445 L 81   DAGVERHAAL e n VERZAMELING van HANDELINGEN en STUKKEN 7 In zaaken van Verfchil tusfchen de Heereii van de Ridderfchap van Overysfel, en de drie Hoofdlieden , Deventer, Kampenen Zwol i raakcnde HET PUNT van OVERSTEMMING ter STAATSVERGADERINGE der PROVINCIE OVERYSSEL. federt Dat de zes Heeren Gecommitteerden' uit d5 HOOGE BONDGENOOTEN Zich te Kampen laaten vinden, en opening van Hunnen Last gegeeven hebben. Dat is, federt Dingsdag den 2» December 1784. Uitgegeeven ingevolge Réfolutie van de Heeren van de Ridderfchap van den 3** Maart 1785. Te DEVENTER. By L. A. KARSENBERGH, Boekverkoper, 178^   Bïadz. i ^p\e Heeren van de Ridderfchap van OverJL/ ysfel by Hunne Ferhandelinge over het Regt van Overjlemming ter Staatsvergaderinge ideezes Landfchaps Hun regt en redenen van dien aan de Wereld medegedeeld hebbende , vinden goed, om ook aan den tegenwoordigen tyd , en het laatere nageflacht alle Hunne vordere handelingen en poogingen , ten behoude van Hunne (zo Zy Zich overtuigd hielden) wettige regten en voorregten aangewend , ten toone te fpreiden , met dit Dagverhaal van het gebeurde door deii druk te doen gemeen worden : als volgt. Nadat de Hoogwelgeborene , en HoÖgedele Geftrenge Heeren , met naamen J. E. van Lynden wegens Gelderland, R. Paluoanus wegens Holland en Westvriesland , L. E. van Sonsbeeck wegens Zeeland , J. Taets van Amerongen wegens Utrecht, E. S. G. J. van Bürmania Rengers wegens Vriesland , en E.. Lkwë wegens Stad en Lande , op dingsdag den 22 December 1784 , ter Vergaderinge van Ridderfchap en Steden te Kampen , Hunne Geloofsbrieven overgegeeven . en Opening van Hunnen Last gedaan hadden ;' hebben de Heeren Gemagtigden uit de Ridderfchap, als waren de Hoogwclgcb. Geftr. Heeren D. Bi'^MTiNCK toe Diepenheim , Landdrost van Follenhove , B. H. Gansneb genaamd TengA mi  co nagel toe Luttenberg , D. E. van Voerst toe Averbergen , D. van Hoev^l toe Nyenhuis , R. J. Sloet toe Everlo, C. W. van Dedem toe de Rollecate , benevens den Heer Griffier P. Putman, op uitdrukkelyken Lastbrief van de gezamelyke Heeren van de Ridderfchap (den Heer A. W. van Pallandt toe Zuithem alleen uitgezonderd), den 23 December 1784, de eerfte famenkoomst met de Heeren Afgezondenen uit de Hooge Bondgenooten te Kampen op het Raadhuis gehouden ; Wanneer de Heer Bentinck , als zynde aan het hoofd van voormelde Commisfie van de Ridderfchap, aan Hooggemelde Hun Edelmog. uitreikte de navolgende Extract Refolutie, Hunn' Lastbrief inhoudende. EXTRACT uit het Register der Refolutien van de Heeren van de Ridderfchap der Provincie van Overysfel. Campen den 21 December 1784. rper Vergadering voorgebragt zynde, dat -1 de Hee ren Gecommitteerden uit de Hooge Bondgenooten; huyden morgen ter occafie van hoogst derfelver introductie ter Vergadering van Ridderfchap en Steden , na de gegeeven opening hunner Commisfie onder anderen hebben voorgedragen , dat verfogten , dat 'er een Commisfie gede- . eer-  ti} eerneert mogt worden uit de Vergadering van Ridderfchap en Steden, met welke te faamen, of ieder afzonderlyk, hunne Conferentien fouden kunnen beginnen , en voortfetten , en door de Leden aangenomen zynde, een ieder uit den haaren, daar toe de nodige Commisfie te difpiciecren; Is nae deliberatie goedgevonden, de Heeren de Drost van Vollenhove, Tengnagel tot Luttenberg , Voërst tot Averbergen , Hoevel tot Nyenhuys , Sloet tot Everlo , en Dedem tot de Rollecate , met en neffens den Griffier by voorige Refolutien tot het quasftieufe punt zynde gecommitteerd geweest, wyders te verfoeken en te Committeeren , om naments de Heeren van de Ridderfchrp de conferenticn en befoignes met de Heeren Gecommitteerden uit: de hooge Bondgenooten te beginnen en voort te fetten , de te doene Propofitien aan te hooren , en daaromtrend met hooggemelde Heeren Gecommitteerden foodanig te handelen , als zy Heeren Gecomm. uit de Ridderfchap nae regt en biilykheid zullen raadfaam achten , edog alles op agreatie en approbatie der Heeren van de RicU derfchap. (Onderftond,) Accordeert met het voorfchr. Register. (was getekent) P. PUTMAN1.  (4) Waarop gemelde Heer by een korte; gei paste aanfpraak aan het Hooge Gezandfchap voordroeg het gene met meerderen ftaat vervat in de fchriftelyke Memorie , inhoudende den eygenlyken Eifch , welke de Heeren Edelen oordeelden , dat Hun oud regt en de vroegere Landsgefteldheid medebragt , doende tevens door den Griffier Putman aan ieder Lid der Commisfie overgeeven een Exemplaar van beide de Verhandelingen , zo die op Refolutie der Steden , als op last der Ridderfchap in druk waren uitgegeeven , midsgaders een Copie der voormelde Memorie. Welk Gefchrift was van deezen inhoud. EDELMOGENDE HEEREN! De Heeren Extraordinaire Gecommitteerden van de Edelmogende Heeren Staaten der zes overige Provinciën , ter zaake van bet Verfchilpunt omtrent de 0~ ver/lemming in de Staatsvergaderingen , tusfchen de Ridderfchap en de Steden deezer Provincie Overysfel thans hangende, "VTadat de wys van Overftemming ter Staatsvergaderinge deezes Landichaps tusfchen de Edelen en de Steden een wezen-  ( 5 ) zenlyk verfchilpunt geworden, en de Heeren Edelen , door der Steden zonderlinge handelingen, in de noodzaaklykheid gebragt waren , Zich tot het Hooge Bondgenootfchap deezer Zeven Verecnigde Landen te beroepen , om eene eindlyke afdoening van dit gewigtig, en tot 's Lands, en deezer Provincie welzyn in 't byzonder onontbeerlyk ftuk te mogen erlangen: en er zich een gewenfcht vooruitzigt opdeede , dat de overige Hooge Bondgenooten van eene te beproevene bemiddeling , of, by ontftaan deezer , van eene beflisfing naar de Grondwet van dit Gemeenebest Zich niet geheel wars of vreemd konden of wilden houden ; oordeelde de Ridderfchap deezer Provincie. Dat het met den gewoonen ftyl van handelen , met eene goede orde , en met de welvoeglykheid , zo der Heeren Hooge Scheidslieden , als der beide litigerende Staatsledige Partyen, ja met den aart der zaake en alle haare omftandigheden, volftrekt en alleen ftrookte. Dat de twistende Regeeringsleden beiden te gclyke niet eerder, en aan niemand anders Hunne verfchillen , meeningen , en bewysdommen voorbragten , dan op dien tyd en aan die genen , welken door het Hooge Bondgenootfchap tot het vereffenen of ontlcheiden der zaaken mogten gekooren en afgevaardigd worden. Gelyk de Heeren van de Ridderfchap ook in Hunne Verhandelinge hebben aangemerkt- A 3 Docha,  Doch , offchoon dit met de regelmaatigheid overeenkomftig ware, zo hebben echter de Heeren der drie Steden niet goedgevonden dien dag te verbeiden , maar zich wel ras den voorrang van Aanleggeren weeten te verkrygen , door de Verhandeling van den Sekretaris Mr. Gerhard Dumbar , by welke dit punt, als een onvvederlegbaar regt der Steden (naar Haare meening) in een helder daglicht gefield Zou zyn , op naam der drie Steden in druk uittegeeven , en de afzonderlyke Refolutien van een ieder'Derzelver aan het hoofd der Verhandelinge te doen plaatzen. Waar door , gevoegd by de taal van de Meir.orie der drie Steden, den 10 April 178 -t ter Vergaderinge van Ridderfchap en S.eden ingegeeven, daar Hun Edele Hoogachtbaaren zeggen : ,, dat de Heeren Edelen , niet „ tegenfcaande de Steden de gronden, op „ welken Zy Haar regt bouwden , ter „ Vergaderinge herhaaldelyk hadden open$i gclegt , nog nooit eenige de minfte reden „ hadden voorgebagt , waarop Zy Hunne 3, Contrarye Sufienuë zouden meenen te kun„ nen fundeer en"; voorts , by de Refolutie van de Magiftraat der Stad Zwol van den 18 April 1784, in welke Hun Edele Hoogachtbaaren ter Tafele der Heeren Ordinaire Gedeputeerden , met zo veel woorden en nadruk verklaaren. „ Dat de Heeren 3, van de Ridderfchap op het Betoog van „ der Steden notoir regt by inhcefie in de 3j Notulen, EN MA DES NOG OMSTANDIGER m  O) „ in druk aan den dag gelegd , NB. tot hier aan iets geavanceert , of de Steden met eenig vriendelyk antwoord of re„ gelmaatige, tot overtuiging? tgefchikte res3, contre , schoon des gezommeerd ver„ waard'gd hebberig by welken men nog, als 't ware, de openlyke uitdaaging der drie Steden by Haare 'Verhandeling moet befchouwen , roemende voor 't oog der geheele Wereld : „ dat de Heeren van de „ Ridderfchap wel met hoogklinkende „ woorden Hunne Helling op het krach„ tigfte ftaande houden , doch geenerhande 3i bewy's tot onderfchraagmg van dezelve ge„ lieven of weeten by te brengen ' -, om nu van andere openbaare verfpreide Gefchriften deezer dagen geene melding in te lasfchen door allen deezen handel, zeggen de Ridderfchap , dat Zy , ook tegen Haar eerfte voorneemen, gedrongen zyn geworden den taak van Verweerderen op te neemen , met (zo wel als de Wethouders der Steden) Hunne regtmaatige begrippen omtrent de gefteldheid der Overysfelfche Regeeringe, nevens derzelver veelvuldige bewyzen, ter toetze van het Publyk by openbaaren druk overtegeeven , en daar te gelyk eene gepaste wederlegging van der Heeren Aanleggeren voorgewende fchynbewyzen aantehechten : hebbende de Ridderfchap dan nog plichtmaatig geoordeeld , en daarom bezorgd, dat vooral aan Diegenen , die by tydsverloop in de beflisfinge des gefchils zomtyds zouden kun. A 4 ne.n  C 8) nen deel hebben , boven anderen , Hun V'rweerfchrift ter hande kwame. En dit Verweerfchrift is het, Edelmogende Heeren ! dat de Ridderfchap de eer heeft ook nogmaals aan deeze hooge Afgevaardigden aantebieden en overtegeeven. Vertrouwende , dat hetzelve alzins ter bekrachtinge van Haar gevoelen voldoende zal bevonden worden : zynde daarbygevoegd de Verhandeling der Steden , opdat beider waarde dies tè beter zal kunnen vergeleeken worden. Dan vermids-der Ridderfchap voor weenige dagen zekere gedrukte Brieven van den Sekret. Dumbar zyn onder het oog gekoomen , welken wel voorgeeven het punt van Overftemming nader op te helderen , doch die den Heeren Edelen dus ingericht voorkoomen , dat zy by het verlicht oordeel der Hoóge Heeren Gecommitteerden geene verandering zullen uit. maaken , als meer Sophistifche Redeneeringen dan folide Refutatien inhoudende met achterlaatinge van de meestgewigtige aangevoerde bewyzen deezer zyde , en welken, indien er tyd overig ware, niet moeilyk zoude zyn grondelings te beantwoorden ; zo moet voorzegde Ridderfchap naar billykheid verwachten, en verzoeken. Dat, indien dit zonderling Gefchrift van Brieven in deeze omftandigheden eénig bedenken by de Hooge Heeren Scheidslieden mogt baaren , Haar een behoorlyke tyd tot Debat zaL vergund worden. Daar Zy ■ ™ an-  C9) anderszins, zo uit de openbaare Nieuws» papieren, als anders, in het zekere kondfchap hebbende , dat al wyders van zyde der drie Steden eenig Stuk of Stukken ter verdediginge Haarcr zaake zullende dienen , gereed liggen , en aan UEdelmogenden ongedrukt ilaan overgegeeven te worden : en niet- kunnende weeten „ welke Hellingen , of voorgewende bewyzen deeze Stukken zouden kunnen inhouden ; geenszins twyffelen, of dit Hooge Gezandfchap zal onbezwaard zyn, om zodaanig Stuk of Stukken almede in handen der Heeren van de Ridderfchap te ftellen , om daarop Hun belangen te kunnen zeggen : als zynde zulke Gefchriften opgefteld, en ingebragt , nadat uit de Verhandelingen van Aanleggeren en Verweerderen de gronden van beide Partyen wereldkundig geworden zyn , waardoor de Heeren van de Steden by het inftellen deezer laatere Schriftuuren ongemeen zouden bevoorregt zyn , indien het den Heeren der Ridderfchap niet zoude gegund worden dezelven te beantwoorden, eri Hun wederzeggen daarop naar alle regtsorde te hebben. Verzoekende en vraagende zy Heeren Edelen, dien ten gevolge , een echt Affchrift van alzulke Stukken, die nopens het punt van Overftemming niet met den druk mogten zyn gemeen gemaakt, en echter aan UEdelmog. door de Magiftraaten der Steden mogten ter hande gefield worden , om na voorA j af-  ( IQ ) afgaand onderzoek derzelver daaromtrent zodanig te kunnen handelen , als zy Hee ren van de Ridderfchap naar Hunnen raade zuilen oordeelen , dat met regt en billykheid overeenkoomftig zy , en de Verdediging Hunner zaake koorm te vorderen. Onder deeze opgemelde re/erve leggen de Heeren van de Ridderfchap van Overysfel bovengenoemde Stu ken ter examinatu; Uwer Edelmogendheden neder, niet twyffelende : of UEdelmogenden zullen daaruit , of uit alzodane nadere oplosfingen, als de intedienene Stukken van de Heeren Magiftraaten der drie Steden nog mogten fchynen te vorderen , en hierna nog verder ter overweeginge aan Uwe Edelmogendheden zouden moeten gebragt worden, van de Billykheid en Regtmaatigheid van de Stelling en Eifch der Ridderfchap ten vollen overtuigd worden: en met naejiteeren, om aan Hun Edelen toe te kennen. Dat Regt, Billykheid, en Oude Landsgeiteidheid deezer Provincie vorderen. 5aj men alhier de °ude Zesledigheid der Staatsvergaderinge, befiaande dezelve uit drie derdedeekn, of (gelyk zulks meer Conftitutioneel gehouden wordt) uit de drie Kwartieren van de v?Jn)*P ter ééne » en de drie Moofdjteden ter andere halffcheid der Regeennge van Overysfel, in acht houde: en dat, uit dien hoofde, geene Overltemming kan of zal plaats heb-  (II) hebben, dan wanneer vier volle zesdedeelen aan ééne zyd Haan , en het ééns zyn". ïn de tweede Byeenkoomst der Heeren Edelen by de Heeren Afgezondenen der Hooge Bondgenooten den 29 December 1784 , deeden Hun Edelmogenden aan de Heeren Gemagtigden uit de Ridderfchap de volgende Opening fchriftelyk overgeeven. In de tweede Comparitie van de Heeren van de Ridderfchap den 29 December 2784 is aan Dezelve te kennen gegeven. Dat tot nog toe door de Heeren van de Steden finaal geen nader Stuk of Stukken , tot verdeediging Haarer zaake zullende dienen , aan de Commisfie overgegeeven zynde , de Gecomm. daar door met opzigte tot de propofitie van de Rid. derfchap daar omtrent by derzelver cerfte •Memorie gedaan , verhinderd werden op dezelve zodane reflexie te Haan als vermeenen zouden te behooren. Dat de Gecomm. voorts aan haar Ed. Mog. konden communiceren , dat de Gedeputeerden uyt de Steden verklaard hadden , zig bezwaard te vinden , aanftonds verder te handelen , zoo lange niet geïnformeerd waaren , op welke wyze door Ons zoude worden begrecpen , dat in deeze zaak verder zoude behooren geprocedeerd te worden, in confideratie geevende , of het ten eynde alle de discusfien over de partes  C 12 ) aftoris et rei , welke hier. uyt zouden kunnen ontftaan , te vermyden , niet gevoeglyk zoude zyn , dat verder een dag wierde gepraefigeerd, waarop door beyde parthyen fimul et femel, dat geene mogte konnen worden overgegeeven, welke ieder tot verder adftruótie van haare zaak oordeelen mogt vereyfcht te worden , ten eynde de Gecomm. plenair ten aanzien van deeze zaak in ftaat te ftellen aan de intentie van derzelver hooge Commisfie te voldoen. Dat hier op aan de Gedeputeerdens der Steeden tot antwoord is gegeeven , dat met opzigt tot de voordragt door H. E. H. A. in de eerfte Comparitie gedaan, de Gecomm. aan dezelve moesten te kennen geeven , dat met relatie tot de propofitie ten eynde eenen naderen dag te prEefigeeren , waar op door beyde parthyen fimul et femel mogt konnen worden overgegeven , het geen ieder tot verder adftruétie van haar zaak oordeelen mogt vereyfcht te worden , niet kon worden voldaan, de zaak niet meer in zyn geheel zynde. Dog dat de Gecomm. geene fwaarigheid maaken te gelyk te declareeren , dat immers voor als nog eene judicieele behandeling deezer zaak by de Heeren Gecommitteerdens niet in aanmerking konde koomen , en dat dus hier door van zelve alle discusfien over de partes a&oris et rei voor het tegenswoordige koomen te cesfeeren. Waar.  C 13 ) Waarop den volgenden dag, zynde den 3© December 1784, van zyde der Ridderfchap aan de Heeren Afgezondenen is voorgedraagen. "T\at de Gecomm. van de Ridderfchap uyt de op gisteren ontvangen opening der Hooge Heeren Gecomm. niet anders konden opmaaken , dan dat de afdoening der quseftieufe zaak hoe langer hoe omflagtiger ftond te worden en in longueur te geraaken. i . En vermids Hun Ed. Mog en alle onpartydigen, gelyk Zy Gecomm. vertrouwden , aan de Heeren van de Ridderfchap wel die juftitie zouden willen doen, van te erkennen , dat Zy van den beginne af aan , en by continuatie altoos confequent en conftitutioncel gehandelt hebben , door niet anders te zoeken , dan om tot welzyn der Provincie het ontflaane verfchil over het Recht van Overftemming ter Staatsvergadering , het zy door een minnelyke Overeenkoomfte, of rechterlyke Uytfpraak hoe eerder hoe liever beliegt en afgedaan te zien ; Zy Gecomm. dan eensdeels penetrerende de onhefylen en ruineufe gevolgen , die uyt een retardement in de afdoening der zaak voor deeze Provincie proflueren moeten : en ten anderen zich verzekerd houdende , dat de Ridderfchap in die zelve fentimenten zal blyven volharden, derhal ven geen zwaarigheid maakten, om ingevolge, en nae inhoud van die aan Hun Ge-  C H ) Gecomm. door de Ridderfchap gegeven qiiahfïcaie by derzelver Refolutie van den 21 December 1784, aan Hun Ed. Mog. de Hooge Heeren Gecomm. te declareren 3 dat Zy Gecomm. het fubfisterent verfchil, onder expresfe inhaefie echter van het by derzelver aan Hun Ed. Mog. overgegeeyenc fchriftelyke' Memorie gedaane verzoek, en daar by gemaakte referve van nu af aan wel wilden compromitteren aan de Hooge Uytfpraak en Decifie van Hun Ed. Mog. of van eenig ander onpartydig'Richter. Dat wyders belangende de gegeven communicatie van die door den Heere van Zuythem aan Hun Ed. Mog. gedaane Verklaring, Zy Gecomm. zig zouden zoeken m ftaat te ftellen , om de refutatie daar van aan Hun Ed. Mog. binnen weinige dagen te kunnen praefcnteeren : Dat Zy Gecomm. echter niet konden manquerén, om aan de Hooge Heeren Gecomm. 