten, ten behoeve van het huis van Oostenrijk, „ overgeeven alle de Spaanfche Nederlanden, „ zoo als Karel de II. dezelve bezeetenhad, of „ had behooren te bezitten, ingevolge de Rijswijkj, fche vreede, zullende dit huis deeze landen, „ volgens de orde van opvolging in het zelve vast„ gefteld, blijven bezitten, zoo ras de ftaaten, ,, met het zelve, wegens hunne Barrière zouden overeengekomen zijn; mids de koning van Pruis„ fen van het overkwartier van Gelder bleve be- houden, het gene hij daar van tegenwoordig be- zat, te weeten, de ftad en het Baljuuwfchap van „ Gelder, en de fteden, Baljuuwfchappen en heer,, lijkheeden Straalen, Wagtendonk, Middelaar, Walbeek, Aardfen, Afferden en Weel, nevens ,, Raai en klein Kevelaar: waar bij noch gevoegd „ zou worden het- land van Kesfel, Erkelens uit„ genomen: ook zou men in het hertogdom Lux- emburg of Limburg een ftuk lands afzonderen, „ ter waarde van 30000 rijxdaalders jaarlijkfche in5, komsten , welk tot een prinsdom zou opgerigt worden ten behoeve van de prinfesfen van Ur„ fins, en derzelver erfgenamen. Luxemburg en „ Chiny, Naamen en de fteden Charleroi en Nieuw„ poort zouden den ftaaten, ten bovengenoemde ein„ de, overgelevert worden, 14 dagen naar de uit„ wisfeling der bekragtiging van dit verdrag. De J3 keurvorst van Beijeren, wien de Spaanfche Ne-. S 5 . XX. HoOFDST. VERVAL.  XX. HOOFDST, VJERVAL. 28 2 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ derlanden opgedragen waren, door koning-Fi„ lips, zou daar van weder afftaan, doch de op„ perfte magt en inkomsten van Luxemburg, Na„ men en Charleroi behouden, tot dat hij herfteld „ zou zijn in alle de goederen welke hij bezeeten „ hadt, voor den oorlog,de Opperpaltz uitgeno« men, in den rang van negenden keurvorst en in „ het koningrijk Sardinië: ook, tot hem vergoe» din§ gedaan zou zijn, wegens het gene hij ten „ opzichte van het verdrag van Ilmersheim te vor„ deren hadt, nogthans zouden de fteden Luxem„ burg, Namen en Charleroi bewaart worden door „ ftaatfche troepen, en onderhouden, volgens een „ reglement, daarop gemaakt, naar de Rijswijk„ fche vrede, met den keurvorst als landvoogd; „ zullende de gemelde gewesten en fteden hun aan3, deel opbrengen, en een miljoen guldens, welk ü den ftaat, uit de beste inkomsten der Spaanfche „ Nederlanden tot onderhoud van het krijgsvolk „ en vestingwerken, zou moeten toegelegd worden. „ De koning ftond, wijders,aan de ftaaten,insge„ lijks ten behoeve van het huis van Oostenrijk 3> af, Meenen, Doornik en het geheel Doornik„ fche, uitgezondert St. Amand met Mortagne zon„ der de onderhoorigheden, mids men Mortagne „ niet fterkte, nog aldaar eenige fluifen maakte. „ 't Land van Antoing zou wederom aan den prin33 fe van Espinoi komen, mids het huis van Ligne 33 zijne eisfchen op het zelve in regten vervolgen mogt. Voorts ftond de koning den ftaaten,ins-  DÉR VEREENIGDE NEDERLANDEN. 283 ,, gelijks voor het huis van Oostenrijk, af Veur„ ne, Veurner ambagt met de agt Kerspels, 't Fort de Knokke, Loo en Diksmuiden met het „ gene er onder behoorde. Yperen met zijne Kas„ felarij en daar onder Rouzelaar, nevens de an„ dere onderhorigheden, die voortaan zouden zijn „ Poperingen, Warreton of Maaften, Commines „ en Warwijk voor zo veel de drie laatften en ,, de af hanglijkheden der overigen gelegen waren, 3, aan den Yperfchen kant van de Leije. Op de ,, Leije zou, van den mond van den Deul af,op3, waards, geen tol betaaldt worden. De Spaan,, fche Nederlanden of eenig gedeelte derzelven , „ zouden nimmer konnen overgegeven worden, „ aan de kroonen, of aan eenigen prins of prin„ fes uit den huize van Frankrijk. De ftaaten zou„ den den koning weder geven Rysfel met zijne „ gantfche kasfelerije, Orfchies, 't land van la Leu, „ den Burgt la Gorgue, voorts Aire, Bethune.St. ,-, Venant, en de fterkte Franeois, met alle der„ zeivér onderhoorigheden, zullende nogthans de 3, prins van Espinoi wederom komen in het bezit „ der landen van Cifóing en Rubain, behoudens „ het fegt van den huize van Ligne. De weder„ zijdfche troepen zouden terftond naa 't uitwis„ felen der bekragtigingen, de afgeftaane plaatzen „ ruimen , doch elk zou tot dien tijd toe de in„ komsten en brandfchattingen trekken van de ,3 plaatzen thans in zijne bezitting. De onderzaaÜ ten van, beiden de mogendheeden, zelfs de in~ XX. 'IOOFDST.  Hoofdst. verval. 284 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ gezetenen der Spaanfche Nederlanden, werden „ door dit verdrag aangemerkt als volkomenlijk be„ vredigd, en in hunnen vrijen onderlingen han„ del, eere en voorregten herfteld , ampten en „ gunsten geduurende den oorlog in de Spaanfche „ Nederlanden begeven, zouden in 't algemeen „ blijven aan de bezitters, en zaaken, den roomsch „ katholijken Godsdienst betreffende, aldaar blij3, ven, zoo zij thans waren, of geweest waren „ voor den oorlog. De oefening van den Protes3, tantfchen Godsdienst onder de troepen zou ge„ fchieden, volgens het reglement, voorheen met „ den keurvorst van Beijeren, als landvoogd, ge„ maakt. De ftaatfche bezetting in Huy en Luyk ,,, zou aldaar blijven mogen , doch Bon zou, drie „ maanden naa de herftelb'ng van den keurvorst „ van Keulen, geflegt worden, tot meerder beves„ tiging van dit verdrag zou men naa dat het vol3, daan zou zijn, gerekend worden, wederzijds te hebben afgeftaan van alle eifchen oude en nieu„ we welke men ten. lasten van eikanderen meen3, de te hebben, en naademaal men overeen geko„ komen was, en bij de plegtigfte afftanden vast„ gefteld hadt, dat de kroonen van Frankrijk en „ Spanje nooit zouden vereenigd