01 ,088 6986 UB AMSTERDAM  ONDERZOEK d e r OORZAAKEN van de OPKOMST, het VERVAL en HERSTEL der VEREENIGDE NEDERLANDEN. Behelzende dit Deel de geschiedenissen deezer landen . van den jaarë 1713- tot 1751. DOOR CO RNE LIS ZIELES EN. V. DEEL. TE UTRECHT, Bij G. van den BRINK, Jansz, Stadsdrukker en Boekverkoper. MD CC,L XXXII,   I N H OU D DER HOOFDSTUKKEN VAN DlT V IJ F D E DEEL. EEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Van de Utrechtfche vreede van 1713, totjian de vreede van Aken in 1748. Bladz. 1  INHOUD. TWEE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Van de Vreede van Aken, tot de dood van prins Willem den IV. in 1751. Bladz. 224  OPKOMST, VERVAL en HERSTEL DER VerEENIGDE NEDERLANDEN. EEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Van de Ütrechtfche v'reede van 1713. tot aan de vreede van Aken in 1748. §. DCCCCLXVII. JUevreedéte Utrecht geteekend zijnde, zoo vertrok de keizerlijke gevolmag- 1 tigde misnoegt op het Engel/die hóf en de ftaaten 1 naar Weenen. Frankrijks nieuwe voorflagen waren ook te vernederent voor het keizerrijk, doch wierden vervolgens aanneemelijker. —— Tusfche» V. Deel. A XXL lOOFDSfé 'ERVAIrf I7I3«  XXI. lIOOFDST. VERVAL. Vreede tusfchen Engeland en Spanje Tusfchen Spanje en Savoye. ( 1 2 OPKOMST} VERVAL EN HERSTEL Engeland en ^ werd ook de vreede getroffen Philips de V. verbond zig bij dezelve: /, om den „ handel op de Spaanfche Westindie,en in 't bii » zonderden flavenhandel, zoo lang het ver' „ dragvan asfiento duuren zou, te weeten, der » Waren,nochaan de Franfchen, noch aan eenig " andef V0lk te vergunnen. Gibralter zonder .» eemg grondgebied naar de landzijde, het eiland „ M.norka, enin't bijzonder Port Mahon werden >, aan Grootbrittanje afgeftaan. Sicilië zou aan „ den hertog van Savoye; doch, bij mangel van „ mannelijke nakomelingfchap, wederom aan Spanje komen. De koning van Spanje beloofde, de „ ingezeetenen van Katalonie algemeene vergiffe. nis, en bedong, dat die vanGuipuscoa opTerre„ neuve zouden mogen blijven visfchen, zoo zij » hun Te& daartoe bewijzen konden." - Maar het verdrag van koophandel was zoo voordeel]* Biet als de Engelfchen verwagt hadden. Met Spanje en Savoye werd ook de vreede getroffen, verkrijgende de hertog van Savoye daar bij het koningrijk Sicilië, met bevestiging van het hertoedom Montferrat, en hetregt van opvolging tot het Spaanfche Rijk, indien Filips de V. zonder naako melmgfchap overleed. Bij voorraad regelden de Engelfchen en Staatfchen ook de regten op de koopwaaren , die in de veroverde of afgeftaane 3laatzen der Spaanfche Nederlanden gevordert werlen. — Ter beveiliging van den koophandel op Se Middelandfche Zee en Levant, floot de flaas  DÈR VÈREENIGDÈ NEBERlANDÈ?:. § verdraagen met Algiers , Tunis en Tripoli. Berhice de brandfchattingaan de Frünfchen noch niet voldaan hebbende, zoo werd deeze colonie de eigendom van vier kooplieden, die bij accoörd dié brandfchatting betaalden. §. DCCCCLXVI1I. De Noórdfche oorlóg bleef noch voortduüren, en de flaaten werden door Denemarken aangezogt om volgens het verdrag van Travendal er deel in te neemen, doch hadden daar geen ooren naa. Ih Duitschland zoo wel als Spanje de keizerlijke wapenen niet gelukkig zijnde, zoo werd de vreedes onderhandeling tusfchen1 den Keizer en Frankrijk hervat, en te Radjlad geteekendi ■—— Breizak , Fryburg , eh meer anderë plaatzen beneevens de Spaanfche Nederlanden, IVTzpels, Milaan, Sardinië en dè plaatzen op de kust van Toskane, die hij thans bezat, bleeven aan den Keizer. Landau Verkreeg Frankrijk. Keulen én Beieren wierden in 't bezit hunner goederen eri waardigheden herlield , en Hahover als een keur- Vorstendöni erkend. Te Baden werd dok dé Vreede met het Keizerrijk en Frankrijk geflooten, op den grondflag der verdraagen van JVestfaalen , Nieuwmegeh en Rijswijk. §. DCCCCLXIX. Eindelijk werd met Spanje eh de Staatenook een vreedes verdrag getroffen, Waar van de voorhaariifte punten op deezen zin uitliepen. ■„ Bet verdrag van Munster van 't jaar 1648. werd >> gelegd tot een grondflag van het tegenwoordig a verdrag, uitgenomen, dat het 5. en 6. pünt vaü A i XXI. HoOFDST. VERVAL. Tusfchen de Staaïen Algiers, Tunis eii Tripoli: 1714° Vreedes onderhan. delingen tusfchen den Keizer en Frankrijk te Radjlad geflooteru Te Êaden tusfchen Frankrijk en het Keizerrijk. Vrèè&èé verdrag lusfcheri Spanje éfï le Staa?en;  XXI. Hoofdst. verval. 4 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ het Munsterfche ■alleenlijk opzicht zouden heb„ ben op de ingezetenen der vereenigde gewes„ ten. In het ftuk van den koophandel in Europa, „ zouden de wederzijdfche onderzaaten gehandeld „ worden, als de meest begunstigde volken. De „ koning zou bevej geeven, om in de Zeelieden „ van Spanje bekwaame begraafplaatzen toe te Hellen, voor de onderzaaten van den ftaat, gej, lijk men ze reeds te Kadix had. Hij zou niet ge„ doogen, dat eenig volk in de Spaanfche Indien „ handel dreeve; zonder dat egter deeze verbin„ tenis eenig nadeel toebrengen zou aan het ver„ drag van asfiento, met de koninginne van Groot„ brittanje, onlangs, geflcoten. 't Verdrag van s, Zeevaart van den jaare 1650. wierd bij het te„ genwoordig verdrag bevestigd. In de wederzijdfche Oost-en Westindien zou, wijders, de „ koophandel en vaart gefchieden gelijk te vooren, en op de Kanarifche eilanden zouden de „ ingezeetenen van den ftaat mogen handelen, ge„ lijk ten tijde van Karel den II. Ingeval van on3, verhoopte vreedebreuk, zouden de wederzijds, fche onderzaaten een jaar en dag tijd hebben, om met hunne góederen te vertrekken. Einde3, lijk werd ook verklaard, dat de kroonen van s, Frankrijk en Spanje nimmer zouden mogen ko3, men op 't hoofd van eenen vorst; en dat koning „ Filips van zijn regt op de kroone van Frankrijk, s, en deprinfen uit het koninglijk huis van Frank9> rijk van het hunne op de kroone van Spanje 3  DER VEREENÏGDE NEDERLANDEN. $ 3, op de plegtigfte wijze, hadden afgeftaan." Bij twee afzonderlijke punten werd erkend „ dat a, de Spaanfche gevolmagtigden de rekeningen van „ de eisfchen der adfniraliteiten , ter fomme van „ i 100352 guldens, behalven de interesfen , en ,, die van de agterftallen van het huis van Orange, 3, beftaande in drie jaar renten , zaa.men 15000Q ,, guldens, en noch omtrent 340000 guldens eens 3, hadden overgenoomen, om er den koning hun- nen meester verflag van te doen." Met Spanje en Portugal werd ook de vreede geflooten, doch tusfchen den Keizer en Spanje was men het noch oneens, wijl Karei, de VI. Filips den V'. weigerde als koning van Spanje te erkennen. §. DCCCCLXX. Inmiddels overleed koningin Anna, en werd George de I. keurvorst van Hanoyer'tot koning uitgeroepen, en door het parlement in die waardigheid erkend. Hij werd door een esquader Engelfche en Staatfche oorlogfchepen naar Engeland overgebragt, en daar gekomen zijnde, maakte hij een groote verandering onder de hooge amptenaars. Over het flegten der werken,haven en Huizen van Duinkerken rees ook groot verfchil, wijl dé Franjchen te Mardijk een groot uur gaans van Duinkerken een haven hadden aangelegt, die tot die ftad toe loopen zou, en welker fluis noch wijder dan de geilegte te Duinkerken was, zoo dat die haven in alle opzichten die \amDuinkerken overtrof. Frankrijk beweerde,dat hij zulks doen moest om de aangrenfende landen voor overftroa= A3 XXI. rlOOFDST. /ER VAL. Vreede met Spanje en Portugal. Dood van koningin Anna , die opgevolgt word door George den I. kaurvorst van Ha.nover. ■, . Verifchilleu over de werken van Mar-^ dijk.  XXI. BöOFDSI VERVAL. Verfcliille: met den koning va: Pruisjcn. Vreemde troepen worden afgedankt. Over de barrière. Over het verdrag van koopIftandi&U ' 6' OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL mingen te behoeden , en dat ze tot Joozing ftrekte van verfcheide vaarten die daar op uitliepen. Doch de Engelfchen tocmden,dat zulks ftreed tegen hetwaare oogmerk van het verdrag, alzoo Frankrijk'm tijde van oorlog hun uit die vaart van Mardijk ruim zoo veel fchadens konde toebrengen, dan uit de havens van Duinkerken, doch het leed wel 2 jaar eer deeze haven van Mardijk geflegt werd. 1 §. DCCCCLXXI. Tusfchen den koning van Pruis-. Jen en de Staaten rees ook een verfchil over de tollen op de Maaze, die vorst had ook een toeleg om Grave en Diest, welker heerlijkheden den huize van Orange toekwaamen te verrasfen, doch ontdekt zijnde mislukte hem zulks. Ia Herjlal lei hij onverhoeds bezetting; dit,en meer andere oneenigheden over de goederen van, het huis van Orange, deed de ftaaten befluiten om de beflisffng hier van aan den gewoonlijken regter over te laaten. §. DCCCCLXXII. De ftaaten dankten naa de vreede alle de vreemde troepen af, b.eloopende meer dan 73000 man, en verminderden zelfs de Zwitzers en nationaale troepen, zoo dat ze omtrent 90000 man minder onderhielden dan in den oorlog. §. DCCCCLXXIII. Omtrent de barrière werd tusfchen den keizer en de ftaaten de onderbande., ling te Antwerpen begonnen. Hevig en langduurig waren de twisten over hetzelve en het verdrag yaa koophandel, g Intusfchen maakte de prcten-  DER VEREENÏGDE NEDERLANDEN. ? dent een toeleg om in Schotland een opftand te verwekken, wordende hij door den graaf van Mar in Schotland en op meer andere oorden in Engeland voor koning uitgeroepen, waar op de ftaaten koning George met 6000 man onderfteunden,en orde (tellen om de wederfpannelingen hier te lande aan te houden. De pretendent in Schotland geland werd door behulp der ftaatfche troepen verdreevenj en genoodzaakt dat Rijk te verlaaten, waarnaar die opftand door de fchuldigen te (haffen gedempt wierd. • Niet zonder reden vermoede men dat de koning van Frankrijk hier zijn hand in had, fchoon hij zich dien aangaande op het fterkfte ver- ontfchuldigde. Inmiddels overleed Lodewijk de XIV*. in den ouderdom van 77 jaaren, en werd door zijn ageer kleinzoon den hertog van Anjou, onder den naam van LooEvvijK den XV. opgevolgd, en ftaande zijne minderjaarigheid het Rijk als regent geregeerd door den hertog van Orleans. §. DCCCCLXXIV. Op het verzoek der Engelfclie en Staatfche ambasfadeurs aan het Franfche hof, om den pretendent geen hulp te verleenen, verkregen zij een gunstig antwoord van den hertog regent, met belofte dat hij zich ftipt aan de Utrechtfche vrede dagt te houden, en den ridder van St. Joris reeds uit Frankrijk hadt doen vertrekken. — De begonne onderhandeling over de barrière te Antwerpen werdt nu fterker voortgezet naa de doodvan Lodewijk den XIV, wijl de keizer zag, das het Franfche hof thans op de. zijde der ftaaten was, A4 XXI. ÏIoOFDST. verval. Toeleg van den pretendent. Dood van Lodewijk de XIV, De pretendent moet uit Frankrijk,  XXI, HoOFDST. VERVAL. Traftaat van barrière, 8 OPKOMST, VERVAL, EN HERSTEL Naa lang twistens werdt het tra&aat eindelijk geflooten. Bij de inleiding werdt verklaard „ dat de ftaa„ ten zich, bij 't verdrag van den jaare 1701, ver„ bonden hadden, de Nederlanden over te geven „ aan zijne keizerlijke en katholijke majefteit,KA, „ rel den VI, mids hij met Grootbrittanje en „ hen overeenkwaa.me, wegens hunne wederzijda, fche helangen, en bijzonderlijk, wegens de wij„ ze, op welke men de rust in de Nederlanden „ zou konnen vastftellen,om ze te doen dienen tot ö een barrière voor Grootbrittanje en voor de „ vereeuigde gewesten; en ook ten aanzien van „ den koophandel der gemelde Nederlanden, van Grootbrittanje en van de vereenigde gewesten. „ Hierom was men onderling overeengekomen, v dat de ftaaten den keizer , terftond naa 't uit-. wisfelen der bekragtiginge, zouden overleveren v alle de Nederlanden, zoo die door Karel den „ II. bezeeten waren, als, die Frankrijk hun nn „ hadt afgeftaan, om voor altoos , door het huis V van Oostenrijk, bezeten te worden, en onder „ verbintenis van nimmer, geheel noch gedeelte„ lijk, of aan de kroonen, of aan eenige prins of „ prinfesfe uit den huize van Frankrijk te zullen „ worden opgedragen. De keizer en de ftaaten „ verbonden zich, in deeze Nederlanden, altoos, „ 30 of 35000 man te zullen;onderhouden, waar van de keizer drie vijfde, en de ftaaten twee „ vijfde zouden leveren: welke manfchap men in » geya.l van waarfghijnlijkheid van oqrlogen, toe  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 9 4ooop man, en in geval van daadelijke oorlog, „ met onderling goedvinden noch verder vermeeiv „ deren.zou. De ftaaren zouden hunne troepen „ naar welgevallen mogen verleggen in de plaatzen, die ter hunner bewaaringe zouden ftaan. De s, keizer vergunde den ftaaten , alleen bezetting te mogen leggen in de fteden en kafteelen van Naa» ,, men en Doornik, in de fteden Meenen, Veur-. „ ne, Warneton, Yperen en het fort de Knokke» ,, mids zij er gene troepen toe gebruikten van 3, eene mogendheid, die bij den keizer verdagt, of met hem in oorlog ware. Doch in Dender. „ monde zou men gemeene bezetting leggen, waat „ over de keizer egter eenen bevelhebber zou ftel„ len, die, zoo wel als de onderofficiers, aan de „ ftaaten zou zweeren, dat hij nooit iets in de „ ftad doen, of toelaaten zou, welk nadeelig zöu „ kunnen zijn aan hunnen dienst, uit hoofde van si welken eed, hij gehouden zou zijn, doortogt te „ verleenen aan de ftaatfche troepen, die, in een „ maatig getal tevens,zulks zouden begeeren. De „ ftaaten zouden, ten hunnen kosten, bevelheb„ bers ftellen over de plaatzen, hun ter bewaa ,, ringeiafgeftaan, mids daar toe niet kiezende per„ foonen, die bij den keizer onaangenaam, of,on „ bijzondere redenen, verdagt waren: welke be „ velhebbers in opzichte van krijgszaaken, volko „ menlijk aan de ftaaten onderworpen zouden zijn „ doch ook den eed van getrouwigheid moetei SJ doen aan den keizer, en zich met gene anderi A 5 XXÏ. H0OFDST0 VERVAL. l 1  XXI. hoofdst. verval, 3 S i y 3; y 3.' j: 33 33 33 33 33 33 33 s* *0 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL 33 zaaien moeijen. Zij zouden 's keizers algemce3, nen landvoogd de gewoonlijke eer moeten bewij33 zen, en hem zelfs het woord moetenlaaten ge3, ven , wanneer hij komen mogt in de plaatzen, 3, ter hunner bewaaringe ftaande. De keizer ftond s, den ftaatfchen troepen in de bezettingen vrije 3, Godsdienstoefening toe, zonder dat egter de 3,- plaatzen,daar toe gefchikt, de uiterlijke gedaan» te van kerken zouden mogen hebben. Voorts, zou de Godsdienst onder de inwoonders der Oos! ,3 tennjkfche Nederlanden blijven als ten tijde van Kakel den II. Men zou den ftaatfchen troe„ pen knjgs- en mondbehoeften en ftoffe tot klee, dmg mogen toevoeren, zonder eenige regten of . tollen te betaalen. De ftaaten zouden hunne 3 troepen mogen verleggen, en heen en weder , door Braband en Vlaanderen doen trekken, naar • welgevallen; mids zij aan gene vijandlijke mo. gendheid behoorden, noch zich ergens door veri dagt gemaakt hadden. In tijd van oorloge zou men, m de plaatze die meest bloot gefteld wa ren, zoo veele ftaatfche troepen ontvangen, als men onderling zou geraaden vinden. De ftaaten zoudende barrière plaatzen mogen verfterken, op hunne eige kosten; doch gene nieuwe vestingen aanleggen, dan met kennisfe van den algemeenen landvoogd. De keizer zou zorg dragen, dat de brieven en boden der vereenigde gewes, ten vrije toegang zouden hebben naar de barrière plaatzen, mids zij geeqe koopmans of ander©  DER. VEREENIGDE NEDERLANDEN. II „ bijzondere brieven medebragten. Zoo eene der 3, barrière plaatzen mogt aangetast worden, zou „ het den ftaaten vrij ftaan, bezit te neemen van „ de fteden en plaatzen op de Demer, van de Schel„ de tot aan de Maaze: alwaar zij ook verfchan,, fingen, linien en overftromingen zouden mogen 3, maaken. Om te voorkomen, dat men niet, gelijk 3, in den jongsten oorlog, het leger zou behoeven te „ verzwakken, door het onderhouden van een aan„ merkelijk getal troepen in Vlaanderen, zou de ,, keizer den ftaaten afftaan zulke fterkten,en zoo „ veel lands in Oostenrijks-Vlaanderen, als ver3, eischt werdt, om aldaar de noodige overftroo„ mingen te maaken, en dezelve wel te dekken „ van de Schelde af, tot aan de zee toe. De gren„ zen der ftaaten in Vlaanderen zouden, derhal33 ven, voortaan, beginnen, van de zee, tusfchen 5, Blankenburg en Heist,ter plaatze daar genedui„ nen waren, mids zij gene fluizen aan, de zee „ maakten,noch gedoogden, dat er eenige dorpen, a, of huizen, of visfchers wooningen werden aan3, gelegd; ook niet, dat de dijken vermindert, of j, de ingezeetenen van Oostenrijks-Vlaanderen be„ nadeeld werden, zoo. zij aldaar eenige fterkten „ wilden ftigten. Van de genoemde post zou men s, eene lijn trekken op het Gootewegje; voorts, „ op Heist, den Driehoek en Zwartfluis, en het 3, fort St. Donaas, welk fort den ftaaten werdt af,, geftaan, met het land benoorden de lijn, mids 3a de Huisdeuren in 't gemelde fqrt, in tijd van XXI. HOOFDST» VERVAL,  XXI. HOOFDST VERVAL. 12 1 ' OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL 5> vrede afgenomen bleven. De nieuwe grenzen de? ,3 ftaaten zouden zich, van St. Donaas, (trekken 3, tot aan het fort van St. Job, van waar men weder komen zou tot de ouden, digt bij Middel* burg: de oude grenzen volgende langs den Zij. 3, delingsdijk, tot daar de Ekelofe watergang en „ waterloop in eene (luis zaamen kwamen.5 Van hier zou men den Graaf jansdijk volgen tot Boek,, houte, van waar men,met eene regte lijn, voort,, gaan zou, tot de oude grenzen toe, 't gene be-, noorden deeze lijn lag werdt den ftaaten ins3,'gelijks afgeftaan. In oorlogstijd zouden de ftaa3, ten de (luizen en den Zijdelings en Graaf jansdijk „ mogen fterken en bezetten, om dus de overftrooming van Boekhoute tot aan 't Kanaal van Sas van Gend te behouden. De grenzen van Sas ,, van Gend zouden tot op 2000 meetkundige ,, fchreden uitgeftrekt zijn, mids daar onder gene dorpen begreepen waren. Tot behoudenis der „ benedë Schelde, en der gemeenfchap tusfchen 3, ftaatsch Braband en ftaatsch Vlaanderen, ftond ,, de keizer den ftaaten af de Polder St. Anna en Ketenesfe. Zoo dra de barrière werdt aange3, tast, zou de keizer den ftaaten de bewaaring overgeven van het fort de Peerle, en van de (luizen, tusfchen dit fort en het fort Maria, ,, mids zij dit fort en deeze (luizen, benevens die ,, van den Zijdelings en Graaf jansdijk, hem, naa 3, 't eindigen des oorlogs, wederom overgaven. In vredens tijd zouden de ftaaten geene overftroo-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 13 „ mingen mogen maaken, en in tijd van oorlog, „ niet dan met kennis van den algemeenen land„ voogd,zullende zij ook de inwoonders van Oos„ tenrijksch Vlaanderen moeten fchadeloos (tellen, „ indien dezelven, ter oorzaake van de overgifte „ eeniger (luizen, eenig nadeel lijden mogten, Over ,, de verplaatzing der komptoiren, die, ter gele„ gentheid deezer veranderinge in de grenzen zou „ moeten gefchieden,zou men elkander nader ver„ (taan. De inkomsten welke plagten getrokken „ te worden uit de landen, die nu aan de ftaaten „ werden afgeftaan, zouden begroot, en van den „ jaarlijkfchen onderftand van 500000 rijxdaalders „ afgetrokken worden. De roomsch katholijke „ Godsdienst zou in deeze landen geoefend wor„ den, gelijk ten tijde van Karei, den II. Ooi „ zouden de inwooners hunne privilegiën blijver „ behouden, 't Fort Roodenhuizen zou geflegt „ en de gefchillen over 't kanaal van Brugge ge„ laaten worden aan de uitfpraak van onzijdig( „ zegsluiden, wederzijds te kiezen; zullende di< „ van Sluis egter door het afftaan van het fort St „ Donaas niet begrepen worden, eenig meerde: regt op dit kanaal verkregen te hebben, danzi „ te vooren hadden. Voorts ftond de keizer dei ,, ftaaten, voor eeuwig, en in volkomen fouverai ,, niteit en eigendom af, in het overkwartier vai „ Gelderland, de ftad Venlo met haar regtsgebiee ,, en 't fort St. Michiel, benevens het fort Ste a, venswaard,met deszelfs grond,enzoo veellands XXL Hoofdst» verval. L i 1 t 1 1  XXI. HoOKDST. VERVAL. i i » i i 3 » Si 1* OPKOMST, VERVAL EN HERSTEE 3, als vereischt werdt, om de werken aan deeze „ zijde der Maaze te vergrooten, zullende hij nim » mer gedoogen, dat iemand eenige fterkte, hoe genaamd, ftigte, op eene halve mijl naa aan dit 3, fort. Voorts ftond hij hun af het ampt Mont3, foort (de dorpen Zwalmt en Eimt uitgenomen), „ beftaande in de fteden Nieuwftad en Egt, en elf 3, dorpen, om het te bezitten, gelijk Karei, delf i, het bezeeten hadt, behoudens het regt, welk 33 den koning van Pruisfen zou mogen toekomen, 33 en mids dat alle geestelijke en Weereldlijke voor 33 regten in volle kragt bleven, en de oefening van *3 den roomsch katholijken Godsdienst ftand hieldr 33 gelijk te vooren. Ook zoÜdèfi hier alle wet33 houders van deezen Godsdienst moeten zijn Dé bisfchop vanRoermonde zou de geestelijke be33 neficten begeeven; doch niet dan aan perfoonenj ,3 den ftaaten aangenaam. Met de ftad Egt zou ,^den de ftaaten niet geagt worden te hebben ver, » kregen het regt van ^ ^ . ^ 3 Thoorn Doch 't zou hün vrij ftaan, voor de , inwoonders deezes lands een hof van beroert 3 op te regten, waar zij, binnen dit gewest,wil, den. De regten op de Maaze zouden niet ver. meerderd noch verminderd mogen Worden, dan , met gemeen goedvinden: zullende de keizer de , regten genieten, die te Roermonde en te Na. vaigne, en de ftaaten de regten die te Ven ld plagten geheven te worden. De ftaaten zoudenden keizer te gemoet komen, in het voldoen der  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. ,, renten van hondert twintig, en tagtig duizend guldens, voor welke, deeze regten, in den jaa„ re 1687, ten behoeve van wijlen koning Wil„ lem den III. verbonden waren. Ook zouden de ,, ftaaten hun aandeel draagen in de fchulden van „ het overkwartier. De Hukken en papieren van het overkwartier zouden, gelijk te vooren,blij„ ven teRoermonde; doch de gemagtigden der drie ,, mogendheden zouden er eene lijst van maaken, van welke men iedereen affchrift bekomen zou; ,, volgens welk affchrift, elk altoos een egtdubbeid zou konnen vorderen , van 't geene hem ,, aanging. Om de ftaaten te gemoet te komen, „ in het onderhouden , Herken en bezetten der bar,, riere plaatzen, zou de keizer hun, jaarlijks ,betaa,, len 500000rijxdaalders, of 1250000guld. hollands geld, boven de inkomsten van hun gedeelte „ van het Overkwartier van Gelderland, en boven de kosten op dewooningen der troepen : waar voor de beste inkomsten der Oostenrijkfche Ne,, derlanden, nader uitgedrukt in het bijzonder punt van dit verdrag, verbonden zouden zijni wordende den flaaten de magt gegeven, om bij 3, mangel van voldoening op den verval dag, dë „ ontvangers dier inkomsten, bij panding en be„ dwang, tot betaaling te noodzaaken. De kei„ zer bevestigde, wijders, de voorwaarden, op j, welke de fteden en gewesten der Oostenrijkfche „ Nederlanden, aan zijne zijde, waren overge3, gaan, en in 't algemeen alles, wat door Groot* XXL H OOFDST. VERVAL.  XXI. ïlGOFDST. VERVAL» ió " OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ,s brittanje en de ftaaten,geduurende derzelver be- wind over deeze landen, verrigt was. De kei„ zer beloofde de penningen te zullen voldoen, j, welke de ftaaten, ten diensten van koning Ka„ REn den II, hadden doen ligten, en die 8396000 „ guldens beliepen: mitsgaders de kosten, welken „ zij, geduurende hun bewind over de Oostenrijk„ fche Nederlanden , tot behoudenis derzelven, ,, hadden moeten maaken, en voor welken zij ,> 4618955 guldens hadden opgenomen. De uit„ gaande en inkomende regten, op waaren, gaan- de naar of komende van Grootbrittanje of de ver„ eenigde gewesten, uit of in de Oostenrijkfche ,, Nederlanden , zouden geregeld blijven op den ,, tegenwoordigen voet, totdat men, wegens een ,, nader verdrag van koophandel zou over een ge- komen zijn. Voor 't overige zou de koophan,, del en 't gene daar van afhing, tusfchen de in„ gezetenen der Oostenrijkfche en der vereenigde „ Nederlanden blijven op den voet, als bij 't ver„ drag van Munster beraamd was. De vesting„ werken van 't kasteel van Luijk en van Hui] „ zouden, op kosten van 't land van Luijk, ge„ flegt worden, zonder immer wederom te mogen „ worden hermaakt; zullende deeze flegting, bin„• nen drie maanden, moeten gefchieden. De ko„ ning van Grootbrittanje verbond zich tot de handhaavinge van dit verdrag, welk, door de „ handelende mogendheden, binnen zes weeken, „ zou moeten bekragtigd worden." BetrefFende het  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. ï? het punt wegens de flegting van Huij en 't kasteel van Luijk, verklaarden deftaatfche gevolmagtigden, dat zij daar in niet konden bewilligen, dan onder deeze voorwaarden. „ i. Dat de prins en ftaaten „ van Luik afftand zouden doen van de klagten, „ welke zij, op den Rijksdag, hadden ingebragt, „ tegen de ftigting der fterkte op den St. Pietersberg, tegen .over Maastricht, door de ftaaten,. „ 2. Dat men hun ook genoegen gave, wegens „ hunne eislchen op Bon; 't zij door het flegten deezer vestinge,of door over een te komen om„ trent de bezetting, welke men er, tot gemee„ ne veiligheid, in zou mogen leggen." §. DCCCCLXXV. Wegens dit verdrag ontftonden met den keurvorst van de Palts, wegens Limfoirghetwelkhijbeweerde,datde keizer aan hem hadt afgeftaan, oneenigheden, gelijk ook met den keurvorst van Keulen, wegens Huy, Luik en Bon, en van welke laatste plaats de ftaaten begeerden, dat de werken eerst geflegt zouden worden, eer zij genoegen gaven omtrent Huy en 't kasteel van Luik, het gene zoo hoog liep dat de Staatfche bezetting door des keurvorsten troepen uit Bon verdrever werden. Doch de keurvorst hier over verichoo ning verzegt hebbende van de ftaaten, zoo wierdei bij een nadere overeenkomst de buitenwerken var Bon geflegt, gelijk ook die van het kafteel vai Luik en Huy. Met den koning van Pruisfei ontdond ook verfchil over 't regtsgebied in't Over kwartier van Gelderland. V. Deel. B xxi. HOOFDST. VERVAL. Verfchillen over liet barrieren traófcuu. l 1  XXI. HoOFDST. Verval. De koning van Spanje trouwt een twede maalen. Engelfche en Staatfche vloot in de Oostzee. 1716. Vernieu- > wing der . verbonden met Engeland, 1 I 18 OPKOMST. VERVAL EN HERSTEL ' S. DCCCCLXXVI. In Spanje de koningin overleden zijnde, zoo huuwde de koning ten tweede maale met Elizabeth Farnese dogter van Odoard den II., hertogin van Parma, en geraakte de prïnfes van Ursins in ongenade, waar door het gelchü verviel over het landgoed van 30000 rijxdaalders haar bij de laatfte vrede beloofd. §. DCCCCLXXVII. De verregaande Zweedfche kapenjen in de Oostzee deedt Engeland en de Stoaten befluiten, om zo Engelfche en 12 Staatfche oorlogfchepen ter beveiliging van hunnen koophandel naar de Oostzee te zenden. Over geld, eenige laaren geleden door de Staaten aan Zweeden tot onderfland gegeven, rees ook verfchil met den Czaar, als ook over de koophandel op Archangel, diende Czaar wilde verleggen naar Petersburg. Zijn aangebode verdrag van koophandel behaagde den Stoalen mee in 't geheel niet. Met die van Algiers en Salee raakten de Staaten ook eenige jaaren m oorlog. Ten deezen tijde heerfchte hier :e lande, zedert eenige jaaren, een zwaare fterfte )nder het rundvee, doch het zuivel rees niet hoog in prijs, door den Herken aanvoer van vreemd rundvee. §. DCCCCLXXVIII. Met Grootbrittanje en de )taaten werden de voorige verbonden vernieuwd, net belofte van elkanders bezittingen binnen depaaen van Europa te zullen handhaven en befchermen; loch om te treeden in het verdeedigend verbond ' usfehen den Keizer en Engeland geüooten, wei-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. IQ gerden de ftaaten, als bevreesd zijnde om Frankrijk en Spanje hier door te vertoornen. Met den Keizer en den Turk ontftond weder een nieuwe oorlog. §. DCCCCLXXIX. Ten deezen tijde kwam de Czaar met zijn gemaalinne in Rolland,, alwaar hun, en bijzonder te Amfterdam, groote eer beweezen werdt. Der Staaten krijgsvolk op 40281 man vermindert zijnde, zoo hadden verfcheide gewesten beflooten, tot noch eene afzonderlijke afdanking, wijl de jongst kostbaare oorlog eenige gewesten zoodaanig gedrukt hadt,dat zij buiten (laat waren om hunne agterftallen aan de gemeene fchatkist te voldoen, over welk een en ander men tot befluit kwam om een buitengewoone ftaatsvergadering te befchrijven, het geene gefchiede; men floegdaar,behalven meerandere punten,ook voor, om de posterijen in 's Lands kas te brengen, om dat men rekende dat die 's jaars ruim 2 miljoenen konden opbrengen, maar in de groote fteden het postmeesterfchap door regenten bekleed wordende, 200 wilden die van deeze groote voordeelen niet afzien. Omtrent het krijgsvolk zag men in 't eerst wel van de verdere afdanking af, maar om de agterlijke gewesten tegemoet te komen, weiwerden de 24 Bernfche vendels op 16 gebragt, zeer tot ongenoegen van het kanton van Bern. Door dce/.e afdanking werd 's Lands krijgsmagt gebragt op 34054 man. — De belasting van den een honderden penning on de generaliteit? obligatien, in J3 B XXI. HoOFDST. VERVAL. Vermindering onzer krijgsmagt Eefchrijving van een buitengewooneStaatsvergadering,en bedui ten op dezelve.  XXI. HoORDS' VERVAL. Overeen komsten tot ontwerpenvan verdraagen. 1717. Drievoudig verbond. 20 OPKOMST , VERVAL EN HERSTEL ^ navolging van die van Holland, veroorzaakte groote klagten zoo bij de ingezeetenen, als vreemden. §. DCCCCLXXX. Was Europa, zedert een geruime tijd, door op eikanderen volgende oorlogen beroerd, thans fcheen het vruchtbaar in ontwerpen van verdragen om de oorlogen voor te komen, en teffens de bijzondere oogmerken te bereiken, welke de vorsten zich hadden voorgefteld Hetlaatfte ge/loote verbond met den Keizer en Engeland, had het Franfche hof doen befluiten om aanneemelijker voor/lagen tot een verdeedigend verbond te doen. . De abt du bois hier over eerst in het heimelijke bij overkomst van George den I. naar zijne Duitfche ftaaten gehandeld hebbende , zoo werd eindelijk tusfchen Grootbrittanje, Frankrijk en de Staaten het volgende drievoudig verbond geilooten, waarvan de agt punten hier opuitliepen: „ 1. Men zou voortaan eene vaste „ vrede, vriendfchap en vereeniging onderhouden. » 2. Frankrijk verbond zich, om hem, die bij 't „ leven van koning Jacob den II. den titel van „ prins van Walles, en naderhand, dien van ko„ mng van Grootbrittanje aangenomen hadt, ter„ ftond naa de teekening van dit verdrag, te doen „ vertrekken van Avignon, en zijn verblijf te doen 3, neeroen over het Alpisch gebergte: ook, om „ hem, op geenerlei wijze, te onderfteunen, noch „ iemandt, die, van zijnent wegen, de rust van „ Grootbrittanje, door oorlog, oproer ofzaamen„ zweering, zou mogen onderneeraen te ftooren.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 21 ,, Ook zou Frankrijk niet gedoogen, dat de per„ ibon, bovengemeld , onder eenigerlei naam of 3, voorwendzel, immer kwaame, veel min verbleej, ve in eenige plaats van 't Fransch gebied. 3. ,, De drie mogendheden verbonden zich, om ge,, ne fchuilplaats of verblijf te gunnen aan de on,, derzaaten van een hunner, die voor wederfpan3, nelingen verklaard waren, of zouden worden,be,, loovende zij, dezelve hun gebied te doen rui,, men, binnen 8 dagen naa dat het gevorderd zou j, zijn. 4. Wegens het flegten van Duinkerken ,, en het dempen der haven aldaar , verklaarde „ Frankrijk, zich te zullen gedraagen naar de o,, vereenkomst, deswege, in herfstmaand laastle„ de, te Hamptoncourt,getroffen. In gevolge van „ welke, de groote doorvaart der nieuwe Huizen „ te Mardijk geheellijk geflegt zou worden, blijvende egter degefloopte bouwftoffen ten diens,, te des konings; mids hij ze niet deedt gebrui,, ken, tot eenige haven of Huis, op 2 mijlen naa ,, aan Duinkerken of Mardijk, zijnde men over„ eengekomen, dat, langs het ganfche flxand, bin3, nen deezen afftand, nimmer eenige fluis, ha,, ven, dok of fterkte zou mogen worden opge5, regt. De kleine fluis zou 10 voeten enger gemaakt worden, cn dus maar 16 voeten wijd blijven. De Krebhoofden langs het nieuw kanaai zouden, insgelijks, gèflegt,en binnen den „ genoemden affland nimmer herfteld worden. De flegting van al 't gemelde zou, zoo 't mogelijk B 3 XXI. Hoofdst. verval.  XXI. IIOOFDST. VERVAt. i 3 3 3: 3! »i 22 opkomst, verval en herstel 33 ware, volkomenlijk, moeten voltrokken zijn tegen het einde van zomermaand deezes jaars' 3, De flegting der dijken langs de oude haven te 33 Duinkerken, zou ook geheellijk voltrokken, en ,, de overgeblevene vestingwerken aldaar met het ,, ftrand gelijk gemaakt worden. De koning van ,, Grootbrittanje en de ftaaten zouden gemagtigden 3, ter gemelde piaatfen mogen zenden, om te zien, „ of alles behoorlijk werdt uitgevoerd. 5. De U» trechtfche vrede, tusfchen Frankrijk en Groot>3 brittanje, en Frankrijk en de ftaaten, geflooten, werdt,in allen deele, bekragtigd, bijzonder ook » in opzichte van de opvolginge in Grootbrittan>3 je en in Frankrijk. De handelende mogendhe, den beloofden, eikanderen te zullen handhaven , in derzelver regten en bezittingen, bij de ge, melde vrede verkregen , en indien iemand een 3 van hun aantaste met de wapenen, zouden de an, dere hunne poogingen aanwenden om den bele3 digde vergoeding te bezorgen, en de vijandlijk, heden te doen ophouden. 6. Doch zoo deeze » poogingen de gewenste uitwerkinge niet hebben , mogten, zou men eikander bijftaan met de vol, gende manfchap : Frankrijk en Grootbrittanje , zouden ieder 8000 knegten en 2000 ruiters leve■ ren, en de ftaaten 4000 knegten en ioco ruiters 1 7. Doch zoo de aangevalle bondgenoot liever onderftand in fchepen, of zelfs in geld begeeren mogt, zou zulks aan zijne keuze ftaan. icoo knegten zouden op 10000, en icoq ruiters op  DER VEREENTGDE NEDERLANDEN. 2 3 „ 30000 guldens Hollandfch geld ter maand, en „ 12 maanden voor een jaar gereekend worden. „ De onderftand in fchepen, zou naa evenredig„ heid worden begroot. 8. Zoo de Rijken of Lan„ den der drie mogendheden , door inwendige „ tweefpald, of door opftand ter oorzaake der ge„ noemde opvolginge beroerd mogten worden, „ zoude bondgenoot, die zich in deeze beroerte ,, bevond, de beloofde onderftand van de andere bondgenooten mogen vorderen; en zou hun de„ zelve,binnen 2 maanden,moeten worden toege„ fchikt, mits hij 't beloop der kosten voldeede „ binnen een jaar, naa dat de beroerten geftildzouden „ zijn. 9. Het tegenwoordig verdrag zou, binner „ vier weeken, bekragtigd worden." Bij een af zonderlijk punt hadden de ftaatfchen op beide dc mogendheden noch bedongen: dat de handhaa „ ving , in 't 5. punt beloofd, alleen zag op de „ bezittingen binnen Europa." De ftaater kreegen bij deeze gelegentheid van Frankrijk dei tijtel van Hoog Mogende Heer en. §. DCCCCLXXXÏ. De keizer nam het Groot brittanje en de Staaten zeer kwaalijk, dat zij doo dit verbond Filips den V. op den throon van Spanj bevestigd hadden, waarom hij het groot verboni met Engeland, zoo wel als het verdrag van banier als kragteloos aanmerkte, nu wij ons met Frank rijk verbonden hadden. Dit een en ander gepaat met vernieuwde oude eisfchcn , verwekte groot vreeze voor onlusten met het keizerrijk. ,.E B 4 xxr. HoOFDST. HERVAL. I ■ Ongenoe- r gen van den keizer ° over dit [ verdrag. e t e e  XXL HOOFDST, VERVAL, Ontdekking van een verraad in Engeland. i 2 24 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL koning van Spanje hield zich ook te onvreede, om dat Engeland en de Staaten hier door befchikking maakten over het regt der opvolging tot de kroone van Frankrijk. — Ja, men was oofc jn ^ — genoemde Rijk misnoegd op ,den hertog van Orleans, wijl dit verbond meest ten doelwit had 'shertogs bijzondere inzichten. — In Engeland had mer.hier mede niet veel mee op, alZOOmen daar oordeelde dat de Proteftantjche opvolging door de Utrechtfche vreede genoeg verzekert was ; en in de yercemgde gewesten was men bedugt, dat dit verbond ons te zeer vervreemden zou van het huis van Oostenrijk, als mede nadeel konde toebrengen in onzen koophandel op Spanje, en ons in een nieuwen oorlog ftondin te wikkelen. - Het bijzonder ite van dit verbond was een vereeniging van mogendhedentezien, die altoos elkander mistrouwd en daarom met de anderen vereenigd. waren geweest, ö S- DCCCCLXXXII, Inmiddels ontdekte koning LtEORge , naar zijne terugkomst uit Hanover, een gevaarlijke onderneeming ten behoeve des preten dents, door den Zweedfchen refident dengraave van Gyllemeorg, en den baron Gorts op dien tijd in Holland zijnde, om een opftand in 't Rijk te verdekken, beide werden zij, de een in Engeland en f de andere in Arilhe™> ^ hegtenis genomen. .00 draa had men in Zweeden hier geen tijding van )f de Engelfche refident werd in hegtenis geno. nen, en den Holland/dien het hof ontzcid. - On  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 2'5. fterk aanhouden en ter vermijding van onlusten werden zij beide ontflagen, doch de baron Gorts moest kort naa 's konings dood zijn gepleegde misdrijven met den hals boeten. §. DCCCCLXXXIII. Ten deezen tijde wierdenook tusfchen den koning van Pruis/en en de Staaten: de gefchillen nopens, onbetaalde agterftallen vereffend, doch die0ver' koning Willems nalaatenfchap bleeven noch onbellist. §. DCCCCLXXXIV. Schoon de keizer en de koning van Spanje, wel een overeenkomst wegens de onzijdigheid van Italië geteekend hadden, zoo had nogthans de keizer Filips den V. in zijn waardigheid als koning van Spanje niet willen erkennen, en zat daarom noch min'of meer wankelbaar op zijn troon, om die reden had deeze vorst naa de dood van Lodewijk den XIV. het oog op de door hem afgeftaane kroone van Frankrijk, oordeelendc liet hof van Madrid, dat die afftand geen plaats behoorde te hebben, vooral, wanneer Kakel de VI. niet van zijnen eisch op Spanje begeerde af te ftaan. —- De oorlog met den Turk en de ftaat Venetien gaf Spanje gclegentheid om zich te wapenen, wijl hij door de laatfte om hulp was aangezogt , en zelfs verlof van den paus verkreegen had om een zwaare belasting van de geestelijkheid te heffen in Spanje en de Indïén. r De Keizer, mee in oorlog tegen den Turk raakende, zoo bediende zich Spanje van dat tijdftip, en veroverde zeer onverwagt van den keizer SardiB 5 XXI. ÏOOKDST. fERVAL. /ereffeiïng der gefchillen net 'den cohing van Pruis/en. De keizer erkend den koning van Spanje noch niet in zijn waardigheid.  XXI. IIOOFDST. VERVAL. Jïwaare frorm inde Nederlanden. < I c 3 1 I^II- De Span-g jaarden e( neemen verfcheide " plaatzen ^ op Sicilië, j i Vi V 33 33 33 26 - OPKOMST , VERVAL EN HERSTEL „fci De redenen daar tQe voorgewend yan hof van Madrid, werden van 's keizers wegen we» derlegd, wijl intusfchen de bondgenooten van het inevoudig verbond zich beijverden om de vreede :e bewaaren, en dezelve tusfchen den Keizer en Spanje te bevorderen. §. DCCCCLXXXV. In het naajaar kreeg men ner te lande een allerzwaarfte ftorm, verzeld met sen zoodaanige hooge watervloed, dat op veele Jlaatzen de rivier-en zeedijken bezweeken engroo:e overftroomingen veroorzaakten. In Groningerland was de fchade wel het meest, men bevond lat er tusfchen de 14 en 15000 huizen omgefpoeld, sfl 2000 menfchen, ruim 14000 hoornbeesten en •aarden en over de 22000 varkens en fchapen ver- ronken waren. Veele gewesten hadden hier > 00 veel door geleden dat ze in lange niet tot veraal konden komen. §. DCCCCLXXXVI. Intusfchen zonden de Entlfchen een vloot in de Middelandfche zee, om ta wakend oog te houden op de onderneemingen er Spanjaarden, en wijl men aan het hof van Ma■id handelde om de vrede tusfchen dat Rijk en ^n keizer te herftellen, zoo landen de Spanjaarfn op Sicilië en naamen daar verfcheide piaatzea eg, verwerpende toen de Engelfche voor/lagen tot rede, eifchende „ dat Sicilië en Sardinië, voor altoos, aan Spanje bleven; dat de keizer den hertog van Savoye, in de plaats van Sicilië, een gedeelte van Milaan affiond; dat hij zich niet  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 27 „ moeide met de opvolginge in de hertogdommen „ van Toskanen en Parma, en dat de Engelfche „ vloot, terftond, te rug ontboden werdt uit de „ Middelandfche zee." Kort daar naa viel er Z een zeedag tusfchen de Engelfchen en Spaanfchen voor d bij kaap Pasfaro waar bij de laatsten te kort fchoo- fi teo, Ook wierd de vrede getroffen met den Keizer, den ftaat van Venetië en de Porteen weinig dagen daar naa flooten de Keizer, Frankrijk eü Grootbrittanje , en daar zich vervolgens de versenigde gewesten bijvoegden, een verdrag, het gene het viervoudig verbond genoemd werdt; waar bij de i keizer in 't bezit van Sardinië herfteld, en de op-1 volginge in de koningrijken van Frankrijk en Spanje vastgefteld werdt, erkennende de Keizer Fit.ips den V. als koning van Spanje, mids Spanje daar en tegen aan den keizer afftond, al het gene hij bezat, of behoorde te bezitten, uit hoofde van het Utrechtfche verdrag, in Italië en de Nederlanden, beloovende over en weder de bondgenooten elkander in hunne bezittingen te zullen handhaven. —Bij de geheime punten verbond men zich onderling om Spanje te noodzaak en tot aanneeming van een vréde overeenkomstig dit verdrag. —- Eer dc ftaaten hier toe traaden, eischten zij „ dat Frankrijk eerst verklaarde, geen ander verdrag met „ Zweeden te hebben, dan het Munsterfche,geen „ onderftand aan Zweeden te zullen geven, zoo „ lange de onlusten in het Noorden duurden; bij „ Zweeden te zuilen aanhouden op vrijen handel XXI. 30FDST. iRVAL. seflag isfchen : Spaanken en ngelfc 'if. riervonig verond. Voordel Ier Praateu :ot toereeding/au het viervoudig verbond.  XX] H oofd verval De verschillenover de barrière vereffend. Vreede in het Noor-, den. 2 8 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL . „ voor de ftaaten, en de Franfche Havens, voor ' • „ alle kapers, te zullen geflooten houden." Voorts begeerden zij „ dat alle voordeden in den koop„ handel, reets bedongen of noch te bedingen, „ onder de bondgenooten, gemeen zouden zijn." — Van Engeland begeerde men „ dat de koning op „ het verzoek der ftaaten, eene vloot naar de Oost „ zee zou zenden; terwijl zij zich alleenlijk verft? binden zouden, om de koopvaardij fchepen van „ beide de volken te geleiden; dat hij Frankrijk „ zou zoeken te beweegen, om de vrije fcheep» vaart, door gantsch Europa, te helpen handha3, ven, dat hij bewerken zou, dat de keizer Lu» bek,Hamburg en Breemen den handel op Zwee3, den verbood, in geval de ftaaten geraaden von„ den, zulk een verbod te doen aan hunne onder„ zaaten, dat hij, met Zweeden fluitende, gelij„ ke voordeden, met'opzicht op den koophandel voor de ftaaten, als voor zich zelve bedingen „ zou." Bij meerderheid beflooten de ftaaten tot het viervoudig verbond met en benevens den koning van Sicilië onder den naam van koning van Sardinië. §. DCCCCLXXXVII. De ontftaane verfchillen over de barrière werden ook bij een nadere overeenkomst vereffend. De dood van Karel den XII. veroorzaakte in het Noorden ook een groo te verandering; zijne zuster Ulrica Eleonora volgde hem op, mids zij affland deedt van de vol ftrekte oppermagt, en kort daar op werdt de vre.  BËR VÈREENIGDE NEDERLANDEN. §9 de van rondsomme in het Noorden herfteld. De jonge prins van Orange verkreeg ten deezen ^ tijde het ftadhouderfchap van Groningen. §. DCCCCLXXXVIII. De kardinaal Albero- ( Ni , die het Spaanfche hof beftuurde, fmeede ver-ï derfelijke aanflagen voor Engeland en Frankrijk, wilde in het eerste Rijk den pretendent op den throon, en in het tweede den hertog regent van het beduur ontzetten, en den jongen Lodewijk den XV. in verzeekering doen neemen, doch de aanflag ontdekt zijnde, zoo verklaarden beide die Rijken den oorlog aan Spanje. Zeer ongelukkig vielen alle de onderneemingen van den kardinaal Alberoni, zoo te land als ter zee uit, en werdt Spanje door de voorfpoed der Franfche wapenen in Biskaje, het verlies van verfcheide fteden in Sicilië, en door de toerusting van Engeland om hem in Biskaje en in de Indien aan te vallen, wel genoodzaakt naar vredes voorflagen te luisteren. Alberoni moest het Spaanfche Rijk verlaaten, en Spanje werdt tot het viervoudig verbond toegelaaten. §. DCCCCLXXXIX. In dit jaar ontftond die ^ bekende wind-of aclie- handel, zoo in Frankrijk ,l Engeland, als in de vereenigde gewesten, waar bij veele rijke en aanzienlijke familie geheel geruineerd geraakten. §. DCCCCXC. Ten deezen tijde werden de1 Hervormden zoo in Duüschland, Poolen, Hongarije i en elders zwaar vervolge. De ftaaten deeden t hunne uiterfte poogingen cm zulks te doen ophou- X£f. [OOEDST.' ERVAL. . )ntweren van LLBERONI. 1719. 1720. V"ind of ftie haaIcl. Eervoling der lervorraen,  XXI. iioofbst. verv.'.l. ï?2t. Geheim verbond \wSpanje Frankrijk €n Engeland. Oorlog, met de geryticu. ZO OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL den, doch te vergeefs, waarom zij ook de piacaa. ten tegens de Jezuiten,a\s de aanftookers daarvan, ten ftrengsten uitvoerden. De raadpenfionaris Heinzius overleeden zijnde, zoo werdt op de gewoone wedde met eenpaarige ftemmen daar toe verkooren Mr. Izaak van Hoornbeek, penfionaris van Rotterdam. —- Ook werdt de vrede tusfchen Spanje cn Engeland getroffen, en flooten Spanje, Frankrijk en Engeland een geheim verbond, waar bij zij beloofden „ eikanderen te zullen handha,4 ven, in zijne regten en bezittingen, zoo als de„ zeiven, bij de verdragen van Utrechten Baden, „ en bij het verdrag van Londen van den jaare « 1718, geregeld waren, en verder geregeld zou„ den worden, te Kamerijk. En ingeval iemant >, eenen der bondgenooten vijandlijk aanviel,zou„ denze eikanderen, ieder met 8000 knegten en 4000 ruiters, bijftaan, ten waare men den on„ derftand liever in geld begeerde. De hertog ,, van Parma zou in 't bezit zijner landen en reg» ten gehandhaafd worden. Men zou ook andere „ mogendheden noodigen tot dit verbond, en in „ 't bijzonder de ftaaten der vereenigde gewesten, „ met welke de koningen van Frankrijk en Groot, bnttanje het verbond van den vierden van louw„ maand des jaars 1717 beloofden te zullen onder„ houden. — Doch om de verfchillende belan, gens der vorsten liepen de onderhandelingen te , Kamerijk vrugteloos af. g. DCCCCXCL De oorlog met de Algerijnen,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. $1 en het verlies dat de koophandel daar mee leedt, deedt de ftaaten befluiten om eenige oorlogfchepen ter beveiliging der koopvaarders naar de Middelandfche zee te zenden. De pretendent weer een aanflag op Engeland maakende, zoo.beloofden de ftaaten den noodigen onderftand te zullen geven, doch wijl die onderneeming door geen buitenlandfche mogendheden onderfteund werdt, fmoorde de aanflag in de geboorte. §. DCCCCXC1I. De prins van Orange verkreeg ten deezen tijde het ftadhouderfchap van Drente, gelijk ook dat van Gelderland, doch dit laatfte onder een veel naauwer bepaaling dan voorheen. Ter onderfteuning van 's lands bezwaarde Schatkift, werden verfcheide ambagtsheerlijkheden in Holland verkogt, de oude rekenkamer der graaflijkheids domeinen afgefchaft, en het beftuur der overige graafelijke goederen opgedragen aan het kollegie van gecommitteerde Raaden. §. DCCCCXCIIi. De keizer den koophandel zijner onderdaanen op allerhande wijze willende begunstigen en ondervonden hebbende wat nut een zeemagt doen konde tot beveiliging en befcherming zijner Italiaanfdie ftaaten , zoo verleende hij geredelijk oftroi tot de oprigting eener Indifche rnaatfehappij te Oostende. Engeland en de Staaten toonden, dat zulk een gedrag ftrijdig was tegens verfcheide verdraagen. Over en weder werdt hier voor en tegen door bekwaame pennen veel gefchreven, en onzen inaezcetenen verboden cm er XXI. FIoofdst. verval. 1722. De prins van Oranje word ftadhouder van Drente en Gelderland. Oprigting der IndiCche rnaatfehappij te Oojletide,  XXI. HOOKDST VERVAL. 1724. De hertog van Bourbon in Frank rijk in 'c bewind. Verandering .in Spanje.' 32 OPKOMST, VERVAL ÊN HERSTEL deel in te neemen, doch de keizer hadt vastelijk beflooten die nieuwe maatfchappij uit al zijn vermogen te handhaven, wijl intusfchen Engeland, de Staaten, en eerlang ook Frankrijk hun best deeden om s'Keizers toeleg te dwarsboomen. §. DCCCCXCIV. Lodewijk de XV. al in 1-22 de regeering aanvaard, en de hertog van Orleans overleeden zijnde, zoo liet zich Lodewijk Hen- drik hertog van Bourbon, die den laatstgenoemde in 't bewind opgevolgd was, minder gelegen leggen aan de vriendfchap van het Spaanfche hof die door het fluiten van drie huwelijken te wege ge- bragt was. Tn Spanje viel ook een groote verandering voor, wijl Filifs de V. ten behoeve van zijn oudflen zoon afftand deedt van de Spaanfche kroon, uit geestelijke, of ftaatkundige inzichten, om door die weg des te eerder bij overlijden van Lodewijk den XV. tot de Franfche kroon geregtigd te worden, doch de kort daar op voorgevalle dood van den jongen koning van Spanje, deedt hem de Spaanfche kroon weder aanneemen. —■ De vervolging der Protestanten in Frankrijk werdt. op verzoek der ftaaten in zoo verre gemaatigd, dat vreemde kooplieden, die zich om de koophandel in dat Rijk neergezet hadden, daar van uitgeflooten werden. §. DCCCCXCV. Dit jaar werdt de ridderfchap van Holland met drie nieuwe leden vermeerdert. — Schoon Spanje wel opentlijk erkend hadt, en de zeemogendheden beloofden om de vernietiging deiOost-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN» 33 Oostendefchemaatfchappijte zullen bewerken, zoo veranderden kort daar op de zaaken geheel van ge- 3 daante, door de bijzonder aangevange onderhan- v delinge van Spanje met het We ener hof. —— Ripperda , voorheen onze afgezant aan het Spaanfche i hof, de Roomfche religie aangenomen hebbende, 1 en daar door van die waardigheid vervallen, hadt , zedert eenigen tijd zich laaten gebruiken, tot het1 voortzetten der weverijen in Spanje, zonder zich' te kreunen aan het nadeel, welke hij hierdoor zijn vaderland toebragt. Hier door geraakte hij aan dat hof in groote gunst, en in het bewind der ftaatszaaken, en wierdt tot.de begonne heimelijke onderhandelingen naar het Weener hof gezonden, die naar de voorgevallene te rug zending der Spaanfche Infante door het Franfche hof, verloofd aan Lodewijk den XV. en het daar uit onttlaane ongenoegen tusfchen Frankrijk en Spanje, fpoedig gellooten werden. Het eene Weener verdrag was van vrede, en het andere van onderlinge befcherming, waar bij noch. kwam een verdrag van koophandel met den keizer, en een van vrede met het keizerrijk, door welke verdragen die beide hoven op het allernaauwst vereenigd raakten. Beloovende in bet bijzonder de keizer bij die verdragen, de vastge» Helde opvolging in 't koningrijk Spanje te zullea handhaven, waar tegen de koning van Spanje zich verbond tot de handhaving van de opvolging, döor den keizer, op het voorbeeld zijner voorzaaten, als eene altoos duurende wet en pragmatike fan£lief V. Deel. C OOFDST. ER VAL» 1725. 'panje •eed mee et Weeer hof in ■ijzondere inderhanlelinge. Weener verdrag.  