0- penhartig te betuygen , dat het Hun ten üyterften hard en fmertelyk valt, om in discusfie te moeten treden met een Lidt van Hun Corps over een point, dat niet minder dan de totale ondergang der rechten en privilegiën van de Ridderfchap, en van alle inzage in de Provinciale Regering ten onderwerp heeft. Dog dat Zy Gecomm. om in geen de minfte haatlykheden te vervallen , zig daar over liefst niet vorder zouden uytlaten, maar alleen er dit nog byvoegen, dat inval de ftelling van de Heer van Zuythem met de  c in de drie Steden doorging , er als dan voor de Ridderfchap niet anders zoude overblyven , dan om alle auftoriteit en inzage , welke aan de Ridderfchap der drie Quartieren te zaamen in de Regeering deezer Provincie competeert , alleen aan dien Heer op te dragen , en hem dus te maaken Premier Noble van de Provincie , met een gezag NB. van de halve Souverainiteit der zelve : Dat God verhoede"! Op Maandag , den 3 January , ontvangen de Heeren Gemagtigden van de Ridderfchap een gautentifeerd Affchrift van het Stuk door de Heeren van de Steden aan de Hooge Afgezanten ingediend op Vrydag den 31 December 17H4 : luidende aldus. EDELE MOGENDE HEEREN! Myne Heeren Gecommitteerden uyt-de Hooge Bondgenooten* ~T\è Leden der Regeeringe van de Steeden Deventer , Campen en Zwolle met veel bevreemdinge en leedwefen hebbende moeten ondervinden , dat de Meerderheyt van de Heeren van de Ridderfchap heeft foeken te contesteeren de orde van Overftemminge ter Staatsvergaderinge door de drie Steeden met gevolg van één Edelman . fchoon hunne Prsedecesfeuren by de erectie van defe Republicq , en na des menigvuldige maaien fulx als eene notoire en bekende conftitutie, ja de grondflag van  e 16) van dé orde der deliberatien van Ridd. ,eri Sted. erkent hebben , heeft het Hun dus niet veel moeyte gekost, het onregtmatige van defen handel grondig aan te toonen , en de bedenkelykheden door de meerderheyt van de Ridderfchap daar tegen ingebragt , duydelyk op te losfen , fo als fy vertrouwen by hunne verklaringe op laatsteden Dingsdag aan Uw Edele Mogende geëxhibeert op 't overtuygents gedaan te hebben. Dan, geconfidereert, Uw Edele Mogende hun daar op hebben gelieven voor te houden, dat eene korte en meer Politique dan naa de regulen van Juftitiele behandelingen gefchikte InitruétJe van faaken begeerden, en dat gaarne fouden fien i, dat om het dienen van verdere wederfydfche vVydloopige belangens voor -te koomen , de Steeden 't geen vorder mogten hebben voor te draagen by eene korte Memorie vervattcden , hebben Gecommitteerden der Steeden , zo uyt confideratie van dit gerefpecleerde Declaratoir van Uw Édele Mogende , als wel , om dat fy ten gemeenen nutte na eene fpoedige afdoening verlangen , en meer byfonder , om dat haare fuftenue op de allereenvoudigfte en uyt de natuire der faake voortvloeyende gronden , ja de eygene erkentenisfe van haare Partyen rust, geene fwaarigheyt gemaakt fig daar na te fchikken , en fullen dus by defen , onder inhasfie van de Verhandelinge met der Steeden goedvinden door  C 17 ) door den Secretaris Dumbar.in druk uyfcgegeeven , Uw Edele Mogende maar met weynigen narrative de toedragt van faaken als 't ware erinneren , en der Sreeden fustenue. met tegen overftellinge van de onregtmatige fustenue der meerderheyt van de Ridderfchap , voor het oog brengen , wel verfckert dat niets dan dit bloot voorpel fal noodig fyn , om 't begrip der Steeden in al deszelvs notoire billykheyt, en regtmatigheyt te vertoonen , en dat Uw Edele Mogende daar by maar blotelyk derfelver aandagt gelievende te bepaaien, geen ogenblik fullen hojfiteeren der Steeden fustenue te wettigen , en de obfervantie daar van in navolginge yan Syne Doorl. Hoogheyt , als de Conftitutie conform , aan te beveelen , en te vervorderen , fo nogthans , dat in gevalle Uw Edele Mogende mogten vermeynen , dat by defe te doene fo korte voordragt over een of ander poinót, tot defe faake betrekkelyk het verlangde licht niet was verfpreyt,. der. Steeden Gefanten vaardig fyn, daaromtrent vorder de verlangde illucidatien te geeven, allefins in vertrouwen, dat , fo de faake met defe. handelingen door Uw Edele Mogende niet tot een gewenfcht eynde mogte gebragt worden , Hun dan de faculteyt fal overblyven , hunne fustenue nader op fodane wyfe te adftrueren , als fy dan na omftandigheden yan faaken fullen vermeynen te behooren. Terwyl fy dus ter faake treedende, al  ( i8 ) aanftonds moeten remarqueren, dat daar het buyten alle tegenfpraak is , dat een Geineenebest fonder eene vastgeflelde en bekende orde van , na gedaane deliberatien ter Staats-Vergaderingen, befluyten te vormen, niet kan beflaan, mitsgaders dat defe Provincie nu meer dan twee Eeuwen is befliert , fonder van die fyde , niettegenstaande menigvuldige verfchillen van eenen anderen aart, met b, trekkingen tot het Hemmen en vormen van befluyten by meerderheyt , aan eenige wanorde ofte oneenigheyt bloot geftelt te fyn geweest, ofte dat diar over ooit dan nu onlangs eenig verfchil ter Vergaderinge van Ridd. en Sted. fyontflaan; dus feker Haat, dat dit geen onuytgemaakt S.aats eifchil fyn kan , maar dat fo wel in defe Provincie, als in andere welgeflelde Staats Regeeringen , van ouds her eene fekere orde van Overflemminge bepaalt moet fvn geweest. En waar uyt dus in bet tegenswoordige geval maar de vraage ontflaat, welke defe fekere en aloude wyfe van te befluyten by meerderheyt ter Staats-Vergaderinge geweest fy. En hier by dan overwoogen , dat fulx uyt de Refolutien en handelingen der Staats-leden van tyd tot tyd voorkoomende , en in de Registers van Scaat en andere Gefchriften geboekt of operlyk bekent met Jekerheyt te vernemen is , vertrouwen de Steeden dat tot flavinge van haar gevoelen niets anders noodig is, dan de  C 19 ) de verfchillendè mëyningen van de rneerderheyc van de Ridderfehap en die van de Steeden tegen eikanderen over te {tellen , en daar by te toetfen , om ten vollen overtuygt te worden , dat het Regt aan fyde der Steeden is. Vooral daar de meerderheyt der Ridderfchap haare meninge nimmer openlyk heeft durven voordraagen , veelmin met eenige Refolutien van Ridd. en Sted. heeft kunnen bewyfen , als waar van geen de minite tracé in de Registers van Staat te vinden is , terwyl uyt de eygene voordragt der voorfchreevene meerderheyt geblykt dat derfelver Plan geheel nieuw en daarenboven , fig felve niet gelyk is. Nademaal die Heeren fig wel, in de eerfte plaatfe op 't ftemmen by Quartieren beroepen, dog daartoe niet dan klanken van woorden by andere omftandigheden gebefigt, allegeeren , fonder met een eenig geval te toonen dat het geen van de Quartieren gewaagt word op de wyfe van flemmen ter Staats-Vergaderinge eenige betrekkinge heeft, dat alleen in aanmerkinge koomt. Dan waar tegen de aart der faake al wederom van felve leert, dat, uyt hoofde der byfondere Quartieren met relatie tot de Ridderfchap geen Regt van Quartierlyke Stemminge ontftaan kan. Dewyl dog die hersfenfchimmige Stemminge van de Ridderfchap by Quartieren rust op eene verkeerde geheel nieuwe,i B % tbanj  C 20 ) thans uytgedagte en voor de Steeden feer prajudiciabele fuppofitie , dat de Edelen hun Regt van ftemmen af'fonderlyk van de Quartieren afleyden, en alfoo tegen de Steden op fig felvs aangemerkt, fouden overftaan , daar het ondertusfchen feker is, dat niet alleen de Steeden op fig felve ftaan en fonder infage yan de Ridderfchap, over alle haare Stadsfaaken met een volftrekt gefag befchikken ; maar dat fy bovendien, met de Ridderfchap te faamen de beftieringe over de kleine Steeden en het platte Land befitten , fo dat de Steeden even veel infage hebben in de refpeétive Quartieren als de Edelen, en die Quartieren dus voor die Heeren het radicaal niet fyn' anders als conj i655 en 1690, gedaan ; en dus gelyk van felvs fpreekt, in de voorkomende gevallen opgevolgt. Waar by nog vóór weynige jaaren de tegenswoorciige Heer Erfstadhouder defe oude Cynofure ter betragtinge heeft aanB 4 be-  bevoolen , fonder dat een eenig Lid van de Ridderfchap fig daarover in 't geringde heeft uytgelaaten , of, gelyk de Heer Dumbar al heeft opgemerkt, daar tegen declaratie laaten doen , hebbende daarentegen alle de Edelen daar in niet alleen berust, maar felve Syne Hoogheyt voor de decifie , waar by dit fo nadrukkelyk declareerde en recommandeerde , bedankt. Ten notoiren blyke, dat defelve althans toen nog voor hunne tegenswoordige fustenue niet uyt dorften koomen, of daar op eenige grónd van vertrouwen ftellen. 't Geen egter toén de tyd was , wilden die Heeren niet door hun ftilfwygen en 't berusten in dat Declaratoir en die recommandatie van Syne Hoogheyt conform de bekende regulen van regt en billykheyt gehouden worden de regtmatigheyt daar van te erkennen en daar in te confenteeren. ' En gélyk dus Uw Edele Mogende fien, dat het toen voorgevallene met wylen den Heer van der Capellen niet voor, maar tegen die Heeren van de Ridderfchap werken moet; fal het ook niet behoeven Uw Edele Mogende omtfandig onder 't oog te brengen, dat in het voorgevallene omtrent de admisfie van wylen den Heere Graave van FJodrop geen' heul voor de meerderheyt der Ridderfchap gelegen is. Daar dog niet kan worden getoont, dat dit Regt toen aan de Steeden is gecontesteert , en dat defe daar in berust hebben. Waar  ( *5 ) Waar by alleenlyk tot illucidatie dient4 dat volgens het genoteerde in margine van de Refolutie van Ridd. en Sted. van den 14 April 1725 , die toenmalige gemaakte extenfie , waar uyt is af te néerrien , dat eenige Edelen met de drie Steeden fig voor dien Graav gedeclareert hadden , is gehouden kiyten refumtie, als uyt de Notulen ter Griffie berustende te fien. En waar uyt dan van felvs volgt, dat dit tot geene confequentie kan getrokken worden , maar dat die daar gemelde Advifen als niet voorgebragt te houden fyn. Seer waarfchynlyk , om dat die Heeren Edelen derfelver Advifen by 't opmaaken der Conclufie geen geftand fullen hebben gedaan of immers de Conclufie niet fullen hebben willen opmaaken , en de Steeden daarop niet nader fullen geurgeert hebben , als 't welk toen natuirlyk was , uyt hoofde yan het geheyme Convenant en Verbintenisfe door de Ridderfchap fo kort te vooren aangegaan. Behalven dat , fo als door den Fleer Dumbar ook al is opgemerkt, hier veel reden was , dat de Steeden dit point in quaestie over het verftand van 't Reglement op de admisfie der Edelen tegen 't gevoelen der groote meerderheyt der Edelen niet wilden doorfetten en een vreemt Edelman in hun Corps indringen, en welke infehikkelykheyt defelve alfoo niet kan prasjudicieren , maar wel in tegendeel de Steeden van wegens 't misB 5 bruyk /  O*) bruyk der meerderheyt van de Ridderfchap fal moeten aanfetten, om met meerder nadruk haare Regten tegen de Ridderfchap te maintineeren en te forgen dat niet van ter fyde , door andere middelen in 't neemm van prsejudiciabele fchriftelyke Refolutien dier Heeren buyten de Vergaderinge. van Ridd. en Sted. , daar op inbreuk worde gedaan , en derfelver eygene Leden belet Hoofd voor Hoofd ter Staats.Vergaderinge derfelver Advifen uyt,te brengen , na het ingeeveh van haar gewisfe en fo als fy voor God en de Werelt kunnen verantwoorden: Eene hindernisfe, die gelyk fy voor de Streden ja voor de affonderlyke Leden der Ridderfchap felvs is allerbefwaarents ? ook op fig felvs befchouwt alleronbülykst , en felve voor 't Juftitie-weefen nadeelig is.' Gemerkt , daar 'er in defe Provincie geen Hof van juftitie gevonden word 9 ter Vergaderinge van Ridd. en Sted. eene menigte van faaken voorkoomen , die ter fpoediger afdoeninge en ter befpaaringe van kosten de ordinan's regtbanken voorby gaan, en ten eerften aldaar worden gebragt, ofce die regtftreeks de goede Ingezetenen in 't gemeen aangaan , of tusfchen Boerfchappen , Markten , Gildens, en andere diergelyke , voorvallen , en na een regtelyk onderfoek in goede Jtiflitie worden bepaalt. Defe komen daar wel fchynbaar voor als faaken van Policie , dog behooren des niettemin ia dea grond  im) tot de Juftiüie , en dus kan niets vreemder uytgedegt worden, dan dat fulke Edelen , die fig met het gevoelen der twee derde deelen niet kunnen vereenigen , gedwongen fouden worden hunne gewisfen geweld aan te doen, en 't regt tegen hun gevoelen te fien uytfpreeken ; hoedanig een dwang egter op hun gelegd foude worden door de Ridderfchaps Refolutie van 1720 , welke de meerderheyt dier Heeren thans een Wet durft noemen , die haare Leden volftrekt verbindt; fonder te refleóteeren , dat een faak van deeze natuir volftrekt niet onder hunne affonderlyke dispofitie valt. De Steeden fchroomen niet volmondig te feggen , dat de Leden van de Ridderfchap in gemoede verpligt fyn vaa.fiük een nietig en onwettig Verband aftegaan, als inloopende tegen -de Regten en oude Couftumen door Hun met Eede befwooren. Immers defe Eed aan den Lande gedaan is ouder en weegt fwaarer , dan alle an'dere verbintenisfen onder de Ledert van de Ridderfchap ter uytbreydinge van derfelver vermeynde Regten ingegaan. De Steeden vertrouwen overfulx dat de meerderheyt der Ridderfchap, die ter vernietiginge van de oude Conftitutie haar heul in dit onwettig en by hunne voorzaaten heymelyk gemaakte verdrag foekt, fal na bedaarde overweeginge een gevoelen verlaaten , dat van alle gronden van Regt ; en  ( 28 ) en billykheyt is ontbloot, en met verlaatinge van fulke verbintenisfen de wel en wettig by de meerderheyt genoomene Refolutien effeér. laaten genieten! Hiertoe ftrekt het verlangen der Heeren van de Steeden met al den yver en aandrang die 't gewigt der faake in hun verwekt,, en fy vertrouwen op de veel vermogende invloed van Uw Edele Mogende, om die Heeren van de Meerderheid daar toe te induceeren , op dat de Steeden alfoo by haare oude Regten , welke der-% felver Regeerders met duiren Eede befwooren hebben , bewaard blyven , en op dien grond de goede verftandhoudinge en eensgefintheyt tusfchen de fo Haauw verbonden Staats leden herflejt, de behandelinge der faaken , fo van 't gemeene Bondgenoodfchap als van defe Provincie in defe forgelyke tyden by de hand genoamen en tot nut en heyl der goede ingefetenen tot een gewenfcht bclLryt gebragt en uytgevoerd mogen worden. (Gedat.') Carnpen.den 31 Decemb. (onderftond) Ter Ordonnantie van Burgermeesteren Schepenen en Raden der Steden Deventer Campen en Zwolle, (was getekend) Q. DUMBAR. J. A. de MIST. R. EEKHOUT. Accordeerd met zyn Origineel. E. D. WERDENIER. Voorts  C 29) . Voorts hebben de Gemagtigde Heeren E'delen den 10 Jahuary 1785 , in eene byeenkoomst voor de Edelmogende Heeren Afgezanten overgegeeven H nne Aanmerkingen op de Verklaaring van den Heer A. W. Baron van Pallandt toe Z ithem, over 'het Regt van Overftemming ter Staats~Vergaderinge. Welke Verklaaring de Heer van Zuithem aan de Heeren uit de Hooge Bondgenooten by de eerfte famenkoomst, den 23 December te vooren, bereeds had ingediend: voegende de Heer Bentinck by het doen deezer Overgaave mondelyk by. ,, Dat hoes; wel de Heeren van de Ridderfchap zich „ ongehouden rekenden , om Gefchriften „ yan een' enkei' perfoon , 't zy uit de „ Ridderfchap , 't zy uit de Steden te we„ derleggen ; Zy echter tot wegneeming van alle nadeelige vooroordeelen , welken die door den Heer van Zuithem overgegeevene Verklaaring zomtyds zouden kunnen „ maaken , noodig geoordeeld hadden daarop korte Aanmerkingen te vervaardigen , 3, die Zy de eer hadden aan Hunedelmogend. by deezen overteleggen : Zich tevens verzekerd houdende. Dat Hunedel„ mog. daardoor, met de opdag van èen „ oog , zouden worden overtuigd , van de ongegrondheid van alle de redeneeringen „ inde gemelde Verklaaringe voorkoomende". Doch welke beide. Stukjes reeds door den druk gemeengemaakt zynde , wordt het onnoodig geacht dezelven te doen herdruk-  Cso) drukken, deezen hier voor ingelafcht hou» dende. , Op dien zelfden 10 January hebben de Heeren Hooge Afgezanten opening gegeeven van de gedaane verklaaring der Steden, den voorgaanden 8 Hen deezer maand , en dezelve aan de Gemagtigde Edelen fchriftelyk ter bande gefteld, met verzoek, dat de Ridderfchap zich hierop ten fpoedigften zoude gelieven te verklaaren : houdende. Den % January 1785. TTV Heeren Gecommitteerden uyt de drie Steden Deventer , Campen en Zwolle op den 31 December laatstleden , van UEd. Mog. ontfangen hebbende een Declaratoir, des daags te vooren door de Heeren Gecomm. uyt de Ridderfchap aan UËcb Mog. overgegeevcn , en houdende: dat Zy Gecommitteerden , ingevolge de aan hun door de Ridderfchap gegeevene Qualificatie , by derzelver Refolutie van den 21 daar te vooren , het fubfisterend verfchil van nu af aan wel wilden compromitteren , aan de Hooge Uytfpraak en Decifie van UEd. Mog. of eenig ander Onpartydig Rechter; zyn, conform aan het daarop door Hun Gecomm. aan UEd. Mog. ten dien dage gegeeven antwoord , met m gebreeke gebleeven , het zelve Declaratoir ten fpoedigften te brengen ter kennisfe van derzelver refpe&ive Committenten. Éi  i sï) Èn vinden zig thans door dezelve last mede aan UEd. Mog. te declareren. Dat de Steeden het fubfisterend verfchil over het Poinér. van Overftemming ingevolge de fpeciale Qualificatien van derzelver Heeren Committenten , in dit byzonder geval , en fonder confequentie voor het toekomende , wel willen compromittêeren, aan de Hooge Uytfpraak ea Richterlyke Decifie van UEd. Mog. Waarop door welgemelden Heer Bentinck daadelyk werdt hernomen. „ Dat de Gecom* „ mitt. van de Ridderfchap Hunedelmog. „ bedankten voor de ontvangen kennisgee„ ving , en niet zouden nalaaten om Hun„ ne gedaane verklaaring, en het gene daar„ op door de Steden was afgegeeven , ten fpoedigllen te brengen ter kennisfe van do „ Heeren van de Ridderfchap , niet twyf- felende: of Dezelven zouden Hen in Haat „ ftellen om de Hooge Heeren Gecomm. met ,, een nadere dpprobatoire Refolutïe te kunnen „ opwachten". Door deeze Handeling der Wethouderen van de Steden geraakte de zaak in de termen van Compromis , welk aan de Edelmogende. Heeren Afgezondenen uit de Hooge Bondgenooten zou verbleeven worden. Die dan ook , den 14 January , eene Akte daarvan aan de Heeren Gemagtigden uit de Ridderfchap , ter overweeginge , ter hand Helden : zo als dezelve hierna gevonden wordt. Omtrent welke, over de woorden, dt  Cs* ) ie Meerderheid van de Heeren van de Ridderfchap , by de Heeren Edelen bedenking viel , doende daarover by den Heer van Lynden , als voorzittend Lid des Hoogen Gezantfchaps, tot eenige verandering en uitdenwegruiming deezer zwaarigheid aanhouden. Welk Heer aannam Zyne Medegezanten hierover te zullen onderhouden. Intusfchen werd , den 18 daaraanvolgende , wederom byeenkoomst op Het Raadhuis gehouden : in welke de Lasthebbende Heer.en uit de Ridderfchap aan de Heeren uit de Hooge Bondgenooten Hunne Schriftuur van Antwoord op het Gefchrift der Heeren van de Steden , van den 31 December 1784 , indienen : zynde van deezen inhoud, EDELMOGENDE HEEREN l De Heeren Gecommitteerden Uit de Hooge Bondgenoot ten , de Staaten der zes overige Provinciën. "T\e Ridderfchap van Overysfel, zullenr de dienen van Antwoord op het Gefchrift, van de Magijtraaten der drie Steden overgegeeven, en door ÜEdelmog. aan Ons by Affchrift uitgereikt ; verwondert zich ten uiterften : hoe die Heeren kunnen goedvinden , Uwer Edelmogenden hooge bezigheden en tyd te verwyJen , met op nieuws een Stuk in te geer ven ,  ( 33 ) ven j welk zaaklyk niets, anders is, dan een ineengeknoopt herhaal van , genoegzaam alle , dingen, die aan Uwe Edelmogendheden bereeds te vooren zyn voorgedraagen, en. welken de Ridderfchap misfchien veilig allen onbeantwoord zou kunnen voorbygaan. Dan. vermids het verfchilpunt , thans betwist wordende ■, van de uiterfte aangelegenheid zy , niet alleen ten aanziene van de oude' Voorregten en Landzedelyke gefteldheid van het Ridderwezen deezer Provincie : maar het zelve daarenboven een zeer grooten invloed hebbe op het welzyn der geheele Regeeringe , ja aller Ingezetenen . van dit Gewest ; en de Steden op zulken beflisfenden toon Haare Hellingen, even ofze reeds beweezen waren , die beweezen moesten worden , aan UEdelmogenden ftout weg durven voordraagen ; zo kunnen de Edelen niet voorby, ook,nog een kort woord van oplosfing en erinnering der waare toedragt van zaakeu tegen dit overgegeeven Stuk vóór Uwer Edelmogendheden verlicht oordeel open te leggen , echter, zo zy vertrouwen , naar waarheid , onbewimpeld , klaar, èn eenvouwig : en wel, ter dies te gemaklyker vergelykinge , ingericht ingevolge den leiddraad des voormelden Gefchrifts, kunnende zeer veele herhaalingen der Steden met eene aanhaaJinge der ter handgeftelde Verhandelinge yan deeze Zyd , remisjive voorbygaan. . Zeker is het , dat geen Gemeenebest C be-  CsO beftaan kan zonder eene vastgeftelde eü welgeregelde orde van Refolutien en Wetten ten nutte van het zelve te kunnen beraamen , en ten uitvoere brengen. En dit heeft Overysfels Gewest ook met de andere Vereenigde Landfchappen ondervonden federt de oprigtinge deezer Republyke. Dat, niet tegenftaande één en andermaal Regeerings onlusten zyn opgekoomen , echter dit Landfchap altoos , door • de welgegronde wys van Staatsbefluiten te kunnen opmaaken , ten dien opzigte nooit gewaggeld hebbe , voordat de Wethouders der Steden , nu helaas 1 in eenen zorglyken en benarden tyd, deeze Hunne nieuwigheid hebben ter baane gebragt. Met regt zeggenwe eene nieuwigheid: waarvan geen ander bewys noodig is', dan de erkentenis van der Steden voorfpraak in zyne Verhand. Hz. ji. daar Hy ,, geene if zwaarigheid maakt te erkennen: dat Hy ,, geen bejlisfend voorbeeld van dien aart" (dat is , wanneer de Steden door het byyallen van éénen of weinige Edelen een befluit hebben doen neemen , gelyk Hy zegt Hz. 69.) „ aangetroffen heeft". Vergel. Onze Verhand. I. Hoofdft. n. 229. volgg. en voeg hier by : hoe diezelfde Steden, op dezelfde bladzyde 69, doen zeggen : dat het niet wel mogelyk, zo niet ge„ heel onmogelyk, is", (let wel) „ uyt „ de Notulen voorbeelden bytebren„ gen , in welken de Steden naar Haar S3 gevoelen een befluit hebben doen nee-- 5, men":  ( 35 ) P, men": en hoe nergens beweezen is, dat er eene Staatsresolutie , die deiSteden gevoelen zoude begunftigen , ooit of ooit genomen zy. Vergelyk Verhand, yan de Ridd. II. Hoofdft. n. 55—82. Maar dit zo zynde , hoe zoude men kunnen vermoeden, dat de Heeren van de Steden hier op nieuws zouden hebben willen verzekeren. Dat Haar gevoelen uit de Refolutien der Staatsleden en in de Registers van Staat geboekt , of openlyk bekend te yerneemen zy ? — Dan de Édelen verkiezen