worden, op het „ hoofd van een en den zelfden koning; zoo ver „ bonden de koning van Frankrijk en de ftaaten „ zich om nimmer iets te doen, of te gedoogen, ,, 't welk daar toe ftrekken mogt. Frankrijk zou a, ook geene voordeelen in den koophandel op  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 285 „ Spanje en op de Indien genieten dan die het ten „ tijden van Karel den II. , gehad had, of die te gelijk aan alle andere handeldrijvende volken „ werden toegedaan. Zullende de wederzjjdfche „ onderzaaten zig moeten onderwerpen aan de oude wetten op den koophandel in Spanje en de „ Indien. De koning'zou zorgen, dat de zaaken „ van den Godsdienst in. het Duitfche Rijk gehouj, den werden overeenkomstig met de Westfaal„ fche vreede. Hij ftond toe , dat Rijnfelds en „ St. Goar bleeven aan den landgraave van Hesfen ,, Kasfel, mids de Roomfche Godsdienst aldaar ge„ oeffend werd, gelijk tegenwoordig, en men re„ delijke voldoening gave aan den prince van Hes„ fen- Rijnfelds. In geval van onverhoopte vree„ debreuk, zouden de wederzijdfche onderzaaten ,, negen maanden tijds hebben om met hunne goe,, deren te vertrekken. De ftaaten begreepen in „ dit verdrag Grootbrittanje en alle andere bond" j, genooten, die in den tijd van zes weeken, ver„ klaarenzouden de vreede aan te neemen: voorts, ,, de Zwltzerfche kantons, bijzonderlijk de Prote's,, tantfche , benevens derzelver bondgenooten, ,, met naame Neufchatel, St, Gal, Milhaufen en ,, Biennei, ook de Grifons of Graauwbunders, de „ fteden Bremen en Embden, en alle zodanige ,, vorsten als 't hun verzoeken zouden. De ko,, ning zou binnen zes maanden verklaaren wie hij „ begrijpen wilde in de vreede. Het verdrag zou .„ wederzijds binnen drie weeken bekragtigd wor- XX. HOOFDST. VERVAL.' I  XX. HoOFDST. VERVAL. 285 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL » den- 0ok zou men er register van behouden, » ln alIe de parlementen van Frankrijk, en in de » hovcn der vereenigde Nederlanden, daar zulks „ gebruikelijk was". In drie afgezonderde punten werd nog beloofd: „ dat de koning van Frankrijk i> Spanje met de Staaten zou bevreedigen , en i} deezen de voordeelen in den koophandel bezor3, gen, die hun, bij de Musterfche vreede, waren 3, toegeftaan. Dat de ftaaten het huis van Oosten33 rijk bij het overgaan der Spaanfche Nederlanden » verbinden zouden tot naarkoming der punten „ met opzicht in deeze Nederlanden in dit verdrag 3, beraamd, dat zij ook deeze overgifte niet zou „ den doen, dan naa dat Sardinië zou zijn afgeftaan li aan den keurvorst van Beieren. Dat Frankrijk 3, wijders gemagtigden zou mogen zenden op de 33 bijeenkomst, die, van weege Grootbrittanje en 33 de Staaten, zou aangelegd worden, tot het rege3, len dei- regten op den koophandel in de Spaanfche Nederlanden. §. DCCCCLVI. Het verdrag van koophandel, welk vijf en twintig jaaren duuren zou, belfond uit vier en veertig leden, bij het zelve beloofde de koning „ de ingezeeten der vereenigde gewes„ ten niet zwaarder te zullen belasten, dan zijne 33 eigene onderdaanen: Den invoer van allerlei ge33 zouten haring, die bij een arrest van den jaare 33 1687. merkelijk belemmerd was, werd weder33 om vrij gefteld. Dezelfde ingezetenen van dee„ zen ftaat werden ontheeven van het regt van au-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 28/ baine, gelijk van ouds; onder contrabande waa„ ren werden alleen begreepen allerlei krijgsbe„ hoeften,als kanon,musquetten,mortieren, pe- tarden,bomben, granaaten, faufijzen, pekkran„ fen, affuiten , fouquetten , bandeliers, buss, kruit, lonten, falpeter, kogels, pieken, de„ gens, ftormhoeden, helmetten, cuirasfen, hel„ baarden, halve pieken, paarde zadels, hengs- zeis tot degens en diergelijken ; doch geene „ graanen, olijven, zout noch eenige andere mond,, behoeften, alle welken men ook naar vijandlijke ,, plaatzen, mids niet belegerd noch, geblokkeerd „ zijnde, zou mogen voeren, goederen van vrien„ den, in vijandlijke fchepen gelaaden, devijan,, den goederen in vrienden fchepen gelaaden daar „ en tegen vrij zijn. Men zou voortaan geen confuls houden in elkanders havens, doch zoo ,, men eenige andere amptenaars wilde aanftellen, „ zouden deezen zig moeten nederzetten ;ter ,, plaatze daar het hof zijn gewoon verblijf hield. „ Men zou niet gedoogen, dat eenige prijs door ,, eenige vreemde mogendheid op den koning of „ de ftaaten veroverd, in de wederzijdfche havens werd opgebragt. Bij een afzonderlijk punt werden de vereenigde gewesten ontheven van de 50 ftuivers vatgeld, behalven alleen , wanneer hunne fchepen koopwaaren voerden, van de eene plaats in Frankrijk naar de ander. §. DCCCCLVII. Met den keizer en het Duitfche Rijk bleef Frankrijk noch in oorlog. • XX. HOOFDST. VERVAL,  m HOOFDST. TERVAL. \ •288 ■ OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL Filips de V. nu voor koning van Spanje door Engeland en de Staaten erkend zijnde , zoo zond die vorst zijn gezanten om over de vreede te handelen. AANMERKINGEN op dit tijdvak. §. DCCCCLVIII. Om van het voorgevallene in dit tijdperk het regte denkbeeld te krijgen, dient men van de eerste oorzaaken af op te klimmen , en te onderzoeken wat verfchillende inzichten de vorsten van Europa hadden. —— De Rijswijkfche vreede was voornaamentlijk gemaakt door Frankrijk , om de bondgenooten door de vreede van eikanderen te fcheiden , of onderling te verdeelen. Lodewyk de XIV. had ont¬ werpen, die hem zulks noodzaakelijk maakten.