01 1764 5911 UB AMSTERDAM   MIJNE EERSTE AANDOENINGEN, °VER HET E N Geliefd Leeraar by de Lutherfche Gemeente, overleden te AMSTELD A M. H. Lr.l//  /pBLIOTHEM 1(h e. L.g. ƒ  ÜVelk eene droevige tijding, verneem ik heden bii mijne ontwaking ! wat fchorre doodfche woorden treffen mijn gehoor .'nimmer hoorde ik akeliger rouwklaagen; nimmer drongen woorden fchielijker door tot in het binnenfte van het hart -— deeze fchorre doodfche woorden kwam men mij zeggen-,, Unze waardige en veel geliefde Leeraar klap ïsdeezeti ' nacht overleden"...... overleden T o ja. doodelijke woorden? gij zijt dan al te waarachtig de braave, de altoos ijverige Leeraar, die de oudfte paerel van Jezus kerk was - de getrouwe, de weldenkende Echtgenoot de tederhartige, de gevoelige vader, is niet meer.' -—- één oogenblik heeft alle zijne betrekkingen geflaakt - o mijne medechristenen, die met mij ééne belijdenis zijt toegedaan, betreurt - betreurt met mij het verlies van liwen geliefden Leera ar — A 2  C 4 ) Hij zal uwen kanfel niet meêr beklimmen: hit zat n piet meer den weg tot uwe zaligheid aanwijzen « hij zal u niet meêr het beminnelijke , het troostrijke* van den Godsdienst voortellen ; hij zal niet2 ui denzelfden heiligen ijver ontvonkt, op de aandoen! hjkfte wijze uwe harten roeren .Jeen ijver , d?e nog onlangs alle zijne toehoorderen de traarien uit de oogen perste , wanneer hij hen toeriep - . £ n n » g-T'„dat u allen voor z'Jnen troon mag wede" vinden" - dan, deeze mond, na wiens\7mll leSnre Vir"°°HstingeQ > n°S ««langs, eene talrijke gemeente, met de grootfte oplettendheid luisterde zwijgt nu - voor altoos - wie dacht toen, mijne' medechristenen I dat het voor de laatfte maal was dat hij den kanfel beklom? wie onzer zag toen de' dood reeds om hem waaren ? Dan ach! zij heeft onzen geliefden Leeraar, op het onverwachtst, getroffen: en, wie onzer, d e zijn" rechte waarde gekend heeft, zou niet aangedïn K over z.jn verhes?hij heeft altoos zijn amt met jSer waargenomen ; zijne Godsvrucht was zuiver en beproefd; zijn hart was inenschlievend en edel: in één ivoord , hy bezat alle die gezellige deugden , die den waare christen uumaaken; daarom za! cok zijne na gedachtenis altoos bij zijne gemeente in hoogachting en.eere blijven - betreurt dan - betreurt dan ml mij, mijne medechristenen! het verlies van uwen be?daVwaarafiar ~ ^ d°°d iS "We m ^ Hoe zal zijne goéde te moede zijn: gewis heeft zii den laatften adem van zijne lipperj omvangen hoe groot zal haare droefheid over'dit verües Sn m£ droefae weuuwe, trof u, eenige dagen gelederde dat gij, ip traanen uitberstte; hoe zult gij dan nu tè moede zijn,daar uwe vrees in de akeligfïe zekerhe d verwisfeld is! mij dunkt ik zie u worsfeTen e%Tde geene die u van hetaodelijk ledikant willen afrukken daar uw echtgenoot dood , bleek , gevoelloos ligt wrgeftrekt; g, werpt y op het lijk neder, g^kuscS  C 5 ) nog zijne verbleekte lippen; uwe traanen vloeiön afs ftroomen op hem neder; ach! de mijnen vloeien ook wanneer ik m,j du akelige treurtooneel vouriiel 1 ween! ween! bedroefde weduwe, het lijk dat gii met uwe traanen beiproeit, zijn dezelve overwaar- Gedurende zijne pijnlijke ziekte verliet gij hem geen oogenblikj dagennacht waaktet gij aan zijne bedlponde, en vïeidet, door uwe getrouwe zorg, zijn leven u te behouden; dan, de wijze Voorzienigheid, wiens beftuungwij bevende moeten eeren, had het anders bepaald; hij rukte uwe echtgenoot uit uwe armen weg. Ween dan, o bedroefdel weduwe! laat u hart zich door luchtgevende traanen ontlasten; meenig een voegt ui het verborgen zijne bittere traanen bij de uwen; dat kan ook zijne thans verheerlijkte ziel niet beled:gen; misfchien waart dezelve thans, van de loomheid van het Hoffelijke ontdaan, nog om u heenen; of misfchien ook bid zij dit oogenblik, voor god nedergeknield, dat hij u mag troosten fterkte geeven en ach! laat de bewustheid van zijn