JÖÉE HoOFDST, VERVAL. ! J vi F i v t Verdrag v van Hano- x ver, 'r. jj 3> >> » » 34 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL- in het huis van Oostenrijk vastgefteld. Bij het verdrag van koophandel verkreeg de Oostendefche maatfchappij beide in Spanje en de Indien dezelfde voorregten, als voorheen de ingezeetenen der vereenigde gewesten van de koningen van Spanje genooten hadden. Van der ftaaten wegen klaagde men over zoodaanig een gedrag, ftrijdig regens verfcheide verdragen, doch te vergeefs. Bij de hoven van Verfailles en Londen verwekte zulks ook groote argwaan, het laatstgenoemde hof hadt uit onderfchepte gehouden gefprekken van Ripper da, eer hij noch naar Spanje te rug gekeerd was, ;oo veel vernomen, dat George de I. het zijn beang reekende om zich nader met Frankrijk, de ïtaaten, en andere mogendheden te verbinden,en tvaar toe het Franfche hof niet ongenegen was , njl door de te rug zending van de infante van ïpanje, en 's konings gefloote huwelijk met de rinfesfe Maria Leczinska, dogter van Stanisaus, verkoozen koning van Poolen, men voor een rede breuk met Spanje dugte. Hier op werdt isfchen Frankrijk, Grootbrittanje, en Pruisfen het ermaard geworden verdrag van Hanoyer geflooten, •aar bij de bondgenooten beloofden „ elkanders ftaaten, landen, fteden, regten, vrijheden en voordeden, zoo die zij bezaaten, als die zij behoorden te bezitten, beide buiten en in Europa, bijzonderlijk met opzicht op den koophandel' te zullen befchermen en handhaven. Zoo een hunner aangetast werdt, zouden zij eikanderen  DER VÉREENIGÜÈ NEDÈRLANÖÈN; 35 j, bijftaan, de koningen van Frankrijk en Grootbrit,, tanje, ieder met 8000 knegten en 4000 paarden, „ en de koning van Pruis/en, met 3000 knegten en 2000 paarden: of met fchepen, of geld, naar 5, evenredigheid* Men zou geehe verdragen aan„ gaan, ftrijdig met de belangen van eenen der „ bondgenooten. De koning van Frankrijk, als „ verbonden om de Westfaalfche Vrede te hand3, haven 3 en de koningen van Grootbrittanje en Pruislen, als leden des Duiticheö Rijks, zou„ den bijzonderlijk zorg dragen, dat de rust dee„ zes Rijks niet geftoord werdt. Men zou, met f, gemeene bewilliging, ook andere mogendheden, „ met naame de ftaaten der vereenigde gewesten noodigen, tot dit verbond, Welk 15 jaaren duu„ ren zou, aan teneemen." Bij afgezonderde punten beloofde men ,, te zullen doen herftellen, 't ,, gene onlangs , te Thorn , tegen de Olivafche 5, vrede voorgevallen en verrigt was. Zoo 't kei„ zerrijk den oorlog verklagen mogt aan Frank- rijk, ter oörzaake van den bijftand, door dit Rijk, aan de twee andere bondgenooten bewee„ zen, zouden de koningen van Grootbrittanje en 3, Pruisfen, niet alleen hun aandeel, als rijksvors- ten, niet opbrengen, maar zelfs met Frankrijk „ aanfpannen, tot dat de vrede herfteld zou zijn* ,, En zoo 't keizerrijk iets, ten nadeele der bezit' 5, ting des könings van Frankrijk, mogt willen on,, derneemen, zouden de twee andere koningen 5, zulks zoeken te voorkomen, met er tegen £e C 2 XXI. HoOFDSTs VERVALi.  XXI. HoOFBST VERVAL. Zwaarigheden de ftaaten hie tegen. Nieuwe lijst op de ■ in en uitgaanderegten. i 1 3<5 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL , " ftemmen , op den rijksdag, en zoo men, des ' „ onaangezien, befluiten mogt, den oorlog te ver„ klaaren aan Frankrijk, behielden de twee konin„ gen de vrijheid, om hun aandeel in manfchap „ aan 't rijksleger te leveren;doch meerder niet.— „ De ftaaten genoodigd wordende in dit verdrag . „ te treeden, maakten zwaarigheid zich te verbin•„ den om de Westfaalfche en Olivafche vrede te „ handhaven, en wilden teffens verzeekering heb„ ben om de ingezeetenen der Spaanfche Nederlan„ den uit te fluiten van de vaart op de Indien, en „ dat men elkanders voorregten op den koophan- „ del zoo in als buiten Europa befchermde." . De bondgenooten van het verdrag van Hanover ruimden ook de grcotfte bezwaaren der ftaaten hier tegen uit de weg, doch aan den anderen kant fpanden de hoven van Weenen en Madrid alles in, om zulks de ftaaten af te raaden, noodigende hun zelfs om deel te neemen in het verdrag van Weenen. 1 Dit woelen voor en tegen maakte de raadsbefluiten Iervereenigdegewesten opditftuklangwijlig, temeer (vijl ze gaarne de Oostendefche maatfchappij verniedgdzaagen, doch teffens aan den anderen kant vreesden om in een nieuwen oorlog gewikkeld teraaken. §. DCCCCXCVI. Op de invordering der inkomende en uitgaande regten kwam er een algemeen 3lacaat en nieuwe lijst uit, doch die in meer dan :en opzicht verbetering vorderde, en waar over loch jaaren verliepen eer zich de gewesten dienlangaande konden verftaan.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 37 §. DCCCCXCVII. Met de Keizerlijke en Spaanfche gezanten werdt veel over en weder met de ftaaten en hunne afgezanten gehandeld , doch er was klaar uit te zien, dat men niet anders zogt, dan om de ftaaten af te trekken van het verdrag van Hanover, en hun te doen toetreeden tot dat van Weenen, zonder zich te willen bepaalen tot de vernietiging van de Ooftendefche maatfchappij, het voornaamste bezwaar en doelwit der vereenigde gewesten. §. DCCCCXCVIII. Inmiddels viel er eene groote verandering voor in de hoven van Verfaiües en Madrid, in het eerst genoemde hof geraakte de hertog van Bourbon uit 't bewind, en de oud bisfchop van Frejus onder den naam van kardinaal de Fleurij in 't rijksbeftuur, wiens poging voornaamentlijk was, om de verwijdering tusfchen 'Spanje en Frankrijk indien mogelijk te herftellen. Ripperda,eerste ftaatsminister,geraakte aan het Spaanfche hof ook in ongenade, om dat hij aan de Engelfche en Staatfche gezanten in vertrouwen had te kennen gegeeven, de drie punten waar in het geheim verdrag van Weenen en Spanje beftond. i. Naa- mentlijk om de Ooftendefche maatfchappij in ftand te houden, 2. Een verbintenis van wegens den keizer om Gibralter en Port Malton te doen wedergeeven aan Spanje, en ten 3. een bepaaling van den onderftand die zij elkander bewijzen zouden. De keizer deeze ontdekking verneemende , bewerkte aan het Spaanfche hof, dat Ripperda, die C3 XXI. rlOOFDST. VERVAL. 1726. Handelinge der ftaaten met de Keizerlijke en Spaanfche gezanten. Veranderinge aan de hoven van Verfaiües en Madrid.  HoOFDST, VERVAL. Öorzaaker tot verzoe ning- deezer twee hqven. Toerusting det Engelfche, De ftaaten treeden toe , tot het verdrag van Hanayer. 3S OPKOMST 3 VERVAL EN HERSTEL ook in den haat van het gemeen was gekomen, uit het bewind geraakte, wordende zelfs gevangen genomen, en uit de gevangenis gevlugt zijnde, is hij naar lang omzwervens, bij de Marokkaanen ge, ftorven, alwaar hij op het laatst zich heeft moeten geneeren met koophandel in Ichaapen. §. DCCCCXCIX. Deeze veranderinge in die ' twee ftaatskabinetten, fcheen den weg te haanen tot een verzoening tusfchen die twee kroonen. De eenige hinderpaalen waren de naauwe verbintenisfe tusfchen de hoven van Weenen en Madrid aan de eene zijde, en die van Bourbon, Grootbrittanje en de Staaten aan de andere zijde, waarom men zogt de verdraagen van Weenen en Hanover in een te fmelten, of Frankrijk van het laatfte af te trek, ken. §. M. George de I, vreezende voor Spanjesoogmerken, ruste zich fterkte zee toe, omin de Midlandfche Zee en in de Oostzee een waakend oog te houden, wijl de Rus/en zich mede fterk wapenden 9 en in het Weener verdrag traaden, en den pretendent niet ongenegen waren. Eindelijk beflooten de ftaaten om zich in het verdrag van Hanover te begeeven. De afte van aanneeming behelsde: „ dat „ de ftaaten, in 't aaneemen van 't verdrag van„ Hanover, geen ander oogmerk hadden, dan de „ behoudenis der ruste van Europa, zonder wel- ke die van hunnen ftaat niet zeker zijn kon; en s, de handhaaving van hunnen koophandel, zonder }, welken dezelve niet kon heftaan. Dat zij ook  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 39 „ verftonden, dat, door dit verdrag, geene andej, re verdragen, door de hooge bondgenooten, on„ derling, of met andere mogendheden, gemaakt, ,, in eenigerlei opzicht verbrooken, of gekrenkt „ worden. Dat zij zich verzeekert hielden, dat „ men hen, uit hoofde van deeze aanneeminge ,niet „ zou willen verpligten, tot eeneaigemeene hand„ haaving der Westfaalfche en Oiivafche verdra„ gen, maar alleenlijk, tot handhavinge der reg- ten en bezittingen , welke de handelende mo„ gendheden, uithoofde der gemelde verdragen, ,, verkreegen hadden, en noch tegenwoordig be- zaaten : weshalve , zij zich , ten opzichte der ,, zaake van Thorn, niet verder verbinden kon5, den, dan tot het aanwenden hunner goede diens„ ten, tot verwerving eener redelijke voldoening, ,, voor de inbreuk, te Thorn, gedaan op de Oli,, vafche vreede. Dat zij ook onderftelden, dat „ de bondgenooten eikanderen kennis zouden gee„ ven van de middelen, welke zij , des noods, ,, zouden willen in 't werk (tellen, tot befcherming „ van elkanders bezittingen en regten, zulken voor ,, al, die opzicht hadden op den koophandel, bei„ de in en buiten Europa. Dat de onderftand, „ dien de ftaaten verpligt zouden zijn te leveren , ,, op 4000 knegten en 1000 ruiters, bepaald zou „ worden, en dat, naa verloop van de 15 jaaren ,, des verdrags, alle dingen zouden wederkeeren, ,, tot den ftaat, waar in zij, voor het fluiten „ des verdrags, geweest waren." Bij deeze punC 4 XXI. HOOFDST. VERVAL»  xxr. HOOFDST. VERVAL. 4Ö OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ten, was noch een geheim punt gevoegd, behelzende: „ dat de ftaaten hebbende voorgedragen „ dat zij, uit misnoegen over hunne aanneeminge „ van het verdrag, of uit eenige andere oorzaak, „ zouden konnen aangetast, en daar door genood„ zaakt worden, om hunnetoevlugtte neemen tot „ de wapenen, zonder dat de bondgenooten tijd „ hebben zouden, om tot afweering van zulk een „ gevaar, eerst hunne goede diensten aan te wen„ den; de drie andere mogendheden zich verbon1, den, om de ftaaten in zulk een geval, terftond, „ met de bepaalde manfehap bij te fpringen." Verder werd door de Franfche en Grootbrütannifche gezanten alleen verklaard: „ dat onder de regten „ der ftaaten, welke men verpligt zou zijn tehand„ haaven, ook begreepen werd het regt, bij de „ Munsterfche vreede bedongen, om de ingezee„ tenen der Oostenrijkfche Nederlanden uitge„ flooten te houden van de vaart op de Indien: en „ zoo de keizer, hierom, de penningen inhield, „ welke zij van hem te vorderen hadden , zouden „ de bondegenooten hun voldoening bezorgen, „ mits zij geen vijandlijkheden tegen de Oosten„ defche maatfchappij, inde Indien, noch elders „ aanvingen, dan naa dat zij deswegen met de „ andere bondgenooten zouden over een gekomen „ zijn. Noch verklaarden de ftaaten, dat zij de „ vrijheid aan zich behielden, om in de middelen, „ welke de bondgenooten zouden goedvinden in 't 3, werk te ftellen , tot behoudenis van de vreede  DER VEREEÏÏÏGDE NEDERLANDEN. 41 ■5, of van het evenwigt van Europa, te bewilligen ,, of niet." Deeze acte van aanneeming werd ' terftond door de Franfche en Engelfche gezanten geteekend, maar de Pruififche gezant maakte daar zwaarigheid in, om de uitzondering van de handhaving der Westfaalfche en Olivafche verdragen. Doch het bleek van agteren, dat men die reden moest zoeken in de heimelijke handeling des keizers aan het hof van Berlijn , welke ten doelwit had om dien vorst af te trekken van het verdrag van Hanover. De gerugten van een gcfloote verdrag ^ tusfchen het Weener en Berlijner hof baarde bij c de bondgenooten van het Hanovers verdrag een J groote ongerustheid, doch zijne Pruisfifche majefteit] dit ter oore komende, liet door zijne gezanten in ; Frankrijk en Engeland verklaaren: ,, dat hij niets j met den keizer geflooten had, welk ftreed met „ het verdrag van Hanover, hebbende de verbin„ tenisfen, in welke hij getreeden was, alleen op3, zicht op zijne bijzondere belangen , en die van „ het Duitfche Rijk. §. MI. Met de ftaaten en die van Algiers werd gelukkig de vreede getroffen. Doch de toetreeding der ftaaten tot het verdrag van Hanover was oorzaak dat de Staatfche oorlogfchepen uit de Spaanfche havens geweerd wierden. •—■— Ook rees er met den keizer en prinfe van Luik en de ftaaten een verfchil over het aanleggen der nieuwe werken op den St. Pietersberg. Verfcheide fchadelijke doorbraken vielen er deezen winter door de ijsver- XXI. OOFDST. LRVAL. >ngerust- eid over en geflooe verdrag usichen iet IVecler en Serlyner lOf. VerfcMUen met Span? je, en den prins bh* l'c'-.op VïO Luijk.  xxi, Hoofds verval. De ftaai befluiter om hun land- en zeemagt vermeen ren. 1727. Zweeden en Detie marken treeden mee toe, tot het vei drag van Hanover. In Engeland befluit men tot vermeerdering van land- en zeemagt. Beleg van Gibralter. ■ 42 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL 'i fPpinge v00r' in ^Lek en Merwe dijken, waar door veele landen overftroomden. en §. MII. De ftaaten befpeurende, dat-de bondgenooten van het Weener verdrag zich te water en Jande begonden te wapenen,zoo beüooten dezelve te van gelijke hunne land- en zeemagt te vermeerde, e-red. - Zweeden, en vervolgens Denemarken traaden mede in het verdrag van Hanover. Doch de koning van Pruis/en gedroeg zich als onzijdig. . De keizer handelde ook te vergeefs i„ Duüschland, om meuwe bondgenooten te verkrijgen , wijl de bondgenooten van Hanover zulks telkens wisten te verijdelen: de kerkelijke keurvorsten waren de eemge, die 's keizers zaak voorftonden, maar wier ijver verflaauwde, toen zij de zwakheid van het Weener, en de fterkte van het Hanoverfche bondgenootfchap begonden te overweegen, en dat zij geen belang hadden, om de Oostendefche maatfchap. PU voor te ftaan, als de grootfte oorzaak der te genwoordige verdeeltheid, temeer, wijl de fl™. rer/cne bondgenooten geen oogmerk hadden om de rust van Duüschland te ftooren. - fB E„„ land vond de koning in het eerst groote tegenftand bij t parlement om onderftand te verkrijgen ten einde zich te wapenen, doch eindelijk' dreef de hotpartij boven, en de gemeente befloot tot de begeerde vermeerdering van land- en zeemagt §• MUI. Inmiddels belegerden de Spanjaarden Gi'ralter maar met weinig vrucht, geevende dat hof ande ftaaten de fterkfte verzeekeringe van niets  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 43 vijandlijks tegens hun in den zin te hebben. — De^ Engelfche verzeekert zijnde, dat het beleg vruchte-^ loos opgebrooken zou worden, ondernaamen daaromme geene vijandlijkheden tegen de Spanjaarden, zorgden in de Oostzee maar dat de Rusjen geen vloot in Zee konden brengen, en dat de Spaanfche gallioenen in de haven van Porto Bello moesten blijven leggen, doch een gedeelte der Spaanfche zilvervloot kwam behouden in Kadix, §. MIV. Het Weener hof, ziende de zwakheid van zijn bondgenootfchap, begon geboorte verleenen aan de voorflagen tot herftelling der twijfelende vreede, door den Paufelijken Nuntius, eerst aan de Franfche en Staatfche gezanten te Weenen ge-, daan, doch de ftaaten vonden dit eerste ontwerp niet aanneemelijk , en bragten bondige redenen daar tegen in. De koning van Pruijjen ziende het weinige nut, en de 'zwakheid van het Weener bond, genootfchap, zogt zich van de tegen hem opgevatte argwaan te ontdoen, met te verklaaren, dat hi niet voorneemens was zich van het Hanovers bond genootfchap te fcheiden. Het Weener hof an dermaaleen ontwerp hebbende overgegeeven, dal aan de zijde van betHanovers bondgenootfchap ver worpen werd, zoo ontwierp de kardinaal de Fleü rij een nader verdrag,behelzende:„ i, dat het oc „ troi der Oostendefche maatfchappij, en alle han „ del uit de Oostenrijkfche Nederlanden op de In „ diën , voorden tijd van 7 jaaren, zou zijn opge „ fchort, alzoo zijn keizerlijke majefteit h&d W XXI. loOFDST, 'ERVAL. Het Weener hof doet voor(hagen tot bewaaring der vrede. i  XXL IIOOFDST. VERVAL. J 3 9 3 J 3 3 »1 H OPKOMST. VERVAL EN HERSTEL „ gedaan, dat men zulks, op de bijeenkomst, zou „ mogen beraamen. 2. Dat de koophandel inSpan„ je, in Europa en de Indien, zou herfteld wor„ den op den voet der verdragen, voor 't jaar 1725 „ gemaakt. 3. Dat alle andere regten en bezittin33 gen blijven zouden in den ftaat, waar in zij, door „ de verdragen van Utrecht en Baden, en door het 33 viervoudig verbond, gebragt waren. 4. Dat 3, men de Noordiche mogendheden vermaanen zou, 3, tot vreedzaame gedagten, in afwagting der bij'33 eenkomst, waar op ook hunne gefchillen zouden „ vereffend worden, en dat de Hanoverfche bond„ genooten niets zouden onderneemen, waardoor „ de rust in 't Noorden of in Nederduitschland, » geftoord werd. 5. Dat, naa 't bewilligen in „ deeze punten, alle vijandlijkheden zouden ophou„ den; dat deOoscendefche fchepen, voor de wa„ penfchorfing vertrokken, en begreepen in een „ lijst, door den keizer over te leveren, veiliglijk i, te rug zouden keeren uit de Indien; dat de galli, oenen hunne reis naar Spanje, vrijelijk, zou, den voltrekken, en dat zijne katholijke maje, fteit, ten opzichte van de goederen, met de , vloot en gallioenen overgebragt, zich zou ge, draagen, als hij altoos, in vrije tijden, gewoon i geweest was. Dat het Engelsch esquader onder , Hofier van voor Porto Bello vertrekken zou, , en zelfs naar Europa te rug keeren ; en dat de , Engelfchen hunnen handelin Amerika drijven zouden, gelijk voor deezen. Dat alle Franfche, En-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 45 „ gelfche en Hollandfche esquaders zich, ten fpoedigfte, van de Spaanfche kusten begeven zouden, „ zonder tegen derzelver opgezeetenen, op eenigerlei wijze, iets te onderneemen. 6. Dat de „ waapenitilftand zoo lang duuren zou , als de „ opfchorting van 'toftroi der Oostendefche maat.„ fchappij, te weeten 7 jaaren, binnen welken „ tijd men aan een algemeene bevreediging ar,, beiden zou. 7. Zoo er midlerwijl, naa het tee„ kenen deezer punten, eenige onlusten ontdaan ,, mogten, in Europa of de Indien , zouden de „ handelende mogendheden zich vereenigen , orr. „ hem, die ongelijk geleeden had, vergoeding van „ fchade te bezorgen. 8. Zoo deeze punten wer„ den aangenomen , zon men, zoo dra mogelijk „ eene bijeenkomst houden, te Aken, of in eenige „ andere ftad, door den keizer voorgellagen, al „ waar alle de handelende mogendheden hunne eis „ fchen zouden mogen voordellen, en doen onder „ zoeken. De 8. 9. en 10. punten van het Weenei „ ontwerp waaren zoo wel gefchikt, om de ban „ delinge der bijeenkomst tot een goed einde ti „ brengen , dat men niet twijfelde of zij kondei „ eenpaariglijk worden goedgekeurd. Dit ont werp aan het keizerlijke hof overgegeven zijnde zoo wilde dit het eerst naar Spanje en Ruslam zenden, maar de Franfche en Staatfche gezante! begeerden om zonder uitftel, dit ontwerp, af, o goed te keuren, met gevolg ook dat het TV".ene hof zulks aannam, mids het zelve noch met eeni XXI. HOOFDST. VERVAL. l" P l t f jj  XXL hoofdst. verval. Dood vai George den I. di( door George de II. opgevolgdword.. Verzoening tusfchenFrankrijk en Spanje. Verfchillen met Spanje. 1 j 46" OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ge punten,de goede orde op de aanftaande bijeenkomst te ^toz betreffende, vermeerderd werdt. Dit ontwerp wederzijds geteekend zijnde, 'zoo'geraakte de kardinaal daar door in groote achting hier te lande. 1 §• MV. Intusfchen overleedt op zijne reis naar Duüschland George de I. en werdt door zijn zoon George den II. opgevolgd, met welken vorst de ftaaten de voorige verdragen, bijzonder die van de jaaren 1717 en 1726, vernieuwden en bekragtigden. .- Met Spanje ging de bekragtiging van dit laatstgenoemde verdrag van den kardinaal de Fleurij zoo fpoedig niet, wijl er tusfchen de-Engelfchenen Spaanfchen veele verfchillen te vereffenen waren. Inmiddels werdt er eene verzoening bewerkt tusfchen de hoven van Frankrijk en Span3e> het §ene vervolgens van groot gevolg werdt. De raadpenfionaris Hoornbeek overleden zijnde, zoo werdt tot die waardigheid verkoozen de Thefaurier generaal Simon van Slinge- land. §. MVI. Spanje de ftukken van agten uit hunne vloot gekomen en die tegen agt realen de plata geregistreerd waren, aan de Franfche, Engelfche%vx Staatfche koopluiden tegen 91- reaalen willende uitieelen, en waar bij dezelve 20 ten 100 verliezen wuden, zoo werden daar fterke vertoogen tegen gedaan, als allezints ftrijdig tegens de'gewoone )elastinge, met gevolg ook dat deeze drie mogendleden, eerlang, verwierven,dat de ftukken van ag-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 47 ten als vooren tot 8 reaalen werden aanbedeeld. — Over de overige punten met Engeland werdt noch vrugteloos gehandeld, doch men kwam over een om in plaats van te Aken te Soisfons gevolmagtig- den te zenden, ter vereffening der gefchillen. De wederzijdfche eisfchen hier in gelevert zijnde, zoo fcheen er in de handeling een verflaauwing te komen, waarom de kardinaal de Fleury een veertien jaarig beftand voorfloeg, doch het gene den Keizer of Spanje niet behaagde. §. MVII. Tegen de in SjDaïz/Vopgerigte maatfchappij van Biskaje, deden de Engelfc'he en St'aatJche gezanten wel flerke vertoogen, om het nadeel dat hun Westindifche handel daar door ftond te lijden,doch te vergeefs. In Zweeden was reets in 1724 bij placaat verboden aan alle vreemdelingen, om -met hunne, ofbevragte fchepen gene andere waaren, gewasfen of ftoffen in te voeren , dan die van hun eigen land of buitenlandfche volkplantingen, waarom ook de ftaaten,in opzicht van de Zweedfche waaren, een gelijk verbed deeden. §. MVIII. Lodewijk de XV. de kinderpokken gekregen , en de koningin den koning noch geen zoon gebaard hebbende, zoo was alles in beweeging aan het Spaanfche hof, en de droefgeestige; Spaanfche koning verkreeg een nieuw leven, doch de koning van Frankrijk hier van gelukkig herftellende, zoo verdween die ijdele hoop, en werden de handelingen te Soisfons aangevangen in Spanje XXL EioOFDST. ,'ERVAL. Opgeregtï naatfchappij in Biskaje. 1729.  XXI. HüOFDST. VERVAL. Verdrag \anSiritte. é 3 4 ■s 3 i? 48 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL vervolgd, en eindelijk te- Siville, het volgende verdrag geflooten , dat op deezen zin uitkomt „ de „ drie mogendheden beloofden,eene.goede en vas„ te vrede, vriendfchap en eendragt met elkande„ ren te zullen onderhouden, elkanders Rijken, ,, landen, bezittingen en regten, zoo met opzigt „ op den koophandel als anderzints, beide in en „ buiten Europa, te zullen handhaaven, en elkan„ deren ten dien einde des noods, ieder met twaalf duizend man te zullen onder/leunen, of met „ geld of fchepen, naar evenredigheid. De ver„ dragen te vooren geflooten, werden, zoo ver „ er bij dit geene verandering in gemaakt werd, „ volkomeüjk bekragtigd. De koning van Span' „ je verklaarde nooit voor gehad te hebben, bis * de Weener verdragen, den onderzaaten des kei'. „ zers eenige voorregten in den koophandel toe „ te ftaan noch te laaten behouden, welke met de „ hierbij bekragtigde verdragen ftreeden. De Fran, fche en Engelfche koophandel, beide in Europa „ en in de Indien, zou herfteld worden, op den , voet der verdraagen: gelijk bij de voorafgaan„ de punten beraamd was. De koning van Span, je zou de nadeden doen herftellen, welke door , zijne onderzaaten die der andere mogendhe, den in Europa na den tijd bij de voorafgaande , punten beftemd, en in America na den twee, en-twin.tigften van zomermaand des jaars 1728, , toen men 's konings last eerst te Rar.tagena ont* 5 vangen hadt, waren aangedaan , de koningen » van  DÈR VÈRÈENiGDE NEDERLANDEN. 49 van Spanje en Grootbrittanje zouaen gemag„ tigden benoemen: die ten langsten vier maan,, den naa 't uitwisfelen der bekragtigingen aan 't Spaanfche hof zouden bij eenkomen, om de ge5, fchillen over de fchepen en goederen, welken men in zee op eikanderen verovert hadt, te onder3, zoeken en te vereffenen* Frankrijk en Spanje „ zouden oök gemagtigden benoemen, ten zelfden „ einde. En deeze gemagtigden zouden hun werk in drie jaaren tijds moeten afdoen. De overvoe„ ring van zes duizend man fpaanfche troepen, naar $, Italië, om gelegd te worden in Livorno, Portö ,, Ferrajo, Parma en Piaceriza, zou van flonden aan „ in 'twerkgefteld Worden,zullende deezetroepen (trekken, om den Infant Don Carlos te verzeke„ ren van de opvolging in Toskane, Parma en Pia^ s, cenza. Men zou, van nu af aan, den Groot-Hertog van Toskane en den Hertog van Parma óp de 3, bekwaamde wijzen zoeken te bewegen, om de 3, gemelde troepen in hunne daaten te ontvangen* ,, die bij eede zouden belooven, den Groot-Her„ tog en Hertog getrouw te zullen zijn, in alles „ wat niet dreedt met het regt van opvolginge den Infant Don Carlos toekomende: ook zou,, den zij zich niet mogen moeijen met zaaken van 3, regeeringe. De koning van Spanje zou zijne „ troepen uit Italië terug trekken, zodra de Ins, fant in 't gerust bezit der Italiaanfche daaten be„ vestigd zou zijn, in 't bezit van welke daaten de 3, handelende mogendheden beloofden hem en zijV. Deel. D XXL rIOOFDSt. VERVAL»  XXI. Hoofdst, verval. 50 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ ne opvolgers te zullen handhaaven. Het ver„ drag welke de koning van Spanje vermoedelijk „ met den Groot - Hertog en Hertog fluiten zou „ op het onderhoud der gemelde troepen, zou door Frankrijk en Grootbrittanje bekragtigd, en gehandhaafd worden. De'ftaaten der vereenig,, de gewesten, en zulke andere mogendheden, „ waar omtrent men, onderling, nader overeen„ komen zou, zouden genodigt worden om in dit „ verdrag te treeden. - Omtrend het herftel van den Engelfchen koophandel op Spanje, en de te rug „ gave van het fchip de prins Frederik en meer „ andere fchepen, die geen verboden handel gedre„ ven hadden, werdt het een en ander bij twee bij- „ zondere punten geregeld:" ook wierden er noch twee andere afgezonderde puqten bij gevoegd. Bij het eerste ,, verbond Grootbrittanje „ zig, om zijne goede diensten aan te wenden, tot „ behoudenis der vrede, zo het keizerrijk iets ten „ naadeelevan Frankrijk of Spanje befluiten mogt, „ doch zoo het keizerrijk, den twee andere rijken „ den oorlog mogt verklaard hebben, zou Grootbritj, tanje zijn aandeel volks in eige of afgehuurde „ ruiterij mogen leveren, en aan den keizer niet „ meer dan hij als Rijksvorst verpligt was, waar „ tegen zijne ftaaten alomme, en inzonderheid in „ Duitschland van vijandelijkheeden zouden ver„ fchoond blijven." Doch bij het tweede punt werdt nader verklaard „ dat de koning van Groot„ brittanje, zo het keizerrijk den twee andere mo-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 51 gendheden den oorlog verklaaren mogt, zijn aan,, deel als Rijksvorst in 't geheel niet opbrengen „ zou." De afzonderlijke en geheime punten van dit verdrag, die nimmer openlijk uitgegeven zijn, waaren agtin getal,en van deezen inhoud: ,, i. zou „ men de bezitters der Italiaanfche ftaaten, die op ,, Don Carlos komen moesten, binnen vier maan,, den bewegen, om de zes duizend Spanjaarden „ te ontvangen; 2. Men zou de bezettingen in die „ ftaaten verpligten, om een eed tot gerustftelling ,, van Don Carlos afteleggen; welke bezettingen „ door Spanje zouden onderhouden worden. 3. Men ,, zou den keizer van de onveranderlijkheid van 't ,, gene, bij dit verdrag, was vast gefteld, kennis „ geven. 4. Het overvoeren der 6000 man zou, ,, binnen 6 maanden, gefchieden. 5. Spanje zou ,, 18 oorlogfchepen, Frankrijk 6 oorlogfchepen, ö „ galleien, en 3000 man, en Grootbrittanje 6 oor,, logfchepen, en 2 battailjons gereed houden,tot „ de gemelde overvoering. 6. De bondgenooten zouden hunne kragten zaamen voegen, om de ,, overvoering door te zetten, zoo iemand zich. „ met geweld tegen dezelve wilde kanten. 7. In- geval van oorlog, zou men de magazijnen, die ,, de onderdaanen der handelende mogendheden ,, in Livorno hadden, ontzien, zo veel mogelijk „ ware. 8. De ftaaten der vereenigde gewesten ,, zouden genoodigd worden, om dit verdrag, en df, geheime punten te omhelzen. Ook zou men er anD 2 XXI. HOOFDST. VERVAL.  XXI. IIOOFDST. VERVAL. De ftaaten traaden mee tot het verdrag. De prins \vordbeee- ( digd als ftadhouder van Gel- , ierland en Stad en Lande. , i 1730. Befluit tot | de overtogt der ' Spaanfche i troepen naar Italië.1 52 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ü dere mogendheden toe noodigen, met gemeene bewilliging." §. MIX. De ftaaten traaden mede tot het verdrag, mids kennis hebbende van al het gene de bondgenooten te raaden wierden uit te voeren, mitsgaders dat men de vernietiging der Oostendifche maatfchappij zou helpen bewerken, Spanje hier toe noodigende, en dat zij voldoening van dat Rijk verkregen op hunne bezwaaren, beide in Indien en Europa, de koophandel herftellende op den voet als voorheen, hun gevende de voorregten der meestbegunstigde volken, en zoo de ftaaten om dit verdrag wierden aangevallen door deeze of gene, dat dan de bondgenooten hun bij zouden fpringen. — Verder waren er noch twee geheime punten die zaagen op den oorlog in Italië. §. MX. De prins 18 jaaren bereikt hebbende, radt in het bezit der ftadhouderlijke waardigheden ^an Gelderland en Stad en Lande. —— Ten deezen ;ijde werden eenige perfoonen door het hof van lolland gevonnist over ongeoorlofde verftandhou- ling, ook ontftonden er weder nieuwe on- usten in Oostvriesland, die den ftaaten veel werkgazen om te ftillen. §. MXI. In Spanje maakte men zich gereed ot de overtogt der 6000 Spanjaarden naar Italië. — Doch fchoon de koning van Engeland hier in bewilligd hadt, wisten nogthans eenige parlements eden daar veel op te berispen, het zelve aanzien-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 53 de , als een blijkbaare verbreeking van 't viervoudig verbond, waar door het evenwigt der magten in Europa ligtelijk zou konnen verbroken worden; maar de hofpartij bragt eerlang te wege, dat de maatregels door den koning gevolgd, bij de meeste ftemmen van beide de huizen werden goedgekeurd. §. MXII. Op den Rijksdag te Regensburg beklaagde zich de keizer over Spanje en Frankrijk, als of zij over de regten en landen des keizerijks, bij het leven der tegenwoordige bezitterenr zonder den keizer of het keizerrijk daar in te kennen, befchikkingen maakten; verzoekende over dit en meer andere bezwaaren, de hulp van het keizerrijk. Maar de Franfche gezant beantwoorde 's keizers vertoog, en verklaarde „ dat zijn allerchriftelijke ma„ jefteit niet voorhadt, de regten, door den kei„ zer , of door het keizerrijk verkregen bij het „ viervoudig verbond , in eenigerlei opzigt, te „ krenken; maar dat hij integendeel gezind was, „ met alle de leden des Rijks goed verftand te on- „ derhouden. Door deeze vertoogen begreep men meer en meer , dat het verdrag van Seville de mogendheden , zelfs in hun ftrijdige belangens, te zeer aan elkandereu verbonden hadt, om iets van gewigt te kunnen onderneemen, — Doch des niet tegenftaande verflerkte zich de keizer in Italië, om de overvoering der Spaanfche troepen te verhinderen het welke ook daarom voor als noch geen voortgang hadt. -—- Intusfchen leverde Frankrijk, Grootbrittanje, en de Staaten, hunnen uiD 3 XXI. hoofdst. verval,. 's Keizers dagte op den Rijksdag , over de bondgenooten. Uiterfle voorflag, aan het. Weener hof.  XXI. HooFDST. VERVAL. Antwoord op dien roorflag.' 54 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL _ terften voorflag aan het Weenerhofin; en toonden,dat zij met de overvoering der Spaanfche troepen naar Italië geen het minste oogmerk hadden, 's keizers bezittingen aldaar te ontrusten ; zoo dat, indien de keizer hier in bewilligde, de zaak van Oostende ten einde bragt, en de Oostfriefche en Mekelemburgfche zaaken met de bondgenooten wilde regelen; dan wilden zij ook belooven, bij het uithuwen zijner dogteren niets vast te Hellen, waar door het evenwigt van Europa konde verbrooken worden; aanneemende zelfs (bij een geheim punt,) zich niet alleen te verzetten tegen de fchikkingen, welke de keizer omtrent de opvolging in zijne Italiaanfche ftaaten zou mogen goedvinden te maaken, ten behoeve van de oudste of jongste der aartshertoginnen zijne dogteren, maar zelfs die fchikkingen te zullen helpen handhaven. - in Spanje werdt de.°ze voorflag wel afgekeurd, doch dat hof kon de bondgenooten niet bewegen om kragtdaadige middelen te gebruiken, wijl ze eikanderen niet konden verftaan, waar den oorlog te beginnen tegen den keizer. Intusfchen beantwoorde het Weener hof den uitersten voorflag der bondgenooten vanSeville, voorgevende, zich ftiptelijk te willen houden aan de verdragen, en te zullen handhaven het gene hij ten behoeve van anderen op zich genomen hadt, bereid zijnde aan Don Carlos van de opvolging in Toskane en Parma verzeekering te geven, mids er maar het regt van anderen, en de voorgaande verdragen niet bij verkort wierden. -  der vereenigde nederlanden. 55 Doch het invoeren van Spaanfche bezettingen in die plaatzen , oordeelde de keizer te ftrijden met het viervoudig verbond. -— Het Weener hof oordeelde ook, om alle deeze aangebode verzeekeringen, regt te hebben, om de handhavinge der pragmatike fanStie te vorderen van de andere mogendheden, wegens de opvolging in alle 's keizers erflanden. — Maar de Franfchen konden niet verftaan tot dit laatste, om dat men dan voor altoos moest afzien van de verbintenisfen met vorsten, die daar op eenigen eisch hadden, Doch wat aanging de handhaving van 's keizers Italiaanfche ftaaten, vonden zij er zoo veel zwaarigheid niet in , en oordeelden, dat men ook wel kon toeftaan, dat in plaatze van Spaanfche, men onzijdige troepen gebruikte, tot de bezettingen der ftaaten die aan Don Carlos komen moesten. Een blijk, dat de Franfchen al oogden óp een verdeeling der Oostenrijkfche ftaaten, en welk een en ander ten gevolgen hadt, dat de bijeenkomst te Soisfons vrugteloos afliep. §. MXIII. Bij de Rijksvorsten kon de keizer van gelijke zijn oogmerk tot handhaving der Pragtnatike fanttie voor alle zijne erflanden niet verkrijgen , doordien zij onderling te zeer verdeelc' waren. §. MXIV. In Rusland viel ten deezen tijde een groote verandering voor, wijl Peter de II., opvolger van keizerin Kathartna overleeden was, zonder een opvolger te benoemen. Volgens de uiterste wil van Peter den I. moest de kroon D 4 XXI. HOOFDST. VERVAL. 's Keizers oogmerk mist. Verandering in Rusland.  XXI. HOOFDST, VERVAL. Verlenging van hetoc troi, der fFestindifche maat fchappij. Nieuw quohier van verpqndinge, Verbod aan de roomschgezindenom den nieuw ingefteldendienst niet te gebruiken, $6 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL komen aan de prinfesfe Elizabeth zijne dogter, fflaar de fenaat of raad van regeering vond goed de kroon op te dragen aan Anna, dogter van Iwan Alexqwits, broeder van Peter den I , De Keizer, vreezende voor verkoeling der vriendfchap, werdt daar jn gerust gefield door de verzeekering, die de keizerin hem gaf van de naarko, ming der verdragen. F §. MXV, Ten deezen tijde werdt het octrooi der Westindifche maatfchappij voor 30 jaaren verlengd , mids dat onder betaaling van zekere re■ cognitie aan de maatfchappij, de vaart en flaavenhandel op de kust van Afrika, voor een iegelijk vrij- gefteld werdt. , De merkelijke verandering ze- dert een eeuw, in de waarde der huizen, deedt de ftaaten van Rolland befluiten, om een nieuwe opneeming te laaten doen, door begrooting hunner waarden, naar de huurder huizen, of gebouwen, die zij gaven, of konden opbrengen, Hier door bevond men in't zuider kwartier 126889, en in het noorder kwartier 37573 numeroos van gebouwen, en waar uit hleek, dat het zuider meerder, en het noorder kwartier, zedert een eeuw in waardij, en getal van gebouwen, merkelijk toegenomen was. §, MXVI. Paus Benedictos de XIII., bij de inftelling van eenen nieuwen dienst, als iets loffelijks aanprijzende, het gedrag van Paus CregoRiosden 7., waar hij bij gelegentheid van 's kei, zersban , alle christenen onthefte , van den eed die zij den keizer gezwooren hadden., zoo verbo©-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 57 den de ftaaten van Holland den roomsen gezinden het gebruik van deezen nieuwen dienst, als nadee- ' lig voor het hoog gezag der burgerlijke overheid,VE en vorderden den Roomfchen priesteren eene nieuwe belofte van onderdaanigheid af, met vastftelling van vervolgens geene priesters toe te laaten, dan die gebooren onderdaanen van den ftaat waren. — De ontdekking en ftraf van de onnatuurlijke misdaad van fodomie maakte ook ten deezen tijden veel gerugts in Nederland. §. MXVII. De ftaaten van Holland en Zeeland fchaften ook voor altoos af, de verbeurd verklaa- ^ ring der goederen van misdaadigen,alsdieonbeftaan- li baar oordeelende met de vrijheid. §, MXVIII. De keizer noch ongenegen zijnde en blijvende, om de goedkeuring aan het verdrag, van Sevilk te geven, zoo deeden Spanje en Frankrijk < andere poogingen bij Grootbrittanje en de ftaaten, ] om hun over te haaien tot het opneemen der wa-1 penen tegen den keizer; doch te Londen en in den Haag gaf men op de driftige vertoogen dier beide hoven een koel en verwijlend antwoord; te meer wijl men een heimelijke vrees voede, dat het huis van Bourbon eerlang te magtig ftond te worden in Italië, en daarom best oordeelde, de oude maatregels aan te neemen, door zich naauwermet den Keizer te verbinden. Doch men hieldt den handel daar over voor het Franfche hof bedekt, wijl die de handhaving der Pragmatike fanStie had van de hanti geweezen, nraar het Spaanfche hof dat hier niet ter £> 5 XXI. IOFDST» ilVAL, ffcliaffing er vereurd ver* laaring an goedeen, 'oogingen 'an Spanje ;n Frank■ijk, ten :inde de jondgeïooten de ,vapenen tegen den Keizer zouden op, neemen. I73I- Verandering van Maats fyftema,  xxi. HOOFDST. VERVAL. Verdrag tusfchen Grootbrittanje en denKeizer. ! 3 3 3 3 s: 33 33 53 33 33 33 33 33 33 33 35 33 58 opkomst , verval en herstel gen was, kreeg er kondfchap van, wijl men daar en tegen beloofde, den keizer te zullen bewegen, tot de overvoering der Spaanfche troepen naar Itahe. En fchoon de dood van den hertoge van Par. ma eemge vertraaging in 's keizers befluitgaf, zoo werdt nogthans, tusfchen den Keizer en Grootbrit. tanje, bet volgende verdrag geflooten. „ Devoo,3 nge verdragen, zoo verre,door het tegenwoorii dige, met verandert waren, werden, bij het zeive, bekragtigd. Men beloofde, eikanderen in , zijne regten en bezittingen te zullen handhaven. , Grootbrittanje, en de, ftaaten naamen de hand, havmg van 's keizers Pragmatike fanStie op zich, , be oovende, 's keizers oudfte dogter, bij man' gÊ zoonen > van de opvolging in de Oostennjklche ftaaten te verzeekeren. De keizer ver' fIaarde' daaren teê'en, zich niet te zullen ftelIen, tegen de vreedzaame overvoering van ócoo Spanjaarden in de ftaaten van Toskaanen, Parma, en Piacenza. Ook zou de keizer alle vaart op de Indiën, uit de Oostenrijkfche Nederlanden, en uit alle andere, die, ten tijde van KaRel den II. tot de Spaanfche heerfchappij behoord hadden, van nu af aan, voor altoos, doen ophouden, de Oostendifche maatfchappij, die al leenhjk noch twee fchepen , voor eene enkele reis, naar Oostindie zou mogen zenden, voor altoos vernietigende. Men zou wegens een lijst der regten, in de Oostenrijkfche Nederlanden onderling, overeenkomen, waar toegemagtigden  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 59 „ die, binnen twee maanden, te Antwerpen, zou„ den vergaderen, benoemd zouden worden; die „ daar en boven zouden vereffenen, *t gene uit hoof„ de der verdragen van 1715 en 1718 noch te ver„ effenen ftond; alles binnen den tijd van twee „ jaaren. De verdragen, die de handelende mo„ gendheden, onderling of met andere mogendhc„ den, geflooten hadden, zouden ftand grijpen, zoo „ verre die met dit niet ftreeden. De koning van „ Grootbrittanje en de ftaaten , zouden hunnen „ koophandel in Sicilië mogen drijven, op den voet „ als ten tijde van koning Karel den II., Allen, „ die binnen zes maanden naa de bekragtiging van „ dit verdrag,welke,binnen zes weeken, gefchie„ den zou, door de eene of de andere der handc„ lende mogendheden, zouden voorgefteld wor„ den, zouden, met gemeene bewilliging, in het ,-, zelve worden ontvangen. Bij twee bij¬ zondere punten maakte men bepaalingé omtrent oorlogen tegen den Turk, als mede dat men de ftaaten zou tragten te beweegen in dit verdrag te treeden. En eindelijk, dat men bij de overvoering der Spaanfche troepen, geen het minste oogmerk hadt tot benadeeling van 's keizers regten of bezittingen in Italië. Verklaarende ook de ftaaten door hun deelneeming in de Oostvriefche gefchillen, nooit of nimmer te ftaan,om 's keizers regten dien aangaande te benadeelen. §. MXIX. De ftaaten werden verzogt deel te neemen in dit Weener verdrag , fchriivende de al XXI. :OOFDST> ERVAL. DeStaaten worden aangezogt om deel te neemen in hevreener verdrag, en fchrijven daar over aan de ge» westen.  XXI. IIOOFDST. VERVAL. J J 3 3 3 3 3: 31 6o OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL gemeene ftaaten hier over aan de bijzondere ge. westen in deezer voegen, „ dat zij nergens meer „ naar verlangden, dan naar de bevestiging der al,, gemeene vrede, waar van ook die van den ftaat „ afhing; en na de herftelling der bezwaarnisfen, „ die den ftaat bewoogen hadden te treeden in de „ verdragen van Hanover en Seville; zonder dat „ men zich behoefde te fteeken in eenen kostbaaSJ ren en onzekeren oorlog. Dat zij deeze einden „ gaarne zouden willen bereiken, zonder te tree„ den in het Weener verdrag; waar uit gewisfe„ lijk ook zwaarigheid zou konnen ontftaan voor „ den ftaat; doch dat zij er, tot hier toe, naauw„ lijks kans toezagen. Dat zij, hierom, de bond-, „ genooten verzogten, wel te willen overleggen, „ of de zwaarigheid, die uit het aanneemen van „ het Weener verdrag zou konnen ontftaan, zoo „ groot waare, dat men, om dezelve te ontwij„ ken, de voordeden behoorde van de hand te wij. „ zen, welken, door dit verdrag, te verwerven , waren. Dat zij het onderzoek van de bijzonde, , re punten des verdrags voor de bondgenooten , overlieten , doch dat ze niet konden nalaten, , omtrent de algemeene belofte van handhaving, , welke daar bij gevorderdt werdt, en bijzonder> lijk omtrent de handhaving der Pragmatike fanttie, , waarin de meeste zwaarigheid gelegen fcheen, , aan te merken, i. Dat het verdrag van barrieren, welk, in 't Weener verdrag, bekragtigd was, tot een grondflag ftelde, dat de Oosten,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 6l rijkfche ftaaten in eene hand blijven zouden, en „ dat de ftaaten reeds verbonden waren, dat ge„ deelte van 's keizers bezittinge, welk het eerst „ ftond aangetast te worden, te befchermen. 2. „ Dat de ftaaten ook zouden getreeden zijn in 't ,» viervoudig verbond van den jaaren 1718, w'aarj, bij men zich tot eene veel uitgebreider handha„ vinge zou hebben moeten verpligten: dat zulks „ wel op zeekere voorwaarde gefchied zou zijn: „ doch dat deeze voorwaarden niets gemeens had» ,, deri met de tegenswoordige zaaken, eu dat de „ ftaaten om zich te redden uit de verwarring, waarin men zich bevondt, nog onlangs befloo„ ten hadden, den keizer te handhaven in 't be„ zit zijner ftaaten in Italië. 3. Dat het oogmerk „ der handhavinge zijnde, de Oostenrijkfche ftaa„ ten in eene hand te bewaaren, en daar door het „ evenwicht van Europa te behouden, zeer wel „ over een kwam met het groot belang van den „ ftaat, en met de jongste verdragen van vrede. „ Dat, gelijk de ftaaten den keizer de handhaving „ toezeiden ; de keizer het zelfde deedt aan de ,, ftaaten: 't welk van veel gewigts voor hun zijn „ moest, om den grooten invloed, dien hij hadt „ op de raadplegingen der vorsten en ftenden des „ Duitfchen Rijks. 5. Dat, eindelijk, de belofte „ van handhaavinge , in een onzeker toekomend „ geval, van minder belang fcheen te moeten ge„ reekend worden, dan de tegenwoordige verwar3, ring der zaaken, die, naa 't verloop der zever, XXL loOFDST. HERVAL.  XXI. HOOFDST. VERVAL. Overtogt der Spaanfche folda-: ten, ver- ., nietiging der Ooften- < difche en \ oprigting der Zweedfche Oost- I indifche maatfchappij. 1 1732. De (lanten l treeden tot j, hetWeener verdrag, y. 6t OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ jaaren, bij de voorafgaande punten des jaars 1727 „ bepaaldt, noch ftond toe te neemen, zo men „ zich, vooraf, niet verdroege met den keizer, „ waar toe, zonder de gemelde handhaaving ,geen „ middel fcheen. Over 't verdrag in 't algemeen „ viel noch aan te merken, dat gelijk men, bij „ hetzelve, voldoening bezorgt hadt aan Spanje, „ overeenkomstig met bet viervoudig verbond en „ het verdrag van Seville, men niet het minste „ hadt vastgefteld, waar bij Frankrijk belang hadt, „ veel min zich beledigt kon agten: welke aanmer„ king van te meer gewigc was, om dat, onaan„ gezien de verzoening met den keizer, de vriendfchap met Frankrijk niet te fterk kon aange„ kweekt worden. Op al 't welke, zij verzogten, fJ dat de bondgenooten, in derzelver bijzondere „ ftaatsvergaderingen,behoorlijk agt wildenflaan." §. MXX. Een nader verdrag tusfchen den Kei'.er, Spanje en Grootbrittanje geflooten zijnde, zoo verden daar op de Spaanfche foldaten naar Italië .vergevoert. Door deeze verdragen geraak, e de Oostendifche maatfchappij vernietigd, doch Ie Zweeden regten daar en tegen te Gottenburg, een lieuwe Oostindifehe maatfchappij op. - De vrede net Algiers werdt ook vernieuwd, en de gefchil?n met Denemarken afgedaan. ■ §• MXXI. Eindelijk traaden de ftaaten tot het Veener verdrag. Bij de acte van toetreeding verlaarden de ftaaten, „ dat zij,zich verzekerd houdende, dat met de algemeene en wederzijdfche  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 63 handhaaving, welke, in't eerste lid van'tWee„ ner verdrag, beloofd werdt, niet werdt gezien, ,, op de handhaaving van eenige onbekende ver3, dragen , in dit verdrag traden , als voornaame „ handelende partij. De graaven van Sinzendorff „ en Chesterfield verzekerden, daar en boven, 3, dat de zin, welke de ftaaten aan het gemelde ,, eerste lid gegeven hadden, de waare zin was. ,, De onderftand, welken men eikanderen bewij„ zen zou, twee maanden naa dat dezelve gevor,, derdt was, zou, ten opzigte van den Keizer en ,, Grootbrittanje, beftaan in agt.duizend knegten ,, en vierduizend paarden, enten opzigte van de ,, ftaaten, in vierduizend knegten en duizend paar,, den; doch zoo deeze onderftand, voor Italië, ,, Hongarije of eenige landen daaromtrent,gevor,, dert werdt, zouden de ftaaten met fchepen of „ geld naa evenredigheid, volftaan konnen: ook ,, zou de keizer zelfs in andere landen, fchepen ,, of geld, in de plaats van manfchap van hun mo„ gen vorderen. En zoo de beraamde onderftand „ niet voldoen mogt, zou men, wegens grooter ,, onderftand overeenkomen: zullende men elkan,, deren des noods, uit al zijn vermogen bijftaan, ,, en zelfs den oorlog verklaaren, aan den vijand ,, van eenen der bondgenooten. In 't ftuk van den „ koophandel op Westindie, zou men zich ver,, dragen, naa de Munfterfche vrede. De keizei „ zou alle vaart op Oostindie uit de Oostenrijk„ fche Nederlanden, en uit alle anderen welken XXI. [foOFDST. VERVAL. 3  XXI. Hoofds't. verval. J . 1 Ó"4 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ teil tijde van Karel den IL onder de Spaanfche* „ heerfchappij behoord hadden, voor altoos doen „ ophouden. Doch de Oostendifcbe maatfchappij ,, zou de waaren, reeds uit de Indien aangebragt, ,» te Oostende of elders moogen doen verkoopen • » ook zou ziJ n°g ^ee fchepen voor eene reize „ naar Oostindie mogen zenden, die egter niet i, langer dan negen en twintig maanden, 't geval „ van fchipbreuk alleen uitgenoomen, te rekenen 3, van den eersten van wijnmaand deezes jaars 1732 i, zouden mogen uitblijven, en welker naamen „ men voor af zou moeten opgeven, wanneer de „ ftaaten hun van vrijgelei brieven zouden vöor* 33 zien." Bij een afzonderlijk punt was nog beraamd „ dat „ zoo 't gebeuren mogt, dat eene der aartshertog „ gitinen, op welken 's keizers nalatenfchap, in., gevolge de Pragmatike Santiie verfterven moest, „ in den egt trad met eenen vorst, zoo magtig en „ rijk, dat zulks met reeden, voor de behoude„ nis der ruste, en des evenwigts van Europa mogt „ doen vreezen, het deezen vorst vrijftaan zou, „ of eenigen zijner ftaaten aan eenen zijner naa„ bertaanden, afteftaan, of zich niet te behelpen „ met de belofte, bij 't Weener verdrag gedaan, „ tot handhaving der Pragmatike SanStie, zullen- de Grootbrittanje en de ftaaten, zoo zulk een , vorst met de aartshertoginne huwende alle zijne , heerlijkheden behouden wilde, niet tot de hand, haavingederPrag/Mtóe SanS/. verbonden zijn.- Ver-  DER VEREENlGDË NEDERLANDEN. 6$ Verder werdt omtrend de zaaken van Oostvriesland, het een en ander nader geregeld. —— Rusland en 1 Denemarken traaden ook in verbond met den keizer , tot handhaving der Pragmatike SanStie. §. MXXII. Naauwlijk was het goed verftand j tusfchen den Keizer en Spanje herfteld, of daar ont- f Honden over de meer dan öcoo bepaalde overge- J voerde Spaanfche troepen naar Italië, en meer andere kleinigheden, die met een mistrouwend oog vergroot, en door Frankrijk aangeftookt werden, oneenïgheden, die vervolgens van groote gevolgen wierden. Over zekere Veroordeelde Hellingen van Janfenius ,en voornaarrientlijk Omtrent het verzoek tot een paufelijke vicarius in Holland voor de Rooïnschgezinden, welke de bulle Unigeniius aangenomen hadden, was er veel te doen bij de ftaaten van Holland, dóch op het aanhouden der predicanten, en de vcrfchillende gedagten der leden, bleef die zaak fteeken-. §, MXXIII. Ten deezen tijde Werd het fchadelijk gewormte in het paalwerk der Zeedijken ont- j dekt, het geene aanleiding gaf om vervolgens de dijken door fleenftortingen aan de buitenfte neer voeten, gepaart met een fchuiner glooijng gedekt met wier, op een andere en zelfs betere wijze te befchermen, voor den drang en flag des Waters dan voorheen. Het gefchil over de nalaatenfchap , van koning Willem werd ook eindelijk afgedaan.— 1 Doch over de vernietiging van het markgraaffchap 1 Veen en Vlisfmgen reezen onaangenaame verfchil- V. Deel. E XXI. •foOFDST. herval. 3neenigïeden tus:hen den ieizer en ïpanje. Schadelijk jewormte n 't paalwerk. ifereffeïing der ;efchillen >ver ko. lingWiL,ems nalaa:enfchap.  HOOFDST. VERVAL. I733- Verfchillen over de Poolfche kroon. 