— Naar den bloede , Frankrijk voorwendende, zoo naa als het keizerlijke huis, tot de Spaanfche opvolging geregtigd te zijn, indien Karel de II. zonder wettige kinderen naa te laaten ftierf; zoo kwam hier list, geweld, en de fijnfte ftaatkunde te pas., om dat werk naa de inzichten van het Franfche hof zijn beflag te geeven. Karel een vorst zoo zwak van geest als van lichaam, wierd door konftenaarijen van zijn hof gevleid en geleid, waar heen men wilde. Het huis van Oostenrijk en Frankrijk hadden ieder aan dat flegt beftuurd hof hunne aanhangelingen. De zwakke vorst  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 2 80 vorst was de fpeelbal, die alles deedt wat de heerrenende partij gebood. Maar bij de vorsten van Europa, het ftelzel van 't evenwigt der magten van tijd tot tijd meer kragts krijgende, zoo was ieder van hun op zijn hoede, om de ftaatsorkaanen en oorlogen te keeren, die hun boven het'hoofd hongen en dreigden, wanneer twee magtige koningrijken zich ondereen hoofd vereenigden. De gefchiedenisfen zoo van de oude als laatere tijden hadden de vorsten geleert, wat fchadens heerschzugtige koningen, wier fceptershet gebied voeren over uitgebreide rijken, het menschdom toebrengen, indien ze hun magt misbruiken. §. DCCCCLIX. Wonderlijk zijn da. draaing, wending , en keeringe der ftaackundige oogmerken in dit tijdvak. Naauwlijks beginnen de vorsten hun voorgeftelde rol te fpeelen, of oogenblikkelijkvallenergebeurtenisfen voor waarom men het gordijn laat vallen, om het toneel te doen veranderen voor nieuwe verfchijnzels. Een blijk dat zij, die in de ftaatskabinetten zitten, in hun denken en doen zoo onbeftendig en veranderlijk ■zijn als de mindere ftanden des volks. 'sMem fchen begrippen zijn van den fcepter tot de fpa te eng beperkt, het oogpunt onzer daaden verliest zich zelve in te verre afftanden waar door ons. zelfs belang ongeregeld, en aan geduurige veranderinge onderworpen wordt. • Is dit een waar¬ heid, die een Wijsgeer toeftemt, en een mensch van gezond verftand niet lochenen kan, dan zal IV. Deel T XX. VE1VVAL. j  XX. hoofdst. Verval. 290 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL het ons bij onderzoek niet vreemd voorkomen, waarom de ftaatkundige inzichten in dit tijdperk zoo dikwijls veranderen. Het huis van Oostenrijk en Frankrijk waren hier twee magtige mededingers. In het eerste huis de keizerlijke waardigheid als gevestigd zijnde, zo zagen de Vorsten van Europa niet gaarne de Spaanfche kroon met het keizerrijk vereenigt, zoo min als de Spaanfche kroon met het huis van Bourbon. De Keizerlijke en Franfche inzigten , zo wel als die van de vorsten van Europa dus ftrijdig tegen elfanderen zijnde, en Lodewijks uitgeputte fchatkisten en verarmde onderdaanen geen oorlog kunnende veelen, zoo zogt die vorst door tusfchen komst van koning Willem den III, wiens magt en bondgenooten hij vreesde, een verdrag van verdeeling te bewerken, waar bij de Spaanfche kroon op den keurprins van Beijeren , noch een kind en een medeerfgenaam van de Spaanfche nalaatenfchap,naa overlijden van Karel den TL zou komen; terwijl men den Daufijn de koningrijken Napels, Sicilië en eenige landfchappen, en den aartshertog Karel den ÏT. zoon van keizer Leopold het hertogdom Milaan zou bedeelen, onder beding dat Lodewijk de XIV. dan, voor zich en zijn opvolgers, voor altoos afftand deedt van zijne verdere eisfchen op de Spaanjche kroon, zich vergenoegende met het reets aangewonnene in zijne ftaaten. Karel de II. Ichoon een arm vorst van geest was geftoort over zoodanig een verdrag , wijl men  DEK. VEREENIGDE NEDERLANDÊN. 20*. hem daar door wilde benêemen 'het regt van be-> fchikking over zijn kroon en nalaatenfchap zender hem of zijn volk daar in te kennen. Geen prins van zijnen huize daar toe durvende voorftellen, zoo was hij wel ten deele genoodzaakt bij zijn uiterfte wil den keurprins van Beijeren tót zijn opvolger te benoemen. Maar ziet, noch voor KA,Rels dood ftietf die jonge prins van Bsijeren, Waar door alle de reets gemaakte ontwerpen in rook verdweenen. ■ De Itaatkundigfte vernuften ileepen toen hun brein om nieuwe ontwerpen van verdeelinge te maaken. .In een daar van fchikte men 't koningrijk Spanje en de Westindien den aartshertog Karel toe, Milaan den hertog van Lotharingen en dit laatftgcnoemdeden Dau= fijn. Maar de keizer voor zijn zoon het Spaanfche Rijk onverdeeld begeerende, zoo kreeg hij vervolgens zoo min het een als het andere; fchoon het Oostenrijkfche huis even het grootfte regt op de kroon had, om dat Karel de II. maar als een vruchtgebruiker moest aangemerkt worden, welkt het regt niet hadt, om bij uiterfte wille over de opvolging te befchikkem Hét hof van Weener, floeg ook tot bereiking van zijn oogmerk verkeerde wegen in, men verltond de kunst niet om de Spaanfche natie te vleien, gevende zelfs verfcheide redenen tot ongenoegen aan Karel den IL zc dat alle zijn verzoeken aan 't keizerlijk hof geweigert wierden, en de aartshertog zich niet ontzag: om op een beledigende wijze van de SpaanfcJn T 2 XX. Hoot'DSTV VERVAfc. j  XX. HOOFDST VERVAL. 