01 1889 0193 UB AMSTERDAM  BRIEFWISSELING VAN M. VAN GEUNS, Frofejfor Medic. £f Arcbiater Prov. Gelrite te Harderwyk enz. E N A. BONN, Mei, Dr, Anat. 6f Cbir. Prof. te Amfterdam , enz. OVER EENE BINNEN DEN BUIK VERSTROPTE DARMBREUK, MET WATERBREUKE VERGEZELD. HAARLEM, MDCCLSXXIII.   WAARNEEMING van ËENE BINNEN DEN BUIK VERSTROP^ TE DARMBREUK, MET WATERBREUKE VERGEZELD, Befcbreeven in cehen Brief aan den Heere A. BONN, Med; Dr. Anat. £f Cbir. Prof. te Amfierdam , enzi door M. VAN GEUNS. j WEL EDEL HOOGGELEERDE HEER ! Hoe zeer thans, by het weer begonnen Academifch jaar , met andere zaaken onledig , en hoe zeer tot hier toe ongeneigd , om afzonderlyk , Zonder byvoeging van eenige andere ftukjes, uit te geeven eend Waarneeming , die konde fchynen voornaamlyk door haare zeldzaamheid den aandagt te trekken j A zoo  Eehe binnen den Buik zoo heeft toch Uwe aanfpooring, en de voortelling der nuttigheid in het gemeen maakendeezer Waarneeminge, welke ik onlangs U had medegedeeld , my zulk eene uitgave in ernftiger overwceging doen neemen. _ Ik heb dan myne korte Latynfche Aanteekeningen , zoo als ik ze voor drie jaaren heb op papier gefield, nefièns de Afteek eningen, door onzen vernuftigenMed.Stud. Krayenhoff, thans Phil. Doftor, op myn verzoek, watlaater, vervaardigd , op nieuw tegens het Voorwerp , dat ik nog in Spiritus bewaar , vergeleeken , en over alles myne nadere gedagten laaten gaan. Het befluit hier van is , dat ik my verledigen zal om dit ftukje thans ter uitgaave te vervaardigen , daar ik doch ook begryp , dat deszelfs waardye geenszins alleen gcleegen is in zeldzaamheid , die, wanneer ze geene wezenlyke nuttigheid met zich brengt, niet meer, dan eene fchitterende liefhebbery uitlevert, tot welke ik niet zeer geneigd ben. Ook mag ik hier byvoegen , dat, waarfchynlyk , gevallen nis het onze , eerder te houden zyn voor min bekend , en , by gebrek van gelegenheid ter opening der Lyken , niet genoegzaam nagefpoord , dan voor waarlyk zeldzaam. Waar door dan de nuttigheid onzer nafporing te uit geftrekter zoude tonen zyn. Ik  vcrsiropte DARMBREUK, enz. Ik voldoe ook te eerder aan 't gemelde vooriieemen , om dat ik toe zal kunnen met eenvouwdiglyk de Waarneeming te befchryven en kórtlyk op te helderen , daar by geevende de Afbeeldingen, wier duidlykheid U zoo zeer gevallen is ; terwyl ik voorts aan U zal overlaaten het overige van den taak, om namelyk een naaukeuriger ontleedkundige nafpooring te doen van het voorwerp, dat ik U ook toe zal zenden, en die Waarneemingen en praóticale Aanmerkingen 'er zelf by te voegen , welke Gy my , ter gemeenmaaking , vriendlyk teffens hadt aangeboden ; als die het nut myner. Waarneeminge zullen verheffen , en, tot welke te maaken, Uw post en gelegenheeden zekerlyk vrugtbaarer en ryker zyn , dan de myne. Met dit Plan treed ik dan nu voort ter zaake. Een volwasfen Jongman, Kleermakers knegt, kwam aan myn huis my raadplegen, den avond van den 29. Oélober 1779. Hy klaagde van Buikpynen , vooral omtrent den navel, met moeilyken afgang, en een lelyken finaak in den mond. Zyn Pols was wat driftig. Daar 'er in deezen tyd Persloop en buikpynen van dien aart, ook in deeze Stad , doch vooral rondsom ons , algemeen waren , en heerfchten, werdt degedagtevandeGeneesh.eeifen , wanneer de Jdagten daar na wat geleeken A 2 ge-  Eene binnen den Buik gereedelyk naar die kwale getrokken. Het kort verflag van den Lyder , dat ik toen voort niet vollediger bekomen kon , gaf ook aanleiding , om vooral te denken op iets van dien aart, en hem by voorraad een verzagtenden laxeerdrank te geeven , inhoudende Magnefia met Rheum enz. 's Morgens van den volgenden dag , vond ik , by myn bezoek , hem nu te bed leggende , merklyker Koorts hebbende , zonder verbetering van toclland. Hy had thans ook braakingen gehad , en befchreef nader de pyn, als opkomende uit de rechter liefch, en zich van daar door den buik verfpreidende. Zeer dikwyls ondervonden hebbende , hoe de Lyders eene Breuk plegen te verbergen , of ook wel geene gedagten hebben , om hunne toevallen aan zulk een plaatslyk ongemak toe te fchryven , terwyl de genoemde verfchynfelen den Medicus doch daar henen wyzen : viel nu aanftonds myne gedagten op een beknelde Breuk; zoo zelfs , dat ik, zonder 'er naar te vraagen , voort onderzoek daar naa deed. En ik vond in der daad 't gene ik gedagt had. In de regter liefch was een merklyke zwelling , roodagtig , fmertelyk in het aanraaken r voornaamlyk omtrent den zogenaamden Ring der Buikfpieren. Ook was 'er teffens eene weekere en weinig pynlyke zwelling, daalende van de  Verstropte DARMBREUK, enz. de liefch tot onder in het regter Scrotum, welke ik hield voor eene waterige opvalling van den Schederok des Bals, dat is, voor eene Waterbreuk. In de beoordeeling van dit tweevoudig ongemak , vereifchten zekerlyk de Ontfteeking, de Koorts , en de verftopping in de liefch , de eerfte en fpoedigfte hulp. Dus deed ik Aderlaaten , Clysteeren , gaf verdunnende en losmaakende Dranken. Hier mede kwam een ruime ontlasting. Doch de inbrenging van de dikte in de liefch , door den Heelmeester en door my zeiven vlytiglyk beproefd , wilde niet gelukken. _ Zoo liep dees dag ten einde , en, indien 'er niet foms nog braaking geweest ware , zoude men 's avonds gedagt hebben , dat de vrees voor verftropping van eene Liefchbreuk nu geen grond meer had. Intusfchen hielden wy met pappen of ftoovingen op de liefch , en met de inwendige middelen aan. Wanneer ik hier op , den derden dag , den 31. Oclober , vroeg in den morgen den Lyder bezogt , vond ik hem nog gemaklyker , naaulyks koortfig , en hebbende weder ontlasting gehad. Zyn Vader , 's daags te vooren van elders ontbooden, was 'er nu ook tegenwoordig, en getuigde , dat zyn Zoon wel van de kindsA 3 heid  Eene binnen den Buik heid af aan eene Liefchbreuk was onderhevig geweest, doch dat die zich telkens gemaklyk had laaten herftellen , en dat men ook nu daar over zoo zwaar niet zoude behoeven te tillen , enz. Dit alles maakte , dat men meestal op den begonnen voet flegts voortvoer, en althans niet ernftig op het onderneemen der Operatie kon denken , wyl 'er nu niets fchecn te dringen. De inbrenging echter werdt al weder beproefd, doch de dikte in de Liefch, neffens die in den Schederok , bleeven al in denzelfden (laat. In deeze onzekere beoordeeling, terwyl de braakagtigheid nu weder aanhieldt, en 'er geene tekenen van ontfteeking waren , befloot ik nog de uitwerking van een goede* gifte Laudanum te beproeven , ter ontfpanning der knelling , en bedaaring der verkeerde bewecging der ingewanden ; dan alles vrugteloos. En zoo liep ook deeze dag henen tot zeven uuren 's avonds, wanneer ik de Pols wat kleiner , ingetrokkener en rasfer vond , zonder andere uitwendige verandering van aanbelang. Ik begon nu ernftiger te vreezen voor naderende Gangreen , hoewel het verflag van den Vader ,. en de allengs meer duidelyke Water- dan Darmbreuk , nog geen zoo erg vooruitzigt fchecnen te teekenen. Intus-  Verstropte DARMBREUK , enz. Intusfchen bleef 'er in de liefch doch eene heete • zwelling , en de braakingen bleeven van tyd tot tyd weder opkomen, al 't welke my het denkbeeld van Darmverftropping, by de Waterbreuke, onverzetlyker deed aankleeven ; te meer, daar ik in een ander geval met myne oogen gezien had , hoe een klein gedeelte darms 'er maar in de .klem behoeft te zyn , om een doodlyke verflropping te maaken. Dan , wat verder te doen ! Tot de Operatie was het hier niet te brengen , en daar buiten fcheen 'er my niet overig gebleeven te zyn, dan den aanleg van koude Stoovingen te beproeven , naar Belloste's en Theden's aanraadingen. Ik deed dan vooreerst den Lyder nog eens agterover leggen in 't bed , in een zeer fterk afbellend postuur , en liet voorts doeken met koud water en azyn aanbrengen op de Liefchdikte , om daar mede een geruimen tyd , by geftadige verwisfeling , aan te houden , tervvyl de Heelmeester , hier by tegcnswoordig , de inbrenging nog al weder voorzigtiglyk zoude beproeven. Ik kwam den zelfden nagt ten elf uur nog eens zien naar den toeftand. Men was niets gevorderd , en offchoon de byftanders een blyA 4 de  Eene binnen den Bun: de hoop hadden opgevat, wegens het ophouden der pyn, was nu myne hoop ganfchlyk ver-? nietigd. Het geheele weezen was vervallen, de pols uitermaate klein en ras, de ledematen verlooren haare warmte , de braaking was in hik veranderd ; welk alles een' kundigen gevestigde gangreen , en een' vast naakenden dood aankondigde ; welke dan ook , na eenige uuren , in den vroegen morgenftond , volgde , na dat de ellendige Lyder, met de grootfte benaaudheid , laatstlyk ook zelfs drekftoflre had uitgebraakt. Zoo was de uitkomst deezer kwaaie , welke onzen Jongman , onder wisfelvallige verfchynfelen van hoop en vrees , binnen drie etmaalen plotslyk in den dood ftorte. Ik heb niet voor, myne behandeling deezer ziekte nu te bepleiten ; myne regtvaardiging zoude hier een vry Qnverfchillige zaak zyn; ik betuig alleen, nog niet te weeten wat ik 'er by of af zoude doen, indien ik weder in het zelfde geval verkeerde , en die nadere toeligting niet ontfangen had, tot welke de opening van het Lyk ons gelegenheid gegeeven heeft ; en ik betuig teffens , zoo dit licht Anderen kunne dienen, om voortaan met een beteren uitflag , dan my nu heeft mogen gebeuren , in foortgelyke gevallen het doel dergeneezinge te treffen :_dat ik (wel fmert zal gevoelen  Verstkopte DARMBREUK, enz. boelen in de gedagte van 't gene ik heb moeten misfen ; maar dat ik nog veel meer ftreelend genot zal fmaaken in de bewustheid , van tot dit beter treffen van anderen, en tot het geluk hunner Lyderen, iets te hebben vooruit gewerkt. Ik gaa dan nu voort tot het gewigtigst gedeelte myner Waarneeming. Ik meende de gelegenheid gunflig te zien ter verkryging van de opening van het lyk, en ik aanvaardde dezelve gretig, zoo ter voldoening van my zeiven , als ten nutte van eenige myner toenmaalige Toehoorderen , die by deeze opening zouden kunnen tegenwoordig zyn. Deeze waren de Heeren R. de Krutff, J. Mol , en I. C. Baerts , thans Med. Docïoren , praétifeerende te Leyden , Medenblik en yiisfingen. Dusverzeld, deed ik dan, byna 20 uuren na den dood , 's avonds laat van den 1. November , zelf de ontleedkundige opening, Vooraf viel 'er op te merken , dat de Buik als een trommel dik en flyf was opgefpannen , en dat 'er nu reeds zulk een geweldige flank was by het lyk , dat de menfehen het in huis byna niet uithouden konden. A 5 Ik  Eene binnen den Buik Ik begon myne infnyding aan het fcrotum van de'regeer zyde, en fcheidde het vel geheel af van den Waterbreukzak, die, dus rondom losgepeld , eene fterk met water opgefpannene langwerpige blaas vertoonde , van de Liefch neerhangende , en in haar bodem den Bal bevattende. Nu was verder de dikte in de liefch zelve nog te onderzoeken. Ten deezen einde , zonder aan den ring der buikfpieren te raaken, fneed ik den Buik open, van den Navel af tot byna aan den regtcr Ring toe. De rottige lucht, uit de buikholte komende ,, was zoo geweldig , en kwaadaartig , dat men 'er van aan het braaken geraakte , en een poos in de vrye lucht moest gaan vlugten. Een ftank, welke ik meermaalen by gangreen der ingewanden heb ontmoet. Na een weinig wagtens , de Ingewanden weder nafpeurende ; zagenwe wel haast een deel van het Ileum ingefchoven en bekneld in een foort van vliezigen Koker , die , als een verlenging van het Peritonaum , oprees in de buikholte , van de plaats des Buikfpier - rings af. Om welk zonderling verfchynfel naauwkeuriglyk na te fpooren, hier noch de tyd zynde, noch de plaatfe, haastte ik my maar , om het ileum, naby daar het in en uit de beknelling ging , aftebinden , voorts   XII  Vebstsopte DARMBREUK, enz. voorts met een deel mefenterium