01 1092 483+ UB AMSTERDAM  HET LEVEN VAN CATHARINA II, TWEEDE DEEL.   HET LEVEN VAN CATHARINA II, KEIZERIN van RUSLAND. met pour.traiten. TWEEDE DEEL. uit het fransch. te AMSTERDAM, bij JOHANNES ALLART, mdccxcviii.   INHOUD van het TWEEDE DEEL. I. Boek. Bladz, Inleiding. — Catiiarina houdt zig bezig met haare omwerpen tot uitbreiding haarer heerfchappije.—Zij houdt biren» Courland de hand boven V hoofd. — P a n i n wil de Rusfifche"Regeerings-wijze veranderen.-— B e stuscheff ontraadt dit aan de Keizerin, en wil haar met gregorius orloff doen trouwen. — Zamenzweering te Mosco w tegen het leven wsorloff gefmeed. — Men fpant tegen de Keizerin te zamen. — Antwoord van de Princes daschkoff. PoNiATowsKvröi« Rusland komen. — Geboorte van bo- b rin s k y I *3 II. Boek.  INHOUD. II, Boek. Staat van Polen zedert de Koningen van den eerflen fiam tot den dood van august III. — Verkiezing van poniatowsky. — Nieuwe zamenzweering te Petersburg. — Reize van de Keizerin naar Lijfland. — Moord van den Prins iwan in de gevangenis van Schlusfelburg. — Straf van mirowitz. . 40 III. Boek. Misnoegen te Petersburg. — Misver fl and tusfehen gregorius o rl of f en pan in. —• WlS- sensky wordt minnaar van de Keizerin, -r- Afzetting van den Kanfelier woronzoff. — Prins radziwill aan het hoofd der zamenzweerers. — De Bisfchop van Cracow opgeligt. — De Hertog de choiseulw//, dat de Turken den oorlos aan Rusland verklaaren. — Verbond van de Keizerin met Engeland.— Ontmoeting van Lord macartn e y aan het Hof van Rusland.— Rid-  INHOUD. viT: Ridderfpeelen te Petersburg. Hervorming der Rechtbanken. — Bijéénroeping der Afgevaardigden des Volks uit het geheele Rijk. — Verflandig antwoord der Samoyeden. — JVandaad van tschoglokoff.— Rei* ze van verfcheiden Geleerden door de binnenfte gedeelten van Rusland.— Academifche inrichtingen. — Inenting der kinderpakjes aan de Keizerin en den Groot-Hertog. . , _ gt IV» Boek. De Ottomannifche Porte verklaart den oorlog aan Rusland. — Prins Hendrik van Pruisfen koomt te Petersburg. — Eene Rusfifche vloot onder bevel van alexis orloff begeeft zig naar den Archipel. . Overwinningen van romamzoff, — Inneemen van Bender. — alexis o rl o ff komt te Petersburg te rug. — Zijn gedrag in Italiën. — Dolgorouky rukt in de * 4 Krim.  >in INHOUD. Krim. — Pest te Moscow. — De Koning van Polen verraderlijk aangevallen. — Vredes bijeenkomst te Fokhiani — Wasielitschikoff wordtgunjleling van de Keizerin. Grego- rius orloff wordt van het Hof verwijderd. . . . . 132 V. Boek. De vredes - onderhandeling te Fokhiani afgebroken. — Bijeenkomfien te Bukharest. — Verdeeling van Polen. — Vrede van Kaï- nardgi. Plet uitwijken der Kalmukken. — De guwpding wasielitschikoff WeffPe- zonden. Hertog anthon ulrich weigert zijne vrijheid. —- Eer/ie huwelijk van den Groot - Hertog. —- Reize van diderot naar Petersburg . . , 204 VI. Boek. Misnoegen in verfcheiden gedeelten van het Rijk. Oorzaa- ken, waar door verfcheiden bedrit-  INHOUD. ax driegers bewogen worden, om den naam van peter III. aan te nemen. — Opftand van P u- gatscheff. Zijne voor- fpoeden. ,Zijne tegenspoeden. Zijn dood. . . . 05^ VII. Boek. Potemkin wordt gun/leling. — ÏVordt gebannen. — En weder te rug geroepen. Manier op welke de gunftelingen wier den ingewijd en afgedankt. — Reize naar Moscow. — Bedevaart. — Potemkin wil de Keizerin overhaalen , om met hem te trouwen. — De Marfchalk r omanzoff koomt te Moscow.— Reglement en Wetten raakende het Rijks -beftuur. — De Rusfen komen weder in het bezit van de Krim. — Verkiezing van den Khan sahim guerai. — Zawodoffsky wordt gun/leling. — Dood der eerfte Gema- Hnne van den Groot Hertog. Tweede reize van Prins Hendrik  « INHOUD. drik van Pruisfen naar Petersburg. Reize van den Groot-Hertog naar Berlin. — Zijn tweede Huwelijk. — Zoritz verkrijgt de plaats van gunfleling. 296 HET  HET LEVEN van CATHARINA II. EERSTE BOEK; inhoud, Inleiding. — Catharina -houdt zig bezig met haare ontwerpen tot uitbreiding haarer heerfchappije.— Zij houdt bi ren in Courland de hand boven *t hoofd. — P anin wil de Rusfifche Regserings-wijze veranderen. — Bestusciieff ontraadt dit aan de Keizerin, en wil haar mei gregorius örloff doen trouwen.— Zamenzweering te Moscow tegen het leven van o rl o ff gefmeed. — Men fpant tegen de Keizerin te zamen. — Antwoord 'van de Princes daschkoff. — Poniatowsky wil in Rusland komen. — Geboorte van Bobrinsky. Wh hebben catharina reeds uit een weinig bekend Vorftendom van Duitschland zien voortkomen , en eenen Throon beklimII. deel. A men> 1762;  2 HET LEVEN VAN men, op welks trappen zij bijna twintig jaaren lang wankelende gebleeven is. Wij hebben haar, dien Throon beklommen hebbende, haaren Gemaal, die haar derwaarts geroepen had, als met éénen ftoot van boven neder zien werpen , en zig daar op alleen zien vestigen met veel minder hinderpaalen, dan zij voorzien konde. Wij gaan thands over , om het vluchtig tafereel van haare langduurige Regeering en haar huisfelijk leven te fchetzen ; en in deezen tweeledigen arbeid zal onze onzijdigheid altoos dezelfde wezen. Wij zullen noch de groote hoedanigheden van catharina, noch haare min£le gebreken , noch haare roemruchtige bedrijven , noch haare fchandelijkfte zwakheden ontveinzen. Wij zullen geene gebeurtenis ter neder Hellen, waar van wij het bewijs niet in onzen boezem hebben : maar wij zullen die alle opgeeven, welke dienen kunnen, om eene vrouw te doen kennen, wier verfchrikkelijke wanbedrijven niet hebben kunnen beletten, dat zij langen tijd de verwondering van Europa naar zig trok , en in wier onregtvaardigheden veele beroemde mannen, door haar onmatigen lof toe te zwaaien, in zeker opzigt gedeeld hebben. Kus-  CATHARINA II. 3 Rusland genoot van buiten den vrede , dien de ongelukkige peter III. aan het zelve had beginnen te geven , en welken catharina bevestigde, door de vijandlijke ontwerpen tegen Denemarken te ftaaken : maar het binnenfte van het Rijk was nog vervuld met een geest van verontwaardiging en oproerigheid, die het zelve heimelijk fchokte, en de laatlte omwenteling had doen geboren worden. Noch het ftreng vonnis, tegen de vier voornaamfte hoofden van den opftand der Lijfwagt uitgefproken, noch de zoogenaamde goedertierenheid der Keizerin, hadden die gevoelens van haat en wraakzugt, die de befchouwing eener groote onrechtvaardigheid altoos inboezemt , niet kunnen uitwisfchen. Schoon catharina de gruwelijkheid haarer wanbedrijven trachtte te ontveinzen, of liever, fchoon zij zig vleide, dat haare Onderdaanen van het aandeel, dat zij aan den dood van haaren Gemaal had, geheel onbewust waren , gevoelde zij, dat de herdenking van deezen dood niet zoo fpoedig zoude zijn uitgewischt, en dat men het denkbeeld daar van niet dan door nieuwe fchitterende daaden , en door gelukkige onderA 2 ne- 1762.  1762. 4 HET LEVEN VAN nemingen zoude kunnen verwijderen. Maar zij wist teffens, dat 'er nog te veel hinderpaalen aan deeze ondernemingen in den weg Honden , en dat de .bekrompenheid haarer geldmiddelen , en de ftaatkunde haar den vrede aanbevolen. Zij hield zig van toen af aan zeef zorgvuldig bezig met het bellier van haare uitgebreide Staaten , met de voortzetting van den Koophandel, met de vermeerdering der Zeevaart, en vooral met de meest gefchikte middelen om geld te hebben , zonder evenwel de zuinigheid te betrachten ; want haare hoogmoed gedoogde niet om aan de Ajiath fche pracht, welke het Rüsfóch Hof zedert het begin der Regeering van èlisabeT'H vertoonde, vaar wel te zeggen. Daarenboven geloofde zij, dat deeze pracht voor haar noodzakelijk was, om de vreemde Volken ten aanzien van haare waare gefteldheid te misleiden,• denkende dat zij hen door haare overwinningen zoude kunnen verbaazen. Na met haare Ministers gearbeid te hebben, fprak deeze Vorftin dikwils, en altoos in het geheim, dan eens met bestuscheff, dan eens met munich. De één deed haar «de ftaatkunde, en de middelen van het be- ftar.n  CATHARINA II. 5 flaan der verfchillende Hoven van Europa kennen ; de ander deelde haar het ontwerp mede, het geen hij geduurende zijne ballingfchap in Siberien gefchetst had, om de Turken uit Conftantinopolen te verdrijven, een ontwerp, het geen de heerschzucht van catharina zonderling vleide , en waar van wij dertig jaaren kater het oogenblik der uitvoering bijna gezien hebben. Zij kende haare eigene vermogens, haaren moed, en al het voordeel, dat zij van haare macht trekken kon, zoo wel, dat zij op zekeren tijd fpreekende mee cenen vreemden Minifler (i), meer gefchikt om haare misdagen toe te juichen, dan om haar verftand te waardeeren, zij hem vroeg, of hij dacht dat de vreede te Hubertsburg gefloten (a), vanlan» gen duur zou zijn. De Minister antwoordde haar, dat de uitputting der vólken, en de wijsheid van derzelver Regeerders , hun eene rust van verfcheiden jaaren fcheenen te belooven. Maar hij voegde 'er bij, dat zij 'er beter over moest kunnen oordeelen dan hij, dewijl zij, uit hoofde van haar doorzigt, de C i) Br f.tueil. (3) Ttisfrben Oostenrijk en Piuisfen. A 3 1762.  6 HET LEVEN VAN 1762. de ftaatkundige gefteldheid der Hoven van Europa konde naargaan, en dezelve door haar vermogen naar haaren wil fchikken. Catharina daar op een zedigen toon aanneemende, zeide hem: — „ Gij zijt dan in „ de gedachten, dat Europa tegenwoordig „ de oogen op mij gevestigd heeft, en dat „ ik bij de voornaame Hoven van eenig aan„ belang gerekend worde ?" Het antwoord konde niet anders dan bevestigend wezen. Catharina hoorde het met genoegen aan ; vervolgens alle de Keizerlijke waardigheid aanneemende, was haar wederantwoord: „ Ik geloof, waarlijk, dat „ Rusland aandacht verdient. Ik heb het „ fchoonfte leger van de weereld. Het geld, „ wel is waar, ontbreekt mij, maar ik zal „ in weinige jaaren 'er overvloedig van voor„ zien zijn. Indien ik mijne neiging den rui„ men teugel vierde, zou ik zelfs meer fmaak voor den oorlog dan voor den vrede ,, hebben; maar de menschelijkheid, de „ rechtvaardigheid en de rede houden mij te „ rug. Echter zal ik niet zijn als de Keize„ rin ehsabeth. Ik zal mij niet laaten „ dringen, om den oorlog te ondernemen; „ ik zal denzelven voeren , wanneer mijn „ voor-  CATHARINA II. f. „ voordeel het zal medebrengen; maar nooit 1763. „ om anderen te believen." Deeze Vorstin ■— ■ voegde 'er bij, dat men niet zou kunnen beginnen met haar te beoordeelen, dan over vijf jaaren; dat zij dien tijd ten minften noodighad, om de orde in haar Rijk te herftellen, en de vrugten haarer zorgen te plukken; maar dat zij zig door den tijd omtrent alle de Vorsten van Europa gedragen zoude, als eene minnares, die zig haare zaak wel verftaat. Deeze woorden waren zeer waarachtig. De Minister dacht, dat ze uk verwaandheid voortfprooten. Echter dorst hij niet nalaaten dezelve op eene vleiende wijze te beantwoorden. De eerfte blijk, die catharina van haaren invloed gaf, was ten voordeele van biren, welke van wegen den Raad van mi ttau eenige zwaarigheden ontmoette. Het krijgsvolk, dat in Pomeren lag, te rug roepende, gaf deeze Vorstin aan het zelve bevel , om zig naar Courland te begeeven, ten einde de vorderingen van haaren gunsteling te onderfteunen. Zij deed toen een ander leger, onder het bevel van den Graaf van roman zo ff, in Polen inrukken, een leger, A 4 het  8 HET LEVEN VAN het geen wel dra vermeerderd wierd met : twintig duizend man huip - troepen , over welken de Generaal czernischeff onder de Pruisftjche vaandels het bevel gevoerd had. Geduurende de lange ballingfehap van b iren, hadden de Staaten van Courland, hem als vervallen van zijnen titel van Hertog be^ fchouwende, Prins ka rel van Saxen, zoon van august III., Koning van Polen, in zijne plaats verkooren. Deeze Prins, door het aanzien van zijnen vader, en den wenfch van het Courlandfch volk onderfteund , fcheen den voorrang te verdienen boven eenen mededinger, wiens bekende wreedheid hem gehaat n aakte. Maar de tegenwoordigheid der Kusfifche legers bragt den goeden wil, dien men voor Hertog karel had, gemakkelijk tot zwijgen. Simolin (i), h fgezant van catharina, fchreef weldra aan den Raad van Mittau de wetten zijner Vorstin voor , en eene verklaaring, ten voordeele van biren te Moscow (2) gegeven, bedreigde den Ko- (i) Dezelfde, dien wij naderhand als Afgezant te Londen en te Parijs gezien hebben. (O Den 31. December.  CATHARINA II. 9 Koning van Polen met den oorlog, cn dwong hem, om den beroover van zijnen zoon met de Ilertoglijke waardigheid van Courland in te huldigen. Catharina, over zulk eene gehoorzaamheid voldaan, gebruikte haare bemiddelingbij m a ria theresia en frederik, om hen tot het te rug doen trekken hunner troepen uit de erfielijke Staaten van den Koning van Polen te bewegen; maar zij kon dit niet verkrijgen. De Keizerin Koningin fchrecf de fchuld daar van aan den Koning van Pruisfen toe, die niet naliet dezelve op haar te werpen. Gelukkiglijk maakte de vrede een einde aan deeze onrechtvaardigheden. Ondertusfchen was frederik, die zedert lang wist, van welk aanbelangde vriendfchap van catharina wezen konde, en die dezelve poogde aan te kweken , één der ijverigflen , om haar te vleien. Hij deed haar de orde van den zwarten Adelaar aanbieden, welke zij erkentelijk aannam, en waar mede zij zig verfierde, terwijl zij nog te Moscow was. Ongetwijffeld vergat deeze , Vorftin niet, dat men aan haaren Gemaal het dragen van eene Pruïsftfche orde als eene A 5 mis- 1762.  1762, io HET LEVEN VAN misdaad had te last gelegd. Maar zij wilde aan haare onderdaanen toonen, dat zij bij de vreemde Hoven niet ongezien was ; en het geen in hem een misflag was geweest, wierd in haar een trek van bekwaamheid. 'Er ontftonden toen eenige nieuwe gefchillen tusfchen de Hoven van Petersburg en Koppenhagen , met opzigt tot de regeering van Holftein. Door een verdrag, twaalf jaaren te vooren (1) tusfchen de Koningen van Denemarken en Zweeden in 't geheim gefloten , had de laatfte zijne rechten tot de regeering van Holftein geduurende de minderjaarigheid van den jongen Groot - Hertog aan den eerften afgeflaan; want het Hof van Denemarken reikhalsde zedert lang naar een Vorftendom , het geen voor het zelve zoo gelegen was, en ook naderhand verkreegen wierd. Het zag met ongenoegen de te rug komst van Prins george, die aldaar in naam van Rusland het bevel kwam voeren. Het weigerde zelfs in 't eerst zijn gezag te erkennen. Maar catharina dreigde : men vreesde het Rusfisch krijgsvolk den weg naar Holftein te zien neemen. De Deenfche Com- (I) In den jaare 1750.  CATHARINA II. u Commisfarisfen vertrokken van Kiel, en een buitengewoon Afgezant (i) van Koppenhagen kwam te Moscow, om den Koning zijnen Meester te verfchoonen. De Hoven van Petersburg en Stokholm leefden toen in de beste verltand-houding. Door de banden van bloedverwantfchap vereenigd, hadden zij beiden even zeer den vrede noodig , en Rusland liet die ontzachelijke uitbreiding van zijne macht nog niet voorzien, waar mede het, eenige jaaren laater, aan Zweeden en zijne andere nabuuren, een fchrik heeft aangejaagd. Catharina, gerust omtrent de oogmerken der Europeefche Vorften , kon zulks juist niet zeggen ten aanzien van haare onderdaanen. Zij deed intusfchen alles , wat zij meest gefchikt oordeelde, om dezelven aan zig te verbinden. Van natuure edelmoedig, was zij het nog meer uit Staatkunde. De begeerte om het getal haarer aanhangeren te vermeerderen, maakte haar zelfs overdaadig, en haare bevreesdheid hielp haar in den grond. Zij (O De heer hachthausen. 1762.  12 HET LEVEN VAN 1762. Zij vertoonde ook zorgvuldiglijk eene val- fche toegevendheid. Niet alleen ftelde zij ghoudowitz, wol kof f en milga- noff weder in vrijheid, maar zij gaf zelfs aan den laatften het bevel over een corps troepen, en ftelde den tweeden aan tot Lieutenant Landvoogd van Orenburg. Gh o ijdo wit z wilde niets aanneemen. In de eerfte maanden, die op den geweldigen dood van peter III. volgden, had zij weinig tijd, om het verfchrikkelijke haarer misdaad geheel in te zien; maar het nadenken , dat dikwils langzaam koomt, verwekt altoos knagingen in het, geweten; en de ftontmoedige geest van catharin wanneer hij fliep, aan drie der zamenzweerders te zullen leveren. Maar het uur wierd verkeerd aangeweezen , en toen de zamenzweerders zig vertoonden , was de Schildwacht, die hen helpen moest, reeds door een ander afgelost. Deeze verwonderd van drie menfchen te zien, die hem vroegen om bij orloff binnen te treden, maakte zoodanig gerucht, dat de andere Lijfwachten op de been kwamen. De zamenzweerders hadden Hechts tijd om te ontfnappen door middel der monteering, welke zij droegen. Dee-  3o HET LEVEN VAN Deeze beweeging verwekte eene ontfteltenis in het Paleis. Catharina ontwaakte. Zij oordeelde, dat haar leven te Moscow niet meer zeker was, en zij haaste zig om deeze Stad te verlaaten, ten einde naar Petersburg te rug te keeren. De dag van haar vertrek was merkwaardig door de vervoeringen van eene hoonende vreugd, zelfs door aanvallen van woede. Haare beeldten is was op het groote plein te Moscow op een zegeboog geplaatst geworden: het volk trok *er dezelve af, en brak ze aan ftukken, na ze door de ilijk getrokken te hebben. Catharina kwam te Petersburg aan op den dag der verjaaring van haare komst tot den throon. Wel bewust zijnde , dat om overeenkomfïig den geest van he-t gemeen te gebieden , men dikwils deszelfs oogen moet verblinden, fpaarde zij niets om haare intrede fta-tig te maken. Haar rijtuig wierd door alle de Regimenten der Lijfwagt voor af gegaan, en was vergezeld door de rijtuigen der vreemde Ministers , en van een aantal Hovelingen, welke de eerzucht en verwaandheid derwaarts trokken. Deeze pracht "had echter de uitwerking niet, die catharina 'er van verwagtte. Zij verwekte meer ver-  CATHARINA II. 3, verbaazing, dan vreugde, en verbitterde al langer hoe meer de harten der genen, welke de vertooneresfe van deeze pracht tegen zig had ingenomen. Het getal der misnoegden groeide aan. De zamenzweeringen vermeerderden, en wierden meer gevaarlijk door .de lieden van aanzien, welke-men daar in deel deed neemen. Men telde openlijk onder de vijanden van catharina de vermogen dfte lieden van het Rijk, en zelfs hen ,. die haar het best gediend hadden. De Herman -razumoffky , de Graaf panin en zijn broeder (i)' waren onder dit getal, en hot fcheen zeker te zijn, dat indien deeze ,ve,rfchillende zamenzweerders .zig hadden fknannen wenden tot eenen Vorat, 'die de vereeniging hunner wenfehen waardig was, catharina de kroon verloóren zoude hebben. Maar de één wilde den Groot -Hertog pa ul petrowitz tot den throon verheffen, de ander wenschte den ongelukkigen iwan daar toe te roepen.; en allen verlegen, allen onzeker zijnde, vormden zij gelijkelijk het ontwerp (l) De Generaal panin, broeder %-an den Staatsdienaar, heeft zig in den eerden oorlog tegen-de Turken beroemd gemaakt. 1^-  5a HET LEVEN VAN werp om de Keizerin te onttroonen, zonder dat zij het over den opvolger, dien zij haar geeven zouden, eens waren. Catharina, in ftilte onderrigt van het oogmerk van panin en razumoffky * was een oogenblik op het punt om hem in arrest te doen neem en: maar zij had geene andere dan onzekere bewijzen, verdenkingen die verkeerd konden uitkomen; en zij gevoelde, dat zij door eene geftrengheid, die misfchien tegen lieden van zeer veel aanzien ongefchikt was , gevaar liep van eenen algemeenen opftand te veroorzaaken. Zij trachtte toen van listen gebruik te maken, een middel het welk haar zoo dikwils gediend had. Schoon zij kort na de omwending, die haar op den throon geplaatst had, de verknochtheid en den moed van de Princes daschkoff met veel ondankbaarheid beloond had, en fchoon zij zelfs, zedert dat zij genoodzaakt was geworden haar aan haar Hof te rug te roepen, haar vrij koeltjes behandelde , veinsde zij als op een oogenblik haar vertrouwen aan haar te willen weder geven. Zij twijffelde niet, of de Princes daschkoff had mede deel aan de zamenzweeringen, die haare oude vrienden fmeedden. Zij kende haar als  CATHARINA II. 33 als bezicrende eenen hardnekkigen aart; maar zij wist ook, dat zij vol drift en onvoorzig- " tigheid was. Zij hoopte dus eenige erkentenisfen uit haar te krijgen , die aan haare twijffeling licht konden bijzetten. Zij fchreef haar een zeer langen brief, waar in zij, na haar de teederiTe benaamingen, de voordeeligfte beloften, en alledevleiereien, die meest gefchikt waren om haar te verleiden , rijkelijk te hebben toegezwaaid, haar, uithoofde: van haare oude vriendfehap, fmeekte, om haar te ontdekken het geen zij van de nieuwe zamenzweeringen wist, haar teffens verzekerende, dat zij aan allen, die daar in deel hadden, vergiffenis fchenken zoude. De Princes daschkoff, verbitterd, om dat catharina haar tot het werktuig haarer Wraak wilde maaken , zoo als zij haar te vooren tot het werktuig haarer verheffing gemaakt had, beantwoordde de vier bladzijden der Keizerin flechts met vier regels. Zie hier dit antwoord. „ Mevrouw, ik heb „ niets vernomen: maar zoo ik al iets ver,v nomen had, ik zoude mij wel wagten, om i, het te zeggen. Wat vordert gij van mij? „ Dat ik op het fchavot mijn leven laate ? — 4, Ik ben bereid het zelve te beklimmen." II. deel. C Ca- 1763.  34 HET LEVEN VAN 1763- Catharina, verbaasd over zulk eene kloekmoedigheid, en geene hoop hebbende om die te boven te komen, trachtte de genen, welken zij niet dorst itraffen, tot haare vrienden te maaken. Eenige onderhoorige zamenzweerders, die in arrest gefield waren, en hardnekkiglijk bleeven weigeren, om hunne medeplichtigen te noemen, wierden naar Siberiè'n gebannen: maar panin en razum o f f s k y ontfingen verfcheiden nieuwe gunstbewijzen. Ondertusfchen , dewijl de zamenzweeringen bij aanhoudendheid weder te voorfchijn kwamen , en dat de zagtmoedigheid, die men omtrent de fchuldigen gebruikte, hen in de misdaad fcheen te verharden, verklaarde catharina, dat zij zig bij vervolg niet meer bekreunen zou aan de Wet, waar bij de Keizerin elisabeth beloofd had geenen misdadiger ter dood te laaten veroordeelen. Zij oordeelde , dat men ongelukkiglijk de Rusfen niet in toom konde houden, dan door vrees voor üraffen. Zij zag vervolgens, dat deeze vrees hen daar van niet genoegzaam te rug hield. En in de daad, het eenige middel om het getal van misdadigers te verminderen, is het onderwijs algemeen te maaken, de  CATHARINA IL 35 de grondbeginzels eener goede zedekunde plegtiglijk daar te Hellen, en den beoeffenaaren daar van eere te bewijzen. Men heeft veele wetten tegen de misdaaden gemaakt; dog men heeft de inftellingen tot belooning van de deugd te veel verwaarloosd. Catharina fcheen van het voordeel van dergelijke infiellingen niet veel gevoel te hebben : maar zij verwaarloosde niets van al het geen haar toefcheen tot bevordering van den welvaart van haar Rijk te kunnen dienen. Op het tijdftip zelfs, dat zij de groötfte reden had om voor haare veiligheid beducht te zijn , hield zij zig met zoo veel vlijt en kalmte bezig met de zaaken van het Staats-beduur, als of haare Regeering eeuwig duuren moest. Zij rigtte openbaare fcholen , en gasthuizen op. Zij moedigde den koophandel en werkzaamheid aan; 'zij liet nieuwe fchepen op ftapel zetten. Met ongenoegen ziende, dat de bevolking haarer Staaten aan derzelver groote uitgebreidheid niet geëvenredigd was, en dat de landerijen haarer vruchtbaarfte Gewesten niet dan een Hechten oogst voottbragten , om dat 'er handen ter bearbeiding ontbraken, kondigde zij eene verklaaring af, om alle vreemdelinC 2 gen  36 HET LEVEN VAN gen uit te noodigen, ten einde zig in Rus* land re komen nederzetten. Zij beloofde hun aanzienlijke voordeelen , en vooral de vrije oeffening van hunnen Godsdienst, met het vermogen teffens, om het land weder naar believen te verlaaten, en de rijkdommen, die zij aldaar verkregen zouden hebben, met zig te voeren, mits daar van een zeker gedeelte aan 's Lands kasfc overlaatende. Het was ongetwijffeld aan deeze Vorftin vrij onverfchillig , of zij, die zig in haare Staaten kwamen nederzetten, eenen anderen Godsdienst dan den haaren belijden, mits zij zig arbeidzaame landbouwers of handwerklieden, en rustige Burgers betoonden te zijn. Betrekkelijk de rijkdommen, die zij hun vrijheid gaf met zig te mogen uitvoeren, wist zij wel, dat de meeste lieden, die zig in eenig land hebben nedergezet, uit hoofde van hun belang aldaar blijven, en zelden van zig verkrijgen kunnen dat land te verlaaten. Schoon Poniat0w.sky zeer wel wist, dat orloff zedert lang de bevoorrechte minnaar van catharina was, trachtte hij de liefde-drift, welke hij voorheen aan deeze Vorftin had ingeboezemd, door zijne brieven weder levendig te maaken. In de hoop, dat  CATHARINA II. 3? dat zijne tegenwoordigheid misfchien voldoende wezen zoude, om hem over zijnen mede-minnaar te doen zegepraalen , verzogt hij aan de Keizerin om hem toe te ftaan van in het grootst geheim te Petersburg te komen. Maar deeze verzoeken vonden geenen ingang. Catharina wist al te wel, wat zij van de oploopendheid van orloff te duchten had, wanneer zij haare toettemming gaf tot eene reize, die noodzakelijk ontdekt moest worden. Zij hield dus op om verder voor den Pool te veinzen; maar hem erkennende, dat zij geene liefde meer voor hem had, verzekerde zij hem van haare beftendige vriendfehap, en beloofde hem, dat zij hem daar van bij alle gelegenheden blijken geven zoude. Zij wagtte ook niet lang om deeze belofte door daaden naar te komen. Geduurende een gedeelte van dit jaar , hield catharina zig zeer dikwils in haar Paleis opgefloten. Zij onttrok zig zelfs zomtijds aan haare hofhouding door kleine reizen , welke zij naar haare minst bezochte lusthuizen deed, en alwaar zij Hechts door twee of drie vertrouwde vrienden vergezeld wierd. Schoon het haar vrij onverfchillig fcheen, of men van haaren minnehandel met C 3 or- 1763.  3S HET LEVEN VAN orloff kennis droeg, wilde zij egter verbergen, dan zij zwanger was; en eene ongefleldheid voorwendende , waar door zij in eenige dagen niet in het openbaar verfchijnen konde, bragt zij dien bobrinsky ( 1) ter weereld, wiens gedrag aan deeze Vorftin het gevaar, dat zij voor hem uitftond, zeerflechts beloond heeft (2). Naauwlijks was catharina van haare zwangerheid verlost, of het belang van haaren ouden minnaar , of liever Staatkunde wendde haare aandacht naar Polen heen. Dit Koningrijk ondervond zedert lang den invloed van Rusland, en deeze invloed was onder catharina van des temeer vermogen , vermits behalven het leger van r 0manzoff, dat zig aan de oevers der Weisfel had nedergeflagen, in Lijfland, Esthlani en Courland vijftig duizend mannen verdeeld lagen. August III, nog meer door zijn ongeregeld leven uitgeput, dan door het hart- (1) Zommigen lieden hebben beweerd, dat bosrinsky eenige dagen voor de omwenteling van 1762 gebooren was; maar dit dunkt ons onwaar te zijn. Cs) In het vervolg van dit werk zal nader van bo^ B^iNsiiY gefproken worden.  CATHARINA II. 39 hartzeer, het geen hem de overweldiging van 1763. Saxen veroorzaakt had, konde van het ein- 1 de zijner dagen niet verre af zijn. Allen die beweerden zijne opvolgers te moeten worden, begonnen in beweeging te geraaken, en het Hof van Petersburg was het middenpunt van hunnen bedekten handel. De hoogmoedige catharina was 'erzeer mede ingenomen, dat zij de fcheidsvrouw deezer heerschzuchtige mededingers was. Maar terwijl zij zig vermaakte, om hunne verdeeldheden en verwagtingen gaande te houden, was zij voor zig zelve reeds bepaald. Zij moest een Koning hebben, wiens zwak character en flaaffche onderwerping haar bekend waren: daar toe verkoos zij poniatowsky, C 4 TWEE-  TWEEDE BOEK. inhoud. Staat van Polen zedert de Koningen van den ~eerften ftam tot den dood van aügust III. — Verkiezing van poniatowsky. — Nieuwe zamenzweering te Petersburg'. — Reize van de Keizerin naar Lijfland. — Moord van den Prins iwan in de gevangenis van Schlusfelburg. — Straf van m i r o w i t z. *i«fl8 ooi tsft&icu'i iUrtts'gneiw,, rr?-;-:o •' -ma He t Rijk van Polen, het welk nu en dan ■ zulk eene fchitterende rol in Europa fpeelde, en door de uitgeftrektheid van deszelfs grondgebied, en vruchtbaarheid van deszelfs landsdouwen, en den ijver van deszelfs inwoonders, nog meerder overwigt fcheen te moeten verkrijgen, heeft door de gebreken zijner regeering een gedeelte der voordeden verlooren, aan het zelve door de natuur gefchonken. Het is niet ondienfiig hier even het oog te yestigen op den ftaat van dit rijk en ongeluk-  C A T H A R I N A II. 41 lukkig Land, het geen wij zien zullen, dat meer dan eens de heerschzucht van catha- rina heeft gaande gemaakt, en langen tijd door haar verwoest is , om het met des te meerder gemak te kunnen overweldigen. De gefchiedenis van Polen, even als die van bijna alle andere Landen van Europa, klimt tot een tijdperk op, dat zeer verre af gelegen, en vol onzekerheid is. Het beste dat men 'er van weet, beftaat hierin, dat Polen in het begin geregeerd wierd door een ftam van Koningen ( 1), welker macht fchier onbepaald was. Op deezen flam volgden de Piasten, welke men meent, dat bij verkiezing benoemd wierden, maar die de Kroon langen tijd in hun gefiacht behielden. Het Koningrijk wierd door de vorderingen der Grooten, die zig tegen den Monarch vereenigden, en tegen hem eene macht opwierpen , aan de zijne evenaarende, dikwils ontrust. Een der laatfte Koningen uit den ftam der Piasten, casimir, bijgenaamd de gr 00te, of de vader der boeren, beteugelde het gevaarlijk en altoos ontrustend gezag der. Groo- (1) De ftam van lesko. C 5  4* HET LEVEN VAN 1763. Grooten, door een aantal mededingers uit den laagen Adel, aan welke hij verfcheiden voorrechten vergunde, in 't harnas te jaagen. Maar welk een beminnaar deeze Vorst ook van de rechtvaardigheid was, en welk belang hij ook in de ongelukkige boeren ftelde, het was hem nimmer mogelijk het wreede lot, waar toe deeze lieden in Polen verweezen zijn, te verzachten. Lodewyk van Hongaryen , neef en opvolger van ca sim ir, konde van de voordeden, die deeze Monarch verkreegen had, geen genot trekken , vermits de Poolfche Adel, hem de Kroon opdragende, hem noodzaakte om bezwaarende voorwaarden te onderfchrijven. Bij den dood van lodewyk, die geen mannelijk oir naliet, bood deeze onrustige Adel aanLADisLAus jagell o n , Hertog van Lithauwen , den throon aan, en leide hem dezelfde voorwaarden op als aan lodewyk. Eene deezervoorwaarden was, om zonder toeftemming der Rijksftanden geene fchattingen uit te fchrijven. Zijne opvolgers waren, zoo wel als hij, verpligt beftendiglijk nieuwe opofferingen te doen, om de inkomften, die zij noodig hadden,  CATHARINA II. 43 den , te verkrijgen ; en eindelijk deed men sigismund august verklaaren ( i ) , dat • bij zijn overlijden de kroon volftrekt verkiesbaar worden zoude. Deeze Vorst, die geen zoon had, Hemde gemakkelijk toe in het teekenen van eene verklaaring, waar door hij zijn rust kogt. Weinig tijds daar na maakte men een Charter (2) op, het welk de grondflag en waarborg van dit voorrecht wierd. De vier hoofd-artikelen van dit Charter waren. i". Dat de Kroon verkiesbaar weezen zoude, en dat de Koning nimmer bij zijn leven zig eenen opvolger zoude kunnen toefchikken. 20. Dat de algemeene Rijkflanden alle twee jaaren zouden vergaderen. 30. Dat elk Pooïsch Edelman het recht van Hemmen tot het verkiezen van eenen Koning hebben zoude. 40. Dat indien de Koning zig verfloutte de wetten te overtreeden , en de voorrechten des volks (3) te fchendcn, de onderdaanen van (1) In den jaare 1550. ( a ) Bekend onder den naam van Paüa conventa. (3) Dat is te zeggen, de Adel, want de overigen zijn in geen tel. 1763.  i | j < i 44 HET LEVEN VAN van hunnen eed van trouwe ontflagen zouden weezen. De voorrechten, waar van dit Charter de waarborg was, wierden nog verder uitgeftrekt, en alle de opvolgers, van sigismund AUGUST tOtSTANISLAUS PONIATOWSKY ingeflo- ten, wierden niet anders verkoozen, dan na zig onder eede tot derzelver handhaaving verbonden te hebben? Konde men dus minder verwagten van Vorften, die de Kroon als eene gunst ontfingen, en die, zoo zij ze op deeze voorwaarden niet hadden aangenomen, zig daar van ten behoeven van eenen mededinger, die minder zwarigheid maakte, zouden hebben verftoken gezien? Hoe meer de magtdes Adels aanwies, hoe meer zij er misbruik van maakten. Niet te vreden om vrijelijk hunne Hem uit te brengen, verkochten zij dezelve, [ienrik van valois was de eerfte, die ioor kragt van geld en door beloften den :hroon der jagellons kocht, een middel lat zedert niet dan voor den fchrik der wape* ïen geweeken- is. Bij elke komst tot den throon nam de Adel net geweld het een of ander nieuw voorrecht. Dnder de regeering van joan casimir bragt nen in de weereld het liberum veto; een recht, het  CATHARINA II. 45 het geen aan eiken Edelman het vermogen gaf, om de beraadflaging van eene geheele « Rijks-vergadering alleen tegen te houden, en die door een daad van loutere willekeur tot niet te maaken; een recht, dat één der voornaamfte bronnen der wanorde, der regeering: loosheid, en der geheele verwoesting van polen geweest is. Maar uit deeze zoo uitgebreide macht, die elk Edelman had, kan men oordeelen over de macht, welke de Palatijns, de Opper-officieren, en in 't algemeen de geheele poolsche rijkdom bezat. Dan eens ligtten zij Regimenten, zonder den Koning te kennen, dan eens vormden zij eedgenootfchappen, die, onder voorwendzel van de wetten te verdedigen, tweefpalt en oproer zaaiden, en in naam der vrijheid, de ongehoordfte dwingelandije uitoeffenden. Het is de Poofche Adel, wier blinde heerfchzugt zedert drie honderd jaaren trapsgewijze den ondergang van dit Land berokkend heeft. Dit volk, dat uit zijnen aart dapper is, dat de Ottomannen dikwerf overwon, en aan Pruisfen en Rusland de wet ftelde, heeft, zedert zijnen tweedragt, geen één leger, 1763.  46 HET LEVEN VAN 1763- ger, waar door het wierd aangevallen, kunnen wederftaan. De Zweedfche Koningen i karel gustaaf, en karel XII, hebben het zelve beurtelings veroverd; en van het oogenblik, dat de Rusfen tegen den gewapenden Poolfchen Adel, hoe fchitterend, en vermetel ook, wel geöeffende krijgsbenden Hellen konden , hebben zij zig meester gezien , om hun de wet voor te fchrijven. Deeze Polen echter, die zig vrij noemden , waren zij in de daad vrij, zelfs toen, wanneer zij het gewaand recht der verkiezing hunner Koningen uitoeffenden ? De eeuw, in welke wij leeven, heeft verfcheiden maaien het tegendeel doen zien , en een van die genen ( 1) welke hunne gefchiedenis het best gekend hebben, heeft hen uitgetart, om er flechts twee voorbeelden van eene vrije keuze in te vinden. Er is geene aanzienlijke Mogendheid in Europa, die op deeze verkiezingen niet meer of min invloed had; maar zedert meer dan vijftig jaaren is Rusland de eenige, die ze waarlijk beftierd heeft. Dus* ( O S ARN1SKY.  CATHARINA II. 47 Dusdanig was de gefteldheid van Polen, toen de dood (1) van a u g u s t III de kuiperijen der genen, die naar den throon ftonden, gaande maakte, en aan c a t h a r i n a het middel in de hand gaf, om al het vermogen haarer Staatkunde ten toon te fpreiden. Deeze Vorftin, welke de Hoven van Weenen en Verfailles van Pruis/en wilden aftrekken, begon met behendiglijk deeze Hoven te doenverklaaren, dat zij aan de zaaken van Polen geen deel neemen zouden. De Marquis depaulmy, Afgezant van Frankrijk te Warfchauw, ver-• klaarde (2) aan de Rijks-vergadering, dat lodewyk XV zig met de verkiezing van den nieuwen Koning in 't geheel niet bemoeijen zoude; en wel dra voerde de Graaf de merc y in naam van maria therksia de zelfde taal. Ondertusfchen was de belofte deezer twee Hoven voor catharina niet voldoende. Zij wilde zig nog verzekeren van geene tegenkantingen van 't Hof vznBerlin te zullen ontmoeten : zij Haagde daar in. Fredrik verzogt haar zedert langen tijd om een verdedigend ( 1) Den 5. Odlober. ( a ) Den 16. Maart. 1763. 1764.  43 HET LEVEN VAN 1764. gend Verbond te teekenen, en zij zelve had daar toe te meerder trek, naar maatehij meerder middelen in 't werk ftelde, om er haar naar te doen verlangen. Als toen denkende, dat de uitftellen, die zij met de teekeningvart dit verdrag maakte, voortkwamen uit haaren weerzin tegen eenen Minister, (1) die de vriend van haaren Gemaal geweest was, verkoos de Pruisfifche Monarch eenen Afgezant i die noodwendig aan deeze Vorftin aangenaamer weezen moest: hij zond den Graaf van solms, gehuuwd met eene Princes van Anhalt-Bembourg, volle nicht van catharina, naar Petersburg. De Graaf van solms wierd door de Keizerin zeer wel ontfangen, en floot wel dra met haar, in naam des Konings van Pruis/en, een Verdrag, waar agter men het volgende geheim Artikel plaatfte: „ Dewijl het belang van zijne Majefteit „ den Koning van Pruisfen, en van haare „ Majefteit de Keizerin van geheel Rusland „ medebrengt, alle haare zorgen en vermo„ gens aan te wenden, ten einde de Repu„ blicq van Polen in haaren ftaat van vrije ver- „ kie- (O De Baron van goltz.  i CATHARINA II. 49 „ kiezing gehandhaafd worde, en het aan ,, niemand geoorloofd is dit Rijk in zijn ge„ (lacht erffelijk te maaken, of zig daar over „ eene onbepaalde heerfchappije aan te ma„ tigen; hebben zijne Majefteit de Koning „ van Pruisfen, en haare Keizerlijke Majefteit „ beloofd, en zig onderling, op de krachtig„ fte wijze, door dit geheim Artikel verbon„ den, niet alleen om niet te gedogen, dat „ iemand, wie hij ook wezen mogt, zoude „ ondernemen, hetGemeenebestvandeszelfs ,, recht van vrije verkiezing te berooven, het „ Koningrijk erffelijk te maaken, of zig daar „ over eene onbepaalde heerfchappij aan te „ matigen, in alle gevallen, waar in zulks „ zoude kunnen gebeuren ; maar ook om door „ alle mogelijke middelen en eenftemmig „ voor te komen en te vernietigen de oog„ merken en ontwerpen, die tot dit einde ,, zouden kunnen dienen, zoo dra men de„ zelve zoude mogen ontdekken, en om „ zelfs in geval van nood tot het geweld der „ wapenen toevlucht te neemen, ten einde ,, het Gemeenebest voor de omkeering van „ deszelfs Staats beftuur en Grond-wetten te beveiligen." „ Dit tegenwoordig geheim Artikel zal de II. deel. D „ zelf- 1764'  50 HET LEVEN VAN 1764. „ zelfde kracht en werking hebben, als of „ het van woord tot woord in het oorfpron„ kelijk Verdedigend Verbond, op heden „ geteekend, was ingelascht, en zal te ge„ lijker tijd bekragtigd worden." ,, Ten blijke van het welk hier van twee „ gelijkluidende affchriften gemaakt zijn, „ die wij Ministers Plenipotentiarisfen van „ zijne Majefteit den Koning van Pruisfen, „ en van haare Majefteit de Keizerin van ge„ heel Rusland, tot dit einde gemagtigd zijn„ de, hebben geteekend, en met het zegel „ van onze wapenen bezegeld. Gedaan te „ Petersburg den u. April (31. Maart O.S.) » 1764. (geteekend) C. de Solms. Panin. Gallitzin. De nieuwe Vorst van Saxen, die zig vleide den throon van au gust III. te erven, gelijk hij zijn Keurvorflendom geërfd had, vervoegde zig aan de Keizerin met verzoek van zijne vorderingen goed te keuren.: maar zij aarzelde niet om hem alle hoop daar toe te beneemen, Zij antwoordde hem: — „ Dat » zij  CATHARINA IL 51 „ zij hein raadde, als eene waare vriendin , „ zijne belangen niet te doen gelden in eene ' ,, zaak , waar van de uitflag aan zijnen „ wensch niet zoude kunnen beantwoorden." Catharina, moedig op al het geen zij in Polen vermogt, wees de genen, die naar deezen throon ftondcn, en haar mishaagden, den een na den ander af, zonder zig echter nog uittelaaten, wien zij dacht te begunftigen. Het grootfte gedeelte der Polen wilde eenen Piasf, een afüammeling van hunne oude Koningen, verkiezen. Catharina fcheen dit ook een wijl te verlangen. Maar op een oogenblik vernam warschauw met de uiterfte verbaazing , dat het poniatowsky was, aan wien deeze Vorftin den throon toefchikte. Deeze keuze verwekte een bijna algemeen misnoegen, en geweldige morringen. De Poolfche Grooten , verontwaardigd om over hen te zien heerfchen een jongman (1), van eene niet zeer aanzienlijke geboorte, en wiens verheffing noch door uitfteekende daaden, noch door groote deugden gewettigd wierd, vroegen de één aan den ander, welke dienften poniatowsky aan het Gemeene- best (1) Hij was omtrent 3« jaaren oud. D a 1764.  5* HET LEVEN VAN 17*4. best gedaan had, om daar voor zulk eene roemrijke belooning te verwerven. Poniatowsky bezat hoedanigheden, meer gefchikt, om hem de vriendfchap van eenige lieden te bezorgen , dan om hem den Koninglijken fcepter waardig te maken. Groot, wel gemaakt, met een ontzach verwekkend en aanminnig voorkomen begaafd, fprak en fchreef hij de zeven hoofd-taalen van Europa met veel gemak en bevalligheid, maar hij bezat flechts eene oppervlakkige kennis van Staats-zaaken. Zijne welfprekendheid was wild, zijne inbeelding mishaagde. Meer zwak dan zacht, meer verkwistend dan edelmoedig, konde hij de vrouwen gemakkelijk verleiden, en eene onkundige meenigte verblinden , maar geene verftandige menfchen overreeden. Hij was ongetwijffeld meer ge fchikt om zig te laaten regeeren, dan om zelf te'regeeren. Echter, onderfteund door het aanzien en de wapenen van Rusland, en geen hinderpaal van den kant der andere Mogendheden te vreezen hebbende, was zijne zegepraal niet lang twijffelachtig. De eigenliefde van catharina had bij deezen zegepraal belang. Deeze Vorftin ftelde 'er zulk een hoogen prijs op, om de kroon der Sarina-  CATHARINA II. 53 matiers op het hoofd van haaren ouden minnaar te zien, dat zij onophoudelijk aan den Graaf v n kayserling, haaren Afgezant te TFarfchauw, fchreef, om alles ten voordeele van poniatowsky in 't werk te Helften. Een van haare brieven wierd onderfchept, en bevatte deeze 'eigene woorden: — „ Mijn waarde Graaf, gedenk aan mijnen be„ gunftigden. Ik fchrijf u deeze twee uuren „ na middernacht: oordeel dus, of de zaak ,, mij onverfchillig is? De Graaf van kayserling wagtte zig wel , om hier aan niet te gehoorzaamen. Noch hij, noch de Rusfifche Generaals lieten niets agter wegen, om de keuze, die hunne Vorftin verlangde, te bevorderen. De Rijksvergaderingen waren reeds, bijeen geroepen. Die van PFarfchauw verkoos poniatows-, ky met eenpaarige ftemmen : maar welke zorge men ook befteedde, om die der Landfchappen eene even gunftige ftem te doen uitbrengen, de uitflag was geenzins dezelfde; zijne mededingers kreegen in zommige Vergaderingen meer ftemmen dan hij, en in de overige ten minften even veel. Toen de zamengeroepene Rijks - vergadering bij cén kwam , .trok het Rtisfisck D 3 krijgs- 1764.  1 54 HET LEVEN VAN krijgsvolk in Warfchauw, onder voorwend■ zei van aldaar de orde en vrijheid te handhaven. Deeze Stad wierd-te gelijker tijd door eene meenigte van vreemdelingen, die gereed Honden om zig op het eerst gegeven teeken te vereenigen, opgepropt. De Graaf er anicky, Opper-Generaal der Kroon, en de Prins raoziwill, namen de wapenen op om te beletten, dat de Riïsfeti de ftemmen niet door geweld dwingen zouden : maar wat konden zij uitvoeren tegen vreemde legers, die m het Land meester waren, en tegen een gedeelte van hunne eigene Landgenooten, die genegen waren , om zig bij deeze legers te voegen? het is echter moeielijk zig een°denkbeeld te vormen van den tweefpak, welke in de Rijks-vergadering te Warfchauw begon te heerfchen. De Graaf mal akoWs ky, eerbiedwaardig door zijnen hoogen ouderdom en dapperheid, wierd tot Marfchalk van dezelve benoemd. Hij wilde te vergeefs aldaar de ordre herftellen, en de vreemdelingen van daar doen vertrekken. Men antwoordde hem door sendoIgefchreeuw,entrok den fabel. De welsprekende mokranowsky , Afgevaardigde van yracow, liep gevaar van door het zwaard der Rus-  CATHARINA II. 55 Rusfifche Officiers, die van degehoorplaatfen hem dreigden te doorfteeken, om te komen. Hij ondernam in !t eerst zijn leven te verdedigen: maar vervolgens zijn fabel in de fcheedefteekende, en zijn borst open rukkende: — „ Zoo gij een flagtoffer hebben moet," zeide hij tot de Rusfen , „ zie mij hier. Maar ten „ minften zal ik vrij fterven, zoo wel als ik „ vrij geleefd heb." Mogelijk zouden de verraders den moed gehad hebben om hem te verworgen, maar Prins adam czartori sky had den edelen moed om zig voor hem te plaatfen, en hem met zijn lichaam te beveiligen. Dus werden de eerfte zittingen van den Rijksdag met hoonende gefprekken, en luidruchtige twisten gefleeten. Zeker iemand te Petersburg, bewust hoe zeer de verkiezing van pon i ato wsky aan de Poolen mishaagde , en hem voor het oog van catharina willende verkleinen, dorst aan deeze Vorftin zeggen, dat haar begunftigde des te minder gefchikt fcheen om den throon van Polen te beklimmen, vermits zijr Grootvader was geweest opzigter over eer kleine ftreek lands van de Vorften lubomirsky — „ Al was hij 't zelf geweest,' antwoordde zij op een misnoegden toon, „ il D 4 » wi 1764. I  56 HET LEVEN VAN „ wil dat hij Koning zij, en hij zal het „ zijn." Catharina, deeze taal voerende, had geene vrees van bedrogen uit te komen. Behalven het krijgsvolk, dat zij reeds in Polen had, liet zij een corps van twaalf duizend mannen in Lithauwen trekken, en nieuwe verfterkingen trokken naar Kiow. Haar Afgezant had te IVarfchamv de overhand , en haare legers, om zig zoo eens uit te drukken, persten het Gemeenebest tezamen. Verfcheidene Landfchappen befchuldigden toen hunne Afgevaardigden, dat zij aan hun verlangen niet beantwoord hadden, door aan den invloed van het Hof van Petersburg toe te geven. Het bleef niet bij morringen. Men vatte de wapenen op; men fmeedde verfcheide eedgenoodfchappen ; doch deeze bewegingen hadden geen gevolg. De Rusfen dreigden : de misnoegden wierden wel dra tot ftilzwijgen gebragt. Eindelijk zag men den Rijksdag der verkiezing openen, welke, overeenkomftig het gebruik , op de vlakte van Wola , omtrent drie mijlen van ÏVarfchauw afgelegen, gehouden wierd. Deeze Rijksdag begon met eene plechtige Mis, en eene Predi-  CATHARINA II. 57. catie ( 1). De Graaf van kayserling, Rusfisch Afgezant, bevond zig ongelteld, en konde zig niet naar tVola begeeven, maar hij liet aan de Rijks-vergadering een brief ter hand fteüen, welke de Keizerin hem deed" toekomen, ten einde hem op de dringendfte wijze den Graaf poniatowsry aan te be- veelen. . is&qo Geduurende dien tijd gaf poniatowsky, door een groot aantal vrienden vergezeld , aan eiken Afgevaardigden in het bijzonder een bezoek, en trachtte hen door betuigingen van vriendfchap en vleiende beloften te winnen. De Palatyns allen bij één verzameld , en in orde gerangfchikt zijnde rondom de Szopa, een groot gebouw,- dat van alle kanten open is, en waar in zig de Raad en Ridderfchap bevinden , vroeg hun de Kardinaal Primaat met luider ftemme , en drie verfchillende keeren , wien zij tot Koning begeerden ? Allen antwoordden zij eenparig: „ Den Graaf p o n i a- „ t o w s k y." Daags daar aan vol- gen- ( O De Prediker had tot zijnen text genomen deeze woorden: Eligite ex vobis meliorem, qui vobis placu> (ritf et poni te eum fuper folium, D 5 1764.  