292 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL te fpreeken, het gene overgebriefd wordende oorzaak tot haat en partijfchappen gaf, daar in tegendeel de Franfchen de Spaanfche natie wisten in te neemen door vriendelijkheden, zoo dat zelfs de rrotfche Lodewijk de XIV. door zijn toegeefelijkheid op de Rijswijkfche vrede, omtrent Spanje , den nationaalen haat ten deele hadt uitgewist. — Een blijk dat het in de ftaatkunde is even als. in de menfchelijke zaamenleving,alwaar een befchaafde vriendelijkheid, al is ze niet oprecht, en maar in fchijn,nogthans de harten weet' te winnen,daar in tegendeel een trosch en bars mensch, in wat rang geplaatst, zich den haat van een ieder op den hals haald. §. DCCCCLX. In.deezen toeftand van zaaken, dat alle vorstelijke oogen uit hunne ftaatskabinetten het Spaanfche hof gade. floegen, was de zieltoogende Karel de II. fteeds omringd van zijn vrouws bloedverwanten en priesters, die maar wagten om uh.zijn mond zijn laatfte wil te verneemen. Zijn zwak lighaam gefolterd door kwaaien, en bewoond van een laagen geest, zogt hulp en raad bij de Spaanfche groote regts- en Godgeleerden. Ja zelfs bij paus Innocentius den XII. Toen fchikte zich alles ten voordeele van Frankrijk. — Philips, tweede zoon des Daufijns, werdt bij Karels uiterfte wil tot zijn Rijks opvolger benoemt, en bij ontftentenisfe van jonger zoonen van Frankrijk, verviel het Rijk aan den aartshertog Karel, mids dat het keizerrijk niet met de Spaanfche kroon  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 293 zou kunnen vereenigd worden,'en naa aflijvigheid van deeze prinfen aan den hertog van Savoye. Karel de II., door zijn kort daar op voorgevallen dood, die uiterfte wil bekragtigd hebbende, geraakte Europa in beweeging, voor al zoo dra men vernam dat Lodewijk de XIV. van het verdrag van verdeeling afging, en zich aan de uiterfte wil van koning Karel hield. • Ieder der partijen fterktc toen zich door onderlinge verbonden, de wapenen wierden gewet, het oorlogszwaard moest uit de fchede. De keizer maakte door tusfchenkomst van Engeland en de Staaten, vrede met de Porte, om met des te meer magt Frankrijk te beoorlogen. — Van der Staaten weegen voorzag men ook allerhande gevaaren uit Lodewijks gedrag. De Spaanfche Nederlanden, de voor- muuren van ons land in Franfche handen, vrees voor het herleven der oude eisfchen op onze gewesten, de nadeelen die de koophandel zoo ter zee als langs de rivieren nu ftond te lijden, het ontrouw gedrag van Lodewijk den XIV., ftrijdig met de gemaakte verdragen, dit een en ander door een Engelsch vergrootglas befchouwt,voor al toer Frankrijk de onvoorzichtigheid hadt, om den prins van Wallis of pretendent Jacob den III, den tijtel van koning van Grootbrittanje te geven, was redenen genoeg voor ons om deel te neemen in deezen oorlog, want zoo dra men fchade voorzag uit het openen der Schelde, de Oost- en Westindifche en Lsvantfche handel, hadt men de koopfteT 3 XX. HoOFDST. VERVAL.  XX. Hoofdst. verval. j i ] s ( I I 1 t 2^4 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL den in zijn belang. Ja, wegvliegende in verbeelding, dagt men een gedeelte der Spaanfche Nederlanden tot loon van onzen onderftand te krijgen. Doch hoe bedriegelijk zijn de ftaatkundige herfenfchimmen, het is als met de aangenaame droomen, men verheugt zich daar in zoo lang men flaapt of fluimert, maar ontwaakende ziet men van agteren zijn dooling. Het is waar het ftaatkundig. gedrag van Lodewijk den XIV. vereischte wel behoedzaamheid: Een vorst van dien heerschzugtigen aart svas niet zeer te vertrouwen, te meer daar hij het Dogmerk hadt, om de Spaanfche Nederlanden aan ïijn kroon te hegten, en dit hem misfende bemerkte , dat Spanje dezelve ten behoeve van het mis van Beijeren afftond, die op het allernaauwfte net Frankrijk verbonden was. Maar de vraag s, of wij door onzijdig te blijven niet meer hadlen kunnen bedingen en krijgen van Frankrijk, dan net den oorlog, voor al indien wij ons van een ;enoegzaame land- en zeemagt voorzien hadden — loch koning Willems invloed op de ftaatsvergalering, en onze aangegaane verbintenisfen met den Keizer en Engeland, maakten ons afhanglijk van die /orsten, zoo dat naa de dood van koning Wilem , wij zelfs verpligt waren de genome maatreden te volgen. Gelukkig was de oorlog oor de bondgenooten. Lodewijk de XIV, ïadt geen Condóes, Türennes of Luxemburgs leer, die zijn legers gebooden, zelfs doormatres, en geregeerd, welke door haare heimelijke han-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 295 delingen het Rijk beftuurden, zoo werdt het gebied over de Franfche legers dikwijls aan onbekwaame veldheeren opgedragen, 'skonings geldmiddelen waren in verwarring, en in onbekwaame handen. — Lodewijk de XIV. bijgenaamd de groote, verdiende dien tijtel nietmeer,nu hij die groote ftaatsmannen Colbert en Louvois en de hier boven opgenoemde bekwaame veldheeren miste; daar in tegendeel der bondgenooten legers geleid wierden door de twee grootfte veldheeren van hunnen tijd, Marlbourouch en prins Eugeniüs. Roemrijk waren hunne krijgsbedrijven, en nooit heeft ons vaderland zich ontzaggelijker voor zijn vijanden getoond dan in deezen oorlog; zoo dat zelfs de trotfche Lodewijk aan hun de vernederenfte voorfiagen tot vrede te Geertruidenberg moest laaten doen; maar die afgeflagen werden, om dat men Frankrijk in zommige punten mistrouwde , en Lodewijk de XIV. noch meer vernederen wilde, ■ doch'r. bleek van agteren dat wij hier in dwaalden, want wel befchouwd, zoo kosten ons alle die zegenteekenen zulkeonnoemelijke fommen gelds, dat 's lands fchatten uitgeput, en met zoo veele ftaats-fchulden belast raakten , dat men genoodzaakt wierd » tot betaaling der renten en het onderhoud van den ftaat van tijd tot tijd de lasten der iugezeetenen te vermeerderen, tot aanmerkelijk verval der Fabrieken en fchade des koophandels. —— Zijn dit nu de gevolgen van de voordeeligfte en roemrijkfte oorlogen voor ons vaderland geweest, daa ma. T 4 XX. rloOFDST* ' VERVAL.  XX. HoOFDST. verval. 