PUBLICATIE
van het
UITVOEREND BEWIND
der
BATAAFS CHE REPUBLIEK;
HOUDENDE EENE WET voor HET ArMEN-Bestuur over DE GEHEELE REPUBLIEK.
Gearresteerd den 15. July 1800.
het zesde jaar der bataafsche vrvhe1b.
In den HAAG, ter 'sLands Drukkerye 1800,






E k 3
Elk Kerkgenootfchap, Burger, of Genöoifchafi van Burgers, welke de arms Leden der Maatfchappf van de noodwendige levensbehoeften verzorgen s maaken zich verdienstclyk jegens *t Vaderland j est devzetver gedichten zullen onder de byzondere directie blyvèn van de zodanigen, welke, ingevolge de dichting? daar over zynaangedeld.
9- .. .... «rog
' Wanneer een Kerkgenootfchap geen genoegzaams middelen bezit, om zyne behoeftige Leden te dader* houden, of zulks niet verkiestj kan het daartoe. m«È verplicht worden ; maar zyn die Armen ais Kinderen. Van den Staat aan te merken;
10. . . ■)
Door Leden van een Kerkgenootfchap worden ver* ftaan zodanige P rfoonen, welke volgens de Leere van iedere Kerk tot dës*elfs Ledematen worden aangenomen of erkend, met derzel"er minderjarige Kinderen i als mede zodanige meerderjarige Kinderen j welke by hun inwoonen.
ij.
Wanneer flechis één der Hoofden van het Huisgezin het zy de Man of de Vrouw, Lid is, of by öve'rlyden van een van beide, Lid g.wsest is van ee» een Kerkgenootfchap, het welk de Armen-Fondfen niet heeft overgegeven, zal'er eene Genteenfchappe. ivke Alimentatie plaats hebben; 'er zal iu dat geval aan diergelyk een Huisgezin * wanneer het onderdand behoeft, du onderftand uit de algemeen? Armen-KaS gegeven worden, en zodanig Huisgezin onder de beheering. van het algemeen Armen-Beduur daan; doch door dat Armen-Bettuur zal van het Kerkg.noodehup, daarvan een of meer PerP.onen van zodanig HuisgeA' 2 iiB



( » >
GEL YKHEID, VRYHEID, BROEDERSCHAP.
P U B L IC A TIK
Het UITVOEREND BEWIND der BATAAFSCHE REPUBLIEK, doet te weten:
Dat, naardien, volgens het 48. Arr. d-r algemeene beginzelen, vóór de Acte van Staa.sregeling geplaatst, het tegeien by eette uttdmkkelyke IVet van het Armen' jBeftitur, over de geheele Republiek, aan het Vertegen" woordigend Lichaam verble 'en is, hetzelve, na voorafgaande deliberatie , befloten en verordend heeft, deswegens te arresteeren de Articulen hier na volgende:
Art. i.
'Er zal een Arm-Beftuur over de geheele Republiejc plaats hebben.
s.
Dit Beduur zal zorgen, teneinde onderftand aan den Onvermogenden, arbeid aau den Nyverigen worde verfchaft.
3* J A
'Er zal geen algemene ïuëinfmelnng der Armen-
Fondfen binnen de BataaffcJie Republiek plaats nebben,
A . 4.



I?.
Armen, of iCindereiï van den Staat zyn alleen zodaKlgcn , welke zich de noodwendige behoeftens de$ legers niet kurpen verfctjaffen , of door andere daa| ■van iiiet voorzien worden.
5.
Hier toé behooren alle die geenen, w$lke onder den naam ifan Stedelyke, Dorps, Gemeene, Heilige Geest A/men, of order welke benaaming ook, onderftand, of verzorging der noodwendige leyensber hoefren o- tfarsrsn, uit eenige inzameling vau Penningen , Kasfen of Fondfen, welke niet toebehoren aan ? of ftaa^ onder -de b^heering van eenigKerkgenootfchap, Burg r, of Genootfchap van Burgers, maar welke dooi, of van wegens het Poïiticq Bcftuur van GeMeentens , Ambten of Districten, worden geadminir ftreerd, en waarop allerlei behoeftigen, zonder onderfclicid van Godsdienstige Geloofsbelydenis^anfpraak lubben, of wa r uit onderhouden worde*: zodanige Armen, welke door geene Kerkgenootschappen voor de hunne worden erkend uf aangenomen.
6.
Alle de zodanigen in het naast voorgaande Articul prafchreven Armen , zullen tetftond na het in werking brei.gen van het algenven Arm' n-Beftuur, aan deszelfs zorge toebetrouw.1, en door hetzelve als Kinderen; van den Staat worden overgcuomen.
7-
En zullen mitsdien te *.;elyk met dezelve san beti algemeen Armen Beduur overgaan, alle de Gelden1 Fondfen en Bezittingen, welke ftrekken, om de gelegde Armen daar uit geh».el of gedeeltelyk te onderhouden, mitsgaders alle Gedichten en Etablisfemenr|ch tot deztlve betrekkelyk. :