aftefnyden; gelyk ook, om ruim uit te fnyden alles wat den Ring der buikfpieren en den gemelden vliezigen Koker omringde. Dus alles wat tot onze hernia behoord , rondsom losgemaakt en afgezonderd hebbende , nam ik het ongefchonden en onve.anderd uit, om het t'huis naaukeuriger te onderzoeken. Den volgenden namiddag , na deeze deelcn in water wat te hebben doen uittrekken , gingen wy tot het onderzoek over, waar by de genoemde Heeren tegenwoordig waren. De uitgefneedcne deelen in order gelegd zyn* de, vertoonden zich als in PI. XII. fig. i. is afgebeeld. Hier zagenwe nu, klaarder dan gister, dat 'er eene waare knelling van het Ileum, een egt verftropte Darmbreuk {EnteroceW} plaats had , door eene zeer zigtbaare en naauwe knelling , niet in den Ring der Buikfpieren , ( die ruim fcheen te zyn, en waar van men de over • blyffels aangeweezen ziet by d d.) maar merklyk dieper in de buikholte , aan 't einde of in den mond van den vliezigen koker, die byna drie duimen van de liefch .naar binnen oprees. (Zie d d c. Fig. I.). Dees knellende mond ^c) omvatte en bekneep den dubbel ingefchotenen Darm , zoo dat deszelfs bovenftè einde (a~) tegens de beknelde plaats merklyk was uitgezet ,  Eene binnen den Buik gezet, het onderst of uitgaand eind daarentegen, zeer dun was ingekrompen, ten blyke van belette doortogt en verftropping van den darm. Om nu te zien , hoe ver dees dubbel beknelde darm langs den koker naar beneden reikte, fneed ik, beneden den fpier-ring (da"), den zak open van de kydrocek , tot onder toe (hhgy Hier ontlastte zich een groote veelheid weiagtig water , en onder in den zak lag de bloote teftis en epididymis Boven , byna een duim breed beneden de opening des' fpierrings , zag ik in den waterzak nederhangen de tip van een vliezig blaasje (e), dattamelyk dik was, uitpuilde, en min of meer bekneld fcheen te zyn door eene opening of mondje, ter deezer plaatfe binnen den waterzak gevormd , door verdubbeling of plooijen van deszelfs inwendigen rok , aangeweezen door letter ƒ in Fig. I, en klaarder in Fig. II. Dees uitpuilende tip was paars en zwartagtig van kleur , welke ik aan verftropping toefchreef: hy puilde of hing nog wat verder naar beneden uit dan de teekening uitdrukt, om dat deeze eerst gemaakt is, na dat het voorwerp reeds een geruimen tyd in fpirhus bewaard, en derhalven alles wat ingekrompen was. Ik  Verstropte DARMBREUK* enz. ïk beken , dat ik dit uitpuilend blaasje (?) hield voor den tip van den darm zelf, welke, by c in- en uitgegaan, tot hier met zyn bogtfcheen neder te hangen. Dan, van dit zoo waarfchynlyk, doch te haastig , befluit kwam ik te rug , wanneer ik , geruimen tyd daar na , het, in ge^ melden ftaat weggelegd , preparaat weer voor den dag haalde , om het te doen teekenen. Toen j de eerfte Af beelding vervaardigd zynde, vervolgde ik het onderzoek. De fnede , tot hier toe fiegts gemaakt beneden den fpierring, vervolgde ik nu naar boven , klievende ook het overblyffel van den Ring {dd~) , en den vliezigen Koker , tot aan deszelfs knellenden mond, by c, floeg deeze omvattende deelen ter zyden, en bragt het preparaat in den ftaat van Fig. II. Nu bleek het , dat de tip e behoorde aan een brcukzakje , 't welk , uit de beknelling by c nederhangende (iieee"), den Darm in zich bevatte , laatende deszelfs kronkeling doorfchynen , (//. vergeleeken met ii. Fig. III.). Vervolgens fneed ik ook dit Breukzakjen op , waar door de bogt van den verftropten Darm bloot geraakte, gelyk in Fig. III. is afgebeeld, daalende niet zoo laag neder als de tip van het Breukzakje , hebbende geen blyk van knelling ondergaan in dcne fpierring , veel min by ff, daar  Eene binnen den Buïic daar alleen het Breukzakje eee. 'een foort vafl tweede knelling had verbeeld. En zoo lag nu het geheele beloop en famenhang van dit zieklyk deel klaar en bloot voor het oog ; hebbende , denk ik , geen verdere uitlegging noodig. Elk ziet, dat men hier een famenloop hebbe van Waterbreuk van den Schederok, en van Darmbreuk met zyn breukzak , verftrópt binnen den Buik , aan het eind van een' zonderlingen uit de liefch opryzenden Koker. Maar welke is de oorzaak deezer zonderlinge beknelling , zoo hoog boven de gewoon ere plaats, door den mond van een enkel vliezigen , niet fpier- of peesagtigen , Buis ? Hoe is waarfchynlyk deeze buis of koker gevormd ; hoe de darm daar in gefchoten ? Hoe zoude men hier Operatie hebben kunnen , of liever nu , in volgende gevallen s moeten • te werk Hellen ? Vraagen , welker beantwoording ik hoop dat Gy thans gemaklyker zult willen maaken, door nader licht over ons onderwerp te verfpreiden. Ik merk alleen aan, dat het van agteren blyke, waarom de zwelling in de liefch zoo dubbelzinnig zy geweest by onzen Lyder , wel aanmerklyk en gevoelig , doch niet doorgaande pynlyk , altoos de behandeling van de laxis wel verdraagende ? niet zoo hard als van eene be-  Vuistropte DARMBREUK, enz, beknelde Liefch - breuke , en foms geheel niet kenmerkende. Naamlyk , het Breukzakje, en het rondsom dezelve van onder opgedrongen water , fchynen voornaamlyk de zwelling in de Liefch gemaakt te hebben ; de darm zat of hooger , of zat ten minden in de Liefch niet bekneld , en het drukken in de liefch kon aan den darm derhal ven geen onmidlyk letfel doen, dan voor zoo verre hy dus naar binnen , tegen de beknelde plaats , kon worden opgeduwd en getergd. Nog moet ik hier byvoegen , dat, by de eerlte befchouwing der deelen , die opryzende Koker , blykbaar van buiten gevormd door een veiicngfel van het Peritonaum (Fig. II. III. d.\ en dus veel gelykheid toonende met den Meatus van Camper en Hunter, wanneer hy in Einders, voor het doorzakken van den Bal nog omgekeerd in den buik uit de liefch opryst; dat , zeg ik , onze Koker my toen het denkbeeld van dien meatus , en van eene uit den openen meatus te verklaarene hernia congenita , ook in dit geval deed zoeken , fchoon , ik beken het , niet bedagtzaam genoeg. In eene hernia congenita dringt het bloote ingewand in den openen meatus , gelyk de Heer Sandifort hier van een voorbeeld tekent (*); maar (¥) llsrn. ingu, csngen, Icon. I. II, Leid. 17:1.  Eékè binnen den Buik maar hier was een Breukzak om het Ingewand ( e e e. ). Deeze zwaarigheid echter zoude worden opgeheven , als ons Breukzakje gevormd kon zyn door het Omentum , dat voor den darm in de beknelling ware gefchooten , en dus den darm een' breukzak had gegeeven. Nu vertoonde zich ook ons Breukzakje aan zyn top vry dik , voorts van ongelyke zelfstandigheid , en van binnen vlosfig , dus wel gelykende naar een netagtig weeffel. Verder het ftrcokje k , dat boven de beknelling uitfteekt s onderzoekende , vond ik het duidlyk gehegt en vervolgd aan het Breukzakje i, dit riioest dan een ftrook Omentum zyn, dat buiten de beknelling ware afgefcheurd. Maar ik zag vervolgens , dat een ftilet , ingebragt tusfchen het Breukzakje en den buitenflen Koker , ert door deszelfs beknelling henen naar boven uitgebragt, niet voor het ftrookje blöot uitkwam, maar in een verdubbeling van het ftrookje beflooten bleef, waar uit ik toert klaarder zag , dat dit zoogenaamd ftrookje een dubbeld Vlies was, welks binnenfte vervolgd Werdt aan het Breukzakje , doch het buitenfte , Wat uitgehaald zynde , aan het buitenfte vlies Van den Koker ; daar nu de Koker zyn buitenften rok /igtbaar ontleende aan het Peritonaum ( Fig. II. III. d.) , zoo was dan ook ons ftrookje een tegen zich zelf te rug keerende verdubbeling , of vervolg , van het zelfde peritonaum , dat vei^  Vf.rstropt D A R M E REUK, en?. Verder door zyn binnenst vlies den Breukzak uitmaakte , welke Breukzak derhalven geen Omentum kon zyn. Dus verviel myn denkbeeld van hernia congenita , waar toe my ook gebragt had het berigt , dat de Lyder, van zyne vroege kindsheid af , aan een hernia had onderhevig geweestZoude dan de vorming van onzen opryzenden Koker liever allengs gebeurd en vergroot zyn ? Zoude het veelvuldig naar binnen brengen en opduwen van het in de liefch uitgeweekene, waar aan dees Jongman gewoon was. uit een gewoone en eerst naar beneden gerigte Liefchbreuk, hebben kunnen voortbrengen onze ongewoone , naar binnen door den buikring om hoog gefchovene Darmbreuk ? Of zoude aan het water 5 in den Schederok verfpreid , ffceeds vermeerderd , en naar boven dringende , deeze opfchuiving eerder toe te fchryvea zyn ? Ik weet , dat Darm - beknellingen , door Breukzakken gemaakt , ganfch niet onbekend Zyn , en dat vooral de hedendaagfche Heelkundigen daaromtrent alle oplettendheid aanbevelen , voornaamlyk om , in het doen der Operatie , niet alleen den Buikring , maar ook teffens den knellenden Breukzak , zoo hy 'er is , ■ te verwyderen : Maar zoude wel een Heelmeester , by dit verwyderen en het opfnyden B van  Eene binnen den Buik verstr. enz. van onzen Breukzak , in de gedagten zyn gevallen , dat de waare verftropping hier nog zoo veel dieper in den Buik te zoeken ware ? en, zoo hy zoo iets al vermoed hadde, ook uit het onvolkomen inbrengen van den darm (7/) enz. zoude hy ligtlyk zyne opihyding meer dan twee duimen diep naar binnen in de buiksholte hebben durven voortzetten ? De Operatien en derzelver uitflag , door U bygewoond en my medegedeeld , in gevallen vry gelyk fchynende aan het onze , onderfteunen deeze myne twyffeling. Maar Uwe gedagten ter verbetering zulker Operatien voor het toekomende , op den grondflag myner nu befchreevene ontleedkundige Waarneeming , behaagen my zeer , zy vervullen my met hoop en blydfchap. Heb dan nu ook de goedheid , het Uwe ten fpoedigften aan het algemeen mede te deelen. My is thans niets van mynen taak meer overig, dan U te betuigen , dat ik met opregte gevoelens van agting en vriendfchap my noeme, HOOGGELEERDE HEER! Uw Eds. zeer geh. dienaar M. VAN GEUNS. Ilardervryk 18. Oclohsr 17 sa. ANT-  ANTWOORD AAN DEN HEER E M. VAN GEUNS, Profejjor Mudic. £ƒ ArcUaX&r Prov. Gelrice te Harderviyk enz. OVER EENE BINNEN DEN BUIK VERSTROPTE DARMBREUK, MET WATERBREUK VERGEZELD. DOOR A. BONN. i WELEDEL HOOGGELEERDE HEERl Met zeer veel genoegen heb ik uit UEd. brief, van dep 18. Oétober , vernoomen , dat myne aanfpooring cn aan U Ed. medegedeelde gedachten , over eene zeldzaame , maar niet minder gewichtige en leerryke Waarneeming eener faamengeftelde Darm - en Waterbreuk 3 U Ed. hebben doen befiuiten, om B 'i het  Eene binnen den Bu-iic het Preparaat, daar van gemaakt, nader te onderzoeken , te befchryven , en aan de geleerde Wereld, tot algemeen nut, fpoedig mede te deelen : waartoe de Hollandfche Maatfchappye der Weetenfchappen , door het geredelyk plaatfen van UEd. Befchryving en Afbeeldingen , zo wel als van dit myn Antwoord , in het reeds verre afgedrukt Deel haarer Verhandelingen , eene gunfüge gelegenheid verleend heeft. Deeze onze nutbedoelende briefwisfeling is my des te aangenaamer gewoiden , in een tyd, waarin ik bezig was om , in eenige openbaare heelkundige lesfen , de Verhandelingen van Cel sus over de Breuken , in onze taal, aan myne heelkundige Stadtgenooten voor te draagen , en met de ontdekkingen van laatere beroemde Mannen optehelderen. Deze Verhandeling van een zo gewichtig leerftuk der Heelkunde , gaf my aanleiding , om UEd. Waarneeming met des te meerder oplettenheid na te gaan en in te zien , vooral daar U Ed. my niet alleen Uwe nadere befchryving en afbeeldingen toezond , maar daarenboven goedvond , my het praparaat ter bezichtiging en betere beoordeeling toetevertrouwen. In vergelding hier voor , vordert UEd. van my , dat ik het duistere daarvan door nadere ontleedkundige nafpooring, en praéticale aan- nier-  Verstrop te DARMBREUK, enz. merkingen en waameemingen zal ophelderen. Ik beken , dat ik, by myne aanmoediging tot de uitgaaf, UEd. beloofde het een en ander van het myne wel te willen toebrengen, en aan Uüd. mededeelen. Ik zal myn woord