DE REPUBLIEK DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. EERSTE DEEL.   J . Al.Ij AB. T, excudit .   REPUBLIEK DER. V.JEREENIGDE NEDERLANDEN, ZINDS DE NOORD - AMERICAANSCHE ONLUSTEN, BEHELZENDE AL HET MERKWAARDIGE, VOORGEVALLEN INDE VEREENIGDE NEDERLANDEN, TOT OP DEN T£GENWOORDIGEN T Y D. WET PLAAT EN EN POURTRAITTEN. EERSTE DEEL. Tf AMSTERDAM, bT JO HANNES ALLART. MDCCLXXXVIII.   É> E UIT G E E V E R aan ben L E E Z Ë ÏL Ik heb ondervonden, by de uitgaaf van dat Deel van het Vervolg op wagenaars vaderlandsche historie 't welk zynen aanvang neemt $ met het Tydperk, waarin dé noord -americaansche onlusten, in welker gevolgen" onze Republiek , zo noodlottig gedeeld heeft, zijn' üitgeborfttn; dat veele Liefhebbers Van het Vaderland , die geene bezitters yan gemelde Vaderlahdfchè Gefchiedenisfe vdn wagen aar zij ft, wel de Gefchiedenis Van deezen tyd, zouden willen bezitten en léezeft; maar die niet begeerden, onder den Tytet fan Vervolg op wagen aar.' —— Om aari de begeerte van deeze te voldoen, heb ik, met goed- Vin"  B E R I G T. vinden van den Schryver, eenige Exemplaar en gedrukt, onder den Tytel, zo als. die aan het hoofdman dit Boekdeel gevonden wordt. En zo zal ik Uw insgelijks de volgende Deelen keveren, tot dat dit Werk eene volledige Gefchiedenis, onzer Republiek, van "het gemelde Tydperk, tot heden toe zal uitleererer,.  D E SCHRYVER aan ?yne LAND- e n TYDGENOOTEN! J)e eenvoudige Tytel, dien het Werk } welks Eerfte Deel wy u thans aanbieden, op het voorhoofd draagt, ftrekt genoegzaam om den voornaamen inhoud aan te duiden; en u te verwittigen, van welk Tydperk onze Gefchiedenis een aanvang neemt. Een Tydperk van u beleefd, en onder zeer verfchillende aandoeningen , grootendeels onaangenaame , doorgebragt. — Een Tydperk , waar van men te vergeefsch eene wedergade zal zoeken in de Jaarboeken onzes Vaderlands. — Op te haaien wat in 't zelve gebeurd is, om u de belangrykheid van 't zelve onber 't ooge te brengen, zou deels op een vóorloopig vermelden van t geen de r * 4 His-  VIII BE SCHRYVER AAN ZYUE Historie zelve moet ontvouwen, uitkomen? deels zou ons zulks volftrekt ondoenlyk weezen, aangezien ons oogmerk, fpaartde Voorzienigheid ons lust en kragten, zich uitftrekt om de nog agter het gordyn des tyds verborgene Lotgevallen onzes Lands, op de eigenite wyze, als wy hier hebben aangevangen, te boeken. Het reeds gebeurde, ligt u nog in verfche geheugenisfe, en verdient daarin bewaard te worden;het nog aaniïaande, voor u zo zeer als my bedekt, laat zich, zo veel menschlyke gisfing kan raamen, aanzien , niet minder aandagt en befchryvinge waardig te zullen weezen. 't Is waar, Land- en Tydgenooten ! het ontbreekt u niet aan Vernaaien der Lotgevallen , door ons in dit Deel befchreeven , en die de volgende zullen beflaan ,• de Dagelykfche Nieuwspapieren; de Week-en Maandwerken; ja, die meer de met onzen arbeid overeenkomende gedaante eener Gefchiedenisfe van deeze Tyden hebben, hebt gy geleezen, en zyn in uwe handen. Waar toe dan een geheel Nieuw Werk? 't Zal niet onvoegelyk zyn deeze uwe vraag met eenig antwoord te verwaardigen ; en teiTens iets te zeggen van den aart en aanleg onzes Werks. Zo zeer onderfcheiden van de Dagverhaalen, die uw onderhoud aan de Ontbyttafeï doorgaans uitmaaken, is onze Gefchiedenis, dat  LAND- en TYDGENOOTEN. ix dat ik u zou verongelyken met één' woord ter aanduidinge van dit verfchil te zeggen; en even zo is 't gelegen met de meer uitvoerige ftukswyze Berigten, welke u, van tyd tot tyd, óf geregeld", of by eenige byzonder aanmerkelyke Gebeurtenisfen, ter hand komen, en uwer greetige aandagt een versch J onthaal verfchaffen, ja zodanig, dat deswegen niet zelden geklaagd en op het bepaalen van de Vryheid" der Drukpersfe, ten dien opzigte, ernflig aangedrongen werd. 't Zyn deeze en dergelyke Schriften, die wy hebben moeten raadpleegen: gelyk onze Aanhaalingen uitwyzen. Deeze Aanhaalingen, op dat wy dit hier tusfchen beiden berigten, en eene anders misfchien vlot gemaakte tegenwerping, by het openflaan deezes Werks, te keer gaan, zouden wy zeer hebben kunnen vermenigvuldigen, en wel eens de gedaante geeven van eene meer dan gemeene toelaating, om, anderen onbekende gefchiedkundige waarheden te weeten te komen ; doch in een Tyd, waar in de Zaaken van den Scaat, in verfeheide opzigten, openlykcr behandeld en algemeen gemaakt zyn , dan wel in vroeger dagen, kwam zulks geheel niet, of zeer zelden, te pasfe, de weezenlyke Geheimen van Staat, of liever de bedoelingen van byzondere Perfoonen , blyven veel al raadzclagtig; onverfchillige, of die * S geene  BE SCHRYVER AAN ZYNB geene uitwerking baaren, fmooren van zelve, kwaade, hoe bedekt, laaten zich in de gevolgen doorgaans zien; en goede verfchynen, gelyk de waarheid, op den vollen dag, niemanös oog, dan die des dwarsziende Aterlings ontgaande. Aanhaalingen by de meeste gevallen heb ik noodig geoordeeld: want, fchoon een Gefchiedfchryver, die de Gebeurtenisfen van zyn eigen tyd te boek ftelt, wel geloof verdient en krygt, naarmaate het Gemeen een gunftig gevoelen heeft ten opzigte van zyne middeten om Kundfchap te bekomen, en van zyne Waarheidsliefde, zal hy, zonder zich op oorfpronglyke Stukken en daadlyke Befcheiden te beroeoen , veeiligt gevaar loopen, om eer voor den Vervaardiger van een Verhaal, 't geen zich wel laat leezen, dan voor den Schryver eener egte Gefchiedenisfè gehouden te worden. Daar en boven kunnen byzondere Gevallen , welker verzwygen onverfchoonlyk zou weezen, in eene Historie van dien aart als onze tegenwoordige, dikwyls niet meer. dan eene enkele bladzyde beflaan, terwyl derzelver aanduiding denLeezer misfchien begeerig maakt om dezelve breeder geboekt te vinden: en zal dan eene aanwyzing, waar hy ze omflagtig aantreffe, zeker genoegen fchenken, en den Schryver geene noemenswaardige moeite b.ia-  LAND- en TYDGENOOTEN. xi ïjaaren. — Zomtyds , wy bekennen het gaarne, zult gy in dit Deel, en nog meer in 3e volgende, Kleinigheden vermeld vinden: wy hebben ze vermyd waar wy meenden,ze te kunnen en te moeten voorbygaan; maar niet gefchroomd dezelve, op den voorgang der besteGefchiedfchryveren, te boeken, als wy ze dienftig vonden, om den toedragt eeniger Gebeurtenisfe van aanbelang, waar op zy invloed hadden, te befchryven, of als zy ons 's Volks Gezindheid leerden kennen. Gedag tig aan de taal van den grooten hooft, op het Tydsbeftek door ons ondernomen te befchryven, zeer toepasfelyk. „ Naardien „ men hier te Lande de magtigfte verande„ ringen , by aanftichting , of immers by „ dapper toedoen , des Gemeenen .Mans , ., heeft zien invoeren, en ook hedendaagsch „ niet de minde kunst der Steedfche Regee„ ringe, in 't handelen en gerusthouden der „ menigte beftaat, zo kan het geenzms on„ leerlyk fchynen , den opgang , loop en „ afloop van dergelyke beroerten,en tefrens '„ de middelen, misflagen en verzuimenisfen, 9, waar door zy gefluit of geftild, gewak„ kerd , of onverhinderd gebleeven zyn, „ befcheidenlyk voor oogen te ftellem" Het bevreemde den Leezer niet aan den voet van veele bladzyden de Nieuwe Nedertendfche Jaarboeken gemeld te vinden: want,  DE SCHRYVER AAN ZYjJE want, daar wyj naa ook veele andere Schrift ten geraadpleegd te hebben, doorgaans de bedoelde gevallen, hier te Lande, daar desgelyks opgetekend, aantroffen» oordeelden wy het beter, zo anderen mees byzondeis opleverden, het by die aanhaaling te laaten berusten, dan een aantal by een te voegen* die geen gewigtaande zaak konden byzetten: te meer oordeelden'wy dit de beste handelwyze, omdazdie Jaarboeken een Werkuitmaaken, 't geen eene algeraeene hoogagting , om niet te zeggen gezag, verworven heeft: en 't zelve, als zodanig, in de meeste tegenwoordige Schriften, onzen Staat betreffen.le, wordt aangehaald, en de Souverain 'er foms zich op beroept. — Deeze Jaarboeken zyn ook de Verzamelplaats van Staafsititkkën en Oorfpronglyke Befcheiden, welke wy by lange na altoos niet geheel konden, of, overeenkomftig met den aart onzes Werks, mogten uitfehryven. Wy moesten 'er zo veel uit ontleenen als tot opheldering der gevallen diende; en hebben ze meermaalen, wanneer wy ze van dien {tempel vonden-, dat een groot gedeelte, of eenige afzonderlyke brokken, woordlyk verdienden vermeld te worden , afgefchreeven, en dan ook onzer penne wel eens geen zuiver Nederduitsch laaten ontrollen, 't Kwam naamlyk, by zommige gelegenheden, aan op Ywoord,'dat in 'e  LAND-en TYDGENOOTEN. xni Gnduitsch uitgedrukt, niet altoos door een Duitsch woord, juist van die zelfde betekenis en kragt, kon vervangen worden: dit door omfchryving te verhelpen, dagt ons noodloos , en het veelgewaagde fineeden van nieu- • we woorden, oordeelden wy gemaakt. De op zuiver Nederduitsch gefielde Leezer houde ons dit ten goede; wy hoopen dat hy anders , in ons Werk, over geene verwaarloozing van Taal zal te klaagen hebben; en ook die kleine wanflallen gunflig over 't hoofd zien, in zodanige gedeeltens van ons Werk, waar wy Aanfpraaken en Vertoogen van waardige Vaderlanders, en anderen, meest met hunne eigene woorden, nederflellen. Aanfpraaken en Vertoogen , dikwyls meer de ta-d van 't Hart dan die der Kunst, en waar in wy ons fchaars, dan ter opkortinge, eenige verandering veroorloofden. Deeze in onzen eigen ftyl en taal te brengen, zou het eigenaartige — wat zeg ik — het waars, — weggenomen hebben. Gebrek aan oorfpronglyke Befcheiden, flelde Oude Gefchiedfchryvers vaak in de onmogelykheid, om de Perfoonen, door hun fpreekende ingevoerd, de eigen woorden in den mond te leggen: zy moesten Aanfpraaken vormen, en, zo veel mogelyk, met de Characlers en omstandigheden overeenbrengen. — Wy hebben de Stukken in handen, en ze maaken, ter fnee- de  ' Xt7 DE SCHRYVER AAN ZYN B de ingevoerd, onzes inziens, de treffendfte gedeeitens der Gefchiedenisfe uit: wy voelen daar by het meeste, en het Verhaal blyft voor kwyning bewaard. Dat deeze aanmerking, is het anders noodig, diene, om ons tegen het verwyt van Onkundigen, die niet gaarne veele aangefiiptè plaatzen in eene Gefchiedenis ontmoeten, 'te dekken. Wat de Schriften betreft, die met deeze onze Faderlandfche Historie het aanzien eener Gefchiedenisfe deezes Tydvaks hebben; hadden wy dezelve voldoende, en geheel eenItemmig met ons Plan gevonden, of bemerkt datgy, myne Land- en Tydgenooten! daar mede voldaan waart; ik hadt deezen Letterarbeid niet aangevangen, en zou de Uitgeever de kosten der Uitgave niet gewaagd hebben, 't Zy verre dat wy dus , met ééne meesteragtige penneflreek, iet aan de waarde dier Voortbrengzelen zoeken te onttrekken: wy weeten maar al te wel dat een volgende dergelyk een flreek over ons Werk kan haaien; en dat het dus ten aanzien van de weezenlyke waarde of onwaarde dier Werken niets betekene; doch zo veel zegt het, dat wy in die ongenoegzaamheid voor ons en voor veelen uwer, eene reden vonden om de hand aan 't werk te flaan. Wy zullen ons verder niet uitlaaten over deeze Schriften, de waarde van eenige erkennende, wel ver- ze*  LAND- en TYDGENOOTEN. xt zekerd dat het luttel zou betekenen, —- wat fehryf ik? — dat het by U, niyne Land- en Tydgenooten! een ongunftig vooroordeel tegen ons Werk moest inboezemen, indien wy, by den aanvange, de agting van 't zelve op de puinhoopen van eens anders nedergeworpen agting zogten te bouwen, —in het Ryk der Letteren heeft ieder zyne denk- en fchryfwyze vry; en ook vryheid van oordeel, waar aan wy onzen arbeid mede moeten onderwerpen. Doch ik kan niet voorby, Land- en Tydgenooten ! U nog eenig nader verflag van ons Werk te geeven, buiten 't geen gy in eene zeer korte inleiding zult vinden, wegens het beftaan om de Gefchiedenisfen onzes eigen Tyds te befchryven; 't geen misfchien met overwigt van reden , ftout genoemd wordt, fchoon dit Werk, tog nog, zonder den naam des Opftellers, het "licht ziet. —* Wy ondernamen het den grooten wagenaar te volgen -— van verre te volgen , wel weetende, dat wy zynen zo eenvoudigen, klaaren en geheel kunstloozen ftyl, (zo"niet de kunst hier de kunst bedekte,") in geenen deele bezaten. Gemaakt tog zou het weezen, en de gedrongenheid allerwegen doorftraalen , indien iemand het ondername en het hem eenigzins gelukte, dien Schryftrant op de hielen te volgen, en zyn eigen te laaten  xvi be SCHRYVER aan Z*Bi£ " ten vaaren. — Mannen, op wier oordeel wy afdurven, een gedeelte onzes Werks gezien hebbende , keurden, zo wy eenigzins ten oogmerke hadde , wagenaars voetftappen te drukken, onze Schryfwyze, op vericheide plaatzen, te vuurig; fchoon wy bekennen moesten ons vuur menigmaalen geniaatigd en veele plaatzen der loopende penne, in'teerfte opflellen, ontvloogen, doorgefchrapt te hebben, was 'er ruim genoeg in gebleeven , om den altoos gemaatigden en bedaarden wagen aar, eenigermaate, mag ik zo fpreeken, op zyde te blyven. Maar, myneLand- en Tyd-, myne Lotgenooten , kon koelheid ons deel blyven op het befchouwen en nagaan van de Lotgevallen , welke wy bebben moeten beleeven ? Hoe zeer wy ons de Wet van Onzydigheid, als eene eerde pligt voorfchreeven, zou het eene gansch wraakbaare koele Onverfchilligheid , van Onzydigheid zo hemels breed onderfcheiden, geweest hebben , die Lotgevallen hartstochteïoos te boek te ftellen. Immers , ik fchryf dit niet om de oude wonden, by voorraad, open te krabben, daar ze onder het leezen der Historie zelve, zeker meermaalen zullen bloeden; doch roer het aan om myne Schryfwyze te billyken.. Wiens Ziel, niet geheel van Vaderlandliefde ledig, kon naalaaten, met ver- ont*  LAND-:en TYDGENOOTEN. xvn ontwaardiging> en grievende fmert, vervuld te worden, als hy, naa dat onze Zeevaard zo geweldig geplaagd, naa dat onze Vlag en het Grondgebied van den Staat, in vollen vrede, meerraaalen gefchonden waren, ons Vaderland door ecnen onregtvaardigen en bondbreukigen Oorlog overvallen zag; toen onze tronie Vyand, trachtende heerfchappy te voeren op den vryen en breeden Oceaan, ons denzelven te benawd maakte, en de verregaandfte mishandelingen aandeedt; met alle de jammerlyke gevolgen daar uit ontftaan, welke ons deeze Gefchiedenis in het breede zal moeten opleveren. Eene nauwgezette Tydorde, door zommige Gelchiedboekers, op het voetfpoor van thucydides, geyolgd, hebben wy gemeend niet te moeten aankleeven; maar liever,opde wyze van den Vader der Gefchiedboekeren, kerodotus , Zaaken van een en dezelfde natuur,alsdeTydperken niet te wyd van elkander liepen, byéén gevoegd:en van het anders broklige, zo veel mogelyk, een geheel gemaakt. Schoon wy, fomtyds, daar de Gebeurtenisfen niet binnen één Jaar,onzer in 't oog gehoudene Hoofdafdeeling,afiiepen, den nedergelegden draad,in een ander weder hebben moeten opvatten: dan wy hebben het altoos tragten te doen op de minst hortende wyze, Hoe verre Wy hier in flaag- ■ den,  xvm SGHRYV. aan zyne LAND- en TYDG. den, ftaat niet ons, maar u, myne Land-0en Tydgenooten, te beoordemlgn: iets, ter uwer onderrigtinge, dienden wy 'ervan"te zeggen. De Uitgeever zal niet in gebreke blyven om aan 't Werk a|le netheiden voegelykcieraad by te(zetten, daartoe moeite, noch kosten ontzien. Dit Deelftrekt'ev van ten Pvoeve En wy kunnen u-verzekeren, dat dkt wmrk mgt$allen mogelykenvpoed zal wóreenvoordge~et. Uwe aanmoediging, myne Land - en lydcrenooten! door het gunftig ontvangen van deezen onzen arbeid, zal onzen y ver ten prikkelenden fpoorllag (trekken. Dat de groo- te albestüurder U, deUwen, en den Lande in veilige hoede neeme, is -myne dagelykfche Bede , en , ten flot, myn hartlyke Wensch. m  INLEIDING Schoon het Tydperk , op 't welk onze Gefchiedkunde te rugge ziet, om 'er eene Historie van te vervaardigen , kort zy, en flegts eenige weinige Jaaren bevatte ; fchoon het Gewest, tot voorftelling van welks Lotgevallen zy zich voor-1 naamlyk bepaalt, eenen kleinen omtrek hebbe, en als een flip voorkome, in vergelyking van andere Ryken en Staaten> met welke deszelfs Lotgevallen in eenig verband ftaan; zal egter, zo de verbaazende menigte van gebeurtenisfen , als derzelver wonderbaare zamenloop , in zulk een eng Tydvak, op zulk een be^ paald Tooneel, êlks aandagt wekken, uitlokken , en gaande houden. De Vaderlandsliefde, den Batavier aangebooren, en gloeiende in de harten aller egte Afkomelingen van dien eerwaard^ gen Stam, ftelde altoos groot belang in 's Lands gefchiedenisfen ; de vroegere , de laatere , worden met greetigheid gezogt, geleezen, en niemand is, ten opzigte van de tegenwoordige, onverfchib lig, of den naam, den eerlyken naam, van Nederlander onwaardig. Hoe zeer het veelvuldige en allen in 't oogloopende zwaarigheden in hebbende 1. deel. A Ge- [ÏSTLÉP DINGs  INLEIDING, 2 INLEIDING. Gefehiedenis zyns eigen Lands, en-zyns eio-en Tyds, tè boeken 5 daar veelen van deb oor- en ooggetuigen der verfche Gebeurtenisfen nog leeven; daar veelen der Perfonaadien, welke de hoofdrollen ipeeiden, of mindere volvoerden, nog m bedryf, of althans in weezen, zyn; en alles op verre na hun niet tot eere kan geduid worden; daar de Partyfchappen, de broeinesten van veel onheils , nog woelen, en een Land, door Eendragt alleen te behouden, zoeken te bederven, flaa ik, nogthans, de hand aan't werk, verzekerd, dat het fchryven van de Gebeurtenisfen zyns eigen Lands en Tyds ook zyne voordeden heeft, welke de gemelde, en andere zwaarigheden, ryklyk ku* nen opwegen en vergoeden. —1— My hier op Voorgangers te beroepen , aan welken het niet ontbreekt, zou, door 't vermelden hunner doorlugtige Naamen, naar verwaandheid fmaaken , genoeg is het alleen aan te merken, dat die gclyktydio-- en nabyheid ons in ftaat fielten om tot de Bronnen zelve te gaan, en veele kleine Byzonderheden , welke niet weinig toebrengen tot het veroorzaaken van groote Gebeurtenisfen 5 doch, binnen een kort tydsverloop, in 't vergeetboek geraaken, op te tekenen, met de gevolgen daar uit voortkomende, welke anders veelligt als op zich zeiven ftaan , of afgeleid worden uit beginzelen , die daadlyk geen plaats gehad hebben , en alleen gebooren zvn in het hoofd van 55 den  INLEIDING. 3 den ftouten «Staat- en Gefchiedkundigen gisfer, die, in zulke gevallen, eer een Werk der verbeelding vervaardigt, dan eene Gefchiedenis opftelt. Gefchiedkunde tekent $ met eeiie getrouwe hand, het gebeurde op , Waarheid en Onpartydigheid ftaan aan haare zyde, zy dingt na de Eer om der Nakomelingfehappe, de beste en volkomenfté berigten te geevöfl , waar door dezelve zich als in de vroegere tydskringen kan plaatzen; boven af ftelt zy het zich ter hoofdtaak, zo veel mogelyk , de Roerzeis der daaden te onderzoeken, de Gebeurtenisfen met de Charaérers te veréériigeii, in zo verre zy aan elkander licht kunnen byzetten, 't welk zeer dik^ werf het geval is, en den Gefchiedichryver kenneïyk onderfcheidt van den Dagregister- >en den Jaarboekmaaker, die hem de ftoffe tot zyn arbeid aandraagen, wier onvermoeide dienftén hy dankbaar erkent. Niets anders,- niets minder, Landsgenooten , is ons doel in deeze Bladeren,mogen wy het befchieten, wy zullen voor u iets nuttigs, en, zo'wy nederig vertrouwen , iets aangenaams , en voor ons zeiven, iets loflyks verrigt'hebben. De Tyd gaat nog zwanger van Lotgevallen, welke, volgens ons bcftek, plaats moeten vinden in dit Werk. De Voorzienigheid , welker altoos aanbiddelyke hand, veele zaaken ten kwaade van ons dierbaar Vaderland gedagt, en op de verA a del- INLEIDING.  4 I N L E I D I NO. INLEIDING» D E delging van deszelfs Koophandel, Zeevaard en Vryheid gemunt, ten beste keerde , houde het oog ten goede over ons geflaagen, op dat wy, Jaaren van vernedering, en verfmaadheid, befchreeven hebbende, Jaaren mogen boeken in welke Nederlands oude luister met vollen glans aanbreeke, en onbeneveld in 't oog Fcrryne dier Volken, wier fnoode toeleg mislukt is, en de Aterlingen, die het Vaderland in eigen boezem gekweekt heeft, van fchaamte doe bloozen, over het medewerken tot den ondergang van een Gemeenebest, welks opkomst, beftaan en volduuring altoos de verwondering des oplettenden Belchouwers verwekte.  D E REPUBLIEK der VEREENIGDE NEDERLANDEN. EERSTE BOEK. INHOUD. Vreede. deezen Lande heilzaam. Lang genot van denzelven en verbastering der Landzaaten. — De gefleltenis der Groot-Brïttartmfch Noord- Americaanfche Volkplantingen. Zy genieten Vryheid. Deeze belaagd en verdrukt door Engeland. Zy blpeijen , ondanks die bezwaar en. Verknoglheid derzeiver aan hit Moederland. De NoordAmericaanfche Volkplantingen door Engeland fchatting fchuldig verklaard. Vrugtlooze poogingen om des bcvrycl te worden Hoe zommigen in Engeland dat fiuk inzien Met geweld gedwongen. Strydig met de Reg ten van Èritfche Onderdaanen behandeld Vergadering te Philadelphia gehouden,; Al hsfchikt zich tot eenen Oorlog tusfchen Groo Brittan je en Noord-America. UUw:rkzei van deezen Volksiwist by andere Mogenht den Het gevaar van Engeland byfiand t A 3 h I. BOE K. r e  6 DE REPUBLIEK DER I. boek. bieden. Overweegingen wat ons Gemeenebest, in dit geval, te doen ftondt; verfchil: lende gevoelens daar over. Frankryk en Spanje neemen deel in deezen Volkstwist. Onzydigheid het belang der Fereenigde Gewesten . Watervloed des jaars mdcclxxv. Eeuwfeest van Leydens Hooge School gevierd. De Maatfchappy der Nederlandfche Letterkunde te Lcyden in hooge befcherming genomen. De Haringvangst begunfiigd. 't Verloop der zaaken op Suriname. Oproer op Walcheren gedempt. De Noord Amc- ricaanen rusten zich meer en meer ten Oorlog toe. Begin der openbaare Fyandlykheden in Noord- America. Ferflag van den Generaal Washington. Engelands nader Oogmerk om de Noord- Americaanen met ger weid te onder te brengen. Engeland vordert de Schotfche Brigade van den Staat. Taal van Jonkheer van der capellentot den pol te dier gelegenheid. Foordeelige Handel op St. Èuflatius. De Fyandlykheden tusfehen Spanje , Frankryk en Groot - Brittanje neemen eenen aanvang. Frankryk treedt in Plandelgemeenfchap met de Noord - Americaanfche Folkplantingen. De Fereenigde Gewesten blyven onzydig. De te 'Onderbrenging der Noord- Americaanfche Volkplantingen in Engeland befooten. De Noord - Americaanfche Staaten verklaareu zich Onafhanglyk, en vormen een nieuw Gemeenebest. Öntw.erp ter Ferééniginge. Hun gedrag gelaakt en gepreezen. De Engelfchen 'beiemmeren den Handel en Zeevaard van dee-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. ? deezen Staat. Dringend aanzoek van den Ridder yorke om alle Gemeenfchap tusfcfien deeze Gewesten en de Noord-Americaanfche Volkplantingen te weer en. Si'egt« flaat der zaaken op Suriname. Het O&roi der Oost - Indifche Maatfchappye verlengd. Het Regt van Aubaine tusfchen Frankryk en Zeeland vernietigd. Felle koude , waarmede het Jaar mdcclxxvi begon. Watersnood in 't Najaar. Oprigting van de Maatfchappy ter bevordering van den Landbouw. De Oorlog met den Keizer van Marocco geëindigd. Klagten over de toeneemende Zeeroovingen der Engelfchen. Staat van 's Lands Zeemagt. Schaarschheid van Zeevolk. Plakaat om die te verminderen. Handelnadeelen. Aandrang op het vermeerderen der Zeemagt. Zyne Hoogheid legt een bezoek af by de Admiraliteit van Amfterdam. Gaat tiaar Friesland, Groningen en Drente. Koopt de Heerlykheid Borkelo. Klagten der Engelfchen over den Bevelhebber van St. Eufatius j. de graaf. De Bevelhebber beantwoord deeze klagten. Men maaki van deezen Twist een zaak van Staat. Y o rke klaagt over dit Bedryf'op St. Eufatius. Hoe dit hier word opgenomen en tot genoegen van Engeland beantwoord. Zwam kleuren met welke men de Kooplieden hier n Lande afmaalt. Nadere bepaalingen wegen: het vervoeren van Oorlogsbehoeftens uit dee ze Gewesten. Yorke poogt tweedragt t< zaaijen en zynen Aanhang te fiyven. Toe neemende Vyandlykheden tusfchen Frankry* A 4 « I. 5 o ek. » 't t  8 • DE REPUBLIEK DER ï, PO EK. Vrede doezen Lande Jieilzaarj en Groot-Brittanje. Engeland^aangroeiende verbittering. Krygsverrigtingen in Noord-* America in den Jaare mdcclxxvil Verwarde Staat der zaaken op Suriname. J, van riem s d yk Gouverneur Generaal van Neêrlands Indie. Sterft, en wordt door r e in ie r de klerk Opgevolgd. P, van bleiswyk op nieuw tot Raadpenfionaris aangefteld. Jonkheer van der cap ellen tot den pol levert een Vertoog in over de Provinciaale Commisfien in Overysfel. Het daar over voorgevallene. De Koophandel op Duitschland met een gevoeligen /lag gedreigd; doch geweerd. De Walvischvangst bevoordeeld. De Haringvisfchery op nieuw bcvoorregt. Aanleiding tot 'het oprigten van den Qecohornffchen Tak. Vöorfag deswegens en Aanpryzende aanfpraak. Drift der Landzaaten tot bevordering. Faderlandfche Maatfchappy te Hoorn opgerigt. Laken - Fabriek te Amersfoort aangelegd. Zydeteelt te Zutphen ondernomen. De Inenting der Feeziekte krygt meer en meer opgangs. 't Is Vrede, beminnelyke Vrede , die , met den ftoet van Volkszaligheden, doorgaans het heil van Ryken en Staaten opl' levert, en boven al een Handeldryvend Gemeenebest, als dat der Fereenigde Nederlanden , voegt. Oorlogen van een en langen adem heeft het, wel is waar, by de&  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 9 deszelfs oprigting, moeten voeren , en zich , naa dat het gevestigd was , dier b woede niet altoos kunnen onttrekken, om het eens verkreegene te behouden, en te verdeedigen tegen de inbreuken van Heerschzugt en Dwinglandy. In den wisfelkans des Oorlogs worden zomtyds voordeden bevogten 5 doch ze zyn, voor een Staat, als de onze, meestentyd kortftondige flikkeringen van Geluk, die geen blyvenden zegen agterlaaten 5 wanneer de Kryg woedt, behaalen, door een» wonder gemengelden zamenloop van omHandigheden , eén%en aanzienlyke winften , uit dien brand, en eene enkele Handcltak bloeit; doch de overige worden sefchroeid , en de Algemeene Handel der Landzaaten , waar aan 's Lands welvaard verknogt is, kwynt te deer- lyk. , ' Een reeks van Jaaren gcnooten deeze Gewesten dat Volks - heil; het woord ' Oorloo- was alleen den Nederlander ten opziote van andere Volken bekend, 's Lands Jaarboeken leverden niets op dan het wedervaaren van een Volk, dat, in vollen Vrede gezeten, gefchapen fcheen om die zeo-enin^en ongeïloord te fmaaken ; en , bleef het niet ten opzigte van zichzelven ■in gebreke, te vermeerderen. Wedde uit Overvloed gebooren , Verwytdheid uit- Weelde geteeld , dreigden een inwendig verderf; doch 't geen zeer langzaam werkt, wanneer geen van buiten aankomende oorzaaken, de kragt van dat A 5 ver- I. DEK. Lang genot van ienzelven: en Zedeverbasteringder Landzaaten.  io DE REPUBLIEK DER I. POEK. vergif vergrooten en verdubbelen. Een diepziend uog ontdekte eene toeneemende verbastering in de Zedelyke gefteltenisfe des Landaarts. Werkzaamheid, die oude Characiertrek der Nederlanderen , hadt haare vecrkragt, fchoon merkelyk verminderd, niet geheel verloorcn j doch reeds , zints lang derfde zy haare metgezellinne, deftige Zuiniglieid , door den losvonnisfenden Vreemdeling , meermaalen, hoe zeer ten onregte, met den naam van Gierigheid beftempcld. Rykdom, het voortbrengzel van noesten yver en wel te raade houdende Spaarzaamheid, baarde , op zyne beurt, Hoogmoed, Pragt, en Overdaad, Volks-heil verflindende Gedrogtcn, die, was 'er geen zweemzel van de oude Bedaardheid en Bezadigdheid, by het beste deel overgebleeven, voor lang, het verderf van deezen Staat zouden berokkend hebben. De Nederlander, zo koelzinnig en ongevoelig afgebeeld, door het penceel van oppervlakkige Volks-vertooners, die het zich vermeeten , uit eene gedeeltlyke befchouwing, een algemeen oordeel te vellen , kon de bekooringen van aantokkelende Wellust niet wederftaan : hy liet zich, door uiterlyken fchyn, bekooren waare Befchaafd- heid, de Gezellin der Deugd, die den Geest met Kieschheid vervult, finaak voor 't weezenlyk fchoone kweekt, Ruwheid verbant, en het zout der zamenleevinge mag heeten; daar zy ten behoedmiddel te-  VEREENIGDE NEDERLANDEN, it tegen veele Ondeugden ftrekt, werd ongelukkig vervangen door valfche Befchaafdheid, die door losfen zwier en bevalligheden , behaagt, de Ondeugden kunftig optooit, en onder een vermomde gedaante , ten pest der Maatfchappye , zo behendig inleidt, dat men het bedrog menigmaal eerst gewaar wordt, wanneer het tydfïip , om zich daar tegen te hoeden, reeds veritreeken is. Deeze vondt, in de opeengeftapelde rykdommen , het gereediïe" en ïterkst werkende middel om den Landzaat af te troonen van het heilzaam middelfpoor, een gcruimen tyd betreeden, met al dat weezenlyk'genoegen, en genot des leevens s 't geen daar op , in de ruimfte maate , gevonden wordt. Wat eerst bedrooge zwakheid was, veranderde in gevestigde wellustige Begeerte en flaaffche Hebbefykheid. De Op. voeding floeg een weg in, gefchikt om de oorfpronglyke Volksdeugden geheel te verbannen.' Eene Volgzugt van Buitenlanderen, niet in het goede, 't welk men van hun kon ontleenen, en 't geen ftyfzinnigheid alleen wraakt; maar van het llegte, dat een beftendigen affchuw hadt moeten baaren, dreigde de voltooijing van 't geen nog aan de Zede - verbastering en ondermyning van den Godsdienst, ontbrak. De Eerwaarde engelberts, die, in denjaare mdcclxiii de Verdeediging van de Eer der Hollandfche Natie gefchreeven hadt, en twaalf jaaren laater, deeze met I. 5 OEKr  is DE REPUBLIEK DER I. BOEK. met eene nadruklyke Nareden vermeerderde, mogt met regt, betuigen, „kun„ nen twaalf jaaren zulk eene aanmerke„ lyke verandering te wege brengen, wat „ zal het dubbel, het driedubbel getal „ van jaaren kunnen uitwerken ! ó Gy, in wier muuren, de Mode haaren throon „ heeft opgeregt, haare dwinglandy oe„ fent, en voor de gevaarlykfte Afgo„ den $ Tempelen en Altaaren gefticht „ zyn, zyt dubbel op uwe hoede, treedt », te rugge , zo gy voorneemens waart, s» met eene volftrekt verblinde en betoo>» verde menigte, uwe knien te buigen, s> uwe offerhanden toe te brengen; treedt » te rugge, eer gy u zeiven, eer gy sj uwe Steden in een onoverkomelyk » verderf inwikkelt, en ook uw Vader" land, wanneer deszelfs voornaamfte 'a welvaard - bronnen zyn opgedroogd , » met al deszelfs Inwoonderen, ook on■>■> fchuldige Inwoonderen , ongelukkig „ maakt" (*). Te veel waarheids werd 'er gevonden in de zeer vergrootende en veel te algemeen ter nedergeftelde . Characlcrfchets der Nederlanderen', ten deezen tyde , gevloeid uit de meesterlyke penne van den Abt raynal. „Hoe zeer," fchryft hy, van de oude Zeden gefprooken hebbende , hoe zeer zyn deeze Zeden reeds „ ontaart en verbasterd ! de byzondere (*) Zie dit dubbelleezenswaardig Werkje, hl. in.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 13 & Belangen , die , door hunne verééni, o-inS, gelouterd worden , ftaan geheel l op zichzelven , en het Zedebederf is alo-emeen geworden. — Laagheid, „ Ontaarting, en Kwaade Trouw ,, zyn „ heden ten dage , het deel der Over„ winnaaren van philippus. Zy dry„ ven handel met hunnen Eed, even als „ met een Koopmanfchap, en zy zullen 3, het uitfchot van 't Heelal worden, t „ welk zy over hunne Werken en Deug- „ den hadden doen verbaasd ftaan. ,, Menfchen , der Regeeringe , onder „ welke gy leeft, onwaardig, beeft ten „ minften voor de gevaaren , die u om„ ringen! Met de ziel van een Slaaf is „ men niet verre van de Slaaverny. Het „ heilig vuur der Vryheid kan alleen „ door zuivere handen onderhouden wor„ den. Gy leeft niet meer in die tyden 5, van Regeeringloosheid, toen de Vor, ften van Europa, allen even zeer wederftreefd door de Grooten van hun „ Gebied, hunne verrigtingen, noch mei „ geheimhouding, noch met eensgezind „ heid, noch met fpoed, konden vol„ voeren, toen het evenwigt der krag „ ten alleen het uitwerkzel zyn zou var hunne wederzydfche zwakheid. He " gezag , in onze dagen , onaf hangly , kef geworden, ftelt de Monarchen 11 ' 't bezit van voordeelen, welke eci Vrye Staat nimmer zal genieten. Waa "9 mede kunnen de Bewoonders van ee: Gemeenebest, deeze gedugtc meerdci „ hei I. boek. 1 d  f4 DE REPUBLIEK DER BOEK. „ heid tegengaan? Met Deugden ; maar' n gy hebtze niet meer. Het bederf uwer Zeden en uwer Overheden, maakt over„ al de Lasteraars der Vryheid ftoutmoe- dig , en uw heilloos voorbeeld doet i7 mislchien de keïens van andere Nati5, en nog vaster fluiten. ■' • Wat wilt gy dat men den zulken zal antwoor,j den, die , uit kwaade trouwe, of uit gewoonte , ons dagelyks te gemoete „ voeren, zie den Regeeringsvorm, wel,j ken gy zoo hoog verheft in uwe s, Schriften , zie daar de gelukkige gc- volgen van bet flelzel der Vryheid, u zo ^dierbaar , by de gebreken, welke' gy der Overhcerichinge verwyt, hebj, ben zy één Gebrek gevoegd, welk ze s, allen overtreft, de Onmagt om het „ kwaad te beteugelen. Wat zal men hier op antwoorden ? 't geen wy al„ reede gezegd hebben. Dat het bederf der Gemeenebesten een heilloos uit- einde heeft, den overgang naamlyk 5, van Ongebondenheid tot Slaverny, en ,, dat zy ten laatften voor altoos verval- len in den rang dier te ondergebragte s, Volken, wier bederf geen eindpaal meei )7 heeft (*)". Gerustheid te midden van over 't hoofd hangend gevaar was de zorglyke ftand der Landzaaten , den Oorlog ontwend, en,- (") JVygeerige en Staatkundige Gefchiedenn dsl beide Itidiëii, I. Deel, 11, Stvk, bl. 314 enz-.  VERÈENIGDË NEDERLANDEN. i$ en , om die of ter Zee, of te Land te voeren , even ongereed. De heilzaame Staatsies, om, te midden van den Vrede, aan den Oorlog te denken, lag verwaarloosd, en met een jaarreeks van Vrede dieper en dieper in de vergetelnis bedolven, De Vryheid , door Zedelyke en Staatkundige oorzaaken, hier zo veeg ftaande, fcheen na een ander Werelddeel te zullen verhuizen , en gereed om in America, den hier waggelenden Throon op te richten. De gefteltenis der Engelfche Noord-Americaanfche Volkplantingen, ten opzigte van het Moederland, verdient hier, met weinig trekken , gefchetst te worden , als de aanleidend e" oorzaak eener Staatsomwenteling in dit Tydperk, die de oogen van geheel Europa tot zich trok, en een Oorlog deedt ontltaan, op welks tooneei wy eerlang eene zo vreemde en onverantwoordelyke rolle {peelden (*) Niet (*) Geene andere dan Hoofdtrekken kunnen epgeeven : wat de byzonderheden aanbelangt, wyzen wy onze Leezers tot iiaynil's Revolution de CAmerique; by welke wy ter leezing aanpryzer. The Remarfts «ƒ' thomas payne , door dec Heer cerisier in 't Fransch overgezet onder der tytel: Remarquss J'ur les Erreurs deCUijhire Philofuphique & L'olitique de M.s.I.RAïMA!,, par rapport aux affaires ate CAmetique bepuntrionak &c. — Ds Gefchiedenis van het Gefehil tmfchen Groot-Brittanje en America, zedert deszelf s oorjpi ong, in den jaare 1774 tot op den tegenweo-digen tyd* door zym Excellentie den Heer joHN apams, Schildknaap, tl Amjlerdam in den jaare 1783 un The Remembrancet vertaald uitgegeeven, ichenkt ons een zee? ieezens waar I. BOEK.  ï6 DE REPUBLIEK DER I. BOEK. Niet weinigen, doch alleen de zodanigen , die doof voor de ftem der Rede , des Regts en der Menschlykheid waren, hebben de Inwoonders der Engelfche 3 Noord-Americaanfche Volkplantingen met den haatlyken naam van Rebellen beftempeld, en hun doen als het werk van Weerfpannelingen uitgekreeten. Zy hebben moedige Verdeedigers gevonden, om hun van die aangewreevc blaam met de Pen te zuiveren, zy kweekten Helden in hun eigen boezemdie het Regt met den Degen tegen Verdrukking verdeedigden ; zy kreegen hulpe van buiten om 't zelve te handhaaven , en de Voorzienigheid heeft al dit poogen der worftelende Vryheid met eenen gezegenden uitflag bekroond. Menfchen, haatlyken Geloofs- en verfoeilyken Staatsdwang ontweeken, na een ' ander' Werelddeel verhuisd , om vryen adem te haaien ; moedige onderneewaardig verflag dier groote gebeurrenisfen. De Schryvers van het geagte Engelfche Maandwerk The Vniverfal Magazine hebben in Oét. 1776 en volgende Jaaren, ons gegeeven en vaaren nog voort, met ons op te leveren, A concife Hijtoi y of the Origin and l'ro* grrfs of the pre/ent unhappy Difputes between Great Brit t ai n and the American Coloiries. Op eene vertaaling hier van heeft men ons hoope gegeeven. En lust het iemand dit ftuk wysgeerig behandeld te 2ien , hy zal voldoening kunnen vinden in de A m* inerktngen over aen Aart d^r Burgerlyke Vryheid t over de gronden der Rpgeering ,en over de Regtvaar* dtf>hcid en Staatkunde van den Oorlog met America, van richard price, ons bezorgd door johan derk liaron van der capellen.  VEREENIGDE NEDERLANDEN, i? neemers van de Bevolking eener nieuwe wereld , hadden wettige Handvesten ,: Voorregteh, eh Vergunningen, by welke hun, zonder eenige tydsbepaaling, Vryheden, in zulk eéhe gefteltehisie onweigerbaar , werden toegeftaan. Zy ieedeh alle die onaangenaamheden, zy droegen alle die bezwaaren, welke onaficheidelyk zyn van eerst opkomende Staateri , niet zelden met armoede eii gebrek worltelende. Uitgeftrekte Landfchappen lagen Voof hun open; doch niet ontgonnen, moestert zy door zwaaren arbeid een onvrugtbaaren grond iri eèh vrugtbaaren hervormen; Omringd door wilde Jmericaanen, wéndden zy allé moeite aan óni deezen doof Vriéndlchap en Menschlievenheid te verpligten, én mét de beste banden aan de belchaafdéfé Maatfchappyeh van Europa te hegten. (*)' . , ' Hét Moederland zag déezan arbeid zyher noeste Kinderen met lïreelend genoegen, eri oogstte de voordëelen daarvan in. zonder te deëlen in dé verdrietigheden er moeite, welke deeze onderneemingen ver gezelden : hun alleen die befcherming ver leenende,Welke het eigenbelangvorderde Maa (*) Wie onzer Leezeren van deeze byzonderhede: een onderfcheiden en aandbenlyk berïgt werischt aa te treffen, zal dien wensch vervuld vinden, in d Brieven van eenen Americaanfchen Landman va Carlisle in Penfüvanien, gefchreeven aan een zyne vrienden in Engeland, behelzende den Toeft'and, Ze den , Landbouw en Gewoontens der Imvoonder.en va, eenige der nu Vereenigde Dertien Gewesten van Nvörc, iimerica, voor eh in den nü geëindigden QórlogS I. DEEL B iOEK. I I t r i  18 DE REPUBLIEK DER i BO E K. Maatigheid en Vrede bewoonden de Volkplantingen. De Detigden dier fobere wereldbevolkeren werden, naa een afloop van Jaaren en Eeuwen, met den gezegendften uitflag bekroond, zy genooten het hooge voorregt der Vryheid. Een der Leden van het Engelfche Parlement mogt, met overwigt van reden, zeggen. „ Ik zie Noord„ America aan als de eenige groote Kwee„ kery van Vrylieden op den ganfchen „ Aardbodem. Wy zagen de Vrylieden „ van Poolen en Zweeden, in het verloop „ van een jaar, weggenomen, door ver„ raad en overweldiging. De vrye Steden „ van Duitschland zyn als zo veele nog „ weinig fchitterende vonken, die de een „ naa de ander uitgaan, en alle, binnen „ kort, zullen verdoofd worden, door de verwoestende grootheid haarer Nabuujen. Holland "is weinig meer dan een „ groote Handeldryvende Maatfchappy, „ met verdartelde Zeden, en een mtge„ put inkomen, klein van kragt, en nog „ min van moed. Zwitzerland alleen is „ vry en gelukkig in den nauw omring„ den kring van bergen en valeien. En „ wat Groot-Brittanje betreft, beroep ik „ my op de verborgene gevoelens van uw „ eigen hart, en ben genegen om het bes„ te te denken en te hoopen van de Vry„ beid, die my voorkomt in eenen zwak„ ken Haat te weczen (*> Een C) Zie een gedeelte deezer Aanfpraake in 't £«selscn opgegeeven in de Brieven van candidcs lil. D«el bl. 20 enz.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. & Een aaheengefchakeld ftelzel vanDwmgiandy en Onderdrukking, in de duisternis des Kabinets van 't Groot-Brittanjes Hof ontworpen, om de bloeiende Noord-Amerttaanfche Volkplantingen van haare Regten te berooven en aldaar een louter Krygskundig Staatsbeftuur in te voeren was reeds Jaaren in bewerking geweest * en begon zich , zints den Vrede des Jaars MDCCLxm , meer en meer te vertoonen. De in den Oorlog uitgeputte Schatkist van een door bovenmaatige weelde verzwakt Rykj wilde men vullen met de rykdommen uit deNieuWe Wereld, en den Koning eene willekeurige Magt over dit gedeelte der Onderzaaten in handen {lellen (*). Tót deezen Vrede hadden de Volkplantingen, 't zy uit verkleefdheid aan 't Moederland, 't zy uit onvermogen om zich te gen de aangroeiende verdrukkingen te verzetten ,-'t zy in gevolge van de doorgaande gewoonte der Volken, om dit niet te doer dan wanneer de overlast ondraagelyk wordt zich af hangelyk van het Parlement aange fteld^en geheel onderworpen aan defchik kingen, welk het deezer Vergaderinge be haagde, ten opzigte van derzelver binnen en bnitenlandfehen Koophandel te maaken en bepaalingen te ftellen aan de voortzet ting hunner Handwerken, zelfs van het ver vaardigen der noodigfte behoeften , waa to (*) Mén fla de Voorreden op van*jünius b'ri ïvjs voor de Verzameling van Stukken tot de xii Vereenigde Starten van Noord-Aweriea èetrekke.'y. B a h BO E Deeze belaagd én verdruktdoor Engelandi I i i r'  so DE REPUBLIEK DER t boek. toe de oorfpronglyke ftoffen by hun gevonden wierden. Schoon ryk van Yzer vóójzien, moesten zy het by lompe ftukken naa Londen zenden, om het, tot werktuigen vervaardigd, te ontbieden voor een pfys, dien 'er de verkooper op flelde, nog bezwaard met lasten, vragt en beitel geld. Het vervoeren van onbewerkte of bewerkte Wolle van de eene Volkplanting in de andere,. was volfbrekt verboden. De uitvoer der voortbrengzelen van de Volkplantingen en de invoer van vreemde Koopwaaren, Honden even zeer onder dwinglandfche beperkingen, hun belettende de voortbrengzelen ter hoogfle markt te brengen, of van de goedkoopfle in te koopen: waar door de prys der noodwendigfte behoeftens grootlyks fteeg; terwyl de dwang op de Scheepvaard gelegd om eenige goede^ ren, die men naa eene vreemde markt wilde voeren, eerst in eene Haven van Groot - Brittanje te ontfcheepen , vervolgens weder te laaden, met gevaar, kosten en tydverlies gepaard ging. Het is door deezen aangeftipten, in 't oogloopenden en onregtvaardigen Ha'ndeldwang, o-m van andere, even onbillyke Gezagsoefeningen, ftrenge Regelmaaten, en vermenigvuldigde wederhoudingen van Engeland over de Volkplantingen, niet te gewaagen,. dat de Hoofdflad van dat Ryk al het voordeel van den Koophandel der Volkplantingen aan zich getrokken, en zich met woeker fehadeloos gefield heeft voor de verleende befcherming, dezelve Be.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 21 bezwaard laatende met een zeer zwaaren fchuld. , , Doch, ondanks alle deeze tergende bezwaaren, ondanks alle deeze poogingen om de werkzaamheid dier opkomende Maatfchappyen te fnuiken, of liever zulk eene rigting te doen neemen, dat zy alle ten voordeele van het Moederland uitliepen, zagen zy de welvaard vermeerderen. den rykdom vergrooten, en de volkrykheid aanwasfen. Noord-America was er bleef de verzamelplaats der verarmden ei verdrukten,de Burgerlyke en Godsdienfti tê Vryheid daar genooten, uitgezonden % verdrukkende bepaalingen omtrent dei Koophandel, lokten veelen derwaards. I andere opzigtenhadt£«ge/!- »- ;n iet >t- nd of 11c in- :en  ea DE REPUBLIEK DER I. BOEK. Derzelver verknogtheid aan laet Moederland. i en welke middelen 'er voor handenwaren, bezorgden zy dit noodige, door ligt opbrengbaare belastingen. Zy mogtén veel eer als een Gifte der Burgeren, dan als een Schatting der Regeeringe worden aangemerkt , de Wetten werden 'er met eene meerderheid van ftemmen gemaakt; doch men moest twee derde deelen van de ftemmen hebben, pm eene Belasting op te leggen. Alles vertoonde het beeld eener volmaakte gelykheid; de vreed- en deugdzaame Bewooner der Volkplantingen genoot, onder de fchaduw der Wetten, al het geluk dat deeze Wereld, met haare onvolmaaktheden, kan opleveren. De Wetgeevende en Uitvoerende Magt liepen zamen tot bevordering van het algemeene welweezen en van elk hoofd voor hoofd, oefenende het verleende gezag met zo weinig partydigheid als mpgelyk was. Tot dus lang vergenoegde zich het Moederland met alle de voordeelen des Handels der Volkplantingen aan zich te trekken; en, fchoon het meerendeél dier bepaalingen door den Geest der Dwinglandye ware ingegeeven, klaagden de vreed- en werkzaame Noord-Amerkaanm des niet, of droegen dezelve met taai geduld. Vlyt ennoesr te arbeid vervulden het gebrek door deeze Vryheidsbanden, den Handel zo hinderlyk, veroorzaakt. De overige Regten en Vrydommen te mogen blyven bezitten , was in 's Volkplanters oog éene genoegzaame voldoening en rede om zich aan't oude |vloederlanda als daar aan door de heilig?  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 23 fte banden verknogt, verbonden te houden — Ta, 't geen tot een alleronwederfpreekbaarst blyk (trekt van de genegenheid, welke de Volkplantingen het Moederland toedroegen, en van derzelver verknogtheid daar aan,is de yver m denüorloo-,byzonder in het verdeedigen van^«rica, betoond. Zy deeden meer dan het Hof kon verwagten, vier en twintig duizend Man wierven de Volkplantingen met elkander, ten dienfte van den Vorst, die zv gewapend, gekleed, en op haare kosten, geduurende den Oorlog, onderhouden hebben: Eene Manfchap op veele aangelep-ene posten in de Nieuwe Wweid gebruikt, en hier door geoefend in den Kryg,welke naderhand, hoe ongezien toen , zo veel toebrat aan haar overlaaten zich te ontflaan van d B 4 Sr0(a i I. BOEK.  24 DE REPUBLIEK DER I. li O EK. NoordAmericadoor Engelandfchatting . chuldig yerklaard. groote fchuld, waar in zy zich geftooken hadden, of ten minften haar te gemoete komen door de fehaal des. Koophandels, zo zeer ten haaren nadeele doörflaande, eenige meerdere gelykheid te geeven ? Doch, verre vandaar, het voleindigen eens zegenvierenden Oorlogs deedt den trots der Groot-Brittannifche Staatsdienaaren zwellen en veel onderneemender, en verdrukkender worden. De Volkplantingen, in fledevan eene betere behandeling te ontvangen, zagen de plaageryen van het wan-: gunftig en ondankbaar Moederland vermeerderen, en 3t fcheen gefchaapen of in Noord-America, dus lang de zetel der Vryheid, de Dwinglandy den throon zou beklimmen. — Van de Volkplantingen wilde ■men als een Regt afeifchen, 't geen men voorheen als eene Gift gevraagd, en't geen men eertyds van hunne genegenheid verzogt hadt, met geweld wegneemen. America moest fchatting fchuldig verklaard,en tot het opbrengen daar van gedwongen worden. Het fchraapend Moederland maatigde zich eene magt aan, door de Volkplantingen altoos zelve geoefend,naa dezelve van de Natuur en haare Staatsgeftdtenisfe verkreegen te hebben, en waar op zy een uitfluitend Regt hadden. Het uitvoeren dier verbeurtverklaarende Wetten was in de middelen even boos als in zich zelve fnood. Wanneer Bedrog en List feilen, en die feilden langs hoe meer by de ontwaakende Noord-Americaanfche Volkplantingen , is geweld de laatfle toe- vlugt  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 25 vlugt der Onderdrukkinge. Dit dreigde haar van alle Volksvoorregten, wat zeg ik ? van de Voorregten der Menschlykheid, te ontzetten. VrugteloQS waren de ernftiglte vertoom eren, de welgegrondfte Klagten, de nederigfte Smeekfchriften om herftel van bezwaaren te verzoeken. Waar Dwinglandy de harten beheerscht, is het oorgeftoptvoor de infpraakenvanMenschlykheid enMede? doogen, deezen mogten ingang vinden by 4e Americaanfche Natiën ;m^xkor\den mets uitwerken by de verdeïgzieke Britten. De Volkplantingen moesten zich het ergst belooven van het Leger dat, benevens eene groote Zeemagt, het heffen der gevorderde Schatting-en onderfteunde. Men hieldt ziel in Groot-Brittanje aan het zeggen van c e sar „met Soldaaten heeft men Geld, e> met Geld heeft men Soldaaten !" Alle dreio-de in Noord-America, een Krygsbcmn aan te neemen, en hadt het gedeeltiyk ge kreegen, daar het gezag van den Opper Commandant en van zyne Brigadiers Gene raai, het opperfte gemaakt was m alle Bui o-erftaatsbeftuuren van Noord-America, da£ elk Zee-Officier magt kreeg om verbeurtvei klaaringen te doen, en met Soldaatfche nm heid den ongelukkigen Koopman te mishai delen, daar de fchikkingen op de Geregt hoven, alles van het Groot-BrittanmJcbeH af hangelyk gemaakt, de Vryheid der Oi derdaanen en de Onpartydigheid desReg even zeer benadeelden. Het onderzoek do< Gezwoorenen , in verfcheide Burgerlyl B 5 g I. joek. Vrugtr looze poogingen ovn. des bevryd te worden. l \ 1 r :e e-  a6 DE REPUBLIEK DER I. DOEK Hoe zommigen in Engeland dit ftuk inzien, gevallen, was hun ontweldigd. Kleine Mis, dryven werden door fchroomlyke eigendunklyke Verbeurtverldaaringen geflraft, fchelmagtige Aanklaagers ontheeven van eenige vergoeding te betaalen,terwyl men van deEigenaars drukkendeBorgftellingen vorderde eerzy hunne Regten konden verdeedigen. Schuldigen werden aan de volvoering der wet onttrokken , niet alleen door ze na eene andere Volkplanting , maar zelf na Engeland, te zenden om daar gevonnisd ter worden. 't Ontbrak in Groot-Brittanje niet aan Mannen, die het lydig Onregt de Volkplantingen aangedaan , bezeften, erkenden en tot afweering daar van pleitten. — 't Zelfde Parlements Lid, 't geen wy hier boven over de Vryheid van America hoorden, diep getroffen, wegens den toeleg daar tegen gefmeed , verklaarde : „ De „ grootfte roem van Engeland, een roem „ grooter dan eenig ander Volk ooit ver- wierf, beftaat hier in, dat hetzelve de \7 Volkplantingen, welke wy nu zo gaar„ ne zouden flachten , gekweekt heeft, tot zulk een ftaat van geluk. Wy be„ hoorden dezelve dierbaar te agten als „ de onverganglyke gedenktekens onzer s, Regtvaardigheid en Wysheid, als de Erfgenaamen onzer betere dagen,onzer ", vroegere Kunften, onzer ouden Zeden, ' en onzer zieltoogende Volksdeugden. Wat wérk van Kunst, Magt, of open„ baare Nutheid, heeft ooit den roem ge» ëvenaard van een Land, zonder mis- dryfa  VEREENIGDE NEDERLANDEN, 8, dryf, zonder bloedftorting met eene me„ nigte vrye en gelukkige Gemeenebesten , voorzien, deeze de beste kunften des Leeyens en des Staatsbeftuurs gefchonJ, ken , en onder de fchaduw onzes gezags de kunst om in Vrede daar van gebruik te maaken geleerd te hebben. In vergelyking hier mede zyn de Staat\, kunde om dezelve door invloed te be„ heerfchen en zelfs de trots van Oorlog „ en Overwinning, laage treeken en ver„ astlyke vertoonmaaking. — Wy fchynen met gevoelig voor de aangelegene zaak L door de Voorzienigheid ons toevertrouwd:de kostelyklte overblyfzejsvan l, Burgerlyke Vryheid, waar op de We„ reld thans kan roemen, zyn in onze han. den, en god v^fboede het, dat wy die hejligfchendend flaan aan zulk een heiligdom- Door de Volkplantingen te verflaaven , verdelgt gy niet alleen den „ Vrede, den Koophandel en den voor „ fpoed der beide Landen; maar bluschi „ ook de ftreelendfte hoope uit, en fluit de 9, laatfte toevlugt plaats voor 't Mensch „ dom digt. Zonder zwak of bygeloovigtt „ zyn, oordeel ik, dat ieder braaf Menscl „ mag hoopen,dat de Hemel deel zal nee „ men in zich te verzetten tegen het uit 3, voeren van een Plan, 't welk zwange: „ fchynt te gaan,niet alleen van misdryf 5, maar tevens van Godloosheid. ■— Da 3i wy te vrede zyn met den buit en d< s, verdelging van het Oostep. Jndien uw< „ Lord I. soek, 1 | ! %  $8 DE REPUBLIEK DER I. 8QEK. Biet geweld gedwongen. „ Lordfchappen geene onvoeglykheid daar „ in kunnen zien, laat dan de beroover en de onderdrukker vry gaan;doch laat de Liefde tot de Vryheid de eenige misM daad niet zyn, welke u ftraffens waardig dunkt, Ik vrees wy zullen welhaast het „ tot een gedeelte van ons Volkscharacfer „ maaken, dat wy alles, 't geen het onge- luk heeft om van ons af te hangen, ver- „ woestcn." (*) Verfcheide Steden voegden haare gebeden by de klagten door de Noord- Americaanen voor den Throon uitgeftort, by het gefchrei voor het Parlement aangeheeven.De Bepleitingen van hun Regt, de Verzoekfchriften der Steden in 't Moederland pm verligthig van de bezwaaren dier verdrukte Kinderen betekenden even weinig als die zy zelve inleverden. De eene ftrengheid volgde de andere. De Visfcheryen werden, zo wej als de Koophandel, bepaald, de Havens geflooten. Alles kondigde eene ajgemeene verwoesting, of eene willekeurige overheerfching aan. Het gedrag des Britfchen Lfofs wees duidelyk uit, dat, op de verzoeken der Volkplantingen , het antwoord door de Atheners pudtyds aan deBewoonders van het Eiland Melos gegeeven, in zynen mond voegde, Gy weet, dat, door alle tyden heen, de Magtigften aan de Zwakfien de Wet gefield hebien. Men zogt, egter, die handelwyze te regt- (*) Brieven van e aadidus. III. deel bl. 21. 23,.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. $ rcnvaardigen. Schattinghefen was geen Tyranny oefenen. En de Noord- Americaanen \ werden, ah door een goede Moeder, geftraft • om ze tot Gehoorzaamheid aan Wyze wetten te kweegen ! De handelwyze met de Volkplantingen gehouden, zo aangekant tegen hetfpree-' kendst Regt der Menschlykheid,wordt op , nieuw afzigtig uit het oogpunt befchouwd,; dat derzelverBewoonefsDeelgenooten wa-, ren van alle de Voorregten en Vryheden j der Inwoonderen van Groot-Brittanje, welke zy nooit hadden afgeftaan. Onder d

