DE REPUBLIEK DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. VEERTIENDE DEEL.   D E REPUBLIEK DER VEREEN IGDE NEDERLANDEN, ZINDS DE NOORD-AMERICAANSCHE ONLUSTEN, -behelzende al het merkwaardige v o o r g evallen in de vereenigde nederlanden, tot op dén tegenwoordigen tyd. MET PLAATEN EN POURTRAITTEN. „ VEERTIENDE DEEL. Te AMSTERDAM, by J O HANNES ALLART. m d c c x c v.   D È i>er VEREENIGDË. NEDERLANDEN» ACHT EN DERTIGSTE BOEK. INHOUD, ( hvergang van het voorgaande tot dit $.oek. Algemeenheid der Bewerkinge van 'eene Grondwettige Her (lelling. Stof e van dit Boek. Beraaming in Drente 'op d& Exercitie Gen'ootfihappen, die dezelve, ah V ware vernietigde. In 's Hertogenbosch was men op eene Grondwettige Herpeiling bedagt. Fergeefsch, vordert men 'er voldoening, wegens, het indringen der Soldaaien in Burgerhuizen. Ver zoek,om de Patenten te mogen zien, en het bepaalen der Militaire jurisdictie in de Géneraliteiti Landen, Verfchil met den Gouverneur over de Lasten op den Straatweg-. De 'Magiftraat vordert, de Betaaling der ag; terfiallige Serviele gelden. Kooplieden in Zout doen hun beklag over -eene Knevelary. De Dorpen in de Meyery tot het, opgeeven der Bezwaar en opgeroepen. Wat jmen over die Oproeping oordeelde. Hoe XIV. DKELa A méti XXXVIÏÏ boek»  XXXVIII. boek. 3 1 t l t C 't 6 e h z C n ê a e 1 / n d a * DE REPUBLIEK DER men meende dat deeze zaak beter zou tn*e* rtgt geweest hebbm. Weinig beduidends Afloop van dezelve. De wyze waar op men met die Bezwaaren handelde «ewraakt. Twee voorbeelden van Knevelarv der Moeren in de Meyery. Genootfchap te s Hertogenbosch. Wapenhandel aldaar en m de Meyerye. De Burgerwapenhandel te Breda geweerd. De Graaf deMail^ebois verzoekt ah Gouverneur van Breia het Bienvenu te mogen gemeten. Aan tem toegeftaan. Foor het vervolg volftrekt 'erbooden. Gefteldheid onzes Handels op 4merica. Brief des Afgezants vanBerc[el over den Handel der Americaanen P Oost- en West-Indien. Raadflag by len Staat daar tegen genomen. Wat men mtrent den Handel aan de Kaap de Goe'e Hoop bepaalt. Sluikhandel der Ameicaanen op Oost- en West-Indien voortgeet. Handelbepaalingen in eenen en afteren Staat van Noord-America verwekte ngerustheid. Wat hun Hoog Mogenden ter in deeden. Nader fchryven des Geants van Berckel. Verzoeken der 'onfuls in America. Dezelve vinden geeen gunfligen ingang Nadere Bepaalinen voor de andere Confuls. Lastbrief voor e Confuls m Frankryk, Spanje, Italië n de Havens van de Middellandfche Zee. .astbrief voor de Confuls by de Barbary■he Mogenheden. Onze Confuls te Smira, Tripoliën Tunis verlof ge ge even, om s zaak en van V Keizers Onder daanen, Is voorheen, waar te neemen. Voorfag om  VERENIGDE NEDERLANDEN. 3 rm een Conful Generaal in de Middelland . fche Zee aan te ftellen, verworpen. Na dere bepaaling op de Schepen, aan welkt Turkfche Pasfen zouden verleend worden Zeelands misnoegen hier over» Tegemoet koming aan die van Zeeland. Reden var, de nadere Sepaaling uit het verval var, onzen Scheepsbouw ontleend. Zeeland wit zich aan deeze nadere Bepaaling -niet onderwerpen. Hun Hoog Mogenden houder* zich egter aan het genomen Bef uit. Verfchil met den Keizer van Marocco over eene Handelplaats. Eisch des Keizers var Marocco om Stuurlieden en Matroozen var, de Christen Mogenheden. Antwoord vat hun Hoog Mogenden op dien eisch. He, afkoop en van de Tol te Villa Franca £j het Hof van Turin aangpereezen ^ doet gewraakt. Raadjlag wegens den Tol doot den Prins van Monaco gevorderd. He, Regt' onzer Kooplieden in Frankryk ge handhaafd. Vrugtlooze poogingen tot de) invoer van gezouten Visch in de Oosten rykfche Nederlanden. Verzoekfchrift vat de Visfcheryen hier te Lande om in Frank ryk Ontheffing van bezwaar en te verwerven Verbod aan de Ingezetenen van den Staa om zich ter Visfcherye buiten 's lands h verhuuren. De Haringvisfchery van Las ten als voorheen ontheeven. Befchermin^ aan den Zeehandel verleend. Sterkte vat h Lands Zeemagt. Verzoekfchrift ten aan ziene van *s Lands Zeemagt. V Voorfte van Holland om den Koning van Frank ryk twee Oorlogfchepen ten gefchenke t, A % un ■ xxxvliïi ■ BOEK? I » t {  XXXVIII; U O E K, j 3 i J ] l i. t ë i e v d £ k 4 DE REPUBLIEK DER zenden, heeft geen voortgang. Twee Schépen by de Admiraliteit van Friesland daar toe aangepreezen, eh verder voorgeflaage* ne Schikkingen, Friesland^ Stad en Lande èn Zeeland ftemmen hier in. Hoo<*klimmende Geldbehoefte der Oost - Indifché Maatfchappyë. Poogingen tot Herftel en Verbetering aangewend. Aanmerkelyk Staatsbefluit by Holland. Nader Plany door Staaten van Holland voorgefteld. '£ Zelve by hun goedgekeurd, en de Geldleening daar aan verbonden. Met welk eenen aandrang by hun Hoog Mogenden overgeleverd. Door de Meerderheid omhelsd. Zeeland kant 'er" zich tegen. Zes Heer en tot het door Zeeland betwiste Vyfde Departement voor- en aangefteld. Heevig beoond misnoegen der Staaten van Zeeland. Zy verklaar en de B&fluiten, ten opzigte >an dit Nieuwe Plan genomen, voor van \eener waarde. Ge even de redenen van \unne Tegenverklaaring op. Zenden dit ïtaatsbefluit aan de andere Gewesten Dit rengt geené verandering in het Befuit 'er Algemeene Staaten te wege. Zierikfè's en Vlisfingens gevoelen over deezén ondgaanden Brieve. Verbod in Zeeland an Bewindhebberen om in eenige Veradering, niet op den ouden voet"'belegd ? verfchynen. De Vergadering uitgepela, n deswegen hun Hoog Mogenden gefchreévi. Befuit van hun Hoog Mogenden at de Vergadering, volgens het Nieuwe lan, zou voortgaan. Zeelands Tegenvervaring. Staaten van Holland beant- woor-  VERENIGDE NEDERLANDEN. $ woorden den Brief van Zeeland. De zaak by Zeeland in nader overweeginge genoipen. Ongelegenheid waar in de Armen der Joodfche Natie zich bevonden, door het agterblyven der Uitdeelingen. Zyne Hoogheid (iaat zyn aandeel in de beraamde Uitdeeling aan den Armen af. Opfland op het Oost-Indisch Schip Barbeflein. De Muitelingen in Engeland gevangen gezet. De Gevangenen van Engeland verzegt en verkreegen. Zwaarigheden in Zeeland wegens 'de te Regtfeiling. De Admiraliteit van de Maaze neemt deeze zaak op zich. Strafoefening. Verbintenis eeniger Burgeren aan de Kaap de Goede Hoop wegens Jiunne Bezwaaren. Drie Afgevaardigden van de Kaap leeveren by hun Hoog Mog. een Verzoekfchrift in. Zorgdraagend Voorftel dier Kaapfche Burgeren- Hoe veei ingangs hun Verzoek en Voorflel vondt. Verwyl. De zaak blyft hangen, Onder-, zoek op den flaat der Verdeediginge van de Volkplantingen in de West-Indien vastgefield. Geldbehoeften en 'Verzoeken der West-Indifche Maatfchappyë. Gunftig verfiag op hun Verzoek. Op welke voorwaarden Holland 'er in wilde tree den.' Be windhebbers ter Kamer Amflerdam verdeedigen hun gedrag. Op welke voorwaarden de vryheid verleend om eene Vergadering van Tienen te Middelburg te houden. Nadere pooging om hulpe. De West-Indifche Maatfchappy blyft ongeholpen. Voorflag van Gelderland omtrent de West-In difche zaaken. Zeeland neemt Esfequeh Ag ft XXXVIH, BOEK. > f  XXXVIH. BOEK. 1786'. Overgang van het voorgaande tot dit Boek, 6 DE REPUBLIEK DER en Demerary hyzonder ter harte, Misnoegen in deeze Volkplantingen. Poogingen om de Slaavenhandel te begunfligen. Klagten uit Suriname, over weggeloopen Slaaven, die zich op Fransch Grondgebied onthielden, Bedrukte ftaat van Suriname, ■ Plans ter redding uitgedagt. Ongelegenheid^ waar m zich veele Planters op de Berbïce bevonden. Storm op St. Euftatius. Algemeene aanmerking dé Volkplantingen betreffende. J^-'le de Gewesten des Bondgenootfchaps, die wy doorloopen, alle de byzondere Ste» den , welke wy met een Gefchiedkundig ooge bezien hebben , vonden wy volyverig, fchoon op zeer verfchillende wyzen, bezig, om 't geen men de Grondwettige HerfteL ling noemde , te bewerken. Men hieldt de Acte van Verbintenis tusfehen Vaderlandfche Regenten aangegaan, en het daar mede in een naauw verband (taande Vaderlandfche Fonds (*), voor kragtige hulpmiddelen om dezelve daar te (tellen, en voor fteunzels om die te onderfchraagen; terwyl de Burgerwapening bykans allerwegen grooten opgang maakte , en een ontzaglyk gelaad byzette aan alle de Verrigtingen der Ingezetenen. Wy befchouwden de Tegenwerkingen der Party in den Lande, die ten aan- (*) Zïz onze Vader, Pist, XI. D. bj. 191. en 309,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 7 aanzien van de Staatsgeftekenisfe hier mede ftrydige begrippen koesterden, en, op alle mogelyke .wyzen, poogde door ce zetten. By uitflap vervoegden wy ons te meermaalen in de kleindere Steden, en ten Plattenlande, waar dezelfde Voor- en Tegenwerking zich opdeedt. Het ontbrak niet aan Schriften, die den Burger der klemde.re Steden, en den Landman, fpoorflagen gaven om Herltel te vorderen, van Regten en Vrydommen,. welke men hun ontnomen keurde , en om aandeel te krygen in de Regeering des Lands, waar van zy of geheel uitgeflooten waren, of een niet noemen* waardig aandeel hadden. Nu eens wilde men dit, door algemeene Voortellingen, uit den aart der Landsregeeiinge en de oude Gefchiedenisfen ontleend, betoogen en kragtig aandringen (*); dan weder meer by. zondere Steden en Plaatzen, opwekken, om oude Herkomften en Voorregten, of wal men den Vryen Burger oordeelde toe te komen , te doen gelden, en daar op by den Souverain aan te houden (f> Doch, aangezien dit meest, ten deezen Jaare, by enkele befpiegeling bleef, en het eerst, ïr het volgend Jaar, hier en daar ten daadlyker bedryve kwam , zullen wy ons vergenoegen met dit aangeftipt te hebben. (*) Grondwatthe Herjelling van Neerlands Staatsweezen II. D. bl". 152. enz: Post van den NederRhyn X. D. bl. 222. _ _ j (+) Post van den Neder-Rhyn XI. D. bl. 502. 1 A 4 XXXVIH. BOEK. 178$.. Algemeenheid der Bewerkinge eener Grondwei tige Herftellinge.  XXXVIII. BOEK. Stoffe van dit Boek. Ueraaming in Prerite cp de ExercitieQe-'Jiootfchap» pen, die dezelve,als ' ?t ware, \ vernietig- ; 4e. , 1 I 1 t 1 I t c e i f a t z f: 0 DE REPUBLIEK DER Wy zullen dit Boek befïeeden om te ver« melden wat in het Landfchap Drents, wat in de Generaliteit^ Landen, deswegen voorviel; ais mede eenige zaaken, den Koophandel, de Zeemagt, en de Volkplantingen van den Staat betreffende, die niet" welvoegelyk vroeger plaats konden vinden, en egter tot deezen Jaarkring behooren. Eensgezindheid was 'verre te zoeken in het Landfchap Drente. De bewecgenisfen m den voorleeden Jaare, te Meppeït gelezen, by de komst van zyne Hoogheid, ïeten, ondanks de gedaane Afkondigingen tegen Leuzen 'en Oproer, woelingen igter. De Gewapende Genootfc-happen, velker Vernietiging men gezogt hadt; naar met kunnen bewerken (*), werden hans, door eene Afkondiging, in derzel- 'er verrigtingen, beperkt. Gedepti- eerde Staaten des Landfchaps gaven, in .entemaand, te verftaan, dat zy door de leeren Ridderfchap en Eigenerfdens, Staasn des Landfchaps verzogt en'gelast waren, m ernftig te waaken, dat zo wel, aan den enen kant, de Gelegalifeerde en thans binen Drente bcftaande Exercitie Genoot:happen, by de vastgeftelde Reglementen ' rikt zouden worden gehandhaafd, en tegen llen hoon, overlast en feïtlykheden kragtaadig befchermd, zo ook, aan de andere yde, de overige Ingezetenen, tot de Exer» itie Genoctfehappen niet behoorende, aan " !gee- (?) zi" «n«e Vadert. Hltt. X. D. bl. 318. enz.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 3 'T-eehe eigene rigting of overmagt der Exerceerende Leden biootgefteld; maar in tegendeel in alle gevallen, op eene wettige wyze , volgens den gewoonen loop van Juftitie, geconvenieerd worden; en dat, ter bereiking van dit heilzaam oogmerk, en voorkoming van daadlyke gevolgen, aan alle zo Exerceerende als niet Exerceerende Ingezetenen, verbooden zou blyven, zich, buiten uitdruklyken last en or'dere der Regeeringe, van fcherpe Patroonen te voorzien, veel min van dezelve eenig gebruik te maaken. Zy vermaanden en gelasten een iegelyk binnen Drente woonende, of zich in dit Landfchap onthoudende, zich zorgvuldig te wagteti van alles, 't geen de Verwydering tusfchen Ingezetenen en Ingezetenen, door aan Partyfchappen en daar uit ont ftaande verbitteringen, voedzel te geeven. zou kunnen vermeerderen, en 'het bederi van 't geheele Land naa zich fleepen; maar. in tegendeel, zo als het waare Liefhebben des Vaderlands, die nimmer door verfoeüy lyke Eigenbaat, of zugt tot Nieuwigheden, om byzondere Inzigten te bereiken, gedree ven worden, betaamt, alles wat in hun ver mogen was, gewillig toe te brengen, 't geet ter bewaaring der Ruste, Eensgezindheid en onderling Vertrouwen, (de bron en oor lprongvan\ geluk eenes Burgerftaats,; on der de goede Ingezetenen, dienen kon, ei dus met daaden te toonen, dat hun 'sLand welvaaren, 't welk, zonder Eendragt nie beftendig kan weezen, boven alles aan he harte lag, A § Waar KXXVUh B O E K; 1786. I I : :  xxxviii. boek. 1785. 1 I i In Her- ' togenbosch was men ( np. Herftfil \ bcilagt. j. r £ c r fl r n h t 10 DE REPUBLIEK DER. Waarom zy de Schultesfl-n der Plaatzen, waar Gelegalifeerde Genoocfchappen eevonden werden, gelasten, derzelver Officieren voor zich te doen verfchynen, om, uit hunnen naam, te bevelen, alle fcherpe Patroonen, welke zy, of iemand der Leden van hun Genootfchap onder zich mogt hebben op den Eed aan den Lande gedaan, daadlyk over te geeven, om by den Schultus verzegeld, en tot nadere Bevelen, bewaard te worden: alles op ftraffen en boeten tegen de Verftoorders der gemeene Ruste en apenbaare Veiligheid, voorheen gefield, of ds nog, naar vereisen der omflandigheden, :e Rellen (*). Dit was der bedoelde; ioch mislukte, vernietiging deezer Gewetigde Genootfchappen, zo naby gekomen, ils zonder eene volflaagene Affchaffiiig, kon ;efchieden, en hadt morrend misnoegen ten latüurlyken gevolge. , Niet geheel werkloos bleef men in de jeneraliteits Landen ten aanziene der Grondwettige Herilelling. 'c Geen wy geboekt ebben, wegens de Verandering des Penings voor de Regeeriugsleden te 's Hertocnbosch, en het gewigtiger ftuk, de vorering aldaar om Gebooren Brabanders tot et bekleeden van Ampten, zo zeer dooreekende in de begeerte om den ingeboom Advocaat Donker Curtius, dien len, uit hoofde van de veelvuldige bezigsden, den Penfionaris Antoni Marini, thans de volyverige Verdeediger der Reg- (*) N, Nederl. Jaarb, 178ö. bl. j,iö;    VERENIGDE NEDERLANDEN, u Regten van Stad en Meyerye, ten behijlpe hadt toegevoegd (*), tot Advocaat Fiscaal en Procureur Generaal van Brabant aangefteld te zien, kan hier van ten doorflaanden bewyze .verftrekken. Wanneer die van >s Hertogenbosch op eenen Inbooreling van Brabant in dit geval aandrongen, verzweegen zy voor hun Hoog Mogenden niet, dai zy meer andere Grieven en Bezwaaren hadden , thans opzetlyk voorbygegaan; doel Welke zy de vryheid zouden gebruiken aar hun Hoog Mogenden agtereenvolgend co Hcrftel voor te draagen (j). la's Hertogenbosch zelve hadden zyonaan ger.aamheden, waar over zy den Souveraii vervolgews met klagten aangingen; als daa was, dat een Corporaal, met cenige manfehaf ten Burgerhuize zich ingedrongen hadt; 01 | m< (*) Zie onze Vadert. Wist. XI. D. bl. 1^2. 14 en 150. Ter laatst aangetoogene plaatze hebben v den Heer Donker Curtius tweeden Penfionaris v. 'i Hegrogenbosch gety teld; doch, naderhand, in 't z kere vcritaan, dat hy dien tytel nooit gedraagen heel en alleen, gelyk hier boven vermeld wordt, den Pe fionaris Martini ten hulp verftrekte. Gemelde Pt iïonaris heeft, met goedvinden der Magiftraat v 'i Bosch uitgegeeyen, indenjaare 1786, Verzamelt \>an Stukken, raakende de Jdresfen, door den IV. giftraat der Hoofdjiad 'j Hertugenbosch, aan de h> ge Collegien van de Generaliteit 'en de Rejpect; Bondgenooien gedaan, tot Inroeping, der Brabant], LanawetU'n en Privilegiën, omtrent de Begeei' van Jmpten aan Gebooren Brabanders. Deeze V zameling vermelden wy hier, om ter aangedu plaatze in onze Vaderlandfche Historie nageflaaj te worden. 'Dezelve was ons toen onbekend, and gins zouden wy 'er ons van bediend gehad hebben (•f) Zie onze Vadert, Hifi, XI, D' bl. 146. XXXVIH, BOEK» I78C5S l : - Vorderea j vergeefseh j. voldoening, we■> gens het n indringen >t derSoldaa- i- ■ ■ * y m et, nn- an ng 'awve■he 'ng ?ride;en er-  xxxviii. boek. 17'36. ten in Burgerhuizen, i' 1 < l k c c n v S e \p dat het ongelukkig Fonds van den Straatweg, door de vermeerdering van Uitzon* lenngen, geen bykomend nadeel leede (*)< De Magiftraat deezer Stad .had ook ftoffe an veel regtmaatigen beklag gevonden, in iet met betaaien der Serviele-gelden, aan aar beloofd door Holland en WestfriesMdi met verzoek dat die veragterde Gelen aan haar in redelykheïd mogten volaan, en voor 't ver.olg, op een vasten oet geregeld, en betaald worden5 doch at, zo onverhoopt hun Hoog Mogenden,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 15 by welke zy dceze klagten uitboezemden, op het een of ander punt der ingediende Hukken, daar toe behoorende, eenige bedenking mogten maaken, die punten als dan mogten gebragt worden voor zodanig een onzydig Hof van Junkie, als hun Hoog Mogenden zouden gelieven te benoemen. -— De Afgevaardigden van het Gewest, waar over men klagtig viel, namen dit over. —— Het Verzoekfchrift ging vergezeld van eene Memorie, met Bylaagen, die dit ftuk uic den grond ophaalde, en voldingend ftaafde: waar in den Penfionaris Martini zich, met onbezweeken yver kweet voor de belangen der Stad (*). Eene zonderlinge Invordering gaf verfcheide Kooplieden in !'s Hertogenbosch reden om dezelve ter kennisfe van hun Hoog Mogenden te brengen. Het geval beftondt hier in, dat, wanneer zy, voor hunne rekening, eenig Zout, ten verderen vertier, ter Haven der Stad inkreegen, en opfloegen, als dan by de uitmeeting, door daar toe aangeftelde Meeters, buiten voorkennis en toeftemming der Kooplieden en Eige- naa- (*) Refol. Gen. 26. April 1786. Dit was eene reeds te meermaalen te vergeefsch gedaane vordering. Zie van Heurn Historie der Stad en Meyerye van 'sHertogenbosch IV. D. bl. 88. Het Request met de Memorie Adfiritctief, met Bylaagen van den Heer Martini, is te 's Hertogenbosch gedrukt by de Wed. C. A. Vieweg 1786. Waar in ook het heevig Gefchil met den Gouverneur over én Barakken, dis in eigendom aan dc Stad behoorden, by wyze sza^anhangfel, gevonden wordt. XXXVIÏZ. BOEK. I786. Kooplïe* den in Zout doen hun beklag over eene Knevelary.,  XXXVIII. Soek. ifÜSi ] i i ] 1 \ 1 a e Dit ftuk ''ngebon- cl len. V J k v f v g d ié DE REPUBLIEK DER naaren , door zeker Perfoonzich noemende de Collecteur van den Hoogfchout over de Stad en Meyerye, Willem, Baron van Lynden tot Hemmen, van dat Zout, op de uitmeeting van zekere hoeveelheid, telken reize en zo menigmaal, .als ten betioeve van dien Hoogfchout werd gevorderd, menige hoeveelheid, in een zakje by hem bekend onder den naam van het Stadhouiers Zakje; welke hoeveelheid twee vaten aedroeg van de negen honderd én zestig raten. Op alle mogelyke wyzen hadden de Koopieden in Zout onderzoek gedaan na de weligheid van eene*zo byzondere Afvordering, vaar door zy, tegen het oogmerk van alle 3elastingën, zo burtenfpoorig gedrukt enr >enadeeld werden. Hun onderzoek was op liets uitgekomenjj en fielden zy vast, dat 2r geen Verpligting tot zulk een gemis, aan mnne zyde, kon plaats hebben , of 'er moest, an de andere zyde, een Regt tot zodanig ene Afvordering" weezen, Het gelustte een der Handelaaren in Zouc it ftuk aan te binden. De Heer A. J, 'ereyck, by het afloopen des voorigen lars, honderd en vyftig zakken Zouts, inrygende, lietj .eer hy het opfloeg,-: den tadhouder van den Hoogfchout Mr. H. A. an h dricheSI, rhinnelyk, doch geregt,'k, aanzeggen; dat hy niet vocrneemens was' an het Zout, 't welk hy flondt te ontvanen, iets aan den Stadhouder te geeven; ach kon de Heer Stadhouder zyn Regt >t den Eisch aantoonen, dan was- hy bereid  VËRENIGDE NEDERLANDEN. 17 reid om het te voldoen j fchöon eén hall Jaar hier naa. Hy hadt zich gevleid, op dit aanbod, van den Stadhouder, uit naam van den Hoogfchout, té zullen verneemenj dat hy zyr vermeend Regt van Vordering aan hemj het zy uit hoofde van eene vastgeftelde Ordonnantie , of op eenige andere overtuigende wyze, zou hebben getoond-, of wel anderzin: openhartig genoeg geweest zyn, om, daai het de pligt van een Officier is, tegen alh wederregtlyke aanmaatigingen en knevela ryen te waaken, ten minften voor 't ver volg, daar van af te zien, en zodanige Vor de'ringeii van Zout van de hand te wyzen doch dat, integendeel, meergemelde Hoog fchout, hadt kunnen goedvinden, om zich in die hoedanigheid, deswegen by Raad ei Leenhove van Brabant te vervoegen, me verzoek om Mandement van Maintenu te gen den Koopman Verevck. Zy verzogten deswegen, dat het hu Hoog Mogenden gunftig behaagen mogt om, door Hoogstderzelver gezag en zorg den Koophandel van Zout in 'sHertoget bosch tegen zodanige drukkende bezwaare en belastingen van den Hoogfchout, te b< fchermen en te beveiligen; en hun daj door, uit een algemeen belang in de we vaard, groei en bloei van den Koophandel deswegen te ontheffen van hunne welg< gronde vreeze van alle onderneemingen va nadeelige en verderflyke Pleidoyen aan d zyde des Hoogfchouts, en gevolglyk, m< betrekking zo tot het eene als tot het ar XIV. DEEfc, B è 'XXXVIlli BOES. 1786* ï * l C 1 1 » ft r i ft e t  j8 DE REPUBLIEK DER XXXVIIÏ koek. 1786. DeDorpeiï in de Meyerye tot het op ceeven der Bizwaaren opgeroepen. ï ■ dere , de noodige Voorzieningen te doen. En verzogt de Koopman Vereyck voor zich in 't byzonder, dat hun Hoog Mogenden, hangende hunne Raadpleegingen s de tegen hem onderftaane Regtsvorderingen voor den Raade van Brabant, als loopende over een Huk van Belastinge, ex plenitudine poteflatis, wilden opfchorten. Men verftondt van den Hoogfchout berigt te vorderen; en fchreef den Raad van Brabant aan om alle Regrshandelingen, hier toe behoorende, op te fchorten, tot dat, op het ingekomen berigt des Hoogfchouts, daar over nadere fchikking zou gemaakt weezen Meende de Stad v Hertogenbosch zo veeIe en zo onderfcheide oorzaaken tot klagten te hebben, de Meyerye, met een aantal van omtrent zeventig Dorpen, zugtte onder eene menigte van Bezwaaren, welke zy van tyd tot tyd, ontdekte; doch op eene wyT ze, niet gefchikt om verligting aan te brengen , dan in enkele fchreeuwende gevallen. Die mindere verdrukkingen van den Land* man, welke egter, door derzelver menigte, van veel beduidenis worden, en dagelyks rreffen, liepen te zeer in 't ooge, om, in een tyd als deeze, onopgemerkt te blyven. Men dagt den rechten weg ter opheffing i?an zo veel leeds ingeflaagen te hebben :oen de Raad van Staaten, by een Belluic n Wintermaand des Jaars mdcclxxxv gelomen, van de Stadhouders en de Gewoons Ge- (*) Refil. Gen. 21. Aprü 178&,  Verenigde Nederlanden, i? Gecommitteerden der vier Kwartieren van de Meyerye van 'sHertogenbosch, eene opgave geëischt hadden van de weezenlyklïe Bezwaaren j welke ten aanziene derlnwoonderen der Meyerye mogten plaats vinden; benevens derzelver Bedenkingen óver de wyze op welke die Bezwaaren het gevoeg-i lykst zouden kunnen worden opgeruimd. Ter voldoening aan dit Befluit hadden de Heeren* aan welke dit was opgelegd, van de Regenten der Dorpen en Plaatzen in di Meyerye de opgave gevraagd van de Bezwaaren, die zy drukkend rekenden. De Meyeryenaars verheugden zich Op deezen aanblik van heil, en fchepten höope, dat hun Hoog Mogenden, de klaagden: der Ingezetenen hoorende, zich zoüden erbarmen over hun elehdigen toelland. Dar veelen oordeelden des zo gunffig niet; z^ verbeelden zich, en deeden het der We reld weeten^ dat geen het minfte nut, geet de geringfte öntlastirig, voor de Opgezete tien van de Msyerye, uit die Opgave, te wag ten was. Niet dat zy het oogmerk des Sou verains mistrouwden, of in twyfel trokker het geopenbaarde voorneemen om die Land ftreek van veelvuldige Grieven te onihef fen; maar zy vreesden, dat het rechte middel niet was uitgedagt en verkoozen: dewy de byzondere, drukkendlte en weezenlyk fte Bezwaaren veel al fchoolen in den boe zem van meest alle de Dorpen, van welk< befchuldigende verdenking zy egteralle braave en eerlyke Dorps Regenten uitzonderden*, veele Drosten, Secretarisfen, javeele B 2 Dorps xxxvat BOEK. Wat mefi over die' Oproeping oordeelde : r l i  2o DE REPUBLIEK DER XXXVIII. BOEK. 1786. Hoe het daar mede op eeuige Dorpen gefteld was. Dorps Regeeringen hielden zy voor de zwaarfte Geesfels van eenige Dorpen:- en deeze waren het, nogthans, die, uk naam van den Souverain, de Dorpelingen over hunne Bezwaaren moesten hooren. — Men vreesde, niet zonder grond, dat de Landman , hier en daar geen moeds genoeg zou hebben, om over Verdrukking te klaagen, en rondborstig de Bezwaaren op te noemen by hun die hy voor zyne Verdrukkers kende: of dat zy, dit eens doende, geene waarborg altoos hadden,, dat de zwaarigheden onverdraaid, onverminderd en getrouw onder het oog van den Souverain zouden gebragt worden. — De last om de Weezenlyke Bezwaaren op te geeven, gaf den Opneemeren ruimte om over die Weezenlykheid, naar hun inzien, of willekeur, te oordeelen. En, in de daad, men verzekerde, dat op sommige Plaatzen, de Regeering, by hec oproepen der Boeren om hunne Bezwaaren in te leeveren, zou gezegd hebben, dac zy Regenten hier toe niet gehouden of verpligt waren; maar dat zy de goedheid wel wilden hebben om te hooren of hunne Ingezetenen ook Bezwaaren hadden. . Dat, op andere Plaatzen, de Regenten den Opgezetenen, die hunne Bezwaaren wilden komen opgeeven, van de hand weezen, Erotslyk zeggende, dat zy hier toe geene Ingezetenen noodig hadden. In een zeker Dorp zou een Regent zich niet ontzien hebben te betuigen, dat zy, de opgegeevene Bezwaaren naaleezende, uitfchrapten 't geen ran niet aanftondt, Terwyl de Regenten van  VERENIGDE NEDERLANDEN. 21 van een ander Dorp na de Kwartiers Vergadering trokken, zonder de ingeleeverde Bezwaaren der Dorpelingen mede teneemen. Die het ftuk deezer wyze inzagen, wenschten, dat, om meerder vrugts van dit •aangevangen werk te trekken, de Bezwaaren, by Adresfen of Verzoekfchriften, onder het oog der Hooge Overheid gebragt; of weJ dat deeze eene Commisfie benoemd hadt om de Bezwaaren op de Dorpen zelve op te neemen; in zulker voege, dat de naamen der Opgeeveren alleen by Gommis, farisfen bekend, en voor alle anderen een geheim waren; wanneer zy, zonder vrees van zich aan de ongenade en aan eene daai uit volgende nog ftrengere behandeling dei Dorps Regenten bloot te ftellen, de naakte waarheid gerustlyk konden openleggen. De Vergadering, thans beftemd om dg Bezwaaren te hooren, te beoordeelen, ovei te brengen, en middelen van Herftel aan de hand te geeven, beftondt uit de vier Stadhouders van de Heeren Kwartierfchouten, Uit zes Secretarisfen, en één Drost. Zy dienden, in Wynmaand, een breedfpraakig Vertoog in by den Raad van Staaten, van 'c welke zy een Affchrift aan hun Hoog Mogenden aanboden, op dat, fchoon zorn* mige der opgegeeven Bezwaaren, zo door den Raad van Staaten, als door hun Hoog Mogenden, op den voordragt des gemelden Raads, reeds gunftig waren afgedaan, of in naderen raadflag gehouden, hun Hoog Mogenden zou blyken, welke weezenlyke Bezwaaren in de Meyerye van VHertogen* I 3 Imch XXXVIIL BOEK. I786". Hoe men meende dat deezeZaak beter zoii ingerigt weezen. Weinig beduidende afloop van dezelve. j  £2 DE REPUBLIEK DER XXXVIII BOEK. 17%6. De wyze waar op men met éis Bezwaarenhandelde, gewraakt. bosck plaats hadden , en hun daar door volkomen in ftaac te Hellen, om, met des te meer gronds, uit de algemeene, over de byzondere Bezwaaren, te oordeelefi. Van dit alles kwam weinig bepaalds, veel uicftels, en verfchuivens, tot dat andere zaaken, met die der Meyerye in eenig verband fiaande, zouden afgedaan weezen Hadt men veel aan te merken op den ingeflaagen weg ter ontdekking van die Bezwaaren, men liet niet agterwege het zyne te zeggen, over de wyze, op welke men met de Bezwaaren handelde. By voorbeeld, dat men alles, wat de Kwartierfchouten, of derzei ver Stadhouders, den Hoogfchout van 's Hertogenbosch, de Leen- en Tolkamers, de Drosten of-Secretarisfen, rechtftreeks betrof, zoveel doenlyk, vermydde: zommige zaaken, die men niet voorby kon, enkel verhaalender wyze voordroeg; andere, waar tegen door een Befluic gewaakt was, (fchoon die Beflyiten ftaag overtree-? den werden, en dus de vernieuwing hoogst noodzaaklyk behoefden,) opgrond van dit Befluit, niet opgegeeven; andere wederom als geen Bezwaaren aangemerkt werden; tqt zommige Klagten wilde die Vergadering zich als nog niet inlaaten, als daar was, eene zaak over welke veele Plaatzen zich beklaagden, dat veele Amptenaars, volgens de Pri* vilegien, geen Brabanders waren; ten aanzien van eem'ge, tegen welke een algemeene krees (*) Refol. Gen. 25. 06t. en 7. Dec. 1786. Post ;$n den Neder-Rhyn IX, D, bl, 1214, X. D. bl, 15*.  VERENIGDE NEDERLANDEN, as kreet opging, als de knevelaaryen der Officianten en boven al der Secretarisfen, hadt men plans gemaakt by veelen geoordeeld eer gefchikt om de kwaal te verflimmeren dan te herltellen. Wy kunnen hier in geene byzonderheden treeden; doch niet nalaaten twee iehreeuwende Haaltjes , fchoon kleinigheden, te vermelden van de behandelingen, dje de Meyeryfcke Landlieden ondergaan moesten. Ten tyde van den gevreesden Oorlog met den Keizer haalde een Boer van den Dorps Secretaris een Borgbrief, op den buitenkan! ftondt ƒ4-13-0. Een'ander, dit ziende, vroeg dien Boer, of hy tegen dien prys niets hadt' gezegd? dëwyl men 'er gewoonlyfc ƒ2-IS-o voor betaalde? Dit hadt ik ooïi altoos gehoord, antwoordde de verleegenc Boer; maar de Secretaris zeide, dat mei den Oorlog alles duurder was! —- Eet ander Secretaris deedt zeker Kruiskensgeld, en dat niet gering, ten behoeve van zyn« Klerken, betaalen, wanneer iemand-, nie kunnende fchryven, in plaats van zyn Naarc te tekenen , genoodzaakt was een Kruisjet ter Protocolle te maaken. Welk Kruiskensgeld in de Meyerye, hoe gering het mogt fchynen, niet weinig betekende, aangemerki het groot aantal der flegt onderweezen Boe ren, die leezen noch fchryven verflaan: vooi geen gering gedeelte,, zo ons van goedei hand verzekerd is, een gevolg van den fleg ten Haat des Schoolweezens: dewyl, om d« post van Schoolmeester aldaar te bekleeden . veehyds geweezen Heerenknegts gezonder B 4 wfr XXXVIII. BOEK. 1786, Twee voorbeelden van Knevelaary der Boeren in de Meye* rye. [ I  XXXVIII boek 1785. Geknotfchap te ss Herfobosch op» j j < 1 1 I ï! 24 DE REPUBLIEK DER. ■ worden, die de eerfte gronden, van 't geen zy behooren te onderwyzen, niet verftaan (*\ Men volgde te 's Hertogenbosch het voort beeld der meeste Steden in de Vereenigda Gewesten, door een Gezelfchap op te rieten , beftaande uit werkende Leden en Leden van Eer Het voerde, gelyk de meeste Byeenkomften van dien ftempel, eene Zmfpreuk, en hadt deeze eenvoudige 'e! koozen voor stad en meyerye! Dit Gezelfchap deedt, ten deezen Jaare, van zich fpreeken door, op den één en twintigHenvan Slachtmaand, met een aantal |. aoodigde Gasten, de Verjaaring te vieren ier Verbtntenisfe met Frankryk. Het Praal, tuk 0p Tafel, was een Tempel der Vrvieid, met een Vryheidsbeeld en de voeglvf cieraaden van Volksheil. Een Leeuw op len voorgrond verbryzelde de Ketens der >laavernye. Aan de rechter zyde wasiW?i ?nA™nJl teSenoverzyde het Gemee, tebest der Nederlanden, zinnebeeldig ver. oond. Boven gaf men deeze Dichtregels e leezen; ° Knielt hier voor den gewyden drempel Fan den verheven Vryheids Tempel Gevest op Batoos vryen grond: Wy moeten zyne vastheid danken Acm 't edelmoedig Hof der .Franken, Bat zich aan 'tkwynsndNeêrlandbondh D  xxxviii. BOEK.. De Burger Wapenhandel te Breda ge- ' weerd. 1 « 1 t I a 2 4 £ r z 1 De Graaf . DE Mail- 1 lebois verzoekt, °] 'aJs Gou- ni verncur, rr het Bienvenu te VL mogen ge- de nieten.' ge aai de C van ( ^ DE REPUBLIEK DER Jetten, aan Burgers in hunne eigene Doe- ua i „f veele DorPen d« beitonden Wapenhandelende Genootlfcrrp pen, dagelyks bezig met dit by de Weze* cenen thans algemeen bedryf. De zugt tot den Wapenhandel openbaarle zich desgelyks by de Burgers en Ineezeenen der Stad Breda. Eenigen deezer ver'oegden zich, met een Verzoekfchrift, by ie Regeenng, om met geflootene Geledeen, ilaande Trom, en vliegend Vaandel, er Wapenoefening in en door de Stad te aogen trekken: . Verre van gunftig vvas het ntwoord, By de weigering kwam een veroek der Regeering aan den Drosfaart om aar tegen te waaken. En wanneer eenie jonge heden het waagden om , in KryesJsnng, gefchaard, op -re trekken, werden U anderen ten affebrik, van Vaandel, rom, en Wapenen ontzet (*). De Graaf de Maillebois, die van m Staat reeds groote voordeden trok,on)houdelyk bezig om van alle zyne Bediengen en Verrigtingen, zoo veel Gelds te ;kken als immer mogelyk was, ter verlling zyner wydgaapende behoeften, in n vooiieedcn Jaare tot Gouverneur van ■eda aangefteld (f), wilde ook alle moyke voordeden, welke die Post hem kon ibrengen, na zich fchraapen. Hy betuig, ten dien einde by hun Hoog Mogenden, 0 TV. Nedert. Jaarb. 1786. bl. 1653. 1654. Pots den Neder-Rhyn X. D. bl. 38 f) Zie onze Vaterl. Hun. ix, D. bl, 196. 2v>4,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 27 den, gehoopt te hebben, het Bienvenu daar aan weleer gehegt, te zullen genieten; doch dat zulks, tot hier toe, hem niet verftrekt ' was, uit hoofde van een Staatsbefluit daar tegen in Zomermaand des Jaars mdccxlvi genomen. Hy bragt in 't midden, dat, zedert dit Staatsbefluit, het Bienvenu aan twee zyner Voorgangeren in hei Gouvernement gegeeven was; en dat hy. hier te Lande, in meer dan een opzigt. veele fchade en onkosten geleden hadt; waar om hy ook wel durfde vertrouwen , dat hui Hoog Mogenden hem alle mogelyke voor deelen, die niet ftreeden met vastgeiteldi Wetten, zouden laaten genieten: weshalve hy verzogt, dat het gemelde Staatsbefluit omtrent hem, even als ten aanziene zyne twee Voorgangeren, mogt buiten kragt gc fteld, of daar van afgegaan worden om he Bienvenu, als Gouverneur van Breda, t kunnen en mogen genieten. Men was gewoon deezen toenmaalige Gunfteling bykans niets te weigeren; e ftrektcn de tvyee Voorbeelden van vroeger afwyking des genomen Staatsbefluits, te gemakkelyken brugge om den Graave d Maillebois, zyn verzoek in te williger en het oude Bienvenu aan den Gouvernet van Breda gegeeven, toe te ftaan. Dan, te dcezer gelegenheid, werd no| maals, en op 't nadruklykst, afgefchaft h geeven van eenige Bienvenuen, hoe g< naamu, aan nieuw aan te llellene Gouve ueurs en Commandeurs, in de Plaatzen 01 der het peftria van de Generaliteit; mit g XXXVIIL boek. t 1 > r c 1 Aan hem ^ toegeftaan, e e It J- Voor 't >[ vervolg \ volftrekt verboden. ri«  •XXXVIH 9 o e K. 3 1 i i Gi-ftrldhcid onzes j Hindchop \ tl v g K ni in di dt ze Brief des Afgezants o. van Berg- noi ""ii- «ver ^in-vcn rau uuzen uezant VAHJ ut-nwan- DtucKEL aan hun Hoog Mogenden uit. wy. (*) Ge». 27 Oct. en 6 Nov. i?85. (t) Zie onze Vader f. fiist, IX, D. bl. s8 DE REPUBLIEK DER • gaders aan de Hoogfchouten, Rentmeesters. Drosfaarden, Baljuwen, en andere Politike Officieren, door hun Hoog Mogenden aangefield, zonder dat het aan deeze Perfoo nen, 0f ook aan die geenen, welke de tiienvenuen geeven, zou geoorloofd weezen, om tot het mogen ontvangen, of geeven, eenig verzoek om ontflag of opfchorang van dit Staatsbefluit, te mogen doen(*) Te midden van de veelvuldige en fteeds aangroeiende Beweegenisfen in den Lande ïadt de Koophandel, met weike 't zelve aan of vallen moet, de wisfelkansfen aan ienzelven eigen; voordeden vergezelden, sadeelen troffen dien dierbaaren Tak. ^ Dat de Handel op het nieuw en groot .emeenebest in America, van waar men ich verbeeld hadt, dat een ryke bron van Velvaard herwaards zou vloeijen, bylange a aan die verwagting niet voldeedt, en ■eke oorzaaken hier toe, by de eerfte aanJvangene volyverige poogingen, medewrogn, hebben wy reeds vermeld (f). Weigbeterfchaps, zoeenige, befpeurde men dien Handel ten onzen voordede, fchoon s der Americaanfche Staaten in waschra en bloei toenam,en ftrekte om den onn te doen afneemen en dorren, Hoe het gefchaapen ftondt, dat deeze lat een Mededingfter zou worden, kun-  VERENIGDE NEDERLANDEN, sip. wyzen. In Louwmaand gaf hy berigt, dan te Nieuw York zeilree lagen cwee Schepen na Canton in China befremd, met welke twee Heeren, de een als Conful, de ander als Vice-Conful der Fereenigde Staaten by den Keizer van China vertrekken zouden. De Eigenaars dier Schepen hadden zich by hem vervoegd om Brieven van Aanbeveeling; doch dit was door hem afgeflaa» gen (*). Van klemmender aart was zyn fchryven in Zomermaand. Zints zyne Aankomst in America hadt hy reeds vroeg ter kennisfe van hun Hoog Mogenden gebragt, den Sluikhandel van Nieuw York op de West-Indien, en voornaamlyk op Suriname gedreeven. Wel verre dat deeze verminderde, moest hy verzekeren, dat de Americaanen even lierk hier mede voortvoeren, en dat, byaldien 'er geen ernltige maatregelen tegen te werk gefteld wierden, het onderneemend Character der Americaanfche Kooplieden zich niet ligt paaien zou laaten zetten; maar wel, in tegendeel, dat, daar men in de Franfche en Engelfche Eilanden ten fterklten tegen deezen Sluikhandel waakte, dezelve op de Hollandfche Bezittingen, met dubbelen yver, zou voortgezet worden. Weinig dagen geleden , was 'er een Schip van Suriname aangekomen j met de tyding, dat aldaar zeven Americaanfche Schepen gereed lagen, om met den eerften na de verfchcidene Havens van (*) Refot. Gen. si, Maart n%6. 3 O É K. 1786. del der dmericcianen op Oost ■ en West-Indien.  xxxvin. SOEK, I78Ö. Raadflapcn by den Staat daar tegen gemen. 30 DÉ REPUBLIEK DÉR van de Americaanfche Staaten te vertrek ken. Men ging hier mede zo openbaar te werk, dat de namen der Schepen en der Capaeinen in de meeste Nieuwspapieren geleezen wierden. Eveneens was h-c met dien Sluikhandel geftcld op de Kaap de Goede Hoop werwaards men kleine Scheepen uitrustte; terwyl zy, die dit beftonden met fchroomden hun voorneemen om die Zeevaard verder voort te zetten,- te verftaarï te geeven. Van waar het Geld, to: deeze onderneemingen gehaald werdt, viel moeilyk te begrypen: dewyl de fchaarsheid aan Geld, boven maate groot was (*}. De Gelastigden tot de zaaken van dé £ee, bragten, volgens de ingenomene beienkmgen der Afgevaardigden uit de Admi- ra- (*) Refol' Gen. 7 Aug. i78<5. ~- De Heer Beispt maakt diteemgzmsbegrypbaar, als hy aanmerkt , De natuur der dingen roept de Jmericaanen op ' , om de eerfte Zeelieden van den g.nfehen Aardbo, dem te worden. Zy bouwen de Schepen twee d-r, den goedkooper, dan de Europeaanen; zy vaaren , met minder Matroozen , en met minder Kosten , Nog andere oorzaaken begunfticen hurken Handel na Oost-Indien, en hunne Seheepvaard. Zw bren gen na China Ginfans, na de Kaap de Goede Hoot> als ook na Ijle Bourbon en Ijle de Frawe P]an ken, Kromhout, Meel, Pekelvlcesch enz Zy hebben derhalven niet noodig zo veel Geldsna de OostIndien te voeren als de Europeaanen, die aldaaf t-tablisfementen hebben. Ook zyn zy niet als de' laatften genoodzaakt, aldaar Troepen, Gouverneurs Intendantenen Commifen,met groote kosten, te onderhouden." Zieriitalles breedvoeriger in f P Bri t Nieuwe Reizen in de Fereenigde Staaten vaH oord-America I]. D. bl. 262. enz  VERENIGDE NEDERLANDEN. 3. raliteits Collegien deezer Landen, deezen Raadflag in 't midden. Dat de Brief des Gezants van Berckel zou behooren gezonden te worden aan Bewindhebberen van de JVest-lndifche Compagnie, als mede aan Directeuren der Volkplanting op Suriname, met aanfchryving om hun Hoog Mogenden ten fpoedigften te dienen met Berigt^omtrent de oorzaaken, welke aanleiding gegeeven hadden tot het zo onbelemmerd dryven van den Sluikhandel door de Ingezetenen der Vereenigde Staaten van America op de Volkplantingen van den Staat in dé WestIndien, en bovenal op Suriname; met hunne daar by gevoegde bedenkingen omtrent de middelen, welke, huns oordeels, behoorden in 't werk gefield te worden ora zodanig een verboden Handel, welke niet dan tot groot nadeel van deezen Staat kon ftrekken, in deszelfs aart en oorfprong, by aanhoudenheid, voor te komen. Dat, inmiddels ter kragtdaadige ftuitinge van dien in zwang gaan den Sluikhandel, zyne Hoogheid, als Admiraal Generaal, zou behooren verzogt te worden om eenige Fregatten, en ligte Vaartuigen, te willen beHemmen, en doen gereed houden, om, by de eerfte bekwaame gelegenheid, na de West-Indifche Volkplartingen te fleevenen; met last aan de Scheepsbevelhebberen , om met de Gouverneurs of Commandanten in dat Werelddeel, de noodige maatregelen te beraamen, en uit te voeren, om dien ongeoorloofden Handel, met eenen goeden uitllag, te voorkomen.. Voorts xxxvm. boek.  XXXVIII, boek. 1786. Wat men omtrent «!en Handel aan de Kaap bepaalt. 32 DE REPUBLIEK DER Voorts wilden zy aan Bewindhebberen der Oost-Indifche Compagnie desgelyks een Affchrift der Brieven van van Berckei, toeichikken, om, binnen kort, ter hooge Staatsvergadering eeii omftandig berigt te zenden, wegens het influipen des Sluikhandels tusfchen de Kaap de Goede Hoop en de vereenigde Landen van America, mee aanwyzing van de meest gepaste middelen ter ftuiting. —*— En eindelyk, dat men van dit Staatsbefluit een Uittrekzel zou zenden aan den Gezant van Berckei,, om des gebruik te maaken. Staaten van Holland, Zeeland en Fries' land die dit Vertoog overgenomen hadden, bragten eerlang hun gevoelen uit, overeen(temmende met den gegeeven Raadflag. De Aanfchryvingen aan gemelde Collegien werden dienvolgens volbragt. De Antwoorden kwamen in. Bewindhebbers der Oost-Indifche Compagnie ter voorzittende Kamer van Amflerdam verzogten het ftuk te mogen brengen ter kennisfe der op handen zynde Vergadering van Zeventienen. Dit toegedaan zynde, draalde dezelve niet met hun Hoog Mogenden te verzekeren dat de Vaard der Noord-Americaanen op de Kaap de Goede Hoop, tot nog toe, van geen aanbelang was geweest, noch ook van aanbelang kon worden, om dat de Kaap flegtseen Ververfchings- en geen Handel - plaats zynde, de Schepen van vreemde Volkeny die aldaar kwamen en toegelaten werden, geen eigenlyk gezegden Handel mogten dryven; maar zich alleen voorzien van zo-' da;  VERÊNIGDE NEDERLANDEN. U danige Aïtykeleh van Ververfching, als zy noodig hadden, het zy op de Reede, of voor hunne Reizen na Indïe, öf van daar na Europa te rug!. Dat zy, op dien grond geene zwaarigheid zouden maaken öm den Gouverneur- en Raad aan de Kaap de Goede Hoop ten ernftigften aan te fchryven s om den Sluikhandel, welken de NoordAmeticaanen op de Kaap zouden trachten te dry ven \ ten llerkften te weeren, en hun alleen te beWyzen die geryflykheden, welke zy, even als andere vreemde Volken, die aan de Kaap worden toegeiaaten öf hunne Tochten na Oost-Indien, of van daai c'huiswaards, zouden kunnen behoeven (*) Een Brief, in Lentemaand, van het Ei land St. Eujlatius gefchreeven, gaf yerze kering van den Oost- en West - Indifèhef Handel der Americaanen. Aan dit EilaUi Was een groot Noord-Americaansch Schi] gekomen, in Wintermaand des voorleedei Jaars van Bengaten gezeild, welks Laadin beftondt uit Kaneel, Peper, Salpeter, Thee en Katoenen Lywaaten, na Boston beftemd doch. daar aangezeild om te beproeven wt men van de Laading kon verkoopen. Mas dit werd geweigerd. Men vermeldd daar by, dat de Regeering op Batavia dewyl 'er, geduurende den laütlten Oorlog geen Geld uit de Nederlanden aankwam genoodzaakt was geweest om Speceryen i Betaaling te geeven, die dus in vreemd har (*) Refot. Gen. it. en 28. Aug. ii, Sept. 6, i\ Oct. en 3. Nov. 1786. XIV. DEEL. C xxxyliti BOEK. 1786, . Sluiknan* . del der jfmeri1 caanen op, 1 onze , West-In- dien voorts gezet. V 1 > \ ■> t r e » » » 4  34 DE REPUBLIEK DER xxxvnt. BOEK. J7U. i ] ] \ 1 1 e X Hafidelbepaaiingenin eene en andere ' Staat van £ America I Verwekken K ongerust- *■ heid. Watg 2 ei handen gekomen waren (*). —— Aan di; Eiland^ kwam omtrent, gelyktydig een NoordAmericaansch Schip mee Slaaven, om dezeiven aldaar te verkoopen. De Capitein van den Slaafhandelaar verhaalde, dat hy op de Goud-kust zyne Slaaven aan de Hollandfche Kantooren hadt ingehandeld, terivyl deEngelfcke hem geweigerd hadden aan 3e hunne te komen. — In Demerary ging iet, volgens dien zelfden Brieve, nog'er*er: naardemaal de Americaanen de helft Ier Voortbrengzelen wegfleepten, ondanks le tegenwoordigheid van het Hollandsch rVagtfchip; doch welks Capitein geen last mdt om die Sluikhandelaars aan "te haaen ff), —— Met reden wilden Staaten an Zeeland, by hunne goedkeuring van het •ovengemelde Verflag, dat men zo wel ierigten van de Volkplanting te Esfequebo n Demerary als te Suriname zou zoeken } te winnen (§) Van tyd tot tyd zondt de waakzaame an Berckel, uit de plaats zyns Gezant:haps berigten, dat, onder de Fereenigde. 'taatenvan America, die van Masfachuntes . van Rhode Eiland, en Penfylvanie, ' landelbepaalingen ontworpen, in overweeing gebragt, deels vastgefteld, en ook weder- (*^ Een nadeel reeds' voorzien in den Jaare 1784 ie ortze Vadert. Hht. IX. D. W. 178. 180. (f) N. Neder/. Jaarb. 1786. bl. 462. (j) voi. va„ Zee/ 2 oa_ t7g6> Dumbar Oude 1 Nieuwe ConfiHutie der Verenigde. Staaten van meriea I. D. bl. 191.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 35 derroepen hadden, die den Nederlander van de beoogde voordeden, of geheel, of ten deele, zouden berooven. Eene handel wyze, die in andere Staaten gevolgd een nog uitgestrekter nadeel zou baaiem Ter afweeringe hier van hadt hy alles aangewend, en droeg zyn gehouden gedrag de goedkeuring van hun Hoog Mogenden weg; dan kreeg hy last, om, in de gemelde gevallen, zo en daar hy het van dë meeste vrugt zou oordeelen, voor te draagen, dac hun Hoog Mogenden, (leeds begeerig om de Ingezetenen van Noord-America te laaten genieten en behouden alle de Voorregten, bepaald by het Vriendfchaps- en Handelverdrag des Jaars mdcclxxxii, aks mede om van hunne Vriendfchap voör dezelve (leeds de opregtlle blyken te geeven, ook, van hunnen kant, vertrouwden dac daar in, van de zyde van het Congres, of van eenige byzondere Staaten van Noord. America, geene verandering zoü worden gemaakt, of anderzins gehandeld; vermids hun Hoog Mogenden met geene onverfchilligheid zouden mogen aanzien eenige nieuwigheid, (trekkende tot belemmering van den Handel en Zeevaard hunner Ingezetenen, dat zy, in zulk een geval, de toevlugt zouden moeten neemen tot het benamen van zodanige maatregelen, omtrent de Handel, als zy met het belang der Ingezetenen meest overeenkomftig oordeelden Wan* (*) Refol, Gen. 27. Feu- i?S& C S XXXVIlt 15 O E Kd 1786. hun Hoog, Mo»enden hier irt deederi.'  36 DE REPUBLIEK DER XXXVIH boek. 1786. Kader fchryven des Gezants van Eerckel. i i 1 i i ■ Wanneer hetgefchaapen ftondc, dat de Vergadering van Penfylvanie, eene gevreesde nadeehgeActe tot ftand zou brengen, en daar in door andere Staaten gevolgd worden, dron<" de Gezant van Berckel aan op nadere en ftellige bevelen; ten einde, gelyk hy fchreef, de Navigatie van. de Ingezetenen deezer „ Republiek, niet geheel en al den kop „ wierd ingedrukt." — Om dit voor te komen hadt hy reeds aan zommige Leden van de Vergadering de zwaarigheden onder het oog gebragt, en aaneen derzelvendeswegen gefchreeven. Een gerustftellend antwoord verzekerde hem, dat de Voorftanders van die Bepaalingen de ichadelykheid van hun voorneemen ingezien hebbende, van een tegënovergefteld gevoelen geworden waren; weshalven 'er niets van zou komen; en, ingevalle men ooit weder iets van dien aart op het tapyt bragt, zou geen der Volken, met welken het Congres in eenige Verbintenis ftondt, daar by het minite lyden. — Dan, hoe zeer aangenaam dit den Gezant was, durfde hy zich daar op niet geheel irerlaaten: dewyl de ondervinding hem te dikwyls geleerd hadt, hoe ligt men in die volksvergaderingen van Stelzel veranderde; waarom hy nogmaals aanhieldt om met Heiige Bevelen des aangaande te mogen voorwen worden (*). V J By (*) Refol. Gen. 21. en 28. April .1786. Over dit ;edrag der Staaten van America verdient geleezen te forden, Be Oude en Nieuwe Confiitutie der F~eree\igde Staaten van America van G. Dumbar, I. D* 1. 190. enz.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 3? By het eerfte ontluiken des Handels op America ontbrak het aan geen Perfoonen, die, om tlryd, zich aanboden tot het bekleeden der Posten van Confuls in dat Gewest, ten dienfte van de Zeehandeldry vende Ingezetenen (*). De Voordeelen beantwoordden niet aan hunne te hoog opgevoerde verwagting. Althans drie hunner, te weeten, Ad. Valck, Conful by de Staaten van Marylahdm Firginie, te Baltimore; Tan Hendrik Christiaan Heineken, Conful in Penfylvanie, en Herman le Pvov, Conful te New-Tork er New-Jerfey, dienden, in den voorleeder Jaare, een Verzoekfchrift by hun Hoog Mo genden in, te verflaan geevende, dat zy door hun Hoog Mogenden, aangefteld zyn de tot Confuls in de opgemelde Staaten vat America, zonder Inkomen, hoe genaamd ter goedmaakinge hunner zwaare kosten, to handhaaving van de Eer der Natie, nood wendig aan hunne Posten verbonden, ge noodzaakt waren, zich by hun Hoog Mo genden te vervoegen; ten einde Hoogstde zeiven, hun een Inkomen zouden gelieve: toe te voegen; terwyl zy zich fteeds beyvei den, om, door eene onbezweeken waak zaambeid en vlyt, in de aanvertrouwde Post hun de gunst van hun Hoog Mogende waardig te maaken. ■ Dat zy vreesden volgens den by voorraad hun gegeeven A p-emeenen Lastbrief, handelende, mogely * ni< (*) Zie onze Vadep-h Bist, V. D. bl. aoó, C 3 XXXVITÏ. boek. 1786. Verzoeken derCondils in America, ! f t 1 » 1 » k t  38 DE REPUBLIEK DER XXXVIII. BOEK. ï?86. niet in alie opzigten aan de heilzaame oogmerken van hun Hoog Mogenden te zullen kunnen voldoen; waarom zy verzogten,' ten fpoediglren, voorzien te mogen worden met zodanige byzondere Lastbrieven, als de Confuls in Europa, en elders, verleend waren 5 om te kunnen voldoen aan het pogmerk hunner aanfteilinge; met bygevoegde Vraage, welke Zeefegten zy moesten volgen, die van de Kamer van het Zeèregt te Amfier dam voor alle de Schepen vaarende uit Texeli die van Rotterdam voor alle de Schepen uit de Maaze; en die van Zeeland voor alle de Zeeuwfche Schepen, of dat één van allen voor allen kon dienen ? Hier nevens wilden zy het beftel over de Brievenzakken der Schippers, inzigt van hunne Papieren, en de Wettiging hebben van alle Acten, Protesten, Atteftatïen en Verbonden Sot de Zeevaard en Handel betrekkelyk, en weeten van welk Zegel, zy als Confuls, zich zouden bedienen. Zy drongen aan op vergoeding der Brievenporten, als mede voor den tyd en moeite, welke zy ten dienfte der Kooplieden, Schippers en Bootsgezellen befreeden moesten, uit aanmerking van de hoogheid der Huishüuren, van de duurte der Leevensmiddclen: met één woord, dat zy niet minder gunflig mogten behandeld worden dan de Confuls op onderfcheidene Plaatzen in en buiten Europa, waar het ongelyk goedkonper te leeven was dan in America; en waar boven dien de Zetel van Handel en Zeevaard, zints onhcuchelyke tyden, was gevestigd, en daar door he?  VERENIGDE NEDERLANDEN. 39 het Confulaat des te voordeeliger voor de Confuls geworden. Deeze veelvuldige en wydftrek kende Verzoeken vonden geenen gunfligen ingang. Immers hun Hoog Mogenden zonden aan den Gezant van Berckel, tot narigt der Confuls in America, dit Staatsbefluit. Dat zy Confuls, zich zeer wel zouden kunnen herinneren, dat zy door de voornaamfte Huizen deezer Landen, handelende op America, niet waren aangezogt om deeze Posten op zich te neemen; maar dat zy zich zeiven daar toe met allen yver hadden aangeboden. Dat daar op, naa ryp overleg met die Handelhuizen, voor hun een Lastbrief was opgefteld, zodanig ingerigt, als men oordeelde dat het belang des Handels volftrekt vorderde, waaraan zy zich ten diea tyde, vrywillig ondefworpen, en die Posten aanvaard hadden , zonder eenig Tractament van den Lande, of Confultaat-Regten, ten laste van den Handel, verder te vorderen. Uit deezen hoofde was het, zo wel aan hun Hoog Mogenden, als aan de meergemelde Handelhuizen, vreemd voorgekomen, datzy Confuls, zo korten tyd daar naa, begeerden met andere Inftructien voorzien, en op eenen anderen voet, dan waar mede zy te vooren volkomen genoegen hadden genomen, gefield te worden. Als mede dat zy zich, ten dien einde verkeerdlyk beriepen op lnflructien aan de Confuls in Europa en elders, door hun Hoog Mogenden verleend: want dat, voor zo veel de Confuls in Europa betrof, geene byC 4 zon» BOEK. 1786.Dezelvevinden geene gunftitren in,gang.  XXXVIIi BOEK. Ï786-, i ] 1 ] 1 c l r t I i 4«» DE REPUBLIEK DER •zondere Inftructien voor dezelve bepaald Tfj/Z de C0nfüls in de HavensFva£i de Middellandfche Zee, zich moesten gedraagen naar het bekende Reglement het welk, by de aanftelling der Confuls in America, geoordeeld werd op hun niet te paste" • Dat de Confulaaten in de Levant, en op de kusten van Barbaren, van eene geheel andere natuur waren dan de Confulaaten by de Christen.Mosenheden; weshalven hun Hoog Mogenden, ten aanziene van dezelve, zodanige byzondere fchikkmgen gemaakt hadden, dat daar uit zo mm voor de Confulaaten in America, ais ten voordeele van andere Confulaaten eemg gevolg kon worden getrokken. ' Om alle deeze redenen beflooten hun Hoog Mogenden, voor als nog, en zo lanode belangen der Handeldryvende Ingezete* tien deezer Landen niet volftrekc eenige nadere fchikkingen, ten opzigte van den Handel en Vaard op America vorderden, de ïaaken op den voet des tegenwoordigen Lascsmefs, zonder eenige verandering, te Iaaten. Dat met betrekking tot de vraage, wel:e Zeeregten zy zouden moeten volgen? mn Lastbrief hun niet volmagtigde om legterlyke uitfpraaken te doen, in Gefchilen, die aldaar tusfchen Nederlanders zoulen mogen ontdaan. Wel mogten hun loog Mogenden lyden, dat, voer zo vere er eenige verfchillen mogten opryzen asfehen de Nederlandfche Schippers en lootslieden, die dezelve geneegen zouden yn aan dqrzelver uitfpraak te onderwerpen»  VERENIGDE NEDERLANDEN. 41 zy, in dien gevalle, zich daartoe, als goede Mai nen zouden laaten gebruiken, en als dan zich te fchikken naar zodanige Zeerekten en Gebruiken als zy toepasfelyk oordeelden op zodanige Pcri'oonen en Gcfchillen. Dat hun de noodige Papieren ten dien einde zouden worden toegezonden (*). Het (_*) Wanneer men in overweeging nam, welke Papieren hier toe best zouden kunnen ftrekken, oordeelde men de volgende aan de Confuls te moeten toefchikken. Een Copie van het Plakaat van Koring Philips den. II, op het Juk van de j/sfurant'ien, geëmancert op den 31 October 1563; mitsgaders van die Qenieene Cojlumen van de Zee, doorgaands genaamd de Wisburgfche Zeeregten; met eer daar by gevoegd Exemplaar van de Ordonnantie of. het Jluk der Asfurantie en Avarye, mitsgaders Zeezaaken by Pnblicatie van de Heeren Staaten van Bolland en Westfriesland van den 19 July 1721. vooi «3e Stad Rotterdam geapprobeerd en gearresteerd; al! mede van de Ordonnantie van Asfurantie en Avaryen der Stad Amfterdam, door den Geregte aldaai op den 28 January 1756 gearresteerd, en nader o\ den 28 January 1757 geamplieerd, by de Boekhande laaren van Waesbergen en Schouten in druk uitge geeven ; als waar volgens de Commercie'ele Gefchillen in eemelde Steden, voornaamlyk worden gedecideerd Darmen daar by tot fuppletie zou voegen een Ex emplaar van de Ordonnantie van Koning Lodewyi den XII. raakende de Zeezaaken, van den Jaar i68r. welke al veel maaien, by opkomend gebre van 's Lands Coftumcn en Ufanüen, by de Commerci liier te Lande wordt gevolgd. Desgelyks zou men aan de Noord- Americaanfch Confuls toezenden eene Copie van het Tractaat va Vriendjchap en Comn.ercie tusfchen hun Hoog Mc jenden en de Vereenigde Staaten van America, gs ilooten in den Jaare 1782; als mede van het Trat taat van de Marine tusfchen hun Hoog Mog. en 23 tie Majefteit den Koning van Spanje, op den 17 Dei J7SO. Refoi. Gen. 26. Jan. en 31, Maart 17S6, c5 XXXVIH. B O E IC, 1786.  42 DE REPUBLIEK DER XXXVIII. BOEK. 1786. i J 1 \ 4 ( Nadere bepaalingen 1 voor de an. „ dere Confuls. a k d C di h df C VG <*> Refo!. Gen, 12, en 25. Jan. 31. Maart 1786, Het verzoek betrekkelyk de Brievenzakken en het bezittingen van de Papieren der Schippers werd geheel afgeflaagen. De Bn"evenporten en andere Verfchotten ten dienfte van den Lande konden zy, op de gewoone wyze, in rekening brengen; terwyl men niet twyfelde of die. welke zy voor hunne Briefwisfeling met de Kooplieden betaalden, werden door de Kooplieden zelve joed gedaan. Wat het wettigen van Acten, Documen:en enz. betrof, daar voor zouden zy mogen vorderen zodanig een Salaris als door hun ioog Mogenden ten aanziene van de Comnisfarisfen in de Franfche Zeehavens was ^astgefleld. —- En ten opzigte van het 'egel hadden zy het gebruiklyke in alle anlere Confulaaten waar te neemen (*). Reeds in den vooileeden Jaare hadt de aak der Confuls in de Middelland/ene Zee, n by de Barbaryfihe Mogenheden, de mdagt van hun Hoog Mogenden gerroken. De Gelastigden tot de zaaken van de ee, met de Afgevaardigden uit de Zeeraa- . 3n deezes Lands, bragten voor beiden ntwerpen van Lastbrieven uit, die, met. t byvoeging van één Artykel door Holnd,waar in Friesland en Zeeland ftemm, in StaatsSefluicen veranderd en aan de anfuls toegefchikt werden, om zich verIgens naar te regelen. De  VERENIGDE-NEDERLANDEN. 43 De Lastbrief voor de Confuls der Nederlandjche Natie in alle Plaatzen van Spanje, Frankryk, Italië, en aan de geheele Middellandjche Zee, uitgezonderd alleen het Turkfche Gebied, belton ik uit de vol gende Anykels. „ I. Zy zullen met „ alle mogelyke haauwkeurighcjd nagaan, „ al het geene, het welke zou kunnen die, nen tot bevordering van de Commercie „ en Navigatie deezer Landen, en daar van „ aan hun'Hoog Mogenden, mitsgaders aan Directeuren van den Levant/eken Hanv del, omflandig kennis geeven, wanneet 9, het een of ander mogt voorkomen, dai , daar toe zou kunnen dienen. -. II. Zj „ zullen aan de Commercieerende Inge„ zetenen deezer Landen alle mogelyke , hulp en adiiltentie verkenen, en dezelve, langs alle behoorelyke middelen tragter „ te protegeeren; als mede aan de Direc , teuren van de Navigatie in de Middel „ landfche Zee, van het arrivement en ver ?, trek der Nationaale Schepen, kennis gee ven. 111. In 't byzonder zullen z\ \, alle mogelyke hulp en adfiftentie bewy „ zen aan" ?sLands Schepen, wanneer 'e „ zich op de Reede hunner Refidentie mog „ ten bevinden. IV. Van alle Brie , yen, die zy aan hun Hoog Mogenden „ aan bovengemelde Directeuren, of in 0) v ficio aan iemand anders fchryven, zulle „ zy te houden hebben Copien, in behoc „ relyk daar toe aangelegde Registers, 0 „ poene van arbitraire correctie, in cas zuil contrarie wordt bevonden. —— V. Va n ' "" ' » all XXXVIII. BOEK. 1786. Lastbrief voor de Confuls in Frankryk „ Spanje, Italië , en in de Havens van de MUdeltandjchsZee. r : 9 1 ë s n e  XXXVIII boek 1786. j j 3 » 5 5 5. 44 DE REPUBLIEK DER „ alle Brieven, die zy aan hun Hoog Mo■ „ genden, of aan de Ministers van den „ Staat fchryven, zullen zy altyd Duplicaa„ ten moeten zenden. — VI. Zy zullen „ hebben te houden pertinente Registers „ van alle de Brieven en Refolutien, wel„ ke zy, zo van hun Hoog Mogenden en „ voorfchreeve Directeuren, of van iémand „ anders in officio ontvangen, op pcene als „ boven. VII. Zo dra zy eenige Re- „ folutie of Aanfchryving van hun Hoog „ Mogenden, of van voornoemde Directeu„ ren, ontvangen, zullen zy de receptie „ daar van ten fpoedigfïen accufeeren. „ VIII. Zy zullen, zo veel mogelyk, on„ derling correspondeeren, onderling elkan„ der informeerende van alles dat de Commercie en Navigatie deezer Landen ee« „ nigzins zou kunnen intresfeeren. ■ „ IX. Zy zullen hebben te houden precife „ Notitie van alle merkwaardige zaaken, „ welke het Confulaat betreffende, ter plaat» fe hunner Refldentie, zouden komen voor „ te vallen. ; X. Alle de voorfchree- , ve Registers en Papieren, het Confulaat , betreffende, zullen zy, by vertrek, over, lyden, of anderzins, moeten overgeeven , aan derzelver Succesfeurcn. — XI. Voorts , zullen zy zich refpectivelyk , in allen , opzigten, gedraagen conform de Re, folutien 'van hun Hoog Mogenden van , den vier en twintigflen July mdclviii, , en het Reglement voor de Confuls van , de Nederlandfche Natie te Cadix, Sevilk\ St. Lucas, St. Maria, MaUaga„ » en  VERENIGDE NEDERLANDEN. 45 „ en verdere Plaatzen in Spanje, gearres„ teerd den negentienden van Oogstmaand 3, MDCCXXXvn. — XII. Eindelyk wordt „ in 't algemeen aan de Confuls in Spanje „ en Frankryk geordonneerd, om, in ge„ valle van Onlusten met deezen Staat, of „ met eenige andere Mogenheid, daar van „ ten fpoedigften per Expresfe, of ander„ zins, aan hun Hoog Mogenden, en ook „ refpectivelyk aan eikanderen kennis te „ geeven, het zy dat die Onlusten door „ eene Christen- of Turkfche Mogenheid ,, worden aangedaan; wordende fpeciaal in „ zulk een geval, de Confuls te Marfeille J3 en Livorno gelast, daar van, ten fpoe„ digften, het zy te Land, het zy over „ Zee, kennis te geeven aan den Conful van „ hun Hoog Mogenden te Smirna (*)." In eenige opzigten kwam de Lastbrief voor de Confuls der Vereenigde Nederlanden by de Barbaryfche Mogenheden, met den voorgeplaatften overeen, in andere was dezelve geheel gerigt naar het onderfcheid der omltandigheden, geheel liep dezelve op deezen zin. < „ I. De Confuls by de „ Barbaryfche Mogenheden zullen met al„ le mogelyke naauwkeurigheid nagaan het „ geene 't welk zou kunnen dienen, tot „ bevordering van de Commercie en Navi„ gade deezer Landen, en daar van aan „ hun Hoog Mogenden kennis geeven, wan- „ neet (*) Dit laatfte en gewigtige Artykel was, op voordragt van Holland, aan de voorige des Ontwerp» toegevoegd, XXXVI1L B O B K« Lastbrief "voor de Confuls by de Barbaryfche Mogenheden.  XXXVIH. BOEK. i 46 DE REPUBLIEK DER ,, heef hun hët een of ander zou mogen „ voorkomen , dac dasr toe zou kunnen die- ,5 nen. II. Zy zmJen aan de Com- „ mercieerende Ingezetenen deezer Landen 4, alle mogelyke hulp en adfi rende verlee„ nen, en dezelve langs alle behoorelyke „ middelen protegeeren. Ui. Zy zul- „ len aan hun Hoog Mogenden, van tyd j, tot -tyd, kennis.geeven van den Haar. der „ zaaken by die Mogenheid, alwaar zy zich „ bevinden, met naaroe van derzelver gei, negenheid omtrent deezen Staat; en wat „ zy, in cas van vermindering van dezelve , i, begrypen, dat zou behooren te worden , gedaan om die wederom té gewinnen. —=> , IV. Zy zullen hun Hoog Mogenden , vooral, van tyd tot tyd, informeeren van , den ftaat der Zeemagt aldaar, van de , Hoofden en verdere Officieren, die de, zelve commandeeren, en van alles wat , daar toe betrekking heeft. V. Zy , zullen hun Hoog Mogenden 's jaarlyks , remoreeren, welke Prefenten, het zy-Con, fulaire of Regalen, van wegen de Re, publiek aan de Regeering hunner Refï, dentie behooren gezonden te worden. — , VI. DesgeiykS hun Hoog Mogenden precifelyk informeeren, welke aldaar de meest gefavorifeerde Natiën zyn, en met welke zy ligt zouden kunnen breefcen. VII. Van alle Brieven, welke zy aan hun Hoog Mogenden, of in officio aan iemand anders fchryven, zullen zy te houden hebben Copien in behoorelyk daar toe aangelegde Registers, op pcene van „ ar-  VERENIGDE NEDERLANDER 47 3, arbitraire correctie, in cas zulks contra- ,, rie wordt bevonden. VUL Van „ alle Brieven, die zy aan bun Hoog Mogenden, of aan de Ministers van den ,, Staat fchryven, zullen zy altyd Dupli5, caaten moeten zenden. —-— IX. DesM gelyks zullen zy hebben te houden per,, tinente Registers van alle Brieven en Refolutien, welke zy, zo van hun Hoog Mogenden , als van iemand andeis in, officio ontvangen, op pcene als vooren. — ,, A. Zo dra zy eenige Refolutie of Aan3, fchryving van hun Hoog Mogenden ont„ vangen, zullen zy de receptie daar van ,, ten fpoedigflen moeten accufeeren — XI. In gevalle van een Oorlo-isdechratie ,, aan deezen S;aat, of aan eenige andere A, Mogenheden , zullen zy daar van ten „ fpoedigllen per Expresfe, of anderzins, 9, kennis geeven aan hun Hoog Mogenden, ,, mitsgaders aan de Confuls te Cadix, Li* ,, vorno en Marfeille. XIII. Voorts ,, zullen zy, zo veel mogelyk correspons, deeren met de Confuls van hun Hoog 5, Mogenden te Livorno, Cadix, Marfeil,, le, Toulon en Mallaga, en dezelve kenj, nis geeven van alles wat eenigzins de ,, Commercie of Navigatie deezer Landen ,, zou kunnen interesfeeren. — XIV. Wan„ neer eenige Distributie van Prefenten zal ,, gcfchieden, zullen zy daar van hebben te houden accurate Notitie,- gelyk zy ook in een byzonder Register van alle merk,, waardige zaaken, die betrekkelyk hec 3i Confulaat komen voor te vallen, niet „ naa- XXXVIII, BOEK. i786.  48 DE REPUBLIEK DER XXXVIII. boek. 1786', Onze Confuls te Struma, Tripoli en Tunis verlof gegeeven om de zaaken van 3s Keizers Onderdaanen, als voorheen, waar te Scemen, „ naalaatende van het een en ander aan hun „ Hoog Mogenden precis Informatie te laa- „ ten toekomen. XV. Alle de voor- „ fchreeve Registers en Papieren , het Con„ fulaat betreffende, zullen, by vertrek, „ overlyden, of anderzins, moeten worden „ ovefgegeeven aan derzelver Suceesfeu. „ ren (*>" Door de gefeezene Onlusten tusfchen onzen Staat en den Keizer hadden de Confuls hunner Hoog Mogenden, de Graaf de HocHEPiEÓ,te Smirna, deHeer Warnsman te Tripoli, en de Heef Nyssen te Tunis, het moeten ftaaken, om, als voorheen , de beiangens der Oostenrykfche Kooplieden waar te neemen. De Baron de Reischach verzogt, uit naam van zyne Keizerlyke en Koninglyke Majefteit, dat zulks op den ouden voet zou mogen gefehieden. Dit verzoek vondt een gunftig verhoor. Schoon hun Hoog Mogenden bet, in 't algemeen, ongeraaden keurden, dat de Confuls van deezen Staat ook ande» re Mogenheden te gelyk bedienden, Honden zy, uit aanmerking dat de gemelde Heeren voortyds, zonder dat men daar van eenden hinder hadt vernomen, de zaaken der Onderdaanen van zyne Keizerlyke Majefteit hadden behartigd, en uit byzondere infchiklykheid voor den Keizer, hun toe, die post weder op zich te neemen (j)„ Niet (*) Refol. Gen. 9. Jan. 5. Sepr. 29. Nov. 17S6, (t) Refol. Gen. 14. Maart en ï. juny 1786.  VERENIGDE NEDERLANDEN, Niet zo gunftig liep een Voorftel af door tien Schoutbynagt van Kinsbergen gedaan, om -, ter oorzaak e van de veelvuldige Kuscvaard der Nederlandfche Schepen in deMiddelïanWfche Zee, een Conful Generaal aan te fteijen, aan welke alle Confuls zouien moeten fchryven het aantal en de hoedanigheid der Schepen, die 'er op de Plaatzen lagen, als mede of *er Schepen, tot het doen van Vragten, verlangd Wierden; ten einde, uit deeze Berigten , 'smaandlyks door ieder Conful aan den Conful Generaal gedaan, de laarstgemelde zou kunnen opmaaken, waar Schepen noodig waren, en dus daar van kennis geeven aan de Confuls, ter plaatfe waar veele Schepen op Vragten lagen te wagtcn. Men vondc goed, by het overneemen deezes Voorflags, cp raad der Geïastigden uit de Admiraliteiten, deezen Brief te zenden aan Directeuren van den Levantfchen Handel en Zeevaard en de Middellandfche Zee te Amfter* dam, om hun Hoog Mogenden met eert omftandig berigt in deeze zaak te dienen» \ Zelve raadde die Aanftelling af, en dé gronden hier voor bygebragt, waren zodanig, dat Staaten van Holland dezelve dugtig vonden. Waar op van deezen Voorflag niets kwam (*). De veelvuldige aankoop van Vreemde en buiten 'sLands gebouwde Koopvaardyfchepen, veroorzaakte,zints een geruimen tyd,verflap- ping (*) Refol. Gen. i. Feb. jt. Maart en i Mey 17864 XV. deeü. D xxxvilfv boek. 1786* Voorflag orri een Conful Gé* neraal in de MiddellandfcheZee aan ts ftellen , verworpen. Naderébe^ paaling op: de Schepel aan welks  5ö DE REPUBLIEK DER XXXVIII. n 0 E K, 170 Turkfche Pas/en zouden verleend V'arden. I op' de Scheepstimmerwerven in den Lande eti ging het zeer gemaklyk voor deeze vreemde Schepen Turkfche Pas/en te verwerven , als mede voor die buiten het Gemeenebest werden uitgerust. De Zeeraad aan de Maaze herinnerde hun Hoog Mogenden deswegen, en wilde, dat de hand nader zou gehouden worden aan het Plakaat van den vierden van Louwmaand des Jaars mdccxxvii, daar omtrent gegeeven. De Afgevaardigden uit de Admiraliteits Collegien,, dit ftuk overwoogen en hun Hoog Mogenden met hun raad voorgelicht hebbende, werd dit Staatsbefluit gebo'oren; dat, aangezien ket groot belang, 't welk de Ingezetenen in 't algemeen 'er by hebben , dat de Schepen tot den Handel en Zeevaard deezer Landen gebruikt, binnen het Gemeenebest worden uitgerust; uit welken hoofde ook by het gemelde Plakaac was vastgefteld, dat geene Turkfche Paspoorten zouden gegeeven worden, dan aan Schepen, die hier te Lande zouden weezen geëquipeerd en aan Ingezetenen en Onderdaanen van deezen Staat toebehoorden. Ook waren, in dit eigende Plakaat, doorgaande zulke bepaalingen gemaakt, welke uitweezen , dat hun Hoog Mogenden, by de uitrusting dier Schepen hier te Lande, altoos het grootfte belang ftelden; dat daarentegen door geduurige Ontflagverleeningen van dit Plakaat, niet anders dan het grootfte nadeel aan 's Lands Ingezetenen in 't algemeen kon Worden toegebragr; waarom zy vastftelden, dat voortaan geen Turkfche Paspoorten zo»  VERENIGDE NEDERLANDEN» 52 gouden gegeeven wofdeil, dan aan Schepen \ hier te Lande daadlyk gebouwd, geëquipeerd, en aan Ingezetenen van den Staat toebehoorende, dat, diensvolgens, ten deezen opzigte, geene Ontflagverleeningen van dit Plakaat meer zouden worden gegeeven; doch daar by wel uitdruklyk verbleeven; waarom dit Plakaat voorts in alle deszelfs verdere deelen in volle kragt en waarde gehouden, en, voor zo veel noodig, wel uitdruklyk bekragtigd werd^*). ■ Dit Staatsbefluit werd in Zeeland niei bekend, of de Steden Zierikzee en Fitsfingen vielen des klagtig; en betoonden te: Zeeuivfche Staatsvergadering veelen hun on genoegen over de wyze waar op dit Staats befluit, naar den zin der Gelastigden yai de Admiraliteit op de Maaze was opge fteld, en door de Zeeuwfche Heeren, zon der ruggefpraak met hunne Zerïderen,, 0] den voet der Hollandfche, overgenomen (f] Staaten van Zeeland gaven des hun or genoegen ter Algemeene Staatsvergaderin te kennen, en betuigden niet te kunne begrypen, hoe ih dit Staatsbefluit, blyker de Inleiding, ingerigt om de Orders op h« verleenen van Turkfche Paspoorten te doe uitvoeren, naar den inhoud van het voo' handen zynde Plakaat, was ingevloeid eer nieuwe Bepaaling, dat de Schepen hier \ Lande moesten zyn gebouwd; daar het Pb kaat zulks niet vorderde. Nog meer moe te (*) kéfoi. Geh. 16 Jan.' 1786. (*) Nt/ti van Zeel. 20. 38. Feb„' 6, Maait ï?S6 D s xxxviit; BOEK» : Zeeland* . misnoegen . deswegea» 1 > I. x i s é 11 e i i- n i  5a DE REPUBLIEK DER xxxviii. 3 O Et K . i;85. . Tegemoetkomingsan die van 'Zeeland. 1 Reden van^ de nadere bepaaling uit het . J (*) Refil. Gen. 13, Maart 1786, ten zy zich over eene zo gewigtige verandering verwonderen: dewyl dezelve in het Staatsbefluit was gezet , zonder de opgave van eenige reden, om welke in deezen van de oude Orders zou moeten worden afgeweeken. Waarom zy aandrongen, dat dit Staatsbefluit fpoedig buiten, werking zou gefteld en de Admiraliteits Collegien gemagtigd worden, om de Turkfche Paspoorten, op den ouden voet, te verkenen (*)• Wel eene Tegemoetkoming maar geene Intrekking was het gevolg deezer wederfpraake. Men Helde vast, dat het jongstgenomen Befluit, omtrent het verkenen der Turkfche Paspoorten, tot Hand gebragt zou worden, onder deeze bcpaaling, dac alle Schepen, die op vreemde Werven gebouwd, en vóór de dagtekening diens Staatsbefluits, door de Ingezetenen van dit Gemeenebest gekogt waren, en tegenwoordig in de Havenen deezer Landen lagen, en zonder deselve Havenen te verlaaten, door wettigen rerkoop, in NederlandJ'chen Eigendom overgingen, van nu af aan, aangemerkt zouden vorden en blyven als of dezelve op Natioïaale Werven waren gebouwd, en dus ook ism die Schepen op dien zelfden voet Turkche Paspoorten zouden worden verleend. In eene Raadpleeging, die aanleiding gaf oc deeze nadere bepaaling, Honden hun loog Mogenden volkomen toe, dat fchoon van  VERENIGDE NEDERLANDEN. 53 van het bouwen der Schepen, in eeneh letterlyken zin, in het Plakaat van den Jaare xxvii deezer Eeuwe, niet werd gefprooken, zy niet te min meenden, dat onder het equipeeren van Schepen, in eenen algemeenen zin, het bouwen van dezelve mede kon begreepen worden, en in den geest van dat Plakaat buiten twyfel was opgeflooten geweest; dewyl men met veel zekerheid ftellen kon, dat, in den Jaare mdccxxviii, bykans geene Koopvaardyfchepen gebruikt wierden, dan hier te Lande gebouwd, en dat, diensvolgens, daar tegen geene byzondere voorziening behoefde te gefchieden, welke men anders wel veronderftcllen mogt dat plaats gehad zou hebben; naardemaal hun Hoog Mogenden, by het optellen van dat Plakaat, met zo veel ernsts en naauwkeurigheid gewaakt hebbende tegen het equipeeren van Schepen buiten 'sLands, ten naadeele der binnenlandfche Trafiken, zonder twyfel met geen minder zorge zouden hebben gewaakt tegen het bouwen van Schepen buiten 's Lands, als eene zaak, die gefcheiden wordende van het equipeeren, van oneindig meer belangs was voor de ge* heele Natie, indien het gebruik van vreem. de Schepen by de Koopvaard hier te Lande toen reeds in een algemeen gebruik geweest was. Daarenboven hadt het gewigtig belang, 't welk de Ingezetenen van den Staat hebben by het bouwen der Koopvaardyfchepen , hun Hoog Mogenden geen oogenblik doe» ït twyfel hangen, over de keuze der beD 9 «»• XXXVIH. BOEK. verval van onzen Scheepsbouw ontleend, \  $4 DE REPUBLIEK DER XXXVIH BOEK. $786. tekenis of uitgeflrektbeid, welke dus aarj het vroegere Plakaat kon worden gegeeven ; in de vaste overtuiging, dat, daar zy hier mede geen ander oogmerk hadden, dan om de kwynende Werven van hyzondere Scheepstimmerlieden, wederom op te bouwen, ja tot voorigen bloei aljengskens te brengen, de meergemelde uitbreiding, (indien dezelve al zodanig moest worden aangemerkt,) verre van eenigen tegenftand te ontmoeten, in tegendeel eene algemeene goedkeuring zou hebben weggedraagen. — Dit vertrouwden zy te meer, uit hoofde van de dringende noodzaaklykheid, om de particuliere Weryen te doen herleeven i zal men zelfs in fiaat zyn eene voegelyke Zeemagt voor de Republiek, op den duur, te behouden, ten minilen met Schepen hier te Lande gebouwd, zo als de jongst afgeloopene Oorlog met het Ryk van Groot£rittajije op de overtuigendfie wyze hadt doen zien. Ja zelfs uit hoofde van het waare belang, dat de Koophandel zelve daar by beeft, dat haare Schepen hier te Lande worden gebouwd, zo om dat daar door verfcheide takken van Handel zelve worden onderileund, als ook, om dat het geval daar zynde, dat de meeste, zo niet alle Schepen in den Zeehandel gebruikt, buitenlandfche i^faakzels waren, vreemde Mogenheden het te eenmaal in derzelver magt zouden hebben , om door het eensklaps verbieden van het verkoopen van Schepen aan Ingezetenen van den Staat, onzen Zeehandel op één ^ogenblik een dpodlyken flag toe te brengt  VERENIGDE NEDERLANDEN. 