1 j ] 66 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL. len tusfchen de ftaaten van Zeeland, en het Orange huis, en waar over vrugteloos door bekwaame pennen veel over en weder gefchreeven werd. §. MXXIV. Frederik Augustus de II. koning van Poolen, overleden zijnde; zoo deed zich Stamslaus Leczinski, die reeds in 't jaar 1704. tot koning verkooren geweest was , en de nieuwe keurvorst, zoon des overleden konings,tot mededingers naar de kroon op. Lodewijk de XV. zag gaarne zijn fchoonvader op den Poolfchen throon,en fpande in 't heimelijke alle middelen aan, om zulks te verkrijgen; doch de ftemmen waren verdeeld, en de keizer, de keizerin van Rusland, en de koning van Pruis/en kwaamen midlerwijl over een, om te beletten, dat geen dier twee vorsten tot die waardigheid verkooren werd. Om reden dat de Keizer en Rusland, niet gaarne de kroon in handen zaagen van een vorst, die geheel in debelangens van Frank'ijk ftond, en welke ten tijde zijner eerste verkiezing een vijand der Rus/en was. Voor den keurvorst van Saxen was de keizer bedugt, dat hij weigeren zou, de Pragmatike Sanctie te handhaven. En Pruisfenmet den overleden Poolfchen koning verfchil )ver de hertogdommen Gulik en Berg gehad heb)ende, vreesde als dan voor een herleving dier eis- ~chen. Maar Saxen, de handhaving der Prag- natike Santtie aan den keizer beloovende, zoo verinderden de zaaken van gedaante, en de keizer, geijk ook Rusland, verbonden zich, om de verkiezing van den keurvorst kragtdaadig te helpen be-  DÉR VERËÉNIGDE NEDERLANDEN. 6*/ Vorderen; doende zelfs eenige Rusfifche manfchap naar de Poolfche grenzen trekken, tot groot ongenoegen van Frankrijk, welke verklaarde, dat zulks ftreed tegens de vrijheid van verkiezing, die hij voor had te handhaven. De vèreenigde gewesten bedugt zijnde voor kwaade gevolgen uit deeze Poolfche onlusten, deeden daar omtrent vertoogen aan 't Weener hof, dat zij niet voorneemens wa* ren, den keizer hier in te onderfteunen, als willende in die zaak Onzijdig blijven; Waarom zij óok met Frankrijk in onderhandeling traaden , om de Oostenrijkfche Nederlanden, waar in de ftaat zijn barrière had, niet aan te Vallen. —— Inmiddels* kwam men in Poolen tot een verkiezing, de primaat en veele rijksgrooten verkooren SrANisrjvüs Leczinski , maar een andere partij Fredrik AügusTu: den III., keurvorst van Saxen , doch de eerfte geen krijgsvolk bij der hand hebbende, om zich tegen de Rusfen te verzetten, zoo möest StanIslAü! met den primaat en eenige grooten de wijk neemei naar Danlzig; wijl intusfchen zijn mededinger, zonder tegen ftand te ontmoeten, in Louwmaanc des volgenden jaars te Krakau gekroondwerd. §. MXXV. Hier op verklaarden Frankrijk, Span je, en Sardinië, den keizer den oorlog; voornaa mentlijk, om dat de keizer zich verzet had tegei de verkiezing van Stanislaus , en waar op d krijgsbedrijven aan den Rijn, en in Italië èen aan vang naamen. De keizer zich dus van drie mo gendheden te gelijk aangevallen ziende, begeerd* E a XXL HoOFDST» VERVAt« l [ ■ Frankrijk, Spanjé, en, Sardinië * 1 verklaaren ; den Keizef den oorlog.  XXI. HoOFDST. VERVAL. 1734- De Prins, irouwt met de kroonprinces van Engeland. Krijgsbedrijven. I735- 6t OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL onderftand van de ftaaten, die hem heufelijk afgeflagenwerd, wijl deeze oorlog zijn oorfprong genomen had uit de Poolfche verfchillen. De ftaaten bewerkten zelfs bij Frankrijk, dat de Oostenrijkfche Nederlanden ten eenemaal onzijdig zouden gehouden worden. Hier door verwijderden zich de wapenen van denvereenigden ftaat,en fpaarden de gewesten de kosten van een lastigen en onzekeren oorlog. §. MXXVI. De prins van Orange, met Anna, kroonprinfesfe van Grootbrittanje in den echt vereenigd zijnde, zoo gaf George de II. bij een brief daar plegtige kennis van aan de ftaaten, die ook niet nalieten zulks te beantwoorden. §. MDXX VII. Stanislaus gelijk wij gezien hebben naar Dantzig gevlugt, en zich daar als koning van Poolen gedragende, zoowierd dieftad door de Rusfen belegert en bemagtigd ; doch Stanislaus was noch voor de overgaave, heimelijk en met groot gevaar geweeken. In Italië waren 's keizers wapenen niet gelukkig , gelijk ook aan den Rijn, fchoon de krijgsbedrijven om de rijksvorsten en ftenden niet te verbitteren hier fiaauwer voortgezet werden. Inmiddels werkten Engeland en de Staaten aaneen ontwerp van verzoening, tusfchen de oorlogende mogendheden , doch daar Frankrijk minder zin in fcheen te hebben, dan de Keizer, om dat het geluk der wapenen aan zijne zijde was. Over de voorgeftage wapenfehorfing ioor de Zeemogendheden konde men het niet eens  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 69 worden, maar Frankrijk eindelijk ziende dat hij zijn oogmerk niet zou kunnen bereiken, om Stanis- 1 LAus'op den Poolfchen throon te krijgen, wijlde' Rusfen den keurvorst van Saxen onderfteunden, zoo kwam Frankrijk tot het volgende voor hem voordeelig verdrag met den keizer, waar van de punten op deezen zin uitliepen. ,, 1. De koning, 1 „ fchoonvader van zijne allerchristelijkfte maje- 1 „ fteit, zouafftand doen van de Poolfche kroon,' doch echter den titel en eer van koning van Poo-1 „ len en groot hertog van Litthauwen behouden. „ Men zou hem, en de koningin, zijne gemaalin , „ in 't bezit hunner goederen herftellen. 't Voor„ ledene zou , door eene algemeene vergiffenis, „ uitgewischt, en Poolen in 't bezit zijner regten „ en vrijheeden berfteld worden. De keizer Rond „ toe, dat de koning, fchoonvader van zijne aller„ christelijkfte majefteit', gefield werd, in 't vreed„ zaam bezit van 't hertogdom Bar; en, zo dra ,, het groot hertogdom van Toskane aan 't huis van Lotharingen gekomen zou zijn, ook in het vreedzaam bezit van het hertogdom Lotharin„ gen; welke hertogdommen egter, na zijn over„ lijden,voor altoos, gehegt zouden worden aan „ de kroone van Frankrijk: waar in de keizer, ten „ opzigte van dat gedeelte, welk onder het Duitj, fche Rijk behoorde, van nu af aan, bewilligde; „ ftaande, daar en tegen, den koning vanFrank„ rijk, zo voor zich zeiven, als voor den koning3 zijnen fchoonvader, af van het gebruik, omzieE 3 XXL IoOFDST. 'ERVAL. Verdrag usfcheii \zr\Keizer, n Fiankijk.  XXL HOOFDST, VERVAL, J : ?0 OPKOMST , VERVAL EN HERSTEL „ ting en Rem te hebben op den rijksdag. Koning „ Aogusïos zou voor koning van Poolen en groot „ hertog van Litthauwen erkend worden, door „ alle de mogendheden,die deelzouden hebben aart „ de bevreediging. 2, Het hertogdom van Tos„ kaanen zou, naa de dood van den tegenwoordige „ bezitter, den huize van Lotharingen toebehoojs ren, om het zelve fchadeloos teRellen, wegens 3, de hertogdommen die het tegenswoordig bezat, 33 De Spaanfche troepen zouden dit groot hertog, .3 dom ruimen, welk, op gelijke wijze, als bij het 33 viervoudig verbond, omtrent de onzijdige troe33 pen vastgefteld was, door keizerlijke troepen „ zou bezet worden, tot dat het huis van Lotharin3, gen in 't bezit van het zelve zou getreeden zijn, „ overeenkomstig met het verdrag van Rijswijk; 3, neemendezijnallerchristelijkftemajefteitaan,den „ huize van Lotharingen, geduurende dien tuss, fchen tijd, de inkomsten van het hertogdom Bar „ goed te doen. Livorno zou eene vrije haver^ „ blijven, gelijk het tegenwoordig was. 3. De „ koningrijken van Napels en Sicilië zouden toebehoorenaan den vorst, die dezelve tegenwoordig „ bezat, en die voor koning erkend zou worden, „ door alle de mogendheden, die de bevrediging „ zouden aanneemen. Ook zou hij de plaatzen heb„ ben, die de keizer op de Toskaanfchekust be, zeeten had: nevens Porto Longone en 't geen , de koning van Spanje, ten tijde van het vier, voudig verbond, van het eiland Elbe bezeecea  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 71 „ had. Men zou een algemeene vergiffenis af kon„ digen, ten behoeve van allen, die, geduurende „ den tegenwoordigen oorlog, de eene of de andere „ zijde gevolgd hadden. 4- De koning van Sardi„ nie zou bezitten of het Novarreefche enTorto„ neefche, of het Tortoneefche en Vigevanasko„ fche, ter zijner keuze; welke twee flreeken aan „ zijne andere ftaaten zouden gehegt worden, mits „ zij, zo wel als de gantfche ftaat van Milaan, al„ toos erkend werden voor leenroerig van het kei„ zerrijk. Ook zou hij bezitten het opperst grond„ gebied over de landerijen van Langhes, en de „ vier landen van St. Fedele, Terra de Fasti, Gra„ vedo, en Campo Maggione, met vrijheid; om „ zulke plaatzen als hij goedvond fterk te maaken. „ 5. Alle andere plaatzen, welkende keizer, voor „ den tegenwoordigen oorlog, in Italië bezeeter „ had: zouden hem te rug gegeeven worden, be„ nevens de hertogdommen Parma en Piacenza „ Doch hij zou zich verbinden, om de hereenigin' „ gen van Caftro en Ronciglione niet te vervol „ gen, en om het huis van Guaftalla, wegens des. „ zelfs eisfchen op het hertogdom van Mantua. „ regt te doen, overeenkomftig met het verdra: „ van Baden. De koning van Frankrijk zou aai J5 den Keizer en het Rijk ook alles, zonder uitzon „ dering te rug geeven, wat hij, in den tegen ,, woordigen oorlog, veroverd had. 6. De konin; „ van Frankrijk zou belooven, de Pragmatiek „ Sanctie van den jaare 1713. te zullen handhaa E 4 XXI. Hoofdst. verval. 5 1 V  XXL HOOFDST. VERVAL. 3 72 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ ven, ten opzichte van de ftaaten, die de keizer reeds 3, bezat, of, uit hoofde, der bovenftaande punten „ bezitten zou, 7. Men zou, wederzijds , gevol„ magtigden benoemen, o.m de grenzen in den EI3, zas en de Nederlanden, tusfchen den keizer en „ den koning van Frankrijk, te regelen overeen33 komftig met de voorgaande verdragenin het 3, bijzonder met het verdrag van Baden." ■ In de afzonderlijke vijf punten werd noch beraamd. „ Dat de keizerin van Rusland en koning Augus,3 tus, als voornaame handelende partijen, zouden 33 genodigd worden tot de aanftaande bijeenkomst. „ Dat men deeze bijeenkomst zo fpoedig als mo3, gelijk ware, zou doen eindigen, geene andere 33 zaaken op dezelve brengende, dan die de tegen33 woordige oorlogende mogendheden betroffen „ Dat de keizer de toeftemming des keizerrijks op 33 het geflootene zou tragten te verderven, 'tgee„ ne hij tot hier toe, niet had konnen doen, ter „ zaake van de kortheid des tijds. Dat de taal en », titels, in de voorafgaande punten, of in de vol», magten gebruikt, geene van de handelende mo" 8endheden tot voordeel of tot nadeel zouden „ mogen geduid worden. En, eindelijk, dat men t, de Zeemogendheden noodigen zou, om deel aa.n „ dit verdrag te neemen, en daar van eene gemee15 ne zaak te maaken, §, MXXVIII. Eindelijk naamen Spanje en SarUnie van gelijke de voorgaande punten aan, waar ïaa de vijandlijkheden aan alle oorden ophielden  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 73 Kort hier op trouwde Francois Steven , hertog van Lotharingen met 's keizers oudfte dogter, de aartshertogin Maria Theresia , en beloofde den hertog bij huwelijks voorwaarden, dat hij, voor zijn hoofd, nimmer zou voorgeeven, eenig regt te hebben op 's keizers erflanden, teffens afftand doende van Bar en Lotharingen, ten behoeve van koning Stanislaus , die wederom de Poolfche kroon overliet aan koning Augustus; alles overeenkomstig de getroffen overeenkomst, tusfchen den Keizer en Frankrijk, en welke overeenkomst die twee mogendheden aan Grootbrittanje en de Staaten ter hand fielden, met verzoek dat zij daar de hand aan wilden leenen tot bevordering eener beflendige vreede. Doch de Zeemogendheeden vonden ongeraaden zich te verbinden tot handhaving van punten die buiten hunne bewilliging geflooten waren. §. MXXIX. De ftaaten verminderden hier op 'hunne krijgsmagt, en bragten die op 44000 man, Vrugteloos werd er ook gearbeid aan het nadeelig 4. punt der Rijswijkfclie vreede, betrekkelijk de Godsdienst, door Frankrijk daar in geplaatst, ofloneenigheden te verwekken tusfchen de Rootnfcht en Protejiantfcherijksvorsten en ftenden. De eerfti bedienden zich ook van deeze gelegentheid, ftigttei veele Roomfche kerken , en deeden beurtelings di Roomfche en Protejtantfche Godsdienst in verfcheid< kerken oeffenen; zonder dat de vertoogen der Pro tejlantfche vorsten , hier tegen eenig verhoor ver wierven. De onderhandeling.der vreede me E J XXI. Hoofd st. verval. 1736. De hertog van Lotharingentrouwt met de aartshertogin MAt r1a the- resia- Verminde- ring van der ftaaten krijgsmagt. 1  XXI. HOOFDST. VERVAL. *737- De Heer en Mr. An- TONY van der IlEIM Word raad- penflona- ris. Berigtfchrift. : Godsdienstige Pro- ( teftantfchc geftigten vrijgefteld van ver- ' pondinger. ] a ] i 1738. \ Verdrag van vrede tusfchen c den Keizer en Franke T rijk. 74 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL den Staaten de Marokkaanen werd ook afgebrooken. De koning van Grootbrittanje deed ook vergeeffche voordellen tegens de vernietiging van het markgraaffchap Veere en Vlisfingen. §. MXXX. De raadpenfionaris Slingeland overleden zijnde, zoo werdt de Thefairrier gene. raai Anthony van der Heim tot die hooge waardigheid verkoozen, en hem bij een nieuw berigtrchrift bevoolen „ zorg te dragen, dat de tegen„ woordige regeeringsvorm in alles bewaard werdt; s, en zoo hij immer kennis krege, dat daar tegen „ iets werdt ondernomen, was hij gehouden, zulks » de" ftaaten aan te dienen." De begonne onderhandeling over een verdrag van koophandel net de Oostenrijkfche Nederlanden liep vrugteoos af. §. MXXXI. Ten deezen tijden , werden de Godsdienstige geftigten van allerlei Proteftanten in Holland vrij verklaard van verpondingen, en be>aald dat de Roomfche kerkhuizen, die met de ver)ondingebezwaard bleven, driemaal in de hondert aaren het Collateraal zouden hebben te betaalen. De algemeene ftaaten ftelden ook vast, dat Gerebrmeerde krijgsofficieren, tot de Roomfche Godsienst overgaande, of met roomsch gezinde vrouven trouwende, met ter daad van hunneampten verbeken zouden zijn; het gene ook vervolgens tot e politike amptenaars, in de generaliteids landen, rerdt uitgeftrekt. §. MXXXII. Tusfchen den Keize-r, en den ko»  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 75 ning van Frankrijk werdt ook een algemeen verdrag van vrede geflooten, bij het tiende lid beloofde de koning van Frankrijk, „ de orde op de „ opvolging in het huis van Oostenrijk, bij de „ Pragmatike Sandtie van den jaare 1713, van „ welke men ook een affchrift bij het verdrag ge„ voegdhadt, vastgefteld, op de kragtigfte wijze, „ te zullen handhaven; hebbende men, dus fprak „ het verdrag, bevonden, dat de algemeene rust „ en het evenwigt van Europa niet konde bewaard „ worden, dan door het handhaven deezer fchik„ kinge; 't welk de koning aannam, 't zij zijne „ keizerlijke majefteit zoonen naliet, 't zij volgens „ de gemaakte fchikking, zijne oudfle dogter hem „ opvolgen moest; zonder ooit te zullen gedoo„ gen, dat de Oostenrijkfche ftaaten, om eeniger„ hande reeden verdeeld of van een gefcheiden „ werden," Bij het 12de punt kwam men over een „ dat de fterkten, ter wederzijde van den Rijn, „ tegen de verdragen opgeworpen, geflegt zouden „ worden." Volgens het 14de en 16de punt, „zou „ men gemagtigden benoemen,om de grenzen ir „ den Elzas, in de Nederlanden, en in Lotharin. „ gen, te regulen, tusfchen den Keizer en Frank „ rijk." Bij het 17de werdt bedongen „ dat de „ koophandel, tusfchen de onderzaaten des keizers „ en des konings van Frankrijk, gedreven zou wor „ den, op gelijke voet, als bij de verdragen var „ Rijswijk en Baden bepaald was." Bij het i.od< punt „ werden alle de vorsten en Renden des Duit XXL HoOFDST, VERVAL.  xxr. HOOFDST. VERVAL. Onlusten uit de Westindifche fluik-i handel ge-j booren. i F v g r fc 1739- di Oorlog n, hier over tusfchen ei Spanje en v; Engeland. ^ «j ko ee 75 OPKOxMST, VERVAL EN HERSTEL » fchen Rijks in het tegenwoordig verdrag be„ greepen; zullende de twee mogendheden nader » overeenkomen, welke vorsten en ftaaten men er „ meer toe noodigen zou." De overige punten betroffen liet Duitfche Rijk; en de koningen van Spanje, Sardinië, en de beide Sicilien traaden mee in het verdrag. Ook werd de vrede tusfchen den ******* en de porte, en vervolgens die van Rusland met de Porte getroffen. §. MXXX1II. De Engelfche fluikhandel, uit hunïe Amerikaan/the Coionicn op de Spaanfche Westndien, baarde een meenigte van aanhoudende verchillen, tusfchen Grootbrittanje en Spanje, en ruschèn de laatste en den Staat. De ftrenge ordres an wegens Spanje tot weering van die verbode uikhandel aan de bevelhebbers zijner oorlogfcheen gegeven, veroorzaakten wel eens, dat zij zoo 'el de geoorlofde als ongeoorlofde handel der Enüfchen en Nederlanders belemmerden, het gene dikijls tot wederzijdfche geweldenarijen overfloeg. >e gefchillen daar uit ontftaande kwaamen wel tushen Spanje en den Staat, tot gene daadelijkhem, maar bij, Engeland werdt zulks zoo hoog ge>men, dat de koning aan Spanje, en dat Rijk daar tegen Engeland den oorlog verklaarden/ — Ieder m hun klaagde over fchending der verdragen. Doch ftaaten hielden zich onzijdig, gelijk ook Frankk, en flooten met elkandcren een verdrag van ophandel, het gene in de meeste punten, over1 kwam met het Utrechtfcke verdrag van 1713,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 7? §. MXXXIV. De ftrenge winter veroorzaakte een zoodaanige duurte in de levensmiddelen, dat om het zelve op veele plaatzen oproeren onder het gemeen ontftonden, die niet dan met moeite gefluit werden. In Frankrijk begon men zich fterk ter zee toe te rusten, en in Rusland was mee groote verandering voorgevallen, wijl de moedei van den minderjaarigen keizer, de regeering zelfs aanvaarde, en met Zweeden in oorlog raakte, waai door dat Rijk zich weinigmoeijen kon met uitheem fche zaaken. §. MXXXV. De ftaaten ziende het wapener hunner nabuuren vonden daarom geraade hur krijgsmagt met 11518 man te vermeerderen, enis oorlogfchepen uit te rusten. §. MXXXVI. De koning van Denemarken ziel van ouds de opperfte magt over de kusten van Tsland aangemaatigd, en oftroi aan een maatfehappi, in zijn Rijk verleend hebbende, om op Tsland met uitfluiting van alle andere te mogen visfehen, zoc nam het oorlogfchip tot geleide dezer fchepen var de Deenfche maatfchappij dienende, vijf Holland/du Hoekers, die te Koppenhagen opgebragt, en prij verklaard werden; zonder acht te geven op der Staa ten vertoogen hier tegen. §. MXXXVII. In Neerlands Indien ontftonde; ook geweldige beroerten in de hoofdftad Batavia, di gevolgd werden van een ijzelijke moorden plonderir onder de Chineezen, daar er veele ongelukkig om kwaamen, en waar in 't Hollands bootsvolk vee XXI. HOOFDST.. VERVAL. Strenge winter. DeStaaten vermeerderen hun krijgsmagt. l Onlusten met Denemarken. ) 1 1 1 Beroerten^ eop Batavia. S i  XXI. HoOFDST, Verval. Dood va Keizer Kj? Hel den VI. en ver anderingei daar uit voortkomende. Eisfchen van Beijeren. Verdere ffefcbillen. 78 opkomst, Verval en herstel buit behaalde. De Landvoogd Valkenier, werdt om zijn onvoorzichtige beveelen hier in, van zijn ampt ontzet, en Imhof vervolgens door de Bewindhebbers in zijn plaats aangefteld. \ §. MXXXVIII. Keizer Karel de VL geftor" ven zijnde, zo verwekte zulks in Europa merkwaar-dige veranderingen, wijl zijn oudftedogter de aartshertogin Maria Theresia zich deed uitroepen voor koninginne van Hongaryen en Boheemen}daaï nogthans verfcheide vorsten geheel of ten deelen aanfpraak op 's Keizers nalaatenfchap maakten. MXXXIX.De keurvorst Van Beijeren, fchoon hijplegtige afftand gedaan hadt, bij zijn huwelijk met de overleden keizers jongde zuster, en de Pragmatike Satittie hadt aangenomen te handhaven, zoo maakte hij nogthans eisch op s' keizers gantfche nalaatenfchap. En dat wel voor zoo verre zijn perfoon betrof, op een uiterfte wil van Ferdinand den II. om dat Karel de VI. zonder zoonen naa telaaten overleden was. ■ Veel, doch onbeflis- fend werdt hier over door het Weener hof, en dat van Munchen gefchreven, en niets dan de wapenen konden dit gefchil fcheiden. §. MXL. De koningin van Hongarijen, haar man tot mede regent aangenomen en de keurftem vanBohemen opgedragen hebbende, zoo ontftonden daar groote verfchillen over dit een en ander. De oorlog dus onvermijdelijk zijnde, zogt de koningin hulp bij aaare bondgenooten; maar in Rusland de tegenwoordige regeering wankelbaar ftaande, Engeland  DER VEREENTGDE NEDERLANDEN. ?<) met Spanje alree in oorlog, en verder in vreeze zijnde, om met Frankrijk in oneenigheid te geraaken, zoo had zij van die kant weinig hulp te wagten, en de ftaaten bedugt voorin oorlog te komen, die grootelijks tot hun nadeel zoude kunnen uitvallen, neigden daarom liever om de gereeze verfchillen te zien, door een verdrag te vereffenen, en waar toe de koning van Grootbrittanje ook eerlang befloot te arbeiden. §. MXLI. Doch gantfch onverwagt werdt de koningin overvallen van Fredrik den III. koning van Pruis/en; een vorst doorkneed in ftaatkunde, onfterfelijk door zijn beroemde fchriften, en een Cezar in het veld, bekroond met zoo veel louwren van overwinninge, dat hij te regt daar door de eernaam van Fredrik den Groote verkregen heeft. — Deeze vorst oordeelde een oud regt te hebben op de heerlijkheden Jagerndorf, Lignitz , Breeg en Wohlau. Met de pen beweerde het Berlyner en Weener hof, hun regten voor- en tegen,maar deeze fchrandere vorst bediende zich hier in van het regt van den laugften degen, en maakte zich fpoedig meester van het beste gedeelten van Silezien, zonder eenige mogendheid voor af te waarfchouwen, verklaarende zelfs aan de uitheemfche ftaatsdienaaren fchriftelijk ,, dat hij niets vijande„ lijks tegen het Weener hof in den zin hadt; ,, maar zich alleenlijk dagt te ftellen in 't bezit „ van 't gene hem van •regtswege toekwam in „ Silezie. Dat de eisfchen, die verfcheiden vors- XXI. HoOFDST» VERVAU Oorlog met Fredrik den III., en de koningin.  XXI. HOOVDST» VERVAEk 3 3 3 3 3 3 3 3'. 3: la J! d k » OPKOMST. VERVAL EN HERSTEL 33 ten maakten op de Oostenrijkfche nalaatenfchap, „ hem genoodzaakt hadden , tot het neemen van „ een fpoedigbefluit, zonder dat hij, voor af, in „ eenige onderhandeling hadt konnen treeden met », de kouinginne van Hongarije en Bohemen;doch „ dat hij bij alle gelegentheden, de belangen van „ het huis van Oostenrijk ter herte zou neemen, „ hetzelve, uit al zijn vermogen onderfteunen- „ de." Den ftaaten werdt uit 's konings naam hier kennis van gegeven, als mede de koningin van Hongarijen, die voorgehouden werdt „ dat zijne „ Pruisfifche majefteit vreesde voor eenen inval „ van de hoven van Frankrijk en Saxen in de Oost„ tenrijkfche ftaaten; dat hij, om't gevaar, welke „ hier uit volgen moest, te voorkomen, gezind „ was, eennaauw verbond aan te gaan, met haa, re majefteit, met het Rusfifche hof en met de , zee mogendheden; dat hij de Oostenrijkfche ftaa, ten in Duitschland wilde handhaven, en zijn best , doen, om den Groot hertog van Toskane te doen , verheffen tot de keizerlijke waardigheid; dat hij, , eindelijk, het Weenerhof, op ftaande voet met , twee millioenen guldens wilde onderfteunen: alles onder deeze eenige voorwaarde, dat hem gantsch Silezie" of gelijk hij zich, een weinig ater, verklaarde, „ een goed gedeelte van dit gewest werdt afgeftaan." De koning, tot ï grenzen genade» zijnde, liet een gedrukte veraaring verfpreiden door Silezie, „ dat hij niet kwam als vijand; maar dat hij'eland tegen vijandsi lijke  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 8l s, lijke aanvallen wilde befeherrr.en , en dat bij ,s vriendfchap wilde onderhouden, met de konin„ ginne van Hongarije." Doch het antwoord van het Weener hof op dit een en ander toonde genoeg van wat aart de vriendfchaps betuigingen van den koning van Pruisfen waren. Bfeslau, Olau en Otmakau vielen zonder Veel tegenftand in 's konings handen, gelijk ook meer andere plaatzen; wordende zelfs het Oostenrijkfche leger bij Mollwitz door, de Pruisfifchen gefkgen , en de koning liet zich kort daar naa inhuldigen tot hertog van Neder Si' lezie, §. MXLII. Spanje maakte Van gelijke eisch op *s keizers gantfchenalaatenfchap, zijn gedaane beJofte tot handhaving der Pragmatike SanSiie, oordeelde hij niet verpligt te zijn naar te komen, om dat ze betrof goederen, op welke Karel de VI. geen regt gehad had. —— De koning van Sardinië, maakte ook eisch op het hertogdom Milaan; doch door bemiddeling des konings van Grootbrittanje, werd zulks door een verdrag vereffend, het geene vervolgens van veel gewigt voor de koninginne werd. Maar het bleef hier niet bij, de keurvorst van Saxen, gehuuwd aan des overleden keizers oudfle zuster, maakten eisch op alle de Oostenrijkfche ftaaten; wijl keizer Leopóld met bewilliging z,ijner beide zooneu Josephus en KAreL, had vastgefield, dat zijne dogters, bijmangel van mannelijke nazaaten zijner zoönen, in zijne ftaaten zouden opvolgen, de oudfte voor de jongeren, en dat V. Deel. F xxt. iOOFDST. /É.RVAI» Eisfchen ier andere i'orsten,op ie Oosten» 'ijkfehe ■ ialaaten"chap,  XXI. HoOFDST. TERVAL• Frankrijk onderfteund de eisfchen. De keurvorst van Hanover en deZwabifcheKreits verkiezen de onzijdigheid. Krijgsbedrijven ter Zee. %2 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL dierhalven keizer Karel de VI., bij de zogenaamde Pragmatike SanStie , deeze fchikking ten onregte. verandert had, waaromme hij zich niet gehouden oordeelde,tot naakoming van zijnen gedaanen afftand bij zijn egtverbintenis; ja! zelfs had hij behalven deeze eisfchen, noch veele anderen, uit eigen hoofden , oorfpronglijk van het huis van Saxen. In 't heimelijke onderfteunde de kening van Frankrijk de eisfchen der keurvorsten, brengende een leger aan den Rijn in den Elzas, en een ander aan de Maaze op de been. Over het eerste leger kreeg vervolgens de keurvorst van Beijeren zelf het bewind, en rukte daarmee in Opper-Oostenrijk, alwaar hij verfchejden plaatzen wegnam, en dit gedaan hebbende naar Bohemen trok, alwaar hij zich vereenigde met het Saxfifche leger, en Praag bij verrasfing innam. Kort hier op liet de keurvorst van Beijeren zich uitroepen voor koning van Bohemen. §. MXLIII. De koning van Grootbrittanje, als keurvorst van Hatiover, vreezende voor het Franfche leger, floot met en benevens de Zwabifche Kreits en 't keurvorstendom Keulen met Frankrijk een verdrag van onzijdigheid. Intusfchen naamen de Engelfche en Spaanfche ter Zee eikanderen verfcheide koopvaardijfchepen af, en vielen er twee ontmoetingen voor met Engelfche en Franfche oorlogfchepen , welke als voorbodens van oorlog werden aangemerkt. De Engelfche en Spaanfche befchadigden de Nederlandfche koopvaardij vaart  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN» $3 ook grootelijks, de laatfte gaven de ftaaten eerlang genoegen ,maar de eerste luisterden naar geenen klag» ten, noch kreunden zich aan eenige verdraagen van Zeevaart. §. MXLIV. De ftaaten vreezende voor een oorlog , en bij herhaaling door de koningin aangezogt wordende om onderftand, zootragten zij alvoorens, een bemiddeling te bewerken tusfchen den koning van Pruis/en, en de koningin van Hongarije, en beflocten om hun landmagt met i iooo man te vermeerderen, en de koningin met geld te onderfteu'nen. Engeland had bewilligd in een onderftand van 500000 ponden fterlings en de ftaaten in 480O00 guldens onderfteuning, zoo wees de koningin de voorflagen van de hand, die haar, van tijd,tot tijd van Frankrijk en de bondgenooten gedaan werden. §. MXLV. Dit jaar was ongelukkig voor ons land , van wegens veele doorbraaken der Rivierdijken , waar door veele vruchtbaare landsdouwen tot groote fchade der ingezeetenen overftroomd werden. , rr §. MXLVI. Midlerwijl had Frankrijk, dooreen groote onderftand aan Zweeden te geeven, dat Rijk in 'oorlog tegen Rusland gewikkeld, ten einde de koningin van Hongarije geen hulp van Rusland zoude kunnen verkrijgen. —- In Rusland ontftond ook weder een groote verandering in de regeering, het volk misnoegd zijnde op 't rijksbeftuur, zoo bediende zich prinfes Elizaeeth daar van om derj throon te bemagtigen, en wift door blijken van F a XXI. HOOFDST. ' HERVAL. Engeland en deStaaten onderfteünen de koningin met geld. Doorbraaken der rivierdijken. Oorlog met Zwee* den en Rus* land, met de daar op voorgevallen ftaatsverandering in Rusland» \  XXI. HoOFDST. VERVAL. 1742. Krijgsbedrijven. Vrede met Pruisfen. 84 Opkomst. Verval en herstel zagtmoedigheid , de harten haarer onderdaanen te winnen. —— De rust vervolgens in dat Rijk herfteld zijnde, zoo werd de krijg tegen Zweeden wakkerlijk voortgezet. —- In Italië de koning van Sardinië de Oostenrijkfche ftaaten beichermende, zoo voerden de vijanden van dat huis daar weinig van belang uit. ■ Intusfchen werd de keurvorst van Beijeren, onder den naam van Karel den VII. tot keizer verkooren, en bij de meeste vorsten en ftaaten in die waardigheid erkend. Doch de koningin van Hongarije verklaarde die verkiezing voor onwettig. De Oostenrijkfche wapenen hadden ook het geluk, Opper-Oostenrijk te herwinnen, en't meeste van Beijeren te bemagtigen. Naa den flag van Czaslau, die door den koning van Pruisfen gewonnen werd, zoo wierd de vreede tusfchen de koningin van Hongarije, en dien vorst te Breslau geflooten. „ Opper- en Neder-Silefie , ,, met de landftreek Katfchar, die eertijds tot Mo,, ravie behoord had, werden bij dit, verdrag aan „ den koning van Pruisfen afgeftaan. Alleenlijk „ behield de koningin van Hongarije aan zich het ,, prinsdom Tefchen, de ftad Troppau, en 'tgee„ ne over de Oppa legt, beneevens het hoog ge„ bergte in Opper-Silefie, mitsgaders de heerlijk„ heid Kennersdorf en andere deelen van Moravie, „ die in Opper-Silefie beflooten leggen. Het graaf„ fchap en de ftad Glatz in Boheemen werden den „ koning , insgelijks, overgegeeven. Hij ftond 5, hier tegen af van alle eisfchen op de koningin,  DER VEREENTGDE NEDERLANDEN. 85 „ en beloofde den Roomfchen Godsdienst in Silefie „ te zullen laaten in den ftaat waar in dezelve was. 1 ,, De koning verbond zich, de onderzaaten van „ Grootbrittanje en van de vereenigde gewesten te ,, voldoen de fommen,welke zij op de inkomsten van „ Silefie gefchooten hadden,mits hij zich het regt „ voorbehield,cm van de laastgemelde fommen af ,, te houden, 't geene hij noch van de ftaaten der „ vereenigde gewesten te vorderen had." De koningin zou de eisfchen der Brabandereri op Silefie voldoen , en voorts werden eenige opgenoemde vorsten genoodigt tot dit verdrag. §. MXLVII. Door dit vreedens verdrag verqn- ! derden de zaaken ten voordeele der koninginne. ' Praag werd herwonnen, en de Keizer/dien en Franfchen uit Bohemen verdreeven , behoudende noch maar alleen Egra. De ftaaten aangezogt door de koninginne tot hulpe, kwaamen tot befluit, om : ten deeze maale hunne krijgsmagt te vermeerderen, met omtrent 20000 man, doch het geene veel tegenftand vond, wijl Frankrijk door zijn ambasfadeur Fenelon liet verzekeren „ dat de ftaat niets te vreezen had van Frankrijk, noch van Pruisfen; dat het vermeerderen van troepen den ftaat der „ geldmiddelen buiten reden bezwaarde , en gc,, vaarlijk was voor de tegenwoordige regeeringe: „ dat men de troepen ligtelijk vermeerderen, doch „ niet zoo gemakkelijk verminderen kon, en dat ,, men, naa't fluiten der Munsterfche vreede, gej, zien had, welke zwaare gevolgen aan het drinF3 XXI. looFDST» 'ERVAL. irijgsbeIrijvcn. \anzoe;en om mlp by len ftaat.  xxr. HoOFDST. VERVAL. Frankrijk bied een verdrag van onzijdigheidaan. De EngeJ/Hé" fchepen troepen over. ! i i I -1 t6 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ gen op afdanking vast waaren." Zelfs bood Frankrijk een verdrag van onzijdigheid aan, even als hij met Grootbrittanje, als keurvorst van Hanover geflooten had; met belofte van zijn leger uit onze nabuurfchap te rug te trekken, en omtrent de Oostenrijkfche Nederlanden zoodaanige fchikkingen te beraamen, waar door dezelven nu, en in het toekomende, in veiligheid zouden konnen gefield worden. - Bij Gelderland, Utrecht en Stad en lande, vond dit ingang; maar Holland ftemde er tegen, en werd benevens de andere provintien van wegens de koningin en Engeland aangezet tot het neemen van ernftiger maatregelen. ■ De Engelfchen fcheepten ook 16000 man Engelfche troepen over naar Oostende, die zij in bezetting laagen te Gend, Brugge, Oudenaarden, Kortrijk en Lier. Hier op liet de koning van Frankrijk zijne huis:roepen naar de Nederlanden trekken, tot dekking van Vlaanderen, en verflerkte Duinkerken, Alle /oortëekens van een aanftaanden oorlog tusfchen Frankrijken Engeland, Van beide kanten bediende men zich om bij de ftaaten argwaan in te boezenen. Het Franfche leger van den Rijn naar Boheenen zijnde vertrokken , zoo wende Frankrijk /oor, dat zulks gefchied was, om de ftaaten hun mgerustheid dien aangaande weg te neemen, hun ;elfs aanbiedende om Duinkerken in bewaaringe te ;even mits bij oorlog tusfchen Engeland enFrankrijk, lie ftad en haven onzijdig bleeve. Doch de ftaaten monden niet raadzaam, dien voorflag aan te neemen,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. §7 §. MXLVIÏI. Eindelijk, begon men bij de ftaaten te raadplegen op het onderfteunen der koningin van Hongarije, de meeste fteden oordeelden zich volgens het verdrag van 1732. verpligt om de koninginne met manfchap bij te ftaan, doch Dordrecht en de Briel hadden daar gegronde redenen tegen in te brengen, en die verfchillende gedagten veroorzaakten een merkelijke vertraaging in het befluit.— De hekehchriften en fciiimpgedjgten, die van tijd tot tijd uitkwaamen, verwekten ook een groote gisting onder het gemeen, en waren meest gerigt tegen Frankrijk of tegen Engeland. Zij die tegen Frankrijk waren, bedienden zich van 't jaar 1672., en fchilderden de oogmerken van dat Rijk met de zwartfte kleuren af; oordeelende dat de tegenwoordige regeering fchadelijk en nadeelig voor het vaderland was, en dat men noodzaakelijk het ftadhouderlijk gezag diende te herftellen, geevende dezulke, die gaarne een verdrag van onzijdigheid zouden geflooten hebben , de naamen van ontrouwe verbondbreekers, enomgekogte van Frankrijk, en befchuldigden uit de gefchiedenisfe het ftadhouderlijk bewind van flinkfche inzigten, ten nadeele van 't vaderland. §. MXLIX. De prins door de algemeene ftaaten tot luitenant generaal over 't voetvolk verkooren zijnde, bedankte daarvoor, als zulks ftrijdig oordeelende, met het amptvan kapitein generaal over drie der vereenigde gewesten. Zijn brief dien aanF 4 XXI. rloOFDST. VERVAL. Raadplegingenover den te geven onderftand. De prins bedankt voor het aangebo- , den generaalfchapover 't voetvolk.  ' XXL HoOFDST. VERVAL. Verbond van onderlinge befchenningmet Engeland en Pruisfen, enRasland en Engeland. J743. Bezending naar Dordrecht en den Briel. SS OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL gaande gefcbreeven verwekte een algemeene goedkeuring. §. ML. Intusfchen werd er tusfchen Grootbrittanje en Pruisfen, en tusfchen Rusland en Grootbrittanje een verbond van onderlinge befcherming geflooten, en met Pruisfen en de Paltz, het oud gefchil over Gulik en Berg vereffent. §. MLI. De ftaaten van Holland om tot een eenpaarig befluit te komen, beflooten tot een bezendmgnaardefteedenDortó/jen Brielle. - De afgezondenen in den achtbaaren raad van Dordrecht verfcheenen zijnde, verzogten, dat zij doch acht mogten geeven, op het geene waar toe wij ons, bij het Weener verdrag van 1732. verbonden hadden, en dat het geval daar zijnde , dat de koninginne in Dmtschland met de wapenen was aangatast , het thans de goede trouw, en het belang van den ftaat vorderde, om met met geld, maar met 20000 man de koninginne te onderfteunen. De ftaat zelde zij had magtigenabuuren, welke men niet wederftaan kon, zonder de hulp der bondgenooten, die zich, na deeze, aan geene verbonden zouden willen houden, als men ze eerst ten hunnen opzichten ge, fchonden had. Aan de behoudenis der Oostenrijkfche Nederlanden, die den ftaat tot een voormuur ftrekten, was ons ook zeer veelgeleegen. Doch rn^n zou ze niet kunnen behouden, zoo men ze van de overige Oostenrijkfche ftaaten liet affcheuren; of 10 men gedoogde , dat het huis van Oostenrijk mQ  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 89 zwak werd in Duüschland, dat het buiten ftaat geraakte, om de Nederlanden te befchermen. En ^ zoo de koningin van Hongarije het geluk had van over haare vijanden te zegenpraalen , zonder geholpen geweest te zijn door de ftaaten, was 't zeer te dugten, dat zij nimmervergeeten zou, hoe men haar, in den nood, verleegen gelaaten had: 'twelk zeer nadeelig zou konnen zijn voor den ftaat. Indien ook de vrees zeiden zij, om eene kroon te kwetzeu, den ftaat beletten mogt, zijne verbintenisfen naar te komen , zou men zich afhanglijk maaken van dezelve, en niet meer voor vrij kunnen gehouden worden. Wat Uitheemfche mogendheid zou dan met ons willen handelen? En zoo de ftaat eens zonder vrienden en bondgenooten was, zou men die wel haast zien ftorten in zwaarigheden waar voor alle liefhebbers des vaderlands behoorden te fchrikken. Verder beantwoorden de gedeputeerden eenige zwaarigheden en tegenwerpingen be voorens door die van Dordrecht hier tegen inge- bragt. Maar het antwoord der afgevaardigden van die ftad hierop, is zoo merkwaardig, dat he der moeite wel waardig is,zulks uit den gefchied fchrijver Wagenaar hier over te neemen. Zij zeidei dan, „ dat men den jongften oorlog, dien de ftaat, na ,, het winnen van verfcheide veldflagcn , en naa : „ veroveren van veele fteden, genoodzaakt ge j, weestwas te eindigen met veel nadeeliger vreed „ dan men weinige jaaren te vooren, te Geertru „ denberg zou hebben kunnen fluiten, dit had hu XXI. TfoOFDST. VERVAL. 5 l 1 Antwoord t van Dordrecht. e n  XXI. HoOFDST. V£RVAL. ! 3 3 3 5>0 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ overtuigd, dat niets zoo verderfelijk ware voor ,, den ftaat, als de oorlog, en dat men er niet toe „ komen moest dan in den uiterften nood; temeer „ om dat de jongfte oorlog den ftaat zoo zeer uit„ geput had, dat men in een dertig jaarige vreede, -,, niet op zijn verhaal had kunnen komen, zijnde ,, de buitengewoone lasten, welke men alleen in 33 tijde van oorlog plag te heffen, in gewoonlijke ,, verandert: behalven dat men zelfs geduurende 3, de vreede, zulke zwaare fommen had moeten op. ,, neemen, dat men nieuwe belastingen had moe„ ten invoeren, om de interesfen dier fommen te ,, vinden. Die van Dordrecht waren hierom ah ,, toos zeer fchoorvoetende gekomen 3 tothetaan,, gaan van verbintenisfen , waar uit een oorlog ,, voor den ftaat zou konnen ontftaan. Men wist „ noch, hoe veel zwaarigheid zij, in't jaar 1732 „ gemaakt hadden, eer zij in de aanneeming van „ het Weener verdrag hadden konnen bewilligen. ,, Zij hadden 't, eindelijk, gedaan; doch alleen„ lijk, om zich te voegen naar leden, die veel be„ lang hadden bij de welvaart der Oostindifche maat13 fchappij. Toen men, ter gelegenheid van den „ oorlog tusfchen Spanje en Grootbrittanje, in 't 3 jaar 1739- raadpleegde, op 't vermeerderen van , 's Lands Land- en Zeemagt, had Dordrecht ge, oordeeld, dat men de gereeze gefchillen, door , minlijk verdrag, moest zoeken bij te leggen. , Doch de andere leden hadden zich niet laaten , beweegen, om Dordrecht toe te vallen. Naa  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. Qï „ 's keizers dood en den onverwagten inval in Sile„ zie, had de ftad inde eerste en tweede vermeer„ dering van's Lands krijgsmagt bewilligd; doch „ in de derde had zij zwaarigheid gemaakt, kon„ nende zij niet zien, dat het land zoo gevaarlijk „ ftond,als de andere leden wilden doen gelooven. ,, 't Was waar, dat er twee vreemde legers verza„ meld wierden omtrent de grenzen. Maar die „ van Dordrecht hielden zich verzekert, dat de„ zelve niets kwaads voor hadden, tegen den ftaat. „ De koning van Frankrijk had het tegendeel ver„ klaard: ook was 't bij de uitkomst gebleeken, „ alzoo de troepen zich ftil gehouden hadden, tot „ dat de ftaat zijne krijgsmagt vermeerderd, er j, zijne grenzen verfterkt had. Voor zekere ande„ ren magtigen nabuur, behoefde men toen ook „ niet te vreezen, alzoo hij verre van de grenzer „ was ingewikkeld in eenen oorlog. Wijders had „ den ze gemeend, dat men 't krijgsvolk niet ver „ der vermeerderen moest, zonder een middel. „ om het te konnen onderhouden, aan te wijzen „ Doch alzoo zij, nevens de ftad Amfterdjtm, d< „ eenigfte waren, die de derde vermeerdering te „ genftemden, waren zij, eindelijk, uit liefde to „ eendragt, afgeftapt van hun gevoelen, en had „ den ook in de derde vermeerdering bewilligd ,, Dezelfde zugt had hun ook doen overgaan to „ een befluit, om een zeker getal krijgsvolk vaar „ dig te doen houden, tot den optogt; welk be s, fluit, bij meerderheid van ftemmen genoome XXI. HoOFDST. VERVAL. ft  XXI. Hoofdst. verval. 3 3 3 3 31 3 92 OPKOMST-, VERVAL EN HERSTEL „ was. Zij hadden zich, wijders, gekant tegen „ het oprigten van een veldleger ; het welk in „ herfstmaand laastleden voorgeflagen was. Ook „ was het agter gebleeven, om dat de legerhoof„ den zelve hadden geoordeeld, dat het jaarge„ tijde te verre verloopen was. Sedert hadden „■ zij vergeefs gepoogt, de leden te beweegen tot „ een befluit, om ernstelijk te arbeiden tot her„ flelling der vreede. De gemagtigden der ftaaten „ hadden een verflag ingelevert, ftrekkende om de „ koningin van Hongarije met 20000 man te on„ derfteunen. De ftad Amflerdam had eene kleine „ verandering gevoegd, bij dit verflag. Doch „ toen die van Dordrecht redenen gaven, waarom „ zij noch in 't verflag, noch in de verandering , bewilligen konden, beflooten zeventien leden, , terftond, de ftad te bezenden, een middelzwaar , van men zich, voorheen, onder den zelfden ge. , lukkigen vorm van regeeringebediend hadt;doch , waar van egter nu, in den tijd van veertig jaa, ren, geen gebruik was gemaakt. De bezending , had voortgang gehad, onaangezien de tegenkan, ting van Dordrecht en Briele. Men had ze in , de vroedfehap gehoor gegeven, en erkende gaar, ne, dat alles, wat er bij te brengen was, tot be, wijs van de verpligting der ftaaten, uit hoofde van , het Weener verdrag, door de afgevaardigden , , met de vereischte klem en klaarheid was voorgefleld. Ook hadden die van Dordrecht, reeds te , vooren, toegedaan, dat er vrij wat voor deeze  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 93 „ verpligting waare in te brengen. Doch zij had,, den er te gelijk bij gevoegd, dat er, voor het „ tegengeftelde gevoelen, geene minder klemmen„ de reden te geeven waren, voor al, als men in „ overweeging naame, wat er al, zedert het jaar 33 r73-' gebeurt waare, moest men toeftaan dat „ het Weener verdrag, ter wederzijde verbinden„ de was. Maar de ftaaten hadden, bij dit ver„ drag, bedongen de affchaffing van alle vaarten „ handel op de Indien uit de Oostenrijkfche Ne„ derlanden en de herftelling der zaaken van Oost,, friesland: en aan deeze twee voorwaarden was „ niet voldaan, door den keizer. Het oclroi der „ Oostendifche maatfchappij was noch niet inge„ trokken, en men zond noch boven de twee fche,, pen bij het verdrag vrijgefteld, van tijd tot tijd „ fchepen uit de Oostenrijkfche Nederlanden naa „ de Indiën. De zaaken van Oostfriesland waren . „■ niet alleen niet herfteld, maar naa dat de keizer„ lijke waardigheid in het huis van Beieren over„ gebragt was, in veel erger ftaat geraakt dan zij „ te vooren geweest waren. Het Weener verdrag „ bekragtigde, wijders, alle de voorgaande ver„ draagen. Maar hoe dikwijls, en met hoe veel „ reden had men niet, van der ftaaten zijde, ge„ klaagd over inbreuken van het verdrag van bar„ riere. Die van Dordrecht hadden , het was „ waar, bewilligd in de verklaaring, die men, op „ het einde des jaars 174.0. aan de koninginne van „ Hongarije, en daar naa aan den koning van Pruis- XXI. IoOFDST. VERVAL.  XXI. HOOFDST. VERVAL. 94 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ fen gedaan had, 'dat de ftaat zijne verbintenisfe „ zoude naakomen. Men zou hun dan konnen te> „ genwerpen, dat zij van het krenken der verdra„ gen van den keizer moesten gewaagd hebben, eer „ zij in deeze verklaaring bewilligd hadden. Doch „ zulk eene tegenwerping werd kragteloos , als „ men aanmerkte, dat de koningin zelve, naa dat „ de verklaaring gedaan was, de verdraagen tot * tweemaal toe gekrenkt had. Zij had een gedeel„ te der Nederlanden, die, volgens de verdragen, „ alleen aan het huis van Oostenrijk blijven móes„ ten, den koning van Pruisfen aangeboden ; en „ zij had deezen vorst Silefie afgeftaan, zonder de ,, ftaaten te kennen: het welk insgelijks aanliep te„ gen de natuur der verbonden van onderlinge be„ fcherming, in welke altoos onderfteld wercT, dat „ de bondgenooten zoo fterk bleeven als zij waren„ om dat men zich, des noods, zou kunnen ver' „ laaten op elkanders bijftand. Uit al het welk, „die van Dordrecht echter geen ander gevolg wil' „ den trekken, dan dat de verpligting der ftaaten „ zoo blijkbaar niet ware, als men voorwende „ Ook zaagen zij geen reden, om zich wegens dee.' „ ze verpligting nu duidelijker te verklaaren, dan „ men, bij het verleenen van onderftand in geld „ gedaan had. 't Welzijn van den ftaat, welk de „ opperfte wet zijn moest vorderde het tegen„ deel. Men zou zich hier over zoo dra niet „ duidelijk verklaard hebben, of de ftaat zou ge„ drongen worden om in oorlog te treeden, te^ea  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 95 „ de vijanden der koninginne; 't welk in den te„ genwoordigen bekrompen ftaat van 's Lands geld „ middelen het gemeenebest in het uiterfte gevaar „ ftellen zou. Men moest zich hier te binnen „ brengen, dat de ftaat zich ook, in den jongften „ oorlog, uitgeput had, ten behoeve van het huis „ van Oostenrijk, zonder daar bij eenigzints be,, voordeeld geweest te zijn. Wijders konden.zij „ niet begrijpen waarom eenige leden zwaarigheid „ maakten om der koninginne af te vraagen, op ,, welk een voet de keizer, en deszelfs bondge,, nooten, zich met haar wilden bevreedigen ; en „ waarom zij derzelver voorflagen van de hand ge„ weezen had ; om dat hier uit veelligt blijken zou, „ dat de ftaaten in 't geheel niet gehouden waren ,, haar te onderfteunen. Doch zonder zich te ver„ klaaren over de verbintenis van het Weener „ verdrag, verfilmden die van Dordrecht, dat .„ men de koningin behoorde bij te ftaan-, zo veel „ men kon, zonder den ftaat in het uiterfte gevaai ,, te ftellen. Zij waren zoo zeer gefteld op het ,, handhaven der openbaare trouwe, als de andere „ leden, en vonden vreemd, dat men hun de ver. ,, pligting hier toe geduuriglijk herinnerde. Ooi ,, wilden zij niemand wijken, in zugt voor het huii ,, van Oostenrijk. Zij hadden het eerst geftemd, ,, om de koningin met geld te onderfteunen. Zi; „ hadden geredelijk bewilligd , in den onderftanc „ van 840000 guldens, en toen men naderhand ge. fprooken had van eenen tweede onderftand vai XXI. HOOFDST. VERVAL. . I l  XXL HoOFDST. VERVAL. 96 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ,-, iobooco guldens hadden zij eedelmoedlijk voor ,, 2 miljoenen geftemd. Zelfs vonden zij geraa„ den, dat men het aandeel van Holland in den ,, tweede onderftand, terftond, opbragt. En toen „ de koningin de ftaaten om 3ometaale ftukken, op reekening van den tweede onderftand, ver33 zogt, hadden zij geoordeeld, dat men ze haar „ fchenken moest. Eindelijk hadden ze beflooten, ,, te bewilligen in zulk een verdere onderftand in ,, geld 3 als de andere leden zouden geraden vinden. ,, Het was er dan wel verre van af, dat zij bloote „ aanfchouwers zouden willen zijn van den tegen,, woordigen oorlog, zij betuigden ernstelijk, dat „ de behoudenis of het verlies der Oostenrijkfche „ Nederlanden hun niet onverfchillig was. Zij „ wilden zelfs treeden in de maatregels der overi„ ge leden, zoo veel zulks gefchieden kon, zon„ der den ftaat voor het uiterfte gevaar bloot te „ ftellen. Want fchoon men, bij alle de verdra„ gen der waereld, verbonden waare, en noch „ zulke dringende redenen had, om eenen bond- genoot bij te flaan, de befcherming van zijn ,, eigen ftaat moest voor alles gaan. De andere ,3 leden waren van oordeel, dat men tot eenen on.,, derftand van 20000 man befluiten moe5t, voor dat men der koninginne afgevraagd had , op wat „ voet zij zich met den keizer en deszelfs bond3, genooten zou willen verdragen. Doch zoo dra a, men deezen onderftand bepaald had, zou de ko- ningin zich noch minder verklaaren dan te voois ren.  dér vereenigde nederlanden. t)f s, ren. En 'c zou de eerde reis niet zijn, dat men 3, vrije daaten harfzien vleien door vreemde ho,, ven: die, als ze hun oogmerk bereikt hadden, ,, niets deèdeh van *t geene zulke daaten, niet re,, den, op hen begeerden. De koningin zou , daar ,, en boven, zoo de daaten zich verklaard had'„ den, Voordeeligér voorwaarden van vreede vor' deren, dan men haar immer zoü konnen bezori ,, gen, 't Was waar, dat men niet verder verpligt vVas, dan hét verdrag verklaarde; doch zij, die ,5 nü zwaarigheid maakten, om öperiing te vraa1 ,, gen van de koninginne , zouden zich,' waar}, fchijnlijk, ook niet tegen haar verzetten durven, zóo zij eens geraaden mogte vinden, de hulp- troepen-van den daat te gebruiken , buiten de ,, paaien, bij't Verdrag voorgefchreeven. Wilde ,, men dan van een Verdeedigend geeh bcfchadi- gend verdrag maaken; men moest haare maje3, deit afvragen, op Welke voorwaardè zij vreede ,i begeerde te m'aakéri.: Men moest dit-'zonder 3, uitdel doen, op dat men, weetende, datdeko- ningin zich met haare bezittingen te vreede zou houden; Waarin alleen, 't verdrag, zoo't an3, ders ergens toe verbonde, de daaten Verpligi te, haar te handhaven; om óp zulk een voet, ,, met den keizer en deszelfs bondgenoóten in on* ,, derhandèling te trèeden. Ook was 't onge,s hoord , dat men èenen onderdand bepaalde, ,, waar uit een oorlog zou konhen voordkomen, vöot ,, dat men den weg van minzaamé onderhandeling V. Deel. G xxi. IIüOFDüf» VERVAL;  XXI. HoOFDST. VSR.VAL. i 98 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ingeflagen had. En zoo men al toegaf, dat de „ ftaat zich in die verpligting vond, om een on„ derftand te bepaalen, kon men echter niet toe„ geeven , dat zulks mogt gefchieden, zonder dat *f men' v°ot af, overeengekomen waare met den „ koning van Engeland; alzoo niet bleek, dat dee„ ze vorst gehouden was , den volgende onder„ derftand, in dezelfde evenredigheid tot dien der „ ftaaten, als den eerste te leveren: 't welk nog„ thans doordeafgevaardigdenonderfteldwas. Men „ behoorde wijders, eer men zulk een' groote on„ derftand verleende, te onderzoeken, of de ko- ningin, zich ook met een minder vergenoegen „ zou. Men had, voor 't eerfte jaar 5000, voor „ het tweede 10000 man , in geld , toegeftaan. „ Zoo men nu 20000 man gaf, en den onderftand, „ van jaar tot jaar, verdubbelde; wenscheen die „ van Dordrecht wel eens te weeten, waar men , de penningen, hier toe vereischt, vinden zou. , De onderftand in geld ftreed, zeidemen, tegen , 't verdrag. Maar waarom had men dan, tot , twee reizen toe, onderftand in geld gegeeven? , Waarom was zulks, ook door het Engelfche hof , gefchied? De koningin van Hongarijen had, im, mers, deezen onderftand aanvaard. Zij had , , derhalven, niet begreepen, dat dezelve aanliep , tegen 't verdrag. En zou zij 't nu anders in, zien? Gaarne ftond men toe , dat, volgens 't , verdrag, de eerfte onderftand in manfehap be, ftaan moest. Maar, of de onderftand, vermeer-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 99 „ derd wordende, in geld of in manfchap moest ,, vermeerderd worden, bepaalde 't verdrag niet. 