'j 296 -OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL gen wij met reden roemen op het wijs gedrag onzer hooge magten in laatere tijdvakken, toen wij ons in de oorlogen tusfchen Engeland en Frankrijk onzijdig hielden. §. DCCCCLXI. Den oorlog dus gelukkig voortzettende, met oogmerk om den aartshertog Karel op den Spaanfchen throon te plaatzen, zoo,kwam er door het'fterfgeval van keizer Josephus, die zijn vader Leopold was opgevolgd, weder een geheele omkeer in het ftaatkundig zaamenftelzel van het evenwigt der magten van Europa , want de aartshertog tot keizer verkooren zijnde, zoo waren de bondgenooten ongenegen om dé Spaanfche kroon met het keizerrijk te vereenigen. Hier door veranderde weder alles van gedaanten, en den bijnaa ontthroonden Philips den V. begon nu het geluk der wapenen mede te loopen. ■ Hier kwam noch bij de verandering in het Engelsch minifterie, de Whigs moesten voor de Torijs wijken , de hertog van Marlbourouch raakte in ongunst bij koningin Anna. Frankrijk bediende zich hier van om afzonderlijk met Engeland over de vreede te handelen. Die natie ondankbaar als de Atheeners, ontnam den grooten Marlbourough het bevel over het leger, voorngenomen met de bijzondere voordeelen van den koophandel die Frankrijk hun aanbood, met en senevens het behoud van Port Malton en Gibral',er , waar door zij de fleutel van de Middeland. rche Zee verkreeg, zoo handelde zij in het hei-  DÉR VEREENIGDE NEDERLANDEN. 297 melijke met Frankrijk. Ja! zelfs ging men zoo verre van het gefloote tradtaat van barrière af, dat men voorftelde om de vereenigde gewesten maar alléén vrijheid te geven (bij nood) wanneer Frankrijk hun met een oorlog dreigde, of vijandelijk aanviel in zommige barrière ftéden bezetting te leggen. Ormond hun veldheer had heimelijke orde geen vijandlijkheden meer te plegen tegen Fr ankrijk, en ziende dat hij zich niet langer kon verfchoonen gaf hij kennis van den getroffen ftilftand van wapenen, waar van zich Frankrijk bediende, en de bondgenooten gevoelige flaa- gen toebragt. Kan men van Lodewijk den XIV. wel een ontrouwer gedrag opgeeven? Neen! verdraagen te fchenden! met den vijand te handelen ten nadeele der bondgenooten! Dit zijn in hun oog maar beuzelingen! Hun gantfche gedrag toen "en vervolgens gehouden, bewijst ten klaarsten dat de Engelfche ftaatkunde ten doelwit had, om den koophandel der vereenigde gewesten te bederven , ten einde op de puinhoopen van ons bederf hun geluk te bouwen. Wat natie zoo van de oude als nieuwe waereld, heeft zich ooit vermeeten om haar gebied op Zee zoo verre uit te ftrekken, en zich aldaar regten aan te maatigen, ftrijdig tegen het bij alle volken aangenoome natuur- en volksregt als de Engelfchen deeden. §. DCCCCLXII. De Utrechtfche vreede was door den afval van Engeland dus noodzaakeiijk 'voor den ftaat en de bondgenooten, gelukkig T 5 XX. IOOFDST. 'ER VAL.  XX. HOOF0ST VERVAL. •293 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL voor ons dat het Franfche Rijk te zeer uitgeput 1 was om den oorlog te vervolgen. IH Enge. land wende men ook voor, dat het volk te onmagtig was een oorlog uit te houden, die men voorgaf dat zedert 1706. ruim 30miljoenen ponden fterlings gekost had. —- De ftaaten nu mede ziende , dat zij geen kans meer hadden om de volkome oppermagt over de barrière fteeden te verkrijgen, was ook het best vreede te maaken. Hun verdrag van koophandel met Frankrijk was zoo voordeelig als men naar tijdsomftandigheden konde begeeren, doch door toedoen der Engelfchen waren de barrière zoo voordeelig niet geregeld als men wel begeerd had. Van het overkwarticr van Gelder kreeg de ftaat ook maar een gedeelte, en het overige de koning van Pruisfchen. ■ Heimelijk werd aan de wooninge der Engelfchen dit vreedes verdrag gcteekcnd , uit vrceze van anders door de Keizerfche en Duitfche gevolmag- tigden daar in verhindert te zullen worden. - De vreugde over de vreede was onder het gemeen niet groot, wijl men naar het voeren van een roemrijke en voorfpoedige oorlog, een voordeeliger vreede verwagt had, het geene eenig- lijk en alleen de fchuld der Engelfchen was. , Een blijk hoe de fchrandere ftaatkunde zich bedienende van de verfchilïende hofpartijen dikwijls meer voordeel kan behaalen dan de bekwaamfte veldheer door de roemrijkfte overwinir'nge met de wapenen. - • ■ - Want door gebruik te  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 299 ïnaaken van de verdeeltheden tusfchen de Whigs en Torijs in ' Engeland, bereikte Frankrijk zijn oogmerk, om de bondgenooten te verdeelen, Lodewijk de XIV. kende het zwak der Engelfche natie, en verkreeg, door hun zelfs meer te belooven dan hij naakwam, dat Rijk in zijn belangen. Uit welk gedrag men zien kan hoe weinig ftaat men op bondgenooten maaken kan. e De vijand bediend zich gemeenlijk van de list, om door groote belofte van voordeelen, deeze of geene der bondgenooten tot onzijdigheid te beweegen, of in zijn belangen over te haaien, waar uit een fcheuring en verzwakking ontftaat, die veeltijds het bondgenootfchap in duigen doet vallen. Het helpt weinig of men zich onderling verbind, geen afzonderlijke vreede met den vijand te maaken; — neen! in de ftaatkunde blijft: men zoo lang getrouw, als het zelfs belang zulks vordert. -— Hierom was de keizer wel genoodzaakt om mede kort naa de Utrechtfche vreede met Frankrijk te fluiten ; vcrlaaten van bondgenooten , was het hem niet geraaden, tegen Frankrijk en Spanje langer te oorloogen, §. DCCCCLXIII. Dit tijdperk is voorgantsch Europa aanmerkelijk , wie zou het zich hebben kunnen verbeelden, dat het woeste volk van dit waerelddeel, alwaar koophandel, kunsten en weetenfchappen verbannen, en een goede ftaatkunde onbekent was. zoo fpoedig uit de diepfteonkun-> de getrokken knndc worden ,dgt het licht van ken- XX; [OOFDST. ERVAL,  XX. HOOFDST. VERVAL. 