DE REPUBLIEK DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. DERTIENDE DEEL.   D E REPUBLIEK DER. VEREENIGDE NEDERLANDEN, ZINDS DE NOORD-AMERICAAPÏSCHE ONLUSTEN, sehelzende AL HET merkwaardige, voorge, VALLEN INDE vereenigde nederlanden, tot 01' den TEGENWOOR.digen TYD. MET PLAATEN EN POfcTRAITTEN. DERTIENDE DEEL. Te AMSTERDAM, by JOHANNES ALLART. MDCCXCIV.   ' ££q , D E "r REPUBLIEK b e r VEREENIGDE NEDERLANDEN; VYF EN DERTIGSTE BOEK. INHOUD. r*j ,. n... ■ ' ■ ■ .-" . Overgang tot Overysfel. De bedoelde Aft 'fchajfing van het Regeer ings Reglement des faars mpclxxv. Inhoud der Inleidinge tyan het Voordel ter Verbeteringe van de Regiering, van Overysfel door die van Deventer: Oordeel der 'tegenwoordig zynde Ridderen ayer dit Voorftel en de Inleiding. Eent Commisfie benoemd om het Voorftel van Deventer te onderzoeken. . Verftag hier van, en het Voorftel- van zes Edelen om de zaak des Regeerings R.eglements af te doen. Hoe die Ridaers, ter meeste be/^oediging, de ingeleev.erde Bezwaaren wilden behandeld hebben. Hun geweien over de Provinciaale Ampten 'en Staa'ts-'commisfien, Over het herftel der Kleine Steden in derzeher Regten. Overgenomen. Zanderlinge Raadftag, den Eed ïetrefende, door Jr. van Y.sselmuiXlII. deel, A d'EJf kxxv: boek.  a DE REPUBLIEK DER xxxv. boek. den tot Paaslo. Het gevoelen van Deventer en Kampen, over den af gelegden Eed op het Regeerings Reglement. Wat Zwolle deswegen dagt. Befluit wegens het onfflag van den Eed genomen. IVelhe Ridders zich daar tegen aankanten. ZwaarigJieid over het niet befchryven van Hasfelt en Steenwyk opgelost. Hoe Hasfelt over de Verandering van het Regeerings Reglement dagt. Uit welk een oogpunt men daar de Regenten, die verandering zogten, befehouwde. Nadere aandrang van Hasfelt. Hoe beoordeeld. Elf Kleine Steden gaan eene Verbintenis aan. Hoe zyne Hoogheid het oude Regeerings Reglement befchoimde. Slaat eene Commisfie ter Onderhandelinge voor. Zwolle ter Onderhandelinge niet ongeneegen. De Meerderheid der Ridderfchappe dringt dit ftuk aan. Perfoonen wederzyds tot die Commisfie benoemd. De Onderhandelingen aangevangen • doch kort daar op weder afgebrooken. Overysfels gedrag ten opzigte' van de maatregelen van Gelderland genomen. De 'drie Hoofdfteden fchryven aan Staaten van Gelderland, en aan zyne Hoogheid. Vaardigen eene Bezending aan den Stadhouder af. Deeze fchryft van 't Loo een Brief aan Staaten van Gelderland. Onderhoud tnetzym Hoogheid. De Bezending vertrekt, zonder iets te hebben uitgewerkt. Kampen betuigt Staaten ran Holland, dat de Bur~ gers dier Stad, zonder toeflemming der Regeeringe, waren uitgetrokken. Staaten yan Overysfel verzoeken die van Gelderland, de Krygsknegten van hunne Grenzen te rug te trek'  VERENIGDE NEDERLANDEN. % trekken. Schryven deswegen aan den Stad' houder. Antwoord van zyne Hoogheid. Oordeel van vyf Overysfelfche Ridders-, wegens het gedrag van Zyne Hoogheid, en Foor/hl om nadere bcpaalingen te maakcn over het gebruik van het Krygsvolk. Overysfelpeml geheel met Holland in. Herhaalt het Verbod aan het Krygsvolk, en fchryft zyne HoogJieid over de Patenten. Staaten van Overysfel fchryven aan Staaten van Friesland* Antwoord van Friesland. Gelderland beunt* woordt het fchryven van Overysfel. Nog* maals biedt Overysfel Gelderland de Bemièdeling aan. Openbaare Gebeden in Overys* fel bevolen. De Gewapende Genootfchappeti in Overysfel in der Staaten Befcherming ge* nomen. Overysfel weigert Gelderland vol>doening te geeven. Concept Reglement def Stads Regeering te Deventer hoog gepreèzen. Verzoekfchrift tegen het Concept Reglement. Hoe door de Regeering beantwoord* Afkondiging te Deventer de Adresfen betreffende , en tegen Beledigingen.' De Misnoeg» den tegen de Regeering (lellen nieuwe Burger-gecommitteerden voor zich aan. Eenè Bende tot beveiliging van Deventer opgerigti, Vergadering van de Wapenhandelende Genootfchappen van Overysfel te Kampen. Aanfpraak van J. Kantelaar aan de uittrekkende Manfchap te Almelo. Otmnighé* den aldaar. Gefchillen te Zwolle 'oVer hetStads Regeerings Reglement. Verklaaring «.eniger Zwolfche Burgeren, by welke zy het rerwyl der keuze eens Gemeensmans voor/leiA s letu 30e&»  XXXV. roek. wé. Ov?r?aUi tot Over PM 4 DE REPUBLIEK DER Uit. Hier in niet bewilligd. Van Riemsdyk tot Gemeensman verkoozen. Zyn gedrag in deezen* Verjlag der Burger-commisfie , wegens hei Aanjiellen, en jsarlyks Ontzetten der Gemeenslieden, en eene roorgeftelde verklaaring deswegen. Haar gedrag "door een groot getal Burgeren goedgekeurd; Be Hoofdpunten van het Stedelyk Regeerings Reglement tot ftand gebragt. Gefchil tusfchen de Burgemeesters en Gemeenslieden te Enfchede. Dubbele verkiezing van Gemeenslieden , hoe dezelve afliep. Vergunning der Staaten aan de Roomschgezinden om Kerkhuizen te mogen bouwen. Ëfen ander Gewest in ons Bondgenoot* rfchaplyk Gemeenebest, 't geen omtrent 'de Grondwettige Herftelling zeer yverde3 en daar toe reuzen Happen deedt, was Overysfel. De geest des Ridders Capellen tot den Pol, een der eerfte Be=; vorderaaren en een der fterktte fteunen deezer zaake; doch aan dezelve door den dood ontrukt, bleef in dit Gewest, heerfchen, bezielde eene menigte der Inwoon* deren, en ftaafde de taal des Lofs- en Lyk-redenaars du Püy over dien Volksen Vryheids - vriend (*). Niets (*) Zie du Ptt Lofreden bl. 62. eii onze VaderI* Mist. IX. D. bl. 104»  VERENIGDE NEDERLANDEN. 5 Niets minder bedoelde deeze Aanhang jdan het affchaffen des Regeerings Regiements van de Jaare mdclxxv. Dit te bewerken maakte het eerfte Punt uit eens Verzoekfchrifts in de drie Hoofdfteden Deventer, Oampen en Zwolle, in bet jongst afgeioopen Jaar ter tekeninge gelegd, en m;t veeier hand onderfchreeven; terwyl de getekende Verzoekfchriften, in gemelde Hoofdfteden, een allergunftigst onthaal ontmoetten, fchoon in de twee laatfte, de onderneeming om een Plan tot een verbeterd Regeerings Reglement door eene Commisfie uit Raad, Gemeente, en Gecommitteerden uit deBurgery, te beraamen, met niet weinig wederftreevens te worstelen hadt (*). Ten deezen Jaare bragt men een breedvoerig Verflag uit, omtrent de Verbetering der Regeeringe van Overysfel. 't Zelve vervatte een Voorftel, voor de. Staater van dat Gewest gefchikt, waar van de aanvang genoegzaam is om ons te doer bemerken, door welk een geest de Opftellers gedreeven werden. Het was ir deeze woorden begreepen. „ Dat de „ rampzalig gevoerde Oorlog met Enge „ land ons geleerd hadt, dat in de in „ weudige gevleidheid der Republiek, eem „ Verandering, en wel eene fpoedige en kragt '\, daadige Verandering, voljlrekt vereisen „ wierd (*) Zie. onze Vederl. Bist. x. D. bl. 304. He geheele Verzoekschrift is te vinden in de Bytaage. ■;ot de Post van den Nedev-Rhyn-Xde Stuk. xxxv. boek. ■ 11 T786. • De bedoelde Affchaf-. finir des ReL;eerin§s Reglementsvan den ]aarc MDCLXXV» Inhoud i.ep Inleidinge van het Voorftel ter Verbetering van de Regeering van Overysfel door cüe ; \mDeveri' ter. I  6 DE REPUBLIEK DER xxxv.. boek. » wierd, zou niet de geheele Republiek ten »» gronde gaan. » Dat het de tyd niet meer was om " te ontveinzen, dat in ons Land twee » Hoofdpartyen waren, die elkander ge» duurig dwarsboomden; om zyne Waardigheid en Regten " ^ handhaaven; dat daar uit allerlei iw " wendig misnoegen, wantrouwen en gemor »> ontftaan waren. „ Dat Millioenen fchats verfpild waren « om vertooning te maaken als of men « tegen de Engelfchen een Oorlog hadt willen voeren; en dat men dien Oor* s' log hadt kunnen vermyden en neutraal » blyven, zo het Land, volgens het Ad>, vys van den Baron van der Ca« pellen, in 't Jaar mdcclxxxiv, » en vervolgens verfcheide opgevolgde » Hollandfche en Frieslandfche Refoiutien, » op zyn tyd eene behoorelyke Zeemagt »» gehad hadt;' dat de oorzaaken hier van, en van alle onze opgevolgde gevaaren „ en fchadens en vernederingen, enkel en » alleen inwendig in het verward en verbas» ,■> terd en daar door verdeeld Regeeringsge* n ft tl onzer Republiek huisvesten. " „ En wat het Wantrouwen ea Gemor » der Natie betrof, dat dit geen bewys %, behoefde, zo men zyne ooren niet ge» flooten hadt voor de bittere klagten der commercieerende Ingezetenen, en zyne » oogen over de fteeds duurende teke«« neo van misnoegdheid omtrent het Be-. ?, ftuur  VERENIGDE NEDERLANDEN. ? ftuur van 'sLands zaaken, en van het '] mistrouwen op een zeer groot aantal „ van zulke Heeren, die dat Beftuur in „ handen hadden. „ Dat 'er geene Verbetering in het al„ gemeen Beftuur, en gevolglyk geen Her„ (tel vanEendragt, te hoopen was, zon„ der dat de Regenten zelve in de by„ zondere Provinciën, ernstlyk onderzogten — welke Gebreken in hunne Provin„ ciaale Regeering plaats vonden — welken „ yerderflyken invloed die Gebreken op de „ generaale Regeering der ganfche Repu- „ bliek hadden en welke de Middelen „ waren om die Gebreken uit, den weg te „ ruimen, of genoegzaam te verminderen" Het Voorlid, overeenkomfti^ met deeze Inleiding, door de Afgevaardigden der Stad Deventer gedaan, werd door alle de Leden eerst overgenomen: .doch de tegenwoordig zynde Heeren Edelen , gaven, kort daar op, deswegen eene Verklaaring, by welke zy oordeelden, dat de geheele inhoud des Voorftels, met al het bygevoegde, tot niets anders ftrekte dan om het plaatshebbende Regeerings Reglement te vernietigen, en dus doende de Conftitutie van Regeering om te keeren; geheel onnoodig keurden zy het daarom in een onderzoek en beantwoording te treeden van die Inleiding; maar zich verpligt, by deezen te betuigeni dat zy, by hunHe Toetreeding in de Ridderfchap van Overysfel, vry willig, en ter goeder trouwe, in gelykheid der overige Staatsleden, den A 4 Eed XXXV. BOEK. Oordcel der tegen» woordig zynde Ridderen over het Voorftel en de Inleiding zelve.  8 DE REPUBLIEK DER. B O B K. Senc Commisfie btnoemd om het Voorftel va n ' L>eventer te onderzoeken. ' i i i j j Eed op dat Reglement afgelegd hebbende, zich, wilden zy niet Meïneedig worden, verpligt en genoodzaakt agten, om by die bezwooren Belofte getrouwlyk'te verblyven, en alzo zwaarigfaèid te maaken in alle hoe ook genaamde voörgenomene of voorgefiaagene Verandering op dat Reglement; ten waare dan nog, dat' zulks, op eene wettige wyze, met eenpaarig goedvinden , zo van alle de Leden van Ridderfchap en Steden, als van den Heer Prins Erfftadhoudër, gefchieden, konde. ' " " " De Meerderheid der Zwol/èhe Regeering, vondt zwaarigheid in toe té fterameh,am, nog op deezen Landdag, in Lente-' naand , " eene Commisfie te benoemen, :ot het onderzoek van het ingediend Verlag. Maar, ten volgenden Landdage, in Bloeimaand, biragt deeze Stad als haaren Raadfiag uit, dat, zonder den inhoud des:. Voórftels van de Stad Deventer goed- ofif te keuren, eene Commisfie diende beïoemd te worden, tot onderzoek der Pun'èn in het Voorftel vervat, rriet' volmagt Dm over dezelve, betrekkelyk tot het Eleglement van Regeering , naa voorafgaande mededëeling aan zyne Hoogheid, *ri inrieeming van Hoogstieszelfs aanmer-' cingen, een Verflag op te maaken, óm tan Ridderfchap en Steden voorgelegd te vo.rden, behoudens de vrye Raadpleging mor alle de Leden. In dit Voorftel ïemde de Ridderfchap, en de Stad Kamden terftond, en eindelyk ook Deventer;  VERENIGDE NEDERLANDEN. § en werden onverwyld zes Heeren daar toe benoemd, drie uit de Ridderfchap, jie Drosten van Vollenhoven en Haaksbergen, benevens den Heer van Voerst van Alerdink en uit de Steden Deventer, Kampen en Zwolfe de Burgemeesters Weers^Vesterink èn Rotjse. Van deezen kst deeden zy verilag op den Landdag in Wynmaand te Deventer, en gaven een Concept Reglement, met de Aanmerkingen der Gelasügden over. Te welker gelegenheid Pallandt tot ZuitheMj Drost van , Tsfelmuiden, met nog vyf Edelen, de Heeren J. E, mullert tot de LeeMKUILE. R. H. de Vos van steenwyk TOl den Ho ogen hof, R. C. W. v a is Rechteren tot Westerveld A. C. W. van haarsolte TOl d'en Doorn, en R- W. Sloet toi Merxveld, een Voorftel ter baam bragten, {trekkende om het drukkende ei fchadelyke van het oude Regeerings Re glement des Jaars mdclxxv aan t toonen, met aandrang om de gewigtig zaak, de Verandering van 't zelve, te: fpoedigften,' onder handen te neemen, e ten meesten genoegen der Ingezetenen af te doen. ' Waar op de meerderhei goedvondt, het Reces van den Landda te doen voortduuren tot den vierden va Wintermaand. De zes bovengemelde Ridders, op wif yoorilag de Vergadering was blyven voor A 5 du' XXXV. ÜOEK, Verflag hier van s en het Voorftel van zes Edelen om de zaak des Reglements af tï doen, I 1 » i ar => a t Hoe die , Ridders, ter meeste  ïo DE REPUBLIEK DER XXXV. BOEK. 1786. fesfpoedi- ging de in geleeverrif Bezwaard wilden be> handeld hebben. Hun gevoelen over j duuren, om over de Verbetering en Vee. andering van het Regeerings Reglement waar omtrent zy hunne gedagten met alle rondheid hadden opengelegd,'te raadpleegen, droegen, by het openen van dezelve, m Wintermaand, hunne nadere geaagten voor; hier in beftaande, dat de verfchillende Bezwaaren, door de onderfcheide Leden van Staat, met betrekking tot het Regeeringsbeftuur van Overysfel ingeleeverd, zo veelvuldig, en veele daar onder van dien aart, waren, dat, indien dezelve alle te gelyk zouden worden afgedaan, zulks geene geringe vertraaging zou toebrengen aan het Herftel dier Bezwaaren, welke die fpoedige verbetering het meest vereischten. Om dit voor te komen, oordeelden zy het hoogstnoodig, dar, vóór alk andere, die Bezwaaren onderzogt en verbeterd mogten worden, uit welker voortduuring het grootfte nadeel te vreezen was, en waar van eene fpoedige afdoening het meest ter bevordering van het algemeen )elang vereischt werd. Onder deeze verdiende, naar hun begrip de eerde •laats, de by het Reglement van den aare mdclxxv aan den Heer Stadhouer opgedraagë Begeeving van bykans ile Provinciaale Ampten, en Staats-comïisfien. „ Dat toch hier door," dus lie:n zy zich hooren, „ de Regenten gebragt waren onder eene verregaande af- hangelykheid van den Stadhouder en nog niet eens van den Heere Stad- ;, hou-  VERENIGDE NEDERLANDEN, it „ houder alleen; maar ook van deszelfs I, vertrouwde Gunftelingen, en dat zulk „ eene afkangelykheid ten allen tyde, en „ vooral in de omftandigheden, waar in „ zich het Vaderland thans bevondt, voor „ de Republiek in 't algemeen, en voor „ Overysfel in 't byzonder, allergevaarlykst „ was, waren waarheden, welke zy over„ tollig oordeelden te bewyzen; daar elk „ onzydige van dezelve volkomen over„ tuigd was." Te deezer oorzaake hadden zy niet onledig geweest om naauwkeurig te onderzoeken op welk eene wyze dat Be zwaar best herfteld, en de Begeeving diei Ampten en Commisfien, ten meester nutte van 't Gewest, en het overeenkom ftigst met de waare gronden van deszelfi Conftitutie, voor het vervolg, zoudei kunnen begeeven worden. Twei Schikkingen, het een op de Begeeving der Ampten, het ander op de Begeeving der Commisfien, ontworpen hebbende gaven zy dezelve over, van oordeel, da ze zulke voorflagen behelsden, als gevoe gelyk ten grondflage, althans tot een lei draad, der raadpleegingen over deeze ge wigtige onderwerpen zouden kunnen die nen; in die hoope, dat de verdere Le den van Staat hunne bedenkingen, ove een zo netelig onderwerp, met dezelfdi openhartigheid zouden mededeelen. Inmiddels vertrouwden zy, dat hui Ed. Mog. door het onderzoek dier Ont werpen, eensdeels zouden worden ove* tuig' XXXV, BOEK.. I786. L L r » t P 1 1  ï» DE REPUBLIEK DER XXXV. BOEK. 1 ( ) l ( 2 l tuigd, dat zy alzins gezogt hadden daa? by de Gelykheid onder de Leden, en de Onafhangelykheid van dezelve van elkander, te bewerken: overtuigd dat het daarftellen van zodanig eene Gelykheid en Onafhangelykheid voor het algemeen belang allernoodzaaklykst, en hetéénigst middel was, om de maar al te zeer verzwakte Harmonie, onder de Staatsleden te herftellen, en,voor het gevolg, duurzaam te maaken. — En dat, anderdeels, hun Ed. Mog. daar uit zouden overtuigd' worden, dat zy geen het mitifte oogmerk hadden om den Heer Stadhouder het genot te ontzeggen van zodanige Regten, als met het welzyn van Overysfel, en met eene daar toe zo volftrekt noodige Onafgelykheid der Leden van Staat en met het SoHverain Gezag van hun Ed. Groot Mogenden konden worden overeengebragt, en dat zy geheel vreemd waren, om het Stadhouderschap tot eene nietsbeduidende in alleen flegts in naam beiïaande Waarligheid te maaken,- hoedanige vermoedensnaar al te veel, in deeze dagen, verfpreid werden, tegen Regenten, die niets anlers beoogden, dan dat Ampt binnen ieszelfs wettige paaien te rug te brengen. Hier van zouden zich de duidelykfte >ewyzen opdoen, indien hun Ed. Mog. lie Regten, welke, volgens de gemaakte Dntwerpen, door den Heer Stadhouder :ouden worden uitgeoefend, geliefden te 'ergelyken, met die, welke afgedaan wal fn aan de Heeren Stadhouders vóór W1L3  VERENIGDE NEDERLANDEN. 13 ■Willem den III, én düs aan alle die Stadhouders, welke door een vrye keur waren aangefteld: onder welken zelfs drie Prinfen uit den Huize van Oranje zich bevonden, en daar onder een Maoritz en Willem de II, wier invloed voorzeker, uitwyzens de Gefchiedenis van hunne tyden* in Overysfel groot genoeg was> . Dan toch zouden hun Ed; Mog. ontwaaren, dat aan dezelven veel minder Regts en Invloeds over de Begeeving der Provinciaale Ampten hadt toegekomen, dan zy. by hun Ontwerp voorbonden aan de Heeren Stadhouders, in 't vervolg, toe te kennen. Des te meer vertrouwden deeze Hee^ ren, dat alle Leden van Staat nu geneegen zouden zyn, om, op den door hun voorgeüaagen, of op eenen anderen beteren voet, hartlyk mede te werken, tot verbetering van het gemelde grievend eri voor het Belang, en dè Vryheid der Na tie, allergevaarlykst bezwaar, — Om dil heilzaam "oogmerk te gemaklyker te be reiken, en zodanige Leden te gemoet t< komen, als, uit hoofde van hunnen Eec by de aanvaarding hunner Posten, zwaarig heid mogten vinden in het Regeerings Re glement de noodige verandering te maaken herhaalden zy den meermaals gedaanei Voorflag, „dat de Leden van Regeerini zich, op het voorbeeld van voorige ty „ den, onderling van dien Eed, voor z >? verre daar ue noodig-, zouden ontflaan. Met te meerder nadruks moesten z; o. kXXVs soek.' / \ > \ T t 1  . XKXV. BOEK. 1786. Over hei herftel dei KleineSteden in derzelverRegten. Overgenomcn. 14 DE REPUBLIEK DER op eene fpoedige Herftelling van dit Be^ zwaar, de Begeeving der Ampten en Commisfien betreffende, aandringen, om dat hetzelve afgedaan, en de Leden van Staat in de noodige Onafhangelykheid herfteld zynde, de verdere Bezwaaren voorzeker des te gemaklyker, ten nutte van den Lande, en deszelfs goede Ingezetenen, zouden kunnen herfteld worden. Daar benevens dienden, naar hun oordeel, ten zelfden tyde, de Kleine Steden* herfteld te worden in de aan haar toebehoorende; doch, door het Reglement van den Jaare mdclxxv, buiten derzei vee bewilliging, ontnomene vrye Keuren; als mede in haar Regt om over gewigtige, en ter vermydinge van alle verfchiilen voor het vervolg nader te bepaalene Punten, ten Landdage verfchreeven te worden; als laatende het Regt en de Billykheid niet toe, dat deeze" beide voor de Kleine Steden zo gewigtige Punten langer onafgedaan bleeven, door haare verdere Bezwaaren, die het al te omflagtig zyn zou alle zo fpoedig te onderzoeken en af te doen, en als dan met de verdere Bezwaaren over het Provinciaal Regeeringsbeftuur, zouden kunnen worden bepaald. Alle de Leden namen dit Voorftel der zes Ridderen over. De zwaarigheid, wegens den Eed, door welken alle de Staatsleden, by hunne komst aan de Regeering,, het thans zo zeer betwiste Reglement bekragtigd hadden, kwam weder ter baane, eii men herhaalde het beweerde des- we«  VERENIGDE NEDERLANDEN. 15 wegen door de Leden der Ridderfchap óp den Landdag in Lentemaand deezes Jaars (*). Vreemd hoorde men op wegens een Raadfiag den Eed betreffende, ten deezen Landdage uitgebragt door Jonkheer VAN YSSELMUIDEN TOT PaASI-O: om de zonderlingheid zullen wy dien woordlyk affchryven. „ Edel Mogende ItHeeren! vóór dat ik, in den Jaare » mdcclxxxv, de eer had van in dee » ze Vergadering Sesfie te neemen, heb » ik altoos het Reglement op de Regee» ring van den Jaare mdclxxv, door »> Ridderfchap en Steden geinhereerd, ver,> nieuwd en herdrukt den negen en twin» tigften Maart mdccxlviii, befchouwd *» als ftrydig wet de Souverainitdt der Pro>. vincje, en laboreerende aan menigvuldig » ge Abuifen. De hoop, egter, om het « eens, op eene legaale wyze, met concur5, rentte van alle de Staatsleden, en met ,» voorkennis van den Heer Prins Erf- ftadhouder, te kunnen veranderen, de „ lust om myne vermogens, hoe gering » dezelve ook zyn, ten nutte van myn » Vaderland te befteeden, en de onmoge» lykheid om daar toe te geraaken, zonder „ het zelve Reglement te beëedigen, hebben „ my tot dien ftap gepermoveerd. „ Dien Eed, Ed Mog. Heeren! welken „ ik wenschte nimmer te hebben gedaan, „ is my, van dat oogenblik af aan, als hei« (*) Zie hier boven, bl, 7, XXXV. BOEK. Zonderlinge Raadfiag, den Eed betreffende, coor ]r. van Ys- Sl-LMUIdi.n tot Paaslo ingebragt.  ié DE REPUBLIEK DER XXXV. SOEK. *f86 ,i heilig en onverbreekbaar toegefcheenen % >, waarom ik my ook heb gevoegd mee ■>, liet Declaratoir, door de prefente Leden « van de Ridderfchap ter S taats vergadeii ring den vier en twintigiten van Maart MDc'ctxxvïi irt welke gevoelens ik 5> nog verfeer: dewyl het rhy ais eeh on3, betwistbaar grondbegihzel Voorkomt i. dat eën Souverain, die niet iemand ? s, het zy wie hf zy, een Capitulatie of }, Contract heeft aangegaan, en zulks met ,, dierbaaren Eede vrywillig heeft geftaafd. „ Verpligt is hetzelve heilig te obfervee- h, ren, éri daar in geene verandering te fitaS* „ ken, veel min hetzelve te verbreeken; i, . zonder alvoorenS met den belanghebbend „ deh Perjoon te handelen, en ta tragteri f, övëf de te maakene Verandering te con=* vëriieeren; ,5 Gaat deeze Stelregel door, hoë zal •, dan eén Regent zich, naar goedvinden vaii dèn Eed kunnen ontflaagen agten? „ Gaat dezelve hiët door, dan vraag ik i, eens, of alle grond van Vertrouwen onder de Menfchen niet Wordt aan 't i, wankelen gebragt? ■ Hoewel nu^ „ Ed. Mog. Heefert! het heerfchende gey, voelen tegen deeze myrië Stelling zy, ja zelfs vecle Staatsleden zich hier over' i; in het minfte met bezwaard vinden, en 4e Onverbreeklykheid van dien Eed reeds „ honderdmaal tvederlegd agten, lchroom >, ik egter niet, daar dit eene zaak is, „ in welke een ieder de infpraak van zyn i, Geweeten raadpleegen, en zonder eeni-  VERËNIGDË NEDERLANDEN, if „ ge Inftigatie van Partyfchap, volgens ei- a gen overtuiging handelen moet, rond- „ borstig te verklaaren, dat alle die Ar- „ gumenten, naa dezelve mét zo veel mo- „ gelyke attentie te hebben gepondereerd, 5, geene de minfte overtuiging in mynen „ geest hebben te wege gebragt; ia te- i, gendeel dat ze my toefchynen haare ge- „ boorte aan eene verregaande Enthufias* me verfchuldigd te zyn, en meest zyn „ {trekkende om veele zwakke gemoederen » te preoccupeeren. U Ed. Mog. gelieven, egter, uit „ dit bovenftaande, geenzins op te maa- ,, ken, als of ik van gevoelen zou zyn, dat i, dit Reglement in zyne volle, vigeur moest 5, b'lyyen: Neen, Ed; Mog. Heeren! wel „ Verre van daar, ik begryp, dat het Ge* « roep der ganfche Natie hier omtrent zeer » blllyk en gefundeerd is\ ja, dat'er, niets „ wenschlyker ware, dan dat dit fchade- „ lyke Reglement, in zo verre wierd.ver- „ anderd, dat gelyk de Heeren GedepU- „ teerden van de Stad Deventer, in hun- „ ne Propofitie. zeggen, Een Regent, oh- „ der welken naam het ook zy, -van niemand „ anders dan van zich zeken • afhangelyk ,, zy, en gevolglyk door geenen invloed, dart i, de zyne^kan beftuurd worden; dat de Heer „ Stadhouder daar door ook niet van al- i, les beroofd en als ten onnutte voor het 3, Vaderland gemaakt worde; maar be- „ houde de Influentie^ die met de Confii- 3) tutie en het Welzyn van het Vaderland u gepaard gaat, en dat een ieder, wie* XIII. DEEL. 3 S> hS B O E Ki I7864  i8 DE REPUBLIEK DER BOEK. 'tGcvaele van Derenter e Kampen over eten afgelepdei Eed op hc Regeerin£ Reglemen -> hy ook weezen mag, in zyne wettigs 5, Privilegiën wierde herfteld. „ Om nu dit heilzaam oogmerk te be.» reiken, zou ik van Advys zyn , dat t> nien als nog, daar de Heer Stadhouder zulks zelve heeft gerequireerd, aan „ de Commisfie over de Bezwaaren fpe»» cificq diende op te geeven die Punten, „ welke eene noodzaaklyke en fpoedige verandering vereifchen; met inftantelyk „ verzoek van ten altereerden alle mogelyk „ devoir te willen aanwenden, om zyne ,, Hoogheid het fchadelyke daar van op „ het allernadruklykst onder 't oog te „ brengen; ja, wat meer is, dat de Be„ langens van zyn Muis daar aan ten „ hoogften zyn verknogt: want wet is » toch de Stadhouderlyke Waardigheid, zo „ die niet op de Lief de en Vertrouwen ya/i » 'i Algemeen gevestigd is! „ Zo onverhoopt alle deeze poogingen „ vrugtloos mogten afloopen , en zyne Hoogheid, onvermoedelyk, aan geene „ billyke Propofitien het oor wilde lee„ nen, referveer ik myne nadere Confi„ deratien, wat als dan door Ridderfchap „ en Steden zou moeten en behooren ge„ daan te worden." 1 De Steden Deventer en Kampen toonj den op dit ftuk van den Eed een geheel ander inzien, en betuigden nimmer in die gedagten geftaan te hebben, „ dat dee\ » ze afgelegde Eed aaa de Leden van de s „ Regeeringe voor altyd^zou hebben toe.„ gemuurd den weg tot*— en geheel af-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 19 „ gefneeden alle mogelyke Middelen van Redres, en Verbetering in 't zelve Re„ gleraent," wanneer de gezaraenlyke of immers verre weg de meeste Leden der Regeeringe van de noodzaaklykheid dier Verbeteringen overtuigd waren, en zulk een Redres nog daarenboven door eenen algemeenen en bedaarden wersch des Volks, by hernaalirigj en ernftig, verlangd werd. Dat zy, met de zes Ridders, van begrip waren", dat deeze Eed, geen hinderpaal kon noch behoorde te zyn, voor eenige Leden der Staatsvergadering om het gewenschte werk der Verbetering van het Reglement ten fpoedigften, met allen ernst en kragt, ter hand te neemen, en de Beraadfiaagingen daar over te verhaasten en onverwyld voort te zetten^ om eerlang deswegen een Befluit te kunnen neemen, den Lande heilzaam, en gefchikt om het wantrouwen der goede Ingezetenen geheel te verbannen. Dat zy, „ hoe zeer een Ontflag van deezen Eed, hier toe geheel onnoodig en overtol„ lig agtende, egter, om aan zodanige ,, Leden der Staatsvergadering, die hier omtrent in gemoede bezwaard zyn mog„ ten, te gemoete te komen, wel daar „ toe wilden inftemmen, dat de Leden „ en Riddeifchap en Steden onderling, i, zo verre soódig., zich ontfloegen (*)." Ver* (*) N, Nitkrl, Jaarb. 1786. bl. id^-ïi^ XXXV. B O E 1C< 1786.  xxxv. BOEK. WatZwoIle daswegen dagt. 20 DE REPUBLIEK DER Verre was de Stad Zwolle van onverwyld de voetftappen der twee andere Hoofdlieden te drukken. Groote onaangenaamheden reezen 'er, wegens de vertraaging, door zommige Leden der Gezwooren Gemeente, veroorzaakt, die een by voorraad ontworpen Plan met haatlyke naamen beftempelden, en het van de hand weezen; terwyl anderen het in naderen raadfkg hielden (*). Eene kleine Meerderheid der Regeeringe (f) merkte het bewuste Reglement aan, „ als wel en te „ regt ingevoerd, voor een Verbond tus„ fchen de Staaten en den Stadhouder, en dat men dus, uit hoofde van den „ Eed, onbevoegd zou weezen, daar in „ verandering te maaken," en viel het befluit daar mede overeenkomftig; 't welk op verre na niet voldeedt aan den zin van veele Burgeren, die het op een hoogen toon wraakten, en dus genoegen nam in den Raadlhg, 't welk de Gezwooreo Gemeente eerlang uitbragc, „ dat het ,, bezwooren Regeerings Reglement kon, ja zelfs behoorde veranderd , en de „ Stads Afgevaardigden moesten gemag„ tigd worden om, van wegen Zwolle, mede (*) Post van den Neder-Bhyn IX. D bl. 1179. enz. (f) Deeze beftondt uit de Heeren House, C r a n s a Wicherlink, Eekhout, Metelercamp, Hanzelaar en Sandberg. De Minderheid maakte Thuessinck, van Sonseeek.Ravestein, Gei,derman, van dkr Wyk en v/.m M arle.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 21 „ de te Hemmen voor het onderling ont„ liaan van de Leden der Staatsvergade„ ring van den Eed op 't zelve afge„ legd." Dit verfchil van de Meerderheid des Raads en der Gemeente bragt een langduurige Vergadering tusfchen die beide Regeeringslichaamen te wege. De Gemeente drong fterk aan op de medewerking des Raads tot vernietiging van het Regeerings Reglement; doch de Meerderheid bleef huiverig, 't welk zy, die na deeze vernietiging haakten, zeer euvel duidden, en heulen met de Meerderheid der Ridderfchappe noemden. Niet alleen werd der zodanigen gedrag in de Nieuwspapieren met de haatlykfte verwen afgefchilderd; maar men dreigde zelfs die Regeeringsleden van hunne posten te ontzetten. Meer dan veertien honderd Zwolfche Burgers en Ingezetenen ftonden in 't begrip van de Meerderheid der Gemeente; en maakte zulks hunnen Medeburgeren in een Berigtfchrift bekend. By eene nadere Raadpleeging van den Raad op dit ftuk, ftaaken de Stemmen; zo dat de Raad niets kon befluiten; dan in de Gezwoorene Gemeente verklaarde de Meerderheid, het tegenwoordig Regeerings Reglement, in zo verre het de Stad Zwolle betrof, voor vernietigd en afgefchaft; en dat niemand, by de aanilaande Verkiezing van Burgemeester, tot die Waardigheid zou mogen verkoozen worden , dan die zich vaardig verklaarde, een B 3 nieuw XXXV. BOEK. 1785.  as DE REPUBLIEK DER XXXV. B O ek. ïyU. Befluit wegens het Ontflagvan denEedgeuomen. nieuw verbeterd Reglement te helpet vastftellen en invoeren: immers naa dar. hy ten eerften Landdage van den Eed op het tegenwoordig Reglement zou ontilaagen weezen (*) By de zes gcnelde Ridders, voegden zich op den' Landdag, op 't einde van Louwmaand des Jaars mdcclxxxvii, gehouden, de Heeren Echten tot DEN AvENHORST, en MuNICHAU- sen tot den Oldenmole; weshalven by de Raadpleeging op het Voorftel wegens het ontflag van den Eed, goedgevonden en verftaan werd, „ dat, in naa„ volging van voorige tyden, de refpec„ tive Leden, zo uit de Ridderfchap als „ uit de Steden, zullen worden gadispen„ feerd, zo als dezelve gedispenfeerd en „ ontilaagen worden mits deezen t van den „ Eed op het Reglement van mdclxxv, „ in MDcCxLvm herdrukt; met dien ver„ ftande nogthans, dat voorf. Reglement „ van mdclxxv voorts zal blyven wer„ ken, en naagekomen moeten worden „ in alles, uitgezonderd in de Poincten en Artykelen van 't zelve, welke, naa „ gehoudene Deliberatien van Ridder- fchap en Steden, het zy in ééns te za„ men het zy fuccetfivelyk zullen wors? den veranderd; blyvende dus die Ar„ tykelen van voorf. Reglement, Welke n by (*) N. Neder!. Jaarb. 1786. bl. 1643. Voor 't Jaar 1787. bl. 167, 365. Post van den Neder-R'ya XI. D. bl. 615.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 23 by finaale Refolutie nog niet zyn ver„ aiiderd, in volle vigeur." Tegen dit Befluit, ais kunnende geen Grondwet met Meerderheid van Stemmen worden veranderd, verzetten zich de Ridders, de Drost van Zalland; de Drost van Twente; de Drost van Vollenhoven; Wartensleben tot buxbkrgen; Bentinck tot W e r k e r e n ;Voerst tot den Borgël;Pallandt tot Beerse; Bentinck tot Schoonbeten; Bentinck tot Bokhorst; Rechteren tot Mennigeshave Junior; Rechteren tot Rechteren; Hoevel tot Nyenhuis; S loêt tot everlo; SlOET tot Warmelo; Heiden Hompesch Junior,-Raesfeld tot Elsen Junior; Sloet tot Bellinckhof; T eng- nagel tot BoUKENHAVE Seiiior'* Dedemtot de Rollecate; Sloet tot Westerholt; Sloet tot Canneveld, en Sloet tot Olthuis, die allen een fcherp Advys en Aantekening deeden. Jonkheer va» Voerst tot Alerding, was met zagter bewoordingen in 't zelfde begripals de twee en twintig niet inftemmende Leden; terwyl Ysselmuiden van P a a s l 0 by zyn voorheen ingedienden Raadflag (*) bleef volharden, en sot Medeftander kreeg Ittersum van Tre-» i. a ar. de f*)2ie hier boven, bl. 15, B 4 XXXV. 13 o e k. 1786. iVelkeRidiers zich iaar tegen aankanten,  15 O Ë K. J785. Zwaarigheiri over hetnietbefchryvenvan Hasfelt en Steenwyk opgelost. Hoe Hasfelt over de Verandering van iet Regeerings Reglement ft N. Nederl, Jaarb. 1786. bl. 165.577. enz,, t# DE REPUBLIEK DER De twee en twintig Pvidders, die tegen het veranderen en vernietigen van het betwiste Regeerings Reglement, en ook tegen de ontheffing van den afgelegden Eed waren, merkten in hunne Verklaaring op, dat, door het genomen Befluit, de Steden Hasfelt en Stecmvyk, welke deswegen moesten befchreeven geweest zyn, in derzelver Regten verkort waren. —«• Waar op de Acht Ridders, met de drie Steden, inbragten, dat zy geen oogmerk hadden om de Voorregten dier twee Steden te verkorten: dat noch Hasfelt noch Steemvyk den Eed op het Reglement gedaan hebbende, des niet konden ontflaagen worden; onnoodig hadt men het deswegen gekeurd die Steden op te roepen; dat men nogthans gereed was om de Kleine Steden in derzelver Regt, van haar eigene Regenten te verkiezen , te herftelien, als "mede om ter Staatsvergadering te yerfchynen. Over dit fhik waren zy geneegen de Raadpleegingen, op den eerst volgenden Landdag, te beginnen (*). De eerstgemelde deezer Steden, Hasfelt, hadt reeds in Grasmaand, aan Staaten van Overysfel eenen Brief afgevaar-s digd, waar in dezelve voluit verklaarde, geen de minfte Verandering te zullen dulden, in het Regeerings Reglement „ waar » °P>" gelykzy fpraaken, „ alle de Leden  VERENIGDE NEDERLANDEN. 25 „ den van de Regeering, met hunne Con., currentie, het Stadhonderfchap op Prins „ Wilum den IV, in de Manlyke „ en Vrouwlyke Linie erflyk, ja men 5, mogt zeggen op generaal en univerfeel „ verzoek van alle ingezetenen van dm „ Lande, met volkomen toeftemming en „ toejuiching, gedcfereerd hadden,en door s, zyne Hoogheid aangenomen was; van „ den Eed daar op gedaan, zouden zy de „ Staatsleden nimmer ontflaagen houden. Veranderingen, hoedanige men daar voorhadt, zelfs in de gedagten te neemen , keurden zy onbeftaanbaar, wilde men eerlyke Regenten en opregte Christenen blyven. Uit welk een oogpunt, zy Regenten, die dit beftonden, befchouwden, draagen wy liefst met hunne eigene •woorden voor, en te meer om dat men in de taal der Basfeltfhen, fchoon verre van de befchaafdfte, de meening leest der Overysfelaaren, die met hun in de zelfde Staatsbegrippen ftonden. „ Wat ook te„ genwoordig eenige Oproerige Geesten, „ die uit de tegenwoordige verwarringen „ hun voordeel zoeken te trekken, en die, „ om dit hun voordeel ten uiterften te „ pousfeeren en gaande te houden, onder s, het fchynfchoon masker van Regten en „ Privilegiën, alles komen te onderneemen, „ al moest hetzelve ook thans, als 't „- ware, 't zieltoogende lieve Vaderland „ den doodfteek geeven, komen voor te „ wenden, dat de^Reglementen of Inftrucs, tie op het Erfjladhouderfchap aan de Op£ 5 » !>'*' XXXV/ boek. i?S6. Uit welk e n oogpunt zy de Regenten, die Veranderingzogten , befchouwden.  XXXV. BOEK. DE REPUBLIEK DER' » permagt zoude onderworpen zyn, en da$ »> diensvolgens een ftilzwygende, » , de verbreeklykheid van den Eed, waar. » mede het tegenwoordige Regeerings Re-. « glement was bezwvoren, en van Verlich» ting, Verlichte Tyden, Volks ft em, Onvern vreemdbaare Regten, en wat dies meer « was, zy meenden met grond te mo»> gen vertrouwen, en ftaande houden, dat dan hun Ed. Mog., conform het » Regt der Natuure, even zo wel, ja >» nog veel meer, verpligt waren, hun » gegeeven Woord en Beloften te hou>, den, en daar en boven met folemneele » Eede bekragtigd, dan Private Perfoo„ nen. „ Wat men ook mogt voorwenden van n Heil, of Regt, of Stemme des Volks, » men moest waarlyk wel zeer onnozel » zyn, zo men niet befpeuren konde,. dat in deezen geen waar Belang des' „ Vaderlands, of Heil des ganfehen Volks; » maar enkel Particulier Belang en Parti>, culiere Oogmerken van eenigen fchoo» len, welke met het beflaan van het te-. ., genwoordig Regeerings Reglement geen „ plaats konden vinden, of hun beflag, > zo als men begeert, verkrygen. <, 3i Waar-  VERENIGDE NEDERLANDEN, 37 „ Waarom anders dit Regeerings Regle„ ment, geduurende bykans veertig jaa„ ren. in vxeedzaanie en tranquiUe tyden, „ onaangeroerd gélaaten, en juist nu, ten „ tyde van de grootfte tweedragt en ver„ warring, daar buiten dat overvloedige „ alle even zeer, tot behoud des zinken„ den Vaderlands, om expeditie fehreeu„ wende zaaken, voorhanden waren, daar „ mede voor den dag gekomen, om het, „ als 't waare, kwynende en uitteerende „ Vaderland, ten eenemaale te doen verteeren? , _ „ En , als ook die zogenaamde Stemme „ des Volks, of het groot aantal Reques„ trantert, waar op de Regeering der H Stad Deventer haare Propofitie bouwde, » door onpanydigen, hoofd voor hoofd, „ behooreiyk opgenomen en geëxamineerd „ wierd, vertrouwden wy gerustlyk, dat „ de zosenaamde Stemme des Volks, en „ dat groot getal Requestranten op een „ zeer klein getal Perfoonen zou infmel,', ten, die, om hun eigen belang en „ oogmerken te bevorderen, Requesten t, geformeerd, en daar mede rondgeloo„ pen hadden, of doen rondloopen, by menigvuldige eenvoudige misleide he„ den, en die Requesten door dezelve „ doen tekenen, zonder dat die Teke„ naars eens wisten wat zy tekenden, oi „ de materie kenden, waar over die Re„ questen rouleerden. Wat betrof de voorgewende Verlich„ ting en Verlichte Tj den, die de Licentie daj XXXV. BOEK, 1785,  28 DE REPUBLIEK DER XXXV. BOEK. 1^86. » der Drukpers zou veroorzaakt hebben, » wanneer men met eenige oplettenheid " ging naafpeuren, wanneer de tegen» woordige Confufie, Verwarring, Twee- dragt, buitenfpoorige Onderneemingen, » en 't totaal Verval en Veragting der » Wetcelyke Oppermagt, begonnen ware, „ men zou bevinden, dat dit alles zyn >, begin genomen hadt, toen een zo ge„ naamde Post van den Neder Rhyn, Po„ litique Kruytr, Cour ter van Europa, » Diemermeerfche en Zuid-hollandfche Cou„ mnten, en foortgelyke, de Heeren Staa» ten, Erfftadhouder, Regeeringsleden, „ en voorts ieder, die hun voorkwam, » ftrafloos hadden beginnen te lasteren, „ haatlyk af te ichilderen, en daar op „ hunne bittere gal te loozen; en daar ,. door een hgtgeioovig Gemeen te mis* >, leiden en op te ruijen. — Zo dat men« die voorgewende Verlichting veel eer voor een alles verduisterenden Nevel, „ akeligfle Duisternis, totaaal Verderf van „ Zeden , Verwarring van alles , en weg„ neeming van alle Order, dan voor Ver„ lichting moest houden, en dat een on,, bepaalde Licentie van korten duur be„ hoefde re zyn, om alles onherftelbaar ,, te ruïneeren." Het overige van deezen langen Brief, dient, om, zo de Schryvers zeggen, te betoogen, dat de Verandering of liever Vernietiging van het meergemelde fundament eele en permanente Regeerings Reglement, en dus het wegbreeken derFunda-* men-  | VERENIGDE NEDERLANDEN. 29 ment en van onze Staats Conftitutie, ons geheele Staatsgebouw, ja zelfs het hoofdzaaklyke van de Unie van Utrecht, onvermydelyk moest doen inftorten; als mede om aan te tooncn, dat de kwaade Uitflag des Oorlogs met Engeland, en de overige Staatsrampen, aan geheel andere oorzaaken waren toe te fchryven, dan de Regeering van Deventer, by het doen des hun zo zeer mishaagenden en fterk gewraakten Voorftels, wilde. De Stad Hasfelt , die zich verbeeld hadt, dat de redenen in deezen Brieve aangevoerd, van die uitwerking zouden geweest hebben, dat alle raadpleegingen over het vernietigen of veranderen van het Regeerings Reglement te eenemaal zouden hebben opgehouden, ftondt verfteld dat, daar toe eene Commisfie. buiten haar kennis, laat ftaan toeftemmiug, was benoemd, en zonder dat men haar met eenig Antwoord verwaardigd hadt!; zy beklaagde zich daar over by nader fchryvens ter Landdage, in Wynmaand, op eene fcherpe wyze. En werd deeze Brief, naa het voorgevallene ia Louwmaand des Jaars mdcclxxxviï, gevolgd van eenen derden, waar in die van Piasfeit, geene verwyten en bedreigingen fpaaren. — Daar toe benoemde Heeren uit de Ridderfchap en Steden onderzogten deezen Brief, en bragten voor hun Advys uit, deszelfs inhoud zo beledigend gevonden te hebben, dat dezelve alleszins XXXV. boek. Nadere aandrang van Has' lelt. Hoe beoordeeld.  59 DE REPUBLIEK DER XXXV, boek. 1/86'. Elf Klein Steden (taan een Vcrbinte jus aan. zins de hoogfte verontwaardiging vaS Ridderfchap en Steden zou verdienen; dat zy egter, de hoonende uitdrukkingen daar m vervat, liever wilden toefchryven aan een onbezonnen drift van den Steller, dan aan de Leden van den Raad en Meen te van de Stad Hasfelt; waarom zy wilden dat dit fchryven uit de Staatsaantekeningen zou gerooid, en onbeantwoord aan die Regeering te rug gezonden worden, met vermaan om zich van foortgelyke beledigingen, in *t vervolg, naauwkeurig te onthouden. : Nevens Hasfelt ^ bleef Steemvyk, Blokzyl en Genemuiden aan het Regeerings 'Reglement des Jaars mdclxxv gehegt, terwyl elf Kleine Steden, wier Afgevaardigden, in den Jaare mdcclxxxv, te Ommen, eene Vergadering hielden, om, te overweegen wat men ter hand behoorde tc neemen tot het erlangen van een volkomen Herflel in alle Regten en Vryheden, die Steden deugdlyk toekomende (f), daar mede voortvoeren, en in Oogstmaand te Hardenherg, voor de eerfte keer, eene vastgeftelde jaarlykfche Vergadering hielden, en eene onderlinge Vereeniging aangingen. Dit gefchiede'met veel ftaatlykheids. De Heer j. va n R ie m s • DYK (*) Men vindt beide, deeze Brieven geheel in de N. Nederl. Jaarb. 1786. bl. 501. en 1364. Voos 't Jaar 1787. bl. 597. (f) Zdf onze fadmi. Eist, X, D, bl. 3*5,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 31 i>yk, Secretaris van Hardenherg, verwelkomde 's morgens de zeventien Afgevaardigden der Kleine Steden, uit naam der Regeeringe, en, na het Stadhuis, waaide Vergadering ftondt gehouden te worden, afgehaald zynde, vonden zy by 't zelve de Burgery in orde gefchaard, die hun met Krygseere begroette. By monde van denzelfden Secretaris werd de Vergadering geopend, en gingen, naa de gehoudene Raadpleegingen, de Afgevaardigden, met dezelfde plegtigheden van 't Stadhuis. - Men behandelde 'er de ge; wigtige Onderwerpen, het nut, den bloei en welvaard, zo wel als het behoud dei Regten van de Steden ten doel hebbende, en zogt, door genomen Beiluiten, gelyk zy het noemden , zich te hoeden voor eene verdeiflyke Ariftocratie; en voor altoos te bevryden van een fcha delyken Stadhouderlyken invloed. Van het voorgevallene op den Land dag in Louwmaand, kreeg zyne Hoog heid kundfchap en de Stukken, als med< eens verzoek der Staaten van Overysfel om hun, vóór den aanftsanden in Lente maand, zyne Aanmerkingen over het hen toegefchikte Nieuwe Regeerings Regie ment te zenden. By het inkomen dee zes verzogtea befcheids, vernamen zy „ dat zyne Hoogheid, het Regeering „ Reglement nooit anders hadt kunne] „ befcttouwen, dan als een Pact urn Con ventum (een geflooten Verdrag,) tus 9, fchen de Heeren Staaten en den Stac' b O E£^ ■ Hoe zyns , Hoogheid l het oude ' Rcgee, rings Re. glement , befchouwde. » ï 1  32 DÉ REPUBLIEK DER BOEK. 17&6. i> houder, en als een fundamenteele Staats» wet op de Orde der Regeeringe, wel» ke nooit anders, dan met eene geza» menlyke Inftemming van alle Staatsle» den, en zyne Hoogheids Medewerking* » kon of behoorde veranderd en vernies» tigd te worden. „ Doch dat zyne Hoogheid, uit de « ontvangene Stukken en Advyfen, het n tegendeel gezien, en daar uit te gelyk j> vernomen hadt, dat men dien aangaann de zo verre was voortgegaan, dat het », Ontflag van den Eed op dit Reglement s> afgelegd, .tot Bejluit gebragt wss; waar » tegen hy ten fterkfte protefteerde," ter- wyl hy, aan den anderen kant, zich ï» nog bleef voeden met de hoop, dat >, eene bedaarde overweeging van het gesi beurde, en van de gewigtige gevolgen *> daar van, de Leden der Meerderheid s, zou doen afzien van het verder aan» kleeven aan het gemelde Bejluit en OnU " flaë* en nlet hunne overige Medele» den doen inftemmen, dat het Regee*, rings Reglement nimmer, dan met een» „ paarige Bewilliging, en met zyne Me„ dewerking, op eene geldende wyze, kon „ veranderd of vernietigd worden. „ Voor zo verre, egter, eenige duis„ terheden zouden mogen plaats hebben,' ,» of dat daar in eenige Arty kelen zou„ den mogen gevonden worden, welke' „ ten gemeenen nutte van Overysfel kon„ den beweezen v/orden eene Verbete„ ring noodig te hebben 3 zou zyne Hoog-; t, hek!  VERENIGDE NEDERLANDEN. 33 >» heid niets aangenaamer weezen, dan >» om met een waaren ernst en volvaar- digheid daar toe, even zo wel als tot >, Hcrftel van andere ingefloopene Abui>, zen, mede te werken, en in de On„ derhandelingen daar over alle zodanige ,> toegeevenheid te gebruiken, als eenig- zins, behoudens de fundamenteele gron,» den der Regeerings Conftitutie, en van » de Inftelling van het Erfftadhouder» fchap, met deszelfs waare inrigting, „ tot welzyn van de Provincie, en van ,* de duurzaame belangen van deszelfs In„ gezetenen, naar gronden van Regt en 5, Billykheid zou kunnen gevorderd wor„ den." Verder betuigde de Stadhouder eene >, al te naauwe betrekking te hebben op de Provincie, en al te groot deel in „ derzelver behoud en voorfpoed te nee„ men, dan dat hy niet wenfchen zou, „ tot herftelling van de Rust en Eens„ gezindheid, met wegneeming van heË ,i heerfchend mistrouwen, ten genoegen van de goede Ingezetenen, te kunnen „ toebrengen, zelfs met opoffering Van >, eenige zaaken en punten, waar op hy „ anderzins «ene wettige aanfpraak kon ,i maaken. — Indien als een gepast mid* „ del daar toe mogt worden aangezien , „ dat de Burgeryen in de Hoofdfkdeti * eenig deel gegeeven wierd aan de bea „ vordering der byzondere Stedelyke en ,i Burgerlyke Belangen, was hy ook nieË » ongeneegen om daar toe, op eene ge» > XUI. deel» O Voeg"« BOËKt t?8&  34 DE REPUBLIEK DER XXXV. BOEK. Slaat eene Commisfie ter OnderhandelingeLvoor. » voeglyke wyze, mede te werken; eg» ter onder aile zodanige Bepaalingen en „ Voorzieningen, als de Conftitntie van „ Overysfel en hec weezenlyk welzyn van „ den Burgerftaat zelve zon kunnen 10e„ laaten, en welke, zonder nadeel aan „ de weezenlyke Regten van 'sStadhou„ ders Erflyke Waardigheden, waar van „ hy nooit, ten naadeele van zyne wetti» ge Opvolger en, mogt afftaan, nader zou „ kunnen geregeld worden. Ten flot voegde zyne Hoogheid hier by, „ dat, daar deeze onderfcheidene » Voorwerpen van het ujterfte belang » waren, en niet dan met veel behoed» zaamheids, op eene geregelde en con>» ftitutioneele wyze, behoorden behan» deld te worden, hy het best oordeel» de, dat dezelve door Comrnislarisfen » wierden overwoogen en behandeld. In » gevalle men hier toe mogt overgaan, « boodt hy zich gaarne aan, om eenige Perfoonen, met den noodigen last, te »i benoemen, die als dan, met ryp over„ leg van raade, alles wat daar toe be„ hoort, zouden kunnen overweegen; „ ten einde eene gelukkige en gewensch„ te overeenkomst te bewerken, die, „ door eene daar op volgende goedkeu„ ring, zou kunnen worden bevestigd en 3, bekragtigd. — Dit was, naar 'sStad„ houders gedagten, het beste, zo niet „ het eenig overblyvend middel, in den tegen woordigen ftaat van zaaken, daar » alles hun gezamenlyk riep en verpligtu- » te  VERENIGDE NEDERLANDEN. 35 », te om het dierbaar Vaderland niet lan>, ger, onder den alles verwoestenden „ geesfel van Onrust en Partyfcbap, aan „ den fchroomlykften ondergang bloot te „ ftellen, de Rust en de Harmonie te herftellen. Hy vertrouwde dus, dat hun „ Ed. Mog. uit gelyke beginzelen eener. „ waare Vaderlandsliefde, deeze Voon i, ftelhng wel in ernftige overweeging „ zouden willen neemen, en zonder ee „ ne zaak van dat alleruiterst aanbelang „ als de Bewaaring der zo heilzaame ei plegtig bezwoorene Conftitutie, verde: „ buiten haar geheel te brengen, nie „ zouden afkeerig zyn, om deeze oog „ merken te bevorderen, en tot ftand t i, doen komen." De Afgevaardigden van Zwolle deeder den eeriten ftap tot het aanvangen dee zer Onderhandelingen, met op last hun ner Zenderen , in 't midden te brengen dat het Plan van Hervorming van he Provinciaale Regeerings Reglement, doo eenige Heeren Edelen ter Vergadering van 'Ridderfchap en Steden, den vyfdei van Wintermaand mdcclxxxvi, over gegeeven, over 't algemeen hun niet on getchikt voorkwam, om tot een Onder werp der Raadpleegingen, over dat Stuk te kunnen worden gelegd, en dat tei fpoedigften, by wyze van Commisfie of anders» daar over werd beraadflaagd en om daar by in overweeging te neemer zodanige Bedenkingen, als door den Heei Erfitadhouder zouden mogen ingezonder C 3 wor< XXXV, BOEK. l : 1 Zwolle tep Onderhandelingeniet onge* > neegen. : t . f 1 1 » 1 »' \ t .  36 DE REPUBLIEK DER XXXV. boek. 178$ Be Meerderheid dei RidderIchappedringt dit ftuk aan. Perfooncn wederzyds tot die Commisfie benoemd. worden. De Drost van Zalland en de Meerderheid der Edelen namen deeze Verklaaring der Zwolfche Afgevaardigden over. De Meerderheid der Ridderfchappe gaf haar gevoelen op den Brief des Stadhouders, te verftaan; oerdeelende, dat de gezamenlyke Leden van Staat de voorgeflaagene Commisforiaale Onderhandeling behoorden te aanvaarden, en dat zy, indien alle de overige Medeleden, insgelyks daar toe mogten neigen, gereed waren eene Commisfie te helpen beraamen, en zulke fchikkingen met hunne Medeleden te maaken, naar welke de Commisfie, op de best mogelyke wyze ingerigt, de wenschlykfte gevolgen kon doen verwagten. Drie Leden uit de Ridderfchap, nevens één Burgemeester uit elk der drie Hoofdlieden, kreegen last den Brief des Stadhouders nader te onderzoeken, en des verflag te doen aan de Vergadering. Dit alles hadt ten gevolge, dat eerlang door den Stadhouder tot Commisfarisfen na Overysfel benoemd werden, de Heeren Jan Elias, Baron van Lynden, befchreeven in de Ridderfchap des Kwartiers van Nymegen, buitengewoon Raad in den Hove van Gelderland, Burgemeester der Stad Nymegen; Abraham Otto Florentyn Vatebender, gewoon Raad in den Hove van Gelderland; Mr. Willem van Citters, buitengewoon Afgevaardigden ter Vergadering van de Algemeene Staaten wegens de^  VERENIGDE NEDERLANDEN, sf Zeeland, mitsgaders Geheimraad, Geheimen Secretaris en Requestsneester van zyne Hoogheid. Staaten van Overysfel beftemden om met deeze Heeren in onderhandeling te treeden, uit de Ridderfchap de Heeren Pall and t tot Zuithe m, Heerdt tot Evertsserg, en de Vos van Steenwyk tot Nyerwal, uit de Steden Deventer, Kampen en Zwolle, de Burgemeesters Weerts, Stennekes en Thomasse a Thuessink. Welhaast verfcheenen de twee eerstgemelde Gevolmagtigden van zyne Hoogheid te Kampen, ter piaatze tot de Onderhandelinge gefchikt, de laatstgenoemde vondt zich verhinderd mede te komen. Daags naa hunne aankomst , op den twaalfden van Grasmaand des Jaars mdcclxxxvii, vingen de Onderhandelingen aan; doch Haagden de Heeren Afgevaardigden des Stadhouders hier even weinig, als die eigenfte Mannen deeden toen zy, ter Bemiddelinge, in 't Sticht gezonden waren (*): want op den zestienden dier zelfde Maand liepen de Onderhandelingen zonder eenige vrugt af, en verlieten de twee Heeren Gelastigden van zyne Hoogheid, Ove^/è/onmiddelyk (f). Om den wil van de éénheid der zaake zyn wy de tydorde cenigzins voor uit ge- (*) Zie onze Vads-rL Bist. XII. D. bl. 458. (f) A'. Neder/. Jaarb. 1786. bl. 590—596. 6oi, S41. .*42. 1 C 3 \ KXXV; boek.' 1786". Be Onder handelingen aangevangen ; doch, kort daar op , weder afgebrooken. Overysfe/s gedrag terf opzigte  xxxv. HOE Ka 1786. van tic maatrege len in Ge, (Ierland genomenDe drii Hoofdfte den fchr jen aan '30' DE REPUBLIEK DER geloopen; en moeten dus een hertred doen; ten einde weder te keeren tot her. geen meer bepaald, ten deezen Jaare, in Overysfel voorviel. En trekt hier allereerst onze aandagt, wat de Staaten van ',. dat Gewest in 't werk ftelden, toen, in het.nabuurig Gelderland de Steden Hattem en Elburg met den Herken Arm gedreigd werden. Wy hebben reeds met een woord geboekt, welk eene Uitwerking het fchryven der drie Overys/elfche Hoofdlieden in Holland baarde (*), en hoe derzelver aangewende poogingen by zyne Hoogheid in Gelderland vrugtloos afliepen (f);doch, te gemelder plaatzen, beloofd, van dit alles, wanneer wy ter onmiddelyker befchouwing van 't gebeurde in Overysfel kwamen, een breeder verhaal te zullen geeven. Eene belofte, van welke wy ons thans kwyten: en welker vervulling niet weinig zal ftrekken, om, ook van deezen kant, licht te verfpreiden over een Tydperk van de Gebeurtenisfen in ons Vaderland, 't geen wel kort; doch aller neteligst was, en ten welken opzigte de gedraagingen der onderfcheidene Gewesten, met de penne der Onpartydigheid, verdienen befchreeven te worden. De. drie Brieven van de Overysfelfche ' Hoofdlieden aan Staaten van Holland ger' rigt , benevens het Verilag eener Bezen» (*) Zie onze Vadert. Bist. XI. D. bl. 217. (f ) Zie onze Vadert. Bist, XH. D. bl. 241,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 39 zending uit dezelve aan zyne Hoogheid, zullen ons hier den ganfchen toedragt deezer zaaken ontvouwen. De Regeeringen van Deventer, Kampen en Zwolle hadden, te hunner uiterfte verbaazing, niet vernomen het Staatsbeiluit in Gelderland om de Erygsmagt tegen de Steden Hattem en Elburg te gebruiken, of zy oordeelden' deeze Staaten, als mede den Capitein Generaal, te moéten fchryven, om, waare het mogelyk, de volvoering daar van te voorkomen, — Het mogt haar niet gebeuren, op eene derzei ven wederfchryvens te ontvangen. De zugt deezer Steden, om niets onbeproefd te laaten, 't geen het fchriklyk oogenblik eens Burgerkrygs kon tegenhouden; de drift en gisting" onder haare Burgeryen, 'en alle"'sLands Ingezetenen, die van rondsomme, ter verdeediging dier Steden , aanmelden , gereed om bloed en leeven op te offeren, gevoegd by het onbeantwoord laaten der gezondene Brieven, om de uitvoering dier Bevelen ilegts eenige weinige dagen op te fehorten, of te vertraagen; ten einde het door haar beoogde en voorloopig gedaane aanbod van Bemiddeling', en Tusfchen fpraak, op de reeds. uitgefchreeven er zelfs met den meesten fpoed vervroegde buitengewoone Vergadering van Ridderfchap en Steden, kon worden uitgewerkt, dit alles deedt die Steden befluiten toi het benoemen eener Bezending, beffcaan de uit de Burgemeesters Sloet en Jok C 4 den; XXXV. BOEK. I73r5. Staaten san. Gelder/and en aan zyne Hoogheid. ; Vaardicren eene Bezending ' aan der?  4? DE REPUBLIEK DER b.0ek.. Stadhouder af, Deeze fchryft van 't Loo een Brief aan Staaten van GeJê'.rland. hens van Deventer; van Heimenberg en van Knuth wegens Kam» pen; en Rouse en Ravesteyn wegens Zwolle, met de SecretarisJen van Suchtelen, de Mist en Eeckhout, om, op den vierden van Herfstmaand, zich te begeeven na 'c Zoo, en aldaar by zyne Hoogheid, mondeling, op de kragtigfte wyze, te onderfteunen, alle gronden en beweegredenen reeds in brieven bygebragt. Op hunnen weg na 't Vorstlyk Loa ontwaarden die Heeren, dat de gevreesde en afgebeden Aanmarsch van Krygsvolk reeds werklyk daar, en deszelfs afftand van de Steden Hattem en Elburollegts eenige weinige uuren was. In deezen benarden toeftand vonden zy goed, om nog, vóór het afleggen' van hunnen last by den Stadhouder, eenen naderen Brief aan Staaten van Gelderland, toen te Zutphen vergaderd,, te ontwerpen, en in aller yl van 't Loo derwaards te zenden, In deezen herhaalden zy, met eenen aandrang, geëvenredigd aan de vermeerderde bekommeringe, veroorzaakt door den daadlyken Aantocht des Krygsvolks, de verzoeken tot opfchorting der gegeevene bevelen, en aanvaarding der Bemiddeling, vermeldende het oogmerk hunner Bezendinge by zyne Hoogheid; terwyl zy 'er een Affchrift byvoegden van een Brief der Stad Hattem, waar in deeze verklaarde, op redelyke voorwaarden > wel te willen bykomen. tévk  VERENIGDE NEDERLANDEN. 4s Ten gehoor by zyne Hoogheid toegelaaten, gaf de eerfte Heer der Bezendinge, Burgemeester Sloet, de rede hunner overkomst te verftaan. Een der Secretarisfen las daar op den jongst afgevaardigden Brief aan Staaten van Gelderland voor, als mede dien der Regeeringe van Hattem aan de Regeering van Zwolle; inhoudende het aanbod van een vriendlyk verdrag, met aandrang, dat zyne Hoogheid zyne goede dienften geliefde aan te wenden om Staaten van Gelderland te beweegen, van derzelver Befluit om de Steden Hattem en Elburg met Militair Geweld te bedwingen, af te zien; immers dit op te fchorten, tot dat Staaten van Overysfel derzelver Bemiddeling zouden hebben kunnen aanbieden. Op dit alles gaf zyne Hoogheid te kennen ; „ Dat hy aliëen was van 't gebruik van Geweld, dat hy ook niet moest „ worden aangezien voor den Aucteur „ van dat werk; maar alleen de ftrikte „ bevelen van de Heeren van Gelderland „ uitvoerde; dat hy, egter, kon verze„ keren , dat niemand Geweld in zyn „ Regt, Goed, of Vryheid zou gefchie„ den; dat het aan de Steden Hattem en „ Elburg ftondt, om, onder voldoening „ aan de Orders van den wettigen Son„ verain, van Militair Geweld bevryd te „ blyven; dat de Intentie van het Gar„ nifoen was, om, op eene Conftitutio.3, neele wyze, onderzoek te doen na de C 5 „ o®r- XXXV? BOEK. 1786. Onderhoud met zyne Hoogheid.  4s DE REPUBLIEK DER boek. j7oó. „ oorzaaken-der Onlusten, zonder blootgefield te zyn aan de fedkieufe Beweegingen van onrustige Perfoonen. Dat de * Magiftraaten van de Overysfel/che Steden beter gedaan hadden, hunne Burgeryen te rug te houden, om het „ Territoir van eene andere Provincie „ gewapend in te trekken. Dat ook het „ zenden van Militie na eene of andere „ Stad niet ongewoon was. Dat men in „ Overysfel zich daar over niet behoefde „ te ontrusten: dewyl hy wel kende zyn ,, Pligt en Eed aan de Staaten der Pro„ vincie van Overysfel gedaan, en geene „ Troepen derwaards zou zenden, zon„ der derzelver Requifitie en Orders." Men antwoordde; dat, dewyl de Steden, waar tegen de Militie gerigt was, althans Hattem, geneegen waren om zich in 't vriendlyke re vergelyken; en men dus verhoopte, dat zyne Hoogheid zou verbieden, het inmiddels pleegen van Geweld. Dat het aan de Regeeringen der drie Steden ondoenlyk was, hunne Burgeryen te rug te houden. Dat ook van alle oorden Burgers en Ingezetenen kwamen toefchieten, en eene gemeene zaak maakten, en dat dus een Burger-oorlog, het vergieten van Burgerbloed, te dugten was, zo de Militie niet belet wierd voort te gaan. -Waar by, met naame de Heer Ravesteyn opmerkte, dat, daar hier tusfchen Leden en Steden van één en dezelfde Provincie Different was, het zelve, naar het Eerffe Artykel der Unie,    VERENIGDE NEDERLANDEN. 43 by wege van Juftitie, door Arbiters of Accoord op aan te biedene Mediatie, behoorde betlist te worden. Zyne Hoogheid herhaalde hierop „ zyn Pligt, om, als Capitein Generaal; «ïpt de Orders der Staaten te gehoorzaa- " men» De Heer Ravesteyn zeide, onder welneemen, dat. men zyne Hoogheid niet adiëerde, als Capitetn Generaal, maar als Stadhouder zo wel var Overysfel als van Gelderland, en dat -hel een der weezenlykfte Regten en Preemi nentien, zo wei als den Pligt, van der Stadhouder was, om te zorgen, dat di Eenigheid, zo veel mogelyk, geconier veerd, en ingevolge van de Conftitutu te werk werd gegaan, zo dat men ver hoopte, dat zyne Hoogheid toch zou ge lieven te interdiceeren, dat inmiddels gee Geweld gepleegd; maar een gedugte JrJui o-er-oorlog voorgekomen wierd, ter Oor fervatie van het lieve Vaderland, en te weezenlyken dienfie van zyne Hooghei en Hjogstdeszelfs Doorlugtig Huis. Waar op zyne Hoogheid antwoordde Dat hy zyn Pligt wel kende; doch < Z niets in kondoen!" De Heer Knuti verzogt den Stadhouder tot employ v; Hoogstdeszelfs Credit; en kreeg ten'an woord; „ Dat hy geen Credit meer hac „ en het dus befpottelyk zou weezen vi " hem het employ daar van te vergen De Heeren Gelastigden, bemerkend dat geen aandrang, hoe ingerigt, k< helpen om zyne 'Hoogheid toen te t 1 w< XXXV. BOEK. t 1 l- tï d :» :r f, n t- t» m .