vonden zy, onder den rang der ■Mogenheden verheven , zich geregtigd om Verbonden met andere Volken aan te gaan en een vryen Handel de Wereld door te dryven, zodanige Ryken, die Groot-Brit^ ianje onderfteund hadden, om deeze grootfche ontwerpen ,waare het mogelyk, te verydelen, zouden uitgeflooten zyn van de voordeden, welke men zich uit een vaard op dat gedeelte der Nieuwe Wereld mogt belooven, of ten minflen verftooken weezen van den kans om uitfluitende voorwaarden van het Nieuwe Gemeenebest te kunnen bedingen diet bykans ongetwyfeld lot der Volken, die zich de vriendlchap der Noord- Americaanen meest waardig gemaakt 3  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 35 maakt, en ten hunnen opzigte de grootfte Staatkundige verdienflen hadden;aan deezer zyde moest de balans van Europa zo overflaan, als in 't andere geval aan dievan Engeland. De Noord- Americaanen voor Rebellen te verklaaren, en hun als zodanig te behandelen ,was even 't zelfde als zich, zo 't Erygslot ten hunnen voordeele wendde, te verfleeken van eèn.Handeltak, welks gouden vrugten door Engeland zo lang ingedogst, dan in den fchoot zouden vallen van Nabuoren, wier befcheideher en Staatkundiger gedrag, hun regt gaf op dit voordeel. Was het de zaak van ons Handeldfyvend en daar door beftaand Gemeenebest, het ftuk uit dit dubbel gezigtpunt befchouwd zynde, met Groot-Brittanje de Noörd-Americaanfche Volkplantingen als Oproerig en Wederfpannig aan te merken ? nevens dat Ryk, te hunner onderwerping en onderdrukking 'i aan te' fpannen ? openlyk party te kiezen in eeneii verderflyken Oorlog, die, wanneer dezelve eindigde met deOnaf hanglykheid van Noord-America, ons zou Ontzetten van alle Handelvoordeelen met een nieuwe Mogenheid, welke wy, in zekeren zin, onze Zuster zouden mogen noemen? Zulks was dwaas en onverfchoonelyk onftaatkundig geweest en nog te dwaazer, nog te önftaatkuhdiger^ als men bedenkt> %en wiens gevalle men die opoffering van Vrede enHandelbelangen zou gedaan hebben, ten gevalle van Groot-Brittanje. Wie ée Gefchiedenisfeh onzes Lands met geen C 2 vlug- I. boek. Övefweegingen vari 't geen, in dit geval den VereenigdeNg"derlanden te dóen Hond:.  36 DE REPUBLIEK DER 1. BOER. !?75- vlugtig of door vooroordeelen beneveld oog geleezen hadt, wist hoe dit Ryk, van de dagen van ellzabeth af, tot op deezen tyd toe, met de fnoodfte ondankbaarheid onze hulpverleeningen beloond , en ten fpeelbal gemaakt hadt van haare vermeende Oppermogenheid, wier Bondgenootfchap ons Vaderland, op bykans onïtoemelyke tonnen Ichats te ftaan kwam. (*) Het ontbrak, nogtans, in de Vereenigde Gewesten, niet aan Lieden,die dit ftuk geheel anders inzagen, en tot de Engelfche Party overhellende, ja, daar aan vastgefnoerd, zich gereed en geneegen toonden, deeze te onderfchraagen. Van hier tweefpalt in den Lande ;van hier het belemmeren en verhinderen der beste maatregelen ; dit alles zal zich in het verder opmaaken van ons Tafereel ontwikkelen. Wy keurden het noodig dus veel aan te ftippen van de beginzelen der Engelfche en Ameritaanfche Qnhnten , de vonken van eenen Oor- (*) Die zwarte lyst op te maken, is hier onze zaak nieti Men vindt dezelve dikwyls en bovenal in deGw;Jiderations Impartiales Jïir la Guerre entre la Gra.n* de Bretagne & les Provinces Unies des Pah-Bas ,agter een ftukje getyteld, Es/ai fur un Code Maritime General Europeen, ttLeipzig in derijaare 1782 nitgegeeven, en dat zelve Jaar vertaald onder den tytel Beknopte Historie der Nederlanden, met betrekking tot het nabuurig Engeland, bevattende het gedrag der Britten ten opzigte der Republiek, van de vroegte tyden af tot heden toe. Canöidus heeft dezelve ook ten toon gehangen in het III. Deel zyner Brievenbl. 80-84. Men flaa die bladzyden open, en zonder verbaasdheid zal men het botkdeel niet uit de hand leggen.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 37 Oorlog, die een Tydperk oplevert in; 's Lands Gefchiedenisfen , welks gelyk niet gevonden woedt in de Jaarboeken onzes Vaderlands ,. hoe vol anders van vreemden lotwisfel. 5 Dan, .niet alleen ten ooo-merk hebbende dien Oorlog met Engeland te fchetzen; maar teffens de Lotgevallen van ons Vaderland , omtrent, in, en na dat Tydperk in een Uitvoerig Tafereel te brengen, izal deeze Oorlog, in het eerst,fteeds op den voorgrond komen. Niets was oogfchynlyker, dan dat, in deezen ontftaanen Volkstwist, andere Mogenheden niet zouden ftil zitten. Het draalen der Zendinge eens Franfchen Afgezants na het Groot-Brittannifche Hof, was voor 'l zelve een kwaadfpellend teken; en dat de Americaanen de gunst van Frankryk zogten uittelokken, door dat Ryk de eerftc blyken huns van den voorigen band ont {laakten Handels te zenden, bleek uit eei Schip, met Tabak gelaaden, uit de Vir ffiniën gelievend, en te Duinkerken ge land, 't geen welhaast van een groote aantal ftondt gevolgd te worden. D Krygstoerustingen m Frankryk en in Span kundigden, openbaarder dan het dru zenden en wederzenden van Postbode tusfehen deeze Hoven, aan, dat 'er iet gewigtigs in til was. Engelands aanda^ ftaarde zo onwrikbaar op America, dat d< zelve deeze Wapening dier Mogenhede niet fcheen te bemerken, of te rekener en althans, ten opzigte van Spanje, zie ligt liet gerust Hellen. I. ï O EK. i/75- Franhyk en Spanje trekken zich deezen Volkstwist aan. l t c a s | n •> h iit  3» DE REPUBLIEK DER I. BOEK. i/75- Onzydigheid, het belang van dit Gemeenebest. Verbod des Uitvoers van Krygsbehoeften. ■ i i i Dit Ryk, maar al "te wel verzekerd van den zwakken ftaat waarin het Zeeweezen Van dit eertyds op den Oceaan zo gedugt Gemeenebest, door een onverantwoordelyk verzuim, zich bevondt — een ftaat zo zwak, dat de naam van Zeemogenheid, voorheen dit Gemeenebest met allen regt toekomende, in een blooten Tytel dreigde te veranderen \ - en daarenboven gerust '.op eenen Aanhang hier te Lande , die 't hefftel de'r Zeemagt zou dwarsboomen , en dé grootheid van Engeland op de puinhoopen van het vernederd Gemeenebest zoeken op te bouwen, fteeds op een toen nóodlooze en fchadelyke vermeerdering van Landmagt aandringende, om die der Zeemagt te wederhouden (*), verzögt, dat de Uitvoer van Oorlogsbehoeften uit het Gemeenebest zou verboden worden-, en mogt zich belooven hier een toeftemmend antwoord te zullen bekomen. Onzydigheid , volftrekte Onzydigheid, in deezen Volkstwist toen in agt te neemen, was de zaak der Ver- eenigde ■m^fj ijl ;m in tf^»b&ft«j< - (*) Men zie, ten bewyze hier van, de Beiluiten, jitgebragt op eene Petitie van den Jaare 1771, N. Veder/. Jaarb. 1775 bl. 837. enz.; als mede, bl. 1029, enz. Deeze toeleg ontdekte zich reeds duideyk in den Jaare 1773. Zie het Advis over de Augnentatie der Land-en Zeemagt, 2 Sept. 1773, door ionkheer j. d. v. d. ca pellen, in het Werk geyteld : Jonkheer joiian derk van der caellen , Regent, bl. ï. Als mede fr. a. v. d. iemp , Historie der Admisfie van Jr. J. d. v. d. apellen tot deh pol, bl. 8/.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 39 eenigde Gewesten, en, behoudens deeze, konden zy dit verzoek inwilligen. Weshalven 'er ook een zesmaandig Verbod van dien Uitvoer door de Staaten gegeeven werd., of het moest gefchieden met weeten en toeftemming der Admiraliteiten , onder welke de inlaading voorviel, op ftraffe van Verbeurtverklaaring en duizend'Giüdens boete voor denSehipper( ). De Volkplantingen konden dit Verbod niet aanftootelyk vinden, dewyl dit Gemeenebest, als eeneOnzydigeMogenheid, geene Contrabande, aan de Vyanden van eene Mogenheid, 'met het zelve niet m Oorlog, mogt toezenden. Engeland moest het aanzien als een bewys, dat men geen oogmerk hadt om de Volkplantingen m den twist tegen het Moederland te onderfteunen. Deeze twist nam een langs hoe gedugter gelaad aan ; naardemaal de Volkplanters , door eene eenftemmigheid ïr befluiten , en daar op pasfende eensgezindheid in daaden, toonden alles te zullen' opzetten voor de aangetaste Vryheid, welker verdeediging zy wakker be hartigden, met een vertrouwen op sHe inels byftand; waarom zy in hunne Vaan dels en Standaarden het meldenswaardig Opfchrift plaatften, qui twnstulh sustinet: dat is, die ons heefi OVERGEEB.AGT, beschermt ons - — D (') Nieuwe Nsdeth Jaarboeken , I775« bl. i& C4 I. 5 o ek. 1775. 't Gedrag der NoordAmericaatien.  4.0 DE REPUBLIEK DER 1, BOEK. i775- Hooge Watervloed in Slachtmaand. ■ De overfcheeping van Franscft Krygsyolk , na St. Domingo, Martinique3 en Guadeloupe, . gaf hun alle hoop van veelvermogénden byftand dier Kroone, en Engeland alle rede van vrees, dat deeze een paarelvan groote waarde tenzynennadeelè zou zoeken te bekomen, weshalven het Engelsch Staatsbeftuur alles te werk ftelde ter wervinge van Duitfche Troepen % om dit af te weeren, en de Volkplantingen door vreemd Krygsvolk te onder te brengen, Groote kommer ging reeds veelen onzer Landsgenooten aan, die Engelands. Koophandel, Handwerken,en Landbouw, te gader zagen kwynen, en dat de Schulden van dat Ryk, aan 't welk zy onnoemelyke Schatten hadden opgefchooten , door eenen kostbaaren Bukenlandfchen Kryg op eene ontzettende wyze vermeerderden. — Dan een veel algemeener verdervend lot dreigde deeze Gewesten, eer dit Jaar ten einde liep. Op den vyftienden van Slachtmaand ftondt het aanzienlykst deel deezes Lands veeg, door geweldige Stormwinden, die, onder een akelig Onweêr van Donder en Blixem, de woedende Zee aanftuwden , over Dyken en Dammen heen joeg, onze Sluizen dreigden te doen fpringen, alle rrienschlyke voorzorg te verydelen, en verfcheide onzer Gewesten mét de baare Zee te veréénigen. God wendde genadig het naakend gevaar af, en een blyde dag brak aan naa den kommervolften nagt, die ,  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 41 behalven de fchaden aan Dyken en Waterweeringen toegebragt, te Lande veel Vee ^vernield, veel Koopmanfchappen bedorven, en op Zee eene menigte van Schepen deerlyk gehavend, op ltrand gezet, of in de diepte bedolven hadt (*). Wy mogen niet vergeeten hier op te tekenen hoe, in dit Jaar, Leydens Hoogefchool haar Tweede Eeuwfeest beleefde, en met veel Staatlykheids en Vreugde vierde. De Staaten van Holland vergunden, om de Onkosten, tot de luisterryke Viering van dit Tweehonderdjaarig Jubel feest goed te maaken, tien duizend Gul dens, deels befteed tot flaan van Gou den en Zilveren Gedenkpenningen deeze: heuchlyke Gebeurtenisfe. Zyne Hoog heid verëerde 't zelve met zyne tegen woordigheid, De Hoogleeraar hiero nymus david gaubius deedt een Redenvoering Over de wonderhaan hlyke van gods Voorzienigheid in het ftigten hefchermen en luisterryk maaken van 's Lant Hoogefchool te Leyden. Naa hem fteeg d Hoogieeraar adriaan van r o: jen ten Kansfel, in een keurlyk Lc ■ tynsi (*) Onder de veelvuldige Verhaalen deezer aanme kelyke Gebeurtenisfe voor ons Vaderland , muntt< uit, en verdienen door de Naakomelingfchap1 geleezi te worden, Historisch Verhaal der Overftroomingt in de Nederlanden, byzonder op den 14 en 15 Vi Slachtmaand des Jaars 1775; en j, h herin» Sefpiegelingen over Neêrlands i/ateimjod, tusjch den 14 én 15 Nov. 1775, met de ByJagen. Zie o' de Neder/. Jaarboeken, i775> bl. 1372. C 5 l BOEK. 1775- Eeuwfeest van Leydens Hoogefchool. ". t 3 I . e | r- :n :n. 'ft ■11 * t m  42 DE REPUBLIEK DER Ij BOEK. I i ] i < 3 De Maat- t fchappy j «ier Ne- ^ der/and- • Jche Let- J terkunde ^ ■e Ley- l den, in ^ hooge Eefcherming gesomen, tynsch Gedicht, den roem vermeldende der voornaamfte Hoogleeraaren in de Ge-, nees-, Heel-, Schei- en Kruidkunde, die deeze Hoogefchool vercierd hadden. Om dit Feest te meer heerlykheids by te zetten, was vastgefteld, dat vier Studenten , die, • den loop hunner Academifche Oefeningen volbragt hebbende, na de Eer van het Meesterfchap , ieder ia de Weetenfchap, waarop hy zich bevlytigd hadt, Honden, naar de wyze derVoorouderen, dat is, met de Kap, zou-, den bevorderd worden; eene Plegtigheid, zints den Jaare mdccxxxv, niet verrigt. In de Regtsgeleerdheid genooten ie Heeren heter b r a n t s m a en ffillem carel vosmaer; in de Geneeskunde rudolf forsten; en n de Wysbegeerte antony van der ieim, die Eere; in de Godgeleerdheid jou ook een Student op die wyze zyne )evordering bekomen hebben; doch door :en tusfchenkomend beletzei was hy hier n verhinderd geworden (*). De Maatfchappy der Nederlandfche Leterkunde, te Leyden , reeds vóór eenige laren opgerigt, blyken van onvermoeiden wer in den opbouw en uitbreiding der Veder/andfche Taalkunde , Dichtkunst, Velfpreekenheid, Oudheid- en Gefchiediimde, gegeeven, en daar door aan de pgevatte verwagting voldaan hebbende, nam .(*) N. Neder/. JaarL 1775. bl. 63. 199.1435,  VEREENIGDE NEDERLANDEN, 43 nam de Erfftadhouder, ingevolge van een hem voorheen gedaan Verzoek, dit jaar, den Tytel van Bejchermer aan, en werd, op een ingeleverd en door de Regeering van Leyden onderfteund Verzoeklcnnft, ter Staatsvergadering van Holland, deeze Maatfchappy goedgekeurd , en het door haar aangenomen Zegel ftaatlyk be^ kragtigd(*). 's Lands Vaderen een oog van oplettenheid gevestigd houdende op de bronnen van 's Volks Welvaaren, en geene middelen verzuimende welke konden dienen om derzelver yerloop of uitdroogim, te voorkomen, werden te raade, de Ha ring-visfc-hery, waarin onze Landsgenoo ten , wat het kaaken en zouten betreft, alle andere Volken op een grooten afftanc agter zich laaten, aan te moedigen, doo: eene belooning van. vyfhonderd Gulden te vcrleenen aan ieder Schip 't welk di Jaar ter Haring - vaard en Haring-vangs werd uitgerust. Deeze, gevoegd by eem vry gezegende Vangst, beurde den moec der'Reederen, door in voorige Jaaren ge ledene fchade , bykans geheel neder gc flaagen, weder op (f). Hoewel de Vaard op Suriname zeer lier was, en de t'huisvragten van Koffy, Zu kert Cacao en Katoen , in dit Jaar , d S01 ( ) N, Nederl. Jaarb. 1775, bi- S>oo. S>!£. We. ken van de Maatjehappy der Nederlandjche Lette, kunde. Voorberigt-en van het Eerfte en De de Dec (t) N. Nederh Jaarb* 177$, bl. 757» 1, BOEK. De Haringvangstbegunftigd. j B L ^ Verloop | der Zaa- ken op e Surinan me. I.  44 DE REPUBLIEK DER É BOEK. (*) N, Nederl. Jjerè. 177$, bl. 143*. Som van ƒ 1416250-: -: beliepen, 'tgeen het belang dier Volkplantinge voor de Scheepvaard , om van andere belangen niet te fpreeken, ten volften uitwyst, bevondt zich dezelve in zeer hachlyke omftandigheden. De hooge Pryzen der Gewasfen, in vroegere Jaaren, hadden een groote drift verwekü om Plantadiën aldaar, en Aandeelen in de Geldbeleeningen op dezelve te hebben , even of de Pryzen nooit zouden daalen, 't geen zy egter, uit hoofde van deeze veelvuldige Onderneemingen, zelve natuurlyk moesten doen: dit het gevolgzynde, vonden zich de Geldopneemers buiten ftaat om de hooge Intresfen te betaalen ; eenigen geraakten hier door, anderen door eene overdaadige Leevenswyze, onvermogend tot het voldoen hunner Schulden ; het Vertrouwen kreeg een krak, de Pryzen der Plantadiën en der Schuldbrieven namen geweldig af, en zy, die, voor veel Gelds, van anderen opgenomen, Plantadiën gekogt, van Slaaven, en verdere Noodwendigheden, voorzien hadden, konden het ondernomen werk niet aan den gang houden. Veel ongeregeldheids en onregts werd 'er omtrent die Geldopneemingen, en het zenden der Gewasfen, uit welker Verkoop de Intrest - gelden moesten komen, gepleegd (*). De  VEREENIGDE NEDERLANDEN. aS De Binnenlandfche Rust liep , op het Eiland Walcheren, groot gevaar van ftoorenis. De Boeren hadden, ter gelegenheid eener nieuw ingevoerde Belasting op de Landeryen, argwaan en misnoegen opgevat tegen den Infpefteur van, en OpperCommis des Eilands, tan dingmans, en diens Zoon abraham dingmans, Commis der Watering en van de V$ Ambagten. De Staaten van Zeeland lieten eene Waarfchouwing uitgaan tegen het verfpreiden van oproerige Gefchriften, itrekkende om gemelde Amptenaaren m veragting te brengen, als Lieden, die zich aan zulk een wangedrag hadden fchuldig gemaakt, waar door zy de Bedieningen. welke zy bekleedden, onwaardig zouden weezen, gepaard met verregaande bedreigingen ; neemende , ftaande het onder zoek der zaake, of wanneer de onlchulc der bovengenoemde Perfoonen bleek, Hun derzelver Familiën en Bezittingen,in hun ue befcherming, onder bepaalde ftraffen der geenen , die , met woorden of wer ken, eenig letzel of hindernis deeze] Amptenaaren aandeeden. — Die Waai fchuwing, wel verre van de gewenscht rust te bevorderen, werd te West-Ka pelle afgefcheurd , en naast de overblyl zeis een naamloos Gefchrift geplakt, ot o-evuld met nieuwe bedreigingen tege dien Vader en Zoon, en zeer oproer ge uitdrukkingen, tot veragtmg der Pk kaaten: eene nadere Waarfchouwing ws 'er het gevolg van. Dan, de vrees voc o] I. soek* Oproer op Wat' cheren. F > y l a l- ;S ir )-  li BOEK. 1775. 46 DE RÉPUBLIEK DER oproerigheid en daadlyke onderneemini gen, bewoog de Staaten fterker middelen by de hand te neemen. De Bezettingen van Vlisfmgen enFeere ontvingen de noodige Bevelen en Lastbrieven om honderd vyftig Man na de Stede West - Kapelle te zenden, 't geen gefehiedde. Zyne Hoogheid benoemde den Heer Generaal Major dopff, om over het Krygsvolk, binnen den Eilande Walcheren, het bevel te voeren. De Staaten lieten hierop eene Waarfchuwing aankundigen tot voldoening der Staat- |n Dyk-lasteiij met de daar bygevoegde Verhooging. De oproerige gemoederen kwamen tot bedaaren, waaraan niet weinig toebragt het overlyden van den Heer jan dingmans, die, egter, vóór zyn dood, vermoedelyk, zo niet zeker, een gevolg van fchrik ën ontzetting, wegens deeze oproeren, zich in de Voile Vergadering der Staaten volkomen gezuiverd hadt. De Generaal Major dopff,' Werd van zyn post, als Bevelhebber des Krygsvolks op Wakheren, ontllaagen; en zyne Hoogheid plegtig by eenen Brievé bedankt voor de zorg en yver in het bevorderen en uitvoeren der genomene maatregelen, om èene Beweeging, die de onaangenaamfte gevolgen zou kunnen gehad hebben , in derzelver beginzelen te Hutten (*). Het (*) Né Nederh Jaarb. rftf, bl. 224. 534, enz,  VEREENIGDË NEDERLANDEN, 4? Het overvoeren van vreemd Krygsvolk na America, om de Volkplanters, die reeds hunne Havens voor den Vryen Handel met alle Volken hadden opengezet, te dwingen, bragt te wege dat Frankryk en Spanje niet langer zweegen ; doch openlyk verklaarden zulks met geene onverfchillige oogen te zullen aanfchouwen. — Koninglyke Afgevaardigden by het Algemeen Congres werkten vrugtloos aan een Vergelyk; door vermomde Heerschzugt liet het zich niet beleezen. Het wreed en willekeurig Verbod, niet alleen van allen Koophandel, maar ook van allen Ommegang met de Wederfpannige Volkplantingen, werd afgevaardigd door een Raad, waarin Verwoedheid voorzat. Gelyk de Americaanen zich niet door List hadden laaten verkloeken, zo namen zy ook maatregelen om zich tegen Geweld te verzetten, vermeerderden hun Landmagt, en waren gelukkig genoeg om eenige Engelfche Schepen, met Kruid en ander Oorlogstuig gelaaden, te vermeesteren. By het Dorp Lexington, vyftien mylen van Boston, viel de eerile Vyandlyke daad voor : een handvol Americaansch Krygsvolk, daar liggende, verzette zich, met de Landlieden, uit zelfverdeediging, ter gen de Engelfchen,die opkwamen om eene menigte Krygs- en andere Behoeftens' irt dje Streek te vernielen. Deeze Gebeurtenis, voorgevallen op den negentienden van Grasmaand ,mdcclv, was het begin eens Oorlogs tusi'chen de Engelfchen, en » een I. BOEK» W5- De NoorJAmericaan en rusten zich meer en meer ten Oorlog toe* Begin der openbaareVyandlykhedea.  43 DE REPUBLIEK DER L boek. W5- „ een Volk, dat,'* gelyk de Heer jona^ than trumbull het zeer wel befchryft, „ eerder dien moed bezat, wel„ ke durft onderneemen, en die volftandigbeid, 'Welke in gevaaren kan volhar„ den , dan de Ondervinding die leert, „ of de doordrihgenheid en voorzigtig„ heid, die in 't vervolgen van zo uitgeftrekte en zwaare onderneemingen, de „ goede uitkomst verzekeren; een „ Volk , zonder ondervinding van eene „ onaf hanglyke Regeering , en van den. }) Oorlog, onvoorzien zo van Officieren, „ als van Soldaaten of Magazynen , om „ zelfs één eenigen Veldtocht uit te ftaan >, tegen eene Natie, wiens naam het hadt „ leeren eerbiedigen, aan wier Krygsbenj, de het vah kindsbeen af hadt toegefchreeven de grootlte Kloekmoedigheid en Ervaarenis, en wier Scheepsmagt ,4 in ieder gedeelte van de Wereld zege. praalde* • ' Maar deeze vergely- king , hoe weinig in 't voordeel der 5> Noord - Americaanen , goldt niet by de gemoederen waaruit de ontzaglyke zugt tot Vryheid alle verbeelding en vrees yy verbannen hadt (*)." De Volkplantingen van Nieuw - Engeland bellooten terftond den Oorlog te onderneemen, wierven Krygsvolk, en voorzagen ze op eene regelmaatige wyze met Be* (*')'' Verzameling van Stukken, tat de XIII. Staa* ten van America betrekkelyk, bl. 8.  VERËENIGDE NEDERLANDEN. 49 Bevelhebberen,om de plaats te vullen Oer o-eenen, die zich, op 't eerfte alarm, by een vergaderd hadden op een ongeregelden voet. Gering was 't Krygsbeleid, maar onverbeeldlyk de Moed, betoond m een Gevegt tusiehen zeshonderd Man, fleot verfchanst, en fchaars voorzien, en twaalfhonderdBritfcht Benden,onder den Generaal howe, die dus het dübbeld van hunne magt uitmaakte en daarenboven het vuur van eene menigte Oorlogfchepen en Batteryen ter hunne baate hadden. Zy hielden onder hun Opperbevelhebber^ den Generaal warren; post, en dwongen den Vyand te wykeh, tot dat deeze $ eene groote Verfterking gekreegen hebbende, het overfchot het Slagveld deedt ruimen, naa een zo hardnekkig Gevegt, dat byna de helft der Rrygslieden, die aan wederzyden in den Stryd geweest waren , onder de Gewonden of GefneuVelden geteld wierden: Dit, en het m brandfteeken van Charles-Tatin, vermeerderde de gereezene verbittering grootlyks ;■ men zag de noodzaaklykheid óm' voor eigen befcherming zorg te draagen. Ten dien einde was 'er eene bezoldigde geregelde Krygsmagt; met bekwaame Bevelhebberen i noodig^ onder-deeze blonfe de Generaal Washington uit, op hert waren aller oogen. gevestigd , met Algemeene Stemmen werd hy opgeroepen toi verdeediging van zyn Vaderland, er aanvaardde, in Hooimaand des jaar mdcclxxv, het Opperbevel over- a I deel, D ^ l soÈki  ï. boek. Verflag van den Generaal WASHINGTON. (*) Hy werd den 22 van Sprokkelmaand} $bccxxiii, geboorea.. 5:0 DE REPUBLIEK DER Legermagten van America. Hy werd in de Legerplaats ontvangen met die hartverrukkende blydfchap , welke eene groote maate van verdienden alleen kan inboezemen , naa dat hy op zyne reize uit Virginia derwaards, in alle 'Staaten, welke hy doortrok, die merktekens van Hoogagting en Eerbewys ontvangen hadt, welke zy oordeelden verfchuldigd te weezen aan den Wan op wien geheel Noord - America de hoop van Behoudenis en Vryheid grondde. Schoon Washington, in zyne Jeugd (*) , (want wy mogen niet nalaaten, een Man, die zich zo beroemd gemaakt heeft, eenigermaate te kenfchetzen,) meer tot een ftilLand- dan het woelig Krygs-leeven was opgevoed , en tot Landopzichter in Virginia aan gefield, bragten de omflandigheden zyns Vaderlands, door de Franfchen aangevallen, hem vroeg in de verpligting ouThet bevel te voeren over eenige Manfchap , tot befcherming der Volkplantingen; waarin hy blyken van beleid en moed gaf; en zo veelverdienften als Krygsman kreeg, dat hem het Bevelhebberfchap over de Krygsmagt in Virginia werd opgedraagen, waarvan hy, naa het aangaan eens aanzienlyken en ryken Huwelyks, affiand deedt. Zints dien tyd diende hy den Staat zo volyverig als Raadsheer , als hy tot hiertoe werkzaam geweest was    » VEREÈNIGDË NEDERLANDEN. 5* was om denzelveh als Krygsheld te verdeedigen. Wanneer hy, door de Vergadering overeenkomftig met den algemeenen wenscla des Volks, verkoozen werd tot een der Afgevaardigden op het eerfte Alo-emeene Congres, tradt hy,.met met Weinig tegenzins, weder op het werkzaam Tooneel des Leevens; en 3 allé onhandigheden in aanmerking genomen zynde, mogen wy gelooven, dat geene beweegredetien, dan de zodanigen, als ontdaan uit de belanglooste Vaderlandsliefde, hem ooit zouden hebben kunnen overhaalen om de ftreelendftevermaaken des gerusten Huislyken Leevens, welke iemand kan genieten , en het groot genoegen, t geen hv fehiep in den Landbouw; en het verbeteren zyner wvduitgeftrekte Bezittingen te verhaten. Zyne Inkomften werden op niets minder dan vierduizend Ponden Sterlino- gefchat. Naardemaal hy altoos weigerde eene bczolding in geld te ontvaneen, voor zyne dienften, den Landt bcw°eezen , bepaalde het Congres geënt wedde voor het bekleeden van den posi des Opperbevelhebbers, alleen ontvingh} weeklyks eenig geld tot vergoeding dei onkosten Van zyn open Tafel, en anden noodwendige Uitgaven. Nooit was de Americaanfche Veldheer u Europa geweest, en hadt dus nimmer, 1: ■ volle uitgeftrektheid, gezien, wat tot de - Krygsdienst behoort; nogthans liepen e verfcheide redenen zamen, om hem te gien aanxienlykenRangteveriieften. ■ JJ t. ï O E Kï 1 l i t r t e r>  * 52 DE REPUBLIEK DER | BOEK. 1775- hoogagting, verworven door zyne braafheid en eerlykheid, zyne deelneeming in de zaak zyns Vaderlands, uit genegenheid en overtuiging,zyne gemaatigdheid in het Staatkundige, zyne eigene wyduitgeitrekte Bezittingen, en beproefde bekwaamheden als Bevelhebber, deeden de keuze der Americaanen op hem vallen. Dat de Natuur hem befchonken hadt met uitfleekende Krygsbekwaamheden, zullen zyne geflaagenile Vyanden hem niet betwisten; en, daar hy , reeds van zyne vroege Jeugd, gedreeyen werd door eene fterke zugt om zyn Vaderland in den Kryg te dienen, hadt hy deeze natuurlyke bekwaamheden grootlyks aangekweekt , door onvermoeiden vlyt, en het fterk beoefenen der beste Schryveren, over de kunst des Oorlogs. En, waarlyk, wanneer wy in aanmerking neemen, dat hy, in den beginne, de Aanvoerder was van een hoop .Menfchen, grootendeels ongewoon aan Krygstugt, en onervaaren in Oorlogsverrigtingen, eenigzins onbedwingbaar van aart, en die, ten besten genomen, den naam van vlug en goed Krygsvolk mogten ■ draagen , nog nieuwlings op de rol der Soldaaten aangefchreeven, fiegt gekleed, en, ten allen tyde fchaars voorzien van de noodige Krygsbehoeften; en dat hy, met zulk een Leger, den voortgang tegenfhondtvan eene Krygsmagt van eenige duizenden wel afgerigte Krygslieden, overvloedig bezorgd van al het noodige, aangevoerd door dappere Europifche Veld- over-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 53' overlien , zalmen Washington den Eernaam niet kunnen weigeren dat hy een der uitfteekendfte Veldheeren der Tegenwoordige Eeuwe geweest is; en die hem van naby kennen, bevestigen eenpaarig, dat zyn Zedelyk Charaéter zo zeer uitmunt , dat niemand immer in één Perfoon de Deugden van een rechtfchaapen Wysgeer, mèt de bekwaamheden van een Veldheer, beter vereenigde (*). Wy mogen, dit weinige, wegens den aanvang 'des Noord-Americaanfchen Oorloo-s, aangeftipt hebbende, zonder buiten ons bellek te treeden , ons niet inlaaten tot het vermelden der Krygs-Verrigtingerj die met den wisielenden Oorlogskans vergezeld gingen; doch fchrik en verbaasdheid verwekten in de over Zee gezondene Onderdrukkers van een Vryheidademend Volk (f). Het berigt, door den Generaal bourgogne, uit Noord-America overgebragt. wegens de onmogelykheid, om, zondei een onverwylden byftand van Krygsvolk en Qorlogfchepen, de oogmerken dei Heerschzugt, die eerst zo ligt bereikbaai fcheenen , te volvoeren , baarde ontzetting: (*) Zie dit alles breeder in eene Opgave der Le vem- en uo.tgevallen van george Washington in AsAlgem. Vader!. Letter-Oeffen. VI. Deel, II St. bl. 171, enz. . (+) Men vindt 'er een Verflag van, ra de Verza tneling van Stukken, tot de XIU. Staaten vanAmt Tha èetrekkelyk, bl. 14-22. P3 LI boek. 1775. Enge. lands nader oogmerk om óeNoordAmericaanenmet geweld onder te brengen.  ft DE REPUBLIEK DER ï. boek. %776< Engeland varderd de Schotfcht Brigade van den ting, en hetbefluit, om, daar een aantal van zeventig Oorlogfchepen niet genoegzaam zou weezen ter Bezettinge van de wydftrekkende Noord - Americaanfche Kust (*), de Wervingen van hun Buitenlandsch Krygsvolk met verdubbelden yvey voort te zetten. De gereede toeflemming van 't Verzoek tot het Verbod des Uitvoers van Krygsbehoeften uit deeze Gewesten, de bewustheid hoe veelen hier na de Engelfche zyde overhelden , bewoog Groot - Brittanje om de Schotfche Brigade ook van onzen Staat terug te eifchen, by monde van den Afge^ zant yorke, De eisch vondt Voorflanders, die denzelven, uit kragte van het Oude Bondgenootfchap, en andere zich naderhand ontdekkende redenen, wilden toeflaan; doch onpartydiger oog zag geen de minlle verpligting hiertoe "in de uitflaande Verdraagen, en die daad aan voor eene fchennis der aangenoome Onzydigheid, van de fchroomlykiie uitzigten wegens Frankryks regtmaatig misnoegen , daar op te wagten, en dat der Americaa-. nen, wier lot wel nog onbeflist was; doch die , zcgepraalende in den aangevangen Oorlog, met alle reden , dit leenen der Schotfche Brigade , en het doen overgaan in 'sKonings Dienst en Soldy, tot het ïlillen der Onlusten in de Americaanfche Volkplan* {*) Langs den Zeekani; niet minder dan 1500 Ed> grffche Mylen..  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 55 plantingen, den Staat euvel zouden geduid, in met het verlies van Handelvoordeelen, duur betaald gezet hebben. Doorzag üemand deeze gevolgen, hadt iemand Vryheidsmin enMoeds genoeg om dezelve onbewimpeld voor te draagen , 't was de groote Staatsman johan derk van der capellen tot denpol, die in de Overysfelfche Raadsvergadering, een' Schriftlyk Vertoog inleverde , 't geen te veel o-evolgs hadt om methoofdzaaklyk gemelde wSrden; 't liep uit op deezen lin: „Krygsvolk te geeven is hier Party „ kiezen , dat gevaarlyke gevolgen naa ' zich kan fleepen. Onze vervalle koophandel en Landbouw, is , zo herflel " baar, alleen te herftellen door eene " flipte Onzydigheid in de Oneenigheder ' van Europa. ^Wordt zyne Groot-Brit „tannifche Majefieit hulpe aangeboden ' men zal 'er ook vinden die zulks de Americaanen niet weigeren; en wy zul ! len ons inwikkelen in Onlusten me ' een onzer magtigfle Nabuuren , dn door wederzydsch belang onze Natuui '! lvke Vriend is, en niet anders kan wei: 5 fchen dan dat 'er (leeds zulk eene On zvdio- en door den Koophandel bloeien *\ Gemeenebest aanweezig zy. Het gc " drag van Engeland, 't geen thans mee dan ooit de Alleenheerfchappy ter Ze oefent, is, ten onzen opzigte , ven naa zo gunftig niet, dat het ons daaraa ■ verpligtte. Onze Verbintenisfen m< ' het zelve, hebben ons eer nadeden b I. BOEK. 1776. C A r E LL EN S taal te dier gelegenheid. L ? t . i r e e n :t El  56 DE REPUBLIEK DER ï. BpEK. J776. -r s, rokkend, dan voordeden gefchonken, „ De Handel- Verbintenisfen, van onzen kant zo heilig onderhouden, worden „ ons ontzegd. Wanneer de regtmaatige reden van klaagen weggeruimd, en de „ onnoemelyke Schatten, welke aan onze „ Kooplieden door die Verhondsfchennis „ ontnomen zyn, terug gegeeven zyn, „ dan zal het eerst tyd weezen om het „ doenoVan ongehoudene dienftenin over,t weeginge te neemen. -■—p Ons Krygs- volk zou gebruikt worden tot het dem- pen van 't geen zommigen eene Rebellie der Coloristen in America gelieven te „ noemen. Dan , hiertoe zag ik liever Janitfaaren, dan Tr°epen van een „ Vryen Staat, htturen. Haatlyk is j, die onnatutuiyke Broederkryg, daar „ zelfs de Wilden, (zo men de Nieuws„ papieren geloof mag geeven,) zich niet 3> willen inmengen; haatlyker zou het zyn , dit een Volk te zien doen , dat zelf Slaaf is geweest, den naam van Rebellen \, ook gedraagen, en zich eindelyk vry- gevogten heeft; maar allerhaatlykst „ moet dit my voorkomen, die de Ame„ ricaanen eens ieders agting waardig oor- deelt, en hun aanmerkt als braave Lieden, , die de Regten, welke zy als Menfchen, niet van de Wetgeevende Magt van' „ Engeland, maar van god zelve hebben „ ontvangen, op eene bezadigde , man„ moedige en Godvrugtige wyze verdee?} digen; op eene wyze, die te hoopen is j, dat alle Volken, welken in hunne Voor-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 57 reoten mogten worden verkort, en te" vens nog zo gelukkig zyn, van tot der„ zeiver behoud of herwinning eenige, ' poogingen te kunnen aanwenden , tot " een'opwekkend voorbeeld zal flrekken. " - Ook vrees ik dat deeze Overgifte " van Krygsvolk aanleiding zoü kunnen geeven tot eene vermeerdering van " Krygsvolk, van welke ik dagelyks ' vreemder word, naarmaate dat Ge\ drogt, de zogenaamde Militaire Jaris* \ di&ie in CivileZaaken en gemeene misdaa', den, de handhaaving des Regts ftremt, ' en die in dit Gemeenebest niet behoor, " de genaamd te worden , meer velds l, wint, en ongevoelig meer en meer die " weinige zwakke banden ontknoopt. , waarmede het gewapende gedeelte on „ zer Natie met het ongewapende no^ „ eenigzins is vereenigd , en welke hei „ eerstgenoemde nog eenig gevoel van af „ hanglykheid van,'en onderworpenheu „ aan zyne Burgerlyke Overheden kunnei „ doen behouden." De ftem deeze Mans, die het zwygen een Misdaad reken de, daar het fpreeken een Pligt was, luid de, „dat het belang van onze Repubbe; in 't algemeen, en van de Provmci !, Overysfel in 't byzonder, de Cesfie va , deeze Tronpes noch vorderende, noc toelaatende , en dezelve boven die , niet kunnende gefchieden, zonder een \, hardigheid te doen aan Lieden, die on „ nooit hebben misdaan , het Verzoe van Zyne Majefteit van Groot-Brutan D 5 » a I. iOEK, I . t e : 1 1 e s k fe  58 DE REPUBLIEK DER L BOEK. Voordeelige Handel op St.Eujlatius en Guracao. Gebrek aan Scheepsvolk,door het overgaan in Engelfchendienst. „ als nog niet behoort te worden geaccor„ deerd. Binnen weinig weeken zag hy „ zich gerugfteund door het magtig Am„ fterdam; en deeze eisch hadt geen ge„ volg (*>" Hoe heilzaam de Onzydigheid aan deezen Staat was, bleek uit de llerke-en ryke winstgeevende Scheepvaart en Handel op St. Euftatius, Curacao, en andere West-Indifche Volkplantingen , die dagelyks toenam, en eene onverbceldlyke hoogte beklom f ten fpyt der Engelfchen, wier Handel, op die ftreeken,door de hooge Verzekeringspenningen van vyf-en-dertig ten honderd, bezwaard werd.' Veelen, die voorheen om Zeevaard en Handel, in die wydafgeleegene Gewesten niet dagten, namen 'er,; om itryd, deel in, daar lcheen een onlcdigbaarc Goudmyn geopend. Engeland gevoelde meer en meer het gebrek aan Matroozen, door den ftandheudenden en ernlliger wordenden Americaanfehen Oorlog, en kwam tot het bcfiuit dat men de Koopvaardyfchepen met drie vier- (*) Jr. j. d. v. n. capellen, Regent, bl. 5, waar men vervolgens aantreft hoe veel 'er te doen viel over dit Stuk; 't geen ook niet weinig Tegenfchryvers vondt; dan tefrens den Edelen Opfteller gelegenheid gaf om zich des nader te verklaaren, in de Voorreden van r. price's Aanmerkingen over de Burger lyke Ftyheid, door hem, ten dienlte zyner Landgenooten ► vertaald. Deeze Voorreden is desgelyks te vinden in de Bylaagen tot De Hiflorie der Admisfie in de Ridderfchap van Overysfel, van j. d> v. d. capellen , door f. a. van beu kemp| U. 135*  VEREENIGDE NEDERLANDEN. & vierde gedeelte Vreemdelingen zou mogen bemannen. Friezen, Groningers en Eilan- j ders verhuurden zich, tot groot nadeel onzer Zeevaard. De Schepen ter Walvisch-vangst, die, in 't vroege Voorjaar, ten zelfden tyde, veel volks noodig hebben , ondervonden dit by de uitrusting; ten nauwen noode, konden die Schepen, voor hoog hand- en maandgeld, derzelver beflag krygen. Men voorzag het dubbel nadeel, welk dit overgaan van bekwaame Zeelieden in vreemden dienst noodwendig naa zich moest ileepen, niet genoeg, of, zo men het voorzag, was de tyd om zulks van hooger hand te beletten, nog niet gebooren. De Vyandlykheden van Spanje en Frank ryk tegen Engeland namen eenen aanvang De Spaanfche Oorlogfchepen en Krygslie den (levenden na de West-Indien. Twe< Franfche Fregatten, Krygsbehoeften n; 'America voerende, door een Engelse Oorlogfchip aangetast, boegen 't zelve af en bragten hunne laading veilig ter be (lemde plaatze; twee andere voerden ee bemagtigde Engelfche Oorlogsjloep na Mai finique. Behalven een Americaansch gewapen Fregat, te Cadix aangekomen, met Brit ven van 't Congres voor 't Hof van Mc drid, noodigde het, door de bczendin eeniger Perfoonen van aanzien, na Fran, ryk, Spanje, Portugal, en dit Gemeenebes, deeze Mogenheden tot Handelgemeenfcte nier, de Volkplantingen. Alle vonden 2 zwa I. soek; ■ De Vy| andiykhe- deu tus-' fcheu ; Spanje, l Frank\ry'i ea Enge' landx&z" men 1 eenen L aanvang. $ De , Noord- Atneri'■' ca/tnen g tragten een Hari» , delge' ? meen> P fchap y met an* 3,, dereVqJj  (>q de republiek der I. boek. 17/6. ken aan te gaan. 't Geluki in Frankryk. De te onderbrenging der NoordAmericaanenm EngeJandbefiooten. De NoordAmericaanfcheSt aaien verklaaren zich Onafhanglyk. zwaarigheid om 'er als nog in te treedenj Frankryk alleen ontving ze met open armen, en ging den Handel aan, die, binnen kort, zeer toenam. De welbe- raadene Onzydigheid van Neérlands Staatsbeftuurderen, en hunne verkleefdheid aan eensgemaakte en nog bellaande Verbintenisfen, tusfchen Engeland en deezen Staat , wederhielden hun van het dryven eens Handels, welke daar mede ftrydig gcagt mogt worden, De Engelfche Afgezant vroeg, op een hoogen toon, byfland van Volk en Schepen, doch zyn Verzoek werd met de overtuigendtte verontichuldiging en de gegrondfte betoaging van ongehoudenheid, afgeflaagenjegter herhaalde men het Verbod van Uitvoer der Oorlogsbehoeften (*). De groote Engelfche Bedryf-al ten Ho-, ve, Lord north, dreef het befluit door om voortaan niets te ontzien, alles in het werk te ft ellen , te verdeedigen, en aan te tasten. Hier op volgde eene ongehoorde flerke presfing van Matroozen^het vreemde Zeevolk in dienst der Engelfche Koopvaardy , werd, onder belofte van eene aanzienlyke belooning, tot 'sKonings dienst gelokt, om de gewapende Huurlingen over te voeren. Het Congres 9 uit alle fchroomlyke verfchynzelen,die zich opdeeden,geen ander befluit kunnende maaken, dan dat het Engel- (*) N. Nederl. Jaarboeken, 1776. bl. 363. 1133*  VEREENICDE NEDERLANDEN. 6t selfcheHof'eene volflaagene Verovering bedoekte, en-'er geen hoop tot een redelyk Vergelyk overbleef, fteide vast zich vry te vegten of te fterven, en verklaarde zich, op den vierden vanHooimaand,mdcclx.xyi, openivk Vry en Onafhangelyk, voor eeuwig, alle Verceniging met Groot-Brittanje, in hoedanigheid van Moederland,afzwecren- s n t- t- :e i. 3 I le :h ;n d-  6z DE RÉPUBLIEK DER t BOEK. I7-7Ó. Aanmerking hier «ver. De Ver* eeniKde Staaten Vormen een nieuw Gemeenebest. (*) Verzameling van Stuiken, tot de Xllt* Staaten van Noord- America betrekkelyk , bl. 24» j. adams, Gejchiedenis van het Gefchil tw.fchen Croot*Brittanje en d/nerita* Handige aankleeving aan de zaak der Vrys heid op het duidlykst toonden/ De Engelfchen, en die hun aanhingen, hebben altoos beweerd, dat de Verklaaring van Onaf hanglykheid, gevoegd by verfcheide omltandigheden van het voorige gedrag der Volkplantingen, een beflisfend bewys uitleverde van derzelver oorfprong^ lyke inzigten, en dat zy vooraf dit plan beraamd hadden. Doch zy verzekeren , dat hunne ftandvastige wensch, tot dat de geduurige verongelykingen hun geprest hebben zich vry te verklaaren, en tot hunne Verbintenis met Frankryk, geweest is, voor Vrede en Vereeniging met GrootBrittanje, boven alle Volken der Wereld (*). De Krygsverrigtingen namen op nieuw eenen aanvang; en de Veldtocht, met veel voordeels voor de Engelfchen begonnen , liep, in \ einde, hun tegen, Intusfchen was, naa de verklaarde Onaf hanglykheid, de tyd voor de Volkplantingen gebooren, om zich met een naderen Band te verbinden , en, als een Vereenigd Gemeenebest, het getal der ontzaglyke Mogenheden, op den Aardbodem te vermeerderen. Ver wonderlyk is het, en 't ftrekt der Wysheid onzer Voorvaderen tot eere , dat dee-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 6$ deeze Bewoonders van een ander Werelddeel, naa het verloop van omtrent twee l Eeuwen, bykans in dezelfde maatregelen en fchikkino-en traden, als zy in het be-: raamen der 'Utrechtfche Unie; derwyze, dat eenigen aan de Utrechtfche, en anderen aan de Americaanfche Unie den voorrang toekennen (*). 't Is onze zaak niet in een onderzoek van dien aart te treeden; doch wy deedente' kort aan de Gefchiedenis onzer dagen, als wy eene Gebeurtenis van dat aanbelang, de vorming van een Nieuw Gemeenebest, met geen byzonder Verilag verwaardigden, en de Artykels opgaven van het eerfte Ontwerp der Confederatie en Eeuwige Unie, tusfchen de Staaten van Nieuw Hampfhire, Masfachufets-Baay, - Mode-Eiland en Providence, Conneiïi- 0f± Nieuw Tork, Nieuw Jerfey Penfylvania; —™ de Graaffchapper Nieuw-Castle, Kent en Susfex; aan de Rivier Delaware, Maryland, —- Virginie, Noord Carolina, -—> Zuid Carolina en Georgië , op 't Congres, tt Philadelphia, den vierden vanWynmaand md cc lx xvi, voorgefteld en getekend De XVI. Artykelen waren van den volgen den inhoud. „ I. D, (*) Zie pieter paulüs Verklaaring derUni van Ut>echt, III. Deel, bl. 253, en jü mus bri t V s Voorreden voor de Verzameling van Stukken tot de XIU. Staaten van Noord- America betrei ■folyk, bl, 7. I. ioek; ■776- Ontwerf Ier Ver:enlginge. e »  54 DE REPUBLIEK DER' Boek. 1776. ,;, I. De Dertien bovengemelde Staaten „ verbinden zich met alkander, onder „ den Tytel van DeVerëenigde Staaten v'aii j, America. „ II. Zy fluiten j ieder in zyn eigen naam , een wederzydsch Verdrag van 3, Vereeniging en Vriendfchap, tot hunne gemeene Verdeediging, tot handhaaving j, hunner Vryheid, en tot hun algemeen i3 en onderling Voordeel,zich verbindenj, de, elkander by te ftaan tegen allen gel, weid, 't welk allenj of één van hun, s, zou mogen dreigen, en te zamen alle de „ aanvallen af te weeren $ die tegen alleri of één van hun zou mogen gedaan worj, den, het zy Uit hoofde van den Gods^ dienst, de Souverainiteit, den Koop„ handel, of eenig ander, hoe genaamd,- voorwendzcb „ IIL Ieder Staat behoudt aan zich zei.j ven alleen het uitfluitend Regt om zyne 5, inwendige Regeering te beftuuren, en j-; Wetten te maaken , in alle gevallen 5, welke in de tegenwoordige Verbintenis 4> niet ingeflooten zyn , of dezelve op „ eenigerhande wyze kunnen benadeelen. IV. Geen der Staaten zal voor zich, „ in 't byzonder, Gezantfchappen zenden of ontvangen, of eenige Onderhande5, lingen beginnen, zich in eenige Verbin^ „, tenisfen inwikkelen, Verbonden aangaan „ of Verdragen fluiten, met eenig Ko- ning, Prins ,• of Mogenheid, hoe ge- naamd, zonder toeftettiming der Ver0 eenigde Staaten in een Algemeen Con- » £'res  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 65 r, gres vergaderd. — Niemand, eenige ' Post onder !t Gezag der Vereenigde " Staaten, of van één hunner bekleeden" de , ft zy hy 'er eenig voordeel van " trekt, of dat het flegts een Post van " Eere is, zal eenig Geichenk, Gunstbe" toon , Voorregt, of Officie , hoe ge'' naamd, van eenig Koning, Prins , of ' vreemden Staat, mogen ontvangen. — " De AlgemeeneVergadering derVereenig" de Staaten, ol éénderzelven,in'tbyzon" der, zal geen Brieven van Adel verkenen. " „ V. Twee of meer der gemelde Staa■\ ten, zullen geene magt hebben om Verbintenisfen aan te gaan,of eenbyzonder „ Verdrag met elkander te fluiten,^ buiten de toeflemming der Vereenigde Staaten, „ in het Congres vergaderd, en zonder „ dat het oogmerk en de diuuïng van die „ byzondere "overeenkomst, en de toe„ ftemming, naauwkeurig zyn uitgedrukt, „ VI. Geen Staat zal eenige Lasten op, leggen of Schattingen heffen, die hel . fluiten van eenige Traétaaten, door de " Vergadering der Vereenigde Staaten me: 2 eenige Koningen, Prinfen, of Mogenhe den, in het toekomende, rechtftreeks, 0: " zydelings, zouden kunnen verhinderen " „ VIL Geen der Staaten zal in 't by zonder eenige Oorlogichepen mogei , houden, boven het getal, door de Ver \. p-adering der Vereenigde Staaten 1100 0 cüg geoordeeld tot verdeediging van el 1 ken byzonderen Staat en deszelfs Koop handel. In Vredes - tyd zullen doe „ geen der Staaten Krygsbenden op d L deel. E )? bee I. SOEK. l776, l r. e .1  -66 DE REPUBLIEK DER l BOEK. t „ been gehouden worden, boven het bc„ paalde getal, om de verfterkte Plaatzen „ en Forten, tot verdeedigingwan dien „ Staat, genoegzaam te bezetten. Maar „ ieder Staat zal altoos eene welgeoefende „ Land-militie hebben, wel gewapend en >, uitgerust, en zorg draagen, om, in open„ baare Magazynen, een bekwaam getal „ Veldftukken en Tenten, met eene behoo,, relyke hoeveelheid van Wapentuig en an„ dcreOorlogsbehoeften,gereed te hebben. „ VIII. Wanneer een der gezegde Staa„ ten Krygsvolk ter Algemcene Verdee„ diging zal op de been brengen, zullen „ alle Officieren, van den Rang vanColo„ nel, en daar beneden, aangefteld wor„ den door de Regeering van dien Staat, „ of op zodanig eene wyze als die Staat „ goed zal oordeelen die Benoemingen te '„ regelen, en, wanneer een Post in deeze „ open valt, zal dezelve door dien Staat )t) vervuld worden. '„ IX. Alle Onkosten van Oorlog en al- ie andere Uitgaven, welke, ter gemee„ ne Verdeediginge, of, tot het Alge„ meene Welzyn , gedaan , en door de k Vergadering der Vereenigde Staaten be;j volcn worden, ftaan ter betaalinge van „ de Algemeene Thefaurie. . Deeze „ Thefaurie zal gevormd worden uit de ji Opbrengingen van ieder der gemelde ■i Staaten, in evenredigheid van het getal l der Inwoonderen, van alle Sexe, Ouj derdom of Rang, behalven de Incliaaij ncji, die, in ieder Staat, van Schattin- gen bevryd zyn ;èn.om.de veelheid dier • ■» Op-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 67 „ Opbrenginge te bepaalen , zullen alle drie Jaaren de Inwoonders geteld, en m „ die telling zal het getal der Blanken on.„ derfcheiden worden; men zal deeze Be„ fchryving aan de Vergadering der Ver„ eenigde Staaten zenden. — De Schat„ tingen, ter betaalinge van dit Aandeel „ gefchikt, zullen opgelegd en geheeven „ worden in ieder Staat,onder het gezag, „ en op last van deszelfs Regeering, bii> „ nen den tyd, door de Vergadering der „ Vereenigde Staaten bepaald. „ X. Ieder der Staaten zal zich gedraa„ gen naar het Befluit der Vergadering van „ de Vereenigde Staaten , in alle geval„ len, en by deeze Verbintenis aan die „ Vergadering voorbehouden. „ XI. Geen Staat zal zich in Oorlog in„ wikkelen buiten toeflemming der Vereenigde Staaten, in een Congres vergaderd, dan wanneer 'er een daadlyke Inval van een Vvand plaats hebbe, of ze' kere Weetenfchap van het voomecmcn " eener Indiaanfche Natie, en in dat geval f' alleen, wanneer de nood te dringend is om met andere Staaten raad te plee- 5 ^en> Geen byzondere Staat za] J', Commisfiën vorleenen aan eenige Schel', pen of Vaartuigen ten Oorlog , ofeeni'1 ge Brieven van Marqué en Keprefaille. J tot naa eene Oorlogsverklaaring, dooi de Vergadering der Vereenigde Staatei: % gedaan ; en dan zelfs zullen zy maai l verleend worden tegen dat Ryk, of dii l Mogenheid, of de Onderdaanen vai J; dat Rvk of Mogenheid, waar teg-en d< ' E a „ Oo! L BOEK. 1776. i  68 DE REPUBLIEK DER' l BOEK. 1776. „ Oorlog in diervoege verklaard is , en „ zullen deeze overeenkomftig moeten „ zyn met de bepaalingen, door de Ver„ eenigde Staaten deswegen gemaakt. „ XII. Ten einde het Algemeene Wel„ zyn der Vereenigde Staaten in agt te „ neemen , en de Algemeene Zaaken te „ beftuuren, zal ieder Jaar volgens de „ wyze van kiezing, door de Regeering „ van ieder Staat beraamd, een zeker ge>? tal Afgevaardigden gekoozen worden, „ welke te Philadelphia zullen zitten tot >? dat de Algemeene Vergadering derVer„ eenigde Staaten dit anders zal goed vin„ den , en de eerfte Maandag van No„ vember, van ieder Jaar, zal tot deeze „ Byeenkomst vastgelteld zyn. — Elk # der bovengemelde Staaten zal voor zich„ zeiven het regt behouden, om, ten al„ len tyde van het Jaar, zyn Afgevaardig^ den ,'of één van hun, te herroepen, en, ?J in derzelver plaats, voor 't overige van 't Jaar, anderen te zenden; ook zal ieje der Staat, zyn Afgevaardigden, geduuh rende den tyd der Algemeene Vergade" ringe,en zo lang zy Leden van den Raad 11 van Staate zyn, moeten onderhouden. . „ XIII. Elke Staat zal een Stem hebben 5, in de beflisfing van alle Gefchillen in de „ Algemeene Vergadering. „ XIV. De Algemeene Vergadering der „ Vereenigde Staaten zal het uitfluitend „ Regt en alleen de Magt hebben om over „ Vrede of Oorlog te befluiten, behalven „ in 't geval van Art. XL, om Regels vast „ te. Hellen, volgen? welken de Wettigheid . ■ ■ ' „ der  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 69 „ der Pryzen, door de Zee-of Land-troe„ pen, in dienst der Vereenigde Staaten ge„ maakt,zal beflist, en dezelven verdeeld zullen worden; om Brieven van Marqué „ en Reprefaille in Vredes-tyd te veiiee„ nen; om Regtbanken aan te Hellen, die „ van Zee-rooveryen, en alle misdaaden, „ op de hooge Zeeën begaan, kennis zul„ len neemen, om Gerigtshoven van Ap„ pél op te rigten,die,in gevalle yanPry„ zen, beflisfend vonnis zullen ftryken; A om Afgezanten te zenden en te ontvan„ gen ; om Onderhandelingen , Verdra„ eren, en Verbintenisfen aan te gaan; om „ alle Verfchillen , tegenwoordig plaats „ hebbende , of die naderhand mogten •, ontftaan, tusfchen twee of meer der bo„ vengemelde Staaten, te beflisfen, het „ zy over de Grenzen, het Regtsgebicd, of eenige andere oorzaak; om Geld te ,5 liaan, en deszelfs gehalte en waardy te „ bepaalen; de Maaten en Gcwigten door „ de gantfche uitgeftrektheid der Ver„ eenigde Staaten vast te Hellen , den „ Koophandel te regelen, en over alle zaa„ ken te handelen met de Indiaanen, die 'l geen Leden van een der Staaten zyn; de Posteryen van den eenen Staat na den anderen, door 't geheel Gebied der ' Staaten, op te regten en te regelen, , en van de Brieven en Pakjes, met de " Post gezonden, het noodig Geld te ont' vangen, ter betaalïnge der Onkosten van de Posteryen; de Generaais en Ot" hcieren der Landtroepen, in dienst dei : • E 3 9 Ver.. I. BOEK. 177G.  fo DE REPUBLIEK DER I. BOEK. 1776. j, Vereenigde Staaten , aan te Hellen ; „ Commisïien te geeven aan de andere „ Officieren dier Troepen, die, volgens „ Art. VIII., verkoozen zyn; alle ZeeOfficieren in dienst der Staaten aan te ,, {tellen ; alle noodige Schikkingen tot „ Befluur en Krygstugt dier Troepen te „ beraamen ; en , eindelyk, om hunne ,, Krygsverrigtingen te befchikken. ,, De Algemeene Vergadering der Vereenigde Staaten zal gemagtigd zyn een „ Raad van Staate aan te Hellen , en zoda„ nige Committées en Beampten als zy noo„ dig zullen oordeelen tot Befluur en Uit\, voer der Algemeene Zaaken, onder „ hun gezag, terwyl zy zitten, en onder „ die van den Raad van Staate, wanneer „ zy gefcheiden zyn. Zy zullen tot Prefident ëén hunner Leden verkiezen, en tot Secretaris , wien zy daar toe be„ kwaam zullen oordeelen, en zy zullen zich mogen adjoarneercn,tot welken tyd van 't Jaar, en welke plaats in de Ver„ eenigde Staaten zy zullen goedvinden. 3, Zy zullen het Regt en de Magt heb,, ben tot het vastftellen en bepaalen der „ noodige Sommen om gehceven te worden, gelyk ook tot de noodige Uitga„ ven; om Geld op te neemen op 't Cre„ dit der Vereenigde Staaten; Vlooten te „ bouwen en uit te rusten; het getal der „ Troepen, die op de been gebragt of ,, gehouden moeten worden, te bepaalen; „ en, om, van ieder der Staaten , ter uit„ maaking van dat Leger, een Aandeel „ te  VEREENIGDE NEDERLANDEN, n te.eifchen, geëvenredigd aan het getal " van de zelfs Blanke Inwoonderen. — " Dee.e eSh der Algemeene Vergadering " Sa^totodo.jqS, en m gevolge van " denzelven, zal de Regeering vaniedei " Suat de byzondere Officieren benoel men, om v'olk te ligten hoorelvk te wapenen en uit te rusten, " en deeze Officieren en Soldaaten, dus " gewapend en uitgerust, zullen zich, op " den tyd, en na de plaats, door de Al" o-emeene Vergadering bepaald , begt " ven Maar, zo de Algemeene Verga" d ïngfwegens zommige byzondere om; ftandfghedem, raadzaam mogt agten , één of meer Staaten van hetbgten die. " Tmepen uit te zonderen, of van dezel" Ve mhider dan hun aandeel te eifchen " of, integendeel, het dienftig oordeel" de dat één of meer der Staaten meet " Volks zouden opbrengen zal dat buis tengewoon gecischte getal, op de been " lebraot, met Officieren voorzien , gewïpeird'en uitgerust worden even als 't gcwoone getal, of, mdien de Kegcc " rinl van die Staaten , aan welken " S moot gedaan worden, het gevaar " Ivk: aSS* vau zulk een bmtengewooi " aantaf Volks zich te ontblooten, zullei " zv niet meer verfchaffen, dan zy me " hunne veiligheid oordeelen overeen _t( SSL - £>e Algemeene Vergaf 7%\ o-een Oorlog beginnen, 01, m Vic " des-C, Brieven van Marqué en Re l frefaUk verleenen^noch eemg Verdra | IOëKi 1776. L r r >  72 DE REPUBLIEK DER I. BOEK. i » of Verbintenis aangaan, of Geld mun„ ten, en de waardy daar van vastflellen, „ of de Sommen, welke geheeven moeten„ worden , en de noodige Uitgaven be„ paaien tot verdeediging en voordeel der , Staaten, of één derzelven, noch Geld * opneemen op 't Credit der Vereenigde , Staaten, noch over eenige Sommen , Gelds befchikken, noch het getal der te bouwen of te koopen Oorlogfchepen , , of der Land- en Zee-troepen beflem, men; noch een Opper-krygshoofd aan, Hellen dan met vereenigde toeflemming i van Negen Staaten, en geen omvraag , over eenigerlei punt, uitgenomen van , zich van dag tot dag te adjoumeeren , , zal beflist worden , dan met meerder, heid van Hemmen der Vereenigde Staa- , ten ■ Geen der Afgevaardigden zal , meer dan driemaal binnen zes" Jaaren , mogen verkooren worden. Niemand, , eenige Bediening, hoe genaamd, bin, nen de Vereenigde Staaten bekleedende, , en wegens 't zelve , 't zy in perfoon, , of door handen van eenen ander eeni, gerhande Belooning, of Jaargeld, ont, vangende , zal tot Afgevaardigde ver- , kooren worden. De Algemeene , Vergadering, zal, ieder Maand, een , Dagverhaal van haare Zitting in 't licht , geeven, behalven van 't geen de Ver, dragen , Verbintenisfen , of Krygsver, rigtingen betreft, als men zal oordeelen , dat dit geheim moet gehouden worden. , De gevoelens, voor en tegen, van elk „ der  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 73 der Afgevaardigden, zullen in de Dag" vernaaien geboekt worden, zo dikwyls " één hunner zulks zal vorderen; en den " Afgevaardigden van ieder Staat, of " zelfs één van hun in 't byzonder, zal een Affchrift geleverd worden, uitge' zonderd als boven, om aan de Regee' ring van zyn Staat mede te deelen. „ XV. De Raad van Staate zal beftaan uit een Afgevaardigden van ieder Staat, " 's Jaarlyks , door de andere Afgevaar" dio-den van zyn Staat te benoemen , en&, in gevalle deeze Verkiezers met " mo'gten overeenkomen, zal hy door de " Alo-emeene Vergadering benoemd wor- " den. De Raad van Staate zal ge- " magtigd zyn alle Brieven, aan de Vereenigde Staaten toegezonden , te ope" nen, en te beantwoorden; maar geene " Verbintenisfen aangaan, die de Ver" eenigde Staaten verpligten. Zy zullen „ Briefwisfeling houden met de Regeerm" o-en van ieder Staat, en met elk, die " eene Bediening onder het gezag dei „ Vereenigde Staaten, of van de byzon " dere Regeeringen, bekleedt. Zy zullei „ zich by deeze Regeeringen of de Be ampten, wien in eiken Staat de uit " voerende Magt toevertrouwd is , ver " voegen om hulp en byftand, van zoda 1 nige foort als zal vereischt worden " Zy zullen de Lastbrieven voor de Ge " neraals opmaaken, en de Krygsverrig , tingen, zo ter Zee als te Land, beftuu !' ren; doch, zonder eenige veranderm E 5 » t II 30EK.' 1776. L T e  74 DE REPUBLIEK DER I. BOEK. 1775- „ te maaken in de Ontwerpen of Krygs„ tochten, door de Algemeene Vergade„ ring beflooten , ten waare eene veran„ dering van omftandigheden voorvallen„ de, en , tot hunne kennis komende , „ naa het fcheiden der Vergadering, eene „ verandering van maatregelen volftrekt „ noodzaaklyk mogt doen worden. Zy „ zullen zorge draagen voor de verdeedi„ ging en bewaaring der Vestingen en „ verrterkte Havens. Zy zullen kund„ fchap zien te bekomen van de oogmer„ ken en de gelegenheid des Vyands. Zy „ zullen de Maatregelen en Plans ten uit„ voer brengen, waartoe de Algemeene„ Vergadering, uit kragt des tegenwoor„ digen Bondgenootfchaps , beflooten „ heeft. Zy zullen op de Thefaurie asftgneeren voor zodanige Sommen, „ welker bepaaling door de Algemeene „ Vergadering zal beflemd zyn, en ter >, betaalinge der Verbintenisfen , die zy „ mogt gekreegen hebben, om te fluiten. „ — Zy zullen toezien, beftraffen, ]a, z, zelfs van hun dienst opfchorten , alle „ Burgerlyke en Krygs - Officieren, onder „ 't gezag der Vereenigde Staaten dienen- „ de. In geval van dood, of op- „ fchorting, van een OfHcier, wiens be„ noemmg aan dé Algemeene Vergadering ftaat, zullen zy die plaats mogen ver>, vullen tot de volgende Vergadering. » Zy zullen egte Berigten mogen in 't „ licht geeven en verfpreiden van de » Krygsverrigtingen. Zy zullen de Alge- „ mee-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 75 meene Vergadering mogen befchryven 5' tegen een nader tyd, danzy, toen de]' zelve fcheidde , geadjourneerd waren , 1 indien een gewigtig of onverwagt voorval zulks zou mogen eifchen. Zy zul,' len alle zaaken klaar maaken, die onder , het oog der Algemeene Vergadering liaan te komen, en alle Brieven en Ty' dingen, door hun ontvangen, by de volgende Zitting hun voorleggen, en „ een naauwkeurig Verflag doen van alles wat in dien tusfehen tyd is voorgevallen. Zy zullen tot hun Secretaris een 7, Man aanllellen, bekwaam tot die Bedie„' ning, die,eer hy dezelve aanvaard,den " Eed van getrouwheid en geheimhou,1 ding zal arleggen. — De tegenwoordio-heid van Zeven Leden van den Raad " zat hun in flaat flellen om werk af te '! doen. In geval van dood, van een dei Leden, zal de Raad hier van kennis gce „ ven aan de Amptgenooten van den Over ", ledenen, om iemand uit hun te kiezen „ om hem te vervangen in den Raad, to " het houden der Algemeene Vergadeiïn „ ge toe, en, wanneer 'er maar één zyne „ Amptgenooten in leeven is , zal her „ ook kennis gegeeven worden, om te ko ,, men, en zyne plaats te bekleeden tot d „ volgende Zitting. „ XVI. In gevalle Canada genegen war „ zich by dit tegenwoordige Bondgenooi 3, ichap te vervoegen, en deel te neeme aan alle de maatregelen der Vereenigcï Staaten, zal het in de Unie toegelaatc » wo I. BOEK. 1776. > C r 1 e n e n .  76 DE REPUBLIEK DER L BOEK 1776. Hun gedrag gelaakt en gepreezea. (*) Dit eerfte Ontwerp bleek voor befchaaving en verbetering vatbaar te weezen, fclioon in 't hoofdzaaklyke volflrekt het zelfde blyvende : men vergelyke , met deeze XVI. Artykelen , de XIII., op last van het Congres , den 5 Dec. 1777 , opgemaakt , ons medegedeeld in de Verzameling van Stukken , tot de Xlll. Staaten van America betrekkeiyk, bl. 107. „ worden, en alle derzelver voordeden , genieten; maar geene andere Volkplantingzal men toelaaten,dan mettoeftemming van Negen Staaten. „ Deeze Artykelen zullen aan de Regeeringen van alle de Vereenigde Staa„ ten , ten onderzoek voorgefteld wora, den; en wanneer zy dezelve goedkeu„ ren, worden zy verzogt hunne Afge„ vaardigden te magtigen, om ze in de „ Algemeene Vergadering te bekragti„ gen; waar naa alle de Artykelen, wel„ ke de tegenwoordige Verbintenis uit„ maaken , onverbreekelyk by alle en elk „ der, Vereenigde Staaten zullen gehouden, en de Unie voor Eeuwig vastge- fteld worden. 'Er zal hier naa geene verandering in deeze Artykelen, „ of één derzelver, gemaakt worden, „ ten zy de verandering te vooren in „ de Algemeene Vergadering bepaald , en naderhand door de Regeeringen van „ ieder der Vereenigde Staaten bevestigd „ is (*)•" Op deeze wyze toonden de NoordAmericaanfche Volkplantingen , naa zich van 't Britfche Dwangjuk ontflaagen te heb-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 7? hebben , met de daad, dat elke Maatfchappy dezelfde Vryheid heeft om haare Regeeringsvorm te veranderen, welke haare Voorzaaten hadden, om die aan te neemen; en, met hoe veel hoons, fchimps, en lasters, ook hun gedrag, door de Engelfchen, in 't algemeen, werd bejegend, waren 'er, die hun beftaan zo zeer goed keurden, als dat hunner Onderdrukkeren wraakten. Hartley , een Lid van 't Engelssh Huis der Gemeente, drukt'er zich in deezervoege over uit: „ Denkende , „ gelyk ikaltydgedagtheb, dat het aanvangen en voortzetten van den Oorlog, „ tegen America, onregtvaardig geweest is , heb ik eenige -moeite genomen , „ om de verraadeiiyke kunstftreeken, „ door de Staatsdienaaren te werk ge,. fteld, open te leggen, ten einde myne , zwakke poogingen toe te brengen, om ' myn Vaderland, van die fchandelyke ', blaam, als die der verdeediging eener ' onreo-tvaardige zaake, welke men voor" af weet onregtvaardig te zyn, te ont- *. heffen, i Wanneer alle die ver- rigtingen, naderhand, in een meer bej daard oogenblik, zullen overwoogen worden, vertrouw ik, dat niemand mei ' een Britsch hart zal fchroomen te zeg„ gen, dat wy, in dezelfde omftandighe ' den, even als de Americaanen zoudej \\ gehandeld hebben. Wat bleef 'er voo: „ de Americaanen, naa het- verwerpei „ hunner laatfte Smeekfchriften , ander, „ over, dan in hunne eige Sterkte Vei » Ou I. iOEK;,' 1776. L I 1  78 DE REPUBLIEK DER I. boek. 1776. 