300 OPKOMST , VERVAL EN HERSTEL nisfe die voortgangen bij hun maakte ter befchaving en verbetering', dat hun magt en vermogen daar uit voortvloeiende zoo gedugt voor Europa is geworden , dat de magtigfte vorsten thans de vriendfchap van dat Rijk zoeken, en voor de kragt van deszelfs wapenen vreezen. Een verfchijn- zel nieuw in zijn zoort! en dat een vorst als Czaar Peter noodig had om uit te voeren! Plet Rusfifche Rijk is aan hem zijn grootheid verfchuldigt! Waar vind men vorsten die zich zoo laag willen vernederen om hun throon te verlaat en, ten einde in vreemde landen onder de laagfte (tanden des volks handwerken te gaan leeren, iv'aar voor zich een gegoed burger zou fchaa- men. Geen wonder dat kunsten en weeten- fchappen bij zulke vorsten befchcrmd en gezogt worden. Door rijke belooninge lokte Peter de groote (een eernaam hem waardig) bekwaa;ne vreemdelingen in zijn Rijk, ter befchaving van zijn volk, en om kunsten, weetenfchappen :n koophandel te doen bloeien. Bezield met moed en ftandvastigheid, zoo ftrekten zijn nederlaagen tegens den krijgskundigen Karel den XII. voor hem tot een oeffenfchool, om uit te leeren , hoe hij vervolgens zijn vijand zou kunnen overwinnen. Europa was in dit tijdperk van •ondsomme in de wapenen. Karel de XII. deed vonderen van dapperheid tegen de Rus/en, en ratthroonde Augustus koning van Poolen. Het s'oorden beefde voor hem, Frederik de IV. kc»  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 30I ning van Denemarken werd genoodzaakt de vreedé met hem te fluiten; doch die ftrijdbaare vorst ondervond wel haast, dat hij door zijn overwinningen zijn vijanden leerde, ,hoe ze hem eindelijk met voordeel konden bevegten; zoo dat hij het gewonnene kwijt raakte en zelfs zijn bezittinge in Duitschland verloor. Een fpreekend voorbeeld, hoe weinig ftaat. te maken is op het geluk der wapenen, voor al wanneer men met ftand- vaftige vijanden te doen heeft. — Alle deeze oorlogen zoo tegen den Turk, als in het Noor* den, veroorzaakten, dat gene dier vorsten deel konde neemen in de fuccesfie oorlog tot de Spaanfche opvolging. Van die gunstige gelegentheid bediende zich ook de keurvorst van Brandenburg, ' om den tijtel van koning van Pruisfen te verkrijgen. Een koningrijk dat fchoon het jongfte der koningrijken van Europa,thans onder Frederik den Grooten tot die hoogte gefteegen is, dat het gevreesd van vijanden, en gezogt van vrienden zich ontzaggelijk gemaakt heeft in ons werelddeel , in welke het zelve met de Rusfen, het grootfte evenwigt der magten uitmaakt , daar bevoorens deeze beide Rijken in dat ftuk naauwlijks in aanmerking kwaamen. Waar uit men leeren kan dat de koningrijken, even als de huisgezinnen en geflachten door een wijs beftuur gebouwt worden, en tot een zekere grootheid vari magt en vermogen klimmen kunnen , wijl intusfchen weer andere door eene üegte regeering hun aanzien, en grootheid ver- XX. HOOFDST. VERVAL.  góa OPKOMST, VERVAL, EN HERSTEL XX. IIOOFDST. VERVAL. liezen, om plaats te maaken voor deugd- en werkzaamer natiën of huisgezinnen, ten olijke dat de wijze Voorzienigheid zijn zegeningen meest uit4 deeld aan die volken, wier regeeringert gefchikt en beftuurt worden, overeenkomstig de grootfté Welvaard des volks. §. DCCCCLXIV. Doch het word tijd, om in dit tijdvak het oog op ons gemeenebest te vestigen. * Door de dood van Willem den HL onderging ons land een groote verandering. « Deeze vorst tot ftadhouder verheeven in een tijd, dat ons land' aan den oever van zijn ondergang was, had hem groote achting doen verwerven bij de Nederlanders, die hem befchouwden als de ver- losfer van het vaderland. De zogenaamde Louvefteinfche faStie, nü meest geheel uit het bewind van regeering geraakt zijnde, zoo zaaten nu grootendeels 's prinfen lievelingen op het kusfen, waar door deeze vorst fchier alles beftuurde naar zijn wil en wensch,doch hij toonde teffens bij deeze en geene omftandigheden, dat fchoon vorst, hij evenwel een mensch Was, die dwaalen kon. Niemand die onpartijdig denkt, zal hem zijn verdiende eer weigeren, welke hem als een waardig vorst en bekwaam krijgsman toekomt. Heeft hem het geluk der wapenen niet mede geloopen ; hij had ook te ftrijden met de bekwaamffe veldheeren van zijnen tijd. ■ Zonder wettige kinderen ftervende, zoo bleeven zijne waardigheden onvervuld, en werd de voorige ftaatsregeering bij  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 303 de meeste gewesten herfteid. Deeze verandering van regeeringsvorm ging over al niet even eensgezindt. Tweefpald in de ftedelijke regeeringe tusfchen de regenten en hunne aanhangelingen verwekte hier en daar fehadelijkeberoertens, maar met opzicht tot de belangens van ftaat, leefde de geest van koning Willem in de ftaatsvergaderingen , om dat de eerste ministers konfngs gezind waren; van daar, dat zijn dood weinig of geen verandering veroorzaakte in de ontworpen en geflooten verbonden tot beteugeling van Frankrijks aanwabfchende magt. Het ftaats fyftema liep daar op uit, om te beletten dat de Spaanfche Nederlanden niet in het huis van Bourbon overgingen, en dat de Spaanfche kroon, zoo min met de Franfche als Keizerlijke kroon vereenigd wierd. -— De inrukking der Franfche troepen in de fterkfte plaatzen der Spaanfche Nederlanden, welke de ftaaten als hunne voormuuren aanmerkten en daar ze zelfs bezetting in hielden, bragt hun in zoodaanig een engte dat zij in dien nood Filips als koning van Spanje moesten erkennen. Maar vervolgens zich verfterkt hebbende door verbonden van onderlinge befcherming met magtige vorsten tegen Frankrijk, zoo wikkelden zij zich in de Spaanfche fuccesfie oorlog, met oogmerk om in de Spaanfche Nederlanden eenige verfterkte plaatze te verkrijgen tot een voormuur, om ons te beveiligen voor de invallen der Franfchen. -— Of dat nu van zoo veel aanbelang voor ons vaderland XX. tlOQFDSTo i'ERVAL.  