5^ "•en, en zich in het bezie daar van ce ft.], fen, waar uit alle de Schatten onzer Kooplieden niet meer in ftaat zouden zyn dezelve als dan te verdry ven, indien zy dooi het geheel verloop onzer Scheepstimmer werven hier te Lande niet terftond van dc benoodigde Schepen konden worden voor zien: even als een ongelukkige ondervinding het Gemeenebest getoond hadt, dat he vry invoeren van allerhande vreemde Manu factuuren hier te Lande, veele van onz< eigene Fabrieken, te eenemaal hadt ge ruineerd, waar van in de Republiek, naauw lyks iets meer was overgebleeven, dan è droevige nagedagtenisfe, en waar van ande re, hoe zeer men het thans ook zou mo gen verlangen, en tragten te wege te bren gen, naauwlyks uit derzelver vervallen ftaat eenigzins konden worden opgebeurd (*). Deeze taal , die een wonde onzen Han del en Zeevaard toegebragc als zo gevaai lyk en te duchten voorftelde (f), en teffer toor (*) Refol. Gen. 31. Maart 1786. (f) Dit gebruik van vreemde Schepen , is zints nc vermeerderd, en de Schcepstimmerbouw daar dooi nog fterker aan 't kwyncn geflaagen. De leedi( Scheepstimmevwerven , op het anders druk timmerer Zaandam wyzen zulks onder andere uit. Zie A. Leo jes Befchryving der Zaanlandjche Dorpen bl. 187 e 204. Met hartlyke aandoening lazen wy, in eer Aantekening in Brissots Nieuwe Reize in de Vere< ?i;gde Staaten van America I. D. bl. 71. „ De Ho w landfche -huizen van Negotie, welke met het vi * America handelen, hebben van het gebruik d( ™ Hollandfche Schepen geheel afgezien. De verkoc van in America gebouwde Schepen maakt een tl "van „Handel uit, die zich eens zal uitbreiden, -< « dsn Ammeaantn groote voorüselsu aanbrengen, D 4 xxxvnr, b o e ic. ijM. t j Zeeland wil zich aan dienaS dere be- S e d n e y r P k ft  xxxviii boek. 1786, paaling niet onder werpen. j i ] < < 1 a j 56 DE REPUBLIEK DER . toonde hoe het woord bouwen, over welks invoegen Staaten van Zeeland zich zo zeer verwonderden, en 'twelk zy zo vreemd vonden, hier zeer te pasfe kwam, deedt met de gemelde Tegemoetkoming niets af om deq' zen te bevredigen, Zy vonden het Beilnic pp den zesden van Zomermaand genomen, duister, en onderheevig aan verfcheide vraagen, welke zich natuurlyk opdeeden, ten aanzien van de vreemde Schepen, die in het tegenwoordige geval zouden uitgezonderd weezen; doch zy wilden de ontwikkeling van dit Staatsbefluit overlaaten aan die Gewesten, die hetzelve, als een verbindende Wet, voor hunne Ingezetenen zouden verkiezen aan te neemen. Voor zo veel Zee.' land aanging, hielden zy zich by het Befluit in Lentemaand genomen en verklaarden als nog wel te mogen lyden, dat het Plakaat des Jaars mdccxxvii werd uitgeoefend , zo als het daar lag ; maar geenzins met de nieuwe Bepaaling, dat de Schepen Vier te Lande moesten gebouwd zyn; het welk, huns inziens, nooit het .oogmerk van het Plakaat geweest was, noch hadt kun* ïen zyn; weshalven Staaten van Zeeland iet Staatsbefluit tot Vernieuwing van't meergemelde Plakaat, voor zo verre het deeze neuwe Bepaaling behelsde, voor onwettig uejden, en als genomen, zonder eenige volloende redenen tot verandering der oude n algemeen in agt genomene Orders, in 'eelerlei opzigten, ftrekkende tot nadeel der landeldryvende Ingezetenen, voornaamlyk an Zeeland, en de vryheid der Zeevaard eel naauwer bepaalende dan noodig was, teQ  VERENIGDE NEDERLANDEN. 57 ten aanzien van de Natiën voor welke de Turkfche Paffen volgens Tractaaten, worden gevraagd. . Zy voegden 'er nevens, om hier hunne eigene woorden te gebruiken, „ dat,ver- mids hun Ed. Mog. nooit aan het Bond" genootfchap, of de Vergadering, die het- zelve reprefenteert, het Regt hadden afl, geftaan, om eenig gedeelte van de Legis„ lative Magt over hunne Provincie of com- mercieerende Ingezetenen, buiten hunne l\ concurrencie te oefenen, hun Hoog Mo„ genden het dan ook niet vreemd zouden vinden, dat de Provincie Zeeland zich l, aan de bovengemelde Orders niet kon ge„ draagen; maar dat hun Ed. Mog. weder„ om zo in deeze als in andere zaaken, ' daar men, door introductie van onnnoodi" ge nieuwigheden, haare Privilegiën aan ongewoone banden zou willen leggen, „ zich in de verpligring gebragt zagen, van „ zelve aan hunne Ingezetenen die Protec„ de te doen wedervaaren, welke dezelve M Regt hebben van hunnen Souverain te „ verwanten, en welke hun Ed. Mog. zo „ dikwyls te vergeefsch van de Unie gere„ clameerd hadden." Overeenkomftig hier mede fchreeveh Staaten van Zeeland de Heeren derzelver Ge< 1 committeerde Raadcn , in de Zeeuwfchi Admiraliteit aan, om zorg te draagen dai de Turkfche Paspoorten, op den ouder voet, zouden gegeeven worden, volgens dt Staatsbefluiten vóór dat van het loopend Jaa genomen tot dat op deeze zaak met Staats 0 5 wy scxxvni. BOEK. 1786.  xxxviii. BOEK. Dezelve gaat door. Verfchil met den Keizer van Marocco over een Handelplaats, i 3 i ] 'i i 1 5 ï é V V n ( 58 DE REPUBLIEK DER wyze toeftemming hunner Ed. Mog. nadereOrders zouden zyn gefteld (*). Ondanks die tegenftand van dit Staatslid, befchouwde de Vergadering hunner Hoo^ Mogenden het ftuk der Turkfche Paspoorten als afgedaan, en hielden zich aan het door Zeeland gewraakt Befluit (f). De ryke Gefchenken aan den Keizer van Marocco gezonden, deeden hun Hoog Mogenden de Handelvoordeelen, daar voor bedongen van zyne Moorfche Majefteit wagten, bovenal den uitfluitenden en vryen Handel op de Haven van St. Croix. Dit marde , en fcheen die Vorst te rug te treeden, ilshy, ten deezen Jaare, den°uitfluitenden -landel op Larache, met eene ligte ver^ nindering der Regten, voor de Onderdaaïcn van den Staat aanboodt, en dat de Ne-> lerlandfche Kooplieden, die zich na La■ache begaven, aldaar Handelhuizen zouden nogen oprigten, en van die Reede vervoe, en alles wat zy wilden van Graanen, Kaoenen , en wat zy verder zouden noodig lebben. Zy lieten hem herinneren de toeegging van een bevoorregte Handel- en laven plaats, ter keuze van hun Hoog Moenden, die op St. Croix gevallen was, ■^elke Plaats zy nog boven Larache bleeen ftellen; met verzoek dat a/an deeze hune wettige begeerte, gegrond op de ryke ïefchenken, zou voldaan worden. Wei- (*) Not. van Zeel. 15. Juny 1786". (t) Refol.. Gen. 19. Juny 1786. ($) Zie onze Vaderl, Bist, VII, D, bL 150. en rsi,»  VERENIGDE NEDERLANDEN. WeMjg gronds van hoope gaf de geweegene Gezant Taub Omar Job, toen hv den Yice-Conftil vanNieuwerkerk in een onderhoud te veriïaan gaf 5 dat de Keizer gezwooren hadt , geduurende zyn leeven, te St. Croix geen Etablisfement te zuïlep dulden. De Bacha van Tanger verzekerde hem , dat de Keizer voor geen Millioen de Haven van St. Croix wederom zou openen. Hun Hoog Mogenden bleeven aandringen op de gedaane toezegging en de keuze van St. Croix bover Larache. Onvcrwinnelyke hinderpaalen daai tegen fcheenen- zich op te doen. De tus fchenfpraak van den Capitein Ra ader: wrogt niets uit. Men zag de komst var zyne Moorfchs Majefteit, die met gaarm tegengefprooken werd, te Tanger te ge moet, en dat, te dier gelegenheid, opmeuv Gefchenken zouden vereischt worden: dar kreeg de Vice-Conful last, hem in gepaste doch duidelyke, woorden, onder't oog ti brengen, dat hun Hoog Mogenden, door di jongst aan den Gezant medegegeevene Ge fchenken, overvloedig getoond hadden oj welk een prys zy 's Keizers Vriendfchap ftel den. Dit was, van zynen kant, door geei wederkeerig teken van vriendfchap of erken tenis ontmoet: ja waren zy verftooken ge bleeven van het aanbod eener vrye Haven naar hunne keuze, en werd die van S, Croix op allerlei wyzen, vrugtloos gemaaio 't welk geenzins kon ftrekken ter aanmoc diging van eenige verdere Gefchenken, was om zy alle verzoeken, in het vcronderltek ff XXXVïIX boek» 17^6, l r L > I 1 > tr e  *o DE REPUBLIEK DER XXXVIIL Boek. 1785. Eisch des Keizers Van Marocco om Stuurlieden en Matroozenvan de Christen Mogenheden. 5 j s » » 3. 3'. * 3: si 35 53 33 »i 3> Ju CB geval van 'sKeizers komst, van de hand weezen. Een nieuw aanbod der Haven van Larache, en eene herhaalde weigering van die van St. Croix, was de uitflag van alle die moeite (*_). Zo weinig als de Keizer van Marocco aan zyne toezeggingen voldeedt, zo vreemd was hy in zyne Vorderingen. Een Brief aan den Bacha te Tanger gezonden, met bevel om den inhoud van denzelven aan de Confuls mede te deelen, kan hier van tot een doorilaand bewys verftrekken. „ Ik „ beveel," luidt de taal van dien Vorst, „ myn Dienaar, Alcayd Mgh. Ben „ Abdelmech, alle Confuls, die zich te , Tanger onthouden, by een te roepen, , en hun te zeggen, dat myne Zeelieden , alle Jaaren eenige van myne Schepen , verliezen; dat die Natiën, welke my het , hoogstagten, my Stuurlieden en Matroozen . zullen geeven, om myne Schepen te be, vaaren,- op ieder Schip zal ik 'er tien , noodig hebben. Alle zulke Stuurlieden en Matroozen, die op myne Schepen dienen, zullen anderhalfmaal ontvangen de Soldy, dat zy in hun eigen Land genieten. Gy zult my berigten, wie van de Confuls my hier in wil dienst doen, en gy zult hun vooral waarfchuwen, dat myne Schepen na de Oost- en West-Indien zullen moeten vaaren. Bezorg my fpoedig antwoord." Alle (*) Refol, Gen. 22. en 31. Maart 25. April 30, ryao. July i8.Aug. 25. Sept. 17. en ai. Nov. 4, 47. Pee. 1786.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 61 Alle de Confuls, onder deezen ook de Vice-Conful van onzen Staat, gaven, op dit vreemdklinkend en wildfchermend verzoek, ten antwoord, dat zy het onder 't oog hunner Souverainen zouden brengen, en, zo fpoedig mogelyk, dcrzelver inzigt daar op mededeelen: dewyl het hun onmogelyk was, buiten den Souverain, in deezen iets te doen, Hun Hoog Mogenden wil¬ den de Bacha van Tanger onderrigt hebben, dat de Gefreltenïs 'en de Regeering deezer Landen niet toeliet de Ingezetenen te dwingen tot het neemen van dienst by eenige Mogenheid, boe genaamd, op hoe voordeelige voorwaarden het zou mogen weezen; niets verder was in hunne magt, dan dat zy het verlangen van zyne Moorfche Majefteit aan de Ingezetenen van dëezen Staat zouden kunnen bekend maaken; ten einde ieder, naar den aart zyner inzigten , of naar zyne genegenheid,. daar omtrent zou kunnen handelen, zo als hy te raade zou worden '(*)• Met de andere Barbaryfche Mogenheden viel niets by zonder merkwaardigs voor. De Gefchenken waren by deezen voldoende , by anderen minder aangenaam -r doch met allen bleef de Vrede bewaard (f). Wanneer de Schoutbynagt van Kinsbergen hun Hoog Mogenden berigtte, dat de (*) N.NederhJaarb. I786\bl. 1313. Refel.Gen, ti. Oct. en 17. Nov. 1786. (\) Refol, Gen. 17. Nov- 1786. XXXVIIt* BOEK. I7S6. Antwoord van hun Hoog Mogenden op dien eisch» 1 Het afkoopen van de Tol te ra-  XXXVIII. boek. lf$6. la Franha by bet Hof van Turin aangepree'zen; doch gewraakt. 6a DE REPUBLIEK DER de Hoven van Deenemarken ën Napels den Tol van Villa Franca mee her. Hof van Turin afgemaakt hadden, waar door thans de voornaamfre Zeehandeldryvende Mogenheden in de Middellandfche Zee, tot hun groot voordeel, daar van bevryd waren , terwyl men in onze Schepen, die gemelde Haven voorby moesten,; niet wilde iaaden, vóór dat men kon aantoonen, dat. de Tol betaald was, en het dus onze Vaard zou bevoordeelen, als men dit ftuk met den Hove van Turin vondt, waar toe 't zelve wel neigde, dagten Staaten van Flolland Van die neiging geen gebruik te moeten maaken. Naardemaal het Regt des Hofs van Turin, om dien Tol te heffen, nergens bleek; maar Wél!» dat by Staatsbefluit van hun Hoog Mog. $ in den Jaare mdcclxvi , zulke afknevelende vorderingen, ten fterkften, waren tcgengefprooken, en niet verder voortgezet. Daar ook, volgens onderrigt der Directeuren van den Levantfcheri Handel en Zeevaard in de Middellandfche Zee, geene klagten der Kooplieden hier omtrent,' tot hunne kennisfe waren gekomen. Zy zagen dus geen reden om eenigeft flap te doen tot het afkoopen va.i een Tol, welks regtmaatigheid niet kon beweezen worden, en tegen dé vryheid des gebruiks van de open»Zee, rechtflreeks zou ftrydem In tegendeel wilden zy tegen die Invorderingen gewaakt hebben en des befcheid ontvangen, om 'er, door vertoogen, en andere kragtdaadige hulpmiddelen, tegen te' " * voor»  VERËNIGDE NEDERLANDEN. 63 voorzien, tér'' befchefraing van het handeldryvend deel der Ingezetenen (f)i Meerder gehoor» voridt de voordragt des Confuls Steuren berg te Genua, wegens het nadeel, 't welk de Vlag van den Staat ontmoette, door het Regt of den Tol, dien de Koning van Sardinië en de Prins van Monaco vorderden van alle Schepen, die tusfchen het Eiland van Sardinië en de Vastewal van Italië heenvoeren; eifchende de eerstgemelde één ten honderd' van alle de Laadingen der gaande en komende Schepen, beneden de honderd Lasten, en de Prins van Monaco twee ten honderd van de Goederen der Schepen , die van het Westen na het Oosten kwamèn, zonder op derzelver grootte te letten, grondende dat Regt op een oud Privilegie, haar mén voorgaf door Keizer C ar el den V. gefchonken. Welk Regt de Engelfchen en Franfchen afgekogt hadden, en ook de Koning van Deenemarken weinig maanden geleden. met honderd duizend Ponden Piementees: waafom men de voorkeus gaf aan de Franfche, Engelfche en Deenfche Schepen. Hj hoopte dat de Vlag van den Staat eenmaai van dien overlast mogt bevryd worden, hei zy door afkoop, 't zy door eenig andei middel. — Men vondt goed, wegens der Tol door den Prins van Monaco gevorderd, de Directeuren van den Levant fchen Han del aan te fchryven, en een omïlandigc op> ga (*) Refol. Gen. 20. Feb. en 28. Aug. Refit, vat Bolt. 25. Aug. 1786, XXXVIÏÏ. BOEK. I7S6. Raadflag wegens eeil Tol door den Prins vvaMonaco gevorderd.  $4 DE REPUBLIEK DÉR XXXVIII. Boek. \?B6. Het fegt Onzer Kooplieden in Frankryk gehandhaafd. ] » l c c < 1 \ 2 (*) Refol. Gen, 18. Nov. en ij. Dec. 1786. (t) Zie onze Vaclerl. Hht. VIII. D. bl, 220,, gave te verzoeken van het bezwaar voor* den Handel van 's Lands Ingezetenen gelegen in den gemelden Tol, en welke föm, huns oordeels, door den Staat zoir kunnen worden opgeofferd en aangeboden, tot uit* koop van dit Regt, om den Zeehandel, voor altoos daar van te bevryden , en gelyk te Hellen met dien der Engelfchen, Fran« fchen en Deenen (*). By het Verdrag tusfchen Frankryk en deezen Staat geflooten, was men overeengekomen, dat, terwyl men bezig was een Handel-verdrag te maaken, de Onderdaalen van de Republiek in Frankryk, teh lanziene van Handel en Zeevaard, als de meest begunfligde Natie zouden behandeld svorden (f). — De Commisfaris der Zeevaard iran hun Hoog Mogenden te Èourdeaux, 3e Heer Meyer, liet den Gezant Les[Evenon vanBerkenroode berigt :oekomen, dat de Bedienden der Generaae Pagten in die Zeeflad, flerker Inkomende legten vorderden van de Koopmans Goeleren uit Holland komende, en aan Holandfche Huizen daar gezonden, dan van ie uit andere Landen aan Hamburgfche s if andere Koopmanshuizen kwamen. Waar >p gemelde Gezant zich by den Contraroïïur Generaal vervoegde, met herinnering an het Artykel des Verdrags, waar tegen odanig eene handelwys rechtdraads flreedt. Eene  Verenigde Nederlanden. 05 Eene erkentenis hier van volgde niet alleen; doch ook een fpoedig herftel: daar dé Corttrarolleur Generaal aan de Pagters het noodige getal Afdrukken zöndt van het Ver» dragi met bygevoegden last ^ dat derzelver Bedienden zich naar den inhoud van 't zelve moesten gedraagen, en de noodige bevelen afvaardigen na alle de Havens van hei Ryk; ten einde het de Nederlanders be gunftigend Artykel, naar de letter j wierc uitgevoerd Veel werks maakten de Staaten dcezei Landen oni de Zoutevischvan;\st te begun ffigen, en deii invoer daar van in de Oos tenrykfche Nederlanden te verwerven , z\ namen de tusfehenfpraak des Franfchei Hols te baat; doch zonder vorderen (f). De Gelastigden der Visfcherye van Vlaar dingen, Maas fluts en Zierikzee dieüdei ter Hooge Vergadering een Verzoekfchril in, by 't welk zy hun Hoog Mogenden ón der "t oöge bragten, dat by het IX Arty kei van het Handelverdrag bp den laatile van Wintermaand des Jaars mdccxxxi tusfchen Frankryk eh deezen Staat gefloc ten, wel was bepaald geworden, dat h< den Ondefdaanen van den Staat, vry zo ftaan in Frankryk en de Cèconquesteerc Landen, vry, en zonder eenige belemmi ring, te deen inkomen en vefkoöpen de gezouten Haring, zonder onderfcheid, t zonder onderworpen te weezen aan het ve pa! (*) Refol.. Gen. 4. Oct. !y8^. (f) Refol. Gen. 18. 25. en 30. Jan».n%è, XIV. deel. E XXXVIlt B O e tl* 1786", i De invoet, , van gezouten Visch. ' in de Oosm T tentykfèhA l Nederlanden geweigerd.- Verzoek1 fchrift def 't Visfchery-r en hier te " Lande ont -in Frank•j ryk ontheffing van bezwaaren te verwet* k ven. u g n n r- i»  66 DE REPUBLIEK DER XXXVIIT. BOE K. 1785. 1 » I 1 ] Verbod aan de Ingezetenen $ Tan den < (*) Refol. Gen. 23. en 30. Jan. 1786. pakken of eenige daar tegen voorheen gemaakte bcpaaiingen; doch, dat eene daar naa ontftaane Oorlog tusfchen de Franjche Kroon en dit Gemeenebest , uitgewerkt hadt, dat de Onderdaanen van deezen Staat, flegts zeer korten tyd het heilzaam gevolg daar van hadden mogen genieten. Dat, niet tegenftaande de herhaalde Vertoogen door hun Hoog Mogenden, naa het eindigen van dien Oorlog, by den Koning van Frankryk, egter de Invoer zo van Labberdaan als van Haring in Frankryk, zedert dien tyd, altoos aan zeer zwaare Belastingen was onderheevig. gebleeven: ja dat, zints Wynmaand des Jaars mdcclxxxiii, de ïolregten op de Labberdaan verdubbeld waren, en, van dien tyd af, de Invoer van Haring volflrekt verbooden was. —— Thans Dordeelden zy de tyd gebooren onr hun rloog Mogenden de nadeelige gevolgen van lie zwaare Belastingen op het eene gedeel:e, en van het vollïrekt verbod op het anlere gedeelte hunner Visfcherye, te herinneen. Met bede, dat hun Hoog Mogenden, loor hunne Gezanten in Frankryk, ten lien Hove vertoogen geliefden te laaten ben, ter opheffinge van die zwaare Belasingen en het intrekken van het Verzoek, iun Verzoek werd bewerkftelligd (*) Terovyl dit in Bewerking was, en zo min ;unfHge gevolgen beloofde als ten aanziene les Invoers van gezouten Visch in de Keizer-  Verenigde Nederlanden. ê7 zerlyke Erflanden, bragten Staaten van.Hok land ter Algemeene Staatsvergadering in, hoe zy onderrigt waren, dat niet alleen zedert eenige Jaaren herwaards verfcheide andere Mogenheden zich meer en iheer hadden beginnen toe te leggen op de Haringvisfcherye; maar dat zelfs daar toe, in het byzonder, zo by het Gouvernement der Oostenrykfche Nederlanden, als in andere Ryken, alles werd .te werk gefield öm de Haringvaard aldaar uit te breiden, en ten dien einde door het uitloqyen van Belooningen, als anderzins, de Ingezetenen van dit Gemeenebest uit te lokken om zich in dienst der vreemde Haringvisfcheryen te begeeven, waar tegen de Reeders der Haringbuizen om de noodige Voorzieninge verzogt hadden* Deeze meenden zy, dat het best zou gefchieden, door het vernieuwen der Plakaaten daar tegen. Hier in vonden zy gereede toeflemming en beraamde men een allerfterkst Plakaat tegen die zulks befronden, of het beftaan hebbende, niet binnen een beflemden tyd in den Lande wederkeerden; als mede tegen de zodanigen, die, op eenigerlei wyze, de behuipzaame hand leenden aan dusdanige verhuuringen (*> Met het einde, deezes Jaars liep af de meermaals herhaalde begunfliging der Groote Visfchery, de affchafilng der Lasten, welke van hun Hoog Mbgenden afhingen. Deeze vergunning verleend met het heilzaam (*) Uefih Oen. 3. Mey 1786, XXXVliÉ B O E Ë. I78f5. Staat om zich ter Visfc'nerye buiten 's LandS té verhuuretta DeHar"ing4 /isfchery ran Lasteö ils voorleen, ont% keven;  xxxvrn BOEK. 17 86^. Befcherming aan d«i Zeeh&n-Ielverleend. 68 DE REPUBLIEK DER zaam oogmerk om die HoofJneering en be.. hngryke Tak van 'sLands- vvelvaard te behouden en aan te moedigen, werd op nieuw, voor den tyd van drie Jaaren, verzogt en verworven (*). 'sLands Zeemagt was aüengskens veriterkt» en door een beter Beduur werden, ten deezen Jaare, geen onaanzienlyke- Vlootdeeleil in de Noord Zee en de Middellandfche Zee , als mede in de-'Oost- en West Indien,' ter befcherming van de Koopvaardye in Zee gezonden en gehouden (f), Des (*) Refol. Gen. 3, Mey 1786. (f) Medegedeelde Bevigten van de Bevelen deswegen gegeeven, die van 'c Vlytbetoon der Beftuurderen van 'sLands Zeeweezen getuigenis draagen, en daadlyk uitgevoerd zyn, te omftandig om hier plaats te vinden'. Dan kunnen wy niet voorby, uit zekere lyst ons toegefchikt, op te geeven hoe veel Schepen, by onderfcheide Admiraliteiten, thans werklyk gevondun werden. Als 9 Schepen van 74' Stukken 25 64 1 ■ _ 44 8 40 12 — 36 1 15 24 ip Kotters — 16 ■ 1 13 '1 — 10 ■ 6 Brikken — 16 6 Hoekers en Kleine Vaartuigen^ van a Kanoneer Booten. JJog Honden 'er op Stapel een Schip van 7(5, drie va'A 64, twee-Vin 36, en drie van 24 Stukken.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 60 Desniettegenftaande verfcheen 'er ter Vergadering van hun Hoog Mogenden een Verzoekfchrift van een groot aantal Kooplieden, Asfuradeurs en Reeders van Schepen, der Steden Dordrecht, Rotterdam en Schiedam, waarin zy voordroegen, dat, naar hun oordeel, 'sLands Handel en Zeevaard, nimmer weder tot den voorgaandcn bloei en welvaard zou genaken, en in derzelver hier toe zo noodzaaklyk aanzien by de Buitenlanderen herfteld worden, indien niet, by de middelen tot Verdeediging te Water, de volgende Punten vastgefteld, en door de ftaavjng van hun Hoog Mogenden, als Grondwetten van dit hande'ldryvend Gemeenebest, bekragtigd wierden. Foor eerst, dat door de gezamenlyke Bondgenooten mogt worden toegellaan eene vaste en toereikende Somme op den gewoonen Staat van Corlog, voor het Zeeweezen van deezen Staat, om de Penningen tot de noodige Uitgaven voor dezelve altoos daadlyk in gereedheid te hebben. — Ten anderen, dat, zo wel in tyden van Vrede als van Oorlog, altoos een genoegzaam aantal Schepen en Fregatten van Oor* log in de Havenen deezer Landen zouden moeten voor handen zyn, van welke een jaarlykfche Equipagie zou moeten plaats hebben, geëvenredigd aan de meer of min hachlyke gefreldheid der zaaken in Europa^ doch altoos van zodanig eene fterkte, om by onvoorziene opkomende Vredebreuke, de uitgebreide Scheepvaard deezes GemeeE 3 ne« xxxviir. BOEK. Verzoekfchrift ten aanziene van'sLanris Zeemagt,  fo DE REPUBLIEK DER XXXVII boek .1785. 1 i i 1 1 '. nebests daadlyk te kunnen befchermenter. • wyl de niet uitgerust wordende Schepen, egter zodanig in gereedheid zouden gehouden worden, dat dezelve, by opkomenden nood, 'sLands Vloot ten fpoedigften kon- den verfterken. Ten derden, dat de gezamenlyke Bondgenooten ook eenmaal zouden zamenwerken en befluiten tot hetr bepaalen van een vast Beduur over de beheering van het Zeeweezen van deezen Staat, op dien voet ingerigt, dat hetzelve nimmer vrugtloos, maar ten allen tyde vaardig en kragtdaadig zou werken, ter bereid king van het oogmerk, waar toe 'sLands Ingezetenen zo veele gewoone en buitengewoone Lasten in de algemeene Schatkist opbragten. Onnoodig oordeelden zy dit Stuk verder uit te breiden, en wilden gaarne een gordyn over het voorleedene fchuiven, in de aangenaame hoop van een beter uitzigt voor het toekomende, eindigende hun gedaan Voorftei en Verzoek, met de opregte > verzekering, dat zy daar mede niets anders beoogden, dan om, zo i/eel in bun was, mede te werken ten nutte van 'sLands Koophandel en Zeevaard, :n dus ook in de gevolgen voor het wel- iyn van 't geheele Gemeenebest. De Afgevaardigden van Holland namen dit Stuk )ver, en verftondt men, dar 'er een Afchrift van gezonden zou worden aan de ^eden van de tweede Perfooneele Commisfe tot het Defenfieweezen, om by derzelm raadpleegingen daar op zodaniger wy- ze  VERENIGDE NEDERLANDEN. 7x ze agt te geeven als zy oordeelden te be- h°Groofe dienften hadt het Hof van Frankrvk den Gemeenebeste beweezen, zo in den daadlyk gevoerden Oorlog met Groot-Brit tanje, als ter dcmpinge van den gedreigden met den Keizer. - Voor dezelve hadt Holland te meermaalen zich gevoelig betoond (f). Een nieuw blyk hier van gaven Staaten deezes Gewests, als zy, in Louwmaand, ter Algemeene Staatsvergadering, het Voorftel ter tafel bragten door Afgevaardigden van Jmflsrdam by hun Ed. Gr. Molenden gedaan, dat zy, in overweeging genomen hebbende , de omftandigheden waar in het Gemeenebest zich, geduurende de laatfte onlusten, hadt bevonden, en aan welke gevaaren hetzelve was blootge. fteld geweest, dan waar uit hetzelve, doot de befluuringe der Godlyke Voorzienigheid, was gered, en by den Vrede met de Nabuuren herfteld; tot het welke de opmerklyke dienften door zyne Allerchristlykfte Majefteit, op eene edelmoedige wyze, aan den Staat beweezen, zo veel hadden toegebragt, en voor het toekomende de aancrenaamfte gevolgen van de onlangs met het llof van Frankryk geflootene Verhintems waren te voorzien, zo met betrekkinge tot de herftelling van de eer en het aanzien van den Staat by vreemde Mogenheden, als (*) Rejbl. Gen. ï4. Sept. 1716. (f) Zie ©nti«r andere onze Vadert. Bist. VI, D«>1. 87. E 4 xxxvTir. BOEK. 1786. Voorftel van Bolland om denKoning ysnFranktyk twee Oorlog fcliepen ten gefchenke t5 zenden.  72 DE REPUBLIEK PER XXXVIH. boek. 1785, 1 4 < i 1 } t c ï t f \ V g j< I. 1( V ƒ k t\ ü als met opzigt tot de beftendigheid van de Rust en Vrede, welke daar van, onder Gods zegen, kon worden verwant, geoordeeld hadden aan hun Hoog IVWenden in bedenking te moeten geeven, of dit alles, van deezen kant, geen byzondere erkentenis zou vorderen, om, op de plego>ïe wyze, zyne Allerchristelykfte Majefteit e kennen te geeven hunner Hoon- MogenJen opregte gevoelens van hoojjagdng voor len Perfoon van zyne Majefteit; mitsgaiers van hoogstderzelver erkentenis voor Jle de blyken van toegenegenheid en edelnoedigheid, door zyne Majefteit, in de wtfte Onlusten, aan het Gemeenebest geeeven, als mede hun genoegen over do nlangs gellootene Verbintenis, welke hun loog Mogenden opregtlyk wenscheen, dat Jt verfterking der wcderzydfche Vriend.'hap, verzekering der algemeene Rust en rrede in Europa, en beveiliging en weiaard der beide Staaten mogt ftrekken. Tot een waar teken van deeze hunne svoelens, zon, huns oordeels, zyne Ma■fteit moeten verzogt worden, wel te wil:n aanneemen, twee Schepen van Oor>g, geheel in gereedheid gebragt, en verolgens gezonden na zodanig eene Fran* ■he Zeehaven, als de Koning verkoos. Wanneer deeze zaak tot een Staatsbefluit tvam, keurden zy noodig, dat aan één ofvee Admiraliteits Collegien werd aangehreeven, om, met den meesten fpoedj ' doen aanbouwen en uitrusten twee Oor■gfchepen, ieder van 75 Stukken j wasjr toe  VERENIGDE NEDERLANDEN. 75 toe de Raad van Staaten verzogt mogt worden , eene buitengewoone Petitie te doen. Ter gelegenheid van dit Aanbod, wilden Staaten van"^Holland, dat men het verlangen van hun Hoog Mogenden tot het Handelverdrag, by de aangegaane Verbintenis bedoeld, ten fpoedigften tot (tand zou brengen (*). By naderen raadflag in Holland, ver. flondt men, dat de zaaken ter Algemeene Staatsvergadering daar heen zouden gerigt worden, dat tot het voorgeflelde en in overweeging gebragte Gefchenk der twee Linie Schepen aan den Koning van Frankryk, zouden kunnen dienen de Schepen Friesland en Stad en Lande, by de Admiraliteit van Friesland: zo om dat die Schepen door derzelver diep treeden, naauwlyks van eenig nut voor den Lande zouden kunnen zyn, als ook en voornaamiyk om dat deeze volftrekt nieuwe Nagels waren, nimmer gebruikt, en, naar het oordeel van deskundigen, die ze bepaald met dat oogmerk bezigtigd hadden, in goeden ftaat, zwaarder van hout, van achteren veel fcherper dan de Landsfchepen gewoonlyk, en meest overeenkomende met de Scheepsboüwwyze der Franfchen, en diensvolgens de gefchikRe by het Zcewcezen van den Staat tot dat einde. Verder bragten zy in 't midden, dat voot het gemis dier Schepen aan de Admiraliteit van (*) Refol. van Htü. 13 Jan, Btfsl. Gen ïo. Jan. 1786. £ 5 XXXVIII. BOEK, 1786. TweeScbe, pen by de Admiraliteit in Fries lavd daartoe ais degefchikfte aatige. preezen, en verder voorgeflaageneSchikkingen,  74 DE REPUBLIEK DER XXXVIH. BOEK. 1786. 1 1 ( 1 g V d dl w d« Ja te ét Friesland, Stad en q Lande en , Zeeland ftemmen fel hier in. (*) Refol. van Holl. 27, April 1786. Refol, Gen, 1. Mey 2786, van Friesland zon behooren betaald te worden de ronde forame van 500000 Guldens, met bepaaling, dat die twee Schepen, daar voor ten vollen zouden worden uitgerust,met Kanon voorzien, en op Stroom gebragt, om van daar na een der Franfche Havens te kunnen vervoerd worden. Het gemis van twee zodanige Schepen kon voor het Zeeweezen van den Staat geeïe onverfchillige zaak worden gerekend; ivaarom men voorlïelde twee Scheepshol' en van dezelfde Charter by de Admiralieiten op de Maaze en te Amfterdam aan e bouwen. De kosten deezer beiden werIen begroot op 700000 Guldens. By de >etaaling hier van zou aan deeze Zeeraaden ry gelaaten worden, by hun Hoog Moenden, naa den aanbouw, het noodige erzoek te doen, ter betaalinge van de versre kosten tot het optuigen en wapenen. Ook verzogten hun Ed. Gr. Mogenden, it de Raad van Scaaten "mogt gemagti^d orden om ten dien einde 1200000 Gul:ns te vinden by wyze van Negotiatie, ten ste van de Generaliteit, en de daar voor betaalene Intresfen te verdeelen over alle Gewesten (*). Friesland hadt reeds in het doen des ;fchenks geftemd; Stad en Lande volg; desgelyks Zeeland, doch met traager ireeden, en onder beding, indien alle  VERENIGDE NEDERLANDEN. 75 de Bondgenooten mogten zamenftemmen tot die Aanbieding; verklaarende hier toe beflooten te hebben omjiiet tegen te houden de uitwerking van den aandrang der andere Gewesten; dat Staaten van Zeeland cgter, te raade moetende gaan met hunne eigene omftandigheden, en daarom niet konden naalaaten in overweeging te neemen, dat Zeeland door gebrek van de Finantien, tot nog toe op verre na niet in ftaat was geweest, zyn aandeel in de Zeemagt van den Staat op die hoogte te brengen, als het wel wenschte 3 en overtuigd was noodig te weezen. Dat, derhalven, indien de Finantien eenige ruimte overlieten, de eerfte en voornaamrte zorg zou moeten zyn om de Zeeuwfche Admiraliteit in ftaar te ftellen om het tekortkomend getal aan te vullen; en dat, zo lang hier aan niet kon worden voldaan, hun Ed. Mog. zich ook tot geene betaalingen, ter zaake van het Aanbod der twee Oorlogfchepen, op eenigerJei wyze, konden verbinden, vertrouwende dat de Bondgenooten op middelen zouden bedagt weezen om dit Gefchenk, buiten bezwaar van de Provinciën, te doen voortgang hebben (*). Wy vinden niet dat de drie overige Gewesten de ftemmen deswegen hebben uitgebragt. Zeker is het dal de Zending dier twee Schepen geen voorts gang gehad heeft (f). 6 ö b Geen (*) Rep!. Oen. 21. Maart 1. Mey en 20 July 1786 (t) Die beide Schepen werden, in den Jaare 1792 verkogt om genoopt tt worden. Dezelve konden «i XXXVIIÏ, BOEK* 1786. f  ?6 DE REPUBLIEK DER XXXVIII. BOEK. 1786. Hoogklimmer) de Geldbehoefte der O. I. Maatfchappyë, '■ i t 3 1 i i e 1 v f b v ê ai bi de vva vo we ééi 28, 1 Geen dan een treurig verflag kunnen wy geeven van den tegenwoordigen Staat der Oost-Indijche Maatfchappyë, die, hoe zeer ook onderfteund (*), met dat alies bleek met geholpen te zyn, en nog in den fchroomlykften ftaat van behoefte te verkeeren. Van dit gebrek aan gereede Penningen hadden de Hollandfche Kamers dier Maatfchappyë Staaten van dat Gewest,'in -.ouwmaand reeds de weete gedaan. In sprokkelmaand oordeelden Bewindhebbers er Kamer Amfterdam het van bunnen 011jermydelyken pligt ter kennisfe van hun ld,Gr. Mog. te brengen, dat de nood, >y die Kamer, zo hooggereezen was, dat, idien zy, geduurende de loopende Maand, ;een onderftand erlangden, zy, met het inde van dezelve, alle Betaalingen zouden loeten ftaaken. Dit beklag, met verzoek an onverwylde redding, kwam ook ter taïl van hun Hoog Mogenden. Terwyl de ondgenooten op dit ftuk hunne byzondere edenkingen hadden, verklaarden de Afgelardigden van Holland, dat zy ftaat maakn eerstdaags een nader Befluit op het Stuk :r Redresfen te zullen inbrengen, en vóór ' verzekeren konden, dat, van het vrugt. tar Befluit hier op, de gezindheid der Staa- Haven van Har/ingen , zo als dezelve daadlyk gefteld s, met gebragt worden; en lagen 'er, devvyl de >rgeflaagene middelen ter uitbren^inge niet aanwend waren, te rotten, fchoon ze den Staat meer dan 1 Milliocn Guldens hadden gekost. Zie Refol Gin Dcc. 1786. ' * ;*) Zie onze Vadsrl. Hist. IX. P. bl, 177,  VERENIGDE NEDERLANDEN, ff Staatert tot den gcvraagden byftand in Geld zou afhangen (*> Herftel en Verbetering in Het Huishoudelyk Beduur der Oost-Indifche Maatfchappyë was noodig gekeurd. Staaten van Holland hadden, in Louwmaand des voorleedeti jaars, een Plan, diaar tóe (trekkende, tei Algemeene Staatsvergadering ingeleeverd, en" waren' in Wintermaand diens Jaars dc Kamers verzogt, hunne bedenkingen op zelve voort te brengen (f). Dit deedei de Kamers van Rotterdam, Enkhuizen Zeeland en Amfterdam; waar op de Al gevaardigden der Staaten van Holland aan namen zich nader te zullen verklaaren; al mede over den Voorflag van Zeeland or de Vergadering van Zeventienen ten fpoe digften in 's Gravenhaage over deeze zaa te befchryven; dit begreepett zy desgelyl omtrent de beëedigde Hoofdparticipante van de Oost-Indifche Compagnie ter Kam< Amfterdam, behelzende hunne Bedenkii gen op het voorgeftelde Plan (§). Opmerkelyk, en om' de gevolgen grot tendeels overneemenswaardig is het Staat befluit by Holland, ingevolge van alle de ze ingekomene Bedenkingen genomen. I Heeren de Gyzelaar, van Ber Kel,Neederburgh, Penfionarisfen v Dordrecht, Amfterdam, Rotterdam en j R (*) Refol. Gen. 9 Feb. 1786*. (f) Refol. Gen. 5. Jan. en 19. Dec 1786. (§) Refol. Gen. 4. 10. en 16. Jan. 1786. XxxviiL boe k. I786. Poogin^en tot Herftel en Verbetering aan-» gewend, l 1 S 1 Is s n :r 1* (i Aanmerk, lyk Staats* 5" befluit by > Holland. >e m )e  XXXVIH B o e Ki < I 1 < i i \ l ï h V e g v d Zi ai E Z 78 DÉ REPUBLIEK DÈR Ryz er , Secretaris van Alkmaar, niet den Raadpenfionaris van Bleiswyk vervan• gende den Heer van WYn, Penfionaris der Stad Gouda, brageen ter Staatsvergadering ge, van hun Ed. Groot Mogenden het vol* gend Verflag in. Dat het overtollig zou, zyn, om , by deeze. gelegenheid, een breedvoerig betoog te geeven van de nuttigheid en noódzaaklykheid des invoers eeniger Verbeteringen in bet Huishoudelyk Beftuur der Oost-Indifche Maatfchappyë t dewyl hun Ed. Gn Mog, •>y meer dan eene gelegenheid, hun begrip Hen aangaande ten duidlykflen hadden aan len dag gelegd; zö wel als hunne volledige overtuiging, dat, langs deezen weg aleen, *sLands Penningen en Credit, tot onlerlleuning en opbeuring van het financieel 'ermogen dier Maatfchappyë, op eene wy;e, waar toe men zich niet behoorelyke eiligheid genoeg bevoegd zou kunnen reenen , aangewend zouden mogen worden. Dat alle de tegenkantingen , van tyd toe yd, tegen dit heilzaam en alleen tot nut dér Maatfchappyë zelve ftrekkend oogmerk van un Ed. Gr. Mog, te werk gefteld^bevonden 'aren, wel verre vart de gronden, waar op sne Verbetering van het Beftuur aangedronenwas, te verzwakken, integendeel, dezel2 alleszins hadden verfterkt: voor zo, verre lar uit meer en meer was gebleeken, dat )danig een denkbeeld van Verbetering niet leen niet nieuw of gezogt was; maar te eermaalen de aandagt van Bewindhebberen ;lve hadt bezig gehouden, terwyl zy, in dg  VERENIGDE NEDERLANDEN. 79 de kragtigfte bewoordingen, zulks als noodzaaklyk en onontbeerelyk erkenden. Niemand ook, die hec laatst ingeleeverd Berigt der beëedigde Hoofddeelhebberen ter Kamer Amfterdam inzag, kon hier aan twyfelen; alzo dit bewys, dat uit den boezem der Maatfchappyë zelve moet gerekend worden ontleend te zyn, de fterkite bevestiging in zich bevatte, van het Syflema door hun Ed. Gr. Mogenden, reeds te vooren op gronden, daar toe voldoende gekeurd, aan den dag gelegd. Terwyl men ook de redenen nagaande, die zo veel tegenkanting» tegen de ontworpe Schikkingen van hun Ed, Gr. Mog. verwekt hebben, ras ontwaar wordt,'dat dezelve niet zo zeer ontleend zyn uit het onnoodige eener Verbeteringe, (trouwens men erkende doorgaande, dat het Belluur in veelerlei opzigten voor Verbetering vatbaar was,) maar in tegendeel uit eene gevoeligheid en verkeerden argwaan, dat eene Invoering daarvan op zodanig eene wyze als de gemaakte Ontwerpen voorHelden , de kenmerken zou draagen van eene te Onvredenheid van den Souverain over de Directie der Beftuurderen van de Compagnie, en eene openlyke befchuldiging dat dezelven zich aan verkeerdheid en wandevoiren zouden hebben fchuldig gemaakt. Ondertusfchen was het zeker, dat, indien 'er zelfs maar vermoedens of verdenkingen van die natuur by de gedaane onderzoeken waren opgekomen, geheel- andere Maatregelen hadden moeten voorgeflaagen worden, dan die ftrekten, om aan gemelde Be- XXXVIIt. 5 O E lii 1786".  gó DE REPUBLIEK DER XXXVIH BOEK. ï/8Ö. , Beduurderen al het voordeel, genoegen én invloed hunner Bedieningen te haren behouden , en hun zelfs in hunne poogingen, tof bevordering van het Nut der Maatfchappyë, op eene gepaste wyze, te onderdennen. — Terwyl een nader bewys der waare gevoelens van hun Ed. Groot Mog; ten deezen aanziene, en van derzelver ver vreemdheid van alle inzigten, die op eene gevoeligheid omtrent het gedrag der gezegde Bedüurderen van de Maatfchappy berusten zouden, te vinden was, zo in de reeds gemaakte veranderingen in de ontworpen Punten, van Verbetering, als in het onlangs gedaane Voordel ter Algemeene S taats vergaderin ge om de ovcrweegingen • van elke Kamer op de Planswyze voorgedelde Hervormingen in te neemen. Dat het dus tyd werd, eindelyk eens een afkomst van dit werk te maaken, te meer om dat de aandrang der Maatfchappyë tot het verkrygert van hulp in gereede Penningen allerdringende was, en ondertusfcheiï, volgens de Befluiten van hun Ed. Gr. Mogenden, niet kon ingewilligd worden, ten zy het vastftellen van gepaste Verbeteringen vóóraf gefchied ware, of ten minden daar mede gepaard ging. De gereedde weg om hier toe tc geraaken, zou zyn het bekragtigen van het meer gedagte ingebragte Plan, behelzende zeer1 gepaste en wel overwoogene middelen, die,op eene alzius conditutioneele wyze, zouden kunnen worden ingevoerd, terwyl ookgeene bedenkingen, van eenige weezenlyk- heid  VËRENIGDË NEDERLANDEN. ïï beid, daar tegen hadden kunnen worden aangevoerd. Doch, gelyk in de geheele behandeling deezer zaake, op het overtuigendst getoond was, dat hun Edi Groot Mogenden niets anders bedoelden dan om het Beduur der Oost-Indifche Maatfchappyë te verlkrken, en aan hetzelve alie mogelyke kragt by te zetten; ten einde in het byzonder ook, door Vermeerdering van kundigheid in de Handelbelangen, zo van Europa, als van Indien, gepaard niet een onafgebrooken arbeid, de meeste vrugt vau zodanige gemeenfchaplyke poogingen te kunnen trekken -, ais medé dat her aan hun Èd. Gn Mog* onverfchiilig was, welke Middelen, mits maar tot het gezegde oogmerk geichikt zynde, daar; toe zouden worden aangewend; hoe ook alzo, zeker tot een nader blyk van hun Ed4 Gn Mog\ volharding in dac Syftema, zo wel als van Hoogstderzelver aanhoudende toegeevenhcid, eh belanglooze zorg vooi: het behoud der Oost-Indifche Maatfchappyë^ zou flrekken, indien men, met ter zyde Helling voor een oogenblik van de voorige Ontwerpen j hoe nuttig en gefchikt die ook zouden mogen zyn, liefst beproefde, of hét Plan van Verbcteringj door de Kamer van Amfterdam aan hun Hoog Mog. opgegceven, waar van* als door Bewindhebberen: zelve geformeerd i het Confh'tutioneele, althans niet kon worden in twyfel getrokkené aan dé hoofdbedoeling in deezen zou kunnen voldoen* XIV, DEEU F Uil XXXVIIÏ* BOEK»  82 DE REPUBLIEK DER XXXVIH. boek. I786. leader Plat: by Staaten van Boliahd voorSefteld. ; Uit de vergelykende overweeging van dit Plan, met het voorig Ontwerp der Staaten van Holland, waar mede 't zelve, wat het oogmerk aanbelangde, zeer wel overeenkwam, werd het volgende Nader Plan tot Verbetering van de Directie by de OostIndifche Compagnie, om te vervangen het Plan by hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van dertig December mdcclxxxiv vast gefield, gebooren, 't geen zy thans ter tafel van hun Ed. Gr. Mog. bragten, en de volgende XIII Artykelen bevatte. Art. I. Het tegenwoordige getal vah „ Bewindhebberen by de Kamer van Am„ fterdam zal met eenige nieuwe Leden „ worden vermeerderd, en wel, by provi,f*vifie met Zes; doch welk getal, in 't 5, vervólg, nog met twee of uiterlyk vier j, Leden zal aangevuld worden, naar dat „ zulks noodig zou mogen bevonden wor- i, den. En zullen de/elven in een j, Vyfde Departement, in de gemelde „ Kamer, het geen genoernd zal wor;, den, het Departement tot de Indifche „ Zaaken, arbeiden, en daar ter bezor3, ging en behandeling hebben het geen hier naa zal worden voorgefchreeven; „ terwyl zy voor het overige ook den „ naam zullen draagen van Eswindhebbe„ ren, en onder de gezamenlykp Bewind„ hebberen den rang hebben en houden „ naar rato fuccesfivelyk van den tyd hun1, ner Aanflelling. II. In deeze nieuw aanteflellene Bé- wind-  Verenigde Nederlanden. 83 & windhëbberen zal in het byzonder ver^, eischt worden, de noodige Kundigheid 5, en Ondervinding in de zaaken Van de , Commercie, of in de gefteldheid of be3, langen van de Oost-Indifche Compagnie, „ en zal, boven dien, ten aanziene van de „ keuze defzelven Worden geobferveerd, 3, dat zy * door hunne Ömftandigheden, zo 8, wel géfchikt als genegen zyn, om van „ de behartiging der zaaken van de Oost„ Indifche Compagnie hun hoofdwerk te maaken, en zich met asfidditeit daar op „ toe te leggen. Gelyk zy ook, ten j, aanzien hunner Jaaren, en onderlinge Pa„ rentage, onder dezelfde verpligtlng nullen „ zyn als de andere Bewindhebbers, en gelyke Eeden als die afleggen; mitsgaders by hunne Beëediging evenveel in de Com„ pagnie moeten heredeeren als de overi;, ge Bewindhebbers by de Kamer Am ft er$, dam. „ II. Uit aanmerking van het menigvülj, dig en gewigtig Werk, waar mede dit i, Departement zal zyn belast, in de asfl$, duiteit, die daar toe, met verzuim van ^, veele andere Bezigheden j zal dienen be„ fteed te worden, zullen de gemelde nieuw j, aan te Hellen Bewindhebbers voor hei „ vyfde Departement een jaaflyks ïracte* 4, ment genieten ieder van vyf duizend Gul„ dens; —— Doch verder zullen zy in al- les even als Bewindhebbers móeten wora, den geconfidereefd i zonder dat daar om- 5, tr'ent, buiten en behalven het geen fpejjj daal by de hier uitgedrukte Artykeletl Fa 31 s%P ïXXVItf; 3 O E Ki i7m  xxxviii BOEK. i? 85. 5 ; 84 DE REPUBLIEK DER '■»> vermeld ftaat» eenig ónderfcheid in 't eeö „ of ander gemaakt zal mogen worden. *> lv- De Aan (telling der gezegde Nieu„ jj/tf Bewindhebberen tot het vyfde De„ partement, zal (taan aan hun Hoog Mo„ genden , en gefchieden op Voorftelling „ of Benoeming van wegen de Heeren Staa„ ten van Holland en Westfriesland te „ doen, als welke Heeren Staaten, dit De„ partement niet alleen byzonder noodig „ gekeurd hebben tot meerder bevordering „ van de algemeene belangen der Compag„ nie; maar ook in de principaale Kosten, „ op deeze Inrigting vallende, zullen voor„ zien. En zullen deeze Leden den Eed „ als Bewindhebbers in handen van hun „ Hoog Mogenden afleggen. V. Tot alle Boeken en Papieren, gee„ ne uitgezonderd, dan alleen die van par„ ticuliere Commislien, (als waar toe, vol(, gens gebruik, alleen zulke Bewindhebbe„ ren acces hebben, die daar toe zyn ge„ committeerd,) zal aan deeze Leden, als „ Bewindhebbers zynde, niet alleen de on„ belemmerde toegang openflaan; maar zul„ len ook in 't byzonder de Bedienden „ daar toe moeten gehouden worden, dat , zy in hunne refpective Posten aan de Le, den van het vyfde Departement opening , geeven van 't geen zy begeeren, en hun, , even als aan de andere Departementen, , ten dienfte Haan. „ VI. Voor hef gemelde vyfde Depar, tement zullen, op het Oost-Indifche Huis , tc Am/Ier dam, de noodige Vertrekken „ wor-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 85 „ worden vervaardigd , alwaar zy hunne „ Byeenkomften en Befognes kunnen hou* „ den, en' hun Comptoir-Bedienden plaatzen. „ VII. De Bedienden, welken dit Departement voor zich in 't byzonder noodig zou mogen oordeelen, zullen door de Kamer worden aangedeld, op voor- ,, dragt van het Departement, zullende de Kosten van die Bedienden, uiterlyk mo- „ gen bedraagen, acht duizend Guldens, „ in 't Jaar. VIII. Het werk van deeze Nieuwe Le- „ den zal wel byzonder beftaan in het pre, pareeren en bearbeiden van dat geene, l, waar toe de Haagfche Befognes privativelyk zyn ingerigt; en zullen zy vervol- 5) gens, met behoorelyke attentie, moeten , naagaan, in het generaal alle Indifche Brieven, Papieren, en Boeken, geene uitgezonderd, (welke tot dat einde allen, „ zo ras zy overgekomen zyn, in hunne „ handen zullen moeten worden gefield,) „ en fpeciaal die, welke betrekking heb- „ ben op den Handel der Maatfchappyë in de Indien. „ Voorts zullen zy zich moeten toelegJ} gen, op een onderzoek,, welke verande,, ring kan te wege gebragt worden in den Handel zelve, welke meerdere of rain, dere uitgebreidheid aan dien Handel, als mede aan de vrye Vaard in de Indien „ zou behooren te worden toegedaan; wel„ ke Comptoiren ingetrokken of derzelver „ omflag verminderd zou kunnen worden j F 3 „ en XXXVIIF. BOEK. 1786".  86 DE REPUBLIEK DER XXXVIII. BOEK, „ en. niets verzuimen om de waare Belar^ „ gen der Maatfchappyë te helpen bevor? deren. „ Uit die Brieven en Papieren zullen zy8 „ onder hun opzigt, moeten doen concipi„ eeren het Verhaal, gemeenlyk het Haag„ j'che Verbaal genaamd, „ Voorts zullen zy de Reflectieny die „ hun zouden voorkomen, aan Generaal en „ Raaden op alle de voorgemelde zaaken, 3, den Handel en de Commercie betreffen,, de, te moeten worden voorgehouden, by „ Punten in Gefchrift moeten doen Vervat? „ ten, en die, nevens het Verbaal, aan de „ Kamer van Amfterdam ter hand ftellen • » ten ei"de het een en ander, door die „ Kamer gebragt worde tot kennisfe van „ de overige Kameren, (en dat zo wel van. „ beëedigde Hoofdparticipanten, als van „ Bewindhebbercn,) om dezelve te examis, neeren, even als de ordere by de Com„ pagnie dicteert, voor het Verbaal en de „ Concept Refcriptie , die thans in het ii Haagfche Befogne vervaardigd worden. „ Ook zullen zy zich moeten toeleggen „ om zich te bekwaamen tot het verkry? i» gen van zodanige verdere kundigheden, „ die betrekking hebben op het generaal 3, en byzonder Befhiur in de Indien; als. 3, blyvende aan hun, tot meerdere bevor„ dering van het oogmerk hunner beftera3» minge, en van het waare nut der Maat„ fchappye, altoos vry en teffens gerecom,1 mandeerd, om hunne Reflecrien op dat >3 sen en «der, by Punten ter Refcriptie 3S- die-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 8? „ dienende, even alsvooren, voor te draa„ gen. „ En ten einde aan de Kameren, naar s, behooren, gelegenheid te geeven om dit werk, ook van hunne zyde, met de ver„ eischte naauwkeurigheid te kunnen naa„ gaan, zuilen zy, daar het Verbaal er „ de Refcriptie op de Brieven, naar or„ dere der Compagnie worden jngerigt, „ moeten zorgen, dat deeze ter handflelling a, aan de Kamer Amfterdam gefchiedde. „ zo dra het Verbaal en de Refcriptie aan „ ieder Comptoir in 't byzonder, by hun ,, zullen zyn gerefumeerd. „ Des zullen zy altoos zorge moeten „ draagen, dat hun ganfche Werk, mei „ relatie tot het Verbaal en de Punten tei „ Refcriptie dienende, bearbeid zyn mei „ het laatfte van de maand Maart. „ Na het afloopen der Voor jaars Verga „ dering van Zeventienen zal 'er gehouder s, worden een Befogne in den Haage, be„ ftaande uit Leden van alle de Kameren. „ daar onder begreepen eenigen van de „ nieuw aan te ft'ellene Leden, voorts hei 3, gewoone getal der Hoofdparticipanten. „ en de Ministers der Compagnie; in welk „ Befogne alleen zullen worden gejeezer „ het geconcipieerde Verbaal, en de meer „ gemelde Punten van Refcriptie. Doel „ zullen in dat Befogne ook. moeten ge5, bragt worden de fchriftlyke Advyzen dei }> refpective Kameren en verdere Leden van s, het Befogne, bevattende zo wel hunne „ Reflegtien op de voorz. Punten, als eeF 4 m XXXVI», BOEK. 1786%  xxxviir, BOEK. Ï786. 88 DE REPUBLIEK DER' „ ne opgave van zodanige andere, d?e zy „ zouden vermeenen objecten ter Refcrip. „ tie te kunnen uideeveren. Zullende wy„ ders, naa eene overweeging der verfehü„ lende Advyzen, eindelyk daar uit gecon, „ ftateerd worden de ingrediënten voor de „ Concept-Refcriptie. ,, Naa het afloopen van dat Befogne zub> „ ien de Ministers van de Compagnie vol„ gens derzelver Ioftructie, uit het P-eCon„ ftateerde de Refcriptie moeten couchee„ ren, en dezelve, zoras doenlyk, immers „ uiterlyk zes weeken vóór het houden der „ Najaars Vergadering aan de refpective „ Kameren doen geworden, om daar door „ gelegenheid te geeven tot een bekwaam „ examen van de Concept - Refcriptie, ten „ einde als dan de finaale Refcriptie, in de „ Naajaars Vergadering, naa een zeer ryp „ overleg, te kunnen arresteeren. „ En, daar het wenscblvk ware, dat de generaale Refcriptie op de Indifche Brie„ ven en Papieren eer kon gefchieden, dan „ het gebruik by de Compagnie mede», brengt, zal het vyfde Departement niets „ onbeproefd moeten laaten om te onder„ zoeken in hoe verre de aart der zaake „ zou toelaaten, hier in eenige verandering „ te wege te brengen, en de noodige Voort „ Hellen deswegens ter Vergadering van Ze„ ven tienen te doen. „ Doch voor zo verre de Brieven uic „ Indien Punten mogten inhouden, die, zo n zy zouden vermeenen, een fpoediger Re. » fcr,PEie vorderden, zullen zy zodanig© Pu.Es.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 89 r5, Punten exactelyk moeten opneemen, die „ in Gefchrift vervatten, en met hunne Ads, vyzen, aan de refpective Kameren com„ municeeren veertien dagen, zo eenigzins „ mogelyk, vóór het aangaan der eerde Ver„ gadering van Zeventienen, die gehouden 3J zal worden naa de receptie van de ge„ melde Brieven, ten einde die Punten, benevens alle zulke, welke door de ovew rige Leden van de Vergadering van Zes, ventienen, het zy uit die Brieven, het zy w uit nadere inkomende, als Pointen eene „ nadere Refcriptie vorderende, mogten ge. ?, confidereerd worden , te overwegen en „ als dan finaal te arresceeren. „ IX. Van den eisch van Behoeften, die y, jaarlyks uit Indien wordt ontvangen , zul- , len zy, naa een zeer rype overweeging, , wat al of niet voldaan behoort te wors, den , naar aanleiding der Negocie boeken , ?, en verdere daar toe fpecteerende Papie- „ ren, een Project moeten formeeren, al„ voorens daar toe inneemende de daar toe „ noodige confideratien en informatien; welk „ Project zy vervolgens, met concurrentie van Bewindhebberen van alle de Kame- ,, ren, in een Befogne, of Vergadering van Zeventienen, zullen helpen arresteeren ?, en verdeelen. „ X. Tot de Vergadering van Zevende- „ nen zullen altoos twee Leden uit hei „ vyfde Departement ter Kamer Amftcr s, dam worden gecommitteerd. „ Voorts zullen alle de Leden van di 9, Departement, gelyk van zelve fpreekt F 5 „ een* xxxvm. BOEK. 1786.  9o DE REPUBLIEK DER XXXVIII. BOEK. 1786, i i s i j 3 » » * i: I! sj »J » ,, eene concludeerende Item hebben in alle „ Vergaderingen en Befognes, en dus ook in „ alle de Befognes van de Kamer, met een „ gelyk getal compareeren, als uit de andere „ Departementen, Doch zullen zy, wan^ „ neer in de Vergaderingen hunner Kamer, „ moet gehandeld of beflooten worden over „ zaaken door het gemelde vyfde Depar„ tement bewerkt, of daar uit voortgebragt, „ hier by met niet meer dan vier conclu„ deerende Stemmen mogen verfcbynen. „ Wyders zullen zy, even gelyk de an„ dere Bewindhebberen, participeeren in „ de Commisfien, of Befognes, die reeds „ in train zyn, of in 't vervolg zouden raq, ,, gen gebragt worden , zonder dat, in dee, zen opzigte, eenig ondcrfcheid tusfchen , de Leden van hun Departement en die , uit de andere Departementen der Kamer , Amfterdam, zal plaats hebben; doch zal, , ten aanzien van het Haagfche Befogne, , of het geen tot remplacement daar van , naderhand zou mogen worden vastgefteld, , mitsgaders om de Befognes van den Eisch , van Behoeften, den Eisch van Retouren , en den Chinafchen Handel, voortaan dee, ze fchikking moeten worden gemaakt; , dat, boven het getal van gewoone Bewindhebberen uit de andere Departemen, ten , die daar toe op den tegenwoordigen voet, gewoonlyk benoemd worden, ook zullen moeten worden gecommitteerd, eenige Leden uit het Nieuwe Departe* ment, te weeten tot het Haagftrhe Befogne, of het Befogne dat hetzelve zou  VERENIGDE NEDERLANDEN, n? mogen vervangen, drie Leden, en tot elk der drie andere opgenoemde Befognes 5, twee Leden. „ XI Uit hoofde van het importante Intrest , het geen de Provincie van Holland H en Westfriesland in de Maatfchappy en „ derzeivir behoud en voorfpoed heeft, „ door de Staaten dier Provincie begeerd „ wordende, om, van tyd tot tyd, eene „ behoorelyke opening en verflag van zaa„ ken te hebben, zullen in het byzonder „ ook de Leden van het Nieuwe Dep ar„ tement gehouden zyn aan de Requifuien, „ die hoogstgemelde Heeren Staaten tot dat „ einde doen mogten, promptelyk te defe„ reeren; alles egter onverminderd de Ou* „ vertures , welke hun Hoog Mogenden „ insgelyks van h^n zouden mogen hegee„ ren. „ XII. De Tractementen van deeze nieuw „ aan te fteUene Bewindhebberen, mitsga„ ders van de Bedienden, die volgens Art, „ VII, ten hunnen behoeven zyn zouden, „ zullen 'sjaarlyks worden voldaan door de „ Heeren Staaten van Holland en West\, friesland, het zy uit de honderdlte en „ twee honderdfte Penningen, die van de „ Óbligatien en Actiën geheeven worden. „ het zy op zodanige andere wyze, ah „ welgemelde Heeren Staaten zouden goed „ vinden te bcpaalen, „ XIII. Eindelyk zullen de drie en twin „ tig Punten. gevoegd by het Rapport o] „ den dertigften October mdccuxxh s3 ter Vtrgaderingc van hnn Ed, Gr. Mo| uit saxvin, boek. 1786; i  xxxviii. boek. J786. Goedgekeurd by Staaten van Holland, en de Geldleening daar aan verhonden. I i Met welk een aandrang by hun Hoog I Mogenden \ inSeleeYêrd. ( ( (!) Refol. van Heil. 17. Feb. 1785, (f) Zie hier boven bl. 76. 92 DE REPUBLIEK DER „ uitgebragt, en nader geamplieerd by de „ Hollandfche Refolutie van dertig Decemt, ber mdcclxxxiv copielyk worden ter „ hand gelteld aan de Leden van het yyfi. „ de Departement; ten einde van dezelve, „ ten meesten nutte der Compagnie, gebruik te maaken. By dankzegging voor het gedaan Verflag behaagde het Staaten van Holland, dit Nader Pian goed te keuren, en vast te Hellen. Aan de Wettiging van dit Plan door hun Hoog Mogenden verbonden hun Ed. Gr. Mogenden de toeftemming der verzoete Leening van tien Millioen Guldens, vry van honderdile en tweehonderdfle Penningen , mitsgaders van alle gewoone en buitengewoone Lasten, nu zynde, of die naderhand zouden mogen geheeven worden, met toezegging aan de Kamer van Amfterdam en van het Zuider en Noorder Kwartier der Guarantie van Holland voor een Fonds /an honderd duizend Guldens in het Jaar, :ér jaarlykfche Afbsfinge, geduurende den :yd van vyftig Jaaren (*). Wanneer de Afgevaardigden van Holland nn deeze Hukken de beloofde opening (f) er Algemeene Staatsvergaderinge deeden, 'oegden zy 'er den hun bevolen aandrang levens , den Bondgenooten verklaarende, lat, gelyk zy, uit het een en ander, zouten moeten overtuigd worden van de aan- hou-  VERENIGDE NEDERLANDEN. ^ houdende zorg en belangloozen yver der Staaten van Holland voor het behoud en welzyn der Oost Indifche Maatfchappyë, en in het byzonder van de allergewigtigile Bezwaaren , waar mede dezelve, toen de anders zo natuurlyke als billyke gemeenfchapjyke hulp der andere Gewesten agterwege bleef, hunne Finantie, tot behoud dier Maatfchappyë , hadden belast, en welke Bezwaaren , zo wegens daadlyk uitgcfchootene Penningen, als ter oorzaake van het tusfchen beiden gellelde Crediet, voor enten behoeve van de Oost-Indifche Compagnie, zedert den Jaare mdcclxxxi reeds tot de aanzienlyke Somme van meer dan veertig Millioenen Guldens waren opgereezen; zy dan ook vertrouwen moesten, dat de Voorwaarde, waar atin zy eene verdere uitbreiding van de reeds zo verre uitgeftrekte pul» pe, hadden gemeend te moeten verbinden, in geenen deele gewraakt; maar door eene fpoedige Bekragtiging van hun Hoog Mog. bevestigd zou worden. Te meer, daar dezelve op niets anders uitliep dan op de Invoering eener daadlyke Verbetering in het Huishoudelyk Beftuur der Maatfchappyë, waar van ■ dus het voordeel op die Maatfchappyë zelve zou moeten t'huis komen. Terwyl deeze Verbetering by Staaten van Holland van dat gewigt en die noodzaaklykhcid was bevonden, dat zy zonder dezelve oordeelen zouden, zich voor God en hunne Ingezetenen onverantwoordelyk te zullen Hellen, indien zy hunne reeds zo zeer gedrukte Provinciaale Finantien, nog Yer- xxXViir. B O Ë K* i7U,  xxxvni, B O E K« i I I i i i i 94 DË RÉPUBLIEK DES. vefder, ter begunfiiginge def Omt-Iiidifcké Maatfchappyë, goedvonden te bezwaaren, Wyders, dat Staaten van Holland, ten völleh en in gemoede hier van overtuigd ,< zo zelfs, dat zy pok de voornaamfte Kosten , die op het in- te voeren verbeterde Belltmr loopert zouden, wel voor hunne Rekening wilden neemen, van de redelykheid en billykheid der Bondgenooten, wel niet konden verwagten, dat dezelve den anders onvermydelyken val der Oost-Indifchs Compagnie aan het iangef uitftel van eene Schikking, overeenkomftig met het billyk Verlangen van hun Ed. Gr. Mog. ingerigt^ eouden waagen; maar dat zy egter, te hunner eigene ontlasting, dit een ën ander nog tiader onder het oog der Bondgenooten hadi den willen brengen, zo ten einde daar door' 2ene laatfte poogingtot behoud dier Maatbhappye te doen* als om voor de geheete Natie een opzettelyk en ipreekend bewys tan den dag te leggen, dat zy niets onbesogt hadden gelaaten, om de Oost-Indifché Vïaatfchappy te behoudert, en derhal ven' volkomen vry waren van alle de naadeelige :n veruitziende Gevolgen, die uit een onverhoopt langer ophouden deezer zaake en len val der Compagnie, daar mede onafcheidelyk verknogt, zouden moeten voortdoeijen, eh dezelve alleen zouden' moetén aaten voor rekening en verantwoording van lie Gewesten, die door hunne tegenkanting n deezen, de oorzaak van dit alles zonden nogen weezen, betuigende, in dit geval, vel uitdruklyk, van daar in geen het min-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 95 fte deel gehad te hebben; maar, in tegendeel, meer zelfs dan de natuur van het Bondgenootfchnp vorderde, te hebben aangewend, om het gevreesde onheil, nog in tyds, voor te komen. Zo veel indruks maakte dit aandringend Vertoog, dat, by de Meerderheid van hun Hoog Mogenden, dit nader Plan werd vastgeftcld. Gelderland en Friesland verklaarden zich tegen dit Staatsbefluit, Zeeland in 't byzonder, en drong laatstgemelde Gewest aan, op de fpoedige befehryving eener Vergadering van Zeventienen in 'sGravenhaage, -houdende de Verbeteringen, door Staaten van Holland voorgefleld, voor eene Verandering in het Octroy van de Oost-Indifche Compagnie, waar toe, volgens de gronden der Unie, eenpaarigheid vereischt wierd (*). Overeenkomflig hier mede dienden Bewindhebbers der Oost-Indifche Compagnie] ter Kamer Zeeland in 't breede hunne Bezwaaren in over dit Staatsbefluit, beweerende, dat het flrekte om het Octroy van de Compagnie, by alle de Kameren gezameniyk van hun Hoog Mogenden wettig verkreegen, te midden in den loop van 't zelve , te veranderen, en om de Fundamenteele Conflitutie van het Lichaam der Maatfchappyë , om te keeren, by welke hun Hoog Mogenden, onder andere, met zo veel wysheids het getal der Bewindhebberen voor el* (*) Refol. Gen. 17. Feb. 17Sé. XXXVIH, 3 O E m 1766. Door de Vleerderleid oiii™ lelsd. Zeeland ;ant 'er achlegen.  XXXVIF. B OE K. J?86< 2es Heerun tot hei door Zeeland betv. iste vyf de DepartementVoor- en sangelteld. 96 DE REPUBLIEK DER elke Kamer bepaald hadden; en dat de thaitó by het Octroy vastgeftelde evenredigheid $ ten aanziene van dat getal H te eenemaal ver* looren ging. Waarom zy verzogten dat dit Staatsbefluit buiten kragt, of althans opgei'chort zou worden, tot zo lang hun Hoog Mogenden, aan de Zeeuwfche Bewindhebberen gelegenheid zouden gegeeven hebben, om zich te verantwoorden op de bezwaaren, die, ten aanzien van hun Befluur, het zy by hun Hoog Mogenden in 'c algemeen, het zy by de Leden van dezelve in 't byzonder, mogten huisvesten. -—- De Meerderheid hieldt de zaak voor afgedaan; de voorheen daar tegen zich kantende Gewesten bleeven by het toen ingebragte, Zee* land drong aan, dat ten minften de verzog* te Opfshorting mogt worden toegeflaan (*). De Gelastigden tot de zaaken van de OostIndifche Compagnie uit Staaten van Holland droegen eerlang, om het Nieuwe Plan in werking te brengen, als gefchikte Perfoonen, en voldoende aan vereischten in hun als Leden van het vyfde Departement gevorderd, de volgende zes Heeren voor? Mr. Adrianus Salomon van der Hoop, Bewindhebber van de Oost indifche Compagnie ter Kamer Amfterdam $ Georgb Severin, Jan Nicolaas van Êys, Otho Willem Falck, Elias Kraayvanger, en Jan Petrus Scholten. Onmiddelyk volgde de goedkeuring (*) Refol. Gen. 2, Maart  imilENIGDE NEDERLANDEN. $7 ïtag, ten aanziene van de eérstgemelden met de voorbehoudingen, dat hy onder de Bewindhebberen zou blyven in den rang, dien hy reeds bekleedde; als mede dat., Wannéér het Nieuwe Departement eenigen tyd in trein zou zyn geweest, het hem altoos vry zou daan 't zelve te verlaaten, eii by het openvallen eener plaatze, den dienst der Maatfchappyë in een der andere Departementen te gaan waarneemen, op den voet als alle andere Bewindhebberen. —Gemelde Heeren, aan hun Hoog Mogenden voórgedraagen, verkreegen hunne aanftelling. Dan niet zonder wederfpraak van Gelderland, Friesland, en boven aï Van Zeeland Staaten van het laatstgemelde Gewest Heien hunne hooggaande gevoeligheid blyken, wanneer zy, by het inwilligen van de Lasten op den Staat des Oorlogs, hunne Afgevaardigden deeze taal deeden voeren, „ dat hun Ed. Móg. 'altyd bereid zynde om met de overige Leden van het Bondgeè, nootfchap, in de Lasten van de Unie te helpen draagen, ook in deeze gevoe5, lens zouden blyven volharden zo lang dezelve Lasten werden Vergóed , door a, het wederkeerig genot der Voorregten, 3, wier Confervatie men met het aangaan der Unie beoogde, ten minden zo lang ,, hun Ed. Mog. zagen, dat dé handhaa3, ving derzelve, door Zeeland, by de ove- „ ri- (*) Réfoi. van Holt. 29. April. Refol. Gen. r3 Mey 1786. XIV. DEEL. G xxxvnr. BOEK* I786, Betoond misnoegen der Staatetó van Zee^ land.  98 DE REPUBLIEK DER xxxvm BOEK. I786", j „ rige Bondgenooten niet vfugtloos wiercl ,, gereclameerd, Dat hun Ed. Mog, „ zich thans op het punt vonden om, in „ de vreedige bezitting van deeze Voorregten, door de nieuw ingevoerde Directie' „ by de Oost-Indifche Compagnie, op eeyt ne wederregtlyke wyze, geturbeerd te worden, zy zich ook van dien tyd af, „ met allen regt, zouden kunnen onttrek„ ken van de onderlinge verpligdngen der ,, Leden van het Bondgenootfchap, waar „ onder geen van de mimle waren de Confenten in de Staaten van Oorlog, -—• Dan, dat hun Ed. Mog. om, zo veel s, mogelyk, alle verwarring voor te komen, zich van dit Regt, voor als nog, niec „ zouden bedienen, en diensvolgens te con„ fenteeren in de Betaaling der Militie en van de verdere Lasten van de Unie, be„ greepen in den laatst geformeerden Staat van Oorlog tot den negenden September „ aanfïaande. In verwagting, dat vóór-dien „ tyd, by de Bondgenooten aan de billyke „ klagten van dit Gewest over die Staats„ befluiten, op eene voldoende wyze, zou „ worden te gemoet gekomen: terwyl hun ., Ed. Mog. by onverhoopte ontllentenisfe „ hier van, zich, door dit gelimiteerd ConÜ fent, gevoegd by andere, in geval van „ nood, aan te wendene middelen, in de i, mogelykheid hadden willen Hellen, om, p, ten opzigte van hunne wettige bezwaa, ren , zich zeiven Regt te verfchaffen (*)." By (*) Not. van Zeel. 8. Mey 178Ó. Refol, Gen* o. Mey 1786.  Verenigde Nederlanden. By deeze dreigende Verklaaring, lieten Staaten vm-Zeeland het niet berusten. Welhaast verfcheen ter tafel van hun Hoog Mogenden een Staatsbefluit van dat Gewest, by *t welke alle de voorheen gedaane Tegen vèrklaaringen van de Zeeuwfche Afgevaardigden, betrekkelyk tot de Wettiging des Nieuwen Plans, en de Aanfleliing der zes nieuwe Bewindhebberen, gepreezen en goedgekeurd werden. Verklaarende Staaten van Zeeland „ die Staatsbefluiten te houden „ voor informeel, aanloopende niet alleen „ tegen de gronden van de Conflitutie dee- zer Landen; maar ook bevattende, on5, der den naam van Redres, en zodanige i, Maatregels, waar door de grondflag van ,, de vefeeniging der Oost-Indifche Com3, pagnie werd omgekeerd, en alle andere „ Regten en Eigendommen, onder Protec,, tie van den gemeenen Staat bezeten wor„ dehde, by confequentie los en onzeker w' werden gemaakt.'' Zy verzoeken, reden geevende van de gedaane Tegenverklaaringen, dat de Bondgenooten het oog geliefden te vestigen, op het eerfle Octroy, van tyd tot tyd verlengd, de Grondwet van de Vereeniging der onderfcheide Reederyen van Oost - Indifchen Handel, by 't welke door hun Hoog Mogenden eenige Punten waren Voorgèfleld, Punten van Ordre, Correspondentie en Gemeenfehap genoemd, aan welke, tot meerder aanmoediging, de Voorregten van een Seclufief Octroy, uit enkele gunst van hun Hoog Mogenden voortvïoeijende , waren G 2 yast- xxxvin. BOEK. 1786. Zy verkïanren de Befluiten j, ten opzigte van dat Nieuwe PI 311 genomen, voor van geencc waarde, Geeven dê redén hunner Tegen?erklaarin«?e op.  XXXVIH. B O E IC* I786. j 100 DE REPUBLIEK DÊR vasrgehegc. Dac in de eerfte, door deii Souverain van een vry Land^ even zo min verandering kon gemaakt worden, als dezelfde Souverain regt heeft om de Conditiën van een particulier Comptoir te veranderenden dat in de laat ft e zelfs geene verandering kon gemaakt worden, zolang het tydperk, ftaande 't welke die gunst was verleend, duurde, dat dien tyd verftreeken zynde, het dan eerst aan den Souverain ftondt, om de voorige betoonde gunstbewyzen al of niet te verkenen. Evenredigheid van Bewind was, als eene groote hoofdzaak, in agt genomen, zo by de eerde verleening van het Octroy, als by de Vernieuwing en Verbreeding van 't zelve. „ Op deeze Grondvesten," dus lieten zy zich hooren, „ was het heerlyk ,, Gebouw der Oost-Indifche Compagnie „ geftigt; een Gebouw, dat, wegens de „ wysheid van deszelfs Inrigting, de ver„ wondering van alle Eeuwen zou weg„• draagen; waaraan het wel gemaklyk viel „ nieuwerwetfche Veranderingen te maa* „ ken; doch die het werk der eerde Bouw„ meesteren niet zouden verbeteren/' Het voornaamde doelwit van deeze Grond-' wetten bleek terdond geweest te zyn, om ïan ieder. Departement een geëvenredigd bandeel te geeven in het Beduur der verïenigde Compagnie, en teffens te zorgen, lat geen der Departementen, door overwigï ?an Gezag, de andere in het Beduur zou tunnen benadeelen; ja dat zelfs het zamenjevoegde Bewind, door toezigt van Gecom-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 101 initteerden m de Deelgenooten , in eene geftaage oplettenheid op deszelfs verpligtingen tot welzyn der Maatfchappyë zou worden gehouden. In dien zelfden geest was het zo genaamd Haagfche Befogne vastgefteld. Omtrent andere Voorwerpen van aanbelang waar in andere Befognes werkten, was alles geregeld op eenen voet, die aantoonde mee welk eene zorgvuldigheid de Voorouders altoos gewaakt hadden tegen het overwigt van één Kamer. ,, Men hadt, huns oordeels, niet anders „ te doen, dan met deeze Beginzelen in „ vergelyking te brengen bet Nieuw zoge9, naamd Plan van Redresfen, door vier Gewesten ter Algemeene Staatsvergade„ ringe vastgefteld, wanneer terftond in 'e „ oog zou loopen, de hemelsbreede afwy„ king van den waaren Grondflag dar Ver-» „ eeniging van de. Maatfchappy, eeniglyk „ beftaande in de volduurende Evenredigheid „ in het Bewind, en het Toezigt der Deels, genooten op alles wat in 't zelve gebeurt." Vervolgens befchouwden zy het Nieuwe Plan uit twee voornaame oogpunten. Foor eerst ten opzigte van de Vermeerdering des getals van Bewindhehberen, zo in de Kamer Afnflerdam zelve, als in de Commisfien wegens die Kamer in de gemeenfehaplyke Befognes . der Compagnie. En lieten zy niet na hier op te merken, dat, behalven het flrydige met het Octroy, 't welk maar een bepaald getal in ieder Kamer toeHaat, ook de form van Aanftelling gedaan by hun Hoog Mogenden op de Benoeming G 3 der XXXVIII. BOEK. I786-.  102 DE REPUBLIEK DER xxxvni. BOEK. ï ( 1 ] i 9 3 der Staaten van Holland, rechtsreeks aanliep tegen het Regt der Deelhebberen om de Beftuurders van hun Eigendom zelve te benoemen , en niet overeenkwam met het Regt aan zyne Hoogheid den Heer Prins van O; "anje, als Opperbewindhebber en Gouverneur Generaal der Oost-Indifche Compagnie , door last en onder goedkeuring van hun Hoog Mogenden opgedraagen, om de Verkiezing uit de Benoemingen te doen, en dat de verpligting van deeze nieuw aangebelde Bewindhebbers om den Eed te moeien afleggen in handen van hun Hoog Molenden, zo geheel en al vreemd was, dat men vertrouwde dat zelfs geen Formulier /an zodanig een Eed ter Algemeene Staatsvergadering zou voor handen geweest zyn. — Ten anderen gaan zy, van "ftuk tot ftuk, jaa hot Werk, 't geen aan deeze nieuwe Bewindhebbers, in 't byzonder, zou worden tanbevolen, betuigen hunne verwondering wer den, huns oordeels, ongepasten Tytel van Departement tot de Indifche Zaaken, en neenen, dat het Werk niet dan zeer gebrek;ig door hun, volgens het opgegeevcn Plan, iou kunnen volvoerd worden. Waar op zy, 't geen wy woordlyk afchryven, laaten volgen. „ Dat de Heeren , Staaten van Zeeland deeze weinige trek? , ken genoeg oordeelden, om de totaale , Afwyking van het Nieuwe Plan aan te , too«en, terwyl zy hetzelve Plan in dit j, daglicht befchouwende, zich niet genoeg , koaden verwonderen, hoe hetzelve, in , goeden ernst kon worden "opgegeeven als „ een  VERENIGDE NEDERLANDEN. 103 9, een Plan van Redres der Oost-Indifche „ Compagnie, daar het de klaarlte kenmer„ ken droeg van te zyn een Plan van Om„ keering der Fundamenten van dezelve 9, Compagnie, dat, in zyne gevolgen zou „ te wege brengen, een overmagt van Ge„ zag voor de Kamer Amfterdam in het „ Beltuur der Indien; eene blindhouding der overige Kameren en der Hoofdparticipan„ ten, en waar door eindelyk de Meesterfchap van de Kamer Amfterdam, zich „ in alle de overige takken van het Bewind „• en den Handel, zodanig zou uitbreiden, „ dat aan Zeeland, °t welk zo groot aah„ deel gehad hadt aan- de Oprigting der 9, Maatfchappyë, niets meer zou gelaaten s, worden, dan de Clementie van de nieug, we Directie zou goedvinden. Dat, hoe zeer men ook moge denken 9, over de oorzaaken van den tegen woor„ digen gedelabereerden toeftand van de Oost-Indifche Compagnie, en over de minder of meerder noodzaaklykheid van „ Redres in de Directie ,• men egter altoos „ in h .oog moest houden, dat de vraag niet was in het afgetrokkene of 'er eenige Verbetering en Redres uoodig ware; „ maar of 'er zodanige noodig ware, die s, niet geëffectueerd kon worden zonder „ eene totaale verandering van het ganfche „ Lichaam? Met andere woorden, of niet „ alleen de Uitoefening - van het Bewind; 9, maar ook de vorm van dat Bewind, moest „ veranderd worden? Dat hier om» „ trent hun Ed. Gr. Mog. derzelver Sen» G 4 ti* XXXVIH. BOEK. 1786.  104 DE REPUBLIEK DER XXXVIII. boek, 17&6, 1 j » 3 9 93 „ timent hadden gemanifesteerd by de Re,, folutie van negen en twintig December „ mdcclxxxv, te kennen geevende , dat „ zy zich voldaan hielden, met den tegen* „ vvoordige vorm van het Beduur der Oost* „ Indifche Compagnie, en geen dringende „ oorzaak zagen om, geduurende den loop „ van het tegenwoordige Octroy, verande„ ring in dezelve te maaken , onder recom* „ mandatie aan Bewindhebberen om alle „ mogelyke attentie te hebben op de ver, „ betering en menage van Directie, zo in het „ Vaderland als in de Indien, voor zo ver„ re zulks met de Conftitutie en het waare „ oogmerk van de Oprigting der Maatfchap*. „ pye overeenkwam. „ Dat des niet tegenftaande, de Meer* „ derheid der Provinciën goedgevonden heb" , bende om in de Grondwetten van de , Asfociatïe veranderingen te maaken, die. , ukloopen tot nadeel van één der Sociis , of van één der Provinciën, welke door , het EtabMsfement van de Sociëteit onder , haar Gebied, een indirect belang by het; , bewaaren der Grondwetten verkreegen , heeft, hun Ed. Mogenden zich, op het , fterkfle, tegen zodanige Maatregelen zou, den blyven oppofeeren, en niet fchroom, den te verklaaren, dat, zo lang de , Regten van Particulieren Eigendom, in , dit vrye Land, gerefpecteerd mogten bly, ven, de Kamer van Zeeland niet ver> Ph'gt zou worden te pareeren aan Politi, que Dispofitkn, die zo zeer vervreemd , waren van de Voorwaarden, cp welks  VERENIGDE NEDERLANDEN. 105 dezelve zich met de andere Kameren, „ onder de Protectie van den gemeenen „ Staat, vereenigd hadt; en dat, byaldien „ de Meerderheid der Bondgenooten, tegen „ de klaarblykelyke billykheid derVertoogen, onverhoopt, goedvondt, by de genomen „ Refolutien tot Introductie van het meer„ gemelde Plan te perfifteeren, en deeze „ te doen executeeren, hun Ed. Mog. het „ zouden houden voor eene allergrootlte „ Violentie aan den Band der Unie, en „ de wettig verkreegene Regten der overi„ ge Bondgenooten; en dat, door zödani„ ge Demarches de Provincie van Zeelana „ zich geauthorifeerd zou vinden om ge9, bruik te maaken van haar onbetwistbaar „ Regt van Souverainiteit, en om eindelyk „ te zien na Middelen van Zelfsverdeedi„ ging, die efficacieus genoeg waren, om 5, haar en haare Ingezetenen Medeoprigters s, en Deelgenooten der Oost-Indifche Maat„fchappye, by het genot van Eigendom„ men en Regten te befchermen." Van dit Staatsbefluit zonden zy Afdruk,ken by rondgaande Brieven aan de Staaten der andere Gewesten, met ernftig verzoek om deeze zaak in haaren aart en gevolgen te willen overweegen, en met Zeeland de handen in een te flaan, om het herftel van eene zo kenbaare grieve te helpen bewerken. Ter Algemeene Staatvergadering bragi zulks geene verandering in de genomene Befluiten voort. Gelderland en Friesland hielden zich, als voorheen, op de zyde var G 5 Zee- XXXVIIÏ. BOEK. I786. Zenden dit Staatsbefluit aan de andere Gewesten. Dit brengt geene Vcr^ r anderingin het Befluit der Alge»-  1*6 DE REPUBLIEK DER XXXVIII, P O E K. 17815, me-ene Staaten te wege. Zie.rikzees en Fiïsfingem gevoelen over den rondgaandenBrieye. j ] Verbod in Zeeland aan Be- « "wiudbeb- t beren , 01a \ te verfchy- ^ nen in eenige Vergadering V niet op den ^ ouden voet belegd. 