58 HET LEVEN VAN 1764. gende (1) wierd hij tot Koning van Polen • onder den naam van stanislaus august uitgeroepen. De nieuwe Koning, te Warfchauw te rug komende, doorwandelde de ftraaten van deeze hoofdftad, onder de toejuichingen van al het volk, en dien zelfden dag nam hij zijn intrek op het Slot van het Gemeenebest. Eenige Afgevaardigden waren op den Rijksdag niet verfcheenen ; de meeste Grooten waren bedroefd, dat men poniatowsky benoemd had: maar zedert hij op den throon gezeeten was, kwamen zij bijna allen aan hem hulde doen; en hij begon zijne regeering zoo rustig, als of zijne verkiezing niet door geweld bewerkt was geworden (2}. Eeni- ( 1 ) Den 7. September. (») Stanislaus toniatowsky gedroeg zig in bet begin met veel beleid en voorzigtigheid. Hij ontfiog de genen, die hem als de grootfte tegenltanders waaren toegefcheenen, met vriendelijkheid. De zoon van den Graaf van bruhl had getracht hem ondienst te doen, en echter liet hem deeze Vorst den post van Groet-meester der Artillerie, dien hij aan den Graaf branicky , Palatijn van Hehcz , beloofd had , en waar van de laatstgemelde in de daad de edelmoedigheid had hem niet te willen berooven.  CATHARINA IL 59 Eenigen tijd voor deeze verkiezing had catharina te kennen gegeven, dat zij eens ■ nader bij het toneel haarer overwinningen begeerde te zijn, en Lyfland wilde doorreizen. Zommigen dagten , dat zij nog eenmaal den minnaar, wien zij eenen throon gaf, verlangde te zien; anderen verdachten haar van andermaal zwanger te zijn, en dat zij zig van Petersburg verwijderde , om des te beter voor eene meenigte van Hovelingen , wier oplettendheid haar beftendig gade floeg, haare bevalling te verbergen. Maar wij zullen wel dra zien, dat haare reize een geheel ander oogmerk had. Op het oogenblik, dat catharina uit de hoofditad Hond te vertrekken , wierd zij onderricht, dat haare Lijfwagt op nieuw zamenfpande. Verfcheiden van hun wierden in arrest gezet. Maar dewijl het fcheen , dat de ontdekking ecner zamenzweering altoos moed inboezemde om eene andere te fmeeden , en dat men het volk door ftraftoneelen niet wilde verbitteren, maakte men het Proces der zamenzweerders in het geheim op, en men had de wreedheid om hen in hunne gevangenis van honger te laaten fterven. Wij 1764. v -  go HET LEVEN VAN 1764. Wij zouden ons ongetwijffeld onthouden , - om zulke verfchrikkelijke gebeurtenisfen aan te haaien , zoo ze- ons niet op eene geloofwaardige wijze getuigd waren , of zoo de geftrengheid der gefchiedenis gedoogde dezelve met ftilzwijgen voor bij te gaan. En zouden we dan zonder ons fchuldig te kennen, kunnen gedogen , dat de nakomelingfchap de goedaartigheid van eene vrouw roemde , die zulke ontzettende wreedheden belastte of liet uitvoeren? De reize naar Lyfland was .eenige dagen opgefchort geworden. Alvoorens die te onderneemen, wilde catharina Cronjladt gaan bezigtigen, en denkende aan de vreemde Ministers eene voordeelige gedachte van haar zeewezen te geven, noodigde zij hen, om haar naar deeze haven te vergezellen. Zij volgden haar in de daad derwaarts, maar zij deelden niet in het gevoelen, het geen zij zelve van haare zeemacht vormde. Zij vonden flechts een klein getal fcheepen, welke zij weinig gefchikt oordeelden , om zee te bouwen; en de Engelfche Afgezant, die anderzints catharina trachtte te vleien, kon haar niet ontveinzen, dat haare zeemacht hem nog zeer weinig geducht voorkwam. Zij  CATHARINA II. 61 Zij heefc naderhand beweezen , dat zij het worden kon. Bij haar vertrek uit Cronfiadt, nam de Keizerin , die het opperde bevel over Petersburg aan den Graaf panin had opgedragen, den weg naar Lyfland. Gregorius orloff vergezelde haar: echter ontfing zij te Riga een bezoek van poniatowsky, die waarlijk zig verkleedde, om niet herkend te worden , en aan den gunfleling , wiens jaloersheid de Keizerin nog gaarne vermijden wilde, geen aanftoot te geven. Zoo zeer als catharina zorge droeg, om haare ontmoeting van poniatowsky voor orloff te verbergen, zoo min was zij zekerlijk t' onvreden, dat het volk deeze ontmoeting geloofde. Het was noodig dat haare reize een voorwendzel had, en men deed haar buiten twijffel dienst, door aan de liefde toe te fchrijven, het geen niet dan aan Staatkunde verfchuldigd was. Maar het oog des waarneemers wierd daar door niet lang verblind : eene verfchrikkelijke fchenddaad ontdekte de geheime beweeg-reden. Welk belang had catharina waarlijk bij het gezelfchap van flechts een vierde van een uur met eenen minnaar, die niet meer de eerfte plaats 1764.  6i HET LEVEN VAN 1764. plaats in haar hart bezat? Maar hoe nood■ zakelijk dacht het haar niet, om zig op een oogenblik te verlosfen van een ander voorwerp, wiens naam alleen het volk tegen haar verbitterde, en haar aan altoosduurende ongerustheden bloot ftelde? Uit het binnenfte van zijne gevangenis , hield Prins iwan de hoop der genen, die de geweldadige overheerfching van catharina verfoeiden, levendig. Het was om den throon aan deezen ongelukkigen weer te geven, dat bijna alle de zamenzweeringen gefmced wierden. Het was om zijnent wil, dat menfchen, die hem nooit gezien hadden, en van welker aanzijn hij zelf onbewust was , geduurig op het fchavot kwamen. Het Hof van Rusland, getrouw aan het middel van lastering, het geen tot ondergang van peter III zoo wel gediend had, ftelde zulks ook onophoudelijk tegen 1 w a n te werk. Dan eens zeide men, dat hij'een domkop en een ftamelaar was , die zelfs niet praaten kon ; dan eens, dat hij een dronkaart en een wild fchepzel was. Zomtijds zelfs beweerde men, dat hij vlaagen van gekheid had, en een Propheet meende te zijn. Maar het is vrij klaar, dat deeze vertellingen de uitvindingen van lou»  CATHARINA EE 63 loutere kwaadaartigheid waren, die vervolgens onfchuldig verfpreid wierden door lieden , die geen achterdocht hadden op de oogmerken , waar mede zij in den beginne opgeworpen wierden. Zekerlijk konde iwan, wien men alle onderwijs weigerde (1), en die in eene akelige gevangenis, alleen, of met Rusfifcke Officieren, de ongemanierdfte menfchen, zijn leven doorbragt, niet anders dan van zeer bepaalde zielsvermogens zijn; maar 'er is nog een merkelijk onderfcheid tusfchen onkunde en onnoozelheid of gekheid. Een duidelijk bewijs, dat iwan noch gek , noch onnoozel was , is voor eerst te haaien uit het gefprek, dat hij (2) bij den Graaf schuwaloff met de Keizerin elisabeth hield. Niet alleen wierden allen, die 'er bij tegenwoordig waren, door de bevalligheid van zijn gelaat en het geluid zijner fpraak, maar ook door de aandoenlijke klagten die hij uitboezemde, bewogen, en de Keizerin konde zig niet onthouden , om vee- (1) Men verzekert echter, dat een Duitscb Officier, die eenigen tijd bij hem de wacht had, hem in ftilte hec leezen leerde. (*) In den jaare 1756*. 176*4.  1764. 64 HET LEVEN VAN veele traanen te ftorten. Zoo deeze jonge Prins eenige daad van gekheid had gepleegd, zou men dan wel nagelaten hebben die op te geven? Men vind bovendien een nieuw bewijs van zijn gezond verftand en van zijne gevoeligheid in de gefprekken, die hij met peter III hield, wanneer deeze hem voor de eerfte maal te Schlusfelburg zag. De Baron k o r f f heeft ze ons getrouwelijk overgebragt, en wij hefiben ze in het begin van dit werk (1) reeds verhaald. Peter III. fprak hem vervolgens verfcheidene maaien, en bleef 'er bij, om hem tot zijnen erfgenaam te willen verklaaren. Nu is het ligtelijk te denken , dat wolkoff, ghoudo witsch, en zijne andere vertrouwelingen hem zulks ontraaden zouden hebben, zoo zij iwan als voor altoos den throon onwaardig hadden kunnen befchouwen. Maar eindelijk, hoedanig ook het character van deezen Prins moge geweest zijn, alles wat men voor hem dorst te onderneemen, maakte hem niet minder gevreesd voor catharina, en zij zogt een middel , om zig van zulk een gevaarlijken mededinger te ontdoen, zonder een blijk te geven ( 1) Zie het I. Deel, bladz. 236.  CATHARINA II. 65 ven van tot zijn verderf te hebben medegewerkt. Een louter toeval, of liever de oplettendheid der zendelingen van de Keizerin, bezorgde haar wel dra een werktuig, gefchikt om tot haare oogmerken van dienst te zijn. Het Regiment van Smolensko lag in de StadSchh/s* felburg in bezetting, en eene Compagnie van honderd mannen bewaarde de vesting , in welke Prins iwan was opgeflotcn. 'Er was in dit Regiment een Officier , met naame wassili mirowitsch, wiens grootvader de partije van den Kofak mazeppa nam, toen deeze de wapenen ten voordeelevan karel XII tegen peter den grooten opnam. De goederen van het geflacht van mirowitsch waren verbeurd verklaard. Deeze jongeling, die eerzuchtig was, vorderde dezelve met vrij wat hette te rug, en dit maakte hem bij hun, die aan 't Hof 't meest te zeggen hadden , bekend. Men gaf hem zijne goederen niet weder; maar men vleide hem met de hoop van een aanzienlijk fortuin , zoo hij zig wilde leeneh , om de rust des Rijks te verzekeren. Wat vermag de begeerte om rijkdommen te verwerven , niet op eenen geest vol van onder- II. deel. E nee- 1764*  66 HET LEVEN VAN neeming en ligtgeloovigheid? Mirowitsch beloofde alles wat men wilde. Men gaf hem toen , zoo men zegt, het wreed ontwerp, het geen hij kort daar na al te getrouw uitvoerde. Te gelijker tijd gaf men last aan den Capitein otjlousieff en den Lieutenant ischekin, om in de kamer van den Prins iwan te flaapen, en men ftelde hun een bevelfchrift, door de Keizerin geteekend, ter hand, waar bij hun gelast wierd deezen ongelukkigen Prins van kant te helpen , zoo men de minfte pooging ter zijner verlosfing deed. Eenigen tijd daar na vertrok catharina naar Lyfland. Agt Soldaaten hadden doorgaans de wagt in het voor-portaal van de kamer, alwaar iwan zig bevond, en in alle de toegangen, die daar op uitliepen. De anderen bleeven in de wagtkamer, bij de poort der vesting, of zij waren op verfchillende plaatfen op fchildwagt gezet. Het detachement had tot bevelhebber eenen Officier, die zelf onder den Gouverneur ftond. Men heeft voorgegeven, dat mirowitsch, eenigen tijd eer hij zijn ontwerp uitvoerde, het zelve geopenbaard had aan eenen  CATHARINA II. 67 eenen Lieutenant van het Regiment van Weïiki Lacki, met naame apollo ouschak o f f , en dat ouschakoff voor den voet des altaars gezwooren had hem in zijne onderneeming te zullen helpen. Maar dewijl de laatstgemelde, voor dat mirowitsch eenige poging ter uitvoering deed, verdronken is, is het onmogelijk te weten, of hunne overeenkomst waarlijk plaats gehad heeft. Zekerder is het, dat hij, zonder juiste bepaaling egter, eene zamenfpanning maakte met één der Hof-bedienden , en dat hij vervolgens met semen tsche warideff, Lieutenant van het Corps der Artillerie, over het voordeel fprak, het geen 'er te behaalen was met iwan te verlosfen, en hem aan de Regimenten der Lijfwagt over te leveren. Oordeelende dat zijn belang medebragt, om zig als eenen zamenzweerder voor te doen zonder medeplichtigen te hebben, zeide hij egter aan ts chewarideff niets ftelligs , noch omtrent den tijd, noch omtrent de manier der uitvoering van zijn ontwerp. Hij had zijne dienst-week in de vesting reeds geëindigd, zonder iets te hebben durven onderneemen. Maar, wel dra over zijne zwakheid bloozende, of door hun, die hem E* in 1764.  6$ HET LEVEN VAN 1764. in 't geheim aanzetteden, opgewakkerd, verzogt hij, da: hem mogt worden toegedaan nog ééne week op de wagt te blijven. Men aarzelde niet om hem dit in te willigen. Na zekeren jakob piskoff in zijn vertrouwen te hebben doen deelen, trachtte hij omftreeks tien uuren des avonds (1) drie Corporaals en twee Soldaaten te winnen, die in 't eerst eenige zwarigheid maakten, maar die wel dra door het lokaas van belooningen verleid, beloofden zijne oogmerken te zullen volvoeren. Echter, het zij uit vreeze, het zij uit omzigtigheid, zij beflooten gezamentlijk te wagten, tot dat het wat laater zoude zijn. Tusfchen één en twee uuren des morgens, vereenigden zij zig op nieuw. Mirowitsch en de Corporaals deeden toen aan een vijf-tal Soldaaten, die de wagt hadden, de wapenen opvatten , en zij trokken naar de gevangenis van iwan. Zij ontmoetten onder weg berednikoff, Gouverneur der Vesting , die men dacht dat reeds lang fliep, maar die, zekerlijk van het oogmerk van mirowitsch onderrigt geworden zijnde, kwam om zig daar tegen te verzetten. Berednikoff (O Den >7 July.  CATHARINA II, 69 k of f gelastte hem zig te verklaaren, waarom hij de Soldaaten de wapenen had doen opvat- ' ten , en werwaarts hij voornemens was te gaan. Mirowitsch, zonder hem te antwoorden , gaf hem een ligte flag met het voorfte gedeelte van zijn fnaphaan, en hem in handen van eenigen zijner Soldaaten overgeevende, het geen berednikoff zeer geduldig verdroeg, trok hij voort. Aan de deur van het voor-portaal, alwaar de kamer van iwan was, gekomen zijnde, wilden de fchildwagten hem beletten verder door te gaan. Aanftonds gaf hij aan zijn volk bevel, om vuur op hen te geven , het geen ook gefchiedde. De fchildwagten fchooten op hun beurt, maar nog van de eene , noch van de andere zijde, wierd 'er niemand gekwetst (1). De Soldaaten van mirowitsch, verwonderd over den tegenftand , dien zij ontmoeteden, wilden terug trekken. Hun aanvoerder hield hen tegen; maar zij vorderden, dat hij hun het bevelfchrift toonen zoude , het geen hij zeide van Petersburg ontfangen te (1) Wie ziet niet, dat de kardoelen, aan het detachement uitgedeeld, geene kogels in zig vervitten? E 3 1764.  7° HET LEVEN VAN 1764, 1 te hebben. Hij trok oogenblikkelijk uit zijn zak, en las hun voor een valsch Decreet van den Raad, waar bij Prins iwan tot den Throon geroepen werd, en catharina daar van uitgefloten, om dat zij in Lijfland met den Graaf poniatowsky was gaan trouwen. Deeze onkundige en ligtgeloovige hoop Soldaaten floeg geloof aan dit Decreet, en fchikte zig op nieuw tot gehoorzaamheid. Men bragt toen aan mirowitsch een {luk kanon, het geen hij zelf tegen de deur van het voor-portaal plantte; maar op het gezicht daar van wierd de deur open gemaakt, én hij trad zonder tegenftand met zijn geheele gevolg binnen. De Officiers oulousieff en ischekin , die tot een wagt voor den Prins gefield waren, hadden zig in zijne kamer opgefloten, en aan de fchildwagten geroepen vuur te geven. Maar toen zij mirowitsch bevel hoorden geven- om de deur open te fchieten , en toen zij oordeelden, dat 'er geen middel was, om aan de aanvallers weierftand te bieden, vielen zij met den degen n den vuist op het ongelukkig flachtoffer, lat men hun ontrukken wilde, met geweld tan. Op  CATHARINA II. 71 Op het hooren der fnaphaanfchocen was iwan ontwaakt, en het gefchreeuw en de bedreigingen van zijne wagt verneemende , fraeekte hij hen zijn elendig leven te fpaaren. Maar toen hij zag dat deeze wreedaam geen acht op zijne fmeekingen floegen, vond hij zig door zijne wanhoop gefterkt, en hoe zeer naakt, verdedigde hij zig vrij lang. Zijne rechte hand doorftoken, en het lichaam met wonden als bedekt zijnde, greep hij den degen van één deezer monfters, en brak denzei ven aan Hukken; maar terwijl hij worftelde, om hem het gebroken ftuk te ontrukken, doorltak de ander hem van agteren, en wierp hem op den grond. De geen wiens degen gebroken was, beroofde hem eindelijk door fteeken met een bajonet van het leven. Toen deeden zij de deuren open, en toonden dadelijk aan m i r o w i t s c h het bloedend lijk van den Prins, en het bevelfchrift, waar bij catharina hen volmachtigde om hem te worgen, zoo iemand dorst onderneemen hem aan hun te ontweldigen. Mirowitsch, door fchrik bevangen, liep in het begin eenige treden achter uit. Toen wierp hij zig op het lijk van den Prins, roepende: -— „ Mijn (lag is mislukt, 'er E, 4 „ fchiet  1764. t 1 t 0 \i 1 i r 7? HET LEVEN VAN >» fchiet dus voor mij niets over dan te fier„ ven." Maar wel dra richtte hij zig op, en wel verre dat hij zig aan de ilraf, die hij voorzien moest, poogde te onttrekken, of zig over de twee moordenaars te wreeken, door hen van kant te helpen, keerde hij weder naar de plaats , alwaar hij den Gouverneur in handen zijner Soldaaten gelaaten had, en zeide hem koelbloedig, hem teffens zijn degen overgeevende: — „ Nu ben ik uw ge„ vangen." Daags daar aan wierd het lijk van denongelukkigen iwan voor de Kerk van Schlusfelburg ten toon gefteld, in een matroozen pak gekleed. Een oneindig aantal menfchen liepen daar naar toe, en het is onmogelijk de droefheid en verontwaardiging te befchrijven , tfelke in hun verwekt wierd door het zien ran eenen ongelukkigen, die, toen hij nogin le wieg lag, wreedelijk van den throon gevorpen wierd, en vervolgens zijne dagen in ene akelige gevangenis fleet, alwaar fchelïen hem zonder mededogen afmaakten. Iwan ras zes voeten lang, had blonde en fchoone lairlokken, een roodachtigen baard, regelnaatige trekken, en eene uittermaten witte uid; ook deeden zijne fchoonheid , zijne jonk-  CATHARINA II. 73 jonkheid (1) nog des te meer het ongeluk van zijn lot en de wreedheid zijner beulen gevoelen. Zijn lijk wierd in eenen febapenvacht gewonden, in een doodkist gelegd, en zonder ftatie begraaven. De toevloed en morringen van het Volk vermeerderden zoodanig, dat men voor eenen opitand beducht was. Men was ook ongetwijfeld beducht voor zijne twee moordenaars , oulousiïff en ischekin, die, zoo dra ze hunne misdaad ter uitvoer gebragt hadden , een fchip gereed vonden om zig naar Denemarken te begeeven , alwaar de Rusfifche Minifter zig beijverde om hen wel te ontfangen (2). De Gouverneur van Schlusfelburg deed aan den Graaf panin een omftandig verhaal toekomen van het fnood beftaan van mirowitsch, en van den treurigen dood van iwan. Hij zond hem ook een Manifest, het welk in den zak van mirowitsch gevonden was, en het geen hij, zoo men zeide, met den Lieutenant ouschakoff had zaam- ge- ( I ) Hij was nog geen vier en twintig jaaren oud. C2) Kort daar na kwamen zij in Rusland te rug, en wierden in den dienst bevorderd. E 5 1764.  1764. 74 HET LEVEN VAN gefield. Dit Manifest, het welk veele beledigingen en vervloekingen tegen catharina behelsde, en den Prins iwan als den eenigen wettigen Keizer voorflelde , moest, zoo men 'er bijvoegde, op het oogenblik, dat deeze Prins in vrijheid gefield zou zijn, en in Petersburg zoude binnen komen, afgekondigd worden. Panin vaardigde aanftonds een Courier aan de Keizerin af, om haar van alle deeze omflandigheden te verwittigen. Deeze Vorstin was toen te Riga in eene ongeduldigheid, die zij, in weerwil van haare ondoorgrondelijke veinzerije, niet geheel en al verbergen konde. Zij telde de dagen, die verloopen waren zedert het tijdflip, dat mirowitsch de wagt gehad had (1), en ongerust over een verwijl, waar van zij de reden niet gisfen konde, flond zij dikwils 's nachts op, en vroeg, of'er geen Courier ivas aangekomen (2). Eindelijk , na verloop ( 1) Wij hebben hierboven gezien , dat hij, tlvoorens tijn ontwerp te durven uitvoeren, zijne wagt-week liet /oorbij gaan. ( 2 ) Deeze gebeurtenisfen zijn verfcheidene maaien bevestigd door den Generaal brown, die ter goeder trouw  CATHARINA II. 75 loop van drie dagen in onzekerheid doorgebracht , bezorgden de gezondene berichten van panin haar weder rust. Ondertusfchen diende de noodlottige gebeurtenis , die Schlusfelburg met bloed bezoedelde, zeer veel , om den haat, welken men catharina toedroeg, te vermeerderen. Men verzamelde zorgvuldiglijk de minfte omftandigheden der fchenddaad van mirowitsch. Men onderzogt dezelve koelbloedig, en men bleef overtuigd, dat de Keizerin, alvoorens naar Lyfiand te vertrekken , dit vcrfchrikkelijk zamenweefzel gefponnen had. Zij kwam kort daar na te Petersburg te rug. Bij haare intreede wierd zij door een eindeloos getal volks omringd, het welk uit haar gezicht trachtte te ontdekken , wat 'er in haar hart omging; maar deeze Vorstin, altoos meesteresfe van zig zelve zijnde, fcheen geene knagingen te gevoelen. Haar tred was zoo onbedwongen, haar gelaat zoo rustig, als of zij nimmer het minfte verwijt aan zig te doen had gehad. De trouw de ongerustheden van catharina aaneen boven-natuurlijk voorgevoel toefcfereef. 1764.  1764. 76 HET LEVEN VAN De Lieutenant Generaal weymar had " reeds bevel ontfangen, om zig naar Schlusfelburg te begeeven. Wanneer hij mirowitsch en zijne medepligtigen in het bijzonder had ondervraagd, bragt men hen naar Petersburg over, alwaar hun Proces wierd opgemaakt voor eene Commisfie, beftaande uit vijf Prelaaten, een gelijk getal Raaden, en verfcheiden Opper-Officiers. Mirowitsch verfcheen voor de Rechters met die gerustheid , welke de zekerheid van eene geheime goedkeuring, en van de ftraf te zullen ontduiken, aan eenen fchuldigen alleen kan inboezemen. Hij beantwoordde de vragen, die men hem voorftelde, als waren het beuzelingen, en dikwils op een ongepasten toon. Hetis waar, dat de Rechters zeiven daar aan niet veel gewicht hechtten, en beducht fcheenen van dit verfchrikkelijk geheim te zullen doorgronden. Een van hun (1) had alleen de billijkheid van zig tegen een zoo vreemde manier van rechtspleging uit te laaten. Maar men keurde zijnen ongepasten ijver af, en men raadde hem itil te zwijgen , zoo hij zijn ampt niet Wilde verliezen, en zig van den rang van Adel- ( O Het was een der Raaden.  CATHARINA II. 77 Adeldom ontzet zien. Eindelijk wierd , na verloop van eenige dagen, mirowitsch" veroordeeld om het hoofd te worden afgehouwen ( i ) , niet als fchuldig zijnde aan hoog verraad, maar alleenlijk als verftoorder der openbaare rust. Dit vonnis ontzette hem niets; hij beklom het fchavot, als iemand die niets vreest, en die zig verzekerd houdt van vergiffenis te ontfangen, zoo als men zegt, dat hij daar van de belofte had. Maar zoo hij daar op wezenlijk rekende , kwam hij zeer bedrogen uit. Men verhaastte het oogenblik der uitvoering, en de ongelukkige wierd op eenmaal het werktuig en flachtoffer eener ontmenschte ftaatkunde. Maar hoe zoude zij hem de ftraf hebben kunnen doen ontduiken, zonderzig aan openlijke befchuldiging bloot te ftellen, dat zij aanleiding tot zijne fchenddaad gegeven had? en indien, zoo als alles fchijnt aan te duiden , zij daar aan waarlijk deel had, kan men dan gelooven, dat zij zoude hebben durven in twijffel ftaan , om eenen getuige uit den voet te helpen, die haar aan altoos- duu- ( i ) Den 16. September. 1764.  1764. 7§ HET LEVEN VAN duurende ongerustheden zoude hebben bloot • gefteld. De verdwaasde mirowitsch was de eenige, die ter dood verweezen wierd. De Soldaaten, welken hij had overgehaald, om zig ter verlosfïng van Prins iwan bij hem te voegen, ondergingen andere meer of min geftrenge ftraffen. Piskoff, dien men als den fchuldigften befchouwde,wierd veroordeeld, om twaalf maaien op eene rije van duizend Soldaaten door de fpitsroeden te loopen. De drie Corporaals en de twee Musketiers, die na piskoff verleid waren, gingen 'er tien keeren door; vervolgens wierden zij in de ketting gefloten, en aan 's Lands werken gebruikt. De verdere Soldaaten, die aan mirowitsch gehoorzaamd hadden, liepen ook door de fpitsroeden,- en na hen in andere Regimenten te hebben ingelijfd, zond men hen naar afgelegene bezettingen. Tschewarideff wierd van zijnen rang als Officier ontzet, vermits hij aan het los vertrouwen van mirowitsch het oor geleend had, zonder daarvan iets te ontdekken. 'Er wierden agt en vijftig perfoonen geftraft. Men vreesde niet een uiterlijken fchijn  CATHARINA II. 79 fchijn van groote geftrengheid tegen hen ten toon te fpreiden, ten einde te minder vermoeden te geven, wie de waare aanftookers hunner misbedrijven waren. Met dit al, hoe veele zorgen men ook aanwendde, om de verdenkingen te ontwijken, het volk bleef al het hatelijke van zulk eene verfoeijelijke verraderije hardnekkiglijk aan Catharina wijten. Het befchuldigde haar van trouwloosheid en wreedheid; het befchouwde haar als eene der fchuldigfte vrouwen, die immer de kroon overweldigd hadden ; het verfoeide haare macht, maar het kroop voor haare voeten. De dood van den Prins iwan deed denken , dat dit de laatfte wandaad niet weezen zoude, die catharina zig zoude durven veroorloven. Men was beducht , dat de opoffering van haaren zoon 't eeniger tijd ten overmaat haarer misbedrijven ftrekken zoude. De omzigtigheid was nog niet onder de deugden van deezen jongen Prins. Levendig, oploopend, zijnen opzigter, den Graaf panin, niet beminnende, hem belachelijk vindende, liet hijzig dikwils woorden ontglippen , die doodelijk voor hem worden konden. Men verzekert, dat hij zom- 1764.  ü"o HET LEVEN VAN 1764. DER- zomtijds vroeg, waarom men zijnen vader had doen fterven, en waarom zijne moeder zig meesteresfe had gemaakt van eenen throon, waar van hij de erfgenaam was. — Deeze vragen moesten noodwendig tot aan het oor van catharina komen. Men vertelde ze in Petersburg , en allen die ze hoorden , beefden over de nadrukkelijke vrijmoedigheid, waar mede ze gedaan waren. Catharina echter, hoe aangedaan zij over de gefprekken van haaren zoon had moeten zijn, veinsde dezelve niet te weten, en fchreef het verkeerde daar van minder aan deezen jongen Prins toe, dan aan zommige vijanden van haare rust. Zij twijffelde niet , of de ouderdom en ondervinding zouden hem omzigtiger maaken. Het langduujrig geduld en de diepe eerbied van paul petrowitz hebben naderhand ten bewijze geftrekt, dat zij zig hier in niet bedrogen had.  DERDE BOEK. inhoud. Misnoegen-te Petersburg. — Misver/land tusfchen gregorius orloff en panin. — wissensky wordt minnaar van de Keizerin. — Afzetting van den Kanfelier woronzoff. — Prins radziwill aan het hoofd der zamenzweerers. — De Bisfchop van Cracow opgeügt. — De Hertog de choiseul wil, dat de Turken den oorlog aan Rusland verklaar en. —■ Verbond van de Keizerin met Engeland. — Ontmoeting van Lord macartney aan het Hof van Rusland. — Ridderfpeelen te Petersburg. —- Hervorming der Rechtbanken. — Bijéênroeping der Afgevaardigden des Volks uit het geheele Rijk. — Verftandig antwoord der Samoyéden. — Wandaad van tschoglokoff. — Reize van verfcheiden Geleerden door de binnenfte gedeelten van Rusland. — Academifche inrichtingen. — Inenting der kinderpakjes aan de Keizerin en den Groot - Hertog. j. erwijl catharina de wet aan Polen i?6$. ftelde , Oostenrijk misleidde, zig met Pruis- II. deel. F [en  •765. 82 HET LEVEN VAN fen verftond, en met Engeland een verbond floot, ontzag zij alle de andere Hoven van Europa , en arbeidde met nadruk , om zig wel dra door dezelven te doen gevreesd worden. Zij beijverde zig om den koophandel in haare Staateri aan te wakkeren, haare zeemacht te verfterken, en vooral de zeden van een Volk, dat nog meer dan half woest was, te befchaaven. Maar door de Grooten van het Rijk, en zelfs door de genen die haar omringden, zeer flecht onderfteund wordende, maakten haare inrichtingen in het begin niet dan zeer langzaamen voortgang. De geest van verdeeldheid heerschte beftendig te Petersburg. De verraderijen, die men beletten of ftralTen moest, maakten de zamenzweerers , aan wien catharina den throon verfchuldigd was, altoos voor haar noodzakelijk : maar de gunstbewijzen , welke zij aan deezen hongerigen en onbefchaafden hoop bij aanhoudendheid bewees , verdubbelden het misnoegen en den haat. Dagelijks werden 'er eenige nieuwe zamenzweeringen gefmeed, en dagelijks wierd de Keizerin, bij geluk, of liever door haar beleid, aan het gevaar onttrokken. De ftraf-oefeningen gefchiedden in \ geheim, en waren ver-  CATHARINA II. 83 verfchrikkelijk. De aanftookers eener zamenfpanning konden zelden eene tweede onderneemen. Het geen de Keizerin het meest aandeed, was het misverftand, het welk tusfchen haaren gunfteling en haaren eerften Staars- dienaar heerschte, om dat de verknochtheid en ftoutmoedigheid van den één haar niet minder nuttig waren, dan de naam en bekwaamheid van den ander. Panin had ongetwijffeld groote gebreken, maar hij was de eenigè , die de Staats-zaaken grondig verftond* Zijne koele verbeeldingskragt, zijne zwaarmoedigheid , zijne hoogmoed, zijne eigenzinnigheid , en vooral zijne traagheid, mishaagden zeer aan catharina : maar zij deed recht aan zijne vermogens, en liet hem haar vertrouwen. Voor 't overige, wanneer hij aan de Keizerin ongenoegen gaf, bezat hij de konst, om haar weder te vreden te ftellen. Het aanzien van orloff was op waardiger titels gebouwd: maar hij ontzag het zelve weinig , en maakte het bij aanhoudendheid minder ftandvastig. Als minnaar van zijn geluk verzadigd , fcheen hem het onafgebroken bijzijn, dat catharina vorderde, al Fa te  84 HET LEVEN VAN -765. te vcrveelend. Hij begaf zig geheele weken op de beeren-jagt, en dorst zig dan ontrouwigheden veroorloven , die hij voor zijne minnares niet genoeg verbergde, en waar van zij eigenaartig gefchikt was het voorbeeld naar te volgen. Panin getuige van dit gedrag, dacht daar van gebruik te kunnen maaken ten bederve van den opgeblaazen gunfteling. Hij befpeurde, dat de Keizerin zekeren jongen Offi-. cier, genaamd wissENSKY, dikwils met beleefdheid aankeek. Van toen af aan ftelde hij alles te werk om deeze liefde-drift aan te wakkeren. Wissensky was in 't kort gelukkig ; en door den doorliepen Staats-dienaar beftierd wordende, boezemde hij aan de Keizerin een zeer fterke drift in, om te doen gclooven, dat orloff 'er het flagtoffer van worden zoude. Maar deeze , zijne rechten niet willende verliezen, betoonde zig beurtelings jaloers en teeder, gevaarlijk en noodzakelijk. Hij hernam'zijnen invloed op het hart van catharina, en de nieuwe minnaar kreeg zijn affcheid met treffelijke belooningen, en een ampt, het geen hem noodzaakte om in een afgelegen Gewest te gaan woonen. Schoon  CATHARINA II. 85 Schoon panin een zeer grooten invloed, en een groot aanzien had, behalven de voor- • deelen, die hem zijn post van Gouverneur van den Groot-Hertog, en zijn titel van Staats-dienaar gaven, verwekte de te rugkomst van den Kanfelier woronzoff, wiens ampt hij in deszelfs afwezen waarnam, in hem eene ongerustheid. Naijvetig omzijn geheele gezag, en den luister eener vertooning, die in zijn oog van groote waarde was, te behouden, vernederde hij zig zoo verre, dat hij den gunfteling vleide , wiens bederf hij te vooren gezogt had. Orloff was gemakkelijk te verleiden. Zig altoos met weerzin herinnerende , welke middelen de Kanfelier te werk had gefield, om hem het beklimmen van den throon te beletten, vorderde hij van de Keizerin, om hem van de Staats-zaaken verwijderd te houden, en hij wierd de verdediger van eenen vijand , die minder moed, maar meer fchranderheid bezat. Catharina ontfing den Kanfelier ten uiterflen koel. In plaats van hem in de waarneeming van het Staats-beftuur te herflellen , gelijk zij hem daar van bij zijn vertrek de hoop gegeven had, deed zij hem te kennen geven, dat hij van een post moest afzien , welken hij niet F 3 meer  85 HET LEVEN VAN i i 1 ( ƒ meer tot genoegen der Keizerin bekleeden kon. De Kanfelier aarzelde langen tijd: maar de raad zijner vrienden haalde hem eindelijk over. Hij fcheen gaarne een gedwongen afftand te willen doen. Men betuigde hem toen eenen weerzin, die even weinig oprecht was , als zijn verlangen naar rust; en om hem de geheime vreugd, die zijne onderwerping inboezemde, te bewijzen , ftond men hem eene gratificatie van vijftig duizend roebels , en een jaarwedde van zeven duizend toe. Onder de tallooze middelen, die catharina te werk ftelde, om de aanftookers der ïamenfpanningen, die haare rust onophoudenjjk ftoorden, te ontdekken, liet zij niet na de sriefwisfeling der vreemde Minifters te onderïheppen. Die van den Franfchen Agent (1) vierd haar verkogt. Zij kwam zelfs zoo 'erre, dat ze een dubbeld van zijn cijffer vist te krijgen, en.zij meende in zijne brieven, :oo al niet eene verknochtheid aan de onderlemingen der zamenzweerders, ten minften c wetenfchap der grootfte geheimen , die rond- COB erenger, die den titel van Charge d" aftires had.  CATHARINA II. 'Y rondom haar omgingen, te ontdekken. Haare hoogmoed wierd daar door verontwaardigd; haar haat tegen het Hof van Ferfailles verdubbelde ; en het koel onthaal, het welk zij aan den Agent van dit Hof bewees, bragt hem in de nooodzaak om zig te verwijderen (i). Lo- ( i) Deeze Vorftin, naderhand vreczende, dat voctaire het een of ander van de zaaken, die in de briefwisfeling van de Agenten zijner natie begreepen waren, ontdekt moge hebben, fchreef aan deezen beroemden man, op eene manier, die gefchikt was, om hem andere denkbeelden te geven, zoo hij 'er van wist, en om hem nieis te doen weten , zoo hij 'er onkundig van was. Alle uwe landgenooten," zeide zij hem, „ denken „ niet als gij ten mijnen opzigte. Ik ken 'er die zig „ gaarne inbeelden, dat ik onmogelijk iets goeds kan „ doen; die hunnen geest geweld aan doen , om anderen „ daar van te overtuigen; en hunne huurlingen ongeluk „ kig maaken, zoo zij anders dorften denken, als men „ hun inboezemde. — Ik ben genegen ganoeg om te „ gelooven, dat dit een voordeel is, het geen zij mij „ ten hunnen aanzien verfchaflèn, vermits hij, die de „ zaaken Hechts door den mond van zijne vleiers weet, „ ze kwalijk weet, ze in een valsch daglicht befchouwt, „ en dien overeenkomllig handelt. Dewijl, voor het ,, overige, mijn roem niet van hun, maar wel van mij„ ne grondbeginzels, van mijne daaden afhangt, geF 4 n 'roos- 170*5.  88 HET LEVEN VAN Lodewyk XVI. zond toen den Marquis de beausset (i)naar Petersburg, een verwaand en onbekwaam man , aan wien de Staats-dienaars van catharina zig zeer beklaagden over den Chargé d''Affaires , in wiens plaats hij gekomen was. Maar dewijl beausset van de waare oorzaak deezer klagten onkundig was , gaf hij daar weinig acht op, en nam geene voorzorge om voor te komen, dat dezelve niet tegen hem vernieuwd wierden. Hij geloofde zelfs, dat ze alleenlijk toe te fchrijven waren aan den blinden naijver, die de roem der Franfche natie aan de Keizerin inboezemde, terwijl deeze heerschzuchtige integendeel de achting en loftuitingen deezer natie als met geweld poogde naar zig te trekken. Zij hield niet op met voltaire en d'alembert te vleien. Zij deed aan den laatstgemelden den post van Gouverneur van den Groot-Hertog aanbieden, met eene jaarwedde van vier en twin- „ trooste ik mij hunne goedkeuring niet weg te dragen. „ Als een goed Christen vergeef ik het hnn, en heb , mededogen met de genen, die mij haaten." (1) Hij wierd op den eerilen Meij aan de Keizerin roorgeiteld.  CATHARINA II. 8p twintig duizend Livres, en de vrijheid, om de Encyclopedie te Petersburg af te werken; voordeelcn, welke de Wijsgeer verftandig genoeg was om van de hand te wijzen. Onderricht, dat di de rot een onbemiddeld man was, en- zijne Boekerije wilde verkoopen, om aan zijne eenige dochter een bruidfchat toe te voegen, kocht zij deeze Boekerije, liet 'er hem het gebruik van, en voegde daar bij het inkomen van Boekbewaarder. Zij had, eenigen tijd te vooren , aan den beroemden Heelmeester mor and eene verzameling gezonden van Gouden en Zilveren Gedenkpenningen, die in Rusland geüagen waren, om hem haar genoegen te betuigen over de Ontleedkundige ftukken, en Heelkundige werktuigen, die hij haar bezorgd had. Bijna alle de geleerden, de beroemdfte konftenaars van Parijs, ontfingen eenige blijken van haare weldaadigheid, en haare weldaaden bewonderende, haare misbedrijven vergetende, of daarvan onbewust, maakten zij de honderd ftemmen van de faam om haarent wille leugenachtig. Ondertusfchen begon het geheim oogmerk, het welk deeze Vorftin zig had voorgefteld, door aan poniatowsky de kroon op 't F 5 hoofc 1765.  i < < tl c I 90 HET LEVEN VAN hoofd te zetten, zig te ontwikkelen. Zig van de verknochtheid van deezen Vorst verzekerd houdende, hield zij zig niet langer in , en erkende openlijk oogmerken, die de Staatkunde zelve den Poolen belet had, om, zonder misdadig te zijn, aan haar toe te fchrijven. Haare vorderingen warerKongetwijfeld verre gezogt: maar dewijl zij niet wilde, dat ze nutteloos wezen zouden, maakte zij dezelve niet kenbaar, dan met teffens het krijgsvolk, dat gereed ftond die te onderfteunen, marschvaardig te houden, en zij ftelde niets voor dan op den toon, waar mede men het bevel over een leger voert. Na op de kaart de lijnen van Demarcatie getrokken te hebben, volgens wélke Rusland een groot gepelte van het Poolsch grondgebied zou overweldigen, verzogt catharina, dat mende >eftaanbaarheid deezer lijnen zoude erkennen, m dat men de grensfcheidingen der beide Jtaaten in dier voegen zoude vast ftellen. Zij 'orderde bovendien, dat de Koning en het Gemenebest met haar een aanvallend en verdelgend Verbond fluiten zouden, en dat zij de ;enen , die eenen anderen Godsdienst beleen, (Disfidenten,) van alle de rechten der Loomschgezinden, zelfs van het recht Om in den  CATHARINA II. 91 den Raad zitting te hebben, het genot zouden doen erlangen. De laatfte deezer vorderingen, de eenige die rechtmatig was, verontwaardigde eenen onverdraagzaamen en heerschzuchtigen Adel. De morringen deeden zig van alle kanten hooren : men fprak van de wapenen op te vatten. De Koning zelve, het zij dat hij waarlijk befchaamd was over de opofferingen, die men hem als eene erkentenis voorfchreef, het zij liever, dat hij vreesde zijn volk in opftand te brengen, verklaarde , dat hij in deeze opofferingen niet konde toeflemmen. Maar om beter over de voorwendzels te oordeelen, waar mede catharina haare heerschzugt bedekte , behoort men wel te weten , wie eigentlljk de Poolfche Disfidenten waren. Het was onder de regeering van sigismund I, (1) dat de Proteflantfche Godsdienst zig in Polen begon uit te breiden. De aanhangers deezer gezindheid wierden wel dra zoo talrijk, dat zij, onder de regeering van sigismund august, zoo wel als de Grieken eh Arrianen, volkomen vrijheid van Godsdienst verkregen , als mede hei recht ( 1) Omtrent het jaar 1540.  02 HET LEVEN VAN 1765. 1 c \ recht om in de Rijks - vergaderingen item te hebben, en de zelfde voorrechten als de Roomschgezinden te genieten. Niemand fcheen toen over die daad van rechtvaardigheid t' onvreden :. men was integendeel wel vergenoegd, dat het verfchil van Godsdienst geenen invloed op Staatkundige en Burgerlijke rechten had. Om zig van den anderen te onderfcheiden , noemde men de aanhangers van verfchillende Godsdienften Dissenten: maar die naam, waar van men naderhand een titel van verbanning maakte , had toen niets beledigends; en de opvolgers van si01 sm u nd august, zweerende de Pacla wnventa naar te komen, zwoeren ook den wede tusfchen de Disftdenten te handhaaven. Loen henrik van valois (1) tot Koling van Polen verkoozen was, wilde hij zig 'an eenen eed ontdaan, die zijne ondraaglij:e bijgeloovigheid kwetfte; maar het was te ergeefs. Hij moest van de kroon affland oen, of zweeren de Disftdenten te zullen oorftaan; hij deed dien eed. De Roomschgezinden vervolgens in macht zijnCO De bijgeloovige en godloozs henrik UI van 'rankrijk.  CATHARINA II. 93 zijnde aangewasfen , gaven zig aan dien blinden ijver over , die hen altoos doet ge- ' looven, dat hun Godsdienst de eenige waare is, en hun niet toelaat eenigen anderen te gedogen. Zij begonnen met de vervolging der Arrianen, wier gevoelens reeds zeer veel opgang gemaakt hadden; zij kwamen zoo ver, dat zij hen van alle hunne rechten beroofden, en zelfs hen uit Polen verjoegen. De Criekfche Christenen en Proteflanten, die tot de vervolging der Arrianen geholpen hadden , wierden weldra over hunne onvoorzichtigheid gedraft. De Roomsch - gezinden tastten hen op hun beurt aan , en daagden 'er in, met hen geheel en al van de Rijksvergaderingen te doen uitduiten ( 1). De laagheid, om van het demrecht beroofd te worden, deed veele Poolen tot den Roomfchen Godsdienst overgaan. Maar verminderde het getal der Disfidenten , zij die overig bleeven wierden daar door nog des te meer aan hunne gezindheden verbonden. Zij beriepen zig op het verbond van OUva (s), het geen hunne voorrechten verze» ( 1) In het jaar 1733- (s) Gefloten ia het jaar \66o.  ■ l i 1 i 1 i f e o f. n r 94 HET LEVEN VAN zekerd had, en waar voor zoo veele Mogendheden waarborgen gebleven waren. De Roomsch-gezinden, die in de Rijks-vergaderingen alleen meester waren, en bij gevolg, zonder eenige verhindering, aan hunne onverdraagzaamheid den vrijen teugel vieren konden , deeden een befluit neemen , waar bij de Bisfidenten, die zig bij vreemde Mogendheden vervoegen zouden, om van dezelve de uitvoering van het gefchonden verIrag, en het herftel der willekeurig]ijk afgeschafte wetten te verkrijgen, aan hoog ver'aad fchuldig verklaard wierden. Dit behiit bragt eindelijk de Bisfidenten tot optand. Rusland bemerkte hun ongenoegen, n ftookte het heimelijk aan. De Griekfche bisfidenten vervoegden zig toen aan het Hof an Petersburg. De Protestanten verzoch:n de tusfchenkomst der Hoven van Londen n Berlin. Deeze Hoven beloofden hen te nderfteunen; en dit was voor Rusland het :hijnbaarst voorwendzel om zig te wape^ ;n. Toen de Rijks-vergadering van het jaar '66. bij elkander kwam (i), boden de Ho- C i) Den ï. September.  CATHARINA II. oe Hoven, die zig in de bresfe fielden, aan dezelve gefchriften aan ten voordeele der Disfi- 1 denten, die eene geweldige gisting veroorzaakten. De Bisfchop van Cracow, hoogmoedig en een geestdrijver, beweerde, dat de Disfidenten geene vernietigde rechten konden inroepen, en dat zij de Staats-gefleltenis van het Gemeenebest geweld aandeeden, door bij vreemde Mogendheden hulp te zoeken. Niette vreden met de onrechtvaardige wetten, reeds tegen de Dis fidenten uitgegeven, flelde hij nieuwe voor, die nog veel geftrenger waren. Zijn gevoelen vond bij zommigen ingang, bij anderen tegenkanting, uit hoofde der groote meerderheid van eenen Adel, die de Godsdienftige vooroordeelen en de Staatkundige rechten blindeling onder elkander verwarde; en de tegenftand van zommige meer verlichte of meer rechtvaardige lieden, verwekte hevige twisten. De wanorde klom ten top. De Koning wilde een gematigd gevoelen uiten; aanftonds verweet men hem, dat hij de vijanden van den Staat beguniligde. Hij verkoos om zig te verwijderen ( i ). 'Er wa- C O De Bisfchop vsn Kioff had z\g reeds veroorloofd, om in eene vergadering ce zeggen: „ üac indien „ men I766.  96 HET LEVEN VAN 1767. 1 i i 1 ^ i \ c r »» 3: 5! S> >> V d hi »■ »» waren verfcheiden andere zittingen, niet minder fchandelijk dan de eerfte; en deverfchrikkelijke wetten, tegen de Disfidenten afgekondigd , wierden onvoorzigtiglijk bekragtigd. Het Rusfisch krijgsvolk rukte toen tot voor de poorten van Warfchauw aan. De irrees deed aan de Rijksvergadering de oogen openen. Zij vleide zig aan de Keizerin volloening te zullen geven, door aan de Disftïenten in de oeffening van hunnen Godsdienst neerder vrijheid toe te ftaan. Maar deeze 'chijn-voldoening was voor catharina liet genoegzaam. De Disfidenten, die eene 'olkomene gelijkheid van rechten vorderden, meedden verfcheiden zamenzweeringen, waar >ij zig wel dra verfcheiden Roomschgezinden, ie door de Rusfen daar toe overgehaald wasn, voegden. Ca- men daar aan het oor wilde ieenen, men den Koning zou doen ophangen, dewijl men onder de Poolen zekerlijk nog menfchen vinden zou, die liefde genoeg voor den Staat hadden , om aan het zelve deezen diemt te bewijzen." Deeze zelfde Prelaat ging irvolgens ia zijne ftoutmoedigheid en woede zoo ver, it bij den Koning zeiven , in tegenwoordigheid van it geheele Hof, dorst zeggen: „ Voor deezen bad ik God om uwen voorfpoed, tans bid ik hem, dat u de duivel haale."  CATHARINA II. 97 Catharina wilde Polen in verdeeldheid brengen, om het bij vervolg des te gemak- ■ keiijker te veroveren. Haare maatregelen waren zoo wel genomen , dat de Koning van Pruisfen, niet minder heerschzugtig dan zij, zig beijverde om haare oogmerken te onderfteunen; en de Hoven van Londen, Stokholm en Berlin, die Hechts dachten het belang van hunnen Godsdienst te bcgunftigen, keurden openlijk maatregelen goed , die uit enkele roofzugt voortfprooten. Nieuwe bezwaaren vermeerderden bovendien de twisten in Polen. Roomschgezinde Edellieden, onder den naam van misnoegden, vormden in alle de Gewesten bijeenkomften, die zig tot eene algemeene zamenzweering vereenigden, waar van Prins radziwil tot Marfchalk benoemd wierd. Deeze Prins was één der fterkfte tegenftanders tegen de verkiezing van poniatowsky geweest. Hij deed zig voor, als of hij hem meer verachtte, dan haatte. Zoo dra hij hem door de Rusfen verlaaten zag, vereenigde hij zijn eedgefpan met dat der Disfidenten , en riep deszelfs voornaamfte hoofden in zijn Paleis te Warfchauw , onder het oog zelfs van den Koning, bij elkander. II. DEEL. G ltt 1766. I767.  