geftand doen , ook nu , daer UEd. begeert, dat ik, op deeze ongewoone wyze, myne belofte volbrenge. Het door UEd. uitvoerig befchreven geVal , de melding van den ftaat , toevallen en verfchynfelen des gebreks bydienLyder, UEd. behandeling en byzondere oplettenheid omtrent dien ongelukkigen ; zo wel als het ontleedkundig onderzoek van den uitgenoomen en duydelyk afgebeelden Breukzak ; alles bewyst, dat het een faamengefteld gebrek , een waare en wel binnen den buik verftropt gevonden Darmbreuk zy, van een Watergezwel desfchederoks des Bals vergezeld , terwyl de doodelyke verftropping niet door den buikring , maar door het buikvlies en hals des Breukzaks fchynt gemaakt te zyn. Hierop fielt U Ed. my de volgende vraagen voor : „ Welke is de oorzaak deezer zon„ derlinge beknelling , zo hoog boven de ge„ woonere plaats , door den mond van een „ enkel vliezigen , niet fpier- of peesachtigen Buis" ? B 3 „ Hoe  Eene binnen den Buik „ Hoe is waarfchynlyk deeze buis of koker „ gevormd; hoe de Darm 'er ingefchoten"? „ Hoe zoude men de Operatie hebben kun„ nen , of liever nu , in volgende gevallen, „ moeten te werk ftellen"? Het duistere van dit geval is voornaamelyk in den dubbelden Breukzak gelegen. De befchouwing van Uwe eerfte afbeelding , moet elk kundigen terftond aan eene Hernia congémta doen denken. Uwe tweede en derde Figuur kunnen den kenlyken Darmbreukzak voor een gedeelte van het Net QOmentwn') doen aanzien. Uw nader onderzoek , vergeleeken met het geen ik 'er UEd. te vooren over mededeelde , hebben U Ed. gewis aanleyding gegeven tot de , in het vervolg van Uwe brief, ter oplosfinge opgegevene bedenkingen , welke ik reeds vooraf, en met verlangen te gemoet zag. „ Zoude de vorming van dezen opryzenden „ Koker , liever allengs gebeurd en vergroot Zoude het veelvuldig naar binnenbrengen „ en opduuwen van het in de liesfch uitgewee„ kene, waar aan deeze Jongman gewoon was, „ uyt een grootc en eerst naar beneden gcrich- „ te  verstroptb darmbreuk, enz. j, te Liefchbreuk , hebben kunnen voortbren„ gen onze ongewoone. naar binnen door den „ buikring om hoog gefchovene Darmbreuk ? „ Of zoude aan het water , in de Schederok „ vermeerderd, en naar boven dringende, dee„ ze opfchuiving eerder toetefchryven zyn ? " Deeze Uwe bedenkingen , die reeds een gedeelte der oplosfing van het raadtfelachtige in dit geval in zich behelzen , zouden geen breed antwoord nodig hebben , indien deze brief aan UEd. alleen ingericht was. Dan, daar UEd. uitnoodiging en myne belofte my nu verplichten, ook het myne, tot algemeen nut, en onzer heelkundige Landgenooten in 't byzonder , te doen dienen : zo zal ik vooraf eenige ontleed- en heelkundige gronden van het leerftuk der Heelkunde over de Breuken aanvoeren, die niet op bloote redeneering , maar op ondervinding gebouwd , door alle ervaarene Ontleeden Heelkunftenaars zullen toegeltemd worden. Daaraan vervolgens ons Voorwerp toetfende , en met Waarneemingen van anderen vergelykende , denk ik in ftaat te zullen zyn , om aan UwE. begeerte te voldoen , en de voorgeftelde vraagen volledig te beantwoorden. Het beige ondertusfchen, zo ik hope, noch UEd. noch den kundigen Lezeren onzer brieven , dat ik reeds bekende en aangenoomene kuastwaarheden laate vooraf gaan. Dezelve B 4 zul-  Eene binnen den Buik zullen dienen moeten voor mingeoeffenden, om ook deeze, van de eerfte ontleedkundige beginfclen der kennis van dit foort van gebreken , tot het verftaan van het duystere in dit te faamengefteld geval, en deszelfs heelkundige behandeling in eene voorkoomende gelegenheid, opteleiden. Deeze ontleed- en heelkundige grondbeginfelen zyn de volgende : In onvoldragen manlyke Vruchten liggen de Ballen nog binnen de buikholte , en zy n aldaar , behalven den eigen dikkeren rok , vast omkleed met een glad oppervlakkig vlies , een waar vervolg van het Buikvlies Qperitonaum') , op dezelfde wyze als alle de Buikingewanden. De Bal zakt door den open buikring naar buiten , en daalt , voor of na de geboorte, allengs nederwaarts tot onder in den Balzak. By dit doorzakken en afdaalen neemt de Bal een verlengfel van het buikvlies mede. Dit verlengd Buikvlies maakt dus een foort van koker, die door eene opening (meatus) gemeenfehap onderhoudt met de buikholte. Binnen den bodem van dezen koker ligt derhalven de Bal en Bybal bloot, even gelyk binnen den Buik, voor de doorzakking. De  Verstropte DARMBREUK, enz De Zaadvaten loopen aan den agterkant van dezen koker, in eene flaauwe verdubbeling van denzelven ingewikkeld: zo dat, by het van den voorkant openfnyden van dezen koker , de Zaadvaten binnen deszelfs holte fchynen te hangen , terwyl zy 'er alleen uitpuilen. Na eenig tyd verloop fluit zich deze koker, weynig boven den Bal, vast om de Zaadvaten, en de koker wordt hier door in twee holtens afgedeeld. De onderlle verkrygt de gedaante van een rond, dog flaphangend blaasje, hetwelk den Bal omringt en bevat. De bovenfle langwerpige holte omvangt de Zaadvaten , en behoud nog gemeenfehap met de buikholte. Het bovengedeelte van den koker wordt, zo lang het nog open is , en ook naderhand , wanneer het om de Zaadvaten toegroeit en dezelve omkleedt , Schederok der Zaadvaten Qtunica vaginalis vaforum fpermaticorum ) geheeten. Het benedenfle gedeelte , dat niet op eene zelfde wyze toegroeit om den Bal, hecht zich aan de Zaadvaten , even boven den Bal en Bybal (epididymis) , en blyft voor het overige , even gelyk in den Buik , vervolgd in het oppervlakkig vlies des Bals, 't welk gemeenlyk den witten rok (junica alkuginea") genaamd wordt. Deeze overgang is gelyk aan die van B 5 het  Eene binnen den Buik het inwendig vlies van het Hartgzakje (peritardium') , het welk in het uitwendige vlies van het hart overgaat, na dat het zich aan de vaten van het zelve gehecht heeft , en over derzelver groote ftammen na het hart te rug keert. Dit vliezig beursje draagt den naam van Schederok des Bals , of tunica vagina/is testis , en is van rondomme natuurlyk afgeüooten en digt. De vezelen van de Balfpier Qcremafter*) , van de binnenfte fchuinfche Buikfpier afkomftig , en die met de Zaadvaten door den buikring afdaalen , verfpreyden zich in eerstgebooren Kinderen over den befchreven Buikvlies koker • en in bejaarden derhalven ook tot over den Schederok des Bals ; maakende dus met de Zaadvaten , en om dezelve toegegroeyden koker , dat geen uit, wat men gewoon is den Zaadftreng Qfunis fpermaticus} te noemen. Deze geheele Zaadftreng wordt voorts van rondomme omgeeven , en vereenigt met een yler, celwys en peesvliezig weeffel, 't welk van den omtrek des buikrings voortkomt, en van daar af, tot onder in den balzak afdaalt, aan zyn uitwendige zyde met den vetrok der huit van den Balzak gemeenfehap heeft, en, door verdubbeling , een foort van middenfehot des Balzaks, door Rüysch befchreeven , uit-  Verstropte DARMBREUK, enz. uitmaakt. Aan dit peesvliezig celwys omkleedfel des Zaadftrengs en Bals is de naam van Dartos gegeeven. Zie daar de deelen , die tot de verklaaring onzer voorgeftelde raadtfelachtige Darmbreukzak betrekking hebben. Celsus , die in het begin onzer tydrekening leefde , heeft reeds deeze drie rokken aan den Zaadftreng en Bal toegekend , de celwyze en peesvliezige <^tov , de fpieiwezelige en de vliezige Schederok , of ê/^oe^uV der Grieken , welken laatften hy (de Medicina, lib. 7. cap. 18.) den onderften rok noemt. Galenus kende den koker, die door het, naar den Bal afdaalend, verlengfel van het buikvlies gemaakt word. Hunter en Pott deeden laatere volkomener ontdekkingen daaromtrent, byna gelyktydig met die van de Heer Camper, in de Verhandelingen van de Hollandfche Maatfchappye der Weetenfc-happen , C VI. Deels 1. ftuk, bladz. 235. en VIL Deels 1. ftuk, bladz. 58.) befchreeven. De zogenaamde 'Breuken of Scheur/els, die ook omtient den Buikring en Balzak voorvallen ,  Eene binnen 'den Buik len , worden gewoonlyk in waare en onwaare onderfcheiden. De naaukeurige Celsus onderfcheidde de waare uitzakkingen van het net en gedarmte door het woord hernia: en de onwaare Breuken, dat is , de ontaarting en aderfpattige opzetting van de Zaadftreng en Bal door 't woord ramex : welke woorden naderhand onverfchillig voor beide foorten van gebreken gebeezigt zyn geworden ; en welke verwisfeling • denkelyk ook in onze taal, den naam van Breuk, hoe oneygen ook , aan het Watergezwel van den fchederok des Bals heeft doen geeven. Behalven de waterzuchtige opvulling en uitzwelling van den vetrok des Balzaks, en van de celwyze dartos, verzaameld zich ook water binnen de Balfpier, in den, door het verlengd buikvlies gemaakten, natuurlyken koker by jonge Kinderen , of naderhand binnen deszelfs afgeflootene gedeeltens, en verkrygt alsdan den naam van Watergezwel van den fchederok der Zaadvaten, of van den fchederok des Bals, op welk laatfte foort men , in het byzonder, den naam van Hydrocele toepast. Deze laatfte foort van Hydrocele of Waterbreuk zet den fchederok des Bals uit, maar blyft tevens omkle.ed door de benedenfte vezelen van de cremaster , en door de geheele dartos.  Verstrofte DARMBREUK, enz. dartos. De overtollige affeheiding van den natuurlyk befproeijenden daauw, en de belette wederopneeming deszelven , door verflapping ofte toedrukking der Watervaten, worden voor oorzaaken dezer Waterbreuk gehouden : waarby men, door ontleding, opene vaatjes, waterblaasjes , of ontaarting van den witten rok des Bals waarneemt , waaromtrent onze waarneeming die van Morgagne (Epist.Anat. 43. art. ' 19.) bevestigt. _ Zulk eene Waterbreuk des Bals-fchederoks is dikwerf klein van omtrek , of zet zich langs den voor- en binnenkant des Zaadftrengs in de lengte zo wel als breedte uit, en kan tot aan den buikring opryzen: — ja, zo deeze ring door eene voorafgegaane uitzakking van ingewanden is verwyd geworden , moet ook' zulk een waterbreuk , door den buikring heen , en tot binnen de buikholte kunnen opryzen , en offchoon altoos buiten het Buikvlies blyvende ' aldaar uitpuilen. De Balzak , en de daar binnen bevatte deelen, zyn daarenboven eene voornaame zitplaats der zogenaamde Darm - en Netbreuken , of liever uitzakkingen van het gedarmte of andere buik-ingewanden. De  Eene binnen den Buik De Ouden dagten , dat daarby noodzaakelyk net Buikvlies fcheurde. Naderhand ondervond men, dat dit Vlies meest altyd wierd uitgerekt, en alsdan vóór en met het gedarmte uitzakte. Eindelyk vond men den Koker, om de Zaadvaten en Bal, nog open , zelf in bejaarden : en ook daar binnen een gedeelte darms bevat , in , aanraaking met den blooten Bal; ja daaraan vastgroeit, gelyk ik dit , voor zeven jaaren , in een beklemden, binnen den balzak verftoiven, en opengebarften Darmbreuk waarnam. Zo lang nu de balkoker van den Buik af tot om den bal open is, zo lang kan het uitgezakt gedarmte of net in aanraaking met den blootliggenden bal komen. Zo dra daarentegen de fchederok des Bals reeds boven denzelven is afgeflooten , zo zakt de Darm of het Net alleen tot aan den Schederok. Beide deeze gevallen kunnen in eene aangeboorene voorgefchiktheid tot Breuken voorvallen, en eene hernia congénita uitmaaken. In beide gevallen wordt het uitgezakt ingewand omkleed, en derhalven ook de breukzak gemaakt , door de open Schederok , door de Balfpier, en door de omringende celwyze peesvliezen van de dartos. Maar , wanneer de natuurlyke opening van den Balkoker reeds vroeg binnen den Buik , dus boven den buikring, geflooten, endoorgaans . naar de buitenzyde verplaatst is geworden : zo moet  Virstropte DARMBREUK, emz. moet volgen, dat by eene in later tyden geboren liefchbreuk , het buikvlies fcheure of rekke. Wordt het zelve uitgerekt, en dus tot eenen breukzak verlengt, zo leert de ondervinding , dat zulk een afgezonderde breukzak nu eens binnen, dan eens buiten de cremaster maar altoos