L 4 3
zin Ledematen zyn,'sjaarlyks worden afgevordert het: aandeel in de kosten, welke dat onderfland, naar af-■ trek der verdienden, bedragen heeft, én welk aandeel; zal berekend worden naar het getal van Prrfoonen, zodanig Huisgezin uitmakende, zonder onderfcheid,, ©f de een daar van meerder dan de ander heeft genoten, of heeft kunnen genieten.
12.
Wanneer eenig Kerkgenootfchap verkiest om zyne; behoeftige Leden te onderhouden, zal hetzelve zulks; mogen doen, mits hetzelve aan het algemeen Armen-. Beduur toone, dat deszelfs Fondfen toereikende zyri; tot dat onderhoud.
13.
Over diergelyke Kerkgenootfchappen zal een indirect toeverzicht plaats hebben van wegen het algemeen Armen-Beduur; in diervoegen, dat zy zonder voorkennis en toedemming van dat Armen-Beduur geené ! vaste Goederen en Effecten zullen mogen verkopen, of bezwaren; dat zy in het doen van hunne bedeelingen en in het verfehaffen van Werk aan dezulken, welke nog iets kunnen verdienen, zich zullen moeten gedragen naar het geen in deeze opzichté door het algemeen Armen-Beduur gevolgd word, én bet welk aaa hun door hetzelve zal worden kenbaar gemaakt. 14.
Ten einde zeker te zyn, dat daar tegen niet, op deeze of geene wyze worde aangegaan, zullen diergelyke Kerkgenootfchappen,aan hét Gémeénte-Beduur, Waar onder zy behoren, jaarlyks moeten overgeven Copie authenticq van hunne gefloten rekening, en daarby moeten overleggen geverificeerdè Naam lysten van de Perfonen door hun bedeeld, en yan de bedeelingen door elk nunner in het byzóndër genotén, met
pp-



t s 3
opgave tevens van den arbeid, die dezelve bedeeld* Perionen, geduurende het voorige Jaar, verrigt h^benj waarbyzal moeten gevoegd zyn eene verkl.tuig van de Arm-beduurders dier Kerkgenootfchappen , door dezelven alle mogelyke zorg is gedrag*, öra de arbeidaaamheid der bedeelden te bevorderen.
15- , . .
De zogenaamde Actens van Borgtogt, of Indemniteit, zullen voordaan niet meer mog-n gegeven tfl genomen worden- echter zA een Kerkgenootfcn-tp, het welk voor zyn eigen Armen zorgt, niet gehoitueil Zyn eenig onderftand te verfehaffen aan de zodanigen, welke met de woon van elders inkomende, m dö laatden drie Jaaren eenig onderftand uit de eene of andere Armen-Kas hebben genooten . of die bhmett een ïaar na hun aankomst behoeven,' maar zullea de zodanige uit de algemeene Armen-Kas bedeeld worden»
16.
Wanneer een Kerkgenootfchap in gebreeke blyft, cm aan een of ander van deeze Artikelen, het zy geheel of ten deele te voldoen, of ook wanneer, zö uit d'eszelfs rekeningen, als uit andere oinftandigaedett blykt dat hetzelve buiten (laat is geraakt, om, uil de gewoone vruchten der Effecten, en uit de Giften, eyne arme Ledematen verder te kunnen onderhouden* zal hetzelve door het Armen-Beduur kunnen genood* zaakt worden tot overgifte van de Armen, met der* gelver Fondfen.
Wanneer een Kerkgenootfchap derzelfs Armen &18 Kinderen van den Sraat vrywulig overgeeft, of daartoe door het Armen Beduur, om billyke redenen 9 des aoods doer het Vertegenwoordigend Lichaam « A S b*'