1767. o8 HET LEVEN VAN In dit uiterfte deed stanislaus august, die de noodzakelijkheid gevoelde, om zig op nieuw aan Rusland te verbinden, eene buitengewoone Rijks - vergadering bij één komen. Doch dezelve beantwoordde geenzints aan zijn oogmerk. In weerwil der tegenwoordigheid van het Rusfifche leger, en het gezag van den Prins repnin, die in Warfchawv veel meer dan de Koning zelf te zeggen had, veroorloofden zig de Bisfchop van Cracow en zijne aanhangers, altoos oploopend, altoos overdreven, tegen de Disfidenten , zoodanige gefprekken , van welke de voorzigtigheid, ja zelfs de gezonde reden, hen hadde behooren te wederhouden. Zij wierden fpoedig deswegens geftraft. Den zelfden avond (1), op het oogenblik, dat de Bisfchop bij den Graaf de miniszeck aan tafel zat, kwam de Rusfifche Colonel igelstrom, door een detachement Soldaaten gevolgd, in naam der Keizerin, den Prelaat opligten, zonder dat iemand den minften weerftand bieden dorst. De Bisfchop van Kiow, de Graaf rzeursky, Starost van Do- (O Den 13. Oébber.  CATHARINA II. 99 Dolina , zijn oudfte zoon ( 1), en eenige andere Edelen, wierden ook ieder afzonderlijk in arrest gezet. Daags na deeze gebeurtenis, gaf de Prins rep.nin aan de zaamgezwoorenen een gefchrift over, waar in hij beweerde de Poolfch& vrijheid niet gefchonden te hebben, dan ten voordeele van Polen zelve ( 2 ). De (1) De tweede zoon van den Graaf rzeursky verzogt om in de gevangenis van zijnen vader te mogen deelen. Men antwoordde hem, dat men geen last had* om hem in arrest te zetten. CO Zie hierdeverklaaring, door den Prins repnim aan de zaamverbondene Staaten overgegeven. „ De troepen van haare Keizerlijke Majefteit, mijne „ Opper - Vorftin, vrienden en bondgenooten van het „ zaamverbonden Gemeenebest, hebben den Bisfchop „ van Cracoiv, den Bisfchop van Kiow, en den Starost s, dolinsky in arrest genomen, vermits zij door hun „ gedrag aan de waardigheid van haare Keizerlijke Ma„ jefteit hebben te kort gedaan , door de zuiverheid „ haarer oogmerken, zoo heilzaam, zonder eenig ei„ genbelang, en uit enkele vriendfchap voor het Ge« „ meenebest, aan te tasten. „ Het doorluchtig algemeen eedgenoodfchap van het „ Gemeenebest, van de Kroon, envmLitbauwen, on„ der de befchetining van haare Keizerlijke Majefteit „ zijnde, geeft de ondergeteekende aan het zelve daar G » » vaB 1767,  i i i 91 ioo HET LEVEN VAN De leden der Rijksvergadering vervoegden zig aan den Koning, ten einde de gevangenen op te eisfchen. De Koning deed aanftonds den Prins repnin verzoeken om hen te ontflaan: doch repnin weigerde het op eenen hoogen toon, en deed hen naar het bin- „ van kennis, met ftellige en plechtige verzekering van „ de voortduuring deezer hooge befcherraing, en van „ de hulp en bijftand van haare Keizerlijke Majefteit „ aan het algemeen eedgenoodfchap, tot bewaaring der „ Pool/bh wetten en vrijheden vereenigd zijnde, met „ verbetering van alle de misflagen , die in het Beftuur „ zijn ingeflopen, ftrijdig m,t de Grond-wetten van „ het Land." „ Haare Keizerlijke Majefteit begeert niets dan h»t welzijn van het Gemeanebesr, en zal niet in gebre„ ken blijven van haare hulp aan het zelve te bewij„ zen , ten einde dit oogmerk te bereiken , zonder » eenig eigenbelang, zonder belooning; daar voor niets „ anders begeerende, dm de zekerheid, den welvaart » de vrijheid der Poolfcbc Natie; gelijk dit reeds duide, li|k ftaat uitgedrukt in de Verklaaringen van haare , Keizerlijke Majefteit, die aan het Gemeenebest ten , waarborge verftrekken van haare tegenwoordige be. «m.ngen , als mede van haare wetten , van haare i Regeenngs-vorm, en van een iegelijks voorrechten. Gedaan te Warfcbauw den 14. Oecober 1767." (Geteekend) Nicolas Prins REPrUN.  CATHARINA II. 101 binnenfte van Rusland voeren, van waar zij niet anders dan na eene zesjaarige ballingfchap zijn te rug gekomen ( i ). Intusfchen hield de Rijks-vergadering haare raadplegingen al beevende, en na eenige vrugtelooze ziningen , benoemde zij eene Commisfie, om gezamentlijk met de Ministers van de Hoven, die zig in de bresfe Helden, de rechten der Disfidenten te regelen. Men haalde eerst de beveelen van den Prins repnin, bij wien dePlenipotentiarisfenvan Pruisfen , van Engeland , van Denemarken en Zweden vergaderden, en wanneer deCommisfie deeze beveelen ontfangen had, deed zij;'er verflag van aan de Rijks-vergadering, die zig wel wagtte dezelve tegen te fpreken. De Disfidenten verkregen dus alles, wat de Rusfifche Afgezant goedvond voor hun.te vragen. Men bragt de oude wetten, welke zij inriepen , weder in werking, en men maakte 'er eenige nieuwe bij, die hun nog veel gunftiger waren. . Maar het was ongetwijffeld eene rechtvaardigheid, die niets dan de manier , waar op men ze uitoeffende , tegen zig had. De Staats-rechten der DisfidenSits r 1 •!.:;!rf?3Ïö>3|jVa#«f, ( i ) In het begin van dea jsare 1773» G 3 1767.  10a HET LEVEN VAN 1767. « -i 1 i 1 waren heilig. Zij waren willekeurig afgefchaft; zij behoorden dus herfteld te worden. Het geen alleenlijk bij de waare vrienden der Poelfche vrijheid neerflagtigheid verwekken moest, was eene opeenitapeling van Reglementen, welke catharina toeliet, om de wanorde en regeeringloosheid van dit ongelukkig Land te doen voortduuren , en het voor altoos buiten ftaat van verdediging te ftellen tegen de overweldigingen, die zij in den zin had. i Eene flaaffche onderwerping was te Warfchauw fchielijk gevolgd in plaats van de buiteafper-igheden eener toomlooze onafhange» lijkheid. Maar deeze gedwongen ftaat kon niet lang duuren. De morring was op de lippen , en de wraak binnen in het hart. Zoo dra;.dsuRijk,s-vergadering gefcheiden was, lieren de Roomsch -gezinde Edelen hunne klagten hooren bij gelegenheid van de afkondiging der wetten ten voordeele der Disfidenen , en fmeedden nieuwe zamenzweeringen :0c verdediging van den Roomfchen Godsöenst. De 'Samenzweerders hadden vaanIels, waar op de maagd maria, en het kind esus gefchilderd waren; zij droegen, even ds de Kruisvaarders van de vijftiende eeuw, kruis-.  CATHARINA II. 103 kruisfen op hunne klecderen geborduurd; en, het geen nog vreemder is, zij hadden zig on- • der de befcherming der Turken begeeven, en de kinderen van mahomet maakten zig gereed, om te ftrijden voor een zaak, die men zeide dat de zaak van christus was. Stanislaus au gust, geen vertrouwen aan zijne onderdaanen kunnende inboezemen, noch de vriendfehap der Rusfen weder bekomen, wierd door alle de partijen befchuldigd, en leefde in zijne hoofdftad veel eer als gevangen, dan als Koning. Catharina zou hem eenige oogenblikken van uiterlijke wederfpannigheid misfchien gemakr kelijk vergeeven hebben , maar de invloed van o rlof'f ftelde zig daar tegen.- De Prins repnin oefFende het Bevelhebberfchap te Warfchauw, als hadde hij eene onbepaalde macht; en om den gunfleling zijner OpperVorftin te vleien, liet hij geene gelegenheid voorbij gaan , om eenen zwakken en ongelukkigen Koning laagheid aan te doen. Wij zullen eene enkele gebeurtenis bijbrengen, ten bewijze, .hoe weinig ontzag de Rusfifche Afgezant voor den Poolfchen Koning had. Op zekeren tijd, dat de Koning zig in den Schouwburg bevond , talmde de Afgezant G 4 vrij 1767.  io4 HET LEVEN VAN 1767. 1 ( c vrij lang om zig derwaarts te begeven. Ziende dat hij niet kwam , haalde men het gordijn op , en begon te fpeelen. Men was reeds tot het tweede bedrijf gekomen, toen repnin in zijne loge kwam; en t' onvreden , dat men niet naar hem gewagt had, liet hij het toneel afbreeken, en het ftuk van nieuws af beginnen. Ondertusfchcn deed het gedrag van het Rusfisch Hof Europa verbaasd ftaan. Men konde naauwlijks begrijpen, dat catharina op eenmaal de vijandin van eenen Koning geworden was, dien zij zelve den throon had doen beklimmen. Maar wat vermogt het zwak aandenken eener uitgebluschte liefde op het hart van eene Vorftin, die door Polen in kluisters te fluiten, over alle de Mogendheden van het Noorden wilde beerfchen, en zig voor die van het Zuiden gevreesd maken? Zij was verzekerd, dat de Koning van Pruisfen niets meerder verlangde, dan om de Poolfche Gewesten met haar te deelen. Over Zweden en Denemarken was zij naar goed'inden meesteresfe, over den een door haare taatslisten , over den ander door de hoop, ie zij hem gaf, om Holftein aan hem af te ftaan,  CATHARINA II. 105 daan. Zij vleide Engeland met een Verbond van vriendfchap en koophandel: alles fcheen zamen te loopen, om haare heerschzucht te begunftigen. De Hertog de choiseul, die onder den fchijn van vlugheid , een diepdenkend vernuft verfchool, en aan wien, om een groot Minister te zijn , misfchien niets ontbroken heeft, dan meerder ftandvastigheid in zijne ontwerpen, en minder geneigdheid om de fchatten van Frankrijk te verfpillen, was de eerste, die de geheime oogmerken van c atharina ontdekte. Hij zag, dat de aanwas van macht, die zij verkreeg, noodzakelijk de achting en invloed van het Hof van Verfailles moest doen verminderen. Hij befloot het kwaad in zijn beginzel aan te tasten , en om de ontwerpen van Rusland af te leiden en deszelfs middelen te verkleinen, ondernam hij om aan het zelve eenen oorlog met de Ottomannifche Porte te berokkenen. Deeze Minister vervoegde zig toen bij den Graaf de vergennes, Franfchen Afgezant te Conftantinopolen , en na hem de redenen zijner beduchtheid te hebben openG 5 Se" 1767.  1767. io6 HET LEVEN VAN gelegd, zette hij hem aan, om zijne .ontwerpen te onderfteunen. De Hertog'de cno> seul wist zeer wel, den zwakken en wankelbaaren ftaat van het Ottomannifch Rijk, gelijk ook de gebreken van een beftuur, het welk de eenige oorzaak deezer zwakheid was: maar hij oordeelde het zelve.echter genoeg in ftaat om aan Rusland langen tijd werk te verfchaffen; en hoe ook de oorlog mogt uitvallen, hij verlangde dat dezelve ondernomen wierd. Vergennes was met niet minder beleid dan ijver aan de ontwerpen van zijn Hof dienstbaar. Een langduurig verblijf in Turkeifen had hem grondige kennis doen krijgen van de voornaamfte leden van den Divan, en van deL middelen om bij hen wel te flagen. ' Hij ftelde deeze middelen te-werk. Hij bragt aan de Ottomannifche Staats-Dielïa'aren onder het oog, hoe onrechtmatig en gevaarlijk het was, dat Rusland de rechten der Polen dorst fchenden, en hun grondgebied overweldigen. - Hij deed hun gevoelen, dat dé Demarcatie der: grensfcheidingen, door he't Hof van Petersbürg gevorderddaadelij ke gevolgen voor de veiligheid.der Zwar' I H  CATHARINA II. 107 te Zee zou hebben , en hij raadde hun zig tegen deeze Demarcatie te verzetten. ( 1). De Por'te, die door de Poolfche Eedgenooten reeds om hulp was aangezogt, gaf aanftonds aan den raad van vergennes gehoor. Hij vervoegde zig fchriftelijk aan den Koning van Polen, met verzoek, dat men de regeling der grensfcheidingen zoude opfchorten, tot dat men hem behoorlijke inlichting zou gegeven hebben, om hem zeker te Hellen nopens het gevaar, waar mede de afiland van het Poolfch grondgebied het Ottomannifch Rijk bedreigde. Maar stanislaus -august, die geduurig vreesde 'catharina te mishagen, en die, ' tot welken prijs ook, haare vriendfchap wildé' herwinnen , antwoordde den Grooten Heer, dat'er niet aan (1) De Hertog de ch 01 seul had san.den heer de vergennes volmacht gegeven, om zig te bedienen van de middelen, die het meest geichilt waren, om de Turken tegen Rusland in 't harr'a? tê jaagen. — „ Zoo „ gij daar toe hoopt te komen, zoo gij het mogelijk „ oordeelt, zal men u allen bijftand in geld doen toeko- men, dien gij zult noodig hebben." —— De heer de Vergennes had de verdienfte van geene andere middelen, dan die van overtuiging, te willen bezigen. Deeze waren hem voldoende. 1767,  jog HET LEVEN VAN 1767. 1 1 gedacht wierd, om de grensfcheidingen tusfchen Rusland en Polen te veranderen; en deeze verzekering deed, voor eenigen tijd, den Divan weder in zijne gewoone gevoelloosheid nederzinken. Het Hof van Petersburg floot toen (1) een Verdrag van vriendfchap en koophandel met het Hof van London, een Verdrag, hetgeen dc voorrechten der Engelfchen vermeerderde, de inkomende rechten op hunne koopmanfchappen verminderde, en hun groote voordeden toeftond. Haare natuurlijke genegenheid voor Engeland, als mede het verlangen, pm zig in den oorlog, dien zij tegen de Turken in den zin had, van nieuwe hulp te verzekeren, deed catharina befluiten, om met het Hof van London een Verbond aan te gaan. Ondertusfchen op het oogenblik zelve, dat catharina de Engelfche Natie het meest aegunftigde, behandelde zij den Engelfchen Gezant, Lord macartney, zonder eenig ontzag. Om zig van de goedwilligheid der Keijerin te meerder te verzekeren , onderhield Lord macartney eenen minnehandel met eene ( I ) In de maand December.  CATHARINA II. Iop eene Hof - Dame deezer Vorftin. Hunne bedekte handel bleef langen tijd verborgen : maar de Hof-Dame werd zwanger; en deeze gebeurtenis al te openbaar zijnde, dan dat de Keizerin konde ontveinzen daar van niet te weten, gedroeg zij zig met de uiterfte geftrengheid, joeg de fchuldige weg, en verbood den Gezant voor eenigen tijd aan haar Hof te verfchijnen. Deeze geftrengheid van catharina kwam zekerlijk niet veel over een met het geen zij zig zelf veroorloofde. Zij moest wel groovelijk mistasten , zoo zij geloofde daar door haar eigen gedrag te bedekken : maar het is zeker, dat zij dikwils voor het oog der genen, die haar beter kenden, zoo wel een masker van zeden als geveinsdheid van Godsdienst voordeed. Twee van haare Hof-Dames (i ) , waar van de eene haare oude vertrouweling was, op een gemaskerd bal zijnde , fpraken vrij openlijk van één haarer minnaars: de Keizerin ging naar haar toe, en zeide haar op eenen bitlen toon het bal (i) Mevrouw de naris chicin, en Mevrouw de «oloffk1n. I767.  I 10 HET LEVEN VAN 1767. bal te verlaaten, dewijl zij de betaamelijk» heid niet beter wisten in acht te nemen. De geftrengheid, die catharina voordeed, konde haar de genegenheid haarer Hovelingen niet doen winnen, noch tot herftel van de rust des Rijks dienen. De Princes daschkoff wierd andermaal naar Moscow Verbannen. Deeze jonkvrouw , die haar grootfte vermaak fcheen te fcheppen in het trotfeeren der gevaaren, wreekte zig over de ondankbaarheid die haar bejegende, door de misdaaden der zamenzweering , waar in zij ééne der hoofd- rollen gefpeeld had, te ontdekken, en daar door den haat, die men tegen de Keizerin voedde , aan te wakkeren. Zonder de Princes daschkoff hoog te achten, deelden veele lieden in haar verdriet; en het vuur van muitzucht, door hen aangeftookt, maakte dagelijks nieuwen voortgang. Catharina, onderrigt van de morringen , die te Moscow fmeulden , veinsde dezelve in den wind te flaan , en befloot die door haare tegenwoordigheid te dempen. Maar dewijl de ftrengheid van den winter haar niet toeliet een lange reize te ondernemen , trachtte zij inmiddels door het gerucht  CATHARINA II. iti racht der vermaaken, die ten Hove genoten wierden, de gedachten der misnoegden af te. leiden. - Petersburg zag twee of drie Ridderfpeelen, in welke de Rusfifche Hovelingen , in de kleeding en wapening der oude Ridders, meer trotschheid dan bevalligheid , meer kragt dan beleid ten toon fpreidden. Deeze kostbaare en ijdele fchouwfpeelen vonden niet dan afkeuring. Men had intusfchen niet verzuimd , om dezelve ftaatig en belangrijk te maaken. De . Hof-Dames ftreeden aldaar, zoo wel als de Ridders. Zij waren in vier benden verdeeld, waar van elk eene verfchillende Natie verbeeldde. Men zag aldaar Slavoniers, Indianen , Romeinen en Turken. Aan het hoofd der twee laatfte benden waren gregorius o r l o f f en zijn broeder alexis geplaatst. De beruchte Marfchalk de m u n i c h wierd tot eerften Kamp-rechter benoemd, en alvoorens de prijzen te beflisfen, deed hij eene aanfpraak, welke doet zien, hoe zeer de oude krijgsheld de konst van vleien verftond. Zie hier dezelve: „ Doorluchtige Vrouwen en Ridders! „ Niemand uwer is onkundig, dat 'ei „ geen enkele dag , geen enkel oogenblik „ voor- 1767.  na HET LEVEN VAN 1767. „ voorbijgaat, waar in men de opmerkzaam„ heid onzer allergenadigfte Keizerin niet befpeurt, om den luister van haar Rijk te „ vermeerderen, om den kring van het wel„ vaaren haarer onderdaanen in het algemeen „ uit te breiden, en om in't bijzonderden „ glans van haaren Adel te doen uitfchitte„ ren." „ Deeze onvergelijkelijke Vorftin heeft „ deezen grooten dag verkoozen , om aan „ den eerften Adel van haar Rijk gelegen„ heid te geven , om hunne vaardigheid te „ toonen in de Militaire oeffeningen van een „ treffelijk Ridderfpel, zoodanig als men „ het nimmer in Rusland gezien heeft. Wie „ zou met mij niet deelen in de gevoelens ,, van verwondering en erkentenis, die haa„ re Majefteit zig door deeze goedheid en „ moederlijke voorzorg zoo billijk verwor„ ven heeft?" „ Doorluchtige Vrouwen en Ridders ! ,, Gijlieden hebt u van deeze edele oeffenin,, gen gekweten op eene wijze, die uwer ge,, boorte waardig is, en gefchikt om u ver,, zekering te geven van de toegenegenheid „ haarer Majefteit, de gunst van Mijn Heer „ den Groot - Hertog , en de toejuichin- » gen  CATHARINA II. 113 „ gen van het algemeen verdiend te heb„ ben." Vervolgens wendde hij zig tot de Gravin van butturlin (O' die den eerften prijs behaald had, en fprak haar in deezer voegen aan: „ Gij zijt het, Mevrouw! aan wien haa„ re Keizerlijke Majefteit mij gelastigt, om „ den eerften prijs ter hand te ftellen , de „ vrucht van een ongemeen beleid en beval„ ligheid, die alle de ftemmen vereenigd „ hebben. Gedoog, Mevrouw! dat ik de „ eerfte ben, die u met dit aanzienlijk eerbe,, wijs geluk wensch, die u het rechtgeef om ,, met uwe overwinnende hand de andere „ prijzen aan de Vrouwen en Ridders uit te „ deelen. „ Wat mij betreft, die geduurende eenen „ dienst van vijf en zestig jaaren (2) on„ der de wapenen ben grijs geworden; den „ hoogst bejaarden en oudften Generaal van „ Eu- (1) De G^vin van butturlin was de zuster van de Princes daschkoff, en van elisabetk romanowna woronzoff, minnares van peter II'. (9) Hij was toen 84 jaaren oud. II. DEEL. II  ir4 HET LEVEN VAN 1767. „ Europa; na de eer gehad te hebben om „ meer dan eens de Rusfifche legers tot de „ overwinning te geleiden, befchouw ik, als „ de belooning, die mijnen geheelen arbeid „ bekroont, de eer van heden niet alleen „ getuige, maar zelfs Rechter usver groote ,, daaden geweest te zijn." Ondertusfchen wist catharina de gefchiktfte middelen te bezigen om haar gezag te bevestigen. Zij hield zig bezig met nuttige hervormingen en inrigtingen. Zij verbeterde de Rechtbanken. Zij ftichtte fchoolen, gasthuizen, volkplantingen. Zij trachtte aan haar volk de liefde tot de wetten in te boezemen , en hunne zeden door onderwijzing te befchaaven. Naijverig van eene magt , die geene paaien kende, gretig naar alle zoort van roem, wilde zij te gelijk veroveraarfter en wetgeeffter zijn. Midden onder de zamenzweeringen, die»gefmeed wierden om haaren throon om ver te werpen , bezig met de toebereidzels tot eenen oorlog die alle haare aandacht fcheen te moeten bepaalen, en aan minne-itreeken overgegeven, verzuimde zij niets om zig achting te verwerven en verwondering te baaren. 'Er was in dien tijd geen land, alwaar de Rechts-  CATHARINA II. n5 Rechtsgeleerdheid meer verward en meer onzeker was , dan in Rusland. Het mismaakt ■ Wetboek van alexismichaelowitsch, opgeflreld om tot een grondflag van wetgeeving te dienen, was, zoo niet afgefchaft, ten minflen geheel veranderd, door een aantal wetten van zijne opvolgers, wetten die altoos door eigen belang , of oogenblikkelijke eigenzinnigheid waren opgegeven. De Raad, de Vergaderingen, alle de Rechtbanken van het Rijk, door zoo veele gezag hebbende wetten, die tegen elkander ftreeden, in verwarring gebragt, lieten de zaaken eeüwig hangen, of beflisten ze op eene onbillijke manier. Bij dit kwaad voegde zig een nog veel grooter kwaad, namelijk de vatbaarheid der Rechters voor omkoopihg, en derzelver onbepaald gezag (_ i ). Catharina befloot deeze wanorde te verbeteren. Zij rigtte in den Raad en in de Vergaderingen verfchillende departementen op, die zig elk in 't bijzonder flechts met een (i) De minde Rechter, die dikwils niet leezen kon, oeffende Willekeurig de pijnbank, en verwees iemand tot de Knout, of tot een bannisfement naar Si* berisn. H a if6?t  1767. u6 HET LEVEN VAN een enkel zoort van zaaken hebbende bezig te houden, noodzakelijk verpligt waren een meer geregelden, en fpoediger tred te houden, en minder Hof tot vitterijen te geven. Om voorts aan de Rechters alle voorwendzei te beneemen tot verfchooning hunner nalatigheid of verraad, vermeerderde zij de inkomften hunner posten, een middel ongelukkiglijk niet voldoende, maar het geen bewijst, dat catharina den geest van't volk» door haar bellierd, zeer wel kende. In de daad, zoo de O verheids-perfoonen eenige deugd bezeten hadden , zouden zij zig niet veel eer door een gevoel van roem, dan door belooningen in geld , tot het ontwijken der onrechtvaardigheid hebben moeten doen aanfpooren ? De Keizerin gebruikte dus die drijfveer, welke zij bij hen het meest vermogend oordeelde. Zij zeide hun in het Bevelfchrift , dat zij hun deed toekomen : ■ ,, De nood heeft ulieden tot heden toe voor „ eigen belang vatbaar kunnen maken : maar ,, tar-s betaalt het vaderland zelve uwen ar„ beid, en het geen voor deezen vergeeflijk „ konde zijn, wordt nu misdadig. " Catharina deed meer, dan de inkomften der Rechters te vermeerderen; zij verze-  CATHARINA II. 117 zekerde 'er hun de helft van, wanneer ouderdom en lichaams zwakheden hen tot het ' nederleggen hunner posten mogten noodzaaken. Na het eindigen van het eerfle werk, hield de Keizerin zig met een nieuw Wetboek bezig. Alle de gewesten van Rusland, en zelfs de onbefchaafde Volken , die de afgelegenfte gedeelten van dit uitgeftrekt Rijk bewoonen, kregen bevel,- om Afgevaardigden naar Moscow te zenden , ten einde hunne gedachten omtrent de wetten, die voor hun het meest gefchikt waren , voor te dragen. Catharina begaf zig zelve naar deeze oude hoofdftad. De opening der Staats-vergadering gefchiedde met eene buitengewoone pracht. Het was ongetwijffeld eene belangrijke en nieuwe vertooning, de Afgevaardigden van een aantal volken, door hunne zeden, door hunne kleeding , door hunne taal zoo zeer van den anderen verfchillende, bij elkandercn vergaderd te zien om hunne wetten te overwegen ; hen, die nooit iets anders geweten hadden, dan aan den eigendunkelijken wil van eenen meester, dien zij dikwils nier, eens kenden, te gehoorzaamen. H 3 üe 1767.  n8 HET LEVEN VAN I ] i De Keizerin , die aan deeze Vergadering den uiterlijken fchijn der grootfte vrijheid laaten wilde, had zig in de zaal eene gehoorplaats doen vervaardigen, van waar zij, zonder bemerkt te worden, alles zien en hooren kon. Men begon met de voorleezing der inflxuctien, in de Rusfifche taal overgezet zijnde, en waarvan het oorfprongelijke, bijna geheel met de hand van catharina in het Fransch gefchreven , zedert in deBoekerije der Petersburgfche Höcgefchool is bewaard gebleven (i). Het goedkeurend handgeklap brak dikwils de voorleezing voor een oogenblik af. Men roemde het doorzicht , de wijsheid , de menschkunde der Vorftin. Maar de vrees en vleierij hadden aan deeze loffpraaken meer deel, dan de bewondering. Men wilde zig de gunst der Keizerin bezorgen, of ten minften een Siberisch ballingfchap ontwijken. De Afgevaardigden der Samoyeden alleen dorften vrij uit fpreken. Een van hun nam het woord in naam (I) Dit werk is uit de fchriften van montesqui? u en eenige anderen van onze Wijjgeeren getrokten. Maar het ftrekt altoos tot roem van catharina, uit ulke bronnen geput te hebben.  CATHARINA II. 119 naam van zijne broeders, en zeide: — ,, Wij ,, zijn eenvoudige en rechtvaardige lieden. ,, Wij laaten onze rendieren in vrede wei,, den. Wij hebben geen nieuw Wetboek „ noodig: maar maakt voor de Rusfen, onze ,, nabuuren, wetten , die hunne roofzucht ,, beteugelen." De nieuwe zittingen waren zoo rustig niet. Men had gefproken, om aan de boeren hunne vrijheid te geven. Verfcheiden duizenden deezer onderdrukten maakten zig gereed om door geweld ftaande te houden, het geen zij van de billijkheid verwagtten. De Adel was voor eenen opftand beducht; zij vreesde vooral de vermindering van haare rijkdommen, en eenige Edelen dorften zeggen, dat zij den eerften , die de vrijheid der flaaven eischte, zouden over hoop fteeken ( 1). In weerwil hier van zeide de Graaf scheremetoff, de rijkfte amptelooze ingezeten van Rusland (2) , dat hij gaarne in het fchen- ( 1) Deeze gebeurtenis is te meermalen getuigd door a ndreas schuwaloff, door zijnen aartigen brief aan ninon in Frankrijk bekend. (a) Potemkin was nog geen gusfteling. — De Gtaaf scheremetoff bezat honderd zeventig duiH 4 zend 1767.  120 HET LEVEN VAN 1767. fchenken van deeze vrijheid zoude toeftemmen. De twisten wierden heviger; men vreesde, dat zij gevaarlijke gevolgen hebben mogten, en de Afgevaardigden wierden naar hunne Gewesten te rug gezonden. Intusfchen, alvoorens deeze Vergadering te ontbinden, vorderde men, dat dezelve eenig uitftekend blijk van erkentenis geven zoude. Men wilde , dat zoo al het voordeel , het geen men zig daarbij had voorgefteld, voor haar verlooren was, zij het echter niet was voor de Keizerin, die daar van een edel denkbeeld had opgevat. Men befloot dan aan deeze Vorftin , bij eene algemeene toejuiching , te geven de titels van groote, wyze, voorzigtige, en moeder des vaderlands; maar wanneer men haar verzogt die titels goed te keuren, antwoordde zij met eene geveinsde zedigheid : „ Dat indien zij zig den eerften titel had „ waardig gemaakt, het aan de nakomeling„ fchap ftaan zoude haar dien te geven; dat ,, de wijsheid en voorzigtigheid gefchenken , des hemels waren, waar voor zij den zel- „ ven end Ponden flerlings aan inkomften. Hij had honderd ijftig duizend boeren.  CATHARINA II. 121 „ ven dagelijks dankte , zonder haar daar „ van de verdienlle te durven toeë'igenen ; " „ dat eindelijk de titel van Moeder des Va„ derlands de geliefdfte in haar oog was, de „ eenige, dien zij konde aanneemen , en „ dien zij befchouwde als de zoetfte , de „ roemrijkfte vergelding voor haaren arbeid, „ en haare zorgen voor een volk, hetgeen „ zij beminde. Trotsch op het werk, het geen haar zulk eene vleiende hulde bezorgd had, beijverde zig catharina , om daar van affchriften te zenden aan de Vorften, op wier goedkeuring zij prijs ftelde. Zij allen wenschten haar met haaren arbeid geluk , en aarzelden niet te verzekeren , 3at het een eeuwigduurend gedenkteeken voor haaren roem wezen zoude. De Koning van Pruisfen , die wist, hoe vatbaar zij voor loftuitingen was , en die haar dezelve altoos met niet minder kiesheid , dan gemakkelijkheid toezwaaide , fchreef haar eenen langen brief, waar in deeze vleiende opmerking gevonden wierd: „ Geene Vrouw was tot dus verre wetgeef„ fter geweest. Deeze roem was voor de „ Keizerin van Rusland bewaard , die den„ zeiven ook wel verdiende." H5 De 1767.  176*7. 1768. ia2 HET LEVEN VAN De Keizerin ontfing deezen brief te Cafan; - zij had haare Afiatifche Gewesten, en de beroemde oevers van de Wolga willen bezoeken. Het geen vrij vreemd moet voorkomen is, dat terwijl c atharina alles infpande, om haaren roem op eenen vasten grondflag te vestigen, zij een groot gewicht ftelde, om van alle Mogendheden van Europa den titel van Keizerlijke Majefteit te verkrijgen, dien zommige van dezelve haar weigerden. De Koning van Zweden gaf haar dien zedert lang ; maar de Zweedfche Rijksvergadering ftond haar- dien niet toe , dan in het begin van dit jaar (" 1). Lodewyk XV bleef hardnekkiglijk weigeren haar dien titel te geven. Wetende, dat de Rusfifche Oppervorften den titel van Keizer-eerst met den tijd van peter den grooten hebben beginnen aan te nemen, befchouwde hij hen in zeker opzigt als eenen nieuwen Adel. Hij ftond in het begrip, dat niet de magt der Vorften , maar alleen de oudheid van hunnen ftam , den grond tot hunne rechten legt. De weigering van den Fran- (1) Den 6. February.  CATHARINA II. 123 FranfckenKonmg befchouwde catharina als eene laagheid , die men haar aandeed ; maar het was de eenige reden niet, waarom zij tegen hem verbitterd was. Zij twijffelde niet, of deeze Monarch wist zeer wel de geheimen der zamenzweering, die haar op den throon gezet hadde; en zij wist bovendien, dat de Afgezant van Frankrijk bij de Porie zedert lang arbeidde, om de Turken tegen Rusland op te zetten. Ach! wat zoude zij wel gedacht hebben, zoo zij eenen brief had kunnen lezen, welken de Hertog de cHoisEULbij deeze gelegenheid fchreef? „ Wij kennen" zei- „ de hij „ de onredelijke verbittering van het „ Hof van Rusland tegen Frankrijk. D« „ Koning veracht tot in den grond , en d< „ Vorftin, die in dit Land regeert, en haan „ gevoelens, en haar gedrag; zonder dat he „ nogtans ons oogmerk is eenen ftaptedoen „ om haar te doen veranderen. De Koninj „ is van gedachten, dat de haat van ca „ tharina II. hem tot veel meer eer ver „ ftrekt, dan haare vriendfchap. Met dit a „ verlangt hij het gerucht van eene vrede „ breuk te ontwijken." Maar de onlusten met een vreemd Hof e 1768. > > 1 » D  124 HET LEVEN VAN ï?68. i j en de gevaaren van den oorlog konden ca-tharina nier zeer ontrusten; mogelijk zouden zij haar zelfs zoo noodzakelijk geweest zijn , als de zorgen , die zij aan het beftuur des Rijks beflreedde , ten einde de knagingen en den angst, die haar vervolgden, te ontwijken. Zij dacht dikwils, dat 'er flechts een oogenblik noodig was, om haar de vrucht haarer misbedrijven te ontrooven, en dat de meesten haarer onderdaanen naar dit oogenblik met drift verlangden. De naam van peter III. was bij de Rusfen geliefd geworden. Zij herinnerden zig met genoegen het goed, dat hij gedaan had, het verlangen dat hij had , om dergelijke meer te doen; zij vergaten zijne misflagen, zijne zwakheden, die door een overmaat van ongelukken geboet waren. Men betreurde het droevig lot van deezen Vorst; en de meenigte der misnoegden, die het Rijk bevolkten, konde meer dan eene wraakneeming in haaren boezem verbergen. Op het levendigst getroffen door den ramppoedigen dood van den czaar, en verontwaardigd van de beulen van deezen Vorst :ijne macht onder elkander te zien verdeeen, befloot zeker jong Officier, met naame tschog-  CATHARINA II. 125 tschoglokoff, om wraak over hem te nemen, en geloofde, dat de Hemel zelf hem daar van het ontwerp ingaf. Na langen tijd op de middelen ter uitvoering van zijn bloeddorftig oogmerk gedacht te hebben , begaf hij zig verfcheiden dagen agter één naar het Paleis , en hield zig telkens verborgen in eene donkere kromte van een weg, die naar de afgelegene vertrekken leidde , alwaar de Keizerin zig ophield, als zij alleen wilde zijn. Een louter geluk bewaarde deeze Vorftin , door haar te beletten, om de plaats, alwaar tschoglokoff haar wagtte, volgens haare gewoonte voor bij te gaan. Deeze jongeling , verdrietig over eene vertraging , die hij niet voorzien had , en ongeduldig om eenen flag toe te brengen, dien hij voor zijn Vaderland nuttig en voor zig zelf roemrijk oordeelde, had de onvoorzigtigheid, om zijn geheim aan eenen anderen Officier, dien hij voor zijn vriend aanzag, toe te vertrouwen. Deeze haastte zig om hem te verraden. Orloff, onderrigt van de maatregelen, die tschoglokoff nam, en van het oogenblik dat hij de Keizerin op nieuw te verwagten was, deed hem in zijne hinderlaag gevangen neemen. Men vond hem met een langen moord- 1768.  ■ifttf HET LEVEN VAN 1768. moordpriem gewapend, en hij bekende, zonder bedenken | het gebruik , het geen hij daar van wilde maaken. Catharina, altoos meesteresfe genoeg van zig zelve, om haare verontwaardiging en haare vrees te verbergen , veinsde aan deezen ligtvaardigen vergevinge te fchenken, daar eene ftaatkundige geestdrift zijne zinnen verbijsterd had. Zij deed hem zelfs in haare tegenwoordigheid komen, en fprak hem zagtzinnig toe. Deeze edelmoedigheid was Hechts in uitërlijken fchijn. Catharina trachtte een verraad, het geen , zoo het bekend geworden was, wel dra navolgers had kunnen vinden, voor 't volk te verbergen. Maar dewijl zij geen kans zag om iemand , die door overmaat van menschlievendheid een moordenaar had willen worden, geheel en al te bekeeren, draalde zifniet om tschoglokoff te doen gevangen zetten, en hem naar de binnenfte gedeelten van Siberien te verbannen. Ter zeiver tijd vormde de Keizerin het nuttig ontwerp, om verfcheiden Geleerden naar iet binnenfte van haare uitgebreide Staaten :e doen reizen, ten einde zij de aardrijkskunde ligging van de voornaamfte plaatfen zou"en kunnen bepaalen , de luchtsgefteldheid daar  CATHARINA II. 127 daar van waarnemen, en den aart van den grond, deszelfs voortbrengzels , en rijkdommen , alsmede de zeden en inborst van verfchillende volken, deeze plaatfen bewoonende, onderzoeken. Pallas en falk , voorzien van al het geen dienen konde om eene zoo edele onderneming wel te doen Hagen , vertrokken ( 1) naar de landftreeken van de Wolga, en de Gewesten van Orenburg , Ekeitherinenburg en Cafan; g m e l i n en guldenstatd wierden te gelijker tijd gelast, om de oevers van den Don en Doniek tot den Dnieper, als mede het gelcele land, dat zig van Ajlrakan tot de grensfcheidingen van Perfie'n uitftrekt, te gaan onderzoeken. Aan deeze onderneeming zijn wij de belangrijke werken van pallas en gmelin verfehuldigd. Catharina , zig verzekerd houdende , dat de volken minder door kragt van wapenen, dan door in konften en wetenfchappen uit te munten, in de Gedenkboeken der waereld eene fchitterende plaats erlangen, moedigde de letterkundigen en konftenaars met ijver aan. Zij vergunde nieuwe voorrechten aan (1) Iu de maaad van January.  ia8 HET LEVEN VAN 1768. aan de Hoogefchool der wetenfchappen te ■Petersburg, en noodigde dezelve uk, om bij de naamen der genen, die haar reeds aanzienlijk maakten, de naamen van verfcheiden beroemde vreemdelingen te voegen. Zij vermeerderde ook het getal (1) der aankweekelingen van de Hogefchool der konften, die onder de regeering van elisabeth gefticht was, en zij regelde aldaar eene meer gefchikte ordre, om het oogmerk van derzelver inrichting te bereiken. Van dien tijd af konden de aankwekelingen na den ouderdom van zes jaaren aldaar niet meer worden toegelaaten , op dat de gebreken eener flegte opvoeding den tijd nog niet gehad zouden hebben om hunnen geest of inborst te bederven. Die jaaren onder de zorge van vrouwen geweest zijnde , worden zij vervolgens aan onderwijzers toevertrouwd, en zij leggen zig toe op die konst, waar toe zij de meeste geneigdheid gevoelen. Zij kunnen Schilders , Beeldhouwers , Bouwkundigen , Horologiemakers worden , of de konst van Metaal gieten leeren, en om Natuurkundige en Wiskonilige Werktuigen te maaken. Geduurd 1) Zij bragt het tot twee honderd en vijftig.  CATHARINA II. 129 duürende den geheelen tijd, dat zij aan de Hoogefchool blijven, is het hun niet geoor- ■ Joofd iets van hunne nabeftaanden te ontfangen. Zij worden op kosten van den Staat gekleed en opgevoed. Na den afloop van vijftien jaaren verlaaten zij de Hoogefchool. Het ftaat hun vrij zig neder te zetten waar zij willen, en zoo hun gedrag aan de zorg, die men tot hunne opvoeding befteed heeft, beantwoordt, verleent men hun brieven van adeldom. Behalven deeze voordeden ontfangen die aankweekelingen, welke de eerfte prijzen hebben weggedragen, gedüurende drie jaaren eene jaarwedde om Europa door te reizen. De Keizerin was niet onbewust, dat haare onderdaanen in 't begrip ftonden , dat zij haaren Zoon niet beminde, en dat dit ééne der oorzaaken van de afkeerigheid was, die zij tegen haar hadden. Zij vond een middel om hen van gevoelen te doen veranderen, een middel, het geen teffens dienen moest om haaren moed te bewijzen, en om zijne fchoönheid te bewaaren. De inenting der kinder*pokjes begon in Europa bekend té worden : maar deeze heilzaaine geneeswijze baarde affchrik, en geen Vorst had daar van nog dur- II. DEEL. I VeÖ 1768;  i3° HET LEVEN VAN 1768. s 1 9 J 9 ven gebruik 'maaken. Catharina befloot dezelve aan haaren zoon te werk te doen leggen. Maar alvoorens zulks te beproeven , deed zij zig zelve inenten (i) door Doftor dimsdale, een beroemd Engelsen Heelmeester , en toen zij zeker konde Hellen, dat het gevaar voorbij was, bewoog zij den Groot-Hertog om haar naar te volgen (2). De konst-bewerking flaagde volmaaktelijk, zoo ten aanzien van den een, als van den ander (3). De Raad ftelde bij deeze gelegenheid C 1) Den 12 Otfober. CO Den 2f Oftobef. (3) Ca th ar in a fchreef, kort, na dat ze was ingeënt , aan voltaire. » Ik ben geen enkel oogenblik te bedde ge- * weest, en heb alle dagen rnenfehen gezien. Ik zai „ mijnen eenigen zoon ook laten inenten. » De Groot-Meester der Artillerie, de Graaf or> Loff, die held, welke aan de oude Romeinen in , den bloei van hun Gemeenebest evenaart, die hun, nen moed en edelmoedigheid bezit, twijrFelende of » hij de kinderziekte gehad had, heeft zig aan de be, handeling van onzen Engehchman overgegeven; en , daags na de gedaane inenting, is hij in een zeer zwa, re fneeuw ter jacht gegaan. Een aantal Hovelingen , hebben zijn voorbeeld gevolgd , en veele anderen , maaken 'er zig toe gereed. Bovendien fielt men te- » gen  CATHARINA II. i3i heid een feest in. D i m s d a l e wierd treffelijk beloond, en Europa roemde den moed, en moederlijke teederheid der Keizerin. ft genwoordlg de inenting te Petersburg te werk in drie „ Schooien , en in een Gasthuis, onder het opzicht van den Heer dimsdale opgericht." I a VIER- 1768.  VIERDE BOEK. INHOUD. 1768. De Ottomannifche Porte verklaart den oorlog aan Rusland. — Prins hendrik van Pruisfen koomt te Petersburg. — Eene Rusfifche vloot onder bevel van alexis orloff begeeft zig naar den Archipel. — Overwinningen van romanzoff. ƒ«. neemen van Bender. — alexis orloff koomt te Petersburg te rug. — Zijn gedrag in Italiën. — Dolgorouky rukt in de Krim. —■ Pest te Moscow. —• De Koning van Polen verraderlijk vermoord. — Vredes bijeenkomst te Fokhiani — Wasielitschikoff wordt gunfteling. van de Keizerin. — Gregorius orloff wordt van het Hof verwijderd. Toen de Turken hun eerfte dreigement deeden, liet catharina, zig nog niet in ftaat gevoelende, om den oorlog met voordeel te voeren, de regeling der grensfcheidingen tusfchen  CATHARINA II. 133 fchen Rusland en Polen opfchorten ; maar zij liet echter de hoop niet vaaren, om een gedeelte van dit Koningrijk, wiens ongelukkige Inwoonders zij bij aanhoudendheid ophitste en onderdrukte, te overweldigen. De ongeduldigften over het juk der Rusfen dorden verfcheiden maaien hunne legers aantasten. Aangemoedigd door Oostenrijk , en vooral door Frankrijk, maakten zij zig van de ftad Cracow, en van een gedeelte van Podolien meester, en vereenigden zig in de vesting van Bar, welkers naam toen aan dat Eedgenootfchap , het welk zig door zijne aanflagen en ongelukken berucht gemaakt heeft, gegeven wierd. De Keizerin deed eene verfterking van krijgsvolk, waar over zij het bevel aan den Lieutenant Generaal soltikoff opdroeg, in Polen inrukken. De Eedgenooten, daar over verfchrikt, vervoegden zig andermaal aan de Turken. De Graaf de vergennes, van deeze onderneeming onderricht, drong op nieuw bij den Divan aan, om denzelven te bewegen de Poolen te hulp te komen, en zig tegen de heerschzugtige ontwerpen van catharina te verzetten,- hij flaagde'er in. De Afgezant deezer Vorftin wierd op het I 3 Slot 1768.  1768. 176*9. 134 HET LEVEN VAN SJot der zeven Torens opgefloten, en de .Reis Effendi ftelde aan de vreemde Minifters een Manifest ter hand ( 1), waarbij de Groote .Heer- aan Rusland den oorlog verklaarde, hen befchuldigende de verdragen verbroken, en het grondgebied van het Ottomannisch .Rijk gefchonden te hebben. De Turken kondigden teffens aan, dat zij met een leger van vijfmaal- honderd duizend mannen te veld zouden trekken. • De Keizerin vreesde noch de dreigementen, noch de ongeoeffende meenigte der Ottomannen. Zij had tijd gehad, om op haare verdediging te denken ; haare toerustingen waren geducht. Zij deed ook een Manifest aan alle de Ministers der onzijdige, of door vriendfchap verbondene Mogendheden ter hand ftellen, en den oorlog met trompettengefchal in Petersburg afkondigen. De Rusfifche legers begaven zig in aantocht, en fpreidden zig wel dra uit, van de oevers van den Donauw tot aan die van de Rivier Kuban. De Krimfche Tartaren, die de partij der Turken gekozen hadden , waren de eerften, tegen welken de legers van CA- ( 1) Dit Manifest wierd in een beurs gefloten.  CATHARINA II. 135 catharina blijken van dapperheid betoonden. De Generaal is akoff joeg 'er twaalf duizend uit nieuw, Serviè'n, alwaar zij onder het bevel van hunnen Khan - waren ingerukt ( 1). De Rusfen, meesters zijnde van Azojfzn Taganrok, bragten deeze twee plaatfen in ftaat, om aan ,haare oude bezitters wederftand te bieden , en arbeidden zonder ophouden aan de vermeerdering van de kleine vlooten, die hun naderhand het gezag over de Zwarte Zee bezorgd hebben. De Kofakken} van de Ukraine drongen tot in Moldavien door. De Prins gallitzin, die het bevel over het Rusfisch hoofd-leger voerde, trok over den Dniefter, en tastte dertig duizend Turken aan tot onder de wallen van Khoczim, waar hij wierd te rug geflagen, en de overwinnaars vervolgden hem tot over de Rivier. Deeze Generaal kondigde toen een Manifest af, om alle de Polen, die tot het Eedgenootfchap van Bar niet behoorden, uit te noodigen, ten einde tegen deeze zamenzweerders de wapenen op te vatten. Soltikoff had reeds plechtiglijk aan, zijn lc- isb , : 1 ... ; (SS? (i) In de maand Maart. I 4 1769.,  136* HET LEVEN VAN" 1769. 1 ger te kennen gegeven , dat de Officiers of Soldaaten, die één der zamenzweerders zouden gevangen nemen , en hem uit genade zijn leven fchenken, ftrengelijk geftraft zouden worden. Negen Poolfche Edelen verfcheenen kort daar na te PVarfchauw met de beide voorhanden afgekapt. Zij hadden deeze verminking aan den Rusfifchen Generaal drewitz te danken. Deeze wreedaart was te gelijker tijd hun Rechter en beul geweest. Catharina riep den Prins repnin, wiens hoogmoed alle de Poolen, zonder zelfs daar van de ijverigfte voorftanders van Rusland uit te zonderen, tegen de borst ftuitte, van Warfchauw te rug. In plaats van deezen Afgezant kwam de Prins wolkon skv, die zig vrugteloos beijverde, om het Tegeneedgenoodfchap , reeds in het Manifest van gallitzin voorgefteld , zijne werking te doen hebben. De Keizerin zag, hoe gevaarlijk het voor haar wezen zoude , wanneer ille de Poolen zig tegen de Rusfen vereenigJen. Maar de moeiten haarer Generaals, en le listen haarer Staats-Minifters waren haar oen zelfs van minder dienst, dan de zwakeid en onoplettendheid van het Hof van Ver-  CATHARINA II. 137 Verfallles. Zoo die Hof gewild had, zoude het Eedgenoodfchap van Bar algemeen ge- • worden zijn, de Porte met kragt verdedigd, en Polen zoude nog onder het getal der Mogendheden van Europa wezen ( 1). Langen tijd voor dat de verdeeeling van Polen ter uitvoer werd gebragt , gevoelden de Keizerin en de Koning van Pruisfen even zeer de noodzakelijkheid, om over dit groot ontwerp te zamen te handelen. Maar begrijpende, dat hunne bijeenkomst niet nalaaten zoude aan andere Mogendheden in 't oog te loopen , en dat zij misfchien zoo verre komen zouden , om daar van de beweegredenen te ontdekken, oordeelden zij geraden daar (1) Om geheel Polen te doen zamenfpamien, vroeg de zeer welfprekende en zeer bekwaame Generaal m okronosr y aan den Hertog de choiseul een onderftand van flechts twee millioenen Guldens, de erkentenis van den Graaf wilheorsky als Minifter van het Eedgenootfchapvan bar, en de zending bij het zelve van eenen Agent, die,in ftaat was, om den verleenden onderftand wel te doen befteeden. De Hertog d,e choiseul keurde dit ontwerp goed; maar hij wierd daar van afgebragt door het Hof van JVeenen, het welk ongetwijffeld reeds geheime oogmerken had, gelijk de verdeeling van Polen naderhand getoond heeft. 1769,  ï76"o. 1 i ] < t ï38 HET LEVEN van daar van af te zien. Frederik gaf toen Zijne onderrigtingen aan zijnen broeder Prins hendrik, en gelastte hem zig naar Rusland te begeeven. Om het oogmerk van zijne reize te beter geheim te houden, veinsde hendrik ilechts een bezoek aan zijne zuster, de Koningin van Zweden, te willen geven. Toen hij te Stokholm was , gaf hij te kennen , dat hij over Denemarken naar Pruisfen zou te rug keeren. Maar eensklaps fchecn hij van befluit te veranderen, en aan de beleefdheid van catharina te voldoen , die hem zoo dicht bij haar ziende, hem noodigde, om haar te Petersburg te komen zien. Dus, fchoon Prins hendrik vanRerlinvevcrokken was, wel degelijk met het oogmerk, Dm zig naar Rusland te begeven , vond hij middel om te doen gelooven, dat de reize, iie hij derwaarts ging ondernemen, nietvoorif overlegd was. Prins hendrik ging te Stokholm aan )oord , op eene galeij (1) , die hem tot aan CO De Kroon-Prins van Zweden , die naderhand >nder den naam van gustaav III geregeerd-heeft, en 'rins frederik, zijn broeder, bragren den eérften lag op de galei met Prins hendrik door. De Herog van Sudetmanland was toen in Frankrijk.  CATHARINA II. 139 aan Abo , de hoofdftad van Finland, overbragt. Van daar begaf hij zig naar Petersburg. Een Kamerheer van de Keizerin kwam hem op de grenzen van Rusland te gemoet. De Generaal bibikof ontfing hem aan de laatfte rustplaats, eer men te Petersburg koomt, eh geleidde hem naar het Paleis , het geen men voor hem had gereed gemaakt, en alwaar de S taats-Minifter panin hem opwagttc. De Prins kwam in Petersburg onder het losfen van het gefchut; en overal ontfing hij dezelfde eer, die men aan regeerende Opper-Vorften bewijst. Daags daar aan begaf hij zig ten Hove onder een talrijk gevolg, en nam in het openbaar met de Keizerin het middagmaal. Alles gefchiedde dien dag met de uiterfte plechtigheid; maar bij vervolg verbande men dezelve , en de Keizerin en de Prins konden elkander zien en fpreken zonder de minfte hindernis. Elke dag was merkwaardig door eenig feest , of eenig nieuw fchouwtoneel. Wij zullen hier niet opzettelijk fpreken, dan van het feest, het welk te Czarsko-Zelo gegeven wierd. Deszelfs voortreffelijkheid verdient, dat men 'er de nagedachtenis van bewaare. Met 1769. 