*' » De Bezen» )n ding vertrekt, zon'e' der iets w :e-  XXXV. BOEK. 17*6. hebben uit gewerkt. Kampen betuigt Staaten van Halland , dat dc Burgers t'icr §tad, zondertoe. ftemming der Regecring , waren uitgetrokken. 44 DE REPUBLIEK DER weegen tot eenige ftappen, 't zy van: Vertraaging ïu het volvoeren van het Beflmt der Staaten van Gelderland, 't zy tot het doen werken van zynen Invloed op hun Ed. Mog. namen affcheid en vertrokken van 't Loo, niet weinig aangedaan over het mislukken hunner aangewende pooging. Van dit mondgefprek, welks inhoud wy uit het Verllag der Afgevaardigde Heeren hebben opgegeeven, gaven de Regeeringen van Deventer, Kampen en Zwolle in derzelver Brieven aan Staaten van Holland, een min of meer omftandig bengt. Kampen, het breedvoerigst in deezen, nam die gelegenheid waar, om hun &d. Gr. Mog. ter wegneeming van allen twyfel, of tot voorkominge of uitwisfinge van de verkeerde indrukken, die onzekere en menigvuldig uiteenloopende gerugten, foms mogten gemaakt hebben,, hun op het plegtigst te verzekeren, „ dat „ de uitmarsch hunner Burgeren na het „ Geldersch Grondgebied, en byzonder „ na de Stad Elburg, gefchied was, zonr, der eenige de minfte legaale kennis o£ „ toeftemming der Regeeringe; maar ah. 1 leen moest toegefchreeven worden aan 1, de alomrne uitbarftende misnoegdheid, . begeerte na Redres , en Herftel van , zaaken, en eene onwederftaanbaare Va, derlandsliefde, die, in zulk een oogen„ blik, niet altyd toelaat op de gevol> gen te denken; en die hun, al ware ;, zulks te hunner kennisfe en beraadflaa-  VERENIGDE NEDERLANDEN. a5 a ging gebragt, in dat oogenblik onmo„ gelyk zou geweest hebben, te doen ftil ftaan, of te maatigen." Ten flot fchryvende, ,, De bekommerlyke Situatie van ons lieve Vaderland, de nood en „ raadlooze toeftand der hier en elders „ gevlugte Inwoonderen, uit veele Gel„ derfche Plaatzen; de dagelyks toenee„ mende gisting onder de Ingezetenen, en „ de ontrustende nabyheid van verhitte „ Troepes in onze Nabuurfchap; dit ah „ les neemen wy de vryheid aan de hoog„ wyze, fpoedige en efficacieufe Voor„ ziening van U Ed. Gr. Mogenden aan „ te beveelen (*)." De Vergadering der Staaten van Overysfel, buitengewoon byeengeroepen, gal de Staaten van Gelderland te verftaan. in welk eene ongerustheid zy verkeerden Wegens het Beflr.it ten opzigte van Hat tem en Elburg genomen; eene ongerust heid niet weinig vermeerderd door de ty dingen des Aantochts van Krygsvolk n het Sticht tot dezelfde einden; als med dat de Krygsmagt in Gelderland vermeel derd wierd, en dat de reeds gebruil zynde in den tocht tegen Hattem en E hurg, in ftede van na hunne voorige Bi zettingsplaatzen te rug getrokken te wei zen, nog op de grenzen van OverysJ $ (*) Eene Opgave van alle de Brieven, vóór en ftaa de deeze Onderhandeling gefebreeven, kan de Lee7 vinden in de N. Nederl. Jaarb, 178Ó. bl. 1061 1*74. en 11S1—1204, XXXV. BOEK. 1786. . Staatenvail ; Overysfel verzoeken 1 die van . Gelder. land de Krygs' knegten " van hunne t Grenzen te o rug te \ trekken. X J. '\l tier  46 DE REPUBLIEK DER XXXV. BOEK. 1786". ] I < •] ] Schryvcn aan den Stadhou- ' der. t 1 i C t gehouden werden, 't geen niet kon nahaten ongerustheid te verwekken. Dat zy, in deeze kommerlyke omftandigheden, beilooten hadden hunne Vergadering by een te houden, en, op alle voorvallen en zaaken, betrekkelyk de tegenwoordige bezwaarde Tydsomftandigbeden by de hand te zyn, en gereed, om, naa ryp overleg, zodanige Beiluiten te kunnen neemen, als zy tot verhoeding van alle gevaarlyke gevolgen, het voorkomen van Burger-kryg, Losmaaking der Banden van Vereeniging, en Herftelüng der Rust, Tefchiktst zouden oordeelen. Dit zelf- ie verzogten zy van Staaten van GelIerland; hunne oogmerken waren bekend nt de reeds gefchreevene Brieven; en ïouden hun Ed. Mog. geen beter bewysen kunnen geeven van "dezelfde oogmerken, dan door de Voorziening, dat de remelde Troepen na hunne Standplaatzen vierden te rug gezonden. Verzekerende lat zy, zonder die voldoende gerustfieling buiten ftaat waren, de gisting der remoederen, die hoe langer hoe heviger verd, te kunnen maatigen. Van deeze hunne ongerustheid , van dee:ebyhun aangroeiende vrees, gaven zy, en zelfden dage, naamlyk den zevenden ran Herfstmaand, de weete aan den Stadlouder, met aanduiding, dat alle die omtandigheden eenen zo diepen indruk op e Gemoederen der Burgeren en Ingezeenen maakten, dat dezelve op geenerlei fyze, konden worden gerust gefteld, of ont-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 47 ontheeven van de opgevatte vreeze, welke zelfs tot nabuurige Gewesten was overgeflaagen, en van alle kanten gewapende Burger-corpfen deedt aanrukken, niet alleen om hunne hulpe aan te bieden; maar die daadlyk te betoonen. Dit alles vermeerderde natuurlyk het mistrouwen. Aangedreeven door de iterkfte verzoeken, en, óm van alle deeze handelingen en de waare oogmerken van zyne Hoogheid onderrigt te zyn, drongen zy ten ernftigften aan, dat de Stadhouder zich daar omtrent rondborstig geliefde te. verklaaren, alsmede welk eene bedoeling by Hem huisvestte ten einde daar door de opgevatte vreeze mogt kunnen verminderden de gemoederen tot bedaaren gebragi worden. Hier toe kwam hun het vaar digfte en toereikendfte middel voor hei te rug trekken van al dat Krygsvolk, door het uitgevoerde Befluit tegen de Steden Hattem en Elburg in beweegin^ gebragt, en zonder 't welke die gefteld heid niet kon worden verkreegen, of ge werkt tot het afkeeren van zo veele on heilen en rampen, als, by verdere be weeging, onvermydelyk zouden ontftaan en waar van zy niet in ftaat zouden wee zen den yver en drift te maatigen. Op een onverwyld Antwoord, tegen dei volgenden dag, hadden de Overysfelfch Staaten aangedrongen; zy bekwamen zelve. Zyne Hoogheid betuigde, doo den voorgeftelden eisch niet weinig ge trof SXXVi BOEK.; 1736, t. t i > j Antwoord van zyiis s Hoogheid, t  XXXV BOEK. 1786. 48 DE REPUBLIEK DER • troffen, te zyn : naardemaal daar in teil klaarften eene verdenking doorftraalde, als of by Hem oogmerken zouden huisvesten , met overeenkomende met de flipte regelen van zyn Eed en Pligt. - Eene Verdenking hem des te vreemderdewyl hun Ed. Mog. meer dan waarlchynlyk uit het fchryven der Staaten van Gelderland wisten, „ dat door hem niets „ gedaan was, dan op fpeciaal verzoek „ en requifitie der gemelde Heeren Staaten>" waar aan hy, als Stadhouder en Capitein Generaal van dat Gewest, verpligt was te gehoorzaamen, en even zo met betrekking tot de Provincie van Ut* recht. Verfcheide goedkeurende Befluiten der Staaten van Gelderland, zouden, indien het tepasfe kwam dezelve by te brengen , te zyner regt vaardiging alleszins voldoende zyn. En fchoon de Stadhouder meende, niet te veel te vorderen, wanneer hy, met alle Ingezetenen, eene vrye denkwyze eischte, maakte hy geene zwaarigheid, te verzekeren, dat hy, zo zeer als iemand, afkeerig zynde van alle gewelddaadige middelen, niets vuuriger gewenscht hadt, dan dat 'sLands Hoog-en Geregtigheid, en de wettige Authoriteit van den Souverain, overal, door het aanwenden van zagte middelen, hadt kunnen bewaard, of wel herfteld, worden , daar ze gekrenkt was. Dan, daar de ondervinding, zo in de Provincie van Hollandt als andere, meermaalen geleerd hadt, dat, tot bewaaring van derzelver rust, de Mi-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 49 Militaire Arm noodig geoordeeld was, zou het Staaten van Overysfel niet kunnen verwonderen, dat Staaten van Gelderland daar insgelyks, ten zelfden einde, gebruik van hadden gemaakt, niet om de Gefchillen tusfchen hun Ed. Mog. en hunne Ingezetenen te beflisfen; maar om de gelegenheid te verfchaffen, dat die Klagten en Gefchillen, op eene bedaarde en regterlyke wyze, konden onderzogt en afgedaan worden. —— Ten uiterften aangenaam was het hem, hier by te kunnen voegen, dat by de Expeditie, die zo zeer der Staaten aandagt fcheen getrokken te hebben, geen Burgerbloed geftort was. Ten flot hier by voegende, ^, dat, » gelyk Wy geoordeeld hebben aan de »» Requifitien van de Heeren Staaten van »> Gelderland te moeten defereeren als » Stadhouder en Capitein Generaal dier »» Provincie binnen deszelfs Territoir, Wy ,» te wel onzen pligt kennen, om niet te »> weeten, dat, ingevalle onverhooptlyk, ,» dat God verhoede! aan ons eenige » Requifitie wierd gedaan, om 's Lands »> Troepen op het Territoir van Overys» fel, tegen U Ed. Mog. intentie, te doen ageeren, zulks nimmer van ons zou >, worden verkreegen, als zynde over- tuigd, dat wy, zo wel voor maintien „ van het wettig Gezag en Authoritelt „ van U Ed. Mog. binnen derzelver Pro» vincie, als voor de Vryheid en wetti- ge Voorregten der goede Ingezetenen, M en voor de Befcherming van hun Ed. " XIII. DEEL. D „ Mog, XXXV. soek. 17U.  5° DE REPUBLIEK DER XXXV. boek. Oordeel van vyf Overysfel fehe Ridders , wegens bet gedrag van 7yne Hoogheid, en Vooiftel om nadere bepaalingen te maaken over het gebruik des Krygsvolks. \ „ Mog. Provincie, volgens den Eed en „ Trouwe, die wy aan U Ed. Mog. en „ aan den Lande van Overysfel, by het „ aanvaarden van het Erfftadhouderfchap, „ hebben gezwooren, Goed en Bloed „ moeten veil hebben." Met welk een ander oog vyf Overysfelfche Ridders dit ftuk, en 't gedrag van den Stadhouder, inzagen, blykt uit een Voorftel door de Heeren A. W. van Pallandt tot Züithem, R. H. de Vos van Steenwyk tot Hagenhof, A. C. W. van Haarsolte tot den Doorn, J. A. de Vos van Steenwyk tot Nyerwal, en R. W. Sloet tot Merxveld, ter Overysfelfche Staatsvergadering gedaan , om het, zo fpoedig mogelyk, tot een voorwerp der Raadpleegingen te doen worden. Naa opgehaald te hebben, wat by de Bondgenooten, de Staaten van Holland, en die van Stad en Lande, bepaald was wegens het niet gebruiken van Krygsvclk, te hunner Betaal'inge ftaande, in Burgergefchillen; en 't geen Staaten van Overysfel, in den voorleden Jaare reeds, daar omtrent befiooten hadden, „ was het," om hunne eigene woorden te gebruiken, „ nu helaas! maar al te » alzo deszelfs grootheid te zoeken in » de puinhoopen van dit Gemeenebest, „ met het gevaar zelve van daar toe Bur» gerbloed te plengen, refideert. „ Welke andere redenen kunnen 'er „ toeh geweest zyn, dat de Troepen van ,, den Staat, naa het Befluit der Staaten van Holland, welke niet op die Pro„ vincie gerepartieerd zyn, zulke fubite » en prccife Orders bekomen hebben om „ op te marcheeren, en dat derzelver „ dienst in de Frontierfteden door Troe„ pen van de Hollandfche Repartitie ne„ remplaceerd is? — Welke andere rede „ kan 'er geweest zyn, dat de Artillerie ,, Compagnie van den Capitein Wil„brik, op Repartitie van deeze Pro„ vincie ftaande, zonder reguard te flaan „ op de Refolutie by U Ed. Mog. in » den gepasfeerden Jaare genomen, me„ de in aanmarsch geweest is (*); ten „ on- (*) Deeze Majeor der Artillery, H. Wildrik, hadt, op last van den Capitein Generaal aan den Commandant, te Zutphen, van zyne onderhebbende jManfchap, één Capitein Luitenant, één Subalterne Officier, één Bombardier, en eén en dertig Kanoniers, met zich voerende één Houwitzer, en vier Metaalen Slikken Kanon zes ponders, met de daar toe noodige Ammunitie, den tweeden van Herfstmaand doen uittrekken, zonder te wecten waar toe zulks moest dienen ; doch d, ches, aan U Ed. Mog. voor te ftellen, „ zodanige fpoedige en efficacieufe maat» regelen te neemen tot provifioneele be„ paaling van het Gezag van den Heer „ Capitein Generaal over de Militie van « deezen Staat, met de andere Bondge» noöten te beraamen, als Hoogstdezelve n in deezen hoogen en presfanten nood » van het lieve Vaderland, en al wat » daar in dierbaar is, meest dienftig en " kragtig zullen oordeelen; op dat de >, algemeene Burger-oorlog, de gedugtfte ». van alle onheilen, onder den Zegen „ van God Almagtig, nog mag worden „ voorgekomen. Wy referveeren aan ons, om daar omtrent, in deezen hach„ lyken tyd zodanige nadere en byzondere , Voorflellingen te doen als wy zullen * vermeenen te behooren." Ingekomene berigten van 't geen 'er ter Algemeene Staatsvergaderinge was voor. levallen, wegens de flappen door Staaten i?an Gelderland en Utrecht gedaan, en hoe le laatstgèmeïden zouden hebben kunnen goedvinden , om by de eerstgenoemden :e verzoeken, dat 'er Manfchap , Ge/chut, m Krygsvoorraad na Amersfoort gezonden nogt worden; dewyl Staaten van Hol» 'and fcheenen gezind te zyn de Stad Ut» 'echt te onderfleunen; en uit die beide bewesten eene Commisfie te benoemen en einde middelen te beraamen tot het >ewaaren van de Rust en goede Orde in de-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 57 dezelve, bragt zulks in Overysfels Staatsvergadering een Raadflag en daar mede zameidtemmend Befluic te wege, om ter Vergadering van hun Hoog Mogenden, zo fpoedig mogelyk, voor 't Advys van Ov J» 53 hunne vergeefsch aangewende poogingen om de zaakcn tot dat geweldig uiterfte met te laaten komen; en vertrouwden gelyk zy zich uitdrukten, „dat hun Ed.' » Mog. te meer over dit alles zonden » zyn aangedaan, wanneer zy berigt kree" gen > gelyk naar waarheid , onder de „ oogen van Ingezetenen huns Gewem, „ gebeurd was, dat de Aanval op de Stad „ Hattem gefchiedde door Troepen, ftaande ter Repartitie van Friesland, en , met naame door het geheele of gedeelt, lyke Regiment, geleid wordende door, , en toen onder perfoonlyke aanvoering , des Cöiionels van Plet ten berg; i dat deeze de eerfte geweest waren' , die gebruikt, of immers in de volftrek, te mogelykheid.gefteid zyn geworden, . om het eerfte Burgerbloed te vergieten, en hunne Wapenen, die alleen behoorden te ftrêkkert ter afwending-e van buitenlandfche Vyanden, te keercn tegen eigen Lands Ingezetenen. — Van al het welke de gevolgen nog te akeliger geworden waren, volgens de by hun ingekomene berigten, dat, naa het betrekken van het Garnifoen binnen Hattem, door gedagte Troepen, verfcheide Infolentien, Plunderingen van Goederen, in de toegeflooten Huizen van Burgeren en Ingezetenen, gepleegd waren, niet alleen maar; dat ook, op een verren afftand van die Stad, en in den omtrek , de toegangen en publieke Heerenwegen, door uitgezette Posten, en aan-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 59 ' aanhouding en opbrenging van Overys>v0fche Ingezetenen, en andere reizende „ Perfoonen onveilig gemaakt, en de vrye „ Gemeenfchap tusichen die Stad en om„ gelegene Plaatzen over de Felüwe van en na Overysfel, en de Steden van dat „ Gewest, met de daad belemmerd wierd-" Ten aanziene van welk alles zy voorziening verzogten (?> Staaten van Friesland, wier gedrag m deezen Staatstwist wy vervolgens meer byzonder zullen moeten overweegen, beriepen zich, in hun Antwoord, op den gedaanen Voorflag van Bevrediging aan Staaten van Gelderland en Holland gedaan, welken zy aan die van Overysfel mededeelden, met byvoeging, dat zy, om in hun geheel en onpartydig te blyven, gemeend hadden, in hun Gewest, onder andere Voorzorgen, zodanige Maatregelen te moeten neemen, dat niemand hunner Ingezetenen, zich mogt veroorlover om in de Onlusten, thans in zoramigt Gewesten gereezen, eenigzins te deelen, of zich daar in te laaten gebruiken. Im mers hadden zy de Schutteryen en Exer citie-genootfchappen verboden, het %\ gewapend, het zy ongewapend, derwaard: ter hulpe uit te trekken: terWyl zy Staa ten van Gelderland, op het ernftigfte, had der (*) Register der R'efül. vPti Ridderfchap en Steden, de Staaten var, Overysfel ï. 8. 9. \u 12'. I' en 14 i-°£ï. 17S6. XXXV, BOEK. Antwoord \an Friesland,  6b DE REPUBLIEK DER XXXV. SOEK. Gelder/««rfbeantwoordt het fchryven van Overysfel. den verzogt om verder geen Krygsvolk, ter betaalinge van Friesland ftaande, daadlyk te doen werken (*\ De Brieven aan Staaten van Gelderland, door de drie Hoofdlieden van Overysfel en van derzelver Afgevaardigden, gezonden (f), welke, te midden der volvoeringe van de bevelen tegen Hattem en Elburg, onbeantwoord bleeven, werden welhaast van een breedvoerig wederfchryven gevolgd- Waar in deezen zich beklaagen over de verkeerde denkbeelden in welke die van Overysfel, huns oordeels, gebragt waren, ais of zy de Gefchillen tusichen hun en de Steden Hattem en Elburg, door Krygsgeweld, wilden afdoen. „ Afkeerig waren zy van alle „ despotique Overheerfching, en niemand „ in Gelderland, mogten zy gerust ver- zekeren, kon eenige gegronde reden „ hebben om zich over aangedaan ge„ weid, of onderdrukking, eenigzins te „ beklaagen." Gansch andere omftandigheden, hadden zich opgedaan tot het eeemen van het Bef!uit, welke zy bybrengen, om te doen zien, „ hoe onregt„ vaardig en onbedagtzaam men in Over' „ ysfl het ondernomen hadt, hunne daa„ den en handelingen te beoordeelen." De oorzaak van hun Befluit moest gezogt worden in het gedrag van heethoofdige en onrustige geesten, zo in als buiten (*) N. Nederl.Jaarb. 17 86. bl. II64; en II80. (■f) Zit hier boven bl. 39.  VERENIGDE NEDERLANDEN.61 ten Gelderland, die door Eigenbelang, Heerschzugc en begeerte om nieuwigheden in te voeren, het 'er op toelagen om de waare Conftitutie der Regeering te ondermynen, en de te vooren bedaarde en vreedzaame Ingezetenen, onder allerlei fchoonfchynende voorwendzelen, op te rokkenen, aan te moedigen, ja zelfs behulpzaam te zyn om zich aan de verfcttuldigde gehoorzaamheid te onttrekken; waar in de Steden Hattem en Elburg byzonder hadden uitgeftooken. Dit gedrag hadt hun niet langer doen twyfelen, om, zo tot herftel der Rust en goede Orde in die Steden, als tot het handhaaven hunner wettige Authoriteit, het Befluit te neemen tot het gebruiken van den Herken Arm. En hadden zy met deeze inroeping, zo zy beweerden, niets anders gedaan dan de voetftappen drukken van hunne Voorzaaten in dergelyke gevallen; dan het voorbeeld volgen dei Bondgenooten, waar in zy zich byzonder op dat van Zeeland vóór eenige Jaaren, en op dat van Holland, nog zeer onlangs, beriepen. De daar op volgende gedraagingen dier Steden, bragten te wege, dat zy zich, aan den eenen kant, in de volftrekte onmogelykheid bevonden, om een Befluit tot handhaaving van hun wettig Gezag in te trekken, of zelfs op te fchorten; en was deeze zaak, aan den anderen kant, alleen uit de halftarrigheid en ongehoorzaamheid dier Steden ontft aan, niet vatbaar voor eenige Schikking, en XXXV. BOEK. I7U.  62 DE REPUBLIEK DER XXXV. BOEK \ en by gevolge ook niet voor eenige Bemiddeling. Dit alles (hafden zy door het Affchrift van het Manifest aan dié Steden afgevaardigd (*), Ondertusfchen konden zy niet verbergen, met de uiterftc bevreemding en ontroering, vernomen te hebben, het hoogstftrafbaar gedrag eener menigte van Burgers en Ingezetenen der drie Qverysfelfché Hoofdlieden, die zich niet ontzien hadden om gewapender hand, in Herken getale, met fchending des Grondgebieds van Gelderland, zich na de gemelde Steden van dat Gewest te begeeven, en derzelver Burgeryen in ongehoorzaamheid te ftyven en te Herken. Een flap, waar van zy niet geloofden dat de Gefchiedenisfen van dit Gemeenebest, zo lang het door den band der Unie beftaan hadt, eenig voorbeeld zou opleeveren. Verwonderd fton- den zy, dat zulk een oubetaamelyk gedrag door de Magiftraaren dier Steden niet was voorgekomen of tegengegaan; als mede dat deeze, niet veel eer dan hun af te niaanen van de genomene maatregelen, zich bevlytigd hadden om de Burgeryen van Hattem en Elburg Gehoorzaamheid en Onderwerping aan- te raa- déri. Nog meer waren'zy aangedaan geweest over de zo vreemde als verre uitziende Verklaaring der Stad Kampen, van zich verpligt te rekenen, om, wanneer (*) Zie dit Manifest in onze Fadsr/. Wijlt JSL, Bi bl. s.6&rf  VERENIGDE NEDERLANDEN. 63 neer hunne hulp door de Steden Hattem ü en Elburg mogt worden ingeroepen, de- J zelve kragtdaadig te verleenen. Zodanig eene Bedreiging konden zy niet anders aanmerken dan als een inbreuk op hunne wettige Souverainiteit en Gezag, rechtftreeks aarloopende tegen de waare gronden der Unie tüsfchen de Gewesten, en veel meer de kenmerken draagende van de beginzelen van een Burgerkryg, dan die wettige en conftitutioneele middelen, welke zy zich genoodzaakt gevonden hadden ter hand te neemen. Waarom zy verzogten, dat Staaten van Over» ysfel, die Bedreigingen zouden wraaken, en deswegen , als mede over de Schennis des Grondgebieds door eenige Overysfelfche Burgers, die Voldoening zouden gelieven te' verleenen, welke hunne beledigde Souverainiteit vorderde, en in het toekomende maarregelen te beraamen, om zulks daadlyk te beletten (*). Wanneer Staaten van. Gelderland, naa. het volvoeren des Befluits tegen Hattem \ èn Elburg, het Krygsvolk volgens ver- < zoek der Ovcryftelaaren Q), niet te rug-1 ge trokken , en deeze laatstgemèldert,J omtrent het Krygsvolk te hunner Betaalinge fhande, èeti eenftemmig Befluit met Holland genomen hadden (§), oordeelden (*) Men vindt deezen gebeden Blief den 5 Sept. gedagtekend, in de N. Nedarl. Jaarb, 17S6. bl. 911. (■]-) Zie hier boven bl. 44. (§; Zie hier boven bl. 56, CXXV, SOEK* 786. 'Överyajit iedt noeusals Gel'ertanil de temidde- ■ ing aan.  64 DE REPUBLIEK DER XXXV BOEK. lfS6. . den zy, om gewigtige redenen, het beantwoorden van deezen Brief, tot eene gefchikter gelegenheid , te moeten verfchuiven. Zy wilden niet intreeden noch terug keeren tot het opfpooren der oor* zaaken van bet Gevaar, in 't welk zich het Vaderland, ten deezen oogenblikke, bevondt; dit, zo wel als de Verfchillen met de Steden Hattem en Elburg lieten zy in 't midden. Alleen betuigden zy Staaten van Gelderland, dat, hoe die zaaken ook mogten zyn, de omflandigheden waar in zy zich bevonden, zo wel als de geheele Staat, op dit tydftip althans niet aanrieden , om gebruik te maaken van de Krygsmagt, door hun Ed. Mog. daar en tegen gepast gekeurd. Zy meenden, dat eene openlegging van den ftaat der zaaken en der Verfchillen, naa eene verleende Opfchorting en het aanvaarden der aangeboodene Bemiddeling, de éénig gefchikte weg zou geweest "hebben om hun Ed. Mog. te bevryden van de verdenking daar over opgevat. Doch, wanneer zy het gevolg, 't welk die zaak genomen hadt, overwoogen, en agt floegen op de uitdrukkingen in het Manifest, en daar mede vergeleeken wat by en naa de inneeming der Stad Hattem was voorgevallen, dan konden zy zich niet onthouden, om de fmert, die zy gevoelden , aan den da^ te leggen, niet weetende welk een beiluit 'er over op te maaken. En als zy de Brieven en het Beklag der  VERENIGDE NEDERLANDEN. £,5 der Gelderfche Staaten betreffende de Befluiten door die van Holland omtrent het Krygsvolk te hunner betaalinge ftaande, inzagen, konden zy deezen, zo min als zich zeiven, die dergelyke bevelen aan het Krygsvolk, ten laste van Overysfel, gegeeven hadden, ontfchuldigen van eene Voorzieninge, waar van men , in gewoone tyden, geen gebruik zou hebben gemaakt; doch konden zy, egter, niet ontveinzen, dat deeze maatregel hun met al dat, alleen gefchikt voorgekomen was, om de zwaardere rampen en onheilen, die anderzins hier uit hun onvertnydelyk toefcheenen te zullen moeten ontftaan, en niets minder dan eene geheele Scheuring in het Bondgenootfchap aanduidden, voor te komen. „ Wy hebben," laaten zy hier op volgen, „ gefchroomd, en fchroomen nog, „ de yslyke gevolgen van eenen Bur„ ger-oorlog,- deezen wenfehen wy, on» „ der afbidding van de Godlyke hulpe, „ voor te komen: alleen deeze en der„ gelyke Voorzieningen by het Bondge„ nootfehap , of de andere Provinciën, „ kunnen en behooiren daar toe te ftrek- „ ken. De omftandigheden binnen dit „ Gemeenebest, en onze Provincie, vor„ deren zulks; ja, nog meer, wy verzoe„ ken, dat U Ed. Mog. onze waare oog„ merken alleen daarnaar beoordeelende, „ dan ook, in dit critique Tydsgewricht, „ zullen willen ten besten houden, en 3, teffens gelooven, dat 'er geene betere ' XI1L deel. E „ noch XXXV*. BOEK. 1786»  66 DE REPUBLIEK DER XXXV. BOEK. » noch zekerder weg thans in te flaari » is, dan die van Bemiddeling, welke " WY als n°g zo hartlyk als welmeenend » komen aan te bieden; in vertrouwen " dat zulks ook door de andere Bondge" nooten moge worden geoordeeld, en » daar toe geconcurreerd zynde, de'On« derhandelingen, zonder vertraaging, be'> gonnen en ten einde gebragt. —- Deert ze Mediatie zal ontwyfelbaar merklyk » bevorderd worden, indien U Ed. Mog. » de zaak houden in ftaat en/furcheance, » de te rugkomst der uitgeweeken Bur- geren en Ingezetenen alleszins bevorde„ ren, en hun de noodige en voldoende » gerustftelling geliefden te verleenen. „ Wy verzoeken U Ed. Mog. ernftig » te willen bedenken, of 'er, in deezen » tyd, daar 'er zo veel vreeze is, uit ». hoofde der verklaaringen door de Hee„ ren van Utrecht aan ons gedaan, en de » verzoeken van Adfiftentie by U Ed. „ Mog. voorgedraagen, dat diergelyke maatregelen, als by U Ed. Mog. ge» nomen zyn, ook in die Provincie zul,, len worden gebuteerd, wel eenige an„ dere weg overig is dan die, welken » wy U Ed. Mog. hebben voorgeffeld. — 9, Wy begrypen dit, in dit hachlyk Tyds» gewricht, allernoodzaaklykst: wy zien dit aan voor den ée'nig mogelyken wes„ om Geweldige Middelen te keeren, de » Natie zelve gerust te Hellen, en voorts « te kunnen toetreeden tot de prompfte « en toereikendfte middelen, welke het te  VERENIGDE NEDERLANDEN, 6> „ te deerlyk géfoluerd Vaderland kunnen s, redden, de verlooren Eendragt op meer „ folide gronden herllellen en conlervee„ ren; waar toe wy bidden dat Neer„ landsGod de poogingen aller Regen» s, ten wil zegenen, en U Ed. Mogenden „ harten beweegen (*)." Wat 'er ook veelal zyn moge van het fleurige in foortgelyke betuigingen, als ten flot diende, van dit fchryven der Staaten van Overysfel, reden is 'er om te gelooven, dat iets meer hun tegenwoordig hier toe aandreef; althans weinig dagen laater beflooten zy den Kerkenleeraaren in hun Gewest fchriftlyk tegelasten, om, in hunne openbaare Gebeden 'sLands nood aan den Allerhoogften op te draagen, en van den Algoeden God vuurig af te fmeeken, dat de thans zweevende Gefchillen, en .verre uitziende Oneenigheden, binnen dit Gemeenebest, mogteu ophouden, en de harten der Regenten en Ingezetenen geneigd worden tot Vrede en Eendragt. Onder de Gewapende Genootfchnpoen in Overysfel zo algemeen tot ftand ~5?ebragt, als ons Gefchiedblad, den loop des tyds volgende, vermeld heeft, ftak het Zwolfche zeer uit, 't geen den Ridder Capellen tot den Pol, ten tyde der oprigtinge, aan 't hoofd mogt hebben. Toen reeds hadt men zich genood» •'*) 'ff, Neder!, Jaarb. 1786, bl. 1220-^:224, E % XXXV. BOEK. I786. Openbaars Gebeden in Overysfel bevolen» De Gewsr' pende Ger noorfebap, pen in Overysfel in der Staaten be» fcherming genoincb-  XXXV. Boek. 178(5. J i < . Overysfel Weigert Gelderland vol- 1 doening te c geeven. • f i 2 ( a 68 DE REPUBLIEK DER noodzaakt gevonden, uit hoofde van de gebreken, in de eerfte Wetten ontdekt, nieuwe vast te ftellen; ingevoerd, met eene klemmende aanfpraak diens Ridders, vol van heilzaame raadgeevingen, en onder andere om een fpaarzaam gebruik te maaken van de Magt by dezelve verleend, om niet alleen de Officieren te benoemen; maar hun ook, in geval van misnoegen over derzelver dienst en gedrag, te kunnen ontzetten (*). De Leden, deezen raad niet opvolgende, reezen in dit Genootfchap hoogloopende twisten, die 't zelve met den ondergang dreigden (f). Dan deeze verdweenen, nu de nood de /ereenigde magt der Burger-wapen-genootchappbn vorderde, en kreegen dezelve n Overysfel een nieuw aanzien, wanneer, )p het voorftel der Stad Deventer, de itaaten goedvonden deeze Genootfchap>en, op 't einde van Herfstmaand, in hunte Befcherming te neemen. Staaten van Overysfel hadden zich by he van Gelderland beklaagd, over 't beet aan den Uitmarsch van een gedeelte er Compagnie Artilleristen van den Ma3r Wil du ik, te hunner betaalinge :aande, en te Zutphen in Bezetting ligende, als mede reden gegeevcn waarom V niet voldaan hadden aan den raad der relderfcken, tegen het byeentrekken eens mtals Vrycorpfen binnen hun Gewest, ont- (*) Zie anr.e Vadert. Bist. IX. D. bl. 76. (f) Post van den Neder-Rhyn IX. D. bl. 1305.  VERENIGDE NEDERLANTEN. 69 ontleend uk de ftappen door Staaten van : Gelderland gedaan, en eindelyk geweigerd de gevraagde Voldoening te geeven, we- ■ gens de fchenris des Gelderfchen Grondgebieds, zo door den daadiyken byftatad aan de Sted en Hattem en Elburg verleend, als door het ichieten op het Krygsvolk derwaards gezonden, en uit de Stad Hattem, en van eene Battery, op Overys» felfchen grond, recht tegen over Hattem opgeworpen. De weigering diezes verzogten Uittochts der Artilleristen , zogten Staaten van Gelderland te verdeedigen, en de reden voor het niet verzenden der Vrycorpfen ingebragt, te ontzenuwen , tellens aandringende op eene gepas'e Voldoening voor de fchennis dts Grondgebieds, en gerustftelling voor het toekomende. Met verzekering, dat, uitgenomen eene gemaarigde Bezetting in de Steden Hattem en Elburg gelaaten, het overige Krygsvolk reeds daadlyk in de voorige Standplaaten was te rug getrokken; waarom zy vertrouwden, dat Staaten van Overysfel niet langer zwaarigheid zouden maaken de Vrycorpfen v/eg te zenden (*). In de Hoofdlieden van Overysfel, die wy meest al zo éénftemmig zngen , in 't 1 geen dat Gewest over 't algemeen betrof, ] viel niet weinig voor, 't welk onze aan- t dagt derwaards trekt. De Burgery van ' De-* (*) N- Neder!. Jaarb. 1786. bl. 14CO, E 3 iXXV. SOEK. Concep élement Ier Stadsteaeeiinge Devener hoog ;epieezerj,  70 DE REPUBLIEK DER XXXV. BOEK. j i 1 1 « Deventer, opgeroepen tot inleevering haarer Bezwaaren, ontbrak het des niet, uitwyzens een Verflag, door Gecommitteerden uit de Burgery, gedaan, die hunne Bedenkingen, en ook hunne eigene Bezwaaren, 'er byvoegden (*). Voor zo verre die Bezwaaren de Stad betroffen, werd 'er een Concept Regeerings Reglement uit gebooren, en in 't licht gebragt. Groote toejuiching droeg 't zelve weg by zommigen , die 'er de Deventerfche Burgery mede geluk wenschten, niet twyfelende of dit meesterftuk van Staatkunde, zo als zy het noemden, zou eerlang door de eenpaarige ftem der Burgerye, en derzelver Vertegenwoordigeren, bekragtigd en dus de Vryheid en Welvaard dier Stad op onwrikbaare gronden bevestigd worden. Dit oordeelden zy moest p;ewis het gevolg'zyn van eene Inrigting, die niets dan het algemeene Welzyn beDOgde, die de Regenten alleen aan de Burgery, welke zy vertegenwoordigen, irerantwoordelyk maakte; die den Burgeren het Regt toekennende om door beèheide Adresfen hunne Bedenkingen aan mnne Regenten voor te Hellen, tevens sorge droeg, dat die Regenten, in de vryïeid hunner Raadpleegingen, door niets )elemmerd wierden. Eene Inrig- ing, die de Drukpers van alle banden mtflaande, aan elk de ruimfte gelegenheid (f) Men vincit dit ftuk geheel in de N, Neder?, faarb, 17S6. bi.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 71 fieid verfchafte, om van zyne waare belangen onderrigt te worden: — eene Inrigting , eindelyk , die de gefchondene Regten van het Menschdom herftelde, door zo wel de Leden van andere Gezindheden, als die van de Heerfchende Kerk, te doen deelen in de Voorregten van vrye Burgers, en deezen dus in ftaat te ftellen, om, zo wel als anderen, tot voorfpoed en vermogen te geraaken (*). Dan dit laatfte ftrekte te Deventer, waar men, in vroegeren tyde, niet alleen zeer op zyn hoede was om den Roomschgezinden geene voorregten toe te ftaan; doch die ook te ontzeggen aan de Lutherfchen en de Doopsgezinden (f), tot een fteen des aanftoots. Die trek eener gezonde Staatkunde, op de ondervinding gegrond, dat de Koophandel daar het meeste bloeit, en het gevolglyk den Ingezetenen best gaat, waar, zonder uitfluiting van Gezindheden, Vryheid vergund wordt, om den Koophandel te dryven en Handwerken (*) Post van Jen Neder-Rhyn X. D. bl. 60. ef) Leezenswaardig, ten deezen aanziene, is hel geen de Sehryver van den Tegenwoordige/! Staat var. Overysfel oplcevert in bet U\. Deels Ifte Stuk bl, 137. enz. Men duidde, gelyk wy daar vinden, bj. 240,* den Doopsgezinden kwalyk , dat zy door hunne vermogende middelen hunne Winkels in het beste en gelegenfte der Stad plaatften, die met zeer goede Waarcn voorzagen ; en de hoogfie Winften niet namen ; en daar door de Neering van veele Gereformeerde Burgeren, die zulks niet na konden doen, onttrokken. E 4 xxxy. BOEK. I786. Verzoek, fchrift te gen dit ConceptReglement.  xxxm BOEK. 1 1 < Hoe door de Resce- . ringbeantwoord. < \ 1 d 72 DE REPUBLIEK DER ken te oefenen, moest, in het laatfte gedeelte der Achrtiende Eeuwe, ten doel (trekken van onverfrandigen Gezindheidsyver door Eigenbaat bezield. Immers'er werden poogingen gedaan, en die gelukten, om een Verzoekfchrift getekend te kry^en, by 't wJke dc Ondertekenaars te kennen gaven vernomen te hebben, dat 'er, in het Concept Reglement eenige Artykelen voorkwamen, ftrydig met hunne Burgerlyke Chrisllyke Gereformeerde Religie (byzonder doelende op het Artykel, dat de Roomschgezinden, op denzelfden roet als de Mennonieten, tot verkryging van het Burger regt zoudrn toegelaat en worden,) nevens eenige Artykelen, die zy oneevenredig keurden, en waar in veel al Eigenbelang dorftraalde. De Vernietiging en Verbetering van zodanige Artykelen verzogten zy; als mede dat 'er geen igt op mogt geflaagen worden; maar het jeheefe Concept Regeerings Reglement /oor eerst g<. (taakt blyven; met byvoegflg, dat, wanneer die Artykelen eenige Goedkeuring van Raad en Gemeente mog. en wegdraagen, zy dezelve niet zouden lanneemen; en van geener waarde houlen ^ Dusdanig een Verzoekfchrift door de Jeneraale Ouderlieden der Gilden ingeliend, en getekend door veele Leden uit erfcheide van de Gdden, fnuakte der ïeventtrfche Regeeringe weinig. Zy gaf aar op te ver liaan, dat Schepenen en Raad kon-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 73 konden verzekeren, geen oogmerk te hebben om, met en nevens de Gezwooreti Gemeente, een Nieuw Regeerings Reglement voor Deventer vast te itellén, vóói dat de goede Burgery hoofd voor hoofd, en zonder in aanfchouw te neemen tot welke Collegien zy mogten behooren, genoegzaame gelegenheid zouden hebben, hunne Bedenkingen op het zelve, welke zy voor het gemeene wel zyn nuttig zouden vinden, vrylyk op te geeven. — Zy moesten intusfchen hunne verwondering betuigen over het gedaan Verzoek: dewyl het voor als nog niet in aanmerking kon komen; naardemaal de vastgeftelde wyze, op welke over het Concept Reglement zou dienen te worden geraadpleegd, uitwees, hoe zy geen ander oogmerk hadden dan om de Volksftem te eerbiedigen. Voorts verkaarden zy, niet te weeten, dat in het Concept-Reglement, vervaardigd door eene Commisfie, op welke Schepenen en Raad en de Gezwoorene Gemeente gemeend hadden, benevens de goede BurgerY, volkomen vertrouwen te mogen {lellen, zodanige Artykelen voorkwamen, welke dat vertrouwen moesten beneemen ; doch tevens te zullen verwagten, dat de Ondertekenaars des Verzoeklchrifts, ten gepasten tyde, bepaald die Punten zouden opgeeven, over welke zy zouden v-ermetnen, als Burgers, die alleen het algemeen belang en welzyn der Stad op 't oog hadden ? zich te mogen bezwaaren. E 5 Ten XXXV. BOEK.  74 DE REPUBLIEK DER. XXXV. BOEK. 1786. Afkondiging te Deventer de Adres fen betreffende en tegen Beledigingen. 9 3 I t i Ten zelfden tyde der indieninge deezes Verzoekfchrifcs hadden Burgemeesters en Schepenen en Raaden van Deventer vernomen, „ dat," zo als zy zich uitdrukken, „ zommige kwalyk gezinde »' Perfoonen, het zy Ingezetenen dierStad, » het zy anderen, het zy uit eigene bewee» g'ng > het zy door heerschzugtige Belaa„ gersyande algemeene Vryheid opgeruid, » of misfchien omgekogt, onophoudelyk hun best deeden, om de goede Burgers » en Ingezetenen tegen de Leden der » Regeeringe op te zetten, en derzelver ,, Befluiten verdagt te maaken, of zelfs » aan de haatlykfte oogmerken toe te ., fchryven; ja dat dezelven zich in 't ,, byzonder niet ontzien hadden uit te „ ftrooijen, dat de nabuurige Corpfen, , welke, met het edelmoedig voorneer, men, om hunne Landgenooten tegen , allen gevreesd Geweld te befchermen, , vrywillig, en zonder eenig voorweeten, , veel min nog aanzoek van hunne kant, , waren toegefchooten, alleen door Sche, penen en Raad en de Gezwoore Ge, meente zouden ingelaaten weezen, om, , met behulp van dezelven, de Volks, ftem binnen Deventer te fmooren, en , het Concept-Reglement op de Stads , Regeering geformeerd, door te drin, gen, en in te voeren." Om dit uitftrooizel, 't welk de ongeymdheid zelve was, tegen te gaan, en e beletten, dat de Vryheid, welke zy reeds ieder hadden toegekend, niet wierd  VERENIGDE NEDERLANDEN. 75 ■gefchonden door het doen van bedreigingen aan de Ingezetenen, en hun daar door te dringen om Requesten en Adresfen te tekenen, welke zy zelve niet zouden verkiezen te doen, of ook door dergelyke bedreigingen van het tekenen van andere Adresfen7 waar toe zy van zelve geneigd waren, te wederhouden, verklaarden zy, by openlyke Afkondiging, „ dat reeds „ voor lang by hun en de Gezwoorene „ Gemeente beflooten was, dat geen Re„ glement op de Stads Regeering zou „ worden ingevoerd, zonder dat het goed„ vinden der goede Burgery daar op zou „ zyn verkreegen; en nog voorneemens waren dat Befluit, ten allen tydc,geftand „ te doen, en nooit eenig Geweld, hoe „ ook genaamd, zouden gebruiken om „ de vrye V.olksftem daar omtrent te „ fmooren, met vermaaning en waarfchu„ wtng aan alle goede Burgeren en Inge„ zetenen om zich voor de heimlyke en 5, looze Praktyken der zodanigen te wag„ ten, die niets anders zogten, dan niet ,, alleen de Burgeryen tegen de Regee„ ring; maar ook de Burgers tegen Bur„ gers op te zetten, en dus door een „ algemeen wantrouwen een algemeene „ verwarring uit te werken, welke in dee„ ze tyden den weg voor alle verbete„ ring in het Staatsweezen zou toeflui„ ten; en Hun dus aan de Overheerfching, „ en aan de zodanigen, die door hunne „ listen de Overheerfching begunftigd „ hadden, ten prooi geeven: waar toe „ niets XXXV. BOEK. 1786.  7$* DE REPUBLIEK DER XXXV BOEK. 1736. » niets van meer diensts zou zyn, dan -, dat ieder'voor zich zeiven bedaard en onpartydig de voorvallende zaaken be„ oordeelde, en tevens niet verzweege; „ maar, zo veel doenlyk, wereldkundig „.maakte de Naamen dier Perfoonen, welke op bedekte wyzen misnoegen en wantrouwen zogten te zaaijen." En. op dat niemand zou kunnen voorwenden, dat hy, tot zyne veiligheid of gerustheid, noodig hadc zyne dcnkwyze te verbergen, en alleen onder de hand te openbaaren, verklaarden zy verder „ aan -• de eene zyde als nog, gelyk altoos, de vrywillige Adresfen, Requesten en v Remonftrantien van hunne goede Bur» geren en Ingezetenen te zullen ontvan5. gen, en daar op behoorelyk te reflec» teeren; doch tevens ook, aan de an•> derezyde, niet te zullen gedoogen, » dat iemand, van welke begrippen 'hy » ook omtrent den Politieken Staat des 5. Lands, en omtrent de Middelen tot » Herftel van denzelven aan te wenden, » zyn mogte, over het vrylyk en be„ taamlyk uiten van die begrippen wor„ de gemolesteerd, of dat iemand door ,, bedreigingen, veel min door daadlyk„ heden, mogte overtuigd worden; maar, ,, zonder oogluiking, en zonder aapzien „ van Perfoonen of denkwyze, terftond „ zouden tfraffen; en wel alle Bedreigin„ gen, ten minften met eene Boete van „ Vyftig Heeren Ponden, en Daadlykbe„ den met eene Boete van Honderd Hee- „ ren  VERENIGDE NEDERLANDEN. 77 „ ren Ponden, Bannisfement of Lyfftraf- » fe (*)•" Het wydverfchillend inzien der Ingezetenen van Deventer, op dit ontworpen Stads Regeerings Reglement, hadt ten gevolge, dat de des misnoegde Burgers zich vereenigden, Gecommitteerden voor zich aanftelden, en de oude Burger-Gecommitteerden, onder wier beleid de zaak des Reglements zo verre gebragt was, wilden afgezet hebben. Dit beftaan, zo naauw met de andere zaak vereenigd, gaf gelegenheid tot hoogloopende oneenigheden , die het werk der vernieuwinge van het Stads Regeerings Reglement deeden vertraagen , en tqt het volgend Jaar verwylen; wanneer,'ingevolge van de gedaane voordrag* om nieuwe Gecommitteerden , binnen Deventer onlusten ontftonden, die beter in de Befchryving der voorvallen van dat Jaar plaats zullen vinden. Alleen moeten wy hier, ten opzigte van Deventer, nog melden, dat, toen in Herfstmaand de Gewapende Arm Hattem en Elburg tot onderwerping bragt, en op de grenzen van Overysfel zich het Krygsvolk onthieldt, een nieuwe Bende, ter beveiliging dier Stad, opgerigt, en het bevel over dezelve opgedrasgen wierd aan den Secretaris Dumbar, die de post van Collonel zou bekieeden. De (*) N.Nederl.Jaarb. 1786. bl. 1358. enz. XXXV. BOEK, 1786". De misnoegdentegen de Regeering ftellen nieuwe Burgergecommitteerdenvoor zich aan. Eene Bende tot beveiligingvan Deventer opgerigt.  78 DE REPUBLIEK DER XXXV. BOEK. 1786. Verga de> ringen dei VVap dhandelendiGenoetfchappenvan Overysfel te Kampen. Aanfpraak van J. KanTELAARaandeüittrekkende ■» I I 6 M l De Burgewapening in Overysfel narrj fteeds toe, en was de Stad Kampen, ten deezen Jaare, in Mey- en Hooimaand, de verzamelplaats der Gecommitteerden uit de Gewapende Schutteryen, Vrycorpfen en Genootfchappen deezes Gewests. Zy hielden die Byeenkomften in dezelfde Zaal, waar Ridderfchap en Steden, als mede Gedeputeerde Staaten, wanneer de beurt aan die Stad is, vergaderen. Men begrootte het getal der Gewapende Burger-manfchap in Overysfel op ruim drie duizend vyf honderd; 'c geen misfchien niet te veel is, als men bedenkt,- dat de Benden, wier Gecommitteerden in Hooimaand, te Kampen zamenkwamea, alleen twee duizend acht honderd twee en veertig Man bedroegen (*). 't Was uic deeze Gewapende Manfchappen, dat, gelyk wy vermeld hebben, de uittocht na Hattem en Elburg gefchiedde, terwyl 'er ook na Utrecht toogen. Even als in Holland werden in Overysfel deeze Uittochten aangevangen, on3er het doen eener bemoedigende Aanpraake, 't zy door een der Regenten, 't (*) Men vindt dezelve dus opsegeeven. Het Corps rye Burger-militie te Deventer 330. Het Burger Legiment te Kampen 320 en het Genootfchap 180. Iet Genootfchap te Zwolle 530. Bardenberg 4- Ommen 65. Oldenzaal 80. Oot- >arjum ros. Enfchede 154. Gcor 80. . yfen 80. Delden 80. Mmelo 186. . teenwjk 140, Vollenhoven 117. . ffyhd ' ** Henglo en Boxbergen 7c Man,  VERENIGDE NEDERLANDEN, 79 st zy door een Lid van de Gewapende Burgerbenden , 't zy door eenen Kerkleeraar. Alle die Aanfpraaken, waren eenigzins op denzelfden leest gefchoeid; doch deeze meer beredeneerd dan geene; terwyl veele een Geestdrift uitboezemden, die zich alleen laat hooren in tyden van Volksbeweegingen, thans tot zulk een hoogen trap geklommen. Meermaalen vonden wy ons in de bekooring om dusdanige Redenvoeringen in onze Gefchiedenis in te voegen; meermaalen hebben wy 'er trekken uit opgegeeven; doch kunnen wy ons niet weerhouden om 'ei hier een in 't geheel te plaatzen, die ten voorbedde kan ftrekken van andere, ter deezen dage geuit, en ons de denk- er fpreektrant Ichetsr. der aanmoedigende Voorftanderen zo van de Burgerwapenin^ als van Burgerkrygstochten. De jongfte Kerkleeraar der Hervormden, J. Kan tel aar, te Almelo, waar het Wapen handelend Genootfchap, in den voorlee den Jaare door de Staaten gewettigc was , en welks Leden voor geen en it het aangaan van plegtige Verbintenisfen zo tot handhaaving der Republicainfchi Conftitutie, als tot Verdeediging van de zelve behoefde te wyken (*), deedt voo 't zelve, op het veld ter Wapenotfenim gefchikt, wanneer van honderd drie e zeventig Man, 't grootfte gedeelte, i Herfst (*) Zk onze Vadert. Bist. X. D. bl. 316. XXXV. boek. 1786. Mnnfchap te Almelo l l > , 1 1  8o DE REPUBLIEK DER XXXV. BOEK, 9 9 9 Herfstmaand, ten uittocht gereed ftondtj' de volgende Aanfpraak. „ Zo is dan nu het tydftip daar, dier. >• baare Medeburgers! waar op gy de f Waper.s, welke gy reeds eenigen tyd -> met den grootften roem van netheid » en vaardigheid behandeld hebt, ter be. ■>• veiliging van uwe Landgenooten ge•> bruiken zult. — Onuiifpreekelyk groot » geluk! Een der gewigtigfte pligten van den Godsdienst te mogen vervul•■ len; een pligt, welken Rede en Open-> baaring voorfchryft, aanmoedigt, en in » het bekoorelykst licht plaatst, — voor » het Vadeiland het blikkerend helden» ftaal aan de heupe te gorden; ó myne » Vrienden! welk eene Eer! „ lk ben in de daad in verzoeking » om UI. een geluk te benyden, waar '» in ik, uit hoofde der omftandlgheden, in welke ik geplaatst ben, niet deelen ■> kan. Ondertuslchen, dat geen, wat > myne vuurige zugt voor het heil van > mynen teerbeminden Geboortegrond my > ingeeft, wat de Kring, in welken ik ■ gefield ben, van my vordert, dat zal > ik doen. Myne ziel zal U altyd ver. gezellen, overal rondsom U waaren. « Zelfs hoop ik U eerlang in perfoon te > volgen, om ooggetuigen te zyn van . uwe braafheid, en om dezelve verder , aan te moedigen. En nu reeds, eer ik 1 U van my la: t, zal ik eene korte Op1 wekking aan (J voordellen, tot welke myn Ambt my regt geeft, en welke ,, uwe  VERENIGDE NEDERLANDEN. Öi' » uwe Liefde jegens my greetig zal aan>♦ neemen. „ Ik ben Leeraar van den besten Gods» dienst, die ook in dit leeven het ge" luk van den Mensch beoogt, en hem >> de middelen aanwyst om 't zelve deel•> agtig te worden. Als zodanig een * »> derhalven, ben ik verpligt U te her'» inneren, langs welke wegen de onder»» neeming, waar toe gy U thans aan>» gordt, voor U en uwe Landgenooten >» nuttig kan worden. —«7 Gy wordt $ myne Vrienden! tot gewigtige dingen » geroepen. Het is zeer mogelyk, dat » uwe hand medé zal werken tot ver•> breeking der Kluisters van Geweld en m Heerschzugt, onder welke zo veele „ deelen van ons Gemeenebest zugtenj >i en tot onderfteuning van uwe braave: », Vertegenwoordigers, die onophoudelyk bezig zyn om ons Staatsweezen op ee-> ne geregelder voet te brengen, en het •> zelve te zuiveren, niet alleen van laa* », ter ingefloopene Gebreken; maar ook » van de zodanige , die by de eerfte -, Grondlegging van onzen Vryen Staat reeds hebben plaats gehad; het welk men niet anders verwagten konde van ». een Volk, dat aan eene Alleenheer- fehing gewoon was, dat van het juiste „ onderfcheid tusfchen zodanig een Be« ftuur, en eene vrye Staatsregeering. „ nog te zeer onvolledige begrippen hadt. „ dat tachtig Jaaren voor zyne Vryheid » ftryden moest, en dat, onder het ge- XÏJU. deel. F tt klaöi boek*; i i  Sa DE REPUBLIEK DER XXXV. BOEK. 17U. " klank der wapenen onmojelyk alles in » éé s hervormen en op den besten en » duurzaamften voet brengen kon. „ Waarfchynlyk is thans de tyd geko« men om te voltooijen het geen onze »• Voorvaders begonnen hebben. Een « groot aantal welmeenende R.egenten " werkt aan dit groot ontwerp met ee" nen nooit bezwykenden yver. Maar »» zy wagten op de onderfteuning der " Burgeren: deeze moeten door hunne r> kloekmoedigheid hun onderfchraagen; « hunne Tegenftanders te rugge doen »» deinzen. „ Gewigtige taak! Ook gy wordt daar » toe geroepen, myne Broeders! Gedraagt »> U waardig uwer beftemming, en als **. Mannen van Eer betaamt. Ver- « liest nooit uwe bedaardheid; zonder »» dezelve is de grootfte moed minder »» dan niets. Gehoorzaamt uwe Bevel» hebberen, op dat gy alles met orde * verrigten moogt: want, waar wanorde « heerscht, das.r verdwynen alle voornee» mens in rook, daar mislukken alle on" derneemingen, daar heerscht fchande s> en onheil. Bewaart de eendragt « onder U. de eendragt, die de grootfte « magt fterkt, en zonder wélke ook de *> grootfte niets vermag — Leeft deugd31 zaam: want nooit heeft een Staat ge- bioeid. waar de ondeugd de overhand „ hadt. Zyz op deezen Tocht maa- j» tig, zedig, ingetoogen, op dat geene « de minfte fchyn zelfs van losbandigheid ?j dera  VERENIGDE NEDERLANDEN. 83 », den heiligen naam van Vaderlandsliefde bevlekke! „ Voorts voegt by dit alles onyer>, fchrokken moed; misfchien was deeze ,, vermaaning onnoodig in een kring van Helden, uit wier oogen een vuur urt» gaat; maar gy zult U tog gaarne hoo», ren opwekken tot een pligt, welken *» gy g^rne betragten wilt, en de enn«i nering aan myne Aanmoediging zal U „ misfchien nog tot nut zyn, wanneer „ gy het gevaar zelve nadert. — Moge- lyk zal uwe tegenwoordigheid alleen „ genoegzaam in ftaat zyn om uwe Te„ genpartyders te doen zwigten, en on; „ een zwaard in de fchede te houden, „ het welk anders gereed wcs om dt » fnoode ontwerpen der Heerschzugt tt „ helpen volvoeren. Maar, veelligi „ ook zal het driest geweld U het hooft „ bieden. En , zo dit gebeurt , wyk „ dan geen voet breed: laat het dan bly « ken, dat gy van het edel bloed de: „ Bataven niet ontaart zyt; laat een ie „ der, die den grond, waar op gy pos' „ gevat hebt, U met geweld zou poo „ gen te betwisten, zyne driestheid me „ den dood betaalen; laat niets uwci „ moed doen verfiaauwen, ook zelfs nie „ het vooruitzigt van den bleeken dood „ een wereld vol elenden te verlaaten, me die bewustheid dat gy uwen pligt vol „ bragt hebt, en dat gy dus hier naa „ maals gelukkig weezen moet, is im u mers niet verfchriklyk, maar zalig Fa n XXXV* B O BÉ4 t l E Ê f  ?4 DE REPUBLIEK DER BOEK. „ myne Broeders! Het ig zoet en hee?» „ lyk voor het Vaderland te fterven! — d zulk een roemryke dood, een dood ,, waar door de Vryheid bevestigd wordt, 51 is noch voor hem die denzelven on„ dergaat, een voorwerp van angstvallige -x naargeestigheid; noch voor hun, die * agter blyven, een ftoffe van droefheid. >, 'kt gaat met dien dood, noch fehande, noch onheil gepaard; 'er fpruit in „ tegendeel, eer en zaligheid uit voort. Tan treurde Romen, en V hadt resit. Toen haar 't meineedig zwaard beft reefde, Toen Cicer's nek werd doorgefneèn, En de een en de andere Brutus fneefde; Maar toen van drie Gebroeders twee Het Ryk met hunnen val bevesten Toen Decius zyn offer deê, En Curtius den brandpoel leschte, Toen prees zy met een vol gemoed De dappere daaden van haar Belden? En troostte zich 't geftorte bloed Dat zyne fchaê zo wel vergeldde (*). 5, Even zo denk ik omtrent UI. myne , dierbaare Medeburgers! Wanneer gy i een dood moest ondergaan, die voor i U fchandlyk was , of die het onheil , des lieven Vaderlands met zich voerde, dan zou ik uw lot, en den algemee, nen ramp, met heetetraanen befchreien. Wan- (*} Vertroosting over den dood van Willem pen III,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 85 Wanneer gy, by het naaken van het „ gevaar, lafhartig terug deinsde, en of » het llagveld aan uwen Overwinnaar » laatende behouden terug kwaamt, of al vlugtende een fchandelyken dood tot „ uw lot kreegt, dan zou ik my in my» ne ziel over U bedroeven; dan konde ik nimmer een Burger van Almelo met » dat welgevallen befchouwen, waar me„ de ik U thans rondsom my gefchaard zie; dan zou ik het oogenblik verfoei■- jen, waar op ik uw Leeraar en Mede>, burger geworden ben; dan zou ik dit », veld, waar op gy thans ftaat, en 't „ welk ik nu als heilig befehouw, een » gruwel in myne oogen zyn! — Maar, « wanneer gy, door uwen Heldenmoed, „ onze Vryheid verdeedigt, en tot de » Grondwettige Herftelling van ons Staatss, weezen helpt mede werken, al fneU' „ velde dan ook een aantal uwer, dan „ zal ik my hartlyk verblyden, die dood „ zal aan dit oog, (en dit is het oog van „ iemand die U allen bemint als zyne ,» eigene ziele,) die dood zal aan dil ». oog geene andere traanen kosten dar van vreugde. Uwe Heldendaaöen zul » len wy dankbaar en blymoedig in Lof », gezangen vermelden; na de heilige „ velden, waar op gy gefneuveld zuil „ zyn — na de heilige velden, welke uwe doode lyken bewaaren zullen. zullen wy jaarlyks uwe en onze Kim „ deren heenen leiden; wy zullen hur » op U, als op de Verbreekers der Slaa F 3 vex XXXV. BOEK. I786.  85 DE REPUBLIEK DER XXXV. boek.. DneetugJieden te verny , de Bewerkers van Nederlands „ heil wyzen; wy zullen hun opwekken8 „ om uw voorbeeld na te volgen. • „ Alleenlyk houdt u manlyk en zyt ffcerk. „ Nog één woord. Trekt niet op zon„ der'dat gy de hulp van den God Tan „ Hemel en Aarde zult hebben afge- „ (meekt. Dan zullen alle uwe on- „ der eemingen welgelukken; die God, „ die de God van Nederland is, is een „God der Vryheid; Hy heeft ons allen s, naar zyn Beeld gevormd, ons allen „ vry en gelyk gefchaapen; Hy zal niet „ toelaaten dat wy eeuwig bukken voor s, Menfchen, die met ons uit hetzelfde „ leem gevormd zyn; Hy zal U gewis„ felyk zegenen, uwen arm verfterken, „ uwe Haaters verpletteren, en ons heil „ doen uitfpruiten als in de dagen van „ ouds; ja, tot zulk eene hoogte opvoes, ren als het nog nimmer bereikte!" Het laat zich gemaklyk bevroeden, hoe zeer deeze Aanfpraak, door den welbefpraakten mond van een Leeraar, dien men tevens voor zyn Vriend hieldt, geuit, de gemoederen aanvuurde; terwyl dit Vaarwel een vloed van traanen kostte, in een tydftip, 't welk de Toehoorders aanmerkten, als het beflisfend uur, waai in het Eigen- met het Algemeen Belang worftel* de; waar in de Liefde tot Egtgenoote «n Kroost, en Nabeftaanden, met die van het Vaderland om den prys dong. In deeze Stede had, by de Verkiezing der Burgemeesteren ? een hoogloopend ge- fcb4  VERENIGDE NEDERLANDEN, fchil plaats gehadt tusfchen eenige Regeringsleden en de Vrouwe yan Almelo, ie wy meermaalen tegen den anderen gekant aantroffen; doch waar in zy voor de Burger Party moest onderdoen. Veele ongeregeldheden werden er van tyd tot tyd gepleegd, die de vetbutermg der Part ven deeden tocneemen. Eemgc Burgers klaagden over den moedwil va* verlof hebbende Krygslieden, die met an deren zamenfpanden om de rust te ftoo ren, en beledigingen by hoon te voegen De Vrouw van Almelo noemde daar et tegen het gedeelte der Burgery dat "er ftel zogt, en den Wapenhandel voorftondt oproerfg. Zy liet een Verzoekfchrift op ftellen en ten Landdage, in Wynmaand by Ridderfchap en Steden inleeveren, or tegen St. Pieter, den Keurdag der R seeringe, honderd Man Krygsvolk t mogen hebban, om haar tegen de opro* rige Burgery te befchermen; maar ü verzoek werd afgeflaagen (*). Min dan de twee andere Hoofdftede van Overysfel, vondt zich Kampen, w; de inwendige gefteltemsfe betrof, m oi rust. De Regeering Hemde met de Bu s,rv, de Burgery met het Genooticm van Wapenhandel zamen; en de Rege ringsverandering, op den ouden voet he (Vs pnst Va„ den Neder-Rhyn X. D bl. 217. ver* $eieken met A« XI- D. bl.615. ^Nederl. Jaar*. 1786. bi, 1Ó48. • ¥ 4 XXXV. B O E vL 17M. I » 9 I £ tE n Kampen ^ heeft in» j wendig rust, r- P ft? r=  XXXV. BOEK. I706. Gefchillen te Zwolle over het Stads RegeeringsRegieinent Verikaïing eeni- , ger Zwol- | Ccke Bur- ! £er-n,over ïict vervvyl ] $er keuze, eens GeiieeESinaiiS \ 88 DE REPUBLIEK DER bragt (*), liet geen plaats open voor di6 eioers_ hoogfpringende bron van Stedelyke oneenigheaen, in welke Zwolle niet mm aan Deventer deelde. ; Met het Gefckil, wegens het Regeerings Reglement des Gewests, te zSoBa zo hoog loopende tusfchen de Burgers, den Raad, en de Gezwoorene Gemeente (f), was dat over het Stads Reglement onmiddelyk verbonden. Eene Commishe uit den Raad en Meente bragt een Verflag uit over der Burgeren Bezwaaren, (trekkende om aan te toonen, Fmr eerst de^ Bevoegdheid van het volk om alle Regeerings Reglementen, liet des oirbaar agtende, te veranderen. — Ten tweeden, dat het Reglement des Jaars mdclxxv en mdccxlviii onwettig ingevoerd en onbeftaanbaar was, sis zonder toeftemming des Volks vasthield. By dit Verflag voegden zy een Uoncept-Reglement op de verkiezing van ne Leden der Gezwoorene Gemeente finnen Zwolle, nevens eenige Punten van □ezwaar. Onder deeze was 'er een betreffende le Vrye Aanftelling der Burgeren vaa lunne Reprefentanten of Gemeenslieden Wanneer eene kleine Meerderheid der Vlagifrraatsleden het Befluit om geene Verandering in het Regeerings Reglenent te maaken, hadt daargefteld, kwam 'e? CtJ bi?ï bovea, bl, i§, ?  VERENIGDE NEDERLANDEN. 8$ 'er van den kant der misnoegde Burgeren eene Verklaaiing aan Burgemeesteren, Schepenen, en Raaden , mitsgaders de Leden der Gezwoorene der Stad Zwolle, te voorfchyn, by welke zy zich beklaagden , dat hier door van de hand geweezen was, het ingediend Bezwaar, wegens de Vrye Aanftelling hunner Gemeenslieden , niet tegenftaande de Commisfie uit Raad enMeente, volgens hun uitgebragt Veiflag, 't zelve volledig aan de Burgery hadt toegekend, en het nog onlangs door vyf Magiftraatsleden ten vellen was bekragtigd; weshalven zy niet konden naalaaten , uit hoofde van het Regt, hun wettig toekomende, te betuigen. „ Dat „ zy het met geene Onverfchilligheid „ zouden aanzien, wanneer de thans Vas, cante Plaats in de Gezwoorene Ge„ meente, op den dertienden van De„ cember eerstkomende , weder , aaar gewoonte, werd vervuld; en ovex „ zulks by deezen iiifteerden, dat door „ hun Wel Ed. Hoog Agtb., voor deê„ zen Jaare, de Keur van de Meente „ werd uitgefteld, tot zo lange de liur»> ger37s volgens een daar toe gefchik; a, Plan, zou in ftaat gefield zyn, de Ver „ kiezing van hunne Reprefentanten zei„ ve te doen." Waar toe zy de medewerking en begunftiging der Regeerisge verzogten, 'er by voegende „ doch zo, 9, onverhoopt, Raad en Meente dit De t, claratoir in geene aanmerking mogten 89 neemen, en met de Keur, op den geF 5 „ ftel- XXXV. BOEK. 1786.  9-0 DE REPUBLIEK DER XXXV. BOEK. 1785. Hier in niet bewil ligd. Va h &.1emsdyk lot GeJneensmangekoozen. Zyn gedrag in deezen. Verflag dei Burgercommisfie.wegens hei Aanftellen en jaarlyks ontzetten der GsKieensÜe- „ fielden Dag, voortvaaren, moesten zy „ tefFens betuigen, zodanig eene Keur „ als van geener waarde, en als niet ge- daan, te zullen houden." Meer dan duizend Burgers en lngeze" tenen ondertekenden deeze Verkharing. De Raad en Meente op dezelve raadpleegende, vonden goed, „ dat het Stads5, regt, zo lang bet niet, op eene wet„ tige wyze, was veranderd, ftipt moest „ agtervolgd, en dat, derhalvera , de „Meente keur, ten bepaalden Dage, „ niet konde uitgefteld worden." Eenigen van de Gezwoorene Gemeente Hemden hier in niet, en wilden de begeerte der Tekenaaren opgevolgd hebben, Men voer voort met de Verkiezing eens nieuwen Gemeensmans, welken viel op den Procureur van Riemsdyk, die zich, tot blydfchap der Tegenftanderen van het Burgerverzoek, deeze keuze liet welgevallen; doch, te hunner finerte, daar in zwaarigheid vindende, van de even aangenomene Waardigheid, nog dien zelfden avond, afftand deedt. Zommigen duidden dit dien Heer euvel, en merkten aan, dat hy te veel of te weinig gedaan hadt. De Burger-gecommitteerden gaven vervolgens hunnen Medeburgeren te verftaan, hoe zy, om de verfchillende Gevoelens van eenige Leden uit den Raad en Meente, te vereffenen, geyverd en alle mogelyke toegeevenheid gebruikt hadden, in zo verre, dat die verfchillen alie op zulk  VERENIGDE NEDERLANDEN.91 zulk een voet vereffend zouden zyn geweest, dat zy zich met de goedkeuring, of de genoegenneeming hunner Medeburgeren zouden htoben mogen vleijen; indien zy omtrent de Weigering of Ontzetting der Gemeenslieden die zelfde mfehlklykheid hddden durven gebruiken. Die Regenten Honden naamlyk wel toe; dat de Aanftelling en Weigering van de Leden der Gezwoorene Gemeente, mei ongetekende Briefjes gefchiedde; maai drongen aan, dat tot de Weigering, zc niet twee derde, immers drie vyfde de: Stemgeregtigden, zou vereischt worden als mede dat de Burgery van de tegen woordige Gemeenslieden moest verzoe ken, dat zy zich, ten genoegen van de zelve aan de jaarlykfche Weigering ge liefde te onderwerpen, met een daar b gevoegde Verklaaring; „ dat, byaldie „ 'èr Gemeenslieden mogten gevonde „ worden, die zwaarigheid maakten zie „ aan die Weigering te onderwerpen „ de Burgery daar op niet verder zo „ aandringen; maar dezelve in hunn „ Posten zou laaten aanblyven, zoi „ der aan de jaarlykfche Weigering 01 |, derworpen te zyn; zo zy maar h „ nieuw in te voeren Reglement aann „ men en beëedigden." Burger-g committeerden hadden geoordeeld, d de Aanftelling en Weigering met onget kende Briefjes, en beide met Meerde heid der Stemgeregtigden zou moet toegaan; om dat in welgeregelde Verg c XXXV. 3 O E. K. den, en ee» ne voorgemelde Verklaaringceswegen. f ü n h , a e 11;ta&»it e r- m ae«  XXXV. B O KK. 1786. i ] ] i $t DE REPUBLIEK DER deringen de Meerderheid moet worden gevolgd; en op dat niet, ten eenigen tyde, de Meerderheid der Burgerye, deezen of geenen hunner Vertegenwoordigeren, welk haar vertrouwen mogt verlooren hebben, tegen haare verklaarde begeerte, zou moeten houden, dien de Minderheid niet mogt goedvinden te weigeren (*). 