binnen de dartos geplaatst is en zich , of aan den Liefch bepaalt, of naar'den Balzak affchiet, om eene waare Balzaksbreuk mttemaaken , en afzakkende , in aanraaking en aangroeijmg, zo wel met den fchederok des Bals, als met den Zaadftreng te koomen. Even gelyk nu, door uitzakking door den buikring, een Darm- of Netbreuk gebooren wordt; en door ophooping van water binnen den vliezigen Schederok en natuurlyken koker of deszelfs naderhand afgeflooten gedeeltens ' een Waterbreuk ontftaat, en yder dezer afzonderlyk een gebrek 'uitmaakt; zo kan ook een faamenloop van omftandigheden plaats hebben en , by voorbeeld , eene Darmbreuk van een zogenaamde Waterbreuk vergezeld gaan. Het water bevind zich als dan, nevens den darm of het net, binnen dennatuurlvkenkoker mdien er eene hernia congenita plaats heeft' Daarentegen maakt het water een afgezonderd gezwel, zo dra de fchederok des Bals reeds is afge-  Ëene binnen den Buik afgcfloóten , en de hydrocele aldaar wordt ge* boor en. Edoch , zonde het wel minder zeker zyn , wanneer een e Balzaks - Darmbreuk , en Watergezwel des Schederoks , eikanderen in. één zelfde voorwerp ontmoeten , dat als dan het zagte en minst tegenftandbiedend gezwel voor het meerder en vaster zal moeten wykcn? Alle hevige fchuddingen en persfingen met den Onderbuik, zullen noodwendig de Hydrocele door de Darmbreuk nederwaarts doen drukken. Het Watergezwel zal beurtelings , door zynen aanwas , de Darmbreuk onderfteunen en opwaarts ftuuwen : — ja, zo het mogelyk word , een Darmbreuk door den wyden buikring naar binnen dryven. De Lyder kan door opduwingen dit bevorderen. Maar, eene Darmbreuk kan aldaar bekneld raaken. Deeze beknelling of verftropping van den Darm en Breukzak word of aan den buikring, of aan den breukzak , of aan den darm zeiven toegefchreven. De Darm geeft hier toe aanleiding door ophooping van drekflof, of door warmte uitgezette lucht, binnen denzelven beflooten, waar door de tcrugkeering en inbrenging belet worden. De  Verstropte darmbreuk , enz-. De buikring bekneld het uitgezakt net of gedarmte , door krampachtige inkrimping der buikfpieren , die den ringfpleet optrekt en behaauwt; maar voornamelyk door ontfteeking en opzwelling van al het celwys en peesvliezig , ïn den omtrek des rings en buikvlies gelegen weeffel, waar door de beknelling pynlyk , en van meerder toevallen moet gevolgd worden» De breukzak kan , door één of meerder vernaauwingen, den bevatten darm beknellen, en deeze zogenaamde hals des breukzaks , die de verftropping maakt, word of binnen den omtrek des ontftooken buikrings, of beneden denzelven in den balzak , of boven denzelven en dus binnen de buikholte waargenoomen. Indien deeZe drieërley oorzaaken te faamen loopen , te weten ontfteeking en vernaauwing van buikring en breukzak , nevens opgehoopte drekftof of uitgezette lucht, zo moet de doodelyke beknelling verzwaart , en de toefland des Lyders gevaarlyker worden : 't welk zich dan ook door de zorgelykfte verfchynfelen van braakingen , hik , een kleine doch radde pols , en koud zweet gemaklyk laat kennen. Dit alles is door waarneemingen bevestigd geworden. Men raadpleege hier over de Iaatere heelkundige Schriften, op ondervinding gebouwd, vooral de Memoires de lAcad. de Chirurgie de C fa-  Eene binnen den Buik Paris : de Werken van Morgagni , le Dran en andere beroemde Waameemeren : G. Arnaud Iraité des hernies ou Defcentes, Paris 1749. 8 vo. Id. Memoires de Chirurgie, London 1768. 4-to. Le Blanc Precis d' OperaSlons de Chirurgie , Paris 1775. 8vo. Richter Abhandlung von den Bruchm , Göttingen 1778. gelyk in onze taal, onder .anderen Schryveren , ook inzonderheid D. van Gesscher Hedendaagfche algemeene oefenende Heelkunde, 1780. 1. Deel, 1. ftuk, 4.' leerftuk, 3. hoofddeel , over de Uitzakkingen. Voegen wy nu hier by dat geen , wat, ten aanzien der Breukzakken, thans by alle Heelkundigen als eene algemeene waarheid wordt aangenomen ; zo koom ik een ftap nader tot de oplosllng Uwer voorgeftejde Vraagen : — „ Welke is de oorzaak dezer zonderlinge beM knelling ? Hoe is waarfchynlyk deze koker M gevormd ? Hoe de darm 'er ingefchoten ? " Vooreerst word byna éénpaarig toegeftemd , dat de Breukzak, door verlenging van het buikvlies gemaakt, in eene verfche breuk, met het ingewand wederom binnen gcbragtwordt; maar in een verouderde breuk meestal aan de vliezen , die den bal en zaadftreng binnen den balzak omkleeden , gehecht is en vastgroeit; ter- wyl  Veusteopte DARMBREUK, enz. wyl dit echter niet belet, dat ook in een verouderde breuk een gedeelte des balzaks kan binnen gebragt worden. Dit kan ook de Lyder doen, door zyne opduuwingen in de Liesfchen, doch, niet zelden, worden deeze dikwils herhaalde en gelukkig flaagende poogingen éénmaal te leur gefield , en de Lyder betaald zyne fchaamachtige geheimhouding met zyn léven. De ondervinding leert, hoe veele ongelukkigen aan eene geheimgehoudene verwaarloosde breuk fterven , terwyl hun dood alleen aan Kolykpynen wordt toegefchreven. Dat verouderde Breukzakken aangroeijett, en hierom buitenblyven, wordt door onderzoek der Lyken , met breuken geftorven , geftaafd. En offchoon men hier van aan laatere Geleerden de eere geeft, meen ik hier van reeds by Celsus iets aangeteekend te vinden. By het optellen der kentekenen eener onbeknelde Liefch- en Balzaks - breuk , zegt hy : „ Als de Lyder rust of ligt, flinkt de breuk Voin„ tyds geheellyk ; fomtyds verdeelt hy zich „ zodanig , dat daar van alleen geringe overa< buffelen in den balzak gevonden worden" (Celsus de Medicina, lih. 7. cap. 18.). Wat kan 'er van eene Balzaksbreuk , na dat dezelve geflonken en binnen gegaan is, in den balzak överblyven , dan dé aangegroeide Breukzak ? of hjer zoude iets vm het teruggebleven net of C a darm  Eene binnen decf Buik darm moeten verftaan worden. De Schryver vooronderftelde het buikvlies niet uitgezakt , maar gefcheurd te zyn by de Liefchbreuken. Dit weet men thans beter. Dikwerf ooggetuige van de gelukkige kunstbewerkingen aan verftropte Breuken , door den vroedkundigen Heel- en Breukmeester M. Berkman , en anderen , zag ik , meer dan eens, deeze aangegroeide Breukzakken; en vond, zo wel in deeze Lyders , als ook in anderen , na den dood door my geopend , deeze Breukzakken , door een losfer of door een vaster celwys weeffel , aan de omliggende deelen gehecht en vereenigd. Een zeldfaam voorbeeld Van dien aart zag ik voor twee jaaren met de Heer Hussem , aan eene Dyebreuk Q Hernia femoralis ), waarby een gezwel aan den onderbuik onmiddelyk boven den zogenaamden band van Fallopius , van eene vry aanmerkelyke grootte , door de ontleding van het Lyk bleek niet anders te zyn dan een Breukzak , welke darm en net bevatte ; terwyl deeze Breukzak onder de huit verfchuifbaar, door celwys weeffel met de vetrok en het peesvlies der buikfpieren vereenigt was. Onder den rand van de Buikband van Voupart was eene foort van vernaauwden hals; en het bleek duidelyk, dat deeze verouderde Breuk , door herhaalde opduuwingen van de Lydercs, niet binnen gebragt, maar  verstropte DARMBREUK, enz. maar tusfchen de huit en de fpieren was omhoog gefchoven, en,misfchien door een in dien opgefchoven ftaat aangelegden Breukband , het mgaan belet, en eindelyk eene doodelyke beknelling had veroorzaakt. Zie dit geval befchreven m de Genees* Natuur- en Huishoudkundige Jaarboeken, 3. deels 4../luk, N°. xvi. bi. 225 Mogelyk zoude men meer zodanige, onder de huit opgefchoovene Dyebreuken vinden , indien men gelegenheid had door ontleding alle die platte Breuken te onderzoeken, die boven den band van Poupart voorvallende, voor Buikoreuken gehouden worden, d9t?pidd nruYldQ " geIyk het beweezen is, dat eene verfche breuk, of die niet zeer oud is geneellyk , en eene verouderde sedeeltelvk ' weder kan binnen gebragt worden§ zo "het ten tweeden niet minder waar en aangenoomen dat eene verfche , zo wel als eene verouS Breuk, binnen den buikring kan bekneld en verftropt worden. De oorzaaken daar van heb ik reeds opgeteld, en het meerder gevaar naar den famenloop derzelve afgemeten" De zeej oude breuk, met veel uitgezakt ingewand, heef minder nood van bekneld te worden , om da de buikring wyd word, en zyn veerkragt ver hest Eene verfche of min verouderde Breuk n fterke jonge menfchen , loopt meer gevaar van verftroppmg , oflchoon de breuk keiner il C 3 De  Eene binnen den Buik De vastheid des buikbands van Poupart, in oude Vrouwen , maakt daarom dikwyls zeer kleine Dyebreuken doodelyk. De ontfteeking van de buikring is eene gereede gezellin der beknelling. Zy deeld zich aan al het omliggend celwys weeffel, en wel ras aan dat gedeelte des Breukzaks mede , het welk binnen den omtrek des buikrings bevat is; en indien deze ontfteeking niet opgelost word, noch tot verfterving overgaat, eindigt zy hier, gelyk elders, in verharding. Het celwyze van het buikvlies , dat den Breukzak aldaar uitr maakt, word van vocht doordrongen , of ontaart met het zelve, en. zie daar de vernaauwing des breukzaks , of deszelfs zogenaamden Hals geboören. In een meer of min verouderde Breuk , kan een breukband , die na het inbrengen van het gedarmte angelegt wordt, ook door deszelfs dmkking opdeu buitengebleven Breukzak, naby den buikring een inkrimping van deszelfs niet meer uitgezet weeffel te weeg brengen, en dus een hals manken. Dringt de darm 'er naderhand weder met geweld in: wordt die met drekftof opgevuld : kan zy derhalven niet te rug : zo wordt de beknelling door de Breukzak gemaakt , waaraan de buikring geen fchuld heeft, ten zy die, door medegedeelde ontaarting, tevens vernaauwd wptde. De gevaarlyke en zo dik-.  VsAstt&tb DARMBREUK, enz. dikwerf doodelyke gevolgen van hes aflaaten van een Breukband , die men gewoon is voor verouderde breuken te draagen, zyn alleen aanhet weder infchieten van net of darm in den ouden Breukzak, door zulk een vernaauwden hals heen , te wyten. Eene tydige hulp , of de gunftige Natuur , kan. fomtyds zulk eene ontfteeking opheffen , en een gedeeltelyk vernaauwden hals van een Breukzak , met of zonder bevatten darm, fehadeloos doen draagen : wanneer maar de darm niet door drekftof opge-: hoopt word, en dat de vemaauwing zo fterk zy, dat de boven dezelve gelegen darm 'er niet wederom kan doorheen dringen; maar veel eerder boven den ouden breukzak wederom eenen nieuwen maake , die met de eerfte door dien hals gemeenfehap heeft. Op dusdanige eene' wyze alleen kan men zich de vorming dier dub* belde Breukzakken voorftellen, waarvan Arnaud eene befchryving en af beelding geeft, en die hy zegt uit een lyk uitgenomen , opgeblazen , gedroogt, en dikwils aan zyne Medekunstgenooten vertoond te hebben. Zyne ufbeelding heeft nagenoeg de gedaante, en vertoont de vernaauwingen van een Schudglas ,, waar door vochten van verfchillenden aart fpoedig en op het genaauwst vermengd worden. Zie Arnaud Traité des Her mes , lom. 2. pag. po. C 4 Kan  Eene binnen den Buik Kan nu , na eene dusdaanig gemaakte vernaauwing en daardoor gevormde hals des breukzaks, de darm boven deze beknelling op nieuw door uitrekking van dat zelfde buikvlies , een tweede verdieping , als ik 't dus noemen mag, op deeze oude Breukzak maaken • zo moet voorzeker, en ten derden volgen , dat deeze bovenfte breukzak , wanneer hy nog niet oud , en derhalven nog niet aangegroeit is , gemaklyk moet kunnen naar binnen keeren , en of door de Lyder zelf, of door een Heelmeester, met de taxis ingebragt, en met een' breukband onderfteund worden. Maar , door nieuwe persfingen , of andere gelegenheid geevende oorzaaken, kan ook zulk een breuk wederom uitgaan , en darm en net niet alleen in den bovenilen , maar ook te gelyk tot binnen de benedenfle verdieping des breukzaks worden ingedreeven ; en door den aldaar te vooren vernaauwden hals bekneld wordee , althans