01 1067 6400 UB AMSTERDAM  NIEUWE TEGENWOORDIGE STAAT E N GEOGRAPHIE DER NEDERLANDEN. EERSTEN DEELS TWEEDE STÜK.   VAD ERLANDSCHE GEOGRAPHIE, O F NIEUWE TEGENWOORDIGE STAAT e n HEDENDAAGSCHE HISTORIE | DER NEDERLANDEN, door W. A. BACHIENE, hoogleer aar in de sterke- en aardrykskunde , en predikant te maastricht lid van de hollandsche maatschappy der weetenschappen te haarlem , enz. EERSTEN DEELS TWEEDE STUK. HOLLAND. met veele afbeeldingen. Te AMSTERDAM by H. GARTMAN, W. VERMANDEL en j. W. SMIT. m £ c c x c i. Met Privilegie van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van hêlland en lVesifriesland.   HOLLAND.  %94 HOLLAND. I I. De PROVINCIE HOLLAND- T"V tweede Provincie, in rang na Gelderland vol. J-^^f' |S„H0LLAND; die de uitgeftreklte, de volkrykftc en de magtigfte is, onder alle20 verre, dat, daarom, alle de gezaamlyke Ver». BigdeProvinciën, naar deze ééne, als de voornaamitc, by de Uitlandercn, genoegzaam, eeniglyk, met den naam van Holland worden uitgedrukt': en dcrzelvcr Imvoqnercn , met den naamivak Hollanders. Ten westen, word deze Provincie in derzelver ganfche lengte , door de Noordzee bepaald: ten noorden, door de zogenoemde Middel-zee; die haar affcheid van Vries, land: enten oosten, gedccltclvk, doordeZuiDER zee, en gedeeltelyk door de Provinciën Utrecht en Gelderland: ten zuiden, door Staats Brabant, en, voorts, door deZeeuwfche Stroomen • die dezelve, van Zeeland, afzonderen. Hoe veel moeiten men zich geve, om den oorfprongenbeteekenisfederwj-^»^/»^ Van eenige landen, fteden enz. uittevorfchen ; komt, toch, al Wat men daarin gevorderd is,meest uit,op gisfingen; en, evenzo is het, met den naam van Holland: dien fommigen willen hebben ontleend', van zeker doq I IolLand ; 't welk eerst zyn naam zou medegedeeld hebben aan den Hollandfchen of ZuidhoU land.  HOLLAND. 395 landfcben waard, naby Donrecht; welke daarna, in 1421, met die- en meer andere dorpen, door het water groot deels weggeraakt is. Anderen willen, Holland, eene verbafterde uitfprake te zyn, van Holtland; zo veel gezegt, ais een land, waarin veel holt- of houtgewas gevonden werd: naamlyk, voorheen: waarvan de bewyzen noch voorhanden zyn, in de menigte der om verre gevallen boomen, die men, aan ibmmige plaatzen dezer Provincie onder de aarde bedolven vind; met hunne toppen noordoofhwaard liggende:van welke boomen,men doorgaans meend, den ta//gegroeid te zyn. Anderen weder denken , deze naam zy faamgefteld, van die beiden woorden, Hol- en Land; zo veel aanduidende als een Land, dat laag, en als uitgehold is. Het laatft voorgeftelde vind de meeft waarfchyn* Jykheid. De nabygelegenheid dezer landftreek aan de Zee geeft, den Inwooneren dezer Provincie, 't onvergelykelyk voordeel, niet alleen der Vijfcheryen, maar ook der Scheepvaart, ter bevordering van den Koophandel, met alle de landen der geheele waereld. Hoewel 't laatstgenoemde voordeel hun van grooter waarde zyn zou; byaldien deze Provincie, van meerder en gerieflyker havens mogt voorzien zyn. Ter andere zyde, is de Zee, voor deze Provincie, zeer kojlbaar: want, alhoewelze , aan de meefte plaatzen, bedwongen word, door de duinen, als natuurlyke zee-dyken; zyn toch deze, byna overal, door den tyd merkelyk afgenomen, en zelfs, hier en ginds, geheel weggeraakt: weshalven, men in de noodzakelykheid gebracht is, om dit gebrek door zwaare dyken te vergoeden; tot welker aanleg en onderhoud groote geldfommen befteed zyn: en noch dagelyks worden; voornaamlyk, Jai'»gs da Zui'  39Ö HOLLAND. Zuider. en Middel-zee; alwaar in 't geheel geene duinen gevonden worden; en men overal, door zodanige dyken, de lage binnenlanden tegen de overitroomingen moet beveiligen: gelyk ook, aan de monden derïivier de Maas; welke, door het inlopend zeewater, ten tyde der vloed en Springvloed allermeeft, wanneer de wind flerk uk het wetten blaaft, geweldig kan opzwellen, en de ganfche Provincie in gevaar brengt, van ondervloeijinge Des te zorgvuldiger, is men in Holland bedacht,op zodanige middelen van tegenweer: dewyl die Provincie, voor en na, te meermaalen, van de overfhoomingen veel geleden heeft: als, in den jare 1421; toen op S. Elizabeths nacht, tuflchen den 18. en 19. November, dooreen inbraak van den dyk by Wieldrecbt, de geheele Zuid-Hollandfcbe waard, met de daarin- en omtrent gelegen, 72 dorpen, vernield werden , en daarby veele menfchen en beeften jammerlyk omgekomen zyn: desgelyks in i53°5 toen , den ij. November, door eenen fterken ftorm uit het noordweften, hetzeewater, in Heiland, (gelyk ook, in Zeeland en Vlaanderen,) over de dyken heen liep, en verfcheidene landen deed ondervloejen: twe jaren, later, den 2. November 1532, overkwam dit zelve onheil, aan deze Provincie, ter oorzake van verfcheidene doorgebroken gaten, in den Wefi-Friefchen dyk, in Noord-Hol. land; welke, door den daarna volgenden ftrengen winter, niet voor den lente tyd,konden toegeftopt worden. De grond of bodem dezer Provincie is, overal, laag, vlak en effenbaar; zonder dat men, ergens' (alleen, de duinen langs den ftrant der Noordzee uicgezcnderd,) eenige bergen of heuvelen aantreft. Eil deszelfs gejleldheid is daarin, van die in Gelder. land,  HOLLAND. tand, verfchillende, dat in de laatftgenoemde meer bouwlanden ,maar ,in deze meer weylanden gevonden worden; en, allermeeft, in het Noordelvk gedeelte. Het is genoegzaam alleen, in die groote Eilanden, die door demonden der Maas gevormd worden, als, Ysselmonde, het land van Stryen Beierland, Voorn en Putten, beneven Over Vlacquee ; (die veelal met den naam der Landen van Over-Maas, * bekend zyn,) waar ook de grond voortreflykgraanen voortbrengt: dan, buiten deze zeer weinig. En, gelyk doorgaans de grond gefteldheid, den Inwooneren, van zelfs leerd, op noedanige handteeringen , zy voornaamlyk zich hebben toeteleggen; zo begrypt men hier, de oorzaak, waarom de handteeringe der meefte Hollanderen, ten platten lande, in de Veefokkery, beftaat. Daardoor, is het zuivel, beftaande 'mmelk, boote'r en kaas, een der voornaamfte voortbrengzelen dezer Provincie; welke, niet alleen binnen 's lands gebruikt, maar ook, in menigte, naar elders verzonden worden: hoewel, die droevige pejl onder de runder beejien, die nu reeds, federd 1744, in deze en de andere Provinciën, (eenige weinige'tusfchenpozingen uitgezonderd,) gewoed heeft, in deze dagen , eene merkelyke vermindering, in' die beroep, veroorzaakt: en daardoor, te gelyk eene verarming, aan eene meenigte der Neêrlandfche huisgezinnen. In de midden deelen van Holland, voornaamlyk langs den ouden Rbyn, bevinden zich ook veele' Veengronden: uit welke, de beftefoort van turf, tot zekere diepte van 10, 11 en meer voeten, zó verre * Doch, niet te verwarren,met de landen van Over-Maas, 111 de Provincie Limburg gelegen.  goS HOLLAND. verre de VeenfbfFe reikt, van onder het water, gebaggerd word: een brandftoffe, in een land, 't welk, noch fteenkoolen, noch overvloed van hout uitleverd, van de grootfte noodzakelykheid. Het menigvuldig uitbaggeren,al federt zo veeleeewen, maakt, ondertuüchen, den turf fchaarfer en duurder: en doed, in vervolg van tyd, voor gebrek beducht zyn. Van daar zo veele binnelandfche meiren of waterplajfen, met welke deze Provincie vervuld is. Hoewel ook fommigen dezer maren daarna drooggemaalen,bedykc,en dus,in bekwaame weyen zaajlanden , veranderd zyn. Zodanige droog gemaakte meiren zyn, in Zuid-Holland, de Zoetermeersche Meir, de Diemer Meir, en de Boskoper Meir: dan, nergens zo groot en menigvuldig, dan in Noord-Holland; waar men vind: de Rype, de Wogcemer , Heer Huigenwaard , de Schermer, de Beemster, de Wormer en de Pürmer; die alle faamgerekend, byna den halven grond van dat Kwartier befiaan. Deze laag- en waterrykheid van den grond, gevoegt by de naby gelegenheid aan de Zee, veroorzaakt in deze Provincie, eene vochtige en koude Luchtsgesteldheid ; die vermeerderd word,door de wejlelyke en noord- en zuidweftelyke winden, welke, aldaar den meeften tyd des jaars befpeurd worden, en alle uit de Zee herkomftig zyn. Daarom, zyn de Scorbuut, Podegra, Reumatismus, Verkoudheden enz. aldaar de gemeene landziektens. Belangende de Rivieren van Holland: daarvan, heeft deze Provincie fommigen, met de andere ge» meend; die alle, haar water, van den Rh-ïn, en Maas ontfangen. De een arm djs Rhyns, die de Waal genoemt word, vtreeiijgt zich, by Loevenflein, fchuins tegen  HOLLAND. 399 gen over Gorinchem, met de Maas : die daar famen de Merwede, of, by verkorting, de Merwe genoemt word: welke voortgaat, tot Dort: alwaar zy zich in twe armen verdeeld; die beiden weder den naam van Maas aannemen; alleen, met dit onderfcheid, dat de eene, ter rechter zyde, die langs Rotterdam loopt, blootelyk, de Maas, en de andere ter flinker zyde, de Oude maas,genoemt word. Beiden vereenigen zy zich weder,by Vlaardingen, en vloejen in de Noord Zee. De andere arm des Rhyns, die by JVyk te DuurJiede, den naam van Lek aanneemt, loopt langs Kuilenburg, Vyanen en Schoonhoven, tot aan het dorp Krimpen, tuffchen Dort en Rotterdam; alwaar hy zyn water, aan de Maas mededeeld. Doch, behalven deze gemelde, heeft Holland, eenige rivieren, die, voornaamlyk, aan deze Provincie byzonder eigen zyn. Daarvan, is de voornaamfte: de Oude Rhyndie van Utrecht, door Woerden en Leiden looDt naar Katwyk, en zich in de duinen verheft; nadat hyeerfl zyn meefte water, by Leiden, daarvan afgezonderd en naar de Haarlemmer Meir verzonden heeft. ' De Yssel, met onderfcheid, de Hollandsche ^.toegenoemt, om ze niet te vermengen, met de rivier den Yssel , die tuffchen Gelderland en OVrV$l' naar de ZuiderZee ftroomd. Deze HollandJche TJJel trekt veel water, uit den Rhynfchenvaart loopt verby de fteden TJJèl/lein, Montfoort, Oudewateren Gouda: en vald, tegen over rjïèlmonde, in de Maas. ' Ten aanzien der rivier de Vecht geld die zelve aanmerking, als van de voorige rivier gemaakt «: dat er, naamlyk, twe rivieren van dien zeiven naam  4öo H Ö L L A N D. naam zyn; de eene in Holland, en de andere, in OveryJJel. Deze Hollandsche Vecht is zo veel, als een arm van den Ouden Rhyn', die te Utrecht zich daarvan afzonderd, en noordweftwaard naar de Zuider Zee (troomt; waarmede zy zich vereenigt, by Muiden. Langs deze rivier, liggen de prachtigfte Buitenplaatzen ; behoorende meeft, aan voorname Koop. lieden vm-Amflerddm. En derzelver gelegenheid is, daar , des te aangenaamer , door het geduurig heen- en weêrvaaren der groote Schepen, die van den Boven-Rhyn op Amfierdam bevracht zyn. De Rotte en de Amstel, die de eerfte, te Rotterdam , in de Maas, en de andere te Amfierdam, in het Ye uitwateren, zyn mede, onder de Rivieren van Holland: gelyk ook de Schie : de Gouwe: de Vliest: het Spaarn: de Zaan: en meer andere; die daarna, in de befchryving der byzondere dtftrïkten, zullen voorkomen. Alleenlyk, is hier noch aantemerkert: dat men ^ in Holland, de meeften der gemelde binnenlandfche rivieren met elkander vereenigt heeft, door Kanaaien, van genoegzaame wydte en diepte, om v? konnen dienen , tot Trekvaarten, voor grooter^; en kleinere Schepen, die, door de geheele Provin. cie, van de ééne naar de andere Stad, geduurig heen en weer vaaren. Daardoor, word de binnelandfche Koophandel, zeer bevorderd: en, het ftrekt den Reizigers , tot een onwaardeerbaar gemak, alle dagen en nachten, ter gezette uuren, zeer fpoedig , en , voor een gering vrachtgeld , met Trekfchuiten, van de eene naar de andere te konnen voortkomen. Elk weet, dat geheel Neerland, in verfcheidene Graaffchappen, ( behalven, de Hertogdommen, en Heef'  holland. 40ï Heerlykheden,) al van federt onheuglyke tyden is verdeeld geweeft: onder welke Holland geenzmds het genngfte was: des te min, dewyl ook Zeeland, als een tvvede Graaffchap, daarmede, altyd js verknocht geweeft. Het juiite tydftip van dien aan vang dezer Graaflyke Regeeringsform zou zeer moejelyk te bepaalen zyn: dewyl fommigen beweeren, dat, al voor de IX en X eewen, eenige Graven van Holland in de gefchiedfchriften zyn bekend ge weeft: dan, de onafgebroken volg reeks dezer Graven, zo als zy, in de bekende Oude Hollandjche Chronyk, worden opgegeven , begint eerft van den jare 863: en wel met Diederik I van Aquttante; die de Graaflyke- die 's tyds zo veel gezegt , als Richterlyke waardigheid, in dit land bekleedde, onder de regeering, en door toedoen van Karei den Kaaien, koning van Frankryh Die Graaflyke waardigheid fchynt, (alhoewel 'er zyn, die dit tegenfpreken,) al vroeg erftyk geweeft te zyn: dewyl dezelve, van den jare 863 1011299, (dus duurende een tydverloop van 486 jaren,) in eenden het zelve ge/lacht gebleven, en, van vader op zoon, of, by gebrek van zoonen, van den eenen broeder op den anderen, is overgegaan *. Na dien tyd heeft men Holland, viermaalen, van Graaflyk gejlacht zien verwjffderj:en wel altyd' door uitfterving van 'tmanlykoir; in welken gevalle, ééne overgebleven Dochter of Gravin van dac voorig gellachte, door een huwelyk de Graaflyke waardigheid, tot haar mans gejlachte, overbracht: ten * Alleenlyk, is daarvan uitgezonderd, één geval: dat, naamlyk, Godevaart, of Godefridus, doorgaans, Gavere met den Hult, toegenaamd, die een Brabander was, van de jaren 1071 tot 1075, als Grave van Holland, geregeerd Cc  402 HOLLAND, ten bewyze, dit Graaffchap, zo wel in de vrouwlyhdan, als de manlykc /yB,erflyk geweeft te zyn. Dus, kwam dit Graaffchap, van het oud Hollands-' eerft tot het geïlachte van Avesnes : daarna, tot dat van Beyeren: vervolgens van Bourgonje: en eindelyk, van Oostenrvk. De eerfie verwiffèlinge gefchiede, in den jare 1299, toen GravejANl, de negentiende uit dit oud geflacht, zonder kinderen overleed: en wel, door het huwelyk van Adaleide, met Jan van Avesnes, Grave van Henegouwen. Deze Adaleide was de •> Dochter van Grave Floris IV van Holland, den overgrootvader van den Grave Jan; met wien het eud Graaflyk gejlacht van Holland was uitgeftorven. En is dit huwelyk dan daardoor des te aanmerkenswaardiger: dewyl, door het zelve, de Graaffchap. pen Holland en Zeeland, met Henegouwen, vereenigt zyn geworden: want Jan II van Avesnes, de eenige zoon, uit dit huwelyk verwekt, die, van 's Vaders zyde, het Graaffchap Henegouwen geè'rft had, bekwam, na overlyden van zynen achter-neef, van 's moeders zyde, den voornoemden Jan I, ook Holland en"Zeeland: en zelfs, ook een gedeelte van Friesland; 't welk Grave Floris V, in den jare 1287, door de wapenen veroverd had. Na Jan II van Avesnes, zyn noch twe Graven van dit zelve gellacht gevolgt: naamlyk, eerft, deszelfs zoon, Willem Hl: en\ daarna, de kleinzoon, Willem IV. Deze hebben meefttyds, te Valenchienne , de Hoofdftad van Henegouwen, zich opgehouden: en zyn daar ook geftorven en begraven. In den jare 1345, is ook dit geflachte van Avesnes uitgeftorven, ten aanzien van het manlyk oir, met den laatftgenoemden Grave, Willem W: en, zyn die Graaffchappen overgegaan, tot het Hertog- lyk  Holland. 