't Sprak , ten deezen opzigten , niet van copice ,, auxiliares of hulptroepen ; maar van fuppetice of ,, onderftand, in 't algemeen: 't welk men, in dieri, voegen, diende op te vatten, dat de keuze over de wijze van onderftand aan hem, die onderfteu» i, nen moest, gelaaten werd. Doch al waare 't ,-, fchoon, dat het verdrag klaarlijk van onderftand ,, in troepen gefproken had; 't fprak van zelfs, „ dat men niet gehouden was , zulke verdraagen, „ altoos, naar de letter, naar te komen. Ook had ,, men 't niet altoos in zijne magt. GroTiüs had ,, geleerd, dat niemand geagt moest worden, zich „ tot zijn merkelijk nadeel, te hebben willen verbin3, den; en dat men, zijnen bondgenoot hulptroepen be* ,, looft hebbende, zich van de vejpligting omze te Ie» „ veren ontjlagenkon rekenen, wanneer men zelfs ge„ dreigd werd, en zijn krijgsvolk noodig had. En ,, de reden hier van was blijkbaar. Niemand verj, bond zich tot hec leveren van hulptroepen, dan 3, met deeze ftilzwijgende uitzondering, zoo 't, ,, wanneer 't geval daar was 3 niet tastelïjk ftreed „ met het welzijn van den ftaat, Die van Dordrechl ,, bleeven noch van oordeel, dat het veel raadzaa„ mer waar met geld dan met manfchap te onder 9, fteunen. En fchoon men tegenwierp , dat d< ,, onderftand in geld 's Lands kasfe te zeer bezwaa„ ren zou, in eenen tijd, dat men reeds veel krijgs,, volk op de been hield, hadden de Heerea vaj G 2 XXL Hoot'DSf. verval. I  XXI. HOOFDSI. VERVAL. IO.O OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL: „ den Brielle hier op reeds aangemerkt, dat200oo „ man, zouden ze dienst doen, noch veel zouden „ moeten kosten , boven de gewoonlijke foldij: „ inzonderheid als men ze, gelijk de toeleg fcheen, „ verre van de grenzen gebruiken wilde. En wat „ zou 'tgevolg zijn, als zulk een aantal volks eens sH ongelukkiglijk verflagen werd? Zij, Heeren van „ Dordrecht, waren vrijgeboore Hollanders , en „ hoopten, dat de Hemel den ftaat altoos voor „ onderwerping aan een vreemde mogendheid be„ waaren zou. Nogthans meenden ze, dat men „ niet ligt ontzaglijke mogendheden kwetzen moest. „ Frankrijk had den onderftand in geld niet kwaa„ lijk.genomen , hoe het den onderftand in manri fchap opvatten zou, was onzeker. De afgevaar„ digden hadden zeiven beleeden, dat men door „ zulk een onderftand, de zaak der koninginne, j, als zijne eigene, ter harte nam. Waar was 't „ wel, dat men, voor 't aangaan vaneen verdrag, »i onderzoeken moest, of ft met het belang van „ den ftaat overeen kwaame. Doch de wisfelval„ ügheid der menfchelijke dingen was zoo groot, „ dat.men, dikwijls, naa'tfluiten van eenig ver„ drag, veranderingen zaggebeuren, die het naar,, komen van 't zelve, zoo niet onmogelijk, im„ mers ten hoogfte gevaarlijk maakten. Wiea „ zou, toen het Weener verdrag geflooten werd, -„ hebben konnen vermoeden, dat de keizer zich „ zoo kort. daar aan zou hebben gefteeken in eenen oorlog, zo weinig noodzaakelijk, als de Poot  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. IOI „ fche geweest was; en dat hij, terftond daar op „ zulke magtige vijanden,' als de Turken , voor- ) „ bedagtelijk, zou hebben getergd tot het opvat„ ten der wapenen! Twee oorlogen die zijn huis ,, geweldig verzwakt hadden. Wie kon voorzien, „ dat zoo veele mogendheden , die zich tot de „ handhaving der Pragmatike San&ie verbonden ,, hadden, het huis van Oostenrijk, terftond naa .3, 's keizers dood, den oorlog zouden aandoen. Wie ,, kon voorfpellen, dat de keizerin van.RusIand, ,, door den oorlóg met Zweeden en door andere „ toevallen, zou belet worden , haare verbinte.,, nisfen naar te komen? 't Was dan niet altoos ,, waar, noch veilig te onderftellen, dat men ge„■ houden was , zijne verbintenisfen , fliptelijk, 3, naar te komen. De aanmerking, die Dordrecht „ gemaakt had, op zekere ontzaglijke nabuur, .„ die fchoon nu in vreede, al zijn krijgsvolk op 3, de been hield, moest niet voor ij del gehouden ,, worden, 't Jaar 1672. waar aan men niet dan ,, fidderende gedenken kon, had ons geleerd, hoe .,, twee bondgenooten , zaamenfpannende, den ,, ftaat overvallen, en op 't punt van zijnen onder.„ gang brengen konden, 't Geene toen gebeurd was, kon wederom gebeuren. En wat zouden „ de goede ingezeetenen zeggen, zoo men , in „ zulk eene geleegendheid, den ftaat ontbloot had „ van zulk een aanzienlijk aantal van krijgsvolk, 3, welk men van zins was verre van de grenzen te ,3 zenden? Waar zou de mogendheid zijn 3 die den. G s XXI. loOFDST. 'F.RVAL.  XXL Hoofüst, VEHV4L, 102 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ,, ftaat dan, met de vereischte hulptroepen, zou konjj nen onderfteunen? Men moest hier ook aanmer„ ken, dat, zoo lang de 7000 man , die aan de „ laatfte vermeerdering ontbraaken , niet waren ,, aangeworven, de ftaat 7000 man minder tot zij. „ ne befcherming zou konnen gebruiken, dan voor „ de laatfte vermeerdering, indien mendekonin„ gin met 20000 man b'jftond. Wat zou er wij. „ ders van de Oostenrijkfche Nederlanden wor„ den, zoo men ze ontbloote van krijgsvolk? De troepen der koninginne waren reeds op weg naar „ Luxemburg, De koning van Engeland had, voor ,, de zijnen, die hij uit de Nederlanden naar Duitsch33 land wilde zenden, den doortogt verzogt, door „ Naamen en Maastrigt. Zoo de ftaaten nu noch ,3 20000 man naar boven lieten trekken, beriepen 3, die van Dordrecht zich op alle de generaals, of „ men, met de troepen, die men dan noch hier houden zou, in ftaat zou zijn, om de grenzen ,, te dekken. De andere leden verklaarden zich „ afkeerig van oorlog, en wilden, ondertusfchen, ,, den regten weg inflaan, om oorlog te verwek,3 ken. Die van Dordrecht begeerden , daar en ,, tegen, dat men, zonder zijne bondgenooten te „ laaten drijven, die zij met geld wilden onderfteu., nen, arheide aan 't herftellen der vreede, te ge- lijk met de koningen van Grootbrittanje en van „ Pruisfen; welke laatfte den weg daar toe reeds , geopend had. Zij hielden dit voor het waarag, tig middel, om den ftaat te redden uit den on.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I03 „ zekeren toeftand, waar in dezelve, zedert eeni3, ge jaaren, geweest was. Ook was 't nu de reg„ te tijd , om het ter hand te neemen. De oorloj, gende mogendheden hadden noch geene merke,, lijke voordeden op eikanderen behaald. De ,, ftaat zou nu meer vermogen hebben op den keij, zer en deszelfs bondgenooten, dan naa dat men zich tegen hen zou hebben verklaard: en de ko„ ningin van Hongarije zou handelbaarder wor„ de, zoo de koning van Grootbrittanje daar toe ,, wilde medewerken, 't Smerte die van Dor,, drecht, dat zij genoodzaakt waren te verfchillen „ van zeventien andere leden. Zij erkenden, dat ,, dit eenig vooroordeel, tegen de gegrondheid van „ hunne meening, verwekken moest. Doch zij ,, hoopten, dat men de gewesten ook tellen zou, „ die met hen van een gevoelen waren. 'tWas, ,, daar en boven, noch de eerste, noch de tweede „ reize, dat één lid eenig ftuk beter begreepen „ had, dan alle andere te zaamen. Amfterdam al,, leen, verfchillende met alle de andere leden , „ had eens Holland en den gantfehen ftaat behou,, den; en, óp een'anderen tijd, 't land bewaard „ voor eenen gevaarlijken oorlog. Die van Dor„ drecht nogthans, omtetoonen, hoe zeer zij de „ eendragt zogten tebewaaren, waren, eindelijk, te rade geworden, voor te liaan, dat men, zon„ der een vast befluit te neemen omtrent de verbin„ tenisfen, die al of niet volgden uit liet Weener ver„ drag, der koninginne van Hongarijen 20000 mai G4 XXL HOOFDST. VERVAL.  XXI, ÜOOFDST, VERVAL. Dordrecht dqet een nader Yqqrllel. ÏQ4 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ toeftaanzou, om haare plaatzen in de Nederlanden „ daarmede te befchermen, naa dat dezelve van En*, gelfche, Ranoverfche en Hesjifche t, oefen ontle» digd zouden zijn; mits zij niet werden gebruikt, ** om Frankrift of andere bondgenooten van den ftaat, ,, in derzelver bezittingen, aan te taflen. Dat men, ,, daar en boven , 6 of 7coo man zou werven in „ Duüschland, om aldaar, ten diende der koningin„ ne, gebruikt te worden; of zoo men deeze manfchap „ niet mogt konnen bekomen , dat men haar deezen „ onderftand in geld zou verfchaffen. Men vleide >, zich, dat deeze voorflag behagen zou;*dochzoo „ 't anders uitviel, verzogt men, dat de andere » leden en de raadpenfionaris in 't bijzonder be» kwaamer voorflagen deeden, waar naar die van ?, Dordrecht zich zoo 't mogelijk ware , wilde „ voegen. §. MUL Het vertoog van den Briel kwam omtrentophet zelfde uit, doch Dordrecht gaf eindelijk toe j, dat men der koninginne 30009 man leM veilde' mits niet verklaard werd, dat zulks, ui? .„ hoofde van eenige voorgaande verbintenis ge„ fchiede ; en mits men van deeze 20000 man .„ iooop gebruikte, tot befcherming der Oosten„ rijkfche Nederlanden, en de overige ieooo, bij „ rade der bondgenooten, in plaatzen daar zij van. „ den meesten dienst konden zijn , tot befcher„ ming van de bezittingen der koninginne; aan wier „ keuze ook zou gelaaten worden, of zij deeze U Id999.ma?3 in geld qf .in troepen, begeerd^  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I05 Maar de andere leden van Holland bewilligden niet in deeze voorwaarde, en beflooten dat de goede „ trouw en 't belang van den ftaat vorderden, dat ,, men voldeede aan de verbintenisfen , met het „ huis van Oostenrijk aangegaan; en gevolglijk, ,, dat. men met de koninginne van Hongarije, „ zoo wel als met den koning van Grootbrittanje „ behoorde te overleggen, op wat wijze men best „ aan deeze verbintenisfen zou konnen voldoen. „ Dat men de gewesten behoorde over te haaien, ,, om hunne aandeelen in den eersten onderftand in „ manfchap toe te ftaan, waar van 't getal, met ,, de belanghebbende mogendheden moest gere- geld worden, en omtrent het gebruik van welke ,, manfchap men zulke maatregels moest neemen, „ dat de oorlog op 't verst van de grenzen gehou„ den wierd, Dat men ook zorgdroege, dat de ,, ftaat, in 't leveren van troepen, niet bezwaard „ werd boven zijn vermogen, en dat, voortegen,, woordig, het getal derzelven niet boven de „ 20000 man beliep; waar onder een vijfde dra„ gonders of ruiters zouden moeten zijn. Dat ,, men, eindelijk, ten zelve tijden, raadpleegde over de beste middelen, om de vreede te her,, ftellen, en te gelijk te voldoen aan de verbinte,, nisfen van den ftaat." —— Dordrecht en Brielle protegeerden tegen dit befluit, verklaarende het zelve nietig en van onwaarde, om dat het zelve niet met eenpaarige ftemmengenomen was, en het geene zij door een wijdluftig vertoog met aanhaalicg Q 5 XXI. HOOFDST. VERVAL. Befluit van Holland,  XXI. HOOFDST. VERVAL. Virechts gevoelen. Een geheime voorflag ontdekt. IO(5 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL van verfcheide ftaatsrefolutien toonden dat tegen de orde der regeering ftreed. §. MLIII. De zaak ter ftaatsvergadering komende , zoo verklaarde zich Utrecht hier tegen, en keurde ten hoogden af, dat men geweigerd had, met Frankrijk in onderhandeling te treeden, over een verdrag van onzijdigheid, en verder kwam hun advies in veelen opzichten over een met dat van Dordrecht. De ambasfadeur van Frankrijk gaf bij die gelegendheid aan den voorzittende Heer ter ftaatsvergadering te kennen, hoe zijn meester aan geene mogendheid dan alleen aan den ftaat een ontwerp van vreede had voorgeflagen. Geene der leden hier iets van weetende , zoo verklaarde de raadpensionaris van der Heim ,, dat de ambasfa„ deur van den abt de la Ville verzeld, hem, ,, reeds in Hooimaand des voorleden jaars, onder „ verbintenis van de ftiptftegeheimhouding, had „ te kennen gegeeven, dat Frankrijk te vreede zou j, zijn, zoo men den keizer Beieren te rug gave, en „ daar en boven een gedeelte der voor Oostenrijk„ fche landen, met naame Eresgau, Brizak, Frij- burg en de Woudlieden, afftond; waar bij noch „ iets van klein belang komen moest, 't welkeg„ ter, als men 't over 't andere eens waare, den ,, koop, gelijk menfpreekt, niet breeken zou." — Doch dat hij raadpenfionaris en de weinige ledeq die dit geheim bekent waren, hadden geoordeeld groote zwaarigheid in dit ontwerp te vinden, en daarom beflooten wederzijds er niet van te reppen.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I07 §. MLIV. De gewesten waren omtrent deeze gewigtige zaak van verfchillende gevoelens, maai beflooten in navolging van de ftaaten van Holland met meerderheid, om de koningin 20000 man toe te ftaan , die zij gebruiken kon daar zij 't goed vond, behalven in Italië; en graaf Mauritz van Nafau, zoon van den veldmaarfchalk heere van Ouwerkerk, kreeg er het opperbevel over. §. MLV. Schoon George de II. als keurvorst van Hanover, een verdrag van onzijdigheid geflooten had met Frankrijk, zoo achte hij zich niet verbonden om als koning van Grootbrittanje daarom ftil te zitten. Neen! hij verzaamelde een leger, om de Franfchen van den Nekker te verdrijven , wijl intusfchen de Staatfche hulptroepen, de Oostenrijkfche Nederlanden zouden dekken. Het voorig Franfche leger, tot hulp van den Keizer gezonden, was grootendeels door ziekte en verloop gefmol ten. Doch koning Lodewyk wierf dien winter fterl om zijn verzwakte legers te verfterken, en toonde zich zeer onvergenoegt, toen hij der ftaaten befluit vernam, om de koningin met 20000 man te onderfteunen ; verklaarende hier door genoodzaakt te zullen worden , zijne wapenen tegen de Oostenrijkfche Nederlanden te voeren, die anders geenen aanval te dugten hadden. Maar de ftaaten antwoorden, ,, dat men hun niet kwaalijk neemen kon, „ dat zij voldeeden aan verdraagen , voor langj „ ook met de kennisfe van Frankrijk, geflooten. Dat ook de koningin, fchoon zij nu al den oor- XXL fïOOFDST. verval. Befluit der algemcene flaateu. George de II. ver- zaameld een leger aan den Nekker. : Koning Lodewijk verflerkt zijn legers. Frankrijks ongenoegen op den fiaat.  XXL HOOFDST VERVAL'. De Franfchen bij Dettinget, géfla'gcn. Io8 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL •„ log fterker mogt voortzetten, dan men , veel s, ligt, vervvagt had, evenwel in 'teerst, aange„ vallen geweest was , van vericheiden kanten. ,, Waarom zij bij hun genoome befluit bleeven." Hét Greotbrittannifche hof verzuimde ook niet , om de ftaaten in hun voorneemen te verfterken. In Frankrijk was de kardinaal de Fleury overleden , en naa die zijn dood rusten men aldaar zich fterker ten oorlog toe. §. MLVI. De Oostenrijkfche wapenen in Beieren en Boheemen waren voorfpoedig. Aan den Main .werden de Franfchenbï] Bettingen door het vereenigt leger geflagen, zoo dat ze bij Worms over den Rhijn moesten trekken, om den Elzaste befchermen; alwaar zij zich zoo fterk verfchansten, dat prins Karee, die naa Beieren en Boheemen van vreemde troepen gezuiverd te hebben, en naa den Rhijnkant getrokken was, ongeraaden vondt hun aan te tasten. De (iaatfche troepen waren inmiddels mar Frankfort, daar voor hun een legerplaats was afgeftooken, getrokken, maar voerden niets uit, wijl men noch niet vastgefteld had, om Frankrijk den oorlog aan te doen; en keerden daarom eerlang naar de Oostenrijkfche Nederlanden te rug. Inmiddels vertrok de Franfche ambasfadeur de Fenelon, en fchoon hij bij zijn affcheid neemen geen ongenoegen liet blijken, zoo deed de uitkomst nogthans zien, . waarom zulks gefchiede. Hij liet den abt de la Ville verder zijn meesters zaaken hier te lande waarneemen.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. IOO §. MLVII. Tot het verdrag van JVorms , tusfchen de koningin van Hongarijen, Grootbrittanje enden koning van Sardinië werden de ftaaten dokgenoodigd , maar vonden niet gevaaden daar in te treeden. Het hof van Dresden misnoegd op denkoning van Pruisfen, wijf die zonder hun als bondgenoot te kennen, zich te Breslau met de koningin verdraagen had, zoo floot het hof van Saxen met de koningin een verbond van onderlinge befcherming. De Zweeden werden ook genoodzaakt met, Rusland een nadeelige vreede te fluiten. §. MLVIII. Aan de Nederlandfche Oostindifche' maatfchappij, werd het cclroi voor 12 jaaren ver-j lengt, en in de huishouding der maatfchappij eeni-1 ge nieuwe fchikkingen tot verbetering -beraamd. §. MLIX. De Engelfchen,Frankrijks oogmerktot overvoering van den Pretendent ontdekt hebbende, zoo verzogten en verkreegen zij van den ftaat een onderfleuning van 6000 man, die naai-'Engeland overgevoert werden; doch de landing der Franfcheh mislukte door flora. De Franfche en Spaanfche vlooten voor de haven van Toulon, met de Engelfche flaags geraakt zijnde, zoo verklaarde Frankrijk aan Engeland den oorlog, voorgeevende, „ dat hij, naa de dood van keizer Ka-( „ rel den VI., ernstelijkgearbeidhad tot vreede;^ „ doch dat zijne poogingen, door het hof van» „ Londen, verzuimende het waaragtig belang derJ „ Engelfchen , geduuriglijk, gedwarsboomd waai ren; befchuldigende, vervolgens, den koning van XXI. [IOOFDST. /ERVAL. herbond ran Saxen net de koliugin. Verlenging; 'an het tèüxA, der losindi"chc maat"chappij.1744. )orlogs erklaaring an Frankijk aan ingeland.  XXI. Hoofost. VtRVAL. Van Engeland aan Frankrijk. 1 J 3 ÏIO OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ,, Engeland, keurvorst van Hanover, dat hij 't „ Weener hof opgeftookt, het verdrag van onzij„ digheid, zoo dra de Franfche troepen Westfaa,. lengeruimt hadden, gefchonden, en de fcheep„ vaart der Franfchen , door allerlei geweldena„ rijen, ontrust had: alle welke beledigingen zij„ ne majefteit niet langer verdraagen kon, zonder „ verzuim van 't geene hij zijnen onderdaanen , „ zijnen bondgenooten, en zich zei ven verfchul), digdwas: weshalven hij den koning van Engei, land, keurvorst van Hanover, den oorlog aan„ zeide, te water en te lande." -— Kort hier op verklaarde de koning van Grootbrittanje,. van geijken den oorlog aan Frankrijk. In het zelve, verdt ,, het Franfche hof de voornaamste fchuld , gegeven van de onlusten, die, naa's keizers dood, „ in Duitschland, ontftaan waren, onaangezien de „ koning,in'tjaar 1738, beloofd hadt, tegen den „ afftand van Lotharingen, de Pragmatieke Sanctie ,, te zullen handhaven." Wijders, erkende koïing George „ dat hij 't Weener hof onderfteund 1, hadt: doch hier toe was hij verpligt geweest, ., uit kragte zijner verbintenis tot handhaving der h, Pragmatieke Sanctie. Frankrijk hadt, daar en „ tegen, reeds in Wijnmaand des jaars 1740, aan , den bevelhebber van een esquader, tot onder, fteuning van Spanje uitgerust, last gegeven,om , eene der voornaamste Engelfche volkplantinge , in Amerika, vijandlijk,aan te tasten. Hier was , 't herftellen der vestingwerken van Duinkerken,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. III „ tegen de verdragen, bijgekomen: voorts, 't ont„ vangen van den zoon des pretendents, in Frank„ rijk ; het infchepen van een aanzienlijk getal „ troepen, ten zijnen behoeve, te Duinkerken, „ tot het onderneemen eener landinge, in Groot„ brittanje, en het zenden van een esquaderoor„ logfchepen naar 't kanaal, om deeze landing te „ begunstigen, 't Verdrag van onzijdigheid van 'c „ jaar 1741, welk men voorgaf, door zijne maje„ fteit, gefchonden te zijn, hadt hij, niet als ko„ ning, maar alleen als keurvorst, geflooten, en „ in deeze hoedanigheid , hadt hij 't opregtelijk ,, gehouden. Van geweldenarijen ter zee, door ,, zijne onderdaanen gepleegd, hadt hij gene ken„ nis, en hij zou gereed geweest zijn, om ze te „ ftraffen, zoo ze hem gebleeken waren. De ge„ melde redenen verpligten hem, ondertusfchen, „ om den Franfchen koning, insgelijks, den oorlog „ aan te zeggen, te water en te lande: gelijk hij bij deezen deedt." §. MLX. Gelderland, Friesland, Overijsfel, en Stad en Lande, drongen fterk op de verheffing van den Prins tot generaal, over de nieuwlings aangewerven 22000 man Staat/die troepen, doch de-zaak bleef onafgedaan om dat Holland en Zeeland daar niet toe te beweegen waren. §. MLXI. Dr.Engelfchenvetzogten aan den ftaat, ( dat zij aan Frankrijk den oorlog zouden verklaaren, ' en eTschten volgens de verdragen bij de alree ver- * kregen 6000 man, noch 20 oorlogfchepen, die hun XXI. HOOFDST. VERVAL. helderland en Fries/and, vil den prins toe jeneraal verheffen. )nderffand ran den Staat aan Ingeland.  XXI. Hoofdst, verval. Voorneemen van Lodewijk tien XV. om de ko ningin dei: oorlog te verklaren, en waarvar hij aan der Staat kennis geeft. 112 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ' ook gegeven werden; doch om Frankrijk don oorlog te verklaaren, wilden de Staaten alvoorens eerst zien te bewerken, een redelijk verdrag tusfchen de oorlogende mogendheden. De koning van PruisJen weigerde ook de beloofde onderftand volgens het verdeedigend verbond aan Engeland te geven, om dat koning George de onzijdigheid verbroor ken hadt, door zijn inval in den Elzas. Maar de keurvorst van Saxen nam aan, als er -een leger bij een gebragt werdt, om Hanover te dekken, hij dan daar 3000 man bij voegen zoude. §. MLXI1. Lodewijk deXV. voonieemens zijnde aan de koningin den oorlog te verklaaren,zond eer hij zulks deedt, zijn geweeze ambasfadeur de Fenelon naar den Haag, om op een plegtige wij, ze aan hun Hoog Mogende van zijn voornemen kennis te geven. In een wijdluftige aanfpraak, toonde hij de vriendfehap welke Franlrijk den Staat beweezen hadt , hoe zijn koning uit achting van hun in den voorigen oorlog, de Oostenrijkfche Nederlanden ontzien hadt, en de wapenen naar elders heen gevoert hadt, doch dat de Staaten gehoor gevende aan de beerschzugtige oogmerken der hoven van Londen en Weenen,mar 's keizers doodt*' tegens hun waar belang aan, dezelve met 20000. man onderfteunde om den inval van den Elzas en Lotharingen te begunstigen. En de koning vreezende van door zijne vijanden in zijn Rijk zelfs aangevallen te zullen worden uit de Oostenrijkfche Nederlanden, zo achte hij zich verpligt hun daar in  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN* 11% in voor te komen, met hun zelfs aldaar eerst te j gaan opzoeken, ten einde door de kragt zijner wapenen die twee onbuigzaame hoven tot reden te brengen. Bij het antwoord der Staaten betoonden dezelve,dat zij niets dan de onderhouding der vriendfchap zogten; doch dat de koning ook r.'.et onbewust was, van hunne verbintenisfen met die hoven, en hoe veel hun gelegen lag aan de behoudenis der Oostenrijkfche Nederlanden, en hunne Barrière, daar in gelegen. Dat zij van zijne majefteits vriendfchap vorderden, dat hij hen hielp redden uit deeze bekommering:'t welk, huns oordeels, niet beter gefchieden kon, dan door hec fmooren der onlusten in de geboorte, en met het herftellen der algemeene vrede, door onderhandeling. §. MLXIII. Korthier naa gaf Lödewtjk deXV. zijn oorlogsverklaaring. uit aan de koninginne van Hongarijen. Hij betuigde, in dezelve, ,, dat hij, „ het huis van Beieren onderfteunen de , geenen „ toeleg gehad had, om, als voornaame partije, deel te neemen in den oorlog." Hij voegde er bij ,, dat hij gelegenheid gehad zou hebben, om „ de grenzen zijns gebieds uit te breiden; of door „ de wapenen, of door het aanvaarden der herhaalj, de voordeelige aanbiedingen der koninginne van i, Hongarijen, zoo hij zich haaren bondgenoot had j, willen verklaaren. Dat zijne gemaatigdheid mis„ bruikt was; hebbende het Weener hofgantseJl V. Deel. H XXL lOOFDST. r2RVAL. \ntwoord /an den Staat» Franl'rijh jorlogs verklaring ian de ko» ninginne.  XXI. HoOFDST VERVAL. Die der kc ninginne regen Frankrijk 114 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ Europa vervuld, met lasterlijke fchriften, alle „ capitulaiien gefchonden, de Franfche gevange„ nen mishandeld, en eindelijk gepoogd, in den „ Elzas te dringen,naa dat men onbetaamlijke ver„ klaaringen verfpreid had, langs de grenzen,firek„ kende, om eenen opftand te verwekken onder 't „ volk: zaaken, alleen, waar over zijne majefteit 5, niet nalaaten kon, eindelijkzijnegevoeligheid te „ doen blijken." — Drie weeken daar naa volg. de de oorlogsverklaring der koninginne tegen Frankrijk. „ De Franfche kroon werd, in dezel„ ve, befchuldigd van 't verbreeken des verdrags, „ waar bij de handhaaving der Pragmatike Sanctie „ beloofd was; van 't aanftooken des Noordfchen „ krijgs; van't verdeden haarer ftaaten, naarder„ zeiver welgevallen, en van 't ontrusten van het „ Keizerrijk, Europa en de ganfche Christenheid: „ alles , onder het dekzel van gemaatigdheid en „ vriendfchap." Voorts, werd er in aangemerkt, dat het Franfche hof, op het einde van den jong„ ften vddtogt, alle de vreedzaame voorflagen , „ welke het had willen fchijnen te doen, wederom „ ingetrokken, en zommige bondgenooten der ko„ ninginne in Duitschland, met vreeze, anderen, „ met hoop op verdere vergrooting van hun ge9, bied, vervuld had, om zoo Duitschland door „ Duitschland te onder te brengen, en eindelijk te ,, doen buigen onder 't juk van 't huis van Bour„ bon. Alle welke redenen de koningin in de ver-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. ïï^ s, verpligting gebragt zouden hebben, om Frank,, rijk den oorlog te verklaaren, al was deeze kroon }> haar hier in niet voorgegaan. §. MLXIV. De ftaaten zonden wel eenen buitengewoonen gezant naar Frankrijk, tot ondertasting der voorwaarden, op welken de vredezon konnen herfteld worden; döch de koning gaf bij het eerste gehoor al te verftaan „ dat hij den oorlog lang „ uitgefteld hadt; maar de uitwerkzels daar van ,, niet dagt op te fchorten." • Hier op werdt door de Franfchen den veldtogt geopent in Vlaanderen. Warneten, Meenen, Tperen, 't fort de Knokke en Veume vielen wel dra in 's vijands handen, om dat de vestingwerken van zommige fteden in geringen ftaat, en zwak van bezetting waren. §. MLXV. Onze gezant den koning naar het leger gevolgd zijnde, vernam ten minsten zoveel, dat Frankrijks eisfchen onaanneemelijk bij de koningin zouden weezen. De vijandlijkheden reekenden de Franfchen, dat niet tegens den ftaat, maar tegens de koningin gefchieden,wier grondgebied het was. En offchoon onze gezant aantoonde,dat het Bartieren van den ftaat waren, die Frankrijk volgens het drievoudig verbond van den jaare 1717 hadt aangenomen zelfs te befchermen. Het baate niets! Ja! zij oordeelden ook, dat de eerste voorflagen tot vrede van onzen kant behoorden te gefchieden. Hier op onze gezant een keer naar Holland gedaan hebbende, gaf hij bij zijn te rugkomst aan 't1 Franfcht hof de volgende punten over. 1. We-! H 2 . XXI. HOOFDST. VERVAL. Krijgsbedrijven. rlandeüngen met Frankrijk. iisfeBen •an den. >:aac,  XXI. Hoofost. verval. Befluit dei Staaten om noch 20000 mar te doen optrekkenvoor de koninginne. Aanbod van onzijdigheid. Frankforter verdrag tusfchen Frankrijk, Pruisfen, Zweeden , en de Paltz. ÏXÓ OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ dergeving van alles, wat Frankrijk tot hier toe? ,, veroverdt hadt. 2. Vernieuwing der belofte van „ Frankrijk, om de Pragmatike Sanctie te handha„ ven. 3. Afftand des keizers van allen eisch op „ de Oostenrijkfche nalaatenfchap. 4. Herftelling „ des keizers in 't bezit zijner erflanden. 5. 'T „ flegten der werken, door Frankrijk in 't Duit„ fche Rijk opgeworpen. 6. Vernieuwing der ver- bindtenisfen van Frankrijk aan Grootbrittanje, „ met opzigt op den pretendent. 7. Slegting der „ werken van Duinkerken. 8. Afftand des konings ,, van Spanje van de Oostenrijkfche nalaaten„ fchap." — Doch deeze punten werden van den kant van Frankrijk verklaard onaanneemlijk te zijn. §. MLXVI. De ftaaten beflooten hebbende, noch 20000 man te doen optrekken ten dienste der koninginne van Hongarije, zoo gaf dit een nieuw misnoegen aan Frankrijk; te meer wijl den ftaat andermaal van dat Rijk de onzijdigheid werdt aangeboden, die bij den Staat afgeflagen wierdt, op aandrang der Engelfchen, welke het hun belang rekenden, den oorlog voort te zetten. §. MLXVII. Frankrijk floot ten deezen tijde, te Frankfort, een overeenkomst met den koning van Pruisfen, den keurvorst van de Paltz, en den koning van Zweeden, om het Weener hof te beweegen tot het erkennen van zijne keizerlijke majefteit, voor hoofd des Duitfchen Rijks, als mede om elkanders bezittingen te befchermen , en wegens de gefchillen over de Oostenrijkfche nakaten-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. II? fchap, de bemiddeling van de Renden des Rijks te verzoeken. De keurvorst van Keulen, de koning van Poolen, de bisfchop van Luyk, en de Staaten werden tot dit verdrag genoodigt, doch de eersten laatstgenoemde weezen zulks van de hand; —■. fluitende tegen deeze Frankforter overeenkomst, de koningin van Hongarijen, de koning van Engeland, de Staaten, de keurvorsten van Mentz en Keulen, een verdrag van onderlinge befcherming. Zelfs verklaarde de koningin bij een acte, die zij te Mentz in de regifters des Duitjehen Rijks liet plaatzen, de verkiezing des keizers voor onwettig. §. MLXVIIL Prins Karel met zijn leger den Rijn overgetrokken zijnde, zoo hielden de Franfchen zich Ril in hunne voordeelige legerplaats, als te zwak zijnde om der bondgenooten leger met voordeel aan te kunnen vallen. Het vereenigd leger was maar een half uur van Rysfel af, op Franfche bodem. Hier door werdt de voortgang der Franfche wapenen gefluit, en zou die overtogt van meer gevolg zijn geweest, indien niet de koning van Pruisfen andermaal naar Boheemen was opgetrokken, om een afwending voor de Franfchen te maaken. De reden die het hof van Berlijn voorgaf daar toe te hebben was „ dat de koning niet' ,, langer hadt konnen zien, dat Duitschland ont,, rust, de eer van 't hoofd des Rijks gekrenkt, „ en deDuitfchevrijheid aan den band gelegd werdt, „ door het Weener hof. Duitschland was over„ flroomd geworden door vreemde troepen; die H 3 XXI.' HoOFDST. VERVAL. De Koniti. %in, Engeland, de Staat, Mentz ea Keulen fiuiten hier een verdrag tegen. Het vereenigd leger is Op ƒ77772- Cchen bodem. De koning van Pru'n"en maakt :en afwending. [ledenen daar voor.  XXI. HoOFDST VERVAL. II8 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ,, heen en weder getrokken waren, zonder daar „ toe, volgens gewoonte, verlof verzogt te heb,, ben. De koningin van Hongarije hadt verbonden geflooten, waar bij zij zekere mogendheden, „ die haar fterk onderfteund hadden , fchadeloos ,, hadt gefield uit Rijksleenen, of door toezegging van zekere bisdommen. Haare veldoverften hadden Rijksfteeden willen inneemen, haare ftaats,, dienaars hadden keurvorsten gedreigd, de keij, zerlijke troepen waren, onder 't gefchut van on„ zijdige Rijksfteeden , aangetast, en 's keizers ,, verkiezing was onwettig verklaard; door welk „ laatste, niet zoo zeer de keizer, als de keur„ vorsten, die hem verkooren hadden, gehoönd ,, waren. De koning hadt niets uitftaande met de ,, koninginne van Hongarije. Hij eischte niets van „ haar. Hij trad flegts als helper, in eenen oor„ log, dien zij begon te verwekken, in Duitsch„ land. Hij hadt, voor heen, den weg van on„ derhandeling ingeflagen, tot herfteliing der vre„ de. De keizer hadt, om hier toe te gcraaken, van alle zijne eisfchen op de Oostenrijkfche nalaatenfchap willen afftaan,zoo men hem Beijeren „ te rug gave. Doch het Grootbrittannifche hof „ hadt deeze aanbieding van de hand geweezen. ,, De koning hadt, daar naa, zijne bemiddeling, te gelijk met die des Rijks, den zeemogendheden „ aangeboden. Maar de Raaten der vereenigde Ne,, derlanden, befpeu rende , hoe veel tegen (land zij „ bij de hoven van Weenen en Londen ontmoeten  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. . 119 zouden, hadden ze, duidelijk genoeg, gewei,, gerd. De verdeedigers der Duitfche vrijheid „ leefden egter noch; gelijk men aan't verbond van „ Frankfort zien kon. De koning was in dit ver„ bond getreeden. Hij begeerde niets voor zich „ zelve; maar vatte alleen de wapenen op, om ,, de vrijheid aan Duitschland, de agtbaarheid aan „ den keizer, en de rust aan Europa weder te ge- ven." Het Weener, en Keizerlijke hof, bragten mee het hunne daar tegen in, maar het bleef daar niet bij, de koning van Pruisfen rukte met zijn leger in Boheemen en berende Praag. Doch prins Karel tot ontzet van dat Rijk te rug getrokken , verdreef de Pruisfifchen uit Boheemen, en herwon zelfs Opper-Silijien. §. MLXIX. De Franfchen hun voordeel doende mét dehertogtvanprinsKARELnaario/;e£JBew,bemagtigden Frijburg en lieten de vestingwerken ilegten. Tusfchen Zweeden en Denemarken, werd .een ooriog berokkend, doch die door Engeland, Pruisfen, en de Staaten, met veel moeite werd voorgekomen. §. MLXX.' In Oostvriesland de regeerende vorst KarelEdzard overleeden zijnde zonder man- j lijk oir naa telaaten, zoo Relde de koning van Pruis-, fen zich in het bezit daar van, zijn regt grondende' op een verdrag in 't jaar 1694. tusfchen keizer Leopold en den keurvorst Frederik geflooten , wordende van verfcheide mogendheden, gelijk ook van de ftaaten in die waardigheid erkend, en de vestingen Embden en Lieroord van der ftaaten krijgs» II 4 XXI. rlOOFDST. VERVAL. Fryturg jemagugd. Oostvrtès* and komt 11 Pruisfi'che hanien.  XXI. HOOFDST. VERVAL. De Staat Word aangemaandtot kragdaadigermaatregels Befluit. 1745. Viervoudig verbond. I20 OPKOMST j VERVAL EN HERSTEL volk ontruimd, en door den koning van Pruisfen beloofd voldoening der gelden te geven, welken mea hier te lande aan Oostvriesland verftrekt had. §. MLXXI. De konin gin, ziende den voortgang der Franfche wapenen, maande den ftaat op het ernftigfte aan, tot het neemen van kragtdaadiger maatregelen, en dat zij Frankrijk den oorlog moesten verklaaren ; omtrent het eerfte zoo beflooten de gewesten om de koningin met al hun magt bij te ftaan, en hun krijgsmagt met 12000 man te zullen vermeerderen; doch in opzigt van het tweede vonden zij noch ongeraaden Frankrijk daar in voor. te komen; te meer wijl Grootbrittanje hun op die manier daar in was voorgegaan. Verder beloofden zij hun best te doen, om meerder bondgenooten te verkrijgen. Het geene ook gelukte, wordende kort daar op geflooten het viervoudig verbond, met de Koningin, Engeland, de Staaten, en keurvorst van Saxen, en het zelve te JVarfchauw geteekend. In de inleiding wierd verklaard ,, dat men , met „ het zelve, beoogde, de rust te herftellen in Eu„ ropa, en in het Duitfche Rijk in 't bijzonder, „ en de trouw der verdraagen te handhaaven." Men beloofde eikanderen „ hier toe eenpaarige „ maatregels te zullen neemen, en eikanderen, in „ 't opvolgen derzelven, te zullen bijftaan. De „ koning van Poolen verbond zich, op nieuws, „ tot de handhaaving der Pragmatike Sanctie, op „ gelijke wijze, als de koning van Grootbrittanje sj en de Staaten zich daar toe verbonden hadden,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 121 en waar toe, dus luide het verbond,het lichaam „ des Duitfchen Rijks zich , insgelijks , verpligt ,, had. Hij zou, ten deezen einde, Boheemen, „ welk reeds aangetast werd, en de verdere ftaa„ ten der koninginne van Hongarije, van Ronden ,, aan, bijfpringen met een leger van 30000 man. ,, De koning van Grootbrittanje en de ftaaten ver33 bonden zich, om, zoo lang de nood zulks ver„ eisfchen zou, den koning van Poolen, jaarlijks, „ te onderfteunen met 150000 ponden fterlings , ,3 waar van Grootbrittanje 100000 ponden betaa,, len zou, en de ftaaten 50000 ponden, of 55000c j, hollandfche guldens. Zoo dra 't gevaar, aan ,3 den kant van Boheemen, en van 't keurvorften3, dom Saxen, over zijn zou, zou zijne Poolfche ,, majefteit, ter eerfter aanmaaninge , 10600 man ,, doen optrekken, te weeten, 8000 knegten, en ,, 2600 ruiters, die gebruikt zouden worden, of 3, in de Nederlanden, of in Duitschland, naa da! ,, dekoning van Grootbrittanje en de ftaaten zulks3 3, ten gemeene nutte, zouden geraaden vinden: „ welke troepen , door den koning van Poolen zouden onderhouden worden, tegen eenen onderftand van 90000ponden fterlingin 't jaar, te 3, betaalen, 60000 ponden door den koning var j, Grootbrittanje,en 30000ponden,of330000 gul ,, dens door de Staaten; Zoo de landen des ko ,, nings van Poolen in Duitschland, ter gelegenheic ,, van dit verbond, mogten worden aangetast, be,, loofden de bondgenooten hem niet alleen te zul H 5 XXL HOOFDST. VERVAL.  XXI. HoOFDST VERVAL. Dood vin keizer Karel deVII. Verdrag van FusS' fi». 122 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ len onderfteunen, maar ook de wapenen niet te „ zullen afleggen, voor dat zij hem behoorlijke ver„ goeding hadden bezorgd. Zoo de voorzienig„ heid de vereenigde poogingen mogt zeegenen, „ zou de koning van Poolen zijn aandeel hebben, „ in de verkreegen voordeden: ook zou men, voor. „ dc belangen van zijn huis zorg draagen, bij de aanftaande vreede handelingen. De keizerin van „ alle Rusfen en de Republiek en 't koningrijk „ van Poolen werden, van.nu af, met naame, ver„ zogt, om, als handelende partijen, in dit ver„ drag te willen treeden, en te gelijk alle andere koningen, keurvorsten, vorsten en ftaaten, die „ gemeene vrijheid en veiligheid ter herte naamen. De koning van Pruisfen misnoegt hier over , gaf voor dat bij eenige geheime punten van dit verbond beraamd was „ dat de koningin van Hongarije haar regt op een gedeelte van Silefie aan den „ koning van Poolen zou afftaan; en dat de koning s, van Grootbrittanje zijne Poolfche majefteit in „ ftaat zou ftellen, om een leger in Poolen te on„ derhouden, en daar door de kroon erflijk te maa„ ken in zijn huis." Maar van dit een en ander is niets zekers gebleeken. §. MLXXII. Door de dood van keizer Karel de VII. kwam er een groote verandering, wijl de Oostenrijkfchen,dcFranfchen en Beierfchenbij Pkaffenhoffen floegen, en den jongen keurvorst daar door noodzaakten, om met de koningin het verdrag van Fuesfen te fluiten. De koningin beloofde daar bij  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 123 „ den overleden keurvorst voor keizer te zullen „ erkennen, en den tegenwoordigen keurvorst te „ zullen herftellen, in het bezit van gantsch Beije- ren, gelijk het, voor het jaar 1741-) bezeeten „ geweest was. De keurvorst ftond, daar en te„ gen, af van al zijn regt op de Oostenrijkfche „ nalaatenfchap, zoo ver het ftreed met de Prag„ matike Sanctie : hij verklaarde, geenen eisch „ te maaken op de voor-Oostenrijkfche plaatzen, „ die thans in de raagt van Frankrijk waren, en hij „ zou de troepen, welke hij daar had, te rug ont„, bieden. Hij erkende de wettigheid der Boheem- fche keurftemmen, en beloofde op de aanftaan„ de verkiezinge eens keizers, zich voor zijne ko3, ninglijke hoogheid, den echtgenoot en medere„ genthaarermajefteit, tezullen verklaaren. Wij„ ders, kwam men overeen, dat Ingolftad, door „ onzijdige troepen, en Braunau en Schardingcn, „ door troepen der koninginne, bewaard zouden „ worden, tot dat er een keizer verkooren zou „ zijn. §. MLXXIII. De koning van Pruisfen te onvreeden over dit verdrag, viel met zijn leger in Silefie, en deed de' Oostenrijkfchen de ingenomen plaatzen ontruimen, en floeg dezelve bi) Friedberg en Prausnitz. Intusfchen werd de groot-hertog van Toskanen tot keizer verkooren , onder den naam van Franciscüs den I. Doch de Bran- denburgfche gezant kante zich hier tegen, die verkiezing voor onwettig verklaarende. Tusfchen XXI. :IoOFDST. VERVAL. Veroveringen van den koning van PruisJen. De groot hertog van 'toskanen tot keizer verkooren.  XXI. HOOFDST* VERVAL. Overeenkomst van Hanover. 1 124 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL de hoven* van Berlijn en Dresden reezen ook groo- :e gefchillen. • Over en weder befchuldigden zij. ïlkanderen bij openbaare gefchriften. Te Hanover, werd ter bevrediging tusfchen Grootbrittanje en Pruisfen een overeenkomst getroffen, behelzende: ,, dat zijne Pruisfifche majefteit Silefie behouden s, zou, gelijk het hem, bij 't verdrag van Breslau, „ afgeftaan was; dat de koning van Grootbrittanje „ hem, in 't bezit van Silefie , zou handhaven, „ en de ftaaten der vereenigde gewesten , daar „ toe, ingelijks, zoeken te beweegen; dat de ko,, ning van Poolen, keurvorst van Saxen, bij „ fchriftelijke akte, afftaan zou van Silefie; dat „ de koning van Pruisfen zijne keurftem bij de ver„ kiezing eens keizers, die toen noch aanflaande „ was, geevenzouaan den groot hertoge van Tos„ kane, terftond naa het teekenen der vreede , „ welk, binnen zes weeken, zou moeten gefchie? ,, den: tot welken tijd toe, dit verdrag geheim „ blijven zou. De koningen van Grootbrittanje en „ van Poolen, als keurvorsten van Brunswijk Lu„ nenburg en van Saxen, de keurvorst van de Palts „ en het huis van Hesfen Kasfel zouden, in deeze „ vreede, begreepen worden." Maar de hoven van Weenen en Dresden waren niet te beweegen tot deeze overeenkomst,wijl zij zich vleiden met de herovering van Silefie. Doch de overwinling door den koning van Pruisfen bij Hennersdorf 3evogten,en 's koning veroveringen in Lausnitz en in Saxen, deeden de vreedehandelinge aan 't hof  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 125 van Dresden een aanvang neemen ; en welke naa den flag bij Kesfelsdorf, op het ernftig en dringend fchrijven van den koning van Pruisfen aldaar geflooten werdt. o De koning van Poolen trad in de overeenkomst van Hanover, en beloofde binnen drie weeken eene akte van afftand, uit den naam zijner gemaalinne, van al het regt, welk zij, uithoofde der Pragmatieke Sanctie, immer zou konnen agten te hebben, op de ftaaten, den koning van Pruisfen, bij 't verdrag van Breslau, afgeftaan. Metde koningin van Hongarijen en den koning van Pruisfen werd het verdrag van Breslau, beneevens de overeenkomst van Hanover bekragtigd. De koning beloofde de verkiezing van den keizer voor wettig te erkennen, en over en weder eikanderen te zullen handhaven in het bezit hunner ftaaten. De koning van Engeland trad mede in dit verdrag, doch de ftaaten kwaamen traaglijk tot de belofte var handhaavinge, welke men hun afvorderde. §. MLXXIV. Door deeze verdraagen geraakte de koningin wel in rust in Duitschland, doch, in Italië, de ftaat van Genua zich tegen den koning var Sardinië verklaart hebbende, en deeze weder de opftand der Corfen tegen de Genueezen begunstf gende, zoo bleef de oorlog daar noch voortduuren, en werdt zelfs de koning van Sardinië bij Basfignana door de Franfchen en Spaanfchen geflaagen, met verlies van veele fteeden. In Schotland verwekte de zoon des pretendents een opftand, doch die noch gelukkiglijk gedempd werdt, XXI. HOOFDST. VERVAL. Vreede metSaxcn, Pruisfen en de koningin. Oorlog in Italië. Pretendent in Schotland.  XXI. HOOFDSTVERVAL. Schade door de Engelfche ons toege bragt. Slag van Fontonoi. Gevolgen daar van. 126 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL door den bijfhnd der Staatfche troepen; maar toc vergelding hier van werden de Nederlanders hunne fchepen op een ongehoorde manier van de Engelfche kapers mishandeld, beroofd, onder allerhande voorwendzels aangehouden en opgebragt, al' waar ze dan vervolgens in Engeland verbeurd verklaard wierden, zoo dat de fchade der koopluiden van Haarlem en Amfterdam, door de Engelfche en Spaanfche kustbewaarders toegebragt, wel op tien xniljoenen guldens begroot werden; en waarom ook de ftaaten hunne tien oorlogfchepen den Engelfchen ter hulpe toegefchikt, te rug ontbooden, om den koophandel hunner ingezeetenen op zee te befcher- men' Van veel gevvigt was de verovering van kaap Breton voor de Engelfchen, verliezende Frankrijk daar door jaarlijks verfcheide miljoenen in zijne visfcherij,en gaf aan de Engelfchen gelegenheid, om den koophandel der Franfchen op hunne volkplantinge grootelijks te belemmeren. §. MLXXV. De veldtogt geopent zijnde, zoo werdt Doornik door de Franfchen belegert. De bondgenooten die ftad tragtende te ontzetten zoo viel daar op de flag van Fontenoi voor, alwaar het vereenigd leger door de Franfchen met groot verlies verflagen werdt, met gevolg dat Doornik en 't kasteel daar door in hunne handen viel. Gend, Brugge, Deinze, Domme, Aalst, Oudenaarden, m Dendermonde werden van gelijke verovert;en Oostende en Nieuwpoort verlooren; waar naa het leger der bondgenooten de wijk naar Braband nam. — Groot  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. IZ' was de verflagenheid in de vereenigde gewesten wegens het fchielijk overgaan van zoo veele ftee den. Ja! zommigen befchouwden zulks, als of ei verraad onder fpeelde. De Abt de la Ville zich van die gunstige gelegenheid willende bedienen. floeg ter algemeene ftaatsvergaadering voor, hei houden eener bijeenkomst tot bewerking der vrede, doch op dit voorftel verliep een geruime tijd eei er op beflooten werdt. Inmiddels wierd, door de Franfchen, Aath en Brusfel verovert. §. MLXXVI. Frankrijk, het zij hij voorneemen! was zijne wapenen in Italië te voeren, of dat hij beoogde de bondgenooten met handelingen op te houden, bood den algemeenen ftaaten wederom een verdrag van onzijdigheid aan. Veele ftaatsleden helden hier toe over, zij merkten aan „ dat de s, bondgenooten den last des oorlogsin de Oosten„ rijkfche Nederlanden te zeer lieten aankomen op „ de ftaaten; dat Grootbrittanje zelf, in 't voor„ leeden jaar, veel minder volks geleverd hadt, „ dan het verpligt was te leveren, dat de opftand „ in Schotland den koning genoodzaakt hadt, het „ Engelsch krijgsvolk, welk nog naar de Neder„ landen gezonden was, van daar te rug te ont„ bieden, en dat het, veelligt, dit gantfche jaar, „ of langer, gebruikt zou moeren worden, om den j, opftand in't Rijk te dempen." Waarfchijn- lijk hadden deeze leden ook hier mede de behoudenis van de tegenswoordige regeering in het oog. — Doch de meeste leden verftonden, dat men het i XXL HOOFDST» VERVAL. Aanmerkingenover her aangeboden verdrag van onzijdigheid.  Ï28 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL XXI. HOOFDST. VERVAL. Werd af-' geflageii. De verwijdering vermeerdert. verdrag van onzijdigheid behoorde af te wijzen, ,, De herftelling der vrede in Duitschland zou, „ huns oordeels, de keizerin koningin van Hongaj, rije de handen ruim laaten, om haare krijgsmagt in de Nederlanden, merkelijk, te verfterken. ,, Ook was 't te verwagten , dat de opftand in ,, Schotland fpoedig gedempt zou zijn; waar naa de koning van Grootbrittanje de troepen , die „ derwaarts gevoerd waren,-wederom zou konnen ,, zenden naar de Nederlanden; behalve, dat men „ volgens de overeenkomsten, met de keurvors,, ten van Keulen en Beijeren geflooten, zich zou „ konnen bedienen van derzelver hulptroepen, om „ het leger der bondgenooten te verfterken." Dit alles, gepaart met de poogingen der hoven van Weenen en Londen, wier belang het was om den ftaat verder in den oorlog in te wikkelen, veroorzaakte dat het door Frankrijk aangeboden verdrag van onzijdigheid afgeflagen werdt. §. MLXXVII. De verwijdering tusfchen Frankrijk en den Staat wierd dus hoe langer hoe grooter. Onze kragtdaadige onderfteuning aan de koningin, gepaart met het gedrag van onze gouverneur generaal te Batavia wegens de twee door de Engelfchen aldaar opgebragte Franfche Oostindifche fchepen, ftrijdig tegens het nde punt van 't verdrag van koophandel des jaars 1739. en dat daar wij zelfs een Franfche kaper, die een Engelfche prijs in Zeeland opgebragt hadt, noodzaakten dien te flaaken, zulks gaf redenen aan Frankrijk om het ver-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN, I2C verdrag van koophandel van den jaare 1739 in te trekken. —— Hier op zond de ftaat een buiter gewoon gezantfchap naar Frankrijk, om de gekrenk te vriendfchap te herftellen; en te beproeven oi men aldaar met nut zou konnen arbeiden aan eer algemeene bevrediging. Zij bragten onder anderen te wege „ dat het flegten der yeroverde fter„ ke plaatzen in de Nederlanden, waar mede de „ Franfchen een begin gemaakt hadden, voor eersi geftaakt, en de Franfche wapenen, geduurende j, den gantfchen veldtogt,niet gebragt werden op „ den bodem van den ftaat." Verder beoogderl de Staaten, met deeze bezending, eerst het voordeel van hun gemeene best, en daar naa dat van hunne bondgenooten, bijzonderlijk van Grootbrittanje alwaar zij op het naauwfte mee verbonden waren. De punten van der Staaten wegen be- ftonden in bevestiging der voorige verdragen, bijzonder die van Utrecht, herftelling van't verdrag van koophandel van 't jaar 1739., te rug gave van de veroverde plaatzen in de Oostenrijkfche Nederlanden, en van Spanje de vrije fcheepvaart op de Westindiën volgens de verdragen. — Voor Grootbrittanje , vernieuwing der verdragen, 't flegten van Duinkerken, een verlaating van de belangen des -pretendents , herftelling der fcheepvaart en des koophandels, en bewerking der vrede met Spanje.— ■Voor het Weener hof, handhaving der Pragmatike Santïie, wedergeving van het veroverde, en erkentenis van den keizer, door Spanje en Frankrijk, — V. Deel. I XXL HOOFDST. , VERVAL. ' Handelint met Frankrijk.  XXI. HoOFDST. VERVAL. 13a OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL En met betrekking tot Italië, dat de koning vaa Sardinië en de hertog van Modena in derzei ver. ftaaten herfteld werden, en dat Genua in de vrede begreepen werdt. Maar de Franfche Staatsdienaars merkten hier te regt op aan, dat'men van Frankrijk veel eischte, zonder iets te bieden. — Zij vorderden behalve eenige andere eifchen, voornaamentlijk Kaap Breton te mg, onder belofte van Oostenrijksch Vlaanderen, en 't gene zij van Brabctnd bemagtigd hadden, benevens der ftaaten Barrière te rug te zullen geven met herftelling van 't verdrag van koophandel van den jaare 1739. doch het bleef alles maar bij onderlinge gefprekken, zelfs gaven de Franfchen vervolgens toe om Duinkerken te zullen flegten, volgens de verdragen, den pretendent of zijn naakomelingfchap geen onderftand te geven, en bij Spanje de vrije vaart op de West- indien (volgens de verdragen) uit te werken. De Franfchen drongen ook fterk op de voortzetting der handelinge, of dat zij anders in het flegten der yeroverde plaatzen zouden voortgaan, maar de jlaatfche gezanten merkten hierop aan, dat zulks het werk agter uit zoude zetten, en zo de Franfchen hunne wapenen op Staatfchen bodem voerden, zulks gelegenheid tot het veranderen der regeering konde geven, waar door deeze onderhandeling den Staaten ontrokken werdt. Het fcheen ook dat deeze aanmerkinge eenige indrukken op de Franfchen maakte, zoo datze voor als noch van hun voorBeemen afzaagen,en beflooten een bijeenkomst te  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 13 ] houden van Franfche, Engelfche, en Staatfche ge- volmagtigden te Breda. — Maar het bleek van agteren genoeg dat het de Engelfchen niet fterk zogten. §. MLXXVIII. De veldtogt in de Nederlanden geopentzijnde,zoo bemagtigden de Franfchen AnU werpen'en gansch Oostenrijksch Braband, veroverden Bergen in Henegouwen en St. Guislain. Het leger van prins Kasel van Lotharingen miste ook het ontzet van Charleroi, welk in s' vijands handen viel. En eindelijk wierdt ook Naamen ( de laatfte Barrière ) van den ftaat bemagtigd. §. MLXXIX. Het vereenigd leger der bondgenooten moest ook in den flag bij Roucoux het flagveld aan de Franfchen overlaaten. Op Luxemburg, Limburg, en het Oostenrijksch gedeelte van Opper-Gelderland naa, waren nu de Oostenrijkfche Nederlanden in Franfche handen. Aan de linker zijde der Maaze alles overmeesterd zijnde, zoo moest de vijand, zijne overwinninge voort willende zetten, over de Maaze trekken, om daar de overige Oostenrijkfche Nederlanden aan te tasten, of op der Staaten grondgebied aanvallen. Doch vrees voor de Rijksvorsten en den koning van Pruisfen, beletten het eerste, en het tweede ftreed met de gewaande vriendfchap, die Frankrijk voor gaf den Staat toe te draagen. §. MLXXX. In Italië waren de Oostenrijkfche j wapenen gelukkiger. Genua onderwierp zich aan « de koninginne, en moest een belasting van drie ' I 2 HOOFDST. VERVAL. Krijgsbedrijven. Verliezen aan onze zijde. MjgsbeIrijven in 'talie.  