indien 'er ophooping van drekftof of lucht-uitzetting bykomt. Blyft zodanige dubbelde Breukzak eenigen tyd buiten , ook zonder beknelling , of wordt de darm daar uit binnen gebragt, maar blyft ook de tweede verdieping des zaks buiten , zo kan ook deeze aan den Zaadftreng vastgroeijeq. De mogelykheid niet alleen, maar de zekerheid deezer geVallen , wordr bevestigd door de waarneemingen van  ÊVetitroptr DARMBREUK, enz. van Ho in en Thevenau , door le Blanc (Precis d'Operations , torn. i. pag. 124. & i2<5.) aangehaald. In het eerfte voorbeeld was de beknellende hals des Breukzaks twee duimen beneden den buikring , en in het tweede geval onder , dog naby denzelven. Wanneer na eene, op de voorfchrevene wyze gemaakte breukzaks - hals, en door verlenging van het bovengelegen buikvlies eene tweede verdieping aan den breukzak gemaakt wordt, en daarby geene vernaauwing des buikrings is bygekomen , het zy '-er darm binnen den dubbelden breukzak zy, ofte niet, en de bovenfte verdieping zo min als de onderfteaangegroeitis: zo is 'er geene reden, waarom men ten vierden met zoude mogen ftellen, dat zulk een dubbelde Breukzak, met het daar binnen bevatte gedarmte of net, niet zoude door den open buikring wederom kunnen naar binnen , ofte weder ingebragt worden. Maar, wat meer is, waarom zoude niet ook een gedeelte darm , te vooren buiten den buikringj, door den reeds gevormden hals des Breukzaks op nieuws ingedrongen en daar door bekneld , met en binnen den ouden zak , door den buikring heen, kunnen opgeftuuwt worden; en, door de bewegingen van het overige gedarmte, zelf hoog binnen den buik worden opgetrokken, ten minften zo hoog als dat gedeelte buikvlies, het welk de bovenfte € 5 ver-  E« NB BINNEN Ï>EN Btttff verdieping des Breukzaks beneden den buikring maakte , zoude toelaaten .7 Dat de beknellende hals des Breukzaks niet alleen binnen den omtrek des vernaauwden buikrings, maar ook hooger dan denzelven, birmen de buikholte gevonden wordt, wordt door Richter geftaafd met waarneemingen van le Dran Obferyat. de Chirurgie, torn. i. pag. 57 «£? 60., en van den meergemelden Abnaud, Traité des Her mes , torn. 2. pag. 19 & o2. Zie Ri chter , Abhandlung yon Bruchen, er fier band, pag. 99-101. Myne eigen waarneeming , die ik in 't vervolg gepaster zal kunnen bybrengen en befcbryven , heeft 'er my niet minder van overtuigd , inzonderheid toen ik die met het, door UE& aan my medegedeeld geval, het onderwerp deezer briefwisfeling , heb moogen vergelyken , en in zo verre zien overeenftemraen. Öm echter Uwe allerzeldzaamfte Waarnecming, waar van ik my geen voorbeeld herinnere , te verklaaren , heb ik nog niet genoeg gezegt. Ik moet 'er nog eene vyfde waarheid byvoegen, ten minften als mogelyk vóóronderftellen- Een , niet oude , Darmbreukzak kan binnen den buikrings omtrek vernaauwd worden , en eenen'hals maaken. De Darm kan daar van onbekneld blyven, en eene nieuwe uitrekking van het buikvlies kan eene tweedever-  Verstropte DARMBREUK, enz. verdieping aan dien Breukzak geeven. Maar deeze dubbelde Breuk kan buiten blyven, en het onderfte gedeelte , of de eerfte gevormde breukzak, kan in aanraaking komen met den fchederok des Bals, en daar aan vast groeijen en gehecht blyven. Daarenboven kan ook de drukking des geheelen Breukzaks op den Zaadftreng , of eenige belediging of ontaarting van den Bal, gelyk ik te vooren beweerde , vroeg of laat een Watergezwel des Schederoks ( Hydrocele} doen gebooren worden. De vermeerderde aanwas van water, die deezen fchederok aan den voorkant des Zaadftrengs doet opryzen, moet den Breukzak naar den ring opftuuwen , deszelfs laagere uitzakking tegenhouden , en , zo de buikring wyd genoeg is , in ftaat zyn, om den Breukzak met den daar binnen beknelden darm of net, door den buikring heen, en tot binnen de buikholte te doen doorgaan. Een gedeelte van het Watergezwel moet zelf door den open buikring kunnen opryzen , en binnen den Buik , offchoon buiten het buikvlies, uitpuilen. Zie daar, Myn Heer ! de ontleed- en heelkundige gronden , die ik noodig achtte by te brengen, ter verklaaring van ,ons onderwerp, en ter beantwoording van U Ed. eerfte Vraagen , omtrent dc vorming van dien beknellendcn Koker, Hg  EeflE BINNEN DEN ButK Het zoude overtollig zyn , UEd- naaukeurige befchryving van het geheele geval te herhaaien. De Afbeeldingen , by UEd. Brief gevoegt, zullen tot myn oogmerk genoeg zyn. Ik verbeelde my daarenboven nog het een en ander daar aan op te merken , waar van UEd. geen melding gemaakt hebt, en 't welk echter niet minder ter bevestiging van UEd. bedenkingen kan dienen. De groote en algemeene Breukzak, in de eerfte afbeelding naar de lengte geopend vertoond , is door de oplettende Tekenaar naaukeuriger afgebeeld, dan men in den eerften opflag zoude vermoeden. Het geen UEd. aldaar door h. h. aanwyst, is de waare membrana dartos. De kanten der doorfnede van dien zak wyzen duidelyk aan , in alle drie figuuren, dat deeze zak door twee vliezen gemaakt wordt , waar van de binnenfte de fchederok des Bals of tunica vaginalis teftis is , binnen welken de Bal en bybal bloot liggen. De Waterbreuk word hier door kenlyk. De plooijen f.f.f. zyn dan verdubbelingen , van de fchederók'alleen gemaakt. De Balfpier en Zaadftreng zyn niet zichtbaar , om dat de hydrocele daar vóór opgereezen , en de fchederok 'er aan vastgegroeit is in het voorwerp , 't welk ik door Uwe goedheid thans voor my heb , en met verwondering befchouwe. Het binnen den fchederok neder-   ~P| "VTTT j_ ■ n -. TCutTrurn ,7.' i vreet: tVi.'n . . ,- ,  Verstropt DARMBREUK, en*. nederzakkend rond lighaara e. in de eerde afbeelding , niet onwaarfchynlyk voor darm aangezien , moet elk dit geval in 't eerst voor een aangebooren Breuk (hernia congenita') doen houden , zo. hy niet let op den koker boven den buikring , of die niet vergelykt met de tweede en derde afbeeldingen. Deeze beide laatfte figuuren laaten niets onverklaard over , dan de buitenfte oppervlakte van den kleinen en eigenlyken Darmbreukzak, door UEd. met i. i. e. e. e. aangeweezen ? UEd. zegt, dit is geen Omentum. Vergun my 'er by te voegen, het is ook geen Peritonceum , maar een vervolg van de tunica vaginalis tefiis, die over deeze uitwendige oppervlakte des kleinen breukzaks terug keerd , en dus het tweede vlies van denzelven uitmaakt ; en den Breukzak op dezelfde wyze bekleed, gelyk de Bal en bybal van dien zelfden fchederok hunnen witten rok (albuginea) ontleenen, die ik te vooren met het uitwendig vlies aan het hart vergeleken heb. Om zulks in een klaarder licht voorteftellen, heb ik, met UEd. verlof, de nevensgaande en dus vierde afbeelding van het zelfde voorwerp doen vervaardigen , welke ik de eere heb U Ed. hier nevens aantebieden en optedraagen. Ik moet 'er by aanmerken, dat dezelve van de Uwe eenigermaate fchynen zal te verfchillen , naar-  Eene binnen den Buik naardien ik, ter afbeelding van het geen ik bedoelde , het bovenfte gedeelte van den Waterbreukszak meerder heb moeten uitfpannen: waar door de benedenfte dwarsfche plooy , anders dan in UEd. afbeeldingen /. f. naar den bovenden toegekeerd voorkomt. De kleiner Breukzak , door UEd, van de eene zyde geopend , heb ik nevens den bevatten darm naar de flinker zyde omgeflagen, en vertoond zich, door de Josfere ligging , breeder, dan in Uwe medegedeelde figuuren. In myne hier bygaande afbeelding is . a, a. a. De Dartos. b- De geopende Waterbreukzak des fehederoks of Tunica vaginalis teftis. e. De blootliggende Bal en bybal. d. d. De duidelyke onderfcheiding der twee Rokken van den geopenden Water* breukzak. t, e. $. e. Plooijen, door de verdubbeling des fchederoks alleen gemaakt. ƒ Het bovenfte en opgerezen gedeelte van den opengefneden Schederok. g. Eene diepte, terplaatfe waar de Scherok, door de buikring opgerezen, naar den  Verstrofte DARMBREUK, enz. den buik uitpuilde: ten minften in het Preparaat zo hoog met den vinger kan opgeftuuwt worden. k De overgang van die zelfde Schederok,; om beneden den beknellenden hals des Breukzaks, die door het buikvlies gemaakt word , het buitenfte vlies en bekleedfel van den Breukzak te worden. fr Flaauwe groeven op deeze buitenfte oppervlakte van den dubbelden Breukzak, door de onderliggende darmploov gemaakt. k. Een gedeelte der Buikbekleedfelen, beneden en omtrent den buikring. /. Een gedeelte van het Buikvlies boven den buikring , het welk zich met den Schederok faamenvoegt en vereenigt , om dus de dubbelde wanden van den Breukzak uittemaaken; terwyl de vernaauwde hals alleen door dit verlengd buikvlies, zonder den Schederok, gemaakt wierdt. Ik achtte deeze afbeelding des te noodzakelyker om eene , anders niet ongegrondde , twyffelmg omtrent den waaren aart dezes Breukzaks weg teneemen , die men op de volgende waar-  E E NE BINNEN DEN BuiK Waarneemingen zoude kunnen bouwen. Richter haald eene waarneeming aan van le Cat (Philofopic. tranfacl. Vol 57.) , waar by de Breukzak door eene opening gemeenfehap had met de Schederok , en dus een gedeelte darms door de opening doorgegaan , binnen den Waterbreukzak gevonden wierd. Neubauer. (Progr. de Epiplo-ofcheocele, Jena 1778-), vond in een Lyk een Breukzak , die van onderen vast aan den Schederok gegroeit was , terwyl die beide door eene opening gemeenfehap hadden , en waar door het net was doorgegaan. Richter (7. c.pag. 105.) oordeeld, dat deeze aangroeijing des Breukzaks met den Schederok door voorafgegaane ontfteeking, en de opening van gemeenfehap door verettering gemaakt was. Dan ik geloof, onder verbetering , dat beide die gevallen eene foort van Hernia congenita kunnen geweest zyn, waarby de fchederok des Bals, in de kindsheid niet volkomen afgeflooten , maar door een gedeelte uitgezakt ingewand verwyd is gebleeven , zonder beknelling. Deeze myne gedachten rust mede op de te vooren bygebragte grondbeginfelen. Maar daarenboven word dezelve bevestigt door eene waarneeming , door den reeds genoemden kundigen en ei varen Vroed- en Breukmeester Berkman aan my medegedeeld. De Lyder had zedert zyne jonge jaaren eene dikte in den omtrek des Bals waargenomen, zonder eenig hinder, en de  Vjësstropte DARMBREUK, enz de zwaarte daar van alleen door een fchortband onderfteund. Naderhand kwam 'er een aanmerkelyke zwelling in den liefch by. Deeze jas eene waare Breuk, die bekneld raakte, en öus de kunstbewerking vorderde. Het gezwel gmg toen van den buikring af tot onder in den caizaK. Dezelve wierd in de geheele lengte geopend. By het openen van den Breukzak . vond men eene afdeeling en vernaauwing even boven den Bal. De bovenfle zak bevatte darm en net tevens. De onderfle bevatte het net al- £m ^ ?udlt ?et Wierd door de °PeninS van gemeenfehap dier zakken gemakkelyk doorge- Tn ? ' ? 2**1 behooren verder behandeld, in de onderfle zak lag de Bal en Bybal bloot, en de opening van gemeenfehap was geen vernauwing of hals van een laater uitgefchooten doorboorden Breukzak; maar duidelyk eene on* voltooide affluiting van den fchederok des bals die dus een Breukzaks vernaauwing of hals vertoonde. Er was dus in dit geval eene waare hernia congemta.— Ondertusfchen is'er geene zodanige opening van gemeenfehap tusfehen den Breukzak, waarin de darm ligt, en de Waterbreukzak, waarin de Bal bloot gevonden word, ffl ons voorwerp. De darm of net zoude der! halven in ons geval nooit aan den blooten Bal hebben kunnen vastgroeijen. ■ Ten ergflen ge^men , indien de Breuk niet beknelden de Hydrocele weder verdweenen was, zoude in Uwen  Eene binnen den Buik Uwen Lyder misfchien het buitenfte van den kleinen Breukzak i. en wel de tip e. aan den Bal hebben kunnen aangroeijen. Ik houde het derhalven daar voor, dat in dit ons tegenwoordig voorwerp , 1. Eene verouderde Breuk hebbe plaats gehad. 