1 3 i i i i 3 ] „ Onaf hangelykheid heul te zoeken. Alle ,, mogelyke gemeenfchap was hun met „ hun Vorst en Moederland afgefheeden, „ en de handeling van het Parlement „ llrcktc om hun van de befcherming des „ Volks zo wel als van het Parlement te bcrooven, twintig duizendDuitfcheHuur„ tingen tegen hun te zenden, de Negers „ tegen hunne meesters op te rurjen, en „ de woeste Indiaanen op hunne onfchul„ dige en ontwapende Gebuuren, op weer, looze Vrouwen en Kinderen aan te hit, zen. Zy hebben Smeeklchriften en Ver, toogen ingeleverd; zy verbanden het , denkbeeld van Onaf hanglykheid uit , hunne gedagten; en dit alles werd door . het Minifcerie beantwoord met een Le, ger van vyftig duizend Man. Laaten , nu die Staatsdienaaren voor god en , hun Vaderland het bloed verantwoor, den, 't welk zy hebben doen ftroomen. , Het bloed van duizenden hunner Me, defchepzelen, moedwillig, voorbedag, telyk, voor eene onregtvaardige zaak, , vergooten, zal van de handen der gec, nen geëischt worden, die hunne wraak, lust den vollen teugel gevierd hebben in , hunne poogingen, om, zo verre hunne , kwaadaartige magt het hun toeliet, het , Leeven, de Vryheid, den Eigendom, , en alle de Regten der Menschlykheid, , te verwoesten , en het onderst boven , te keeren." — In het Protest der Lords, :egen de Verbods-bil, verklaarden de Pro'tjiecrende Pairs, wel te regt : wy be- „ rei-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 79 reiden de gemoederen der Americaanen \\ voor die Onaf hangelykheid, na welken „ wy hun ten laste leggen dat zy haaken, „ met hun , door herhaalde beleedigin„ gen, tot de noodzaaklykheid daarvan ,. te brengen." Lord chatham gaf, in het Parlement, dit kort, maar kragtig, getuigenis,aan de Regtvaardigheid hunner zaake: Ik verblyde my , dat de Americaanen wederftand hebben geboden (*).' Om naa deezen uitflap, welken de aart en 't gewigt der zaake vorderde, weder te keeren; de groote verfterking der Zeemagt VcinGroot-Brittanje moest niet alleen dienen om de Americaanen te onder te brengen; maar ook om dat Ryk van de beoogde en reeds beweerde Heerfchappy ter Zee, te verzekeren, en inzonderheid ons mededingend Gemeenebest, welks Koophandel thans bloeide,en welks Vragtvaard, om Masten, Hout, en andere Behoeften, ten Scheepsbouw, na de Oostzee en 't Noorden, zeer fterk ging, van die wettige voordeden te berooven. —Spanje en Frankryk , haare Zeemagt op een ontzaglyken voet brengende, hadden deeze Waaren noodig, en , ze werden, door Schepen, in deeze Gewesten t'huis hoorende , in grooten overvloed, derwaards gevoerd. Volkomen en onbetwistbaare Vryheid hier toe, verleende het ' Trac- (") Zie de Leerreden van den Eerw. s. coopkr, irt de l'erzameiing vun St u-ken , tuf de XIII, Staaten van America hetrekkelyk, bl. 266. I. boek.' 1776. De Engelfchenbelemmeren den Handel van dee« zen Staat.  8o DE REPUBLIEK DER I. boek. 1776. Klagten van vor- k£. Praélaat van den Jaare mdclxxiv. Met [eede oogen zag Engeland, dat de Ooriogsvlooten der twee gemelde Koningryken, door dien toevoer, zulk eene ontzettende fterkte kreegen. Naa veelvuldige raadpleegingen , gehouden om dit [leunzel weg te neemen, kwam men tot het zich veel aanmaatigend en regtverkragtend befluit, om den regel, vry Schip , vry Goed, te verbreeken, en vast te Hellen , „ om alle Schepen der Inwoonderen „ van dit Gemeenebest, met Masten , „ Hout,enScheeps-materiaalen gelaaden, „ beftemd na Frankryk of Spanje, aan te „ houden, op te brengen , en ten voor,, deele der Terngeifcheren, voor de wee„ zenlyke waarde, te verkoopen, aan de „ Commisfarisfen der Admiraliteit/' Zo haatlyk als vreemd klonk deeze regtsverkragting eens Bondgenoots, den Vryheid-, Recht-, en Eigendom-minnenden Nederlander in de ooren. Verontwaardiging deedt den boezen gloeijen, van elk, wien 's Lands Koophandel en Welvaard, dus op 't hart getrapt, niet onverfchillig was. Het viel ligt te voorzien, wat het Sevolg van zulk een overheerfchend beuk zou weezen ; de uitkomst regtvaardigde . den gereezen kommer , gelyk wy zien zullen, maar al te zeer. By een herhaald Verzoek des Afgezants yorke, in den Haage, opgevuld met klagten, over de weinige Waakzaamheid , betoond in het kragtdaadig handhaaven. van het meermaals gedaane Verbod des uit-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. üitvoers van Oorlogstuig, na de Engelfche Volkplantingen , verftoutte hy zich , uit b . naam van den Koning, zyrieh Meester,te verklaaren; dat deeze niet alleen verwagt-1; te, dat de Staaten, ernftig, en zonder üititel, de noodige maatregels zouden neemen, om die heimlyke Verzendingen van Oorlogsbehoeften , na Noord- America , door wat middel het ook mogt zyn , te doen ophouden; maar ook, „dat zy de noodige bevelen zouden geeven, om L alle Schepen , van dé wëderfpannige „ Colonien komende j den toegang tot $ derzelver Havens te beletten, of; by„ aldien ze 'er zich bevonden , ze op „ ftaandeu voet te doen vertrekken-" Het Verbod desUitvoers werd, voor den tyd van één Jaar , vernieuwd ; doch , op 't laatfte punt, een diep ftilzwygert in agt genomen (*). . De Gevolmagtigderi der Vereenigde Americaanfche Volkplantingen ontmoetten in Spanje een heusch onthaal \ Vonden befcherming tegen de Eifch&n van den GrootBrittannifcheh Afgezant, die ze wilde uitgeleverd , en na Engeland overgevoerd hebben $ en bewerkten in hunne Onderhandelingen, dat de Americaanfche Schepen dezelfde Vryheden verkreegen, als die der andere Volken in dat Ryk genoo- Ter- (*) N Neder!. Jaerb. XJ7S i % 1248-125®., li DEEL. F ï. 3 ékï 76; NoordAmeri-aanfehèAfgevaardigden in Spanje heusch bejegend,  I BOEK. 1776. Slegte . ftaat der Zaaken op Suri-1 tiame. 82 DE REPUBLIEK DER Terwyl de Plandel op onze Eilanden in America, ten Ipyt der Engelfchen, met veel voordeels gedreeven werd, moest de Volkplanting aan de Vastekust te Suriname veel leeds en fchade verduuren van de Invallen der Boschnegeren, die, bij geheele Benden zamenfchoolende, de Plantadiën dreigden af te loopen , ja, zomtyds, met de daad, vernielden; ook vonden de wegloopende Slaaven der Plantadiën , tot groot nadeel der Eigenaaren, een wyk- en fchuilplaats by dit Vyandlyk rot. Plet te werk gefielde middel, om, door geduurige Tochten, landwaardsin, hunne Dorpen en Kostgronden te bederven, en ze, langs dien weg, te verftrooijen, hadt het derwaards gezonden Krygsvolk verzwakt en gedund, en, ftondt het daar langer, zonder afwisfeling blyvende^ geheel te verfmelten. Zints een geruimen tyd hadt dit een voorwerp geweest der srnftigfle Staatsoverleggingen ; en was , vegens het zenden van nieuwe Manfchap derwaards, geen gering gefchil gereezen; zo uit een verfchillend inzien van 't gevaar der Volkplantingen, als over de wyze waarop men 't zelve zou weeren, en [vrygsvolk zenden. In Suriname beant moordde men niet aan het opgegeeven Plan,'t geen de gemaakte fchikkingen vertraagde. Eindelyk deedt, in den Jaare mdcclxxvi, de Raad van Staate eene Petitie voor Krygsvolk na dit Gewest; waarin Holland en West-Friesland Hemde , ~ en  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 83 cn die, door de Algemeene Staaten, met een nevensgaanden Brief, aan de andere Gewesten werd toegezonden, waar in zy, onder andere , betuigden : „dat eene Volkplanting, die zekerlyk een der „ voornaamfte Bezittingen van den Staat 5) uitmaakte, en, naarmaafe van derzelver „ uitgeftrektheidjzo veel,en meer,voor„ deelen aanbragt, dan eenige andere j 3> waarin een zeex groot getal Ingezete„ nen, niet van één, maar van meest alle „ Gewesten,een gedeelte van hunbeftaan „ vonden, welke Millioenen gekost hadt om dezelve op te rigten en in Hand te „ houden, en, die, in haare tegenwoor„ dige gefleldheid, zonder verdere hulp„ middelen, gevaar liep van overrompeld „ en verdelgd te worden , ongetwyfeld l, verdiende een ernftig voorwerp te zyn van de zorg en aandagt der Bondgenoo3\ ten. — Dat de middelen, beraamden *! vastgefteld om die Volkplanting tegen " den aanval der Boschnegers en Weg- loopers , door het aanleggen van een Cordon yandefenfit, voor het toekomen" de in veiligheid te Hellen, van dien aart " waren, dat 'er tyd, moeite en arbeid " vereischt werd om dezelve werkftelhg " te maaken ; dat inmiddels het zenden ' van'Krygsvolk noodig was, en hiertoe \ Geld behoefde, 't geen noch de Direéteu- ren, noch de Eigenaars der reeds mer\, kelyk belaste Plantadiën konden ver!! ïtrekken, waarom zy vertrouwden dat Fa „ men li BOEK.' 1776.  84 DE REPUBLIEK DER I. boek. I776. Het Octroi der Oast-Ihd. Maat fihappxe verlengd, Het Reg van Au baine tusfchen Frankryk en Zeeland vernietigd. Streng Winter. „ men hier in gereedlyk zou bewilli„ gen (*)." Het Octroi, door de Algemeene Staaten voor deezen de Oost-IndifcheMaatfchap^ pye verleend, en te meermaalen verlengd, ten einde geloopen zynde, vernieuwden zy hetzelve,op den ouden voet, wederom voor den tyd van de twintig eerstvolgende jaaren — Het Regt van Juèaine, vol: gens 't welke de Vreemdelingen , die in Frankryk fterven, aan den Koning vervielen, was reeds met verfcheide Nederlandfche Gewesten afgefchaft, en werd, in Louwmaand deezes Jaars , tusfchen den Koning van Frankryk en de Staaten van Zeelatid, desgelyks vernietigd (§). , De aanvang van dit Jaar ging vergezeld ' van eene koude, welke 't zelve, met vollen regt, eene plaats doet krygen op de Lyst der harde Winters. Deeze overtrof, in graad van koude de in dit opzigt, altoos voorbeeldlyk opgehaalde _ Jaaren mdccix en mdccxl. De Zuider-zee lao- digt, uit Overys/el en Friesland kwam men op fchaatzen en te voet, ja, met paard en fleede, te Enkhuizen. Het Dryfys was in Texel zo zwaar en dik, als het de Oudfte Lieden niet geheugde gezien te hebben. Van Kykduin was in de Noordzee geen water te onderkennen, alles met ö fchot- (*) De Stukken, 'nier toe betrekkelijk, zyn byeen verzameld in de N. Nederl. 'jaarb. 1776, bh 486. 569. 602. 1373. 1379 • ' ., ' (f) A". Nedérl. 'faarb. 1776, bl. 1367. (§) N. Neder!. 'Jaarb. 1776, bl. 206.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 85 fchotzen bedekt, en alle gemeenfchap met de Eilanden afgefheeden. Voor VUsfmgen : vertoonde zich het Ys als een Ys-zee, zo verre het oog reikte 5 van het eene Zeeuwfchs Eiland ging men over 't Ys op het andere. De dikte van het Ys, op 't Y, haalde zeventien duimen. — De armoede en 't gebrek, onder de fchamele menigte, was verbaazend, en gaf den Landzaaten gelegenheid om hunne aangeboorene Milddaadigheid, op eene uitfteekende wyze, te betoonen; in eenige Steden werden de Armverzorgers, van wegen de Regeering, o-eregtigd om buitengewoone Inzamelingen by de Ingezetenen te doen, ten onderftand der Behoeftigen, die Brandftoffe, Brood en Dekzel, derfden. Ruime en ryke Liefde-raven beantwoordden aan de hoop en venvao-ting der geenen die deezen Liefdearbeid0 op zich namen, en zy deelden de met vreugde ontvangene Penningen, met blydfchap, ten meesten nutte, en op de beste wyze , uit. En verdient het, ter eere der Geeveren, vermeld te worden, dat hunne Christlyke Liefde zich zo wyd uitbreidde , dat verfchii van Geloofsbegrippen, geen verfchii in hunne Liefdega ven maakte 3 die bekrompenheid van gces week voor de fterke aandoeningen de: Menschlykheid ; de Liefde zegepraalde op de meeste plaatzen, over den Gezind heids-yver (*). Ee (*).JV, Neder/. Jaarb. 1776, bl. 157» enz. Hsdi Yad. Lét ter oef. V. D. II. S. bl. 88. F % I. i O E IC . 1776- r  86 DE REPUBLIEK DER i BOEK. 1776. WatersBood. Eer dit Jaar, met zulk eene felnypende koude begonnen, en zo vol hachiyke uitziften in het Staatkundige, zynen kring besloot, moesten deeze Gewesten, op nieuw, een Waterwee bezuuren, 't geen, op veele plaatzen, dat des voorleden Jaars evenaarde, en op andere H zelve overtrof. De Weste en Noord-weste Winden, met Regen-, Hagel-, en Donder-buijen gepaard, deeden op den twintigften en één-en -twintigften van Slachtmaand, de Zee tot eene bystere hoogteftygen,Dyken en Dammen doorbreeken , veel Vees en Menfchen deerlyk omkomen , terwyl op Zee de fchade zeer groot was (*). De fchrik behoefde voor die des jongften Watervloeds niet te wyken,en de vrees ging, die welke toen de harten beklemde,te boven'; veele Dyken waren,ten nauwen noode, herfteld, doch niet genoegzaam bezakt; alle Waterkeeringem, die veel geleden hadden , hadt men nog niet geheel kunnen vermaaken, en moesten, half voltooid, een o-eweld weeren, waartoe geheel voltooide nauwlyks beftand gerekend werden. Gods befchuttende Hand hielp de zwakke, doch onvermoeide poogingen der Ingezetenen , en keerde het naakend verderf. ~ Geene (••) De Heer hering heeft hier van,even ais van den Watervloed des voorgaanden Jaars, een Gedenkboek nagelaaten. Ook vindt men een by zonder Verflng in de A'ieuiïe Nederl. Jaarboeken , i?7°- B1« 1433. enz.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 87 Geene Eeuw zag meer Genootfchappen opristen dan de tegenwoordige. Ons Vaderland deelde in die Geestdrift, en nam dit Jaar een Nieuw Genootfchap te Amfier dam eenen aanvang, onder den naam van Maatfchappy ter Bevordering van den Landbouw. Het bepaald oogmerk derzelve was, om, 'sjaarlyks, ééne of meer Vraagen ter Beantwoordinge op te geeven * welke de Bevordering en Bloei van den. Landbouw, in onze Gewesten, ten onderwerp zouden hebben. De uitgeloofde belooning, op het bestgekeurde Antwoord, was een Gouden Eerpenning, ter waarde van vyftigDucaaten, op den Stempel der Maatfchappye geflaagen, of dezelfde Som in Geld, benevens een Zilveren Penning, ter keuze van den Schryver. Welk een waardig voorwerp trok liet oog der Stigteren van deeze Maatfchappye , die, 111 één Lichaam vereenigd, de handhaavmg van den Landbouw, een der weezenlykfte en beftendigfte Takken van 's Lands Welvaard, op het kragtigst kunnen bevorderen! Daar een aantal Perfoonen var aanzien , en Mannen van kunde in dn fhik, de handen in een floegen, mog! men, op goeden grond, eene heilzaamc uitwerking verwagten (*). De '&) N. Netter/. Jaarb. 177$, ^9- ^n Afhandelingen, uit gegeeven door de Mautfchappy teBevordering van den Landbouw , I. Deel. Voorreden,. F 4 ha t 10 E K. 1776. Oprigting van de Maatfchappyter Bevordering van den Landbouw.  I. PO EK. 1777. De Oorlog met den Keizer van Maracce, C) N. Neder/. Jaarb. 1775. bl. 20, 8.3 DE REPUBLIEK DER De Keizer van Marocco, met wien de Staat, zints den Jaare mdcclii, in Vrede leefde , hadt , in den Jaare mdcclxxv , volgens zynen wispeltuurigen aart, denzelven verbrooken , en de Staat den Ingezetenen van dien Vredebreuk aankundiging gedaan, met vrygeeving om den Maroccaanfcheii Vorst, en diens Onderdaanen, alle mogelyke afbreuk te doen; en toezegging van byzondere belooningen, tot aanmöeding van het Oorlogsvolk ter Zee (*). Schoon deeze Oorlogsverklaaring niet zeer hachlyk noch gedugt fcheen , en by veelen werd aangemerkt als eene gunftige gelegenheid, om, gelyk in vroegeren tyde, zo Zeebëvelhebberen als Matroozen, ter oefenfchoole te flrekken, in den Zeedienst , die , meer dan eenig ander gedeelte Van de kunst des Oorlogs, daadiyke ondervinding vereischt, kón dezelve, nogthans, niet nalaaten eenige belemmering aan de Scheepvaard toe te brengen. De Verzekeringsprys. fleeg; veele Kooplieden , voor de Roovers bedugt, verkoozeil liever in Vreemde, dan Hollandfche Schepen, hunne Goederen te laaden. Een uitzeilende &urinqamsch-vaar der, gevoerd door jochem meyer, ontmoette twee Fregatten, en, meenende dat het Algefynen waren , zette hy Zyn Sloep uit, om zyn Pas te vertoonen ; doch zy kwa-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 89 kwamen van Marocco, en ontdekten htm Vyandlyken toeleg met aan hoord des Su-1 rinaamkh-vaar den te komen, bezit van 't ■ Schip te neemen, en 't zelve te Mogador 1 op te brengen. Op 's Keizers last bedreeven de Maroccaanen twee dagen agter een openhaare Vreugde over deeze bemagtigi'ng. Dan, de Èngelfche ConfulBLOUNT kreeg vryheid, om aan deManfchap, beflaande uit twee-en-dertig Man, en twaalf Soldaaten, eenige onderfteuning te doen, en den Schipper, benevens den Stuurman, ten zynen huize in te neemen (*). f'. De Keizer van Marocco hadt andermaal t genoegen, dat zyne Zeeroovers twee Hol-, landfche Koopvaarders namen , en na de Reede van la R.ache voerden. Twee Hollandfche Oorlogfchepen , onder de Bevelhebberen dedel en bent in ck, naderden de Moorfche Kust. De Maroccaanjehe. Admiraal zogt zyne Pryzen in veiligheid te brengen met op te laveeren, verraids de wind uit den Wal woei, Dan, een Hollandsch Fregat voor den wind ziende aankomen, beflooten de Mooren de twee genomene Schepen op Strand te zetten; de Scheepslieden werden in een Gevangenhuis gefmeeten; de Schepen floegen eerlang in ftukken , zo dat maar een kleitf o-edeelte der laadinge den Maroccaanen 111 handen viel. Schoon het den Holland[tien Scheepsbevelhcbberen niet gelukte J 1 den (*) iV. Nedcrl. Jaarb. I77<5- W. 1316. ka 1. O E K.  90 DE REPUBLIEK DER I. boek. 1777- Vrede met hem geflooten. den prooi aan den Vyand te ontzetten , hadden zy de voldoening van het Maroccaanfche Admiraahchip , 't geen ook bovengemelden Capitein meyer genomen hadt, op Strand te jaagen, en daar door te doen in Hukken ftooten. Nog een ander Maroccaansch Fregat onderging, daar het de Haven van Mamora zogt binnen te loopen, 't zelfde lot; en hier mede was het grootfle gedeelte van de Zeemagt des Keizers vernield (*). Dit gemis, gevoegd by de weinige voordeden , in den verklaarden Oorlog behaald, deedt zyne Moorfche Majefleit berouw krygen van de Vredebreuk, en flappen tot den Vrede doen. Ten dien einde zondt hy niet alleen een Gezant, om den Bevelhebber onzer Oorlogfchepen, in de Baay van Gibraltar liggende, te begroeten, en een Brief van zynen wege ter hand te Hellen; maar ook kreeg de Conful van onzen Staat, te Cadix, eene Verklaaring van den Geheimfchryver diens Keizers , behelzende, dat deeze aan Capitein meyer iet bevel over zyn Schip hadt weder gegeeven, en een aanbod, om de Hollandfche Slaaven, zonder losgeld, vry te laaten. En 't lydt geen twyfel, of hy zal, dus vreêgezind , zyne Kaaperfchepen , ftaande het afwagten van antwoord, verboden hebben de Hollandfche Schepen vyandlyk te ontrusten. D» Vrede werd den ne- (*) N. Nederl. Jaarb. 1777, bl. 15, ië.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 91 negen - en -twintigften van Zomermaand, mdcclxxvii, geflooten, en vyf-en-ze-b ventig Hollanders hadden hier by het ge- luk om 3 door den Maroccaanfchen Kei- 1 zer', zonder losprys , hunne vryheid te herkrygen. Men hadt verwagt, dat een Moorsch Afgezant, met een der Schepen, tegen de Maroccaanen beftemd, m VVynmaand binnen vallende, zou mede komen ; doch die verwagting werd verydeld, en de Capitein j. h. van kinsbergen vervolgens gelast de Gefchenken aan zyne Moorfche Majefteit te brengen, en den gemaakten Vrede te bevestigen (*). Met Roovers van eenen anderen Itempel , en die den onvoeglyken naam van Bondgenooten droegen, kreegen onze Landzaaten langs hoe meer te doen. De voortgezette Oorlog tusfchen Groot-Brittanje en de Volkplantingen van Noord-America , belemmerde onze Scheepvaard dermaate, dat, deswegen , de Bewindhebberen der West-lndifche Compagnie, ter Kamer Amfterdam, de klagten van verfcheide der aanzienlykfte Kooplieden dier Stad, op de West - Indien Handel dryvende , voor de Alo-emeene Staaten bragten, met verzoek om 't verwerven van de noodige beicher- mtoff — Byzondere Zeehandelaaren leverden hunne bezwaaren in over het ontrusten der Scheepvaard en het aanhouden van Schepen, geladen met voorkennis en toe- (*) N. Neder!. JaarL 1777. M. *°97- I2S°- H4S« I: oek. 777- Klagten >ver de oeneenende£eerooveryender En%elfchett.  92 DE REPUBLIEK DER I. DOEK. toeftemming der Admiraliteit, en beftemct na Plaatzen , den Staat tocbehoorende , en geenzins na eenige Volkplantingen ©f Plaatzen in Noord-America. Bülyfc boezemden zy hunne bezwaaren uit, en fielden de verdere gevolgen, uit zulk eene handelwyze te dugten, in deezervoege, nadruklyk voor: ,, dat zy zich bezwaard „ voelden over de reeds meer dan te veel „ vermenigvuldigd wordende voorbeel„ den die voorhanden waren, dat Engel£ fche Oorlogfchepen en Commisfievaar„ ders de Zee vaard en Koophandel deezer „ Landen, op de West-Indien-, begonnen ,, te ontrusten, en in het voeren van een „ vryen en geoorlofden Handel, op de „ eigene Volkplantingen van den Staat, ,, te belemmeren. Dat men , ten dien ,, einde , zich niet ontzag, om, flrydig „ met het Regt der Volken» en de Alge-. meene Vryheid, daar op gevestigd, eh, „ zonder aanzien van dat ontzag,"'t geen de eene Mogenheid voor het Grondge„ bied van de andere verfchuldigd was, „ de Havens van dit Gemeenebest, en die van deszelfs Volkplantingen, bezet te houden. Dat men, niet te vrede met „ de vertooning der Zeebrieven en Pa„ pieren, zich, by aanhoudenheid, de „ onduldbaare vryheid aanmaatigde, om ,, de Schepen der Ingezetenen van deezen „ Staat te onderzoeken, en 't geen daar in „ van hunne gading was, feitlyk na zich „ te neemen, of, op zyn best, tot een ,j prys, dien men, de overmagt hebben-  Vereenigde Nederlanden. 9* , de, willekeurig bepaalde, aanteflaan: ■„ eene handelwyze,die, hoe zeer met een : o-limp van billykheid bekleed, egter, op ', zichzelven , ten hoogften onredelyk was,den Aflaader en diens MedehandeJ laar, op een voor hun belang hoogst nai' deeligewyze, te leur ftelde. Dat reeds % verfcheide Schepen, uit de Volkplan' tino-en van deezen Staat, of van andere " West-Indifche Vastigheden komende , on" der beuzelagtige voorwendzels, daad■• lyk aangehouden , in de Havens van " Èneeland opgebragt, en de Eigenaars l o-enoodzaakt waren, deswegens langwyfio-e en kostbaare Gedingen te voeren. Jl- dat, hoe zeer, in een en andei \ geval, die Gedingen,de Vryverklaarmg der Scheepen ten gevolge gehad had" den, daardoor, in geenen deele, wei" den o-oed gemaakt de kosten, welke men " hadt moeten doen, door Vonnis der Ad " miraliteits-Hoven, doorgaans half en hal " verklaard; om niet te zeggen, dat d( l Koopman geen Schavergoeding erlangd. r' voor de verbaazende kosten, fchaden " en intresfen,door zodanig eeneaanhou „ ding en opbrenging veroorzaakt; daa Z hv^ in zyne oogmerken te leur gefteld ' van eene geoorlofde beoogde winstvei ftooken werd, gebeurde het, in teger ' deel, niet zelden, dat die kosten en icln l den, gevoegd by verflimmermg en bt derf van de Laading, voorden Koot ' man, of, zo hy Verzekerd was, voc den Verzekeraar, bezwaarender warer » „ df I. ï O E K\ > - r ■> n  24 DE REPUBLIEK DER ,r BOEK. 1777- „ dan of hy volkomen fchade geleden hadt, en Schip en Laading prys verklaard „ waren geworden. *-**- Dat,hoe zeer tot „ nog toe die voorbeelden fchaarfcher waren, en men tot die verregaande uiterflens niet gekomen was, waar over men zich,in yroegeren tyde,beklaagde,'er, „ nogthans ■ genoegzaame grond van vree„ ze zich opdeedt,dat, gemerkt, naar al„ len fchyn, de Onlusten in America op t9 verre na niet geëindigd waren, en het zelfs niet onmogelyk was,dat,door an„ dere bykomende Toevallen, het Oorlogs„ vuur heviger zou kunnen opblaaken, „ men ook, van tyd tot tyd, meer vryheid „ zou neemen, om, onder een voorgee„ ven van den geheimen Toevoer te beletSf ten, de Vaard na nabuurige Volkplantingen te flooren. In welk geval het niet „ mogelyk zou zyn op het oogenblik daar tegen te voorzien. ■ Dat dit gevaar „ te grooter was , naar maate men niet „ alleen, van de eene zyde der Oorlogen„ de Partyen , diergelyk eene ondernee„ ming te dugten hadt; maar aan beide „ zyden aan een dergelyk gevaar was „ blootgefleld ; en , daarenboven , nog „ deezen en geenen, van zulk eene ver„ warring zich bedienende,het waagden, „ onder voorwendzel van Commisfie, of, „ zonder dezelve, de Koopvaardylchepen „ aan te randen, dezelve in onbekende „ Havens en Baaijen , een gedeelte der „ Laading te rooven, eai vervolgens de „ Schippers een Somme Gelds tot losfing „ van  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 95 „ van Schip en Goed af te persfen, 't o-een reeds niet zonder voorbeeld was. "t Om alle deeze dringende redenen van thans werkend nadeel derKoephan„ dels en der Zeevaard, en vreeze voor „ verdere onheilen, verzogten de Koop„ lieden om het verleenen der noodige „ Convoijen,en het beftendig houden van „ een toereikend getal Oorlogfchepen, op „ de Kusten van America, en het aanwen„ den van alle zodanige middelen als de „ Algemeene Staaten noodig en gepast „ oordeelden om den Koophandel van „ deezen Staat voor allen overlast te be„ fchermen, en derzelver Ingezetenen te „ handhaaven by het Regt, 't geen hun, „ als Ingezetenen van een onafhanglyk ,, Gemeenebest,volgens Traétaaten,Wet- ten , en het Regt der Volken, toe„ kwam (*)•" Om dusdanige welgegronde klagten te voorkomen, hadt men zorge moeten draagen, tot het in Hand houden van 's Lands Zeeweezen, thans in een zo deerlyk verval geraakt, dat de Vereenigde Gewesten, als 't ware , geen rang meer hadden onder de Zeemogenheden van Europa (f). De ont- ftaa- (*) N. Neder/. Jaarb. 1778. bl. 77a. (t) Van ftuk tot ftuk kan men dien vervallen ftaat zien , in de Rapporten der Refpeftive Cottegiën ter Admiraliteiten deezer Landen, over hunne fjerrigtingen , geduurende den Oorlog met Engeland, en deszelfs Colonien, tot het Jaar 1781. Te Amft. by J. Ferlsm. I. BOEK» 1777* Staat van 's Lands Zeemagt.  $6 DE REPUBLIEK DER i BOEK. 1777. Schaarsheid van Zeevolk. Plakr.nt om dezelve te vermintieren. (*) Ar. Nederl.Jaarb. 1777, bl. 270'. (f) Zie de Lyst in de N. Neder/. Jaarb, ifff* bl. 10964 (§, N. Neder/. Jaarb. 1777. bl. 638. 1427. laane Oorlog met den Keizer van Marocco, lier boven aangeroerd, hadt eenigZins lee76ü gefchonkeii aan het kwynend Lichaam mzer Zeemagt. Men zag dezelve, met len aanvang des Jaars mdcclxxvii, ;en weinig vermeerderen ^ door het in dienst Hellen van eenige Fregatten entwee Oorlogfchepen (*) $ zo dat het getal der Schepen,werklyk in dienst,met het einde des Jaars, uit dfie-en-twintig, meest Fregatten, beftondt (t> — Ook deedt zyne Hoogheid eene benoeming van verfcheide Zee-Capiteinen; in de onderfcheide Admiraliteiten, en de Admiraliteit Van Frieland eene belooning van vyf-en-twintig Guldens aan ieder bevaaren, en vart tien Guldens aan ieder onbevaaren Man aanbieden, boven deVragt en Reiskosten, als zy op een van 's Lands Schepen wilden dienen. Schaarsheid van Zeevolk bewoog 's Lands Staaten een Verbod af te kondigen tegen het werven van Zeevaarenden in Vreemden Dienst; en teffens eenè kwytfchelding aan alle Matroozen j die 's Lands Dienst verhaten , óf zich; ftrydig met voorige Plakaaten, zo ten Oorloge * of ter Kóopvaardye, eh Visfcherye j by vreemden begceven hadden, in gevalle zy, binnen den tyd van zes Maanden, zich weder aangaven om den Lande te dienen (§). 't Ge-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 97 't Gebrek aan Manfchap ftrerhde het uit» vaaren der vastgeftelde Convoijen , en b< bragt te wege, dat een aantal Koopvaar- dyfchepen, den wil hebbende na Frankryk xj of Spanje , op toezegging van Geleide > 1 binnen Texel en het Fik ingeloopen , in na hunne reize verhinderd bleeven, tot groot nadeel der Kooplieden, wier onaangenaam me toeftand vermeerderde , doordien zy zich van de ryke winst,op welke zy vlamden , voor een tyd verftooken, en de Hollandfche Scheepvaard, thans zo bloeiend, onbefchermd zagen. Te leeder viel dit, dewyl de Ingezetenen der nabuurige Oostenrykfche Nederlanden, de vrugten zienae, welke de Inwoonders der Vereenigde Gewesten plukten, daar door zich opgewekt vonden om een verloopcn Handel en Scheepvaard weder in ftand te brengen. De tegenwoordige toeftand van zaaken begunftigde hunne inzigtèn ten fterkfte,_ en de Haven van Oostende werd veelvuldigef dan voorheen door Schepen van allerlei Volken bezogt, 't geen, by zommigen, kommer baarde, of niet misfehien Neer-, lands Handel weder derwaards zou verhuizen. De Afgevaardigden van Holland en West* Friesland hadden, in Lentemaand des gemelden jaars, ter Algemeene Vergaderinge voorgedraagen , „ de hooge nood„ zaaklykheid , om , in tegenwoordige „ omftandigheden van tyden en zaaken, „ met agterftellinge van alle andere belan„ gens en overleggingen, ernftig te denI. deel, G „ keu L )ek. 77- [andeldeelen? Aandrang óp het verfterken der Zeemagt»  <)3 DE REPUBLIEK DER L boek, ^777- „ ken om de reeds zo lang in overwee,, ging geweest zynde Petitie van achttien April, mdcclxxi, tot aanbouw van Schepen ten Oorlog, tot befluit te brengen, en meer Schepen ten Oorlog toe ,, te rusten; en teffens verzogt, dat de Gecommitteerden van de gezamenlyke „ Collegien ter Admiraliteit, ten fpoedigften mogten worden befchree.ven, om de Heeren haare Gedeputeerden, tot de zaaken van de Zee, te dienen met hunne aanmerkingen en raad, omtrent het doen eener meerdere Uitrustinge ter „ Zee, dan tot hier toe was vastgefteld, „ en het beraamen der noodige maatre„ gelen, om daar mede allen mogelyken „, ïpoed te maaken." Plier toe werd beflooten, en teffens goedgevonden, „de Afgevaardigden der Gewesten , welke in „ de Petitie van achttien April, mdcclxxi, „ tot den aanbouw van Schepen nog niet hadden toegeftemd, of niet ten vollen, „, die toeftemming ter verzoeken by de Heeren Staaten hunne Principaalen, en „ deeze ten fpoedigften te willen bewer„ ken, op dat eene Petitie, die reeds zo „ langen 'tyd in overweeging geweest was, eindelyk eens ten befluit gebragt werd." Üverysfel, Utrecht, Stad en Lande, gaven hunne toeftemming tot het uitrusten van zes Oorlogfchepen en zes Fregatten. Wanneer, in Bloeimaand, de Raad van Staate eene Petitie deedt tot het in Zee jrengen van twintig Schepen, ftemde Holland  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 99 land hier in gereedlyk toe. Gelderland bewilligde met eenige huivering, gelyk ook: Overysfel en Stad en Lande. Zeeland, zeerbezwaarlyk getreeden tot het bewilligen der Petitie van twaalf Schepen, wilde zich tot Antwoord op de nadere van twintig niet inlaaten, en verklaarde hier op ongelast te zyn. Het befluit was vier Schepen van zestig Stukken , zeven van vyftig Stukken, drie van veertig Stukken, drie van zes-en-dertig Stukken, en drie vantwintig Stukken, te zamen voerende vyf duizend, twee honderd, en veertig Man, uit te rusten (*). De Admiraliteit te Amper dam hadt, by deeze verieevendiging haarer werkzaamheden, zyne Doorlugtige Hoogheid uitgenoodigd om derwaards te komen, tot het bezigtigen, zo van 's Lands Magazynen, als van de aldaar liggende Oorlogfchepen. Men maakte alles gereed om 's Lands Admiraal-Generaal te ontvangen; en gaf, den zeven-en-twintigften van Herfstmaand, bepaald zynde tot dit ftaatlyk Bezoek, des kennis aan Burgemeesteren, wordende dezelve, benevens den Hoofd-Officier, en twee Secretarisfen van Burgemeesteren, teffens, uit naam der Admiraiiteits-PIee- ren, ten Maaltyde genoodigd. ■ Voor de Eerbewyzingen, van Stadswegen den Stadhouder*aangebooden, om de Burgers, by deeze Intreede, in de wapenen te doen ko- (*) N. Nederl. Jaarb. 1778. bl. 811. G a L BOEK. Zyne Hoogheid legt 2en Bezoek af by de Admiraliteit te Amfl erdam.  ioo DE REPUBLIEK DER L boek. W7- komen, hadt hy bedankt;dan,men vondt goed , op 't verzoek der Admiraliteit, Hoogstdenzelven , by zyne aankomst en vertrek, telkens, met ée'n-en-twintig Eerfchooten te begroeten, en een wagt van Krygsvolk, geleid door eenen Capitein, Luitenant, en Vaandrig, voor de Poort van het Groot Magazyn te plaatzen; en desgelyks de wagt aan de Muiderpoort , welke zyne Hoogheid zou binnen komen , te vcrgrooten. De dag brak aan,' en het Mastbosch van Schepen, in de Laag liggende, vertoonde zich vol Vlaggen en Wimpels, 'sLands Zeeraad deedt de Admiraliteitsvlag ontrollen, en van een zyner Waterkasteelen waaijen. Niet min druk dan op het Ywas het in de Meer, werwaards eene ongelooflyke menigte der Ingezetenen zich begaf, om de aankomst zyner Hoogheid te verbeiden , die aan de gezegde Poort met flaande Trom ontvangen werd, terwyl het balderend Gefchut de aankomst aan alle de Ingezetenen bekend maakte. Aan den Ingang van het Groot Magazyn ontving men zyne Ploogheid met behoorelyke Krygseere, en leidde hem in de gewoone Vergaderkamer, waar hy,door den Voorzittenden Heer en andere Leden verwelkomt, en tot het neemen van een Ontbyt genoodigd werd, 't geen met veel pragts gereed itondt. De Hoofd - Officier en de regeerende Burgemeesters, door hunne Secretarisfen gehoor gevraagd hebbende, werden, daar zyne Hoogheid niet verkoos ftaat-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 101 ftaatlyk gehoor te geeven, van hem minzaam ontvangen, 's Lands Magazyn, s ■ Lands Gefchut- en Timmerwerf, en de Admiraliteits-Lynbaanen, door den Admiraal-Generaal bezigtigd zynde , begaf hy zich, in een pragtig vervaardigde Sioep , benevens eenige Leden van den Zeeraad, Hoogstdeszelfs Gevolg, enden Vice - Admiraal hartsinck, na 's Lands Oorlogfchip Frederka WilMmtnct SopUa, gevoerd door den Schout by nagt graave van byland, 't geCll Op Ka- ■meelen gebragt was, om hem de werking deezer kunftige en noodige Uitvinding te doen zien. Dit Schip, als mede de Oorlogs-Fregatten, de Argo en de Jafon, heten, op 't oogenblik dat de Admiraalsfloep naderde, alle Vlaggen en Wimpels waaijen, en haalde men aan 't eerstgcmelde, zo ras de Prins aan Boord kwam, de Admiraalsvlag op: de Argo groette met éénen-twintig Schooten; dit Fregat, alsmede de Japon, kreeg desgelyks een Bezoek, en keerde zyne Hoogheid door 's Land.' Dok, voorby de onttaakelde Oorlogfche pen vaarende, na het Magazyn te rug tot het neemen van een Maaltyd, in aflei deele aan den rang van den Hoogen Gast en den luister van 's Lands Zeeraad beant woordende (*> Terwyl zyne Hoogheii het een en ander bezigtigde , beweezei de Koopvaardyfchepen , niet alleen me Vlag - (») N. Neder!. Jaarb. 1777. bl. 1102, G 3 I. 50EK, ^777'' t > l 1 c  102 DE REPUBLIEK DER i BOEK. Zyne Hoogheid bezoektFriesland. Vlaggen, maar ook met Schieten, hunne blydfchap; de aan- en afzeilende Jagten, Boeijers , en kleinder Vaartuigen, vermeerderden de fraaiheid der vertooniuge. De woeling aan de Buitenkant was onbefchryflyk; het Kermisfeest, 't geen duizenden van Vreemdelingen in de Stak lokte,, vergrootte het aantal der ooggetuigen deezes onthaals van Amftels Zeeraad, waar over zyne Hoogheid de uitterfte voldoening betuigde, en de onbefchermd gelaatene Zeevaard fcheen zich wat goeds van dit Bezoek te mogen belooven. Dit deel neemen van den Admiraal - Generaal in de verwakkerde werkzaamheid omtrent het Zeeweezen, baarde hoope op een verder en lang vrugtloos gewenscht lierftel, Weinig tyds te vooren hadt zyne Hoogheid , nevens Hoogstdeszelfs Gemalinne en Vorstlyke Kinderen, Friesland en Groningen bezogt, waar alles in gereedheid gebragt was, om dien Vorstlyken Stoet pragtig te ontvangen, en het verblyf zo aangenaam als mogelyk te maaken. Behalven de gewoone Vreugdbetooningen van Vlaggen , Illuminatien en Eereboogen, onthaalde men in Friesland denzelven op twee Landeigene Vermaaken; het ryden om een Gouden Zweep, op welken de Wapens , zo van hunne Hoogheden als van Friesland, gefneeden waren ; en het zeilen om een Zilveren Vleugel met zyn Tuigje, Vlag en Wimpel, met het daar by behoorende , alles op het kostbaarst  VEREENIGDE NEDERLANDEN. B% baarst en oierlykst vervaardigd, met dezelfde Wapens als de Zweep opgepronkt. By de Inhaaling te Leeuwaarden hadt men Beeldfpraakige Vertooningen, van een zeer oud gebruik, in zodanige gelegenheden. Dè Eendragt, vergezeld vart de Vryheid, beftuurende, door derzelver invloed en gelukkig genot, de Vier Kwartieren van Friesland, Oostergo, Westergo, Zevenwouden en Steden , wier duurzaame Eensgezindheid gevestigd was op Standvastigheid en Vrede, en wier heilzaame raadilagen alle de uitwerkzels waren van Voorzigtigheid, werden, door negen Perfoonen, allen zeer kostbaar in oud BMavisch Gewaad gedoscht, ryklyk met Goud en Zilver Galon vercierd, met verguloe Helmen en pragtige Pluimen op thooid, zinryk vertoond. » Op den weg na Groningen, was niet min Vaderlandscn,de beo-roetmg van zes paar Kin deren, als Herders en Herderinnen gekleed , die , den o-rond met Roozebladen en Bloemen beilrooid hebbende, hunne Hoogheden met een Herderszang verwelkomden , en een Veldlied zongen, waar in elk zyn dagelyksch bedryl, op een Schild, 't welk zy ih de hand hadden, voorftelde (*). Groningen , mede met een Bezoek der Vorstlyke Perfoonadien vereerd, wilde Friesland niets toegeevcn in ftaatlyk ontvangen en pragtig onthaalen. De Eere- poor- (*) N.Nederl. Jaarb. ^7??- b]' M&' G 4 I. SOEK. W77- Groningen en Drenthe.  IQ4 DE REPUBLIEK DER l boek. 17.77-. gyne Hoogheidkoopt d HeerlykJieid Bor poorten, door Burgemeesters en Raaden, door afgevaardigde Staaten van Stad en Lande opgerigt, met Zinnebeelden enOpfchriften vercierd, als mede de Illuminatien der openbaare Gebouwen en der Pluizen, van byzondere Perfoonen , dongen om den voorrang. De Academie was tot een Dansfeest gefchikt, en daar eene Danszaal vervaardigd; terwyl, in de byzondere Gehoorzaalen, Tafels gereedftonden om het Hooge Gezelfchap te vergasten en te verfrisfen. —— De Heer johannes amsing genoot de Eere, om, in tegenwoordigheid van dat Hooge Gezelfchap , in de Broederkerk, naa het houden eener gepaste Redenvoeringe, Over de nuttigheid der Wysbegeerte in 't Gemeenebest wel, en gelukkig te bejluuren, naar de wyze der Ouden, met de Kap, tot Meester der Vrye Runden , en Leeraar der Wysbegeerte , bevorderd te worden, 't Landichap Drenthe onthaalde desgelyks hunne Hoogheden (*), Eene der aanzienlykfte Heerlykheden in Gelderland, naar de Rivier Berkel of Bor,kel, Borkelo of Borkulo, geheeten, welke ''er, in ouden tyde, eene eigene Ridd'er- fchap hadt, en, behalven eenSteedje van dien naam, ook in zich begrypt Gezelaar, Geesteren , Eibergen , Rekken en Nede, werd , benevens die van Ligtenvoorde en de Havezate Marhuizen, door zyne Iioog-» heida (*) A\ Nederi. Jaarb* m\. bl, 1262-12&4*  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 105 heid, in dit Jaar, aangekogt, voor zesmaal honderd duizend Guldens, van den ; Vorst czartoryski, Generaal van Podolien , Luitenant - Generaal des Koningryks en Republiek van Poolen, en diens Gemalinne, Geboore Gravmne van Flemming. De overdragt gefchiedde, voor de Gerigten, onder welke deeze Heerlyke Goederen gelegen waren , _ aan de Algezondenen van zyne Hoogheid, den Baron van der borch, Raad en Rekenmeester van HoogstdeszelfsDomeinen, en den Griffier andreas ardesch, door den Heere dirk we strik, Koopman te Amjierdam, Gevolmagtigde van den Vorst en Vorftinne czartoryski. Gemelde Heeren aanvaardden, vervolgens, in naam van den Prins van oranje, het hoog. laag en middelbaar Regtsgebied dier Goe3 deren , en namen den Amptenaaren den Eed van Getrouwheid af (*). Om den voordeeligen Handel, door onze Kooplieden, in de West -Indien, bovei; 3I op St. Euftatius, gedreeven , te fluiten, meende Engeland een gepast midde o-evonden te hebben, in de klagten, ove: ?t gedrag des Bevelhebbers van dat Ei land, als of hy de Inwoonders, met oog luiking der Regeeringe, toeliet, ongeoor lofden Handel met de Noord-Amencaa nen te dryven. Het Voorzittend Lid vai he («ï .V. Neder!. Jaarb. i??7» bl. 739- G 5 I. SOEKi' 1777. Klagten over den Bevel'hebber1 van St. " Euftati. ui, door [ de Engelfchen. 1 t  io6 DE REPUBLIEK DER I. boek. 1777. 3 1 1 5 3 1 3 3 » 3 3 het Engelsch Eiland St. Christophel, de Heer greathead, zondt den Hollandfchen Bevelhebber joannes de graaf,een Brief, den zeventienden van Wintermaand, des Jaar mdcclxxvi, gedagtekend, waar in hy, naa aanduiding van geen geloof te hebben willen liaan aan de loopende gerugten, dat de oude en natuurlyke Bondgenooten van Groot - Brittanfe , de Onderdaanen van dat Ryk onderfteunden in hunne Wederfpannigheid tegen hun Moederland, uit naam van zyn Koninglycen Meester, klaagt, uit de egtlte berig:en, te weeten : „ Dat niet alleen de Toe, voer van alle foorten van Provificn en „ Oorlogsbehoeften, genoegzaam dage„ lyks, en in 't openbaar, verzorgd wor„ den, door de Inwoonderen van St. Eu, fiatlus, aan de rebelleerende Onderdaa, nen van zyne Majefteit; maar zelfs, dat , Schepen, Oorlogswyze uitgerust, van , dat Eiland afgevaaren waren, meteen , uitdruklyk en "erkend voorneemen, om te kruisfen op, en Prys te maaken van , de Schepen en Eigendommen van zyne , vreedzaame en getrouwe Onderdaanen. , — Dat een Sloep, zodanig uitgerust, , en afgevaaren, onder zekere Vlag, ge, naamd die van bet Continental Congres, , genoegzaam, onder het bereik en 'tGe, fchut van St. Eufiatius, zeerooverlyk, , aangetast en genomen hadt, een Bri, gantyn, een Engelsen Onderdaan toebe, hoorende; welke Sloep,naa deeze daad , van Zeeroovery , baarblyklyk begaan  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 107 binnen het gezigt van het Hollandsen Fort op de Reede van St. Euftatius we" derk'eerde , met opgeheiste Vlaggen , " en daar, by aanhoudenheid, genooten " hadt alle tekenen van onderftand en befchermins-. — Dat een ander gewa" pend Schip, toebehoorende aan, en 111 " dienst van de Americaanfche Rebellen, * openbaar was aangekomen, en geankerd " op de Reede van St. Enfatius, met een " opgehaalde Vlag, voor die der Rebellen " bekend, en de Sterkte, Oranje-Fort gt" naamd, met dertien Schooien begroet" te 't geen van dit Fort. was beantwoord, " met eene ftaatlykhcid, verfchuldigd aan " de Vlaggen van Onaf hangelyke Souve" raine Staaten: welk Schip, naderhand, " vryheid kreeg, om in te neemen eene Lading Buskruid, nevens andere Oor" loo-sbehoeftens en Voorraad , tor ge" bruik van het Americaanfche Leger. — Vervolgens, de Americaanen afgeichudert hebbende als verbanne Rebellen en Zee roovers, voegt hy 'er by : » Tot fchen ,diug vanille openbaare Trouw ej 's Volks Eer, is het voor eene Holland " l'che Volkplanting overgebleeven om d erkende Medeftandcrs van hunne Vei " raaderye, en de Bevorderaars van hun " ne Zeerooveryen te zyn , en voor d " Fortresfen van Hun Hoog Mogenden " om de eerfte openbaarc Erkenners t " weezen van eene Vlag, tot hier toe on ! bekend in de Lyst der Nationaale Vlas 31 p-en " ■ Ten flot cischt hy een " * voo. I. m7>  ïo8 DE REPUBLIEK DÉR l BOEK. De Berelhebber beantwoorddeeze klagten. voorbeeldlyke genoegdoening, „voorden hoon aan zyner Majefteits Vlagge aan„ gedaan, doof de Eere, aan die van zy„ he rebelleerende Onderdaanen bewee„ zen, van het Fort Oranje, en vorderde daar benevens, dat de Bevelhebber zyn „ gezag zou gebruiken, om eene herhaa„ ling deezer verbreekinge van Trouw voor te komen , en tellens daadlyke middelen aanwenden, om volledig her„ ftel te doen toekomen, aan hun, die, door de gepleegde Zeeroovery, gele„ den hadden, dat de Medegenooten, de „ Deelhebbers en Aanmoedigers, in der j_, daad, mogten uitgevonden, gevat, en, Sï tot affchrik voor anderen, naar verdien,, ften geftraft worden." peeze Brief werd door den Heer stanley, een Lid van zyns Majefteits Raad, en zyn Solliciteur-Generaal, aan den Bevelhebber van St. Euftatius overgehandigd; hy hadt, daar en boven, last, om met denzelven breeder mondeling te handelen. Dan, het behaagde den Pleer de graaf niet, zich in eenig onderzoek, wegens den inhoud van dien Brief, of van zyn gedrag, in eenig geval, in te laaten met deezen Gelastigden; dewyl zulks gefchikt fcheen om hem Rekenfchap af te vorderen in zyn eigen Bevelhebberfchap; waar toe niemand op aarde regt hadt dan zyne Heeren en Meesters. Een Brief in antwoord was het eenige dat de Voorzitter greathead verwierf, waar in de Heer de graaf ontkent, „ dat de Re~ » g'ee~  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 109 geering van St. Euftatius, op eeniger" fel wyze, kennis hadt van de onverdee" dio-baare handelingen 5 den Inwoonde'„ ren van dat Eiland ten laste gelegd; en „ omftandige bewyzen , op egte kennis„ neemingen gegrond, vordert, van dus„ danige onwettige handelingen, met de „ Hukken, in orde te neder gefteld, en „ met Getuigen bekragtigd , tegen de „ ftrafbaare Perfoonen, welke ontbraaken. „ in den gezonden Klaagbrief, 't Was „ hem onmogelyk tegen iemand van het „ Gemeen iets aan te vangen , op eene „ algemeene befchuldiging ; noch zyn „ Last, noch de Wetten des Lands, ga„ ven hem vryheid iemand in Regten te „ vervolgen , zonder Aanklaager of Ge„ tuigen, of te veroordeelen zonder Be„ wyzen. Bragt men deeze in 't midden „ de Regeering zou alle mogelyke vol „ doening geeven. Deeze, hadt men, we „ gens het neemen van den Brigantyn „ door een gewapende Sloep, met te ber , de o-cbragt. Voorts was hy niet be wust, in eenig opzigt, de Traétaatei o-cfchonden , of, willens en wectens den Koning eenigen hoon aangedaan t " hebben, en , diensvolgens , tot geen vergoeding gehouden. Men moest me " verwagten, dat hy, zonder uitdruklj ken last der Hooge Magten, onder we , ken hy ftondt, het op zich zou ne< , men, om een Handel en Vaard te iv ' dwingen, aan welke hy verzekerd wa: ' dat Hunne HoogMogenden niet zoude „ di I. BOEK. 1777- 1 t 1 > u  iio DE REPUBLIEK DER I. boek, 1777' Men maakt ■van deeze zaak een Twisi van Staat. ,, dulden, dat eenige verhindering wer&t toegebragt, en dus eene Volkplanting „ onder zyn Befluur, en dat gedeelte van „ het Handelbelang der Hollanderen, aan ,-, zyne zorge, door de Pleeren Directeu„ ren der West - Indifche Compagnie toever- trouwd, te verongelyken. Belan- gende het ontvangen en behandelen , „ door de Fortresfen van het Eiland, aan „ eenige vSthepen, hoe genaamd,gedaan , vleide hy zich aan zyne Meesters, wan„ neer zy het vorderden , zodanig eene rekenfchap te zullen kunnen geeven, als zou uitwyzen, in hoe verre de berig„ ten, aan den Voorzitter greatiiead „ gegeeven , egt waren, en op goede gronden fleunden." Een tweede Brief, door gemelden Voorzitter aan den Bevelhebber gefchreeven, was in zagter bewoordingen vervat; hy verontfchuldigde zich eenigennaate van eene opzettelyke betigting der Regeeringe van St. Euftatius, wegens derzelver aandeel in den ongeoorlofden Handel. Dan, geen uitzigt hebbende dat eenig nader Vertoog een voordeeliger onthaal by den Heer de graaf, die zich op zyne Pleeren en Meesters beroepen hadt, zou ontmoeten, werd, zyns oordeels, de Twist eene zaak van Staat, die ter bellisling van den Koning zyn Meester en Plunne Hoog Mogenden itondt. Ingevolge hier van , zondt de Heer greathead de bovengemelde Brieven aan Lord george germain, met by- ge-  VEREENIGDE NEDERLANDEN, m gevoegde beëedigde Verklaaringen , raaiende den hoon,der Vlagge van zyneMajefteit aangedaan;doch kon geen beeedigd bewys opleveren, dat de Kaper een Eigendom was van Hollandfche Onderdaanen, noch wegens de eigenlyke natuur van den Toevoer, dagelyks- van St. Eufiatius na Noord- America gezonden. Schoon de zaak, eerst zo heftig opgevat , eenigzins fcheen te bekoelen , was dezelve overgenoeg om den Engelfchen Afgezant yorke, de Papieren,daar toe betrekkelyk, by de Algemeene Staaten te doen inleveren, vergezeld van een Vertoog,'t geen,om den dreigenden inhoud, hier geheel verdient geplaatst te worden. „ Zedert den aanvang," dus liet hy zich hoeren , „ van den onnatuurlyken Op„ ltand, die in de Engelfche Volkplantingen „ van Noord-America, tegen de Wettige „ Regeeringsvorm van het Moederland is „ uitgeborften,heeft de Ondergetekende, „ buitengewoon en volkomen Gemagtigde „ des Konings van Groot-Brittanje, meer„ maaien gelegenheid gehad, zich by Uwe „ Hoog Mogenden te vervoegen, in den „ naam van den Koning zynen Meester, om dezelven, door alle beweegmidde3, len van Volksbelang , van goede Na„ buurfchap, van Vriendfchap, en, ein„ delyk,ook van Verbonden, tenoopen, », om den heimlykenHandel tusfchen der„ zeiver Onderdaanen , en de oproerige „ Americaanen, te fluiten. Indien de „ maatregels, welke Uwe Hoog Mogen- „ den I. BOEK. 1777. YORKS klaagt over die bedryf op it. Eufiatius.  ii2 DE REPUBLIEK DER I. BOEK. 1777- , den hebben gelieven te neemen,van zo veel uitwerkings, als hunne verzekering vriendhoudende geweest waren, zou de Ondergetekende zich niet in de onaan\ genaame noodzaaklykheid bevinden , „ om thans ter kennisfe van Uwe Hoog Mogenden .te brengen. Gebeurtenisfen' 99 van het ernftigst belang en uitzigt. — „ De Koning, Hoog Mogende Heeren, „ heeft, tot hier toe , met een geduld zonder voorbeeld, de onregelmaatige „ handelwyze van Derzelver Onderdaanen verdraagen, in hunnen Handel, dien zy te St. Eufiatius, en van daar in Ame*9rica9 dryven. Zyne Majefteit heeft l, zich fteeds gevleid, dat, met tyd aan „ Uwe Hoog Mogenden te geeven, om eene handelwyze, zo onregelmaatig als „ onverdeedigbaar, te onderzoeken, en „ dezelve te doorgronden, Dezelve de „ noodige middelen zouden hebben aange„ wend om de misbruiken te beteugelen, „ hunne Onderdaanen binnen behoorely„ ke paaien te houden, en de Regten en. Vriendfchap van Groot-Brittanje te doen ontzien. — De Klagte, welke ik bevel heb thans aan Uwe Hoog Mogenden „ te doen, is gegrond op egte hier by„ gaande llukken, in welken Uwe Hoog „ Mogenden, met verwondering, en, ik moet gelooven, zelfs met misnoegen, „ zullen zien, dat, naa eenen onbepaal„ den Koophandel aan de oproerige Ame„ ricaanen te St. Euftatius te hebben toe„ geftaan, Derzelver nieuwe Bevelhebber „ DE  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 113 3)be graafvzyn pligt in zo verre heeft ' durven vergeeten, dat hy de Vyandiyke ' uitrustingen der Americaanen oogluikend ' heeft aangezien; dat hy het neemen van een Engelsen Schip, door eenen Ameri„ caanfehen Zeeroover, heeft toegelaaten, „ byna onder hetGefchut van zyn Eiland; „ en , (om de kleinagting tegen de Engel„ fchen, en alle andere Mogenheden van „ Europa, tot den hoogften trap te brem „ gen,) dat hy de Vlag van het oproerig „ America, door deFortresfe van zynGe„ bied, met de gewoone Eergroete heeft „ doen beantwoorden. Alle de „ vriendlyke Vertoogen, welke het Voor„ zittend Lid der Regeeringe , van het „ nabuurig Eiland St. Christophel, omtrent deeze bekende voorvallen , gedaan „ heeft, zyn door den Heer de graas l, op de onduidelykfte en aller onvoldoe „ nendile wyze, beantwoord, weigeren„ de zelfs, zich in eenige Verklaaringen, hoe genaamd, in te laaten,met eenLic van 's Konings Raad, op het Eiland St „ Christophel, welke , ten dien einde „ door gemelden Voorzitter, na St, Eu l, jlalius was afgevaardigd. — Naa he „ mededeelen van de bygevoegde Stuk -, ken , is my niets overig, dan 'er noj by te voegen, dat de Koning, die de „ zelve met geen mindere verwonderin: dan verontwaardiging geleezen heeft a, my uitdruklyk gelast, van Uwe Hoo Mogenden te vorderen eene plegtig 1. deel* H 9» Dn: I. boek, 1777* r > r > l e  ii4 BE REPUBLIEK DER l BOEK, Ï776. Hoe dii hier werc opgenomen». ,, Ontkenning van de Eergroete, aan de „ oproerige Vlag, door het Fort Oranje, ,, te St. Ëuftatius gedaan; de afdanking en onmiddelyke terugroeping van den „ Bevelhebber de graaf; en, d-aar en „ boven', nog van wegen zyne Majefteit, „ te verklaaren, dat, zo lang deeze vol„ doening niet gegeeven is , men niet ,, moet verwagten , dat zyne Majefteit zich zal laaten zusfen met enkele verze„ keringen, of dat zy een oogenblik zal vertraagen, de maatregels te neemen, „ die zy voor de belangen en de Waar„ digheid van de Kroon zal meenen goed „ te vinden." Men zag, in dit Vertoog, de algemeene Befchtildigingen van Ongeoorlofden Handel, op nieuw,zonder voldingend bewys, opgehaald, met misnoegen; dan, eene biilyke verontwaardiging beving alle Onpartydigen , wegens de vreemde , en van allen regtmaatigen grond ontbloots Aanklagte, dat rfiert éëne daad, byna onder het bereik van 't Gefchut, en dus daar buiten gefchiedt, niet geweerd hadt; en moest deeze aandoening met regt aangroeiden, door den onverdraaglyken toon, op welken de Padder yorke eischte, dat een Bevelhebber, eer men behoorelyk kennis van de zaak kon neemen, terftond zou worden afgedankt en opontbooden, en de dreigende taal in 't flot gevoerd. Dit Vertoog werd, naderhand, in Engeland zelve, aangemerkt als zo beledi-. eend voor de Staaten deezer Gewesten; de-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 115 dewyl zy 'er als eene mindere en ondergefchikte Mogenheid in behandeld werden.., 1 dat men het aanzag als eene aanleidende en eerfle oorzaak der Gevoeligheid van 1 onzen Staat, tegen het Ryk van Groot-Brittanje. (*). Naa dat de Afgezondenen van Hgllanc\ pn West-Friesland, dit Stuk, met de Bylaagen, overgenomen hadden, om ze in de'hunnen brecder mede te deelen, vonden de Algemeene Staaten goed, dat alles zou gefteld worden in handen van de Heeren lynden tot zwaanenburg, en anderen , tot de Buitenlandfche Zaaken, gelast, om alles te onderzoeken en der Vergaderinge verflag te doen; als mer de, dat men ze zou zenden aan den Reprefentant en Bewindhebberen van de iVest-Indifche Compagnie, ter voorzittende Kamer Amfterdam, om van hun, ten ipoediglle, berigt te ontvangen, of, met de laatst ingekomene Brieven van St. Euftatius jiets te hunner kennisfe gekomen was, deeze voorvallen betreffende.' 'tLecdt niet lang, of, ingevolge van dit alles , lieten de Algemeene Staaten den Koning een Antwoord toekomen, "t geen , fchoon in manlyke taal opgefteid, egtcr blyk droeg van een taai geduld en groote toegeeflykheid. De Graaf van w e l d e r e n leverde 't zelve in deeze be- (•) Univerf. Magaz. Vol. LXXVIII'. p. n5. Ii 2 E O EK* 777- Ant- ivoord 3p die klagten.  n6 DE REPUBLIEK DER I BOEK. bewoordingen over : „ Het is met het ■„ diepst ontzag, dat de Ondergetekende , „ buitengewoon en volkomen Gemagtig„ de Afgezant van Hunne Hoog Mogen„ den, ingevolge der Bevelen, die hydes„ wegen heeft ontvangen, de Eer heeft, „ Uwe Majefteit te vertoonen , dat het „ Vertoog, door zynen Afgezant overge„ geeven, Hun gevoelig heeft getroffen , „ en dat zy zich verpligt vinden te klaa- gen over de verwyüngen, daar in ver„ vat, even als of Hun Hoog Mogenden 9, vermoed wierden van Uwe Majefteit te willen zusfen met vriendlyke verzeke„ ringen, die door de daaden werden te„ gengefprooken , als mede, over den „ dreigenden toon, welke in dit Vertoog „ heerscht,en welke aan Hunne HoogMo„ genden toefchynt te verre af te wyken „ van 't geen tusfchen Souveraine en On„ afhanglyke Mogenheden is aangenomen „ en moet plaats hebben, en vooral tus„ fchen Nabuuren , welken, zedert zo „ langen tyd, door de banden van goe- de Overeenftemming, en onderlinge „ Vriendfchap, zyn veréénigd geweest. — • Hunne Hoog Mogenden meenen , dat „ zy, in alle gelegenheden, en byzonder ,, in deeze ongelukkige Beroertens van „ uwer Majefteits Volkplantingen in Ame- rica, omtrent Uwe Majefteit dat geen „ gedaan hebben, 't welk men van een" „ goeden Nabuur, en van eene vriendhou„ dende toegenegene Mogenheid, zou kun- }9 nen  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 117 ,, nen verwagten. — Hunne Hoog Mogenden {lellen de Vriendfchap van Uwe MaZ jefteit op den hoogllen prys; zy wenfchen alles te doen wat in hun vermogen " is, zo veel de Eer en Waardigheid van 9 den Staat toelaaten, om dezelve meer en „ meer aan te kweeken; maar zy kunnen, „ ten zelfden tyde, niet verbergen de gevoelige aandoening, die dit Vertoog op „ hun gemaakt heeft. — Het is eemg9, lyk om Uwe Majefteit alle oplettenheid te betoonen, en, omtebewyzen, dat „ Hunne Hoog Mogenden niets willen „ verzuimen't geen dienen kan, om, ge„ voeglyk, de waarheid dier Gebeurtems„ fen te onderzoeken, waar uit de klag„ ten zyn gefprooten, dat zy beflooten „ hebben, om dit onderzoek op de fpoedigfte wyze te doen, en daar van alk 11 langwyligheid en uitftellen af te fnyden. II Ten dien einde zyn Hunne Hoog Mo„ genden afgeweeken van de gewoont „ vorm, in diergelyke gevallen altyd ge bruiklyk , om van de Bediendens er Amptenaaren , in hunne Volkplantin 5, gen, een fchriftlyk Berigt te vorderen en zy hebben reeds hunne Bevelen afge „ vaardigd, dat de Bevelhebber van & Euftatius, zonder uitftel, en met allei , mogelyken fpoed, zou overkomen, on ,, Hunne Hoog Mogenden de noodige be ' rieten te geeven van al 't geen op 't E: " land St. Euftatius is voorgevallen, al " mede, van alles, wat omtrent de Am H 3 „ r I. 30EK. i 1 \ S  xi8 DE REPUBLIEK DER ï. BOEK. „ ricaanfche Volkplantingen , en derzelver ,i Schepen , geduurende den tyd dat hy ,i bevel gevoerd heeft, tot zyne kennisi'e „ is gekomen, en, om zyne handelwyze, „ daar omtrent, onder het oog van Hunj, ne Hoog Mogenden te brengen. De Ondergetekende vindt zich gelast „ Uwe Majefteit berigt van dit Befluit te „ geeven, en teffens te verkiaaren , dat „ Hunne Hoog Mogenden geene zwaarig,i heid maaken , van zeer uitdruklyk te „ ontkennen, alle daad of Eerbewyzing, i, welke, door hunneBedicndens of Amp„ tenaaren, aan de Schepen van de Noord„ Americaanfche Volkplantingen mogten „ zyn gegeeven, of, welke zy, in't ver„ volg, mogten geeven, voor zo verre die „ daaden of Eerbewyzingen van natuur „ mogten zyn, om daar uit te befluiten, dat men 't minst ter wereld de Onaf„ hangelykheid en 't Oppergezag van gej, melde Volkplantingen erkende. —•— „ Nog heeft de Ondergetekende last Uwe „ Majefteit kennis te geeveu, dat Hunne „ Hoog Mogenden,dien overeenkomftigj „ Bevelen hebberi gezonden aan de Bevel* 3, hebbers, in hunne West-Indifche Volk„ plantingen, en htm, op nieuw , en op „ het allerfterkst, hebben gelast, om derzelver Plakaaten en Bevelen, tegen „ den Uitvoer van Oorlogsbehoeftens, „ na de Americaanfche Volkplantingen, van „ Uwe Majefteit, op het allernauwkeu„ rigst in agt te neemen, en die Bevelen „ met  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 119 met de allermogelykfte ftri.ktheid te ^ doen uitvoeren." . • . " Zvne Groot-Brktannifchi Majefteit nam genoegen in dit Antwoord, zag n^Wydfchap zyne verwagtmg vervuld m het opontbod des by hem in haat gebragten Bevelhebbers, als mede, het ontkennen der Kleinagtinge, zynerVlagge aangedaan,en de beiöorfe voorzorge tegen net voeren van Oorlogstuig na de oproerige Volkplantingen; alles begreepen in letWg; woord , door den Secretaris van Staat, den Graaf van suffolk, aan tafel* van vvelderen ter hand gefteld. fiiel mede liep deeze zaak , ten opzigte van Engeland, geheel ten einde (*> Het gedrag der Hollandfche, en boven al der Amflerdamfche Kooplieden , in dit Tydsgewricht, werd toen, en naderhand, met de zwartfte kleuren geichilderd, dooi hun die de Engehchgezinde Party aanklemden; zeker Schryver, een verklaard V001ftander van dezelve,hadt de onbe chaamdheid om te verzekeren, „dat de Koop lieden te Jmfterdam de Volkplanting-ei " heimlyk onderfteunden tegen de uifdr.uk lyke Hakaaten aan } dat de Rcgeenm « •> „ vai (*) N. Nederh "Jaarb. 