6 Wat het tweede verfchil betrof, was de Burger-commisfie van oordeel, dat zy, immers voor als nog, aan de Burgery niets verder zouden durven voorflaan; dan dat zy de tegenwoordige Gemeenslieden door een gepast Adres diende te verzoeken, of zy niet zouden kunnen goedvinden, ten genoegen, en tot gerustflelling der Burgery, zich allen aan de jaarlykfche Weigering vrywillig te onderwerpen, zonder byvoeging der voorgemelde Verklaaring. Eensdeels omdat zy voorzagen , dat zodanig eene Verklaarwg nergens anders toe zou kunnen ftrekken, dan om zelfs, den besten Burgervriend ander de Gemeenslieden te doen aarfelen, vm meer dan anderen een verzoek in te willigen, waar op de Burgery zo weinig prys (*) Immers op deeze wyze zouden, by voorbeeld, 'M soo Stemgeregtigden 201 eenen Gemaeisman ainnen doen aanbly ven , fchoon dezelve door 299 geveigerd wierd, en dus in weerwil cencr Meerder- leid van 98. Waardig is, voor de zodanigen , die ust hebben deeze zaak voor en tesen beredeneerd e zien, geleezen te worden , de Post"van den NederIhgn IX, D bl 1370. X. D. bl. a88. en 365.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 93 prys Helde, als zodanig een Byvoegzel zou te kennen geeven. Anderdeels, dewyl zy te gemoete zagen, dat met zodanig een Voorflag aan de goede zaak een aanmerkelyk nadeel zou kunnen toegebragt worden; waar door zy het billyk ongenoegen hunner; Lastgeeveren zich op den halze zouden baaien. En zou dit daadlyk het geval geweest hebben, blykens de ondertekening van een groot getal Burgeren en Ingezetenen, die, kort daar op, eene Verklaaring ga-: ven, waar in zy het gehouden gedrag hunner Gecommitteerden, in het niet toegeeven dier twee Punten preezen, en met hunne volkomene goedkeuring vereerden; met bygevoegde betuiging van hun verlangen, dat, niet min by de Weigering of Ontzetting, dan by de Verkiezing van Gemeenslieden, geheim geftemd, en by Meerderheid van ftemmen. moest beflooten worden; als mede dat 'er volflrekt geene Verklaaring moest worden afgegeeven, om die der tegenwoordige Gemeenslieden, welke zwaarigheid mogten maaken, zich aan de jaarlykfche Ontzetting te onderwerpen, te zullen laaten aanblyven (*). Welhaast werden de Hoofdpunten van het nieuwe Regeerings Reglement voor de (*) N. Neder!. Jaarb. 1786. bl. 1644. Voor 't Jaar 1787. bl. 169. Pest van den Neder-Rhyn XI. D. bl. S53>. XXXV. BOBK, 1785, Haar geIrag dooF ien groot jetal Burgeren;oedge« teurd. De Hoofd'punten van het Stede-  XXXV. BOEK. lyk Regeerings Reglementtot ftand gebragt. Gefchil tusfchen Burgemeesterscn Gemeenslieden te Enfehede. 94. DE REPUBLIEK DER de Stad Zwolle tot ftand gebragt; doch ging dit vergezeld van Uitwerkzelen voor de Stads Regeering, die, in het volgend Jaar zich met ontzetting opdeeden, en d;tar om in de Befchryving van 't zelve gefchikter plaats zullen aantreffen. * De misnoegden op de handelwyze der Regeeringe bedienden zich, in alle deeze oneenigheden, van het by Raad en Meente goedgekeurd Voorftel der Commijfie tot Verbetering der Regeeringswyze van Overysfel benoemd; „ Dat de Drukpers, welke zo veel hadt toegebragt, om de oogen der Natie te openen, en de waare oorzaaken der menigvuldige mis» bruiken, waar van dezelve de uitwerkfelen gevoelde, aan den dag te leggen, en waar van de Bepaaling, voor het „ behoud van de Volksvryheid, zo hoogst;, gevaarlyk was , door een uitgedrukt Staatsbefluit, van alle banden mogt „ ontheeven worden (*)." Tusfchen Burgemeesters en Gemeenslieden te Enfchede rees ten deezen Jaare, Gefchil over eenige Gelden van 's Stads Inkomflen, die de laatstgemelden beweerden, dat de eerstgenoemden zich ten onrechte toeeigenden, in eene vriendlyke onderhandeling vorderden zy niets met den gedaanen eisch. Waarop Gemeenslieden de geheele Burgery zamenriepen, aan dezelve het Gefchil met Burgemeeste» (*) N, Neder 1. Je«rb; 1786. bl. 499»  VERENIGDE NEDERLANDEN. 95 teren bekend maakten, en verzogten om nevens hun zes Gecommitteerden uit het midden der Burgerye te benoemen, welke dit Gefchil, in 't minzaame, of, zo 't noodig ware, door middel van Regten, zouden vereffenen. Dit gefchiedde; de Burgery benoemde twee Gereformeerde, twee Roomschgezinde, en twee Doopsgezinde Gecommitteerden. Zy hielden met Burgemeesteren eene Onderhandeling, by welke deezen, de Punten van Bezwaar verzogten, met verklaaring van dezelve te zullen onderzoeken; eene bandelwyze waar door zy de Aanftelling ftilzwygend wettigden. Doch de zaak, by deeze eerfte Onderhandeling, geen vleiend uitzigt voor Burgemeesteren opleeverende, riepen zy, door hunnen Stadsdienaar, alle waare Ledematen der Gereformeerde Kerke, op 't Stadhuis. Hier zogten zy, door middel eener fcherpe Aanfpraake, het Gemeen te beduiden, dat de Kerk in gevaar was, dat de Gemeenslieden zich groflyk hadden vergreepen, door het oproepen der Paapfche en Mennonite Burgery, en Zylieden door daar uit Gecommitteerden te benoemen; op deeze wyze voor andere Gezindheden eenen weg zogten te baanen, om zich ter Regeeringe in te dringen, dat men daar van maar al te veel hoorde mompelen, en 't welk tegen de Plakaaten van den Lande ftrydig was; dat de Gemeenslieden hun Eed en Pligt vergaten. —— Men verzogt de Vergadering an- XXXV. BOEK. I786.  oö DE REPUBLIEK DER XXXV. h O EK. 1786. andere Gecommitteerden, erl wel allen waare Christlyk Gereformeerde Ledematen te benoemen. Hier op omftondt een woest gefchreeuw, veelen ftaaken de hoeden in de hoogte, roepende de Paapfchen *er uit! alle oude Regten 'er weer! Ik wil voor 't Geloof myn kop verliezen! Een groot aantal Burgers en de Gemeensheden, die, hoewel ongenoodigd, ten Stadhuize verlcheenen waren, zogten de door Gezindheidsyver woelende Gemoederen tof bedaaren te brengen: en hun te doen begrypen, dat de Godsdienst met het Gefchil tusfchen Burgemeesteren en Gemeenslieden, niets te maaken hadt, dat de Aanftelling van Gecommitteerden uit verfchillende Gezindheden, te Deventer, te Kampen, te Zwolle, te Oldenzaal en Ootmarfum, en overal elders , gebruiklyk was. Dit hadt zo veel ingangs, dat, welke moeite Burgemeesters zich ook gaven, om eenige Burgers tot het tekenen op nieuwe Gecommitteerden te beweegen, zy 'er niet meer dan zes of zeven by elkander konden krygen. WeshaWen de Burgery, onverrigter zaaken , fcheidde. Verdeeldheid onder de Burgery was het eigenaartige gevolg van deeze handelwyze. De een hieldt het met Burgemeesteren , de ander met Gemeenslieden 5 balddaadigheid fmeet hier en daar de glazen in; en vonden Burgemeesters, weinig dagen daar naa, zich genoodzaakt, om, wanneer zy alleen de Gereformeerde Burgers voor het Stadhuis ontboden hadden,, by  VERENIGDE NEDERLAN DEN. 9f by Afkondiging te verklaaren j „ dat zy, ■„ zonder te treeden in 't geen regt of „ billyk was, van aiies affiand deeden, j, zo wel van deeze als van andere Be<), zwaaren, welke men hun nog mogt voordraagen; daar deeze Gefchillen oni, gelukkig tot de grootfte Combuftie, en i, Oneenigheden, hadden aanleiding gegee„ ven , zo zelfs, dat Kinderen tegen i} hunne Ouders, Egtgenooten tegen hun„ ne Mans, Broeders tegen Broedersi „ als 't ware* opilonden." In deezer voege dagten Burgemeesters zich, zonder de Gemeenslieden, en zonder de Gecommitteerden i nader te kennen * uit deeze netelige zaak gered te hebben. Men zou 'er ook in hebben kunnen berusten ; maar Gemeenslieden vonden zich dermaate beledigd door de Aanfpraak der Burgemeesteren, dat zy een Affchrift van dezelve eischten, en zich hun Actie van Injurie referveerden. Burgemeesters weigerden zulks, fchoon hier toe nader, en op het dringendfte, aangezogt. Immers betuigden Gemeenslieden, dat zy, by verdere weigeringe van een Affchrift der Aanfpraake, die liep over zaaken de Stad en het Beftuur haarer Huishoudely-ke zaaken betreffende, waar by zy als Reprefentanten der Burgerye, onmiddelyk belang hadden en bevoegd waren onderzoek te doen, „ het daar voor moes3, ten houden, dat Geinfinueerdens, de opgeroepene Gereformeerde Burgery ^ i, door die Aanfpraak, hadden zoeken të X1IL deel. G j} mis-" KXXV 3 O EK, I/3ÖÏ  XXXV. BOEK. 1786. Dubbile Verkiezing van Gemeenslieden.Hoe dezelve afliep. 98 DE REPUBLIEK DER „ misleiden, en dezelve, onder den val„ fchen fchyn, als of de Godsdienst in „ gevaar was, te bedriegen, om dus daar „ door andere geheime oogmsrken te be„ reiken: welke, ca/u quo, te maakene ge„ volgtrekking, de Geinfinueerdens zou», den kunnen voorkomen, door het uit„ reiken der meergemelde Authentique ,., Copy; terwyl Infinuanten zich refer„ veerden, om ingevalie van verdere ver-? ,, weigeringe, zich tegen de Geinfinueer„ den te bedienen van zodanige midde„ len als zy meest dienftig zouden oor„ deelen, tot maintien van haaren goe- den Naam en Faam, welke publiek „ beledigd zynde, ook publiek zou moe„ ten herfteld worden." Onder de andere geheime oogmerken, van welke Gemeenslieden fpraaken, dagten veelen te moetentellen, het doel om de tegenwoordige Gemeenslieden den voet te ligten. In deeze meening werden zy bevestigd, wanneer de dag der Verkiezing, te dierzelfde Maand invallende, daar was (*). Die onder de verdeelde Burgery het met Burgemeesteren hielden, hadden een fterken Aanhang gemaakt , en zogten, in eene aangerigte verwarring, de ftemmen te doen vallen op hun geliefde Voorwerpen; zy vonden bedaarden tegenftand by de andere Party, die, (*) De Tnfinuatie gefchiedde den 2 van Feb. en de Dag der Vtrkiezinge viel op den 23 dier JMaüBd,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 99 die, by de opneeming van elks Hem, op zyne beurt, de Stemmen door drie Gemeenslieden deeden optekenen. Dit mis haagde hunne Tegenftreevers, die drie Nieuwe Gemeenslieden aanllelden; terwyl, by de andere Verkiezing, de Ouden aanbleevem Deeze laatften werden Burgemeesters verzogt, op nieuw, in den Eed te neemen,- zy weigerden zulks, ten oogmerk hebbende de drie andere te beëedigen. Hier tegen verklaarden zich de op nieuw veikoozene Gemeenslieden,- doch begrypende, dat die Tegenverklaaring van weinig uitwerking zou zyn, of ten minden de Stad aan een willekeurig beftuur overlaaten, indien de drie door de andere Party verkoozen j in den Eed genomen wierden, befloot men , gehoord hebbende, dat nieri deeze met geweld op het Stadhuis zogt te brengen, de Wagt in behoorelyken ftaat van verdeediging te ftellen, met last om niemand, buiten de Oude Regeering, op het Stadhuis toe te laaten. Dit hadt de gewenschte uitwerking. Terftond ging men heen, en ztU de de woelende Party aan, dat zy zich ftil zouden houden, en Burgemeesters beflooten de by beraade Stemming aangebleevene Gemeensmannen te beëedigen. Zo groot was het aantal der andere Party, dat, hadt dezelve kunnen goedvinden de Stemmen wettig uit te brengen, ,de Meerderheid gewis aan haare zyde zott geweest hebben, G 2 By B ü J£ EU 1786*  too DE REPUBLIEK DER xxxv. BOEK. 1786. Vergunning der Staaten aan de Roêmschgez'mdenom Kerk huizen te bouwen. DE By deeze Stadstwist fteekt op eene voorbeeldige wyze af de Vergunning der Staaten van Overysfel aan de Roomschgezinden op plaatzen in Enfchedés nabuurfchap gelegen, Henglo, Borne en Almelo, om, naar hun goedvinden, zonder betaaling van eenige Recognitie, voor zich Kerkhuizen te bouwen. De Inwoonders van het eerstgemelde Dorp, de kosten van 'eene nieuwe Kerk niet kunnende goedmaaken, deeden eene Inzameling, en het bleek, dat hunne Boteflantfche Landgenooten ruim zo veel als de Roomschgezinden hadden bygedraagen. Veele Onroomfche Eigenerfden deeden, tot een betoon hunner verdraagzaamheid, Boomen ten Timmerhout bekwaam, in hunne bosfchen vellen, tot dienst van de Henglofchs Roomfche Kerk; terwyl min vermogende Boeren dit Hout aan hunne Roomschgezinde Landgenooten, zonder eenige betaaling van vragt, bezorgden (*)■ (*) Post van den Neder-Rhyn IX. D.bl. 9S3>  D E REPUBLIEK der VEREENIGDE NEDERLANDEN. ZES EN DERTIGSTE BOEK. I N PI O U D. Friesland verandert van Maatregelen in de Staatsgefchillen. Elf Volmagten verzetten zich tegen het Staatsiefluit, het Regeerings Reglement van Leeuwaarden betreffende. Verklaar ing van C.L. vanBeyma deswegen. Brief van dien Heer aan zyne Flocgheid. Deeze Brief door den Stadhouder ter Staatsvergaderinge gezonden. Door de Staaten aan den Stadhouder weder toegefchikt. De Staaten vorderen van den Prins, dat hy zich nader verklaare op het (luk der Stads Regeerings Reglementen, en het Regt van Verkiezing der Magiftraatsperfoonen. Van Beyma fchryft andermaal aan zyne Hoogheid. Antwoord van den Stadhonder aan de Staaten. Misnoegen te Leeuwaarden over dit Antwoord. Verzoek om Dagvaarding des Stadhouders. Dit verzoek afgeflaagen. Regeerings Reglement door de Staaten, voor de Stad Leeuwaarden ontG 3 K.XXVL 30ek.  ïoa DE REPUBLIEK DER XXXVI ÏOËK, worpen, en bepaaling om V zelve in te voeren. Aantekening van Oostergo daar tegen, H t Reglement ingevoerd. Schryven der Gedeputeerde Staaten aan Dokkum over het Regeerings Reglement. Adres van eenige Dokkummer Burgers aan de Stads Regeering. Vrugtlooze aandrang op het Stemregt door vanBey m a. Onlusten te Hindeloopen over de Stads Voorregten. Vonnis ever den Kerkleer aar Joannes Bulthuis. Wapenhandel in Friesland voortgezet, en Vergadering der Genootfchappen te Leeuwaarden. Veelvuldige Burger-Societeiten in Friesland. Ds Wapenhandelende Genootfchappen, en Burger-Sociëteiten met een ongunpJig oog m Friesland aangezien. De Tweefpalt groeit aan met den Tocht na Hattem en Elburg. Veelvuldige Verzoekfchrift en tegen het gebruik van Krygsvolk in 'burgergefchillen. Door de Staaten verworpen. Afkondiging der Staaten, de Drukpers, de Nieuwspapieren, en het inleeveren van Ver zoek fchriften betreffende Tegenkanting van eenige Steden. Van Beyma Verzet 'er zich tegen. Misnoegen der Inge'zetenen. De Burger Wapenhandel en de Géyoolfcbfippen nemen toe. Wat deswegen te Franeker voorviel. De Hoogleer aar Va a k e n a a r door de Bezorgers der Academie geroepen. Scherpe Aanmerkingen mr de gedaane Afkonaigingcn. Vrugtlooze poogingen om die Plakaaten afgefchaft of verzagt te krygen. 't Gevoelen der Staa-, ten Van Friesland over het gebruiken van Krygsvolk in Burger gefchillen. Antwoord  VERENIGDE NEDERLANDEN. 103 dier Staaten aan die van Holland op dit ftuk. Nader fchryven aan Staaten van Holland. Beantwoording dier beide Britven door Staaten van Holland. Scherpe Aanmerkingen , by het voorleezen van deezen Brief, in de Vergadering van Holland Breedvoerig antwoord van de Meerderheid in Friesland. By Holland wordt deezen Brief ter zyde gelegd. Brief van de Minderheid in Friesland aan Staaten van Holland. Hoe deeze Btief by Staaten van Holland werd ontvangen. De Tweefpalt in Friesland neemt toe Stad en Lande niet geheel vry van Staatsbeweegenisfen. In Groningen ontfiaat misnoegen over den geringen invloed der Taalmannen en Gezwooren Gemeente. Regeerings Gefteltenis der Stad Groningen. Voorflagvan Taalmannen en Gezwooren Gemeente by den Breeden Raad. Dezelve aangenomen; doch de uitvoering blyft marren. Zyne Hoogheid maakt eenige Veranderingen in de Regeeringslyst hem toegezonden. Taalmannen en Gezwooren Gemeente des kennis gegeeven. Adres yan een aantal Burgers aan Taalmannen en Gezwooren Gemeente deswegen. Hun Verzoek, dat de Beëediging der door zyne Hoogheid benoemde Perfoonen geen voortgang zou hebben, toegeflaan. Nader Vertoog der Burgeren, aandringende op de Beëediging der eerst verkoorenen. Laage trek om dit Verzoekfchrift vera^tlyk te manken. Hetzelve gaat met eene kleine Meerderheid door. De Beëediging voortgezet. Hoe deswegen aan zyne Hoogheid kennis gegeeven. Adres der Burgerye ter Tekening gelegd om het G 4 Stads xxxvi. BOEK.  i?4 DE REPUBLIEK DER XXXVI boek. 1736. Friesland verandert Yan Maat regelen in de Staatsgefchülen. Stads Regeerings Reglement te herzien, en, de Burgery op te roepen. Taalmannen en Gezwooren Gemeente zoeken ten ' Landdage geroepen te worden. Baar toegelaaten. Boe men in Herftmaand op de Verdeediging van Groningen bedagt was. Befchikking op de fcherpe Patroonen. Nadere fchikking op den Wapenhandel. Gefleldheid 'des Wapenhandels in de Ommelanden. De Ommelanden op Her/lel bedagt. ' Tweeledig Vlorfiel van d e S a n d r a V e l d t m a n, wegens de Aanbevelingen, en Gecommitteerde Raaden, door het befluit des Voorzitters gewraakt. Aankantiiigen tegen dit Befluit. Zyne Hoogheid fchryft aan de Misnoegden a en fielt de andere Party in V gelyk. Antwoord aan zyne Hoogheid van de Misnoegden. Gevolgen daar van voor die Heeren, De Sandra Veldtman by Vonnis, van den Landdag geweerd. • Antwoord der. Staaten van Stad en Lande aan eenige Gellerfche Heeren. Hun fchryven aan Staaten. •>an Holland over eene Bemiddeling , van. %een vrugt. F 4 riesland, een der Bondgenootfchaplyke Gewesten, dat, zints den aanvang des Oorlogs met Groot-Brittanje, en de daar Op volgende Beweegenisten in den Lande, ééne lyri met Holland getrokken hadt, den Wapenhandel, en wat men oordeelde der gezogte Grondwettige Herftelling bevorderlyk te weezen, begunftigde, zullen wy, ten deezen Jaare, van Party zien ver-  VERENIGDE NEDERLANDEN. ieg verwisfelen, Eene ommekeer, die veelen verbaazend voorkwam, en welker zedelyke onmogelykheid zommigen beweerd hadden; toen. eenigen in den voorleden Jaare, het waagden te fchryven, dat de Reis des Stadhouders en diens Gezins na dat Gewest, eene Verzoening en Verbintenis tusfchen de Prinsgezinder, en Arifiocraaten ten oogmerke hadt, en te fpellen, dat ze die zou bewerken. Het fcheen hun onmogelyk, dat de Leden der Frw fche Regeering, die zulke fterke taal, in veele Staatsbefluiten, gefprooken, over de Werkloosheid in den Engelfchen Oorlog zo bitter geklaagd, wegens den onvol bragten Tocht na B/est zich zo onbewimpeld geuit, ten aanziene der Acte var Cönfulentfchap, zich zo gevoelig getoond op de verwydcring des Hertogs vain Wolfenbuttel zo zeer aangedrom gen, en over de beantwoording des fchry vens van den Koning van Pruisfen, o\ een ftraffen trant gefprooken, en hunn< gevoeligheid, wegens den Brief van zy pe Hoogheid, in Sprokkelmaand des Jaari mdcclxxxv, zo kragtig aan den daf gelegd hadden, op eenigeilei wyze zou den kunnen bewoogen worden om te ver anderen van de maatregelen dus lange ge volgd, en doorgezet met eenen yver, zc s;root en blaakende als men in een dei Gewesten des Bondgenootfchaps befpeur de (*)•. • Doet (*) Pest van den Neder-Rhyn\lïl, P..bl. 689. m?z XXXVt: BOEK. i L ■  XXXVI. BOEK, j ] ElfVoImagten J verzetten zich tegen ^ het Staats- C befluit, het V Reeee- £ rings Reglement ^ van Leeu- g •waarden c\ betreffen- . de. w V 1 zi te & (*) Zie amtFadtrl. Uht, X. D. bl. 282. enz. 106 DE REPUBLIEK DER f Doch wy hebben, in den loop van s Lands Gefchiedenisfèn, deeze voorvallen vermeldende, genoeg laaten zien, dat het, in Friesland, niet ontbrak aan Staatsleden, die verre waren van in te Hemmen met de Meerderheid, en in geheel andere begrippen Honden ten aanziene van het Staatsbeftuur. Hoe veel 's Printen Reis na en Vertoeven van eene maand in Friesland toebragt om dit gedeelte der Staatsleden te verfterken, en anderen te winnen, zo dat de Meerderheid in de Minderheid veranderde, zullen wy, door nangel aan befcheiden, niet op ons neenen te bepaalen. Eer deeze ommekeer ftand greep, ging iét in Friesland, ten deezen Jaare, nog enigen tyd op den ouden voet, en vorert het aanbelang der Verrigtingen, zo rel als de tydorde, dat wy 'er, in de erfte plaats, van fpreeken. Den aanlang der poogingen in Leeuwaarden aanewend, om het Regeerings Reglement itr Stad, veranderd, en dat des Jaars [dcxxxvii herfteld tekrygen, hebben y vermeld (*). Het voortzetten en volgeren ftaat ons thans te befchouwen. 'egen het Staarsbefluit, om de Verkieng der Magiftiaat aan den Stadhouder laaten, het groot verfchil tusfchen de aaten en de Leeuwaardfche Burgery, dden zich Elf Volmagten ten fteikften ver-    VERENIGDE NEDERLANDEN. 107 verzet, te weeten, de Heeren A. de Vriese Volmagt van Hemeltonen, 01derphaart in Noordwolle; P. E. van Harinxma thoe Sloot-en en J. Wielinga, Volmagten van de Grieteny Lemfterland; A. V. Boe lens Vo magt van de Grieteny Stellingwerf Oosteinde ; T Roorda Volmagt van de Grieteny Stellingwerf Westemde, R. van KlepkenSj Volmagt wegens de Stad Dokkurüi E. M. van Beïma Volmagt wegens de Stad Harlingen; F. A. Bergs ma en F. Haitsma, Volmagten van de Grieteny Dantumadeel; A P. van Slooterdyk, Volmagt van de Griete ^ïy Idaarderadeel, en Coert L a m r e r t. van Beyma, Secretaris en tevens Vol magt van de Grieteny Westdongeradeel. De laarstgemelde, die eenigzins aange merkt mag worden als het woord voerende voor allen, die het gevorderd( Regt van Verkiezing aan de Burgery vai Leeuwaarden toekenden, beweerde, da dit Regt haar niet alleen toekwam; maa; zelfs, by het Reglement Reformatoir var den Jaare mdccxlviii, van nieuw; was bekragtigd, ea liet zich, dit ftaand< gehouden hebbende, op deezen nadrukly ken trant hooren. „ Daar ik d< „ onderhouding van dit Reglement, on ,, der de plegtige aanroeping van Go dj „ heiligen Naam, bezwooren heb „ Daar ü Ed. Mogenden, ja niet flegt: „ alle Leden van Staat; maar ook alli „ Amptenaaren, zich met Eede verbon xxxvi. eoek. Verklaaring van C. L. vaM : Beyma 1  i©3 DE REPUBLIEK DER XXXVI. boek. 1736. ■» den hebben om niet te gedoogen, dat te» » gen dit Reglement worde geadvifeerd. En »» daar evenwel de Kwartieren der Zeven» wouden, en Steden, by de Refolutie van » den twintigften October laatstleden » (mdcclxxxv) als nog perfifteeren; » en dus, naar myn inzien, handelen en » advbfeeren tegen het LVI Artykel van •>, het Reglement Reformatoir. Zo »> moet ik, volgens myne Principes, ver» klaaren in het begrip te ftaan, dat de » Procureur Generaal deezer Landfchap» pe, gehouden is, ter zaake voorz. het j> Regt van de Hooge Overheid te handhaa» ven; gelyk ik verder, al mede in ge» volge myner Grondbeginzelen, my in v de harde noodzaake bevinde om te ver■>, klaaren, dat ik de dus geadvifeerd heb„ bende Volmagten der gemelde Kwar» tieren moet aanzien als vervallen in de „ Poenale Sanctie van' het Reglement Re» form.aoir, en fpeciaal derzelver Advi» fen, op dit punt, niet te kunnen re„ fpecteeren, als Advyzen van een wet" rig gedeelte van Staat. Referveerende „ my verders het Regt niet alleen om deeze ter Kwartiersboeken te inferee» ren; maar ook wel expres de faculteit „ om my tegen het geadvifeerde der Ze„ venwouden en Steden, en der geenen, i, die dit onverhoopt mogt en volgen, ter „ behondenisfe onzer wettige ConlHtutie, „ te adresfeeren daar ter plaatze, en te handelen zo als het Regt der Natuure * en de Unie van Utrecht, en 'sLands „ Wet,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 109 Wetten en Refolutien my zulks gebie- " den of toehalen te doen." ; Deeze Tegenverklaring, zo duiddyk inhouden de het verwyt van een inbreuk door he Staatsbefiuit op het Reglement Reforma toir gemaakt, werd nooit wederlprookei doorban, die daar toe, naar t oordee van den Heer Beyma, geregtigd en ver pligt waren; weshalven hy eene weezen Ivke Overtreeding van de Conftitutie voo toegeftemd hieldt, naar den Regel, m ZWygt, daar hy verf ligt is te ff reeken fchynt toe te Jiemmen (*)• Bv deeze fterke Tegenverklaring li( die Yveraar voor de Burgerlyke Vryhei het niet berusten , weinig dagen kat< zondt hy een Brief aan den Stadhoudei met nader ontvouwing zyner boven lieg aangeftipte gevoelens en ftrekkende 0 de onwettigheid van de Opdragt der R ceerinasverkiezinge te ftaaven. t Gei over dien Brief in Friesland vervolge: voorviel, zal, behalven den inhoud z< ve, ondanks de uitgebreidheid, de g heele invoeging wettigen. — „ De 01 „ Handigheden, Doorlugtigfte en Hoe | gebooren Vorst!" dus fchryft h; ' waarin een aanzienlyk gedeelte myr l' Medeburgeren zich bevindt; de v pligting, die ik, als Volmagt ten Lat \ dage, wegens Westdongeradeel, op 1 5> : (+) N. Neder!. ytorb.'ni&. bl. T735- ^o/' of Verantwoording van CU van Bbïma. St :s n :n is 1en- gt,er ;r« id- ny >gi> nep  lio DE REPUBLIEK DER Xxxvr. boek. „ genomen heb, om de Privilegiën, Hand» » vesten, Geregtigheden, en oude lorlyke » Costumen, te zullen voofftaan en defendeeren, zulks ik, naar myn Verftand en Confcientie, ten gemeenen beste eii „ welvaaren bevinden zal te dienen, zon», der affectie, gunst of ongunst. „ De by my heilige Eed, dien ik ge« daan heb om de Reglementen deezes » Landfchaps, fpeciaal het Reglement » van den één en twintigften December » Mo cc xe vin, in alle zyne Poincten » te zullen naakomen en onderhouden; » ja dat ik niet zal gedoogen, dat door1 " anderen eenige Propofitien of Advyfen » worden uitgebfagt, daar tegen in eenïi» ger mantere contrarieerende. „ Deeze Confideratien, boven en be^ i* halven de Algemeene Burgerpligt om , te zorgen, dat het de Maatfchappy wel- > gaa, en niemand, zonder Regterlyk , Onderzoek, uit zyn wettig Regt wor, de gezet, noodzaaken my, om, in my, ne Qualitcit, als Volmagt ten Land, dage, deezen aan U D. Hoogheid te > adresfeeren. „ Het kan U Hoogheid niet onbekend , zyn, dat de aanzieniykften van Leeu, waardens Burgers, zich ruim een Jaaf , geleden, aan hunne Reprefentative Sou, veramen, de Staaten van Friesland, bv , een eerbiedig Adres, hebben vervoegd, , op fundament van seallegueerde rede, nen verzoekende, by het Privilege van , Vrye Magiftraats Verkiezing, hun, hun- „ neg  VERENIGDE NEDERLANDEN, in j, nes ondanks, ontnomen, te worden gere„ fiitueerd. „ Dit Request, in handen van Heeren » Gedeputeerde Staaten gefield zynde, „ om den Staat te dienen van Piseadvys, ., heeft, naa veele maanden wagtens, ein„ delyk evenwel, in de Maand Octobei van dit Jaar (*), eenige oogenblikker „ de Deliberatien van Heeren Gedepu „ teerden mogen occupeeren. „ Dan, daar ik meen, dat deeze De „ liberatien in U Hoogheids tegenwoor „ digheid gevallen zyn, zal U Hoogheid „ over het rype en fërieüfe daar in, zelvt „ kunnen oordeelen. Het voor de Bur „ gery van Leeuwaarden noodlottig ge „ volg derzelven is des niet te min ge „ weest, dat de Opdragt der Magiftraati „ verkiezing, op den zes en twintigftei „ December mdccxlviii aan U Hoog „ heids Heer Vader G. G. gedaan, bui „ ten toeftemming, ja tegen den expres „ fen wil van die geenen, die dit voor „ regt voor het grootfte gedeelte bezs „ ten, is verklaard, ja zelfs dat dit Reg „ a non Posfesfore, buiten Confent va „ den Bezitter, aan U Hoogheid con „ peteerende is geconfidereerd. — En df „ wel, zo als Heeren Gedeputeerde „ ziel (*) Naamlyk 1785; want deeze Brief is den 1 Dec. diens Jaars gedagtekend, en ftelden wy, ter bi ven aangehaalde plaatze, dit breeder Berigt tot h ■Jaar, 't geen wy tegenwoordig befchryven, uit; d w>1 de Afloop in 't zelve eerst voorviel. XXXVÏ. boek. 1786. » 1 t l t 11 >> 4 1:t  XXXVI. BOEK. 1786. < 112 DE REPUBLIEK DER »*zieh, tot myne verbaazing, hebben ge» » lieven uit te drukken, alleen om dat » deeze Opdrngt van ter zyden door ee» ne Staaisrefoiutie kan bêflooten wor>> den, te zyn toegekaten of gewettigd. , U Hoogheid zal, volgens de infpraak » van deszelfs eigen Geweeten, op dit » oogenblik, oneindig fterker gevoelen* » dan ik befchryven kan^ welke de ga»» volgen zyn, die uit zulke Principes >> natuurlyk voortvloeijen. — U Hoogheid » zal dus ligtlyk bezeffen 4 dat ik, die » alle deeze gevolgen, in alle haare ge~ » vaarlykheid, my voorfteide , niet heb " kunnen naalaaten, tegen de Refolutie ? op den twintigften October mdcclxxxv, > ter Staatsvergadering, in myne abfentie > genomen, te protefteeren (*). — Maar > U Hoogheid zal zich hebben moeten > verwonderen, dat, niet tegenftaande de . Burgery in Leeuwaarden, die door haa. re Stads Regeering plegtig opgeroepen » was, aan de Heeren Staaten, op den > jongstafgeloopen Landdag eene Deduc• tie vol van de ontegenzeggeiykfte be. wyzen, op de eerbiedigfïe wyze, hoeft > ingeleeverd; niet tegenftaande verfchei, de Leden van Staat verklaard hebben 1 die Refolutie van den twintigften Og, tober md©cl3;xxv, by nadere over, denking van agteren te befchouwen als i niet overeenkomftig met het Reglement „• Re^ (*) Van dit Protest voegde de Heer Beyma ?ef tn Affchrift nevens.  ^ERËNIGDÉ NEDERLANDEN. iif Reformatoir van den Jaare mdccxeviii , >, dat, zeg ik, niet tegenftaande dit al„ les, de Meerderheid der Volmagten by » die Refolutie, op den aehtften üécen> „ ber mdcclxxxv, heeft geperfnleerd. „ Eene Refolutie, al wederom, die my ,i voorkomt vlak ftrydig te zyn met het j, LVI Artykel van het Reglement Rei, formatoir van één en twintig Decemi, ber mdccxlviii. Dit LVI Artykel s, immers zegt, dat alle Reglementen zul- len blyven in hdare volle kragt en vigeurs „ voor zo verre dezelve niet worden geconj, trarieerd of veranderd by het nieuwe Reglement. „ Men zegge niet, dat, in dit LVI i, Artykel, niet van Stads Reglementen, i, maar van Provinciaale, wordt gefprooa ken: want het is zeker, uit het XXVI ,j Artykel der LXXI1 Poincten Reforma„ toir, op den vyfden July mdccxlvii8 j, door de Gecommitteerden uit de In„ gezetenen ter Staatsvergadering ingei, leeverd, ert, ten zelfden dage, door ,< de Staaten gepubliceerd, dat 'er, tert i, dien tyde, en in de (lukken, waar uis i, het Reglement Reformatoir is gevloeid* „ wel deegelyk op het R-geerings Re„ glement der Stad Leeuwaarden is ge«' dagt. ln dat XXVI Poinct im- i, mers eifchen de Gecommitteerden uit si doleerende Ingezetenen, dat men zich# ten opzigte van de Steden, zal regu« 5, leereh naar de Reglementen van derï h Jaare wncxxxvn, laatende Leeuwaar» . > AIU. ceel* H » am. XXXVF; p, o ek.'  ii4 DE REPUBLIEK DER XXXVI boek, „ den en Franeker by haare oude Regie» meuten ,• hier op heeft dus ongetwy„ feld U Hoogheids hoogwyze Heer Va„ der, by het hervormen onzer Confti** tutiej noodwendig moeten denken; ja heeft daar op gedagt, door in het LVI „ Artykel van het Reglement Reforma„ toir, van den één en twintigfte Decem„ ber mdccxlviii, te bepaalen, dat alle „ voorige Reglementen zullen blyven in haa„re volle kragt en vigeur, voor zo verre „ dezelve door deezen niet worden gecontra„ rieerd of veranderd. „ En zeer natuurlyk is dus de loop „ van het Reglement Reformatoir: want „ in de eerfte vyf en vyftig Artykelen „ van 't zelve worden alle die Pointen i, opgenoemd, welke U Ploogheids Heer „ Vader uit de Doleantien der Ingeze„ tenen, en Conferentien van Gedepu„ teerden uit de Staaten, oordeelde ver„ andering noodig te hebben, en daarop „ volgt dan het flot van het geheele Re„ glement in het LVI Artykel, waar by „ alle voorige Reglementen worden be„ vestigd; indien ze, door de bovenftaan„ de Artykelen, niet waren veranderd, # terwyl het LVII en LVIII Artykel de „ middelen bepaalen, door welke deeze „ onverbreekelyke Wet onderhouden zal „ worden, zo als in het LIX Artykel de „ ftraf tegen de overtreedine- is vastc;e„ fteld. „ Ziedaar, Doorlugtige Vorst! zo my „, voorkomt, zonneklaar beweezen, dat „ het  VERENIGDE NEDERLANDEN, i iê h het voorig Reglement van Regeering » der Stad Leeuwaarden, by de Staaten des h Lands, niet hadt behooren noch mogen worden veranderd, zedert den één en ■>, twintigften December mdccxlviii. ,, Zie daar, Doorlugtige Vorst! dè reh denën, die my, behalven het zo dui■i delyk en ontegenzeggelyk geavaneèerj, de, in de Deductie der Burgerye, heb}, ben bewoogen, om tegen de Refolutie op den achtften December, ten deezeri i. opzigte genomen i al weder te prote„ fteeren, en te verklaaren, dat, myns a eragtehs, de Volmagten, daar tde con» j, curreerende, vielen in de termen .van i, de rigide Poenale Sanctie van het L1X 5, Artykel van het Reglement Reformar a toir van mdccxlviii. Dus verre aan U Doorlugtige Hoog5, heid, de redenen van myn gedrag, eré *, van 't geen ik voor God betuige, ga- meend hebbë niet te mogen naalaaten-j j, opengelegd hebbende, zo zal U Hoog,, heid daar uit ook zeker concludeereü^ h dat ik hier mede, volgens myne Grondij beginzels, aan mynen Eed geheel niet „ voldaan hebbe. £ Neen! Doorlugtige Vorst! Indien ik3 y die waaragtig in die gevoelens ftaa', a hier mede van de Zaak afzag, zo zou i, ik even fchuldig blyven in myn eigen ,i oog, zö zou ik my, naar myn inzien. even weinig ten jongften Dage, vota „ Gods onfeilbaaren Regterftoelj kun u nén verantwoorden ^ als had ik, deez« xxxvi boek-  ïifS DE REPUBLIEK DÉR XXXVI. boek. i j » zelfde gevoelens toeftemmende, tegen » dezelve aan, met de Conclufie inge- » ftemd. Ik heb immers Gods hei- » ligen Naam aangeroepen om te beloo» ven, dat ik niet zou gedoogen, dat door )» anderen tegen het Reglement Reforma» toir wierd geadvifeerd. Ik voel nog op » dit oogenblik het gewigt van dien hei5> ligen Eed, en ik hoop dat gewigt fteeds s> te blyven gevoelen, en daar aan, zo »» veel myn inzien van zaaken my toe», laat, getrouw te blyven. „ Ik moet dus meer doen dan advijee» » ren, meer doen dan protejleeren, ik >, moet dus herftelling zoeken van het geen » ik meen der Burgerye onwettig ontno» men te zyn; ik moet deeze herftelling, », door alle mogelyke Conftitutioneele » Middelen, zoeken te bewerken. ,, En dus, Doorlugtige Vorst! kom » ik het eerst tot U Hoogheid. „ U Hoogheid, immers is met veele zo „ eminente Charges in myn Vaderland i, bekleed, om geene andere oogmerken,. n dan om het Gemeene Lands welzyn >, te bevorderen, som de Burgers en ln, gezetenen, der Leden en Deelen van i, dien, by hunne Regten, by hunne Vry„ heden, by hunne Privilegiën, het zy „ generaale, het zy particuliere, te hand„ haaven en te befchermen. „ Wel aan dan Vorst! ik fmeek , wat zeg ik ? ik eisch van U Hoogheid, ,s dat Hoogstdezelve zal oordeelen, of de , Burgers van Leeuwaarden, van een Lid „ dee-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 117 „ deezer Provincie, in hunne Regten be- \ „ nadeeld zyn, of niet? Hiertoe neem „ ik de Vryheid de Deductie dier braave „ en agtenswaardige Burgerye by Copy „ aan Ü Hoogheid by deezen te doen „ toekomen. „ En gelyk ik niet twyfele of U Hoog„ heid zal met my inftemmen; denk dan, „ en denk met Vorstlyke Grootmoedig„ heid, dat Burgers, (dat meer is,) dat Friezen, en ('t geen alles zegt,) dat „ Leeuwaardens Burgery, dat uwe Vorst„ lyke Vaders Stadgenooten, worden ver- „ kort in hunne Regten. En, om „ wiens wille? — om Uwen wille, Vorst! „ die zo dikwyls en plegtig betuigt hebt „ alles voor het behoud der Vryheid, „ (die in een volftandige bewaaring der „ Regten en Privilegiën, en nergens an„ ders, in beftaat,) voor dit Volk over „ te hebben. „ Laaten dan thans, ö Vorst! uwe i, Daaden fpreeken, laat gansch Nederland „ zien, dat ze met uwe Woorden over„ eenkomen; herftel den vryen Burger „ by zyne oude Regten; de Staats Re„ folutie van den elfden Juny mdccxlviii „ geeft aan U Hoogheid genoegzaame „ Authoriteit om de Regeering by haar® „ wettige Conititutie te bewaaren, inge„ volge 't geen als toen door U Hoog* „ heids Pleer Vader is gereguleerd. „ Is nu aan U Hoogheid deeze Au„ thoriteit verleend, en worden 'er, in „ het ftuk van Reg^singe, nooit Regten H 3 „ ge- iXXVI. i o e k. 1786.  u8 DE REPUBLIEK DER XXXVI. |OEK. 1785. 9 5 3 > ï SS 9! » gefchonken, of 'er worden wederke&» rig wederom Pligt en door opgelegd, •i; dan ook is het U Hoogheids Pligt dee>» ze Authoriteit, ten zynen tyde ,^te ge» bruiken. ,, Zo dan U Hoogheid met my inftemt, »* dan verzoek, ja dan eisch ik van U r» Hoogheid, dat Hoogstdezelve ook thans. » de Regeering by haare wettige Confti- > tutie, dat is by het Reglement Refor- > matoir, en voorige daar by niet veran- > derde Reglementen, bewaare. Voldoe > dan, Doorl. Vorst! in dit geval aan » deeze Pligten; wat is grooter, wat is, s aangenaamer dan zyn Pligt te doen, > voor al als het tegen eigen belangen . ftrydt? „ Maar, wat zeg ik, tegen uwe eigen > belangen ftryden! Neen» 0 Vorst! de , Liefde van Frieslands Ingezetenen, van . Leeuwaardens agcbaare Burgery, te hebI ben, is voor U Hoogheid, en deszelfs . Huis, van het uiterst aanbelang. En, . zo ooit eene daad van U Hoogheid . daar in bevorderlyk zyn kan, het is, zo waar als een Opperweezen leeft, het is de edelmoedige teruggaave van dit Regt van Electie, het welk door den wettigen Eigenaar nooit is afgeftaan. Het is een bedrieglyk voorwendsel, het welk men misfchien U Hoogheid zal voorhouden, dat dezelve, quafl, ter Contemplatie van deszelfs Erven en ' Defcendenten, van het Regt van Electie g -fk  VERENIGDE NEDERLANDEN, uy in deezen niet vermogt af te zien. — „ Men bedriegt U, Doorl. Vorst! door „ dit fchynfchoon Argument. Indien het Regt U Hoogheid niet toekomt, indien t het onwettig^'is opgedraagen, dan iin„ mers geeft Gy, door de Herftelling der '„ Burgerlyke Voorregten, niets wettigs „ weg, dan immers benadeelt gy uwe Vorstlyke Kinderen niet." Onbeantwoord bleef dit dringend fchryven des Friefchen Staatsmans. Zyne Hoogheid kon zeker niet befluiten aan den eisch, daar in gedaan, te voldoen. De Heer Beyma vernam niets van de ontvangst, vóór dat hy, in Sprokkelmaand, in de Nieuwspapieren zynen Brief geplaatst vondt, onder een Artykel van hel Loo. Korten tyd daar naa werd de oor. fpronglyke Brief, onder geleide van eenen des Stadhouders, den twaalfden van Sprokkelmaand gedagtekend, ter Staats vergaderinge van Friesland gezonden. Dc inhoud en openbaarmaaking daar aan gegeeven, door het zetten in de Nieuwspapieren, hadt zyne Hoogheid doen be fluiten, dien niet onder zich te houden, maar, by den aanvang des gewoonei Landdags, over te zenden; te meer ui aanmerking van den ftaat waar in de raad pleegingen der Staaten, ten opzigte vai de Stedelyke Reglementen in 't algemeen en dat van Leeuwaarden in 't byzonder zich bevonden, en de inhoud diens Brief; daar toe eene rechtftreekfche betrekking tiadt» H 4 Staa xxxvL BOEK. I786. Deeze Brief, doof zyne Hoogheid tei Staats» vergadering gezonden. 1 i > i  XXXVI. BOEK. 17?>6. Door de Staaten te rug gezonden aan den Stadhouder. i ] i { pe Staaten vorderen Van den 1 Prins, dat I 3iy zieh na- r der ver- j klaare op . Ut ftuk 1 «Ier Stads X Regee- t rings Regfementen, c èn het Regt C van Ver- q kiezinir der Magi- ftraatsper. 5: fooncn. xao DE REPUBLIEK DER Staaten van Friesland handelden zon* derling omtrent den Brief des Heeren Beyma, dien zy ongeleezen te rug zonden, met nevensgaand fchryven , waar aan de bynaam van fleekelig niet ten onregte gegeeven wordt. Zy wilden de waare beweegredenen der Overzending niet onderzoeken; maar alleen zyne Hoogheid onder 't oog brengen, dat, om de Openbaarmaaking in Nieuwspapieren , (welke de Stadhouder als een reden van liet zenden opgaf,) by hun geoordeeld tvas, dat de Brief, als hun allen bekend, liet eens op nieuw behoefde geleezen m veel minder, daar dezelve aan zyne' " Hoogheid gerigt was', ten onderwerp hun» ïer Raadpleegingen gelegd te worden. jy de te rug zending lieten zy het den frins over, om dien, zo hy het mogt goedvinden, te beantwoorden, of andermis daar mede voor zich zeiven te doen ls hy vermeende te behooren. Dan, wat den Brief, tot geleide gefchree? ?en, betrof, uit deezen begreepen zy te Roeten befluiten; of dat zyne Hoogheid iet overtuigd fcheen te zyn van het volumen Regt der Staaten van Friesland; i het vastfteilen van Regeerings Regierenten voor de Steden,- of dat hy fcheen i twyfelen aan het Regt van Verkiezing er Magiftraatsperfoonen in de Steden, oor hem tot heden uitgeoefend. „ Daar, us" vervolgen zy, op dat wy hunne igene woorden gebruiken, „ U Hoogheids manier van denken over deeze » twee  VERENIGDE NEDERLANDEN. izi „ twee importante Materiën, geheel niet: „ daidelyk in deeze Misfive blykt, en het i ,, ons niet onverfchillig is, omtrent dit „ alles in het onzekere te verfeeren; naar, „ dien het eerfte Punt de Souverainiteit „ des Lands direct ten onderwerpe heeft, „ en betrekkelyk het tweede Punt, de „ twyfelende wyze van uitdrukken, wel„ ke wy by Ü Hoogheid ontmoeten, „ zulk eene influentie op onze Delibera„ tien zou kunnen hebben, dat onze hande„ lingen, naar gronden van Regt, en be„ vordering van goede Orde, omtrent „ het Stuk van de Stads Reglementen m „ 't gemeen, en dat van Leeuwaarden in „ 't °byzonder, ook met opzigt tot U „ Hoogheid, natuurlyker wyze aanmerke„ lyke verandering zouden dienen te on„ dergaan, by onze finaale Befluiten op „ die geheele Materie; — zo hebben wy, ,, naa rype Deliberatie, goedgevonden U „ Hoogheid te verzoeken , gelyk wy „, doen by deezen, om aan Ons, binnen „ den tyd van veertien dagen eerst ko„ mende, naa receptie deezes, te willen „ doen toekomen de duide/yke Explicatie „ van U Hoogheids gedagten^ omtrent „ voorzeide twee Punten, en wel byzonder „ omtrent het Regt van Electie; ten ein„ de wy, naa het inkomen derzelven U „ Hoogheids denkwyze met de onze ver„ gelykende, daar omtrent, in voege het „ gewigt en de aart der zaake dan zul„ len medebrengen» zodanig zullen haiv delen en reiolveeren, als wy, ten alH § » ge- «XVÏ. s o Ik.  ia* DE REPUBLIEK DER XXXVI. BOEK. 1786. Van Beyma. fchryft andermaal aan zyne Hoogheid. 1 % < i 1 1 1 C aarJ °nze begeerte, op den bepaalden „ tyd, te kunnen voldoen." De Heer van Beyma, die, geduurende de raadpleegingen over den Brief ies Stadhouders, in zo naauw eene beirekking tot den zynen ftaande, volgens le Orders van den Lande, zich hadt moeen afzonderen, fchreef, den uitflag verïomen hebbende, aan zyne Hoogheid, lat hy, zonder merkelyke Twyffetingen te binden, of te willen zoeken, in 'sPrinen Brieve, in tegendeel, denzelven als -evattelyk befchouwde. Aangenaam wa£ tem geweest de aandagt door zyne Hoog* leid op zynen Brief geflaagen; en diens evoelen, dat dezelve Betrekking hadt tot e Raadpleegingen der Staaten over de itedelyde Regten in 't algemeen, en dat an Leeuwaarden in 't byzonder, gepaard iet de betuiging, „ dat het beftendig , tot een der grootfte genoegens Van den Vorst zou ftrekken om alle de waare belangens der goede Ingezetenen, overeenkomftig 's Lands Wetten, te handhaaven, en zo veel doenlyk te bevorderen," deedt hem gegronde hoop jfehej*-  VERENIGDE NEDERLANDEN 123 fcheppen, dat zyne Hoogheid deeze betuiging, op het tegenwoordig geval toegepast, zou geftand doen; en hy zich lelven ontfiaan van het gebruik jan al zulke verdere Conftitutioneele Middelen, als hem nog overig waren, om, volgens zyn gevoelen, aan zyn' Eed om met te gedoogen, dat aan de Conflitutu en sVolks Regten te kort gedaan wier de, getrouw te blyven. , , ., Blyken van misnoegen en geraaktneia droeg 'sPrinfen Antwoord, zo van wegen den verkeerden zin, in welken Staaten van Friesland, zyns oordeels, de toezending des Briefs des Heeren van Beyma hadden opgevat, als ter oorzaake van de daar uit genomene gelegenheid tot het doen van twee Vraagen, waar op zy, zo dringend, en met vastHelling van zo korten tyd, Antwoord verzogten. Juist ten beftemden dage kwam hetzelve ; en hieldt omtrent het eene punt. betreffende de Verkiezing der Regeeringe in de byzondere Steden, de Heilige en uitdruklyke verklaaring in, ;, dat hy vertrouwde, en zich ten vollen verzekerc ' hieldt, dat het Regt der Magiftraatsbe „ ftellinge in de Elf Steden van Frtes ■a, land aan hem wettig toekwamdu! „ byzonder ook te Leeuwaarden;^ doch aangaande het andere Stuk, het Regt de Staaten van Friesland omtrent het vast Hellen van Reglementen op de Regeerin Kirvnnrifrp Steden in 't algemeen 2.LL L/J^W.V"---- s. vondt hy sicn peg;w?«<*, t e» XXXVI. BOEK, Antwoord van zyne Hoogheid aan de Staaten,  XXXVI. JïOEK. i?86. Misnoegen te Leeuwaardenover dit Antwoord. Verzoekby net Hof om eene Dagvaardingties Stadhouders. i i J ] ] 4 124 DE REPUBLIEK DER „ en byzonder in zo korten tyd, zyn ge» „ voelen bepaaldlyk te kunnen zeggen.'9 Hoewel dit eenige twyfeling infloot, raa. kende dit Regt, betuigde zyne Hoogheid, egter, in 't flot des Briefs, geene zwaa„ ngheid te maaken, ten opzigte van de „ Stad Leeuwaarden, ftellig als zyn gevoe„ len te uiten, dat hun Ed. Mogenden ge» „ regtigd waren om aan die Stad thans 1, een nieuw Reglement te geeven (*)." Binnen Leeuwaarden werd dit fchryven van zyne Hoogheid aan 's Lands Staaten met rugtbaar, of het verwekte, onder de Ingezetenen, eene ongemeene beweeginf. De Burgers, by Espels of Wyken, volgens gemaakte fchikking, vergaderd, hadden reeds hunne Gecommitteerden gelast, by eenen Brieve, van den Stadhouder te eifchen, ,, dat hy van de Verkiezinge „ zou afzien, dezelve aan de Burgery te „ rug geeven, en haar by derzelver Regt „ handhaaven." Geen antwoord was hier 3p ingekomen. Doch toen deeze Leeu» vaardfche Burgers, uit het fchryven des Stadhouders aan Staaten van Friesland, liens gevoelen omtrent de Magiftraatsbelellinge hunner Stad vernamen, en dat 3e Prins geenzins gezind was van het legt, waar over het gefchil liep, vrywilig af té ftaan, overeenkomftig met der burgeren gedaan verzoek, deeden zyeen on- (*) N. Nedsrl. Jaarb. 1785. bh 1736: Voor 't aar 1786. bl. 2^9—276. Apologie of Verantwoor». 'ing van C. L. van Beima bl. 51. 243—2;$.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 125 onvoorbeeldlvken ft«p. Jan Ubles Dykstra enLoLKE Westbrveld, Burgers van Leeuwaarden, leeverden, uit naam hunner laStigende Medeburgeren, bv het Hof van Friesland een Verzoekfchrift in, niets minder behelzende dan eene Dagvaarding van zyne Hoogheid, begreepen in deeze woorden, „ dat de „ Suplianten," (naa vooraf Run Regt tei Verkiezing beweerd, en het gehouder gedrag van zyne Hoogheid vermeld « hebben,) „ genoodzaakt waren zich tf „ wenden tot hun Ed. Mogenden, z( als zy by deezen eerbiedig deeden " met zeer eerbiedig verzoek van hui " Ed Mogendens Provifie van Citatie te " sen den Prins Stadhouder, Wil lei „den Vyfden, woonagtig binne „ Leeuwaarden, tot Relaxatie van hc Regt van Electie der Magiftrature va de Stad Leeuwaarden; voorts te aar „ hooren zodanige Eisch en Conclufie „ als de Supplianten zullen doen, ne< ' men, en gebruiken." Vyf Leden van den Raad, die me oordeelde, als Burgers van Leeuwaarde; in de zaak belang te hebben, moest£ zich der Raa.pteeginge, over dit vreen klinkend Verzoekfchrift,'t geen door e nigen als een Vryheidsblyk van den fchi terendften aart aangemerkt, en door a deren, als een verregaande ftoutheid f losbandigheid, gedoemd werd, onttrekke De zeven overige Raaden bragten c weigerend befcheid uit. „ Het Hof ve „ klas XXXVL BOEK. 1786. I * 1 i 1 t n 1, Dit ver* zoek afge* ' flaagen. n d t- i:nq. it Xirt  ■iitf DE REPUBLIEK DER XXXVI. boe k. trmi Regeerirfgi Reglement «door , flaan; en van hun den Eed op het ntl ,, gearresteerde Reglement af te neemen;'1 Dm de Bevelhebbers mede te beëedigen* net volmagt aan de Gedeputeerden, i, om, indien één of meer Leden der ,, Leeuwaardfche Magiftraat of Vroed, fchap, onverhoopt weigeragtig mogt 9 zyn otii den Eed op dit Regeerings , Reglement af te leggen, de zulken te , verklaaren, ipfofacto, vervallen te zyn , van zyne of hunne Magiftraats- of , Vroedfchapsplaatzen, die terftond zou, den begeeven worden, door die gee, nen^ aan welken zulks, volgens dit Re, geerings Reglement, toekwam* Heg  VERENIGDE NEDERLANDEN, iajr Het Kwartier van Oostergo bragt tegen deeze Vastftelling een Aantekening in 't midden, daar op gegrond, dat het Regt van Verkiezing, ten aanzien van de Stad Leeuwaarden, als den Prinfe wettig toebehoorende, daar in werd onderfteld en aangenomen: eene onderftelling, welke de Leden van dit Kwartier als aan bedenking onderheevig aanmerkten^ waar om zy van oordeel waren, dat, vóór het geheel afdoen deezer gewigtige zaake, de Commisfie tot het vervaardigen van dit Stads Reglement mogt verzogt en gelast worden, om den Staat nader van berigt te dienen, omtrent het Regt van den Stad' houder in deezen. Men zette, des ondanks, het begonnen werk voort, en voerde, op den vier en twintigften van Lentemaand, het nieuwi Stads Regeerings Reglement in De Leeu waardfche Magiftraat en Vroedfchap ver gaderde op 't "Stadhuis, in den naamid dag, en toog van daar ftaatlyk, door d vier Stads Boodens begeleid, na de Vei gaderplaats der Gedeputeerde Staaten. D Voorzitter R. S. G J. van Burm/ nia Rengers ontving dien ftoet, e ontfloeg de Heeren Van den ouden Eet terwyl zy dien op het nieuwe Regiemei afleiden: dan drie Leden der Vroedfcha] de Heeren Mr. R. H. van Altenü H. Balk, en Mr. C. Coulon, wé gerden denzelven,- waar op zy van hu ne Posten verlaaten werden. De nieu Beëedigden trokken in den zelfden ftaf SXXVl» ïoek. 1786. AantekB- kening van Oostergo daartegen. Het zelve ingevoerd, e a it >, » i1w.t- n  ïjt8 DE REPUBLIEK DÈR 'XXXVI Boek. Sehryven der GedeputeerdeStaatenaan ■ Dokkum ; over het j Regeerings ■ Reglement 1 1 ( ( i « les (*) A'. Neder/. Jaarb. ïjié. bi. 277-28». (t) Zie onze Vadert. IKst. IX. D, bl. g», lykeri optocht, als zy gekomen waren, weder na 't Stadhuis, en ontvingen, by dit te rugkeeren, even als in het heenen gaan, de gewoone Krygseerbewyzingen van de Hoofdwagt. — De Burger Krygsbevelhebbers op het Raadhuis zamengeroepen, kreegen door de Magiftraat ontflag van den ouden Eed, en deeden den nieuwen op het thans ingevoerde Regeerings Reglement. Zes Vaandrigs onttrokken zich hier aan, en werden ontflaagem Hier op gefchiedde de Afkondiging des nieuwen Stads Reglements van de puye Van 't Stadhuis. Niet lang leedt het of de drie opengevallene Vroedfchapsplaatzen werden vervuld, door Heeren, die in handen des Voorzittenden Burgemeesters, op het nieuwe Reglement, den Eed afladen (*). Onder de Steden in Friesland, waar tien over de Stedelyke Regeerings Reglenenten in bewerking was, telde men Dokkum (f). Gedeputeerde Staaten, tot het ïaazien der ingekomene ftukken gelastigdj ronden het toegezondene van Dokkum :eer onvolkomen, onbepaald, en verzogen eene duidelyke opgave van de Regeeing, omtrent deeze drie ftukken. Foor erst, in hoe verre het Reglement van ien Jaare mdcxxxvii, zo als het lag* :on en behoorde naagekomen te woren. Ten tweeden, in welke Artyke-  VERENIGDE NEDERLANDEN, tap len de Regeering, tot meerder klaarheid, eenige verandering verlangde. Ten derden, of 'er, naar het begrip der Dokkumfche Regeering, door verandering van omHandigheden, of uit eenige andere redenen , 'eenige Verbreeding of Verandering in dit Reglement zou vereischt • worden. —- Hier op begeerden zy, vóór \ einde van Sprokkelmaand, antwoord (*). In handen van twee Burgemeesteren en vyf Raaden uit de Vroedfchap werd deeze Brief ten onderzoek gefteld. Een aantal Burgers, die vervolgens een Genoot' fchap vormden, vergaderden om te raadpleegen over zaaken de Burgerijke Vryheid betreffende. Ligt kunnen wy ons, de Dokkumers, in dit Tydperk, meermaals als vooruitloopende, befchreeven, herinnerende, verbeelden ,,wat uit het handelen over deezen Brief moest gebooren worden. Zy vervaardigden een Adres aan de Magiftraat en Vroedfchap der Stad, en gaven het over aan de Gelastigden tot het onderzoek des gemelden Briefs, hun voor oogen Hellende, of ! het niet dier.ftig zou weezen, eer de Regeering tot een Befluit kwame over de Veranderingen, welke zy, ten nutte vafl het algemeen , noodig oordeelden, de gedagten van de gezamenlyke Burgers in te neemen. „ Immers meenden zy,'! dus (*) Dei Brief was den 14 van Feb. 17S6. gedagtekend. XIII. DEEL. I xxxvi. BOEK. 1786. Adres van eenige Dokkumer Burgers aan de Stads Re» geering.  i3o DE REPUBLIEK DER XXXVI BOEK. dus luidt de taal dier Burgeren, „ op „ goede gronden, te kunnen beweeren, „ fen zy konden niet gelooven, dat zulks „ door hun Ed. Agib. zou in twyfel ge„ trokken worden, ) dat, in onze vrye Regeerings Conftitutie, het Volk des„ zelfs behoorelyk aandeel hadt, om de „ Wetten te helpen beraamen, aan wel„ ke het zich wil onderwerpen. — Wei „ was waar, eenigen* hadt het Volk uit- gekoozen om het ganfche lichaam te „ reprefenteeren: om reden dat het niet „ dienftig zou zyn, telkens dat groote „ Lichaam by een te roepen; maar dee„ ze Reprefentanten waren tevens wel 3, deegelyk door een Eed verbonden, de 5, vastgeftelde Wetten te handhaaven en „ te befchermen; maar gansch niet om „ willekeurig nieuwe Wetten te formee- „ ren." De wyze op welke deeze inroeping der Volksftem veilig en in de beste orde zou knnnen gefchieden, lieten zy gaarne der Regeeringe over; doch gaven in overweeging of het niet dienftig zou zyn, dat de Regeering een Plan der begeerde Veranderingen ontwierp, dit den Inleeveraaren van het Adres in handen gaf; ten einde zy hunne Aanmerkingen daar op aan de Regeering vertoonden ; en dat dan het Lichaam der Burgerye wierd zamengeroepen, om te verneeroen of het die gemaakte Veranderingen kon goedkeuren. — Ten flot verklaarden zy zich ten fterkften tegen de gevolgen, „ welke mogten ontfban uit 9t he£  VERENIGDE NEDERLANDEN, ifi h het vastftellen van Wetten, waar in de 3, Volksftem niet erkend was (*). De Dokkumers vorderden hier mede zo weinig, als de Heer van Beyma, die het Voorftel van Oostergo Cï)> bv dat Kwartier in Bloeimaand herhaalde, en öp het Stemregt aandrong, als eene zaak van welke niets minder dan het behoud der geheele Conftitutie afhing, en wilde, dat, by een Staatsbefiuit, de zwaare grief, zyns oordeels, aan de Burgery van Leeuwaarden, en in dezelve aan ieder Bezitter van Stemregt in Friesland toegebragt, zou worden gebeterd, of wel dat de grondflag, waar op de Befluiten van Wynen Wimermaand des voorleden , en in Lentemaand deezes Jaars genomen berustte, openlyk en onwrikbaar werd aangetoond. Als mede, dat men eene Staatseummisfië benoemde, om met Comm siarisfen van iëÖ Hove, alle de nog in kragt zynde Fundamenteele Wetten, 'van Artykel tot Artykel, tiaa te gaan, en te onderzoekeni of} en welke inbreuken tegen dezelve, al ware het onbedagt, mogten zyn bedreevery op dat," gelyk hy zich liet hoorensin deezen tyd, At waar e Conftitutiei „ en vooral het gezegend Stemregt (§) irt vól- (*) N, Neder?. Jaarh. j?86. bl. 283. èn 399= (-}•) Zie hier boven bl. 127. . , (§) Over è\t Stemregt werd, ten detzcri êage; veel getwist en gefchrceveti. Zie den Post van deh Nederïlhyn IX. D. bl. 1147. 13*3° X. D. bl. 329-348; 4S3—4Ö4. i % xxxV'fc boek. T786. Vrugüoóze aandrang op het Stemregt, door C. L. wit  i3a DE REPUBLIEK DER XXXVI. BOEK. 1786. Onlusten te H'indeJoopenover de Stadsvoorregten. „ vollen bloei, by alle 's Lands Ingezete„ nen, herleeye ,en herfteld worde; op dat „ een ieder onzer, ten zynen tyde ten „ graave daalende, of de Regeering ver.- laatende, met den vroomen Samuel, „ aan een ieder veilig moge vraagen-; „ Wiens Osfe, wiens Ezel, (wiens Goed) „ heb ik genomen? Wien heb ik veronge„ lykfS Wien verdrukt? (*)." Hindeloopen hadt desgelyks haar aandeel in de Regeerings-onlusten, klaagde, wegens wanvoeglykheden in de Raadzaal haarer Stad, en het gemis der vrye Stemming van Volrnagten ten Landdage, haar onlangs ontnomen; te welker gelegenheid vier Regenten, die hier in niet wilden treeden, voor hunne Posten bedankten: te meer, dewyl zy geene Medeftanders by de Regeeringsleden, of by de gegoedften en bekwaamden onder de Burgery vonden, in het voorftaan en verdeedigen van 't geen zy als onvervreemdbaare Voorregten hunner Stad hielden. Het Stede Regeerings Reglement, op het aanftellen van nieuwe Vroedfchappen, in de plaats der vier afgetreedenen, werd op zyn tyd niet agtervolgd; men hieldt het voor gebrekkig; en was het, zo men wiï, (*) Apologie of Verantwoording van C. L. v.a n Beyma bl. 53. en 257. Deeze hadt ook een fcherp Protest ingediend, tegen de Vastftelling, dat de Volmagt en ten Landdage het Regt toekomt om Regeerings Reglementen aan de Steden voor te fchryven, Zie ald. bl. 152. enz-.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 133 wil, door de meeste Regenten niet bezwoorefl. Een nieuw Stads Regeerings Reglement was 'er in bewerking', van t welk zommigen eene ongunftige verwagtins koesterden (*;• , Even min als andere tydenvan heevig opblaakende Partyfchappe, was deeze tyd vrV van het onvoegelyk gedrag eeniger Bedienaaren des Vrede ademenden Christlvken Godsdiensts, die den Leerdoel misbruikten om het vuur van twist en tweedragt aan te blaazen; en in hunne pleg-ti^Aanfpraaken aan het Opperweezen, op de aanftootelykfte wyze, hun bitterheid uit te boezemen tegen die in Staatkundige begrippen van hun verfchi* den Van den eenen zo wel als den anderen kant trof men maar al te veelen van die onverftandige Yveraars aan, o£ dat wv bun met geen erger naam beftem nelen - in Friesland ftak deswegen ui Toannes Bulthuis, Leeraar onde: de Hervormden te Sneek, die, volgen Vonnis van den Hove, op den Predik ftoel, zo in zyne Redenvoeringen, af in zvne Gebeden, wanneer hy den mom des Volks tot God behoorde te zyn zich hadt uitgelaaten in bewoordingen gefchikt om daar door aan de Gemeent bek-nd te maaken zyne byzondere Be srippen, omtrent Staatkundige onderwei penf daar toe gebruikende veifcheide (*) -tost van den Neder-Rhyn IX. D. bl. 1062,116 I 3 XXXVI. f) O E K. 1786. Vonnis over den Kerkleeraar ]. BuLTHUrs te Sneek. I I » 1  ?34 OE REPUBLIEK DER ROEK. plaatzen uit Gods Woord, biddende, voet zyne Hoogheid, drukte hy zich uit, de Schutters hebben hem veel bitterheid aangedaan, befchooten en hem gehaat; en wederom, de Schutters hebben hem befchooten met Pylen in vuurigeu Draaken venyn en wreed Adderen - vergif gedoopt. Wanneer de Magiftraat van^ Sneek deswegen haar ongenoegen aan dien Leeraar, by eenen Brieve, te verftaan gaf, met last om zodanige Uitdrukkingen en Beoordeelingen, die niet alleen onaangenaam waren aan, de Toehoorderen, maar ook nergens anders toe konden dienen dan om Tweedragt in de Stad en Gemeente voort te planten, voortaan agterwegete laaten, vierde hy zich, wel verre van daar aan te gehoorzaamen, nog ruimer teugel; zeggende , daar hy zyne Vooraflpraak nmi uit EzechieI/ III: ij. i %,' Ik heb te veel eerbied voor dit Woord van den Leevcndcn. G ó :;; te veel rees om my Jchuldig te maaken aan uw Bloed; te veel Ontferming met uwe O.nllerfiyke Zielen , dan dat ik niet Vrymoedig en Onbefchroomd, dat Woord, dat G o b my in den mond gelegd heep, tot U zou brengen, en Ulieden, van Goog wegen, ernftig waarfchuwen, zonder door laffe Menfchenvrees daar van afgefchrikt te werden, of my aan laag Gevlei fchuldig te maaken, op dat niet anders uw Bloed van myne hand mogt gesischt worden. Vervolgens daar by voegende de woorden van Jesaia LVIII: i. Roept uit de ksele en houdt niet in, verheft uwe fietntne als eene  VERENIGDE NEDERLANDEN. 