1770.  i4o HET LEVEN VAN 1770. l i k Met het begin van den nacht, plaatften de Keizerin, de Groot-Hertog, Prins hendrik, en verfcheiden Hovelingen , ten getale van zestien, zig in eene uittermaten groote fleede, met zestien paarden befpannen , overdekt, en hebbende rondom dubbele glafen , die de tallooze beeltenisfen van alle de voorwerpen , zoo van binnen als van buiten, op lieuw vertoonden. Deeze fleede, door twee luizend andere gevolgd, vertrok van Peters'wrg. Alle de gasten waren gemasqueerd en in Domino. Toen de fleeden een mijl van Petersburg af ivaren, reden zij onder een zeer grooten en deerlijk verlichten zegeboog. Men vond verbolgens op elke mijl eene groote fpitfe naald, tonftig verlicht, en tegen over welke een :leine herberg geplaatst was, alwaar de boeen en boerinnen dansten. Elke herberg verieeldde eene verfchillende natie, die door laare kleeding, danfen , zingen en fpeelen gemakkelijk te herkennen was. Eene halve mijl van het Kaneel van Czarso-Zelo, vertoonde zig een hooge berg, erbeeldende den Vefuvius, wanneer dezelve ■roomen vuurs uitwerpt. Deeze door konst emaakte uitftorting duurde, den geheelen tijd,  CATHARINA II. 141 tijd, dat de fleeden in het gezicht van den berg agter elkander voortreden. Het Kafteel van CzarskoZelo was door een oneindig getal kaarsfen verlicht. Men danste aldaar twee uuren in verfchillende zaaien. Op een oogenblik liet zig het Kanon hooren, de dans-partij brak af, de kaarsfen wierden uitgedaan , ieder een plaatfte zig voor de venfters, en men had het gezicht van een allerfraaist vuurwerk. Vervolgens gaf men door het losfen van 't gefchut het teeken, om de kaarsfen weder aan te fteeken. Men had reeds eene prachtige avond-maaltijd aangerecht. Toen men van de tafel opftond, danste men tot in den morgen. Prins hendrik bragt alle de avonden met de Keizerin door ir het begunftigd verblijf, het welk deeze Vorftin haare Hermitage noemde. Misfchien moeten wij niet langer draalen met dit verblijf, het welk, onder eenen zedigen naam, de uitgezochtfte weelde in zig bevatte, te doen kennen. Het beflaat eene geheele vleugel van het Keizerlijk Paleis, Men treedt daar binnen door eene gaanderije, hangende vol kostbaare fchilderijen(ij. D< (1) Dê meesten deezer fchllderijen komen uit he be 1770. t  ï4c Met Leven van i i De andere ftukken beftaan in twee groote zaaien, allerprachtigst verfierd, en een eetzaal , waar in men aan tafels van verfchillende grootte gediend wordt. Geen bediende treedt in dit verblijf binnen. Men heeft flechts op den vloer te flaan, om oogenblikkelijk gedekte tafels, met alles wat men verlangt, te voorfchijn te zien komen. Met deeze zaal heeft een winter-tuin gemeenfchap, alwaar men in wel gezande dreeven wandelt, onder groene boomen, en tusfchen allerlei zoort van vruchten en bloemen. Deeze tuin is overwulfd, en de beneden ftaande kachels bezorgen aldaar eene zagte warmte; zoo dat men aldaar in het ftrengfte jaargetijde Perfiken , Ananasfen, Hyacinthen en Roofen plukt. Boven op is een plat, alwaar men een tweeden tuin in den Afiatifchen fmaak vindt, maar men kan 'er alleenlijk des zomers ge. bruik van maken. Prins hendrik verlangde Moscow te zien: Dadelijk bragten hem de fleeden derwaarts met eene ongemeene gezwindheid. Drie we- >eroemde Cabinet van crozat, het geen de Keizein te Parijs deed koopeu.  CATHARINA II. i43 Weken daar na keerde hij naar Petersburg te rug. Onder de verfchillende gefchenken , die hij van de Keizerin ontfing, merkte men op het teekeri der Ridder-orde van St. andrea s , met zeer groote edele gefteenten omzet , zoo dat een enkele Diamant veertig duizend roebels waardig was. Het portrait van catharina was in deezen ring befloten (i). Intusfchen beletteden noch de feesten, noch de vermaaken Prins hendrik niet, om aan het geheim oogmerk zijner reize te voldoen. In de afzonderlijke gefprekken , die hij met de Keizerin hield, wierd de verdeeling van Polen beflist. Catharina en frederik waren even zèer genegen , om deeze verdeeling te onderneemen , maar zij konden het zonder eenen derden bondgenoot niet uitvoeren. Indien maria theresia nog alleen meesteresfe van het Rijk geweest was, zoude men misfchien* niet hebben kunnen C i) De Keizerin gaf hem bovendien eene verzameling van gouden gedenkpenningen, en veeJe pelterijen. Zij deed ook aan alle de lieden van zijn gevolg zeer rij ke gefchenken. 1770.  144 HET LEVEN VAN 1770. nen flagen, om haar in een zoo onrechtvaardig " gen roof deel te doen neemen. Met joseph II had men zoo veel moeite niet. Turkyen , Frankryk, Engeland hadden zig ook aan de verbonden kunnen houden, waar voor zij waarborgen gebleven waren 5 maar deeze Mogendheden waren zoo gemakkelijk te misleiden, of omtrent het lot van andere volken zoo onverfchillig, dat catharina aan Prins hendrik zeide: — „ Ik zal Turky„ en doen beven ; ik zal Engeland vleien ; „ belast u om Oostenrijk om te koopen, ten „ einde het Frankrijk in flaap wiege." Prins hendrik had reeds een zoo goed voorgevoel van de geneigdheden van j oseph II, en van zijnen Staats-Minister kaunitz, dat hij handelde, als of hij het reeds met hun eens was. Hij regelde met catharina de voorwaarden der verdeeling van Polen, en bepaalde de uitgefixektheid van het grondgebied , het geen elk der Mogendheden , die mede-deelgenooten waren, zig moest toeëigenen. Echter wierd het verdrag tusfchen deeze Mogendheden eerst twee jaaren naderhand geteekend (1). De ( f ) Het wierd getekend te Petersburg in de maand February 1772.  CATHARINA II. 145 De oorlog werd op de grenzen van Turkyen met woede doorgezet. Prins gallitzin, door zijn geleden verlies vernederd , deed eene nieuwe poging tegen Khoczhn. Dezelve viel niet gelukkiger uit, dan de eerfte. Zestig duizend Turken kwamen tot hulp van deeze plaats aanrukken; zij verdedigden dezelve ernftig, en vervolgden de Rusfen tot in Polen. Op hun beurt overwonnen wordende, trokken zij in Moldavien te rug. In het begin van deezen veldtocht ftreeden de Turken met veel dapperheid en onverzaagdheid ; maar de onkunde hunner Generaals , en de wanorde die in hunne legers heerschte, deeden hen dikwils de overwinning misfen. Na tien maanden ftrijdens , was hun leger bijna geheel verfmolten, en de VestingKhoczim, die zij in 't eerst zoo dapperlijk verdedigd hadden , viel zonder tegenkanting in handen van twee honderd Rusfifche Grenadiers. De Keizerin vernomen hebbende , dat, toen de Turken Prins gallitzin vervolgd hadden, zij op het Poolfch grondgebied gerukt waren , beweerde dat Polen deeze fchending van het Verdrag van c arlowitz niet flrafleloos gedogen moest. Stanislaus II. deel. K au- I77O.  14*5 HET LEVEN VAN 17/o. august, en de Raad van Warfchauw, altoos aan den wil van catharina onderworpen , verklaarden aan de Porte den oorlog. Deeze onderneeming echter vermeerderde de macht der Rusfen niet. Wat vermogt een Staat zonder leger, zonder geld , en aan alle de verfchrikkelijkheden der regeeringloosheid overgegeven? Maar catharina vormde een ontwerp, dat haarer fchranderheid meer waardig was. Terwijl haare legers de Ottomannen op de oevers van de Pruth, den Donauw, en den Bniester in 't naauw bragten, en dat haare vlooten op de Zwarte Zee over hen zegepraalden , befloot zij hen tot in de Eilanden van Griekenland aan te tasten. Eene vloot van twintig fchepen van linie, zes fregatten, en verfcheiden transport-fchepen , waar op waren bombardeer - galjooten , onttakelde galeien, en krijgsvolk om over te voeren vertrok dadelijk uit de Oostzee, zeilde dooide Noordzeën, en de ftraat van Gibraltar, en aa door ftorm verftrooid te zijn geworden , verzamelde zij zig weder bij elkander , en vertoonde in de Archipel haare overwinnnende vlag. Deeze vloot ftond onder het bevel van den Admiraal spiridoff : maar deeze Ad-  CATHARINA II. 147 Admiraal ftond zelf onder de bevelen van alexis orloff , die door eene wandaad eensklaps van den rang van Soldaat tot dien van Generaal verheven was geworden , en wiens ftoutmoedigheid bij hem de plaats van ondervinding en verftand vervulde De Keizerin had, langen tijd, eer zij haare vloot naar den Archipel liet vertrekken, zig op de voornaamfte Eilanden van Griekenland kennisfen bezorgd. Haare zendelingen vleiden haar eenen algemeenen opftand in deeze gewesten te zullen verwekken. De Markgraaf maruzzi, Banquier te Corfu, en den Griekfchen Godsdienst toegedaan, was te Petersburg gekomen , alwaar hij met het lind der Ridder-orde van «SY. anna, en met den titel van Minister van Rusland te Venetien vereerd wierd. Hij beloofde, uit erkentenis, de gelden te zullen voorfchieten, die 'er tot de onderneeming van alexis orloff noodig waren, en hij bezorgde in de daad vijf en dertig millioenen guldens ( 1). Vari Ci) De Keizerin deed bovendien verfcheiden aan» zienlijke geld - leeningen doen te Livorn», te Genua, te Lucca en te Amflerdam. De Hollandfcbe Kooplieden hadden echter in 't begin geen last om hun geld te leeK 2 nen. 1770.  i43 HET LEVEN VAN 1770. : i 1 Van het lot des oorlogs tegen de Turken hing het lot van Polen af, gelijk ook het aanzien, dat Rusland bij vervolg in Europa hebben moest. Catharina was hier van niet onkundig. Mitsdien ftelde zij alle de vermogens van haare magt, en alle de middelen , die haar verftand haar opgaf, te werk, om in deezen oorlog te zegepraalen. Nieuwe vlooten wierden gebouwd; talrijke wervingen vergrootten haare veldlegers. Niet zeer te vreden over den Prins gallitzin, riep de Keizerin hem te rug, en gaf het bevel over haar leger aan den Graaf romanzoff, die in de Ukraine door den Generaal panin opgevolgd wierd ( 1 ). üe Prins dolgorouk v voerde het bevel over een derde leger. De nen. Gevoelig zijnde, dat dc Engelschman gom, Bandier van het Hóf van Vetersburg, hen had willen voorbijgaan , ea de wisfel regelrecht tnsichen Rusland en En. 'eland oprichten, lieten zij op één dag voor driemaal ïonderd duizend guldens van zijne wisfelbrleven keeren, ;n deeden hem bankbreukig worden. Maar men bood 11111 een bijzonder onderpand op de Tollen van Peters. >uig en Riga aan, en door dit lokaas overgehaald leen len zij alles wat men wilde. (1) Broeder van den Staats - Di&iiaar.  CATHARINA II. 149 J-\ » 'n 7.-.. UI.»,.». ^.ïaf 'ii rmlM-flton ITln UC IMKCn uiccvcn uutt. tuv.1 ui om hunne legers te verfterken, en de Gene- raals, welken zij de bekwaamden oordeelden om flag te leveren, aan hun hoofd te plaatfcn. De Groot -Vifir nam zelf het algemeen bevel op zig. Zij kreegen ook aanzienlijke verwerkingen uit de Krim. De beruchte KRiii-GHERAi kwam te fterven, en zijn neef was hem opgevolgd. Deeze nieuwe Khan was toegevend en vreedzaam. De Tur-, ken deeden hem afzetten , en men verkoos in zijne plaats kaplan-gherai, een oorlogzuchtig Vorst, die wel dra aan het hoofd van een vercenigd leger van Tartaren en Ottomannen te voorfchijn kwam. De Rusfen openden den voldtogt met het beleg van Bender, een plaats door de nederlaag , en het lang verblijf van karel XII beroemd. Maar door de Tart aar en geduurig ontrust wordende , wierden zij genoodzaakt, om het beleg deezer ftad voor eenigen tijd op te breken. Meer gelukkig van een anderen kant, maakten zij zig meester vanTasfi en Braïlow. Deeze voordeden waren van weinig aanbelang. Twee groote veldüagen befasten het lot van den veldtocht, en verzekerden K 3 den  150 HET LEVEN VAN den roem van romanzoff. De eerfte werd geleverd aan de oevers van de Rivier Pruth. De Turken, ten getale van tachtig duizend mannen, ftonden onder het bevel van den Khan van de Krim, en hadden zig behendiglijk op eenen heuvel verfchanst, alwaar men hen niet konde aantasten. Romanzoff legerde zig tegen over hen, en geduurende bijna een maand noodigde hij hen vrugteloos tot een gevecht uit. Op het einde wierden zij ongeduldig. Eene beweging, die romanzoff maakte, bragt hen in 'tbegrip, dat hij te rug deinsde, en twintig duizend mannen, die afgekomen waren om hem te vervolgen, wierden met verlies tot in hun leger te rug gedreven , alwaar zij fchrik en wanorde met zig bragten. De Rusfen , door deezen goeden uitflag bemoedigd, draalden niet om den heuvel te beklimmen, en na eenen hardnekkigentegenftand, verlieten hunne vijanden derzelver verfchansfingen , als mede een gedeelte van hun legertuig en gefchut. Zij keerden toen naar den kant van den Donau te rug, alwaar zij hoopten door detachementen van het groot Ottofnannischlegerverfterkt te worden. In de daad, de Groot Vi- fir,  CATHARINA II. 151 fir, die over dezelve het bevel voerde, trok over de Rivier, en kwam den overwonnenen " te hulp. Romanzoff, denkende een vlugtend leger te vervolgen, trok voort naar den mond der Rivier Pruth (1), en bevond zig eensklaps in tegenwoordigheid van honderd vijftig duizend Ottomanmn. Zijne gelegenheid was des te gevaarlijker, vermits hij genoodzaakt was geweest een gedeelte van zijn leger af te fcheiden, om eene verfterking, die hij verwagtte , te dekken. De Khan, die zig vleide wraak te zullen kunnen neemen, fpreid. de zig aan de linke zijde van het Rusfisch leger uit, en omcingelde het zoodanig , dat deszelfs te rug wijking konde worden afgefnedcn. Schoon de macht der Rusfen veel minder aanzienlijk was, dan die der Turken, namen de laatstgemelden de zelfde voorzorgen, als of zij vijanden te beflxijden hadden, wier getal aan het hunne gelijk ftond. Des nachts omringden zij hunne legerplaats met eene drie dubbele verfchansfing. Des anderen daags gaf de Groot-Vifir het teeken tot den flag, ( 1) De Rivier Pruth werpt zig In den Donatt. K 4 1770.  152 HET LEVEN VAN flag, en de Rusfen wierden van alle kanten aangetast. Het vuur duurde vijf uuren, zonder dat het voordeel van de eene of andere zijde beflist wierd. Maar de Generaal r omanzoff, oordeelende, dat het gefchut en de musket - kogels eindelijk zijn leger zouden vernielen, gaf last, om met de bajonnet op den fnaphaan tegen den vijand in te loopen. De Turken deinsden af, en weken tusfchen hunne verfchansfingen re rug, alwaar zij zig langen tijd met veel moed verdedigden; maar gebrek aan onderwerping en eendragt bragt hun anders groot getal in wanorde. De nederlaag der Ottomannen wierd volkomen ( i). Zij deinsden te rug, den Vilir in hunne vlucht medefleepende, en laaiende bijna een derde van hun leger op het flagvcld liggen. Het grootfte gedeelte van hun Iegertuig en gefchut, honderd drie en veertig Hukken gegoten kanon, en zeven duizend wagens met levens - middelen, bleven in handen van de Rusfen, en verfchaften hun het middel, om zig van nienwe overwinningen te verzekeren. Wel dra trok romanzoff den Dniester over. Cl) In de maand July.  C AT H ARINA II. 153 over. Prins rïpnin maakte zig meester van Jsmaïlojf. Panin had het beleg voor " Bender opgebroken. Deeze plaats , goed verfterkt, en verdeedigd door eene talrijke bezetting, maar die geene hoop meer had van hulp te ontfangen, gaf zig (1) na eenen tegenftand van bij de drie maanden over. Igelstrohm nam (2) Ac-Kerman (3), hoofdftad van Beffarabien, en aan de Zwarte Zee bij den mond van den Dniefler gelegen, ftormenderhand in. De tijding van zoo veele gelukkige gevolgen vermeerderde den hoogmoed en de veiligheid van catharina. De misnoegden, die haaren throon omringden , dorften niet meer zamenfpannen tegen eene Vorftin, die wijd en zijd op haare geduchtfte vijanden zegepraalde. De wingewesten van Wallachien en Moldavien, aan de Rusfifche wapenen onderworpen, zonden Afgezanten naar Petersburg , om aan de Keizerin hulde te bewijzen. Zij ontfing hen op eene grootmoedige wijze, en overlaadde hen met weldaaden. Ter (1 ) In het begin van September. (2) Omtrent het einde van dezelfde miand. Co) Ac-Kerman beteekent de witte Stad. K 5 1770.  i54 HET LEVEN VAN 1770. Ter zeiver tijd werden verfcheiden vreemde Officiers, die hunnen dienst aan ca th arina waren komen aanbieden, in haare legers geplaatst, en Engelfche en Deenfche Matroozen , die door vermogens en ondervinding uitmuntten, wierden in de Rusfifche zeemacht ingelijfd. Catharina had, kort na haare komst tot den throon, uit de gefprekken met den Marfchalk de munich het denkbeeld opgedaan, om zig van Conftaminopolen meester te maken, en de Turken uit Europa te verdrijven. Deeze oude krijgsheld had haar zelfs voorgedeld om zulks te onderneemen. Maar te veel hinderpaalen waren toen aan de uitvoering van zulk een groot ontwerp in den weg. Het gundig oogenblik fcheen eindelijk gekomen te zijn. De Keizerin echter, niet kunnende hoopen, om alle de Griekfche Eilanden onder haare heerfchappije te behouden, wilde dezelve ten minden aan de macht der Turken ontweldigen; en deeze Oppermachtigde Vordin befloot in deeze fchoone gewesten de vrijheid voor te daan , en ildaar een Gemeenebest te dichten (1). Wij (i) Naderhand haalde zij joseph II. over , om dit  CATHARINA II. 155 Wij hebben reeds opgemerkt, dat geheime Agenten de Grieken tot den opftand hadden aangehitst. Dit Volk , voorheen zoo moedig, en thans zoo diep vernederd , verwagtte de Rusfen , als hunne verlosfers; en op het oogenblik , dat hunne vloot Kaap Matapan ( 1} aandeed, geloofde de geheele Archipel vrij te zijn. De Marnoten, aframmelingen der oudeLacedemoniers, waren de eerften , die de wapenen opvatteden. Hunne nabuuren volgden hen na, en de Turken wierden op verfcheiden Eilanden moorddadig omgebragt. Maar deezen wreekten zig over den opftand der Grieken op eene wreedaartige wijze. De fabel der Janitzaardn deed verfcheiden duizenden van deeze ongelukkigen fneeven. De vloot van den Admiraal spiridoff wierd wel dra vereenigd met die van den Engelfchen elphingston, Schout bij Nacht ten dienst van Rusland, en veel bekwaamer om het bevel te voeren , dan de geen, onder wiens bevelen hij diende. Tegen dit ontwerp te onderfteunen, bet welk egter onuitgevoerd gebleven is. ( 1) Voor deezen het voorgebergte Tanarium. 1770.  i5ö HET LEVEN VAN i gen deeze dubbele vloot ftond die van den Capitain-Pacha (i), een man van buitengevvoone dapperheid, en aan wien, om dikwerf de overwinning te behaalen, niets anders dan betere onderitand ontbroken heeft. Hij noodzaakte voor eerst de Rusfen, om zig van Lemnos te verwijderen. Vervolgens ontmoetten de twee vlooten elkander (2) in het Kanaal, het welk het Eiland Scio van Natoliën affcheidt. De Turkfche Schepen waren in veel grooter getal, en lagen als verfchanst agter kleine eilanden enrotfen, met het water gelijk liggende. Echter waren de Rusfen niet bevreesd om hen aan te tasten. De Capitain-Pacha , die het bevel voerde op de Sultane van t'negentig (tukken gefchut, bood den Admiraal spiridoff het hoofd. De Schepen klampten elkander aan. De aanvallen van dapperheid waren van beide zijlen verfchrikkelijk. Geheele wolken van korels en granaaten ontmoetten elkander beurtings en met eene ongemeene gezwindheid op iet dek der fchepen van de beide Admiraals. Iet Schip van den Capitain Pacha vatte vuur; (i) De beruchte 11 as san. ( 2 ) Den 5. Juiy.  CATHARINA II. 157 vuur; het Rusfisch Schip konde "er zig niet van afhouden. Zij fprongen te gelijk in de lucht, en de zee was met derzelver rookende wrakken als bedekt. De Bevelhebbers en eenige andere Officiers waren de eenigen, die aan dit onheil ontfnapten. Zoo lang de brand duurde, hadden de andere fchepen, door fchrik bevangen, opgehouden met (laan. Wel dra naderden zij weder, en tastten elkander met eene nieuwe woede aan. Maar de nacht fcheidde hen van één. De Turken hadden toen de onvoorzichtigheid , om in de naauwe en flijkcrige baaij van Tfchesmè in teloopen, alwaar eenige van hunne fchepen ftrandden, en anderen zoo gedrukt wierden , dat ze niet meer ie ftaat waren te werken. De Rusfen, die hunne misdag hadden waargenomen, beloofden zig daar van veel voordeel. Des anderen daags ( 1) plaatste zig de .Schout bij Nacht elpïiingston aan den ingang van de baaij, om de Turken het uitloopen te beletten. Hij deed vervolgens vier branders gereed maken, onder het bevel van den Engelfchen Lieutenant dugda- le, ( 1) Den 6. Ju!y. 1770.  158 HET LEVEN VAN 1770. le, en de befcherming der Schepen van éénen anderen Engelschman, den Schout bij Nacht greig. Omtrent middernacht leide g r e 1 g het gevecht aan , met vier liniefchepen, en twee fregatten. Kort daar op naderde dugdale met zijne branders, en het vuur van den vijand trotfeerende , en de Rusfen, die hem te hulp kwamen, door zijn voorbeeld aanmoedigende , maakte hij zelf een brander aan één der Turkfche fchepen vast, en na zijne handen, gezicht, en haairen zwaar gebrand te hebben, wierp hij zig in Zee, en bereikte al zwemmende de Rusfifche vloot. De Turkfche fchepen lagen zoo dicht bij elkander , dat zij allen een prooij der vlammen wierden. Bij het opgaan der Zon zag men hunne vlag niet meer (1). Het Turksch Zeevolk, in plaats van zig bezig te houden met den voortgang van den brand ( i ) Het is zeker, dat deeze beruchte brand het werk was van drie Engelfchen , elphingston, greig en dugdale. Echter verzekerde de Keizerin , dat uien het ontwerp daar van aan alexis orloff verfchuldigd was. Zij fchreef het aan voltaue; zij herhaal Je het nog in 1788, aan den Franfchen Afgezant.  CATHARINA II. 159 brand te (luiten, dacht op niets dan om zig zelf te redden. Verfcheiden matroozen vluchtten in floepen weg, anderen redden zig met zwemmen, en allen , die het land bereikten, verfpreidden zig over het platte land, en pleegden omtrent de ongelukkige inwoonders buitenfpoorigheden, die de Rusfen zeiven misfchien niet erger zouden hebben kunnen begaan. Men was verpligt krijgsvolk te doen optrekken , ten einde zig tegen deeze roovers te weer te ftellen. Na het vernielen der Turkfche vloot, gingen de Rusfen te Paros ankeren, van waar zij gemakkelijk alle de Griekfche Zeëen konden beheerfchen, en alwaar geen enkel fchip verfcheen, of het bewees hun hulde. De Turken waren over de nabuurfchap van dusdanigen vijand te meer ongerust, vermits het oproer in verfcheiden gedeelten van hun Rijk was uitgebarften. De Pacha's -van Karamanie, bijna altoos in misverftand zijnde met de Porie , maakten gebruik van * zijne ongelukken, om zig ten eenemaal aan zijn gezag te onttrekken. Het gedeelte van Syrië , dat beneden Sidon ligt, en Tripoly volgde hen naar, en de oude Scheikd aukr, bragt het geheele land in opftand, hetwelk zig 1770.  i6o HET LEVEN VAN 1770. zig uitfixekt van Acre af tot de vlakten van Esdraelon, en tot de grenzen van Egypten. Maar onder de genen, die in oproerigheid tegen den Grooten Heer uithaken, betoonde ali-bey zig buiten twijffel het meest ge* ducht, en konde Rusland het best van dienst zijn. Van den rang van eenen eenvoudigen Mameluk tot dien van Bey opgeklommen zijnde , onderfcheidde hij zig door zijnen moed , en ondervond nog zeer jong zijnde den voor- en tcgenfpoed van de fortuin. De mededingers van zijn gezag kwamen zoo ver, dat zij hem van Cairo verwijderden ; maar hij kwam wel dra weder als overwinnaar binnen , en verbande hen van daar op zijn beurt. Hij wist, dat de Porte zig tegen hem verzet had, en , door eenen onuitwisbaaren haat aangezet, verlangde hij Hechts tot den ondergang van het Ottomannisch Rijk te kunnen medewerken. De aankomst der Rusfifche vlooten fcheen hem eene gunitige gelegenheid tot voldoening zijner wraakzucht aan te bieden. Mogelijk is 'er nimmer in een afgelegen land eene gelukkiger onderneming gefchied , ] dan die der Rusfen op de kusten van Klein \ Ape. Maar mogelijk zijn 'er ook nimmer Ge-  CATHARINA IL 161 Generaals geweest, meer onkundig , meer onbekwaam om het character van vreemde volken te waardeeren, meer naijverig op ijdele vertooning, en meer aan den wellust overgegeven, dan alexis orloff en zijne voornaamfte Officiers. Indien zij van hunne overwinningen , en van hunne grootere kragten hadden weten gebruik te maken , waren Syrien en Egypten voor het Ottomannisch Rijk voor altoos verloren ge» weest. Ali-bey zogt hen met ijver aan, om zijnen opftand te onderfleunen, en hem krijgsvolk te zenden, ten einde de Turken uit Egypten te helpen verjaagen. Maar in plaats van hem te helpen, vermaakte alexis orloff zig met hem te vragen, of hij de Keizerin voor zijne Opper-Vorftin wilde erkennen. Een jong Venetiaansch Koopman, met naame carlo rosetti , had zig van het vertrouwen van den bey meester gemaakt , en was de eerfte, van wien hij zig bediende, om met de Rusfen te handelen. Niemand was gefchikter, nog bekwaamer om eene dergelijke onderhandeling wel te doen {lagen. Orloff wist daar van geen gebruik te mail, deel L ken. 1770.  177°* jü2 HET LEVEN VAN ken. De onderrigtingen, welke deeze doorliepen Italiaan hem geven konde, verwaarlozende, en hem door zijnen hoogmoed tegen zig voorinneemende, gebruikte hij Grieken en Jooden, die hem misleidden. Hij mistrouwde ali-bey, en noodzaakte denzelven , door zijne omwegen, om hem te mistrouwen. Het was Hechts korten tijd voor het verlaaten van den Archipel, dat plescheïeff (i) door alexis orloff naar Egypten gezonden wierd. Plescheïeff wierd door den b e y gunftig ontfangen. Hij vleide zig daar uit veel voordeel voor de Rusfen te zullen trekken 5 maar het was te laat. De vrede brak zijne onderhandelingen af. Een Bode, regelrecht aan de Keizerin afgezonden, bragt haar de tijding van het verbranden der Turkfche vloot ; zoo dat zij de eerfte in Petersburg was, die van deeze gebeurtenis bericht kreeg. De Graaf iwan c zeCO Plescheïeff verkreeg bij vervolg den rang van Schout bij Nacht. Hij heeft een verhaal van zijne reize in Egypten gefchreven; maar hij fpreektdaaj bij niets van het geld, hetgeen hij aan co put e risk gaf, om de gunst van ,\ l i ee y te winnen.  CATHARINA II. 163 czernischeff, wien de Keizerin zedert lang van London had te rug geroepen, en in het vak van 't Zeewezen geplaatst, was toen in gefchil met het Collegie ter Admiraliteit, en dit gefchil had eenige vertraaging veroorzaakt in de uitvoering eener zaak van weinig aanbelang. De Keizerin beklaagde zig over die vertraaging, en dacht 'er verder niet meer op. Zij kende de hoofdigheid, en groote onkwaamheid van czernischeff; maarzij liet hem zijn post, om dat zij tot een grondbeginzel ftelde, zoo zeldzaam mogelijk haare Staats-dienaaren en Afgezanten te veranderen. Toen zij czernis chef f liet komen, om hem den brand van Tfchesmé te melden, riep deeze Staats-dienaar, denkende dat de Keizerin hem nog over zijn gefchil wilde fpreken, bij het inkomen uit. — ,, Ik ver„ zeker u, Mevrouw! dat het mijne fchuld „ niet is." — „ Och ! dat weet ik wel, „ antwoordde zij ; maar het is daarom niet „ minder zeker." „ Helaas! Mevrouw, ^ dat doet mij wel leed." ,, Wat! het „ doet u leed, dat de Turken geen vloot „ meer hebben? " was haar weder¬ antwoord, al lachende; en zij gaf hem daL 2 de- 1770.  IÖ4 HET LEVEN VAN 1770. 1771. delijk kennis van de tijding, die zij ontfan• gen had. De vreugde was aan het Hof van Petersburg uittermaten groot. Prachtige feesten wierden gegeven, om den zegepraal van Tfchesmé te vieren, en de Keizerin heeft naderhand een Paleis doen bouwen, en de grondvesten van eene ftad doen leggen, om de gedachtenis van een zoo roemrijk voorval te vereeuwigen. Alexis orloff haastte zig om te Petersburg het genot van zijne zegevieringen te fmaaken (1), en nieuwen onderftand te vragen , om zijne veroveringen in den Archipel uit te breiden. Zoo dra hij zig vertoonde, wierden de feesten vernieuwd, en de Keizerin vereerde hem met het groote Lint der Ridder orde van St. george. Hij (lelde aan den Raad een ontwerp voor, overeenkomiTig het welk hij zig van geheel Griekenland moest meester maaken, en Egypten aan het Ottomannisch Rijk ontweldigen. Hij zeide eindelijk, dat hij over den gevaarlijken doortocht der Dardanellen zou heen fprin- (1) Hij kwam den 15. Maart te Petenburg aan.  CATHARINA II. 165 fpringen en dat hij daar toe flechts tien millioenen roebels noodig had. — Ik ftaa 'er u „ twintig toe, antwoordde catharina „ oogenblikkelijk ; want ik wil niet, dat gij aan iets gebrek zoudt hebben. " Men gaf te gelijker tijd bevel tot het uitrusten van eene nieuwe vloot, ter verwerking van de vloot, die reeds in den Archipel was. Alexis orloff, hoovaardig op de gunst der Keizerin , op de overwinningen, waar van hij zig de eer toeeigende , en op die , welke hij zig voorftelde nog te zullen behaalen, vertrok van Petersburg, om naar den Archipel te rug te keeren. Zig eenigen tijd te Weenen hebbende opgehouden, fpreidde hij aldaar ééne onmatige weelde ten toon, en gaf zig over aan buitenfpoorigheden, weinig voegende aan den MiniWer van eene Vorftin , die zig het veinzen zoo wel verftond, als catharina. Op zekeren avond , dat hij met een talrijk gezelfchap bij den RusftZfchen Afgezant ter maaltijd was , fprak hij van de omwenteling, die peter III. den throon had doen verliezen. Niemand dorst hem nopens den dood van den ongelukkigen czaar de minde ondervraging doen. Alexis orloff verhaalde het uit eigen L 3 be-  166 HET LEVEN VAN ifji. beweging ; en ziende , dat allen5, die hem ■ hoorden, van fchrik beefden, dacht hij zig van de misdaad, door hem begaan, te zuiveren, met te zeggen. „ Dat het wel „ treurig was voor iemand , die zoo veel „ menfchelijkheid bezat als hij, van gedwon„ gen te zijn geweest uit te voeren het geen „ men hem bevolen had." Maar dit berouw had geen voorkomen van oprecht te zijn. De inborst van alexis orloff was al te bekend , en zijn geheele gedrag bewijst, dat hij geen fchrik voor euveldaaden had. Alexis orloff, Weenen verlaatende, vervoegde zig weder bij de Rusfifche vloot, die hem te Livorno opwagtte; welke vloot, fchoon vrij gehavend, het Zeeweezen en den Koophandel der Turken bij aanhoudendheid bleef vernielen. De Keizerin had aan alexis orloff last gegeven , om voor haar in Italien vier fchilderijen te doen vervaardigen , verbeeldende de Zeedagen van haare Vloot, en het verbranden der Turkfche Vloot. Orloff vervoegde zig bij een beroemd Schilder, met naame hackert. Deeze konftenaar hem gezegd hebbende , dat hij nooit een fchip had zien in de lucht fpringen, aarzelde de Rusf  CATHARINA II. 167 Rusf niet, om hem daar van de vertooning te bezorgen, en liep gevaar van de reede van Livorno in brand te fteeken, ten einde aan den Schilder het middel te verfchaflen, om het noodlot van den Capitain Pacha en den Admiraal spirid off meer overeenkomllig de waarheid te verbeelden ( 1). Buitenfpoorigheden zijn altoos geene misdaaden. Maar 'er is geene misdaad, waar toe de buitenfpoorige alexis orloff niet in ftaat was. Bij zijn vertrek van Petersburg had hij van catharina bevel ontfangen, om zeker jong ongelukkig meisjen, hetwelk men aan de dwinglandije ontrukt had , aan haar te zenden. Orloff wist deezen wreeden last maar al te wel uit te voeren. Wij hebben reeds gezegd, dat de Keizerin elisabeth uit haar geheim huwelijk met den Groot-Jagermeester alexis gregoriewitsch razumoffsky drie kinderen had. De jongfte deezer kinderen was eene dochter, onder den naam van Princes van tarrakanoff opgevoed. Prins radziwill, van dit geheim onderricht, en verftoord, dat catharina de ( O De vier fchilderijert van h ackert hangen te. genwoordig in de gehoorzaal van Petershof. L 4 177 r.  ïf58 HET LEVEN VAN i de rechten der Poolen met den voet trad, oordeelde , dat de dochter van elisabeth hem een uitftekend middel verfchaffen zoude om zig te wreeken. Hij meende tegen de Vorftin, wier wapenen zijn ongelukkig vaderland in eenen deerniswaardigen toeftand bragten , niet vrugteloos te zullen ftellen eene mededingfter, die door den naam van haare moeder bij de Rusfen geliefd moest zijn. Mogelijk blies hem zijne heerschzugt nog veel hoogmoediger verwagtingen in. Mogelijk vleide hij zig, om t' eeniger tijd deelgenoot te kunnen worden van den throon, welken hij de jonge tarrakan o f f wilde doen beklimmen. Wat daar ook van zij, hij kogt de lieden om, die met de opvoeding deezer Princes belast waren, vervoerde haar, en bragt ze naar Rome ( i ). Catharina, van deeze vervoering onderrigt, beijverde zig, om de oogmerken van Prins radziwill te verijdelen. Tot ïaar voordeel neemende, dat hij het hoofd an het eedgenoodfchap der misnoegden vas, deed zij alle zijne goederen in beflag ne- (O "» 't Jaar i767. Jonkvrouw tarra ka» 0 ff was toen om.rent twaalf jaaren oud.  CATHARINA II. 169 nemen, en bragt hem in de noodzaak, om van het beloop der diamanten , en andere kostbaarheden, welke hij met zig naar hallen gevoerd had , te leven. Deeze bronnen waren fpoedig opgedroogd. Radziwill vertrok mar Polen, om nieuwe geldmiddelen Se gaan zoeken, en liet de jonge tarrakan o f f te Rome, alleenlijk onder het opzigt van eene Gouvernante, en in een zeer bekrompen ftaat. Naauwlijks was hij in zijn Vaderland te rug gekomen, of men bood hem de te rug gave zijner goederen aan, mits hij dit onmondig kind in Rusland te rug zou brengen. Hij weigerde , om zig aan deeze fchandelijke voorwaarde te onderwerpen; maar hij had de zwakheid om te belooven , dat hij zich met de dochter van elisabeth niet meer zoude ophouden. Op dien voet fchonk catharina hem vergiffenis. Alexis orloff, die met de uitvoering van den wil der Keizerin belast was , haastte zig, bij zijne komst t&Livorno, om aan de Princes tarrakanoff een ftrik te fpannen. Een van die bedriegers ( 1) , die (l) Hij was van Napels geboortig, genaamt r 1 b a s , L 5 en 1771  i7o HET LEVEN VAN 1771. i die in Italïen zoo gemeen zijn , begaf zig dadelijk naar Rome 5 en na de woonplaats van dit jong Rusfifch meisjen ontdekt te hebben, vervoegde hij zig bij haar onder den naam en in de kleeding van een Officier. In 't eerst gaf hij als zijn eenige drijfveer op, het verlangen om hulde te doen aan eene Princes, in wier lot alle zijne landgenooten belang fielden. Hij fcheen ten uiterflen aangedaan over den behoeftigen flaat, waar in hij haar vond. Hij bood haar onderfland aan , het geen de nood haar dwong aan te neemen; en de verrader had wel dra bij deeze ongelukkige, als mede bij de vrouw , die haar diende, het voorkomen van een verlosfer, dien de Hemel verwaardigde tot haar te zenden. Toen hij haar vertrouwen genoegzaam dacht gewonnen te hebben , verklaarde hij door den Graaf alexis orloff gelast te zijn, om aan de dochter van elisabeth den chroon, dien haare moeder bezeten had, aan :e bieden. Hij zeide, dat de Rusfen over jatharina misnoegd waren; dat orloff voorin is naderhand in Rusland tot den rang van Vice-Adniraal der Zwatte Zee verheven.  CATHARINA II. 171 vooral haare ondankbaarheid en dwinglandije in haar niet verfchoonen konde; en dat indien de jonge Princes de diensten van deezen Generaal wilde aanneemen, en hem door het fchenken van haare hand daar voor beloonen, zij zeer fchielijk de omwenteling, die hij had voorbereid, zou zien uitbarften. Zulke fchitterende voorftellen hadden aan de Princes tarrakanoff omtrent het verraad van hem, die haar dezelve deed, de oogen moeten openen. Maar haar gebrek van ondervinding en haare oprechtheid gedoogden niet de misdaad te verdenken. Daar en boven fcheen de taal van den zendeling van alexis orloff overeenkomftig met de denkbeelden, die zy van den Prins radziwill ontfangen had. Zij oordeelde zig tot den throon voorgefchikt; en alle de inbeeldingen, die tot deeze gedachten betrekkelijk waren , fcheenen haar te vleien. Zij gaf zig dus aan de bedrieglijkfte hoop over, en beantwoordde met erkentelijkheid den genen , die met geen ander oogmerk tot haar fprak, dan om haar te bederven. Eenigen tijd daar na kwam alexis orloff te Romen. Zijn zendeling had daar van bericht gegeven. Men ontfing hem als een -77*-  172 HET LEVEN VAN ïftu i ] I 1 1 een weldoener. Echter maanden eenige lieden, aan wien de Princes en haare Gouver. nante het aan haar beloofd geluk mede deelden , haar aan , om wel op haar hoede te zijn tegen de oogmerken van eenen man, wiens fchelmachtige inborst zedert lang bewezen was, en die ongetwijffeld te veel redenen had, om aan de Keizerin getrouw te blijven, dan dat hij tegen haar zoude willen zamenfpannen. De Princes, in plaats van deezen raad zig ten nutte te maaken , had de on voorzigtige openhartigheid, om daar over met alexis orloff te fpreken, die zig gemakkelijk verontfchuldigde, en des te meer veinzerije en beleid in zijn gedrag te werk (lelde. Niet te vreden met de heerfchzugt van het jong Rusfifch Meisjen te vleien, 3eed hij zig valfchelijk voor, als op haar verliefd te zijn, en kwam zelfs zoo verre, lat hij eene waarachtige liefde-drift in haar leed oprijzen. Zoo dra hij daar van zeker was, ïaalde hij haar over, om zig met hem door geheiligde banden te vereenigen. Zij had iet ongeluk daar in toe te ftemmen; en het vas zelfs met vreugde, dat deeze ongelukki;e beloofde een huwelijk te voltrekken , het jeen haar bederf moest volmaaken. Zij geloof-  CATHARINA II. 171 loofde, dat de titel van Gemalin van alexis orloff haar onwederfpreekelijk zoude beveiligen tegen de verraderijen, waar voor men haar bevreesd had willen maken. Zij vermoedde niet , dat iemand in ftaat konde zijn, om den Godsdienst en de geheiligde titels te misbruiken tot bederf van een onfchuldig flachtoffer. Maar dacht de wreedaart, die haar bedroog , aan Godsdienst, aan een geheiligden titel? Wat zou hij, die den ongelukkigen peter III worgde, fchromen om de dochter van elisabeth te onteeren ( 1) ? Veinzende de plechtigheid des huwelijks te willen verrichten volgens het gebruik der Griekfche Kerke, kogt hij eenige onderhoorige fchelmen om, die zig in Priesters en Gerechcslieden vermomden. Dus vereenigde zig de heiligfchennis met het bedrog tegen de zwakke en te veel vertrouwende tarra- k anoff. Toen alexis orloff de echtgenoot of lie- (O Men kan het lot van de jonge tarraka» Noff vergelijken bij dat van de dochter van s ej anus: „ ...... A carnifice laqueumjuxta cotnpresfam M Tacit. Anna/. Lib. f. 1771.  \77h 174 HET LEVEN VAN liever de fchaaker van deeze ongelukkige Princes geworden was, ftelde hij haar voor, dat het verblijf re Rome haar aan te veel opzien zou bloot ftellen , en dat zij wel zou doen, met in eenige andere Stad van Italien het oogenblik af te wachten, dat de zamenzweering, die haar tot den throon moest roepen , zoude uitbarften. Geloovende, dat deeze raad uit liefde en voorzichtigheid voortfpro.ot, antwoordde zij aan den verraderlijken orloff, dat zij hem overal, waar hij haar brengen wilde, volgen zoude. Hij bragt haar wel dra te Pifa, alwaar hij zedert eenigen tijd een treffelijk Paleis had doen huuren. Aldaar behandelde hij haar beftendiglijk met veele blijken van teederheid en achting. Maar hij liet geene lieden bij haar komen, dan die aan hem verkocht waren , en wanneer zij naar den Schouwburg ging, of een wandeling deed, vergezelde hij haar altoos zelf. Het gedeelte van de Rusfifche vloot, dat onder het bevel van den Schout bij Nacht greig ftond, kwam in de haven van Livorno binnen. Alexis orloff, deeze tijding aan de Princes mededeelende , zeide haar, dat hij zig noodzakelijk naar Livorno moest  CATHARINA II. 1-5 moest begeven , om eenige bevelen uit te vaardigen, en bood haar aan met hem de reize te doen. Zij Hemde daar in des te gereeder toe , dewijl men haar van de fraaiheid der haven van Livorno, en de voortreffelijkheid der Rusfifche fchepen reeds breed had opgegeven, ö Onvoorzichtige ! hoe meer het tijdftip naderde , dat orloff zijn verfchrikkelijk ontwerp moest ter uitvoer brengen, hoe meer vertrouwen zij op de teederheid, op de oprechtheid van deezen verrader ftelde. Zij vertrok van Pifa met haar gewoon gevolg. Te Livorno aangekomen, nam zij haar intrek bij den Engelfchen Conful, d yc k , die voor haar een vertrek in zijn huis had doen gereed maken, en haar met de blijken van het diepst ontzag ontfing. De Vrouw van den Schout bij Nacht, en die van den Conful haastten zig, om zig bij haar te vervoegen, en verlieten haar niet. Zij zag zig fchielijk door een talrijken hoffioet omringd , welke haare minfte verlangens reeds als bij voorraad voldeed, en zig flechts fcheen bezig te houden, met haar onophoudelijk nieuwe vermaaken te bezorgen. Zoo dra zij uitging, knielde het Volk voor haar op den weg neder.  \j6 HET LEVEN VAN 1771. der. In den Schouwburg waren aller oogen op haare Loge gevestigd. Alles fpande zamen , om haar te verleiden. Alles verwijderde het denkbeeld van een gevaar, dat haar zoo nabij was. Het is buiten twijffel moeijelijk te gelooven, dat een Conful , een Engehch Admiraal , en derzelver Gemaalinnen zoo laag, zoo ontmenscht hebben kunnen zijn , om door verraderlijke blijken van achting en genegenheid , een flachtoffer, wier jeugd , fchoonheid , onfchuld de gevoellooste harten zoude hebben moeten aandoen , in den ftrik te brengen. Alles ondertusfchen bewijst , dat zij deelgenooten waren van het verraad tegen haar gefmeed, en dat zij zig beijverden, om haar vertrouwen in te boezemen , alleenlijk om haar des te zekerder te kunnen verraden. De jonge tarrakanoff was zoo verre af van haar ongeluk te vermoeden, dat zij, na eenige dagen in vermaaken en uitfpanningen te hebben doorgebracht, zelve verzogt, om de Rusfifche Vloot eens te zien. Men keurde dit denkbeeld goed. De bevelen svierden dadelijk afgevaardigd , en des anderen daags na 't eindigen van den maaltijd, was,  CATHARINA II. 177 was alles aan den wal gereed, om de Princes op te wagten. Zij begaf zig derwaarts; " men deed haar in een floep gaan, die heerlijk overdekt was. De Conful, zijne vrouw, en die van den Schout bij Nacht greig zaten bij haar. Een tweede floep voerde den Schout bij Nacht, en alexis orloff; en een derde, vol met Rusfifche en Engelfche Officiers , floot den ftoet. De floepen verlieten de reede in het gezicht van eene tallooze meenigte volks, en wierden door de vloot ontfangen , onder het geluid van fpeeltuigen, het fchieten van het kanon, en het herhaald roepen van Hoezée. Toen de Prin. ces aan het fchip naderde, alwaar zij op moest gaan , liet men een fraaien floel af, waar op men haar deed zitten, én men heistte haar zachtkens aan boord, haar doende opmerken, dat men haar eene zeer bijzondere eer bewees. Maar naauwlijks was zij op het fchip geko^ men, of haare handen wierden in ijzere ketens geflagen. Vrugteloos fmeekte zij het mededogen van den wreeden orloff, wien zij nog .haaren Echtgenoot noemde. Te vergeefs wierp zij zig voor zijne voeten, en befproeide dezelve met haare traanen. De II. deel. M wreed-  i/3 HET LEVEN VAN -77V wreedaart verwaardigde zelfs niet haar te " antwoorden. Men deed haar in het onderfte gedeelte van het fchip gaan; en des anderen daags zeilde het fchip naar Rusland. Dit jeugdig flagtoffer, te Petersburg zijnde aangekomen, wierd in de Vesting opgefloten, en op de wreediTe wijze mishandeld. Zes jaaren daar na, maakten de wateren van de Newa ( i ) een einde aan haare onheilen: zij verdronk in haare gevangenis (2). De inwooners ondertusfchen van Livorno, die dc Princes hadden zien fcheep gaan, vernamen wel dra met fchrik, dat zij, in plaats van een feest, het welk zij aan boord van de vloot (1) In de maand December 1777. deed een zuidzuid-oosten wind de Oostzee in de Netva meteen ongewoon geweld oveiloopen; de wateren, tien voeten boven buu pijl klimmende, deeden veifcheiden fcheepen vergaan. (2) De gewichtige fchrijver der Memoires fecrets [ar r Italië, die een gedeelte deezer omftandige verhaaien in druk heeft uitgegeven, is van begrip, dat de jonge tarrakanoff onder de ftokflagen der fchildwagten van catharina het leven liet; maar iemand die wel onderrigt is van het geen zedert verfcheiden jaaren is voorgevallen, verzekert ons, dat zij haar leven eindigde, zoo a.'s wij het hier verhaald hebben.  CATHARINA it. I?9 vloot vermeende te genieten , aldaar niets dan ijzere kluisters gevonden had. De Groot-Hertog van toscanen, wiens grondgebied men zoo fchandelijk fchond, fchreef oogenblikkelijk naar TVeenen en naar Petersburg , om zig over deeze verongelijking te beklagen. Maar alexis orloff trotfeerde onbefchaamdelijk, zoo wel de klagteri van leo p o ld , als de verontwaardiging des Volks. Een voorval, aan deezen woesten wreedaart geduürende zijn verblijf te Rome gebeurd, dient insgelijks om zijnen inborst te leeren kennen. Op zekeren avond, dat hij ergens ter maaltijd was (i) , alwaar men een talrijk gezelfchap genoodigd had, wilde hij zijne ongemeene kragten doen blijken. Hij konde verfcheiden brokken kristal en ijzer gemakkelijk met de hand vermorfelen. Hij nam al verder een appel tusfchen twee van zijne vingers, en brak denzelven in verfcheiden ftukken. De Hertog van glocest e r , broeder des Konings van Engeland , zat aan tafel, één der ftukken van den appel vloog Ci) Bij de Marquifirme gentili bocca fa- DULl. M a  180 HET LEVEN VAN vloog deezen Vorst in 't aangezicht en kwetste hem. Alle de aanfchouwers waren over dit toeval ten uiterften aangedaan. Alexis orloff alleen fcheen 'er geen gevoel van te hebben , en verwaardigde zig zelfs niet den Hertog de minfte verfchooning te vragen. Eenige Engelfchen waren Hecht genoeg , om in de booze aanflagen van alexis orloff te deelen; maar anderen waren verre af om dezelve goed te keuren. Zij fchaamden zig zelfs van onder hem te dienen , en verzogten hun ontflag. De Admiraal elphinston was onder dit getal. Greig werd in zijne plaats gefield. De Ottomannifche legers , hoe dikmaals overwonnen , werden gemakkelijk door nieuwe wervingen weder aangevuld, en ftonden de onderneemingen der Rusfen tegen. Het was eene verfchrikkelijke hyderflang , wier hoofden in weerwil van de flagen van romanzoff en zijne onder-bevelhebbers vermeenigvuldigden. De Rusfifche Generaal weisseman trok over den Donau, en floeg de Turken bij Ifaccia. De Groot-Vifir noodzaakte hem wel dra om over de Rivier te rug te trekken, en naderde tot Bukarest met een le-  CATHARINA II. 181 leger van honderd duizend mannen. Aldaar behaalden de Turken eene volkomene overwinning. Maar zij konden zig niet lang over deezen goeden uitflag verheugen. In drie agtereenvolgende veldilagen behaalden de Rusfen de overwinning. De Groot -Vifir trok in het gebergte van Bulgarien te rug; en romanzoff den rechter oever van den Donau verlatende, betrok zijne winter-kwartieren 'mMoldavien en Wallachien. De Khan van de Krim iïreed dapperlijk voor de Turken. Catharina befloot zig daar over te wreeken, en aan haaren vijand deeze hulp te ontneemen. Zij had zedert lang verfpieders in de Krim. Haare zendelingen arbeidden in ftilte, om tweedragt onder de Tartaaren te zaaien, en om den Khan het vertrouwen zijner onderdaanen te doen verliezen. Zij flaagden daar in; en de dap. perheid bragt eindelijk te weeg, het geen de list begonnen had. De beruchte linien van Perekop hadden veertig jaaren te vooren voor de onverzaagdheid van munich gezwicht. De Khans van de Krim, door dit voorbeeld wijzer geworden, maakten deezen doortocht moeijelijker. M 3 On- 1771.  