1J77- 375 -*4Q4 V&iSwWM tusfchen dén Engel/chen V' J vn,,ng en den Heer c olpoy-s, Cipite v^ een S^'ch Oorlof, en den Heer ide graaf, wyzeu uit, dat e feg* fe« geeVgegroud regt hadden om ove, de ^.geenc yaa St. Eufiutius te klaagen. H 4 | SOEK- 777- Enge- 'and neemt hier in genoegen. Befchuldigingentegen Kooplie* den. r t I g  120 DE REPUBLIEK DER I. BOEK. W7- „ van Amflerdam zièfy hier tegen nooit „ verzette, gelyk zy .hadt behooren te doen, door ééns een voorbeeld te ftel„ len,zo als de bevordering van de goede „ verflandhouding met Engeland, en de „ bewaaring van den Vrede en het Wel„ zyn, als mede de goede Trouw, van „ ons Vaderland zouden gevorderd heb„ ben. —— Dat de Toevoer van alle „ Krygsbehoeften, na de Engelfche Volk„ plantingen, by herhaalde Plakaaten, ten *, iterkflen verbooden was; maar de ge„ legenheid van onze eigene Volkplantin„ gen, zo in Guyana, als byzonder op de „ Eilanden, en vooral Si. Euftatius, gaf „ de gereedfte aanleiding tot deezen ver„ boden plahdel. Men kon daar heenen al vervoeren wat men wilde,zonder dat „ daar op veel te zeggen viel, en dan „ hadt men met de Americaanen maar te „ beleggen om het van daar te haaien, 't „ geen zeer gemaklyk was. ■ Geen „ wonder dan dat de aandagt van Enge* „ land zich hier op byzonder vestigde, en s, dat dieswegens door deszelfs Gezant al „ vroeg Vertoogen aan Plunne Hoog Mo, genden werden gedaan, die daar op niet , twyfelden allen Uitvoer van Krygsbehoeften , na de Engelfche Volkplantin^ gen , llreng te verbieden. Dan , hoe j3 deeze billyke en noodige orders,geduu$> rende den tyd van verfcheide jaaren, ^ dagelyks , en op allerlei bedenkelyke wyzen, zyn geè'ludeerd, of wel openlyk " en direct getranfigeerd geworden , be!' „ hoeft  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 121 . hoeft men flegts de zulken te vraa" gen die zich, vooral in de jaaren md'cclxxv, mdcclxxvi en md c cl xxvn, op St. Euftatius, Z Curacao , enz. , bevonden hebben. Trouwens , de Portien in zulke Schel' pen en Laadingen, werden, te Amfter„ dam , openlyk, en, zonder eenige be' wimpeling, geveild, en de Reeders zo ,, wel als de Asfuradeurs, maakten geen , het minfte geheim van deezen Handel. l Het gebeurde met den Heer de graaï £ kan ook in aanmerking komen, om te 9> begrypen, dat, in Engeland, zommi„ gen, zedert een geruimen tyd , reed; „ op de gedagten waren gevallen, als o1 „ de Republiek den Americaanen geen on gunftig hart toedroeg (*)." - Dan deeze taal, uit de pen der Partydigheic o-evloeid, verraadde zich zeiven, lag d< Regeering van Amflerdam een verzuim tei laste, voor 't welk dezelve niet hadt t waaken, of, behelsde eene onbewee zene befchuldiging der geenen, die, va weo-en de Admiraliteiten, daar tegen hac den moeten voorzien, en, zulk een ge dtag, ftrafloos gedoogd, ja, met hun mc deweeten, bevorderd hadden, om Eng lands Vyanden te onderfteunen. Daar e boven was het in 't wilde gefchermd, e het bewys uit het openlyk te koop veile der Portien in Schepen en Laadingen, nu Kryg (») Politiek Vertoog, bl.72. 78 en 79.- in 8vo H $ I. BOEiS.' 1777-- L 1 ï T a n n :t  122 DE REPUBLIEK DER L BOEK. Nadere Bepaalingenwegens het vervoerenvan Oorlogsbehoeften. Krygsvoorraad voor de Noord-Americaanen beftemd, droeg de lidtekens der grootfte onkunde in den Handel, of van de onbefchaamdfte Lasterzugt, dewyl het iets Relde, 't welk geen beftaan hadt, en zelfs niet kon hebben ( * ). Dat veele Kooplieden zich van deeze gelegenheid, tot het behaalen van groote Winlten, bedienden, kan niet ontkend worden; doch, 'er ftak in dit bedryf van byzondere Perfoonen, die het waagden, niets, ten opzigte van den Staat. Want, niet alleen werd het Verbod der Verzendinge van Oorlogsbehoeftens, na de Engelfche Volkplantingen , weder vernieuwd (f) ; maar, by 't verkenen van Convoy zag men vyf Bepaalingen gemaakt , meerendeeis {trekkende om alle bedekte derwaards voering van Krygstuig ten fterkfte te wee-ren; behalven de bepaalde hoeveelheid, moest, om volkomen zekerheid te hebben, dat, desaangaande, geen bedrog plaats hadt, in alle aanwyzingen der ingelaade Goederen, wanneer de Verzender of Koopman verkoos eene algemeene benaaming van Koopmanfchappen ö te (») Candidus wederlegt dit in 't breede in zyn' Zesden Britf tegen het Politiek Vertoog, bl. 40, enz. De Politiek Verloogfchryver hadt zich op de Nieuwe Nedsrlar.dfehe Jaarboeken beroepen; doch, de Schryvers, hebben, by de frakken, getoond, dat deeze Asnhaaling geheel verdraaid en valsch is, gelyk veele Aanhaalingen diens Schryvers. Niew.ve Neder.'. Jaarb. 1781. bl. 823 en 824. (f) N.Nederl. Jaarb. 1777. bl. 130?.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 123 te gebruiken, of daar op te zetten, de in* loud onbekend, daar nevens worden uitgedrukt, dat het niet is Buskruid f^fg tie van Oorlog. Ook zou bet der1 Officieren, van wien Convoy gevraagd werd,, vry ftaan, te onderzoeken, of te doen onderzoeken, of in die Schepen meer Buskruids, of ander Oorlogstuig, gelaaden was, dan de overgeleverde Papieren uitweezen 5 en moeiten de Schippers den Onderzoekeren behoorlyke aanwyzmg van de Laading doen, en, des noods, in handen van den Bevelvöerenden Officier, den Eed afleggen, dat zy geene andere Ooe deren, cm byzonder, geen Buskruid 0 Oorlogstuig, hadden ingelaaden, dan m de Papieren bleek. Wanneer , des niette genftaande, meer van die Goederen aai Êoord mogten zyn, zouden de Schepen aan de Admiraliteit overgeleverd, aldaa ondorzogt , en tegen de Schuldigen reg ' terlvk gehandeld worden. • GelyK,D net eerfteLid, bepaald was,dat geene ai' dere Schepen, dan die hier te Land r'huis hoorden , van dit Geleide zoude kunnen gebruik maaken ; zo diende h< laatfte Lid om te beletten, dat zich, b het wederkeeren, geene andere daar va bedienden, dan Schepen, dié hier t hu hoorden , en van hier waren uitgevaarei of, voor zo verre zy in de West-India zouden mogen weezen aangekogt, en m denBylbrief zullen worden beweezen,ni in Noord-America gebouwd, of vóór dt laare Wdcclxxvi, reeds door de 1 J £ I. boek» 1777-■ '■ 1 » r ï e n % y 11 is ^t tt •n ne-  i24 DE REPUBLIEK DER I. BOEK. WT; Poogingen van YORKE omTweedragt te zaaijen. (*) N. Ntderl. Jaarb. 1777. bl. 1301, «82. gezetenen der Volkplantingen van den Staat, of van eenige andere Mogenheid, buiten Noord-America, bezeten, of, zedert, als Pryzen, op die van Noord-America gemaakt, verkogt te weezen; en.het daarenboven blyke, dat het Schip aan de Onderdaanen van den Staat toebehoort, en de Schippers één jaar en zes weeken , vóór mdcclxxvi, Ingezeten Burgers van't Gemeenebest, of deszelfs Volkplantingen , zyn geweest (*). Ploe veele , hoe nauwe , voorzorgen, tot het bewaaren der voor deezen Staat raadzaame en hoognoodige Onzydigheid! van welke de Engelfehs Afgezant yorke den Staat zogt af te trekken, door zyne onophoudelyke klagten, dat de Stad Amflerdam, en veele voornaame Kooplieden, de Noord - Americaanen, op eene ongeoorlofde wyze,. begunfligden, en, tegen de belangen van het Britfche Hof, onderfleunden. Hy, die reeds zes -en- twintig jaaïen, hier zyn verblyf gehouden hadt, en volkomene kennis bezat van de geileldheid der dingen, poogde eenen Aanhang te krygen, of liever, dien hy reeds hadt, te vêrfterken. Welmeenendheid voor 't Gemeenebest was op zyne lippen; doch nyd en afgunst in zyn hart. 't Zaad van Tweedragt te zaaijen, kon best aan zyne oogmerken beantwoorden , 't werd ryklyk van hem geftrooid, en in den grond eeni-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. ia$ eeniger Gewesten kreeg het aanmerkelyken wasdom; waar uit verfchillende mzigten tusfchen dezelve reezen, die hem een gelukkigen uitflag deeden verho open van zynen toeleg om Nederlands Hooge Magten over te haaien tot eene Onderhandeling , by welke zy wel vry verklaard werden om den gevraagden Onderftand aan Engeland te geeven; maar teffens moesten afzien van allen Handel en Scheepvaard op Frankryk en Spanje, in zo verre het Engeland behaagde daar aan paaien te ftellen, zonder zich te houden aan duidelyk fpreekende uitflaande Verdragen, en dus m zulker voege, dat, deeze Voorwaardens aangenomen zynde, het Hof van Verfailles, ol van Madrid, de Staaten der Vereenigde bewesten niet meer als Onzydig konden aanmerken. Amjlerdam bleef niet m gebreke, om, ter Staatsvergaderinge , de na deelige gevolgen van dit Engeljche Plan zo voor onzen Koophandel, als voor on; Gemeenebest, aan te toonen. De toeneemende Vyandlykheden tus fchen Frankryk en Engeland wettigden d welgegronde Staatkunde om zich volmaak onzydig te houden. Drie Franfehe Sche pen, door de Engeljchen genomen, en t Jamaica opgebragt, werden door den fif velhebber van St. Domingo te rug geeischt doch geweigerd. Het Franfehe Fregat tot het doen van deezen terugeisch, de: waards gezonden, hadt last, om, in g< valle van weigering, by zyne terugkomst de Engelfche Schepen, hem ontmoete: I. BOES!» 177/. - Toeneel mende £ Vyandlykheden" tusfchen - Frank- - ryk er» Enge- ' land. 3 ■ > 1-  ifl<5 DE REPUBLIEK DER I. boek 17-77. Er.geïar.dsaangroei ende Veruitte ring. (*j Zie boven, bl. 92. de, te neemen , 't geen het opbrengen van een Engelsen Schip, te St. Domingo, ten gevolg hadt. De Bevelhebber van een Fransen. Oorlogfchip, met een Fregat op de hoogte van YQrient zeilende, geboodt twee Engelfche Kruisfers van daar te vertrekken; dewyl de Koning zyn Meeleer de Havens van zyn Ryk voor alle Volken open zette 9 uitgenomen voor de Kaapers van Groot - Brittanje. Hoe wei¬ nig, ondertusfehen, deeze voorgenomene volkome Onzydigheid, en de hoop, dat de regel vry Schip, vry Goed, de Ingezetenen zou bevryden van geweldige aanrandingen , betekenden, kunnen de reeds bygebragte klagten (*) uitwyzen; en, wy zullen", vervolgens, maar al te veel gelegenheden aantreffen, om de vrugtloosheid van 't een en ander te boek te ftellen. Engeland werd meer en meer verbitterd, en zogt het Franfehe Hof, door den Graaf "van dunmore, van het deel neemen in de zaak der Noord- Americaanen, af te ' trekken, of, indien dit mislukte, 't zelve tegen dit Gemeenebest op te rokkenen; doch deeze beide Staatkundige flreeken waren verre van de gewenschte uitwerking te baaren. —— Trots mogt de Engelfchen in den waan brengen, dat de Wet, in den Jaare mdcclxxv, vastgefteld, de Britten verbiedende met de Volkplan-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. ia? plantingen Handel te dryven, of met die Volkplantingen eenige gemeenfchap te hebben, zich ook tot andere Volken uitftrekte, en dat de Noord- Americaanen, onder die'n Banvloek diens Britfchen Ryks liggende, het affchuwen zouden weezen van alle andere Mogenheden. De Heer fox hadt waarheid gefprooken , als hy , by het maaken dier Wet, Lord north te gemoet voerde: Nu is America voor altoos verhoren ! welke ftraf zal thans evenredig -xyn aan de misdaad van hun, die, naa zoo veel Gelds vergeefsch verfpild, zo veel Bloeds , dat ten Hemel fchreidt, nutloos vergooien te hebben, hun Vaderland van eene zo onwaardeerbaar Bezitting berooven, en op den kant van deszelfs volkomen val brengen! Die Wet was eene verbreeking van alle voorige Verbintenisfen ; ftelde de Volkplantingen in derzelver n'atuurlyke Vryheid; en gaf aan alle andere Hooge Mao-ten de handen ruim om met de Verlaatenen te handelen en overeenkomften te fluiten. Wy zullen niet meer dan regt doen aan de Noord- Americaanfche Volkplantingen , ■wier Lotgevallen eerlang op die van onzen Staat zo veel invloeds hadden, als wy hun wedervaaren , in dit Jaar, vermelden. Met reden ftondt de Wereld verbaasd over den zo goeden wederftand, in den voorleden Jaare, door eene geringe en gebrekkig voorziene Krygsmagt der Volkplantingen, den indringenden Vyand gebooden. Hoe zeer de Vryheidsmin veelei har- I. boek; 1777. Krygsverrigtin.gen in NoordAmerica, ia deezen Jaare.  128 DE REPUBLIEK DER I. BOEK. 1777. harten deedt ontgloeijen,hadden zy,over gebrek aan Volk, tot dien Veldtocht s moeten klaagen: daar de meesten, de eerfte drift bekoeld zynde, naa het vervallen van zes maanden dienens, het Leger verlaaten hadden, zo dat, met den aanvang van dat Jaar, 't zelve , van 40,000, tot beneden 5000, verminderde, en het veel werks in hadt een nieuw Leger in ftand te brengen. Onder verfcheide oorzaaken van dit bezwaarlyk Volk krygen , bragt 'er, naar 't oordeel van den Heer trumbull , geen een meer toe, dan de hoop , die, over 't algemeen, in 't begin van dien Veldtocht, veel invloeds hadt, dat, vermids 'er nog geene Oorlogsverklaaring was, men het verfchii,langs den weg van Onderhandeling, nog zou kunnen byleggen; dat Groot-Brittanje, overtuigd van het vast befluit der Noord-Americaanen, eindelyk , haar weezenlyk voordeel meer zou vinden in 't herroepen van het zo zeer gehaatte Regt van Schatting, dan in het vervolgen van den Oorlog, waar van 't gunffigfte uiteinde, in gevolge van 't geen zy zogten , alleenlyk zou zyn, het verderf der Volkplantingen bewerkt te hebben , en dus, voor hun, het verlies van allen voordeel van Koophandel en Inkomften. Die hoop , gevoegd by den algemeenen afkeer van het denkbeeld eens voortduurenden Oorlogs, en de overblyvende genegenheid voor het Moederland, gepaard met een ongunftig denkbeeld wegens de onervaarenheid der Bevelhebberen, in ver-  Vereenigde Nederlanden, i$ vergelyking van de volklonkeneKrygskunde der Vyandeh^ liepen allen zamen om de aanwerving van. Volk te ftremmen. Doch, uit dien bedrieglyken droom ontwaakt,tot de Verklaaring der Onaf hangelykheid beflooten , en den Band der Bondgenootfchaplyke Verbintenisfe geftrengeld hebbende, verfcheenen de Americaanen, tot den Veldtocht deezes Jaars, met een veel fchoonei Krygsmagt dan te vooren. 't Gelukte den Generaal washino ton, die het groote Leger geboodt, et eenigen tyd in 't gezigt van dat des Vyand lag, weinig mylen vmBrunswyk gelegerd de Engelfchen , die Streek, en ganscl Nieuw Jerfey, naa flegts zes maanden di Verovering bezeten te hebben , te doe ruimen. Het geheele Engelfche . Legt fcheepte zich op eene Vloot van drie hor derd Zeilen, ftak in Zee, de Americaanc in de benaauwdfte onzekerheid ïaatende wegens de plaats zyner Beftemming Men giste dat het op Philadelphiu gemui was , en welhaast veranderde deeze gi fing in zekerheid. Washington,en < gelandde Legermagt j trokken elkander gemoet; een voor hem ongelukkige SI was het gevolg, en de Vyand kwam in bezit van zyn langgewenscht voorwer de Hoofdftad van America. Schoon yri HiNGTON, die* by de bekomene ned laage, het Krygstuig behouden, en de 2 nen weder verzameld hebbende, het Bi fche Leger, daarbuiten, aantastte en v ftrooide, moest hy, op zyne beurt, ^ I. deel, I i. , boer» t i > 1 n r n y lt s- le te ig 't 5, tS- iï* y* it- erêeler  i3o DE'REPUBLIEK DER ï. boek. W7- der terug trekken, en Philadelphia in handen der Overweldigeren laaten. Van den Zeekant ging het hun zo voorlpoedigniet, de belemmeringen, in de Rivier de Delaware, tegen de vaard gelegd, beletten de Schepen, langen tyd, de Rivier meester te worden; en het gefchiedde niet dan met verlies van Manfchap en Schepen. • — In het Noordlyk gedeelte was de Veldtocht voor de Americaanen gewigtiger, roemryker en gelukkiger; hoewel, in den beginne , de Krygskans hun dermaate fcheen tegen te loopen , dat fchrik het Land, en morrend misnoegen tegen de Bevelhebberen, het Krygsvolk vervulde, 't geen een ftap van noodzaaklykheid en voorzigtigheid, het ontruimen v&nTiconderago, met agterlaating van Gefchut, Krygs- en Mondbehoeftens, voor het verkoopen of weg geeven van de fterkfte Vesting des Vastenlands, uitkreet. Andere Bevelhebbers, en onder deezen den Generaal gates , aan 't hoofd krygende , week de wanhoop, die algemeen de overhand genomen hadt, in vertrouwen, en elk ftreelde zich met de hoope eener naderende Overwinninge; eene hoop, gefterkt en tot moed aangegroeid door een zeer gelukki- Ïen aanval op een gedeelte des Engelfchen ,egers, 't geen, met het verlies van duizend Man, en van allen Gefchut- enKrygsvoorraad., gellaagen werd. Dit was flegts het voorfpel eener veel grooter Zegepraal. De Generaal gates , eene talryke verfterking van Krygsvolk gekreegen hebbende, ;2et«  VEREENIGDE NEDERLANDEN. ',131 zette den Generaal burgoynë, de Overwinning, by Ticonderago bevogten, duur betaald; naa herhaalde Tegenilagen, die hem op twaalf honderd Man,'t verlies van een groot gedeelte zyns Krygstuigs , en van zyn Hospitaal, te ftaan kwam, werd hy, by Saratoga, aan alle kanten,door het overwinnend Leger ingeflooten, en gaf zich, in de volftrekte onmogelykheid om te ruo- te trekken,met zyn geheele Leger, zes duizend Man fterk , Krygsgevangen. Clinton kwam te laat te zyner hulpe, hy hadt de wapens reeds nedergelegd. Wy kunnen niet nalaaten , hier te gewaagen Holland en Zeeland namen dit Plan over, en gaven 't zelve ter onderzoek aan de Afgevaardigden tot de Zaaken der WestIndifche Compagnie. Inmiddels vervoegden zich, met den aanvang des Jaars mdcclxxvii, eenige Eigenaars van Plantadiën, in Suriname, nevens de: Beftuurders van Geld-opneemmgen, en Houders van Bezwaaren , op de Plantadiën als mede zy, die Obligatien tot die Geld opneemingen behoorende, bezaten, en dc (*) A'. Nederl.jaafl. iffl. bl. 1379, enz. (-f; N. NeJirl. Jaarb. 1777-bl- H3°14 I. iOEK *777'  i36 DE REPUBLIEK DER I. BOEK. }77f- Handelaars, op deeze gewigtige Volkplan? ting, by de Befluurders derzelve, met een breedfpraakig Verzoekfchrift, vertoonende het hachlyk gevaar, aan 't welk Suriname was eh bleef blootgefleld, met een volflaagene Overmeestering gedreigd wordende , in gevalle het Krygsvolk daar uit te rug ontboqden , en 't zelve niet vermeerderd en verflerkt wierd. Schoon zy het goede oogmerk en den yverpreezen, der geenen, die, in Suriname, hét" Plan van een Cordon gevormd, en 't zelve Hun Hoog Mogenden ter hand gefield hadden, hielden zy de volvoering aaar van onmogelyk, of, zo 'er al eenige mogelykheid toe ware , tot het voorgeflelde oogmerk ongefchikt en ondienflig, en met onoverkomelyke zwaarigheden omzet. De zwampen en moerasfen, door welke het zelve zou moeten getrokken worden , bragten onbegrootbaaré kosten te wege; het onderhoud, zou, uit aanmerking der Landsgefleltenisfe, én de Schadens, in den Re-: gentyd toegebragt , niet minder dan de aanleg beloopen , en al het benoodigde by zulk een Cordon, ten dienfle der Krygslieden ? baarde eene uitgave, tot v/elke de Penningen niet zouden kunnen gevonden worden, by eene Vlokplanting, reeds met zulke zwaare Lasten,in een ongunflige omflandigheid, bezwaard. ■ ■ —Een Cordon, van die uitgeftrektheid als men zich yoorftelde , kon, door het tegenwoordig daar zynde Krygsvolk , niet bezet worden; tien duizend Man zou'er ten  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 157 ten minften toe noodig zyn, en , wilde men deeze Manfchap niet opofferen aan de ongemakken en krankheden in een zwampig en moerasfig land, dan zou dezelve, van tyd tot tyd, door versch Volk moeten afgewisfeld worden. Met een minder aantal zouden de ppsten te verre van elkander verwyderd, en dus ter bereiking van het oogmerk niet gefchikt weezen. *Ta eens gefield dat het Cordon getrokken wel bezet, en dus een fchutzel was, om de Plantadiën, daar in begreepen , voor den ftroopenden inval der Boschneaeren te dekken, dan nog zouden deezen in 't ar  -i38 DE REPUBLIEK DER II BOEK. W7- KIEMS- B YK, Gouverneur-Generaalv&nlVeêrlands Indie , fterft. B L E I SWYI Op nieuw tot RaaJpenfionaris aangeleid. (*) N. Neder/. Jaarb. 1777. bl. 143 U (f; N. Neder/. Jaarb. 1778. bl. 2 1 r n  ï4s DE REPUBLIEK DER ft BOEK. *777- „ vier Perfoonen, aan zyne Doorlugtige „ Hoogheid, den Heere Prins Erfftadhou„ der, worde aangeboden, om uit dezel* „ ve, en wel voor eenen, by dit Regiement bepaalden tyd , of ook wel, als ,, Hoogstgemelde zyne Hoogheid dit zal „ goedvinden, buiten dezelve, eenenter „ vervullinge daar van te verkiezen. ■ „ Ik heb zyn Hoog Welgeboorene Ge„ brengen ook tevens verzogt, de Ridderfchap des Kwartiers van Salland, waar onder ik behoore , ten deezen einde te willen vergaderen; doch, dee„ ze zwaarigheid maakende om aan dit myn zo billyk en rechtmaatig verzoek „ te'voldoen, zo zie ik my genoodzaakt, „ de geheele zaak, mits deezen, ter kennisie van Uw Edel Mogenden te bren„ gen. Ik ben niet onbewust, Edele Mo„ gende Heeren! dat dit Artykel des ge„ zegden Reglements eenige jaaren in on„ bruik is geweest; als ook dat een an„ der, naamlyk , 't geen met duidlyke „ woorden verbiedt, Dat in geen Verga„ deringen van Riddtrfchap zullen mogen „ compareeren , ook in geene Functie van „ Magiftraaten der Steden zullen mogen „ worden geadmitteerd, eenige Perfoonen , „ Edele of Onedele, die aan de Landfchap , in eenige deelen of pointen , ter „ zaake van Ontvang of Adminiftratie van „ eenige Penningen, dire& of indireB, comp- „ tabel ofredtvabel, zyn, dat, zeg „ ik, dit Artykel, meer dan eens, ook „ nog onlangs, by de aanflelling van my- nen  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 143 „ nen Neeve , den Heer van itter„ sum, Rentmeester van Sipculo en Al- : „ bergen, tot Burgemeester van Kampen, „ is ter zyde gefield. —— Doch ik zou „ aan het doorzigt van deeze Vergadering „ te kort doen, indien ik Hoogstdezelve „ beflondt te verveelen met een uitvoerig „ betoog, dat niet de Misbruiken, al wa„ ren zy zelfs eenigzins ingeworteld, of „ ook met den naame van Dispenfatien „ vernist; neen, maar de eeuwigblyvende „ Letter der Wet, het Rigtfnoer van ons „ gedrag zyn, — dat het weezenlyk on„ derfcheid tusfchen Grond-Wetten en Gemeene Wetten , hier in beflaat, dat da „ eerfle' uit haaren aart onveranderlyk zyn, en in geene gevallen,hoe genaamd, eenige uitzonderingen, of opfchortin„ gen, dulden, — dat, inzonderheid,het „ niet naakomen dier Grond-Wetten, welke de lyn trekken tusfchen het Staats- en „ Stadhouderlyk Gezag, en op welke alleen „ de Vryheid en Veiligheid der Natie rus„ ten, de akeligfle 'gevolgen, moet, en, „ zo men daar in voortgaat, zal , naa zich fleepen, alles 't onderfle boven „ keeren , en het Volk' onfeilbaar van deeze Regeering vervreemden, dooi „ onder 't zelve eenen argwaan te verwekken, als hadt men eenen toeleg om onbepaald en naar willekeur te regeeren. — Om nu niet te zeggen, dat wy, in da Provincie , elkanders omflandigheder, „ van naby kennende, best gefchikt zyr om den Heere Erffladhouder in het „ deer I. ïoek. 1777-- 1  i44 DE REPUBLIEK DER % BOEK. „ doen der gevoeglyfte keuze voor te „ lichten. }i '| Is waar, Edele Mogende Pleeren ! zommigen geeven voor dat dit maaken , der N^minatien eene niets betekenende , Ceremonie is: 't zy zo: doch, wy •, hebben , in de tegenwoordigheid van l* een Alweetend o o b , wien het zeker j, niet onverfchillig kan zyn* ten Getuij, gen geroepen te worden ,- over eene „ Verbintenis, die wy niet zouden den^ ken te volbrengen, deeze niets beteke99 ntnüe Ceremonie bezwooren; en hier „ door alleen wordt dezelve reeds eene j, zaake van het hoogfte gewigt; behal5, ven, dat het verwaarloozen, eerst 9v&n •p, de geringfte pointen van eenige Grondj, wet, vervolgens , al de overige in 't zelfde gevaar brengt; terwyl, aan den 45 anderen kant, het ftreng onderhouden, „ zelf van beuzelagtige kleinigheden, in ft Staatkundige, zo wel als in het „ Krygsweezen , zyne nuttigheid heeft, „ al was het maar enkel om fteeds tot „ eene heilzaame herinnering te ftrekken, „ dat, iri dit Vrygtvogten Land9 niet naar ,, Goeddunken; doch naar het rigtfnoer „ van heilige onfchendbaare Grondwetten „ geregeerd wordt, 't Is aan dit onge- voehg voortkruipend veronagtzaamen „ dier Inftellingen ;■ door welker mid„ del men de gepaste verdeeling en bepaa,-, ling der Magt, in de Burger-maatfchap„ py, voor altoos dagt en fcheen verze- kerd, en op eenen onwrikbaaren voet  VEREENIGDE NEDERLANDEN] 145 i gevestigd te hebben, dat men het ver'„ val en. de onbeftendigheid van zo veele „ vrye Regeeringen te wyten heeft. Om ,, dit een en ander, zo ver myne zwakke „ poogingen kunnen ftrekken, in de onze '„ te voorkomen, neeme ik de vryheid, het bovengezegde, waar mede ik noo', dig oordeelde Uwer Edel Mogenden aandagt een oogenblik te moeten bezig ' houden , Uw Edel Mogenden in dit ' Schrift aan te bieden, met verzoek, . van het, in gevalle Uw Edel Mogen" den andere begrippen dan ik, zo over , den aart zelve van onze verpligtmgen, ' als over de bekwaamde wyze om daar *' aan te voldoen , mogten voeden, als „ dan in de Notulen deezer Provincie te " willen infereeren en geinfereerd te laaten blyven, om, ten allen tyde , tot myne „ openlyke decharge, by het tegenwoordig ,, en toekomend Geflacht, te kunnen die- j, nen (*)." , . . De Ridder^ die geen den germgften m breuk op de bezwoorne Regten kon dul den* welker minfte by hem zo zwaa wooo- als het meeste, en door zyn voor beeld het getal der Onaf hanglyke Staats leden zogt te vergrooten, hadt by eenei Brieve, dit Stuk, alleen met de noodig woordveranderingen en aflaating van he flot alvooreus hy 't zelve ter Vergade rin (*) Jonkheer van der capellek, Regent bl. 25. I. DEEL. R 1. BOEK. 1777= i t on 3 i  •146 DE REPUBLIEK DER I. boe k. j ring van Ridderfchap en Steden inleverde, zyne Hoogheid onder 'toog laaten komen; doch was met geen antwoord daar op vereerd. Plet vondt ook geen gunftig gehoor .ter Vergaderinge, en, wanneer de Commisfien , overcenkomftig met de opgave van zyne Hoogheid, werden begeeven , zonder eenigzins agt te flaan op zyn Vertoog, behieldt hy aan zich zyne aantekeninge tegen alle deeze aanftellingen, in zo verre zy niet gedaan waren naar het vöorfchrift van het Regeerings-reglement (*). Men marde met het befluit omtrent het voorftel in k flot des Vertoogs , en liet hem in 't onzekere tot den dag voor het fcheiden der Vergaderinge, of 't zelve in de Staatsfchriften zou ingevoegd worden, dan niet. Hem zweefde de moedlooze, en op zyn toeftand wel pasfende taal, die men by s alustius aantreft, voor de gedagten. „ Vergeeffche poogingen te doen, en, „ door zich af te flooven, niets anders dan jj Haat te gewinnen, is het toppunt van „ Uitzinnigheid (f)," dan, deeze hoogstonvoegelyke behandeling deedt zyn yvervuur op 't fterkst ontbranden, en, lag hem, by het inleveren van een nader Vertoog, op [iet inlyven des voorgaanden aan dringende, (<) Jonkheer van der capellen, Regent, 5h 30 en 32. _ (f) Dit betuigt hy zelve in zyne Voorreden, voor ie Verzameling van Stukken geplaatst. De woorden na SALusTius zyn Fn 5 i i i a i i 5' r 5 e-  152 DE REPUBLIEK DER I. BOEK. *777- (*) N* Nederl. Jaarb. tgtf. bl. 404. vordering van hun verzoek, by de Algemeene Staaten gedaan, maar ook om eene bélooning van veertig Guldens, voor elk Man, op ieder Schip, 't welk uit deeze Landen ter Walvisch- ofRobbe-vangst zou worden uitgerust, ten behoeve der Uitreederen. Deeze Verzoekfchriften gingen vergezeld van een nadruklyk Vertoog, om dezelve klem by te zetten, aanwyzende van hoe veel belangs die Visfchery altoos gefchat was; welke voordeden dezelve, ondanks het nadeel van byzondere Perfoonen, aan 't Land, en deszelfs Ingezetenen, opbragt;hoe die,deerlyk aan'tafneemen, door de groote aanmoedigingen van Vreemde Mogenheden, deeze Landen geheel dreigde te verlaaten, indien 'er, van hooger hand,geene voorzieninge gebruikt wierd, om zulks te weer'en. — Schoon men zwaarigheid maakte om te bewilligen in den verZogten Vrydom van 's Lands uitgaande Regfen, en het toeftaan van Beloohinggelden, voor de Voortbrengzelen der Groenlandfche en Straat - davidfche Visfcheryen deezer Landen, beflooten de Staaten van Holland, voor het loopend Jaar mdcclxxvii, en het naastvolgende, dertig Guldens te zullen betaalen aan den Boekhouder, voor elk Man, waar mede, ter Walvisch- of Robbe-vangst, de Schepen in Zee waren geftooken (*). De  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 153 De tyd derBelooninge van vyf honderd Guldens, voor ieder Haringbuis, van deeze Landen uitvaarende , verftreeken zvnde, namen de Belanghebbenden in de Groote Visfchery, weder de toevlugt tot 's Lands Vaderen , wier onderfteunendc hand dien Handeltak voor geheel verval niet alleen bewaard, maar aanmerkclyken bloei en leeven gefchonken hadt, om de volduuring der betoonde gunfte te mogen verwerven; dewyl zy deezen noodig hadden om, op den duur, Dmtschland en andere Landen, gelyk in de twee laatfte Taaren, beter koop dan in de voorgaande van Haring te voorzien, en ftaande te kunnen 'blyven , ondanks het woelen hunner Mededingeren, die, door hunne Vorften onderfteund, niet ophielden, met alle zeilen by te zetten, om de HollandCche Visfchery, op alle mogelyke wyzen de loef af te winnen. Zy betuigden ah. hoop, ja verklaarden, aanfchryvens ont vangen te hebben, dat, indien zy de Ha ringvisfehery en Handel, nog eemgen tyd in diervoege behandelden, als m de twe. laatfte jaaren gefchied was, zommigen va hunne Mededingers wel ras genoodzaak zouden weezen, om van hunne voornee mens" af te zien, en de Hanngvangs weder aan de Bollanderen over te las JIn De uitflag van dit Verzoe was , dat eene belooning van vier hoi derd Guldens voor ieder Haringbuis b K 5 Paa] I. B O E K> 1777. De Haringvangst , op nieuw , bevoor-. regt, » 1 t t i t- d  154 DE REPUBLIEK DER I. boek. 1777. Aanlei ■ ding tot den OecotitmifehenTak. 00 N. Neder/. Jaari. 1777. bl. 577. paald werd (*). Eene vermindering, waarfchynlyk gemaakt om eene gelykheid te brengen tusfchen de belooning, den Groenfonds- en Straat-dayids-yaarderen, dit Jaar, toegezegd. De geest van nayver, tusfchen de Europifche Volken, betoonde zich , zintsf een geruimen tyd, behalven in de twee gemelde Visfcheryen, ook in veele andere Takken , den Landbouw, Koophandel, en Handwerken betreffende, en maakte, voor-ons Land, het behouden der voordeden moeilyker, dan het verkrygen geweest was. . De Hollandfche Maatfchappy der Weetenfchappen , te Haarlem , in . het Jaar mdcclii opgerigt, hadt, onder veele andere hoogst aaugclegene , en den Vadcrlande nutte Prysvraagen, in dei» Jaare mdcclxxi, opgegeeven, de Vraag: Welke is de grond van Hollands Koop- handel? Welke oorzaaken en toevallen ,, hebben dien tot heden aan veranderin^ gen en verval blootgefteld? Welke mid,, delen zyn best gefchikt en gemaklykst te vinden, om denzelven in zyne tegen„ woordige gefteidheid te bcwaaren, zy„ ne verbetering te bevorderen, en den „ hoogften trap van volkomenheid te doen bereiken?" en den Gouden Eerprys aan het Antwoord van Mr. h e n- d r i k"  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 155 DRIK HERMAN VAN DEN HEUVEL, Griffier van het Hof van Ju ft me , te Utrecht, tóegeweezen (*). Deeze Heer, hier door aangemoedigd, vergenoegde zich daar mede niet. Overtuigd, dat de' befchouwing van nuttige zaaken de oefening wel moet voorgaan; doch, zonder de &daadlyke uitvoering luttel betekent, was hy byzonder bedagt op middelen, om, 't geen men, over dit nuttig onderwerp hadt uitgedagt, en het papier aanbevolen, een daadlyker beftaan te geeven. Het ontwerp, om,op 't voorbeeld van andere Landen, eene byzondere Maatfchappy, tot bevordering vanKunftcn, Landwerken , en Koophandel , op te ngten, welke , 's jaarlyks , verfcheide Prysvraa pen, tot dat einde, zou mtfenryven, at verdienden beloonen, en het beproevei van nieuwe hulpmiddelen te hulp komen fpeelde hem in den zin. Dan , tot Me de-Directeur der Hollandfcht Maatfchappy aangeiteld zynde , deedt hy veel om t wege te brengen, dat, ter bereiking de voorgemelde einden , geen byzonder Maatïchappv werd opgengt; maar aan a Hollandfcht 'Maatfchappye, de oudltc inrit ting van dien aart, in deeze Gewesten een Oeconomifche of Huishoudelyke Tak to( gevoegd. ^ b & De< (*) Zie 't zelve, nevens de dubbel leezenswaarc ge Antwoorden van de Heeren a. rogge i c. zillesen, in de Verhandelingen dier «aa fckappye, XVI. DeeJ, I: DOEK. ■s-777' L I 2 r i- . :n  l56 DE REPUBLIEK DER I. boek. 1776, Voorflap deswegens, Deeze Maatfchappy vierde , in Bloeimaand des Jaars mdcclxxvii, haar vyf-en-twintig rjaarig Jubelfeest, Het Ontwerp eens Oeconamtfclien Taks , hadt, tegen dien tyd, een genoegzaam beflag (re'kreegen , om der wereld medegedeeld te worden, en verfcheen 't zelve, onder 'toog der Vaderlanderen, met deeze betuigingen in 't hoofd : ,, De Holland„ fche Maatfchappy der Weetenfchappen, te „ Haarlem, den één-en-twintighen Mei, „ mdcclii, opgerigt, als nog met de,5 zelfde gevoelens , als toen , bezield , „ volhardt wel by haar eerfte oogmerk en fchikkingen , om God en het Vaderland " te dieneti. Zj denkt des haar eerlle „ Ontwerp en Wetten in zo verre onver„ anderd te laaten, dat zy, gelyk tot hier „ toe , zonder eenig ondericheid, aller- hande Kunften en Weetenfchappen zal ,, tragten aan te moedigen en te bevordej ren. —1— Dan, van harte geneegen, ., om het lieve Vaderland naar al haar ver\, mogen te dienen, en daar tae niet min- der genegenheid onder haare Vaderlan11 deren befpeurende, dan dezelve zo lof- lyk by onze Nabuuren plaats vindt (*), „ heeft zy in ernftige averweeginge geno- „ men, W (*) Ten deezen tyde zag een Boekje , getyteld: Pryzen , door de Maatfchappye , ter bevordering van Kunften , Handwerken , en Koophandel, te Londen aangeboden , het licht, met eene Voorreden van den Heer h. h. van den heuvel, dienende , om het voetfpoor, door Buitenianderen betreeden', den Landzaat aan te wyzen.  VEREENIGDE" NEDERLANDEN. i5f 45 men, dat, in andere Landen, zaaken bekend zyn, of, ten muiften, zommiSe die men by ons met kent, ot, dat, 7 over 't algemeen i een en ander nog on" bekend is, welks kennis van een zeer o-root nut voor ons Vaderland zou zyn, " als die in 't zelve werden overgebragt.Z Des heeft zy, om dit uitgebreid en gewistk werk, 't welk groote kosten ver' eischt, beflooten , aan haare Medevaderlanderen voor te flaan, om een byZ zonderen Tak deezer Maatfchappye geheel en alleen te fchikken tot rechtftreekfche bevordering der Welvaard " van ons Land, en der Geasfociëerde „ Landfchappen, mitsgaders der Coloni en van den Staat, tot bevordering var den Koophandel , Land- en Akker H bouw , Handwerken en Visfcheryen », in dezelve." . . Volgens dit Plan,(om 'er m t algemeei iets van te zeggen, de byzondere fchik kineen daar laatende,) zouden, in lede Stad, of onderhoorige Landichappen der Vereenigde Gewesten, alwaar zulks bt kwaamlyk kon geichieden, eenige Heere tot Leden van den Oeconomifchen Tak va de Hotlandfche Maatfchappy derWeetenjcha\ ■pen worden aangenomen, en, zo ras i eenige Stad of Plaats, een getal van zc Leden gevonden werd , zouden deeze één tot Befluurend Lid verkiezen, mdie dat getal tot vyftig aangroeide, twee, t zo vervolgens van iede^ vyttig Led. ^én — Het zou aan de Heeren Lede I. boek; 1777- » i r > ti *i in sS n n :n :n tn  i58 DE REPUBLIEK DER t boek. I777. AanpryzendeAanfpraak. 'in ieder Stad of Plaats, vry ftaan,zo veele Perfoonen, zonder, onderfcheid van . rang of geboorte, tot Leden aan te neemen, als zy daar toe bekwaam en genegen zouden vinden; en vooral, by het inneemen van Leden, gade Haan, dat dezelve met zodanige Patriottifche gevoelens waren bezield, als ten algemeenen nutte noodzaaklyk vereischt worden, en, met de daad, bereidwillig, om, door het begunftigen van alle Inlandfche Voortbrengzelen en Handwerken, boven vreemden , ook in den Koophandel, en, in 't algemeen, het loflyk oogmerk deezer Patriottifche Maatfchappye, .zo veel in hun was, -bevorderen. Tot het uitdeden van Pryzen, en betaalinge van andere noodige onkosten, zou, door elk der Leden,'sjaarlyks, betaald worden, twee Ducaaten. — 's Jaarlyks zouden 'er eenige Vraagen, betreklyk tot Kunften , Weetenfchappen , Koophandel,Land- en Akkerbouw,Handwerken en Visfcheryen, worden voorgefteld,met aanbod eener Pryze, op de voldoende beantwoording. De Heer van den heuvel prees, by eene wydluftige Aanfpraak, in de Vergaderinge der Maatfchappye, dit Ontwerp, met allen yver , aan. Onder andere liet hy zich dus hooren : Zyn „ veele Patriottifche gevoelens by veelen onzer Landsgenooten eenigen tyd ilaai, pende geweest, met genoegen zien wy .„ thans dagelyks de blyken, dat dezelve .„ aec-nzins zyn uitgedoofd, dat men, hoe  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 159 „ langer hoe meer, begrypt, dat, willen wy , door den vlyt onzer Nabuuren, »L niet geheel van allen Koophandel, Kun,. ften en Handwerken, ontzet worden, „ het meer dan tyd is hun voorbeeld te „ volgen , door Pryzen , ter aanmoedi„ ging, in alle die Takken, aan onze „ Landgenooten voor te ftellen. Getui„ gen hier van de menigvuldige Maat„ 1'chappyen, ter bevorderinge van de ge„ meene Welvaard, zedert korte jaaren, „ in verfcheide Steden van ons Vaderland „ opgerigt; de vereeniging van alle deeze „ welmeenende poogingen ontbreekt 'er „ nog aan, deeze is het, waarna alle Pa„ triotten, zedert een geruimen tyd, met „ ongeduld verlangd hebben: want, zo „ ooit, het is in deezen waar, dat Een„ dragt Magt maakt. De onderwerpen, „ immers, op welken , willen wy onze „ Nabuuren evenaaren, hoe eer hoe beter , Prcemien dienden gefield te worden , zyn menigvuldig m_ getalzeer zwaarwi^tig en kostbaar in de Uitvoe" ring. ll^Fonds, 't welk hier toe vereischt wordt, kan niet, dan met be„ ZAvaar , door één eenige Provincie of „ Stad byeengebragt worden, tcrwyl het „ door allen gezamenderhand ongevoelig „ gefchiedt. Wat middel kan hier toe be,; kwaamer worden uitgedagt , dan de „ vriendlyke uitnoodiging ter vereenigin„ ge en deelneeminge in eenen algemee„ neu Oeconomifehen Tak, welke, op dil „ Jubelfeest, aan alle Leden van de 'ver .„ fchei J. B O EK.  I; BOEK. m7- i6o DE REPUBLIEK DER „ fcheidene Genootfchappen, aan alle we.1„ meenende Patriotten , van wegen de „ oudfte,. en , zonder roem gezegdj de aanziehiykfte Maatfchappy in Nederland, „ gefchiedt? Wie kan zich anders dan ten „ hoogflen vereerd vinden, hier door de ,, gelegenheid gebooren te zien, om zich met eene > zedert een reeks van Jaa„ ren, Van hét Vaderland zo veel verdie„ nende Maatfchappye, in den Oeconomi,, fchen Tak ten algemeenen nutte te ver- „ eenigen ? Denken eenigen, dat „ de belangen van hunne Provinciën en i,, Steden onderfcheiden zyn van de overi,, gen, deeze vereeniging is best gefchikt „ om hun van die dwaaling, op eene vriendlyke wyze * by ondervinding zel„ ve# te rug te doen komen, en, met de „ daad, te Overtuigen, dat alle deeze by„ zondere belangens i hoe zeer in fchyn ftrydende, met eenige maatiginge, zeef „ wel zyn te vereenigen; ja, dat dezelve, it even als het bloed, door onderfcheidene , aderen, in het hart, tot voedinge vaii s, het Lichaam, zo ook deezen, tot wei9, zyn van het geheele Gemeenebest, in 3, één punt kunnen zamenloopen. Boven alle andere Landen, kan ons Va- derland, met .regt, op de Liefdaadig„ beid zyner Ingezetenen roemen r waaf„ om zouden wy dan niet mogen vastfteli9 len, dat onze edelmoedige Landgenoo* s, ten te recht begrypen zullen, dat, door deeze maatige Gifte, in de daad een aalj, moes aan hunne noodlydende Medebur- a ge-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. Ml geren gegeeven wordt, welke, wegens " de manier van befleedingen , honderd \ „ maal in waarde vermeerdert, doordien. zy den hhaart tot werk noodzaakt, den ■ „ naarftigen aanmoedigt, en dat, in allen 5, gevalle, beter koop tien, ja twintig, „ werkenden, dan één eenige lediggan„ ger, kunnen onderhouden worden. — Welk een wyd veld zou hier nog ge„ opend zyn, indien ik de nuttigheid onzer poogingen ten deezen aanziene, niet V, alleen uit de gezonde Rede afleiden , „ maar ook met de dagelykfcheOndervin„ dinge wilde flaaven; genoeg zy het gezegd , dat naauwlyks eenig befchaafd H Land, ten deezen dage, in Europa ge„ vonden wordt, waar in niet een derge„ lyk Genootfchap opgericht, en reeds „ met den allergewenschten uitflag be„ kroond is. — Ons Ontwerp, ik beken „ het, is uitgebreid; maar wat zyn wy niei „ aan het Vaderland verfchuldigd ? Indiër „ wy weinig vermogen , laaten wy ter „ minften doen 't geen wy vermogen; mis „ Ichien gelukt het ons, onder gods Ze „ gen, boven verwagtinge; misfchien ziei „ wy, door onze poogingen, dien edelci s, nayver, dien Patrio ttifchen Geest, we eer de roem van Nederland, wederei: [' herleeven. Mogt dit ons jubelfeest hie „ door altyd in de GefchiedenisiendcrRe publiek vermaard blyven ; en de Nas „ komelingfchap,aangemoedigd door or ' voorbeeld, om ftryd arbeiden, om 01 lt in Vaderlandliefde, in yver voor 't g I. deel. L n me I. >oek« ■777- t i 1 I r s s  i6z DE REPUBLIEK DER ï. BOEIC. m7- Drift ter bevorderinge. Maatfchappyte Hoorn opgerigt. „ meene Welweezen, te overtreffen, zo- danig, dat ieder Jubelfeest deezerMaat„ fchappye, by alle welmeenende Neder- lander en, als een Jubelfeest van Neder„ lands vermeerderde Welvaard , met vreugde gevierd wierde, tot het einde „ der Eeuwen (*)!" Hoe veel opgangs dit aangevangen Werk maakte, zal vervolgens uit een berigt der eerfte Byeenkomst blyken ; hier mogen wy niet vergeeten op te tekenen, dat de Heer h.berendtzen,-RoomsenPriester, te Maarfen , en onder de zynen Aartspriester over de Roomfche Geestlykheid in den Lande van Utrecht, by eenen Herderlyken Brieve, aan zyne onderhoorige Priesters gezonden, hun, op het fterkfte, aanmaande , om zelve in het Plan van den Oeconomi/chen Tak deel te neemen, en hunne Leeken tot het volgen van hun voorbeeld op te wekken , op goeden grond oordeelende, dat geen verfchii van Godsdienilige Begrippen hier te pasfe kwam; maar dat allen, die het VereenigdNederland hun Vaderland noemden, verpligt waren , naar vermogen, een oogmerk te bevorderen, 't geen de luiheid zou weeren, den last der Armbezorgeren verminderen, en den Lande tot heil gedyen (f). Van foortgelyken aanleg, doch met plaatslyker bedoeling, was het Ontwerp nr (*) N. Neder!. Jaarb. 1777. bl. 745, enz. (t) N. Neder!. Jaarb. itff. bl. 1024.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 163 ter Proeve, ter oprigtinge eener Vaderlandfche Maatjehappy yanReedery en Koophandel> ter liefde van 'tGemeenebest; met oogmerk, om de Armoede, was het mogelyk, te verminderen en voor te komen, de oude Vaderïandfche Naarftigheid te doen herleeven , het Schoolweezen te verbeteren, de Kinderen der Armen in Tugt en goede Zeden op te leiden. De Eerw. cornelis ris , Leeraar onder de Mennoniten, te Hoorn, hadt den welverdienden lof, van dit Plan, ten diende zyner Stadgenooten > te heb^ ben ontworpen; een Plan , 't welk zulke gunftige indrukzels maakte op veeier ge* moederen, dat zy 'er, omftryd, deel in namen; zo dat dit befpiegelend Plan welhaast een daadlyk beftaan kreeg. Iedei Aandeel was één honderd Guldens ; elk die zulk een Aandeel tekende, werd eer Lid ; men kon voor zo veele Aandeeler tekenen als men goed vondt;deHoofdfon bleef iemands Eigendom, met alle de Baa ten en Schaden van dien , mits dat tier ten honderd, ééns voor al, werd afgezon derd voor de Armen-kas, van al't geei gewonnen mogt worden. De Directeurei moesten allen arbeid doen uit Liefde, zon derBezolding,uit dit edelmoedig beginze dat het in deezen Belooning genoeg was wanneer men flegts mogt uitvinden en be vorderen 't geen flrekken kon tot nut va 't Vaderland in 't gemeen , en tot vooi deel van de behoeftige Gemeente deszeli in 't byzonder. Nevens den Opfteller ni La nis t boek» mi- l u 1 1 t i 's  i64 DE REPUBLIEK DER 3L BOEK. 1777. Laken-fa briek, ti Amersfoortaangelegd. fc men de Heeren joan van bredenhof en jacob groes, Leden derRegeeringe van Hoorn, als mede de Kooplieden jacob en ad r ia a n houttuin, dien zwaaren last op zich; de Regeering gaf haare goedkeuring aan het Plan, en, eer het Jaar teneinde liep, was'er reeds een Pluis voor de Maatlchappy gekogt, tot het oogmerk vertimmerd, en bekwaam gemaakt (*). . Amersfoort, bedagt om de oudtyds daar i met goeden uitflag beoefende Laken-weevery, thans in deerlyk verval geraakt, weder op de been te helpen, leende het oor aan de voorflagen van de Gebroeders beaune, om 'er eenLaken-fabriek,naar het voorbeeld van zommige Engelfchen en Franfchen, op te rigten , en de verfchillende Takken, daar toe behoorende, als, het Wolbroeijen , Wasfchen , Vlaaken , Pluizen, Spinnen, het Laaken weeven, Noppen, Vollen, Bereiden, Verwen, ea Parsfen, onder één opzigtte brengen. Zy ilelden eene Geldbeleening van drie maal honderd duizend Guldens voor, in Aandeden van duizend Guldens, die by vericheide Ingezetenen van 't Gemeenebest, en byzonder by de Aanzienlykften in het Sticht, (*) Ontwerp ter Proeve, van corn. ris, met de Twee Vervolgen, als mede Schets van de Vader landfche Maatfchappy en Reedeiy van Koophandel, te Hoorn. Zie deese laatfte in de AT. Neder/. Jaarb. 1777. bl. 1113.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 165 Sticht, die hun Geld gaarne wilden befteeden tot Onderneemingen, welke den Bm- ] nenlandfchen Koophandel konden bevorderen, in- en opgang vondt. De Staaten ] des Lands van Utrecht gaven, in den Jaare mdcclxxv, behalven eene aanmerkelyke vermindering eeniger Belastingen, en de geheele ontheffing van andere, eene gifte van acht honderd Guldens , ééns, en van zes honderd Guldens voor de twaalf eerst volgende Jaaren, aan de Beftuurderen, met belofte,van in gunftige overweeginge te zullen neemen , wat verder tot bevordering van den bloei der Laken-fa^ brieken in dit Gewest zou worden voorgedraagen. — De Regeering van Amersfoort bezo°rgde de Onderneem jrs verfcheide Stedelyke voordeden. Dus onderlteund en aangemoedigd, bouwden zy een groot en zeer aanzienlyk Fabriekhuis, in den Jaare mdcclxxvi,waar in, en waar omtrent, alles , tot dit uitgeftrekte Werk noodig, op eene keurlyke, doch zeer kostbaare wyze, gefchikt werd. Ruim een half jaar naa het leggen van de grondflagen der Gebouwen , waren 'er reeds tusfchen de vyftien en zestien honderd Menfchen aan 't werk; en beloofde deeze aanleg der Beftuurderen , den Geldfchieteren en den Lande, veel voordeels. Zo dat, in deezen Jaare , Amersfoort, boven andere Steden van het Sticht, bloeide, daar de behoeftige Gemeente gelegenheid tot den arbeid vondt, de last van het onderhoud der Armen grootlyks verminderde, en dei L 3 laij t soek. 777-  0 DE REPUBLIEK DER L BOEK. ï/77. Deventer zoekt de Handwerkenop te beuren, Zydeteelt, bj Zutphen pndernomen. luiheid het gereede voonvendzel van ge? brek aan arbeid ontnomen werd (*). De Regeering van Deventer , desgelyks gedreeven door eene edele zugt om de Inwoonders dier Stad door eerlyke Plandwerken en Bezigheden te doen beftaan, hadden, in 't verloopen Jaar, eene Prysvraag uitgefchreeven, een Prys van tweehonderd vyftig Guldens beloovende, aan die ter Secretarye der Stad het beste Plan inleverde , van een Fabriek van Wolle Stoffe, of anderen aart, waar door arme Luiden en Kinderen aan den arbeid konden geholpen worden, mits men 't zelve, met gegronde hoope van een goeden uitflag, kon werkftellig maaken., zullende Schepenen en Raad eene bekwaame Werkplaats aanwyzen, en alles, wat tot voortzetting van dezelve ftrekken kan, zoeken toe te brengen, — *t Ontbrak niet aan ingeleverde Plans; doch de Schryvers der best aan 't oogmerk derRegeeringe beantwoordende, hadden zich niet genoegzaam verklaard, op welke voorwaarden zy deeze Fabrieken, voor eigen rekening, zouden willen ondcrncemen; weshalven zy verzogt wer= den zich, voor een bepaalden tyd, nader deswegens te vcrklaaren (f). Niet alleen toorïden Maatfchappyen en Steden thans hunnen yver om deeze en geene voordeelige bronnen van Welvaaren te (*) N. Neder t. JaarbK 1777. bl. 1250, (|) N. Nederig Jaarb, 1776, bl. 744. 1.777- % *Sfl»  VEREENIGDE NEDERLANDEN. i6> te ontdekken en te openen ; maar ook byzondere Perfoonen gaven blyk van onvermoeide hr't werk geftelde Pogingen, om iets uit te vinden, 't geen, behalven tot eisen voordeel, ook ten algemeenen nutte kon ftrekken. De Heer Mr. wilum hendrik van hasselt, dom ver- kcering met den Leeraar der Waalfche Gemeente*, te Arnhem, den fleere gevanon , uit Languedoc geboortig, de hethebbery tot het aankweeken van Zydewormen gekreegen, en diens kundigheden overgenomen hebbende,begaf zich na een Landgoed, niet verre van Zutphen gelegen, met oogmerk om zich op den Landbouw toe te leggen, en ook, naar de onderrigtingèn, van den Eerw. gevanon bekomen , vermeerderd door het naarftig leezen van verfcheide Schryveren , over dat onderwerp, Zyde-wormen te kweeken, Zyde te winnen,en byzondere proeven te neemen, hoe verre men deeze Kweekery hier te Lande zou kunnen brengen Geene menigte van afraadende zwaaneheden wederhielden hem van dit voorneemen tc werk te nellen; hy kwam veele zwaarigheden, die alle onderneemingen zonder Voorgangeren enErvaarenheid mede breno-en, door ftandvastigheid te boven, zo dat hy, naa verloop van tien jaaren, witte en geele Zyde won, die deskundigen met de Franfehe en Itahaanfch «relyk Helden. In het Stuk de.k Verhandelingen van de Hollandfche Maatfchappye, u} L 4 dl1 | boek. 1777.  i68 DE REPUBLIEK DER I BOEK. W7- De Inënting der Veeziekte krygt raaer en meer opgangs. dit Jaar mdcclxxvii uitgegeeven (*), deelde hy zyne Proeven, omtrent hetPlanten van Moerbeziën-boomen, het opvoeden van Zyde*wormen, en het aanwinnen van Zyde, in Gelderland genomen , met een gegronde hoop van daar in wel te zullen flaagen, zynen Landgenooten mede, of zy daar door ook mogten opgewekt, worden om zyne voetftappen te drukken, en tot de Zyde-teelt eenige goede Landen te gebruiken, of onbebouwde, welke men maar al te veel heeft, aan te leggen. Schoon de Runder - fterfte , in eenige Gewesten, weinig of geheel niet gewoed hadt, was Friesland en Groningen « dit Jaar, aan deeze Plaage zo fterk blootgefteld , dat dezelve drie vierde gedeelte van het ziek wordend Vee ten kuil Heepte ^ en op zommige plaatzen geheele Weiden ontbloot wierden. De fchrandere Huisman geert reinders, die de eerlte vrugten geplukt hadt van het Inenten dér Kalveren van gebeterde Koeijen, en door de Maatfchappy tot bevordering van den Landbouw, te Amflerdam, tot Lid van Eere benoemd, en met een Gedenkpenning begiftigd was, kreeg gelukkig eene menigte van Naavolgers j veelen zelfs , die te vooren zich verzet hadden tegen eene bewerking, met den voordeeligften uitflag bekroond , namen de (*) Verhand, der Hol!. Maatfch. XVII. D. II. St, bL \» enz.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. i6> de toevlugt tot dezelve, en zagen nauwlyks één van de vyf-en-twintig fteryen, terwyl de andere gemaklyk door de ziekte heen kwamen, voor een tweede Befmetting, en alle aandoening daar van beveiligd. De vrees, dat men door de Inentrho- de Befmetting verfpreidde, bleek uit een thans medegedeeld Berigt van dien geloofwaardigen Huisman, ongegrond t« weezen: de wyl juist datKerfpel,waar melde Inenting der Kalveren, met de noodi o-e voorzorgen, te werk ftelde , de Na tuurlyke Vee-ziekte niet woedde, daa: ze, in de rondsom liggende, haare ver woestingen aanrigtte (*). (*•) N. Nederl. Jaarb. i?77- bl- Il67- En, Berj* van geert reinders, wegens de Inenting de Kalveren van gebeterde Koeijen, 1777* L 5 VA- I. BOEK. 1777. r  D E REPUBLIEK der VEREENIGDE NEDERLANDEN. TWEEDE BOEK. INHOUD. n. BOEK. 1778, Gevreesde Oorlog wegens de Btijerfche Naalaatenfchap. Schaarsheid van Zeevolk. Aandrang der Staaten van Holland op de verbetering van 's Lands Zeeweezcn. Gevoelens der andere Gewesten op dit ftuk. Plan ter vermeerdering van de Landmagt ingeleverd, en door de Ridderfchap aangedrongen. Amflerdam verzet 'er zich tegen. Tegenaantekening der Ridderfchappe. Staat van 's Lands Zeemagt , en ongelukken aan dezelve overgekomen. He Convoijen blyven leggen , en de roofzugt der Engelfchen houdt aan. Moedwil der Engelfchen in de West-Indien. Dit ge drag door yorke yerdeedigd. De Dordrecht fche , Amflcrdamfche en Rotterdamfche Kooplieden leveren een Verzoekfchrift in, wgens de Zeerooveryen der Engelflhen. Algemeenheid der klagtep over dezelve, 't Ge dragvan van welderen aan'tEngelfche  DE REP. DER VEREEN. NEDERL. 171 fche Hofgepreezen, en naderen last aan hem 'tremven. Zeeland ml het geeven van dien fjderen last uitgebeld hebben. De last der Scheepsbevelhebberen verbreed, t Jiejluit aer Staaten hadt weinig ingangs m Engeland. Voor flag van suffoek omtrent de Houtfchepen. Nadere klagten der Kooplieden van Amflerdam en Rotterdam. Engéands Antwoord op de ingeleverde bezwaaren. De Kooplieden van Amflerdam klaagen by zyne hóógleid Leveren een Verzoekfchrift by de Algemeene Staaten in tegen het aanvangen eene} Onderhandelinge met Engeland, tot het maaien van Schikkingen. De Schippers geeven een Smeekfchrift over. Algemeene Aanmerking over alle deeze klagten. Y 0 R k e /e swARTj over 't gevaar van 't■ verloo des Handels, in de Oostzee. De Franje/. Gezant levert een Vertoog in betrekkelyk tt de Onzydigheid en Onafhangclykhid, e dringt het nader aan. Ontduikend Antwoor daar op gegeeven, waar in Amflerdam we gert toe * ftemmen. De Franfehe Geza> weigert het aan te neemen , cn 't wordt 1 Frankryk van de hand geweezen. Aanme kin-gen op het gedrag y.an het Franfehe en E II. roek. 1778. >• r t e \t n d . i- it p r- '}-. i-  i7i DE REPUBLIEK DER II. BOEK. i i gelfche Hof', in dit tydsgewricht. Verdrag, tusfchen Frankryk en' Noord- America gejlooten. Bekendmaaking daar van' by deezen Staat. Dit brengt eene aanmerkelyke verandering te wege. Aanzoek der Engelfchen in Noord - America verfmaad. De No ord-Americaanen opgebeurd en verflerkt door di overgebragte 'en getekende Verd-agen. Hoe zyde Engelfche Givolmagtigdn behandelden. Deeze poogen te vergeefsch verdeeldheid en oproer aldaar te verwekken. Veldtochten des Jaars mdcclxxviii , in Noord- America. Beginzelen des Oorlogs tusfchen Frankryk en Engeland, in deezen Oord. Spanje en Zweeden gunfiig v >or de Noord - Americaanen. Gerugt dat onze Staat Pen dien tyde met de Noord-Americaanen handelde. De V-orregten der Gro ite Visfchery verlengd, en de Kabbeljaauw - visfchery befchut. De Verbeurtverklaaringen in Gelderland afgefhaft. 't Gefchil.oVer de Drostendicnfleh in Overysfel. Van der capellen tot den pol kant zich tegen de Drostdienften aan. Deswegens in haat, levert een nader Vertoog in. Beoordeeling van 's Ridders Vertoog. Verdere handeling omtrent hem- gehouden. C a p e l l e n"s heusch gedrag. Smeckfchrift der Overysfelfche Landlieden. Wat deswegen, als mede over zekeren Brief, voorviel. Capellen ter Raadsvergadering uitgejlooten. Ongenoegen te Vlisftngen .v^gens het bouwen eener Roomfche Kerke. Eerfte V rgadering van den OiConomifchen Pak te Haarlem. ■ Genootfchap te Bataviaipgerigt. Oprigting van ieïle r's Gemot-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 173 nootschappen en Mufeum te Haarlem. Het Provinciaal Utrechts Genootfchap gewettigd. Kunst- en Tekenzaal te Utrecht geopend lc Middelburg de Teken- , Schilder- en Beeldhouwkunst aangemoedigd. Het vertoon der dingen nameehallengskens fchroomlyker gelaat aan. De Oorlog fcheen zich niet tot een afgelegen Werelddeel te zullen bepaalen; maar dreigde m Europa, met een fchriklyk geweld, uit te barften. Zommigen hoopten op eene vriendlyke vereffening der Verfchillen , weo-ens de Nalaatenfchap des Keurvorsts van Beijeren, op een Ryksvergadermg behandeld; dan, de vrees, dat het zwaard dezelve zou moeten bellisfen , was veej grooter en algemeener. In meest alle dc Staaten van den Keizer , en van zyne Pruisfifche Majefteit, befpeurde. men d< fterkfte Krygstoerustingen en beweegm gen onder het Krygsvolk. Daar de eerih drie maal honderd duizend Man 111 de wa penen, en de laatfte twee Legers te .veld brao-t, te zamen uit honderd en zestig dui zend Man beftaande, behalven nog tWit tio- duizend Man Saxifche Benden. D Keizer hadt,op de Vergadering te Regen kurg, zyne verwondering te kennen ge geeven, dat een Lid van het Ryk, zie tot Pvegter wegens de Beijerfche Naalaatei fchap opwierp , aangezien niemand da< toe bevoegd was, dan het Hoofd en d Opperregter van het Ryk; dat hy aannaj I. BOEK.' 17/8. Een Oor,» log wegens da Beijerjche Naalaatenfchapdreigt uit te barften. h t- r e 11 e  j/4 DE REPUBLIEK DER II. boek. 1778. Schaars heid van Zeevolk. de deugdlykheid zyrier eifchen , op veffcheide gedeeltens van Beijtren onwederfpreeklyk te bewyzen,met by voeging der geheime redenen, die het Hof van Berlyn bevvoogen om in deeze zaak zich party te Hellen, Geene voorfiagen, geene aanbiedingen Van FREDERIK DEN GROO- ten, hadden mogen baaten;en derzelver mislukking deedt hem befluiten, geweld tegen geweld te zetten, en het Duitfche Ryk by deszelfs Gefteltenisfe te bevvaaren, Behalven deeze Krygstoerusting in het Duitfche Ryk, hadt Groot-Brittanje reeds acht-en-veertig duizend Man uit Europa na America overgevoerd, en daadlyk meer dan zestig duizend Man in Zeedienst, om van de drie honderd byzondere llerk bemande Kaaperfchepen niet te fpreeken. — De Franfehe Vloot, allengskens llerker wordende, vorderde veel Manfchaps, en Spanje, een ryke Vloot uit de Vera Crux binnen gekreegen hebbende, tradt met verdubbelden yver in de maatregelen van Frankryk, om eene magtige Vloot in Zee te brengen. Wy maaken van deeze volkwegneemende oorzaaken gewag, om dat zy, fchoon niet rechtftreeks, min of meer zydelings, eenigen invloed hadden op de fchaarsheid van jonge Manfchap ten Zeedienst voor den Staat, en der Zeevaardyein 't algemeen. Geene Matroozen waren anders dan voor groot handgeld te bekomen. De Oost - Indifche Maatfchappy, gebrek aan bedreeven Zeevolk hebbende, beloofde eene belooningvanvyf-en-twintig ' Gul-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 175 Guldens, aan elk Zeevaarend Man , die den Roergang en het overige Scheepswerk behoorelyk verftondt (*). Was 'er ooit een tyd, waar in Eenftem» migheid tot het in ftaat ftellen van 's Lands Zeeweezen vereischt werd, 't was tegenwoordig ; de Petitie voor den Staat van Oorlog deezes Jaars mdcclxxviii, drong 'er op aan. De aanbouw van twintig Oorlogfchepen, en de herftelling der oude, was bepaald. De Staaten van Holland leverden een breed Vertoog in, ten aandrange van het opbrengen der noodige Geldfommen , tot het een en ander, verklaarende alleen,in 't afgeloopen Jaar, meer dan zestien en een halve Tonne Gouds aan 's Lands Zeemagt te hebben te koste gelegd; terwyl geen der andere Gewesten , Friesland alleen uitgezonderd, eenige betaaling op de laatfte Petitie gedaan hadt. Niet vreemd dat zy hun welgevallen betuigden, in 't genoegen van zyne Hoogheid en den Raad van Staate, ever de goede uitwerkzels van de verbetering der Marine , welke zedert eenigen tyd met ernst was aangevat. Dat deeze uitwerkzels reeds aanvanglyk bleeken in het tot rede brengen van den Keizer van Marocco. Het befchermen van den Koophandel en Zeevaard, en het vrye gebruik der Zee, zonder 't welk het Gemeenebest niet beftaan kan, of de Regten zyner Onaf hanglykheid hand« (•) N. Nedtrl. Jaarb. 