dergelyke tastbaare misftellingen , die de Heeren van de Steden waagen onder het oog Uwer Edelmogendheden te brengen , ook liefst aan Uwer Edelmogenden eigene overweeging gerust overtelaaten. Van welke vervolgens de beflisfing moge afhangen of der Edelen plan geheel nieuw zy en zich zelve ongelyk. Iets, dat , ook naar der Steden begrip , Haare algemcene ingewikkelde en onklaare redeneeringen dan nog niet bewyzen : fchoon dezelven ftukswyze befchouwd geene meerdere zekerheid hebben. Het doet der Ridderfchappe moeite , UEdelmogenden met dingen , die by Haare Verhandeiinge meenden afgedaan te hebben, wederom te moeten ophouden. Want toch , hoe, van oude dagen af, de Edelen uit de onderfcheidene Kwartieren in alle Landsonderhandelingen , 't zy die het kandsbeftier , 't zy die de Geldmiddelen , Ca 't zy  C 36 ) 't zy dezelven Vredes- of Oorlogsbefchikkingen ten onderwerpe hadden , als onderfcheidene Leden van Overysfels Staatsligchaara voorkomen : en hoe Zy menigmaalen Hunne ftemmen by Kwartieren in de Staatsvergaderingen hebben uitgebragt ; ja zelfs afwezig ingezonden ; dit alk'S meent de Ridderfchap voldingend te blyken by Haare Verhand. Hoofdfl. I. van n. 64 tot 140. ingejlooten , wier, herleezing Zy van Uwe Edelmogendheden eerbiedig verzoekt. Tegen al het welk de gezochte Tegenwerpingen in Dumbars Brieven niets inbrengen, zo ras UEdelmogenden gelieven gade te liaan. Dat Hy daar, voor eerst, de beide betekenisfen van het woord Kwartier verwerre , om te beter tot' zyn oogwit te geraaken , verwisfelende de ééne, waar by dit woord den Grond , de Uitgeftrektheid , het Terrein , gelyk men zegt, betekent, met de andere , in welke men er de Kluft der Edelen , die , uit hoofde der inliggende Havezaaten in dat Kwartier (dat is binnen den kring van het Grondgebied deszelven) verfchreeven zyn , door veritaat. En in welke betekenisfe , volgens den gewoonen hedendaagfehen Styl , de Edelen 't zelve gebezigd hebben , als verkeerende in eene behandelinge over Regeeringszaaken, en niet in eene Aardryksbefchyvinge* Deeze aanmerking, offchoon zy enkel over woorden loope , 'gelieven UEdelmog. ten goede te houden , omdat door dezelve de ingewikkelde famenftellin- gen  C37) gen van den Sekretaris zeer ligt ontwonden worden , en de aangevoerde ftukken by Onze Verhandelinge dus hunne waare gedaante , echte betekenis , en klaar bewys behouden. Ten Tweeden, vermengt Hy de Kwartiersvergaderingen , die in vroege tyden gehouden werden , om de verdeelingen der Schattingen , die toen op ieder Kwartier in ééne Masfa gelegd werden , te regelen , met de zulken, in welken naderhand alleen de Edelen , als 's Landsmederegenten , byeenkwamen , om over de zaaken van Politie te beraadflaan. Van de eerfte foort zyn voornaarnlyk de Kwartiersvergaderingen in Twent , van welken Dumbar in een Boek ter Sekretarye van Oldenzaal voorbeelden heeft aangetroffen. Want toch , eer ieder Erf en byzondere Landeryen op eenen vasten penning in de Landsfchattingen waren aangeilagen, werden de Kwartieren in *t gemeen door de Staaten deezer Provincie met eene zekere zom belast, om tot 's Lands dienst op te brengen , en , om deeze zom over de gezamelyke Landen naar evenredigheid te verdeden, kwam ieder Kwartier te zaaien , zo wel de Edelen als de Steden , ten einde èlk zyn belang waarname , en de één boven den anderen niet mogte bezwaard worden. Hoedanige Kwartiet fbycenkoomften men moet befchouwen als Erfgenamenvergaderingen 5 die geene de C 5 lain»,  C 38 ) minfte betrekking hebben tot eenigerhande Staatshandelingen. Ten duidelyken bewyze hiervan kan dienen : dat het van die tyden , van welken Dumbar fpreekt , nog overbekend is: hoe ook dergelyke iTwarfiwvergaderingen in Vollenhove gehouden werden, tot het regelen van ieders aandeel -in de Omta, waarop het geheele Kwartier by de^Staaten gefield was. En in deeze Vergaderingen vindt men, dat de Stad van Kampen mede , als daar toe behoorende, is tegenwoordig geweest. Zeker, enkel en alleen uit dien hoofde, dat Zy, ééne der fterkstgegoede Erfgenaamen in dat Kwartier zynde , het uiterfte belang by de temaakene verdeelinge had , om niet bezwaard te worden. Maar geenszins, om dat de Stad yan Kampen ooit zou begreepen , of in t vervolg gewild hebben , dat Zy eenig regt of inzaag begeerde in de Kwartiersvergaderingen , welken de Heeren Edelen van Vollenhove , om over zaaken der Irovinciaale Regeeringe te raadpleegen en te befiuiten, by aanhoudendheid onder zich beleggen en bywoonen. Veel min dat de Wethouders van Kampen ooit zouden gedacht hebben, dat Zy met de Heeren Edelen van dat Kwartier zouden uitmaaken üe Ridderfchap en Steden van het Kwartier van Vollenhove. De uittrekzels , Edelmogende Heeren , ten bewyze der Juryvergaderingen van de laatfte foort, dat is, van byzonie- re  C39) re Kwartiersbyéénkoomjlen der Edelen over Landszaaken, zouden uit het Boek van Refolutien van het Kwartier van Vollenhove hier in aantal kunnen zyn bygevoegd , maar , om alle kortheid te betrachten , heeft de Ridderfchap dezelven achtergelaten : met gedienftig aanbod, om, zo wanneer UËdelmogenden zulks mogten begeeren , terftond het Origineele Boek overteleggen. De Heeren van de Steden vervolgens aan Uwe Edelmogendheden , niettegenftaande alle te vooren aangevoerde doorflaande bewyzen, minbefcheiden , hebbende durven opgeeven; als of de Ridderfchap voor de ftemminge by Kwartieren, als zo veele Leden van de Provinciaale Regeering , nie s dan klanken van woorden by andere Omjlandighedm gebezigd , geallegeerd hadden ; is dezelve in de noodzaaklykheid gebragt , om nog eenige weinige ftaalen open te leggen , ter meerdere bevestiginge aller voorgaanden. Als, dat de Heeren Afgezanten Hunner Edele Grootmogenden , de Staaten van Holland, in den jaare 1657., met zo veele woorden de Kwartieren , als Leden onzer Regeeringe , zeiven befchouwen , by hunne Compromisforiaale Uitfpraake Art. 8, Waar Hun Edelmogenden zeggen. „ Dat tot volkomen retablisfement en confervatie van Ruste , Liefde, Confi„ dentie , en Eenigheid in de welgemelde 3,, Provincie van Overysfel, en snier bj? C 4. 5} Kwak?  C 40 ) Kwartieren , Steden , en Regenten van „ dezelve, alle de Leden zo wel enz": Men doe hierby de opgevolgde Refolutie van Ridderfchap en Steden van den 4ï September 1657 > houdende : „ De s> Ordinaris Gedeputeerden worden geauci j torifeerd, om, zo haast doenlyk * dn3, gevolge den tweeden artikel van de Uit. s, fpraak, te refumeeren het geene geduu„ rende de Provinciaale differenten aan de s, eene of de andere zyd, omtrent de Fi- nancien en andere zaaken , de Provin- ciaale differenten niet raakende , is. geaf, refolveerd, en daar van aan Ridderfchap en Steden rapport te doen , om • te „ ftrekken naar den teneur van den gezei„ den tweeden Artikel. En , zo nodig 3, word bevonden zullen de respective „ Leden elk , den Ordinairen Gedepu3, teerden een Extraordinairen Gecommit„ teerden mogen byvoegen". Deeze refpeüive Leben zyn met mogelykheid geene anderen , clan de drie Kwartieren en de drie Steden , welken ieder eenen Ordinairen Gedeputeerden uit den Hunnen hebben , by welken Elk Lid., dat is elk Kwartier , elke Stad, eenen buitengewoo.nen Gemagtigden zoude mogen byvoegen. Dit zelfde bevestigt de InftruUe der Heeren Ordinaris Gedeputeerden van het Jaar 1708, welke in den ïften Artykel wil. „ Dat het Collegie ten minften kosten „ deezer Provincie beftaan zal in een ge3> tal van Zes Perfoonen, drie uil de Rid- „ der-  (41 ) J9 derfchapy en drie uit de Steden, welken ,, by de respective Leden genomineerd, „ en , na approbatie van Ridderfchap en 3, Steden , ofte , by abfentie , van de 3, Heeren Ordinaire Gedeputeerden ge- committeerd zullen worden". Vermids nü de Ordinaire Gedeputeerden , die genomineerd en gecommitteerd worden , zyn één uit elk Kwartier , en één uit elke Stad, zo volgt van zelfs , dat de refpettive Leden , die deeze Heeren in het jaar 1708. nomineerden en committeerden. en nog tegenswoordig nomineeren , geene anderen zyn , dan de drie Kwartieren en de drie Steden. Ja Hunne Hoogmogenden , de Alge*, meene Staaten erkennen de Kwartieren , als Leden der Regeeringe van Overysfel , in Hunne Injlructie voor de Heeren Gecommitteerden naar Overysfel, zeggende : ,, dat 3, deeze Gecommitteerden zullen voorzien „ worden met behoorlyke Credentiaalen 3, aan de Heeren Staaten van de Provincie 3', van Overysfel , als mede aan de parti„ culiere Vergadering der Leden binnen De,, venter en Kampen refpe&ivelyk gehou3, den , mitsgaders aan de respectivê ,, Kwartieren in 't byzonder". Zie Aitzema faken van Stait en Oorlog III. D. Hz. 1189. in fol. Op dezelfde wyze fchiér, als de Refolutie der Heeren Ordin. Gedeputeerden, van den 20. April 1719, vermeldt : dat de Notelen van Ridderfchap en Steden voor ieder der drie Kwartieren x C J van  C42 ) van de Ridderfchap in 't byzonder worden mtgefchreven. Is er nu wel iets mèer noodig, om aantetoonen , dat de erigineele drie Kwartieren, met alleen by de Staaten deezer Pro. vincie , maar ook by die der andere Provjncien , uit welken Wy de eer hebben UEdelmogenden als Hooge-Scheidslieden te erkennen, als zo veel Leden van Staat altoos zyn aangemerkt geworden ? En dat dus Onze bewyzen , om te toonen , dat de drie Kwartieren drie afzonderlyke Leden der Overysfellche Regeeringe zyn , die ook zomtyds hunne ftemmen Kwartierswyze ter Staats-vergaderinge uitbrengen , geen enkele klanken van woorden zyn? Omtrent welke Kwartierswyzige ftemming men hier nog kan byvoegen. Dat net , behalve het beweezene by de Verhandelinge , uit de Refolutien van Ridderlchap en Steden van den 10 November 1710, van den 20 Maart 1711 , en van den 11 Maart 1712 , blykbaar is. Dat ook de Edelen van het Kwartier van Zallandzomtyds in de Vergaderingen van Ridder, fchap en Steden punten van Deliberatie om in den Hunnen te communiceeren, overgenomen ; Rappenen daarover uitgebragt : en Hunne Quartiersrefolutien aldaar ingeleverd hebben, 't Welk, om Uwer Edelmogenden aandacht niet te veel optehouden, zullen voorbygaan ftukswyze aanteroeren ; dit merkwaardige ten deezen aanziene er nog alleen byvoegende. Dat.  C 43 ^ Dat wanneer door den Heer Prejtdent der Staats-Vergaderinge de Advyfen der Leden by Brieven van omzending worden ingenomen , zulks door Ieder Drost van *it Kwartier, zo wel by ieder Kwartier gefchiedc, als by ieder Stad in 't byzonder. En offchoon wel, in Zalland en Twent, veelal , van wege de afgelegenheid der inliggende Havezaaten van eikanderen , de aantekening der Advyfen óp die Omzendingsbrieven door ieder Lid gedaan worden ; nogtans heeft ieder Kwartier zyn" byzonderen Brief, en de oorfpronglyke orde zou eene Vergadering van het Kwartier vereifchen. . Gelyk wederom ten duidelykften zigtbaar is in het Kwartier van Vollenhove : alwaar , de Leden digter by malkanderen woonende , van oudsher , en nog ten huidigen dage, altoos de regte wys van delibereeren gevolgd wordt, met eene Kw ar tier svergadermg te beleggen , Kwartierswyze de punten by den Brief vervat te over weegen , het Kwartiersbefluit op te maaken , en dat aldus intezenden. Zo als dit wederom uit het bovengemelde Kwartiersboek van Vollenhove veelvuldig kan blyken , en met Extratien dier Ingezondene Kwartiersadvyfen, uit de Griffye geligt, overvloedig zou kunnen daargedaan worden. En waaruit het dan te gelyk'openbaar wordt, van hoe weinig waarde de zogenaemde Refolutie der drie Steden van den 6 April 1659 , onder de B.ylaagtn yan Dumbars Brieven n. 7. te » vin-  ( 44 ) vinden , altoos geweest zy : daar deeze wys van Kwartiers vergaderingen te honden, en haare Refolutien intezenden, zonder onderlaatinge of tegenfpraake telkens heden nog plaats heeft. Dan dit kunnenwe uit deeze Bylaage klaar leezen : , dat 3 de Kwartiersrefolutien reeds voor het Jaar 3 1659 al, als een gemeene gewoonte zyn , m gebruik geweest', 't Welk dus als een onwraakbaar bewys ex ore adverfarii voor de Ridderfchap moet gehouden worden. Waarmede de Edelen het aan 't welwikkend oordeel Uwer Edelmogendheden onbefchroomd overlaaten , of Hunne meening omtrent de Kwartieren en derzelver Hemming ruste op eene hersfenfehimmige verjierde nieuwigheid,. Terwyl Zy niet ongemerkt kunnen voor. hygaan. Hoe de. Steden hier het beffcan van de Overysfelfche Regeering jammerlyk verwerren, en naauwlyks verftaanbaar fpreeken , om tot Haar oogmerk te koomen : daar nogtans de zaak zelve zeer klaar Zy' ~7t Den EdeIen hebben het radicaal van Hun Regentfchap (om dQr Steden woord te bezigen) in Hunne geboorte, ge. paard by die vereifchten , welken in de Reglementen op de Admisfie bepaald zyn zonder dat hier Kwartieren of iets anders te pasfe koome. Verfchreeven zynde hebben zy het regt van Mederegenten met de Steden te zyn over de geheek 'Provincie, zonder voor als nu over de Souverahntei der Steden m den Haaren te willen cjfe. ten,  C 45 ) ten. Dan dit neemt niet weg, dat Zy Edelen, naar de inligging Hunner Havezaaten , tot ondericheidene Kwartieren behooren , welke Kwartieren, gelyk de Stedèn , die de halffeheid der Regeeringe hebben , drie zyn , insgelyks drie zyn , uitmaakenHe de wederhalfte deezer zelfde Regeeringe. En gelyk deeze drie Steden ■drie Staatsftemmen uideveren , juist even alzo maaken de drie Kwartieren eigenlyk , naar den oorfpronglyken aart onzer Landsgefleldheid , en naar evenredigheid der volkoomene , altoos bekende en erkende , gelykheid en gelykwigtigheid van de wederzydfche halffcheiden onzes Staatsligchaams , de drie andere Staatsftemmen uit. En dit is eene eenvouwige, naakte , verftaanbaare waarheid , zonder dat men zich van zuike donkere , onbevattelyke , en ingewikkelde redeneeringen behoeve te bedienen. Dan de Ouden zeiden al, fimplex est yeritatis oratio. En hier tegen lïrydt geenermaate , de Refolutie der algemeene Staaten , of liever derzelver Plakaat van den 02 January 161 o , waarop de voorftanders van de Steden zo zeer fchynen te beoogen : als Racer in zyne Overysf. Gedenkft. III.. ft. blz. 225. Dunbar Verhand, blz. 54,, en waarvan Hy by zyne Brieven blz. 106. durft roemen „ dat de uitlegkundige ver„ mogens van de Ridderfchap hier voor „ zouden hebben ftilgeftaan": gelyk eindelyk de Heeren der Steden Zich daarop nu  C4ö~) ïm hier wederom als een ontegenzegbaar Declaratoir beroepen. Dan, Edelmogende Heeren, de Ridderfchap heeft best geoordeeld , hier den begonnen draad niet aftefnyden mee eene breedvoeriger uitlegginge van gemelde Plakaat. Maar om Zich tevens door ftilzwygendheid niet te benadeelen , als of niet jn ftaat waren , den waaren zin van dit Stuk te ontknoopen , en alle fchynzwaaHgheid wegteneemen , offchoon het zelve by onfe Verhandeling* niet in 't byzonder zy aangeroerd ; hebben Zy He'er en verkoozen , de Ontvouwing der meeninge Hunner Hoogmogendheden , hier achter efzonderlyk aantehechten , ten einde UEdelmogenden daaruit zonneklaar gelieven te yerneemen. Dat deeze Verklaaring van den 22 January i<5io , eigenlyk tot dit yerfchil niet behoore , althans, wat de Tegenparty ook moge zeggen , op geenerhande wyze der Edelen oud gevoelen tegen zy. Voortgaande , is het den Edelen niet onaangenaam te zien. Dat de Heeren Wethouders niet alleen tot het erkennen der zesledigheid overgegaan zyn , maar dat Zy dezelve daarenboven noodig achten ter vorminge van het geheel, en tot -het berekeiien der Overftemminge in onze Provinciaale Regeenngsgefteldheid. Dit is juist hetge■ne de Edelen beweeren, dat alleen ftrookt met de gelykheid der beide Hoofdleden van Staat 3 en waarop zy Hun gevoelen ves-  ( 47 3 tïgen : daarenboven bëweezen hebbende , dat deeze evengelyke zesledigheid geenszins toevallig zy, maar van alle tyden af wezenlik metterdaad beftaan hebbe. Zie Verhand. I. Hoofdfi..n. 71—143. en 182—<95. nog II. Hoofdft. n. 286. en 'c gene in de Aanmerkingen op de Verklaaring van den Heer van Zuithem op nieuws gezegd is Aanm. 14. Uit hoofde deezer erkenninge der Steden mogen de Edelen veilig opmaaken , dat de zaak ten Hunnen voordeele afgedaan zy, volgens de eigene Helling van Dumbar by zyne Verhandel, blz. 48. Wiens woorden , omdat zy door deeze toeftemming der Steden in de zesledighcid beflisfend geworden zyn , de Ridderfchap waardig acht hier overtefchryven : Indien' het voorgee3, ven van de Heeren van de Ridderfchap" (zegt Hy) eenigen grondflag zoude hebben , moest het waar zyn , dat ter Staats-Vergaderinge van de Provincie zes ,, stemmen gevonden werden ; 't welk niet „ konde zyn3 ten zy er ook zes Corpora of „ Leden waren , welken ieder eene Jiem uit3, bragten". (let wel) want indien dit zó 3, plaats had was het natuurlyk , dat 3, er vier van die zes stemmen ver„ eischt werden om eene meerder- 3, heid te krygen". Ja maar de Steden erkennen nu volmondig : dat men de zesledigheid hier en daar als bekend gemeld vindt, en dat, omdat de drie Steden de helft der Regeeringe uitmaaken , men natuurlyker w'yze eene zesledigheid in 't bere- ke,  C 48 ) kenen van de Overftetnming noodig h&b* be; gevolglyk heefc dat gene plaats, waarlik natuurlyk , volgens Dumbar , volgen moet : dat er vier van de zes ftemmen ver. 'eifckt worden om eene meerderheid te krygen. Èn dus ftaat het gevoelen der Ridderfchap voldongen. Want zyn er vier van de zes ftemmen nöodig , om de meerderheid te erlangen, dan kan één Edelman, die maar een membrum individuum van zyn Lid, Kwartier , of derdedeel is , niet in aanfchouw koomen. Waarom de Heeren Edelen hier UEdelmogenden ook niet langer zullen bezig houden. Habeht reum confiientem, Geevende den Magiftraaten toe: dat , indien er vier Steden waren , die Vier Staatsftemmen hadden , de allenthalvige gelykheid niet kori bewaard worden , zonder dat ook de Edelen vier evengelyke Hemmen uitbragten : Wanneer de Overftemming alleen met vyf ftemmen tegen drie zoude kunnen gefchieden. — Dan hier over onnoodig te redentwisten: 't geval loopt aan tegen beiderzydfche erkende Landsgefteldheid. Na deeze erkentenis van der Steden Af> gezanten ten opzigte der zesledigheid , keert zich Hun fterkfte aanval tegen de Refolutien van de Jaaren 1718, en 1720 ; welken Hun Weled. Achtbaaren , echter niet dan onder byftand van 't onwederfpreeklyk Betoog van de Heer van Zuithem (gelyk Hun Weled. Achtbaaren 't zelve met dien tytel goedvinden te vereeren) ,  ( 49 ) ware het mogelyk , wel zouden wiljen te nii-te manken : wel voelende hoe krachtig paarigheid van ftemmen hadden ver- ftaan , dat Zy daar in waren geleedeerd^ ,3 en dieswege reparatie moesten hebben. 5, Dat er verder verfcheidene reizen over 3, dit punt tusfchen de Heeren van de ,3 Steden en den Griffier van Ridderfchap s, en Steden , den Heer Royer , gehan3, deld ware, doch vruchteloos. Dat mid- delerwyle de Landdag ten einde loopen„ de en de zaake onafgedaan zynde, was „ goedgevonden , daarvan niets in de No„ telen te brengen , om zich by hervattin3, ge van den Landdag nader te verftaan. „ Waartoe dan de Heeren van de Rid3, derfchap toen" (dat is op den 21 April I7I9) 5» n°g hl venvachtinge waren, dat 3, de Heeren van de Steden aan Hun eene 3, geruste reparatie zouden laaten toekoo33 men". Dan volgt onder deeze Verklaaring van den Heer Landdrost en Edelen. „ Dat j, de Heeren van de Steden by de Gene33 raale Refumtie op den 18 Qctober 1719, Dg >f heb.  ( 5* ) „ hebbende hooren kezen de voornoemde Re~ „ folutie van de Heeren van Ridderfchap, „ verfocht hebben: dat derzelver propofi„ tie , en deeze hierop van de Heeren van „ de Ridderfchap genomene Refolutie uit 5, de NoorELEN geligt mogten wor- „ den". Waarin de Ridderlchap zwaarigheid maakte , en de Steden Haare aantekening daartegen voorbehielden. Om de waarheid der zaake in daglicht te ftellen, hebben , Edelmogende Heeren , de Edelen dit Stuk wat uitvoeriger moeten inlasfchen , zo als nog omftandiger in de Staatsregisters van dien dag geleezen wordt. Waaruit men , vergeleeken met de bylaagen by meergemelde Verklaaring , zonneklaar zien kan; Vooreerst. Dat het der Steden bewust was , wat in zaaken van dit verfchil te Kampen was voorgevallen op den Landdag , gevolglyk her gebeurde 'ï jaan te Voeren , dat is in 't jaar 1718 , het jaar der ééne onderhandene Rejolutie. Ten tweeden. Dat de Edelen expresfelyk waren verfchreeven om over het toen Zvveevend verfchil te fpreeken , en dat Zy Heeren eenpaarig verftonden , dat Zy door de Steden geledeerd waren. Men leeze nu de Bylaag by de Verklaaring van den Heer van Pallandt onder A. in "t begin, en die onder C. op blz. 3 w en het vindt zich van zelfs , dat dit juist met eikanderen inftemt, en dezelfde Stukken zyn. Ten derden. ' Dat in 't jaar 1718 was goed-  C 53 ) goedgevonden , van deeze zaak niets in ds Nootelen te brengen. Ten vierden. Dat de Heeren van de Steden deeze Refolutie van de Ridderfchap, waarin ('t welk verdient in gedachten gehouden) gezegd wordt , dat Hun bewust was 't gene hier over te Kampen was voorgevallen , hebben hooren leezen. Eindelyk ten vyfden. Dat de Steden dienna verzocht hebben , dat deeze Ridderfchapstefolutie, zo als die door den Drost Sn de Nootelen van Ridderfchap en Steden geb-agt was, wederom mogt geligt worden, 't Welk echter uit dit ftuk blykfc niet gefchied te zyn. En waarom deeze aantekening ten Staatsregiiter alnog een bewys levert: , dat het gehandelde in 3 1718 , en de genomene Refolutie der E, delen , als tot welke genoegzaam met duidelyke woorden teruggeweezen wordt 9 , den Heeren Magijtraaten.'der Steden on, weerfpreeklyk ter kennisfe is» gekoomen'» En vervolgens de reden aan de hand geeft , waarom men deeze Refolutie der Edelen niet in de Staatsnootelen vindt : naamelyk omdat , by 't ten einde loopen van den Landdag in 171 % , was goedgevonden hiervan niets te boeken. Waaruit men , in *t voorbygaan , nog wel kan aanmerken. Dat de Heeren van de Steden , indien Hun de Stelling van de Ridderfchap by de Refolutie van den ïS Juny 1718. omtrent den ouden vorm yam Rtgsering toen zo vreemd ware geweest » D 3 sJs  t 5+ ) als Zy nu wel zouden willen doen gelooven , buiten eenigen twyffel wel eene allerfterk'te aantekening tegen eene zulke Refolutie in de Nootelen zouden hebben weeten te brengen : daar Hun niet onbekend konde zyn , dat, offchoon er in de Staatsregisters niet van geboekt wierde, dezelve echter in de Ridderfchapspapieren bewaard bleeve. Het zelfde mag men vrymoedig gelooven omtrent de Refolutie van den 29 Juny 1720 , dat ook deeze , om dezelfde reden , uit de Nootelen van Ridderfchap en Steden geraakt is , offchoon uit de handelingen van dien. tyd genoegzaam blyke , dat dezelve met alles, watfcot dit verfchil behoorde , zeer wel by de Steden bekend geweest zy. Omdat men in de Nootelen yan de Heeren van de Ridderfchap op den 8 July 1722 vindt aangetekend. „ Dat de Heeren van de Steden hebben voorge3, flagen , om al het genotuleerde over de „ begeevinge der Ambten uit de Registers }, te ligten". Dus nu ook nog hier beweezen zynde, hoe beide Refolutien , ten tyde van haar geboorte , wel aanftonds ter kennisfe der Steden gebragt zyn , volgt , dat de Wethouders der Steden zeer te onpasfe van geheimhouding derzelve, en wat dies meer is , g^waagen , en aan UEdelmogenden wel zouden zoeken diets te maaken : zullende verder de Edelen, UEdelmogenden, 'Omtrent de verbindende kracht dier R,efo-  c ss y luieen , ten opzigte van Hunne Leden , eerbiedig tot Hunne Verhand II. Hoofdfi. e. 457—461 3 en i$de Aanmerk, op de Verkl. van den Heer van Zuithem „ te rugge zenden. Maar boven dit alles. Offchoon de Re. folutien van 1718 en 1720 nooit waren in de Wereld geweest, zulks veranderde het wezen der zaake niet. Deezen, als raeermaalen gezegd is , zyn aangevoerd om te bewyzen , dat der Edelen gevoelen niet 3 nieuw is': maar dit behoort eigenlyk niet tot de waarde van het gevoelen zelf. Dit is ten overvloede , meent de Ridderfchap , van elders geftaaafd : dit blyft in alle zaaken , briten het pint van bezwaar y des niet te min, even onwrikbaar. En wat van gevallen van bezwaar te houden zy , is afgehandeld Verhand. II. Hoofdji* n. 392—399. Ook worden deeze gevallen by alle Staatkundige Schryveren , en in alle Vergaderingen uitgezonderd. Ja zo men van deezen tot gewoone Regeeringszaaken wilde redeneeren; zouden, in deeze Provincie 3 de ftemmen der zesenveertig Burgermeester en , en van honderd en tweeendertig Gemeenslieden , die allen in bezwaarpunten , zowel als de Edelen , het berugt veto hebben , in aanmerking koo» men : 5t welk in het ongerymde loopt» Voorts vervolgt de Ridderfchap de» draad van der Steden ingediende Stuk al verder afteloopen , en deszelfs Heilige , siog onbeweezene , taal nopens de meenigD 4  C S6 ) vuldige te meermaalen herhaalde erkentenisJen by Ridderfchap en Steden voor het gevoelen der Steden zullende gefchied zyn , alleen fèmlsfive te beantwoorden. Als zynde de Verklaaring van 't jaar J597 voldoende afgedaan in de Ridderfchaps-Verhandettnge II. Hoof aft. n. 51 — I16. n. 207—218. Het Reizeboek der Stad Deventer op den jjare 1622 , Verhand. II. Hoofdft. n. 125—13 r- Alle de gefchriften van den troebelen tyd in dé jaaren 1654 en 1655, Verhand. II. Hoofdft. n. 165—25,1. En eindelyk de Ded::Slie der Steden , welke men bedoelt door het jaar 1690 aantehaalcn , Verhand. II. Hoofdft. n. 263—276. Op welke plaatzen de Ridderfchap verzekerd is , dat de hier weder opgekookte zwaarigheden dcrwyze weggenomen zyn, dat Zy de oplosfingen zeer gerust tegen óver de tégen werpingen in de fchaal van Uwer Edelmogendheden onpartydig en naauwweegend oordeel durVe nederleggen: zullende door der eerften overwigt wel ras blyken , hoe ver het van daar is , dat het van zelfs zou fpreeken , dat in voorkomende gevallen het gevoelen der Steden zou zyn opgevolgd. Met welk zeggen dan ook nog de Steden Hout doordraaven tegen alle bewyzen , en tegen de eigene bekentenis van Haaren Advokaat aan, als elders is aange weezen. ' '; Met  C 57 i Met eene dergelyke terugwyzinge tot Haare Verhandeling Hoofdft. II. n, 472—489 , ook reeds by de 18* Aanmetkingè op de Vciklaaring van den Heer van Züithem bygebragt, kan de Ridderfchap volftaan omtrent de aanbeveeling van Zyne Door!. Hoogheid in den jaare 1772: hebbende de Heer Erfftadhouder de opgaaf der Steden daaromtrent gevolgd , zonder dat dit toen een punt van verfchil v/as , en zonder dat de Ridderfchap van dit ÏS» mengzel der Steden , 't welk ook tot dê onderhaavige- zaak niet behoorde t de allerminfte kennis droeg. Dan echter heeft Hoogstdeszelfs voorzigtigheid wel degelyk gezorgd , dat van het volgen der zogenoemde Cynofare , geen woord in de UiU fpraake zelve , maar alleen van ter zyde in den hy gaanden Brief Zyner Doorl. Hoogheid , gerept worde. Waarom de Heeren van de Steden (rr,ag men het zeggen) hier wederom by Uwe Edelmogendheden denkbeelden trachten te verwekken van dingen , die geen beftaan hebben : moetende de Heeren van de Ridderfchap verftomd Haan wanneer Zy leezen , „ dat Zy niet ,, alleen daar in berust, maar zelfs Zynè 5, Hoogheid voor de Decifie , waar by „ dit zo nadruklyk declareerde en recommandeerde , bedankt hebben"» Daar het allen Regenten deezer Provincie bekend zy: dat Zyne Hoogheid in dë Decisie geen enkel woordt hier van gefproken hebbe, en Hoogstdezelve wel voor D 5 ds  C 58 > de Decifte , maat nooit voor den Inhoud des Briefs , bedankt zy. Waaruit het naar de bekende regelen van Regt dan volgt , dat bet vergeefs zou zyn iets te weerzeggen waardoor men niet benadeeld wordt. In. vtilis est eius protejïatio, cüius zus nm iaeditar. Maar boe UEdelmogenden uit de aanbeveelinge van den Heer Erfftadhouder zouden kunnen zien , dat het voorgevallene met den wylen Heer van der Capelten in de Staatsvergaderinge tegen en niet voor de Heeren van de Ridderfchap werken moet, is der Ridderfchappe een raad$el. Want men behoore het voorgeval. Jene in de Vergaderingen van Ridderfchap en Steden altoos te onderfcbeiden van X gene uit den Brief van Zyne DoorJ. Hoog. beid afgeleid wordt. Over het laat[le is. zo even gefproken ; en het eerfte is en blyft altoos tegen de flelling der Steden : w als (trekkende dit gebeurde ten bewyze, 3, dat de Steden ook toen niet ondernosj men hebben , met een minder getal > 3, dan het derdedeel der Edelen ten beflui9, te voorttevaaren". Gelyk de Ridderfchap fpreekt Verhand. Hoofdft. IL n. 445-, en waarom Dumbar zelf zegt , 5> te be„ lyden , dat één en ander voorbeeld te », vinden zy , waarin de Steden ,. fchoon 8> Haar eenige Edelen byvielen , echter „ geen gebruik van Haar overwigo heb, », ben gemaakt"; doelende mede op het ^beurde in de Vergaderingen van Ridder, fchap.,  fchap en Steden omtrent den Heer van der Capellen. Zie Zyne Verhand, blz. 71. vergel. blz. 73. Zulks de Heeren van de Steden hier twee zeer verfchillende gebeurtenisfen onderéén vermengen , en dan wel zouden willen doen gelooven , dac ftrydigè gevallen dezelfde uitwerking moesten veroorzaaken. Men kan echter altoos uit dergelyke kwaalyk aaneengefchakelde redeneeringen veilig de verlegenheid /an den Schryver opmaaken. Welke zich ook duidelyk ten toone legt in den omflag , die men maakt omtrent de Verfchryving van den Heer Graaf van Flodorp , en welke in haaro echte omftandigbeden zyn voorgedraagen Verhand. 1. Hoofdft. n. 236—245. Waarby de Ridderfchap alleen aanmerkt. Dat aan de Steden toen gewis het voorgewend regt , zo als Zy het in deeze dagen hebben beginnen te vorderen , niet gecontesteerd is. Dit was onmogelyk , vermids nergens fc'nyn • of blyk zy , dat Zy toen ooit gedacht hebben 't zelve uitteoeftenenVervolgens : offchoon het waar mogte zyn , dat eene Refolutie , die buiten refumtie gehouden is , in geen gevolg zou mogen getrokken worden , des niettemin blyft het gebeurde , in die Refolnie vervat , waar : dat er toen verfcheidene Edelen met de drie Steden zyn eenftemmig geweest, en evenswei tot het vormen van befluit niet hebben willen overgaan , gelyk de Steden zeiven hier zeer vvaarfchynlyk hou-  houden. Waaruit dan verder van zelfs, volgt, dat ook toen ten minfte de Edelen van een vast gevoelen zyn geweest, om, met een minder dan wettig getal , tot de Ctnclifie niet te mogen overgaan : Weetende dat zulks ftreed , zo met den Oudlandzedelyken aart van Regeering, als met de onlangs genömene en bekende Refolutie. van den 22 Juny 1720. En het verdient , in X voorbygaan , aandacht. Dat de Steden bier uit hoofde dier Refolutie den Edelen eene natuurlyke verbintenis opleggen , daar Haar groote Voorftander, de Heer van Zuithem , aan dezelve alle Verbindenskracht ontzegge. Wat de Heeren Wethouders verder zeggen , door den Heer Dumbar reeds te zyn opgemerkt , doelt op de gewaande toegeeflykheid der Steden. Doch daarover zullenwe Uwer Edelmogenden aandacht hier niet verveelen. 'e Is afgehandeld by de Verhand. U. Hoofdjl. n. 308—311. en ». 436—438. De volgende gezegdens der Steden loopen wederom regtftreeks tegen alle welvoeglykbeid in : die de Ridderfchap ook, wederom liever aan Uwer Edelmogenden hooge bedenkingen zullen overlaaten , dan met fóortgelyken ongemaatigden zegggenstrant beantwoorden. Alleen verklaaren de Edelen, geenerhande inbreuk op de Regten der Steden te begeeren, maar ook de Hunne te zullen handhaaven , zo lang feet adelyk bloed Bm hart doet Haan. En was  (6r ) w-at de befchikkingen omtrent de Leden van Hun eigen Ligchaam betreft , daar* over behoeven de Steden zich niet te bekommeren , zulks is buiten Plaaren ring. Schoon anders de Ridderfchap reeds verklaard hebbe , Verhmd, Hoofdft, II. n. 354. dat den uitgebleevenen , of ter 5, Vergaderinge" (van de Ridderfchap) „ anders gedacht hebbenden Edelen Hun s, Regt ongeraakt overblyfr, om ter alin- ge Staatsvergaderinge zo te ftemmen 5 «,, als zy ten dienfte des Lands oordeelen te 3, belmoren''. Door welke verklaaringe (indien Uwe bedaarde aandacht, Edclmogende Heeren Hooge Zegslieden , noodig hadde , zulks te erinneren) alleen , ajles vervalt wat de Heeren van de Steden hier 5 nopens den dwang uit krachte der Refolutie van 1720 , hebben goedgevonden te opperen. Behalve , dat nog het ftelfel in de Refolutie van den 18 Juny 1718, nog de Refolutie van den 19 Juny 1720 , een eenig woord van dien verfterden dwang reppen : de Ridderfchap verzoekt niet anders dan derzelver inzien , en het zal genoeg beweezen zyn. Waarom men moet gelooven : dat deeze aanmerking der Steden de vrucht zy eener haastende penne. Eveneens als het vreemde inmengfel van geen Hof van Juftitie te hebben , met de daaruit afgeleide gevolgen van gedwongen te worden hunnen gewisfen geweld aan te doen, het regt tegen. Hun gevoelen  (ti) ie zien't-itfpreekcn , en wat dies meer is. Stellingen die de Ridderfchap zal ontwyken met haaren regten naam te noemen. Alleen wil Zy den Heeren Burgermeesteren gevraagd hebben: of niet in alle Hoven van Jitftüie , en in Hunne eigene Raadsvergaderingen de' meerderheid der Hemmen den misdaadiger ter galge doemen , en of daarom de minderheid gedwongen worde, haaren gewisfe geweld aan te doen ? ■— Maar ziet ! weinige regelen laager beantwoorden die Heeren op 't onverwachtst deeze vraag. Daar zy zeggen „ te ver„ trouwen , dat de Ridderfchap de wel en 3, W'ttig BY DE MEERDERHEID GENOMENE „ Refolutien effect zal laaten genieten". ' Waar blyft nu hier het Gewisfe der minderheid ? De Ridderfchap fchroomt over Hellingen van deezen aart : over het bybrengen van den Eed aan den Lande gedaan : over het in gemoede verplicht zyn , en welke bewoordingen , van gelyke waarde meer , de Steden niet j'chromen volmondig te zeggen ; de Ridderfchap betuigt , Zy fchroomt Zich hierover een oogenblik langer , onder het oog Uwer Edelmogendheden , bezig te houden, als geener verdere moeite waardig. Veel liever zullen de Heeren Edelen dit antwoord fluiten met UEdelmogenden nogmaals in ernftige overweegjng te geeven. Hoe ook wederom uit dit derde Stuk zon- - m-i»i/i.u . ui uict ui aiie nu-  < GS) isohnekiaar opdaage : dat de Ridderfchap ( in alle Haare (tellingen en opiosfingen , Zich zelve in alles altoos evengelyk geweest zy, en nog is : ondervindende de vruchten der eenvouwige waarheid , welke haare aanhangeren nimmer in Verlegenheid brengen : en dat de Ridderfchap in het geheel beloop deezer zaake nooit van maatregelen te veranderen noodig gehad , maar altoos den eenmaal vastgeftelden rigtfnoere hebben kunnen geftaild doen : als rustende Haar gevoelen op de onwrikbaare gronden van Billykheid , en Oudvaderlyke Evengelykheid onzer Staats* regeeringe. Welke Evengelykheid in het ervaren en kundig oordeel Hunner Edele Groótmogenden , de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland , van dat gewigt in alle onze Nederlandfche Gewesten gehouden wordt. Dat Hun Edele Groótmogenden , in Hunnen Brief van den 4 December 1783 , Cz0 als ook reeds ^ de Verhandelinge is aangehaald) openlyk zeggen. Dat geene zwaarigheid maaken te verklaaren. Dat Hun een gepast E„ venwigt in alle Regeeringen deezer Lan,, den is voorgekoomen het oogmerk der Voorouderen , en de folide grondflag der „ Vryheid te zyn". Dan dit evenwigt, dit oogmerk der Voorouderen , en deei&ê fo* lide grondflag der Vryheid, zou door 'e omhelzen van der Steden gevoelen mee éénen flag voor altoos verbroken worden» Want toch , behalve dat het gebleeken  e 641 gy , dat zulks de oude Landsgefleldheid Zou verkrachten ; waar blyft er iets van die evengelykheid , van dat evenwigt , van dien Iteun der Vryheid over, zo ras het in de magt van cénen enkelen Edelman ftaat , de ftem niet alleen van zyrt Lid , Kwartier, of Derdedeel, maar ja ook van de geheele Ridderfchap te dóoden , en krachteloos te maaken ? In welk geval Hy eerder het gezag van Eerflen Edelen, dan van een met anderen gelyk en gewoon Lid der geheele Ridderfchap, zou verbeelden. Iets dat allerongerymdst, en jn de ooren der Overysfelf he Regeereren allervreemdst, van de oudfte tyden , geweest is , en nog is. Voorts, Edelmogende Heeren , thans plechtige Hooge Scheidslieden , legt de Ridderfchap Haare zaak in de fchoot der Geregtigheid volvaardig neder , en wacht een onpartydig vonnis , in vertrouwen op de waare deugd derzelve , gerust af, met enkel verzoek ; dat zo er onvermoedelyk pog eenige punten van bezwaar by de Steden op nieuws mogten ingebragt en aangenomen worden , het dan, in zo een val Uwer Edelmogendheden gunftig behaagen jnoge , daarvan aan de Ridderfchap de noodige kennis te laaten toekomen , ten eintje Zy niet door ongeziene voorbrengzelen benadeeld worde: daar Zy anderszins , wat Haar aangaat, verzekerd zynde , dat UEdelmogenden op alle buirenpmzwervende Stukken 3 door den druk  ( °5 ) gemeen gemaakt, als tot dit geding niet foehoorende , ook geenerhande bedenking of acht zullen neemen, et de quo fit follemnisfima protejiatio ; de zaak voldongen houde. In hoope , dat de gewenfchte einden , 7.0 fpoedig mogelyk , bereikt mogen worden ! de oude Regeeringsvorm , de rust, vrede , en eensgezindheid tusfchen de ihans verfchillende Staatsleden hérleeven ! het welvaaren van Regeerers en Ingezetenen bloeie ! en by ons Nederland in 't algemeen , en by deeze Provincie in 't byzonder , de yver , moeite , en voorziening van Uwe Edelmogendheden in eene gezegende nagedachtenisfe vereeuwigd worden! Hier toe bekroone de Opperregeerder Uwe beraadflaagingen , en hooge poogingeq, met zyne dierbaare Gunst van boven. (onderftond) Ter Ordonnantie van de Gecomm. uyt de Heeren van de Ridderfchap. (was get.) P, PUTMAN, E Op  Ophsfing der zwarigheid, uit het Plak«at van Hunne Hoogmogenden van den ui January 1610 , ten eerflen opjlage fchynende voorttekoomen. De Aartshertog en Hertogin van Oostenryk Albertus en Ifabella , in 't voorjaar 1609 , het twaalfjaarig Beftand met de Vereenigde Gewesten geflooten , en daarby het Landfchap van Overysfel voor een Vry Gewest , waarop Hunne Hoogheden niets te vorderen hadden, verklaard hebbende, ontftonden er desniettegenftaande verfcheidene zwaarigheden , zo door den Spaanfchen Gouverneur van Oldenzaal , als van zyde der Aartshertogen zeiven , welken aan Ridderfchap en Steden de uitoeffenlng der Regten van Hooge Overheid in het Kwartier van Twent metter daad beletteden : voornaamlyk daaruit voortkoomende. Dat de Spaanfchen en Spaanfchgezinden zich geheten , als of zy begreepen ; dat het Kwartier van Twent niet onder de Provincie van Overysfel zoude behooren , maar een afzonderlyk Landfchap op zich zelf zyn, dat aan de Regeering van Overysfel niet onderworpen, en dus onder de woorden des Beftands niet begreepen waren. Welk verfchil met veel toegeeflykheid van der Staaten zyde is af- ge-  (6>) gedaan, by Refolutie van den to May Tó*re. Zo als dit alles de Nootelen van Ridderfchap en Steden van de Jaaren 1609 en 1610 uitwyzen. Ter oorzaake van dit verfchil hebben de Staaten deezer Provincie zich meermaalen by Hunne Hoogmogendheden vervoegd 3 en den 2 November 1609, op den Landdag binnen Deventer , beflooten , om Hunne Afgezondenen in 's Haage aantefchryven. Dat Zy by Hen Hoogmogenden mogten bevorderen : „ dat een gelyk Plakaat als Hun Hoogmogenden omtrent „ het Land van Kuik hadden doen afgaan 3 9, over deezes Landfchaps goed rtgt op 03 Twent , uit naam van de Heeren Staa}, ten Generaal gearrefteerd en gcaffigeerd mogt worden". Men zie voormelde, Nootelen. En dit is het onderhandige Plakaat van den ;>2 January 16to. W;iarby Hun Hoogmogenden , ter ftaavinge , dit h?t Kwartier van Twent geen Staat.or ztch zelFj maar wel dcgrlyk ond(r de Provincie van Overyfiel , en derzelver gemeene Regeeringe begreepm zy , verklaaren. Hoe dat, „ uitgezonderd de Stad Oidenzaal met hl ar „ Wigbold, 't 'welk niet veel gebieds on„ der zich had , de gehele Provincie by 7t 5, Beftand onder de Regeeringe der Staa3, ten erkend ware te behooren : en dat „ het onwederfpreekelyk zy , dat Twent 3, een Lid derzei ve Provincie zy , en niet, 3, van de Stad Oidenzaal afhange , maar E 2 fjjfi  C 68) alleen van dit Landfchap van Overysfel"» En om dit Hun voorftel aantedringen", brengen Hunne Hoogmogendheden dan verder by. „ Dat het kennelyk zy , dat „ de Staat en Regeering van Overysfël be„ ftaat in twee Leden , de Ridderfchap , „ en de drie Hoofdlieden : dat de Rid„ derfchap van alle oude tyden is fadmge„ field uit de Edelen van Zalland, Twent, 3, en Vollenhove onderling zonder onderfcheid: ,, dat Zy , derwyze , in alle Landszaaken ter Vergaderingen verfchreeven en verfcheenen waren : dat Zy aldaar Hunne 3, Advyfen niet Kwartierfche wyze , maar „ perfoonlyk , als Ridderfchap en Edellieden .,, van Zalland, Twent, en Vollenhove in„ brengen , zonder dat de Twentfchen , de „ Zallandfchen , of de Vollenhooffchen ee- „ nigen staat afzonderlyk vertegen- a, woordigen of maaken. Dat deezen allen „ één Landregt , en andere Regten heb„ ben": en welke meerdere redenen Hun Hoogmogenden aanvoeren om te toonen. „ Dat Ridderfchap en Steden te zamen „ fteeds in 't bezit van uitoeffening van 3, allerlei foorten van Oppermagtigheid en 3, Overheid over het Land van Twent ge„ weest en gebleeven zyn. Ende dat zulks „ ook by het Beftand toegeftaan en be„ krachtigd is. Dat daarom Hunner Hoog„ mogenden meening was , deeze Hande„ ling van het Beftand ftiptelyk en zonder „ eenige indragt te doen onderhouden : 3, beveelende daarom aan alle Beambten „ en  C 69 ) „ en Onelerzaaten van Twent, niemand % anders voor Hunne beveelende Ovcr„ heid te erkènnen , dan Hen Staaten „ Generaal, of de Ridderfchap en de drie „ Hoofdfteden, ofte Hunne Gemagtigden „ enz". Dies was het hoofdoogmerk van de doenmaalige Heeren Algemeene Staaten , te doen zien : , Dat de zulken , die de , beveelen van Ridderfchap en Steden , aan , die van Twent gegeeven , niet wilden , erkennen als geboden van Hunne Wettige , Overheid ■ maar van het Kwartier van , Twent een' afzonderlyken Regeerings,-ftand fcheenen te willen maaken ; dat , de zulken tegen de Lands oude gefteld, heid zondigden , en op het gemaakte , Beftand inbreuk deeden'. En in deezen waaren famenhang de woorden der Refolutie van Hunne Hoogmogendheden in hun verband verftaan zynde , is er niets , dat Onzer Stellinge in 't ffuk van Overftemming tegenloopt. Immers toch: Hunne Hoogmogendheden verklaaren daar. Dat de Regeering van Overysfel beftaat uit twee Leden , de drie Hoofdlieden en de Edelen van Zalland , Twent , en Vollenhove door malkanderen (promifcue). Dit was ook de ftelling der Heeren van de Ridderfchap : dat de Ridderfchap , gezimelyb. genomen , het één Hoofdlid der Provinciaale Regeeringe uitmaakt , en de drie Steden het ander: vergelyk de Verhandeling zelve L Hoofdft. E 3 n*.  