i8s HET LEVEN VAN 1771.. Ondertusfchen konden, noch een gragt van twee en zeventig voeten breed, en twee en veertig voeten diep , noch vijftig ,duizend Tart aar en , die dezelve verdedigden , den Prins dolgorouky niet tegenhouden. Met het te boven komen van deezen hinderpaal, maakte de Generaal zig meester van de geheele Krim; en tot belooning zijner overwinning kreeg hij van de Keizerin den bijnaam van Krimsky ( 1). De Khan, gedwongen zijn land te verlaaten, om niet in de handen van den overwinnaar te vallen , nam de wijk op den Turkfchen bodem. De Prins dolgorouky deed dadelijk eenen nieuwen Khan verkiezen , maar deeze was nog niet zoodanig, als de Rusfen 'er een noodig hadden; en hij draalde niet om zig van hunne partij te ontflaan. De Groote Heer, verontwaardigd dat aba- z a- C O Dit gebruik is and en in Rusland zeer gemeen. De Prins doigorouky kreeg den toenaam van Krimsky; de Marfchalk romanzoff dien van Sudanowsky\ alexis orloff dien van Tfcbesmensky; de Marfchalk souwaroff die van Rimnitsky, gelijk de beruchte Hertog alex ander voorheen den toenaam van News* iy had ontfangen, om dat hij over de Zvjeeden op de pe/ers van de Newa had gezegepraald.  CATHARINA II. 183 za-pacha, en eenige andere Turkfche Bevelhebbers , laf hartiglijk de Krim verlaaten hadden, zond hun den doodelijken ilrop, en deed hunne bloedende hoofden aan de Poort van het Serail ten toon ftellen. Het verlaaten van de Krim door de Turkfche Bevelhebbers was de eenige trouwloosheid niet, waarover de Porie toen reden had zig te beklagen. Dezelve floot ( 1 ) met het Hof van Weenen een geheim verdrag, waarbij dit Hof zig verbond om de wapenen aanvallender wijze ten voordeele dèt Turken op te vatten, onder voorwaarde , dat de Porie de kosten van den oorlog betaalen zoude, en bij het fluiten van den vrede een gedeelte van Wallachien, en eenige andere Oostenrykfche landftreeken, door de Turken veroverd, aan dit Hof te rug zoude geven. DePorte, getrouw aan haare beloften, begon met aan het Hof van Weenen vijf Millioenen Keizerlijke Guldens te betaalen (2). Het Hof van Weenen bediende 'er zig dadelijk van: maar tot ( 1) Den 6 July. (2) Deeze fonime maaln twaalf en een lialve millioenen Guldens uit. Zommigen wenden voor, dat de Por te niet meer be taalde dan zes duizend beurfen, of M 4 ne- 1/7*.  i84 HET LEVEN VAN 1771. ( < 1 t tot fchande der Christelijke trouw, was hen om zig in ftaat te ftelien, ten einde deszelfs wapenen tegen de Porte zelve te wenden, en zig met Rusland te vereenigen. Zedert eenigen tijd verwoestte eene verfchrikkelijke bezoeking het binnenfte gedeelte van Rusland. De Pest bad zig te Moscow geopenbaard; en de onkunde der Geneesheeren, als mede 's Volks bijgeloof waren oorzaak , dat zij verfchrikkelijke verwoestingen aanrechtte. De Geneesheeren dachten in het eerst, dat deeze ziekte flechts eene aanfteekende koorts was; en het Volk, ziende, dat de Geneesheeren dezelve niet konden geneezen , vervolgde hen van alle kanten , en noodzaakte hen zig te verfteeken , om deszelfs woede te ontduiken. Zeker perfoon wendde voor, dat een beeld, in de Hoofdserk ftaande, het vermogen had om voor de befmetting te beveiligen. Dadelijk was ie Kerk vol Volk. Maar dewijl veele Helen reeds door de Pest aangetast, zig onler deeze meenigte vermengden, deelden !ij hunne ziekte mede aan de anderen, welke egen millioenen Guldens. Doch het gedrag van hef Veener Hof is daarom niet minder verachtelijk.  CATHARINA II. 185 ke dezelve nog niet hadden. De Aartsbisfchop van Moscow , ziende hoe gevaarlijk zulk een toevloed was , liet het beeld van de plaats, daar het ftond, wegnemen; het Volk wierd woedend (1), en den Aartsbisfehop van onmenfchelijkheid en heiligfchennis befchuldigende, liep men de deuren van een klooster open, alwaar deze Prelaat eene fchuilplaats gezocht had. De Aartsbisfchop dacht toen aan de woede der meenigte te ont- fnap- ( 1 ) Het is moeielijk om zig te verbeelden , boe verregaande het bijgeloof der Rusfen is voor de beelden der Heiligen. Zij bewijzen aan St mcolaas bijna zoo veel eer, als aan God zeiven Na St. nu colaas is St sergius het eerfle voorwerp van hunnen Godsdienstigen eerbied. Ieder heeft onder hen zijnen bijzonderen Heiligen , tot wien hij zig in geval van nood wendt- Wanneer zijne gebuuren zien , dat hij in zijnen landbouw of koophandel gelukkig daagt, betaalen zij hem een zekeren prijs , voor het leenen van het beeld des Heiligen, aan wien zij zijnen voorfpoed toefebrij ven. Als dan biedt men den geleeuden Heiligen alle zoorten van eerbewijzingen en offerhanden aan. 'Er zijn 'er, die niet aan hun werk gaan zonder hunnen Heiligen mede te neeuun , en indien een vreemde dan bij hen koomt, en verzoekt den Heiligen te groeten, antwoordt de vrouw, dat hij op't land, pf op reize is. M 5 1771.  1771. i86 HET LEVEN VAN fnappen, door zig te verfchuilen in het Heiligdom, alwaar, volgens de Griekfche Kerkgebruiken, de Priesters alleen het recht hebben om binnen te treden. Bij ongeluk zag hem een kind voorbijgaan, en haastte zig om dit aan den dag te brengen. Het Volk drong in de Kerk, maakte zig van den Grijsaard meester, en fleepte hem naar de deur om hem te worgen. De ongelukkige Aartsbisfchop, ziende den dood niet te kunnen ontgaan , fmeekte zijne moordenaars om hem het Autaar te laaten beklimmen, ten einde nog eens het nachtmaal te gebruiken. Zij Hemden daar in toe , en zagen zonder aandoening deezen eerbiedwaardigen Prelaat zijne Godsdienflige Kerk-plechtigheid verrigten. Naauwlijks had hij geëindigd , of zij vielen op nieuw op hem aan , bragten hem buiten de Kerk, en vermoordden hem op de wreedaartigfle wijze ( i ). De Keizerin had reeds hulp gezonden, om den voortgang der befmetting te fluiten • maar zij waren zonder uitwerking gebleven. (O De fods Soldaaten kwamen te laat, om den Aa tsbisfchop te redden: maar zij namen devoornaamfte iaaders gevangen, die levendig gerabraakt wierden.  CATHARINA H. 187 ven. 'Er was iemand noodig, wiens gezag het Volk te rug bragt, en onderwierp aan het neemen van voorzorgen , en aan eene zindelijkheid , die in Rusland onbekend is. Gregorius Orloff had den moed, om de Pest en Bijgeloovighcid te gaan trotfeeren. Hij begaf zig naar Moscow met eene buitengewoone gezwindheid. Hij verbood en belette alle zoorten van bijeenkomften. Hij bezogt zelf de lieden, die door de befmetting waren aangetast. Hij bezorgde hun de hulpmiddelen , die hun ontbraken ; en hij droeg vooral zorg, om aan de Heelmeesters en Officiers, die hem ten dienfte ftonden, te gelasten , om de kleederen der zieken , die als flachtoffers van deeze verfchrikkelijke plaag het leven verlooren, in hunne tegenwoordigheid te doen verbranden. De ziekte week eindelijk voor de vermeenigvuldigde zorgen van gregorius orloff, en voor de koude van den winter. Maar zij had reeds aan honderd duizend Inwoonders van Moscow het leven gekost. Gregorius orloff vond, bij zijne te rug komst te Petersburg, in catharina wederom eene minnaares , en eene erkentelijke Opper-Vorftin. Zij deed een zuil op- rich- 1771.  i88 HET LEVEN VAN 1771. richten, en een Gedenk-penning flaan, om ■ aan de nakomelingfchap den dienst te herinneren, dien hij aan zijn land deed. De Pest had niet alleen het binnenfte gedeelte van Rusland aangetast. De Rusfifche en Turkfche legers, die op de oevers van den Donau ftreeden, waren 'er mede befmet. Zij verfpreidden dezelve in Polen- en dit diende tot een voorwendzel van den inval, dien de Koning van Pruisfen zedert lang in den zin had. De Keizerin verzwaarde meer en meer het juk, het geen zij aan Polen had opgelegd. Haar krijgsvolk vervolgde de zamenzweerders van Bar van alle kanten , en plunderde of verwoestte hunne bezittingen. Deeze Vorftin deelde zelve den buit mede. Men vervoerde de beroemde boekerije van Prins radziwill, dien kostbaaren fchat der gefchiedenis van Lithauwen, en bragt dezelve naar Petersburg, van waar zij ongetwijfeld nimmer zal te rug komen. Maar in dien zelfden tijd, in welken men eene zoo fchandelijke rooverije pleegde, zond catharina verklaaringen naar JVarfchauw , waar in zij breed opgaf van haare weldadigheid, m van het verlangen, dat zij had, om Polen te bevredigen. De  CATHARINA II. 189 De Poolen over de dwinglandije der Rusfen verbitterd, deeden onophoudelijk nieuwe pogingen, om zig daar aan te onttrekken. Zij meenden, dat hunne ongelukkige Koning het met de Keizerin eens was, en, in die gedachten, verlangden zij om zig op hem te wreeken, over de onheilen, die zij hen deed gevoelen. De zamenzweerders hadden tot Generaal verkooren een Poolfchen Edelman, genaamd pulawsky, een onverzaagd menfch, en zoo driftig voor de vrijheid ingenomen, dat hij niet aarzelde om voor de rechtvaardigde zaak, zelfs door het plegen van misdaaden, dienstbaar te zijn. Pulawsky belloot zig van den perfoon des Konings meester te maaken, en hij vertrouwde de uitvoering van zijn ontwerp aan drie andere zamenzweerders (_ 1), wier kunde en ftoutmoedigheid hem bekend waren. Na in handen van hunnen Generaal een eed te hebben afgelegd, (2) dat zij hem den Koning (1) LUKAWSKY, STRAWENSKY, en KOSINSK Y. (2) Een gedeelte deezer vernaaien is getrokken uit eene memorie van wraxal, door coxk in druk uic gegeven. 17-71.  i5»o HET LEVEN VAN ning leveren zouden, of denzelven van kant helpen, zoo ze hem niet levend konden overbrengen. De drie Hoofden en veertig Dragonders, als boeren verkleed, kwamen langs verfchillende wegen in Warfchauw. Zij vernamen den volgenden Zondag (1), dat de Koning bij zijnen oom , Prins czartorysky, den avond moest doorbrengen. Toen plaatsten zig eenigen van hun in debuiten-ftad, terwijl de anderen in een hinderlaag gingen liggen aan den weg, langs welken de Koning komen moest. Omtrent tien uuren des avonds keerde deeze Vorst, verzeld door veertien of vijftien perfoonen, en hebbende één van zijne Adjudanten in zijn rijtuig , naar zijn Paleis te rug, wanneer eensklaps de zamenzweerders toefchoten, en tot den Koetzier zeiden ftil te houden. Verfcheiden pistoolrchoten wierden op het zelfde oogenblik op het rijtuig gelost. Een Heyduk , door een togel gewond, Hortte terneder (2). Het averig gevolg desKonings, den Adjudant zelfs liet uitgezonderd, nam de vlucht. Eender noordenaars fchoot een pistool op den Koning O) Den 3. September. (2) Hij flierf des anderen daags.  CATHARINA II. 101 ning af, en doorboorde zijn hoed. Een ander bragt hem een flag op 'c hoofd toe; en maakte hem eene diepe wond. Vervolgens vatten zij hem bij de kraag, en Heepten hem tusfchen hunne paarden door de donkerfte ftraaten. Wel dra befpeurende, dat hij buiten adem geraakte, en dat het hem onmogelijk was hen te voet te volgen, deeden zij hem te paard Hijgen, en toen zij op den kant van de gracht waren, die Warfchauw omringt, dwongen zij hem dezelve met hun over te fpringen. Het paard, waar op de Koning zat, viel , en brak het been. De Koning wierd aan den voet gewond. Men gaf den Vorst een ander paard. Een der Hoofden rukte hem de orde van den Zwarten Pruisflfchen Adelaar af, als mede het diamanten kruis, dat daar aan vast was. Toen verfpreidde zig het grootHe getal der zamenzweerders. Zeven van hun bleven alleenlijk, onder het bevel van kosinsky, bij den Koning, en dwaalden langen tijd met hem in het donker , trachtende de gebaande wegen te ontwijken. Wel dra bevonden zij zig in een Bosch, Hechts een mijl van Warfchauw af gelegen. Eenige Rusfifche nachtwachts lieten zig hooren. De zamen- zweer- iffU  I vffl ipa HET LEVEN VAN zweerders verfchrikten, en vlooden weg. De Koning bleef alleen met kosinsky, Maar om geen hulp durvende roepen , uit vreeze , dat k o s i n s k y hem vermoorden mogt, trachtte hij denzelven over te haaien, om hem te laaten ontfnappen. Kosinsky aarzelde lang. Zijn eed wederhield hem. Eindelijk gaf hij zig aan de fmeekingen des Konings over, en na voor hem op de knieën gevallen te zijn , en vergiffenis verzogt te hebben, bragt hij hem op een molen, die niet verre daar van af ftond. De Koning, zonder zig bekend te maken, fchreef dadelijk een briefje, het welk hij door een boer aan den Colonel zijner Lijfwagt liet brengen. Warfchauw was in verflagenheid. Men had des Konings hoed gevonden, geheel met bloed befmet; men hield den Vorst voor dood. Maar zoo dra men vernam , dat hij aan zijne moordenaars ontfnapt was, was men uitgelaten van vreugde. Verfcheiden der roovers wierden in hegtenis genomen , en lieten op het fchavot hun leven. Kosinsky kreeg vergiffenis. Hij nam de wijk naar Italien, alwaar hem de Koning eene jaarwedde verzekerde. Wat den Ge-    CATHARINA II. 193 Generaal pulawsky betreft (1), deeze kondigde een Manifest af, waar in hij verklaarde geen deel te hebben aan den verraderlijken aanflag, tegen den Poolfchen Koning ondernomen. Niemand iloeg aan deeze verklaaring geloof. Het gevaar , dat stanislaus augüst geloopen had, verfchafte aan de Rusfen een nieuw voorwendzelj om de zamenzweerders van Bar te vervolgen, en de verdeeling van Polen voor te bereiden. Maar had catharina wel voorwendzels noodig ? Men zal in 't kort zien , dat zij de zaaken zoodanig gefchikt had, dat zij gemakkelijk daar buiten kon. De Rusfen en Ottomannen hadden even zeer den vrede noodig. Hunne legers, door ■ tallooze gevechten, door vermoeinisfen, en door de befmetting verzwakt, wierden fteeds door nieuwe wervingen in ftand gehouden , en (i) Pulawsky vertrok naderhand naar Amerika. Ilij voerde het bevel over een Legioen in dienst der Veresnigde Staaten, en den heer r>' est» ing , bij het beleg van Savannah, in den jaare 1779, een bezoek gevende, wierd hij door een kanons-kogel, aan de zijde van deezen Generaal, doodgefehoten. II. DEEL. N 1771. 1772.  194 HET LEVEN VAN 1772. en verminderden dagelijks meer en meer. De vloot van alexis orloff voerde nog heerfchappije op de Griekfche Zeën ; maar het lang verblijf der Rusfen in eene luchtflreek, zoo zeer verfchillende van de hunne, en de buitenfpoorigheden , waar aan zij zig hadden overgegeven , hadden hun eene befmettelijke ziekte op den hals gehaald, welke hen bedreigde, om tot den laatflen Matroos van hun fcheepsvolk toe te doen fneuvelen. De Capitain Pacha , naijverig om zijne geledene fchade te wreeken , maakte te Conftantinopolen nieuwe wapeningen gereed , en vleide zig, om zijne overwinnaars met eene nog veel geduchter vloot aan te tasten , dan die , welke de vlammen verteerd hadden. De Ridder de tott, een Fransch Officier in dienst van de Porte, zegepraalde over de onkunde der Turken , en had in hunne tuighuizen bevelen gegeven, en eene arbeidzaamheid in werking gebragt, die voor hunne vijanden gevaarlijk was. De dappere mu ssum-oglou was voor de tweede maal tot den post van Groot-Vifir verheven, en had het bevel over het leger van den Donau hernomen. Des niet tegenilaande traden de beide  CATHARINA II. x9S de Mogendheden door tusfchenkomst der Ministers van Oostenryk en Pruisfen in onder- ■ handeling. Men befioot tot een wapen-ftilfland (i)-, en bepaalde eene Vredes-bijeenkomst te Fokhiani. Deeze gelegenheid fchcen voor de ontwerpen van gregorius orloff gunftig te zfjn. Hij bejaagde de eer, om met de Gevolmagtigden van den Divan zelf te handelen* Zedert lang begeerde hij deelgenoot te worden van den throon, dien hij aan catharina verzekerd had. Hij dacht, door aan de Rusfen vrede te bezorgen, een onuitwisbaar recht op hunne erkentelijkheid te verkrijgen, en de zwarigheden te vereffenen, die men aan zijne heerschzucht had in den weg gelegd. Maar dit was het juist, het geen nieuwe zwarigheden deed geboren worden. Catharina had orloff zeer bemind, en beminde hem nog. O rl off integendeel was nooit aan catharina gehecht geweest , dan uit erkentenis en heerschzugt* Lan- (1) Deeze wapen-ftilftand wierd geteekend door den Rusfifchen Minifler simolin, en door seid abduc* kerim effendi muckabedladzi, ee;ften GeLeimfchrijver van den Divan. N 3 1?7 ï.  196 HET LEVE N VAN 177-2. Langen tijd verhovaardigd over de gunden zijner Opper-Vorftin , betoonde hij zig naijverig van die te verdienen: maar toen hij oordeelde daar op recht genoeg verkregen te hebben , verkoelde zijn ijver , en deeze gunstbewijzingen fcheenen hem zelfs dikwerf tot een last te zijn. Koe meer moeite catharina deed, om hem tot zig te trekken , hoe meer hij geneigd fcheen om zig van haar te verwijderen , en elders aanminnigheden te zoeken , welke hij in haar niet meer vond. Deeze Vorftin vond zig verlaagd over de koelheid van eenen ondankbaaren, en verftoord over zijne trouwloosheden. Maar zij bleef nog aan hem door zulke fterke banden gehecht, dat zij 'er niet aan dorst denken om dezelve te verbreken. Bobrinsky (1 ) vooral deed haar de liefde van orloff duur te ftaan komen. Zij liet hem zeer in 't geheim opvoeden in ééne der voorfteden van de hoofdftad, en zij ging hem dikwils zien , onder een aangenomen naam , en zig zoodanig verkleedende, dat zij onkenbaar was. Op CO öesze wss ds rcon ,• dien zij bij gregorius orloff had,  CATHARINA U. 197 Op zekeren dag, dat zij dit kind was gaan zien, en dat zij naar een middel, om orloff van zijne onstandvastigheid tegeneezen, omzag, meende zij zulks gevonden te hebben, door hem in uilte te trouwen. Zij ftelde hem dit voor. Maar orloff wees dit voorftel op eenen hoogen toon van de hand. Hij antwoordde aan de Keizerin, dat hij zig niet onwaardig oordeelde om openlijk den naam van haaren echtgenoot te dragen , en met haar op eenen throon te zitten, dien hij voor haar bewaard had. Catharina, hoezeer verwonderd, ontveinsde zulks; maar zij bemerkte van toen af aan, dat de hoogmoed van haaren gunfreling doodelijk voor haar wezen konde ; en zij draalde niet om over eene liefde te zegepraalen, die haar aan te veel vernedering bloot ftelde. Schoon panin in geen openbaar misverftand met gregorius orloff leefde, verlangde hij niettemin de ongenade van deezen gunfteling. Al te verftandig, en buiten twijffel al te vreesachtig om hem in 't aangezicht aan te tasten, liet hij geene gelegenheid voorbijgaan, om hem agter de hand te treffen. Orloff was verre van hem naar te volgen. Hij haatte niemand , fchoon hij zelf zeer N 3 ge- 1772  198 HET LEVEN VAN 1772. gehaat was. Zijne hoogmoed had hem een groot getal vijanden berokkend; zijne genotene gunst had 'er hem nog meer gemaakt. Een ieder was zeer te vreden, als men hem van het Hof verwijderd zag, en de Keizerin deelde in het genoegen haarer Hovelingen. Zij hoopte , dat zijne afwezigheid eindelijk het overfchot van het gezag, dat hij zig over haar had aangematigd, vernietigen zoude. Panin, die den fmaak van deeze Vorftin zorgvuldig naarging, bemerkte fpoedig, dat zij zekeren Onder -Lieutenant der Lijfwagt, genaamd w as ielit s chi k o ff , dikwils met minzaamheid aanzag. Dadelijk was hij bedacht, om zig van deezen jongman te bedienen, ten einde orloff kwijt te raaken. Czagar czernischeff, aan wien de hoogmoed van den gunfteling nog hatelijker was, dan aan panin, onderfteunde het ontwerp van deezen Staats-dienaar met genoegen. De een en ander dacht, dat de GrootHertog , die niet onkundig was, dat o r l o f f naar den throon dorst ftaan , niet dan met genoegen konde zien alles wat diende om hem daar van te verwijderen. Men trachtte dus in de Keizerin eene nieuwe neiging op te gekken. Men fchilderde teffens orloff aan  CATHARINA II. 199 arm finnr nf. nis een heersrhziip-nsririensrh. riie tt^d verlangd had de vredes-onderhandeüngen te Fokhiani bij te woonen, alleenlijk om Rusland te verraaden , en zig onafhangelijk te maken, door zig het oppergezag van Moldavien en Wallachien te bezorgen. Het was des te gemakkelijker hem bij deeze Vorftin verdacht te maken , naar maate zij dagelijks meer behaagen in zijnen mede-minnaar vond. Wasielitschikoff behaagde, om dat hij jong en fterk was : maar hem ontbrak verftand , vermogens, ondervinding , zelfs vrijmoedigheid. Mogelijk zoude hij alleen nooit bij de Keizerin hebben kunnen flaagen. Men liet hem niet zonder hulp. De Prins baratinsky, op de konst van veinzen afgericht, gaf hem raad , en hielp hem door daaden (O- Wasielitschikoff maakte 'er gebruik van. Door zijne gezeggelijkheid maakte hij zig verdienftelijk. De Keizerin was zoo van hem voldaan, dat zij ' hem tot haaren Kamerheer benoemde, hem tref- CO De Prins baratinsky belastte zig, om de eerfte bijeenkomst van de Keizerin met haare nieuwen minnaar teb ezorgen. N 4  nee HET LEVEN VAN 1772. treffelijke gefchenken deed, en hem dikwils ■ in 't openbaar met eene gemeenzaamheid behandelde, die hunne goede verftandhouding ligtelijk deed bevroeden. Toen catharina aan den hoogmoedigen orloff had voorgefteld , om haar in ftilte te trouwen, had deeze gunfteling zig gevleid, dat zijne weigering het verlangen der Vorftin vuuriger gemaakt zoude hebben, en dat de komst tot den throon hem daar door gemakkelijker worden zoude. Gewoon aan eene liefde, waar van hij de teederfte panden had, meende hij het hart der Keizerin niet te kunnen verliezen. Wat moest hij dus wel denken, toen hij vernam, dat zij van zijne afwezigheid gebruik gemaakt had, om eenen nieuwen minnaar te verkiezen. Hij beefde in 't eerst van verbaasdheid en toorn. Maar wel dra troostte hem zijne hoogmoed. Hij dacht, dat zijne tegenwoordigheid voldoende was, om een vuur weder aan te wakkeren, het geen hem voorkwam kwalijk te zijn uitgedoofd. * Met dit denkbeeld vervuld , vergat hij de onderhandelingen van den vrede, alle de belangen van het Rijk, vertrok van Fêkhian^, zonder zelfs verlof daar toe van de.Keize- in  CATHARINA II, 201 fin te verzoeken , en kwam voor de poorten van Petersburg. Op het oogenblik, dat hij zig daar vertoonde, kwam de wagthebbende Officier aan zijn rijtuig, en toonde hem den last, dien hij had om hem in de hoofdftad niet te laten binnen komen. Orloff zweeg volmaakt ftil, en nam den weg naar één van zijne lusthuizen. Twee dagen voor dat orloff Petersburg naderde , had men onderrigting bekomen, dat hij van Fokhiani vertrokken was. Deer ze onverwagte te rug komst had aan 't Hof veel ongerustheid veroorzaakt. De Keizerin, de oploopendheid van orloff kennende, en vreezende , dat hij zig in haar weerwil vertoonen mogt, gaf bevel, om de Lijfwacht van het Paleis te verdubbelen, en fchildwachten voor de deur van haaren nieuwen gunsteling te plaatfen. Zig op deeze voorzorgen nog niet genoegzaam verlaatende , liet zij de'floten van haare kamers, waar van orloff de fleutel had, veranderen. Zoo veele zorgen waren onnoodig. Orloff behoefde geen vrees te verwekken. Zoo dra men wist, dat hij in ongenade vervallen was, bleeven 'er geene voorftanders N 5 van  202 HET LEVEN VAN 177%. « 4 1 1 1 1 van hem overig, en zijne vijanden kwamen van alle kanten te voorfchijn. Orloff zag al het gevaar, waar in hij zig bevond. Zijn moed geraakte daar door niet aan 't wankelen. Toen men van hem uit naam der Keizerin den affland zijner bedieningen kwam vorderen , weigerde hij dezelve moediglijk. Deeze Vorftin had wel het vermogen , om eenen onderdaan , die haaren wil wederftond, te ftraffen, maar zij wilde den minnaar, voor wien zij langen tijd genegenheid gehad had , liever met toegevendheid behandelen. Men trad met orloff in onderhandeling; en door de agting, welke de Vorftin zich nog verwaardigde hem ce betoonen, week gemaakt, ftemde hij toe, ?m zig van Petersburg te verwijderen , en reduurende eenigen tijd Europa door te rei;en. Tot belooning zijner onderwerping , kreeg hij honderd duizend roebels dadelijk, :en giftbrief van eene jaarwedde van honlerd vijftig duizend, een voortreffelijk zilver fervies, en een landgoed met zes duizend >oeren. Hij had reeds een open brief als Zorst des Rijks gekregen. Catharina legeerde, dat hij 'er den titel van aannam, het zig  CATHARINA II. 203 zig ongctwijffeld tot roem rekenende , dat haar oude minnaar voor het oog der vreem- ■ de volken eenen luister vertoonde, die met de door hem genotene gunst overeenkomstig was. De partij, die catharina koos, fcheen eenige zwakheid aan te duiden. Maar zeftemde over een met haar character. Deeze Vorftin, wier hart zoo onbuigzaam en hoogmoedig was, wist te plooijcn , als haar belang het medebragt. Zij gevoelde, dat zij, met orloff te ftraffen , aan allen, die haar gediend hadden , een fchrik zoude aanjaagen, Zij wilde hen overtuigen, dat haare gemoedsbewegingen voor haare erkentelijkheid moesten zwichten. V IJ F- 1772.  V IJ F D E BOEK. 1772. inhoud. Be vredes-onderhandeling te Fokhiani afgebroken. — Bijeenkomften te Bukharest. Verdeeüng van Polen. —- Vrede van Kaïnardgi. — Het uitwijken der Kalmukken. — Be gunfteling wasielitschikoff weggezonden. — Hertog anthon ulrich weigert zijne vrijheid. — Eerfle huwelijk van den Groot - Hertog. — Reize van diderot naar Pecersburg. D e vredes-onderhandeling te'Fokhiani (1) was aangevangen op eene wijze , die hoop gaf op eenen nabij zijnde vrede. De Ottomannifche Minifters boden den Rusfen voortreffelijke tapijten aan, als mede zeer fijne ftof- (O Deeze bijeenkomst wierd ren 2. Augustus geopend. De Gevolmagtigden huisvestten- onder tenten ; en de onderhandelingen wierden gehouden in eenen Kiosk, dien de Rusfen hadden doen oprigten.  CATHARINA II. 205 ftoffen , en uitmuntende wapenen; en osman effendi, die de eerde het woord ■ voerde, zeide; „ dat de Groote Heer, zijn ,, meester, hem had aanbevolen God te die,, nen, en den Vrede te beminnen." De Rusfen boden aan osman en zijne medegenooten gefteenten aan , die cierlijk ingeleid waren, verfcheiden gouden verderfden, en zeer fraaije pelterijen, vervolgens antwoordden zij hun , dat zij insgelijks den vrede en de rechtvaardigheid beminden. Echter vorderden zij zulke groote opofferingen, dat de Turken 'er van verftomd ftonden. Na veele nuttelooze voorfrellen, fcheidden de Gevolmagtigden van elkander. Eenigen tijd daarna, werden de onderhandelingen te Bukharest hervat tusfchen den Marfchalk van romanzoff, en den Groot-Vifier mussum-ogloü. Deeze twee krijgshelden , die zoo dikwils de een tegen den ander geflagen hadden, wisten wel, hoe zeer hunne legers rust noodig hadden; maar hunne onderhandelingen waren zoo wel vrugteloos, als die te Fokhiani. De tijd van den wapen - ftilftand was verloopen. De vredemakers dachten aan niets meer, dan aan de voortzetting van den oorlog. Ge- 1*772.  2ö6 HET LEVEN VAN Geduurende den geheelen tijd der vredesonderhandelingen had men nieuwe toebereidzeis tot den krijg gemaakt. De Rusfen hadden met den nieuwen Khan van de Krim een verdrag gefloten , waar bij deeze Vorst zig onafhangelijk van den Grooten-Heer verklaarde , en zig onder de befcherming der Keizerin begaf. De Porte verontwaardigd over den afval der Tartaren zoo wel, als over den afftand der vestingen Katgs en Jeni-Kale, die zij aan de Rusfen gedaan hadden , zond eene fterke vloot van galjooten en chebeks naar de Zwarte Zee. De Keizerin had aldaar reeds eene aanzienlijke vloot, en zij deed verfcheiden Engelfche en Hollandfche Offi» ciers , onder het bevel van den Admiraal knowles, derwaarts vertrekken. Doch een gewichtiger onderwerp hield in dit oogenblik catharina bezig. Zij zag zig eindelijk in ftaat om de vruchten te plukken van de onlusten en verdeeldheden, die zij onder de Poolen gezaaid had. Zedert lang het met den Koning van Pruisfen eens zijnde, liet zij aan de zorge van deezen Vorst over, om het Hof van Weenen in de verdeeling van Polen te doen toeftemmen. Zij was daarenboven wel verzekerd, dat zij van den kant  CATHARINA II. 207 kant der andere Mogendheden flechts weinige hinderpaalen had uit den weg te ruimen. • Frankryk had toen eenen Staats -Minifter, die weinig voor uit zag (i). Engeland was door den koophandel aan Rusland verknocht. De Staaten, in de nabuurfchap der Oostzee gelegen, konden naijverig worden, wanneer zij zagen, dat de P^usfen en Pruisfen havens aan deeze Zee machtig wierden , maar geen van hun had noch het vermogen, noch dorst het wagen, om zig daar tegen te verzetten. Waren de Ottomannen meerder te vreezen ? Waren zij in ftaat, om aan Polen hulp te verfchaffen, daar zij zig zelve zoo flecht wisten te verdedigen, en daar zij zig in alle de deelen van hun uitgeftrekt Rijk aangevallen zagen ? Catharina had eindelijk niets te duchten , dan de weigering van het Weener Hof; maar f re de rik beloofde haar dit Hof te zullen doen toetreden. Fre- (i) De Hertog d'aiguillon, dien men aan het hoofd van het beduur der buitenlandfche zaaken geplaatst had , was meer gefchikt om zig met geheime (treken en de zamenfpanningen der Hovelingen op te houden , dan om de belangen van 'Europa te wikken en te wegen , en den roem des Franfcben Volks te handhaven. 1772.  208 HET LEVEN VAN 1772. F re de rik konde, zonder iets te wagen, dusdanige belofte doen. Hij kende zedert lang , door de berichten zijner Minillers, het characïer van den erfgenaam van het huis van Oostenryk. Toen joseph II, in den jaare 1769, een mondgefprek met hem te Neisf in Silefien hield, flelde de Pruisfifche Koning, zig bedienende van den invloed, welken hem zijne ondervinding en roem verfchaften , aan den jongen Keizer de eerfle verdeeling van Polen voor. Joseph II, met de uitbreiding zijner heerfchappije ingenomen , zag het ontwerp des Konings van Pruisfen met genoegen, maar hij wilde zig niet verbinden, om daar toe mede te werken , alvoorens daar over gefproken te hebben met den ouden Prins van kaunitz , door wiens raadgeevingen hij zig liet bellieren. Kaunitz keurde het roofziek ontwerp goed. Eenigen tijd daar na hadden de beide Monarchen eene tweede bijeenkomst te Neuftadt, in Oostenrijk, en de verdeeling van Polen wierd befloten. De Pest , die op de grenzen van Polen woedde, had zedert het voorige jaar aan den Koning van Pruisfen de gelegenheid ver- fchaft,  CATHARINA II. 209 fchafc, om zijn krijgsvolk tot in Poohch Pruisfen te doen voortrukken. De Keizer had het zelfde voorwendzel , om door zijn krijgsvolk de Gewesten, die hem het best gelegen waren, te doen bezetten. Ioseph II. fcheen aan de eedgenooterl van Bar hulp te moeten verfchaffen. Zijn laatfte Verdrag verpligtte hem zelfs, om zig met de Turken tegen de Rusfen te vereenigen'; maar deeze Vorst had geheel verfchülende oogmerken, en hij veriïond het veinzen zoo wel, dat de eedgenootcn, door zij ne beloften misleid, de Soldaaten, die hun land kwamen overweldigen, langen tijd voor hunne verdedigers aanzagen. De vreemde legers itrekten zig van het eene einde van Polen tot het andere uit i en waren gelijkelijk tegen de eedgenooten in werking, hen wel dra noodzakende uit elkander te gaan. Het grootfte getal keerde naar hunne haardfteeden te rug. De overigen gingen hunne klagten en ongelukken tot de vreemde volken overbrengen, Geheel Europa had de oogen op Polen gevestigd. Men konde niet begrijpen , waarom drie geduchte Mogendheden in een tijd van vollen 'vrede een land overweldigden j II. deel. O welks 1772  2IO HET LEVEN VAN 1772. welks onaf bangelijkheid door de plechtigfte Verdragen gewaarborgd was. Men dacht ook al, welk het voorwerp der aanhoudende onderhandelingen , waar mede deeze Mogendheden zig beezig hielden , wezen mogte. Men vernam het eindelijk. De Minifter van den Keizer was de eerfte, die het Verdrag van Petersburg aan den Poolfchen Koning en Raad bekend maakte. De Rusfifche en Pruisfifche Afgezanten boden hun, bijna te gelijker tijd, verklaaringen aan tot onderfteuning van dit Verdrag (1). De Ci) Zie hier de verklaaring vsn den Rusfifcben Minister den Baron van stackelberg. Men ziet daar uit, welke listige en valfche taal de verwoesters van Polen dorften voc-rea. „ De Mogendheden, die nabnuren van Polen zijn , ,, zijn. zoo dikwerf in de onlusten, welke de tusfehen„ regeeringen in dit Koningrijk veroorzaakt hebben, be,, trokken geworden, dat de 'herinnering van het voor,, ledene hen heeft moeten aanzetten, om zig met de zaaken van deezeu Staat eraftig tebemoeijen, wan„ neer door den dood van Koning august III de „ throon was open gevallen. Uit dien hoofde, en ,, om de fchadelijke gevolgen van den tweedragt voor „ te komen, die ter gelegenheid van dit laatfte open„ ftaan van den throon bet hoofd weder zoude kunnen ,, opftekea, heeft het Hof van Pettrsbuig zig beijverd, „ om  CATHARINA II. an De Tooien verontwaardigd zijnde fchreeuwden van onrechtvaardigheid. Zij riepen de tusfchenkomst van alle de Mogendheden in, die waarborgen van het Verdrag van Oliva wa- „ om aan de hereeniging der gemoederen te arbeiden. „ ten behoeven van den genen, die de waardigft? en „ voor zijne medeburgers en nabuuren meest gefchikte „ throons opvolger zoude kunnen zijn. Het heeft zig „ tefFens bezig gehouden, om verfcheiden gebreken in „ het Staats beduur te doen verbeteren. Het "Hof i, van Berlin heeft den arbeid van deszelfs Bondgenoq„ ten onderfteund; en het Hof van Weenen, van zijn „ kant tot den goeden uitflag van zulke loffelijke oog„ merken willende medewerken, heeft, tot ontwijking „ van het gevaar van misfchien de verdeeldheden te „ doen aanwasfen, door het getal der genen, die zig „ met de inwendige Staats-zaaken van Polen bemoeien „ zouden, te vergrooten , gepast geoordeeld, om zig „ onzijdig te houden, niet alleen in dit opzigt, maar „ ook ten aanzien van den oorlog, die bij vervolg tus„ fchen Rusland en de Ottomannifche Porte is uitgebar„ ften." „ Uit alle deeze maatregelen heeft men het genoeg gen gehad, de vrije en wettige verkiezing van Ko* ,, ning stanislaus augüst (*), thans regeeren- » ren (*) Dat de verkiezing van poni at e wsky vrij en wettig ge" weest was, dorst de Minister stackelbï&g den PmUn te gemoet voeren! 1772.  212 HET LEVEN VAN 1772. waren , een Verdrag, het welk hun de ondeelbaarheid van hun grondgebied verzekerd had , en het geen men langen tijd als het groot Charter van het Noorden befchouwd heeft. „ rende , als mede verfcheiden nuttige inrigt'mgen zien voortkomen. Alles fcheen aan Polen en zijne nabuu„ ren de beltendiglte rusr, voor het vervolg aan te kon„ digen. Maar ongelukkiglijk , toen men van deezen ,, ftaat van zaaken alle hoop moest op.atten, deed de „ geest van tweedracht, zig van een gedeelte des volks „ meester makende, op een oogenblik die hoop geheel „ verdwijnen. De Burgers wapenden zig t; gen elkan„ der. Oproermaakers maakten zig van het wettig ge,, zag meester. Zij msa'uen 'er misbruik van met veo„ treeding der wetten, der goede orde, en der algemee„ ne zekerheid. De Rechts-oerTening, het Staats -be„ duur, de koophandel, tot den landbouw toe, alles „ wierd verwoest. De natuurlijke eensgezindheid tus. „ fchen de aanpaalende volken, doet reeds aan de na„ buaren van Polen de gelukkiglle uitwcrkztls van deezen geheelen tweefpalt ondervinden. Zij verpligt „ hen zedeit lang tot de kcstbaarfte maatregelen van T, voorzorge, om de rust hunner eigene grenspaalen te „ verzekeren , en zij brengt hen , door de onzeker„ heid , hoe verre de verwoesting van dit Koningrijk „ zig zoude kunnen uitftrekken, in gevaar omdevriend„ fchap en goede verlandhouding, tusfchen hen ftand » grijpende, misfchien te zien veranderen Niets » is> bij gevolg, dringender, dan een fpoedig genees-^ „ mid-  CATHARINA II. ai3 beeft. Zommige van deeze Mogendheden deeden vertoogen , even nutteloos , als de klagtcn der Polen. De drie roofzieke Hoven, niet te vreden met zig reeds van een gedeelte der ,, middel voor zoo veele kwaaien, waar van de naast. „ gelegene Scsaten reeds van nu af aan den verfchrikke. „ lijkllen weerflag ondervinden. Zoo veele rede- „ nen van het uiterfte gewicht hebben aan zijne Majes„ teit den Koning van Pruisfen, aan haare Majesteit de „ Keizerin Koningin van Hongatyen en Btbemen, en „ aan haare Keizerlijke Majesteit van geheel Rusland „ niet toegelaten, om in eene zoo hachelijke omftandig„ heid het neemen vaa eene beflisfende partij langer uic „ te dellen. Deeze Mogendheden hebben onder „ elkander befloten, om zonder tijd-verlies, en eenpa„ riglijk te arbeiden, tot het herdel vaa de rust en goe- de ordre in Polen, en om aldaar het oude Staats be„ duur, en de vrijheden des volks , op eenen vasten „ voet te vestigen." ,, Maar dewijl zij, in dit oogenblik, door eene ge„ lukkige uitwerking der vriendfchap en goede verftand„ houding, die tusfchen hen tegenwoordig plaats grijpen, „ den ondergang en willekeurige ontbinding van dit Rijk ,, belettende, niet bevoegd zijn om op eenen gelijken „ goeden uitflag te kunnen rekenen; en dewijl zij aan„ zienlijke vorderingen op verfcheiden bezittingen van ,, het Gemeenebest hebben; kunnen zij van zig niet ver- krijgen, om dezelve aan het lot dergebeunenisfen over „ te laateu. Zij hebben dus onder elkander vastgedeld O 3 „ en 1772.  214 HET LEVEN VAN der Poolfche Gewesten te hebben meester gemaakt, vorderden, dat eene Rijks-vergadering aan hun den afftand deezer Gewesten plechtiglijk doen zoude. De „ en bepaald, om hunne oude rechten en wettige vor„ deringen, die elk hunner ter zijner tijden plaats be„ reid is te wettigen, teffens te doen gelden." „ Dienvolgende zullen zijne Majesteit de Koning van „ Pruisfen, haare Majesteit de Keizerin Koningin van ,, Hongaryen en Bobemen, en haare Majesteit de Kei„ zerin van geheel Rusland, elkander wed«rkeerig hun„ ne rechten en vorderingen hebbende medegedeeld , „ en daar van eene gemeene zaak makende, eene ver„ gelding neemen, die daar aan geëvenredigd is, en „ zullen zig in het dadelijk bezit Hellen van die gedeel„ ten van Polen, welke het meest gefchikt zijn , om „ voor het vervolg een natuurlijker en zekerder grens„ fcheiding daar te dellen. Behoudende elk der drie „ Mogendheden aan zig, om bij vervolg een afzon" „ derlijk blijk te geven , waar bij hunne Majesteiten ,, afzien van alle rechten, eisfchen en vorderingen, verf, goedingen van fchaden en interesfen, die zij ander„ zints op de bezittingen en ten lasten van de onder„ daanen van het Gemeenebest zouden hebben te vor. „ deren, &c. Warfchauv) den 2. September 177». C Geteekend) Stackelberg. Men heeft naderhand gezien, hoe getrouw deeze drie Mogendheden aan hunnen affland geweest zijn.  CATHARINA II. 215 De Rijks-Vergadering wierd oogenblikkelijk bij één geroepen, en kwam ook bij elkander. Beloften en geld wierden rijkelijk uitgedeeld , om de Afgevaardigden om te koopen. Echter weigerde de meerderheid der Rijks-vergadering langen tijd, om in de verdeeling toe te ftemmen. De Ministers deidrie Hoven, verbitterd over eene tegenkanting , die zij niet verwagt hadden, bedreigden de Rijks-vergadering, dat hunne OpperVorften hen alle ftraffen zouden doen ondervinden. Zij zeiden, dat zij den Koning zouden doen in hechtenis nemen en afzetten; en hunne zendelingen verfpreidden in 't geheim, dat, indien de Rijks-vergadering niet zwichtte , Warfchauw aan plundering zou worden overgegeven. Door goed beleid kwam men eindelijk zoo ver, dat men aan de Rijksvergadering derzelver toeftemming afperfte. Zij nam te gelijker tijd een befluit, waarbij zij den tijd haarer zittingen ( 1) tot een getal van weinige dagen bepaalde, cn Commisfarisfen benoemde, om met de Ministers der drje Hoven de voorwaarden der vcrdee- ling (1) Zij kwam bij één den 19. April , en fchddde in de maand Meij. O 4  1773- 2i6 HET LEVEN VAN ling vast te Hellen. Men kan wel denken ; dat deeze voorwaarden door de Ministers wierden voorgefchreven. Men teekende dezelve in de maand September daaraanvolgende. Eenige Edelen der overheerde Gewesten dorden het Verdrag inroepen, en Manifesten afkondigen. Maar wat vermogt dit los ge-, fchreeuw tegen talrijke legers? Voor het bijeenroepen der Rijks-vergadering, en zoo lang dezelve geduurd heeft, had de Koning zig openlijk tegen de verdeeling verklaard. Des niet te min wendde men voor, dat hij dezelve in "t geheim begunfh'gde, en de genen, die zijne oude verknogtheid aan Rusland kenden , hielden, zig niet overtuigd, dat hij daar van zoude kunnen afzien. Zoo dra befloten was tot het Verdrag van verdeeling toe te treden , begaven zig verfcheiden der voornaamfle leden van de Rijksvergadering bij den Koning , en verweten hem met vrij wat hevigheid den ondergang van hun Land. Deeze Vorst antwoordde'hun in 't eerst met zachtheid. Maar wel dra befpeurende, dat zijne gematigdheid flechts diende, om hen te verharden en onrechtvaai-- di-  CATHARINA II. 217 diger te maaken, richtte hij zig op , wierp zijn hoed op den grond , en zeide hun op eenen hoogen toon: „ Mijne Heeren , „ het verveelt mij u aan te hooren. De ,, verdeeling van ons ongelukkig Land is een „ gevolg van uwe heerschzucht, van uwe „ tweedracht, van uwe eeuwigduurende ver„ fchillen. Aan ulieden alken moet gij uwe onheilen wijten. Wat mij betreft, wan„ neer mij Hechts zoo veel grond overig „ bleef, als deeze hoed bedekken kan, zou,, de ik echter nog, voor het oog van geheel „ Europa, uwe wettige, maar ongelukkige ,, Koning zijn." De verdeeling van Polen deed hem bij de vijf millioenen inwoonders verliezen. Het Land, dat aan Rusland te beurt viel, en het uitgebreidile was, bevatte 'er vijftien maal honderd duizend. Het geen Oostenryk had, twee en een half millioenen, op een grondgebied van veel minder uitgeHrektheid. Pruisfen verkreeg Hechts acht maal honderd zestig duizend zielen (1): maar wierd daar voor fchade- C1) Rusland verkreeg 3440 vierkante mijlen , Oosienryk 2700, en Pruisfen 900. Het Land, door Rusland overweldigd, had tot grenspaalen de Rivier Wella, O 5 van 1773.  218 HET LEVEN VAN *773- del oos gefield door den koophandel en de nabuurfchap van de JVeisfel, en de Stad Dantzig, waar van f red er ik reeds het ontwerp had zig meester te maken. De drie Hoven, die zig alzoo den buit van Polen eigenden, waren teffens bedacht, om dit Land in de onmogelijkheid te ftellen van immer te rug te nemen, het geen zij aan het zelve ontroofden. Hoe gevaarlijk ook de vorm van deszelfs Staats-beftuur was, wilden zij dezelve nog erger maken. Zij deeden aan de Commisfarisfen der Rijks-vergadering volmagt geven, om, gezamenlijk met hun, of hunne Ministers, aan de veranderingen te arbeiden , welke de gefteldheid van het Gemeenebest vorderde, en onder het fchijnbaar voorwendzel, van deszelfs gebreken te verbeteren, verergerden zij dezelve. Na van deszelfs oorfprong af tot de plaats, alwaar die in den Niemen valt, en de Rivier Besefina, tot Rzcezy. ka, alwaar dezelve zig inden Dnieper werpt. Oostenryk nam den gebeelen linker oever van de JVeisfel, van de Salines tot den mond van de fViroz, het Palaiijnfchap van Belz , rood Rus/and, en het groottte gedeelte van Volbyniën. Freoerik maakte zig van Elbing, en geheel Poolscb Pruisfen meester, uitgenomen de Steden Dantzig en lborn, die hij naderhand genomen heeft.  