135 "Rnvuinc en verkondig myne» Volke haare ladingen, en del Huize Jacobs haare Zonden. En voorts, zo handelden ook de Heilize Godsmannen, de Propheeten , de Apostelen onder het Nieuwe Testament. Hot Jymoedig en getrouw waren zy metftn dt Beftraffing, zonder aanzien van Perfoonen zie zulks in Stephanus Handel. VII Die Voorbeelden wensch ik van verre na t. kruipen ;God, wensch ik, zal hier toe all noodize Wysheid en Genade fchenken, ex met zynen vrymoedigen Geest my onderfleii „en By herhaaling fmeekte hy, Sterk den Prins Erfftadhouder onder al die Jioon of fmaad van een gedeelte eener oi dankbaar e of ontaarte Natie. — H< Hof verwees dien Leeiaar ? int Gra maand deezes Jaars, over die Uitdrul kingen, en het v'eragten der Bevelen z; ner Wettige Overheid, in de boete v; vyf honderd Goudguldens, binnen vee tien dagen te betaalen, als mede in 1 kosten des Regtsgedings; met bevel c zich voortaan van dergelyke buitentpo rip-heden te onthouden, onder bedreigt: van zwaarder ftraffe, ten welken einde Magiftraat van Sneek gelast werd, ( daar op een waakend oog te houden, te doen houden (*). , De Burgerwapening was m Friesland z< ono-elyk. ' Leeuwaarden, Franeker, Sn m Dokkum, ftaaken hier in onder de S 1 (*) N. Nederl. Jaarb. 1786. bl. 4S9. 1 4 XXXVI. boek. 1786. I > 1 I!t 1- Lh riem 0- ig 3 e >tn en >er Wapenj handel in Zefc Friesland te- voortgezeJ len  136 DE REPUBLIEK DER XXXVI. BOE K. en Vergadering der Genootfchappente Leeuwaarden. Veelvuldige Burgerfocieteitenin Friesiand. den uit. Ten Plattenlande wisten eenige Grietluiden, het oprigten van Gewapende Genootfchappen geheel te wed'erhouden, of in de beginzelen te fmooren; doch, in andere Grietenyen vonden zy rtëuna en maakten grooten opgang. Sterkte ontleenden deeze veelvuldige Genootfchappen door derzelver Vereeniging, onder vaste Hoofden, die, als Geiastigden, te Leeuwaarden in den voorleden Jaare eerst samenkwamen, en die Vergaderingen dikwyls herhaalden. Van de Herbergen 't Zwarte Ktuis en de Posthoorn, de gewoone plaatzen hunner zamenkomden kreegen zy den fpotnaam van Staaten van 't Zwart Kruis of van den Posthoorn. Een fchemptiaam, over welken zy zich luttel bekreunden, die 'er openlyk voor uit kwamen „ Dat zy,met deeze hunne Wape„ ning, geen ander oogmerk hadden, dan „ om het lieve Vaderland, in 't alge„ meen, en een ieder Wooaftede in 't „ byzonder, overeenkomftig met 's Lands „ Wetten, zo veelmogelyk, tegen allen „ Binnen- en Buitenlandsch Geweld, te „ dekken en te beichermen ,•" en beloofien, „ dat zy zich nimmer zouden'laa> ten gebruiken tot het' invoeren eener „ andere Regeeringsvorm, dan de waa„ re Republicainfche , gegrond op de „ Conftitutie deezes Lands." De zaak, welker voordand deeze Party in Friesland beoogde, werd niet weinig bevorderd door de Burger-focieteiten, ?an gelyken aart als wy te meermaalen ves«  VERENIGDE NEDERLANDEN. 137 vermeld hebben, dat in onze Verecnigde Gewesten toen grooten opgang maakten O- In deeze Gezelfchappen, by de Friezen veelal Fraterniteiten géheeten, wafrlieden,zonder onderféheid van Ring, broederlyk zamehkwamen, handelde men, by het leezen der Staatkundige Schriften en der Nieuwspapieren, over de zaaken des Lands, met eene vrymoedigheid, welke vooral niet minder was dan men elders in die Volksvergaderingen gebruik te - aangemerkt der Friezen aart, en u( Regeeringsgefteltenis diens Landfchaps meer dan eenige in de Bondgenootfchap lykë Gewesten, in eene Volksregeei-mj by Vertegenwoordiging beftaande. Geei Stad of Dorp van eenig aanzien, waa een Gewapend Corps was, of men vond 'er ook een Societeitshuis. Te Leeu waarden, waar, zo verre wy weeten de eerde' Burger - focieteit, in den Jaar mdcclxxxii, reeds was opgerigt (+} bragt men een fraaije Zaal in gereedhei om de Leden der Broederfchappe te on vangen. In ?de eerfte hette des Yvers wart de toelagen, tot het oprigten der Gew pende Genootfchappen toereikende-, doe 'er moest een middel bedagt worden o dezelve m ftand te houden en uit te bn den. Dit veroorzaakte niet weinig ove leg (*) Zie onze algemeene Aanmerking hier over, onze Vader!. Bist. X. D. b). 225 230. (f) Zie onze Vader!. Wist. V. JD. bl. iOi. I 5 XXXVI. 8 o e ic 1786. r » 1 r t * e d t- j-j DeWapenhandelendeGenonth fchappen. en Burgerij focieteitcn met een r* óngunftig s. in  XXXVI. BOEK. 1^86. oog in friesland aangezien. DeTwee-fpalt groeit aan met den Tocht na Jia/iem en Elburg, (*) Zie enze Faderl. Eist, XI. D. bl. 325. 138 DE REPUBLIEK DER legs. In de twee Plans om die Gelden by wyze van Lotery te vinden, ontmoetten zy, van hooger hand, eene te leurftellende tegenkanting, die, gelyk wy reeds vermeld hebben (*), ten voorteken ftrekte, van het óngunftig oog, waar mede de Gewapende Burgermenigte, met de Burger-focieteiten zo naauw verbonden, by veelen van 's Lands Staaten befchouwd werden. Het gebeurde omtrent het Regeerings Reglement te Leeuwaarden; het mislukken van dit middel tot inftandhouding der Gewapende Genootschappen, in het Verbod der Loterye met den ongunitigen naam van zich aldus qualificeerende verecnigde gele ga li/eerde Vrycorpfen en ExercitieGenoolfchappen beftempeld, vergrootte de Partyfchap, en liet men niet naa daar over zeer heftig uit te vaaren. Onder het aangroei] m des misnoegens en des tweefpalts viel in Gelderland de meermaals gemelde Tocht des Krygsvolks na Hattem en Elburg voor. Èene Gebeurtenis, die in Friesland, geene mindere Beweeging verwekte dan wy reeds in een en ander Gewest gezien en overwoogen hebben, en het Tydftip mag heeten, waar op de groote Verandering in Friesland, ten aanziene van de thans zo betwiste Staatszaak, voorviel; fchoon de bewerking, %kens de reeds aangeroerde voorvallen, in  VERENIGDE NEDERLANDEN. 133 in dat Gewest, van vroeger dagtekening zy. 774 • Geen plaats van eenig aanzien in Friesland of men was 'er werkzaam om het gebruiken des Krygsvolks, ter demping van Burgergefchillen, te weeren. Reeds op den vierden van Herfstmaand halden Gedeputeerde Staaten, uit negentien verfchillende Plaatzen, onderfchcidene Airesfen, hier op ziende, ontvangen. Zy be< fchreeven eene Buitengewoone Staatsvergadering tegen den twaalfden. De Verzoekfchriften binnen een kort tydsbtftek door meer dan drie duizend Ingezetenen getekend, groeiden a n ten getale van drie en twintig. Véele Leden der Regeeringe in de Steden., telde men ondei |e Tèkenaarèn. Te Sneek liet de Regeering, by trommeiilag, bekend maaken. dat 'er in de Kerk voor ieder Burgei een Verzoekfchrift aan de Staaten ter te kening lig, tegen het gebruik des Frie fchen Krygsvolks, en tot ftuiting van alli gewelddaadige Middelen. In andere Ste den, byzonder te Franeker, werden & Voïmagten ten Landdage door de Re geering gelast, de zaaken daar heen t wenden, dat de Staaten óvereenkomfti met de Verzoekfchriften der Burgerye beflooten. De uitflag beantwoordde in geenen de< le aan den wensch der Tekenaaren. Me zegt, dat de Verzoekfchriften , alle ftrel kende om de Staaten van Friesland 1 beweegen, ter wederftreeving van c Maa ïxxvi, 2 0 EK. 1786. VeelvuldU je VerzoekTchriften tegen bet gebruik van Krygsvolk in Burgergefchüisn. r .1 Door de Staaten n verworpen e e t-  14© DE REPUBLIEK DER XXXVI. BOEK. 1/86". Afkondiging der Staaten,de Drukpers, deNieuwspapieren,en het inJeevcrenvan Verzockfchrif.ten betreffende. Maatregelen der Gelderfche Staaten, en tot het kiezen der tegenovergeftelde zyde, met den veragtenden naam van Flarden benoemd wierden, en dat men zich met de leezing van één vergenoegde, zonder 'er iets op te befluiten. De Staa' ten bezeften, zeker te regt, dat die vloed van Adresfen uit den hoek der Genootfchappen kwam, en fielden daar by vast, dat deeze het 'er op gemunt hadden, om de klem der Pvegeering hun uit de vuist te wringen. Twee Afkondigingen der Staaten, op den vyf en twintigften van Herfstmaand, wyzen onwederfpreekelyk uit hoe zeer deezen het op de Burger-focieteiten, en de Wapenhandelende Genootfchappen, gelaaden hadden. Zy verdienen, in derzelver voornaame inhoud, afgefchreeven, hier plaats te vinden. De eerfte, de Drukpers, de Dag- en Nieuwspapieren, als mede het inleeveren van Verzoekfchriften betreffende , liep op deezen zin „ Al- „ zo wy met aandoening, en tot ons in„ nigst leedweezen, daaglyks bevinden; „ Eensdeels, dat veele der Couranten, en „ andere Nieuwspapieren, zo in Holland „ als elders gedrukt, en in deeze Pro„ vincie wordende ingevoerd, al dikwyls „ vervuld zyn met volftrekte Onwaarhe„ den, ook veele der weezenlykfte Ge;, beurtenisfen daar in niet zelden met „ bygevoegde, opgecierde, en verzonne„ ne omftandigheden, in een ten eenemaal verkeerd daglicht worden geplaatst, „ en  VERENIGDE NEDERLANDEN. 141 „ en zulks overal met geduurige inmeng„ zeis van de haatlykfte en hoonendfte .» uitdrukkingen en fchandelyke lasterin„ sen, niet flegts ten aanzien van ParticuÜere Perfoonen, Amptenaaren, en Le„ den der Regeering, maar zelfs betrek« kelyk geheele Collegien, en den Souve„ rain zelve, baarblyklyk ondernomen mei ,, het verfoeilykst oogmerk, om de zc „ ongelukkig thans fmeulende Oneenighe» den in ons gezegend Gemeenebest aar „ te kweeken, het zaad van Twist er „ Tweedragt te zaaijen, en het zo noo „ dig Vertrouwen tusfchen de Regentei » en Ingezetenen, ware het mogelyk,al „ omme weg te neemen. — Anderdeels „ dat zommiae Perfoonen; cp het vooi „ beeld van lieden in andere Provinciën „ zedert eenigen tyd, hun werk maaken „ om alhier, op gansch ongewoone w^ „ Zen, over allerhande Onderwerpen, 00 „ de Regeering en het Beftuur des Lanc „ betreffende, Requesten en Adresfen, 1 „ ontwerpen en op te (lellen, daar t< „ Vergaderingen aan te leggen; maar oc „ by de Wooningen van Burgers en I „ gezetenen daar mede rond te loopei „ om elk en een ieder tot de Tekenn „ en Prefenteëring daar van aan de R „ geering, op allerhande wyzen, greetig „ maaken en over te haaien, ja zelfs, „ publieken Trommelflag, daar toe uit „ noodigen. . „ Het welke alle omftandigheden „ onderneemingenzyr.de, die nergens: XXXVI. BOEK. 1786. 1 l 1 » k is e »e ik a1, 'g ete >y te en tn- srs  H~ DE REPUBLIEK DER xxxvi. BOEK. » ders toe kannen ftrekkeh, dan om dé .* waarheid, rust, en het goed vertrou*> wen inden Lande te ondermynen, en,» in plaatze daar van, door leugenagtige „ en liefdelooze berigten eh verhaalen%n„ rust en wantrouwen in te boezemen, „ en op die wyze den grond te leggen, „ tot eene verwarring, welke, zo God 4. het niet genadigiyk verhoe'de, den gea wisfen ondergang van den Staat, bene,» vens de daar aan onaffcheidbaar ver» knogt zynde dierbaare Panden van Vry„ heid en Godsdienst, ten onvermydely- » ken gevolge zal moeten hebben. s „ Zo is 't, dat wy, het gewigt van dit i, alles inziende, en niets fterker noch „ volyveriger dan het Welzyn van Land j „ Kerk en Ingezetenen, volgens de gron„ den onzer bezwoorene Conftitutie, be» hartigende, (b'dé zeer het ook buiten „ ons bereik zy, dat kwaad, ten aanzie„ ne van hét eerfte Lid, als uit andere „ Provinckn zynen oorfpröng hebbende, * te fluiten,) egter niet hebben willen af» zyn, om den voortgang en uitwerking 1, daar van , zo allérverderrlykst voor den >* bloei deezer Provincie en aller Ingezeh tene» waaragtig en duurzaam weïzyn, i, zo veel in ons is, Voor te komen en » te beletten, door nier alleen onze goe„ de Ingezetenen dmr tegen op het welï, fÏÏeenendst en hadruklykst te waarfchur>- wen; maar ook elk en een iegelyk, op' i, bet ernftigst, te verbieden, om zulke ,5 Onwaarheden, Lasteringen, en• rustveï- sj flcr>  VERENIGDE NEDERLANDEN. 143 „ ftoorende Berigten naa te drukken, en ,, op die wyze de verdere verbreiding ,> daar van te bevorderen: willende wy „ tevens aan elk en een ieder hebben » geinterdiceerd en verbooden, zo als wy „ interdiceeren en verbieden by deezen, „ om eenige Gefchriften, in rym of on„ rym, en onder welken naam het ook >, zyn mag, waar in de Handelingen van „ de Regeering der Republiek in het al„ gemeen, of van deeze en andere Pro„ vincien, Steden en Landen in 't byzon„ der, worden getaxeerd, gepreezen of 5, gelaakt, of waar in Regenten, Ampte* „ naaren, en byzondere Perfoonen, in hun » eer of reputatie worden gekwetst en „ beledigd, te maaken, te fchryven of te drukken, of dezelve alhier gemaakt, „ gefchreeven of gedrukt zynde, te ver„ koopen, uit te ftrooijen, divulgeeren, » of te communiceeren. „ Van gelyken interdiceeren en ver», bieden wy, om eenige Requesten, ovei „ welk Onderwerp ook, in publieke Hul „ zen, of op andere Plaatzen, ter Teke „ ning te leggen, daar toe Vergaderin ,, gen te houden, of met dezelve by d; „ Huizen en Wooningen der Burgeren er „ Ingezetenen rond te loopen, of die, or. „ de eene of andere wyze, tot de Ver t, tekening da-ir van uit te noodigen. „ over te haaien, of te doen tekenen; „ laatende niet te min aan een iedei „ Ingezeten, en elk erkend Corpus dee „ zer Provincie, volgens het aloud ei „ lof xxxvt BOEK. 1786.  i44 DE REPUBLIEK DER XXXVI BOEK. I786. Eene Af koni%ing tegen oe Gewapende Genoot' fc happen. •„ loflyk gebruik des Lands, de volkome„ ne vryheid om zich, (indien hy eenig „ verzoek te doen heeft, of zich ergens „ over bezwaard vindt,) cp de gewoone „ wyze en forme, en in behoorelyke uit„ drukkingen aan de Regenten re adres„ feeren." Eene tweede Afkondiging, ten zelfden dage gedaan, betrof de" Wapenhandelende Genootfcbappën, en bedoelde derzelver volflaagene Vernietiging. Staaten van Friesland gaven daar in te verftaari, uit Gedeputeerden en Raaden in den Hove Provinciaal vernomen te hebben, „ dat ,, hunne heilzaame Refolutie, ter begun» ftiging van den Wapenhandel (*), zo„ danig eene extenfie begon te onder„ gaan, dat de gevolgen daar van, met „ opzigte tot de rust van dit vry en ge„ zegend Land, by het Collegie en het „ Hof niet langer met onverfchillige 00„ gen kon worden aangezien, en zy, over „ zulks, zich verpligt rekenden , den Staa= „ ten onder 't oog te brengen, dat men „ by genoegzaam alle de Exercitie-Ge„ nootlchappen of Vrycorpfen was begon„ nen Gecommitteerden te benoemen, die „ te Leeuwaarden te doen zamenkomen, „ aldaar eene generaale Vergadering van „ Gecommitteerden te formeeren, en in „ dezelve te benoemen een Prefident en „ Secretaris; in die Vergaderingen Com- „ mis- (*) Genomen den 19. Dee. 1783. Zie onze Vader}. Hi/i. VI, D. bl. 351.'  Verenigde Nederlanden. 145 -,y misfien te verleenen.. binnen- en bui-: » tenïandfche Correspondentie te houden, i, circulaire Misfives af te vaardigen, en >, aldus aan deeze Vergadering eene wee>, zenlyke exiftentie te geeven, en zich alzo tot een Lichaam te maaken. » Wyders aldaar te handelen over zaa>> ken van het uiterfte gewigt, en concer>. neerende de Hoogheid des Lands, zo i, dat men zich zelfs onderling door ee*> ne formeele Acte hadt verbonden, de »» Conftitutie van deeze Provincie te zul*» len handhaaven, naar inhoud van den 3> fchriftlyken Last der refpective Genoot»> fchappen aan hunne Gecommitteerden; » en zulks zonder kennis van hunne wet», tige Overheid, en zonder het noodig „ te agten daar op der Staaten Appreba- tie te vraagen. Dat zy Heeren ■„ Gedeputeerden en van den Hove alle ,1 deeze Handelingen aanzagen als recht■„ fireeks ftrydig met bovengemelde Rei, folutie; naardien de Exercitie-genoot5, fchappen, door eene generaale Asfocia* „ tie over de geheele Provincie, zich ,, ten eenemaale onttrokken aan de Re„ geeringen der refpective Grietenyen en », Steden. —- Dat zy, wyders, deeze AL „ gemeene Byeenkomften van Gecommit„ teerden uit Gewapende Genootfchap„ pen befchouwden als fchadelyk voor de 4, Rust en goede Orde: om dat daar uit, i, zo ooit uit iets, eene Regeering in ee» ne Regeering te wagten ware; iets ten s, eenemaale onbeftaanbaar met de Vry- XIII. deel. K heid ÏXXVi» bo E Kh  14$ DE REPUBLIEK DER XXXVI, BOEK. I786. „ heid en Veiligheid der goede Ingezets» „ nen: waarom zy de Staaten aanraaden daar „ tegen de noodige Voorziening te doen." De Staaten dit Voorftel, door de twee CollegieH van Politie en Juftitie in Friesland, in rypen beraade genomen hebbende, en de kragt en gevolgen van dien met alle overtuiging gevoelende, vonden goed, gelyk zy fpreeken, ,; tot nut en ,> heil van hunne Ingezetenen en Con„ fervatie van de Rust en Voorfpoed „ des Lands aan alle de Exercitie - ge», nootfchappen of Vrycorpfen, thans zyn- de of namaals komende, te verbieden, „ om geene zamenkomften van eenige, of „ alle, de Exercitie-genootfchappen, Ge« committeerden uit dezelve, of eenige „ Generaale Vergadering, van welke na„ tuur ook, binnen Leeuwaarden, ©f er,, gens anders, meer te houden, of op *> te rigten: disfolveerende zy, over zulks, » de Geaeraale Vergadering van Gecom» mitteerden der Exercitie - genootfchap'■>•> pen binnen Leeuwaarden gehouden; met 4 Casfatie en vernietiging tevens van alle „ Acten, Contracten , Conventien, en *, Refolutien, by dezelve, of by eenige * Exercitie-genootfchappen, aldaar of er« gens onderling aangegaan of genomen, „ Met wyder Verbod en Interdictie i, aan alle de Schutteryen en Genoot- fchappen in Friesland zich bevindende, a of de Particuliere Leden van dien, om *, eenig daadlyk deel te neemen, of zich >! op eenigerlei wyze te laaten gebruiken,  Herenigde Nederlanden. i# „ of engageereh, ih de Onlusten en Ori5, eenigheden, welke, tot hun grievend leedweezen , in andere Provinciën „ plaats hadden ; veel min te onderga neemen om tot hulp van eene of j, andere Party aldaar uit te trekken, hei „- zy Gewapend, het zy Ongewapend, buiten der .Staaten uitdruklyk Con„ fent." Beide deëze Afkondigin¬ gen fielden op de övertreeding van de daar in verboodene Bedryven, Bannisfement, of zwaardere Straffe aan den Lyve^ naar omflandigheid van zaaken. Zy gingen egter niet door, met eene meerderheid van drie en veertig tegen zeven en twintig Stemmen in de onderfcheidene Kwartieren, zonder dat, in het Kwartier der Steden, Dokkum, Leeuwaarden en Slooten, 'er zich kragrig tegen verzet hadden. N. Posthumus. Burgemeester van Dokkum, fchroomde niet volmondig te zeggen, „ dat hy zy. „ ne Stem voor deeze Stukken niet kor geeven: daar dezelve eerder in Venetien. dan in deeze vrye Republiek, fcheener „ opgefleld!" Deeze drie Steden zou den, met Sneek, Franeker en Harlingsn, in het Kwartier der Steden, de Meerder heid hebben Uitgemaakt; doch de Volmagten dier Steden waren by deeze Raadpleeging niet tegenwoordig (*> Dit hadi ge (*) Men vindt Nieuwspapieren van dien tyd , wéke de Volmagtcn deezer Steden tegenwoordig ftcller, &9cb egte bcfehciden leeren ons, dat zyafweezigwa K i J£i XXXVl, 3 OE K. Tegenkan ting van eenige Stéden.  143 DE REPUBLIEK DER xxxvt. BOEK. 17-86.. gewis eene geheel andere rigting aan de zaak gegeeven: want, gefield dat deeze Zes Steden Kwartiersgewyze eene Tegenverklaaring op die Publicaüen gedaan hadden, zou, zo eenigen der Friefche zaaken kundig willen, hier uit tevens het Regt zyn gebooren geworden, om de Afkondiging en Aanplakking daar van, in de onderfcheide Steden, te weigeren; naardemaal als dan, een Integreerend Lid der Souverainiteit, (te weeten een vierde Gedeelte,) zich tegen deeze Plakaaten zou verklaard hebben, en den Land-Kwartieren geenzins het'Regttoekomt, om over het Kwartier der Steden te heerfchen; terwyl, in het tegenwoordige geval, aan enkele Steden, die 'er zich tegen aankantten, zo als aan Dokkum, de weigering dier Publicatien geenzins, volgens de gronden van het Friefche Staatsregt, vryïtaat; om dat ieder Stad of Grieteny geenzins als een Integreerend Lid der Souverainiteit kan worden aangemerkt. De ren: om reden, dat de drie Heeren de Wendt, R-enge rs en E. JM. van I3eyma zitting hadden in het Collcgie der Gedeputeerde Staaten: daar nu deeze Afkondigingen, op Voordragt van dat Collegie, gefchiedden , oordeelde men, dat die Heeren daarover niet mogtcn zitten ; terwyl de drie andere Volmagten, naamlyk de Heer Zwanenburg van Sneek geweerd werd, om dat hy Lid was van het Genootfchap daar ter Stede; Enne ma van Franeker was aldaar Lid Honorair van het Genootfchap, en ƒ. van Al iima, van Harlingen hadt de Requesten müdc getekend. —- Men liet niet na de verwydering dier Heeren van die raadpleeging aan Kunst- en Vliegwerken toe te fchryven.  VERENIGDE NEDERLANDEN, 149 De Volmagt van Westdongradeel, in het Kwartier van Oostergo ,C. L. van Beyma herhaalde, op de Voordragt deezer Publieatien, zyn Voorftel in Bloeimaand gedaan (*); doch zonder eenige uitwerking.' Gelyk ook zyn verzetten, nevens zyne Medeftanders, tegen de Afkondigingen, niets baatte, en het gefchaapen fcheen, dat hy, en zyne Vrienden, zich de ongenade der Meerderheid zouden op den halze laaden. De Afkondigingen baarden veel gemors onder de Ingezetenen van Friesland. Op zommige plaatzen was het misnoegen zo groot, dat, ter wederhouding van daadïykheden, bezadigdheid, bedaardheid en geduld den Volke moest worden ingeboezemd, door hun, op welken men het in die Afkondigingen 't meest gemunt hadt. Zulks kon, egt er, niet beletten, dat die Publicatien, op een aantal plaatzen, werden afgefch=urd. Was de groóte Vergadering der Wapenhandelende Genootffhappen te Leeuwaarden, ingevolge deezer Afkondiginge, vernietigd; die byzondere Genootfchappen in de Steden "en ten Plattenlande verfterkten en vergrooteden zich niet weinig. ondanks deeze tegenkanting, ja fcheen dezelve den yver tot Genootfchaps Ver gaderingen, en den Wapenhandel aan te vuuren. C*)2ie hier boven, bl. 131, K 3 KXXVL 10 EK. [786. I. L. van Jeyma terzet 'er dch tegen. Misnoegen der Ingezetenen, De Burger, wapenhandel en de Genootfchappenneemen toe. I  ISO DE REPUBLIEK DER XXXVI. boek. Wf.t deswegen te Frc.neker voonid. | j i I ( 3 t 1 t .1 ( 1 c 1 \ 1 1 c f i » Pe Hoogle raar ■Valcke- ' i SAA» voor' ds Sczor- ] Te Franeker, by voorbeeld, werd eest Burger-lbcietek opgerigt, tot welke alle Dienstdoende en Honoraire Leden der Schuttery en van 't Genootfchap des Wapenhandels zich konden laaten intekenen, tn laatsigtmelde hoedanigheid begaven jich daar toe de Hoogleeraars J. Valcc e n a a k , G. C 0 o p m a n s, en Th. van vootes, welker eerfte de Vergadering net eene Reden voering opende; 't geen >y veelen niet weinig opfpraaks baarle. — Zints lang was te dier Stede de Walenhandel met vjyt geoefend, en werd men hans bedagt, om, ter grooter volkomenleid, de behandeling des Gefchuts daar >y te voegen. Eenigen der Letteroefenende Jeugd, die zich als Honoraire Leien van het Wapenhandelend Genoot:h:!p hadden laaten infehryven, zouden iit Artilleristen Corps tot ftand brengen, n van de Stad één of meer Stukken ter een vraagen. Men vondt hier in, nogha-,s, zo veel zwaarigheids, dat het agerwege bleef, en die jonge Heeren met iet Lidmaatfchap, zo des Genootfchaps is der Burger-ihcieteit, zich vergenoegen, in eene kleine Academie-Stad, waar e Letteroefenende Jeugd by den Burger ;ehuisvest natuurlyk veel invloeds heeft p d# B vvoonders , groeide de partyfehap ^enaa-i y aan. Du Berzorgérs der Hoogefchoole zaren de verfterking, welke de Burgerpary kieeg, door het voorbeeld der Hoogeeiaaien, en den invloed der Studenten, met  VERENIGDE NEDERLANDEN. 151 met een zorglyk en óngunftig oog aan; waar om zy te raade werden, in Wintermaand, den toenmaaligen Rector Magnificus Valckenaar voor zich te ontbieden, en hem te verzoeken alle gepaste middelen aan te wenden, om de Burger-focieteit, zo door de Hoogleeraaren, als door de Academie Burgers, te doen verlaaten. Een Voorftel, dat, wel verre van gevolgd te worden, eene geheel tegenftrydige uitwerking baarde. Althans onmiddelyk naa dat de Heer Valckenaar van dit onderhoud te rug kwam, deedt de Hoogleeraar in de Godgeleerdheid S. H. Man ges. zich mede als Lid der Burger-focieteit opfchryven; en voeren zy voort met die Vergaderingen niet alleen by te woonen; doch, zo men verzekert, daar eene hoofdrol te fpeelen. '1 Welk aanleiding gaf tot de ernftigfte ge volgen; maar, die in een naauw verbanc ftaan met de Gefchiedenisfen des volgen den Taars, in welke Franeker, wat Fries /««/betreft, boven alle Steden uitfteekt en ook, opdien tyd, beter dan hier, zul len vermeld worden. Het kon niet misfen of deeze Afkon digingen, te meermaalen met den haatly ken naam van Bloedplakaaten beftempeld veroorzaakten,toen ze in den Lande bekeni werden, veele en zeer fcherpe aanmerkin gen. Men vroeg, „ Wie herkent, in dee „ ze Staatsbefluiten, die Friefche Reger „ ten, die, geduurende den loop van de „ jongften Engelfchcn Oorlog, zulke rus K 4 » 0 XXXVL boek. 1786. jjcrs der Academie geroepen. \ » . Scherpe " Aanmer* kingen op , deeze Pu\ blicatien, \  i$s DE REPUBLIEK DER XXXVI boek. ■ » tige en manlyke taal, in hunne Beflni» ten, voerden, zo onbedeesd voor Regt » en Vryheid pal (tonden? die de ver» wondering van Nederland tot z:ch trok„ ken, en ce hooggeschatte Verwerpen « van Liefde en Eerbied waren van el» ken Fries, die de duurgekogt-e Vryy heid op haaren prys wist "te fchat- » ten? Zyn dit die zelve Regen- » ten, die, in hun Ichryven aan Wie» lem den V, in Sprokkelmaand des » Jaar u d c l x x x v , het Vertrouwen hun» ner Ingezetenen met hunne Eer en Goe» ife» AW« op eene hoogte ftelden; in ■>■> dien zelfden Brieve het een noodzaak» lyk vereischte in een Raadsman van den t? Stadhouder, en dus nog veel meer in *> de Regeerders der Provincie agten te » zyn, dat hy de Genegenheid, de Agting „ en het Venrouwen der Natie heziite en » vzrdiene — van eene Natie, van welke zy onbewimpeld getuigen, dat zy haa- » re eigene belangens kent, die toen » een groot Vertrouwen ftelden in de' Gevoe» lens en Denkwyze hunner Ingezetenen, » en zich, ter Verdeediging van hun ge. drag by den Stadhouder beriepen op > eene Algemeens Volksftem? Hoe zeer . is niet de gedaante der zaake veran, derd! Toen werden de Volksklagten » in aanmerking genomen; toen luisterde , men na het beste gedeelte des Volks. , Nu, in tegendeel, worden, die gee, nen, welken in Friesland hunne eigene i belangens, de belangens der Natie kennen, 3s van  VERENIGDE NEDERLANDEN. 153 A;a n^e.Un wpltPH rif» Sraaren XXXV CVCil Uit. <.LHUi-n) ,,vi..v-.- >, van Friesland, in eenen Brieve aan den „ Stadhouder, uitdruklyk noemen niet een » misleid, dom en verblind Gepeupel, » maar het- beste, bedaardjle en verlicht- „ fte gedeelte der Natie even die „ zelfden worden nu, by openbaare Af„ kondiging uitgekreeten, als waren zy „ Verhoorders van de Algemeene Rust — „ zulken die zich aan de Hoogheid des Land. „ vergrcepen hadden die eene Regee „ ring in eene Regeering zogten op te rïg ten en wier Raad/lagen en Bedry „ yen te eenemaal onbegaanbaar waren me. „ de Vryheid en Veiligheid der goede Inge „ zetenen." Men wilde dat zy, die in Friesland door deeze uitdrukkingen, zo haatlyk ge brandmerkt waren, zich zouden troosten met eene aanmerking, voorkomende in ee ncn Brieve dier Staaten aan zyne Hoogheid „ In de daad, het valt niet moeilyk alge „ meene Befchuldigingen, zo wel tegei „ enkele Perfoonen, als tegen een ge 4, deelte van eene Maatfchappye, ja zelf „ tegen eene geheele Natie, aan te voe ,, ren; doch, hoe algemecner zy zyn,hoi „ minder dat ieder byzonder Lid ziel „ dezelve behoeft aan te trekken. He „ natuurlyk gevolg van zodanige Befchul „ digingen is verbittering, welke, i: „ evenredigheid van' de algemeenhei „ der Befchuldigingen, zich ook algemee ,v verfpreidt." ■ Men merkte op, df - 1X5 d BOEK 1786' * 1 > 1 t 1 \ 1 t e  154 DE REPUBLIEK DER xxxvi. B O EK. 17Ü6. 3 ] < ] ( l Vrogtlooze poojin- t pc:: orn die Piakaaten I I 1 4 de algemeene en niets bepaalende uitdrukkingen, confedereer en wy, befchouwen wy, onderzoeken wy , toetzen wy, fchilderen wy, bezeffen wy, vestigen wy, en trekken v;y (*)» niets afdeeden; en vorderde betoog, dat de door Staaten van Friesland gepreezene, aangemoedigde en goedgekeurde Genootfchappen, thans andere denkbeelden, andere oogmerken, andere grondregelen volgden, dan by hunne oprigting, en by hunne vestiging; dat Staaten van Friesland, of liever derzelver Meerderheid, nog dezelfde Maatregels volgden, nog dezelfde taal voerden, als ?eduurende den Engel/eken Oorlog. En ontbrak het niet aan de zodanigen, lie de Ingezetenen aanmaanden om zich :e onttrekken aan, en te verzetten tegen staatsbefiuiten, die, by herhaaling, den laam kreegen van Venetiaanfche; dewyl iet laaken en pryzen der handelingen van le Regeering der Republiek in 't algeneen, of van eenige Gewesten en Stelen in 't byzonder, als ftrafwaardig werd fgekeurd (f). In de Vergaderingen der Burger focieeiten en Genootfchappen gaven die Pulicatien veel ftofs tot gefprekken, en aan- lei- (*) Deeze woorden flaan op cencn naa te raeldenea rief, door de Straten van Friesland, aan die van Jollar.d gerclrreeven. (f) Post van den Neder-Rhyn X. D. bl. 161. 348, 5b, en 464.  VERENIGDE NEDERLANDEN. *$$ leiding tot maatregelen om dezelve ingetrokken , of ten minften veranderd, te krygen. Hier uit werden Adresfen aan de Staaten gebooren, die het drukkende dier Afkondigingen met fterke kleuren fchilderden: doch 'er kwam weinig van. Men zag ze by de Staaten aan met hetzelfde oog als het Verzoekfchrift van C. L. van Beyjvia, met zyne Mede vertegenwoordigers van het Lnuwaardcr Vrycorps, ingediend, 't welk, onder andere drangredenen, om die hinderlyke Piakaaten weg te neemen , de zuiverheid van d£ oogmerken der lnleeveraaren aanvoerde. „ op dat geene aanleiding mogt gegee „ ven worden aan het Publiek, om de „ Welmeenenheid, de Betaamlykheid er „ Pligtmaatigheid hunner oogmerken ii „ eenigen twyfel te trekken, en zy ge „ zuiverd mogten worden van de vlek „ als hadden zy iets beftaan, waar vai „ de gevolgen, by de Refpectabele Col „ legien van Politie en Juftitie van Fries ,, land, met opzigt tot de Rust van di „ vty en gezegend Land, niet lange: „ met onverfcbillige oogen konden aan 3, gezien, of als fchadelyk voor de Rus „ en goede Orde moesten befchouwd wor „ den.5' Op 't zelve ontvingen z] het volgend afwyzend Antwoord; „ I „ naa Lecture en Overweeging van voor! „ Requeste der Supplianten, (zich quali „ ficeerende Gecommitteerden en Repre a, fenttapten van het Vrycorps van Lceu ,j waarden,') goedgevonden en verftaan XXXVJ. BOEK. afgefchafr. of verzagt te krygeu,, L l • t c c r ï K  DE REPUBLIEK DER XXXVI. BOEK. 1736. 't Gevoelen der Staaten van Fries* land over liet gebruiken van Krygsvolk in Burgergefehilïcn. i Antwoord dier Staaten aan die ' van Hol- ] „ te declareeren, dat hun Ed. Mog. de „ Refolutie en Publicatie, waar van de „ Supplianten gevvaagen, genomen en ge„ ëmaneerd hebben, tot bewaaring der „ Rust, en bevordering van het Heil „ deezer Provincie, endaar by perfiftee„ ren,- verwagtende, dat alle Ingezete„ nen des Lands, zich, by aanhouden„ heid, met die Betaamlykheid en Pligt„ maatigheid zullen gedraagen, dat hun „ Ed. Mogenden daar over kunnen vol„ daan blyven (*)." Hoe weinig aan deeze verwagting voldaan werd, zal ons Gefchiedblad van 't volgend Jaar ontvouwen. Baarden deeze Afkondigingen in Friesland zo veel bevreemdings en beweegens, de Brieven, door de Staaten aan een en ander Gewest, over het gebruiken des Krygsvolks in de onrftaaneBurgergefchillen, bragten dezelve uitwerkzels tewege. Wy hebben daaromtrent meermaalen het een en ander, in 't voorbygaan, aangeroerd, met toezegging eener vollediger opgave, ais wy dit Gewest bepaalder ten voorwerpe onzer befchouwinge ftelden; jan deeze belofte moeten wy ons thans cwyten. Staaten van Holland, hun Befluit omrent het Krygsvolk te hunner Betaalinge bande, aan die van Friesland vermeld heb- (*) Dit viel voor op den 3 Maart 1787. A'. Neder?, faarb. 1787. bl. 145. en 571. Het Beroerd Neder, and X. D. bl, 38. en 39.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 157 hebbende, met verzoek om dit Voorbeeld te volgen (*), kreegen- een Antwoord op eene vreemde wyze ingerigt, en woordlyk van deezen inhoud; „ Wy hebben, „ naa aandagtige Lecture en herhaalde ,* Deliberatien over den Inhoud deezer „ Misfive, en de redenen daar by her„ voortgebragt, bevonden, (en willen des„ wegen onze gevoelens voor U Ed. Mog, „ niet verbergen,) dat 'er zich een ruim „ veld opende voor de Discusfien van verfcheide importante Materiën, zo met „ opzigt tot het Staatsregt deezer Repu„ bliek, vergeleken met derzelver tegen„ woordigen Toeftand, als de Verrigtin„ tingen van U Ed. Mog. en Vriendna„ buurlyke Sollicitatien, om daar toe van „ onzen kant te coöpereeren. „ Want confidereeren wy den aart er „ het beftaan van het Militaire Weezer „ in deeze Republiek,- „ Herdenken wy byzonder aan dei „ Eed, die 't Krygsvolk deezer Landei „ aan de Generaliteit, aan hunne Befaals „ heeren, aan hunnen tydlyken Territo „ riaalen Souverain, doet; „ Onderzoeken wy de mogelykheh „ om met effect Bevelen af te vaardigei „ tot het doen of laaten op een ander „ Souverain Gebied; „ Toetzen wy vervolgens daar aa: „ de Verristingen van U Ed. Mog.; & „ Schi: (*) Zït onze yaterJ. Bist, XI. D. hl i8«> XXXVL BOEK. 1786. tatfrfop dit (luk. I 1 i l 1 S 1  i53 DE REPUBLIEK DER XXXVI aOEK. • » Schilderen wy ons de veelvuldigë a Confequennen , -daar uit kunnende proi i, flueeren , zo wel vöor de Republiek i. in 't gemeen, als voor ieder der Bond» genooten in 't byzonder; „ BezefFen wy hier by den tegenwoor*o digen toeftand van het Vaderland; „ Vestigen wy ons oog op het geen » aldaar gedaan en geduid wordt; „ En trekken wy, eindelyk, dit alles » tot één middelpunt zamen,- „ Dan, Ed. Mog. Heeren! dan wor** den wy ten diepften getroffen over dert ■>, wankelenden Haat van ons Gemeene5. best; dan yzen wy over het vooruit*. zigt van het fchroomlyke, dat het liei, ve Vaderland kan overkomen. „ Verwagt niet Van ons, Ed. Mog; „ Heeren! dat wy, over de gewigtige zaa- * bier boven opgegeeven, in detail „ zullen handelen, of ons in eene onder„ fcheidene Beantwoording der Redenen „ en Motiven, in U Ed. M,)g. Misfivé „ en derzelver Bylaage voorkomende, in s, laaten zullen. — Wy zyn van denk„ beeld, dat de tegenwoordige tyden in „ 'c geheel niet gefaifoneerd zyn om dit » te discutieeren, hier toe behoort tran„ quiliteic, en een onbevooroordeeld geest- geftel. Evenwel kunnen wy niet „ ontveinzen, maar met weinige woor„ den, en eene cordaatheid, ons eigen, „ tot U Ed. Mog. kennis te brengén, v', dat de redenen van Perfuafie door U „ E<£-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 152 „ Ed. Mog. aangevoerd, om ons tot der„ zeiver Refolutie, houdende de opge„ geevene Orders aan derzelver Militie, „ over te haaien, by ons die kragt van „ overtuiging niet bezitten om ons daar ,, mede te kunnen conformeeren." Van deezen Brieve lieten zy Staaten van Gelderland en Utrecht Affchriften toekomen, nevens de Beantwoordingen der Brieven dier twee Gewesten, welke wy, voorheen van dezelve handelende, vermeld hebben. — Weinig dagen verliepen 'er, of Staaten van Friesland vatten weder de pen ter hand, om die van Holland te verftaan te geeven , dat, hoe meer zy den tegenwoordigcn toeftand van ons Gemeenebest, met aandagt, beschouwden, hoe meer zy over deszelfs Behoudenisfe bekommerd wierden, en hoe zich het denkbeeld, het fchrikbaarend denkbeeld, meer mogelyk aan hun vertoonde van deszelfs aanftaanden Ondergang; indien daar tegen niet alle uitvoerlyke middelen, zonder uitftel, wierden aangewend. Zy hadden, zo uit de Brief wisfeling van hun Ed. Gr. Mog. en de Staaten van Gelderland, over het gebeurde te Hattem . en Elburg, als uit de Brieven der Staaten van Utrecht aan die van Holland, over geen min gewigtige ftoffen gefchreeven, nieuwe ftoffe gekreegen om zich te ontrusten, en 't ergfte van het dierbaar Vaderland te vreezen. — Zy beefden j wanneer zy aanfchouwden XXXVt BOEK. l78ó. Nader fchryven aanStaateïj van fj»/iand.  têa DE REPUBLIEK DER XXXVI. BOEK. I7ü6\ i tot welk een hoogte de Onlusten en Gefchilien tusfchen hun Ed. Gr. Mog. en meergemelde Gewesten reeds gereezen waren. Zy vermeenden, aan hunnen pligt, als Bondgenoot, te kort te doen, en zich tevens, zo wel voor 'sLands tegenwoordige inwoonders, als voor de Nakomelingfchap verantwoordelyk te ftellen, indien zy langer ftille zweegen , en de gevoelens van hun hart aan de Bondgenooten 5 in tydsomftandïgheden als deeze, niet onbewimpeld openbaarden. Op eene Inleiding van dien zorgwekienden aart laaten zy woordiyk volgen. . Wy bidden dan U Ed. Mogenden om > met ons eens ernftig te willen beden•' ken, of de Verwydering, Welke 'er > thans exifteert, en die natuurlyker wy' ze, van dag tot dag, vermeerderen moet , > binnen kort niet dat ongelukkig gevolg . zal kunnen hebben, dat Vreemde Mo. genheden, (hunne belangens daar in ge. eoncemeerd agtende,) zich in die Ge- . fchillen mengen, en veeliigt tusfchen . Provinciën en Provinciën Party kiezen. de, tot daaulykheden komen, en het . Tooneel des Oorlogs. in de Gewes1 ten van Ons Vaderland openen zullen; waar van het rampzalig einde niets anders zyn kan dan de Omverwerping der Zuilen van alle Welvaard, en de onheriïelbaare Veroreeking der Banden van5 het Bondgenootichap, en gevolglyk de geheele Ondergang van onze voor;  VERENIGDE NEDERLANDEN. 161 ü voonnaals zo bloeiende en gezegende „ Republiek. —- Gevaarlyke toeftand! „ Akelig vooruitzigt! — des te verfchrik„ lyker naar maate 'er zich meer waar- fchyniykheid voor opdoet- ,, En het is, uit aanmerking, Ed. „ Mog. Heeren! van alle deeze zo zeer „ dreigende Onheilen, van het hachlyk „ Tydftip, 't geen wy beleeven, dat wy „ ons op het fterkfte genoopt voelen, en „ niets gepresfeerder hebben, dan ons tot „ U Ed. Mog. en de verdere Bondge„ nooten te wenden, aan dezelve de ge„ dugte Situatie van zaaken voor te houden, en tevens met die ongeveinsde „ deelneeming, met die zuiverheid van „ inzigten, en met die blaakende Vader- landsliefde, welke een waar Bondge„ noot van dit Gemeenebest immer kan 35 kenfchetzen, aan U Ed. Mog. gelyk „ mede aan Heeren Staaten van Gelder* „ land en Utrecht, onze kragtigfte en „ welmeenendfte Mediatie en Tusfchen- fpraak aan te bieden, onder de pleg„ tigfle verzekering, dat wy niets be„ geerlyker, niets heuchlyker voor ons zouden kunnen uitdenken, dan dat het „ Ons, onder den Zegen van God Al„ magtig, gebeuren mogt, om door het „ aanwenden van alle mogelyke Officien, t, en gerugfteund door den byftand van andere Provinciën, toe het zelfde ge„ wenscht einde, den grond te leggen „ tot een Reconciliatie, welk alle Onlus„ ten verbande, alle fchadelyke Buitenland., f'che Influentie afweerde, alle verden: XIII. deel. L » kin- xxxvt, boek.  i6a DE REPUBLIEK DER XXXVI. SOEK. 178(5. Beantwoordingdier beid Brieven door Staa ten van Holland. » kinge verdreef, de harmonie en het „ vertrouwen onder alle de Bondgenoo„ ten deedt herleeven, de rust en'kalm„ te in den Lande herftelde, den bloei „ en voorfpoed der Imvoonderen van de „ Republiek bevorderde, en daar door „ het lieve Vaderland van den oever des » verderfs tot den luister van voorige » dagen te rug bragt. „ Wy houden Üns van de Cordaatheid en Vaderlandsliefde van U Ed. si Mog. te wel verzekerd, dan dat wy een 5, oogenblik in twyfel ftaan, of U Ed. ,> Mog,^ zuilen deeze Offerte in het waa* re licht befchouwen, en niet aarzelen „ om dezelve, als geen ander doel dan „ 'sLands Behoudenisfe hebbende, te ac„ cepteeren." Affchriften deezes Briefs ontvingen . Zeeland en Overysfel-, als mede Stad en Lande. Onbeantwoord bleef het eerfte ■ zo min als het laatfte fchryven by Staaten van Holland, die te gelyk op beide befcheid gaven. Ten aanziene van den eerften Brief merkten zyop, dat het hun aangenaam zou geweest hebben een ftipter Antwoord te hebben mogen ontvangen; doch, daar Staaten van Friesland verkoozen hadden zich op eene ingewikkelde . wyze te uitten ; oordeelden . zy het onnoodig, daar zy op eene openhartige wyze hunne denkbeelden, aangaande de gefteidheid van zaaken in Gelderland en Utrecht, aan de Bondgenooten hadden opengelegd, mitsgaders de middelendoor rmn9 naar hun vermogen, te werk gefield om  VERENIGDE NEDERLANDEN. 163 om een Burgeroorlog, met alle deszelfs akelige gevolgen, te voorkomen, in eene nadere Verdeediging te treeden, wegens hun opregt voorheemen om het vergieten van Burgerbloed, zo veel mogelyk, te beletten. Voorbedagtlyk wilden zy vermyden, alle Aanmerkingen, die op de min of meer vergezogte bedenkingen, op dit hun oogmerk zouden kunnen vallen. Meer was het hun te doen, om by dis eenvoudige Beginzelen, ten nutte van de gemeene zaak, te volharden, dan om te treeden in fubtile discusfien, waar by men dikwerf het weezenlyk nut van het Vaderland uit het oog verloor. Met dit oogmerk bepaalden zy zich tot den tweeden Brieve. Wel gaarne Honden zy toe, dat zich in dit Gemeènebest veel fchrikbaarends vertoonde. Die gewaarwording hadt hun genoodzaakt tot het neemen van zodanige maatregelen, om daar in, naar hun vermogen, te voorzien. Zy betuigden hun genoegen, dat Staaten van Friesland, met die van Zeeland* Overysfel en Stad en Lande, meer of min,in die zelfde gedagten waren gevallen, en met hun hadden medegewerkt om de Troepen van den Staat niet te doen ftrekken tot middelen, om, in dit gezegend Land, een Tooneel tot het vergieten van Burgerbloed te openen. Standvastig wilden zy hier in, en in alles, wat tót behoud der gemeene Rust ftrekken kon," zamenltemmeri. a Maar," vervolgen zy, en hier moeL % teri x-xxvti B O R IC. 1703  16-4 DE REPUBLIEK DER XXXV], BOEK. 1786'. ten wy woordlyk afichryven, „ dit onderfteld zynde, heeft hec ons ten ui„ tenten verwonderd, dat U Ed. Mog., „ by derzelver laatften Brief, ons hebben „ gelieven voor te draagen, als {taande „ in hooggaande. Onlusten en Gefchillen, » tusfchen ons en de Heeren Staacen van „ Gelderland en Utrecht; daar wy van „ zodanige Onlusten en Gefchillen, veel „ min van hooggaande Diferenten tusfchen „ ons en gemelde Heeren Staaten, ter goe„ der trouwe, verklaaren niets te weeten; „ en dus ten uiterften verwonderd zyn „ geweest, ontmoet te hebben U Ed. „ Mog. Voorflag tot Mediatie van dezel„ ve obs geheel onbekende DifFerenten: „ dewelke wy, derhalven, met al den „ verderen inhoud van de meergedagte „ U Ed. Mog. Misfive daar toe relatif, „ mitsgaders de Frees dat vreemde Mogen» „ heden deel daar in zouden kunnen neemen, „ e 1 tusfchen Provinciën en Provinciën Par» „ ty kiezen, zo als U Ed. Mog. zich ge„ lieven uit te drukken, geheel boven „ het bereik van ons begrip verklaaren „ te zyn." Ten'bewyze, dat zy geene Gefchillen met Staaten van Utrecht hadden, voerden zy aan, dat deeze hun, nevens de verdere Bondgenooten, in jongst verioopen Wynmaand (*) hadden ingeroepen als Middelaars tot vereffening der Ge- fchil- (*) Deeze Brief aan Staaten van Friesland was é& 1 tiov. 1786. gedagtakcnd.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 165 fchillen in het Sticht plaats grypende. En konden derhalven, niet weeten, waaromtrent zy de Bemiddeling der Staaten van Friesland ten aanzien der Staaten van Utrecht zouden aanneemen. Wat Staaten van Gelderland betrof, maakten Staaten van Friesland wel melding van het gebeurde te Hattem en Elburg; doch vonden zy niets daar nevens gevoegd, waar uit zy zouden kunnen opmaaken, dat 'er eenige Gefchillen tusfchen hun en de Staaten van Gelderland beftonden, die een voorwerp der aangeboodene Bemiddeling zouden kunnen opleeveren. „ 't Is waar," gaan zy voort, „ uit „ de door ons aan U Ed. Mog, gecom„ municeerde Briefwisfeling met hoogge„ melde Heeren Staaten van Gelderland, „ kan aan U Ed Mog, gebleeken zyn, „ dat wy ten fterkften zyn getroffen ge„ weest over dat gebeurde; mitsgaders „ dat wy, ingevolge het bekende Ver„ bond van de Unie van Utrecht-, ons „ verpligt hebben geoordeeld, de klag„ ten, door die van Hattem en Elburg „ aan ors geaddresfeerd, als zynde een „ Lid van het voörz. Bondgenootfchap, „ te moeten examineeren; en tot dal „ einde van de Heeren Staaten van Gel „ derland, dien aangaande de rroodige ln„ formatien te verzoeken; ten einde te „ kunnen beoordeelen, of de voorzeidc „ klagten gegrond, en dus de gerecla„ meerde adfiftentie aan de Ingezetenen L 3 ), des XXXVI, BOÏK. 1786%  ieTS PE REPUBLIEK DER XXXVI. BOE K. I780. »; 5! SJ ») " der gemelde twee ftem in Staat heb-: » bende Steden, uit kragte van de vooi> » zeide Unit, geaccordeerd zou behooren ;> te worden. „ Maar wy begrypen niet, dat U Ed. v Mog. deeze onze Demarche, dewelke >. wy van alle onze Bondgenooten, en » dus van U Ed. Mog. insgelyks zouden moeten verwagten, byaldien gelyke v Klagten over gefustineerde Verbreeking » van bezwoorene Privilegiën, gepaard niet Militaire Aanvallen op gemelde .» haare Steden aan Hoogstdenzelven geadresfeerd waren geweest — dat, zeggen wy, U Ed. Mog. deeze onze Demar» che zouden fchikken in den rang van . Onlusten en Gefchillen, die de tus> ichenkomst van U Ed. Mog., als Me* , diateurs, zouden vereifchen. „ In tegendeel, Ed. Mog. Heeren! wy , hebben zeiven ons in deezen als Me. diateurs tusfchen hooggemelde Heeren , Staaten van Gelderland, en de voor, fehreeve twee Steden,-by onze Misfive ■ van den vierden September laatstleden , aangeboden. En het verwondert ons 1 dies te meer , dat U Ed. Mog. in , plaats van met ons tot een zodanig : heilzaam oogmerk, met alle vermogen, te concurreeren; in tegendeel onze aangewende Officien, tot vereffening van Gefchillen, die gansch Nederland met fchrik hebben getroffen, by U Ed. Mog. Misfive hebben kunnen goedvinden voor te Hellen als pretenfe Onee«  VERENIGDE NEDERLANDEN. 167 » njgheden, die de Intercesfie van U Ed. Mog. als Mediateurs, niet tusfchen hoog „ gedagte Heeren Staaten en gemelde twee „ Steden; maar tusfchen Ons en hoogst de„ zelve Heeren Staaten, als twistende Par„ tyen, zouden vereifchen. „ Wy willen gaarne aan het verlicht „ Oordeel van U Ed. Mog. overlaaten, » of het voorz. Verbond van Unie kan „ permitteeren , de zaak onder zodanig „ eene gedaante te befchouwen; en oi „ dat zelfde Verbond niet veel eerdei „ van U Ed. Mog. vordert, om als nog, „ benevens Ons, Hoogstderzelver goede „ Officien aan te wenden, om de hoog,, gaande Onlusten en Gefchillen, die „ tusfchen de meergemelde Heeren Staa „ ten van Gelderland en de gevlugte In„ gezetenen der Steden Hattem en El „ burg fubfifteeren, uit den weg te rui , men, en de Rust en Harmonie in die Provincie te herftellen. „ Het is ook waar, dat Staaten var „ Gelderland, onze Misfives, op hei „ voorfz. fubject aan Hoogstdezelven ge „ addresfeerd, hebben beantwoord op ee „ ne wyze, waar op wy thans geene „ Reflectien, die de aart der zaake an „ ders ryklyk aan de hand zou geeven. „ zullen maaken (*); mitsgaders, dal ,, Hoogstdezelven de Orders door On5 om (*) Zie deswegen te rug in onze Vader, Uht XU. D. bi 263, L 4 xxxvi BOEK.  XXXVI, BOEK. i£8 DE REPUBLIEK DER » omtrent de Militie, op onze Reparti» tie ftaande, tot vermyding van het " plengen van Burgerbloed, en de Bevei» %ing van onze eigene Provincie, ge» geeven (*), in zodanig verkeerd dag»> licht hebben getragt te Hellen, dat het» zelve met ons oogmerk, in geenen dee- » le, kon worden overeengebragt. ?. Maar, Ed. Mog. Heeren! wy hebben » geene intentie altoos, om, over deeze ». verkeerde opvattingen, met hoogstge»» melde Heeren Staaten van Gelderland'm 1, eenige Discusiien te treeden, even wei>, nig als wy als een Object van Media», tie Zouden kunnen admitteeren het Regt, dat wy oordeelen onze Souveraine Pro., vincie, zo wel als alle onze Bondge- * nooten, te competeeren over de Troe. pen, op onze en Hoogstderzelver re1, fpective Repartitien ftaande, en door » Hoogstdezelven refpectivelyk betaald > wordende; gelyk mede niet het Regt ora dezelve te reclameeren, zo dikwyls > wy dezelve Troepen, tot de beveili. ging van onze eigene Provincie, mee- , nen van nooden te hebben. Een , oordeel, het welk, zekerlyk, aan nie, mand anders, dan aan iedere Souverai- • ne Provincie alleen, kan competeeren, . en waar van wy dan ook aan niemand , anders begrypen eenige verantwoording 1 verfchuldigd te zyn. Wy (*) zis ueatFaier!. Bist. XL D.M, 171, ea 176,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 169 Wy hebben, derhalven, den inhoud „ der voorfz. Brieven van de Heeren „ Staaten van Gelderland alhier met geen „ ander oogmerk, ató geroerd, dan om ü ri Ed. Mog. te overtuigen, dat deeze „ Briefwisfeling, door U Ed. Mog. met „ met derzelver gewoone accuratesfe ge„ ëxamineerd moet zyn geweest; om dat „ anders daar in geen ftoffe voor U Ed. „ Mog. kon zyn gevonden, om, zo als „ U Ed. Mog. gelieven te zeggen, zich „ te alarmeeren, en het ergftevan het He„ ve Vaderland te vreezen; en dat wel „ uit hoofde, en ter zaake, van aan ons „ volftrekt onbekende, hooggaande Onlus„ ten , die tusfchen Ons, en de Heeren „ Staaten van Gelderland en Utrecht, ge- „ reezen zouden zyn. Wy moeten, „ derhalven, herhaalen, dat het ons ten „ hoogfteri aangenaam zal zyn, byaldien „ U Ed. Mog. in plaats van het Aam „ bod der voorfz. gansch onnoodige Me„ diatie, in tegendeel, met ons zullen „ gelieven te concurreeren, met Hoogst „ derzelver goede Officien, aan te wen„ den, ten einde de Onlusten en Gefchil„ len in Gelderland, alwaar dezelve wee „ zenlyk plaats hebben, een einde te doer „ neemen. - „ Dit toch, begrypen wy, zal voldoet „ aan de verpligting die op Ons, en ot. „ alle Bondgenooten rust. De zaal „ der Steden Hattem en Elburg heeft eer v al te groot eclat, in deeze Republiel L 5 >? §^ BOEK. I706. ! L I 1  17° DE REPUBLIEK DER XXXVI. BOEK. Scherpe Aanmerkingen by het voorJeezen van deezen Brief in de Vergadering van Holland, { 1 s i 3 i 9 s: „ gemaakt, om zich niet verpligt te oor„ deelen, als Bondgenocten, alle middelen „ in 't werk te Hellen, om de Rust en „ Eendragt, in gemelde Provincie, tusfchen „ de Heeren Staaten en de Ingezetenen „ van Hattem en Elburg te herftelkn, „ en zal het ons, derhalven, tot het grootfte genoegen flrekken, eene gun„ Hige dispofitie daar toe van U Ed. „ Mog. te mogen verneemen." Een Brief, zo onbewimpeld het Regt der Volksftem inhoudende, en daar voor pleitende, kun, by het voorïeezen ter Staatsvergaderinge van Holland, allen niet even zeer behaagen. Men wil, dat Amfier dam in denzelven niet zou geftemd, en één der Afgevaardigden dier Stad verklaard hebben; „ daf hunne Commit„ tenten gansch niet ovenuigd waren, „ dat de Unie geflooten was tusfchen Re,, genten en Ingezetenen; maar eerder ver, meenden, dat dezelve alleen aangegaan ,^was tusfchen Regenten en Regenten." — Waar op de Per-fionaris deGyzelaar, revoelig over liet laag ftel.'en der Burgeen, en het kieinagten der Volksftemrae, :ou geantwoord hebben, hoe hy lang , vermoed hadt, dat dcrgelyke Semimen, ten by de Amfierdamfche Regeering , huisvesten; maar dat hy nooit gedagt , hadt, dat zy daar voor oper.hk in de , Vergadering van Holland zouden hebi ben durven uitkomen; dat men, om een Gefchil van die natuur te beflis- 55 fen,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 171 fen zich zou moeten vervoegen by " die'geenen, waar hetzelve behoorde, te weeten by het Volk!" " Ontbrak het den Bi.ief door Holland a?n Friesland gezonden, geenzms aan fcherpheid, by de ronde verklaaring van der Staaten gevoelens, het Antwoord, daar op ingekomen, mag fteekflQ neeten, en hadt eene uitvoerigheid, m het ontvouwen der meening van de Meerderheid, die het plaatzen van den geheelen Brief aan ons verbiedt, fchoon wy, zo uit hoofde van de verklaarde denkbeelden dier Meerderheid, ais ter oorzaake van ?t o-een daar omtrent gefchreevén is (*), en "ter Hollandfche Staatsvergadering voorviel, niet kunnen naalaaten de voornaamfte trekken uit dezelve mede te deelen. Zy merkten op de Ontvouwing der Punten in hunnen Brieve (f), toen maar even aangeroerd, agterwege gelaaten te hebben; „ dewyl de Discretie hun we' „ derhieldt van 'er eenige Appncatien by „ te voegen; fchoon zy misfchien, min„ der Menagement gebruikt hebbende. ,, voor Staaten van Holland meer ver„ ftaanbaar geweest, en beier binnen de » Paa" (*) De Daepapiercn ln Holland fpraaken zeer ongunftig van deezen Brief-, en heeft men het doei yoorkomen, als of deezen 't by heftig uityaaren lieten berusten, en dit Antwoord met mede.iieelc.en Zie de N. 'Néder l. Jaarb. 1786. bl. 1.525; «toen wj hébben 't zelve, althans in de Histerrfche Laura* van 30 Dcc. en verv. gevonden. (j) Zie hier boven bl. 156. BOEK. 1786. Breedvuerig Antwoord van de Meerderheid in Friesland*  XXXVI 15 O EK. 1/85. 172 DE REPUBLIEK DER ■ „ len van derzelver begrip zouden geblee» ven zyn." Thans hunne gedagten, over een en ander voornaam Punt, nader mededeelende, fchreeven zy, „ Wanneer wy U Ed. » Mog. voordroegen, dat de Zeven Ver,> eenigde Gewesten, behoudens het on» derling aangegaan Bondgenootlchap, ie,» der in den Haaren Souverain zyn, en » de eene Bondgenoot geen Regt van » zeggen in 'sanders Gewest heeft, dat » wyders de aart en het beftaan van het » Krygsvolk deezer Landen zodanig is,. ', dat het, door de Eeden, welke het ,; doet, zo aan de Generalteit, als aan „ deszelfs Betaalsheeren, en aan den tyd„ lyken Territoriaalen Souverain, alwaar „ het in Garnifëen komt, onderfcheiden„ Iyk en aan ieder in zyn regard verbon„ den, en gehoorzaamheid fchuldig is. — „ Toen dit, zeggen wy, door Ons U „ Ed. Mog. onder 'toog gebragt wierd, „ hadden wy gehoopt, dat deeze zaa„ ken, in ons Staatsregt alleszins g'e„ grond, wel een oogenblik attentie en na„ denking by U Ed. Mog. zouden hebben „ veroorzaakt; wanneer U Ed. Mog. dan „ ook weldra, zonder Ons nader eclaircisfe„ ment in deezen benoodigd te zyn, ge„ voeld zouden hebben, dat U Ed. Mog, „ hun gehouden gedrag in 't algemeen, „ en inzonderheid met opzigt tot de Pro* „ vincie van Gelderland, aan dat Staatsregt „ toetzende, het nimmer daar mede zou„ den kunnen overeenbrengen. Wyl daar „ uis  VERENIGDE NEDERLANDEN, 173 „ uit, aan de eene zyde, klaar is, dat „ noch U Ed. Mog., noch iemand der „ overige Bondgenooten, Regt van zeggen en gebieden competeert, op eens „ anders Souverain Territoir, even wei„ nio- als om Verantwoording te vraao-en van die Souveraine Regeering, „ over daaden, welke die meent, naai „ omftandigheid van zaaken, in dat Ge„ west, uit kragt van het Gezag, waai „ mede zy beklêed is, te moeten uitoe „ fenen. En dat, aan den anderet „ kant, U Ed. Mog. in hoedanigheid ,, van eene Provincie, op welke eenigi „ Troepen, in Gelderland in Garnifoen „ gerepartitieerd ftonden , aan dezelv „ met effect niet konden, en volgen „ Regt, niet mogten geeven, eenige Be „ velen van doen of laaten op het Inde „ pendent Territoir van die Provincie „ aan welke deeze Troepen ten plegtis „ ften by Eede verbonden waren tot g< ., hoorzaamheid, en om de Orders va „ derzelver Regeering uit te voerei „ Want toch, hoe verre men het Re£ „ van Betaalsheeren op de Militie oc „ zou begeeren te trekken, nimmer kf „ het zo wyd gaan, dat Betaalsheen „ aan die Militie Bevelen zouden kunne „ geeven, waardoor dezelve aan hunn< „ Territoriaalen Souverain onnut, zo ni „ gevaarlyk, ongehoorzaam tevens, < „ openlyke verbreekers van hunnen g „ presteerden Eed moesten worden. „ En, evenwel, zulke Bevelen hebb XXXVI, BOEK. 1786. l 9 J n t. ;t k n n n :n ït :n e- ;n Ü  XXXVI. i5 O EK. 1/35, i 3 9 J: 3) >1 '3 9' t?4 DE REPUBLIEK DER «> U Ed. Mog. zich veroorloofd in 64. ^ derland en elders te geeven, niet al» leen; nuar zelfs, by circulaire Misfivesa » de overige Bondgenoten tot ielykd 3» Ueinarches jegens de Troepen te hun3. ner Repartitie getfagt te beweegen. ,, Dan, baarden ia deezen de onbe9. ftaanbaarc Orders aan de Militie ter U Ed Mog beraahrg fkunde ,' nog " maar alleen itoffe tot klaagen! Hadden » U Ed. Mog. zich over het geheel in » de zaaken van Hattem en EM&rd niet h gedraageh op eene wyze, die wy niet i. ourven gelooven, dat iemand, die eens > anders Bondgenoot is, zich ooit ter . naavoigmg aai begeer te Treilen, en » die daarenboven zo alleszins met Uwer > Ed. Mog. onlangs aaugenomenc Pdn- ■ c;pes onbeftaanbaar is! „ Immers daar U Ed. Mbgi fiistiöee ■ ren in de verpligtinge te weezen', van zich met zaaken, in andere Provinciën voorvallende, daadlyk te moeten benioeijen, wat bewoog dan toch U EdMog., toen de Onlusten in de bovengemelde Steden fmsulende, genoegzaam, bekend waren, en de Wapening en Verfterking dier Steden, ten einde d^n Souverain feirlyk en met geweld tegen te ftaan, voor U Ed. Mog. geen geatiffl meer konden zyn, om den racrkelyken tyd, die 'er nog tirèfëhéfl göweest is, vóór dat de" Rclblutie der Gelderfche Staaten om die Steden van' orarrnlben te voorzien, genomen wieid,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 175 »> onnut te laaten voorbygaan? Wat we- } „ derhieldt toch U Ed. Mog. van zich e 9, vooraf alle mogelyke moeite te geeven, • „ deeze allerbedenkelykfte Onderneemin- 1 » gen, endaar uit voortfpruitende Onlus9» ten en Rampen, door gepaste midde9, len van Tusfchenkomst, als anderzins, 9, zo doenlyk, tegen te gaan en te pre9, venieeren? Wat belette toch U Ed* j> Mog. yverig te waaken , en ernftige 39 Mefures te neemen, tegen zo een aan99 tal Gewapende Perfoonen, welke, ten 93 einde men in gemelde Steden den Staa99 ten dier Provincie met vigeur het hoofd 99 zou kunnen bieden, van het noodige 93 voorzien, derwaards, van tyd tot tyd, 93 met eene genoegzaame publiciteit, ook ,, uit U Ed. Mog. Provincie, uittrok99 ken? Om niet eens te fpreeken, van de Ammunitie, en andere zaaken, tot 9, ftyving dier geweldige Onderneeming, ,> van daar verzonden. „ Of hadden U Ed. Mog. hun doel » getroffen, aan hunne verpligtingen voldaan , wanneer zy, toen deeze zaak 3, reeds geheel onherftelbaar was, de Bewerkers en Aanvoerders van alle die ,, Beweegingen in derzelver byzondere ,, Proteejie namen? „ Zulke Handelingen, zulke Toelaa,, tingen, mogen by"U Ed. Mog. den „ naam draage'n, van 'te fpruiten uit een„ veudige Principes, ten nutte van -de ge,, meene zaak, welke door U Ed. Mog „ naar vermogen, te werk gefield zyn, on eet. [XXVI. 015 ic. 786.  XXXVI. BOEK. i/Ct). 5 3 9: 5' 35 »5 3)3 93 »» 55 9' 5' 55 te op ve i?5 DE REPUBLIEK DER » een Burgeroorlog, met alle deszelfs akf 3, lige gevolgen, te voorkomen —, Wy, 3» voor or.s, fustineeren, dat Ü Ed. 3, Mog. juist zulke Principes gevolgd, 3, juist zulke Middelen gebezigd'hebben, 3, als met de gemeene zaak, (waar door .3 wy verdaan de bewaaring van goede Or» de, Rust, en Voorfpoed in den Lande,) '3 voldrekt onbedaanbaar zyn ,• doordien .3 ze onder fchyn van welmeenende Bemoey3 ing, eene daadlyke Partykiezing, en ee> ne Overheerfching van den eenen Bond. genoot op den anderen aan den dag . leggen, en eenen gereeden weg baanen, . om veelen drafloos, in vooruitzigt van . Uwer Ed. Mog. Protectie, de verregaandfte Violentien te doen verrigten; de Bondgenooten tegen elkander op het geweldigst te indi^poneeren, en daar door de geheiligde banden tusfchen de Provinciën van Nederland zodanig los te rukken en te verbreeken, dat derzelver herknooping zeer bezwaarlyk, zo niet onmogelyk, wordt. — En hebben U Ed. Mog. de Faculteit om deezer wyze op de Souverainiteit van een hunner Bondgenooten te empiëtéeren, wat verhindert dan die zelfde Leden van de Unie, om wederkeerig ten opzigte van U Ed. Mog., niet even het zelfde te doen?" Na een aantal vraagen, drekkende om onderzoeken, waarom Gelderland, ten zigte van Holland, ten tyde van de door ïlen wederftreefde, en door Krygsvolk door-  Verenigde Nederlanden, t?f doorgezette Burgerwapening, en liet zenden van Krygsvolk na Rotterdam, ter dekking der Commisfie derwaards gezonden, niet het zelfde zou hebben kunnen doeu als Holland nu, ten aanziene van Gelderland gedaan hadt? betuigen zy, „ was ,, U Ed. Mog. hier op zouden antwoor„ den, is ons onbekend; dan wy zouden i, vrymoedig daar op aanmerken, dat wy, „ de* intentie van onzen Bondgenoot daar hatende, zyne verrigtingen even zo „ vreemd als gevaarlyk vinden, juist ge- fchikt om die Beroertens, welke hy „ voorgaf te willen prevenieeren, daad,, lyk te veroorzaaken." Voorts vestigen Staaten van Friesland het oog op den tegenwoordigen toeftand van het Vaderland, en op het geen aldaar gedaan en geduld wordt, en voeren als een groot bezwaar aan, „ Toen U » Ed. Mog., weinig tyds geleeden, goedi, vonden, directe en Heilige Orders aan „ alle de Troepen, op derzelver Repar„ titie ftaande, af te vaardigen, om hun„ ne refpective Garnifoenen te verhaten, „ en zich binnen Uwer Ed. Mog. Pro,, vincie te verzamelen, (doch, zulks niet naar wenseh gelukkende, daar toe Pa,-, tent van zyne Hoogheid verzogt en „ bekomen werd,) kon deeze vreemde t, Demarche niet dan de bekommering en a het wantrouwen in Nederland aanmerk lyk „ doen aangrocijen: te meer daar U Ed< s, Mog. de noodzaaklykheid om alle die' Troepen binnen Holland in Garnifoen XIII. deel. M a te XXXVU [jok k.  