1778. bl. &2. II. BOEK. 1778. Aandrang der Staaten van Holland op de verbetering van 's Lands Zeeweezen,  176 DE REPUBLIEK DER II. BOEK. handhaaven , was een oude grondregel, van de hoogfte nutheid, waar op zy, zo in vroegeren als in laateren tyde ,■ en in deeze dagen, met ernst hadden aangedrongen ; een grondregel, welke nooit met meer nadruks en kragtiger bewoordingen werd voorgefteld, dan door den Raad van Staate in het negen - en - vyftigfte jaar der voorgaande Eeuwe, in een doorwrogt ftuk, 't welk, huns agtens, eene onderfcheidene plaats in de Staats - Archiven van die Eeuwe verdient, en daarom van hun, wel ter fnede, wordt bygebragt. Ter gelegenheid der bezWaaren van twee Gewesten , die geen deel namen in de toenmaalige toerustingen ter Zee , liet dezelve , in eenen Brieve aan Hunne Hoog Mogenden , zich in deezer yoege uit: dat zy, en alle Gewesten, geza„ melyk , van alle tyden, zeer verre „ van de ondcrfcheiding, welke de Hce„ ren van die twee Gewesten als toen ,, tragtten voor te ftellen , van oordeel „ geweest waren, dat de beveiliging van „ de Zee de aangelegendfte zaak van den „ Staat is, zonder dewelke , als een „ Lichaam zonder Ziel, dezelve niet kon „ beftaan. r-—- Dat de Zeevaard en „ Koophandel de Zenuwe en Ziel van „ 't Lichaam zyn , dewelke het geheele t, Lichaam doen groeijen , en aan alle Leden haar volkomen voedfel geeven, en, niet wel verzekerd zynde, het geheele Lichaam doen treuren en vergaan. Dat zonder dien geen Gewest lange in „ ftand  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 177 "„ Hand zou kunnen blyven. Dat alle l, welvaart van den Staat afhangt van het vrye gebruik der Zee, en dat het een oud zeggen is, dat de Staaten ligt ' befchermd wierden op dezelfde wyze ' als die zyn geformeert, en dat de Staat " zyn beginzel, zyn groei en grootwor" ding, uit dat vrye gebruik der Zee be" komen hebbende , ook door dezelfde ' middelen moest gevestigd en bewaard " worden. ■ Dat die Gewesten niet " wel redenkavelden, als zy zeiden, dat de Gewesten , die de voordeden der Zei *■ niet genieten , ook van die buitengewoont lasten behoorden verfchoond te blyven j „ want, dat, behalven liet gemeene belang van 't geheele Lichaam, het baarblyklyk was, dat het vertier des Han, dels, door alle Gewesten, zo van we„ gen den in-, uit- en doorvoer, de groot„ fle nuttigheid toebragt aan de Land-Ge- , westen. • Dat, daarenboven, die- ' zelfde Gewesten, by de welvaart dei " Handeldryvende , het hoogfte belang „ hadden ,, daar zy vier vyfde deeler 5? droegen van alles wat ter verdeedigin }J ge en befcherminge te Lande, noodic was; 't geen zy, zonder het handhaa „ ven des Koophandels en der Zeevaard n en de daar uit voortkomende magt ei „ middelen , niet zouden kunnen doen , weshalven, by den val deezer Gewes 9, ten, de andere Leden van den Staa M zich niet zouden weeten op te hou „ den." L beel. M Dee II. BOEK. 1773. I > b 4  II. BOEK 1778. 178 DE REPUBLIEK DER Deeze laatst te keer gegaane denkbeel, den der voorige Eeuwe, waren heden, by alle Gewesten , nog niet geheel ontworteld. Alle redenen, in den voorleden Jaare bygebragt, om der Bondgenooten aandagt en yver,ten opzigte van dit gewigtig onderwerp, op te wekken, hielden nog tert vollen ftand, en waren, wel verre van haare kragt verlooren te hebben, veel eerr door de fteeds aanhoudende en toeneemende hachlyke gefteldheid der Buitenlandfche Zaaken , vermeerderd en verfterkt. Zy mogten, derhal ven, vertrouwen en verwagten, dat de Heeren Staaten der overige Gewesten, aangedaan met die gevoelens , welke het tegenwoordig Tydsgewricht zo zeer vorderde, en het voorbeeld van Hun Ed. Groot Mogenden, metevenredige poogingen volgende, ook het hunne zouden toebrengen, tot dat geen, zonder 't welk de weezenlyke verbetering van 's Lands Zeemagt niet daargeftcld kon worden ; en dat Hooggemelde Heeren Staaten, in 't byzonder, door de vaardige afüetaaling hunner aandeelen in de toerusting der twaalf en twintig Schepen, zich bereid zouden toonen tot aanhouding en kragtdaadige voortzetting van die middelen en voorzieningen, waar door aan Koophandel en Zeevaard die Befcherming zou worden verleend, welke men, zonder onr-egt, daar aan niet kon weigeren, als aan dezelve plegtig beloofd en toegezegd; en waar door niet alleen de Handel belangen, uit een wettige Vaard en Handel voortvloei-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 179 vloeijende, en de daar aan zo nauw verknogte bronnen van 's Lands Welvaart, b gedekt en befchermd, neen,maar ook het aanzien, het gezag, en het vermogen van 1 het Gemeenebest, in het bewaaren der Regten van de Nationaale Vlag zo merkelyk belang hebbende, naar behooren bevestigd en bevorderd zouden worden. — Zy verzekerden, te deezer gelegenheid, de Bondgenooten, dat, wanneer de duistere en verwarde ftaat der Zaaken van Europa, onverhoopt, zodanige gebeurtenisfen mogt voortbrengen , waar door de veiligheid van den Staat, te Lande , en de Regten van haare Onaf hangelykheid, ook van die zyde , gevaar mogten loopen van eenigen aanftoot te lyden, zy in geen gebrek zouden blyven omtrent al het geene dat van eene gepaste en waakzaarffe zorg tot befcherming van 'tGemeenebest, zo te Land als te Water, gevergd en verlangd kon worden. 1 Overeenkomftig hier mede, fcemden de Staaten v an Holland in de Petitie van Oorlog voor dit Jaar (*). Gelderland bewilligde in dien Haat van Oorlog; doch merkte aan, dat de^Staat zich omringd vondt van magtige Nabuuren, wier ontzaglyke Krysgstoerustingen en andere Verrigtingcn,aanleiding gaven, om te vreezen, dat die onlusten, welke tusfchen verfcheide Mogenheden waren opgekomen, eerlang tot een algemeenen r a Oor- 00 N. Neder!. Jaarb. 1778. bl. 807.1 jS* , enz. M 2 II. o ek. 77?» Gelder lands ge voelen. 1  180 DE REPUBLIEK DER II. BOEK. Oorlog Honden uit te barften. Dat het Gemeenebest ontbloot was van een genoegzaam aantal Krygsvolk; dat de Vestingwerken , in verfcheide Steden, zich in eenen flegten toeftand bevonden, en de Magazynen onvoorzien van 't geen men ter verdeediginge niet kon ontbeeren. Dat het gering aantal Krygsvolk, 't geen men op de been hadt, niet in Haat was om de Grenzen van den Staat, waar toe Gelderland behoorde, tegen een onverhoedfchen aanval te dekken; of een gewapende Bende , wanneer dezelve mogt goed vinden eene fchuilplaats binnen de Grenzen van 't Gemeenebest te zoeken, het indringen te beletten, wanneer zy, door Party naagezet, het Tooneel des Oorlogs,met alle de akelige gevolgen van dien, op den bodem van den Staat zouden overbrengen. Zy verzogten Hun Edel Mogenden een oplettend oog te willen Haan op 't geen onlangs in Europa was voorgevallen, en de gebeurtenis , die daarvan het gevolg zou kunnen weezen; en byzonder te rug te zien op voorige ongelukkige tyden, waar aan men niet dan met angstvalligheid kon denken, wanneer de Staat,die men meende alleen door magtige en kostbaare Vlooien te behouden, ondertusfchen, aan de Landzyde, weerloos en buiten Haat van verdeediging was gelaaten, en Gelderland, welk voor den eerften aanval bloot ligt, met verfcheide andere Gewesten, onverhoeds door den Vyand werd overrompeld. *— Zy wilden den Raad van Staate hoe eer  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 1S1 eer hoe beter verzogt hebben, om, met overleg van zyne Doorlugtige Hoogheid,] den Heer Prins Erfftadhouder, een Plan te vormen tot een toereikende vermeerde-; ring van 'sLands Krygsvolk; en verklaarden, in 't flot, by onverhoopte ontftentenisfe van dien , onfchuldig te willen gehouden worden van alle de gevolgen,welke eene nalaatigheid in 't zorgen voor de zekerheid van den Lande naa zich zou kunnen fleepen, en de rampen, die den Staat zouden kunnen overkomen, ter verantwoording te ftellen der geenen die 'er oorzaak van zyn (*). Overysfel, den ftaat van Oorlog toeftemmende, floeg, ten aanziene van de Landmaat, denzelfden toon als Gelderland, onder5 andere betuigende, dat 's Lands Zeemagt wel op een beteren voet gebragt was; doch dat 'er geen de minfte fchikkmo-en werden gemaakt, of zelfs eenige neiging betoond , om de Landmagt, en 't geen daar toe behoort,in een beteren ftaat te ftellen , terwyl het ontegenfpreeklyk belang van den Staat vorderde, om, ver koos men zich niet aan de regtmaatigfte verwyten bloot te ftellen, in deeze hach lvke tydsomftandigheden niet langer ftil t< zitten. Ridderlchap en Steden van Over ysfel waren van oordeel dat men geei ©ogenblikken moest laaten voorbygaan maar 's Lands Landmagt vermeerderen, ei vei (?) N. Neder!, Jaarb. 1778. bl. 94> M 3 II. IOEK.' 778. Overysfel niec Gelderland een ftemraig. I > 1  j8* DE REPUBLIEK DER II. BOEK. 1778. 't Gevoelen van Stad en Lande, Fries- lands toeftemming. Utrechts bedenkelykhedeu. verder alles te werk Hellen 't geen kon ftrekken tot befcherming van den Staat en derzelver Ingezetenen ; en de zekerheid van denzelven, aan de Landzyde, op gelyken voet behartigen als de befcherming van Koophandel en Zeevaard (*). Stad en Lande liet zich op het ftuk in deezer voege hooren; dat zy zich nimmer zouden onttrekken, om naar vermogen, ja! boven vermogen zelfs, mede te werken, en alles, des noods, by te zetten, om 't geen te Water en te Lande, door vermeerdering van Krygsvolk, ter beveiliging van deezen Staat, en tot befcherming van deszelfs Onaf hangelykheid, by het Bondgenootfchap zal geoordeeld worden werkftellig te moeten worden gemaakt (f). Friesland gaf eene volle toeftemming; doch beklaagde zich over de Staaten van Holland, wegens het aanmaatigen van eene befchikking over de Penningen van het laatst afgeloopen Jaar (§). Utrecht verzogt dat Zeeland nadere opening van den ftaat zyner Geldmiddelen ter Vergadering van Hunne Hoog Mogenden zou geeven; en, indien onverhoopt dezelve zodanig niet mogt verbeterd zyn, dat dit Gewest in ftaat was het gewoone Aandeel in de Algemeene Lasten op te brengen , de andere reeds te veel bezwaarde Gewesten niet op nieuw zouden belast; maax zo- (*) N. Neder!, faarb. 1778. bi. o6r. (f) N. Ne der U -faarb. 1778. bl. ^64. (j) N. Nederl. Jaarb. 1778. bl. 957.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 183 zodanige middelen uitgedagt worden mur Toot de o-elvkheid in het draagen dei Gefneene Las en van 't Gemeenebest tusfchen de Leden van het Bondgenootfchap herfteld en alzo het kwaad zelve, waar aan £ de zwakheid van Zeeland m't byzonder, als die van den ftaat des Ge^rneenehests in 't algemeen,voornaamlyk was toe te fchryven* in den grond aangetast en oeneezJn mogt worden. Dat de Staaten van Utrecht dit te meer wenschten, m de ^e Sende omftandigheden, waar m de meeste Mogenheden van Europa ^ tegenwoordig bevonden, en waai ui d oioote Krygstoerustmgen , die in meest f le Landen gedaan werden, fcheenen.te vooi-Men, d*at het vuur des Oorlogs ziel over een groot gedeelte van den Aardbode i we ifgtzou kunnenverfpreiden,waa, m% nad'eelige gevolgen, die.dezelve, ook ten aanziene van dit ^neenebest zouden kunnen hebben, van dien jartwa rhr 7e eene verdubbelde aanaag Sekt — Wel hadden Hun Edel Mo oenden Vewenseht, dat de toeftand va, faal en % alle de Gewesten, zedert lani Ï^VSit»i ^danige maatregels t ee nen,0als genoeg konden zyn, om he GerenebeSt&te beveiligen te8;en zodanig aanvallen en inbreuken op haare waa en billvke belangen, als onverhoopte!) daar e.en mogten kunnen worden onde; omen.0 Dan,ödat zy, in de tegenwoo; dige gefteldheidvanzaaken, aan eene z de ftellende alle andere genoeg beken. II. BOEK. > 1 > t e  284 DE REPUBLIEK DER II. BOEK 1778. Zeeland beoaa'.de toeftemming. bedenkingen, en met den Raad van Staate wel volkómen overtuigd, dat dit Gemeenebest nimmer geneigd moet zyn om zich uit te breiden, of ooit aan zyne Nabuuren de minst gegronde redenen van aanftoot moet geeven, niet te min teffens verklaarden, zich nimmer te zullen onttrekken, om naar, en zelfs boven vermogen, mede te werken, en, des noods, alles by te zetten, tot al wat ter beveiliging van deezen Staat, zo ter Zee als te Land, en tot befcherming van deszelfs Onafhangelykheid,geoordeeld werd, te moeten worden aangewend (*). • Zeeland gaf desgelyks haare toeftemming tot den ingeleverden ftaat van Oorlog, onder voorwaarde, dat voldaan werd aan de by voorraad gemaakte fchikking van zyne Hoogheid, tot foulaas van de Finantien diens Gewests,in het draagen derGemeene Lasten,in den Jaare mdcclxxi voor den tyd van zeven Jaaren bepaald, 't welk met dit Jaar ftondt te eindigen (f). - Uit deeze opgave der toeftemmingen in 's Lands noodige Verdeediging, valt o-enoeg te raamen , de onderfcheide geestneiging der verfchillende Gewesten ; deeze baarde eene Verdeeldheid, die op haare beurt Werkloosheid voortbragt, of liever eene tegen elkander Werking, waar door de wederzyds gevorderde véïfterking van 's Lands Krygsweezen, te Land en te Wa- O) N. Nederl. Jaarb. 1778. bi. 955. ft) N. Neatrl. Jaarb. 1778. bl. 053.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 185 Water, goed deels agterwege bleef, waar aan het hooggaand verfchii tusfchen Am-1 fterdam en de Ridderfchap , niet weinig toebragt. Schoon de Raad van Staate een Plan opfteldc van vermeerdering des Krygsvolks te Lande, met 131a Paarden, en 13757 Man , en 't zelve, door de Algemeene Staaten, te midden deezes Jaars, aan de byzondere Landfchappen , met een aanprvzenden Brieve, werd rondgezonden ; Ichoon het ter Vergaderinge van Holland ingekomen, terftond de goedkeuring ontving der Ridderfchappe, die op ttwjpoeiim en vrugtbaar Belluit aandrong, gaven de Gclastigden van Amflerdam, een breed Vertooo-, de reden inhoudende , waar om hunne Zenders zich niet konden fchikken om de aanmaaning der Ridderfchappe gehoor te geeven of goed te keuren. Ten grondflage van dit Plan was gelegd. de hachlyke omftandigheid, waar 111 ziel Europa thans bevondt, waar door het nie) minder dan met een algemeenen Oorlog werd gedreigd; een grondilag, the, aan genomen zynde, gelyk die van Amfterdan opmerkten, eene algemeene voorziening zo wel aan de zyde der Zee- als der Land magt, vorderde, te meer, daar de bezit tineen van het Gemeenebest, over Zee, ei defzeïfs Handel, in zo algemeene onius ten, gansch geen minder gevaar hepen dan de Bezittingen aan deeze zyde van de Oceaan, ja, zelfs hadt de Handel reec merkelyke nadeden ter Zee geleden, e M 5 lcc( II. i O EK. [778. Plan ter J errneerleringran de Landmagt, ingeleverd,en door. de Ridderfchapaangedrongen. Amflerdam ver\ zet 'er • zich te\ geu- * > l > 1 s 11 lt ; {  i86 DE REPUBLIEK DER II. BOEK. 1778. leedt ze nog, tenvyl men, aan de Landzyde , tot hier toe , een volle rust genoot, en zelfs, naar luid van den Brief, ter geleide van dit Plan, de Gefchillen tusfchen Frankryk en Engeland waarfchynlyk. ter Zee Honden beflist te worden, en de Oorlog over de Beijerfche Opvolging zich voor eerst fcheen te bepaalen tot Duitschland; waar uit volgen moest dat het gevaar ter Zee daadïyk beltondt; daar, in tegendeel,aan de Landzyde,alleen eene mooglykheid van verfpreiding van Oorlog , tot nog van den Staat verwyderd, kón plaats hebben. Vreemd derhal- ven was het diep llilzwygen, ten aanziene van de middelen ter voorzieninge aan de Zee, in dit Plan; 't welk, huns agtens, daar en boven, onbellaanbaar was met het Stelzel, voorheen door Hunne Ploog Mogenden omhelsd en aangedrongen , naamlyk, dat van eene maatige en onkostlyke verjierking der Landmagt, befhianbaar met de Herflelling van de geruïneerde Zeemagt • want het thans ingeleverd Plan fprak van eene Vermeerdering, die ruim een derde gedeelte van de tegenwoordige Armée beloopen zou, en door zyne kostbaarheid, de Herjlellinge niet alleen, maar alle Verbetering van 's Lands Zeemagt, volftrekt onmogelyk maaken. Zy onderzogten, wydefs, of zulk eene verandering van Stelzel ook daar aan zou kunnen worden toegefchreeven, dat Hunne Edele Groot Mog. in 't algemeen, of de  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 187 de Raad der Stad Amfterdam in 't byzonder, niet genoeg hadden toegc-geeven om het Plan eener maatige Verfterkmg dei Landmagt, en van de Herftelhng.der Zeem?"t, met gelyken tred te doen Hand gryPen; en dat Hunne Hoog Mogenden, te dier oorzaake van de Herftelhng der Zeemagt zouden hebben afgezien, en daarom van zyne Hoogheid en den Raaa van Staate alleen een Plan ter Vermeerdering van de Landmagt verzogt? Dit bleek, uit alle handelingen,zints den Jaare mdcclxx, het geval niet, en het tegendeel waar te weezen; veel toegeevenhcids hadt'cr plaats gehad — Nu keerde men de zaak geheet cm 'en ging zo veel verder, dat men, zonder eenige het allerminftc gewag van eenige. Toerusting ter Zee te maaken, al hei Geld, by 't voorig Plan gevraagd , to Verbetering van Land- cn Zeemagt, t< zamen beloopende tusfchen de vyfucn ei zestien Tonnen Gouds, niet alleen gehec ter Vermeerdering der Landmagt, me eene geheele uitfluiting van de Jaarlykicli Uitrusting ter Zee; doch daar en bove; nog vier Tonnen Gouds meerder voo deeze Vermeerdering der Landmagt be (Teercle 't Hadt een vreemd voorko men een Plan den Bondgenooten toe t zenden en aan te pryzen , t welk, u. hoofde zo van deszelfs kostbaarheid " als van zyne onbeftaanbaarheid , m< " de zo noodzaaklyke Verbetering va 's Lands Zeemagt, in de yolvoern 1, volftrekt onmogelyk , en boven h m BOEK. l l l 1 r e t ■t 11 g E-  i88 DE REPUBLIEK DER m BOEK. ï/73. „ vermogen der Finantien van de Bond„ genooten, was ingerigt; — ten ware „ men 'sLands Ingezetenen, in een tyd „ van Vrede, met alle Mogenheden, zou willen bezwaaren met nieuwe Lasten, „ even als of men zelve in Oorlog , en „ dus tot het uiterfte ware gebragt. En dan, nog zou men, in de eerfte plaats, „ moeten zorgen, om het Gemeenebest, „ aan de zyde van de Zee, in veiligheid „ te ftellen." In de gefteltenis der Zee-en Landmagt was geene verandering gekomen, die zulk een verandering van Plan eenigzins kon billyken. De Zeemagt ftondt daar door wederom m een volftrekte werkloosheid te vervallen; op zodanig eene werkloosheid van de Bondgenooten, met betrekking tot voorziening aan de zyde van de Zee, in gevalle van een openbaare Vredebreuk tusichen Frankryk en Engeland, werd reeds ftaat gemaakt, men rekende op geene opbrengingen der Bondgenooten, maar om de kosten eener byzondere Uitrusting ter Zee te leenen uit het Fonds van 't verhoogde Last- en Veilgeld. Deeze Uitrusting zou, derhalven, van den hals der Bondgenooten , geheel Dp dien des Handels worden gefchooven, tn de Finantien der Bondgenooten, uitgeput door de Vermeerdering der Landmagt, nimmer in ftaat genaken, om de geleende Penningen aan dat Fonds weder te geeven, en 'er geen middel uit te denken zyn om het bezwaar der betaalinge van het dubifild buitengewoon Last- en Veilgeld, aan de  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 189 de Handeldryvende Ingezetenen deezer Landen te vergoeden; weshalyen deHan- ] del in Europa, ten minfte geduurende.de gevreesde onlusten, van alle befcherming der Bondgenooten, met de daad zou worden uitgeilooten; zonder nog eens te denken op 't geen de Voorzigtigheid, 111onrustige tyden, zou vorderen, dat tot delcking°der Kusten en Zeegaten, tegen alle voorvallen, in gereedheid zou behooren gehouden te worden, terwyl al het vermoten van het Finantie-weezen van deezen ötaat alleen tot Vermeerdering der Landmagt zou zyn aangewend; geheel niet ftrookende met de redenen en gronden, door zyne Hoogheid, en den Raad van Staate, in vroegeren tyde, te nedergefteld. Wel hadden Hunne Hoog Mogenden, ir den Taare mdcclxxvii, gelchreeyen. dat alle de Bondgenooten genegenheu " o-etoond hadden om de hand te zullei " leenen tot Verfterking van de Land- e) Z Zeemagt, en, dat, het geen de vityoe ring daar van tot hier toe hadt belet alleen geweest was het verfchii over d " Evenredigheid, die omtrent beide be ' hoorde in acht genomen te worden. Doch, hoe droeg zich de zaak, ten o\ zigte van die Evenredigheid, toe? in de Taare mdcclxx vorderde de ftaat dt Landmagt, in beter ftand dan te voorer minder dan de Herftelhng van de Jaarly] fche Uitrusting ter Zee. ■—in A6 Taare m d c c l x x 1 v was de infchiklykhe zo verre gegaan; dat men die Evenredi II. i oek; 1778. i L | » )- n :r cnd k  i9o DE REPUBLIEK DER II. boek 1778. heid gelyk ftelde. —— In den Jaare ■ mdcclxxv was de eerstgemelde Evenredigheid geheel omgekeerd, en ruim de helft meerder jaarlyks voor de Land- dan voor de Zeemagt gevorderd. In dit Jaar mdcclxxviii verwierp men alle Evenredigheid, eischtc alles voor de Landmagt, zonder om eenige Opbrenging vart de Bondgenooten , voor de Jaarlyklche Uitrustingen ter Zee, zelfs in de onderftelling van een algemeeneu Oorlog, te denken. Het gedrag van de Bondgenooten der Land-gewesten wees genoegzaam uit, hoe zy zich verbeelden, op gebyken voet toe te brengen tot de Verfterking van Land- en Zeemagt, zonder dat zy iets in 't allerminfte deeden aan de Jaarlykfche Opbrenging voor de Uitrusting ter Zee. ■ 't Was hun niet onbekend, dat 'er een oud begrip heerschte , dat de Landmagt van den Staat tot vyftig duizend Mannen zou behooren gebragt te worden , om, zelfs in Vredestyd , het Gemeenebest , van de Landzyde, in eenen behoorelyken ftand van verdeediging te ftellen ; doch men wist teffens, dat geen een goed Staatkundige zulks ooit hadt bygebragt, in de veronderftelling, dat, -ten zelfden tyde, de Zeemagt, in evenredigheid niet zou worden verfterkt; zo dat alle Staatkundigen het met zyne Hoogheid,- en den Raad van Staaten, volgens het voorheen meermaals bygèbragte, volkomen e'éns waren, dat de Vermeerdering van Landvolk van weinig belang voor de veiligheid deezer Landen is,  VEREENIGDE NEDERLANDEN, iqi ft wanneer, ten zelfden tyde, 's Lands Zeemagt , dat zyn daadlyke Uitrustingen ter Z,ee , verwaarloosd worden. Geheel onbeflaanbaar hier mede was , in het tegenwoordig Plan, geen gewag altoos te maaken van de zo noodzaaklyke voorziening© te Water. Op de ondcrftelling van een algemeenen Oorlog, liep de veiligheid des Gemeenebests, aan de zyde van de Zee,geen minder gevaar dan aan deLandzyde. Dan,dit o-oldt dies te meer, „naardien het Plan, ° om alleen voor de Vermeerdering der " Landmaat te zorgen, in een tyd, waar t in ^11 geen gefchillen heeft met eenige Moo-enheid, noch deelt in de oneenigheden, tusfchen de andere Mogenheden *•! ontftaan, aan zomnhgen van dezelven *? wel aanleiding tot nadeelige foupcom J' zoude konnen geeven, als of deeze Republiek, die, natuurlyker wyze, m dc *' tegenwoordige omftandigheden , waai " in de Onaf'hangtlykheidvan Noord- Ame '-' rica welhaast fchvnt erkend te zuil'ei " moeten worden, het meest geintresfeen " is haare Commercie te dekken, onder an " deren tegen alle die geenen, wier nayvc: " de Ingezetenen van deezen Staat, vai " den Handel, met die van de gemeld< '] Vereenigde Colonim in Noord- America 'J zouden tragten uit te fluiten, van deez zo hoognoodige voorzieninge zoudei '', afzien, en het vermogen van het Finan tieweezen geheel en al zouden willen i *' het werk llellen, tot executie van gehe( , an II. ÏOEKi 1778. t ? I , 1 1 1  m DE REPUBLIEK DER II. boek 1778. t Tegenaantekening .Ier Ridderfchappe. „ andere desfeinen, dewelke aan de eene , „ of andere Mogenheid, zich aan deeze „ zyde van den Oceaan bevindende, niet „ onverfchillig zouden kunnen voorkomen, en zouden kunnen moveeren, tot „ het neemen van maatregelen, dewelke „ aan Hunne Hoog Mogenden gansch niet „ aangenaam zouden zyn." . Zy betuigden desgelyks hunne verwondering over de zo fchielyke verandering in de gevoelens der Ridderfchappe, in 't verloop van minder dan vier maanden. Wat men. thans in den zin hadt, kon nergens anders toe llrekken, dan om de yereischte Equipagie hoe langer hoe difficiler, en eindelyk geheel onmogelyk te maaken. Weshalven het befluit viel om , van wegen Amjleh Raad, het Plan van Vermeerdering der Landmagt volllrekt te verwerpen, en van de hand te wyzen, als mede tegen alle Befluiten, welke met de meerderheid zouden mogen genomen worden , frrydig tegen 's Lands Grondwetten, zich te verklaaren , en ze van geener waarde te houden (*). De Ridderfchap , zich zo yverig voor dat Plan betoond hebbende, liet niet naa, fchoon tot in Wintermaand wagtende, om haar gevoelen tegen Amfterdam ter Vergadering van Holland te verdeedigen , en deswegen een fcherpe Tegenaantekening in (*) Zie het geheele Plan en 't Advis van Amflerdam, waar uit wy flegts eenige trekken ontleenden, in de N. Nederl. jaarb. 1770. bl. 345-282.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 193 in de Staats-befluiten te doen inlyven, Waarby zy zich onfchuldigen,van de Ver- J fterkine ter Zee ooit te hebben tegengegaan: maar die,nevens de Vermeerdering der Landmagt, te hebben willen bevorderen, dat zy aan zich zeiven gelyk gebleeven waren, en niet van het ééns aangenomen ftelzel afgegaan. - Dan, dezaaken waren, huns oordeels, dermaate van gedaante veranderd, dat men by de maatige en onkostlyke Verfterking der Landmagt niet kon berusten, ten ware men de Verdeediging van Staat te Lande zou willen op- en zich geheel en al overgeeven aan t Stelzel, 't welk de Republiek, vóór ruim eene Eeuw geleden, opgevolgd hebbende, het tydftip van haaren ondergang heelt zien genaaken. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen oordeelden , door de opgave hunner gevoelens en de bygebragte verdeediging in deezen, „zich volkomen o-edekt tegen alle verkeerde aantydm" gen, waar door de zuiverheid enopregt " heid dier gevoelens, onder de ganse! " ongepaste benaaming van Complaifance " voor de begrippen van zommigen dei " Bondgenooten, zyn berispt geworden " zo als zy ook by deeze gevoelens onver " anderlyk volhardende, en voor toe» *' landfcheInvloeden geheel onvatbaar,mm " mer zullen afwyken van die grondbe " o-inzelen, waar volgens de RepubheK " wel, met alle omzigtigheid moet vei " myden, van aan geene der Oorlogend , Mogenheden eenige wettige reden ya " I. dbei». N „21c II. 5 O ek. » e n h  194 DE REPUBLIEK DER II. BOEK. 1778. „ zich beledigd te agten te geeven , de vriendfchap en goede verftandhouding „ met dezelve , door alle bekwaame en „ met haare Eer en Onaf hangelykheid beftaanbaare middelen,moetaankweeken, „ en nooit eenige andere oogmerken vor„ men, dan om de Regten van haare On„ af hangelykheid , de Voorregten van „ haar onzydige Vlag en de zekerheid van haar onzydig Grondgebied te verdeedigen; doch naar welke grondbeginzelen „ ook tevens uit alle Staats-overleggingen , aangaande het zo teeder onderwerp der „ fchuldpligtige betragting van eige vei„ ligheid en eige befcherming, geheel verbannen moet worden de Vrees, van aan „ de eene of andere Mogendheid, het zy „ aan deeze,het zy aan geene zyde van den „ Oceaan zich bevindende, te mishaagen, „ of aanleiding te geeven tot nadeelige „ Souppons, als of door die betragtinge aan „ de zyde van de Republiek, bedoeldzou„ den worden, de Executie van geheel an„ dere desf inen, dewelke aan die Mogenheid „ niet onverfchillig zouden kunnen voorkomen ; daar immers aan de Republiek, geene , voor iemand haarer Nabuuren „ kwaad vermoeden baarende voornee>, mens, zonder ongerymdheid, kunnen „ toegefchreeven worden ; en daar het », aanwenden van middelen tot eigene bet, veiliging, en byzonder door het ver„ meerderen der Landmagt, waar doorde», zelve op geen hooger voet van fterkte >, zou gebragt worden, dan die, welke te meer-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 195 meermaalen tot haare gerustheid, zelfs ** in vollen Vredestyd, nodig is geoor-no " deeld , wel verre van eenige wettige '! agterdenking te kunnen geeven, veel- 17 eer «reheel volftrekt onverichilhg aan al" le die Mogenheden moeten voorkomen 9 " van welken men niet zou willen vermoeW den, dat zy, van hunne zyde, eenige " vvandlyke of belaagende oogmerken tel' xe/ binnen gebragt. >t Was den niet genoeg o deeze Zeeheerichappy voerende wyze (*) N. Nederl. jaarb. 1778. bl. 146^. H Zie, onder andere , eemge Stages in de 1 mdlrl. Jaarb. 1778- W. 773- «43- 968. 1375JN 4 n. BOEK.» 1778. DeCon- voyen blyven leggen en de \loofzugt der Engelfa 'ten houdt aan. 1 r 1 p Moedwil v der En' ge ik hen e "  soo DE REPUBLIEK DER II. BOEK. 1778. in de West-Inei tin. de Scheepvaard in 't algemeen te belemmeren,, en de Zee hier omftreeks geheel onveilig te maaken : in een ander Werelddeel ging hunne ftoutheid nog veel verder. Zonder eenigzins agt te haan op het Grondgebied van den Staat, deeden zy hun best om de Rivieren van Esfequebo en Demerary bezet te houden, en met klein Vaartuig, onder den wal, den toevoer van Leevensmiddelen derwaards, af te fnyden, en de kleine Vaartuigen onzer Volkplanteren, langs den wal, vaarende na de Plantadiën, zo weinig gefchikt om Zee te bouwen, of aan de Noord- Americaanen iets toe te brengen, dat zy zelfs geen Kompas hadden, aan te doen, en op Zee te fleepen, om by een of meer, op Zee leggend Schip, van hunne Reizen en Laadingen verantwoording te doen, en dezelve vervolgens, op eene onmenschlyke wyze, op gods genade, te laten dryven, en, zonder het noodige om den weg op Zee te vinden, na den wal te laaten zoeken, en van hun' voorraad te berooven. — Een hunner Kaaper-Schepen ontzag zich niet een Americaansch Scheepje op de Rivier by Demerary te vermeesteren, en een ander zou een tweede van voor de Brandwagt weggenomen hebben, hadt het zelve , onderiteund door vier Hollandfche Koopvaardyfchepen, zulks niet verhinderd. Een Americaanfche Bark, van Suriname na Virginie moetende , werd gejaagd door een Engelfchen Kaaper, en ver: volgd tot aan het Fortres AmJ'terdam, waar hV  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 201 hv dezelve prys maakte, niettegenftaande Zn uit dit "Fortres geltaadig op hem, ïchoot- ook wilde de Heer capelle , (een ■ Offider' van het Oorlogfehip,) by hem aan boord gaan, en praaide hem reeds zeggele ,gdat'hy vau 't Oorlogfehip kwam; Soch kreeg ten autwoord , met nader te moeten komen, of men zou hem m den grond fchieten, gelyk men ook reeds een fchot deedt, waar op de Kaaper met den Prvs de Rivier afzakte. Wanneer het geval te Demerary ,zo taydig met het Regt der Volken, den Ridder yorke werdt voorgehouden, hadt hy de onbefchaamde lloutheid om 't zelve te verdeed gen, en, in een gefprekmetdenVoorzittendenHeer van Hunne Hoog Mog deeze hoonende taal te voeren : „Dat de Koning, zyn Meester, het befluit hadt " 7enomen, alomme zich zeiven regt te " verfchaffen, en zonder aanzien van " Grondgebied,zonder onderwerping aar " efnTge^fraaaten, of Regten enkel or de glonden van Eigenbehoud, de Noora Americaanen te vervolgen, en zich t " wreeken van hun, die aan deeze Vol ken eene fchuilplaats verleenden , 0 " hulpe toebragten, aangezien het Groot " Brltanje beter was veelen tot ojcnbaï ' «Vyanden te hebben,dan Bondgeno ten die, onder de vertooning van Or ;; zydigheid, haare Vyanden van alk !' Wg^drag van Engeland Uë^ < weigegronaheid "der klagten, in den yoc II. > O e K» 1778. Dit gedrag door YORKE verdee» digd. f s e De Dotd- j. rechtnJche  302 DE REPUBLIEK DER II. BOEK 1778. Amflerdamf: u'e en RotterdamfcheKooplieden ieve ren Ver£oekfchrifcenin. Inhoud van het Verzoekfchriftder Amfterdamfche. (*j Zie hkr boven, bl. 02. (f) N. Neder/. Jaarb. 1778. bl. 1380. gaanden Jaare door de Kooplieden uitgéboezemd (*). Het ging van kwaad tot erger, en het ergfte , een geheel verval der Zeevaard , ftondt te dugten. Geen wonder dat de Kooplieden der voornaamfte Handelfteden , Dordrecht, Amflerdam en Rotterdam, zich by de Algemeene Staaten vervoegden. Het Verzoekfchrift der Kooplieden van de eerst- en laatstgemelde Stad, was woordlyk van denzelfden inhoud (f), en kwam in de zaak op't zelfde uit met dat van Amflerdam, welks inhoud wy zullen opgeeven, als behelzende een nadruklyk Vertoog van de regtmaatigheid der gronden, op welke 't bezwaar der Kooplieden, Reeders en Asfuradeurs ter Beurze van Nederlands Hoofd - koopftad rustte. f „ Het kan," in de e ze r voege lieten zy zich hooren , „ Uwe Hoog Mogenden „ niet onbewust zyn, hoe, zedert eenige „ weeken, een aanzienlyk getal Schepen ,, van Ingezetenen deezes Gemeenebests, „ na de Franfehe Havens beftemd, in het 9, vervorderen hunner Reizen, door En„ gelfche Konings- Schepen en Commisfie„ vaarders, zyn aangehouden, en, niet„ tegenftaande de Schippers hebben doen „ zien, dat derzelver Schepen aan Onder„ daanen van dit Gemeenebest toebehoor„ den,en geen Goederen hadden ingelaa- dena  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 203 den, welke voor Contrabanden konden H. * worden gouden, in vcrfcheidene Ha- boek. vcns ^Groot-Brittanje zyn opgebragt, ——■ " waar dezelve nog worden opgehouden, 1778. " zonder dat de Brieven van Voorfchrya' ving, door Uwe Hoog Mogenden aan " den Heer Grave van welderen, " ten verzoeke van Belanghebbenden m " verfcheide van dezelve Schepen ver'! leend, ten einde op derzelver fpoecug " ontflag aan te dringen, tot hier toe van " eëhige vrugt zyn geweest, terwyl, m " tegendeel, het neemen en opbrengen " van diergelyke Schepen, nog dagelyks aanhoudt en toeneemt, zulks er by de I', Engelfchen een volftrekt voorneemcn fchynt plaats te hebben, om den Vaard " en Handel der Ingezetenen van dit Ge" meencbest, op de Franfehe Havens, geheel en al te willen beletten. Dat, deeze handelwyze aanhoudende, niet anders " ten gevolge zou kunnen hebben, dan de " geheele ruïne des Handels en der Scheep" vaard van 'tGemeenebest, en daarenbo" Ven het bederf van verfcheide byzonde" re Perfoonen, die als Eigenaars der Sche" pen of Ladingen, 't zy als Asfuradeurs ' op dezelve, daar by belang, en dus 011Z noemelyke fchade te wagten, liebben , 't Zal niet noodig zyn de onbülykheid van zulk eene aanhouding en opbren" gingtebetoogen, het Traclaat vanAfo" rinf, tusfchen de Kroon van Engeland " en dit Gemeenebest, in Wintermaand " des laars mdcuxiv geilooten, zegt ^ j ^ met  204 DE REPUBLIEK DER m BOEK. I778. ] t | I * >: 53 J> „ met zo veele woorden : dat het den We„ derzydfche Onderdaanen zou vry ftaan enge„ oor lofd weezen, mei alle Vryheid en Zeker,, held te vaar en, handelen en alle Koopmanfchap te dryven , in alle Koningryken en Landen, welke met derzelver Souverainen t, refpe&ivelyk in Vrede, Vriendfchap enNeuf, traliteit zyn: zo dat ze noch door geweld t, van Soldaaten , noch door Oorlogfchepen, „ of eenigerhande flag van Vaartuigen , op „ pratext van eenige hostiliteit of tweedragt, „ welke tusfchen den eenen Souverain en die „ Volkeren, met welken de andere Souverain „ in Vrede en Neutraliteit is, mogte komen „ te ontflaan, in hunne Navigatie en Com, mercie eenigzins verhinderd of gcmolefteerd , zouden mogen worden:" Welke vryheid va.11 Vaard en Handel, in een volgend Ar:ykel, van 't zelfde Tractaat, wordt be3aald, „in geen foort van Koopmanfchap iri, dragt te zullen lyden, ter occafi» of oor, zaak van eenig Oorlog; maar, in tegen, deel, zich uit te zullen breiden tot 'alle , Waar en, die ooit in Vrede worden gevoerd, , behalven alleen die IVaaren, welke met den , naam van Contrabande worden uitgedrukt , en afzonderlyk vermeld." Op dat 'er geen svyfel mogt vallen aangaande den zin dier irtykelen, werd in een volgend Jaar beaald , ,, dat de meening was en zyn moest , dat de Schepen en Vaartuigen, toebehooren, de aan Onderdaanen van eene der twee Partyen, van het fluiten der gemelde Artykelen af, hadden kunnen, en verders moesten kunnen vaar en , handelen en negotiee- „ ren,  VEREENIGDE NEDERLANDEN, actf ren, niet alleen van eene Neutrale op eene " pyandlyke Plaats ten opzigte van de andeV rlparty, of van eene Vyandlyke op eene " Neutraale Plaats; maar ook van de eene " Vyandlyke Plaats op de andere; t zy dat " zodanige Plaatzen toebehoren aan denzelf" den Vorst of Staat, of aan verfcheide Vor\\ fien en Staaten, met welke de andere Party in Oorlog is. ' " Dit Traclaat, om niet te fpreeken van het Re*t der Volken, in zulken gevalle, " wees utt welk Regt den Ingezetenen var dit Gemeenebest toekwam, ten opzigte " Groot-Brittanje;het was geflooten u " een tvd, wanneer deeze Staat met Ir ank ryk nog in Oorlog was, en alzo van d> " Engelfche zyde voornaamlyk mgerigt s' om zich eenen vry en Vaard, op en vai alle Franfehe Havens te bezorgen; zulk " zv de e^rfte vrugten daar van hebbe: ? inooten, en gevolglyk wederkeeng d " Onderdaanen van dit Gemeenebest nu " behoorden te verhinderen in dien vrye " Vaard en Handel, welke zy zelve voc ", zich bedongen en genooten haddei ' Terwyl de overeenkomst van dit irai taat, met het Regt der Volken, eer " allergewigtigite drangreden uitleverde " om den Trouw van zodanig een Tra " taat niet in 't meest of't minst te zulle " lchenden, by een Volk, dat zich d, naam van redelyk of billyk, met wil o „ waardig maaken. . ' „ Hier uit bleek de onbillykheid vanh s, "neemen en opbrengen der Schepen, y> * II. DüèK. l •> X s 1 t a r 1. e n :n \- et in et  2.06 DE REPUBLIEK DER n. ROEK. 177%. „ het tegenwoordige geval, met zulk eene « baarblyklykheid , dat de Schippers of » Reeders niet behoorden genoodzaakt te „ worden daar over in eenig Regtsgeding « te treeden; maar dat, integendeel, by * zyne Groot- Brittannifchs Majefteit , ter „ uitvoering van de ïraclaaten, zodanige }, orders, zo wel aanHoogstdeszelfsSche.» pen van Oorlog, als aan de Commisfie« vaarders, zouden behooren gegeeven te 5> worden, waar door dezelve wederhou» den werden, de Schepen van de Ingcze» tenen van deezen Staat eenigzins te *» verongelyken , of op te houden , en , 37 daarentegen, genoodzaakt de reeds ge* daane belediging terftond af te doen , « en de toegebragte fchade te vergoeden: ,» terwyl men-niet kan voorwenden, dat ,» 'er een regterlyk onderzoek overdewetm tigheid eener neeminge of opbrenginge » zou behooren voor af te gaan, wanneer j> het blykbaar is, of immers behoorde te „ weezen, dat de last tot het neemen van »» Vyandlyke Schepen of Goederen,geene t, de minfte betrekking kan hebben tot de „ Schepen van Onderdaanen van ecneMot> genbeid, waar mede men in een Trac« taat ftaat, volgens 't welk de Vaard en 'p Plandel vry is, en het Schip in alle ge» valle het goed bevrydt; te minder, daar „ de enkele ophouding, in zodanige om» handigheden, reeds eene daad is van de „ uiterfte onbillykheid, en welke nimmer !; door een daar op volgend ontllag, hoe » zeer het zelve ook met eene toewyzing „ van  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 207 van fchade en intresfen vergezeld moge , gaan, ten opzigte van alle deszelfs na- deelige gevolgen kan worden herfteld; weshalven zy Hunne Hoog Mogenden verzogten zich deeze zaak aan te trek39 ken , en op een fpoedig herftel van het 11 reeds gebeurde, tot voorkoming in 't ' ver/olg, aan te dringen. 3, Zy konden niet naalaaten voor te draa„ gen de heillooze gevolgen,die het vooi „ de Handeldryvende Ingezetenen, en „ ook voor den Staat in 't algemeen, naa ' zich zou lleepen, by aldien de Schepen en Vaartuigen van de Onderdaanen des 11 Gemeenebe'sts van zodanige onbiliyke onderneemingen niet zouden verlost,of daar tegen kragtdaadig befchermd kunf nen worden. Immers werd hier dooi " niet alleen groote fchade en nadeel ver11 oorzaakt aan de Eigenaars der Schepen. II welken opgebragt, en daar door, k , meer clan in een opzigc, in zwaare kos' ten worden ingewikkeld; maar dat ooi " de ophouding der Goederen,het geyaai " en bederf, waar aan dezelve onderhee vig zyn, de mogelykheid der daaling var " denmarkt,en andere foortgelykegebeur tenisfen , ten. uiterften nadeele loopei der Eigenaaren en Belanghebbefen. — : Wyders zou, wanneer men, onverhoopt \\ in Engeland, in 't begrip mogt vallen J? dat de Ingelaadene Goederen, voor zi .j verre men die als Franfehe Eigendor zou kunnen of willen aanmerken, de if verbeurtve-rklaaringe onderheevig ws „ ren I£ EO EK. t > % ) 1 r  ao8 DE REPUBLIEK DER II. BOEK1778. , ren, het gevolg daar van niets minder , zyn dan de geheele ruïne van verfchei9, de Asfuradeurs hier te Lande, als die J} daar op verzekerd hebben. Iet te meer „ hard en onregtvaardig, naardemaal de „ tot hier opgebragte Schepen , en die voor eerst nog opgebragt zouden mogen „ worden, allen bevragt en belaad en , „ mitsgaders voor derzelver Laadingen „ hier te Lande verzekerd zyn, op een „ tyd, dat 'er nog geen de minfte vyand- lykheden tusfchen Engeland en Frank„ ryk waren uitgebrooken, en 'er dus gee„ rte vreeze voor zulk eene Neeming of „ Opbrenging, veel min voor Verbeurt,, verklaaring heeft kunnen zyn. ,, Niet alleen zou, de zaaken op dien voet voortgaande , de geheele Handel „ met Frankryk moeten te niet loopen; „ maar ook zouden alle andere Volken, „ die zich altoos bediend hebben en nog „ bedienen van Hollandfche Scheepsgele- genheid tot het overvoeren hunner Goe„ deren, zo wel na Franfehe als na andere „ Havens,daar door te eenemaaleworde» „ afgefchrikt om in Hollandfche Schepen „ te laaden, blootgefteld aan zulk eene ,, neeming en opbrenging. Van te meer uitzigts zou dit alles, door Hunne Hoog Mogenden moeten ,, geoordeeld worden, daar zyn Majefteit de Koning van Frankryk, by Hoogst„ deszelfs Reglement, betreffende de Navl„ gatie van Neutraale Schepen in tyd van „ Oorlog, van den zes-en-twintigften „ July  Vereenigde Nederlanden. ^ j Tulv mdcclxxviiij in 't eerfte Arty" kei alle Armateurs verboden hebbende f om de Schepen van Ne.utraale Mogenhe" den aan te houden of op tte brengen, " fchoort dezelve uit Vyandlyke Havens " mo o-ten zyn beftemd, met uitzondering " alleen vanjgeblocqueerde Plaatzen,en van f Schepen met Contrabande Goederen be* !! laadenjdaarby egter heeft goed gevonden, te Verklaaren; dat zyne Majefteit L aan zich behieldt om die vrydomteherroepen, byaldien de Vyandlyke Mogen" heden dezelfde vryheid niet mogten toe" ftaan, binnen zes maanden naa den da§ * van de uitgave deezesReglements; zulks 3' het zou kunnen gebeuren, dat die Vorst, " by wyze van wedervergelding, desge " lyks de vryheid der Schepen van dei *' Staat willende bepaalen ^ deInleeveraar " van dit Verzoekfchrift, en de verder. \ Ingezetenen van dit Gemeenebest, vei " ftooken zouden worden van hunne; " Handel en Zeevaard op beide de Ryken f en derzelver onderhoorige Landen .> e " aldus, op eene gansch onbillyke wyze " even zeer de gevolgen van den Oorlo " zouden draagen,als of hetGemeenebe; zeive daar in was ingewikkeld.. —— ' Zodanig eene ftremming van Handel e " Scheepvaard,door de onbillyke hande 1 wyze der Engelfchen, zou aanleidn geeven, dat andere Volken een Hand 1 dreevën en de Zeevaard aan zich tro ken, aan de Ingezetenen van dit Lanc „ tegen alle regt en reden belet; terw i. DEELi 9 f? 66 II. BOEK 1778; i L ï 1 ? a ï it h i- s ,1  2io DE REPUBLIEK DER E boek. i/;8. „ eene droeve ondervinding, meenigmaal „ geleerd hadt, dat een Plandeltak, een,, maal, door zekere omftandigheden ver„ plaatst, naderhand, hoe zeer die om,, Handigheden ophielden, nooit wederom ,, in voorigen Hand heeft kunnen gebragt „ worden.' Ten Hot verzoekende, ,, dat, tot afwending der fchade, reeds toegebragt door „ de Engelfchen, tegen de Trouw der „ TracPaaten, het Regt der Volken en de „ natuurlyke Billykheid, en tot voorko,, ming van zodanige onbehoorlyke han„ delwyze voor het vervolg, en teffens „ tot handhaaving der Regten en Vryhe,, den, die de Ingezetenen van den Staat van god en de Natuur ontvangen heb„ ben, en waar op Engeland, by de pleg„ tigfte Traclaaten, zich verbonden heeft, „ geen inbreuk te zullen doen, zodanige „ onverwylde en kragtdaadige voorzienin„ gen mogten gedaan worden , zo door „ ernflige Vertoogen by h&tEngelfcheHoï9 ,, over de gepleegde ongeregeldheden,en „ tot fluitinge van dezelve, als met het „ verleenen van eene genoegzaame be,, fcherming van Handel en Zeevaard, „ door Schepen van Oorlog, als Hunne „ Ploog Mogenden, naar derzelver hooge „ Wysheid, vaderlyke Zorg en Yver voor „ de welvaard van den Lande , zouden ■2, oordeelen te behooren (*)." Regt^ O 2V. Neder/. Jaarli. 177S. bl. 13S2.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 211 Reot, Billykheid en Belang , fpraken hier uit éénen monde; Hunne Hoog Mo-; genden waren niet doof op deeze welgegronde klagten, noch ongevoelig voor het ongelyk, den Staat, in die tergende mishandelingen j aangedaan; Zy hadden, gelyk uit het befluit, genomen naa het inleveren deeze Verzoekfchriften, blyktjvan elders veele leedklaagende en hulpverzoekende ftukken ontvangen, die volkomen zamenftemden met der Kooplieden uitgeboezemde klagten en vooruitgeziene verdere bezwaaren. Stukken, Hun overgezonden door den Graave van wél deren, hun' Enyoyé en Plenipotentiaris aan •*t Hof van Groot-Brittanje; door den Heer lestevbnon van berkenroode, Ambasfadeur aan'tHof van Frankryk;dooi den Capitein van hoey, op de Riviei van Suriname; door den Reprefentaut er Bewindhebberen der West-Indifche Compagnie, ter Kamer Zeeland, met een Brief de: Bevelhebbers van Demerary ;. door dei Commandeur van deurs, uit Elfeneur berigt geevende van de vrees voor de. A's ■derlandfche- Koopvaarders, om in de Zon van Engelfche Kaapers genomen te zuile: worden; door den Commandeur brons horst , van Bourdeaux ; om van een menigte Verzoekfehriften., door byzondi re Perfoonen, ten behoeve hunner gem mene en opgebragte Schepen, daar m ve meld , niet te Ipreeken. Genoeg ble< hier uit, dat de Roofzugt der Engeljch 'zich bykans overal op de Wateren ve O 2 to° È. i o e Xi" [778. Algemeenheidder Klagten , over de Engelfche rövi* ryen- L i i X e T- r- :k ;« ra-  sis DE REPUBLIEK DER II. boek. 't Gedrag van Van welde- hen gepreezen , en nadere last aan riem gegeeven. toonde, en, wat eeriige betf ekking op de Franfehe Vaard hadt, wegnam. De Algemeene Staaten betuigden hun welgevallen in den handel des Graaven van welderen; dat hy, in eene zaak van die bekende natuur, zonder byzondere bevelen af tewagten, niet hadt naagelaaten om de Schepen en Goederen van 's Lands Ingezetenen, onlangs in 't Ryk van Groot-Brittanje, zo onregtvaardig, opgebragt, te rug te eifchen, op derzelver kost- en fchadeloos ontilag aan te dringen. Zy zagen deeze zaak aan van zo veel gewigts en belangs voor den Staat, dat zy deezen Heere uitdruklyken last gaven, om regtllreeks, van hunnen wege, by zyne Groot-Brittannifche Majefteit" en diens Staatsdienaaren, de ernftigfte Vertoogen te doen, over het zo ongehoord troubleeren van de Navigatie van 's Lands Ingezetenen; gelyk die Graaf, naar 't oordeel der Staaten $ zich zeer wel hadt uitgedrukt. By het vermelden van hun genoegen, over het gehoor aan zyne reeds gedaane voorftellen, door den Koning van Engeland verleend, en de verzekering van dien Vorst, dat deeze in Vrede gansch onbetaamelyke Handelwyze,. niet op zyn last was gehouden, dat hy de magt en den wil hadt om de verongelykte Ingezetenen regt te doen, en geen oogmerk, om de Zeevaard van 'tGemeenebest, zo als het zich in den beginne liet aanzien, te ruïneeren, ais mede dat hy een en ander Schip, hadt vry-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 213 vrygegeeven; lieten zy, egter, weeten, dat daar mede niet herfteld was de belediging en fchade, door het opbrengen, dier Schepen, buiten hun koers, m Engelfche Havens geüeept; dat ook, zo verre zy wisten zyne Majefteit geen ongenoegen altoos deswegen betoond hadt, omtrent de zodanigen, die , buiten zyn last, zulks beftaan hadden. Weshalven, zelfs m die anders gunftiger gevallen, by Hunne Hoog Mogenden was overgebleeven, eene meei dan voldoende reden van bezwaar, beha! ven de onzekerheid van het lot van zc veele andere Schepen,als laater zyn opge bragt, of reeds op weg zyn om opgebrag te worden, en de noodzaaklykheid eene volkomene gerustftelling, voor 't vervolg tegen dergelyke onbehoorlyke behandelin; der Schepen van 't Gemeenebest. Voorts kreeg de Heer van welde ren last, om, zo en daar hy 't van d meeste vrugt oordeelde, te vertoonen, d Handelwyze der Engelfche Schepen, mt Commisfie van zyne Majefteit voorzien, i een ander Werelddeel, en ook van Oorlog fchepen in Europa, byna onder 't oog va zyne Majefteit , niet fchroomende d Scheepvaard van deezen Staat, op eer ongehoorde en vyandlyke wyze, te 011 rusten, nu eens onder voorwendzel va den Oorlog met de Volkplantingen zyn Majefteit, aanhoudende, en na de Haven* van Engeland opzendende, zodanige Sch pen, als vreedzaam, uit de Volkplanti o-en van dit Gemeenebest, na 't Gemeen P 3 b( II. boek.' » r > e t ti 11 e e tn:r n flest  si4 DE REPUBLIEK DER II. boek. best zelve fte venden; dan weder, onder voorwendzel, van de onlusten tusfchen Engeland en Frankryk ontfbaan, zonder dat 'er vóór of ooit, eenige wettige waarfchuwinge, omtrent de Vaard van Schepen van onzydigeMogenheden,is gedaan, aangrypendè en in een Haven van GrootBrikasje opbrengende, de Schepen van Ingezetenen van den Staat, onder de Vlag van dep Staat vaarende, wanneer zy ficgts den wil na Frankryk hadden, zonder te bedenken , of ten minften zonder eenigzins agt te liaan, op 't geen, zelfs by eenen verkkarden Oorlog, tusfchen den Koning van Groot-Brittanje en eenige andere Mogeaheid, by het Traclaat van Marine des Jaars mdclxxiv , uitdruklyk was bedom? gen. —~ Dat'er geen reden en altoos waren, met welke zulk eene aanhoudingen opbrenging , konden worden gekleurd, veel min geregtvaardigd ; dat de vrye Vaard,Hunne Hoog Mogenden,ten zeerften ter harte ging, als betreffende het geheele Weezen van 't Gemeenebest, 't welk, zonder Koophandel en Zeevaard, niet kon beftaan, dat het daarom geen indragt op dezelve kon veelen, zonder des op "t gevoeligst geraakt te worden , en , zonder dat in de gemoederen der Ingezetenen, de iierkfte aandoeningen onthouden. Dat dit alles Hun Ho©g Mogenden belette, ongevoelig ftil te zitten, en noodzaakte zich tot zyne Majefteit te wenden, van wiens billykheid zy ;verwagtten, dat dezelve dcrgeiyke behandelingen aanlnge- ze-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. zetenen van een Vryen Staat, tegen de duidelyke Letter der Traftaaten, met zou SSeuren Het ontflag eenigei beliegenvXkte hun in dit vertrouwen; Pdo h zy hadden wel gewenschteen Wyk van 't Misnoegen zyner Majefteit ov i die fchennis, en vergoeding de geledc.e nadeelen; op dat zy daar mt ben mogen hoopen, dat die Am°«f en Opbrengers zouden worden afgefchrikt vari dïergelyke verregaande en onb taa nrelyke handelwyze, omtrent de SchtpM hunner Onderdaanen, me fchoojze me betaaling der kosten worden wedergere ven, nimmer het nadeel herfteld krygen, ontftaande uit de vertraaging de getfgi. gepaard met verfcheide toevalligheden de. hophandels, daar aan reeds toegebrag ; veel min het zydelings n#^|«| vloed op 't gebruik der Schepen vai Maiefteit ten ernftigfte verzoeken, on Sffifa en kost- en fchadcloos vry oïevende? Schepen en Goederen , o] feen beter grond; en dus even onbilly de Sd/ontflaagene, opgebikt; aar toonen over de Daaders, en de Sche S van het Grondgebied m een and Werelddeel; en eindelyk aanhouden, d, het zvne Majefteit behaagen mogt, zod lïge "bevelen te geeveiyls konden toe! n. BOEK. l X } c a r it ic-  $i6 DE REPUBLIEK DER II. Ï5 0 EK. Zeeland wil het geeven van dien Last, aaq VAN WELDEREN, üitgefteid Isebben. De Last eer Scheepsbevelhebber en verbreed. pj N, Nederl. Jatrb. 1778. bl. 13$!. ken , pm foortgelyke belemmering, opr houding en opbrenging van Schepen, ftrydig met de onderlinge Harmonie en Vriendfchap, en tegen alle Regt en Billykheid, tegen het Regt der Volken, en tegen het Tractaat van Marine, in het toekomende te voorkomen, en daadlyk te weeren, en het Grondgebied van den Staat, in de West-Indien, behoorlyk te ontzien.' Wy* hebben zo veel uit dit Befluit der Algemeene Staaten overgenomen: dewyl het, deels den ftaat der zaaken, deels de denkwyze van 's Lands Vaderen daar over, in een helder licht plaatst. Schoon de Afgevaardigden van Zeeland, dithoogstbillyk Befluit wilden uitgefteld hebben, om 'er het welbehaagen der Staaten van Zeeland op te kunnen verneemen, vonden de zes andere Gewesten, het ftuk van dien dringenden aart, dat het, hoe eer hóe beter , voorzieninge vorderde; 't zelve tverd, dienshal ven, by meerderheid genomen (*)'. Overeenkomftig met dit Befluit, was iet, dat zyne Hoogheid, den algemeenen Last voor Capiteinen en andere Zee-Offi:ieren, bevel voerende over eenige Schepen of Fregatten van Oorlog, in den Jaare mdcclxxiv gegeeven, goed vondt te s/erbreeden: deeze fprak van 't geen hun :e doen ftondt, wanneer 'er, in Europa, eeni-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 21? eenige Vredebreuk tusfchen vreemde Mogenheden voorviel, thans kreegen zy be- b lel om ook deezen Last te agtervolgcn: geduurende de tegenwoordige Onlusten 1 ' tusfchen de Ryken van Frankryk en Groot-Brittanje, omtrent de Schepen der " Handeldryvende Ingezetenen van deezen Staat, den wil hebbende na eene „ Haven van een der voornoemde Ryken, , voor Contrabande Waaren alleen hou: dende, de ge enen die als zodanige be/a fchreeven zyn, by de Tradaaten van 1 Londen van den eerften December , mdclxxiv, en van Verfailles, deneén„ en-twintigften dier maand mdccxxxix. 't Bleek welhaast, welk eene fchaarfche uitwerking hetBefluit der Algemeene Staaten , den Afgezant van welderen toegezonden , ten Hove van Londen hadt; deeze verwittigde, in Wynmaand, den Griffier fagel , dat Lord suffolk hem de weet gedaan hadt, „van bevel gezonden te hebben aan de Admiraliteiten, " om alle Schepen, die geen Scheepsmate1 Halen aan boord hadden , ten eerften te „ ontdaan, en last te geeven aan de üom' mandanten der Schepen, om zorgvuldig ' te myden, van zodanigen, m het toe' komende, meer op te brengen. Dat hy " ook fchreef aan den Heer yorke, om „ hier van kennis te geeven in holland, en te gelyk te fpreeken over de aangeZ houdene Schepen met Scheepsmatenalei „ gelaaden; men zou voordaan de Vrag " 8 ' 05 » u II. o eh. t Befluit Jer Staa:en hadt weinig ingangs in Engeland.Voorilag van suffolk , omtrent de HoutSchepen.  *:3 DE REPUBLIEK DER II. BOEK 1778. Nadere Klagten dcrKoor. lieden van Am flerdam en Rotterdam. „ te betaalen en de Laading te koopen, . „ uitgezonderd wanneer het bleek dat het „ Franfehe Eigendom was." Geheel itrookten de gegeevenBevelen niet, en veel min de aangeduidde voorflag, met het Verzoekfchrift der Kooplieden, en het -daar op gebouwd Befluit der Algemeene Staaten. De Steunpylaaren der Am'Jlerdamfche en Rotterdamfche Beurzen , werden daarom te raade,by deezen nadere klagten voor te ftellen: wegens de weinige vrugt, die de tusfehenfpraak van Hunne Hoog Mogenden te wege gebragt hadt, als zich bepaalende binnen den engenomtrek, door Lord suffolk aangeweezen, om alleen Schepen, die geen Scïieepsmateriaalen aan boord hadden, te ontflaan, en vervolgens de zodanige niet meer op te brengen,zonder fchavergoeding aan de Belanghebbenden in de ontflaagene Schepen: terwyl men nog al zulke Schepen bleef ophouden, welke met Masten, Deelen, Hennip en andere Goederen, die men als Scheepsmateriaalen aanmerkt, uit de Oost-Zee na eenige Franfehe Havens zyn beftemd: waar omtrent zy verder vernomen hadden, dat het Engelfche Hof van oogmerk zou zyn, de Laadingen dier Schepen, voor zo verre men in Engeland zou mogen hegrypen, dezelve voor Franfehe Eigendom te houden, te doen verbeurd verklaa-en; of anderzins, wanneer van den Franfchn Eigendom niet bleek, als dan dezelve L ^dingen, tegen de voldoening van de en betaaling der  VEREENIGDE NEDERLANDEN. *i9 der Vragt, uit de Schepen te doen losfen, en dezelve, oP die wyze , aan zich te : h0Zy "óonden dat deeze handelingen en begrippen, aan den eenen kant, aanliepen te5en het Volksregt; tegen'bet, van deeve zvde nooit gefchonde Tractaat van M^L 'en alle kegelen van Bülykheid; en, aan den anderen kant, dat het daadlyk Sr uitvoer brengen van zodanige begT pnii het geheel verval van Handel cnZeev^fezerLanden naa zich zou fleepen. Men hadt zich flegts voorige tyücn te her Smeren, en byzonder te gedenkti aan d Taaren tudccxlvi tot bidccxlvi eu MBCCLVitot MDCCLVin,m weJ eerfte tydperp At Engelfchen aan de Scheep vaard en H?ndel diezes Gemeenebests eene fchade van ruim twintig Milhoenei hadden toegebragt, terwyl die van he S , omtrent twaalf Milhoenen be droe" De Laadingen der Schepen, tban in Engeland opgehouden, beliepen reed eene aanzienlyke fom, niet alleen buite omloop gebraot,maarblootgefteld aan ve: Ts dat op de Hollandfche Koopheden e Asfuradeurs zou t'huis komen; zo ven ,1a ar oo of op eenig gedeelte van dia- dom, de onregtmaatige verbeurdverkla ring mogt vallen. ■ Dat, daarenb ven, deReederyen, zo door t bed hunner Schepen, als de kost- en maandgï den van *t Scheepsvolk , geduurenue ; ophouding en de verhindering, om inmi Iï. } o e K. i 3 S I n e 9 1- a- 36 rf 1led:ls  42o DE REPUBLIEK DER m J? O E K. i ■J i 1 < 1 < 1 2 6 dels te vaaren, onnoemelyke fchadens leeden, terwyl het Zeevolk, op die Schepen, waar aan hier zo groot gebrek is, tot Engelfchen dienst verlokt wordt en Verloopt, Waarby nog kwam , dat,' wanneer de Ingezetenen van den Staat, niet in alle opzigten vry zouden mogen vaaren, volgens de Letter der Tractaaten, derzelver Schepen , zouden agtergefteld worden van die der Volken, welken zich door de Engelfchen de Wet niet lieten ftellen , en dus die Goederen zouden overvoeren, aan welker uitvoer en verhandeling de Noordfche Landen niet min gelegen ligt, dan de Zuidelyke Gewesten van Europa, by derzelver toevoer belang hebben. De Kooplieden van Rotterdam, merkten n 't byzonder op, dat, dewyl het VoorDordeeï en de Eigenbaat ligtlyk konden /oorzitten in de Regtbanken, die in Engeland zouden oordeelen , welke van de dadingen, Scheepsmateriaalen, aan Franche Onderdaanen of Nederlandfche Ino-eze:enen behooren, om ze, in 't eerfte geral, verbeurd te verklaaren, en, in het weede, tegen de betaaling van de Vragt :n eene weezenlyke of eigendunkelyke Vaarde, aan Engeland toe te wyzen; dit >ezwaar was van dien aart, dat zy zich, erbiedshalven,'daar over niet zouden uitbaten , en het genoeg rekenden, het zel■e met den vinger maar even aan te wy;en. Zy gaven ook te verftaan, niet onkunig te zyn, hoe men in Engeland redeneerde .  