XXT. HOOFDST. VERVAL. Verbond tusfchen JVeenen en Petersburg. ï'3% , OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL miljoenen Genuien opbrengen; doch over het vervoeren van eenige ftukken kanon naar het Oostenrijksch leger, rees er verichil tusfchen de bezetting" en het gemeen, met gevolg dat de Oostenrijkers de ftad uitgedreven werden. §. MLXXXI. De hoven van Weerden en Peters-burg llooten voor 25 jaaren een verbond. Men „ beloofde eikanderen eenen onderftand van 30000 ,, man, ingeval de wederzijdfche ftaaten werden ,, aangetast. Doch men zou, van de eene en an- dere zijde, tot deezen onderftand, niet verpligt „ zijn, zoo de keizerin der Rusfen van den kant ,, van Perfie, en de keizerin koningin in Italië ,, werdt aangetast. Schoon men, zelfs in beide 3, deeze gevallen, zich verbond, om 30000man, ,, tot elkanders dienst, gereed te houden. Zo't, ,, wijders, dienstiger geoordeeld werdt, den ge3, meenen vijand, elk van de zijde zijner eigene ,, ftaaten, aan te taften, zou men, deswege, on,, derling, met eikanderen, overeen komen. Ook ,, zou men den voorgemelden onderftand, in zulk „ een geval, met onderling goedvinden, vermeer„ deren. Eindelijk, zou men de republiek van Poo„ len, den koning van Grootbrittanje, den koning „ van Poolen als keurvorst van Saxen, en zoodaa„ nige andere mogendheden, als men onderling ,, zou geraaden vinden, noodigen om in dit ver- ,, bond te treeden." Doch het Rusjïfche hof liet deeze troepen niet optrekken, voor dat zij hez met de zeemogendheden eens was, noopens den  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 13; onderftand in geld. • Inmiddels Filips de V koning van Spanje overleden, en door zijn zoor Ferdinand den VI. opgevolgt zijnde,zoo verwag te men van dien kant een merkelijke veranderin, aan het hof van Madrid. Bij de Staaten van Hol land was ook in plaatze van den overleden raad penfionasis van der Helm, tot die waardigheid ver kooren de griffier Jacob Gilles. §. MLXXXII. Intusfchen wierdt de onderhan deling te Breda zeer geftremt, door dien de En ■ gel/clien begeerden, dat de ge volmagtigden der ho ver van Weenen. en Turin bij dezelve toegelaaten weiden. De Spaanfche gezant begeerde van gelijkt zulks, en verklaarde zich tegen alles, wat er bui ten zijn. bijzijn, omtrent de belangens van Spa?ij beflooten mogt worden. Doch , wijl het aai ,het eenen ander genoeg bleek, dat de Engelfcher, de vrede niet zogten, zoo tragten de Franfchen de Staatfchen fmaak in een afzonderlijk verdrag te doet krijgen, maar de Engelfchen hier in geraadpleegc wordende., bewerkten dat die zaak bij den Staat flepende gehouden werdt. De Franfchen dit befpeurende, dreigden den Staat met een inval oj hunnen bodem;fchoon hun van onze kant voorgehouden wierdt, datzulks ongetwijfeld een verandering van regeering moest veroorzaaken,waar door wij des te meer aan Engeland verbonden zouder raaken. Dit vond ook bij de meeste Franfche ftaatsdienaars ingang; doch de maarfchalk, graave var Saxen zegt men, haalde den koning over tot den I 3 , XXL HOOFDST. VERVAL. Dood van l den koning -van Spanje. ■ m7- -Verfchillen op de onderhandeling te > Breda. 1 1  xxr. HoOFDST. VERVAL. Punten van onderhandeling te Breda. •3 3 3 3 (V) Wagenaar, 20 D. bl. 53. 1.34 OPK0MST, VERVAL EN HERSTEL inval, wijl hij oordeelde dat dit de regte wegwas,' om de Staaten te noodzaaken tot het fluiten. §. MLXXXIII. Wijl dit alles voorviel was men met de onderhandelinge te Breda zoo verre gevordert, dat de punten tot een algemeene vrede op het papier gebragt, en wederzijds verzonden werden , en fchoon dezelve nimmer algemeen geworden zijn, zoo wil men, (a) dat in dezelve onder anderen bedongen was „ dat alle plaatzen, die ,, Frankrijk, op den Staat, zou mogen veroverd „ hebben, aan denzelven zouden te rug gegev.en „ worden. Dat alle voorige verdragen van vrede, ,, vriendfchap en koophandel zouden worden ver„ nieuwd, met naamen het verdrag van koophan- del van den jaare 1739. Dat de plaatzen in „ de Oostenrijkfche Nederlanden veroverd, ook „ aan de keizerin koningin zouden te rug gegeven, „ en de vrede met dezelve herfteld werden, op den' , voet van het verdrag van't jaar 1738. Dat Frank,, rijk den keizer, in deeze waardigheid, zou. er- kennen. Dat de verdragen van de jaaren 1713 „ en 1717 tusfchen Frankrijk en 'Grootbrittanje , geflooten, zouden vernieuwd worden, zullende , Frankrijk zich verbinden tot alles, wat, daar bij, , ten opzigte van den pretendent, was vastgefteld; , het zelve uitbreidende tot al deszelfs naakome-' , lingfehap, en Duinkerken, beide van clen land, en zeekant, ftellen in den ftaat, die bij de alge-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. ^35 meene verdraagen bepaald was. Dat Grootbnt„ tan je kaap Breton aan Frankrijk te rug geven „ zou. Dat de vrede tusfchen Spanje en Groot„ brittanje herfteld zou worden op den voet dei „ vrede van Utrecht en der overeenkomst van het „ Pardo van den jaare 1739; en de koophandelj „ op den voet der oude verdraagen: zullende Span,, je, ten opzigt van den pretendent, dezelfde verbintenis op zich neemen als Frankrijk: Dat ,, Spanje alle de voorige verdragen, met den ftaat der vereenigde Nederlanden geflooten, beves- tigenzóu; en, nevens het hof van Napels, ten ,, opzigte van dat van Weenen, de vrede fluiten 9, op den voet der overeenkomsten, gevoegd in ,, het verdrag Van den jaare 1738. Dat Spanje, „ Napels en de Infant Don Ftlips den keizer zou„ den erkennen.- Dat de keizerin koningin Parma ,, en Piacenza, uitgenomen het gedeelte, welk be,, noorden de Po lag, aan den Infant Don Filips „ zou afftaan. En dat de koning van Sardinië, de ,, Staat van Genua :en de hertog van Modena her- fteld zouden worden in 't bezit van't gene zij ver- „ looren hadden." Het draalen der Engclfcht Staatsdienaars veroorzaakte intusfchen , dat éi niets van dit alles kwam; doch de Frcmfchen bleven niet ftil zitten,hun partijen ftroopten tot voor de poorten'van Bergen op Zoom. §. MLXXXIV. Eindelijk verkregen de StdtM, in een brief, de befluiten des konings van Frankrijk, die hier op uit kwaamen. ,, Dat dc koning, I 4 XXI. HOOFDST. VERVAL. Befiufcen des konings van Frankrijk,  XXI. HoOFDST. VERVAL. 13^ OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ tot hiertoe, billijke redenen gehad hebbende, 5, om te klaagen over den onbepaalden onderftand, „ die de vereenigde gewesten aan de koninginne „ van Hongarije hadden verleend, de ftaaten nog„ thans niet hadt willen aanmerken, als zijne regtr „ ftreekfche vijanden. De voorflagen, welke hij „ hun, dikwijls gedaan hadt, zouden altoos bewii- zen konnen, dat hij niet flegts gezogt hadden „ oorlog verre van hunne grenzen en nabuurfchap ,, te houden, maar dat. hij hun ook den roem hadt ,, willen verwerven van'de vrede, onder de oor33 loogende mogendheeden , herfteld te hebben. ,, Hij had hun, in 't jaar 1741. reeds geopenbaard, 3, op welke voorwaarden,hij vrede wilde maaken, en hij hadt zoo veel vertrouwen in hun geftcld, dat hij hun Duinkerken ter bewaaring hadt wü„ len overgeeven. Hij hadt hun, in't jaar 1745, het houden eener bijeenkomst voorgeflagen, om, ,> op dezelve, te handelen, over 't herftelleu der „ vrede. En waar door zou hij toch beter heb33 ben kunnen toonen, hoe groot eene genegenheid 35 hij den ftaaten toedroeg, en hoe zeer hij hen zogt te fpaaren. Hij zou egter nog, op dezel3, ve wijze, voortgegaan zijn, zoo de reden des ,, oorlogs,en de verzekerdheid zijner overwinningen 3, op de koninginne van Hongarije niet vorderden, s, dat hij zich wapende tegen de aanflagen zijner s, vijanden. Hadt de republiek hun geen verblijf „ op haaren bodem verleend; verfchafte zij hun 13 geenen onderftand van allerlei zoort; hij zou zich  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 137 ,, niet genoodzaakt zien, om eenen oorlog voort j, te zetten, die reeds veel te lang geduurd hadt. „ Hierom hadt hij den generaal zijner legeren be„ vel gegeven, om al de middelen zonder onder3,Tcheid , die hem zijne krijgskunde verfchaffen 3, kon, te gebruiken tot verzeekering van de rust 3, der volken, die hij, onlangs, aan zijne heer3, fchappij onderworpen hadt. De koning zou, in 't begin van den jongften veldtogt, regt gehad j, hebben, om met zijn leger te trekken op der ,, Staaten bodem,op welken men Frankrijks vijan3, den ontvangen hadt: doch hij vertrouwde toen, ,, dat de Staaten de vrede, over welke zij met hem in onderhandeling getreden waren, opregtelijk 3, zogten; hij floeg geen geloof aan 't gemeen gQ3, rugt, dat zij, onder':t glimpig voorwendzel eej, ner handelinge , 't gevaar, welk hun dreigde, ,, flegts zogten af te keeren, en zich te bereiden ,, tot het flerker voortzetten des krijgs. Hij ftel,, de, hierom, eene onderneeming uit, die, door ,, het regt des oorlogs, en door den flegten ftaat ,, van 't leger der bondgenooten, zou gebillijkt ge3, weest zijn. De zwaarigheden, welke men, bij ,, 't openen der bijeenkomst te Breda, hadtgoed,, gevonden te maaken , hadden hem egter ver,, fterkt in 't vermoeden, dat men de vredehande,, ling dagt te ftremmen. Doch wat hier van zijn ,, mogt; de .ftaatfche troepen hadden in 't jaar ,, 1744, den Franfchen bodem in de vlakte van 33 Rijsfel en Cefoing betrokken, zonder dat de I 5 XXT. riOOFDST. VERVAL.  xxi. HoOFDST. VERVAL. 138 opkomst, verval en herstel ,, Staaten geoordeeld hadden dat zij, door deezea „ inval, den koning eenen regtftreekfchen oorlog „ aandeeden. Hij verklaarde dan ook, dat hij, genoodzaakt zijnde op den Staatfchen bodem te „ trekken, niet van zins was met de ftaaten te „ brecken; maar alleen té voorkomen, of te ver„ hinderen de fchadelijke uitwerkzels, van de befchenïiing, die zij der koninginne van Honga33 i'ije en den koning van Engeland verleenden. ,, Immers, kon de koning niet verpligt geagt wor3, den, om, tot zijn nadeel, langer te ontzien de ,, voorgewende onzijdigheid van mogendheden, 3, die zijne vijanden onderfteunden, terwijl dee3, ze de bondgenooten zijner majefteit, zelfs zul„ ken, die de ftipfte onzijdigheid bewaard had3, den, op allerlei wijzen, kwelden. Om egter, ,, 't gene hij zich zeiven fchuldig was, zoo veel ,, mogelijk waare, te paaren met de gevoelens van ,, goedgunftigheid , die hij noch behield voor de ,, algemeene Staaten, hadt hij zijne leger overften uitdrukkelijk bevoolen., de ftrengfte krijgstugt ., te onderhouden op den bodem van den ftaat, en „ de onderneemingen alleenlijk te regelen,naar de „ noodzaaldijkheid der omftandigheden. Verre van ,, den Godsdienst, de regeering of den koophandel van den ftaat te willen ontrusten, was hij, , in tegendeel, gezind, zijne befcherming te ver, leenen aan de onderdaanen der algemeene ftaa, ten. Zelfs wilde hij de plaatzen, welke hij ge3 noodzaakt zou zijn in te neemen tot zijne eige-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 139 £ ne verzeekering, flegts als een onderpand in„ houden, om ze te rug te geeven, zo dra de ftaa- ; ten zouden nalaaten, de vijanden zijner kroo„ ne, op allerlei wijzen, te onderfteunen:'t welk men wel voor eene der vootnaamfte oorzaaken ,, van 't voortzetten des oorlogs houden mogt. De ,, koning verlangde niets dan de herftelling der al,, gemeene ruste , op billijke en vaste gronden* Het deel, welk hij nam, in de veiligheid en in „ 't geluk der algemeene ftaaten, zou hem met j, fmert doen zien, dat zij voortgingen, hunne „ geldmiddelen, hunne troepen, hunne bezittin',, gen, en, veelligt, den vorm hunner regcerin„ ge op te offeren aan vreemde belangen en on- redelijke driften." Verder gaf de Abt de la Ville te kennen -,, dat zijne majefteit het ver' 5, trouwen der ftaaten, met derzelver bezitting? „ zogt te winnen, en dat het noch tijd was, om „ 't gevaar, welk hunne landen dreigde, te voor,, komen, door 't neemen van befluiten, die met het vooruitzicht en de wijsheid hunner regeerinII ge over een kwaamen. §. MLXXXV. Kort hier op vielen de Franfchen in 't land van Kaclzand het gene deerlijk geplonclert en gebrandfchat werdt : Sluis, Tzendyke, Liefkenslwek en de Peerel geraakten wel dra in s' vijands banden, doordien deeze fteden in een flegte ftaat van verweering waren , wijl men verzuimd hadt (door de cneenigheden in den ftaat over het al of niet verheffen van den prins tot de hóoge krijgsamp- XXI. IOOFDST. "ERVAL. [nval op ilaateri bo-  XXR HOOFDST' VERVAL. Verheffing van den prins in Zeeland. Befluit van Holland. I40 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ten) daar in bij tijds te voorzien. Groot was de ontfteltenis in Zeeland. Men zorgde daadelijk voor de beveiliging der ftroomen. §. MLXXXVI. Deeze vijandlijke inval op Staa-. ten bodem maakte de gemoederen der ingezeetenen gaande. Gebelgd op de regeering, rotte het graauw tezaam, en aangehitst door de beminnaars van 't Orange huis, wierdt de prins eerst te Veere, toen te Middelburg en vervolgens in de andere fteeden van Zeeland tot ftadhouder uitgeroepen, en ftaatsgewijze door de Staaten van Zeeland tot die hooge waardigheid aangefteld. §. MLXXXVII. Op den brief der algemeene Staaten naamen de Staaten van Holland een hartig befluit, verklaarende, „ 'dat^de vijandlijke in„ val der Franfche troepen in Staats Vlaanderen ,, hen ten uiterfle ontroerd had; te meer,om dat ,, dezelve den ftaat overkwam,- zonder dat men met de kroone van Frankrijk in oorlog was, en „ zonder dat men er ooit eenige wettige redenen toe gegeven hadt; ja na dat de ftaat, door de ,, Franfche wapenen, reeds ontzet geworden was ,,'van zijne voormuur, welke, door 't flegten van „ zoo veele vestingen, genoegzaam voor altoos, „ nutteloos gemaakt was. Dat zij, bezig met te „ overleggen,wat, indeezen bezwaarden toeftand ,, des tijds, tot s'lands meesten dienst, behoor,, de gedaan te worden, beflooten hadden , den genoemden vijandlijken aanval, ernstelijk, tegen „ te gaan, en't uiterste op te zetten,om 't land,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I4I 3i de inwoonders en derzelver wettige bezittingen; „ doch boven al de dierbaare panden van vrijheid en Godsdienst te helpen bcichermen; en dat, „ naardemaal hiertoe penningen vereischt werden, zij begreepen, dat de raad van Staaten behoor„ de te worden verzogt, om een ftaat op te maa„ kén van 't gene de gewesten noch ten agteren „ waren, op de petitiën, zedert den aanvang der „tegenwoordige onlusten gedaan, op dat men, ,, naderhand, zou konnen overleggen, op welke „ eene wijze, de gebrekige gewesten zouden kon„ nen verpligt worden, tot het opbrengen hunner „ agterftallen." ■ ■ Bij het gemeen werdt de raadpensionaris Gilles verdagt gehouden van flinkfchen handel met Frankrijk, doch uit zijn verantwoording dienaangaande bij de- Staaten ingeleverd, bleek volkomen zijn onichuld. §. MLXXXVIII. De maare van 's prinfen verheffing in Zeeland, deedt in Holland de meeste fteeden dat voetfpoor volgen met die uitwerking dat de Staaten van Holland zijne hoogheid tot ftadhouder kapitein generaal en admiraal van hun gewest verhieven. De prins hier kennis van gekregen hebbende, beantwoordde bij zijn brief zulks op een treffelijke manier, verklaarende „ zich zeiven ,, eerst over zijne bevordering te zullen geluk wen„ fchen, als dezelve bleeke te ftrekken ter eere „ van God, en tot welzijn van het lieve vader„ land." Voegende daar verder bij „dat het groot,, fte vermaak, welk de prins zedert de eerste tij- XXT. -100 FUST, ,'ERVAL. Verheffing ran den 3rins in Holland» Antwoord ran den prins.  14-i OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL XXL Hoofd st. verval. Verheffing bij de overige gewesten. „ dingen deezer omwentelinge gevoeld hadt, ont-,, ftaan was uit het berigt, dat alles zonder onge„ luk was afgeloopen; zullende hij den hemel bid„ den, dat een werk, zoo openbaarlijk door des„ zelfs zegel bekragtigd, in 't vervolg ook, door 9* gene de minste bloedftorting, bezoedeld mogt ïi worden." De algemeene ftaaten fielden ook den prins aan tot kapitein en admiraal generaal over de krijgsmagt van den ftaat. Bij de ftaaten van Utrecht, en kort daar op in Overijsfel, werdt zijn hoogheid van gelijke tot ftadhouder, kapitein en admiraal generaal verkoozen en verkreeg dus die hoog aanzienlijke waardigheden over de zeven vereenigde gewesten, neemende ook opzijn tijd zitting in alle kollegien van ftaat. De prins in Zeeland komende, zoo werdt die vorst aldaar herfteld in 't bezit van 't markgraaffchap Veere en Vlisfingen, verkiezende zijne hoogheid, eerlang, den Heer Jan van Borssele van der Hooge tot eerste edele. En werdt met eenige weinige verandering in de regeering gemaakt te hebben de rustin dat gewest herfteld. De Staaten van Holland droegen ook aan zijn hoogheid op, de waardigheid van opper Houtvester, en de begeving van alle krijgsampten. Verklaarende teffens , dat zulken, die ter dagvaart vcrfcheenen, wel in den eed en dienst des ftadhouders zijn mogten. 't Gene eer zijn hoogheid ftadhouder van Holland ware, ongeoorloofd was. Verder werdt die vorst van de algemeene ftaaten vereerd, met het ftadhouder en ka-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I43 pitein generaalfchap over de landen van overmaaee, en met het regt om vergiffenis en gunsten te verleenen , onder het regtsgebied van den raade van Braband en van de ftad en lande van Maastricht, het graaffchap van den Vroenhove daaronder begrepen. §. MLXXXIX. De Staaten van Holland vonden om s'lands benaauwden toeftand goed ,,weekeJijkfche bedeftonden in te ftellen; ook regelden zij de publieke bid-orde in de kerken voor de hooge regeering en zijn Hoogheid. — Ten deezen tijde brak men de begonnen vredesonderhandelinge (om de nabijheid der legers) te Breda af, cn werdt vervolgens Aken daar toe verkoozen. §. MXC. Inmiddels veroverden de Franfchen Sas van Gend, Filippine, Hulst, Axel, en ter Neuze. ~ In Zeeland hadt men de noodige voorziening gebruikt voor overrompeling , zoo te water als te land. — Te Lafeld hadden de bondgenooten het ongeluk, om nu ten derdemaal het Hagveld voer ,de Franfchen te moeten ruimen. Kort daar op belegerde de Franfche generaal Löwenthall, Bergen ■op Zoom, en welke ftad naa een beleg van 2 maanden en 6 dagen,bij verrasfing werd ingenomen. De Franfchen rekende men, dat er 18 of 20000 man voor verboren hadden, en de bondgenooten in de ftad omtrent de helft. De fchanfen Fredrik Hendrik, Lillo, en de Kruisfchans, moesten mede van gelijke bukken. Alle deeze verliezen maakten een groote beweeging onder de ingezeetenen zoo XXI. HOOFDST, VERVAL. Bedefron^ den inge» tteld. Krijgsbe-* drijven.  XXI. HOOFDST. VERVAL. Klagten over de regenten. Ï44 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL in Holland ais Zeeland, en uit het laatstgenoemde gewest vlugten zelfs veele in- en opgezeetenen naar. elders. Zommige roomschgezinden hunne huizen werdengeplundert, om dat zij zich met woorden te veel Fransch gezint betoond hadden. Ja! in kwaadaardige fchotfchriften aangeplakt en onder 't gemeen verfpreid, maalde men voornaame ftaats- dienaars af, als fchelmen en landverraders. Bij de Staaten van Holland werdt ook op voorftel van zijne hoogheid beflooten, tot de aanwerving van 10000 man waardgelders, om nevens het gewoonlijk krijgsvolk van den ftaat, te dienen tot beveiliging der provintien; doch men heeft er in 't geheel niet boven de 4000 man geworven. Wijl men beezig was te handelen in de fteeden over de voorflag der edelen van Holland, om . zijne hoogheid erfftadhouder te maaken, zoo in de vrouwlijke, als manlijke naakomelingfchap, wilden zommige zelfs zijne hoogheid tot Graaye van Holland verheften, maar men verzekerd dat de prins deeze waardigheid gantsch niet begeerde. §. MXCI. De regenten van verfcheide fteeden, door het gemeen befchuldigt wordende, dat zij onbehoorlijke voordeden trokken van 't begeven der ampten, die bezwaarende met uitkeeringe aan hun of hunne naabeftaande, dezelve veeltijds begevende aan vreemdelingen terwijl zij burgers en burgers kinders voor bij gingen; ja! dat de regenten zich zeiven voorzaagen van ampten, die zij door andere lieten bedienen; dit een en ander verwek-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. ï+i wekte een groot gemor onder het gemeen. Hiei kwam nóch bij dat de postmeesters ampten vai veel aanbelang in de groote fteeden, gemeenlijl door burgemeesteren of andere regenten bekleec werden, die er aanzienlijke inkomsten van trokken Doch in den Haag vond de wethouderfchap goed; alle1 deeze voordeelige postmeesterfchappen aan zijne hoogheid op te draagen, die ze terftond weg fchonk ten voördeele van s'lands benoodigde Fi nantie. Dordrecht en de meeste andere Hollandfche fteden volgden dat voorbeeld, maar Amfterdam vond daar zwaarigheid in, en gaf dezelve in ftads kas, voorwendende dat die met zwaare fchülden belast was. Doch welk gedrag van die ftad groot misnoegen in den Haag verwekte. In EotterdamvfiU den eenige burgers, die zich daar toe met een ver-zoekfehrift aan hunne regenten vervoegden, dat alle ftedelijke ampten opentlijk aan de meestbiedenden , ten voördeele van het gemeene land, verkogt wierden, en het welke de regeering uit vreeze voor oproer genoodzaakt was toe te ftaan ; doch zijne hoogheid vernietigde bij openbaare afkondiging, die afgeperste bewilliging, zich in allen opzichten verklaarende tegen het verkoopen van ampten. In Haarlem en Gouda geraakte men ook in beweeging daar over, maar in Amfterdam verzogt men, behalve dat noch, dat men de waardigheden van zijne hoogheid voor zijn geflagt zoo in de mannelijke als vrouwlijke linie erfelijk Verklaarde; dat men de burger kapiteinennietuitderegeering,maaf V. Deel, K XXL ^ HoOFDST» . VERVAL. Posterijen aan 't land»- Beweegin-i. ge in Rotterdam ert elders om de ampteil te verkoo* pen.  14*5 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL XXI. HOOl'DST. VERVAL. Bef] uit der Staaten op de ampten. uit de burgerij moest verkiezen, en dat de gilden herfteld wierden in derzelver oude voorregten. Het gemeen begon daar meester te worden, doch de fchutterij verdreef de oproerigen. §. MXCII. Bij de Staaten van Holland werdt op voorflag van zijne hoogheid, omtrent de misbruiken in 't ftuk der ampten vastgefteld ,, i. dat ,, gene ampten, ftaande ter begeeving van de ltee- den, voortaan, begeeven zouden worden, an,, ders dan aan zulken , üie dezelve in perfoon zouden waarneemen. 2. Dat de gemelde ampten ,, met geenerlei uitkeeringe zouden mogen worden ,, bezwaard, en dat,om dezelve te bekomen,geen „ geld noch geldswaarde zou mogen gegeven wor,, den. 3. Dat de twee genoemde punten, als eene ,, duurzaame wet, zouden vastgefteld blijven; en dat de begeevers der ampten, voorliet aanvaar„ den hunner bedieningen,bij eede,belooven zou„ den, zich daar aan te zullen houden. 4. Dat, ,, naardemaal men, over't herflel der misbruiken ,, in de ampten,niet kon oordeelen, zonder de na„ tuur derzelve te kennen , burgemeesters der ,, fteeden, ten fpoedigfte zouden opmaaken, en ,, aan de ftaaten toezenden naauwkeurige lijsten ,, van alle de ampten met aanwijzing van 't gene „ dezelven in de vijf Matste jaaren, door een ge- nomen, hadden opgebragt, en van de uitkeerin„ gen , met welken dezelven mogten bezwaard ,, zijn." Amfterdam werdt ook flerk door de an:lere fteeden gedrongen, tot afftand der posterijen;  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I47 doch zij beliefden zulks te weigeren, wijl zij dien afftand ftrijdig oordeelden met ftads privilegiën die zij. verpligt waren te handhaaven. .' . MXCIII. De toeflemming der fteeden op het erfmdhouderfchap daar zijnde, zoo kwaamen de Staaten van Holland tot het volgende befluit. Bij het zelve werdt „ het erfftadhouderfchap en kapitein en admiraalfchap-generaal van Holland en „ tVestvriesland opgedraagen aan zijne hoogheid, „ in zulker voegen, dat de gemelde waardigheden, „ naa 't overlijden van den prinfe, zouden verval„ len op zijne wettige mannelijke nakomelingen; „ doch, ingeval zijne hoogheideen zoon naliet, „ die de gemelde waardigheden bekleed hadt, en ,, zonder zoon naa te laaten overleden was, maar „ eene erfdogter hadt; zouden deeze erfdogter en „ derzelver mannelijke nakomelingen , indien er „ in 't geheel geene mannelijke nakomelingen van ,, zijne hoogheid zelve waren overgebleven, in de „ waardigheden opvolgen. Doch bij gebreeke van „ deezen, als mede in geval zijne hoogheid over„ leedt, zonder manlijk oir naa te laaten, zouden „ de waardigheden komen aan de prinfesfe Caro* „ lina, dogter van zijne hoogheid, en bij haar over„ lijden, op haar mannelijk oir en verdere manne„ lijke nakomelingen. Zoo, wijders, zijne hoog„ heid noch eene of meer dogters nalaaten mogt, ,, en de prinfes Carolinamogt overlijden, zonder mannelijk oir naa te laaten, zouden de waardig„ heden komen op de oudfle dier dogteren, zusK 2 XXL HOOFDST. VERVAL. De prins word Ei (tadhduder enz.  XXI. Hoofost. verval. I48 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ^ „ teren van de prinfesfe Carolina, welke,bij baar „ overlijden, in leven zijn mogt, en op derzelver ,, wettige mannelijke nakomelingen. Doch de ge„ melde waardigheden zouden noch onder de man,, nelijke, noch onder de vrouwelijke nakomelin„ gen van zijne hoogheid, mogen komen aan iemant, ,, die met de koninglijke of keurvorstelijke waar3, digheid bekleed was. Ook zouden de voornoem3, de mannelijke en vrouwelijke nakomelingen, bej, lijdenis moeten doen van den waren Christelijken 3, Hervormden Godsdienst, zoo als dezelve, in de 3, openbaare kerken deezer landen, geleerdt werdt, ,, en, geduurende derzelver minderjaarigheid,bin,, nen deeze provintie, worden opgevoed. Wij,, ders, zouden de waardigheden niet komen aan 3, het mannelijke oir van eenige der vrouwelijke „ nakomelingen van zijne hoogheid, ten waare de„ zelve, met bijzondere bewilliging der ftaaten, „ in den egt getreeden waren, met een prins,die ,, den befchreven Hervormden Godsdienst beleedt, ,, en niet met de koninglijke of keurvorstelijke „ waardigheid bekleed was. De vrouwelijke nako3, meiingen van den prinfe zouden de waardighe„ den zeiven bekieeden, onder den titel van Gou„ vernante: ook zeiven kapitein en admiraal gene„ raai zijn; en in de genoemde hoedaanigheden ,, zitten in alle de kollegien, waar in de ftadhou„ ders gewoonlijk plagten te zitten, met naame „ in den raad van ftaaten en in de admiraliteits kol1, legien: maar in geval van oorloge, en bij 't vor-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 149 s, men -van een leger, zouden zij de magt hebben, om de ftaaten een ervaaren hoofd over 't krijgs„ volk voor te liaan, mede belijdenis doende van ,, den meergemelden Hervormden Godsdienst, en 3, niet bekleed met de koninglijke of keurvorftelijj, ke waardigheid, en daar benevens den ftaaten 33 aangenaam; om, in haare plaatze,'t bevel over 3, de troepen te voeren: doch zou dit legerhoofd 3, voor af, den eed van getrouwheid moeten afleggen aan de ftaaten, en zich fchikken naar de ,, InftruEtie, die hem zou worden mede gegeven, ,, en welke daar toe, door hunne hoog mogend3, heden, met overleg van de vrouwe Gouvernante en van den raad van ftaate, zou worden vast„ gefield. Zoo, eindelijk, de waardigheden ver33 vielen op een der mannelijke of vrouwelijke na3, komelingen van zijne hoogheid, nog minder jaa3, rig zijnde, zouden dezelven, zoo lang de min3, derjaarigheid duurde, door de vrouwe moeder ,, van den minjaarigen, indien zij nog in leve wa„ re , en zoo lang zij weduwe bleeve en in de ,, vereenigde gewesten woonde, bekleed worden 3, als voogdesfe en onder den titel van Goaveman,, te, op deHbovengenoemde wijze, en met gelij3, ke magt, om een ervaaren hoofd over 't krijgs3, volk te benoemen: doch, bij mangel van eene „ vrouwe moeder van den minderjaarigen,of zoo ,, derzelver bewind uit eene der gemelde oorzaa,, ken mogt ophouden, zouden de ftaaten, op 't ,, ftuk der voogdije, in zulker voege, voorzien, K 3 XXI. HOOFDST. VERVAL.  XXI. HüOFDST. VERVAL. Maatregelen der Staaten tot voortzetting van oorlog. I50 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ als 7ij , ten meesten diensten van den.lande, „ zouden vinden te behooren." In de meeste andere gewesten en ter algemeene Staatsvergaderingen wierden 's Prinien hooge waardigheden op gelijke voet erfelijk verklaard. §. MXCIV. De verandering van regeering deedt nu de begeerte om een verdrag van onzijdigheid met Frankrijk aan te gaan geheel verdwijnen,wijl men de inzigten van dat Rijk in allen opzigten verdagt hield. Van rondsomme zag men nu uit naar gelegendheid om nieuwe verbonden te fluiten , en manfchap tot het bondgenootfchap te verkrijgen. Maar de Duitfche en Noordfche mogendheden , hadt Frankrijk door zijn invloed op dezelve tot een zoort van onzijdigheid bewoogen. . Doch met de keizerin van Rusland hadt Engeland een verdrag geflooten, waar bij deeze zich verbond ,, om 30000 man en 40 of 50 galeien in ge„ reedheid te houden, ten diensten van den ko,, ning en van deszelfs bondgenooten. Doch dee„ ze manfchap zou niet optrekken, voor dat men, over de voorwaarden, waar op zulks zou gefchie„ den, zou overeengekomen zijn. De koning be,, loofde der keizerinne eenen onderftand van „ 100000 ponden fterlings , voor het loopende „ jaar, en nam aan, zich, bij tijds, nader 'te ver„ klaaren, zoo hij begeerde, dat deeze manfchap, „ ook voor het volgende jaar, ten zijnen diens„ te, gereed gehouden werdt. Intusfchen konden deeze troepen niet op weg flaan voor.dat alles wat  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 151 tot dien togt vereischt werd , geregeld was. §. MXCV. De zwaare kosten van den oorlog, en onderftand gelden hadden s' lands fchatkist zoo uitgeput, dat er bij de ftaaten van Holland tot het uitichrijven eener milde gifte beflooten werdt,bepaalendezij de gifte, voor zulke die boven de 2000 gulden gegoed waren, op twee ten hondert met vrijheid om die gifte te mogen vergrooten naar welgevallen; die van een tot 2000 guldens bezaaten moesten ten minsten een ten hondert, en die onder de icoo guldens" hadden, konden zoo veel geven als zij goedvonden. ■ En op voorftel van zijne hoogheid beflooten de andere gewesten ook tot deeze milde gifte. §. MXCVI. De Franfchen, ziende den ijver van s'lands Staaten, zijne hoogheid, en de ingezeetenen, tot behoudenis en befcherming van 't land5j gepaart met het voortzetten der handelingen in Rusland, zoo deedenzij nieuwe poogingen om deezen ijver te doen verfiaauwen;leverende door den fecretaris Chiquet een brief in, van den abt de ia Ville , waar bij de koning verklaarde „ dat zij„ ne majefteit,' onaangezien de verandering van „ regeering, welke in den vereenigden ftaat voor„ gevallen was, nog dezelve vreedzaame gevoe„ lens behieldt, welken hij, voor meer dan vijf „ jaaren, verklaardt hadt te hebben: doch dat de „ ftilzwijgendhèid der-ftaaten, op zijne jongste ,, verklaaring van den zeventiende van grasmaand, „ cn de maatregels, welken zij zedert gevolgd K 4 XXI. HOOFDST. VERVAL. Vrijwillige giften. Vader /oorftel Ier Fran eken.  XXI. IIoOl'DST. VERVAL. 152 OPKOMST , VERVAL EN HERSTEL ,, hadden, fchier deeden vermoeden, dat zij dea „ haat verkooren, boven de vriendfchap, de ver„ woesting van hun land, boven de rust der inge,, zeetenen; 't bedrog boven de waarheid, en bij,, zondere belangen, boven het gemeene welzijn. ,, Dat hij, hier over, nogtans, zijn oordeel wil,, de opfchorten; fchoon hij zich verpligt vondt, ;, de bronnen te floppen, waar uit zijne vijanden ,, eenen onderftand van allerlei zoort hadden ge,, trokken, verre boven den inhoud der verdragen, ,, met den vereenigden ftaat aangegaan. Dat hij, „ hierom , hunnen hoogmogende nog wel wilde ,, bekend maaken, dat dezelfde redenen, die hem „ gedrongen hadden, om in den aanvang van den tegenwoordigen veldtogt, zijne troepen te laa3, ten trekken op den bodem van den ftaat, den ,, generaal zijner legeren zoude konnen verplig3, ten, om de krijgsbedrijven te agtervolgen, en ,, om zijne troepen te voorzien van onderhoud. „ Dat hij egter ongaarne geweld gebruikte; om „ eene vrede te bekomen, die hij alleen van eene ,, gemaatigdheid, welken alle volken met elkande„ ren gemeen moesten hebben, behoorde te ver„ wagten; en dat hij meer getroffen door de ge„ meene rampen, dan ingenomen met de uitbrei. „ ding zijner eigene heerfchappij, even emftelijk „ bleef begeeren, dat de ftaaten zich van den in„ vloed, dien zij op hunne bondgenooten hadden, „ niet bedienden, dan om dezelven genegend8, heid tot een algemeene bevrediging in te boeze-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. Ï53 5, men." — De Staaten antwoordden hier op dat ,, zij de eerste verklaaring, tot hier toe, niet bcj, antwoord hadden, om dat dezelve niets anders „ behelsde, dan een aankondiging van den voor-' „ genomen inval op hun grond gebied, die, op 3, den zelfden tijd, in 't werk gefteldt was. Op' ,, zulk een verklaring, voegde, zeker, geen an-' „ der antwoord, dan het daadelijk gebruik der „ middelen , die beide Goddelijke en menfchelijke' „ wetten, in zulk eenegelegendheidaan de hand ga- ven. Doch.'t gene zedert gebeurt was, deed" ,, zo duidelijk zien, dat zijne majefteit , onder ,, dekfel van de duurfte betuigingen van vriendfchap „ en agting voor den ftaat en van zugt tot bevorde-' ,, ring der algemeene vrede, voor hadt, zig mees,, ter te maaken van den ftaat, gelijk hij reeds, voor een gedeelte3 gedaan hadt; dat zij niet lan„ ger konden nalaaten, zig zeer gevoelig te too„ nen over het ongelijk, welk men hun en hun,, nen onderzaaten aandeedt. Zij wilden nogthans ,, eer zij hier toe kwaamen, de redenen van hun ,, gedrag openleggen voor zijne majefteit en voor ,, de onzijdige wereld. Elk wist dat de ftaaten ,, niets zoekende dan de behoudenis van de repu,, bliek,en van derzelver wettige bezittingen,zon,, der eenige zugt te toonen, om dezelven ten kos„ te van andere te vermeerderen, zig altoos had,, den verzekerdt, door het aangaan van verdedi,, gende verbonden, met zulke mogendheden, die bekwaamst waren, om hen te befchermen. Met K 5 / XXL [ÏÖOFDST. VERVAL. Antwoord :ler Staaten hier op.  XXI. HOOFDST. VERVAL. 154 OPKOMST. VERVAL EN HERSTEL ,, zulken inzigt, hadden zij lang voor 't ontftaan s, der tegenwoordige onlusten, verdedigende verbon5, den geflooten met het buis van Oostenrijk en ,, met Grootbrittanje; bij welker behoudenis zij 3, zulk een wezenlijk belang hadden, als bij hunj, ne eigene en door welke verbonden zij verpligt ,, werden, niet flegts tot onderfteuning ingeval 33 van nood, uit al hunne magt, maar zelfs tot het ,, verklaren van den oorlog aan den aanvaller. Toen s, Frankrijk na de dood van keizer Karel de VI. 3, onder dekzel van 't huis van Beijeren te onder- fteunen, beflooten hadt het huis van Oostenrijk ,, te vernietigen, of zoo klein te maaken, dat het 3, zig niet zou kunnen moeijen met de zaaken van 3, Europa; waren zij door de tegenswoordige kei3, zerinne fterk aangezogt, om aan hunne verbin,, tenisfen te voldoen. Doch Frankrijk hadt alles 3, in 't werk gefield, om de ftaaten af te maanen 3, van het voldoen aan deeze verbintenisfen, hun s, zelfs uitlokkende tot eene neutraliteit die hen 3, affcheiden moest van hunne bondgenooten. 3, Men was, in 't jaar 1741 toen de geweldige aan3, val tegen het huis van Oostenrijk begonnen 3, werdt, met een magtig leger, gekomen tot op de 33 grenzen van den ftaat, dien gelijk als omfinge3, lende, op dat de ftaaten hierdoor verfchrikt zou- den worden, en buiten ftaat gefield om zich te ,, durven beweegen. ; Met het zelfde oogmerk, ,, om den ftaat af te trekken van 't voldoen aan de 33 gemaakte verbintenisfen, hadt men in 't jaar  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 155 ,, 1742, ook eenige opening laaten doen van 's ko,, nings begrip, tot bevordering der vrede, welk ,, nogtans, zoo vol zwaarigheden üak, dat men „ het niet kon aanneemen: waarom er ook volgens afSpraak, geene kennis van gegeven werdt aan de vergadering der algemeene ftaaten, fchoon „ er de Franfche ftaatsdienaars , zederd, grooten „ ophef van gemaakt hadden, als was er een tast„ baar blijk van "s konings groote vredelievendheid in gelegen. Duinkerken, waaromtrent de koning ,, van Grootbrittanje zig beklaagde dat Frankrijk „ zig niet hieldt aan de verdragen-, was omtrent „ den zelfden tijd, en met het zelfde oogmerk den ftaaten, kwanswijs, ter bewaarïnge aange„ boden; alzoo men wel verzekerd was, dat de ,, ftaaten, deezen voorüag omhelzende, zouden „ hebben moeten blijven in den ftaat van werke- loosheid , waar in men hen, tot hier toe, ge,, trcgt hadt te houden. Alle deeze poogingen a, hadden de ftaaten, nogthans, niet belet,om de ,, koningin van Hongarije, voor de eerste reize in ,, 't jaar 1743 , ingevolge van de verdragen met j, manfchap, te onderfteunen. Doch dit was hun 3, zoo kwaalijk genomen door Frankrijk, dat zij, ,, in 't volgende jaar 1744, de Oostenrijkfche Ne,, derlanden, die hun, volgens de verdragen, tot ,, eenen voormuur moesten dienen, en de vaste ,, fteden zeiven, met hun krijgsvolk bezet, had,, den zien aantasten, door de wapenen van zijne j, allerchriftelijkftemajefteit, die zich, nogthans, XXL HoOFDST. i'ERVAL.  Ï56 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL . XXL HoOFDST. VERVAL. ) 1 3 3 i 3, bij 't verbond van den jaare 1717, verpligt hadt, 3, hen, in deeze zoo wel als in hunne andere be33 zittingen, te zullen handhaaven. Terftond hier j, na, hadden zij niet alleen verklaard, dat zij het ,, aantasten der Oostenrijkfche Nederlanden aan,, zagen, als het aantasten hunner Barrière; maar ,3 zij hadden zijne allerchristelijkfle majefteit daar 3, van gezogt af te maanen, door een plegtig ge,, zandfchap. Doch alles was vrugteloos geweest. De Oostenrijkfche Nederlanden en hunne gant3, fche Barrière waren, door de Franfche wapenen ,, overweldigd: veele van de voornaamfte vestin„ gen derzelven geflegt geworden, en de ftaaten „ dus, voor altoos, en genoegzaam onherftelbaar, „ ontzet van eenen voormuur, door zoo veel goeds „ en bloeds verkregen, en door de plegtigfte ver„ dragen bekragtigd. Hier bij was 't niet geblee, ven. Frankrijk hadt den opftand begunstigd,.die, ,, in Grootbrittanje, verwekt geworden was, ten „ behoeven van den oudftenzoon des pretendents, „ waar door dit Rijk niet flechts omgekeerd,maar , ook de Godsdienst en vrijheid van den ftaat in , groot gevaar gebragt geweest zouden zijn, in„ dien dezelve gelukt ware. En toen de ftaaten ,, ingevolge van de verdragen, den koning van , Grootbrittanje, met eenige manfchap, onder, fteunden, werdt zulks wederom zoo kwaalijk ge, nomen door Frankrijk, onder voorwendzel,dat , deeze troepen, in veroverde fteden gelegen heb, bende, niet mogten dienen; dat men, hierop,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 157 goedvondc, het verdrag van koophandel van den jaare 1739 in te trekken en te vernietigen, en zich niet meer verbonden te houden aan het Car,, tel, op de uitwisielingen der krijgsgevangenen, te vooren opgeregt. De koning, den fchijn noch „ willende geven, dat hij de vrede zogt, hadt, „ in 't jaar 1745, het houden eener algemeene bij- eenkomst voorgeflagen. Doch de ftaaten, over„ tuigd,dat zulke bijeenkomsten zelden van vrugt „ waren, zoo niet de verfchillende mogendheden, ,, eerst, overeenkwamen, wegens eenige vooraf„ gaande punten, hadden eenen anderen en bete„ ren weggekooren,van nieuws eenen buitengewoo,, nen gezant zendende aan den koning van Frank.33 rijk, niet, gelijk men ten onregte voorgaf, met een heimelijk oogmerk, om tijd te winnen, maar ,, met eene opregte begeerte, om den vrede te „ bevorderen. Ook bleek wel, uit de harde voor„ waarden, die de koning den ftaaten en derzel,, ver bondgenooten wilde voorfchrij\en, dat hem „ de handeling geen ernst was ; behalve dat zulks ,, ook duidelijk te befpeuren was, naa dat de han„ deling overgebragt was naar Breda, hebbende ,, zijne allerchriftelijkfte majefteit, eer noch de bij- eenkomst geopent ware, aranzock laaten doen bij „ 't hof van Portugal, om, onder deszelfs bemid,, deling, eene andere bijeenkomst te beginnen, „ onder voorwendzel, dat hunne Hoog Mogend,, heden niet onzijdig waren: maar als eene oor- loogende mogendheid moesten worden aange- XXI. 300FDST. 'ER VAL.  XXI. HOOFDST. VERVAL. I58 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ,, merkt. Ook hadt-Frankrijk de gevolmagtigden „ der hoven van Weenen en Turin, over welker „ belangen, nogthans, voornaamlijk, ftondt ge,, handeld te worden, niet willen toelaatentot de ,, bijeenkomst; en toen de Spaanfche gezant, hier ,, op , zoo wel voor deeze gevolmagtigden, als ,, voor zich zeiven, ernstelijk, aanhieldt, goed„ gevonden, de bijeenkomst plotzelijk af te bree„ ken. Zoodaanig was de toeftand der zaaken ge„ weest, tot op het tijdftip van den vijandlijken ,, inval op den ftaatfchen bodem zeiven. Men ,, vondt, hierom ten hoogfte vreemd, dat van de ,, Franfche zijde, zoo breed opgegeven werdt van ,, de gemaatigdheid, omtrent de ftaaten getoond, „ en van 's konings opregte begeerte tot een al„ gemeene bevrediging. Men verftondt, hier in 3, tegendeel, dat een onafhankelijke ftaat, nooit „ meer mishandeld zou hebben konnen worden, „ dan de ftaaten, door Frankrijk mishandeld wa,, ren, om geene andere reden, dan om dat zij „ zig niet hadden willen fcheiden van hunne bond„ genooten, noch zich fchikken naar Frankrijks ,, wille, tot hun eigen nadeel. De inval op den 3, ftaatfchen bodem, die hierop gevolgd was, moest 3, als eene duidelijke'verbondbreukworden aange,, merkt, alzoo 't verbond van den jaare 1717 be,, loofde de ftaaten te handhaven in hunne oude ,, bezittingen, zoo wel als in hunne Barrière, en ,, er geene oorlogsverklaaring voorafgegaan was , ,, waar om dit verbond moest worden aangemerkt,  DER VEREENTGDE NEDERLANDEN. I59 „ als nog in weezen zijnde. Te vergeefs, poog„ de men deezen inval te billijken , door deeze ,, twee redenen , dat de koning zich uit reden t» van oorlog moest zoeken te verzekeren in 't be„ zit der overwonnen plaatzen, en dat de ftaaten „ aan 's konings vijanden een fchuilplaats verleend „ hadden op hunnen bodem, dezelven daarenbo»» ven 5 °P allerlei wijze, onderfteunende. Want zoo „ de eerste reden goldt, dan zou 't vrijftaan, aïj, toos in de landen zijner nabuuren te vallen, tot dekking zijner eigene en 't ftreeven naar eene al„ gemeene heerfchappij op regt en reden gegrond ,, zijn: behalve dat er geene noodzaakelijkheid was, „ om in Staatsch Vlaanderen te vallen, tot dekking „ van 's konings overwinninge, alzoo zich in dee„ zen oord niet een eenige van 's konings vijan„ den bevondt. En wat de tweede reden betrof, „ de ftaaten hadden, in 't onderfteunen van Vko„ nings vijanden, niet anders gedaan, dan waartoe „ zij zig, bij de verdragen verpligt hadden. Zij „ hadden hunnen onderftand vermeerderdt, toen ,, hunne eigen Barrière aangetast geworden was, „ en zij hadden hunne bondgenooten op hunnen „ bodem ontvangen tot hunne eigene befcherming, „ en tot herkrijging van het gene hun gezament,, lijk afgenomen was: al 't welke hun volgens het „ regt der volken, volkomenlijk vrij ftond, 'tver3, anderde de natuur van zaaken niet, dat de koning ,, last gegeven hadt, de ftrengste krijgstugt-te on„ derhouden op den bodem van den ftaat; dat hij XXI. HOOFDST. HERVAL.  XXI. HOOFDST. VERVAL. 3 3 3 t tó"o OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL den Godsdienst, regeering en koophandel niet ,, zou ontrusten, maar veeleer befchermen; en dat ,, hij de ingenomen plaatfen zou aanmerken als ,, een vertrouwd goed,, welk hij beloofde, te rug „ te zullen geeven. De vijandelijke inval zelfs „ was het ftuk daar het op aan kwam; en deszelfs „ onbehoorlijkheid werdt naauwlijks bedekt, door „ alle de fchoone beloften, waarmede men denzel„ ven verglimpte. De ingezetenen van den ftaat be>, hoefden geene andere befcherming, dan die van „ hunne hooge overigheid. Wat vertrouwen kon „ men ook ftellen in hen , die 's lands fterkten weg „ namen, onder voorwendzel van 't vertrouwen „ der ftaaten te zoeken, ook hadt men in Staatsch ,, Vlaanderen reeds bevinding van de knevelarijen „ en afperfmgen der Franfchen. En de belofte om „ de ingenomen plaatzen te rug te zullen geven, ,, was duidelijk bepaald aan deeze lastige voor» „ waarde, dat de vereenigde gewesten, vooraf, , toonen moesten, dat zij geenerlei onderftand , verleenen wilden aan de vijanden van Frankrijk. , Men hadt derhalven de vervulling deezer belof. ,, teniet te wagten, dan^a dat de ftaaten zouden , hebben afgeftaan van de voldoening aan hunne , verbintenisfen, 't welk met de regtvaardigheid , ftreedt. Hier toe hadt men de ftaaten, nogthans, , reeds voor lang getragt te bewegen ,, en men , voerde nog dezelfde taal die men in den begin, nen gevoerd hadt, behalve, dat men dreigde de , republijk te onder te brengen, zoo zij Frankrijk 5, hier  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. ï6t >, hier in niet te wille was. Tot dus verre hadt men het antwoord op Frankrijks eerste verklaa„ ring reeds in gereedheid gebragt, toen de abt „ deiaVille den ftaaten onverwagt een tweede ver,, klaaring hadt doen overleveren, waar in zij niets „ gevonden hadden, welk eenig bijzonder ant„ woord vorderde. Zij zagen er alleenlijk uit dat » Frankrijk nog gezind bleef om op dezelfde wij* ,, ze voort te gaan,met het plèegen van geweid en „ vijandelijkheid op den bodem van den ftaat,on„ der de oude betuiging van begeerte tot eene al„ -gemeene bevrediging. De ftaaten verlangden, „ van deeze begeerte andere blijken te zien, dan „ woorden. Hunne bondgenooten haakten hier „ naa insgelijks. Gaarne zou men ondervinden, „ dat zijne majefteit meer geraakt was over de ge„ meene rampen, dan ingenomen met uitbreiding „ van zijn gebied. Doch de blijken hier van wa„ ren niet gelegen, in het dwingen eener algemee,, ne bevreediging naar zijnen zin, noch in 't aantasten van eenen onfchuldigen ftaat. Geweld kon, natuurlijk, niets dan geweld, vijandfchap „ niets dan vijandfchap voortbrengen. De ftaaten ,, konden, derhalve, door zulk een nood geperst „ zijnde, niet anders, dan zich bedienen van de ,, middelen, hun, door God en de natuur, ver„ leend, tot befcherming van hunne onderzaaten, ,, en van derzei ver vrijheiden Godsdienst, en wat „ hun verder dierbaar was. Zij fteunden op de „ hulp des Almagtigen, en hadden voor, geV. Deel. L XXt HoofdsT. verval.  XXI. HoOFDST. VERVAL. Verbod van invoer der Franfche waaren. ÏÓ2 OPKOMST,' VERVAL EN HERSTEL * ,. weid met geweld te keeren. Zij waren egter ,, niet van meen'ing,met zijne majefteit van Frank- rijk te breeken; maar zogten alleenlijk tegen te gaan het ongelijk , welk hun en hunne onder„ zaaten, op zulk een gevoelige wijze, aangedaan ,, was, terwijl zij genegen bleven, om te arbei„ den aan de herftelling der algemeene ruste en vrede op redelijke voorwaarden. §. MXC VII. Dit antwoord der ftaaten werdt aan de buitenlandfche gezanten overgegeven, om naar hunne hoven te verzenden, met oogmerk om te doen zien, naar wat voor verderfelijke grondregels dat hof zijn gedrag beftuurde, teffens werdt ook beflooten den koning van Frankrijk en deszelfs onderdaanen alle mogelijke afbreuk te doen; verbie-. dende tot dat einde den uitvoer van allerlei oorlogstuig, enmenligte denderden man van alle uitgaande fchepen. Kort daar op werdt verbooden het invoeren van alle Franfche wijnen, brandewijnen, fuiker, liroop, papier en zout; en den uitvoer van contrabande naar dat Rijk, gelijk ook deasfurantie of verzeekering op Franfche fchepen en goederen. De Raat moedigde ook de Kaapvaart met het belooven van premien zeer aan, maar zulks deedt weinig fchade aan den vijand; en was niet te vergelijken bij het nadeel dat Frankrijk leedt door het verbod van invoer' der Franfche waaren. 1 ■ Veele onzer kdopvaardijfchepen vielen in 's vijands handen tot groot nadeel des koophandels.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. Iet §. MXCVIir. Middelerwijl was men i.aa het Rus Jlfclie hof over een gekomen om 37500 man hunne troepen voor 300000 ponden flerlings in 't jaar en noch 150000rijksdaalders eens voor den optogt in dienst te neemen, en waar in Grootbrittanje er xle Staat ieder de helft gaven. §. MXCIX. De geringe verwagting, welke mei van de vredes onderhandelingen te Aken h&dt ,v/x oorzaak, dat tusfchen de Keizerinne, Grootbrütan je, .Sardinië en de Staaten een overeenkomst ge troffen werdt, waar bij men de krijgsmagt bepaal' de, die men tegen Frankrijk te velde zou brengen En fchoon de gevolmagtigden tot de vrede te Aken hunne onderhandelingen in Lentemaand aangevangen hadden, zoo openden de Franfchen den veld togt met het beleg van Maastricht. - §. MC. Eer men het verwagte, kwam men te Aken tot het teekenen der volgende voorafgaande punten tot vrede. Bij dezelven werden ,, de ver„ draagen van Westfaalen, van Breda van 't jaar „ \66j, van Madrid, tusfchen Spanje en Enge„ land, van't jaar 1670, van Nieuwmegen, Rijs,, wijk, Utrechc en Bade, en het viervoudig ver,, bond van den jaare 1718 ten grondflag gelegd „ en bekragtigd, in alles, waarin, bij de tegen- woordige punten, geene verandering gemaakc „ was. Men verbond zich, de plaatzen, in Eu» „ ropa en in Oost- en Westindie, zedert den aani, vang des tegenwoordigen oorlogs, op elkande„ ren veroverd, te rug te zullen geven in den Raat La y ; XXI. HO )FDST. r VERVAL. > Overeen' komst met het Rüsfi* fc ie hof. 1 1745. ! Bepaaling [ der legerraagt. Maastricht belegerd. Vredena punten.  XXI. HOOFDST. verval. ' 3 9 . . 