ï78 DE REPUBLIEK DER XXXVI. BOEK. i?86. » te hebben, ffegts aandrongen, met ee» ne generaalé verzekering van het Pres- fanr. Gevaar, endenHoogen Nood, waar » in zich die Provincie bevondr; zonder, » hoe ernftig daar op gefommeerd, eeni- ge Opening waar in dat Gevaar, en ,» die Nood dan in beftonden, te willen » geeven; aan welke Ouverture en Ver* antwoording U Ed. Mog. zich ook, tot 9> nu toe, zorgvuldig hebben onttrokken. „ Wy zouden aan onze betrekking als ft een der Bondgenooten van dit Gemee- nebest, zeer verre te kort doen, zo « wy, by deeze gelegenheid, zweegen, en 55 daar door eene daad zouden fchynen >■> te approbeeren, die, zo wy gelooven, >s in 's Lands Gefchiedenisfen geen voor- » beeld heeft. 't Is waar, Uwer .9 Ed. Mog. Provincie is de bloeijendfte, n en wy hebben daar door U Ed Mog. tot onzen vermogendften Bondgenoot; „ maar qualificeert dat Voorregt en het » hier door grooter Aantal van Troepen „ op de Repartitie van Holland flaande, „ U Ed. Mog , om, zonder eenige voor„ afgaande Bondgenootfchaplyke Com„ municatie, een flap van dat aanbelang „ te doen? Een flap, die juist, om dat „ zo eene aanmerkelyke hoeveelheid van Krygsvolk ter betaalinge van U Ed. „ Mog. ftaat, dsar door te fchroomlyker „ en te onverantwoordelyker is. Genoi, men, daar exteerde zulk een dringend ,y Gevaar, als waar van U Ed. Mog. ge„ waagen, was het dan de fchuldige pligt „ niet  VERENIGDE NEDERLANDEN. 179 » niet van U Ed. Mog. als van den ee» nen Bondgenoot aan den anderen ge5» weest, daar van de voldoenendfte Ope'ü ning daadlyk te geeven? „ Want was de vrees, die U Ed. Mog. zo fterk fchynt te bezielen, voor „ Geweld van buiten, dan is het eene ii ongehoorde zaak, dat U Ed. Mog. de J, Frontieren, en Landen van de Gene5, rariteit, geheel van Militairen ontbloo„ tende, de Magazynen en Arfenaalen 5, van den Staat a l'abandon laatende9 ?. zich , op hunnen Provinciaalen Bodem, » met het grootfte deel van de Armee in zekerheid ftellen, en alle hunne ove„ rige Bondgenooten ten prooije laaten. ,, Of wasser gevaar van binnenlandsch „ Geweld? Dan eischt de aart van het „ Bondgenootfchap, dat de Medeleden „ daar van op 't. fpoedigst onderrigt, en /, dat 'er . onderling de efficacieuste rnid9, delen geconcerteerd, en, met gemeene s, kennisfe,. uitgevoerd worden, om dat „ onheil af te weeren. ,, Maar, Ed. Mog. Heeren! zou hel „ ook kunnen zyn, dat wy deeze gehee„ le Demarche van ü Ed. Mog. uit eer: „ verkeerd oogpunt tot nu toe befchouwd „ hebben? Zou misfchien al dat fpree„' ken van Gevaar , al' dat roepen varj ,'; presfanten Nood, waar door zo veek „ Troepen op Hollandfch'en Bodem dien* „ den te verzamelen, ook, een Voorwind„ zei, ook eene Staatkundige Vinding kun „ nen zyn, om voor ons en de overigj xxxvi' BOEK» 1785.  iSo DE REPUBLIEK DER XXXVI, boek. 1/86. „ den van het Bondgenootfchap, Uwer „ Ed. Mog. waare oogmerken te bedek» ken? Om den Ingezetenen van Neder„ land, door zulk een Alarmkreet, zand „ in de oogen te ftrooijen? Wat ontwerpen, wat bedoelingen „ U Ed. Mog. eigenlyk hebben, kunnen » wy niet bepaaldlyk zeggen; dan dit „ weeten wy zeker, dat 'er, met betrek„ kingtot de Militie, thans in de Provincie „ van U Ed. Mog. liggende, onlangs iets „ is voorgevallen, het welk over deeze „ ganfche zaak geen gunftig licht ver„ fpreidt." Hier voeren zy aan de Bevelen door den Generaal Major van Ryssel aan eenige Commandanten gegeeven om, op de twee eerfte Seinfchooten, hunne Regimenten marschvaardig te doen maaken, en op volgende Seinfchooten, te rukken binnen de Provincie van Utrecht, zonder Territoir te ontzien; als mede het ontheffen diens Generaal Majors van alle Verantwoording, dan aan hun Ed. Groot Mogenden; en het neemen van alle verdere gehoorzaamende Officieren en Gemeenen, nevens dien Generaal Major in derzelver Befcherming, en vervolgen; „ Immers zo lang wy nog in het denk,y beeld konden verfeeren, dat U Ed. „ Mog., uit vrees voor Gevaar, de Troe- pen te hunner Repartitie ftaande, wil„ den emploijeeren, tot beveiliging hun- ner eige Provincie, tot zo lang konden w wy U Ed. Mog. befchouwen als Bond- » ge-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 181 „ genooten, die met voorbyzien der be„ langens van hunne Medeleden voor „ hunne eigene Behoudenisfe alleen zorg„ den, en over zulks weinig voldeeden „ aan die betrekkingen, in welke Bond„ genooten tot elkander onderling behoo- „ ren te ftaan. Maar, daar wy nu „ zien, dat U Ed. Mog. met dat ge„ deelte der Troepen van het Bondge„ nootfchap, 't welk U Ed. Mog. voor „ hun aandeel betaalen, en op voorgee„ ven van dringenden Nood, (die ner,-, gens, zo veel ons bekend is, exteert,) „ binnen derzelver Provincie hebben wee„ ten te krygen, zich daaden veroorloo„ ven, en aan die Militie Bevelen on„ derneemen te geeven, die, uitgevoerd „ wordende, aan de Souverainiteit hun„ rier Medebondgenooten, de baarblyk- „ lykfte Atteinte toebrengen. Plet „ is te weinig gezegd - die de gehei„ ligfte Regten, uit kragte van de Sou„ verainiteit ieder Provincie in den Haa„ ren competeerende, göWeMdaadig aan„ randen; die eens anders Territoir open„ lyk fchenden, en daar door de eerfte „ en voornaamfte Gronden der Unie ver„ woesten, zo moet deeze ftap van U „ Ed. Mog. meer geagt worden den Aan* „ fïas. eens Vyands, dan de Daad eens „ 'Bondgenoots te zyn. Of de Stad „ Utrecht, in de O-.uusten, waar mede de „ Provincie van dien Naam gefolterd „ wordt, gelyk of ongelyk, wel ofkwaalyk gedaan hebbe, past ons in de te- M 3 gen- XXXVI BOEK. 1/85.  XXXVI SOEK. 1785. s » te» 182 DE REPUBLIEK DER • » genwoordige tydsomftandigheden nog „ met te beflisfen ;' ook doet zulks in " ff??? ^iet het Seringst af> naardien „ U Ed. jVjog. (al was 't gelyk aan *s „ Stads zyde,) dan zelfs nog nimmer „ het Regt hadden, wilden ze als Bond„ genooten handelen, om eerst Troepen „ onder pretext van Zelfsbeveiliging, " binnen hunne eigene Provincie te ver»> zamelen, en dan daar van een Employ „ te maaken, dat niets minder inhieldt, » dan om het Souverain Territoir der U Provincie van Utrecht, door het binnen„ rukken van dat Krygsvolk, te violeeren. „ En dat in een tyd, waar in U Ed. " Mog. aan die zelfde Staaten van den „ Lande van Utrecht, welke Uw Ed. v Mog. Mediatie en minnelyke Tusfchen» fpraak vroegen, zich daar toe niet on>, geneegen toonden." Onder de zaaken thans in ons Vaderland geduld, bedoelden zy de voorbeeldboze Licentie der Drukpers, en laaten zich daar over op deezen trant hooren. „ Dat een der beste, nuttigde en •1 dierbaarfte zaaken voor de Menschlyke » Zamenleevinge, zo wanneer die mis- • bruikt wordt, kwaad, fchadelyk en . Landverdervend kan zyn, bewyst de . tegenwoordige toeftand van ons Ge« meenebest, ten deezen opzigte, maar a! 5 te zigtbaar. Wy eerbiedigen zo , zeer als iemand de edele Vryheid der • Drukpers; ^ maar wy verfoeijen even 9 zeer om die dermaate te doen verbas-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 183 » basteren tot losbandigheid, dat zy veel » eer gelyke na een ftinkpoel, die dage„ lyks overloopt van de vuilfte en kwaad„ aartige Leugens en Lasteringen; dan „ na een bron, waar uit nuttige, kerm» me, en de Natie naar waarheid Verlich„ tende, zaakenen gebeurtenisfen voort„ vloeiien. En dat het eerfte bereids „ lange op verfcheidene Plaatzen in de „ Republiek, en byzonder in Uwer Ed Mog. Provincie, volgens den fterkftet „ zin der gelykenisfe, waar zy bewys; „ de Ondervinding te onloochenbaar, dai „ dat het door iemand kan worden te „ gengefprooken. ,, Uit alles gefchiedt, onder 't oog vai „ U Ed. Mog., in 't openbaar, zonde „ verzwvging" van den Naam des Druk „ kers en Uitgeevers, en gaat ftiafloo zynen onbelemmerder! gang. Ee „ van beiden, Ed. Mog. Heeren! mot „ in deezen plaats vinden, of dat U E< „ Mog deeze Land en Burgerftaat ve woestende Misdryven, in Uwer E< » Mog, Provincie dagelyks gepleegd wo ,, dende, niet kunnen of niet Willen bete „ geien, of ftraffen. Is het eerfte waar, dan beklaagt „ wy U Ed. Mog. hardyk over de 0 „ gelukkige omftandigheid, waar m d „ zelve zich bevinden; immers is e * Land, waar in de Regeering te zw % of te bedorven is, otn zulke Boosdof « ders loön naar werken te geeven, c M 4 », i XXXVI. BOEK. 1786. I L 1 C s [1 :t l. L ■ \, rx- :n a» e;n± ner  xxxvr. boek. , j-Cü. \ tg4 DE REPUBLIEK DER • uiterfte deerenis waardig! > . Maar- > is het tweede waar, dan vraagen wy ' K^dborstig aan U Ed. Mog. wat de- zelve met de Toelaating of Aanmoedi- > ging, (want dit is in deezen zin bv , een Souverain hetzelfde,) van zulke , partydige, lasterlyke ,>n alleszins infa, me tjeichnfcen bedoelen? „ Of zullen onwaare en verdraaide Be. ngten, (naar Uwer Ed. Mog. meening,-* de Natie verlichten? Haar van nut zyn ? Haare Vryheid bevestigen? - £al misfchien een drom Schotfchryvers het gefchikü werktuig zyn, om"'s Lands Lomtnutie te regelen.? Zal h»t tot heil der Natie ftrekken, dat hunne Leden (m welk een ftand ook gePlaatst,) dagelyks gehoond en gelasterd worden? Zuilen Ingezetenen hun geluk vermeerderd, hunne weezenlyke belangen behartigd rekenen, door dagelyks de kwaadaarrigfte Inductien te moeten ontvangen, dat de Regeerders des Lands, wier denkwyze niet naar den lmaak der gehuurde Eerroo Veren is, niets minder zyn, dan Onderdrukkers. Eeden Phgtvergeeters ? - Of zullen de onopnoudelyke aanblaazingen tot feditieufe beweegingen, 's Lands Inwoon, ders, nyver. arbeidzaam en gelukkig maaken. - Zal het ongeftraf* voortduuren : van zulke Misdryvvn, -het overal uuitrooyen van zulke zaaden, de rust en veihgneid bewaaren? Het Land doen „ bloei-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 185 „ bloeijen? Zal misfchien Verwar- 5l ring goede Orde $ Oproer Vporfpoed „ aanbrengen? „ Gelooft niet, Ed. Mog. Heeren! dat „ dit het merk draage eener welgeftelde „ Regeering, dat, om dus te handelen „ een Souverain met luister, of, om dit „ aan te zien, een Regtbank met ernst„ haftigheid, bekleed zy!" Met de voordragt van dit alles vleiden zich Staaten van Friesland. „ dat hun „ Ed. Mog. zich voldaan zouden houden „ met het licht, dat zy, om aan het be„ grip van hun Ed. Mog. te hulp te ko„ men, over de Meening van hunner „ Eerften Brieve, en 't geen daar toe „ betrekking hadt, hadden moeten ver „ fpreiden." — „ Gaarne," bekenden zy. „ daar van liever verfchoond gebleevei „ te zyn: wyl het aan Bondgenooten al „ tyd kosten moest harde Waarheden t< „ zeggen,- dan de zonderlinge manier „ waar op het Antwoord van hun Ed „ Mog. gecoucheerd was, liet hun geen „ keuze over." Ten opzigteder gedaane betuiging, ii de Brieve der Staaten van Holland, da zy van Onlusten en hooggaande Differente tusfchen. Hun en de Heeren Staaten va Gelderland, en Utrecht, ter goeder trouw niets wisten, merkten Staaten van Fr ie, land op, „ Dat, al ware 't eens, (fchoo „ wy zulks voor ons bezwaarlyk zoude „ kunnen gelooven,) dat. U Ëd. Moj in het vreemd Idéé geverfeerd haddei M 5 h & XXXVI. B O BK. 1786. t » 1 t % e a n 1» t  186 DE REPUBLIEK DER XXXVI. BOER. 17U. t 1 9 5 f ■31 é 31 53 33 33 -33 3» 33 ,s dat foortgelyke Handelingen, als de „ Republiek U Ed. Mog. zints eenigen tyd, heeft zien verngten, pljgtlyk en „ overeenkomftig met het geen Bondge„ nooten van eikanderen behooren te vers, wagten, en aan eikanderen fchuldig zyn, „ geweest waren; dan nog ftaat het vast, „ dat U Ed. Mog. egter, by geene mo>, gelykheid, hebben kunnen ignoreeren, u de onaangenaame Senfatie, welke Uwer » Ed. Mog. Conduite de daar by beiang ■f hebbende Bondgenooten veroorzaakt , heeft, de Verwyderjng en Argwaan , die daar uit gebooren, en de Dirferen, ten, die daar uit gereezen zyn." Hier op voeren zy de fterkfte plaatzen lan uit de Brieven door Staaten van GelIerland en Staaten van Utrecht gefchree'en , en roepen uit. „ Ziet daar een , Lyst van Klagten en Befchuldigingen ■ tegen U Ed. Mog. en derzelver Han, delingen, door de Heeren Staaten van 1 Gelderland en Utrecht in derzelver Briefwisfeling met U Ed. Mog. in de Brieven aan ons en hun Hoog Mogen. den, zo onbewimpeld ingebragt! Waar in U Ed. Mog. volmondig, en met allegatie van redenen, voorgedraagen worden, (het fmert Ons, dit" te moeten zeggen,) meer als een gevreesdsn Vyand dan als een rechtfehaapen Bondgenoot deezer beide Provinciën! Terwyl die zelfde Heeren Staaten Onze en Hunner overige Bondgenooten Tusfchenfpraak en Medewerking, tot weg- „ aee-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 187 „ neeming en bylegging deezer onderling „ zo hooggaande Gefchillen óp het na„ druklykst verzoeken; en aan welk ver„ zoek wy meenden, dat de betrekking „ van Bondgenoot volftrekt vereischte, » dat wy gehoor gaven. Wel aan, ,, Ed. Mog. Heeren! oordeelt nu zelve, „ of de Uitvlugt, waar mede U Ed. „ Mog. in hun Antwoord aan Ons,'no„ pens deeze Briefwisfeling, zich behel„ pen, door naamlyk van dit alles eene „ compleete Onkunde voor te wenden, „ en Ons quafie daar omtrent van Inaccu„ ratesfe te befchuldigen, niet alleronge„ lukkigst, niet allervernederenst voor U ';, Ed. Mog. zelve is? Dan, wy willen „ hier op niet fterker appuyeeren." Aan deezen Brief hegten zy dit, daai mede zeer overeenkomftig, fiot, „ Wy „ hoopen, dat U Ed. Mog. nog vooi „ overtuiging vatbaar zyn, en, by eene ,» nadere en bedaarde overweeging var dit alles, tot inkeer komende, toeftem ,\ men zullen, dat het nooit eenen Bond 5> genoot past, Overheerfching te oe& » nen, omtrent zynen Medebondgenoot, » dat alle Oneepigheid en Tweefpalt, zc „ die niet ras ophouden, ons weleer ge 5, zegend Land, ontwyfelbaar ten verder „ ye zullen ftorten, en dat het, over „ zulks de onfiaakbaare Pligt van U Ed „ Mog. is, om van alle verkeerde Maat ,, regelen afftand te doen, encordaatme », derzelver Bondgenooten de handen ii P, een te Haan, tot eene fpoedige herffce! 5 " " » W KXXVL i o e k. 1786. t 1 T 3  XXXVI. BOEK. 1786. HyHolland wordt deeze Briefter zyde gelegd. i «i 2 t i c l 188 DE REPUBLIEK DER » ling van onderlinge Harmonie, Rust » en goed Vertrouwen; waar toe wy nog » onafgebrooken dezelfde pligtlyke Sen» timenten koesteren, en gereed zyn ,i van onze zyde, alles te contribueeren; >i naardien wy vrymoedig durven betui» gen» (en hier mede zullen wy deezen » eindigen,) dat wy niets anders, hoe » genaamd, buteeren, dan het Heil en » Geluk onzer Bondgenooten, en het be„ houd van het lieve Vaderland (*)." Was het fchryven van den Brief by Holland, op welken deeze ten Antwoord diende, niet eenftemmig toegegaan (f), de Staatsleden waren het ook geenzins eens over de wyze op welken men met deeze Beantwoording der Staaten van Friesland zou handelen. De Meerderheid hieldt de taal daar in gevoerd zo beledigend en hoonend voor Hollandsen Souverain, dat zy dit Stuk ter zyde ftelde, m onwaardig keurde om in de Staats Aantekeningen plaats te vinden. Veel ïogthans viel hier over te doen. De Ridderfchap wilde den Brief Commisfoiaal maaken; Delft, Brielle, Enkhuizen en ($) Het was overtollig den Leezer onzer Gefchiecmsren, by veele gedeeitens deezes Brieft, te wyen ra de plaatzen in onze Historie het aan^eduide bttreffeóöt: alleen keuren wy nood.-' bun, te eezer L;eleeenheid, aan te mannen , om het ue^eure, ten deezen Jaare in Holland, Gelderland en het •ttcht, te herleezcn, en met den Inhoud te verae'ken. " (t) Zie hier bevca bl. 17e.    VERENIGDE NEDERLANDEN. 189 en Medemblik Hemde hier in mede, en. tegen het Befluit. Schiedam en Hoorn • verklaarden die voor Notificatie aan te neemen. Amfterdam kon geen item uitbrengen, fchoon 'er zes Afgevaardigden dier Stad tegenwoordig waren. De drie Penfionarisfen van Berckel, Visscher en van der Goes, waren met de Meerderheid, en oordeelden, dat men de Waardigheid van hun Ed Groot Mog. niet moest compromitteeren, met een"diergelyk Stuk over te neemen; dan de Burgemeester Rendorp, en de Raaden Lampsins en F. van der Goes, omhelsden een tegenovergefteld gevoelen, en wilden den Brief overgenomen hebben Onbehandeld bleef dit fchryven van Friesland; doch vonden hun Ed. Groot Mogenden, zich welhaast in de noodzaaklykheid, om over dit or.aangenaame Stuk, op nieuw te fpreeken. Aanleiding hier toe. gaf een Brief van de Minderheid der Friefche Staatsleden (t), die zich (*) Refol. van Holl. 19 Dec. 1786. N. Neder 1. Jaarb. ij26. bl. 15^5—1547. (f) Deeze Minderheid beftondt uit de onderftaaud; Staatsleden, Stellers en Zenders van den onderftaanri: Brief. SlCCO DOUWE van avlva , «1 CoURT lamber' van Beyma, Volmagten van Westdangeradeel. Horatius Allardus Hiddema van KNYr, Vol magt wegens den Adelyken Staat van Ferwerdera deel. Hector Livius van Altena . Volmagt wegens t.e Eigen-erfden Staat van Oostdorgeradeel, uit Oostergt Aren ÏXXVI. >OEK. [786. Brief vsa de Minderheid in Friesland aanStaatcis van Holland, 1 t  XXXVI BOEK. ï « ipo DE REPUBLIEK DER zich tegen den afgezonden Brief verklaard5 hadden, als geheel vreemd van de gevoelens daar in uitgedrukt. Zy wilden denzeiven aangemerkt hebben als alleen voortgekomen van Staatsleden, welke zich in' veele gevallen, en ook in" dit, fcheenen vereenïgd te hebben, en' tegen welker yoorneemen en maatregelen de biliykfte Vertoogen en ernftigïte Waarfchuwingen voor nadeelige gevolgen, niets fcheenen te kunnen uitwerken. Zy begeerden dat op hunne rekening niet gefield zou worden een Brief, door die Staatsleden, ontworpen en bepaald, met zo veel verhaasting, dat de Leden der Vergaderinge zich' met eene enkele Voorleezing van een zo' uitgebreid Stuk in de Kwartieren hadden' moeten vergenoegen, en daar op daadlyk hunnen raadflag uitbrengen, zonder dat aan het wettig, en op de Conftitutie der Frie- Arenb Julianus Carel de Beeke cn Abraham de Vriese, Volmagten van Hemelumer Oldephard sn Nordwolde. r Rein Smit, Volmagt wegens den Eieen-e-fden Staat van Bildt uit Westergo. S Pieter Edzard van Harinxma tot Slooten en [oannes Wielïnga, Volmagten van LemHerland Jan- Roorda, Volmagt van Stellingwerf TVest»;nde Avzo van Boelens, Volmagt uit den Ei^n-e'rfdea >taat van Stellingwerf Oosteinde uit de Zevenwouten. JZÏ"ERDA £n BAVIÜS NACTA' %1^a Junk» van Alema, en Eduard Markus vak ïevma, Volmagten van Harlinoen CTHs°udES'rEN' urg' voitBa£t * ds  VERENIGDE NEDERLANDEN. i$i Friefche Regeering gegronde verzoek om denzelven eenige uuren in beraad te houden, gehoor was gegeeven. Gelyk mede aan de Volmagten van Westdongerackel, een Affchrift van den voorgeleezen Brief eifchende, om, volgens het XXIII Art. van het bezwooren Regeerings Reglement van den Jaare mdccxlviii, over denzelvan, in den haaren nader te beraad' flaagen, daadlyk was geweigerd, vóói dat dezelve herleezen en geboekt was. Gelyk wy den voornaamen inhoud var het fchryven der Friefche Meerderhek opgaven, zullen wy ook het hoofdzaak lyke van dat der Minderheid overneemen waar uit zal blyken, hoe lynrecht ftrydis de denkbeelden in dat Gewest liepen. „ Wy zullen," luidt hunne taal, „ U Ed „ Mog. niet zeggen datwy, die den Oorloi „ vóór twee Eeuwen tegen den Spaan ,, fchen Dwingeland gevoerd, voor wel „ tig houden, die het Onzet van Leydet. „ in den Jaare mdlxxiv, wanneer Ph „ lips de II. nog niet was afgezwoorer „ door Zeeuwfche Burgers uitgevoerd „ aanzien voor den voornaamen groni '„ üag onzer Vryheid, voor eene wettig „ Onderneeming, die door geene Souv „ rain van Zeeland kon of behoorde „ worden tegengegaan; dat wy dus oc „ de Adfiftentie door Burgers aan Bu „ gers, in deezen tyd verleend, niet s „ leen niet afkeuren; maar wy moet< „ zeggen, dat zelfs, indien U Ed. Mo dit "hadden zoeken te beletten, wy mi fchi< xxxvl BOEK. 17U. Inheudfaa deezen _ Brief. » p r > u ;e :e k r1n l' s- n  XXXVI BOEK 1736. t$4 DE REPUBLIEK DER • » fchien U Ed. Mog. in dat zelfde licht » als Bondverbreekers, als Fyanden van den » Staat, zouden hebben moeten befchou» wen, in welk onze Medevolmagten U Ed. Mog. by de door ons gecontradi» ceerde Misfive, fchynen te doen voor» komen. „ U Ed. Mog; zullen dus h'gtlyk be» grypen, dat, wel verre van Ü Ed, >» Mog. gedrag, in deeze hachlyke tyds» «mftandigheden., te befchouwen, als *> eene daadlyke Partykiezing, en Overheer» fchwg van den eenen Bondgenoot over den anderen, wy, in tegendeel, in U 3> Ed. Mog. met den hoogden eerbied, >, bewonderen, die waare Zugt voor het » Vaderland, voor de geheiligde Beian» gens van dit vrye Volk, welke, onzts » agtens, alleen in flaat is het dierbaar j» Vaderland, en de onwaardeerbaare Reg>> ten des Volks, te beveiligen tegen alle 5. daadlyke Overheerfching der zulken, » die het op eigen Grootheid toeleggen» de, geene goede Orde, geen Riist in » den Lande kennen zullen, dan wani> neer het Volk, als Slaaven, van hun wil>, lekeurig de Wet ontvangt; die, ter » bevordering hunner Heerschzugc, mis» fchien gaarne de gezegende Unie van i, Utrecht, thans niet als een. Verbond „ tusfchen Provinciën, Steden en Leden >, derzelve,- maar als alleen tusfchen Pro,i vinden opgerigt, zouden willen doen s> voorkomen, om door de Meerder» heid in ieder Staatsvergadering, te „ ge-  .Verenigde Nederlanden. 193 gemaklyker de Leden der Provinciën, „ die dan geene Befcherming te reclamee5, ren zouden hebben, willekeurig te kun» nen onderdrukken. " „ Welverre af, dat wy. de generaale >, Wapening der Ingezetenen in Holland, „ door U Ed. Mog. geordonneerd, als een „ gewelddaadigen Aanval, of zelfs als eene „ Befchikking op de Individueele Vryheid der „ Ingezetenen, zouden befchouwen, zo mer„ ken wy dezelve niet anders aan dan als „ eene uitvoering van iets, waar toe U „ Ed. Mog. en. alle derzelver Ingezete„ nen, uit hoofde van het VIII Art. der „ Unie, verbonden waren, èn welk U „ Ed. Mog. van alle derzelver Mede- bondgenooten met regt konden eifchen. „ Wy hebben ons ten hoogften moeten verwonderen, dat deeze door ons ge„ contradiceerde Brief der Meerderheid „ uit het zelfde Kwartier is voortgeko„ men, uit het weike. vóór weinigen tydj, ,, het Voordel kwam, om, in deeze Proi, vincie, ingevolge van het Vlïi Art*. i, der Unie van Utrecht, de Ingezetenen ,, te wapenen (*). Welk Voorftel toen. y, door ons allen met genoegen gezien ,, zynde, zo hebben wy in de Argumeni, ten, by de Misfive van hun Ed. Mog* j, bygebragt, die kragt van overtuiging T, niet gevonden, om van Sentiment te „ ver- . (*) Het Kwartier van Oostergo naitmïyki Zie onzl Vadert. Hist. V. D. W. ioi. VI. D. bJ. 352, XIII. M*W N xxxvn SOEK.  XXXVI. BOEK. 3786. Ï04 DE REPUBLIEK DER » veranderen, en ons daar mede te kun* »> nen conformeeren. „ Wy, die, in naavolging onzer waarin dige Voorzaaten, nooit zullen kunnen u toegeeven, dat alle Troepen Generali» teits zyn; maar die met dezelve ah » het weezenlykst en kragtdaadigst Regt »> van Souverainiteit befchouwen, en vol- gens onzen Eed vastftellen, de Befchik* » king over onze eigene Soldatesque, kunnen » ook niet anders dan aan U Ed. Mog. » hetzelfde Regt toekennen, 't geen wy voor ons zeiven vindiceeren. En >, dus zyn wy wel verre van U Ed. » Mog. Befluiten daar omtrent te befchou» wen, als den Aanjlag van een Vyand*. » of ah gefchikt om Beroertens te veroorzaa» ken. Wy hebben niet kunnen begry» pen, hoe de Meerderheid, die voor», geeft overtuigd te zyn, dat geen der » Bondgenooten Regt van zeggen, of 5» gebieden competeert op eens anders » Souverain Territoir, of Verantwoor» ding mag vraagen van eene Souveraine Regeering, over daaden, welke die » meent, naar omftandigheid van zaaken, - in dat Gewest, te moeten uitoefenen, — „ hoe , zeggen wy, die zelfde Meer„ derheid U Ed. Mog. kan ten kwaade » duiden, dat dezelve Order ftellen tot » Beveiliging van haare eigene Provincie, n zonder vooraf daar van'de Bondgenoos: ten te informeeren. „ Wy zullen ons niet inlaaten in de, » naar ons inzien, beledigende uitdruk- „ kin-  VERENIGDE NEDERLANDEN. io| v, kinken, ih den Brief der Meerderheid ,i aan^U Ed. Mog. vervat; wy gevoelen •„ het haatlyke daar van ten allerfterkften; ,j' wy yzen , Wanneer Wy de woorden •„ Eed- en Pligtvergeeters in den mond \, onzér Medevolmagten hooren. - j, De bloote Voorleezing van deezen h Brief heeft ons doen verbaasd zyn^ -„ hoe onze Medevolmagten, op zodanigen hoogen en beledigenden toon, aar onze voórnaamfteh en magtigften Börid genoot met welks bloei of val de ge ", heele Republiek moet ftaan of vallen „ hebben durven fchryven,- en dat ovè " Punten j Gedraagingen, en Befiuitei *' van U Ed. Mog. wélke door de best Ingezetenen Van Ü Ed; Mog. Prövir ï, tie zyn toegejuicht, en in welkers góé 5, den uitflag de Meerderheid van onz l Staatsvergadering, met óns zeer zz h, overtuigd zyn, dat de geheele Friefch ü Natie het vuurigst belang fielt. „ ja, Ed. Mog. Heeren! indien de 5, zelve Meerderheid der Volmagten, gc j, heel en al, zo het fchynt, vergeeter de, dat zy Reprefentanten en geen Wï lekeurige Beheerfchers van dit Volk zyn -; niet, op eene ongehoorde wyze, de efei \, biedige klaagftemmen der Ingezetene h en Burgeren, door de ftrehgfte bedre ^ gingen van Lyfftraffen, nu^ önlanï « hadden beftaan te fmooren (*)> wein ii !•'•) Zie hier beven bi. 14c xxxvt b o e \t% » ï i l % 1- \i 9 a i- s .1 &  a.V'Xvi. boek. 17B6, » 3 f 9 9'. 9' Hoe deeze Brief by •» Holland 1 ontvangen ^ U t9S DE REPUBLIEK DER. v; zou het verwonderd Nederland, het » welk nu de laagte, waar toe wy vervallen zyn, fchynt te verfoeijen, — wel„ ras, zeggen wy, zou het verwonderd Nederland de braave en welmeenende „ Friefche Landzaaten hunne Hemmen » hooren verheffen, om onze Vertoogeri » te onderfteunen. Inmiddels oor- ,, deelen wy het onze pligt te zyn, om. ten koste van onze rust en tydlyke » belangen, voor dat Volk, naar onze » vermogens, in de bresfe te fpringen, eri , onzen Eed indagtig te blyven, waar by wy voor het Heil van het Land , gezwooren hebben te zullen waaken." Ten flot betuigt deeze Minderheid, , te vertrouwen en te verwagten, dat , hun Ed. Mog. in Hoogstderzelver ori, getwyfeld regtmaatige Gevoeligheid, ,. geene Maatregelen zouden vastfiellen , waar in de Ingezetenen van Friesland] ten minden van die Grietenyen en Sté, den, welke zy de Eer hadden te reprefenteeren, de ongelukkige Slachtoffers zouden worden van de Befluiten en Handelingen, door de Meerderheid der Volmagten ten Landsdage, en buiten hun toedoen, ja zelfs tegen hunne Intentie, (zy hielden zich des verzekerd,) genomen en uitgevoerd." Deeze veel opziens baarende Brief dei* linderheid,den zes en twintigften van Wm^ :rmaand gedagtekend, ftrekte, in 't begin ui Louwmaand des Jaars mdccexxxvii r ftoffe van overweeging by Staaten van Hoi-  VERENIGDE NEDEP.LANDEN. ï§? Holland, en ontmoette daar een gunftiger onthaal dan die der Meerderheid; immers men vondt goed, dat dezelve zou onderzogt worden door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Gecommitteerden uit hun Ed. Gr. Mog., tot het Groot Befoigne, om de Staatsvergadering van Berigt te dienen. Het ter zyde leggen van den Brief der Meerderheid ftak nog veele Staatsleden, die des anders geHemd hadden, in den krop. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, waren van begrip, dat deeze Brief nevens den anderen behoorde weggelegd en buiten Beraadflaaging gehouden te worden; ten ware men, op gelyke wyze, beide de Brieven Commisforiaal wilde maaken in een groot Befoigne. Van Wassenaar, Heer van Starrenburg, oordeelde, dat de laatst ingekomen Brief dei Minderheid, als in Taal, Houding er Sentimenten, merkelyk verfchillende van den eerften der Meerderheid, Commisforiaal behoorde gemaakt te worden. De Afgevaardigden van Delft, Brielle. Enkhuizen, Edam en Medemblik, mogter wel lyden, dat de Brief der Minderheid Commisforiaal gemaakt wierd; mits dii ook omtrent dien der Meerderheid ge fchiedde; by ontftentenis hier van, ziel houdende aan de Aantekening den negen tienden van Wintermaand des voorleder Jaars gedaan. — • Schiedam en Hoon waren van begrip, dat men de beide Brie N 3 ver XXXVI, ii o £ k.  XXXVI. BOE K. 178.5. De Tweefpalt in ^Friesland seemt toe. Stad e» lands niet geheel vry ▼anStaatslieweege- 198 PE REPUBLIEK DER ven op gelyken voet moest behandelen en voor Notificatie aanneemen (*). De Meerderheid en Minderheid de? Friefche Staatsleden, wier wyduiteenloo* pende en lynregt ftrydige begrippen over de gewigtigfle Staatsbelangen, uit de aangehaalde gedeeltens hunner Brieven , geene verdere toelichting behoeven, Honden dus al tegen elkander gekant. Geen vergelyk was 'er mogelyk tusfchen Partyen, die tegen elkander woelende, in verbittering moesten toeneemen. Dit fpelde allen in Friesland tooneelen van Tweefpalt, en verwylde het weinig tyds of dezelve werden, met verfchrikking, opengefchooven. Onze Gefchiedenis van het volgend jaar zal dezelve moeten voor oogen Hellen. Hoewel het Gewest Stad en Lande, en de Stad Groningen inzonderheid, minder deelde in de Staatsbeweegenisfen dan eenige der Bondgenootfchaplyke Gewesten, welker Lotgevallen wy ten deezen Jaare befchreeven, was het, blykensde vernaaien van vroegere Tydperken, des niet geheel vry, en de zaaden des misnoegens, begonnen thans meer en meer uit te botten, ja tot rypheid te komen. Eene en mdere Gebeurtenis zal deeze onze verzekering ten vollen ftaaven. Zi'nts <*) Rtfol. van Heil. 10. Jan. 1787. iV. Nederh (wh 1787. bl. 43. enz,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 199 Zints eenigen tyd hadt men, in Groningen kiagten uitgeboezemd, over de Aanbevelingen van zyne Hoogheid tot Ampten; over de weinig beduidenheid van het Lichaam der Taalmannen en Gezwoorenen, die de Gilden en Burgery vertegenwoordigen, en een Lid der ótacts Regeering uitmaaken. 'tWas egter, met zonder voorbeeld dat de Volksitem zich met vrugt liet hooren (*), en klonk dezelve, in den aanvange deezes Jaars, en vervolgens, met doorzettende kragt. „ Groningen" zeide men, „ is het laat,, fte ontwaakt; doch zal de minfle dei Zeven Vrye Gewesten niet weezen ui " hetHerftel haarer aloude Vryheid; haa" re gewoonte is altyd geweest laat maai „ wis te kommen!" Het zal niet ©ndienftig weezen, eei wy de voorvallen in Groningen, ten dee zeh Jaare befchryven, iets te laaten voorafgaan, de Stadsregeering betreffende, ah gefchikt om over alles licht te verfpreiden voor de zodanigen, die geene, of eem zeer gebrekkige, kennis bezitten van d Regeeringsgefteltenis dier éémge Stad 1 een zo aanzienlyk Gewest des Bondge nootfchaps. De Souverainiteit over Gn ningen berust in den boezem van de Breeden Raad, welke beftaat uit deez twee Leden - Burgemeesteren en Raaa met den Oud Raad daar by genomen f*) Zie 0fBe Kader!. Hist. X. D. W. 334. 3«. N 4 KXXVL JOEK. [n Gronin ■ ■ten ontftaat misnoegenover degerinijeninvloed der Taalmannen en GezwuorenGemeente, Regeeringsgefteltenisder Stad \ Groniiï- 1 » tl e e  XXXV1 Soek. Yoorflag Van Taalmannen en Gez'woo- 1 »• ten  VERENIGDE NEDERLANDEN. ao3 ren Gemeente, in deezen, ten mees„ ten nutte van de Stad ^ en Burgery " werkzaam te kunnen zyn." Een Voorflag der Burgerye zo aangenaam (*); werd door den Breeden Raad aangenomen, en van wederzydenbenoemde men Gelastigden, om met elkander te raadpleegen op welk eene wyze zulks het voegelykst tot ftand zou kunnen gebrag! worden. Geen fpoed nam dit werk; daai de Raad, of liever de Magiftraat, in dee zen Party van de Gezwooren Gemeente, fchoon aan dezelve de Regten toekennen de, in het bygebragte Artykel vervat naa lang marrens, om de Onderhandelm gen aan te vangen, veelvuldige zwaang heden in 't midden bragt, omtrent d< Bepaalingen, indeezen te maaken, en d< Scheidlyn te vinden (j> J Naauv (*) De Burgery dagt mogelyk aan, althans ove, eenkomjlig met de Dichtregelen van den beroemde Groningsen Dichter L. Twf, in een"Vers^en laa man Reichle toegezongen op zyn Vyfi&aang G zwooretsfehap, in den jaare 1744. De korfele Groninger, onfiaafs geuooren, KW van de Vryheid tot zyn pulegift, Bet Burgeram'pt van Taalman en Gezwooren; ' Een parel aan zyn kroon met goud geJHjt i Hen hefdeknoop, die Raad en Burgerye Verbindt, en veiligt met gejlaafden S-ed, Dat vry doms Keur of IV et geen inbreuk lye , Dn met dien toom het gr au te teuglen weet. m In den Post van den Neder-Rhyn XI. D. 1 5S9-6oS. vindt mende oorfpronglyke Stukken. E Verfchil kwatn aan op de woorden Inperium en J fttdjctk, Burgemeester* en Raad verftor.den do XXXVÏ, BOEK. 1786Aangenomen ; doch «ie uitvoering blyft marren, F n 1. et •i-  XXXVI boek. Zyne Hoogheid maakt eenige Veranderingin de Regceringslyst hem gezonden. Taalmannen en GezwoorenGemeente des kennis gegeeven. i i i £ d r< Ae'res van een aantal Burgers he he lyi Bai lee ho vo: S/i 204 DE REPUBLIEK DER Nmuw hadt, onder het aanvangen de? gemelde pooging van de Gezwooren Ge' meente, dit Jaar zynen kring begonnen of men zonde uit GroningJ, ouder gel STwe' Re ffmlySC der g^oozene aSt nieuwe Raadsheeren, die met de arhr ouden den Zittenden Raad voor een Taa mtmaaken, aan den Stadhouder ter goed ËnTrft 6U de Lyst te Gr^taggS de SiS T6 ^°°gheid tcrug ^am, de ichifckmg door hem op de Stads Re' geenng gemaakt, behelzende, vergaderde Burgemeesters en Raad, en laazen aan de yL eJUfheeren ' den B»ef voor. De udfte der Keurheeren bedankte, naa de rooi eezing, voor de mededeeling: doch ^erklaarde, dat, daar zyne Hoogheid It t Tl' 'het n00diS was het Col-gie van Taalmannen en Gezwoorene Ge- atef;. ' ^^ 16 geeVen' 0i» «"frasen te voorkomen, verzogten zy een dfthnft van des Stadhouders Brief- en at het gemelde Collegie mogt vergade- W.i? gfchAedde dien "gen avond. Welhaast hadden veelen uit de Burge' deeze Verandering, door den Stad- hou- ^weSelSS^I e" °PSnbaar Rdluur> d°<* :. „ h , f RcStsPl;H'i»ST in het Lyfftraf- .- .n het Burgerlyke. De Gezwoorens bègreepeT „ de R? T°rde,:* 3311 elkanrfêr verbonden "l! dendert ^ de gev°-en bct£^nden, Ïzël t d" /'"S^uid werd, door het liy.* gzcl, 2» Taalmannen enz. Zie !* van Stad en Lande II. D. h St< j j!  VERENIGDE NEDERLANDEN. 205 houder in de Regeeringslyst gemaakt,vernomen, als mede de zo laate buitengewoone Vergadering der Taalmannen en Gezwooren Gemeente. Zy vervaardigden aan dat Collegie een Adres, in den ; korten tyd van minder dan twee uuren door eenige honderden uit de voornaamfte Burgeren getekend, en dienden het onmiddelyk in. 't Zelve behelsde, hoe zy, met aandoening en leedweezen, vernomen hadden, het goedvinden van zyne Doorl. Hoogheid, om de Eeur der acht nieuwe Raadsheeren, voor een gedeelte, af te keuren, en daar voor andere Perfoonen in plaats te ftellen. Eene handelwyze, door hun, met deeze woorden gewraakt; „ Eene Keur, Ed. Agtb Hee„ ren! door vyf uwer, op de Godsdien„ ftigfte en plegtigfte wyze door het Lot „ beftemd , gedaan gedaan zonder „ voorinneemende Reeommandatien, Li„ gues of Cabaalen —— gedaan, derhal„ ven, zo zuiver en onbevlekt, als naar „ den grond en geest van onze Confti- „ tutie kan en moet gefchieden eene ,, Keur derhalven, weike wy by deezen betuigen , ten vollen goed te keuren, „ en ons byzonder aangenaam te zyn: „ en daarom ook geenzins ftilzwygend te „ kunnen aanzien, dat daar in, door zy„ ne Hoogheid, verandering is gemaakt. „ Wy leezen, wel is waar, in het fy V Art, Reformatoir, 'dat aan zynê t, Hoogheid het Regt van Improbatie is a opgedraagen; doch kunnen, met geen 1» ge' SXXVfi IOEK. tan Taalnanncn en jCZWOO- •en Gcneenteieswegen,  xxxvi BOEK. i?B5. &06 DE REPUBLIEK DER » gezond verftand Samenbrengen, dal zulks, by zyne Hoogheid, naar Willekeur » of zonder Redegeeving, kan of mag ge» fchieden. „ Immers Ed. Agtb. Heeren! wat is " drn Lonze BurgerIYke of Staatkundige „ Vryheid anders dan eene fchaduw^ 2) Wat zyn alle die aan het Opperwee- zen, met allen Godsdienftigen eerbied „ opgedraage Plegtigheden, welke uwé „ Verngtingen in deezen voorgaan eil s, vergezellen? Wy zidderen in het uit„ breiden deezer denkbeelden! Is niet „ om den rand van den Keurhoed, uit » welken vyf Uwer de zwarte Keurboor, nen getrokken hebben, gefchreeven, „ d kers en Waarborgen onzer Vryheid?li En zullen wy dan daar aan zien tor- ,, nen, en ftilie zyn? Neen, Ei. „ Agtb. Heeren! een rechtgeaart Burger , deezer vrye Stad kan en mag niet on-^ ,i verlchillig zyn; omtrent zyne geheilig„ de, zo duur verkreegen en onver„ vreemdbaare Voorregten! — En daarom „ is het, dat wy de vryheid neemen fi ons aan U Ed. Agtb als onze byzon- dere Vertegenwoordigers, aan wien onze , belangen vooral zyn toevertrouwd, te , wenden, met ernftig verzoek, dat U , Ed. Agtb. deeze onze Rem onftrantie, ,i met  VERENIGDE NEDERLANDEN, èo? „ met derzelver gronden, overweegen, en „ in zulke gewigtige gevallen, dusdanige „ maatregelen neemen zult, dat de Vryheid „ der Keure nimmer, zonder Redegeeving worde ye-randerd, en , in dit pre/ente geval, „ de Beëediging der gejubflitueerde Raads- heeren, by provifte, worde opgefchort." De Breede Raad, den volgenden morgen vergaderd, nam een Befluit overeenkomftig'met dit Slotverzoek der Burgery, en sefchiedde, dien dag, de Beëediging der "zes Heeren, met de gewoone ftaat lykheden; terwyl die der twee andere Heeren agterbleef. Dergelyk eene Opichorting van de Eedftaaving, hadt, op der Burgeren verzoek, plaats omtrent één Heer, door den Stadhouder, op de hem toegezonden Lyst der nieuw gekoorene Twaalf Gezwoorenen, in ftede van eenen anderen, geplaatst. Delnleeveraarsvan de gemelde Adresfen vervoegden zich, in Lentemaand , aan den Breeden Raad, met een Vertoog, en Bylaagen daar toe betreklyk, getekend door omtrent acht honderd der aanzienlykfte Bur geren en Ingezetenen. In 't welk zy, ot. eene eerbiedige, bedaarde, en beredeneer de wyze, de gronden voordroegen, waai om zy de gedaane Keuze wettig en df Afkeuring des Stadhouders wederregtlyl oordeelden. Zy herhaalden, te deezei gelegenheid, dat 'er nimmer eene Keuz< in Groningen gefchied was, meer vry vat alle Kuipery, of wat men ook den in vloed van een verdervende hand kon noe men. Zy dienden dit in, om hunne ei gen< KXXVL BOEK. 1/86. Hun verzoek, dat tie Beèedi* ging der door zyne Hoogheid benoemde Perfoonen geenen voortgang zou hebben , toe« gellaan» Nader Vertoog der Burg*e« ren, aandringendeop de Be-* ëediging der eerst verkoors• nen, l  XXXVI. boe k. 1/85. Laage trek om dit Verzoekfchrift ver. agtlyk te maaken. ; j 1 t c ( j 8 z d g d h G di ia D G soS DE REPUBLIEK DER gene woorden te bezigen; „ ten eind* » hun; Ed. Mog. zonder de Gefubftüu. „ eerde Perfoonen in aanmerking "te nee„ men, de wettig verkoorene Heeren „ Hendrik Willem Hoving en „ Louis Bothenius Lochman, als „ Raadsheer en, en W1 l l e .ai Hendrik „ Hoving, als Gezwoorene, den Eed te „ doen afneemen, met inhefie van de Con„ clufie in onze beide Adresfen, waar op „ de provifie van Surcheance verleend is." Vier dagen naa de overgifte van dit Stuk, bepaalde de Meerderheid der Stemmen, dat de Breede Raad weder zou vergaderen, ter nadere Raadpleeging over 't zelve. Om het beftaan der Burgeren in een haatlyk licht te doen voorkonen, hadden eenigen, intusfèhen, opgenerkt, dat men het Getal der Ondertekenaren wel op de helft zou kunnen vermnderen, wanneer de Roomfchen, Luberfchen, en Doopsgezinden daar van weren uitgezonderd. Deeze laage trek om ïezindheidshaat in 't fpel te breno-en, en ?weedragt te verwekken, hadt eene'teenovergeftelde uitwerking. Men zag deelye aan met eene afkeurende verontwaariging. Deeze vertoonde zich op de Bur;r-focieteit ten fterkfte. Zo ras men lar, dit blyk van Onverdraagzaamheid 3orde, verbeeldde men de Drie gemelde odsdienftige Genootfchappen, met dat :r Heerfchende Kerke, door vier Roeers, met den zelfden Vaderiandfchen rank gevuld, ftortte denzeiven in één las ondereen, en bragt dit elkander toe, De  VERENIGDE NEDERLANDEN. 205 De Breede Raad, ten beflemden dage vergaderd, wilden eenigen het daar heenen wenden, dat dé bedenkingen van zyne Hoogheid, eer men tot een Befluit tradt, zouden ingenomen worden. Een Raadslid fprak, om dit aan te dringen, J wydluftig over de duure verpligtingen,. die het Gemeenebest in 't algemeen, dit: Gewest, en de Stad Groningen in 't byzonder, aan het Huis van Oranje hadt; doch hy vorderde daar door niets ter bereiking van zyn doel. Eene meerderheid van twee Stemmen, voor het gunftig befluiten op het Adres overwoog de tegenovergeftelde Party. De Stadhouder, van deezen loop der 1 zaaken binnen Groningen verftendigd, be- \ antwoordde dit fchryven op eene wyze,. die Burgemeesters en Raad, Oud en Nieuw, benevens Taalmannen en Gezwooren Gemeente, bewoog tot de volgendeoordeelvelling en handel wyze. „Dat, „ aangezien, by die Misfive, door zyne „ Doorlugtige Hoogheid, geene redenen „ van Bezwaar omtrent de Wettigheid „ der hier gedaane Keuze, of de Quali„ teiten van de gekoozene twee Raadshee„ ren en den Gezwooren zyn bygebragt, „ de Zittende Raad zal worden verzogt, „ gelyk gefchiedt by deezen, om conform „ de Breede Raads Refolutie van den zeven„ tienden Maart jongstleden, de Heeren „ H. W. Hoving, L. B/Lochman, „ als Raadsheeren, en den Heer W. H. „ Hoving, als Gezwooren, de Eeden „ daar toe (taande, te ftaaven, houdenXIII. deel. O d© XXXVL (10 ek. I78Ó. 't Zelve ;aat met ene kleine vleerderleid door. )eBeé'edi« ;i»g ■oortge:et.  2io DE REPUBLIEK DER XXXVI. 20EK. 1786. Hoe deswegen aan zyne Hoogheid kennis geseeven. „ de alzo de zaak, conform gemelde Re» „ folutie, voor afgedaan." Geene verandering hier in baarde eene bekxfde, ingewagre en toegezondene Memorie van zyne Hoogheid, ten betooge van zyn Regt tegen het genomen Befluit des Breeden Raads: zes en twintig tegen dertien Stemmen ftelden vast, „ dat de „ Breede Raad, als nog perfifteerende by „ haare genomene Refolutie van den ze„ ventienden Maart, by refcriptie, aan zy„ ne Doorl Hoogheid, in civile en de„ cente termen, behoorde kennis te gee,, ven, van de ontvangst deezer Memo„ rie, en daar benevens te verklaaren, — dat Burgemeesters en Raad, Oud en „ Nieuw, fampt Taalmannen en Gezwoo„ ren Gemeente, als reprefenteerende de „ van ouds erkende, en nimmer, ook „ niet by de Confociatie met de Omme„ landen tot ééne Provincie, afgeftaane „ Souverainiteit deezer Stad en Burgery ,, op herbaalde en inftantelyke begeerte „ van verre het grootfte en notabelfte ge„ deelte hunner Medeburgeren, de voor,, noemde Refolutie, naa rype Deliberatie, „ hebbende genomen en gearresteerd, „ en van dezelve aan de Burgery, in „ antwoord op derzelver Adresfen, ken„ nis hebbende gegeeven, daar in, als „nu, geene alteratie konnen maaken, „ noch gedoogen (*)/' Groot (*) .V. Ntdert. Jaarb. I7g<5. bl. 405. 516. 735. Zie ook den Tegenv,>oord'*e Staat van StadtnLar.de J. Cseis I. Stuk bl. 110 iip.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 21 f Groot genoegen fchonk dit der Burgerye; dan was deeze daar mede niet voldaan, de wegneeming deezer zwaarigheid, bragt haar andere binnen, waar over zy een Adres aan den Breeden Raad opftelden, en ter tekeninge lagen. Ter gelegenheid van eene eigendunklyke Afkeuring van twee wettig verkoorene Raadsheeren, en éénen Gezwooren, door den Erfftadhouder, in 't begin deezes Jaars, en het daar uit gevolgde, hadden zy, gelyk zy fpraaken, duidelyk kunnen befpeuren, dat het zogenaamde Reglement Reformatoir, anders door zyne Hoogheid dan door hun Ed. Mog., werd verftaar en uitgelegd: want offchoon de gevoelens door omtrent acht honderd Burgers. deswegen voor hnn Ed. Mog. opengelegd, en door hun Ed. Mog», als dc hunne overgenomen waren, hadden zj egter, me.t de grootfte ongerustheid, gezien, dat de Stadhouder tegen alles niel alleen ten ernftigfte protefteerde; maai zelfs de uitlegging van het Reglement < of eenige Artykelen, hoewel zuiver Stedelyk, wilde ftellen alleen ter bevoegdheid van de Heeren Staaten van Stad et, Lande, met Concurrentie van Hoogstden zeiven, en dus de van ouds erkende, on betwistbaare en nimmer afgeftaane, of it 't minst gederogeerde Souverainiteit del Stad en Burgerye van Groningen onder; werpelyk te maaken, aan een Provinciaal Staatsbefluit» Zy bragten in 't midden, dat Taalman* O & mn xxxvi. IJfO EK. 1786". Adres def Burgerye ter Tekening gelegd , om het Stads Regeerings Reglement te herzien, en de Burgery op lê roepen»  aia DE REPUBLIEK DER XXXVI. BOEK. I786'. (*) Zie hier boven bl. aae. nen en Gezwooren Gemeente te rug ge« eischt hebbende, hunne Roeping in alle zaaken het welzyn der Stad en Provincie raakende, 'er een gefchil was gereezen, en thans nog hing, tusfchen de Heeren Burgemeesteren en Raad, Oud en Nieuw, en gemelde Collegie over welke zaaken laatstgemeïde al, dan niet, geroepen moesten worden (*). „ Uit welke aangehaalde Punten," zo lieten zy zich verder woordlyk hooren, 1» reeds ten overvloede bleek, dat het zo ». genaamde Reglement Reformatoir, in » plaats van een duidelyk Rigtfnoer in „ alle zaaken van Regeering der Stad n Groningen te zyn, en een vast Stelzel •> voor het welzyn der Burgermaatfchap» pye uit te leeveren, thans werklyk de » Speelbal was van onderfcheidene Begrip» pen en Belangen, om te gebruiken naar * eene byzondere Comenientie, en, ten »-» zynen tyd, een Werktuig zou kunnen » worden om de waare Burgerlyke Vry>• heid, en de Nationaale Belangens, dea' „ bodem in te flaan. „ Een toeftand van zaaken y welke de >, Ondertekenaars met zulk eene angstval, lige vreeze heeft vervuld, dat zy, om • hun duuren Pligt, het Algemeene Wel» zyn, boven alles te behartigen, ver» meenden, in deeze dagen, en wel voor » al by het naderen der aanfiaande Keu- " ren  VERENIGDE NEDERLANDEN, a 13 „ ren, op dat de zaaken niet uit haar „ geheel mogten komen, en om de goe„ de Ingezetenen 'van hunne gegronde ,j vreeze te ontheffen , eene Herziening „ over alle deelen -van de Regeerings Con„ flitutie der Stad, in deszelfs onderfchei„ dene wyzen van Reprefentatien, op eene „ wettige wyze, gefchiedde. — Het welk, „ naar hun begrip, niet wel anders kon „ en mogt werkftellig gemaakt worden, dan door eene Oproeping van het Vilk, om zyne Geconftitueerden te ftellen; ten einde met Gecommitteerden uit 11 den Breeden Raad, gequalificeerd te worden, de Bezwaaren, welke een iegelyk der goede Ingezetenen omtrent " alles, in welk zy de Herziening der ", Conftitutie vermeenden noodig te zyn, te ontvangen en in te neemen. Op " dat, naa gehoord Rapport dier ingebragte en voorkomende Bezwaaren, s" diezelfde Commisfie, of eene andere, " by het Volk, zo verre hunne Gemagtigden aangaat, kan worden benoemd om een Plan ter Verbeteringe der Conflitutie, met die van U Ed. Mog. te formeeren, om, met goedkeuring der „ Natie, gearresteerd te kunnen worden. „ Het was om alle deeze redenen, dat zy, bezield met eene eerlyke en onbaatzugtige zorge, met de welmeenendfte gevoelens van Liefde en Trouwe voor „ het lieve Vaderland in 't algemeen de „ Stad Groningen en derzelver wettige O 3 R&- KXXVI; ÏOEK. 1786.  «4 DE REPUBLIEK DER XXXVI. boek. Dit verzoek toegeftaan. i < ) ] ] ] ] < ( < „ Regeering in 't byzonder, vrymoedig » en eerbiedig van. hun Ed. Mog. vera zogten, eene wettige Oproeping van hei „ Folk. ,, Dan, om tot die Oproeping 'gevoe* gelyk, en zonder verbreeking der'goede ». Orde,tegeraaken, verzogten zy hun Ed. SI Mos. uit hun midden eene Commisfie » te benoemen, die met een convenabel >, getal uit de Ondergetekenden, door » hun Ed. Mog. te verkiezen, mogten »i overleggen en opmaaken een gefchikt u Plan dier Oproepinge; op dat, naa ge- hoord Rapport en opgevolgde Goed», keuring van hun Ed. Mog.\ dezelve, .» by wyze van Publicatie, ter kennisfe » van het Volk gebragt werde." Een aantal van negen honderd vier en Jertig Burgers en Ingezetenen onderfchree/en dit Verzoekfchrift. Ingeleeverd zynïe op den elfden van Wintermaand, ftondt ie Breede Raad het gedaane Verzoek toe, :n benoemde uit hun midden , tot opmaating eens Plans ter Volksoproepinge, den ïurgemeester van Sysen, de Raadsïeeren Siccama en Fockens, den Je er Taalman Buning, en de Heeren jezwoorens Entrup en ten Berte, benevens den Syndicus Tiddens, :n by diens ongefteldheid of noodwendig fweezen den Secretaris Gockinga. Jit de Ondertekenaars des Verzoekfchrift Ie Heeren Dr. R. H. Eyssonius, P. Modderman, Udo Ringels, T.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 215 X. T. Sickens, A. Potholt en Hek m, K y f f (*). Het Tweede Lid der Stads Regeennge te Groningen, 't geen zich deezer wyze deedc gelden', in laaken het Stadsbeftuur betreffende, en over welks hereischte Regten het gefchil nog onafgedaan hing, oordeelde, tot de Handelingen van den Landdas opgeroepen te moeten worden, om over alle zaaken, daar voorvallende, te ftemmen en te befluiten, als, volgens het befchreeven Stadsboek van den Jaare Mccccxxv.een mede integreerend Lid van de Souverainiteit. Zy hielden hei daar voor, dat de tegenwoordige omltan digheden, waar in zich dit Gewest, ne vens de geheele Republiek, bevondt, vai dien aart waren, dat het agterblyven vai Taalmannen en Gezwooren Gemeente vai den Landdag ligtlyk een onherftelbaar fchade, niet alleen aan dit Gewest, maa ook aan de ganfche Republiek, zou kun nen toebrengen. Veel viel des te doen met den Zitter den Raad. Men zogt dien eisch te vei fchuiven, en zou dezelve niet voldaa geworden zyn, indien een agtbaar Rs gent, overtuigd van de noodzaaklykheu onderfteund door eenigen uit den Ou ■ Raad, het Voorftel niet gedaan hadt, oir hangende de raadpleegingen over welt za (*) Extract uit het Boek van Breeden Raads R folJien ter Stads Secretarie in Groningen U tB Dec. 178Ó, O 4 XXXVI boek. 1786. Taalmanr nen en GezwoorenGemeente zoeken ten Landdame geroepen te worden» l 1 1 j r , Daar toe\ gelaateti» a L d • , ;e 1- s-  XXXV!. boek. Hoe mei in Herfst maand Of de Verdee diging van Groningen bedagt was. I « 2x6 DE REPUBLIEK DER zaaken de Taalmannen en Gezwooren Gemeente al dan niet, zouden geroepen worden dezelve tot alle Landfchaps Onderhandelingen toe te laaten. Een voorftel, met de meerderheid van ééne ftem, doorgedrongen. Waar op zy, volgens de v1r|heS^' ^ t6n Landd^ Te midden van alle deeze verrigtingen, het Stads- en Staatsbeftuur betreffende, het men geenzins na den Wapenhandel aan te kweeken. Het gewettigd Wapmhandelend Genootfchap der Stad Groningen, voor onze duurste panden (f), telde thans vyf honderd Man behalven nog zestig Kanonniers. Oe Schuttery-ftondt met hetzelve in een gevoelen omtrent de verdeediging der Mad. Immers , ter helft van Herfstmaand toen het voorgevallene te Hattem en Elburg zo veel woelings in den Lande veroorzaakte, diende de Krygsraad door deszelfs Gecommitteerden, waar by de Ge committeerden der achttien Compagnien en de Gecommitteerden van 't Genootfchap van Wapenhandel zich voegden ïen Verzoekfchrift in, dat uit het midlen van den Breeden Raad, ten fpoedigten , zodanige Gecommitteerden mogten vorden benoemd, met welken de Onderekenaars, of eenigenhunner, zouden kunnen n 6o/W' ^ *" Neder-Rhy^1- D.W. S92. Cot, (t) Zie cnze Vetert, Hlst, XI. D. fel. 32a,  VERENIGDE NEDERLANDEN, fcjjr nen raadpleegen ter beraaming van zodanige middelen , wyze en orde van Verdediging, zo voor de Stad, wagtdoende Burgers, als het Genootfchap, en 't geen daar toe betreklyk zou kunnen zyn; als mede. dat hun Ed. Mog. tot die Commisfien één of meerder bekwaame Ingenieurs geliefden te benoemen, alles met dien eerbiedigen aandrang tot fpoed en voortzetting, die het gewigt der zaake vorderde. Zy erkenden, dat zy het reeds omtrent de Wapening en Wapenhandel vergunde en befchikte door de Regeenng, hoe veel het ook ware, „ in de tegenwoordige „ allergevaarlykfte en zorglykfte omftan„ digheden, waar in het lieve Vaderland, „ door het openen van een Burgerkryg, in één of meer onzer Provinciën, en „ zelfs het vyandlyk gebruik der Wape„ nen onzer Bezoldelingen tegen hunne „ Medeburgers, zo onverziens gedom„ peld was, geenzins toereikend vonden „ ter Afweering van inwendig of uitwen„ dig Geweld, en ter Befcherming hun- „ ner duurfte Panden." • De Benoe- ming gefchiedde. Op 't verzoek der Burger Schuttery. waren, tot derzelver dienst, fcherpe Pa troonen vervaardigd, en zouden deeze in het Stads Magazyn, in een Kist er achttien onderfcheidene Zakken, bewaarc worden. Doch, daar de hewaaring diei fcherpe Patroonen, op ëéne plaats, hui niet in ftaat ftelde om zich tegen onverhoed fche aanvallen te dekken; dewyl in geva O 5 vai XXXVI. BOEK. 1736- Hefcliikking op de fcherpe ; Patroonen. ï l 1  ai3 DE REPUBLIEK DER BOEK. i?S6. Nadere fchikkinf» ( op deWa- , penhandel. 1 n f< V' h h v fa I van onverhoopt Oproer, het bezetten dier eene plaats, de Schutters van allen noodigen Krygsvoorraad, ter weeringe van opftand en ter befcherming hunner Re^eennge, Medeingezetenen, en Bezittingen, zou berooven, en zy dus de geheele Stad ten prooi van een oproerigen hoop zouden moeten overgeeven, verzogten zy de Regeering, dat ten allerfpoedigften aan ieder der achttien Vaandelen, één dier zakken mee Patroonen mogt worden uitgekngd, om ten huize van den Vaandrig te-berusten; dat een dergelyke hoeveelheid van Patroonen op de Hoofdwast id bewaaring gegeeven, en het getal der uitgelangde Patroonen in het Magazyn terftond weder aangevuld zou worden, Men verftondt in die verbeterde fchikdiig en vermenigvuldiging. De Wapenhandel der achttien Burgerrompagnien, in twee Bataiilons verdeeld, :reeg de vereischte fchikking. De Schuters ftelden de Officieren van beiden aan. 3e Krygsraad, re vooren door Hoplieden vertoond, werd thans gehouden door alle !e Officieren, tot te meerder vastheid in één chaam vereenigd, die een Secretaris beoemden. Punten van Verbintenis, tus:hen de Gecommitteerden, Officiers en chutters, naar welke zv zich te regelen adden by het Genootfchap van Wapenandel, werden beraamd. — Een gedeelte an het Wapenhandelend Genootfchap, sdt zich reeds eenigen tyd geleeden, innen 'shuis geoefend in het behandelen van  VERENIGDE NEDERLANDEN. 219 van 't Kanon; dit werischte het thans in het open veld te doen; doch niet dan met voorkennis van den Raad, waarom zv dit hun voorneemen daar te veritaan gaven. De twee Hoofd - officieren met deeze Boodfchap gelast, werden voor de kennisgeeving door den Voorzittenden Burgemeester bedankt (*)• ' , In de Ommelanden nam de Wapenhandel fteeds toe; de Genootfchappen, thans alle gewettigd, maakten in dezelve meer dan zeven honderd Man uit; met vondt ze te Hoogezand, Wmfchooten , Veendam, Beneden Pekel Aa, Boven Pekel Aa, Bajlc en Rasquert, Wintzum en Belhngeweer, Middelflum en Doolbert, Ober gum en Maar huizen, Andeh Eendrum, Onderendam, Wadhuizen en Hoorn, Wtne, Appmgedam. Lopperfum, en Eduart, De OldAmp /er Boeren bleeven nog vreemd van dee ze Maatregelen, en aan het oude ge ^By^het tweede Lid van Staat in Stat en Lande hadden eenigen reeds voor lan ge bedagt geweest om \ geen zy voo: Misbruiken en Inbreuken hielden, tegei te gaan; doch men was 'er niet openlyl voor uit gekomen, dan in het afloope: des laatst verftreeken Jaars? toen cleez Pai (*) Verzameling van Stukken by ]. A. de ChaI.mot XX. D. bl. I3S-M5- N.Nederl.Jaarb. ,780. fel, I2t4. 1367. .7 1 f. (-J-) N. Neder/. Jaarb. 1786. bl. 1367. Vergslj* 9112.C Vadert. Bist. XI. D. tó. 32S- XXXVI. BOE E. 1786. Gefteldheid des Wapenhandels in de Omme'tanden, l De Ommelanden op " Herftelbe: dagt. I E l  XXXVI. boek. irM. Tweeledig Voorftel van de ,Sandra Veldt- MAhl. \ i i ] 1 j t c i i I f a b d a W é H tl éi 220 DE REPUBLIEK DER Party zich deedt gelden; maar zy moest ten deezen Jaare het onderfpit delven, üelangryk genoeg is deeze byzonderheid om ze uitvoeriger te melden. 't Was, naamlyk, by de Beftelling der Commisfien in de Ommelanden, in 't gemelde Naajaar, dat de Meerderheid van drie en dertig tegen twintig Stemmen van het ïivelmgo Kwartier, op een tweeledig Voorftel van den Heer H. de Sandra Veldtman, Heer van Slogteren, wegens de Aanbeveelingen en Gecommitteer3e Raaden, door het Befluit des Voorzitters gewraakt, goedvondt, de Aanbevelingen van zyne Hoogheid, voor het vervolg, af te fchaffen: om dat dezelve, ïuns oordeels, in geen Wet of Regleuent gegrond waren, en de vrye Keuen daar door te zeer belemmerd wier- ;en- Als n^de om de Gecommitteer- e Raaden der Ommelanden voortaan niet aeer aan den Stadhouder ter Goedkeumge over te zenden: om dat zulks, huns edunkens, volgens het Reglement Rejrmatoir, aan Hem niet toekwam; maar Heen van de Provinciaale, zo binnen- als ■Menlandjche Commisfien, dat is, van Gemuteerde Staaten en Rekenmeesters Provinaal, en van de Generaliteits Posten. - Iet deeze twee Voorftellen Hemden in in en twintig, of wel de Helft der Sternen van het Himfihgo Kwartier. Onderisfchen wilden een gelyk getal van één i twintig Stemmen in het Hunfingo Kwaren de tegenwoordig zynde Leden van  VERENIGDE NEDERLANDEN. 