CATHARINA II. 2i9 Na lang uitgerekte bijeenkomften deed men eene nieuwe Rijks-vergadering bij el- kander komen, in welke de Ministers der drie Hoven hun ontwerp van hervorming voorftelden. De Rijks-vergadering was veel onftuimiger en onbuigzaamer, dan die dezelve was voorafgegaan; en in weerwil van den invloed van den Rusflfchen Minister, die door zijnen Secretaris het nieuw ontwerp van Staats-regeling deed voorleezen, wierd dit ontwerp dadelijk verworpen. Het is al te merkwaardig, dan dat wij hier niet zouden opgeven de gronden, als mede de inleiding van de bedrieglijke Memorie, welke de Ministers der drie Hoven te gelijker tijd overgaven. „ De Hoven hebben zoo veel belang bij „ de bevrediging van Polen, dat terwijl men „ bezig is met de Verdragen in ftaat te bren„ gen om geteekend en bekragtigd te wor- den , hunne Ministers oordeelen geen „ oogenblik van deezen kostbaaren tusfchen„ tijd te moeten verliezen, om de orde en „ rust in dit Rijk te herftellen. Wij zullen „ dus aan de Commisfie een gedeelte deezer „ Grond-wetten mededeelen , tegen welker ?, aanneeming onze Hoven niet gedogen zul- „ len , *773-  220 HET LEVEN VAN •773- „ len, dat eenige hinderpaal of vertraaging „ werde toegebragt. ,, 10. De Kroon van Polen zal voor altoos „ verkiesbaar wezen, en alle orde van erf,, volging zal verboden blijven. Eenieder, „ die deeze wet zoude tragten te verbree- ken, zal voor een vijand des Vaderlands „ verklaard , en uit dien hoofde vervolgd „ worden. „ 2°. De vreemdelingen , die naar den „ throon ftaan , als meestal verdeeldheden „ en onlusten zaaiende, zullen daar van bij „ vervolg zijn uitgefloten , en het zal tot „ eene wet zijn , dat bij vervolg niemand, „ dan een Pool van afkomst, gebooren Edel„ man, tot Koning van Polen en Groot-Her, tog van Lithauwen verkiesbaar wezen zal. , De zoon of kleinzoon van eenen Koning , zal niet verkozen kunnen worden onmid, delijk na den dood van zijnen Vader of , Grootvader; en hij zal niet verkiesbaar , zijn dan na dat inmiddels twee regeeringen , zullen zijn afgeloopen." „ 3". Het Staats-beftuur van Polen zal , voor altoos zijn en blijven een vrij, onaf, hangelijk Beftuur in de gedaante van een Gemeenebest,." „ 4% De-  CATHARINA II. 221 „ 4'>. Dewijl de waare beginzels van dit „ Beftuur beftaan in eene naauwkeurigewaar,, neeming der wetten, en in het evenwicht „ der drie ordres, namelijk, den Koning, „ den Raad, en den Adel; zal 'er een aan„ blijvende Raad worden opgericht, aan „ welken de uitvoerende macht verleend zal „ worden. Men zal tot deezen Raad toelaa,, ten lieden , behoorende tot de orde van „ den Adel, die tot hier toe van het beftier ,, der zaaken in den tusfehentijd der Rijks„ vergaderingen waren nitgefloren, enz." Door deeze wetten wierden het huis van Saxen, en de andere vreemde Vorftcn, die het overfchot van Polen in deszelfs geheel zouden hebben kunnen bewaaren , van den throon uitgefloten, het liberum veto, met de andere gevaarlijke voorrechten van den Adel herfteld, en alle de wanorden vereeuwigd. Stackelberg was nog Afgezant van catharina te Warfchauw (1). Schoon in- (i) Men we;t, dat stackelberg onder al'e da Peolen voor den Koning de minfte achting had. Wanneer hij zig met deezen Vorst in gezeifchap bevond, plaatste hij zig, zonder wellevendheid in agt te nemen, voor hem, den rug naar het vuur keerende, en zijn rok op- 1773-  »aa HET LEVEN VAN *773- infchikkelijker dan repnin, had hij geen minder hoogmoed, en geen minder ftreeken. Door beleid en omkooping kreeg hij de meerderheid der Afgevaardigden • aan zijne zijde, en de Rijks-vergadering keurde de nieuwe regeerings-vorm goed. Dit verkeerd beftuur, door Rusland, Oostenryk en Pruisfen daar gefteld, fcheen door deeze Mogendheden te moeten gehandhaafd worden: maarzij draalden niet lang, om van de daar in zijnde gebreken tot deszelfs vernietiging gebruik te maaken. Terwijl catharina door onderhande- ' lingen een gedeelte der Poolfche Gewesten verkreeg , bleeven haare legers bij aanhoudendheid bezig met de grenzen van Tur~ kyen te verwoesten. Echter waren zij niet altoos even gelukkig. Veertien duizend Rusfen , die over den Donau poogden te trekken , lieten zig door den Pacha daghestan- ali verrasfen (i), en zes honderd van opligtende. De Koning gaf op zekeren tijd een bezoek aan stackelberg. Deeze fpeelde het fpel Pharaon , en, zonder zijn fpel te verlaaten , vergenoegde hij zig met den Koning een ftoel aan te wijzen , hem te kennen gevende, dat hij zoude gaan zitten. (i) Te Ceorgiewo.  CATHARINA II. $23 van hun bicven bij de Turken gevangen. Prins repnin was onder dit getal. Hij wierd naar Conftantinopolen gevoerd, en in het Kasteel der zeven Torens opgefloten. De Marfchalk romanzoff trok den Do* nau over, recht door naar Silistrien. Tachtig duizend Turken waren op eene nabuurige hoogte gelegerd. De Generaal weisseman tastte hen aan; zij flooten zig in de ftad op. Romanzoff vertoonde zig des anderen daags. De Groot-Vizier had reeds vijftig duizend mannen van zijn leger afgezonderd, om Silistrien te hulp te komen. Romanzoff deed den aftocht des nachts; maar hij wierd door de Turken geduurig aangevallen, die hem veel volk afmaakten. Gedwongen den Donau weder over te trekken , legerde deeze Generaal zig bij Jablonitz in Wallachien. De Groot- Vifier bezette den linker oever van den Donau. Een detachement van zijn leger verfloeg een aanzienlijk aantal Rusfen te Roskana. Deeze afzonderlijke gevechten liepen veelal ten voordeele der Ottomannen af. Catharina misnoegd van te zien, dat haare legers geenerhande nieuwe overwinning behaalden , vaardigde aan den Marfchalk Ï773-  £24 HET LEVEN VAN fchalk romanzoff een bevel af, om haaf te berichten, waarom hij geen flag leverde. Het antwoord van den Generaal was , om dat de Groot-Viller driemaal meer volk had dan hij, en daar door welligt voordeel behaalen konde. Dadelijk fchreef hem catharina: „ De Romeinen vroegen nim„ mer naar het getal hunner vijanden, maar „ waar zij waren, om tegen hen te flaan." Müstafha III. ftierf, en abdüla h m e t ( i) , zijn broeder, beklom den throon (l) Zie m'er het n'et zeer vleiend fchilderij , dat catharina zelve van deeze twee Prinfen, en hunne zuster fchetste. ...... „ Geen vreerad Minister ziet den Sultan, dan „ bij openbaare gehoorgevingen. Mustapha ver„ ftaat niet dan Turkscb, en het is twijfelachtig, of hi| „ wel leezen en fchrijven kan. ' Deeze Vorst is van een „ woesten en bloeddorftigen aart. Men geeft voor, „ dat hij met verftand gebooren is: het is mogelijk, „ maar de voorzigtigheid betwiste ik hem; hij heeft 'er „ in deezen oorlog geen blijken van gegeven. . „ Zijn broeder is minder onvoorzigtig dan hij; hij valt „ in het Godsdienftige. Hij heeft hem den oorlog af„ geraden , en ik geloof «iet , dat men hem ooit zal „ zenden om het be el te voeren. „ Maar het geen u misfchien zal doen lachen, be, ftaat hier in, dat deeze twee Prinfen eene zuster ge- „ had  CATHARINA II. 225 throon te Conjlantinopolen. De .laatfte jaaren der regeering van Muflapha waren met • droevige onheilen vergezeld geweest. Zijn opvolger poogde den luisterrijken roem der Ottomannen te herftellen. Hij maakte verbaazende toebereidzels tot den te openen veldtocht. De Turkfche legers wierden op nieuw tot viermaal honderd duizend ftrijdbaare mannen gebragt. De Marfchalk romanzoff kreeg ook veele verfterkingen. Hij befloot andermaal den Donau over te trekken en de Turken aan te tasten. Deezen betwistten hem manmoedig den overtocht: maar hunne pogin- gen „ had hebben , die de fchrik van al de Bacha's was. „ Zij nas voor den oorlog boven de zestig jaaren oud. II Zij was vijftien maaien getrouwd geweest; en wan„ neer haar een man ontbrak, gif de Sultan, die haar „ zeer beminde, haar de keuze van alle de Bacha's vati „ zijn Rijk. Wanneer nu een Bacha eene Prinfes uit her. ' Keizerlijk huis trouwt , is hij verpligt zijn geheele ,, Harem weg te zenden. Deeze Sultane was, behalven „ haaren ouderdom, ondeugend, jaloers, eigenzinnig, „ en doortrapt. Zij had bij haaren broeder een onbe* i, paalden invloed, en dikwijls verlooren de Bacha's , „ welke zij trouwde, hunne hoofden; het geen zeker* „ lijk voor hun niet aangenaam was; maar niettemin i, het is de waarheid." II. deel. P 1774*  226 HET LEVEN VAN 1774. gen waren vrugteloos. De G»neraal soltikoff (1) was de eerfte, die den oever van de overzijde bereikce. Souwaroff en k a men s koÏ volgden hem van nabij. De Turken wierden te rug geflagen. Romanzoff was weldra voor de Poorten van Silistrien gelegerd. Weinige dagen daar na wierd sol tik0ff door de Turken aangetast. Zij waren ten getaale van vijf en twintig duizend mannen, en ftreden langen tijd met de grootfte onverzaagtheid: maar zij wierden genoodzaakt, om voor het beleid en den moed der Rusfen te zwigten. Den zelfden dag leverden kamenskoï' en souwaroff flag tegen den Reis-Effendi, die aan het hoofd van veertig duizend Turken was , en zij ontnamen hem al zijn gefchut. Alle deeze nederlaagen maakten de Ottomannen moedeloos. Gebrek aan krijgstucht en oproerigheid zijn bij hen fchier altoos het gevolg van eene nederlaag. De krijgsknechten van den Groot-Vifier vermoordden elkander, of liepen met geheele Detache- men- (1) Naderhand Veld-Marfchalk.  CATHARINA II. 227 inenten weg. Deeze Generaal was te Schumla gelegerd, en bevond zig van het overige ' Turkfche leger zeer verwijderd. Romanzoff deeze onvoordeelige gefteldheid opmerkende, floot het leger van den GrootVifier zoo wel in, dat hij hem niet alleen de gemeenfchap met zijne afgezonderde legermacht, maar zelfs met zijne voorraad-fchuuren affneed. De Vifief dus noch hulp kunnende erlangen, noch de wijk nemen, noch flag leveren, befloot om vrede te verzoeken. De Gevolmagtigden kwamen dadelijk te Boudjouk - Kaïnardgi bij een. De Rusfen volhardden bij de eisfchen, die zij op de laatfte vredes bijeenkomst gedaan hadden. De Turken ftemden daar in toe; en de voorloopige voorwaarden van het Verdrag wierden geteekend (1) door den Marfchalk romanzoff, en den Kaya van den Groot-Vifier (2). Door dit verdrag verkreeg Rusland eene vrije vaart op de Zwarte Zee , en op alle de ( 1) Omtrent de maand Juüj. (2) Ten einde de tegenwoordigheid van zijnen ovetvvinnaar te ontwijken, veinsde de moedige muï« suii' oo lou ziek te zijn. P 2  228 HET LEVEN VAN 1774. a 1 de Ottomannifche Zeëen, als mede den door■ tocht van de Dar dartellen, mits egter nooit meer, dan een enkel gewapend Schip in de Zeëen van Conftantinopolen mogende hebben. De Rusfen behielden Azoph, Taganrok, Kilbum, en gaven hunne verdere veroveringen te rug. De onafhankelijkheid van de Krim was één der hoofd-bedingen van het Verdrag, en het geen den Turken het duurst te ftaan kwam. Voorwaar! zij waren verre af van de ftaatkunde van catharina te doorgronden: maarzij fcheenen zig te verbeelden, dat zij de Krim flechts onafhangelijk hebben wilde , om dezelve des te beter te kunnen t' onderbrengen. Catharina genoot derhalven het dubbel voordeel van haare magt te vergrooten, cn haaren vijand te verzwakken. De handel op de Zwarte Zee en op de kooplieden van de Levant opende voor haar een bron van onmeetelijke fchatten. De befcherming, welke zij den Tartaaren vergunde, verfchafte haar de middelen, om ben te verdcelen, en hun land te veroveren. Het verkrijgen van Poolsch Ukraine ftelde haar in ftaat, om met des te meer gemak den oorlog aan den kant van den Donau te voeren, het Ottomannisch Rijk te doen  CATHARINA II. 229 doen zidderen, en den ondergang van Polen te voltooijen. De krijgstucht onder de Kofakken gevestigd zijnde , werden daar door haare legers met eene uitmuntende ruiterije vermeerderd De geheime verftandhouding, die zij op de Eilanden van den Archipel, en in Wallachien en Moldavien behield , wierd voor de Turken eene onophoudelijke oorzaak van onlust en kommer. Eindelijk zag de Keizerin , dat haare invloed en roem zig door Europa verbreidde. Maar terwijl zij zulk een gelukkig lot van buiten genoot, gaven diepe wonden aan het binnenfte van haar Rijk eene treurige gedaante. Haare geldmiddelen waren in een ellendigen ftaat. Zij kreeg geen hulp van de Engelfchen , dan door aan derzelver koophandel eindelooze voordeden toe te ftaan. De Pest had te Moscow, en in de omliggende landen, verfchrikkelijke verwoestingen aangerecht. Deeze vreeslijke ziekte verteerde een geruimen tijd de Rusfifche legers, en de vloot van den Archipel bleef 'er niet bevrijd van. De oproerigheid verwoestte de Gewesten van Kafan , Aflrakan , Orenburg , en dreigde Moscow; en eene groote verhuiP 3 zing -771-  *3o HET LEVEN VAN z-nS CO veranderde de handeldrijvende landftreeken in woestenijen. Doch deeze verhuizing verdient, dat wij daar bij een oogenblik blijven ftil ftaan. Zij fchildert het cbaracter van een weinig bekend volk , en bewijst, met welke onrechtvaardigheid en wreedheid de Rusfifche Bevelhebbers vrije en vreedzaame lieden dorften mishandelen. Eene bende van zeven of acht maal honderd duizend Kalmukken liet haare talrijke kudden weiden in de vlakten, door de Wolga befproeid , tusfchen de Gewesten van Aflrakan en Kafan. De Landvoogd van Aftrakan gaf aan eenen Lieutenant, met naame kischenskoï, het opzigt over deeze Kalmukken. Kischenskoï, een ongemeen inhalig man, maakte zig van een groot gedeelte der kudden van de Kalmukken langzamerhand 'meester , en verkogt dezelve ten zijnen voordeele. Zijne knevelarijen bezorgden hem wel dra zeer groote rijk- C i) Deeze verhuizing of uitwijking had plaats omtrent het einde van den jaare 1770; maar wij htbben ze hier verhaald, om het tafereel des oorlogs niet afte breken.  CATHARINA II. 231 rijkdommen. Maar zijne fcbraapzucht wierd daar door niet minder : hec fcheen integen- deel , dat dezelve aanwies , naar maate hij middelen verkreeg om daar aan te voldoen. De Khan der Kalmukken was een eerwaai dige grijsaart, die zijn bloed in den Rusfifchen krijgsdienst geplengd had. De Keizerin gaf hem tot vergelding haar Portrait in een Medaillon met edele gefteenten omzet , en de Khan droeg het zelve om zijnen hals hangende. Op zekeren tijd dorst kischenskoï, die reeds veele gefchenken van den Khan ontfangen had, hem nog om nieuwe vragen. De grijsaard , verontwaardigd zijnde, kon zig niet wederhouden van hem zijne onrechtvaardigheid en alle de kwellingen , die hij ten verderve der ongelukkige Kalmukken te werk ftelde, te verwijten. Kischenskoï, door de waarheid deezer verwijtingen beledigd , dorst den Khan een flag in het aangezicht geven, en teffens aan zijne Soldaaten bevel gevende om den Staats-dienaar fji) van deezen Vorst' in hech- (1) Deeze Staats-Dienaar voert den titel van Saisfan. P 4 1774.  23* HET LEVEN VAN J i ] I C v c 'i hechtenis te nemen , deed hij de ftraf derftokfiagen aan hem uitoeffenen. De Kalmukken hadden de plunder- en roofzucht van den Rusfifchen Officier geduldig verdragen ; maar zij konden de verachting , met welke hij hunnen Khan dorst behandelen , niet verduuwen. De Priesters en de Oudften der bende te zamen beraadflaagd hebbende, beflooten het grondgebied van het Rus* Usch Rijk te verlaaten, cn tot aan den voetvan het gebergte van Thibet, het Vaderland hunner voorouderen, de wijk te nemen. Hetgeheim wierd zoo wel bewaard, dat de Kalmukken reeds twee dagen weggevlucht wa•en, toen de Rusfen 'er de weet van kreegen. Drie Regimenten wierden te vergeefs afgebonden , om hen te agtervoigen. De Kalmikken waren met meer ijver werkzaam dan ij , en daarenboven twee dagen voor uit. )eeze Regimenten dwaalden langen tijd in ie woestenijen, alwaar een gedeelte der Sollaaten het leven liet. Toen men aan het Hof van Petersburg de erhuizing der Kalmukken vernam, benoeme men een Krijgsraad, om het gedrag van en Lieutenant Colonel k i s c h e n s k oï te on- 4^'  CATHARINA II. 233 derzoeken, en hem te vonnisfen. Maar deeze Krijgsraad maakte dit rechts-geding vrij flordig op. Kischenskoï befteedde een gedeelte van zijnen roof, om zig vrienden aan het Hof te maaken, of zijne Rechters om te koopen; en tot groote fchande van het meerderdeel der Rusfen wierd deeze man, die aan zijn Land achtmaal honderd duizend Inwoonders had doen verliezen , met den titel van Colonel beloond. Catharina deed aan den Keizer van China de Kalmukken te rug vraagen. Deeze Vorst gaf ten antwoord: —- „ Dat hij geen „ zoo onrechtvaardig Vorst was, cm zijne „ onderdaanen aan vreemdelingen over te le„ veren, noch ook een zoo wreed vader, om „ kinderen, die in den fchoot van hun ge„ flacht terugkwamen, te verjaagen. Dat ,, hij van het ontwerp der Kalmukken eerst „ op het oogenblik van hunne aankomst was „ onderrigt geworden, en dat hij zig toen „ beijverd had, om hun de wooningen, die „ hun van alle oude tijden toebehoord had„ den, te doen weerom geven. Dat einde„ delijk de Keizerin zig over de Kalmukken „ niet te beklaagen had, maar wel over den „ Officier, die op het aangezicht der Khans P 5 „de 1774.  234 HET LEVEN VAN J774- „ de hand dorst leggen, en aan hunne Staats„ dienaaren (lagen uitdeelen." Midden onder de groote belangen, die het Hof van Petersburg beezig hielden, verzuimde hetzelve de kleine Staats-listen niet. Onder de zorgen, die het Staats-beftuur vorderde, liet catharina de vcrmaaken niet vaaren. Uit den Raad ging zij dikwijls naar een danspartij en naar den Schouwburg, en de gewigtigfte zittingen van den Raad wierden vervangen door de nietigfte vermaaken. Zij gaf aan de Afgezanten der vreemde Mogendheden gehoor zonder meer toebereidzel noodig te hebben, dan zij tot het ontfangen haarer Hovelingen beezigde, en zij gaf even gemakkelijk eene wet op , als een minnebriefje. Gerust in haaren nieuwen minnehandel, fprak zij nimmer van de genen, die daaraan waren voor afgegaan. Panin , czernischeff, baratinsky fchepten in hunnen arbeid vermaak. Maar het geen haar het meest gerust ftelde, was de verwijdering van gregorius orloff. Zedert bijna vijf maanden doorreisde hij vreemde Landen. Zijne vijanden vleiden zig, dat hij aldaar ten minden twee jaaren blijven zoude. De zendelingen, door wel-s  CATHARINA II. 235 welken zij zijne gangen lieten naargaan, gaven hun dikwijls bericht van zijnen tocht. ' Men meende, dat hij in Holland was. Men verbeeldde zig, dat hij Engeland, Frankrijk en Italien ging doorreizen. Eensklaps verfcheen hij weder aan het Hof van Petersburg. De Keizerin weigerde hem in haare tegenwoordigheid toe te laaten. Zij Ket hem een bevel toekomen, om zig naar Reval te begeeven. Maar zij zond hem teffens aanzienli,ke gefchenken , en betoonde aan de vertrouwdfte vrienden van deezen ouden gunsteling veele eerbewijzingen en vleijerijen. Welke mogt doch de beweegreden van dusdanig gedrag zijn? Catharina had geene liefde meer voor orloff. Zij vreesde hem niet meer. Maar zij vreesde, zij haat, te een tweefpalt, dien zij dacht dat zig zou moeten opdoen, onder begunstiging van eenen naam (1) die aan het Rijk geliefd, en voor orloff geducht was. Zij wilde de partij van haaren ouden gunsteling tegen deeze aanfpanning over dellen , en zig bedienen van de hulp van iemand, die dezelve reeds zoo wel verdedigd had. Deeze Vor- (O Die Van Groot-Hertog. 1774.  fi3<5 HET LEVEN VAN *774- i Vorstin, zegepraalende over haare vijanden, doer Europa bewonderd, door Hovelingen ten top van allen lof verheven, was dikwijls aan geweldige ongerustheden overgegeven; maar zij hield dezelve bedekt. Zij vreesde zig van den throon te zien verftooten, en zij vormde echter het ontwerp , om haare Staaten uit te breiden. Zij beefde voor haar leven , en zij fprak met genoegen van de lange loopbaan , die zij hoopte af te loopen. Op zekeren tijd vond zij, in haar geheim vertrek een briefje, waar bij men dreigde haar te vermoorden: nimmer betoonde zij zig (landvastiger en geruster. Gretig naar alle zoort van roem, wist zij zig (leeds te bedwingen om dezelve te verkrijgen. Zij was valfch, wraakzuchtig, ondankbaar; men befchouwde haar als oprecht, roedaartig, edelmoedig. Het bloed van den mgelukkigcn iwan rookte nog, toen car h a r i n a over het treurig lot van het gelacht van deezen Vorst fcheen aangedaan te :ijn. Hertog anthon ulrich van Brunsvijk (i), en zijne Gemalin de Regentesfe an- (i) Hertog anthon ulrich van Brunsivijk rierd gebooren in 'c jaar 1714» en ftierf te Kolmo-  CATHARINA II. 237 anna, hadden na iwan twee zoons en twee dogters gekregen, die in de gevange-" nis geboren wierden. De Regentesfe anna ftierf in het kraambedde (1). Hertog anthon ulrich, en zijne vier overgeblevene kinderen, na van den eenen kerker tot den anderen gefleept te zijn , leefden opgefloten in een klooster te Kolmogorij , een fteedje , twaalf of vijftien mijlen, van Archangel af gelegen. Catharina, zeker zijnde dat zij van den Hertog niets te vreezen had, liet hem zijne vrijheid aanbieden, om zig naar Duitfchland te begeeven. Deeze Prins weigerde zulks. „ Waarom „ zoude ik, antwoordde hij, de overmaat „ van mijne ongelukken buiten het Rusfïsch „ Rijk doen kenbaar worden, en een mede„ dogen verwekken , dat mij niets baaten „ zoude? (2)". Reeds go rij, in 't jaar 1781. Hij was een broeder van den beroemden Generaal Prins ferdinand, en van de Koningin Douariere van Denemarken , jüliana MARIA. (O Te Kolm$gory, in den jaare 1746. (2) Na den dood van Hertog anthon ulrich, voorgevallen in den jaare 178 L, wierden zijne twee zoji.8 en twee dogters, waar van de oudfte reeds meet 1774-  S38 HET LEVEN VAN 1/74. ! 1 i i i i v I f, r n 21 Reeds langen tijd had wasielitschikoff de plaats van gunsteling bekleed. Van zijnen invloed geen misbruik maakende, om groote fchatten op te leggen, noch om zijne mededingers te benadeelen, verwekte hij geen afgunst. De Keizerin prees dikwijls zijne gematigdheid, zoo zeldzaam in eenen Hoveling, en deeze fcheen hem dagelijks bij haar meer geliefd te maken. Maar eensklaps kreeg zij een mishagen in hem. Op het oogenblik, dat hij kwam om de betuigingen van teederheid van haar te ontfangen, bragt men hem een bevel, om zig naar Wofcow te begeven. Hij gehoorzaamde. Nieuwe gefchenken van de Keizerin vergeelden hem. Maar dit was flechts eene ge)ruikelijke beloóning. Het hart had daar jeen deel aan (i). Het leer dan veertig jaaren bereikte, naar A,changel veroerd, vervolgens naar Bergen in Noorwegen, en van aar naar Horfens in Jutland, alwaar één der Prin- n, en de beide Prinfesfen nog in leven zijn. e Schrijver deezer aanteekening heeft zeer veel kens gehad aan iemand, die bij deeze Prinfen woonde, (i) Wasielitschikoff bleef twee en twintig :aanden in gunst. Wij zullen beneden opgeven het be-  CATHARINA II. 239 Het zij dat orloff in ftilte van Reveil was terug geroepen, het zij dat het verblijf in deeze fhd hem ondraaglijk was, hij vertoonde zig op nieuw ten Hove. De Keizerin deed hem deswegens geene ftraf gevoelen. Zij ontfing hem integendeel met een uiterlijk genoegen. Moedig op dit gunstig onthaal , zig zijne voorheen genotene gunsten herinnerende , bovendien op de verknochtheid zijner aanhangeren, die veelen in getal waren , rekenende , meende hij zijne eerampten en invloed te kunnen herneemen.' Toen hij daar van het genot had, fcheen hij dikwijls dezelve te verachten. Zoo dra hij 'er van ontzet was, gevoelde hij, hoe noodzakelijk ze voor hem waren. Orloff, van laage afkomst zijnde, eh in de ongemanierdheid der barakken opgevoed , was door de fortuin eensklaps tot eene hoogte verheven , welke, fchoon zijnen natuurlijken hoogmoed vermeerderende, zijnen fmaak niet veranderd, noch zijne zeden befchaafd had. Elf jaaren bij de Keizerin in de uitgelezenfte weelde en wellust hebbende doorgebracht, belette hem dit beloop der gefchenken , die catharina aan hem, als mede aan haare andere minnaars deed. 1774.  240 HET LEVEN VAN -774- dit echter niet om de guure jaargetijden te trotfeeren , zig aan zwaare vermoeijenisfen bloot te ftellen, en ruwe vermaaken te zoeken. Zedert hij de plaats van gunfteling niet meer bekleedde, bleef hij bezitter van twee maal honderd vijftig duizend roebels aan inkomften, en van eenen boedel van drie maal honderd duizend roebels; doch in plaats van zijne huishouding op eene edele en deftige wijze te houden, leefde hij als een Officier, die in bezetting ligt. Schoon bij zig zelf eene lekker aangerechte tafel kunnende hebben, at hij bijna altoos met de Hof-bedienden, die een zeer flegte tafel hebben* In 't Huk van liefde was hij even onverfchillig. Hij was zoo gereed tot minnehandel met eene ompe Finlandfche vrouw, met eene wilde Kalmukjche vrouw, als met de fchoonfte frouw uit Petersburg. Orloff, naijverig over het aanzien, dat :ijne mededingers hadden , en met afgunst len throbn aanfchouwende, waar op hij zig ang gevleid had zelf te zitten, verzogt in de dtoeffening zijner ampten herfteld te worden, n dat hij, wien hij als de eerue oorzaak zijier ongenade hield, panin namelijk, zouie verbannen worden. Orloff fcheen , in  CATHARINA II. a4i in dit oogenblik, al zijnen invloed op het hart van catharina herwonnen te hebben. Zij betoonde zig in zijn oog met alle de zwakheid eener teederfte minnares. Zij aarzelde niet, om hem zijne ampten te rug te geven. Zij weigerde echter, om panin in ballingfchap te zenden, en vergenoegde zig met dé belofte, dat zij hem van 't Hof verwijderen zoude, zoo dra de Groot-Hertog getrouwd zou zijn. Panin was zeer neerflachtig, dat hij orloff in zijne posten herfteld zag. Maar hij konde het aan niemand dan aan zig zelf wijten, vermits hij niets had te werkgefteld, om het te beletten. Gelukkig door de fortuin en de achting, die hij bezat, zonder kommer levende in het midden der Staats-zaken, en zijne uitfpanning zoekende in de woelingen van het Hof, maakte hij flechts bij vlaagen zijn werk om aan zijne mededingers afbreuk te doen, en fchoon vrij meer bekwaamheid hebbende dan zij, zag hij hen dikwerf zegepraaien. „ De Graaf panin is een armhartig ,; mensch , zeide zeker Hoveling , die zij5, nen inborst lang had gadegeflagen. Hij II. DEEL. Q ft bë- 1774.  242 HET LEVEN VAN 1774- „ bemint niets dan een lui gemakkelijk le,, ven. Men wordt zijn vriend, zoo dra men „ de houding aanneemt van over zijne aar„ tige gezegden te lachen, en dat men hem „ gelegenheid verfchaft om zijne kwaadfpre„ kendheid bot te vieren. Hij lacht dan zelf „ met al zijn hart, en hij vergeet de Staats„ zaaken, de Staats-papieren, de afgezon* ,, dene Bodens, en de listen, die tegen hem „ gefmeed worden." Catharina was zedert lang bedacht den Groot-Hertog een huwelijk te doen aangaan ; maar dewijl deeze Prins van een zwak geitel en een koelen aart fcheen te zijn , vreesde zij, dat hij weinig gcfchikt zou wezen, om erfgenaamen aan het Rijk te bezorgen. Haare vertrouwelingen waren wel dra bezig, om haare vrees te verdrijven. Zij haalden eene Poolfche Jonkvrouw, met naame sophia Cz (1) , die onder het getal der Hof-Dames van de Keizerin was, over, om haare liefkoozingen op het hart van den Prins (1) Sopkia Cz.... is naderhand met den Graaf R , die in den jaare 1788. in Frankrijk leefde, getrouwd.  CATHARINA II. 243 Prins te beproeven. Sophia (temde daar in toe, en zij kreeg een zoon, wien men den naam van simeon welikoï gaf (1). Van dien tijd af was de Keizerin bedacht, welke Echtgenoote zij aan den Groot-Hertog behoorde te geven. Zij was echter in het doen van haare keuze een weinig verlegen. Zij begeerde geene Princes, die haare mededingfter worden konde , en die, door haar voorbeeld onderrigt , haar den throon en het leven zoude durven ontweldigen. Zij moest 'er integendeel eene zien te vinden, die noch de middelen, noch den lust had, om zig geducht te maken. Zij vestigde haar oog op de dochters van den Landgraaf van Hesfen Darmftad. Deeze Princesfen waren drie Gezusters. Catharina noodigde haare moeder , om haar ten Hove te brengen. Hoe flrijdig met het gebruik ook dit voordel weezen mogt, nam de Landgravin van Hesfen- Darni- (1) Simeon welikoï is zachtaartig en zedig. Hij is met veel zorg opgevoed. Zig vroegtijdig in den zeedienst begeeven hebbende , heeft hij in den Ziveedfcben oorlog onder den Schout b ij Nacht trev *. ken gediend. Hij is tegenwoordig Capitdin vSri een ocrlo-fchip. q * -774-  S44 HET LEVEN VAN 1774. Darmftad dit aan. Deeze Vorftin was heerschzugtig. Zij voedde de hoop van eene haarer dochters op den Rusftjchen throon te plaatfen; zij begaf zig naar Petersburg. De Keizerin ontfing haar treffelijk , en deed haar veele gefchenken ( 1). Na gelegenheid gehad te hebben, om de drie jonge Princesfen te leeren kennen, verkoos catharina tot Gemalin van den Groot - Hertog, de Princes wilhelmina , die den Griekfchen Godsdienst omhelsde (a) , en aan den erfgenaam der cz aars door den echtverbonden wierd. Orloff en zijn aanhang hoopten, dat dit huwelijk door de ongenade van panin zoude agtervolgd worden. Men gelastte hem de kamer , die hij als Gouverneur van den Prins in het Paleis bewoonde, te verlaaten. Zijne vrienden beefden. De Hovelingen ontweken hem. Hij oordeelde zig zelfverloren. Zijn voedflerling had de edelmoedigheid , om aan den ftorm het hoofd te bieden. Hij verCO Zij begeerde zelfs, dat de Landgravin hsar veroorloofde alle de reiskosten aan haar te vergoeden. ( a ) Zij nara den naam aan van Mimu ALEXIEWNA.  CATHARINA II. S45 vervoegde zig bij zijne moeder, en bragt haar onder 't oog, dac panin aan den dienst van 't Rijk altoos met getrouwheid was verknocht geweest, en dat het hem al te hard zou vallen van het Hof verwijderd te worden, op het oogenblik dat hij het hoogde recht had om belooning te verwagten. Deeze daad bragt in het befluit der Keizerin verandering te weeg. In plaats van aan panin bevel te zenden om zig te verwijderen, fchreef zij hem een brief vol betuigingen van toegenegenheid. Zij bedankte hem voor de zorg, die hij aan de opvoeding van den Groot-Hertog bedeed had , en bevestigde hem in het beduur der buitenlandfche zaken. Zij die niet wisten , door welke beweegreden de Keizerin was overgehaald om panin te behouden, vonden in haar gedrag eene onoplosbaare tegendrijdigheid. Orloff dorst haar zulks verwijten. Zij gaf 'er hem geene betere onderigting van. Niet willende , dat deeze gundeling weeten zoude , dat eene moeder voor de verzoeken van haaren zoon gezwicht had, zeide zij hem, dat men het genoegen, om eenen Staatsdienaar, die mishaagde, weg te zenden, moest ter zijde dellen , om dat men zijnen dienst Q 3 be-  i j 3 ] 1 1 246 HET LEVEN.VAN benoodigd bad. Altoos bekwaam om haare gevoelens te verbergen , maakte zij geene zwaarigheid, om den gunfteling, die zig vleide al haar vertrouwen te bezitten , te misleiden. Schoon zij hem haare eerfte liefde fcheen te hebben weergegeven, voedde zij in haar hart een heimelijke drift, die fchielijk uitbarstte. Zij wilde orloff andermaal verwijderen ; maar zij ontzag hem nog. Onder de geleerden en letterkundigen, met welken de Keizerin eene geftadige briefwisfeling hield, waren voltaire en diderct de genen , wien zij de meeste achting toedroeg. Zij noodigde hen verfcheiden maaien , om bij haar te komen. De wijsgeer van Ferney kende bij ondervinding het gevaarlijke der Hoven : hij liet zig niet verleiden door de begeerte, om hui-Ra», 'tsch Hof te zien.. De Wijsgeer van Parijs jetoonde zig gemakkelijker. Hij begaf zig ïaar Petersburg. Catharina bewees hem reële weldaaden en loftuitingen. Geduurende al den tijd, dat hij aan haar lof verkeerde , fprak zij dadelijk met hem )ij het eindigen zijner middag-maaltijd. De Vijsgeerte, de Wetgeving, de Staatkunde Via-  CATHARINA II. «247 waren doorgaans het onderwerp deezer gefprekken. Diderot ontwikkelde zijne grondbeginzels aangaande de vrijheid en de rechten der volken met zijne gewoone geestdrift ( 1) en welfprekendheid. De Keizerin fcheen 'er over verrukt ; maar zij was juist niet genegen, om 'er gebruik van te maken. < > „ De Heer diderot, zeide zij, ,, heeft in veele opzigten honderd jaaren: „ maar in andere flechts tien." Deeze Vorftin had misfchien inwendig geene betere gedachten van de wijsheid van voltaire. Maar zij fprak 'er niet van dan met die omzichtigheid, welke zij aan den eerften uitdeeler van den roem verfchuldigd was. De manier , waar op ze hem fchreef, is bekend. Wij hebben reeds eenige Hukken van haare brieven aangehaald. Des niettemin fchrijven wij 'er hier eenen af, om bovendien te toonen , met welke behendigheid zij zig voor het oog van deezen be- roem- (1 ) De Keizerin deed bem naast haar zitten. In zijne oogenbliltken van overdrevenheid, doeg diderot haar zomtijc's met de hand op de knie; zij fcheen 'er niet over geraakt te zijn. Q 4 1774.  248 HET LEVEN VAN I774- roemden man wist te verbergen, en de vleiereijen te winnen , die hij haar maar al te veel toezwaaide. „ (O- Met gepaste fierheid, „ heb ik lust u op dit ftuk mijne algemeene ,, bekentenis te doen. Ik heb geduurende „ deezen oorlog groote voordeden behaald: „ ik ben daar natuurlijker wijze zeer ver„ heugd over. Ik heb gezegd: Rusland zal „ door deezen oorlog wel bekend worden; „ men zal zien, dat dit volk onvermoeid is; „ dat het mannen in hun midden vervat, die „ uitmuntende verdiensten hebben, en alle „ de hoedanigheden tot het vormen van hel„ den bezitten; men zal zien, dat het dit „ Volk niet aan middelen ontbreekt, om zig „ te verdedigen, en manmoedig te oorlogen, „ wanneer het onrechtv-aardiglijk wordt aan„ gevallen." „ Met deeze denkbeelden geheel en al „ vervuld , heb ik nimmer acht gegeven, „ dat catharina, op haaren twee en „ veertigjaarigen ouderdom, noch naar het t, lichaam, noch naar den geest, niet grooter » wor- (1) Deeze brief is gedagceekend den 22. Julij or' 1 Augustus 1771.  CATHARINA H. 249 worden kan, maar dat zij , overeenkom„ fïig de natuurlijke orde der zaaken, moet ■ „ blijven en dadelijk blijft die zij is. Gaan ,, haare zaaken wel ; zij zegt, des te be„ ter ! Gingen zij minder wel , zij zoude „ alle haare vermogens aanwenden , om de„ zelve op de bestmogelijke wijze te verbe„ teren." „ Zie daar mijne eerzucht, en ik ken gee,, ne andere; het geen ik u zeg is waar. Ik „ zal verder gaan, ik zal u zeggen, dat om „ menfehen bloed te fpaaren, ik opregtelijk „ naar den vrede haake. Doch deeze vrede „ is nog zeer verre af, fchoon de Turken, „ om andere redenen, denzelven vuuriglijk „ verlangen. Deeze lieden hebben geen ken„ nis om vrede te maken." „ Ik verlange even zeer de bevrediging der „ onredelijke gefchillen in Polen. Ik heb „ daar te doen met hersfenlooze hoofden , „ die elk, in plaats van tot den algemeenen „ vrede mede te werken, door eigenzinnig„ heiden onbezonnenheid, daar aan integen„ deel fchade toebrengen. Mijn Afgezant heeft eene verklaaring afgekondigd, die „ hun de oogen moest openen. Maar het is te voorzien, dat zij zig liever aan het uiQ 5 » ter" 1774.  250 HET LEVEN VAN '774- „ terfle zullen bloot Hellen; dan oogenblik„ kelijk eene wijze en gefchikte partij ne„ men. De draaibollen van descartes wajcn nimmer dan in Polen aanwezig. Daar „ is elk hoofd een draaibol, die onophoude„ lijk op zig zelve draait. Het geval alleen „ fluit hem, maar nooit de reden of het oor- deel. „ Ik heb nog niet ontfangen, noch uwe „ Vraagen (i), noch uwe horologien van „ Ferney. Ik twijffel niet, of het werk uwer „ arbeidslieden is volmaakt, dewijl zij on„ der uw oog arbeiden. „ Zijt niet te onvreden over uwe landlie„ den, dat zij mij een overmaat van horolo„ gien gezonden hebben: deeze uitgaave zal „ mij niet bederven. Het zoude voor mij wel „ ongelukkig zijn, indien ik zoo verre geko„ men was, van ter beflemder tijd, telkens „ wanneer ik des benoodigd had, zulke klei„ ne fommen niet te hebben. Oordeel niet, „ bid ik u, over onze geldmiddelen, naar „ die van andere Europeefche Mogendheden , „ die reeds uitgeput zijn. Gij zoudt mij on„ recht doen. Schoon wij zedert drie jaa- „ ren ( i) De vraagen raakende de Encyclopedie.  CATHARINA II. 251 „ ren in oorlog zijn, wij ftichten nieuwe ge„ bouwen, en al het overige gaat zijn gang, • „ als in vollen vrede. Het is nu twee jaaren, „ dat 'er geene nieuwe belasting geheven is „ geworden (1). De kosten van den oor„ log zijn tegenwoordig op een vastgeltelden „ voet: dit eenmaal geregeld zijnde, maakt „ in geene der andere gedeelten eenige ver„ warring. Indien wij nog één of twee zul„ ke plaatfen als Ca fa neemen, is de oorlog „ betaald." ,, Zoo dikwijls ik uwe goedkeuring erlan„ ge, mijn Heer, ben ik Over mij zeivete „ vreden. Voor eenige weeken, toen ik „ dacht, dat de vrede nader was, dan die „ waarlijk is, heb ik mijne inftruétien voor „ het Wetboek herleezen, én ik heb bevon„ den, dat ik dezelve op goede gronden ge„ fchreven heb. Ik erken, dat dit Wetboek, „ waar (1) Onder het welnemen van haare Keizerlijke Majefteit, is dit niet zeer overeenftemmende met de vermeerdering van een hoofdgeld van 80 Kopecks, het welk zij verpligt geweest is bij den vrede te vernietigen, zoo min als met de buitengewoone belastingen, op verfcheiden handwerken, en op alle de ijzerwerken gelegd, -77-b  *52 HET LEVEN VAN „ waar toe veele bouwftoffen gereed gemaakt „ worden, en andere reeds gereed zijn, mij „ nog veel werk zal verfchaffen, eer het tot „ dien trap van volkomenheid gebragt is., „ waar in ik het wenfche te zien. Maar 't is „ om 't even, het moet ten einde gebragt „ worden, al heeft Tagcinrok de zee ten zuiden, en heuvelen ten noorden. Ondertusfchen zullen uwe ontwerpen „ omtrent deeze plaats geen (land kunnen „ grijpen , zoo lang derzelver omliggende „ ftreeken tegen allen aanval te water en te „ land door den vrede niet zeker gefield „ zijn; want tot de verovering van de Krim „ toe, was dit de grensplaats tegen over de „ Tartaaren. Misfchien zal mén in korten „ tijd den Khan. van de Krim perfoonlijk tot „ mij brengen. Jk verneem op dit oogen„ blik, dat hij met de Turken de zee niet is „ overgeftoken, maar dat hij in het gebergte „ gebleven is met een zeer klein gevolg, „ omtrent gelijk de Pretendent in Schotland na „ de nederlaag van Culloden. Zoo ik hem „ krijg, zullen wij hem deezen winter trach„ ten te ontdooijen; en om mij over hem te „ wreken, zal ik hem laten danfen, en hij zal „ naar den Franfchen Schouwburg gaan." „ Ik  CATHARINA II. 253 Ik was beezi? om deezen hrief r*> flm_ „ ten, toen ik den uwen van 10. Julij ont5, ring, waar in gij mij het voorval verhaalt, „ het geen omtrent mijne Injïru&ie C1) in „ Frankrijk gebeurd is. Ik wist deeze merk„ waardigheid, en zelfs het bijvoegzel in ge5, volge den last van den Hertog de choi„ seul. Ik erken, dat ik 'er om gelachen heb, toen ik het in de nieuwspapieren las, „ en ik vond, dat ik genoeg gewroken was." „ De brand, te Petersburg voorgevallen, „ heeft, volgens de berichten van het Stads„ beftuur, in het geheel honderd veertig „ huizen verteerd, onder welke 'er twintig >, waren van fteen gebouwd; de overigen „ waren flechts houten hutten. De zwaare „ wind had de vlam en brandende ftukken „ hout wijd en zijd verfpreid; dit had den „ brand des anderen daags hernieuwd, en gaf „ aan denzelven een meer dan gewoone „ kracht. En 'er valt geen twijffel aan, of „ de zwaare wind en onmatige hette hebben „ al dit onheil veroorzaakt, het geen echter „ weldra herfteld zal worden." „ Bij ons bouwt men veel fchielijker, dan „ in (1) De Infirutlie voor her Wetboek. T —Tl  354 HET LEVEN VAN '774. ZÉS- „ in eenig ander Land van Europa. In 't jaar 176a was 'er een brand twee maal zoo „ zwaar, die een groote wijk van houten „ huizen verteerde. Alles was in minder dan drie jaaren van gebakken fteen herbouwd."  ZESDE BOEK. INHOUD. Misnoegen in verfcheiden gedeelten van het Rijk. — Oorzaaken, waar door verfcheiden bedriegers bewogen worden, om den naam van peter III. aan te neemen. — 1 Op ft and van pugatschkef. — Zijne voorfpoeden. — Zijne tegenfpoeden. — Zijn dood. JÖe voorfpoed van de Keizerin fcheen op een oogenblik op het hoogst te zijn. Een verfchrikkelijk onweder was in de afgelegenfte Gewesten van het Rijk uitgebarften. Het kwam op, het naderde, het dreigde den throon van catharina om ver te ftootcn. Deeze Vorftin had bij het grootfte gedeelte haarer onderdaanen misnoegen verwekt. De Grooten waren te onvreden, zoo over haare eigenzinnigheden, als over den hoogmoed haarer gunstelingen. De Geestelijkheid brandde van begeerte, om zig over het verlies haa- 1774-  256 HET LEVEN VAN haarer voorregten tewreeken. Het volkzucht■ te onder de tallooze kwellingen , die meri hen deed lijden. De boeren eindelijk waren radeloos van te zien, dat men hun van tijd tot tijd alle hunne kinderen ontnam, om de legers voltallig te maaken, welke het zwaard der Turken, en de verfchrikkelijke pest geduuriglijk aan de oevers van den Donau wegmaaiden. De Kofakken van den Don gaven het eerfte teeken van den opftand. Zij hadden aan hun hoofd iemand * die hunne ligtgeloovigheid kennende , en den geest van misnoegen befpeurende, die onder hen verfpreid was, wel dra verfcheiden Gewesten in opftand bragt, en die, zoo hij van zijne vorderingen beter gebruik had weten te maken, ongetwijfièld het lot van Rusland zoude hebben doen omkeeren. Men behoort voor af te weten, wat deezen man bewoog, om zig met de gewaagde rol, die hij fpeelde, te belasten. De Priesters konden aan catharina niet vergeven* dat zij hunne goederen aan hun niet had te ruS gegeven. Zij dagten in de bedriegerije een der zekerfte en gemakkelijkfte middelen tot wraakneeming te vinden; zij bleeven niet in gebreken, om daar toe hun toevlucht te ne-  CATHARINA II. 257 nemen. Zij verfpreidden in ftilte , dat pe* ter III niet dood was, en dat men hem wel ■ dra zijn troon van de Keizerin zou zien te rug eisfchen. Men zag, in de daad, in het Gewest Woronetz eenen gewaanden peter III. (1 ) te voorfchijn komen ; maar hij wierd gevangen genomen, voor een bedrieger herkend, en met den dood geftraft. Eenige jaaren daar na (2) , kwam een weggeloopene van het Regiment van orloff, genaamd czernischeff, in het Dorp Kopenka, op de grenzen van de Krhn + te voorfchijn , en wilde zig ook voor den overleden Keizer doen doorgaan. De Priesters bezorgden hem een grooten aanhang; en zij maakten zig gereed om hem in een Kerk te kroonen, toen een Colonel van Rusfisch krijgsvolk, die onderrigt was, dat czernischeff het volk aan 't muiten hielp , zig van hem kwam meester maken, en hem op het oogenblik het hoofd deed afflaan. In het land van Montenero , cijnsbaar aan den (1) Hij was een fchoenmaker te PForonetz, Hij kwam in 't jaar 1767 te voorfchijn. CO In 't jaar 1770. IL deel. R  258 HET LEVEN VAN den Grooten Heer, maakte een Arts, genaamt stephano, gebruik van den geestdrift , welken de naam der Rusfen aan de Griekfche Christenen van dit Gewest inboezemde , qm hen te doen gelooven , dat hij peter III. was. De Griekfche Monniken, en de Bisfchop onderfteunden hem met drift, en deeze bedriegerije gaf gelegenheid tot eenen opftand onder het volk. Maar de Jahitfaaren noodzaakten stephano wel dra, om de vlucht te neemen. Gelukkiger dan de andere gewaande peters III , ontkwam hij het fchavot. - Een vierde bedrieger vertoonde zig vervolgens in het Landfchap van Oufa. Slaaf gebooren zijnde op één der landgoederen van het gedacht van woronzoff, nam hij de vlucht onder de Kofakken , en volgde een Detachement, dat zig bij het Rusfisch leger voegde (i). Toen hij-aan één der rustplaatfen, die men in de woestenije tusfchen den Bon en de Wolga aantreft , gekomen was , verzamelde hij zijne medgezellen , en verzekerde hun, dat hij peter III. was. Deeze domme en woeste hoop geloofde het, er- ( i) In het begin van 1772.  CATHARINA II. 259 erkende hem voor Keizer, en zwoer ter zijner verdediging te zullen flerven. Hij benoemde dadelijk zijne Minifiers , zijne Generaals, en maaakte zig gereed, om de kroon met zoo veel zekerheid te dragen, alsof hij een koningrijk en een machtig leger gehad had. Maar zijn Rijk was van geen langen duur. Na verloop van eenige uuren kwam een Rusfisch Officier deeze nieuwe Majefteit bij de hairen grijpen, deed hem door zijne eigene onderdaanen binden , en zond hem gevangen naar Czaritzin. Aldaar trachtten Soldaaten en Inwoonders , door de Monniken aangehitst, den bedrieger op vrije voeten te Hellen. Maar de Colonel zipletoff, het bevel in de Vesting voerende, alwaar een gedeelte der bezetting getrouw gebleven was, joeg met fnaphaanfehoten den oproerigen hoop uit elkander. De bedrieger wierd dadelijk tot de Knout verweezen, en gaf onder de flagen zijner beulen den geest. Een gevangene van Irkutsk ( 1) poogde deeze vier roekeloozen, waarvan wij zoo even fpraaken , naar te bootzen, maar had geen beter lot. Alle deeze treurige klugten waren flechts (1) In het jaar 1772. R % ■774-  %6o HET LEVEN VAN flechts de voorbode van bloedige toneelen y welke een meer geducht bedrieger voorbereidde. Ikhelman (i) pugatscheff was de zoon van een Kofak , en geboortig van Si* moweïsk, een dorp aan de oevers van den Don gelegen. Hij diende het eerst enkelijk als Ruiter in het leger, dat de Keizerin elisabeth in den jaare 1756. tegen den Koning van Pruisfen in aantocht bragt. 'Hij woonde vervolgens den veldtocht van 't jaar 1769. tegen de Turken bij. Hij was in dienst onder den Generaal panin bij het beleg van Bender. Na het innemen van deeze ftad wilde hij zijn affcheid nemen. Men weigerde hem zulks. Hij vluchtte naar Polen. Kluizenaars, naar de Griekfche Kerkgebruiken, wien hij om huisvesting verzogt, hielden hem geduurende eenigen tijd verfcholen. Hij fprak dikwijls met deeze Kluizenaars over zijne veldtochten, en zijne verfchillende lotgevallen. Op zekeren tijd verhaalde Wj (!) Zcmmigen geeven hem den naam van yemel. ba pugatscheff. Maar die van ikhelman wordt gevonden in de Manifesten der Keizerin.  CATHARINA II. 261 hij hun, dat, toen hij zig in 't leger van den Generaal panin bevond, een Rusfisch Officier , na hem zeer lang te hebben aangekeken , tot hem zeide: ——• „ Indien mijn „ meester, Keizer peter III, niet overle., den was, zoude ik denken hem in u we- „ der» te zien." De Kluizenaars fchee- nen op dit gefprek geen groote aandacht te vestigen: maar eenigen tijd daarna, riep één van hunne medgezellen, welke pugatscheff nog niet gezien had, eensklaps uit: „Is ,, deeze niet Keizer peter III? " De Monniken trachtten hem toen te verleiden, en het viel hun gemakkelijk daar in te (lagen. Zoo dra hij wel was toegerust om tot het werktuig hunner bedriegereije te dienen, vertrok hij naar de ftad Dubranka , alwaar hij zig eenige dagen ophield. Van daar bereikte hij Wit Rusland en verbleef onder de Sectarisfen ( 1) , die aldaar in groot aantal zijn ( 1) Deeze Sectarisfen worden door de Griekfche Chriftenen genoemd Rukohüki, of ketters; maar zij noemen zig zeiven Siar»wer$ki, of oude geloovigen. Om een denkbeeld te geven van het bijgeloof en de onverfchrokkenheid van deeze woeste Chriftenen, zullen wij het vooibeeld van één hunner Priesters, met R 3 naa- -774-  HET LEVEN VAN \ zijn, en den Griekfchen Godsdienst oeffenen, ■ zoodanig als de oorspronkelijke Kerk denzelven leerde. Wel dra beducht , van als een overloper bekend te worden , begaf hij zig bij de Kofakken, bewoonende de oevers van den naame toma, dia onder de regeering van peter den grooten leefde, bijbrengen. Toma vond goed, om te Moscow te prediken, tegen de aanroeping der Heiligen, en eenige andere Ieerllukken van denbeerfchenden Godsdienst. De Geestelijkheid liet hem komen, en vermaande hem, om zijne verdwaalde begripden plechti^lijk af te zweeren. Toma, in plaats van te gehoorzaamen, voorzag zig van een bijl, kwam in de kerk op den dag van het Feest van st. alexis, en hieuw niet alleen het beeld van den Heiligen, maar zelfs dat van de Heilige Maagd aan Hukken. Hij beklom dadelijk den kanfel, om zijn gedrag te rechtvaardigen. Maar men liet hem geen tijd tot fpreken. Hij wierd in hegtenis genomen, en gevangen gezet. Men verwees hem, omzijn rechte hand, met den bijl gewapend , boven het vuur te houden, tot dat dezelve verteerd zou zijn, en om vervolgens levendig verbrand te worden. Deeze Priefter hoorde met de grootrte koelbloedigheid zijn vonnis vootleezen. Zijn moed verliet hem even min op het oogenblik der uitvoering. Hij hield zijne hand over de vlam gerustelijk uitgelrekt, en toen hij op den houtüapel was, bleef hij uitvaaren tegen de misbruiken, die in den Godsdienst waren ingeflopen.  