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 221 de en hoe men zich, en zyn onbillyk gedrag, wilde verfchoonen, onder het voorwendzel van een Oorlog met frankryk, en het nadeel, 't geen zy leeden, door den toevoer van Scheepsmateriaalen aan Li Vyand. Maar boven en behalven dat ZY geene kennis hadden van eene Oorloo-s?erklaaring van Engeland aan Frantr$, of van Frankryk aan Engeland, en dus, met het hoogtte regt, zouden mogen'beweeren, dat het hun m de tegenwoordige omftandigheden, zelfs vryftondt: Frankryk en Engeland, beide van kryg* behoeftens te voorzien, zo gai dit voorge wende nadeel, den Engelfchen geen reg om de Scheepvaard en Hande der Inge zetenen van deezen Staat te belemmeren derzelver Schepen op te brengen, end. daar in gelaadene Scheepsmateriaalen ver beurdttverklaaren, of, tegen betaaling na zich te neemen; ten ware men in M .eland ftaande wilde houden, dat men om zynen Vyanden af breuk te doen, b< vocgd is, om teffens zyne Vrienden va hunne aangeboore Vryheid en van hum: Goederen te ontzetten; en zulks nog, 01 danks een plegtig Tractaat, van welt voorregt de Engelfchen altoos, ten onze aanziene, zo vry en onverlet, genot g had hadden. . „ Beider nadere Klagten Werden bello ten , met verzoek om Befcherming v Handel en Zeevaard, herftel der nog b ftaande ongelykeu , en weering van to kamende, door fpoedige en kragtdaadi ma II. BOEK* 17.7^* i i n e 1- s n D- m ee-  222 DE REPUBLIEK DER Ü. boek. 17,-3. Engeland $ antwoord, op de ingele Verdebèfcvvaaren, J 3 3 i ] I i ( } < c \ J 1 \ \ r maatregelen te neemen,voegende aan derl dringenden nood, en het aanbelang der zaake (*). Oyereenkomltig met de weete , door Lord suffolk den Graave van weldeken gegeeven, en waar op de nadere Klagten der voornaamfte Nederlandfché Plandelaaren ileunden, was het. fchriftlyk Antwoord op de bezwaaren des Gemeelebests, door dien Lord, den Graave in i-Vynmaaod ter hand gefield. Hy gewaagié in 't zelve, naa de gewoone betuigingen van Vriendfchap, van Schuldige en Infchuldige 'Laadingen , hieldt het voor :ene onmogelyke zaak, alle redenen van dagten der Ingezetenen van den Staat .'•oor ite komen, Het Hof van Engeland ekende zich door Frankryk onbillyk aanbevallen , 't welk Weerfpannige Onderdaanen , van eene andere Mogenheid voor Inafhangelyk verklaard, en eene Vloot ia America., te hunner onderfteuninge , ;ezonden hadt, vóór dat de Koning van rroot-Brittanje eenigen ftap gedaan hadt s lan alleen zyn Gezant van Parys te ont- lieden. Dat beweegredenen van iigenverdeediging en Behoudenis , zyne .iajeiteit noodzaakten $ allen toevoer van Scheeps- en Ooriogsbehoeftens na de Haens van Frankryk te beletten; fchoon hy oor hadt, alle mogelyke agting te betooen voor de Regten van Hunne Hoog Mol C*) N. Neder/, Jaarb, i?;8. bl. 1405. en 141».  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 223 Moo-enden , en -9 zo veel zulks doenlyk zou melen, zich,op de ftriktfte wyze,te houden aan de bepaalingen en den zm der Tra&aaten. Dat hy", gevoelig over de buitengewoone wyze, waar op by piotzelino- in den Oorlog met den Allerchristelykften Koning was ingewikkeld geworden, en van de geringe vcurk ,-nuis, die de Onderdaanen Hunner Hoog Mogende > van die gebeurtenis hebben gehad , genegen en bereid is, tegen eene billyke waardeering , te koopen de Scheepsmateriaalen, die&aan boord van Schepenaan Onder daanen van 't Gemeenebest toekomende, o-enomen, en thans in de verfcheide Havens van Groot-Brittanje zyn, als mede t< betaalen de Vragt dier Laadingen, en dei Eigenaaren te vergoeden, alle de onver mydelyke onkosten en fchaden, door he aanhouden hunner Schepen veroorzaakt. Dat de Afgezant, van zyne Majefteit zo gema°tigd worden, om met de Staatsdie naaren van 't Gemeenebest in onderhal deling te treeden, om voor 't vervolg een Schikking te maaken. —— Ook ko zyne Majefteit, te deezer gelegenheid niet naalaaten Hunne Hoog Mogenden t doen herdenken aan de wederzydfch Verbintenisfen , tusfchen ^ de Kroon va Groot-Brittanje en den Staat, zmts eer geheele Eeuw aangegaan. De Artykele dier Verbintenisfen, waren duidelyk £ bepaald; en, fchoon de gemaatigdheid z; ner Majefteit, en zyn opregt verlangd om de rampen van den Oorlog, zo m 03 tt BOEK* 1 t 1 1 s e e e n n 1' i> in 0-  224 DE REPUBLIEK DER II. boek. 17/8. De Kooplieden van Amfiëtaamklaagen by zyni Hoogheid. mogelyk, uit te breiden, Hem tot nu toe' hadden wederhouden , om de naakom'mg dier Traclaaten te vraagen , hielde hy ze voor even verbindende (*). 'tZal, naa de reeds opgehaalde nadere Klagten der Amjlerdamfche en Rotterdamfcht Kooplieden, en de onmiddelyk volgende dringende Vertoogen, niet noodig zyn ons in te laaten tot eenige aanmerkingen op dit Vertoog ,• den Handel betreffende. Vreemd klonk daar in de onderfcheiding Van Schuldige en Ónfchuldige Laadingen, als .of men, zich aan de Letter des Verdfags houdende, fchuldig zyn kon.- Niet raadzelagtig was het gewaagen van de Naakoming der Traclaaten, welker Artykelen, als duidelyk en bepaald, befchreeven worden. Men doelde daar mede op de Verdeedigende Verbonden van den Jaare mdclxxviii, op het afgezonderd Artykel des Verbonds van de Jaaren mdccxvi en mdccxvii, en het jongfte van 't Jaar mdccxxviii, op welken de Ridder yorke , in den Jaare mdcclvi, zesduizend Man Hulpbenden van den Staat vorderde (f). De volkomener kennis van Engeland: toeleg om onzen Handel en Zeevaard te knakken , door dit Vertoog verkreegen,bewoog de Kooplieden te Amflerdam, op eene («) AT. Neder!. Jaarb. 1778. bl. 1414. (t) Rousset, Recueii des Traités, Tom. XIX. p. 113. Hifi. & Politiq. Tracl. bl. 60 176-84. n«r 113. Wy zullen vervolgens gelegenheid ontmoeten,om over deeze vordering te fpreeken.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. eene Vergadering, eenigen uit hun raidden na den Haage te zenden, en op nieuw de regtmaatigfte klagten uit te boezemen. De Koopman jean de neufville voerde by den Erfftadhouder het woord, en deedt eene dringende Aanfpraak, welker hoofdtrekken voor de vergetelnisfe verdienen bewaard te worden. „ Zyn," fprak hy onder andere, „ zyn de Kooplieden te vooren ontzet geweest over het gedrag der Engelfche Koningsfchepen en Com " mislievaarders, in het neemen en op ' brengen hunner Schepen, onder de vry< " Vlao- van den Staat vaarende, thans zyi ze met de uiterftc fmart getroffen, ove: V het gedrag van het Engelfche Minlfterie " in het beantwoorden der regtmaatigll " Vertoogen. Zy neemen de vryhen " op dit antwoord aan te merken, dat he " llrydio- is met het Regt en de Vryhei % des Handelsman hun ,by de ïractaate ' van Hunne Hoog Mogenden met dat Hc '* wel eer gellooten, verleend; en dat d Z Engelfchen zich niet ontzien,tegen ple^ tig bezwooren Traetaaten over te Helle 5' een voorgewend Regt van Cemenienti ' het welk, daar het altoos vohtrekt w: " lekeurig is , alle Traétaaten nutlo " maakt," en ons geluk volkomen van di eigenzinnigen wil van onzen Nabu , doet afhangen. „ Is het te verwonderen, dat de ge nétt, die daar belang by hebben, zi beklaagen over zulk een fchreeuwen „ Ongeregtigheid ? Moet men niet yz I. deel. P ?» II. BOEK"* 1 t l t i il -f e r- > n ;? h :n Lil' e:hde en als  226 DE REPUBLIEK DER DL B O EK 1778. als men op de nadeelen vooruitziet, ■ „ waar aan onze Koophandel, door de ge- volgen van zulk een ongerymd zo ge„ naamd Regt, zou worden blootgefteld 9 „ Immers fteunt de geheele Koophandel, „ en de veiligheid onzer Bezittingen, op „ de goede trouw der Traclaaten, dezelve „ kunnen niet, in één eenig Artykel, aan eene willekeurige verbreeking onder,, worpen zyn, of wy handelen geduurig in eene vreesagtige onzekerheid. Daar „ by zyn die zelfde alom bekende Traélaa„ ten, de gronden, waar op andere Vol„ ken, ja de geheele Wereld, hunne Goe„ deren aan de Vryheid van onze Vlag be- trouwen; zyn deeze gronden niet vast, „ en misfen wy dat vertrouwen , dan „ kwynt, dan vergaat, eerlang onze ge- „ heele Scheepvaard. Wy hebben „ te meer redenen om voor zulke fchadenï lyke gevolgen bedugt te zyn, daarwy „ reeds vernomen hebben, dat het Engel, fche Minïfierie toegeevender is omtrent a> andere Volken, waar mede zy, egter, geene dergelyke Traclaaten hebben ; maar die zich tegen hun, op het Regt der Natuur en der Volken alleen, kragt„ daadig hebben uitgedrukt. Ën zouden wy, Nederlanders, niet immer zo fterk voor ons nog grooter Regt mogen luree„ ken? Gewislyk, ja! „ Spoed dient by het bewerkflellen van „ kragtdaadige middelen gemaakt te wor„ den: dewyl wy blyken hebben, dat de ?, Engelfche» ons met woorden tragten op »s te  VEREENIGDE NEDERLANDEN. te houden, naardien het reeds doof hun „ verleend ontflag van eenige Schepen,zo 1 traag als mogelyk, wordt uitgevoerd. Een geringe Boot, die onder de Vlag „ van den Staat ten onregte genomen „ wordt, zou , (wy zyn daar verzekerc ' van,) de aandagt Van uWe Doorlugtigi „ Hoogheid, niet ontglippen, uwe hoo " ge Bediening, als Admiraal Generna „ zoü daar in gehoond zyn; en hoe veel. Schepen, hoe groote Schatten, aan di veiligheid van die Vlag betrouwd, zyi thans de Onderdaanen van den Staat ont " weldigd ! Die Schepen liggen nog b; meniote in verfcheide Havens van En getand. Schoon die nu alle werde „ vrygegeeven , en daadlyk ontflaagen ' fchynt nogthans de Voorzigtigheid nu minder te vorderen, dat men voor ve: dere beledigingen waake. Wy hennni ren ons de geledene fchade van zo vei ' le Millioenen in den Jaare mdcclviieDaar toe zyn gerefolveerde Oorlogicb „ pen, daartoe zyn Vlooten noodig. Oo » logfchepen , gelyk 'er reeds , ter b fchikkinge van uwe Doorlugtige Hoo „ heid, gedeeltlyk volkomen gereed zyi om met den noodigen ftrengen en g „ pasten last voorzien f binnen wemu „ dagen, ons intusfchen te kunnen bev( „ ligen en befchermen , ter plaatze da de nood het hoogst is. „ Dat dan, fmeekenwy, de verleen « Convoyen niet langer worden opgeho P a ?? <*e ÏL boe Mi S I I i ê T3 \t re i{ le u-* ttt  228 DE REPUBLIEK DER II. ItO EK. „ den! Dit hangt, in het tegenwoordig „ tydsgewricht, van uwe Doorlugtige „ Hoogheid alleen af, tevens met de ver„ meerdering en verdubbeling van de Equi- pagie. Zouden wy dan, daar Regt en „ Billykheid aan onze zyde zyn , geene „ voldoening van geleden Onregt ontvan„ gen? Zou het mishandelen en opbren„ gen 'Onzer Schepen , ongefloord bly„ ven vocrtduuren? Neen, Edelmoedig ,, Vorst! gy zult ons dit niet kwalyk dui„ den, wy verwagten, wy eifchen, van „ uwe hand de befcherming onzer Reg„ ten en Voorregten. Hier door zult gy „ duizenden, ja tien duizenden der Ingc„ zetenen van den Lande, die alleen"in „ den Koophandel, en deszelfs aanklee- ven,hun beftaanvinden, en methetver„ vafvan denzelven geruïneerd zyn, be„ hoeden voor kommer en armoe, 't Ge- heel belang der vrye Scheepvaard, de zenuw van den Staat hing 'er van af. "t „ Was nu het juifte tydftïp, waar in wy „ ons voor de tegenwoordige en toeko- mende willekeurige handelingen der En- gelfchen konden beveiligen, en den bloei „ van onzen Koophandel verzekeren." Op deeze recht manlyke Aanfpraak, antwoordde de Erffladhouder hoofdzaaklyk, dat de Koophandel en Zeevaard hem zeer ter harte ging, dat 'er reeds eene Petitie van twee - en - dertig Oorlogfchepen tegen het Voorjaar gedaan was, en men zou tragten den Kooplieden al-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 229 le mogelyke voldoening en genoegen te ° De Kooplieden van Amflerdam leverden een Verzoekfchrift in by de Algemeene Staaten, en by de Staaten van Holland. Het eerstgemelde, door het laattte begeleid diende om het onregtmaatig gedragder Engelfchen, tot dus lang gehouden, in een fterk licht te plaatzen, en byzonder aan te dringen op de fchroomlyke gevolgen, opgeflooten in het afvvyken van de Letter les Tractaats, als mede op het verreziend oogmerk van Engeland m den Afgezant yorke den nooctigen last te geeven tot het beraamen van Nadere bchikkinaen-by welke Onderhandelingen men,van de zyde van Engeland, fcheen te bedoelen , indien men zelfs geen uitgebreider oon-merk hadt, als eenvoorloopigen grondflag dier Onderhandelingen, vast te (tellen, om de vrye overvoering van Scheepsbouwftoffen te vernietigen, en dus het meergemelde Traélaat, in een van deszelfs gewigtigfte Punten, buiten kragt te ftellen 'Er werd," das drukken zy zich uit " flerts eene maatige Ondervinding vai " MeWhlyke zaaken vercischt, om t< " wecten, wat men van onderneemziek< Gemoederen te wagten heeft, in geval 5 le men flegts iets van zyn wettig ver " kreegen Regt laat glippen. Hun nc hoop en vervvagting was, dat Munn 'J „ Hoo (*) N Neder!. Jaarb. 1778. bl. 1423 en 1439. P 3 II. SOEK. Leverea ;en Verzoekfchrift by de AlgemeeneStaaten in, tegen het aanvangeneener Oi> .derhandelingeniet Engeland,tot het manken van Schikkingen. I  *3o DE REPUBLIEK DER II. soek 177?» „ Hoog Mogenden zich in geene Onder, „ handelingen met het Ryk van Groot-Brit» tanje zouden inlaaten , noch ook eeni,» ge maatregels toeflaan, waar door, „ rechtflreeks, of van ter zyde , in het » allerminfle van de Letter en waare mee„ ning des Traclaats, ten nadeele van de ,, zo onbetwistbaare, en aan de zyde van » het Hof van Engeland erkende Regten » van de Ingezetenen deezer Landen, by ,» het Traélaat verkreegen, afgegaan zou ,> worden; maar dat zy 't zelve, integen» deel, in alle zyne leden en deelen zou,5 den wedereifchen , en door alle poogin„ gen handhaaven, daar en zodanig als zy ?> zouden vermeenen te behooren. —Smee» kende voorts in 'talgemeen, om de noo5> dige en genoegzaame Befcherming van ,■> 'sLands Koophandel, en wel byzonder » Convoy aan die Schepen, welke, met ,., Scheepsmateriaalen belaaden, en aan >, feitlyke onderneemingen meest blootge„ field waren, 't Geval, in den Jaare « mdcclxii, wanneer, om zeer by» zondere redenen, geen Convoy, voor » een bepaalden tyd aan de Schepen van 55 de Ingezetenen van deezen Staat ver„ leend werd, die met Masten, en ander » zwaar Hout gelaaden waren , was ge„ heel verfchillende, in zich zelve en in „ de omllandigheden, van het tegcnwoor„> dige : toen flonden de Vyandlykheden » op 't punt om fpoedig te eindigen ; », nu waren ze eerst uitgeborflen , ep 't ?? was niet te .bepaalen hoe lang ze zou- den  VEREENIGDE NEDERLANDEN, 231 den duuren (*). Ondertusfchen was de " Tak des Handels in Scheepsmaterialen , 1 " Ss minder dan een gering voorwerp ; " van 'sLands Handel; om niet te melden 1 ** den mvloed, die elke Tak van denzel" ven op alle andere heeft Geen van de" zdven kan beledigd worden, of de an" fe e gevoelen de" nadeden van dien " even leer. Terwyl, in allen gevalle, *' de ftaat des Handels niet gedoogde, van " Sik een aanzienlyken Tak, geduurende die Onlusten verftooken te zyn , ge" vk egter, tot onherftelbaare fchade en " verlies£van den Koophandel, gefchie" den zou, indien aan deezen geene vaar" dige en llandhoudende Befcherming vei - 1 ïwtSaÏÏ^nd, dat aanzienIvk en onontbeerelyk deel van 's Lands Tntezetenen niet alleen, 't geen dus, by hefhaalmg, over al, waar het hoopte een o-unftie oor te zullen aantreffen, de hlaagI mme ophief, en fmeekte om *t geen aan S toekwam; de Schippers,vaarende opf de Koopvaardyfchepen onder de Vlag van den Staat,verlchecnen meteenSmeekvoor zich, en alle hunne Metgeze len, by de Algemeene Staaten. Zy, die ,*\ n;r wordt hreeder ontwikkeld in het Protes A rvroèdfcrP iT'hnllerdam, tegen het Rappor d£r^. Rrfolurie weeens het wederhouden van Cpn voytnRSe^"«Hout ï> 4 II. O EK, DeSchippers leveren een Smeekfchrift i».  isgs. DE REPUBLIEK DER % boek. 177%, het Handel- en Zeevaardbelang niet kenden, of door zo vreemde als llegte beweegredenen gedreeven, 't zelve willens over 't hoofd zagen , mogten der Kooplieden klagten, als een ouden zang, in den wind Haan, en die der Schipperen, als van weinig beduidende lieden, gering agten. De Koopman, hoe eigenbaatig men hem ook affchildere, en hoe zeer dit met de daad een hoofdtrek in zyn Characler uitmaake , fmeekt nimmer voor zich zeiven alleen, als hy Handelbefcherming verzoekt; hy pleit voor het beftaan van duizenden zyner Medeburgeren,voor den Burgerhiaat,voor het behoeftigst gedeelte des Volks. Wy kunnen niet nalaaten, fchoon zo veele klagten, als wy reeds boekten, eene éentoonigheid veroorzaakten, het hoofdzaaklyke woordlyk op te geeven uit de aangeduidde Klagten der Schipperen, waar in de natuur fpreekt, en het belang der laagere rangen by Handel en Zeevaard, onopgeiïnukt wordt voorgedraagen. „ Zy twyfelden niet of de Algemeene „ Staaten, namen, als gemeene Landva„ ders, het welzyn van alle goede en ge- trouwe Onderdaanen ter harte; zy za„ gen zich in deezen welltand, onmidde„ lyk, en op de hardfte wyze, te kort ge„ daan, door de moedwillige lchennis der Engelfchen van plegtige en voor god bezwoorene Traétaaten, ,j Veele Schepen lagen ten onbruik in l9 de Engelfche Havens. Schippers en Ma- troozen zouden,fchoon kost- enmaand-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. *33 o-eldcn voortgingen, daar veel duurder " dan elders, den Winter in koude en on" gemak moeten doorbrengen , en zich " veel al in fchulclen fteeken, welke zy " niet dan met groote moeite, en nioge" ivk nooit, zouden kunnen betaalen. " Verfcheide Schepen waren vyandlyk aangetast, een menigte geplunderd, ja " Schipper jan schild, op zyn eigen " dek tot fchande der ganfche Republiek, " doodgefchooten, zonder dat daar vooi " nos eenige voldoening was gegeeven. '! waarom zy, met groote rede ^bevreesc " waren, zich, in zulke onhandigheden " op Zee te waagen. " Buitendien lagen 'er nog verfcheide Schepen in Texel op Convoy te wagten " die, zonder deeze Onlusten, reeds fan " op hunne beftemde plaatzen gewees ?' waren, waardoor de Schippers met hu. Volk blootgefteld wierden aan de Stoi " men, die zy in het Wmterfaifoen maa " al te zeer te wagten hadden : zy zouden " indien zy verftrooid geraakten, als hc " Convoy van willem may, te gciy " te vrcezen hebben voor de gevaaren d< " 7ee en de geweldenaaryen der Enge " fche», en dus een dubbel gevaar loope " voor hun leeven, waar aan tevens hu ' het welzyn van Vrouw en kmdere " Doch dit alles konden zy zien als o: " vermydelyke rampen getroosten, zo; " behoorlyk Convoy mogten erlangen. Maar, aan den anderen kant, zag zV ten klaariten voor uit, dat,zo dee II. JORK- 1778. » j T •3 t 1 r s t k :r t n g n. 1- t ;n ze is-  £34 DE REPUBLIEK DER II. BOEK. 1778. s i i > » j 5 5: s. >: j' »' s: mishandelingen der Engelfchen bleeven voortduuren, zonder voorziening, het >, een noodzaaklyk gevolg zou weezen, dat zy in geene andere Havens Vragten „ zouden kunnen krygen; en dat, terwyl „ zy, in Engeland liggende, geld verteer„ den, zonder zulks voor de Reedery te verdienen , de Reeders verliezen zotiden, in plaats van voordeel doen, en dus, „ in't vervolg, het reeden flaaken; waar „ door zy , en hier by een onnoemelyk „ getal van Ingezetenen deezer Landen, „ die by de Scheepvaard alleen hun kost „ winnen, van hun bcftaan beroofd, en „ met Vrouw en Kinderen ongelukkig zou,, den worden. „ Wy allen hebben geen ander Hand, werk geleerd, dan daar in wy zyn opge, bragt, en winnen onze kost by de Zee: , zo dra deeze onze winning gefluit is , , moeten wy, in korten tyd', gebrek iy, den ; en daar wy geen ander Ambagt , kennen , wat zullen wy dan beginnen , om ons te voeden ? Waar zullen wy onze , Vrouwen en Kinderen van te eeten gee, ven: deeze laatllen hoopten wy ook by , de Scheepvaard op te brengen en tot , nuttige en voor het Land en zich zelfs , geldwinnende menfchen te maaken; zo , dus de Scheepvaart ophoudt, wat zullen wy'er dan mede doen?Hun andereAmbagten laaten leeren ? maar als Amflerdam de Negotie verliest, wie zal dan een onnoemlyk getal Metzelaars, Timmerlui en andere Ambagtslieden de kost „ laa-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 235 , Laten winnen? die zullen dan, zowel S' als w?. scbrek lyden. " TMeufchen, die van hun geld keven voelen die verminderingen het laatst; " maar de arme Ambagtsman, die van zyn Handwerk alleen beftaat, voelt, zo dia ' St ophoudt, daadlyk den drukkenden l hst daar van. — Wy Schippers en Zeelui zyn niet alleen in dit gevaLwant , terwyl de Scheepvaard de grooüle flut ' s del Koophandels, zullen, indien dee- * ze vervalt, ook veel minder Koopmans" o-oederen worden aangebragt en üitge" voerd, het geen reeds, zints eenige jaa% ren, dat andere Volken zich meer ot " de Scheepvaard hebben uitgelegd, t " veel ondervonden is. Dan zullen ooi " alle Schuitevoerders , Waagdraagers " Pakkers, Sleepers, en anderen, die, b, " eene bloeiende Negotie, tot welvaaren " de Burgers kunnen opgroeijen , een groc " gedeelte van hun beltaan misfen, en ms " telyks niet in ftaat zyn hunne Kinderei " Sn te voeden. Wat zal dan van ons * wat zal 'er van hunne en onze kmdere " worden? Geen beilaan vindende, mo< " ten wy door armoe vergaa, of het Lan " verhaten, en elders ons brood zoeker dat zeker niet gemaklyk zyn zal, oJ " daar god ons voorbewaare! totRov rv vervallen (*)." Tr. is y w Koo; (») N. Neder!, Jaarb. I778- bl- Hfö II. boek* 1778. » J t 1 > tl \ •> >  as6 DE REPUBLIEK DER II. BOEK. 1778. Algemeeneaanmerking over deeze Klagten. 1 1 t i { i Yorke fevert ] zyn j Voorflag, ter On derhsndelingover de Scheepvaard in. Kooplieden en Schippers toonden, in deeze hunne Voordragten , doordrongen te zyn van den Stelregel: Niets is gefchikter om het uitvoeren der Verdragen van Koophandel te handhaaven , dan het onderhouden van eene fterke Oerlogsvloot, om 'er kragt aan by te zetten, en ze te doen eerbiedigen (*). Dan, zo zeer dit hun tot eere Arekt, zo veel fchande fteekt 'er in de maar al te gegronde aanmerking eens Franfchen Schryvers, die, gewag gemaakt hebbende van alle deeze billyke klagten, op welke, gelyk wy zien zullen, geen noemenswaardig gevolg kwam, zich in deezer voege Iaat hoorcn; Ziet daar de klagten des Volks; in dit Gemeenebest, als mede hoe het geloofde het Regt behouden te hebben, niet alleen om Voordellen te doen; maar te eifchen, dat men dezelven gehoor gaf, en 'er agt op floeg. Hebben ;_y niet mogen baat en, dan moet men vcronler-ftellen, dat eenige onoverkomelyke en heim'yke hinderpaal dezelve tegenflonjdt, en dat in leeze Moerasfen , door vlyt in een bewoonbaar Land hervormd, even als in door de Nauur veel begunftigder ftreeken, het Algemeen Velweezen ondergefchikt is aan Byzondere InJgten (f). t Leedt niet lang of de Ridder yorke :wam ter baane, met den voorflag door ^ord suffolk aan den Graave van WE L- (*) 15 o u C H a u r>, Theorie des Traités de Commerce (f) Likguït, Annat. Po.'itiq. Tom, IV. p.480»  VEREENIGDE NEDERLANDEN, itf welderen te kennen gegeeven, endoor de Amfterdamfche Kooplieden reeds gewraakt om in nadere Onderhandeling te reeden tot het maaken van Schikkingen voor 't vervolg, wegens de Vaard en Handel der Nederlandfche Schepen op Frankryk. Hy noemt, in dit Aanbod, „het gedrag „van Engeland, jegens de Schepen van Onzvdige Mogenheden, die op de Ha " yens\w Faankryk vaaren, veroorzaak door de noodzaakïykheid om zichtegei v een Vyand te verdeedigen, die altoo. ■' by verrasfing is te werk gegaan, een '' Schynbaare Ongeregeldheid- - geel hoocr op van de Gemaatigdheid en Billyk heul des Konings zynen Meester, „m d benadeeling niet te zullen gedoogen de " Onderdaanen van Hunne Hoog Mogei den, van het oogenblik al dat het hei doenlyk gewecst& is zulks te belette, " Hierom hadt hy zyn oogmerk verklaart " om de Hollandfche Schepen vry te ge< " ven, onder de vriendlykfte en minst m deelige voorwaarden , welke de omftandi hed'n van zaaken konden toelaaten. Jii " ondanks , de volduuring des Oorlog ondanks Frankryks bedreigingen om ei * inval te doen in de Ryken en hetGron \' gebied van Groot-Brittanje onthiel zich de Koning nog van de Hulpbend af te vergen, welke de dmdelykft^ " pleo-tigfte ïractaaten den Staat verpi \ ten& zouden, op eenen eisch van zyn kant, te geeven. Alleen bepaalde zi " zyne Majefteit, voor het tegenwoor 25 & II. boek. 1778. I \ 't' e r in1. ••> z- a- :n ddtju an b" en ch die >  233 DE REPUBLIEK DER II. BOEK Blykbanr oogmerk van Engeland. „ ge, tot een Voorftel om in Onderhande, „ ling te treeden omtrent den toevoer van „ Goederen, welke hy, zonder zich over „ te geeven aan de befcheidenheid van „ zynen Vyand, niet kon toelaaten, dat „ deeze gerust ontving. — Zyne Maje„ fteit verlangde opregt de Traclaaten in ,, agt te neemen , voor zo verre die niet „ regtfireeks ftrekten om hem aan een „ dreigend gevaar bloot te ftellen. 'tWas „ zyn oogmerk, noch begeerte, den ge,, woonen Koophandel derHollanderen met „ Frankryk te ontrusten, uitgenomen wat „ Krygs- en Scheepsbehoeften betrof; ja „ hy durfde zeggen met alle mogelyke „ Edelmoedigheid'." — Hy hieldt zich verzekerd, „Hunne Hoog'Mogenden, in 't „ vervolg,te zullen overtuigen, dat,welk „ een draai men ook tragtte te geeven aan „ 't gedrag des Engelfchen Hofs, 't zelve „ gegrond was op de Billykheid, Gemaa„ tigdheid en Nooddwang der tegenwoordige „ Gefteltenisfe." —— In 't flot zvn vertrouwen betuigende , „ dat Hunne Hoog „ Mogenden hunne Onderdaanen niet zou„ den geregtigen, om, onder Convoy, in „ Frankryk Scheepsbehoeften te brengen, die „ het gevaarlyklle voorwerp uitmaaken „ voor de veiligheid van Groot - Brittan$, je (*>" Deeze verklaaring van den Engelfchen Afgezant ftelde in klaaren dag , 't geen zien lcheemeragtig opdeedt in de kenriis- gee- {*) N. Nederl. Jaarb. 1778. bi. 1440.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 239 o-eeving van Lord suffolk, en het was geen raadzel meer hoe de Engelfchen omtrent de klagten der Nederlanderen dagten. \ Ontbrak niet aan Schryvers hier te Lande, die, op de fterkfte wyze, uitvoeren tegen dit gedrag en den toeleg der Engelfchen, dan men vondt rer ook, die de verdeediging van 't een en ander op zich namen, 't Straalde den Onpartydigen in 't ooge, dat, niettegenftaande alle voorgeevingen van Billykheid, Gemaatigdheid, ja, van& Edelmoedigheid en 't beroepen op den Nooddwang der tegenwoordige Gefteltenisfe , de groote Zaak, de Verbintenis van de Letter des Traétaats ontdooken wierdt. UidtEngeland zich daar aan,in vroegeren tyde, houdende, de voordeden getrokken, niets fcheen redelyker dan dat Nederland, in 't zelfde geval, 't zelfde genot hadt,zou anders eenTraclaat de eene Party niet dan voor- en de andere niet dan nadeel toebrengen. Niemand kon verwagten , dat, indien de Nederlanders gehoor gaven aan deezen Voorflag, om Frankryk geene Krygs- en Scheepsbehoeftens toe te voeren, de Zweeden, Deenen, en andere Noordfche Mogenheden dat ook zouden naalaaten: het diende, derhalven, meei om onze Landzaaten van eenen Handeltali te ontzetten , dan tot verdeediging var Engeland, of liever om ons van de Onzydigheid af te trekken, en Frankryks misnoegen op den halze te fchenden;doorhe: betoon van de inzigten der Engelfchen te gen de Franfehe Kroon te begunltigen. * D< II. boek. 1773.  iL BOEK. .1778. Het Engelandbegunftigend antwoordder Staaten. (*) N. Neder!. Jaarb. 177%. bl. 842, 140 DE REPUBLIEK DER De Friefche Kooplieden, Boekhouders en Reeders, by de Scheepvaard en den Houthandel zo veel belangs als die van eenig Gewest hebbende,hadden nietftilgezweegen; maar zich met een Smeekfchrift vervoegd by de Afgezondene Staaten huns Landfchaps , in 't zelve , op 't bitterst , klaagende over de behandeling der Engelfchen; met verzoek om de noodige voorzieninge: het werd by de Algemeene Staaten ingeleverd. Op 't zelve, als mede op de klagten der Hollandfche Kooplieden, en den Voorflag der Engelfchen tot Onderhandeling, namen Hunne Hoog Mogenden een Befluit, maar al te zeer ftrookende met het trotfche voorfchrift des Engelfchen Staatsdienaars, geheel niet beantwoordende aan de billyke klagten der Ingezetenen , en ftrydig met de beftemming des Convoys, van den eerften van Oogstmaand, in welke geene uitzondering van Schepen, met ongezaagd Hout bevragt, voorkwam (*). Wel is waar, „zy betuigden hun ,, genoegen over de Bevelen door denKo„ ning gegeeven , om de Hollandfche Sche,, pen, in zyne Havens opge.bragt,te ont„ flaan ; dat zy de uitwerking daar van „ met veel genoegen zouden verwagten, „ als mede die van de Bevelen om de Sche„ pen der Onderdaanen van de Republiek „ in het toekomende geen nadeel of ver„ hindering te zullen toebrengen ; maar „ dat  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 241 „ dat zy gezien hebbende de bepaaling m „ beide deeze Bevelen gemaakt, ten op-: „ zigte van de Schepen mttMateriaalen en „ Hout tot den Scheepsbouw gelaaden, geen„ zins zouden kunnen toefternmen , dat „ men in Engeland zich meester maakte „ van de Laadingen dcezer Natie tegen de „ betaaling der Waarde. Dat, aangezien „ deeze Laadingen niet aan Hunne Hoog „ Mogenden toebehoorden , zy over de„ zclven geene fchikking konden maaken, „ en niet nalaaten van ten ernftigften daai „ op aan te dringen, dat ze ontüaagen en „ den Eigenaaren te rug gegeeven wier„ den, die 'er over beftellen konden, vol„ o-ens hun goedvinden, waar omtrent hei „ niet in de magt is van Hunne Hoog Mo „ genden hun wetten voor te fchryven. „ Dat zy, bovendien, zich niet overre „ den konden van de noodzaaklykheid „ om ,ten opzigte van het vervolg, eenig „ Schikkingen te maaken , noch dat me „ van hun kon vorderen j door niem „ Schikkingen het Regt te verkorten der Ing „ zet enen van het Gemeenebest; een Regl „ gegrond op duidelyke en hipte Traéla „ ten, waar van het Ryk van Groot-Br 1 „ tapje, en deszelfs Onderdaanen, op Z} •> tyd , groot genot hebben gehad : 2 '„ vleiden zich, op dit grondbeginzel, d „ zyne Majefteit het niet kwalyk z< „ neemen, dat zy zich verfchoonden v " over dit Onderwerp met zyn Afgeza „ in Onderhandeling te treeden. — - I. DEEL. t~ n ;y at )U 111 nt .ui  S43 DE REPUBLIEK DER II. boek. 1773. 1 < Dan zy voegden'er by, „in het denkbeeld „ te ftaan, dat, by aldien het met ernst is, „ dat zyne Majefteit hunne Regten niet „ uit het ooge wilde. verliezen , en de „ noodzaaklykheid, om den toevoer van „ Scheepsmateriaalen te beletten, (eene „ zaak waar toe de Koning voorgeeft ver„ pligt te zyn, op den grondflag van ei,, gen verdeediging en behoud,) niet wil„ de uitftrekken tot alles, 't welk onder „ die benaaming zou kunnen begreepen worden, maar xuiverlyk bepaalen tot die „ ftoffen waar op de grondbegïnzels van „ eigene verdeediging en behoud geagt „ kunnen worden rechtftreeks te werken ; „ de gelegenheden om daar over te twis„ ten, zich tegenwoordig zo zeldzaam „ zullen opdoen, dat Hunne HoogMogen„ den niet zullen behoeven zyne Majefteit „ te verzoeken om met onpartydigheid en „ ernftig te onderzoeken , of deeze nood„ zaaklykheld in de daad zo groot is , als „ zy zich in den eerften opflage voordoet, „ en zodanig, dat dezelve eene willekeu„ rige overtreding van de uitdruklyke „ Letter der Traclaaten zouden kunnen „ billyken." Dit laatfte zeer ingewikkeld voorftel floeg Dp het genomen Befluit, om, ter vermyiinge van allen Onderzoek , wegens het /ervoeren der Scheepsmateriaalen, nu, in len aanvang der Onlusten tusfchen Groot' Brittanje en Frankryk, dat geen te doen, vaar mede men, in den voorigen Oorlog ies Jaars mdcclxii, hadt geëindigd; „ om  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 243 „ om, naamlyk, geen Convoy te verlee„ nen voor Masten en Hout, tot het bou„ wen van Schepen van Oorlog vereischt; „ dat mén door de Raaden van de Admi„ raliteit den Kooplieden zou verwittigen, dat, tot nader order, niet onder „ Convoy zouden worden genomen, alk „ zulke Schepen, welke, geheel, of ten „ deele, gelaaden waren met ongezaagd „ Hout, tot het bouwen van Schepen van „ Oorlog vereischt, als Masten , Krom„ mers, Knies en zwaare Balken 3 ook zou„ den den Officieren , over 's Lands Sche „ pen bevel voerende, last gegeeven wor „ den, om aan dus bevragte Schepen geer „ Convoy te verkenen (*)." Wanneer hetVerflag,ten grondflage vai dit Befluit dienende, ter Vergaderinge vai de Staaten van Holland werd ingebragt met oogmerk om het in een Befluit te ver anderen, verzogten de Afgevaardigden vai Amfttrdam affchrift, om daar op het goed vinden hunner Zenderen te verftaan, e: dat het volledig Befluit, tot nadere over weeging , mogt worden uitgefteld. Te naastvolgende Vergaderinge leverden d Afgevaardigden van Amfterdam den las in der Vroedfchap, die het gedaan Verfla en 't Befluit even zeer wraakten. Breec voerig was deeze wederfpraak, en vol va de fterkfte juist ter zaak dienende trekker De Vaders dierKoopftad wettigdan en or d< (*) N. Nsdsrl. Jaarb. \779- % 33- enz- 57- « 11. B O EK. 1778. L l Amfitrt dam verklaart ''er zich, • op 't ern1 ftigüe, .tegen. 1 i e t sr a 1. :r 1,  244 DE REPUBLIEK DER II. boek. (*) Men hadt, rtaamlyk , in 't midden gebragt, dat de Bevelen, om geene Schepen , met de meermaals gemelde Scheepsmateriaalen ge'aaden, onder Convoy te neemen, hoe ingewikkeld ook am 't En* gel* derfteunden de voorheen gedaane klagten hunner beste Ingezetenenen van zo veele Braaven in den Lande. Zy traden in. eene wederlegging van de gronden, waar op de Raadflag, ten Befluite beftemd, gebouwd was. . ■ i | Ons plan laat niet toe dezelve geheel over te neemen; maar wy deeden der edele zaak, toen zo manmoedig'voorgeftaan, te kort, als wy ze onzen Leezece»:teeenemaal onthielden. Zy merkten aan, ,,-dat •„ men, door zodanig een Bell uit y zou be„ ginnen met het Traétaat van. den Jaare „ md cxxiv, en de Regten van de vrye Vaard en Handel, door de Ingezetenen „ deezer Landen daar by verkreegen, den bodem in te flaan; mitsgaders den Han„ del deezer Landen , voor altoos, m „ de. gevallen,, waar. in het voornoemde „ Tractaat zou . moeten werken , afhan„ gelyk te maaken van. het'goeddunken „ van het Engelsen Ministerie; dat de . „ Gelastigden uit de Admiraliteit hier • 5, tegen niets .auders hadden kunnen irt:,„. brengen, dan voor te geeven, dat het ;, Scheepstimmerhout, welks uitvoeivmen „ wilde beletten , geen aanmerking ver.,, diende, in vergelyking van die Artyke„ len, welke men onderftelde daar door „ te zullen behouden (*), éven als of de „ voor-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 254 „ voornoemde onderfcheide Artykels van Handel, geene aanéénfchakelmg met elkander hadden, en niet te gelyk na andere Plaatzen zouden kunnen verlegd " worden; mitsgaders als of het Regt van " yry Schip, vry Goed, in één Artykel op" gegeeven zynde , in andere opzigten, " regen de eigendunkelyke handelingen " van het Hof van Engelandbeter zoude " kunnen worden gehandhaafd. —- Dat het neemen van zodanig een Befluit ■ '\ dus niet alleen eene volitrekte verkor: '', ting zou zyn van het Regt van "s Lands " hvrezetenen, hun toekomende, uit hoof " de&van het gemeldeTra&aat;maar dat, Z daarenboven: dcwyl het EngelschMim , fterie verklaarde, zich voortaan metU ' willen houden aan het voornoemde Trac '? taat, voor zo verre zulks het vcrvoe ren van Scheepsmateriaalen, na Ftan 9 fche Havens, betrof; zodanig eene toe Z o-eevenheid, eene volilaagene onder „ werping aan de onregtmaatige vergui; „ van het Engelfche Hof zou weezen; ei " des te meer ontecrend, om dat dit zeil " d gelfche Hof, vcorgeftald, „aan zyne Groot-Brit/a: nifche Majefteit niet onbekend kunnende, blyvei " daar door het ontflag der genomene en in Qngelar, ' opgebragte Schepen, waarfchynlyk zou wordf " uitgewerkt ; en dat, aan deeze verwagting m " voldaan wordende , dan eerst middelen in het we " zouden behooren gefteld te worden, om de Yr; Vaard en Handel van het Gemeenebest te befcne men, en de Eer en de Vryheid van deu Staat ;. handhaaven." Q 3 II. BOE K. r > L e i n :t k re rta  s46 DE REPUBLIEK DER II. BOEK. „ de Hof zich van deeze vrye Vaard tegen „ het Gemeenebest heeft bediend, en aan „ Frankryk, wanneer Hunne Hoog Mog. » met dat Ryk in Oorlog waren, ook op „ Fundament van 't zelfde Traclaat, alle » Scheepsmateriaalen, naar goedvinden, „ heeft vervoerd. Zo dat, juist in dezelf„ de omftandigheden, waar in men zich * daar van heeft bediend, des onaange« zien, de naakoming van zedanig eene „ Verbintenis, voor onvoldoenbaar tewil» len doen doorgaan, en om geene andere » reden dan om bloote Convenientie volftjekt y> te weigeren, eene openlyke verbreeking » van de goede Trouw is, en met de Eer „ en Onaf hangelykheid van deezen Staat, « die zich getrouwlyk van deeze Verbin» tenis heeft gekweeten, niet kan worden „ over een, gebragt. ■ Dat ook van » zodanig eene Toegeevenheid, in de Re„ gisters van den Staat, niet alleen geen „ voorbeeld te vinden was; maar dat de„ zelve, behalven dit, nu nog minder dan „ ooit te vooren zou te pasfe komen: de „ daadlyke toeftand, waar in zich Enge„ land bevondt, in aanmerking genomen „ zynde, en dat Hunne Hoog Mogenden, •„ in de voorige Oorlogen tusfchen Franki, ryk en Engeland, wanneer het laatstge„ melde Ryk in vry wat bloeiender ftaat „ dan het heden was , wel verre van „ eene Toegeevenheid van dien aart, als M door Gelastigden geraaden was gewor- * den, plaats te geeven, in tegendeel, « met de grootfte ftandvastigheid, de Reg- „ ten  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 247 ten van hunne Ingezetenen , hun uit hoofde van 't geuiflde Tjaflbutitoekomende, tegen het Engelfohc Hofen Mi lusten, hebben vast gehouden: de Ver " toogen van drie Augustus mdccxlvi, * en van twintig September m dc c lx , " by het Minhferie van Engeland konden " tot bewyzen ftrekken. • Wyders " dat zodanig eene toegeevenheid deezes " GemeenebXts, ftrydig was met het be" uTder Noordfchem~ Zuidelyke Zeemo" eenheden, als kunnende alleen ftrekken " om der vlyheid van de Zeevaard een flag " we te brengen : door aan onze Ingeze" tenen het afiiaalen der NoorfheVoo* J brengzelen te beletten, en Engelanaal leen in 't bezit van dien Hanoel te laa" ten - zo dat 'er geene Continenuaale relu " S', (zo als men zich by zekere gele " eenheden, heeft uitgedrukt,) den Ge " lasdgden zyn voorgekomen, waar doo " Engeland Jn hetonderneemen van eenei " onfegtvaardigen Oorlog tegen deeze. Staat, of in het voortzetten van de te " genwoordige verregaande buitenfpoc " Srteden tegen 'sLands Ingezetenen 1 ' een tydftip* waar in het zich in groot l verlegenheid bevindt, zou kunnen woi ' den onderfteund." , 'Zy merkten verder op, „dat het net men van zodanig een Befluit, waar b * de Regten van 's Lands Ingezetenen z "tastlyk werden verkort, met geen Meerderheid van Stemmen kon gefclm " Q 4 » üer II. boek. 1778. 1 1 1 y O e  *48 DE REPUBLIEK DER II. boek. i;;8. » den; dewyl, op die wyze, de heiligfte „ banden, waar mede de Leden van dit „ Gemeenebest aan den anderen zyn ver„ bonden,zouden worden losgemaakt, en de Regten en Vrylieden van 's Lands « Ingezetenen in bet gemeen, en van de Leden en Steden in 't byzonder , tot „ verdeediging van welke allen aan elkan5, der op het kragtigst zyn gehouden, op « eene zydelingfehe wyze en onder verre ». gezogto. voorwendzelen , last zouden „ kunnen lyden: 't geen ten duidelykfle bleek uit de voorgewende regtvaardi» ging, hier in beftaande , dat,^ hoe zeer »> het Traclaat van Marine met Meerderheid „ van Stemmen niet mogt veranderd, noch „ daar over met Engeland in Ondcrhandc» ling getreeden, veel min de -Regten en Vryi, heden van 's Lands Ingezetenen, daar hy „ verkreegen , zonder algemeene Toeftemming, ,» mogten verkort worden, nogthans hy Meer,j derheid' aan de Ingezetenen deezer Lan„ den de gevraagde Befcherming , rustende >> op den gronciftag van dat Tra&aat, zou kunnen geweigerd worden, by aldien zulks ,» maar niet gefchiedde onder de gedaante, s» of voorkwam als een gevolg van eenige % Onderhandeling; onder hoedanige wille» keurige en gansch ongegronde onder» fcheidingen en ipitsvindigheden, de Raad " van Amflerdam volitrekt weigerde eenigi» zins de hand te leenen tot de daadlyke » verkorting van Regten en Vryhedèn, % die altoos als onfehendbaar zyn aange- „ merkt,  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 249 „ merkt, en op de nadruklykfte wyze ge" handhaafd. . Dat de Raad zich, derhalven, als nog vleidde,dat men deZaaken met tot dat " uiterfte zou laaten komen; maar, ïute" o-endeel, dezelve liever daar heen helpen '1 Luren, dat Convoyen van vereischte fterkte, ten fpoedigtten, werden in gereedheid gebragt; mitsgaders dat, tot de noodde aanwerving van Manfchappen, " maatregels werden genomen, zo door " middel van beter betaalingen aanmoedi!' gingen, als door middel van Onderhanaelino en met de Noordfche Mogendheden, et " 'er'geén langer opfchorting van Convoy " plaats hebbè dan noodig is, om een ge, " noep-zaam getal Schepen in gereedheic " te brengen, dat deeze rede van opfchor taWin het Befluit wierde uitgedrukt. — " Dat verder het Hof van Qroot-Brittan] " behoorde aangefchrecven te worden, da " men over geene Verandering, hoe ge •" na?md, in het Tra&aat van Marine, me " het zelve in Onderhandeling zou tree l den,noch ook,op eenige andere wyze ' o-edoogen, dat rechtllreeks, of van te " zyde eenig nadeel wierd toegebragt aa " den Vryen Handel en Vaard van 'sLanc " handeldryvende Ingezetenen; met b? " voeo-ing,' dat zyne'Majefteit met geen ' reden hier op kon dringen, als zelve g< % oordeeld hebbende, toen zich eertyc de gelegenheid daar toe opdeedt, dat h. !! rechtmaatig en voegelyk was, zich vr Q 5 j> el 5 0EK. t t » r n s e Is :t n it  25o DE REPUBLIEK DER II. boek. 17/8. i Het Be- • fljit gar.t ' niet te ] n»in (*43or; ( vol-1 b*rdt la V dezelfde i ns;;rv- gelen. „ dït zelfde Tradlaat tegen onzen Staat te „ bedienen." Eindelyk verklaarde Amftds Agtbaara R.aad, „dat dezelve een Befluit,by Meer„ derheid genomen, de wettige Befcher, ming weigerende aan 's Lands Koop, handel en Zeevaard, zou houden voor , eene volftxekte overtreeding der Grond, wetten van den Lande, en verbreeking , van de banden, waar door de Leden , van deezen Staat, tot verdeediging van , elkanders Regten en afweering van allen , geweld , aan den anderen verbonden , zyn; mitsgaders, dat het natuurlyk ge, volg daar van zal moeten weezen, dat , de Raad, zich daar volgens ook zal moe, ten regelen in de aanftaande raadplee, gingen , die 'er zullen moeten vallen , over het dragen der Lasten van den , Staat, welke nergens anders toe werden , opgebragt, dan om de gemeeneZaak, , de Regten en Vryheden van 's Lands In, gezetenen, met alle vermogens, te be, fchermen (*).'' Ondanks deeze zo ernftige als gegronde ?egenverklaaringen van Hollands eerfte Iandelftad, werd het gemelde Befluit, op cn negentienden van Slachtmaand genoïcn, en des, op reeds verhaalde ingewikelde wyze, door den Graave van welkeren aan den Lord suffolk , met het be- (*) N. Nederl. Jaarb. 1779. bl. 45, enz.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 251 besin van Wintermaand, kennis gegeeven; die in zyn Wederantwoord, genoegzaam toonde, welk een geest den Koning van Groot-Brittanje, of diens Staatsdienaren, by aanhoudenheid, bleef bezielen, en onder het masker van Vriendfchap de vyandIvkfte aanflagen tronwlooslyk bedekte. INaa zich uitgelaaten te hebben over de nuttigheden van het Admiraliteits-Hof 111 Engeland, 't welk de zaak der opgebragte Schepen onderzogt en Vonnis ftreek, vervolgt hv, „de uiterfte aandagt, welke de Koning ilaat op de belangen van den Koophan" del der Algemeene Staaten, en de an" dere Mogenheden , met welken hy m Vriendfchap leeft , of Onzydig zyn, heeft hem bewoogen om alle Ongere" o-eldheden der Kaperfchepen te bedwingen, en, zo veel mogélyk, alle klagten in het toekomende, te weeren; met dit " oogmerk worden 'er thans daadlyk na *! dere en alles afdoende Orders vervaar " disd, die, binnen kort, zullen afgegee "i ven worden. Ik vlei my, dat de uitwer king aan het oogmerk zal beantwoorden . 't o-een nog onderfteund wordt door d " Vonnisfen des Admiraliteits-Hofs, di niet voordeeliger hebben kunnen weeze " voor de Onderdaanen van Onzydige Mc genheden, en boven al voor die va hunne Hoog - Mogenden (*). Ik twyf ,, mei n Hoe zeer dit een enkel voorgeeven, en mét. waarheid der zaake volftrekt ftrydig was , bleek 1 «te Vonnisfen , van tyd tot tyd , geuaagen. In II. SOEK. [778. 1 tl :1 > le lit ia V.  «5* DE REPUBLIEK DER II. boek. Nadere Last aan de Engelfche Kapers. i i i i 1 i „ niet, of zy zullen, uit alles, wat ik by„ gebragt heb, moeten beiluiten, dat „ 'sKonings opregt en eenpaarig oogmerk is, hun te voldoen, in alles wat beft'aan„ baar is met zyne eigene verdeediging en ,„ behoudenisfe: Hukken van te veel aan-. „ gelegenheids, dan das zyn Majefteit ze „ ooit uit het oog zou verhezen, en hem noodwendig.voorfchryven het onveranderlyk in agt neemen der beginzelen,. „ welke ik in Wynmaand de eer gehad „ heb voorfedraagen (*)." Welke 's Konings beginzels toen waren hebben wy hier boven (f), opgegeeven, en deeze onver-, anderlyk blyvende, viel het ligt te raamen, wat der Scheepvaard te wagten ftondt. De nadere last voor de Engelfche Kapers, van welken Lord suffolk gewaagde,, verfcheen eerlang, fchoon zy, by het uitiruklyk vermelden, en daar door erken-, ïen, van groote Ongeregeldheden en onyerfchootelyke Geweldenaaryen aan de Schepen, Vaardigen en Goederen der Onderdaanen van ieezen Staat.gepleegd, bevel kreegen om Ie Schepen, toebehoorende aan de Inge:etenen deezes Gemeenebests, vry te laaten V. Nedeii. Jaarloek'n 1779. bl. 65 vinden wy een roorbeeld van dusdanig een Vonnis: en bl. 70 de' velgegronde klagten deswegen door de Bevragter: , ■ er Vergaderinge der Algemeene Staaten voorgedraa;en, waar in de gronden, op welken de Engel/chen mnne trouwlooze handelwyze poogden te billyken, jet allen klem, wederlegd worden. (*) Refol. van tl. H. M. M. Luna n. Üec.177%,. (f, Zie kier boven, bl. 222.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. ^53 ten aaan, was het wel duidelyk met uitzonderUvan de zodanige, die met Scheeps- b boZ-doffen of goederen, welke tot aan- bów van Schepen konden dienen gelaa- rt den waren. (*) Weshalven met het geeven van deezen nieuwen Lastbrief, de zaak niets vorderde , en/sKomngs oogmerk om geene Scheepsbehoeften door Hol«/^Schepen ^Frankryk te. laatenvoeren op het middagklaarfte bleek Dus wer'denP, en in den -even bygebragten Brief van Lord suffolk, euin^aaper-reglement, de verklaaringen des Graven van welleken,'uit naam hunnei Hooo- Mogenden ,. openlyk van de hand geweezenren veragt:en dit alles,van onlen kant, zonder des eenige aanmerking te maaken, met een bykans onoplosbaar ftilzwwen beantwoord. 'ï Was-'ondertusfchen de Vroedfchap van Amflerdam alleen niet, die zien bezwaard voelde, en het genomenc befluit, om geen Befcherming te werleenen aan Scheen metScheepsbouw-ftoffenbevragt, wraakte De Friefche Kooplieden leverS hfe; over hunne klagten ter tafel der Algemeene Staaten in, uit.-hoofde van hel byzonder belang, 't welk dit Gewest hadt by de Houtvaard. Zy bragten m Vmidden, „ dzt friesland het grootfte (♦) He! woord hier in 't Engelsch gebruikrwas Navalfiores.. Zie het Reglement zelve, N.Nedeil Jaarb. 1779- bl. (>l> II. ■78. \ Klagten Ier Frie- 'che £ooplieien over t genomene Befluit.  254 DE REPUBLIEK DER II. BOEK. 1773. 5 3 3 >l 'I »J * « getal der Schepen van V Gemeenebest „ opleverde, welke de Vaard van en na „ het Noorden, de Engelfche en Franfehe „ Havens, de Bogtvan Frankryk,Portugal en Spanje waarnamen: welker getal te« genwoordig wel op twee duizend mogt begroot worden , voor 't grootlle ge„ deelte bevaaren door geboorene en ai>- hier. gevestigde Onderdaanen van den „ Staat. Zy hadden, in, deeze tyds- „ omftandigheden, niet naagelaaten, om, » naa zich alvoorens genoegzaam onder- rigt te hebben, wegens den inhoud der „ Traétaaten van het Gemeenebest met 1, onderfcheidene Mogenheden, hunnen « Handel en Vaard, naar de Letter dier a Traclaaten, zodanig in te rigten, als zy s met hun belang, en de vryheid van Plandel, by de Traclaaten bepaald , . meest overeenkomlfig rekenden. Dee- > ze alzins geoorloofde handelwyze, hadt > ten gevolge gehad, het geeven van - zwaare en . menigvuldige Commisfien , > het doen inkoopen van verfcheide Waa- > ren, het bevragten van Schepen , het ■ uitzenden derzelven om Laadingen in te neemen , het aanneemen en betaalen van zwaare Wisfels, het doen van Verzekeringen , en , met één woord , alles wat een uitgebreide Handel' mede brengt. „ Inmiddels, waren hun, van alle kanten, toegekomen,de onaangenaame bengten van het neemen en opzenden der Scheepen: deeze hadden menigvuldige „ Ver-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 9.55 Verzoekfchriften om Convoy by den " Souverain doen inleveren. De gunftige " Befluiten daar op gevallen,en verzekerde hoop van Convoy te zullen erlangen, '' hadden hun aangemoedigd om te bezorgen, dat de Schepen, voor al die van t " Noorden kwamen, en na Frankryk be" ftemd waren, en 's Lands Zeegaten voor" bv moesten,daar binnen zouden vallen, " om zich onder 's Lands Vlag te begee" ven, en hun Reizen met Convoy te vol" brengen. Deeze voorzorg zag voor al op Schepen met Masten en 'Hout belaa" den, als meest bloot geheld aan de aan" vallen der Engelfchen, hoe zeer dezelve " uitdruklyk inhetTraftaatvanMDCLXXiv • zyn vrygelteld. \ * Dan zo zeer zy, eenftemmig met de Hollandfche Kooplieden, over het vergun' nen en welverdeelen der Convoyen , " verheugd en gerust gefteld waren, zo " zeer waren zy aangedaan geweest toen te hunner kennis kwam, dat Schepen. " met Masten en Hout belaaden, by de >• Capiteinen der Convoyeerende Oorlog 11 ichepen, geene Seinen van verkenning noch Convoy,konden erlangen. Zy wa , ren dus , buiten hunne fchuld, buitel ' *t geen zy billyk verwagten moesten , zonder eenige voorgaande waarfchuwm; \, van zich in tyds voor fchade te hoeden ■ ja, zonder eenigen bepaalden tyd te ei huigen om voorzorgen te gebruiken, or „ hunne Schippers en Medehandelaars t ' kunnen verwittigen, en zich voof h( „ aar II. KOEK. 1778. I > » 9 X e t  *56 DE REPUBLIEK DER BOE K. f.rief van den Relident de (») N. Neder l. Jaarb. 1770. bl. 155. enz. „ aanncemen van foortgelyke Laadingen ,, te wagten , .niet dan met den llag ge„ waarfchuwd; en in menigte verlegenhe„ den en verwarring hunner zaaken ge„ dompeld, waar uit zy zich, zonderde „ veel vermogende Hulp van Hunne Hoog „ Mogenden, niet wisten te redden, eu. „ welke hunne weezenlyke ruïne na zich „ zouden ileepen,zo 'er geen fpoedigher- ftel werdt aangewend." Om te toonen, dat dit geen ydele:klagten waren, en geenzins,"t geen zommigcn al te ligtvaardig de Gewoone Klagten der. Kooplieden noemden, traden zy in een breed verilag van den Houthandel en Houtvaard der Friezen; die geheel in verwarring, en te eenemaal, tot onherftelbaare fchade deiveelvuldige Belanghebberen, te niet zou loopen. De twee duizend Schepen, die gr lotendeels nutloos zouden worden, mogten zy begrooten op eene fomme van twintig Millioenen, en het aantal der Reeders en Deelhebbers, op twee-eu-dertig duizend. Zy verzogten , derhalven, dat de,zaaken daarheen mogten gewend worden,- dat men de weigering van Convoy, aan Schepen, met Masten en Hout belaaden , introk, en zulke Schepen de befcherming -van de Vlag van den Staat verleende (*). In dit nadruklyk zeer wel opgelleld Verzoekfchrift der Friefche Kooplieden, maakten  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 257 ten zy, met veel regts , gewag van een o-edrcigden ftilftand der Scheepvaard, opB( en uit de Havens in de Oostzee-, en ver- — fterkten deeze droeve waarheid, door een 17 Brief van j. j. de swart, Refident van sw den Staat aan het Hof van Rusland, ge-ov rigt aan Hunne Hoog Mogenden, en van # deezen inhoud. „ Het geduurig opbren- vê gen vart onze Koopvaardyfchepen door de " de Engelfchen, en de mishandeling,web dt ' ke ons Scheepsvolk daar by moet ly- O 5' den, veroorzaakt alhier onder de Koop" lieden, die gewoon zyn zich van onze * Schepen, na de Franfehe, Spaanfche en " Italiaanfche Havens te bedienen, eene o-roote verflaagenheid,en het is te vreelen,dat,zo daar in niet voorzien wordt, onze Hollandfche Scheepvaard, zo op en " van hier, als op de Havens aan de Oost* zee gelegen, toekomende jaar geheel ftil ' zal itaan, waar door derzelver Kooplie" den, en inzonderheid de handeldryvende Ingezetenen van den Staat, een on" herfteibaar nadeel zouden komen te ly" den : dewyl niemand zich van onze 3' Schepen zal kunnen of durvenbedienen. Weshalven hy om befcherming voor dezelve verzogt (*)." De fchikking om Convoy te ontzeggen aan Schepen met Scheepstimmerhout bekaden, en na de Franfehe Havens beftemd, moest onmiddelyk bekend, en kon met gee- (*) N. NeierL Jraarb. 1779- bl. I. deel, R II. ) e i< ï 78. ART, er 'c /aar 1 'c rloop s Hanls in da ntzee. De Fratifche Afgezant levert een Vertoog In, be-  *58 DE REPUBLIEK DER m boek. 1778. trekkelyk 1 tot de Onzydig-' heid en : Onaf han-: gelyk- . beid. 9 i t 9 9 1 9 » » 9. 9 9 9 9 9 9 » > 9 5 t m 9 9: j: Teene onverfchilligheid vernomen worden lan het Franfehe Hof. De Franfehe Afgezant in 'sHaage, de Hertog de la vausuyon; leverde een Vertoog in, 't welk )p deezen zin uitliep: „dat het vertrou, wen, waar in zyne Majefteit was, dat , Hunne Hoog Mogenden , bezield met , eenen hartlyken yver, om de volmaak, te eensgezindheid, welke 'er thans tus, fchen Frankryk en de Algemeene Staa, ten heerschte, fteeds te doen ftarid gry, pen, zich in de tegenwoordige omftan, digheid ftiptlyk zouden gedraagen naar , de grondbeginzelen eener volftrekte On, zy digheid, hem genoopt hadden om de , Vereenigde Gewesten te begrypen in het , Reglement, door hen in de Maand Ju, ly laatstleden vastgefteld, aangaande de , Koophandel en de Scheepvaard der On, zydige Volken, dat zyne Majefteit des , te minder reden vondt, om aan de vol, harding van Hunne Hoog Mogenden, , in deeze grondbeginzelen te twyfelen, , naardien Hoogstdezelven , Hem daar , van , herhaalde reizen , hadden doen , verzekeren , en deeze grondbeginzels , den allerweezenlykften grond en fteun , uitmaakten, van de rust en de welvaard , des Gemeenebests. Dan, dat zy- , ne Majefteit meende zich, omtrent dit , punt, volkomen zeker te moeten ftel, len, en dat hy, derhalven , met dit , oogmerk , Hunne Hoog Mogenden , , eene duidelyke en naauwkeurige ver, klaaring afvroeg, aangaande hunne ver- 99 «ie-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 259 „ dere Befluiten, en aan hun verklaaren* „ de, dat hy zich, naar dit hun Antwoord, „ zou fchikken , om de Reglementen, „ welke hy nader zou wenichen tebekrag„ tigen, voor zo verre dezelve de Ingeze„ tenen van deeze Staat betroffen, te on„ derhouden, of te vernietigen. Weshal„ ven zyne Majefteit zich vleidde, dat „ Hunne Hoog Mogenden, zich, op eene „ juifte en nauwkeurige wyze, zouden ge„ lieven te verklaaren, noopens de ken „ merken eener volmaakte Onzydigheid. „ waar van zyne Majefteit zich verzekerc „ hieldt, dat zy niet voorneemens warer » af te wyken. Hy verwagtte dus, da * zy aan de Vlag der Vereenigde Gewestci alle vryheid zouden doen geworden , di( „ aan dezelve toekwam, als voortvloeijen „ de uit hunne Onafhangelykheid, en da „ zy de Regten van hunnen Koophande „ zo ongefchonden zouden bewaaren, al dezelve, volgens het Regt der Volkei „ en der Traclaaten behoorden te zyn. „ De minfte afwyking van deeze grondbe „ ginzelen, zou ten kenmerk Itrekken va „ eene Eenzydigheid,welke noodwendig „ door haare uitwerkzelen, zou te weg „ brengen, dat zyne Majefteit met alleen „ de Voorregten weder introk, welke h „ aan de Vlag van Hunne Hoog Mogende „ hadt verzekerd, door zyn Reglement „ ten aanziene der onzydige Volken ;mac ., ook de weezenlyke en loutere gunfte „ opfchortte , welke de Koophandel ch , Vereenigde Gewesten genoot m alle de H R 2 , ve] II. BOEK. L i c L f 1 1 ♦ e •> n ? r n ir ais  26o DE REPUBLIEK DER II. BOEK. 1778. Hy dringt het nader aan. 1 1 „ vcus van zyn Koningryk, uit geene an~ „ dere beweegreden, dan enkel de goed,y willigheid en toegenegenheid van zyn „ Majefteit voor Hunne Hoos Mogen„ den (*)." ö ö Naa het gehandelde met Engeland, kon aiemand twyfelen aan de bedoeling des Franfchen Hofs met dit Vertoog. Geene luisterheid veroorzaakte verwyl van antvoord; doch verlegenheid , wat te zegden, baarde ftilzwygcn, tot dat de Hertog de la vauguyon, kennis gekreegen rebbende van het nadere Kaaper-'reglement les Konings van Engeland, zo regelrecht ngerigt tegen de inzigten en billyke begeerte van zyn Hof, een dringender Berigtfchrift aan Hunne Hoog Mogenden Dvefgaf, by 't welke hy, hoofdzaaklyk, het voorgaande Vertoog herhaald hebbende, met zo veele woorden verklaart. „ Dat „ de vryheid [van de Vlag der Va-eenigdz >, Gewesten] bedriegiyk zou zyn , en de „ Ongefchondenheid van de Regten des „ Koophandels, op 't Regt der Volken en „ der Traclaaten gegrond, niet ongerept „ zou blyven, indien Hun Hoog Mogen„ den dezelve niet door eene gepaste be„ fcherming handhaafden, en in gevalle „ zy duldden, dat hunne Onderdaanen de „ Convoyen bleeven misfen, zonder wel„ ken deezen geen genot konden hebben, „ van deVoorregten door hunverkreegen „ eu (*) N. NeJerL Janrl. 