221 van het Wester Kwartier, op twee naa, zich, ten aanziene der beide voorgeftelde Stukken, aan het voorige Gebruik houden De Voorzitter vondt goed overeenkoniftig dit laatfte gevoelen te befluiten. Hier op volgde, naa dat alvoorens de Begeeving in 't Hunfingo Kwartier, voleens de lyst der Recommandatien was afeeloopen; en in Fivelingo Kwartier msselvks dezelfde Perfoonen waren geicoozen, behalven één ander tot Rekenmeester Provinciaal, en zes anderen tot Ordtnaris en Fxtraor dinar is Gecommitteerde Raaden der Ommelanden, dat de Halrfcheid der Stemmen in Hunfingo, met ds aroote Meerderheid in Fivelingo Kwartier., benevens den Heer G. van Stallen* in het West er Kwartier, hunne 1 egenver klaaring tegen het onwettig opgemaak Befluit des Voorzitters aan zich behiel den: dewyl zy begreepen, dat de Stem men ftaaken, en dus beflooten hadt moe ten worden, niet volgens ingevoerde Mn bruiken; maar overeenkomftig de vastgi (lelde Wetten en Reglementen. Aanteke ningen en ïegenaantekeningen werde onder de Leden der Ommelanden mtg< wisfeld; terwyl men inmiddels voortvo« om de verkoozene Perfoonen alle, vo gens het genomen befluit, aan zyne Hooi heid ter Goedkeuringe over te zenden. De Helft van Hunfingo en de Meerde heid van Fivelingo Kwartier, in afzonde lyke Brieven, den toedragt des gev£ blootleggende, waren den Stadhouder a SXXVI, boek. Ï706. Aankantingcn tegen dit Befluit. ïl X L- r- 3 r- Zyne r. Hoogheid fclvryft aan lS de Mism noegdena m  XXXVL boek. I7«6". en ftelt de andcrePai-. t"y in*i gelik. i $ » i »< »■ i " "v"* "j vcmuuvvue oat zuiks geen 3J zms 222 DE REPUBLIEK DER om gehandhaafd te worden by de Wet< ten en Reglementen. Welhaast ontvingen de grootfte Voorftanders wederfchrvven van zyne Hoogheid, waar in deeze betuigde „ niets meer te verlangen, dan » dat alle Misbruiken en onwettig inge" yoerde P^ktyken, geweerd; en dat dé * bezwoorcne Wetten en Reglementen, i tot Welzyn van den Lande, en tot . Confervatie van onderlinge Rust en - Harmonie, op het kragtigst gehandhaafd > en tegen allen inbreuk beveiligd wor' den° " Dat hy, het hangend Gefchil . overwoogen hebbende, niets gevonden ' 7dt' dat aan h»n, en de verdere Leden der Regeermge, die van die gedagten geweest waren, eenige reden kon geeven, om zich over Infractie van 's Lands Wetten te kunnen beklaagen; maar dat door hunne Medeleden overeenkomftig de Fundamenteele Wet gehandeld was, en dat zy niets verrigt hadden, waar over hunne Medeleden zich m?t regt konden bezwaaren. * Het was niet zonder aandoening, dat hy deeze Nieu. Wigheden hadt vernomen, welke hy befchouwde als kunnende ftrekken, niet aJleen tot krenking van het wettig aan Hem, als Erfftadhouder, opgedraagen Gezag; maar wel voornaamlyk om te ondermynen, en zelfs totaal om verre te werpen, de thans fubfi-ileerende Regeringsvorm, en om een allergevaarykfte Tweefpalt te doen gebooren wor-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 2*3 „ zins de Intentie zou zyn van H. H. „ W. G. en van de verdere Leden der \\ Regeeringe, die van de genomene Con„ clutie gedisfentieerd hadden; maar,de„ wyl men niet genoeg bedugt kon zyn „ voor de gevolgen, wanneer de bander. „ der Maatïchappye waren losgerukt, er „ het vuur van Tweedragt ontftooker „ was , oordeelde hy zich verpligt on „ H. H. W. G. en bovengemelde Hee ren, op het ernltigfte, te verzoeken „ om van hunne gedaane lnftantien af t< „ zien, zich aan de fubfifteerende Con „ flitutie en het Reglement, 't welk daa „ van de Fundamenteele Wet is, te hou „ den, en de goede Harmonie met dei „ zeiver Medeleden te onderhouden." De Heeren F. F. Baron van In- e Kniphuisen, Heer van Ulrum, E. J Tjarda van Starkenborgh, Hee van Drunningen, die van wegen Hunfing en de Heeren de Sandra Veld: man, Heer van Slogteren, J. Me tïngh, en J. J. Niehoff, die vs wegen Fivelingo Kwartier onderfchreev< hadden, en in den Brieve des Stadho ders voornaamlyk bedoeld werden, bear woordden te gader denzelven. In hun w derfchryven te verftaan geevende, wel £ wenscht te hebben, dat zyne Hooghei geduurende zyn aan weezen in Gromng land, hadt kunnen goedvinden met d een of ander hunner over de op hand zynde Begeeving der Commisfien te fpr ken. „ Zedert vier Jaaren," fchry\ 'i XXXVI. boek. 1J36. L L » t II AntWöorfi aan zyne ' Hoogheid van de '>■> Misnoeg- f- den. SXI :n atee- U ,r. en en ;een  224 DE REPUBLIEK DER XXXVI BOEK. 9 9' » ■ zy, „ hebben wy onze poogingen aangek » wend, en gansch oflgeratresfeef.de Aan» biedingen, tot onderlinge Harmonie ge9> fchikt, laaten doen, die, wilde men niet * onbillyk zyn, en nis independent van » een ieder regeeren, niet van de hand » moesten zyn geweezen;dan, in de plaats 99 van ons met Antwoord te verwaardi>» gen, heeft men zyn best gedaan om ■» de Meerderheid van Stemmen te beko- 19 men. De Confervatie van Vrede » en Eendragt, die het U Doorl. Hoog,> heid behaagd heeft, aan twee der Ver»>' tekenaaren te recommandeeren, gaf eg99 ter aan hun en de hunnen eene gegron11 de hoop, dat hetzelve ook aan ande9, ren zullende zyn aanbevolen, de voor 19 handen zynde Begeeving op eene bil» lyke wyze zou zyn gereguleerd. —— >9 Dan, naauwlyks hadt U Doorl. Hoog1, heid deeze Provincie verlaaten, of wy » werden van ter zyde geinformeerd, dat , alle onze goede Vrienden, in de agter, gelaatene Recommandatien van U~-D. , Hoogheid, wederom geheel waren ge- . pasfeerd. Dit frappeerde de Com- . paramen ten allerfterkften, terwyl het , hun teffens indagtig maakte, dat zy, , zedert het Gouvernement van U Doorl. 1 Hoogh. Vrouwe Moeder gl. ged. en , dat van U Doorl. Hoogheid, fuccesfivelyk door Drie Broeders zyn beheerscht geworden; dat de geheele Ommelander Regeering, van dien tyd . af aan , en van tyd tot tyd meerder, is geworden „ eene  VERENIGDE NEDERLANDEN. 22$ „ eene Familie Regeering, aan dewelke ^ „ byna niemand anders deel konde kry- i „ gen, dan door eene blinde Subrhisfie ■ „ aan dezelve; dat de Leden derzeive, 1 „ van tyd tot tyd, in alle Kwartieren, „ naar gelegenheid van zaaken, zyn inge„ plant geworden, om gelegenheid te „ hebben, dezelve, ten kosten van de „ oude Comparanten, met Ampten te „ voorzien. Dat, onder die Fami- „ lie Regeering met haar aankleeven, „ niet alleen onbekwaame, maar zelfs 011„ waardige Perfoonen, met Ampten, van „ tyd tot tyd, zyn voorzien geworden; „ zo dat de geheele Intentie van het Re„ glement van U Doorl. Hoogh. Heer „ Vader gl. ged. niet alleen is vernietigd „ geworden; maar de Ommelander Regee„ ring geheel is geworden, de Regeering „ van één Ariftocraat; hoe zeer ook, by „ het Reglement van mdclix verboden is, dat iemand zich met de zaaken van „ een ander Kwartier mag bemoeijen, en „ Hoogstdenzelven boven dien de Ari„ ftocratie van Verfcheidenen, zo duidelyk „ by het Reglement Reformatoir heeft „ tragten te beletten. — Dat de Hoog- moed dier begunftigde Heeren een vol„ komen kleinagting, ja zelfs zodanige „ veragting voor de Comparanten heeft „ te wege gebragt, dat de Recommanda„ tien van U Doorl. Hoogh., niet dan „ kort vóór de Verkiezinge, zyn voorge„ leezen geworden; en haare gunstflegts „ aan zoramigen is verzogt. — U Doorl. ■ illl. DEEL. P „ H00g- ^XXVI. IOEK. 786.  226- DE REPUBLIEK DER XXXVI boek. 17Z6. * Koogheid zal das ligtlyk bezeffen, hoe „ hard, ja ondraagelyk, het is voor vrye ,* Régenten, dewelke meenden, doorliet Reglement van mdccxhx, rondsom „ in hunne oude Vryheid te zyn hern field, en allen even veel deels aan de „ Regeering te hebben, thans, en ze„ dert veele Jaaren, door één enkeld Per- foon "van huns gelyken, zo hard als on- billyk en onwettig, te moeten worden „ geregeerd, en van allen aandeel in de „ Regeering uitgeflooten, een Juk dat *, ons zo ondraagelyk is geworden, dat „ het beter zoude geweest zyn, dat de Direcie Dispofitk aan U Doorl. Hoog- „ heid hadde geftain. Het is, in- 0 tusfchen, Doorl. Vorst! verre van ons, dat wy U Doorl. Hoogheid zouden „ verdenken, door deszelfs Recommanda- tien, daar aan deel te hebben ; in tegen„ deel, weeten wy, dat weinigen dier i, begunftigden aan U Doorl. Hoogheid „ bekend zyn, althans niemand der par„ ticuliere Comparanten . van tyd tot tyd, „ tot Gecommitteerde Raaden gecommit„ teerd; maar het is alleen het vertrou<, wen, het welk U Doorl. Hoogheid op ,y één Perfoon gefield heeft, en het mis„ bruik dat daar van gemaakt is.'* In deezer voege zich ontlast hebbende van het ongenoegen, *t geen hunnen geest vervulde, over de Annpryzingen, vaaren zy voort, om 't geen door zyne Hoogheid , uit het Reglement des Jaars ïüDecxLix, ter wettiging van zyn ge-  Verenigde Nederlanden, houden gedrag was aangevoerd, te wederlegsen, byzonder wat de Goedkeuring der Gecommitteerde Raaden betrof.. — Voorts onderzoeken zy, of de Waardigheid, Magt, en Gezag van den Stadhouder zou worden benadeeld, byaldien hy dv Goedkeuring van Gecommitteerde Raaden niet hadt, en tragten aan te toonen. dat, daar dit Collegie geene betrekking tot de Regeering, Generaliteit, Provincie of Ommelanden meer hadt, dan dat ledei Comparants werk beftondt in het beftuu r-n der Ommelander Domeinen, en hunne handelingen nooit onder het oog of tei overweeging van zyne Hoogheid kunnen de komen, de Waardigheid des Stadhou ders, dooi- het hebben der Goedkeuring nie kon vermeerderd, of door het niet heb ben niet kon verminderd worden. Scham per voegen zy daar nevens; „ Welk eei ~i belang zou U Hoogheid kunnen heb i, ben, of, uit het Getal der Eigenerfd< Boeren, by voorbeeld een Jan Pie teRs of Geert Harms, die pos ,> bekleeden, dan alleen om diens Pei „ foons wille, door wien dezelve aa: a Hoogstdenzelven wordt gerecomman i, deerd? Indien iemand durft pofeeren „ dat het Art. alzo moet worden geir é, terpreteerd, ter handhaavinge van he ü Stadhouderlyk Gezag, dan zal het oo verder geinterpreteerd moeten worden dat aan Ü Doorl. Hoogheid comp< teert de aanltellinge van Schippers, de u zeiver Secretarisfen en Ontvangers Pa » XXXVij BOEK. i É i » .t i 4 S*  as8 DE REPUBLIEK DER XXXVI. BOEK, 1786'. » door de geheele Provincie; en men zon ?> zich niet behoeven te verwonderen, » dat de laagheid van deezen en geenen >, wel zo verre zou' kunnen gaan, om „ zulks, naar gelang van tyden, te fouteneeren." „ En wat de Extraordinaris Gecom» mitteerde Raaden betreft, wier werk „ eenig en alleen beftaat in het inneemen f> van der Rentmeesters Rekeningen, en „ bevoorens een Inkomen van Twaalf „ Guldens genooten, het welk voor korte ., Jaaren tot Twee honderd Guldens is„ver„ hoogd; indien iemand durft fielten, dat „ U Doorlugtige Hoogheid, daar by is gemteresfeerd, dan blyft'er geen Arapt » of Commisfie by de Provincie of der,i zeiver Leden meer overig, waar van „ aan U Doorl. Hoogheid de Beftellinge „ niet zou competeeren. Eindelyk „ moeten wy de vryheid neemen om U „ Doorl. Hoogheid in bedenking te gee„ ven , wanneer in eenig Artykel van het „ Reglement eenige Omisfie waarlyk plaats „ heeft, of eenige woorden moeten geinterpreteerd worden, of niet, in zul„ ke gevallen, het Regt, de Billykheid, » en eene Gezonde Staatkunde vereifchen, „ dat zulks altoos diende te gefchieden „ zo als hetzelve meest met het Natuurlyk Regtder Natie, en deszelfs voori„ geVrybeden, overeenkomt?" _ Zy befluiten deezen langen Brief, waar ait wy eenige trekken ontleenden, op deezen dringenden trant. — „ Wy verzoeken, » der-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 220 „derhalven, U Doorl. Hoogheid! op „ het inftantelykfte, deeze onze gronden » ernftig en onbevooroordeeld te willen 5, overweegen, of door Onpartydigen te „ laaten onderzoeken. Wy infteeren U „ Doorl. Hoogh. ten fterkften, zulks met „ alleen te doen onzenhalven; maar voofc„ al ook om Hoogstdeszelfs Eigenbelang „ en Reputatie, die hier door te zeer „ worden gecompromitteerd. Wy fom„ meeren hier op U Doorl. Hoogh. te fterker, om dat wy, uit de Misfiven ,] van U Doorl Hoogh. omwaar worden, " hoe zeer U Doorl. Hoogheid reeds is vooringenomen,- en teffens, daar wy „ Ons en de Onzen, thans zo verre in Z deezen hebben ingelaaten, ons befpot„ telyk, ja veragtlyk, by de Natie zou„ den maaken, indien wy naa-laatig blee„ ven, om alle onze poogingen aan te '„ wenden, en zodanige middelen by de " hand te neemen, waar toe wy ons ter bereikiage van onze zuivere oog ' merken, geregtigd zullen oordeelen Terwyl wy teffens U Doorl. Hoog heid,"hartgrondig en opregt verzeke „ ren, zulks met gevoelens van fmert et ,, leedweezen te zullen doen. Wj „ wenfchen niets vuuriger, dan dat d< „ Vrede en de Eendragt onder alle d< [[ Comparanten meer en meer aange „ kweekt en beftendig bewaard mogi „' worden; dat U Doorl. Hoogheid wor t[ de bemind, hooggeagt en geërbiedigd „ dat de Stadhouderlyke Waardigheid P 3 „ to XXXVI. BOEK. » t  S3<3 DE REPUBLIEK DER XXXVI. boek. I?86. Gevolgei 4aar van voor die Meercn. Db SandraVeldtMan by Vonnis van den Landdag geweerd » tot in het kate Naageflacht moge wor»* den bevonden de Zugt der Natie, de „ Pylaar hunner Vryheid, en het Mid„ del hunner Voorfpoed, tot al het wel„ ke wy onze Perfoonen, alle onze poo„ gingen, ja al het onze, aanbieden." 1 Deeze flappen dier Ommelander Heeren hadden ten gevolge, dat de Fleer van Starkenborg, in des Stadhouders antwoord op de toegezondene Lyst der verkoorene Perfoonen geheel wierd voorbygegaan; gelyk ook de zes aangeftelde Gecommitteerde Raaden in het F yelingo Kwartier, zich geweerd zagen, en de bevoorens Gecommitteerde Perfoonen in derzelver plaats gefield. De Heer de Sandra Veldtman^ die de Voorflellen ter baane gebragt hadt, liep by de Tegenftreevende "Party meest in 't ooge. Hy werd door hun befchreeven, „ als een Nieuweling, die nog in >, de onmogelykheid was om genoegzaa„ me kennis en weetenfchap in de Om« meiander Regeering te hebben, en die ,, daarom, volgens het Ommelander Re~ „ glement, geene Ampten en Officien al„ daar opgeteld, voor als nog bekleed'en „ kon.'' — Op welk gezegde hy betuigde, s, In den korten tyd van ander half Jaar „ zyner Admisfie ten Landdage, zo veel, „ by ondervinding te hebben geleerd, dat hy, naar 't licht, 't welk hy van den Hemel hadt ontvangen, liever verkoozen hadt, in zyne vroegere Jaar en, met & zo veelen van zyne Mede - comparan- :» ten s  VERENIGDE NEDERLANDEN. 931 ten tot Bewaaring of Herftel van der" zeiver Regten en Vryheden uit te kow men, en mede te werken, dan m zyl Tlaatere Dagen, by continuatie.dooi Amoten verrykt, met reden beicrmi " digd e kunnen worden, dezelve aar " Snbelang of Heerschzugt te hebber ^Sf» - Hem hing een zwaart e lot over 't hoofd dan anderen, en tro hem met de daad. In Lentemaand wen hy gedaagd om te verfchynen voor ee Sgtbank van negen Heeren. Monlu Heeren genaamd, door den Stadhoud fangefteld; zyne zaak werd door de ku digfte Advocaaten bepleit; doch de Re ffi oordeelden, hem van den Landda te moeten afwyzen, en van de Rege ng uit te fluiten. — Veelen oord* den hem een Lotgenoot van den Ridd VA N DER CAPELLEN TOT D E N P OJ die in Overysfel, Jaaren geleeden, de z tins ten Landdage ontzegd was CO, ' kof het niet mifcn, of zulk een Vont baarde, in deeze dagen, niet weinig o Ziens en vinnige aanmerkingen m. De denkwyze der Staaten van Stad Lande over het voorgevallene te Hatt en Elburg, en het gebruik van den Ge penden Arm in Burgergefchillen, is re< f*N Zie onze Vadert. Tint. J. D. bl. git, U Men vindt de oorfproaulyke Stukken by In^ aw^» Utrechtse Courant van Jan. 1786- Po» van de, Neaer-Rnyn XI. ü. 58q, N. Nederl. Jaarb. 17Ü6. bl. 5*5. P 4 XXXVl. BOEK. t7S6. i L f l 1 r r [t 'g \- IT ' •> t' :n is P- en Antwoord der Staaten 'm van Stad ra- en Lande ds aan eenige Gelderfche Heeren-, één bj.  XXXVI. BOEK. ne (*) Zk ome rmittl. likt. XII. D. bl. j^. *S* DE REPUBLIEK DER uit ter loops gedaane meldingen bekend • doch verdient nader aan den dag S te worden. Wanneer eenige GeïderffL Heeren in eenen wydlufiLn Sf gen fn gSFFT» ^ gen in Gelderland., ten deezen tvde se- houoen, openlagen (*;, was van alle % Bondgenooten Sw« Lande de één gfte W ftk rT1 2y/'^Hen U Hoog " dTt wv Êftr- ïUMen broeden? H wYr ^°Ler/en inhoud van U " w f' ? M'sfive' ^et verder uit»> laaten, dan dat wy ons bedroeven, en - zbgten moeten over den gevaarleken » toeftand, waar in zich de Republi k " GeTJTraaIVfn de P^vincfeii van " Gelderland en £^recfo in ,£ . - der bevinden Wy hebben de ruinen» fe gevolgen daar van overwoogen, en " 5e,bfa See» .^ter en gefchikter mid " t nUTa mtvinden> dan de refpecü. " tVp£ ^"d^nooten, by circulaire Misfives, * te verzoeken, ieder vier Heeren uit ' ^ middef te willen commSSreï ■ om, naa dat zy zullen hebben en • woogen die middelen, welke, tei As. lopiatie der zweevende Gefchillen zou. den kunnen worden geëmploieerd, zich . gedeeltlyk na Gelderland, en gede it- ' Sven d!/r0VTie ^UtrllFtL - geeven, ten einde te tragten door hun-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 233 ,, ne goede Officien, de gereezene Ge-: „ fchiilen, door minnelyk Accoord, of „ wel als Arbiters te termineeren, en „ alzo de Rust en Eendragt te herftel„ len. Wy hebben verder de Heeren „ Staaten van Gelderland verzogt, geen „ meerder of verder gebruik van 's Lands. „ Militie te maaken ; en in 't byzon„ der de Heeren Staaten van Gelder„ land, om de Garnifoenen in de Steden „ Elburg en Haltent zo ver te vermin„ deren, als de rust eenigzins zal toe„ laaten , en de Uitgeweekene Burgers „ en Ingezetenen gelegenheid te geeven „ in hunne Huizen en Bezittingen veilig „ te kunnen komen; gelyk wy al verder „ zyne Hoogheid hebben verzogt, geene „ verdere Patenten, aan Troepen te wil„ len geeven, om na eene dier Provin„ cien te marcheeren; maar, in tegen„ deel, om de op marsch zynde, of reeds „ aangekomene, na hunne voorige, of „ andere gefcbikte Garnifoenen te doen „ retourneeren (*)." Zodanig was de Inhoud der Staatsbefiuiten, kort op een volgend, in 't begin van Herfstmaand, genomen , en met het hiei berigtte ffrookte volkomen het Antwoord door Staaten van Stad en Lande aan hur Ed. Groot Mogenden gezonden, op hui fchryven van den vierden dier Maand Uit dien Brief, en andere Berigten om treni (*) Mem. van den Heer van der Marsch bl. 359- P 5 iXKVL i O E K. Hun fchry. ven aan Staaten van Holland over eene Bemiddeling.  »34 DE REPUBLIEK DER XXXV. BOEK. 178$. .. trent gelyktydig ontvangen, „ waren zy," zo drukten zy zich uit, „ met de ge„ voeligfte aandoening ontwaar geworden, » den hooggaanden trap , tot welken « de verfchilicnde Sentimenten over de „ waaragtige belangen van het lieve Va» derland, waren opgeklommen, dat de gezonde Staatkunde, gevoegd by de » gronden van onzen gezuiverden Godsdienst, zo wel Overheden als Inge„ zetenen, tot welk een rang of ftaat „ ook verheeven, al lang hadt behooren „ te overtuigen en aan te zetten, om „ zulke middelen en wegen in te liaan, „ waar door alle die rampen en onhei„ len, die ons Vaderland, zo God het „ niet genadiglyk verhoede, gewislyk „ met eenen totaalen ondergang dreigen, „ hadden kunnen en behooren te worden „ voorgekomen, en welke alleen, onder „ Gods Zegen, als nog in ftaat zullen „ kunnen zyn, om, in dit hachlyk tyd„ ftip, de Republiek in 't gemeen, *en „ de Provinciën Gelderland en Utrecht in 't byzonder, voor hun aannaderend be» derf te redden en te behoeden. ,, Het is, derhalven, uit overweeging van den hoogen nood, waar in ons Va1, derland thans gekomen is, dat wy, be„ zield met de opregtfte zugt en yver „ ter bewaaring, of, daar het noodig zal » bevonden worden, tot herftelling van „ de Rust en Eensgezindheid, zo wel „ als tot daadige handhaaving van 's Lands „ en der Ingezetenen Regten en Vryhe- „ den,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 235. den, voor als nog niet zullen treeden " in de byzondere merites van de rede" nen en motiven, waar door de Heeren \\ Staaten van Gelderland, zo wel als de " Heeren Staaten van Utrecht, zich zouden hebben kunnen veroorlooven, om, " in de prefente gefteldheid van zaaken, " waar in de eerften met betrekking tot " de Steden Hattem en Elburg, en de " laatstgemelde omtrent Wyk by Duurfte'l de en Utrecht, zich bevinden, gebruik " te maaken van 'sLands Troepen; maar " dat wy, in aanmerking van de fchroomlyke gevolgen, welke by den verderen voortgang van zodanige Mefures, vat de Provinciën Gelderland en Utrecht. " en daar door mede voor de geheeit '„ Republiek, gewislyk te dugten zyn ons op het duurfte verpligt hebben ge „ vonden, in dit hachlyk tydftip, geei oogenblik te verzuimen, om nog me „ alle kragt en nadruk, zodanige poogin gen aan te wenden, waar door de Lius * en Eendragt in de Provinciën Geldei „ land en Utrecht, langs conftitutioneel „ middelen en wegen, waar toe een u der der Bondgenooten, by het atngaa l der Unie, zich zo plegtig verbonde „ heeft, zo mogelyk, nog zoude kunne „ worden herfteld." ' Hier geeven Staaten van Stad en Lai de het Middel op \ geen wy zo even u den Brieve aan de Gelderfche StaatsledznQ b (*) Zie hier boven bl. 232. KXXVl, BOEK, 1786, | t t tl ra ti tit') f'  JDCXVI. boek. Versoeken Staatenvan Hol/and geen Patent te gee, ven aan Krygsvolk in Groningen gelegerd. i ( : 3 I 236" DE REPUBLIEK DER bybragten. 't Welk zy der ernftigfte aandagt van hun Ed. Gr. Mogenden aanbevolen, met vnendnabuurlyk verzoek, om door derzelver gewigtigen invloed, ten zelfden einde, op het kragtigst mede te werkenden uit dien hoofde, van nu af aan, te ftaaken, alle zodanige raadpleegingen, welke tot het marschvaardig ftellen van Troepen, ter Betaaling van Holland ftaande, eenige betrekking konden hebben. Hun Ed. Groot Mogenden hadden Aanfchryving gedaan aan den Collonel Kempe , bevelvoerende over twee Esquadrons Kavallery van den Luitenant Generaal Stavenisse Pous, thans binnen Groningen in Bezetting, om zich met zyn Regiment marschvaardig te houden; ten einde, op de eerfte Order, uit te trekken, na de plaats die nader zou voorgefch reeven worden. Om reden van deeze ungebodene Bemiddeling als anderzins, verzogten Staaten van Stad en Lande hun Ed. Gr. Mogenden, om van de gedaale Aanfchryving af te zien, en daar Dp geene Patenten te laaten volgen : , op dat wy," dus luiden de eigene uitIrukkingen, „ niet in de onaangenaame , fituatie worden gebragt, om de Atta, che daar op, hoe ongaarn ook, te moe, ten weigeren, en den uitmarsch te be, letten: ten ware U Ed. Gr. Mog. zich , verpligt zouden vinden zodanige nade, re redenen en motiven te fuppeditee, ren, waardoor wy zouden wordenge- „ per-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 23/ „ permoveerd aan meergemelde Aanfchry„ ving van U Ed. Mog. in zodanig by„ zonder geval, zonder dat hetzelve im„ mer in Confequentie zal kunnen ge„ trokken worden, te deferèeren. Ten fiot gaven zy Staaten van Holland berigt van den Brief, aan zyne Hoogheid afgevaardigd, wegens het gebruik des Krygsvolks van den Staat, overeenkomftig met het geen wy reeds hebben opgetekend, uit den Brieve aan de Gelderfche Heeren (*). Wy hebben hier flegts, met een kort woord te herinneren, hoe onze Gefchiedenis het voorgevallene ten dien tyde in Holland, Gelderland, en het Sticht vermeldende, geleerd heeft, van hoe weinig baats, ter heelinge van de Scheuringe, de Voorfiag van Stad en Lande was; doch wy konden niet voorby denzelven meer byzonder te melden, om aan de denkwyze dier Bondgenooten alleen recht te doem ilsg (*) Deeze Brief was den 18 van Sept. 1786. ge« itekend. N. Nedtrl. Jaarb. 1786. bi. 1239' DE XXXVI, BOEK. 1786. De voorJ flagderBemiddelingvan geen vrugt.  DE REPUBLIEK öer VEREENIGDE NEDERLANDEN, ZEVEN EN DERTIGSTE BOEK. xxxvii. boer. INHOUD. Vreemde oogmerken aan de Reis des Stadhouders na Zeeland toegefchreeven. Toebereidzels tot diens Ontvangst. Het Genoot' fchap te Middelburg, voor de aanbieding, om de rust te helpen-bewaaren, bedankt. De aankomst van zyne Hoogheid te Middelburg. Verwelkomingen. Onthaalingen hem gegees ven. Bezoekt Vlisfmgen een en andermaal. Veere en Domburg bezogt. Goes en ZuidBeveland bezigtigd. Door veelen der Aanzienlykften onthaald. Woont de Vergaderingen by en vertrekt. Adresfen ingeleeverd om geen Krygsvolk in Burger gefchillen té gebruiken. De Raadpenfionaris van de Spiegel fchryft, op last der Staaten, hier over aan zyne Hoogheid. Antwoord des Stadhouders volgens de Dagpapieren. De Raadpenfionaris weigert een Affchrift van dit Antwoord te geeven. Wat deswegen voorviel. Verbod aan de Krygsbevelhebbers om tegen dé  VERENIGDE NEDERLA NDEN. 239 de Burgers de Wapenen op te vatten Sterke Raad/lagen van Zierikzee en Vhsfingen. Wat daar toe aanleiding gaf. Antwoord der Staaten van Zeeland aan die van Holland Aanmerkingen over de Orders door Staaten van Holland omtrent hun krygsvolk gegeeven. De Zwitzers gelast met uit Zeeland te trekken, zonder byzonder Verloeder Staaten. Last den Zeeuwjchen Afgevaardigden ter Algemeene Staatsvergadering gegeeven , wegens den flap *™ Hofland. Voorgeflaagene Bemiddeling. Van dezelve kwam niets. Sterk Staatsbefluit, indien Je Verdeeldheden de Tusfchenkomst van Buitenlandfche Mogenheden een Oorlog te wegt brasten, 't Zelve met geene eenpaarigheu genomen. Oordeel deswegen. Schryven vat Zierikzee daar over aan Staaten van Hol land Stads Advys van Zierikzee. Die vat Zierikzee verzogt, dit fluk niet w de Staats papieren te plaatzen. Zy konden hier to niet verflaan. Vertoog des Heeren vai Lynden tegen dit Advys. Wat Middel burg 'er op mbragt. Eene Commisfie he noemd tot onderzoek over het kennisgeeve, van den loop der Raadpleegingen aan ee Lid van Staat. De Brief der Zienkzea naaren aan Holland vergeefsch gevordert De Raad van Zierikzee verdeedigt zich h gen den Heer van Lynden. Als mei tegen die van Middelburg. Onderfcheidej Gevoelens om de ingeleeverde Stukken, de ze zaak betreffende, uit de Staatspapien te ligten, dan niet. Aandrang op het m ligten. Op welke voorwaarden Zierikzee hi^ KXXVÏÏ. BOEK. 1 1 I | 1 l }e xxxvii. boek. Vreemds oogmerken aan de Reis des Stadhouders na Zeeland toegefchréevw»  xxxvii. bosk. 1786. (*) Pett va» den Nider-Rhyn ÏX. D. bl. 1169.1218. 242 DE REPUBLIEK DER hetgerugt zich verfpreidde, dat die Vorst, met zyne Gemalinne en Gezin vergezeld, in den Zomer deezes Jaars mdcclxxxvi, ook Zeeland zou bezoeken. Niet genoe^ rekende men het te laaten verluiden, dat diens tegenwoordigheid in dat Gewest, waar het aan geen Voorftanders van zyne Hoogheid en diens Huis mangelde* gelegenheid zou geeven tot oproerige Beweegingen; men waagde het, voluit te zeggen , dat deeze- Reis niet min ten doele hadt dan om zyne Hoogheid tot Hertog of Graaf van Zeeland'te doen verheffen, dat diens Aanhang aldaar magtig genoeg ware om allen tegenftand te overwinnen, en, zonder veel moeiter dit oogmerk te bereiken: ja men fprak'fterk van een beraamd Plan in Zeeland, Friesland en Gelderland om den Stadhouder die hoogere Waardigheid op te draagen. — Gerugten, die zelfs, hoe greetig men meest alles aannam, 't welk 'sPrinfen bedoelingen met eene zwarte kool tekende, geen ingang vonden by eenigzins kundigen in den Lande. Gelyk deeze ook geen geloof floegen aan het fchryven, dat een der Zoonen- van zyne Groot-Brittannifche Majefteit na Zeeland zou overfteeken, om by de jonge Princesfe van Oranje zyne opwagting te komen maaken; waar van niets minder dan eene Egtverbintenis het gevolg zou weezen (*). Te  VERENIGDE NEDERLANDEN. 243 Te midden van alle deeZe gerugten,: Werd de Tocht na Zeeland bepaald, en in dit Gewest maakte men alle toebereidzelen , om den Stadhouder, nevens diens Familie, te ontvangen- en te onthaalen., Staaten van Zeeland beraamden de wyze \ Van ontvangsten begroeting; terwyl zyne Hoogheid, door den Heer van Lynden, hadt laaten inbrengen, dat, voor'dit maal, de aanbieding van Defroyement, in voorige gelegenheden, gebruiklyk , buiten beraadflaaging mogt blyven, willende 's Lands bekrompene Finantien daar mede niet bezwaaren (*). In de Hoofdftad Middelburg was men met die toebereidzelen allerdrukst bezig Het Genootfchap van Wapenhandel, 't geen daar grooten opgang en vorderingen gemaakt hadt , boodt zich, op het fpoor des Leeuw aardfchen en Groningfche» Ge nootfchaps (f) aan, om, zo lang het Stadhouderlyk Gezin daar ter Stede zou vertoeven, de rust te helpen bewaaren, en alle Oproerigheden, zo dezelve onverhoopt mogten voorvallen, te fluiten. Op het vriendlykst bedankte de Regeering voor dit aanbod; naardemaal de Burger Rrygsraad zulks ook hadt aangeboden: terwyl hun Ed. Agtb. de denk- en handelwyze van het Genootfchap preezen, zo wel als deszelfs vorderingen in den Wapenhandel; met nadruklyke kennisgee- ving • (*5 Net. van Zeel. 12 Juny 1786. (t) Zie onze Vadert, tint. XI. D. bl. 294. en 33a Q * sxxvru . ; o ek» . [786. r/oebereid;els tot liens ontvangst. 't Genootfchap te Middelburg voof de aanbieding om de rust te helpen bewas* ren > bedankt.  a44 DE REPUBLIEK DER XJtXVII. BOEK. Des Stad houders aankomst te Middelkurg, VerwelkoStfjigen. ving van hun verlangen, dat ook de overige Burgery dat voorbeeld volgde, es zich bekwaam maakte (*). In vier Jachten naderde, op den achttienden van Zomermaand, de Stadhouder met zyn Gezin en Gevolg, in den morgen , het Kasteel van Rammekens, waar eenige Stukken Gefchut, tot dat einde daar geplaatst, die komst begroetten, door de Jachten, naar gewoonte, (beantwoord. Aan de Kaai of Oostpunt deVstad Middelburg , waar het van aanfchouweren krielde, flapte bet Hooge Gezelfchap aan land, en reedt in eenige Koetzen, terwyl de lugt weergalmde van Vivat Oranje! na de Abtdye of Prinfen Huis. — Eene korte wyl daar getoefd hebbende, begaf zich 't Vorstlyk Gezin na de Nieuwe Kerk, waarde oudfte Leeraar, de Eerw. A. van 'sGravesande, ten kanfel ftondt, en naa het eindigen zyner Leerreden, gepaste Heilwenfchen over hunne Hoogheden ter verwelkoming uitboezemde. Al 't welk, onaangezien den onbefchryflyk grooten toevloed van Menfchen in de Kerk, met eene meerdere ftilte en bedaardheid gefchiedde dan men zich hadt kunnen voorftellen. De morgen van den volgenden dag werd befteed in de Pligtpleegingen van Verwelkoming te ontvangen, zo van de Heeren Gecommitteerde Raaden, als verde- (*) Post van den Neder-Rhyn IX. D. bl, 81». N. fisderl, Jaarèt 1786. bl, 472,  VERENIGDE NEDERLANDEN. atf dere hooge en andere Collegien, mitsgaders van de Oost- en V/est-Indifche Maatfchappyen, Kerkenraaden, als mede van de Smal-fteden of Regeer in g ten Plattenlande. Naa liet afloopen deezer Gehoorverleeningcn, haalde eene Staatscommisfie, beftaande uit één Heer van ieder Lid van Staat, benevens den Secretaris van het Land, den Stadhouder af van de Abtdye, en bragt hem in de Vergadering der Staaten van Zeeland; daar, als Eerfte Edele gezeten, werd hy door den Raadpenfionaris , VAN de S p-i egel, U'it naam van hun Ed. Mogenden, begroet. Een verlustigend Reistochtjen voerde hunne Hoogheden in den Naamiddag op de Buitenplaats ter Hooge, waar de Bezitter, Kien VAN ClTTERS, hun OUlving. De Leezer der Vaderlandfche Gefchedenisfen zal zeker weinig belangs ftellen in een verhaal der Middag- en Avondmaaltyden, der Danspartyen, en andere Vreugdebedryven, waar aan het niet ontbrak; doch op welke niets voorviel, dan 't geen by dergelyke Feestvieringen gewoon is. Nogthans kunnen wy niet voorby eene andere byzonderheid op te tekenen. Een Oost-Indisch Schip, Willem FreDrik genaamd, ftondt gereed om van ftapel te loopen. De Rekenmeester va n M andere, wiens Huis op de Werf der Oost-Indifche Compagnie ziet, ontving de Vorstlyke Perfoonen en verfcheide Lieden van aanzien, die hy by het ont Q 3 haal XXXVII. BOEK. I? $6. Onthaalcn hem gegeeven.  XXXVII, BOEK. 1786. Bezoekt yihfwger, een en an dermaal, Veere ei Domburg bezogt. H$ DE REPUBLIEK DER haal op een Ontbyt met fraay Muzyk vergezeld, toefde, en de fchoonfte gelegenheid gaf om het te water loopen van dat Schip te aanfchouwen. Hoe vol ook de Werf was van Toekykers, liep alles m goede orde af. De Heer van de Perre, een van der Staaten Gezanten te Brusfel, was van daar vqor eenige dagen na Zeeland gekomen, en ontving op zyn Buitenplaats, het Huis ter Boede, het Vorstlyk Gezin, 'twelk hy ook byeene andere gelegenheid, in de Stad op een allerpragtigften Avond- maaltyd onthaalde. üe Heer van Citters, Oud Raadpenfionaris, en voor deezen vertoonende den Eerften Edelen van Zeeland, deedt op zyn Buitengoed Rymburg, dit Hooge Gezelfchap 't genot des Landvermaaks fmaaken. 't Nabuurig Vlisfingen ontving een en . andermaal 't bezoek van hunne Hoogheden. ^ De eerfte keer op den zeven en twintigften van Zomermaand, wanneer de Regeering op 't Stadhuis een Middagmaal gaf. Zyne Hoogheid bezag 'èr 'sLands Aifenaal, Werf, en Dok, met de aldaar liggende Oorlogfchepen; de Boekery en Zeldzaamheden van het Zeeuw- fche Genootfchap der Weetenfchappen; en herhaalde met zyn Gezin het bezoek dier Stad, wanneer Burgemeester Clyver, dit Gezelfchap opwagtte. 1 De Stad Veere onthaalde hunne Hoogheden op een Maaltyd. Westkapellen, met den beroemden Westkapelfchen Dyk, wer-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 247 werden door hun bezigtigd, te welker gelegenheid de Heer van Domburg, Dishoek, Schepen en Raad van Vlisfingen, het Gezelfchap te Domburg opwagtte; 't welk vervolgens middagmaalde op het Kasteel en Buitengoed Westhoven, aan den Heer van de Perre van Nicuwcrve toebehoorende. Ook deedt het Vorstlyk Gezelfchap een uitflap na de Vrouwen Polder, om op die hoogte aan ftrand een Viscbpartytje by te woonen; de Heer van Byleveld, Burgemeester der Stad Veere ontving 't zelve toen op zyn Buitenplaats. Mr. Jacob van Citters, Oud Burgemeester van Middelburg, wagtte het Vorstlyk Huis op 't Slot Popkensburg te St. Laurens, van waar het na Veere reedt, om met de aldaar gereed liggende Jach, ten, na Zuid-Beveland over te fteeken. De Regeering der Stad Goes toefde 't zelve op een Middagmaal. Het fchoone en vrugtbaare Zuid-Bevcland werd onder hel doorryden bezigtigd -, en 't ontbyt genomen by den Heere Boddaert, Raadsheer van den Ed. Hove van Vlaander et. op zyne Hofttede Hennekimzand. By de wederkomst in Middelburg gai de Eerfte Edele, Jr. van Lynden eer allerpragtigst Dansfeest in de groote Zaa van St. Joris, van welke Confrérie zy ne Hoogheid eenige dagen te vooren ab Lid was aangenomen. Op Middag- er Avondmaaltyden werd het hooge Gezel fchap, buiten de reeds gemelde, zo in Q 4 * wxvm SOEK. 178-5. • Goes e» Zuid-Beveland bezigtigd. ■ Door veele Aanzienly. ken ont- ■ haald. L  £43 DE REPUBLIEK DER XXXVII. BOEK. 1785. Woont d( Vergaderingen by. .Vertrekt de Stad als buiten, onthaald, door den Heer Radermacher, Heer van Nieuwerkerk, Bewindhebber der Oost - Indifche Maatfchappye, door den Bewindhebber Godin, door de Secretaris der Admiraliteit Thibaut d'Aagtekerke, door den Oud Burgemeester van der Helm Boddaert, door den Advocaat Fiscaal by de Admiraliteit Steengracht 't Oosterland, als mede door de Ridder Baronet van den Brand e. Elk poogde hier in pragt den ander voorby te ftreeven. Staande 's Stadhouders verblyf; woonde hy, van tyd tot tyd, de Vergaderingen der Staaten en der Admiraliteit by. Veele Heeren en Vrouwen van aanzien ontving zyne Hoogheid weinig dagen vóór zyn vertrek , ten Avondrnaaltyd. Naa ruim een maand verblyfs, grootendeels in Feestvieringen en Vermaakpartyen gefleeten, zonder dar 'er iets was voorgevallen , 't welk naar gevreesde en gefpelde Oproerige Beweegingen zweemde, of het Bezoek van een Èngelfchen Prins, met zo veel vertrouwen, onder de hand aangekondigd, verliet het Vorstlyk Gezin, den zes en twintigften van Hooimaand, Zeeland, naa dat zyne Hoogheid in de Vergadering,door den Raadpenfionaris, en de beide Vorstlyke Perfoonen, benevens Familie, door Heeren Gecommitteerde Raaden, uit naam van hun Ed. Mogenden, vaarwel gezegd waren. Men nam de Reis over 'sHertogenbosch, waar de Gou- ver-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 249 verneur, Grave de Maillebois, den: Vorstlyken Stoet in de grootfte ftaaue opwagtte. Verder zette dezelve den tocht na 't Loo voort, op welk Lustverblyf wy reeds te meermaalen den Stadhouder deezen Zomer aantroffen, in omftandigheden veel verfchiilende van de Uitfpannmgen in Zeeland (*). Dit Gewest, 't welk wy nu wat dieper moeten intreeden, ivas geenzins ftil in de algemeene Staatsberoertenisfen deezes Taars. Hoe het daar gefield was met het Vaderlandsch Fonds, als mede met verfcheide byzonderheden, den Staat in 't algemeen raakende, hebben wy reeds vermeld. De gewigtige Gebeurtenis, die in de andere der Bondgenootfchaplyke Gewesten zulk eene heevige aandoening baarde, de tocht des Krygsvolks na Hattem en Elburg, kon niet naalaaten in Zeeland desgelyks, meer dan gewoone beweesringeii" te verwekken. De Burgerilem verhief 'er zich, gelyk elders in Adresfen. De tyding deezes voorvals was te Middelburg niet gekomen, of een aantal Burgers en Inwoooders benoemde uit hun midden vyf Perfoonen, om een Verzoekfchrift by de Staaten in te leeveveren, ten einde te verhinderen, dat hei Krygsvolk, ter Betaalinge van Zeelam, ftaande, zou gebruikt worden tegen de Burgers in de Stedelyke Gefchillen, tham (*) N. Neder!. Jvarb. 1786. bl. 571. 663, Q5 «xvii. SOltK. 1736. Adresfen ingeleeverd om geen Krygsvoltc in fturaer(refchillente gebruiken.  25° DE REPUBLIEK DER xxxvii. boek. t)e Raad' penfionaris fchryft, op last dei Staaten, hier over aan zyne Hoogheid. Antwoord van zyne , Hoojheid, ] volgens de 1 Dagpapieren. » 9 9 9 ' . ' 9. in Gelderland en Utrecht plaats grypende. Een Adres, hier toe ftrekkende, werd ook aan de Magiftraat van Middelburg gemaakt. Dergelyke, en wel zeer drin. gende Verzoeken, kwamen ook uit Zierikzee, Vlisfingen en Veere ter Staatsvergaderinge (*). Op de overweeging hier van gaven Staaten van Zeeland den Raadpenfionaris van de Spiegel last, zyne Hoogheid aan te fchryven, „ om, hangende de „ Raadpleegingen van hun Ed. Mogen„ den over de Misfive van Holland, en „ de Adresfen der Zeeuwfche Ingezete„ nen, geen gebruik te maaken van de „ Militie ter Repartitie van Zeeland baan„ de, tegen eenige Steden of Plaatzen, „ waar Burgerverfchillen mogten ontdaan „ zyn." De Vlisfingfche Afgevaardigden verzogten, 's anderen daags, den Brief' van den Raadpenfionaris te zien, en een Affchrift, 't welke hy, de andere Staatsleden, liier in bewilligende, overreikte (f). De Dagpapieren gaven voor den hoofdnhoud des Antwoords van zyne Hoogleid aan den Raadpenfionaris op; „ dat , hy ten uiterften verwonderd was, dat , deeze het Request der Burgerye hadt aan, genomen, en in Deliberatie gelegd; te , meer, daar de Regenten van Zeeland , tot hier toe alleen getoond hadden de , Regeeringskunde te verftaan; dat hy „ den (*) Kot. van Zeel. 7 Sept. 178(5. (f; Not, van Zeel. 8 Sept. 17S6.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 251 „ den Raadpenfionaris toch ten fterkften „ vermaande, de Leer een er Reprefentative „ Regeeringsvorm ten fterkften tegen te „ gaan, en geene Requesten van eenige „ Geconftitlieerden van Burgers aan te „ neemen; dat hy, indien de Staaten zulks. „ niet requireerden, geen gebruik zoude „ maaken van de Troepen door Zeeland „ betaald wordende ; dat hy flegts de ,, Orders der Staaten van Gelderland hadt „ uitgevoerd,- dat het Garnifoen in Hat„ tem en Elburg was ingerukt, zonder „ dat 'er eenig Bloed was geftort (*>" Welke opgave vergezeld ging met fchampere Aanmerkingen, zo over zyne Hoogheid als op den Zeeuwfchen Raadpenfionaris. De Afgevaardigden van Vlisfingen, Middelburg en Zierikzee hadden een Affchrift van den Brief des Stadhouders verzogt (f). By een fterken aandrang der Vlisfingfche Afgevaardigden, verzogt de Raadpenfionaris des verfchoond te mogen zyn: dewyl de Brief niet ingerigt geweest was aan de Heeren Staaten; maar aan Hem, dat dezelve piet was vertoond als eer voorwerp van Deliberatie; maar van Communicatie; dat zyne Hoogheid, over dezelfde zaak, rechtft.reeks aan hun Ed. Mog, gefchreeven hadt, en 'er dus van dien byzonderen Brief geen gewag gemaakt was in de Notulen, noch hadt behoeven ge- (*) De Zuidhol/andfihe Cmrant van 18 Sept. er de Holt. Bist. Courant van 20 Sept. 1786. (f; Not. van Zeel. 15 Sept. ifs'6. BOEK. lfè6. De Raafl- pcnfioiaaris weigert een Affchrift van dit Antwoord te geeven.  252 DE REPUBLIEK DER XXXVII, BOEK. 17M. gemaakt te worden; dat ook niemand, by het vertoon des Briefs, 'er een Affchrift van gevraagd hadt. — Maar het fcheen dat zommige Leden daar toe waren opgewekt , door de calumnieufs en leugenagtige berigten, van tyd tot tyd in eenige Couranten geplaatst, zo aangaande de Inhoud van den Brief, als van eene voorgewende Onvoorzigtigheid, welke tot de mededeeling van denzelven aanleiding zon gegeeven hebben. „ Dat hy Raadpenfio„ naris,'' zo liet hy zich wyders hooren, „ het rekende verre beneden de post, „ die hy de eer hadt te bekleeden, zich s, te willen justificeeren tegen de Nieuws„ papieren van den tegenwoordigen fmaak; „ dat hy, nogthans, ten dien einde maar „ noodig hadt zich te beroepen op de „ kundigheid der Leden, dfe op den elf,, den September in de Vergadering wa„ ren prefent geweest, om te bewyzen, „ dat de Inhoud van die Misfive in de „ Couranten opgegeeven, gedeeltlyk leu„ genagtig, gedeeltlyk verdraaid was; ter„ wyl ook die Leden wel hadden kun„ nsn opmerken, dat de Misfive niet „ was gecommuniceerd uit Onvoorzigtig„ heid; maar welbedagt , en met dien „ zelfden geest, waar mede hy Raadpen„ fionaris gewoon was, om niets voor „ hun Ed. Mog. te verbergen, waar van ,, de kennis aan Hoogstdezelven kon aangenaam zyn. „ Dat, nogthans, de laster, in de Cou„ ramen, zyn Perfoon aangewreeven, hem  VERENIGDE NEDERLANDEN. =53 „ zo zeer niet hadt getroffen, als wel „ het leedweezen, dat zulke Calumnien, „ uit deeze Vergadering moesten afkom„ ftig zyn: want dat hy, op Zyn woord „ van Eer, verklaarde, dat de bewuste „ Misfive, van den tyd dat hy ze in de „ Vergadering gecommuniceerd hadt, tot „ den tyd dat hy het fchandelyk Berigt „ in de eerfte Courant vondt, door nie„ mand, buiten de muuren der Vergade^ „ dering was geleezen; dat men hier uil „ niet anders fcheen te kunnen opmaa „ ken, dan dat 'er onder deprefenteLe „ den, of onder de Regenten, welker ,, zy verflag mogten gedaan hebben, ééi „ of meer moeten geweest zyn, die, hui „ Eed en Pligt vergeetende, zich toela „ gen om kwaad zaad onder de Ingeze „ tenen te ftrooijen, en zynen welmee „ nenden arbeid als Minister, by de ge „ heele Natie, verdagt te maaken. „ 't Was zyn oogmerk niet na die Pei „ foonen te zoeken: dewyl het hem lee „ zou doen, iemand der Regenten t „ moeten tekenen, als een Mensch, 0 „ wien deeze Vergadering, en elk eerly „ hart, met de diepfte veragting zou mot „ ten nederzien; maar dat hy dit allee ' „ allegeerde, om hun Ed. Mog. te to< „ nen, hoe ongepast het zou zyn, o „ verminderd de andere reeds gemeli „ redenen, dat hy naa dit gebeurde, C „ pie van de Misfive uitleeverde, wel] „ misfchien weder in de Couranten z< „ geplaatst worden, en, (wanneer m XXXVII. BOEK. 1736. I e P k n >1- ie > te )U ;n e-  IXXVIT. boek. f/jf'fingen onvoldaan. Bedreiging van den Raadpenfionaris. (*) Not. van Zee!. 30 O ft. 17 U, (f) Not. van Zeel. 1 No/. n*6. 254 DE REPUBLIEK DER ,> dezelve niet conform bevondt aan het u Berigc van de voorige Couranten,) dan „ nog gevaar loopen van uitgekreeten te worden, voor eene Copie van een val* „ fche en naderhand gefabriceerde Misfi- ve. Dat hy nogthans, geene Myfterie »> v'}n de Misfive maakte; maar vólvaar» dig was dezelve lan ieder Regent te „ laaten leezen, gelyk hy geene zwaa» righeid gemaakt hadt, dezelve by de „ eerfte Communicatie, op de Vergade„ ring, mogelyk een uur lang, door de handen der Leden te laaten gaan, Deeze redenen des Heeren van de Spiegel voldeeden de Vlisfingfche Afgevaardigden niet, enzy bleeven aandringen op het uitleeveren van den Brief (*). — 'e Geen den Raadpenfionaris, in eene volgende Zitting , bewoog, fonvrnVlisfingen te verzoeken om af te zien van het vraagen na dit Affchrift: „ terwyl hy anders vertrouwde, dat hun Ed. Mog. het hem „ niet kwalyk zouden neemen, dat hy „ vin de voorheen gegeevene Verklaart ring gebruik zou maaken, daar hy het „ tot Vindicatie van zyn Eer noodig en » dienftig oordeelde; vermids het hun * Ed. Mog. geenzins onverfchillig kon n zyn, of de Minister, van wien zy zich » bedienden, jouïsfeerde van de Reptrta„ tie van Integriteit (f). Hes  VERENIGDE NEDERLANDEN. 255 Het Voorftel van eenige Staatsleden, bragt in beraadflaaging, om aan de Hoofden der Zeemvfche Regimenten te fchryven , dat zy niet zouden hebben te gehoorzaamen aan zodanige Orders, welke hun mogten gelasten, om tegen Burgers de wapenen op te vatten. Zierikzee hadt zich deswegen met, veel nadruks laaten hooren, en voor haar gevoelen uitgebragt, „ nimmer te zullen „ gedoogen, dat Troepen, die in het zweet „ der Burgeren hun beftaan vonden, te„ gen dezelve zouden gebruikt worden, om hun te onderdrukken, en des noods „ van het leeven te berooven dat „ zy, in gevalle hun herhaald voorftel, ,, geen ingang by hunne Medeftaatsleden ,, mogt vinden, geenzins meer zouden „ toeftemmen in de Betaaling van Troe„ pen, ftrekkende tot bederf en onder„ gang van'sLands braave Ingezetenen." 1 Vlisfingen en Veere betoonden in foortgelyke begrippen te ftaan. De Afgevaardigden van eerstgemelde Stad verklaarden gelast te zyn totT alle zulke Maatregelen te ftem.men, „ waar door de Heersch„ zugt beperkt, de Onderdrukten onder„ fteund en herfteld, en de Bevrediging „ der Gefchillen, te gelyk met het Re,, dres • der Bezwaaren, zou kunnen be„ reikt worden, en 'sLands Militie, by„•■ zonder die, welke door Zeeland werd betaald, verhinderd in de zweevende „ Onlusten, in de Provinciën van GelÜer„ land en Utrecht, deel te neemen." Ter be- XXXVlfc SOEK. 1786'. Raa^flag van Zierikzee om den Krygsbevelhebberen, het gebruiken der wapenen tegen Burgers te verbieden. Het gevoe» len van VlUJingen,  c56 DE REPUBLIEK DER JCXXvr BOEK. Ï7-G6. . bereiking van het laatstgemelde oogmerk konden zy geen kragtdaadiger middel, dan de drie Regimenten, ter Betaaling» van Zeeland ftaande, op te ontbieden, en te laaten dienen tot Bezetting van die Steden , thans bezet met Krygsvolk, betaald door andere Gewesten; van welke reeds een groot getal door hunne Betaalsheeren was opontboden. Langs deezen weg zou, daarenboven te wege gebragt worden, dat die drie Regimenten niet zydelings gebezigd wierden', „ tot het onderfteu>, nen van verkeerde oogmerken, door „ den dienst te vervullen van de zoda» nige, die directe werktuigen van Ge„ weid zyn zouden; dat men zich ook „ niet zou behoeven te bekommeren „ over de Aanfchryvingen door de Betaals„ heeren aan de Troepen hunner Repar„ titie , binnen Zeeland'Gzxmfoea. houden„ de, wanneer dezelve werden afgelost, „ door Troepen in Provinciaalen Eed en „ Betaaling ftaande." Meermaalen hadt de Regeering van Vlisfingen op zulk een gebruik van dit Krygsvolk aangedrongen; maar nimmer de volftrekte noodzaaklykheid zodanig begreepen als tegenwoordig, „ nu men zag „ het misbruik dat van 's Lands Krygs„ Volk, door zommige Staatsleden, op „ naam der Staaten van twee Provinciën, „ gemaakt werd, in weerwil van de na„ druklyke Protesten en Adresfen van „ menigvuldige Regenten.en Burgers, in „ weerwil der akelige vooruitzigten van „ een  VERENIGDE NEDERLANDEN.257 „ een naderenden Burgerkryg, en zulks „ eigenlyk tot handhaaving van gehaate „ Regeerings Reglementen, zo onbeftaan„ baar met de Voorregten van de Inge„ zetenen, als met de Belangen der Bond- „ genooten. Dat hun Ed. Agtb. in „ de tegenwoordige omftandigheden, vol„ llrekt noodig oordeelende, tot eigen. „ beveiliging, zich zeker te {tellen, no„ pens het gebruik van het Krygsvolk, „ by provifie, meenden het veiligst te „ zyn, geene andere Militie op den Pro„ vinciaalen Grond toe te laaten, dari » welke, haare Soldye uit de hand van „ den Territoriaalen Souverain ontvangen „ moest, en daarom ook op het oproe„ pen der meergemelde drie Regimenten, „ ten kragtigften infteerden, fpeciaal aan „ zich referveerende, om, tot aandrang „ deezer gevoelens, het vrye Regt der „ Confenten, met gepasten klem te doen „ gelden (*)." Reeds vroeger was ter Staatsvergadering van Zeeland, wegens het gedrag des * Krygsvolks omtrent de Burgers niet wei- ' nig voorgevallen, 't geen aanleiding gaf tot deeze en dergelyke fterke aanmerkingen, als wy zo even van Zierikzee en Vlisfingen hoorden. Wanneer in dezelve, met veel verwyls gehandeld werd, over den Brief der Gezwooren Gemeente te Arnhem, vol klagten, over de verre- gaan- (*) Not. van Zeel. 7 en n Sept, 17 8*» XIII. DEEL. R XXXVl| BOEK. Wat daaf ie aankiing gaf. 4  453 DE REPUBLIEK DER XXXVII. Soek. 17.M. Antwoord derStaateii Van Zeetand aan die van holland. gaande ongeregeldheden, gepleegd doof Volk, behoorende onder het eerfte BatairIon Mariniers van de Generaal Major R. Douglas, te dier Stede Garnifoen houdende, eh ter Betaaling van Zeeland, Haande, welken één der Staatsleden ter verantwoording wilde geroepen hebben ï waar toe hy zich aaüboodt; doch welk gefchil eindigde met de verplaatzing deezes Krygs volks na 's Hertogenbosch, 't geert de Capitein Generaal noodig oordeelde; vermids zo lang 't zelve zich te Arnhem bevondt de eendragt tusfchen de Burgers en het Krygsvolk' bezwaarlyk zou kunnen Worden herfteld (*). Mét welk een oog Staaten van Zeeland het groote Staatsgeichü inzagen, zal best blyken uit hun Antwoord op den rondgaanden Brief der Staaten van Holland, en den Last hunnen Afgevaardigden tef Algemeene Staatsvergadering gegeeven. Zy beriepen zich, in den aanvange, op' voorige betuigingen van hunne bekommering óver de fchroofnlyke gevolgen der Burgerlyke Verdeeldheden, aan de Bondgenooten, en hun Ed. Gr. Pvlog. ontvouwd; en wel byzonder op 't geen zy Staaten van Holland, in Hooimaand over de zaaken van Utrecht gefchreeven; doch waar op zy geen wederfchryven ontvangen hadden. Zy (*) ttot. van Zeel, r3. 20. 23, a8i feb, 6, Maart i Mey 12 juny I0 ï7&6a  VERENIGDE NEDERLANDEN. 2$ Zy betuigden dit niet geen ander oogmerk by te brengen, dan om te doen zien, hoe zeer zy de gevolgen der Burgerlyke Oneenigheden gevreesd en getragt hadden voor te komen; 't geen zy zich verbeelden, dat in den beginne niet zo bezwaariyk zou geweest zyn, als tegenwootdig, naa dat die Oneenigheden, aan zich zei ven overgelaaten, Van kwaad tot erger geworden waren, en eindelyk tot de verderrlykfte uiterften gelegenheid hadden gegeeven. Ondertusfchen, de zaaken nu zo zynde, gevoelden zy, zo zeer als iemand der Bondgenooten, hunne verpligting, om al wat mogelyk was op te zetten, ten einde de. Republiek, door geen vuur van Burgertwisten, mögt verteerd worden, en de Bondgenooten de wape^ nen niet tegen elkander keerden. Hierom hadden zy den Capitein Généraal aangefchreevén, gèene Troepen te hunner Repartitie ftaande, by provifie, en tot hunne nadere Dispofitie, te gebruiken in eenige der tegenwoordige Burgergefchillen in de Provinciën van Gèlderland of Utrecht', en den Hoofden dex Regimenten, om geene Orders, daar toe ftrekkende, te gehöorzaamen. Geiyk zy oök Staaten van Gelderland, op de kragtigfte wyze, afmaanden van 't gebruik dei geweldige middelen van den Militairen Arm in Burgergefchillen. Daar toe ftrekte ook het aanbod hunner Bemiddeling4;, aan die van Utrecht gedaan. R * • fcj xxxvifr B O E K s^o DE REPUBLIEK DER " u EtGr' Mo2-'" dus vervolgen zV, " zulien .hier kunnen afneemen, dit » wy met in gebreke zyn gebleeven, M h« onze aan te wenden, tot » herftelling van de rust in de Republiek. " tuun Tt in niet Precis g^olgd ueDoen u üd. Gr. Mog. Refol. van » vyf en twintig Augustus en vyf Sep» tember is daar van alleen de rede, om » dat wy geoordeeld hebben, verfcheide gegronde Reflectien daar op te moeten " m™> welke wy, zo verre dezelve . regardeeren de Militie op onze Betaa' tt%^°p^ns Terr«oir, niet voor ' w " Mog" zullen verbergen. „ Wy moeten, voor eerst, remarquee> ren, dat beide de voornoemde Refolu. tien en Aanfchryvingen zyn ingerigt, . onder anderen , aan den Collonel of ■ Commandeerenden Officier van het Regiment Artillery te Breda, daar, zo veel wy weeten, maar vyf van de vyftien Compagnien van dit Regiment op de Repartitie van U Ed. Gr. Mog. Provincie fhan, en daar de Commandeerende Officier op Zeeland gerepartitieerd is, gelyk ook zyne Compagnie, met welke hy te Breda Garnifoen houdt! door ons wordt betaald. Dat ook dezelfde Aanfchryvingen zyn geaddrêsleerd aan den Collonel of Cómmandeerenden Officier van het Regiment Zuv*van Marty, in Garnifoen te Vlisfingen en te Veen, offchoon niet „ meer  VERENIGDE NEDERLANDEN. 161 „ meer dan twee Compagnien van dat „ Regiment door de Provincie van Hol„ land en Westfriesland betaald worden. „ Doch, vermids wy ons niet kunnen „ verbeelden, dat U Ed. Gr. Mog. der„ zeiver gedaane Aanfchryving zouden „ wilden uitftrekken buiten de Betrekking „ vanBetaalsheeren, hebben wy dit liever „ aangemerkt als een Abuis in de Expe„ ditie, en van geen confequentie voor „ de Militie, die niet op U Ed. Groot „ Mog. Provincie ftaat. ■ Uit welk „ oogpunt wy mede geoordeeld hebben, „ te moeten befchouwen, de op heden „ te onzer kennisfe gebragte Aanfchry„ ving Uwer Ed. Gr. Mog. van den zes^ „ den deezer Maand, aan het zo ever „ gemelde Regiment Zwitzers van Mar „ ty, en houdende Order aan de Com „ mandeerenden Officier om daar medi „ direct, met allen fpoed, te marcheerei „ na het Land van Vianen. ln de uit „ voering van welke Order U Ed. Gi „ Mog. ligtlyk zullen kunnen begrypen ,v dat door ons ook niet is kunnen woi „ den bewilligd; terwyl wy dezelve Oi „ der des te meerder als geheel abufive „ lyk geëxpedieerd hebben moeten conf „ dereeren; wyl het vooffchreeve Reg „ ment daar by gefupponeerd wordt, a< „ tueel binnen Bergen of Zoom geplaati „ te zyn. Welke misvatting zeker tc „ de gegeevene Order, op naam van 1 „ Ed. Gr. Mog. moet hebben medeg* „ werkt, daar wy geen oogenblik twyf R 3 » k xxxvrt. boek. i i » I tt J a  3SpCVII. BOEK. » 3 I > % ?f 55 . J» ■ ?! }> ï' => IJ W ; 262 DE REPUBLIEK DER' » len of U Ed. Gr. Mog. zouden nini„ nier aan Troupes binnen onze Provin* cie Garmloen houdende, en in onzen » Jted ftaande, (al wierden dezelve ge" he^] door U Ed. Gr. Mog. betaald,) " ^danige Orders, immers niet zonder 1. de alierminfte aan ons gegeevene Voor- > kennis, doen afvaardigen. s, Maar wy hebben eene veel gewimi- > ger bedenking op den inhoud der A^n, lchryvmge van vyf en twintig Augus. tus, voor zo verre die vervat eene Interdictie van niet te gehoorzaamen aan de Omers, welke zouden involveeren, om zich in eenige gefchillen tusfchen Burgers en Burgers , of Burgers en K-egenten, waar ter plaatze dezelve binnen deeze Republiek ontflaan, te immueeren, of te bemoeijen. Het is toch aan U Ed. Gr. Mog. bekend, dat, benalvende twee bovengemelde Comparrmen Zwitzen, nog een Regiment Intantery, door Holland betaald wordende, zich in deeze Provincie in Garniioen bevindt, en dat die Troepen, even als in U Ed. Gr. Mog. Provincie gefcmedt, den Eed van Gehoorzaamheid aan ons als Souverain van het Territoir, en aan de Regeering van de Stad, daar zy in Garnifoen zyn, hebben afge,e$L' lM9r> vermiJs het by zommige Officieren zou kunnen opkomen, als of de gefielde Orders van U Ed. Gr. nog. aanliepen tegen de voornoemde ^erien, waar door de Bevelen van Ot# 2) Of  VERENIGDE NEDERLANDEN. 26*3 „ of van die Magidraaten zouden wor,! den gedeld aan de Beoordeeling der „ Commandeerende Officieren, of zy de„ zelve al dan niet moeten obtemperee„ ren, hebben wy geoordeeld deeze be„ denking aan U Ed. Gr. Mog. te moe„ ten onder 't oog brengen; en daar het „ ons ten hoogden importeert verzekerd , te zyn, welke daat op de Gehoorzaam !, heid der Troepen op ons Territoii „ zoude te maaken zyn, indien derzelve; „ dienst, tot maintien van de Auctoritei „ der Regeering, of van de Juititie, mog , gerequïreerd worden, verzoeken w; „' gansch vriendlyk, dat U Ed. Gr Mos „ door eene ronde Explicatie van derze] „ ver meenins; in de Refolutie van vy „ en twintig Augustus, ons ten deeze „ opzigte gelieven gerust te dellen." Overeenkomdig hier mede kreeg d Collonel of Bevelvoerende Officier va het Regiment Zwitzersvm Marty,^ alle de verdere Commandeerende Officiei binnen Zeeland, die zich met deezen i een gelyk bevel bevonden van opontbc den te zyn, last, om voor eerst, en tc nader befchikking, van hun Ed. Mog, zonder fpeciaal Conlent en Permisfie dc Staaten van Zeeland, op wier Souverai Grondgebied, en in wier Eed zy thai waren, niet uit derzelver tegenwoordig Garnifoenen te mogen trekken (*) W (*) Nvt. van Zeel, si.-Sept. 17s& R xxxvn. boek. i t f f 1 e De Zwlt' ^ zers gelast niet uit n Zeeland te S trekken, q zonder byzonderverlof der 1 Staaten. > if n is e  xxxvn. BOEK. 1786. Lasrdcn 2.eeuwJchen Afgevaardigden ter AIgemeeneStaatsvergadering i gegeeven, ' weger s den 1 ft=pvan Huland. 1 ï Voorge- • flaaier.e fiernidde- ^ Mng. j> j> ;> s> • •-.»» »r ' 'si '» ï! . » 11 I 2S4 DE REPUBLIEK DER ten de Zeeuwfche Afgevaardigden ter Afgemeene Staatsvergadering hm, w Mogenden voprdrafgen^fa't St Ln^val Zeeland, gewtgtige bedenkingen zouden hebben .n te brengen tegen de Maatje en, door Staaten van Holland, omtrent% ^.Vgsvolk te hunner Betaal nge .er0-^ *en; doch dat zy Lever, in een t£ te waar in alle aanleiding tot m ? £Kgl k°n ,WOrden' 2ich ^ van ont& » eLen en te meer, om dat zy reeds .inre denkwyze daar over „„ htm Ed! ». Mog. hadden opengelegd {*) Daar en boven hadden zy ter' Hooge ^ergadermg der Bondgenooten betuig dat Staaten van Zeeland niet ernftiger verlangende, dan door gepaste en cfng t# Maatregelen, op het kragngfte mede te werken, om eenen fe dugtem en verwoestenden Burgeroorlog te vermyden, alle verdere noodlottig! Verwydermg en Confufie voor te komen, de plaats hebbende Verdeeldheden m de Provinciën van Gelderland en L reent te vereffenen, en, overeenkomtig he. gedeclareerde verlangen d-r Heeren Staaten van Holland en Westbiesland, de Regten en Vryheden van s Lands Ingezetenen, volgens de Gronlen der Lme, te helpen bewaaren en „ hand- \ Te weeten de hier bo^ bygebragte Irieve.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 36$ „ handhaaven, voor alles gemeend heb„ ben bedagt te moeten zyn op gepaste „ middelen, waar door alle deeze hoogst „ wenschlyke doeleinden gevoegelykst „ zouden kunnen worden bereikt. Dat, „ om hier toe te geraaken, hun Ed. Mog. „ het van de mterfte noodzaaklykheid „ oordeelden , dat bovenal zorg werd ge> draagen, dat de zaaken niet buiten haai „ geheel gebragt en de weg tot het te „ werkftellen van minnelyke Onderhande ,', lingen niet afgefneeden mogt worden.' Ten welken einde Staaten van Zeelanc meenden te moeten voorflaan, „ dat hur „ Hoog Mog., zonder de minfte- verwy „ ling, deu°Capitein Generaal aanfehree. „ ven, om geene Troepen van den Staat „ hoedanige Verzoeken Aanfchryvinger „ daar toe aan Hoogstdenzelven rnogtei „ zyn of worden gedaan, direct of indi „ reet te 'emploijeeren in de actueel plaat: „ hebbende Verfchillen binnen de Provin cien van Gelderland en Utrecht. „ Dat, ten einde hier van des te mee; „ verzekerd te zyn , alle de Commandee „ rende Officieren dier Troepen, zonde „ onderfcheid, gelyktydig zouden behoo „ ren te worden gelast, om zich, en hun „ ne onderhoorigè; Manfghappen, in_ gee „.ne van de evengenoemde Gefchillen door wie hun zulks ook zou mogei „ bevolen worden, • in eenige manieren tè laaten gebruiken; op poene van hui „ Hoog Moffeiiden hoogfte Indignatie „ alles, behoudens het Territoriaal Reg R 5 » de XXXVII BOEK 1786. > L L »<■ v; ». 1. tr r  xxxvn. BOEK. 1786. 3 > *; ,) 3» 9» J> 5» »» J» >' »> » »» VIP.? 'fitf* DE REPUBLIEK DER » der Provinciaak en S/afc/jto Q-verhe» den in alle andere zaaken. 2°".' vervolgens, ten' fpoediglten " door de refpective Bondgenooten f eene » Commisfie, beftaande uk eenige eeac» crediteerde Leden der Regeenngef uit - iedere Provincie, zou dienen te wo ï » den benoemd, om zich binnen de Pro» vincjen Gelderland en Utrecht, nopens » de daar exteerende Bezwaaren der In» gezetenen naauwkeurig te informeeren ? » alle gepaste middelen , tot wegneeming . van dezelve, door minnelyke fchikkin' ff"',ln z werk * ftellen, en om, zo • wei by eene gewenschte reusfite, als , onverhoopte ontftentenis daar van aan ' hu"ne Committenten rapport te doen. „ INaar het oordeel van hun Ed Moozou hier mede, in het voornaame oogmerk tl TW*' welke Heeren Staaten HL a IA* mstfwl«nd noodig gevonden hadden te neemen, op hef volledigst worden voldaan; terwyl on deeze wyze: zou zyn gezorgd, dat niet alleen de Militie ter Betlalinge dier Provincie ftaande; maar ook alle de overige Troepen van den Staat, verhinderd wierden, om tot gewelddaadig finooren van de Klagten en Bezwaarei! der Ingezetenen, in de bewuste Provinciën, en tot het veroorzaaken van Kt Burgerkry2 aldaar te worden ge- Dat dienvolgens hooggemelde Heeren btaaten, nevens die der andere Pro..  VERENIGDE NEDERLANDEN. a6> „ vinden, zo hun Ed. Mog. verhoopten, „ hier mede provifioneel genoegen nee„ mende, eerstgemelde verdere Orders, „ aan de refpective Regimenten te hun„ ner Repartitie ftaande, gegeeven, dier„ halven, door hun Ed. Gr. Mog. zou„ den kunnen worden gecontramandeerd; „ waar door dan geene fpeciaale Relolu„ tie op het Generaliteits Rapport van „ den achtften September zou behooren „ genomen te worden (*). Gelderland en >* Sticht namen ter AL gemeene Staatsvergaderinge dit Stuk over. en werd het, ter verdere overweeging, ir handen gefield (f); zonder dat 'er iets imeer van kwame, dan van den Voorlla^ door Stad en Lande gedaan (§> De ge fteldheid der zaaken in Holland, en inde Gewesten, waar de Staatsgefchillen toi zulk eene bystere hoogte klommen, da het zwaard des Burgerkrygs, als uitge toogen was, maakte de Bemiddeling, hoi ook voorgefiaagen, ouaanneemelyk, gelyl een te rugzigt op den reeds befchreevei toedragt in die Gewesten, elk kan leeren Terwyl deeze zaak der Bemiddeling! door de Bondgenooten, bleef hangen, o liever alles zich in eenen dag vertoonde dat 'er niets van te hoopen was, en d( Graave van Goörtz, als Afgezant de even ten throon gefteegen Konings vai Pruh (*) Nat. van Zeel. 19. Sept. 1786. (f) RefoJ. Gen. 22 Sept. 1786 (§) Zie mzc Vadert. Bist. XII. D. bl. 297* xxxvn, ËOEKi 1786. Van dezelve kwam niets. L i Sterir : Staatsbe' fluit , in> dien de i. Verdeeldj heden, ris tusfchenkorriSt va.y  XXXVII. BOEK. buitenlanrifcheMopenheheden en een Oorlog te wege bragten. 