C 6 }
béóordeelen, genoodzaakt wordt, moet het teven» afdar.d doen van alle Fondfen, door Gift, Erfmaaking, Inzameling of Aankoop, voor dezelve verkregen.
iS.
£ier toe kunnen niet gerekend worden zodanige Goederen, welke dit Kerkgenootfchap kan bewyzen, door vrywillige Gift, Erfmaaking, Inzameling of Aankoop tot andere eindens, dan tot onderhoud der Armen verkregen te hebben.
19.
Wanneer eenig Kerkgenootfchap een gemeen Fonds bezit tot onderhoud der Armen, en te gelyk tot andere einden gedicht, gemaakt of gdchonken , zal by de overgifte der Armen een fchiftjpg en fcheiding van zodanig Fonds moeten plaats hebben.
20.
Dit zal derwyze gefch.eden, dat by de overgifte van dat gedeelte van liet Fonds, waar van geen oirfpronelyke destinarie bewysbaar is, het getal der Zielen van'zodanig Kerkgenootfchap zal worden opgenoomen, en het hoofdelyk aandeel der overgaande Armen met dezelven aan den Lande afgegeven. 21.
Na zulke een fplitzing, zullen dè Armen van zo« danig Genootfchap als Kinderen van den Staat worden aangemerkt, en alle verdere aanfpraak op het voorige Gemeene Fonds ophouden.
24.
• Alle zodanige Liefde Gedichten, welke hunnen oorfprong en voordaaurend bedaan aan Erfmaakingeu of Donatiën alleen verfchuldigd, en ingericht zyn naar bepaalde Weren, overeenkomdig den wil der Teicateur» of Donateuren, zullen aan geen direet of
in-



C 7 3
indirect toezicht van het Armen-Beduur worden onderworpen ; maar alleen ondergefchikt blyven aan zodanig toeverzicht, als by de doaatie, of maaking, is bepaald.
23-
Alle Godshuizen en Liefde-Gedichten, met dë Fondfen, en revenuen daar aan verknogt, welke zyn het wettig eigendom van eenig Kerkgenootfchap, geen afftand hebbende gedaan van het onderhoud zyner Armen, en mitsdien daan onder derzei ver afzonderlyke beheering en administratie, zullen aan de zodanig&n in vryen eigendom verblyven, en alleen onderworpen zyn aaneen indirect toeverzicht, by Art. 13^ ,|;efchreven*
Daar en tegen zullen alle andere openbaare Liefde; Gedichten, waar ia verlaaten Kinderen,of Weezen* worden opgevoed, gelyk mede dezulken, waarin bejaarde behoeftige Lieden worden onderhouden , welke niet zyn bet eigendom van eenig Kerkelyk, of ander Genootfchap van Burgers , en door of van wegen het Politicq Beftuur worden geadministreerd, komen onder de beheering van het algemeen Armen-Beduur; en zullen de conditiën en midfen, welke by donatiën ef maakingen aan deeze Gedichten mogten zyn gehegt, in zoo verre dezelve drekken tot verzorging der GeÜlimenteerden, zoo veel mooglyk worden naargekomen, immers daarin geene veranderingen mogen worden gemaakt, dan op uitdrukkelyke authorifatie van het Vertegenwoordigend Lichaam.
25-
Insgelyks zullen alle Gasthuizen en Hospitaalen, welke tot geneezing of verpleeging van Armen, of verlatene Lyders cn Lyderesfen dienen [die der BaA 4 taajf-



C 8 3
taaffche Armée en Marine alleen uitgezonderd] met derzelver Fondfen en Revenuen gebragt gebragt wor->' den onder het oppertoezicht en de beheering van het algemeen Armen-Beftuur.
26.
Het Armen-Beduur over de geheele Bataaffche Republiek, zal gedirigeerd worden door het Uitvoerend Bewind, de Difpartementaale en Gemeente Beduurenj en daar door aangedelde Armmeesters.
a?.
Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek zal het Hoofd- of Opper-Arm-Beftuur uitmaaken. a8.
Het Uitvoerend Bewind zal de Indructie voor de . Departementaale Beftuuren, ten dien opzichte, ontwerpen.
29.
Het Uitvoerend J^ewind zal zorgen, dat, ter behoorlijker plaatfe, zodanige Magazynen worden geappropriëerd en aangelegd, als ter bewaaring en uitdeeling van allerlsi Levensmiddelen, BranddofFen, Kleederen, en wat dies meer is, vereischtworden. 30.
Het zal insgelyks zorgen voor het aanleggen en organifeeren van zodanige Werkhuizen en Gedichten, als gefchikt zyn, om daar in, den behoeftigen arbeid , en de arme Kinderen een nuttige opvoeding te verfehaffen.
Het Uitvoerend Bewind zal een Voordragt doen aan het Vertegenwoordigend Lichaam, zo omtrend het getal, als de verfchillende Salarisfeu Van alle zodanige Commifen, Opzieners,Boekhouders, Clercquen en andere Comptabelen, welke tot dc Gedichten,
Ma-