403 lyk Huis van BEYEREN: dewyl Willem's oudfle zufter Margaretha, (Margriet,) gehuwd was, met Lodewyk, den Beyer; te gelyk Roomfch Keifertaan wien,zy dus de gemelde Heerfcbappyen ten Bruidfchat medebracht. Onder de Regeering dezer Margaretha namen een aanvang,die verregaan. de twiften, tuffchen de zogenoemde Kabeljauwfcheen Hoekfche Partyen, in deze Provincie; welke anderhalve eeuw, te rekenen federt 1351, geduurd, en zeer groote verwarringen veroorzaakt hebben'. Van Haar,zyn die zelve landen vervallen, eerft op haaren oudften zoon, den Hertog Willem V: en, deze, in 1358, door krankzinnigheid onbekwaam, tot de Regeering geworden; op haaren jongften zoon, den Hertog Albert of Aalbrecht van Beyeren; wiens oudfte zoon , Willem VI, in 1404, hem in de regeering opgevolgt is. Na deszelfs dood, in 1417, kwamen deze heerfchappyen op zyne eenige dochter, die merkwaardige Jacoba {Jaqueline) van Beyeren;die wel tot viermaal, aan verfcheidene mannen, is gehuwd geweeft, doch, zonder kinderen verwekt te hebben: en daarby' geduurende haar ganfch leven, tegen allerlei wederwaardigheden en verongelykingen heeft moeten worftelen ; meeft haar aangedaan, door haaren eigen neef, den Hertog Philips , den Goeden toegenoemt, van Bourgonje ; die deze ongelukkige Vorftinne, eindelyk dwong, om, noch by haar leven, in den jare 1433, alle Haare erflyke Heerfchappyen, Holland, Zeeland, Henegouwen, en f riesland , aan hem afteftaan. Dus, geraakte dan 't Graaffchap Holland , aan het machtig Huis van BOURGONJE; hetwelk deels door erfeniffe, en deels door aankoop , alreeds in t bezit was, (behalven van 't Hertogdom Bour6onje en t Graaffchap Franche CoMTé,in FrankCc 2 ryki)  404 HOLLAND. ryk,) van Brabant, Antwerpen, MecheLen,, Vlaanderen, Artois, Luxemburg, Namen en Limburg: en, nu ter oorzake van den afïtand der vier gemelde Provinciën, door vrouwe Jacoba ,ove.? byna alle deze gcweiten , heerfchappy voerde. Een omftandigheid, ten aanzien van alle de Nederlanden, in 't gemeen, en, van Holland, in 't byzonder, zeer gevaarlyk: dewyl zodanige groote Heeren hunne macht niet zelden misbruiken, ter onderdrukkmge van 's volk vryheden ; die eertyds, door 's Lands Staaten , plachten gehandhaaft te worden: 't welk, dan,alreeds van den aanvang der Pourgonjefche regeering, den grond légde, tot dat misnoegen; welk, daarna, van tyd tot tyd toegenomen, en, eindelyk, geheel is uitgeborften. Gemelde Hertog , Philips de Goede , in 1467 ftervende, werd door zynen zoon, den Hertog Karel den Stouten, opgevolgt; welke naliet, eene eenige dochter, vrouwe Maria van Bourgon- je. Deze, in den jare 1477, in huwelyk tredende, met den Aartshertog Maximiliaan van Oostenryk, die daarna Roomfch Keifer werd, kwam Holland , beneven, de andere daarmede verknochte Heerlykheden, aan het Huis van OOSTENRYK. En, Philips de Schoone de eenige zoon, uit dit huwelyk verwekt, in den jare 149Ó, door den echt zich verbindende,met Princefle Johanna , de dochter van Ferdinanal, den Katholyken koning van^spanje, verkreeg daardoor, de geheele Spaansche monarchie : welke vroegtydig, in het 28fte jaar zyns levens ftervende, in 1506, de Nederlanden beneven Spanje naliet, aan zynen oudften zoon, Karel van Ooftenryk, daarna, als Keifer, onder den naam van Karel V, bekend. Onder dezen Karel V, begon de Hervorminge in  holland. 405 in Holland, en de andere Provinciën, door te breken , èn met dezelve te gelyk de Spaanfche Inquifi. ♦ tie, tegen de verkondigers en belyders der Hervormde leer; welke, gevoegt by veele andere onderdrukkingen, inzonderheid, door deszelfs zoon en opvolger, Philips II, onze vryheid lievende voorvaderen aangedaan, van die uitwerking geweeft is, dat 's hands Staaten, eerft by voorraad, door de Utrechtsche Unie, desjaars 1579, en daarna volftrektelyk, door het Plakkaat, van afzvseeringe den 26. July desjaars 1581, den koning van Spanje verklaarden, als vervallen, van al zyn recht op deze landen; zich en a! het volk ontflaande, van hunne gehoorzaamheid, aan denzelven. Die zelve oorlog is noch wel, onder Philips lil voortgezet: doch, door Gods zegen, onder Philips IV eindelyk befloten, door den Munjlerfchen vrede , in 1648; waarby de VII Vereenigde Nederlanden van de Spaanfche- Oojïenrykfche Heerfchappy onttrokken, en, tot een vry en onafhanglyk Gemeenebest, verklaard zyn. Na dezen tyd heeft, dan, de Graaflyke Regeering in Holland een einde genomen;; beruftende nu de Opperjïe Macht (Souvereiniteit ,)by'sLands STAATEN ; die den Titel hebben van Edele Groot Mogende Heeren, Staaten van Holland en WefiFriesland: welke alhier, (gelyk in Gelderland,) uit twe leden , de Ridderschap en Steden , beftaan. De leden der Ridderschap, die het eerfte lid van Staat ukmaaken, zyn, ten aanzien van derzelver gezach, daarin, van die in Gelderland, onderfcheiden: dat zy met de gezaamlyke Steden, niet eevengelykelyk deelen, in 's Lands Oppermacht; hebbende, niet meer dan eene Stem; gelyk elke 1 ftemmende Stad dezer Provincie; en dat, ter oorCe 3 zake  40Ö HOLLAND. zake van het minder aantal der Edelen ; uit welke de leden der Ridderfchap verkoren werden. In veel vroegeren tyd, is het getal der Hollandjche Edelen zeer groot geweeft: dan, eensdeels heeft die bekende iaamenzweering der Edelen, die in 1296, den Grave Floris V, om 't leven brachten, aanleiding gegeven, dat fommigen derzelver gedood en anderen ten lande uitgedreven werden; welker ftamhuizen dus uitgerooyd zyn: anderdeels , en wel voornaamlyk, hebben daarna veel tot derzei ver vermindering toegebracht, de Kabeljaauwfcbe en Hoekfche oneenigheden ,die, van 1351,101 aan het einde der volgende eewe, geduurd hebben; waardoor, derzelver Adelyke Sloten verwoeft, en veelen hunner verarmd werden ; die hunnen Adeiftand niet konnende handhaven, allengs tot den borgerftaat vervallen, en onder denzelven verftroojd, en als verdwenen zyn. Daardoor, zyn de Adelyke geflach* ten in deze Provincie , welke tot de Ridder/chap bevoegt zyn, na dien tyd, zelden boven X, XI of XII, geweeft. Van dit lichaam der Edelen, is zyne Doorluchtige Hoogheid, de Heer Prins van Oranje en Nassau, in hoedanigheid als Erfstadhouder dezer Provincie, het Hoofd; in derzelver vergadering prefideerende. En, alle de Edelen, die ter Ridderfchap befchreven zyn, hebben, als leden van Staat, zitting, in het Kollegie van Hunne Edele Groot Mogende ten worden uit dezelve Gedeputeerd; één lid ter Vergadering der Heeren Staaten Generaal: één der Heeren Raaden van Staaten; één ter Generaliteits Rekenkamer: één ter Gekommitteerde Raaden: twe tot de Admiraliteit; naamlyk, van de Maas, en, van Amfierdam: en, eindelyk,twe,als bewindhebberen der Oostindische Kamers , de één, naamlyk van Delft of Rotterdam; en de ander van Hoorn of Enkbuizen, Daarbeneven heb.  HOLLAND. 407 hebben de leden der Ridderfchap het opzicht, over de gewezen Adelyke Ahtdyen van Rhynsburg' en Leeuwenhorst, en de beftiering der daartoe behoorende geeftlyke goederen , uit welke , zyeenige inkomften genieten. Behalven, dat de Edelen , _ ook meer andere Hooge Ampten in de Provincie bekleeden: als van Hoogschout van 's Hage; in de Houtvestery : in de Heemraadschappen enz. Het getal der Steden , die in Holland Stem in Staat hebben, is, desgelyks, ten allen tyde zich zelve zeer ongelyk geweeft. In vroegere tyden, hadden, behalven de groote- ook de kleine Steden, het recht, om gemachtigden ter Staaten vergaderingen te zenden; als Woerden, Oudewater, Naarden, Weesp, Muiden, Heüsden, Geertrüidenberg, en meer andere: dan, waarfchynlyk, om de koften die'r bezendingen tefpaaren, hebben deze, de ééne na de andere, der vergaderinge zich onttrokken : en , is dit voorrecht, federt den aanvang der voorige eeuw, tot XVIII Steden, die de grootfte en machtigde zyn, bepaald gebleven; van welke XI , in het Zuideren Vil in het Noorder Kwartier , gevonden worden. Die van het ZUIDER - KWARTIER, volgen dus na elkander, in dezen rang: 1. Dortrecht: 2. Haarlem: 3. Delft: 4. Leiden: 5. Amsterdam: 6. Gouda: 7. Rotterdam: 8. Gorinchem: 9. Schiedam: 10. Schoonhoven: en, 11. Briel. In het NOORDER KWARTIER heeft men: 1. Alkmaar: 2. Hoorn: 3. Enkhuizen: 4-Edam: 5. Monnekendam: 6. Medenblik: en 7. Pürme- bende. Alle deze Steden zenden, beneven de Edelen, - Cc 4 ge-  4oS HOLLAND. gemeenlyk, elk, eenen regeerenden Borgemeefter, en twe of drie leden uit de Vroedfcbap , beneven hunnen Penfionaris, ter vergaderingen ; in welke, ook altyd de Raad Penfionaris, (die het woord , in den naam der Edelen voerd,) en twe Staats SekretariJJen jegenwoordig zyn. Deze vergaderingen, worden, federt 1581, beftendig gehouden, binnen 's Hage, in een groot en deftig vertrek van het Binnenhof. De tyd der vergadering is, gewoonlvk, viermaal 's jaars: naamlyk, in Maart, Jidy,"September en November. Behalven de Heeren Staaten is het Kollegie der Edel Mogende Heeren Gekommitteerde Raaden der Staaten dezer Provincie, eerft opgerecht, in den jare 1590: het welk, met het Kollegie der OrdU naare Gedeputeerden in Gelderland , veel overeenkomft heeft ; in zo verre derzelver voornaamft werk beftaat, in het ter uitvoering brengen der genomen Staatsbefluiten: behalven, dat zy ook het opzicht hebben, over de Vefiingen, die der Provincie Holland byzonder aangaan, over de geldmiddelen enz. Doch, naar de twe Kwartieren, in welke de geheele Provincie afgedeeld is, zyn ook de Gekommitteerde Raaden in twe byzondere vergaderingen onderfcheiden ; welk'er ééne, die van het Zuider-, en de andere van het Noorder-Kwartier, genoemt worden. De Gekommitteerde Raaden van het Zuider Kwartier beftaan, uit X leden: één uit de Ridderfchap van Holland; welk gemeenlyk die kommiflie behoud, geduurende zyn' leven: en, de andere negen leden worden afgevaardigt, uit de Steden; en wel dus, dat acht Steden, naamlyk, Dort-, recht, 'Haarlem , Delft, Leiden, Amsterdam, Gouda, Rotterdam, en Gorinchlm, elk één. |id opgeven j dan? de Steden Schiedam, Schoon- 80*  HOLLAND. 409 hoven en Briel , één Lid met hun drieën ; waarvan zy de beurc t'elkens verwiflelen. Deze Leden uit de Steden zitten gemeenlyk drie jaren: en houden hunne byeenkomften mede in 'sHage. De Gecommitteerde Raaden van het Noorder Kwartier beftaan uit VU Leden: naamlyk uic elke Stad één ; die-hunne byeenkomften te Hoorn hebben. De beiden opperfte Gerechts Hoven van Holland betreffen, niet deze Provincie alleen, maar ook Zeeland : dewyl die beiden , reeds van de eerfte tyden , door ééne en dezelve Graven zyn beftierd geworden. Daarom, worden ze genoemt, het één de Hooge Raad en het ander , het Hof van Holland , Zeeland en West Friesland : gelyk ook de daar toe behoorende Leden, uit de beiden Provinciën, verkoren worden. De Hooge Raad is , (in een' zekeren zin genomen,) het zelve Kollegie , dat eertyds , (eer, naamlyk , de VHVereenigde Provinciën van de andere afgefcheiden waren) te Mechelen , door den Hertog Karel den Stouten , in den jare 1473, eerft opgerecht en, na deszelfs dood te niet geraakt zynde, weder herfteld was, door den Aarts Hertog Filips van Oostenryk , in 1504. Dit was daarom , met den naam van den Hoogen Raad , of 't Parlement van Mechelen , bekend: en, ftrekte tot een algemeen opperfte Gerechts Haf, voor de Inwooneren der gezaamlyke Nederlanden ; voor zo verre die , door 't Huis van Oojlenryk, die's tyds, bezeten werden. Als, in den jare 1581, de Koning van Spanje verklaard werd , vervallen te zyn , van zyn recht , op de Provinciën , Holland , Zeeland enz. heeft Prins Willem I van Oranje deze Landen , van het opperft Gerechts Hof van Mechelen, onttrokken : en, en eigen Gerechts Cc 5 Hof  4io HOLLAND. Hof voor dezelve ingeftelt; het welk Hy verlege heeft, naar 'sHage ; alwaar het noch werkelyk vergaderd. Het beftaat , uit een' Prefident, negen Raadsbeeren , (naamlyk , zes, wegens Holland en tVefl Friesland, en drie, wegens Zeeland,) een' Griffier, een''Subjlituut Griffier, en eenRentmeefier der Exploiclen, Het Hof van Holland enz. is reeds , in den jare 1428 , ingefteld , door den Hertog FiLiPs_yan Bourgonje, den Goeden toegenaamc, ter oeffening van het Recht, in die beiden gemelde Provinciën. Tot dit Kollegie behooren één Prefident, en elf Raaden, (van welk acht, wegens Holland, en drie, wegens Zedand, verkoren worden:) een Jdvokaat Fiskaal: één Griffier ; een Subjlituut Griffier: drie Sekretarijfen , en meer andere Bedienden. Voor die Hof, worden fommige zaken , ter eerffcen aanleg , en andere , door appel , betrokken , van de byzondere Rechtbanken der Steden en Dorpen dezer Provincie. Dit Hof wyft, in lyfftraflyke (krimineele) zaken, bellifTende: dan, in gemeene- en borgerlyke (civile) zaken , kan , van deszeifs gewysden , tot den Hoogen Raad , beroepen worden. Behalven het Kollegie ter Audiëntie der gemeene Lanbsrekeningen , 't welk noch in wezen is; had men in Holland, voorheen , een Kamer van Rekeningen der Graaflykheids Domeinen , in deze Provincie : dan , federt 'sLands Staaten, het grootft gedeelte der Domeinen , ten voordeele der Provincie verkocht hebben , is in den jare 1728 belloten , deze Graaflyke Rekenkamer te vernietigen , en het bellier der overige Domeinen op te dragen, aan de Gekommitteerde Raaden, in het Zuider- en Noorder Kwartier. Dat de geheele Provincie Houand, in twe by- zon*  HOLLAND. 411 zondere Kwartieren verdeeld zy , is reeds in het voorige herrinnerd ; wordende de fcheidinge tusfchen die beiden gemaakt door het Ye , 't welk een lange en breede boezem der Zuider Zee is. Deze verdeelinge grypt niet alleen plaats in het Borgelyk—— maar ook in hetKerkelyk bestuur: in zo verre , alle de Klassen dezer Provincie, met haare onderhoorige Leeraaren en Gemeenten, in twe byzondere Synoden afgedeeld zyn ; welk'er eene, de Zuid - Hollandsche , en de andere , de Noord - Hollandsche Synode , genoemt word. Alleenlyk is hier aan te merken : dat die verdeelinge in het Kericelyk — eenigzins anders , dan in het Staatsbestier , ingericht is. Die beiden Synoden zouden elkander te zeer ongelyk zyn ; by aldien deze verdeelinge , met die in 't Staatsbeftier, eevenaarde. Daarom, zyn de Steden Haarlem en Amsterdam , met derzelver onderhoorige Dorpen , die anders tot het Zuider-Kwartier behooren , aan de Noord - Hollandfcbe Synode toegevoegt: waardoor, die ongelykheid verminderd is; vermits de Zuid - Hollandsche Synode nu , XI en de Noord - Hollandsche VI KlaJJen , in zich begrypt. . De XI Klassen der Zuid-Hollandsche Synode zyn : 1 , de Klajjis van Zuid-Holland , anders , van Dortrecht genoemt : 2 , van Delft en Delfland : 3 , van Leiden en Neder - Rhynland : 4, van Gouda en Schoonhoven : 5, van Schieland : 6, van Gorinchem : 7, van Voorn en Putten: 8, van 's Gravenhage : 9, van Woerden en Over-Rhynland : 10 , van Buuren: en 11, van Breda. De Klafïïs van Buuren behelsd in zich, de Graafjehappen, Buuren , Leerdam en Kuilenbrrg , benevens de Baronie , YsSelstein; welke, alhoewel Domeingoederen van het Vor-  +ia HOLLAND. Vorftelyk Huis van Oranje en Nassau: die, ten aanzien der borgerlyke Regeering, met deze Pro. vincie geen gemeenfchap hebben; echter, in het Kerkelyk , mede daar onder betrokken zyn En desgelyks, de KlaJJis van Breda; welke, als eene Baronie van het Vorftelyk Oranje-Huis. behoord tot de Generaliteits Landen : en , in 't byzonder, tot Staats -Brabant. De VI Klassen der Noord-Hollandsche Synode zyn: i de KlaJJis van Alkmaar : 2 van Haarlem : 3, van Amsterdam : 4 van Hoorn : 5 van Enkhuizen: en 6, van Edam. Alle de Haffen zenden jaarlyks vier Leden tot de Synodaale Vergadering: met dit onderfcheid dat, in Zuid-Holland , drie Predikanten en één Ouderling maar in Noord - Holland , twe Predikanten en twe Ouderlingen derwaard worden afgevaardigt. Beiden vergaderen ze, in de maand Jnly : de eerlte in het begin , en de twede , in het einde der gemelde maand. En , ten aanzien der Plaatzen, waar dezelve vergaderen , doed men ze jaarlyks' verwiffelen ; dus deze beurt door alle de Klaffen rond loopt. Na deze algemeene zaken te hebben doen voorgaan , komen we tot de befchryving der byzondere Steden , Vlekken en Dorpen dezer Provincie; en maken daarvan een' aanvang, met 's GRAVEN HAGE *: dewyl deze plaats, alhoewel geen Item * In 'tLatyn, noemt men ze, Haga Comitis. En, die omicnryvmg van 's Graven-Hage is des te noodzakelyker , om ze te onderfcheiden , van 'sPjunse -Hage ; een Dorp, in de Baronie- en naby de Stad Breda: welk Dorp , om die reden , het Haagje , zo veel gezegt als de kleine Haag, word toegenaamt; ter onder fcheiding , van dezen Gmten  II O L L A N D. 4i3 ftefn in Staat hebbende, echter, al vroeg ook met ftadsgerecbtigbeden begunftigc is geweeft : en, voornaamlyk, dewyl ze de Zetel der Regeering is , niet alleen van Holland maar ook van 't geheel Bondgenootfchap der Vereent s Hage, byaldien men 't af geen tadli de genoemt hebben, (dewyl het van geene wallen ofmuure* omringt, noch van poorten voorzien is,) echter de eere heeftvan het^ enjcboonfi vlek van geheel Europa tt : V,°°S de Nederduitsche Hervormde Gemeente, welke in sHage zeer talryk is, en bediend word, door X Predi. Si/!? Rondere Kkrken. gefchikt; naamlyk, de Groote-de Klooster-en de Nieuwe-Kfrk De: «r^ is de Oude Parochie-Kerk. Deze was, in de ty- ÏwpvH ,0niSgeZónden' aan den H- AP°ftel Jacobus, toegewend aIs den Patroon, {Befcherm HeiligeYvrn 's Hage. «JïfnoegZaam ^midden dezer plaats: en is, zo ten aanzien der grootte als der cferlykheid, voor eene der £Kff vanNeêrland te rekenen. Men ziet, op het vlh\ nr ffT°mbeJan drn Lieutenanr Admiraa , Baron Jakobvan Waffenaar, Heer van Obdam; die in 1666 in een fceeflach tegen den Engelfchen Admiraal, Hertoe: van Tori, 111 de' Noordzee met zyn Schip gefprongen is. Ën, in eenê UTa ' p"if" N^0rde'' hoek dezer Kerke> fs de Cr^imte ™d™ fr' imtJm Aiï^delft, Raad in den Hove ^ Holland, en deszelfs Echtgenoot, vrouwe Beatrix