CATHARINA II. 263 den Taïk, eene rivier, waar aan catharina den naam van Ural gegeven heeft (1). Pugatscheff vertrouwde aan verfcheiden van deeze Kofakken het oogmerk , dat hij had, om eenen aanhang tot Hand te brengen , en bewoog hen, om hem op het gebergte Caacafus te vergezellen, hen verzekerende , dat zij aldaar machtige hulp ontmoeten zouden. Men wist niet, dat hij reeds befloten had zig voor peter III. uit te geven. Maar dewijl men wist, dat hij het volk tot muiterije aanzettede, nam men hem te Malekofska in hegtenis, en verzond hem naar Kafan , om aldaar gevonnisd te worden. De Gouverneur verwaarloosde het opmaken van zijn Proces. Pugatscheff kreeg in zijne gevangenis dikwils bezoek van Priesters, die , ongetwijffeld zijn geheim wisten. Zij verfchaften hem geld, waarvan hij zig bediende, om zijne lijfwagten om te koopen, en hij ontfnapte. Dadelijk voegde hij (1) Het was om den opftand deezer Kofakken te doen vergeeten , dat de Keizerin den naam der rivi r Taïk in dien van Ural, en den naam van het geberg. te van Taïk in dien van het gebergte Urahfo deed veranderen, R 4 -77*-  2Ó4 HET LEVEN VAN *774- hij zig weder zamen met eenigen zijner med' gezellen, zakte de Wolga af tot aan den mond van de Irghis, voer deeze rivier weder op , en drong door tot in de woestenije. Aldaar zag hij dagelijks zijn volk vermeerderen. Toen hij meende op eenen geduchten aanhang te kunnen rekenen , verklaarde hij opentlijk , dat hij Keizer peter III. was, die op eene wonderbaarlijke wijze aan de kluisters zijner moordenaars ontfnapt was. Het> oproer was onder de Kofakken van de Taïk reeds uitgebarften. Aan hunne Godsdienftige vooroordeelen , en aan het dragen van hunnen langen baard verkleefd zijnde, kan men niet ftraffeloos ondernemen hen daar van te doen afzien. Men had van hun aanwervingen geëischt tot het oprigten van een Regiment Husfaaren (i). Zij leverden dezelven zonder zig te beklagen. Maar toen men aan dit aangeworven krijgsvolk voorftelde zig den baard te laaten affcheeren, weigerden zij zulks. De Generaal traubenberg, een Lyftander, die zig te Taïtsk bevond, floeg hunne ver- too- C i) Omtrent het einde van den jaare 1771.  CATHARINA II. 265 toogen in den wind, en deed hen op het Plein den baard affcheeren. De inwoonders van Taï'tsk over deeze geweldadigheid, Welke zij als een heiligfchennis befchouwden, verontwaardigd, vatten de wapenen op , en vermoordden traubenberg en verfcheiden zijner Officieren. In het begin van het volgend jaar kwam de Generaal freyman, een Duitfcher, om de rust te Taï'tsk te bentellen , en liet de hoofden van het oproer op eene wreede wijze flraffen. Maar deeze daaden van geftrengheid bragten niets anders te weeg, dan den geest van oproer en wraakzucht meer en meer aan te hitzen. Pugatscheff, van de onlusten te Taï'tsk willende gebruik maken , begaf zig in ftilte derwaarts, en had geene moeite, om zig aldaar vrienden te maken. De Monniken hadden aldaar reeds aangekondigd , dat 'er een nieuwe Keizer te voorfchijn kwam; en het Volk, tegen den Gouverneur en de Soldaaten verbitterd, hoopte, dat deeze Keizer hen van hunne kwellingen verlosfen zoude. Pugatscheff vernam, te Taï'tsk, dat de Kofakken op nieuw in opftand kwamen, en dat een gedeelte vajn hun in de moerasfen de wijk genomen had. Dadelijk voegde hij zig R 5 bij 1774.  366 HET LEVEN VAN >774- bij hen. 'Er aanftonds verfcheiden hebbende aangetroffen, die zig tot de visfcherije bij een verzameld hadden, meldde hij zig bij hen aan als peter III, en zeide hun, „ dat hij „ zig met de vlucht van Robfcha gered had, „ op het oogenblik, dat men hem had willen „ vermoorden ; dat de verraders, die hem onttroont hadden, en die voor zijne te rug „ komst vreesden, het gerucht van zijnen „ dood tegen de waarheid verfpreid hadden; „ dat hij verpligt was geweest zig als een „ Kofak te verkleeden , de wapenen tegen „ zijne vervolgers op te vatten, en zig onder ,, de waareen opregte geloovigen, aan wel,, ken hij zig had bekend gemaakt, verfcho„ len te houden; dat hij eindelijk vernomen „ hebbende , dat de dappere Kofakken van „ Taï'tsk befloten hadden zig van het juk der „ overheerfching te bevrijden, gekomen was „ om zig met hun te vereenigen, en hun aan ,, te bieden , om tot het nemen van wraak „ gezamentlijk op te trekken." De Kofakken waren gemakkelijk te verleiden. Door de Monniken voorbereid , dat zij wel dra eenen Keizer, die hunnen Godsdienst zoude handhaven, in hun midden zien zouden, geloofden zij alles, wat pugatscheff  CATHARINA II. «67 scheff hun wijsmaakte, erkenden hem voor Czaar peter III, en zwoeren om hem weder op den throon te zetten, en hun leven ter zijner verdediging op te offeren. Pugatscheff, vergezeld van deeze Kofakken, van zijne eerfle aanhangers, en van veele anderen , die onder zijne vaandels zamcn vloeiden, tastte de volkplantingen aan, welke de Keizerin aan de oevers van de Irghis nieuwlings gevestigd had. Hij had hunne wapenen en paarden noodig; hij ontweldigde hun de zelve: maar hij deed hun geen kwaad, veinzende op dat oogenblik eene gematigdheid , die wel ras door de verfchrikkelijkfte wreedheid vervangen wierd. Reeds veertien duizend Soldaaten onder zijn bevel hebbende , vertoonde hij zig voor de poorten van Taïtsk. Hij zond aan den Gouverneur een bevel, met den naam van p e t e r III geteekend, om hem de Stad over te geven. De Gouverneur weigerde te gehoorzaamen. Pugatscheff deed ftormenderhand eenen aanval. Maar hij wierd manmoedig te rug geflagen. Ziende dat het hem onmogelijk wezen zoude van de plaats met geweld meefter te worden , befloot hij dezelve te belegeren en uit te hongeren. Deeze onderneeming was even vrug- te- i774r  £68 HET LEVEN VAN 1774. teloos. De bezetting , zoo verre gebragt, ' dat zij zig met paarden-vleescb, en zelfs met gekookt leder moest voeden, wilde van geene overgaave bij Verdrag hooren , en hield de inwoonders tegen, die de poorten voor pugatscheff wilden open zetten. Het geduld en de ijver deezer bezetting wierden beloond. Eene aanzienlijke Rusfifche legerbende bevrijdde hen van de flagting, die de oproermakers ongetwijffeld tegen hen beiloten hadden. Pugatscheff draalde niet, om van dit geleden verlies vergocdinge te nemen. Hij overrompelde de volkplantingen van llets , en nam, met den fabel in de vuist, de twee eerfte vestingen , die derzelver fterkte uitmaakten, weg. Het Kafteel van Tatifchewa, het geen hij vervolgens aantastte, deed meerder tegenftand. Maar dewijl ditKafteel flechts van hout was, ftak hij het in brand, en noodzaakte de bezetting om haare redding in de vlucht te zoeken. De Gouverneur van Orenburg , van den voortgang der muitelingen onderrigt, deed een detachement onder bevel van den Colonel buloff tegen hen optrekken. Deezen Officier ontbrak het aan voorzigtigheid en ftand-  CATHARINA II. 269 ftandvastigheid. In de engten van het gebergte, door de legerbenden van pugatscheff overrompeld wordende, gaf hij zig zonder flag of floot over , en wierd zonder mededogen afgemaakt. Die genen van zijne Soldaaten, welke weigerden onder de oproermakers dienst te nemen , bleven gevangen. De Generaal czernischeff, die, aan het hoofd van een tweede detachemenr, zig met den Colonel b ulo ff moest vereenigen, liet zig even als hij verrasfen, en had geen beter lot. Het leger van pugatscheff zig zeer verfterkt hebbende , zoo door gedwongene volks ligtingen , als door de vrijwillige en zeer talrijke aanwervingen der Kofakken , floeg deeze muiteling het beleg voor Orenburg op. De Gouverneur deezer ftad had zig reeds door de verfchillende detachementen, welke hij tegen de oproerigen had doen optrekken, merkelijk verzwakt. De Soldaaten, die hem overgebleven waren, waren buiten ftaat om zig te verdedigen. Orenburg wierd ingenomen, toen de bezetting van Krasnogorsk ter zijner hulp naderde, en zig moediglijk eenen weg dwars door de belegeraars baanende, zig in de plaats wierp en dezelve bewaarde. Het 1774-  270 HET LEVEN VAN -774- Het gerucht der veroveringen van pugatscheff deed hem nieuwe verdedigers'; aanwinnen. Geheele benden namen onder: zijne vaandelen dienst. De Baskhirs, volken die zig met de jagt geneerden, op het grondgebied van Rusland leefden, en hun juk ge-, duldig verdroegen, verklaarden zig ten voordeele der muitelingen , en verfchaften hum talrijke aanwervingen. De Kirguis volgdeni het voorbeeld dar Baskhirs. Zij wierden naargevolgd door de Budziakfche Tartaren, wel- ■ ke de Keizerin aan de oevers van de Wolga, na het innemen van Bender, had geplaatst, en die aan deeze Vorftin hunne verandering van woonplaats niet vergeven konden. De opftand breidde zig in de andere volkplantingen deezer landftreeken uit. De boeren, die in de koper - mijnen , en in de gietereijen, in het gebergte van Ural werkten, verlieten hunnen arbeid, om de wapenen op te vatten. Pugatscheff zette het beleg van Orenburg met macht voort. Terwijl een gedeelte van zijn krijgsvolk de loopgraaven bezette, was een ander gedeelte bezig met de kopermunt, in de mijnen gevonden wordende , op :e ligten, en goot gefchut en kogels , die hem dienden, om op de Stad te fchieten. j Hij  CATHARINA II. 271 Hij bragt een gedeelte van den winter met dit beleg door, geduurende het welk hij aanhoudende buitenfpoorighcden van ongebondenheid en wreedheid pleegde. De muitelingen hadden toen een zoo talrijk leger , dat de Regimenten , van Kafan afgezonden, meer dan eens gevaar liepen van overweldigd te worden, met den doortocht van het gebergte, het welk deeze Stad van Orenburg affcheidt , te verdedigen. Eene krijgsbende van tien duizend Kalmukken, na in den omtrek van Stauropol aan 't muiten te zijn geflagen, en den Brigadier veguezac (1), die het bevel voerde, te hebben van kant geholpen, vereenigde zig geduurende den winter met het leger van pugatscheff. Maar het geen misfchien zijn leger noch meer geducht maakte , was een groot aantal van die Poolen, welke catharina naar de woestenijen van Siberien in ballingfchap gezonden had. Pugatscheff, trotsch op zoo veele voordeden , liep de bergachtige ftreeken van het Landfchap Orenburgzï, en verwoestte dezelve. Het fteedje Ufa dorst hem alleen wederftand bieden. Hij ver- ( I ) Hij was een Fransch vlugteling. 1774,  272 HET LEVEN VAN vertrouwde het beleg daar van aan één der hoofden van zijn leger, en trok rechtftreeks' naar catharinenburg voort, alwaar hij wist, dat men voor bijna een millioen roebels aan nieuw geflagen kopere munt in beWaaring gefield had. Een louter toeval bewaarde deeze Stad. Op het oogenblik dat pugatscheff dezelve naderde, wierd hij ' Verkeerdelijk onderrigt, dat een Rusfifch leger, fterkerdan het zijne, van een anderen kant in aantocht was. Hij geloofde het: den voortgang van zijn leger vertraagd hebbende, om zijne magt te kunnen vereenigen, liet hij aan de Regimenten, die op de grenzen van Sibe* rien verfpreid lagen, den tijd om catharinenburg te komen verdedigen. Pugatscheff, getrouw aan de lesfen der Podolifche Kluizenaars, en der Priesters Roskolniki, deed in den eerften tijd, dat hij de wapenen opvatte, veel gematigdheid en godsvrucht voor. Hij droeg een Bisfchoppelijk gewaad, zegende het volk, hen verzekerende, dat hij door geene heerschzugt voor zig zelf gedreven wierd, en dat zijn oogmerk alleenlijk was, om zijnen zoon den GrootHertog op den throon te plaatfen , en vervolgens onder de godvruchtige kluizenaars, die !  CATHARINA II. 073 die hem, toen hij aan zijne moordenaars ontfnapt was, eene fchuilplaats verfchaft hadden, zijne dagen te gaan eindigen. Dit gedrag bezorgde hem Soldaaten. Andere mid- . delen verzekerden hem de overwinning. Den moed toen met vlijtigheid paarende, liet hij geene gelegenheid voorbij gaan , om den fchrik zijner wapenen wijd en zijd te verfpreiden. Hij maakte behendiglijk gebruik van het voordeel, het geen de kennis van het Land, alwaar hij oorlog voerde, en de onvoorzigtigheid of zwakheid van den vijand hem aanboden. Hij liet de uitplundering ecner landftreek nietvaaren, dan om fpoedig een beleg te beginnen; en naauwlijks had hij een Stad t'ondergebragt, of hij ging dadelijk flag leveren. Maar deeze man, die zoo gezwind over de moeijelijkheden der fortuin zegepraalde , kon den voorfpoed daar van niet verdragen. De gunftige uitflagen maakten hem hoogmoedig; hij dacht geene tegenkantingen te zullen ontmoeten , welke hij niet gemakkelijk konde te boven komen. Hij hield zig niet meer in, hij gaf zig aan zijnen bloeddorftigen aart, en wreede driften over, hij liet den geestdrift zijner aanhangeren verkoelen, gaf aan zijne vijanden den tijd, om II. deel. S zig 1 ■774-  a74 HET LEVEN VAN 1774. zig ter zijner overwinninge in ftaat te ftellen, en bleef als een dwaas midden op zijne loopbaan ftil ftaan. De geest van oproer had zig tot in Moscow verfpreid. De Marfchalk romanzoff had zig niet durven verzwakken , om hulp derwaarts te zenden. Deeze Stad had eene bezetting van Hechts zes honderd mannen ter haarer verdediging. Pugatscheff had niets meer te doen dan zig te vertoonen, om 'er meester van te worden : hij verzuimde om zig derwaarts te begeeven. Hij verloor door deezen misflag niet alleen de tweede Stad van het Rijk, maar ook een leger van honderd duizend flaven, die hem aldaar verwagtten, en op zijne aannadering hunne ketenen verbroken zouden hebben. Pugatscheff maakte zelfs geen gebruik van zijne voordeden in de Gewesten, alwaar bij overwinningen behaald had. Hij befteedde het grootfte gedeelte van den winter aan nuttelooze belegeringen van Orenburg en Taï'tsk. Voor Orenburg liet hij alle Officiers en Edellieden, die men tot hem bragt, over den kling fpringen. Hij fpaarde zelfs hunne vrouwen en kinderen niet. Hij wilde, zeide hij, het bloed van deezen zoo hoog-  CATHARINA II. 275 ioogmoedigen en wreedaartigen Rusfifchett Adel tot den laatften droppel toe vergieten: maar, (welk eene vreemde tegenflrijdigheidf) terwijl hij de Edelen liet ombrengen, gaf hij aan die genen zijner aanhangeren, op welken hij vermeende den meesten ftaat te kunnen maaken, de naamen der voornaamfte Familien van het Rijk, en de teekenen van verfcheiden Ridder-ordes. Hij maakte een gedeelte zijner landgeno»ten van zig afkeerig, door de Godsdienftige vooroordeelen * waar van hij. zig in het eerst als de beijveraar betoond had, in den wind te flaan. Schoon hij zedert eenige jaaren met een Kofaks meisje, sophia genaamd, getrouwd was, en bij haar drie kinderen had, maakte hij geene zwarigheid, om te Taï'tsk eene openbaare hoer te trouwen, en hij vierde zijne bruiloft door brooddronkene feesten, die der echtgenoote, met welke hij zig vereenigde, waardig waren. Catharina, ontfteld over den opftand, die haaren throon bedreigde, hield zig beezig met den voortgang daar van te ftuiten. Zij riep den Generaal bibikoff van de grenzen van Turkyen terug, droeg hem het bevel over een aanzienlijk leger op, met last om S 2 te- ■774-  1774- a76 HET LEVEN VAN tegen de muitelingen op te trekken. Teffens deed zij te Petersburg, en in de andere hoofdlieden van het Rijk, een Manifest afkondigen, het geen wij alhier laaten volgen. „ Wij, catharina II, door Gods ge„ nade, Keizerin van geheel Rusland, enz. „ doen te weten aan alle onze getrouwe on,, derdaanen, dat wij met de grootfte veront„ waardiging en bitterfte fmarte vernomen „ hebben, dat zekere Kofak, een overloo,, per van den Don, met naame ikhelman „ pugatscheff, na Polen te hebben door„ kruist, zedert eenigen tijd in de Landftree,, ken, gelegen aan den Oever der RivierIrg,, kis in het Gewest Orenburg, eene bende „ landloopers , van gelijk zoort als hij, heeft „ bij één verzameld; dat hij aldaar alle zoor„ ten van buitenfpoorigheden pleegt, door „ op eene onmenfchelijkc wijze de Ingeze„ tenen van hunne bezittingen en zelfs van „ hun leven te berooven ; en dat, om de „ lieden die hem voorkomen, en vooral de „ ongelukkige beminnaars van hun Vader,, land, wier ligtgeloovigheid hij misleidt, „ tot zijnen aanhang, die tot dus verreniet „ dan uit roovers bellaat, mede te fleepen, „ hij de onbefchaamdheid gehad heeft, om n ziS  CATHARINA II. 177 ,, zig den naam van wijlen Keizer peter III. „ aan te matigen. Het zoude nutteloos zijn „ alhier de ongerijmdheid te betoogenvandus„ danige bedriegereien, die voor het oog van „ lieden, hun gezond verftand gebruikende, „ zelfs geene fchaduwe van waarfchijnlijk„ heid kan aannemen ; want, dank zij de „ Goddelijke goedheid, die eeuwen zijn af,, geloopen, in welken het Rus/isch Ri]k in „ de onkunde en woestheid bedolven lag; ,, in welken een griska , een outreper, ,, hunne aanhangers, en verfcheiden andere „ verraders van hun Vaderland, zig van lompe „ en vervloekte bedriegerijen bediend heb,, ben, om den eenen broeder tegen den an„ deren, den eenen burger tegen den ande„ ren in 't harnas te jaagen." „ Zedert deeze tijdperken , die men zig ,, met fmart herinnert, hebben alle de waare „ Vaderlanders de vrugten der openbaare „ rust gefmaakt, en beeven op de enkele her„ denking der oude onlusten. Met één „ woord, 'er is niemand den Rusfifchsn „ naam waardig, die niet met fchrik is aan„ gedaan over den roekeloozen leugen, waar „ mede pugatscheff eenvoudige en ligt„ geloovige lieden denkt te kunnen vcrleiS 3 „ den 1774.  HET LEVEN VAN 1774. „ den en bedriegen, door hun te bélooven, „ van hen van alle banden van onderwerping „ en gehoorzaamheid jegens hunne Opper„ Vorftin te ontheffen, als of de Schepper „ der weereld de menfchelijke maatfchap„ pijen zoodanig gevestigd had , dat zij zon„ der een tusfchen beiden komend gezag „ zouden kunnen beftaan." „ Ondertusfchen, dewijl de ftoutheid van „ dit uitvaagzei van het menschdom voor „ de nabuurige Gewesten deezer Landftreek „ de fchadelijkfte gevolgen heeft; dewijl het „ gerucht der ijsfelijkheden , welke 'er ge„ pleegd zijn, die genen verfchrikken kan, die 5) gewoon zijn zig het ongeluk van een ander „ voor te ftellen, als gereed ftaande om op hen „ te worden uitgeftort; en dat wij meteen on.„ vermoeide vlijt voor de gerustheid onzer ge„ trouwe onderdaanen waakzaam zijn;geeven ,a wij hun door het tegenwoordigManifest ken„ nis, dat wij zonder uitftel de gefchiktfte maat„ regelen genomen hebben om den opftand te „ dempen; en dat, teneinde de heerschzugtige „ ontwerpen van pugatscheff geheel te „ vernietigen , en eene bende ftruikroovers „ uit te roeijen , die vermetel genoeg ge„ weest zijn, om de kleine krijgsbenden , „ die  CATHARINA II. 279. ,, die in deeze landftreeken verfpreid waren, „ aan te tasten, en de Officiers, welken zij ,, krijgsgevangen gemaakt hadden, van kant „ te helpen, wij met een genoegzaam aantal „ krijgsvolk derwaarts gezonden hebben den „ Generaal alexander bibikoff, Op„ per-Generaal van onze legers, en Major ,, van ons Regiment der Lijfwacht." ,, Derhalven twijffelen wij niet aan den ge„ lukkigen uitflag deezer maatregelen , en „ wij vleijen ons, dat de openbaare rust fpoedig „ zal herboren worden, en dat de fchelmen, die een gedeelte van het Landfchap Orenburg „ verwoesten,weldraverftrooidzullenworden. „ Wij zijn voor het overige overtuigd, dat „ onze getrouwe onderdaanen een afkeer „ hebben zullen van de bedriegerije van „ den muiteling pugatscheff, als van „ alle waarfchijnlijkheid ontbloot zijnde, en „ de konstgreepen dier kwalijk gezinden „ zullen tegengaan, die in de verleiding van „ zwakke en ligtgeloovige lieden hun voor„ deel zoeken en vinden, en die hunne be,, geerlijkheid niet zouden kunnen voldoen, „ dan met hun Land te verwoesten, en on„ fchuldig bloed te doen ftroomen." „ Wij gelooven insgelijks, dat elk waar S 4 zoon 1774-  1774- a8o HET LEVEN VAN „ zoon des Vaderlands niet zal in gebreken „ blijven zijnen plicht te vervullen, tot „ handhaaving der goede orde en algemeene „ rust mede te werken, zig te wapenen te„ gen de ftrikken der verleiding , en zig te „ kwijten van de gehoorzaamheid, aan hun„ ne wettige Opper - Vorftin verfchuldigd. „ Dienvolgende kunnen alle onze getrouwe ,i onderdaanen hunne vreeze ter zijde ftellen, „ en in eene volmaakte gerustheid leven , „ vermits wij alle onze zorgen aanwenden tot, „ en onzen roem ftellen in de bewaaring hun„ ner goederen, en in de uitbreiding van het „ algemeen geluk." Gegeven te Petersburg den 23. December 1773. (oude ftijl). Drie nieuwe Ukafes (Keizerlijke Ordonnantiën ,) volgden fpoedig op die gene, waar bij de optocht van bibikoff wierd aangekondigd. In de eene waarfchouwde men het yolk, om voortaan niet te gehoorzaamen dan aan de wetten, die door de Keizerin eigenhandig zouden onderteekend zijn. In de andere noodigde men de overloopers, en vooral de Kofakken van den Don en Taïk, om onder de vaandels der Keizerin té rug te keeren, en men verzekerde hun eene vergiffenis tot den :erften April van het volgend jaar. Eindelijk  CATHARINA II. 281 lijk bij de derde wierd pugatscheff vogelvrij verklaard, en men beloofde honderd ' duizend roebels tot eene belooning aan den geen, die hem van kant zou helpen (_ 1 ). Pugatscheff fpaarde van zijn kant even min de Manifesten; en dezelve afkondigende, droeg hij altoos zorg den naam van peter III. te voeren. Bij één van deeze Manifesten fchonk hij aan alle de boeren hunne vrijheid. Hij deed ook roebels flaan, met zijne beeldtenis, en met dit opfchrift: -— ,, Peter III, Keizer van geheel Rusland" En op de tegenzijde las men: ,, Redivi- „ vus & ultor" Ondertusfchen bevond de Generaal bibikoff zig reeds te Kafan (2). Onderrigt, dat de muitelingen zig van Samara hadden meefter gemaakt, zond hij een gedeelte van zijn leger af, om deeze plaats te gaan herneemen. Het beleg duurde niet lang. De oproermakers verlieten de ftad, met agterla* ring C 1) Men ziet, dat de Keizerin over deezen opftand zeer verfchrikt was, en egter wist zij 2ig genoeg te bedwingen , door in eenige haarer brieven 'er meie te iachen. Zij noemde zelfs het hoofd der muitelingen den Markgraaf pugatscheff. (2) Hij kwam aldaar den 25. December 1773. S 5 1774.  a8a HET LEVEN VAN 1774- ting van agt ftukken gefchut, en twee honderd krijgsgevangenen. De Edelen van Kafan wierden bij één geroepen. De Generaal bibikoff noodigde hen, om zig bij hem te voegen, ten einde zig tegen den opftand te verzetten. De Adel was daar toe reeds genegen. Zij hadden hun eigen zaak te verdedigen. Zij wierden naargcvolgd door die van Shnbirsk, Penza, en eenige andere Landflreeken ; en de Regimenten, welken zij zonder tij d-verlies oprigtten, vermeerderden de macht van bibikoff aanzienlijk. De Keizerin fchreef toen aan deezen Generaal: ,, Dat zij niet alleen met ,, erkentelijkheid den ijver zag , welken de ,, Adel zoo edelmoediglijk had ten toon ge,, fpreid, door aan te bieden van alles tot „ welzijn van het algemeen op te offeren; ,, maar ook dat zij, om bij deeze gelegenheid „ een doorflekend blijk van haare welwillend„ heid te geven, zelve een lid van den Adel „ van Kafan wilde worden, en als Burgeres>, fe van deeze Stad worden aangemerkt". De Lieutenant Colonel grineff behaalde sen eerfle voordeel te Alexieff ( 1), Na eenen ( 1) Den 9. Januarfj.  CATHARINA H. 283 nen hardnekkigen tegenftand, lieten hemde muitelingen meester van het flagveld, met agterlaating van drie metaalen Hukken gefchut. Weinige dagen daar na vielen zij op hem aan, terwijl hij in aantocht was. Maar azij wierden andermaal overwonnen. Eenige andere Lieutenants van bibikoff behaalden insgelijks voordeden , met tegen verfcheiden legerbenden der Tartaaren te fiaan. Des niet tegenftaande groeide het getal en de floutheid der muitelingen dagelijks aan. Zij vloeiden uit alle de gedeelten van Oost-Rusland zamen, en verwoestten eene landflreek van meer dan zes honderd mijlen. De Generaal bibikoff, aan het hoofd van vijf en dertig duizend mannen zijnde voortgerukt, noodzaakte pugatscheff, om het beleg van Orenburg op te breken, alwaar de hongersnood zig reeds op eene nijpende wijze begon te doen gevoelen. ■ De muitelingen namen de wijk in den omtrek van Tatifchewa. Bibikoff zond den Generaal Major Prins gallitzin met eene aanzienlijke krijgsmagt af, om hen te vervolgen. Prins gallitzin tastte pugatscheff aan, en floeg dapperlijk tegen fiem: maar hij behaalde deeze keer geen beflisfend voordeel. Hij  284 HET LEVEN VAN l Hij bemerkte, dat de woeste onverzaagtheid der muitelingen beftierd wierd door Officiers, die alle hunne kundigheden niet verkregen hadden in de woestenijen van Baskhirie, of onder de tenten der Kalmukken Q i ). Pugatscheff, zig van den Prins gallitzin verwijderende, veranderde eensklaps zijnen tocht, en viel op bibikoff aan, die Hechts een klein gedeelte van zijn leger bij zig gehouden had. De flag was bloedig. De Kusfische Generaal verloor daar bij het leven. Prins gallitzin brandde van verlangen, om den dood van bibikoff te wreeken. Hij tastte de muitelingen op nieuw aan bij Kargaula, twaalf mijlen van Orenburg; hij doodde een groot gedeelte van dezelven, en dreef dè overigen op de vlucht. Op deezen dag [treed pugatscheff zes uuren lang; maar sig van alle kanten verlaaten ziende, nam hij le vlucht, en bereikte met moeite het gebergte ( i) Men verzekert, dat zij onder hen een broeder hadden van den beruchten pulawsri, Generaal van le zamenzweering van Bar. Voor 't overige waren :ommigen van hnnne hoofden, als antizoff, useieff, en nagai-paka-azanoff, niet minder ;nndig dan dapper.  CATHARINA II. 285 te van Ural. Zijne aanhangers draalden niet, om zig aldaar met hem te vereenigen. Men zag hem weder met een aanzienliik leger te voorfchijn komen. Hij maakte zig van verfcheiden plaatfen aan de oostzijde van het gebergte meester, en ftak die gene, ,welke den minften tegenftand boden, in den brand. Eene Rusfifche legerbende tastte hem aan, en noodzaakte hem op nieuw, om op de ontoegangclijkfte hoogtens de vlucht te nemen. Aldaar zag hij, dat de eenige partij, die hem nog te kiezen ftond, daar op nederkwam, dat hij zijn geluk door een of ander uitftekend voordeel trachtte op te beuren. Eensklaps kwam hij van de toppen van het gebergte Ural naar beneden, en trok met de grootfte gezwindheid naar Kafan, laatende overal op zijnen weg de voetftappen zijner wreedheid na. Naauwlijks verfcheen hij voor Kafan, of hij verbrandde derzelver voorfteeden. De Generaal Major paul potemkin, Landvoogdvan dit Gewest, konde tegen pugatscheff het veld behouden, en zig tegen het verbranden van Kafan verzetten : maar hij verkoos liever, om zig in de Vesting op te (1) Hij was een Neef van den Prins potemkin. 1774.  t%6 HET LEVEN VAN 1774. te fluiten, alwaar de muitelingen hem belegerden, en hem ongetwijffeld zouden gevangen genomen hebben, zoo de Colonel m ikelson hem niet was komen verlosfen. Pugatscheff dorst zelfs mikelson niet afwagten. Hij brak met overijling het beleg op, en nam de vlucht. Maar mikelson zette hem agter na, haalde hem in, maakte eene flagting onder zijn volk drie dagen lang, en behaalde eindelijk na een lang en bloedig gevecht eene volkomene overwinning. Pugatscheff hield niet op met zig te verdedigen, dan toen hem niet meer dan omtrent drie honderd Kofakken overig waren. Met deezen hoop, welks dapperheid en getrouwheid de verwagting van den bedrieger onderfteunden, rende hij voort, ftak de Wolga over, en bereikte de woeftenije. Deeze nieuwe nederlaag had allen, die het ontwerp gevormd hadden om zig bij de muitelingen te voegen, een fchrik behoorcn aan te jagen. — Echter zag pugatscheff noch geheele zwermen tot hem komen van Kofakken, Kalmukken, Baskhiriers, en boeren, welken de enkele naam van vrijheid, en het verlangen om onderdrukkende meesters te ont-  CATHARINA II. 287 ontvlugten, hunnen arbeid deed ftaaken om de wapenen op te vatten. Moedig op hec getal van zijn krijgsvolk , het welk , naar maate dat het Rusfifch gefchut hetzelve vernielde, fcheen te vermeerderen, befloot hij Moscow te gaan aantasten. Zijne aanhangers waren bij aanhoudendheid beezig, om het vuur van oproer aldaar in flilte aan te blaazen. Het volk wagtte hem als hunnen verlosfer. Maar het was te laat. Op het oogenblik , dat pugatscheff zig in aantocht ftelde, vernam hij, dat de Rusfen den vrede met de Ottomannen flooten. Als toen beducht zijnde, dat hij tegen het grootfte gedeelte van het leger van den Marfchalk romanzoff te ftrijden zoude hebben, was hij bedacht zijne wapenen elders te voeren. Onderricht zijnde , dat eenige Rusfifche Regimenten aan de oevers van de JVolga gelegerd lagen, zakte hij langs deeze Rivier af, overrompelde de Regimenten , en bragc dezelve in wanorde. Hij nam twee of drie kleine veilingen ftormenderhand in. Onder dit getal was de vesting Saratof. De Bevelhebber, die wist, wat lot over hem befchorenwas, maakte gebruik van het oogenblik, «774-  288 HET LEVEN VAN Ï774- blik, dat de overwinnaar aan het plunderen - floeg, en nam, alleenlijk met vijftig mannen vergezeld, devlugt. De QadBetnitrefsk wierd aan pugatscheff door verraad overgegeven. Hij had de wreedheid, om den Gouverneur aan een paal te doen fpitfen. Terwijl hij zig te Bemitrefsk bevond, zeide men hem, dat de fterrekundige lowitz, Lid van de Hoogefchool der wetenfchappen te Petersburg, in de nabuurfchap bezig was, om den grond te meeten tot het graaven van een vaart tusfchen den Bon en de Wolga. Aanftonds beval hij om hem voor zig te brengen, en toen deeze geleerde, geen kwaad vreezende, in zijne tegenwoordigheid was, gaf hij last, hem op een piek te fteken, om zoo hij zeide, dichter bij de Harren te zijn, en deed hem door de Kofakken van kant helpen. Maar zulke onmenfchelijkheden moesten eenmaal haar einde bereiken. De grootfte buitenfpoorigheden van pugatscheff waren juist het geen de Keizerin zeker ftelde. Deeze Vorftin ontlast van de zorgen, die de Turkfche oorlog haar langen tijd veroorzaakt had, gaf bevel om nieuw krijgsvolk tegen de muitelingen te zenden, en droeg het  CATHARINA II. 289 het bevel over dezelven aan den Generaal pa'nin op. Panin had zig door het inneemen van Bender beroemd gemaakt. Maar van het oogenblik, dat orloff zijnen invloed hernomen had, ftrekte de haat, welken de gunsteling tegen den Staats-dienaar voedde, zig tot deszelfs broeder uit, en de Keizerin ftemde eenigen tijd toe, om een haarer beste Generaals buiten dienst te laaten. De noodzaak, waarin men was, om zig van hem te moeten bedienen, of liever de herlevende gunst van zijnen broeder ,■ deed hem op nieuw in dienst ftellen. Hij trok eindelijk tegen pugatscheff op. Deeze muiteling hield de Stad Czaritzin ingefloten, èn fchikte ongetwijfeld aan dezelve het lot van SarmofF toe: maar hij wierd genoodzaakt het beleg dier Stad in aller ijl op te breken. P anin zond een gedeelte van zijn krijgsvolk aan den Colonel mikelson. Met deeze verfterking fneed mikelson den toevoer van levensmiddelen aan pugatscheff af, hongerde zijn leger uit, en tastte het zelve aan, op het oogenblik, dat het benevens verfcheiden wagens, met noodwendigheden beladen , en eene meenigte vrouwen, die dezelve vergezelden, zig in eene engte tusfchen II. deel. T de' '774^  «774- sqo HET LEVEN VAN de bergen bevond. In weerwil van hunnen ongunftigen ftand, wilden de muitelingen zig niet overgeven. Een groot aantal van hun wierd daar ter plaatfe afgemaakt. Veelen van de overigen kwamen in de diepten, en tusfchen de ontoegankelijke rotfen, alwaar zij een fchuilplaats zogten, om 't leven. Pugatscheff verliet het flagveld niet, dan toen hij geen middel ter zijner verdediging meer overig had. Hij trok andermaal al zwemmende de Wolga over; vervolgens begaf hij zig dwars door de groote woeftijn , die zig tusfchen deeze rivier en de rivier Ufem uitftrekt, en hij landde bijna weder op de zelfde plaats aan , alwaar hij den ftandaart des oproers had beginnen te planten. Ver* fcheiden zijner vrienden hadden zig op zijne vlucht weder bij hem gevoegd,- maar de honger, de afmatting en de moedeloosheid deeden een groot aantal befluiten om hem te verlaaten. Des niet tegenftaande zoude hij nog langen tijd het Rijk hebben kunnen ontrusten, zoo niet het verraad aan de Rusfifche legers was te hulp gekomen. Antizoff, een vertrouwd vriend van pugatscheff, en een der meest geachte hoofden onder de Kofakken, was krijgsge- van-  CATHARINA II. 291 vangen gemaakt. Men bediende zig van hem, om zijne natie te rug te brengen. Men deed hem rijkelijk gefchenken en belofcen , en men gaf hem in Jast, om zijne landgenooten te verzekeren, dat het gebruik, om hun voor de bewaaring der grensfcheidingen zekere giften toe te leggen , herfteld zoude worden. De onkosten, door den Turkfche» oorlog veroorzaakt, hadden de betaalingdeezer giften doen opfchorten, en dit was eene der oorzaaken van den opftand der Kofakken. Terwijl antizoff over deeze fchikking in onderhandeling was, ondernamen drie andere Kofakken, die insgelijks omgekogt waren, om pugatscheff over te leveren. Alle drie hadden zij hem tot dus verre getrouwelijk gediend, en zijn vertrouwen gewonnen. De een, genaamd twogoroff, was van Iletz ; de twee anderen , met naamen tschoumakoff en fidouleff, waren de eerfte voorltanders van het oproer te Taï'tsk geweest. Op zekeren tijd zig met pugatscheff alleen bevindende, wilden zij het verraad te werk leggen. „ Dewijl wij „ van alle kanten door onze vijandengedron„ gen worden, zeide hem twogoroff^ j, dunkt mij, dat de beste partij, die ons Ta „ over 1774;  *77$ 992 HET LEVEN VAN „ overfchiet, beftaat in ons over te geven, ,, onder voorwaarde, dat men ons genade be- „ wijzen zal." Het denkbeeld van zig over te geven, verontwaardigde pugatscheff. Hij antwoordde geen enkel woord: maar hij trok zijn fabel, en wilde den geen, die hem eenen lafhartigen raad dorst geven ,• op het oogenblik ffraffen. De drie Kofakken floegen op alle zijne bewegingen agt. Zij vielen op hem aan, ontwapenden hem, en hem de handen agter op den rug gebonden hebbende, bragten zij hem zonder tijd-verlies in het leger van den Generaal Major s a m a r o f f , die hen op eenen korten afftand wagtte. S a m aroff zond pugatscheff naar Simbirsk. De Generaal panin deed hem ineen ijzere kooijopfluiten , en naar Moscow vervoeren ()), gelijk mede eenigen van zijne voornaamfte medeftanders. Zoo dra de Keizerin berigt bekwam , dat pugatscheff zig in de gevangenis te Moscow bevond, benoemde zij eene Commisfie, om gezamentlijk met den Raad het Proces van CO Pugatscheff kwam te Moscow aan in de' maand November 1774, en ontfing zijne (haf den 2iv Jsnuarij daar aan volgende.  CATHARINA II. s>q3 van deezen muiteling op te maken. Te gelijker tijd droeg zij zorg om te gelasten, dat men zig met de bekentenis zijner misdaad moest te vreden houden, zonder van de pijnbank gebruik te maken, en zonder te vorderen , dat hij zijne medeplichtingen noemen zoude. Deeze Vorftin vreesde ongetwijffeld, dat de ontdekkingen van den misdadiger haar misfchien zouden noodzaaken , om te veel ftraf te oeffenen, en het Rijk in nieuwe onlusten dompelen zoude. Het Vonnis van pugatscheff bragt mede, dat men hem de beide handen en beide voeten zoude afhouwen; dat men hem voor het volk ten toon zoude ftellen; en dat hij vervolgens levendig zoude worden gevierendeeld. Maar hij onderging deeze wreede ftraf niet. Zommigen zeggen, dat een bevel van de Keizerin hem daar voor bewaarde. Anderen beweeren, dat de beul minder onmenfchelijk was» dan de Rechters (i). Wat daar ook van zij, pugatscheff wierd eerst onthoofd, waar na fi) Dit gevoelen fchijnt bevestigd te worden, om dat na de ftraf oeffening van pugatscheff aan den ongelukkigen beul de tong wierd afgefneden, en bijnaar Sibtrien verbannen. T 3 «774-  294 HET LEVEN VAN na men zijn lichaam vierendeelde, en op verfcheidene plaatfen van de Stad ten toon ftelde. Aan vijf der voornaamfte muitelingen wierd ook het hoofd afgehouwen. Anderen wierden met de Kmut geftraft, en naar Siberien verbannen. Dusdanig was het einde vaneenen opftand, die den throon en het leven van catharina langen tijd in gevaar bragt, en aan het Rijk de verwoesting kostte van een groot aantal Steden , en van meer dan twee honderd vijftig Dorpen, een ftilftand van het werken in de mijnen te Orenburg, en van den koophandel op Siberien, behalven het bloed van verfcheiden duizenden inwoonders. Pugatscheff zoude zekerlijk de Rusfifche kroon nimmer hebben kunnen behouden, doch de misnoegden verlangden, dat hij dezelve met geweld wegnam, zonder misfchien te weten, aan wien zij die geven wilden. Kort na de ftrafoeffening van pugatscheff, had de Keizerin eene nieuwe gelegenheid, om te toonen, dat zij goedaartig wist te zijn. Zij fchonk vergiffenis aan lieden, die, wel is waar, geene misdaaden van dien aart, als deeze Roover, begaan hadden, maar die zig egter ftrafwaardig gemaakt hadden : deezen waren de Schatbewaarders van het Rijk. Zij had-  CA THARINA II. 295 hadden het geld uit 'sLands kasfen ten eigen 1774. voordeele gebruikt. De dood behoorde het 1 loon van hunne misdaad te zijn. Catharina begeerde zelfs niet, dat zij gevonnist zouden worden. Schoon uit haaren aart oploopend engewelddaadig, betoonde zij in deezen veel geduld en zachtmoedigheid. —— „ Het „ geen ik niet kan omkeeren, zeide zij, Qn„ dermijne en ontwortele ik." T 4 ZE-  \774: gg- • '..gaas ZEVENDE BOEK. inhoud. Potemkin wordtgunfteling. —■ Wordt-gebannen.. — En weder te rag geroepen. —— Manier op welke de gunftelingen wier den ingewijd en afgedankt. — Reize naar Moscow. — Bedevaart. — Potemkin wil de Keizerin overhaalen , om niet hem te trouwen. — Dp Marfchalk romanzoff koomt te Moscow. — Reglement en Wetten, raakende het Rijks-beftuur. — De Rusfen komen weder in het bezit van deKrim.— Verkiezing van den Khan sahim guerai. — Zawodoffsky wordt gunfteling. — Dood der eerfte Gemalinne van den Groot, Hertog. — Tweede reize van Prins hendrik van Pruisfen naar Petersburg. —■ Reize van den Groot-Hertog naar Berlin. — Zijn tweede Huwelijk. — Zoriiz verkrijgt de plaats van gunfteling. De plaats van gunfteling was flechts uit 1 Staatkunde aan orloff opgedragen. De Staat'  CATHARINA II. so7 Staatkunde kan liefde veinzen, maar niet gebieden. Catharina deed gevoelens van liefde voor haaren ouden minnaar voor, welke zij niet bezat. Zij bewees hem veele lief kozingen,,.maar konde haar hart nipt wederom voor hem open zetten. Orloff had dus ongelijk met zig te vleien, dat hij de eenige oorzaak was van het wegzenden van wasielitschikoff. Het was om zijnent wille niet, dat deeze opoffering gefchjed was. Zedert lang had de Keizerin op de mannelijke fchoonheid en fierheid van potemkuj het oog gevestigd. Zij herinnerde zig met genoegen, dat op den dag der omwenteling van het jaar 1762, potemkin, nog zeer jong zijnde,het oogenblik had waargenomen, dat zij te paard gefteegen was, om haar zijn dragon aan te bieden. Zij wilde hem eindelijk meer van nabij lecren kennen; en de eerfte bijeenkomst, die zij met hem had, verzekerde aan deezen nieuwen minnaar den zegepraal over alle zijne mededingers. Wasielitschikoff kreeg zijn affcheid. Orloff wierd weerom genomen, maar ftrekte tot verveeling. Potemkin was in ftilte de eenige troost voor de verdrietelijkheden, welke de oorlog veroorzaakte , voor de vrees, T 5 die  298 HET LEVEN VAN die de opftand verwekte , en voor het misverftand, het welk tusfchen den ouden gunfteling en den Staatsdienaar panin heerschte. Potemkin bezat veel inbeelding. Zijne voorfpoedige vorderingen deeden zijnen moed aanwasfen. Hij wierd 'er wel dra voor geöraft. Op zekeren dag, dat hij met alexis orlofï op het billard fpeelde , dorst hij zig beroemen op de gunst welke hij genoot, en hij liet zig ontvallen, dat het flechts van hem zoude afhangen,-om allen, die hem zouden mogen mishagen, van het Hof te doen verwijderen. Alexis orloff antwoordde hem op een hoogentoon; het gefchil wierd hevig, potemkin kreeg eenflag, die hem het verlies van een oog veroorzaakte. Dit was zijn eenig ongeluk niet. Gregorius orloff, door zijnen broeder van het geval onderrigt, liep naar de Keizerin, en vorderde van haar de verwijdering van potem- •m: Potemkin- begaf zig naar Smolensko (ji) r zijn vaderland , alwaar hij bijna een jaar in de C 1 ) Potemkin was in den omtrek van Smdcnsk» geboren, en van zeer laage afkomst.  C A T HAR I N A II. 299 de eenzaamheid doorbragt, onder her lijden van veele fmerten, zoo aan zijn oog ( 1), als ~ door verdriet, dat hij van 't Hof verbannen was. Dan eens zeide hij, dat hij een Monnik wilde worden ; dan eens beweerde hij , dat hij de vermogendfte man in Rusland worden zoude. Eindelijk fchreef hij eensklaps aan de Keizerin, haar fmeekende om aan hem te denken. De Keizerin riep hem dadelijk te rug, en gaf hem haare gunst geheel wederom. Orloff was zedert eenige dagen op de jacht. Men maakte van zijne afwezigheid gebruikt, om potemkin in het Paleis in te weiden; en toen de oude gunfteling te rug kwam, konden zijne klagten, en zijne verwijtingen het behoud van den nieuwen gunftorling niet beletten. Het is noodig alhier te vermelden, welke de plichten en eere-teekenen der gunftelingen van catharina waren. Wanneer deeze Vorftin de keuze van eenen nieu- (1) Men zegt, dat hij zijn ongemak aan betoog zoude hebben kunnen geneezen, maar dat hij ongeduldig zijnde, een ligt gezwel, dat zig op zijde den oogappel had nedergezet , doorftak, en alzoo het eene oog verloor. ■774. ♦  3oo HET LEVEN VAN -774- nieuwen gunfteling gedaan had, maakte zij ■ denzeiven tot haaren Adjudant - Generaal, ten einde haar overal te kunnen vergezellen, zonder dat men daar op iets te zeggen had. Van dien tijd af bewoonde de gunfteling in het Paleis eene kamer, welke onder die van de Keizerin was, en dooreen bedekte trap met dezelve gemeenfchap had. Den eerften dag zijner inwijding ontfing hij een gefchenk van honderd duizend roebels, en alle maanden vond hij 'er twaalf duizend op zijn kleed-tafel. De Marfchalk van 't Hof had last, om voor hem een tafel voor vier en twintig Perfoonen gereed te houden, en al het noodige voor zijne huishouding te bezorgen. De gunfteling was verpligt de Keizerin overal te vergezellen. Hij kondp zig niet buiten het Paleis begeven, zonder haare goedkeuring daar toe te verzoeken. Hij dorst met geene andere vrouwen buiten haar fpreken; en indien hij bij iemand zijner vrienden het middagmaal ging houden, moest de vrouw van 't huis afwezig zijn. Zoo dikmaals de Keizerin haar oog op iemand haarer onderdaanen liet vallen, om hem tot den post van gunfteling te verheffen, liet  CATHARINA II. Soi Ëij hem door eene haarer vertrouwelingen, bij wien zij zig dan als bij toeval liet vinden, ter maaltijd verzoeken. Aldaar fprak zij met den nieuw gekomenen, en trachtte te weten, of hij de gunst, die zij hem toefchikte , waardig was. Wanneer zij deswegens een gunftig oordeel velde, wierd haare vertrouweling door een wenk daarvanonderrigt, welke zulks op haar beurt aan hem, die de eer had te behaagen, mededeelde. Des anderen daags kreeg hij een bezoek van den Geneesheer van het Hof, die den ftaat zijner gezondheid kwam onderzoeken; denzelfden avond vergezelde hij de Keizerin in haar eenzaam verblijf, of Hermitage, en nam bezit van het vertrek , dat voor hem was gereed gemaakt. Toen potemkin verkoozen wierd, namen deeze plechtigheden eenen aanvang. Naderhand zijn dezelve beftendig in acht genomen. Wanneer een gunfteling niet meer behaagde , had 'er ook eene bijzondere manier plaats, om hem van zijnen post te ontzetten. Hij kreeg bevel, om eene reize te doen. Van dat oogenblik af aan was het hem verboden de Keizerin te zien. Maar hij was zeker van op de plaats, werwaarts hij zig begaf, beloo- nin-  3o2 HET LEVEN VAN -77S- pingen te vinden , die den hoogmoed van - catharina waardig waren. De geilotene vrede met de Turken, en het gevangennemen van den muiteling pugatscheff, lieten aan catharina den tijd overig, om zig aan de liefde-drift, welke haar nieuwe minnaar haar inboezemde, geheel en al over te geven. Hij had op haar een bijna onbepaald gezag verkregen. Hij wist dit. Hij maakte 'er misbruik van. Hij ontfing een eindeloos getal gunstbewijzen,en wanneer zij hem, wel-ftaans halven, 'er een weigerde, dwong hij haar hem denzelven toe te ftaan, door zig t'onvreden, en zelfs toornig te toonen ( i ). Door zulke vreemde middelen kreeg hij zitting in den Raad, en liet zig den post van Vice-Prefident des oorlogs opdragen. Graaf czagar czernischeff (2) was 'er Prefident van. Potemkin, die niemand boven zig gedogen konde; be- (Ü Men beweert, dat hij zomtijds zoo ver ging ran haar te flasn, en dat hij daar in gregoriu* orloff flechts naarvolgde. Ca) De zelfde, die, in 't jaar j-62, het bevel ov:r het leger, naar Siïtfien afgezonden, gevoerd had.  