1779- U. 84. x  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 261 , en ingeroepen. Een Befluit;, van welk 11 eene natuur ook, 't geen zou ftrekken om hun te berooven van zulk eene wettige Befcherming, 't zy in 't gemeen, . ten aanzien van alle hunne takken van 5' hunnen Koophandel, 't zy meer byzonder ten opzigte van allerlei ibort van " Scheepsbehoeftens, zou, in de tegenwoor„ dige omftandigheden , aangezien wor, den als eene handelwyze , die recht\, ftreeks inbreuk deedt op de grondbegin, zelen eener volftrekte Onzydigheid, en 11 onvermydelyk de gevolgen naa zich ileepen, vermeid in het voorgaande Vertoog. Weshalven de Koning op dit ftuk 11 een klaar en duidelyk Antwoord deedt „ afvraagen (*)." Voor dit gedreigde onheil, van de zyde van Frankryk, waren niet alleen de Hol landfche Kooplieden, maar ook de Friefch bevreesd geweest, en hadden,niet by wy ze van Voorfpelling; doch uit reeds loo pende maaren en tydingen, hunne bekom merdheid betuigd, over de maatregelen h Fr an kryk her wmd, over de intrekking vai een Reglement, en van Voordeden, wel ker derving allen Handel op .Frankry onmop-elyk zou maaken , en den gewis fen doodfteek toebrengen aan Friesland Scheepvaard en Retleryen (f). W( (*) N. Nedsrl. Jaarb. l??9- bl. 87. (f) JV, Nederl, Jaarb. 1779- bl. \6u R 3 II. BOE IC.' I778. I 1 k 's 1  66*2 DE REPUBLIEK DER m BOEKi 1/78. Ontduikend Antwoorddaar op gegee* ven. Wel verre van den Franfchen Afgezant een Antwoord te laaten toekomen van dien bepaalden aart, als hy, by herhaaling, verzogt hadt, befloot men by de Staaten van Holland, met meerderheid van Hemmen, de zaaken ter Algemeene Staatsvergadering daar heen te rigten, dat men dien Gezant het volgende te verftaan gaf.„Dat ,, Hunne Hoog Mogenden altoos hadden „ hooggefchat en zouden hoogfchatten de „ harmonie met zyne Majefteit, en Hoogst„ deszelfs vriendfchap en toegenegenheid „ voor den Staat,gaarne wilden aankwee„ ken, door alle middelen, die de onaf„ hanglyke rust van 't Gemeenebest ver,, zekerden en medewerkten tot eene vol„ maakte Onzydigheid , in de Onlusten „ tusfchen zyne Majefteit en den Koning „ van Groot-Brittanje ontllaan. Dat „ zy niet fchroomden eenvoudig en rond„ borftig aan zyne Majefteit te verklaaren, „ dat hun voorneemen was om by de voor,, fchreevene Onzydigheid zorgvuldig te „ blyven , in het vaste vertrouwen, dat „ de beide Mogenheden zich daarmede te „ vrede zouden houden, en Hunne Hoog Mogenden in 't gerust genot daar van laaten. Dat de Handel en Zeevaard van „ 't Gemeenebest, een voornaam middel van deszelfs beftaan zynde, de vrye „ oefening daar van Hunne Hoog Mogen„ den zeer ter harte ging. — Dat zy zich j, ook vleiden , dat beide de Mogenheden „ niet ongenegen waren, of zich zouden „ laa-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. a63 laaten overhaalen, om aan dezelve te " aaten den loop, dien het Regt der Vol' ken en de Traclaaten wettigen, en dat, " vanneer daar over eenige dncafe valt , " zulks alleen aan de gemaatigdticid en caute9 le van Hun Hoog Mogenden, om aan de he* gelen van Voorzigtigheid, zo veel mogelyk, " plaats te geeven,kan worden toegefehreeven. " fDat Hunne Hoog Mogenden by de mefures ' tot efficatieufe prote&ie van haare Commer' Cie en vrye Navigatie, zonder onderfcheia 'l van den eigendom der Laadingen, en tm , handhaaving van de Neutraliteit , voegen de zulken^aar door de gelegenheid tot brom, " leries kan worden ontgaan. -WO» eindelyk zich te zeer van de billyknen van zyne Majefteit verzekerd hielden dan dat zy zich niet zonden belooven dat zyne Majefteit met deeze ronde Vei klaaring van de gevoelens Hunner Ilooj Mogenden genoegen zou neemen, ei * lelieven te volharden by de regelen va '' behandeling der Onzydigen, en vervo geus ook van de Onderdaanen van Hmi ne Hoog Mogenden, die zyne Majefte. zelve geoordeeld hadt met het Regt de " Volken overeenkomftig te weezen, e " bv Hoogstdeszelfs Schikkingen, wa; Z op de Handel, die tot nu toe zo gelui " kig tot nut en voordeel van elkandc „ Landen en Onderdaanen werdt gedre. „ ven, gegrond was (*).'' (•) N. Ncdert. Jaarb. I779-W- I3°R 4 II. BOEK. 177C. I;"'.' » lr •> \ 1 t y«r r u r :s  'a64 DE REPUBLIEK DER II. boek 1778. Amfler.^am wei gert daa: in toe ti ftemmen, DeF/vjK fche Gezant weigert het aan te neemen, en 't wordt in Frankryk van de hand gewee*en. (*) gie hier boven, bi; 243, Zodanig een Antwoord, 't geen niets bepaalds opgaf, wegens het voorneemen der Staaten, om de Onafhangelykheid des Gemeenebests en de Regten der Ingezetenen , op de Traclaaten rustende, te hand■haaven, tegen de willekeurige bepaalingen \ des Engelfchen Hofs; en waar uit veel eer 'moest afgeleid worden, dat zy, om het ongenoegen van Engeland te ontgaan, infchiklykheden zouden gebruiken, zo zeer tot krenking van het belang der Handeldryvende Ingezetenen, als tot nadeel van Frankryk ftrekkende ; dit was de grond, dat de Afgevaardigden van Amflerdam, die voorheen op het handhaaven van de Handelbelangen, met den grootflen yver, hadden aangedrongen, volhardden by derzelver Aantekening (*), en verklaarden, op die zelfde gronden, in dit Befluit en Antwoord niet te kunnen toeftemmen. Wanneer, 't zelve, ondanks deeze tegen verklaaring, by de Algemeene Staaten, aangenomen, en als derzelver Antwoord, aan den Hertog de la vauguyon gegeeven werd, weigerde deeze Afgezant, den last volgende zyns Koninglyken Meesters, die bevolen hadt, hem geen ander Antwoord te laaten toekomen, dan waar by, op de duidelykfte en nauwkeurigfte wyze, de kenmerken zouden blyken eener volkomene en volftrekte Onzydigheid, hetzelve aan te neemen, Zy zonden 't, der- hab  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 2.6$ halven , aan hunnen Afgezant ten Franfchen Hove , den Heere lestevenon b van berkenr0ode,om het eigenhan- dio- aan den Staatsdienaar der Buitenland- 1 fche Zaaken , Graaf de v e r g e n n e s, aan te bieden • doch hier haaperde het werk niet min dan in den Haags: op verzoek diens Franfchen Staatsdienaars, gat hy dit Antwoord niet over, en fchrecf,op diens begeerte, om een nader (*). In deezen belemmerden toeftand be? vondt zich dit Gemeenebest, met het afloop des Jaars mdcclxxviii. Wy moeten het verdere beloop deezer zaake verfchuiven tot de Gefchicdenis van het volgende Taar: doch kunnen niet voorby hier eene en andere aanmerking te berde te brengen, over het gedrag van het Engelfche twFranfche Hof .ten opzigte van de Vereenigde Gewesten. — De gelegenheid, ftaat en aanzien van dit Gemeenebest,hoe zeer ook t gewigt daar van, in vergelyking van vroeger dagen , verminderd mogt zyn , was zodanig, dat het ter Zee eenig oyerwigt kon toebrengen aan den geenen wiens zyde het koos. Niet vreemd, dërhalyen. dat Engeland en Frankryk m vyandlchar. zynde, elk, op 't yverigst, in de ween was, om de Vereenigde Gewesten, op zy ne zyde te trekken, of ten minften tot Onzydigheid te beweegen. Onzydig J ö heid (*) TV. Ne&rl. Jaarb. 1779- bl. vergeleek» rnet bl. i7ö. R 5 m O EK.1 TA: Aanmerringen op iet geJrag van het Franfehe en Engelfche Hof in dat' Tydsgewricht.  2,66 DE REPUBLIEK DER II. BOEK. 1778. 1 ( ( 1 1 ( t 2 heid, een woord aan zo veel verdraaijingen van het Eigenbelang oliderheevig, en waar mede dikwyls deerlyk gefpeeld wordt; en tot welks bepaaling, Verbonden ter voorkoming van misverftand gemaakt, dikwyls niets betekenen: dewyl,gelyk de Gefchiedenisfen te overuitwyzen,deheiligfte Verbonden , zeldzaam worden nagekomen, dan door de zodanigen,die 'er hunne rekening by vinden; gelukkig indien eene durftere of dubbelzinnige uitdrukking, gelegenheid verfchaft om het Verbond, naar de inzigten van Eigenbelang, uit te leggen,en het haatlyk verwyt van Bondbreuk te ontgaan; doch, indien dit niet kan gefchieden, zal men, omreden van Stemt, een dikwyls alle gruwelen vergoelykend toverwoord , de ïdaarfte Bedingen verfmaaden, en zich gedraagen als of ze niet beftonden, omtrent de zodanigen, die het aan de Magt of den Wil ontbreekt om ze te doen gelden. Beide de gemelde Hoven betuigden, ge[yk de herhaalde Vertoogen uitwyzen, den staat de tederfte Vriendfchap toe te draaren, en op het hartlykst deel te neemen n deszelfs belangen; beide drongen zy aan )p het handhaaven der Onaf hangelykheid; :en woord, bykans aan dezelfde verfchilende uitleggingen onderheevig als dat van Onzydigheid. Immers, in het tegenwoortige geval, werd, van den eenen kant, ieweerd, dat het ftreedt met de Onafhanelykheid van den Staat, dat Engeland denelven zou vporfchryven op hoedanig eene jyzt met Frankryk te handelen ; terwyl men,  VEREENIGDE NEDERLANDEN. i67 men, van den anderen kant, op niet min fterken toon dreef, dat het onbegaanbaar was met diezelfde Onaf hangelykheid, dat Frankryk het Gemeenebest de wet zou zetten hoe zich 't zelve omtrent Engeland had te gedraagen. Niemand, die een denkbeeld heeft wat het in hebbe een OnafhangelyKe Staat te weezen, kan lochenen, dat het den Souverain daar van alleen toekomt, cut voorregt tegen alle willekeurige regelen van andere" Mogenheden te befchutten, en allen vreemden indragt daar op af te wee- ren Deeze baarblykelyke Helling lag ook opgeflooten in de betuigingen der belde Hoven; dam zy maaten de Onafhange lvkheid van den Staat met den maathol van Eigenbelang. Frankryk voegde by d< verklaaring van's Lands Onaf hangelykheid en de verpügüng om dezelve ongeichon den te bewaaren, dat die Kroon het vei zuim daar van voor een fchenms der Onzy dikheid zou aanzien,en wilde, dernaivcn dat men de Ingezetenen des Gemeencbests die Scheepsbouwftolfen, overeenkomst! met dfc uitftaande Traclaaten, na Franje) Havens voerden, zou geleiden, en tegen a ien geweld dekken. Engeland, daar en t< 9 9 3" \e L- d )r )- :t :n :e ;1 :n lU  26"8 DE REPUBLIEK DER n. BOEK. I7?8. ] 1 I r t 1 l \ r I € (*) Zie hier boven, bl. 216. zou goedvinden die overvoering te doen onder het geleide van Oorlogfchepen. _ Hoe veel gelykheids zich in dit gedrag dier beide Mogenheden moge opdoen, als. men 't zelve oppervlakkig befchouwt, en Eigenbelang of Zelfverdeediging daar van den grond uitmaake , doet 'er zich, het ftuk nader bezien zynde,een aanmerkelyk verfchii op. Engeland kon, behoudens de trouw der Verbonden, den Staat een vryen toevoer van Koopwaaren, letterlyk bedongen, na Frankryk niet beletten, deeze ftemden met het Recht der Volken in, Sri verfterkten 't zelve. Onderfcheid te maaken tusfchen de Letter, en den Zin, af Geest der Traclaaten, waar van men rich zogt te bedienen, was tastbaar eene outere uitvlugt: den dringenden nood en iet groot nadeel, indien het Travaat naar le letter Handgreep voor te wenden, was t zelve, voor altoos, van kragt,te beroeren : want dan kon het nooit ftand gryien. Een verklaarde Oorlog, of zodani;e vyandlykheden als de verbitterdfte Paryen, naa eenen plegtig verklaarden Oor3g elkander konden aandoen, 't welk in t weezen der zaake geen verfchii te weege ragt, en waar op ook de verbreede Last an zyne Hoogheid fteunde(*), was het eeig geval waarvan het Artykel des verdrags ier te pasfe komende, zo uitdruklyk iprak: n in een Oorlog, die ter zee liondt gevoerd  VEREENIGDE NEDERLANDEN. a69 voerd te worden , was de toevoer van Scheepsbouwftoffen aan den vyand altyd nadeeüg: het verdrag moest nu, of nooit , gelden Ware het immer geoorlofd, ondei voorgeeven van gedreigden nood, of toegebragt nadeel,zich het gefland doen eens Verbonds te onttrekken,danftondtde deur ter fchandelykfte trouwverbreekinge altoos wagen wyd open; niemand was dan verphgt een Verbond, by 't welk hy zich bezwaard .rekende, een oogenblik langer te houden, en elk mogt de heiligfle banden, zo ras ze hem knelden, aan hukken feheuren. Frankryks eifchen, niet min dan die van Engeland on de beginzelen van Zelfsverdeediging en Zelfsbehoudems rustende, behelsden geenzins een inbreuk op bcflaan de Verbonden; doch waren gegrond op de zuivcrfte voorfchriften eener volmaak* Onzydigheid: het dreigde, in gevalle n< Staat, die overeenkomftig met deszelfs On af hangelykheidniethanghaafde, denzelvei een vryen en onbelasten invoer van Koop waaren na datRyktebeneemen,door gee Verbond toegezegd, en alleen afhangend van 's Vorften willekeur. -Wyders was d begeerte van dit Hof, dat de StaatzynHai del en Zeevaard behoorelyk befchermde niets anders dan het geen 't weezenlyk b lang en de welvaard der Ingezeetenen vc ftrekt vorderde , in zo veele Klagten c Verzoekfchriften, herhaalde keeren, en m klem van taal en de bondigfte bewyzi aangeduid : terwyl Engeland* doel alle daar heen flrekte om de Venemgde Gcw n. )oek; E778. 1 i e e i- n et ;n es-  a?o DE REPUBLIEK DER II. BOEK. 1778. 1 3 ( i ten van de uitneemendfte voordeden te berooven, en de bron van derzelver welvaar d te floppen. 't Ontbrak, ten deezen dage, dat de Partylchap zich meer en meer begon te vertoonen, niet aan lieden, die, om de overeenkomst tusfchen de begeerte van het Franfehe Hof, en de weigeringen van Amflerdam om Engeland de gevorderde Infchiklykheden te bewyzen, fpraaken van eene ongeoorlofde Verftandhouding, en Zamenfpannig dier Stad met dat Hof, ten einde het Gemeenebest mede in den Oorlog tegen Engeland in te wikkelen; doch, men merkte te regt op, dat, indien Amfterdams gedrag uit een zo haatlyk oogpunt befchouwd wierd, men dat der tegenftanderen van 't gevoelen dier Stad in een even ongevallig gezigtpunt kon plaatzen , en hun houden voor Verbondelingen met Groot-Brittanje, die eenftemmig met de inzigten van dat Ryk, den Staat met Frankryk in Oorlog zogten te brengen: dewyl hunne raadflagen even zeer ftrekten om Engeland genoegen te geeven, als de gcïagten van Amftels Agtbaaren Raad, om dch naar de begeerte van Frankryk te bhikken. Dan dit alles zal zich vervolgens nader ontwikkelen. Ons ftaat hier nog den Leezeren onder t ooge te brengen , wat inmiddels tusfchen le Volkplantingen in Noord- America,Frankyk, en Engeland voorviel, 't geen noodwendig van veel invloeds moest zyn op 't ;edrag der Beftuurderen van de Vereenigde Ge-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. i7x Gewesten; als mede de voordeden, door de Noord-Americaanen behaald, door Frankryk geholpen. /. De band van Verééniging, tusfchen de Noord-Americaanen en Frankryk , werd, reeds vroeg in dit Jaar, nader toegehaald en met den knoop eens Verdrags bevestigd, op den vierden van Sprokkelmaand. Van deeze voor alle Mogenheden van Europa zo gewigtige gebeurtenis, gaf de Franfehe Gezant aan het Hof van Engeland, dc Markgraaf de noailles, de volgende opmerkelyke Verklaaring, uit naam zyns Koninglyken Meefters. „ De Vereenigdt Staaten van Noord- America, in't volle " bezit der Onaf hangelykheid, waar var zy den vierden July mdcclxxvii ver 'Vklaaring hebben gedaan, aan den Ko' ning, hebbende doen voorftellen, öit " de Verbintenisfen, die zich tusfchen d( ', beide Natiën begonnen te vestigen, doo: ' een plegtige Overeenkomst nauwer er " fterker te maaken, hebben de wederzyd " fche Gevolmagtigden een Traélaat vai \\ Vriendfchap en Koophandel getekend " met oogmerk om tot een grondflag de onderlinge Verftandhouding te dienen. *' „ Zyne Majefteit, beflooten hebbend» , de goede Verftandhouding tusfchei ", Frankryk en Groot-Brittanje, door all middelen, met zyne Waardigheid, en he , welweezen zyner Onderdaanen, beftaan ' baar, aan te kweeken, oordeelt aan he „ Hof van Londen kennis te moeten get „ ven van deezen ftap, en teffens te ve; 9 kla: ïï. boek, 1778. Verdrag tusfchen Frankryk en Noordrit» erica geflooten.  £73 DE REPUBLIEK DER II. BOEK. 1778. 5, ldaaren, dat de Verdragaangaande Par-i tyen de zorgvuldigheid hebben gehad, 5, om geen uitfluitend voordeel, ten be■j hoeve der Franfchen, te bedingen: en % dat de Vereenigde Staaten van Noordn America de vryheid hebben behouden, w om, op gelyken voet, met alle andere „ Volken, te handelen. „Deeze bekendmaaking aan het Hof van ' Londen doende , is de Koning vastlyk , overtuigd,dat het zelve daar in zal vin- den, nieuwe bewyzen van de ftandvas- tige en opregte geneigdheid zyner Ma„ jefteit tot den Vrede, en dat zyne Brit- fche Majefteit met dezelfde gevoelens be„ zield, insgelyks al dat de goede eensge, zindheid zou kunnenftooren,vermyden en in 't byzonder kragtdaadige maatre' gels neemen zal, op dat de Handel van zyner Majefteits Onderdaanen met de ? Vereenigde Staaten van Noord- America niet j? geftremd worde, en ten deezen opzigte . de gebruiklykheden, door Handeldry5J vende Volken aangenomen, teffens met de regelen, die als tusfchen deKroonen a, van Frankryk en Groot-Brittanje beftaana, baar mogen aangemerktworden,te doen waarneemen. In dit billyk ver- trouwen zou de Ovexleveraar deezer s, Verklaaringe, het overtollig kunnen re- keuen het Britfche Minifterie te kennen 5, te geeven, dat de Koning, zyn Mees„ ter,beflooten hebbende de wettigeHan■ del-vryheid zyner Onderdaanen kragt- daadig te befchermen, en de eer van zy- „ tie  VEREENIGDE NEDERLANDEN, m ■ ne Vlag ftaande te houden, ingevolge ! van dien, in overleg met de Vereenigde Staaten van Noord-America, de noodige maatregels in voorraad genomen heeft. Van dit gellooten Verdrag kreegen ook de andere Mogenheden berigt, en deeze Staat kennis, by monde van den Heer berenoer, in de afweezigheid van den Franfchen Gezant de vauguyon, met de Zaaken van dat Hof belast (*). Wie het Koopbelang deezer Gewesten kent,en op den waaren prys fchat, en de Staatkundige betrekkingen, daar toe medewerkende0, gade flaat,zal terftond zien en beken nen moeten, hoe deeze ftap van Frankryi het gelaad der zaaken tusfchen deezen Staa en het nieuw gevormd Gemeenebest m eei ander Werelddeel, niet weinig verander de. Was het, voorheen, genoeg gewees 't zelve niet te beledigen, of vyandlyk t bejegenen, thans, nu Frankryk de Staate van America openlyk voor een Onaf hang lyk Gemeenebest erkende, en een Verdra van gemelden aart met dezelve floot,wa£ in de Americaanen zich de Vryheid haddt voorbehouden, om met andere Volken, op g lyken voet, te handelen, 't welk een voo uitziet opende van een vryen Handel c een zo wyd uitgeftrekt Werelddeel, wei het tyd andere maatregelen te neemen, < blyken van genegenheid en vriendfchap betoonen aaneen opkomendGemeenebes (*) N. Nedcrl. Jaarb. 1778. bl. 197 , 198. I. deel. S II. 30 e k< 1778. Bekendmaakingdaarvan by deeZ2n Staat, Dit brengt eene aanmerkelyke verandering te • wege. P 1 t % X n er- P d :n te t? in  £/4- DE REPUBLIEK DER II. BOEK. in zynen op-gang onderfteund door eene magtige Mogenheid, tegen eene, wier fchennisfen van de plegtigfte Verdragen, den Handel der Ingezetenen zo veel nadeels toebragten. Zulks werd aan den eenen kant gebillykt, door het betaamelyk beginzel van voorzorge, om zich te verzekeren van hoogst waarfchynlyke voordeelen, welke anderzins, gewis aan anderen zouden ten deele vallen; en die, aan den anderen kant, niet aanliepen tegen,of onbeftaanbaar waren met de openlyke trouw van Staatkundige Verbintenisfen. 't Is niet zeldzaam Menfchen aan te treffen, die, in zekere byzondere Gebeurtenis , den fleutel waanen te vinden eener menigte van voorgaande Bedryven , en daar op een ftelzel van Staatkunde gronden. De Verbintenis tusfchen Frankryk en de NoordAmericaanfche Staaten, heeft men uit dit oogpunt befchouwd, en beweerd, dat deeze laatstgemelden hun Twist met het Moederland zo verre min voortgezet hebben uit zich zeiven, dan door de opftookingen van Frankryk, dat, langs dien weg, de Britfche Kroon zogt te vernederen (*}. Men zou hier op mogen aanmerken, dat men dit gedrag van Frankryk, ten opzigte van Groot-Brittanje, kan houden voor een tydige wederwraak van den zevenjaarigen Dorlog, dien het eerfte tegen het laatfte Hyk hadt moeten voeren, en een zo fcha- de- (") Politiek Vertoog, bl. 74,  VEREENIGDE NEDERLANDEN. a75 delyk einde hadt voor de Franfehe Kroon; als mede dat de Staatkunde van Europa, en het onderfcheiden belang der Volken, Frankryk Hap om de Noord- Americaanen te onderfteunen, genoegzaam, in eenen. ftaatkundigen zin, regtvaardigt: dewyl dit Ryk hier de gefchiktfte gelegenheid aantrof om het Zeegezagvoerend Groot-Brittanje eene allergevoehgfte neep toe te brengen. Dan wy fchryven geene verdeediging van het gedrag, door lodewyk den xvi en diens fchrandere Staatsdienaaren gehouden, en zullen hier alleen by voegen tgeen einguet deswegen te boek helde. „Hel , Franfehe Hof heeft den Engelfchen twee volle jaaren tyd gegeeven om de zaak n 't vriendlyke met de Americaanen te vin 39 den, twee andere jaaren om ze met ge " weid te onder te brengen. Dan, u „ dien tusfchen tyd, was 'er niets 't geei „ vreemden verpligtte om allen Handt met de Kinderen af te fnyden; onde voorwendzel dat ze met hun Moede over hoop lagen. Frankryk heeft aa de te^en Engeland opftaande Americac " nen goederen verfchaft, welken de Ei gelfchen hun weigerden. Frankryk hee 5 van hun rechtftreeks ontvangen, 't gee 5' 't zelve, door de tusfehenkomst van.fi; % geland, niet langer kon krygen : dit het Regt der Volken. Het heeft er 1 gewonnen, 't Zou aan de zyde v; ', Frankryk eene jammerhartige kmdera tigheid geweest hebben , dit voorde te verwaarloozen, waar van andere \ ; " S 2 „ ke ö. BOEK. 1778. L l 1 1 r r n 1|n iis y m S' )1n,  z76 DE REPUBLIEK DER II. BOEK. Aanzoek der Engelfchen,in NoordAmericaTtri'maad. (*) Annales Politiques, Tom. IV. p. lor. 103» „ ken, de Engelfchen zelfs, zich zouden „.bediend hebben. Wanneer, in „ 't einde , door den aanhoudenden Oorlog, door het influiten en gevangen nee„ men des Generaals burgoyne, door de „ eenftemmigheid van allen met de Party „ van het Congres ; door het fchratvder beleid en de magtsvermeerdering des „ Generaals Washington, 'er geen twyfel meer viel of America was-, ten opzigte van Engeland, geheel verboren, en 't zelve gereed ftondt eene Mogenheid „ te worden, welker vriendfchap zo heil„ zaam was als haare haat nadeelig kon weezen, heeft het Kabinet van Verfailles zich gefchikt naar 't geen het lot be„ ftemde ten aanzien dier beide Volken. ,, Het ontving de Americaanen met open „ armen; en floot met hun eene Verbinte„ nislè, die, noch beledigend, noch uit>, fluitend is, zelfs voor Engeland; erken„ nende eene Oppermogenheid en Onaf„ hangelykheid, welke de Hemel door de „ behaalde overwinningen verzegelde :. „ Kon Frankryk anders handelen? en heeft „ het, zo doende,zyn plicht niet,op het „ ftipfte, betracht (*)?" Schoon men, in Groot Brittanje , niet onkundig was van 't geen 'er te Ferfailks omging, ten aanziene van het beraamen van zulk eene Verbintenisfe, en verfcheide omftandigheden, de des loopende ge- rug-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 177 rusten zeer aanneemelyk maakten , hadt men dit ftuk niet zeer geteld; en meer, gearbeid om nieuwe Lastbrieven te ver-. vaardigen voor de Gelastigden, weder na . Noord-America beftemd; — Lastbrieven van veel uitgebreider aart, waar van men affchriften voor uit zondt, en, zo veel mogelyk, onder't Volk verfpreidde. Men hieldt het daar voor, dat in dezelve den Americaanen veel meer werd aangeboden, dan hunne oorfpronglyke eisfehen waren geweest , waarom de Oorlog begonnen was; Lord north betuigde, „niette kunnen zien dat de Americaanen iets " meer konden uitdenken urn te vorderen, behalven alleen eene Onaf hangelykheid, " waar toe Engeland nooit kon komen, "en die het waar belang van America ook '\ weezenlyk was niet te begeeren q. De pooging der Engelfchen om deeze Voorwaarden van Vergelyk in America ondei den man te helpen, werd daar aangezier voor een list om het Volk teverdeelen: het Congres befloot, om de veragting hiei van op het duidelykst te toonen, dezelve in de Nieuwspapieren te plaatfen. De Oe neraal Washington, van den Enge, 'fchen Generaal tryon , die het verfpreidei deezer Papieren op zich genomen hadt ■ een geheel paket ontvangen hebbende on onder de Officieren zyns Legers uit t deelen, floot, in zyn Brief tot antwoord ee (*) Cetilkmatts Mogaz, Vol. XLVIII. p. 54S 3 II. iOEK. TA > 1 9 n  s?8 DE REPUBLIEK DER II. BOEK. I778. een gedrukt Nieuwspapier, waar in, op last van 't Congres , die Voorwaarden geplaatst waren, vergezeld van de befluiten, op dezelve door het Congres genomen. De Gouverneur turnbtjll erkende in een Brief, ten antwoord op het verzoek om deeze Voorwaarden uit te deelen, onder andere, „ daar is een tyd „ geweest, waar in deeze flap van het toen door ons erkende Moederland, met vreugde en dankbaarheid zou wee„ zen aangenomen; doch die tyd is onherroepbaar verloopen. De herhaalde verwerping van onze opregte en zeker „ genoeg onderdaanige Smeekingen; de „ aanvang der Vyandlykheden ; de ont„ menschtheid waar mede dezelve, van ,, uwe zyde , zyn voortgezet; de aan„ llootlyke onbefchoftheid, v/elke men, „ by elk gering behaald voordeel, laat „ blyken; de wreedheden, gepleegd aan de ongelukkigen, door het Krygsvolk „ in uwe handen gevallen, zyn alle on,, verzetlyke hinderpaalen tegen het denk„ beeld zelve om Vrede met Groot-Brit„ tanje te fluiten, op eenige andere voor„ waarden, dan die van de volflrekfte „ Onafhanglykheid (*)." Overeenkomftig hier mede was 'de uitflag der Raadpleegingen van het Congres; 't zelve verklaarde, dat, wanneer iemand, of eenige Perfoonen het waagde eenig af- zon- C*) Univer%al Magaz, Vol. LXXI. p. 32a.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. a?9 zonderlyk Verdrag, of Overeenkomst met de Gelasteden der Kroone van Groot-Brit- f fanje ai te gaan , de ^danigen aangemerkt en behandeld zouden worden, als Wanden van de Vereenigde Noord- Amenllnrehe Staaten; dat deeze Staaten m geerHandehng met de Gelastigdenkonden treeden , of zy moesten vooraf hunne Vlooten'en Legers te rug ontbiedenof nnders op de ftelligfte en. uitdruldykfte wvze de^ Onaf hangelykheid dier Staaten Semien. Tegen hit in flaap wiegen door veefbelooven'de voorhagen , moest men zich hoeden, en zich ten verderen Kryg, met allen ernst, toerusten (')• ^W^hetLetd.gevode^.^^ Americaanen in deezer voege gefchapen ftondt, kwam , uit Parys, _ de Heet si IttTon bean, met de Papieren, die het ze-el drukten op de fcheidmg van America ^Engeland: hy bragt, ter bekragtignig ov^dlmée^ handel en Vriendfchap. f^^™ was de blydfchap ^ N^r4^ZS dezelfde Nieuwspapieren, die koiteling, met zo veel fmaads, de laatfte Voorhagen vm. Vergelyk met Engeland, over al ve fuTeid hadden, werden thans, door hei fis gebezigd, om deeze tydmg domme be?end te maaken; met verheiitng va, de'oïdeloozeEdelmoedigheid deskoningi Zn Frankryk, de eerfte, die hunne Onaf (*) UniverfalMagaz.NoX. LXXI. p. S=S S 4. II. O EK. 778. De NoordAmerieaanenopgebeurd e» ver (takt, door de overgebragtegetekende Verdragen.  II. boek. 1778. Hoe zy de EngelfcheGevolmagtigden behandelen. 280 DE REPUBLIEK DER hanglykheid erkende: men gaf, daar benevens te verftaan , dat men op Spanje kon rekenen , als gereed om Frankryh voorbeeld te volgen; weshalven de Zeemagt dier beide Mogenheden mogt aangemerkt worden als veréénigd voor hunne Zaak; ja, de Leden van het Congres betuigden te vertrouwen op de Vriendfchap van andere Mogenheden, en de algemeene gunftige geneigdheid van Europa voor de Vryheid der Noord-Americaanen. Geen ongunftiger tydftip dan dit, konden de Engelfche Gevólmagtigden aantreffen ; zy werden , met de koelfte onverfchilligheid behandeld, en moesten, langs den gewoonen weg, hunne Papieren het Congres doen toekomen : deeze, iif overweeging genomen zynde, was het kort, doch veel behelzend, antwoord, door den Prefident henry latjrens, den Gelastigden gezonden : „ Dat het Con„ gres, uit alles vernomen hadt, hoe het „ Volk der Staaten van America aange„ merkt werd als onderworpen aan de „ Kroon van Groot-Brittanje; een denkbeeld van Af hangelykheid, 't geen zy niet konden verdraagen. Dat zy genegen waren tot den Vrede, ondanks de ,> ©nregtniaatige eifchen , uit welken de „ Oorlog ontitaan , en de woeste wyze „ waar op dezelve gevoerd was. Zy wiln den over een Vrede- en Handel-Verdrag „ handelen , niet onbegaanbaar met de „ reeds beflaande Verdragen, wanneer de i» Koning van Groot-Brittanje zich daar toe op-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 281 oprekt genegen betoonde: dat de ééni" ge voldoende proef dier genegenheid " was, eene uitdruldyke Verldaaring van " de Onaf hanglykheid der Staaten van Noord99 America , *ofhet opbieden der Leger" masten en Vloot en (*)•" " Washington's weigering van vrygeleide aan den Secretaris Dr. ferguson, werd, door het Congres goedgekeurd, en de Gelastigden dus buiten ftaat gefteld om in Perfoon te handelen met de Leden van 't Congres, namen het zelfde middel te baat om by het Volk ingang te krygen, als zv o-ebruikt hadden om hunne Voorflager van& Vergelyk onder de menigte te ver foreidenfdoch zulks hadt te zeer het voor komem van een toeleg om verdeeldheid ei ooftand onder de Volkplantingen te ver wekken, dan dat het opgang kon maaken ook dienden de Nieuwspapieren, om de; invloed,welken zulk een beftaan zou km; nen hebben, te keer te gaan. Men hielo het Volk voor oogen , dat zy reeds ee Verdrao- met Frankryk, als Onafhangelyk beflooten hebbende, met de GevolmagU; den , niet als Afhangelyk konden hand. len, zonder de goede trouw omtrent i^m ry* te fchcnden,en allen geloof by vrcer de Volken te verliezen; 't geen hun v; alle hoope op buitenlandfche hulpe z< V( * (*~) Uinverfa! Magaz. Vol. LXXI. p. 32,3ook ie Brieven, ten dien tyde gewisfeld nuffig Gcvoimagtigden en het Congres, ui dat lydfcrn Vol. LXXUI. p. 7%. S 5 II. 3 0 EK. Deeze ooogen verdeeldheid en oproer te verwekken. 1 9 1 t X 9 r- > {1- ;n )u :r- ïie de ft-,  *m DE REPUBLIEK DER n. boe k, 17?8. Veldtocht deezcs Jaars in NoordAmerica. J 1 verfteeken. Teffens zouden zy zich geheel ftellen ter genade van de zodanigen, die reeds alle middelen van bedrog, o-eweld en wreedheid, ten hunnen verderve hadden in 't wérk gefteld: dewyl noch de Koning, noch de Staatsdienaars,noch het Parlement van Engeland, zich verpliot vonden om eene voorwaarde, waar in zy met de Gevolmagtigden over een kwamen, te bekragtigen: of vonden zy zulks noodzaaklyk, om eenige tegenwoordige oogmerken te bereiken, het beroepen van een nieuw Parlement kon alles weder om verre ftooten. Men kon geen vertrouwen altoos ftellen op een Vyand, dien men reeds zo trouwloos, en zo hardnekkig in kwaadaartigheid en wreedheid, gevonden hadt. Daarenboven ftraalde het bedriegelyk oogmerk der voorgellaagene Onderhandelingdoor, in het aanbieden van Voorwaarden"^ die de erkende magt der Gelastigden verre te boven gingen (*). De Veldtocht deezes Jaars werd geopend met het ontruimen van Philadelphia, 't geen de reeds zo weinig beduidende poo2,-ingen der Gevolmagtigden nog kragtlooïer maakte. By Monmouth behaalde wasiington de overwinning op de EngeU "chen, die den nagt te baate namen, en )teaten Eiland, zonder eenig verder veries, bereikten. Deeze uittocht uit Phiicklphiawzs gelukkig in de uitvoering, en nog (*) Univcrfal Magaz. Vol, LXXI. p. 376.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 283 noo- gelukkiger ten opzigte van hettydrf Suntf want het leedt maar weinig tyds, of de Graaf d'estaing, van /Wo» onder «ü gegaan met een Vloot van dertien Linie-Schepen, met oogmerk om de Brlfche Vloot in de Rivier m te. flurten kwam 00 de hoogte van de Delaware Senwind en ongunftig Weer, hadt d< reif zo lang vertraagd, dat de Generaa clin ton" tvd en gelegenheid vondt on te ontlhappen. DeWe Hulp-vloot de Ü-iwrta. De Franfehe Vloot vooo-d zogt Nieuw-Tork aan te tasten doen vonft den boezem der Haven jrj. zyne zwaare Schepen, te ondiep, des lU vende hy na Ntofr-Po**, om Rhode-F land, bug in'sVyands handen gewet* en welks beleg te Land ondernomen was onder 't bevel van den generaal slll van, te vermeesteren. Terwyl de Fra, fel! Vloot in de Haven lag ontfeheepte de Americaanfche Legerbenden. Lord H WE vertoonde zich aan den mond d Have met alle de Schepen, welke hy 1 elkander hadde kunnen krygen De Gra d'estaing hak terftond m Zet 0 hem aan te tasten; doch een geweld en langduurige Storm , belette de V k ten by elkander te komen: zwaare fd de aan beide toegebragt, noodzaakte • zelve, tot herftel daar van, te haven Sullivan, van de hukder Franj Vloot verftooken, die na Boston geze was, moest, hoe dapper hy zien kwe II. BOEK. 1778. [ [ Z r r 5 ■> r- 1n> er >y af m ;e 0...1le:n.?he ild ït, LlCt  II. BOEK 17/8. Beginzelen des Oorlogs tusfchen Frankryk en F.ngeland in deezen Oord. (*) Univcrfal Magaz. Vol. LXIL p. 331. ïltlÜ. 70. 46. 47. 03. 98. 105. 284 DE [REPUBLIEK DER het beleg opbreeken: de Engelfchen waao-. den het hem, by 't aftrekken, aan te vallen ; doch werden met verlies te rug gedreeven, en vonden de Americaanen gelegenheid om, binnen kort,zonder gemerkt te worden, of één Man verlooren te hebben, het Eiland te verlaaten. In andere Streeken van Noord- America werd desgelyks, met wisfelenden Krygskans, geftreeden;maar de Engelfchen moesten een groot deel hunner nieuwe veroveringen, zo fchielyk verlaaten als zy ze gemaakt hadden (*). Terwyl de Kryg in Noord - America volduurde, begon dezelve in dit Werelddeel, met het neemen van de Franfehe Fregatten de Llcorne, de Belle Poule en de P alias , door de Vloot onder den Admiraal keppel. De Koning van Frankryk gaf daar op den Admiraal des Ryks last, om Brieven van Reprefaille tegen de Engelfchen af te vaardigen, en moedigde, door het aanbod van de grootfte voordeelen, het uitrusten van Kaaper-Schepen aan. De Vlooten, onder den Graaf d'orvilliers en den Admiraal keppel, ontmoetten elkander by Ouesfant: en daar de. eerlle allen lof by zynen Koning wegdroeg, wegens zyne betoonde dapperheid-, kon de laatfte het verwyt, van zich niet gekweeten te hebben,  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 285 ben, niet ontgaan (*> De fterk bemoeSe Franfehe Kaaper - Schepen waren voborfPoedig; zy namen een aantal.Britfhe Koopvaardyvaarders en verlcheide Kot- teDe Oorlog, tusfchen Frankryk en Engeland, zo°goed als verklaard , maakte eene afwending ten voordeele der NoordAmericaanen, die hoope mogten lcheppen, dat hunne verwagting, oin ook Spanje tot hunnen kant te zien neigen, eerlans ftondt vervuld te worden : want. fehoon dit Hof, by de zeer fterke Kryg* toerustingen , den toeleg bedekt hieldr en zich niet verklaarde, welk eene zyd< het zou kiezen, in de nu tot eenen Oor log o-ereezen verfchillen tusfchenv Frank ryi en Engeland, gaf het eene Verklaa ring in 't licht, die eene zjte\fS^ goedkeuring behelsde van het Verdra uisfchen Frankryk en Noord- America ge üooten; volgens 't zelve, ftondt het aa de Franfehe Schepen, uit Noord-Americ komende, vry, in de Spaanfche Haver te komen, en daar hunne Laadingen 1 verkoopen: ook hunne Pryzen m dezeh op te brengen, ten gelde te maaken, e op den zelfden voet te handelen, als g bruiklyk geweest was in voorige Uorf „11 _ De Americaanfche Scheg vonden ook toegang in de Zweedfche^H (*) Univerf. Mogaz. Vol. LXIII. bh 32°- n. b O EK. 1778. Spanje en Zweeden gunitig voor itNoordAmericaanen, T 3 | a s e e n > ;n a- %\  £06 DE REPUBLIEK DER M boek. 17.} O. Gerugt dat onze Staat, ten dïentyde, met de NoordAmcricannen.handelde. i ] vens; een gunftig voorteken, van de geneigdheid deezer Noordiche Mogenheid, om, ten gelegenen tyde, de Onaf hangelykheid der Vereenigde Staaten van NoordAmerica te erkennen, en, by alle voorkomende gefchillen, uit dien hoofde, indien mogelyk, eene volftrekte Onzydigheid in agt te neemen, of anderzins in de maatregelen van Frankryk te treeden. EenNieuwstyding-Schryver in Engeland zogt zyne Landsgenootcn , omtrent den tyd der Verbintenisfe tusfchen Frankryk en de Noord-Americaanen aangegaan, diets te maaken, „ dat 'er een Vóórhel tot een „ Verdrag tusfchen de Americaanen en de „ Staaten der Vereenigde Gewesten, ter ta„ fel van Hunne Hoog-Mogenden gebragt „ was, 'er by voegende, dat het zou af„ hangen van de aanmoediging, weïke zy „ van Frankryk ontvingen, of zy zich ten „ voordeele der Americaanen zouden ver„ klaaren; zeker was het dat de Holtejiders, „ hun heimelyk, zo veel zy kunnen, by„ honden (*)." Doch de, valschheid des ^erugts, wegens dien Voorflag, alleen verbreid om onze Staat meer en meer in haat )y Engeland te brengen, en als geheel aan ie Franfehe belangen verknogt te doen roorkonien, bleek ten overvloede, dewyl pr niets van dien aart gebeurd was; en het jelachelyk is daartoe te brengen, het gehandelde tusfchen de Heeren william lee («) Genielmar.s Magaz. Vol. XLVIII. p. 285.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 287 iee en jean de neuffille , te Aken ; 't geen vervolgens van zulk een naüeep was , en, te zyner plaatze, door ons moet vermeld worden (*). Alleen behooren wy hier by voorraad, op te tekenen, dat het laatfte Engelfche Ontwerp "van Bevrediging der Volkplantingen met het Moederland, grond gaf om te vreezen,dat het bedino- van eenen uitfluitenden Handel, onze Kooplieden geheel van den Handel op America zou ontzetten: ter yoorkominge hier van, ontwierp gemelde Commisfans van het Americaanfche Congres, met dien Amfterdamfchen Koopman , met voorkennis der Pvegeeringe van die Stad, eenPlan, 't geen de Heeren Burgemeesteren, zo ras de Onaf hangelykheid van Noord- America erkend was, beloofden in den fchoot der Souverain te zullen brengen. Zo veel oordeelden wy te moeten melden, wegens 't geen, ten deezen Jaare, omtrent het Zeeweezen, deZeerooveryen der Engelfchen, de Handelingen met dat RYk, en met Frankryk gebeurde, als mede van het voorgevallene in Noord-Amenea en wat daar toe betrekking hadt, van zo'veel invloeds op alles wat Staatszaaken betreffende, in deeze Gewesten om en zwanger ging van gewigtige voorvallei in het toekomende, die, buiten dit verband , geheel niet te begrypen zyn. ö He (*) Brieven van candidus, III. D. bl. 153. n. ÏOEK. 1778. I  288 DE REPUBLIEK DER m BOEK 1778. De Voo regten der', ;roc te Vis- fcherye verlengd en de Kabbel- jaauwvis fchery befchut. Voordee li ge Tabaksteelthier te Lande. Het wordt meer dan tyd het oog te ves» . tigen op andere voorwerpen, den Lande betreffende , die desgelyks onze aandagt verdienen. De verleende vrydom •.van lasten, aan de Groote Visfchery toegeftaan, met dit Jaar ten einde loopende, - verlengden de Staaten van Holland denzelvcn, voor den tyd van drie Jaaren (*). — ;De Algemeene Staaten, in ervaaringe gekomen zynde , dat, ten behoeve van _ vreemde Natiën,hier te Lande, Vischhoe'kers met Bunnen gebouwd en uitgerust wierden ter Kabbeljaauwvangst op de Noordzee, ten nadeele van de Ingezetenen de ezer Landen , van deeze Vischvangst beftaande , verboden het bouwen , verhuuren, leenen en leveren van zodanige Vischhoekers aan vreemden, of het bevragten van dezelve, voor Rekening van Uitheemfchen, op verbeurte der Schepen en eene boete van 3000 Guldens (f). Zints veele jaaren was het planten van Tabak geen geringe Tak van Werkzaamheid en Handel geweest, omftreeks Amersfoort en in Gelderland. Dan de blykbaare minderheid in foort, deedt deeze inlandfche altoos verre beneden de buitenlandfche ftellen. Schoon geene aanmerkelyke verbetering meer verders baarde, en dus die Planteryen meerderen bloei bezorgde, ?ag (*) N. Nederl. Jaarb. 1778. bl. 12* (t) IV. Neder/. Jaarb. 1778. bl. 14,  VEREENIGDE NEDERLANDEN. atfo zao- men dezelve op eene verbaazende wyze toeneemen, in gevolge van de Americaan- b c fche Onlusten. Deeze belemmerden den overvoer der Tabak grootlyks, en deedt 17 den prys zo zeer ftygen,dat men,voor de beste binnenlandfche foort de helft meer gelds kon maaken dan kortsgeleden, en voor de gemeenfte omtrent den prys bedingen, onlangs Voor de beste ontvangen. Dit aanzienlyk voordeel bekoorde: ieder, om. zo te fpreeken, werd Tabaksplanter, men zag,in die Streeken,fchuuren by fchuuren timmeren, tot het droogen en de verdere behandeling dier fterk aangekweekte Plant. Landen , voorheen tot andere Gewasfen o-efchikt, werden tot Tabakslanden gebruikt j in de Betuwe hakte men kersfenboomgaarden omverre om 'er Tabak te teelen. Men fcheen, deeze Streeken doortrekkende, zich in Virginie te bevinden, en zag niets dan Tabak: en de algemeene werkzaamheid daar in, bragt.groote voordeden toe,hoe zeer het te wagten ftondt, dat, de Oorlog in America een einde neemende , (waar toe zich alle waarfchynlykheid reeds begon op te doen,) de groote voordeelen deezer Planteryen , met. dien Oorlog te gelyk zouden ophouden (*). Van het uiterfte aanbelang voor ons Vaderland, is het wel: gadellaan van deszelfs Waterftaat, ter behoudenisfe en verbeteringe der binnenlandfche Vaard. In de jaa- (*) N. Nederl. J/aarl. 1778. bl. 211. 1495I. deel. T II. ek. Plani te* gen de verzanding van het'Y.  *9o DE REPUBLIEK DER II. boek. Jaaren mdcclxxii en mdcclxxiiIj waren deskundige Mannen over den Waterftaat van BJiynland geraadpleegd. Het bleek dat deeze in eene zeer nauwe betrekking ftondt tot de gefteldheid van het Y; naardemaal de veranderingen, door die Rivier ondergaan, veeltyds ten grondflage gelegd worden van de veranderingen van den Waterftaat van Rhynïand. Onder deeze veranderingen van hetY, verdienden de menigvuldige aanflykingen dier Riviere voor de Stad Amflerdam, boven al in aanmerking genomen te worden: en vermids die aanilykingen een aller onaangenaamst vooruitzigt opleverden van belemmerde Scheepvaard, op dien druk bevaaren Stroom, was, met volle overwigt van reden, de aandagt der Overheid,zedert dien tyd gevestigd geweest, op het beraamen en te werkftellen van bekwaame middelen, om de verdere gedugte toeneeming der Ondiepten van het Y voor die Koopftad te ftuiten, als mede om de aangeflykte ftoffen van daar te verdryven. Met dit inzigt ftelden Gecommitteerde Raaden , Dyk-Graaf enHoogHeemraaden vaxxRhynland, dit gewigtig ftuk in handen der Toezienderen van Èhynland, de Heeren engelman en eruinings , en den Landmeeter bolstra, deezen gaven middelen van herftel op , over welken de Regeering van Amflerdam , de bedenkingen innam van de Heer steenstra, Lector in de Wistw Zeevaardkunde te dier Stede : deeze keurde de voorgellaagene middelen af, met ' de.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. i$l de opgave van in veele opzigten rechtftreeks daar tegen overgeftelde. Deeze ftry-1 digheid van begrippen van deskundigeLieden, die ieder hunne gevoelens, met 3 allen ernst, in breedvoerige gefchriften, verdeedigden, deedt de Staaten van Holland te made worden, de gevormde Ontwerpen , met daar by ingediende Gefchriften , aan de Hoogleeraaren in de Wysbegeerte te Leyden, allemand en van de wynpersse, op te draagen, die het Plan van den Heere steenstr a met hunne goedkeuring vereerden, waar op Hun Ed. Groot Mogenden, in Grasmaand deezes Taars beflooten, dat dit Ontwerp in zyn geheel, door dien Heer zou ter uitvoer gebragt worden,gelyk gefchiedde (*).- Ge* duurende het verloop van Jaaren, dat dit ftuk hing, ontbrak het niet aan veelvuldige Schriften, over een zo belangryk onderwerp; kundigen,en minkundigen deelden hunne aanmerkingen mede ; en het verfchilde zeer veel dat het door de Leydfcht Hoogleeraaren voorgetrokken, en dooi den Staat omhelsde Plan, eene algemeene goedkeuring wegdroeg : veelen wraakter het, en zagen het hulpmiddel aan, als ge fchikt ter vermeerdering der kwaaie , 01 om eene andere, in de plaats daarvan, ti doen gebooren worden. (*) N. Nederl. Jaarb. 1778. 979 — "78. wf* men de Stukken, van wederzyden ingeleverd, en beoordeel in g der Hoogleeraaren, in ft gsbesl vunas. T a ÏL ! OEKs 77*>  DE REPUBLIEK DER II. BOEK 1778, DeVerbeurtverkiaaringen in Gelderland, in de Colonien, en elders,afgefchaft. De invloed van eene betere Denkwyze en daar uit fpruitende zagter Zeden,, vertoonde zieh in de Affchaffing van de Verbeurtverklaaring der Goederen. Eene Straf, by de meeste Volken reeds van ouds in gebruik ; doch meer gefchikt om onfchuldige Naabeftaanden , dan wel den Misdaadiger zelve te ftraffen. Op veele plaatzen, en byzonder in Gelderland, was het een regel, dat niemand te gelyk zyn Lyf en Goed kon verbeuren, dan in geval van Gekwetste Majefteit, Vadermoord en Geweldige Schaaking. Over deezen regel en de drie gemelde uitzonderingen,.zo wel als over het geheele onderwerp der Verbéurtverklaaringe, was meermaalen twyfel ontftaan, en 't zelve door de Staaten van Gelderland in de ernfiigfte overweeging genomen; die daar op beflooten, de gedagten en het oordeel des llofs van Gelderland in te neemen; welk Hof, naa een nauwkeurige Verhandeling , over den aart en verfcheide foorten van Verbeurdverklaaring, als mede een onderzoek van 't geen in de Landregten van Gelderland daaromtrent was vastgefteld, het aflchaffen van de Vcrbeurdverklaaring der Goederen van eenen Misdaadigen , by vonnis van den Regter, heeft afgeraaden. In gevolge van welken raadgeevenden Brief, het geregtlyke Befluit der Staaten van Gelderland viel, om de Verbeurtverklaaringen, in de gemelde, en in alle gevallen, te doen ophouden (*). ' Da (*) A'. Nederl. Jsarl: 1778. bl. 3II. 327.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 293 De Algemeene Staaten volgden die zelfde roepftem der Billykheid, en vermeng-1 den, in alle Volkplantingen van den Staat, en in de Generaliteit* Landen, die lchreeuwende Regtsvorderingen, tot verdrukking der onfchuldigen ftrekkende, en tot vermeerdering van der Vorften mkomlten , vastgefteld (*). , Alle Voorftanders van de onvervreemdbaare Regten der Mcnschlykheid, alle Beo-unftigefs van daar mede overecnkomftige Staatsbeüuiten, wenschten,dat die zelfde ^•eest van Billykheid, welke het ahchaffeh der Verbeurtverklaaringen inboezemde ook eene vrye werking mogt hebben, omtrent het ftuk der haatlyke Drostendienflen in Overysfel; maar deeze vondt zich te deerlyk belemmerd door Ileerschzugt en Eigenbaat; en een deruitmuntendfte Voorftanderen van de edele zaak der Vryheid, moest, met fchande en oneere overlaadeh , ter Raadzaal uitgcflooten 'worden. Men vergunne ons dit ftuk.,'t geen toen zoveel .rerugts maakte, en van zo erttftige gevolgen was, wat hooger op te haaien. — Hei Leenftelzel hadt de Edelen tot Hecrfchers, ' en de andere Ingezetenen tot Slaavcn gevormd (|). biet het verval van 't zelve, befpeurde men, in de gefteldheid der Vol . ken van Europa, eene groote verandering dan 'er bleeven yoetftappert over van di 011 (•) N. Neder!. Jaarb. 1779- K fo5-' ' i\ ) Men flaa hier open roêertsom, flift. van & rel den F., II. D. bl. 57- T 3 m !0£k, [778. t Gefchil over de Drostendienftenin overVfeL > : !'  S94 DE REPUBLIEK DER BOEK. 1778, onvoegelyk onderfcheid, en fchoon elders meer diln hier te Lande, deeze Gewesten niet vry van dit veragtlyk gedenkteken der Barbaarschheid (*), deeze, hoewel met den tyd gelleeten, befpeurde men nog in Overysfel in de Dienften, welke de Drosten van de Boeren vorderden. Meermaalen was, by voorkomende gelegenheden, over dit onderwerp, in de Staatsvergaderingen diens Gewests gehandeld: en hadt men daar op beiluiten genomen, welken dit prangend juk van Dienstbaarheid op de fchouderen der Boeren lieten. In een vergeeten hoek lag verfchooven een Befluit van Ridderfchap en Steden van den Jaare mdcxxxi, by 't welke aan de Heeren Drosten een jaarlykschlnkomen van Gelde werd toegelegd, tot vergoeding van alle dergelyke Dienften , welke. dus afgekogt waren (f). Eenige Landlieden verzogten reeds in den Jaare mdcclix, om van zodanige Dienften, immers buiten het Drostampt, bevryd te mogen worden. De Gelastigden, om eene fchikking daar op te maaken , bragten eerst in den Jaare mdcclxxiv in 't midden, hoe 't hun best dagt, dat 'er zes Heeren benoemd wierden, tot het beraamenvan een overllag,om die Dienften, ééns (*) De groot,Inl, tot de Ho//. Regisgeleerdb, j. B, 4. §, a. (f) Men vindt in Jonkheer J. D. van der CapelL n Regent, bl. 94. en in de N. Nederl, Jaarb, 177$, bl, 313, dit merkwaardig ftuk,  VEREENIGDE NEDERLANDEN. t|! luiks zouden kunnen doen. De Heeren, Sefdifftuk belast, verklaarden, m t vo a tw van beo-rip te weezen, „dat " verXt zyn te doen, dezelve alsnog, " S vcifteL, zonden behooren tekon nen of te mogen doen; doch dat at " «enen, welke'mogten verkiezen deze " fe af te koopen, zulks zonden kunne. " In n osen doen, mits voor ieder Wa " genTenst aan den Heere Drost van he " gSbetaalende één Gulden en voo " ieder Handdienst vyf Stuivers: doch da " nDiftiicten, waar dezelve reeds op ze " keren prys geheld waren, ot des een " overeeritomit gemaakt was, het zelv " dlarby, als nog, zou behooren te ve „ auuuy, 5 j> De ^^derfchat 'als mede dY Steden Deventer en Kampei ftemden in 't gemelde verflag en plan c Drostendienften betreffende (f)- ™ kon'er niet toe verdaan, en iloeg op d, Landdag des Jaars mdcclxxvi een pl vooi ingerigt om de Dienstbaarheid g neel te doen ophouden. Doch met me, Serheid nam men een Befluit, overee komflig met het gedaan verflag der * Ken: waar tegen die van Zwolle zi <*) Van der Capellen Regent, bl. 58, 59- ■ ( f) Aid, bl 62, 63. v T 4 II. boek - *-*.D 1 t r t e e r'» ie ol :n in e:rnes 4 :r«  ÏÏ. boek ï.en kant zich tegen de Dr.'stendienften«au. '*$6 DE REPUBLIEK DER » verzetten, met betuiging van hun leedwee* . zen, dat men hadt gelieven goed te vinden , om met Meerderheid te befluiten in eene zaak , die yolkomene Eenparigheid eischte; zy hielden aan zich het inleveren van eene nadere Aantekening, waar in het reeds gemelde Befluit der voorgaande Eeuwe , de vohlaage Afkoop der Drostendienften behelzende, te voorfchyn kwam, en met veel klem werd aangedrongen, het gehouden gedrag der Meerderheid ten fterkfte gewraakt, en het genomen Befluit, met de Aankundiging van 't zelve, voor kragtloos en niemand verbindende gehouden, als mede voorgeflaagen om de raadpleegingen over de Drostendienft.cn, te hervatten ; ten einde dit ftuk, hoe eerder hoe beter, met eenparigheid op zulk een voet te brengen, dat het voor de Heeren Drosten voegelyk en voor de Ingezetenen draagelyk, en minst fchadelyk was. Tegen deeze Aantekening voorbehielden de Ridderfchap, nevens de twee andere Steden, hunne Aantekeningen (*). Sleepende bleef dit Stuk, aan zo veel verwyis gewoon, en dat, verder voortgezet, geen vriendlyk uitzigt opleverde, tot dat de Ridder van der capellen tot den pol,een Man, „die zich ver„ bonden hadt, om geenerlei gebreken, ,, of influipzels, even veel waar, en on* „ der- O) Aid. bl. 04 76. Men vindt deeze Stnk- Immfe inde N, Ned. Jaarb. 1779. bl. 317-326,  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 297 der welke gedaante ze hem mogten voorkomen, goed te keuren, of te ver" wen " (*S In Grasmaand deezes Jaars ^Sffly^ hem verhief, en de zaak zyner verongelykte Landsgenoote in Overysfeh Staatsraad bepleitte. Schoon dit Vertoog afzonderlyk gedrukt, en,naar verdienfteS,in andere Schriften geheel maelvfd is, (t) kunnen wy niet vooroy ut ?ene en andere hoofdtrek uit opteleveren. Hoe "dus liet deeze Vryheidsvnend zich 'hoorei', melding geenhy, ter gelegenheid van het PM aa des laars mdcclxxvi, ten voordeele de Slaaven in 't midden bragt, „hoe zou ik daar ik my dus voor de Slaaven onze M Wkplautmgen in de bresfe heb geheld " kunnen nalaaten ook eene pooging t " doen, ten voordeele myner eigene Mt " debureers.de Ingezetenen van het plai " te Land deezer Provincie, die, fchoo " nevens ons Edelen en Stedelingen, g " vke Leden eener zelfde Maatichapï " zvnde, fchoon dezelfde algemeene la " ten draagende, fchoon zo wel als V\ l voor de Vryheid geftreeden hebbend n Zie van der capellen Voorredenvt & Aanmerkingen over den Aart der Vryhetd Dr. price, bl. 13' ( + 1 Onder den Tytel van Vertoog over de Om fitheid der Drostendienüen , door j. d. v an d gap ellen , men ontmoet het In van der Ca ien , Regent , Ni 77- enz. en 10 de N' ^ •jaarb. i?7* bl' ^, II. ïoek. r. » n y s- y - 9 ie 'au et- ER eiél.  ïï. BOEK 3 3 5 1 1 298 DE REPUBLIEK DER „ de eenigen zyn,wien 't niet maggebeu. „ ren de zoetfte vrugten van den bitter„ ften arbeid te plukken, en zich,naa zoo „ veelzwoegens en bloedvergietens, met ,, de daad, en zonder uitzonderinge, in „ Vryheid geheld te zien.— 't Is, Edele » Mog. Heeren, aan allen, die my met hun„ nen ommegang vereeren, over bekend., „ dat het my fteeds een bron van knaa„ gend verdriet was, op de vrye halzen „ van zo veelen myner Mede-Ingezetenen, „ nog zo diepe en duurzaame tekenen van „ het prangend Juk der Dienstbaarheid te „ moeten aanfchouwen,en geen middel te „ weeten om 'er hun van te verlosfen." Naa eene opgaave van het, in de laatfte jaaren,gebeurde over de Drostendienften, eu 't geen zyn perfoon byzonder betrof, als mede zyne bedenking over den oorfprong dier Dienstbaarheid, waar aan de Overysfelfche Ingezetenen ten platten Lande zich nog onderworpen vonden,zo zeer afbekende by de Vryheidsmin der Oude jermaanen, die zich meer lieten raaden dan 'leheerfchen, oppert hy twee ftellingen /oor eerst, „dat deeze Dienften in hun, nen aart een foort van Slaaverny zyn, , en, ten anderen,dat Niemand der Inge, zetenen daar toe verpllgp is. „ De eerfte deezer Stellingen behoeft , weinig betoogs. Men is in een eigenly, ken zin een Slaaf vw. Hem, dien men , gedwongen is te dienen. De tyd hoe , lang, of wanneer, kan het weezen der , zaake niet veranderen. Zommigen zyn k Slaa.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. a99 Slaaven voor hun leeven, anderen voor J een bepaalden tyd, en onze Boeren zyn " 't geduurende die twee dagen des Jaar,, J opwelken zy,even als de Negerhaaven in de Volkplantingen, om allerlei " 't veragtelykfte niet uitgezonderd, voor " de Heeren Drosten te verngten , met " draf en boete geprest worden. - Deeze *■ Sften zyn louter perfoneel, en druk, op het Land woont, en welks belanger " wel eens meer over 't hoofd zyn ge " Se'tweede Stelling, dat niemand der In aezetenen daar toe verpligt is, betoogt h; eerst uit het Natuurregt. „ Door aezedu Hand gefchaapen, met dezelfde vermo " geus van Ziel en Lichaam begaard,aoo dezelfde begeerten genoopt, ooor de zelfde Behoeften geperst aan dezelfd Zwakheden, aan denzelfden Dood, aa " \ zelfde toekomftig Oordeel ondcrwo. " pen , en voor het aangezigt van de ' Booten schepper vanHemel Aarde in 't ftof kruipende, zyn zich " le Menfchen onderling gelyk. -~— de Fortuin den eenen gunibg, den a " deren eene Stiefmoeder geweest; is < " een de grenzen van het ongemeeten r " der Waarheden eene hair breedte diep " doorgedrongen dan de ander; kan icmai " eenige ponden zwaarte meer tulen d " zyn Nabuur, dat kan geen weezenf *\ onderfcheid tusfchen hun maaken,no I! hem, die xyker, kundiger, of iterfc 3> • n joek. l77'è. I r e li n n 1Ls ie ,'k er id ui :h MC» s>  3oo DE REPUBLIEK DER II. BOEK 17/8. s 5 9 j 9 9 „ is,eenig regt geeven om zynen min be., deelden, min kundigen, min herken Na)t tuurgenoot, als zyn eigendom, te bey, heerfchen en te gebruiken. -— De Na„ tuur, derhalven, kent geen Meesters en „ Slaaven; en wel verre van het eene ge„ deelte onzes geflachts aan de belangen, „ het vermaak, of de driften, des ande„ ren, op te offeren , heeft zy ze allen „ op eenen gelyken grond geplaatst, aan „ allen het zelfde Regt tot geluk gefchon„ ken, en allen, zonder eenige uitzonde„ ringe , onder dezelfde verpligting ge„ legd om dit onderling en wederkeerig te „ bevorderen, 't Is alleen in deezen zin, „ dat de een gezegd kan worden voor den }> ander gefchaapen te zyn. 1 „ Dit zegt, dit wil de Natuur." Maar wat zegt, vervolgt hy, tot een tweede beivysftukovergaande, „deMaatfchappy? „ Even 't zelfde; in haaren aart bcfchouwd, „ is zy niet anders dan een Verbond van „ onderlinge Befcherming en Guarantk ., tusfchen derzelver Leden, met opzigx ., tot alles, wat elk hunner het zyne kart „ noemen, aangegaan. Zy vernietigt de , fchikkingen der Natuur niet. Zy voert , geene nieuwe betrekkingen onder het , menschdom in, die lynrecht zouden aan, Loopen tegen die, welke haaren grond s in 'tweezen, en de eigenfchappenvanre, delyke vrj-e, en onderling even gelyke , > en van elkander niet afhangende fchep- > zelen, hebben. Met e'e'n woord, zy is > het eenvoudig, het gepast middel, waar „ door  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 301 door de Menfchen hunne natuurlyke " vryheid en hunne bezittingen 5 hunne " aaneeboorene en wel verkreegene reg" ten tec-en allen overlast en inbreuk zoe" ken te°befchermen. En daar het heil en " welzvn van alle haare Leden, naamlyk " des geheelen Volks, haare eerfte, haare " hoogfte wet, haare uiterfle bedoeling is, " zo kan zy,met geene mogelykheid, on" derfteld worden, eenigen eisch, eenigen " toeleg,eenige zo genaamdevoorregten, " hoe ook verkreegen - hoe lang ook ge" oefend — te wettigen , waar door de " Heerschzugtige zich zeiven boven dt " wolken plaatzende, zynen Medeburge het ftof ondei zyne voeten zou doei *! likken; of waar door het der nooit ver " zaade Hebzugt zou gelukken, zich me " het zweet van anderen, ja dikwerf va " de zulken, die zelve onder de nypend " he armoede, gebukt gaan , te moge „ voeden. , , Noch de Natuurwet, noch de Burge maatfchappy in 't algemeen befchouwc " eene zo verregaande Onderwerping vi " den eenen Mensch aan den anderen nu " invoerende, niet toelaatende, ja zelfs nu " duldende, zo blyft nog te overweegel welken grond de Dienstbaarheid onz • " Ingezetenen in byzondere Wetten " Verordeningen deezer Provincie he " be?