van StiïekPr?chtig.beUk'n 2/0 in marmer ^o^n, en by ^V™ee in het ^ieat; den alierfraaiften tPn InrtPni a*ej D5 "aam van ki-ooster.Kerk ftrekt noch k n' datdezelve eertyds behoord hebbe, tot het toen daarby ftaand Kloefier der Dominikanen, anders gezeet, de PredMeeren.. Zy was, kort na den tyd der Hervorming 3 Jare",' IV™ gebruikt gel weert: dan de Religie-verfchillen, ter gelegenheid der oPgekomene dwalingen der Remonftranten, gaven gelegenheid, vaar£nV.en7de.r,ter ^"J"2 Va" den Godsdienft,gte verforZtlZ Tmlyll>,V°0r de C""^-^^»™, 'of Gere57)anJdezeJKerk zich bedienen moeften: dewyl de Hoofd Kerk door de Remonftranten in bezit genomen was. En vermits Prins Maurits van Oranje, die een yveDd " rig  4iS II O L L A N D. ng voorftandei der Contra-Remonflranten was, aldaar gewoonlyk zynen Godsdienft verrichte; werd ze, federt dien tyd , meeft de Pr-nse-Kerk genoemt. Deze is de Kerk in welke, alle elfde jaar, de Zuid-Hollandlche Synode verga- De derde Kerk, die, in 't Zuider deel van 's Hage, aan het water 't Spuy, ftaat, heeft haaren oorfprong, federt den jare 1649: en is, van een geheel ander maakzel, dan de Kerken, die reeds in de Roomfche tyden waren gebouwd: hebbende geen Cboor: maar, zynde van eene eironde f> male) gedaante, en boven gedekt, door eene Koepel; gelyk, genoegzaam alle de nieuwe Kerken, in onzen tyd dus gefticht worden. Recht tegen over den Predikftoel, is in 176Ö, een fraaje befloten Zitplaats , in een buitenwaard'uitFamüie* aVelj'oeu' §emaakt> ten dienfte der Stadbouderlyke Voorheen had de Hoogduitfcbe Gemeente in 's Hage, eene byzondere Kerk; die van een klein begrip was, ftaan^e voor aan in het Noord einde: en weleer behoorende, tot 't zogenoemde Sakraments Gafibuis. Dan, nu word deze Kerk e,e'}l&k gebruikt door de Engelfcbi Gemeente: en de Hoonduitjcbe Predikant, die te gelyk een medelid der Nederduit. Jcbe Kerkeraad en KlaJJis is, predikt 's Zondags, de eene reize voormiddags, en de andere- 's avonds in de Nieuwe. Kerk. De Lutberjcbe Gemeente heeft, aldaar, eene zeer foaaje Kerk : ftaande op de liurgwal digt by de groote Markt. Desgelyks, hebben alle andere Gezindheden, als, de Remonjtrantsn en Mennoniten, elk ééne , en de Roomsgezinde?:, drie Kerken: gelyk 'er ook eene Portugeejcbe en eene Hoog. dmtjcbe Joodjcbe Synagoge is. s Aan het Hoofd der Magistraat van 's Hage is de Baljuw; die te gelyk Schout is, in allerlei voorvallende Krimineele zaken. Deze is thans, de Hoog Edele Heer Fredejrik Hendrik, Baron van Wassenaar, Vryheer der beiden Katwyken, en1 * Zand, enz. enz. En, de andere leden beitaan, in t algemeen , uit negen Schepenen: beneven eenen tienden, die mede in de Rechtbank zit; dan, eigenlyk, Schepen van Schevemngen is; welk dorp aan het Hager-Ambaebt behoord. Van deze negen Schepenen, (die voor al hun leven dienen,) zyn alleen de zes oudjien in rang verkiesbaar, tot de Borgermeefterlyke waardigheid: en , drie derzelver da. delyk als Borgermeesters , in bediening. Voorheen , Uond de keuze dezer Heeren, als 't beftier hebbende, over de Provtnciaale Hoofd, en Hofplaats, aan de Heeren Staa- TEN  HOLLAND. 419 ten van Holland, of, by derzelver afwezenheid, aan de Heeren Gekommitteerde Raaden van het Zuider-Kwartier: dan, federt de berftelling van het Stadhouderfchap over deze Provincie gefchied de verkiezing, (gelyk, ten tyde der voorige Stadhouders ) nu weder, door zyne Doorl. Hoogheid den Heer Prins Erfstadhouder, uit een overgeleverd dubbeld getal. En, de daartoe beftemde dag is, de 25 November. Behalven dit is 'er een Kollegie van twaalf Heeren Vroedschappen; die ook, in fommige gelegenheden, afzonderlyk vergaderen. Aan den Magifiraat, zyn een Tbefaurier en drie Sekretariffen toegevoegt. De ganfche haag^che Borgsrv is, in zes Vendels, of Kompagnien, afgedeeld; die elk door eenen byzonderen Kapitein en eenige mindere Officieren worden berKerd, en alle famen onder een' Kolonel ftaan. Elke Kompagnie moet eenige manfchap uitleveren , die 's nachts de wacht op het Stadhuis waarnemen. En, alle famen zynze gewoon, nadat zy zich eenigen tyd in den wapenhandel geoefend hebben, eene jaarlykfche Exercitie te verrichten, voor de Stadbouderlyke 'Familie, in de Koekamp. Ook , heeft deze Scbuttery de byzondere gewoonte van jaarlyks fommige zogenoemde M?yhoornen te planten; die doorgaans met zinryke infcriptien vercierd zyn : als , één voor de Staaten van Holland en Weji. Friesland: één voor de Staaten Generaal: één voor den Prins. en een twede voor de Princeffe van Oranje : één voor den Hertog van Brunswyk : één voor den Prins- en de Princeffe van Naffau Weilburg: één voor de Magifiraat van 's Hage: en, eindelyk, één voor den Kolonel der geheele Schut, tery. Elk, die den Haag befchouwd, als de Hofhoudings plaats van het Stadhouderlyk Huis: en, als den zetel van zo veele hooge Staats-Vergaderingen, van de beiden Gerechts Hoven, den. Hoogen Krygsraad, enz.: als het verblyf van alle Buitenkndfche Afgezanten: en daarby, overweegd , dat deze plaats, behalven zo veele Héden van den eerften rang, die daar beflendig gehuisveft zyn, ten allen tyde vervuld is met een menigte Vreemdelinge ra; die, 't zy alleen door nieuwsgierigheid, 't zy, ter oorzake van eenige bevordering, in borger- of krygs-bedieningen, aan het Stadhouderlyk Hof te zoeken, uit alle de Nederlandfcbe Provinciën, derwaard toevloejen, die kan geredelyk zich verbeelden, (alhoewel, hy zelf nimmer een ooggetuigen daarvan geweeft was,) dat deze plaats altyd woelig en levendig moet zyn. De groote pracht en zwier, die de levenswyze aldaar veel al verzeld, brengt de levensmiddelen tot een hoogen prys: maar, geeft ook, ter Dd 2 aa-  420 HOLLAND. andere zyde, aan al wie'neeringen, ambachten 'of konden oefenen, gelegenheid, om veelte winnen. Daardoor, ziet men , dat het den Inwooneren, doorgaans redelyk wel gaat. En, de dagelykfche verkeeringe, met allerlei flach van Vreemdelingen, maakt de Hagenaars, zo befchaaft en beleeft , als elders in enige Stad der Nederlanden : gelyk ook, de Nederlandfcbe taal nergens dan , aldaar, zuiverder gefproken word. Zullen we iets aanhalen, van de lotgevallen van 's Hage? Onder dezelve is merkwaardig het onheil, 't welk dezelve overkwam, in den jare 1528, door den Gelderfchen Veld-0verden, Maarten van Rojjum; die met een troep van 1500 of 1600 Krygsknechten, van Utrecht en langs Leiden komende, den Haag by verraffching overviel, de voornaamrte huizen uitplonderde en verwoejlte; by welke gelegenheid te gelyk de Groote Kerk werd aan brand gedoken : waarna, hy met een grooten roof van Goud, Zilver en andere koftelykheden, weêr te rugge trok. Geduurende de Spaanfche troebelen, heeft de Haag mede dergelyke plonderingen en verwoejlingen moeten ondergaan: inzonderheid, in den jaren 1572 en 1574. In den jare 1672, toen Koning LodewykXlV de voor aanliggende Provinciën bemachtigt had, zou den Haag een foortgelyke zo niet veel ergere ramp getroffen hebben; als de Hertog van Luxemburg, in den Wintertyd, de wateren bevroren zynde , met een vliegend leger, van ruim 10000 mannen, meende, uit Utrecht langs Woerden, recht dreeks over het Ys, derwaard te trekken; waarvan de tyding de Inwooneren dezer plaats met grooten fchrilt vervulde. Dan, door's Hemels gundig beleid, een fchielyk dooiweêr' volgende, als dees Hertog dadelyk in aantocht en tot Bodegrave en Zwammerdam genaderd was, werd deze verderflyke toeleg terdond verydeld. En, vermits gemelde gevallen genoegzaam deden zien, hoezeer de Haag, als een open vlek, bloot lag voor allerlei overrompelingen; is 't niet te verwonderen, dat voor en na ontwerpen gefmeed zyn, om deze gewigtige plaats, door Vedingwerken te verfterken: gelyk men, zelfs, in den jare 1629, daarmede,aan de noordzyde, een begin gemaakt had. Dan, uit Staatkundige inzichten, is daarvan niets geworden: en heeft men zich alleen vergenoegt, die plaats met Grachten te omgeven *. De * Van dezen Haag', is eene geheele Befchryving voor 't licht gebracht, door J; de Riemer, in 2 Deelen.  HOLLAND. 421 De Ommelanden van 's Hage zyn by uittrek vermakelyk: en, (dat iets zeldzaams is,) ontdekt men, in dezelve, naar de verfchillende Hemelftreken, eene verwonderenswaardige verfcheidenheid. Ten zuiden ziet men fcbitr niet, dan grasryke weilanden: ten weften, koornlanden, boomgaarden en luflboven: ten noorden, zandige duinen; door welke, in de jaren 1664 en 1665, een fteenen fttaatweg aangelegt is, tor aan 't Dorp Scheveningen, ter lengte van 916* Rbynlahdfche Roeden : dus, van ruim een half uur gaans: vermits, tot elk volle uur gaans, 1500 dezer Roeden gerekend worden. Aan dezen weg, als men naar Scheveningen wil, ter llinkerhand, ligt het vermakelyk lufthtiis, Zorgvliet: het welk aangelegt is, door den beroemden Raadpenfionaris Jakob Katz: en nu bezeten word, door den Hoog Ed. Heer Grave Wil' lem van Bentink, Heer van Rboon en Pendrecbt enz. enz. En, in het oojlen of liever het noordoojlen van 's Hage, ziet men, het lommerryk Haagsche Bosch ; zeer digt bezet met Eiken- en Beuken- boomen , die daar natuurlyk in 't wild groeyen. Aan het einde van dit Bofcb, omtrent een halfuur gaans van den Haag, ftaat het Vorftelyk Luftbuis, de ORANJEZAAL ; het welk gewoonlyker het Huis in het Bosch genoemt word. Het was aangelegt, door Prins Frederik Hendrik van Oranje, voor deszelfs Gemalinne, Princeffe Amelia van Solms: dan is, door wylen zyne Doorl. Hoogheid Prins Willem IV, kort na deszelfs voltrokken huwelyk, met Princeffe Anna van Groot ■ Brittanj e, inerkelyk vergroot, en vermeerderd, met vleugels: gelyk ook van achter met een fraajen tuin voorzien. Op dit Huis in 't Bofch, is de Erffladhoudetiyke Familie gewoon, haar zomer verblyf te houden: wanneer, ook dagelyks een detachement der beiden Regementen Guardes, beurtelings, derwaard trekt, om 'er de wacht te houden. By de Befchryving van den Haag, voegen wy, die van het HAGER-AMBACHT: het welk tot het Gerecht van 's Hage behoord: vervattende in zich de dorpen Scheveningen, Eikenduinen en Half-Loosduinen. De naam van Scheveningen word ook gefchreven, Schevelingen. De huizen van 'tzelve, (immers de meefte) (tonden, eertyds,aan geenezyde der Kerk: dan, de hooge Zeevloeden, Dd 3 met  +22 H O L L A N D. rnet harde ftormwinden verzeld, hebben van tyd tot tyd, de voorfte duinen, en derzelver voorland, met de daarop ftaande huizen, afgeflagen en weggefpoeld: inzonderheid, in den jaie i47o;'toen ook de Oude Kerk weggeraakt is: en, (om van geene mindere vloeden te gewagen) door den zogenoemden Allerheiligen-vloed, den i. November des jaars 1570. En, naarmate, die uiterde- en naaft aan Zee ftaande huizen weggeraakt zyn, heeft men dit dorp meerbinnewaard bebouwd: 't welk veroorzaakte , dat men de Kerk, die eertyds midden in het dorp Hond, nu, aan het uiterft einde, geplaatft vind. Men ziet, op het Stadhuis van 's Hage, eene Scbildery, waarin de gedaante van Scheveningen, na de wegfpoeling der eerile Kerk, verbeeld word: en, in deze, ftaat de twede Kerk noch zeer verre, van het Zeeftrand: en men ziet 'er, verfcheidene huizen, zelfs geheele ftraaten, tuffchen beiden ftaande. Van deze Schildery, is eene aftekeninge, in P. Cluverus Batav. Oudheden I Deel, by Bladz. 76. Het dorp is noch tamelyk groot en volkryk: beftaande de Inwooneren meeft van de Vifcbvangfl in de Noordzee; waarvan de Inwooneren van V Hage dit voordcel hebben, dat zy dagelyks met verfchen Vifcb, uit dit dorp gefpyzigt worden. Dit doip word dagelyks, door de Hagenaars en vooral, door de Vreemdelingen , bezocht, om een Zee-hicht te fcheppen, Van daar de menigte der Herbergen; waarin deze allerlei ververfchingen, (hoewel voor geen geringen prys ,) bekomen konnen. De Hagenaars verkiezen, veelmaal , ook, wanneer ze in 's Hage ondertrouwd zyn, in dit dorp, zich in den echten ftaat te laten beveiligen: 't welk, aan den Kofter van dit dorp, geen gering voordeel toebrengt. De Scbeveningers zyn ook Burgers van 's Hage en hebben hunnen Schepen in de Rechtbank aldaar, gelyk wy hier voren bladz. 418 hebben aangeroert. Eikenduinen ligt, een half uur gaans, ten weften van 's Hage, op den weg naar Loosduinen. Het was, in vroe. geren tyd, een Kerkdorp: dan, de Kerk, in 1581 afgebroken zynde; is 't nu niet meer dan een Buurtfchap van fommige hier en ginds van elkander verftrooide huizen. Deze Kerk was, in de Roomfchgezinde tyden, vermaard, door een zogenoemd H. Kruis, 't welk daarin bewaard werd, en waaraan men een wondere kracht toefchreef. Daarom, wercl die Kerk, in dien tyd van rondom veel bezocht, door Bedevaarten denvaard. Zelfs, noch heden, zegt men, de plaats, waar die Kerk gedaan heeft, een voorwerp der Roomfche bygelovigheid te wezen: gelyk ook , dat de Roomsgezinde Inwooneren van 's Hage en deszelfs nabuur- febap  HOLLAND. 4.23 fchap verkiezen, op het Kerkhof van Eikenduinen, ter dezer oorzake, begraven te worden. Loosduinen behoord alleen voor een klein gedeelte, 't welk naaft by 's Hage ligt, onder het Hagv.r-Ambacht: om welke reden, wy dit tÏALv-Loosduinm, noemen. De andere helft behoord, als een Heerlykheid, aan het Vorftlyk Huis van Oranje: en zal daarna voorkomen, in de Befcbryvinpvan Delfland. Ook gehoort het Dorp Ryswyk, Hechts een kwartier uurs van 's Hage gelegen in enige opzichte onder het Ambacht, (naamlyk voor zo verre de Ambachts-Heerlykheid betreft,) waarom een lid van de Magifiraat van 's Hage Ambachtsheer van Ryswyk is. Overgaande tot de elf Stemmende Steden dezer Provincie,en wel, van het Zuider-Kwartier, komt eerft in aanmerking. DORTRECHT: welke de eerfle is, in rang, onder alle de Stemmende Steden dezer Provincie: dewyl ze voor de oud/Ie Stad gerekend word. De naam zelve, dien Hadr. Junius (Batav. Hifi. pag. 413) Durdrecht wil uitgefproken hebben, fchynt ons een'hoogen ouderdom te herinneren: dewyl, dat woord drecht, trecbt of tricht, 't welk in meer andere namen van Steden en dorpen * invloejd, oorfpronglykis, van 't Latynfch woord, Trajettum; het welk, een veir of eene plaats van overtocht eener rivier, betekend. Doch, of eene rivier, de Dort of Durd geheten, daar of daaromtrent geweeft, dan, of de rivier de Mervoe, over welke by deze Stad, een voornaam veir is, daar ter plaatze, ooit de Dort genoemt geweeft zy; kan niemand met zekerheidzeggen. Doorgaans word deze naam, kortheidshalve, Dort, uitgefproken. In 't Latyn ,noemt men die Stad thans, Dordracum. De gelegenheid dezer Stad is, in onzen tyd, zeer verfchil* lende van die , voor den jare 1421: want, toen was zy eene Land Stad; hebbende ten zuiden , dien grooten zuid Hollandfcben- Waard die, naar deze Stad, de Dortfcbe waard, genoemt was, befloten tuffchen de Merweê en de Maas, (die toen, langs Heusden en Geertruidenberg, rechtftreek naar de Noord. * Zodanige naamen zyn in onze Nederlanden zeer gemeen: als, Atrecht, Barendrecht, Haastrecht, Kieldrecht, Maastricht, Moordrecht, Ossendrecht, Mïdrecht , Papendrecht , Sliedrecht , Woensdrecht , ZWYNBND recht, enz. Dd 4  4H H O L L A N D. Noordzee liep,) en vervuld, met verfcheidene- volkryke dorpen; die, in gemelden jare, op S. Elizabeths nacht, door een inbrake van den Merweê dyk, by 't gewezen dorp Wieldrecbt, ondervloeide; waardoor, (gelyk de oude Hollandfcbe Chronyk getuigt,) LXXII Parochiën, met veelen van derzelver Inwooneren, zyn vernield geworden. Door dezen ramp, welke ook veele andere oorden van Holland deerlyk getroffen heeft, was, van dien geheelen waard, niets overgebleven, dan de Stad-Dort, beneven eene kleine flreek lands, bezuiden dezelve; welke, federt dien tyd, een eiland geworden is; door die groote waterplas-, de Biesbofcb, (ook het Bergsveld genoemt,) van al het overige afgefcheiden: en , dat klein Ommeland word noch, het Eiland van Dortreebt, genoemt. Dewyl de Stad , ten aanzien van haaren halven omtrek, aan de noord- noordooft- en noordweftzyde, door de groote rivier, de Merweê of Merwede, met een' Kronkel omgeven word; is zy niet, dan aan de landzyde, van een muur en gracht voorzien. Aan deze landzyde, heeft zy vyf poorten: van welke, de twe uiterfte ten weften en ten ooften, de èene de Groote- en de andere de Kleine Sluispoort, genoemt worden: dewyl, by dezelve, Sluizen aangelegt zyn, welke dienen, om het rivier water, by vloed tyd, uit de Stads Gracht te keeren. De andere drie, tuffchen die beiden, worden, de eene de Spuy- de ander, de Friefche- en de derde , de St. Jorispoort, geheeten. Behalven deze-, zyn 'er noch zeven poorten aan den waterkant, by welke de ftraaten eindigen: onder welke, de Groote Hoofdspoort de voornaamfte is=, De Oude Haven, die weleer de eenige Haven dezer Stad fchyn't geweeft te zyn, heeft haare opening en vereeniging met de Merweê, aan de noord- of noordooflzyde : dan, vereenigt zich ook, door eene binnen gracht, die met een'.krommen elleboog te midden doör de Stad loopt, aan de weftzyde, met die zelve rivier. Behalven deze- zyn 'er noch drie andere Havens, ook binnen de Stad , doch nader by de rivier: als Wollewevers haven, de Nieuwe Haven, het S. Maartensgat, (welke drie met elkander vereenigt zyn ,) en , eindelyk , de Kalkhaven. Dortrecht is doorgaans zeer digt betimmerd: daarom, niet tegcmftaande die Stad nauwelyks gooRhynl. Roeden, in haaren omtrek halen kan, teld men in dezelve 3954 Huizen: en word het getal der Inwooneren op 18000 begroot. • Allerwege om de Stad, ziet men eene menigte Buitenplaatzen, Lufthoven, en Blekeryen; welke de wandelwegen, in derzelver omtrek, zeer veraangenamen. De Hervormde Gemeente, die zeer talryk is, tellende, om-  BE CKOOTI HOOTIÏS POOIT teBOUEÏCHI. BJE SPUI POORT te DOIBIE CHT.   