2. Dat dezelve te vooren laager uitgezakt geweest zy, dan de vernaauwing van den zak en deszelfs beknellende hals aanwyst. 3. Dat eens de half binnengebragte Breuk , binnen den omtrek des buikrings zy bekneld geraakt; en daar door de vernaauwing van dat gedeelte des zaks , 't welk men" den hals noemen kan , gemaakt zy geworden. 4. Dat ook, het zy voor of na deeze ver. naauwing, de Breuk geheel uitgezakt zynde, het onderfte gedeelte van den kleinen Darmbreukzak in aanraaking met den fchederok des Bals gekoomen , daar aan gehecht , of, zo men wil, aangegroeid zy gebleven. 5. Dat 'er vervolgens eene Waterbreuk , of Watergezwel des afgeflooten Schederoks van de Bal, is bygekomen ; welke , door zynen aanwas, de darmbreuk onderfteund, tegen-  Vèrstropte DARMBREUK , enz."1 tegengehouden, en, door den open of allengs verwyden buikring, eindelyk tot binnen de buikholte heeft doen opryzen : waar door, 6. De bovenfte verdieping , of later gevormde Darmbreukzak , door het buikvlies gemaakt , het binnenst buiten gekeerd , in plaatfe van, gelyk te vooren, darm te bevatten , nu het uitwendige van den beknellenden koker boven den buikring uitmaakt , gelyk dezelve in Uwe afbeeldingen te zien is. 7. Dat dit opfchuiven van den Breukzak door de Waterbreuk langzaam gefchiedde: maar dat de zo hooge opryzing van dien koker niet zo vtoeg , en denkelyk kort voor den . dood zal gebeurd zyn, het zy door de aangewendde oplosfende hulpmiddelen , die de ontfteeking des buikrings hebben opgeheven , het zy door de 'handgreep der taxis , of wel terftond na het overlyden , door behandeling van het Lyk , het uitkleeden, enz. De ondervinding leerde my, by het openen van zodanige Lyken , dat ook in dergelyke gevallen de ontftookene deelen in den omtrek des buikrings ontfpannen worden : even gelyk men dit fomwylen omtrent de Baarmoeders"-mond D 2 waar-  Eene binnen den Buik waarneemt , en in zulk een geval het Kind na de dood gebooren word , en door den ontfpannen Moedermond als van zeiven dooigaat. Dus konde ook in ons voorwerp , na het ontfpannen des ontflooken buikrings , de beknelde Breuk naar binnen fchieten. Ik wil niet verzekeren, dat zulks gebeurd zy. Dan, UEd. vond alleen den onderden tip des Breukzaks binnen den buikrings-omtrek , volgens Uwe eerfte afbeelding. Ik nam daarenboven met Uw preparaat nog een proef, die mede wel eene afbeelding zoude verdiend hebben, zo de tyd het toegelaaten had die te vervaardigen , naamelyk : ik bragt den kleinen Breukzak met den bevatten darm weder in den ftand van Uwe derde afbeelding , en trok dezelve nederwaarts naar den blootliggenden Bal, terwyl ik met de andere hand het buikrings gedeelte tegenhield. Ik zag hier door zeer klaar , dat 'er tusfehen den buikrings-omtrek en den hals des Breukzaks, die de beknelling maakte, een afftand van twee duimen was, en dat deeze tweede of bovenfte verdieping des Breukzaks toen den dubbelden darm bevatte , die door U Ed. boven de beknelde plaats met ü.b. is afgebeeld; terwyl byhet weder omhoog trekken van dien zelfden Darm en Breukzak , de bovenfte verdieping het buitenfte bekleedfel wierd van den opgerezen Koker, mede volgens Uwe eerfte afbeelding. Deeze  Verstropte DARMBREUK, enz. rneB'T myne Verhande^g is dus niet veel ineer dan eene uitbreiding van Uwe opgegeid iülStQ^^l: maar deeze'Sn rffi °P het * UEd. in eene voorige brief aangaande den door UEd. opengesneden Waterbreukzak, en den te voren 21' om afgeflooten en waaren fchederok des Bals, die over den kleinen Breukzak terug keerd en vervolgd wordt, verzekerde. De opduuwingen , door den Lyder gebeezigt, en door UEd. billyk als gelegenheid Te jende oorzaaken aangemerkt, ffitS fot fehenP mT^ * ^ Ju ¬ ichen met genoegen, door dit voorbeeld wederom de waarheid bevestigt, van het geen fk l^rVl63' t6n a^'n vanhe feTvot tr) 1 °"affbrooken7 vliezen (in myne dL weerde! Cmimmomhus mmbranarum} be, dergelyk voorkomend geval betreffend", mh emrene r^f m tSVens ook het van min ervarene Leezers onzer brieven in het oog ^ 3 hou-  Eene binnen den Duik houden , dan kan ik wederom niet vermyden » bekende kunstwaarheden en regelen aantehaalen , en tc doen voorafgaan. Ervarenen , en Gy zelf, Myn Heer ! vergeeven my dan ook deezen noodzaakelyken uitflap , die ik hoop , dat door het Hot van myn Brief zal gebillykt worden. De gepaste uit- en inwendige hulpmiddelen ter oplosfing der beknelling en doodelyke veritropping , zyn ongetwyffeld de zulke, die ten aanzien der faamenloopende oorzaaken , die zy beflryden moeten , de bntlteeking tegengaan , de zwelling doen bedaaren , de beknellende en gefpannen deelen verflappen , en de opgehoopte drekltoffen verdunnen en ontbinden. Ik zoude aan Uwe behandeling van Uwen Lyder te kort doen , zo ik 'er iets wilde byvoegeru Zy is by my boven alle aanmerking. Maar, wanneer ook alle aangewende poo, gingen van de helpende hand des Heelmeesters, ter wederinbrenging van het geen uitgefchoten was, hierby vruchteloos zyn, fchryft de kunst als een uiterfle hulpmiddel, de kunstbewerking voor. Maar welke ? Hier over zyn het de beroemdfte Heelmeesters niet eens. F Eenige Hellen voor , na voorafgaande opfnyding der bekleedfelen omtrent den buikring en van'den Balzak 3 den buikring te klieven. Dit klieven  Verstrop te DARMBREUK, enz. klieven van den ring is gegrond op de ond?rfteliing , dat deeze ring de beknelling maake, en welke doorgemeden zynde, de verftropp ng ophoude. Anderen willen dit klieven, als eene noode'ooze en zelfs gevaarlyke peeswond vermyd hebben; en daarom den buikring alleenlyk verwyden , door eenen nevens den breuk ingebragten vinger , of daartoe uitgedagt werktuig. Na dat men echter waargenomen had , dat een met het gedarmte door den verwyden buikring ingebrachte Breukzak , de toevallen niet deed verminderen , maar aanhouden : erkende men de noodzakelykheid , om ook den Breukzak te openen , en de beknelling , die aldaar plaats had-, te gelyk met die van den buikring opteheffen. Anderen, in de noodzakelykheid van het openen van den Breukzak toeftemmende , wilden echter den buikring niet opgefneden hebben , maar alleenlyk verwyd door den vinger; en wel voornaamelyk om geen gevaar te loopen , van de Boven - buikflagader {Art. epigaflrka~) te beledigen , en eene doodelyke bloeding te veröorzaaken. Daarenboven is de Breukzak fomtyds zodanig aangegroeit aan Ce 1 buikring gevonden, dat D 4 het  Eene binnen den Buik het onmoogelyk zoude geweest zyn den eenen zonder den anderen te openen; en men achtte deeze gelyktydige of op elkander volgende doorlnyding van Buikring en Breukzak des te noodzakelyker, naar maate de beknellende vernaauwing des laatften hooger , dan die des eerften waargenomen wierd. Tot een en ander deezer kunstbewerkingen, wierden verfchillende Werktuigen uitgedagt: waar van ik thans geene melding zal maaken. De Lezer kan hier over de te vooren aangehaalde Heelkundige Schriften , en • die van Heister , Platner en Sharp, ook in onze taal naaflaan. UEd. geeft aangaande de Kunstbewerking de volgende bedenkingen op : „ Zoude wel een Heelmeester, by dit ver„ wyden en opfnyden van onzen Breukzak, in „ de gedagten zyn gevallen, dat de waare ver„ ftropping hier nog zo veel dieper in den buik „ te zoeken ware ? En zo hy 't al vermoed „ had, ook uit het onvolkomen inbrengen van „ den darm , zoude hy ligtelyk zyne opfny„ ding meer dan twee duimen diep naar bin„ nen in de buiksholte hebben durven voort„ zetten ? " Myne , aan UEd. medegedeelde , „ waaiv neemingen onderfteunen Uwe twyffeling." Ik  Verstropte DARMBREUK, enz. Ik betuige nogmaals, dat de eerfte dier Waarneemingen my altoos heeft verwonderd : en dat de tweede my nog zoude doen verbaasd ftaan indien met het door UEd. befchreven en afgebeeld geval alle myne twyffelingen opgeklaard en beide die gevallen niet alleen duidelyk had leeren uitleggen ; maar my tevens gevolgen daar uit leerde afleiden, die my tegen foortgelyke voorkoomende gevallen wapenen boven 6enen betei'en UkflaS voorfbellen en be! Van zulk een groot nut is ook het openen van doode lighaamen van Lyderen , aan Breuken geftorven ; maar vooral eene oplettende vergelyking van overeenftemmende Gevallen Hier op bouwt de Franfche Academie der Heelkunst de onwrikbaare gronden haarer kunstregelen. Hierdoor verwierf de groote Mor gagni den onfterfelykften roem, met zyne Ontleed- Genees- en Heelkundige Brieven die ik te yooren aanhaalde. Hier op rust he't onderzoek der Breuken , en het voorftel om de Art. epigaftrica ook by Dyebreuken te vermyden, t welk de Hooggeleerde Camper belooft uittegeeven (Zie hier over reeds de Schriften der Berlimfche Gezelfchaft der Naturforfchende Freunde, 3 ter band, pag. 394.) Het ontleedkundig onaerzoek van dit ons heelkundig Onderwerp zal dus ook eenige waarde aan onze nusbedoeïende poogingen byzetten D * De  Eene binnen den Buik De Waarneemingen , tot ons tegenwoordig onderwerp betreklyk , en waarvan ik U Ed. te; vooren eenig verflag gaf, zal ik nu wat vollediger befchryven. In het eerfte geval, voor eenige jaaren gebeurd, en my door een kundig ooggetuige medegedeeld , was eene kleine , dog beknelde , Darmbreuk , waar aan een ervaren Heel - en Breukmeester , de Kunstbewerking verrichtte. De bekleedfelen doorgefneden,' en ook de buikring door infnyding verwyd zynde , fcheen de Breuk rondom aan den buikring vastgegroeit. Met eene voorzichtige en vaardige hand wierd deeze aanhechting van den geheelen omtrek des rings losgemaakt, en de darm fchoot naar binnen. De toevallen hielden aan , en eindigden niet dan met het leven der Lyderes. Men opende het Lyk , en vond den lits, door den uqgefchoten darm te vooren gemaakt, omvat door een vliezig beursje , welks opening vernaauwd om den darm floot, terwyl de darm binnen het beursje niet was aangegroeid. Het bleek nader, dat dit beursje tot het buikvlies behoorde. Ook fchynt het my toe , dat deeze Breukzak langer moet geweest zyn, dan van deszelfs beknelling tot aan den bodem: gemerkt dezelve van den omtrek des rings door het mes heeft kunnen losgemaakt worden, het welk anders zo gemaklyk niet zoude gefchied zyn. In  Veüstuopte DARMBREUK, enz; In het tweede geval , en waafby ik tegenwoordig was , deed de Hëer Hüssem j wiens verdienden inde Heelkunst te bekend zyn, ora inynen lof nodig te hebben , de Kunstbewerking met de mogelykfte voorzichtigheid en bedaardheid. De bekleedfelen wierden doorgefneden, als mede de dartos. De ontblootte Breukzak wierd geopend , en de darm ontftooken gevonden. De fchynbaare beknelling van deeze zak wierd door het klieven van den buikring weggenomen. Niettegenftaande dit alles, konde de uitgezakte darm niet wederom worT den binnengebragt. Ik bragt, op het voorbeeld van den Heelmeester, een vinger door den gemaakten wond , en was , offchoon meer dan twee vingeren breedte diep boven den buikring, echter niet binnen de ruime buikholte. In de hoogte langs den darm opvoelende , ontdekten wy aldaar eene vernaauwing en beknelling rondom den darm , terwyl het niet mógelyk was een Stilet of Sonde , veel minder een vinger dieper door te brengen. De zydelyke wanpen van dezen hoogen vliezigen zak, of hollen koker , ftonden gelpannen en als opgetrokken. De behandeling was voor den Lyder zeer pynlyk , omtrent die dieper gelegene beknelling. Onder de eerfte poogingen tot weder inbrenging was de darm doorgebroken • 't welk befluiten deed , denzelven binnen den wond te houden, en de natuurlyke fcheiding aftewag- ten,  Eene binnen den Buik ten , of te hulp te koomen. Dan , de Lyder overleed na eenige dagen , en het wierd ons niet vergund , het doode ligchaam te openen om omtrent dergelyke gevallen meerder licht te bekoomen. Alhoewel nu by dit geval geen Waterbreuk plaats had, was 'er, gelyk my laater bleek , eene groote overeenkomst met Uwe waarneeming , ten aanzien der hooge belaielling. De Lyder had dezelve denkelyk mede niet