1 i s \ ree bi. 268 DE REPUBLIEK DER Pruis/en, hier te Lande kwam, verfpreidf,n/1Ch'nmet diens geru/cen Hoogheid vastlyk voorgenomen hadt om ten te' dho°udej aI,Ie ontnomene Re™, ten te doen herkrygen; dat eene felle Oorlog onvermydelvk was; daar Fr alt rjh gelyk men liet verluiden, vryheid verzogt hadt, ora Krygsvolk over Luik ie Shf f^' M *het «Weld^p ie Republiek gemunt hadr. - Wat hi»r 7ÏÏ/ZyfrTge' 0nder de Staatsleden van Zeeland -fchynen 'er geweest te zyn, die et flot eens Staatsbefluits, over het ben woorden van den Brief diens Graaen.C), hieldt m, „ Dat, indien de pooginff" **> hu" Ed. Mog. om de Verdeeldheden en het Wantrouwen, bv die Bondgenooten, waar zulks noodig mogt zyn, weg te ruimen, en de ver* zwakte Banden van de Unie te heriM. r?' ein,de,^eerinSsvorm» met de Burgerlyke Voorregten, op folide gronden te vestigen, waar toe zy „og bereid waren hunne meermaals aangeboodene goede dienften toe te brengen, onverhoopt vrügefoos waren, en dé voortduuring der Oneenigheden gelegenheid verfchafte aan de magtige Nabuuren van den Staat, om zich van de eene Ti "ƒ .*) De inhoud van djt Stuk hebben wy dus verre * °IWeven. Zie onze yaderl. Hifi. xi. D.  VERENIGDE NEDERLANDEN. „ of de andere zyde in de Gefchillen te men-: „ gen, hun Ed. Mog. verklaarden, deeze „ Provincie te zullen houden buiten de „ gevolgen, en, in die gevallen, zoveel » mogelyk, te zuilen zorgen, dat hunne „ Ingezetenen niet mede de ongelukki„ ge Slachtoffers wierden van een Twist, „ die hun, noch als Leden van het Bond„ genootfchap, noch Provinciaal, in eeni„ gen deele aanging (*). Dit Staatsbeüuk werd geenzins met éénpaarigheid genomen, de drie Steden Middelburg, Goes, en Tholen waren 'er voor; de drie Steden, Zierikzee, Vlisfingen en Veere 'er tegen ,• de Stem van den Eerften Edelen beüiste. - Hier over viel veel te zeggen. Men benoemde het met geen zao-ter naam, dan dat Zeeland beilooten hadt, om Holland, als het in nood kwam, aan zyn eigen Noodlot over te laaten, en dien zedert eeuwen naauwfter Bondgenoot, te verzaaken. Eene der niet inftemmende Steden Zierikzee, befchouwde het in een derge lyk licht, blykehs het fchryven van Bur gemeesteren, Schepenen en R.aaden die Stad aan Staaten van Holland. Zy ooi deelden, ,, dat daar door niets minde „ zou worden geëffectueerd, dan dat Zei „ land van het Bondgenootfchap wier „ afgefcheurd, en daar door niet allee; ., de band van de Unie, welke ten kos » t (*) Nel. van Zeel. 16. 0&. 1786, txxviC i O EK. 1785. 't Zelve met geen éénpaarigheid genomen. Oordeel deswegen. , fchryven . v&nZ'ierikzee daar over aan C Staaten . van Halj. land. I 1 e  xxxvii KüEK, I7Ö6'. s » r 3 3: 3; 33 33 3» 33 33 33 3» 33 33 33 »ï 33 i » 1 „ V00£^ *7o DE REPUBLIEK DER " tweeTe?, J£d bI°edS 1" g0eds ™ ™* 5, twee Eeuwen was tot ftand gebrast, en zedert zo gelukkig hadt gefubfi&erd » maar ook de Liaisfons van gemeen ba 5, en zo veele Eeuwen 00 ,, het naauWst waren verbonden geweest, " L ^f' ZOuden wo'den 4ebroo " tnLm ,dat m een samenloop van ge- moeiten h P mefst™odighadt." Dit moesten de woorden der evengemelde Slotverklaanng, huns oordeels, indien ze iets betekenden, bedoelen. 3, Wy hebben," vervolgen zy <, ons i> derhalven, met dit Rapport m geenen 3 deele willen of kunnerï conformeren" 3 maar, m tegendeel, geadvifeerd, om, , ah-oorens het Rapport over de Misfive ' nino- Z T n.™ordifi ^geerenden Koning van Prmsfen ter Generaliteit uit te brengen 't geen U Ed, Mogenden ten' °P Tl™ advifteren, af t?wag! ten, m die hoop, dat wy daar doof eenige meerdere legale kennis van den waaien toeftand der zaaken zouden bekomen, om dan onze Deliberatien, in gevolge van dien, op een zekeren grond ons haadeö geflatteerd, dat dit ons geadvifeerde by onze Medeleden van Staat wel zo veelingangs zou hebben gevon3en dat daar door de Conclufie van et voorichreeve Rapport, immers zo 'eel het Declaratoir betreft, zou zyn  VERENIGDE NEDERLANDEN. 271 „ voorgekomen, en waar toe wy onze „ Gedeputeerden de fterkfte inftantien „ hebben laaten doen, als van oordeel zyn„ de, dat dit Punt 't welk van geen min„ der gewigt dan het maaken van Oor„ log of Vrede, of het invoeren van „ Nieuwe Belastingen is, geenzins by „ Meerderheid kan worden ter Conclufie „ gebragt, zo hebben wy, egter, tot on*, ze groote verwondering en leedwee* „ zen, moeten ondervinden, dat de Heer „ Raadpenfionaris deezer Provincie heeft „ kunnen goedvinden, dit voorgemelde „ Rapport met de zeer kleine Meerder„ heid van maar ééne Stem te concludee„ ren, tegen welke Conclufie wy dan „ onze Gedeputeerden, op voorgemelde „ gronden, op het kragtigst hebben doen „ protefteeren, en declareeren, dat wy „ dezelve houden voor gansch onwettig en ons zeiven daar aan nooit verbon„ den zullen rekenen, onder referve van „ zodanige maatregels te zullen neemen, 4, als wy noodig vinden te beraamen, om „ ons voor God en de Ingezetenen vert, anfwoordelyk te ftellen. „ Daar wy dan nu vernomen hebben, „ dat door den Heer Ordinaris Gedepn „ teerde van Citters, reeds var ,s voorgemelde Refolutie gebruik gemaaki „ en dezelve ter Vergadering van hui „ Hoog Mog. is ingebragt (*), kunnei » w] (*) Dit geichiedde den ig 0&: 1786. Refoï. Cer, van dien dag. Over dit Gedrag van den Heer va Citters, belaagden ?ich pyae Mede-afg.evaardi^ XXXVII. 5 0 ek. 1785, l i r «  xxxvn. BOEK. I78ö~. Stads Advys van hr Zierikzee. r, fel in den • '. s E i laat dier ben In rede 30 ' e DE REPUBLIEK DER' » wy niet afzyn, den ganlchen toedragt " TTrf'? ^aake bvdeezen ^ kennisfe van " n ii n ffik t£ brenëen5 OP dat » u üd. Gr. Mog. zouden weeten, dat » dezelve by ons geenzins als een wet» lM genornene Staatsrefolutie wordt beJhouwd; maar, in tegendeel, gehou.. den voor onwettig, kragtloos en van , geene waarde, zonder dat wy willen ge, rekend worden aan de naakoming van . dien verbonden te zyn; in tegendeel . betuigen wy U Ed. Gr. Mog onze , welmeenende bereidwilligheid, om, met Concurrentie van U Ed. Gr. Mog. te willen medewerken tot Herftei der Confhtutionecle Regeerings vorm, en wegneeming van alle Inbreuken, door Heerschzugt en Dwinglandy daar in gemaakt; waar toe wy wenfehen, dat de Albeftuurende Voorzienigheid ook de Raadflaagen van U Ed. Gr. Mog. wil bekroonen en voorfpoedig maaken (*)." Deeze Brief was een gevolg van een ied Stadsadvys van Zierikzee ter Zeemve Staatsvergaderinge ingediend, waar het gehouden gedrag van zyne Hoogheid, , de Heeren Pous, Cau en Lambrecht- * i en wilden de Afgevaafdlgden vzuFlisjingen, waar stamelde Heer de Post van Penfior.aris bekleedde Gedeputeerden ten fpoedigaen opontl oden heb, om zich in Perfoon deswegen te verantwoorden. ;eneri Brieve aan den Raadpenfionaris hadt hy' n van zyne handelvvyze gegeeven. Kot. van Zeel. Jet. 178Ó. ) Refol, va» Hol/. 1. Nqv, i?$6.    VERENIGDE NEDERLANDEN. aj$ heid, zo in den Engelfchen, als in den Keizerfyken Oorlog, in het nadeeligst licht gefield, en hem verweeten werd, „ dat hy >» die zonderlinge Bekwaamheden niet be,» zat, om eene Armée te commandee« ren, en dus voorftelde den Graaf de „ Maileebois daar toe te gebruiken, even als hy by de Acte van Conjulent„ fchap klaar hadt getoond, dat hy geene 5» Kundigheden genoeg bezat om de Posten s. en Waardigheden te bekleeden, waar », toe hem de Republiek hadt aangefteld », en ryklyk betaalde. Dat hy zyn onge,» noegen over het ontneemen van het »» Commando, waar toe de Souverain, „ niet dan om gewigtige redenen hadt 5S beflooten , dermaate vertoonde, dat hy liever verkoos de Plaats zyner Refi„ dentie, waar zyn Eed en Pligt hem „ riepen, om 'sLands zaaken te vervor„ deren, te verlaaten, dan iets hier in „ toe te geeven; daar in allen gevalle de Differenten tusfchen Heeren Staaten „ van Holland en zyne Hoogheid Hoogst-* „ denzelven niet behoefden te verwyde„ ren van die Collegien, welke tot de „ geheele Republiek in 't gemeen behoot, ren. Dat hy, op enkele Inftantien van „ de Meerderheid der Staaten van Gel„ derland, om Garnifoen irt de Steden 9, Elburg en Hattem te plaatzen, zondeï „ eenige Voorkennis en Advys der an„ dere Bondgenooten, de Armée van den „ Staat in beweeging bragt, dezelve doof » onnoodige marfchen afmatte, en doog XIII. deeió S naa« xxxvif» 8 o ek.  SE REPUBLIEK DER XXXVII. B © E K. f/86. „ naalaatigheid van ftrikte Orders, ooP „ zaak was, dat die Steden, door 's Lands „ Militie, op eene ontmenschte en wree„ de wyze, waren geplunderd, zonder „ dat zyne Hoogheid, in zyne Qualiteit 9 als Stadhouder, eenige efforts aanwend- de, om de Oneenigheden te ftilien, nie& „ alleen in Gelderland, waar hy alles ver„ mogt; maar ook nergens anders, fchoon „ zulks eigenlyk zyn Eed en Pligt als m Stadhouder vorderde, en niet tegen„ ftaande hy daar toe, niet alleen door „ zornmige Gelderfche Staatsleden; maar ,, ook door Gecommitteerde Staaten en „ Stedelyke Regeeringen van Overysfel? „ door plegtige Bezendingen, verzogt werd „ en gebeden; maar die met veragting. ,-, werden weggezonden. Dat zyne Hoog- heid alles wat mogelyk was, in bewee„ ging maakte, zich by vreemde Mogen,, heden beklaagde, en zich op alle mo- gelyke wyzen durfde verontschuldigen,. „ ja zelf hun Ed. Mog. en de ganfche » Republiek tragtte voor te houden, dat „ hy niet anders dan aan zyn Eed en Pligt, in zyne hooge Charges, hadt be„ antwoord. „ Indien men verder, met bedaardheid „ en omzigtigheid de Conftitutie van „ Gelderland, Utrecht en Overysfel naging, * kon men niet ontkennen, dat het Volk en deszelfs Gemeenslieden aldaar een £ groot aandeel en gezag in de Regee„ ring hadt, en niet zonder reden klaags, de, dat het deezen invloed ontnomen n was,  Verenigde Nederlanden, f, was, en het Reglement van den Jaare ,i mdclxxiv ten eenemaal tegen alle Regten en de waare Conftitutie diet ■„ Provinciën, Steden en Leden van dien „ aanLep, en voor het grootfte gedeelte „ zyne Hoogheid alleen gunftig wa-s. „ Waar uit klaar volgde, dat men zeer in twyfel moest komen of zyne Hoog„ heid, in alle deszelfs Departementenj ,, wel zo tot maintien der Privilegiën en i, Voorregten Van de Republiek mede„ werkte, als hy, volgens Eed en Pligt; „ verfchuldigd was; des. men zich in 't geheel niet moest verwonderen, dat „ zyne Hoogheid het Vertrouwen dei „ Natie verboren hadt, en 'er zulke fteri, ke middelen tegen hem in 't werk ge* fteld wierden. Zy twyfelden mei of Staaten van Holland hadden zeer ge„ wigtige redenen om alle de Troepen; }, te hunner Repartitie ftaande, op te ont„ bieden, tot dekking hunner Provincie; * waar men' met geen minder yver er] 5, zorgvuldigheid të werk ging, dan o\ s, de Vyand voor de Poort Was." Hier op, tegen hét Slot des voor ge fielden Antwoords, die aanmerkingen, Welke wy, uit den Brieve aan Staaten vari Holland, reeds boekten, bygebragt enbe: tulgd te hebben, hoe zulk een Voorftel hun Zeer onftaatkündig voorkwafn, en niet te Weeten, hoe de Provincie Zeelmd-, in dat uiterften, haare Ingezetenen zou kunnen befcherinen, en eene enkele aanièhouwfter blyven van de rampen haarëf XXXVIÏ'. B o 'S k. 1786;  xxxvn. BOEK, 276 DE REPUBLIEK DER Bondgenooten; en ook Zeeland veel mifiy der belangen hadt met Gelderland of eenige andere Provincie, dan met Holland, bragten zy als hun Raadflag uit, „ om „ voor als nog, door het voorgeftelde De„ claratoir, de denkingswyze van Zeeland „ niet te manifesteeren,- zy zagen daar » zulk een haast niet in; te meer daar „ hun, voor als nog niets legaals bekend „ was van eenige Bedreigingen zyner „ PruUfifche Majefteit, van wiens edel,, moedige denkwyze zy ook niet kon„ den verwagten, dat hy, zonder eenig voorafgaand onpartydig onderzoek, de „ zaak van zyne Hoogheid, met Geweld, zou willen doorzetten, en, indien zulks » mogt gebeuren, en 'er een of andere „ Mogenheid met zodanige Bedreigingen „ zou mogen opkomen, dan betuigden zy hun vertrouwen te ftellen, en dat niet „ ongegrond, op de reeds zo menigmaal „ gemanifesteerde Geneigdheid en Trouw 1, van het Hof van Frankryk, en dat het „ zelve, tot hulp der Republiek, om de „ billykheid van derzelver zaak, zodani„ ge Bedreigingen of Aanvallen , door „ deszelfs veelvermogende intercesfie, of, „ is h nood, daadlyken Byftand, wel zou „ weeten uit den weg te ruimen. - „ Waarom zy te meerder inclineerden om „ eerst het Generaliteits Rapport, en het „ daar opuitte brengen Advys van Holland » af te wagten, met welk Gewest zy „ meenden dat Zeeland veiligst, pari pasfu » behoorde te gaan; ten'minften advi- „ feer-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 277 „ feerden zy dus voor zich zeiven, zo „ uit overtuiging van hun gemoed, ais „ om dat zy wisten, uit het Adres, on„ langs door het grootfte en beste ge„ deelte hunner Burgeren geprefenteerd, „ dat dit de wensch was hunner Ingeze„ tenen, waar tegen zy niet gaarne zou- „ den aangaan, Ook waren zy van „ oordeel , dat hun Ed. Mog. Staaten „ van Holland behoorden te verzoeken, „ Ouverture te mogen hebben van de re„ denen en motiven, die hun Ed. Gr. „ Mog. bewoogen hadden, om zyne „ Hoogheid, in alle zyne Militaire Char„ ges te fufpendeeren; op dat hun Ed. „ Mog., naa bekomen kennis daar van, „ zodanig zouden kunnen refolveeren als „ dezelve, als dan, tot welzyn van de Re„ publiek in 't algemeen, en van deeze „ Provincie inzonderheid, zouden oordee„ len te behooren. Het fiot des ontworpen Antwoords op de Brieve des Graaven van GoëRTZ, fmaakte die van Vlisfingen en Veere geenzins, fchoon zy de taal van Zierikzee niet voerden. De Eerfte Edele, nevens Middelburg, Goes en Tholen verzogten , dat Zierikzee deeze Raadllag en Tegenverklaring uit de Notulen van Staat wilde houden, of in andere bewoordingen inrigten: dewyl zy anderzins zich genoodzaakt zouden vinden, om in eene wederlegging te treeden (*). Wan- (*) Nat. van Zeel. 6 en 16 Oei. 1786. S 3 XXXVII. BOEK. 1736. Die van Zierikzee vtrzogt, dit ftuk niet in de Kotulen te plaatzen.  a?& DE REPUBLIEK DER xxxvn boek. 1 7U. Zy koude hier toe niet vcrftaan, Vertoog des Heerc VAN LY« jpEx tese Advy: Wanneer de Eerfte Edele en Middeh burg dien aandrang herhaalde, betuigden de A fgevaardigden van Zierikzee, dat hunne Lastigers, wel verre van daar toe 11 te kunnen komen, met geen minder verwondering dan leedweezen, verftaan hadden , hoe de Raadpenfionaris met eene zeer kleine Meerderheid in deezen befiooten badt, zonder eenigzins agt te flaan op de welgegronde daar tegen ingebragte redenen; dat zy 'er zich niet aan gehouden oordeelden, en de gevolgen overlieten aan de Staatsleden, die het zo verhaast hadden doorgedrongen; dat zy zich verpligt gevonden nadden, om d=s wegen s Staaten van Holland te fchryven; daar toe te meer aangezet door de handelwyze van den Heer van Citters ter Algemeene Staatsvergaderinge. Zy drongen voorts aan op de inlyving van hun Gefchrift in de Staats Aantekeningen. Sterk was de Wederfpraak des Heeren 5 van Lynden,; als hy betuigde, „ wel j „ gewenscht te hebben, dat de Heeren , „ van Zierikzee hadden kunnen worden yï gepermoveerd, om aan Inftantien der „ Staatsleden Middelburg, Goes en Tholen ,i te voldoen, door het Advys in. te trek„ ken, althans te zuiveren van zodanige „ ongefundeerde Pofitiven en lllatien, „ waar mede 't zelve was opgevuld, als „ zynde zodanig ingerigt, dat men twy-. „ felen mogt of de Registers, van Staat J5 voorbeelden opleeverden van een Stuk, tl Waaa » de Decentie even zq weirug  VERENIGDE NEDERLANDEN. 279 „ werd gemenageerd, als de gedaane re„ proches op woorden van waarheid ge„ vestigd. — Dat de Heeren van Zie„ rikzee, by dit Advys, geheel uit het „ oog fcheenen verboren te hebben, de „ egards door hun verfchuldigd aan de ., Perfoon van zyne Hoogheid, met alleet „ wegens deszelfs eminente Waamighe „ den: maar ook fpeciaal uit hoofde dei „betrekkingen, die zy tot Hoogstden „ zeiven, als Medelid van Staat hadden Dat, ten betooge hier van, met noo „ dig zou zyn, het voorfchreeven Advy m in alle zyne deelen te refcontreeren „ wordende', ter vermyding van aigreur „ geprefereerd, zich alleen te bepaale: „ tot eenige Politiven, die de vindicati „ van Eer riet toeliet met ftilzwyge „ voorby te gaan. Van dien aart ws , het gezegde, dat het buiten tegen/praa ,', zoude zyn, dat zyne Hoogheid geenzn eene Directie heeft gehouden met s Lam " Nasale Magt, als hy hadt behooren „ doen; maar die in eene yolflaagene IVer, „ loosheid heeft gehouden. -—- Voort dat Hoogstdezelve niet heeft medeg *; werkt om de Frontieren, Fortificatie; " en Militie in een goeden ftaat te brengt " Immers zou het den Heeren van Zi l, rikzee zeer moeilyk, ja zelfs onmog lyk, vallen, deeze haatlyke Reproch " met behoorelyke bewyzen te ftaave '„ weshalven zulke Betigtingen eerder een Schotfchrift, als in een Stedel " Advys, dienden te worden verwa S 4. » *^ XXXVII. boek: 1786. 3 > 1 Z J 5 k is Is f,e ït '» 2» z> n. 4r e- es ti: ia £  XXXVII. BOEK. 1786. ! I J 1 9 » > JJ tJ 33 3J '3 »s >1 «S 280 DE REPUBLIEK DER 7 » Desgelyks was ook de Infimulatie «ftrydigedcnkenswyzc; en het marqueZl «ongefundeerd, en zodanig0 on«f past " jt' wfi ^ tegen geen fX u'" lier Wlerden gebezigd, hy geregtigd zou zyn, de adfiftentie van 'sLanS „ pen. — Dat alle deeze en verdere » injuneufe expresfien, waar mede voor- fchreeve Advys was opgevuld, en de , meeste argumenten toPftaavinge van . het Sentiment der Heeren van Zierik, zee aangebragt, derhalven, niet anders . konden aangezien worden dan als onbe' red£nen'Van allen S^nd ont- ' ' fim?er' ^ weldenkende en . der zaake kundige Regenten, eenigen > ingang konden vinden. ë „ Dat hy zyn leedweezen betuigde . van zich, door dit korte Declaratoir ' fLTt6n ,kWyten V3n ^ne ind Sp^ ■ fabele verpligting, om niet, door ftü. zwygen, eenigzins te homologeeren, neder te Hellen; en dat hy htm Ed? Agto. nogmaals verzogt, met dien ernst en empresfement, welke hem de liefde ot Eernghe.d en Harmonie dicteerde! alle traces van reciproque ongenoegen ten deezen te willen wegneemln , door ^tekkS °f beh00reV aI^eeren° van hun Advys : by ontftentenis van *, het  VERENIGDE NEDERL ANDEN. s8i „ het welke hy genoodzaakt was ,* dit „ zyn gedeclareerde in de Notulen te „ doen infereeren. Terwyl hy ver- „ der, met relatie tot het Protest der Hee„ ren van Zierikzee tegen de wettigheid „ der Conclufie, verklaarde, dat die al„ leszins naar Orde van den Lande was „ genomen, en hy zich, derhalven, ver,, pligt vondt, dezelve Refolutie alles„ zins te vindiceeren, en ftand te doen „ grypen. ln dit alles, en boven al in 't laatfte, vondt die Heer zich gerugfteund, door de Afgevaardigden van Middelburg, die, ten zelfden tyde, hunne Tegenverklaring op het gehouden Gedrag der Zierikzeeënaaren te voorfchyn bragten. Zy konden niet van zich verkrygen, om zulke ongewoone Uitdrukkingen, als de Heeren van Zierikzee in hun Protest gebezigd hadden, en die niets minder inhielden dan verregaande betigtingen , ten laste der overige Leden, in 't beftuur der Lands zaaken, met ftilzwygen voorby te gaan, en vooral buiten beantwoording te laaten, de volgende Stellingen, welke "hun het bederikelykfte waren voorgekomen. Als voor eerst, dat zy het genomen Befluit voor onwettig hielden — ten tweeden dat zy zich nimmer daar aan verbonden zouden rekenen — en ten derden, dat zy daar tegen aan zich behielden zodanige maatregelen, als zy, ter voldoening van hunnen Pligt, zouden noodig vinden te S 5 nee- BOEK. 1786. Wat Mijdelburg 'cr op inbragt.  s82 DE REPUBLIEK DER XXXVII. boek. 17$6, Eene Commissie benoemd tot Mderzoek over het Kennisgee. ven van den loop eer Raadpleeüii gen aan een Lid yau Staat. neemen. Hier over uitgeweid heb* bende, verklaarden zy, dat, indien die van Zierikzee zich. niet lieten beweegen, om het betwiste Stuk uit de Staatspapieren te ligten, „ het Protest te houden „ voor een. al te driftige Vooringeno,» menheid voor de eens geadopteerde „ Gevoelens; zich zeiven volkomen vry „ kennende van alle nadeelige Infimula., tien, daar in vervat, en zo min als ie„ mand befchroomd, om zich, wegens „ hun gehouden Gedrag, en het helpen » neemen der Conclufien, ten allen tyde, „ voor God en hunne Medeburgeren „ verantwoordelyk te ftellen." De Afgevaardigden van Zierikzee hiel» den eene Tegen verklaaring aan zich, en verzogten Afichriften van deeze Verklaaringen des Eerften Edelen , en van de Stad Middelburg; dit laatfte deeden ook die van Goes en volgende Steden. — De Kennisgeeving der Zierikzeeènaaren, dat zy zich verpligt gevonden hadden om Staaten van Holland, den toedragt der zaaken in Zeelands Staatsvergadering te ontdekken, hadt eene Commisfie ten gevolge, waar in onderzogt zou worden, of, en in hoe verre, het aan een Lid van Staat geoorlofd ware aan een Lid van Staat zich te vervoegen, om de weet te doen van den loop der Raadpleegingen, over voorkomende zaaken. Geea item bragten die van Zierikzee hier over «it, Ein-  NEDERLANDEN. aS3 Eindelyk. gaf de Heer van Lynden in bedenking, ©f de Zierikzeefche Afgevaardigden niet zouden behooren afgevorderd te worden een Afichrift van hunnen Brieve aan Staaten van Holland, om daar van in de geflaagene Commisfie gebruik te maaken. Middelburg, Goes en Tholen oordeelden, dat dit hun zou kunnen verzogt worden; Veere kwam zulks onnoodis voor; en Vlisfingen bragt in t middenT het verzoek, dat eer zy zich des verklaarde,-aan hun Ed. Mog. zou afgeweven worden het meer gevraagde Affchrift van den Brief door zyne Hoogheid aan den Raadpenfionaris gefchree- vetl (*). Vlisfingen bleef by dier eisch, en liet het Befluit, betreffende he vraagen van den Zierikzeefchen Brieve aat de Leden over. Deezen kwamen hier toe doch die van Zierikzee verklaarden dit al geen Befluit van Staat te kunnen aanzien ln dat zy van 't Verzoek door de ove rige Staatsleden gedaan, hunnen Zende ren zouden kennis geeven (f)- Hooo-st gebelgd betoonde zich de Raa van Zierikzee over het Vertoog door de Heer van Lynden op hunnen Raar flag inbragt. „ Zy hadden de Reflectiei „ waar over men zo zeer viel, geenzir >■> g' m Nol. van Zeel. 30 OS. 1786. Dit verzo van Vlisfingen gaf aanleiding tot de Verklaaring v den Raadpenfionaris reeds vermeld. Zie hier bo,v bl. 251. (+) Not, van Zeel, 9 Nov. I7^.% iXX-YII, SOEK. 1786. De Brief &zx Zierikzeeènaaren aan Holland verge^fsch gevorderd, l l i_ t » \ De Raad ^ van Zie1 r'ikzee vcr* deedigt l, zich tegen 3 den Heer VAN LYMi '* DEN, ek va. e»  a84 DE REPUBLIEK DER XXXVII. boek. » gemaakt om de thans zo hoog nood» zaaklyke Harmonie onder de Staatsie" den te verminderen; maar om dit zy » vermeenden, om aan hun pligt te vol» doen, niet anders te mogen advifeeren, » dan zy gedaan hadden, en geenzins in » gebreke te zullen blyven,om hun Advys » te zuiveren, zonder eenigzins uit het » oog te verliezen de Ëguards, welke zy » aan hunne Medeleden , en aan zyne >» Hoogheid, in die betrekking, fchuldig waren; altyd bewaarende dat menage>. ment welk tusfchen Leden van deeze Agcbaare Vergadering, en Socii inter " pares, in agt behoorde genomen te wor, den , nogthans met dié Vryheid, als > Leden van een Vryen Staat compe. teert, met weglaating van alles , wat . naar een kruipende en flaafiche vrees > zweemen mogt ,• overtuigd, dat niemand . van hun Ed. Agtb. zou vorderen . om onverfchillig alle daaden van zyne ■ Hoogheid, befchouwd als den Eerften . Amptenaar van hun Ed. Mogenden, met eene diepe ftiizwygenheid en eerbiedige verwondering 'te venereeren; Eguards, die men alleen kan vergen van Onderdaanen tegen hunnen Souverainen Monarch. _ Uit hoogagting voor den Heer van Lynden zouden zy, op de voorgeftelde Punten terftond antwoorden , zonder egter te willen begreepen zyn, daar toe, op de enkele aanmaaning van een Staatslid, verpligt te zyn." Hier  VERENIGDE NEDERLANDEN. a8S Hier haaien zy op, wat 'er gebeurd en aangevoerd was, wegens de Werkloosheid des Admiraal Generaals, zo door Staaten van Zeeland als andere Bondgenooten; hoe veele Voorftellen deswegen door byzondere Staatsleden waren ingebragt, hoe veele Verdenkingen tegen zyne Hoogheid, als Admiraal aan het hoofd der Zeemagt waren ontftaan, „. door zy„ ne Hoogheid," gelyk zy fpraaken, „ zo gewigtig geoordeeld, dat hy dezel„ ve, door eene Justificatoire Memorie, „ heeft tragten weg te neemen en uit „ den weg" te ruimen; egter niet met „ een gewenscht effect, om dat dezelve „ geene Faiten bevatte, die de Activi„ teit van zyne Hoogheid manifesteer„ den; Faiten, werkzaame Efforts, zou„ den buiten twyfel ten voordeele var „ zyne Hoogheid uitgewerkt hebben, hei „ geen de gebeurde Faiten tegen Elbun „ en Hattem ten nadeele van Hoogstden „ zeiven hebben aangebragt: om dat Fai „ ten meer afdoen dan honderd en meei „ Memorien en Gefchriften, die zeder „ zes Jaaren ten voor- en nadeele vai „ zyne Hoogheid waren opgefteld." Naa het verder ontwikkelen dier Werk loosheid, voeren zy den Heer van Lyn den te gemoet; „ Het zou hun Ed „ Agtb. tot een fenfibel genoegen vei „ ftrekken, indien hun Ed. Agtb. zy „ Hoog Ed. Geb., op hunne tour, mos „ ten verzoeken, hun van het tegendet „ van hunne Sustenue te overtuigen, e » hu XXXVïT* 3 ö 5K. 1786. 1 1 [1  m DE REPUBLIEK DER xxxvii. soek. i < i « hun aan te xvyzen, welke kragtdaadigd ,i Efforts en Maatregelen zyne Hoogheid « hadt aangewend, ora die fataale Werk; ,i loosheid tegen te gaan, en dat Hoogst„ dezelve zo gewerkt hadt met de Navale Ü Magt,die toen voor handen was, als hy hadt kunnen en behooren te doen : niei, mand is daar toe zo gefchikt, als zyn » H. Ed. Geb., die by eene diepe Staat4) kunde en Bevinding van zaaken, onder » het oog van zyn Hoog Ed. Geb. voerge-^ vallen, de uitgebreidfte kundigheden by n andere weetenfchappen voegende, buiten » twyfel in den ftyl eens zeer befchaafden „ Edeimans, aan HofFelyke Politesfe ge„ woon, vry van Injurüufe Uitdrukten* h gen, en alles wat naar Schotfchriften ge» lykt, de Activiteit van zyne Hoogheid » in een helder licht zou weeten te plaat■» zen; waar door zyn Hoog Ed. Geb* een groot gedeelte der Soupcons van ., hun Ed. Agtb. en de geheele Natie wegneemen, de Eer van zyne Hoog* heid °P het kragtigfte verdeedigen, en , aan de laate Naakomelingfchap over. , brengen zou i waar toe hun Ed. Agtb. , de vryheid namen zyn Hoog Ed. Geb. , op het nadruklykfte 'te folliciteeren." Dien zelfden dienst, verklaarden zy, vyders , zou de Heer van Lynden !oen? t, indien hy, door geverifieerde , Faiten, de betoonde Vigtlantie van zyn , Hooge Principaal in een helderen dag , geliefde te ftellen, wegens het honden i van 's Lands Frontieren en Fortifica*- a tten^  VERENIGDE NEDERLANDEN. üS? ,» tien in een behoorlyken ftaat van De-: „ fenfie, waar tegen het Rapport der „ Commisfarisfen van Staaten van Hol„ land getuigde; en als hy tevens toon„ de, zo zyne Hoogheid waarlyk Efforts „ hadt aangewend tot onderhouding der „ Grensplaatzen en Vestingen, wat belet „ hadt, dat deeze Efforts ter kennis der „ Staatsleden niet waren gekomen? wie „ het geweest waren, die de heilzaame „ poogingen van zyne Hoogheid hadden „ tegengewerkt en verydeld?" Om te bewyzen, dat het toefchryven van een [mgulkre en met het belang deiNatie firydige denkwyze, en het manqueeren aan Eed"en Pligt, in hun Advys, geen ongegronde en beledigende Uitdrukkingen waren, verzogten zy, om meerder haatlykheden te vermyden, zyn Hoog Ed. Geb. te mogen wyzen tot de Adresfen der Burgeren van Haarlem , Gouda en Alkmaar; de Aantekeningen der twaalj Voornaamfte Leden van hun Ed. Gr. Mog. op het Protest Van de Ridderfchap. „ Zy „ wisten niet," om hunne eigene woorden te bezigen, „ welke verdere Inju„ rieufe Expresfien in hun Advys, doo! „ zyn Ed. Hoog Geb. bedoeld werden, „ Zy konden en wilden wel avoueeren „ dat de ronde goede Zeeuwfche Taal vat „ Vaderlandfche Volksreprefentanten, ee „ nigzins harder klonk in de ooren vat „ eenen veel befchaafder Vreemdeling „ maar het Injurieufe en naar een Schot g, fchrift gelykende, k#aden hunEd. Agtb „ si iXXVIL JOEK. 1786. 1 t l  BOEK. I7064 ?.1 m DE REPUBLIEK DER * in hun Advys niet ontdekken; en uk » het geavanceerde van zyn Hoog Ed » Geb. moesten hun Ed. Agtb. twyfelen of zyn Ed. Hoog Geb. de eigenfchap" Pf Jaa een Stads Advys en een Schot* » fchrip, wel met die attentie hadt b-« itudeerd, om over dezelve op eenen zo meesteragtigen toon uitfpraak te » doen, dat hun Ed. Agtb. in den mond » van een Staatslid tegen een Medelid, » veel injurieufer voorkomt, dan alles » wat zyn H. Ed. Geb. hun Ed. Agtb, » geliefde aan te tygen. » zouden zyn Hoog Ed. Geb. ge- maklyk op denzelfden toon kunnen be- • jegenen, indien wy niet begreepen, dat , onze ftof nog zo geheel niet uitgeput » is in bondige bevvyzen, dat wy behoe, ven te komen tot Scheldwoorden; eene , elendige uitvlugt om zich te redden, ' aIs men geene bewyzen weet aan te , voeren, en zich gebragt voelt ad ter, minos non loqui, - Hun Ed. Agtb. zullen , bier. om liever zyn Hoog Ed. Geb. eene nadere Explicatie van het Injurieufe en naar een Schotfchrift gelykende in hun Advys verzoeken, en dat zyn Hoog üd.Geb. ons de verdere perioden woordlyk gelieft op te geeven, waar in die Uitdrukkingen gevonden worden. Wy hebben geconfidereerd, dat deeze Aantygingen zyn Hoog. Ed. Geb. misfchien in drift zouden ontvallen zyn; waarvan een bedaarde overweeging ons mogelyk Satisfactie zou geeven,- naardemaal zy, ,} naaf  VERENIGDE NEDERLANDEN. 289 „ naar vigeur behandeld, anders, opeen: „ eclatanter wyze, door de adfittentie van „ 's Lands Civile Wetten zou kunnen „ gevorderd worden*" "Min op den Perfoon gemunt wss het Wederantwoord van Zierikzee op 't geen 1 •Middelburg tegen den Raadilag dier Stad' hadt in 't midden gebragt; doch ontbrak het niet aan fchérpheid. Uit het laatfte Lid van het Rapport, waar by hun Ed. Mog. verklaarden, Dat, ingeval deeze Twist niet konde worden beflist, en de magtige Nabuuren van den Staat zich daar in mogt en imifceeren, als dan te zullen zorgen, dat hunne Ingezetenen de ongelukkige Slachtoffers daar van niet wier den; vermids het hun noch als Principaal, noch als Leden van het Bondgenootfchap aanging, enz. „ konden hun Ed. Agtb. niet anders afiei„ den, dan dat hun Ed. Mog. zich, in „ zulk een geval, van het Bondgenoot„ fchap, vooral van de Provincie Hol„ land, zouden affcheiden, en op de best ,, mogelyke wyze een Staat op zich zel„ ven formeeren : 't geen noodzaaklyk ,, zou moeten volgen, indien hun Ed. „ Mog. zich niet wilden imifceeren in „ de rampen, die het Bondgenootfchap „ als dan zouden treffen: naardemaal het „ onmogelyk was, dat, zonder dit te ef„ fectueeren, hun Ed. Mog. hunne Inge» „ zetenen zouden kunnen bevryden, óm „ niet insgelyks de Sacrifiees der ram„ pen te worden, en in dezelve te dee„ len; daar hec wuskunftig zeker was, XIII, DEEL. .K aac £XXVlt. 10 EK. Als mede egcn Midielóurg,  soo DE REPUBLIEK DER XXXVIL BOEK. 17B6. " dat het gee" 't Geheel aangaat, ook W » confequentie het Gedeelte aangaat, en * hun Êd- M°g de Vreemde Mogenheden « zouden moeten overtuigen, dat dezel» ve met de Provincie van Zeeland niets » te befchikken hadden: naardemaal hun »> Ed. Mog. zich niet meer rekenden on* ». der het Bondgenootfchap der Fereenig* >■> de Nederlanden, in wier Twist zich de » Vreemde Mogenheden hadden geimi» fceerd; maar dat zy Heeren Staaten » van Zeeland zich van het Bondgenoot* '* fchap hadden afgefcheurd, en een Staat ** °P zicil zei ven geformeerd, om hunne » Ingezetenen de Sacrifiees niet te laaten worden van deezen Twist, die hun met meer aanging. Indien dit de « meening van het Rapport niet ware, >, dan betuigden hun Ed. Agtb. dat zy „ den zin van het gedeclareerde Syllema „ der Provincie Zeeland niet penetreer„ den, en aan hunne Medeleden van Staat „ moesten vraagen, wat deeze woorden >. dan betekenden ? als mede waarom hun » Ed. Mog. zulk een Declaratoir, zonder >, daar toe van iemand genoodzaakt te » zyn, maar geheel vry willig, en tot „ welke einden, hadden gedaan? Kun„ nende hun Ed. Agtb. naauwlyks het „ enkel denkbeeld verdraagen, dat zulk „ eene Uluftre Vergadering, als waar uit „ die van de Staaten van Zeeland is gef compofeerd, een Syftema zouden wil„ len manifesreeren, dat, of niets beter> kende, of in zulke duistere woorden 3, was  VERENIGDE NEDERLANDEN. 291 i, was geinveloppeerd, dat men naa den „ weezenlyken zin eii betekenis moest „ raaden; te meer, daar het zelve dien- de om aan Vreemde Mogenheden het waare Syftema deezer Provincie te de- clareeren, het geen onmogelyk was dat „ hun Ed. Mog. in zulke duistere ter4, nlen hadden willen doen. „ Om dit Plan, dit Syftema, ten gei, legenen tyde, te effectueeren en wee„ zenlyk daar te ftellen, zou 'er, buiten twyfel, een verbaazende Verandering i, in de Conftitutie der Republiek van ^ de Vereenigde Nederlanden moeten ge- bragt worden; en hun Ed. Mog. zou„ den verpligt zyn in deeze hunne Proi, vincie een nieuw Plan van Regeering j, in te voeren, indien zy hunnen nieu„ wen en afgefcheiden Staat, met derzeb j, vér Ingezetenen, wilden maincineeren, „ en beletten, dat Zy de ongelukkige i, Sacrifiees van den nyd en jaloufle van „ de Nabuurige Mogenheden, die zich met den Twist over de zweevendé Ge„ fchillen hadden bemoeid, niet wier- ji den. Hun Ed. Agtb. ignoreerden, ,, welke Maatregels, en welk eene Re- geeringsvorm hun Ed. Mog. zouderi i, adopteeren; dan zy twyfelden geen 00= ,i genblik, of de Heeren van Middelburg, „ die de grootheid deezer Gebeurtenis, i, fen, naar hunne gewoone wysheid èn a doorzigt, zo wel penetreerden, als hun a Ed. Agtb., zouden gereedlyk advdueéa ren, dat "er Waariyk eene verbaazende kxxvife e oek;  292 DE REPUBLIEK DER XXXVII. BOEK. 3786. „ verandering in de Conftitutie en Re„ geeringsvorm deezer Provincie zou moe„ ten gebeuren, om dezelve, zo klein van „ Omtrek, zo gedelabreerd in baare Fi. 3, nantien, zo diep vervallen in haare Fabrieken en Koophandel, te maintinee9i ren. ,, Zo dra de verandering deezer Con3, ftitutie, en daar uit proflueerende Re„ geeringsvorm, het noodzaaklyk gevolg „ van het gedeclareerde Syftema, wordt „ ter effect gefteld, vermeenden hun Ed. Agtb. dit een Punt te zyn van groot „ gewigt, dat volgens de Orde der Re„ geering, niet met de Meerderheid con„ clufibel was." — Zy waren de eerften niet, die dit uitgevonden en gefteld hadden , dat de Verandering van Regeering behoorde tot die zaaken, waar toe men by Meerderheid niet kon befluiten. Voorsaame Staatsmannen in Zeeland hadden 'er dus over gefehreeven (*), en hier uit konden de Heeren van Middelburg het antwoord opmaaken waar in de Onwettigheid der Conclufie beftondt. Verder beweerden de Raad van Zierikzee. „ Een Lid van Staat kan zich niet j, verbonden rekenen aan eene Conclufie „ met de Meerderheid genomen, om dat „ deeze Conclufie zelfs onwettig is, en „ van zich zeiven vervalt, als of dezelve „ niet genomen was; waar om een Staats- „ lid, (*) Zy brengen hier by den Tegenwoordigen Staas van alle FQlken IX. D. bl, 54.,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 293 ,„ lid, dat daar in niet heeft gecon« fenteerd, niet gehouden is, om naar die Conclufie, tegen zyn zin, onwet„ tig volgens de Orde van Regeering,ge,■> nomen, zich te gedraagen. Hun Ed. Agtb. zouden zich, in het extee„ rend geval, naar zulke Maatregelen moe„ ten gedraagen, als zy dan best voor „ hunne Stad zouden oordeelen; doch zyn buiten dempgelykheid om dezel» ve te bepaalefffzy zouden van de om„ ftandigheden van tyden en zaaken moeM ten afhangen, even als de Maatregels, „ die andere Staatsleden zouden adoptee„ ren, om het gemelde Syftema te effec- tueeren. Zo dra de Heeren van Mid* „ delburg, de goedheid zouden gelieven „ te hebben om aan hun Ed. Agtb. de „ Maatregels en. de wyze op, en naar „ welke men den Staat van eene aparte „ Mogenheid zal formeeren, te commu>, niceeren, zouden hun Ed. Mog. niet „ in gebreke blyven om aan de Heeren „ van Middelburg eenig nader Berigt me„ de te deelen over de Maatregels, die „ hun Ed. Agtb. dan zouden volgen." Wanneer de Zierikzecfche Afgevaardigden de Infchryving deezer twee Stukken , in de Staatspapieren verzogten, drong de , Raadpenfionaris ten fterkften aan, dat zy \ niet alleen beide deeze Aantekeningen; | maar ook hun vooiigen Raadflag, en an- < dere Schriften, betrekkelyk tot het Rap-1 port, uit de Staatspapieren wilden ligten : en houden, ter voorkoming van alle Ver-' T 3 „ bit- axvn. IOEK. Onderchcirie ge \ 'oelens om leeze in;eleeverdaïtukken , it de 'taatspaiieren te igten , lan niet.  XXXVII. boek. %7M. 294 DE REPUBLIEK DER bitterdheid onder de Leden, en tot verfterking van de rust en eendragt, tot nog toe, zo gelukkig in Zeeland bewaard gebleevcn: dat vervolgens ook de Heer van Lynden en de Heeren van Middelburg, om die zelfde reden, desgelyks zouden handelen met hunne Tegenaante- keningen in deeze zaak. De Heer van Lynden toonde zich bereidvaardig om dit verzoek te volbrengen, als de Heeren van Zierikzee zulks deeden; doch dat hy anderzins de nadere Tegenaantekening aan zich voorbehieldt, verklaarende zich nu voor als dan, tegen de nadeehge gevolgen, welke hier uit zouden kunnen voortvloeijen. De Afgevaardigden van Middelburg wilden, op voorwaarde dat die van Zierikzee in den voorflag van den Raadpenfionaris bewilligden, hunne Tegenaantekening en Advys te rug trekken. Die van Goes en Thokn brag- ten m 't midden, dat zy, zonder zich eemgzms in te laaten in de jongst ingeleverde Aantekeningen des Zierikzeefchen Raads, dezelve voor ongefchikt hielden om in de Staatspapieren te worden geplaatst ; waar om zy ernftig op het terug neemen aanfionden, en dat men geen verderen aandrang op het inlyven zou doen: dewyl 'er niets anders, dan veel Verwydenngs onder de Leden, uit ftondt gebooren te worden, in een tyd dat de Eemgheid zo noodzaaklyk was. Vlisfingen en Veere zou het aangenaam zyn, indien de Leden, in deeze zaak betrok-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 295 ken, en aan welken zy het al of niet ligten der gemelde Stukken uit de Staatsaantekeningen zouden ovcrlaaten , zich met den anderen in deezen konden verHaan (*). De Staatsleden, die geen Affchriften, gelyk Vlisfingen en Veere, van de beide laatfte Stukken der Zierikzeefche Afgevaardigden verzogt hadden, deeden dit vervolgens. Middelburg, Goes en Tholen nogmaals aanhoudende op het uitligten der Zierikzeefche Stukken, terwyl eerstgemelde Stad haare toezegging om desgelyks met haare Tegenverklaring te handelen, herbaalde, onder bedreiging van anders tot eene Tegenaantekening te moeten komen (f). Nogmaals deeden die van Middelburg dit voorftel, met by voeging, dat de Heeren van Zierikzee ter Tafel van hun lid. Mogenden geliefden te brengen den Brief van wegen die Stad, over het betwiste Staatsbefluit, aan Staaten van Holland gefchreeven: met verzoek om te mogen weeten, of aan deeze Voorftellen, door die van Zierikzee zou worden voldaan? Deeze betuigden, dat zy op heden, zich buiten ftaat bevonden om aan de Middel* burgfche Afgevaardigden hier omtrent eenige ophelderingen te kunnen geeven; doch niet twyfelden, of zy zouden eerlang des last- hebben: waar om zy ver* zog- (*) Nol. van Zeel. 16 Nov. 1786. (|) Nol, van Zeel. 20 Nov. 17 Sé. T 4 XXXVII. BOEK. I786. Aandrang op het uitligten.  z^é DE REPUBLIEK DER xxxvn. BOEK. Op welk eene voorwaardeZierikzee hier toe verftaan wilde. 1 i i ] i zogten, dat tot geene Extraordinaire Mefures mogt beflooten worden. Men hoorde dit aan, in verwagting dat de Afgevaardigden van Zierikzee eerlang gereed zouden zyn om aan het verzoek van de overleevering des Briefs ter Staatsvergadennge te voldoen (*_). Wederom ter Staatsvergadering verfcuynende, was het 'er wel verre af, dat de Meerderheid der Staatsvergaderinge van den Zierikzeefchen Raad een befcheid kreeg aan haaren wensch beantwoordende. Zy hielden alles, wat zy in de groote zaak, thans in verfchil, gedaan hadden, voor wettig en regtmaatig, en het daar op ingebragte als op geen vaste gronden rustende; doch, ingevalle. hunne Mederaadsleden 'er toe geliefden te komen om het geheele Rapport en de Conclufie , waar over dit gefchil liep, te vernietigen, en het Befluit ter Algemeene Staatsvergadering des wegen uitgebragt, te doen intrekken , en dus deeze zaak te houden = als of 'er nooit een Rapport over was uitrebragt, dan waren zy bereid om, met ïunne Medeftaatsleden, te (temmen tot het litrooyen van alles des betreffende in de Staatspapieren geboekt; op dat de Naatomelingfchap geene fpooren van zodanire Verfchillen tusfchen de Leden der rlooge Vergadering van Zeeland, in de Redsters van Staat, zou kunnen ontdekken. Wat (*) Nat. van Zeel. 27 Nor. 17U,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 207 Wat het brengen van den Brief aan Staaten van Holland betrof, moesten de Leden der Vergadering niet begrypen, dat de weigering hier van den oorfprong nam uit zekere voorbedagte geheimhouding : dewyl de Raad van Zierikzee geen de minfte zwaarigheid hadt gemaakt, om door de Afgevaardigden ter Vergaderinge te doen weeten, dat zy zich met eenen Biieve vervoegd hadden by hun Ed. Gr. Mogenden. Hadt dezelve deeze zaak geheim willen behandelen, zou zujks geen teken van eenige Staatkunde geweest hebben. — Geenzins konden zy nalaaten hunne verwondering te openbaaren, dat die zelfde Leden thans een Affchrift vroegen van eenen Biieve, door een hunner Medeleden, aan een byzonder Gewest gefchreeven, tot het geeven van 't welke zy zich geheel niet gehouden rekenden, welke geen Affchrift verzogt hadden var eenen Brieve, door den Raadpenfionaris, in zyne Qualiteit, van den Capitein Generaal ontvangen, in antwoord op eener Brieve, op byzonderen last van hun Ed Mog., door den Raadpenfionaris gefchree ven,' fchoon de Raad van Zierikzee daai van een Affchrift, waar op zy volkomer eisch meenden te hebben, verzogt, dan. tot heden toe, niet bekomen hadt. Eene weigering, waar over hun Ed. Agtb. hun. ne verwondering niet wilden verbergen Doch, om te toonen hoe geneegen zj war en,.om aan de verzoeken hunner Me deleden te voldoen, betuigden zy, ho< T 5 on xxxvir. 178(3. 1  XXXVII. boek. 1786". Te envre- «ienheid op die van Zierikzee. i j ] 1 ( C e ii De Raadpenfionariszoekt dit gefchil ten § einde te n brengen. 2 d di d( 398 DE REPUBLIEK DER ongehouden ook, bereid te zyn, daar in te bewilligen, zo ras de Raadpenfionaris aan hun verzoek, waar toe zy zyn Ed. gehouden rekenden, zou hebben voldaan* door liet geeven eens Affchrifts van meergemelden Brieve: en twyfelden zy niet of hunne Medeleden, van de billykheid deezes Verzoeks overtuigd, zouden niet in gebreke blyven om daar op by dek Raadpenfionaris aan te dringen. De Heer van Lynden, de Afgevaardigden van Middelburg, Goes, en Tholen, beklaagden zich over de weinige Deference, die de Heeren van Zierikzee iu deezen voor hunne Medeleden betoonden. Vlisfingen liet zich in deeze zaak niet in, ils geen verzoek gedaan hebbende om de sewuste Papieren uit de Staatsfchriften :e ligten'; doch wat den Brief van zyne rïoogheid aan den Raadpenfionaris betrof, fielden zy zich aan het meermaals gedaan rerzoek , billykten de Verklaaring der Zierikzeeïnaaren, van oordeel, dat alle de •verige Staatsleden daar by belang haden. Veere vergenoegde zich met en Affchrift te vraagen van het thans igebragte door Zierikzee. Tot nog warende verzogte Affchriften er te deezer zaake dienende Stukken op* ehouden, dan oordeelde de Raadpenfioiris dat dezelve, daar de Heeren van ierikzee, naa zo veel vriendlyken aan:ang, weigerend bleeven, zouden worm afgegeeven: hy voegde 'er, zich tot :n Heer van Lynden, en de Afgevaar- dig-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 299 digden van Middelburg wendende, by, „ dat zy de moderatie wilden gebruiken 11 van deeze zaak niet verder door Con„ tra-aantekeneningen, uit haar geheel te „ brengen, in hoope dat de Heeren van „ Zierikzee, in andere omftandigheden, „ mogelyk zouden te permoveeren zyn, „ orn nog, vóór het afdrukken der No„ tulen, aan de Leden het genoegen te „ geeven, dat alle traces van deeze on„ aangenaame Gefchillen mogten uitge- „ wischt worden." Wat den Brief door die van Zierikzee aan Staaten van Holland betrof, herinnerde hy de Verga* dering, dat, in de openbaare Nieuwspapieren, een Stuk geplaatst was, 't welk voorkwam als die Brief, van welke men zich, ware het noodig, als egt zoude kunnen bedienen, daar de Raad van Zierikzee altoos de egtheid, was dit het geval, zouden kunnen tegenfpreeken. V001 zo verre zy hunne weigering gelyk poogden te fteilen met zyne verfchooning. om geen Affchrift te keveren van den Brief zvner Hoogheid, beriep hy zich op de reed's bygebragte redenen voor dit zyn gedrag (*)• Den vermelden wenk, door den Raadpenfionaris van de Spiegel gegeeven, volgde de Heer van Lynden eerlang op, wanneer hy, om zyne eigene woorden te gebruiken, ter Staatsvergaderinge zich (*) Nol. van Zeel. i Dec. 1786. Zie voorU Mer boven b). 251. en 254, sxxvti, 3QEK. 1786. Van Lyvden voigfc. Óen went van lien Ranopenfionaris.  Soo DE REPUBLIEK DER bo^T Zkt in.ieezfr voeSe het hooren, „ dat QEK; » hy Z!Ch alleszins moest beklaagen over i-.fi/? " de Sentimenten der Heeren van Ziel7öo. „ nkzee, in het volharden by hun ge„ fustineerde, waar van de onbetaame„ lykheid en ongegrondheid, fchoon evi„ dent, nogthans in het breede niet kon„ de gerefconteerd worden, zonder nieu„ we materie tot aigreur te geeven; dat „ hy zich daar van liefst zou onthouden, s, en ïnftemmen met de Leden, die de „ Declaratoiren hadden geoordeeld onge5, fchikt te zyn, om in Notulen van den „ Staat plaats te vinden. Dat hy, ter „ volioeninge aan het verzoek der Le„ den, zo aan hem als aan de Heeren „ van Middelburg refpectivelyk gedaan, „ prefereerde in geene verdere Discusfie „ te komen, inhereerende alleen het gee„ ne op deeze materie door hem bevoo„ rens aan de Heeren van Zierikzee was „ voorgehouden , oordeelende daar in, „ met alle veiligheid, te kunnen berus„ ten, uit overtuiginge, dat het gepofeer„ de door welgemelde Heeren, by de „ overige Staatsleden niet hadt kunnen „ uitwerken eenige nadeelige Impresfie, „ ten opzigte van zyne Hoogheid, noch „ tegen de Wettigheid der gecontesteer„ de Conclufie van den zestienden Octo„ ber laatstleden. Verzoekende, derhal„ ven, de Heeren van Middelburg, om, „ de zaak uit het zelfde oogpunt befchou„ wende, zich mede te willen onthou„ den van verdere gedetailleerde Contra- 55 aan»  .VERENIGDE NEDERLANDEN. 301 „ aantekeningen, en aldus, nevens hem, „ veele verwyderinge tusfchen de Leden „ te voorkomen." De Afgevaardigden van Zierikzee verzogten hier van Affchrift, en behielden aan zich voor hunne Zenderen het regt, om nu, of in den tyd, eene Tegen verklaaring daar op in te brengen (*)- Wy oordeelden het geheel beloop deezer netelige zaake, uit de Zeeuwfche S taats ftukken. te moeten voordraagen, om eene egte fchets te geeven van de gefteldheid in dit Gewest, ten aanziene van de wydgaapende Staatsverfchillen; en te meer,, dewyl het thans gebeurde in verband ftaat met andere voorvallen, zo in Zeeland, als in het geheele Bondgenootfchap, die gelyktydig, en vervolgens, zich opdeeden, welke by mangel van befcheiden, der zo veel betekenende Staatsonderhandelingen, duister en onverklaarbaar zouden blyven. De denkwyze van Zeeland zal ook niet weinig toegelicht worden, door de opgave van een Ontworpen Brieve aan hun Hoog Mogenden, ter gelegenheid van den ontvangen Brief des Stadhouders in Wynmaand, aan de Leden des Bondgenootfchaps gezonden (f), in welken zy fchryven, „ De nadruklyke inhoud van het (*) Not. van Teel. II Dec. 17S6. (|) Den inhoud deezes Briefs hebben wy opgegeeve» in onze Vafcrl. ü\st, XJ. D. bl. 3.96, xxxvn, flOfiït. 1786. Ontworpen Brief van Staaten van Zeelay.d aan hun Hoog Mogcndca over , wien alle de Bondgenooten, de Waar„ digheden van Erfstadhouder * Erfcapi,j tein en Admiraal Generaal, zo van de „ Unie, als van de Provinciën refpeetii, velyk, hebben opgedraagen; het zy wy in agt neemen den aart der Gebeurte„ nisfen, die dagelyks voorvallen, en, „ naar ons inzien, met deeze Betrekkin„ gen geheel onbeftaanbaar zyn. „ Het is ons voorgekomen, dat de te» genwoordige Onlusten in de Republiek a tot drie Hoofdfoorten kunnen gebrast >. worden, naamlyk, Voor eerst, het Wantrouwen, dat tusfchen eenige der » Souveraine Provinciën is ontftaan, en *, van die ongelukkige gevolgen is gewor„ den , dat de Burgerlyke en Militaire „ Wapenen worden gebruikt, om zich >, tegen malkander in een ftaat van vei- P ligheid te ftellen. Ten tweeden, de 5j Gs-  VERENIGDE NEDERLANDER 303 f, Gefchillen, die binnen zommige Proi, vincien tusfchen de Leden onderling i, zyn gereezen over het verftand of de „ reclame van Regten en Privilegiën, — „ Ten derden, de Bezwaaren van den „ Prins Erfftadhouder, over verkorting „ in de Regten aan zyne opgedraagene „ Waardigheden competeerende. „ In de daad zou het gebouw van de „ Vereeniging deezer Republiek op zeer „ zwakke Fundamenten fteunen, en de „ Oprigters zouden weinig verdiend heb„ ben van de Eere, die het Naageflacht s, aan hunne Wysheid heeft toegekend, indien zy foortgelyke gevallen niet on„ der de mogelyke gebeurtenisfen, in een „ Confederatie als de onze, hadden voor„ uitgezien, en niet bedagt geweest wa„ ren, om, in de Grondwet van het Ver„ bond, toereikende middelen tot Bevre-* „ diging aan de hand te geeven. Maar „ hoe kan men, Hoog Mog. Fleeren! „ een oogenblik in twyfel fcaan, of 'er „ zodanige middelen exteeren, wanneer 1, men flegts het Tractaat van de Unie „ inziet? Ten aanziene van de Gefchillen tusfchen eenige van de Gewesten, het XVI; en ten opzgte van de Gefchillen tusfchen de Leden van eene Provincie over Regten en Privilegiën het 1 Artykel, en betreffende de klagten over Ongelyk en Verkorting van Regten het XVIi Artykel der Unie aangehaald hebbende, vaarenzy voort. „ Immers kunnen 'er naauwlyks klaarder „ woor- XXXVffc BOEK. T78&  304 DE REPUBLIEK DER XXXVII. BOEK. 1786. 5 y. v. »! 3> »> 'J ?» ? j »> » JJ 5» n » woorden gebruikt worden om uit té drukken, waar in de Officien van de »» Bondgenooten,in de opgenoemde geval» len, beftaan, en dit bewyst, dat de „ Conftitutie van de Republiek zelve, nog middelen aan de hand geeft om •» Ons verderf voor te komen, indien de, zelve flegts met cordaatheid worden „ aangegreepen. „ Wy erkennen zeer gaarne, dat de , Onafhangelykheid der Provinciën van malkander vordert, dat de Bondgenoo, ten, zich niet bemoeijen met zodanige , zaaken, die als Domeftiek, en behoo, rende tot de befchikking van ieder Pro, 'vincie inde haaren, moeten aangemerkt , worden: naamlyk zo lang die zaaken , geene gevolgen hebben, die het geheele Bondgenootfchap affecteeren, en zo , lang de Domeftieke middelen, tot wegruiming der Gefchillen, worden aangewend; en het was, om die reden, dat wy, alvoorens ons in te laaten omtrent de Onderwerpen der Klagten van den Heer Prins van Oranje, over de Maatregelen door de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland ten zynen opzigte genomen, by onze Refolutie van dertig January Miicct-xxïvr, ter Generaliteit ingebragt, hadden doen infteeren; dat Hooggemelde Heeren Staaten zouden worden verzogt, hun Hoog Mogenden te informeeren, aanslaande de zaaken in gefchil; ten einde hun Hoog Mogenden in Jlaat te ft ellen, om te deli- „ hc-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 305 „ ber eet en, of dezelve, in haar en aart en ,, omjiandigheden, zodanig zyn, dat hun- ner Hoog Mogenden goede Officien tot „ Bemiddeling, met vrugt, zouden kunnen 55 geè'mploijeerd worden (*)» ,, Maar vermids wy nu, uit de Mis9, live van zyne Hoogheid, en de byge„ voegde Refolutien der Heeren Staaten « van Holland, genoeg geïnformeerd zyn „ van den aart deezer Onderwerpen, kun», nen wy dezelve niet langer als Dome», ftiek befchouwen; maar oordeelen die „ van zulk een onmiddelyken invloed te „ zyn op de Conftitutie, op de Rust, en „ op de Veiligheid van het ganfche Bondv genootfchap, dat de onzydige Provin„ cien niet mogen flilzitten , haare be„ kommering deswegen te kennen te gee„ ven, en op het employ der middelen „ van de Unie aan te dringen. ,, immers, Hoog Mogende Heeren! „ kan het als geen Domeftieke zaak wor„ den aangemerkt, dat de Heeren Staa- ten van ^Holland Aanfchryving hebben „ gedaan aan de Troepen binnen andere „ Provinciën, en het Territoir van de »,-Generaliteit in Garnifoen, om uit te „ marcheeren: want het behoeft geen be» wys, dat dit lynrecht inloopt tegen het „ Op- (*) Refoi. Gen. i. Feb. 1786. Staaten van Hol* lar.A hadden toen, even als den 6, Dee. des voorledefi jaars, betuigd, dat deeze zaak niet terTaTelvan hitfl Hoog Mog. behoorde; rtiaar rechtftreeks de SoUtS» rainiteit van hunne Provincie betref. M&t XiU. DEEL. V xxxvtf, BOE Kt 1786.  Soö DE REPUBLIEK DER XXXVI li boek. .17116. ,i Oppergezag der gezamenlyke Bondge* >* nooten, over de Militie van den Ge-5» meenen Staat, welke altoos zeer wys* s» lyk hebben gezorgd, dat de Troepen, „ ten aanzien van haar Krygsampt, aan »» de Generaliteit alleen fubject waren: s» zo dat zelfs, van dien tyd af, dat de Republiek eenige Confidentie heeft ge>, kreegen, (fchoon de Generaliteit en » zoramige Provinciën zonder Capitein n Generaal waren,) de Orders aan de » Militie, betrekkelyk tot haar Krygs5, ampt, niet door de byzondere Provin» cien; maar van Generaliteits wege get, geeven zyn, waar toe de Heeren Staa»■» ten van Holland en Westfriesland met », de andere Bondgenooten hebben ge» »> concurreerd in de groote yergadering »» van mdclIj gelyk hun fed. Groot „ Mog. dit ook onbewimpeld hebben ge» advoueerd, in de bekende Deductie van m het Jaar mdclvii, die anders ten „ doelwit hadt, het Particulier Gezag van „ HoojTgemelde Heeren Staaten over de 5, Militie op hunne Betaaling, te bewee* „ ren. Dit Regt is, van wegen de », Generaliteit, aan zyne Hoogheid den „■ Heere Prinfe van Oranje, tot wederzeg„ gen, opgedraagen, en men kan, der„ halven, de particuliere Orders der Hee„ ren Staaten van Holland, met geene „.mogelykheid anders befchouwen , dan s» als ftrydig met het Regt van den Ge„ meenen Staat, door zyne Koogheid ge„ ëxerceerd wordende. p, Hst  Verenigde Nederlanden. 307 „ Het is waar, dat de Heeren Staaten « van Holland hebben geailegeerd, dat i, hunne Provincie in nood was; maar, » hoe presfant hun Ed. Gr. Mog. zich » dien nood ook mogen voorgefteld heb- ben, is het egter zeker, dat dezelve » niet grooter kan geweest zyn dan in » een openbaaren Oorlog, wanneer eenë Provincie reeds de Wapenen van eenen „ vreemden Vyand in haare Nabuurfchap „ heeft; en, indien nu het enkel begrip „ van nood aan elke Provincie het Regt „ verfchaft, om de Troepen, welke zy, volgens haar Quote in de Lasten .van de Unie betaalt, uit het Leger te Vel,i de, of uit de bezette Plaatzen te rug ,, te roepen, en op eigen authoriteit te „ laaten t'huis komen, welke ftaat zou ,* de Republiek dan, in haare Middelen i, van Defenfie, kunnen maaken, en hoe „ zou 'er ooit mogelykheid zyn cm eeni „ ge welgecombineerde Krygsoperatien uit te voeren? „ Hier kumt nog by, dat hun Ed. Gr. „ Mog. .die Orders gegeeven hadden aar „ Troepen, welke op het Territoir ëc i; in den Eed van andere Provinciën was, ren, zonder de Heeren Staaten daaf ir U zelve te kennen, offchoon hun Ed. Gr« „ Mog. zelve, in de boven aangehaalde ,i Deductie van mdclviï, waar in zy h zeker zich niet te weinig Auctoriteit i, over de Militie toefchryven, egter beft kend hebben, dat het Souverain Kegt » van de Staaten der Stemmende Pfóviri- xxxvifc boek. I78Ö»  3T.XXVII. BOEK. 17M. g®8 DE REPUBLIEK DEK » eien, uit kragte van let Territoir mr » de Militie in den haar en logeerende, aU " ^ verftaan is, (zo lang dezelve Militie » daar in Garnifoen wordt gelaat en f) te „prevaleeren boven het Regt, de Staaten „ van de Provinciën, als Betaalsheeren com„ peteerende; zo dat dezelfde Militie meer v verpligt is te refpecteeren de Commande» meuten van de Heeren Staaten en Ma- * gfftraaten, tot uitvoering van hunne Po5» litieke Bevelen, Van die Provinciën, waar » dezelve Garnifoen houden , dan van de » Staaten op welker Repartitie die is ftaans> de. Wy kunnen ook even weinig als » Domeftiek aanmerken, de Refolutie van * hun Ed. Gr. Mog., waar by de Mi,y litie, tot nader bevel, wordt ontflaagen » van den Eed van Gehoorzaamheid aan » den Heer Capitein Generaal; noch ook „ de Refolutie, by welke de Commani, danten der Regimenten worden geor» donneerd, geen Rapporten of Lysten, hoe genaamd, aan den Heer Capitein „ Generaal meer te zenden , en andere * diergelyke Refolutien tot de Directie 1, over de Troepen van den Staat fpec- teerende. Wy zullen, in tegendeel, „ zodanige Mefures befchouwen, als * van een zeer nadenkelyk uitzigt vooif de Vryheid en Veiligheid der "overige , Leden van het Bondgenootfchap, en , als een middel om eene totaale ver5 warring in de Arme'e te veroorzaaken 1 -, want, (om flegts van het eerfte te u fPree-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 309 „ fpreeken,) zo ooit of ooit deeze Maxi- me gewettigd wierd, dat ééne Provin» cie de faculteit heeft, om de Troepen >, van den Gemeenen Staat te ontflaan s, van de Gehoorzaamheid aan den Chef, „ welke met eenpaarige toeftemming van » alle de Bondgenooten, daar over ge-, „ field is, dan moet alle grond van ver„ trouwen op de Publieke Veiligheid op„ houden, en het Bondgenootfchap zal » welhaast eene Sociëteit worden, daar „ het Regt van den Sterkften alle Ge„ fchillen decideert. „ Wy zullen op deeze materie in geen „ verder detail treeden, daar ons gan- fche Voorftel met geene andere bedoe„ ling is ingerigt, dan om de Eendragt „ en het onderling Vertrouwen weder te „ doen herleeven, willen wy niet fchy„ nen aan iemand onzer Bondgenooten „ onaangenaame Reproches te doen; veel „ liever vleijen wy ons met het vertrou„ wen, dat de Heeren Staaten van Hol„ land en IFestfriesland, reflecteerende op „ de gevaariyke gevolgen, welke zodani* „ ge Refolutien, zelfs tegen hun Ed. Gr. „ Mog. intentie, zouden kunnen hebben, „ dan ook aan de overige Bondgenooten „ het genoegen niet zullen weigeren van „ de voorgemelde zaaken weder te her„ ftellen op den voet, welken de gron„ den der Regeeringsvorm, door hun „ Ed. Gr. Mog. invloed en medewerking „ geëtablisfeerd, waarlyk vereifchen. „ En dit is her, waar toe. wy.U Hoog V 3 v Mog, xxxvn. BOEK. 1785.  Si© DE REPUBLIEK DER XXXVII. boek. 1786. „ Mog. en ieder der Provinciën op het „ kragtigfte verzoeken, haare efforts by „ de onze te willen paaren. De exem1, pels, dat. de Bondgenooten, door Mis„ lives, en zelfs door plegtige Bezendin„ gen, malkander hebben geadhorteerd, om by de toen exteerende Regeerings« vorm te blyven, zyn zo menigvuldig, »> en dezelve zyn altoos met zo veel » vriendlykheid opgenomen, dat wy thans »» ook oordeelen geen ongewoonen, noch » in dit tydftip ongepasten ftap te doen, wanneer wy onze poogingen aanwenden, tot het het maintineeren der tegenwoordige Regeerings vorm, die U » Hoog Mog., en alle Provinciën, nog „ weinig Jaaren geleden, voor de beste „ hebben erkend: te meer daar het in „ deezen niet aankomt op een betwist» baar begrip van zekere Preroqativen „ der Waardigheden van de Heer Capitein Generaal; maar op zodanige zaa„ ken, waar over nooit gefchil geweest « is, noch kan weezen, zonder deeze » hooge Functie tot niets te brengen, en 9» de veiligheid der Provinciën in de waag„ fchaal te Hellen. „ Wy moeten, eindelyk, hier nog by» voegen, dat wy, met het grootfte ge„ noegen, gezien hebben, dat de Heeren » Staaten van Utrecht iterative reizen s, hebben gedeclareerd, hoe zeer zy af„ keerig zyn, om, door middelen van Ge» weid, de Oneenigheden te heflisfen, en is das het, derhalven, ons gansch onhe- « gry-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 3x1 „ grypelyk voorkomt, met welk een oog„ merk zulk een groot getal van Gewa,, pende Manfchap op de Grenzen van „ die Provincie wordt gehouden; en wy „ oordeelen dit mede een Punt van het „ uiterlte gewigt, waarin ten fpoedigften „ behoort te worden voorzien; niet al „ leen op dat de Frontieren van der „ Staat, die nu genoegzaam van Trae „ pen ontledigd zyn, wederom behoore „ lyk zouden kunnen bezet worden; maa „ ook voornaamlyk om te doen ophou „ den de gisting in de gemoederen, e! „ de agitatie, waar door veele Ingezetenel „ continueel geHingerd worden: ten eind het Land alzo weder te brengen in ee „ Haat van inwendige bedaardheid, wel „ ke alleen gefchikt is om de Onderhar „ delingen over het vastftellen der Hai „ monie wel te doen gelukken (*}." Indien wy ons te binnen brengen d verschillende begrippen der Staatsleden i Zeeland, die tot zulke wyde uiterften van een liepen, zal het ons geenzins vei wonderen, dat deeze Ontworpen Brief geene vlotte toeftc-mming ter afzending kreeg. De Heer van Lynden, nu de Afgevaardigden van Middelburg, Gd en Tholen, drongen aan op een Beflu deswegen, en het bepaalen van een da tot dat einde; doch die van Zicrikzt zouden zich daar op nader verklaaren te ;*) Nol. van Zeil, 2 Nov. 178ó. V 4 XXXVII, li O E K. 1786. 