XX. HOOFDST. VERVAL. 304 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL was, om er zoo veel bloed en geld om te verfpillen zal ik nu eens onpartijdig onderzoeken. §. DCCCCLXV. Om hier wei over te oórdeelen, dient men eerst kundig te weezen van de vorderingen, die men in de krijgskunde gemaakt heeft,— en van het oogmerk der vestingen. Zedert dat het buspoeder uitgevonden is, zoo hebben de drie deelen der krijgskundige weetenfchappen, 1) de Taktika, van welke de kastramentatie een aanhangzel is, 2) de Artillerij, 3) de Fortificatie, waar toe ook behoord de kunst om vestingen aan te vallen en de verfterkkunde in het veld een groote verandering ondergaan. Ja! zedert een eeuw zijn deeze weetenfchappen tot een aanmerkelijke trap van volmaaktheid gekomen, de bommen zijn eerst in 't jaar 1636 door de Franfchen bij de belegering van Dole gebruikt, en de gevaarlijke Ricochet fchooten zijn maar ruim 80 jaaren oud, de mijnen fchoon van een ouder datum hebben een grooter trap van volmaaktheid gekregen door Belidor, met zijn uitvinding de Clobe de compresfion genoemt, waar doormen de mijnen een directie kan geven, waar heen men wil. En fchoon de krijgshiftorie tot het midden van de voorige eeuw, meer voorbeelden van mislukte, dan van gelukte belegeringen oplevert, zoo heeft nogthans de Fortificatiekunde zedert die tijd zoo veel volmaaking verkregen, dat geen fteden meer beftand zijn voor wel beleide belegeringen. Zoo dat het een volftrekte onmogelijkheid geworden is, om  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 3 05 om" de fteden die niet ontzet worden, of dat den belegeraars de toevoer afgefneeden kan worden, onwinbaar te maaken. De groote Vauban verbeelde zich zulks wel van Landau, maar die vesting is in de Spaanfche fuccesfie - oorlog wel viermaal belegert en naar een hartnekkige tegenweer verovert geworden. Men acht het zelfs vermeetenheid, wanneer men zich langer verweerd dan de regelen der kunst opgeeven, om dat er zekere aangenoome ftandpunten zijn waar in de vesting (zonder hoope vau ontzet) zich dient over te geeven, zoo de kommandant de regels der krijgskunde wil volgen. — De laatste Oostenrijkfche fuccesfie-oorlog heeft eindelijk voldoende beweezen de onhoubaarheid zelfs der best geachte vestingen. Dit zoo zijnde, kan men met grond zeggen, dat barrière of voormuuren toen ons dat nut nier meer konden doen dan voorheen. Het vodimaame oogmerk der vestingen, het welke daar in beftaat, om een land voor vijandlijke aanvallen onwinbaar te maaken, is dus verijdeld, het eenige daar. zij noch dienstbaar voor zijn , is om zich voor een overrompeling te beveiligen en tot een rugfteunvan een te zwak leger te dienen. — Want hem, die meester van het veld is vallen ook de fteden in handen, met gevolg dat een groot aantal volks in de belegeringe omkomt en krijgsgevangen gemaakt word, gelijk wij in den laatften oorlog tegen Frankrijk ondervonden. Ja de uitgeftrekte barrière geeft meer verzwakking dan verfterking IV. Deel. V XX. eioofdst. herval.  306 OPKOMST, VERVAL EN HER3TBL XX. HOOFDST. VERVAL. . aan een land. Hec is met de ftaatkundige lichaamen, als met de mechanifche werktuigen, die verzwakken, indien men niet een volmaakte evenredigheid tusfchen last, magt, en zwaarte der werktuigen in acht neemt. Is dit nu zoo, wat nut heeft men dan aan barriere fteden,die onnoemelijke fchatten aan den ftaat kosten, en waar onze krijgsmagt, zoo wij geen meester in 't veld zijn, in 's vijands handen valt; kunnen zoodaanige voormuuren van eenig wezendlijk nut voor ons vaderland zijn? te meer daar ze doch zijn en blijven de eigendom van andere vorsten. * Geen keizer Josephus of Frederik de groote zoeken hun befcherming of verweering in de vestingen. Was het dan niet beter om dat geld te befteeden tot verfterking van onze eige frontierfteden , en te zorgen voor de befcherming van Rhijn en Tsfel door aldaar de ondieptens weg te neemen ten einde de vijand niet gelijk in 't jaar 1672. dezelve konde doorwaaden, dit doende en op zommige plaatzen fterktens opwerpende, zou men zijn vaderland op een veel onkostbaarder manier kunnen befchermen met een kleinder krijgsmagt, dan door barrière, die zoo veel troepen noodig hebben, dat er voor de legers weinig volk overfchiet. Voor al, zoo men in tijds en niet te laat zich er van bedient daar het mogelijk is om de landen onder water te zetten , niets is meer beftand om den vijand te fluiten dan dit, en bier door werd Lodewijk de XIV, in 1672. uit  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 3OJ Holland gekeert. Het water is de fterkfte voor-^ muur voor een land, en maakt de naderinge onmogelijk, vooral zoo de afleidingen geweert kunnen worden. i Ik vertrouwe dus dat ieder die dit een en ander aangehaalde onbevooroordeeld overweegt, het nüttelooze en fchadelijke der barrière fteden voor ons vaderland zal moeten toeftemmen, te meer als wij ons niet door verbonden van onderlinge befcherminge inwikkelen in oorlogen te land, *— maar ons altoos aan de onzijdigheid houden. Opmerkelijk is het in dit tijdvak en bevoorens dat de ftaaten juist zoo bezorgt waren, dat de Spaanfche Nederlanden in geen Franfche handen zouden komen. — Ik weet wel dat Lodewijk de XIV. was een heerschzugtig vorst op wien men weinig ftaat konde maaken, maar was hij on~ fterfelijk? Konden uit andere huizen, welke deeze Spaanfche Nederlanden ten deele mogten vallen, niet even zulke heerschzugtige vorsten op- ftaan, als uit het huis van Bourbon? was men vergeten de heerschzugt van een Philips den IL koning van Spanje? Neen! deeze eeuw heeft ons in Poolen geleerd, dat uit huizen die in de voorige eeuw weinig opmerking verdienden, vorsten zijn gebooren die zoo wel weeten wat heerschzugt is als een Lodewijk de XIV. Een blijk dat het compas waar naar men in de ftaatkunde zijn cours inrigt, mee veele miswijzingen heeft. Dit alles nu bij eikanderen genomen, waren de Spaanfchem Nederlanden voor ons dan een oorlog waard; V 2 XIX. lOÖFDST. 