weinig bevorderd , door zyne herhaalde poogingen tot inbrenging, en door het opduuwen van het uitgezakte. De fpanning der wanden van den naar binnen opgetrokken Breukzak, weet ik niet anders , dan van de wormswyze beweging van het overig gezond Gedarmte , of van derzelver algemeene opzetting en zwelling , aan den ftaat der Breuken zoo eigen , afteleiden en te verklaaren. Billyk past UEd. op deeze overeenftemmende gevallen Uwe laatfte vraagwyze bedenking toe : „ Zoude wel een Heelmeester zyne „ opfnyding meer dan twee duimen diep naar „ binnen in de buiksholte hebben durven voort„ zetten ? " Ik belyde openhartig , dat ik, even zo min als de ervaren Heelmeester , in dat oogenblik my geen denkbeeld van deeze hooge beknelling wist  verkropte DARMBREUK, enz. wist te vormen; van welke wy, indien dezelve eene Sonde had kunnen doorlaaten, voorzeker offchoon in het duister, de doorfnyding zouden beproefd hebben. De doorbraak , en de volgende dagelykfche ontlastingen van drekftof door den wond , gaven genoeg te kennen, dat de beknelling toen weinig of niet meer zyn moest: 't welk eene nieuwe Operatie , die de Lyder ook niet zoude toegeftaan hebben , minder noodzaakelyk maakte. De Kunstbewerking zoude by Uwen Lyder gewis even onzeker, moeijelyk, en gevaarlyk geweest zyn. Ondertusfchen de ondervinding der te vooren opgenoemde Schryveren over de Breuken raadpleegende , vind ik , dat Richter , de laatfte , voor zo veel ik weet, die met opzet over de Kunstbewerking in dit geval heeft gehandeld, geene anderen, dan deeze volgende manier aan de hand geeft: „ Wanneer men „ den vinger door den buikring ingebragt heeft en deezen hinderpaal ontmoet , moet de „ Heelmeester het kromme historie , op den „ vinger diep in den buikring brengen en „ deeze binnenfte opening door eene mede „ vervvyden: Deeze handgreep verricht men » °P.,dezel^de w.vze , als de infnyding van den » buikring. Zie Richter Abhandlung enz erfier band, pag. 305. ' Arnaud  Eene binnen den Buik Arnaud gebruikte hier toe een knonmesj» pf bistouri boutonnè van zyne uitvinding. Om echter ook door de fnede van het zelve den darm niet te beleedigen, zoude ook dit mes op de gevleugelde Sonde van Petit , of ten min-j ften op den vinger moeten aangevoert worden. Om het kwetfen der bovenbuikllagader voor~ tekoomen , zegt Heister , dat men de fnede inwaarts doen moet, (zie heelkundige onderwyzingen , met aanmerkingen van Ulhoorn , 2. Deel, bladz. 908.). Arnaud wil, dat men alleenlyk ., den bo'„ venften pees van den ringfpleet Qpilier fu„ perieur} zal do/ttfnyden, en daarby het mes „ een weinig dwarfch naar de regte buikfpier „ keeren." (Memoires de Chirurgie , feconde part ie , pag. 784. ). Daarenboven heeft hy eene waarneeming, alwaar de aangroeijing des darms zo fterk was, dat hy, de beknelling van den onderkant niet veilig kunnende openen 9 „ daarom dm Breukzak door den verwyden „ buikring , zo verre d.oenlyk was , naar bui„ ten haalde , en door een helper deed vast„ houden , waarna hy het buikvlies boven den „ beknellenden hals des Breukzaks opende, „ zyn knopmesjc dus van de zyde des buiks „ binnen de vernaauwing inbragt, en de ge„ heele beknelling oplostte." (Jraité des hermes , torn- 2. pag. 94 &c.). In  Wstr'optr DARMBREUK, enz. • In een ander geval , alwaar de beknelling door de vernaauwing van den Breukzak dubbeld was , en de bovenfte zeer hoog binnen den Buik , deed die zelfde Heelmeester „ eene infnyding aan de buikbekleedfelen , gelyk aan „ de Keizersfnede ,. opende dus den beknel„ lenden hals binnen den Buik , door middel „ van zyn knopmesje, waarna de Breuk binnen „ gebragt, en de Lyder binnen vyf weeken „ herfteld wierdt." (Traité des Hernies, torn 2.. pag. ii -17.} Tot zo verre heeft de ftoute en onderneemende hand van een kundig en ervaren Man het in dit foort van gebreken durven brengen • terwyl ik echter onder alle zyne eigene of aangehaalde Waarneemingen geen geval, volmaakt gelyk aan het onderwerp onzer briefwisfelin^ heb gevonden ; het welk dus als een faame^gefteld geval, eene dubbelde opmerking moet verdienen. Om derhalven aan UEd. begeerte, en de aan my voorgeftelde gewichtige Vraag eenigermaate ten minften te voldoen, namelyk: „hoe „ men de Kunstbewerking in volgende gevallen „ van dien aart zoude moeten te werk ftellen?" zo zal ik my thans een dergelyk ongelukkig voorwerp voortellen , en mvne gedachten en voorneemen ter behandeling "van het zelve aan het  Eene binnen den Buik het onpartydig oordeel van UEd. en alle kun-T dige en ervaren Heelmeesters onderwerpen. Door de kentekenen van doorfchynendhéid 'en vochtgolving , zo wel als door het verhaal van den opkomst des Gezwels , overtuigd van de tegenwoordigheid der Hydrocele , of Watergezwel des Schederoks van den Bal, zoude ik vooreerst de aftapping van het water door een troiscar aanpryzen of in het werk ftellen. Indien het twyffelachtig was , gelyk in Uwe waarneeming , zoude het water zich , by het opfnyden van den gewaanden grooten Breukzak, van zeiven ontlasten , en de zak doen faamenvallen. Hier door zoude , in het een zo wel als ander geval, de tegenftand , die de Waterbreuk aan den Darm - breukzak bood , worden weggenomen ; en , indien de pappen of ftoovingen de fpanning des ontflooken buikrings mogten opgeheven hebben , de Breukzak gelegenheid verkrygen, om door den open ringfpleet naar buiten door te fchieten , en deszelfs byzondere beknelling voor het oog te doen koomen. Om dit te bewerken , zoude men den Lyder voorzichtig kunnen doen hoesten, of eenige andere persfmgen nederwaarts maaken. Na de aftapping van het water , zoude het gemaklyker vallen te onderfcheiden , dat 'er geene hernia congenita plaats had. Het groot Water-  Verstropte DARMBREUK, enz. Watergezwel immers ontlast zynde, en deszelfs zak faamenvallende , zonder dat daar ingewand binnen gevoeld wierd , terwyl een overgebleven Breukgezwel aan de liefch en buikring wierd waargenomen , was 'er alle reden om te denken , dat de Darm en het water niet binnen denzelfden afgeflooten zak zich bevonden hadden ; maar dat de darm en het net in een eigen waaren Breukzak opgeilooten en bekneld waaren. Om my daar van nader te verzekeren, zoude ik aanpryzen den Water-breukzak aan den voorkant te openen, zo veel nodig was om den vooronderstelden Darmbreukzak beneden den buikring geheel bloot te maaken. Door deezen wond den vinger ingebragt hebbende , en nederwaarts den blootliggenden Bal en by' bal, met de andere hand opwaarts en naar de opening geftuwt , door het gevoel kunnende onderfcheiden : zoude ik my verzekerd houden binnen den waaren Schederok des Bals te zVn Bovenwaarts den vinger om den Breukzak kunnende rondbrengen , zoude ik , zo ik mv verbeelde , ontdekken kunnen of de buikring de beknelling maakte; dan wel of dezelve ruim en de Waterbreukzak ook door denzelven heen J bnineun Tde ^uik was opgereezen, en derhalven de beknelling van den darm niet van den nng, maar van den hals des Breukzaks afhing. E Maakte  Eené nrrïNEN den Buik Maakte ondertusfchen de buikring de beknelling * uit: zo zoude die voorzeker moeten doorgefneden worden. Indien 'er geene Waterbreuk plaats had , zoude men, na het doorfnyden der bekleedfclen van den buikring en balzak, als mede der Membrana dartos , in het zelfde geval koomen ten aanzien van den buikring , zo deeze de beknelling maakte. Wanneer de buikring open was en geene . beknelling maakte , maar door de opgerezen Waterbreukzak verwyd zyn mogt: zoude ik beproeven den Breukzak met den daar binnen bevatten Darm door den ring te haaien , om dus den beknelden hals, zo 'er die zyn mogt, buiten gebragt , naar het aangehaald voorbeeld van Arnaud, Hoin en Thevenau, beneden den buikring te openen ; vervolgens , indien het konde gefchieden , den ringfpleet op le Blanc's manier met den vinger verwyden ; of daar het vereifcht wierd , met de omzichtigheid door Heister en Arnaud aangeprezen , met doorfnyding van het bovenfte Peesgedeelte den buikring klieven , om de verftropping , die aldaar plaats had , op- te losfen en weg te neemen. Hier by moet ik aanmerken , dat, indien men zich verzekeren konde 't geval eene aangebooren Breuk te zyn zoude de kunstbewerking  Vekströptë DARMBREUK, ënz. kfng veilig kunnen gefchieden* door eene infnp ding van den ring, evenwydig aan den Buikband van Poupart, dat is in dezelfde richting, waar m men de liefchbreuk gewoon is door de taxi» mtebrengen. In eene later gebooren Breukzak zoude zodanige eene infnyding in tegendeel onzeker en gevaarlyk zyn. Derhalven moet vooral in het laatfte geval, en ook in het eerfte, de doorfnyding van den bovenften pees yan den ringfpleet, met het mes naar de witte lyn gekeerd, den voorrang verdienen. De redenen hier van zyn deeze , dat de liefchbreuken , die door den buikring doorzakken, niet altoos op dezelfde wyze gemaakt worden: maar fomtyds , even gelyk in de hernia congenita, de opening van de Breukzak aan de buitenzyde der vafa epigaflrica ligt, en deeze vaten alsdan onder den Breukzak doorgaan, om naar de regte buikfpier opteklimmen (Zie Camper Demonftrat. anat. patholog. lib. 2. cap. 2. g. 3. PaS- 5-> ïn andere gevallen is de doorzakking van het buikvlies en de daar van gemaakte.BreukZak aan de binnenzydc van de bovenbuiksvaten , wanneer dan ook de bovenbuiksflagader over den Breukzak heen naar de rechte fpier opklimt. Van beide foorten heb ik voorbeelden in Lyken gevonden , en bewaar daar van de afbeeldingen. Voor weinige dagen ontleede ik , in het openbaar en tot overtuiging myner heelkundige Toehoorderen , het doode ligE 2 chaa:n  Eene binnen den Buik chaam van een oud Man , wiens rechter Dyebeen in den hals gebroken was , maar die daarenboven eene Liefchbreuk had , waar voor hy federt eenige jaaren, op Stads kosten, van een Breukband was voorzien geworden. Ter bevestiging van het geen ik kort te vooren aangaande de Breuken betoogde , zagen wy in dat voorwerp eenen kleinen Breukzak , ruim één en een half duim breed beneden den buikring doorgezakt, doch welke ledig was en door lucht konde worden opgeblaazen. De mond dezes Breukzaks , boven den ring , was aan de buitenzyde van de bovenbuiks - flagader, en gekeert naar het Darmbeen , liggende onmidlyk op de Zaadvaten en Lendenfpier (pfoas ), daalende voorts langs den band van Fallopptus naar den buikring , en door denzelven heen naar den balzak. In den bodem dezes Breukzaks zag men duidelyk een lidteken van eene voorgaande , doch geflooten en toegegroeide opening. Onder dit lidteken was een kort vliezig en hol verlengfel, denkelyk het overblyffel van een voorige Breukzak , of wel van het natuurlyk buikvlies - verlengfel. Deeze Breukzak wierd niet alleen door de dartos omvat , maar ook door de verwyderde vezelen van de cremaQer. Darm of Net in zulk een Breukzak infchietende, kan niet nalaaten de bovenbuiks • flagader van den buikband van Poupart te verwyderen en dieper te deen liggen : daar  Verstropte DARMBREUK, enz- daar dit bloedvat in een tegenövergefteld geval tegen dien band en de wanden van den onderbuik moet aangedrukt worden , zo de Breuk vat zoude m het laatfte geval misfchien door de klopping kunnen ondcrfcheiden worden. pan , 'er is een ander kenmerk, het welk reeds door eenige kundige Breukmeesters is opgemerkt, naamelyk dat de liefchbreuk nu eens langs den band van Poupart eene langwerpige uitpinling maakt; dan eens naar den kant van net J>chaambeen en als meerder uit de dfepte vootkomt. Hier by moet de loop van de flagader, onder of over den Breukzak, noodzaakelyk verfchillen. Het zelfde moet plaats hebben by de Dyebreuk, alwaar ook het zelfde verfchillend verfchynfel wordt waargenoomen. Voor en al eerder echter verder met de Kunstbewerking voorttegaan , zoude ik aanbeveelen deezenBreukzak te openen: en my hier toe liefst van de manier van de Heer Louis