0 Zeeland. Waar egter de Stad Zierikzee, overtuigd van de noodzaakiykheid van Verbeteringen 't Bcftuur, eenige Veranderingen in 't Nieuwe Plan voorflueg, gelchikt om de evenredigheid van de onderfcheide Kamers in alle de Befognes te bevvaaren , en wilde, dat het dreigend S'ot zou agtergelaaten worden, als 't welk alleen ^kon lirekken om de Gefchiilen tusfchen Holland en Zeeland te vermeerderen, In ftede van die flerke uitdrukkingen , welker volvoering misfehien onmpgelyk zou zyn, wilden zy aan hun Ed. Gr. Mog. voorgeflaagen hebben om het onderzoek deezer zaake te verzenden, aan een Befogne, befïaande uit Afgevaardigde Staatsleden dier beide Gewes:en, om een Plan, tot onderling genoegen $ei Kameren, te beraamen, \ welk dan vastgefteld zou kunnen worden, Vlisfir.gen vas niet vreemd van dit denkbeeld der Zie■ikzeeënaaren; dan eene groote Meerder* icid Hemde in het afzenden des boven ge)laatften Briefs (*). 'Deeze beide Steden hadden ook gaarne ;ezieh ! het agterblyven eens Staatsbefluits. sr Zeeuwfche Staatsvergaderinge genomen, raar by de Staaten den Bewindhebberen an de Kamer Zeeland aangeichreeven, dat y aan de Befluiten ter Algemeene Staatsergadering genomen, niet gehouden waren, n men, in tegendeel, hun wel uitdruklyk ;rboodt, te verfchynen in eenige Vergade. rin» (*) Not. van Zeel. 24. April en 8. Mey. Re 15. Mey 1786.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 107 ringen of Befognes, de zaaken der OostIndifche Maatfchappy betreffende, zamengefteld op eenen anderen voec, dan volgens de oorfpronglyke Grondwet, en het beitendig Gebruik, behoorde te gefchieden (*), Dit Verbod baarde der Vergaderinge van Zeventienen, in Slachtmaand, ter voorzittende Kamer Amfterdam befchreeven, niet weinig verlegenheids. De Afgevaardigden uit Zeeland, met die der andere Kameren te dier Stede verfcheenen, gaven vooraf opening van den last hun gegeeven , om zich in geene Onderhandelingen, de algemeene zaaken der Oost-Indifche Maatfchappyë betreffende, in te lsaten 'met de Bewindhebberen van het vyfde Departement der Kamer Amfterdam, om uit de Vergaderingen, waar in die Bewindhebbers tegenwoordig zouden zyn, op te ftaan, met Protest tegen alles, wat by die Vergadering, in afweezigheid van de Kamer Zeeland, zou worden verligt. Twee Leden van dit Nieuwe Departement waren, ingevolge van het Nieuwe en by Meerderheid van hun Hoog Mogen, den vastgeltelde Plan, benoemd tot het bywoonen deezer Vergaderinge. Om zich uit deezen maaiftroora te redden , oordeelde de Voorzittende Kamer het voorzigtigst, de Opening der Vergadering van Zeventienen eenige dagen te verfchmyen; ten einde, in dien tusfchentyd, gelegenheid te hebben, om hun Hoog Mog vat (?) N«t. van Zee?. 12. Mey 1786. KXXVIïï. BOEK. I786. Verlegenheid hier uit gebooren ter Vergadering van XVII. De Vergadering uitgefteld, en deswegen hun Hoog Mogenden geXchrseven.  108 DE REPUBLIEK DER XXXVIII. boek. 1786". lïefluit van ïiun Hoog Mog. dat de Verga- 1 dering, ] volgens het < Nieuwe ( Plan zou Voortgaan. l. \ d d v Zee/ands Teixenver- j klaaring. ^ z te si te b< vs ai: W! de rir de van dit vreemd beloop kennisfe te geeven ; en teffens te verhoeden, dat inmiddels, door het uitbrengen van den Last van de Kamer Zeeland, en het daar op volgend verhaten van de Vergadering door de Afgevaardigden van die Kamer, de zaaken niet uit haar geheel gebragt wierden. Zy verzogten het joedvimien van hun Hoog Mogenden te mogen weeten, hoe zich in deezen te geIraagen. Ter^ Vergaderinge van hun Hoog Mogenlen hielde men zich aan het Befluit, 't welk le Zitting der Heeren uit het Nieuwe Dewtement wettigde, en dat, diens volgens le Afgevaardigde Bewindhebbers ter Vergalering van Zeventienen, op den nu bepaalien dag, met hunne Raadpleegingen zouden oortgaan; en zou alles wat te dier Verga eringe beflooten werd, niet tegengaande e Afvveezigheid van eenige Leden, voor rel en wettig worden gehouden. Een Befluit eigenaartig te wagten; doch :>or Gelderland en Friesland" gewraakt: rwyl de Heer van Citters, wegens zeiand voorzittende, weigerde het zelve op maaken; waar pp de Heer van Wa$:naar Starrenburg, het Voorzit-, rfchap in de voorige week bekleed heb:nde, dit verrigtte. De Afgevaardigden n Zeeland verzetten zich daar tegen ten erflerkllen, zagen het Befluit aan als onïttig, van geene waarde, genomen tegen gronden van de Unie, van de Regee-* g, en aanloopende tegen alle goede Or. Zy behielden aan zich zodanige Aao- te«  VERÊNIGDE NÉDERLANDEN. tbp tekeningen en Maatregelen, als Staaten van Zeeland noodig zouden oordeelen; de nadeelige gevolgen, welke daar uit ongetwyfeld moesten voortvloeijen overlaatendd ter Verantwoording der zodam'gen, die daar toe hadden medegewerkt, zich voorts beroepende op alles Wat reeds doör de Staaten huns Gewests tegen de Oprigdng van dit vyfde Departement was ingebragt (*). Staaten van Holland, de groote Bewerkers deezer Veranderinge in het Beduur der Oost-Indifche Maatfchappyë, lieten den breeden Brief der Staaten van Zeeland, daartegen ingerigt, geenzins onbeantwoord. De Heeren wegens Holland in deeze zaak benoemd, bepaalden zich om dien, vari ftuk tot ftuk, te overweegen, en te wederleggen. Zy merkten op, dat die van Zeeland, by hunne gemaakte onderfcheiding(f), hadden behooren aart te toonen de onbevoegdheid van eenen Souverain, om, ziende dat een Lichaam van die uitgeftrektheid en invloed voor het belang van het ganfche Gemeenebest, als de Oost Indifche Compagnie, ert dat buiten ftaat was, zich langer ftaande te houden, zonder den onderftand, die door defzelver Beftuurdcren van deti Souverain verzogt werd, dien onderllartd toe te zeggen ert te verleenen, op zodanige Voorwaarden, als hy, tot beter inftandhoUding van dat Lichaam, noodig oordeelt. — Dat (*) Refol. Gen. 9. Nov. 1786. Cf) Vergelvk hier mede den Brief van Zeeland hieï boven bl. 99. XXXVÏlt BOE K. 1^86. Staateniaü Holland beantwoordenden Brief van Zeeland,  iio DE REPUBLIEK DER. XIXVÏTI. BOEK. i . i i Dat ieder Particulier,- om byftand van Penningen wordende aangefprooken, een geiyk regt hadt. 't Welk te meer plaats vondc in zodanige gevallen, waar in geene weezenlyke Veranderingen in het Conititutioneele van zodanig een Lichaam werden ingevoerd, en byzonder wanneer het grootfte gedeelte der Belanghebberen, zich die Veranderingen laaten welgevallen, gelyk die der Hollandfche Kameren, of drie vierden der Belanghebbenden, zich tegen deeze Veranderingen niet hadden aangekant. Vreetnd moest het voorkomen, dat door de Kamer Zeeland, daar tegen zwaarigheden ingebragt, en door de Staaten van dat Gewest aangedrongen wierden , daar die Kamer, zedert veele Jaaren, eenige Millioenen aan een der Hollandfche Kameren fchuldig was, en die zonder het genot deezer Penningen, en dus indirect zonder hulp van hun Ed. Groot Mog. reeds lang zou hebben moeten ophouden met bqtaalen; daar men", in tegendeel veel eer hadt mokert verwagten, dat de Staaten van Zeelandi lie, ten yoordeele der Algemeene OostIndifche Compagnie, zo hier te Lande, als' looxlndie, genoegzaam niets, in vergelyking ran hun Ed. Groot Mog. hadden verftrekt, :enige Deference zouden hebben betoond roor het begrip van die hunner Bondgenoot en,door wier kragtdaadige hulp en byftand, lat Heerlyk Gebouw der Oost-indifche Compagnie tot op deezen dag was ftaande' ;ebleeven. Zy vaaren voort met aan te wyzen, op* wel-  VERENIGDE NEDERLANDEN, in op welke onvaste gronden, de Tegenfpraak der Staaten van Zeeland berustte toonende dat de behooreiyke Evenredigheid, haar welke de Maatfchsppy was opgerigc, door dit Plan niet verbroken wierdj als mede, dat de nu gemaakte Veranderingen niet uitliepen ten nadeele der Hoofddeelhebberen , zo beëedigde, als anderen. Met ililzwysen gingen zy voorby het bewys uit het Regt van Verkiezing van den Heer Opperbewindhebber ontleend; dewyl dat Regt alleen betrekking kon. hebben, op dat getal van Bewindhebberen, 't welk ten tyde der gedaane Opdragt beftondt. Inzonderheid gedagten zy, dat, met opzigt tot de'Vergade* ring van Zeventienen, de Evenredigheid, welke voorheen plaats hadt, door de Invoering van het Plan niet werd verbroken; daar, even ais te vooren, acht Heeren van Amfterdam verfehemen; weshalven het een vreemd aanzien hadt;, dat de Kamer van Z.eeland geweigerd hadt, op de thansbyeen zynde algemeene Vergadering, te verfchynen. Op de gronden in deeze Ophelderingen gelegd, fchreeven Staaten van Holland te vertrouwen, dat de Bezwaaren zouden zyn weggenomen, en dat Staaten van Zeeland niet zouden twyfelen om tot het Befluit van hun Hoog Mogenden, betreffende het vyfde Departement, toe te treeden, en daar door voor te komen verdere verwyderingen met eenen Bondgenoot, geneegen om de oude betrekkingen te bandhaaven, en meer en meer aan te kweeken. xxxvm BOEK.  iia DE REPUBLIEK DER XXXVIH, boek. 1786*. Zy voegen 'er woordlyk by. „ En, niet tegenftaande wy Ons niet kunnen voorftelleu, dac het nieuw geëtablisfeerde De» s, parcemenc by de Kamer Amfterdam ee,3 nige prejudicie aan andere Kameren zal 33 kunnen toebrengen, maar, in tegendeel,j, merkelyk tot den bloei en welwaard def ,, Maatfchappyë contribüeeren, zo willen „ Wy nogthans niet afzyn, om, tot een „ doorflaande blyk onzer Welwillenheid, U 53 Ed. Mog. voor te draagen, ten einde 5, met ons gezamenlyk het. ter Generaliteit ,3 daar heen te helpen dirigeere'n, dat Be,, windhebbers mogten Worden aangefchree,, ven, om de Refolütie van' de Vergade3, ring van Zeventienen, van den zestienden „ January mdcliv by bovengemelde onze Refolütie geallégeerd, voor zo verre daar „ by het ftemmen Kamersgewyze in de Be-* „ fognes, op den voet der Haagfche Be* i> fognes te zamengefteld, is gereguleerd, weder in gebruik te brengen ,• terwyl Wy verder geene zwaarigheid maaken rond„ borstig te declareeren, gaarne geneegen 3, te zyn, om: de concert met U Ed„ Mog. „ ter Generaliteit verder zodanige Arrange„ menten te helpen maaken, waar door, „ tot volkomen genoegen van U Ed. Mog.* ,3 zelfs alle fchyn van overwigt van de Ka=* 3, mer Amfterdam boven de andere Kame* s, ren zou kunnen worden weggenomen; „ mits maar het getal van Bewindhebberen 3, in de Befognes, by de gemelde Refolu3, tie van hun Hoog Mogenden van den 5, zeventienden Febfuary laatsdeden, nïetf „ WOJ*  \TLRENIGDE NEDERLANDEN. 113 worde verminderd; maar langs den weg eener Vermeerdering van Bewindhebberen, uk andere Kameren gebragt in de '„ proportie, waar in dezelve zieh vóór „ dato deezer Refolütie bevonden heb., ben (*). Zo veel ingangs vondt dit fchryvenby Staaten van Zeeland, dat zy dien Brief, met het Staatsbefluit, hun toegefchikt, verzonden aan een Commisforiaal Befogne, te houden met eenige Gecommitteerde Bewindhebberen van de Oost-Indifche Compagnie ter Kamer Zeeland (f). . . . Groot waren de naadeelert geleden by de Bezitters der Actiën van de Oost-Indifche Compagnie, in het tydverloop-van drie jaaren , in 't weik geene üitdeeling op dezelve gefchied was. Dit verwekte fehaa'sheid by veelen, gewoon uit die Aandeelen 'sjaarlyks geene geringe Inkomflen te trekken; Doch nergens ontftondt hier uit grooter verkoenheid dan by de Joeden in de onderiland hunner Armen en Behoeftigen. Dit bewoog de Paraafeins van de Portugeefche Joodfche iSaiie^ reeds in het verloopen Jaar,, zich met een Verzoekfchrift te wenden» tot hun Hoog Mogenden, met bede, dat het hun behaagen mogt, fchikkingen te maaken en middelen te beraamen, dat aan de Deelhebberen der Oost Indifche Maatfchappyë, hoe eer hoe beter, eene 'üitdeeling op derzelver Actiën mogt worden afgegee- ven^ (*) Refol. van Holl- I. t>ec. 1786*. (f) Not. van Zeel. H Dec, wSöi , XIV. DEEL. H XXXVlffi B O É Ki 1786. Dë zaakby Zeeland in nader over* wceging genomen. Ongelegenheidw aar in dé Armen der Joodfche Natie zich bevonden ^ door het agterblyven der Üitdeeling gen.  xxxvin B O E K. Zyne Hoogheid ftaat zyn Aandeel ii de beraam de Uitdce' ling aan di Armen af (*) Rsful. van Hoïl. i5. Jaa. i;8ö0 114 DE REPUBLIEK DER . ven; een einde zy daar door in ftaat gefield mogten geraaken om in den dringenden nood hunner Armen, en het onderhoud van een allergrootst aantal van behoeftige Weduwen en ongelukkige Weezen hunner Natie, welke uit die Üitdeeling moesten beftaan, en by gebreke van dezelve tot den bedelzak zouden moeten vervallen, eeniger maate te kunnen voorzien. Zy fmeekten Staaten van Holland om dit Verzoek ter Algemeene Staatsvergadering te onderfteunen, of wel daar omtrent zodanige Voorzieninge te doen, als hun Ed, Gr. Mog. naar derzelver Vaderlyke zorge, voor het behoud hunner Oaderdaanen, waar van hunne Natie, in zo veele voorvallen, ook de gtmftigfte blyken hadden mogen ondervinden, behoorlyk oordeelden (*). De overweeging deezer beklaaglyke omftandigheden, waar in byzonder de Joodfche , Armen, door het aanhoudend gemis dier Uitdeelingen gebragt waren , hadt ter Voor; jaars Vergaderinge van Zeventienen deezes Jaars, op de raadpleegingen het ftuk der Uitdeelingen betreffende, zo veel invloeds gehadt, dat zy eene Üitdeeling vastftelden. Bewindhebbers der Oost-Indifche Compagnie ter Kamer Amfterdam hadden aan zyne Hoogheid eene Opgave doen toekomen, van het geen de Joodfche en andere Diaconie Armen; volgens de Compagnies Boe ken, bevonden werden , gemist te hebben, door  VERENIGDE NEDERLANDEN. ii$ door een drie jaarigen ftilftahd der Üitdeelinge, die Üitdeeling gerekend op Twaalf fen een half ten Honderd. Waar op hy goedvondt om van het aeht en dêrtigfte gedeelte hem toegekend* in de beraamde Üitdeeling, voor dit Jaar*1, de fom van f 179^3-19 -8 te befchikkefii om uic t(? keeren aan de gemelde Armen, op denzelfvoet en in gelyke evenredigheid, als het gemis voor ieder hunner, in een Jaar, bedraagen hadt Een foortgelyk geval, als in den Jaare mdcclxiv, het Oost-Indisch Schip Nyén burg bejegende (f), kwam thans het na China beftemde Schip Barbefieiri, gevoerd door Capitein C. van Vlaanderen, en van Middelburg gezeild, over. Honderd vyftig man Luxenburgfche Kfygslieden Verwekte eenen opftand. Den zevert en twintigften van Slachtmaand, maakten zy zich meester van'de Geweerkisten , dreigden de Officiers te vermoorden, braken vier Kisten met Geld op, en poogden, zd dra zy land ontdekten, van het Schip te ontkomen, en den geroofden buit mede te voeren. —-— Het viel voor op de hoogte van Duim. Een Engelfche Kustbewaarder böodt, of de ontdekking, dat 'er iets euvels gebeurd was, den verzogten byftand, en doordien! befchikking werden 'er negen en zestig, die na de Franfche kust poogden te vlugten. doo: (*) N. ftedert. Jaarb. 1786. bl. 656. (f) Zie onze Kadert. Hist. ten onmiddelyken vet' volge op Wagenaar XXIII. D. bl. 302. H 2 xxxviïi. BOEK. I78& Opftand op het O. I. SehipS*»-beflein.DeMuitelingen in Engeland gevangen ge* zet.  ti6 DE REPUBLIEK DER boek, l/M. t)s Gevangenen van Mfigeiand vcrzngi cn verkreegen. 1 < f l 1 ] 1 1 < ] door een gewapende floep agrerhaald, eti in het Kasteel van Sandows hi hegtenis ge-> zet ; van die-het gelukt was den Êngelfc/ten wal te bereiken, werden'er nog twaalf geagterhaald en mede gevat, liet geroofde Geld, by huif gevonden, werd den Capitein weder ter hand gefteld, die op de reece van Duins, van de Kamer Zeeland last kreeg de voorgenomene reis voort, te zetten, naa dat hy, met de Officieren, van zyn Schip de noodige Verklaaringen van dit voorval zou opgemaakt en overgegeeven hebben, met agterlaatjng van de in Engeland gevatte Muicelingen. De Heer vanLynden, Extraordinaris Envoyé ten Hove van Groet-Brittanje, gaf des hun Hoog Mogenden berigt. Een Fregat en Kotter werden hier op na Duins afgevaardigd om de gevangenen herwaards te brengen. — Door 's Lands Capitein Smaaze uit Duins onderrigt, dat 'sKolings Raad niet hadt kunnen goedvinden, le Misdaadigers aan bun over te leeveren, tit vree ze van gevolgen; doch dat men ieeze Muitelingen, door de Wetten van Iroot Brittanje zou doen oordeelen, in jeval men wilde bezorgen, dar 'er behooelyke Getuigen van het Schip Barbefiein vierden opgehouden , om de gepleegde pisdaaden in het Geregtsbof te bewyzen, 'onden bun Hoog Mogenden goed, door mnnen Envoyé, mét dankzegging voor de jeweczene dienften m het agterhaalen, vatten :n gevangen houden, de overgaave te verzoeken en uit te werken, \ Geen gefchie'dde. 's Lands  VERENIGDE NEDERLANDEN. 117 's Lands Capitein C. j. Blois van Treslong met het bewind over deeze afhaaling bekleed, hadt bevel om de Afgehaalden na de reede van Flisfingen te voeren; ten einde voor de Admiraliteit van Zeeland te regt gefteld te worden. Dan by deeze rees eene zwaarigheid. Zy vreesden, wegens deeze Regtsplêeging, in gefchil te zullen geraaken met den'Bailj'uw der Wateren van Zeeland, die uit hoofde van zyn Lastbrief, deeze Gevangenen denklyk zou eifchen, gelyk hy ook, op last der Staaten van Zeeland, deedt. By hun Hoog Mogenden werd begreepen, dat deeze eisch niet welvoegelyk kon gedaan worden, zy toonden zulks aan èeZeeuwfche Admiraliteit; dan, zonder de gronden van dien eisch toe te ftemmen, bellooten zy den Capitein te gelasten, de Gevangenen aan den Waterbailjuvv over te leeveren , buiten kosten van d*n Lande. Hier haaperde de overgifce; en verzogten Staaten van Zeeland hun Hoog Mogenden Order te willen ftellen, dat de Schepen met de Gevangenen aan boord, hoe eer hoe beter, van hunne Stroomen zouden verzeilen; ten einde dezelve over te leeveren en te regt te ftellen buiten het Grondgebied van c?at Gewest, daar en zodanig als zy zouden goedvinden: waar omtrent zy zich geene par.y zouden ftellen. Hun Hoog Mogenden namen dit euvel, en bcflooten deeze zaak , ter afdoeninge aan den Zeeraad op de Maaze over te geeven; onder toezegging om de kosten daar op vallende, naa den afloop der zaake, te * H 3 be- XXXVIII. boek. I786'. Zwaarigheden in Zeeland teq;en de te regtftelr ling. De Admiraliteit op de Maaze neemt deeze zaak op zich.  ïxS DE REPUBLIEK DER xxxviii. boer.. I786. Sfraijnefe- betaalen. De Admiraliteit op de Maa~. ze nam onyerpligt dit onaangenaam werk op zich, en benoemde tot het Onderzoek een Krygsraad, beftaande uit zeven Lands Capiteinen en één Secretaris, die het Officie Fiscaal by den Krygsraad waarnam, Mr. Marinus Hoog. Langen tyd duurt den de ondervraagingen, uit hoofde van dé moeilykheid der Verhooren, die grootendeels in 't Fransch en Hoogduitsck moesten gefchieden, en dat de Gevangenen aan. 't Scheepsboord niet altoos zo zeer van den_ anderen afgezonderd als in de Gevangenisfen te Lande, maar al te veel gelegenheids wisten te vinden, om met elkander te fpreeken. Hun toeftand was in tusfchen beklaaglyk, en eene ftraffe op zich aelven. Hunne Kleederen verfleeten, door de langduurigheid dermaate, dat ze bvkans naakt ten verhoor kwamen, en daar in raad verfchaft werd, als mede ter voorkoming van 2iektens. Meer dan een jaar leedt het eer alle de (lukken konden overgeleeverd, en ingevolge van dezelve Vonnis geflaagen worden, 't welk in Louwmaand des Jaars mdccxxxxviij, gefchiedde, met eene ftaatlykheid aan zo zwaar eene Regtscefening voegende, en die, om de zeldzaamheid, hier melding verdient. De Admiraliteits Raaden Sebastiaan van Nooten, en Augustinus VASf der Crap, met den Raad en Advocaat Pi eter Paulus, welke laatstgemelde, in dit omflagtig geval, zich oneindig veel moeite gegeeven hadt, en de Secretaris Paulus van; der Heim, vervoegden zich  VERENIGDE NEDERLANDEN. 1x9 zich den twaalfden van Louwmaand, na Helvoet (luis, om aldaar, in by weezen van de Leden, die den Krygsraad hactdcn uitgemaakt, de crimineele Vonnisten by denzeiven geweezen, door zyne Hoogheid en Raad bekragtigd, te volbrengen. — Op •s Lands Wagtfchip Schiedam gefchiedde , dien eigen avond, de aanzegging des doods aan vier Misdaadigers by monde van den Heer Paulus, ten aanhooren van elk die het begeerde. Den tot de doodltraf veroordeelde ft-ondt men toe gebruik te maaken van den Fran fchen Predikant uit den Briel, en den Predikant des Zwitzcrfchen Regiment» in Helvoet/luis in bezetting. De twee volgende dagen werden befteed in hel uitbrengen der Vonnisfen over alle de overige Misdaadigers, wederom op sLand: Wagtfchip, waar de Commisfie van hut Ed Mog. mitsgaders de Leden van der Krygsraad aan een ronden tafel gezeten was en de toegang tot het Schip voor lede openllondt, , , Op den dag der Strafoefening, werd vai •sLands Magazyn de Roode Vlag gehees fen. Het Schavot wag ter zyde van he Wagtfchip, waar op de Gevangenen zie bevonden, op het Oosters Hoofd geplaatsi Op 't zelve verfcheen eerst de Geweldig Provoost-Generaal der Admiraliteit op d Maaze, met één de Chirurgyns van hc Wagtfchip, de twee Franfche Predikante en den Leeraar vmHelvoetjiuis, welke laa fte het openbasr Gebed voor de veroo deelden zou uitftorten; alleen gevolgd dot H 4 61 XXXVIH. boek. t l i c 1 2 t tl  xxxviii, JJ O E K. Ï786, j 1 ( t i c t: v tn C c h mo DE REPUBLIEK DER eenige des Raads Heibaarfc, die met hun, ne Hellebaarden rondsom het Schavot werden geplaatst, Naa de byzondere gefprekken met de ten dood gevonniste», en het tWdCn ? L— Vier werden 'er met den koorde seftraft en opgehangen; zes met den ftrop om den hals, en nog zeven zonder dezelve ftfcmrM: met roeden gegeesfeld, gebrandmerkt, en voor onderfcheiden tyd van vyftig en minder Jaaren vastgezet, en voorts gebannen. Negen en twintig ondergingen alleen de Geesfeling, eemgen met bygevoegden uitbanning voor altoos, of voor meerde? of min. der Jaaren Vyf werden hun Gevangenis .oor ftraffe toegerekend, en zy verweezen am aan boord van een der Lands Schepen net een getal van flagen gelaarsd te worden \ Je Strafoefening der overigen van eene gechiKte pmats aan te zien, en den tyd, vaar toe'zy zich verbonden hadden, uit te henen Dk laatfte moesten ook zeven doen, Heenlyk veroordeeld om de Strafoefening s aanfchouwen. Eén wierd van Sergeant x Soldaat verlaagd, en moest, dus verneerd, zyne dienstjaaren volbrengen. Zes en xverden van alle Crimineele Procedures rygefprooken, en op vrye voeten gefteld nts zy hun tyd uitdienden. Vjer der ïevangenen waren intusfehen geftorven, en én hunner was, zyne boeijen verbrooken ebbende, over boord gefprongen en ver■onken. 0 ■ Zonder eenige dc minfte ongeregeldheid lie?t  VERENIGDE NEDERLANDEN, i»t liep de Strafoefening af aan zulk een aantal Misdaadigers ; alle voorzorgen daar tegen waren genomen, zo door het onder de wapenen houden der Helvoetfluifche Bezetting ais door den byftand van eenige Ruitery, ten dien einde van zyne Hoogheid derwaards gezonden (*). Zints lange hadden de' vry Burgers aan' de Kaap de Goede Hoop zich gedrukt geoordeeld door de Bedienden der Compagnie, en daar over geklaagd (f), zonder becerfchap te erlangen. In den Jaare mdcclxxxiv deeden zy een Voorftel aan alle waare Patriotten, Voorftanders van Regt en Geregtigheid en Vryheidminnende Burgers aan de Kaap, om de klagten in den Jaare mdcclxxix uitgeftort, welke onherlteld gebleeven waren, te vernieuwen; en, om dit op de veiligfte wyze te doen, twee of drie bekwaame lieden, uit hun midden na het Vaderland te zenden, om by den Souverain, de ontheffing te bewerken van het juk der Ariflocratifche Slavemy, waar onder zy, gelyk zy fpraaken , gebukt gingen. Doch, eer dit te bewerkftelligen, wilden zy de komst des nieuw verwagt wordende Gouverneurs van de G k. a a f f afwagten, en gingen eene fchriftlyke verbintenis aan, de belofte behelzende, ,, om nimmer hunne (*) Refol. Gen. 6. 8- ii. 12. 14. 15. 18. en 22, Bec. 1786. 16, Maart en 23. April 1787. Not. vJÏ Zeel. ti. en 18. Dec. 17SÓ. ió- April 17S7. en Me iiegedeelde Berigten. (-b Zie 0112e Kadert. Bist. V. I). bl. 332. H 5 XXXVIH. boek, Verbinte- nis eenigev Burgeren aan de Kaap de Goede Boop wegens deBe* zwaaren.  XXXVIII. boek. 1785. Drie Afgevaardigdenvan de Kaap leeveren by hun Hoog Mogenden een Verzoekfchriftih. 122 DE REPUBLIEK DER „ ne. goede zaak te laaten vaaren j maar de„ zelve, om dat ze goed en braaf was, „ naar zyn beste vermogen, door een eer„ lyk gedrag, te onderlteunen, en te be« „ hartigen, om dezelve, met Gods hulpe, „ tot een gewenscht einde te brengen, ter„ wyl de Ondertekenaars teffens by hunne ,, Naamtekeningen de fommen voegden, n welke zy ter onderfteuning van hunne „ goede zaak, edelmoedig geeven wilden, „ zich verpligtende om die fommen, bin„ nen veertien dagen, naa de komst des „ Gouverneurs, by de bevestiging van den ,, nadeeligen uitflag hunner zaake, ten huii» ze te "brengen en in handen te Hellen ,, van hunne Medeburgeren.", Eene Verbintenis , welke, om veele gewigtige ■edenen, de Ondertekenaars op het plegügst beloofden, voor eerst, geheim te houden (*). Drie van de Ondertekenaars deezer Verbintenisfe, Joannes Roos, Joannes Henricüs Redelinghuis, en Joannes Augustinus Bresler, ontmoeten wy als Inleevera'ars van een Verzoekfchrift by hun Hoog Mogenden , voor zich zeiven en als Gecommitteerden van de klaa? gende Burgery van de Kaap de Goede Hoopy door dezelve gevolmagtigd in Lentemaand d'es Jaars mdcclxxxv, vertoonendc, dac, niet tegenftaande hunne herhaalde klagten lan de Bewindhebberen der Oost-Indifche Com- (*) Pnst van den Neder-Rhyn XI. D, bl. 511, verv jcleeken met bi, 566,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 123 Compagnie, zo door hun, ais door hunne Voorouders gedaan, geene Fundamentecle Wetten of Infteilingen aan de Kaap voor handen waren, waar door het Gezag en de wederzydfche Verpligting van de Overheden en Regeerders aan de eene zyde, en van de Ingezetenen, aan hun Beftuur onderworpen , van den anderen kant, naauwkeurig bepaald werd, en op eene duurzaamen voet gevestigd. Dat de twee aanzienlykfte Collegien daar te Lande, zynde de Raaj van Politie, of de Hooge Regeering, en de Raad van Juftiiie, of het hoogde Geregtshof, tot op het tegenwoordig oogenblik, niet voorzien waren van lnftructien of Berigtfchriften, die derzelver Gezag er Pligt bepaalden. Dat 'er wel, ten opzigtc van eenige Punten van Beklag, van hei rainfte belang, eenige Voorzieninge was ge daan, maar dat de meeste weezenlyke Be zwaaren, raakende het Politiek Beftuur de; Volkplantinge, de Bediening der Jiiftitie en de Middelen van Beftaan der Ingezete nen, geenzins waren herfteld. Dat de Kaapfche Burgers, intusfchen gezien hebbende van hoe weinig invloed en uitwerkings, hunne gedaane Klagten b Bewindhebberen der Oost-Indifche Compag nie geweest waren, vertrouwd hadden, al nu hunne toevlugt te mogen neemen tc hun Hoog Mogenden. Voorneemens zynd om welhaast, de gewigtige redenen, van Be zwaar en Klagten hunner Medeburgeren geftaafri met bondige en overtuigende be XXXVIH. BOEK, } » 3 ï S t, i 1  124 DE REPUBLIEK DER XXXVIII, BOE K. 1786". Zorgdraagcm, V'oorftd dier Kaapfche Surgeren. i « i i \ i 1 i l d ti 8 wyzen, onder het oog van den Souverain te brengen. Middelercyl waren zy onderrigt, dat de Vergadering van Zevendenen, thans te Amfterdam eenen aanvang genomen hadt, en niet zonder reden bedugt, dat Bewindhebbers, by die gelegenheid, befchikking zouden mogen maaken over den thans opengevallene Post van Independent Fiscaal, °en dat daar door aan den Burgerhaat, die'bezield was met het gegrond vertrouwen, dat hun Hoog Mog. by het onderzoek van hunne Bezwaaren, bevinden zou, dat die Be-, diening, op den voet zo als dezelve was in?erigt, reden van rechtmaarig Beklag opleverde, een daadlyke grief zou worden toegebragt. Zy verzogten, daarom, aan hun Hoog Vlogenden of eenigen uit derzelver midden, laar toe gelast, de redenen van Bezwaar n 't algemeen, zo ten opzigte van de Beliendèn der Compagnie in de Volkplanting tan de Kaap, als ten aanziene van de Be*" lisfmg door de Bewindhebbers der Oost'nuijche Maatfchappyë, uitgebragt op de oorheen gédaane Klagten, by derzelver Be:uic in Wintermaand des Jaars mdcolxxxiii , evens zodanige Hukken, als zy verder Honen in te leeveren, te hooren, te onderocken, en deswegens eene uitfpraak ten esten der Kaapfche Burgéren ie doen. — 'leer bepiald was hun verlangen, dat aan e Bewindhebberen , thans ter Vergaderinge : Amfterdam by een, door hun Hoog Moeüden zou worden aangefchreeven, om d nog niet verklaard; en werd, op deezen naderen aandrang der Bewindhebberen niet meer gedaan dan die Gewesten te verzoeken zich daar toe bekwaamen (*). — Middelerwyl wareneer Stukken den toelland van dn Kaap betreffende, ingekomen, zo van den Heer van Pletutenberg, zints den Jaare mdcclxxï Gouverneur dier Volkplantinge, in den voorleden Jaare in het Vaderland te rug gekomen, als van den toenmaaligen Gouverneur van de Graaff; de eerfte werden ter Griffie van hun Hoog Mogenden weggelegd , (*) Refol. Gen. 13. April 18. Aug, ea 18. Scpt.' en 1. Dec, 1786.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 12? legd, om in den tyd te dienen daar het behoorde, de. laatfte, door Holland en Zeeland overgenomen (*). Verder werd de zaak deezer Klaageren ten deezen Jaare, niet gebragt. Geen gunftiger vertoon dan de Oost-Indifche Maatfchappyë maakte de West-Indifche. Reeds over lang hadt eene herhaalde ondervinding, tot fchade en fchande der Bewoonderen dier Volkplantingen, en der Ingezetenen des Moederlands, die op dezelve handel dreeven, geleerd, dat deeze , wat den ftaat der Verdeediginge betrof, zeer liegt gefteld waren. Doch oordeelde zyne Hoogheid, blykens eenen Brieve, met den aanvang deezes Jaars, aan hun Hoog Mogenden gefchreeven, dat de gefteldheic der Volkplantingen aan de Kust van Africa. de Rivieren in Suriname, Berbice, Demerary , Esfeguebo, en de Eilanden St. Euflatius en Curacao, ten aanzien van der zeiver Verdeediginge, niet genoeg bekenc was; en dus ook nog niet overwogen er bepaald waren, welke middelen zouden moe ten aangewend worden, om die Volkplan tingen tegen buitenlandsch Geweld te ver deedigen, en in 't byzonder de zulken, dit van wegen den Staat zouden moeten toege voegd worden aan de in 't werk gefteld» door de Beftuurdcrs dier Volkplantingen De*swegen droeg hy voor om 's Lands Ca DÏtein Smissaert, met een Fregat n d (*) Refol. Gen. 19. Mey en 16. OcV. 1786. xxxviii. boek. Onderzoek op den Staat der Verdeeciging van de Volkplantingen in de West* Indien vastgefteld I l l  ia8 DS REPUBLIEK DER XXXVIII. e O e Ki i ^ i I < 1 X GiJdbe ■ fioeften en Verzoeken der W. I. 1 Maat- t fehappy. g s f s de Kast van Africa en van daar na de gémelde Volkplantingen te zenden, aan denzelven twee Ingenieurs mede te geeven. Met verzoek dat deezen Capitein mogt gevolmagtigd worden om van de Gouvernementen der Volkplantingen, de opgave te vraagen van den tegenwoordigen ftaat der Verdeediginge, en zelve na te gaan alle de mogelyke wyzen, op welken die Volkplantingen uit Zee zonden kunnen worden aanbevallen , en dan met de medegenomene Ingenieurs, in beraadflaaging met de Gouverneurs en OfEcieren zich daar bevindende, e overleggen, welke maatregels best ter tfkeeringe van allen vyandlyken aanval zouten kunnen worden aangewend, en van dit rerrigtte een naauwkeurig en uitvoerig verlag te doen. Dit voorftel ontmoette geen vederfpraak; maar eene onverwylde goed;euring; met daar op volgende aanfehry ving, >m den Capitein Smissaert by zyne Lomst alle mogelyke hulp en byftand toe e brengen (*). Van langer naafleep was de vervulling van le fchreeuwende Geldbehoefte der West'ndifche Maatfchappyë, eene oude en verrgerende kwaaie, en tot welker herftel de angeweezene hulpmiddelen niet hadden moen baaren (f). De Reprefentant van zyne loogheid en de Bewindhebbers ter Kamer imperdam herhaalden, in eenen wydloopien Brieve, de voorige opgave van den kom-» mer- (*) Refvl. Gen. 12. Jan. 1786. (t) Zie onze Kadert. Bist. V. D. bl. 353*  VËkENlGDfc NËDÈliLANDÉN. 129 merlyken toeftand der Geldmiddelen; fert inzonderheid, hoe zy, in Zomermaand des voorleeden Jaars, hun Höog Mogenden te kennen gaven; dat het akelig tydftip, in 't welk zy zich genoodzaakt zouden vinden de Volkplantingen te abandoneeren en in den fchoot van hün Höog Mogenden te fïgtfeer'en, niet meer verre af was. Dat zy dat oögenblik met fterke fehreeden zagen naderen; en Zeker durfden bepaalen, dat, in 't kort, naa deeze loopende Maand February; de Kas der Maatfchappyë volftrekt ledig zyn zou, en de Volkplantingen zich van noodwendigheden gebrekkig, en van zommige Artykelen volftrekt onvoorzien zouden vinden 4 byaldien zy niet; door een voordeelig, Befluit en daadlykcn onderftand» uit deezen rampfpoedigen ftaat gered en opgebeurd wierdem En dat het; ten dien einde, niét voldoende was, dat hun door een gedeelte der bcnoodigde fömme den mond als boven water werd gèhoüden, kunnende dezelve als dan niet geheel befteeden ten nutte van eenJg Artykel, of ten behoeve vart ééne eenige Volkplanting; als hebbende aan allen onvermydelyke onkosten tfe doen, daar zy allen gelyk regt hadden om ohderfteuning voor zich te vraagen. Hierom hadden zy verzogt, dat vóór het Uiteinde des Jaars iudcclxxXv, hun mogt toegeftaan worden een ondcrftand van drie Millidetiefl Guldens, welke zy hogffiaatë moesten verklartren , hoogst noodig te hebben, tti die zelf! fcaauwlyks voldoende zöü zyn óm de fiöoiige uitgaven te vinden; en dat., byaldier XIV. deei* ï Mn xxxvir» b o e k5 1786;  XXXVIII. boek. 1736. ï < < t i ti 2 ii Gunftig vetflag op S. hun Ver» * zoek, § ve 130 DE REPUBLIEK DE% hun -Hoog Mog, uie eene of andere oor* zaak, zwaarigheid mogten maaken hun de fom van drie Millioenen daadlyk op te fchieten, zy als dan hunne Guarantie zouden gelieven toe te Haan tot het doen eener Negotiatie van de gemelde fom; en ten einde deeze zou kunnen gefchieden zonder het Finantieweezen der Compagnie geheel te ruineeren, alzo dezelve niet in ftaat was eepig meerder bezwaar te draagen, dat hun Hoog Mogenden aan de Compagnie, ter voldoening van de Renten en teruggeevinovan de Hoofdfom, geliefden toe °te liaan een jaarlykfehen ouderftand van 150,000 Guldens te beginnen met den eerllen'van ïauuary mdcclxxxvi, en te eindigen, wanneer de geheele Negotiatie zou zyn afgeloopen en de Hoofdfommcn aan de Inleggers wpdergegeeven. Eer men op dit Verzoek een Befluit nam, irondt men goed de Reprefentant van zyne rloogheid,, en den Bewindhebberen der Kaner van Zeeland aan te fchryven, om eene lette opgave te doen van de Haat der Geilen op de Negotiatie van ƒ .1000,000, in ïen Jaare mdcclxxxii opgefchooten, en •an de byzoudere voorwaarden op welken iezelve gegeeven waren. — Hoe fanl- ïeriyk het daar mede gefield, en dus de ood dezelfde, of nog grooter was, bleek k het Antwoord ter Kamer 'Amfterdam en '■eeland, die beide om onverwylden byftand 1 Geld aanhielden, Niet ongunftig was het Verflag by hun bog Mogenden ingebragt, volgens "t zei-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 131 vezoudejaarlykfcbe Onderftand van 150.000 Guldens aan' de West-Indifche Maatfchappyë kunnen toegedaan wórden, ónder uitdruklyk beding; dat men de opgenoraene Penningen tot geen ander einde zou aanwenden, dan óm de Volkplantingen van den Staat in de West-Indien, met betrekking tot het Politiek en Jüdicieel Beftuur, onder een behoorelyke Beheering, en het Defeniieweezen in eenen goeden ftand te brengen; als mede dat Bewindhebbers zouden gehouden zyn 'sjaarlyks aan hun Hoog Mogenden opening te geeven van dit alles, en Van de kosten daar toe befteed . mitsgaders te doen blyken, dat die jaariykichè onderftand-penningen tót betaaling der Renten en aflosfing der Hoofdfom van drie Millioenen was aangewend (*). Staaten van Holland, die nevens de andere Gewesten deezen Raadflag overgenomen hadden; wilden daar in toeftemmen; doch onder geene andere voorwaarden, dan dat zy zich vasthielden a-.n eene Verklaaring , reeds in Wintermaand des verftreckèn Jaars gedaan, en tot geen Önderftand, ten behoeve der West - Indifche Maatfchappy, de fteffi' te geeven, ten zy de Vaard op de Rivieren van Esfequebo en Demerary, zo wel als op andere Volkplantingen van deri Staat in de West-Indien, aan alle de Ingezetenen van dit Gemeenebest, het geheele Jaar door, op een gelyken voet, vry eri on- (*) Refol. Gen. i. 17. en 27. Feb. 1786. I 2 XXXVIIÏ. BOEK; 178& Op wélke voorwaarde Ho/lani 3aar in wil treeden.  xxxviii. li O E K. 1/86. $ewind- Beboerstei Kamer Amfterdam verdeedigenJuin gedrag. (*} Rtfih Ge», 6. Jfiny 1786, 13a DE REPUBLIEK DËR onbelemmerd zou worden opengefteld; mei verderen last om dit op het kragtigst aan te dringen; ten einde Staaten van ^Zeeland\ door tusfehenfpraak der verdere Bondgenooten, mogten bewoogen worden, om aan dit zo billyk en regtmaatig verlangen te voldoen (*). Hangende het verwyl hier Uit herkomftig bleef men niet agterlyk met allerwegen klagten over het Beftuur der ÏFest-Indifchs Maatfchappy te laaten hooren. Bewindhebbers ter Kamer Amfterdam trokken zich zulks aan, en vertoogden voor hun Hoog Mog. dat de flegte ftaat van het Finantie* weezen de bron was, waar uit werkloosheid, en de meest gegronde aanmerkingen tegen het Beftuur voortvloeiden. Dat dit Finantieweezen hoe langs hoe meer verergerde, en thans zodanig gefteld was, dat zelfs de Verzendingen van Behoeftens en Leevensmiddelen na de Volkplantingen, die reeds een geruimen tyd zeer traag gefchied waren, nu geheel moesten ophouden s weshalven het geheele verval der Volkplantingen, en bygevolge ook van de Vaart en Handel op dezelve, eerlang onvermydelyk zou zyn. Dat zy Bewindhebbers deswegen, egtef een vry geweeten hadden, als hebbende dat oogenblik niet ftilzwygende zien naderen; maar 't zelve, in verfcheide Vertoogen, met die akelige kleuren afgefchilderd, wek  VERENIGDE NEDERLANDEN. 133 welke de aart der zaake verdiende. Dac zy thans wederom hunnen billyken wederzin om reeds zo menigwerf herhaalde zaaien wederom te herzeggen, en hun Hoog Mogenden met die herhaaling lastig te vallen, overwonnen hadden; maar moesten verklaaren, dat de West-Indijche Compagnie, vóór of ftaande de Vergadering van Tienen, de toezegging moest erlangen van een daadlyken byftand van ten minften drie Miüioenen Guldens, het zy in Gelden, het zy by eene Geldheffing onder Guarantie en ten koste van den Lande, of dat Bewindhebbers anders zich in het onvermogen zouden bevinden van eenige voldoende Befluiten te neemen, en in de noodzaaklykheic zyn en blyven om het kwaade te zien. zonder daar tegen eenige voorzieninge te doen; doch daar by zouden moeten zegden, dat het buiten hunne fchuld was, er geheel ter verantwoordinge der geenen, dit zulks wisten, die hun konden helpen; maa: bun egter in het onvermogen lieten blyven Weshalven zy nogmaal om hulpbetoon aan hielden. Voorftellen van denzelfden aart deedt ver volgens de Voorzittende Kamer van Zeeland doch alles zonder vrugt: daar Staaten vai Bolland op de gevorderde Voorwaarden jpemerary en Esfequeèo betreffende, bles. ven aandringen (*). ^ (*) Refol. Gen. 13, en 28. July 1786. 1 3 XXXVIH. BOEK. l I i  XXXVIH, boek. Op welke Voorwaarden devryheid verleend om eene Vergaderingvan Tienen te Middelburg te '-"iouden, ] 1 1 < c r c v ë n ]] d O' Nadere & pooging oni rfulpe. V De ff est- h ï34 DE REPUBLIEK DER Eene door laatscgemclde Kamer verzon viTüeid om op overgeleverde Punten van Beraaoflaaging, in Herfstmaand, eene Vergadering van Tienen te Middelburg te mogen beichryven, werd verleend, onderden mus, dat;. de Concept-Refoluden , aldaar uitgebragr, ten. onderzoek aan hun Hoog Mogenden zouden worden overgeleverd! hn voorts, op voorflag van Holland, in gevolge van het Octroy aan de IFestlndikne Maatfchappyë verleend, beraamd twee Heeren «it hun Hoog Mogenden te zenden, :ot het bywQonen der Vergadering van Tieien, om de Befluiten daar genomen, by runne wederkomfte aan de Hooge Staatsvergadering open te leggen. De Heeren ;'an Wyn en van Brakel Afgevaarngden wegens Holland en Zeeland wer:en benoemd, om zich, ten dien einde, a Middelburg te begeeven. Men bepaale op welk een voet zy derwaards zouden ertreKken. Dan ter Algemeene Staarsveraoermge inbrengende, dat eenige opgekotene omftandigheden hun in de noodzaak■khcid ftelden om van deezen hun op°-e~ •aagen last verfchopnd te worden, kree-" m zy des ontflag (f) De nood der Maatfchappyë drong de ergadering van Tienen om vyf Bewind» :bbcrs, met de twee Advocaaten der Comignie, aan den Voorzitter van hun Hoog Mog. (*) Refol. Gen. n.Juty 22. Aug, 4. ea8» Se.pt. iySa,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 135 Mog. te zenden met eenen Erieve; waars in zy, uit naam der vergaderde Bewindbeb- .1 beren, met den. kragtigften aandrang, de " noodzaaklykheid vcorftelden eener fpoedige ] voorzieninge, en om aan het volftrekt on- 1 vermogen der Maatfchappyë vóór het ein- ( de van dit Jaar, dezelve met Geldhulpe te { gemoet te komen. Wydcrs verzoekende, dat hun Hoog Mog. de goedheid geliefden te hebben, op nieuws eenige "-Heeren te willen benoemen, om met de thans afgevaardigde Heeren uit de Vergadering van Tienen in Onderhandeling te .treeden; ten einde de noodige en gefchikte middelende beraamen om alle verwarringen ka het BeHuur der Compagnie, den geheelen ondergang der Volkplantingen, en derzelver Ingezetenen voor te komen. De Heeren van Wyn. Lambrechtsen en Trip, wegens Holland, Zeeland en Stad en Lande ter Algemeene Scaarsvergaderinge zitting hebbende, werden hier toe, in 't laatst van Wynmaand, benoemd. Weinig fpöèds nam deeze Onderhandeling.' naardemaal in Wintermaand de Heer Trip, die door zyne afweezigheid zou belet worden, dezelve by te woonen, vervangen werd door den Heer Wichers: zodat, met het afloopen van dit Jaar, de West-Indifche Maatfchappy ia haaren behoefrigen ftaat bleef ftecken (*). Gelderland hadt, in deeze Handelingen over de West-Indifche Maatfchappyë, ge- * wild, {?) Ré/at, Gen, 27. 0&. en 02. Dee. I 4 ffiXVTïï, ! o e k. 7S6, laarfchap. y blyft . ngeholf en. Voorflag an Gelirland,  XXXVIH. BOEK. omtrent de W. I. zaaken. I 1 Z&eland aeemt EsJèguebo en \ Demerary byzonder 1 ter harte, j 2 l ï (*) Refol. Gen. iS. §ept, i?&4. DE REPUBLIEK DER wild, dat 'er, ten fpoediglïen, eene Commisfiezou benoemd worden, om, uit naam van hun Hoog Mog. te hooren allen, die een rechtflreeks belang hadden by de Volkplantingen, als mede de zodanigen, die, uit hoofde van Eigendom, gevesdgden Handel, of Hypotheek op Plantagien, daarin betrokken waren, om hunne Bezwaaren, binnen zes maanden, aan de Commiffle in te leeveren, dezelve te onderzoeken,daar over mee Bewindhebberen en Hoofddeelhebberen te handelen , en van derzelver bedenkingen, hoe in het vervolg de zaaken der Compagnie hier te Lande, en in de Volkplantingen best be. Eluurd konden worden, aan hun Hoog Mog. irerflag te doen; met verderen last aan da Afgevaardigden uit de Algemeene Staatsver-? nadering om hunne poogingen aan te wenien tot het wegneemen des hangenden geebils tusfchen Holland en Zeeland, wegens de vrye Vaard op Esfequebo en Dè>. nerary (*). Voor '1 gemis van de voorregten, welke Zeeland oordeelde op de Vaard na de /oikpiantingen aan die Pvivieren te hebben, vas men in dat Gewest bedugt; 'en trok-, en zich de-Staaten de behoudenis daar van 0 zeer aan, dat zy 48500 Guldens vit >Lands Kas, ter leen verftrekten aan de [amer Zeeland, met aanbeveeliug om de-s elve^ééniglyk te befleeden, tot verzorging an Esfequebo en Demerary, zonder dit.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 137 Penningen met de gewoone Kas te vermengen (*'). Geen gering misnoegen heerschte in deeze Volkplantingen, over eenige fchikkingen, zints de wederomgave van dezelve uit handen des Konings van Frankryk, gemaakt, die, van de zyde der Inwoon deren, den grootften tegenftand ontmoetten. Bovenal waren zy te onvrede over de aanftelling der Raaden van de Volkplanting door Bewindhebberen zelve, zonder ooit van de Verandering dcor de Vergadering van Tienen des Jaars mdcclxxxiv in de Regeeringsgefteltenisfe van die Volkplantingen eenige folemneele kennis te geeven aan de Burgeryen dier Rivieren, veelmin by welk Befluit de Leden deezes Raads gevolmagtigd waren, om, in 'plaats van'de aangeftelde Leden door de Vergadering van Tienen, naar huri ei^cn goeddunken, anderen daar aan toe t€ voegen: waarom zy dezelve voor .een inconflimtioneele Vergadering aanzagen. Ziet wyders aankantende tegen het verhoogde Hoofdgeld voor de Slaaven. Zy vervoegden zich deswegen met eer Verzoekfchrift aan den Heer Jan Es pi nasse, Directeur Generaal der Colonk van Esfequebo en Demerary, en den Hee: Jan CornelisBent, Commandeur de: Rivier Esfequebo, 't welk van de hand ge weezen werd; terwyl de Fiscaal de vyf eer fte Ondertekenaaren in eene boete beflaagen en (*) No;, vav ?*ec!, 6. en 24. July i?3S, XXXVIH, BOEK. Misnoegen in deeze Volkplan,^ tingen. ! : » >  xxxviii. BOEK, ■] 1 1 X r E U O at g* dc or en Pnogingen ©m den t Slaaven- in handel te tir fcegunfti- ke In l N. ipr.i ven me.t en ; 138 DE REPUBLIEK DER en, by weigering van de betaal-w, -edagvaard hadt, Aan welke dagvaarding zy zo mm als aan de gevorderde betaaiing°hadden willen voldoen; maar Tegen verklaaringen iagekeverd: terwyl eenige Iriwoonders&de gedagvaarde Planters onder hunne daadjyke bercherming namen. ** Welke Gefchilien voor nunne Hoog Mogenden nader gebragt werien, zonder dat'er, dit Jaar, eenig bepaald yelluit op viel, hoe zeer Zeeland daar op tangedrongen hadt, het gedrag dier VolkJantelingen aanziende als eene rechtftreekche aankaming tegen de Julricie, en eene erwarring veroorzaakende, waar uit niets rind.er dan Regeeringloosheid, en het Vererf dier Volkplantingen ftondt gebooren te 'orden. Daar zy, en in de Verzoekfchrif. ■n en in de Tegenverklaaringen, van de i bevoegdheid der tegenwoordig regeerens Raaden by herhaah'ng fpraaken, en wei. rden , zich te fchikken naar Befluiten •or dezelve genomen, terwyl de zaak nog beflist hing by Heeren Bewindhebberen den Souverain (*), Naauw verknogt aan de Beheerfching en kindhouding der West-Indifche Volkplangen is de zo zeer voor- en tegengefproo1 Slaavenhandcl, de befchikking op den voer en Behandeling deezer tornde laag- fte *) Refol. Gen. 9 Jury, 4 July en 10. Oct. ijZ6 Neder!. Jaarb.. l786. bl. i6?9. Veel ijchfs vsrl lden over den ftaat dier Volkplantingen de Brjeover hc: Beftuur der Colomen Lsfquebo en Deary, gewisfeld tusfchen de Heeren Aristooemu* >«(€»#; '--c Anifl. oy W. Hol-xrop irSs en  VERENIGDE NEDERLANDEN, 139 fte en hoogstvvraakbaare dienstbaarheid vernederde Menfchcn, Het kon, derhalven, niet uitblyven, dat ook dit ftuk, by herhaaling, het voorwerp wierd van 'sLands Hooge Magten. Hier toe ftrekte een Voorftel wegens Demerary en Esfequebo gedaan, in 't welke men over den „geringen invoer van Slaaven, zints den Jaare mdcclxxxi, klaagde; als mede de Klaagbrief der Beftuurderen van de Volkplanting Suriname, fat de M^estIndijche Compagnie, zedert lange Janren, in gebreke gebleeven was om te voldoen aan haare Verpligting, om 'sjaarlyks twee duizend en vyf honderd Slaaven aan Suriname te leeveren. —— De yverigfte Voorftanders van den Slaavenhandel vondt men in Zeeland. Deezen oordeelden, dat de voorgeilaagc middelen tot zekerheid der Verkooperen van Slaaven te Demerary en Esfequebo , wel. eenigzins zouden kunnen dienen om deezen zo diep vervallen handel op te beuren; doch zy vreesden, dat ze niet genoegzaam toereikende zouden wec?en tot herftel eens Handeltaks, die genoegzaam eigen geweest, was aan Zeeland, van welken de voordeden, in vroegeren tyde, zo aanmerkclyk waren, en voor de Inkomften van dat Gewest, en voor het beftaan van eene menigte Ingezetenen, en dien zy zo onontbeerelyk rekenden ter Jnftandhouding der gemelde Volkplantingen (f); waarom (*) Deezen Slaavenhandel vondt een ftcrkcn Verdee#iger in de boven anngehadliit; Brieven van Aristoseai'js cn SiNffcRUS, XXXVlïI. B OEI, 1/86.  i4o DE REPUBLIEK DER xxxviii. ÏOEK. ■ Klagten uit Suriname over weggeloopenc 1 Slaaven, j die zich op ( Fransch Grondse- ' bied ont- t hielden. ( I f i 1 6 <3 ? om zy niet konden nalaaten aan Staaten van Zeeland voor te draagen, om, op het voorbeeld van nabuurige Volken, door het toezeggen van Belooningen, de Ingezetenen aan te moedigen om in onderneemingen, tot het uitreeden van Schepen na de Kust van Africa deel te neemen; dat, offchoon zodanige Belooningen, fn den eerllen opfla» ?e, bezwaarend voor de Geldmiddelen mog:en fchynen, het egter zeker was, dat derjelyke uitgaven ryklyk werden goedgemaakt 3oor de voordeden aan de Geldmiddelen :oegebragt, door de bevordering van den Koophandel en vermeerdering van de Wel/aard der Ingezetenen. Dan dit werk vondt, ;o ten opzigte van Demerary en Esfequebo, ils van Suriname, geen fpoed ter Vergalering van hun Hoog Mogenden (*). Op Suriname hadt men, zeden de vol. ooying der Linie van Verdeediging ronds>m het meest bewoonde gedeelte der Volkïlantinge, rust gehad van de ftrooperyen Ier weggeloopene Negeren, die voorheen :o menigvuldige en groote rampen toebragen; doch hadden deezen, in den voorlee» len Jaare, eene Plantadie, even buiten die iinie gelegen, afgeloopen, den blanken Be•uurder vermoord, de Woonhuizen in brand ;e(tooken en eenige Slaaven weggevoerd. )it boos bedryf bleek gepleegd te weezen oor een gedeelte eener ftroopende Bende, ie vervolgd door de gewapende Manfchap der (*) Refol. Oen. 19 Peb. 10. en 10. April. rSSept, r. ©&. 1786. Not. van Zeel. 4 Mey 1786,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 14! der Volkplantingen zich wel genoodzaakt gevonden hadt, om Zich aan de rechter zyde van de Rivier de Morowyne neder te zettens en wel op Fransch Grondgebied, waar hun Aanvoerder, zekere Bonniaj met voorkennisfe van het Franfche Hof, Kostgronden aangelegd en Dorpen gebouwd hadt, een gerust verblyf in dien oord genie* tende. Dat deeze Bende van GeWeer, Kruid en Lood voorzien wier'd, zó door de Aucaanfche Boschnegers,met welken de Volkplanting in Vrede'leefde, als door de Irtdiaanen op het Fransch Grondgebied aar de rechter zyde van de Morowyne woonag' tig, die de Wapenen en Krygsbehoefteli. niet tegenftaande de bevelen van het Frati fche Gouvernement te Cayenne, wisten t« bekomen. De Gouverneur Generaal vart Surinam* hadt deswegen zich beklaagd by den Fraii fchen Goüvemeür te Cayenne, met verzoél om dien" handel in Geweeren en Krygs'tuij met de Ihdiaahen nog nader te verbieden doch hy hadt een weinig voldoenend ani Woord ontvangen. Directeuren der Volk plantingen waren even min gedaagd hy de: Commisfaris van zyne Allerchristlyklte Ma jefteit te Amfterdam, waarom zy zich b hun Hoog Mogenden vervoegden, om del zeiver byftand en voorzieninge in eene' zaa van zo veel aanbelartgs voor de Volkplar ting. Zy verwierven deeze gereedlyk. Oi ze Gezanten ten Hove van Verfailles dt aangefchreeven, bevlytigden zich in dit ftu met dien uicflag, dat zy, door tusfchenkom d XXXYJiï b o ë k. r > i i i k 3t. ïï  xxxvm. )t O E K. 17S6. Bedrukte ftaat van \ 4 i c l c I z ]( n R d< hi 's ft£ vo ve ftans ter redding j «tgedagt. M eet ge ( ( 342 DE REPUBLIEK DER beloofde voorfpraake des Graaven de Ver. gen nes, te gemoete zagen een ftrikrer verbod aan den Gouverneur van Cayenne (*'_)„ De fiaat der Volkplantinge op Surinaml ging nog gebukt onder den last der fchulden (f). Wangeloof heerschte omtrent rerre de meest gedaane Geldleeningen. Men chreef veel over de oorzaaken deezes onpoeds;en kwam,hoe zeer daar omtrent verchillende hier in overeen, dat men onvoorEïgtig aan de meeste Planters, al tegröote fómnen op hnnne Plantadién gefchooten hadtJ lat de vastgetlelde Renten van vyf en zes ten onderd den Planteren te hoog liepen, en at zy daarenboven onder zwaar drukkende .andslasten gekromd gingen. Nég voelden f de naaween des jonnOenEnge/fcken Oorigs, waar by de verfche (lagen van opeenogende Misgewasfen kwamen. Hier uit root het opfchorten van de betaaling der enten, pf het verminderen derzelven, en ! daalihg der Rentebrieven. Herftel Was er noodig, zou de Volkplanting behouden Lands Vaard en Handel op dezelve in nd, en deeze brop, Waar uit zo veel orfpoeds kon opwellen, aan den gang bly- Deeze nood drong de Planters, om zich ,den Jaare mdcclxxxiv, by hun Hoog' )genden te vervoegen, met bede om met 1 gunftig oog aangezien en door zodanimiddelen gered te worden, als, naar' Hoogst ') Refol. Gen. 10. Jufy 1. en 11. Au?. r786 f) Zie onze Vaderl. Hhtt IX. i>, Mi 186,  VËRENIGDE NEDERLANDEN. 143 Hoogstderzelver wyze vöorzïeninge, noodigst en nuttigst waren. 1 De Directeuren deezer Volkplantinge gaven ^ des van den Souverain verzogt, een alleszins gunftig verflag voor de Planters, ert deelden een ont^ werp mede tot her!lel van het ongelukkig Suriname in 't algemeen, en van de eigenaars der Plantadien in 't byzonder. De welmeenende poogingen deezer Heeren oordeelden zomroigen zeer gefchikt om de Planters te redden; maar dat het belang der Geldopfchieteren, noch der Bdluurderen der Geldopneemingen, in het Pian, op eene evenredige wyze, was in 'r. oog gehouden; dit egter was noodig om de laatstgemelden daar in te doen bewilligen. Hier uit werden andere Plans ter reddinge gebooren, die zeer de overweeging verdienden ; doch welker werking wy niet vermeld vinden (*). De ongelegenheid, in welke zich veele Planters op de Berbice bevonden, wegens de Akkers hun verleend ten tyde -dat de* Franfcken, in den Engelfche» Oorlog, deeze Volkplanting bezaten, en waar over zy klaagden, zo ras de Hollandfche Regeering, weder in 't bezit gekomen zynde, de oude Belasting op nieuw ontgonne Gronden vorderde, (f) volduurde, of liever verflimmertle. De Heer P. H. Koppiers, in den Jaa- ■ (*) Refol. Ge». 23. April 4. Nóv. irSö. Oosten TVest-lnd'fche Post Extra Noni. 37—40. 415—50. Byiaagen tot den Post van den Neder-Rhyn XVI St. Post van den Neder-hyn X. D. bl. 369. (f) Zie onze F adert. Bist. Vil.D. bl. 146. XXXVIIIj BOSK< Ongelegen, heid waar in zich eenige Planters op de Berbice bevonden.  iU DÈ REPUBLIEK DER &Xxvftr, boek. i (*) Rtjbi. Gen. 20. April 3. Mey en 2;. Dec. 178& Jaare mdccLxxxiv def waards wedergekeerd om de post van Gouverneur te bekleeden, tfadt in de maatregelen def HoU landfche Regeermge, en deedt bekend maaken , dat dê Beilüurders deezer Volkplantinge, niet vöörneemens waren de Uitgiftert van Landen, Erven of Gronden, in dien tyd gedaan, als wederregtlyk gefchied zynde , goed te keuren; maar als niet gefchied aan te merken, en alle dezelve, als hun Wettige Eigendom, weder te eifchen 4 en te fng te neenlen; Eenige Planters klaagden deswegeh by hun Hoog Mogenden,' en verzogten, dat deeze wedereisch moge ingetrokken en buiten kragt gefield, althans de Gefchillen over die Gronden geregtlyk en onzydig mogten onderzogt, en in allen gevalle het Befluit van Beftnurderen moge opgefchort worden^ tot den tyd eener be» flisfende uitfpraake desWegen; als mede, datingevallc hun Hoog Mogertden onverhoopt[yk mogten oordeelen, dat de gemelde Gronden weder aan de Volkplanting moesten komen, zy dan deswegen eene behoorelyke Schadeloosftelling mogten ontvangen. Zy ronden, gelyk te wagten was, tegenwerking pan Heeren Befluurderen, die een Beri^c ndienden, ingevolge van 't welk zy meenlen, dat der Planteren verzoek moest van le hand geweezen worden. Dit ftuk werd loor Staaten van Holland en Zeeland overgenomen (*). Frankryk hadt ten be- hóé-  Verenigde Nederlanden. 145 behoeve dier Volkplantinge, ten tyde der wedcrbemagtiging uit de handen der Engelfchen, eene fom van 50174 Guldens verfchooten.. Op den eisch der wedergave bekenden Beftuurders hun onvermogen, en hun Hoog Mogenden deeden hier in eene voorziening ten haaren behoeve (*). St. Eu ft at hts hadt, in Wynmaand deezes Jaars, veel te lyden van eenen allergeweldigllen Stormwind, die; op dat Eiland en de daaromftreeks liggende, woedde. Huizen waaiden om verre, zwaare Boomer. werden met den wortel uit den grond gerukt, en een groot gedeelte van den Oogs ging verboren. Èen ramp, welks herfte een gerüimen tyd zoii eifchen. De Scheper op de reede geankerd, Waren , om een 00 genbliklyk gevaar te ontwyken, genoodzaakt in dat byster onweer, ruim zee te kiezen eenige, daar mede niet fpoedig genoeg ge reed, vervielen op ftrand, zonken, of had den groote fchade. Wanneet wy terug zien op het vermeld der West - Indifche Volkplantingen in 't al gemeen, kunnen wy niet nalaaten, daar ui óp te maaken, dat 'er tusfchen de Bewinc voerders in dezelve, en de Ingezetenen vet en aanhoudende ftoffe tot misnoegen en gt fchil was. Werden 'sLands Hooge Mo[ ten daar mede gemoeid ^ men liet niet naa zo in gefprekken, als in gefchfiften over de oorzaaken breed uit te haaien. En fchoo (*) Noi. van Zeel. g'. Dcc. 17S5. *2ÜV. O LEL i & ■ XXXVIïf. BOEK. 1786. Storm öp St. Euftatius. i l » > ; Algemeene _ Aanmerking de c Volkplan- tineen be-' | treffende,! » r  xxxvm. BOEK. 1786. DE T*,6 DE REPUBLIEK DER &c< fchoon wy geen geloof flaan aan alle Berigten, waar op de weélerzydiche befchuldigingen fteunden, mogen wy ons verzekerd houden, dat, in die afgeleegene Bezittingen, het gedrag veeier Landzaaten den dag fchuwde, en om verbetering fchreeuwde (*). (*) Men zie deswegen den Post van den NederWiyn X. D. bl. 541, de meergemelde Brieven van \ristodemus en Siwcerus, en de Aanmerkingen op lezelve va. den Post van den Neder-Rhyn X. Deel bi. »45> enz.  b è RÉPUBLIEK bEEL VEREENIGDË nederlanden, NEGEN EN DERTIGSTE BOEK. INHOUD. Gevreesde Burgerkryg. Bezwaarlykheid üm deezen te befchryven. Hevigheid der wederzydfche Partyjchappen, en hoe billyh ie beoordeelen. Schikking van dit gedeelte der Gefchiedenisfe. Hoe V Lands toeft and in de öitfchryving van den Bank- Vasten Bededag werd voorgedraagen.. Hoe de Raad van Staaten over de Petitiën fprak. 'Oordeel der Algemeene Staaten, en hoe zy Holland befchouwden, ten aanzien der Petitiën. Holland geeft toeftemming tot Betaaling, onder beding dat het Hollandsch Krygsvolk in Gelderland liggende, na de Generaliteits Landen zon -trekken. Gelderlands fchryven daar over aan Holland, als mede aan de Bondgenooten. Staaten van Holland blyven by hun Befluit. Dé Bevelhebbers van -het Hollandsch Krygsvolk worden in Gelderland opgehouden. Petitie tot de Zeezaaken. Hoe jammer lyk K % . het xxxix. BOEK?  XXXIX. boek. I l è 148 DE REPUBL;IEK DÊR het met de Betaaling daar toe gefteld waé. Welke wraakbaar e Grondregels men yofcde in die opbrenging. Wat men te werk pelde om eeneri Burgeroorlog te voorkomen. Voorftel eener Onderhandelinge, door den Raad van Staaten. Hoe men daar aan het oor leende. Verfchillend in Holland beoordeeld. Raadflag der Stad Schoonhoven. Verzoekfchrift der Geconftitueerden te Leyden en te Amfterdam daar tegen. Een Adres van twaalf honderd en negentien Burgers uit Haarlem. Een uit Enkhuizeiu Zeelands Voorflag. Nader Voorftel van den Raad van Staaten. Gelas* tigden by Holland hellen over om dien Voorflag grcotendeels aan te neemen. Dit Verftag verwekt groote opfpraak tegen van £ebsergh. Vergeeffche pooging van Mandrillon by zyne Hoogheid. De Voor ftag van Amfterdam, om de Bemiddeling van Frankryk in te roepen, gaat by Holland door. Voc-t'ftel deswegen ter Algemeene Staatsvergadering. Vertoog des Fran fchen Afgezant s de Verac over 's Konings gereedheid. Overysfel ftemt met Holland. Friesland wilde Frankryk nies Meen ten Middelaar hebben. Eeni»e Volnagten in Friesland van een ander oelen. Flunne Tegenverklaaringen. Dis Yolmagten deswegen als in Regten vervoh; mar geoordeeld. Friesland wil by Frank ■yk Engeland en Pruisfen gevoegd hebben.Dus oordeelt ook Gelderland. Zeeland met yvceging van den Keizer. Staatsbefluit ■ter pyer by de Staaten van Utrecht te Amers-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 149 Amersfoort vergaderd. Lenigen in Holland geeven de Punten op, waar over de Onderhandeling by Frankryks Bemiddeling moest loopen. Hoe zeer zy zich misnomen vonden. De Koning van Groot-Brittanje biedt zyne Bemiddeling aan. V?rzekering van Franfche Hulp ingevalle van Buitenlandsch Geweld. Onderhoud van eenige Heeren met de Verac over het Plan der Patriotten. Sterk vertrouwen op Frankryk. Geen vrees voor Engeland of Pruisfen. Verklaaring van zyne Hoogheid en 'zyn Voorflag tot Bevrediging. Hoe ter Algemeene Staatsvergadering opgenomen. Hoe in Holland beoordeeld. Adres der Gewapende Corpfen in Holland aan hun Ed. Gr. Mog. Drie Verzoeken daar in gedaan. Verdergaand Voorftel van Leyden. Schiedams Raadflag. Welke Hollandfche Steden voor de Schorting des Stadhouders ftemden. Haarlem hier in agterlyk. Adres 'van Vtaardingen. Voorftel van het Haagfche Wapencorps. 'VerfHg op dit Voorftel. Verklaaring des Gewapende Burgercorps by hun Ed. Gr. Mog. op den vierden fjuly. Sterke Publicatie van Staaten yan Holland. Verklaaring den vierden van Oogstmaand van wegen de Provinciaale Vergadering der Gewapende Burgercorpfen in Holland, aan de Staaten van dat Gewest. Uitnoodiging tot eene Provinciaale Vergadering1 der Krygsraaden, Gewapende Genootfchappen, Geconftitueerden, en Patriottifche Sociëteiten en Oorporatien tegen den vier-en tw'mtïgfton va) r K 3 Oogst XXXIX. BOE K. \  XXXIX. boek. i;87. ' Gevreesde Burger- kiyg. ' ] 150 DE REPUBLIEK DER Oogstmaand te Amfterdam. Wat 'er op die Vergadering voorviel. Vier Punten daar verhandeld.- Beftuit op het laatPre wegens de Medewerking der ongewapende met de Gewapende Burgery. De Gevoelens deezer Vergadering voor ge draagen in een Adres aan Staaten van Holland. Dit Adres overgenomen. Verfcheidenlyk beeordeeld. Hervatte maar niets afdoende Vergadering dier Genootfchappen. Veelvuldige Schriften en Spotprenten tegen den Stadhouder. Verzoekfchriften, ten voordeelc yan Willem den V. Hoe men met die V'.rzoekfchriften en byzonder met het Haagfche handelde. Meerdere Verzockfchriften van deezen aart. Inhoud van het tiotterdamfche. Poogingen tegen het tekenen van Zodanige Verzockfchriften aangewend. Te gen elkander over gefielde Concept Declaratoir en der Ingezetenen van Holland. Verzoekfchrift van eenige opregte Vaderlandfche Sociëteiten. Geftrooide Waarfchuwing tegen Staaten van Holland. Publicatie daar tegen. Men dreigt de Algemeene Siaassvergadering na een ander Gewest te verleggen. Irï^e zeer ook veeïe van de Gebeurtelisfen, welke wy, in de laatst verftreekea faaren, en bovenal in het jongst afgeloo? Jene, boekten, aanduidden, en elk, die eelïge Wrereld- Staat- en Menfchenkunde be:at, deedt fpellen. dat de Verdeeldheden, cc  VERENIGDE NEDERLANDEN. i$i de Vereenigde Gewesten fchokkeude, niet ter grootfte hoogte gedreeven waren; maar dat een Burgerkryg, vol hachlyken kans, en allen anderen Oorlog, hoe verderflyk ook, in gruwzaamheid verre overtreffende, daarom, met zo veel regts, aller jammeren jammer geheeten, in deeze Landen zou doen gebooren worden — een Burgerkryg gefchikt om de Banden van Bondgenootifchaplyke Vereeniging, welke zulk een lange reeks van Jaaren de Gewesten op het naauwst zamenbonden, te verbreeken, en de Eendragt, die derzelver Magt uitmaakt, te vernietigen, zag men dit Monfter niet alleen het fchiïklyk hoofd opfteeken, en verderf in zynen trein omvoeren; maar ook, \ geen zommigen wel verwagt en gevreesd; doch anderen wyd en verre verworpen, en, als niet te duchten, belacht hadden, eene Buitenlandfche Mogenheid tusfchen beiden treeden, om, door Geweld van Wapenen, het binnenlandsch Gefchil te beflisfen, en eene Omwenteling te wege brengen, die een allergedenk waardigst Tydftip maakt in 's Lands Gefchiedenisfen: eene Omwenteling, van deezen gevreesd, van geenen gehoopt, van deezen gelaakt, van geenen ge^ preezen, van deezen betreurd, van geenen toegej^ichd. Wy vangen, met dit Boek, de Befchryving van 't een en ander aan. Doch moeten, eer wy, daar toe treeden, den Leezer eenige oogenblikken toeven, om hem, de Lotgevallen des Lands , met het oog van hcufche Onpartydigheid, te doen befchou& 4 wen, xxxtx. BOEK. I787. Bezwaarlykheid om denzelven te befchry» ven.  xxxix, soek 152 DE REPUBLIEK DER wen, en te waarfchuwen tegen oordeelvel. hngen waarin Drift den meester fpeelt, en die, te deezer öorzaake, van de waarheid afwyken. In den loop van \ Lands Gefchiedenislen door ons te boek geflaagen, ondervonoeti wy te meermaalen, welk eene zwaare taak vyy op ons genomen hadden met een lydvak te befchry ven, ?c geen wy beleef-, oen; een bezwaar, van 't welk 'wy niet onkundig waren, toen wy dit werk aan vingen (*;; doch 't geen wy gaarn wiüen oekennen, dat op de proeve bleek veel grooter te zyn , dan wy 't ons hadden voorpfteld. —- Wel verre dat die moeilvkheid altoos even groot ware; niet zelden mogten wy, zonder ze merkbaar te voelen, de Voorvallen te nederftellen, en des noodig, met voldingende Getuigenisfen ftaaven; doch wy befpeurden dezelve in drukkende zwaarte, by het aangróeijen der Partyfchappen , en de daar uit voortvloeiende Bedryven. Hoe meer deeze toenamen hoe ftrydiger de Befcheiden wierden, en hoe bezvvaarlyker tusfchen het vergrootende en verkleinende, zo van den eenen als van den anderen kant, het midden, en de waarheid, te treffen; om deeze laatfre was het ons te doen, en blyft dit ons doel nu *vy^ den afloop naderen van zo veel Gefchils, Tweedragts, Oproers en Gewelds. De  VERENIGDE NEDERLANDEN. 153 De inleidende Oorzaakcn tot het zoeken eener Grondwettige Herjlellinge, gelyk men dezelve noemde, de naaste bron der thans hoogloopendeVerdeeldheden,hebben wy reeds opgegeeven (*), en de Bedryven, om dezelve'daar te ftellen, vervolgens in 't breede vermeld, als mede de Poosingcn om die tegen te werken en te verydelen. ——~ Te midden van dit alles blaakte het reeds ontvlamde en fteeds aangcftookte vuur van deerlyke Party -, fchappen hooger en hooger op, en dreigde een algemeenen brand. Men fchreef wederzyds elkander de haatlykfte, fnoodfte en landverderflykfte Oogmerken en Gedraaoingen toe. Geen Naamen fcheenen te leelyk om 'er elkander mede te heftempelen; geen Middelen te fchandelyk om p er en weder gebruikt te worden , to! zwartmaaking van de Party. Weshalven hei lio-t valle voor den Partykiezenden om, uil de voor handen zynde Schriften, van dier tyd. deeze of geene Party afzigtig te doer voorkomen (t> Dan heeft het by deezer et (*) Zie onze Vadert. Hip.. VI, T>. M» 196. (t) Dc Party , die in 't einde het onderfpit 'neef moeten delven , met de zwartfte verwen af te fchil deren, is niet ongewoon of vreemd, en zouden w; «ene L.yst van Werken, uit de pen van bekende Schry vers gevloeid, om van andere niet te fpreeken , hie kunnen ophangen, waar in men die kleuren r;kc]y bezigde-, wy zouden 'er tegen over kunnen plaatze een Lyst van Schriften, die de bovendryven.ie Part even zeer bezwalkt: dan wy Jaatcn dit agter wege om dat ze, in veeier handen en in Boekbecordeelmge >an dien tyd deels ontleed zyn. De Schry ver d< K 5 *«" XXXIX, boek.; 1787. ] Hevigheic] der wederT zydfche Partyfchappen,en hoe hier billyk te oorijeelenj i l p i 1 f a r-  XXXIX B O E K \ S h d 154 DE REPUBLIEK DER en geenen der Partyen niet ontbrooken aan ■ Lieden, wier Oogmerken en Bedryven verdienen gelaakt te worden, het ontbrak by beiden ook niet aan de zodanigen, wier Be- NieuweNederlandfche Jaarboeken, die zeker „iet tot de PatrmtenoUt Nieuwe Staatsgezind, gel vk hy ze tytclt behoort, velt een vry billyk oordeel Z hy de aanlerende Oorzaaken tot het zoeken van ec e Grondwettige Herftellin, opgegeeven hebbend , de meesten die men Patriotten noemde, voor ieden houdt, die verfehoonbaar dwaalden, omtrent de Oerzaaken, of omtrent de Hulpmiddclnn der erkende kwaaie van ons Vaderland, of omtrent die beiden „ Hoe, dit zyn 'sWans eigene woorden, „ hoe' " v\f?'AM ondsrrcheid voor Vyandenvanhet „ Vaderland kunnen verklaaren, eene Party, die men „ moet erkennen , dat vooral heeft uitgemunt in het „ inzamelen, bellieren, en uitdeden van Liefde^. „ ven, tot wederoprigting van duizenden Landlieden ' „ die, la den Jaare 1784, door de.noodlottige Over! „ ftroomingder Rivieren in Gelderland, en elders tot „ armoede waren gebragt? die vooral heeft uiteemuni „ m bet opngten van het lofljk Sehool voor Se Zee„ vaam? die byzonderlyk heeft uitgeblonken in het „ verzamelen en oyermaaken van Penningen voor onze " nn Tft-"6 ZeAIiedM 'm geland, ten tyde van den „ ongelukkigen Oorlog met dat Ryk? die zeer heeft , geyverd in het oprigten of in ftand houden van ee. , n. Maatfcbappy , onder de Zinfpreuk feux meri, , tis tot aankweeking en beoefening van allerhande , nuttige Kunften en Wetenfchappen, welker voor- , trefiykheid niemand kan in twyfel trekken 'ervolgens aangemerkt hebbende, dat ook Oude'Staats ntndeo aan het Fonds des Huishoudelyken Taks tot ..lp van noodlydende en coor Overftrooming vcra'ra: Landgenooten, deel gehad hebben, voe"-t hy 'er :vens. - Niet de edelmoedige Gevoelens%mtrent zynen Evenmensen, zelfs niet de Liefde tot het Vaderland, is het onderfcheidend kenmerk van Oude en Nieuwe Staatsgezinden. Deeze Deun-d-n zyn aan zeer veefcn van dc beide Partyen gem-enfflaar het is meestal het verfchiüend gezi^tpunt',  VERENIGDE NEDERLANDEN. 155 dodingen en Werkzaamheden eenigen lof zullen wegdraagen, wanneer alles in de fchaaïe der Onpartydigheid worde opgewoogen. In het erkennen, dat 'er Gebreken, om Herftelling roepende, fchoon door deezen grooter en menigvuldigcr dan door anderen voorgefteld, in ons" Staatsbeftuur plaats hadden, was men het van wederzyden ééns; doch reen verfchilde hemelsbreedte in de opgave der Oorzaaken , waar uit ze ontbonden, en gevolglyk ook in de voorcragt en bewerkftelling der Middelen, om ze te weeren. Hier werkte een onderfcheiden Inzigt, en een daar op gegrond verfchillend Oordeel. Welk een en ander, behoudens de beste en Vaderlandlievendfte bedoelingen, kan plaats grypen. Dan, wie der Men- fchen aart, en de kragt der dikwerf aangevuurde Hartstogtcn kennende, zal zich verwonderen, dat men, in de volvoering, het pad der Bedaardheid, in gereezene Volks gefchillen, zomocilyk, omniet te zeggen, onmogelyk te houden bezyden tradt, en, zc var , de onderfcheide wyze van zien, en van het be „ fchouwen der Middelen tot welzyn van het Vader land, die de verdeelde Partyen, in alle Tyden e " alle Landen van eikanderen onderfcheidt. Gee van beide de Partyen ontbeeren noch die ede: " moedige Gevoelens, noch de uit die Gevoeler " voortspruitende Werkzaamheden, die eene Natie z " veel eers en luist'ers byzetten." Voor 't Jaar 178; bl. 5874. 'vergeleeken met bl. 6067. Wy mogen 'l by voegen Staatspersonen, Kerkleeraars van «ndei feheidc Gi-zinriheden, en Burecrs van zeer verfehi lende omftar.digheden, onder beide de Partyen geket te hebben, en nog te kennen, omtrent welken wy < frettfiging deczes Schryvers de ©nze maaken, XXXIX, BOER. i I v [ 1 n s O r [die  XXXIX, BOEK. '79/* ] \ < { f d h Schikking *ai: dit ge- fj d'flte der Cicrchiede- Z' risfe. IT 'c Vi al in k< 156" DE REPUBLIEK DER van den eenen als van den anderen kant afdwaalde. Wy ftellen deeze bedenkingen, die breeder uittewerken de aart van ons Gefchiedkundig Werk verbied:, ter neder, als algemeene Waarheden, welker herinnering 'vaak te ftade zal komen, onder het leezen onzer 1' aderlandfche Historie, en welker toepasfing, op byzondere Gevallen en Perfoonen, wy best overlaaten aan hun, die, in onzen arbeid, eer een Verhaal, dan eene Beoordeeling van het gebeurde zoeken. ■ Kan dit oorzaak geeven, dac ons Werk geen der driftigen en heethoofdigen van beide de Partyen voldoet, (en wie is onkundig, dat 'er onder beiden van deezen .ftempei met weinigen gevonden worden?) het zal 3ns aangenaam weezen, wanneer onzydi.'-e Beoordeelaars, *t zelve met hunne goedkeu, ■mg verwaardigen. — Door zulk een voorntzigt bemoedigd, neemen wy de pen op >m Gebeurtenisfen te befchryven, voor een ;edeelcevan dien aart, dat onze Vaderland=he Gefchienenis, hoe ryk anders in wis?lbeurtige Lotgevallen, daar van geen voorbeelden opleevert, Eigenaartig zullen wy eerst het oog vesten op zodanige Byzonderheden, die a:e:gd mogen worden van eenen meer algeeenen aart te zyn, en op den Staat, in groot befchouwd, te werken; om verilgens af te daalen tot elk Gewest niet leen; maar tot enkele Steden en Plaatzen dezelve. Immers was de toedragt der zaa'n zodanig, dat zonder eene zo°gedeeltly- ke  VERENIGDE NEDERLANDEN. 15? ke befchryving, het geheel zeer gebrekkig en onvolkomen zou weezen. Veroorzaakt zulks eene Breedfpraakigheid, en de herhaalde voorftelling van foortgelyke Tafereelen , wy zullen ons, zo veel mogelyk, voor eigenlyk gezegde Langwyligheid wagten; terwyl wy in de Tafereelen, die foortgclyk mogen heeten , verfcheidenheids genoeg zullen ontmoeten, afhangende van de Plaats, die ten tooneele ftrekt, waarop onderfcheidene Perfoonen , van zeer verfchillende Characcers, die zich in dusdanige omftandigheden, meer en meer ontwikkelen, hunne rollen fpeelen* Te meermaalen hebben wy het niet ongepast geoordeeld iets te vermelden van de Uitfchryving des Algemeenen Dank- Vasten Bededags, om daar uit het heerfchend denkbeeld "der Landsbeftuurderen, over den tocfland des Vaderlands, eenigzins op te maaken. In de Uitfchryving deezes Jaars erkenden zv. „ Tot nog toe zyn wy in het „ genot Van den Vrede met magtige Na^ buuren ongemoeid gelaaten, en door de „ heilzaame vragten van eene Verdeedigen,, de Alliantie , [te weeten met Frankryk,] ,, beveiligd gebleeven. De inwendige „ Beroeringen, die de Fundamenten van „ het Staatsgebouw doen fchudden en da^5 veren, en hier en daar treurige Toonee„ len geopend hadden, hebben egter nog „ niet gehad alle die'vreeslyke uitwerkzels, „ welke, zo God Almagtig het niet ge„ nadig hadt verhoedt, daarvan te dugten „ waren.'' Terwyl zy over die, er an. XXXIX. boek. I787. Hoe's Lands tereftand, in dé Uitfchryving van den BankVast- en Bededag, werd voorgedraagsn.  XXXIX. boek. i7S7. Koe dé Raad van Staaten over de Petitiënfprak. i ( < 1 i$S DE REPUBLIEK DER andere ^ onverdiende Gunscbewyzen , déa Lfendzaat tot Dankbaarheid'opwekken , geeven zy hunne bekommerdheid te kennen, „ dat dezelve ons niet aanhoudend kunnen „ byblyven,- byaldiën de inwendige Verdeeldheden vcortduuren , de Tweedragt blyven „ aanilooken, de betaamelyke Herftelling „ van het gebrekkige en verkeerde geduu» rig verhinderen, de getrouwe en yverige poogingen tot Bewaaring en Bevestiging „ van 's Lands gezegende Conftitutie, Vry* „t heid en Voorregten, genadig belemme3, ren, en aldus onze eigene "ingewanden verteerende, den totaalen ondergang van * 5, dit Gemeenebest, dat door Eendragt beftaan moet, onvermydelyk naa zich flee» pen." Donker zagen zy dit Jaar in, eri hier toe hadden zy alle reden. Geen helderder dag blonk aan in den Brief des Raads van Staaten, tot geleide van den buicengewoonen Staat van Oorlog, daar de Gewoone, even als in den voorleeden Jaare, ageer bleef, om welken in te leeveren door de Hooge Bondgenooten veele zwaarigheden vooraf moesten worden weggeruimd, en onder an* deren vastgefteld, of Zeeland, by aanhoüdenheid, zou blyven genot trekken van het Douceur, alleen voor een bepaalden en reeds ►■erloopen tyd aan dat Gewest toegellaan; ;n of Staaten van Friesland gedüurig zouden cunnen voldaan , met' te blyven afwyzcn :en goed gedeelte der Krygsmagt, by den jewoonen Staat van Oorlog op rekening 'an dat Gewest gefteld, met welker betaaling  VERENIGDE NEDERLANDEN. i$<) ling de Generalitcits Kas, fchoon daar toe niet gefchikt, nu reeds, zedert meer dan drie jaaren, was bezwaard. Terwyl die zelfde Kas, door on^ewoone Uitgaven, ter betaalinge van agterftallen, van verfeheidenerlei aart, eeniger Gewesten, zich in een uitgeputter ftaat bevondt, dan dezelve, geduurende een derde deel van eene Eeuw was geweest. Uit hoofde dier agterblyving zou ook het gieten van 't noodige Gefchut moeten worden geftaakt; als mede het vernieuwen en herftellen veeier Fortificatiën, Cafernen, Hospitaalen, Artillerie Magazynen , waar op zommige Bondgenooten, met zeer veel reden aandrongen, ongedaan bly ven. De Brief, door de Algemeene Staaten, tot geleide van deezen.Buitengewoonen Staat van Oorlog aan de byzondere Gewesten gezonden, drong dit alles nader aan. Zy oordeelden aan hunnen pligt te zullen te kort doen, indien zy die Provinciën, welke zich tot nog onttrokken aan de Betaaling der ligte Troepen, by den gedreigden Oorlog aangenomen, en aan de Voldoening der fomme, die de Staat hadt moeten uitlooven, tot het verkrygen van den Vrede, niet ten fterkften aanmaanden om daar in het hunne, nevens de Bondgenooten, toe te brengen. Uit welk een oogpunt zy Hol* land befchouwden, zullen wy best met hunne eigene woorden voorftellen. ,, Als de „ zaak met een onpartydig oog wordt inge„ zien, kan men niet dan de hoogfte dank„ baarheid verfchuldigd zyn aan die Pro- ?J vin- XXXIX. BOEK. I787. Oordeel der Algemeene Staaten, en hoe zy Hol. land befchouwdenten aanzien der Petitiën.  