'ER.VAU  XX. Hooedst. VERVAL. 308 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL Gelukkig voor ons dat de inwendige flegte ftaat van Frankrijk en Spanje niet toelieten om langer te oorlogen, het zou ons anders jammerlijk opgebroken hebben. Ja God beware ons vaderland, dat wij nimmer aan de barrieren ons zoo veel gelegen laaten leggen, dat we door onze ftreng te fterk vast te willen houden, ons in oneenigheden wikkelen, die van allernadeeligfte gevolgen voor ons vaderland zouden kunnen worden. ■ Doch hier van op zijn plaats noch wel iets naders. §. DCCCCLXVI. Zie daar! de geringe voordeelen naar een roemrijke oorlog, indien wij nu hier tegen over in de weegfchaal leggen het goed en bloed tot dezelve verfpild, met de verliefen die onze Colonien en de koopvaardij leedt door gebrandfchat te worden of in 's vijands handen te vallen, om dat wij geen genoegzaame befcherming aan onze buitenlandfche bezittingen en koophandel verleenden, Frankrijks zeemagt, of fchoon mer. kelijk verzwakt, zoo dat hij geen vloot meer in zee kon brengen, bragt nogthans de Engelfche en Hollandfche fcheepvaart met kleine esquaders de gevoeligfte flaagen toe. — Een blijk van een wijs beftuur in de zeezaaken. Indien wij dus alles onbevooroordeeld overwegen, kon dan dit ontwerp om ons zelve te verbinden tot deelneeming in die Spaanfche fuccesfie oorlog, wel de goedkeuring van een weldenkend Patriot wegdragen ? Ik weet wel, men zal mij tegenwerpen, dat een republiek als de onze, die haaren handel over de gantfche  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 30Q Wereld uitbreid, niet onverfchillig kan weezen voor de gewigtige omwentelingen die van tijd tot tijd, dikwijls op den uiterften afftand van haare grenzen, voorvallen. Doch ik antwoorde hier op, dat ik meen beweezen te hebben bij mijne aanmerkingen agter het 17, 18 en 19de Hoofdftuk dat alle oorlogen naar de Munster/dia vrede fchadelijk en verderfelijk voor onzen koophandel zijn bevonden geweest, en dat wij die hadden kunnen voorkomen, zoo wij ons niet aan een te verre gaande factiezugt hadden overgegeven, waar door de ware belangens van het vaderland moesten agterftaan, voor de oogmerken der heerfchende partije. Neen! onze wapenen moeten beftaan in den arbeid van vernuft, de koophandel eischt vrede en vriendfchap met alle koningrijken en ftaaten , een wijze verftandhouding door bekwaame afgezanten aan de hoven van Europa om de belangens van onzen ftaat waar te neemen, tot voorkoming van oneenigheden en onderhouding van vriendfchap,kunnen ons vaderland van meer nut en dienst zijn dan de roemrijkfte krijgsbedrijven, de ftaat kan daarom niet te kies zijn in het verkiezen van eerste minifters, en afgezanten, door hun wijs beleid en beltuur, zijn zij in ftaat, de gevaaren die het vaderland dreigen voor te komen. Ja! eene welbe- fluurde ftaatkundige trek beflist meenigmaalen meer, dan de gelukkigfte veldtogten der békwaamIte legerhoofden. Met opzicht tot de onzijdige mogendheden, gedroegen wij ons ook wy- XX. HOOFDST. VERVAL. 1  XX. HOOFDST VERVAL. 310 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ENZ. zeiijker in dit tijdvak dan in de voorige oorlog, en verbooden hun den koophandel niet op Frankrijk en Spanje, dan alleen in contrabande, fchoon ons de Noordfche mogendheden omtrent behandelden als wij hun bevoorens gedaan hadden. — Maar willen wij dit ftaats fystema van onzijdigheid, als het voordeeligfte voor ons vaderland, vast houden, dan moet onze zeemagt altoos zoo aanzienlijk weeaen, dat wij te aller tijd in ftaat en gereed zijn, om bij de eerft opkomende oorlog ter zee onze koophandel te befchermen, 't is dan geen tijd om eerst fchepen te gaan bouwen, als wij met een oorlog gedreigd of bereids aangevallen worden, en onze fchatten en colonien reets in 's vijands handen zijn. —- Zoo deeden onze voorvaderen niet! — Een gezonde ftaatkunde eischt zich te wapenen eer de vijand ons kan benadeelen. Niemand, welke het gefchiedkundige van dit tijdvak ingezien heeft, zal twijfelen, maar gaarne toeftaan, dat wij in deezen oorlog een aanmerkelijk verval, zoo in koophandel als fabrieken verkregen hebben. Ik zal daarom mijn verdere aanmerkingen over den koophandel fpaaren tot een volgend hoofdfr.uk.  DRUKFEILEN- Pag. 17 reg. 15 v. b. ftaat meest, lees minst. -— 19 2 v. b. . door. lees voor. -— 28 12 v. b. . zoeken, lees zogten. 37 op de kant . 1661. lees 1668. •— 42 reS- 11 v. b. ■ aanbelang was, lees aanbelang waren. .— 126 12 v. b. ■ hoorn, lees hooren. ■ 127 12 v. o. verhieven, lees verheven. ,— 129 7 v. b. laangzaam, lees langzaam. 132 6 v. o. aanbooden, lees gebooden. «—- 137 ii v. b. dit wonder zoo, lees dit zoo. , 148 2 v. b. , Utrecht, lees Rijswijk. 244 -— 4 v. b. r- dien, lees den. 368 h— 10 v. b. waren om, lees waren et voor om. —- 291 12 v. o. even, lees wel,