E 9 3
Magazynen en Werkhuizen, ondèr directie der De* partementaale en Gemeente -Beftuuren, zullén nodig! geoordeeld Worden.
32.
Het zal een algemeen Reglement vervaardigen, volgens het welk de huishouding en werkzaamheden der opterichte Magazynen en Werkplaatzen , door de Departementaale Beftuuren zullen bepaald worden, en dit Reglement gezonden ter approbatie van het Vertegenwoordigend Lichaam.
33-
Het zal Jaarlyks de Rekening, en verantwoording der Departementaale Beftuuren moeten opzamelen, ten einde na den onlangst derzelven, den algemeefien Staat en het Deficit tot onderhoud der Armen in de Bataaffche Republiek te kunnen opgeeven, op dat daar in door het Wetgeevend Lichaam moge voorzien worden.
34-
Het zal de nodige recherches doen, welkeArhieriFondfen, achtervolgends de gedecreteerde beginfels, by dé overgift der Armen aan den Staat vervallen, dérzelver gefteldheid, het getal der Gealimenteërden, en hoedanig provifioneel, zoo wel met die Fondfen zal géhandêld worden, als in het te kort komendé zal voorzien worden, om, na Comparatie van het een en ander, met de ingeleverde Arm-Staaten van het geheele Gemeenebest, deswegens, zoo fpoedig mooglyk, aan het Vertegenwoordigend Lichaam den noodigen voorflag te doen.
iS>
De Departementaale Beftuuren zullen; ieder in hun Departement, naar het voorfchrift en onder approbatie van hét Uitvoerend BéWind, alles in werking A 5 bren-



t n i
brengen, wat tot den ?anleg en inrichting der Ma* gazynen, Werkplaatfen en Gedichten, en het onderhoud én alimentatie der Armen, als Kinderen van den Staat erkend, vereischt wordt;
35.
Zy züllea insgelyks, naar het voorfchrift van hef ] Uitvoerend Bewind, dé aanfteliing hebben van allé Zódanige Commifen , Boekhouders, Clercquen en ah- ) dere Perfoonen, als by het beheer der Werkhuizen ! en Magazynen nodig zyn.
37-
Zy nullen tweemaalen in het Jaar aan het Uitvoetend Bewind fpecifique Lysten inzenden van de Producten, zoo wel als van de Èeiwaaren, met byvoeging van de quantireit, en voor welke pryfen, dié jn hun Departement kunnen Worden afgeleverd. 38.
Zy zullen de Ipfffüctiëeh opficllen, waar naar ziek de Gemeente - Beftuuren in hun Departement zullen moeten gedragen.
3>
Zy zullen de rekening en verantwoording relatif het Armen Beduur der refpeCtive Gemeente Beftuuren jn hun Departement ontvangen, en, na dezelven onderzogt en genpprobeerd te hebben, aan het Uitvoerend Bewind inzenden.
4pJ
Zy zullen zich in clles gedragen naar de Inftrüctiëo, hen door het Uitvoerend Bewind voorgefchreévtn.
4i-
De refpective Gemeente-Befiuuren zullen, achtervolgends d; Infli-uctiën van het Departementaal Beftuur» waaronder zy behooreri, zoo verre zulks hun
ïes-



[ - " f
fesfort betreft, al dat geen verrichten, wat tot direc-: tie van het Armen-Wezen vereischt wordt.
42.
Zy zullen zorgen voor den richtigen Ontfangst en Uitgave der benodigde Goederen, zoo wei als voor den Inkoop der Materiaalen,en aflevering der bewerk, te Stoffen.
43.
Zy zullen Contracten mogen fluiten met alle Werk, baafen en Meesters van Ambagten en Huislieden, zoo wegens de Goederen, Welke die kunnen leveren, a's over de Conditiën, waarop men Armen, zoo Arbetr ders als Leerlingen, by hun zou kunnen befteeden. 44»
Zy zullen file Penningen, profluëerende uit Erfmakingen, Giften en Inzamelingen, van wat aart ook, in ontfangst neerqen, en elk aan hun Departementaal Beftuur verantwoorden,
Zy zullen gequalificeerd worden , om, wanneer eenig Kerkgenootfchap, welke de bezorging hunner Armen aan zich hebbe behouden, en die niet behoor yk mogten ahmenteeren (zodanig dat hier uk-gebrek en bedelary zou kunren ontdaan,) dezelve aan hunne verplichting te herinneren, en ingevalle deeze exhortaue vruchteloos mogt zyn, als dan daarvan kennis te gesven aan hun Departementaal Beftuur, ten einde zodanig Kerkgenootfchap tot beeter onderhoud hunner Armen, ofwel, tot overgifte derzelven, met de Fondfen, hen competeerende, aan het algemeen Armen-Beftuur, worde geconftringeerd.
Zy zullen, elk in hun Jesfort, op hun «rucwoo* delykheid, zodanige Atmmeester* aanftelUn, welke