xxxix. boek. iéo DE REPUBLIEK DER „ vineie, cia, roen de Staac door een werk* „ lyken aanrnarsch van een Leger, waar' „ onder een gedugt aantal ligce en irrcgulie„ re Troepen was, gedreigd is geworden „ met een vyandlyken aanval, zich in de „ bresfe heef: willen ftellen, en het uiter„ fte eifort doen, om ook nieuwe en lig„ te Corpfen op te rigten, zonder te wag„ ten na de Confencen van alle de Provin„ cien; en die, wanneer zich de hoop heeft » opgedaan, om tot een Vrede te geraa„ ken, zonder de Confencen af te wagten , „ de hand heeft geleend om zodanige fom„ me uit te looven, ais vereischt werden ., om dat heilzaam oogmerk te bevorderen. „ Het zou onredelyk. zyn den last van 't „ een en ander alleen op die Provincie te „ fchuiven, daar alle de Provinciën te za„ men, en dus 't geheele Bondgenpotfchap, „ daar .vaa de vrugt en het voordeel hebt, ben genooten. Op welken grond wy ., vertrouwen, dat de gemelde Provinciën, „ naa rype overweeging, zich zullen laaten „ beweegen, om in de Betaaling der ligte „ Troepen, en yan de intresfen en van het , Capitaal van de fomme by het Definitief Tractaat uitgeloofd, niet alleen te con■t fenteeren, maar ook haare Quote daar „ in te berde brengen- Zonder aan „ ons verlangen hier omtrent te voldoen, „ zal hetzelve een Twistappel worden, , waar van de gevolgen niet genoeg te „ dugcen zyn. „ Wy hoopen," vervolgen zy, met' i, den Raad „ dat de Bondgtnooten dit alles cêf/-  VERENIGDE NEDERLANDEN.lëï . eenmaal behoorlyk zullen overweegen, l' en, by tyds, zullen prevenieeren de rui. ,5 neufe gevolgen, die uit zodanig eene op„ houding van Confenteh en Fournisfemen5> ten zullen refulteeren; maar als wy nog , aan't weinige effect van alle voorgaande " Reprefentatien gedenken, zyn wy veel '• eerder in groote bekommering en vrees, \l dat, zo de Vaderlandliefde geen grooter „ effecten voortbrengt, dan ze tot nog toe * gedaan heeft, de Defenfie van het Land nog zo fpoedig niet naar behooren be<< „ zorgd, de Lasten van het Bondgenootfchap nog zo ras niet egaal en volvaar. „ dig gedraagen, en deszelfs Schulden nog j, zo fpoedig niet betaald zullen worden; zo dat wy ons met het aangenaam er „ heilzaam vooruitzigt van den Raad no£ „ niet durven vleijen; niet te min is , mei „ hun, onze hartgrondige wensch, dat de „ harten van alle Bondgenooten vereenigc „ mogen worden , om, met agterftelling var 5, alle particuliere inzigten en belangen „ het oog voornaamlyk te vestigen op * „ behoud°van het gemeehe Vaderland, ei „ maintiën van de Unie , die nu ruim twe< }i honderd Jaaren gelukkiglyk heeft gefub „ fifteerd (*)." Welhaast bleek de gegrondheid, dat di vrees by hun Hoog Mog. de overhand had op de hoop. Immers Staaten van Hollam vonden geraaden om hunne Toeftemming ii dei (*) Refol. Gen. 29. tee.ntéi N, Nederl,$aarl ï?86. bi. 1551—1562.- XIV. DEEL. L XXXIXi BOEK 178^ , i ] l \ i ; Holland t treeft roe~ j (temming tot Bèta** 1 ling.onde* i bedingt <  XXXIX, boek. i/S?- Gelderlandsfchryven daar over aan Hol?a?id. 162 DE REPUBLIEK DER den Gewoonen Staar, van 'Oorlog, gefchikc,.dewyl men geen Nieuwen maakte, op den voet van die des Jaars mdcclxxxv, te hegten aan dien mits, dat het Hollandsch Krygsvoik, in Gelderland liggende, binnen den tyd van één e Heerenmaand, na 't Grondgebied van de Generaliteit zoude moeten trekken , of dat zy, by ontftentenis hier van, met de Betaaling van dezelve zouden ophouden (*). Dit Staatsbefluit trof Staaten van Gelderland geweldig. Zy konden zich geen redenlyk voorwendzel' verbeelden, waar mede 't zelve , behoudens de gronden der Unie, zou kunnen worden goedgemaakt, veel weiniger, dat het zou kunnen gekleurd worden met de betuigde begeerte van hun Ed. Gr. Mogenden om juist die Troepen re hunner Betaalinge ftaande, en zich in Gelderland bevindende, in de Generaliteit geplaatst te zien, daar zy zulk een aanmerkelyk en buitengewoon aantal Krygsvoik in Holland voor handen hadden; zeer weinig moeite zou het kosten, indien zy geneegen waren de Generaliteit van meer Krygsvoik te voorzien , te bewerken dat een goed gedeelte daar van derwaards gezonden wierd. „ Liefst," betuigden zy, ,, zich te zulf, len onthouden van, ten deezen opzigce, ., verdere aanmerkingen te maaken; maar j, verzogten zy vriendnabuurlyk, hun Ed. F, Groot Mog, in bedaarde en onbevoor- oor- (*) Refol, van Holl. 9. Mey 17S7.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 163 „ oordeelde óverweeging re neemen, hoe ft het rog mogelyk zou Weezen, dat deeze en foorrgelyke onderneemingen met het j, beftaan der Unie, op den duur, zouden „ kuimen gepaard gaan, en of hun Ed. Gr. Mogenden, hoe zeer ook in vermoj, gen boven derzelver Medebondgenooten „ ftiperieur zynde, niet zelve daar van ten ft eenigen tyde, de funeste gevolgen zouden ft moeten ondervinden.5' —Zy hielden aan om die zaak niet ten uitvoer te brengen ; maar alle aallleidende oorzaaken, waar door het Vertrouwen, en de Verftandhouding tusfchen de Bondgenooten nog verder verwyderd zou kunnen worden, te willen vermyden 1 Staaten van Gelderland hadden, teri zelfden tyde, als zy den Brief, het bovengemelde inhoudende, aan die. van Holland zonden j nevens denzelven 'er een aan de Algemeene Staaten afgevaardigd, waar in zy zich beklaagen over deezen vreemden en willekeurigen flap der Staaten van Holland, betuigend*, zich, uit hoofde van denzelven^ genoodzaakt gevonden te hebben, om het gecombineerde Collegie huns Gewests, te volmagdgen om intusfchen geen Betaaling op eem'ge geconcludeerde Zee-petitien. öf andere Fondfen, te dóen. Zy twyfelen geen oogenblik of hun Höog Mogenden zouden het Hollandsch Staatsbefluit, uil het zelfde oogpunt, als zy, befchoüwen, en ïievens hun begrypen de nadeelige gevolgen, welke daar uit, niet alleen voor hei Krygsvoik van den Staat; maar ook voos L % U XXXIX. boek; Als mei aan de Bondgenooten*  i64 ÖE REPUBLIEK DER xxxix. BOE K. 1787. i de ganfebe zaak van het Genootfchao te wagten waren, ingevalle daar omtrent, zo de Staaten van Holland onverhoopt by hun voorneemen mogten volharden, geene gepaste voorziening werd gedaan. <• Met een volkomen vertrouwen op der Hoog Mogenden aanhoudende zorg en yver, om op de best mogelyke wyze, alle verwarringen , welke van dag tot dag zo ongelukkig vermenigvuldigden, voor te komen, ofte herftellen, verzogten zy hun Hoog Mogenden, om, indien Staaten van Holland van derzelver oogmerk niet te rug te brengen waren „ den Raad van Staaten te willen authori* feeren, om als dan, by Leening, in re» „ kening van welgemelde Provincie van „ Holland, welke zich hier door van een 5, der allernoodzaakiykfle pligten, via facti en -zonder de minfre reden, zouden ont„ trekken kunnen, te voorzien, en de bei, noodigde Penningen uit de GeneraKteits Kas „ voor te fchieten, en , zo daar toe geene ge„ noegzaame voorraad van Penningen mogt „ voor handen zyn, of dezelveniet zouden „ kunnen gefourneerd worden, als dan wel„ gemelde Raad te authorjfeeren om door „ eene convenabele fomme wederom , voor „ rekening van de Provincie van Holland, „ te negocieeren Wanneer wy reflec- „ teeren het geen, met onze bewilliging, „ en die van andere Bondgenooten, reeds „ zedert eenigen tyd, ten aanzien der Mn „ litie, waar mede de Provincie van Fries-, land heeft geoordeeld te hoog bezwaard , te weezen , en m deezen laatlïen tyd, „ met  VERENIGDE NEDERLANDEN. 165 „ met opzigt toe de twee Compagnien „ Zwitzers, welke op de ongelukkige Pro„ vincie van Utrecht zyn gerepartitieerd, „ tot voorkoming van het verloop der Mi„ litie, is in het werk gefteld, mogen wy „ ons billyk flatteeren, dat U Hoog Mog. „ ook ten deezen opzigte, geene zwaarig„ heid zullen maaken , om dit temporair „ Expediënt mede ten deezen opzigte by „ de hand te neemen." Staaten van Holland bleeven, niet tegenftaande het fchryven der Gelderfchen, by het genomen Befluit, en lieten hun Brief onbeantwoord. In de Vergadering van hun Hoog Mog. werd hun Brief door Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, OverysJ'el, en Stad en Lande overgenomen (*). De Bevelhebbers over het Hollandsch Krygsvoik, zich in Gelderland bevindende, deeden hun Ed. Gr. Mog. weeten, aldaar zonder vrugt Patenten verzogt te hebben, om, volgens het genomen Staatsbefluit, van daar te vertrekken; als mede dat hun, van wegen Staaten van Gelderland, was toegezegd, dat dit Krygsvoik, by voorraad , vooi ééne maand, in derzelver Soldy zou genomen worden (f). Eene Petitie tot de Zeemagt door den Raad van Staaten, ter fomme van 456494c Guldens, ingediend, zonden de Algemeene Staa (*) Refol. van Holt. 9 Mey. Refol. Gen. 11. ei 16.' Mey 17S7. (f) N. Nederi. Jaarb. 1786. bl. 864. 865. 935< Cf» ia?4- L 3 XXXiX. " BOE K. - 1787. Staatenvan Holland blyven by hun Befluit. De Bevelhebbersvan het Hollandsch Krygsvoik; in Gelderland opgehouden. Petitie tot de Zeemagt,  XXXIX. SOEK, Hoe jammerlik het met de Betaling daar ioe gefteld 1 i 2 t 166 DE REPUBLIEK DER Staaten aan de Bondgenooten, met aanmaaning van de Zeemagt, zedert weinig Jaaren eenigzms opgebeurd (*), iq ft°at re bouden. Niet alleen moest 'er een goed getal Schepen van Oorlog gehouden worden in de Middellandfche-, in de Noord. en in de Oost-Zee, tot befcherming van den Koophandel, en tot veiligheid van den Staar maar -het was thans onvermydelyk eenige Schepen te zenden na de Oost- en WestLidien, wilde men de Bezittingen in die Gewesten, niet verwaarloozen, om niet te fpreeken van de Verbintenisfen, waar in men voor eenigen tyd, met het Hof van rrankryk was getreeden. „ Maar," dit zyn der Algemeene Staaten eigene woorden, die ons de gefteldheid der Betaaling tot dit hoogstnoodzaaklyk deel van 's Lands Magt, op het nadruklykst en anbewimpeist, voor k oog brengen, „ wy „ zouden te kort doen aan h geen wy aan » het Bondgcnootfchap, en aan ons zelfs, , verfchuldigd zyn, indien wy, by deeze , gelegenheid, aan de Eondgenooten niet „ te kennen gaven onze regtmaacige vrees , en bekommering, over de weinige vrugt , en uitwerking, die wy van deeze nieu. ? we. Petitie te gemoet zien. Wanneer wy , nagezien hebben, wat 'er gevolgd is 0n » de Pe«tien tot de Extraordinaris Equi> pagïen voor de Jaaren aidcclxxxv en „ mdcclxxxvi (*) Om den ftaat der toenmaalige ZeemaSt eeni*ms te kennen, wrzen wy „nze Lee2ers t» ° )t bl. 68, hier hoysn, ' feb <  VERENIGDE NEDERLANDEN. iC? „ sidcclxxxvi hebben wy, tot ons leed„ weezen, gevonden, dac in de eerfte Petitie, „ voor mdcclxxxv, buiten de Provinw cien van Holland, Zeeland en Friesland, „ (en de twee laatlte nog met zekere Re- Itrictien,) niemand van de Provinciën ee„ mg Confent daar in heeft gedraagen, ge„ !yk in de tweede fuppletoire Petitie voor „ dat Jaar, niemand dan Holland en Zee,, land, (en de laatfte nog met zekere ReJ? ftrictien,) en in de Petitie voor mdcclxxxvi „ volftrekt niemand, buiten de Provincie van Holland, eenig Confent daar in heeft „ gedraagen , veel min daar in iets ten „ Comptoire Generaal van de Unie heeft betaald; zo dat de Provincie van Hol„ 'land genoegzaam alleen den last der Ex„ traordinaire Equipagies, geduurende die „ twee jaaren, heeft gedraagen. „ Twee nieuwe Maximes, zedert eeni„ gen tyd geintroduceerd, fchynen aanlei„ ding tot een Relacement in deezen te heb„ ben gegeeven, Voor eerst de Sustenue „ van eene onbepaalde Vryheid van Con„ [enten, zodanig, dat aan een ieder der Provinciën vryftaat, wanneer eene Peti„ de tot de allernoodigfte zaaken , waar „ van 'sLands behoud of welzyn afhangen, „ gedaan wordt, daar in te confenteeren, oi „ niet, zonder reden daar van te geeven. „ Eene Sustenue zo zeer ftrydig tegen den 3, aart van alle Sociëteiten, dat niet veel „ redeneering noodig is, om de abfurditeit „ daar van re toonen. Wel is waar, dat een Lid van eene Sociëteit, onvermogend L 4 » zyn- XXXIX. boek. 1787. Welke wraakbaare Grondregels men volgde in die opbrenging.  XXXIX. SOEK.' 16*8 DE REPUBLIEK DER „ zynde, het regt heeft zich te bezwaa„ ren, en aan te toonen, dat het, naar „ evenredigheid van andere Leden! niet „ meer in (laat is zo veel tot het gemeen „ beilaan te contribueeren, als het te voo„ ren gedaan heeft; maar eenvoudig allen „ Confent m te houden, geen reden daar „ van te geeven, en zich in vryheid te „ ftellen om mets te contribueeren, is on„ beilaanbaar met de natuur van eene wel* 3, geregelde Maatfchappyë. „ Eene andere Maxime, niet min gevaar. „ lyk, zeden ecnigen tyd opgekomen, en » 1 Van nooic vóór "eezen gehoord „ hebben, is, dat wanneer zelfs het Con„ fent van eene Provincie is ingebrao-E „ de Provincie, die geconfenteerd heeft' „ met gehouden is daar op iets te bètaa* „ len, vddr dat de Petitie geconcludeerd „ is. Lene Helling, die, zo dezelve by „ continuatie blyft voortduwen, alles in „ onzekerheid en op losfe fchroeven zal „ ftellen; dewyl het aan zeer weinig Peti, „ tien tot nog gelukt is met eenpaarigheid 3, geconcludeerd te worden. „ De Gecommitteerden uit de Colleges „ ter Admiraliteit het effect van deeze nieuw ingevoerde begrippen gevoelende, heb„ ben, by hunne Memorie, zich zodanig uit„ gedrukt, dat zy oordeelen, dat de dienst „ van de Marine welhaast als eene Provin„ ciaale Equipagie zou kunnen worden „ geconfidereerd. Eene zaak waar van >, wy de gevolgen ten hoogften apprehen„ deeren, en die wy niet anders kunnen s, aan-*  VERENIGDE NEDERLANDEN. 16*9 „ aanzien dan ten uiterften nadeelig voor 5? het Bondgenootfchap, en (trekkende niet „ alleen tot losmaaking; maar tot een gan„ fche verbreeking der Unie (*)." By deeze Gefchillen , grootendeels van eene vroegere Jaartekening, doch welke met den tyd meer en meer toenamen, was, gelyk onze Gefchiedenis van den voorbeden Jaare vermeld heeft, de Burgeroorlog op het punt van uit te barsten. Om dit te voorkomen ontbrak het niet aan binnen- en buitenlandfche Onderhandelingen van welken wy het voegelyk oordeelen eenig verflag te geeven, eer wy overgaan tut de . Krygsbedryven in 't hart des Lands ge voerd. Wat de binnenlandfche Onderhandeh'nger van eenen meer algemeenen aart, dan die ter Bevrediging der Gefchillen in een by. zonder Gewest betroffen, sanbelangt, ver. dient boven al onze aandagt een Brief ir Bloeimaand, door den Raad van Staater aan hun Ed. Groot Mogenden gezonden, inhoudende, dat zy ten uiterften aangedaat waren over den akeligen toeftand van he Vaderland, en verder een Voorflag om ee ne Onderhandeling te houden tusfchen Hol land aan de eene, en Gelderland en Ut recht aan de andere zyde; dat de Stantet van Utrecht zouden belooven, de Stad Ut rech (*) Rtfbl. Gen. 4. Jan. ) 786. Refol. van EqA 12. Jan. iï86. Men vergelyke hiermede de nadruk lyke laai dotr Staaten van Bolland gevoerd in de: Jaare 1785. Zie onzè Vaderl. Wat. X. D. bl. 16. L 5 XXXIX. BOEK. I787. Wat men se werk ftelt om een Bur£eroorlog te voorkomen. Voorftel eener Onderhande■ lir.ge door den Raad van Staaten. I l 1  XXXIX. BOEK, I787. Hoe rnan daar aan het oor Reende. < 1 c I c 1: ifo DE REPUBLIEK DER recht niet te zullen aanvallen of benaauwcn, en alle de Troepen van Gelderland, en zo veel meer als zy konden misfen, uit de Provincie van Utrecht zouden doen gaan: dat Holland daar en tegen, deszelfs Krygs. volk uit de Stad, en de Auxiiiairen uit % Provincie mogt te rug trekken, Met bv"-evoegd verzoek, om de zaak niet buiten hanr geheel te brengen, en de Onderhandelingen een goed gevolg te doen hebben, dat de raadpleegingen over het vervullen der gefufpendeerde Officiers plaatzen (?) 0p morgen opgefchort mogcen worden. & ' De Ridderfciiap, Delft, Brielle, Hoorn, Enkhuizen en Medemblik ftemden terflond m den Voorflag des Raads van Staaten, Dordrecht en de verdere nevens die Stad eensdenkende Steden, en dus de meerderheid, verklaarden, den Voorflag wel te willen hooren, en mitsdien de Aanilelling der Of* Hcieren, vooreenen zeer korten tyd, uic te Jellen, in verwagting, dat die Onderhandelingen ten fpoedigilen zouden gehouden vorden. De Steden Haarlem, Leyden en 4mfterdam hielden aan zich, om, indien leeze zaak op de lange baan mogt gefchoo;en worden, het Befluit tot het aanftellen !er Officieren, weder in te roepen. Het 'erfoneel Befogne werd tot het waarneemen ier Onderhandelinge benoemd (f). Hoe (*) Wegens dit vervullen der Officiers plaatzen z«l-, 1 wy vervolgens breeder fpreeken. (t) Refol. van Holt. 18. Mey 1787.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 171 Hoe zeer eenigen in Holland deeze voorgemelde Onderhandeling, als een hoogst heilzaam redmiddel, in den henarden ftaat der zaaken, aanzagen, en 'er toe neigden, keurden anderen het ten uiterften af. Veele Nieuwspapieren, des gewaagende, voeren fterk uit tegen st geen zy eene Stilft and van Wapenen noemden, door den Raad #an Staaten yoorgefteld, om het werk flctpende te houden,-waar aan men geen gehoor moest jeenen; maar doortasten. —Dat, hoe zeer deeze ftap van hun Ed. Gr Mog. eene verregaande goedheid, en over vloecfige voorzorg tegen het ftorten van Bur gerblöed te kennen gaf, men egter ver wagtte, dat zy zich, door uicgeftrekte On derhandelingen, niet zouden laaten in flaa{ wiegen; maar, zo ras men van den ande ren kant, door fpreekende daaden, het teru< trekken des Krygsvolks, als anderzins, nie blykbaar toonde, den Vrede te zoeken, d( Onderhandelinge zou af breeken, en met krag te werk gaan. Niet ongelyk hier aan was een Raadflag ten deezen tyde door de Stad Schoonhoven ter Staatsvcrgederinge ingediend. ,, Zy kon „ den," gelyk zy fpraaken, „ zich van dee „ ze Conferentien weinig fucces voorftel „ len, én maar alleen aanmerken, als t ,, zyn geëxcogiteerd om tyd te winnen; te: „ einde daar naa de zulken, die voor de Reg v ten en Vryheid des Volks in de bresfe ftor „ den,:. gedugter flag toe te brengen (*)." (?) llefii; van HolU *2, Mey 1787. XXXIX, BOEK, 1787. Verfc! illend in Holland beqordte'd • ( Raadflag ; der Stad Schoonho' ven, 1 |  XXXIX. BOEK. Verzoekfchrift der Geconftinu-erden te Leyden en te Amjïeróam daar tegen. i 3 i I é 2 6 e e d d SI 5> 59 »5 55 J5 5? 3S 172 DE REPUBLIEK DER De Geconftitueerden uit de Burgers der Stad Leyden wenden zich met een Verzoekfchrift tot hun Ed. Gr. Mog., betuigende „ aangedaan te zyn over den toe„ ftand der Republiek, byzonder in Gelder„ land en Utrecht, en te vreezen, dat het „ aanbod van Mediatie van den Raad van „ Staaten alleen ftrekte om tyd te winnen; „ met verzoek, dat hun Ed. Gr. Mog. zich „ daar toe niet zouden inlaaten, dan onder „ beding, dat de maatregelen tot Defenfie „ zouden worden voortgezet, en die Con, ferentien van korten duur mogten zyn, , voorts goed en bloed tot Adfiftentie hun , Ed. Gr. Mog. aanbiedende." Dit ^dres, fcboon de Ridders, behalven de rleer van Starrenburg, het wilden er zyde gelegd hebben , werd door de Meerderheid in handen der Leden gefteld. — 'o ging men ook te wefk met "een Veroekfchrift der Geconftitueerden te Amfieram, die, by het te verftaan geeven van e bekommerdheid der Burgery, wegens ene langwylige Bemiddeling, ingerigt om 2ü tyd te rekken, waar door de Koophanïl veel nadeels leedt, verzogten, „ dat hun Ed. Gr. Mog. mogten goedvinden, in hoogstderzelver hartlyk en heilzaam' S}dlema tot handhaaving van het Verbond der Unie, byzonderlyk met uitzigt tot de Befcherming van onderdrukte Bondgenooten, daar by beloofd, op het kragtigfte voort te werken; dat Hoogstdezelve deoze Provincie meer en meer mogten in ftaat ftellen tot noodige Verdeediging; i, maar  VERENIGDE NEDERLANDEN, if g ,s maar ook* om in geval van nood, zo wel door de Militie als door de Gewapende ,h Burger-corpfen, Onze verdrukte Bondge4i nooten kragtdaadigen Byftand te kunnen ft verkenen, en zich in geene Bemiddeling yl) in te laaten, dan öp zulke vastgeftelde „ Preliminaire Artykelen, waar door de Stad „ Utrecht daadlyk tegen dien geweldigen „ aanval der Militairen volkomen kon be,j veiligd zyn en blyven." Twaalf honderd en negentien Burgers van Haarlem, waar onder veelen van de Aanzienlykllen en Gegöedften, als mede onder het Regtsgebied dier Stad Wöonagtig, tekenden een Adres dan hun Ed. Gr. Mog. waar in zy betuigden, niet te kunnen „ ontveinzen, dat de gemanifesteerde denkft wyze onzer Wederpartyen, welke thans, om hun fnoode Heerschzugt te bevorde,, ren, de géheele Republiek op den rand ,5 des verderfs bragten , geen het minde ,j vooruitzigt öp een goeden uitflag over„ liet, en dat mitsdien terliond by hun ee- ne gegronde vrees gereezen was, dat de ft Conferentie, thans door den Raad var ft Staaten aan hun Ed. Gr. Mog. voorge^ }J flaagen, indien dezelve zou ftrekken on „ eenigzins de hoognoodige maatregelen to ft onderlinge Defenfle en Protectie onzei ,4 verdrukte Landgenooten te vertraagen „ nergens anders op zouden uitloopen, dar ti op het nadeel van de gemeene Zaak, d< verflaauwing van den Yver der Welmee „ nenden, en verdoovinge van den moet „ der ürydbaaren in den Lande. —— Z\ XXXIX. BOEK. Adres vaa 1219 Burgers uit Haarlem. ! i f t r '  if4 DÊ REPUBLIEK DER xxiix. boek. 5 i i > r i i è f • li g ei „ Waren verre af van het denkbeeld, dat „ bun Ed. Gr, Mog. in zodanige Hande„ lmgen iets zouden toegeeven, dat de „ Burgerlyke Vfyheid of het Algemeen Be„ lang zou kunnen fehaaden; daar een vol„ komen vertrouwen öp het doorzigt van „ hun Ed.' Gr. Mogenden van zich niet „ door eenigerhande voorwendzelen van „ derzelver cordaate en Vaderlandlievende „ Beiluicen te lasten aftrekken , hun alle „ vrees benam, en te eenemaale gerustftel- „ de. . Ja, zy hielden zich daar en' „ boven verzekerd, dat deeze Conferentie „ uit hoofde van de bekende Sentimenten <« der Tegenpartyen, fchielyk geheel vrugt, loos zou afloopen f doch zy vreesden, en' „ de ondervinding gaf hun rede tot deeze „ vrees, dat men telkens foortgelyke zou , tragten te herhaaien, uit té rekken, en, , door het doen van onaanneemelyke Voor, flaagen, alle de maatregelen van hun Ed., Gr. Mog. te diiaijeeren, en zo veel mogel , lyk buiten effect te ftellen. Zy moes, ten, met het hartgrondigst Jeedweezen, , betuigen, dat het Gedrag van de Meer' , derheid der Staaten van Gelderland en , Utrecht niet dan al re veel ftoffe gaf * aan de Natie, om aan dezelve allen vertrouwen te weigeren." — Dit in 't breee ontvouwd, en de Onzydigheid van den .aad van Staaten, die zich als Bemidde:ar hadt aangeboden, wel zeer in twyfel -trokken hebbende , gaven hun duchten i verftaan, dat het Plan der Gelder/the i Utrechtfche Staatsleden, 'c geen zy ?> ee»  HERENIGDE NEDERLANDEN. if$ ,, een Plan van gewelddaadige Overheer„ fching, en Vyandlyk Geweld" noemden, zich ook daadlyk toe die Gewest zou uittrekken , en twyfelden niet vast te ftellen, dat een cordaat doorftaan in deezen nood „ het éénigst middel van Redding voor 't „ lieve Vaderland kon zyn. Waarom zy de vryheid namen aan hun Ed. Gr. Mog. „ op het eerbiedigfte en tevens ernftigfte „ te verzoeken, tot geene Onderhandelin- gen toe te treeden , dan op zulke Grond* j, ilagen , en onder zodanige Precautien, „ dat men een waarlyk goeden uitflag van „ dezelve zou kunnen vervvagten. En dat „ deeze althans geen de minfte Vertraaging mogten veroorzaake-n in de zo noodzaak„ lyke Middelen van Defenfte, en dat 'er allen fpoed en voortgang werd gemaakt „ met de Militie van deeze Provincie in „ ftaat te brengen, dac ze tot weezcnlyk „ nut kon geëmploijeerd worden." Een Adres door een aantal Burgers re Enkhuizen getekend, tot deeze Bemiddeling betrekkelyk, kwam ter tafel van Staaten van Holland, met bede, „ om, in deezen hoogen nood, in welken het lot der dierbaare Vryheid voor altoos ftondt beilisc te worden, by de Conferentien „ over de Gefchillen met de Meerderheid „ der Gelderfche Startten, en eenige Staats- leden van Utrecht, tog alle middelen „ vanDefenfiemet byzonderen nadruk voort „ te zetten; ten einde de Braaven in den Lande, welken goed en bloed ten besten „ gaven voor de algemeene Volkszaak, en „ dus XXXIX, BOEK. -I787. . Adres üii Enkhuizen  XXXIX. boek. 1787. ^eelanis Vcorllag. (*) Refol. van Holl. 24. 26". en 30. Mey 1787.. A'. Neéerl. Jaarb. 1787. bl. 956. 958. 1059. 1117. 176 DE REPUBLIEK DER » dus ook voor hun, welken ten deezer! ,, opzigte nog eene onbegrypelyke onver,, fchilligheid fcheenen te voeden , geene ,, ongelukkige Slachtoffers der Heerschzugc ,, mogten worden , byaldien zodanige Con,, ferentien door onaanneemelyke Voorwaar„ den infruccueus werden gemaakt; waar ,, voor de Natie door de conduites van Par,, tyen, niet weinig vrees werd ingeboe* »» zerad (*>" Middelerwyl gingen de Onderhandelingen voort. Staaten van Zeelandbeüooten eene buitengewoone Commisfie ter Vergadering van hun Hoog Mog. te benoemen, „ met volle mage ,, om alles te doen, 't geen in ftaat mogt „ zyn om de Provinciën tot derzelver pligt „ te brengen." De Heer van Cit- ters, wegens Zeeland ter Algemeene Staatsvergadering afgevaardigd, deedt een voorftel, om aan de Officieren en Gemee* nen in het Hollandsch Cordon, die de Bereden der Algemeene Staaten, boven die van Staaten van Holland, hadden gehoorzaamd, en daar door vreesden in ongelegenheid te zullen geraaken, of reeds in ongelegenheid oekomen waren, Patenten van wegen hun Hoog Mogenden te geeven, om, in dien gevalle, met hunne onderhoorige Manschappen, zich terftond te begeeven op het Grondgebied van de Generaliteit, of van eene nabuurige Provincie. —- Dit Voorftel werd by  VÊRENlGDË NÈDÉRLANDËN.17 f oy meerderheid van ftemmen gefteld in handen van Gecommitteerden tot de Militaire zaaken, en den Raad van Staaten. Hier op floegen de laatstgemelden voor, dat de zaaken, in plaats van het voorgeftelde, meer gefchikt fcheeheh tot Onderhandelingen ter Vereffening der Gefchillen, waar omtrent Staaten van Gelderland en van Utrevht te Amersfoort vergaderd, hunne geneigdheid betoond hadden, en Voegden 'er nevens, tot nadere opheldering van hunne meening, ,, dat hun Hoog Mogen„ den da'ar toe, die van Utrecht behoorden te verzekeren en te guarartdeeren, „ dat, geduurende die Conferentien, Stad „ en Steden van het Sticht niet zouden worden geattaqueerd of benaauwd; den Capitein Generaal te verzoeken van gee,j ne Patenten te verkenen na gemelde ProvinCie; dat Wydefs alk de Militie, die, ^ binnen de laatfte twee maanden, in die Provincie gekomen was, van weerskant ten te rug getrokken wierde; voorts dac men de Stad van Utrecht behoorde tè j, permoveefen, om de Auxiliairen te laasi ten vertrekken; dat Holland de Refolü3i tie van zes Octobef des voorleeden Jaars y 5j waar by aan de Stad Utrecht de Protec4, tie van Holland was toegezegd, weder„ om introk; dewyl door de bovengemelj, de verzekering en Guarantre die Protec,, tie kwam te cesfeeren, en dat omtrent' iS de gefufpendeerde Officieren, van weerskanten, alles irt den ftaat bleef, waarin }i het was." XlV, DEEL. M Mi XXXIX. boekj [787. Nader Voorftel ?an den iaad vaö Staaten,  XXXIX. B ü E K. I787. • G.-lastig den by Hel lj»d heller ever om dien VoorCag grootendeehaan te neemen. DitVerflag wekrgroote cpfpraak tegen VAN 2EEBERCH j i 178 DE REPUBLIEK DER Alle de Gewesten namen deezen Voorflae over Dezelve werd by hun Ed. Gr. Mo£ vervolgens commisforiaal gemaakt aan het Perfooneel Befogne, om ten fpoedigften daar op bengt re geeven, fchoon de Ridderfchap, Delft, en eenige andere Steden, oordeelden, dat dezelve moest worden aangenomen. De Heeren van Starrenburg, de Gyzeuar, van Zeebergh, van Berckel, en de Kempenaar, aan weiken deeze bemiddelende Voorflag ten onderzoek was in handen gefteld bragten een Voorflag uit, ftrekkende om de voorgedraagene Bemiddeling niet re verwerpen, „ maar de Schikkingen daar by „ beraamd, aan te neemen; doch te decli„ necren de Surcheanche om Officieren in :, plaats van de gefufpendeerde aan te ftel* len" De Dordrechtfche Penfionaris de LiïzelAAii was by het vervaardigen van ntVerflag, door ongefteidheid, niet tep-enivoordig. Men fchreef hetzelve aan den Haarlem'enen Penfionaris van Zeebergh toe en deeze, fchoon alle de andere Heeren' gg&k men fteliig beweerde, 't zelve gezié» en goedgekeurd hadden, moest den geheeIcn last des verwyts van de misnoegden, Dver dir inwilligen van iers 'c geen rot Be-niddeling ftrckre, draagen. Hoe zeer voorleen als een Volksvriend gepreezen, werd ry rhans voor een Ariftocraat met de haatykfte bynaamen uitgemaakt, onwaardig geteurd zyne post langer te bekleeden,° terfvyl men allen vertrouwen ftelde in zynen Me-  VERENIGDE NEDERLANDEN, i79 Mede - Penfionaris van de Kasteelê. De Burger-Sociëteit cc Haarlem a \ r n i dage, geiyk het ingediend Adres aan Staaten van Holland uitwees (*), de BurgerSociëteiten in andere Steden oiispreezen deeze gedraaging ten fterkften, In de meeste Nieuwspapieren en andere uitkomende Gefchnften werd deeze neiging tot Bemiddeling aan den invloed van den fchranderen en welfpreekenden van Zeebergh toegeichree* ven, en fielden bovenal dien Staatsdienaar, in een zeer haatlyk licht (f). Afkeerig van alles wat naar Bemiddeling zweemde, helde (*) Zie hier boven bl. 173. (f) Onder deeze Papieren ftak de PoTitieke Kruye? uit, welke in No. 466. een Brief plaatftc uit Haarlem gefchreeven door een Jnti-ariftocraat, ten Geleide van eene Verdeed/ging door den Penfionaris van Zeebergh in de Vroedfchap dier Stad ingebragt, emirent zyn gehouden Gedrag, in het uitbrengen van het befaamde Rapport, betrekkelyk tot eene te vooren geproponeerde Mediatie van hun Hoog Mog, de Staaten Generaal. Dit ftuk als echt opgedischt» en alfen voorkomen daar van hebbende, werd met vee) greecigheids geleezen , en gaf ftoffc om de opfpraak tegen dien Penfionaris leevendig te houden , en te ver' 'fterken. Dan, fchoon hy , in dc Haaflemfehe Vroedfchap , by gelegenheid van de heevige uitvallen op liet gedagte Staats-Rapport, een mondeling Vertoog deedt, om dezelve te onderrigten van de waare gefchapenheid eener zo veel gerugtsmaakende zaake, hadt hj 'er nooit iets van op 't papier gefteld. De Uitgeevers van de N. Nederl. Jaarb. die 't zelve hadden overgenomen, ontvingen, uit eene allerzekerfts hand , gelyk zy fchryven, waarfehynlyk uit de hanc des Heeren van Zeebergh zelve, als alleen ir ftaat om, met zo veel reden van wetenfehap en vol ftrekte verzekering, te fchryven, de onderrigting dat het Stuk uit de Politieke Kruyer overgenomen „ nimmer, 'tzy in't geheel, of gedeeltlyk,of eenig „ zins, met zyne kennis, of onder zyn opzigt, wa M 2 >*ni XXXIX 3 O e K I  XXXIX. b o e k.. Pooging van Man- drillon ' by zyne 1 Hoogheid, i ( l ê V d h c SS N. dai gel de va i Ho lï! iSo DE REPUBLIEK DÉR de men veel eer over om met Amfterdam lterker maatregelen te neemen, van welke wy vervolgens zullen fpreeken;- terwyl een Befluit van hun Hoog Mogenden, met eene Meerderheid van vier ftemmen, tegen dat van Holland omtrent het Krygsvoik rechtsreeks aangekant, deeze Bemiddeling af. arak (*). 5 - De Heer Makdrillon, by de Patri* nten zeer gezien, en een Vriend van Frede. uk Augustus, dezelfde dien wy reeds neer ais Bemiddelaar aantroffen (ff, met eezen eene Briefwisfeling aangevangen hebbende over 'sLands toeftand, en den dreienden Burgerkryg, vervoegde zich te Zeist Kden Stadhouder, met eenen bemoedigenen Brieye van dien Prins, om zyne Hoogeid, by een mondgefprek, tot het doen van mige Opofferingen, ter voorkominge van den vervaardigd, als mede dat van hetzelve, of van de zaaken daar in vervat, geen fchyn of voetftap irf ae Rtfoluuen van de Haarlemfche Vroedfchap gevonden werd. —- Gebrek aan aantekeningen nopens de Mondelinge Voordragt, maakte het onmoeelyk om door eene vergelyking van het een met het ander, de weezenlyke verfchillen, die daar tusfchen plaats mogten hebben ,aan te vvyzen, terwyl ook , naa verloop van zo veel tyds, het geheugen niet toeliet, om al hetzelve met de noodige juistheid te bepaalen." u zie dit alles omftandig in de Neder/. Jaarb. l787. bl. 1641. en 4357 Oniks dit nader berigt de nit het geheugen zeker optelde zo genaamde Verdeediging betreffende, bleef groote zaak, die het misnoegen tegen den Heer n Zeebergh verwekt hadt, volmaakt dezelfde. ) Rejol. Gen. 4. en 10. Juny 1787. Refol. va„ 11. 9. Juny 1787. N. Nederl. Jaarb. 1787. bl„. tt. 118r. 1210. 1227. en 1339. f)Zie onze Vaderl. Hist. VIIi. D. bl. toó".  VERENIGDE NEDERLANDEN. 181 den Burgeroorlog, te beweegen; doch zyne voorftellen vonden geen ingang (*). Buitenlandfche Mogenheden, de Hoven van Verfailles, Londen en Berlyn hadden in den voorleeden Jaare eenige poogingen aangewend om den twist des Lands, waar 'tmogelyk, te dooven (f)- By het langs hoe heftiger opblaaken wilden eenigen zich van deezer Tusfchenfpraak bedienen. De Franfche' Afgezant de Verac, onlangs zich eenigen tyd te Amfterdam onthouden hebbende, werd, van wegen die Stad, in Zomermaand, by hun Ed. Gr. Mog. voorgefteld, om de Afgevaardigden ter Algemeene Staatsvergadering te gelasten, uit naam van Holland, voor te draagen om deri Koning van Frankryk in te roepen tot vereffening der Gefchillen tusfchen de Gewesten, zonder daar door af te laaten van de maatregelen tot Verdeediging van Holland genomen. —— Dit Voorftel was waarfchynlyk een gevolg van den Voorflag, dien de Koning van Pruisfen aan het 'Hof van Frnnkryk hadt laaten doen, om gezamenlyk werkzaam te zyn tot her, bemiddelen van de hevige gefchillen in de Fereenigde Gewesten. Alkmaar Hemde 'er terftond in toe. De Steden Dordyecht, Haarlem, Leyden, Gouda, Rot. terdam, Gomichem, Schiedam, Schoonhoven, Monnikendam en Purmerende naa ee- pr (*) Memoires pour fervir a PBiJloire de la Revolution des Provinces Unies en 1787. par Mr. Th, V.ANDRHtOS p. I —IO. " <*) Zie onze Vadert. Hist. XI. D. bl. 3*7. enz, U M 3 boek. 1787. Voorflag van Amfterdamom de Bemiddelingvan Frankryk in te roepen, gaat by Bolland door.  iH DE REPUBLIEK DER XXXIX. boek. J?C7. Verflagdes. wegen ter Algemeene Staatsvergadering, 1 eenige dagen beraads. De'Ridderfchap met: de overige Steden namen het over. Tot het inroepen der Bemiddeling van Frankryk werd dus met meerderheid van twaalf Steden beflooten, en vastgefteld den Franfchen Gezant des kundfchap te geeven (*). Met welk een oog de Meerderheid van Holland, deeze Bemiddeling aanzag, zal ons best blyken uit den Voordragt deswegen gedaan ter Algemeene Staatsvergaderingdoor de Afgevaardigden van dit Gewest, zy betuiguen, „ dat de Verdeeldheden on„ der de refpective Bondgenooten, thans „ tot die hoogte waren gereezen , dat tus„ fchen dezelven.zonder de vriendlyke Tus„ fchenkomst van iemand, die een Bond„ genoot van alle dezelve is, de heilzaam* ,, Eendragt niet zou kunnen worden her„ field; maar dat, in het tegenovergeftelde „ geval, door eene verwydering der ge, moederen, het te dugten was, dat mo, gelyk wel binnen korten ryd, de weder, zydfche Gefchillen, zo al niet eene ge, heele Scheuring der Unie ten gevolge , zouden hebben, ten minfïen dezelve niet , anders dan ten kosten van ftroomen Bloeds , zouden kunnen vereffend worden, terwyl , men, door eene Inroeping en Mediatie, , zyner Allerchristlykfte Majefteit, als Bond, genoot der Republiek, onder den Zegen , van God Almagtig, met grond, de heil, zaamfte gevolgen voor dit Gemeenebest , kon verwagten; daar Hoogstgedagte zyne „ Ma- (*) Refol. van Holl. 23'. 37. en 29. Juny en 6.]aly 1 «7.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 183 „Majefteit, in den jongfte Oorlog met ! Engeland, zo wel als in de Geicmllen raec zyne Majefteit zyne Welmeenenheid " voor deeze Republiek met uitneemen" de bewyzen hadt gemanifesteert, en der" halven ook van eene Bemiddeling van " zyne Allerchristlykfte Majefteit, de éé" nigfte Bondgenoot van de geheele Repu" bliek, de Condnuatie van de zo zeer ge" wenschte Unie mogt verwagt worden; " te meer, daar de Bondgenootfchaplyke " Betrekking, tusfchen meergemelden Vorst " en dit Gemeenebest volftrekt vordert, " dat de wederzydfche Partyen van die -zo " gelukkige Alliantie over en weder elkan. " ders belang, bloei en welvaart op alle " mogelyke wyzen tragten te bevorderen, 1 en voor te ftaan; zy waren gelast aan " hun Hoog Mogenden voor te liaan, om " ter Bemiddeling der plaatshebbende Ge " fchillen tusfchen de refpective Provinciën " van de Republiek, de Mediatie van zy " ne Allerchristlykfte Majefteit, zh Bond " genoot van het geheele Gemeenebest. Staatsgewyze in te roepen ; en Hoogst dezelve te verzoeken, dat het zyne Ma " jefteit mogt behaagen, zyne goede dien ften te willen aanwenden, om de Ge " fchillen door Hoogstdeszelfs Bemiddelin] " by te leggen, tot Herftel van de zo ,zee " o-ewenschte Eendragt, en Inftandhoudin: " van de voor alle de Provinciën zo be % langryke.Unie (*>" m (*) Refol, Gen. 7. K> M 4 XXXIX. BOEK. 1787. j r r > 1  XXXIX BOEK. Vertoog des Ffarifchen Afgezants de Verac over 'sKonings gereedheid. 7 . j 9 j 5! »! t 3! j: j: • 9? 35 9> ?' 3) j5 sj 3j 5? »» .»> »3 184 DE REPUBLIEK DER Men mogtvan/Wry*,-net allen grond een vlot en toeftemmend antwoord wanten Snnf MgTaaf °E VERA^. diende byC Hoog Mog, wegens de Bemiddeling, dit Vertoog m. Hoog Mogende heeren „ De Koning is onderrigt, dat de Staaten „ der Provincie van Holland, den zeven- " ?L er Maand' aan U «oog Mo„ hadden voorgeneld, om tot zyneBcrult „ deling de toevlugt te neemen, tot Bevieh digmg der Verfchillen, welke de Repti, bliek verdeden. Zyne Majefteit is zeer , gevoelig over dit blyk van vertrouwen" • en, dezelve ^ a™ zynen Ambasfadeu ' dgatl' T V.UmM«S. te verklaaren , dat dezelve met alleen genee°en is nndaar aan te^woorde|v pgarook d* , dezelve zich haast om mede te werken zo veel als van hem zal lumnen'afhangen tot Herftel der Rust in de Repubhek en tot de goede Een5gezindhe d msfehen de verfcheide Leden der UnieDe Koning neemt deeze gelegenheid trree- ten7 U H°0g r^'"dige ft? . ten int te drukken, welke de Troubelen die de Vercenigde Provinciën- beroe en hem veroorzaaken, e„ om huMe ™tephezd tebepaalen tot de Rampen , we . fce de gevolgen daar van zvnzou^n mdien ze niet ras geftuic wiérden — Zyne Majefteit denkt, dat, om dit heilzaam einde te bereiken, het O04ib | daar is, dat U Hoog Mog. ede SdS Maatregelen neemen , om, van nu af £? de Vyandlyke Maatregelen, waar"aï^ „ zich  VERENIGDE NEDERLANDEN. 185 „ zich in verfchcidene Provinciën över„ geeft, te fluiter. U Hoog Mog. zullen „ dus den Burgerlyken Oorlog voorkomen, „ en het goed gevolg der Bevrediging, wel, ke zo wenschlyk is, gemaklyk maaken 5, om uit te werken. Deeze Aanmaa- s, ning van wegen den Koning is hem in„ gegeeven dour de Vriendfchap, welke , hy der Republiek toedraagt, en door hei Belang dat hy neemt in derzelver Be„ houd en Voorfpoed, en door de byzon„ dere genegenheid, welke hy heefc voor „ elk der Leden die dezelve uitmaaken (*)." Verre was de eenftemmigheid tusfchen de Gewesten te zoeken over deeze door Hol. land voorgeflaagene en door Frankryk aangenomene Bemiddeling. Ridderfchap en Steden van Qyerysfel traden geheel in de voetflappen van Holland. Nevens de Staa ten van 't laatstgemclde Gewest begreepen zy, dat de Verfchillen, tusfchen zommige Gewesten van het Bondgenootfchap plaat? hebbende, niet wel anders, dan door de Tusfchenkomst van eene Mogenheid, die een Geallieerde van het ganiche Bondgenootfchap was, en zo .zeer deszelfs goede Intentie omtrent hetzelve hadt aan den dag gelegd, konden worden bellist; wcshal ven zy, hoe. zeer ook voor zich zei ven hei geluk hebbende van in die Oneenigheder niet te deelen, geene zwaarigheid maaktei om het Voorftel der Staaten van Hallam te omhelzen (f), . . Ij (*) Refol, Gei:, iS. July 17?7, h) Refol. Gen. 13. Jury 1787. M s XXXIX. BOEK. Overysfel ftcmt njet Holland. I l  XXXIX. BOEK. 17??: Friesland wil Frankryk niet alleen ten Middelaar , hebben. < I » t V V c z V . J5 5) J) 33 J' 5J W *■> 5> *■> S' 3> 55 r> si 35 35 33 i85 DE REPUBLIEK DER In Friesland dage men hier anders over; de Heeren in het Mindercal befchonwd*n den toeftand des Lands zodanig, dat dezelve een fpoedig redmiddel vereischte ; dat de Inroeping van zyne Allerchristlykfte Malerteit, met rede in aanmerking kwam, in gevalle de tronende Partyen in die keuze laar toe zien mogten vereeni-en. Welke :amenftemming zy voor een weezenlyk verachte -hielden. Doch was hun, by de aadpleegingen op dit ftuk, meer dan ééne edenking voorgekomen tegen het inroepen an een magtigen Nabuur tot Bemiddeling an inwendige Gefchillen. Bedenkingen van ien aart, dat zy niet konden naalaaten de;l«e, by dit hun Verflag,aan hunEd. Mog. aor te draagen, waar op zy voorevaaren, dus, hoe zeer de Heeren Staaten van Holland en Wcstfriesland by hunne Propofitie te regt verheffen de blyken van Welmeenenheid door het Hof van Frankryk aan de Republiek betoond, het egter als zeker mogt gefteld worden, dat ook andere nabuuri^e Mogenheden, met welke de Republiek in Vriendfchap leefde, even zeer het oog gevestigd hielden op.dcn toeftand van deeze onze Gewesten , en niet onverfchillig waren over den Uitflag van de daar in thans zweevende Oneenigheden; naardemaal dezelve, ten blyke daar van, geduurenae de tegenwoordige Troubles, meermaalen het genoegen gehad hebben, om, van weeën hunne andere Nabuuren fticcesfivelyk" te ontvangen de fterkfte betuigingen van Wei-  VERENIGDE NEDERLANDEN. xfljr Welmeenenheid, en van Verlangen, om " de Rust en Eendragt in deezen Staat " wederomherfteld te zien. Dat het daarom, " (naar hun inzien) niet buiten alle beden" king was, of het wel raadzaam zou zyn, " ingevalle men tot inroepen van buiten" landfche Mcdiatie overging, zich in dat aanzoek alleen tot zyne Allerchristlykfte Majefteit, met uitfluiting van alle andere nabuurige Mogenheden, te bepaalen. ' „ Dat deeze, en meer andere gewigtige , Confideratien hun verhinderden, om zich. ?' als nog, voor eene Mediatie van buitens \\ lands te declareeren, zonder voor af ö „ beproeven, of 'er nog geene Middclei „ inwendig, en meer gegrond op de Con „ ftitutie van de Republiek, voor han'dei „ waren, door welke dezelve, onder de \\ Zegen van Go n Almagtig, nog zou kun „ nen worden gered. „ Waar toe dan in aanmerking zou kc , men het benoemen van een klein get; 11 van de geaccrediteerfte Perfoonen, uit d „ Hooge Bondgenooten, met genoegzaam „ authoriteit en vertrouwen voorzien, om „ in de eer/ie plaats, by onderlinge Schil „ king, zo'na mogelyk te reguleeren, c „ Gefchillen tusfchen de Provinciën oivrrei zen; en verder die zaaken, over wel! % men niet zou kunnen convenieeren, " fubmitteeren aan eene Arbitrage van Pe „ foonen wederzyds te benoemen. Ei „ om in de tweede plaats, 't zy by o „ derlinge Infchikking en Tusfchenfprau; „ of wel by Submisfie aan Arbitrage, % bepaalen de gefchiktüe wegen en midc XXXIX. ü O E K. 1787. I 1 ï 1 e e » e :e v>«ritee-  KXXIK boek. 1787. j 9 3 J f' 5' r 55 »1 33 37 .53 35 5» 55 35 3' 55 r83 DE REPUBLIEK DER •» Iep-, om de Oneenigheden ' in de Pn> " Vlncien fvvendig, waar, en tusfchen „ wen ook gercezen, te asfopieeren en „ by te leggen En daar de Provinicie „ van Friesland, zich, door Gods groo„ te Goeaneid, in die gelukkige Situatie „ bevonut, van, tot nog toe, onafgebroo„ ken te heoben mogen genieten inwendige Rust en Vrede, als mede van- b-vryd gebieeven te zyn van zodanige ver» regaande Verwyderinge met baare Bond„ genooten, dat tot Vereffening daar-van „ tot bmtengewoone Middelen toevlugt zou » moeten genomen worden, het hun Ed Mog. was voorgekomen, dat die geluk, kige toeftand hun alleszins bevoegd m-ak, te om by de twistende Partyen aan te drin, gen om op het amplecteeren van derge, iyke Middelen bedagt te zyn, met Aan, bod , om , zo dezelve eenigen ino-an*mogten vinden, zich over de wyze&vaS invoering, nader en breeder uit te laatente gelyk, in dien gevalle de Provincie' van friesland, als door derzelver inwendige Rust en Neutraliteit, daar toe meest geichjkt, tot het houden deezer Conferentien offereerende. „ Dat in zulken gevalle, hun Ed. Mog. dan voorts zouden vermeenen, dat ook die Nabuurige Mogenheden, welke, door derzelver Aanbod van Mediatie, als anderzins blyken hebben gegeeven van derzeiver belang in de Herftejling van de Rust binnen de Repnbbek, zouden behooren te worden verzogt, om den in. vloed en het vertrouwen, dat dezelve op dee-  VERENIGDE NEDERLANDEN.. ï 8e> deeze of geene der Bondgenooten, of , op notabele Perfoonen in de Republiek , mogten hebben, te willen in het werk „ ftellen, om dezelve te disponeeren tot „ onderlinge ïoegeevenheid, en om af te 9, zien van zodanige Gedraagingen, als ge„ fchikt zouden zyn om de Gemoederen „ meer en meer te verwyderen , en alle „ middelen van Verzoeninge onvrugtbaai „ te maaken." Geenzins behaagde het Staatsbefluit, overeenkomftig met deezen Raadflag by de Meerderheid genomen, allen. Eenige Volmag ten, als C. L. van Beyma, en H. A H- van Knyff, Volmagten van Westdongradeel en Ferwerderadeel, Uit Wes tergo; A. J. C. de Bi:ere, en E. F van Aylva en J. Roorda, Volmag ten wegens Hemelumer Oldephaft, Noord wolde en het Bild, uit de Zevenwouden A. Boelens, Volmagt wegens Oost/Iel lingwerf; en uit de Steden, de Volmag ten P. Breugeman en R. van Klef pens, van Dokkum,- B. Veenstra,H Z. Al te ma en W. Hogen rurg vai Sneek, en dus uit alle de vier Kwartierei van Staat, leeverden daar tegen een eens luidende Tegenverklaaring en Aantekening in. Misnoegen deedt hun eene zeer fcherpt taal voeren, en voor veelen fchampere aan merkingen maaken. Andere Nabuurige Mo genheden, met den Koning van Frankryk ten aanziene der Bemiddeling, gelyk te ftel len, oordeelden zyonvoegefyk ,'en vertrouw den, dat zyne Allerchristlykfte Majefteit » dee XXXIX. BOEÏi* I787. Eenige Volmagten in Friesland van een ander gevoelen. t t ! Hunne Te* , genverklaaringen. >  roe DE REPUBLIEK DER boek. i / o / • „ deeze aileronvoorzigtigfte uitdrukking, die „ de wettigde reden hadt om des geftoord „ te zyn, liever aan de onkunde, dan aan „ eenig kwaad oogmerk, zou willen toe- „ fchryven." Zy konden geenszins toe- Hemmen, dat eenige bmnenlandfche Middelen nog zouden behooren beproefd te worden; „ vermids zy in gemoede overtuigd „ waren, dat het Volk, in andere Provin„ cien, maar voor al in Friesland, zoda„ nig een gevestigd wantrouwen hadt op „ zyne Regeering, dat men geene Perfoonen binnenslands zou kunnen vinden ge„ noegzaam geaccrediteerd om 'er eenig „ fucces van te verwagten." Ter bil- Jyking van dit wantrouwen verfcheide der jongfte Befluiten en Handelingen der Meerderheid, en het gehouden gedrag des Stadhouders, opgehaald hebbende, zeggen zy. „ Het is alleen aan het bedaard, vredelie„ vend en niet dan in nood werkend Cha„ racter onzer braave Ingezetenen toe te „ fchryven, dat men niet al voor lange re„ kenfchnp onzer betragtinge heeft afge- „ vraagd. Geene Plakaaten tog, hoe „ voorzigtig, hoe landsvaderlyk ook met ., Bannisfement en Galg dreigende , zullen, „ op den duur, de Friefch: Natie dwingen, om haare Regten lydzaam te zien „ wankelen en verboren gaan. Kon geen „ Philips van Spanje, met zyne buiten. „ landfche Magt, geen Alva met al zy„ ne plunderzieke Militairen, dit Volk te „ onderbrengen; dan zullen ten minflen „ geen hedendaagfche Volmagten , geen „ Prins  VERENIGDE NEDERLANDEN, uji „ Prins van Oranje, het doen zwygen, als „ het wil fpreeken." Verre waren zy van Friesland als geheel buiten alle Gefchillen te befchöuwen; veel eer geloofden zy, dat 'er misfchien geen Gewest onder alle was, waar men meer de Tusfchenkomst eener Bu'uenlandfche Bemiddeling noodig hadt, en voegen zy 'er nevens, „ fpeciaal voor U Ed. Mog., op dat „ door dezelve, de zaaken, zo mogelyk, „ zodanig werden beftuurd, dat de Natie „ aan de Overtreeders der Fundamentecle ,, Wetten, eene behoorelyke Abolitie, waai „ toe zy alleen geregtigd is, verleende; er „ dat, voor het toekomftige, de Confticutie „ zodanig werd gefchikt, dat 'er eene ge„ noegzaame verzekering ware voor dt „ duurzaame onderhouding." De onbepaalde uitdrukking, dat 'er tus fchen Friesland en de andere Gewesten geene verregaande Vcrwyderingen plaat hadden, oordeelden zy onbefr/aanbaar me veele voorbeelden van Panydigheid vai Friesland in de Verfchillen van ander Bondgenooten in deezen tyd, van welke d Staats Registers vol waren. Inzonderhei voerden zy ten voorbedde aan, „ dat me „ het arrresteeren der Vrouwe van den Stac „ houder, met relatie tot de Buitenlanc fche Mogenheden, gelaaten hadt voc „ Rekening van Holland. Dit bett „ kende iets of niets; zo het iets beteker „ de dan was het ongetwyfeld, dat, indie „ eenige Buitenlandfche Mogenheden Ho land vyandlyk aanvielen, wegens het ve „ hii XXXIX. BOEK. \ r , i- n . I. rï-  'H% m REP UBLiER DËR XXXIX. n O E K. IMe Vol- toagten deswegens als in regten vervolgbaargeoordeeld 3 J i i di l „ hinderen der Reize van de Vróuw Van derf „ eerften Minister, Friesland Holland niet „ zou helpen verdeedigen (*)." 't Geert zy aanmerkten te ftryden tegen den Geen' der zo hooggeroemde Unie van Utrecht, byzonder tegen de letter van het derde Artykel. Om welke ' Unie te verbrèeken zy' zich en ongemagtigd en ongezind vonden. _ Hier tegen, zo wel als tegen het ander, zich vérklaarendë, wilden zy de Bemidde-> Hrig des Franfchën Konings op dezelfde wyze en voet als door Holland ter Algemeene StaatsVergaderinge was voofgefteld* ingeroepen hebben (f). Eene Tegenverklaring van dien aaft, en zodanige uitdrukkingen behelzende, trof de Friefche Meerderheid ten ftcrkften. Het Kwartier van Zevenwouden oordeelde, dat dezelve ,, vervat vifas in termen , welke „ hooggaande beledigend warert voor de , Regeering -in 't algemeen, en voor de , Leden van dezelve in 't particulier, en , direct gefchikt om de goede Ingezetenen , te misleiden, en tegen de Regeeïifig op , üe zetten, weshalven het Kwartier niet , kon afzyn om 't zelve Crimineel te be, fchouwen, en de andere Kwartieren diens= , volgens, in bedenking te geeven, of van 3, dee* (*) Wegens dit ophouden van haare Koninglyke" Oogheid zullen wy vervolgens in 't breede fpreeken.- (f) Het Verflag waar tegen dit ftuk op den 26 July 1&7. werd ingerigt, was by Staaten van Friesland :n 21. dier Maand ingediend. N, Neiert. Jaarbt lil. bl. 2154. ens»  VÈRENIGDE NEDERLANDEN, i9§ ,,, deeze Protesten en Aantekeningen geene 5j( Authentique Copicn behoorden gefteld K te worden in handen van den Procu„ reur Generaal deezer Landfchappe, met „ last, om dien te nevens het Regt van -,, de Hceflykheid waar te neemen." Welk Voorftel, terftond, naa dat men dó Leden der Minderheid, de reeds gemelde Ondertekenaars, met naame in den beginne aangeduid, als over 't zelve niet kunnende ftemmen, eerst verzogt hadt buiten te ftaan, by de vier Kwartieren in een Befluit veranderd werd (*)* De eindelyke bepaaling van Friesland op het ftuk der Bemiddelinge was, „ in te roepen de Mediatie ert hooge Bemidde„ ling " der Hoven van Frankryk , Enge)), land en Prüisfen; onttrekkende zich ook „ geenzins, wanneer de Bondgenooten zulks zouden verlangen, of nuttig oordeelen, „ aan de Accesfie tot diezelfde einden, van zyne Keizerlyke en Koninglyke Majefteit, b, zo wanneer Hoogstdezelve zich hier toe j, zou willen laaten vinden (f)." Gelderland wilde, even als de Meerderheid der Staaten van Friesland, de Hoven van Londen en Berlyn ^ nevens dat van VerfailleSi ter Bemiddeling aangezogt hebben, en zich niet onttrekken, wanneer de Bondgenooten nog meer andere Mogenheden, by welker Vriendfchap de Republiek belan? hadt, daar toe begeerden uit te noodt- (*) Refol. van Friesland li, Aug. 1787. (f) Refol. van Friesland 4. Scpt. 1787* AlV. DEEL. N xxx fX» BOEKi 1787. Friesland wil by Frankryk Engeland en Pruis fen gevoegd heb ben. Dus oor' deelt ools Gelderland,  194 DE REPUBLIEK'DER XXX?X. BOEK. i?87. Zeeland dejgelyks met byvoe. ging van 1 geheeld en- gebeterd te krygen, en , inge * volge van derzelver meermaalen gedecla" reerde intentie daar toe hulpe en adft ftentie te zullen zoeken, waar zy die vinden konden ■(*)." " Eu- {*) Rejb!. Gen. ao. Aug. 1787. N 4 XXXIX. 1) O E K. 17 87.  XXXIX. BOEK, 1787. Eenigen ii Holland geeven Ai Punten op waar over «ie Onderhandelingby Tyar.kryki Bemiddelingjnoes: lnopen, 1 \ ( I I g 3 d !« ri S1 soo DE REPUBLIEK DER Euvel duidden veelen in den Lande deeze taal door Sraaten van Utrecht temmers, /-w/.vergaderd, ter Algemeene Staatsver. gadermg gevoerd. Ondraagelyk hard moest dezelve khnken in de ooren der zodanigen , die de Bemiddeling van Frankryk alleen, ach voorllelaen, en, in die verwagnng. niet Oegts den raad gaven om vooral braave Man- H%f/T? t£ Zenden' maar ook de Hoofd Arcykelen by die Bemiddeld in m te neemen, opgaven. Immers men vondt' er die velden, _ dat dé Gefchillen tusiciien ce Sotiveraine Gewesten op zodanis eene wyze moesten vereffend worden, dat dezelve de Voortduring der Verbincenisfe met Sra.-ikryk ten zekeren gevolge kon hebben. Wyders, dat alle zodanige Dude en nieuwe Gebreken en Oorzaaken ?an Verwarring uit de Republiek in 't al, ïemeenen uit de Staatsgefteltenis van elk gewest in c byzonder, moesten wegeeno* nen worden, als die zo memVmaal srond gegeeven hadden , en nog verdèr geeven ronden, dat het Sraats-fyfrema der Regenen zo wankelbaar en aan zo veele veran, leringen onderworpen zou blyven, als zy :et voor hun perfmeel of tydlvk belang oodïg oordeelden. Verder, dar heq taatsfielzel van het Gemeenebest-in % ah etneen, en dat der byzondere Gewesten, eenzins moest afhangen van de willekeur ïr Regenten, wier belang, uk duizenderi oorzaaken, onophoudelyk aan Verandengen onderheevig was; maar 'er moest een iheel anderen grond tot Onvcranderlykheid oh-.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 201 onzer Staatsgefteltenisfe gelegd worden, en wel de allereenvoudigfte, het Belang en de Welvaard des Volks zelve. —— En aangezien, huns oordeels, zonder eenen behoorelyken Invloed des Volks op de Regenten, uit kragt van welken het Belang der Regenten en des Volks op het allernaauwst met elkander vereenigd , in elkander gegrondvest, en tot één weezenlyk geheel gemaakt werd, 'er geen vaste grond aan onze Staatsgelteltenisfe kon verzorgd worden, diende men ook, in het ganfche beloop dei asnftaande Bemiddeling, 'er allerzorgvuldigst op bedagt te zyn, dat,- by de Vereffening der Gefchillen tusfchen de Provinciën 'ei niets werd vastgefteld, het welk aan he Patriotsch Staatsplan eenigzins kon hm deren: door de geheele Republiek diend allenhalven die behoorelyke Invloed der Bur geryen op hunne Regeeringen tot iland ge bragt te worden, eene zaak van zeer vee belangs voor Frankryk (*). Geheel voorbaarig maakten zommige deeze beraamingen, in den waan, dat all de Gewesten eerlang met Holland zoude toetreeden, om den Koning van Frankry alleen tot Middelaar te verzoeken. H< bleek, dat Gelderland, Zeeland, Frieslan en de Staaten van Utrecht te Amersfooi vergaderd, de Bemiddeling van Frankryk Priiufen en Engeland aangenomen en t< vens verklaard nadoen, er zien met aen (*) N. Nederl. Jmri>. 1787. bi. 1894- 4255. N 5 XXXIX. BOEK. I78/. 1 -, ïloe zeer a zy zich misnomen ^ vonden. k •X d •t 1  XXXIX. boek. De Koning van Engeland biedc zyne Bemiddelingaan, % 1 1 \ C c Verzekering van Franfche E Hulp, in- l' gevailevan fcuitenlandschge. ^ weid. f g? c 20a DE REPUBLIEK DER gen te zullen verzetten, indien de Keizer desgelyks zyne Bemiddeling mogt aanbieden. Deeze Gewesten verzogten, dat Holland en Overysfel hun Befluit daar omtrent vermeerderden , als mede dat Stad en Lande, tot nog op dit ftuk gezweegen hebbende, zich omtrent dit onderwerp mogt verklaaren. De Ridder Harris, Gezant van GrooiBrittanje by onzen Staat, was middelerwyl een keer na Engeland gaan doen, en men hadt alle reden om vast te ftellen, dat deeze reis gewigtige oorzaaken hadt. Wanneer deeze in V Gravenhaage was terug gekeerd , vaardigde hy by aanhoudenheid Postboden na zyn Hof af. Niet min druk wa•en dusdanige Bezendingen van den Pruisifchen Gezant, den Baron Thulemeyer lan dat van Berlyn. In 't begin van Oogstuaand boodt de Ridder HaVris de Be- niddeling zyns Konings aan. Staten an Holland bleeven by hun Befluit; zo ok de overige Staatsleden by hunne geaane Verklaaringen (*_), De Franfche Afgezant, de Markgraaf e Verac verzekerde Staaten van Holtnd, by eenen Brieve, dat de Koning zyn leester niet alleen de Bemiddeling aangeamen ,• maar ook eene Verk!aaring°aan het '.of van Berlyn gezonden hadt, te kennen ;evende, dat Mevrouw de Prinfesfe van ranje thans by geene mogelykheid op liet (*) Refol, Gen. 14. Aug. 17S7.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 203 Hollandsch Grondgebied kon geduld worden (*); en dat,'zo onverhoopt die Provincie met geweld mogt overvallen worden, hy zich ten hoogftcn daar aan geleegen zou laaten leggen, zullende zulks met zyne ganfche Magt, tegengaan en dezelve belcher- meVeelvuldig waren de gefprekken geweest tusfchen deezen Staatsdienaar en de Bevorderaars der Grondwettige Herftellmg, zo uit Holland als andere Gewesten. De Ridder Capellen tot de Marsch geeft der inhoud op van een zeer merkwaardig on derhoud, 't geen hy in Bloeimaand deeze; Taars hieldt met dien Afgezant, en de zo danigen die hy Hoofdbeleiders der Regen ten van de Provincie Holland, der Pa triottijche Partye toegedaan noemt, we gens het Plan door hun gevormd, en da zy op 'sAfgezants Vraage, „ welk hunlie 9J der Plan ware? Welke middelen men b; ' zich zeiven bezat om het beoogde hoofd " oogmerk te bereiken? Tea einde, na „ zulk een opening, in ftaat te zyn va: „ den Koning zynen Meester een' volledi, l', verflag van zaaken te kunnen geeven ' zo noodig in het beraamen der maatrege '„ len, welke zyne Majefteit dienftig zo „ oordeelen, ter bevordering van de belar „ gen der Patriotten, in 't werk te mo< " ten fteliep," ten antwoord gaven, Qf 13 Pla (*) Wagens de Aanhouding van haare Ksningly Hoogheid, en de gevolgen daar van , waar op dit lYaa ?ulien wy vervolgens byzonder fpreeke». XXXIX. boe K, I787. Onderhoud van cc;ii.e,s Heren met DE VfiRACj over het Plan der Patriotten t f 1 1 T » LI l- ■s n te  204 DE REPUBLIEK DER XXXIX. boek. Sterk vertrouwenop Frankryk, < ( ) \ * t d e l d Zi c Se of ani Dc hel ten Pa zar op: ncr Plan is nog een onderwerp onzer Dehhr ratten (»)! r ueuw- Hoe zeer men Frankryks Bemiddeline wagtce, en ingevalle deeze niet door n,,, op Franfche Hulpe, weezen de Daroapie. ren mt. In dezelve fchreef men, datT bmnen kort een Zamenkomsc te Parys Ronde gehouden te worden, ter bevrediging der Beroertens in de Zeven VereenigdeGewesten; dat men te Brest druk bezig Was met r-ene aanzienlyke Vloot uit te rusten, om, vanneer Engeland iets ter Zee mogt on' erneemen, daar aan het hoofd te biedenlat de Graaf o'Ester hazy reeds bZl ?f met de noodige fchikkingen tot het ormen van eene Obfervations Armee te Gi- £tf V°Sgde 'f by' dat dezelve vaalf Regimenten beftaan zou, en, door e by voeging van eenige Jaagers, Husfaaren, 1 Wensten, m 'c geheel tot een getal van 5000 gebragt worden. Men gaf de naankn » Regimenten als mede der Hoofdver. imelplaatzen op, en dat de Graaf de Roïambeau het Opperbevel over dit Leger (*) Mem. Van Capellen tot deMarsch bl. 80 Vol1S een ons gegeeven Berigt van twee Heeren , by Ci een foortgelyk Onderhoud tegenwoordig zou W woord eem.zins anders geweest, en geluid hebben? t zy geen Plan hadden: dewyl zy'er een gevormd bende, U zelve terjlond Weder ZerA onjrgejlo/tSZat '«^"komende Jlrydige aanzoeken der lenft'S ■ Am"0°^ in de hoofdzaak 'enftemmende terwyl het. laarfte verfhg de reden eeft waarom het Plan nog een Onderwerp was hn*. raadpleegingen. ^  VERENIGDE NEDERLANDEN. éf§ ger zou voeren. De gerustftellingen, wegens den aantocht deezer Legermagt vermenigvuldigden, men verdubbelde het getal. Zo fpoedig, konden'er, dus werd'er gefprooken en gefchreeven, iooooo Franfchen komen om de Republiek te befchermcn, a!s 50 of 60000 Pruisfen om Holland aan te vallen. Alles wat men van dien kant vertelde, werd met greetige 00ren door de Patriotten aaangchoord. De Heer Capellen tot de Marsch, ontkent niet, dat zyn Vertrouwen op der Byiland van Frankryk der Patriottifcht Party by herhaaling toegezegdj onbepaah was (*> Even zeer verwydefde men alle vrees dat Engeland en Pruisfen zich daadlyk ii dit gefchil zouden mengen. De blykbaarft verzekeringen desaangaande werden in twy fel getrokken j of rechtftreeks wedeffproc ken. Men redekavelde uit ftaatkundige gror den over de onmogelykheld dat iets zode nigs zou plaats grypen: en in allen gevall was Frankryks gewisfe hulp een genoeg zaam tegenwigt. Hier te twyfelen baarc verdenking van het niet wel te meenen mi de Grondwettige Herjlelling, of als zwaa hoofdigheid uitgelachen. Om hier van ee fpreekend voorbeeld op te haaien: Wanne de Ridder Capellen tot dëMarsci door egte buitenlandfche berigten, verfcht de maanden vóór de daadJyke komst d Pru (*) Mem. van Capellen tot de Marsch bl. 91* XXXlX, 8 o e ic l Geen vree, voor Engetand of ; PruUfeti, e e !t rn ïT E, lier's-  xxxix. BOEK. Verkïaa- fing van zyne Hoogheid, en zyn Voorflag van Bevfe«ging. i 1 i i y. ii i'. 3; y ;> 5! 55 55 3' 55 só6 DË REPUBLIEK DER Pruisftfehe Benden , wist , dat 4s Prinféri Party door den Pfuisfifchen arm ftondt onderftcund te worden, en des zyne gegronde vrees te verdaan gaf, „ werd deeze met „ befpotting, aan zyne al te groote aness5, valljgheid teegcfebreeven (*)!" Terwyl in deezer voege binnenlandfche en buitenlandfche bewerkingen aan den gang waren om de Verdeeldheden te heelen, fchoon met weinig uitzigt dat eeri van beiden zou flaagen, kwam ter tafel van hun Hoog Mogenden, en werd byzonder aan aun Ed. Groot Mog. gezonden eene VerUaarlng van zyne Hoogheid, waar in hy" ^yn ftaat en 'sLands toeftand, naar zyn in-; iien, befchryft, en een Voorflag van Bevrediging doet. Schoon dezelve vry breedvoerig is, zullen wy het voornaamfte afchryven, ze is ingerigt aan allen die %é uilen zien of hoeren kezen. „ De groove lasteringen en fmaadheid, met welke Wy, geheel onverdiend, in zommige Gewesten der Unie, vooral in Holland, reeds zedert eenige Jaaren, onder het oog en zender verhindering' van den Souverain, alles, op de laagfte en verfoeilykfte wyze, hebben zien beproeven , om Ons f niet alleen van 't geen ons boven alle dingen dierbaar is, van onze Eer' efi van de Liefde der Natie te beroovt-n; maar om zelfs tegen Ons en ons Beftuur een misnoegen en wantrou- „■ wen '*) Mem. van Cwellen tot de Marsck si. 07*  VERENIGDE NEDERLANDEN. 207 wen te verwekken, waai5 aan doof onze „ opregtltc inzigten en welmeenendite han^ delingen geene geneezinge werd toege„ bragt; maar waar door dezelve in tegen- deel, telkens nieuw voedzel gegeeven „ werd tot de haatlykfte en ongerymdfte, doch altoos onbepaalde Verdenkingen; J de menigvuldige en openbaars Verkorb tingen van veele onzer Wettige en Erf,1 lyke Regten, welke op grond van dal „ verwekt mistrouwen gebouwd en onder- nomen zyn \ de geduurige Onlusten Moeilykheden en Wanorde eindelyk , , welke ons lieve Vaderland, by aanhou 3\ denheid zo geweldig beroerd en gefchok 5, hebben. — Dit alles zou Ons over lan »> ge geregtigd kunnen hebben, tot zoda 11 ge openbaare Verklaaringen en Maatre j, gelen, als meest gefchikt gerekend kun „ nen worden, om Ons, op het kragtigst „ tegen de inzigten en woelingen van di< „ weinige Leden en Ministers van Regee 3, ring te verzetten, welke hunnen invloei „ op den Geest van een gedeelte der Natie „ en zelfs op de Raadpleegingen van dei }, Souverain, met geen ander oogmerk tot he „ bewerken van alle deeze buitenfpoorighe den en misbruiken aanwenden, dan om , ingevolge van eene ongeoorloofde en zee " ingewikkelde Verbintenis, de thans ge „' vestigde Conflitutie van alle de byzonde re Gewesten en van de geheele Unie or „ verre te werpen, en, in de plaatze dat van , een Nieuw Ontwerp van Regeering 'n door te dry ven, het welk, byaldien h< -» 1 XXXIX* Boek. > 1 C i t 1 f e !t tl  XXXIX. «OER. 378/. 208 BÉ RÉPUBLIEK DER „ al eens aangemerkt kon worden als onver* „ fchillig voor Onzen eigen Invloed enVer„ mogen , nogthans altyd, als op een eigendunklykè" en denkbeeldige Nuttigheid o-e* ,, grond, ten uiterflen haehlyk moest ge,, houden worden voor de weezenlyke Be* „ langen van het lieve Vaderland. Het is alleen aan Onze blykbaare nei,, ginge tot Zagtheid en boven al aan On* „ ze behoedzaame Zorgvuldigheid voor de „ algemeene Rust en Wel vaard , toe te s, fchryven, dat Wy die aanhoudende On)5 geregeldheden, tot hier toe, met eene i, ftille gelaatenheid en verzagting voor* „ bygezien , en alleen Ons eigen wet„ tig Regt tegen elk derzelven, niet dan „ met de bedaardfte en leenigfle middelen „ bewaard of gerragt hebben te bewaaren: „ dewyl wy alle flappen vermydeu wilden, „ waar uit eenig nieuw Misnoegen opge, vat, en de hitte der onderlinge Verdeeld, beid en Tweedragt verder mogt aange, vuurd worden. „ Zo lang toch als de heilige Band der , Unie by zyne verbindende kragc, en de , wettige Regeering der byzondere Gewes, ten , Leden en Steden van dien, by haa* , re Privilegiën, Vryheden en Gezag, ee, nigzins bewaard bleeven, meenden Wy, , zo wel in den aart der verwekte moei, lykheden zelve, als in de voorbeelden , van vroeger tyd, genoegzaamen grond , te vinden om te verwagcen, dat de hol, lende driften der menigtê zo veel mo- gelyk ontzien, en even daar door aan „ heg  VERENIGDE NEDERLANDEN.' nop j, het bedaaren gebragt zynde, 'de gevaar,, lyke oogmerken van hunne Aanvoerders s, zich zelf des te duidelyker ontdekken „ zouden, en dat, langs dien weg, niet „ flegts alle ongerymde Verdenkingen, en ,, alle zugt tot hachlyke Nieuwigheid var zelfs verdwynen moesten; maar dat ook. „ met het herltellen van alle onbedaga en overhaaste Verongelykingen, eindelyl „ eens die zelfde Eendragt, Liefde en Ver trouwen herleeven zouden, doof welk» dit ons Gemeenebest, tot aan het begii „ der tegenwoordige Onlusten, niet alleei „ by zynen Godsdienst en Vryheid bewaard „ maar tot de aanzienlykfte hoogte vai „ bloei en wel vaard was opgeklommen. „ Nog voor weinig tyds fcheen deez< „ onze beftendige verwagting, door de ge „ lukkigfte uitkomst, bevestigd te zullen woi „ den. De kundigfte en getrouwffie Re s, genten, met verre het grootfte gedeelt der goede Burgeryen, en verdere In- ei 3, Opgezetenen van alle de Gewesten de „ Unie, in 't byzonder van Holland, gï ven reeds, by onderfcheidene gelegenhj „ den, de duidelykfte blyken van hunne „ weerzin tegen de fchadelyke Ontwerpe en onregtvaardige Befluiten, welke doe „ den invloed en op aandrang van weinig „ zamenlpannende Hoofden , met de wapi „ nen van eenige misleide Burgeren, tege „ de bedaarde Vertoogen van de grootei „ menigte hunner Medeburgeren, en tege „ de duidelyk verklaarde inzigten hunn< „ wettige Regeeringen, daadlyk en onreg XIV. deel, O ma XXXIX. boek. 1787. 1 [ \ t » 1 k 1 r rt n r e n e n :r t1-  aio DE REPUBLIEK DER XXXIX. BOEK. „ regtmaatig werden doorgedreeven. Het ,, oogenblik fcheen zelfs naby te weezen, 3, dat men, ter Staatsvergadering van Hoi„ land zodanige Befluiten ftondt te nee„ men, als meest dienllig konden zyn om 1, te voldoen aan het bekend verlangen van „ het grootfte en beste gedeelte der Natie, „ om elk in zyne wettige Regten en Ons „ ook in de wettige en volkomene Uitoe„ fening van alle Onze Waardigheden, „ daadlyk te herftellen, en om voorts, met „ bedaard overleg, de meest gepaste mid„ delen te beraamen tot het weeren van „ allen verder Geweld, het welk aan Vryheid en Vaderland mogt gedreigd wor„ den. Dan, tot onze grievendfte fmerte „ hebben Wy moeten ondervinden; dat Ü deeze billyke inzigten der Vaderlandlie5, vende Regenten en Burgers in plaats van „ de Hoofden der Cabale tot eenig omzien „ en van het halftarrig doordryven hunner „ Nieuwigheden, tot redelyker handelwyze „ te rug te brengen, in tegendeel derzel„ ver drift fterker aangezet en tot die ui,, terften heeft doen overflaan, welke on, wederfpreekelyk eene daadlyke fchending , van de plegtig bezwooren Conftitutie hun, ner Provincie en Scheuring der banden , van de Unie medebrengen. „ Men heeft zich niet te vrede gehou, den met aan eenige Stedelyke Regeerin, gen in Holland, door de Bajonetten zy. , ner verhitte Medeftanderen, alle zodanige , Befluiten af te dwingen, als by overleg met de Hoofden der Gewapende Genoot- „ fchap.  VERENIGDE NEDERLANDEN, au „ fchappen te vooren beraamd, en, onder „ de houding van eerbiedige Verzoekfchrif„ ten, by afgeperste of gehuurde Teke„ ningen van eenige Ingezetenen, als de „ de onwederftandelyke begeerte eener al- gemeene Volksftem, waren voorgefchree„ ven. Maar men heeft zich zelfs ver„ ftout, om door middel van openbaar Ge„ weid, wettige Regenten te ontzetten van „ hunne Raadsplaatzen en anderen in hun„ ne plaats te ftellen, en deeze openlyke ,, Schending van Handvesten , Octroyen en „ Privilegiën , hoe blykbaar ook, behoo„ rende teffens tot de voornaame zorge en bezwooren befcherming van den Souve- rain, en fpeciaal bok aan het toevoor„ zigt en de bewaaring van Ons, in onze „ hooge Waardigheid als Erfftadhouder, by „ eene beëedigde Commisfie aanbevolen, „ evenwel by de Meerderheid der Staats„ vergadering, door invloed van die zelfde „ Cabaal, niet tegenftaande de ernftigfte „ Vertoogen van Regeeringen en Gemeen„ te, onder den naam van Domeftiek, te „ doen doorgaan, en buiten alle voorzie,, ninge te houden." Naa in het breede opgegeeven te hebben wat de gevolgen hier van waren ter hooge Staatsvergaderinge van Holland, ten opzigte van het Defenfieweezen van Holland, en het Krygsvoik van den Staat, en de vrugtloozc poogingen van den Raad van Staaten daar tegen, hangt hy deeze Schets op van onze Staatsgefteltenisfe. — „ Daar dus de voorbeeldlooze drift eener onbeO 2 grens- XXXIX. SOEK. 1787.  aia DE REPUBLIEK DER XXXIX. b'o e k I787. ,, grensde Heerschzugt deezer verderflyke 1 „ Cabaale , naa den Burger tegen zyne ,, Regenten en Medeburgers in de wape„ nen gejaagd, de wettige Regeering van „ veele Steden omgekeerd, en alle de dee„ len van het Staatsbeftuur met wanorde ,, vervuld hebben, nu ook nog voorflaat „ om de geheele Armée van den Staat eerst van haare beste en kundigfte Offi„ eieren te ontzetten, vervolgens tegen el„ kander te verdeelen, en eindelyk het „ vreedzaam en gezegend Grondgebied van „ deezen Staat tot het Tooneel van eenen „ Burgerkryg te maaken, waar in veele ,, ongelukkig vervoerde en door fchyn mis,, leide Ingezetenen, in koelen bloede, ter „ Slagtbank geleid, en met hun bloed en dat der Krygslieclen , de beste kragten van de Republiek door haar eigen Krygs„ volk en Burgers Haan te worden afge., tapt; daar moet het hart van elk braaf ,, Nederlander bloeden by het oogenblik,, lyk gevaar het welk ons dreigt, van wel„ dra onze gezegende Unie voor altyd ge- fcheurd en onze gelukkige Regeerings„ vorm geheel en al omgekeerd , onzen „ duurgekogten Godsdienst en Vryheid eens „ vooral vernietigd , onzen winstryken ,, Koophandel, Zeevaard en Publiek Ver,, trouwen, uit deeze Gewesten verbannen, en in eens alle die voordeden en wel- vaard onherftelbaar verlooren te zien , „ welke ons weleer, onder Gods Zegen, 3, en het wys Beftuur der Wettige Over- heid, den fchiïk onzer Vyanden, en de „ ver-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 213 „ verwondering deeden zyn van geheel Eu„ ropa. „ Wy althans kunnen, op dit oogenohk „ 'onze bittere aandoening niet verbergen, over deezen jammerlyken toeftand van ons 11 Vaderland, en Wy gevoelen thans meer \, dan ooit de kragt van die hartlyke Lief. „ de, met welke Wy Ons altyd op het teederst, verknogt gevonden hebben aan " eene Natie onder welke Wy gebooren „' zyn, in welker zegen en voorfpoed Wy „ grooter belang hebben dan één eenig Nederlander, en welker Vryheid op de „ verdienden en het bloed onzer doorlug„ tige Voorvaderen gegrond, te gelyk een der vooxnaamlte bronnen is, en dat G00 geeve! blyven zal van den Welvaard en Roem van Ons en van ons Huis. ' , Wy zouden althans meenen te kort te „ doen'aan de heilige Eeden, door welken „ Wy, in onze hooge Betrekkingen, tot „ handhaaving van 's Lands Vryheid, Gods„ dienst en Geregtigheden, gehouden zyn; „ Wy zouden meenen te kort te doen aan „ de duure Verpligting, welke het grootfte „ en aanzienlykfte gedeelte der Natie, zo „ wel Regenten , Burgers als Krygslieden, „ van allerlei ftand en rang, door de uit„ bundigfte blyken van liefde en vertrou„ wen, op Ons gelegd heeft, indien wy „ ook nu nog vasthoudende aan Ons voo„ rig ontwerp van een ftil uitzigt en eene «, lydzaame verwagting op het noodig Her> „ ftel vari onze eigene Regten, verzuimder „ onze denkwyze "over den geheelen ftanc O 3 „ de; XXXIX. BOEK. 1787. 1  «4 DE REPUBLIEK DER XXXIX. BOEK. 1787. der tegenwoordige Onlusten voor eene by „ Ons zo geliefde Natie open te leggen ; „ en Ons bereid te toonen tot alle zodani„ ge Behulpzaamheid en in onze betrek„ kingen en pligten gegronde Medewerking, i» aïs mogten gefchikt zyn om de Foor ft an„ ders van de gevestigde Regeeringsyorm „ niet langer onder de Dwingelandy der „ Overheerfching, en om de ongelukkige en 5) verdwaalde Voorvegters zelfs van Nieu„ vigheden niet, met het geheele Gemee» nebest ten prooie' te laaten van woesc „ Geweld en algemeen Bederf. „ Deeze pligtmaatige gevoelens en inzig» ten zyn by Ons niet weinig aangewak» kerd en verleevendigd, door de onver„ wylde bereidvaardigheid met welke reeds » de Staaten van Gelderland, die van Ut,, recht, zo veel in hun was, te hulpe ge»' komen en de overige Bondgenooten ia » de handhaaving van de Unie, en haare r> Regten, voorgegaan zyn; en Wy hebben , gemeend aan deezen onzen yver en lief door alle die vermogens, gezag en ini vloed, welke aan onze hooge Waardig» heden kunnen gerekend worden verbon - o deu  VERENIGDE NEDERLANDEN. 