H O L L A N D. 425 omtrent 8000 Ledematen; word door VIII Predikanten waargenomen: en, de H. Dienft , in drie Kerken, verricht; die genoemt worden, de eene de Groote- de twede de Augustynen en, de derde de Nieuwe Kerk. De Groote-Kerk'ftaat, in het wefteinde der Stad, aan de uitwatering der zo evengemelde Binnengracht. Dewyl zy, by haare eerfte ftichting aan de H. Maagd Maria toegeweid was,is zy, in de Roomfche tyden, meeft met den naam van Lieve Vrwwe Kerk bekend geweeft. Zy was weleer, een Kapittel Kerk, ftaande onder een Deken en twaalf Kanoniknu Zy is een kruisgebouw van eene ongemeene grootte : doch, de Toren , die , naar de ontworpen fchets , met een hoog Spits behoorde voorzien geweeft te zyn , is , voor een derde deel, onvoltooid gebleven: vermoedelyk, dewyl men beducht was, dat de zwakheid van den grond denzelven, byaldien ze hooger opgehaald werd, niet zou hebben konnen dragen; Zo van buiten, als voornaamlyk van binnen, vertoond zich deze Kerk.zeer prachtig: en heeft, behalven een'fraai Orgel, een' konftig gewerkten marmeren Pr.edikjloel; die in 1732 is gemaakt, uit een legaat, door zekeren Heer Hendr. van der Vucht, aan die Kerk toegewezen Eu, wat veel meer ten aanzien dezer Kerke merkwaardig is, btftaat, in de goude vaten, die, by het H. Avondmaal gebruikt worden: als drie Schotels, vier Bekers, ééne Kan: gelyk ook een goud Bekke, dat'byde bediening van den H. Doop gebruikt word. Het Cboor dezer Kerk is de Vergaderplaats der Provinciaale Synode, welke in elk- elfde jaar binnen deze Stad famenkomt. De Augustynen-Kebk , waarin (dewyl zy omtrent in het midden der Stad ftaat) het meerder deel van den openbaaren dienft verricht word) behoud dien naam , naar de Monneken der order van Auguftinus, aan welker Kloofter, dezelve voorheen behoord heeft. In de Konfiftorie Kamer dezer Kerk, heeft de Dortfche KlaJJis (die ook, de KlaJJis van Zuid-Holland word genoemt,) haare jaarlykfche byeenkomften. De Nieuwe-Kerk, weleer de 5. Niklaas Kerk genoemt, ter eere van haaren Befcherm Heiligen, aan wien zy toegeweid was, ftaat in het noordooft einde der Stad. , De Walsche Gemeente dezer Stad heeft twe Predikanten : en de Engelsche- éénen Predikant. Ook vind men, te Donrecht ééne Luthersche-,ééneMennoniten-, drie Roomsche-Kerken , en ééne Joodsche Synagoge. Het Raadhuis te Dort draagt alle merktekenen van vroeDd s gen  42Ö HOLLAND. gen ouderdom: zynde van een zeldzame bouworder: en aan den trans, van rondomme, met uitfpringende torentjes vercierd. Van de overige openbaart gebouwen , welke deze Stad*,» met alle de andere groote Hollandfche Steden gemeen heeft, zal 't onnodig zyn, eene byzondere befchryving optegeven. Onder dezelve behooren: de Latynscheschool, die, ten allen tyde, aldaar in grooten bloei geweeft is: twe Stads Waagtn: eenige Gast-, Oude Mannen en VrouwenWeeshuizen, enz. De zogenoemde Kloveniers Doele, is daardoor des teaanmerkenswaardiger , dewyl die vermaarde Dortrecbtfcbe Nationale Synode, in welke de Religie verfchillen, tuffchen de Arminiaanen en Gomarijlen (anders gezegt, de Remoti' Jlranten en Kontra-Remonjiranten ,) ten voordeele der laatftgenoemde, beflift werden , op eene groote bovenzaal van dit gebouw, in den jaren 1618 en 1610, gehouden is. En, vermoedelyk, was, ook aldaar de Vergaderplaats, derNationale Synode; welke 30 jaren vroeger, naamlyk, in 1578, binnen deze S'ad gehouden is. Ook is daar , behalven een lands Kruit Toren , een Lands Magasyn, waaruit, vooral in tyden van oorlog, de andere Magafynen der grensfteden , van Krygsvoorraad voorzien worden. Om die reden, noemt men dit, een Stapel Magafyn In dit Magafyn worden ook de blikke Pontons bewaard; door welker behulp de Schipbruggen, over de rivieren geflagen worden: en, daarom, houden de Kaptein en Kaptein Lieutenant der Pontons , die het opzicht daarover hebben, met eenige onder hen ftaande manfchap (de Pontgaflen) akyd hun guarnifoen te Donrecht. De bekwaame gelegenheid dezer Stad, tot den af- en aanvoer, door de rivier de Meiwe, als mede, door de Donfcbe Kil, welke de Merwe vereenigt met 't Hollands Diep , 't Haringvliet, en met alle de Zeeuwfcbeftroomen , maakt dezelve, tot een Stapel Magafyn, gefchikter, dan eenige Stad, in de Nederlanden. Deze Stad is by uitftek welgelegen , tot den Koophandel; dien zy ook dadelyk dryft, niet alleen ter Zee, maar ook, langs de Rivieren, den Rbyn en Maas; die (hoewel de eerfte door de Waal) haare wateren , by Loevenflein , vier uuren boven Dort, in de Merwe uitftorten. En, door de zogenoemde Doitfcbe Kil, die, ten allen dage, ongemeen Schipryk is, konnen de Koopgoederen, die van daar worden afgefcheept, bekwaamlyk,niet alleen naar Zeeland, maar ook naar Brabant, Vlaanderen en andere Ooftenrykfche Provin»  HOLLAND. 427 vincien , verzonden worden. Langs den Rhyn word haar het bout met geheele vlotien afgevoerd: waarvan altyd een groot gedeelte, aan den oever der rivier de Merwe, by het noord^)ofteinde der Stad, in het water ligt: en het overige opge. zet en bewaard word, in de houttuinen. Vandaar de menigvuldige Zaagmolens rondom de Stad; in welke dit bout bereid word : gelyk ook, eene menigte van werven, langs den buitenrand der Stads gracht; op welke het hout bearbeid word, tot den Scheepsbouw; dus bet Scbeepstimmeren eene voornaame handteering is der Ingezetenen. Door dien zeiven weg, ontfangen de Dortenaars, ook veelRhynfcbe en Moefelwynen, Langs de Maas bekomen zy, van Luik , molenlteenen, fteenkalk, tras en dergelyke waaren. Dan , gelyk de Koophandel langs den Roven Rbyn, federt het graven van het Panderfcb Kanaal, 't welk de Waal, in den Zomertyd, veelal zeer ondiep doed worden, merkelyk afgenomen is; is ook de Luikfcbebandel zeer verminderd, naar mate de Tollen langs de Maas, federt eenigen tyd, voornaamlyk, na den Utrecbtfcben Vrede van 1713, te zeer vermenigvuldigt zyn geworden. De handel in Koom fchynt, in dezen tyd, aldaar noch, in den grootften bloei te wezen. Tot meer gerief voor dezen laatftgemelden handel, is te Donrecht, in den jare 1669» eene byzondere Koornbeurs gedicht; onderfcheL de van de Groote Beurs; in welke de andere Kooplieden dagelyks vergaderen: welke laatfte, te gelyk met de Stads Vleejchhal, ondereen dak, begrepen is Dewyl het recht der Hollandjche goude, zilvere en kopere Munt te flaan, (voor zo verre het ZwiV/er-Kwartier der Provincie aangaat,) alreeds, federt den jare I4i8,aan deze Stad verknocht geweeft is, als eene gifte des Hertogs Jan vaft Beieren, den Oom en Voogd van Vrouwe Jacoba, geduurende derzelver minderjarigheid; zo is ook binnen dezelve een Munthuis; dat een zeer groot gebouw is; ftaande niet verre van de Beurs, van daar noord ooftwaard. Meer andere voorrechten zyn, door de oude Graven van Holland, aan de Stad Donrecht verleend: onder welke, voornaamlyk uitmunt, het Stapelrecht *. Ingevolge dit recht mogen die van Donrecht; fommige koopgoederen, die met Schepen de Merwe op- of afvaren, aanhouden, ontladen, te koop. * Over den oorfprong en betekenifle van dit woord, Stapelrecht, worden veelerly gillingen gemaakt. Zie, daarvan, de Bejcbryving van Holland, by Tirion IV Deel, in de aantekeningen, by bladz, 327.  428 H O L L A N D. koopveilen, en, van al wat verkocht word, zekere rechten" vorderen: of, byaldien die zelve waaren; 't zy al of niet verkocht zynde , van daar naar elders zullen worden weggevoerd, zy alsdan, verbodemen, dat is, uit het één in het ander Schip doen overladen. Hoe zeer ook andere Steden dezer Provincie al voorlang, vertogen tegen dit recht, waardoor,haare eigene Ingezetenen benadeeld werden, hebben ingebracht; is, echter, deze Stad , door verfcheidene Graven van Holland, daarin beveiligt, en tot heden in deszelfs bezit gebleven : hoewel dit recht ten éénen tyde wat befnoeid, en, ten andere verder uitgebreid geweeft is. De Stads Regeering te Donrecht, is, van die der andere Hollandfche Steden, merkelyk verfchillende. Voornaamlyk, bellaar dezelve, uit verfcheidene byzondere Vergaderingen.De eerfte is de Oud Raad, die betvoornaam lichaam der Regeering uitmaakt: en, raadpleegt over allerlei zaken, die den welftand der Stad en Qorgeïy betreffen. Dees Oud-Raad is faamgefteld, uit XL Vroedschappen; onder welke, de Schout, Borgemeejleren en Schepenen, mede begrepen zyn; welke, niet zo zeer in gemelde hoedanigheid, dan wel als medeleden der Regeering,-\n dit Kollegie zitting hebben, naar den'rang der jaren, in welke zy tot de Regeering eerft bevorderd werden. En, met dezen Oud Raad, vergaderen fomwylen, (daartoe geroepen wordende,) de zogenoemde Goede Lieden van ag-jen; die de Gemeente verbeelden; wanneer zy eenige zaken van wege de Gemeente hebben voortedragen: gelyk deze laatften ook het opzicht hebben, over het maken en verbeteren der Stadswerken. Die in hoe. danigheid als Oud Raad (welke zo veel, als het radicale der Regeering is) in dit aanzienlyk Kollegie zitting hebben, blyven daarin, geduurehde al hun leven. Het Gerecht bedaar,, uit den Hoog Schout, vier regeerende Borgemeesteren en negin Schepenen, beneveh twe Thesauriers of Stads Ontfangers, den Pensionaris en drie Sekretarissen. Behalven deze twe, is 'er een derde Kollegie, genoemt, Mannen van veertigen; die, alhoewel fommigen van derzelver leden, te gelyk Leden van den Oud-Raad, echter, van den Oud-Raad zelve, onderfcheiden zyn. Deze zyn de eigenlyke Kies Heeren der Schepenen; welke jaarlyks, den tweden maandag in September, benoemen een dubbeld getal, der leden voor den Oud-Rand, waaruit, in 't één jaar, vyfen in het ander, vier Schepenen verkoren worden: ltaande de keuze, uit dit dubbeld getal, aan zyne Doorl. Hoogheid, den Hèere Prins Erfstadhouder. In de binnenhndfcbe beroerten, die de geheele Provincie Hol-   - HET BINNEN SPAAE.NEtcHAAHr.EM.  HOLLAND. 429 Holland van tyd tot tyd zeer gefchud hebben, heeft deze Stad veel deel gehad In den jare 1572, verkoos zy der Staaten zyde, tegen den Koning van Spanje : en , federt dien tyd , heeft ze (alhoewel van geene .de minde Vedingwerken voorzien,) nooid weêr door vyandelyk geweld, gelyk wel fommige andere Steden , konnen overwonnen worden : waartoe, haare gelegenheid opeen eiland, dat van rondom door breede wateren is afgefloten , veel geholpen heeft. Daarom word zy gemeenlyk, de Dortsche Maagd, genoemt. Tot de Jurisdictie van Donrecht behoord mede de Bannery en Vrye Heerlykbeid MERWEDE: die haaren naam heeft, van het Jlot Merwede; waarvan, noch overblyfzelen van 't muurwerk te zien zyn; daande een weinig ooftwaard van de Stad, op een eilandje , aan den rand van den Merive-Stroom, van welke dit flut zyn naam ontfangen had. Dit jlot is, beneven een groot gedeelte der Heerlykbeid, door den S. Elizabeths Vloed, in 1421 , weggeraakt. De Oude Heeren van Merwede worden, in de Nederlandfche Gefcbiedfchriften, dikwerf vermeld. Na de uitftcrving van dit gedachte, is deze Heerlykheid aan het gedacht van Boetzelaar gekomen : en, in 1604 aan de Stad Donrecht verkocht, voor 38000 gulden. De Oud-Raad van Dortrecbt bezit, derhalven, deze vrye Heerlykbeid; welker grondgebied zich tot binnen de muuren hunner Stad uitdrekt. De Oud-Raad der Stad deld, eett' der Heeren Borgemeederen, tot Lem Heer; die, van Stadswege, den Banner-Heer van Merwede verbeeld. Ook is 'er, een Bai juw van Merwede ; die desgelyks door de Regeering der Stad word aangedeld; en die, in deze hoedanigheid, geduurende den tyd van 8 dagen, 's jaars, beginnende, met den 5 Juny, ingevolge een oud gebruik, het Krimineel Rechtsgebied, ook over de Stad Dortrecbt, oefend; en, om die reden, de Schout van 8 dagen, genoemt woid. Ook bezit de Stad Dortrecbt, de Ambachts Heerlykbeid van het Dorp 's Gravendeel , in het Land van Streyen gelegen. HAARLEM volgt,na Donrecht, onmiddelyk;als de twede ftemmende Stad dezer Provincie : liggende 3 kleine uren gaans ten weden, van Amfierdam; tuflchen welke beide Steden, eene recht- doorgaande trekvaart is: gelyk men eene andere trekvaart, van daar, gegraven heeft, naar Leiden; 't welke 5 uuren gaans, van Haarlem, zuidwaard ligt. Daardoor, word die Stad veel doorgetrokken, van de Reizigers, die genoegzaam, uit alle Steden van Holland, naar Amfierdam, en wederom, willen. De Rivier, het Spaarne of Sparen, die, uit het Haarlemmermeir, gedeeltelyk door de ooftzyde der  43o HOLLAND." der Stad loopt, en by Sparendam In het 2> vald, geeft aan Haarlem geen mindere levendigheid; ter oorzake der onophoudenlyk heen- en weervaarende groote Schepen : dewyl, deze de eenige weg is, langs welken de Schepen, die de Zee bouwen, uit Zeeland en Holland, naar Amfierdam, of verder , over de Zuider Zee , naar Friesland en Groninserland, en weder te rugge, hunne reize hebben inge. richt. Aangaande den eerden oorfprong dezer Stad, en of dezelve toe.efchryven zy, aan de Oude Herulen; of aan zekeren Heer Lem, uit Friesland oorfpronglyk; dan , aan het Ridderlyk geflacht van Haarlem; het v/elk zyn Stamhuis had, in de nabuurfchap van Beverwyk en Heemskerk; en wat al meer deswege gegift word: in deze zaken zullenwe niet treden. Zeker is het, dat Haarlem, nu zo ten aanzien van zyne aangenaame en voordeelige gelegenheid , dan , van zyne zinlyke en fraaje gebouwen en Jlraaten, eene der meeft bezienswaardige Steden dezer Provincie zy. En, van de grootheid dezer Stad , mag men oordeelen, uit het getal van 7963 Huizen, die daarin gevonden werden, by de opgave der Verpondingslyflen, in den jare 1732: wordendede Inwooneren, op tuffchen 40- en 50000, gefchat. Zy is, ten allen tyde, wel, als eene prachtige- maar nimmer, als eene fterke Stad, bekend geweeft. Eertyds, had zy de gedaante van een onregelmatig vierkant: dan, de Nieuwe uitleg,aan de noordzyde, in den jare 1672, (toen de Franfchen, de voor aan liggende Provinciën overheerd hadden, en ook Holland meenden intedringen,) heeft eene merkelyke verandering daarin veroorzaakt: dewyl, toen 452 Huizen, welke daar Honden, als in een Voorflad, der Stad ingetrokken, en omgeven werden, met eene nieuwe wal, van acht bolwerken; (baftions) eenigerrnate, naar de veranderde Veftingbouwkunde aangelegt. Deze nieuwe uitleg, is, door twe lynrecht lopende grachten, van de oude Stad , afgezonderd : en, langs deze grachten , ziet men, de grootfte en prachtigfte gebouwen dezer Stad. Zy heeft acht Land-poorten : naamlyk: de SpaarnewouderPoort,aan deooüzydederStad;a\\va.aióeAmfierdamfcbe fchuiten af- en aanvaaren. En, niet verre van daar, aan die zelve ooftzyde, is de Schalkwyker-Poort. Ten zuiden, zyn: de groote- en kleine Hout-Poort: (door welke de weg naar den zogenoemden Haarlemmer Hout gaat). Ten weften, ziet men, de Raam-Poort; de Zyl Poort, waar de Leidfche Schuiten afen aankomen : en, de Deimans-Poort. Ten noorden, is alleen de Kennemer Poort: die ook, als toe den nieuwen uitleg  HOLLAND. 