C 70 ) ':. 9l~97 , en H> Hoofdft. n. liz en 183: en dat Zy dus te zamen als de halve Regeering van dit Gewest ten Landdage verfchreeven werden en verfcheenen: maar geenszins, dat de drie Kwartieren, als afzonderlyke Staaten van Zalland , Staaten van Twent , en Staaten van Vollenhove, elk in hoedaanigheid van eene byzondere Overheid, over Zalland , Twent 3 en Vollenhove , ter Landsvergaderingen geroepen werden: of, dat de Edelen van Zalland over Zalland , die van Twent over Twent, en die van Vollenhove over Vollenhove iets in 't byzonder zouden te gebieden hebben, 't Welk eigenlyk de zaak was, welke Hun Hoogmogenden , by dit Plakaat van 1610 , wilden en moesten tegengaan ; en daarom deeze befchryving van Overysfels Regeering doen. Voegende daarby de Wys , op welke Zy Edelen dan Hunne Advyfen ter Vergaderinge inbrengen : naamlyk niet Kwartierswyze , als of 3e Edelen van Elk Kwartier eenigen Staat afzonderlyk vertegenwoordigden of maakten. Dus toch hangt de redeneering en woorden Hunner Hoogmogenden famen 5 en zulks dient tot Hun oogmerk , om alle byzondere Regeering der Edelen van Twent over dit Kwartier den bodem in te fiaan. Maar ook dit erkennen de Heeren Edelen. De ftemmen der Edelen worden in dien onderhayigen zin nooit Kwariierswyze uitgebragt: de Kwartieren ftemöien (federt dat Overysfel uit de in oude  C?2 ) dagen onderfcheidene Graaffchappen, Heerlykheden , en wat dies meer is , tot één vereenigd Ligchaam famengegroeid is) nooit ter Vergaderinge als byzondere Landsjiaaten , of Regeerers over een byzonder deel der Provincie : maar alleen elk Kwartier als een zesde Lid, of zesde onderdeel van die Vergadering , welke , gezamelyk en on~ yerfcheiden (promifcue'), de Staaten , dat is de Hooge Regeering , over alle de onderdeelen deezes Eandfchaps gelykerband, en, zonder, meerdere, of mindere betrekkinge op dit of dat deel des Lands , uitmaaken.. Gevolglyk weêrfpreekt deeze verklaaring der Algemeene Staaten hierin niets tegen de (telling der Ridderfchap , maar ftemt met dezelve volkoomen in. Daar het ongerymd zou zyn, aan de woorden van dit Plakaat , niet Kwartierfihewyze , een* anderen onbepaalden zin toeteëigenen ; omdat het by de Verbandelinge beweezen is , en nog met meerderen kon beweezen worden , dat de Edelen anderszins zeer dikwyls Hunne Stem by Kwartieren ter Staats-Vergaderingen , van alle tyden af, hebben ingebrag: en nog inbrengen. En men dus aan Hun Hoogmogenden een* kennelyken misdag zoude moeten, opdringen , die dan nog geheel buiten het eenig doeleind van dit Plakaat loopen zou „ en dies niet veronderlleld worden mag. Dan , eindelyk , zeggen Hunne Hoogmogendheden : dat het inbrengen der Jdyyzen persoqniyk- gefchiedt. En ook dit É 4 swakt  C 7* > Zwakt het ftelfel der Edelen, geenermaate: vermids. dit alleszins overeenkoomftig zy piet het gene de Ridderfchap , Verhand. Hoofdft. I. n. 269—181., van de gewoone wyze van ftemmen heeft voorgedraagen. Al van vroegen tyde hebben de Edelen gewoonlyk Hunne ftemmen in de Verga-, deringen hoofd voor hoofd uitgebragt , zonder eenig aanfchouw te neemen , of Zy uit Zalland , Twent, of Vollenhove waren : veel min , dat Zy ooit zouden gedacht hebben , als Regenten of byzondere Staaten yan Hun Kwartier in 't byzonder ("t welk men altoos als het eenige hoofdpunt , waarop Hunner Hoogmogenden Refolutie ziet, moet voor oogen houden) aldaar te ftemmen of te befluiten. En dit Regt, van perfoonlyk ter Staatsvergaderinge te kunnen ftemmen , hebben de Heeren Edelen , naar de meestgewoone en gebruikelykfte wys van de hedendaagfche Vergaderingen ten Landdage, wel uitdrukkelyk voorbehouden by Hunne Verhandel. Hoofdft. II. n. 350—356. Alwaarom de Refolutie of het Plakaat der Algemeene Siaaten niets bedoelt, niets behelst, nog in zin , nog in woorden , 't welk niet volkoomen met der Edelen echt en aloud begrip inftemmen zou. Zonder dat zulks daarom wegneeme : dat de eigenaartigfte vorm van ftemmen , van ouds her , geweest zy , dat in zaaken van gewigt en van verfchil, daar het op een overftem- meq  C 73 > men aankwame, de ftemmen Kwartierswyze werden uitgebragt , en dat deeze ftemmensorde in meenigte van voorvallen ook werklyk gevolgd zy: gelyk de aangehaalde bewyzen by de Verhandelinge Hoofdft. L n. iOf en veele volgg. verbieden tegentefp reeken. Uit dit betoogde volgt dus: dat deeze onderhandene Refolutie van den 22 January 161 o de woorden van der Edelen bewyzen omtrent de Zesledigheid der Regeeringe , omtrent de Kwartierswyzige ftemgeeving , omtrent het perfoonlyk regt der Edelen in de Staatsvergaderingen : yeel min dat , 't welk omtrent het punt der Overftemminge zelve is aangeweezen , in het minfte of geringfte koome te ontkrachtigen : eene Refolutie, die dus vergeeffch tegen het eenmaal aangenomen. waar en onweerzeggelyk ftelfel der Overysfelfche Ridderfchap aangehaald wordt : en eene Refolutie , voor welke eene gezonde uitlegkunde geenszins behoeve pal te ftaan , wat ook Dumbar mag voorwenden. Voorts werd in deeze zelfde Vergaderinge van den 18 January aan de Heeren Hooge Afgezanten vertoond de Refolutie van de Ridderfchap , by welke de Edelen de gedaane verrigtingen Hunner Gemagtigden , zowel als het opdraagen van de Compromisforiaale Uitfpraak en beflisfing van het verfchilpunt E 5 goed-  (70 goedkeuren en van waarde houden: luidende deeze Refolutie. EXTRACT uit het Register der Refolutien van de Heeren van de Ridderfchap der Provincie van Overysfel. Campen den 15 January 1785. "Dy refuratie gedelibereert zynde over het op den 11 deezer maand uytgebragte Rapport van. de Heere Droste van Vollenhove , en verdere Heeren , welke by Refolutie van den 20 December 1784 zyn verfogt en gecommitteert, om namens de Heeren van de Ridderfchap de Conferen. tien en Befoignes , met de Heeren Gecommitteerden uyt de Hoge Bondgenooten te beginnen en voort te fetten , de te doene Propoiltien aan te hooren, en daar omtrent met Hooggemelde Heeren Gecommitteerden föodanig te handelen , als Sy Gecommitteerden uit de Ridderfchap, na, regt en billykheyd zullen raadfaam achten, edoch alles op approbatie en aggreatie van de Ridderfchap , en waar toe de abfente Leden tegens huyden expresfèlyk waren verfchreeven , om daar over nader te delibereeren en te refolveeren, Is na le&uire en examjnatie van opgemelde Rapport , alnog nader goedgevonden , en gerefolveerd , om in de gedaane ïjaodelingea en verrigtingea der Heeren  ( 75 ) Oecomm. genoegen te neemen, met veeklaaring van fig met het voormelte gerapporteerde allefints te conformeeren , en die aan de Hooge Heeren Gecomm. daar by opgedragen compromisforiale Uytfpraak en decifie volkoomen te accepteren , ende te approbeeren , wordende de Gecomm. voor hun gedaane rapport en gehoomene moeyte bedankt , en wyders verfogt, gecommitteerd en geauétorifeerd, foo als gefchied in en mits deezen , om ten dien fine de nodige A&e van Compromis in te gaan en te teekenen. (Onderftond). Accordeert met 't voorfchr. Register. (was get.) P. PUTMAN. Dienna gaf de Heer van Lyndev verder zaaklyk te kennen : „ dat de Heeren van „ de Steden de overgegeevene Akte van Com,, promis hadden toegeftemd , maar dat Zy 3, in de verandering , door de Heeren van „ de Ridderfchap gevorderd , niet konden „ toetreeden. Dat Hun Edelmogenden, be„ ducht, dat uit het verder aandringen op „ dit ftuk nieuwe zwaarigheden mogten ont33 flaan , daarom verzochten: de Heeren Ge„ magtigden uit de Ridderfchap mogten van „ deeze veranderinge afzien , en het overge3, geeven Opftel, zo als het lag, aannee- 3, men".  C 7* ) men"; (*) Waartoe dan ook wederom de Heeren Edelen zyn overgegaan, naar inhoud van de verklaaring , zittende diezelfde Vergaderinge , na hierover een korte wyl zich afzonderlyk beraaden te hebben , gedaan : houdende als volgt. Ts door den Heere Land-Drost van Vollenhove, als aan het hoofd der Commisfie van de Ridderfchap zynde , hoofdzakelyk voorgedragen : Dat Zy Heeren Gecomm. zig verfekert hielden , dat Haar Ed. Mog. hun wel ten besten zouden hebben gehouden de Remarques , welke Zy waren verplicht geweest te maaken , ' op de, periode van de meerderheid van de Ridderfchap in de geconcipieerde Aéte van Compromis voorkomende , terwyl zulks by differente gelegentheden door de Hee. ren van de Ridderfchap was gedesavoueert: als fuftinerende , dat offchoon er een of meer particuliere Edelen van Hun differeerden, echter zo lang zy te zaamen geen ftemdraagend Lidt konden uitmaaken , de Refolutien in zulk een geval niet voor die van de meerderheid , maar als van hét ganfche Corps moesten worden gehouden, en het geen in deezen nog zo veel te flerker was, doordien wegents het ver- wey- (*1 De Leezer gelieve te weeten : dat in de mondeling voorgeTalIene gefprekken , van welken geqn Schrift over en weder is overgegeeven, hier alleen de wezcnlyke inhoud en niet de eigene woorden bepaaldlyk hebben kunnen verhaald worde*: zo ihicr als elders.  C 77 ) weygeren van de drie Steeden , öm deeze Commisfie fhatswyze te nomineren , men niet anders konde zeggen , of het waren de Ridderfchap zo als ook de Steeden, die jeder afzonderlyk en apart voor Hon zeiven confereerden : waarby dan ook nog kwam, dat de Heeren van de Ridderfchap nader en expres in deezen waren verfchreven geweest, om te delibereren over het opgedragen Compromis , en het tekenen der Acle dien conform , alwaar de abfenten hebbende moeten gehouden worden zig met de prefenten te conformeren , men het dan ook niet anders konde houden , dan voor een eenpaarige Refolutie van de Ridderfchap. Dog dat des niet te min , terwyl Zy Gecomm. van de Ridderfchap by de opening Hunner Commisfie d' eer gehad hadden aan Hun Ed. Mog. te betuygen , dat Zy zig flatteerden , dat Hoogstdezelve by Hun Gecomm. in het particulier , en by de Heeren van de Ridderfchap in het Generaal die faciliteit en cordaatheid zouden vinden , als Hun eenigzints mooglyk zoude zyn , en voorbehoudens derzelver Rechten en Privilegiën konde worden aangevergt; Zy derhalven , ten einde daar van in deezen ook een preuve te geven, en omdat de Acle van Compromis Hun door Haar Ed. Mog. wierd aangeboden , zulks maar zouden pasferen , zig dien ten gevolge offererende om de gemelte eerfte geconcipieerde Acle , zo als die leyd , te zul-  ( 78 ) Zullen tekenen , wel vezekert zynde , dat zulks Hun vis a vis van Hun Ed. Mog. niet zoude kunnen prejudiciëren. Den volgenden dag, den 19 January 1785, is wederom Byeenkoomst met de Heeren Afgezanten der overige Provinciën gehouden , en in dezelve de Akte van Compromis voltooid , geflooten , en getekend : zynde deZelve in deezen vorm. Alzo binnen deeze Provincie van Överysfel een different is ontflaan tusfchen de meerderheid van de Heeren van de Ridderfchap , en de Steden Deventer , Campen en Zwol , hoofdfaakelyk hierin beftaande , dat de welgemelde meerderheid Van de Ridderfchap fuftineert. „ Dat geene Overftemming gemaakt of • Conclufie geformeerd kan worden , in het geval, wanneer de drie Steden van een gevoelen zyn , dan met gevolg van ten minften een vol derde gedeelte der Pnnfente Heeren Edelen". Terwyl daar tegen de welgemelde drie Steden vermeenen „ dat niet meer dan 3, een enkel befchreven Edelman nodig is, „ om met deszelfs gevolg aan haare zyde 3, te effectuëeren , dat Overftemming ge3, formeerd en geconcludeerd kan worden". En alzo zig tegenswoordig, met genoegen van wedersydfe parthyen binnen de Stad Campen , uit ieder der overige Provinciën van het geheele Bondgenootschap eer?  C79) een Heer, en dus te zaamen zes Heerén bevinden, met namen: J. E. van Lynden wegens Gelderland. R. Paludanus wegens Holland en Westvriesland. L. E. van Sonsbeeck wegens Zeeland. J. Taets van Amerongen wegens Utrecht. E. S. G. J. van Burmania Rengers wegens Vriesland , en E. Lewe wegens Stad en Lande, van wegens hunne hooge Committenten herwaarts gezonden, om van de gereefene gefchillen vriendnabuurlyke kennis te neemen, en verder te handelen , zo als met meerdere in de refpeórdve Credentiaalen aan de Heeren Staaten van Overysfel overgegeven , vermeld ftaat; Is ter fpoediger afdoening van het Different , in deeze zorgelyke tydsomftandigheden, en zuiks in dit byzonder geval, en zonder confequentie voor het vervolg in andere gevallen , by wederfydfe partyen goedgevonden, opgemelde questie te ftellen ter finaale Uytfpraak en Rechterlyke Decifie van welgemelde Heeren Gecommitteerdens uyt de Hooge Bondgenooten , in diervoege , dat de te doene Rechterlyke Decifie zal hebben het effeéï. van Sententie en Uytfpraak in het hoogfte Resfort, zonder dat dezelve immer of ooit aan eenig Appel of Revifie onderheevig gemaakt of op eenigerhande wyze , hoe ook genaamd , geeludeerd zal kunnen worden. Ten welken einde de zes ondergeteeken- de  C 80 ) 'de Heeren Gecommitteerden uyt de Ridderfchap op expresfe last van hunne gezaméntlyke Committenten , de Heer A. W. van Pallandt Drost van Ysfelmuyden, a/s tegenwoordig de eenig overgeblevene Ridder , die van het geheele Corps differeert , en het fentiment der Steden adopteert,, voor zig zelve , en de twaalf ondergetekende Heeren Gedeputeerden der Steden Deventer , Campen en Zwol, meede op expresfe last van hunne principaalen, ingevolge van ter wederzyde vertoonde en overgeleverde qualifïcatien , welke gehouden worden als hier geinfereert , deeze Afte hebben geteekend als na Rechten. Attum Campen den 19. January 1785. (was geteekent) D. Bentinck tot Diepen- S. de Schepper. heim , Landdrost van G. D. Jordens. Vollenhove. D. J. van Doornink. T B. Gansneb genaamt Jan Willem Tichler. Tengnagel tot Lutcen- Abr. Veftrinck. berg M. Valencyn. D E van Voerst van A- P. D. van Heimenberg; 'verbergen. F. W. Stennekes. D.HoevelltotNyenhuys. Henr. Crans. R T Sloet toe Everlo. D. Thom. a Thuesfink. C* W van Dedem rot W. H. Wicherlink. 'de Rollecate. H. W. Raveftcyn. Als Gccommitt. van de Als Gecommitt. van de Heeren van de Rid- Steden Deventer , derfchap. Campen en Zwol. A W. B. van Pallandt, ?™ ™rfl &Pia- voor my zelfs. (was get ) E, D. WERDENIER. Ten  C 8r ) Ten zelfden tyde gaf de Heer van LyjtDEn verder te kennen : „ dat Zy Heeren 3, Hooge Scheidslieden voorneemens waren * middelen van vergelyk aan de twistvoe„ rende Partyen voorteflaan , en gaarne hiertoe van de Heeren van de Ridder».fchap eenige handleiding gegeeven zagen". Waarop by de volgende Byeenkoomst van den 21 ■ January de Gemagtigde Heeren uit de Ridderfchap by monde van den Heer Landdrost van Vollenhove aan Hun Edelmogenden verklaarden. „ Dat Zy Heeren 33 Zich buiten ftaat bevonden , iets aan de „ hand te geeven , 't welk ten grondflage van minnelyke vereffening zou dienen 33 kunnen : doch dat Zy desniettemin vaar5i dig waren , aantehooren al wat Hun E- delmogenden daartoe nuttig en dienftig *s mogten oordeelen". Toen hervattede de Heer van Lynden : „ dat Zy Heeren eenige 3, punten vgn Vergelyk hadden op papier ge„ lteld , die voorgeleezen , en by Schrift „ overgegeeven zouden worden". Zo als dienna gtfchied is: zynde deeze punten dus begreepen. Den 21 Jan. 1785. A Izo de iitigeerende Parthyen het eens * zyn , dat in zaaken die met pluraliteyt konnen worden afgedaan, Overftemminge plaats heeft,. en geconcludeerd kan worden in het geval , wanneer twee Steden en een Edelman boven een derde part  ( 32) van de prafente Edelen van een gevoelen zyn , gelyk ook , wanneer een Edelman boven twee derde parten der prafente Edelen met eene Stad het zelvde gevoelen hebben ,• en dus alleen discrepeeren in het geval , wanneer de drie S eden het eens zyn, fustineerende de Ridderfchap, dat in dat geval een vol derde gedeelte der prse. fente Edelen zoude gerequireerd worden , om Overftemming te kunnen maaken; en de Steden daar en tegen dat met gevolg van eenen enkelden verfchreeve Edelman Overftemminge daar is3 en geconcludeerd kan worden; Zo geeven de Heeren Gecommitteerden de litigeerende Parthyen in bedenking, of Dezelve, ten eynde dit verfchil in der minne worde geasfopieerd en uyt den wag geruymd, niet zouden konnen goedvinden en onderling willen overeenkoomen , dat in dit laatfte geval , wanneer namentlyk de drie Steden van een en het zelvde gevoelen zyn , in zaaken waarin Overftemming plrats heeft worde vastgefteld. Dat een juist zesde gedeelte der pras. fente Heeren Edelen werde gerequireerd, om met de drie Steden Overftemming te konnen maaken , en de conclufie te konnen formeeren ; Ten zy mogte worden geprefereerd, een zeker en bepaald getal, by voorbeeld van 7 a 6 Edellieden, daartoe vast te Hellen. In de Byeenkoomst van den volgenden dag ,  ( 83 ) dag, zynde den 22 Jarruary, droeg de Heer van Lynden voor: „ dat Hun Edelmogeri„ den aan de Gemagtigden uit de Ridder„ fchap tot Hun leedwezen moesten mede5, deelen. Dat de Gelasten uit de Steden , „ ongeacht de door Hun Edelmogenden ge» 3, daane drangredenen en verzoeken , de 3, voorflagen van minlyke fchikking volftrekt „ hadden verworpen". Hierop de Heer Drost van Vollenhove naamens de Heeren Gemagtigden uit de Ridderfchap het woord neemende , zeide hoofdzaaklyk : „ dat Zy „ Heeren zich wel hadden in ftaat gefteld , „ om , op heden , op de daags te vooren voorgeftelde punten van Vergelyk te kun5, nen antwoorden : maar dat zulks door ,, het regtsrtreeks afflaan van die punten 3 0y van zyde der Heeren van de Steden , nu 3, verviel. En dat Zy Heeren Zich dus zou„ den vergenoegen met Hen Edelmogenden 5, voor de aangewende poogingen tot eene minnelyke vereffening te bedanken". Toen hernam de Heer van Lynden het woord andermaal , en deed deezen volgenden voorflagj welke fchriftelyk ook werd overgegeeven 3 luidende : Den 22 Jan. 1785. A Izo is worden gerejeéteerd de prapofl^ tie van accommodement, op gisteren gedaan , hierin beftaande : „ Dat, wanneer de drie Steden van een ,? gevoelen zyn, in zaaken, waarin overF § p fcéra..  (84) ,, ftemming plaats heeft , in dat geval , „ geene ovei ftemming gemaakt of gecon„ cludeerd zou konnen worden , dan met „ ten minfte een juist zesde gedeelte der „ praefente Heeren Edelen". f Of indien , zulks mogt worden geprefereerd „ dat, ten einde overftemming te „ formeeren in het hier voor gefpeciü„ ceerde geval , daartoe een zeeker be„ paald getal , by voorbeeld van 7 a 6 „ Edellieden, zoude konnen worden vast„ gefteld"; . Zo geeven de Heeren Gecommitteerden de litigeerende parthyen in bedenken , of Dezelve, ten eynde het verfchil in quellie in der minne worde geasibpieerd en uvt den weg geruymd , niet zouden konnen goedvinden , en onderling willen overeenkoomen. Dat gelyk als, in zaaken , die met pluraliteit konnen worden afgedaan , overftemtuinge plaats heeft en geconcludeerd Ican worden in het geval , wanneer twee Steden en een Edelman , boven een derde part van de prefente Edelen, van een gevoelen zyn ; als meede , wanneer een Edelman boven twee derde parten der prefente Edelen met eene Stad het zelfde gevoelen hebben; Dus ook in het geval, wanneer de drie Steden van een gevoelen zyn, met eenen enkelden Edelman overftemming gemaakt en geconcludeerd zal konnen worden.  C §5) Egter onder deeze expresfe mits ende xeferve- Dat , nadien de ondervinding geleerd heeft , dat over de Admisfie van nieuwe Leden in de Ridderfchap , meermaaïen groote differenten tusfchen de Leden van Scaat zyn ontftaan, van deezen generaalen regul van Overftetuminge , zal zyn uytgezonderd de Admisfibiliteit van nieuwe Leden, zig aangeevende , om in de Ridderfchap verfchreeven te worden , waaromtrend de drie Steden van het zelfde gevoelen zynde , geen Conclufie daadelyk geformeerd zal worden , ten zy een derde gedeelte der aanweezige Heeren Edelen met de drie Steden famenftemd. Doch de Heeren Gemagtigden uit de Ridderfchap Zich afzonde, iyk op dit voorftel beraaden hebbende , vonden goed zanklyk re antwoorden : „ dat Zy den Voorflag van „, gisteren wel tot een grond van nadere ,, handelingen van minnelyk vergelyk zou„ den hebben kunnen aanneemen ; maar dat „ Zy het zo even gedaan aanbod moesten afwyzen, als zodaanig ingerigt zynde, dat „ de Ridderfchap daardoor van alle , aan 5, Haar ontegenzeggelyk toekoomende» in„ zaage in de Hooge Staatsregeeringe deezer „ Provincie zoude worden ontzet". Hiertegen drong de Heer Afgezondenen uit Gelderland evenswei aan t~- „ Dat Hun Edelmo- genden verzochten. Dat de Gemagtigden t3 uit de Ridderfchap den gedaanen voorflag  C 86) jj niet voluit wilden verwerpen, maar denj, zeiven nog in bedenkinge houden : als j, welke ten aanziene van de in verfchil lig- gende zaak geen het minfte nadeel konde 5, veroorzaaken. En men niet weeten kon , 3, wat er inmiddels nog zou kunnen voor3, vallen : daar Zy Heeren Lasthehbenden 3, Zich ook nog altoos op den i February 3, aanjlaande nader konden verklaaren". Het andwoord van den Heer Landdrost van Vollenhove was. „ Zulks aan Hun Edelmogen3, den niet te kunnen weigeren". In deeze zelfde Byeenkoomst , deed de Heer voorzittend Afgezant nog deeze Verklaaring , welke ook fchriftelyk werd overgegeeven, en luidt. Den 22 Jan. 1785. De Heeren Gecomm. hebben goedgevonden aan beyde de litigeerende Parthyen te declareeren. Dat indien Dezelve mogte van oordeel Zyn nog eenig nader Schriftuur ter nadere adftruótie van Haare Suftenuen aan Haar Heeren Gecomm. te moeten overgeeven , het zelve femel et fimul zal moeten gefchieden op den ïo febr. nu aanftaande. Met dien verftande nogtans , dat byaldien een van beyde de parthyen by die ichriftuure een of ander nieuw bewysftuk zoude willen voegen , die bewysftukken 8 a 10 dagen te vore te moeteu Hellen in r_anden van de Heeren Gecomm. , ten eyn-  C 87 > eynde dezelve door die Heeren aan de andere parthye kunnen worden gecommuniceerd : om als dan daar van , zo eenig fchriftuur op den ro febr. zouden willen overgeeven , zodanig gebruik te zullen konnen maaken , als dezelve oordeelen zullen te behooren : na welke 10 febr. geene nieuwe fchriftuuren hoegenaamd zullen worden geadmitteerdDoor dit goedvinden der Heeren Afgezanten kreeg de zaak eenigzins een' anderen vorm : wordende hierdoor aan den voorflag der Steden voldaan , dien Hun Edelmogenden , den 29 December 1784 5 oordeelden te moeten affiaan , omdat Hoogstdezelven toen de zaak reeds als niet meer in baar geheel begreepen te zyn. En waardoor he£ voorregt van laatfte zeggen , der Ridderfchappe als Gedaagde tot hiertoe niet. ontzegd , werd voorbygegaan ,. ja aan de Steden overgebragt. Als welken, Kopy van de Schriftuur van Antwoord % door de Gemagtigden uit de Ridderfchap den Heeren Hoogs Zegsmannen , den 19 January 1785» overgegeeven » erlangd hebbende , in ftaat gefield zyn , hierop» offchoon Zy al geene afsonderlyke beantwoording fcheenen te wille» doen , echter by Haar laatite indienen te repliceeren- , zonder dat d» Ridderfchap- gelegenheid had te duplkeeren als moetende? Deeze » der Steden Replyk niet kunnende sien , Zich vergenoegd houden» met, by Haar laatfte fpreeken > Haare aaak alleen teF 4 mÊF  C 88 ) kunnen aandringen, en de voornaamfte punten aan Hunner Edelmogenden geheugen verleevendigen , zonder der Steden RepJyk te kunnen wêerzeggen. Dit echter niettegenftaande heeft de Ridderfchap , vertrouwende op de (zo Zy meendej regtvaardigJieid der zaake , hierin berust. En de Heeren Haare Gemagtigden hebben, ingevolge dit Voorfchrift der Heeren Hooge Scheidslieden , op den 2 February daaraanvolgende , de laatfte tyd zynde van nieuwe Stukken of Bewyzen te mogen inleveren , des avonds Zich by opgemelde Heeren daaromtrent bevraagd , en verftaan : dat van de zyd der Steden geenerhande nieuwe Stukken ingediend waren , en dat ook de Heer van Zuithem had te kennen gegeeven , de zaak by zyne overgegeevene Verklaaringe te zullen laaten verbiyven, als houdende dezelve Voldoende. Den volgenden derden Februarv deederi de Heeren. Lasthebbenden uit de' Ridderfchap, by monde van den Heer Landdrost van Vollenhove, aan den Heer Paludanus, Afgevaardigden uit Holland , als , by afwezigheid van den Heer van Lynden , voorzittend Lid. des Hoogen Gezantfchaps, voordraagen. „ Dat Zy Heeren Gemagtigden uit „ de Ridderfchap , ter gelegenheid van den „ buiténgewoönen laatstgehoudenen Land„ dag , in eene Ridderfchapsvergaderinge „ van den 29 January verflag gedaan hadden j, van Hunne Onderhandelingen nvt Hun 3, Edelmogenden de Heeren Hooge Afgezpn- ï> de:  ( 89 ) j, denen , als mede van den uitflag der ge»* „ houdene gefprekken over de voorflellen ,, tot een minnelyke vereffening van het „ punt in verfchil. Maar dat de laatstgedaane voorflag van fchikking zeer veele gis* 5, ting onder de Leden van Hun Corps ver„ wekt had: vindende de Edelen denzelven 5, van dien aart , dat hy nooit tot een' „ grondflag van minlyke onderhandeling dienen kon. Omdat de Ridderfchap daardoor ten eenmaale van alle inzaage in j, de Hooge Regeeringe deezer Provincie , „ welke Haar echter onwederfpreekelyk ioe„ kwam , zoude ontzet worden. Dat de 5, Edelen daarom aan Hun Gemagtigden in ,3 last hadden gegeeven , om nooit daarin 3, toptetreeden, maar denzelven volftrekt te 3, verwerpen : verkiezende Zy Heeren , in 3, zulken onverhoopten geval , by eene 3, Regterlyke Uitfpraake van Hunne Voor„ regten ontzet te worden , boven Zich by „ de Nakoomelingfchap verantwoordelyk te ,, ftellen , als of Zy , door het inflaan van „ dergelyke wegen van Vergel yk , daartoe ,, de hand zouden geleend hebben". Dan, de Heer Afgevaardigden van de Staaten van Utrecht intusfehen mede binnengetreeden zynde , hebben deeze Heeren den Heer Landdrost van Vollenhove by aanhoudende be» weegredenen zoeken overtehaalen, „ om „ toch deezen laatllen Voorflag niet voluit „ afteflaan , maar denzelven nog in over„ weeginge te willen houden : omdat men 3, niet konde weeten, wat er nog voor den F 5 ,3 io-iea  ( 9Q ) & io»ïen deezer maand mogte gebeuren , en j, daaruit toch immiddels niets nadeeligs voor „ de Ridderfchap konde voortvloeien'1. Aan welke verzoeken de Heer Landdrost zich in zo verre heeft overgegeeven. Dat Hy verklaarde: „ Zulks wel te willen aanneemen: mids Hun Edelmogenden geliefden in gea, dachten te houden. Dat de Ridderfchap „ in het laatstgedaane voorftel nimmermeer a, zoude overgaan. Maar dat Zy Gemagtigs> den , als uitdrukkelyk daartoe gelast a „ Zich in de verplichtinge vonden: om alle „ voorflagen van foortgelyken aart als de s, laatfte , door de Hooge Heeren Scheids39 lieden aan Hun Gemagtigden op den aa „ January medegedeeld , te moeten afwy3S zen". Vervolgens , op den aangeftemden 10 Fe^ bruary op het Raadhuis Byeenkoomst gehouden wordende, is de volgende Aanfpraak door den Heer Landdrost van Vollenhove aan de Heeren Hooge Zegslieden gedaan , en de . laatfte fchriftuur ingediend : luidende de Aanfpraak» TVt Zy Gecomm. van de Ridderfchap , ingevolge de door Haar Ed. Mog. by derzelver Nota geftelde termyn van heeden, tot het indienen van de laatfte Scbriftuiren , d'eer hadden , by deezen aan Hoogstdezelve het nevensgaande geschrift te prefenteren , zynde daarby devoornaamfte gronden , waarop het gevoevaa de Heerea van de Riddsjffchap.  C 91 3 onwederfpreekbaar rustede, met weynigè woorden aan het geheugen van Hun Ed. Mog. als Hooge Scheidslieden vernieuwt : en hier mede dan deefe laak , voor lbo verre Hun aangaat , vortr voldongen houdende , Zy , by ontftentenis van een minnelyk vergtlyk , in vertrouwen op de rechtvaardigheid Hunner zaak, gerust de hooge Decifie zouden blyven inwagten. En gelyk het nu insgelyks heden de dag was , dat Zy zig op de door haar Ed. Mog. gedaane laatfte propofuie nader moesten expliceren , Zy d'eer hadden by deefen te declareren , dat Zy , op fpeciaale last der Heeren van de Ridderfchap» by Hunne des tydes direóf. gedaane reje&ie blyven perfisteren , met byvoeging zelfs , dat de Heeren van de Ridderfchap Hun in de verplichting hadden gebragt , om alle propofitien van de hand te moeten wyzen , welke op de fustenue der Steden dire6t gebouwt mogten zyn , als begrypende : dat daar uyt altoos en in alle gevallen zoude volgen, dat finaal wierden ontfet van alle inzage in de Provinciaale Regeringe , aan de Ridderfchap ontegenzeggelyk competerende. Dog dat Zy Gecommitteerden des niet te min voor Hun Ed. Mog. niet wilden verbergen , dat de cerfte propofuie Hun zodanig was voorgekomen , datfe gevoeglyk tot een grondflag van een minnelyk vergelyk had kunnen dienen , en op welken voet Zy van hunnen kant ook gaarn , en fo veel moge-  gelyk , daartoe zouden hebben mede ge^ contribueert , als volkomen beleffende dat tot welzyn van de Provincie , en tot beeter en gemakke'yker herftellinge van de harmonie onder de Staatsleden , het te wenfchen was, dat het verfchil in der minne kón worden gevonden , en vereffend : dog het geen onmogelyk was , als het van eene kant alleen moest koomen: I erwyl Zy Gecomm. intusfchen ■ betuygden , . ja zig offereerden , alnog volvaardig te zyn , om alle zodanige propofitien aantehooren , als hun Ed. Mog, met ter fyde ftellinge van beyder fuilenue, alnóg mogten goedvinden , en noodig oordelen te moeten doen» Zynde voorts de overgegeevene Schriftuur van deezen inhoud. Edelmogende Heeren , Hooge Zegslieden in deezen. ^"aardien bet UEdelmogenden by de voorige Nota behaagd nebbe , den termyn van het laatite indienen van Schriftuuren der beide twistende Staatshoofdleden deezer Provincie op heden vasttefteïlen, heeft de Ridderfchap , offchoon wel geene nieuwe bewysdommen ten verordenden tyde hebbe noodig gehad intebrengen , of eenigen van zvde der Steden ent vangen hebbe $ echter niet geheel, on. diea-  (9*> dïenftig geoordeeld , de voornaame grohi den , waarop Haar gevoelen (naar Zy oordeek) onweêrfpreekbaar rust , meü weinige woorden Hechts aan 't geheugen der Heeren Hooge Scheidslieden te vernieuweu : zynde deselven by voorgaande Gefchriften zo omftandig voorgedragen , beweezen , en betoogd , dat geen breed herhaal noodig zy. De Steunen dan der Stellinge van de Hee en der Overysfelfche Ridderfchap zyn voornaamlyk , eigenlyk , deeze twee. 1 De onweerfpreekbaare Zeüedigheid der Regeeringe deezer Provincie : en de volmaakte Evengelykheid tusfchen de twee Hoofdleden , de Ridderfchap ter ééne, en de Sreden ter andere zyde, gepaard met de natuurlyke BiHykhHd en Infpraak der gezonde reden omtrent dat wat regt is. Beide deeze Grondzuilen en aloude vastigheden van den Staat van dit Gewest , zo wel als de Billykheid , worden vernietigd , zodraa men van de Stemmensorde naar der Edelen bekende meening ter zyde treede. Wat de Zcsledigheid aangaa : het Zy men dezelve bcgrype , naar de oude eigenaartigfte gesteldheid van dit famengegroeide Gewest, te beftaan , uit de drie Kwartieren der Edelen , en de drie Hoofdleden: het zy men ('t welk, tot grooter gemak en fpoed om. de z taken ten einde te brengen , allengskens fchynt te zyn opgekoomen ,) verkieze 5 de Edelen in drie der-  derdedeelen , tegenover de drie Steden, te fchiften ; deeze Zesledigheid wordt een Niets, zo ras men der Sceden gevoelen omhelze. Vermids dan , by voorbeeld , een tiende yan een zesdedeel net zo veel vermag als een geheel zesdedeel : één Jonker uit zyn Kwartier heeft dan zo veel kracht , als zyn geheele Kwartier , waarin twintig Edelen befchreeven zyn. Waarlyk eene onoverkoomeiyke ongerymdheid , die tegen alle gezonde reden aanloopt! Dan zou eene geringjle minderheid de grootfie meerderheid overftemmen en doen volgen. Eén Edelman uit Zalland, overfterat alle overige Edelen van zyn Kwar. tier , welk Kwartier , en niet Hy alleen, een zesdedeel der Regeeringe maakt, en welk gehêel Kwartier, zo de zesledigheid zal bestaan , alleen de ftemmen kan overhaalen. Eene ftelling, die zo veel te ongerymder word? : omdat de Steden in alle gevallen ter berekeninge der ftemmen de Zesledigheid in acht neemen. Dit alles heeft dezelfde plaafs in het opgevolgde ftemmen by Derdedeelen : 't welk zich van zelfs voor oogen doet zyn, en daarom niet noodig heeft Uwer Edemogettden aandacht optehouden. Men werpt hier wel in. Dat de Ridderfchap in den jaare 1718 de Overftemming in twee gevallen (aan Uw' Edelmogendheden thans te zeer bekend, om hier %e herhaaien) door het toevallen van éé- nef|  C 9S ) nen Edelman , zonder aanfchouw te nee» men op het volle zesdedeel , erkend hebbe. Dan dit fchynt alleen zo, in den eerHen opflag ; waaromtrent echter de waare redenen en echte gedaante der zaafce te vooren aan UEdelmogenden één en andermaal ten klaarden zyn opengelegd. En men mogt daarenboven in deeze beide gevallen voor oogen houden. Dat de Ridderfchap daarin wel iets meer zou hebben kunnen inruimen , en eerder van het volle derdedeel Hunner afgaan , dan in het derde geval. Omdat zy in de eerften nooit buiten genoegzaame inzaag in de teneemene Refolutien was : als zynde dan ten minften nog meer dan een derdedeel van Haar geheel Ligchaam daartoe mede Hemmende ; daar Zy in 't laatfte zich zomtyds door een dertigfte , veertigfte , ja ook door een vyftigfte deel van Haar Ligchaam , geheel en al zoude moeten zien uitgeflooten buiten het Landsbeftier. Maar wanneer men de gevallen met een weinig meer aandacht vergelyke ; dan wordt ook nog- deeze fuafoire reden onnoodig: omdat in de twee eerften de volkoomene gelykheid van de twee Hoofdleden der Regeeringe bewaard wordt : daar dezelve in 't laatfte geheel verlooren gaat. Immers toch , even zo als de twee Steden met één' Edelman over een derdedeel overftemmen ten voordeele der Steden ; op gelyke wyze overftemmen twee derdedeelen der  C 96 ) tier Edelen met éénen Edelman en éénë Stad , ten voordeele der Ridderfchap : daar in het derde geval (zo men der Steden meening wilde volgen) wel de drie Steden zouden overftemmen met éénen Edelman , maar de drie derdedeelen der Edelen , of de geheele Ridderfchap nooit de Overftemming hebben konden met éénen Burgermeester, en dus alle gelykheid volftrekt wordt weggenomen; Waarom dan ook de Edelen dit geval wel aanjlonds met ronde woorden van de beide anderen uitgezonderd hebben. En deeze is , behalve de te vooren betoogde redenen t eene allerwettigfte oorzaak van 't onderfcheid der bepaalinge , by de Refolutie van 1718 gemaakt, en van den ouden vorm van Regeering , op welken de Edelen zich by de RefoL.tie van den jaare 1720 beroepen. Offchoon óngetwyffeld , en die Refolutie , en de oude vorm van Regeering , . van welken die Refolutie fpreekt , eigenlyk niet in alle deelen , aan de oorfpronglyke Zesledigheid , en volmaakte Evengelykheid , welke beiden de juiste grondflag onzer Regeeringe zyn , en welken eigenaartig de vier volle Zesdedeelen in alle gevallen eisfchen, beantwoorden. 't Welk ook de waare reden is * dat de Ridderfchap van Haare eerfte Verhandelir.ge af, en voorts in alle Haare verdere overgegeevene Gefchriften , ('t welk Zy UEdelmogenden eerbiedig verzoekt voor?  ( 97 ) vooral voor oogen te houden,) dat de Ridderfchap, zeggenwe , nooit deeze Refolutien van 1718 en 1720 hebben aangehaald als het fundament Haarer ftellinge. Ver van daar. Dit lag onverzettelyk , van den beginne aan , en dit ligt, ten deezen loopenden uure nog, in de vaakgezegde , en ter wederzyde bekende en erkende Zesledigheid , Evengelykheid , en natuurlyke Billykheid. Uit welken hoofde ook de Ridderfchap, nu de Steden dit gefchil met alle drift geopperd en aangedrongen hebben , niettegenftaande Zy , indien de Steden de zaaken , zo als ze waren , hadden laaten berusten , dan ook Zich met den vorm deezer Refolutien , vredig zoude vergenoegd hebben ; thans Haare Conclufie niet naar inhoud van die Refolutien genomen, maar , overeenkoomftig den waaren oudlandzedelyken aart , en der oorfpronglyke gefteldheid deezer Provincie , Haare oude Regten, énde de eigcnlyke voorvaderlyke Staatfgedaante herroepen en gevorderd heeft. Zynde .die Refolutien (gelyk in alle Onze Stukken ervindelyk) alleen aangehaald \, om het ongehoorde voörgeeven der Steden , als of de Ridderfchap Zich nu onlangs eerst tegen der Steden gevoelen zou hebben beginnen te verzetten , te wederleggen. Naardien dezelven met zo veel woorden dit voörgeeven tegenfpreeken , met te toonen: dat toen ten tyde de Ridderfchap reeds tegen het gevoelen der Steden, om  C 98 ) met éénen Edelman de Conclufie te yonneti ('t welk toch het hoofd des verfchils is), gewaakt heeft. Dies deeze beide Refolutien , tot de beflisfrng der zaake zelve , niets afdoen , maar alleen het voorwerpen van nieuwigheid kunnen wederleggen. Nog , boven dit alles , verzoekt de Ridderfchap , dat Uwer Edelmogenden hooge kundigheid zich erinnere. Dat , zo als even is aangeroerd, de Edelen, indien de Steden by het Oude gebleeven waren , dan ook zich aan deeze Refolutien zouden gehouden hebben , omdat deeze aldus de befchikking Hunner Voorouderen was: omdat ze Hun Ligchaam .boven dat der Stedeu niet benadeelde , en omdat ze j3 leerden , hoe de overftemming in alle „ Staats- en Regeeringszaaken by meer„ derheid zou plaats hebben", zo als reeds gezegd is Verhand. Hoofdft. II. n. 35. Maar geenszins , omdat de Ridderfchap het met de Steden daarin ééns zoude zyn , dat één enkel Edelman in de beide gevallen volgens den eigen aart van ons Regeeringsftel de overftemming zou kunnen aanbrengen. Niets minder dan dat: maar Zy zoude daarby berust bebben om evengenoemde redenen , mids dan ook het DERDE GEVAL NAAR DIE . ReSOLUTIEN stand hielue. En Uwer Edelmogendheden bekende ervarenheid vergunt naauwlyks te zeggen. Datindien de Steden' Zich van deeze Refolutien in twee gevallen wil-  ( 99 ) wilden bedienen , Zy dan 'ook naar alle Regten verplicht zyn , zich naar die zelfde Refolutien in het derde geval te moeten gedraagen : en dat , Zy. thans dit derde geval verwerpende , de Ridderfchap ook aan de twee overigen niet gebonden is. Die ook daarom , naar het zo aanftonds gezegde Haar oud Landsoorfpronglyk Regt herroepen heeft. Alverder. Eveq, gelyk der oude Zesledigheid door der, Steden gevoelen de bodem ingeflaagen worde , even alzo wordt alle Evengelykheid en Evenwigt tusfchen de Hoofdleden deezer Provinciaale Regeeringe dopr der Steden ftelfel vernietigd. Om dit te betoogen behoeft wederom weinig omflag. , Naar Haare meening toch kan de Ridderfchap geene overftemming hebben , ten zy Zy ééne der drie Steden van dezelfde meening met Zich hebbe : derhalve kan Zy niet overftemmen zonder een vol Zesdedeel der geheele Regeeringe te hebben. Maar de drie Steden zouden kunnen overftemmen met een vyftigfte deel der halve Regeeringe. Dus een oogenfchynlyke ongelykheid, die in 't ongerymde loopt, én een verfchil heeft van Honderd tot zes. . UEdelmogenden hebben flechts noodig een enkel oog van aandacht hierop te flaan, en zullen, op dat eigen oogenblik, deeze allesoverklimmende onbillykheid , die •t geheele. ftelfel van Regeering omkeert, ontdekken. Waarom de Ridderfchap dit,4  (,ÏOO ) ook hiermede aan Uwer Edelmogendheden ©nwankelbaare Regt vaardigheid overgeeft : iveetende dat dezelve nimmer kan gedoogen , dat een gepast evenwigt , het oogmerk der Voorouderen , en dit folide grondflag der Vryheid , naar den vaakaangehaalden ftelregel der Staaten van Holland , verbroken worde. Men kan hier wel in bedenking neemen , ja zelfs dit js metter daad de waarheid. Dat om ééne Stad , en dus het Zesdedeel der Regeeringe te hebben, niet ïioodig zy, dat alle de zestien of veertien Burgermeesters céner Stad eenftemrhig zyn , maar dat de meerderheid van negen of agt Derzelven voldoende is. Doch UEdelmogenden gelieven te overweegen. Dat dit zelfde plaats heeft in de eigenlyke meestconftitutioneele ftemmenswyze by Kwartieren. Vermids dan , evengelyk in de Steden , zo ook in de Kwartieren , niet alle Leden van het Kwartier, maar alleen de meerderheid deszei ven noodig zy , om de ftem van het Kwartier te hebben. En dat , in de ftemrainge 'hy derdedeelen naar der Edelen meening , hier van zy afgegaan , heeft daarin zyne reden. Omdat hierdoor de ongelykheid , die anders dit ftemmen by derdedeelen veroorzaakt , e'enigzins vergoed wordt. Want , indien ook de meerderheid uit een derdedeel aller aanwezende Edelen de overftemming kon uitmaaken 3 dan waren de  C ïo1) de Steden ongemeen bevoordeeld boven de Ridderfchap in 't gezag van Regeeringszaaken : naardien de Steden dan maar een , Zesdedeel van alle Edelen door malkanderen noodig hadden : daar in tegendeel de Ridderfchap niet zou kunnen overftemmen, dan door bykoomst van ayer de Mffcheii der Burgermeesteren van ééne bepaalde Stad. Dat is , by voorbeeld , indien ■ er dertig Edelen waren , dan zouden de Steden overftemmen met zes perfaonen uit- de dertig , daar de Edelen de overftemming niet zouden kunnen erlangen zonder te hebben agt perfoonen van de veertie.nemr of' negen van de zestienen, 't Welk wederom eene zigtbaare groote ongelykheid in *£ Lands gezag zou geeven. Zo als by Onze Verhandelingen IL Hoofdft. ». 