volmaakten ge^ lukdaat, u een weinig opbeuren ; zoud gij hem de rust misgunnen? zoud gij hem het geluk kunnen misgunnen , waarop hij zijne toehoorders zo dikwerf meteene hemelfcbe verrukking deed Itaroogen; de onverwelkehjke kroon der eeuwigheid is hemgefchon. ken ; thans fnellen hem met vreugde veele zielen te gemoet, die door zijne prediking bekeerd, en die in hunne laatfle oogenblikken, bij het inrW. pen der eeuwigheid, door hem bemoedigd wierden• zij fnellen hunnen Leeraar te gemoet, wiens komst! zij lang verwacht hadden; zalige ontmoetingen voor u afgefcheidene zielen.... maar te gelijk treurige fcheidmgvoor de weduwe die gij achter liet; niets, dan uw gevoelloos lijk, blijft haar over, en dit zal ook bmnen korte dagen ter aarde befteld worden ; troost u echter, bedroefde weduwe, want de j.iaren des ievenszijn kort, en dan zult gij uwen echtgenoot eens wederzien, en uwe ziel zal dan de zijne, voor cou's A 3  C 6 ) troon, metblijdfchap tegemoet fnellen, en gij zult jn eeuwigheid niet meer gefcheiden worden — en gij dierbaar kroost.' gij mist ook uwen vader — gewis ook rondom zijne legerftede vergaderd, zaagt gij het klamme doodzweet op zijn gelaat, gij zaagt hem den laatften fnik geeven, en met deezen verloort gij ook alle uwe vreugden: ik heb in gelukkiger dagen; dikwerf getuigen geweest van uwe ongeveinsde kinderliefde, en ach! zijne tedere zorg, zijn welmeenend vaderhart was die ten vollen waardig; dan ach! uw braave vader is niet meer mijne traanen vloeien bi]deezewoorden; ween, ween dierbaar kroost! uw braven vader is uwe traanen dubbeld waardig; en ach! hij was ook mijn vader: toen het den hemel behaagde mij in mijne eerfte jeugd mijn vader te ontrukken, had hij [den wel eerwaarden Leeraar j. klap tot mijnen voogd benoemd, dan hij voldeed niet alleen aan dien titel, maar hij wierd ook mijn vriend, hij werd ook mijn vader; alle mijne bekommernisfen,alle mijne aangelegenheden ontlastte ik als inden boezem des vertrouwften vriends; zijnewijzehandzorgdeals* dan met eene vaderlijke tederheid voor mijn welzijn, en toekomend geluk - gij mist uwen tedergeliefden vader; hij was ook eers de mijne — en ik zou dan gevoelloos kunnen zijn? ik zou mijne traanen niet met de uwen vermengen? ja, ik verzeker u plechtig dat, offchoon ik door een famenloop van omftandigheden,diengemeenzaamen omgang niet meer genoot, ik echter geen oogenblik heb opgehouden die gevoelens van hoogachting voor dien waardigen Leeraar te koesteren , die ik uit zo veele betrekkingen aan hem verfchuldigd ben — en thans, bij zijnen dood, vernieuwt zich al dat gevoel; al de tederheid, die ik immer bezat, vereenigt zig bij dat heiliglijk. Het geen ik heden fchrijf zijn geene ijdele loftuitin. gen, of, gelijk wel meermaalen gebeurt, om den roem van mannen, die een opentlijk amt bekleed hebben, door vleitaal te vereeuwigen; oneen, het is de zuivere taal van het hart; het zijn de aandoeningen van een gevoelige ziel, bij het affterven van eenen hoog-  ( 7 ; geachten vriend, pdie haar weleer tot vader ftrekte. Aan de bedrukte weduwe neem ik de vrijheid die gefchrift optedraagen; het moge u, als ook uw; dierbaar kroost, op nieuw aandoen, en de verfche wonde nog meerder openrijten : dan, wat troost kan men eene bedroefde weduwe en kroost toebrengen, dan in hun lot te deelen , en met hun te weenen? — dit gefchrift zal ten minften een gedenkteken zijn, dat ter gedachtenis van onzen veel geliefden Leeraar geflicht is — en men zal dan ook bij veele van zijne gemeente een fchriftelijk monument daar van vinden, dat hun misfchien bij het leezen nog eenige traanen ter gedachtenis van dien waardigen man zal doen plengen — hij is ons voorgegaan in de eeuwigheid — Jehova vervulle zijnen wensen >— dat wij hem allen voor god's troon mogen wedervinden! N. C VAN STREEK, Geb. BRINKMAN.  Te AM ST E LD AM, ' Bij J. B. E V W E, Boekverkooper op de Pijpenmarkt bij den Dam.