431 Seg des jaars 1672 behoorende, de Nieuwe-Poort, genoemt word. En behalven deze, zyn 'er noch twe Water-poorten : naamlyk, de Amjlerdamfcbe- en de Leidfche Waterpoort. De meefte Jlraaten der Stad lopen uit, op de Markt, die van een groote ruimte en in 't midden der Stad, is. Aan 't wefteinde derzelver, ftaat het Stadhuis: een oud gebouw pronkende, met een' cierlyken Toren Daar mede, is vereenigt, een fraai Schavot, of Gerechtsplaats, van fteeneiï opgerecht; 't welk zyn uitzicht op de Markt heeft. Achter het Stadhuis, ziet men het PrinceHof: eertyds het Jakobiner Kloofter; 't welk, nu, tot een Arfenaal of Wapenbuis diend: gelyk ook, in een der vertrekken, de Stads Piibliotheek bewaard werd: en, in andere, de Gilden, bcneven meer andere Genootfchappen t'zamenkomen. De Tuin, achter dit gebouw, is, door het Genootfchap der Geneeskunde {Collegium Medicum,) in den jare 1720, met vergunning der Edele Groot Achtb. Magiftraat, tot een Hortus Medicus aan gel egt. Op die zelve Markt, ftaat ook de Groote Kerk; welker ftichting, aan den Hertog Albrecht van Beieren, Grave van Holland, word toegefchreven. Zy was weleer, aan S. Bavo, die voor den Apoftel en Befcherm-Heiligen der Gentemaren. gehouden word, toegeweid. Zy is de grootfte Kerk van geheel Holland; in de gedaante van een Kruis gelicht: en behoeft, zo ten aanzien van haare nette bouworder, als van haar fraai en zienlyk onderhoud, voor geenc ééne der andere Nederlandfche Kerken, te zwichten. Zonderling word dezelve vercierd door haar groot en koftelyk Orgel; uitwendig met konftig beeldwerk vercierd. In die zelve. Kerk, hangt een Scbip, van onder met een zaag voorzien:'t welk gezegt word , de nagedachteniffe te bewaaren van; de verrovering der Stad Damiate, in Egypte, geduurende den zogenoemden H. Oorlog, in den jare 1219; welke verroveringe, voornaamlyk, door die van Haarlem zou volbracht zyn; die, onder de aanvoering van Grave Willem I, mede eene kruistogt derwaard ter Zee, hadden bygewoond; en die, vermits de Haven dier gemelde Stad met een yzerent keten afgefloten was, door middel van zodanig een Zaag' Scbip, die keten verbroken, en zich, daardoor, den weg tot de Stad geboord hadden: hoewel anderen liever willen, dat dit een Scheepje zy, het welk voorheen voor den Altaar van het Scheepmakers Gilde gehangen heeft: te meer, dewyl de gedaante van dit Scheepje te nieuwerwets is, dan om met de Schepen, die men, in dien ouden tyd, gebruikte, te  432 HOLLAND. te hebben overeengeftemt. Ook, zouden eenige Klokjes, die in den klokken toren dezer Kerk hangen, en die 's avonds van 9 tot half 10 uuren geluid worden, gegoten zyn van metaal, 't welk de Haarlemmers, ter gelegenheid der verwiuninge der Stad Damiate, buit gemaakt hadden: weshalven dezelve noch heden, de Damiaatje's, worden genoemt. De Toren, die te midden op het kruis ftaat, en onderfcheiden is, van den gemelden klokken toren, is van hout opgetimmerd, doch met lood bekleed: en voorzien ,met een zeer goed klokke/pel. Behalven de Groote- zyn, in Haarlem, noch drie andere Nederduitfche Gereformeerde Kerken; in welke gezaam. lyk, door IX Predikanten, de H. üienfl volbracht word. De Jans Kerk behoorde eertyds, tot de Kommanderie der Heeren van S. Jan, anders gezegt, de Ridders der Orde van Maltba; die Johannes den Doper tor hunnen Patroon erkennen: van welke order een Kommandeur, in de daar by gelegen Kommanderie, zyn verblyf had. De ftraat', in welke deze Kerk ftaat, die van de markt noord waard naar de Nieuwe Stad loopt, word, noch heden, de S. Jausflraat, geheten. De andere word de Nieuwe Kerk genoemt; die gefticht is, in het jaar na den gefloten Munfterfchen Vrede, naam. lyk, 1649. Zy ftaat, in het zuidweftelyk deel der Stad. Eindelyk, is 'er ééne, die de Bakanesser Kerk genoemt word, naar de buurt of wyk der Stad, de Bakanes; naby de rivier, het Sparen. Ook, bevind zich te Haarlem, eene Gereformeerde Walsche Gemeente, die bediend word, door twe Predikanten, en tot haar gebruik heeft, eene Kerk, die in de Roomfche tyden behoord heeft, tot het Begynen Hof. De Luthersche Gemeente , aldaar, word mede bediend, door twe Predikanten. Van de overige Gezintheden, zyn de Remonftranten , de minfte in getal: en hebben niet meer, dan ééne Kerk en Predikant. De Mennoniten hebben, 'aldaar, vyf Vergaderplaatzen: en verfcheidene zogenoemde Vermaners, ten eenen tyde, meer of minder, dan ten anderen. Doch | behalven de Gereformeerden, zyn de Roomsgezinde», de meeften , veel meer dan een derde deel der Inwooneren uitmakende. Dan, onder dezelve bevinden zich veele .zogenoemde Jansenisten. Deze laatftgenoemden hebben zelfs, te Haarlem, eenen Bisschop; die daar geopgluikt word: en dees is 't Hoofd der   DE AXADK MI I te X X ï U H K.  HOLLAND. 433 dér Janjeniflen door geheel Holland; gelyk hy ook gewoon is, de open vallende Statiën, met Priefters zyner gezindheid,zo veel hem doenlyk is, te vervullen. Dit voorrecht der Janjeniflen, van in Haarlem hunnen Bisfcbop te mogen hebben, is noch een overblyfzel en fcbaduwe van die Bissciioplyke waardigheid, die van ouds, federt den jare 1559, aan deze Stad is gehecht geweeft: want, onder die XIII nieuwe BiJJchoppen, welke Paus Panlus IV, op de voorfprake des Konings Filips II, in de Nederlanden aanftelde, was die van Haarlem mede begrepen; die de Groote of S. Bavo 's Kerk tot zyne Kathedrale Kerk en het geeftelyk Rechtsgebied over geheel Holland had: terwyl de goederen der ryke Abtdy van Egmor.d, (waarvan hy zelf Abt geweeft was,) hem, tot zyne Staatvoering werden tbegelegt. Dees nieuwe Biftchop was, Nicolaus a Nova Terra (anders gezegt, van Nieuwland;) die ook, in 1562 dadelyk wierd ingeweid; dan, in 1569, van zyn Bisdom afftand deed, aan Godefried van Mierlo; welke de laatfte Biftchop dezer Stad geweeft is. Eu, daaruit kan men verftaan de reden, waarom de Roomsgezinden der andere party, naamlyk, der Jefuitsgezinden, fnaar men zegt,) noch een zogenoemd Kapittel van Kanonniken onder zich hebben, met eèn zekeren Prooft en Deken; alle, als waren zy noch behoorende tot de Kathedrale Bijfchoplyke Kerk van Haarlem : waartoe zy verkiezen, fommige Roomfcbe Priefleren , in Holland; welker poften , wanneer de een fterft, weder door een' anderen vervangen worden. De fteïke doorbrekende Reformatie , inzonderheid , in 1566, en volgende jaren, heeft het Biffchoplyk gezach binnen deze Stad terftond zeer beteugeld: voornaamlyk, toen die Stad, in 1572, der Staaten zyde koos: en den Prins Willem I, tot haren Stadhouder, aannam. Doch, het gevolg hier van was, voor Haarlem zeer dodelyk: dewyl Don Frederik van Toledo, zoon des Hertogsvan Alba, in den winter des zeiven jaars, de Stad belegerde; welke na eenen kloekmoedigen tegenftand, die van beiden zyden veel bloeds gekoft heeft, (niet tegenftaande Prins Willem I, tot twemaaltoe, alle pogingen in 'c werk ftelde om die Stad te ontzetten,) eindelyk, door hongersnood geperft, in 't begin van July des volgenden jaars, aan hare vyanden Zich overgeven moeft: by welke gelegenheid, alhoewel, van der Spaanfche zyde, uitdrukkelyk lyfsgenade toegezegt was geworden, niet te min, van de krygsbezetting, meer dan 2000; met derzelver bevel hebberen, ook eene menigte Ee van  43* HOLLAND. van Borgers, en eenige Predikanten, werden omgebracht. Waarna de Kathedrale- en de andere Kerken , door den Bis. fcbop Godefiied van Mierlo weder, ten dienfte der Roomss.'zinden, werden ingeweid. Jn den jare 1578, ging Haarlem andermaal, aan de Staaten over: en heeft, na dien tyd' geene verdere onluften van den oorlog behoeven uit te Itaan. Niet weinig praald de Stad Haarlem, met de eere dat binnen dezelve, in den jare 1440, de onwaardeerbare Drukkunst is uitgevonden : door dien beroemden Laurens JansKoster, die ook aldaar, het eerfte Boek, geintituleerd': Spiegel der Beboudenijje, en daarna meer andere gedrukt heeft; van welken druk, te Haarlem noch een exemplaar te zien is; waarvan, (vermits men, zo zeer vroeg, de konft van één bladpapier aan de beiden zyden te drukken, niet verftond,) alle de bladen, twe en twe, tegen elkander geplakt zyn. De toevallige wyze, hoedanig dees Laurens Kos ter, tot de uitvinding dezer konft gekomen zy, is ze"r zonderling, en waardig, om in de gefchiedfchriften, te worden nagezien. Dat eenige Schryveren, deze eere van Haarlem onttrekken, en liever aan de Stad Mentz, hebben willen toeërkennen , is alleen veroorzaakt, door zekeren Jan taujt of tuft, een' der knechts op Laurens Kojlers drukkery welke, op een Kersnacht, wanneer zyn Meefter, met zyn Huisgezin in de Kerk ter Miffe gegaan was, met de letteren en andere gereedfchappen der drukkery, naar Jmfler. dam en verder over Keulen naar Mentz vluchtte; en daar de drukkery zelf aan den gang bragt; gelyk, Hadr tanus famus onwederfprekelyk deze gepleegde letter dievery bewyft (Hiftor. Batav. pag. 431). Noch heden ziet men, Haarlem uitmunten, in de konft van Boek-drukken: en, de daartoe gebruikelyke letters, worden nergens menigvuldiger en be. ter, dan in die Stad, gemaakt, en van daar alomme ver. zonden. Het Huis, waarin dees Laurens gewoond-, en die gemelde konft geoefFend heeft, word te Haarlem noch vertoond; ftaande op de markt, fchuins tegen over de Noordzyde der Groote Kerk En, men ziet op den Voorgevel van dit Huis, 's Mans af beeldzei, met een drukperffe: en dit Latyns Byfcbrifi, in vergulde letteren: Mi-  HOLLAND. 435 Memc-rije Sacrum. TYPOGRAPHIA, ars artium omnium conservatrix, ii ic primum inventa, a. L. COSTERO H a r l e m e n s i MCCCCXXIIX. Ook, heeft het genootfcbap der Geneeskunde (collegium, Mc. dicum te Haarlem, in het midden van den tuin achter het Prince Hof, een zeer fraai fteenen Standbeeld vjin dien uitvinder, met zinryke Latynfche Opfcbriften vercierd, opgerecht, tot deszelfs altoosduurendegedachteniffe *. Mede word aan Haarlem geen geringe luifter bygezet, door de aldaar, in 1752 opgerechte Hollandsche Maatschappy der Wetenschappen : en. wel door toedoen deiWel Edele Groot Achtb. Regeerders dezer Stad, onder de beftiering des Heere C. C. H. van der Aa, Predikant der Euangel. Lutherfche Gemeente dier Stad, en Sektetaris dezer Maatfchappy: welke de eerfte is van dit foort van Maat' Jcbappy.n, die ooit in onze Nederlanden zyn bekend geweeft. Onder meer andere middelen , ter bevordering van alle fraaje Konften en Wetenfchappen, word , door de Heeren Directeuren en Leden derzelver, jaarlyks, een vrage ter beantwoording opgegeven: en, dien, die dezelve vrage, in gefchrift, beft beantwoord heeft, eene goude Medaille toegewezen en ter hand gefteld; om welker rand, de naam des Schryvers, beneven het jaartal gemeld ftaat. Zy vergaderen, in een der vertrekken, van het Prince-Hof; en wel éénmaal 's jaars, in de maand Mey, buitengewoon; om te bepalen, niet alleen, welk gefchrift, de vrage des voo- rigen * Een uitvoerig verhaal, van deze uitvinding, beneven eene verdediginge der eere daarvan , ten opzichte' van Haarlem, vind men in een byzonder gefchrift, geintituleerd: Het derde Jubeljaar der uitgevonden Boek-drukkunfi enz. uitgegeven, door Joh. Chrift. Seiz: en gedrukt, te Haarlem, by Is. en Job. Enfcbede, in 1740, Ee 2  43Ö HOLLAND. rigen jaars, beft beantwoord heeft, maar ook, welke vrage, weder, voor het lopend jaar, zal worden opgegeven. Deze Hollandfcbe Maatjehappy maakt, zeer goeden opgang: en, is het getal, zo der Buiten- als Binnenlandfche Leden der zeiver fterk aangegroeid. Van de liefhebbery tot de bloemen, inzonderheid, tot de Tulpen en Hiacinthen; die by de Haarlemmers zo verre plagt te gaan, dat zy, een foort van Koophandel daarvan aanleggen, en voor ééne enkele bolle, duizenden guldens belleden konden;zal 't onnodig zyn,veel te zeggen: dewyl zy, (hoewel de liefhebbery zelve onder hen noch niet is afgefleten,) echter, van die buitenfporigheid reeds voorlang terug gekeerd zyn. Van meer belang waren, by de Inwooneren dezer Stad, de Weverten, van wolle- linnen- katoenen- en zyde Jloffen, delaatfte, zelfs, met goud- en zilver draad vermengt; wegens welke, Haarlem eertyds beroemd geweeft is. Dan , deze manufaBuuren zyn, federt eenige jaren, aldaar, gelyk in meer andere Hollandfcbe Steden, zeer aan 't kwynen geraakt. Het voornaame, waarvan 't gemeen, noch heden, een goed middel van beftaan heeft, zyn de blekeryen van gefponnen garen en van lywadtnof linnen, weike laatfte, ten dien einde, wel geweven, maar ongebleekt, in menigte van elders hun worden toegezonden. Daarom zyn, in den omtrek van Haarlem, naamlyk, ten wellen zeewaard aan, en vooral in de nabuurfchap van Bloemendaal, eene menigte van blekeryen: wordende toegefchreven, aan eene byzondere hoedanigheid, van het water, 't welk door de beekjes van de duinen vloeid, dat 't linnen, 't welk, daar gebleekt word, geen weêrgaê heeft, in witheid, met al wat elders daartoe word aangewend. Daarom, zyn zelfs verfcheidene lieden te Amfierdam gewoon, hunne gemaakte linnen klederen , naar Haarlem te zenden, oin ze daar te doen wafleheh en bleeken. De Haarlemsche Regkering beflaat, uit XXIV Vroedschappen; die, éénmaal aangefleld, vooral hun leven, in dien poft volharden. Uit dit Kollegie worden verkoren, een Hoofdschout; die drie of zes jaren zyn ampt bekleed: vier Borgemeesteren; van welke, alle jaren twe afgaan, en twe anderen aankomen: en zeven Schepenen; die alle jaren veranderen: ftaande de keuze daarvan, uit een dubbeld-tal, door de leden der Vroedjebap opgegeven, aan zyne Doorl. Hoogheid, den Heer Prins Erfstadhouder. Aan deze leden der Regeering, zyn als miniflers toegevoegt: twe Pen. sionarissen: vier Secretarissen: en twe Thesauriers. Deze  HOLLAND. 43? ze worden alle door de Vroedfchap benoemt, op de rekommandatie van Hoog gemelde zyne Doorl. Hoogheid: en, blyven dienen voor haar ganfch leven. Het Ommeland van Haarlem is by uitnemenheid venna, kelyk: en, heeft eene zeer gezonde lucbt. Ten weften, heeft men een vlak en aangenaam gezicht, over de blekeryen; 't welk gefluit word, tegen de duinen, langs de Noord zee, van welke, de Stad één uur gaans verwyderd ligt. Van het zuiden naar 't noorden vloeid, ter lengte van omtrent twe uuren gaans, de SrAAREN-Stroom; die langs de beiden boorden rykelyk bezet is, met fraaje lujlhuizen en tuinen. En, wat Haarlem van buiten meeft vercierd, is het zogenoemde Haarlemmerhout, ten zuiden der Stad, en ten weften der genoemde rivier. Het beflaat, uit twe byzondere boffchen; het een, 't Oude- en het ander, 't Nieuwe, hout , genoemt; die vervuld zyn met Eiken- Beuken- en andere boomen; en, die hier en ginds, doorfneden worden, door lange dreven, de eene in de andere lopende. Zy beflaan, met de tuffchen in liggende weylanden en lufthoven, omtrent 60 morgen lands. Dit Haarlemmer-Hout, was, geduurende de belegering der Stad, in de jaren 1572 en 1577, door de Spanjaarden geheel uitgerooid, dan is daarna weer opnieuw beplant. Het verfchaft, niet alleen, den Inwooren der Stad, maar ook der nabuurige fteden en dorpen, het vermaak van wandelingen. Noordwaard van Haarlem, en naby die Stad, ziet men noch, de overgeblevene ftukken muurwerks, beneven een ouden Toren, van het ouds vermaard Huis te Kleef: op welk, de Bevelhebber , Don Fredrik van Toledo, geduurende het beleg van Haarlem, zyn Hoofd kwartier bad : dan, dat ook, by de overgave der Stad, in 1573, door de Spanjaarden , deerlyk verwoed is. De Stad Haarlem bezit, behalven baar eigen rechtsgebied, ook fommige dorpen, elders, als Ambachts-Heerlykhe3den: naamlyk, Bloemendaal, anderzins ook Aalbrecbtsberg genoemt; in de nabuurfchap der Stad: als mede, Kalslagen: Noorden: Nieuwveen: en Zevenhoven; alle in 't Baljuwfchap van Rhynland gelegen. De groote Meir, tuffchen Haarlem, Amfierdam , en Leiden, word, naar deze Stad, de Haarlemmer-meir, ge noemt. DELFT of Delf, * in 't Latyn, naar de meervoudige uit- fprake, * Van deze Stad is eene fraaje Befcbryv'mge voor handen, Ee 3 door  438 HOLLAND. fprake, Delpbi, genoemt, de derde der Hemmende Steden in het zuider-kwartier van Holland, ligt aan het water de Scbiè, 't welk hy Schiedam in de Maas vloeid: één uur gaans, van 's Hage: twe, van Rotterdam: drie, van Leiden: en vier, van Gouda. Met de drie eerftgemeide, heeft ze gemeenfchap, door trekvaarten: waardoor, de af-en aankomft zeer gemaklyk en min korthaar is, door de Trekfchuiten, die by dag en nacht heen en weêrvaaren. Aan groote Schepen, die hunne maft niet konnen ftryken, geeft echter die Stad geenen doortogt: dewyl zy van binnen, niet dan fteene- en gecne Opbaal-bruggen heeft: en deze, (immers een-igen derzelver,) onder, van eene nauwe opening, voorzien zyn. - En, vermits 'er mede geene gdegenheid is, om buiten de Stad om te vaaren, zo zyn alle zulk flach van groote Schepen veiplicht, buiten de Schiedammer-Poort te blyven liggen.; alwaar een bekwaame haven voor dezelve is toegericht *. In deze haven, liggen ook, de zogenoemde Buitenjachten, van welke de Leden der hooge Kollegien, ter gelegenheid Hunner te volbrengen Kommifljen, zich bedienen. Aldaar, is ook de plaats, waar alle de Beurt/chippers, die van elders, op eenige der binnenlandfche Steden van Holland, zyn bevracht geweeft, in het wederkeeren, ter gezette tyden, afvaaren; cn waarheen, de Paflagiers zich begeven, om Scheep te gaan. De gedaante der Stad is ongelyk verder, in de lengte, dan in de breedte, uitgeftrekt. Zy heeft, om haaren maar, die geheel ongefterkt, en enkel met uitfpringende Torens, naar den ouden trant, voorzien is , eene breede gracht: en, word doorfneden, met veele mee ft recht lopende Binnen, grachten, die, aan verfcheidene plaatzen, met elkander gemeenfchap hebben; en, die al tyd van verfch water , uk de rondom lopende vlieten, voorzien worden; 't welk, in de Schie- ftrooui- en, door dezen, zyn ontlafting in de Maas heeft. door den Heer r.orgemeeftcr van Asskndf.t.ft opgefteld. Daarna , is eene twede- met den titel van de Nieuwe Befcbryvinge van Delft, voor 't licht gekomen : waarvan de meefte daarin voorkomende zaken, 'uit het eerftgenoemd werk, overgenomen zyn. * Dat deze verhinderihge der doortocht der groote Scbepen opzetlyk gefchied , om daardoor de Stad Gouda te begunftigen , zal nader, in de Befchryving dezer Stad worden aangewezen.  