215 „ den te zyn, op het fpoedigfte en kragr„ daadigfte mede te werken tot heeling van „ alle de reeds toegebragte Breuken der „ Unie, tot opheffing en ftuitting van allen „ onwettig Gewéld, en tot herltelling van „ Eendragt, Rusten Vertrouwen, zo tus„ fchen de Provinciën met eikanderen, als „ tusfchen de Heeren Staaten, Regeerim „ gen en Ingezetenen van ieder van dezel. „ ve; ten einde de Hoogheid, Digniteil „ en Independentie van de rcfpecdve Pro' „ vincien bewaard, alle Regten , Privile„ legien, en deugdlyke Belangen der In. „ gezetenen befchermd, en in 't byzonde; „ aan de Burgeryen zodanigen billyken In „ vloed op de Stedelyke en Algemeene Be „ langen gegeeven worde, als bevonden za „ worden met de vastgeftelde Orde van Re „ geering, Octroyen, en wettige Herkom „ ften der Steden en Leden van Staat, mits „ gaders met de waare en bezwoore Con „ ftitutie van den Lande, beftaanbaar te wee „ zen. En, op dat Wy hier in, door ver „ eenigde vermogens te gelukkiger ma „ genflaagen, willen Wy de Heeren Staa „ ten van alle Gewesten der Unie , d „ Heeren Staaten Generaal, alle Collegie; „ van Staatsbewind of Juftitie, en derzei „ ver byzondere Leden, mitsgaders de goe „ de Burgeryen en verdere In- en Opgezc „ tenen deezer Landen, niet flegts by dee „ zen dringenden nood, op het vricndlyk; „ en ernftigst, tot eene vaardige medewei „ king, elk naar zyne betrekking, uitgenoc O 4 „ digd / XXXIX. BOEK. I737.' 1 t.  XXXIX. Boek. 1787. ne- 2ï5 BE REPUBLIEK DER » digd; maar te gelyk, ter nadere Verfefea» rage onzer Inzigten, op het nadruklykst » en plegtigst verzekerd hebben, dat Wy „ niet meer verlangen dan Ons heiliglyk » den Eed en Pligc te gedraagen, 14 „ t Vaderland m 't algemeen en aan fe" ff ™incie in S byzonder verfchuldigt. „ Dat Wy geen ander voorneemen hebben, » dan om ieders Regten en Vryheden te helpen bevvaaren, den Publieken Gods,> dienst te handhaaven, alle gevvelddaadiee „ Verongelykingen en alle Onttrekkingen „ der Ingezetenen aan hunnen wettigen Re I >: 5! T. }■> » 3' i» r> si 11 Ter Vergadering van hun Hoog Mogenden werd dit Stuk, door zes Gewesten, 0veren door Holland voor Notificatie aangenomen ; dewyl het klagten behelsde over Behandelingen en Befluiten van eene Souveraine Provincie, die te deezer Vergaderinge geen voorwerp van Beraadflaaging konden opleeveren. Alle de Leden van hun Ed; Gr. Mogenden namen het vervolgens over (*;. Een groot aantal Afdruk¬ ken deezer Verklaaring was in 's Graven-, haage gebragt, ter gereede bekoming. Wel verre dat deeze Verklaarina; eenen ïlgemeenen ingang vondt, of de Gemoedeleren tot kalmte bragt , werd dezelve in 'erfcheide Nieuwspapieren, voor hoonend litgekreeten, en een Oorlogsverklaring ran den Gelder fchen Despoot geheeten. rlen befchreef ze als een Stuk, 't welk , niets dan Hoon voor deeze Vrye Natie, Laster voor de braafite Staatsleden, Beleediging voor den Reprefentativen Souverain der Provincie van Holland, ademde , en waar van byna ieder woord eene ftrafbaare misdaad mede bragt; dewyl Willem de V. zich niet ontzag, by 't zelve het Volk te beroeren, en tegen zyne weldenkende Vertegenwoordigers op. te ruijen; zyne Heeren en Meesters de bitfte en ongegrondlle verwytingen te doen, en den Souverain, waar van hy een Dienaar was, en den Burger, die „ hem {*) Refol, Gen. 30, Mey 1787.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 219 „ hem hadt groot gemaakt, uit wiens zweet „ en bloed hy onderhouden werd, de Wet „ tragte voor te fchryven." Terwyl men al de fchuld, aan de Meerderheid der Staaten van Holland toegefchreeven, op de fchouderen laadde van den Prins, van de Meerderheid der Staaten van Gelderland en, die van Amersfoort, als mede van de Meerderheid der Algemeene Staaten en in den Raad van Staaten, óp het heftigst tegen deezen uitvaarende (*}. Niemand zal zich, over zulk fchryven, bevreemden, als wy hier nevens optekenen, dat, ten zelfden tyde, toen deeze Verklaaring ter Vergadering van Holland kwam, uit eene Algemeene Vergadering der Gewapende Burgercorpfen van de Steden en het Platteland te Dordrecht gehouden, by hun Ed. Gr. Mog. een Adres van den volgenden aart werd ingediend. — Zy befchreeven zich, in den aanvange, als eene Vergadering, zamengefteld uit die Burgercorps, die niet alleen, door hun Ed. Gr. Mog. zelfs onder Hoogstderzclver Bcfcherming waren genomen; maar die ook, door hnnnc openlyke Gedraagingen, toonden, dat zy hunne Bezittingen, ja zelfs hun Leeven, voor het algemeen Belang, en de Vryheid van hun Vaderland, veil hadden uit die Burgercorps , die zich, ten allen tyde, hadden aangeboden, en nog aanboden ter Befcherming en Beveiliging van de Perfoonen etj Vcr- (*) N. Neferl. Jaarb: 1787. M. 917. Post var, Jan Nader-Rhyn Xll. D. bl. 104Ö. XXXIX. BOEK. 1787. Adres der Gewapende Corpten in Holland aanhmiEd. Gr. Mog.  S2o: DE REPUBLIEK DER XXXIX. li o E K. 1787. i i Vergadering van hunne Opperfte Vertegenwoordigers, van die Vergadering, waar in de Hoogheid en Majefteit deezer Provincie werd ten toon gefteld eindelyk uit die Burgercorps, die, uit hoofde van al het voorenftaande, buiten twyfel de eerfte Slachtoffers zyn zouden van de woede en moordzugt van die heerschzugtige Dwingelanden, die, door hunnen vyandlyken aanval daar toe reeds het tooneel hadden geopend, en niet eerder zouden rusten dan dat hunne gewelddaadige poogingen, door de meest efficacieufe middelen , die hun Ed. Gr. Mog. op dit tydftip nog volkomen in handen hadden, werden te leur gefteld. • Met grond meenden zy te kunnen vooruitzien, dat, buiten het aanwenden dier uiterfte poogingen, eene verwarring zoü gebooren worden; welke niet alleen den geheelen ondergang van Gelderland en Utrecht , maar ook die van deeze magtige provincie, ja van 't geheele Bondgenootèhap, naa zich zou fleepen. Zy vertrouwden, dat hun Ed. Gr. Mog. n deeze tydsomftandigheden te minder zwaaigheid^hier omtrent zouden maaken „ daar . 'er," dit zyn hunne eigene woorden , . van eenen zyner allerheiligde Eeden en , Pligten verbrooken hebbenden Stadhou1 der, aan het hoofd van flegts eenitre weinige Gelderfche en Utrechtfche Dwingelanden , eenen Burger-oorlog daadlyk was aangevangen , door de Influiting der Stad Utrecht en de verraadlyke Attaque op Stads wettig Territoir aan de Vaart, met „ dat  VERENIGDE NEDERLANDEN, aai „ dac noodlottig gevolg, dat het geftorte „ Burgerbloed reeds eene droevige kreet „ hadt doen opgaan, en voor den Throon „ van den Regter van den Hemel en Aar„ de om wraak fmeekte; ja de Eer van het „ Volk van Nederland vorderde, dat het„ zelve ten ftrengften gewrooken wierd; „ vooral daar de ganfche weldenkende Na„ tie, zodanig met dit denkbeeld was ver„ vuld, dat, wanneer de zaaken wederom „ op de lange baan gefchooven wierden, „ het te vreezen, en niet minder te ver- wagten, was, dat de reeds lang getrapte en verdrukte Natie tot eene heillooze „ wanhoop zou overflaan, als ftaande de„ zelve in dat vast en gegrond begrip, dat, „ dewyl de aanval van den kant der zamen„ gezwoorene Dwingelanden begonnen was, „ alle, ja zelfs de gewelddaadigfte maatre„ gelen, niet anders dan louter Defenfief „ konden worden befchouwd. Daarenboven waren zy van meening, dat de Meerderheid der Staaten van Gelderland, en de Voorltemmende Leden der Staaten van Utrecht, uit hoofde hunner uitgeoefende Dwingelandy, door hun Ed. Gr. Mog. met geen ander oog konden worden befchouwd, dan met dat, waar mede zy hun aanzagen „ naamlyk als den Bloedraad van „ eenen alle gunlten verbeurd hebbenden „ Stadhouder; als Verftoorders van de al„ gemeene Rust, en Schenders van de Reg„ ten en Privilegiën van vrygebooren Bur„ geren; ja, als Ufurpateurs van de Hooge Regeering, niet langer waardig om in ee- „ ni XXXIX: boek. 1  aas DE REPUBLIEK DER XXXIX. boek. 1787. J „ nige CoIIegien van het Bondgenootfchap, „ 'c welk door hun verbrooken was, de be„ langen van een Vry Volk te behandelen. Verder maakten zy geene zwaarigheid, aan hun Ed. Gr. Mog. te verklaaren, „ dat 5, zy den Perfoon van Willem den V. >, aanmerkten als de éénige Origine van alle „ de rampen, die ons gefolterd Vaderland i, thans overkwamen; als een Verbreeker „ van zyne duurfte Verpligtingen, waar me* 5, de hy aan de Souverainiteit deezer Pro„ vincien was verbonden; als, door het „ treeden in de gewelddaadige maatregelen » der Gelderfche en Utrechtfche Dwmge., landen, een Aanvaller en Belaager van >, de Hoogheid en Vryheid deezer Provin>, cie, en derhalven, als verbeurd hcbbenf, de alle die Gunden en Voordeelen, waar „ mede een weldaadig, doch nu met de , grootfte Ondankbaarheid behandeld Volk, , hem meer dan te lang hadt opgehoopt." Eindelyk konden zy even min voor hun id. Gr. Mog. verbergen, „ hoe gevoelig , zy waren over den hoon en de indigna, tie, waar mede de Souverainiteit deezer , magtige Provincie van het Bondgenoot, fchap, door de fataale Directie in de Ge, neraliteits Collegien, reeds zedert langen , was behandeld: een hoon dies te fterker , en onverdraagelyker, daar het deeze Pro, vincie alleen was, die meer dan de helft , der Penningen ter Generaliteit benoodigd - fourneert; en dus meer dan de andere zes Provinciën zamen in het Bondgenootfchap heredeert; ja, zonder wier hulpe „ alle  VERENIGDE NEDERLANDEN. 223 „ alle de overige Provinciën reeds lang in de meerite armoede en elende zouden „ zyn gedompeld geweest." Op die gronden deeden zy drie Verzoeken fteunen, woordlyk van deezen inhoud. Voor eerst, ,, dat hun Ed. Gr. „ Mog. door Hoogstderzelver Gedeputeer„ den ter Generaliteit geliefden te doen de„ clareeren, dat zy, geduurende de fataale „ Directie ter Generaliteit, hun Contin„ gent, 't zy in de reeds geconfenteerde „ Lasten, 't zy in de zulken, waar toe als „ nog zou mogen beflooten worden, zou„ den doen inhouden, en ter Generaliteit „ geene Penningen meer zouden inbrengen, „ dan alleen zo veele als benoodigd waren „ tot het betaalen der Intresfen van de M Obligatien, ter Generaliteit thans reeds „ loopende. Ten tweeden, dat hun „ Ed. Gr. Mog. die Vyanden des Vader„ lands, met de vereenigde Burger- en Mi„ litaie Magt, der Provincie tot reden zou„ den brengen, en derzelver Hostiliteiten „ afkeeren. • Ten derden, dat hun Ed. „ Gr. Mog. op het voorbeeld der Sufpen„ fie van het Capitein Generaalfchap, den „ tegenwoordigen Stadhouder Willem „ den V. ook provifioneel zouden fufpen„ deeren in het Stadhouder- en Admiraal Generaalfchap deezer Provincie, met In„ houding van alle de Tractamenten en „ Emolumenten tot die Bedienigen ten lass, te deezer Provincie ftaande (*)." De {*) Refol. va» Holl. 25. Mey 1787. XXXIX. boek. I787. Drie Verzoekendaar in gedaan.  XXXIX. BOEK. 1787. ■ VerdergaandVoorftel van Leyden. 224 DE REPUBLIEK DER De Oudraad der Stad Dordrecht ftemd£ in het derde Verzoek toe. Leyden ging verder en wilde, onder de Inhoudingen begreepen hebben, alle de Collonels en Capiteins Tractementen, onder de Provinciaale Troepen, als mede alle de overige Vrydommen en Immuniteiten, den Prinfe uit hoofde van de bekleeding zyner Ampten vergund, en zulks „ tot zo lange hy gee„ ne voldoende blyken van zynen opregten „ afkeer van de tegenwoordige maatrege„ len der Staaten van Gelderland en Staats„ leden van Utrecht gegeeven, en zyne „ Stadhouderlyke Officien, ter redelyke en „ amicaale Byleggïng der gereezene ver„ fchillen, aldaar zou geëmploijeerd heb„ ben." — Wyders moesten de Stads Afgevaardigden , ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mog. verklaaren, „ dat de Vroedfchap „ van Leyden, van dit oogenblik af aan, „ zo lang 's Lands Militie binnen de Pro„ vincie van Gelderland en Utrecht tegen „ de goede Burgeryen en Ingezetenen zou „ worden geëmploijeerd, niet meer zou con„ tribueeren, tot Betaaling van al zulke Mi„ litie, die ter repartitie van deeze Provin„ vincie (laat, en binnen een der gemelde „ twee Provinciën, of ook elders werd op- gehouden, of gebruikt, het zy in Gar„ nifoenen, het zy te veld; noch ook tot 5. de Betaaling van eenige Militie hoe ge,> naamd, welke, door andere Provinciën » onbetaald gelaaten, thans uit de Genera,» liteits Kasfe wordt gefoldeerd; noch ook » van eenige andere zaaken, toe het Mili- „ tai-  VERENIGDE NEDERLANDEN. a&5 taire weezen behoorende, waar van ooor „ de Meerderheid der Bondgenooten, te- gen de Burgeryen en Ingezetenen gebruik „ gemaakt wordt, of zou kunnen worden; n noch ook eindelyk tot die Lasten, wel.. ke door deeze Provinnie, tot foulaas der Provincie Zeeland betaald worden, al„ leenlyk daar van uitgezonderd de Jaar„ wedde van den Ambasfadeur van deezen f, Staat aan het Hof van Engeland en wel „ met betrekking tot het laatfte, zo lang » de laatstgemelde Provincie , de Maatrc,k gelen der Staaten van Gelderland en Ut„ recht blyft aankleevem" Schiedam grondde de toeftemming in het fchorten des Stadhouders, op .het voorftel der algemeene Vergaderinge van de Gewapende Burgereorpfen te Dordrecht voornaamlyk op den inhoud der Verklaaringö van zyne Hoogheid (*> Immers, in het Vroedfchapsbefluit voeren zy detze taal, „ dat de Misfive, door zyne Hoogheid, ter i, Staatsvergaderinge gezonden * wel inhieldt i, zyne bekommering over de hachlyke ge„ fteldheid der Republiek 5 doch vergezeld t, ging van een Declaratoir van dien aartj i, dat door hetzelve het billyk misnoegen i, van den Souverain tegen hunnen Stadhouj, der, op het nadruklykst is verleevendigd^ „ en tot die hoogte heeft moeten opklimi, men, dat hetzelve, zonder den eclatantit ften ftap van berouw aan den dag te leg= - iè g^i (*) Zie hier boven* b3. ao6i - XIV. DEEL. P XXXIX, BOEK. I787. Schkdah  »a6 DE REPUBLIEK DER xxxix. BOEK, I787. „ gen, onverzoenbaar moet blyven: aange„ zien dat Declaratoir is doorzaaid met de „ Jefieffte aantygingen en uitdrukkingen te„ gen zommige Regeeringsleden, en eeni» ge weinige Ministers, en in welke de Be„ fluiten van hun Ed. Gr. Mog. zelfs op „ eene onbefchaamde wyze worden getax„ eerd, openlyk voor onwettig verklaard, ,1 en aan de Natie in zodanigen fmaak voor* „ gedraagen, dat daar by een geest door„ ftraalt om over den Souverain te willen », heerfchen , om de Ingezetenen zonder „ onderfcheid van qualiteit, de ganfche 9» Provincie door, tegen hunnen wettigen >, Souverain aan te hitzen , tot feditieufe >, onderneemingen aan te moedigen, en om u refpectable Leden van hun Ed. Gr. Mog. „ Vergadering de uitwerkzelen van eene >, onbepaalde wraakzugt te doen gevoe- len. Een Declaratoir, eindelyk, niet „ veel verfchillende van een Oorlogs Ma„ nifest, in gevalle de Souverain aan ee- nige Vorderingen, daar by, op eenen „ meesteragtigen toon, voorgedraagen, niet „ gereedlyk komt te voldoen, en teffens, „ gepaard met zodanige gedraagingen, die, » in plaats van eene zugt aan den dag te „ leggen, om zich te onderwerpen, en aan de i, redelyke verlangens van hun Ed. Gr. Mog. „ en van zo een notabel aantal Burgers en Ingezetenen in onderfcheiden Provinciën, >, in 't byzonder inde Provinciën van Gelder„ land, Utrecht en Overysfel, te voldoen >, ten einde de Rust en Eendragt te helpen » herltellen, en daar door mede te werken „ tot  VERENIGDE NEDERLANDEN. 227 „ toe behoud van het Land, in tegendeel „ een geest aankondigen en bevestigen, om „ met eene voorbeeldlooze hoofdigheid de „ pretenfie te inhereeren tot uitbreidieg van „ Eigenbelang en Grootheid, en teffens, „ om, met de Meerderheid der Gelderfchè „ en Amersfoortfche Staatsleden, tegen dee„ ze Provincie, en haare billyke maatrege„ gelen, vyandlyk te confpireeren (*)." Van tyd tot tyd gaven de Steden van Holland ter Staatsvergadetinge hun gevoelen te verdaan over de voorgeflaagene Sufpenfie des Stadhouders, en bleek het, dat zich daar voor verklaarden, Dordrecht, Leyden, AmJïerdamQ'),Rotterdam, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnikendam en Purmerende. Brielle keurde het Voorftel af, zich verzettende tegen het Befluit, dat by Meerderheid mogt genomen worden, met voorbehouding om de noodige flappen daar tegen te zullen doen (§). Tot veeier verwondering telde men onder egter allerongaarnst de Penningen, » door hun zweet en arbeid den Lande op» gebragt, langer zouden zien employeeren » tot Onderhoud en Grootmaaking van een >, Staatsminister, wiens vyandlyke oogmer» ken, ten nadeele der Vryheid, en ten be» derve van deeze Provincie, zo zigtbaarv lyk doorftraalen; wy mitsdien ü Ed. Gr. 5, Mog. verzoeken, om ook, ten deezen 3, opzigte, daar het welmeenendst gedeelte >, der Burgeryen, zich door vrywillige Doi5 naden, ten voordeele van de algemeene », zaak, uitput, zodanige cordaate maatrege*, len gelieven te neemen, als U Ed. Gr. >, Mog. naar derzelver Wysheid en Regt>, vaardigheid, noodig en heilzaam zullen >, oordeelen (*)." — Den Penfionaris van Zeebergh, thans in een geheel ander licht dan door veelen voorheen befchouwd, fchreef men, min of meer openlyk, deeze agterlykheid van Haarlem toe (f). Op  VERENIGDE NEDERLANDEN. aa§ Op eenen zeer hoogen toon klonk de taal des Misnoegens en Wraaklusts in een Adres uit Vlaardingen ter Staatsvergadering ingeleeverd. Eenige trekken daar uit zullen genoeg weezen orn over het ge-heel te oordeelen. „ Verraad en Geweld, „ ten hoogften toppunt gefteegen, fchynen' „ thans den val van ons dierbaar Vader„ land te willen voltooijen. Herrschzugt en „ Dwinglandy fchynen op de puinhoopen „ onzer bezittingen hunnen Throon te wil-- „ len vestigen. Het kan aan U Ed.- „ Gr. Mog. niet mishaagen, dat een Ba-. j, taaf van zyne niet min Bataaffche Re„ genten, eene Wraakoefening vordert ovet* s, Dwingelanden, die zo wel de geheiligde„ Perfoonen van U Ed. Gr. Mog., als al* „ les wat ons dierbaar is, aan hunne woe-„ de tragten op te offeren. Daar de Be,, laager onzer heilige Regten zyne gevloek„ te Oorlogsftandaart, op den grond onzet' „ Bondgenooten plant; daar de Moordkreet „ der meer dan Barbaarfehe Verwoesteren „ is opgegaan, dorftende na het dierbaat4 bloed der Burgeren, daar deeze Verwoes„ ters, ontbloot van alles wat eerlyk, ja „ menschlyk is, geen het minfte denkbeeld „ van pligt meer fchynen te bezitten, kun, „ nen wy ons niet overreden, dat U Ed. „ Gr. Mog. zouden kunnen vorderen, lan* „ eer eenige pligt aan deeze Snoodaarts„ fchuldig te zyn, of tot geitand doen van s„ eenige Verbintenisfe met hun gehouden „ te weezen. Wy neemen de vryheid om ü Ed, Gr. Mog. als de Hooge Re^ p 3 „ pre^ XXXIX, boe k. . 1787. 7<- Adres van V'laatdm-  »3o DE REPUBLIEK DER XXXIX. boek. I787. » prefentanten van eene vrye en lang ge» tergde Natie, billyke wraak over deeze » Dwingelanden af te eifchen. Het » is Willem van Oranje, die het »> vertrouwen eener al te geduldige Natie » zich voor eeuwig heeft onwaardig ge5» maakt, als welke ten kosten van het Sou. „ veraine Gezag van U Ed. Gr. Mog. en s» de geheiligde Regten van een vry Volk 3> een ïhroon van onbeperkte Heerschzugc » op deezen vryen grond zoekt op te rig« ten: waarom, derhalven ^ Ed. Gr. Mog. „ Heeren! zouden wy, in de eerfte plaats ,t fchroomen, een bedorven en ontaarden f, Stadhouder, al ons vertrouwen en den in» •1 vloed dien hy op het algemeen, in zyne ,» misbruikte Qualiteiten, gehad heeft, ge» heel te ontneemen? daar onze Voorva» ders niet 1'chroomden een magtigen We»» reldbeheerfcher, eenen Philips, die » de Souveraine Magt over hun in handen j» hadt, voor eeuwig af te zweeren. „ Zullen wy eens eindelyk eene Afdoe»> ning der zaaken en eene Herfielling on», zer gefchonden Regten en Voorregten », verkrygen; zullen wy de verlooren Rust, ». Wel vaard, en Bloei van 't Gemeenebest 1, zien wederkeeren, dan meenen wy daar 5» toe het gefchiklte middel te zyn, dat de m Meerderheid der Gelderfche en de pren tenfe Staaten van Amersfoort, door U » Ed. Gr. Mog. worden befchouwd zo als »» zy in ons oog waarlyk zyn, naamlyk als m een Bloedraad van eenen alles verbeurd » hebbenden Stadhouder, als Verfloorders „ van  VERENIGDE NEDERLANDEN. a^t „ van de algemeene rust, Schenders van „ de Regten en Privilegiën der vrygeboo„ ren Burgeren, aan welken zy Eed en Pligt „ gefchonden hebben, en dus dat dezelve, „ als Ufurpateurs der Hooge Regeeringe, „ onwaardig geoordeeld worden, om de be„ langen van een vry Volk, op wat wyze „ ook, te behandelen, en als zodanig ge„ weerd worden uit de Algemeene Verga„ dering van hun Hoog Mogenden , om „ niet meer naast U Ed. Gr. Mog. te de„ libereeren over de belangen van het Va„ der land! dat zy geweerd worden uit alle „ Collegien van het Bondgenootfchap; ten „ einde eenmaal een einde aan deezen ver„ woesten toeleg te maaken. „ Wy verklaaren, op het plegtigst, niet „ te bedoelen, of van U Ed. Gr. Mog. te vergen, om tot eene vernietiging van het „ tot hier toe geëxifteerd hebbende Bond„ genootfchap, hoe zeer het ook in de te» genwoordige conjucture van tyden, vooi „ deeze Provincie in 't byzonder mogt nut» loos geworden zyn, mede te werken, =•> In tegendeel neemen wy de vryheid, on » onder het dcorzigtig oog van U Ed. Gr. » Mog. te brengen, dat, daar wy van ge » voelen zyn, dat de Unie als een wee v zenlyke Verbintenis tusfchen het Volk „ en niet enkel tusfchen de Represen » tanten moet befchouwd worden, d< • tegenwoordige Onlusten niet kunnen wor „ den geconfidereerd te beftaan tusfchei „ de refpective Leden van het Bondgenoot „ fchap, de In- en Opgezetenen der onder P 4 „ fchei XXXIX. boek. 1787. i t  XXXIX. BOEK. «32 DE REPUBLIEK DER H , fcheidene Provinciën en Landfchappen ; „ naamenlyk; maar alleen moeten gehou* „ den worden te wege gebragtte zyn, door. ,, die onwaardige en veragtlyke VolksverP tegenwoordigers,die, met een ondankbaa» ren en onnut geworden Stadhouder aan „ het hoofd, ter bevestiging van hun on,, wettig en opgeraapt Gezag, zich gewei>, dig en moorddaadig verzetten tegen de h eerlyke, pligttnaatige en vaderlandlieven- de poogingen, zo van U Ed. Gr. Mog. •> als van de om hunne vertrapte Regten * Jneekende Burgeren, en dus dat het dooi u ééns in 't geheel heneemen van allen inn vloed, welke deeze Burgerbeulen en Landv verwoesters, en hun onwaardige Voorn ganger, nog op het algemeen, en de Hoo., ge Regeenng hebben, de algemeene Rust en het Vertrouwen zich fpoedig herftelv len en de geheiligde Band der Unie on>, gefchonden blyven zal. „ Wy verwagten, dat U Ed. Gr. Mog. s, al het vermogen en de magt deezer Pro», vincie zullen aanwenden, tot het fluiten „ van een Vloekgefpan, het welk den naam » van Menfchen niet meer verdient, veel » min dien van Regenten of Befluurders van een vry Volk! Terwyl wy, met alle i, rechtgeaarte Nederlanders, bereid zyn„ r U Ed. Gr. Mog. Perfoonen en poogins, gen, niet alleen met onze Bezittingen, », maar ten kosten van ons Leeven, te be- „ veiligen en te onderfchraagen. Was », doch zal ons het Leeven baaten, als wy n de beste Staatsmannen na het Moprdfcha,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 233 „ vot zien heenen ileepen, en wy als Slaa- yen de vernederendfte, ja gevloekfte kluis„ fters moeten torfchen? Dit denkbeeld ,» kunnen wy minder verdraagen dan dat ,v wy deezen grond tot een Moeras zien wedergekeerd, en ons beftaan onder de „ Wilden van den onbekendften oord der „ Wereld moeten zoeken (*)." Kon deeze fnaar fterker gefpannen worden , het gefchiedde in het Voorftel, door Gecommitteerden van het Haagfche Wapencorps , ter buitengewoone Provinciaals Vergadering der Gewapende Burgercorpfen, den zeventienden van Hooimaand te Leyden gehouden, van deezen woordlyken inhoud. „ Te bewerken, dat Willem „ van Oranje, als een gedeclareerden „ Vyand deezer Republiek, en de eerfte „ Aanftooker van Burgermoord en Oproer in dit vry Gemeenebest, fchuldig ver„ klaard worde aan gekwetfte Majefteit, Rebellie en Hoog Verraad, dat hy, ten eeuwigen dage, van alle zyne Eerampten „ en Waardigheden, met de daar toe ftaan„ de Tractementen ontzet, en voor altoos „ uit het Grondgebied deezer Provincie ge- bannen worde, en de fchade, door den „ verderflyken Burgeroorlog geleden en nog „ te lyden, zo veel mogelyk, op zyne Goe„ deren en Bezittingen worde verhaald, ,s, Dat ook zyne Gemalinne, welke in dee„ ze hachlyke omllandigheden het Oproeï „ in (*) Het geheele Adres is veer handen in, N, Neder/, ymrb, 1787. hl,.i4ié. P 5 XXXIX. boek* 1787, Voorftel van het Wape>%corps,  234 DE REPUBLIEK DER XXXIX. BOEK. 1787. Verïlsg var cit VoorStel. „ in de Verblyfplaats van Hollands Staaten „ heeft getragt aan teftooken; en dusaan,, leiding tot een verfchriklyk Bloedbad in „ de Hofplaats te geeven, deeze Provincie worde ontzegd, en nimmer by fuccesile „ als Gouvernante toegelaaten; als mede » derzelver Kinderen, welke boven dien „ van Kindsbeen af het Despotismus heb„ ben ingezoogen, en reeds blyken toonen „ de verderflyke Principes van Heerschzugc „ en Geweld te zyn toegedaan, van hec „ Erfftadhouderfehap, als reeds door hun„ ne Ouderen verbeurd zynde, vervallen „ worden verklaard. — Tot bereiking van „ van dit heilzaam oogmerk dringt het Vry„ corps van 'sHaage aan, dat, in de Stem„ hebbende Steden de Geconftitueerdens in „ die geene, welke reeds het geluk heb„ ben dezelve te bezitten, of anderzins de „ Vaderlandfche Schutteryen, Genootfchap„ pen en Sociëteiten, by hunne Vroedfchap„ pen aandringen om derzelver Gedeputeer„ dens ter Vergadering van Staat, zo fpoe,, dig doenlyk, met bovengemelden Last te » voorzien, en dat, ten gelyken tyde, de ,» Vaderlanders, in de kleine Steden en ten ,> Plattenlande, ten zelfden einde, nadruk5> lykc Adresfen ter Vergadering inleeveren, » om dus in één tydfb'p, de gedugte Hem ■>> van alle braave Nederlanders teffens ter » Vergaderinge te doen hooren, en dezelve ■>> eindelyk eens van effect te doen zyn." Het verflagop dit Voorftel, 'svolgenden daags^ uitgebragt, door de Heeren aan welken 't zelve ten onderzoek was aanbevolen,  VERENIGDÈ NEDERLANDEN. 235 len, kwam hier op neder, dac zy het best zouden oordeelen zich in deezen voor eerst 1 te bepaalen, om ten kragtigften, van wege deeze Vergadering, by hun Ed. Gr. Mog. daar op aan te dringen, „ dat Willem „de V., als de oorzaak van alle de ons „ drukkende rampen, daadlyk worde gefus„ pendeerd in alle die Hooge Qualiteiten, welke hy by deeze Provincie bekleedt, „ met verlies van de Emolumenten en Trac,, tamenten daar aan verknogt, en dat voorts „ aan hem Willem den V. en allen de „ Zynen, het Territoir deezer Provincie provifioneel worde ontzegd (*). De Commisfie der Gewapende Corpfen, tot Befcherming van het Vaderland en Vryheid uitgetrokken (f), zo luidde de Tytel, hadt, den vierden van Hooimaand, de volgende Verklaaring ter kennisfe van hun Ed. Gr. Mog. gebragt. „ Daar de „ Gewapende Burger, in deezen hoogstdrin„ genden nood van het lieve Vaderland, „ uitgetrokken tot befcherrriing van 't zelve „ en tot behoud der Vryheid, en hy zyne „ Have en Goederen, zyne Vrouw en Kin„ deren, en alles wat hem liefst en dier„ baarst is, heeft agtergelaaten, onder de* „ befcherming der Wetten, en de handhaa- „ ving der Juftitie. En daar het te vreezen is, dat zy, die tot heden hun „ ver- (*) N. Nederl. Jaarb. 1787. bl. 2793.1829.1918. en 3043. (f) Van deeze Gewapende Burgercorpfen zullen wj een breeder Verflag geeven in de Eefchryving van den Burger-kryg, XXXIX. soek. 1787. Verklaaring der [jewapen-ie ISurcrercorpren de 4- July.  236 DE REPUBLIEK DER XXXIX. Boek. 3 % 1 > »i 91 11 11 li tl » ,, verfoeilyk werk maakten, om het min „ doorzigtig gedeelte der Natie te mislei* » den, en tot fchandelyke daaden van Op„ roer en Geweld aan te hitzen, nu, ge„ duurende hunne afweezigheid, zich zou„ den willen bedienen, om deeze hunne « vuile bedoelingen door te zetten; zo willen wy, door dit ons Declaratoir, alle onze Medeburgers, van wat Staat, Rang ,i of Denkwyze die mogen zyn, ernftig » waarfchuwen, en van ons voorneemcn. y berigten; en declareeren wy de onderge-. tekende Commandanten, van uitgetrokken.' >, Corpfen, Detachementen, met voorkeni, nis, volkomen en eensgezinde toeitem.» ming van onze onderhebhende Manfchap» pen, dat wy, alle Infultes, Oproerea, ,, Plunderingen en Gewelddaadigheden, aan , onze naagelaaten Vrouwen, Kinderen, , Nabeftaanden, of Goederen, aangedaan , wordende, zullen aanmerken als aan on, ze Perfoonen zelve te zyn gefchied. — , Dat wy hetzelfde zullen doen ten opzig. te der Perfoonen, Familien, en Goedei ren van zodanige onzer braave Mecteburgeren, die, offchoon niet met ons uitgetrokken, egter bekend zyn voor waare Vaderlanders, die onze goede Zaak, in hunne onderfcheidene betrekkingen, met woorden en daaden getrouwlyk voorgedaan en aangekleefd hebben. Dat wy vervolgens alle Staatsperfoonen, Regenten van Steden, en van het Platteland, Officieren en verdere Handhaavers der Junkie, die zullen blyken geeven, dat zy „ met  VËRENÏGDE NEDERLANDEN. 23? met flappe handen de Juftitie handhouf? den tot ftuüing van Oproeren, Geweld „ en Plundering, of, ten deezen einde met „ draaijeryen en geveinsdheid te werk gaan j s, of hunne traagheid, onverfchilligheid en „ onwil, met een glimp van activiteit zullen „ poogen te vergoelyken, zullen houden „ voor fchuldig aan Meineed en Verraad s, aan den Lande. ■ ■■■ Dat wy, eindelyk j „ ook hun, die de heimlyke Roervinken 5, en Aanftookers zyn, om 't even van wac „ Staat of Rang zy mogen zyn , en wy 4, zeer wel weeten te onderkennen, zullen „ houden voor Vyanden van het Vaderland* „ En dat wy, naa dat wy de openbaare „ Aanranders onzer Vryheid, onder Gods „ Zegen, zullen hebben in hunnen euvelM moed beteugeld, niet zullen uit den an* ,, deren gaan; maar dat wy zullen byeen », blyven, tot zo lange, dat wy, de een „ voor den ander, en allen gezamenlyk voof „ malkander op hun, die onze Vrouwent n Kinderen en Naastbeftaanden of Goede-. >, ren, of de Perfoonen, Goederen en Fa* » milien van onze weldenkende Medebux„ ren mogten aangerand, beledigd of ge* „ plunderd hebben, of op hun, die, by », gebrek van tydige voorzorge, of behoo,. relyke en pligtfchuldige Adminiltrade der » Juftitie, daar toe medegewerkt, of hetzela heimlyk zullen hebben aangeftookt, ons ., zullen gewrooken hebben, en ons ten n vollen verhaald voor alle Beledigingen » en Schaden voorfchreeven op hunne Per„ foonen of Goederen, „ Ën b o e k*j  s38 DE REPUBLIEK DER xxxrx. BOEK. Sterke Pu blicatie «Jen 4. Ju „ En, op dat niemand dit ons voorneeb men onbekend zy; maar zich wagte voor de gevolgen van onze regcmaatige gevoe„ ligheid, hebben wy goedgevonden, dit „ Declaratoir in de Nieuwspapieren te doen ,, plaatzen; hetzelve; zo voor ons, als in „ naam van onze onderhebbende Manfchap, >. met onze Naamtekening bekragtigende, „ 't welk wy van dezelfde kragt en waar„ de houden, als of wy zulks hoofd voor hoofd met plegtigen Eede hadden ge•„ ftaafd." . Op 't zelve werd verklaard,dat men, met genoegen , befchouwde de Verknogtheid der Gewapende Burgercorpfen aan hun Ed. Gr. Mog.; dat zy de toegezegde Befcherming bleeven belooven, en den verderen Inhoud voor Bekendmaaking. aannamen. ■ Eene geftrengere Publicatie tegen oproerige beweegingen, dan tot nog het licht zag, werd, op 't voorftel der Afgevaardigden van Rotterdam beraamd, aangeplakt, en verzonden. Men verboodt met naame het zingen, fpeelen of blaazen van zogenaamde Prinfe Deuntjes, en andere ftrekkende tot Oneer en Kleinagting van de Staaten van den Lande, afi aanfpooring tot Commotien; als mede het rondloopen met, en het dwingen tot tekenen van zogenaamde Requesten, direct flrydende te. gen den gemanifesteerden Wil van hun Ed. Groot Mogenden; nog het ftrooijen en verfpreiden van alle oproerige Blaadjes, hoe genaamd. Wie zich aan deeze daaden fchuldig maakten, zouden aan den Lyve met ftren-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 239 ftrenge geesfeling, en zelfs, naar bevind van zaaken, met de Koorde, dat 'er de dood naa volgde, geftraft worden; en zouden die Strafoefeningen gefchieden de pla~ 110 en buiten Figuur van Proces, ten aanziene van de zulken, die op de daad zelve betrapt zouden mogen worden (*). Overeenkomftig met het opgegeeven Verflag, op het Voorftel van het Haagfche Burgercorps , en llaande op de Verklaaring der Commisfie uit de Gewapende Burgercorpfen, Was eene Verklaaring den vierden van Oogstmaand ter Staatsvergadering van HoU land ingediend, en Commisforiaal gemaakt met het Groot Befogne, terwyl de Ridder, fchap dezelve overnam. Eene Verklaaring, die, hoe uitgebreid ook, hier geheel plaats moet vinden: dewyl dezelve, meer dan eenig ftuk, de Gevoelens en Voorneemens der Patriotten in het licht ftelt, en zeker van meer beduidenis ten deezen aanziene moet gehouden worden dan eene menigte in't wild ichermende Gezegdens en Gefchriften zo van die deezer Partye toegedaan waren, als van die in een tegengekant gevoelen ftonden. Zy voerden deeze Taal. Edele Groot „ Mogende Heeren! In dit hachlyk Tyds„ gewricht, waar in het noodlot van het dierbaar Vaderland aan de weegfchaal „ hangt, in 't welk het Heil of de Val van „ ons Vry Gemeenebest in 't algemeen, en „ van deeze Provincie in 't byzonder, be- „ flist (*) SéM van Holt. 4 July 1787. XXXIX. BOEK. 1787. - Verklaaring den 4- Aug: ter Staatsvergadering inge>diend.  XXXIX. BOEK. .1787. S40 DE REPUBLIEK DER, 1 „ flist moet worden, vinden zich de Lê«' „ den der Algemeene Vergadering der Ge«* „ wapende Burgercorpfen in Holland ver» pligt hunne Gevoelens en Voorneemens^ „ aan U Ed. Gr. Mog; met verfchuldig,t den eerbied, doch ook tevens met dien *> klemmenden nadruk, welke, in een zo » gedugt tydftip aan een Vry Volk past, „ ernllig en openhartig mede te deelenj ,» en, daar de Vergadering den agtbaaren last op zich genomen heeft om de belan» gen der weldenkende Natie te beharti» gen, en, zo veel doenlyk, te bevorde1» ren, dürft zy zich vleijen, dat deszelfs »> waardige Vertegenwoordigers * de ronde »> taal van het verlichtfte en beste gedeelte *t des Volks eerbiedigen en onderfteunen »» zullen. " „ Wy zyn geenzins van voórneemen een « Tafereel te maaien van alle de Wandaa». den, welke een geduldig Volk genood» zaakt hebben de Wapenen op te vatten, » en zich tot het uiterften tegen de Dwinr> gelandy te verzetten; welk Hulpmiddel » door. U Ed. Gr. Mog. zelve aangemoem digd en begunftigd is. „ Veel eer wy zouden onze oogen van •> die akelige Schildery willen afwenden, »» en dezelve vestigen op dien gelukkigen » ftaat der Republiek, in welken het Volk n by zyne Regten werd gehandhaafd, en •*> deszelfs Souveraine Reprefentanten, alleen-> lyk door het algemeene Welzvn bezield, v zich den naam van Vaderen des Vadef*» lands waardig maakten; toen noGh zy* „ noch  VERENIGDE NEDERLANDEN. 241 „ noch het Volk, onder het juk eens Dwin„ gelands zugtten, en geene heerschzugtige „ Tyrannen zich met hem verbonden had„ den , ten bederve der vrye Nederlande„ ren; toen , eindelyk, de Zeevaard en „ Koophandel van buiten, de Rust en Een„ dragt van binnen ons Gemeenebest ge„ dugt en gelukkig maakten. „ Doch, die gulden dagen zyn niet meer „ Willem de V, door Gelderfche en Utrecht„ fche Ariftocraaten gefterkt, verklaart zich „ openlyk tot vyand deezer Provincie, om„ ringt onze Grenzen, benaauwt onze ge„ trouwe Bondgenooten, de vryheidlievens, de Utrechtenaaren, en ftookt, in 't mid„ den van ons, een vuur van Oproer en Ver„ raad, het welk, zo het niet gedempt „ wordt, door de weldaadige Voorzienig„ heid, en door de efficacieufe Befluiten en „ Uitvoeringen van U Ed. Gr. Mog. en „ door den gewapenden arm der kloekmoedige Burgeren, onze wel eer bloeiende „ Provincie in vuur en vlam zetten, en wel „ dra geheel verteeren zal. „ De voorbeelden deezer Euveldaaden „ zyn te menigvuldig en te bekend om de„ zelve aan U Ed. Gr. Mog. voor te draa„ gen. Wy bepaalen ons flegts tot het oog„ merk om dezelve voor te komen, en ir „ de uitvoering te ftremmen , of, reed' „ gepleegd zynde, des noods, ten rigoureu „ ften te ftraffen; en daar dit voorneemer „ eenpaarig by ons vastgefteld is,en wy to „ dit doelwit onverzettelyk bepaald zyn „ hebben wy d? jser aan U Ed. Gr. Mog XIV. deel. Q 3, * XXXIX. * BOEK. I787- t ' 1  24a DE REPUBLIEK DER ** XXXIX. BOEK. 3 3 S 3 5 ! 5 3 3 9 „ de volgende Befluiten kenbaar te maaken, „ metplegtige verzekering, dat niets, hoe „ genaamd, ons van dezelve zal kunnen af„ houden, en dat alle gewapende Burgers, h uic w^r naam, en op wier last, wy fpree„ ken, den laatften druppel bloeds, voor „ derzelver uitvoering, willen opzetten. „ Diensvolgens declareeren wy, ons in „ 't byzonder te conformeeren met het De„ claratoir der uitgetrokken Manfchappen „ van de Gewapende Vaderlandfche Corp„ fen (*), voor zo verre hetzelve, naar „ omftandigheid van tyd en zaaken, op dee„ ze Vergadering kan betrekkelyk gemaakt „ worden; by het welk dezelve verklaaren , de Plunderingen en Schade, door het op, roerig Grauw aan Vaderlanders toege, bragt, ten ftrengften te zullen vervolgen , en ftrafièn: en teffens voegen wy 'er by, , dat wy die verwoestingen, op de meest , gepaste wyze, zullen tragten voor te ko, men, door het fpoedig byeenrukken van , een Obfervations Corps uit Burgeren be» , ftaande, en van het noodige tot een kragti daadigen byftand, het zy offenfief, het zy , defenfief, voorzien. Welk Corps zodanig , geplaatst en verdeeld zal worden, als tot , behoud deezer Provincie, en der welge, zinde Ingezetenen, door ons noodig geoor, deeld worden zal; terwyl wy, ten gely, ken tyde, reeds beflooten hebben, alle , kragten te zullen infpannen om Willem ,.(msN V, door wiens geest, een verblind „ en (*) Zie hier boven bl. 23^  VERENIGDE NEDERLANDEN. 243 „ en doldriftig Gemeen aangedreeven wordt, -„ voor altoos buiten '"ftaat te ftellen, tot „ verdere machinatien, en onderdrukking „ van vrygebooren Burgeren, en wy, om „ ons het vertrouwen, waar mede de wel„ gezinde Natie ons vereert, niet onwaar„ dig te maaken, nogmaals niet alleen ten „ fterkften infteeren, even gelyk by ons ,, voorig Adres (*) aan U Ed. Gr. Mog. „ geprefenteerd, dat Willem den V, in „ deeze Provincie, in alle zyne Charges en „ Waardigheden, met de daar aan verknog,-, te Tractementen, worde gefufpendeerd; „ maar ook dat hem het Hollandsch Tem„ toir, gelyk ook, dat, geduurende deeze „ Troubles Mevrouw de Prinfesfe en haare „ Kinderen., in deeze Provincie, niet moi, ge worden geadmitteerd. „ Wy zyn bewust Ed. Gr. Mog. Hee„ ren! dat deeze onze genomene Befluiten allerernftigst zyn, en gedugte gevolgen „ kunnen hebben. Immers wat Kan'er fterker „ tegenovergefteld zyn dan de blaakende moed der langgetergdeVaderlanderen, en ', de ontzinde woede van het Gemeen, 't welk om Oranje, moorden en ver„ woesting aanrigt? Wanneer wy dit nader „ befchouwen, yzen wy voor de gevolgen, , en daar de Burgerkryg ontwyfelbaar'de ',' bloedigfte en hardnekkigfte van alle is, „ en de goede Ingezetenen, zo lang ver„ fmaad, benadeeld en mishandeld, einde^ lyk mede het bloed in de aderen begint „ te £*) Zie hier boven sip. Q 2 xxxlx. * BOEK. 1787. \  244 DE REPUBLIEK DER xxxix. B O E K. 1787. „ te kooken , is het helaas! te dugten , dat ,, ons eertyds vreedig en gezegend Gewest, „ door ftroomen Burgerbloeds bedekt zal „ worden, en aan de Nakomelingfchap een „ vreeslyk voorbeeld van den moed derVa„ derlanders en de woede der Vryheidhaa„ teren opleeveren zal. „ Doch aan U Ed. Gr. Mog. Heeren! ftaat het deeze noodlottige gevolgen voor „ te komen. Wy verzoeken, ja vorderen, „ van U Ed. Gr. Mog. vaderlyke zorg de „ noodige behoedmiddelen tegen die ver„ fchriklyke rampen. Dat de Geregtigheid, „ die zo lang gefluimerd heeft, eens einde„ lyk ontwaake i Dat zy niet langer dulde, „ dat de ftrafloosheid der Misdaadigeren „ hunne Medepligtigen tot dezelfde misdry„ ven aanfpoore! Dat het Wraakzwaard des „ Regts niet langer tot fpot diene; maar „ de Muitzugt, door welverdiende ftraffen „ beteuegle! — En welke reden is 'ertoch, „ dat U Ed. Gr. Mog. zich zouden vleijen ., dat een verbasterd Volk, door toegeef„ lykheid en genade tot erkentenis zou be1» woogen worden ? Heeft niet de on„ dervinding fteeds het tegendeel getoond, „ en zyn Uwer Ed. Gr. Mog. verregaande „ goedertierenheid en verwonderst taay ge„ duld, ooit anders dan door wederfpannig„ heid, fmaad', en nieuwe euveldaaden be„ antwoord geworden ? „ Wy infteeren dus ten fterkften, op eene „ fpoedige en kragtdaadige voorziening, en „ dat U Ed. Gr. Mog. daartoe de noodige n middelen, hoe eer hoe liever,gelieven te „ beraamen. „ Een  VERENIGDE NEDERLANDEN. 245 „ Een zodanig Befluit, oogenbliklyk ge„ nomen en terftond uitgevoerd, zou nog, in tyds, de fchriklyke gebeurtemsfen „ kunnen voorkomen, welke wy anderzins, „ met afgryzen, te gemoet zien. En tot „ Medewerking van zulk eene Refolütie bieden wy U Ed. Gr. Mog. den gewil' ligen en yverigen Byftand van het boven,, gemelde Burger - corps aan. Het is thans „ geen tyd meer om r.wyfelagtig te zyn ora„ trent de maatregelen, welke U Ed. Gr. Mog. hier zouden in 't werk ftellen; het " buitengewoone Gevaar vordert ook onge„ woone Hulpmiddelen. En, zo de ordi„ naire wegen der Juftitie aan het hoog- verlicht oordeel van U Ed. Gr. Mog. met „ o-enoeg toereikende fchynen, ftellen wy, ' met eerbied voor, om buitengewoone „ Hulpmiddelen te baat te neemen; het zy door het decerneeren eener S taats-Com- misfie, beftaande uit Leden, welke dooi „ het vertrouwen der weldenkende Natie „ gehonoreerd zyn, en met eene onbepaalds „ Volmagt, tot herftelling der Rust en be„ teugeling der Muitery, voorzien zouder „ worden: het zy door zodanige ander* !, fchikking als Uwer Ed. Gr. Mog. wys „ heid meest gepast zou oordeelen: terwy „ het Obfervations - Corps der Burgerer „ fteeds bereid zou zyn, door deszelfs Wa „ penen uwe genomen Befluiten te hand "f haaven, en kragt by te zetten. „ Niet min nadruklyk, fchoon met dei „ meesten eerbied, zyn wy genoodzaakt Ed „ Gr. Mog. Heeren ! aan te dringen op di Q 3 „ daad xxxix. BOEK. t L l  24-5 DE REPUBLIEK DER XXXIX. BOEK. 3 9 3 3 »: •: 3! 5! 9J 5) 33 53 55 33 51 5» 3) 35 53 33 S? ,, daadlyke Beraaming der Hulpmiddelen, „ welke vereischt worden, om onze Pro„ vincie voor een Aanval van buiten ge,, noegzaam te-dekken: daar onze Vyand ,, iïeeds op zyne luimen ligt, en niets on;, beproefd laat om deeze Provincie aan te ,, tasten en te overweldigen, eischt de hooi, ge nood, dat de kragtigfte maatregelen, , met de grootfte activiteit, in 't werk ge, fteld worden, om dien funesten Aanflag , vrugtloos te maaken, zonder'twelk ons , Gewest, wel dra ten prooy des vyands , worden moet. -„ En wel voornaamlyk moeten wy, te , deezer plaatze, aan U Ed. Gr. Mog. ons , ongenoegen betuigen over den onverant, woordelyken Staat, waar in onze Proi vincie, nog tot heden, niettegenflaande den nypenden nood, gelaaten wordt; zodanig dat de Zorgloosheid en Inactiviteit aan onze zyde, door niets geëgalieerd wordt dan door de onvermoeide werkzaamheid der Vyanden van deeze Provincie, welke alle middelen aanwenden, ja zelfs van onze eige magt en de middelen, die wy tot Tegenweer in handen hadden, tot ons verderf, gebruik maaken; en hier op mfteert de Natie mede ten fterkften, dat deeze bron van regtvaardig Wantrouwen en Misnoegen aan het welgezind gedeelte .des Volks benomen worde. ,,Wy vreezen niet, datUEd.Gr. Mog. ons verdenken zullen, dat wy, in dit opzigt, onregtvaardigof met te veel geftrengheids oocdeelen. Wy meenen, in tegendeel, . 39 dat  VERENIGDE NEDERLANDEN. 34? , dat de gemaatigdheid onzer Uitdrukkin" gen, over dit onverantwoordelyk ftuk, " ons'eere aandoet. Hoe doch zou men met meer Gelaatenheids, de ongelooflyke " verzuimen kunnen te kennen geeven, wel„ ke in dit belangryk punt, reeds zo lang „ hebben plaats gehad? „ Daar het Vyandlyk Leger in den bes„ ten ftaat gebragt en van alles voorzien is, Z blyven wy, aan onze zyde, van de noo' diffte middelen tot Tegenweer geheel „ ontbloot; van alle noodzaaklyke Veld„ equipagien, en om hun , die dezelve be„ ftuuren moeten, geheel beroofd; en heeft „ ons nog daarenboven een groot gedeelte „ onzer Troepen , door mishandeling en eene verkeerde directie, aan 't muiten geZ flaagen, verlaaten, fchoon die gevolgen „ voor lang voorzien en onder 't oog ge„ bragt waren — toen dat fataal evenement 11 reeds daar was, is 'er geene Voorziening l, in gedaan dan toen 'er reeds een aanmerkelyke tyd verloopen was en het reeds te " laat zou geweest zyn; zo niet de onver„ moeide yver der Burgermagt den gehee, len Val der Provincie afgekeerd hadt. — De Aanftelling van Vaderlandsgezinde en ',' kundige Officieren is telkens uitgefteld, , en verfcheide dier Plaatfen, ('t zy met „ eerbied gezegd,) vry gebrekkig vervuld, „ even gelyk de Aanwerving van nieuwe „ Troepes. — Een gedeelte onzer Militie „ wordt, zo ons berigt is, nutloos hier en „ daar verfpreid, gelyk te Ysfelftein, Oude„ water, en elders,mede onder VoorwendQ 4 » z£! XXXIX. BOEK. I787.  s48 DE REPUBLIEK DER XXXIX. UOEK. 1787. J 5 • 1 3 3 » zei van de binnenlandfche Oproeren te v fluiten, waar toe hetzelve in die hoeveel» heid onnoodig is. En, zo ten dien op» zigte Ed. Gr. Mog. Heeren! eenig fcru" pule mogt zyn, kunnen wy U Ed. Gr. -? Mog. ftellig verzeekeren, dat de Burger-1 Militie voor dat Arcykel zulks genoeg» zaame zorge draagen zal, dat dit Pretext »> eerlang geheel vervallen zal. „ Daarenboven neemen wy de vryheid U „ Ed. Gr. Mog. te verzekeren, dat de op- gemelde ontbeerende Noodwendigheden fpoedig zouden kunnen vervuld worden. „ Hollands Magazynen zouden wel dra den „ noodigen voorraad van Veldtuig kunnen » bezorgen, en het niet voorhanden zynde » ras gefuppleerd zyn: en zouden U Ed. >'> Gr. Mog. kunnen huiverig zyn, dezelfde » maatregelen nopens deGeneraliteitsTuig„ huizen in het werk te flellen, welke onze gedeclareerde Vyanden, zich niet ontzien , daaglyks te effecfueeren ? „ Ook zy het ons geoorloofd U Ed. Gr. , Mog. te kennen te geeven, dat de boven, gemelde Punten , fchoon zy de waarfchyn, lykheid te boven gaan, egter geene bloo, te Veronderftellingen, of Grootfpraaken , zyn. Deontwyfelbaarebewyzendierdroe, vige waarheeden zyn in onze handen, en , kunnen , des noods , ter kennisfe van , U Ed. Gr. Mog. gebragt worden. Wy hoopen en verwagten van U Ed. , Gr. Mog. cordaate Vaderlandsliefde dat , deeze zo noodzaaklyke Refolutien, ten > fpoedigften genomen en uitgevoerd zullen „ wor-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 249 ,, worden; doch, fchoon wy die met regt „ te gemoet zien, vinden wy ons verpligt, „ uit liefde tot het Vaderland, onze ge„ tronwe Medebroederen, en hunne weer„' looze Vrouwen en Kinders, welke mede „ reeds de onfchuldige Slachtoffers der Muit„ zugt worden, teffens nadruklyk te decla- reeren, dat, indien U Ed. Gr. Mog. niet „ kunnen goedvinden het gemelde Ontwerp „ tot ftant te brengen, wy zelve, ons be» houd van onze handen zullen wagten, en niet rusten zullen , voor en al eer wy het „ onfchuldig geftorte bloed onzerVaderland- fche Medeflanderen en alle fchade hun „ toegebragt, ten ftrengften zullen gewro» ken, en ons Gewest genoegzaam bevei„ ligd hebben tegen die Monfters, welke ^ hetzelve thans , zo deerlyk verwoes- ten: of d%t wy, zo wy in die edele on55 derneeming mogten feezwyken, en 'er ons 3» bloed te vergeefsch voor vergooten heb3» ben, onze Wraak aan den Almagtigen « zullen aanbeveelen , verzekerd zynde, dat s> de fchuldigen de gedugte Straffe van een » regtvaardigen Regter niet ontduiken zul•> len; daar wy , inmiddels, indien deeze » onze regtmaatige Vordering welke de » dringende Klaagftem der welmeenende » Natie is, te leur gefteld wordt, de fatale » gevolgen voor rekening van hun zullen laaten, welke, op eene zo ontaarte als on« verantwoordelyke wyze, deeze nog over5» gebleevene hulpmiddelen, verzuimd oi » verydeld zouden hebben. " ,, Wy hebben niet gefchroomd onze GeQ 5 " daS XXXIX. B O E K. 1787.  250 DE REPUBLIEK DER Xxxix. boek. 1787. Uitnoodigingtot eene ProvinciaaleVergadering der Geuootfchappen &c. ce Amfterdam , ( tegen 24 Aug. 1 ( „ dagten en Voorneemens ernftig en onbe„ wimpeld, aan U Ed. Gr. Mog. te ken,, nen te geeven en vertrouwen dat dezelve ,, door de goedkeuring van U Ed. Gr. Mog. zullen vereerd worden: daar dezelve de gevolgen zyn van onwankelbaare Liefde „ en Trouwe voor het Vaderland, en tef„ fens van die Verknogtheid, welke wy dikwerf voor onze waardige en volktninnende Reprefentanten betuigd hebben. „ In die zelfde Gevoelens volharden wynog „ en hoopen fteeds, gelyk wy tot nog toe „ gedaan hebben, door fpreekende bewy„ zen, te toonen dat wy ons Goed en „ Bloed voor de Vryheid, het Vaderland, en U Ed. Gr. Mog. veil hebben, wien „ wy wenschten, dat het weldaadig Opper„ weezen nog lang, tot heil van het Ge„ meenebest, in eene voorfpoedige en luis„ terryke Regeering moge befchermen en „ bewaaren (*)." Eene laatfte en veel gerugts verwekkende pooging van deezen aart, by 's Lands Souverain te werk gefteld, zal hier gevoeglyk plaats vinden. De Dagpapieren maakten aekend,dat deCommisfie der Burger Corpsen ter Expeditie van Militaire zaaken, in den :egenwoordigen nood des Vaderlands, het ïoodig oordeelden, eene algemeene Provin:iaale Vergadering van Afgevaardigden uit le Krygsraaden, Gewapende Genootfcbapjen, Geconftitueerden, en Patriottifche So:ieteiten en Corporatien, geene uitgezonderd, (*) Refol. -van Hol/. 4 Aug. 1787.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 251 derd, te befchryven , tegen Vrydag den vier en twintigften van Oogstmaand, op de Bovenkamer van het Huis der Burger-Sociëteit in de Nes te Amfterdam, om te helpen raadpleegen en befluiten op die Punten, waar in het Heil deezer Provincie en derzelver Burgers, op dit tydftip, onverwyld belang hadt. Weshalven deeze alle verzogt werden één of twee Gemagtigden derwaards te zenden. Ten beftemden Tyde, en ter genoemde Plaatze, verfcheenen ruim tweehonderd Afgevaardigden uit honderd en zeven, anderen willen, honderd en twaalf der opgeroepene Departementen. Mr. Reyer van den Bosch , zeer onlangs tot Raad en Vroedfchap der Stad Delft aangefteld, opende deeze talryke Vergadering, beftaande uit de kundigfte en moedigfte Patriotten , met eene Aanfpraak, waar in hy, op een treffenden trant, aanwees, wat, in tyden van nood, voor het lieve Vaderland, te doen ftondt; den Heldenmoed tot Herftel der Vryheid en Voorregten aanprees; de kenmerken van eenen Batavier fchetfte; de gebreken aantoonde, welke ftand gegreepen hadden , van Prins Willem den I, af tot op Willem den V. toe; en voorts het Volk van Nederland aanmoedigde, tot vordering hunner eigene Regten; en die niet te verlangen op eene Ariftocratifche wyze, maar als een vry en Onafhangelyk Volk, als een Volk, dat zyne eigene waarde kende niet alleen; maar als een Volk, dat zich kon en moest verdeedigen, op dat het zyn Vaderland zou be- fcher- XXXIX, boek. 1787. Wat 'er op die Vergadering voorviel*  «5» DE REPUBLIEK DER xxx rx. B ÖÉK. 1787. Punten daar verhandeld. Befluit op het Iaatite punt. i 1 j 5 1 fchermen en bewaaren. Deeze Heer werd, benevens Mr. Albertus van Nieveld toe Voorzitter verkooren. Tot Secretarisfen benoemde men Mr. H. Kreet van Rotterdam en J. van Stai-horst van Amfterdam. De Punten daar behandeld kwamen op deeze vier zeer belangryke neder. Foor eerst, de Invloed des Volks op zyne Regeering. — Ten tweeden, de Vryheid der Drukpers. ■ Ten derden, de Invoering van eene vaste Land - Militie. Ten Pierden, de Medewerking der Ongewapende met de Gewapende Burgery. — Het hadt niet luttel werksin, eene Vergadering van die uitgeflrektheid, en zamengefteld uit Perfoonen van bovengemelden ftempel, over Onderwerpen van zulk eenen belangvollen en verre uitzienden aart, te beftuuren, en te midden van veele ftrydige bedenkingen, voor en tegen gefproken, een befluit op te maaken. Zeer verlangde de nieuwsgierigheid na den uitflag van het geen op deeze Vergadering, 3ie 's volgenden daags zeer laat op Reces Echeidde tot den zeventienden van Herfstnaand, beflooten was. Niet lang bleef dezelve in onzekerheid ten aanziene van het aatfte Punt: immers by een gedrukt Extract )leek, dat het volgend Verflag door de Ge:ommitteerden tot het onderzoek van 't /oorftel ter Vergaderinge gedaan, in een 3efluit veranderd, hier op neder kwam. Dat de Vergadering alle Gewapende , Manfchappen, die zich tegen de gede, clareerde Vyanden der Natie, de Voor- „ ftan-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 253 „ ftanders van het Despotismus en de Ari„ fiocratie verzetten, en zich ten dien ein„ de in Veldlegers , Campementen of Gar„ nifoenen hebben of zullen begeeven, of „ in de refpeétive Plaatzen hunner Woo„ ningen , of elders, werkzaam zyn, of zullen zyn,'houdt en erkent voor deWet„ tig Gewapende Magt van dat gedeelte der „ Natie, 't welk haare Vryheid waardeert, „ en voorneemens is tot het uiterst te hand„ haaven. „ Dat de Vergadering alle de haar be„ kende Verrigtingen van de voorfz. Maat„ fchappyen, derzelver Commandanten, en „ Commisfarisfen laudeert en approbeert, „ en ten allen tyden, door alle mogelyke „ Middelen , zal beveiligen in al het geen „ verder door dezelve Maatfchappyen, Com„ mandanten en Commisfarisfen zal worden „ ondernomen, {trekkende om de Refolutien „ en gedeclareerde Intentien van deeze Ver„ gadering te executeeren of te fecundeeren. „ En, gelyk de Vergadering, gecom, pofeerd uit het Gewapend en Ongewa„ pend gedeelte der Natie, door deeze haare „ Verklaaring en Refolütie, ten duidelyk„ ften manifefteert, dat reeds de gewensclv „ te Vereeniging van die beide Gedeelter „ met de daad bellaat, zo verklaart zy mede, niets fterker te verlangen, dan dis Vereeniging, voor het vervolg, zodanig t< „ vestigen, dat de Gewapende Burgermagt „ altyd alle moogelyke onderfleuning vind» „ by het Ongewapende Gedeelte, en he >s ° » On XXXIX, l O EK. I t t  a$4 DE REPUBLIEK DER xxxix, BOEK. I787. Adres der Vergaderinge aan de Staaten van Holland, t i c t t, i * 1 „ Ongewapende Gedeelte wederkeerig by „ de Gewapende Burgermagt (*)." Het gevoelen deezer Vergaderinge over de andere Punten bleef geen geheim, toen, kort daarop, uit naam derzelve, dit Adres , den dertigften van Oogstmaand, ter Staatsvergadering van Holland werd ingediend. — De Ondertekenaars van 't zelve gaven te kennen; „ dat, gelyk Zylieden en hunne „ Committenten, met een hartlyk genoe„ gen waren vervuld geweest, over de voor de Natie zo belangryke Propofitie, welkë ,, van wegen de Stad Haarlem, op den der„ tigften January laatstleden ter Vergade„ ringe deezer Provincie was gedaan (t)> „ ten einde met den eerften eene Commis» fie van eenige Leden deezer Provinciê „ moge worden benoemd, om de thans zo „ gemeen aangevoerd wordende beden kin- gen, omtrent de Generaale Reprefentatie „ van het geheele Folk, welke volgens dê 4 gefleldheid van dit Gemeenebest alhier 1, zou behooren plaats te hebben, te exami, neer en, en teffens na te gaan, op hoeda, nige wyze , ingevolge de Conftttutie, en , Lands waare Belangen, eenige Gene- ,, raal& (*) Extract uit de Refohtien der Algemeene Pro•inciaale Vergadering, beftaande uit Gedeputeerden •an Krygsraaden, Gewapende Genootfchappen, Geonftitueerden, en Patriottifche Sociëteiten of Corpoatien, op de Befchryving van de Leden van deComtisfie der Gewapende Burger-Corps ter Expeditie der Militaire zaaken , gehouden te Amfterdam, Saturdag 'en 25 Aug. 1787. Naamiddag. (f) Over dit Voorftel en wat des in Holland voor* 'iel, zullen wy vervolgens nader fpreeken,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 255 „ raak Maximes omtrent den Invloed, wel„ ke uit hoofde van die Regeeringsvorm, by ; „ Reprefentatie notoirlyk aan het Volk toe „ komt-zou behooren te worden gearrefleerd; mitsgaders aan welke billyke Bepaalin,, gen, die allen twyfel en rechtmaatigen „ argwaan kunnen affnyden.waar aan een en „ ander zou kunnen 'worden onderhevig ge- „ maakt; Zo was ook dat genoegen 5, niet weinig, byhet beste gedeelte derNa\, tie , vermeerderd geworden, zo ras het „ echt geinformeerd werd, dat het Meer- derdeel van U Ed. Gr. Mog. Vergade'„ ring, (niettegenftaande de Ridderfchap „ en eenige andere Staatsleden zich daar „ tegen oppofeerden, althans niet toonden „ in te ftemmen met die gezonde en den „ Reprefentanten eener Vrye Natie pasfen„ de denkbeelden,) dat pryslyk Voorbeeld „ der Stad Haarlem hadden gebragt tot een „ daadlyke Conclufie , en overeenkomftig „ hetzelve gerefolveerd. Naademaal daar „ door ten vollen blykbaar werd, dat U „ Ed. Gr. Mog. immers het Meerdergetal van Hoogstdezelven, niet alleen volko- men overreed waren, dat binnen deeze „ Provincie plaats heeft eene Volksregee„ ring by Reprefentatie; maar ook openlyk „ voor het oog van gansch Europa erken„ den, dat, uit hoofde van die Regeer in gs„ form by Reprefentatie, notoirlyk aan het „ Volk toekomt, en als deszelfs weezenlyken „ Eigendom competeert , eenen Invloed op „ hunne Vertegenwoordigers ; terwyl uit „ die alzo genomen Conclufie en Refolütie dee- XXXIX. iOEK. I78r.  256 DE REPUBLIEK DER XXXIX. BOEK. I787. „ deezer Hooge Staatsvergadering, geboo» ren werd dit heuchlyk vooruitzigt, dat, „ wanneer U Ed. Gr. Mog., overeenkora„ ftig dit gedaan Declaratoir, en deeze ge„ geevene Erkentenis, werkzaam wierden, „ om door eene Commisfie uit U Ed. Gr. „ Mog. Vergadering, met deeze Vrye Na,, tie te houden, te treeden, tot het beraa„ men en daar ftellen van die Middelen, „ welke gefchikt zouden zyn om dien Volks„ invloed op eene gepaste wyze te doen „ werken, even daar door zouden worden „ uit den weg geruimd, die Disfenfien, „ welke in de Republiek in 't algemeen, „ en in deeze Provincie in 't byzonder, ze„ dert een geruimen tyd, tot nadeel van „ 's Lands goede zaak,, hadden plaats gej, had, en alzo zou herftellen dat vertrou„ wen, 'twelk, in een welgeftelden Bur„ gerftaar, tusfchen het Volk en deszelfs „. Vertegenwoordigers behoort ftandtegry„ pen, en 'er onontbeerlyk is,om het heil „ en de zekerheid zo van Regenten , als „ van die geenen, welken geregeerd wor- den, op eenen vasten voet te ftellen, en „ te bevestigen, en teffens de Republiek „ en Provincie tot dien trap van Welftand „ en Luister te brengen, waar door dezels, ve van binnen beveiligd en van buiten „ geducht zou zyn. ,, Dat Zy zich dan ook hadden gevleid, „ dat U Ed. Gr. Mog. ter bereikinge van „ die heilzaame oogmerken, uit het mid,, den van U Ed. Gr. Mog. Vergadering „ zouden hebben benoemd eene Commisfie „ van  VERENIGDE NEDERLANDEN. 257 L, van zodanige Leden van de Regeering 9, deezer Provincie in welke het Volk een „ genoegzaam en volkomen vertrouwen 9, ftelde; ten einde met eene Commisfie , uit het midden deezer Natie daar toe te de„ cerneeren, in conferentie te treeden, en „ met dezelve na te gaan, en te onderzoe„ ken, op hoedanige wyze, ingevolge de Conftitutie en 's Lands waare Belangen, die generaale Maximes, omtrent dien In„ vloed, welke uit hoofde van die zelfde hier „ te Lande plaats hebbende, endoor U Ed. Gr. Mogenden geagnofceerde Regeei ivtgs„ vorm by Reprefentatie, aan het Volk „toekomt, en deszelfs notoir en . or.yervreemdbaar Eigendom is , zouden behooren te worden vastgefteld; mitsga'„ ders aan welke billyke Bepaalingen, „ die alle twyfel en regtmaatigen argwaan i, kunnen affnyden, dat een en ander zou „ kunnen worden onderheevig gemaakt. — „ Dan dat zylieden zich in die hunne ver„ wagting jammcrlyk te leuf gefteld von„ den: naardemaal de ondervinding hadt „ doen zien, dat, hoe zeer 'er in gevolde „ dier Propofitie der Stad Haarlem, en de „ daar op gevallene Conclufie van U Ed. „ Gr. Mog. Vergadering wel is gedecerneerd „ eene Commisfie van negentien Heeren; „ het zelve nogthans, door de handelwyze „ der Ridderfchap , en negen Steden (alzo te zamen uitmaakende de geringe Meerderheid van ééne Stem, waar onder die 5, der Gedeputeerden van de Stad Jmfter9, dam, welke geheel en al deviëerde van. : XIV. deel. R » eE XXXlXè BOEK. 1787*  258 DE REPUBLIEK DER XXXIX. BOEK. I787. s ,, en inliep tegen den gemanifesteerdenWil en „ Intentie van derzelver Committenten, de „ Vroedfchap der Stad, en tegen de billyke en uitgedrukte begeerte van derzelver „ Burgerye,) zodanig is gedirigeerd , dac „ tot die gewigtige Commisfie is benoemd „ geworden eene groote Meerderheid van ., zodanige Regenten, welker dikmaalsge„ manifesteerde denkwyze, niet alleen een „ onverzettelyk Systema hadt doen blyken „ om zich tegen alle verbeteringen van Ne„ der lands vervallen Staatsweezen te ver„ zetten, en alle Poogingen ten dien einde „ door de Vaderlandfche Regenten en ver„ lichte Burgeryen in het werk gefteld, te, gen te gaan; maar die ook daarenboven , te meermaalen en by herhaaling, de bil, lykheid en wettigheid van eenen redely, ken Volksinvloed op de Regeering had, den ontkend; zulks dat het de grootfte , ongerymdheid zou zyn, wanneer het op, geeven en bepaalen van eenige Maximes , , nopens dien Invloed, aan zodanige Re, genten, de Meerderheid dier Commisfie , uitmaakende, zou zyn toevertrouwd ge, worden. „ Buiten en behalven dat, alwaar het , dat tot dit einde een getal andere Com, misfarisfen, en wel alleen beftaande uit , bekende Vaderland- en Burgerminnende , Regenten, ware benoemd geworden, die , Benoeming ook dan nog, zodanig als de, zelve ten deezen gefchied is, (om naam, lyk alleen en zonder Concurrentie met de , Natie zelve, toe te treeden tot het on- „ der-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 259 „ derzoeken niet alleen, maar ook tot het „ arrefteeren van die generaale Maximes „ omtrent den Volksinvloed, mitsgaders van *, die billyke Bepaalingen, aan welken dezel», ven zouden kunnen worden onderheevig » gemaakt,) geheel en al zou zyn incom. >, patibel met, en aanloopen tegen de er», kende Folksregeering by Reprefentatie; s, naardemaal uit den aart der zaak zelve *, voortvloeit, dat die Maximes en de wyze van dien Invloed, welke notoirlyk aan het „ Folk toekomt, geenzins door deszelfs Re~ ,, prefentanten, wier magt enkel en alleen „ gegrond is in, en haare Source heeft uit >, den boezem van het Folk, het welk door t, hun gereprefemeerd wordt, kunnen en t, vermogen te worden bepaald, zonder Con„ currentie en uitdrukkelyke, immers daad5, lyke Toe/lemming van dat Folk, het welk „ daar van alleen Eigenaar is. ' „ Dat wel was waar, nog onlangs weder„ om door U Ed. Gr. Mog. was kenbaar M gemaakt, dat aan het Vo!k zou worden „ verleend zodanigen invloed als billyk en met de Conftitutie en Belangens van het 5, Vaderland zou overeenkomltig zyn; dan dat, gelyk de Natie, door zodanige „ toezegging geenzins kan worden ge* rust gefteld, de Bepaaling daarvan niet » zal worden gemaakt anders dan met hun» ne Medewerking en fpeckale Toeftem„ ming, zo ook, aan den anderen kant, zy M van Opinie waren, dat, zal aan de tot >, hier toe gefubfifleerd hebbende Staats* m woeling een einde worden gefteld, het R a », dan XXXlfc b o Ü k.  26b DE REPUBLIEK DER XXXIX. S OEK. 1787. ■., dan allernoodzaak'ykst is, dat 'er ten al-' » lerfpoediglten worde gevestigd en vastge» fteld eene zodanige en behoorJyke Staats» Commisfie, als door U Ed. Gr. Mog., by « Hoogitder zeiver Refolutieu isgeadvoueerd » aan de geheele Natie, en zulks zo wel aan « de Ingezetenen van het Platteland als aan » de Inwooners van de Steden te competee» ren, en aan dezelve plegtige beloofd z » immers, in allen gevalle , dat ten fpoedigs> ften mogen daargefteld worden die voorst bereidende Middelen, welke rot dat ge» wenschte einde ilrekken kunnen en ge» fchikt zyn om aan het Volk niet alleen » Genoegen te geeven; maar ook van hetn zelve allen Argwaan en Vreeze weg te » neemen, dat deszelfs Vryheidiievende Po» gingen, door de Mediatie van vreemde » en magtige Mogenheden, zelfs tegen den n gedeclareerden Wil van U Ed. Gr. Mog. » zouden kunnen verydeld worden en op s» niet uitloopen. „ Dat onder die Middelen, naar hun in« zien. vooral behooren de Vryheid van de « Drukpers — en bet conftateeren en be55 vestigen van eene Permanente Burger* 1, Militie. „ Dat immens, wat het eerfte aangaat, » de nood?aaklykheid , bülykheid en nut» tigheid daar van niet breedvoerig onder « het oog van U Ed. Gr. Mog. behoeft 5? te worden betoogd; daar het niet flegts' j> zeker is, dat de Vrye Drukpers is het n èénige gefchikfte Middel om de geheele. » Natie, zo als in deze tyden ten vollen » ge-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 261 ,, gebleeken is, nopens haare Regten zo wel als nopens die haar er Vertegenwoordigers, „ te onderregten, te verlichten, en te beves„ tigen; maar dat ook dezelve ftrekt tot „ een geftrenge Geesfel der Tyrannen, zo „ wel als tot een Waarborg der eere van * Hun, die zich betoonen de waare Volks„ en Vryheidsvrienden, de Beminnaars van „ hun Vaderland te zyn: terwyl 'er ook tefr „ fens niets billyker, en met de Conftitutie » van eene Vrye Republiek overeenkomih„ ger is ,dan dat een Vry Volk geregtigd zy om „ zyne denkbeelden niet fiegts door den Mond „ maar ook door de Penne en Druk aan „ zyne Medelandgenooten openbaar en be» kend te maaken. „ En dat, wat betreft de invoering eener Beftendige Burger - Militie, ook de nood„ zaaklykheid en nuttigheid daar van geen „ betoog noodig zal hebben , wanneer U tJ Ed. Gr. Mog. gelieven te confidereeren, „ dat de Gewapende Burger buiten alle be», denking is het vaste Bolwerk eener. duur„ zaame Vryheid , de Beveiliger en Bejcherv mer zyner braave Regenten en Vertegen„ woordigers', de Schrik der Onrust, de '„ Temmer van allen Geweld, en in ftaat om „ zyn Vaderland, des noods zynde, tegen alle in- en uitwendige Vyanden en Belaa„ gers van Volksvoorregten, op eene gepas„ te wyze, te verdeedigen ; terwyl ook zo„ danige Burger-Militie overeenk mt met s, de Conititutie eener waare Volksregeev ring, en gegrond is op het vierde Anyi> kei der Unie van Utrecht. R 3 »> R^" XXXIX. B Q e. K. 1787.  s6s DE REPUBLIEK DER XXXIX. li O E K. 3 „ Redenen, waarom Zy zich keerden tot „ UEd. Gr. Mog. met gepasten Eerbied, „ doch teffens met zodanigen Ernst en Na„ druk als het Belang der Volkszaak vor„ derde; daar op infteerende, dat U Ed. „ Gr. Mog. met allen fpoed, gelieven te „ benoemen eene Staats-Commisfie, be„ (taande uit zodanige Perfoonen, die zich „ het vertrouwen der Natie nimmer hebben „ onwaardig gemaakt, en hetzelve nog in ,, volle kragt bezitten; en dat deeze door „ U Ed. Gr. Mog. alzo te benoemen „ Commisfie moge worden geauthorifeerd „ om met en benevens eene Commisfie, te be„ noemen uit een door de Belangneemende, 9, Vaderlandsgezinde , Vryheidbeminnende „ en Weldenkende Burgers der Stemmende „ Steden — der kleine Steden — en van „ het Platteland, te onderzoeken en te „ ontwerpen het Plan en de Inrigting van „ eene geregelde Reprefentatie, en behaore„ lyken Volksinvloed. „ Dat voorts daadlyk mogen worden in» getrokken en buiten effect gefteld alle „ Placaaten en Refolutien tot Bepaaling „ van de Drukpers, en dat dezelve van nu af aan, by eene Staatswet, voor altoos „ worde vry verklaard; met bygevoegde bepaaling, dat allen die geenen, welken » im*ner iets tegen die te emaneere Staats, wet zouden mogen attenteeren, eo ip/o > zullen zyn vervallen van, en gerekend . worden inhabiel tot eenige Posten van > Regeering of Ampten, hoe ook genaamd, » weke Zylieden zouden mogen bekleeden, „ of  VERENIGDE NEDERLANDEN. 263 „ of waar toe zy anderzins admisfibel zouden kunnen zyn; onverminderd nogthans zodanige Civile Actie, als die geenen, „ weikeu zouden meenen geïnjurieerd te „ zyn, tegen den Schry ver, Drukker of Uitgeever van zodanig gedrukte Papier, „ als waar by hy zouoordeelen geïnjurieerd » te zyn , zou mogen willen fustineeren en vorderen. „ Dat, wyders by eenegelyke Staatswet, als eene eeuwigduurende Sanctie, doof 11 U Ed. Gr. Mog. zal worden ingevoerd " en vastgefteld de Buger-wapenhandel, ^ en „ eene vaste, doch vrywillige, Land-militie, „ zodanig en op dien voet zulks door de „ Schutteryen en de Geprotegeerde Gewa„ pende Corps, Leden deezer Vergadering „ of derzelver Gedeputeerden, in concur„ rentie met de bovengemelde Staats-Com„ misfie, zal worden ontworpen en vast„ gefteld: zodanig en ten dien effecte, dai „ geene Leden tot de Regeering zullei „ worden toegelaaten, dan die geenen „ welken zich tot de meeste bevordering vai „ denzelven Wapenhandel verbinden en aan„ neemen te zullen concurreeren tot het it s, trein brengen en in ftand houden van zo „ danige Burger-militie, en dat voorts eei „ vast Fonds ten dien einde uit 's Land „ Kas zal worden aangeweezen. „ Eindelyk infteeren Zy nog daar op „ dat, op dit Adres, binnen den tyd va) „ veertien dagen, door U Ed. Gr. Mog „ worde gedisponeerd; vermits zy, in ca „ U Ed. Gr. Mog. hier op, binnen diei R 4 55 tyd XXXIX. BOEK. 1787. t  264 -DE REPUBLIEK DER XXXIX, BOEK. Dit Adres Wordt pvgr genomen. i t ] Ver- fchei- j denlyk beoor- 1 deeld. i t i e I l v c li r 11 h •>•> tyd, geen Antwoord zouden mogen gee„ ven, zulks zullen houden voor een wei„ gerend Antwoord , en, in dat onver„ hoopt geval, aan zich referveeren, zo,, danige Middelen, als zy zullen oordee,-, len te behooren, om hunne Belangen te „ behartigen, en hunne wettige Begeerte „ daar te Hellen," Dit breedvoerig, ilerk en dringend Stuk baarde ter Staatsvergaderinge, fchoon men daar reeds, zints eenigen tyd, gewoon was den Ingezeten op eenen veel vryeren toon, dan eertijds, te hooren, niet weinig verbaa,:ens. Zo de Hoofdzaaken in 't zelve voor;efteld, als de wyze, op welke zy werden angedrongen, en bovenal het bepaalen van ryd, met de niet onduistere Bedreiging van ndere Redmiddelen, deedt veele Staatsle- Ien beeyen, Plet Adres werd overo-e- ïomen. ö Verfcheidenlyk beoordeelde men deezen lap dier Vergaderinge. Eenigen beweerien, dat de vermenigvuldigende Vergadeingen der Landbefiuurderen, tot de Stagen op eenen zo hoogen toon begonnen te preeken, dat zy zich zeiven als Souverain, n de Staaten ilegts als Uitvoerders hunner levelen aanzaagen; dat op deeze wyze leek , hoe de Staaten niet weinig de klem an Regeeringen der Souverainiteit uit hanen verlooren; en die wel haast geheel wyt zouden geraaken. — Van den andem kant zag men het aan als een Meesterlik van welberaadene en doortastende koeneid —■ Vonden eenigen onder de Patmtr ten  VERENIGDE NEDERLANDEN. 265 ten zeiven het Slot eens al te nadruklyk, die huivering poogde men hun te ontnee-] men, door aan te merken, dat het Adres niets behelsde, dan zaaken, reeds zodanig vastgefteld, dat 'er de plegtige Staatswyze Bekragtiging alleen aan ontbrak: en het daarom ten uiterften billyk en regtvaardig was op derzelver onverwylde ftaaving aan te dringen; dat, zo men ter Hollandfche Staatsvergadering, hoedanig die thans gefteld was, nu nog zou kunnen aarfelen, om het Staatsgevoelen over deeze Stukken aan het Volk gereedlyk, en tot deszelfs genoegen, te doenblyken, men dan billyk zou mogen twyfelen, of 'er wel immer eene Grondwettige Her feiling zou ftand grypen, ter duurzaame bevordering der Burgerlyke Vryheid. Op deezen grond verwagtte men , binnen zeer korten tyd, een gunftig Staatsbefluit; j dan het daagde, daar de Omwenteling tus- ' fchen beiden kwam, niet op. De Verga-j ring, uit welker boezem dit Adres ontftondt,; hervatte, volgens affpraak, de Byeenkomst \ op den zeventienden van Herfstmaand; doch de toen reeds voorgevallene Verandering in den Lande, maakte het getal der Leden veel kleinder; ja het beftondt uit flegts eenige weinige Departementen, en deedt de zamenkomst, waar verlegenheid en verwarring heerschte, vrugteloos afloopen. Terwyl men 'er Stukken van dien aart opftelde en overgaf, werden in veele Nieuwspapieren dezelve niet alleen toegejuichd; piaar de Schryvers veroorloofden zich ook R 5 de KXXIX, ï u E IC. 17 8 j. Hervat e VergateringeIer Geïootchappeoien 17 septc Veelvuldige schrift-ra ;n Spotprenten.  t66 DE REPUBLIEK DER XXXIX. BOEK. 1787. Verzoek- ' fcoriften ten voort'eele van Zyne Hoogheid, i i i 1 ','] de reeds zwaare trekken nog eens te verdikken. Men zag een AEie van Verbintenis door de Burgeryen, Schutteryen, Gewawende Corpfen en Genootfchappen in Nederland aan te gaan, voordraagen; als mede een Circulaire Misfive aan de geheele Natie, naamloos mededeelen , en zo inrigten als of dezelve uit den fchoot kwame van de Commisfie der Gewapende BurgerCorpfen, welke het geraaden vondt, zonder over de verdienften van dac Stuk zich uit te laaten, openlyk te verklaaren, dac die Brief uit den boezem der Commisfie niet was voortgekomen, en dat niemand der Leden iets van dien Brief geweeten hadt, vóór dat dezelve in de openbaare Nieuwspapieren was geplaatst. — Daarenboven regende bet als 't ware Spotfchriften en Spotprenten, alle ingerigt om zyne Hoogheid, zyn Huis, en Aanhang, in het veragtlykst licht te plaatzen (*). Dan ontbrak het niet aan Gefchriften, en Poogingen ten voordeele van zyne Hoogïeid in dit eigerüle tydsgewricht. De Heeren (*) Wy verzenden onzeLeezers, die deeze Couanten-brokken willen leezen na de N. Neder/. Hark. 1787. bl. 1828, igic.. en elders. Ook vindt nen aldaar bl. 1367- de bovengemelde Acte, oor'prongiyk in de Politieke Kruier N^ós. geplaatst; ;n bl. 2282. den gewraakten rondgaauden Brief aan le geheele Natie, Deeze Schryver geeft ook eene -yst van de Spotfchriften bl. 4655; die, hoe onvolkomen , tot een ftaal kan dienen, van een veel. tooter aantal Gefchriften van dien aart, toen zo Igemeen verfpreid als gieetig geieezeu.  VERENIGDE NEDERLANDEN. Uf ren ]. C. Graave van Bentinck , van der Hoek, Drognat en Knevelt, de drie laatstgenoemde Capiteins der Schutcerye in V Gravenhaage, en den Heer Oud-Scha pen Hartsinck van Amfterdam, vervoegden zich, op den tweeden van Zomermaand, by den Raadpenfionaris om hem te overhandigen de Verzoekfchriften van een aantal Burgers en Ingezetenen in 's Gravenhaage, Amfterdam, Leyden, Delft, Gorinchem, Overfchie, Rhoon en Pen'drecht , Rywyk en Foorhout, alle (trekkende tot Handhaa ving der Conftitutie en Herftelling van zyne Hoogheid den Prins Erfitadhouder. Üe Ondertekenaars van het 's Gravenhaagfche Verzoekfchrift 3161 in getale verklaarden „ dai „ zy volmaakt tevreedé waren met de Con„ (titutie der Regeering, en met het Erf „ (tadhouderlyke Huis, die zy oordeelden „ dac niet kon noch mogt veranderd wor„ den. Zy betuigden hunne Liefde vooi „ het Stadhouderlyke Huis, en te ver mee „ nen, dac men met geene kleine tempo „ reële Meerderheid van ftemmen den Stad „ houder kon aantasten, zonder hem te hoo „ ren. Zy verzogten dat aan den Prins he „ Commando wedergegeeven, zyne Sufpen „ fie opgeheeven, en de feitlyke Afzetting „ van Leden der Regeering te niete gedaai „ mogt worden." Behalven het Haagfche Verzoekfchrif werden ze alle 'door de Leden der Staats vergadering overgenomen; doch het eerst gemelde aan Gecommitteerde Raaden over b ge XXXIX"e oe k. I787. t r > 1 [ Hoe men met het Hdagfchs han- - delde.  