403—41 oa ■ wiskunftig beweezen is. En om deeze ongelykheid eenigzins- weg;teneemen , en der Ridderen verlos tegen het voordeel der Steden In deezen eenigermaate , als 't ware , te corapenferen % fchynt het , dat .by deeze"' laatere ftemmenswyze, billykheidshalve;,: een. voi derdedeel bepaald zy. Dan, als gezegd\\ het juist evenwigt wordt in de Kwartkrlyke ftgmgeevinge alleen bewaard. Almede kan het gewoon gebruik. der Heeren van de Magiftraaten .der drie Steden , om doorgaans alleen. maar vier Afgevaardigden uit ieder Stad ten .Landdage: * te zenden ter befchikkinge van Landszaa.\,r. > hjer niet in aauomerkiag .koarnen v q 3' * m  om daaruit êenige berekening van Evengelykheid te willen opmaaken , terwyl het al te overbekend is, en niemand der Stadswethouderen zal tegenfpreeken. Dat de Heeren Gecommitteerden,' genoegzaam niets op eigen gezag vermogen aftedóen : maar alles, ja zelfs dingen van zeer weinig aanbelang moeten overneemen , om daarop yo'oraf de welmeening Hunner Zenderen (tot welker getal misfchien tegenswoordig de Gezworene Gemeenten getrokken worden) te hooren , en naderen last te ontvangen. Zo als bereeds by de Verhandelinge II. Hoofdft. 'n. 415—417. is aarigeweezen. Nu paart zich nog by dit alles de Natuurlyke Billykheid en Infpraak der gezonde Reden omtrent dat, wat regt is: 4ie heilige Scheidsvrouwen der verfchillen onder de Zulken , dié geen' wereldlyken Regter boven' Zich hebben. Deeze pleiten zo fterk voor der Edelen gevoelen , dat Dumbar zelf in zyne Verhandelinge haar kracht volmondig erkent. Men zie Onze Verhand. I. Hoofdft. n. 262—268. Gevoegd by alle de bewyzen in de Recapitulatie aldaar aangeweezen n. 252—261. • En men zegge niet 5 dat van deeze natuurlyke billykheid metter daad zy afgeweekeri. Want toch de Steden hebben daarvoor volftrekt niets' weeten te berde te brengen, dat by een onpartydig regter" lyk onderzoek eenig wettig bewj's oplevert. Nog Wet: dit hebben 'Zyzelven tiiet durven opperen. Nog Voorbeeld; dit  C ï©3 ) erkennen Zy nergens gevonden te hebben s Nog Overeenkoomst of Verdrag: hiervan hebben Zy zelfs nooit melding gemaakt. Nog Gewoonte: deeze hebben Zy nergens beweezen. 't Welk van zelfs volgt: omdat die alleen ex aftuum frequentia geboren wordt, en Zy echter , als gezegd , bekennen moeten , geen enkel voorbeeld van ftemming naar Haar gevoelen gevonden te hebben. Alles wat Zy hebben kunnen opzoeken,, beftaat in bloote Zegswoorden , getrokken uit ftukken, in welken de Steden , en dus de Party zelve , die altoos op dit brokje geaasd heeft , de hoofdrol fpeelden : of de zulken, welken eens Regters aandacht onwaardig zyn. Zo als dit alles breedvoerig beweezen is in het tweede Hoofdftuk onzer Verhand, n. 45 tot 265. en dan nog n. 472—489. En de Ridderfchap , Edelmogende Heeren , verzoekt nogmaals , UEdelmogenden gelieven de waarde dier Stukken in eene Regterlyke overweeging re neemen , en dan oordeele Uwer Edelemogendheden innige overtuiging , of zy in eene onpartydige Vierfchaare voldoen kunnen! En dit niet zynde , gelyk derzelver wettigheid nooit zal kunnen beftaan, wat is er dan, 't welk den Regter van het voorfchrift der natuurlyke Billykheid en gezonde Reden, die der Édelen gevoelen met het fchild der Geregtigheid beveiligen , zou kunnen doen afgaan ? Voorwaar niets. Ook niet de vaakgemelde Refolutien van G 4 lyiS,  C 104 ) 1718 en 1720. Want, behalve dat boven by herhaalinge gezegd is, dat deezen nooit als. een fundament van der Edelen gevoelen geopperd zyn , zo is één van twee waar. Of deeze Refolutien behelzen gronden voor de te doene Uitfpraake , of niet. Zo niet: dan zyn dezelven der aangetoogene .redenen voor het gevoelen der Edelen uit de Zesledigheid ,, Evengelykheid , en Billykheid afgeleid , niet tegen. Zo ja : dan zou het tegen alle regten aanloopen , indien dezelfde Infirumenten , in 't gene ten nadeelc der Ridderfchap ftrekte, gevolgd, en , in 't gene ten Haaren voordeele diende , verworpen wierden. Eindlyk moet de Ridderfchap hier nog met een woord , waartoe het laatfte Lid, of de Uitzondering , by den laatften voorflag van minnelyke fchikking door UEdelmogenden gedaan , aanleiding geeft , byvoegen. Dat, offchoon Zy, omtrent de Admisfibiliteit der Edelen ,, Haar gevoelen bekrachtigd zage , Zy desniettemin , van alle haare Öudvaderlyke inzaag irt het Landsbeftier , verftoken, en alle Haare poogingen ten nutte der Provincie, in veelvuldige gevallen heilzaam , ydel worden zouden : dat desniettemin alle gelykheid , alle fchaduw van de aloude Zesledigheid , alle billykheid verdwynen : dat desniettemin de Poüob'aüe of Stadsoverheerfching, tegen de alleroudfie en aller eerfte , ja, voor der Steden geboorte, eerstlandzedelyke Regecringsgefteldheid, ten troone fteigeren zou: en  ( i°5 ) én dat het dan den pudadelyken Redderen , wanneer Hunne wettige Regten , Gert tigheden, en aangeborene graercgatmn verlooren waren i van zeer weinig of geen belang zy_, welke Leden Hun mogten worden toegevoegd. En Uwe Edelmogendheden gelieven daarenboven te weeten : dat wel by de toelaatinge tier Edelen zomtyds verfchillen ontftaan zyn tusfchen de Leden van Staat: maar dat echter nooit by zulke gelegenheden getwist zy over het Regt van overftemming. En dat de voorgevallene oneenigheden alleen zyn aangevoerd , om te toonen , dat ook in die omftandigheden dit ftemmenspunt nooit naar der Steden gevoelen hebbe plaats, gegreepen, maar veeleer het tegendeel blyke. Zie daar, Edelmogende Heeren ,- Hooge Scheidsmannen in deezen , aan Wier ervarenheid , kundigheid , billykheid , regtvaardigheid, en onpartydigheid de Ridderfchap , van den beginne, aan , Haare -vastgegronde zaak wel heeft willen toebetrouwen , een kort herhaal van de fundamenten , op welken Zy meent, dat Haar Ge' bouw onbeweegbaar rust. Met weinigen is hier ineengetrokken , 't gene in voorige Gefchriften met meerderen beweezen is. Waarom de- Ridderfchap Uwe Edelemogendheden , in vertrouwen , dat eene blinde Geregtigheid altoos de Befchennvrouw Haarer regtvaardige zaake blyven zal , met vermoeiende herzeggingen niet zal verveelen : maar, G 5 (on-  C 106 > (onder de krachtigfte betuiging tegen alle nadeelige Hellingen , of gezochte oplosfingen , welken de Steden , die boven de Ridderfchap gelegenheid hebben Ons laatstingediend antwoord , by Haare ten deezen dage integeevene Gefchriften , te bejegenen , ook mogten inbrengen : welke allen de Ridderfchap houdt voor nietige gezegdens van géener waarde in 't algemeen , zowel als in 't byzonder, met verzoek aan UEdelmogenden by het dierbaare eener onzydige RegtsoefTeninge. Dat UEdelmogenden , vermids het der Ridderfchappe onmogelyk zy , naar het vreemde en ongerymde , dat er te mets zou kunnen zyn ingevlochten , te mogen gislen , alle der Steden voorwerpfelen aandachtig Zeiven, tegen onze meermaalén aangevoerde bewyzen , gelieven te wikken : wanneer de Ridderfchap niet twyffelt , of de. wederlegging zal zich van zelve voordoen.) — Maar (zeggenwe) by de éénmaal genomene Conclufie berusten , dat moge worden verftaan. Dat Regt , Billykheid , en oude Landsgefteldheid deezer Provincie vorderen. Dat men alhier de oude Zesledigheid der Staatsvergaderinge, beftaande dezelve, uit drie derdedeelen, of (gelyk zulks meer conftitutioneel gehouden wordt) uit de drie Kwartieren van de Ridderfchap ter ééne , en de drie Mw/djieden ter andere halffcheid der Re*  C ï°7 ) Regeeringe van Overysfel in acht hou» de: en dat, uit dien hoofde, geene Overftemming kan of zal plaats hebben , dan wanneer vier volle Zesdedeelen aan ééne zyd ftaan , en het ééns zyn. (Onderftond) Ter Ordonnantie van de Gecomm. uit de Heeren van de Ridderfchap. (was get.) P. PUTMAN. Vervolgens de Heeren Gemagtigden van de Ridderfchap vertrokken zynde , hebben de Gedeputeerden van de Stad Kampen , zo voor zich als uit naam der Gedeputeerden van de andere Steden aan de Hooge Heeren Afgezanten aangebooden de laatfte Memorie of Schriftuur van de zyde der Steden , welke, offchoon aan de Ridderfchap niet medegedeeld zy, echter alhier uit het gedrukt Hollandfch Verbaal van Hooggémelde Hun Edelmogenden , aldaar onder de Bylaagen onder Letter Q geplaatst , wordt overgenomen , en luidt EDELE MOGENDE HEEREN! Myne Heeren Gecommitteerden uyt de Hooge Bondgenooten. T\e Stedegezanten , gefien hebbende het laatstgediende aan zyde van de meerder-  derheid, van de Ridderfchap, hebben wel bevonden , dat die Heeren fonder eenigfints in aanmerkinge te neemen ,. dat de Steden , uyt confidentie voor haar Ed. Mog. fig vergenoegd hadden met feer weinigen haar notoire regt in het klaare dagligt te ftellen ; daarop met een langwylig debat zyn te voorfchyn gekoomen ; dog by examinatie van het zelve debat is hun tevens gebleeken ,. dat daarin volftrekt niets faakelyks vervat is , maar dat' daar tegen in het felve hier en daar volmondig de gronden van der Steden fustenue erkend zyn geworden : fchoon de Infteller daarvan teevens niet gefchroomd heeft , die gronden tegen de evidente waarheyd door byvoegfelen of omisfien in verkeerd ligt te plaatfen, en daaruyt ganfch erroneufe gevolgtrekkingen te maaken , fo als het kundig en welwikkend oordeel van UEdelmog. ras zal ontdekken ; om deeze reeden is het dan ook , dat de Steden onnodig geoordeeld hebben in een fpeciaal nader debat van zulk eene verkeerde handeling te. treeden , en by derfefver Declaratoir aan UEdelmog. 'op den' gedaan , daarvan bereeds gerenuntieerd hebben , fo als fy daarvan, alnog affien by defen: zullende voor conclufive memdrie alleenlyk ter bevestiginge van haar fo notoir regt maar eenige weinige generaale refiexien bier by aan UEdelmog. kortelyk rememojfeeren , en dien ten gevolge voordragen,. tm É  C ) met twee Steden ooit een Refolutie of Pik blicatie gearrefteerd fou konnen worden, quod abfurdum. Dat de Steden het geheel onnodig achten in een nader detail te treeden , omtrend de juiste reden van de ftilfwygendheid van de Ridderfchap by de decifie van Zjm Hoogheid in de zaak van wylen den Heer van den Pol , met recommandatie als daar by , daar defelve uyt de Stukken daar toe by voorige verhandelinge geappliceerd , ten duydelykften confteerd , en dat wat ook de meerderheid der Heeren van de Ridderfchap daar op moge remarqueren , het haar niet doenlyk fal zyn Uw Ed. Mog. of een eenig weldenkend menfch te overtuigen, dat foo Sy Heeren. des tydes hadden durven tegenfpreeken , dat die toen door Zyne Doorl. Hoogheid ter obfervantie aanbevolene en door de Steden gereclameerde orde van overftemminge wefendlyk de o::de cynofure was , fo als Zyn Hoogheid die noemd , Zy als toen feker fig daar tegen hadden moeten verfetten , en dat hier foo ooit derfelver fiilfwygen voor een confent of erkentenisfe te houden is ; het welk juist dat geene is , het welk de Steden beweerden en het geen fy alnog inhaereeren. Dat, welke fyne diftinétien en tournures de Advocaat van de Heeren uit de Ridderfchap by gebrek van wefendlyke confideratien ook hieromtrend ook moge maaken hy toch nimmer fal toonen , dat Rid-  Ridderfchap en Steden Zyn Hoogheid antwoordende op een Brief, waarby defelve een decifie aan hoogst-den-felven opgedragen infond, met eenige convenientie dien Brief felve niet in aanmerkinge fouden hebben kunnen neemen, maar dat hy veel meer getoond heeft, tot welk eene wan. voeglykheid en abfurditeit men vervallen moet , wanneer men fig niet ontfiet de evidentfl;e/ waarheden tegen te fprèeken. Dat, daar dus meer dan overvloedig getoond is , het regt aan de fyde der Steden te zyn, het niets ter faake kan doen, dat de Steden , om de Ridderfchap te overtuigen van haare verkeerde oppofitie tegen de admisfie van eenen Edelman in haar Corps , defelve liever aan de erkentenisfe van Zyn Hoogheid of van Arbiters hebben willen Hellen , dan daadelyü volgens haar begrip de conclufie formeeren 5 en daar door gelegendheid geven , dat de Ridderfchap haar imputeerde van tegen recht eenen Edelen in haar Corps in te dringen. Immers het fou niet edelmoedig zyn , dat die Heeren fuik eene loutere deference, fo als de verklaaringe van fyn Hoogheid fo wel,. als de fuccesfive erkentenisfen van hunne Pradecesfeuren fo notoir in deefen veronderfteld , tot der Steden prrjejudicie en beneeminge van derzelver recht fouden willen doen werken , en de Steden houden fig in allen gevalle uit hoofde van de bekende regtmaatige denkH 3 wy».  < n8 ) wyze van Uw Ed. Mog. verfekerd, dat hen dit niet gelukken foude, dewyl dit aanleiding foude geven , dat die vooral in deefen tyd foo wenfchelyke geest van condefcendance , en wederfydfche toegeeflykheid tusfchen de Regenten van dit Gewest geheel wierde uitgeblufcht, en ieder fyn recht altoos op het ftrikfte foude willen doen gelden , waar van de fchroomelyke gevolgen niet genoeg te apprehendeeren zyn :. vooral indien de dwang, welke uyt de fuftenue van die Heeren foude voortfpruiten , en welke eenen of meer Edelen van hun Corps , in voorkomende faaken disfentieerende , foude beletten van met eenig effect htm adres ter Staatsvergaderinge uit te brengen , plaats konde vinden : Daar toch fuik een dwang uit kragt van derfelver geheime Refolutien van 1718 en 1720 foo notoir fou volgen , dat men fig in eenen adem als het ware tegenfpreekt door dit te contesteeren. Dat, daar de meerderheid der Heeren van de Ridderfchap de fchroomelyke gevolgen uit derfelver nieuwe ftelfel van Regeeringe naar desfelfs aart volgende , niet direéï. hebben kunnen ontkennen, het dus de Steden niet kwalyk te neemen is, wanneer fy-, die fonder verbloeminge naakt onder het oog van U Ed. Mog. brengen , en alfoo naar waarheid aanmerken , dat uit het gevoelen dier Edelen , daar hunne Leden niet met eenig effect 'e'er Staatsvergaderinge ook in zaaken van jus-  C "9 ) juftitie , by voorkomende geleegendheden kunnen ftemmen mee de Steden , foo 'er meer als twee derde van hun Corps van een ander gevoelen zyn , voortvloeid , dat die Edelen in die gevallen in gemoede van het begrip der Steden zynde , hun gewisfe geweld aan moeten deen , door het recht tegen hun gevoelen te laaten uitfpreeken ; omdat Sy namentlyk door de oude Cynof.tre yan Regeeringe aan te kleeven , dit fouden kunnen voorkomen. En het welk alfo op het geval, wanneer bekendelyk de meerderheid aan de andere fyde is, dat onfe Tegenfchryver fupponeerd , niet applicabel zynde , wyst het fig van felfs , dat de gevolgtrekkinge daar van afgeleid geen plaats kan vinden in ons geval. Dat de ongelykheid en contrarieteit van de voorftellingen en fuftenuen dier Heeren uyt het eerst beweeren van quartierlyke ftemmingen, het daar na in de .plaats ftellen van ftemmingen by derden , en het verder borneerea van die Hellingen by derfelver geheime Refolutien van 1718 en 1720 alleen tot het cas, wanneer de drie Steden te faamen haar tegen zyn , foo klaar blykt , dat het volftrekt onnodig is , hier van nader een enkel woord te melden. Dat eindelyk ten aanzien van het foo finguïière by Refolutien van 1718 en 1720 gemaakte onderfcheid in de overftemminge, daarin beftaande, dat wel eenen Edelman boven twee of een derde der Ridderfchap , wanneer defelve met eene of H 4 1 tvveo  C is© ) twee der Steden inftemd , conclufiie geformeerd fou kunnen worden , dog dat een val derde derfelve , foo de drie Steden van eene meeninge zyn , gevorderd wierde , de Steden niet anders nodig achten, om Uw Edele Mog. van het onregtmaatige van dit nieuwe ftelfel van de Ridderfchap te overtuigen , dan blootelyk daar by derfelver aandagt te bepaalen , met de eenvoudige herinneringe , dat die Heeren eene totaale gelykheid tusfchen de pretenfe Quartieren en de Steden ftellende , en daarby nog naar derfelver laatst ingediende verblyvende , dus fodanig tegen haare eigene gronden inwerken, en fig in de daad en waarheid dermaaten in haar eigen gaaren verwarren , dat volftrekt geen uitkomst nog reddinge meer voor hun over is. Dat daarom dan ook de Steden, al lan-> ge moede , om als het ware te tonen , dat het ligt op den helderen middag fchynt, van deefe haare conclufive Memorie een einde zullen maaken , fonder van het Placaat van haar Hoog Mogende van den'22 January 1610 van wegens desfelfs foo overtuigende klaarheid een woord te melden; te meer daar het gedrongene en tegenftrydi • ge van tegendeels explicatie luidkeels voor haar pleyt , en alle vordere reflexie onnodig maakt , gevende dezelve dan hier meede haare faake , ter vervorderinge van eene fpoedige afkomst ter finaale decifie a.aP. U Qd. Mog. over, in dat wel ver- feej  C w ) feekerd vertrouwen, dat, daar U Ed. Mog« ja de gantfche verligte Nacie uit de bekende verhandelingen ten vollen ,van haar regt geconvinceerd zullen zyn , Uw EcL Mog. dan ook by finaal vonnis , haar in dat regt zullen bevestigen , en op dien voet de fo feer verbrookene orde van refolveeren ter'Staats vergaderinge hei-Hellen^ op dat alfo deefe Provincie met de refpective Bondgenooten in deefe duistere en veruitfiende dagen ten nutte van het gemeene lieve Vaderland wederom moge coöpereeren, waar door de nagedagtenisfe van Uw Ed. Mog. wegens de wefendlyke dienst hier meede aan dit Gewest gedaan., voor altoos in zegeninge fal blyven. (Onderftond) Gedateerd Ter Ordonnantie van Burge- Campen meesteren Schepenen enRaa- denioFebr. den der Steden Deventer. 1785. Campen en Zwol. (was geteekent) A, van SUCHTELEN. J. A. de MIST. R. EEKIIOUT. Nadat dus het eigenlyk Geding geflooten was , hebben de Heeren Afgevaardigden uit de Hooge Bondgenooten , den 14 February 37S5 , de Gemagtigde Edelen doen uitnodigen , om, des anderen daags, drie Hunner te fchikken tot het bywoonen eener famenH 5 koom*  ( Ï22 ) koomfte met eenige weinige Heeren uit de. Steden , om , ten overftaan der Hooge Afgezondenen , zich onderling te fpreeken, over een nogmaalig treffen, van vergelyk. 