DEX PT van de V A A B. T te zien.   HOLLAND. 439 heeft. Onder dezelve, is de voomaamfte, de oude Delft; zo veel gezegt, als de oude Grift; die de Stad, van de HaagJcbe- tot de Rotterdamfche- e'n Scbiedamfcbe-poorten, overlangs doorloopt: door welke, de gemeene vaart is, der kleine Schepen, die de Stad paffeeren konnen. Van deze Delft, meend men, de Stad haaren naam ontfangen te hebben. Gemelde Binnengrachten verfchaffen eene groote luchtigheid en cieraad, aan deze Stad; welke, behalven dit, met fraaje buizen doorgaans rykelyk vervuld is. Eenmaal naamlyk in den jare 1536 , is deze Stad, door een feilen brand, dus ten eenemaal vernield, dat, niet meer dan 300 huizen, waren overgebleven. Voor dezen brand, ftonden binnen dezelve, 2609 huizen: dan, deze zyn daarna veel voortreflyker opgetimmerd , en van tyd tot tyd vermeerderd. Het getal der buizen bedraagt, nu (die der Voordeden daarvan uitgezonderd,) 4236: en, dat der Inwooneren word, op meer dan 22000, gefchat Zy heeft, omtrent een uur'gaans, in haaren omtrek. Delft is niet zo levendig en woelig, dan veele andere Hóllandfche Steden; alwaar meer koophandel gedreven word. Doch, men vind'er, niettemin, veelewelgegoedde Ingezetenen. Van zeven Poorten, is deze Stad voorzien: waarvan, ééne ten noorden, de Haagfcbe-poort .genoemt word. Ten weden zyn de Schoolpoort en de Waterjlootfche- ook, de 5. Joris poort genoemt. De RotterdamJcbe- en Scbiedamfcbe-poorten, die zeer naby elkander daan, zyn ten zuiden: en worden, door de Schie, die daar uit Delft te voorfchyn komt; van elkander gefcheiden. Van daar oodwaard, aan den zuid ooftelyk- hoek der Stad, is de Ooflpoort: en, aan die zelve oodzyde, de Koepoort. In den aanvang der Nederlandfche beroerten , fcheen Delft, Hollands Hoofdstad, te zullen worden: dewyl Prins Willem I, in dien hachlyken ryd, zich nergens veiliger oordeelende, dan binnen deze Stad, aldaar zyne Stadhouderlyke refidentie genomen had: want dit veroorzaakte, dat 'er voor en na verfcheidene Staaten Vergaderingen gehouden werden: gelyk ook het Hof van Holland, uit 's Hage derwaard verplaatd werd. Het gebouw, 't welk die Prins bewoonde, word daarom noch heden, het Prikce Hof, genoemt. Het daat, aan de oude Delft, recht tegen over de oude Kerk : en was eertyds het Vrouwen Klooder, van V Aagte, of 5 Agata. In dit Prime-Hof, is ter deze gelegenheid , Frederik Hendrik. Prins Wülems iongde zoon, in het voorjaar van 1584, gebooren. Doch, federt den moord, door Baltbafar Gerards, aan dien 's Landsvader gepleegt, den 10 Jury deszelven jaars, is zyne weduwe, Louifa de Ee 4 O-  440 H O L L A N D. Coligny, met haar geheele Hofgezin, naar 's Hage vertrok, ken : en mag alleen, als een gevolg der voorige Hofhouding. en, der gemelde befcbreyenswaardige gebeurtenifle binnen Delft, worden aangemerkt: dat daarom de Nieuwe Kerk dezer Stad, de Begraafplaats der Stadhouderlyke Familie geworden , en daarna beftendig gebleven is. In het voorhuis van dit Prince Hof, ter flinkerzyde, als men de trappen opgaat, zyn noch te zien de tekenen der twe kogels, met welke, die Prins doorfchoten is; met een byfchrift, waardoor, deze fnoode daad, beneven 't jaartal, word aangeduid. Dit gebouw is wel groot: maar, heeft uitwendig niet veel aanzien. Op een der boven vertrekken, (die de Spinkamer der Nonnen van dit Kloofter was,) zynde eene ruime zaal, welker muur van rondom befchilderd is, met de Gefchiedeniffe van den Maagdenroof der Benjaminiten, word nu de Synodaale vergaderinge, zo der Walfche- als der Zuid Hollandfcbe Predikanten gehouden. De Kerk, die weleer aan dit Kloofter behoord heeft, word nu gebruikt, door de Walsche Gemeente dezer Stad, welke onder het opzicht van twe Predikanten ftaat. De Nederduitsche Gemeente dezer Stad word, federt den jare 1767, door Vil Predikanten, waargenomen: en, zy verricht haaren Godsdienft, in twe Kerken; welker ééne de Oude-en de andere, de Nieuwe Kerk, genoemt word. Veeltyds, ziet men die beiden Kerken openftaande: en, de doortrekkende Reizigers zyn gewoon dezelve, in 't voorbygaan, te bezichtigen. In de Oude Kerk, die weleer aan den H. Hippolitus, en daarna aan den Apoftel Bartbolomeus toegeweid geweeft is, vind men verfcheidene fraaje Graftomben: als in het Choor, één van Pieter Pieterz. Hein: en , een ander van Maarten Herpersz. Tromp; beiden wakkere Zes Helden, wier gedachtenifTe billyk, door zodanige eere tekenen, mag in wezen blyven. Desgelyks, is, aan den ingang dezer Kerke, een Graffcbrift, in marmer uitgehouwen , van den vermaarden Anthoon van Leeuwenhoek; die, door behulp der Mikroskoo. pen, zo veele wonderen der natuur ontdekt heeft: en van meer anderen. Men ziet den Toren dezer Kerk, merkelyk voorwaard overhellende: doch, dat men dezen misftant, aan een voorbedachten raad des Bouwmeefters, hebbe toetefchryven, (ten einde deszelfs konft des temeer zou bly. ken,-) en niet, aan eene zakking van den grond; zal men pezwaarlyk geloven konnen. De Nieuwe Kerk, die, in de Roomfche tyden, tot haare  HOLLAND. 441 Patroneffe gehad heeft, S. Urfula , de geleidftar der zogenoemde 11000 Maagden, ftaat op de groote markt, recht tegen over het Stadhuis. In deze Kerk , is, op het Choor , de prachtige Tombe, die, in den jare 1609, op 's Lands gemeene koften opgerecht is , boven den Grafkelder van Prins Willem I; van Oranje; die daarna de'gemeene Begraafplaats van alle de Princen en Princefjen van dat Doorl. Huis geworden is. Boven het graf, word het lyk van den Prins liggende verbeeld , onder een verhemelte ; aan hebbende, een' langen rok: en, aan deszelfs voeten , ligt 's Prince hondje; 't welk hem, in het dorp Reymenant, by Mechelen , éénmaal , uit 't gevaar der gevangenneminge zyner vyanden , gered heeft; en 't welk daarna zich dood hongerde, door droefheid, over zyns Meelters verlies. Aan 't voeteinde, word diezelve Prins verbeeld, als zittende, in het harnas. Het eerft is, van wit marmer: en, het twede van metaal, toebereid. Alle de cieradien , met welke die Graftombe omgeven is , worden , zo ten aanzien van de koftbaare ftoffe, als van de konft, die door deszelfs maker, Hendrik de Keifer, daar aan hefteed is, als een werkftuk, welks weêrgaê men bezwaarlyk ergens vinden zal, erkend. Behalven deze twe openbaare Kerken, is 'er noch, eene Gasthuis Kerk; waarin, de dienft door een byzonder Predikant, die echter geen lid des Kerkeraads noch Klaffis van Delft is, word waargenomen. 'Er is ook, eene Luthersche- en eene Remonrtrantschf. Gemeente; die elk door een' Predikant bediend woiden. En , de Roomsgezinden , onder welke de Janjeniflen de talrykfte zyn , hebben aihier ook, hunne Kerkhuizen. Zodra men, van du zuidzyde, de Stad inkomt, 't zy door de Rotterdamfcbe- 't zy door de Scbiedamjche-poort, ontmoet men daar, in of by 't water, de Geêr genoemt, het groot Arsenaal of Ammunitie -Magasyn van Holland: waarin, een menigte Kanonnen, Mortieren, Haubitfers, en ander oorlogstuig, bewaard word. Dit is een groot en zeer deftig gebouw; ftaande onder het opzicht van een Kommies met zyne Bedienden. In de ooftzyde der Stad, dicht by de wal, en tegen over de Paarden markt, ftaat een ander Magasyn van Holland; waarin,. Salpeter en Zwavel, (de materiaale tot het Kruit maKen,) bewaard worden. Dit gebouw, dat ook van groote Ee s ui^-  442 HOLLAND. mrgeftrektheid is , was eertyds het KlariJJe Kloojler van Desgelyks, hebben Hun Edelen, de Heeren Raaden van Staaten twe Gene^aliteits Magasynen , in en twe builen de Stad, aangelegt, aan de zuidzyde, niet verre van Kommie, Stapelier ftaan: beneven een Kruümakery , ten westen der Stad Men gebruikt des te meer voorzorg om deze gevaarlyke gebouwen , zo verre doenlyk, van de Stad te verwyderen, om het onheil, dat dezelve, den jq Oktober 1654, overkwam, door het fpringen van een Kruit-toren; waarvan de flag door 't geheel land gehoord werd : een or.herl, t welk behalven de fchaden, aan menigte van huizen, die erdoor verpletterd werden, aan omtrent 400 inwooneren het leven kolte. En, een dergelyke ongeluk li ook, aan de Kruümakery, ten weften der Stad wedervaren, den 8. Fcbr. 1742. Dewyl de Nederlandfche Ooft Indifcbe Maatfcbappy te Delft een Kamer heeft , rs daar ook een Oost Indisch Hurs; in 'c weik, de Bewindbeb'oeren hunne vergaderingen houden - alsmede eenige Ooft indifche waaren lordenopglZ en bewaard; *e ook in dit zelve Huis, verkocht worden. Het ftaat znn dc Oude Delft, tegen over het Hollands Arfenaal. Dan de Ooft Indijcbe Scoepen, die voor rekening der" DelïtJcbe Kamer gebruikt worden, belanden te Delfs Havfn twe uuren van Delft, aan de Maas; alwaar, ook de Scbeett'. timmerwerf der Maatjcbappy gevonden word Aan dezelve Oude Delft, naby bet PrinceHof, en fchuins tegen over de Groote Kerk, ziet men, het GemeenlanÓs li™™ Delfland;in "t welk, de Baljuw, met de Heel,l den gezetlyk vergaderen. «««rii Ook zyn meer andere gebouwen binnen Delft, als de Stads Doelen, de Waag enz. bezienswaardig De Latynsche School die achter het Prince Hof, naby de Schoolpoort ftaat, is aldaar in grooten bloei De Stads-Regeering betreffende: dezelve beftaat uit Veertig Raaden; alle leden van de Vroedjchap; die geduurende hun leven blyven, en de openrallende plaatzen by meerderheid van (temmen, zelve vervullen Uit deze worden verkoren: een Hoofdschout, gemeenlyk, voor « jaren: twe Borgemeesteren; van we/ke, alle jaren één afgaat, en een ander aankomt: en zeven Schepenen- die jaarlyks verwiffelen: van alle welke, uit een dubbeld getal aoor de veertig Raaden opgegeven, de keuze gefchied' door  HOLLAND. 443 door den Eleer Prins Erfstadhouder. Hierby komen, als Minifters: een Pensionaris: en twe Sekretarissen. Eene der voornaamlle Neeringeim der Ingezetenen van ■Delft, was eertyds, het Bierbrouwen. De Delftfcbe bieren werden aiomine, en meeft naar Zeeland en Vlaanderen, in menigte verzonden. Deze neering is, alhoewel, op verre na in geen' zo grooten bloei, als voorheen, echter, noch niet geheel verdweenen. Men brouwd 'et noch. onder andere, dat fterk bier, dat veel naar de Kaap der Goede Hops, en naar Oeft-Indië gezonden word. Daar beneven, is deze Stad eertyds beroemd geweeft, wegens de voortreflyke lakens, die daar geweven,, gevold en geverwd werden: en, van welke mede eene groote verzending was, naar elders. Het fynft foort van laken werd daarom, (gelyk Hadr.Jmius verhaald) Delfts puik, genoemt. Doch, deze fabriek ismede zeer afgenomen. De eenige bandteering, welke aldaar noch heden met een goed gevolg in ftand gehouden word, beftaat, in platteelrakken, alsmede, van allerlei aardetverk, dat in fraaiheid van fchilderen, en, in fterkte, al wat men tot noch toe elders gemaakt had, verre overtreft. En deze konft word te Delft, langs hoe meer, tot volkomenheid gebracht. Men vind, by Guicciardyn (Belg. P. III. pag. 104—106) eenige beroemde mannen opgegeven, die te Delft gebooren zyn: en, onder dezen word eerft genoemt, die ten kwade zo zeer beruchte David Joris ; één der zotfte Geefidryvers, van wien men immer hoorde; die by de oproerige Wederdopers zich vervoegde; en, die de handen des Gerechts, uit Delft ontvluchtende, naar Bazel; aldaar, in 1556 geftorven, en begraven is, en daarna, deszelfs lyk, door bevel der Stads overigheid, wéér opgedolven en verbrand. Dezelve Schryver voegt eenige andere daarby, die deze Stad meer eere hebben aangedaan, dan die David Joris: naamlyk, Egidius Vates, (de Dichter,) toegenoemt; Johannes Grammaticus, (de Letter- of Taalkundige:) en, voornaamlyk, Jodocus Sasbout, een groot Rechtsgeleerde, die, door Keifer Karei V, tot Kancellier van 't Hof van Gelderland is langefteld; zynde te Arnhem geflorven, en begraven, in de xwrdzyde van het Choor der Groote Kerk; alwaar men noch jeden een Epitaphium , (Graffcbrift,) vind, te zyuer gedachleniffe daarby gefield. Onder de Delv enaars, die hunne jaamen, door uitgegeven Schriften, als vereeuwigd hebben, Bogenwe billyk noemen: Christiaan van Adrichom; (A\ricbomius,) die onder de eerfte is, welke eene Befchryvings les Joodfcben Lands hebben uitgeg ev en: zynde deszelfs Boek, oa-  444 HOLLAND. onderden titel, Theatrum Terra Sanüis, te Keulen gedrukt, in 1613. Voeg hierby, 'den Nederlandfcben Gefchiedfchryver Pontus Heutebus : den gewezen Penfionaris van Rotterdam, Hugo de Groot; die ook daar, op het Choor der Nieuwe Kerk, begraven ligt: den hier voor gemelden Ant. van Leeuwenhoek : Ger. van Loon, Befchryver der al oude SSIederlandjcbe Penningen enz. Voorts, ftrekt 't Rechtsgebied dezer Stad zich uit niet alleen, tot zekeren afftand, rondom, maar ook, over de Schie , (welke, men meend, de oude Foffa Corbuhnis, of de Grift van Korbulo, geweeft te zyn ,) die van de Stad tot aan het dorp Overfcbie loopt: en, vervolgens, over de Trekvaart van Overfcbie tot Delfsbaven; ter breedte van 14 Roeden, te wederzyde dezelve: Deze Trekvaart is, ingevolge de vergunning des Hertogs Aibrecbt van Beyeren, in den jare 1389, door de Delvenaars, zelve, aangelegt, ten einde des te gereder hunne bieren naar de 'Maas aftevoeren: en gaf te gelyk gelegenheid, tot de (lichting van Delfshaven; welk vlek aan de Stad Delft behoord. Die zelve Stad bezit mede de Ambachts Heerlykbeden , Overschie en Voorburg , beneven meer Ambachts Heerlykbeden , die geene Kerk dorpen zyn. Gelyk zy ook in Pandfchap heeft, de Hooge Heerlykheid Ryswyk; welker Ambachts Heerlykheid, aan s Hage, behoord, Een vierde deel uur gaans buiten Delft, lag wel eer een ryk Kloofter van Adelyke Jonkvrouwen, 't welk Koningsveld, {Loninx veld,) genoemt was; zynde van de order der 1 remonftratenfen: 't welk niet alleen een geeftelvk- maar ook een wereldlyk rechtsgebied oeffende, Dan, dit is daarna te niet geraakt. Ten befluit, zy hier noch aangemerkt: dat, naar deze Stad, genoemt word, 't Baljuwschap van Delfland; onder welks rechtsgebied de omliggende dorpen behooren j van welke, hier na eene byzondcre Befcbryving volgen LEIDEN * (kortheids halve, Leym, uitgedrukt,) is de Vierde der Zuid Hollandfcbe. Steden, die Stem in Staat hebben. Vermoedelyk, is zy eene der oudfle Steden , in geheel Neerland: want, de naam Leiden is het zelfde, met LugduWum; van welke Stad, reeds gemeld word, by Ptolomeus: des- * 'Er is eene Befcbryvinge van Leiden in 't licht gebracht, door den vermaarden Rechtsgeleerden, Simon van LeeuWbn: en eene andere door J. J. Orltu  HOLLAND. 