XXXIX. Boek. 3787. - Meerdere Verzoekfchrifcen ! van dien ! aart. 1 j ( ] } 1 ftf58 DE REPUBLIEK DER gekeverd, „ om te onderzoeken na de Qua„ hteit der Ondertekenaaren, en de wyze ,, op welke hetzelve in de wereld "-ebrage „ was, benevens de Beweegingen t door „ 't zelve veroorzaakt, welke Heeren Ge3, committeerde Raaden hadden genood,, zaakt, om fterkere Patrouilles , even als „ in tyden van Tumult, te doen omgaan." Zy fielden het in handen van den Fiscaal Luiken; en gaven vervolgens last, dat een der Kamerbewaarderen van hun Ed. Gr. Mog. zich zou vervoegen ten Huize van den Heere J. C. Graave van Bentinck, een der Geconftitueerden van dit Request, en denzelven te infinueeren het Origineele Request, met derzelver Ondertekenaars, waar van zy Copie gegeeven hadden, op de Se:retary van Holland te bezorgen, en desïelfs wedervaaren in gefchrift over te brengen. Deeze oorfprönglyke Handtekeningen kwamen eerlang in handen van hun Ed» 3r. Mogenden (*). Het hieldt deeze maand niet op met Verïoekfchriften van deezen aart, zo uit aanaenlyke Dorpen als uit kleindere Gehugteo, n Zuidholland. De Steden Rotterdam, Goiaia en Brielle, traden onder deezen voor, riet Verzoekfchrift der eerstgemelde Stad] mderfchreeven door Johannks Hoog, Dirk; ... van Cattenburgh, Abraham Verstolk, tfr. Jan Cornets de Groot, Mr.jAN DAniël. H Re/l H tl. 2 Juny 1787. N. Neder/. 787. bl. 1205, iSp'S, 4455, - *  VERENIGDE NEDERLANDEN. aö> nïel de Loches , Mr. Cornelis van Heüsden, Ewoud van Son .Johan Philip Mon te', Adrianus Havart, Willem SuerMOnd en Mr. Marinos Hoüg, alle OudSchepenen, en Geconftitueerden van een zeer aanzienlyk getal hunner Medeburgeren, liep op deezen zin, en mag ten ftaal van die menigte Verzoekfchrifcen dienen. Wy vertrouwen, dat 'er niemand in deeze Republiek te vinden is, welke de 5, allergeringfte kennis heeft van haaren te „ genwoordigen toeftand, die niet erkennen moet, dat dezelve ten meeriten ake„ lig is. — Doch wy moeten ons ten hoog„ ften verwonderen, dac Menfchen, wel5, ken hier vin gepenetreerd fchynen, en de tegenwoordige fituatie aftekenen als een fchroomlyk vooruitzigt, dat dseze eertyds zo bloeiende Landen, de zetel van ,, Rust en Overvloed, welhaast tooneelen „ van een alles verwoestenden Burger - oor„ log zullen opleveren — dat de zul ken eg„ ter beftaan , middelen aan te pryzen, „ welke zodamgen Oorlog ten onvermyde5, lyken gevolge moeten hebben, en dus 9, voor het éénige middel tot herftel der Rust en Eendragt houden, het oefenen van eene volftrekte Overheerfching over 3, alle Ingezeter-en, welke met hunne denk5, wyze niet overeenkomen. „ Dat deeze Menfchen wel eene luid5, rugtige vertoning maaken, als of zy de eenige uitbrengers waren van de Stem der geheele Natie; dat de Aanhang, dien » zy xxxrx. b o e k. Inhoud ran hei Rotteriamfchc*  XXXIX. li o ü ic. 1787. 270 DE REPUBLIEK DER „ zy door alom bekende middelen en kos» ten verkreegen hebben , ook waarlyk „ groot is, en dat de Itourmoedigheid hun„ ner zo vreemde als onverwagte Dej, marches, het overige gedeelte der Natie „ met fchrik en verbaasdheid geflaagen „ heeft; doch dat het 'er egter nog verre 99 af is, dat zy de Meerderheid der Inge„ zetenen zouden uitmaaken, en zeer vee„ len, die met hun ten aanzien van 's Lands „ belangen gelyk ftaan, met reden zouden „ uitfluiten; en dat het nog verder af is, „ dat het overige gedeelte der Natie, fchoon 99 ongewapend, egter reeds zo verre zou 5, zyn vernederd, van haare vrygebooren s, halzen met gedweeheid en gemoedelyk 9, te moeten bukken onder het juk van huns >, gelyken; ja dat dit, zonder de allerysfej, lykfte gevolgen van eenen Burgerkryg s, niet te verwagten is. „, Dat het, derhalven , alleronbegryp5, lykst is, dat zy, die voorwenden voor 9? de jammeren van dien Oorlog bedugt te 5, zyn, egter liever verkiezen het voorflaan 5, van middelen, waar door het lot van hec „ lieve Vaderland aan den onzekeren kans „ van zulk een Oorlog wordt overgelaa-* „ ten, dan dat zy met goede oogen zou„ den aanzien, dat 'er ietwets wierde af„ getrokken van het Plan,het welk zy zich gevormd hebben. Daar de ondervinding „ immers hun het tegendeel ten fterkften „ behoorde aan te raaden. Daar het im« 5, mers, ( hoedanig men ook denken moge n over  VERENIGDE NEDERLANDEN. 271' over de oorzaaken en fources der Onlus- ; „ ten, en over de maatregelen hier toe in : ,, 't werk gefteld,) eene gefchiedkuhdige „ waarheid is, welke geen tegenfpraak kan „ lyden, dat van dien tyd af dat de Heer ,, Stadhouder gemeend heeft zich buiten deeze Provincie te moeten begeeven, ,, de Onlusten dagelyks hand over hand 3, zyn vermeerderd, en dus dat de geno5, men maatregelen geenzins ten gevolge „ hebben gehad de herftelling der Rust en „ Eendragt; maar, integendeel, eene toe„ neemende verwydering tusfchen Provin„ cien en Provinciën, tusfchen de Leden van Staat onderling, en tusfchen de by„ zondere Ingezetenen. „ Dat het derhalven niet te verwonderen „ is, dat reeds veele duizenden van 's Lands ingezetenen de herftelling van 's Lands 3, vervallen zaaken, uit de terugkomst vtn ,, zyne Hoogheid verwagtende, en zich „ verlaatende op de welmeenenheid zyner 3, Aanbiedingen, in.hoogstdeszelfsDeclara3, toir vervat, gegrond in het belang, dat „ zyne Hoogheid, boven alle andere Inges, zetenen in 's Lands behoudenis heeft, „ deeze hunne gevoelens en daar op ge3, bouwde Supplicatien , by veelvuldige „ Adresfen, aan U Ed. Gr. Mog. hebben ,5 te kennen gegeeven, en dat wy nog da„ gelyks ondervinden den aandrang van een „ overgroot getal onzer Medeburgeren, om ,, derzelver eenftemmigheid dien aangaande y> by fbortgelyke Adreslèn te doen bly- „ ken.— \XXIX. 5 O E K.  272 DE REPUBLIEK DER XXXÏX. boek. I787. Poogïngentegende Tekening van dusdanige Verzoekfchriftenaangewend. „ ken. — Waarom wy, uit den naam, en „ ter opvolging aan den wensch van zeer „ veele Burgers en Ingezetenen der Stad „ Rotterdam, van allerleye rang en Clas„ fen, ons'adresfeeren aan UEd. Gr. Mog. „ met ootmoedige, doch niet min ernftige „ bede, dat het UEd. Gr. Mog. moge bes, haagen te befluiten tot het wegneemen der „ hinderpaalen, welke den Heer Erfftadhou*, der van deeze Provincie verwyderen; en „ ten dien einde de Refolutien, waar door „ zyne Hoogheid van het Commando van ,} hetGarnifoen van'sHaage verftooken,en 3) in zyne Qualiteit als Capitein Generaal » van deeze Provintie is gefufpendeerd ge„ worden, ten fpoedigflen op te heffen, en „ voorts met Hoogstdenzelven te concur- reeren, tot het beraamen der middelen ,j om de Rust en Eendragt algemeen te her- ftellen, en alzo den totaalen ondergang van „ het lieve Vaderland, onder den Zegen van „God Almagtig, daadlyk voor te komen en te verhinderen (*). Overal nogthans, waar men bezig was met het opftellen, aanbieden en tekenen van dusdanige Verzoekfchriften, ging zulks niet even vlot en onverhinderd toe. Althans Burgemeesters van Schiedam, als Ambagtsheeren van Hoogvliet, Pernis en Portugal, vonden zich door de Vroedfchap gevolmagtigd om Schout en Geregte dier Heerlykheden, op het vriendelykst te verzoeken, hunnen m- £*) Refol. var. Holl. 6, 7, en 15 Juny 1787.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 273 invloed te befteeden, en óp bet kragtigst aan te wenden, dat de onderfchryving van het daar ter Tekening leggend Verzoekfchrift geen verdere voortgang mogt hebben, en de OndertekÈnaars, die hunhe Naamen of Merken daar op gefteld hadden, aan te maanen en over te haaien om dezelve te vernietigen; met verzoek om berigt hoe zy daar in gedaagd waareh, en welke middelen en poo» gingen men, hadt aangewend om Ondertekenaaren te winnen. —Zy hielden de Staatsbefluiten tegen zyne Hoogheid, welker intrekking men verzogt, „ als om wyze eii „ voorzigtige redenen genomen;" en lieter daarenboven dit Verbod fteunen op de over weeging, „ dat dergelyke onderneemingen „ welke doorgaans gepaard gingen met on „ geoorloofde misleidingen, op niets ander „ konden uitloopen dan om de Rust ei ,, Eendragt onder de In- en Opgezetenei „ te ftooren, de gemoederen te verhitten „ en tegen elkander op te zetten." — Hiè van hadt meh te zwarte Waal de proev in een daadlyk losgebrooken tweefpalt ui! fchen de Tekenaars van dus een Verzoet fchrift en de Yveraaren der tegengefteld Party e. — Van Wegen Gornichem wei ter Staatsvergaderinge voorgefteld, om ee zogenaamd Oranje Request, te Hoornat. getekend, en waar op elfmaal een en d< zelfde naam zon gevonden worden in hai den des Bailjuws van Ar kei te ftellen, t te onderzoeken, op welk eene wyze 't m die tekening was toegegaan: men beflo . XIV. deel, S XXXix; boetc; i I 1 1 » r ë e 4 n r i- n ;t st é  XXXIX. BOEK. Tegen elkander overgeteldeConcept- toiren der Ingezetenenvan Hollend. (*) N. Nederl. Jaarb. 1787. bl. 1414, jSS5. 274 DE REPUBLIEK DER 'er toe, en op voordragt van Dordrecht, wierd die Bailjuw gelast, in deeze zaak noch den Stadhouder van Diepenbrugge, noch den Advocaat van Lom, te gebruiken, als beiden onder het vermoeden liggende van de Oranje Party toegedaan te zyn (*). Een Stuk, getyteld Concept-Declaratoir der Ingezetenen van Holland en Westfriesland, zo in de Steden als ten Plattenlande, tot Herftelling van zyne Doorlugthe Hoogheid Willem den V. ingerigt tegen een in Holland ungegeeven Concept-Declaratoir van alle de Ingezetenen van Holland, zo in de Steden als ten Plattenlande, tegen Willem jen V. ter bewerking van zyne geheele Ontzet t mg van alle zyne Waardigheden, doen •ntsfen van alle Voordeelen hoe ook genaamd; Confiscatie en Verbeurdverklaring van alle lyne Goederen, zo hier als eldersln de Pronncie liggende, ten einde daar uit vergoed vorde alle de Schadens door Hem aan den Lande en deszelfs Ingezetenen veroorzaakt, verd door den Drukker der Celder fche Hiflo■ifcne Courant Johannes Olivier te ZaltBommel, in grooten getale, nevens datDaP->lad, herwaards gezonden, en te Rotterdam looreen onvoorzien tusfchen beiden komend 'oorval aangehouden. Gecommitteerde Raaien , door de Heeren van de Wet te Rotter'■am ,deswegen aangefchreeven, gaven 'er de  VERENIGDE NEDERLANDEN. 275 de Staaten van Holland kennis van, die daar op dit Nieuwspapier, waarin het geplaatst was, in hun Gewest verboden (*). Zints eenigen tyd hadt men, in tegenoverftelling der veelvuldige Vaderlandfche \ Sociëteiten, ook dergelyke Byeenkomften i opgerigt van hun die der andere Partye wa-1 ren toegedaan, doorgaans met den naam van j Oranje Sociëteiten beltempeld; doch die t zich de Opregte Vüderlandjche Sociëteiten J noemden. Uit eenige deezer Sociëteiten,' op verfcheidene plaatzen, verfcheen ter tafel voor hun Ed. Gr. Mogenden een Verzoekfchrift, by 't welk zy verklaarden , de Declaratoiren der Gewapende Burger-Corpfen in Hooi- en Oogstmaand ingeleverd ( f) geleezen, en uit die beide de waare Gevoelens en Oogmerken van die Corpfen ontdekt te hebben; dat zy, en veele andere Ingezetenen van Holland nevens hun, ook gaarne onder het oogvan hun Ed. Gr. Mog. zouden brengen die Aanmerkingen, welke op de Inhouden van die beide Declaratoiren zamengevoegd , aan hunne zyde, hadden moeten vallen, en hun Ed. Gr. Mog. waare het mogelyk, doen begrypen het akelige en gevaarlyke, het welk in dezelve, voor het meerder getal van hun Ed. Gr. Mog. Ingezetenen, onder eene gemaak- (*) Het gebeurde daar omtrent geeft de Schryver der N. Nederl. Jaarb., met de Stukken zelve ïn'tbreede op bl. 1805-1831. (t-) Zie hier boven bl. 235. en 235. S 2, XXXIX. BOEK. 1787. Perzoekchriftan eenieO/>egte Fa'erland':he Soieteiten*  s;6 DE REPUBLIEK DER xxxix. SOEK. 1787, maakte gemaatigdheid en fchoonfchynends woorden, was ingevloeid; en voorts ook, van hunne zyde, daar benevens voegen een zodanig Declaratoir, als de opregte gevoelens van hunne harten, tot maintien van welke zy hun Goed en Bloed, ten allen tyde, onverfchrokken zouden opzetten, hun zouden, voorfchryven. „ Dan," laaten zy hier op woordlykvol* 5» gen, „ Èd. Gr. Mog. Heeren! moeten „ wy, die door het Minder getal hunner „ Mede-Ingezetenen, als de affcbuwelyk- fte van alle Stervelingen, in Publieke „ Schriften en by circuleerende Misfives, „ worden afgemaald , niet huiverig zyn „ om eenige Demarche te doen ? „ Moeten wy niet te meer huiverig zyn om j, daar toe te komen, naa dat wy onze Ge- voelens reeds by eene voorige gelegen„ heid, aan U Ed. Gr. Mog. hebben ge„ manifefteerd, zonder dat wy, even ge„ lyk het Mindertal der Ingezetenen, zich „ kunnen beroemen, dat zulks by U Ed. „" Gr. Mog. eenigzins met een gunflig oog „ zou zyn befchouwd? (*}. — Ja, Ed. „ Gr. Mog. Heeren! moeten wy niet wel „ voornaamlyk huiverig zyn, om voorge,, gemelde Demarche by Ü Ed. Gr. Mog. „ te doen; naa de Publicatie van den vier„ den July laatstlee'den, en naa dat de Pe„ riode daar in voorkomende, nopens Re* 5, ques- (*) Dit ziet ongetwyfeld op de Requesten tee Hooge Staats vergaderinge ingeleeve-rd. Zie hier b«» ven bl. 23,8.  VERENIGDE NEDERLANDEN, 277 5., questen ftrydende met den gemanifefieerm den Wilk van U Ed. Gr. Mog., aan U „ Ed. Gr. Mog. Hof van Juftitie is voor„ gekomen eene nadere Eiucidatie van de „ Intentie van U Ed. Gr. Mog. te verei„ fchen? — Zullen, ja kunnen wy, zo lang „ wy niet verzekerd zyn van de Intentie „ van U Ed. Gr. Mogenden, dien aangaan„ de, ons aan eene mogelyke Overtreeding van de geheiligfte Wetten van U Ed. Gr. „ Mog. bloot ftellen?" „ Het past een Vry Volk wel met den 5, vereischten eerbied; maar ook ernftig en „ openhartig aan zyn Souverain mede te „ deelen de Gevoelens van zyn hart, zo „ lang men zeker zyn kan, dat zulks niet 3, aanloopt tegen eene Wet. Wy zyn ten 5, dien aangaande in deezen niet zeker, en „ dien volgende verzoeken wy, dat U Ed. „ Gr. Mog. Gebefte zyn mogt aan Ons „ hoogstderzelver, Intentie by de voorfch. „ Periode te kennen te geeven: ten einde „ wy ons daar na zullen kunnen regulee„ ren (*)." Men zogt, ondertusfchen, de Vergadering van hun Ed. Gr. Mog., zo als dezelve toen gefteld was, in kleinagting te brengen. In V Gravenhaage vondt men op ftraat geftrooid verfcheide Afdrukfels van een Gefchrift,ten opfchrift voerende Waarfchuwingen aan het Publiek, om de Vefgaderingen, en fpeciaal de Staatsvergadering van Holland, niet voor wettig te erkenden Ct) & Nederl. Jaarb. 1787. bl. 140.. • XXXIX. BOEK. 1787. Geftrooide waar- fchuvving tegen Staaten van Holland.  278 DE REPUBLIEK DER XXXIX, BOEK. I787. Publicatie daar tegen. Men dreigt de AlgemeeneStaatsvergaderingna een ander Gewest te verleggen, nen, en zich in geene Geldleeningen, /!anneemingen, of andere Verbintenis/en, met dezelve in te laaten, als welke alle, by vervolg , zekerlyk zouden gehouden worden voor nul en van onwaarde; ieder hadt zich te wagten voor fchade, en zou het voort zeggen. Dezelve waarfchuwingen waren gegrond op de verklaaring, dat de Vergadering van hun Ed. Gr. _ Mog, onwettig, en geheel by overweldiging gevormd was, voor zo verre zy uit Leden beftondt, die in eenige Steden, de plaats der afgezette bekleedden. Gecommitteerde Raaden, hier van kennis bekomen hebbende, gebelgd, over de te toonftelling van het Staatkundig Beftuur, en dat der Geldmiddelen van Staaten van Holland, lieten, in derzelver afweezen, eene Publicatie doen, by welke aan den Ondekker en Aanbrenger van den Steller of Uitftrooijer van dat Blad, honderd Gouden Ryders beloofd worden (_*) . Wanneer Staaten van Holland, ter gelegenheid, van het verfchil ter Algemeene Staatsvergaderinge, over de Zitting der Utrechtfche Staatsleden, (waar van wy onder Utrecht breeder zullen moeten handelen ,) hunne Afgevaardigden gelast hadden te verklaaren, dat zy de Heeren Gedeputeerden wegens de Staaten van Utrecht by hun Hoog Mogenden , uit de Stad Utrecht de betwiste Zitting hebbende, zouden er- ken- (*) N. Nederl. Jacrl/. 1787. bl. 44.50, 4*3., 4477. e«. Balneavis in befcherming der Staaten an Utrecht genomen. De Wilhmftad door het Crygsvolk verlaaten. Vertrek van V zelve na Gelderland, en het verrigtte daar omtrent. Gelderland de gewoone Wykplaats der zodanien, die zich aan den Éed der Generaliteit ielden. Hoe daar ontvangen cn bezoldigd, trydige Bevelen. Voorftel by hun Hoog Mog. n de Officieren, die den Eed aan de Generateit gedaan niet hielden te fufpendeeren en die it gedaan hadden in hunne Posten te herfteln. Hier toe bef uit de Meerderheid van hun Toog Mogenden. Brief van Staaten van Hol'ttd, een tegenovergefteld bevel bevattende, un Hoog Mogenden neemen de hun gehoorzaaw in Befcherming. Staaten van Holland al«j die zich aan hun onderwierpen. Van Rys-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 283 Ryssel door hun Hoog Mog. gefufpendeerd cn alle gehoorzaamheid aan hem verboden. Tesenovergefteld Bevel van Staaten van Holland. 'Verfckülende gevoelens hier over. Hoe men de Handehvyze van hun Hoog Mog. by Holland inzag. Raadpleegingen by hun Hoog Mog. op de°Vraag des Collonels Minnigerode. Bedenking van van Haarsma hier op. Bezending ■van Holland aan hun Hoog Mogenden. De Befluiten der Algemeene Staaten van een en tien Juny ingetrokken. De Raad lan Staaten weigert de Bevelen, hier uit voortvloeiende, te verzenden. Aandrang van Holland hier op. Dit Stuk Commisforiaal' gemaakt. De Collo nel van der Duyn met een Regtsgcding gedreigd, en door hun Hoog Mog. in befcherming genomen. Voorflag der Ridderfchap om het Corps des Rhyngraafs van Salm af te danken. Intekening te Amfterdam geopend ter betaaling van dat Corps. Van hoe veel belangs de Amfterdamfcke Krygsraad, het in ft andkouden van dat Corps oordeelde, in een Adres ontvouwd. De Af danking gaat niet voort. De Rhyngraaf'hoog gefchat. De Wervingvoor dat Corps te Dordrecht aan eene andere Wervingvoorgetrokken. Wat Staaten van Holland deeden om hunne verzwakte Krygsmagt te verflerken. Hun werven in de Gerierdliteits Landen door hun Hoog Mogenden tegen gegaan. Het voorgevallene wegens het overkomen van Fransch Krygsvoik. Veele Gewapende Genootfchappen in Befcherming van hun Ed. Gr. Mog. genomen. Andere die Befcherming geweigerd. Het voorgevallene wegens een Genootfchap te Voorburg. Verdere tegenkantingen van Genootfchappen ■niet XL. boek.  £84 DE REPUBLIEK DER XL. BOEK. J J 1 4 t i t niet onder de Befcherming begreepen. Wat deswegen te Overfchie voorviel. Geldbehoefte der Gewapende Genootfchappen. Een Nieuw Programma van het Vaderlandfche Fonds...ter vervulling hier van f rekkende. Byzondere Geldinzamelingen. Gewigtig Voorftel van Amfterdam wegens de verdeediging van Holland. Hoe ter Staatsvergadering opgenomen. Heeren tot tot de Commisfie ter verdeediging van Holland en de Stad Utrecht benoemd. Komst der Commisfie te Woerden. Verzoeken der Gewapende Burgercorpfen om onderftand. Voorftagen van Rotterdam, met de daar op ingediende bedenkingen. De Commisfie te Woerden looft Beloo,ningen uit. Zorg tegen het verhopen desKrygsvolks gedraagen. Bezending der Genootfchappen en Sckutteryen aan de Commisfie. Veranderingen in Krygsposten door de Commisfie bewerkt en Bepaaling eeniger Daggelden. G&fchil der Commisfie met Gecommitteerde Raaden over de afleeveringvan twee plukken Gefchut. Sterke taal deswegen gevoerd. Verfchillende oordeelvellingen over dit voorval. Verfcheide verwylingen in de Verzoeken door de Commisfie gedaan. Voorftellen der Commisfie ten baate der bewapende Burgeren. Adres der Burgercorpsen ter onderfteuninge daar van. Gunftig verlag over het voorftel. Opmerkenswaardig Beluit hier op gevallen. Toegezegde Schavergoeiing aan Verminkten, Weduwen en Kindereê 'an Gefneuvelden. Gefchil over de Magtsvereening aan de Commisfie. Wat 'er voorviel ver hun bedryf tot vermeerdering der Krygstiagt. Uitgebragt verftag deswegen hun die Magt oekennende. Verklaaring der Ridderfchap hiez te-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 285 tégen ingerigt. Twist tusfchen Wassenaar. STARRENBEnG en van Berckel. Gefchil over het aanflellen van Ingenieurs en over het bet aaien van het Douceur voor de Werving. Bet groot Gefchil over de Aanwerving van Krygsvoik door de Commisfie ten voordeele van dezelve bepaald. Wederfpraak der Ridderfchappe. Derzelver Tegemerklaaring. Verdeeldheid over het geeven van Patenten door de Commisfie. Adres der Gewapende Burgercorpfen ten voordeele van de Commisfie. Werkzaamheden der Commisfie tot verdeediging te lande. Uitleggers op de Rivieren. Gefchii deswegen met Gelderland. Het voorgevallent op den Uitlegger by Loeveftein. Scheepswapening op de Zuiderzee. Klaagbrief van zym Hoogheid deswegen. Opbrengingen van Schepen , en klagten daar over. Klagten der Staaten van Friesland. Capitein van Pelt vooi de Admiraliteit van Amfterdam ontboden. Antwoord diens Capiteins. Hun Hoog Mog Willen hem dat Bevel ontzegd hebben. Vzrflatc van 't geen de Admiraliteit te Amfterdam tot die Wapening gedaan hadt. Hun Hoog Mo genden bevelen het opontbieden der Amfterdam fche Kanonneerbooten. Het bevel om Vaartui gen van het Defenfmveezen op de Zuiderzee h "den grond ie fchieten wederfprooken. Fries lands Raadflag daaromtrent. Voorflag or, 's Lands Zeemagt alleen tot befcherming va; de buitenlandfche Zeevaard te gebruiken- Be (luit deswegen genomen. Zeeofficieren- op a 'Helder in hegtenis. Twee Schepen aan ander Capiteins gegeeven, en Gecommitteerde Raade. van het Noor der - Kwartier gemagtigd ut or, dn XI» BOEK l t i e e t  XL. Boek. 1787. Stoffe van die ISoek. Opening van het bevel door van Ryssel gegeeven , wegens het trekken «p U- s85 DE REPUBLIEK DER derzoek deezer zaake. Deeze Handelwyze en de keuze van Vitringa tot Fifcaal van vee/en gewraakt. Regtshan deling. Van Braam onder handtasting ontflaagen. Capitein Dekker in een gewoon Proces ontvangen. Crimineele eisch tegen Tulleken gedaan. Schikkingen in het Noorder-Kwartier ter beveiliging van de Zuiderzee. Commisfie aan een en ander Zee-Capitein te geeven goedgekeurd. Raadflag der Afgevaardigden tot de zaaken van de Zee in-deeze omftandigheden. voor lang gefpelde, en uit de ge-* nomene maatregelen en aangevangene werkzaamheden, zo zeer gevreesde Burgerkryg, de veroorzaaking van welk aller jammeren jammer de eene Party in den Lande de andere ten laste lag, brak eirtdelyk met volle woede uit, en is het deeze gruwel der verwoestinge, die ons, in dit Boek, algemeen ftaat te ontvouwen, terwyl wy de meer byzondere Gebeurtenisfen, welke hier mede gepaard gingen, zullen befchry ven als wy elk Gewest, volgens ons gemaakte plan, in treeden. De Generaal van Ryssel , wien het Opperbevel over het Hollandfche Krygsvoik opgedraagen, en aangefchreeven was, om , in gevalle de Stad Utrecht door een Krygsmagt uit Gelderland mogt gedreigd en in gevaar ge bragt worden, die Veste te hulp te fchieten, naar vermogen te verdeedigen, en alle gewelddaadige aanflagen daar tegen, ze  VERENIGDE NEDERLANDEN. 287 zo veel doenlyk, te verydelen; die, wegens het uitvoeren der bevelen van hun Ed. Gr. Mogenden, daar toe (trekkende, met de Officieren en Soldaaten, hem daar in aan hun Ed. Gr. Mogenden, gehoorzaam, . in de byzondere Befcherming van Staaten van Holland ftondt ( * ), — deeze Gene-1 raai hadt, volgens een Verflag ter Algemeene Staatsvergadering, naa het fcheiden op den zeven en twintigftenvan Grasmaand, ten fpoedigften weder byeengekomen, door den Raad van Staaten ingebragt, bevel gegeeven om met het Krygsvoik , ter betaalinge van Holland ftaande, op bepaalde Seinen, op het Grondgebied van Utrecht te trekken. — De Berigters erkenden van ter zyde onderrigt te zyn, wegens deezen nieuwen flap. Hun Hoog Mogenden, met eene zo algemeene Aanbrenging, niet te vrede, drongen aan om te weeten wie zulks gezegd hadt ? Zy betuigden dat uit den Heer Aylva te hebben vernomen, die in 't zekere kundfchap hadt bekomen, dat den Heer van Ryssel dusdanige bevelen, op den vyf en twintigften van Grasmaand, zou gegeeven hebben: de Heer Pesters bevestigde dit; doch de Afgevaardigden van Holland bragten in,hier van geene kennis te draagen, en het niet te kunnen gelooven. Nadere kennisneeming werd den Raad van Staaten opgelegd. On- (*) Zie onze VadsrU Hifi. XI. D. bl. 267. 277, sn 284, XL. BOEK. I787. rechts arondjebied.  s88 DE REPUBLIEK DER 1 XL. %0 E K. I787. Bevel van hun H, M. aan het Krygsvoik on zich aai den Eet der Alge meene Staaten gedaan se houden. Onverwyld vondt de Raad van Staaten goed, dien eigen dag de Collonels en bevelvoerende Officieren der Regimenten in dienst van den Staat, by aanfchryving, te herinneren, dat zy zich Zorgvuldiglyk zouden hebben te wagten, van zonder toefteinming des Territoriaalen Souverains, met hunne Manfchappen te trekken op het Grondgebied van eene der Provinciën, en aan ; geenerhande Bevelen, hoé genaamd $ het tegendeel gebiedende , te gehoorzaamen» ' Dit droeg de goedkeuring van hun Hoog Mogenden weg, en gaf aanleiding tot het volgende merkwaardige Befluit; „ om den „ Raad van Staaten te magtigen, uit naam „ van hun Hoog Mog., aan de Bevelvoer„ ders der Regimenten thans in dienst „ van den Lande zich bevindende , nader te bevelen, dat zy, door de byzondere „ Claufule, in hunnen Eed voorkomende, „ niet anders onderworpen waren, of zich „ onderworpen konden agten aan de byzon„ dere Bevelen, het zy direct van wegen „ de Staaten van Hollanden Westfriesland, „ het zy van wegen de Regeering der Ste„ den en Plaatzen, waar zy in Garnifoen ,-, of Gecampeerd lagen, met hunne Regi,, menten en Manfchappen, of van andere „ Heeren Staaten of Magifbraaten, dan in zo verre die Bevelen zich bepaalden tot „ het Grondgebied van die Provincie, waar 3, zy Garnifoen hielden; maar dat, voor „ zo verre gemelde Bevelen, zich, tegen „ alle verwagting, mogten uitftrekken, om' „ met hunne Regimenten te marcheeren, „ zon-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 289 zonder alvoorens gevraagde en,door den !* wettigen Souverain der Provincie in wel!' ke zy bevel zouden hebben met hun Volk ' in te trekken, verleende Attaché op het ' Patent of de Patenten tot dat einde aan hun afgevaardigd en vertoond, het hun niet geoorloofd zou zyn, met hunne Re„ gimenten, te marcheeren van de Provin„ cie, waar in zy zich geplaatst vonden. „ En dat, by aldien, tegen alle verwag„ ting, eenigen van hun zich verflouten of ondernamen het nogthans te doen , of „ ten dien einde eenige bevelen te gee» „ ven, of aan zodanige bevelen te gehoor„ zaamen, de zulken, als Ongetrouwen „ aan hunnen Eed, door hun aan den Lan„ de gedaan, aangemerkt, en ter behoor„ lyke Plaatzen, ter verantwoording des„ wegen zouden geroepen worden. Dat „ vervolgens alle de bevelvoerende Officie„ ren gelast en gehouden zouden zyn, „ oogenbliklyk en zonder tydsverzuim, van deeze Aanfchryving aan hunne onderheb" bende Officieren en Gemeenen daadlyk „' kennis te geeven, met last aan een iege,1 lykvan dezelven om zich insgelyks, naa? „ deeze Aanfchryving ftiptelyk te gedraa„ gen." Zodanig een Befluit kon by Holland, uil aanmerking van de reeds gedaane flappen, niet dan gewraakt worden. Zeeland natr het over, terwyl het de goedkeuring dei overige vyf Gewesten weg droeg; datOv^r ysfel zich onder deeze laatstgemelde be XIV. deel. T vondt XL. SOEK. Dit Bs fluit doo vyf Gewestengoedge. keurd,  'ego DE REPUBLIEK DER XL. boek. 1787. van Ryssel door hun Ed. Gr. Mog. aange- fchree- ven. VAN Ryssel door hun Hoog Mog. ter verantwoording geroepen. 1 ] i ( vondt, baarde by veelen geene geringe verwondering (*). Niet vreemd was het dat Staaten van Holland den Generaal van Ryssel by aanfchryving last gaven het naauwkeurijst onderzoek te doen, of, en welke Officieren ter bettaling van huns Gewests ftaande, tegen het Befluit van hunnen Souverain en Betaalsheeren (f) aan den Raad van Staaten opening gedaan hadden van de Bevelen, hun door hun Ed. Gr. Mog.- gegeeven, en om dezelve, uit hoofde van deeze Ongehoorzaamheid , by voorraad , buiten dienst te ftellen. De Afgevaardigden wegens Utrecht drongen by hun Hoog Mog. aan, dat ten fpoedigften, eeneGnderhandeÜDg, door deezen met den Raad van Staaten mogt gehouden worden, tot onderzoek na de zodanigen, die aanleiding gegeeven hadden tot zulke inconftitutioneele en met de Unie ftrydende Orders als door den Generaal van Ryssel waren afgevaardigd; en dat vervolgens die Generaal ter verantwoording zou worden geroepen, en op zodanig eene wyze gecorigeerd als de Wetten van den Lande, en rereisch van zaaken, vorderden. — Hun -loog Mogenden beflooten den Raad van Jtaate te verzoeken om dit Onderzoek werkheilig te maaken; en, tot dat einde,.den Generaal van Ryssel aan te fchryven van . zich (*) Ref. Gen. 27 en 30 April 1787. r^A ''!fn n ïe dit Befluit in onze Vadert. Hifr. LI. D. bl. 282. enz„  VERENIGDE NEDERLANDEN. 291 zich tèn fpoedigften herwaards te begeeven, om deswegen gehoord, en vervolgens, naar bevind van zaaken verder gedisponeerd te worden, zo als men oordeelde te behooren (*). Nieuwe verlegenheid greep den Heer van Ryssel aan. Hy bevondt zich in meer bedenkelyke omflandigheden dan in zyn geheele leeven. Aan de eene zyde doordrongen van de bewustheid zyner verpligtinge omtrent den Eed aan de Algemeene Staaten gedaan; en, aan den anderen kant, vol zorge dat hy te kort zou fchieten aan de verpligtingen die op hem lagen, uit hoofde van den dub' belden Eed aan hun Ed. Gr. Mog. als zyne Betaalsheerèn, Territoriaale Souverainen, en fpeciaale Committenten gedaan op de Inftruclie van Wynmaand des voorleden Jaars. Aan deeze laatfte hielde hy zich, gedagtig der Befchermmge hem van hun Ed. Gr. Mogenden beloofd (f). In deezen Tweeftryd tusfchen het gehoon zaamen aan den Eed, den Algemeenen Staaten en aan Staaten van een byzonder Gewest gedaan, met de gevolgen op het te houdene gedrag, in deezen neteligen tyd, daar uit voortvloeiende, bevonden zich 's Lands Officieren en Krygsvoik. — Buiten het hier boven vermeld Verbod des Raads van Staaten , gefchraagd door hei Been Refol. ten. 7 Mey 1787. ... (f) Verzameling van Stukken, rankende den Qe r.eraal-Maior A. van Ryssel * bl. 58. T % XL. b o E k. I787. Verlegenheiddes Gen; van Ryssel. Hy belluit Staaten van Hok land te gehoorzamen-. Die Staaten van Holland niet gehoorzaamden,buiten dienst gefteld. k  XL. £ O EK *?*7- Voorflaj om d'e aan Holland nie gehoorzaamdenin Befcherming te neemen en fchadeloos te Hellen. 292 DE REPUBLIEK DER Befluit der Algemeene Staaten (*) hadden reeds te vooren de Heeren van der Duin van Maasdam en van Rechteren geweigerd aan de Bevelen des Generaals van Ryssel om, zonder Patent der Staaten van eenig Gewest, op deszelfs bodem trekken. Zy werden, diensvolgens, door Staaten van Holland gedispenfeerd. Zich des by de Algemeene Staaten beklaagende ontving hun gedrag de goedkeuring van dezelve, als mede van den Raad van Staate (f). ! Eene Befoigne van hun Hoog Mogenden met den Raad van Staaten, bragt een Ver. flag uit van den volgenden woo/dlyken inhoud. „ Rapport, tendeerende om eene „ infhmtelyke en exortatore Misfive te fchry„ ven aan de Heeren Staaten van Holland, „ om met de Vervulling der Officiers-plaat„ fen te fuperfedeeren; en dat voorts, in „ afwagting van het fucces der voorfchree„ ven reprefematien, de Raad van Staaten „ zou verzogt worden, aan de Officieren „ welke reeds hebben verklaard, en aan die „ geenen, welke nog verder mogten ver„ klaaren, zich te hebben of te zullen ge„ draagen aan de Orders van hun Hoog Mo„ genden, en van den Raad van Staaten' van „ den dertigflen der gepasfeerde en den ,, achflen deezer Maand, aan te fchryven „ dat hun Hoog Mog. derzelver Conduite „ ten deezen opzigte gehouden volkomen „ lau- C) Zie hier over bl. 288. . CD Nederl. Jaarb. 1787. bl. 887,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 093 „ laudeeren en approbeeren, en vastlyk yer' trouwen dat zy 'daar in conform hunpligt, " zullen perfevereeren; in welk geval zy „ buiten twyfel, van hun Hoog Mog. en „ de refpe&iveHooge Bondgenooten, kun' nen en mogen verwagten, de Proteclie en Schadeloosjielling, wegens 't geen hun „ ter voorfchreeve zaake mogt overko5) men." In eene daar op buitengewoon beiegde Vergadering der Algemeene Staaten, kreeg dit Verflag de kragt van een Befluit, door de toeflemraïng; van Gelderland, Zeeland en Overysfei; Friesland, als mede Stad en Lande, nam het over. Een der Zeeuwfche Afgevaardigden, de Heer van Borsselen wilde het met de twee laatstgemelde Gewesten overneemen; doch werd door zyne Madeafgevaardigden Cau en van Citters ; overfterod. Byde Herleezing voegde zich de Heer Cau by van Borsselen ; maar de Heer van Citters nam het voor zyne rekening, en oordeelde dat de Heer Cau niet te rug kon treeden. De Afgevaardigden van Overysfel kwamen, toen, by nader bedenken ook tot het begrip om de vlot gegeevene toeftemming te herroepen , en de zaak over te neemen : dan de Meerderheid begreep dat zulks niet meer te pasfe kwam (*> Reeds waren, by hun Hoog Mogenaen, verfcheide Verzoekfchriften ingediend van Officieren, byzonder van het Regiment van Palardy, die geweigerd hadden, zondes (*) Ref, Gen. 13 en 10. May 1787*, , T 3 XL. BOEK, I787. Befluk by hun Hoog Mog. hier mede overeenkomftig- Verzoekfchrif•ten van GOJr van Ryssel gefchorite Officieren.  XL. Ü o e ic. < \ 2 V 294 DE REPUBLIEK DER der Patent van Staaten van Utrecht, op dar Grondgebied te trekken , met kJagten dat zy deswegen door den Generaal van Ryssel gefchort waren. Op de vordering diens Generaals gaven de Hoofd -Officier! Ritmeester, en Subalterne Officieren van het Regiment Ruitery van den Prins van Hessen -Philipsthal eenpaarig, by eene Verklaaring te kennen, dat zy, zich geenzins durvende inlaaten in de tegenwoordige gefchillen in de Republiek plaats hebbende, van begrip waren zich te moeten houden aan den Eed den Algemeene Staaten gezwooren van welken zy door niemand, dan door die Staaten zelve, konden omflaagen worden, en zich verpligt rekenden Hoogstderzelver Bevelen in alle opzigten te gehoorzamen Ten vollen waren zy bereid om ie Bevelen van hun tegenwoordigen Terri:onaalen Souverain , de Staaten van Hol■and, na te komen , zo lang zy zich op derzelver Grondgebied bevonden. Zy verzogen dat hun Ed. Gr. Mog. zo veele braave Jrücieren, wier eenige misdaad in deezen vas, aan hun Eed en Pligt getrouw gebleeren te zyn, niet onverhoord zouden ver>ordeelen, en hun allen op één maal in de ;rootlte verlegenheid brengen. — Te Geerrmdenherg weigerde het geheele Regiment an den Collonel Suljaud de Leefdaal, u den Eed van de Algemeene Staaten, onder Hoogstderzelver Ontflag, in dien der taaten van Holland over te treeden, behalsn twee Officieren, die deeze Stad verlie«. f1» J. de Beyer , Capitein Titulair, by dat  VERENIGDE NEDERLANDEN. 295 dat Regiment, op de voorfpraak, van den Overften Suljard de Leefdaal , met eene Compagnie onder het Regiment van den Generaal Pallardy, door hun Ed. Gr. Mog. begunftigd, bedankte voor die bevordering; dewyl hy zich gebonden rekende aan den Eed hun Hoog Mog. gezworen (.*), Om de beloofde Schadeloosftelhng aan die Officieren te bezorgen, kwam hun Hoog Mog. geen ander, of gefchikter, middel voor, dan den Raad van Staaten, zo het met Holland niet kon gevonden worden, te verzoeken „om, op de best mogelyke wyze, der, zeiver gewoone Tra&ementen en Sol" dyen, te doen betaalen uic de Penningen, " welke tot dat einde ten Comptoire Ge„ neraal door de refpeétive Provinciën zul, len worden gefourneerd, of ook op fpel, ciaale qualificatie van zommige derzelyen „ zouden mogen worden genegocieerd."— Dit Befluit werd door de Afgevaardigden van Holland, Overysfel, alsmede van Stad en Lande wederfprooken (|). Eenigen der door den Generaal van Ryssel gefchorte Krygsbevelhebbers droegen hun Hoog Mog. by brieven voor, dat zy van hun Beftaan beroofd waren, dat hunne Regimenten voor den Dienst van hun Hoog Mogenden onnut zouden worden, en in gevaar gebragt van te eenemaal te verloopen. Men flelde daar op vast om, onverminderd de verdere Raadpleegingen van hun Hoog „ Mo- (*) N. Nederl. Jaarb. \7%7- bl. 890, 897.. 898. (D M- Oen. 23 Mey 1787T 4 XL, boek. i787. Hoe men te raade werd hun Schadeloosltel»ling te bezor- ' gen. Nader bevel aan deKrygsofficierenom zich aan den Eed der Algem. Staaten gedaan te houden..  XL. BOEK. Ï787. Wat Staaten van Holland deswegên ver- 1 kiaaren, \ ( r j! j: 5! PI ftoó" DE REPUBLIEK DER ■ s Mogenden, deezen aan te fchryven, „ dar, „ dewyl de Sufpenfie, om foortgelyke re„ denen, by den Staat, zo min als by hun „ Hoog Mogenden, voor wettig kon ge„ houden worden, die Officieren, ten aan„ zien van de Generaliteit, uit hoofde van „ den byhun gedaanen Eed, verpligtwaren „ om zorge te dragen voor de goede Dis„ cipline, en tegen het verloopen van hun„ ne onderhebbende Manfchappen; waar„ om het door hun verrigte geapprobeerd » werd. Terwyl men den Raad van Staan ten zou verzoeken , om dezelfde Aan„ fchryving ten fpoedigften te doen aan „ die Officieren, welken zich in even ge„ lyk geval bevindende, zich daar over „ mogten addresfeeren; met iterative in„ ftantie, dat by gemelden Raad, met alle „ vigeur, zorg werd gedraagen , dat de „ Armée van den Staat in geen verder verr, loop, ten ruïne van den Lande, mogt „ geraaken (*). Staaten van Holland hadden geraaden gebonden, om, met betrekking tot de Beveen, door den Raad van Staaten, op last 'an hun Hoog Mogenden, aan de Bevel'oerende Officieren van de Regimenten in iienst van den Lande gegeeven, te verklaaen ,, het in zo verre met hun Hoog Mog. , ééns te weezen, dat, in gewoone gevallen , geene Troupen op het Grondgebied van eene der Provinciën mogen komen, zonder Bewilliging van den Souverain ;j die? Qf) Refol. Cf??. 23 May 17.87  VERENIGDE NEDERLANDEN. 207 „ dier Provincie; dan dat zulks het geval „ niet meer was, dat een Lid van de Sou- 1 „ verainieteit door deszelfs Medeleden ge„ welddaadig wordende aangevallen, de „ Unie in zo verre gebrooken was, en dus „ de Generaliteits Eed niet te pasfe kwam, „ en dat diensvolgens aan den Generaal van „ Ryssel zou worden aangefchreeven om „ de Officieren van het Cordon af te vraa„ gen, of zy bereid waren de Orders van „ Holland te executeeren ? en zo zy ver„ klaarden daar omtrent nog zwaarigheid te „ maaken, hun als dan te fufpendeeren in „ hunne Posten, onverminderd de nadere „ Dispofitien van hun Ed. Gr. Mogen„ den (*). Op de tyding van het Gevegt tusfchen l Burgérs van Utrecht met het Regiment Het in GeAfer/öwiovergeloopene en in Holland buiten dienst gefielde Krygsvoik namen de Staaten van het eerst gemelde Gewest in derzelver Soldy over; bedraagende deeze 'sjaarlyksruim 467580 Guldens; terwyl zy aan ieder Man, boven de gewoone Soldy, nog twaalf Stuivers in de week toelagen (t> Alle deeze Beweegenisfen onder de Officieren en het Krygsvoik van den Staat, waar van wy, kortheids halven, flegts eenige ten voorbeelde gemeld hebben, (leunden op het verfchillend begrip, wegens de gehoudenheid aan den Eed den Algemeenen Staaten gedaan, en de reeds gemelde ftrydige Befluiten van hun Hoog Mogenden en de Staaten van Holland. Die ftrydigheid bleef, te midden van het voorgevallene , voortduwen, en gaf aanleiding tot eemge dee- (*) De Verdediging van den Luitenant-Collonel van Spaan , bevel voerende over het Regiment Hefen-Philipuhall, met een gedeelte uit Gooiland na Doesburg getrokken, en de Bekendmaaking dei Officieren van het eerfte Regiment van Waldek, mede na Gelderfchen bodem geweeken, kunnen fein van ten voorbeelde ftrc-kken. Men vindt dczelvs in de /V. Neder/. Jaarb. 1787. 1172- en 2229, ' (f) IV. Nederl. Jaarb. 1787. bl, 1170, V4 XI,i BOEK. 1?87. Hoe daar ontvangen enbefoldigt, Strydigè Bevelen*.  XL. BOEK. t?$7. Voorfte by hun Hoog Mog. on de officieren , die den Eed aan de jene raliteit niet hiel den te fufpen■deeren , en die het gedaan hadden in .hunne Posten te herflellen. Sla DE REPUBLIEK DER ' deezer bedryven. Dit blykt uit de tegen elkander inloopende Befluiten ; waar van ons, om t gewigt derzaake, nog het een en ander (laat op te tekenen. 1 E n Afgevaardigde van Utrecht oordeelde zich, den eerilen van Zomermaand, verx pligt ter Vergadering der Algemeene Staaten. voor te draagen , dat zou behooren te „ worden gerelolveerd om den Raad van „ Staaten te authorifeeren en te verzoeken, „ ingevolge van voorgaande Refolutien, „ dien aangaande genomen, om ten fpoe„ digften aan alle de Officieren, welke door „ of uit naam van Staaten van Holland in „ hunnen dienst, ter zaake der Obfervatie „ van de onderfcheidene en met hunnen pri„ mitiven Eedovereenkomlligeorders, door „ hun van wegen de Generaliteit ontvangen „ en naafjekomen zyn, werden gefufpen* „ deert of gedbper feerd, en welke by de „ onderfcneidene Regimenten door de Hee„ ren Staaten Holland niet zyn gerenpla„ ceerd geworden j te doen gelasten, dat „ zy zich moesten aarmerken, als by „ deezen in hunne Posten herfteld re zyn, „ fr) dienvolgens, ieder in zyre refpective „ Qualiteit. het Commando weder op zich >, >e neemen ; met by voeging en last aan „ de verdere onderhebbende Officieren , Onderofficitren en Gemeenen van hun in » d'e Posten , in welke zy thans werden » geconfirmeerd, te erkennen en te gehoor„ zaamen. Dar vervolgens alle Officieren, , weike zich aan overtreedinge van den , Eed aan de Generaliteit gedaan, hebben „ fchul-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 313 „ fchuidig gemaakt, provifioneel, Genera„ liteits wege, worden gefufpendeerd in „ alle de Posten, welke zy bekleeden, en „ waar in zy van wegen de Generaliteit zyn „ beëedigd en Commisfie hebben ontvans7 gen> . Dat daar van aan de overi- ge Officieren, Onderofficieren en Ge„ meenen kennis zal worden gegeeven, met last om aan derzelver Orders niet te obediëeren, tot tyd en wyle, dat het ge„ drag van verfcheide fchuldige Officieren nader zal weezen onderzogt, en daar om- „ trent gedisponeerd. Eindelyk, dat 5, alle de refpective Regimenten, thans in „ de Provincie van Holland gecantonneerd , „ zal worden amgefchreeven, en geordon- neerd van zich, op de Orders van niemand, „ hoe genaamd, dan op last van hun Hoog Mogenden, of den Raad van Staaten, te ,., laaten ontwapenen, en dat zy gehouden „ zullen zyn, ingevalle zodanige Orders aan hun mogten gegeeven worden, daar „ van terftond aan den Raad van Staaten ,, rapport te doen." Met vier tegen drie Gewesten werd dit Voorftel by hun Hoog Mogenden terftond in een Befluit veranderd, en door den Raad van Staaten ten uitvoer gebragt: zo dat nog dien zelfden avond dusdanige Orders naa Geertruidenberg, en den volgenden dag naa alle Regimenten van hetCantonnement wer den afgevaardigd; waar tegen de Raadpenfionaris van Bleiswyk. te vergeefse!: zich op 't fterkfte verzette. Want dien zelfden dag was by Staater V 5 var XL. BOEK, 1787. Beüuit hier toe by de meerderheid van Hun Hoog Mogenden. Brief van Staaten  314 DE REPUBLIEK DER XL, BOEK. W7> van HoU laxd een tegenoverge»field bevel vervattende, s s » I i 1 r t Kun Hoog f] Mog. neemen die hun e gehoor- D zaamen ?, in befcher- " ming. » •>■> )» van Holland befloocen, aan alle de Bevelvoerende Officieren der Regimenten , ter Betaalinge van dat Gewest ftaande, deezen Brief af te zenden. „ Wy hebben, by onze „ Refolütie van heden, goedgevonden, U„ lieden, door deezen, aan te fchryven, „ om geene Orders van hun Hoog Mogen„ den te obferveeren: maar alleenlyk te „ obedieeren de Bevelen ,■ welke Ulieden •» door ons ■> den Territoriaalen Souverain ; , zullen worden gegeeven, op poene van , onze hoogde Indignatie, en van rigoreus, lyk te zullen worden geftraft, als Weder, ftreevers van onze Souveraine Bevelen, , geevende daar van mede behoorlyk ken, nis aan Ulieder onderhoorigen."— Ook behaalde men te onderzoeken , of het Grond;ebied van dit Gewest gefchikt was om mger het houden van dergelyke Vergadeingen, als dusdanige Bevelen uitbragten , se te ftaan (*). 6 Tot verfterkiog van het laatsrgemelde Be» uit hunner Hoog Mogenden diende deVastelling by Gelderland, Zeeland, Utrecht n Friesland, op den achtften van Zomerïaand,gemaakt, „dat alle Officieren, welke zich aan den Eed en Orders van hun Hoog Mogenden zouden gedraagen hebben, en bleeven gedraagen, ftaat konden maaken op de Protectie van hun Hoog Mogenden, en op de Continuatien der Betaalingen van derzelver Tractementen en „ Sol- (*) Refol. Gen, i Juny, Refol. van EolL i Juny .«/>  VERENIGDE NEDERLANDEN. 31S „ Soldyen, op de gewoone vervaldagen, „ voor rekening van de Generaliteit; en „ dat 'er eene Negotiatie van tweemaal „ honderd duizend Guldens, voor reke„ ning by provifie van Gelderland, Utrecht „ en\ Friesland, onder Guarantie van hun „ Hoog Mogenden, zou worden gedaan, „ en dus buiten last of bezwaar van Zee~ „ land (*). Staaten van Holland fielden, daar en tegen, den volgenden dag vast, „ dat, indien de „ Troepen, op Repartitie van Holland Haan„ de, en thans in Gelderland Garnifoen „ houdende, niet, op behoorlyk Patent, „ met het einde der loopende Heeremaand, „ welke den zeventienden verviel, in de „ Generaliteits Landen waren, of wel ie „ de Provincie van Holland, als dan zouden „ gehouden worden voor gelicentieerd: „ als mede dat die geenen, die maakter „ dat zy als dan in de Provincie van Hol „ land waren, in de byzondere Protectie „ van hun Ed. Gr. Mogenden zouden ge „ nomen worden." Amfterdam fteldi voor, om alle Officieren ter Betaalinge vat Holland in Gelderland in Bezetting aan t< fchryven, dat indien zy geen Patent kon den krygen, zy zich, op de best mogelyk; wyze, met hunne Manfchappen, naa Hol land moesten begeeven, en zy daar op ii Befcherming van hun Ed. Gr. Mog. zou den genoomen worden. En ftelde men, O] het voorftel van Leyden, vast alle de gehoor zaa (?) Refol. Gen. 8 Juny 1787, BOEK. ■7W StaateH van Holland allen die zich aan hun onderwierpen. t t l >  3i6 DË REPUBLIEK DER XL. ïsoek. 1787. van Ryssel door hun Hoog Mog. gefufpendeerd en -alle ge hoorzaamheïdaan hem verboden. Tegen overge. Held Bevel van Staaten van Hol land. 1 ( 1 i 1 zaame Officieren , door Holland betaaM wordende onder de Befcherming der Staaten diens Gewests te neemen (*). De Meerderheid derzelfde vier Gewesten , die de voorige tegen Holland aangekante Befluiten genomen hadden, kwamen op een 'vroegtydig aangelegde Vergadering van hun Hoog Mogenden, den tienden van Zomermaand, overeen, „ om den Generaal j, Major van Ryssel te fufpendeeren, en „ de Commandanten der Troepen in 't Cor„ don te ordonneeren , om, wanneer zy „ Orders tot voortmarcheeren mogten kry„ gen, daar aan niet te voldoen; maar zich „ te retireeren na zulke Plaatzen, waar zy „ voor allen bedwang tegen den Eed aan „ de Generaliteit veilig waren; alsmede, „ terftond van hunne komst aldaar kennis te „ geeven aan den Territoriaalen Souverain , „ en waar het verder behoorde, onder af„ wagting van nadere bevelen." Gecommitteerde^ Raaden van Holland /aardigden daar tegen, zo aan den Heere van lIyssel, als aan de verdere Krygsmagt in iet Cordon, Booden af, met lastgeeving 3m de Orders van de Generaliteit niet te ;ehoorzaamen, en alle de Orders van den jeneraal van Ryssel , als Opper-Commanlant, flipt na te komen. Ook waren Gecomnitteerde Raaden gelast geene Betaaling te loen, aan de niet gehoorzaimenden (f). Deeze C*) Ref. van Holland 9 Juny 1787. (t) Refol. Gen. 10 Juny. Refol. van Hol!. 10 uny 1787.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 317 Deeze ftrydige Befluiten en Bevelen gaven aanleiding tot veel gefpreks en fchryvens, waar in zich dezelfde ftrydigheid opdeedt, naar dat Spreekers en Schryvers onderfcheidene Partyen in den Lande waren toegedaan. Deeze betytelden de Befluiten, van de zich zo noemende Hoog Mogende Staaten Generaal Arrogant en Gewelddaadig: geenen befchreeven de Befluiten van hun Ed, Gr. Mogenden, als het uitwerkzel der Omkooping door Fransch Goud (*). De Leden van het Perfoneel Befogne hielden de verrigtingen van hun Hoog Moeenden, gelyk zy zich uitdrukten, „voor „ eene zaak van het verfte uitzigt, waar „ mede niet minder dan de geheele Onaf han„ gelykheid deezer Provincie gemelleerd „ was: naardien het Systema, in dezelve „ opgeflooten, niet alleen eene verbreeking „ van alle Banden van vereeniging tusfcher „ de Provinciën zou aan den dag leggen; „ maar teffens zou indiceeren een geest var „ Overheerfching, even of deeze Provin „ cie voor een Wingewest van de Vergade „ ring van hun Hoog Mogenden te houdei „ ware, en daadlyk gehouden wierd." Ontelbaar veelvuldig waren deaanmeldin gen der Krygsbevelhebberen , wegens d onderfcheide Partyen, welke zy koozen, 0 de bezwaardheid, waar in zy zich bevonden Byznndere opmerking verdient de Brief va den Collonel van Minnigerode, bevelvoe rend O Zie onder andere den Post van de Nedei lityn XI. D. bl 807^ XL* BOEK. I7S7. Hoe men den handel van hun H. Mog. by Holland inzag. 1 • Raad- ; pleeging p by hun 'Hoog • Mog. 1 op de Vraag a des Col- • lonels ■- MlNfilGEK.OUB.  .gig DE REPUBLIEK DËR XL. boek. Van Haarssia's Bedenkinghier op. rende over het Regiment van Waldek té Gornichem, by welken hy hun Hoog Mogenden te verllaan gaf, dat hy de Orders van den Generaal van Ryssel, als door hun Hoog Mog. gefufpeudeerd, niet zou gehoorzaamen , gelyk hy reeds geweigerd hadt, op diens Patent, van Gornichem na Vianen. te trekken; dan verzogt te mogen weeten, of hy, wanneer dit hem door Staaten van Holland mogt worden bevolen, daar aan zou moeten gehoorzaamen ? Deeze Vraag werd door Gelderland', Zet' land en Utrecht commisforiaal gemaakt met den Raad van Staaten (*). Men wil dat de Heer van Haarsma, eerfte Afgevaardigde van Friesland, aanmerkte, „dat deeze zaak „ niet ter Deliberatie van hun Hoog Mog. „ behoorde te worden gebragt; doch daar „ dezelve thans een Object van derzelver De* „ liberatie uitmaakte, hy wegens de Provin„ cie Friesland zou advifeeren, dat hun Hoog „ Mog. den Raad van Staaten als nog dien5, den te advifeeren , om eene Aanfchryving „ te doen aan alle de Troepen van den Staat, „ en fpeciaal aan die van het Hollandfche „ Cordon, om de Staaten van Holland, of „ die geene door Hoogstdezelven daar toe „ zynde of zullende worden gecommitteerd, „ als hun Territoriaalen Souverain punctue. „ lyk te gehoorzaamen, mits niet peccee„ rende tegen den Eed aan de Generaliteit „ gedaan; protefteerende tegen het decer„ neeren van het Commisforiaal; als nooit 5, zul- C*) Re fel. Geiu 12 Juny 178/,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 319 „ zullende dulden, dat zodanig eene Pro„ politie, zo die onverhooptlyk door een „ Officier binnen Friesland Garnifoen hou„ dende, aan hun Hoog Mog. mogt wor„ den voorgedraagen, daar op by Hoogst„ dezelven zou worden gedisponeerd: want „ dat hy hun Hoog Mog. wel durfde ver„ zekeren, dat de Heeren Staaten zyne „ Principaalen, geen het minfre voornee„ men hadden om hun Regt, als Territo„ riaale Souverain, ooit ter Decifie van hun „ Hoog Mog. veel min aan die van den „ Pvaad van Staate, over te laaten." —— De Voorzitter vondt zich verleegen hier over een Befluit op te maaken, althans het bleef agter wege, en dus moest de Heer van Haarsma , tot het Commisforiaal vervolgens toeflemmen, om deeze zaak ten genoegen van Holland te doen afloopen, mits dat het Befoigne nog, ftaande de Vergade. ring , werd gehouden. Dit viel in der fmaak der meeste Gewesten. Doch'hier var kwam niets, en dus bleef eene zaak van zc veel aanbelangs fteeken, die, wanneer ze. volgens den Raadflag des Heeren van Haars' ma , ten befluit hadt kunnen gebragt worden, naar zommiger oordeel, Staaten van Hol land het vermogen zou gegeeven hebben, om, binnen zeer korten tyd, zich volko men van het hun, ongehoorzaam Krygsvoll te kunnen verzekeren. Zo ftrydige Befluiten, als wy hier bovet vermeld hebben, konden intusfchen geer ftand houden, of blyven werken, zonder d< reeds heerfchende groote verwarring noj groo XL* boek. I787. 1 1 . Bezeni ding vat , Holland ' aan hun 5 Koog • Mogeaden,  XL. BOEK- 1787. De Be fluiten van hun Hoog Mog. vai den-1 ei 10 Juny ingecrok ken. èao DE REPUBLIEK DËR grooter te maaken. De Afgevaardigden van Leyden fielden by Holland voor „ Eenè „ Deputatie aan de Vergadering der Staaten Generaal te zenden, ten einde dezelve te fommeeren , om , binnen deri tyd van vier en twintig uuren, in te trek„ ken alle de Refolutien, welke zedert drié weeken, ten nadeele van de Souverainï„ teit van Holland, genomen waren; en, „ by gebreke van dien, ten plegtigflen té „ verklaaren, dat de Provincie van Holland „ de Unie met de Provinciën, welke open,, lyk een Sysrema, flrydig met de Repu„ blicainfche Conftitutie, hadden aangenomen, voor verbrooken hielde."— In gevolge hier van drongen de Afgevaardigden van Holland ter Algemeene Staatsvergadering aan op het intrekken en buiten kragt ftellen der Staatsbefluiten by hun Hoog Mogenden , op de eerften en tienden van Zo-, mermaand genomen (*). De Voorzitter zwaarigheid gevonden hebbende om het Befluit op te maaken, hervatte men die Zamenkomst den avond van , dien zelfden dag, en werden deeze twee i Staatsbefluiten niet zonder hefige tegenkanting ingetrokken, — Waarop de Troepen in de Generaliteit last k reegen, om zonder Order van hun Hoog Mogenden van daar niet te marcheeren ; die reeds op marsch waren ontvingen tegen overgeftelde Orders; de Raad van Staaten werd gelast geen Ammunitie meer uit de Generaliteits Magazy- nen (*) Zie hier boven bl. 312 en 316.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 3" nen te laaien volgen ; van het een en^ ander zou men den Capitein-Generaal kennis geeven en aanfchryven om geen Krygsvoik van de eene plaats na de andere te doen trek- k£De Raad van Staaten toonde zich ongereed om deeze nieuwe Orders te verzenden; hunne weigering daar op grondende, dat dezelve met de voorgaande ftrydig ej hun Hoog Mogenden zichzelven met gelyi waren - Staaten van Holland, van 3ee» wederftreeving onderrigt, gaven de Alge vaardigden ter Algemeene Staatsvergadering last, om, op een buitengewoon belegd* Vergadering van hun Hoog Mogenden, aai te houden, dat de Raad van Staaten ge noodzaakt zou worden , de gegeevene Oraer uit te voeren. Deeze Zamenkomst liep, doo een ontftaane hoog loopende twist tusfche de Afgevaardigden van Utrecht (*) af, zot der iets te befiïsfen. De Voorzitter wilde over den weigerenden Brieve des Raads va Staaten, nieuwe Raadpleegingen aanvangen doch Holland en Overysfel begreepen, ó; zulks overboodig was: dewyl de Beilmte wel en wettig genomen waren, en er me meer te doen viel, dan den Raad van Sta ten te dwingen tot het volvoeren der gegei vene Bevelen. De Voorzitter oordfeelt ge« (»\ De een was wegeus Staaten van Utrecht Vtreibt; de ander wegens de Staaten van Utree te Amersfoort vergaderd, hier ^^^11 kn, de zaaken van Utrecht byzonder behandslf le, hier over nadere melding doen. XIV. ceel. X XL. BOEK. 1787. De Raad van Staaten weigert 'dè Orders daar uit 1 voortvloeijen■ detever! zenden. ! Aandrang I van Holland hier op. s r 1 » a \ it n :s i- le n te bt il-> Xh  322 DE REPUBLIEK DER XL. BOEK^ 1787. Dit StuJ Commisforiaalgemaakt. De Collonel VAN EER DüYN, met een Regtsgeding gedreigd.erdoor hut Hoog Mog. ii befcherming ge nomen. geen Befluit te kunnen opmaaken, en fteldë de Vergadering uit tot den volgenden dag. In deeze begonnen de zaaken een keer te neemen, door de aankomst eens buitengewoonen Afgevaardigden uit Friesland, met last om het gedrag der Friefche Afgevaardigden, die de Afgezondenen uit de Stad Utrecht erkend hadden, af te keuren, en geen verdere van daar ter Algemeene Staatsvergaderinge te erkennen. Waar op deezen niet toegelaaten werden, en die der Staaten te Amersfoort vergaderd de meerderheid bekwamen, 't Welk ten gevolge hadt, dat men de ingebragte Zwaarigheden des Raads van Staaten met denzelven Commisforiaal maakte. Intusfchen hadt die Raad vastgefteld rondgaande Brieven aan de Bondgenooten te fchryven, met klagten, dat hun Hoog Mogenden thans de zaaken op zo ongelyk een voet behandelden (*). Onder de veelvuldige handelingen met Krygsoveitfen , ontftaande uit deeze ftrydigheid der Bevelen verdient byzondere opmerking , 't geen voorviel met den Heer van der Düyn, Collonel-Commandant van het Regiment Dragonders des Generaal-Majors Graave van Byland. Deeze gaf hun Hoog Mog. te verftaan, dat hy zich, volgens Befluit des Raads van Staaten van den eerden van Zomermaand, gevoegd had by zyn Regiment, om het Bevel weder te aanvaar, den ; doch daar op een Brief van den Generaal (*") Refol, Gen. 14, 15, r<5, 17 en 18 Juny 1787* Refol van HUI. van die zelfde Dagtekeningen.  VÈRËNÏGDE NEDERLANDEN. taal van Ryssel ontving, dien hy mededeelde, met by voeging, dat Hoogstdezelve : daar uit zouden kunnen zien, in welk geval dit Regiment zich binnen kort zou kunnen bevinden; het welk hunner Hoog Mogenden vaardige Orders eischte , tot ondersteuning en byftand in zyn gedrag, waar van hy, en zyn onderhebbende Officieren en Dragonders niet zouden veranderen; maar, integendeel, hun Eed en Pligt verdeedigen tot den laatften druppel van hun bloed. — Doch Gecommitteerde Raaden fchreeven dien Collonel aan dat Bevel neder te leggen , met last om zich in perfoon te komen verantwoorden. Ook begreepen hun Hoog Mog., dat het Befluit van den eerften van Zomermaand geene betrekking tot dien Collonel hadt, als niet gefufpendeerd; maar gedispenfeerd zynde, weshalven zy wel lyden mogten, dat hy zich hier over aan Holland vervoegde. Doch vier Gewesten namen hem in befcherming. De Advocaat-Fiscaal Luyken kreeg bevel van hun Ed. Gr. Mog. om voor Gecommitteerde Raaden, een lyfftraffelyk Geding tegen dien Colonel te voeren: dewyl hv, volgens berigr van Gecommitteerde Raaden in 's Gravenhaage geweest was, zonder zich by hun te komen verantwoorden. Hier van deedt hy hun Hoog Mogenden de weete, die het Commisforiaal maakten mer den Raad van Staaten, 't geen Hodand, Overysfel en Stad en Lande overnam. Ook leeverd hy by Staaten van Holland een Verzoekfchrift in, om Stateering der tegen hem te onderneemen Gedingen; XL. >oek.  s24 DE REPUBLIEK DER f XL. boek, 1787. Voorflaj der Ric derfcha] om het Corps des Rhyn- graafs VanSal af te da; ken. vermids hy nog riet in ftaat was om eenig® Remonilrantie te kunnen doen; doch men wees dit Verzoek van de hand. — By een nader Verzoek gaf hy te kennen, dat hy niet hadt kunnen verfchynen voor Gecommitteerde Raaden, aleer hy van die Orders aan de Raad van Staaten kennis hadt gegeeven. Staaten van Holland weezen dit Verzoek weder af, en gelasteden den Heer Luyken op nieuw zyn post als Fiscaal ;tegen den Collonel van der Duyn waar te neemen. Hun Hoog Mog. fielden zich, by eenen' Brieve aan Staaten van Holland, vóór den den Heer van der Düyn in de bresfe, en .verzogten dat het Geding tegen hem geen voortgang mogt hebben; met bekendmaaking, dat hun Hoog Mog. hem in hunne Befcherming hadden genomen. Doch Holland volhardde by het genomene Befluit (*). i Met veel moeite wisten Staaten van Hol' land het in dienst houden van het Corps des Rhyngraafs van Saem in den voorleden jaare te bewerken (f). De Ridderfchap deedt thans in Lentemaand den voorflag om dag tot deszelfs Afdanking te ftellen; doch de %t Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Am3.(Ier-dam, Gouda, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnikendam en Purmerende bewilligden niet in dien Voorflag. — By het begeeven van Krygsposten voadt de Rid- der- (*) N. Nederl. Jaarh 17B7. bl. 1208. iiiji t22C. 1232. (j) Zie onze Faderl. Hifi. XI. D. bl. 164. ex&i Waar de grootheid van dit Corps gemeld wordt.    VERENIGDE NEDERLANDEN. 325 derfchap goed, als voorheen zich daar over niet uic te laaten; egter verklaarende, dat, indien men de opengevallene Posten by het Corps van den Rhyngraaf wilde vervullen, zy zich daar tegen zou moeten verzetten; uit kragte van het gedaane Voorftel ter Vernietiging van dat Corps. Deeze Verklaaring hadt ten gevolge , dat de Penfionaris van Dordrecht betuigde dan ook niet te kunnen ftemmen tot de benoeming der openftaande Posten by de Gardes du Corps, als zynde een Corps van Pragt, te meer daar men fteeds van bezuiniging fprak. De vervulling der Posten by beide die Corpfen bleef toen a°"terwege. ° Onder de middelen van Bezuiniging hadi men te Amfterdam ook de Afdanking van hetCorps van Salm voorgeftaagen doch eer groot aantal Burger-Officieren, met den Collonel van Goudoever aan 't hoofd, drong by monde en gefchrifte in 's Burgemeesters kamer aan op het in dienst houden van dii Corps (*). De Vraag van Burgemeester Dedel, me dat Corps bet aaien zou? werd beantwoord door eenen uit den kring? Wy. Om dit geftand te doen opende men eent Intekening, die, in minder dan twee dagen, meer dan 92000 Guldens, en naa even zc veel dagen 14&200 guldeus bedroeg. Uit welk een oogpunt de Leden des Amflerdamfchen Krygsraads, die deeze Infchry' vin| ■ (*) Wy zullen, vervolgens de Gebeurtenisfei van Amfterdam 'vermeldende, over het te dier ge ïegenheid voorgevallene ons breeder uitlaaten* X 3 XL. BOEK. I787, Intekening te Amfterdam geopend ter Betaaling van dat Corps, Van hoe vee! belangs de ] AmUerdamfcbe1 Krygs' raad het in fland  ja« DE REPUBLIEK DER XL. boek. I787. houden van dat Corps oordeelen. • ving openden , en voortzetten, dit Corps befchouwden kan best blyken uit de taal, welke zy, ten aaDdrang voerden, in een Adres aan Burgemeesteren en de zes en dertig Raaden der Stad Amfterdam; waar in zy hun duchten voor het afichaffen van dit Corps voorgefteld hebbende, betuigen, om de eigen woorden te bezigen „ dat het by „ de goede en welmeenende Burgery, byden „ Bloem derzelve, zo wel als by hun en hunne Committenten, ontwyfelbaar was, „ dat de Affcbaffing van dat Corps tot niets anders was geproponeerd , of ilrekken „ kon, dan om, op eene meer faciele wy3, ze, in ftaar gefield te kunnen worden om „ de Burgerlyke Vryheid, niet flegts te on„ dermynen; maar zelfs geheel en al den „ doodfteek te geeven, en des Volks In„ vloed, (welke naar den aart en volgens „ de originaire Conftitutie van deeze Re„ publiek, zekerlyk op derzelver Vertegen„ woordigers behoort plaats te hebben, ja in welke dat vertrouwen, het welk een „ Vry Volk en deszelfs Regenten, alleen„ lyk ilrekken kan tot de heüzaamfle Rust „ en wederzydfche Veiligheid van beiden , „ eeniglyk gegrond is,} op eene willekeu„ rige wyze tegen te gaan, en, was het „ mogelyk. ganschlyk te fmooren en te „ onder te brengen: naardemaal het zeer „ klaar te voorzien was: dat, wanneer„ „ door het affchaffen van het Corps van „ den Rhyngraaf van Salm, flaande ia „ particulieren Dienst en Soldy van deeze „ Provincie, de band van veiligheid zo der „ braave  VERENIGDE NEDERLANDEN. ^? braave Regenten, als des Volks yerbroo" ken werd,'" (het geen buiten twyfel, m dat geval, te dugten en vast te ftellen H was,) als dan zeer ras gelegenheid zal gegeeven worden worden aan Hem , die " metzynen Aanhang, in de nabuurige Prq„ vincien getoondheeft, tot welke geweldige „ flappen men in ftaat is, wanneer.de middelen van tegenftand ontbree'ken, om ook „ in deeze Provincie deszelfs woedende rol , te fpeelen, en een weldenkend Volk, ,', het welk jalours is op zyne Vryheden en „ Voorregten, en veel eer den dood zich getroost dan de berooving van die zyne " dierbaarfte panden, welke het verpligt is ,, volkomen ongefchonden aan zyne, naako„ melingen over te brengen y niet mindei „ dan deszelfs braave Vertegenwoordigers „ en Voorftanders te maaken , tot deerlykc „ Slachtoffers van zyne ontembaare heersch„ zugt, waar toe Hem en de zynen, door d( „ Affchaffing van dit Corps, in de hand zot „ worden gewerkt; wanneer men in aan „ fchouw neemt, dat, (hoe zeer wel d< „ overige Troupes van den Staat mede ge „ fchikt zyn ter Beveiliginge van de Inge „ zetenen deezer Provincie, en derzelve „ Reprefentanten, en zy ook , ten opzigt< „ van hunne bereidvaardigheid daar toe vai „ des Volks vertrouwen jouïsfeeren,) he „ nogthans niet kan worden tegengefproo „ ken , dat door de Affchaffing van da „ Corps niet alleen de Zekerheid van deez* „ Provincie zou worden verzwakt: maa ook, dat even daar door, aan Hem d X 4 Se boek.. , i?87, 1 t t r  Sa8 DE REPUBLIEK DER XL. BOEK. I~87i \ i t ] t i ( „ gelegenheid zou worden gebooren, om, „ zo niet alle, ten minflen een groot aantal „ der Militairen, aan zyne belangen te kurv„ nen verbinden, en alzo hun, die thans „ verbonden zyn' ter Stuitinge des Gewelds, „ te maaken tot Werktuigen van zyne Woe> „ de en Uitvoerders van zyne willekeurige j, Wraakzugt. „ Zy meenden dus gaan zy voort „ ook „ te mogen vastzeilen, dat, wanneer dee„ ze fataak Propofitie der Ridderfchap, „ in eene Refolütie van Staat wierd veran,, derd, men ras de Propofitie zou zien ,, doen , en misfchien met eene geringe „ Meerderheid van Staatsleden doordriE„ gen, om en het Cordon Troepen, tot „ Veiligheid deezer Provincie, op derzel„ ver grenzen byeengebragt, wederom in te trekken, eh om de zo billyke Sufpenfie t, van den Heer Capitein Generaal te an„ nulleeren ëh op te heffen, als wanneer , da Vryheid des Volks, voor eeuwig aan , banden geklonken, en al wat weldenkt , in den Lande, zou worden de bloedige , Victiraes van Geweld en trotfche Dwing, landy." Het denkbeeld, als of de Geldmiddelen ?an Holland het langer in den dienst houlen van dit Corps niet zouden gedoogen; ;n dit 's Lands Schatkist te zeer zou drukten , gingen zy te keer door aan te voeren, lat het welzyn en heil des Volks in alle gerallen de hoögfte wet behoorde te zyn; en, lat meer betekende, dat zy niet alleen nie,t mgeneegen waren om, wanneer de noodzaak  VERENIGDE NEDERLANDEN. 329 gaaklykheid zulks vorderde, en het Fonds, tot beftaan van dit Corps, niet anders mogt kunnen gevonden worden, het hunne toe te brengen tot in diensthouding van 't zelve; doch daar toe reeds eene Infchryving geopend hadden. Van de vordering in minder dan twee dagen verflag gegeeven hebbende luidt hunne taal. „ Wy verzoeken „ dus, in den naam van Ons en onze Com„ mittenten, als Hoofd-Officieren der Bur„ gery deezer Stad, ja infteeren daar op „ ten allerfterkfien , dat , wanneer tegen „ alle gegronde verwagting, by de Verga„ dering van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staa„ ten van Holland of wel by het Meeren„ deel van dien, mogt worden beflooten, 9, om het Corps van den Rhyngraaf van af te danken, U Ed. Gr. Agtb. „ als dan, van wegen deeze Stad, ter Staats„ vergadering van hun Ed. Gr. Mog. zul„ len gelieven te declareeren, dat hetzelf„ de Corps van den voornoemden Rhyn„ graaf, ten koste van deeze Stad, provi„ fioneellyk voor den tyd van één jaar, ten 9. minften van zes Maanden , zal worden in „ fland gehouden, en in dienst deezer Pro„ vincie zal blyven continueeren, en dat „ U Rd. Gr. Agtbaaren, ter Effectfortee„ rino- van deeze Inftandhouding van het„ zelve Corps, zullen in het werk ftellen „ alle zodanige middelen, als daar toe zul„ len bevonden worden genoegzaam te zyn; „ zynde zy voorts bereid, zo dra zulks door ■„ U Ed. Gr. Agtb. in dien gevalle zal zyn geëffectueerd, de reeds ingetekende Pen? X j • »mt xl, bo e ic I787.  33© DE REPUBLIEK DER XL. BOEK, 1787. De Afdankinggaat nie voort. De Rhyngraafboog gefield. „ ningen te ftellen en over te brengen, onder „ zodanige fecuure Cuftodie en Bewaaring, „ als U Ed. Gr. Agtb. daar toe zullen ge„ lieven te defpicieeren (*)." Dit was van gevolg: want wanneer ter Staatsvergadering van Holland het Voorftel c der Ridderfchappe . tot Afdanking van dit Corps in overweeging gebragt werd, verklaarde Dordrecht, Haarlem, Leyden, Gouda, Schiedam,Schoonhoven, Alkmaar ,Monnikendam en Purmerende ongereed te zyn; dan Afgevaardigden van Amfterdam, bragten voor hunnen last uit, dat eenige Ingezetenen hunner Stad , de Bekrompenheid der Geldmiddelen gehoord hebbende , aangeboden hadden dat Corps te betaalen: immers om naa Bloeimaand hetzelve Corps nog vier Heerenmaanden in Dienst te, houden, waar voor zy reeds eene fom van 160,000 Guldens in gereedheid hadden, en dus, op dien voet, het voorftel van Afdanking afweezen (f). De Rhyttgraaf, die zich, kort daar op, eenige dagen in Amfterdam onthieldt, bleef nie: in gebreke, om zyne dankbetuiging af te leggen, over 't geen, te deezer Stede, tot het in dienst houden van zyn Corps verrigt was. Hoe zeer veelen op hem fchrolden, en hem, ter waarfchuwinge, befchreeven als een Gelukzoeker, die alleen zyn beurs zogt te (*) Dat Adres, toen in Nieuwspapieren bekend gemaakt, werd den 6 van Maart overgeleeverd, vindt men geheel in de N. Nederl. Jaarb. 1787. bl. 447- (j) Refol. van Holl. 5 April 1787.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 33 * te maaken, en in plaats van den Prins, Capitein Generaal te worden: terwyl anderen het vreemd vonden dat men op Hem, die. zo wel als de geweezene Veldmarichalk, een Vreemdeling was, zo veel vertrouwen (lelde, wist hy veeier blaakende gunst te winnen; fchoon 'er nooit eene fchaduw van waarheid aan geweest heeft, dat de Stad Haarlem, gelyk men te Parys vertelde, en in de Engeljche Nieuwstydingen fchreef, dien Rhyn'graaf tot haaren Stadhouder benoemd hadt Een doorflaand blyk van de begunftigin^ des Rhyngraafs, zag men te Dordrecht Een Sergeant van Hotjstouns Regiment te betaalinge van Holland ftaande, lag daar te wervinge en Haagde zeer in zyn oogmerk ten zelfden tyde was er een Officier de Rhyngraafs van Salm tot dat eigenfte eind gekomen; en de eerfte den laatften zeer ii den weg. De Krygsraaden der drie Schut teryen benoemden terftond eenigen uit hu midden, om by den voorzittenden Burge meester M Onderwater te bewerken, dt de Heeren van den Geregte den Werver va Houstoun het werven geliefden te bt letten, op dat deeze de poogingen va den Officier des Rhyngraafs niet vrugtloc zoude maaken ; ten aandrang zeggende „ dat de Natie de grootfte verpligting aa ?, dat Legioen hadt, en het derhalven va „ het hoogfte aanbelang ware, 't zelve z „ fterk mogelyk te maaken." De voorzi tende Burgemeester keurde het verzoek d« Schutter yen goed , droeg het gunftig aa het Geregt voor, met dat gevolg dat c XL. boek. I787. ; DeWer» ', ving voor , dac Corps te Dord■ recht aan •t eene anj dereWer, ving ' voorgel trokken* 1 t l l s y n n 0 T n e r_  %%% DE REPUBLIEK DER XL. soek. I787. Wat de Staaten van Holland deeden oin hun verzwakteKrygsmagt te herltellen, Hun werven in de Generaliteits Landen door hunHoog Mog. tegen gegaan, l i Officier des Rhyngraafs alleen vryheid kreeg om te mogen werven (*). Staaten van Holland fielden alles te werk om hun verzwakkende Krygsmagt te herflellen. Hier toe behoorde de last aan de Solliciteurs, om aan de Hollandfche Troepen, die ongehoorzaam zouden kunnen worden geene Betaaling te doen, dan van acht tot acht dagen ; de fchadeloosftelling der Officieren voor het aanwerven der weggeloopen Battaillons ; de bepaaling om alle Officieren, van den hoogden tot den laagften Rang, die ongehoorzaam waren gebleeven, om op Hollandsch Grondgebied te komen, voor gedimitteerd te houden, en anderen in hunne plaatzen aan te ftellen. Boven al zogten zy de aanvulling van Volk door eene aangevangene Werving in de Generaliteits Landen ; welke uit hooide der daar ftandgrypende Wapenhandel Genootfchappen , zo fterk toeging, dat de Fiscaal Witte Tulling by hun Hoog Molenden een verflag in bragt, dat, zonder hulp van Krygsvoik, en hier van was de Generaliteit zeer ontbloot (f), het doortrekken van aangeworven Manfchap na HoU 'and niet kon beletten: alzo eenige Dros:en in de Meyery hem gemeld hadden, dat ïy thans by benden van tachtig en negentig Vlan te gelyk kwamen: en op de vraage, me zy waren antwoorden; dat zyMenfchen wa- (*) N. Nederl. Jaarb. 1787. bl. 76P 974, 179- (t) Blykens de Refol. Ges. iöjulyen; Aug, 1787,-  VËRENIGDE NEDERLANDEN. 333 waren; en waar zy heenen gingen ? Na Holland; om wat te doen? Om te gaan kyken; dat zy gewapend waren met Sabels en Piftoolen, en in de Herbergen de gezondheid der Patriotten dronken. (*> - Tegen deeze Wervingen in de Generaliteits Landen hadden hunne Hoog Mogenden wederhoudende bevelen gegeeven, en Staaten van Holland. «angefchreeven, dat geene Werving in de Generaliteits Landen en Plaatzen, zonder Voorweeten en Toeftemming van hun Hoog Mog. kon gefchieden, en dat deeze voor particuliere Corpfen gedaan wordende, zulks zeer ten nadeele voor de Aanwerving dei Krygsmagt van den Staat zou Ilrekken < aanleiding geeven om de kragt der Unie te verbreeken, en de Provinciën tegen elkan der in een Staat van wantrouwen te hou ^De Gouverneur van 'sHertogénhösch, d< Luitenant-Generaal van der. Dussen, ver zeekerde, in eene Brieve, dat 'er zeer veeli Franfche Soldaaten door trokken, by tiei of twaalf Man te gelyk, voorzien met goe de Pasfen van den Graave Esterhazy, Ge neraal van de Franfche Artillery, verlo hebbende om zich, geduurende de tyd va een jaar, buiten 'sLands te mogen begee ven, en die allen na Gornichem vertroli kerK _ Hier op kreeg de Raad van Stas ten last, om aan de Gouverneurs en Com mat f") N. NederJ. Jaarb. 1787. bl. 1260. 1290, (f) N, Neder/. Jaarb. 17S7. bl. 3i?5- boek* 1787. ; Wat 'e* voorviel i wegens ! het overI komen - van _ Franscb r Krygsr volk. 1  §54 DE RÉPUBLIEK DER XL Boek. maadeurs, van alle Steden en Plaatzen , gelegen op Staaten Grondgebied, mitsgaders aan Officieren in het Diftrict van de Generaliteit, aan te fchryven, dat zy zorgvuldig agt moesten geeven op het doortrekken en inkomen van vreemde Militairen, hoe zeef ook met Verlofpasfen voorzien; deezen den doortocht niet te vergunnen, maar dezelve aan te houden, en naa een verhoor, aangaande de redenen van hun komst, en de plaats van waar en werwaards zy zich begaven , daar van ten fpoedigflen aan den Raad van Staaten kennis te doen toekomen. Van dit Befluit kreegen , behalven de Heer van der Dussen , der Staaten Afgezanten aan het Hof van Verfailles kennis, met last om daar van, op de meest voegelyke wyze, de weete te doen aan het Minifterie van Frankryk; ten einde, zo veel mogelyk, te verneemen of hetzelve hier van aldaar eenige kennis droeg; dan we! of die Verlofpasfen voor onegt of vervalschc moesten gehouden worden. Ook ontving de Agent Slicher bevel om des den Franfcheti Gezant de Verac te verfiiendigen, met verzoek om daar omtrent hun Hoog Mogenden, die onderrigtingen te geeven, welke te zyner kennisfe mogten gekomen zyn. Tot narigt zondt men ook dit Staatsbefluit aan den Capitein Generaal Veel viel'er naa de Omwentelir-g tedoen,' wegens Manfchappen, en bowen al Kanonniers , uit Frankryk herwaards gezonden. Mes (*) Refol. Gen. ly Aug. 178/5  VERENIGDE NEDERLANDEN. 335 Men bragt Papieren te voorfchyn uit welken men oordeelde te kunnen bewyzen, dat de Generaal Esterhasy aan den Ridder de la Barrière een Lastbrief gegeeve hadt, en deeze voorzien was van een zeker Gefchrift, zynde een Copy van Engagement voor de Kanonniers, Bombardiers en Sappeurs, met de Staaten van HoU land, en het Tractement, dat hun door dezelven was toegelegd. Terwyl andere Papieren uitweezen , dat een gedeelte van die Kanonniers, zich over Luik, Tongeren en ,sLIertogenbosch moesten begeeven na Gortiichem, en anderen over Eindhoven, Oosterwyk en Tilburg na Gcertruidenberg (*). Hun Ed. Gr. Mog. hadden, in Herfstmaand des verftreeken Jaars, alle Gewapende Schutteryen en Gelegalifeerde Genootfchappen , die de befcherming der Vryheid , de behoudenis van de algemeene Veiligheid, en afweering van allen Geweld, ten doel hadden, in hunne byzondere Befcherming genomen (f). De Wapenhandel, allerwegen ten Plattenlande voortgezet, bragt te wege, dat ook de daar opgeregte Genootfchappen zogten in die Befcherming genomen te worden. Uit Hollandsch Zuider en Noorderdeel vervoegden zich een aantal Dorpen van meerder en minder aanziens, en Volkrykheids, ten dien einde by Staaten van Holland, en ontvingen alle, die in de gevoelens Honden der in > (*) Refol. Gen. 18 Oct. en 20 Nov lySy.