1 1 1 e Verfchil- lende ge voelens der s Staatsleden 'm over deezen Brief, ' doenriezel. e ven onaft gezonds» ;s blyven. it t a >  XXXVII. BOEK. 1736, .Aandrang Van den ] &3adpM- , lïoiiaris op 1 ijet nieuw < Rc l ment { tot beter ( beleid der ?aaken in * de Z«ff«iv- 1 ./ï/fecasts- \ YergadeWig. 1 r li e S V (*), mt vm. Zeel, 9. ij, ea 27^ nftvt 312 DE REPUBLIEK DER terwyl die van Vlisfingen en Veere in dee« zen geen Raadflag. uitbragten. De eerstgemelde drie Staatsleden gaven vervolgens hunne gereedheid te kennen om den Brief goed te keuren; terwyl Middelburg inbragt, hoe nog, als een verder Bezwaar,' in denzelven zou kunnen dienen de onlangs gegeevene Bevelen aan het Krygsvolk door Holland, om, in een gefteld geval, zonder Grondgebied te ontzien, na het Sticht te trekken. De drie laatstgemelde Staatsleden waren nog ongelast, zo ten aanziene van den Brief zelve, als tot de Dagsbepaaling. Zy bleeven ongelast, en daar door het goe ikeuren en verzenden deezes Briefs aan hun Hoog Mos, igrerwege (*), ö Niet alleen was het dit Stuk, betrekEelyk tot het groote thans zwedende >taatsgefchil, 't welk hangen bleef, anlere zaaken, den Staat in 't algemeen n Zeeland in 't byzonder, betreffende* indergingen het zelfde lot. En, fchoon le tydsomftandigheden, hoe langs hoe agewikkelder wordende, het haare tot erfchillende begrippen, en daar uit fpruj* ende langduurige en dikwyls önvrugtbaae Raadpleegingen, toebragten, was dit waad van eene vroegere"laartekening, n hadt aanleiding gegeeven om daar teen een hulpmiddel te zoeken in herveraardigen van een Reglement tot beter bet-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 315 leid der zaaken van de Vergadering der Staaten van Zeeland, hier toe was een Concept - Reglement in Herfstmaand des jongst afgeloopen Jaars ontworpen, en in Sprokkelmaand deezes Jaars op nieuw aangeroerd (*); dan het befluit hier op deelde in de algemeene vertraaging. Zulks bewoog den Raadpenfionaris van de Spiegel, om, wanneer hy in Lentemaand befpeurde, dat de zaaken denzelfden fleependen gang hielden, de Staatsleden te herinneren aan dit ontworpen en onafgedaan Reglement. Hy liet zich onder andere dus hooren. „ Hoe lang de Vergadering zal con„ tinueeren, hangt af van het goedvin„ den der Leden van Staat, waar in ik s, refpectueufelyk moet berusten; maar ik zou egter oordeelen, te kort te fchie„ ten aan myn Eed en Pligt, en onwaar„ dig te zyn het Vertrouwen van den „ Souverain, die my de eere heeft aange„ da n, van my tot zynen Raad en Mi„ nister te verkiezen, indien ik niet, met „ allen gepasten aandrang, U Ed. Mog. „ reprefenteerde, dat, zo de manier van „ delibereeren over voorkomende zaaken r moet blyven op den voet, gelyk de„ zelve thans is., de Vergaderingen van „ U Ed. Mog. dan genoegzaam perma9, nent zullen worden , zonder dat de „ vrugtbaarheid der jpe.fiuiten zal beant- „ woor- (*) Not. van Zee/. 2. Feb, 1786. V 5 XXXVIT. BOEK.  3H DE REPUBLIEK DER XXXVII. BOEK. 1/86. » woorden aan de langdurigheid der De* » liberatien; in hoe verre dit nu over»» eenkornt met de Eere en Waardigheid van eene Vergadering, die den Souve» rain reprefenteert, en met het Belang „ der gewigtige Onderwerpen haarer » Raadpleegingen zal ik aan de beoordee«> ling van U Ed. Mog. overlasten, „ liet zy verre van my, en van allen, >, die ooit deeze plaats zullen bekleeden, » van eenig Voorftel te doen, dat zou » ftrekken ter verkorting van de Wetti» ge Vryheid der Deliberatien; maar, » gelyk het eene oude en waare Maxime » is, dat het uiterfte gebruik der Vry» heid, in een Vryen Staat, de fource is » van Regeeringloosheid, die uitloopt in i, een uiterfte Slaaverny, zo is het altoos .» wyslyk in deeze Republiek begreepen, , dat de gebreken, welke de Vryheid , der Leden noodzaaklyk medebrengt, , moeten te keer gegaan worden, door > Reglementen, die als Grondwetten der , Regeeringe zyn aangemerkt, en in wel- ke de vrye Leden zich verpligten, een . gedeelte van hunne Vryheid, of niet te gebruiken, of af te ftaan aan het geheele Lichaam, ten nutte van het Algemeen Best. Van dat begrip is de Hooge Regeering deezer Provincie altoos geweest, waar van de bewyzen, zedert de erectie van de Republiek, voor handen zyn, in de Reglementen op het Beleid der zaaken ter Vergadering, eu wanneer, door langheid van tyd , de „ yver  VERENIGDE NEDERLANDEN. 31S „ yver voor de goede Orde begon te „ verflaauwen, hebben hun Ed. Mog. „ zorg gedraagen, dat de Reglementen „ telkens zyn vernieuwd, en met fterkvere „ banden verzekerd. „ Over het nieuwe Reglement, in den „ voorleeden Jaare ontworpen, Ed. Mog „ Heeren! is 'er nog maar één Lid var „ Staat, dat goedgevonden heeft zyn Ad „ vys uit te brengen, en met een lofiyt „ empresfement op deszelfs Invoering „ aan te dringen: voor 't overige wee „ men niet, of het de eer heeft aan d< „ Leden te behaagen, dan of het mis „ haagt; en wanneer U Ed. Mog. zie1 „ nu gelieven te vertegenwoordigen, d „ importante zaaken, die in Deliberati „ zyn, en die, by gebrek van gepast „ middelen van afdoening, tot in het 01 „ eindige blyven fleepen, dan hoop ft „ dat U Ed. Mog. myne eerbiedige r „ prefentatien over de Langzaamheid d „ Befluiten zullen billyken. - „En waren de tegenwoordige Obje „ ten van Deliberatie nog maar de eem „ waar van de afdoening presfeert, m „ zou zich mogen vleijen, door gedu „ rig aanhouden en geduld, dezelve ee „ eindelyk ten effecte te brengen; m; „ hoe veele andere zaaken zyn 'er ni< S5 Ed. Mog Heeren! van welke 'sLan „ wel- of kwaalyk vaaren afhangt, wel „ de Leden van Staat in al haar gew „ kennen, welke zy onophoudelyk inft „ ri XXXVII. BOEK. t 1 \ e 1- % it c* re ;n u- ns lar *« d3 ke «t se- :n,  XXXVII. boek. "3t Men vorderde in Slachtmaand tot het benoemen eener Commisfie, en het bepaalen van eenen Dag, wanneer de Leden met <*) Nat. ven Ztel. 25. Sept. 1786-, XXXVtï. SOEK. Zierlkzeê tn ylisfinven ^vingen 'er og aan. Me» kaa tot geen Befluit k®* uien.  318 DE REPUBLIEK DER boek. 1/86'. ] ( j I 1 k i 2 i t t I met hun Verflag in gereedheid zouden moeten zyn. De Commisfie bragt op een en ander Artykel Veranderingen en Verbreedingen tè berde. Dan Vlisfingen oordeelde den dag van den elfden van Wintermaand, bepaald om dan gereed te zyn, te kort gefteld, en verzogt, dat de Raadpleegingen mogten verwyien tot eene volgende Vergadering. Dit vondt geen ingang. — Die dag verfcheenen zynde, was de toetreedinge nog verre te zoeken. Schoon de Heer van Lynden voor den Eerfien Edelen zyne bereidvaardigheid betuigde om het Reglement, met zamenfterammg der Leden, te helpen vastftellen, voerden 'er een én ander Lid zo veele sn zo ftrydige Aanmerkingen aan, en 3p het Concept Reglement zelve, en op 3e voorgeflaagene Veranderingen, dat iet gefchaapen fcheéh, als of 'er niets van jou komen. Zierikzee, hoe zeer ivertuigd van de nutheid en noodzaakykheid der vernieuwing en verbetering ran het Oude Reglement, wilde, in geraüe zekere voorgedraagene Veranderin;en mogten vastgefteld worden, ftrek:ende om de Beraadflaagingen op wee» ;enlyke Punten nog meerder te vertraaen, het oude Reglement van den Jaare idccii, volgens welke tot heden de aaken behandeld waren, de voorkeus eeven. — Vlisfingen bragt mede een aanü Veranderingen te voorfchyn, onder etuiging, dat, indien de overige Staats:den dezelve niet konden omhelzen, de' Rap-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 319 Rapporten, zo als zy daar lagen, van de band te wyzen. Dit deedt ook Veere. Zommigen wilden den tyd van vier of vyf Jaaren ter proefneeming, zo het mogt doorgaan, vastgefteld hebben. In' deezen maalitroom van Raadllagen, was de Raadpenfionaris van begrip, „ dat, >, wanneer men het Reglement befchouw„ de als een geheel, het onmogelyk was, ti uit de verlchtllende Advyfen, eene gaa„ ve Conclufie te formeeren; maar dat i, men gevoeglyk* ieder Artykel op zich „ zeiven kon neemen, en dezelve be„ fchouwen als afzonderlyke Punten van „ Ordte, welke de Leden zich wel tot „ eene Cynofure in de Deliberatien wil„ den voorfchryven, en die naderhand, „ indien mogelyk, tot een zamenftel kon„ den byeengebragt worden,-en dat men, „ op dien voet voortgaande, dan eerst voor eenpaarig gearresteerd behoorde te „ houden alle die Artykels, waar op door „ geen der Leden Remarques waren ge,i maakt. Dat vervolgens, voor zo ver„ re op andere Artykels onderfcheidene „ Advylen waren uitgebragt, moest ge„ zien worden, of de Punten in die Ar„ tykelen vervat, van dien aart waren, „ daar in met Meerderheid mogt gecon„ cludeerd worden. Dat hy ten dien op„ zigte begreep, dat de Meerderheid de „ Conclufie kon en mogt uitmaaken in „ al zulke Punten, daar niet wordt af„ gegaan van de oude Ordre der Regee„ ring; of daar in niets verminderd wordt „ var saxviL BOEK. 1786. Voorflag van den Raadpenfionaris ora 'er toe te geraaken»  320 DE REPUBLIEK DER XXXVII. Boek. 5 3 i ( De Handeling hier over loopt c •erugtloos l tó c I r c d d a h z d v fc r< van de vrye Deliberatie der Leden, „ Maar dat, wanneer de Punten van de laatstgemelde foort waren, niet mogt „ gevolgd worden het affirmatif; maar „ het negatif Advys, en dat de Conclu„ fie, in dien gevalle, moest opgemaakt „ worden volgens het gevoelen der Min* „ derheid, al was het flegts van één Lid: dewyl aan niemand der Leden iets kon , worden benomen, buiten deszelfs fpe, ciaale overgifte. Gelyk ook de Con, clufie, op de Duurzaamheid van het , Reglement, naar 't gevoelen der Min- , derheid, moet genomen worden." 'rlisfingen bragt eenige bedenkingen in, •ver deeze wyze van Befluit neemen. De Zitting hier op vrugtloos gefcheilen, hervatte men het 's anderen daags. /lis(ingen drong de gemaakte zwaarighc en nader aan, en "betoonde zich zeer uiverig. Veere wilde een volle Eenpaaigheid in 't Befluit, en zóu, indien men iet Meerderheid daar toe mogt treeden, at Reglement kragtloos en van onwaare, en zich aan het oude verbonden houen. De vyf voorzittende Leden deeden ile moeite om Vlisfingen en Veere van et jongst ingebragte af te trekken, en ich tegen het Befluit niet aan te kanten; och zonder vrugt. Waar op de vyf oorzittende Leden eenpaarig hun leedwezen te kennen gaven, over de verhillende gevoelens der Heeren van Vlis* ngen en Veere in eene zaak, die zo ver: gevorderd was, en waar op die Heeren  VERENIGDE NEDERLANDEN. 3 ai ten zelfs vóór deezen met zo veel ernst hadden aangedrongen; en wyders verklaarden, dat, hoewel het Befluit van het Reglement, op den voet door den Raadpenfionaris voorgefteld, voortgang zou kunnen hebben, zy egter, in aanmerking namen, dat één der voornaame oogmerken van het Reglement moest zyn, het bevorderen der Eensgezindheid in de Raadpleegingen ; waar aan zeker niet zou voldaan worden, indien 't zelve niet met algemeen genoegen wierd vastgefteld: waarom zy van oordeel waren, dat de Raadpleegingen over deeze zaak behoorden in ftaat'gehouden te worden, en de afdoening tot een gelegener tyd uitgefteld (*), In eene en andere Stad van dit Gewest, waar men Burger-focieteiten en Wapenhandelende Genootfchappen hadt opgerigt, als te Middelburg en Goes, zag men de beginzels om dezelve te keer tt gaan; doch daar deeze eerst recht in het volgend Jaar werkzaam werden,, en beider val bewerkten, zullen wy het verflag deswegen verfchuiven. Vry van gevreesde Beweegenisfen_ er Oproerigheden, in andere Gewesten, zinu lang woelende, was Zeeland tot nog gebleeven: dan het Eiland Schouwen za£ dien tuimelgeest, in Slachtmaand, te voor fchyn • treeden. Zedert eenigen tyd had den de Boeren zich zei ven en hunm Paar (*) Net. van Zeel. 23. Ndv. 1.11. «1 ia. Dee. i?8ój 2UII. DËEJ.. X xxxvih BOEK. ï.786. ' JSeginzeU vanOproe-i righeden op Scholt* wen en by* zonder te Zierikzee^  322 DE REPUBLIEK DER xxxvn. BOEK. - Voorzorgen te Zie* fikzee ge«Sfaagen, Paarden met Oranje ftrikken vercierd, en de Stad Zierikzee, die wy uit de bygebragte Stukken genoeg kennen als afkeerig van deezen optooy, bezogt. De Re* geering trok zich dit weinig aan, zo lang zy niet befpeurde, dat zulks gefchiedde met eenen daadlyken toeleg om anders denkenden te beledigen: dan met deeze Tekenen paarden zich welhaast gefprekken, die niet onduister zulks aanduidden. Op een Zondag vertoonden zich een aantal van zestien Boerenknegts, zwaar met Oranjekleur vercierd, in de Groote Kerk te Zierikzee, en vervoegden zich, by het uitgaan der Kleine Kerk aan de deuren. Vrees, dat een zo opzettelyk gedrag de voorboode was van meer euvels, indien tydige voorzorge zulks niet belette, deedt de Regeering 's anderen daags befluiten, om by openbaare Afkondiging het draagen dier Tekenen, met het geen daar aan vast was, te verbieden. Dit gefchiedde op Woensdag, en werd, ten dien zelfden dage, het Wapenhandelend Genootfchap, voor eendragt en vryheid, in den byzonderen Eed van Getrouwheid aan de Regeering genomen.' De Marktdag, die 's Donderdags invalt, op welken de meeste Boeren met hunne Waaren Stedewaards komen, vereischte dubbele voorzorge; deeze nam de Redering door Geregtsdienaars aan de Poor:en te zetten, om de Boeren, die met Oranje vercierd ter Stad inkwamen, van ïe gedaane Afkondiging te verwittigen, ©n  VERENIGDE NEDERLANDEN.. 3 a3 èn te verzoeken, zich des te ontdoen: ook werd de Hoofdwagt des Krygsvolks van het Bolwerk onder het Stadhuis verplaatst. Men bedroog zich niet in de verwagting van den toeleg der Landlieden, die ten gernelden dage 's morgens opgecierd, als hunne Voorloopers op Zondag, ter Stad introkken, zonder veel agts te flaan op de waarfchuwingen by de Poorten, tot dat zy den Baljuw met zyne Dienaars zagen naderen, waar op zy zich ontdeeden van den verbooden opfchik. Vreedzaam fcheen alles te zullen afloopen, door de genomène en welvolvoerde voorzorgen. Dan, tegen den middag, door den {terken drank verhit, begonnen zy zich, over het gedaan Verbod , te beklaaeen, fchoolden Voor een Kroeg Zamen, ftaaken de hoofden byeen, en toonden alle tekens van aangroeiend misnoegen. Waar op de Baljuw te raade Werd de hulp der Krygsbezetting te verzoeken, om twee der onrustigfte Boeren ié vatten. Deezen ftelden zich te weere, Wierpen den Schout ter aarde, zeggende geleezen te hebben, „ dat men gééft £ Krygsvolk tegen Burgers*en Ingezete„ nen mogt gebruiken, en dat dit ge„ bruik van Krygsvolk tegen de Ingeze„ tenen van Hattem en Elburg, den „ Staaten van Gelderland, als ook dera „ Stadhouder, tot een misdaad was toe„ gerekend." Zy riepen hunne Medemakkers tot byftand* doch dit baarde X * geer* xxxvlt, ROEK. 17'86. De Boefefc oproerig en gevat.  324 DE REPUBLIEK DER XXXVII. 43 o ek, 1786. Vrees voor een oproer der loeren. 1 Zierikzee door de Jioer 'n be- . duigd, ] geen ontzet: gebonden werden zy na de Gevangenis gevoerd, en naa verhoor vorderde de Baljuw Uitbanning, of Lyfltraffe. De menigvuldigheid en bekendeftoutmoedigheid der Boeren op het Eiland Schouwen, kon niet naalaaten een dugten te verwekken, hoe dit doortasten der Stads Regeering ten Plattenlande zou worden opgenomen; en dat verftoordheid, de bovenhand krygende van de vrees, gelyk te voorzien was, hier uit welligt een aanQag der Boeren tegen de Stad zou gebooren worden. Men oordeelde het daar 3in raadzaam een waakend oog te houlen. Eenige Officieren en Gemeenen van iet beëedigd Genootfchap booden zich :erftond aan, en betrokken de wagt onler het Stadhuis, tot 'sanderen daags :en vyf' uuren, wanneer een ander geleelte hun afloste. Niet te vergeefsch was de bekommerdleid voor zulk een bezoek: want dien eigen ivond kreeg men, eerst door Lieden, die ia buiten geweest waren, berigt, dat :usfchen de twee en drie honderd Boe■en zich Stadwaards begaven, en vervolgens door den Baljuw van Sonnemaire, f. van Ysselstein, die ter verrig:ing zyner zaake na Brouwershaven gefveest was; de weete, hoe hy op een koperen bekken hadt hooren omklinken, iat een ieder verzogt wérd zich ter hulpe van hunne ongelukkige gevangene Medebroeders na Zierikzee te begeeven. Op zyn Dorp gekomen, was hy door een Boer,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 3a$ Boer, een Hoofdbeleider deezes Werks,: by gedaane bedreigingen op zyn Perfoon en Goederen, gewaarfchuwd, dat hy alles kon voorkomen, indien hy zich na Zierikzee wilde begeeven, en aldaar de Loslaating der Gevangenen, en het Verbod van het draagen der zwarte: Kok£ des, kon bewerken. Dit hadt hem bewoogen, onverwyld daar heen te trekken, en op het nadruklykst byftand te De Voorzittende Burgemeester deedt de Wet vergaderen. Deeze hoorde den Schout van Sonnemaire, en raadpleegde daar op met den Bevelhebber van het Genootfchap en der Krygsbezetting, op welk eene wyze zy best den verzogten bvftand zouden kunnen verleenen. De eerstgemelde maakte zwaangheid om met net Genootfchap alleen de Stad te be< fchermen; de laatfte vondt het met geraaden, üegts met een gedeelte zynei kleine Bende, niet meer dan omtrent necentig Man ftcrk, mt te trekken teger een onbepaald aantal misnoegde, Boeren, Geen moielykheid was 'er dus om na buittnhulp ?e bezorgen, of men moest van elders meer Krygsvolks bekomen. „ Een Postbode werd, nog dien enger avond, aan Gecommitteerde Raaden afgevaardigd, met eenen Brieve van Bur «meester en Schepenen der btadZierikzee fnhoudende, dat zy, door^deii Rentmees ter Generaal Beoosten Schelde, als Bal juw van Sonnematre^Dreyfchoor en Nom (XXVII. 10ES. \?M. Beraadflaa- gingen tot afweering;. Verzoekt om meerder Kryg«■ volks.  32f5 DE REPUBLIEK DER XXXVII. SOEK. Ï786. 1 I ] 3 1 Weigerend enraadgeeTend Ant- ' woord van " Gecom- ( mitteerde -\ Raaden. } J 1 < I S gouwe, het onaangenaame berigt hadden ontvangen, dat zich aldaar eenige Lieden, mitsgaders van Brouwershaven, hadden verftout om verregaande oproerige beweegingen, gepaard met de onbefchoftfte daadlykheden, aan te vangen, met fterke bedreigingen, van niet alleen een voorneemen te hebben om de Huizen van braave Landlieden aldaar te flegten, of in de asfche te leggen; maar zich ook na de Stad Zierikzee te begeeven, en allaar hunne verderflyke oogmerken uit te meren; dat zy, vermids de nood dus illeszins vorderde, dat daar tegen kragtlaadige middelen in genomen wierden, verzogten, dat de Bezetting dier Stad, lit flegts negentig Man beftaande, ten ninften met twee honderd en vyftig Man lit de Bezettingen van Walcheren, mogt rerfterkt worden. Een Brief van len gemelden Rentmeester hieldt desgeyks aan, om onverwylden byftand van krygsvolk, tot herftel der rust in de na>ygelegene Dorpen. Geenen zo gereeden ingang vondt de Zierikzeefche Brief, als men te dier Stele verwagt hadt, immers Gecommitteerle Raaden beflooten op denzelven te antwoorden, dat de Raad deeze onaaangelaame tyding, met een gevoelig leedwee:en, hadt verftaan, en over de gevol;en daar van ten hoogften bedugt was; iok dat zy, de wyze en voorzigtige aaatregelen, welke in deezen behoorden angewend te worden, oordeelden geenzins  VERENIGDE NEDERLANDEN. 3*7 zins gelegen te zyn in het daadlyk aanwenden van geweldige middelen, waai toe men niet behoorde over te gaan dan naa het beproeven van gemaatigde maatreeels, en wanneer de uiterfte nood zulks vorderde. Dat de Raad, deeze zaak ui; dit beginzel befchouwende, door mee dan ééne rede, zich wederhouden vondt om als nog, met zo veel verhaasungs, d hand te leenen tot het gebruik vart dei Gewapenden Arm van *s Lands Krygs volk Dat het verzoek daar toe met o] eene wettige wyze, te weeten door d Regeering van Zierikzee, aan den Raa« was gedaan; zonder gebleekene bewill ging van welke Regeering de Raad zie wel zou wagten, eenige Orders tot hf inrukken van Krygsvolk te Rellen. Dj de Raad ook uit den ontvangen Briev «ene vereischte openingen hadt gekre. gen, noch omtrent derzelver aankidenc oorzaak, noch ook hoedanige middelt daar tegen waren in het werk geftelc door welker mislukking de byihnd d. Krygevolks, als het laatfte middel, vc ftrekt zou worden vereischt. Te wyl de Raad, in gevalle de gemelde B weegingen, volgers gerugten, door z kere onlangs beraamde Refolutien en P blicatien mogten ontdaan zyn, daar 01 trent gaarne van de Regeering der St' Zierikzee de noodige opheldering zou or vangen; en, in allen gevalle, Burgemee ter en Schepenen , die den Brief haddafgevaardigd, ten kragtigften zouden aa X 4 ®s xxxvn, BOEK. > l ) j tl t .t e e n ■9 :s 1r- 1- 1idf> smna«  32S DE REPUBLIEK DER XXXVII. BOEK. Hoe dit Antwoord ter Staats vergadering beoordeeld. Aandrang cler ZierikzeefcheAfgevaardigden . maanen, om, tot herftel der rust, zelfs met intrekking van zodanige Publicatie indien daar door het misnoegen kon worden weggenomen, van hunne zyde, te willen medewerken; dat de Raad* inmiddels de zaak ter Beraadflaaging van de Heeren Staaten zou brengen. Wanneer de Raadpenfionaris ter Staatsvergadering dit Antwoord hadt voornn,iddelyken vervo'ge op wagenaar, eene ophclde•ende Aanmerking, dit verfchynzei betreffende, medegedeeld , waar toe wy den Leezer wyzen XXII. D. >1. 78. enz. (5) Zie onze Vader/. BUt. V. D. bl. 324. VI. A. 151. en 152.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 355 was agtergebleeven* en de toeftand dermaate°veiflimmerd, dat, met den aanvang deezes Jaars, Gecommitteerde Raaden ter Admiraliteit in Zeeland, aan de Staaten voordroegen, den llegten ftaat van 'sLands Dok, zo gevaarlyk, dat verfcheide Huizen, langs''t zelve ftaande, dreigden daar in te Horten, als de grond verder uitkolkte: waarom zy een lboedig befluit ter herftellinge verzogten : dewyl de afneemende middelen" van den Zeeraad in Zeeland niet toelieten, de noodig vereischte verbetering te doen. De oorzaak van dit verval moet, al thans grootendeels, gezogt worden , ir een Gefchil tusfchen de twee Steder Vlisfingen en Veere, reeds van den Jaare mdcclxxxiii hangende. Wanneer laatst gemelde Stad, in het Befluit, op de Ver betering van het Vlisfingfche Dok, nie geffemd hadt,- verklaarende zich, op gee ne punten, uit eeoigen Aanbouw vai Oorlogfchepen, voortvloeiende , of daa: toe betrekking hebbende, te zullen inlaa -ten, vóór dat voldaan zou weezen aat het Staatsbeflnit des vooiigen Jaars, on aan de Stad Veere, een zeker Aandeel ii den Aanbouw, het Uitrusten, en Havenei der Schepen, toe te kennen. Een Aan deel, 't geen zy beweerde, van den be ginne der Republiek, en reeds vroeger gehad te hebben. Zints omtrent veertij Jaaren geleeden, klaagden zy van allei Aanbouw, en genoegzaam ook van alle immers van geëevenredigde, Equipagie om XXXVIL 3 o ek. 1786. Grootlyki toe te fchryven aan een : Gefchil tusfchen die Stad ei Veere, l l t 1 1 » r > 1 »  536~ DE REPUBLIEK DEK Xxxvn. E O EK. J7'36. Poogingen om ditGeichil uit den weg te ruimen. 1 ( ] < 1 I J . .1 felaatregels door v>f Staats- c leden f voorge- j fiaagen. ^ ontzet te weezen. Vlisfingen hieldt, ttl tegendeel, ftaande, dat uk eene verdeeling van Aanbouw en Equipagie binnen Zeeland de fchadelykfte gevolgen onvermydelyk zouden vourtvloeijen, zo voor het ganfche Zeeweezen van den Staat, ais voor de Zeemfche Admiraliteit, en het Finantieweezen van dat Gewest, Ter Staatsvergaderinge van Zeeland was men onophoudelyk werkzaam geweest om deeze Gefchillen uit den weg te ruimen, op eene wyze, die aan beide de Partyen kon aangenaam zyn. Daar toe hadt men, onder de hand, zo wel als ter Vergadering, alle moeite aangewend; het ingebragte van wederzyden overwoogen, den raadflag van het Admiralitens Collegie hgenomen; en hadden de vyf Voorftemnende Leden, vervolgens, hunne Bemiddeling aan de twee overige aangeboden. Deeze verworpen zynde, werden de vyf Staatsleden te raade, ep den voet eens roorigen Befluits, voort te gaan tot het leemen van zodanige maatregelen, als et welzyn van den Lande onvermydeyk vereischte, en tot het overleg deswegen in beraadflaaging te treeden (*). De Heeren hier toe benoemd, oordeelen, dat men, in deeze zaak, twee vooraame Punten moest in 't oog houden. Us, voor eerst, dat de voet, waar op it gefchil zou worden afgedaan, een duur- (*) Kot. vanZte;, 15. Pee. 1785,2. en 9. Feb. 17SÖ,  Verenigde Nederlanden. 337' duurzaame bepaaling behoorde te bevatten, waar door alle de bronnen van twist, zo wel nu, ais voor "t vervolg, zouden Worden weggenomen. —— Ten anderen, dat de fcnikking niet te zeer ftrydig behoorde te zyn met het Finantieel belang van de Admiraliteit, en, zo veel mogelyk, tot genoegen der verfchiihebbende Leden, j Vóór dat zy iets bepaalden, hadden zy raad gepleegd met de Gecommitteerden der Zeeuwfche Admiraliteit, die in 't breede aantoonden het fchadelyke Van op twee Plaatzen aan te bouwen en uit te rusten, en de redenen bybragten, waarom zy oordeelden in allen opzigten de voorkeuze aan Vlisfingen te moeten geeven, .byzonder voor zwaare Schepen; doch hadt men in aanmerking genomen, dat de gefteldheid van Zeeland niet toeliet, zo min als in andere Gewesten des Bondgenootfchaps, altyd te volgen het? geen in het afgetrokkene het gefchiktftè en voordeeligfte was. Op die gelegde gronden fteunden de volgende Schikkingen. Dat binnen Vlisfingen altoos zouden Havenen alle zwaare Schepen, tot die van veertig Stukken ingeflooten, eri verder alle Fregatten, boven de geene, die aan Veere zouden worden toegekend. ■ Dat het Aandeel van Veere, in het Zeeweezen van Zeeland, bepaald zou Wor« den op één Fregat van zes en dertigi èn één van twintig Stukken. Overeenkomftig waar mede men de Aanbouw vaii Schepen j op die beide plaatzen regelde. — X1H. deel, y m% boek;  •33S DE REPUBLIEK DER BOEK. Aandrang lier van. Dat, betreffende bet uitrusten van Oor* logfchepen en Fregatten, by vervolg, aan de Admiraliteit alleen behoorde overgelaaten te worden, de beftelling en het gebruik der Charters van dat der beide Departementen, 't geen dezelve, naar de omftandigheden het meest gefchikt zou oordeelen, zonder dat één van beide de Steden zich hier in zou mogen mengen, of eenigen hinder toebrengen; met aanbeveeiing nogthans, aan de Admiraliteit om de evenredigheid tusfchen de beide Departementen, zo veel gefchieden kon, in agt te neemen. —— En zou men üfen*. overeenkomftig met vroegere Staatsbefluken, ten aanziene der Penningen, voortvaaren om het Dok van Vlisfingen te herftelïen. Dan wilden de Heeren, tot het beraamen der Schikkingen gelast, uit aanmerking van de ongelegenheden, 3ie mogelyk uk de voorgeflaagene pun:en, voor Zeeland in 't algemeen, of voor Ie meest belang hebbende Steden, zouden tunnen omftaan, dezelve, huns oordeels, yy voorraad, voor den tyd van twintig jaaren bepaald hebben. In deeze Punten van Schikking ftem3en de Vyf Staatsleden niet alleen; doch uk aanmerking, dat tot nog toe, zo veelerhande middelen en wegen vrugtloos beproefd en ingeflaagen waren, en het eindelyk hoogst noodig werd, een einde aan /dit Gefchil te maaken , verbonden zy zich onderling, om, op geenen andecen voet , tot afdoening der Gefchillen te zul-  Verenigde Nederlanden. 339 zullen komen j dan by het tegenwoordig Verflag was voorgedraagen; maar tevens, dat zy, vóór den overgang tot het neemen van buitengewoone maatregelen, om aan die Schikking een daadlyk beftaan te geeven, Vlisfingen en Veere op het vriendlykfte en nadruklykfte zouden verzoeken, dat die Steden, den ernst ziende haarer Medeleden, om deeze zaak ten einde te brengen, en lettende op haar weezenlyk belang, 't welk, zo de Admiraliteit tot de gedreigde Werkloosheid mogt vervallen, geheel verlooren ging, zich geliefden te vervoegen, by het éénpaarig gevoelen der vyf onzydige Leden, binnefi den tyd van veertien dagen, of zo vee! eerder als dit zou kunnen gefchieden: op dat dus allen misverftand onder de Le den van Staat mogt voorgekomen en deeze zaak, op de gewoone wyze, door een eenpaarig Befluit afgedaan worden. -—Vlisfingen en Veere toonden zich verre van geneegen tot toeftemming (*). Deeze weigering bleek nog duidelyker, toen de Gelastigden, ten bepaalden tyde, verzogt werden, zich op de Punten van Schikking te verklaaren. Die van Vlisfingen bragten in 't midden, dat zy, wel verre van door de aangevoerde redenen overtuigd te zyn van de redelykheid, om 't geen zy vorderden, op té geeven, zich te meer bevestigd vonden vin (*) Not. van Zeel, 15. Jnny 178& Y a XXXVII. BOEK. Wat viite fingen 'er tegen in<= bragt.  34ö DE REPUBLIEK DER XXXVIÏ; BOEK; i i i van de wettigheid hunner eifchen, om dé raadpleegingen over de herftelling van het Dok binnen hunne Stad te fcheiden van het Aandeel, der. Stad Veere in den Aanbouw en Uitrusting der Oorlogfchepen, door de erkentenis der Heeren Gecommitteerden, en den Raadflag der Zeeuwfche Admiraliteit; dat het Beginzel daar vastgefteld, Dat de Conftitutie deezer Provincie , niet permitteert, zo min als in andere Provinciën der Unie, altyd te volgen het geen in het afgetrokkene het gefchiktfte en voordeeligfte was, alle andere bedenkingen hadt doen zwygen. „ Een Principe!" dus lieten zy zich hooren, „ welk hun s, Ed. Agtb. in 't algemeen als ftrydig u met de gezonde Staatkunde, en voor„ naamlyk ten deezen aanziene als zeer „ gevaarlyk, en van de nadeeligfte confe„ quentien, befcbouwden; daar hun Ed. Agtb. nimmer eenig ander Principe had;t den gelegd en aangenomen, dan dat het , Al gemeen Belang de hoogfte Wet is, i waar uit zy dan ook alleen werkzaam , geweest waren. — Dat hun Ed. Agtb. , al verder het aangenomene door de vyf , Voorzittende Leden, in weerwil hun, ner nadruklyke Protesten, en de Ver> klaaring ter jongfte Vergadering op dit i ft.uk ter Vergaderinge gedaan, van dien i aart hadden gevonden, dat zy vertrouw, den, dat daar van welligt geen voori beeld in de Registers van één eenigen , der Bondgenooten, noch in die deezer i Provincie, zou te vinden zyn, daa? „ hef  VERENIGDE NEDERLANDEN. 345 „ het hun Ed. Agtb. op de willekeurigfte en gewelddaadigfte wyze zelfs, ont„ zegd wordt, op den inhoud van het v Rapport, hunne billyke bezwaaren in „ te brengen. -—- Dat eindelyk hun Ed. Agtb. ook hier door ziende, dat alle s, Reprefentatien in deezen vxugtloos zou» den zyn, om die, en andere redenen, „ zich onverantwoordelyk hielden voor „ alle de nadeelige gevolgen, welke uk s, het concludeeren op dit Rapport, zo „ voor de Provinciaale Financien in 't al,, gemeen, als voor die van het Collegie ,, ter Admiraliteit, binnen dezelve, in 't „ byzonder, zouden proflueeren, en diens„ volgens vermeenden, zich van alle ver„ dere D.eliberatien op dit ftuk te moe? „ ten onttrekken, laatende alles over voor „ rekening dier Leden, welke zouden „ kunnen goedvinden tot de Conclufie „ van het zelve Rapport te. concurree„ ren." De Afgevaardigden van Veere voerden eene niet min fterke taal. Zy konden, noch mogten, de voorgeflaagene Schik king omhelzen; dewyl daar in geeenzins waargenomen was eene Evenredigheid, gefchikt naar den Aanbouw» en bygevolge ook van de Uitrusting van Oorlogfchepen, die, wilde men de Zeemagt van dit Gewest in ftaat brengen en houden, zou moeten gefchieden, en welke het Departement van Veere van alle oude tyden onbetwistbaar bezeten hadt; als mede dat 'er zelfs geene genoegzaame zeker Y 3 » bek xxxvir, BOEK. Wat Veerat daar tegen te zeggea hadt. i l  XXXVI Lj BOEK. 84a DE REPUBLIEK DER heid werd gegeeven, dat het Getal van Fregatten, aan Veere toegekend, aldaar altoos voor handen zou kunnen zyn, en blyven. ■ ■ Daarenboven oordeelden zy, dat 'er in het Rapport Bepaalingen voorkwamen, die de Vryheid van Confentens de Stad Veere, zo wel als alle de andere Staatsleden, volgens de egte gronden vanRegeeringe, onwederfpreekelyk toekomende, niet alleen merklyk zou bepaalen; maar zelfs geheel en al omkeeren. — Nimmer ook hadden zy aan de Beflisfing hunner Medeftaatsleden een fluk van 'dat gewigt overgelaaten; maar in tegendeel, altoos zich verzet tegen de Beüuiten ten deezen aanziene genomen, en meenden als nog te kort te zullen komen aan hunnen Eed en Verpligtinge, indien zv goedfchiks aannaamen, Schikkingen, die hun voorkwamen, aan te loopen tegen de redelykheid en billykheid; maar vooral te ftryden tegen de vastgeftelde Regeerings- vorm. : Het Regt en 't Belang der Stads goede Burgery, waar over de Regeering hun was toevertrouwd, verpligtten hun om te waaken tegen alles wat daar mede niet overeenkomftig of beftaanbaar was; waarom zy, zo vriendlyk als ernftig, hunne Medeftaatsleden móesten verzoeken, dat 'er geen Befluiten in eenige by het Verflag vermelde Punten, zonder hunne overgifte en medeftemming genomen wierden. —.— Zy hielden zich verzekerd, dat, ingeval deeze zaak in haare omftandigheid en gevolgen wierd. bc-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 345 befchouwd, de Leden ligtlyk zouden begrypen , van welke fchroomlyke gevolgen zodanig eene handelwyze zou kunnen zyn; en dat, wanneer men zulke Princi pes ééns toeftondt, het niet moeilyk zou vallen, dezelve, by vervolg, op andere zaaken toe te pasfen, en omtrent andere Leden in het werk te ftellen. „ Doch; byaldien," zo fpreeken zy ten befluite, „ de Vyf Staatsleden, even» wel onverhooptlyk met de Conclufie » mogten willen doorgaan, dan waren zy s, fpeciaal gelast, tegen zulk eene Con>, clufie op het kragtigfte te protefteeren, » en dezelve, zo in haare form, als ge» volgen, op het nadruklykfte te contra*> diceeren; mitsgaders, in naam hunnei s> Ed Agtb. te denuncieeren, dat dezel'„ ve alle Confenten in de Reparatie van „ het Dok te Vlisfingen, en in eenigen „ Aanbouw of Equipagie van Oorlogfche„ pen, by deezen, wel expreslelyk decli- neerden: en ook nimmer van gedagten „ waren, zich te houden aan eenige dei „ Punten, uit zulk een Refolutie of Re„ folutien proflueerende; ja nooit goed „ fchiks zouden gedoogen, dat dezelve „ eenig effect forteerden, veel min toe „ ftaan, dat daaruit eenige confequenties „ ten nadeele der Stad Veere, wierd ge„ trokken, of dezelve eenigzins in haare „ wettige Regten en Vryheden gegé„ neerd of verkort; alles onder referve „ voor de Heeren onze Committenten. „ om, des goedvindende, nog zodanige Y 4 au: XXXVII, BOEK.  xxxvn. ?OEK, %7$6. Vergeefse! door den kaadpen?f!onaris tej Bewilliging aangemaand. Brieven aan VllsJingen en Veere geSahreeven. Net. vm Zee). 29 Juny 178& 344 DE REPUBLIEK DER „ andere middelen in het werk te ftellen „ als zy naar de Conftitutie der Regee„ ringe, en voorgaande Exempelen, zul„ len oordeelen te kunnen en te moeten „ doen. 1 De Raadpenfionaris, deeze naar geene bewilliging gelykende Voordragten der twee Steden gehoord hebbende, herhaalde de voorige aanmaaningen, om zich naar den zin der Meerderheid te voe°eii met byvoeginge, dat de Vyf Voorzittende Leden anderzins, hoe ongaarne ook, zich in de volftrekte noodzaakiykheid zouden vinden, om tot het uitvoeren der noodige maatregelen te moeten voortvaaren f*i - Geene verandering bragt dit by de Regeeringen dier twee Steden te wege. Wel verre van iets te herroepen, drongen zy het fterker aan, en ftonden 'er op, dat de gedaane Tegenverklaaringen in de Staatspapieren zouden ingefchreeven blyven te hunner omlastinge by de Kaakomelin^fchap. De. Raadpenfionaris werd door de Vyf Leden, die zich thans als op 't punt gebragt vonden, om zich over de te neemene Maatregelen te uitten, verzogt zyn Raadfiag mede te deelen,- deeze kwam neder om die beide Steden te befchvyen en aan te fpooren om, over acht dagen'* zich uitdruklyk te verklaaren, de Protesten te. willen opligten, in het Staats Rapport toe te ftemmen, of ten minften het Be-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 345 Befluit aan te zien: zonder dat nog, hy ontftentenis hier van, zou behoeven over gegaan te worden tot het middel van Bezending, waar van het te verwagtene Effect niet fcheen te zullen beantwoorden aan het Eclat, 't welk daar door zou gemaakt worden. Hier in ftemclen de vyf Staatsleden, en werd, overeenkomftig daar mede, een Brief aan Vlisfingen en Veere gefchreeven; waar in, naa eene korte opgave van den loop deezer Onderhandelingen, Staaten van Zeeland, als een drangreden tot het genomen Befluit ter Aanfchryvinge opgeeven. „ By iedere gele„ genheid van deeze Deliberatien, heb,„ ben Wy de redenen van periiiafie, tot „ verveelens toe , gerepeteerd, en Wy 3, verklaaren, thans geene andere redener ,, te hebben, dan die, welke aan U Ed, ,, de Heeren van Vlisfingen en van Vtere „ zo dikwyls zyn voorgehouden, als af „ geleid uit het Welzyn der Marine vai den Staat in 't algemeen, de noodzaak „ lykheid voor de Admiraliteit alhier, ei „ het waar belang der Ingezetenen vai de twee Steden; maar dit alleen ver ' „ zoeken Wy U Ed. onder het oog t< „ willen houden, hoe het mogelyk is „ dat een Land beftaan kan, daarmede „ van de Leden van de Souverainitei „ onverzettelyk op zyn Sentiment blyft „ en daar geen middelen zyn om tot ee „ afkomst van zaaken te komen. W vraagen, of 'er wel ééne zaak zo onr£ xxxvn. BOEK. 178Ó. I L l » t_ » a f,  346" DE REPUBLIEK DER XXXVII. BOEK. l?&6. 3 1 » 9 9', 3 3. 3: 3: 31 31 33 91 91 91 k< „ delyk, of eene fustenuë wel zo onge„ rymd kan bedagt worden, die niet door „ foortgelyke middelen, van de andere 5) Leden zou kunnen afgeperst worden? „ En gelukkig dan nog, indien 'er maar „ mogelykheid is, door het contentee„ ren in zulk een dwang, het Landvoor „ verdere confufie te bevryden,- maar in „ het tegenwoordige geval'is 'er zulk ee„ ne mogelykheid niet: want zo dra de „ Inclinatie naar de Sustenuë van den ee„ nen of anderen kant overhelde, zou „ de Oppofitie van den anderen kant ver„ dubbelen. — In deeze gefteldheid van „ zaaken vinden Wy, voor Ons niets „ anders dan het Alternatyf van, of al, les in Verwarring te laaten loopen, of , eene ^Schikking met Meerderheid tot , Conclufie te brengen; en Wy vertrou, wen dat het onderfcheid te groot is, , om een oogenblik over de keuze in , twyfel te ftaan. Wy voorzien wel, dat eene Conclufie met de Meerderheid, , in de tegenwoordige omftandigheden, , zoude uitgekreeten worden, als eene groote Irregulariteit; maar wy oordeelen, dat dezelve door de Noodzaaklykheid wordt gewettigd, en wy houden ons verzekerd, dat de twee Leden zelfs, naa verloop van eenigen tyd, Ons zouden bedanken, dat wy de de Confufie en Veragteringe van 's Lands zaaken hebben voorgekomen." — Vlisfingen >n zich omtrent het afzenden des Briefs niet  VERENIGDE NEDERLANDEN. 34? niet inlasten. Veere kantte 'er zich tegen aan (*). . In het Antwoord van Vlisfingen, vol beklags over de vrugtloosheid der gedaane poogingen, in eene zaak, die deeze Stad als nog uit het zelfde oogpunt bleef befchouwen, kwam, dat zy onder aankleeving van al het voorheen betuigde, wel zou kunnen overgaan om het Befluit op het Verflag aan te zien, wanneer de Schikkingen, daar by voorgeflaagen, voor een korter tydsbeftek, dan dat van twintig Jaaren, en even maar voor zo lang, als noodig ware, om het onbeftaanbaare en hoogst fchadelyke dier Schikkingen te doen blyken, wierden vastgefteld, en te- - vens beraamd, dat binnen Vlisfingen altoos een gelyk aantal van Fregatten zou moeten tegenwoordig zyn als te Veere. — Zulk een bykomen, indien het deezen naam mogt draagen, daar men bepaald hadt, by het Verflag te blyven, kon mets betekenen; ook bleeven zy, op alle mo gelyke wyzen, tegen het Rapport, zo ah het lag, protefteeren, en hielden aan zich tegen de uitvoering van 't zelve, en te gen de te neeme maatregels, waar mede zy bedreigd waren, het neemen van zo danige Tegenmaatregelen, als zy zoude? bevinden te behooren. Veere bleef de Schikkingen wraaken als ftrvdig met de nooit rechtftreeks te g£n (*) Nut. van Zeel. 3 July 1786. KXXVÏL boe ki 17Z6. Antwoord van Vliifw.gen. Antwoord 1 nnVeerei  xxxvn. BOEK. 3 J J > X >: J! 5! 95 55 »5 »9 w 348 DE REPUBLIEK DER gengefprookene Voorregten dier Stad. De Brief, van daar medegebragt, hieldt onder anderen in. „ Wy erkennen mee « de Vyf Voorzittende Leden van Staat, » dat er middelen moeten zyn om tot » Afkomst van zaaken te komen, en wy 3. meenen, dat dezelve ook voor handen « zyn, uitgenomen in zeer weinige geëx» cipieerde Punten, onder welke zich » voornaamlyk bevindt het ftuk der Con»» fenten. Hier omtrent hebben de Voor». ouders zeer foigneuslyk gehandeld, en » wy twyfelen zeer, of voor hunne »5 naauwgezetheid in dit opzigt, niet »» ruim zo veel goede redenen zyn te al'•' Jegeeren, als daar tegen kunnen inge. bragt worden. Dan; het zy hier mede » zo als het wil, dit is ten minften ze- > ker, dat men, tot heden toe, niet heeft > kunnen goedvinden, in de Grondwet- > ten omtrent dat ftuk, eenige verande• nng te maaken;. en zo lang dat niet is ■ gefchiedt, vermeenen wy verpligt te zyn, om te reclameeren al het Regt het welk Ons, zo wel als alle andere Staatsleden competeert, en ook niet genoodzaakt te kunnen worden, dit aan eenige Decifie of Overftemming van dezelve te moeten adfubjecteeren En v/y zyn ook in een volftrekt begrip, dat al het geene, in het Reglement op het beleid van 's Lands zaaken, omtrent het termineeren derzelver, door middel van Perfuafie, Befchry-. vinge, of Bezendinge, wordt goedge-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 349 „ vonden, geen relatie heeft tot de zul„ ken, waar in, volgens de Grondwet„ ten, geene Óverftemming plaats kan ■„ hebben. En hierom gelooven wy, ook „ niet in ernst te moeten opneemen, de „ bedreiging aan Ons gedaan , dat de i, vyf Voorzittende Leden het Rapport „ ter Conclufie zullen laaten brengen > „ zonder onze Concurrentie; en, zo dei, zelve Leden al eens in de daad een „ daar toe bepaald voorneemen mogten „ hebben, als dan kunnen wy ons nog „ niet imagineerén, dat de Heer Raad„ penfionaris deezer Provincie, wiens kun,, digheid en naauwgezetheid, omtrent de „ Obfervantie van het geen Eed en Pligt * i, waar mede hy niet aan eenige Leden; „ maar aan alle in 't generaal is verboni, den'; en gehouden een ieders geregtigheid te bewaaren, zo bekend is, zich „ immer door eene Meerderheid zal laa3, ten authorifeeren, om daaden te plee„ gen, die ons voorkomen, dat tegen d« h, Grondwetten der Regeeringe, en des- i, zelfs Eed en Inftruciie Zouden aanloo» Pen-" Dan even min als de uitzondering, welke Vlisfingen wilde maaken, goldt, even min vermogt dit beroepen van Veere op den Raadpenfionaris. De Vyf Voorzittende Leden herhaalden hunne betuigingen van leedweezen, over de aanhoudende wederftreeving van Vlisfingen en Veerre, weke Steden van haare voorige gevos- xxxvits B O EK. 1786* Hoedanig een Befluit de RaadpenfionarJaopmaakt;,  Mo DE REPUBLIEK DER XXXVII. ii o;: k. voelens geheel niet wilden afgaan, ora tot een éénpaarig Befluit te komen: oordeelende, dat het weezenlyk belang des Gewests, endier Steden zelve, geen Uitfiel meer in de Afdoening gedoogde, verzogten en volmagtigden zy den Raadpenfionaris , om, overeenkomftig met het Verflag, een Befluit te neemen, onder uitdruklyke verklaaring, dat zy den Raadpenfionaris deswegen zouden borg flaan en vrywaaren, voor alle naamaaningen, welke nu, of met den tyd, daar uit zouden mogen voortvloeijen. Naa nogmaals vrugtloos de Heeren van Vlisfingen en Veere aangemaand te hebben, liet de Raadpenfionaris volgen , „ dat hy de vry» heid moest neemen, om hun Ed. Mog. » te reprefenteeren, dat hy, volgens de »' Ordre van de Regeeringe, onbevoegd » was, om, in zaaken van Belasting, waar h onder gerekend worden Confenten in Petitiën, en andere Dispofitien over . 'sLands Penningen, met de Meerderi, heid der Leden te concludeeren j dat » hy pok vertrouwde, dat geen van de . Leden hem zulks zouden willen opleg, gen, indien het tegenwoordige geval ü van dien aart ware, dat de rede van leggen aan de erkende Orde van de Re*' geering, en fpeciaal aan de inviolable Vry,•> heid van Confenten." Waar op hy tot het neemen des Belluits, overeenkomftig het Verflag (*) toetradt; doch niet zonder heftige wederfpraak der twee Steden, die zich "beledigd en verkort oordeelden. Op de betuiging van Tegenverklaaring aan zich te houden, volgde het gereede antwoord van daar op weder Tegenverklaaring te zullen doen (f). Zo (*) Zie hier boven bl. 336. (.f) Net. van Zeei. 10 July 1786» iXXVII. 5 0EK.  xxxvn. JBOE K. DeHerfielling van het Dok bleefagter. tvege, Einde yan het XIII. Deel. BLAD- 351 DE REPUBLIEK DER M '.] Zo veel ommeflags hadt eene zaak het Algemeen Belang betreffende, door byzondere inzigten, veragterd en vertraagd. En, fchoon by hun Hoog Mogenden, ingevolge van voorgaande Bepaalingen, beilooten was, om den Raad van Staaten eene Petitie te doen vervaardigen van de Kosten tot het opmaaken der Haven en het Dok van Vlisfingen, en tot andere Werken ter verbetering van de Havenen en Zeegaten deezer Landen, tot berging iet Oorlogfchepen gefchikt, bragt deeze redenen in 't midden, waarom zy vermeenden aan dit Befluit, als nog niet, te kunnen voldoen (*), (*) Refol. Gen. 1. en 22. Aug. 17tó. Not. va» Zee!. 28. Aug. 1786.  ËLADWYZË& D É ii Voornaamste zaaken, J A. JOlmelo, Aanfpraak daar'gedaan door J. Kantelaar, by bet uittrekken des Gewapenden Genootfcliaps, f8.. Oneenigheden te dier Srede,86. Gefehil met de tfromye van Almelo, en haar Verzoek om Krygs. volk afgeflasgen $, 87. 'Amfierdam (Een der Afgevaardigden. van) bragt een door de Gyzelaar. gewraakt gevoelen, .wegens den aart déil/nie uit, 170. Verfchiliende gevoelens der zes Afgevaardigden over den Brief van Staaten vari Friesland, 189, SB. eyma (C. L. van) Verklaaring van dien Heer, Wegens het Befluit der Staateu i over het Regeerings XIIÏ, BUh, 'i Reglement der Stad Leeuwaarden, 107. Brief,..aaié zyne Hoogheid, 109. Deeze Brief niet beantwoord , eti door den Stadhouder aan Staaten van Frieslandgezonden, 119., Door de Staaten aan den Prins terug gezonden, 120. BeymA fchryft andermaal aan zyne Hoogheid, 122. Zyna vrugtlooze aandrang op hec Stemregt, 131» Verzet zich tegen twee Afkondigingen der Friefche Staaten^ 149. Taal door hem . gevoerd in een Verzoekfehrift van het Leeuwaarder iTry, corps, 155*. Brouwershaven Verzoeker! eeniger Inwoonderen van) tot de Oproerigheden op" 'i Eiland Schouwen en te Zie* rikzee. betrekkelyk j, 530. , Ouderfcbsde Qordeeivellh> ; ge»  B L A D W Y Z Ë Rf gen daar over ter Staatsvertaderinge, 331. Bulthuis (j.) 't Gedrag diens Kerkleeraars te Sneek, Ï33- Vonnis over hem, 135. r C. 1 t t e e s Cv a n) over diens gedrag ter Algemeene Staatsvergadering beklaagen zich, in zeker geval zyne Medeafgevaardigden uit Zeeland, 271. Die van Vlisfingen . wilden hem opontboden hebben, om zich te verantwoorden, 272. C 0,0 pMan s (G.) Hoogleersar te Franeker , wordt Lid der Burger-focieteit, 150. X>eventer leevert een Voorftel in ter Verbetering der Regeeringe van Overysfel. Inhoud der Inleidinge, s. Hoe door de Ridders beoordeeld, 7. Verdere Verrigtingen deswegen, zie Overysfel. Gevoelen dier Stad over den afgelegden Eed op het Regeerings ReReglement, 18. Concept Reglement der Stads Regeering te Deventer hoog gepreezen, 69. Verzoekfchrift tegen dit Concept Reglement, 71. Hoe door de Regeering beantwoord, 72. Afkondiging de Adresfen betreffende, en tegen Beledigingen, 74. De misnoegden tegen de Regee- riug iteileu nieuwe Burgergecommitteerden voor zich aan , 77. Eene Bende tot Beveiliging der Stad opgerigt, Aid. Öokkum (Schryven der Gedeputeerde Staaten aan) over het Regeerings Reglement, 128, Adres eeniger Burgeren van Dokkum aan de Stads Regeering , . 129. Vrugtloosheid deezer pooging, 131. ■Cjrtfchede, Gefchil tusfchen Burgemeesteren en Gemeenslieden, 94. De Gezindheids Onderfcheiding in 't fpel gebragt, 95. Dezelve gewraakt, 96' Dubbele verkiezing van Gemeenslieden , en hoe dezelve af liep, 98. ■T raneker, Ben Burger-focieteit aldaar opgerigt: drie Hoogleeraars Worden 'er Leden van, 25b. Desgelyks de Studenten, die het oogmerk, om een Corps Artilleristen op te rigten, lieten vaaren, Aid. De Rector Magnificus vóór de Bezorgers der Academie ontboden i 150. Friesland (Staaten van Overysfel fchryven aan die van) over het gebruiken des Krygsvolks in Burgergefchillen , 57. Antwoord daar  bladwyzer: $p, 59' Veranderen van Maatregels in de Staatsgefchillen, 104. Elf Volmagten verzetten zich tegen het Staatsbefluit, het Regeerings Reglement der Stad Leeuwaarden betreffende, 106. Verklaaring van C. L. van Beyma deswegen, 107. Brief van dien Heer aan zyne Hoogheid, 109. Deeze Brief door den Stadhouder ter Staatsvergadering gezonden ,119 Door de Staaten aan den Prins te rug gezonden, 120. De Staaten vorderen van zyne Hoogheid, dat hy zich nader verklaare op het (luk der Stads Regeerings Reglementen , en het Regt der Verkiezing van Magiftraats Perfoonen, Aid. Antwoord van zyne Hoogheid aan de Staaten, 123. Misnoegen te Leeuwaarden over dit Antwoord, Aid. Verzoek by het Hof om Dagvaarding des Stadhouders , 124. Dit Verzoek afgeflaagen, 125. Regeerings Reglement door de Staaten, voor de Stad Leeuwaarden ontworpen, en bepaa-ling om ?t zelve in te voeren, 126 Aantekekening van Oostergo daar tegen, 127. Hetzelve ingevoerd , Aid. Schryven der Gedeputeerde Staaten aan de Stad Dokkum, over het Regeerings Reglement, ïiS. Vrugtlooze aandrang Zi van C. L. van Beyha op het Stemregt, 131. De Wapenhandel in Friesland voortgezet en Vergadering der Genootfchappen te Leeuwaarden, 135. De W?penhandelènde Genootfchappen en Burger focieteiten , in dit Gewest, met een óngunftig oog aangezien, 137. De Tweerpalt groeit aan met den Tocht na Hattem en Elburg, 138. Veelvuldige Verzoekfchriften tegen het gebruik van Krygsvolk in Burgergefchilien, 13 9. Door de Staaten verworpen, Aid. Afkondiging der Staaten, de Drukpers , de Nieuwspapieren , en het inleeveren van Verzoekfchriften betreffende, 140. Eene Afkondiging tegen de Gewapende Genootfchappen, 144.. Tegenkanting van eenige Steden, 147. C. L. vas Beyma verzet 'er z;ch tegen, 149. Misnoegen der Ingezetenen, Aid. De Burgerwapcnhandel en de Genootfchappen neemen toe, Aid. Scherpe Aanmerkingen op deeze Publicatien, 151. Vrugtlooze poogingen om dezelve afgefchafc of verzagt te krygen , 154. Antwoord op een Verzoekfchrift daar toe ftrekkende, 155. Het gevoelen der Staakten van Friesland over het gebruiken van Krygsvolk in Buk-  BLADWYZER, Burgergefchillen, 156. Am> Woord aan Staaten van Holland op dit ftuk, 157. Nader fchryven aan Holland, 159. Beantwoording dier Brieven, door Staaten van Holland, 162. Breedvoerig Anrwoord van de Meerderheid in Friesland, 771. Deeze Brief wordt by Staaten van Holland ter zyde gelegd, 188. Brief van de Minderheid in Friesland aan Staaren van Holland, X §9- Naamlyst vau de Leden dier Minderheid, Aid. Deeze Brief by'Staaten van Holland gunftiger dan die tier Meerderheid ontvangen, 106, De Tweedragt in Friesland n^emt toe, 198. Gelderland (De drie Hoofdlieden van Overysfel fchryven aan Staaten van) 38. De Bezending uit deeze drie Steden zenden Tan 't Loo een Brief ter Gelderfche Staatsvergadering. 40. Staaten van Overysfel verzoeken hun de Krygsknegten van derzelver Grenzen te rug te trekken, 44. De Staaten beantwoorden het fchryven van Overysfel. en verdeedigen hun gehouden gedrag, 60. Overysfel biedt hun nogmaals de Bemiddeling aan, 63, Weigert hun Voldoening te geeven, 168. Goes, door zyne Hoogheid be- zogt, 246". Beginzel<; vit Opfcbudding aldaar, en de Wapenhandel des Genootfchaps opgefchort, 332, Groningen. Ontfïaat misnoegen over den geringen Invloed der Taalmannen en Gezwooren Gemeente, 198. Regeerings Gefreirenis der Stad Groningen , Aid. Voorflag van Taalmannen en Gezwooren Gemeente by den Breeden Raad,- den Conflitutioneelen Invloed vorderende, 200. Eene Onderhandeling daar over, door den Breeden Raad aangenomen , blyft marren , 203. Zyne Hoogheid maakt eene Verandering in de Regeeïingslyst hem gezonden, Taalmannen en Gezwooren Gemeente des kennis gegeeven , 240, Adres van een aantal Burgers aan Taalmannen en Gezwoornen deswegen, Aid. Der Burgeren verzoek, dat de Beëediging der door zyne Hoogheid benoemde Perfoonen geenen voortgang zou hebben, toegedaan ,. 207. Nader Vertoog der Burgeren, aandringende op de Beëediging der eerst verkoorenen^ Aid. Lange trek .om dit Verzoekfchrift veragtlyk. te maaken , mislukt, 208. 't Zelve gaat met eene kleine Meerderheid door, -200. De B?è'. digmg voortgezet, AU. Hoe des wegen aan zyne H09g-  BLADWYZERJ Hoogheid, kennis gegeeven, 21 o. Adres der Burgerye ter Tekening gelegd, om het Stads Regeerings Reglement te herzien , en de Burgery op te roepen, 21 r. Dit verzoek toegedaan, 214. Taalmannen en Gezwooren Geraèentë zoeken ten Landdage geroepen te worden, 215. Oa;irtoe£e!anren,^/i/. Hoe men, in Herfstmaand, op de Verdeediging der Stad bedagt was, 216. Nadere befchikking op de fcherpe Patroonen, 217. Nadere befchikking op deu Wapenhandel ,218. Gyzelaar (de) wat hy gezegd wordt, een der Amfterdamfche Afgevaardigden , betreffende den aart dei Unie te gemoet gevoerd te hebben, 170, Uardenberg (Te) gaan de Kleine Steden van Overysfel eene Verbintenis aan, 30. Hasfelt, zwaarigheid wegens het niet befchry ven dier Stad ten Landdage, over het ftuk van deu Eed op hetRegeerings Reglement, opgelost, 24. Uit welk een oogpunt de Hasfelders de Regenten, die Verandering iu het Regeerings Reglement zogten, befchouwden, 25. Nadere Aandrang van Hasfelt. Hoe beoordeeld, 29. /Jetiglo, Hoe de Roomschge- Z 3 zinden aldaar in het bouwen hunner Kerke, door de Proteflanten onderfteund en geholpen werden, 100. Hindekopen (Onlusten te) over de Stads Voorregten , 732. Holland (Staaten van) beantwoorden twee Brieven van Staaten van Friesland, 1Ó2. Scherpe Aanmerkingen by het voorleezen van deezen Brieve, ter Hollandfehe Staatsvergadering, 170. Een Brief van de Meerderheid der Friefche Staatsleden by Holland ter zyde gelegd, 1S8. Verfchillende gevoe» lens des aangaande tusfchen de A.nftei damfche Afgevaardigden, 189. Ontvan* gen een Brief van de Minderheid der Friefche Staatsleden, Aid. Inhoud van deezen Brief, 19 r. Gunftiger dan die der Meerder" heid by de Staaten ontvangen , verfchillende gevoelens des wegen, 196. Brief van Staaten van Zeeland aan hun Ed. Gr. Mog. over het gebruik des Krygsvolks, 258. Brief der Stad Zierikzee overeen Staatsbefluit in Zeeland genomen, aan de Staaten van Holland, £69. TT K' t\~ampen, Gevoelen dier Stad' over den afgelegden Eed op op het Regeerings Regle»eut,  BLAD WYZE R. ment,-18. Betuigt Staaten 1 van Holland, dat de Burgers dier Stad, zonder toefteinraing der Regeeringe, na het Gelderfche Grondgebied waren uitgetrokken, 44. Vergadering der Wapen handelende Genootfchappen ■ van Overysfel aldaar, 78. Heelt inwendig rust, 87. Kastelaaii (J.) Aanfpraak diens Kerkleeraars by het uittrekken des Gewapenden Genootfchap? te Almelo, 80. Kooien (Th, vak) Hoogieeraar te Franeker, wordt Lid der Burger-focieteit, 150. T L MJemwaaraen (Elf Volmagten verzetten zich tegen het Staatsbcfluir, het Regeerings Reglement van de Stad) betreffende, 106. Verklaaring van C. L. vav Beyma deswegen, 107. Brief daar over van dien Heer aan zyne Hoogheid, iop. Deeze 1 Brief ter Staatsvergadering gezonden, 119. Door de . Staaten den Stadhouder te rog gezonden, 120. Van Beyma fchryft daar over andermaal aan zyne Hoogheid, 122. Antwoord van de Prins aan de Staaten, waar by hy hun regt geeft om aan Leeuwaarden thans een Regeerings Reglement te geeven , 123. Misnoegen te dier Stede, over dit . Antwoord, en Verzoek ora Dagvaarding des Stadhouders by het Hof, 124. Dit verzoek afgellaagen, 125. Regeerings Reglement door de Staaten voor de Stad Leeuwaarden ontworpen, en bepaaling om 't zelve in te voeren, 126, Aantekening van Oost ergo daar tegen, 127. Het zelve ingevoerd, en wat daar by voorviel, Aid. Vergadering der Gewapende Genootfchappen te Leeuwaarden, 136. Zaal aldaar voor de Burger-focieteit aangelegd , 137. Lynden (Vertoogdes Heeren van} tegen 'net Stads Advys van Zierikzee, 278. De Raad van Zierikzee verdeedigt zich tegen hem, 283. Op Zierikzee misnoegd , 298. Volgt den wenk van den Raadpenfionaris om dit gefchil ten ein' de te brengen, 299. MM. anger (S. H.) Hoogleeraar te Franeker wordt Lid der Burger-focieteit, 151. Middelburg, Aanftalte daar gemaakt tot het ontvangen des Stadhouders, nevens diens Gezin, 243. Het Genootfchap van Wapenhandel voor de aanbieding om de Rust te helpen bewaaren, bedrjikt,^/^. Aankomst van zyne Hoogheid al-  B L A D W Y Z E R'. sldaar,245. Onthaalenhem gegeeven, Aid. De Burgery leeverteeu Verzoekfchrift aan de Staaten en de StadsRegeering: in, om geen Krygsvolk in de Burgergefchillen te gebruiken, 249. Aanmerkingen deezer Stad op op het Stads Advys van Zierikzee ,281. Antwoord der Zierikzeeënaaren , 2 89. Overysfel, Men bedoelt liet Regeerings Reglement des Jaars 1575 af te fchaffen, 5. Inhoud der Inleidinge tot het Voorftel der'Verbetering van de Regeering in dat Gewest, door die van Deventer, Aid. Oordeel der tegenwoordig zynde Ridderen over het Voorftei en de Inleiding zelve, 7. Eene Commisfie benoemd om het Voorftel van Deventer te onderzoeken, 8v Verflag hier van, en het Voorftel van zes Edelen om de zaak des Reglements af te doen, 9. Hoe die Ridders, ter meeste befpoediging, de ingeleeyerde Bezwaaren wilden behandeld hebben, 10. Hun gevoelen over de Provinciaale Ampten en Staatscommisfien , Aid. Over het herftel der Kleine Steden in haare Regten, 14, Zonderlinge Raadflag, den Eed betreffende, door Jr. van YSSELMUIDEN TOT PaASLO ingebragt, 15. Het gevoelen van Deventer en Kani' ■pen over den afgelegden Eed op het Regeerings Reglement, 18. Wat Zwolle deswegen dagt, 20. Befluit wegens het ontflag van den Eed genomen, 22. Welke Ridders zich daar tegen aankantten, 23. Zwaarigheid over het niet béfchryven van Hasfelt en Steenwyk op dit ftuk, opgelost, 24, Hoe Hasfelt over de Verandering van het Regeerings Reglement dagt, Aid. Uit welk een oogpunt de Hasfeltfcken de Regenten , die verandering zogten, befchouwden , 25. Nadere Aandrang vai Hasfelt; hoe beoordeeld , 29. De Kleine Steden van Overysfel gaan te llardcnberg eene Verbintenis aan , 30. Hoe zyne Hoogheid het Oude Regeerings Reglement befchouwde, 31. Slaat eene Commisfie ter Onderhandelinge vóór, 34. Zwolle ter Onderhandelinge niet ongenee'geneegen, 35. De Meer• derheid der Ridderfchappe dringt dit ftuk aan, 36. Perfoonen te wederzyden tot die Commisfie benoemd, 'Aid. De Onderhandelingen aangevangen ; doch kort daar op weder afgebrooken, 37. Het gedrag der Overysfelaaren ten opzigte van de Maatregelen in 4 Cel-  B L A D W ¥ Z K n. Gelderland genomen, 38. Pe drie Hoofdlieden fchryven aan zyne Hoogheid, en aan Staaten van Gelderland, 3 9 • Vaardigen eene Bezending aan zyne Hoogheid af, Aid. Deeze fchryft van 't Loo een Brief aan Staaten van Gelderland, 40. Onderhoud met zyne Hoogheid, 41. De Bezending vertrekt, zonder iets te hebben uitgewerkt, 43. Staaten van Overysfel verzoeken