445 desgelyk, in de oude Reis-tafelen van Antoninus: ook van Peutinger, en meer andere. Somwylen, word die omfchryvinge Lugdunüm Batavorum, dat is, der Batavieren, daar by gedaan ter onderfcheiding, van eenige andere Steden, die met den naam Lugdunum, by de ouden mede zyn bekend geweeft. Men meend, daarom, dat die Stad alreeds omtrent den tyd van Cbriftus geboorte in wezen ware, toen de Romeinen in deze landen verkeerd, en, met onze Voorouderen , de Batavieren, veel te doen gehad hebben. En, hiervan, fchynt noch ten bewys te ftrekken,deLeidsche Burgt, in 't midden der Stai gelegen: eene gewezene oude fierkte: van welke men vermoed, dat de Stad haar begin genomen hebbe; tenware men liever wikle, dat deze Iterkte aangelegt zy, om de Stad te bedwingen. Doch alle zodanige dingen, welke uit eene zo vroege oudheid moeten worden opgehaald, zyn doorgaans zeer onzeker. Van de Burgt, of het Slot zelve, is thans niets meer overgebleven: maar wel de ronde heuvel, waarop 't zelve geftaan heeft; die ook omringt is, met eene muur; die we! eenige kenmerken draagt van oudheid; maar zonder twyffel dikwils zal herfteld en vernieuwd geweeft zyn. Het is bekend , dat de Heeren van Wassenaar , in hoedanigheid als Burggraven van Leiden, (anderzinds, Caftellani of Kajieleinen, genoemt,) op dezen Burgt, plagten te woonen, en zelfs, veel gezach over de Stad en Ingezetenen , te oeffenen. Doch ,• dit Burggraafiyk gezach over de Stad is, van tyd tot tyd, verminderd, en eindelyk te niet geraakt. Daarna heeft de Stad, den Burgt of den grond, waarop dezelve geftaan heeft, "ekocht, van den Prins de Ligne, die, van de oude Heeren van WaJJenaar , afftamde , in den jare 1651: en, een woonhuis, aan den voet van den heuvel, ftaande, ter llinkerzyde, als men den Burgt opklimt, ftrekt nu tot eene S:adsHerberg. De Rivier de Rbyn, die voorheen, met zynen vollen ftroom, verby deze Stad, naar de Noordzee liep , en by Katwyk daarin uitwaterde, behoud alhier, noch haaren ouden naam; hoewel zy, nadat haar water, voor het grootfte deel, door de Lek , naar de Maas, en, door deze rivier, in de Zee begon afgeleid te worden, in vergelyking van haaren voorigen ftaat, nu zeer fmal en ondiep is. Omtrent een vierde deel uur gaans ten ooften der Stad, verdeeld zy zich, in twe armen, die daarna binnen de Stad, by den Burgt, weder famenlopen. Met dezelve, vereenigen zich, veele Binnengrachten, door welke de Stad allerwege doorfneden is.  446 HOLLAND. En deze zyn vermenigvuldigt, naar mate de Stad, langs hos meer , is uitgelegt geworden. Langen tyd, is Leiden, nadat 't tot zesmaal toe uitgelegt was, de grootfle en volkrykfte Stad van geheel Holland geweeft: dan, federt Amfierdam zo merkelyk is toegenomen, heeft zy, voor deze, in dien opzichte, moeten zwichten: zy beflaat in eene langwerpig ronde gedaante, binnen haare grachten , 223 morgen lands, en 291 Rhynl. Roeden, in het vierkant: vervat 10891 Huizen: en het getal der Ingezetenen, word op omtrent 70000 begroot. Daar beneven, is zy, aan fommige oorden, eeniger mate gefterkt, met veertien aarde Bolwerken ; (Bafiions,) waarvan de meefte zyn aan de ooftzyde der Stad; daar men 'er zes, genoegzaam in eene rechte lyn, naaft elkander geplaaft ziet. Zy heeft acht Poorten. Twe ten ooften, zynde de Hoogerwoerdfche- en de Zyl-peort, by welker eerftgenoemde, de Utrecbtfcbe Schuiten af- en aankomen. Ten noorden, heeft men *t Heere-poortje; de Maare poort; waar de Haarlemfche Schuiten aanleggen: en de Rhynsburgfche-poort: ten weften, de Morfcb- en de Wittepoort; zeer naby elkander, en genoegzaam alleen door defi Rhyn van elkander afgezonderd. Buiten de laatfte begind de Trekvaart, door welke men, naar den Haag en Delft reift. Ten zuiden, is alleen de Koe-poort. De Stad is van ruimefiraaten voorzien; onder welke, de lreê(lraat de voornaamfte is; die van de Hoogewoerdfcbe tot aan de Witte poort, de geheele Stad overlangs doorgaat, en dagelyks betreden word, door de Paffagiers, die van de eene Schuit naar de andere willen. Omtrent te midden dezer ftraat, ftaat 't Stadhuis : een grooten aanzienlyk gebouw; 't welk, door ouderdom vervallen, in den jare 1597» geheel vernieuwd is; en waarvan al het muurwerk, aan de voorzyde, uit Benthemer fteenen beftaat. Onder het zelve, is de Vleeschhal. Op de zyde van het Stadhuis, ziet men, de wacht der Stoepjes; een foort van Militie, die op Stads koften onderhouden word; en die des nachts door de ftraaten patrouljeeren, ter weeringe van wanorders. Behalven die Stads militie, is Leiden, federt den jare 1748, ter oorzake van de opfchuddingen onder het gemeen, wegens de pachteryen, met het halve Regiment guarde Dragonders bezet geweeft; die de wacht houden, aan de Stads poorten. Onder de vyf Kerken, in welke deH. Dienft, door XII Predikanten,, volbracht word, munt voornaamlyk, uit, de S.  HOLLAND. 447 S. Pxeters Kerk: een groot en luchtig Kruisgebouiv Dezelve behoorde eertyds, aan de Ridders der Duitjcbe order. De goederen, die aan de Kommanderie dezer Kerk behoorden, worden noch, door eenen byzonderen Kommandeur, beftierd, die aan den Land Kommandeur te Utrecht, ondergefchikt is. Dewyl de Apoftel Petrus, dien deze Kerk toegeweid en die dus de Patroon der Stad Leiden was , gemeenlyk met twe Sleutelen in de hand word afgebeeld, om te betekenen die Sleutelen des Hemelryks , we'ke de Zaligmaker, (gelyk de Roomsgezinden voorgeven,) aam hem alleen, toereikte; zo meend men, hiervan te mogen afleiden, dat 't Wapen dezer Stad , in twe Sleutels, kruiswyze over elkander gelegt, beftaat. De Hooglandsche Kerk, welke meer naar het midden der Stad, naby den Burgt ftaat, was weleer, eene Kapit. tel Kerk van XXIV Kananniken, me: hunnen Proojl. Deze Kerk zou in grootte en fraaiheid , die van 5. Pieter overtroffen hebben; byaldien zy, naar het beftek , dat men, daarvan had ontworpen, in alles was uitgevoerd geweeft: dan, zy is onvoltooid gebleven. De geefielyke goederen', die van ouds door dit Kapittel bezeten werden , zyn wel, terzelver wyze, gelyk alle andere geeftelyke goederen , aan' geflagen; doch, blyven echter afzonderlyk, van de andere , onder de beftiering een? Rentmeeflers, die een lid der Vroedfchap is, en, die daar uit, onder anderen, ook de Jaarwedde der Stads Predikanten betaald De derde- word de Nieuwe Kerk genoemt : dewyl ze, later dan de andere, naamlyk , in 1638, gedicht is. Zy heet ook de Mare Kerk, naar het verby lopend water, de Mare; het welk , by de Mare poort, zyn uitloop heeft. Deze Kerk is Koepelswyze gebouwd. De Gasthuis Kerk ftaat op de F.reêftraat, niet verre van het Stadhuis. Deze behoorde eertyds tot het 5. KatbarineGafthuis. Eindelyk, komt, als de vyfde Kerk, in aanmerking, eene btute Loots; ftaande, op of by een groot plein, in het ooftelyk deel der Stad, ter zyde van de Heeregracht. Op dit zelve plein , was men eerft gezind, in den jare 1663, eene geheele nieuwe Kerk te bouwen; waartoe de grondflager aanvanglyk werden gelegt: doch, die toeleg is niet volvoerd geworden. De Lieve Vrouwe Kerk, eertyds eene der Stads Paraehie Kerken, is, aan de Walsche Gemeente overgegeven; die binnen deze Stad zeer talryk is, en door drie Predikanten bediend word. AU  44S HOLLAND. Aldaar, is ook eene Engelfcbe Presbyteriaan/de Kerk; diï door een' Predikant word waargenomen. De Lutberfchen, Menr.oniten en Remon/lranten hebben elk eene Kerk, en twe Predikanten. En, aan de Roomsgezinden hm ezetenen behooren zes Kerkhuizen: daaronder, ééne aan de Janfeniflen. Wy konnen niet nalaten, alhier met één woord van het ontzet van Leiden te gewagen : waarvan de gedachteniffe , (hoewel, byna twe eeuwen daarna verlopen zyn) noch tot heden billyk by de Inwooneren bewaard word, door eenen jaarlykfcbën Dankdag, den 3 Oktober invallende. Die Stad had, naamlyk. in 1572, zich niet zodra voor de Staaten verklaard, en den Prins Willem I, voor haren Stadhouder erkennende; of zy werd door den Spaanfchen Krygsoverften, Franc. Paldez, (Valdefio,) in Oktober des volgenden jaars 1573, en dus nauwelyks drie maanden, na 't verlies van Haarlem, meteen talryk heir ingefloten, ten einde dezelve door hongersnood, tot de overgave te dwingen. Dit was,derhalven, in den beginne meer eene blocquade, dan eene belegering te noemen: gelyk hy ook, den 21 Maart des volgende jaars, 1574, weder te ruggetrok en de Stad ver-, liet. Dan, den 26 Mey deszelven jaars 1574, andermaal daar voor verfchynende, werd de Stad heftig aangetaft. De Borgers, zich herrinnerende, wat zo kort te vooren aan Haarlem overkomen was; terwyl zy niets beters van de trouwloos- en wreedheid der Spanjaarden, hadden te verwachten, byaldien hunne Stad in derzelver handen viel; namen het befluit, om zich tot den laatften man kloekmoedig te verdedigen. Dit gelukte hen, in zo verre, dat zy', geduurende vyf maanden, den vyand tegen hielden. Doch, de fchaarsheid en gebrek aan levensmiddelen verwekte, binnen de Stad een yslyken hongersnood: en hierna volgde de ■pejl: welk één en ander de verdedigers dermate had doen verminderen, en de overgeblevenen zodanig afgemat, dat, met der haaft, de overgave door verdrag zou gevolgt zyn; byaldien niet ter rechter tyd eene verlojjinge gekomen was. Alreeds van den aanvang van dit beleg, hadden de Prins Willem I en de Staaten getracht, de Stad te ontzetten :. 't welk , eindelyk, door her openen der Sluizen aan den Maas- en Yffeldyk, werd uitgevoerd; waar door het water, derwyze, dat Gods hand daarin zichtbaar te befpeuren was, met een' flraffen noordweften wind, ten tyde van een fpringvloed, de binnenlanden , tuffchen Delft en Leiden zo diep deed ondervloejen, dat de Zeeuwfche Admiraal Louis Boysot, met meer dan 200 platboomde Schepen, wel bemand, en van  HOLLAND. 449 van gefchut en levensmiddelen voorzien , derwaard heen ftevende, en de vyanden, op het gezichte dezer vloot ten tiiterde verfchrikc , met veel verhaafling, van rondom de Stad verdreef. Van dit zo zeldzaam geval, is noch, onder onze Nederlanderen, een Spreekwoord overgebleven: waardoor men, wanneer imand onverwacht gered word, uit de eene of andere ongelegenheid gewoon is te zeggen: Leiden is ontzet. Ter verzoeting der menigvuldige rampen, geduurende dit beleg by de inwooneren uitgedaan, als mede ter belooning van derzelver kloekmoedigheid, heeft Prins IVillem door de Staaten van Holland en Zeeland uitgewerkt, dat binnen die Stad, den %Febr. 1575, eene Lands Universiteit werd opgerecht; die terdond met geleerde mannen voorzien, en met groote voorrechten begunrtigt werd. De plaats, voor dezelve gefchikt, was eerd, het 9. Barbara Kloofter: dan, daarna, heeft men het Wittevrouvtien Kloofter, by 't Rapenburg, daartoe bekwaam gemaakt: waar dezelve federt altyd is gebleven. De Tuin van dit Klooder is, tot een Hortus Medicus, aangelegt. Boven op het dak, is een ruim plat, dienende, tot een Obfervatorium. Ook is, in een der vertrekken van dit gebouw, een voortreffelyke Bibliotheek; die dagelyks meer aangroeid: en, daarin te zien, een fraaje Spbere, die door «en uurwerk zich beweegt; en het waereldsgedel vertoond, naar het hedendaags in het algemeen aangenomen gevoelen van Nik. Kopernthus. Ter meerdere bevordering der dudien in de Godsgeleerdheid, hebben de Staaten van Holland, in 1592, een Kollegie opgerecht, in het gewezen CellebroersKloofter: inliet welk, veertig Burfaalen onderhouden worden; die, onder het opzicht van een Reéïor, en een OnderRecïor, daan. Daarom, word dit, het Staaten Kollegie, genoemt. Op Leidens Hooge School, hebben van tyd tot tyd zeer beroemde Mannen, in allerly foort van wetenfchappen, galeeraard; die, behalven de Landzaaten, ook veele vreemdelingen , naar zich trokken. Onder deze heeft, inzonderheid, Herman Boerhaven, aan dezelve, geen geringen luider bygezet; om' wiens wille , jaarlyks veele Engelfchen overkwamen, om 't onderwys in de Geneeskunde te ontfangen. Op deze Hooge-School, zyn de verfchillen eerd begonnen, tusfchen die beiden Amptgenooten, Gomarus en Arminius; zo dra de laatde, in den jare 1603, van Amfierdam , derwaard beroepen was, tot Profesfor in de GodFf ge-  45° U O L L A. N D. geleerdheid; wiens aanhangeren, daarna, onder den bynaara van Remenjlranten, zo veele opfchuddingen in Neerlands Kerk- en Borgerftaat veroorzaakt hebben. En, nadat deze verfchilien , door de Nationaale Dort- rechtfche Synode, in iöiS en 1619, ten voordeele der Kontra-Remonjlranten beflift waren , is ook , in gevolge het befluit der gemelde Synode, binnen deze Stad, de Nieuwe Overzettinge des Bybels, in den jare 1633, tot ftand gebracht, dewyl de üverzetteren, aldaar, ter oorzake dezer Hooge-School, meer dan elders gelegenheid hadden, om, in fommige woorden, waarvan de betekenisfe zich eenigzins twyffelachtig mogte opdoen, door den raad en het onderricht der Hoog-Leeraaren in de Oofterfche Taaien, geholpen te konnen wordan. Vermits , de eerfte druk dezer Nieuwe Overzettinge, met de eige hapd der Overzetteren gekorrigeerd, noch heden, op 't Stadhuis te Leiden als eene gedachtenisfe bewaard word; is dit de.reden, waarom in elk derde jaar, eenige Gedeputeerden van alle de Nederlandfche Synoden, die benoemt worden, ad Autographa, na vooraf, in de Treveskamer in 'sHage , de Handelingen der Dortrecbt fche Synode, te hebben nagezien, des anderen daags, believen fommige afgevaardigden van Hun Hoogmogende,met twe Staaten-jachten, zich naar Leiden begeven, ten einde aldaar, ook deze Nieuwe Overzetting te bezichtigen; die, daar, door afgezondenen uit de Stadsregeering, op het Stadhuis ontfangen, en na 't.verrichte werk, in de herberg, by den Burgt, op ftadskoften, treflyk ter maaltyd worden onthaald. De Stads-Regeering beftaat,uit XL. leden van deFroedfchap, de Heeren, veertigen, genoemt; die, wanneer een plaats openvald,dezelve door meerderheid van ftemmen vervullen. Uit deze worden verkoren, een Schout; die 3jaren dit ampr bekleed: vier Burgemeësteren en acht Schepenen; famen uitmakende, de Leden van den Gerechte. Van de Borgemeeflsren, verwisfelen, alleen de twe oudften, alle jaren: terwyl, de twe jongden, noch het volgend jaar volharden. Doch , de Schepenen verwisfelen, alle jaren, naar de keuze van den Prins erfstadhouder , uit eene door de veertigen opgegeven nominatie van een dubbeldtal. Aan deze, zyn, als Minifters, toegevoegt: een Pensionaris: een 6ekrf.taris: een Griffier: en een Mede-sekretaris. . Dat de Laken Fabrieken, eertyds, te Leiden, in grooten bloei geweeft zyn, is zeer bekend. De Leidfebe Lakens waren  HOLLAND. 451 waren benéven de Delftfcbe en de Haarlemfche, alomme iri achting: en gaven aan een groot getal van menfchen, die van rondom derwaard toevloeiden, een goed beftaan. Men zegt , dat deze Handel alreeds , federt de XIV. eeuw , aldaar begonnen was: doch, zy werd niet weinig vermeerderd, toen, in het midden en einde der volgende eeuw, eene menigte van IVaalen, uit Vlaanderen en andere Spaanfche Provinciën, als mede, uit Luikerland, om den Godsdienft, derwaard hunnen toevlucht naamen, die dit handwerk , beneven de Weveryen van Saajen, Greinen, JVolleDekens e»z. overbrachten. Door de belegering, in de jaren Ï573 en 1574, kan men geredelyk denken, dat alle deze JVeveryen, merkelyk verachterd zyn geworden: dan, deze fchade is, eenigen tyd daarna, weder genoegzaam vergoed. Die zelve handteering is, ondertusfchen , federt den aanvang dezer lopende eeuwe, deerlyk vervallen, nadat de lakens„ en de andere gemelde ftofen, langs hoe meer, uit de nabuurige landen herwaard ingevoerd werden; die, vermits, aldaar, de arbeidsloonen minder zyn, voor geringeren prys gekocht worden : hoewel dezelve, in deugdelykheid, voor die te Leiden, Delft, Haarlem, en Amfierdam, geweven worden , gemeenlyk moeten zwichten. Van merkwaardige Perfonen fprekende , die te Leiden gebooren en woonachtig zyn geweeft; willenwe, van geenen Piero van Leyen, ophalen; alhoewel dees', door geheel Neerland, in zeker geval, tot een fpreekwoord is geworden: wan:, van de echtheid der vertellinge, die men van hem maakt, zynwe niet zeker. Ook, heeft Jan Beukclze (van Bockholt,) niet verdiend, om, met brave lieden, die dezer Stad eere hebben aangedaan , te gelyk genoemt te worden: want hy was een kleermakers-knecht,uit deze Stad oorfpronglyk; die zich, binnen Munfter, tot een Hoofd, zelfs onder den titel van Koning, over de Oproerige Wederdooperen, had opgeworpen; die na de overgave der Stad, in 1536, op bevel des Bisfchops Francois, den rechtmatigen loon zyner verregaande aanftootelyke feiten ontfing. Beter ware het,den naam zodanigerboosdoeneren te doen verrotten. Dan, onder de voortreflyke mannen (welker eenigen, door Guicciardin, worden opgegeven, Belgii Part. II pag. 108.) zyn geweeft Jan Gerbrands van Leiden; een Karmeliter Monnik, die een Cronyk van Holland in de Latynfche-taal gefchreven heeft, en, in 1504, geftorven is: die vermaarde -Rechtsgeleerde, Fiups van Lemen. Johan Ff 2 van  45* HOLLAND. van der Does, (Janus Dousa,) Heer van Noordwyk; die» geduurende het gemeld beleg van Leiden, zich zo manlyk gekweten heeft; en te gelyk een voortreflyk Taalkundige en Dichter was: waarvan deszelfs nagelatene fchriften noch getuigen zyn: Joiian. Kokcejus, Profesfor in de H. Godgeleerdheid: de bovengemelde Herm. Boerhaven : beneven meer anderen. Voorts, heeft deze Stad, in overeenftemminge met veele andere (leden van Holland verfcheidene Heerlykheden van de Graaflykheid van Holland gekocht; waarover, de Stadsregeering het gezach oeffend: als, de Hooge Heerlykheden, Oestgeest en Poelgeest: beneven de Ambachts-Heerlykbeden, Leiderdorp, Zoeterwoude, Leidschendam, Wilsveen : en eenige andere, die geene Kerkdorpen zyn. Eindelyk, is noch aantemerken: dat het zuidelykft gedeelte van dien grooten waterplas, te midden der (leden. Amfierdam , Haarlem en Leiden , gelegen , waarvan het grootfte deel, dat naaft by Haarlem reikt, de HaarlemmerMeir, genoemt word, naar deze Stad den naam draagt van de Leidsche-Meir. Deze beiden beftonden, eertyds, als twe onderfcheiden Meiren, elk op zich zeiven: maar, zo de één als de ander, door den tyd zich verder uitzettende, zynze eindelyk tot elkander faarngevloeyd. In deze Meir, ontlatl zich nu de Oude-Rhyn; en behalven van deze is dezelve, de gemeene verzameling van meer andere wateren in Holland; die door de Rivier, het Spaarne, langs de Stad Haarlem by Sparendam, in het Ye vallen. Van Leiden, varen over deze Meir, ter gezettertyden, naar Amfierdam, zekere Vrachtfchepen, die men Kaagen noemt, welke belanden, aan dén Overtoom; een buurtfehap, omtrent een vierde deel uur gaans, zuidvveilwaard, van Amfierdam. AMSTERDAM * volgt hier, als de vyfde in rang, onder de Hemmende lieden dezer Provincie. Byaldien men, de uitgeftrektheid en volkrykheid, daarby de pracht der Gebouwen, * Er zyn van deze alom vermaarde Stad , verfcheidene Befchryvingen voor 't licht gebracht: als van O. Dapper Commelin , Wagenaar enz. Ook zyn , van de bedendaagfebe gedaante dezer Stad, meer dan eene plattegrond ontworpen: welke men, met deze onze Befchryving, behoord te vergelyken.  