ï Zit onze Vaderl. Hifi. XI. D. bl. 196. XL, boek. I787. Veele GewaapendeGenootschappenin befcherming' by hun Ed.Gr.Mog*genomen.  §36" DE REPUBLIEK DER xl. boek. Anderé die Befcherttiing ont zegd. Wat 'é ter Staats Vergadering voorviel omtrent een Getiootfchap te Voorburg, in den voorleden Jaare gewettigde Genoöt* fchappen, naa des gedaan onderzoek, dit gunstbetoon. — Niet minder dan zes en dertig Genootfchappen van Wapenhandel ten Plattenlande , die zulks vóór den zeven en twintigften van Sprokkelmaand verzoge hadden, viel dit ten deele op den zesden van Lentemaand* En kreeg dat van Oostzaandam , reeds vóór dien tyd, op gedaan verzoek, fchoon nog niet in befcherming genomen, volmagt om, in geval van Oproerige Beweegingen, waar voor zy betuigden bedugt te zyn, geweld met geweld te keeren. Vervolgens zette men deeze Befcherming verleening voort tot in Herfst, maand (*). Alle zich in den Wapenhandel oefenende Landzaaten waren egter niet van dien (tempel, datzyby dit Onderzoek, op de proeve, goed bevonden werden; ja men hadt ten Plattenlande op veele Plaatzen, Genootfchappen, blykbaarvan de tegenpartye, toen onder den naam van Oranje-Corpfen bekend: deezer aanzoek kon niet dan afgeflaagen worden. Reeds in Louwmaand deezes Jaars had• den Gecommitteerde Raaden te Voorburg dus een Genootfchap, waar in Haagenaars, die tot het vernietigd Corps , waar in de berugte Mourand lid geweest was, behoord hadden, deel namen , en ter gelegenheid van welks eerfte openbaare Wapenhandeling, veele balddaadigheden gepleegd waren, deü (*) N Neder!. Jaarb. 1787. bl. 385. ca 3«8. P55. 115.4. 1780. 1756. 183?. 4527.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 337 den verderen Wapenhandel doen verbieden, tot dat door hun Ed. Gr. Mogenden, daar op anders zou mogen verftaan worden Dit ter tafel van Staaten van Holland gebragc zynde werd het verrigtte van Gecommitteerde Raaden ten vollen goedgekeurd, -en die Heeren gemagtigd, „ geene andere Exer„ citie-Genootfchappen ten Plattenlande roe te Haan, dan die fpeciaal onder hun Ed. Gr. Mog. Refolütie van den zevenden „ van Herfstmaand laatstleden waren, of „ zouden worden begreepen." De Ridderfchap wederfprak du Befluit; de Steden Delft: Brielle, Enkhuizen, Edam en Medemblik desgelyks. Deeze wilden Schout en Geregte van Voorburg aangefchreeven, en om berigt, binnen korten tyd, verzogt hebben: zo ook Hoorn, en oordeelden de Afgevaardigden dier Stad, terwyl zy zich hielden aan hunne Verklaaring op het Staatsbefluit van den zevenden van Herfstmaand des jaars mdcclxxxvi, „ ook nu, dat over „ een punt van zo veel delicatesfe, niet zonder voorkennisfeen order van de Hee,, ren Principaalen behoorde te worden ge„ refolveerd; te meer, daar, volgens hunne „ gedagten, alle In-en Opgezetenen, ten dee„ zen gelyk Regt hadden en dus niemand, „ in den zo nuttig geroemden Wapenhan„ del, moest worden.verhinderd, vódr dat „ het kbar bleek, dat hy daar van, ten na- . ,, deele van den Lande, of van de Publieke „ Rusc, poogde 'misbruik te maaken, in „ welk geval alleen bet, naar de tegenga woordige gefteldheid van zaaken, zou kun-' XIV. deel. Y „ nen 4 ■ XL. boek.  338 DE REPUBLIEK DER XL, BOEK. 1787. Verdere tegenkantingen van Genootfchappen , nie onder d< Befcherming be greepen. Het voorge- „ nen te pasfe komen, den zodanigen, 011* „ der wat naam die zich ook mogte voor„ doen, de Wapenoefening daadlyk te be„ letten (*)." Dan, hoe zeer deeze Stad met deRidderfchap zich tegen dit Staatsbefluit, 't zelve partydig oordeelende , aangekant hadden, Staaten van Holland hiejden zich daar aan in het aanneemen of afwyzen der veelvuldi■ ge Wapenhandelende Genootfchappen, welke zich, van tyd tot tyd, aanboden. — Zy . gingen op zommige Plaatzen, een flap verder. Gecommitteerde Raaden beflooten een Officier met vierentwintig Man, na 't Land van Voorns te zenden ; als mede om Aanfchryving te doen aan alle Schouten en Geregten ten Plattenlande, om .de Wapenen, die ter gelegenheid der verfchillen met den Keizer aan de Landlieden waren afgegeeven, wederom in 's Lands Magazynen te moeten bezorgen , voor zo verre dezelve niet gebruikt werden door Genootfchappen in de Befcherming van hun Ed. Gr. Mogenden genocmen. Op het ontvangene berigt, dat "er, op verfcheide Plaatzen omftreeks Loosduinen, op nieuw Oranje-Corpfen zich in den Wapenhandel begonnen te oefenen, fchreeven zy, de. Geregten aan zulks te ftaaken, en beflooten Ruitery derwaards te zenden (f). Dit alles veroorzaakte onvermydelyk veel woelens en tegenwytings in den Lande, en klag- C*) Refol. van Holl. n Jan. 1787. (t) N. Nederl.Jaarb. 17*7. bl.' 1301. 1302.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 339 klagten over verongelyking. Te Overfchie, een volkryk Dorp, zeer bekend in deeze dagen, als ten fterkfte gehegt aan het Huis van Oranje, oordeelden een groot getal der Dorpelingen, dat het hun , even zeer als aan andere Ingezetenen van veele Dorpen en Steden in het Vaderland, vry ftondt; om zich in den Wapenhandel te oefenen, i en hadden, met voorkennis en goedvinden van het Geregt, een Genootfchap opgerigt, als eene Schuttery dier Plaatze, De Baljuw en Geregte van Overfchie Amfchryvens van Gecommitteerde Raaden bekomen hebbende, om het daar opgerigte Genootfchap van Wapenhandel te vernietigen, hadt het Geregt dit aanfehryven aan het Genootfchap in handen gefteld om 'er op. te berigten. Gecommitteerde Raaden verzoeten het nader goedvinden van hunEd. Gr. Mog, te mogen weeten. Inmiddels verfcheen het Berigt der Overfckienaaren ter Vergaderinge van Staaten van Holland; inhoudende, „ dat het Genootfchap te Overfchie wel „ niet begreepen was in de gunftige Refo- lutie van hun Ed. Gr. Mog. van den ze„ venden van Herfstmaand laatstleden; doch 5, dat hetzelve ook geen Genootfchap „ maar «, een Schuttery op dac Dorp was." De Meerderheid der Staaten van Holland hieldt dit voor eene loutere uirvlugr , en fchreeven den Baljuw en Geregte aan orn dat Genootfc'-ap va" Waperhande!. zonder eenig verzuim van tyd ■ en piet te r a*fe komende Uitvlugten^ te doen ophouden, en de Wapens te doen nederleggen.'t Welk, by Y 1 ■ open- XL. BOEK. t787. rallene leswezen te Ivercbie.  340 DE REPUBLIEK DER XL BOEK. I787. Geldbehoefteder GewapendeGenootfchappen. openbaare afkondiging, kort daar op, gefchiedde. Ook was aan de Officieren van Delft en Rotterdam, als mede aan Dykgraaven van Delfland en Schieland aangefchreeven om op de uitvoering der bevolene Ontwapening ten fierkften te waaken (*). De Leden der in hooge Befcherming genome Genootfchappen trokken, gelyk wy reeds ^ vermeld hebben, in grooten getale uit. Niet gering waren de Gelden, nodig om de kosten goed te maaken. Om hier in te voorzien ftrekte ten deele het Vaderlandfche Fonds, 't geen zo veel opziens gebaard als opgangs genomen hadt (f). De Hollandfche Departementen van het Fonds, ter bevordering van de gewigtigfte belangens des Nederlandfehen Volks, gelyk zy zich tytelden, hielden in Sprokkelmaand deezes Jaars eene Vergadering in Gravenhaage , en gaven, in een openbaar gemaakten Brievc, als den uitflag hunner Raadpleegingen op; „ dat zy, in overweeging genomen hebben„ de den Staat van dit Fonds , in deeze „ aanzienlykfle Provincie van het Bondge„ nootfehap, en daar tegen vergelykende „ den Nood, welke nog daadlyk in de ver„ fcheide Gewesten, plaats hadt, en dien ,, welken men voorzag dat nog verder ont„ flaan kon , en zeer waarfchynlyk vol„ gen zou, het van hunnen onvermydely„ ken pligt vonden , wilden zy aan het oog' ■ „ merk (*) Refol. Holl. 20 Jan. 1787. N. Nederl. Jaarb. 1787. bl. 64. 93. CD Zie onze Vaderl. Hifi. XI. D. bl. 309—325.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 341 „ merk deezer Inrigtinge voldoen, deMild„ daadigheid en Vaderlandsliefde der Ne„ derlanderen op nieuws op te wekken, „ door het uitfchryven en bekendmaaken „ van een nieuw Programma , gefchikt „ naar de tegenwoordige tydsomftandigbe„ den: ten einde, vervolgens, zo fpoedig „ mogelyk,tot eene nieuwe Inzameling over „ te gaan, in die billyke hoop en verwag„ ting, dat niet alleen het aantal der Deel„ neemeren in de jaarlykfche Contributie „ van één tot vyf Gulden, merklyk zou toe„ neemen; maar dat ook het groot aantal ,, meer en min vermogenden in ons Vader„ land, door aanzienlyke, en naar hun by„ zonder vermogen geëvenredigde Dona„ tien, dit Fonds meer kragtdaadig zullen „ onderfteunen, en daar door die belang„ looze Vaderlanders, die alomme den last „ der Inzamelingen en van het Beftuur dier „ Penningen, op zich genomen hebben, in „ ftaat te ftellen, om niet alleengedeeltlyte, „ gelyk tot hier toe het geval veelal geweest „ was, en dus meer of min gebrekkig aan „ het oogmerk te kunnen voldoen; maarin„ tegendeel met een ruimer hand alomme, „ waar zulks vereischt werdt de goede zaak „ AesNeder landfehen Volks te onderfteunen." Dan laaten wy, zonder deezen Brief, tot geleide van het Programma gezonden, verder af te fchryven, liever het geheele Programma woordlyk overneemen, wy zullen daar uit verftaan,en dén Staat van dat Fonds, en de einden waartoe het gebruikt werd, als mede eene onbewimpelde ontvouwing Y 3 van XL. KOEK. I787. Nieuw Programma van liet VaderlandfebeFonds.  34a DE REPUBLIEK DER xl. bou. 5 j s 5 5 5 9 5 9 9 > van de denkwyze der Voorftanderen en Bezorgeren. 't Zelve luidt. „ In het voorle„ .Jer> Jaar mdcclxxxvi, hebben in meesz „ alle de Steden van ons lieve Vaderland, 99 2icn eenige weldenkende Vaderlanders „ aangeboden, ter Inzameling van Pennin„ gen tot een Fonds, 'c geen ilrekken zon „ ter kragtdaadige Onderfteuning van de „ billyke en bedaarde poogingen der Voor„ ftanderen van de Vryheid en Burgerlyke t, Regten des Nederlandfchen Volks, „ Zy hebben het genoegen gehad, niet al„ leen. de Goedkeuring hunner braave Me„ deburgeren weg te draagen; maar bo,, venal derzelver Medewerking te onder„ vinden ; zo door een merkelyk aantal „ Contribuanten tot hetzelve Fonds , als ,;, door verfcheide aanzienlyke Donatien aan , 't zelve, en zyn daar door in ftaat gefteld , geworden , om , ten minften gedeeitlyk, , het heilzaam oogmerk deezer ïnfteilinge , te bereiken. ,, De onderfcheide Departementen in , deeze Provincie hebben, op den ne, jenden van Sprokkelmaand deezes Jaars , , eene Algemeene Vergadering gehouden , in 's Gravenhaage , alwaar de Gemag, tigden van mee.^.t alle de Stedelyke De, partementen, benevens die van eenige , andere Plaatzen, binnen deeze Provincie, , eikanderen opening gegeeven, en geza, meniyk de noodige fchikkingen beraamd , hebben tot eene Provinciaale Directie, , terwyl zy thans het genoegenjiebben aan , hunne Vaderlandlievende Medeburgers ,99 ken-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 343 „ kennis te geeven , dat daar door deeze „ heilzaame Inrigting eene nieuwe Vastig„ heid en Confiftentie heeft gekreegen. „ Onder de veelvuldige ontwerpen, door „ eene belanglooze Vaderlandsliefde, ter „ kragtdaadige bevordering van de zaak der „ Vryheid uitgedagt, kan men, voorze„ ker, aan de oprigting van dit Nationaal„ Fonds, de eerfte plaats niet weigeren: „ immers, daar de Belaagers der Volksvry„ heid, onmagtig om hunne verderflyke „ oogmerken door wettige middelen te be„ reiken, niets anders overig hebben, dan, „. ware het mogelijk, om het edel vuur van „ Vaderlandsliefde in 't eerlyk burgerhart, „ door misbruikt geweld, fchreeuwende „ verdrukkingen laage knevelaryen, uit te „ dooven; daar hunne laatfte wanhoopige „ poogingen, klaarblyklyk ftrekten, om, „ door eenen misleiden hoop van Oproeri„ gen, vrye Burgers, ftrafloos van hunne „ bezittingen te berooven, en aan de bü> „ terfle elenden van eene onverdiende ar- „ moede over te laaten was 'er niets „ natuurlyker, niets meer pligtmatig, dan „ dat de braave Voorftanders der Vaderland„ fche zaak bedagt wierden, om die onge3, lukkigen, eenen gemeenfohaplyken By„ ftand gulhartig aan te bieden, en op eene 5, edele wyze, te toonen, dat het der goe3, de zaake aan geene middelen zou ontbree„ ken, om, door eene cordaate tegenwer„ king, de onnatuurtyke poogingen van „ haare Vyanden te verydelen; terwyl door eene gulle Deelneeming der braave Va6 Y 4 der- XL. BOEK. I787.  '344 DE REPUBLIEK DER XL, *OEK. i;S7. „ derlanderen, aan deeze Inrigting, niee „ alleen de Burgerwapening, de zekerfte „ en natuurlykfte Waarborg der Vryheid, „ werklyk konde worden uitgebreid, (ter „ bevordering van welken de Directeuren „ der onderfcheidene Departementen, door „ deeze Vergadering, ten ernftigsten worden aangemaand,) en daar door aan de „ ongelukkige Slachtoffers der Dwinglan» dy de veilige toevlugt voor eene ont„ menschte Vervolging aangeweezen; maar „ waar in te gelyk, voor elk weldenkend „ en verdienstiyk Vaderlander, eene wisfe » en bemoedigende verzekering opgeflooten „ lag, dat, indien het derHeers'chzugt aan » geene middelen van geweld ontbreekt, de „ onfchatbaare Vryheid daar tegen haare „ vervolgde Voorftanders van geen edel,, moedigen Byftand beroofd zal laaten. „ Gelyk dan het voorftellen deezer heil, zaame doeleindens tot de Oprigdng van , dit Fonds aanleiding gaf, zo hebben , reeds de Ontwerpers en Beftuurders van , 't zelve hetzoetfte genoegen mogen fmaa, ken, in eene onriervindelyke overtuiging, , dat zy zich, in de berekening der voor, deelen, welke zy zich daar mede voor de , goede zaak hadden voorgefteld, niet bedro, gen gevonden hebben: immers het Geweld , en de Overheerfching, welke in Gelder, land hunnefnooderolgefpeeldhebben,en , waar van de ongelukkige Slachtoffers , nog in den bangften nood zugten, zouden , hoogstwaarfchynlyk de eigene fchrikbaa- rende toongelen in Oyerysfel geopend ,> heb-  VERENIGDE NEDERLANDEN. S45 „ hebben, zo niet het cordaatfte gedeelte ,, van derzelver Ingezetenen, (doch wier „ vermogen veel al hunne edele Vryheids„ min niet evenaart,) tydig was in ftaat ge„ fteld geworden, om het aangrimmende „ geweld, des noods, het hoofd te bie„ den, en tegen eene overweldiging te ,, waaken, waardoor die Vryheid, welke „ thans in dat Gewest, zo heerlyk is door„ gebrooken, in haare eérfte opluiking zou „ gefmoord zyn. De Stad Utrecht, en „ een aanmerklyk gedeelte dier Provincie „ zyn mede niet weinig door deezen edel- „ moedigen Byftand gerugfteund. En „ wie kan de doodlyke gevolgen bepaalen, „ welke de nederlaag der Vryheid aldaar op „ de algemeene zaak des lieven Vaderlands „ zou gehad hebben? Het zou derhalven „ overtollig zyn de gewenschte Werking „ van dit Fonds in 't algemeen te willen be„ toogen; daar ook de openbaars Tegen„ kanting, welke hetzelve van den kant der Vryheidhaateren ontmoet, op de over„ tuigendfte wyze aan den dag legt, hoe „ gevaarlyk zy 't zelve voor hunne verderf- lyke oogmerken rekenen, en alzo het be„ lang daar van boven allen twyfel ftellen. ,, Dan, de Uitgaven gelyktydig met de „ Inzameling begonnen zynde, en, voor „ een aanmerklyk'gedeelte, nog voortduu„ rende, maaken, by aanhoudenheid, de „ Deelneeming in dit Fonds noodig, welks „ nuttigheid voor het lieve Vaderland aann groeit naar maate deeze Deelneeming alY 5 o5 S6" BOEK. I787.  XL. boek. 34f5 DE REPUBLIEK DER „ gemeener, onder alle Weidenkenden „ wordt. „ De Ccmmisfien ter Directie in de by„ zondere Departementen kunnen dan niet „ afzyn hunne braave Landgenooten uit te „ noodigen, om, ieder naar zyn vermo„ gen, mede te werken tot inftandhouding „ en uitbreiding van eene Inrigting, welker „ heilzaame uitwerking door eene overtui„ gende ondervinding zo treffend betoogd „ is. Elk waardig Vaderlander voelt zyne „ verpligting om het zyne toe te brengen ter bevordering van dat algemeene wel„ zyn, waar in zyn eigen volitrekt ligt op„ geflooten, en zal zich gelukkig agten, „ indien hy, door het aftlaan van een ge„ ring gedeelte van zyn Vermogen, de lof„ lyke poogingen kan onderfteunen van „ hun, die met eenen belangloozen en on„. vermoeiden arbeid, ten algemeenennutte» , werkzaam zyn: terwyl het geen geringe „ blaam zou opleggen op hun, die gehou, den willen zyn de waarde der Vryheid te „ kunnen gevoelen, indien 's Lands goede , zaak, in een zo zeer van Middelen geze, gend Land-, wel braave en moedige Va, derlanders vondt, die hun Leeven voor , het behoud van hetzelve'veil hebben; , maar geene edelmoedige en milde Deel, neemers om de poogingen van die braa~ , ven, uit hunnen overvloed, te onder, fteunen, en daar door het onfchatbaarst , genoegen te fmaaken in de zelfsbewust, heid van ook iets te hebben toegebragt, tot  VERENIGDE NEDERLANDEN. 347 „, toe vestiging van eene duurzaame Vry- heid, welke zy, zonder zodanig eene \, medewerking, zouden toonen onwaardig „ te zyn (*)." Dit Programma, vastgefteld op de Algemeene Vergadering der Departementen van het Nationaak Fonds, in de Provincie van Holland en Westfrieüand, op den veertienden van Lentemaand gehouden, werd, kort daar op, Wereldkundig gemaakt. Hy ontving geen minder maat van lof en laster dan de eerfte Bekendmaaking; het vondt, zo als de zaaken thans voor die Party geichaapen ftonden, openbaare toejuiching en aanpryzing, terwyl het niet ontbrak aan afkeuring en tegenwerking (t). Onderftandgelden uit dit Fonds ftrekten zeer om de Gewapend uitgetoogene Burgers te gemoet te komen, doch men liet liet hier by niet berusten. In eenige Steden en Dorpen onzes Vaderlands, waar men Gewapende Genootfchappen vondt, en gevolglyk ook Mannen, die uittoogen, ftelde men, by in de Nieuwspapieren gedaane Aankondigingen, de behoeften der Uitgetrokkenen, by herhaaling, voor, en noodigde de Burgeryen uit, om, ter beftemde plaats en tyd, hunne Giften daar toe by te draagen. De gelykheid van den toon op welken die veelvuldige Aanzoeken gettemd waren, zou het ophaalen daar van een verveclend en noodloos werk maaken. Wy verge- (*) Post van den Neder-Rbyn XL D, bl. 855. (f) Post van den Neder-Rbyn XI. D. bl. 863. XL. li O E K. I787. Byzonder e Geldinzamelingen. - V Aanmraning daar toe te Haarlems  34§ DE REPUBLIEK DER XL. £ OEK. I787. ( ] i r . 1 S genoegen ons met een vernieuwd Aanzoek te Haarlem, in 't voorst van Zomermaand gedaan, ten voorbeelde, by te brengen. — „ Op nieuws vindt zich de Commisfie tot „ het Defenfieweezen van den Grooten„ krygsraad deezer Stad, en Commisfaris„ fen der Burgerfocieteit, die de Inzame„ ling der Liefdegiften hunner Stadgenoo„ ten, ter onderfteuning van de uitgetrok„ ken Manfchap op zich genomen heeft, >, verpligt by deezen zich tot hunne gegoe„ de en welmeenende Medeburgers te ver„ voegen. Het aanzienlyk getal Schutters, 1, nu ter Bezetting van een der Frontieren „ onzer eigene Provincie, onder het gelei„ de van alle de in de Stad prefent zynde „ Officieren van het Battaillon der Schutte „ rye Pro Aris et Focis uitgetoogen (*), „ vernieuwt niet alleen het gebrek aan Pen, ningen, tot zulke Uittochten en Bezet, tingen benoodigd, maar verdubbelt de, zelve. Men is overtuigd van de Mild, daadigheid der braave Burgery deezer , Stad, zy heeft 'er dikwerf fpreekende en , treffende bewyzen van gegeeven; maar „ was (*) Ten dien dage waren omtrent 150 Man, mder welken men een aantal zeer welgezetene iurgers telde, van dat fSattaillon na de Nieuwer■luis getrokken, onder 't Bevel van den Heer /Ir. D. J. Canter Camerling Collonel, de Heeen Mr. J.. ENscHEDé Luitenant Collonel, A. de Paal Malefyt Majoor; P. H. Klaarenbeek, Ir. C A. van Sypesteyn, H. Horstman, J. C terk, j. van WALRé Capiteinen, j. de Waal Ialefyt en j. Scholting Luitenanten.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 340 s, was 'er ooit een oogenblik, dat de hand „ onbekrompen geopend moest worden, „ het is zeker dit tegenwoordig, 's Lands „ nood kan niet wel hooger klimmen, en „ nimmer kan 'er eene gelegenheid geboo„ ren worden, waar by 'er, met ruime „ Liefdegaaven, zo veel nuts voor 't Vader!and kan uitgewerkt worden; en, zc „ die mogten ontbreeken is mogelyk niei ,, alleen de kwyning en het verderf dei „ Republiek; maar ook misfchien het lo „ beflist van zo veele braave Vaderlanders „ en zo hartlyk beminde Stadgenooten, di< „ gereed zyn, meer dan Goud voor he „ Vaderland te fpillen, die alle betrekkin „ gen van Vriendfchap en Bloedverwant „ fchap overkappende, met agterftelling vai „ hun dagelyks Handwerk en Bedryf, he „ lieve Leeven, zo getrouw als kloekmoe „ dig, voor den Lande opzetten. Zoude ,, onze beste Vrienden, onze dierbaare Me „ deburgers hunne poogingen, uit gebre „ aan Penningen moeten flaaken, ja moge „ lyk, uit hoofde van dat gebrek, de eëi „ fte Slachtoffers worden van eene Heerscl „ zugt, die het op alles, wat zyne Vrj „ heid bemint, gemunt heeft. Hoe vei „ onaangenaams zullen zy dan, die, t'hu „ gebleeven, hunne Schatten gefloote „ hielden, waanende, dat zy met eene kle „ ne handvol uit hunnen overvloed, zie genoeg van hunnen pligt gekweeten hel „ ben, in hunne harten, tot op hunne „ fterfdag gevoelen! Hier in verder ' treeden zou eene verdenking aanduidei XL. BOEK. ï787. > : ï t 1 t :1 is n ih>n 1» ie  350 DE REPUBLIEK DER XL. BOEK. Ï787. Gewigtig Voorftel van Amfterdam omtrent de Verdeedigingin Holland. „ die de zo menigmaal gebleekene Mild„ daadigheid zou beledigen. Men ver„ trouwde dan, dat de Liefdegiften zo ruim „ zullen zyn als de nood groot is, daar de pligt van Burger, van Mensch, en voor„ naamlyk van Christen, zulks ten fterk- ilen vordert (*)." — Het ontbrak daar ter Stede zo min als elders, waar men de Burgery tot deeze Giften opwekte, aan milde Geevers; 't geen te minder bevreerndings zal verwekken, als men in aanmerking neemt hoe een aanzienlyk deel van 's Lands gegoedfte Ingezetenen zich deezer zaak aantrok. Om dezelve ten kragtdaadigften voort te zetten diende de Voorflag der Stad Amfterdam ter Hdllandfche Staats vergaderinge in den aanvange van Zomermaand gedaan, en vervolgens in gefchnfte overgegeeven. Een Voorflag, die zo veel opziens verwekte, en» zo veel ten gevolge hadt, dat wy dezelve geheel moeten plaats geeven. De Afgevaardigden lieten zich woordlyk in deezer voege hooren. „ De Heeren Gedeputeer„ den der Stad Amfterdam hebben, op ex,, presfe last van de Heeren hunne Princi„ paaien, ter Vergaderinge van hun Ed. „ Gr. Mog. voor te draagen, dat gemelde „ Heeren hunne Principaalen, in ferieufe „ overweeging genomen hebbende den cri„ tiquen toeftand van het lieve Vaderland, „ en fpeciaal van deeze Provincie, ver„ meend hebben niet langer te moeten uit- „ ftel- (*) Haarlemfcbe Courant van 9 Juny 17S7,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 352 „ ftellen U Ed. Gr. Mog. onder het oog te brengen en te herinneren; „ Dat-de Provincie van Holland, die „ onophoudelyk blyken heeft gegeeven van „ haare zugt en verlangen om het Verbond „ der Unie , gevestigd in het Bloed der „ Voorvaderen, en tot hiertoe, door het ,, fpendeeren van onnoemelyke Schaten, ,, voor eene totaale disfolutie bewaard, on„ gefchonden aan het laatfte Naageflachi „ over te brengen, zedert eenigen tyd, hei „ voorwerp geworden zynde van de jalouiie „ en haat van eenige weinigen, die ondei 3, den naam van Staaten van Gelderland er 3, Utrecht, aan hun hoofd hebbende Prins „ Willem den V, openlyk betoonen ziel „ op haare ruïne en ondergang toe te leg „ gen, onder voorwendzel van elkanderei 3, behulpzaam te zyn, tot het te rug dry „ ven van de Militie deezer Provincie, de „ welke, op het verzoek van de Regee „ ring der Stad Utrecht, en op bevel de „ Staaten deezer Provincie, alleenlyk is toe „ gefchooten om haar, als een Medeiidvai „ het Bondgenootfchap, en uit hoofde vai „ de verpligting, door de Unie op haar ge „ legd, tegen her geweld en de overheer ,, fching van eenige weinige Staatsleden t 3, defendeeren. „Dat, om van het zo even gepofeerde te «, vollen overtuigd te zyn , de Agtbaar ,, Raad alleen maar noodig heeft geha 3, zich te remoreeren, in de Eerfte plaats den vyandlyken Aanval van de Militie „ onder bevel van den Graaf van Effï „ ren XL. boe k. 1737* 1 e i 9 j  352 DE REPUBLIEK DER XL. boek. „ ren, tegen de Burgery der Stad Utrecht; ,, welke daad dan ook de Regeering der voornoemde Stad heeft doen reelameeren „ die Hulp en Protectie, welke haar, van wegen hun Ed. Gr. Mog. was beloofd en toegezegd; terwyl de preftatie van die belofte het pretext heeft aan de hand gegeeven, aan de Staaten van Gelderland „ tot het doen aanmarcheeren van een aanzienlyk getal Troepes, ryklyk voorzien „ van Gefchut, Mortieren, Ammunitien, 5j en met één woord van al zodanig Oor„ logstuig als tot Belegeringen en Verwoe„ Hingen van Steden en Vestingen, door „ eenen openbaaren buitenlandfchen Vyand „ zouden kunnen aangevoerd worden. Ter„ wyl evengemelde Staaten daarenboven van zich hebben kunnen verkrygen niet „ alleen zich door geweld meester te maaken van de Arzenaalen van het Gemee„ neland, en dus van het Gefchut en Am„ munitie voor het grootfte gedeelte aan Holland toebehoorende ; maar ook tot het doen deezer Expeditie te dwingen ,, zodanige Troepes als op deeze Provincie gerepartitiëerd, door dezelve betaald, en door eenen particulieren Eed aan dezelve verbonden waren. „ Ten anderen, dat deeze Expeditie is „ gepaard geweest of is vóórafgegaan door „ Declaratoiren of Misfives, zo van Gel,, der land als van Staatsleden van de Pro- vincie van Utrecht, te Amersfoort verga„ derd, welke nimmer kunnen gezegd wor- den de geheele Provincie van Utrecht te „ re-  Verenigde Nederlanden. 353 reprefenteeren, die niet duister re kennen geeven, dat hun waar oogmerk is daad " lykheden tegen de Militie van Hol„ land, tot befcherming der Stad Utrecht ,, toegefchooten, en niet anders dan.de,, fenfiefageeren.de, in 't werk te ftellen ,; en zich van de genoemde Stad meester " te maaken. Dat meergedagte Staatslë„ den , welke dus, met de Gedeputeerden „ v&n Zeeland en Friesland,nogmzzr op zyn „ hoogst zouden kunnen worden geconfi„ dereerd, drie en een halve Stem uit te „ maaken, egter ter Vergadering van hun „ Hoog Mogenden, en van den Raad van ^, Staaten , zodanige onwettige Befluiten weeten te effectueeren , waar door de ,, hoogstgaande Ixfie aan de Onaf hangelyky heid en Souverainiteit van Holland wordt toegebragt, en waar door de Officieren en Gemeenen , in den Eed van deeze „ Provincie ftaande, worden in gevaar ge„ bragt van zich aan Pligtverzuim, Disobe„ dientie, en Meineed fchuldig, en dus ten „ hoogften ftrafwaardig te maaken. , „ Ten derden, dat de Stadhouder deezer Provincie, vergeetende zyne diere verplig,i ting aan Hollands Ingezetenen, ondankbaar '„ wegens de voordeden welkeHy en zynHuis ,, van dezelve heeft genooten, en meer ge,j hoors geevende aan kwaade. Raadslieden, dewelken als Vyanden des Vaderlands bé„ hooren te worden aangezien, dan aan. dé vermaaningen van zulken; welken bezield „ zyn. met waare Liefde voor 't zelve Va\, deriand ; zich mede riiet ontzien beeft, . XIV. deel. e orri^ LX bok K. I787.  354 DE REPUBLIEK DER XL. SOEK. I787. 1 „ om, by een openlyk Declaratoir of Ma„ nifest, als ware hy een Souverain Vorst, „ en onder eenige frivole en vague befchul„ diginge%, tegen eenige weinige (doch „ ongenoemde ) Leden en Ministers van „ de Regeering, een gedeelte van voor„ noemde Ingezetenen, tegen 's Lands Hoo„ ge Overheid op te zetten, en door de ., Befluiten van' den Souverain voor over>, haast, onwettig en van onwaarde te ver,, klaaren, deeze verblinde Yveraars voor , het Huis van Oranje, tot ongehoorzaam, heid en oproer op te rokkenen, en zich , als een Hoofd en Voorganger in disre, fpect, ongehoorzaamheid en weerfpan, nigheid van Zynen en Hunnen wettigen , Souverain te gedraagen. „ Dat eene bedaarde befchouwing en , overweeging van dat alles, vergeleeken , met de aanhoudends Moderatie, welke , zich nog in alle de Refolutien van hunEd» , Gr. Mog. heeft gemanifefteerd, het emi, nent gevaar, waar aan deeze Provincie , geëxponeerd wordt, zo evident heeft doen , voorkomen, dat zy geen oogenblik lan, ger hebben willen uitftellen , om, tot , voorkoming van alle onheilen, waar me, de ons lieve Vaderland wordt gedreigd, , van deezer Stads wege, de Gedeputeer, den ter Vergadering van Holland te qua, lificeeren en te gelasten , om hun Ed. , Gr. Mog. te proponeeren: Om eene Commisfie te benoemen, be„ ftaande uit eenige weinige Leden uit het midden van de Vergadering deezer Pro- „ vin-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 355 ,, vincie, niet eKcedeerende het getal van vyf, met Adjunctie van twee Heeren uit „ Gecommitteerde Raaden, in 'sHage re,, lldeerende , en één bekwaam Perfoon, „ behoorelyk gefalarieerd, tot Secretaris, 3, ter keuze van die Heeren; en dezelve 3, Commisfie te voorzien met zodanige am3, pele Magt, waar door dezelve in ftaat 3, werd gefteld om zulke en voldoende maat3, regelen te neemen, en ten uitvoer te doen 3, brengen, als, naar hun inzien, best ge,, fchikt zullen zyn, om alle Aanvallen te9, gen deeze Provincie en de Stad Utrecht^ 3, efficacieüslyk te keer te gaan, alle gehei9, me of openbaare Machinatien, van Haa,, ré of Haarer Bondgenooten Vyanden te verydelen; met verdere QuaIificatie,om, 3, tot kragtdaadige en onverwylde Uitvoe3, ringe van dit alles zódanige Perfoonen te 3, falarieeren, en Middelen te emploijeeren, 3, als zy ter bereiking van dien dienftig zul3, len oordeelen , en daar toe gebruik te 3, maaken van 'sLands Penningen; als me* 3, de om zulken onder de Militairen, die 5, boven anderen in yver en gehoorzaam9, heid aan de bevelen van den Souve,, rain, en van deeze te benoemene Commis* 3, fie, uitmunten, te beloonen; en, einde3, lyk, tot het in dienst brengen en befol3, digen van zodanige Corpfen van Vrywil,, Hgen uit de Schutteryen en Genoótfchap3, pen uit de Ste-den en het Platteland van è, Holland, als zich ten dienfte van het Va3, derland en Defenlie van haare Bondge* 53 nooten willen laaten emploijeeren. 2 s ,» Dat I XL. SOEK.  856 DE REPUBLIEK DER XL. boek. 1787. „ Dat meergemelde Commisfie, ten ein„ de van het meest mogelyke nut voor den „ dienst des Vaderlands te kunnen zyn, en de fpoedigfte expeditien aan derzelver ai Orders te kunnen doen erlangen, haare „ Refidentie zou dienen te houden in het ,, Cordon, of wel zo na by de Plaats, waar „ de Commandant en Chef van de Militie ,, deezer Provincie zyn verblyf houdt, als s, eenigzins doenlyk is. ,, Dat dezelve, alwyders, zo veel moge* ,, lyk Correspondentie zal behooren te hou5, den met de Perfoneeïe Commisfie by Re,, folutie van hun Ed. Gr. Mog. van den zesden van Herfstmaand mdcclxxxvi. ge„ creëerd en in 's Haage refideerende , „ en met dezelve de Concert werkzaam » zyn. En dat, laastlyk , deeze benoemde „ Commisfie ongehouden zal zyn, voorloo™ „ pig opening te moeten geeven van hunne „ Pvaadpleegingen en Befluiten; maar zai „ kunnen volftaan, naa derzelver te werk„ ftelling, wanneer de geheimhouding zulks „ zal toelaaten, daar van ter Vergadering „ van hun Ed. Gr. Mog. Rapport te doen. ,, Authorifeerende de Agtbaare Raad der, zei ver Gedeputeerden van Stadswege, de , voorfchreevene Propofitien hoe eer zo „ beter te doen, en op eene fpoedige Con,, clufie ten fterktlen aan te dringen; met , Declaratoir dat dezelve buiten verant, woording wil gehouden worden , voor , de nadeelige en funeste gevolgen, welke , uit het traineeren van de Deliberatien „ over  VERENIGDE NEDERLANDEN. 357 „ over deeze Propofitie, of het rejectee,, ren of verzwakken van dezelve, voor het lieve Vaderland, deszelfs Vryheid en „ Overheidlievende Ingezetenen en Mede„ burgeren, zouden kunnen proflueeren." Zo veel byvals vondt dit Voorftel, dat negen Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Rotterdam, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnikendam en Purmerende, met dankzegging zich terftond daar by voegden; Dordrecht gaf in overweeging, dat de Plaats des Verblyfs aan de Commi?fie zou worden gelaaten, en dat dezelve niet verpligt zou weezen met de Per/oneele Commisfie te handelen; maar om dit belemmerende te ontgaan uit eigen volmagt. Amfterdam hadt hier niet tegen. Deeze Steden drongen aan om nog in de loopende week, op 't een en ander , een Befluit te neemen. De Ridderfchap , nevens de Steden Delft, Gouda, Gornichern, Brielle, Hoorn, Enkhuizen , Edam en Medemhlik namen het Voorftel over, met toezegging, dat zy zich, ten fpoedigften, op 't zelve zouden bekwaamen, onder deeze overneemende Steden bedankte Gouda, even als de toeftemmende, Amfterdam (*). Niet langer dan tot den dertienden leedt het of men nam, op dit Voorftel van Amfterdam, een Befluit, by 't welke, in gevolge van Dordrechts voorflag, met aflaating der twee Gecommitteerde Raaden , tot de Commisfie ter Defenfte van de Provincie Holland (*) Refol. tmn Heil. 7 Juny 1787,- Z 3 XL. BOEK. I787. Hoe tet Staatsvergadering opgenomen. Heeren tot de Commisfie ter Defenfie van Holland en de Stad  358 DE REPUBLIEK DER XL. boek. I787. Utrechts be- Hoemd.- Komst der Commisfie ts Weerden, land en de Stad Utrecht, benoemd werden, de vyf Heeren Daniël Jacobus Canter Camerling, Raad in de Vroedfchap der Stad Haarlem, Franciscus Gualterus Blok, Schepen der Stad Leyden; Jan de Wit , Schepen der Stad Amfterdam; Martinus van Toulon , Raad in de Vroedfchap der Stad Gouda; en Cornelis van Foreest , Heer van Schoorl en Camp, Raad in de Vroedfchap der Stad Alkmaar. — De Ridderfchap, met de Steden Delft pn Brielle, verklaarden zich hier mede niet te zullen inlaaten (*). Gemelde Heeren aanvaardden deeze gewigtige en verre uitziende Post. Zy fielden tot hunnen Secretaris aan Hendrik Costerus , Zoon eens Burgemeesters van Woerden, Advocaat in 's Gravenhage. — Woerden ter plaatze huns verblyfs gekoozen hebbende , begaven zy zich reeds den achtienden van Zomermaand met een binnen Jacht derwaards. De Generaal Majoor van Ryssel en de Collonel Suljard, vergezeld door vyf en twintig Dragonders, verwelkomden deeze Commisfie aan de Goudfche Sluis. By hunne aankomst te Woerden, werden zy begroet door de Officieren der Bezetting, en een Bezending uit de Gewapende Burgercorpfen. De ganfche Krygsbezetting en de Burgery was in 't geweer. Elf Hukken gefchut brandden, te hunner verwelkoming, los. De Castelein van Woerden ruimde daar aan (*) Refol. van Hall. 12 Juny 1786. N. Nederk Jaart, ^43.    VERENIGDE NEDERLANDEN. 359 aan, volgens aanfchryven der Staaten van Holland, het Kasteel in. Op verzoek om ook het Dykgraafshuis te dier Stede te mogen betrekken , werd zulks toegeftaan. Zv bevonden zich in de zamelplaats der fteeds aantrekkende Leden uit de Gewapende Genootfchappen en Schutteryen van zeer veele Steden en Dorpen, die gedeeltlyk van daar weder vertrokken na omliggende Steden en Plaatzen, voornaamlyk ter bezetting van die, door 't verloop des Krygsvolks ge. heelverlaaten,of ten uiterften verzwakt ,wa ren Te Woerden bleef het Gewapend Corp aer Leydfche Studenten byzonderlyk om tc etn Wagt te dienen der Heeren Gecommit teerden tot het Defenfieweezen. Eene algemeene Vergadering der Gewï pende Burgercorpfen in Holland bmne Dordrecht deedt by hun Ed. Gr. Mog. vei zoek, om, uit aanmerking van de nuttij heid der Burgercorpfen, tot verdeedigir deezes Gewests, eenige Penningen u 's Lands Kas toe te ftaan, zo tot beloomt als tot onderftand der Auxihairen, buit< hunne plaatzen, en ten dienften van d< Lande uitgetrokken, en verder om dezel Uit de Arfenaalen te voorzien van de no dige Veld -ammunitie, ten einde, in ge\ van nood, dezelve te gebruiken. Verzoe fchriften uit Haarlem en meer Steden c derfteunden deeze begeerte der Gevvapj de Burgercorpfen. Het laatfte werd dezel toegedaan (*> , l*) N, Nedsrh Jaurl. 17O7, bl. 952 > S Z 4 XL. boek. I787. 5 t .- Verzoft* n ken der ,m Gewa" pende Hurgerg corpfem jt om on» (g derft*B&> sn ;n re dril kn- nve & 59»  36o DE REPUBLIEK DER XL. BOEK. 1787. Voorflagen van Rotterdam, met de daar op ingediendeBedenkingen. < ( I < i I ( 1 i % V d h Afgevaardigden van Rotterdam deedeq een reeks van Voorftellen, die wy mee de bedenkingen daar pp ingediend zullen voordraagen. Vooreerst om alle Gefufpendeerde Officieren het Grondgebied van Holland te ontzeggen, en binnen tweemaal vierentwintig uuren de zodanigen, die bleeven, in Arrest te neemen, en met den dood te ftraffen ; mitsgaders .alle Verdagte Perfoonen aan te houden. — Men begreep vry algemeen, dat deeze Ontzegging eene OnbifIykheid zou influiten, ten aanzien der zulken, welken in de daad, wegens hunne bezwaaren omtrent den Generaliteits Eed, zwaarigheid gemaakt hadden: die dus enverhoord by Publicatie, met de daad zouden gebannen worden. Dat het aanhouden van verdagte Lieden veele welgezindm in verlegenheid zou brengen. Men oordeelde lat het oogmerk deezes Voorftels was het voorkomen van het verleiden des Krygsvolks, en dat daar aan kon voldaan worden, loor een ftreng Placaat tegen het debau:heeren van Militairen, met last aan aile Seregten om byzonder een waakend oog te ïouden pp de gedispenfeerde , gefufpenleerde en disobediente Officieren , met >elofte van Premie en Inrpuniteit op de •mdekking. — Ten tweede wilden die van lotterdam Amnestie verleenen aan alle de edeferteerde Soldaaten, op den voet als ïen deeze aan die van Stuart en Grenier erleend hadt. — Men was hier op van géagten, dat de Gemeene Soldaaten, op het evel hunner Officieren uit de Provincie ge- too,*-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 36* toogen, konden aangemerkt worden als niet misdreeven te hebben , en dat dus ten hunnen opzigte geen Amnestie te pasfe kwam; dat best aan dit oogmerk voldaan kon worden door het aankondigen van een algemeen Pardon voor alle Deferteurs. — Het derde Voorftel, om de Commisfie van het Defenfieweezen te authorifeeren om onder Commando van de getrouw gebleevene Officieren, Regimenten in plaatze van de verloopene aan te werven; hieldt men voor vervallen.—En het vierde, om ten fpoedigften, volftrekt te befluiten op de Communicatie van het voorgevallene ter Generaliteit den tienden van Zomermaand, door negen Deden overgenomen en daar toe dag te ftellens dit bleef in Advys. —7V» vyfde wilden zyde Rivieren van Holland met gewapende Vaartuigen bezet hebben. Dit keurde men m handen van Gecommitteerden te Woerden te moeten gefteld worden, om daar in te doen wat de verdeediging deezer Provincie vereischte. — Ten zesden wilden die van Rotterdam de Afgevaardigden ter Algemeene Staatsvergadering gelast hebben om niet hun eigen Systema, maar dat van de Provincie te volgen op ftraffe van Opontbod. — Dit werd omhelsd (*). Welhaast betoonde de Commisfie tot Verdeediging van Holland en de Stad Utrecht zich werkzaam. In overweeging genomer hebbende, dat de Armée van den Staat, er onder die ook de Krygslieden, ter Betaa^ Hng< (*) Refol Holl. 20 Juny 1787. '4> 5 XL. BOEK. De Com* misfie te Woerden looft Belooningen uit,  Sfo DE REPUBLIEK DER XL. Po EK. mi- linge van dit Gewest ftaande , zedert een geruimen tyd, in verfcheide opzigten, zeer aanmerklyke fchadens hadden moeten ondergaan , waar door de Regimenten zich met zwaare fchulden overlaaden vonden, en de Soldaaten veel al verftooken geweest waren om zich boven de Soldyen, hun van 'sLands wege betaald, door yver en naarftigheid, een ruimer beftaan te verfchaffen , begreepen zy, dat eene geëvenredigde Schavergoeding, hoe billyk ook de aanfpraak dier Troepen daar op zou weezen, het vermogen, van 's Lands Kasfe verre te boven ging. Dan dat, aan de andere zyde, de veiligheid deezer Provincie en van de Stad Utrecht, hun Ed. Gr. Mogenden, zedert eenige Maanden, genoodzaakt hebbende een Cordon te formeeren op de Grenzen van Holland , zy wel eenigzins waren te gemoet gekomen aan het gemis van de voordeden der Onder-Officieren en Gemeenen, 't welk een onvermydelyk gevolg van dit Cantonnemene weezen moest, zonder dat 'er tot nog toe eene behoorlyke Schadeloosftelling had kunnen worden bepaald. — Uit overweeging deezer fchadens, als mede van den byzonderen yver, trouw en werkzaamheid deezer Krygslieden hadden de Leden der Com» misfie, in gevolge van de breede Magt hun verleend, en ter voldoeninge aan het oogmerk van hun Ed. Gr. Mog. om onder anderen zulken der Krygslieden , die boven anderen in yver en gehoorzaamheid aan de bevelen van den Souverain, en van deeze benoemde Commisfie hadden uitgemunt, t© be-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 363 beloonen, met overleg van den Generaal Major van Ryssel, als Commandant en Chef van het Cordon, goedgevonden „ om e, aan alle de Officieren, behoorende tot „ het gemelde Cordon, of tot de daar uit „ gedetacheerde Battaillons , Compagnien „ en Detachementen, daar onder begree„ pen die Troepen, welke ter Defenfie van „ de Stad Utrecht zyn uitgemarcheerd, en dus van alle de zodanigen, die zich obe„ dient verklaard hebben aan de laatstge„ nomen Orders van den Generaal Major „ van Ryssel , tot een Dedomagement van „ hunne geledene fchaden, eene Remune„ ratie voor hunnen betoonden yver, en ge„ hoorzaamheid, te accordeeren voor één* s, maal een jaar Tractement Extra boven hunne gewoone Tractementen, welke zy „ in hunne respective Posten van den Lan„ de genieten, en , wyders, tot gelyke Remunerade aan alle de Onder-Officie„ ren en Gemeenen, boven de Twaalf 'Stui„ vers in de week, hun reeds in den Jaare „ mdcclxxxvi. door hun Ed. Gr. Mog, „ geaccordeerd, weeklyks, nog eene fom- f, ma van Tien Stuivers, toe te ftaan." Dii laatfte zou in gaan met den zeventienden dei loopende Maand, en aanhouden zo lang hei Cordon fland greep, en zy zich in 't zelv« bevonden, of 'er uit afgezonden wierden De Officieren zouden acht dagen naa deez( Bekendmaaking, de helft hunner Beloonin ge te Woerden kunnen af haaien , en At wederhelft met den aanvang van Slacht ^aand, —- Zy vonden noodig daar aat yer XL. BOEK, I  36*4 DE REPUBLIEK DER XL. PO EK. I787. f.org tegen het Verloop des * Krygsvoiks gedraagen. vervolgens eene opheldering toe te voegen, om te bepaalen, tot welke Officieren zich deeze Schadeloosftelling uitflrekte, te weeten tot de Ritmeesters, Capiteins Proprietair , Luitenants, Cornets, Vaandrigs en Adjudanten, in het Cordon of daar uit afgezonden , en geenzins wegens hoogere dan de gemelde Krygsbedieningen; noch ook aan zulke Officieren, welke by de Armee geplaatst ; doch niet in daadlyken dienst by de Regimenten waren. Zogt de Commisfie dus, door Belooningen de Landsknegten aan zich te verbindea en te verpligten; het zo deerlyk Verloop, meende zy best te keer te kunnen gaan, door zich kragtdaadigaante kanten tegen de poogingen, zedert eenige dagen aangewend, om de Troepen van het Cordon tot Ontrouw aan de Souveraine Bevelen van hun Ed. Gr. Mog. aan te zetten; of ook tot eene daadlyke Defertie of Verloop behulpzaam te zyn. Hier om vonden zy, ten eigen dage der uitgeloofde Belooningen, goed, „ om ,, alle Gouverneurs en Commandanten, der „ Steden en Forten binnen Holland, als „ mede aan de Commandeerende Officieren „ der Regimenten, Battaillons, of Deta„ chementen binnen de gemelde Provincie, „ ernftig te gelasten, op hunnen Eed den „ Lande gedaan, om naauwkeurig toezigt te „ houden op alle Perfoonen, welken zich, „ door hunne daaden of andere omftandig„ heden, verdagt mogten maaken, van zich „ met diergelyke verraaderlyke oogmerken ,, binnen die Steden, Forten of andere  VERENIGDE NEDERLANDEN. 36$ Plaatzen, bezig te houden of Militairen tot ontrouw te willen ophitfen en aanzet„ ten, zodanige Perfoonen, op gegronde „ vermoedens, aan te houden, en daar van , „ daadlyk naa de aanhouding aan Gecom„ mitteerdens, of den Generaal Major van „ Ryssel, kennis te geeven; ten einde 9, tegen dezelve naar behooren zou kunnen „ worden geprocedeerd. Beloovende Ge- committeerden, wyders, aan de aanbren„ gers van zodanige zich verdagt of daad„ lyk fchuldig gemaakt hebbende Perfoo„ nen, dermaate dat zy van die verderflyke poogingen worden overtuigd, zodanige 5, Belooningen, als, naar vereisch der om« „ Handigheden, en het gewigt der gedaane „ ontdekkingen, bevonden zal worden te behooren." Om dit hun tweeledig Befluit allen dien het betrof bekend te doen worden, zonden gy daar van Afdrukken, aan de Bevelhebbers, met last om 't zelve niet alleen, terftond naa het ontvangen, aan hunne Onderhoorige Manfchappen voor te leezen; maar een Afdruk daar van op te hangen in de Hoofdwagten, ter plaatze waar zy in Bezetting lagen (*). Eene Commisfie, zo zeer in den fmaak i vallende der Gewettigde Genootfchappen, j en der Burgerkrygsraaden in veele Holland-, fchet (*) Extract uit de Refohtien der Gecommitteerden van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland en Westfriesland', ter Dtfenfie deezer Provincie m 4:r Stad Utrecht, 20 en 27 Juny 1787» uo£ ié. 5ezeri- 1 ing der Jenoöt:happenn Schvt-^  XL boek. 1787. ieryeri aan de Commisfie. Verande ringen i: Krygspostendoor de Commis fie bewerkt, e bepaalin eeniger Daggelden. Gefchil der Cor misfie met Ge commit teerde Raader ©ver d' 266 DË RËPÜËLÏËK DËR fche Steden, was naauwlyks in haare werkzaamheid, of zy ontving uit dezelve eene ftaatlyke Bezending. Te welker gelegenheid, zo op uitdruklyken last hunner Afvaardigeren, als uit naam van nog andere Steden deezes Gewests, aan die Heeren, verfcheide Voordellen ter overweeginge werden ter hand gefteld. De Bezigheden deezer Commisfie, nu het 1 middelpunt der Verdeediginge , hoopteri zich op elkander. Wy kunnen flegts dé voornaamfte aanftippen. Zy deeden by hun ■ Ed. Gr. Mog. den Voorflag om de operiftaande plaatzen, onder Hessenphilipsthal 1 en Hardenbroek , ten fpoedigften, te ver- s vullen; om een Bevelhebber van den Slinker Vleugel, in plaats van den Collonel van Pabst, te benoemen. Men befloot tot vervulling dier plaatzen, als mede om den gemelden Collonel zyn ontflag te geeven , en den Collonel M a t t h a , in diens ftede aan te ftellen. Op voorflag der Commisfie werd het Daggeld voor den Commandant en Chef van Ryssel, op Vyf- eti twintig , dat voor den Commandant vais Woerden , Naarden op Tien , en dat voor de Generaal-Adjudanten op Drie Guldens bepaald. De Leden der Commisfie oordeelden, dat; 1- daar de Zekerheid van dit Gewest, en eené goede Verdeediging van 't zelve, voornaamly k [ afhingen van de goede Orde, waar in zich de Krygsmagt bevondt5en van derzelver gefchiktheidom fpoedig en kragtdaadig werkzaam te : kunnen weezen, zich verpligt eenige punteia daar  VERENIGDE NEDERLANDEN. 367 daar toe betreklyk, aan hun Ed. Gr. Mog, te moeten voordraagen, welke hun voorkwamen den meesten fpoed te vorderen. Zy betuigden in eene onaangenaame noodzaaklykheid te verkeeren, van iets ter kennisfe van hun Ed. Gr. Mog. te moeten brengen, 't welk de volvoering van hunnen last onmiddelyk betrof. — Te weeten Gecom. mitteerde Raaden hadden kunnen goedvinden , op de Aanfchryving door hun aan een der Commifen van 't Lands Magazyn gedaan, om op het eerfte aanzoek, aan het Detachement van Rotterdam, door hun ter bezettinge van het Krimpener Veer beftemd, twee {tukken Gelchut, drie Ponders, tegen behoorlyk handfchrift, te laaten volgen, niet alleen deeze Stukken te weigeren , maar tevens zich uitgelaaten dat , huns oordeels, de Commisfie, door het geeven van dit bevel, haar last verre was te buiten gegaan. — Zy wilden de aandagt van hun Ed. Gr. Mog. niet ophouden met de nutheid en noodzaaklykheid van het bezetten dier post aan te toonen: Zo om dat dit van zelve tastbaar genoeg *vas, als om dat hun Ed. Gr. Mog. hun de eer aangedaan hebbende van het geheele Plan der Verdeediginge, en de Middelen tot volvoering van \ zelve, toe te vertrouwen , zeker geen naauwkeurig Vertoog van de nutheid of noodzaaklykheid van elk gedeelte van dat groot geheel van hun zouden vorderen. „ Maar," dus vervolgen zy woordlyk; e, wy kunnen niet afzyn onze verwonde » ring XL. BOEK. 1787, aflevering van twee VéldStukken Sterke taal welkezy  368 DE REPUBLIEK DER XL. BOEK. deswege voeren.. „ ring, öyer het gedrag van de Ed. Mog.' „ Heeren Gecommitteerde Raaden, in dee„ zen, te betuigen; wy verbeelden ons, „ dat, daar de geheele Defenfie van onze „ Provincie in onze handen was gefteld, „ wy insgelyks volkomen disponéeren kon„ den, over de Middelen, welke ter bé„ reikinge van dat oogmerk hoogst noodig „ waren. — UEd. Gr. Mog. zyn zeker» „ lyk volkomen overtuigd, van het groote „ onderfcheid dat 'er is tusfchen een Staat „ van Oorlog, wanneer men zyne bewys„ redenen met het Zwaard onderfteunen. „ moet en tusfchen Politique Gefchillen; -r„ In critique omftandigheden , Ed. Gr. Mog. Heeren! gelyk die in welke wy „ thans verfeeren, moet, naa eene bedaar„ de overweeging, het oordeel naauwlyks „ juiste middelen beraamd hebben , of de „ daadlyke Executie moet 'er het zegel op' „ drukken. — Hoe zullen wy nu Ed. Gr; ., Mog. Heeren! aan dit groote vereischte „ voldoen, wanneer wy, in de Uitvoering „ onzer beraamde Schikkingen, hinderpaal „ op hinderpaal ontmoeten, zal dan, het „ welzyn van het lieve Vaderland van eene „ enkele Pointille afhangen ? — Nu reeds „ zien wy de nadeelige uitwerking, welke? „ het kragtloos maaken van Orders gehad „ hebbe. Het Detachement der Rotter„ damfche Burgery, 't welk zy ter beveili„ ging van bet Krimpener Veer hadden ge» ,, despicieerd, weigert thans om uit te trek„ ken; — zy begrypen volkomen, dat, in de tegenwoordige manier van Oorlof  Verenigde Nederlanden. 3ö$ ,, gen, byna alles van de decifie van hei ,, Grof Gefchut afhangt, en dat zy, zondei s, 't zelve, aan het grootfte gevaar bloot„ gefteld zouden zyn; — zy willen alles. ,, hun leeven zelf, voor 't Vaderland vry,, willig opofferen; maar zy begeeren niei „ in een gewisfen dood te gaan* zondei „ dat het dierbaar Burgerbloed, het geen ,, dit Vaderland zo heilig moet zyn, iets ï, ten nutte van hetzelve hebbe uitgewerkt. „ Ziet daar Ed. Gr. Mog. Heeren! hei ,, nadeel, 't welk uit dit voorval reeds is ,, gefprooten; en is het te vreezen, dat. „ wanneer dit algemeen bekend wordt, hei ,, de braave Burgery moedloos zal maa•„ ken, en minder vertrouwen in uwe Or ,, ders zal doen ftellen, en dat deeze Com- misfie infructueus zal worden, en buiteri ,, mooglykheid zyn om het oogmerk te bë., reiken, 't geen UEd. Gr. Mog. zich mei het benoemen derzelve hadden voorgë„ fteld? „ Wy willen zeer wel gelooven, Èd. Gr 9, Mog. Heeren! dat de Ed. Mog. Heè „ ren Gecommitteerde Raaden deeze nadeë' ,, lige gevolgen niet voorzien, en dat hut ,, Ed. Mog. enkel begeerd hebben, dat w} ,, ons by hun Ed. Mog. adresleerden ; ten einde de Orders tot aflevering van Ge fchut, en andere Ammunitie van Oorlog 5, te doen depecheeren. — Maar kan zulk 3, Ed. Gr. Mog. Heeren! in deeze omftan i, digheden, wel mogelyk zyn? Is het we XIVj DEEk Aa |, v«i xl; BOEK; I787. I r » i  37o DE REPUBLIEK DER XL. CO EK. I787. „veilig voor het behoud deezer Provincie ? Eén uur verwyls kan zomtyds de „ geheele Provincie doen verlooren gaan. „ Expeditie en Geheimhouding zyn de twee 5, eenige middelen , welke ons, in de te5, genwoordige omftandigheden, behouden, n ja de overwinning verzekeren kunnen; en n UEd. Gr. Mog. hebben zulks zekerlyk j, begreepen, door aan ons zulk een ample n magt en tegelyk het vermogen van Ge,5 heimhouding, wanneer het belang van 3, het Vaderland zulks vereischte, te ver,3 leenen. En, daar wy overtuigd zyn, dat UEd. ,9 Gr. Mog. in die gevoelens verfeeren, heb- ben wy nog heden aan de Commifen der 3, Magazynen aangefchreeven, om ons eene ö Ipecifique Opgave te doen van alle de Ara- munitie van Oorlog, welke zich in dezel - 2, ve bevindt — en, in dat zelfde vertrou„wen neemen wy de vryheid UEd. Gr. j, Mog. te verzoeken, dat UEd. Gr. Mog. „ ten fpoedigften, en zonder refumptie, aan alle Commifen van 's Lands Magazynen gelieven aan te fchryven, en des noods te j, gelasten, om, op onze Requifitie, zoda„ nige Ammunitie van Oorlog te laaten vol- gen, als wy ten dienste van den Lande „noodig zullen oordeelen; op dat wy dus n in ftaat gefteld worden, om ook die zaa- ken te effectueeren, die niet anders dan „natuurlyke gevolgen, en ondergefchikte 3, middelen zyn, om het groote oogmerk te 33 bereiken, met welker Uitvoering UEd. „Gr.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 371 55 Gr. Mog. ons wel hebben gelieven te n vereeren (*). Schoon Staaten van Holland beflooten, dat aan de Commisfie eeneLyst van den ftaat der Magazynen behoorde gegeeven te worden, zagen eenigen dit geval aan als een beginzel van werkloosheid en traagheid, en meenden hier eene kenbaare oorzaak van tegenwerking te vinden, die voor den Lande van de gevaarlykfte gevolgen kon zyn; en wilden daarom, dat ieder in zyne Stad te wege bragt, dat de Leden van Gecommitteerde Raaden, die aanleiding gaven tot de klagten in den Biieve der Commisfie uitgeftort, terftond te rug geroepen, en derzelver plaatzen vervuld wierden door Mannen, wier deugd en trouw men niet behoefde in twyfel te trekken. Terwyl anderen, daar uit het gevolg trokken, hoe gevaarlyk het was de Collegien van 's Lands beftuur te vermenigvuldigen; en hoe veel aanlei* dings zulks gaf tot Oneenigheid en Tegenwerking (/]-). Dat het aan Oneenigheid, en Tegenwerking, uit de AanftelHng deezer CommiÈfie gefprooten, niet ontbrooken hebbe getui gen eene menigte van voorvallen, die el- kan- (*) Extract uit een Misfive den 2? Juny 1787, door Ed. Mog. Heeren Gecommitteerden van de Ed, Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland en Westfriesland tot Defenfe van de Provincie van Holland en de Stad Utrecht, aan hun Ed. Gr. Mog, (f) Post van den Neder-Rh'jn XI. D. bl. 1113» N. Nederl. Jaarb. 17S7. bl. 1294. Aa 2 XL. BOEK.' 1787. Verfchillendeoordeelveilingenover dit geval. 1rerfchei« de vertvylingenin deVerzoekendoor de  37» DE REPUBLIEK DER XL'. boek, 1787 Commis fie gedaan. kander als verdrongen , en welker voof» naamfte wy niet mogen nalaaten op te haa Hoorn, Enkhuizen, Edam en Medemblik aan , zich vervolgens nader te zullen verklaaren. — By het volflrekt bepaalen van dit Staatsbefluit flelde men ook vast, naa dat deswegens, in een groot Befogne met Heeren Gecommitteerde Raaden onderzoek gedaan was, welk een Schavergoeding aan de Verminkten, als mede aan de Weduwen en Kinderen der Gefneuvelden, zou worden toegezegd (*_). Hoe- C) Refol van Heil. 17 en 24 July 11 en 14 Aug, I787. Het Flan van Schavergoeding was van deezen Jnhoud. Dat alle die Burgers, die in den Dienst zullen verminkt worden, in zo verre, dat dezelve onbekwaam zullen zyn, zich te kunnen geneeren, zal worden toegelegd. A. Of in ééns eene fotnme by Uitkoop. B. Of eene weeklykfche Gratificatie. A. Dat de fomme by Uitkoop, in ééns te geeven , zou dienen te worden bepaald op den volgenden voet. a. Voor het verlies van beide Oogen , , ƒ2000:0: o. Aa 5 Vqq? XL. boek;, 1787.  378 DE REPUBLIEK DER XL. boek. 1787. Gefchil over de Magtsverleening aan de Comjuisfle. Hoewel deeze gegeevene Goedkeuring en Loffpraake, als mede de aanmoedigende Toezegging, den Gewapenden Burgeren, op 't Voorftel der Commisfie, en volgens hunne eigene begeerte gefchenken, op verre na geene algemeene Toeftemming wegdroeg, rees 'er, omtrent gelyktydig, een ander gefchil tusfchen eenige der Staatsleden , wegens de Gezag betooning der Commisfie , in het oprigten van geregeld en ander Voor het verlies van één Oog . . . ƒ450:0:0, En voor andere Accidenten of verminkingen aan dezelve , beneden de voorfchreven refpective fommen, ter Discretie van het Collegie van de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raaden, elk in zyn Kwartier. ' b. Voor het verlies van beide Armen of Handen . ƒ1600:0:0. Voor het verlies van de Rechter Hand of Arm . ƒ 600: o: o. Voor het verlies van de Slinker Hand of Arm . ƒ 45o:oto. En voor andere Verminkingen ter Discretie als boven. c. Voor het verlies van beide Beenen of Voeten . ƒ1000:0:0. Voor het verlies van één Been of Voet . . ƒ 600: o: 0. En voor andere Verminkingen ter Discretie als boven. B. 1. Dat aan alle die Burgers, die in den Dienst als boven rt7»ia-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 370 der Krygsvoik. De twist ter Staatsvergaderinge liep zeer hoog. De Commisfie hadt niet alleen, om de vermindering des Krygsvolks ter betaalinge van Holland {taande, door het bovengemelde verloop van zommige Regimenten, j zo veel mogelyk, met den meesten fpoed, J te verhelpen, aan eiken Deferteur, die over , zou loopen uit de Troepen, welke tegen deeze.: Provincie en de Stad Utrecht by een ge- trok- nig zullen verminkt worden, dat zy onbekwaam zyn zichzelven te geneereu, of iets tot hun eigen onderhoud en alimentatie te contribueeren, hun leeven lang geduurende. zal worden toegelegd weeklyks . ƒ 4:0:0. 2. Dat aan de overgebleevene Weduwen zonder Kinderen van de in preftatie om denzelfdenDienst gefneuvelde Burgers 's weeklyks zal worden toegelegd de fomma van . . . ƒ 3:3 '• °- Tot zo lange zy weder ko-' men te hertrouwen; doch langer niet. 3. Dat ieder Weduwe der invoe- . ge als vooren gefneuvelde Burgers, dewelke met Kinderen blyft zitten , 's weeklyks zal ontvangen . . . ƒ 3:3: °« En daarenboven voor ieder Kind beneden de 14 Jaaren . ƒ 0:10:0 Alles flegts tot zo lang, dat de gemelde Weduwe komt te hertrouwen , of te overlyden: dewyl in dit laatfte geval, de Kinderen tot laste der publieke Godshuizen kunnen komen. XL. 3 O E IC* 1787. Wat 'er voorviel >ver hun >edryf ot verft eerde■ing der irygsmagt.  38a DE REPUBLIEK DER XL. soek. ] 1 1 i I trokken waren, of by een getrokken zouden worden, en zich in het een of ander Regiment of Militair Corps, ten dienfte van dit Gewest, zou laaten aanneemen, en aan 'c zelve alleen den Eed doen, eene Belooning van zes Dukaaten uitgeloofd, en deeze zelfde toezegging gedaan aan eiken Vreemdeling, die zich, op dezelfde wyze en gelyke voorwaarde, ten dienfte deezer Provincie verbondt (*); maar ook den Collonel van Stkrrenbacu last gegeeven een Corps op te rigten, beftaande uk een Regiment Voetvolk, eenige Dragonders en Artilleristen. Geertruidenberg zou ter Verzamelplaats van \ zelve dienen. — De Magiftraat van Geertruidenberg fchreef hier over aan Gecommitteerde Raaden , die deezen Brief ter tafel van bun Ed. Gr. Mog. bragten, met verzoek om te mogen weeten, hoe zy zich hier in gedraagen zouden, indien men hun om Betaaling daar voor vroeg — De Ridderfchap wilde hier op de Commisfie ter Defenfie aangefchreeven hebben . om, hangende de Raadpleegingen op' dit ftuk, hier mede niet voort te gaan; doch de Meerderen Extract uit de Refolutien der Gecommitteerd len* van de Edele Gro:,t M-ig. Heeren Staaten van Holland en West friesland, ter Defenfie deezer Pronncie en de Stad Utrecht. 14 July 1787. — Op 'ruslands voorftel beflooten vervolgens de Algeneene Staaten Holland eenen aanmaanenden Brief e fchryven, zo wegens het belooveu van Beloo[ingen aan de Overloopers, als wegens de verhoo;ing van de Soldy des Krygsvolks, verwagtende dat ;ulk een Befluit, als de geheele Militie bedervess, zou worden ingetrokken.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 381 derheid der Vergaderinge verftond, dac aan de Commune breede Magt gegeeven was, en zy, van wegen het verloop des Krygsvolks, zorge moest draagen tot het te werkltellen van middelen, die haar voorkwamen ten meeste nutte van den Lande te ftrekken, dat uit dien hoofde Gecommitteerde Raaden dienden gemagrigd te worden, der Regeeringe van Geertruidenberg aan te fchryven, om de Bevelen der Commisfie van hun Ed Gr. Mog. te gehoorzaamen , waar op de Ridderfchap en de met haar inftemmende Staatsleden dien Brief overnamen (*). Het teder ftuk, hoe verre de Heeren Gecommitteerden tot de Verdeediging van Holland en de Stad Utrecht, uit kragte van het Staatsbefluit van den twaalfden van Zomermaand . bevoegd waren tot het oprigten van Nieuwe Corpfen geregelde en ligte Troepen , kwam in Oogstmaand ter gezetter overweeginge. De Afgevaardigden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden , Amfterdam Gouda, Rotterdam, en Alkmaar, de Meerderheid uitmaakende der Leden in het groot Befogne daar over gehouden, waren van oordeel, dat en de Letter en het Oogmerk des gemelden Staatsbefluits klaai uitweezen, „dat, daar by, aan die Heeren gej, geeven was de volkomen Magt en Facul„ teit om alle zodanige Middelen te beraa5, men en Maatregelen te neemen en ten uitL voer te brengen als best gefchikt zouder zyn CO van Hol!, ap July 1787, XL» BOEK. 1787. üitge= bragt Verflag dewege hun dit toekennende»  XL. BOEK. Verklaaring der Ridderfchappehier tegen ingerigt. 382 DE REPUBLIEK DER „ zyn, om alle Anvallen tegen deeze Pron vincie, en de Stad Utrecht efficacieus te n keer te gaan; en dat zy Heeren Gecommit» „ teerden diensvolgens van Advys waren, „dat geperfifteerd wordende by de voor„fchreeven Refolütie, de gemelde Heeren, „ uit dien hoofde, bevoegd waren, tot het „ oprigten van zodanige Nieuwe Corpfen „ reguliere en ligte Troepen , als dezelve „ tot de noodige Defenfie deezer Provincis „ en de Stad Utrecht, zouden oordeelen niet „ gemist te kunnen worden; en dat van 't „ voorfchreevene aan de Heeren Gecom5, mitteerden te Woerden kennis zou behooren te worden gegeeven, tot derzelver „ narigt." De Afgevaardigden der Steden Delft, Brielle, Hoorn Enkhuizen, Edam en Medemblik, wilden hier op nader verftaan het oogmerk van hunne Zenderen; zy verzogten met de Ridderfchap een Affchrift van het gedaan Verflag, terwyl het volftrekt Befluit, rot nadere Raadpleeging werd, uitgefteld, „ Dan, voegde de Ridderfchap 'er 5j nevens dat zy zich verpligt gevonden „ hebbende tot het voorflaan en bepaalen w van een Commisforiaal Befogne, om te „ onderzoeken in hoe verre, de Heeren Ge„ committeerden tot de Defenfie deezer Pr0„ vincie en de Stad Utrecht, uit kragte van „ de Commisfie , door de Pluraliteit der „ Vergaderinge aan hun verleend, bevoegd w kunnen zyn tot eenige Augmentatie van 5, de Militie hoegenaamd, gelyk thans door „ die Commisfie ipfo facto ondernomen werd,' » al-,  VERENIGDE NEDERLANDEN. 383 j, alles gedaan hadden onder inhefie, van öde Advyzen en Aantekeningen van de n Orde, nopens de Benoeming deezerComwmisfie, en thans in dit Befogne moe- n tende dienen van Advis, zy van ge- „ dagten zyn zouden, dat, offchoon men 5, niet kan ontveinzen, dac de Heeren van „ de Commisfie te Woerden, van eene zeer n ample en exclufive Magt zyn voorzien, n (eene Magt grooter dan die van hun Ed. „ Gr. Mog. zelve, en alzo a priori in„ conftitutioneel en onbeftaanbaar,) die w Magt zich egter nooit kon uitftrekken, „ tot zodanige Handelingen en Contracten M die ftrydig zouden zyn , met de Grondj, wetten en Voorregten eeniger Ingezete„ nen, dus ook met de Regten van de Leden van hun Ed. Groot Mog. Verga5, dering, waar van de inbreuk zonneklaar n daar gefteld zou zyn, wanneer men aan de „ fustenue van de voornoemde Commisfie „ zou willen toekennen zodanige Magt als in „ dit Commisforiaal wordt overwoogen. „ Dat die Magt direct aanloopt tegen de £ Grondwetten van den Lande; dat alle Pun- ten van Bezwaar niet dan met eenpaarig- „ heid geconcludeerd kunnen worden. * n Dat het aanwerven van Nieuwe Corpfen, „ het augmenteeren van Compagnien wel de„ gelyk Punten van Bezwaar zyn, onaffchei„ delyk van het Finantieweezen der Provinj, cie; dat Gecommitteerde Raaden niet be„ voegd zyn, om eenige Belastingen te doen, „ dan op Authorifatie van hun Ed. Groot sf Mog., en zelfs niet per confequentie van n voo- XL. BOEK. 1787.  384 DE REPUBLIEK DÉR XL. *0EK. Verfchil tusfchen Wassenaar en Van Beiickel. „ voorige Refolutien hoegenaamd ; maaf „ dac Gecommitteerde Raaden als dan ver- pligt zyn, om nog eene ad illum actum „ te vraagen." Op welke gronden de Heeren van de Ridderfchap zich verpligt vonden, om, wegens dit Befogne hun Ed. Gr. Mog. te advifeeren. „ Aan de Commisfie te Woerden aan j, te fchryven , om geene Capitulatien of «, Contracten van Oprigting van Nieuwe Militaire Corpfen, onder welke Benaaming ö die ook mogen zyn, aan te gaan, of ook 5, eenige Augmentatien in de fterkte van n Compagnien te onderneemen, zonder al„ voorens daar van aan hun Ed. Gr. Mog. 55 kennis te geeven, en derzelver Orders af te w wagtem En om, wyders het Gedrag ,5 van Gecommitteerde Raaden te laudeeren „en te approbeeren, hun verzoekende op ,5 zodanige, ten Bezwaar van den Lande ftrek5, kende, onderneemingen, een wakend oog 15 te houden; en wanneer dezelve tot hun „ kennis mogt komen, hun Ed. Gr. Mog* „ daar van te prevenieeren (*)•" Hoe zeer men gewoon was aan heftige tegenfpraak, en met veel drifts gepaarde woordwisfeling tusfchen deLeden texHolland^ fche Staatsvergadering, in gevoelens verre van een en dikwyls lynrecht tegen elkander in loopende, klom zulks te deezer byeenkomst verre boven den gewoonen peil. De Amfierdamfche Penfionaris van Berckei» de Aantekening van de Ridderfchap ontlee- dende (") Re/bh van HjIU 4 Aug* 17871  VERENIGDE NEDERLANDEN. 385 dende en 'er eenige gevolgen uittrekkende, viel de Heer van Wassenaar StarrenBerg, van wegen de Ridderfchap het woord voerende, hem in de reden; deeze gaf hem daar op, met veel drifts, te verftaan, „ dat „ hy vóór zyne beurt fprak, alle orde en „ wetten der Vergadering fchondt, met „ verzekering dat hy van zulk eene incon„ fhtutioneele en ongeoorloofde wyze van „ raadpleegen verflag aan zyn Principaalen 3, zou doen , en de Vergadering verlaa- ,, ten." Waar op de Ridder , niet min in drift ontftooken antwoordde „ dat foort- gelyke uitvallen noch aan zyn Ed. noch 5, aan iemand voegden , en dat hy geen ,, Man was om 't zelve zo min binnen als buiten de Vergadering te dulden!" De Penfionaris beklaagde zich hier over, als een hoon hem aangedaan, en werd vervolgens door Afgevaardigden van Amfterdam voorgefteld om het Reglement van mdlxxx op de Orde van de Vergadering te herzien. Zy drongen aan om voldoening wegens het onlangs voorgevallene tusfchen den Heer van Starrenberg en hunnen Penfionaris, waar over zich diens Zenders beledigd vonden, en deswegen eene Verklaaring inleeverden, om in de Staatspapieren te plaatzen. Hier tegen verzette zich de Ridderfchap. Heevige twisten vielen 'er by voor, en werd 'er eene Tegenverklaaring uit gebooren, waar in deeze Heeren, betuigen „ dat het „ eerder zou ftaan aan de Heeren van de „Ridderfchap van zich te beklaagen over „ het Gedrag van den Penfionaris van BercXïV. deel. Bb nKE^ XL. BOEK» 1787.  386 . DE REPUBLIEK DER XL. BOEK. I —u_ l7"7- t f . kEl dan wel aan de Regeering van Am^ fier dam over hec Gezegde van den Heer „van Wassenaar, aan dien Minister." —■ Zy voegden 'er by, tot verdeediging van hunne Orde, „ dat de Heeren van de Rid„ derfchap, zedert lang, hadden moeten on„ dervinden , de verregaande uitdrukkingen „ en hoonenden toon, welke men zich her„ haalde keeren veroorlofd hadc te houden „ tegen hun Corps, wanneer het Advys van „ dezelve niet overeenkwam met het thans „ heerfchende Systema: ja waren de on„ geregeldheden van dien kant zo verre ge„ gaan, dat de Ridderfchap daar over geen „ Satisfactie kunnende erlangen, noch eenig „redres te wege brengen, zich verpligt „ hadden gevonden de Refolütie te neemen , „ (wilden zy zich niet aan de fpot en min„agting van een ieder blootftellen,) om „ voortaan zeer cordaat op dien zelfden voet „ als zy bejegend werden te reciproceeren, en dien onbetaamenden toon en beledigende „ taal, welke dagelyks ten hunnen opzigte „plaats hadt, te beantwoorden op eerewyze „ overeenkomftig 't geen zy aan hun Eer en „ Geboorte verfchuldigd waren." — Dit hadt de Heer van Wassenaar Starrenberg in het tegenwoordige geval, huns oordeels, gedaan; „ hier toe," fchreeven zy „ was „ hy bevoegd, zo wel als integreerend Lid „der Souveraine Vergadering, als uit hoof„ ^e van zyne eigene Qualiteit, welke hem „ niet kon permitteeren injurieufe uitdruk„ kingen onbeantwoord voorby te laaten „ gaan." Weshalven zy diens gedrag in alles  VERENIGDE NEDERLANDEN. 387 les moesten goedkeuren , en zyn zaak de hunne maaken „ welverzekerd, dat de Regering van Amfterdam, indien dezelven n van het waare onderrigt was geweest, wel „ verre van een dergelyk Declaratoir in te „ leveren, en het geen met zo veel regts „aan haaren Penfionaris gezegd was, als „ eene Isefie te confidereeren, en ad animum „ te revoceeren , gemelde Heer Penfionaris „ geïnjungeerd zouden hebben, zich met meer Befcheidenheids re gedraagen, en niet „ door zyne verregaande Uitdrukkingen, zelfs „ aanleiding te geeven, dat de Deliberatien „ met die decentie, als het behoort, niet J} konden voortgezet worden." Deeze Aantekening bleef van de zyde der Amfterdamfche Regeering niet onbeantwoord, waar tegen de Ridderfchap, zich weder een Tegenaantekening voorbehield (*). Om het wydgaapend verfchil, wegens de Magt der Commisfie, af te doen kon men 0 eerst niet overeenkomen dag te ftellen, en ^ viel'er,tot dit ftuk betreklyk, inmiddels het h een en ander voor. -— Eenige Staatsleden ei van Holland fpraaken , op voorgang van Dordrecht van de noodzaaklykheid om vyf of zes Officieren Ingenieurs, ten dienfte van Holland, onder de Orders van den Generaal van Ryssel, aan te ftellen, en, ten dien einde de Commisfie te Woerden te volmagtigen tot de opgave der daar toe bekwaame Perfoonen, om by Heeren Gecommitteerde Raa- (*) Refol. Holl. 8 eu 15 Aug. 1787. N, Ncderls Jaarb. 1787. bl. 3136. en 4538. Bb 2 XL. IJ O E K. Gercliil ver het infteln van genis irs,  333 DE REPUBLIEK DER XL. BOEK. I787. Raaden de Commisfie te ontvangen, naa dat dezelve by hun Ed. Gr. Mog. zou zyn goedgekeurd. DitVoorftel vondt ilerken tegenfland by de Ridderfchap, als mede by de Steden Delft, Brielle, Hoorn, Edam en Medemblik, boven al uit hoofde van het bezwaar van 's Lands. Kas: en dat zy daar in niet zouden toefiemmen, noch in de Betaaling uit 's Lands Kas bewilligen. Men bepaalde egter een kort aan (taanden dag om deeze Ingenieurs aan te ftellen; en dat, indien men de Betaaling uit 's Lands Kas wilde weigeren, men dan de voldoening zou vinden by de Comptoiren in de Steden, uit die penningen, welke men anders gewoon was in 's Lands Kas over te brengen. De Ridderfchap nam dit over. Op den dag ter voivoeringe van dit Voorftel beftemd werd het in een Befluit veranderd, en de Commisfie te Woerden daar toe gevolmagtigd. De Ridderfchap ftemde toen wel in hetaanneemen van eenige Ingenieurs: doch om zich deswegen by den Raad van Staaten te vervoegen ; maar in gevalle de Raad van Staaten daar aan niet mogt voldoen, Heeren Gecommitteerde Raaden te volmagtigen, die Officieren een Daggeld toe te leggen; mits niet hooger loopende dan de jaarlykfche Wedden; en daar toe gec-ne Vreemdelingen te gebruiken, om dat zy te veel plaatfelyke kundigheden zouden verkrygen. Delft liet zich niet verder in dan dat, zo men mogt begrypen eenige Ingenieurs noodig te hebben, als dan vooral geen Vreemdelingen aan te ftellen, zich ver-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 389 vereenigende > met bet Voorftel in voorige jaaren door Schoonhoven gedaan , om, zo min mogelyk, Vreemden in 's Lands diensc te gebruiken. Dit werd door Schoonhoven en door alle de Steden begreepen eene ftilzwygende voorwaarde te zyn, indien men onder de Landzaaten daar toe kundige Perfoonen kon vinden (*). De Commisfie onderrigt, dat Heeren Gecommitteerde Raaden zwarigheid maakten om het beloofde Douceur aan de Ritmees ters en Capiteinen voor de Werving te betaalen, zonder daar toe gelast te zyn van hun Ed. Gr. Mog., verzogten, dat, ftaande de Vergadering, daar op mogt beflooten worden. Het Befluit viel om, desnoods, Heeren Gecommitteerde Raaden hier op te gelasten (f). Om van mindere, tegenftribbelingen niet tegewaagen, en weder tot de nog hangende groote zaak, de Magt der Commisfie ter Verdeediging te komen. De vyfeiende van Oogstmaand was bepaald pm dit gewigtig ftuk af te doen, en gefchiedde zulks over eenkomftig met het Verflag der Meerder heid (§), tegen den zin der Ridderfchappe. Die, ten deezen dage, een breedvoerig Advys inleeverde om tegen te gaan, verfcheide Stellingen door de anders denkende Staatsleden, in de hitte des gefchils, ftaande gehouden, en welke hun van dien aart voorkwamen, dat zy een byzondere weder- „ fpraak (*) Refol, van HolL 3 en 8 Aug, 1787, (f) Refol. van Holl. 15 Aug. 1787. Zie bier boven bl. 38J. B b § XL. BOEK.. 1787. Gefchil over de Betaaling van het Douceur voor de Werving, Het groot Gefchil over de Aanwerving des Krygsvolksdoor de Cosmnisfie, ten voordeele van dezelve bepaald.Wetlerfpraakder Ridderfchap»pe.  390 DE REPUBLIEK DER boek. 175*7. fpraak vorderden, „ zo ten opzigte van den ,, daadlyken zin, als ten opzigte van de II„ latien en Confequentien, welk daar uit, „ fpeciaal ten opzigte van de Denkwyze van de Ridderfchap zouden kunnen voortif vloeijen." In 't byzonder verzetten zy zich tegen het gefielde aan Dordrecht toegefchfeeven. ,, Dat men niet moest treeden „ in 't geen de Conftituiie, of het Regt van Overltemming raakte, maar zich bepaalen „ tot de eenvoudige Vraag, wat is de Refo,, lutie ? " — Als mede tegen het beweerde van Haarlem, uit het Oogmerk dier Refolütie, en den daar uit vastgeftelden „ Algew meenen Pvegel, dat men zich houden moest w aan den bepaalden voet." . Verder oordeelde de Ridderfchap te moeten waaken tegen alles, 't welk, in eem'ger voege, haare Denkwyze in een ander licht kon doen voorkomen dan dezelve weezenlyk was. Zy hadt bemerkt, dat wanneer zy niet onmiddelyk zamenftemde in alle uitgeftrektheid tot maatregelen, welke op onderfcheide tyden en wyzen voorgefteld, altoos als onontbeerelyk' voor de Verdeediging van Holland befchouwd werden, door die dezelve voordroegen, en wanneer de Ridderfchap van die onontbeerelykheid niet overtuigd was, of wanneer dezelve door het gewigt der Voorwerpen, of inzigt der gevolgen, zich niet in ftaat be vondt, zich oogenbliklyk te verklaaren, en in alles mede te ftemmen, men haare handelwyze fcheen toe te fchryven, „ aan eene bepaalde Intentie 55 van de zaaken maar te willen delaijeeren , „ ja  VERENIGDE NEDERLANDEN. -591 „ ja zelfs van zich de Defenfie deezer Provincie niet genoegzaam ter harte te neemen. „ Dit denkbeeld," luidt hunne taal, „is „ voor lieden van Eer allergevoeligst! „En daar thans alles, wat in de Vergadering van U Ed. Gr. Mog. omgaat, pu„ bliek is, en in veele Nieuwspapieren word voorgedraagen, op eene wyze , die, „ of geheel verdraaid is, of geheel onecht in de omftandigheden, zo volgt daar uit, „dat de Ridderfchap het voorwerp moet „ worden van de Kleinagting, ja zelfs van „ den Haat van dat gedeelte der goede In„ gezetenen, die zodanige ftukken met een „ Wind vertrouwen komen te leezen ; en „ de Ridderfchap behoeft zich niet te eiar„ geeren over de onaangenaamheden en het „ onregt , waar aan zy daar door wordt „ bloot gefteld. De Ridderfchap wykt voor „niemand in oprechten en vuurigen yver „ voor de noodige Verdeediging deezer Pro„ vince, en zal daar voor Goed en Bloed „ opofferen. Doch , vermids de Maatre„ gelen tot Defenfie vast involveeren, dat „ 'er bekende Vyanden zyn, die een Attac„que in den zin hebben, zo meent de „Ridderfchap, dat 'er wel alle middelen „ van precautie en voorzorg in 't werk ge„ fteld moeten worden, en daar toe heefc „zy altoos geconcurreerd: maar zy ver„ meent teffens, dat, om die maatregelen „ uittëbreiden op eene wyze die 's Lands „Kas zigtbaar uitput, ja haar Financieel „Vermogen te boven gaat, 'er vooraf deeBb 4. »*e XL. BOEK. I787.  