bedienen, naamelyk den Breukzak, even als te vooren de beklèedfelen , op te nypen , en dus door een helper opgehouden zynde , door ininyding te openen , om geen gevaar te loopen den darm te kwetfen , althans indien een Heelmeester deeze Kunstbewerking voor het eerst wilde onderneemen, en ongewoon was meteen E 3 op  Eene binnen den Buik" opgeheven hand zulke taaije doch tedere en gefpannen vliezen te doorkerven. Het ontlasten van een meer of mindere hoeveelheid bloederig water , is het zeker teken dat men den Breukzak geopend heeft. Deeze opening gemaakt , en eene gefleufde Sonde ingebragt zynde , moest de geheele Breukzak van den bodem af tot aan den buikring geopend worden. Bevond men alsdan, dat aldaar de vernaauwing van beide plaats had , zo zoude dezelve den een na den anderen , of zo zy aangegroeid waren te gelyker tyd , het zy op de Sonde of zonder dezelve, met het Biflorie boutonnè moeten worden doorgefncden. Wierd men ondertusfchen , na het klieven van den buikringsfpleet en Breukzak binnen denzelven , gewaar dat evenwel het gedarmte niet konde binnen gebragt worden ; en dat men agter en boven den buikring , eenige duimen diep binnen den Buik, met deningebragten vinger niet binnen de buiksholte gekomen was ; maar eenen beknellenden tegenftand ontdekte binnen eenen ruimen hollen en vliezigen koker , gelyk in onze beide overëenftemmende waarneemingen: zo zoude ik andermaal beproeven , dien bekncllenden koker , als het gevolg des reeds gemelden Breukzaks , met den beknelden Darm door den buikring naar buiten te brengen , met het zelfde oogmerk om den ver- naauw-  Vetstroptr DARMBREUK, enz. nnauwden hals beneden den ring, of, zo dezelve niet zoo laag aftebrengen was , ten minften binnen den omtrek deszelven, het zy van den onderkant der beknelling of van den bovenkant te openen. Wierd ook dit verhinderd , zo zoude men zich voorzeker genoodzaakt zien het voorfchrift van Richter te volgen. _ Indien echter de hoogbeknellende vernaauwing des Breukzaks dus niet kon bereikt worden: zoude 'er niets overfchieten , dan de infnyding des buiks , en dus de oplosfing der beknelling binnen denzelven , volgens het voorbeeld van Arnaud. De Breukzak geopend , en de beknelling door deszelfs hals gemaakt opgelost zynde : moet het doorgezakt ingewand onderzocht, en naar het beste voorfchrift der Kunst onbefchadigt binnen gebragt , of verdorven en opengebrooken binnen de uitwendige wond gehouden , en naar vereifch van omftandigheden behandeld worden. Maar na dit alles zoude in een geval, gelyk aan het onze , de Breukzak die den Darm bevatte , en de vliezige uitfpanning van den Schederok die de hydrocele maakte , de oplettendheid des Heelmeesters nog blyven verE 4 die-  Eene binnen den Buik dienen ; en wel te meerder, naardien de beroemdfte Heelkunftenaars het niet volkoomen eens zyn, by elk dezer byzondere Breuken , de waare of hernia en de onwaare of hydrocele , die in ons geval vereenigt zyn. Ik zal my niet inlaaten in eene breedvoerige aanhaaling van alle de verfchillende middelen en kunstbewerkingen , die men in de fchriften der Heelkundigen aangepreezen, of door anderen afgekeurd vindt. Men kan ook hierover de de werken van Heister , Platner , Pott , Sharp en anderen , maar inzonderheid het meermaalen geroemde werk van Richter , en de verhandelingen van Bordenave en Sabatier , beide in het 5de Deel der Memoires de V Academie de Chirurgie de Paris , en wel die des eerden over de radicale kuur der Breuken , en des laatflen over die van het Watergezwel raadpleegen. Ik bepaal my tot ons Voorwerp , en heb reeds vooraf gezegt dat ik , ten aanzien der hydrocele, het water door een troiscar zoude aftappen; of in een twyffelagtig geval , door een infnyding aan den bovenkant , door den wond tot ontblooting van den Darm of Breukzak gemaakt zoude ontlasten. In een geval volmaakt gelyk aan het onze zoude misfehien, na deeze ontlasting, de Waterbreuk-  verstropte DARMB REUK, enz. breukzïk in vervolg van tyd wederom inkrimpen, en, gelyk in een eenvoudige Waterbreuk gebeurd , byna tot den natuurlyken ftaat wederkeeren: edoch, uithoofde dervereeniging alsdan de Darmbreukzak den Bal naar de liefch doen opryzen : ten zy de Breukzak door dezelve mede naar onderen getrokken wierdt. In zulk een geval zoude het opfnyden van den geheelen Waterbreukzak onnoodig , overtollig en mogelyk fchadelyk zyn , indien zy niet vereifcht wierdt, om de verzakking van Etterflof derwaarts voortekoomen. Was integendeel het geval wel foortgelyk, maar de Darmbreuk grooter , en dus ook die Breukzak langer en laager binnen den Waterbreukzak des Schederoks nederhangende , zoo zoude men voorzeker ook deezen laatften verder moeten openen. In het een en ander geval zoude de radicah kuur , zo men die tevens bedoelde , niet dan door vernieling van de bovenfte oppervlakte des Waterzaks , door eene oppervlakkige ontïteking en verettering kunnen bewerkt worden. . Dan, in het eerfte oogenblik , waarin men, zich voornaamentlyk om het opheffen der beknelling door den buikring of Breukzak gemaakt moest bekommeren , zoude het genoe^ zyn den bykoomenden Waterbreukzak zo verre E 5 ge-  Eene binnen den Buik' geopend te hebben , om den Darmbreukzak te kunnen bereiken en geheel ontblooten. _ Deeze Darmbreukzak wordt in ons voorwerp niet alleen door het buikvlies, maar ook door het' daar over binnenwaarts terugkeerend en vervolgd gedeelte des Schederoks gemaakt. Denzelven mede geheelllyk te vernielen en te vernietigen , door het brandyzer of vermogende brandmiddelen, wordt met zeer veel recht thans in de Kunst verworpen. Het inbrengen van den ledigen Breukzak , na dat dezelve in de geheele lengte is geopent geworden, en dus niet in ftaat is op nieuw Darm of Net te bevatten en te beklemmen ; de gedeeltelyke vernietiging van denzei ven door verettering , en gedeeltelyke inkrimping en aangroeijing aan het litteken des buikrings, aan de Natuur overgelaaten , en door de Kunst bevorderd; de on~ derfteuning door een behoorlyk verband ; en na de geneezing , het beftendig draagen'van een Breukband uit voorzorg den Lyder aanbevoolen : deeze zyn, zo ik my niet bedriege , alles, wat 'er van de zyde des Heelkunftenaars vereifcht word , om de poogingen der Natuur , tot redding des Lyders, te hulp te koomen. Het uitpeilen en wegfnyden van den Waterbreukzak , het welk Celsus reeds voorftelde, en in laater tyden ook door voornaame Mannen in  Verstropte DARMBREUK, enz. m enkelde Hydrocele's , waar by de Zak verhard en verdikt was , met voordeel wierd in 't werk gefteld , zoude in een geval gelyk aan het onze minder te pasfe koomen. De vereeniging met den Zaadftreng naar deszelfs geheele lengte tot binnen den buikring , en aan den geheelen vliezigen Darmbreukkoker , zoude althans de uitpelling ondoenlyk maaken: ten zy de Lyder de ftandvastigheid had van den beroemden Zimmerman , en de Heelmeester de bekwaamheden bezat van den grooten Meckel en Theden , die zulk eene Kunstbewerking by eene hernia congenita , door affcheiding van den natuurlyken Schederok des Bals en der Zaadvaten , zo kundig als gelukkig ondernaamen (Meckel Tracl, de morbo herniofo congenito , Berolin. 1772.). De binding van den Breukzak beneden den buikring, tot wederhouding der Ingewanden by voornoemde Kunstbewerking mede verricht , zoude ook de binding des Darmbreukzaks in ons geval fchynen aan te pryzen : zo niet fomwylen, door medegedeelde ontfteeking aan den Buik , op zulk eene binding doodelyke toevallen gevolgt waren : het welk in ons geval door beknelling der beide vliezen, waaruit de Breukzak beftond , niet minder zoude hebben kunnen gebeuren. Het wegfnyden der overtollige wanden, met omzichtige vermyding van den Zaad'  Eene binnen den Buik Zaadftreng , die 'er agter ligt, en het opvul, len met droog plukfel, door een behooriykverband onderlteunt zouden genoeg zy„ yom de JNatuur ongetergd , door bevordering eener tf 71>°nnteekii;S ' dC Vei'etteri"S Vm Zak te zien bewerken. In het te vooren (bl. 474.) bygebragt geval eener aangebooren BreukT alwaar een gedfelte Darms bekneld en binnen den open SchedS rok des Bals door verettering was doorgebrooken terwyl de uitgezakte Darm naar de geheele lengte aan den Zaadftreng en een gedeelte des Bals xvas vastgegroeit , gelukte het my, naby den buikring, een ftomp Stilet tusfchen den Breukzak en den bevatten en rondom aangegroeiden Darm door te brengen, het welk door een fmal ftrookje lint vervangen wierdt om als een Seton te dienen. Ik beval aan den Heelmeester de zorg, om dagelykfch dien band heen en weder , maar te gelyk nederwaartfch te beweegen, en de eindens aan den onderkant van den Balzak door een kleefpleister te bepaalen. De aangegroeide Darm geraakte hier door binnen weinige dagen geheel los, uitgezonderd yan den Bal, alwaar de vastere aanhechting met de fchaar wierd afgefheden, om de verettering des Bals te vermyden. 6 De buitengebleven open en omgckrulden uaim , die maar ééne opening vertoonde , kromp  ' Vkrstropte DARMBREUK, enz. kromp naar den buikring op en gedeeltelyk naar binnen ; gedeeltelyk aan dien ring aangegroeit, en naderhand met denzelven , en met den opgetrokken en ingekrompen Balzak , door een gefronfeld lidteken vereenigd. Aanmerkelyk was het by dezen Lyder dat, zo wel geduurende den beknelden ftaat , als na den doorbraak van dit verftropt en opengebroken gedeelte des Spyswegs , een dunner drekftofdoordeezen liefchwond, dien de Heelmeester tot ontlasting van den halfverftorven Balzak gemaakt had, uitkwam, en zich tevens dikkere fieces door den Anus ontlastten: het welk my altoos deed vermoeden, dat 'er een aanhangfel van het dun gedarmte , of wel het verwyd wormwyze verlengfel (procejjus vermiculahs) van het dikke bekneld en aan den Bal aangegroeit zyn moest: in welk laatfte vermoeden ik thans door de (bl. 459.) aangehaalde waarneeming van de Heer Sandifort bevestigt ben geworden. Dit zelfde gebeurt misfchien meermaalen, om dat de rechter Bal, voor het doorzakken door den buikring , zeer naby het wormwyze gedarmte ligt, en dus, daar aan vastgegroeit, dit Darmpje door den ring kan medelleepen. Liet verzuim van een Breukband te draagen, deed by myn Lyder het'litteeken naderhand wederom openbreekeu 3 en eene Anus artifictalis ge-  Eene binnen dén Buik geböoren worden, die echter in vervolg van tyd weder floot, terwyl de ontlasting van den afgang altoos op de natuurlyke wyze door den Aars gefchiedde. De Lyder, omtrent 25 Jaaren oud , was voor dien laatften doorbraak gehuwt, en reeds Vader geworden. De Heelmeester Hüser had hem beide reizen onder zyne bezorging , en wierd door den Stads Breukmeester Monnikhof bygeftaan, op wiens raad hy den Balzak had geopend, voor dat ik over die zonderlinge aangroeijing wierd geraadplcegt. Ik hoop, door dit alles, aan Uwe begeerte voldaan, Uwe vraagen beantwoord, enVwe opgegevene bedenkingen bevestigd , maar tevens , naar myn inzien, den eenvoudigften weg tot eene veilige Kunstbewerking aan de hand gegeven te hebben. Mag ik my vlyen, dezelve door groote Mannen in de Kunst te zien toeftemmen of verbe. teren : het zal my altoos tot genoegen vertrekken , daar toe door U Ed. gelegenheid en aanleiding gekregen te hebben. Uwe vriendfchap zal my des te dierbaarer zyn, zo wy die tot een zo eenftemmig oogmerk mogen aanwenden en aankweeken, naamelyk tot bevordering van de kennis der gebreken ,  Verstropte DARMBREUK, enz: ken , tot verryking van de edelfte der kunften en tot redding en behoud van ongelukkige en byna hopelooze Lyderen: al ware het ook met belyding van eene voorige onfchuldige dwaaling , die wy zoeken te verbeteren en ook by anderen voortekoomen. Ik heb de eere met verfchuldigde hoogachting my te noemen, WEL EDEL HOOGCELEER.DE HEER ! UEds. dienstwillig dienaar A. B O N N. Amftenhm , den 28. November 1782.