5> 3 I64 .OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ waarin zij zig tegenwoordig bevonden. Duinkerken zou van de landzijde verfterkt blijven, „ gelijk het tegenwoordig was, en van den zeekant „ op den voet der oude verdragen. De hertogdommen Parma, Piacenza en Guaftalla zouden „ den Infant Don Filips worden afgeftaan; doch „ zoo hij zondjr kinderen overleedt, of zoo de koning der beide Sicilien de kroon van Spanje „ verkreeg , zouden ze wederkeeren aan den tegen„ woordigen bezitter. De hertog van Modena zou ., in 't bezit zijner ftaaten herfteld worden. Ook „ de republiek van Genua, in alles, wat zij, voor ,, 't jaar 1740,bezeeten hadt. De koning van Sar„ dinie zou blijven bezitten, 't gene hij, van ouds „ en tegenwoordig, bezat, met naame het Vige„ vaneefche, het gedeelte van 't Pavifche en 't „ graaffchap Anghicra, in 't jaar 1743 verkreegen. „ Frankrijk en de Staaten verbonden zich, om den „ koning van Grootbrittanje, die, als keurvorst „ van Hanover, eenige eisfchen op Spanje hadt, „ en in deeze hoedaanigheid, in dit verdrag, be, greepen was, door hunne goede diensten, te zul, len helpen aan voldoening. Het verdrag van As„ fiento van den jaare 1713 en de overeenkomst, , wegens het jaarli>ksch Zuidzeefchip ; ook het , punt uit het verbond van den jaare 1718, waar , bij de handhaaving der opvolginge in 't Rijk van , Grootbrittanje werdt beloofd, werdt , bij dit , verdrag, bevestigd. De prins, die tot de kei, zerlijke waardigheid verkooren was, zou voor  "DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 165 s, keizer erkend worden van alle de mogendheden, ,, die hem noch niet erkend hadden. De ftilftand ' van wapenen zou beginnen, te lande, zesweeken naa de teekening van dit verdrag, en ter „ zee, even als bij het verdrag van wapenfchor„ fing, in den jaare 1712, tusfchen Frankrijken „ Engeland geflooten, gezegeld was. Alle de mo„ gendheden, welken, bij het tegenwoordig ver„ drag, belang reekenden, zouden, op de beste 3, wijze mogelijk, belooven, de Pragmatike Sanc3, tie te zullen handhaven. De koning van Pruis,, fen zou ook, door dezelfde mogendheden, gej, handhaafd worden in het hertogdom Silefie en in ,, 't graaffchap Glatz, gelijk het, tegenwoordig, ,3 door hem , bezeeten werdt. De eisfchen van ,, den keurvorst van de Paltz, op het leen van Pleis,, ting, de verfchillen over 't grootmeesterfchap ,, der ridder orde van 't Gulden Vlies , over de 33 ftreeken, in Henegouwen ingeflooten, over de „ abdije van St. Hubert, over de nieuwe post„ huizen, en eenige diergelijken zouden, op de 3, algemeene bijeenkomst, worden verhandeld. — Verder was bij een geheim punt vastgefteld „ dat, ,, in geval de belanghebbende mogendheden zwaa3, righeid maakten , om de voorafgaande punten ,3 aan te neemen en ter uitvoeringe te brengen, „ Frankrijk, Grootbrittanje en de Staaten,onderling, de kragtigfte middelen beraamen zouden, „ om dezelve te doen nasrkomen, zullende demo,j gendheden, welken, tegen verwagting, weigeld 3 XXI. loOFBST. 'ERVAI..  XXI. hoofdst. verval. Maastricht gaat over. Geboorte van prins Willem den V. Oproeren over de pagterijen. l66 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ ren mogtcn, dezelven te aanvaarden, geen ge„ not hebben van de voordeden,haar daar bij toe„ gelegd." §. MCI. Eindelijk ging Maastricht over bij verdrag aan de Franfchen. Doch dit verlies werdt ten deelen. verzagt door de voor ons land heuchelijke geboorte van prins Willem den V. Gantsch Nederland toonde blijken van vreugde, door het luiden der klokken, losfen van 't gefchut en het verligten van de wooningen der burgers. De algemeene Staaten, met de voornaamfte gewesten, en 'fteeden, gaven aanzienlijke pillegiften in jaarlijkfche lijfrenten beftaande. §. MCII. Het gemeen, misnoegd op de oude regenten, zag gaarne de regeering verandert, 't voorig bewind wierdt op allerhande wijze gelaakt. De invordering van s'lands gemeene middelen door pagters, wier rijkdom en pragt de burgers in de oogen ftaaken, hadt al over lang s' lands ingezeetenen mishaagd, blijkens uit de hekelfchriften die tegen hun uitkwaamen, en welke des temeer voedzel kregen, toen men naar de verheffing van zijn hoogheid onder het volk verfpreide, dat de prins de pagterijen zou doen affchaffen, en de gemeene lasten bij wijze van hoofdgeld doen heffen. In Friesland begon de oproer het eerst, wijl men daar zeer misnoegd op de regeering was, dat zij zoo lang draalde óm het Stadhouderfchap erfelijk te maaken. Het gemeen vorderde daarom t. "dat „ het ftadhouderfchap, in de vrouwelijke, zoo  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. l6? „ wel als in de mannelijke naakomelingfchap van ,, zijne hoogheid, erfelijk verklaard werdt. 2. dat ,, alie pagten afgefchaft. en 3. dat de oude wet,, ten herfteld werden." — Het laatste zag voornaamentlijk op de vermeerdering van het gezag des ftadhouders, welke zij bij de laatste inftruótien te, zeer bepaald achten. Op dit alles eischten zij, dat de. Staaten thans vergadert zich binnen een halfuur verklaarden, met bedreiging „ dat de heess ren niet levende van 't huis. komen zouden , ,, zoo zij der gemeente geen. genoegen gaven. — Dit toegeftaan zijnde, werdt noch verder begeerd, dat de punten . van- verbetering, van den jaare ,, 1672 en 1673 gehouden werden, voor. een grond- flag der regeeringe, voor zoo ver zij. op de te„ genwoordige omftandigheden konden worden toe„ gepast, dat het hof van Friesland de vrije regts,, oeftening behield, zonder eenige belemmering, j, dat in de plaats van de pagtep,. eene fchatting ,, of hoofdgeld ingevoerdt werdt; dat eenigen uit 3, de tegenwoordige gecommitteerden werden aan- gefteld, om onderzoek te doen op den ftaat van „ s' lands geldmiddelen, om de overtollige ampten ,, te doen affchaffen, en de Wedden, die te groot „ geoordeeld mogten worden, te doen verminde„ ren; en om de .misbruiken in 't ftemmen tot af,, gevaardigden ter Landdagen te doen weeren: ,, dat de ingezcetenen, voortaan,zouden geregeerd „ worden, naar de aloude wetten; dat alle ampten 3, van regeeringe aan inboorlingen, of aan zulken, L 4 XXI. HOOFDST. VERVAL.  XXI. UooFDST. VERVAL. 168 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL die, door eene agtjaarige inwoening, genatura„ lijeen waren, zouden worden gegeven; dat ter „ wederzijde eene algemeene vergiffenis zou afge„ kondigd, en, wegens 't gene, tot hier toe, voor„ gevallen was, geene flraf gevordert worden; en „ dat hunne Edele Mogendheden gunftiglijk zou3, den gelieven agr. te flaan, op 't gene hun, ver„ der, van tijd tot tijd, door de ingezeetenen, 3, zou worden voorgedragen:" — Dit alles werdt door de ftaaten ingewilligd ; en teffens beflooten zijne hoogheid op te draagen de begeving der krijgsampten, en de beflisfende ftem, ingevalle de ftemmen tusfchen de vier kwartieren van 't gewest fteeken mogten,als ook om de ingefloopen misbruiken, omtrent de regeering, geldmiddelen en anderzints, te herftellen;'t gewest in rust en bloei te brengen, en, ten dien einde, zulke wetten en ordonnantiën te doen uitgeven, als zijne hoogheid, tot welzijn van den lande, zou verftaan te behooren. In Groningen en Ommelanden begon mee alles in roere te raaken, en werden de pagten afgefchaft, en hetftadhouderfchap mee erfelijk verklaart, zoo in de mannelijke als vrouwelijke linie, met alle privilegiën, en voor regten, in die volle maate en magt, éls in Holland. In Drente, Overijsjel, Gelderland, en Utrecht geraakte .ook het gemeen aan de gang, en op de meeste plaatzen de pagten ten eersten afgefchaft; doch in Zeeland bleef de verpag- ting in gebruik. Ik zal mij niet inlaaten om alle de bijzonderheden dien aangaande in ïhüani  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. IÓQ voorgevallen te melden, wijl zulks niet tot mijn oogmerk dient, en bij den beroemden gefchied-1 fchrijver Wagenaar omftandig te vinden is. §. MCIII. Op den voorflag van zijne hoogheid! aan de Staaten van Heiland, werden dan de pagten' afgefchaft, die twee eeuwen of langer hier in ge-, bruik geweest waren. En in plaatze van dien door1 zijn hoogheid voorgefteld, „ dat burgeméestéren 3, der fteden en fchouten en gerégren ten platten lande , bij voorraad, en tot dat men andere ,, middelen zou hebben beraamd , behoorden te „ worden aangelegen, met den beloop van 't ge„ ne het land, in 't voorleeden jaar 1747, van de „ pagten ontvangen hadt; met de tiende verhooj,, ging, de rantzoenen en eenige onkosten, in al„ les, begroot op tien millioenen guldens in 't jaar, 3, 'verdeeld op den voet der algemeene aanflagen. »» Dat men,maandelijks, beginnende met den eersr 3, ten van Hooimaand, een twaalfde deel vandees, zen aanflag zou opbrengen, waar voor burge„ meesteren en geregten verantwoordelijk zouden 3, zijn, het zelve vindende, bij fchatting over de s, ingezeetenen, huishoudingen en perfoonen. Dat, eer deeze fchatting behoorlijk zou konnen ge3, fchieden, elk moest worden vermaand, om zich „ zeiven te fchatten, naar 'c gene hij in de pagten „ hadt opgebragt, of hadt behooren op te bren3j gen, en dat men zulke fommen, bij voorraad, ,» van elk ontvangen moest, rot dat de fchatting, L 5 XXL iOOFDST. 'ERVAL. )e pagten igefchaft n voorflag an zijn oogheid.  XXI. KOOFDST VER. VAL. 170 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ van wegens burgemeesteren en geregten, in or-„ de gefchied zou zijn. En dat burgemeesteren „ en geregten , hunnen aanflag niet maandelijks „ voldoende, door onverwijlde uitwinning, hier „ toe behoorden genoodzaakt te worden. ——* „ Veele fteeden vonden hier groote zwaarigheden „ in, om dat veele verpagte middelen meest door „ den koophandel gedragen en door vreemdelin„ gen betaald wierden. Hierom werdt ook befloo„ ten, dat de impost op de waag, ronde maat, in? „ komende graanen, inkomende tabak, groove waa* „ ren en den veertigfien penning op de fchepen, „ terftond bij collecte geheven zoude worden. — Verder werdt vastgefteld „ dat burgemeesteren der „ fteden, tot het doen van den omflag over de in,, gezeetenen, gemagtigden van de ftaaten en van „ zijne hoogheid, nevens zich, zouden mogen ,, verzoeken. Dat burgemeesteren en geregten, „ onverhoopt, nalaatig blijvende, in't opbrengen „ van hun aandeel, redenen van deeze hunne na„ laatigheid zouden moeten geven aan zijne hoog„ heid, die, nevens eenige heere'n, door hem te kiezen, uit de vergadering der ftaaten, over „ deeze redenen oordeeïen zou; waar naa men „ het regt van onverwijlde uitwinning zou gebrui„ ken of niet. En dat dit middel, flegts voorden „ tijd van zes maanden, zou dienen, zonder dat „ men verlenging van tijd gedoogen zou, ten waa„ re, naa verloop der gemelde zes maanden, noch  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 171 j, gene andere middelen mogten zijn uitgevonden s, en in gebruik gebragt. De verdeeling deezer io „ miljoenen was als volgt." Dordrecht en 'tonderhoorige ƒ 511960 - : - ■Haarlem 801200 - : - Delft - 1492860 - : - . Leyden • ■ - 783130 - : - Amfterdam 3802790 - : - Gouda —■ 459500 - : - Rotterdam 997950 - : - Gornichem ■■ • - 141760 - : • Brielle 1 : 232290 - : - 't Zuider kwartier ƒ 9224440 - : - Alkmaar en'tonderhoorige ƒ 267100 - : Hoorn • • - 153240 - : - Enkhuizen —• ; - 105060 - : - Edam • ' - 33320 - : , Monnikendam ■ - 68420 - : • Medenblik - 45560 - : - Purmerendè ; 61260 - : - De Eilanden fe* - 42700 - : - ƒ 7765<5o - : - in alles ƒ ioooooo - : - §. MCIV. De moeilijkheid, die men ondervont in 't inzaamelea van het hoofdeeld, deedt eindeliji XXI. HOOFDST. VERVAL. Befluit om de coile&e in te vocjea.  XXI. HoOFDST. VERVAL. Verdrag van vrede T.J2 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL op voorflag van zijne hoogheid de ftaaten befluiten om met i January 1750 s'lands gemeene middelen bij wegen van collecte in te zaamelen, onder het hoog opzigt van heeren gecommitteerde raaden. §. MCV. De wapenfchorfing nu algemeen geworden zijnde, zoo werdt er tot den te rug togt der Rusfifche hulptroepen een overeenkomst getroffen, en eindelijk het volgende verdrag van vrede geteekend. In de inleiding werdt gezegd ,, dat er een •,, langen en bloedigen oorlog geweest was, tus„ fchen Frankrijk ter eener, en den koning van „ Grootbrittanje en de koninginne van Hongarije, ,, Roomsch keizerinne, ter andere zijde, in wel„ ken oorlog, ook deel genomen hadden de ftaa„ ten der vereenigde gewesten , als helpers van „ Grootbrittanje en van de keizerinne koninginne; „ den hertog van Modena en de republiek van Ge,, nua, als helpers van den koning van Spanje." Voorts, werdt erkend ,, dat de voorzienigheid, „ aan alle deeze mogendheden tevens, den weg ,, ontdekt hadt, langs welken zij zich 'met elkan„ deren konden verzoenen; dat zij, hier op,hun„ ne gevolmagtigden gezonden hadden naar Aken, „ door welken, de voorafgaande punten waren ge„ teekend, die van eene algemeene wapenfchorfing 5, .waren gevolgd geworden: waar naa men, einde„ lijk, ook over de punten eener algemeene vre,, de overeengekomen was ? De voornaamfte inhoud derzelven liep op deezen zin;  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I73 1. „ Tusfchen de agt mogendheden, zou eene „ altoos duurende vrede en vriendfchap plaats heb>, ben, zullende zij nimmer eenigerhande hulp be„ wijzen aan iemant, die eene der handelende „ mogendheden zou onderneemen te verongelij„ ken." a. „ Al wat, geduurende den oorlog, voor„ gevallen was, zou in vergetenis gefield worden, „ en elk wederom treeden in 't bezit van de goej, deren, welken hun, ter gelegenheid van den „ oorlog, benomen waren. 3. „ De Westfaalfche verdragen van 't jaar „ 1648, die van Madrid tusfchen Spanje en En„ geland van 1667 en 1670, die van Nieuwmegen „ van 1678 en 1679, van Rijswijk van 1697,van „ Utrecht van 1713, van Baden van 1714, het „ drievoudig verbond van den Hage van 1717, „ het viervoudig verbond van Londen van 1718, „ en het verdrag van vrede van 't jaar 1738 wor„ den, bij het tegenwoordig Verdrag bevestigd, „ in zoo verre daarin, door het zelve, geene ver„ andering gemaakt was." 4. „ De wederzijdfche krijgsgevangenen .zou„ den, binnen zes weeken naar het uitwisfelen der „ bekragtiginge van dit verdrag, geflaakt, en de „ fchepen, genomen, naa den tijd, bij de wapen„ fcho'rfing bepaald, vrijgegeven worden." 5. „ De plaatzen, zedert 't begin des oorlogs, „ naa het teekenen der voorafgaande punten op „ den softe van Grasmaand, op elkandcren vero- XXI. HoOFDST. VERVAL.  XXI. HöOFDST. VERVAL. I74 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ vert, beide in de Indien en in Europa, zouden ,, alle te rug gegeven, en de Infant Don Filips „ gefteld worden in 't bezit der ftaaten, hem bij „ de voorafgaande punten toegelegt; van welken „ de handelende mogendheden volkomelijk affton„ den, met voorbehoudenis nogthans van het regt „ der wederkeering, bij de gemelde punten vast„ gefteld." 6. „ Het te rug geven en afftaan der plaatzen, „ in 't voorgaande lid vermeld, zou gefchieden, „ binnen zes weeken naar de uitwisfeling der be„ kragtiginge van dit verdrag door de agt hande„ lende mogendheden. De keizerin koningin zou „ herfteld worden, in het bezit van alles, wat zij „ voor den oorlog in de Nederlanden en elders be„ zeeten hadt, uitgenome dat gene,waar omtrent, „ bij .dit verdrag, eene andere fchikking gemaakt „ was. Ook zouden de ftaaten der vereenigde ge„ westen worden herfteld, in het vol en vreedzaam „ bezit van Bergen op Zoom, van Maastricht en „ van alles, watzij, voorden oorlog, in Staats „ Vlaanderen, in Staats Braband en elders bezaa„ ten. Voorts, zouden de plaatzen der Neder„ landen, waar in zij regt hadden om bezetting te „ leggen, aan hunne troepen, worden ingeruimd. „ De Koning van Sardinië zou herfteld en gehand„ haafd worden, in 't hertogdom Savoje, in 't „ Graaffchap Nizza en in alle de ftaaten en plaat„ zen, op hem veroverd , ter gelegenheid van den „ tegenwoordigen oorlog, 't Zelfde zou plaats  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I75 », hebben omtrent den hertoge van Modena, van de „ republiek van Genua, overeenkomftig met het „ dertiende en veertiende Lid van het tegenwoor* „ dig verdrag. De fterke plaatfen zouden alle we-„ dergegeven worden, met het gefchut en krijgs„ gereedfchap, welk er, ten tijde der veroverinS* gen,in gevonden was, behalve dat het vervoerde „ en gefmolte gefchut, door diergelijk vergoed „ zou worden. Ook zouden Bergen in Henegou„ wen, Aath, Oudenaarden en Meenen, welker ,, buitenwerken geheellijk geflegt waren, zonder „ gefchut te rug worden gegeven. Voor de kosten „ aan de vestingwerken van andere plaatzen, of „ aan eenige andere openbaare of bijzondere wer„ ken befteed, zou niets moogen worden gevor„ derdt." '7. „ Uit aanmerking van 't gene door Frank„ rijken Spanje, bij dit verdrag, afgeftaan werdt, ,, zouden de hertogdommen van Parma, Piacenza „ en Guaftalla, voortaan, toebehooren aan den „ Infant Don Philips, en deszelfs mannelijke na,, komeüngen, behoudens het regt van weederkee„ ring aan de tegenwoordige bezitters, het huis „ van Oostenrijk en den koning van Sardinië, in „ geval, de koning^van beide de Sicilien aan de „ kroon van Spanje komen , of de Infant Don „ Philips, zonder kinderen overlijden mogt." 8. ,, Alle de afftanden en wedergevingen, bij „ dit verdrag beraamd, zouden gefchieden binnen „ zes weeken naa 't uitwisfelen der bekragtigin» XXI. HOOFDST. VERVAL.  XXI. HOOFDST. VERVAL. 371) OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ ge; doch men zou, binnen veertien daagen na» „ de tekening van dit verdrag, door wederzijdfche ,, gemagtigden te Brusfel en te Nizza in onder„ handeling treden, over de wijze, waarop deeze ,, wedergevingen en afftanden, op den beste en ,, zekerde voet, zouden behooren te gefchieden." 9. „ Uit aanmerking dat bij de voorafgaande punten beraamd was, dat de wedergevingen ter „ wederzijde gelijkelijk gefchieden zouden,'t welk ,,'ten opzigte van Amerika geen plaatshebben „ kon, binnen den tijd van zes weeken, na 't „ uitwisfelen der bekragtiginge, verbond de ko,, ning van Grootbrittanje zig, om twee perfoo,, nen van rang als gijzelaars naar Frankrijk te zen„ de om aldaar te blijven tot dat de koning van „ Frankrijk zeker berigt verkregen zou hebben van de wedergeving van 't koninglijk Eiland, „ genaamd kaap Breton en van alle andere plaatj, zen, die zijne Grootbrittannifche majefteit voor ,, of na 't teekenen der voorafgaande punten in „ Oost- en Westindie zou mogen veroverd heb„ hen; zullende alle andere zaaken aldaar blijven ,, in den zelfden ftaat, waarin zij geweest waren „ voor den tegenwoordigen oorlog." 10. ,, De gewoonlijke inkomsten der landen „ welken te rug gegeven moesten worden, zou„ den behooren aan de mogendheden die dezel„ ven bezaten, tot op den dag van de uitwisfe„ ling der bekragtiginge van het tegenwoordig verdrag. Doch men zou de troepen van voeder „ en  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN* Iff it en noodwendigheeden moeten voorzien tot op i, den dag der ontruiminge; uit aanmerking Waar i, van de mogendheden zig verbonden, niet te ,i vorderen de belastingen gelegd op de plaatfen, „ geduurende den oorlog ingenomen; doch niet „ betaald, op den tijd dat het beloop des oorlogs de i, bezitters noodzaakte deeze plaatfen te verlaaten. li; 3, De ftukken en papieren gevonden in „ de veroverde plaatfen, met naame die van den „ grooten raad te Meehelen, zouden allen te rug ,, gegeven worden, Ook zou men eikanderen over„ leveren, de papieren en brieven, behoorende tot „ de ftaaten en plaatfen, welken men'elkandereri 3, afftond, 12. „ Dekoning van Sardinië zou blijven be- zitten, 'tgeenehij, vanouds, bezeten had, eri ,j nog tegenwoordig bezat met naame het Vigenees, fche, het gedeelte van Paire en van het graaf- fchap Anghiera, welke hij in 't jaar 1743. ver33 kregen had. 13- „ De hertog van Modena zou ook bezit neemen van alles, wat hij, voor den tegen woor„ digen oorlog, bezeten had, met bet gefchut en ,, krijgsgereedfchap, welk in zijne veroverde ftaa,, ten gevonden geweest was ; zullende hem de ,, waarde van 't geene vervreemd mogt zijn en van 3, zijne leenen in Hongarije, indien hij in dezelven ,, met herfteld wierd,in geld voldaan worden, Ook 3, zou men voldoening geeven, omtrent zijne ei. fchen op het eigen goed in Guaftalla* V. Deel, M HoOFlJiTj HERVAL,  XXI. HoOFDST. VERVAL. I78 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL 14. De republiek van Genua zou ook in 'e ,, bezit treeden van alles, wat zij voor den oorlog ,, bezeten had, bijzonderlijk ook in't vrije gebruik „ van de penningen, welken zij in de bank van ,, Weenen in Oostenrijk, in Boheemen en elders bezat. 15. ,, Alle zaaken in Italië zouden wijders in denzelfden ftaat blijven, als waarin zij geweest waren, voor den oorlog. 16. Het asliento verdrag van den jaare 1713. „ en de overeenkomst, wegens het jaarlijkfch „ Zuidzeefchip , dn het gemelde verdrag begree,, pen, werden door de tegenwoordige vreede be„ kragtigd, voor de vier jaaren, in welken,het, ter „ oorzaake van den tegenwoordigen oorlog, opge„ fchort geweest was. 17. ,, Duinkerken zou van de landzijde ver5, fterkt blij ven, gelijk het tegenwoordig was, en van s, den zeekant op den voet der oude verdraagen. 18. „ Degeldfommen, die de koning van GrootSJ brittanje als keurvorst van Hanover , van de 33 kroone van Spanje vorderde, de gefchillen over 33 de abtdije van St. Hubert, over de ftreeken bin33 nen Henegouwen beflooten, over denieuwlings opgeregte posthuizen in de Nederlanden, over de eifchen van den keurvorst van de Palts en 33 over andere punten, die, voor het teekenen van het tegenwoordig verdrag niet hadden konnen 33 worden afgedaan, zouden , zonder uitftel, ver- eftend worden door gemagtigden, wederzijdsch te  der vereenigde nederlanden. t?9 3, benoemen, of op eenige andere wijze op welke 3, de belanghebbende mogendheeden met elkandejj ren zouden overeenkomen. 19- j> Het vijfde lid van het drievoudig ver„ bond van den jaare 1718. betreffende de vast»'» ftel'ing der opvolging op den troon van Groot„ brittanje, in het huis van zijne tegenwoordig re3, geerende Erittannifche majefteit, en waar bij „ ook voorzien was, in alles, wat betrekking hebi, ben kon tot den perfoon, die den titel van ko9» ninS van Grootbrittanje aangenomen had, en tot „ deszelfs afftammelingen van beiderlei kunne, „ werd bij deezen uitdrukkelijk herhaald en be„ kragtigd. 20. „ De koning van Grootbrittanje werd, „ als keurvorst van Brunswijk Lunenburg, bene„ vens alle zijne bezittingen in Duitschland, in die }, verdrag begreepen. 21. „ De belanghebbende mogendheden in dit „ verdrag, welken de Pragmatike Sandtie van den „ jaare 1718. beloofd hadden te zullen handhaft ven, vernieuwdei>deeze hunne belofte, bij het „ tegenwoordig verdrag, op deplegtigfteenkrag. „ tigfte wijze, met uitzondering alleenlijk van 'c „ geene keizer Karel de VE zelfs, en de tegen„ woordige keizerin van de Oostenrijkfche bezit}, tingen hadden afgeftaan, en waarvan in het tes, genwoordig verdrag gewag gemaakt was. 22. „ De mogendheden, welken het tegen„ woordig verdrag hadden aangegaan , beloofde» M % xxi. HOOFDST. HERVAL.  l8o OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL XXI. HoOFDST. VERVAL. Bekragtïging van het Verdrag. „ den koning van Pruisfen te zullen handhaven» „ in 't bezit van hethertogdom Silezie en het graaf„ fchap Glatz, gelijk deeze vorstendommen, te„ genwoordig, door zijne Pruisfifche majefteit be„ zeten werden. , 23. ,, Alle de handelende mogendheden ver,, bonden zig, de uitvoering van het tegenwoor., dig verdrag te zullen handhaven. / 24. ,, De bekragtigingen van het zelve tus„ fchen de handelende mogendheden zouden ten ., langften, in eene maand naa de teekening, bin3, nen Aken, worden uitgewisfeld." Bij deeze punten waren nog twee afgezonderden gevoegd, waarin alleenlijk verklaard werd „ dat niemand eenig „ nadeel zou konnen lijden bij het gebruik van ,, eenige titels in 't hoofd van 't verdrag, of van de Franfche taaie in welke het zelve was opge- fteld. §. MCVI. Dit verdrag eerst geteekend door de Franfche , Engelfche en Staatfche gevolmagtigden , werd vervolgens door de koninginne, en den koning van Sardinië geteekend , en eerlang door alle de mogendheden bekragtigd, en als naar gewoonte veele protesten gedaan en vernieuwd. —■— De keurvorst van de Paltz beweerde ook de onaf hanglijkheid van 't markgraaf fchap van Bergen op Zoom, doch welken eisch door de Staaten bondig weder- legd werd. De ftaaten traaden ook wederom in het bezit der plaatzen, door Frankrijk op hen veroverd, en verkreegen hunne krijgsgevangenen  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. l8l uit dat Rijk te rug; maar het verdrag van koophandel van 1739. werd voor eerst noch niet vernieuwd, ook bleeven er noch veele zaaken, de barrière en een lijst der regten op de inkomende en uitgaande goederen de Oostenrijkfche Nederlanden betreffende, onvereffend. AANME-R KINGEN op dit Tijdvak. §. MCVII. Schoon wel waaragtig is het zeggen van den wijzen Prediker, daar is niets nieuws onder de zonne (ei), zoo leert nogthans de bevinding aller eeuwe, dat, op 't toneel van 's werelds gebeurtenisfen,de voorwerpen als tot in het oneindige veranderen. Elk tijdvak levert verfchijnzels op, die voor 's menfehen bekrompe vernuft als nieuw in zijn foort fchijnen, doch waar van de oorzaaken ontdekt wordende, niets nieuws behelzen, enenkei hun geboorte verfchuldigt zijn, aan de ver. fchillende drijfveeren van 't eigen belang der vorsten of ftaatsdienaars, welke het roer van ftaat der volken beftuuren. —- Naar de bijzondere begrippen van hun waar of fchijn geluk, vormen zij hun daaden, waar van zelfs belang het middelpunt, en heerschzugt den omtrek uitmaakt. Breid het laatste zich uitbuiten de paaien der gezonde rede, dan worden daar door de regten van 't menfehdom ver» (a) Pfèd. I. 9. M 3 XXI. HOOFDST. VERVAL. *  XXI. HoOFDST, VERVAL, 102 OPKOMST3 VERVAL EN HERSTEL kragt,en 'tgoeden bloed der onderdaanen ten prooi hunner heerschzugt opgeoffert. — Doch de groote Opperheer, die door zijn wijze voorzienigheid de raderen van 't heelal beftuurt, beteugelt meenigmaalen, naar zijn gewooneorde, deeze buitenfpoorige heerschzugt, door kwaad met kwaad te ftraffen; zoo dat zij die hun grootheid willen bouwen op den ondergang van anderen, juist daar door hun eigen val bewerken, gelijk de gefcbiedenisfen van dit tijdvak overvloedig hebben geleert , en ik in mijne aanmerkinge noch nader zal aanwijzen. §. MCVI1I. Twee Dauphins van Frankrijk en een hunner oudste prinfenkort op eikanderen overleden zijnde, zoo hong de throons opvolging enkel af van het leven des hertogs van Anjou, die vervolgens onder den naam van Lodewïjk den XV. den Franfchen throon beklom. Het regt der opvolging kon dus wel haast op den koning van Spanje, tweeden zoon des eersten Dadphins komen, waar door de vereeniging dier twee kroonen, het voorwerp van zoo veel onrust in Europa, niet onwaar- fchijnlijk was. Hierom eischte Grootbrittanje, bij de vredens voorwaarden van Philips den V. den affland zijner regten tot de Franfche kroon aan den hertog van Berri zijn jonger broeder; laatende ter zijner keuze de Franfche of Spaanfche kroon; abch koning Philips de V., het zeekere voor het onzeekere neemende, verkoos , fchoon tegen het genoegen van Lodewijk den XIV., te behouden  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 183 het geen hij hadt, en van den Franfchen throon afftand te doen. §. MCIX. De vrede van Radjlad, met den Keizer, Frankrijk, Spanje, de keurvorstten van Beieren en Keulen en de vereenigde gewesten, bragt alles wel in voorigen ftaat, en Frankrijk behield de laudfchappen die men voorneemens was geweest hem af te neemen. Een blijk hoe de eerzuchtige ftaatkunde zich in haare reekeninge bedriegen kan, en hoe dwaas het is, de vrede gelijk die van Geertruidenberg te weigeren, wanneer men die met voordeel kan fluiten. §. MCX. Gelukkig dat koningin Anna overleed in een tijd , dat der vorsten fchatkisten te zeer uitgeput waren , om van nieuws het oorlogs toneel te openen; want door de verdeeltheid in dat Rijk,tusfchen de Torys en TVhigs, zoude pretendent met buitenlandfche onderftand al veel hebben kunnen uitvoeren. Het huis van Hanover nu ten throon verheven, zoo kreeg Grootbrittanjt door dien weg meerder gezag en aanhang in het Duitfche Rijk. George de I., een vorst niel ontbloot van goede ftaatkunde, deedt zijnbestom het Rijk in rust te houden, en gaf zijn vertrouwen aan de Wliigs , wijl de Torys meest Fransch gezint waren. Zoo dra deeze vorst ten throon verheven was, kreeg hij verfchil met Lodewijk den XIV, over het flegten der haven van 'Duinkerken, waar in de Franfchen traaglijk voortgingen, en toen de nieuwe vaart van Mardijk aanleiden. Aan de flegting M 4. XXI. HoOFDST. VERVAL.  XXI. HOOFDST, VERVAL. I j t t | f( V b rr ti I84 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL deezer haven was Grootbrittanje en de Staaten veel gelegen, om dat bij de minste oneenigheid met Frankrijk hij van daar de fcheepvaart belemmeren en op een gemakkelijke manier den pretendent overvoeren kon. - Doch hoe zeer de Rijken zich ffcheenen tot rust en vrede te fehikken, zoo broeiden er al fpoedigftaats orkaanen in Spanje, wijl Philips de V. zich in een tweede huwelijk begaf met Elizabeth Farneze, erfgenaame van Parma, Plai- fenza en Toskaemen. ■ Door dit huwelijk ver- kreegen de Italiaanen het grootfle bewind in Spanje. Alberoni regeerde het Rijk, zijn kloek verfland, gepaart met ftoutmoedigheid , deedt hem ontwerpen vormen, waar door Europa van rondsomme in oorlog moest geraaken. Ongelukkig voor ;en land, wiens koning een kind is; want Philips le V. was een vorst meer gefchikt om geregeerd e worden dan om zelfs als koning een Rijk te betuuren. §. MCXI. De keizer, te onvrede, dat wij buien hem de vrede met Frankrijk geflooten hadden, etoonde zich gantsch niet handelbaar omtrent de erfchillen over de Barrière en het verdrag van oophandel, zaaken die niet nieuw zijn in de ge•hiedenisie, en welke behooren tot die flegte ruchten, welke uit de verdragen van onderlinge ïfcherming voordvloeien. Zeer zelden ziet en dat de bondgenooten eikanderen hier in geouw blijven , de bijzondere belangens gaan geeenlijk voor 't algemeen belang des bondgenood-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. I?5 fchaps, wijl intusfchen de vijand zich bediend van dat tijdftip orn er zijn voordeel mee te doen, en de bondgenooten onderling te verdeelen. Door deeze looze trek van ftaatkunde verloor de afgematte Lodewijk de XIV. niets van zijn bezittingen, bij de vrede van Utrecht. §. MCXII. De aanhang der Jacobiten , zogenaamde pretendents gezinden, in 't heimelijke onderfteund door de Torys, die nu uit het bewind geraakt waren, bragten het in Schotland met hun opftand al heel verre; gelukkig voor George den I. dat met behulp der Staatfche troepen de pretendent verdreven werdt. Waar uit men zien kan, de fchadelijke gevolgen voor een land, zoo de regeering in partijen verdeeld is. Het vaderland ftaat dan altoos in gevaar om zich zeiven te verwoesten, wijl intusfchen de vijand van buiten niet nalaat dat twistvuur aan teftooken. 't Was zeker Frankrijks belang om het huis van Stuart op den throon te helpen. Hier door floeg de balans van 't evenwigt der magten tot Frankrijks zijde over, daar het huis van Hanover Frankrijks natuurlijke vijand , aan de heerschzugt van dat hof paaien kon zetten. Maar Lodewijk de XIV. was nu niet in ftaat om van dit voor hem voordeelig tijdftip gebruik te maaken , zijn levens zon was aan 't ondergaan , Godgeleerde verfchillen vermoeiden en ontrusten zijn geest. Uitgeputte fchatkisten, verarmde onderdaanen en meer andere bekommerJijke omftandigheden, verhaasten den dood van dien M 5 XXI. HOOFDST, VERVAL.  Xxr. HoOFDST. VERVAL. . i i i i b t d I h 185 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL vorst. Gedenkwaardig zijn de woorden van Lodewijk den XIV. aan zijn opvolger. „ Tragt den vre„ de met uwe nabuurige volken te bewaaren. Ik „ ben te zeer op den oorlog gefteld geweest: volg „ mij daar in niet, noch ook in 't maaken van zoo » groote kosten. Neem raad in alle gevallen, en „ zoek den besten te verftaan, om dien altoos te „ volgen. Verligt den last des volks, zoo ras het >, u mogelijk is, en volvoer het geen ik onge- „ Iukkig niet kan volbrengen." Een leerzaa- me les voor alle heerschzugtige vorsten, niet gegeven in den loop der overwinninge, maar aan de rand des grafs, wanneer alle aardfche heerlijkheid verdwijnt. Zijn dood baarde meer vreugd dan iroefenisfe. i (§. MCXIII. Aanmerkelijk is het tijdvak van Losewijks regeering, door den invloed die het gehad leeft op de ftaaten van Europa. De kunsten en veetenfchappen door dien vorst op allerlei wijze angemoedigd, zijn hun voortgang en verfpreiding an hem verfchuldigt. De natiën zijn over het al;emeen door dezelve meer en meer in uiterlijke genanierdheden befchaafd geworden, maar of door eeze befchaving de zeedelijke.cara«aers van het renschdom zijn verbetert wil ik niet aanneemen te ewijzen. De weelde en pragt heeft die vorst ot het hoogfte toppunt gebragt, en met dat fchaelijk vergift de meeste hoven van Europa befmet.->ie invreetende kanker is 't, welke de belastingen seft doen vermeerderen, 't Is waar, oppervlak-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. l8f kigzou men wel zeggen, het geene een hof verteerd of onnoodig verkwist verfpreid zich weer on-' der den burger; maar wel ingezien, wiens geld is 't, dat door die verderfelijke weelde enpragt verkwist word, is 't niet het geld der natie? Moet zulks niet eerst uit de lasten van het werkend gemeen gevonden worden. Hoe meer nu de lasten vermeerderen, des te duurder in prijs geraaken de hoofdftofFen, en arbeid van vernuft, tot merkelijke fchade van het binnen en buitenlandsch vertier. En offchoon de omloop van het geld, door de meerdere verteering wel eenigzints fchijnt te vermeerderen, zoo vermindert nogthans de innerlijke waarde daar van, om dat men voor een zelfde hoeveelheid minder noodzaakelijke behoeftens kan verkrijgen. Dus alle die verkwistingen van Lodewijk den XIV., al fchoon zij, dat niet ontkent kan worden, al eenigzins voordeelig voor de bevorderingen der konsten en weetenfchappen zijn geweest, heeft het misbruik daar van zijn Rijk ongelijk veel meer fchade dan voordeel toegebragt; vooral, als men daar eens bij paart, het geene de oorlog verflond. Het krijgsweezen is door dien vorst geheel vam gedaante verandert, zijn groote krijgsmagt en oorlogs vlooten zelfs in vredens tijd , heeft alle vorsten genoodzaakt, uit vreeze voor zijn heerschzugtige oogmerken, om van gelijke hem daar in na te volgen. Grootbrittanje, de natuurlijke vijand van het huis van Bourbon, moestdusin navolging van Lodevijk den XIV. zijn XXI. IOOFDST. fERVAL.  XXI. HoOFDST. VERVAL. i 1 < ft l88 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL zeemagt in evenredigheid vermeerderen, in getal en zwaarte van fcheepen, waar door over 't algemeen van dit tijdftip afin Europa de lasten zijn toegenomen, en deeze niet toereikende bevonden wordende tot de uitgave, moest men de toevlugt nee. men tot geld leeningen, en nationaale fchulden maaken, welke bij de meeste volken van tijd tot tijd vermeerdert, en bij zommige al onbetaalbaar zijn ■geworden. — Dus wel befchouwd is er geen vorst ■ooit geweest, die zoo veel fchade aan zijn Rijk en bet menschdom in 't algemeen heeft toegebragt dan Lodewijk de XIV, — Hij heeft den grond gelegd, dat men vervolgens de krijgsmagt in Europa al meer en meer heeft zien vermeerderen, tot onderdrukking der vrijheden van hetmenschdom.— vStaande legermagten en oorlogsvlooten, boven noodzaakiijkheid vermeenigvuldigd, is het fchadelijkfte dat men voor een volk bedenken kan; want hier door onttrekt men de burgermaatfchappij een groot gedeelte haarer werkzaame leden, waardoor de voordteelïng vermindert, de landbouw, die voedfterinne van handwerken en fabrieken, de noodige handen mist, om voedzel aan menfchen en vee te verfchaffen, wijl intusfchen de militaire ftand, en il dat tot den zeedienst behoord, door vermeerde•ing van lasten, ten kosten van 't algemeen onderlouden moet worden. Redelijke vrije weezens irengt men,door de zogenaamde krijgstugt,onder ;en ondragelijk juk van flavernij. Vrijheid, dat leinnood des hemels aan alle menfchen gemeen , is  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN* 189 zelfs in naam onder hun verbannen ; de mindere kruipt als een llaafvoor den meerdere, en ontvangt, verdiend of onverdiend, zonder eenig betoon van misnoegen, de gevoeligfte llagen;zich tegen gedaan ongelijk te verzetten, zou de ftraf vermeerderen, en in veele opzichten hun doodfchuldig maaken. — Is zoodaanig een handelwijs nu overeenkomftig met de natuurlijke vrijheid? Heeft, of kan ooit het menschdom bij de oprigting der burgerlijke maatfchappije zoo veel van zijne vrijheid hebben overgegeeven ? Ja ftrijd zulks niet volkomen met het geene ik op §. XXIII. van mijn L Deel beweezen heb? En deeze flaaffche onderwerping acht men evenwel noodzaaklijk in de krijgstucht. Neen! van eene andere natuur was de krijgstucht der Romeinen, toen zij noch een vrij volk waren, het kwaad wierd wel geftraft, en dit was toen, en is noch noodzaaklijk; doch van die flaaffche onderwerping wist men niet; het waren alle vrije burgers, die zich ten flrijde gorden. Maar naa dat zij van langzaamerhand hun vrijheid vcrlooren , veranderde ook hun krijgsweezen. Want toen zij tot voortzetting hunner overwinninge,oordeelden,blijvende bezoldigde krijgsbenden noodig te hebben, wierd Rome , wel is waar, groot en gedugt voor zijne nabuuren, doch wat was 't gevolg? Die zelfde krijgsbende dienden vervolgens tot werktuigen hunner dwingelanden , om Romens vrijheid te verkragten. Brengen wij dit nu eens over, tot den hedendaagfchen toeftand van Europa. Wat land , wat XXI. HOOFDST. VERVAL.  xxr. HoOFDST. VERVAL. 190 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL volk, die bij vredens tijd een groote krijgsmagt op de been hebben, welke op hunne vrijheid kunnen roemen, een (taande krijgsmagt is juist het werktuig, daar de vorsten zich van bedienen, om hun eigendunkelijk gezag Raande te houden. • Het is, en moet daarom een grondregel, bij alle vrije volken weezen, en blijven, om hun krijgweezen niet boven noodzaake te vermeenigvuldigen. §. MCXIV. Lodewijk de XIV. had door zijn ftaatzuchtige onderneeming, en oorlogen tegen alJe vereenigde mogendheden, waartoe hij ontelbaare Iegerbendens noodig had, met wel 300 nieuw gebouwde vestingen , behalven noch de onmaatige onkosten tot zijne gebouwen , pragtige hofhoudinge en meer andere verkwistingen, zijn Rijk uitgeput. De onderdaanen waren door buitenfpoori Maar de uitkomst heeft vervolgens onze dwaaling daar in doen zien. - Jaarlijks is daar door een groote fchatbuiten 's lands geraakt, tot verrijking dier fteden, en verarming van ons eigen land, met gevolg, dat toen wij er nut van meenden te trekken, onze krijgsmagt aldaar gevangen werdt, en in 's vijands handen viel, waar door onze legers zoodaanig verzwakten, dat dezelve niet in ftaat waren om den vijand van onzea bO-r  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. ÏQ$ bodem te keeren. Zie daar de heillooze vruchten van de ftaatkunde dier tijden. 1 §. MCXVII. Met de Noordfche mogendheden1 en Marokkaanen waren mee verfchillen ontftaan 4 die geen voordeel aan den koophandel deeden. Intusfchen verzuimde men niet,om in de ftaats kabinetten allerhande ontwerpen van verbonden té maaken; het fcheen of men nu met de wapens van vernuft, voor altoos, Marsman oorlogsgod, aan ketenen wilde kluifteren. Grootbrittanje en de Staat vernieuwden, en verklaarden zommige punten der verdragen nader. • Maar bevreesd om Frank- rijken Spanje eenig ongenoegen te geven, weigerde de Staat te treeden in het verdeedigend verbond van Grootbrittanje en den Keizer. ■ Wen- fchelijk was het voor ons vaderland geweest, indien de Staaten vervolgens volftandig bij' dat gevoelen gebleven waren, zonder zich immer in te laaten in verbonden van onderlinge befcherming. §. MCXVIII. De oorlog, de ftaat in zijn fchatkisten zeer uitgeput hebbende, en zömmige gewesten aan de generaliteit veel ten agteren geraakt zijnde, zoo befchreven de ftaaten een algemeene vergadering, en waarin zij,behalve meerandere zaaken tot onderfteuning van 's lands kas , voorfloegen om de posterijen welker inkomsten men jaarlijks op 2 miljoenen begroote, aan 't gemeene land te brengen; — doch om het eigen belang van regenten der groote fteden, die zelfs of hunne nabeftaanden deeze voordeelige ampten beklee- V. Deel. N XXL I00FDST4 'ERVAL.  XXI. Hoofdst. verval. 194 OPKOMST. VERVAL EN HERSTEL den, verwierp men deezen voorflag. Een blijk, dat de ftadhouderlooze ftaatsregeering, mee niet vrij is, van het eigen belang, boven het algemeen belang te ftellen. §. MCXIX. De hertog van Orleans, een zeer bedreve ftaackundige, wiens belang het niet was, 't oorlogs vuur te ontfteeken, zoo min als George de I., die de Torys, den aanhang van den pretendent fchuwde , en daarom de vrede moest beminnen, zoo was het beide hun hoofdoogmerk om door verbonden hun magt te verzeekeren; ieder van hun begreep wel en te regt, dat de oorlog juist het middel was, om den regent uit het bewind, en George den h zijn regeering en throons opvolging wankelbaar te maaken. De belangens dus één zijnde, zoo werdt daar uit dat bijzonder verfchijnzel gebooren, van het drievoudig verbond tusfchen Frankrijk, Grootbrittanje, enden Staat, het gene ten doelwit hadt om elkanders regten en bezittingen te handhaven. — De Keizer, Spanje, en zelfs de Franfche en Engelfche natiën waren hier misnoegd over. Vreemd was het zeker, een fcheiding tusfchen oude bondgenooten, en een zoo naauwe vriendfchap en vereeniging tusfchen oude vijanden te zien. Een fterk fpreekend bewijs, dat eigen belang, de grootfte drijfveer van alle ftaatkunde is. — Hoe dwaalen dan veele ftaatkundigen, die de belangens der vorsten altoos op een ea dezelve leest fchoejen, zoo dat men Frankrijk afrchildert als onzen natuurlijken vijand, en Enge.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 195 tand als den bondgenoot die wij niet misfen kunnen. — Als dat waar was, dat de belangens deikoningrijken of gemeenebeften altoos dezelve bleven, dan moesten ook de op een volgende geflagten gelijkvormig zijn en blijven in hun denken en doen. Neen de bevinding leert dit anders; het gantfche menschdom leeft bij de verandering. De ftaatkundige lichaamen zijn in 't groot, het gene de ge- llachten in 't klein zijn. —■ Een heerschzugtig vorst word meenigmaale vervangen door een vredelievend opvolger, vijanden ziet men wel eens tot vrienden, en omgekeert bondgenooten tot vijanden worden. De ftaatsbelangens zijn mee aan ge* duurige veranderingen onderworpen. Öp 't groot werelds toneel heeft men telkens nieuwe vertooningen, ieder vorst die op dit ftaatkundig toneel verfchijnt', om zijn rol te fpeelen,word van rondsornme begluurt uit de ftaatskabinetten» Naa de belangens der vorsten zijn, fpeelt ieder zijn rol. — Hierom is de ftaatkunde een weetenfchap, welke alléén uit gene beredeneerde grondregelen, maar best uit de zedelijke caraébers dezer vorften en ftaatsdie* naars en de gefchiedenisfe der volken geleert kan worden. §. MCXX. De kardinaal Albëroni, een ftaats* dienaar,welke Spanje regeerde, begaaft met groote Vermogens van geest, doch gepaart met list en be* drog, had al zedert een geruime tijd het plan gefmeed om een oorlog in Europa te verwekken. Het voorgevallene verraad in Engeland en daar de ZweedN 2 PIoOFDST» «R.VAL.  XXL HoüKüST. VERVAL. I96 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL fclie gezanten deel in hadden, was mee niet buiten zijn overleg gefchied. De oorlog van den Keizer met den Turk. diende hem tot volvoeringzijner oogmerken. Deafftant van Filips den V. van het Franfche rijk oordeelde men.kragteloos, om dat de keizer den Spaanfchen koning en zijne waardigheid noch niet erkend hadt. Zeer onverwagt veroverden daar op de Spanjaarden Sardinië, en niet lang daar naa eenige plaatzen op Sicilië. ■ DitgedragderSpa/z- jaardtn gaf gelegentheid dat de keizer des te fpoediger de vreede met den Turk trof, en met Frankrijk en Grootbrittanje het zoogenaamd viervoudig verbond floot, om dat men reekening maakte, dat de ftaaten daar mede in treeden zouden, en het welke ten oogmerk had, om elkanders regten en bezittingen te handhaven,en het ftelzel van Alberoni het onderfte boven te keeren. Alberoni zette des niet tegenflaande zijn ontwerpen voort , beoogende in Frankrijk tegen den regent, en in Engeland tegen den koning een opftand te verwekken, doch gelukkig wierden bij tijds zijn aanflagen ontdekt en verijdeld. De oorlog daar over ontftaan, tusfchen Frankrijk en Spanje, en deflegte gevolgen van dien, deed Alberoni in ongenade vervallen , en Spanje in het viervoudig verbond treeden. In 't Noorden was door de dood van .len oorlogzuchtigen Karel den XII. .van gelijke de vreede herfteld. Engeland had ook door een verdrag met Zweeden in den koophandel meerder /oordeelen weeten te bedingen dan de Staaten. —  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 197 Ailezints ftrijdig tegens de voorwaarde, op welke de ftaaten het viervoudig verbond wilden aannee- men. Dus fcheen zich Europa van rondsomme tot rust te fchikken. Opmerkelijk is het om al de ftaatkundige ontwerpen van fijn uitgedagte verdragen dus in haar verband naar te gaan. Maar ongelukkig voor het menschdom, dat veel bedrijven in de ftaatkunde geen zedelijke toetst kunnen doorftaan ; want in de meeste ftaatkundige handelingen, en naakomingen van die , fchijnt de goede trouw verbannen. Bij de lluiting der verbonden tragt de een den ander te vergaauwen', men flijpt zijn brein om de verdragen zoo listig zaamen te ftellen, dat de voordeden van den een boven den ander niet gemerkt kunnen worden. En komt het op de naarkoming der verbonden aan, dan zoekt men allerhande uitwegen; en die geen fteek kunnende houden, komt men eindelijk met loode fchoenen en meest maar gedeeltelijk tot denaarkoming der verbintenisfen. -i Had er in de burgerlijke maatfchappij geen meerder goede trouw dan in de ftaat, kunde plaats, ■ alles zou wel dra in wanorde genaken,, en wederkeeren tot de barbaarfche eeuwen der oudheid. §. MCXXI. De voorïge oorlogen de ftaaten van Europa met fchulden overlaaden hebbende, zoo begon ieder te denken op het herftellen van den vervallen ftaat zijner geldmiddelen. De zucht tot groote winst deed het volkzoo in Grootbrittanje, als in Frankrijk 'en de Nederlanden fmaak krijgen in N 3 XXI. HOOFDST. VERVAL.  XXI. HOOFDST. VF.RVAL. Ï98 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ontwerpen, welken den ftaat van zijn fchulden ontheften, en de beurfen der handelaaren konden verrijken. John Law een Schotsman van geboorte, was de voornaamfte die daar omtrent allerhande ontwerpen vormde tot verbeetering van den koophandel, en herftelling van 't vervallene credit van den ftaat. Maar in Engeland vonden zijn voorflagen geen ingang. Doch in Parijs komende, wist hij den hertog regent fmaak te doen krijgen in de oprigtingvan een bank, even als die van Londen, en meer andere voornaame kooplieden van Europa, alwaar vreemden en onderzaaten hun geld indebank leggen, en tegen behoorlijk geteekende handfchriften verruilen kunnen, welke zij weder kunnen overwijzen geheel of ten deele op eens anders rekening, tot groot gemak der handelaaren, wier geld hierdoor in zeekere bewaaring is, en hun in ftaat fteltom met die handfchriften denzelven handel te drijven als met hun geld. Het voorbeeld der bank van Londen opgerigt in 't jaar 1694. bewees van wat nuttig gebruik dezelve bij geldleeninge voor den ftaat was, te meer wijl de interest van deeze geldleeninge, en meer andere voordeden der bank, naar aftrek der onkoften van tijd tot tijd aan de deelgenooten uitgereikt werden , waar door de aiïien of aandeelen in de bank prijs hielden, of, als men geene uit-of inlandfchen oorlog vreesde, zelfs fteigerden in waarde. Dit alles' vond zoo veel ingang bij den hertog regent, dat m '$ konings naam, onder beftuurvan Law, een  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 100 die-gelijke bank in Frankrijk wierd opgersgt: De koning en rijksgrooten gingen voor met geld in de ' bank te zetten, en voor 't einde van 't jaar 171.9. was ervoor meer dan 640 miljoenen aan handfchriften uitgegeeven, en men voegde er noch 360 miljoenen aan handfchriften bij, die gang door het Rijk zouden hebben in plaa'tzevan geld, zoo dat de gantfche hcofdzöm 1000 miljoen livresbeliep. Een zom op die tijd verre overtreffende al het kontante geld in Frankrijk. Hier door werd de kroon in eens bezitter en gebruiker van het geld zijner onderdaanen en van zommige vreemdelingen, die paajende met handfchriften, welke in de wande-: ling voor geld doorgingen en die maar een ingebeelde waarde hadden in 't vertrouwen dat men aan de bank gaf. Had Law het hier bij laaten berusten , zou des konings crediet herfteld zijn gebleeven, en Frankrijk zich uit den flegten ftaat zijner geldmiddelen ten deele gered hebben ; ja ! Frankrijk genoot zelfs al daadelijk groote voordeelen daar van bij de oprigting, doordien de koophandel begon toe te neemen, en de wisfel zich ten deele herfte'de, daar ze bevoorens ruim 15 ten hondert ten nadeele van Frankrijk was. Men rigte een maatfchappij van koophandel op , onder den naam van maatfchappij van Mififippi, een gewest in Noord-America, en waar in men deel kon neemen met fchuldbrieven ten laste van den ftaat, (tegen de volle waarde), daar ze nogthans op dien tijd maar 69 per cent waardig gefchat werden. De N 4 XXI. IOOFDST. 'ERVAL.  XXI. HuOi'DST. VERVAL. 200 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL kroon trok deingekome fchuldbrieven in, en verbrande dezelve, geevende daar voor aan de deelgenooten de attien in deeze maatfchappij, en waar van men zich zoo veele voordeden beloofde, dat 's volks drift zoo gaande werd, toen de regeering bekend maakte, dat zij noch voor 25 miljoenen bankbriefjesin de maatfchappij wilde aanneemen , dathet beloop der aólien tot job miljoenen fleigerde. Alle infchrij vingen waren daadelijk vol, hetgeenezoodaanig een crediet daar aan gaf, dat de deelgenooten of beleggers hunne aétien voor een dubbelde waarde konden verkoopen. De regeering met deeze volksdrift haar voordeel doende, floeg eerst een leening voor van 50 miljoenen, de helft te betaalen in a&ien tegen 200 ieder actie , en welke als onder de prijs gefield wordende, daadlijk vol waren; naderhand wierden noch meerder beleeningen uitgefchreeven, die om dat men weinig geld bij de actiën had toe te geeven mee ten eersten vol raakten, te meer om dat men dezelve daadelijk met een merkelijke winst konde verkoopen. Zelfs reezen ze in Wintermaand des jaars 1719. en en in Louwmaand des jaars 1720. tot 2050 livres, Doch de kunstflreeken die men gebruikte om de aftien op hoogeprijs te houden, en de bovenmaatige waarde van dien verwekte agterdenken , het wantrouwen ontwaakte, ieder zogt voor de papiere handfchriften zijn geld uit de bankte losfen; de bank geraak, te uitgeput, het crediet verviel, 't geld werd verborgen gehouden , en de handfchriften der bank  »ER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 201 werden fchoon papier , waar door een meenigte van huisgezinnen tot armoede vervielen. ■ En om de rampen noch te vergrooten, kwam er een onregtvaardige wet uit, waar bij aan een ieder verbooden werd om niet meer dan 500 Uvres aan geld bij zich te hebben. Het parlement welke zich tegen deeze verderfelijke maatregels aankante, werd gebannen. En eindelijk naar dat men dus ijcq miljoenen fchulden van den ftaat op het voik had overgedragen , zoo kwam er een openbaar bevel des konings, waar bij alle betaalinge in bankbriefjes en actiën der maatfchappij verboden wierd.