39* DE REPUBLIEK DER XL. Boek. 1787. „ ze drie Objecten, door grondige bewyzen „ geconftateerd moeten zyn. Foor eerst „Dat de Provincie werklyk, in den vol„ ien zin van het woord, Vyanden heeft. _ „Ten tweeden, dat die Vyanden werkiyk „ een Attaque of Invafie in de zin heb- „ ben. Ten derden, dat zy de noo- „ dige Forces hebben, om eene dusdanige „Attacque met eenig fucces te kunnen „ uitvoeren." Dien uiterften nood hadt de Ridderfchap niet kunnen zien, en was deeze Denkwys het Richtfnoer geweest van haar geheel Gedrag. Wat de Magt der Commisüe by het Staatsbefluit opgedraagen betrof, hielden zy zich aan het meer voorgeftelde begip (* , 't zelve thans met veele woorden nadc:- ftaavende. „ Het ftrekte," gelyk zy zich uitdrukten „ om deeze Hooge „Vergadering zelve te onderwerpen aan „de willekeurige Onderneemingen van< „eene Commisfie, die, langs dien weg, „ 's Lands' Militie, —- 's Lands Kas, „ja's Lands Gewapende Burgercorpfen, „alleen en despotiek zal regeeren." Dit Advys betuigde de Ridderfchap niet alleen in de Staatsftukken te zullen doen inlyven; maar voor de geheele Natie open te leggen „ op dat zy beoordeelen mogt, of de „Ridderfchap haare waare Belangen, zo „nopens haare Defenfie, als nopens de „ handhaavinge der Conftitutionele Orde, in ü hec zo gewigtig ftuk der Bezwaren en Fi- nan- <*) Zie hier boven bl. 382.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 393 j3 nantien, volgends haar Eed en Pligc be „ harcigde, dan niet." Wanneer, ondanks dit alles, de Meer derheid voortging om tot het tegendeel t< befluiten, liet de Ridderfchap deeze aller fterkfle Tegenverklaring aantekenen; „ D< „ Heeren van de Ridderfchap declareeren ir gy de genomene Refolütie niet te hebben ge „ concurreerd; maar daar tegen wel ten fterk „ ften te hebben geprotefteerd, houdendt dezelve voor nul en van geene waarde 55 als direct ftrydig met de Grolden en Con ,5 ltitutie deezer Regeeringe, referveerend 55 daar omtrent haare Aantekeningen in d j. Registers te doen infereeren, eu zodanig „middelen in het werk te ftellen, als z 55 noodig zullen oordeelen om eene zo voi 55 ftrekte Overheerfching en Breeking de 55 heiligfte Banden deezer Regeeringe, than 95 door de Meerderheid gepleegd, te kee „ te gaan. — Refèrveerende verder den He« 55 Raadpenfionaris , welke door het foi S5 meeren eener diergelyke Conclufie, zie S5 formeel tegen zyne Inftructie heeft gt „ draagen, en zich tegen Eed en Pligt te „ hoogften fchuldig heeft gemaakt, in ty 55 en wylen, Rekenfchap te doen geeven ,5 en over deszelfs Wangedrag te Regt i 55 doen ftellen." Hier mede vereenigden zich in 't hoofi zaaklyke de Steden Delft. Brielle, Hoort Enkhuizen, Edam, en Medemblik. Schi dam betuigde wel genoegen te willen nemen met de Capitulatien bereids door < Commisfie aangegaan, en te begrypen d B b 5 da ■ XL COILK. i «787- , Tegenver klaa1 ring der i Ridd.es> ■ fc^.p- 't f V s r r b n d e l- '■ > ié. II u  XL. BOEK. I787. Verdeeldheid over het geeven van Patenten door de Gommis- • fie. 1 ] 1 } t s É / c t - I (. I' (*) Refoh van Iloll. 15 Aug. 1787. 394 DE REPUBLIEK DER daar door de Provincie van Holland, en de StadUtrecht, genoegzaam befchermd waren, en dat over zulks de Commisfie diende aangefchreeven te worden geene verdere Corpfen aan te neemen. — Dan de Steden Dordrecht, Haarlem , Leyden , Amfterdam, Gouda, Kotter dam , Schoonhoven , Alkmaar, Monnikendam en Purmerende, hielde aan zich eene Tegenverklaring (*). Onmiddelyk hier op, reezen 'er Verdeeldheden over de Patenten door de Commisfie uitgegeeven; waar aan een en ander weigerde te voldoen. Hun Ed. Gr. Mog. begreepen, dat de Krygsbezetting te Helvoetüuis en in den Brielle, waar aan de Commisfie Patent tot uittrekken gegeeven hadt, liet wel konden verminderd worden; zy jeurden dus het gedrag van Gecommitteer3e Raaden in deezen goed; doch wilden dat nen de Officieren, uit hoofde van de byge>ragte reden hunner weigeringe, hun ge'oelens omtrent de Staatsbefluiten der Staaen van Holland als Territoriaale Souverain, f moest vraagen. By het verder raadplee;en hier over zou men aan de Commisfie te Voerden hier van kennis geeven, op dat ia het gegeeven Patent zoude kunnen in-ekken. Dan de Ridderfchap wilde dieReimenten aangefchreeven hebben aan die icvelen niet te gehoorzaamen; dewyl de Commisfie niet bevoegd was Patent aan dat krygsvoik te geeven: daar de Commisfie oor-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 39S oordeelde bevoegd te zyn om over alle Troepen, de Bezetting in 's Gravenhaage alleen uitgezonderd , bedel te doen, en verzogt dat dit Stuk fpoedig mogt worden afgedaan (*). De Algemeene Vergadering der Gewapende Burgercorpfen van de Steden en het Platteland in Holland, die, ten zelfden tyde, toen het Stuk van de Magt der IVoerdetifche Staats-commisfie in zo ernftige overweeging kwam, en (toffe tot zulke verwyderende Voorftellen opleeverde , eene allerlterkfte Verklaaring by hun Ed. Gr. Mog. hadt ingediend (f), tradt wederom te voorfchyn met een Adres, tot Handhaaving der Commisfie, waar in zy, naa betuigd genoegen over de Aanftelling dier Staats-commisfie, en in de Leden waar uit dezelve beflondt, als mede wegens de breede Magt daar aan verleend, verklaaren, „tot „ hun grievende fmarte, te hebben moeten „ ondervinden, dat de falutaire poogingen „ van die lofiyke Staats-commisfie, voor een w groot gedeelte, waren verydeld, immers „ gedwarsboomd en verwyld, door de „ Meerderheid van het Collegie Uwer Ed, „ Gr. Mog. Gecommitteerde Raaden, en „anderen, zelfs particuliere Ingezetenen, welke reeds by den aanvang dier respecta' ble Commisfie, (welke zo verre haare n last betrof, niet minder dan U Ed. Gr „Mog (*) Refol. van Holl. 18 en 24 Aug. 1787. (t),wy hebben dezelven hier boven bl. 235 gegeeven. XL. BOEK» I787. Adres der GewapendeBurgercorpfen , ten voordeele van de Commisfie.  39^ DE REPUBLIEK DER XL. BOEK. 1787. „Mog. zelfs reprefenteerde,) geweigerd „hebben haare Bevelen te gehoorzaamen ; „ maar daar tegen allerlei frivole voorwendsels en uitvlugten te allegeeren, alleen „ gefchikt om , 't zy nayverige oogmerken, „ 't zy andere bedoelingen, te beguniligen, „en te gebruiken, althans zeker om de „ heilzaame poogingen van UEd. Gr. Mog. „ Commisfie, ware het doenlyk, infructueus „ te maaken, gelyk daar van ten overtuig„ lyken blyke ftrekt de weigering van Atta„ che op het Patent van Uitmarsch van het „ Garnifoen der Stede Brielk en der For„ tresfe Helvoetjluis. „Datzy, confidereerende, dat gemelde „ Staats-commisfie is eene expresfe Dele„gatie, ter wier verantwoordinge, zo by „ U Ed. Gr. Mog. als by alle braave Inge„ zetenen deezer Provincie moet komen de „ Defenfie van derzelver Provincie en dat de„ zelve ook, wil zy, immers in dit eminent „ gevaar, van eenig mit zyn, en niet flegts „eene ydele vertooning maaken, volgens „ den uitdruklyken Inhoud haarer Inftructie, „nimmer de Magt moet ontbeeren, om, „zonder eenige provifioneele Rekenfchap „ verfchuldigd te zyn, over alle de Troepen „ van den Staat, 't zy binnen, \ zy buiten „ het Cordon, te kunnen befchikken, ge„ lyk welgemelde Commisfie zulks noodig zou oordeelen, zonder eenige bepaaling, „ voor zo verre de Defenfie deezer Provincie n en de Stad Utrecht betreft, dezelve dan „ook geenzins moet gefiibordineerd zyn 9 aan, of gecontradiceerd kan worden door  VERENIGDE NEDERLANDEN. 397 „ andere Collegien of Perfoonen, wie zy 3, ook zyn mogen: dewyl hier door het „ voornaam oogmerk haarer destinatie, ge„ lyk tot dusverre, tot treffend harteleed van „alle welgezinde Nederlanderen, meer dan 5, te dikwerf gefchied is, geheel te niet kan „ loopen." Op deeze gronden verzogten zy hun Ed. Gr. Mog. nogmaals, betuigende, dat zy zich vasthielden aan de even aangewezene Verklaaring , om de Commisfie te Woerden in derzelver volle Magt en wettig Gezag te handhaaven, en de reeds toegebragte verhinderingen aan haare gegeevene Orders daadlyk uit den weg te ruimen (*). Zommigen willen het duiden als of de Commisfie, tot ftaaving van de uitgestrektheid en onbeperktheid haarer werkinge, de toevlugt tot de Gewapende Burgercorpfen genomen, en dezelve tot het indienen van zodanig een Adres zou opgewekt hebben; doch deeze verdenking moet vervallen by elk, die weet van welk een yvervuur de Leden dier Gewapende Genootfchappen gloeiden. Onder dit veelvuldig woelen was de Commisfie onleedig geweest om de Verdeediging haar aanbevolen werkftellig te maaken. Tot dekking van Gouda en Holland in dien oord, waren twee gewigtige Posten aan den Tsfel bezet, en fchikkingen gemaakt om eenige Polders onder water te zetten: indien eenig Krygsvoik van Gelderland ol Amersfoort, door de Alblasjer of Krimpe net C) Refol. van Holl. 23 Aug. 1787. XL» BOEK. im Werk- 1 zaamhe-< den der Commisfie tot verdeediging te Lande.  398 DE REPUBLIEK DER XL. boek. 1787. ] j 3 i 1 < < r ( c ( r c f ner Waard, zouden tragten in Holland intedringen. De reeds in Bloeimaand gedaanen voorflag des Generaals van Ryssel, om te Vianen eenige nieuwe Werken te maaken, werd door de Commisfie in Zomermaand herhaald, by aanfchryvens aan hun Ed. Gr. Mog. dat zy het van de uiterfte noodzaaklykheid oordeelden, tot dekking van de Vaard, een Retranchement aan te leggen, waar van men de kosten op 7000 Guldens begrootte. De laatfte veranderingendoor deeze Commisfie bewerkftelligd , befionden in den Generaal Major van Ryssel, thans Bevelhebber van de Troepen in het Cordon, tot Commandant van Naarden te benoemen, :n het Gouvernement van die gewigtige Vesting hem op te draagen , in ftede van den ïoog bejaarden en zieklyken Generaal Maor Gheül van Spanüroek; den Rhyn;raaf van Salm tot Commandant en Chef >ver de Troepen, en tot tweedenCommanlant L. W. P. Baron van der Borch , Is mede tot Kwartiermeester Generaal den Vlajor A. van Helden aan te ftellen; en, lit hoofde van de aangelegenheid van de itad en het Land van Vianen tot Commanlant over dezelven te verkiezen den Lune- ant Collonel S. Amoodruz. Hun Ed. Sr. Mog. verzoekende de Commisfien van en Rhyngraaf van Salm, en den Collonel Commandant van der Borch zodanig in te igten, dat de Officieren, welken hoogeren f ouderen Rang mogten hebben, daar oor zich niet benadeeld rekenden, en wilden  VERENIGDE NEDERLANDEN. 390 den zy, om dit gemaklyker te vinden, het Cordon, het welk thans, uit hoofde der omftandigheden, geheel van Natuur veranderd was, voor vernietigd verklaard hebben (*). By deeze ("chikkingen tot verdeediging te Land voegde men die te Waser, zo op de Rivieren als in de Zuiderzee, 't Welk aanleiding gaf tot nieuwe onaangenaamheden, en de twisten deedt vermenigvuldigen. Twee Gelderfche Heeren, met het Provinciaale jacht na Nymegen te rug keerende, werden eerst by Gornichem, vervolgens by Loeveflein, door de daar geplaatfte Uitleggers aangehouden en onderzogt. Het Hof en de Rekenkamer van Gelderland deeden deswegen hun beklag by hun Hoog Mogenden, vraagende Voldoening over het ongelyk hun Jacht aangedaan, onder betuiging dat zy anders daar tegen de nadruklykfte maatregels zouden neemen, en hun beleedigde Souve^ rainiteit wreeken. De Afgevaardigder van dit Gewest deeden door den Raad var Staaten aanzoek om Kanon tegen de Gewa pende Vaartuigen, uit het Generaliteits Ma gazyn. De Raad van Staaten was 'er zee: voor: maar Holland, Overysfel en Stad et Lande namen het over, Friesland zou ziel nader verklaaren: terwyl de overige op he neemen van een Befluit aandrongen. Daadlyke vyandlykheden, werden dooi het Gelderfche Krygsvoik van den Dalemfchen Dyk, tegen den Uitlegger voor Loe re .(*} Refol. van Heil. 15 Sept. 1787. XL. BOEK. Uitleggers op de Rivieren. Gefchil deswegenmet Gelderland* . l • liet voorgevalleneop dea  4co DE REPUBLIEK DER XL. boek. Uitlegger by Loevefieiiu veftein gepleegd, en op denzelven gefchooten, 't welk deeze niec onbeantwoord liet. Men zogt vervolgens, zo men wil, door Verraad van den Luitenant Smit, te Dalem liggende, met den Commandant des Uitleggers Witte van Dam> dit Vaartuig meester te worden; doch deeze toeleg werd verydeid door den Luitenant Pieter van Aardenburg, die, het oogmerk ontdekt hebbende, met veel beleids en moeds , de Bewerkers van deezen toeleg, naa den Commandant zwaar gewond te hebben, meester werd, en gevangen opbragt (*). Van (*) N. .Nederl. Jaarb. 1787. b!. 1599. 1761. 1792. 3040. 4541. 4800. Wanneer de Heer Witte van Dam , in de Rottcrdamfche Courant van 17N0V. 1787 een Verflag van dat voorval -gegeeven hadt, niet zeer gunstig voor den Heer van Aardekburg, vondt diens Vader goede in 't licht re geeven, een Exact Relaas van bet. voorgevallene op den 12 Sept. 1787aan boord van den Uitlegger de Spion, geankerd voor het Slot Loeve/lein , tusfchen den Commandant Witte van Dam en deszelfs eer ft en Luitenant Pieter van Aardenburg. In eenen Brieve den veertienden van September door de Commisfie ter Verdeediging aan hun Ed. Gr. Mog. gefchreeven, vinden wy woordlyk,ten opzigte van die laatlre geval, vermeld; „Wy hebben op heden Rapport beko- „men van den tweeden Luitenant op 's Lands Uitlegger de Spion, P. van Aardenburg, liggen- ,.de voor Loevcdein, dat op eergisteren, de Com. „ mandant van voorsz. Uitlegger Witte van Dam, .met behulp van H. W. Smit, Luitenant ter Zee voor de Admiraliteit op de Maaze, welke daar „ toe zich op dien Uitleeger lndt doen transportee„ ren, zich met openlyke fchending van den Eed, „ aan Ons, in naam van U Ed. Gr. Mog. gedaan, „ eu van de Trouw aan zyn Vaderland, hadt fchul-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 401 Van meerder naafleeps was de Scheepswapening op de Zuiderzee, waar in zich het Defenfleweezen der Stad Amfterdam, de Zeeraad aan den Amftelen de Commisfie ter Verdediging te Woerden gemengd vondt. Op last van het Defenfieweezen te Amfterdam zeilden reeds vroeg in Zomermaand twee Kaagen en twee Jachten, met Draaibasfen gewapend, en ieder bemand met vyf en „ dlg gemaakt aan het verfoeilyk Desfein om dén voornoemden Uitlegger na Bommel te doen opzeilen, en alzo over te brengen op het Terri,, toir der Staaten van Gelderland, en om den Lui„ tenant van Aardenburg, op belofte van êeii „ brillant Fortuin, daar toe mede te verleiden en over te haaien; en wy kunnen U Ed. Gr. Mog. „ verzekeren, dat de Conduiten door den Luite„ nant van Aardenduro, by die gelegenheid ge„ houden, zo voorbeeldig in Trouw, Prornptitude ,, en Bravoere geweest zyn, dat wy deszelfs Per„ foon in de Speciale Protectie en Gunst van U Ed. Gr. Mog. durven aanbevelen. „ fn gevolge van de door hem gemaakte fchik„ kingen zyn de voornoemde Luitenants Witte „ van Dam en Smit, beiden in Arrest genomen, „ en terwyl de eerfte te Gornichem wordt bewaard, „ en door Ons aan de Judicature van den ScheepsKrygsraad der respective 's Lands Uitleggers, in „ gevolge van den Artykelbrief, zal worden over„ gegeeven, is de laatstgemelde heden morgen al„ hier te Woerden, nevens eenige bedenkelyke Papieren en Brieven by hem gevonden, gevanglyk binnen gebragt, en heeft bereids zyne Misdaad „ als mede die van den Luitenant Witte van Dam „ volledig bekend. Weshalven wy U Ed. Gr. „ Mog. verzoeken , om de noodige Refolütie te „ neemen, voor welk Geregtshof ofVierfchaar hy, wegens dit commune Delict zal moeten worden „ te regt gefteld." Refol. van Holl. 15 Septemb», XIV. DEEL, CC XL. BOEK. 1787. Scheepswapening op de Zuiderzee.  402 DE REPUBLIEK DER XL. boek. 1787. Klaagbrief' van zyne Hoogheid deswegen. en twintig Koppen, ohder het bevel van den Schout des Watergeregts Nobbe, na de Zuiderzee, om de vervoering van Oorlogsbehoeften en Volk, welke van de eene plaats na de andere mogt ondernomen worden , te beletten. Op het einde dier Maand ftevende een Kanonneerboot van Amfterdam na Hasfelt, om ter beletting van aanvoer des Krygsvolks van daar op Amfterdam aan het Zwarte Water te gaan leggen. De Gecommitteerden van het Defenfleweezen lieten twee Kanonneerfloepen in de Zuiderzee kruisfen, om het oog te houden op de kusten van Gelderland en Friesland. De Griffier Fa gel ontving een Brief van zyn Hoogheid, waar in hy fchreef zich verpligt geagt te hebben, als Admiraal Generaal, aan hun Hoog Mog. kennis te geeven, dat 'er zich een Vaartuig bevondt met een Wimpel, Vlag en Geus van den Staat, 't welk het inkomen van de Rivier de Eem aan Schepen belaaden mst Haver, Hooi, of Ammunitie, verhinderde, terwyl hy onbewust was of hetzelve verderen aanvoer kwam beletten. — Dat hy gehoord had, dat de Zee-capitein van Pelt, over dit Vaartuig het bevel voerde, doch bezwaarlyk kon denken, dat deeze dergelyk eene Commisfie, buiten zyne kennis, zou hebben aangenomen. Dat ook het kleine Jacht van de Admiraliteit op de Maaze, 't welk de Heer van Wassenaar tot catwyk, na Amersfoort bragt, genoodzaakt was geworden by te draaijen, door een fchoot met Scherp van dit Vaartuig gedaan;  VERENIGDE NEDERLANDEN. 403 daan; 't welk niet anders kon worden aangemerkt dan als een hoon van 's Lands Vlag. Dat -hy het gemelde Vaartuig met geene Commisfie hadt voorzien, en niet wist op wiens last gemelde Capitein dergelyke zaaken deedt op de kusten van Utrecht. 'Er werden met de daad zeven Schepen met Hooi en Stoo, die de Rivier de Eem wilden opvaaren, en denklyk na Amersfoort, opgebragt. Een der Uitleggeren op de Zuiderzee hieldt aan, en zondt na Amfterdam op, een Schip van Hasfelt komende, den wil hebbende na Elburg, waar op zich vierentwintig Soldaaten bevonden, uit verfcheide Regimenten, meest uit het Cordon verloopen, en de Hasfelfche Burgemeestei Bode, die op zyn woord van eer, door hei Defenfleweezen der Stad Amfterdam, zyr ontflag kreeg. — By Staaten van Hollam hoorde men het beklag van den Raad var Staaten, over het doen by leggen en laaten onderzoeken van hun Buitenjacht van den Moerdyk te rug komende door een der Uitleggeren; waar tegen zy voorziening verzogten. Staaten van Friesland beklaagden zich by eenen Brieve aan hun Ed. Gr. Mog. dat een Uitlegger op het Y het Friefche Jacht, de Gecommitteerden van dat Gewest tot het Defenfieweezen en de Quotas voerende, hadt doen bydraaijen, en verfcheide beledigingen aangedaan. Burgemeesters van Amfterdam beweerden, dat hun Commisfaris Abbema en de Secretaris Hasselaar meer re. Cc 2 den XL boek. i787. Opbren- gingen van Sche pen en klagten daar over. Klagten der Staaten van Friesland,  404 DE REPUBLIEK DER XL. boek. I787. Capitein van pel! voor de Admirali teit van Amfterdam op. ontboden. Antwoordvan Capitein van Pelt. den hadden om zich over het gedrag van het Jachtvolk en de Bedienden der Friefche Heeren, en over den hoogen toon dier Heeren zelve te beklaagen; dat de Uitlegger niets anders gedaan hadt dan zyn last gevolgd , gelyk zy vermeenden dat bleek uit een daar by gevoegd Verhaal van het gebeurde. Gecommitteerde Raaden ter Admiraliteit ■ te Amfterdam, deeden herhaalde aanfchryvingen aan den Capitein van Pelt, hem ' voor zich ontbiedende om mondeling te antwoorden op de Vraagen. „ Hoe veel Vaar„ tuigen hy onder zyn Bevel hadt? — Waar „dezelve gelegen waren? en hoe zich de „ onderfcheide gevallen, hem ten lasten ge„ legd, hadden toegedraagen ? Doch ver„ zogten by hun laatfte fchryven, hoe eer „ hoe liever, fchriftlykAntwoord te mogen „ ontvangen." Dit antwoord was in de volgende bewoordingen begreepen. „ Uwe Ed. Mog. „ geëerde Order van den veertienden July is „ door my wel ontvangen, en den Inhoud „ daar van, (onder reverentie gezegd) zeer „ wel begreepen; maar Ed. Mog. Heeren! „gelieft te begrypen, dat ik thans, (en „ wel met permisfie van U Ed. Mog.) in „dienst ben van deeze Stad en verder on„ der de Orders van hun Ed. Gr. Mog. „ de Heeren Staaten van Holland en West„ friesland, en vervolgens verpligt om aan „ de Ed. Agtb. Gecommitteerdens tot het „ Defenfleweezen , refideerende te Woer„ den, myne Verantwoording te doen. „ Dus  VERENIGDE NEDERLANDEN. 4°5 Dus zullen U Ed. Mog. my gelieven te „excufeeren, dat ik my niet inlaate tot , eenige Ouverture van myne Commisfie; 'maar ik moet de vryheid gebruiken om U Ed. Mog. te renvoyeeren aan myne " Heeren en Meesters,de Ed. Agtb. Hee- ren Gecommitteerden van het Defenfie„ weezen (*)•" "Ter Algemeene Staatsvergaderinge ftelde men vast de Regeering van Amfterdam te verzoeken het Schip onder Capitein van Pelt uit de Zuiderzee te doen opkomen, en de Admiraliteit aan te fchryven dier Capitein te verbieden langer bevel over 'i zelve te voeren: waar tegen de Afgevaar digden van Holland zich aankantten. Met het gegeeven Antwoord des Capiteins van Pelt vondt zich Amftels Zeeraac niet voldaan, en fchreef hun Hoog Mog hem nader te zullen onderhouden. Bywel ke gelegenheid dezelve oordeelde een aan eengefchakelde opgave te moeten voeger van het geen by het Admiraliteits-Collegia was voorgevallen, met betrekking tot d onderfcheidene verzoeken aan 't zelve ge daan door de Ed. Agtb. Heeren uit de Raad der Stad Amfterdam tot het Defer üeweezen derzelver Stad, wegens het wa penen van twee Kanonneerbooten, en ht Bevel over dezelve, en wat door het Co legie daar in was verrigt. * Zy gaven te kennen, dat gemelde He< ren k*j Men vindt de gewisfelde Brieven deswege in de N. Nederl. Jaarb. 1787. bl. 1706 enz. Cc 3 XL. boek. 1737. Hun Hoog Mog. willen hem dit bevel ontzegd hebben. Verflag [ van 't geen de Admirali: teit te ■ Amftert dam, tot , die Wa' pening ' gedaau - hadt. 1 t f n  4oö DE REPUBLIEK DER XL. BOEK. I787- ren, in 't begin van Zomermaand, eene onderhandeling met de Admiraliteits leden verzogt hebbende, daarin te verftaan gaven, dat de veiligheid der Stad, en de gerustftelling der Burgery, ten hoogften vorderden, dat aan den kant van het Y en wel te Water, eenige Wapening gefchiedde, tegen overrompeling, welke van die zyde zou kunnen aankomen; dat zy derhalven meenden, uit de wydftrekkende Magt hun door den Agtbaaren Raad gegeeven, om by de hand te neemen en zich te verzekeren, van alles wat daar toe kon ilrekken , aan het Collegie ter Admiraliteit, in deeze Stad, met eenigen aandrang te mogen verzoeken, het gebruik van de twee Kanonneerbooten, behoorlyk gewapend, on-: der het bevel van bekwaame Officieren. Het gewigt deezer vraagen en de onvoltalligheid der Vergaderinge, deeden eene nadere onderhandeling, tot den volgenden dag, verzoeken en bepaalen, met by voeging, dat de Heeren het nu mondeling gedaane Voorftel fchriftlyk zouden inleeveïen. Het eerfte Lid des Voorftels hielde in: „Om, ter verzekeringe van deeze Stad wen Provincie van Holland, hoe eerder zo 5j beter, te doen equipeeren twee meest be„ kwaame Vaartuigen , om te dienen tot „Uitleggers, en zodanig te worden geëm- ploijeerd als met gemeenzaam overleg „ van de Admiraliteit en de Commisfie tot w het Defenfleweezen zal worden bepaald; M dat die Vaartuigen mogen worden geB commandeerd door twee meest vertrouwde  VERENIGDE NEDERLANDEN. 407 „de Officieren, en fpeciaal door Capiteir „Ssls en den Luitenant Molenaar, er „dat aan dezélve, ten dien einde, ^eene „ fpeciaale Commisfie wierd verleend." Dii eerfte Lid,in.ryp beraad genomen zynde oordeelde men van de uiterfte bedenklyk heid, en niet tot het Collegie behooren de , waarom men bepaalde het volftrek van de hand te moeten wyzen. Het tweede Lid des Voorftels „dat he „Collegie ter Admiraliteit aan de Sta „ gelieve toe te ftaan en te vergunnen he „ Emplooi van de twee Kanonneerbooten „La-Levrem en La Meftante, elk vooi „zien van twee Kanonnades, en acht koi „ te achtponders Kanon , en de daar to „vereischte Ammunitie, ten. einde daar va „ zodanig Employ te maaken a)s de Con „ misfie ter Defenfie deezer Stad ten mee „ ten dienste noodig zal oordeelen ; en dat 2 „ tevens aan den Capitein Sels en den Lu „ tenant Molenaar gelieven te permitte „ren, om,, ongeprejudicieerd hunne ve „ bintenisfen aan den dienst van het E „ Mogend Collegie, onder welkers Gebh „gemelde Officieren reforteeren, zich „laaten emploijeeren tot het Commant „yan gemelde ,.Kanonneerbooten, ter B „yeiliging der Stad Amfterdam, of van 1 „ Provincie van Holland, zo als de gem« „ de Officieren by Particuliere Inftructie 2 „worden voorgefchreeven;" Dit twee Lid merkten zy aan als een Verzoek v wegen de Stad der Refidentie van het C< legie der Admiraliteit, en ter Beveiligin Cc 4 v boek 1 C t 1 t » e n 1- y i- r3. td ^ te [o 3- le 1- al ie m >1- '& m  4o3 DE R.EPTJBLIEK DER XL boek. \ » c 1 \ van dezelve: waarom de tegenwoordig zynde Heeren Hollandfche Raaden en Ministers (*) oordeelden daar in te moeten bewilligen; in dit geval, afgaande op menigvuldige voorbeelden van Leeningen van Gefchut en Ammunitie aan onderfcheidene Steden, in de Admiraliteit voorhanden; dat ook in den Jaare mdclxxdi, op verzoek der Burgemeesieren van Amfterdam, zonder eenige voorafgaande volmagtiging daar toe van hun Hoog Mog. aan dezelven gegeeven waren, Gewapende Vaartuigen om op 't Y te leggen; dat desgelyks, in het ongelukkig jaar mdcl , fchoon het Collegie zich niet wilde mengen en orpartydig blyven in de Binnenlandfche oneenigheden, toen plaats hebbende, egter, begreepen was, dat de Magazynen, zodanig in de magt der Stad waren, dat alles met geweld daar uit zou kunnen worden genomen. Door Capitein Sels was de Admiraliteit, >y eenen Brieve, verwittigd, dat hy, by iet Defenfieweezen, zich van het bevel'oeren over de Kanonneerbooten verchoond hadt: waar op Capitein van 'eet in diens plaats getreeden was; en ïadt de Zeeraad, met betrekking tot de veroeken door dien Capitein en door den ^uitenant Molenaar gedaan, gemeend eenig- (*) Die Heeren waren, Beeldsnyder, Hur;ronje, van Boetzelaar , Huigens, vanRooyen, n Blyijenburg.Fiscaal en Secretaris. De Heeren l. P. van Leyden cn B. E. Abbema deeden de oorflellea.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 409 eeniglyk te moeten toeftaan het ab renteeren en treeden in Stads dienst. Welhaast gaven hun Hoog Mog. te verftaan, dat zy, op de ingenomene Advyfjn der Gecommitteerden uit de AdmiraliteitsCollegien, en op verfcheide Berigten der Admiraliteiten, omtrent de gepleegde vyandlykheden der Kanonneerbooten op de Zuiderzee, geraadpleegd hebbende, goedge vonden hadden, dat, ten einde daadlyk, en zo veel mogelyk, te fluiten en vervolgens voor te komen de ongeregeldheden, door die Vaartuigen gepleegd, daar dezelve alïeenlyk door het Collegie ter Admiraliteit te Amfterdam waren verleend om gebruik: te worden, tot beveiliging van hunne Wed en de Stad huns verblyfs, en tot geen ander en verder einde, de Zeeraad te gemelder Stede zóu aangefchreeven en gelas! worden, om daadlyk, en zonder tydverzuim, die twee Kanonneerbooten van d^ Heeren uitmaakende het Defenfieweezeti van de Stad Amfterdam, te rug te verzoeken, en te ftellen onder Orders van dai Collegie, en dezelve alzo, is het nood. te doen dienen tot beveiliging der Admira^ liteits-Bezittingen en die der Stad; en anderzins den Capitein van Pelt, en der Luitenant Molenaar te gelasten, van ziel met die Kanonneerbooten daadlyk na Am fterdam te vervoegen, en zich onder d« Orders van het Admiraiiteits- Collegie t< ftellen. De Dagpapieren gewaagden van Order: door den Admiraal Generaal, als mede doo: Cc 5 der XL. b u h k. J787. Kun Hoog Mog. Schryven over de Kanonneerbooten van Amfterdam. 1 . ! Van het . bevel oiu die Vaar. 1 tuigen in  XL. BOEK. i787. dengronc te fcfnérj ten.F.vV?* lands rr.i..riurg. Voorflag om 's Lands Zeemagt allen tot befcherming van de buitenlandfche Zeevaard te gebruiken. Befluit deswegen genomen. 410 DE REPUBLIEK DER den Raad van Staaten, van wegen de Algemeene Staaten gezonden, om de Vaartuigen , die ter beveiliging van Holland op de Zuiderzee kruisten, in den grond te booren; doch dit werd ftellig wederfprooken. — Geen wederfpraak leedt het, dat Staaten van Friesland bepaalden by hun Hoog Mog. voor te draagen, de Admiraliteiten te geJasten , eenige welgewapende Schepen in zee te zenden, om de Amper damfche Kanonneerbooten te vervolgen, en de Zuiderzee wederom veilig te maaken. — Staaten van Gelderland drongen ook by hun Hoog Mog. aan om, door 's Lands Schepen, „ de Zui„ der zee van dergelyke Zeeroovers en.Zee„ rooveryen te zuiveren (*)." De Afgevaardigden van Rotterdam deeden , in Hooimaand, ter Vergadering van hun Ed. Groot Mog., het veel behelzend Voorftel, om de drie Hollandfche Admiraliteit Collegien- aan te fchryven, geene Schepen van Oorlog, door den Admiraal Generaal te laaten gebruiken, dan alleen rot befcherming der buitenlandfche Zeevaard; geene Betaaling meer te doen aan de Zeeofficieren, die hier in anders mogten handelen; en de Goederen der Admiraliteiten, die hier in weigerden toe te ftemmen , in beflag te neemen. Men ftelde dat in handen van het Perfoneel Befogne. ! Het vaardig uitgebragt Verflag diende ten grond van het Staatsbefluit van hun Ed. Gr. (*) N. Neder!. Jaarb. 1787. bl. .1844. 2153, Refol. Gen, 13 Aug 1787.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 411 Gr. Mog., om de Admiraliteits Collegien in Holland te gelasten geen hunner Oorlogfchepen, Gewapende Vaartuigen , of iets van hunne Ammunitie, rechtftreeks of zydelings, te laaten gebruiken, dan tot Beveiliging van den Buitenlandfchen Vaart en Handel der Ingezetenen , en tot dat einde waar toe dezelve uitgerust zyn en betaald worden; fchoon de Admiraal Generaal, of wie het ook mogt zyn, andere Bevelei mogt geeven, op ftraffe van geene Betaa linge meer te zullen genieten. Wordendi de Admiraliteiten van Amfterdam en he Noorderkwartier gelast, zorg te draagen dat de Schepen, beftemd om uit te zeilei fpoedig aan die bellemming .zouden vol doen, en Gecommitteerde Raaden aanbe volen op dit alles een waakend oog te hou den (*). Het was 'er verre af, dat alle Zeeoffi eieren in de begrippen {ronden door de Zee raaden van Holland omhelsd, die betuigde] geene zwaarigheid te maaken om te vol doen aan de Aanfchryving van hun Ed. Gi Mog. — Een fpreekend geval deedt zich, on trent gelyktydig op aan de Texeljche Reedi Immers GecommitteerdeRaaden van hetiVófl derkwartier, gaaven door eenen Brieve Sta ten van Holland de weete , dat zy , onderrii van eenige oproerige beweegingen op ( Helder, uit hun midden een Commisfu vergezeld van Ruitery, derwaards haddc gezonden. De Commisfie werd beklet do< (*) Refol, van Uolh if en iS Jnly 1787. XL. BOKK. t t » 1 . Zeeolïïcieren op ' de HeJ5 der 5n - hegtenis. l- ;c le » n d >r  4i2 DE REPUBLIEK DER XL. boek. 1787. door de Heeren Kloek, Claus en Koel, benevens den Secretaris Blok. By gedaan onderzoek was hun gebleeken, dat de Capitein Dekker , op 's Landsfchip Medemblik, en de Capitein Tulleken, op de Kotter de Salamander bevel voerende, van hunne Schepen aan den wal gekomen zynde, zich derwyze hadden fchuldig gemaakt aan oproerige Gefprekken, en Gedraagingen, dat zy, ter handhaaving van de rust, het noodig geoordeeld hadden , deeze Officieren in verzekerde Bewaaring te neemen; en dit ook te doen ten opzigte van den Luitenant van Braam: dewyl deeze, op eene zeer brutaale wyze, Satisfactie, over het in hegtenis neemen der twee gemelde Heeren gevorderd hadt. Zy voegden 'er nevens, dat de Heer Dekker, door Gobius gevraagd, of hy zich, op Order van hun Hoog Mogenden , of den Admiraal Generaal, zou laaten gebruiken, om van Pelt te verjaagen, of in den grond te booren? Ja geantwoord hadt. Zy verzogten , wyders, of de Kennisneeming deezer zaake aan Gecommitteerde Raaden zou overgegeeven worden, en, in dat geval, om de toevoeging van een bekwaam Perfoon tot het waarneemen van het Officie-Fiscaal. De Commisfie ter verdeediging te Woerden van deeze zaak, door Gecommitteerde Raaden in het Noorderkwartier onderrigt, betuigden hunne voldoening deswegen, met byvoeging hunner hoope, dat dezelve ten genoegen van alle weldenken-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 413 kenden, en naarftrengheid der wetten, zou worden behandeld (*). Het groot Befogne bragt met de Admiraliteiten een Verflag op deeze netelige zaak uit* om de Admiraliteiten te Amfterdam en in het Noorderkwartier aan te fchryven, die tweeSchepen terftond te laaten uitzeilen onder het bevel van andere Officieren, en de vast gezette door de Ordinarisjuftitie te Iaatenbeoordeelen; te weeten door deRegtersvan de Plaats. Overeenkomftig hier mede werd, zonder herziening, beflooten, en Gecommitteerde Raaden van het Noorderkwartier gevolmagtigd, deeze zaak te onderzoeken, en een bekwaam Perfoon tot het laaten waarneemen van het Officie Fiscaal aanteftellen (f). Ingevolge hier van werd, door Am ft els Zeeraad de Salamander onder het gebied gefteld van den Luitenant van Hamel ; en het bevel over het Fregat Medemblik, door dien van het Noorderkwartier aan den Luitenant J. A. B. Bloys van Treslong; met last aan beiden om ten fpoedigften in zee te fteeken. Hier mede namen zy weg de zwaarigheid door den Admiraal Generaal by de Algemeene Staaten in 't midden gebragt, hoe hy het Fregat Medemblik, daar men den Capitein gevangen genomen hadt, zou doen uitloopen, en gaven kennis van deeze hunne verrigting aan zyne Hoogheid; met by voeging ., dat de Exen cutien by hun aan de Aanfchryvingen van hun (*) VerEainelirig by Chalmot, V. D. bl. 200.. li) 'Refol. van Hot!. 20 en 21 July 1787.. XL. BOEK, 17H7. Begeving van twee Schepen en volmagtiging van Gecommitteerde Raaden.  4i4 DE REPUBLIEK DER XL. BOEK ' 1787. , Deeze handelwyze, er de keuze van Vi- TRINGA toe Fiscaal by veelen gewraakt „ hun Ed. Gr. Mog. gegeeven genoegzaam • n a^e genomen waren, conform de één„paarige Affpraak by Heeren Gecommit„ teerde Raaden van de Admiraliteits Col„ legien binnen deeze Provincie, in hunne „ Onderhandelingen, nu kortling in 's Gra„ venhaage gehouden , zich vleiende, dac „ ook het een en ander de goedkeuring „ van zyne Hoogheid zou wegdraagen (*). Zo min deeze te wagten was, zo min kon men zich voorflellen, dat de Handelwyze hier gehouden allen fmaakte. 'tGeen de Heeren uit Gecommitteerde Raaden na de Helder afgevaardigd oproerige taal noemden , beweerden anderen, dat de woorden waren van lieden van Eer, gereed om de Bevelen van hun Hoog Mog. en den Admiraal Generaal te gehoorzaamen en bereidvaardig om de Zuiderzee van Gewapende Vaartuigen , die dezelven onveilig maakten, te zuiveren; dat de fchuld des Luitenants van Braam, enkel beftondt in het met vry wat ernst te rug vorderen zyns gevangen Capiteins. De zodanigen oordeelden desgelyks, dat het Onderzoek dier zaake aan Gecommitteerde Raaden vanhet Noorderkwartier opgedraagen, uit haaren aart, nergens dan by de Admiraliteit kon behooren. Wanneer deeze Heeren, volgens de hun gegeevene magt den Heer Mr. H. H. Vitringa tot Fiscaal benoemden ontging het der berispende aan- mer- (*) N. Nederl, Jaarb. 1787. bh 1854. 1860. ea  VERENIGDE NEDERLANDEN. 415 merking niet, dat deeze Post werd opgedraagen aan een Heer, die te Elburg Se- ; cretaris geweest van daar gevlugt, ingedaagd, en in een ftaat van befeauldiging was. Alle deeze aanmerkingen baarden geene verandering in de zaak. Op Verklaaring des Advocaat Fiscaals werdt de Luitenant van Braam ontflaagen by handtasting, en onder belofte van zich niet van 't Hollandsch Grondgebied te zullen verwyderen. Terwyl den Heer Vitringa volmagt verleend werd om de Capiteins Tulleken en Dekker in beflootene Hegtenis te doen brengen. Eene Commisfie uit Gecommitteerde Raaden van het Noorderkwartier, van twee Leden, met den Advocaat Fiscaal Vitringa , vervoegden zich na de Helder, om een aantal getuigen , met opzigt tot de zaak der Zeeofficieren, te hooien. Te welker gelegenheid zy eene aanmerkelyke hoeveelheid Oranje Lind aan de Helder deeden opnaaien, met zulk Lind opgepronkt hadt zich de Capitein Tulleken aldaar vertoond. Vervolgens werden eenige Getuigen van daar na Hoorn opontboden, om tegen de Zeeofficieren gehoord, om met hun vergeleeken te worden. Capitein Dekker werd, by mangel van eene volledige bekentenis, in een gewoon Regtsgeding ontvangen, en uit zyne Gevangenis , onder handtasting ontflagen; mits blyvende in de Stad Hoorn of Medemblik. Tegen zyn Lotgenoot Tulleken werd te Hoorn, met opene deuren, door den Heer Vi- XL. JOEK. 1787. Regtslandelinl^n. vam Braam ander handtasting ontflaagen. Dekker in een gewoon Proces ontvangen. Cri. mineele eisch tegen Tulleken,  4i6 DE REPUBLIEK DER XL. boek. I787. Schik. kingen jn het Noorderkwartierop de beveiligingder Zuiuerz.ee. Vitringa , wegens verfcheide oproerige daaden, gefprekken, en overtreedingen van 's Lands Plakaaten, deezen crimineelen eisch gedaan „ dat hy vervallen zou worden ver„ klaard van alle zyne Militaire posten.— „ Onbekwaam om het Land in die hoeda„ nigheid immer weder te kunnen dienen.— „ Voor vyf jaaren, ten zynen kosten, op „ eene verzekerde plaats binnen deeze Pro1„ vincie te worden opgeflooten, — en naa het verloop van dien tyd, voor tien jaa„ ren, gebannen uit Holland en Westfrïes„ land, en voorts ver weezen in de kosten „ en mifen der Juftitie." — Een dergelyken eisch, met verwyzing in de kosten des Regtsgedings, werd vervolgens gedaan tegen den Capitein Dekker, en de Luitenant van Braam in perfoon gedagvaard, op Artykelen gehoord (*). De Commisfie ter Verdeediging van Holland en de Stad Utrecht, van alle zyden, gerugten gehoord hebbende, van een voorgenomen Inval uit Gelderland in Noordholland, (*) Dit laatfte gefchiedde naby het Tydftip der Omwendinge, en't zelve daar zynde, werden Ge:ommitteerde Raaden, van wegen de Staaten aange"chreeven, om zonder den minften uitftel, den Ca* pitein Dekker en den Luitenant van Braam van ille Procedures en Vervolgingen te ontheffen, het Tonnis over dezelve en Tulleken geftreeken te rofeeren, en hun in volkomene vryheid, kost en fchaleloos te ftellen: dat zy ook den benoemden Fisraai terftond zouden hebben af te zetten en te doen vederkeeren na die plaats, vanwaar zy denzelven, ïadden doen komen. N. Nederl. jaarb. 1787, hl» I.177. 4180. 4846. 4850.  VERENIGDE NEDERLANDEN. 417 land, en dat zich veeie Inwoonders des bevreesd maakten, gaf Gecommitteerde Raaden van dat Kwartier^ in overweeging, of zy geen middelen zouden weeten uit te denken ,- om zich op de eene of andere wyze Vaartuigen aan te fchaffen, om die oogmerken , indien dezelve beftaan mogten, tegen te gaan. Dus opgewekt verzogten zy Gecommitteerde Raaden om één Fregat en Advysjacht. Dit werd afgeflaagen, uit hoofde van het Befluit der Hollandfche Zeeraaden om zich te gedraagen aan de aanfchryving der Staaten van Holland om alleen de Schepen en Vaartuigen te gebruiken tot befcherming van den Zeehandel en Scheepvaard na buiten (*y. Waarop zy te raade werden om met de Commisfie van het Defenfleweezen, te Amfterdam over het koopen of huuren van eenige Schepen te handelen, en voorts met deeze als mede met de Commisfie te Woerden en met de Commisfie van het Defenfleweezen in Overysfel, vereenigd te werk te gaan over de Wapening te water, voor de Zuiderzee gefchikt. Hier toe werden, van wegen Gecommitteerde Raaden van het Noorderkwartier, de Heer Claus, wegens Monnikendam te dier Vergaderinge Zitting hebbende, met de Secretaris Blok: benoemd, en de Capitein van Braam voor dit Noordhollandsch gedeelte tot Bevelhebber aangefteld, onder wien twee Fregatten, één Tjalk en twee kleine Smakken,zouden worden uitgerust, gelyk met de daad gefchied- de. — C) Zie hier boverj , bl. 4-töi XIV. DEEL. Dd XL, BOEK. I787»  4i8 DE REPUBLIEK DER XL. boek. J787. GoedgekeurdHanddag der Afgevaardigde to de zaaien van de zee, in deeze om Handigheden. de. Terwyl Gecommitteerde Raaden een aantal Snaphaanen, volgens fchriftiyken last, van de Commisfie te Woerden, aan de Defenfie te Amfterdam op verzoek der Defenfie in Overysfel Metaalen en Yzeren Stukken Gefchuts leenden, en niet agterlyk waren, om uit het Arfenaal, op aanvraage , Verdeedigmiddelen te verfchaffen (*). De Voorflag van de Commisfie rer Verdeediging te Woerden aan hun Ed. Groot Mog. om Commisfie te geeven aan de Bevelhebbers van Pelt, Braak, Sels, en ; anderen, als mede om aan gemelde drie Heeren een Lyfpenfioen toe te leggen, droeg der Staaten goedkeuring weg (f). Aan dit alles moeten wy nog toevoegen een Raadflag van de Afgevaardigden hunner Hoog Mogenden tot de zaaken van de Zee, naa ingenomene Bedenkingen der Gecommitteerden uit de Collegien ter Admiraliteit, die door een Befluit der Algemeene Staaten van den derden van Oogstmaand, gelast waren een Plan aan de hand te geeven, om de Zuiderzee en Binnenlandfche Stroomen tegen alle vexatien te beveiligen. _ Deeze bewyzen voor de klagten, wegens de Uitleggers op de Rivieren en de Kanonneerbooten op de Zuiderzee, in overweeging genomen hebbende , oordeelden dezelve niet voeldoende om genoegzaame gron- (*) Alle deeze en meerdere byzonderheden blyken uit de Bylaagen op de Refol. van Holl. 15 Febr. 1788. Men vindt dezelve in Verzameling van Chal* Mot , V. Deel, bl. 52—80. £f) N- NederL Jaarb. 1787. bl. 45401  VERENIGDE NEDERLANDEN. 419 gronden op te leeveren tot betoog van de noodzaaklykheid van al dat geene, waar toe ze worden bygebragt. Maar dat eens de volle blykbaarheid daar van gefteld zynde het wel onbetwistbaar zeker zyn zou, dat het op zich zei ven, en in 't afgetrokkene befchouwd, zeer Extraordinair , en zelfs te eenemaal Inconflitutioneel zou moeten gerekend worden, dac door deeze of geene Provincie, gelyk, in het tegenwoordige geval, van wegen de Provincie van Holland en West friesland Gewapende Vaartuigen op de Zuiderzee of elders zouden worden gelegd, ten einde alle voorbygaande Vaartuigen zouden worden onderzogt, vooral indien men by dat onderzoek niet zeer betaamelyk te werk ging: en dat zulks, derhalven, genoegzaamen grond zou opleeveren om daar tegen de ernftigfte Vertoogen te doen, en kragtdaadige maatregelen te neemen. — Dat van gelyken, nit het zelfde gezigtpunt zou moeten worden befchouwd, het gebruiken der Kanonneerbooten , door of van wegen de Provincie van Holland en Westfriesland, en vooral de weigering van dezelve, die buiten allen twyffel Generaliteits goederen waren, by een Staatsbefluit van dat Gewest. Doch kon dit een en ander, huns oordeels, niet wel op zich zei ven, en in 'c afgetrokkene, befchouwd worden: wel degelyk moest mea daar en tegen opmerken n dat men," om hunne eigene woorden te gebruiken, „ niet kon ontveinzen, dat Dd a ,? de XL. BOEK.  XL. SOEK. J7&7. 420 DE REPUBLIEK DER » de Provincie Gelderland geene zwaarig» „ heid hadc gemaakt zich van 's gelyken „van verfcheide Generaliteits Goederen „uit de Generaliteits Magazynen, als Ka„non, Ammunitie van Oorlog, meester te „ maaken, en zich daar van afzonderlyk te „bedienen. . Dat hetzelfde gefchied „was, en nog gefchiedde door de Heeren „ Staaten van Utrecht te Amersfoort vergaderende, die zelfs misfchien wel haast „ van een groot gedeelte van de Armee „van den Staat zouden disponeeren, met „al het geen daar toe behoort, en zelf „van den Heer Capitein Generaal van de »Unie. Dat de Provincie van Zee- ■n land mede geene zwaarigheid maakte om » de Schepen, Goederen en Officieren van jj de Admiraliteit in Zeeland, te gebruiken n tot executie van Provinciaale Orders en 9i Refolutien. „ Dat alle deeze Handelwyzen, wanneer „men dezelve, met behoorlyke onparty„digheid, gade floeg, even Extraordinair „en Inconflitutioneel waren, als die De„marches, waarover anderzins, niet zon„der reden, ten opzigte van de Heeren „ Staaten van Holland en Westfriesland „ wordt geklaagd, en dat, derhalven, de „billykheid zou vorderen, dat, als men „ het eene wilde beletten, ook het andere, „ op dezelfde wyze, zou moeten worden „te keer gegaan, en ten dien reguarde „mede alle redenen van klaagen van den „ anderen kant worden weggenomen." Om hier toe te komen was hun Raad-  VERENIGDE NEDERLANDEN. 421 flag, dac de zaaken, van alle kanten, zouden behooren te worden gebragt op den voet, waar op zy waren vóór de tegenwoordig plaats hebbende omftandigheden, •welke in de daad niet anders konden aangemerkt worden dan als een Staat van Oorlog van den eenen Bondgenoot tegen den ander, welke de Republiek, reeds op den oever van haaren ondergang hadt gebragt, en die, door eene gedeeltelyke Voorziening met geene mogelykheid kon worden weggenomen. Naa eene vry breede opgave van 't geen Staaten van Gelderland, Zeeland en die van Utrecht, te Amersfoort vergaderd, ten deezen einde behoorden te doen, en waar toe als dan die van Holland moesten verzogt en aangemaand worden, waren zy van gevoelen „ dat dit gefchied zynde alle Vexes, „alle Ongeregeldheden, en Inconftitutio„ neele Handelingen , van den eenen kant „ zo wel als den anderen, zouden ophou„ den, en den Staat van Oorlog, zo vreemd „en onbeftaanbaar onder Bondgenooten, „ worden weggenomen: en dat daar uit „ zelf zou gebooren worden zodanig een „Staat en Orde van zaaken, waaruit men „ gelegenheid zou kunnen neemen tot het „daar ftellen van Negotiatien en Media„tien, met naame tusfchen de Staatsle„ den van de Provincie 's Lands van Utrecht, „die alleen gelchikt en in ftaat konden „ zyn om 's Lands Ondergang te voorko„ men, en den Staat der Vereenlgde Neder„ landen te bewaaren by den Band derüm>, Dd 3 die XL. boe kV 1787.  XL. SOEK I787. BLAD- 422 DE REPUBLIEK enz. „ die dezelve nu meer dan twee honderd „jaaren hadt by een gehouden; doch die „ thans op het punt ftondt om van de eene „ zyde zo wel als de andere, zonder de „ tusfchenkomst der voorgeflaagene Maat„ regelen, onherlTelbaar te worden ver„woest (*)." Alle de Gewesten naamen deezen Raadflag over. Hoe weinig agt men 'er op floeg, zal het vervolg onzer Geichiedenisfe uitwyzen. Terwyl wy, ter verademinge, dit Boek af breeken, om , in een volgend, de befchryving van den Staat van Oorlog tusfchen de Bondgenooten, voort te zetten. (*) Refol, Gen, 3 Aug. en 24 Aug, 178?.  BLADWYZER DER VOORNAAMSTE ZAAKEN. Aardeneurg (P. v.) diens Gedrag op den Uitlegger by Lonvejiein, tegen Witte van Dam , 400. Hoe zeer by Staaten van Holland gepreezen, 401. America (Gevleidheid onzes Koophandels op) 28. Brief des Afgezants van Berckel over den Handel der Americaanen op de Oost- en ■ West - Indien, 20. Reden van het welllaagen hunner Zeevaard, 30. Raadflagen by den Staat tegen den Sluikhandel der Americaanen genomen. Aid. Sluikhandel der Americaanen op onze West-Indien voortgezet, 53. Handelbepaaüngen in den eenen en anderen Staat van Noord-America verwekken ongerustheid , 34. Wat hun Hoog Mogenden in dit geyal deeden, 35. Amoüdr'jz (S.) tot Commandant van de Stad en 't Land van Vianen aangefteld, 398. Amfterdam (Verzoekfchrift der Geconftitueerde te ) tegen den Voorflag der Be¬ middeling door den Raad van Staaten voorgellaagen, 172. Men wil'er de Tractementen en Emolumenten des gefchortten Stadhouders voor de Gewapende Burgercorps doen dienen, 227. Uitnoodiging tot eene Provinciaale Vergadering der Gewapende en Ongewapende Genootfchappen, daar te houden op den 24 Aug., 250. Wat 'er op die Vergadering voorviel, 251. Punten daar verhandeld, 252. Befluit op het Punt der Medewerking van de Gewapende en Ongewapende Schuttery, 252. Adres dezer Vergaderinge aan Staaten. van Holland, 254. Overgenomen, 264. Verfcheidenlyk beoordeeld. Aid. Hervatte en te leur loopende Vergadering dier Genootfchappen, 265. Intekening op het in Mandhouding van het Corps des Rhyngraafs van Salm, 323. Van hoe veel aanbelangs de Krygsraad de?er Stad zulks oordeelde, 325. De Afdanking daar door belet, 336. Gewigtig VoorDd 4 fiel  BLADWYZER. fïel van die Stad omtrent de verdeediging van Holland, 350 Hoe ter Staatsvergadering opgenomen , 357- Verdeediging van den Penfionaris vanBercjkel , 3<55. Verflag van 't 't geen de Admiraliteit te Amfterdam tot de Wapening van Schepen 0p de Zuiderzee gedaan hadt, 405. De Kanonneerbooten by aanfchryvens aan die van Amfterdam, door .bun Hoog Mog. opontboden, 407. BB. alneavis C H. ) weet het Krygsvoik Oudewater en elders aan Staaten van Hol-, land te onttrekken, 302. Zyn Vertrek uit Oudewater na Gelderland, 303. Belooning op het vatten van hen geüeld, 304. Afkondiging, ten voordeele der geenen, die met Balneavis waren weg geloopen, 305- Balneavis in befcherming der Staaten v/in Utrecht genomen, Aid. I £arbeftein. (Opftand op het Oost-Indisch Schip), 115. De Muitelingen in Engeland gevangen gezet. Aid. De Gevangenen van Engeland te rug verzogt en verkreegen, 116. Zwaarighed en in Zeeland wegens de le regtfteiling, 117. De Admiraliteit op de Maaze •neemt deeze zaak op zich, tl}-. Strafoefening, 118, Bienvenuen in de Generaliteit volftrekt verboden, 27. Berckel (de Penfionaris van), in heftig gefchil met den Graaf van Wassenaar, Starrenberg , 384. Verklaaring der Ridderfchap deswegen, 385. ' Berbite (Ongelegenheid, waar in zich veele Planters op) bevonden, 143. Bosch (R. van den) opent te Amjierdam de Provinciaale Vergadering der Genootfchappen &c. , 250. Wordt toe Voorzitter, nevens Aleertus van Nieveld verkooren, 252. Braam (De Zeeluitenant van) op de Helder in hegtenis genomen , 412. Onder handtasting ontflaagen y 415- In perfoon gedagvaard, 416. Ontflaagen, Aid. Breda (De Burgerwapenhandel in) geweerd, 26. Het verzogte Bienvenu des Gouverneurs aan de Maillebois toegeftaan, 26. Burgercorpfen ( Gewapende). Verklaaring van dezelve op den 4 July, 235. Verklaaring op den 4 Aug. ter Staatsvergadering ingediend, 239. Geldbehoefte dier Corpfen , 34®. Nieuw Programma van het Vaderlandscb Fonds, 341. Eyzondere Inzamelingen, 347. Aanmaaning daar toe te Haarlem. Aid. Verzoeken om onderftand, 359. Hun Adres tot enderfteu-  BLADWYZElt. r ning van het Voorftel, ten baat der Burgercorpfen, 374. Plan van Schavergoeding voor verminkte Burgeren, en de Weduwen der Gefneuvelden , 377. Adres ten voordeele van de uitgebreidheid der Magt aan de Commisfie ter Verdeediginge, 395. Burgerkryg (Gevreesde), 150. Bezwaarlykbeid om denzelven te befchryven, 151. Wat men in 't werk ftelde om dien te voorkomen, 169. Capellen tot de Marsch zyn verklaard vertrouwen op de hulp van -Frankryk, 205. Zyne vrees voer de tusfehenkomst der Prtiisfcn uitgelachen, 205. Commisfie tot verdeediging van Holland en de Stad Utrecht, in gevolge van betAmfterdamfcheVoorftel benoemd, 357. Komst dier Heeren te Woerden, 359. Looft Belooningen uit, 361. Zorg tegen het verloop des Krygsvolks gedraagen , 364. Bezending der Genootfchappen en Schutteryen aan de Commisfie, 365. Veranderingen in de Krygsposten door de Commisfie bewerkt, en bepaaling eeniger Daggelden,366. Gefchil der Commisfie met Gecommitteerde Raaden over de Afleevering van twee Veldftukken. Aid. Verfchillende Oordeelvelling en over dit geval, 371. Verfcheicfë verwytingen in de Verzoeken door de Commisfie gedaan, 371. Voordellen der Commisfie ten baate der Gewaapende Burgeren, 373. Adres der Burgercorpfen ter onderfteuning daar van, 374. Gunftig Verflag over dit Voorftel , en opmerkenswaardig Befluit deswegen, 375. Gefchil over de Magtverleening aan de Commisfie, 378, Wat'er voorviel over hun bedryf tot vermeerdering der Krygsmagt, 379. üitgebragt Verflag deswegen, hun die magt toekennende, 381. Verklaaring der Ridderfchappe hier tegen ingebragt , 382. Gefchil over het aanfteüen van Ingenieurs, 387. Hoe beflist, 388. Gefchil over de Betaaling van het Douceur voor de Werving, 389- Het groot gefchil over de Aanwerving des Krygsvolks, door de Commisfie ten voordeden van dezelve bepaald, 385. Wederfpraak der Ridderfchappe. Aid. Tegenverklaring der Ridderfchap , 393. Verdeeldheid over het geeven van Patenten door de Commisfie, 3,04. Werkzaamheden der Commisfie tot verdeediging te Lande, 397 Dezelve plaatst Uitleggers op de Rivieren. Gefchil deswegen mét Gelderland, 399. Dd 5 Cm-  BLADWYZEft. flCtnfuls ( Nederlandfche ) in America doen eenige Verzoeken, 37, Dezelve vinden geenen gunftigen ingang by hun Hoog Mogenden, 39. Papieren hun toegezonden om zich naar te regelen, 41. »■ ( Lastbrief voor de ) in Frankryk, Spanje, Italië en in de Havens van de ■ MiddelandfcheZee, 43. Voor die by de Barbaryfche Mogenheden, 45. te Snikna, Tripoli en Tunis, verlof gegeeven om de zaaken van 's Keizers Onderdaanen, als voorheen, waar te neemen , 48. Conful Generaal (Voorflag om een) in de Middelandfche Zee aan te ftellen, verworpen, 49. Courant {.Gelderfche Hist.) in Holland verboden, 274. D, Dekker (De Zeecapitein) op de Helder in hegtenis, 411. In een ge woon Regtsgeding ontvangen , 415. Ontflaagen, 416. Demerary Sluikhandel daarop door de Americaanen, 34. Zie verder Esfequebo. ' Dordrecht hoe zeer men daar de Werving voor het Corps des Rhyngraafs begunftigt, 33i- Drente (Beraaming in) op de Exercitie-Gerootfchappen, die dezelve als 't ware vernietigde, 8. Duin (De Collonel van der) met een Regtsgeding gedreigd, en door hun Hoog Mog. in Befcherming genomen, 422. r E- ■Engeland (De Koning van) biedt zyn Bemiddeling aan, 202. Enkhuizen (Adres uit) tegen de, voorgeflaagene Bemiddeling van den Raad van Staaten, 175. Esfequebo en Demerary, Staaten van Holland dringen aan op de vrye vaart op die Volkplantingen, 13L Zeeland neemt dieVaartbyzonder ter harte, 136. Misnoegen op deeze Volkplantingen, 137. Eujiatius (St.) Een Ameri- ' caansch Schip van Bengalen gezeild, onderftaat daar de Laading te verkoopen , 33. Ook verfchynt 'er een Americaansch Slavenhandelaar, 34. Hevige Storm aldaar, 145- Fonds (Vaderlandsch) Nieuw Programma van 't zelve, 341. Byzondere Geldinzamelingen voor 't zelve, 347. Aanmaaningen daar toe, te Haarlem Aid. Frankryk (Het Regt onzer Kooplieden in) verkort door de Bedienden der Generaale Pagten, en gehandhaafd, 64, Verzoekfchrift om in dat Ryk onthef-  BLADWYZER. heffing van de Bezwaaren onzer Visfcheryen te verwerven, 65. Voordel om den Koning van Frankryk twee Oorlogfchepen ten gefchenken te zenden, 71. Van de volvoering komt niets, 75. Frankryk (De Voorflag van Amfterdam om de Bemiddedeling van) in te roepen gaat by Holland door, 181. Verflag deswegen ter Algemeene Staatsvergaderinge, 182. Vertoog des Afgezants de Verac over 's Konings gereedheid, 184. Overysfel ftemt hier in met Holland, i8S- Friesland wil Frankryk niet alleen ten Middelaar hebben , 186. Eenigen in Holland geeven de Punten op, waar over de Bemiddeling met Frankryk moest loopen, 2"oo. Hoe zeer zy zich misnomen vonden, 201. Verzekering van Franfche hulp aan Holland , in gevalle van buitenlandsch geweld, 202. Onderhoud van den Heer de Verac over het Plan der Patriotten, 203. Sterk vertrouwen op Frankryk, 204. Hoe men van een Hulpleger fprak. Aid. Friesland ( Staaten van ) willen Frankryk niet alleen ten Middelaar hebben, 186Eenige Volmagten in dat Gewest van een en ander gevoelen , 189- Hunne Tegenverklaaringen. Aid Die Volmagten desweger als in regten vervolgbaar geoordeeld, 192. Willen by Frankryk, Engeland en Pruisfen als > Middelaars gevoegd hebben , 193. Klaagen over de ophoudirig van hun Jacht op de Zuiderzee, 403. Willen . de gewapende Schepen daar in den grond geboord hebben , 410. G. Gelderland (Staaten van) hun voorflag omtrent de WestIndiftfe zaaken, 135- Schryven aan Holland over het opontbod des Krygsvolks, 162. Alsmede aan de andere Bondgenooten , 163. Hollandsch Krygsvoik in Gelderland opgehouden.ïóSWillen by Frankryk, Engeland en Pruisfen als Middelaars gevoegd hebben , 193. Dit Gewest de wykplaats der zodanigen onder de Krygslieden, die zich aan den Eed ter Generaliteit gedaan hielden, 310. Hoe daar ontvangen en bezoldigd, 311. Eifcb en voldoening wegens het aanhouden en onderzoeken van het Staaten Jacht by Louveftein, 399. Willen, de Zuiderzee van de Gewa ■ pende Schepen gezuiverd hebben, 410. Givet (Van welk een Hulpleger te) men fprak, 204. Goudoever , Collonel te Amfterdam, dringt op het in ftand houden van het Corps  BLADWYZEll. Corps des Rhyngraafs aan, 325- *s Gravenhaage Voorftel van het Wapencorps aldaar, wegens den Stadhouder, 233. Verflag van dit Voorftel, 234. Verzoekfchrift aldaar ten voordeele van zyne Hoogheid ingeleeverd, 267. Hoe men met hetzelve handelde, Aid. TT H' Haarlem (Adres uit ) tegen de voorgeflaagene Bemiddeling van de Raad van Staaten , 173. Eenigzins agterlyk in de Raadsbefluiten tegen den Stadhouder, 227. Sterke Aanmaaning aldaar tot onderfteuning van het VaderlandschFonds, 347. Manfchap van daar na de Nieuwerfluis getrokken, 348. Haarsma ( van ) diens bedenking op een vraag van den Collonel Menning■rode , 318. Helden (A. van) tot Kwartiermeester Generaal aangefteld, 398. Herftelling ( Grondwetf'ge Algemeenheid van het bewerken des) 6. 'sHertogenbosch hoe zeer men aldaar op eene Gronftelüge Herftelling bedagt was, 10. Men vorderd 'er vergeefsch voldoening , wegens het indringen van Soldaaten in Burgerhuizen, n. Verzoek om de Patenten te mogen zien, 13. Aan¬ drang op het bepaalen der Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen. Aid* Verfchil met den Gouververneur van der Dussen over het betaalen der Lasten op eenen Straatweg, 14. De Magiftraat vordert de betaaling der agterftallige Servicie-gelden. Aid. Kooplieden in Zout doen hun beklag over eene Knevelaary, 15. Dit ftuk aangebooden, 16. Wat'er in gedaan werd, 18. Een Genootfchap voor Stad en Meyerye aldaar opgerigt, 22. Viert den Verjaardag der Verbintenisfe met Frankryk,22. Wapenhandel te dier Stede, ondanks den Gouverneur voortgezet , 25- Hertogenbosch {Meyerye van 's) De Dorpen daar in tot het opgeeven der Bezwaaren opgeroepen, 18. Wat men over die Oproeping oordeelde, 19. Hoe het op zommige Dorpen daar mede gefteld was, 20. Hoe men meende dat deeze zaak beter zou ingerigt geweest hebben, 21. Weinig beduidende Afloop derzelve. Aid. De wyze, waar op men met die Bezwaaren handelde , gewraakt , 22; Twee voorbeelden van knevelaary der Boeren in de Meyerye, 25. Kruyskensgeld aldaar gevorderd. Aid. Slegte ftaat der Schooien. Aid. Wapen-  8 l a d w y z e ë; handel in de .Meyerye, 26. Holland (Staaten van) doen een voorftel om den Koning van Frankryk twee Oorlogfchepen ten gefchenke te geven , 71. Twee Schepen by de Admiraliteit in Friesland daar toe als de gefchikfte aangepreezen, en verder voorgeflaagene Schikkingen, 73. Friesland, Stadt en Lande , als mede Zeeland, ftemmen hier in, 74. Heeft geen veortgang, 75. De Schepen verrotten in de Haven van Harlingen, 76. Aanmerkelyk Staatsbefluit ten opzigte van de OostIndifche Maatichappy, 77Nader Plan by dé Staaten van Holland vooigefteld, en de tegenwerkingen van Zeeland. Zie Oost-Indifche Maatfchappy. Gefchillen van Holland en Zeeland over Esfequebo en Demerary ,131. Oordeel der Algemeene Staaten over Holland ten aanzien der Petitiën, 159, Geeft toeftemming tot betaaling onder zeker beding, 161. Gelderland fchryftaan Holland, 162. Dit brengt geene verandering te wege, 165. Voorflag eener Onderhandelinge van den Raad van Staate, hoe in Holland beoordeeld, 171. Gelastigden by Holland hellen over om dien Voorflag grootendeels aan te neemen, 17S. Verwekt groo- ten opfpraak tegen VAf? Zeebergh. Aid. De Voorflag van Amfterdam om de Bemiddeling van Frankryk in te roepen gaat by Holland door, 18 i- Verflag deswegen ter Algemeene Staatsvergadering , 182. Vertoog des Fran fchen Afgezants over 'sKonings gereedheid , 184- Overysfel ftemt met Holland, 185Friesland wij Frankryk niet alleen ten Middelaar hebben , 186. Verzekering van Franfche Hulp in gevalle van buitenlandsch geweld, 202. Sterk vertrouwen op Frankryk , 204. Geen vrees voor Engeland of Pruisfen, 205. Neemen de verklaaring van den Stadhouder voor Notificatie aan, 218. Adres der Gewapende Corpfen van hun Ed. Gr. Mog., 219. Drie verzoeken daar ingedaan , 223. Welke Steden in de fchorting des Stadhouders ftemden , 227.' Sterke Publicatie van 4 July, 238. Verklaaring der Gewaapende Burgercorpfen den 4 Aug. ingediend, 239- Holland, (Staaten van) Adres der Patriottifche Vergadering te Amfterdam by des Staaten den 30 Aug. ingeleeverd, 254. 't Zelve overgenomen, 264. Verzoekfchrift eeniger Opregte Vaderlandfche Sociëteiten, 275. Ceftiooide Waarfchoii-  BLADWYZER; fchouwing tegen Staaten van Holland, 277. Publicatie daar tegen , 278. Schryven den Generaal van Ryssel aan , 290. Deeze belluit om hun te gehoorzaamen, 291. Stellen, die hun niet geboorzaamen buiten dienst, 291. Verklaaring wegens het verlaaten van den Eed door het Krygsvoik aan de Algemeene Staaten gedaan, 297. Hun last. Aid. Brief aan het Krygsvoik ter hunner Betaaling ftaande, om alleen Orders van hunnen ïerritoriaalen Souverain te geboorzaamen , 314. Neemen, die zich aan hun onderwerpen in Befcherming, 3T5- Holland (Staaten van ) bevelen het gehoorzaamen aan van Ryssel, 316. Hoe men de handeiwyze van hun Hoog Mog. in zag, 317. Bezending aan hun Hoog Mog. aandringende op het intrekken van eenige Staatsbefluiten , 319. Die Befluiten ingetroKken. Aid. Déweigering van den Raad van Staaten om de daar uit voortvloeiende Orders te volvoeren. Aandrang van Holland hierop, 321. Dit ftuk Commisforiaal gemaakt. 322. Wat Staaten van Holland deeden om hunne verzwakte Krygsmagt te herfteilen, 332. Hunne Werving in Generaliteitslanden door hun Hoog Mog. tegengegaan. Aid. Wat 'er voorviel wegens het overkomen van Fransch Krygsvoik , 333. Neemen veele Gewapende Genootfchappen in Be- ■ fcherming, 335. Andere de Befcherming outzegd, 336. Hoe zy handelen met een Wapengenootfchap te ^ Voorburg, 336 Gewigtig voorftel van Amfterdam omtrent de Verdeediging in Holland, 250. Befluit daar °P> 357- Zie verder Commisfie tot Verdeediging. Wederfpraak der Ridderfchap en verdeediging van haar gedrag ter Staatsvergaderinge, 389. T I: Ingenieurs ( Gefchil over het aanftellen van) door d© Commisfie te Woerden ,387- Jooden (Ongelegenheid, waar in de Armen onder de) zich bevonden door' het agterblyven der Uitdeelingen van de Oost-Indifche Maatjehappy, 113. Hoe voor Willem denV. tegemoet gekomen, 114. Kaap de Goede Hoop (De Noord-Americaanen befch u 1digd van op de) Sluikhandel te dryven, 30. Wat deswegen tot opheldering ingebragt en bepaald wordt. 32. Verbintenis eeniger Burgeren aldaar, wegens de  BLAD W YZE K. de Bezwaaren, 121. Drie Afgevaardigden leveren by hun Hoog Mogenden een Verzoekfchrift in , 122. • Zorgdraagend Voorftel dier Kaapfche Burgeren, 124. Hoe veel ingangs hun verzoek vondt, 125 Verwyl en hangen blyven deezer zaake, 126. Krygsvoik (Bevel van hun Hoog Mogenden aan het) om zich aan den Eed aan de Algemeene Staaten gedaan te houden, 288. Dit: Befluit door vyf Gewesten goedgekeurd , 289- Militairen , die Staaten van Holland niet gehoorzaamden buiten dienst gefteld, 291. Voorllag om die aan Holland niet gehoorzaamden , in befcherming te neemen en fchadeloos te ftellen, 292. Befluit by hun Hoog Mog. hier mede overeenkomftig, 293. Verzoekfchriften der door van Ryssel gefchorte Officieren , 293. Hoe men te raade werd hunne fchadeloosftelling te bezorgen, 295. Nader bevel aan de Krygsofficieren om zich aan den Eed der Algemeenen Staaten gedaan te houden, 295. Aid, Verklaaring van Staaten van Holland deswegén. 296-Verloop in 'tHollandsch Cordon, 298. Middelen ter voorkoming in 't werk gefield, 299. ^eydm (Verzoekfchrift der Geconftitueerde te) tegen den Voorflag van de Bemiddeling door den Raad van Staaten, 172. Voorftel wegens de maatregelen welke men daar oordeelde tegen de Stadhouder te moeten te werkftellen, 224. Loosduinen. Hoe het Wapenhandelen der Oranje Corp [en daar belet, 338. M. Maatfchappy ( Oost - Indifche ) derzelver hoogklimmende Geldbehoefte , 76. Poogingen tot Herftel en Ver betering aangewend, 77. Aanmerkelyk Staatsbefluit by Holland. Aid. Nader Plan wegens een vyfde Departement by Hollamd voorgefteld, 82. Goedgekeurd door Staaten van Holland, en de Geldleening daaraan verbonden, 92. Met welk een aandrang by hun Hoog Mogenden ingeleeverd, 92. Door de Meerderheid omhelsd, 95. Zeeland kant 'er zich tegen. Aid. Zes Heeren tot het door Zeeland betwiste vyfdeDepartement voor en aangefteld, 915. Betoond misnoegen der Staaten van Zeeland, 97. Zy verklaaren de Befluiten, ten opzigte van dit Nieuwe Plan genomen voor van geener waarde , 99. Geeven hunne Tegenverklaring daar op in. Aid. Zenden dit Staatsbefluit aan de andere Gewesten,  I? L A D W Y Z E ii; ' ten, 105. Dit brengt geene Verandering in het Befluit der Algemeene Staaten te wege, 105. Zierikzees en VlBfmgens gevoelen over deeze rondgezonden Brieven. Aid. ■ Verbod van Zeeland aan Bewindbebberen -om te verfchynen in eene Vergadering niet op den ouden voet belegd, icö. Verlegenheid hier uit gebooren ter Vergadering van XVII. Aid. De Vergadering uitgedeld en hun Hoog Mogenden deswegen befchreeven , 107. Befluit van hun Hoog Mogenden , dat de Vergadering zou voortgaan, 108. Zeelands Tegenverklaaring. Aid. Staaten van Holland beantwoorden den Brief van Zeeland, 109. De zaak by Zeeland nader in overweeginge genomen, 113. Maillebois (De Graaf de) verzoekt als Gouverneur van Breda het Bienvenu te mogen genieten , 29. Aan hem toegedaan, en voor het vervolg voldrekt verboden, 27. MANDBiLLOisr. Diens vergeeffche poogingen by zyne Hoogheid, 180. Marocco (Verfchil met den Keizer van ) over een Handelplaats , 58 Nieuwe Ge-febenken hem geweigerd, 59. Eisch diens Keizers om Stuurlieden en Matroozen van de Christen Mo genheden, .60. Antwoord van hun Hoog Mogenden eisch, 6r. Martini (A.) diens werkzaamheid om de Regten van de Stad 's Hertogenbosch en der Meyerye. te handhaaven, 10. 11. 15. 1 Minnigerode Raadpleeging by hun Hoog Mog. op diens voordel, '317. Monaca (Raadflag wegens den Tol door den Prins van) gevorderd, 63. TV N' 1N i e v e l d ( A. v a n ) tot Voorzitter verkooren op de Provinciaale Vergadering der Gewapende en Ongewapende Genootfchappen te Amfterdam, 252. n O. Uost Indien. Zie Oost-Indifche Maatfchappy. Oudewater (Balneavis weet te) het Krygsvoik van Holland te ontrekken, 302. Overfchie (Het voorgevallene te ) met een Oranjecorps, 338. Hoe geweerd, 339, Overysfel demt met Holland óm de Bemiddeling des Konings van Frankryk in te roepen, 185, P. Pasfen • ( Turkfche ) Nadere bepaaling aan welke Schepen dezelve zouden verleend worden, 49. Zee- ■ lands misnoegen deswegen, 51. Te gemoetkoming van Zeeland, 52. Reden van da  bLadwyzer. de nadere bepaaling uit het verval van onzen Scheepsbouw ontleend, 53. Zeeland wil zich aan die nadere bepaaling niet onderwerpen, 55. Dezelve gaat egter door, 58- Partyfchappen(Iievigheid der) hier te Lande, en hoe hier billyk te oordeelen, 154. Pelt (Capitein van) voor de Admiraliteit van Amfterdam opontboden, 404. Zyn Antwoord. Aid. Hun Hoog Mog. willen hem dit bevel ontzegd hebben, 405. Verflag van 't geen de Admiraliteit te Amfterdam tot die Wapening gedaan hadt, 405. Zie verder Amfterdam. Petitiën (Hoe flegt het met de opbrenging der) gefield was, 166. Welke wraakbaare grondregels men volgde in die Opbrenging, 167. R- JXaad van Staaten hoe deeze over Petitiën fprak, 158. Doet het voorftel eener Onderhandeling, 169- Hoe jnen daar aan het oor leende, 170. Verfchillend in Holland beoordeeld , 171. Raadflag der Stad Schoonhoven. Aid. Verzoekfchrift der Geconftitueerden te Leyden en Amfterdam daar tegen, 172. Adres van Haarlem hier óver, 173Adres uit Enkhuizen deswegen., 175. Gelastigden by Holland hellen over om dien Voorflag grootendeels over te neemen, 176. Dit verflag Wekt groote Opfpraak tegen van Zeebergh, 178. Die Bemiddeling afgebrooken, 180. Rotterdam Verzoekfchrift van daar ten voordeele van zyne Hoogheid, 268. inhoud van 't zelve, 269. Verfcheide Voorflagen van wegen die Stad gedaan, en daar op ingekomene bedenkingen, 3Ó0. Ryssel (Opening van het Bevel door van) gegeeven, -wegens het trekken 'op \ Utrechts Grondgebied , 286. Door hun Ed. Gr. Mog aangefchreeven , 290.' Door hun Hoog Mog. ter Verantwoording opgeroepen, 290. Zyne verlegenheid en befluit om' Staaten van Holland te gehoorzaamen, 291. Verzoekfchriften der door hem gefchorte Officieren, 293. Door hun Hoog Mog. gefufpendeerd, en alle gehoorzaamheid aan hem verboden, 316. Tegenovergefteld Bevel van Staaten van Holland. Aid. Tot Commandant vznNaarden benoemd, 398- S. Salm (Voorflag der Ridderfchappe om het Corps des Rhyngraafs van) af te danken, 324. Intekening te Amfterdam ter Betaaling van e e dat  BLADWYZER. dat Corps, 325. Van hoe veel aanbelangs de Krygsraad te Amfterdam het in llandhouden deezes Corps oordeelden. A,ld. De Afdanking gaat" niet voort, 330. De Rhyngraaf hoog gefteld. Aid. De Werving voor dat Corps te Doidrecht aan eene andere Werving voorgetrokken, 331. Tot Commandant en Chef over de Troepen aangefteld, 353. Scheepsbouw (Het verval van den ) geeft aanleiding om eene nadere bepaal ing op liet uitgeeVen van Turkfche Pasfen te maaken , 52. Schiedams Raadflag wegens den Stadhouder, 225. Schoonhoven (Raadflag van ) over de Bemiddeling door den Raad van Staaten voorgeflaagen, 171. Slaavenhandel ( Poogirgen om den) te begunftigen, 138. Smissaert (Capitein) na de West-Indien gezonden, met welk een Last, 127. Spotfchriften en Spotprenten tegen den Stadhouder, 2C5. Staaten ( Algemeene) Bedreiging om derzelver Vergadering na elders te verleggen, 278. Voorftel aldaar om de Officieren, die den Eed aan de Generaliteit niet hielden , te fufpendeeren, en die het gedaan hadden in hunne Posten te herltellen, 312. Befluit hier toe by meerderheid gerjomen, 313. Neemen die hun gehoorzaamden in befcherming, 314. Sufpendeeren van Ryssel, en verbieden alle gehoorzaamheid aan hem, 316. Hoe men hunne Handel* wyze by Staaten van Holland inzag, 317. Bezending van Holland by hun Hoog Mog. , 319. Zy trekken de Befluiten van 1 en 10 Juny in, 320. Schryven aan Holland eenen aanmaanenden Brief over het Ksygsweezen, 380. Surinamen ( De Noord - Americaanen befchuldigd van Sluikhandel op) te dryven , 29. Klagten over de we^geloopene Slaaven, die zich op Fransch Grondgebied onthielden, 140. Bedrukte ftaat dier Volkplantinge, 142. Plans ter reddinge uitgedagt. Aid. ± ol ( Het af koopen van den ) te Villa Franca by het Hof van Turin gewraakt, gi. (Raadflag wegens den) door den Prins van Monaco gevorderd, 63. Tulleken (De Zeecapitein) in hegtenis genomen, 411. Crimineele Eisch tegen hem, 415. Zyn Ontflag, 416. TT. U' Uitfchryving van den DankVast- en Bededag des Jaars 1787, en hoe deeze over '& Lands toeftand fprak, 157. UtrethP  BLAD WYZE II» Uirecht (Staaten van) te Amersfoort vergaderd, derzelver Raadflag wegens eene Bemiddeling met Holland, 195. Neemen Balneavis in befcherming, -305- V. Verac (De) diens Vertoog over Frankryks gereedheid om Middelaar te weezen in de Gefchillen, 184Verzekert Staaten van Holland van Franfche hulpe, in gevalle van buitenlandsch geweld, 202 Onderhoud van hem meteeninige Heeren over het Plan der Patriotten, 203. Villa Franca ( Tol te ) het afkoopen daarvan gewraakt, Visfchery (Om de) te bevoordeelen wendt men poogingen aan om den Invoer van Zoutevisch in de Oostenrykfche Nederlanden te bewerken, doch te vergeefsch , 65- Verzoekfchrift van de Visfcheryen hier te lande en in Frankryk ontheffing van Bezwaaren te bewerken, 65- Verbod aan de Ingezetenen van den Staat om zich ter Visfcherye buiten 's Lands te ver huurcn, 66. De Haaring visfchery van Lasten, al; voorheen, ontheeven, 67 Vitringa (H.H.) totAdvo caat-Fiscaal by het Noor derkwartier aangefteld, 414 Wat men daar op te zeg gen hadt. Alil. Hce hy die post waarnam, 4.15- Vlaardingen ( Adres van ) wegens den Stadhouder, 210. Voorburg ( Hoe de Staaten van Holland te werk gaan nut een Wapengenootfchap te), 336. Voome (Hoe in t Land van) de Oranjegezindtii beteugeld, 338. W. West-Indien ( Onderzoek op den ftaat der verdeediging van de) vastgefteld, 127. Geldbehoeften en verzoeken der West - Indifche; Maatfchappy, i'28. Gunftig Verflag op hun verzoek, 130. OP /elke voorwaatden 'er Holland m wil treeden, 131. Bewindhebbers ter Kamer Amfterdam verdeedigen hun gedrag, 132. Op welke voorwaarden de vryheid verleend om eene Vergadering van Tienen te Middelburg te houden, van wel-, ke niets kwam, 134. Nadere pooging om hulpe. Aid. Deeze blyft agterwege, 135. Voorflag van Gelderland, omtrent de JVestIndifche zaaken, 136- Zeeland neemt Esfequebo en Demerary byzonder ter ba*rte. Aid. Misnoegen in deeze Volkplantingen, 137Poogingen om den Slaavenhandel te begunftigen, 138. . WilleM de V- komt, weEe 2 Sens  BLADWYZER. gens de uitdeelingen der Oost-Indifche Maatjehappy., den Armen te gemoet, 114. Zyne Verklaaring en Voorilag van Bemiddeling, 206. Hoe ter Algemeene Staatsvergadering overgenomen, 218. Hoe in Holland 'beoordeeld. Aid. Schiedams Raadflag ten zynen opzigte, 225. Welke Hollandfche Steden voor zyne Sclaorting Hemden , 227. Adres van Vlaardingen ten zynen ppzigten , 229. Voorftel van bet Haagfche Wapencorps , 233. Veelvuldige Schriften' en Spotprenten tegen hem, 265. Verzoekfchriften ten voordeele van zyne Hoogheid, 266. Hoe men met het Haagfche handelt , 267. Meerdere Verzockfchriften van dien aart, 266. Inhoud van het Rotterdamfche, 269. Poogingen tegen het tekenen van zodanige Verzoekfchriften aangewend, 273. Klaagt over de Gewapende Schepen pp de Zuiderzee, 402 Wilmflad (De) door het Krygsvoik verlaaten, 306. Vertrek van 't zelve' na Gelderland, en het verrigtte daar omtrent, 109. Witte van Dam, diens geval op den Uitlegger by Louvcjïein, 400. Woerden De aan Staaten van Holland niet gehoorzaamd hebbende Krygslieden aldaar ontwapend, 300, Zeeberoh. (A.v.) Opfpraals tegen hem gaande gemaakt, 178. Hoe hy zich daar tegen verdeedigde, 179. Aan hem de agterlykheid van Haarlem in het uitbrengen van een Raadsbefluit toegefchreeven, 228. Zeeland (Staaten van) misnoegd over de nadere bepaaliug wegens deTutkfche. Pasfen gemaakt, 51, Tegemoetkoming , 52. Opgave van de reden der nadere bepaaling. Aid. Wil zig daar aan niet onderwerpen , 55. Hun HoogMogenden houden zich egter aan het Befluit, 58. Kant zich aan tegen de opr'igting van het vyfde Departement by de Oost -Indifche Compagnie. Zie verder Oost - Indifche Maatfchappy. Neemt Esfequebo en Demerary byzonder ter harte, 136. Voorflag wegens het Krygsvoik in het Hollandsch Cordon, 176. — Willen by Frankryk , Engeland , Pruisfen en den Keizer als Middelaars gevoegd hebben , 194. Gefchil tusfchen de Zeeuwfche Afgegevaardigden ter Algemeene Staatsvergadering, 293. Zeemagt (Sterkte van 's Lands) 68. Verzoekfchrift ten aanzien van dezel ve,6g. Petitie tot de Zeemagt, 165. Voorftel om dezelve alleen tot Befcherming der Buitenlandfche Zeeyaard tè' gebrul-  BLADWY ZER. bruiken, 410. Befluit deswegen genomen. Aid. Commisfien aan een en ander Zeecapitein goedgekeurd, 418. Raadflag van de Afgevaardigden tot de Zee, Aid. Zeevaard (Befcherming aan de) verleend, 68- Zuiderzee (Scheepswapening op de) 401. Klaagbrief van zyne Hoogheid daar over, 402. Opbrengen van Schepen en klagten deswegen , 403. Van 't geen met van der Pelt en den Zeeraad van Amjlerdam voorviel, 404. enz. Over de bedoelde in den grondbooring dier Vaartuigen, 410Schikkingen in het Noorderkwartier op de Beveililiging der Zuiderzee, 416. Ee 3 BE  ; BERICHT voor. den BINDER, De Plaaten moeten tegen over de volgende Blctdzyden ingevoegd worden. Portrait van A. Martini, tegen Blz. 10. Goudoever . . 324. Canter Camerling. 358.