't Welk dan ook den volgenden dag begonnen , en den iöden vervolgd is. Wanneer de Heeren Hooge Afgezondenen deezen voorflag aan beide Staatsleden voorftelden Alzoo de Heeren Gecomm. hebben bemerkt, dat het door hun op den 22 January laatstleden voorgeflaagene plan van accommodement, niet wel zal kunnen worden fmaakelyk gemaakt aan de beyde litigeerende parthyen , en echter vermee1 nen , dat' tot herflel van de zo nodige harmonie tusfchen de refpeótive Leden van Staat best gefchikt zal zyn, het fub, Meereride verfchil door eene minnelyke fchikking te vereffenen. Zo geeven Dezelve ter bereyking van dit allezints ftlutair oogmerk de beyde litigeerende parthyen in bedenken , of niet zouden kunnen goedvinden en onderling willen overeenkoomen. Dat gelyk als in zaaken , die met pluraliteit konnen worden afgedaan , overftemminge plaats heeft, en geconcludeerd kan worden in het geval , wanneer twee Steden en een Edelman boven een derde part van de prafente Edelen van een gevoelen zyn, als meede ivanneer een Edelman boven twee derde parten der proefen-  C 123 ) fente Edelen met eene Stad het zelfde gevoelen heeft. Dus ook in het geval wanneer de drie Steden van een gevoelen zyn, met eene Enkelde Edelman overftemminge gemaakt en geconcludeerd zal konnen worden : Egter onder deeze expresfe mits ende Referve. Dat , nadien de ondervinding geleerd heeft , dat over de Admisfie van nieuwe Leden in de Ridderfchap , meermaalen groote differenten tusfchen de Leden van Staat zyn ontftaan, van deezen generaalen regul van Overftemminge , zal zyn uyt» gezonderd de Admisfibiliteit van nieuwe Leden , zig aangeevende om in de Ridderfchap verfchreeven te worden , waar. omtrent de drie Steden van het zelfde gevoelen zynde , geen conclufie daadelyk geformeerd zal worden , ten zy een derde gedeelte der aanweefige Edelen met de drie Steden famenftemd. En dat voorts de Inftruclien, Traétementen, en Emolumenten der Provinciaale Ambten, 't zy dezelve door Edelen of Burgeren bekleed worden , die van ouds her, immers zeederd deeze loopende Eeuw daar aan verknocht zyn geweest , niet veranderd , vermeerderd , pf verminderd zullen worden , ten zy met eenpaarige ftemmen van de pra?fente Staatsleden. En dat de begeeving van alle Politicque Ambten , (over dewelke door de Heeren Staa-  C 12+ ) Staaten deezer Provincie word gedisponeerd) zal alterneeren tusfchen de Ridderfchap en de Steden op dezelfde voet als voor het jaar 174S heeft plaats gehad. En eyndelyk dat de perfoonen tot Staatscommisfien weegens deeze Provincie te benoemen , gekoofen zullen worden ieder in den haare alternativ uyt het Corps der Ridderfchap ep uyt de Heeren van de Steden. Deezen^ voorflag nogtans verklaarden de Steden ter kennisfe Hunner Principaalen niet te kunnen brengen , ten zy de Heeren van de Ridderfchap het volgend Byvoegzel daarenboven konden vastftellen , zo als het dooide Hooge Heeren Afgezondenen aan de Heeren Gemagtigden uit de Ridderfchap is ter hand gefield : luidende. Additie door de Gedeput. der Steden by het accommodement gevoegd. T~\at , nadien de ondervinding geleerd -L-, heeft , dat over de Admisfie van nieuwe Leden in de Ridderfchap meermaalen groote differenten tusfchen de Leden van Staat zyn ontftaan, van deezen generaalen regul van Overftemming zal zyn uytgezonderd de Admisfibiliteyt van nieuwe Leden , zig aangeevende om in de Ridderfchap verfchreeven te worden x en dat  C 125 ) dat wel in dit eenige geval, wanneer de drie Steden van het zelfde gevoelen zyn , en een minder dan een derdedeel der ter Vergadering aanweezende Edelen , met haar faamenftemd: zullende in dit geval geen conclufie daadelyk geformeerd, maar vooraf een onpartydig advys worden ingenoomen, van zodaanig Hof van Jufttitie, of van andere onpartydige wederzydfche te benoemen Arbiters , als onderling nader zal kunnen worden geconvenieerd , ingevolge van welk advis dan de conclufie zal moeten worden genomen. Den 18 February deeden de Heeren Hooge Scheidslieden aan de Gemagtigde Heeren uit de Ridderfchap nog de volgende verandering in de voormelde fchikkingen tot Vergelyk ter hande Hellen : om te mogen verneemen , of de Heeren van de Ridderfchap, inval eenige Overeenkoomst mogt getroffen worden , mede zouden kunnen goedvinden, het punt van Adynisfibiliteit van nieuwe Leden , zich aangeevende om in de Ridderfchap verfchreeven te worden, dus te regelen ; en in den Verdragsbrief in te lasfchen. imo. T>at daar omtrend de ftemmen zullen ftaaken , alleen in het geval , wanneer de Ridderfchap eenparig van een gevoelen is, en de drie Steden eenpaaifg van een ander gevoelen zig bevinden , of wan-  C 126- > , wanneer een Stad met twee volle derde deelen van de prcefente Heeren Edelen , of twee Steden met een vol derde part der prsfente Heeren Edelen van een gevoelen zyn . en van de overige Leden verfchillen. 2*3o. Dat overftemminge gemaakt en geconéludeert zal kunnen worden , indien de geheele Ridderfchap met eene Stad, of indien de drie Steden met een vol derde part der praefente Edelen , of twee Steden met een of meer over een derde pare, of eene Stad met een of meer over twee derde parten der prjerente Heeren Edelen var» een en het zelfde gevoelen zyn. qtio. Dat in het geval, wanneer de drie Steden van een gevoelen zyn , en het ge\'olg hebben van een minder gedeelte, dan een voj derde part der prafente Heeren Edelen , in dat geval geen Overftemming gemaakt, en geconcludeerd zal kunnen worden , nog ook aan de andere zyde geene ftaking van ftemmen zal plaats hebben , maar dat vooraf als dan zal worden ingenomen een Confultatoir Advis van een onpartydig Hof van Justitie, met dat gevolg , dat conform dat Advis geconcludeerd zal worden, Hier^r  C 127 ) Hieromtrent de welmeening der Heeren van de Ridderfchap ingenomen zynde , gaven de Heeren Gemagtigden uit Dezelve dien zelfden dag aan de Heeren Hooge Zegslieden te kennen , ,s dat s zoo anders een Vergelyk kon getroffen worden , de Rid- derfchap in dit voorftel omtrent het punt j, der Admisfie van nieuwe Edelen zoude ge3, noegen neemen". Voegende deeze Heeren Gemagtigden er hoofdzaaktyk by. „ Dat ,, Zy geen zwaarigheid maakten te verklaa5, ren : wel te mogen lyden. Dat het gene ,, mogt worden overeengekoomen omtrent „ de daadelyke ftaaking der ftemmen en de Overftemming zelve , in geval over de „ Admisfie van nieuwe Leden in de Ridder,, fchap verfchil ontftonde , ook werde uit- geftrekt tot alle andere gevallen. Naam„ lyk , dat even zo als in 't ééne, volgens „ n. 3. een Confultatoir Advys van eenig Hof „ ingenomen en daarnaar 't befluit opgemaakt zou moeten worden ; even alzo in alle „ andere gevallen , van gelyke omftandig„ heden van ftemmen , een alzulk goedvin„ den van een Hof van Justitie , mogt er„ houden en gevolgd worden". En dan verder. „ Dat het Hun Heeren Gemagtig„ den vreemd fcheen : waarom uit de voor,, ftellen tot vergelyk ware weggebleeven , 3, om , 't gene nopens de Admisfie der Ej, delen bepaald werde , mede tot de Ker- fpels- en Markenzaaken , die ter beflis3, finge van de Staaten deezer Provincie ge„ bragt werden , toepasfelyk te maaken r ,3 daar  'C ) k daar Zy Gemagtigden dit reeds als een noodig punt van Vergelyk hadden opgej, geeven. Omdat het anders zoude fchy„ nen : als of de Heeren Edelen alleen aart s, Hun huislyke belangens dachten , zonder zich die der Ingezetenen , die zeer in Kerfpels- en Markenzaaken gemoeid zyn, „ en waarin der Edelen inzaag, als derzel,, ver veelal kundig , van gewigt was , te bekreunen. En dat Zy Heeren op de inlasfching daarvan dus nog ten krachtigften 3, aandrongen". Dan of wel de Hooge Heeren Afgezondenen deezen voorflag den Heeren van de Steden gedaan hebben , zo werden de Gemagtigden uit de Heeren van de Ridderfchap van ter zyde wel ras gewaar: dat de Steden tot het aanneemen van denzelven niet zouden overgaan , nog dien ter kennisfe Hunner Zenderen vermeenden te brengen. En van de andere zyd konden Zy Heeren Edelen bemerken. Dat de Heeren Scheidsmannen liefst zagen : dat de Ridderfchap (welke zich anders reeds te vooren omtrent het aanneemen van een Vergelyk in Hunne Vergaderinge bepaald had) zich voor als nog niet bellisfend hierover verklaaren , maar vooraf nog een nader voorftel of middel van Vereffening doen of aanwyzen mogte. Waarom de Heeren van de Ridderfchap , in Hunne Vergaderinge, den %\ February daaranvolgende , na het verflag der Handelingen van Hunne Gemagtigden gehoord te hebben , nog zyn overgegaan : om alnog ten overvloede aan de Heeren Hoo-  ( ^9 ) Hooge Zegsmannen te doen voorhouden en te verklaaren , als volgt. "T\at de Heeren van de Ridderfchap niet minder dan hooggemelde Hun Ëd. Mog. penetreerende de hooge noodzaakelykheid van het retablisfement der goede harmonie en eenigheid tusfchen de Leden van Staat , fo tot handhaaving van goede Order, Justitie , en Policie , als van het Financievvefen deefcr Provincie , vooral in deeze criticque en gevaarlyke tydsomltandighedcn , waarin Ons Vaderland in het gemeen , en deeze Provincie in 't byzonder lig bevind ; Zy derhal ven , om aan Hun Ëd. Mog. alnog voor het laatst preuves te geven , dat yan Hunne fyde zo veel mogelyk ter bereyking van een foodanig heilfaam oogmerk willen eböpereércn , by deefen verklaaren: Dat Zy , volkomen vertrouwende op de regtmatige denkenswyze der hooge Heeren Gecommitteerden , en op Hoogstderfelver impartiaale justitie , cequiteit en integriteit , als waar door zyn gepermoveert geworden , om aan Hun Heeren de bcflisfing der geheele faak op te dragen , ook al nu geen fwaarigheid maken , om met die zelve fiducie aan hooggemelde Hun Ed. Mog., inval de Steden van Haaren kant daar in rheede komen te bewilligen , wel te willen overgeeven, om in opfigte eener in te gaane minnelyke conventie foodanige fchikkingen te beraamen , I Gil  ( ï3* ) en vast te ftellen , als Hoogstdezelve na reeden en billykheid zullen vermeenen te èehooren, en het geen tog ook altoos het geval zal moeten zyn , wanneer Hun Edele Mog. by examinatie van faaken eens mogten bevinden , dat geen van beide partyen Hunne fuftenue ten genoegen en voldoende regtens mogten hebben beweefen , en worden de Gecommitteerden wyders verfogt en ' gecommitteert, om hier van by opgave van een Extract deezer Refolutie aan Hooggemelde Hun Edele Mogende opening te geeven. Gelyk * deeze Verklaaring by Affchrift def Refolutien van de Ridderfchap aan de Heeren Hooge Afgezanten dien zelfden dag overgegeeven is: hebbende Hunne Edelemogenden hierop geantwoord , dat Zy Heeren hieromtrent Hunne Gedachten zouden laaten gaan , en dienna derzelver antwoord laaten toekoomen. , Voorts werd , dien zelfden avond , door de vaakgenoemde Heeren Hooge Afgezanten aan de Heeren Gemagtigden van de Ridderfchap de fchriftelyke Verklaaring van de Heeren uit de Steden , op de laatstvoorgeftelde Artykelen van Vergelyk afgegeeven, ter hande gefteld : luidende. EDELE MOGENDE HEEREN! De Heeren Gecommitteerden der drie Steden ter deliberatie van hunne Heeren  C 131 > ren Principaalen gebragt hebbende de nadere propofitie van accommodement door UEd. Mog. aan dezelve ter handen gefield op den 18 deezer loopende maand , vinden zig thans gelast, aan UEd. Alog. daar op te declareeren. Dat de Regeeringen der drie Steden « hou zeer altyd ten vollen geconvinceerd blyvende , van de regtmaatigheyd hunner TuHenue , ten opzichte van het Quacltieutè punt van Overllemrairig ter Staatsvergaderinge , waarom Zy ook niet zouden bedugd zyn , dezelve alleen aan de hooge Rechterlyke Uytipraak van UEd. Mog. over te laaten : toch echter ter contemplatie van de herhaalde in (tantien van UEd. Mog. om in deezen den weg van minnelyk accommodement , boven dien gener Rechterlyke Decifie te prafereeren , en om te toonen hoe zeer zy gezind zyn , zelfs met ter zyde Helling van hun firicte recht te coöpereereh , tot eene fpodiger herftellinge der nodig',.' harmonie tusfchen de refpeclive Staatsleden , waartoe UEd. Mog. derzelver onvermoeyde pogingen, tot dus verre zo iterativelyk hebben gelieven in het werk te Hellen, veerdig zyn te accepteeren den voorflag door UEd. Mog. by derzelver laastovergegeevene propofitie gedaan, nopens de wyze van Hemmen in het cas van Admisfie van nieuwe Edelen, daerby voorkoomende ) wanneer dezelve in het 3 waar aan Zy in deezen- zyn gebonden > verpligt te declareeren , dat Zy hoe*, zeer geneigd, om' eene minnelyke Conventie' te doe» plaats grypen zich- nogtans in dte ©nmogelykheid gefield zien , om aan eemge- ast dere fchikking het oor te leenen » dsa conform met rdezerzyds Declaratoir moeste on'gisteren aan Uw Edele Mogende geexhibeerd en dat Zy derhalven moeten betuigen , dat het Hun alnog aangenaam zyn zal , indien de meerderheid- der Heeren. van de Ridderfchap konde- worden ge^ permovccrd om. daarin te bewilligen, doch:dit alzoo niet kunnende geëffectueerd worden Zy Heeren Gedeputeerden * in het vcl'e vertrouwen-^ dat Uw Edela Mogende de fuftenue- der Steden, boven. alle: teèes&xxk beweezen zdten vxskz x acn  aan de. A&e van. Compromis , op den io January jongstleden opgericht, zullen hou: den , en de finaale Rechterlyke Decifie en Sententie dien ten gevolge en uyt krachte van dezelve afvvagten. Hierop hebben de Heeren Gemagtigden (nadat aan de Heeren Hooge Afgezondenen hadden geantwoord , dat Zy deeze Verklaaring aan de Heeren gezamelyke Edelen ter kennisfe brengen , en dienna Derzelver Befluit aan Hunne Edelmogendheden bekend maaken zouden) voorzegd ontwerp ter verwerpinge van alzulke voorfiagen doen vervaardigen, 't Welk den volgenden dag, den 16 Fobruary, in de Riddeifcbapsvcrgaderinge tot eene volledige Refolutie der Heeren Edelen gevormd , en nog dien zelfden dag aan de Heeren uit de Hooge Bondgenooten by Extract Refolutie overgegeeven is : luidende aldus. T~Xe Heeren van de Ridderfchap , aarigenoopt door hoop van herftel van duurzaame eenigheid tusfchen de Leden van Staat; door verlangen van aan het vooruitzigt en de welmeening der Heeren Staaten der andere Provinciën,, uit Wier midden Zy derzelver Afgezondenen,, ten dien einde , binnen deeze muuren zien zo veel in Hun ware , te mogen genoegen gecven ; door begeerte , om den wenfeh der Hooge Heeren Scheidsmannen, die Zich geener moeite ontzien lebben , om,  C 137 > om , zo doenlyk den vrede te bewerken % te vervullen ; en door een befef, dat , dus doende , aan Hun eigen doel, als welk van den beginne aan liefst een minlyke vereffening boven eene regterlyke Uitfpraak , en de laatfte niet dan by ontftentenisfe der eerfte , te gemoete gezien heeft , zoude voldaan worden ; hebben , niectegenftaande Zy , reeds den 17 deezer hopende maand February, het vast Befluit genomen hadden , om den laatstgedaanen voorflag van vergelyk volftrekt te moeten verweigeren , echter , ten begeeren der Heeren Hooge Gecommitteerden , met de daadlyke te werkftellinge dier Refolutie tot heden willen ftilftaan. Ja zelfs daarenboven nog een ftap verder gaan , om ook van Hunnen regtelyken Eifch in zo ver aftezien : dat Zy , indien der Steden de hereeniging ten harte ginge , en Zy mede in deezen voorflag bewilligden, de geheele zaak van Overftemming wilden ftellen in handen der Heeren Afgezanten uit de Hooge Bondgenooten , om dezelve niet naar den gevorderden eifch regtens , maar ex aequo et bono zo te vereffenen , als Hun Edelmogenden in goeden gemoede zouden begrypen naar Billykheid te behooren. Waardoor de Heeren van de Ridderfchap vermeenen a tegenswoordig in alle manieren meer , dan van Hun redelykcr wyze gevorderd kon worden , gedaan te hebben. — Waardoor ,Zy aan de geheele Provincie, aan de geheele wereld blyken I 5 heb-  ! hebbe» gegeeven, op welken hoogen prys ■■ Zy rust en eènsgezindheid waardeeren y ten nutte deezes Lands , en ten beste aller Inwooneren, — Waardoor Zy Zich' nu volmaakt voor Zich zeiven , voor Hunne Nazaaten, en voor alle Ingezetenen des gantfchen Lands onfchuldig en onverantwoordlyk houden , voor alle . rampzaalige gevolgen , die uit het achterblyven van een vriendlyk vergelyk ooit of ooit mogten koomen te ontftaan.. —- Waardoor Zy met de daad, getoond, hebben , met welk vertrouwen Zy den wehneenenden y ver, en de heilzaame onvermoeide poogingen der Heeren Hooge Afgezohdenen. ten 'meesten dienste van dit Ons Gewest omhelzen. Met één woord, — Waardoor de Ridderfchap. zich bewust i& , alles gedaan te hebben, wat Zy met Hun gemoed voor Hunne Perfoonen , met Hunnen Eed voor de Ingezetenen, en mét Hunne ver, plichtinge aan Hunne Nakoomelingen oordeelen te mogen en te kunnen overéénbrengen. Dan hoe dierbaar het vooruitzigt van herftel van rust en heil moge gefchat worden; de Ridderfchap bevindt, uit de Ver, klaaringe der Steden , op gisteren, den 2-5, February , door de Heeren Hooge Zegsraannen , aan Haare 'Qecoriwiiiteerd'en. ter bande gefteld : dat dit alles by de- Heeren van de- drie Steden uiets vermag , en- dat Zy. zu.to feeteottwejt & weegens Utrecht,  C 144 ) j. Egbert Sjuck Gèrrolt Juckema van Burmanfa Rengers , Grietman over Wynbritferadeel, en Volmagt ten Landsdage , weegens die Grietenye , Gedeputeerde Staat van Vriesland , en Curator van 's Lands Hooge School te Franeker, weegens Vriesland. en Egbert Lewe , van Middelftum ,. Secretaris van de Heeren Staaten van Stad en Lande, weegens Stad en Lande. En alfo ter fpoediger afdoeninge van dit different, in deefe forgclyke tydsomftandigheeden, en zulks in dit byfondcr geval, en fonder confequentie voor het vervolg in andere gevallen , by wederfydfche parthyen is goedgevonden , opgemelde quajftie te ftellen , ter finaale uytfpraak en Rechterlyke decifie van de voornoemde fes Heeren Gecommitteerden uyt de Hooge Bondgenooten , en zulks in dieryoege , dat de te doene Rechterlyke decifie fal hebben het effect, van fententie en uytfpraak in het hoogfte Resfort , fonder dat dezelve immer of ooit aan eenig Appel of Revifie onderheevig gemaakt, of op eenigerhande wyfe, hoe ook genaamd, geëludeerd zal konnen worden , ingevolge van eene , door de Heeren Gecommitteerden, fo van de Ridderfchap , als van de Steden na voorafgegaane, vertoonde, en ter wederzyde overgeleverde Qualincatien , mitsgaders door den Heer Adolph Warner van Pal-,  c i4s y pallandt, Drost van Ysfelmuyden , als tegenwoordig de eenig overgebleevene Ridder , die van het geheele Corps differeerd, en het fentiment der Steden adopteerd , voor fig zelve , geteekende Acte van Compromis, binnen deefe Stad Campen op den negentienden January deefes jaars Zeeventienhonderd vyf en tachtig. ZO IS T, dat door Ons ondergeteekenden , als tot het accepteeren van het voorfchr. Compromis , door onfe Hooge Committenten , voor fo veel nodig , in Haat gefield.zynde , en na dat alle pogingen , om dit different , door vriendelyke fchikkingen in der minne te asfopieeren , vruchteloos waren beproefd , op alles gelet hebbende , waarop in deefe te letten Hond, en ter materie dienende was , is geconcludeerd geworden , by finaale Uytfpraak en Rechterlyke Decifie te verklaaren , gelyk verklaard word by deefen. Dat niet meer , dan één enkel befchreeven Edelman nodig is, om met gevolg der drie Hoofdlieden Deventer , Campen en Zwol, te effeélueeren, dat overftemming geformeerd, en geconcludeerd kan worden. Aldus gearrefteerd binnen Campen, den eerften Maart Zeeventienhonderd vyf en tachtig , en ter prasfentie van, de Heeren" Gecommitteerden fo uyt de Ridderfchap , als uyt de drie Steden Deventer , Campen en Zwol , mitsgaders den Heere van K Pal-  C 146) Pallandt, Drost van Ysfelmuiden , in onfe Vergadering, op het Raadhuis der Stad Campen gepronuntieerd, den derden Madrt Zeeventienhonderd vyf en tachtig. (was getekend) - J. E. V. Lynden. R. Paludantjs. 1785- Lk C. van Sonsbeeck; J. Taets van Amerongen. E. S. G. J. V. B. Rengers. E. Lewe. E i SI D É. ByvoegzeL De Leezer zy verwittigd : dat blz. 40 van dit Dagverhaal reg. 21. Vs- Deezè refpective Leden enz. het Stuk van de Heeren van de Ridderfchap volledig voorkoomt , zo als het den Heeren Hooge Zegslieden is overgegeeven , daar in het Verbaal van Holland Hz. 100. Vs. Deeze refpeüive enz. , ter deeze plaatze, veel is overgezien.