CATHARINA II. 303 befloot tot zijnen ondergang, naar de denkwijze der Keizerin , en fiaagde 'er in. Cza- " gar czernischeff leide zijn post neder; en fchoon aan den gunfteling ten éenemaal de kundigheden ontbraken, welke het gewichtig beftuur des oorlogs vordert, aarzelde hij egter niet zig daar mede te belasten. Zoo veel inbeelding maakte hem in 't eerst vijanden. Men verweet hem, dat hij veele zaaken ondernam, en 'er geene enkele ten einde bragt, dat hij aan ieder een bevordering beloofde , zonder voor iemand iets te verrigten, en zig met niets wezenlijk bezig hield, dan met de vergrooting van zijn buitcnfpoorig gezag. De Keizerin was zoo verre gevorderd, dat zij potemkin met orloff verzoend had, en zij wendde alle haare pogingen aan, om de bevrediging tusfchen hen te doen ftand houden. Schoon zij voor gregorius orloff geen zweem van liefde, noch zelfs van erkentelijkheid had, ontzag zij hem echter. Hij zelf, altoos naijverig, niet over de vermaaken, maar over de eerbevvijzingen, die potemkin genoot, verzogt zig te mogen verwijderen, maar de Keizerin wilde 'er niet in toeftemmem Zij wilde liever de aanftootelijke voor- ■775*  3°4 HET LÉVEN VAN '775- voorvallen gedogen, waar aan zij hem bloot - ftelde met aan 't Hof te blijven, dan hem verre af te zenden met eene misnoegdheid , die wel niet gevaarlijk zijn konde, maar haar egter, uit hoofde der omftandigheden, befchroomd maakte. Voorts had zij nog eene andere beweegreden , om hem te houden. Zij hoopte , dat zijne tegenwoordigheid de ftoutmoedigheid van zijnen mededinger een weinig zoude in toom houden. Na langen tijd panin tegen over orloff gefield te hebben , trachtte zij orloff tegen over potemkin te ftellen. Orloff, te onvreden, dat men hemde vrijheid weigerde om zig te verwijderen, eene vrijheid, die men hem voor deezen bijna in zijn weerwil gegeven had, had eert lang mondgefprek met de Keizerin. Hij herinnerde haar alle de Verpligtingen, die zij aan hem had. Hij gaf aan haar breed op van zijnen ijver, zijne getrouwheid; hij dorst haar zeggen, dat zij hem niets verwijten kon, dan dat hij minder jong was, dan zijnen medeminnaar. Catharina hoorde hem met veel zagtzinnigheid aan; en zonder juist te ontkennen, hoe hard dit haar als minnares viel, verzekerde zij hem ,• dat dè Kei-  CATHARINA tti 30$ Keizerin altoos zijne vriendin was. Deeze konstgreep tot overtuiging ^ die haar zoo gemakkelijk was, bij hem van gebruik maken* de, bewoog zij hem om te blijven. Intusfchen ondervond orloff wel dra eene nieuwe onaangenaamheid. Naauwlijks had pugatscheff zijne ftraf ontfangen, of de Keizerin befloot naar Moscow te gaan. Zij wilde dadelijk genot hebben van den zegepraal, dien zij op eenen muiteling behaald had, en de hoop, die in het gemoed der misnoegden konde zijn overgebleven, door haare tegenwoordigheid ten eenemaal uitroeijen. Orloff trachtte haar van dit ontwerp af te brengen. Potemkin raadde haar het uit te voeren. De denkbeelden van deezen laatften waren overeenkomftig met de verlangen van catharina. Hij haalde haar gemakkelijk over. Zij vertrok» Deeze Vorftin was niet onbewust, dat, wanneer zij zig naar Moscow begaf, zij Gewesten moest doortrekken, alwaar de Priesters een groot aanzien hadden, en het Volk onder het juk der domfte bijgeloovigheid hielden. Zij verachtte een kinderachtig bijgeloof, en verfoeide 'er de gevaarlijke dienaars van. Maar zij herinnerde zig, dat zij II. deel, V zig  3ü6 HET LEVEN VAN *775' zig daar van mee voordeel had bediend, toen zij haaren Gemaal van den throon had willen verjaagen, en zij vermeende daar van nog gebruik te moeten maken, om de verwijderde gemoederen te rug te brengen, en de achting der verblinde meenigte tot zig te trekken. Zij nam derhalven een groot getal beeldjes van Heiligen met zig, die zij in alle Kerken en Kapellen, welke zij op den weg ontmoette, rond deelde. Zij fchikte bovendien voor de Hoofdkerk te Moscow een grootbeeld, zeer rijk gekleed, en met diamanten verfierd; zij deed het zelve op een rijtuig plaatfen, het welk , geduurende haare geheele reize, en toen zij haare intreede te Moscow deed, regelrecht agter het haare volgde. Zes honderd mannen van elk Regiment der Lijfwacht waren voor haare komst in deeze Stad voor af gegaan, en kwamen onder de wapenen, om haar te ontfangen. Men had twee zege - bogen opgericht (i), en een treffelijk feest gereed gemaakt. Haar gevolg was luisterrijk; de meenigte der toekijkers was eindeloos, orde en pracht heersch- ten (i) Dee?e twee zegebogen kostcen, zo men zegt * veertig duizend ro;be1S,  CATHARINA II. sopten overal. 'Er ontbrak niets, dan vreugdekreeten. Het volk, meer verbaasd, dan bewogen , gaf geen het minfte teeken van voldaan te zijn. De Keizerin had eene vermindering van fchattingen doen afkondigen; maar de gemoederen fcheenen door haare weldaaden even weinig getroffen, als door haaren grootfchen ftoet. De Groot Hertog ondervond een geheel ander onthaal. Hij zag zig van alle kanten de hulde toezwaaijen, die men zijne moeder weigerde. Men beweert, dat zeker Hoveling ( i ) , over deeze tegenftrijdigheid getroffen, en de gevoelens van den erfgenaam des throons trachtende te doorgronden, tot hem zeide: ,, Gij ziet, Prins, hoe be- „ mind gij zijt. Ach! indien gij wilde! " De Groot Hertog antwoordde niets , maar hij wierp op den Hoveling eenftuurfche blik, ten bewijze, dat, fchoon men draalde met hem den throon, die hem toekwam, te rug te geven, (i) De Graaf andreas razumoffsky , één der zoonen van den Hetman. De andere, zig noemende gregorius razumoffsky, beoeffent de wesenfchappen, ea woont te Laufanne. V *  3o8 HET LEVEN VAN 1775- ven, hij daarom niet minder een onderdanig zoon wist te zijn. Eenige dagen na dat de Keizerin te Moscow was aangekomen, ging zij in bedevaart naar een Klooster, veertig werften van de Stad af gelegen, en zij leide den weg te voet af, door haare ganfche hofhouding gevolgd werdende. De Graaf panin was de eenige , wien zij bij deeze geveinsde klucht niet noodigde. Ook zeide hij, om zig over dit zoort van ongunst te wreeken: — „De Keizerin heeft „ niet gewild, dat ik haare bedevaartverge„ zeilen zoude, om dat ze mij noch gods„ dienilig, noch Hoveling genoeg bevonden „ heeft." Panin verwaarloosde niet alleen de vervulling der zorgen van eenen Hoveling, maar ook de plichten van eenen Staats-dienaar. De wellust en vermaaken waren zijne hoofdzaak geworden. Hij las flechts zeldzaam de gezondene berichten der Afgezanten, en nog zeldzaamer verwaardigde hij hen te antwoorden. Dit gedrag gaf zijnen vijanden de wapenen in de hand. Het begunftigde vooral den heerschzuchtigen potemkin, die niets meer verlangde, dan panin te verwijderen. Potemkin, de opvolger van de gunst van orloff  CATHARINA II. 309 loff geworden zijnde, had dezelfde ontwerpen, als deeze oude minnaar, durven vor- • men. Hij meende op de hand der OpperVorftin aanfpraak te kunnen maaken. Maar hij vreesde de openhartigheid van panin, zijne overtuigende welfprekendheid, zelfs de ' listen, waar van deeze Staats-dienaar, onaangezien zijne gevoelloosheid, nog wel eens gebruik kon maken. Welke vreemde herfcheppingen brengt de heerschzucht niet te weeg! Potemkin, de hoogmoedigfte man in Rusland, hij die het minst gemaakt fcheen om zig in te houden, en die geen zweem van Godsdienst hebbende, denzelven geheel met fpotternij behandelde, nam eensklaps het uiterlijk aan van naauwgezette godsvrucht. Met het begin der vasten, zag men hem de goede maaltijd verlaaten, waar van hij zoo veel hield. Hij bedwong zig zelfs, om niet dan groenten te eeten, en water te drinken. Hij biegtte bijna alle dagen; Hij had zorg gedragen den zelfden biegtvader, als de Keizerin , te verkiezen. Hij onderrigtte hem van zijne gemeenzaamheid met haar, en hij verzogt hem aan deeze Vorftin te verklaaren, dat zijn ongerust geweten hem geen V 3 vrij- ■77 S-  3io HET LEVEN VAN W5- vrijheid meer gaf, om zig aan eene liefde over te geven, die door het huwelijk niet geheiligd was. Het zij dat de Monnik omgekogt was of niet, hij kweet zig getrouwelijk van zijne boodfchap. Catharina liet zig met hem niet in. Maar dewijl zij de reden der angstvalligheid van potemkin gemakkelijk had kunnen gisfen, liet zij hem bij zig komen, en fprak hem teederlijk, maar met fierheid aan. Zij zeide hem, dat, fchoon zij hem beminde, zij genoeg meesteresfe van zig zelve was, om haare liefde-drift te overwinnen, en dat, zoo hij den post van gunfteling niet meer bekleeden wilde, zij een befluit zou neemen om een ander in zijn plaats te ftellen. Potemkin, vernederd, befchaamd, kon zijn hartfeer niet zoo wel verbergen, of de Hovelingen bemerkten het. Men hoorde zelfs zeggen, dat hij den Geestelijken ftaat wilde aanneemen , en zig tot Aartsbisfchop doen wijen. Maar de Keizerin keerde naar Petersburg te rug (i). Potemkin volgde C I ) De Keizerin deed de reize van Moscow naar Petersburg met een Sleede, en fchoon zij afzag, om een Fa-  CATHARINA II. 311 de haar , en vergat wel dra eene geveinsde godsvrucht , om zig geheel en al aan de heerschzugt en vermaken over te-geven. Maar de listen van het Hof hebben eenigen tijd ons oog afgewend van voorwerpen, die onzer aandacht meer waardig zijn. Wij moeten egter niet vergeeten, dat de vermaaken van catharina haar niet beletteden, om op het beftuur van haar Rijk zorgvuldiglijk acht te geven. In de eerfte dagen van haar verblijf te Moscow, zag deeze Vorftin aldaar aankomen den Marfchalk van romanzoff, en zij ontfing hem met die vriendfchap, welke de doorluchtige handhaver van haaren throon verdiende. Zij had in 't eerst gewild, dat hij den zelfden dag met haar te Moscow zijne intrede zoude doen, en dat hij onder de zegeboogen, die men voor hem had opgericht, te paard komende aanrijden, haar ontmoeten zoude, zonder Fabriek van wapenen te gaan zien, b'eef zij niet m-er dan vier dagen onder weg. Peter de groote reisde, zoo men zegt, eens van Mosceiv naar Petersburg, in zes e» veertig uuren , met een Sleede, door vier en twintig paarden bMpannen. V 4  3i2 HET LEVEN VAN der den voet op den grond te zetten. Maar - de dappere en zedige overwinnaar der Otto-. mannen oordeelde zig aan deeze eerbewijzingen te moeten onttrekken. Hij gevoelde, dat hij, met aan te nemen al het geen de er-» kentelijkheid hem toefchikte, den Keizerlijr ken hoogmoed zoude kunnen kwetfen. Zijn roem verwekte reeds maar al te veel de afgunst der Hovelingen, vooral van potemkin. Wat zoude het niet geweest zijn, indien hij gedeeld had in de hulde, welke de Opper-Vorftin voor zig had toebereid? Hij verfcheen dus voor haar, niet als overwinnaar, maar als Soldaat, die van zijne overwinningen rekenfchap koomt geeven. Des anderen daags begaf zig de Keizerin, vergezeld door den Groot Hertog, de voornaamfte Officiers van het Rijk, en alle haare Hovelingen, te voet uit het oude Paleis der czaars naar de Hoofd-kerk te Moscow , om aldaar tegenwoordig te zijn bij eene plechtige Misfe, en bij het TeDeum, het welk men ter gelegenheid van den vrede zong. Bij het vervolg deezer plechtigheid, las de bijzondere Schatbewaarder der Keizerin met luider ftemme de lijst der vergeldingen,  CATHARINA II. 313 gen, welke deeze Vorftin aan de Generaals, die zig tegen de Turken wel gekweten had- 1 den, toeftond. De Marfchalk van romanzoff kreeg een land met vijf duizend boeren, honderd duizend roebels gereed geld, een zeer fchoon fervies van tafel-fchootels, een hoed, waar aan een laurier-tak, met kostbaare fteenen verfierd , en dertig duizend roebels waardig gefchat zijnde, was vast gemaakt, de plaat van de Ridder-orde van St. george, en eene diamante epaulette, met een voortreffelijke Veld-Marfchalks ftok. Alexis orloff had zestig duizend roebels , en een degen, met kostbaare diamanten verrijkt. De Generaals paul potemkin, panin, dolgorouky, soltikoff, czernischeff, en verfcheiden anderen, ontfin-gen ook blijken van de grootdaadigheid der Keizerin. Deeze Vorftin hield zig zedert eenige jaarsn bezig met een Reglement, raakende het inwendig beftuur van haare Staaten. Zij liet het te Moscow drukken. Maar zij gelastte, dat het in 't begin alleenlijk gevolgd zou worden in de Gewesten van Smolensko en Twer, V $ paar-» ■775-  3i4 HET LEVEN VAN 1775. naardien het volk van deeze beide Landfchap» ■ pen haar toefcheen het verftandigst, het bevattelijkst, het meest gefchikt om de proef der nieuwe wetten wel te doen flagen ( 1). Alvoorens dit Reglement af te kondigen, begaf de Keizerin zig in de grootfte ftatienaar den Raad, en deed het aldaar in haare tegenwoordigheid voorlezen en regiftreeren. Zij had aldaar reeds eene Ordonnantie doen regiftreeren, die waardig was om haarde erkentenis van een groot aantal haarer onderdaanen te bezorgen. De inwoonders der afgelegene Gewesten waren tot dus verre genoodzaakt geweest, om tot het doen uitwijzen hunner twistgedingen te Petersburg of te Moscow te komen. Catharina wilde hun zulke lange en kostbaare reizen uitfpaaren. Zij verklaarde , dat de Procesfen bij vervolg door de Gewestelijke Rechtbanken beoordeeld zouden worden; behoudelijk echter aan de Pleiters het recht, om van het Vonnis deezer Rechtbanken, aan den een of anderen Raad, en zelfs aan den Raad der Keizerin te appelleeren, des dat egter, indien het eerfte Vonnis ( 1) Dit Reglement is vervolgens van tijd tot tijd in de andere Gewesten van het Rijk ingevoerd.  CATHARINA II. 315 nis bekrachtigd wierd, de appellant eene boe- ; te betaalen zoude. Eene andere Ordonnantie verfpreidde groote vreugde onder de inwoonders van Siberië». De opftand van pugatscheff had in hunnen koophandel langen tijd een ftilftand verwekt, en de zeldzaamheid van het geld vertraagde 'er veel al de werkzaamheden van. Door aan het laatfte deezer beletzelen hulp te verfchaffen , deed de Keizerin het eerfte vergeeten. Te Tobohk wierd een Bank opgericht, en toevertrouwd aan het opzicht van gotowzoff, die in het beftieren van de Bank te Petersburg reeds blijken van zijne kunde gegeven had. De koophandel van Siberië» hernam toen haaren bloeij. Vooral trok de algemeene koophandel van het Rijk de aandacht van catharina tot zig. Zij moedigde dezelve met al haar vermogen aan; want zij befchouwde die, met reden, als de voornaamfte bron haarer grootheid. De Keizerin, bij het Edicl ( 1 ), hetwelk aan het Reglement, waar van wij hier boven fpra- ( O Me» noemt het in Rusland het EdiÜ of de Oukafe van gratie. 775-  gió HET LEVEN VAN -775- fpraken, voor af ging, naijver willende in■ boezemen, en een zoorc van waardigheid geven aan die genen haarer onderdaanen, welke zig op den koophandel zouden toeleggen , bevrijdde hen van het hoofdgeld, en de verpligting, waar in zij tot hier toe geweest waren, om bij het lot te trekken tot aanvulling van de Land- en Zee - magt. Zij gaf te gelijker tijd aan alle de vrije boeren verlof, om zig in ééne der clasfen van de Kooplieden te doen infchrijven ( i ) , onder voorwaarde van jaarlijks één ten honderd te betaalen van de hoofdfom, welke zij in hunnen handel befteedden. Met het oogmerk van meerder uitgebreidheid aan den koophandel te geven, vernieuwde catharina haar verdrag met Engeland. (I) De Rusfifche Kooplieden of Handelaars zijn in drie clasfen verdeeld. De eerfte beftaat uit die genen , welke bezitten, of geacht worden te bezitten, een capitaal van 100,000 Roebels, de tweede uit hun, die 50,000 Roebels bezitten, en de derde uit degenen, die alleenlijk 100 Roebels rijk zijn. Zij betaalen aan den Staat, overeenkomftig de clasfe, in welke zij zijn ingefchreven; en men gevoelt wel, dat de hoogmoed het dikwijls aan de waarheid, zelfs aan de gierigheid afwint.  CATHARINA II. 317 land. Zij begunftigde ook de arbeidzaamheid en landbouw. Nieuwe handwerken ■ wierden opgericht. Men arbeidde aan de herbouwing der Dorpen, en aan het herftel van alle de onheilen, welke de opftand van p ugatscheff aan de Volkplantingen bij de oevers van de Wolga veroorzaakt had. Maar ongelukkiglijk voldeeden de genen, aan wien de Keizerin de uitvoering van haare macht toevertrouwde , flechts zeldzaam aan haare oogmerken. Gefteld zijnde, om haar beftuur bij talrijke volken geliefd te maken,waren zij oorzaak, dat men het vervloekte. Eenige der nieuwe Volkplantingen waren door de ftrooperijen der muitelingenverwoesï geworden , en alle vergingen zij te zamen door het kwaad beftuur en de trouwloosheid der Rusfische Agenten. De honderd duizend Volkplanters, welke catharina naar haare Staaten genoodigd had (1), en waar van de meesten Duitfchers waren, vonden aig, tien jaaren daar na, tot minder dan negen en twintig duizend gebragt (2), in den C O In het jaar 1764 en 1765. ( 2 ) Agt en twintig duizend twee honderd drie en negentig peribonen van beiderieije kunne , uitmakende ze- -775-  -775- 3*1 HET LEVEN VAN den omtrek van Saratof, Kiof en Czaritzin • verlTrooid zijnde en kwijnende. Catharina bevond zig nog te Moscow, toen zij vernam, dat eenige Officiers het voorbeeld volgden van den Lieutenant Colonel kischenskoï (i), wiens onbetamelijk gedrag wij reeds hebben doen kennen. Hunne kwellingen noodzaakten eene bende der Baskhirs tot den opftand. Niet alleen weigerden deeze Tartaaren de gewoone fchatting te betaalen , maar zij vermoordden zelfs de Rusfifche Officiers, als mede de Priesters, die men hun gezonden had. Vervolgens plaatften zij in de draagbaare Kapellen van deeze Priesters de beelden van Dalai-Lama, gevende aan hunnen ouden afgods-dienst den voorrang boven eenen Godsdienst, welks belijders zij voor fchraapzuchtige onderdrukkers aanzagen. De Keizerin liet met hun in onderhandeling treden. Men gaf hun Officiers, die minder knevelden, dan de eerften,, zeven duizend een honderd vijf en tachtig huisgezinnen. (i) Dezelfde, wiens fchraapzucht agt maal honderd duizend Kalmukken noodzaakte, om aan den kant van het gebergte van Tbibet de wijk te nemen.  CATHARINA II. 319 ften, en de geheele bende keerde vreedzaam onder het Rusfisch bewind te rug. Terwijl catharina de oproerige Tartaren van het oostelijk gedeelte haarer Staaten bevredigde, fpande zij al haar vermogen in, om die van Klein Tartaryen onder haar juk te brengen. De veroveringen van den Prins dolgorouky hadden een groot aantal inwoonders van de Krim bewogen, om de Rusfen te begunftigen. De nieuwe Khan dewlet guerai bleef de Ottomannen aankleeven; een gedeelte van zijn volk weigerde hem te gehoorzaamen. De vrede was reeds tusfchen de Turken en Rusfen gefloten; maar deTartaren oorloogden nog. De Rusfen verfpreidden onder hen gefchenken en verdeeldheden. Zij hitflen hen in ftilte tot den opftand aan. Zomtijds zelfs onderfteunden zij hen met de wapenen in de vuist. Oogenblikkelijk vertoonden zij zig in de Krim met nieuwe kragten; en veinzende dewlet-guerai te willen verrasfen, droegen zij zorge om hem gelegenheid te laaten van te ontvlugten. Dewlet-guerai maakte 'er gebruik van. Maar naauwlijks had de Khan zijn Land verlaaten, of de Rusfen deeden sahim guerai, wiens in- -775'  §ao HET LEVEN VAN 1775- infchikkelijk charaéfer en verknogtheid aan Rusland zij kenden, in zijne plaats verkiezen; Wel dra bouwden de Rusfen eene vesting tusfchen Kersch en Jeni-Kalé. De Turken, misnoegd over denopftandindeA>wz,en de overweldigingen der#f«/è;z,dreigden de wapenen op te vatten. De onvoorzigtige en kleinmoedige s a h i m guerai, zond op raad van eenen Rusfïfchen Agent, die bij hem geplaatst was, eene bezending van zes Myrzas, ofTartaarfche Edelen naar Petersburg. Deeze hul-' de vleide den hoogmoed en heerschzugt van catharina te veel, dan dat dezelve geen gunftig onthaal ontmoet zoude hebben. Zij dagt in deeze Myrzas nieuwe onderdaanen te zien, die haar den eed van getrouwheid kwamen afleggen. Zij behandelde hen vriendfchappelijk, en op het oogenblik, dat zij bij haar in de gehoorzaal wierden ingeleid, bekleedde men hen met prachtige Cafe* tans (i). Zij verzogten haare befcherming voor hunnen Khan , eene rampzalige befcherming, (i) Deeze Cafetans kostten elk 4000 roebeJs.  CATHARINA II. 321 ming, die deeze ongelukkige Prins te duur betaald heeft. De Marfchalk romanzoff had reeds bevel ontfangen, om aan de oevers van den Dniester een leger te verzamelen. Alles fcheen eene vredebreuk tusfchen Rusland en de Porie aan te kondigen. Doch Prins repnin, buitengewoon Afgezant der Keizerin te Conflantinopolen, zette het misnoegen van den Divan voor eenigen tijd ter neder. Dit verlangde catharina juist. Zij haakte Hechts om tijd te hebben, ten einde zig gereed te maken van met voordeel te oorlogen. De oorlog was voor haare ontwerpen van overweldiging noodzakelijk. Onophoudelijk door haare groote ontwerpen vooringenomen, fcheen catharina niet dan aan de vermaken te denken. Haar tijd was juist zoo verdeeld, dat zij tijds genoeg had, om met haare Staats-dienaaren te arbeiden, om nieuwe wetten te maken * om zelve de beveelen te fchrijven , die zij aan haare Afgezanten en Generaals zond j om eene aaneengefchakelde briefwisfeling met geleerden en konftenaars te onderhouden, om aan haare onderdaanen gezettelijk gehoor te geven, om bij alle de vermaaken van het II. deel, X Hof I77&  3^2 HET LEVEN VAN 1776. Hof tegenwoordig te zijn , en om zig aan minne -ftreeken over te geven. Standvastig in haare heerschzucht, was zij dikwerf trouwloos in 't fiuk van liefde, en de konst van veinzen in den minne-handel was haar zoo geliefd, als aan alle andere vrouwen. Naauwlijks was zij te Petersburg te rug gekomen , of potemkin was niet meer het voorwerp haarer teedere liefde. Zij overlaadde hem met weldaadenj zij fcheen geene eerbewijzingen, geene waardigheden genoeg te hebben, om hem aan te bieden; zij beloofde hem eenig en alleen te zullen beminnen, en reeds was haar hart tot een ander bepaald. Een jonge Ukranier, met naame zawadoffsky, bezat in 't geheim haare gunst. Zij begon met hem haaren Geheimfchrijver te maken. Wel dra noemde zij hem open dijk haaren gunfteling. Deeze verandering gaf gelegenheid tot eene gebeurtenis, die aan het Hof van catharina zeer vreemd fcheen. Wanneer deeze Vorftin een bevel gaf, fcheen het onmogelijk de uitvoering daar van te verhinderen. Zij wilde altoos gehoorzaamd wezen. Nu weet men, dat de in ongenade vervallen gunfteling altoos bevel kreeg om te gaan reizen, en dat het hem niet geoorloofd was zigin te-  CATHARINA II. 323 tegenwoordigheid der Keizerin te vertoonen, voor dat zij goedvond hem te rug te roepen. De ' trotfche orloff zelf had zig aan dit gebruik onderworpen. Maar potemkin dorst zig daar tegen verzetten. Toen hij het noodlottig bevel ontfing, veinsde hij te vertrekken, en des anderen daags, alsof hem niets deerde, plaatfte hij zig tegen over de Keizerin , op het oogenblik, dat zij bezig was met Whist te fpeelen. Catharina, zonder zig over de ligtvaardige ongehoorzaamheid van potemkin te beklagen, gaf hem een kaart, zeide hem, dat hij zeer gelukkig fpeelde, en fprak niet meer van hem te verwijderen. Potemkin behield zijne ampten, zijne eerbewijzingen, zijnen invloed, en in plaats van minnaar wierd hij de vriend der Keizerin. Zawadoffsky wist te behaagen , maar potemkin had zig nuttig gemaakt, enzijnverfland, meer overeenkomftig met het verftand van catharina, dan dat van eenig ander haarer minnaars , bleef bij aanhoudendheid over haar heerfchen. Orloff ondertusfchen, die al te fpoedig van de ongenade van potemkin was onderrigt geworden, begaf zig in aller ijl naar Petersburg. Hij vond aldaar zijnen mede-minX a naar, 1776,  3H HET LEVEN VAN 1776. naar in het genot, niet van de liefde, maar -van het vertrouwen der Keizerin. Orloff had gemeend dit vertrouwen te kunnen hernemen, terwijl een minnaar, die nog jong, en in de Staatkunde vreemd was, het hart van catharina bezat. Maar hij wierd wel dra van andere gedachten ; hij verfcheen ten Hovc , kuste de hand der Keizerin, en potemkin bij haar ziende, vertrok hij 00genblikkelijk naar Moscow. De Hovelingen , zelfs die het meest gewoon waren de Keizerin gade te flaan, konden niet gisfcn, wie de minnaar was, aan wien zij den voorrang gaf. Zij geloofden niet dat potemkin zoude willen afzien van de rechten , die hij op het hart van catharina had. Zij vergaten , dat de liefde voor de heerschzugt zwijgt. Panin fcheen meer dan ooit in zijne gevoellooze onachtzaamheid gedompeld. Maar de Keizerin liet hem zijne ampten, zoo, dewijl zijne langduurige dienften deeze vergelding verdienden , als om dat hij een zeer machtigen aanhang had. Deeze partij verlangde , dat de Groot Hertog eenen throon te rug vorderde, die hem toebehoorde, en 2ij zoude zig ongetwijffeld beijverd hebben, om  CATHARINA II. 325 om zijne eisfchen te onderfteunen: maar de wijze gemagtigdheid van deezen Prins, en de ■ hoogachting voor zijne moeder wederhielden hem van heerschzugtige ontwerpen. De Keizerin intusfehen, die zomtijds vergat het geen haar zoon niet wilde, met te bedenken wat hij zoude kunnen doen, was niet zonder ongerustheid. Zij vreesde allen, die zij in ftaat oordeelde, om aan deezen Prins rukeloozen raad te geven, en nog veel meer hen, die zig ten zijnen behoeve zouden kunnen wapenen. Deeze befchroomdheid was den Koning van Pruisfen niet ontfnapt. Uit het midden van Brandenburg befpiedde hij alles, wat 'er in het hart van catharina omging, en hij maakte 'er behendiglijk gebruik van. Hij wist, dat hij de eenige was, die de rechten van den Groot Hertog met nadruk zoude kunnen onderfteunen. Derhalven , zoo dra hij de Keizerin tot zijne oogmerken brengen wilde, liet hij niet na te betuigen, dat hij veel belang in haaren zoon ftelde. De verdenkingen van catharina verlevendigden zig, en het fcheen haar niets te kosten, totbewaaring der vriendfehap van frederik, eenige opofferingen te doen. X % De 1776.  3*6 HET LEVEN VAN 1776. De Groot Hertog had veel vriendfchap voor den Graaf andreas razumoffsky. Hij bragt hem in alle zijne partijen, en betuigde hem het grootst vertrouwen. De Keizerin, die den ondernemenden geest van razumoffsky kende , ontrustte zig over deeze vriendfchap, en befloot dezelve te verbreken. Razumoffsky gaf haar daar toe zelf gelegenheid. Catharina bemerkte tusfchen hem en de Groot Hertogin (i) eenige blijken van goede verftandhouding. Zij aarzelde niet om te gelooven, dat razumoffsky onbedachte oogmerken voedde ten aanzien van deeze Princes, en zij verwittigde 'er den Groot Hertog van. Deeze Prins konde zig niet verbeelden, dat de verdenkingen zijner moeder eenigen grond hadden; maar zonder zijne goedheid met opzigt tot razumoffsky te rug te trekken, nam hij voor hem gade te flaan, en hij verzogc aan zijne Gemalinne de grootfte ingetogenheid. Het zij dat waarlijk de Groot Hertogin reeds eenige genegenheid voor razumoffsky had, het zij dat de hinderpaalen, die men haar trachtte CO De eerfte Gemalin van den Groot Hertog.  CATHARINA II. 307 te in den weg te leggen, deeze genegenheid ceeden gebooren worden, zij onderhield met ' hem eene geheime kennis. Zij deed, zegt men, nog meer: zij trachtte zig te wreeken over haar, die haare deugd bij haaren Gemaal verdacht gemaakt had, en zij fmeedde Staatslisten, die aan de Keizerin mishaagen moesten. Of haare ontwerpen waar of verdicht waren, zij had den tijd niet, om ze ter uitvoer te brengen. Zij ftierf in het kraambedde. Haar affterven veroorzaakte, dat aan catharina eene misdaad te meer werd aangewreven (1). Zoo dra men vernam, dat de Groot Hertogin den adem hadde uitgeblaazen, fcheen de Keizerin van droefheid overfielpt, en begaf zig naar Czarsko Zelo , alwaar zij den Groot Hertog met zig nam. Deeze Prins was met eene waarachtige aandoening vervuld. Ondertusfchen na dat zijne droefheid een weir ( 1 ) Het geen dit perucbt meer geloofbaar maakte, beftaat bier in, dat de Vroedvrouw, dij bij de bevalling der Groot Hertogin het opper tomcht had, wel dra een groot fortu:n maakte. Zij leefde zeer oiibedwongen met de Keizerin, en wai zeer gemeei zaam met den Prins potemkin, en den Graf.f besbo* kodcO) die dikwijls bij haar het middagmaal hielden. X 4 <776'  328 HET LEVEN VAN Ï77Ö. i \ weing bedaard was, onderzogc hij de papieren zijner Gemalinne, en vond in dezelve de brieven van razumoffsky. Aanftonds bragt hij deeze brieven aan zijne Moeder, en verzogt haar wraak te nemen over eenen man, die aan haare beveelen had durven ongehoorzaam zijn. De Keizerin, vreezende dat deeze zaak te veel gerucht zoude maken, en den zoon van den Hetman, di'e haar te vooren zoo. wel gediend hadde, begeerende te fpaaren, gaf echter den Groot Hertog genoegen, ten einde zijne ontevredenheid te doen bedaaren. Maar in plaats van razumoffsky naar Siberien te bannen, verbande zij hem naar Venetien, met den titel van haaren buitengewoonen Afgezant. Aan razumoffsky waren reeds te vooren aanzienlijke Gezantfchappen toevertrouwd geweest. Hij gevoelde, dat deeze nieuwe zending flechts een blijk van ongunst was. Hij aarzelde echter niet om dezelve aan te neemen. Na verloop van eenigen tijd, benoemde de Keizerin hem tot haaren Minifler te Napels (i % Hij bevond zig alCO De Graaf andreas razumoffsky fcheen gefchikt e zijn, om aan de Vorftinnen te behagen; want men verzekert, dat de Koninginvan Wafels hem haare gunst toelond.  CATHARINA II. 329 aldaar nog, toen de Groot Hertog eene reize door hallen deed ; en men merkt op , dat deeze Prins, bij het doortrekken van Napels aan razumoffsky deed verbieden (1), om zig in zijne tegenwoordigheid te vertoorjen. Weinige dagen voor den dood der Groot Hertogin kwam Prins hendrik van Pruisfen te Petersburg aan. Frederik, onderrigt zijnde, dat, terwijl men aan de bepaaling der grensfcheidingen van Polen arbeidde, de Afgevaardigden der tezamenverdeelendeMogendheden, het zoo onder eikanderen, als met de Poolen oneens waren, had verlangd, dar. zijn broeder met de Keizerin een mondgefprek ging houden , en de verfchillen ten einde bragt, die men tusfchen het Hof van Rusland en dat van Pruisfen trachtte te doen geboren worden. Prins hendrik beijverde zig; om hem genoegen te geven. Men bewees aan Prins hendrik dezelf de eer, als de eerfte keer, toen hij in Rusland gekomen was. Hij kwam zeer laat ir de Hoofdftad aan. Het was des avond: voor Paasfchen. De Keizerin, altoos oplet tend (l) In het jaar 1781. 1776, 1  330 HET LEVEN VAN tend , om den bijgeloovigen geest van het Gemeen te vleien, bragt met haare geheele Hofhouding het grootfte gedeelte van den nacht in de Kerk door. Prins he n d r i k zag haar eerst des anderen daags. Hij fprak dikwijls met haar alleen over de hinderpaalen , die zig in Polen opdeeden, en het was hem geene moeite dezelve uit den weg te ruimen. Het was in één van deezé gefprekken, dat de Keizerin eenige tegenwerpingen gemaakt hebbende , Prins hendrik haar openlijk toevoegde: — „ Mevrouw, ik zie een zeker „ middel, om alle deeze zwarigheden den ,, bodem in te flaan. Het zal u misfchien ,, mishagen uit hoofde van poniatowsky: „ maar gij behoort het goed te keuren; „ want men kan aan deezen Vorst fchaaver„ goedingen aanbieden, die hem meerder „ waardig zijn, dan de throon, waar op hij „ geduurig ftaat te wankelen. Men „ moet het overfchot van Polen ook ver„ deelen." — Dit denkbeeld behaagde aan de heerschzugtige catharina, en de vernietiging van Polen wierd befloten. Naauwlijks was de begravenis der Groot Hertogin afgeloopen , of de Keizerin was be-  C A T H A RIN A II. 331 bedacht, om haaren Zoon eene tweede Gemalin te geven. Zij zeide aan Prins hendrik , dat zij het oog had laten vallen op zijn Nicht, de Princes van Wurtemberg, en dat zij verlangde haar aan den Groot-Hertog te verbinden. De Princes van Wurtembergwas, reeds verloofd aan den Erfprins van Darmfladt. Maar Prins he ndrik, oordeelende, dat het Rusfisch Rijk voor haar van een veel grooter waarde wezen moest, dan bet Land-Graaffchap van Hesfen, hield zig dadelijk beezig met haar van haare verbintenisfen te ontdaan. Hij zond een Bode naar den Koning van Pruisfen, om hem de oogmerken der Keizerin mede te' deelen , en hem te verzoeken , van daar aan zijne goedkeuring te hechten. F rede rik aarzelde niet. De echt-verbintenis, door zijnen broeder voorgefteld, was al te gunfüg voor het ontwerp, om de banden van vriendfchap tusfchen Rusland en Pruisfen naauwer toe te haaien, dan dat hij zig niet belasten zoude met het zelve te doen flagen. Hij was bewust van de liefde, welke de Princes van Wurtemberg aan den Prins van Hesfen-Darmfiadt had ingeboezemd, maar wanneer 'er Staats-belangen mede gemoeid waa-  33* HET LEVEN VAN 1776. waren , wat was dan de liefde in het oog • van frederik? Hij fprak zelf met den jongen Prins, en maakte zoo behendiglijk gebruik van het vermogen, het welk hij op hem had, dat deeze minnnaar geloofde , dat het zijn plicht was en zijn roem vorderde, om 'er zijne liefde-drift aan op te offeren. Frederik, zeker zijnde van de infchikkelijkheid van den Prins van Hesfen- Darmfladt, gaf daar van berigt aan Prins hendrik, hem teffens meldende, dat de ouders der Princesfe van Wurtemberg zig tegen de verheffing van hunne dochter niet verzetten zouden. Hij noodigde te gelijker tijd den GrootHertog, om te Berlin te komen, dewijl hij verlangde, dat alvoorens iets te befluiten, deeze Prins de nieuwe Echtgenoote , die men hem toefchikte, zien zoude. Hij was zelfs wel in zijn fchik deeze gelegenheid waar te nemen, om den Groot - Hertog perfoonlijk te leeren kennen. De Keizerin, over alle deeze fchikkingen voldaan, deed aanzienlijke toebereidzelen maaken , ten einde haar zoon Prins hendrik zoude vergezellen. Zij fchikte veertig duizend roebels voor de reize van de Princes  CATHARINA II. 333 ces van Wurtemberg. Zij riep den Marfchalk romanzoff, die zig in zijne Landvoogdijfchap van de Ukraine bevond, naar Petersburg , en gelastte hem den Groot - Hertog naar Berlin te volgen. 1 „ Het is, zeide „ zij, alleenlijk aan de vriendfchap van Prins „ hendrik, en aan den ijver van den door„ luchtigften fteun van mijnen Throon, dat „ ik befluiten kan mijnen Zoon toe te ver„ trouwen." De Groot-Hertog vertrok het eerst van Czarsko-Zelo (i) ; des anderen daags nam Prins hendrik affcheid van de Keizerin. Welke ook de gevoelens deezer Vorftin mogen geweest zijn, zij fcheen zeer aangedaan , toen zij hen beiden zag vertrekken. Naauwlijks waren zij te Riga gekomen, of zij ontfingen verfcheiden brieven van haar. Zie hier den brief, welken zij eigenhandig aan Prins hendrik fchreef. „ Ik neem de vrijheid, om aan Uwe Ko„ ninglijke Hoogheid te zenden de vier brie„ ven, waar van ik u gefproken heb , en „ waar (i) De Marfchalk romanzoff, Graaf nicolaas soltikoff, Prins kourakin, en de yard narischkin, vergezelden hem. 1776.  334 HET LEVEN VAN „ waar mede gij u wel wilt belasten. De „ eerfte is voor den Koning uwen Broeder, „ en de andere voor de Princen en Prin„ cesfen van Wurtemberg* Ik durve u ver„ zoeken, indien het hart van mijnen Zoon „ zig tot de Princes sophia dorothea „ bepaalt, gelijk ik daar aan niet twijffele, „ om van de drie laatfte overeenkomftig der;, zeiver befchikking gebruik te maken , en „ dezelve met de inneemende welfprekend- heid , waar mede de Hemel u begaaft „ heeft, aan te dringen. „ De overtuigende en herhaalde bewijzen, „ die gij mij van uwe vriendfchap gegeven „ hebt, de hooge achting, die ik voor uwe „ deugden heb opgevat, en het onbepaald vertrouwen, dat gij mij hebt ingeboezemd, „ laaten mij geen twijffel over omtrent den „ .goeden uitflag eener zaak, die mij zoo zeer „ ter harte gaat. Konde ik dezelve in bete„ re handen toevertrouwen?" „ Uwe Koninglijke Hoogheid is zekerlijk „ een handelaar, eenig in zijn zoort: Gij „ vergeeve deeze uitdrukking aan mijne „ vriendfchap. Maar ik geloove niet, dat „ 'er een voorbeeld van een zaak van dien „ aart is, die zoo behandeld is als deeze. „ Het  CATHARINA II. 335 „ Het'is ook waarlijk de uitwerking van j, vriendfchap , en van het hartelijkst ver„• trouwen." „ Deeze Vorstin zal 'er het onderpand van „ zijn. Ik zal haar niet kunnen zien, zonder j, mij te herinneren,hoe deeze zaak tusfchen „ het Koninglijk Huis van Pruisfen en dat van „ Rusland, begonnen, voortgezet en geëin„ digd is. Mogte dezelve de banden, die „ ons vereenigen, voor altoos doen blijven „ voortduuren! „ Ik eindige, met Uwe KoninglijkeHoog„ heid opregtelijk dank re zeggen voor alle „ de zorgen en moeiten , die gij u gegeven hebt; en ik bidde u zig verzekerd te hou,, den, dat mijne erkentenis, mijne vriendje fchap, mijne achting, het hoog ontzag, „ dat ik voor u heb , niet dan met mijnen „ dood een einde nemen zullen." Zarsko - Zelo (geteekend*) den 11 Junij 1776. C ATHARIN A. Na een verblijf van vier en twintig uuren te Riga , en na de wapen - oeffeningen van verfcheiden Regimenten, die op eenigen affiand van 1776.  33ö HET LEVEN VAN •776. van de Stad gelegerd waren , bezig'tigd te hebben, begaven zig de twee Prinfen naar Mittau , alwaar zij door Hertog karei* yan Courland met veel beleefdheid ontfangen wierden. Deeze Hertog was de zoon van den beroemden bi ren , die zijne langduurige en hobbelige loopbaan met gerustheid eindigde. De Groot Hertog ontfing te Berlin de eerbewijzingen, die men aan den erfgenaam van den Rusfifchen throon verfchuldigd was. Prins hendrik droeg hem voor aan den Koning, die tot aan de deur van zijne kamer bij hem gekomen was. De Groot-Hertog fprak hem bij zijne ontmoeting dus aan. i, Sire! de beweegredenen, die mij van „ de uiterfte landpaalen van het Noorden „ tot in deeze gelukkige gewesten geleiden, j, zijn het verlangen om u te verzekeren van „ de vriendfchap, die Rusland en Pruisfen „ voor altoos moet vereenigen, als mede de „ vuurige begeerte om eene Princes te zien, „ die gefchikt is om den throon der Mofco„ viten te beklimmen. Haar van uwe hand „ ontfangende, durve ik mij belooven, dat }, deeze Princes daar door, én bij mij , en bij het Volk waar over zij heerfchen zal,>, des te meer geliefd zal weezen: Einde- „ lijk  CATHARINA II. 337 „ lijk verkrijg ik, waar naar ik zedert lang „ wenfchte; ik mag tans den grootften der * „ helden , het wonder onzer eeuw, en „ de verbaazing der nakomelingfchap aan„ fchouwen." FpvEDerik haastte zig om hem te antwoorden. „ Ik verdien zoo veele lof- „ tuitingen niet, Prins. Gij ziet in mij niets „ anders dan eenen armen kwijnenden grijs„ aart. Maar geloof, dat ik mij zeer geluk„ kig achte met binnen deeze muuren te ont„ fangen den waardigen erfgenaam van een „ machtig Rijk, den eenigen zoon van mijne „ befte vriendin, van de groote (1) ca- „ tharina." De Pruififche Monarch wendde zig toen tot den Marfchalk van romanzoff, en voerde hem te gemoet: — ,, Zijtwelkoom, ,, overwinnaar der Ottomannen! Ik vinde „ veel (1) Onaangezien deeze taal, had frederik eenen naamloozen brief gefchreven , en te Berlin in wandeling gebragt, waar in hij van de zwakheden van de groote catharina fprak, zoo juist overeenkomstig de waarheid , dat dezelve raar een fchimpfchrife geleek. II. deel. Y 1776.  1776. 338 HET LEVEN VAN „ veel gelijkheid tusfchen u, en mijnen Ge„ neraal winterfeld (i)" ■ „ Sire! (hernam de Generaal,) hetzou„ de vleiend voor mij wezen, indien ik, al „ was het onvolkomen , geleek naar eenen ,, Generaal, die zig in den dienst van fre,, der ik zoo roemrijk onderfcheiden heeft." ,, Ach! (was het weder • antwoord des Konings) ,, gij moet u veel eer verhoovaar,, digen over de overwinningen , die uwen „ naam tot het laatfte nagedacht zullen ver„ eeuwigen." (2). Na (1) De Generaal winterfeld was bij den Koning van Pruisfen zeer bemind. Hij was dezelfde, die het léger redde, waar over de Erfprirs, vadtr van den te^enwoori i^cn Koning, het bevel voerde, toen hij ipet zijiK-n broeder in onmin was. (2) Fr ki) er ik had veel achting voor den dapperen romanzoff. De betuigingen, die hij hem toevoegde, herinneren het geen 1 ij eenige jaaren te vooren zeide aan den Vel i - Marfchalk razumoffsky, gewezen gunsteling van de Keize;in elisabeth. Razumoffsky was bij eene monftering van krijgsvolk, die frfderik te Potsdam deed, tegenwoordig. Deeze Vorst vroeg hein , hoe hij de wapenhandeling von.i. Razumoffsky, een weinij verlegen, antwoordde: —— „ Sire! Ik ben niet meer dan „ een  CATHARINA II. 339 Na een gefprek van een half uur met frederik, begaf zig de Groot-Hertog naar de Koningin , alwaar het geheele Hof bij elkander was. Hij zag aldaar de Princes van Wurtemberg. Hun huwelijk wierd dadelijk befloten. De feesten te Charlottenburg, te Potsdam, te Sans-Souci waren meenigvuldig. Maar voor den Marfchalk romanzoff moet alleraangenaamst geweest zijn de bcfchouwing der wapen-oeffeningcn van de bezetting te Potsdam. Frederik deed zijn volk bij bataillons quarrés krijgs- oeffeningcn vettig' ten , in naarvolging van den bloedigen {lag van Kayal, alwaar de Rusfen eene volkomcne overwinning op de Ottomannen behaald hadden. Prins hendrik geleidde vervolgens den Groot-Hertog naar PJieinsberg, alwaar hij hem ee'n feest gaf, het welk vier dagen .duurde, en waar bij hij geen minder fmaak, dan kostbaarheid ten toon fprcidde ( O- Paul „ een Burgerlijk Generaal. " Och! (was het wederantwoord van frederik,) „ wij ke.ini.ndat hier „ niet." ( ij Ik heb niet gefproken van de gefchenken, wel- y a ks i77<5.  34° HET LEVEN VAN 1776. I l Paul petrowitz, Rheinsberg verlaatende , keerde naar Petersburg te rug. De Princes van Wurtemberg begaf zig ook fpoedig derwaarts. Zij omhelsde den Griekfchen Godsdienst, en wierd met den Groot-Hertog door den echt vereenigd ( 1). Twintig jaaren na hun huwelijk, hebben deeze twee Echrgenooten gezamentlijk den Rusfifchen throon beklommen (2). Ca- ke de Keizerin aan Prins hendrik en zijn gevol ; deed. Zij «aren treffelijk, zoo wel de gefchenken, die de GrootIlertog aan het Hof van Berlin uitdeelde, als hij zelve ontfing. Frederik gaf hem, oi der anderen, twaalf rijpaarden van de uitgelezenile fchoonheid. CO Uit dit huwelijk zijn gebooren drie Frinfen en vijf Princesfen. De Prinfen zijn: alexander paulowitz, ee- booren den 12 December 1777. constantyn paulowitz, gebooren den 27. April 1779. En nicolaas paulowitz, gebooren den 2.Julij 170$. De Princesfen zijn: alexjkdra paulowna, gebooren den 27. Julij 1783. helena paulowna, gebooren den 13 December 1785. vi a r 1 a paulowna, gebooren den 4. Februarij 1786. catharina paulowna, gebooren Jen 10. Meij 1788. anna paulowna, ge¬ boren den 7. Januarij 1795. CO Bij het affterven van catharina II., voorhallen deH 17 November 1706.  CATHARINA II. 341 Catharina , eene tweede Gemalinne aan haaren Zoon gegeven , de grenspalen van ■ haar machtig Rijk uitgebreid, en het vuur van mukerije in de afgelegenfte Gewesten uitgedoofd hebbende , fcheen zig met niets" meer te moeten beezig houden, dan met het ftil genot van haar gezag. Maar de ftilte was voor haaren heerschzugtigen geest niet gefchikt: rustige vermaaken waren voor haaren onrustigen geest niet genoegzaam. Zij wilde nog roem verkrijgen , of liever zig berucht maken , het geen zij maar al te dikwijls met den waaren roem verwarde; en 'er was niets, het geen zij aan dit hoogmoedig verlangen niet opofferde. Wanneer haare legers ophielden, met aan geene zijde haarer grenspaalen overwinningen te behaalen, was het noodig, dat de Faam voor haar een ander zoort van zegepraal gereed maakte. Europa weergalmde van de fchitterende daaden haarer Vorftelijke weldaadigheid, van de aanmoedigingen , die zij aan de Wetenschappen en Konften gaf, van den prijs, dien zij op verdienden ftelde, van de weldaaden, die zij aan vreemdelingen bewees , en van de talrijke inrigtingen, die zij maakte om de arbeidzaamheid en rijkdomman haarer volY 3 ken 1776.  342 HET LEVEN VAN 1776. ken te vermeerderen. Eenige vleiers , die ■ wel betaald wierden , verhaalden met een grooten ophef alle deeze gebeurtenisfen, en de weerklank der nieuws-papieren verfpreidde 'er meer en meer het bericht van. De Hoogefchool van Petersburg, die onder haare leden veele wijdberoemde mannen telde, en die zekerlijk niet de min lofwaardigfte der Hoogefchoolen was, maakte zomtijds de ontijdige vergooding van catharina. Wanneer deeze Vorftin zig niet op haare zitplaats begaf, rigtte men op de plaats, voor haar gefchikt, een borstbeeld op, het geen haar verbeeldde met de kenteekenen van minerva. Men behoort het echter eens te zijn, dat catharina aan de kuifche dochter van jupiter in alles niet gelijkvormig was. Gregorius orloff, aan het Hof te rug gekomen- zonder derwaarts geroepen te zijn , fcheen zig langzaamerhand gewend te hebben, om potemkin de eerfte plaats bij den throon van catharina te zien bekleeden. Potemkin , trotsch op zijnen invloed, en meer naijverig om een onbepaald gezag, dan om de liefde der Keizerin te behouden , liet haar gerustelijk haaren fmaak voor zawadoffkv volgen. Zedert agttien maan-  CATHARINA II. 343 maanden vervulde hij de plaats van ondergefchikt gunfteling, wanneer zig eensklaps zijne heerschzugt openbaarde. Hij had het voorbeeld van potemkin voor oogen. Hij d»acht, zoo wel als hij , uit de armen der Keizerin tot den post van eerften Staatsdienaar te kunnen overgaan. Maar, om daar toe te geraaken , moest potemkin daar uit verftooten worden. Hij arbeidde daar toe met ijver. Hij trachtte de heerschzugt van potemkin bij de Keizerin hatelijk te maken. Hij zogt hulp bij misnoegde Officiers , bij nijdige Hovelingen , bij doorflepene vrouwen. Potemkin van deeze listen onderrigt, en bekwaamer dan zijn mededinger, befloot hem den voet te ligten. Een louter geluk verfchafte hem daar toe bijna dadelijk de gelegenheid. Een jonge Serviër, met naame zoritz. Officier van de Husfaaren, kwam te Petersburg om zijne bevordering te verzoeken. Hij was groot, zeer wel gemaakt, en gefchiki om de begeerten eener wellustige vrouw or. te wekken. P o t e m k i n , die de onftandvastigheid, en den driftigen fmaak van catharina kende, gaf aan zoritz eene aanfteh ling als Capitain, en zorgde, dat hij zig be vont 1776. 1  1776*. 3*44 HET LEVEN VAN 'vond ter plaatfe, alwaar de Keizerin voorbij • ging. Zij bleef niet in gebreken hem op te merken. Des anderen daags kreeg zawadoffsky zijn affcheid. Zoritz bekwam zijne plaats. Zawadoffsky, die reeds veele weldaadcn van de Keizerin genoten had, ontfing , op het oogenblik van zijn vertrek , een ge< fchenk van negentig duizend roebels, eene vermeerdering van jaarwedde van vier duizend roebels, en een aanzienlijk ftuk lands. Zoritz ontfing te gelijker tijd een landgoed van honderd twintig duizend roebels, benevens de gewoone gefchenken. Deeze nieuwe minnaar, zonder opvoeding, zonder ondervinding, konde den hoogmoedigen potemkin niet in den weg zijn. Tevreden, met in ftilte aan de vermaaken der Keizerin dienstbaar te zijn, maakte hij van haare gunst geen gebruik, dan om den invloed van hem, aan wien hij dezelve verfchuldigd was, meer en meer te verzekeren. Het was met potemkin alleen, dat de Keizerin de lotgevallen van Europa in overweging nam.  BERICHT voor den BINDER. Plaat III, Verbeeldende htt Pottrtrait van grë. gorius orloff, te plaat/en tegen over Bladz . • • • 2°* Plaat IV, Verbeeldende het Pourtrait van stanislaus august poniatowsky, Koning van Polen, f plaatfen tegen over Bladz. . • • • • 192'