-— Dit voltooide den flag. Law was in tijds gevlugt en had naauwlijks zoo veel mede genomen , dat hij er van leven konde, doch enkelde waaren er die met dien actie handel fchatten gewonnen hadden. §. MCXXII. In Engeland had men het zelfde oogmerk, als'm Frankrijk, om door deeze weg de fchulden van den ftaat af te losfen. De Zuidzes maatfchappij, bevoorens opgerigt, diende daartoe, vooruitzigt van groote winst deed wel haast de actiën van 130 tot digt aan de 400 en vervolgens tol 1000 rijzen, doch eindelijk daalde dezelve tothaai gewoone prijs. —— Doch in IMland en Zeelani waren de maatfehappijen, die men oprigte, var een geheel andere natuur,men beoogdegeen ftaats fchulden daar mee af te losfen ; de regenten dei fteden hadden te veel doorzicht; neen ! het warer maatfehappijen van koophandel, asfurantie en dier gelijke; maar zoo dra verviel de Zuidzee maat- XXI. looFosr. 'erval. I i  XXI. HOOFDST, VEItVAU i 202 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL fchappij in Engeland niet, of de zoogenaamde aöïe of windhandel geraakte tot verval , de handelaars daar in wierden het voorwerp van befpotting, men fchimpte op hen in prenten en gedrukte fchriften. Men voerde fchouwfpeelen ten toneele, waar in zij fchandelijk wierden doorgeftreken. En eindelijk geraakte dezelve windhandel geheel in vergetenheid. §. MCXXIII. Tusfchen Spanje en Engeland werd niet alleen de vreede getroffen, maar zelfs ook een verbond van onderlinge befcherming tusfchen Frankrijk, Spanje en Engeland geflooten, dat geheim gehouden werd; om reden dat zulks ftrijdig was tegen het viervoudig verbond. Maar de hertog regent had in Frankrijk daar zijn bijzondere inzichten mee, als hebbende met Spanje beflooten, de Spaanfche Infante aan Lodewijk den XV., en de dogters van den regent, een aan den erfgenaam der Spaanfche kroon, en de andere aan den tweeden zoon des konings van Spanje uit te huuwelijken. — Enge. land bij de vreede Gibralter en Port Mahonverhee. gen hebbende, liet zich door die weg gemakkelijk overhaalen in de belangens van Spanje] - -Hier uit kan men zien - hoe door het eigen belang alle ftaatsbelangens befluurt worden. Het voor- naamfte geheim der ftaatkunde beftaat dierhalven daarin, om alle deeze bijzondere eige belangens der volken tot het hoogst mogelijke voordeel te beftuuren. Zoodaanig dat ieder land of volk laar een algemeen nut uit trekken kan. De  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 203 fchranderRe ftaatsdienaars zijn dus de zulke, welke zonder dat het te veel in 't oog loopt, voor hun vaderland de beste voordeelen, uit dit een en ander weetien te haaien, en waarom zij ook niet te kundig kunnen zijn in de algemeene en bijzondere belangens der vorsten, ten einde zij bij onderhandelingen van verbonden, met een fluweele tong, ofwel befnede penne, de best mogelijke doeleinden bereiken. Dit verbond tusfchen deeze drie opgenoemde Rijken verwekte een geheele vervreemding met het keizerrijk en maakte de bijeenkomst te Kamerijk vrugteloos. De keizer mee overweegende, de voordeelen die hij uit een zeemagt zoo voor zich zelve als- zijne onderdaanen konde trekken, regte te Oostende een Oostendi- fche maatfchappij op, het welke Engeland en de vereenigde gewesten beweerde Rrijdig te zijn tegen de verdraagen , over en weder kwam men in penneftrijd, en werden de onderdaanen van Frankrijk en Engeland gelijk ook de ingezeetenen der vereenigde gewesten verbooden daar deel in te neemen, doch onaangezien dit alles kwam deeze maatfchappij tot Rand. Zie daar wederom een nieuwe twistappel en die van groote gevolgen vooi den Raat geworden is. §. MCXXIV. Deafftand der regeering van Pnr Lirs den V. aanzijn zoon Lodewijk den I. (en jong vorst van groote hoope),— deeze zijn dooden de wederaanneeming van den throon door Phi ups den V., was een ongewoon verfchijiizel en zt XXI. HOOFDST. VERVAL. 1  XXL Hoofdsi, verval. 204 OPKOMST , VERVAL EN HERSTEL kerlijk verzelt van meer als Godsdienstige oogmerken. De lotgevallen van onzen afgezant Ripperda, zijn onderhandeling van wegens Spanje aan het Wee. nen hof, waar bij de Keizer afftand deed van Spanje en de Indien, gelijk Philips van zijn kant affland deedt van de opvolging van Karel den II., zijn verheffing tot eerste minister aan 't Spaanfche hof, en het gene hij aldaar verrigte tot nadeel van zijn eige vaderland, gepaart met zijn daar op volgende val, leert ons, hoe gevaarlijk het voor een vreemdeling is, den ftaat te beftuuren. Nijt, haat, en wangunst rusten niet voor dat zij zoo een zijn val berokkend hebben. Een ftaatsdienaar tot de hoogfte trap van eer verheven , ftaat van rondsomme bloot voor de pijlen zijner vijanden, weinige die zich op hun hooge ftandplaats altoos kunnen befchermen, gelukkig zoo de vorst het verftand heeft om zelfs over de aanklagten te kunnen oordeelen. Want de hoven der vorsten zijn veeltijds broeinesten van ondeugd. §. MCXXV. In Frankrijk hadt Lodewijk de XV. de regeering aanvaard, de regent was kort daar op geftorven, en in zijn waardigheid opgevolgd door den hertog van Bourbon. Ongelukkig voor dat rijk, dat fchoon tegen het genoegen van den hertog de jonge vorst gehoor gaf aan zijn leermeester den oud bisfchop van Frejus, André Hercule Fleury, om op nieuws in Frankrijk de zoogenaamde Hervormden te vervolgen, doch op verzoek der (baten verkreegen de vreemde Protestanten die  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 205 zich aldaar hadden neergezet eenige vrijheden. — Maar van meer gevolg was in Frankrijk de te rug zending der Spaanfche Infante onder voorgeven dat zij te jong was, om noch te huwelijken met den koning; alle Franfchen moesten daar op binnen 24 uuren Madrid ruimen, en de prinfes van Beaujolois die aan den Infant Don Carlos beloofd was, werdt ook te rug gezonden naar Frankrijk. Nu fcheen de oorlog onvermijdelijk, maar Philips de V. vergenoegde zich door verdragen zich met het Weener hof te verbinden,gelijk wij bij §. 995. gezien hebben. Spanje, zoo wel als de Keizer bereikten door dat Weener verdrag beide hunne inzichten. Spanje was van zijn kroon verzeekert, hoopte noch op de herkrijging van Gibraher en Port Mahon, en kreeg verzeekering voor zijn oudHen zoon in de opvolging der hertogdommen Toskanen,-Parma en Piacenza. ■ De Keizer hadt door zijn voordeelig verdrag van koophandel, de erkenning en bekragtiging der Oostendifche maatfchappij verkreegen, met belofte van Spanje om de Pragmatike Sanftie te helpen handhaven. Hier op werdt de bijeenkomst te Kamerijk afgebroken, met gevolg dat Frankrijk, Engeland en Pruisfen zich bij het verdrag van Hanover tot onderlinge befcherming verbonden, en hoe zeer de Keizerfche en Spaanfche den ftaat ontrieden om er deel in te neemen, zij vonden om het belang des koophandels en de handhaving tot vernietiging der Oostendifche maatfehap,pij geraaden er in te bewilligen. Doch het Rusfi- XXI. HoOFDST. VERVAL.  xxi. HoOFDST. VERVAL. I I 20(5 OPKOMST, VERVAL ES HERSTEL Jclie hof trad in het Weener verdrag. Door die een en ander veranderde dus de gantfche ftaatsgeReltenis van Europa. Het evenwigt der magten tvierd verplaatsten voorfpeldegroote veranderingen. De verdragen van Weenen en Hanover waren regtflreekstegen eikanderen, ieder hadt zijne bondgenooten, en beide werkten zij om hun bondgenootfchap te vergrooten. — Zweeden en Denemarken traaden in dat van Hanover. Wederzijds wapende men zich; de gedagten waren algemeen dat de oorlog onvermijdelijk was; in Engeland was de hofpartij er niet tegen, doch de Staaten. gelijk ook Frankrijk, en zelfs de Keizer vreedzaame gevoelens hebbende, zoo bleven de zwaarden voor als noch in de fchede, want de Keizer vertrouwde niet veel op de hulp van Spanje, en de kardinaal de Fleury oordeelde wel en te regt dat het Rijk van Frankrijk de vrede noodig had, te meer wijl de koning een zwak vorst was , wiens dood om de throons opvolging het rijk in groote onrust konde brengen. Maar Spanje, welke het altoos zijn zaak niet fcheen, den oorlog te beginnen, opende het oorlogs toneel met het beleg van Gibralter, eeri pbats door natuur en konst zoodaanig verfterkt, dat men dezelve onwinbaar fchat van de landzijde. De Engelfchen meester ter zee zijnde, kreunden zich b'erhalve weinig aan zoodaanig een belegering, en leiden zich maar toe omdat Rijk ter zee te befchaligen. De bondgenooten van Weenen en Hanover len oorlog willende vermijden, handelden over en  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. Hóf weder door ontwerpen, om de vrede te bewaren, doch ieder zijn bijzonder belang daar in beoogende, en vooral de Keizer veel tegen dien eisch van vernietiging der Oostendifche maatfchappij in te brengen hebbende, zoo hieldt dit de onderhandelinge lang flepende, maar eindelijk werdt het ontwerp van den kardinaal de Fleury, §, 1004. bij de voornaamste bondgenooten goedgekeurd. — Spanje aarzelde het langst, om reden, dat men aldaar werkte aan een verzoening met het hof van Frankrijk , in vertrouwen dat zulks doorgaande, Frankrijk zich vervolgens weinig aan de belangens van het Hanovers bondgenootfchap zou laaten gelegen leggen. Inmiddels ftierf George de I. die door zijn zoon George den II. werdt opgevolgd, en kwam de verzoening tusfchen de hoven van Spanje en Frankrijk tot ftand, waar door in 't vervolg de belangens van Europa wederom een andere keer naamen. §. MCXXVI. Eindelijk kwamen de bondgenooten van Weenen en Hanover over een om te Soisfons een bijeenkomst te bepaalen, tot bijlegging der onderlinge verfchillen. Elk handelde aldaar volgens zijn bijzondere inzichten. De Keizer fchoon met Spanje door het Weener verdrag verbonden, zag niet ongaarne de protesten van den Paus en groot hertog van Toskaanen, omtrent 's keizers belofte wegens dat hertogdom en meer andere bezittingen ten behoeve van Don Carlos. Door de eifcheQ tot overvoering der Spanjaarden in plaat* XXL 300FDST. 'ERYAL.  XXL HoOFDSTV VERVAL. ■ l ÊoS OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL van Zwitzers, vreesde de keizer ook, dat in tijd en wijlen het huis van Bourbonhem in Italië temagtig zou worden. Met Spanje en Engeland was ook heel wat te vereffenen, en het handhaven der Pragmatieke San£tie was een fluk van geen minder aanbelang. Te Soisfons kon men het ook niet eens worden; doch de onderhandelingen werden te Seville in Spanje hervat, en door een verdrag bemiddeld. —- Frankrijk befloot er toe, ten einde de vriendfchap met Spanje volkomen te maaken. Groot-» brittanje verkreeg hier door de bevestiging in 't bezit van Gibralter, Port Mahon, en herflelde den koophandel op Spanje en Amerika. En de vereenigde gewesten bereikten ook ten deele hun oogmerk, naamentlijk de handhaving tot de vernietiging der Oostendifche maatfchappij, en waar toe men den Keizer zou tragten te bewegen, gelijk ook de overvoering der óooo Spanjaaren naar Italië. — Dóch dit een en ander ging zoo volkomen niet als men wel wenschte. De Keizer hadt geheime en bijzondere oogmerken, want naa de verzoening van Spanje met Frankrijk, zag hij wel, dat Grootbrittanje en de Staaten niet ongenegen fcheenen om in hunne oude maatregelen te treeden, met spzigt tot de verbintenisfe met den Keizer. Men begon de magt van Spanje en Frankrijk te mistrouwen, hierom veinsde de Keizer ongenegen te zijn tot het verdrag van Seville, en bewerkte door die veg,om het bejang des koophandels,dat Grootbrit* ■anje en de Staaten het bekende Weener verdrag 11 oo-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 2ÖQ ftooten, het geene van zulke heil'ooze gevolgen voor ons vaderland geweest is. Hier zag men wederom bewaarheid het geene ik in de aanmerkingen op voorige hoofdftukken, nopens de verdra» gén van onderlinge befcherming, gezegd heb. Het kon immers niet misfen, of hier door moesten alle hoven, die belang in de verdeeling van het Oostenrijkschhüïs hadden, op den Maat misnoegd worden. Konden de voordeelen van de vernietiging der Oostendifche maatfchappij, welke men daar bij beoogde, opweegen tegen de fchadelijke oorlogen, waar in wij vervolgens door dit verdrag gewikkeld wierdén. : Was dan de handhaving der Pragmatieke SanStie een zaak van zoo veel gewigt voor den ftaat, om daar alles aan op te offeren? Is 't wel het belang van een republiek, die enkel door koophandel moet beftaan,om beftellingen over de erfopvolgingen der Rijken te maaken ? Neen! het is van agteren gebleeken, dat onze hooge magten zich in dit ftuk bijfter bedroogen hebben. §. MCXXV1I. Gelukkig, dat de ftaaten zich hielden buiten den oorlog over den Poolfchen throon, fchoon de keizer vermeende,dat zij uit hoofde van het Weener verdrag, gehouden waren hem onderftand te verkenen, tegen Frankrijk, Spanje en Sardinië, die hem, om dat hij den keurvorst van Saxen daar in onderfteunde, den oorlog hadden aangedaan. Wijzelijk was der ftaaten gedrag, door bij Frankrijk te bewerken, dat de Spaanfche Nederlanden, in welke zij hunne barrière hadden, onzijdig bleven, — V. Deel. O XXL ^OOFDST. VERVAL.  XXI. HüOFDST. VERVAL. ] 210 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL Hier door hielden zij den oorlog van hunne grerïfen, en de keizer was genoodzaakt , tot zijn fchade de vreede met Frankrijk te maaken. —— Verkrijgende tegen den afftand van Lotharingen, de belofte van Frankrijk om de Pragmatike SanEbie te handhaven , en voor het genoegzaam alree verlooren Napels en Sicilië , Parma en Piacenza, en het geene verder op hem zoo in Duitschland als Italië verovert was- —- Doch Grootbrittanje en de Staaten waren zeer te onvreede, dat de fluiting der vreede buiten hun kennis was gefchied. §. MCXXVIII. Hethuuwelijk van den prins van Oranje met de kroonprinces van Engeland had veel invloed op de ftaatsbelangens der vereenigde gewesten. En fchoon de ftaatsregeering voor als noch niet gezint fcheen, om de prins tot die waardigheden zijner voorvaderen te verheffen, zoo had die vorst nogthans hier en daar zijn lievelingen in de regeering. Engelands ftaatkunde vorderde om de verheffing van zijn hoogheid, indien mogelijk, te bewerken , om dat daar doordat Rijk dan des te meer van de vriendfchap der gewesten konde verzeekert weezen. Wan: voorige tijdvakken hadden ge- ïeert,dat er onder de ftaatsregeering veele vrienden en lanhangelingen van Fr ankrijk waren geweest, daar in tegendeel de ftidhouderlijke regeering zich altoos meer Engeisch gezint betoond had, door den nvloed welke de ftadhouders, als vermaagdfchapt ian de Engelfche koningen, op de ftaat?vergadering^ ladden. Van daar die naauwe verbintenisfe tus-  DËR VEREENIGDE NEDERLANDEN. Slt fchen dat Rijk en de vereenigde gewesten die zommige öm Raatsbelangen, als onaffcheidelijk aanmerkten : Engeland den Staat in zijn belangen hebbende, was dan verzekert, dat geene der Zeemogendheden zijne heerschzugt paaien konde zetten. —* Om nu de verheffing van zijn hoogheid te bewerken bij de ovèrige gewesten , daar toe fcheen de ftaatsregeering te vast gevestigd. De vreede maakte dit onmogelijk; -—- een nadeelige oorlog te verwekken was beter daar toe gefchikt? Het jaar van 1672. had zulks geleerd , en het Weener verdrag lei daar den grond toe, om naa 's keizers dood den ftaat in een oorlog te wikkelen. -—- Indien men dus van agteren de ftaatkundige geheimen ontzwagteld ziet, moet men ver fteld ftaan over de vooruitzigten en ontwerpen, die men in de ftaatskabinetten vormt. §. MCXXIX. In den kort daar op volgenden oorlog tusfchen Grootbrittanje en Spanje, hielden zich de Staaten even als in de Noordfche gefchillen aan de onzijdigheid, en zouden groote voordeelen daat uit getrokken hebben, zoo niet de Engelfchen hun handel op Spanje op allerlei ongehoorde manieren belemmert en benadeeld hadden. Het was deeze natie hun hoofd-doelwit, zich van de heerfchappij der Zee te verzeekeren, en den koophandel van andere Zeemogendheden te verzwakken of te bederven. Hunne behaalde voordeelen in Amerika baanden daar al meer en meer den weg toe, en fchoon de hofpartij in dien tijd niet oorlogzuchtig was,moej* O a xxi. HO >FDST» VERVAL.  XXI. ÜOOFDST. VERVAL. I 212 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ten zij nogthans om het volk genoegen tegeeven Spanje den oorlog verklaaren. Dit was ook de reden dat de ftaat niet verpiigtwas, onderftand aan Engeland te verkenen tegen Spanje. Hier uit kan men zien van wat oorlogzuclnigen aart de Engelfche.natie is , dat zij om eenige voordeelen in dea koophandel te behaalen, daadelijk het oorlogszwaard uit de fcheede rukt om het menschdom te vernielen. Strookt dit met de beginzelen van rede, menschlijkheid, en waare ftaatkunde ? Ja! ftrijd het niet met de natuur des koophandels, die de volken moest vereenigen, om onder de fchaduw van den vreede wederzijds den handel te doen bloeijen? Kunnen denadeelenvan den oorlog opwegen , tegen de geringe voordeelen die men er mee wint. Doch gelukkig voor het mensen- dom, dat Engeland, met deeze, gelijk ik te regt mag zeggen vervloekte ftaatkunde , zijn eigen val berokkent. §. MCXXX. Hadden tot hier toe over het algemeen de Europifche vorsten zich bevlijtigd om de vreede te bewaaren; 's keizers dood zonder manlijke erfgenamen naa te laaten, veroorzaakte een bron van onlusten; de wapens wierden gewet, de heiligde afftanden kragteloos verklaart, en Euro- pa geraakte van rondsomme in roere. Veele vorsten die de handhaving der Pragmatike Saniïie beloofd hadden, kwaamen nu op met ongehoorde eifchen;zommigen wilden's keizers geheek nalaatenfchap , en weer anderen een gedeelte van dien heb-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 213 ben. ■ Dus ziet men,hoe in de ftaatkunde de fterkfte verbonden noch vasfer verbrooken dan gemaakt worden. Heeft dit nu plaats bij de vorsten, die voorgangers in regt en geregtigheid behoorden te weezen , behoeft men zich dan te verwonderen, dat in deeze zoogenaamde befchaafde eeuw, de waare deugd en. goede:'trouw onder het menschdom zoo weinig te vinden is? Neen! het een volgt het ander ; zoo ontrouw de' vorstelijke hoven in hun gedrag zijn, even zoo verbasteren ook de volken en geflachten in hunne bijzondere handelingen. Gelukkig voor Maria There- sia, oudfte dogter van Karel den VI., gehuuwt aan den hertog van Lotharingen, dat haare vijanden, te wangunftig op elka'nderen, over den buit die zij onderling wilden verdeelen het niet eens waren. Dat huis van Oostenrijk, welkezedertdedertiende eeuw een groote aanwas van magt en aanzien verkreegen had, zoo dat het op zommige tijden voor Europa vreezelijk was geworden , en bij andere en laatere gelegendheden de Franfche heerschzugt paaien gezet had, fcheen nu door verdeelingen in andere vorstelijke huizen ingelijfd, en als verilenden te raaken. ——- Het overgeblevene van de leenroerige regeering was de bron der gefchillen, en maakte dat de opvolgingen der Rijken in Europa aan veele bloedige omwentelingen onderhevig waren. De gefchillen hier over wierden veeltijds met de pen begonnen, en met het zwaard beflist. Maria Therjesia verkreeg O 3 XXI. HOOFDST. /ERVAL. i  XXI. HüOFDST. VERVAL. 214 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL uit fcragte der Pragmatike Santtie van Karel den VI. 's keizers geheele naalaatenfchap: de koningrijken van Hungarije en Bohème , Silefie , Oostenrijks Zwaben, Opper- en Neder-Oostenrijk, Stiermarken, Carinthie, Carniole, de vier Waldfieden, Burgaw, Bresgaw, de Oostenrijkfche Nederlanden, Frioul, Tirol, Milaan,: de hertogdommen Parma en Piacenza maakten dië'cgroote erfopvolging uit. Zij trad in het eerst gerust in het bezit van alle deeze uitgebreide ftaaten, en wist door haare deugdzaame hoedaanigheden de liefde des volks te winnen. §. MCXXXI. Frederik de III. een jong ftaatkundig vorst, bedreeven in de oorlogskunst en voorzien van een rijke fchatkist, met een leger zoo zommige willen van meer dan 100000 man, was de eerste die aan 't hoofd van 30000 man eisch maakte op eenige vorstendommen in Silefie, en daadelijk met de wapenen daar bezit van nam. — Zie daar het oorlogs toneel geopent. Nu moest de koningin kiezen, Frederiks eifchen toe te ftaan — of zich met de wapenen te verweeren. — Het eerste zou gelegentheid tot blijken van laf. hartigheid gegeeven hebben, om haare vijanden uit te lokken tot meer diergelijke onderneemingen; derhalven fehoot er niet over dan het laatfte te kiezen, doch ongelukkig had wijlen keizer Karel de VI. aan zijne erfgenaame wel ultgeftrekte ftaaten , maar een geringe krijgsmagt en een berooide jchatkist naagelaatem Van daar das  ÖER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 215 de krijgskans ten voördeele van den crooten Frederik moest uitvallen , geevende die vorst in den flag van Mollwitz daadelijk blijken, hoe zeer de Pruisfifche wapenen te dugten waren. Doch wat aangaat de regten van dien vorst op Silefie, die waren oud en ver gezogt,en konden beter door de wapenen, dan door het regt, ten zijnen voordeek beflist worden, Die fchrandere vorst voor¬ zag ook wel, dat deeze ftoute ftap hem bondgenooten zou verfchaffcn. In Frankrijk hadden de broeders,'de graaf, naderhand maarfchalk,de belle isle, en de ridder de belle isle , twecrmanner van groote bekwaamheeden, het tianfche hof tegen het gevoelen des kardinaals de' FLEURYOvergehaald om zich van dit tijdftip te bedienen, ten einde he huis van Oostenrijk te verzwakken, emdus het groo gebouw van ftaatkunde des beroemden Riciielieü! te voltrekken. Hier toe ontwierp men het plat om den keurvorst van Beijeren de keizerlijke kroon en een gedeelte der ftaaten van Karel den VI. t bezorgen, Oordeelende het daarom dienstig, zie met de koningen van Pruisfen en Poolen te verbis den , wier belang het was de verdeeling der erflar den te bevorderen. Dit plan ontbrak nu maar c uitvoering. De keurvorst van Beijeren drong m< de wapenen door in Oostenrijk; dehoofdftad Wfe\ nen liep gevaar, maar in ftee van zijn voordeel t vervolgen, viel hij in Boheemen en liet zich alda tot koning kroonen, en ontving kort darins betoonde daar alle vlijt in; veele ingezeeteten fleepen hun brein om nieuwe ontwerpen dien-  DER. VEREENIGDE NEDERLANDEN. 237 aangaande op te geven. Doch de invordering bij hoofdgeld voldeed in 't geheel niet aan de verwagting, de taxatiën waren ongelijk, en aan te veel gunst en ongunst onderworpen, wijl intusfchen vreemdelingen niets aan den lande betaalde , ftrijdig tegens dien voornaamen grondregel van. wel ingerigte belastingen', • naarhentlijk.rfat de lasten, in evenredigheid van het vermogen der ingezetenen, geheven moeten worden, zoö dat gene der bijzondere [landen daar door benadeeld kunnen worden.—• Want een volmaakte gelijkheid in deezen ftrekt tot verarming van minvermogende. Ja! alle belastingen bij taxatie zijn vooral in een land, dat dagelifks om den koophandel door vreemdelingen bezogt wordt, nadeelig, daar debelastingen geheven wordende op het gene iemand verteert, zoo betaalen deeze vreemdelingen even als de ingezeetenen, ftaande hun verblijf, dezelve imposten. Hierom was er geen andere weg over, die beter naar de gelegendheid onzes lands gefchikt was, dan om de belastingen bij collette te innen, te meer wijl men door welberaamde maatregels 's lands bedienden aan -zoodaanige banden van verpligting konde leggen, dat de ontrouw daar in geweerd, eq alle regenten en andere ingezeetenen zonder oogluiking hun verfchuldigde daar in betaalden. Het is ook van agteren gebleken, aan de afgeloste kapitaalen , dat dit beftuur der finantie van groot voordeel voor den lande geweest is. Wenfchelijk was het maar, dat sommige baatzuchtige in^e- XXI. EIOOFDST. VERVAL.  XXL HoOFDST. VüRVAL, 238 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL zetenen, door ongehoorde fiuikerijen 's lands imposten zoo niet benadeelden, en dat de belastingen meer gefchikt konden worden naar het vermogender ingezcetenen'doch daar is niet wel een andere weg op, dan door de imposten op de weelde en pragt te vermeerderen, en in evenredigheid van die vermeerdering, de imposten op de onontbeerlijke behoeften van het gemeen te verminderen. §. MCXLI. Door de vastftellmg der erfopvob ging van 's prinfen naakomelingen,zoo in de mannelijke als vrouwelijke linie, tot de hooge waardigheden die zijn hoogheid bezat, geraakte de regeering op een vaster voet. Die vorst betoonde ook vervolgens, in het veranderen der regeering, dat zijn edele ziel vrij van alle wraaklust was; het gelede ongelijk werd bij hem vergeeten en vergeven, zoo dat waardige en bekwaame re, genten, die bevoorens voor de belangens der ftaatsregeering geijvert hadden, des niet te min in de regeering bleven , en zijn hoogachting verwierven. Een cara&er maar enkel aan groote zielen eigen. Wenfchelijk was het dat alle vorsten op die manier dagten, dan zou de laffe vleijtaal op hun hart zoo veel ingang niet vinden, en de ronde taal van den waren patriot meer toegang en gehoor verkrijgen , maar ongelukkig voor het menschdom, dat de vorsten te veel willen gevleid weezen. Want hij die anders fpreekt als een zoodaanig vorst denkt of begeert, valt daadelijk in den haat, verkrijgt den naam van een tumultmaaker en word op allerhan-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 239 de wijze in 't geheim, of in 'c openbaar door den vorst of zijne aanhangelingen vervolgt. §. MCXLII. Van wat fchadelijke gevolgen deeze Oostenrijkfche fuccesfie oorlog voor ons vaderland en deszelfs finantien geweest is, blijkt, als men overweegt, dat de ftaaten verpligt-waren een vrijwillige gift uit te fchrijven,zoo dat alle de van tijd tot tijd vermeerderde lasten, niet meer toereikende waren om aan de. behoefte van den ftaat te voldoen. Zie daar al wederom de fcha¬ delijke gevolgen der verbonden van befcherming, en evenwel willen noch zommigé'beweeren , dat dezelve noodzaakelijk zijn om ons te beveiligen voor de aanvallen onzer vijanden. . Maar ik vrage eens aan dezulke of de gefchiedenisfen niet leeren, dat de meeste oorlogen van ons met andere volken hier zijn oorfprong uit genomen hebben, dit zoo zijnde, was het dan niet veiliger op onze eige kragten te fteunen, met het zeeweezen zoodaanig te verfterken , dat wij voor de roverijen onzer zoogenaamde natuurlijke bondgenooten, doch laat ik liever zeggen vijanden, beveiligt raakten. Ja! wat vertrouwen kan men op verdragen ftellen? Hoe veele magtige vorsten hadden zich niet tot handhaving der Pragmatieke SanStie verbonden, en wierden niet alleen ontrouw, in de naakoming daar van, maar kwaamen zelfs met ongehoorde eisfchen voor den dag, van bezittingen waar van zij bevoorens plegtigen afftand gedaan hadden. — Is dat zoo, welke ftaat is er dan te maaken op zulke verbintenis. XXI. HOOFDST. VERVAL.  XXL HoüFOST. verval. 24© OPKOMST;, VERVAL EN HERSTEL fen? Wat Raatkundigen kunnen ons verzekering gé, ven, dat zo.o dra de belangens der vorsten omtrent ons veranderen , of wij zouden even als andere ontrouw behandeld worden. .-— Heeft het ons de bevinding niet al geleerd met Engeland ; een Rijk daar wij -zedert Willem den III. :zijn tijd op het flerkltemee verbonden zijn geraakt;, kom laat eens een Engelschgezinde mij eenige voordeelen opnoe, men, welke wij uit die verbintenisfen getrokken hebben, levert de géfchiedenisfen wel iets dienaangaande op? Neen! het tegendeel, zij zijn het die hun grootheid tragten te bouwen op den ondergang van onzen koophandel;door onze naauwe verbintenis met dat Rijk,, zijn wij in verfcheide oorlogen gewikkeld, waarvan 's lands grootfte fchulden oorfpronkelijk zijn, met gevolg, dat 's lands zeemagt, de eenige fchutgodinne des koophandels, tot een aanmerkelijk verval geraakt is, dat de ingezeetenen niet fchier ondragelijke lasten bezwaard zijn geworden, tot verloop en verval der eertijds bloeijende fabrieken. Ik zal nu niet herhaalen,het ontrouw gedrag van deezen onzen zoo.genaamden natuurlijken bondgenoot, in de belemmering van-onzen koophandel ter zee, daar heb ik al zoo veele fchilderijen van opgehangen, dat ■mijn vaderlands bloed aan 't gisten zou raaken, vooral tegen dezulke van ons, die met mond of penne het ontrouw gedrag der Engelfchen zoeken te regtvaardigen , tot fchande en oneer van het and hunner geboorte; doch ik zal in 't vervolg deer  der vereenigde nederlanden. 241 deczer gefchiedenisfen noch wel eens nadere geiegentheid krijgen, om het verraadelijkgedrag dier bastaarden , beter naam verdienen zij niet, ten toon te ftellen. §. MCXLIII. Het is opmerkelijk, dat onze zeemagt juist tot verval gekomen is , zedert onze naauwe verbintenisfe met Engeland onder Willem den III. en vervolgens, daar in tegendeel de Engelfcïie zeemagt van dien tijd af aan geduurig is toegenomen, — zou men daar geen reden voor kunnen vinden? mij dunkt van ja! Het was Engelands belang als met ons op het naauwst verbonden, om door hun invloed op onze ftaatsvergaderingen , liet daar heen te leiden, dat wij van langzaamerhand daar in zoo verre verzwakten, dat wij hun doeleindens tot de volkome heerfchappij ter zee nimmer konden betwisten. Want door hun meerderheid op zee waren zij genoeg in ftaat om Frankrijks en Spanjes zeemagt te fnuiken, voor al naa dat de Mgi.lfchen in Noord-Avnerika zoo magtig zijn geworden. Hoe zwakker nu onze zeemagt was, des te veiliger konden zij onzen koophandel, als zij in oorlog met Frankrijk of eenige andere zeemogendheid waren belemmeren, en ongeftraft het grootfte onregt plegen, als wel verzekert zijnde, dat wij dit geduldig moesten verdragen, te meer,om dat wij dóór hun, in zoo veele nadeelige landoorlogen gewikkeld waren geweest, dat 's lands fchatkist niet gedoogde om onze zeemagt in ftaat te houden. Hun ftaatkunde vorderde ook daarom, om V. Deel. q XXL hoofdst; verval.  242 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL XXI. Koofdsp. verval. door vorstelijke huwelijken zich met het Orange huis te verbinden, en door deeze hun invloed op de ftaatsvergaderinge, de vereenigde gewesten in hunne belangens te houden. §. MCXLIV. Wijzelijk was het gedrag der ftaaten in het laatst van deezen oorlog, dat zij den invoer der Franfche koopwaar en verboden. Dit gaf aan Frankrijks koophandel een der gevoeligfte flagen, en deed veel voordeel aan de begonnen vreedes onderhandelingen. — Een blijk, hoe men door een wel uitgedagt verftandig ftaatkundig gedrag, meenigmaalen zijn vijanden gevoeliger flagen kan toebrengen, dan door de overwinnendfte wapenen. Te bejammeren is het maar, dat het eigen belang van zommige kooplieden te veel invloed in deezen heeft op de adviezen der koopfteden. §. MCXLV. Als wij dus alle in- en uitwendige omftandigheden van ons vaderland in dit tijdperk met aandagt nagaan , dan moeten wij bekennen dat onze magt en aanzien merklijk is afgenomen , zonder zelf eens van het verval van koophandel te fpreeken, als zulks fpaarende tot het volgende hoofdftuk. Ons ftaatkundig gedrag in dit tijdvak lei daar den grond toe, en heeft gelegentheid gegeeven tot alle die onheilen en daar op volgende verandering van regeering. Schandelijker en fchadelijker oorlog hebben wij nooit gevoert , 't was enkel verweerend, en met dat al waren wij doof voor al dat geene, welke dienen kon om de wapenen van onzen bodem te keeren,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 243 en dat eenig en alleen, om dat wij luisterden naar den raad onzer bondgenooten. Een blijk van wat fchadelfjke gevolgen de verbintenisfen met magtige vorsten kunnen weezen, indien men vooren nadeelen alvoorens niet wikt en weegt, en de gevaaren voorziet en voorkoomt. Hadden wij liever in deezen met ons eigen belang geraadpleegd, in plaats van naa onze bondgenooten te luisteren , en de best mogelijke wegen ingeflageri om den oorlog te vermijden, waarfchijnlijk zouden alle die aanmerkelijke veranderingen in ons land niet zijn voorgevallen. Schoon zekerlijk niet ontkend kan worden, dat de ftaatsregeering van die tijden wel verbetering noodig had, en dus die omwenteling van regeering eer voor-, dan nadeelig was, gelijk ik hier voor al heb aangetoond. Doch het fchijnt als wij de gefchiedenisfen raadpleegen, aan alle gemeenebesten wel eigen te zijn, dat zij meer dan andere regeeringsvormen bloot ftaan voor geduurige omwentelingen. Om reden dat het vuur van twist en tweedragt meer vat op vrije gemoederen heeft, dan wel bij zulke volken, die'de vrijheid niet dan in naam kennen. Van wat gevolg het verandert ftaatsbeftuur op ons gemeenebest geweest is, zullen wij in het verder beloop der gefchiedenisfen zien. Q » xxr. Hoofd si» verval.  XXII. HoOFDST. VERVAL. I748. Redenen van misnoegen tus fchen regenten en het volk. 244 opkomst , verval en herstel TWEE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Van de vrede van Aken, tot de dood van prins Willem den IV. in 1751. §. MCXLVI. De affchaffing der pagten, tot het genoegen van het gemeen , en tegen den zin van veele regenten gefchied zijnde, zoo ontftond daar uit een verwijdering tusfchen de regeering en het volk, die toenam, naa dat men vernam, dat de prins op de ftaaten hadt begeerd „ dat toch eens „ den ingezetenen alle wettige redenen van be„ zwaaringen, op 't ftuk van de begeving der amp„ ten, mogten worden benomen, en dat, zonder „ eenig uitftel, de overwegingen, om de posterijen „ aan 't gemeene land te doen komen,mogten her„ vat, en tenfpoedigfte tot een gewenscht einde ge- „ bragt worden." Van rondsomme werden beëedigde lijsten naar den Haag gezonden, van de jaarlijkfche inkomsten der bijzondere ampten en bedieningen, maar wegens de posterijen bleef men in Amfterdam bij de voorgaande refolutie, om de posterijen ten eeuwigen dage aan de ftad te houden, ftrijdig tegen het gevoelen van zijn hoogheid en de andere fteden, die dezelve in 's lands kasfe wilden gebragt hebben, alleenlijk van ftads we-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 245 gen aanbiedende ,, om met zijn hoogheid, en met j, den raadpenfionaris, te overleggen, wat, van ,, wegen de ftad, uit de posterijen, naar een bil? ,, lijke evenredigheid , ten behoeve van het gemee,, ne land , zou behooren te worden opgebragt." Hier uit zag nu wel het gemeen, dat burgemeesters dier ftad niet beoogden om de posterijen tot hun bijzonder voordeel aan de ftad te willen houden, maar zij waren daar mede niet vergenoegd, ,, men begeerde bij gedrukte verfpreide fchriften, ,*, herftelling der oude voórregten en gildenkcuren, ,, een' krijgsraad , uit en door burgers gekooren, „ overgifte der fchutters doelen, verkiezing der ,, vroedfehappen, en benoeming der ichepenen „ door de burgerije ; aanfteiling van bewindheb,, bers der Oost- en Westindifche maatfehappijen, „ door dezelfde;aflchaffing, voor altoos, van pag,, ten, excijnzen en overtollige lasten, op de vaste goederen en perfonen; overgift der poste,, rijen en van 't courantierfchap aan de burgerij, ,, of aan zijn hoogheid; verkooping van alle amp,, ten enz." Deeze en meer andere prul- en hekelfchriften op dé regenten dienden eigentlijk om een verandering in de regeering te bewerken. ■ Een Daniël Raap, met zijn aanhang, ontwierp ten deezen tijde een verzoekfehrift aan burgemeesteren en raaden; het behelsde 1. ,, om de posterijen ten fpoedigften op te dragen aan den prins „ erfftadhouder, in vertrouwen, dat zijne hoog9, heid daar van, ten beste van land en ftad, geQ3 XXII. HooFDsr. VERVAL. Misnoegen in Amfterdam.  xxir. HOOFDST. VERVAL. Veranderinge van regeering. 246 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ bruik zoude maaken. 2. om alle wettige rede„ nen van bezwaarnis, over de misbruiken in 't „ ftuk der ampten ingefloopen, met allen moge„ lijken fpoed, weg te neemen, en voortaan gee„ ne ampïen te begeven, dan aan ingeboorne en „ genaturalifeerde gezeten burgers en inwooners. „ 3. Om de voorregten der burgerij, zoo in 'tftuk „ der gilden als in andere opzigten, te herftellen, 3, en gene kolonellen en kapiteinen te kiezen dan „ uit de burgerije, zonder dat dezelven, immer „ te gelijk , regenten zbuden mogen worden." J!~ Ik zal mij niet in laaten om alle de bijzonderheden, bij het veranderen der regeering op last der ftaaten in Amfterdam en andere fteden voorgevallen te melden, wijl zulks niet zeer tot eer van onze naticftrekt, en zelfs zeer onaangenaam voor zijnhoogheidwas,verk!aarendedievorstbij het ontflag der regenten, dat zij hier door niet gehoond of yerdagt gehouden moesten worden, als of zij zich in de regeering van den lande niet naar behooren gedragen hadden; Neen! het oogmerk was maar pm de rust te herftellen, en hierom toonde zich zijne hoogheid bereid om deeze regenten en hunne huisgezinnen en goederen des noods , in zijne befcherming te neemen. In de meeste fteden deedt de regeering vrijwilligen afftand, doch veele van die wierden daadelijk door zijn hoogheid op nieuws daar toe aangefteld, en dit ganfche werk, door een algemeene vergiftenis bij de ftaaten van Holland beflooten. In Gelderland, Utrecht en Overijsfel ge-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 247- fchiede ook de verandering der regeering, en verkreeg zijne hoogheid dezelfde magt, welke wijlen Willem de III. als ftadhouder over die gewesten bezeeten hadt. Doch in Zeeland viel weinig of geen buitegewoone verandering in de regeering voor, en werden de pagterijen gehandhaafd. Maar hi' Friesland wierd de gantfche gedaante der regeering op eenen anderen voet gebragt; bij het nieuw reglement werdt bepaald ,, wie voor edelen en eis', gen erfden, uit welke de afgevaardigden tenland,, dagen gekooren werden, zouden worden gehou,, den. Voorts, wierden verfcheiden misbruiken, ,, in 't Hemmen tot afgevaardigden ten landdage, ,, geweerd, en bepaald, dat, ingeval van 't ftee,, ken der ftemmen, de beflisfing aan 't lot gelaa,, ten zou worden. In 't benoemen van eenen 5, Grietman, waar van de verkiezing aan den erf,, ftadhouder ftondt, zou men op bevoegde per- foonen moeten agt geven, en zoo, hier over, ,, verfchil viel, zouden de ftadhouders indertijd ,, eenige leden magtigen , om deswegen onderzoek ,, en uitfpraak te doen. Wethouders of ampte,j naars der fteeden zouden te gelijk geene griet,, luiden, bijzitters, fecretarisfen noch fiskaalen, eener grietenij mogen zijn, noch, wegens des, zelve, op den landdag afgevaardigd worden. Ds „ gewoonlijke landdag zou, gelijk van ouds,eens 5, 's jaars, gehouden worden; in fprokkelmaanc „ aanvangen, enten langsten zes weeken duuren. i, Het hof zou de volle regtsoefening behouden; Q4 1XXII. HOOFDST» fERVAL. Verandering in • Friesland.  xxn. HoOFDST VERVAL. I74p. 's Prtnfen gezag vei meerdert. Vermindering van krijgsvolk, 248 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ gelijk van ouds; doch zich niet fteeken in de po. „ litieke beftiering der bijzondere fteden of land-. „ ftreeken. De nedergeregten zouden ook gehand3, haafd worden, in de regtsoefening, hun, van 3, ouds, hebbende toebehoord. • In Groningen en Ommelanden kwam men van gelijke tot het- veranderen der regeering. . Op veele plaatzen ging zulks niet te vredig toe, waarom ook deftaa-. ten dier provincie een algemeene vergiffenis lieten afkondigen. §.. MCXLVII. 's Prinfen gezag was hier door - merkelijk vermeerdert, voor al in Gelderland, Fries-, '"land en Stad en Lande, daar het bij berigtfehriften merkelijk bepaald was geweest. — Zijn hoogheid verkreeg ook het erfftadhouderfchap van StaatsBraband, Vlaanderen en Opper-Gelderland, als mede het opperdirecteur- en gouverneurfchap over de Oost- en Westindifche maatfehappijen, doch de aangebode wedde van deeze maatfehappijen wees zijne hoogheid van de handt. §. MCXLVIII. De vrede alomme bekragtigd zijnde,zoo verminderden de ftaaten hun krijgsvolk. Doch zij konden voor eerst bij Frankrijk noch niet bewerken, de vernieuwing van het verdrag van koophandel van den jaare 173.9. • . Engeland bragt ook klagten in, over het belemmeren der Engelfche vaartop vrije en onzijdige havens in de Indien. Met den koning van Pruisfen werdt de nadere overeenkomst tot aflosftng der gefchoten gelden op Emden en Qostvriesland getroffen. De  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 249 raadpenfionaris Gilles lei zijn ampt neder, en werdt daar in opgevolgd door den Heer Pieter Stein. §. MCXLIX. Het invorderen der gemeene middelen bij collecte in'de meeste gewesten, baarde' bier en daar eenige opfchudding, en bijzonder te^ Haarlem, doch dafdoor de komst van krijgsvolk' in de ftad geftuit werdt. In Amfterdam en Rotter-' dam weigerden ook de wijnkoopers om den afgevergden eed te doen van 's lands impost niet te verkorten, wijl zij den impost van de wijnen in admodiatie dagten te bekomen als voor heen. In Amfterdam deeden zij met veel moeite den eed, en naardien de wijnkoopers in Rotterdam die bleven weigeren en de gaarder hun de uitflag biljetten weigerde, zoo ftond die handel genoegzaam ftil, maar een vrees, dat de Amfterdammers het voornaamste van dien handel zouden tot zich trekken, bewoog hun tot den eed, fchoon het huis van dien wijnkoper, welke den eed het eerst deedt, aangevallen en gedeeltelijk geplondert werdt. In zommige kleine fteden en andere plaatzen ontftonden mee opfchuddingen, uit misnoegen tot de regeering, die zij verandert wilden hebben, doch de beroerte te Steenwijk over het beroepen van een Predicant was van meer gevolg: eene Fledderus en meer andere werden door de regeering gevangen genomen,en den eerste ter galge verWeezen,doch zijne hoogheid ftuitte de verdere regtspleging, herftelde de gevangenen in hun eer, veranderde de rei Q5 XXII. loOFDST. 'ERVAL. I750. Dpfchuctlingen>ver de inroeringenIer colleee. Opfeliudding te Sleewijk  XXII. HoOFDST. VERVAL. Geflooten verdragen, De prins Lodewijk van ' Bruns- : wijk Wol- j fenbuttel tot veid- i maarfchalk A aangefleld. I75I- ] Zijnehoog-11 heid wordt f ingehuldigt; als markgrave van Peere en jf Vlisfingeu, 250 OPKOxMST, VERVAL EN HERSTEL gecring, en wordende het lijk van Fledderus van onder de galg ontgraven , en op een eerlijke wijze met groote ftatie ter aarde befteld. §. MCL. Tusfchen de koningen van Spanje en Grootbrittanje,. werdt overliet Asfienio verdrag een overeenkomst getroffen, en met het laatstgenoemde hof, de Staaten, en den keurvorst van Beijeren voor den tijd van 6 jaaren een verdrag van onderftand geflooten, om voor 440000 guldens hollands 's jaars, te betaalen twee derde door Engeland, en een derde door de Staaten, 6000 man op de been te zullen houden, doch die niet tegen den keizer of het Rijk mogten dienen. Een diergelijk verdrag werdt ook met den koning van Poolen geflooten. Inmiddels zonden de ftaaten een gezantfchap aaar Frankrijk, tot aankweeking van vriendfchap, m verkregen daar op een gewoonen Franfchen amjasfadeur in den Haag. §, MCLI. Zijne Hoogheid zedert eenigen tijd djn lichaams gezondheid voelende afneemen, ver;ogt en verkreeg van de ftaaten, dat de prins .odewijk van Bruns wijk Wolfenbüttel tot veldnaarfchalk over 's lands krijgsvolk op een wedde 'an 24000 guldens werdt aangefleld, en kort daar laa bewerkte zijn hoogheid, dat deeze prins n'erdt voorgefchikt om bij zijn overlijden als operhoofd de ftaatfehe troepen te gebieden, op een larwedde van 40000 guldens. §. MCLII. Ten deeze tijde werd zijne hoogheid gehuldigd als markgrave van Veere en Vlisfin-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 251 gen. Tusfchen de hoofddeelgenooten ter kamer Zeeland, die beweerden eenuitfluitend regt op de kolonie Esfequebo te hebben, en die van de kamer Amfterdam rees een groot verfchil, het geene over en weder door bekwaame pennen werd befchreven, doch het verfchil bleef door bijkomende omftandigheden voor eerst onvereffend. §. MCLIII. De koning van Pruisfen te Embden een Oostindifche maatfchappij opgerigt hebbende, verzogt van de ftaaten, dat zij in de Indien zijne fchepen in hunnehavens wilden ontvangen, doch de ftaaten a nwoorden hier op : ,, dat zij gezind blee„ ven,om, metzijne Pruisfifche majefteit, vriendfchap te onderhouden, en, derhaiven, zijne on„ derzaaten niet zouden weigeren , het inloopen „ in alle zulke havens van hunnen ftaat, die voor alle volken open ftonden. Doch dat zij niet ,, kondennalaaten , den koning onder 'toogtebren,, gen, dat de Oostindifche maatfchappij deezer 3, landen, zedert veele jaaren, een uitfluitend oc,, troi om op de Oostindien te handelen verworven ,, had, waar bij zelfs aan alle andere onderdaanen ,, van den ftaat, met naame aan zulken, die in „ dienst der maatfchappij geweest waren, de vaart ,, en handel derwaards verbooden was. Dat zij ,, van zints waren, de maatfchappij,bij ditoftroi, „ te handhaven , en hierom van 's konings regtmaatigheid verwagten, dat hij niet zou gedogen, ,, dat onderdaanen van den ftaat, en vooral luiden s, die in dienst der Nederlandfche maatfchappij, XXII. ioOFDST. /ERVAL. De Oostindifchemaatfchappij te Einden opgeregt, en verzoek dien aangaande , methet antwoord van de itaatcn daar op.  XXII IIOOFDS' ▼ERVAL. Aanmoe' ging ia Engelan, op de Hi ringvang, Zijne hoogheids zorg over de herftelling der fabrieken. 252 OPKOMST. VERVAL EN HERSTEL . „ geweest waren, met zijne fchepen, afvoeren „ naar Oostindie ; alzo de maatfchappij niet zou „ konnen nalaaten, in zulk een geval, deplacaten, >, tot handhaving van hun oef roi gemaakt ter uit„ voering te doen Hellen, en zulke onderdaanen „ van den ftaat, ftrengelijk, en zelfs met de dood li-» te doen ftraffen." Intusfchen geraakte die ï maatrchappijin ftand en zond eerlang een fchip naar f Chma- In Engeland werd ook eene maatfehap- :t' pij van visfeherij opgerigt, en ter aanmoediging uit 's konings inkomsten voor 40 jaaren, een aanzienlijke premie aan de reeders voor ieder ton haring toegelegt. De ftaaten verboden daar op, dat geene Hollandfche visfehers, zich in vreemde dienst der koopvaardij of visfeherije zouden begeeven, op verbeurte van lijf en goed, en een eeuwige balhngfehap, zoodaanig dat hunne kinderen hun nagezonden, en geene de minfte onderftand van aal- moesfeniers of diakenen genieten zouden. ■ ■ Verder werd verboden den uitvoer van ledige haringtonnen, duigen, hoepen, want, drijftüig, en pekel. De visfeherij werd boven en behalven een vrije invoer die zij alreehad, ook vrijgefteld voor 3 jaaren van alle uitgaande regten, verkrijgende teffens vrijheid van impost van al dat geene, welke op de fchepen gebruikt wierd. §■. MCLIV. Intusfchen ging zijn hoogheids zorg op de herftelling van de vervallen koophandel en fabrieken, verklaarende voor zich en zijn hof niet dan inlandfche zijde, wollen en andere ftoffen te-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 253 willen gebruiken ,met verzoek dat de leden der vergadering, regenten , amptenaars en de landzaaten in 't gemeen hem daar in geliefden naa te volgen. ■Verder verboden de ftaaten op voorftel van zijn hoogheid den uitvoer der voornaamfte wevers gereedfchappen op een boete van iooo guldens. — Ervaaren kooplieden fielden ook ten deeze tijden aan zijn hoogheid ter hand, eene verhandeling over den koophandel van den Jlaat der vereenigde Nederlanden. Ik zal om het gewigt deezer floffe zulks ■van onzen beroemden gefchiedfchrijver Wagenaar overneemen. De oorzaaken tot vestiging der eertijds bloeiende handel oordeelden deeze bekwaame kooplieden driederlei geweest te zijn. i. Natuurlijke , 2. Zedelijke, en 3. Toevallige of van buitenkomende oorzaaken. Tot de eersten bragt men, 1. De geleegenheid van deezen ftaat ,, in 't mid,, den, tusfchen het Noorder, 'en Zuider gedeelte „ van Europa: 't welk den wederzijdfchen koop„ luiden, gelegendheid gegeeven had, om hunne „ overvloedige waaren herwaards te brengen, en tegen andere te verruilen , waar door hun de moeite en 't gevaar van lange reizen befpaard ,, werdt. 2. De onvrugibaarheid des gronds , en „ de behoefte daar uit ontftaande, door welke de ,, nijvere landzaaten werden aangezet , om bij ,, vreemden te gaan zoeken , 't geene zij t'huis ,, niet bekomen konden. 3. Visclirijkheid der na,, buurige Zeeën , waar door men geleegenheid „ kreeg, om de onvrugtbaarheid en de engte des XXII. HOOFDST. VERVAL. ■ Plan tor herftel van den koophandel.  XXII. HOOKDST. VERVAL. I 254 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL 5, gronds te boeten, en zelfs met den overvloed „ der vangst , uitheemfchen handel te drijven " der de zedelijke of ftaatkundige oorzaaken, rekende men: ,, 't verleenen van vrijheid van Gods. » dienst, welk veele ingezetenen der nahuurige ,, gewesten, herwaards gelokt had. 2. 't Befcher„ men van bedrukte en vervolgde vreemdelingen, een „ beftendigen grondregel van den ftaat. Hierdoor „ waren ook veele vreemdelingen herwaards ge,, trokken, die behalven huh geld en goed, ook „ veelerlei konsten , weetenfchappen en hand„ werken hier te lande gebragt hadden , al 't „ welk den handel had doen bloeijen. 3. De ge. „ Jleldheid der regeeringe , en daar uit volgen„ de vrijheid in den burgerftaat, die niet ge„ doogde, dat iemands leeven of goed af hing , „ van eens anders -willekeurige magt. 4. De on„ zijdige oefening' des regis, omtrent grooten en „ kleinen, vreemdelingen en inwooners, en 5. De „ wijsheid in 't Staatsbeftuur, de goede -trouw in 'c naarkomen der gemaakte verbintenisfen,en voor „ al de voorzigtige zorg om zig buiten oorlog te „ houden, en de vre:ede te verzekeren, welke drie „ laatfte oorzaaken, niet minder dan.de twee eers„ ten, veele vreemde kooplieden bewoogen had, „ om zig hier te komen nederzetten." Onder de toevallige of van buiten komende oorzaaken werd geleld: 1. ,-, Dat de koophandel in andere landen i, verwaarloost of verdreeven werd, toen men hier , de regte middelen ter hand floeg, om dien te  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 255 „ doen bloeijen. De vervolgingen om den Gods,, dienst in verfcheide landen, dreeven de koop„ luiden naar een land, daar zij in hun geweeten ,, vrij blijven mogten. 