C i* 3
als Midden-perfoonen tusfchen hen'en de behoeftigen " al dat geen verrichten, waar door, in de nood derzelven, op de vaardigde, geichiktfte eji minst kostbaare Wyze kan voorzien worden.
47-
Zy zullen het getal der Armmeesters bepaalen, naar mate van hun verfchillende uitgeftrektheid, en de meenigte der Armen, zich ter eiker plaatfe bevinden* de.
48.
Zy zullen bevoegd zyn, om, waar zulks onvermydelyk noodzaaklyk is, den Armmeesteren een of meer Suppoosten, ter adfiftentie, op een gering falaris, onder approbatie vau het Departementaal Beftuur toeter voegen. f
49'
Zy zullen eindelyk zich in alles moeten gedragen naar de Inftructiën, door elk Departementaal Beftuur voor de^elven vervaardigd.
50.
Zy zullen de Voordragt hebben van Regenten en Regentesfen der openbaare Geftichten en Gasthuizen binnen hunüe Gemeente; in dier voegen, dac voor elk der vaceerende plaatfen, door hun aan het Departementaal Beftuur een drietal van kundige en gefchikte Perfoonen zal voorgedragen worden; waaruit door het Departementaal Beftuur de verkiezing zal worden gedaan, onder approbatie van het Opper-Arm-Beftuur.
T J 5*»
In de aanftelling van Armmeesteren, of Voordragt van'Regenten en Regentesfen der Gasthuizen, zullert zy geenerlei uitfluitend reguard mogen flaan op derzeiyer Godsdienftige begrippen, maar daartoe alleen de kundigfte, yverigfte en deugdzaamfte in aanmerking moeten neemen,
52-



Edoch ten aanzien van Regenten en Regentesfen over de openbaareGeftichten van opvoeding of faamenwooning,zullen zy inzonderheid hunnen aandagt moeiten vestigen op perfoonen, toegedaan aan die Geloofstielydenis, welke in elk deeze Geftichten onderwezen, of door de bewooners derzelve aangekleefd en agtervolgd word.
53-
De Armmeesters "moeten, achtervolgends de -Last van hunne Gemeente-Beftuuren. zich inzonderheid bevlytigen,om den toeftand der Armen, in het Kwartier 'of de Plaats^, hen aangewezen , ftiptelyk te onderzoeken, en daarvan een naauwkeurig berichtte geven, op zodanige Lysten, als hen ter invulling, daar toe gullen worden ter hand gefield.
Zv moeten getrouwelyk, achtervolgends hunne Inftructiën , ten geftelden tyde, de Verblyven der Armen, wejke niet in byzondere Gedichten onderhouden worden, bezoeken, en ten fpoedigften van hun bevinding verflag doen.
S$i
Zy moeten aan de refpective Gemeente Beftuuren, ■wanrtoe zy behooren, jaarlyks de Naam-lysten der Gealimenteerden fuppeditseren, ten einde het ftemmen derzelven in de Grondvergaderingen worde voorgekomen.
56.
Zy zullen de Penningen inzaamelen, welke by wyze van algemeene of byzondere Collecten mogten geheven worden.
57.
Zy zullen verplicht zyn , zich in alles te gedragen naar de Inftructiën, waarop zy worden aangefteld.
53.



r 14 i
58.
Het Vertegenwoerdigend Lichaam behoud aan zich de faculteit, om deeze Wet te ampliëeren, te expliceeren, te vermeerderen of te verminderen, zo en indier voege, als hetzelve zal vermeenen te behooren.
Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind , in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deeze zal, worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulk», behoort,
Gedaan in den Haag, den i£. July 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vryheid.
£ Was geparapheerd J
F. ERMERINS, vt. [Onder ftond] Ter Ordonnantie van hetzelve [Geteekend]
C. G. HULTMAN.