-DaarIk,Edele Mog. Heeren!n: " mands gunst heb te bejaagen,daar ge S' perfoneele haat, of belang, my verve ren, en de vrees de fterblle myner har 5 » * II. soek.' im L t 1 .1 > n :t ;t i> ;r Df be- en iets. 'g-  il boek. 1778. J 3 3 5 3 J> Sj j: 3! 3J 33 35 33 33 33 »» 33 33 53 3> >> 302 DE REPUBLIEK DER „ togtcn niet is, meen ik niet geheel on> „ gei'chikt te zyn , om, in dit geval, aan „ de waarheid, in haare natuurlyke ge„ daante, hulde te kunnen doen. Ik kan, ik wil, ik mag, daarom myne Vcr(, wondering, of, om'het met den rechten naam te noemen, myne Verontwaardi, ging niet verbergen over de onbe, fchaamdheid, over de flrafbaare ftout, heid van hun , die zich niet ontzien > hebben, naa den Jaare mdcxxxi, met , verbreeking der goede trouwe, en met , gevaar van vernietiginge van allen 011, derling vertrouwen tusichen de Regeer, ders en hun die geregeerd worden * on, ze Ingezetenen,, fchoon zy 't zelve met , hunnen gelde afgekogt, en hier van een , deugdig Handvest en Charter verkreei gen hadden, opnieuw, met het verne, derend juk der Dienstbaarheid te drukken. „ Verre zy het, nogthans, van my, dat ik zou beoogen de tegenwoordige Heeren Drosten met eenige fchuld in deezen te bezwaaren. Niet Zy, die hunne Ampten eenvouwiglyk op den voet hunner Voorzaaten ontvangen en bekleed, en waarfchynlyk deeze zaak in haar waare licht nooit befchouwd hebben; maar Zy, die de Eerften, die de Voorgangers zyn geweest, om, 'tgeen, zelfs onder de woeste Volken, als heilig en onfchendbaar wordt geagt, met voeten te treeden, en Dienften, die voor eene aanmerkelyke, door de Ingezetenen „ als  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 303 - als nog heden ten dage opgebragte en " door de Heeren Drosten genooten wordende Verhooging der Tractementen af" eekogt waren, door middel van een mis? bruikt gezag over devreesagtigeBuitenlieden, en van eenen al te grooten m!' vloed in de Regeering zelve, op nieuw in te voeren en als een regt te eifchen. " Hier op bragt hy het te lang in een duisteren hoek fchuil gelegen hebbende Befluit des Jaars mdcxxxi te voorlchyn. en liet 'er op volgen. „ Zie hier dan , Ed Mon- Heeren! een Charter, een Hand vest: ja, laat ik, om den Voorftanderei der Dienstbaarheid, zo 'er dezulkennoi " mogten gevonden worden,allen hertre< " af te fnyden, de door Natuur- en Maat " fchappy-wet reeds vry verklaarde Inge " zetenen van dit vrygevogten Land, voo " 't laatst, in de gedaante van Slaaven be " {chouwen ; ziet hier dan ten minlle; " eene Fry'laating, welke door de Vryge " laatenen zelve gekogt en betaald, en doe " Quitantie bevestigd is! ja zodanig w< " fevestigd, dat zelfs in het Reglement " op de Regeering deezer Provincie m de " Jaare mdclvii, onder bemiddeling d< ' Heeren Staaten van Holland, ter gel< " genheid der bekende fcheuringe b " raamd,uitdruklykvastgefteld is/tgee " zedert ook is gefchied, datnaamlyk, de Commishen der Heeren Drosten ' onder anderen zou worden ingevoegi " Dat zy zich geconfenteerd zouden moet 1! houden mst hunne er dinar is Tra&emeut ' 1 n. boek, 1778. I t i r. v r" :i ? n :r n n l. m n-  3o4 DE REPUBLIEK DER m boek. 1778. ende Profpen, zonder de Ingezetenen van hunne refpt&ive Drost-ampten, met eeni„ gerhande lasten te bezwaaren , met wat „ naame die ook genoemd mogen worden." Uit dit oorfpronglyk Handvest toont hy de onvoegelykheid van alle Raadpleegingen op het huk der Drostendienftengehouden, van het begin deezer Eeuwe tot tegenwoordig, en vervolgt: „Een philips, „ met zyne vargassen, moge het ver„ kragten der Privilegiën een fpel, het her„ roepen derzelven een gedeelte der Sou„ verainiteit heeten. Wy, Ed. Mog. Hee„ ren! zyn beter onderweezen. Wy heb„ ben geleerd, dat alle Eigendom heilig „ is. Wy weeten, dat Foorregten,dt edef„ fte foort van Eigendom, de voortreflyk- fte van alle Bezittingen zyn. Wy eer„ biedigen ze derhal ven. En daarwy allen „ overtuigd zyn, dat het roemryker is aan „ het hoofd te ftaan van een- vry Folk dan ,, eenen troep laffe Slaaven te dry ven, zo „ verwagt ik, dat elk uwer Ed. Mogen„ den, met genoegen en goedkeuring „ eenen voorflag zal hooren, die , daar „ dezelve aan de tegenwoordige Heeren „ Drosten, alle redelyke voldoening zal „ geeven , ja meer dan zy Heeren van „ regtswegen zouden kunnen eifchen, te„ vens gefchikt is om onze Ingezetenen „ des Platten Lands , eindelyk eens van „ alle Dienstbaarheid te bevryden,en hun „ ftoffe te geeven om de geheugenis van „ dit Jaar in zegeninge te houden,en deNaa- men van die in 't zelve geregeerd of ïn- „ vloed.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 3°5' • s vloed gehad hebben , in hunne dankbaare harten, aan de zyde van hunne „ Weldoenders, van den Jaare mdcxxxi, „ te plaatzen. Ik weet te wel hoe moeielyk het zy oude paaien te verzetten. Ik begeer ' mynen Medeburgeren, wier zaak en , belangen ik heden bepleit heb , var * weezenlyken dienst te zyn, en na geer ' fchimmen te grypen. . Ik gevoel ooi ' de hardigheid, die het zou in hebben , de Heeren Drosten, zonder eenige yer o-oedinge, te befnoeijen, m voordee len, welke zo veele jaaren aan hunn Z Ampten zyn gehegt geweest, en Z tot hier toe, ter goeder trouw, hebbe genooten. - , " % Wat dan? —— Al wat zede „mdcxxxi, het Jaar van .Vryneid, het ftuk der Drostendiensten^ geda: " of beflooten is, worde vernietigd; o Z om naauwkeuriger te fpreeken er ' niets gedaan of beflooten- Alles * ' hieromtrent van dien tyd .af geda werd,is vim zelfs kragtloos. Alle befl Z ten zyn gebrekkig; de wettige en vc eeuwig vernietigde .Dienstbaarheid c Z Landlieden , kun tot geen onderw van dergèlyke Staatsbeiluiten ftrekk " En wat het laatstgenomene beiluit i " Taars mdcclxxvi betrelt, was Meerderheid niet bevoegd iets te be Z ten in eene zaak, die voorzeker i Z parisheid vereischte : en vyas het Heeren Drosten , in gevolge van * L deel, ' V n m BOEK) 1 e K n. tt n .11 5 is at an .üorlef :rp m. ies de luiddeneen b©:  305 DE REPUBLIEK DER II. BOEK. 1778. Capellen deswegen in haat, levert een nader Vertoog in. „ bezwooren Reglement, niet geoorlofd „ Raadpleegingen van dien aart by te „ woonen en 'er hunne ftemmen uit te brengen, zo dat 'er niets wettigs ver- rigt, en alles van allen wetgeevend „ vermogen ontbloot is; weshalven, ge„ lyk Schepenen en Raaden van Zwolle „ zeer wel zeggen , noch het Befluit s „ noch de Afkondiging van 't zelve , ie,, mand verbinden? Hy verzoekt, over zulksy dat Hun Ed. Mogenden „ de goede Ingezetenen des Platten Lands, by hunne aangeboorene „ en wel verkreegene Vryheid gelieven „ te handhaaven, en hun by eene Publi5, catie laaten weeten, dat zy, ten eeuwi- gen dage, van het doen van Drostendien„ ften ontflaagen zyn, — en ten anderen, ,, dat aan de Heeren Drosten, die 'er te„ genwoordig zyn; doch aan geene vol„ genden, uit de ProvinciaaleKas, 'sjaar- lyks, zo lang zy Heeren Drosten deeze Drostampten bekleeden, zodanig eene », fomme worde toegelegd, als evenredig; zal bevonden worden aan het nadeel» ,, dat zy door het ganschlyk ophouden „ der Drostendienften komen te lyden. Welk eene uitwerking dit manlyk Verloog baarde by Leden der Vergaderinge, die reeds den Heer van oer capellen, met het ohgunftigst oog aanzagen, en met een tegen hem vooringelomen oor hoorden, die hem voorheen met zo veel minagting behandeld hadden ,  VEREENIGDE NEDERLANDEN* 30? den (*), valt ligt te raamen, Het Vertoom werd in handen gefield van eenige Heërai om het te onderzoeken, en na te saan of 'er ook eenige Taxatoire termen, Tegen de voorige Leden der Vergadering in werden gevonden, en van alles verflag te doen (f). Naa het uitfpreeken des Vertoogs, hadt de Heer van averbergen, de vryheid gebruikt, om, ten opzigte van capellen, ten aanhooren dei VeWaderinge te zeggen,dat hy 'ervreemd ■was ingekomen (§), telkens de Foorouders vai fym Heeren kwam taxeeren, dat zult niet te pasfe kwam, en eens een einde moes, lebben (**). — Deeze zaak hmg tot der Volgenden Landdag in hét Najaar. Op dee zen leverde de Heer van der capel len eene Bylaage in tot zyn Vertoog ove, de Drostendienften, op dat het daar by ge plaatst en mede beoordeeld mogt worden *t Zelve ftrekt om te toonen, dat er eei tvd o-eweest was, waar in men het Beilui des Jaars mdcxxxi, raakende het den der Drostendienften hadt geëerbiedigd even sclvk dezelve in het Hoofdfchou; ampt van Hasfelt als nog geen plaats hac (*~) Zie hier boven, bl. i\6. -. • W) Jonkheer van der Capellen Regent, bl. 101. X Met hoe veel onregts du woord *«ew/J?* J^ifd werd , kan ten overvloede gezien worden SkdfmZtder Admisfie in de Ridder chapvan int ae d CoDcllen, door ?r3K TJ»d**** ^ Leyden,t7tS. («) Jonkheer van der Capellen Regent, bl 1*4» V 3 II. bo e&« l 1 t 5 3  II. BOEK, 1778. 308 DE REPUBLIEK DER den ; ftrekkende tot ontzenuwing van yt geen zommigen, met veel betrouwen beweerden, „dat de Dienften in andere ftree„ -ken der Ptovincie nooit hadden opge„ houden." Acht Ingezetenen van het Drostampt Tsfelmuiden, alle oude Lieden, verklaarden, onder hunne Handtekening, en betuiging van gereed te zyn om het niet plegtigenEede te bevestigen, „dat zy aan „ de voorige Heeren Drosten, die dat '„ Drostampt vóór den tegenwoordigen „ Drost hadden bekleed, nooit eenige „ Drostendienften hadden gedaan , noch „ door anderen zien doen, en dat zy ook „ nimmer, zelfs van de alleroudfte Lieden, „ gehoord hadden, dat deeze Dienstbaar„ heid, gedmtrende derzelver Leeftyd, in „ gemelden Drostampte ooit in gebruik „ was geweest (*}". — In deeze zelfde Bylaage, verklaart hy zich nader, ten opzigte van de Perfoonen , die hy gezegd werd getaxeerd te hebben, en wel dat-het de zodanigen waren, die zich niet ontzien hadden, het bevel der Staaten in den wind te flaan, en door het afpersfen van Dienften , de heilzaame fchikkingen van een Vryheidminnend Souverain te dwarsboomen: leefden zy, hy zou ze aanklaagen en befchuldigen als rebelleerende Onderdaanen en Onderdrukkers des Volks. „ .Hy „ moest," gelyk hy fchryft, „ fchuld'L? }, of onfchuldig weezen ;hy verlangde niets „ meer (*) Jenkliiervr.n der CtpeUen Regent, bl  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 309 meer, dan om uit de verdrietige onze" kerheid te zyn, of hy voldoening hadt 1 " te aeeven aan de beledigde voorige Le- ■ den deezer Vergaderinge , dan of hy " die hadt te eifchen van den Heer van " averbergen, die zich, 0P boveil- " gemelde wyze , ten .. opzigte van zyn ' Perfoon, geuit hadt (*)." De uitgebragte raadflag der Gelastigden, 00 den Voorjaars-Landdag, was, gelyk te aagten ftondt, dat de Zaak der Drostendienften, waar omtrent de Heer van der capellen een Vertoog hadt ingeleverd, in den Taare mdcclvi, naar de orde " en form van de Regeeringe dier Provincie was afgedaan, dat daar by als nog " behoorde te wordenverbleeven, en daai " over geene verdere overweegingen be" hoorden te worden toegelaaten. Wat het Vertoog zelve betrof; dit hadden zy. tot hun leedweezen , bevonden, „ zanten sefleld te zyn uit allerlei Taxatoire ê? " ten eenemaale ongemefureerde expresfien: waarom het bleek geen goed oogmerk gehac te hebben,en althans niet te kunnen ftrek ken om eene zaak, gefteld dat 'er misfla o-en'plaats hadden, te regt te brengen maar veeleerder, om, ware het mog< lvk , oproer onder den gemeenen Ma 99 te verwekken, en dezelve af te trekke " van de gehoorzaamheid , aan hunne 11 wettigen Souverain verfchuldigd." — t*-\ Jonkheer van der Capellen Regent, bl. 1 v3 II. IOËK. ié- Beoordeelingvan 's R.idders Vertoog. E l 3 a u u )t S2.  §io DE REPUBLIEK DER II. boek, Tot verfterking van dit hun vermoeden, bragten zy by de handelwyze des Ridders, in het laaten drukken en verfpreiden des Vertoogs, waarom zy oordeelden, „dat „ de Ridderfchap en Steden dit geenzins „ ongemerkt mogten laaten doorgaan j doch daar over hunne uiterfte verontwaardiging aan den Heer van der ca„ pellen tot den pol behoorden te be„ toonen,en zulke maatregels te neemen, ,, waardoor dergelyke onbetaamelyke en tu„ multueufe handelwyzen, voor het toe„ komende, konden belet worden." Ridderfchap en Steden , uitgenomen Zwolle, ftemden hier in, gelyk ze ook, met uitzondering dier Stad, ten opzigte van de Zaak der Drostendienften , gedaan hadden, — Men vondt, wyders, goed, den Heer van der capellen op te leggen; Het Vertoog over de Drostendienften weder „ na zich te neemen, met betuiging van „ zyn Leedweezen over de Taxatoire Expres fien, in hetzelve voorkomende, niet „ alleen; maar ook over het laaten druk„ ken en verfpreiden van 't zelve, met be„ loften van zich daar van in het toeko„ mende zorgvuldig te zullen wagten , „ dat, in gevalle de Heer van der ca„ pellen kon goedvinden, aan deeze zag* „ te en infehiklyke Handelwyze van Ridder» „ fchap en Steden niet te voldoen, als dan „ door Hoogstdezelve zodanig een nader „ Befluit behoorde genomen te worden als tf zy vermeenden te behooren (*)/' De (*) Jonkheer van der Capellen Regent,bl. 109,  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 3» hem gedaaneV*g**^ ap o-po-eevene veruagui eu u.^. ^ „ misdaads bewust was,ko^en^««^ ' geen L*dmen, geene «g***^ " plaats hebben." De prys- tf diSieid zyns Vertoogs, hing at *WL d « ronden waar op het fteunde. Waiendee Ie^^valseh,Tadt het Befluit van den Jaar* £S?< geen beftaan of een ander r Zin en betekenis, dan Hy en de Heeie, van Zwolle vóór hem gemeend hadden dnn doch niet eer, zou hy zien zeivc, v ro'ofdeelen; zyn W ^Xrftel yvne voorbaarigbeid teonen , en heritei Svin eere geeven : ook verzogt hy he op^ 7vn Perfoon, tot dat, door de wederleg X van de Tegenverklaanng der Sta %olle deeze geheele zaak, en zyn fchulc fn c*n helde/licht was geplaatst en hj op die wyze, in de= mogclykhcid ^flek om te vo doen aan het voorfchnlt des g no nenBeiiuits.^Men nam geen genoeg. SSeVerkl^ ah oïneen, zonder eenige bepaaling, v wagt, en bleef het nog wagten.V ceefsch, hy betuigde op een nader vra fen, te'voiharden&by de voorheen geg, vene Verklaaring. - Ingevolge hier va fel hy befchouwd als de Man, die w y 4 11. BOEK* Verdere behandelingenomtrent hem gehouden. L l » l r t a d 9 3 ■9 :n i? •r:raeti,;ier-  n. BO EK. 1778. gabellens heusch gedrag, 312 DE REPUBLIEK DER gerde aan het alzins zagte en infchiklyke oogmerk van Ridderfchap en Steden te voldoen, en goedgevonden tegen hem voor de Hooge Bank van Jujiitie der Provincie te proceder-en, wegens de Taxatoire en ongemefureerde expres-pen en het doen drukken en divulgeeren van dezelve; en hem tevens aan te zeggen, om zich, totUitdragt van Zaaken, uit de Vergadering van Ridderfchap en Steden te onthouden : teffens vóórhellende; om deeze zaak, door eene korte manier van procedeeren, ten einde te brengen (*). Zulk een tergend gedrag moest de gevoelige Ziel diens Vaderlanders zwaar grieven : eene min kiefche was in- grammen moede opgeftooven; dan van der capellen leverde een nader Vertoog in (f), {trekkende om zich,op de Iterkst mogelyke wyze, onder aanbod van eede, te zuii veren van allen oogmerk om e'enigLid van de Vergadering, of de geheele Vergadering, op eenigerlei wyze, in eer en goeden naam te kwetzen, of te beledigen; dat hy ze, elk hoofd voor hoofd, en te gader, hieldt voor Mannen van Eer en Deugd, op welken hy niets hadt te zeggen, dat hy ze alleen aanmerkte, als ftaande in een verkeerd, en van hem verfchillend begrip, en ver- (•) Jonkheer van der Capellen Regent, bl. 113. (f) Men heeft het , in het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden van Qvery jel, net den tytel van Request beftempeld ; doch van der capf.llen fchynt het in die gedaante niet overgeleverd te hebben,  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 313 verfchoonelyke dwaaling , gelyk hy] ook zelve langen tyd daar m verkeerd hadt, ten opzigte van het Onderwerp, m zyne thans ingeleverde Schriften vervat, alleen fn'erig om het oog zyner Mederegenten tc^veriichten. - Voorts was het'er verre Sn a? dat hy. iet kwaads, iet oproerigs IZ bedoeld hebben; nooit hadt hy eenige andere beooging gehadt, dan sLand, Welzvn, het Behoud der Vryheid,en dei Tegenwoordige Regecringsvorm,met dc Grondwetten, waar op dezelve fteunck al mede de bevordering van de welyaau en 't geluk zyner Medeburgeren Zyn ge drag, waar op hy zich beriep, Jende to wederlegging der hem aangetygde verden S,g; alfof hy den gemeenen man aan d Gehoorzaamheid, zynen wettigenSoug rain verfchuldigd , hadt willen onttiel K — Ten blyke van zyn geen beled S bedoelend oogmerk, boodt hy aar S talles wat aanfiootlyk in zyn VW* en volgende daar toe betrekkelyke Schr tenlmogt voorkomen, daar uit te neemei a men 'er hem eene lyst van ter bar ftelde, zelfs onbepaald, als er maar h 7ee7enlyke in overbleeve, beftaande m h voorftel, dat Ridderfchap fumpm, tot zyn Sentiment en den overgaan. - De korten wyf vanReg pleeging wees hy van de hand,hieldt zi iln lel Landregt, en de wyze van Re. nleeging by 't zelve vastgefteld. P In§ diezen billyken voorflag van laagheid vervreemd , zo zeer ftrekkei V 5 II. boek; 1778. i t •> tb d et et f|utsch 8- 11e ide om  3i4 DE REPUBLIEK DER II. boek. Smeek- fchriften der Overysfelfche j Landlie- i den. om verdere onaangenaame gevolgen te voorkomen, kon geen genoegen genomen worden, en men hieldt ziek by de genomene Befluitenj den Heere van der capellen , des onverminderd , zyn eisch omtrent de wyze van Regtspleeging toeftemmende: gelyk hem ook, op zyn verzoek, terftond de vryheid werd verleend, om, te zyner verdeediging en byftand, Advocaten en Procureurs der Prav'incie te mogen neemen (*). Inmiddels, vervoegden zich de Ingezetenen van de Schoutfchappen Wüfum, Tsrelmuiden, Kamperveen, en van het Kerfpel ïen Hardenbtrg; als mede de Landgerich:en en onderhoorige Landfchappen van Kedingen, Delden, Ènfchede, en de Kerfpeen Beino, Wyhe, Ommen en Dal/zen, met Smeeklchriften by den Stadhouder, en met Verzoeken by de Staaten om van de Dienstjaarheid der Drosten,als Ingezetenen van en Vrygevogten Land , en wettig daar ran vóór honderd en veertig jaaren ontlaagen, geheel ontheeven te mogen worlen; zy hielden dezelve, voor eene „ Slaa, verny, die zy vermeenden niet fchtildig , te kunnen zyn; — voor eene Slaaverny, die hun niet alleen in de oogen van an, deren, maar ook in hunne eigene, veragt, lyk maakte,— voor eene Slaaverny, die , niet kon naalaaten,ook in dit Land, op harten en zeden, haaren gewoonen ver- » gif- (*) Jottkk, vau der Capellen Regent, bl. Il/-iss3,  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 31S „ gïftigcnden **te verfelM j " voor eene Slaaverny, emdelyk, die,ze Z dert dat, door een ouvermydelyit ge* voIgvanhetBefluitdes Jaars mdcclx^, i elk Dienspligtig Landman, voor de Heft? " ^ Drosten geld is waardig geworden, veel aïgemeeler en veel drukkender is bevonden, dan zy wel eer wa, toen ' geenerlei Afkoop mogende worden ge, ' nooten, de Dienften zelve, op veue na zo fcherp niet werden naagezogt of " vff^St; dat zyne Doorlugtige Hoogheid, de SmeekfchiiftenoeezerLar^ lieden met eenig antwoord heeft verWaar digd. Ridderfehap en Steden hielden, de Verzoeken overwoogen hebbende , de zaak der Drostendienften voor afgedaan ; doch fielden, des onverminderd, de \ erzoekfchriften der In- en Opgezetenen, m handen der Gelastigden tot de zaak van.t Vertoog des Heeren van der capellen, om ze nader te onderzoeken, en na te gaan TS ook eenige onbehoorelyke Expresfiet ^n g vo den wedden. Aan dezelfde Hee ren -af men ook ter toetze, een gedrukt* naamloozen Brief over de ^oste^enfte^ Qnrysfel, door een Heer mt Twente aa, een Koopman te Amflerdam gefchreeven{t (*\ Manheer van der Capellen Regent, bl. 124-13 Maze veel gerugB maakende Brief behelst „ y f val'\ geer!1 hoofdzaaklyk , ten opz.g inzonderheid « keej Wt denkb.dd van de ge ^ II. o ek. 778. \Vat deswegenvoorviel, als mede over zekerenBrief, 1 t lö 'S %14  3i5 DE REPUBLIEK DER n. BOEK. %ffl. 1 3 » 3 I t h ii a k d g d b t O 5 't Gevolg der raadpleegingen op 't een en ander, was eene Publicatie, by welke verklaard wordt „ gebleeken te zyn, dat die Requesten niet waren iri„ gefield met dien geest van fubmisfe, als „ getrouwe Ingezetenen en Onderdaanen, aan „ hunnen wettigen Souverain verfihuldigdzyn. „ Men wilde dit zo zeer niet aan dier „ Ingezetenen kwaad oogmerk 'toefchry„ yen; maar liever rekenen, dat zy daar „ toe verleid waren door den waan, als „ of zy reeds van den Jaare mdcxxxi, „ tot nu toe , 's jaarlyks eene zekere „ fomme voor vrydom van Drostendien„ flen betaald hadden;" 't geen hier eete allerkennelykfte onwaarheid genoemd vordt. „ De oorfprong deezer verlei- ■> ding en het daar uit fpruitend wanbe> grip •> was te vinden in het verfpreiden , van 't zogenaamde Vertoog des Hee, ren van dek. capellen , en de han, delwyze daaromtrent door Hem gehou, den. Om alle bovengemelde redenen , hadt men goedgevonden, den Requeftran, ten deezen hunnen begaanen mis/lag gra- cieus- eid dier Dienilen, als vorderende flegts twee Dagen i 't jaar , die voor twee Guldens 's jaarlyks konden "gekogt worden, 't Geen Regt en Vryheid betrof Dn niet gering zyn. Die dagen beliepen, het aantal ;r Boeren in aanmerking genomen zynde, een zeer ■oot getal ; en konden van zeer verzwaarende en ep vernederende omftandigheden, gelyk dikwyls "-e:urde, vergezeld gaan. En de twee Guldens ter af>opinge „ waren eene fomme , voor welke eene verysfeljc/ie Boer verfcheide dagen moest arjjeiden.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 31? 1 cieushk te remitteeren, zulks deende ly dee* zen/dezelve, egter, ferieuslyk recomman-* " deerende, van zich, in 't vervolg, van zo-" dank eene onbetaamelyke en ftraf haare : Z handelwyze zorgvuldig te ^gm^ mlden ' U zich niet de indignatie van Ridderfchap " en Steden op den halze haaien, en zich " fchuldig maaken aan de Poznaliteiten hy yooriee Plakaaten daar tegen geftatueerd. Z i^e opgeroeide Brief werd verklaard voor een Naamloos-, eerroovend-, fameus LiheU en eene aanbieding van honderd Dutaatèn gedaan aan den Ontdekker des Op- Ten zelfden dage befloot men denHeer van der capellen op te leggen, dat hy zich, tot Uitdragt van zaaken, uit de Vergadering van Ridderfchap en Steden zou moeten onthouden ( > Lei üit laar ten einde liep, zegepraalden dus de Vyanden van den Ridder zo verre , da zv hem, zonder eenige Regtspleegmg,uit de Raadsvergadering zetten, en, by eene openlyke afkondiging, als een Leugenaar en Verleider des Volks ten toon Relden Doch hy daalde niet tot die onverdiend, laagte, dan om vervolgens met meerde klisters op te daagen. ^ Terwyl in Overysfelde onderdrukte Umc man, nevens zynen edelmoedigen Voorftai der, dit lydig onregt leedt, lpeelden Or verdraagzaamheid en valfchen Godsdiens <*) Jonkheer van der Capellen Regent, bl. 14 144. II. OEKi Capellen ter Raadsvergade*ring uitgeftooteu. I - Onge>' [. noegents fj Vlisfm£_ gen, weigens het ;r bouwen o»  3i8 DE REPUBLIEK DER n. BOEK, 1778: eener RoomfcheKerk. i yver in Zeeland ccne flinkfche rolle ; en werd dezelve niet alleen door onkundige of onbezonne Burgers en lompe Boeren, maar ook doo-r eenige Kerk-Leeraars, uitgevoerd, die de aanftookers en ophitzers van dit deeze Eeuw fchandvlekkend ipel waren. In geheel Zeeland zyn ilegts vier Statiën van Roomschgezinden , te Middelburg, te Zierikzee, te Goes, en in het Land van ter Goes, wier Vergaderplaatzen geen uiterIyk aanzien van Kerken hebben (*). Staatkundigen hadden, zints lang, opgemerkt, dat het Zeeland zeer- zou bevoordeelen, indien men daar, op 't voorbeeld van Holland en andere Gewesten, den Roomschgezinden eene ruimere vryheid in het handhaaven van hunnen Godsdienst verleende. In dit begrip ftondt de Regeering der Stad VLisfmgen en gaf 'er blyk van , wanneer eenige Kooplieden uit Duinkerken, ter. gelegenheid van de Oorlogsonlusten tusfchen Frankryk en Engeland, zich te dier Stede wilden nederzetten tot het dryven van hunnen Koophandel. Zy vervoegden zich by de Wethouderfchap, met het tweeledig rerzoek,om het Burgerregt te mogen koopen, en den Roomfchen Godsdienst te mogen oefenen. Beide deeze voorhagen werden ingewilligd, en men wees hun eene plaats tan ter verrigtinge van hunnen Godsdienst, hnnen zekere bepaalingen. Een opgeflaare Loots ftrekte ter Vergaderplaats, tot dat 'de (*) Tegenw. Staat van Zeeland, bl. 133.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 319 de Kerk zou volbouwd weezen. Deeze vergunning maakte terllond eenige Yveraars ^BtVlisfingfche Regeering hadt beflooten geene nieuwe of nadere Vertoogen,boven de zodanige , welke, by eene vroegere gelegenheid, waren aangenomen tegen de vergunde Vryheid van Godsdienstoefening aanimnne Roomschgezinde Burgers en Ingezetenen , toe te laaten. Eenige Burgers van Vlisfingen ontwierpen, nogthans, een Verzoekfchrift, en vervoegden zich by den Voorzittenden Burgemeester om 't zelve te doen aanneemen. Bekrompenheid van geest en daar uit volgende Onverdraagzaamheid en valfchc Yver, voerde in 1 zelve het woord. In minkundige Burgers, fchoon in grooten getale, kon dus een flat verfchoond worden, daar zy zich „m ge moede,"zo als zy fpraaken, „bezwaarc " vonden, over de verleende vryheid to ' het opbouwen eener Roomfche Kerk, 11 " eene Stad, welke van de allereerfle wa " geweest, die het Spaanfche Juk hadt al " gefchud , den waaren Gereformeerde] " Godsdienst omhelsd, en zich, doo " Gods Genade , tot hier toe, van all " openbaare Afgoden en Beeldendiens v bewaard.1' Dan de Kerkenraad vonc goed zich tegen de verleende Vryheid va Godsdienstoefening aan te kantenden de; wegen met Vertoogen by de Regeenn aan te houden: deeze geen ingang vindei de bragten zy de zaak ter kennisfe van cl Claris van iValcforen; derzelver hulp t< h M boek; 1778. ► 1 t 5 1 r t t 1 rr e )t zt  fïb DE REPUBLIEK DER n. BOEK, ï3? het weerën van deeze uitbreiding dei": Roomfche Godsdienstoefening, verzoekende Standvastig bleef de Vlisfmgfche Regee* ring by de eens wyslyk geriomene maatregelen. De misnoegden zagen geen kans om in hunnen dollen yver te'ilaagen, en naamen hunne toevlugt tot een Verzoekfchrift aan zyne Hoogheid, om, door diens tusfchenkomst, de Roomfche Godsdienstoefening uit Vlisfmgén ter verbannen. De Boeren in Zeeland, ligt tof muitery te verwekken, werden opgeruid, en hadt hierin deLeeraar der Franfehe Kerke té Vinfingen, niet weinig aandeels: de vonken van blinden yver, fterk aangeblaazen, gloorden welhaast op; zy hadden fehielyk een Verzoekfchrift aan zyne Hoogheid gereed, ter tekening van 't welk zy het Land rond liepen ; een Burger van Vlisfmgén nam 't op zich 't zelve den Vorst aan te bieden. Men hadt alle reden om te wagten, indien 'eens hóllende.muitzugt ooit tot ftaan kwam, dat de Misnoegden debeflisfingvan Zyne. Hoogheid in ftilte zouden hebben afgewagt; dit althans zou hun beftaan nog eenigen fchyn van een goed oogmerk hebben kunnen byzetten; maar zy Haan dermaate voort in hunnen moedwil, dat de Regeering zich genoodzaakt vondt, by openbaare Afkondiging, bekend te maaken, dat zy, tot weizyn der Ingezetenen bellooten hebbende om aan de Roomschgezinde Ingezetenen de vryheid tot. het ftichten eener Kerke te verkenen, met veel bevreemding vernomen hadden, dat onder  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 321 der verfcheide Burgers hier over ongenoegen ontftaan was;ja dat zy deswegen zicnBc bv zyne Hoogheid vervoegd; en zy daar op beflooten hadden de beflisfing van zy-1? ne Hooo-heid hier over in te wagten, vermaanende de Burgery,welken Godsdienst zv ook mogten toegedaan zyn, zich zo lang ftil te houden , gelyk braave en ge• trouwe Burgers betaamt. - Verre was het o-edrao- der Burgeren en Boeren van aan dit befcheiden bevel te gehoorzaamen en de beflisfing van zyne Hoogheid m te wagten, dien zy zeiven voor Regter 111 dee* -zen erkend, en aan wien de Leeden der Regeeringe de zaak als verbleeven haddei? Zy wilden, zonder verwyl, de Roomfche Godsdienstoefening geweerd of geschorst zien. Drie Burgers en even zo veel Boeren uit den muitenden hoop gekoozen, vervoegden zich by den Raad van Wisfingen, en noozaakten denzelven, de verleende vergunning op te Ichorten en de Roomfche Kerk te doen fluiten, totdat de beflisfing des Stadhouders zou zyn ingekomen. T1T , , In andere gedeeltens van Walcheren floeg dit ras voortloopend vuur van OpHand over; de Predikant te Zoute-lande bleek het zelve aan te ftooken ; en de Roomfche Priester van Middelburg, de éénige op dit Eiland, gaf maar al te veel bl?ks , dat hy niet gaarne een Roomfche Kerk zo naby hadt, en zyn perfoonlyk belang boven dat zyner Godsdienstbelydenisfe of dat van eenigen zyner GelooisI. deel. X II. • ek. Opftand lier uic | do IValciterengefprooeen.  322 DE REPUBLIEK DER II. BOEK. ï??8. Door Krygsvolk beteugeld. broederen zette. Op zommige plaatzen begonnen de Boeren zich over het derven der by hun hooggefchatte Pfalmberyming van dathenus te beklaagen, en het weder invoeren daar van te begeeren. Dan, allerbaldaadigst woedde de geest van Oproer te Westkapelle, waar, vier Jaaren geleden, -de gewapende hand denzelven hadt moeten beteugelen (*). De Muitzugt, door .Dweepery aangevuurd, en metfchynvan Onregt te willen wreeken , bekleed, beffondt eenen Deugniet, voor altoos uit de Stede Westkapelle en derzelver Grondgebied , in den laatst voorgaanden Jaare gebannen, weder in te haaien, de Regeerders dwingende om niet alleen het vonnis over dien Banneling geflaagen, in te trekken; maar op nieuw,' by openbaare afkondiging, te verklaaren, dat hy vryheid hadt, als Burger, daar te woonen, zyn beroep te hanteereu , kost- en fchadeloos gehou. den, en in zyn eer herfteld te worden. Op deeze afgeperfte verklaaring volgde eene ilaatlyke inhaaling van den herftelden Banneling , die te Paard gezeten , omftuwd door eene groote menigte te voet en te paard, en onder eenluidrugtiggefchreeuw, werd ingehaald. De Predikant van Zöutelande hadt de onbefchaamdheid om zich by deeze oproerige ftoutheidte vertoonenDe Staaten van Zeeland, van deezen Ophand kundfchap verkreegen hebbende, vcr- (*) Zie hier boven, bl. 45, 46,  VEREENIGDE NEDERLANDEN. verwylden niet by zyne Hoogheid hulpe ter Vetooming van de hollende raetu^ verzoeken. Weldraa verfchecn erkiygsvolk uit Bergen op Zoom in Walcheren, genoeo-zaam om met de Bezettingen vanf7«fingen en Veert, de Muiters te beteugelen. Eenige Belhamels werden 'er te Middelburg, te VÜsfingen, te Veere en te Westkapelle gevat, en onder deezen de veel gerugtsgemaakt hebbende Predikant vwZoutc-Iande. en te Franfehe Predikant van r/«/?«g«*. De Staaten van z^ ^ (*) N. Nederl. Jaarb. 1779- bl- I0I9' . (\, Brief van eenVeerenaar aaneen «Mf-Jg' X 2 II. BOEK» 1778, n n ir ir ie it ''Kr e) '9-  3^4 DE REPUBLIEK DER tt. BOEK. Onlusten te Maaslaridifluis,over het Pialmgesrang. 1 1 | ] r I b Met de voor weinig Jaaren ingevoerde nieuwe Pfalmberyming, kon de Christlyke Gemeente ftichtlyke woorden van gezond verhand opheffen. Veele Zang- en Toonkundigen hadden wel gewenscht de geheele Kerk-muzyk teffens op eengantsch anderen, betere en aangenaamer voet gebragt te zien; doch te veel veranderings op ééns is altoos hachlyk. • By eene vofflrekt oordeel-enfmaaklooze verkleefdheid aan het Oude; eene kwaal, w#ar van onze inders na nieuws hunkerende Eeuw, by lange naa niet geneezen is, hadt het werks genoeg in, om, de op hoogen Last verbeterde, en ten Kerkgebruik beftemde Pfaïmen,eene draagelyke aanneeming te doen verwerven. De fchorre wantaal van daniENus, klonk, door gewoonte, veelen langenaamer, dan de zuivere en vloeijenie Dichtmaat der nieuw berymdePfalmen. yien_onderhendt, egter, by derzelver invoering, een verkorte Zangtrant in gebruik e brengen; en het verbaazend lang rekken van ieder noot, 't geen alle kragt der Mutyk wegnam, te verbannen. Zulks geluke, op 't verzoek der Overheid, in veele iteden;de verandering der verkorte Zangvyzen, op onderfcheide voet ingerigt,belaagde (*). Het lang gerekt zingen was by- _(*) Men vindt deswegen eene opgave, in een Reigt aan de Nederduitfche Hervormde Gemeente ta 'hddelbu'g , nopens de verbetering van het opennar Pjalwgezatig, 177&.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 3*5 bykans overal doorgedrongen; dodi voor-naamlyk ten platte Lande , en byzondei Sen de Bewoonde» der Zeedorpenbekend voor liefhebbers om de Pfalmen, op dien verveelenden toon , op te deunen. De hervorming der Zangwyze, voornaamlek bellaande in wat fchielyker te zingen, en eene behoorelyke rusting by ieder regel in ao-t te neemen, eerst in de,Steden ingevoerd, won ook op de Dorpen veld Morrend misnoegen verzette er zicnoi verfcheide plaatzen tegen; dochinergeni met zulk een geweld-als te Maaslandsjlm Dc meeste der ingezetenen waren zodanii aan hunne oude Zangwyze gehegt, dat z niet befluiten konden, dezelve voor een andere te verwisfelen; ja, deeze aanmei kende als een onvervreemdbaar regt, nu toekomende, namen zy voor 't zelve, nu alle kragt,vast te houden. Het gevolg wa. dat veelen zich niet ontzagen, by de opei baare Godsdienstoefening in de kerk zu daar tegen te verzetten, en tegen de z danigen, die de nieuwe Zangwyze voc ftonden, ten uiterften verbitterd, tot fe fyTheden over te haan, ja zelf* Vreemd ino-en, die plaats doortrekkende, niet o bemoeid te laaten, hun de verkfaafmg^ persfende, of zy voor x lange o korte v ren; een daadlykc ophand werd ei, n einde, uit gebooren, zo dat de Baljuw v JDelfsland, aniptshalven, genoodzaakt w zich deeze zaak aan te trekken, de lel disen na te vorfchen, en tegen dezel Snklagt in regten te doen. Vyfdervc A 3 II- BOEK. r > 1 e 11 •x h > rx- enif■a'ran as, ul,rèn-orint?  526 DE REPUBLIEK DER n. BOEK. 17/8. I i t ï naamfte aanftookers waren gevat, een zesde hadt de vlugt gekoozen. De Vrouwe deezer Heerlykheid voorziende dat, veelen aan dien Ophand fchuldig ftaande, en de Regter buiten de zaak niet kunnende blyven, een groot aantal der Ingezetenen, met Vrouwen en Kinderen ongelukkig zouden worden , vervoegde zich met een Smeekfchrift by de Staaten van Holland, met verzoek om Brieven van Vergeevinge en Vergeetinge voor de fchuldige Ingezetenen, welk verzoek ook door den Souverain werd toegeftaan; onder bedreigingvan voorbeeldlyke ftraffe aan die geenen ivelke zich aan dergelyke misdryven, op nieuw, zouden fchuldig maaken (*). —— Zodanig was reeds in den Jaare mdcclxxvi bet geval; en men hadt met alle reden verwagt, dat dit gunstbetoon, de ftugge gemoederen zou geleenigd, en tot de redelyker begrippen van eenigen hunner Me3eingezetenen overgebragt hebben (f); ioch men gaf, van tyd tot tyd,op nieuw, Myken van ongehoorzaamheid enverfmaaling der redelykfte bevelen: de oneenigleden bleeven volduuren, en, ten deezen |aare waagden eenige Perfoonen, by herhaling, het ftooren van den openbaaren Godsdienst; daar zy, onder 't zingen,zon-s Ier op Orgel of Voorzanger te letten, een ver- (*) N. Nederl. Jaarb. 1776. bl. 725. {.+; Zie De Vei kiezing tel de vernieuwde Zang>js verdeedigd , in een Zamenfpraak tusjclien een mud- en Zeeman te Maas/luis, 1776.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 3*7 verward gefchreeuw m de ****** , F" 'tooi Vri°e ophouden deSs Orgels Zangtoon, naa net u* ^ w;teeyrm|eW\ar«nnoodig ze mede gewrogt, om die haatyerweK Oeconomifchen lak toe te > voorgaanden Jaare uitgegeven (f , was vprre van die volkomenheid, waai toe nei co gebragt worden; welhaast zag een Aanhfngze-1 op dit Onderwerp, het licht, een le nog onbepaalde zaaken bepaalende en vlorts&noodig gekeurde behelzende, die, over 't geheel, \an al \tl vonr geen gezien. Het rondgezonae veele Steden cn Plaatzen,met giootegree S eid gdèezen, eene algemeene geest feftmeek's Lands Inge-tenen^ bezieki om 'er deel in te neemen; deimaate oa n en in Sprokkelmaand deezes Jaars e, vervolsens -fehikkingen maakte, om , naa de InrloW, Afgevaardigden te kunne zenden°op % eerfte Algemeene Vergadc (*) AT. Nederl. Jao,rb. IJ7& bL Ó29' (f; Zie bier boven, bl. itf, X 4 n Eerde Vergadering van den OeconomifchenTak te Haarlem. I t 1 r 9  H. BOEK 1778. 328 DE REPUBLIEK DER ring, uitgefchreeven tegen den vyfrienden van Herfstmaand, tot welke ook alle Donateurs en Leden van den Tak, by eene bekendmaaking in de Nieuwspapieren genoodigd werden. Het getal der Departementen was vyfen-vyftig en dat der Leden éne duizend: eene vordering, in zulk een kort tydsbeftek, welke men zich naauwlyfcft, m een reeks van Jaaren, zou hebben durven belooven. De ruime Eerzaal van het onlangs te Haarlem gebouwde Diaconiehuis was ter Vergaderplaats belïemd , en tot het ontvangen van dit aanzienlyk Gezehehap gereed gemaakt. Naa dat de Afgevaardigden wxNymegen, Zutphen, Doesburg, Harderwyk, Dordrecht, Haarlem, Delft, Leyden, Amflerdam, Gouda, Rotterdam, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen , P urmeren d, 's Gravenhage, Naar den , Weesp , Beverwyk, Delfshaven, Maasfluis, Jisp, Oost zaandam, Westzaandam, Westzaah, Zaandyk, Wormer, IFormerveer, Middelburg, Zierikzee, Vlisfmgén, Utrecht, Amersfoort, Tnamen aan den Uithoorn , Leeuwaarden Deventer, Kampen, Groningen-, Ootmarfém, Tsfelflein en Bergen op den Zoom, in rang opgeroepen waren en plaats genomen hadden, werden de overige Leden, die, zonder afgevaardigd te zyn, uit eige verkiezing, de Vergadering wenschten by te woonen, op het vertoonen van een behocrelyk bewys, toegelaaten. De Afgevaardigden, fchoon Heeren van allerlei rang, waren meest alien van tenen aanzienlyken,  VEPvEENIGDE NEDELRANDEN. r-9 ken of althans Kooplieden en Fabriekanwier CharaCter hier rpeer^tekende dan inzien, nit eenigen anderen hoofifc ontleend. Geestlyken , van allerlei Ge zLdheden, vertoonden zich in geen germïf„ setale als Leden van één Vaderlandsch S?am.Met één woord, zy maakten eene VeTmike en talryke Vergadering uit, ^ "loeid uit alle deW^ t«», als zommigen me enen dat, naa he Nationaale Synode te 2to*«fr, m deeze Landen niet gehouden is. De Eerw. van der aa-, Leeiaar aei j. r^rrnmeente te Haarlem, die, zmt 'Si^vTde Maatfchap te te post van derzelver Secretaris be ft ed hadt, in 't midden van de Beftuiu £ der Maatfchappye gezeten hoi an en opende, als Secretaris van den Qea P'' r^VTih deeze Vergadering met ee nomifchen lak, oeezc ycign« b„,.:„~ v, Ie» waar uit thans deeze lak w, tm ^ J 3 voo! (*-) In de afzonderlyk gedrukte Mnfpraake z e^nvoiigl Manleken gingen wandelen A 5 II. iOEKj 5 t )- n frlst- ter vc- ■ jd. in iar* in, hun byideryde bin-  33° DE REPUBLIEK DER n. SOEK, !/?8. ] 1 l 1 ( i i i t; d M b k g b. voortgefprooten, vermeldde, met een verflag van *t geen door die Maatfchappy, ten beste van 't Gemeen, was uitgevoerd, tot op dit gedenkwaardig Tydftip\ Bepaalder tot het tegenwoordig oogmerk fpreekende, was, onder andere, zyne taal. „Tot den goeden uitflag van deeze edele ondernee„ minge, wordt boven alles vereischt,dat „ men éendragtig degemeenezaakdes Va„ derlands ter harte neeme, en den fchyn „ zelfs van misverfiand en van laage eigen„ baat uit deeze Vergadering verbanne. — „ De belangen van zo onderfcheide Provin* den, Steden en Dorpen in de zeven Pro* „ vinden, van de Provinciën en Generali„ teit, ja van de onderfcheidene Leden, , die de onderfcheidene Departementen uit„ maaken,verfcheelen zo veel van elkan- de- , binnen Haarlem, tot nafpeuring van Natuurkundi, ge Weetenfchappen; en een derde bepaalde zich to' , Letterkundige Oefeningen. Deeze voegden zich , met den tyd zamen, verkoozen hem tot Secrcta- , ris. en vormden aliengskens de Maatfchappy " ïeiiigen berigten, op zeer vasten grond, dat deeze ;ennge oorfprong der Maatfchappye, welke dezelve ;eensins tot oneere ftrekt , door zyn Eervv. mon* elyk zou vermeld weezen ; doch in gefchrifte uitelaaten. ——— Deeze laatfte opgave behelst ce!k ons door geloofwaardige Lieden te Haarlem ïecrmaalen verzekerd is , de waare herkomst der ïans luisterryke Maatfchappye. Wy tekenen dit op' cwyl, zo veel wy weeteu, dezelve nergens anderi errneid wordt. Dan de Eerw. Heer Secretaris hadc y het befluit tot het doen drukken zyner Aanfpraaï, de vryheid bedongen om 'er eenige veranderin:n in te mogen maaken. N. Nedêrl. Jaarb. 177$.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. & " veele zaaken voorkomen, van algemeen " So- voor 't lieve Vaderland, en die » ^Ab^ófóordeeMe daar voor zal moemi houden. ' meene belang van dit Gemeenebest, ut »' S-envoornaamftc Wet zyn, me alles " beftuurt. Dat is het beste en edelfte ge* b ISt van onze Vryheid; een gebrud " een Nedeflander waardig. De Repubm der fry* Nederland* vormt flegts éénei " Staat Wy hebben maar één Vaderland " Wvallen zyn Medeburgers van het zeil w ^Gemeenebest. Hefonderfcheid va " Amnren en Waardigheden , Middelt >ns niet zo men wel denkt; — net 01 " Ion, rnrisdienst, fcfew' ons met te ve ^■ISe^H^V zelfde Vaderlanc " a wy allen liefhebben;en om desz^ " be an- te bevorderen , zo verre on * raaf dat mede brengt, zyt gy allen L " den J^orden en op deezé Vei^er " bekomen. - Van deeze eerde Vergat » fu^ ïal misfchieu, en *eerwaarfebi 5' ÏS? zo niet gebeeL,het gelukken olm " g& van deeze gWele ondenieemi 5' Sneren Het ontbreekt den »* alhangcr. Menlchen, - „, conormjehen lalt niet d*u «=* - ' het u-eheele oogmerk een H*rs£nteJ II. JOEK 1^8. I 1 e a S 11 r> ' fs ^e c- ig .c- n* isngJe* :lie im ie-  33^ DE REPUBLIEK DER H. £OEK. 3778. 5 9 1 c e I n f P \ t< C rr d „ noemen, en genoeg doen zien, dat zy „ er zich niets van belooven. Hy „ heeft, daarenboven,zyne openbaare en „ geheime Vyanden, die, naar ons inzien, „ uit zeer verkeerde, maar misfchien niet „ kwaadaartige redenen, deszelfs verm'e„ tigmg wenlchen. Zou men zulke Men„ fchen ftof tot gejuich en zegeviering „ over ons allen geeven ? Zelfs den hout„ ftapel aanleggen, om 'er ons eigen Werk „ in vuur en rook te doen verdwynen^ „ Zelfs de rampzalige afbreekers zyn van , dat aanzienlyke en veel beloovende Ge„ bouw, dat men geilicht heeft ? Zal dat i, een Nederlander, zal dat een Beminnaar , en dankbaar Zoon van dit Gemeenebest doen, waar in hy zo veel goeds heeft , genooten ? Zo zyn weldaadig Vaderland , met Ondankbaarheid beloonen 2 Dat , hoede hy, die 't al behoedt!" In tien Zittingen , onder Voorzitting ^an den Heer c. a. van sypesteyn, Burgmeester der Stad Haarlem en Behuurder er Hollandfche Maatfchappye, liep deeze erfte Vergadering af. Men wilde deezen ieere, ter erkentenisfe een Gouden Pening fchenken,dan eene edelmoedige weiermg fneedt de gelegenheid daar toe af )och men befloot een Zilveren Gedenkenning , ter gedagtenisfe van de Eerfte ergadenng te laaten flaan,en dezelve om : deelen aan allen, die als Behuurders of elastigden, dezelve bygewoond hadden, aar op hunne eigene kosten. - Staani de Vergadering, gaven zich nog ver- fchei*  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 333 fcheidehe tot Leden aan. De Secretaris bSloot die met eene korte, dochnfuk-i Aqnforaak 1 beantwoord door den le^oSA Leeraar der Hervormde Gemeente te Gouda, daartoe verzogt. Hy bbSe , uit aller naam, de gevoelige d nkbaarbeid, welke, in veelerki opzigten de gemoederen vervulde, welk eene ven'lioting om in deezen Vaderlandheyen?en arbeid voort tevaaren, ap allen lag S ftome de hartlykfte zegenwenfchen uit over dit begonnen Werk (*). De Lede&n, t'huiswaards gekeerd, de* den voor'tmeerendeel, een gunftig veiflS aïï hunne Zenders , arbeidden me, wei: om nieuwe Leden, Begunftigers ei BesunWers, te winnen, tragtende alle, wat «rWrderinge van de oogmerkei deï Oeconomifchen Taks kon ftrekken vooi te zetten, en de zodanigen,dic des twyie infen koesterden,of openlyk hunnezwa; rilheden daar tegen inbragten, dezelve t ontleo-gen. DeW van den heuvel de ee?fte Planter van dien Tak,bevlytigc3 zfch h er in boven allen; zyne Redenvo, ï2 ter gelegenheid van de eerfte Verg Sng de? Leden, te Utrecht gehoudei waar in hy tragtte te bewogen,hoe zeer t iSen ftaat0 van zaaken in ons eerty< DSIijendVaderland,onsallennoodzaakt, (A Zie de Aanfpraaken te dier gelegenheid gedi i/de' gedrukte Scheen %^ff^ betrekkelyk, als mede de N. Nederl. }™rb. 17 fel. 899—917- l779- bl- b53- ioëk! Hoe zee$ men yverde ; om dien :Tak te j doen bloeijert' t e e 1- 1? ie Is :o  334 DB REPUBLIEK DER, H. BOEK, 1/78. i ] I ] { i X 1 '< L tt O g* dj zo veel mogelyk,op middelen van Herftel bedagt te zyn, mitsgaders in welker voege het oprigten van den Oeconomifchen Tak ter bereikinge van een zo heerJyk doeleinde mede zou kunnen dienen,kan hier van ten blyke ftrekken (*> -— \ Verval werd, .naar de wyze der Redenaaren, met fterke kleuren afgemaald;volgens zommigeroor•deel, de yver om alles uit eigen boezem te ontkenen, zo kragtig gewekt, dat dezelve op een onmaatige zugt tot eigenbaat van Landen, Steden en Dorpen uitliep, die , in de uitvoering eens mogeïyk geheld, nadeeh'g en ftrydig is met dèn aart Ier Maatfchappye. Terwyl,aan den anderen kant,het algemeene Nut, beoogd door iet koopen en gebruiken van Inlandiche koffen en Handwerken, als men Buitenandfche, even goed, voor minder prys, :on bekomen, aan te pryzen, eene te zwak:e beweegreden was, om heden van een middelbaar of fob er beftaan, (het meerenleel der Inwoonderen,) daar toe aan te pooren. En de vermindering der ArbeidsDonen, om dit te voorkomen, zich beter et voorftellen dan uitvoeren 5 naardemaal :r van de weezenlyke nooddruft des keven* (*) N. Nederl. Jaarb. 1778. bi. 1195. Wie het ettermeuws deezer dagen naziet, vindt eene menigSchriften van meerder en minder waarde, om den ecowifKifehen Tak aan te pryzen, of in een oneunfti'n dag te zetten , der eenten aantal was vee'vuigst: Men hielde, gelyk veelal, in looven en laakeu, ten maat, '  VEREENIGDE NEDERLANDEN. $$$ vens niet viel af te trekken, en het vóórhel om 'r Gemeen met Aardappelen zxxAzyn zich te laaten behelpen, eene verregaande en by allen eenigzins menschlievende ftreng gewraakte hardigheid was, omtrent d e werkzaame Leden der Maatfchappye. Veele menschlievende en vermogend» Ingezetenen der Hoofdplaatze van Nederlandsen Indie, waren, zints lang, bedagt geweest, om eene Stichting ten algemeencn beste, te beraamen;dan geene gunfticre gelegenheid om zulks, methoopevan een gewenschten uitflag,te onderneemen, hadtgzich opgedaan. Het Plan ter Opngtinge van den Oeconomifehen Tak der MM landfche Maatfchappye, derwaards, m dei voorleden Jaare, gezonden, deedt die ge legenheid gebooren worden: en zag men ten deezen Jaare, te Batavia, een Genoot fchap oprigten tot nut van Kunften en Wee tenfehappen in 't algemeen ; doch in bvzonder ter bevordermge van den wel vaard der Oosterfche Volkplantingen van de Staat der Vereenigde Nederlanden : onae de Zinfpreuk : Ten nutte van het Ganeet De Leden van 't zelve wilden het ooj merk van den Oeconomifehen Tak, die oo de Volkplantingen van den Staat, m wydllrekkend Plan begreep, met allee met woorden maar ook met daaden te g< moet treeden : teffens een veel uitgeftrel ter Ontwerp, en onafhangelyk van een: ander Gonootfchap vormende.' De Lam bouw, de Visfcheryen, deFabryken, t Werktuig-, do Genees- en Letterkunc ïï. 15 O E E» 1778. t » t 1 r I ie 't n l- le le a-  336" DE REPÜBLKIEK DER E. Ü0EK4 1778. « 1 waren de hoofdvoorwerpen. ——— Aan. genaam en Kunstbroederlyk was de fchikking deezes anderzins onafhangelyken Genoorfchaps : om, daar het zelve de grootHe helft der Inleggelden en Regiftigingen voor zich behieldt, ter uitdeelinge van de daar gehelde Eerbelooningen, het andere gedeelte over te zenden in drie gelyke deelen aan ieder der Drie Maatfchappyen in het Vaderland, opgerigt te Haarlem, Rotterdam en Vlhjingen,-met verzoek, dat zy die Penningen in Contanten, of in een Medaille, op den Stempel van het Batayiaasch Genootfchap geflaagen, ter beantwoordinge van één of meer nuttige Vraagen wilden befteeden. Door den Raad van lndie, werd dit Genootfchap goedgekeurd, bekragtigd en begunftigd (*). Eene Stichting van eenen geheel anderen aart, nam, ten deezen Jaare, binnen Haarlem een begin, en verdient, om derzelver aanbelang en zonderlingheid, met onderfcheidinge vermeld. De Heer pie- rER TEYLER VAN DER HULST, een VOOr- naam en zeer vermogend Burger dier Stad, aldaar in Lentemaand des jaars mdccii jebooren, en in Grasmaand deezes jaars )verleeden, hadt reeds in den eeriien bloei zyner manlyke jaaren, plans ontworpen van ;ene Maatfchappy ter aankweeking en be- vor- (*) N. Nederl. Jaarb, 1778. bl. 1314. enz. Verh. an de Holi. Maatfch. dertVeetenfehaPPtn leHaarl. Ude Deel, Koorber. bl. XI.  VEREENIGDE NEDELRANDEN. vordering dier Weetenfchappen, tot welke zyne geneigdheid kragtigst overhelde, en is dus mogelyk de eerfte onzer Landsgenooten geweest, die dit voorneemen by zich zeiven vormde; althans de papieren, daar toe betrekkelyk, door de Uitvoerderen van zynen laatften Wil gevonden, zyn bykans twintig Jaaren ouder, dan de eerfte Maatfchappy met dit oogmerk aangegaan , en de eerfte foort deezer Stichtinge hier te Lande gemaakt, de Hollandfcht Maatfchappy der Weetenfchappen te Haarlem, Dit voorneemen volbragt de Heer teyler, naa dat hy het vier-en-vyftigfte Jaai van zynen ouderdom vervuld hadt. Vol geus zyn Laatften Wil, moest zyne zee: yanzienlyke Naalaatenfchap , uitgenomei eenige Goederen, waar over hy bevondei moot worden andere Schikkingen gemaak te hebben, eeuwigiyk en altoos blyve: onder 't opzigt, bewind, den aanleg e de beheering van vyf door hem benoemd Perfoonen, en eenen van hem aangefte den Boekhouder, en derzelver Opvolg* ren in den tyd. — Dat deeze Naalaatei fchap , onder andere , voornaamlyk zc worden aangelegd en ftrekken tot onde houd van twee altoosduurende Geftoc fchappen, elk uit zes Perfoonen beftaa de, om, in het Woonhuis van den He Overleden, op gezette tyden , te ver£ deren. Het eerfte om met elk£ der te verhandelen , allerhande ftoffe: tot de Waarheid en Vryheid in den Chn lyken Godsdienst en den Burgerftaat beh< I. DEEL, Y P II. BOEK.» Oprich» • ting vsn TEYLEK.S Genoot» ' fchapL pen. 1 t 1 1 e L- i- u L'ttl- er an- st* )0-  338 DE REPUBLIEK DER II. boek. rende. —— Plet tweede om 't zelfde te" doen over de Natuurkunde , Dichtkunde, Historiekunde, Tekenkunde en Penningkunde. Welke Twee Genootfchappen ook gehouden zouden zyn, alle Jaaren, en net Tweede, volgens den rang der Weetenfchappen, in den Laatften Wil uitgedrukt, aan 't openbaar een Ontwerp ter Verhandeling, of een Vraagftuk, over gemelde Stoffen en Weetenfchappen voor te ftellen, met belofte van een Gouden Penning, ter innerlyke waarde van vier honderd Guldens, aan den Schryver eener Verhandelinge, of van een Antwoord, die daar mede het best zou voldaan hebben, aan 't voorgeftelde Onderwerp, naar 't oordeel, zo veel het eerfte Genootfchap betreft , der meerderheid van de Heeren Uitvoerderen des Laatften Wils, Beftuurderen deezer Stichtinge, en van de Leden van het Eerfte Genootfchap alleen; en zo veel het Tweede Genootichap aangaat, naar 't oordeel van allen, zo der Heeren Beftuurderen als van alle de Leden der beide Genootfchappen , of derzelver meerderheid. — Voorts was het de wil van den Heer teyler , dat zyn Woonhuis , in de Dameraat, niet verre van de Waag, altoos zou blyven onvervreemd en onverkogt, om te dienen tot de plaats der Vergaderingen, zo. van Heeren Beftuurderen, als van de Leden der beide Genootfchappen, gelyk ook zyne Boekery, Verzamelingen van Penningen, Tekeningen en Prenten, Lo.t en v.an welken de Leder; der gemelde  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 33^ de Genootfchappen, ten allen tyde, vryen toegang , mitsgaders behandeling en gebruik zouden hebben; en welke Verzamelingen , door nieuwe aankoop van alles, 't geen noodzaklyk kon zyn, of tot nut en cieraad der twee Genootfchappen ftrekken, zouden mogen vermeerderd worden ; zynde aan de Heeren van 't Beftuur eene' onbepaalde magt en vryheid gelaaten tot al dat geen, waardoor,naar 't oogmerk van den Overledene, de bevordering van Godsdienst, de aanmoediging van Kunften en Weetenfchappen, en 't nut van 't algemeen zouden kunnen voortgezet, of ten vollen bereikt worden. Geen der benoemde Heeren Beftuurderen, o-een der Leden onttrok zich aan dien last ; de noodige verbeteringen aan het Huis werden terftond werkheilig, en een aanvang gemaakt met het bouwen van een ruim en grootsch museum, agter 't zelve, 't geen Vorstlyk mag heeten, en, fchoon het ongelukkig agterafftaande, geen openbaar vertoon maakt , de bewonderende goedkeuring van allen,naa de voltooijmg, wegdraagt. — Prysvraagen der beide Ge nootfchappen, met de noodige onderng tingen , wegens den aart der verwagttc Antwoorden en Verhandelingen, cerfchee nen in'topenbaar, om geleerde enbekwaa me Mannen uit te lokken, tot het befteeden van hunnen arbeid aan Verhandehn gen, die met zulk een aanzienlyken Eer prys konden bekroond worden, en med< fe'werken ter bereiking van het goede oog Y - 2 mer] II. BOEK. I7?8. t  II. boek. 1778. Het ProvinciaalUtrechts Genootfchap gewettigd. S4o DE PvEPUBLKIEK DER merk tot welks bevordering de Stichter zulke milde Schikkingen by zyn Laatften Wil gemaakt, en zo ryken fchat, by zyn Overlyden, naagelaaten had (*). Een edele Nayver prikkelde de Leden eens Kunstgenootfchaps, te Utrecht in den Jaare mdcclxxiii opgerigt, onder de Zinfpreuk : Befteedt den Tyd met kunst en vlyt. In 't zelve hadden, van tyd tot tyd, verfcheide Geleerden, en daar onder Mannen van naam en verdienften, zo binnen als buiten die Stad, deel genomen,zo dat het aantal tot bykans twee honderd Leden was aangegroeid, en 's jaarlyks een of meer Prysvraagen door 't zelve werden uitgefchreeven , ter bevordering van nuttige Kunften en Weetenfchappen, met aanbod van dertig Dukaaten of eene Gouden Eerpenning. De Beftuurders vervoegden zich by de Edele Mogende Heeren Staaten des Lands van Utrecht, met verzoek om onder (?) Zie de Voorreden voor de Verhandelingen van Teyle.rs Eerfte en Tweede Genootfchap, de Eerfte Stukken. Wy meenen, in 't zekere onderrigt te zyn, dat de Heeren Beftuurders en de Boekhouder ,ieder's jaarlyks een Eerbelooning van Duizend Guldens is toegelegd , en elk der Leden van beide de Genootfchappen 's jaars Honderd Guldens. Voorts blykt, dat de Gouden Eerpenning, fchoon alleen uitgeloofd, de eenige belooning niet is, welke de Heeren Beftuurders uitreiken; maar, tot meerder aanmoediging, ook de, huns oordeels,naast de bestgekeurdeVerhandeling komende Antwoorden, met Zilveren Eerpenningen van den zelfden Stempel als de Gouden, onderfcheiden. Men vindt deeze Eerpenningen afga* beeld pp het algeméén Tytelblad der Verhandelingen,  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 34* der den Tytel van H# Provinciaal Utrechtfche Genootfchap van Kunften enWeetcnfchap- e fen, met het hoog gezag van der1 Souve- 1-ain bekragtigd en vereerd te worden, tl geen den derden van Zomermaand deezes laars hun gunftig werd toegeftaan, met 'verlof om van dien Tytel, als een van hopIer hand gewettigd Genootfchap, m de uitkomende Schriften, op de Eerpenningen, en Zegels, gebruik te mogen maaken ( > In Louwmaand deezes Jaars, namen de Leden van de Maatfchappy der Schilders,' in Utrechthct volle bezit, van de kostbaare nieuw vervaardigde Kunstzaal;en werd den volgenden dag de nieuw gemaakte lekenzaaL agter de Kunstzaal geplaatst met eene gepaste Redenvoering mgewyd,door den oudften Opzigter van het Teken-co,leo-ie den Heer adriaan hoevenaar , welke Inwyding een aanzienlyk getal der Leden & de R^erfchap en Regeerders der Stad, met hun byzyn vereerden; terwyl daar toe genoodigde Meesters in de Kunst, als mede Liefhebbers en kweek* lino-en, die Plegtigheid bywoonden (t>. Ten verderen blyke hoe zeer men, ir deeze Gewesten , de verfraai]ende Wee tenfehappen en kunften aanmoedigde moeten wy bier optekenen, hoe m Slacht maand, te Middelburg m Zeeland, het Ge nootfehap, ten beftuur van het 1 eken-colle N. Nederl. Jaarb. 177%- bl- 692' (.-) N. Nederl. 'Jaarb. i7?3. bl. I»3- Y 3 II. O EK.' Kunst» sn Tecenzsal:e Utrechtgeopend. Te Middelburg 'de Te- > ken-, - Schilder. . en Beeld- _ houkunde aan-, , gemoe- , digd.  £42 DE REPUB. DER VEREEN. NED; II. .SOEK, Eindt des Eerften Deels. gie, tot voortzetting van Schilder-,Beeldhouw- en Bouwkunde, zyne Vergaderingen begon , by welke een groot aantal Leerlingen, en zich ter oefening aanbiedende Perfoonen , zich opdeedt , en de Secretaris des Genootfchaps eene Redenvoering hieldt, over de voortreffelykheid en nutheid deezer Kunften, met een kort berigt van derzelver aanwasfchenden bloei en voortgang; als mede eene opgave van eenige der vermaardfte Kunftenaaren, byzonder in de Nederlanden, en meest in Zeeland (*). De Gefchiedenisfen onzes Lands, die, in veelvuldigheid en aangelegenheid van Gebeurtenisfen, in dit Tydperk, met de Jaaren , toeneemen , vorderen , dat wy hier af breekende, ons Eerfte Deel met dit Tweede Boek, befluiten; om in een Tweede, met de Lotgevallen des Jaars StfDccLxxix aan te vangen. («) N. Neder!. Jaarb. 1778. bl. 1279.