2. De langduurige burge,, lijke oorlogen , eerst' in Frankrijk , toen in ,, Duitschland, in Engeland, én elders , hadden daar den koophandel belet, en hier gevestigd. „ 3. Dat Spanje en Portugal, terwijl de ftaat mee „ hen in oorlog was, hunne Zeemagt verwaarloost „ hadden, terwijl men ze hier in eenontzaggelij„ ken ftaat had weeten te houden. Naa 't openleggen van de .oorzaaken der opkomst des koophandels hier te lande , werd in de verhandeling aangemerkt : „ 1. Dat de natuurlijke ,, oorzaaken nog genoegzaam dezelfde waren , als eertijds. Alleenlijk, waren de monden der rivieren, merkelijk ondieper en enger geworden: ,, 't welk het in- en uitloopen der fchepen onge■„ makkelijker maakte: ook hadden wij de visfehe- fcherij in de naaste Zeeën gemeen met anderen: j, waar door de haring, kabbeljaauw, enwalvisch„ vangst verminderd was. 2. De zeedelijke of „ ftaatkundige oorzaaken waren allen nog in vol„ len kragt. 3. Doch de toevalligen hadden mer„ kelijke verandering ondergaan , de vervolging ,, om den Godsdienst was opgehouden: de verag„ ting welken men buiten 's Lands voor den koop- handel plagt te hebben, vermindert. DeUitheemV, fte mogendheden ijverden om ftrijd tot voort„ zetting van den koophandel, visfeherij en hand- XXII. [-Ioofdst. herval.  XXII. HoOFDST VERVAL. Bewijzen van 't verval des koophandels. 256 , OPKOMST, VJJRVAL EN HERSTEL „ werken. Al 't welke onzen koophandel geen „ kleinen krak gegeeven had. De Engelfchen wa„ ren de eerste geweest, die nu eene eeuw gelee„ den, wettonhad gemaakt, enkelijk ftrekkende, „ om den koophandel van deezen ftaat tot zig te „ trekken, daar men geen halve eeuw te vooren, „ de wolle nog herwaards plagt te voeren, het 5, geene nu ftrengelijk verbooden was. De mees„ te andere Rijken hadden dit voorbeeld gevolgd, „ hun best doende, om ons den handel teonttrek„ ken, en deeze poogingen al bleek fchoon nog „ niet dat de handel hier te lande afgenomen was, „ moesten ons aanzetten om voor deszelfs behou„ denis met allen ernst te waaken. „ Doch om met eenige naauwkeurigheid te bepa„ len, of en in hoe verre ieder tak van koophan„ del afgenomen ware, zou men, vervolgde de „ verhandeling, veel lichts konnen fcheppen uit de „ boeken der admiraliteiten, waarbij blijken kon, „ wat van elke koopmanfchap voorheeu en nu, „ in- en uitgevoerd was. De admiraliteiten had„ den zeiven in 't jaar 1745. erkend, dat de hap.„ del zedert veele jaaren zeer vervallen, elk die „ van den handel beftond had er de mond vol van. „ In de voornaamfte koopfteden ftond een gewel„ dig getal van winkelhuizen ledig. Die Amfter„ dam over vijftig jaaren gekend had , ftond er „ over verfteld, het bootsvolk was fchaarfer, men voer nu met de voortbrengzel van 't Noorden en „ de Oostzee het land voorbij, naar Frankrijk, •> Span-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 257 35 Spanje, Portugal en Italië, en van daar Noordwaards terug: daar, men eertijds deeze beiderlei „ gewesten uit de pakhuizen onzes lands plagt „ te voorzien. Amfterdam was nog voor weinige jaaren de marktplaats van indigo en andere verf,, ftoften. Nu vond men er fchier geene over^ ,, blijfzels van. Duitschland trok, zedert eenige „ jaaren, de Franfche, Spaanfche, Portügeefche en Italiaanfche waaren, regelregt, en liet ze te ,, Altona en te Hamburg aankomen; uit Bóurdeaux „ was in 't laatfte jaar drie maal meer fuiker, kof,, fij en indigo gevoert naar Hamburg , dan naar „ deeze landen; hennip, vlas en andere Ooster„ fche waaren, werden het land voorbij West„ waards gebngt; In Spanje waren geene Hol,, landfche huizen van koophandel meer , onze landsluiden hadden maar weinig aandeel meer ,j in de laading der galiioenen, en onze handel op „ de Levant was fterk afgenoomen. De katoen„ drukkerij, fuikerbakkerijen, en andere irafiken, „ onlangs in Hamburg en Bremen en zelfs in Bra„ bant en Vlaanderen opgeregt, Waren ook bewij,, zen van 't verval des handels hier te lande. ,, Doch onaangezien alle deeze redenen , vond men luiden die dreeven, dat onze koophandel ,, nog in den zelfden ftaat was, als voor deezen, s, zij bouwden hier op : 1. Dat de in- en üitgaan,, de regten, 't waaggeld, 't lastgeld op de fche. „ pen, de regten op de verteering enz. niet waren j, vermindert. 2. Dat de klagten der koopluiden, V. Deel. R. XXII. EIüc7t'i)ST. VERVAL. VV* edcrlegging der redenen , :en tegendeel bijgübragt.  XXII. Hoofdst. verval. " 3 258 OPROMST, VERVAL EN HERSTEL niets beweezen, alzoo de winsten dezelfden, „ doch alleenlijk onder meer perfoonen verdeeld j, waren. 3. Dat de pragtige levenswijze der koop* ,, luiden veel koste, en reden tot klaagen gaf." Maar op deeze redenen werd in de verhandeling aangemerkt: „ datde aanwas, of ftandhouding der „ inkomende regten, geen bewijs was van eenen „ bloeijenden koophandel, alleenlijk bleek er uit, dat men meer overtollige vreemde waaren be„ hoefde; welke behoefte vermeerdert was, ten deele door de toeneemende pragt, ten deele ,, door de gevolgen van den ftrengen winter des „ jaars 1740., die den invoer van veele Uitheem„ fche levensmiddelen, ten deele door de aanhou„ dende fterfte onder 't vee, die den invoer vaö ,, vreemde beesten, boter en kaas noodzaakelijk „ gemaakt had. Zeker, zoo onze koophandel al« „ leen beftond, in een invoer van vreemde waa„ ren, zou hij in plaats van voordeelig, bederfe,, lijk zijn voor *t land. Dat de inkomende regten „niet verminderd waren, bewees, derhalven, „ niet, dat de koophandel niet verminderd was» „ Bloeiende koophandel kon alleen door het ftand„ houden, of aanwasfen der uitgaande regten be„ weezen worden. Doch als men de jaaren van u den jongden oorlog uitzonderde , in welken , , Frankrijk, Spanje en Engeland hunnen handel , gedreeven hadden, over deeze landen, 't welk , veel vërtiering en'uitvoer veroorzaakt had; zou , men bevinden , dat de uitgaande regten fterk  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 259 $, waren verminderd. Maar hier uit bleek, dat de uitvoer van vreemde ingevoerde waaren alleen' ,, den handel bloeijen deed. De ftaat trok geen 3, voordeel van 't zenden der gewasfen, 'en voortij brengzels van het Noorden, en de Oostzee, fe,, gelregt naar Frankrijk, Spanje, Portugal, en 3, Italië, Wanneer hiertoe alleen vreemde fchepen „ gebruikt werden, 't Welk flegts van 't geval af„ hing. Om zulk een handel te drijven, behoef3, de men ook niet, te Amfterdam of te Rotter3, dam, of zelfs in 't geheel niet in de vereenigde 33 gewesten te woonen, de belastingen, opdever3, voering over deeze landen, hadden deezen han3, del Voorbij ons land veroorzaakt, die men niet ,, dan dcor ontlasting fcheen te konnen dóen af„ neemen. Dat Wijders de lastgelden op de fche* j, pen niet minder opbragten dan voorheen, lever3, de ook geen bewijs van bloeijenden koophandel 3, uit. In den laatfteh oorlogstijd waren onze j, fchepen Veel gebruikt door vreemden» Die „ zelfs de hunnen aan de Hollanders hadden moe„ ten verkoopen: 't welk de fcheepvaart wel een „ derde had doen toeneemen, doch men kon fcheep. ,, vaart en reederije hebben, zonder veel koop,, handel; als vreemden ónze fchepen gebruikten, „ om hunne Waaren te vervoeren zonder dat zd ,, hier kwaamen. Friesland had veel fcheepvaart; ,, doch geenen óf weinigen buitenlandfcheh koóp3, handel, 't Standhouden der regten op de vcr3, teen'hg, was alleen, of genoegzaam alleen, van R 2 , XXII. loOFDSTi 'EKV.-.L.  XXII. II'OOFDST. VERVAL. Oorzaaken van verval des koophandels. 3 J 3 3 3 > 3 3. 26Q OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ invloed op de weeverijen, fabrieken en neer-in33 gen, en kwam hierom niet in aanmerking in „ 't onderzoek van den ftaat des koophandels." Beweezen zijnde, dat de koophandel fterk afgenomen was, onderzogt men, in de verhandeling, de oorzaaken van dit verval , welken men vond: „ i. In de zwaare belastingen op den koophandel 3, gelegd,gelijk waren, de in- en uitgaande regten, „ het lastgeld, waaggeld e. z. v. en 2. inden ijver „ van de meeste vreemde volken, die zig, in de „ voorleeden eeuw, meer dan voorheen, hadden 3, begonnen toe te leggen, op den regtftreekfchen „ koophandel, en ons land voorbij gevaaren wa„ ren; zoo men de eerste oorzaak kon wegnee„ men, zou de tweede, veel ligt, ook veel van haa„ re kragt verliezen, en de zaak fcheen gevonden „ te zullen zijn, zoo men eene algemeene porto , franco of vrije haven invoerde, en den koophani, del van alle verdere belastingen ontheffen kon, , doch zulks fcheen ondoenlijk. De admiralitei, ten hadden haare inkomsten hoog noodig. De , vrije in- en uitvoer van allerlei vreemde waaren, , zonder onderfcheid, zou 's Lands gewasfen, fa, brieken, volkplantingen in Oost en Westindie, , visfcherijen e. z. v. merkelijkbenadeelen. Konst , was 't van deeze verfchillende belangen te ver, eenigen. 't Kwam meest aan, op het uitvinden , van andere inkomsten, voor de admiraliteiten; , op het weeren der verkortingen van 's Lands regten, en op het invoeren eener eenpaarige hef-  BER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 2ÖI s, finge van 's Lands gemeene middelen, in alle de gewesten, 't Belang van den ftaat moest boven ,, dat van een bijzonder gewest, 't belang van een ., bijzonder gewest boven dat van eene enkele ftad ,, gefchat worden, men beoogde egter niet, de s'i inwendige gefteldheid van den ftaat te veranderen; maar alleenlijk den koophandel te ontlas,, ten. Hier omtrent nu kwam in aanmerking: ,, i. Welke goederen voornaamlijk behoorden ont,, last te worden, en naar welke regels ? en i. waar in de ontlasting behoorde te beftaan. De goe,, deren welken men behoorde te ontlasten, oordeelde men te moeten zijn. I. Zulken die door vreemden gebruikt en van hier getrokken werft, den. 2. Zulken, die tot onze fabrieken, weverijen, handwerken en neeringen werden verbezigd. 3. Zulken, die, van buiten komende, „ hiereerst uitgezogt, in foorten gebragt, gezift, ,, en daar naa wederom verzonden werden. 4. Zulken, waar van hier ftapcl gehouden werd , en die hier doorjvreemden, dikwils, tot minder prijs „ konden gekogt worden, dan ter plaatze daar zij ,, vielen. En 5. zulken die niet nadeelig waren 3, aan onze fabrieken , en egter meest binnen 3, 's Lands gebruikt wierden." Op de tweede vraag werd alleenlijk aangemerkt: „ dat de ontlasting zoo groot behoorde te zijn als mogelijk ware, Coch zulke goederen door welker invoer onze ,, fabrieken, weverijen, handwerken, gewasfen, to volkplantingen en visfeherijen, benadeeld wer> 3 XXII. HOOFDST. VERVAL» Ten a.waar hi middelen tot herftellingvoorge flagen worden.  XXII. HoOFDST. VERVAL. Een bepaald porto franco aangeprezen. 2Ó2 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ den, behoorden niet alleen niet ontlast, maar „ zoo ver zij alleen tot pragt ftrekten, zoo zwaar „ als doenlijk waare belast te worden, alleenlijk „ moest men agt geeven, dat men zig hielde aan „ de verdraagen van koophandel, endatmendoor ,, veel te eifchen , geene gelegenheid gave tot flui,, kerijen , waar door men minder ontving dan ,, men gedaan zou hebben s zoo men minder ge,, vordert had, §. IvlCLV. Öm nu den vervallen koophandel te herftellen, werden vier middelen opgegeven 1. Een vrije doorvoering van buitenlandfche waaren, zoo die weer naar buiten gingen. 2, Vermindering der regten in de lijst van den jaare 1725 van goederen die meest plagten verzonden te worden; 3. een algemeen Porto Franco, en daar tegen een verhooging van 't lastgeld op de fchepen. 4. Het welk meest aangeprezen werdt, beftondt in een bepaalde Porie Franco, waar bij eenige goederen geheel vrij van in- en uitgaande regten zouden zijn; en weer andere iets betaalende, mits bij uitvoer te rug gegeyen wordende, doch nopens het laatste was men meest voor een vrije doorvoering, om dat tegen het misbruik van dien, reeds bij voorige Placaaten gezorgd was. En wat betrof den invoer van zommige goederen bij placaaten verbooden, oordeelde men, dat verbooden diende te blijven. Tot nadere aanwijzing wierden 3 lijsten tot inning der regten ontworpen daar bij overgeJegt, maar die om reden niet volkomen uitgewerkt  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 26*3 waren. Doch men oordeelde, dat alles vergeefs zou zijn, zoo de fluikerijen niet geweerd, en de middelen te water niet geheven werden op eenen ecnpaarigen voet. ,, Zeedert het invoeren der con„ vooij lijsten van den jaare 1725, waren er veel „ fluikerijen gepleegd en zoo eenig gewest of ftad ,, hier omtrent goedvondt, oogluiking te gebrui,, ken, was het in zig zelve onmogelijk, dier,, gelijke oogluiking in andere fteden of gewes- ten te voorkomen. Hier uit ontftondt, „ dat elk, om den koophandel te behouden, de fluikerijen door de vingeren zag, 't weeren der ,, fluikerijen was nodiger,wanneer men, geiijknu, ,, voorfloeg, de inkomsten der admiraliteiten te ,, verminderen; doch men hadt dit werk altoos 3, zeer moeilijk gevonden, vooral in ons land, „ welks gelegenheid, aan 't water, zoo wel als het ,, verfchillend belang en regtsgebied der gewesten ,, en fteden, zoo veel aanleiding gaven tot flui- ken; waarop men ook zoo veele konstgreepen „ uitgedagt hadt, dat men het niet dan door bui„ tengewoone middelen zou konnen voorkomen, ,, om welke middelen in 't werk te ftellen, de gcs, westen en fteden de handen in een behoorden te ,, flaan." Men ging vervolgens over,tot het voorflaan deezer middelen, die beftaan moesten: „ 1. „ in 't verzwaaren der ftraffe op fluikerij, die zom,, tijds in 'teerloos verklaaren, in 't bannen en in ,, 'tdooden beftaan, en zonder oogluiking uitge,, voerd worden moest, 2. In 't verleenen van' i 4 XXII. HoOFDST. VERVAL. Alles op een ecnpaarigenvoet in te voeren, ca de fluikerijen re weeten. Wijzen ivaar op zulks zou jehooren :e gefehielen.  XXII. HoOFDST. VERVAL. 26\l OPKOMST} VERVAL EN HERSTEL „ meerder ruimte tot onderzoek, vooral als men „ vermoede van bedrog hadt. 3. In 't maaken van ,, nieuwe ordonnantiën, omtrent allen die tot het losfen van goederen gebruikt werden. 4. In elk „ verlof te geven tot het aanbrengen der fluike„ rijen, met belofte van ftrafvrijheid, voor de me„ dcpligtigen. 5. In de paspoorten te laaten bij „ de goederen die langs de rivieren inkwaamen. 6. „ In de inkomende regten, alleszins als een gene„ raüteits niet als een provinciaal middel te behan- delen, ten welken einde 't gezag der admira„ liteits kollcgien behoorde gehandhaaft, enge„ fterkt, en de wethouders der ftede bij eeden ver- pligt te worden, om den convooibedienden de „ behulpzaame hand te bieden, zulken voor al die „ zig aan fluikerij fchuldig gemaakt hadden, niet „ van 't regtsgebied der admiraliteiten aftrekken„ de, voor de fchepensbanken: de admiraliteiten „ zouden zig insgelijks, bij eeden moeten verbin„ den, om 's.lands regten te doen heffen,cp eenen „ eenpaarigen voet, zonder de oogluiking die door „ zommige gebruikt mogt worden, terftondt naa „ te volgen; waar toe ook eenige reglementen om- trent derzei ver bedienden zouden moeten worden „ gemaakt. De inkomften der Admiraliteiten zou,, den wijders blijven beftaan, in de'regten op die ,, foort van goederen, welken nog zouden belast „ blijven, in de lastgelden op de fchepen, en in 't „ zegelgeld. En naardemaal volgens het tegenweer„ dig ontwerp, de regten ten ftrengften zouden,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 265 ,, moeten worden ingevorderdt, vertrouwde men, „ dat deeze inkomften niet alleen niet verminde„ ren, maar zelfs merkelijk toeneemen zouden, „ alzoo men reden hadt om vast te ftellen dat van ,, meer dan de helft der goederen, welken thans „ binnen deeze landen gebragt werden, gene noe„ menswaardige regten werden betaald." Vervolgens kwam men in de verhandeling tot het optellen der voordeelen, die uit de invoering van het ontwerp te wagten waren. ,, De koophandel zou „ niet alleen voor verder verloop bewaard wor„ den;'maar 't was te hoopen dar hij merkelijk zou 5, aanwasfen. De fcheepvaart zou ook naar ge„ lang toeneemen, en beide koophandel en fcheep., vaart zouden eikanderen doen aanwasfen. De „ af- en aanvoer dier goederen, welken de Porto ,, Franco genieten zoude , zou veel vertièring geeven. Men zou wederom in 't bezit raaken „ van den handel van 't Noorden naar 't Westen , „ en te rug, men zou beletten dat die van Hamburg, Lubek en Breemen, de Deenen en ande,, re handeldrijvende volken, ons geen verder na,, deel toebragten, en den handel aan andere plaat,, fen in zijn opkomst konnen fmooren : 't ver,, meerderen van den buitenlandfchen handel zoi ,, ook den binnenlandfchen doen aanwasfen, vee ,, lerlc-i menfchen aan middel van beftaan helpen. ,, en voor weverijen en handwerken voordeelic ,, zijn. De koopman zou ten minsten altoo-s voor s, deel trekken van 't ontvangen en verzenden j pe R 5 xxii. rlOüFÜST' 'ER.VAL. Optelling jer voordeelen hier uitte wagten.  XXII. Hooi-dst. VERVAL. Oplosfing der zwaapgheden. 2<56 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ van 't uitzetten zijner penningen onder vreemden, 't verzekeren en 't wisfelen zou ook toe„ neemen. De vermeerdering van den geldhan„ del zou-onze landsluiden beletten,hun pennin„ gen in vreemde fond/en te beleggen, en 't Zee„ varend volk zou overvloediger worden, naar be» „ lang dat de koophandel en fcheepvaart toenaa„ men, 't welk in oorlogstijden van eene uitftee3, kende nuttigheid was. Eindelijk was het voorge„ flagen ontwerp minst belast met overtollige „ wetten, 't kwam best overeen met den tegen33 woordigen ftaat van den koophandel, en 't ,, voorkwam 't fluiken meer dan eenig andere." De zwaarigheeden, welken men tegen het ontwerp, over 't geheel, maaken kon, werden vervolgens overwogen. Men kon 1. tegenwerpen, „ dat de fluikerijen den koophandel reeds zoo veel „ ontlast hadden , als men dien door 't ontwerp 3, ontlasten wilde; en dat de koophandel, des on„ aangezien, vervallen was." Hier op antwoordde men :„ dat het, fchoon de lasten dezelfde bleeven, „ nogthans veel fcheelde, op welke waaren die ,, gelegd werden, Zoo men de hoogfte regten „ hief van waaren die buiten 's Lands vertierd wcr,, den, en de minsten van zulken, die alleen bin3, nen 's Lands werden gebruikt, kon zulks niet ,, dan ten hoogfte nadeelig zijn voor den koophan^ ,, del. De ongelijke ophef der middelen te water, „ en de oogluiking op de eene plaats meer dan op ,3 de andere, was, zoo wel als hef aanhoudend  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 2 67 ., Huiken van zommige koopluiden, ook bederfib3, lijk voor den koophandel in 't gemeen, en dit ' 3, beiderlei nadeel zou, door 't nieuw ontwerp, s, voorgekomen worden. Men zou 2. konnen zegn gen , dat de lijst van 't jaar 1725. ingefteld „ geweest was, met het zelfde oogmerk, als het „ tegenwoordig ontwerp ; doch dat bij de uit33 komst was gebleeken, dat er de handel niet j, door toegenoomen was, maar men antwoorde „ dat de vermindering bij deeze lijst bepaald , niet „ groot genoeg, en de regten te ongelijk verdeeld geweest waren, tot zoo verre, dat men reden „ had, om te vermoeden, dat men, met het in„ Hellen deezer lijste, eerder beoogd had, de in„ komsten der admiraliteiten te vermeerderen, dan den koophandel te bevoordeelen. Ook w3ren ,, de fluikerijen, zedert, meer toe , dan afgenoo«,, men." Men zou 3. kunnen aanmerken, ,, dat de flegte ftaat van 'sLands geldmiddelen, en de ,, onzekere uitflag van de middelen, bij 't ontwerp ,, voorgeflagen, waarvan in allen geval, de voor}, deelen nog in lang niet zouden konnen getrok- ken worden, veel eer vorderden , dat men de 9, zaak liete op den ouden voet. Doch hier op 3, werd geantwoord, dat de goede uitflag van 't ,, ontwerp niet onzeker, maar uit de natuur der ,, zaake zelve te verwagten was. Uit vreeze 3, voor verwarring , alles op den ouden voet te willen laaten, floot de deur voor allerlei verbee- tering. Eb niemant zou zulk een regel in zijn xxii. loOFDST, 'ERVAL.  xxn. IIoül'DST. VERVAL. 1 ) S 268 OPKOMST, VERVAL ÉN HERSTEL „ huishouding willen laaten gelden , wijders zou' „ men ook konnen zeggen, 4. dat het opregten „ van eene bepaalde Porto Franco onze nabuuren „ tot afgunst verwekken zou, en hen alle midde„ len doen in 't werk ftellen, om ons dezelve tot „ onbruik te maaken, door tot hunnent dezelfde „ ontlasting in te voeren; of op het voorbeeld der „ Engelfchen te beveelen, dat men geene waaren „ bij hen bragte, dan met fchepen van het volk, „ of de plaats daar zij vielen of gemaakt werden." Maar op deeze bedenkelijkheid werd geantwoord, „ dat de nabuuren, die gewoon waren zig van on,, ze koopluiden en fchepen te bedienen, tot het „ flijten en vervoeren hunner gewasfen, niet tot „ afgunst zouden verwekt worden, zoo lang de „ ftaat volgens deszelfs beftendige grondregelen, „ zig bleef wagten voor 't geeven van billijkere,, den van misnoeging aan de andere nabuuren. 3, Andere hadden altoos getragt onzen koophandel „ te ftremmen, en zouden 't altoos doen. Daar ,, en boven waren de nabuuren niet in ftaat om tei, gen ons te handelen , naa dat men eens beflooten „ zou hebben, den buitenlandfchen koophandel, é zooveel mogelijk ware te ontlasten, en te be,, gunstigen. De gantfche ftaat was gefchikt tot „ den koophandel, deszelfs gelegenheid ten hoog„ ftenvoordeelig,beide tot den handel metgantsch , Europa en tot de visfeherij. Hoe gemakkelijk, , onkostbaar en fpoedig , konden de waaren in s deeze landen, door de menigte van binnewaters  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN» 269 ss van de eene plaats naar de andere gevoerd worj, den. Immers was er geen volk, welk meer ken,, nis had van den koophandel en fcheepvaart. De ,, deugden in koopluiden vereischt, werden hier te lande in hooger trap dan ergens gevonden, ,, vooral de naarftigheid en zuinigheid , waar in ,, geen handeldrijvend volk met het onze te verge,, lijken was. Een fchip daar andere agt en twin„ tig man op zetteden, werd hier met agtien of ,, twintig koppen bemant. Hier wist men de j, fcheepstoerusting te bezuinigen, en de fcheepen „ veel langer te gebruiken, dan elders. Hier was ,, nog overvloed van geld , 't welk gelegenheid „ gaf, om goed koop te koopen en bij tijds voor„ raad op te doen, geen volk vergenoegde zich met zulke kleine winsten, als her onze. Hier j, was geen dwang tot den krijgsdienst, en voor de ,, meeste ingezetenen weinige heilige dagen. „ Geen land ook bekwaamer, om Zeevolk aan te ,, fokken. De Oostindifche handel, met naame die der fpecerijen, gaf ons ook veel voordeel ,, boven andere volken. Al 't welke deed zien, „ dat anderen ons niet ligt gelijken zouden kon,, nen, in 't drijven van uitlandfchen koophandel, „ zoomen dien, hier, flegts genoeg ontlaste, en „ den blijvenden last verdeelde naar behooren;'t „ was wel waar, dat onze handel bedorven zou ,, konnen worden, zoo alle onze nabuuren den in„ voer verbooden van zulke waaren , die niet ,, vielen of gemaakt waren, ter plaatfe, daar de XXII. lïOOFDs'T VERVAL.  XXII. HoOFDST. VERVAL. f i ï 2fo OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ fchepen, met welken zij werden aangebragt, te „ huis hoorden. Doch zulk een verbod was niet „ zeer te vreezen, 't was zeer nadeelig voor zul„ ke volken, die zei ven veele gewasfen en fabriei, ken te vertieren hadden, behalven dat zulk een „ verbod even gevaarlijk voör onzen handel zijn „ zou, al liet men de zaaken op den ouden voet." Eindelijk kon men nog zeggen „ 5. dat het ont„ werp van eene bepaalde Porto Franco eene „ nieuwigheid was; de gewoone tegenwerpingen „ van zulken, die bij de oude misbruiken voor„ deel vonden." Men ftondt in 't beantwoorden deezer tegenwerpinge toe „ dat het ontwerp nieuw was, doch het fteunde, beweerde men, „ op oude bekende gronden , Welke men met om „ derfcheid te pasfe brengen moest, wanneer de ,, omftandigheeden onzes lands en die onzer hani, deldrijvende nabuuren veranderdt tvarenj ver* , zettende men, völgehs het fpreekWoord, de ba„ kens, als hét diep verhopen was. Als onze na, buuren,bij voorbeeld, den koophandel beguns, tigden, behoorden wij 't naar gelang ook te doen, , volgens een otiden grondregel van den ftaat, dat , men den handel in zekere evenredigheid met i zijne nabuuren behoorde te belasten öf te ont, lasten. Gantsch Europa was nu, met opzigt op , den koophandel , veranderdt van gedaante; in , vroeger tijd hadden onze landsluiden den koop„ handel alleen in bezit;andere volken haalden de , waren niet daar zij vielen of gemaakt werden,  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 27 i ,-, maar voorzagen zig, hier, van 't gene zij noo„ dig hadden. Thans was er geen volk welk zig niet meer of min op den koophandel toeleide „ tot merkelijk agterdeel van den Staat. Frank,3 rijk en Engeland in 't bijzonder, hadden federt 3, de opregting van deezen ftaat gezogt, hunnen ,, handel wijd en zijds uit te breiden. Engeland vooral, hadt ons zulke fwaare dagen toegebragt, dat wij 't grootfte gevaar liepen van te vergaan, zoo wij geene nieuwe fchikking op onzen han„ del maakten. In de Oostenrijkfche Nederlan3, den waren ook federt de vrede maatregels ge„ noomen, om den handel der Waaren te lokken. 3, Menigte van fchepen voeren,dagelijks, Oosten33 de in- en uit,Duinkerken, Hamburg, Breemen* 3, Lubek, gantsch Denemarken, en veele andere ,, landen en fteden in de Oostzee, verwaarloos,, den niets, om hunnen handel te doen aanwass, feri. Van Koppenhaagen waren in rft voorleden 3, jaar 1750, zesendertig fchepen naar Kadix ge,, zeild, in 't zelfde waren aldaar meer dan zes3, honderdt koopvaardijfchepen aangekomen. De „ Deenen ftonden gefchaapen, zig van de gantj, fche vaart op de Oostzee meester te maaken. ,, Zulke nieuwigheeden verpligten ons, eene nieu-1 3, we wijs te ftellen op onzen handel,die eens ver- ■ ,, loopen zijnde, niet ligt te herroepen zou zijn, ,, gelijk men uit het voorbeeld der oude Hanze j, fteden leeren kon, 't verval van den loophan^ del was gevaarlijker in een land, daar men groo- xxri. VERVAL.  XXÏT. HoOFDST. VERVAL. 3£.S OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ tendeels beftaan moest bij den koophandel eti ,, fcheepvaart, en daar veelen het land zouden „ moeten verlaaten, zoo 't van den koophandel „ ontblood werdt, waar toe zij zelfs nog, door de nabuurige mogendheden, zouden aangemoedigd ,, worden. Doch zulk een gevaar liep men niet in >, andere landen, daar de voornaamste bezittingen „ in vaste goederen beftonden, die de bezitters ,, zoo ligt niet beflooten agter te laaten. Men be„ hoorde hierom den koophandel te begunftigen, eer „ de koopluiden 't land begonnen te ruime n. Eene „ bepaalde Porto Franco was hier toe een be„ kwaam middel, 't welk, wat men er ook te,, gen inbrengen mogt, veel minder zwarigheden ,, hadt, dan die welken den ftaat dreigden, zoo men langer ftil zate. Men hadt in 't ontwerp „ alleenlijk beoogd den koophandel in't gemeen te „ bevoordeelen, zonder voor als nog ftil te ftaan „ op de verbetering van veele bijzondere takken „ van koophandel: 't welk naderhand zou konnen ,, gefchieden. Ook zou men zijne gedagte nog bij„ zonder moeten laaten gaan op de herftelling der 3, fcheepvaart en fabrieken: en vooral op het ge3, ne men tot bevordering van den koophandel en 3, fcheepvaart aan buitenlandfche hoven zou kon- nen te wege brengen. Van verfcheiden misbrui„ ken, die 't verval van den koophandel veroor), zaakt hadden, en van de meerdere befcherming >, welke aan denzelven zou behooren te worden j, verleend, zou insgelijks hier na konnen gehan. 3, deld  DËR VERÈENIGDË NEDERLANDEN, ifi 3, deld worden, het tegenwoordig ontwerp moest 3, flegts worden aangezien, als de eerfte enmoeie,, lijkfte trap, langs welken men hooger zou kon,j nen opklimmen, om dat land wederom gelijk „ voorheen, rijk, gelukkig en magtig te maaken." §. MCLVI. Dit een en ander door zijn hoogheid ter algemeene ftaatsvergadering zijnde overgebragt, zoo verklaarde die vorst bij deeze gelegenheid „ dat hij zedert het aanvaarden van het „ ftadhouderfchap deezer landen niets meer ter „ harte genomen hadt, dan den ftaat in zijn voo,, rige bloei te herftellen: 't welk hij gemeend hadt, ,, in 't bijzonder te moeten gefchieden, door dd „ herftelling van den koophandel, een der voor,, naamfte zuilen van *t gemeenebest." Wijders , prees de prins het voorftel aan, en verzogt op een fpoedig befluit; terftond werden affchriften gezonden naar de bijzondere gewesten en admi raliteits kollegien, om op te befluiten en te dienen van berigt. De kooplieden deederi daar op eed bezending naar zijn hoogheid om dien vorst plegtig te bedanken, voor zijn betoonden ijver en oplettenheid. In grasmaand des volgenden jaars, verklaarden de kollegien in Holland eenpaariglijk „ dat „ zij, met de ópftellers dei-verhandelinge toefton„ den, dat de koophandel deezer landen ten uiter„ ften vervallen was, en dat ontlasting het eenige „ middel was, óm dien wederom op te beuren» „ Doch zij waren van gedagten, dat zulk eene ontlasting de kasfe der admiraliteit reeds ten V. Deel. S XXII, HOOFDST. VERVAL. bic ont- Werpwordt door zijne hoogheid aangepre- Fen» Advies van de admiraliteiten in Holland»  XXII. HoOFDST. VERVAL. 1 274 OPKOMST , VERVAL EN HERSTEL hoogsten befwaard, nog verder drukken zou en „ geheellijk buiten ftaat ftellen, om eene behoor„ lijke zeemagt te onderhouden, tot befcherming „ van den koophandel; en om de fchulden, die „ ten haren lasten liepen, immers de intresten der ., zeiven, geregeld te konnen voldoen: van het „ onderhoud der kollegien en van de wedden derzeiver bedienden, wilden zij niet reppen. Zij ,, ftonden geredelijk toe, dat men den koophan3, del van deezen last behoorde te ontheffen, in„ dien de zaaken die langer dan eene eeuw aan ,, de kollegien der admiraliteit waren toe ver3, trouwd geweest, op eene andere en min kost3, baare wijze konden beftierd worden. Zij be3, üooten derhalvenjdat eene bepaalde Porto Fran3, co, of eene vrije trancit of doorvoering, niet 33 met den tegenwoordigen ftaat van de geldmid,, delen der admiraliteiten over een gebragt kon33 de worden, al ware het fchoon dat de naauw3, keurige uitvoering van de wet tegen de fluike,3 rijen, en de eenpaarige heffing der middelen te „ water gevoegd bij den aanwas des koophandels„ welken men zig van het nieuw ontwerp belooft 33 de, de inkomsten der admiraliteiten merkelijk „ deeden vermeerderen; om dat men deeze ver„ meerdering niet dan naa verloop van verfchei„ den jaaren zou konnen gewaar worden. Zij wa„ ren, hierom, van gedagten, dat men het nieuw 33 ontwerp niet zou konnen omhelzen, ten ware men den admiraliteiten voor af aanweeze, waar  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN» s5 zij vinden zouden, 't geene zij immers in de ,, eerste jaaren, door de invoering van het nieuw ontwerp, zouden misfen. 't welk zij meenden „ dat de kollegien jaarlijks op den eed zouden be,, hooren te verklaaren; ook dagten zij, dat men 't ontwerp niet langer dan vijf jaaren bij voorraad, behoorde in te voeren» Zij gaven ver,, volgens de wijze op, waar op zij meenden,dat ,, men het ontwerp zou kunnen beproeven. Zij waren het eens met de opftellers derverhande,, linge, dat de eenpaarige heffingen flipte uitvoering hier toe nöodzaakelijk vereiseht werden» ,, Doch men hadt hier naar reeds meer dan eene ,, eeuw getragt, en was tot nog toe niet geilaagd naar genoegen. Zij vreesden hierom dat men in dit opzigt ook nog kwalijk flaagen zou, inzonderheid waren zij bedugt, dat men den kolle,, gien ter admiraliteit, het vereischte gezag niet ,, zou willen laaten. Ondertusfchen waren de een* „ parige heffing en flipte weering der fluikerijen „ niet in te voeren zonder dat deeze kollegien in „ hun gezag gehandhaaft wierden. Andere mid„ delen hadden zij voorgeflagen, bij 't ontwerp ,, vaneen placaat, welk zij "hier nevens voegden» „ Doch twee middelen waren er onder anderen, „ welken men vooral niet verzuimen moest: hec ;, eerste dat men de paspoorten liet bij de in„ komende goederen, tot dat zij op de regte plaats ,, werwaards zij gefchikt waren, zouden aangekomen zijn: 't welk voortaan in alle de gewesten S 2 XXIL HoOFDST» VERVAL.  XXII. HOOFDST. VERVAL. 276 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL zou moeten waar genomen worden: het andere „ betrof de graanen en beftondt alleenlijk hier in, „ dac de collecteur of pagter van de ronde maat, ,, verpligt zoude worden weekelijks op te geven, ,, wat gemeeten en bij hem aangegeven was, en ,, dat de koopluiden 's lands regten naa die opga„ ve zouden moeten betaalen. Voorts dagten zij „ dat ieder kollegie ook bekwaame vaartuigen be,, hoorde te leggen in de zeegaaten, om de alge3, meene verklaaringen der inkomende fchepen over „ te neemen. Men behoorde ook huns oordeels „ nette registers te houden, van't gene bij ieder „ kollegie aangegeven werdt, om uit dezelve een „ algemeen register naar orde van 't A. E. C. op ,, te maaken, waar uit met eenen opflag, den ftaat „ van eiken tak van koophandel zou konnen ge3, zien worden. Bij de Westindifche maatfchap,, pij was zedert eenigen tijd eene kwaade ge33 woonte ingevoerd, hierin beftaande, dat zij de „ koopluiden aanmoedigde om liever aan haar re,, cognitien dan regten aan 't land te betaalen, „ waarbij de koopluijden veel uitwonnen; waarom 3, deeze gewoonte voor al verweerd moest wor- „ den." Ten befluite verzogt men „ dat, in „ 't raadplegen op dit alles, agt gegeven mogt „ worden, niet alleen op het belang van den koop„ handel, op zich zelfs befchouwd zijnde; maar „ dat, voor alle dingen, ook zorg moest worden „ gedragen, voor de overblijffels van de eertijds „ zo zeer gedugte zeemagt van den ftaat en voor  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 277 „ 't belang van zoo veele ingezetenen, als deel hadden in de lasten van de kollegien ter admi3, raliteit." §. MCLVII. Schoon nu de admiraliteits kollegien in Holland niet ongezind waren, om het ontwerp, ten minsten voor een tijd en onder zekere voorwaarden te laaten invoeren; zoo hadt de admiraliteit van Zeeland veele zwaarigheden daar te-, gen in te brengen, bij hunne aanmerkinge geven- ' de voor af te bedenken ,, of het ontwerp wel on,, partijdig genoeg gemaakt ware." Men ftelde zoo wel als de kollegien in Holland vast, ,, dat 3, de inkomsten der admiraliteiten , door het in,, voeren van het ontwerp merkelijk verminderen ,, zouden, en men beweerde, dat men dezelve „ eerder behoorde te doen aanwasfen tot betere onderhouding eener bekwaame fcheepsmagt. ,, Het kollegie in Zeeland kwam, in 't bijzonder, ,, veel op zijne jaarlijkfche huishouding te kort, 5, zonder immer onderfteuning ontvangen te heb„ ben van de andere kollegien: 'twelk egter vol,, gens het berigtfehrift voor de admiraliteit van ,, den jaare 1597 hadt behooren te gefchieden." Wijders verftond men „ dat de eenpaarige heffing „ en het flipt weeren der fluikerijen niet in ftaat ,, zouden zijn, om de helft van de inkomsten die „ de admiraliteit tegenwoordig hadt, uit te leve„ ren, 't lastgeld zoo merkelijk te verhoogen als „ men zou moeten doen, om dit gemis te vergoe- den, zou de fcheepvaart fterk doen afneemen, S 3 XXIL IOOFDST. ERVAL. Wvies van leeland.  xxii. HOOFDST. VERVAL. 'l 278 opkomst, verval en herstel „ en gevolglijk ook voor den koophandel nadee„ lig zijn; 't was ook, merkte men aan, nietge- noeg de ingezeetenen rijk te maaken, door ontij heffing van lasten; en 's lands inkomsten onj, dertusfchen te doen verminderen. Ook fcheen „ 't hard, dat men vreemden, gelijk het ontwerp „ vorderde in zommige gevallen ontlaste; terwijl „ men ingezeetenen reeds genoeg bezwaard, door „ de middelen op de verteering belast wilde laa„ ten, het ontwerp fprak van den ftaat des koop„ handels op te maaken uit de registers der admi„ raliteiten. Zulks viel in Zeeland niet moeilijk, „ zijnde aldaar van 't jaar 1700 tot het jaar 1725 ï, van de middelen te water 791747 ponden 17 „ fchellingen 8 grooten vlaamsch en van daar tot „ aan't jaar 1750. 631297 ponden 8 fchellingen » 5l grooten ingekomen, naa 't voorftellen dee„ zer voorafgaande aanmerkingen , tradt men tot „ het onderzoek der verhandelinge over den koop- handel," Men ftondt toe „ dat eene bepaalde „ Porto Franco, in 't afgetrokken befchouwd zijn„ de, voordeelig fcheen te zullen zijn voor den „ koophandel in 't gemeen; doch wanneer men 1, ze befchouwd, in de tegenwoordige omftandig„ heeden, waarin alle handeldrijvende Rijken en * ftaaten, zig om ftrijd toeleiden op den handel, „ twijfelde men zeer, of er met grond eenig voor„ deel van te wagten ware. In vreemde landen , was nu veel fcheepvaart daar men er te vooren i flegts weinige fchepen plagt te hebben. Elk be-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 279 5, voorregte de fcheepvaart van zijn eigen volk, „ waar uit te wagten was, dat weinige vreemden hunne goederen met onze fchepen die hier om ,, zoo goed koop niet varen konden, als de hun„ ne door deeze landen zou willen voeren, en al „ waren ze fchoon van 's lands regten vrij, de on„ kosten van overfchepen zouden willen betaalen. ,, Hier kwam bij dat het land een groot deel zij„ ner inkomsten misfen zou, door het invoeren „ eener Porto Franco; dat de afgunst der vreem,, de mogendheden de voordeelen welken men er „ zig van beloofde , zou zoeken te verijdelen ; „ dat de koophandel , eens zijnen loop genomen „ hebbende voorbij deeze landen, zig zoo ligt niet ,, wederom over dezelven zou laaten leiden, hebben„ de de vermindering in 't jaar 1725 ingevoert,de „ beoogde voordelige uitwerkingen niet gehad, 't ,, verval van den koophandel moest dagt men niet ,, zoo zeer toegefchreeven worden aan de belas„ tingen op den koophandel gelegd, als wel aan „ gebrek van bekwaame koopluiden , immers in ,, Zeeland daar men zig door die van Holland dik,, wils eene kans liet afzien; of aan het deel nees, men in buitenlandfche maatfehappijen; of aan het „ drijven van handel niet voor eigen .rekening, maar voor rekening van vreemden; of aan het „ bezwaaren van ongewasfen ftoffen, buitenslands, alle welke oorzaaken niet waren weg te neemen3 33 door het invoeren eener bepaalde Porto Fran ,. co, men floeg om 't fluiken te weereri ftrengs S 4 XXII. HOOFDST. VERVAL.  xxii. HOOFDST. VERVAL, ] ] 3 ) i 280 opkomst, verval en herstel ,, ftraffe voor, welke men flipt wilde uitgevoerd 33 hebben, doch de bevinding hadt zedert lang bei. „ de aan ons en aan onze nabuuren Frankrijk en ,, Engeland geleerd, dat zulks genoegzaam onmo3, gelijk was. Het middel van een drauwbak of „ Tranfit bij 't ontwerp voorgeflagen, zou eene „ nieuwe deur openen tot fluikerijen , die toch „ bij veele koopluiden niet voor misdaad maar ,, aartig gerekend worden. Men vorderde wijders jj bij 't ontwerp, dat tot weering der fluikerijen „ aan 't onderzoek der goederen meerder ruimte ,, gegeven werdt; doch dit fcheen het kollegie in „ Zeeland bezwaarlijk, en niet dan met veel kos„ ten te zullen konnen gefchieden. Geen meerde,3 re nuttigheid zag men in 't vrijlaaten der befchuldigingen wegens fluikerijen aan een iegelijk, ,., alzoo zulks reeds in 't jaar 1,725 toegeftaan was, „ zonder dat men er de verwagte nuttigheid van „ ondervonden hadt, Dat de inkomende en uit,,, gaande regten voortaan behandeld werden als , een generaliteits middel, hieldt men voor ten , hoogsten nuttig; doch de admiraliteits kollegien ,, konden zulks, niet te weege brengen; 't moest , aan de hooge overheid verbleeven worden." dierna werdt onderzogt of het ontwerp ingevoerd :ijnde niet meer nadeel dan voordeel doen zou. In men verftond, „ dat het gevaarlijk was iets , zekers te verliezen eer de voordeeligheid van , het ontwerp middagklaar gebleken was, waar , over dekoopluidenzelvenhetnogniet eens waren.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 281 „ Dat veele Oost- en Westindifche waaren bij het „ ontwerp} tegen de beftendige handelwijze van1 „ den ftaat, werden vrij gefteld op het inkomen; 't welk niet dan nadeel kon doen aan de twee maatfehappijen: zijnde het te wagten, dat de vreemde maatfehappijen ons land met Indifche waaren overvoeren zouden, en dat de kooplui„ den in de Oostenrijkfche Nederlanden de vreem„ de Indifche waaren zouden kiezen, boven de „ onzen, als zij ze tot minder prijs bekomen „ konden, Dat ook de vrije invoer van vreemde j, geweven ftoffen de inlandfche weeverij zeer zou „ benaadeelen. Dat in de weinige Porto Franco's, ,, die, hier en daar gevonden werden, de koophandel niet meer dan elders bloeide. Ook had,, den de koningen van Frankrijken Pruisfen, al,, leenlijk Porto Franco's opgerigt buiten hun Rijk; 3, de eerste te Duinkerken, de tweede onlangs te „ Embden. In Frankrijk en te Koningsbergen, 3, werden inkomende regten gevorderdt. Dat wij„ ders het belang van Zeeland in 't bijzonder bij ,, 'tontwerp geheellijk verwaarloosd was. De graa,, nen, een gewas van Zeeland,werden van buiten 3, komende omtrent de helft ontlast, tot merkelij3, ke benaadeelinge van de Zeeuwfche zaailanden, 3, en tot voordeel van Holland , daar men veel „ graanen kreeg uit de Oostzee. De vrije door3, voering van veele goederen zou Zeeland ook „ zeer benadeelen. 't Gene nu over Zeeland naar 9, Braband en Vlaanderen gebragt werdt, zou dan S 5 XXIL ■loOFDST. 'ERVAL.  XXII. ÏIOOFDST. VERVAL. 282 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL „ alleen over Holland derwaarts worden gevoerd. ,, Men kon ook niet bevroeden waarom verfchei„ de gewasfen en fabrieken der Oostenrijkfche Ne„ derlanden, op het inkomen zoo merkelijk ont„ last, of geheel vrijgefteld waren. Ook was bij „ de ontworpen lijst het grof zout, berg- en klip„ zout op het inkomen vrij gefteld: 'twelk voor ,, al, als men het ook vrij liet doorvoeren, ten ,, hoogsten nadeelig zijn zou, voor de zoutnee33 ring in Zeeland. De Oostindifche maatfchap- pij zou zig aan 't verdrag van uitkoop van 3, 's lands inkomende en uitgaande regten, welk 3, voor twaalf jaaren op nieuws getroffen was,niet behoeven te houden, zoo men een ontwerp in,, voerde, welk zoo nadeelig was voor haar han3, del; en het gene zij minder zou willen opbren„ gen , zou onmogelijk konnen geboet worden ,, door het leggen van een lastgeld op de fchepen. 3, Het kollegie te Amfterdam zou ook ophouden ,, met aan het kollegie in Zeeland de jaarlijkfche ,, vijftig duizend guldens te betaalen, in 't jaar „ 1687 beloofd, bij gelegenheid dat de graanen op het uitgaan vrij gefteld, en op het inkomen ,, merkelijk hooger belast waren, het half regt, het welk Zeeland ontving van alles wat over de „ Zeeuwfche ftroomen van of naar Holland ge- voerd werdt, en welk zoo lang een twistappel 3, tusfchen de twee gewesten geweest was, zou ,, dan ook genoegzaam vernietigd worden. Kortïi om, 't kollegie in Zeeland zoo merkelijk bena-  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 283 deeld, zou naauwlijks in ftaat zijn, om de wed„ den, die op tienduizend een honderd ponden in' ,, 't jaar gerekend werden, te voldoen. Maar zou „ de koophandel bloeijen, men'moest dien met de „ fterke hand befchermen, en hoe kon zulks zon„ der genoegzaame inkomsten gefchieden. Het „ middel van een Tranfit bij 't ontwerp voorgefla„ gen ftak ook vol zwaarigheden, 't benadeelde „ Zeeland in't bijzondergeweldiglijk, gelijk reeds „ te vooren was aangeroerd, welks handel in door,, gevoerde goederen op Braband en Luik geheels, lijk naar Holland wijken zou. 't Zou veel ge„ legenheid tot Huiken geven. Alle goederen, vrije s, eh onvrije, zouden met er tijd voor doorge,, voerden worden aangegeven. Het onderzoek „ deezer goederen, welk niet alleen binnen fcheeps„ boord zou behooren te gefchieden, zou een nieu„ weiast voor de admiraliteiten zijn, zonder voor,, deel. De voordeden welken men zig van 't „ ontwerp beloofde, fteunden naar men 't in Zee„ land in zag, meest op inbeelding. Men wilde „ den koophandel herftellen , door vermindering „ van lasten; fchoon men toeftond, dat dezelve voor 't jaar 1725 toen de lasten bezwaard wa„ ren, meest gebloeid hadt. De nabuuren, die zig „ van tijd tot tijd fterker op den koophandel had„ den toegelegd,zoudennietveranderen vangrond„ regels. Oostende, Duinkerken en Hamburg la„ gen zoo voordeelig tot den handel, als wij; en „ tot den fcheep'sbouw, lagen anderen gelegener; XXII. iOOFDST. HERVAL.  XXII. HoOFDST. VERVAL. 3 3 3_ 3) 33 284 OPKOMST, VERVAL EN HERSTEL ,, moetende men hier al wat tot fcheepstimmering ,, vereischt werdt, van elders halen. Men vondt 33 ook volk, die minder manfchap gebruikten dan 33 wij, en immers zoo zuinig voeren." Naa dat het kollegie van Zeeland vervolgens verzogt hadt te toonen „ dat de zwaarigheden in de verhandeling 3, over den koophandel zeiven tegen een Porto ,, Franco ingebragt, niet naa behooren waren be,, antwoord; werdt alles beflooten met het voor3, flaaa van eenige andere middelen welken men tot ,, herftelling van den koophandel zou konnen ge: ,, bruiken." Voor af ftelde men twee algemeene oorzaaken voor van 't verval des koophandels hier te lande „ den uitgebreiden handel van alle vol33 ken in Europa, en dat de waaren niet meer over ,, deeze landen gevoerd werden gelijk voorheen." De eerste oorzaak was onmogelijk weg te neemen, om de tweede te doen ophouden, floeg men voor de invoering van zeker placaat en lijst in 't jaar „ 1745 met genoegzaame eenpaarigheid ontwor„ pen, als waarin men de verdragen der uitheem„ fche mogendheden, bijzonderlijk, dat met Frank, rijk van den jaare 1739 zorgvuldiglijk in agt ge, nomen hadt, de overtreeders van dit placaat. „ moesten in de beurs geftraft worden, 't welk , meest met de gefteldheid van dit gemeenebest , overeenkwam, behalven dat, wanneer men geen , algemeene vrije doorvoering vastftelde, veele fluikerijen toch van zelfs geweerd zouden worden. Ook zou deeze lijst op veele fabrieken en  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 285 neringen van nuttigen invloed zijn. Doch om „ dat veelen gefield fcheenen op eene bepaalde j, Porto Franco en eene vrije doorvoering, zou „ men zelfs in Zeeland ook daar in bewilligen kon,, nen, onder de volgende voorwaarden: 1. Dat ,, de admiraliteiten vergoeding gedaan werdt door ,, de vermindering haarer inkomsten. 2. Dat de „ Oost- en Westindifche maatfehappijen deezer ,, landen bij 't .nieuw ontwerp niet werden bena„ deeld. 3. Dat de gewasfen van ons land wer„ den voorgeflaan. 4. Dat ook bij de vrije door* „ voering werdt bepaald , dat Zeeland daar bij „ niet benadeeld werdt. 5. Dat ieder lid van de „ ontworpen lijst onderzogt, en des noods veran„ dert werdt. 6. Dat de Schotfche flapel te Vee„ re geen nadeel leede. 7. Dat alle de kollegien ,, ter admiraliteit even rigtig, door de gewesten, „ betaald werden. 8. Dat het wit linnen niet ge„ heel vrij gefield werdt." Hier werden nog bij gevoegd eenige aanmerkingen, die men dienstig hieldt tot herftelling van fabrieken en handellieden. Men behoorde „ 1. zulke waaren, die men tot ,, eenige fabrieken noodig hadt, op 't inkomen ,, vrij te ftellen; en 't uitvoeren te verbieden, of „ zwaar te belasten gelijk in Engeland gefchiede. „ 2. De handwerksluiden aan te lokken en hier te „ behouden. 3. Het deel neemen in vreemde maat„ fchappijen ftrengelijk te verbieden. 4. De reg„ ten op eenige waaren die over Zeeland naar „ Braband en Vlaanderen gevoerd werden een wei. XXII. HOOFDST. /ERVAL.  XXII. HoOFDST. VERVAL. Ziekte en dood van zijne hoogheid. m 286 OPKOMST , VERVAL EN HERSTEL nig te verminderen. 5. De fchepen die op de ,, vischvangst werden uitgerust van last en veil' ,, geld te ontheffen. 6. 't Uitzetten van geld bui,, ten 's lands te beletten. 7. Zulken die hier fche- pen lieten bouwen, eenige voorregten toe te „ flaan. 8. De belastingen tegen de verdragen op „ den koophandel deezer lande gelegd te doen weg „ neemen." Alles werdt beflooten met een wensch ,, dat de ftaaten van Zeeland , na rijpe overwe„ gingen van al het voorgeftelde zulk een befluit ,, mogten neemen, als tot welftand vanöenkoop,, handel in 't gemeen en van den Zeeuwfchen in 't „ bijzonder dienstig zou bevonden worden." §. MCLVIII. Ik heb over dit ftuk van den koophandel niets willen overflaan, wijl het de hoofdzenuw van den ftaat is, en in mijne aanmerkingen, zoo wel als in de middelen van herftel dit een en ander mij te pas zal komen. Zijne hoogheid wierd .kort hier naa onpasfelijk, reisde naa Spaa om de wateren te gebruiken, van daar te rug gekeerd, wierdt zijne hoogheid ziek en ftierf in den ouderdom van ruim 40 jaaren, wordende om zijne deugden door een ieder betreurt. Hier op deedt haare koninglijke hoogheid als gouvernante en voog* desfe van den minderjaarigen Heere, Willem den V., prinfe van Orange en Nas/au, en erf ftadhouder van Rolland, den eedt aan hecren gedeputeerden uit de ftaaten van Holland, en aan meer andere gewesten, gelijk ook aan de algemeene ftaaten.  DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. 287 AANMERKINGEN op dit Tijdvak. §. MCLIX. Schoon voor als noch in dit tijdvak de uitwendige omftandigheden der vorsten van Europa van geen groot aanbelang op de ftaat van ons vaderland waren, om dat de oorlogende vorsten hunne fchatkisten te zeer uitgeput hadden, om groote ontwerpen te vormen; zoo is het nogthans noodzaakelijk, tot meerdere inligting in de volgende tijdperken, deinzigten der vorsten op te fpeuren,en wat maatregelen zij naamen om hunne doeleindens te bereiken. Hier door ontdekt men den fchakel der gebeurtenisfen , met al haar geduurige veranderingen, en komt men tot de ontwikkeling der zoogenaamde ftaatsgeheimen. En wijl de volgende oorlogen hun oorfprong uit een ander wereld-deel genomen hebben, daar de koophandel van ons vaderland een groot belang in had, zal het noodig zijn onze aandagt teffens te vestigen op de uitlandfche bezittingen der Europefche vorsten, te meer, om dat juist , kwaame vaderlanders, die de waare belangens van Neerlands gemeenebest kenden. Hij wist te wel, dat vreemdelingen hem hier in niet konden behulpzaam zijn, en dat zulks tot oneer van de natie moest ftrekken. Zijn verre ziend oog wist zulke middelen te gebruiken, waar door hij de liefdeen hoogachting des volks konde winnen. Een gezonde ftaatkunde leerde dien vorst, om over de belangens des vaderlands alléén met oude en bekwaame regenten te raadpleegen , verkiezende zelfs zommigen van die, welke hij bewust was, dat bevoorens geen beminnaars van het ftadhouderlijk bewind geweest waren , maar die om hunne bekwaamheden in 'i XXÏI. JfJOFDST. fERVALs  XXII. IIoprasT. VERVAL. OPKOMST , VERVAL EN HERSTEL- itaatsbeftuur zich noodzaaklijk gemaakt hadden. Geen wonder dat de dood vaneen vorst bezield mee uitmuntende deugden en hoedaanigheden, en die verklaard had, niets te kennen, dat de eerzugt eens ftervelings meer flreelen kon, dan zich te mogen houden voor een voorwerp van de liefde en hoogachting van een vrij volk, allergrievenst voor de waare patriotten des vaderlands moest weezen ■ Zulk een taal nu bewaarheid vindende in het gedrag van dien vorst, maakt zijn naam onfterfelijk en verheven bo. ven alle lof. ik befluit hier mede dit Hoofd- fluk en fpaare mijn bijzondere aanmerkingen tot hes volgende Deel.  DRUKFEILEN. Pag. u reg. 13 * «• ft"*' vereeniSd' ke% ***** _L 26 op de kant 17» , {l8' ,r reff. k v. o. dit, oie. f, 8 ~ v o toegenomen,/««afgenomen. }£ , ri v. b. had bewilligd , /«« bewil- , . g3 ia v. w. hebbende- , 12 v. o. deeze, /