HOLLAND. 453 huwen, en de Rykdommen der Inwooneren dezer Stad,gadeflaat;zo zou zy wel den eerften rangfchynenteverdienen. Veele Uitlanderen, Amfierdam daar voor kennende, en wetende, dat deze Stad, meer dan eenige andere, door alle waerelddeelen, zo zeer vermaard is, hebben, daarom dezelve wel eens, als Nederlands algemeene Hoofd-Stad aangezien: waarin, zy zich echter vergisfen. De rang der Steden word toch, doorgaans, naar derzelver verfchillenden ouderdom bepaald:en, Amfierdam is niet, onder de oudfle Steden dezer Landen te rekenen. Ook, was zy, in den tyd, toen de rang onder de Steden dezer iandftreek eerft bepaald werd, noch niet tot dien hoogen top van aanzien opgeftegen. Men weet, daar tegen, dat zy uit kleine beginfelen, langzaam opgekomen zy. De Rivier de Amftel, aldaar, zich ontladende, in het T of Te; zo was men al vroeg in de noodzakelykheid , om aan derzelver Mond, een' Dam of Sluis te leggen; en wel, waarfchynlykft, ter plaatze, welke nu noch de Dam genoemt word: ten einde, by hooge vloed-tyden 't water van 't Te te keeren; 't welk, anderzinds; de lage binnenlanden daaromftreeks dikwerf zoude hebben doen ondervloejen: en , 't is zeer natuurlyk, dat, aan deze Sluis, allereerft, den naam van den Amstel-dam , (zo veel gezegt, als de Sluis of ÏVaterkeering * aan den Amftel,") zal gegeven zyn. In ver- * Hadr. Juniüs (Batav. Hiftor. p. 410,) en anderen hebben ons geleerd: dat het woord Dam, in de oude Hollandfcbe taal, een Sluis betekene: en wil, om deze reden; dat een Sluis noyt de geheele breedte eener Rivier befloot; maar overal', waar een Sluis gelegt zal worden, de Rivier door een', of twe tot elkander toelopende Dammen, moet vernauwd worden. Dewyl, derhalven, het maken eener Sluis, met het Dammen begind; is 't zeer natuurlyk, dat men, een' Sluis, een' Dam, noemde; of, ten minden, dat die beiden naamen dikwerf onder elkander verwisfeld werden. Welligt, word daarop gezien Jef. XIX 6. waar men, van, gedamde firoomen, leeft. Vermits, in ons land, alle de Rivieren , die in Zee of in andere Rivieren uitwateren, (alleen uitgezonderd de groote Rivieren, die geen Dammen of Sluizen dulden zouden; en welker water, daarom, te wederzyden, door Dyken, langs derzelver boorden, moet bedwongen worden;) aan haaren Mond met zodanig een Dam of Ff 3 Sluis  454 HOLLAND. vervolg van tyd, hebben naar ?t gemeen gevoelen, ter zei» ver plaatze, verfcheidene Visfchers zich' ter woon neêrgezet; •wie'r huizen al' langzamerhand vermeerderende, eene geheele Buurtschap begonnen uyttemaken , en , daarna , een Dorp : 't welk dien zeiven naam van Amfteldam of AmjleUr-dam behouden heeft. Des te meer, mag men denken, dat dees' oord, aan den Mond der Rivier dni Amftel, zeer vroeg met buizen zal bezet geweeft zyn! dewyl, aldaar, het 9~e 't engft zynde, de gevoeglykfte plaats tot het veir of overtocht van dit water, naar Noord-Holland, was: weshalven, men bedacht geweeft is, om aan dien oord verfcheidene Herbergen te ftichten, ten gemak der Reizigers, die daar dagelyks heen en wéér trokken. Dit zelve Dorp ftond onder het gebied der Heeren van Amftel, die, in de oude Graaflyke gefchiedenisfe-van Hollend, zeer berucht geweeft zyn, alreeds federt de Xlde eeuw. Deze Heeren waren te gelyk bezitters, van geheel Amstel-land; dat, naar die zelve Rivier, benoemd werd: on hadden, 't zy in- of by dit Dorp, een Kasteel gebouwd, waarin ze hun verblyf hadden : 't welk daarna vernietigd ïs; zonder, dat men de rechte plaats daarvan weet aantewyzen. De veranderinge en verbeteringe dezer plaatze, van een Dorp in eene Stad , heeft, in derzelver naam, geen verandering gegeven; dan alleen, door tyd verloop, een weinig, Sn de uitfprake: wordende, dan Amstelredam,dan Amstelbam , en, gewoonlykft, Amsterdam, geheten: hoewel, Amstelerdam, naar den aard der Nederduitfche taal, de rechte uitfprake zyn zou. In 't Latyn, wordze gemeenlyk, Amftelodamum, gefchreeven. Alhoewel, de Rivier de Amftel, die met eenen bogt, te jnidden door de Stad loopt, dezelve nu in tweën verdeeld; iszy, toch, federt haare eerfte ftichting, niet zo te weder- zyde, Slms voorzien zyn, ten einde, by vloedtyd, 't water uit de binnenlanden te weeren; zo ziet men, hieruit, de oorzake , waarom veele Steden en Dorpen, aan den Mond der Riyeren gebouwd, eeven terzelver wyze, benoemt worden 5 als Rotterdam : Schiedam : Monnekendam : Spaarendam , Ilvendam : Saardam : Schaardam : Krabbendam : Zwadenbur» ceu^am; LeidschendAu: Gjessendam: Maasdam: Alblas. serdam: Appingedam enz.  HOLLAND. 455 Zyde, met huizen bezet geween, maar in den beginnen eeniglyk, langs de Ooftzyde. Dit deel der Stad word daarom, (en dit ftrekt ten bewys daarvan,) noch heden, do Oudezyde, en 't ander deel dat ten weften daartegen over ligt, de Nieuwezyde, genoemt. Zy waren echter beiden reeds bebouwd, en met een muur en gracht omringt, voorden iare 1400:en,hoedanig die Stad zich toen vertoond hebbe, kan men zien, in eene Aftekening van den platten grond, by O. Dapper, Hiftorïfche Befchryv. van Amfierdam: bladz. 44. waaruit men bemerkt , dat de Oude- en Nicuwezyds-voorhurgwal, (welke, daarvan, noch heden dien naam behouden heeft,) toen,de Stad bepaald hebbe. In den jare 1482, werd de zelve Stad noch meer vergroot, en met een nieuwe muur en gracht omgeven. Deeze Gracht was aan de Oude zyde, de Gelderfche Kdi en, daar naaft, de Kloveniers Burgwal: en, aan de Nieuwe zyde, de Koningsgracht; die daarom, noch heden, de Cingel, genoemt word, dewyl zy, in dien tyd, als een Cingel de Stad befloot. De Roomsgezinden geloven, dat Amfierdam, deze zyne fpoedige vergrooting, ta danken hebbe, aan een zogenoemd •wonderwerk, 't welk zou gefchied zyn aan een geweydde Heftie, in den jare 1345, ter plaatze, waar daarna, ter gedachtenisfe van het zelve, de Nieuwezyds Kapelle (daarom, die's tyds, de Heilige Stede genoemt,) gefticht is: als mede, aan meer andere wonderwerken, door die zelve Hoftie uitgevoerd : waarvan men een uitvoerig verhaal vind, by den eevengemelden 0. Dapper, bladz. 387 394. Deze zaak heeft een Roomsgezind Schryver, S. Marius willen bevreeren, in een gefchrift, geïntuleerd: Amftelredams eer en opkomen , door de dankwaerdige Miraculen , gefchied, aan en door bet H. Sacrament des Autaars. En, dat dit gewaand wonderwerk, in die tyden der onwetenheid en bygelovigheid, waarlyk, veel toegebracht hebbe, tot bevordering van den bloei dezer Stad , ter oorzake der Bedevaarten , die derwaard van rondsomme gedaan zyn, om deze Hoftie te bezoeken en te vereeren ; zal men mogen aannemen, in een gezonden zin: want, daar 't volk veel is, is dé neering, zegt 't gemeen fpreekwoord. Alleen, de verteeringen van zo grooten toevloed van vreemdelingen zullen, aan de Inwooneren , geen kleinen winft gegeven hébben: zonder dat wy dit, naar de wy ze der Roomsgezinden, aan een' byzonderen zegen, welken deze Hoftie de Stad zou hebben aangebracht, wilFf4 len  456 HOLLAND. Jen hebben toegefchreven. En, des te gereeder, zal men dit willen toeftaan: wen men dit vergelykt, met andere zoda«ige plaatzen; als Scherpenheuvel, Hal, Kevelaar enz. die, door den grooten toevloed van vreemdelingen, in den zomertyd, ter bezoekinge der zogenoemde w onderdadige Lieve vrouwe beelden, groot en vermogende geworden zyn. Daarom, hebben de Roomsgezinden te Amfierdam de gewoonte, ter gedachtenisfe van dit gewaand wonderwerk, jioch jaarlyks, eenen Dankdag te vieren *. Men mag, echter, denken: dat ook de groote voorrechten, in 't (tuk van koophandel, door de Graven van Hol* land, aan deze Stad, ingewilligt, van tyd tot tyd, veele huisgezinnen, uit andere (leden en vlekken, derwaard hebben doen toevloejen, ten einde mede 't genot daarvan te Jiebben: waardoor, men genootzaakt werd, die Stad verder uit te zetten, en, de huizen, eerft by wyze van voor/leden, buiten dezelve gebouwd, mede binnen den ringmuurte trekJten. Men bewyft , uit de gedenkfchriften , die daarvan noch voothanden zyn: dat die Stad, na de vergrooting van J4g2,noch viermalen, verder uitgelegt zy: naamlyk in 1585, aan de oude zyde: en kort daarna, in 1593, ook aan de jNieuwe zyde; wanneer de Stad uitgelegt was, tot zo verre, daar nu de Heeren Gracht loopt. Deze twe uitleggingen der Stad, zo korten tyd na elkander gevolgt, en inzonderheid, die eerftgemelde, van 1585, word vernaamlyk toegefchreven, aan de verovering van Antwerpen, door de Spaanfcben, onder den Prins van Parma, in denzelven jare voorgevallen; waardoor, de voornaamfte kooplieden dezer eertyds zo bloejende Stad, te rade werden, dezelve te verlaten; met zich voerende, deneering, handwerken en al hunnen rykdom; die, voor't meerderdeel, zich nederzetteden te Amfierdam; alwaar zy volkomen vryheid van Godsdienft mogten genieten. Immers, was deze Stad, middelerwyle, der Staaten zyde toegevallen: hoewel zich dit niet zo gemakkelyk had toegedragen; dan, in de andere Steden van Holland: vermits de IVetbouderfcbap , beducht tegen dergclyke oproeren, * Dit blykt, uit een Roomfch Boel-je, in 1750, te Amterftam, by Krajenfchot, uitgekomen: geïnüruleerd: Twee Predikatiën, gedaan, op den jaarlykfckcn Gedenkdag, van bet wonder der Heilige Stede, te Amftcm'am.  HOLLAND. 457 Ten, hoedanige, in-de jaren 1534 en 1535, met de Wederdopers (anders genoemt, Naaktloofers*) waren voorgevallen, den Hervormden, 't prediken, zo buiten, als binnen de Stad, fcherplyk verboden hadden, en zelfs zware vervolgingen tegen dezelve begonnen aanterechten. Dewyl de Regeering , dus , de zaaken der Spaanfchen begunftigde , werd Amfierdam , de geraeene toevlucht der geeftelyken, die uit de andere Steden van Holland verdreven waren ; terwyl , daartegen, de Hervormden , de Stad ontwyken moeften. In 't merkwaardig jaar 1572, toen de meefte Hollandfche Steden den Hertog van Alba afvielen en der Staaten zyde kozen , werd Amfierdam , door den Grave van Lumey, door Prins Willem I tot Stadhouder over Holland aangefteld, belegerd: doch dees' was genootzaakt, onverrichter zake aftetrekken. In 1577 , werd een twede aanflach door de ftaatfche troupen, op die Stad gemaakt; die weder vruchtloos afliep. Doch, in den jare 1578, als de Stad te water en te lande ingefloten-, en, daardoor, alle toevoer van levensmiddelen afgefneden werd, was de Magifiraat genootzaakt, met de Staaten in een verdrag te treden : waarby, den Hervormden zo wel als den Roomfchgezinden, de vrye oeffèning van Godsdienft werd toegeflaan; beneven meer andere voorwaarden. Dit verbond heeft, echter, weinig tyds blyven ftaud grypen: want, dewyl de Hervormden zich beklaagden, dat de verdrags-pointen, van der Roomsgezinden zyde, niet onderhouden werden; kwam in dat zelve jaar, een algemeene opfland, onder de Borgery; die het Stadhuis met geweld innamen, en de Roomfche Regenten , beneven de Minderbroederen ,en andere Geeftelyken, ter Stad uitdreven, de Kerken van beelden zuiverden, en dezelve zich toeeigenden, ter oefening van den Hervormden Godsdienft, eeniglyk. De derde vergrootinge gefchiede, in het eerfte der voorige eeuw, en begon, in den jare 1612. Deze betrof, voornaamlyk, de Nieuwe- of Weftzyde der Stad: alwaar men de Heerengracht , die eerft buiten om den wal liep, ter wederzyde, met huizen bezettede: en daarby delfde, de Keisf.rs- en de Princegracht ; en, buiten dezelve, verfcheidene dwars grachten, die met de Princegracht, gemeenfchap hebben ; doorfnydende dien oord der Stad , welke fomwylen, over den jfordaan, genaanit word. Eu, werd de Stad, aan die zyde, van den Te-kant tot aan de Leidfcbepoort, toen omringt met eene aarde wal, verfterk^ Ff 5 met  45$ HOLLAND. met twaalf Bokserken. Hoe de gedaante der Stad, in dies tyd , zich hebbe voör. gedaan , is te zien , in de plattegrond, welke Guicciardin daarvan opgeeft. (Belgii Defcript. TomJl.pag. ii o.) Ter zeiver tyd, was reeds 't voornemen, om dien zeiven wal langs de ooftzyde voorttezetten, tot aan den Te kant; waartoe de Magiftraat, in 1Ö13, van de Staaten van Holland en Weft-Friesland, verlof verkregen hadden. Doch, door tusfchenkomende verhinderingen, bleef het, een' tyd lang, geftaakt. Middelerwyle, ging men met het bouwen van nieuwe Huizen, zo wel in de Ooft- als Weftzyde, zo fterk voort, dat het reeds, van binnen, een nieuwe uitleg der Stad geleek. Daaraan, ontbrak niets meer, dan de oniwallinge, weshalven, na verloop van 46 jaren, naamlyk in 1658, de voltoojinge van dit werk volgde, de aarde wal voortgetrokken, en by de voorige twaalf noch veertien Bolwerken, revoegt werden. -Ter zeiver tyd, zyn ook de Heere- Keifers- en Prince grachten verlengt, en gelyk wydig van elkander voortgetrokken door het Zuidelyk- en Ooftelyk deel dezer nieuwe Stad; die daarom ter onderfcheiding der andere de Nieuwe Heere- Keifers- en Princegracht, genoemt worden. By deze laatfte uitlegging, is 't nu gebleven: en Amfierdam is, binnen den omtrek van ruim vier eeuwen, uit geringe beginfelen, dermate toegenomen, dat het thans gerekend word, meer dan 892 morgen lands, in zyne uitgeltrektheid te begrypen. Men begroot zyrten geheelen omtrek op 3058 Roeden; 't welk, (elk uur gaans, op 1500 Roeden, gerekend,) ruim twe uuren gaans, bedragen zal. Doch, alhoewel die Stad zeer groot is; zal, toch, een vreemdeling niet geredelyk daarin verdwaaien konnen' byzonder, wanneer hy eenig denkbeeld heeft, van het beloop der binnen wateren : als van den Binnen-Amstel, het Rockin en het Dam-rak ; die alle de een na de andere volgen, en gemeenfchap met elkander hebben enz. voornaamlyk, van die drie bekende Grachten, de Heeren- Keizers- en Prince gracht; die byna parallel (eevenwydig van elkander) genoegzaam , door de geheele Stad rond gaan; en, van plaats tot plaats, overal' waar de bruggen zyn, met rechte ftraaten doorfneden worden, welke voor het meerderdeel haaren uitgang hebben, op den Dam ; die het voornaam middelpunt der Stad uitmaakt. Deze menigvuldige Grachten hebben, ondertusfchen , (dewyl ze dooi geen ftaketzels afgeperkt zyn,)  HOLLAND, 45$ zyn,) dikwerf; byzonder in den avond, en by rniltig weêr, aan veele menfchen het leven gekoft: weshalven, de Regeering bedacht geweeft is,ten einde zulke ongelukken voortekomen, des nachts , wanneer't donkere maan is, in alle de^traaten Lantaarnen te doen branden; Deze zyn, te Amfierdam i 't eerft in gebruik gekomen, door toedoen van zekeren Job* van der Heiden, omtrent den jare 16705 dezelve, die ook de Slang-brandfpuiten heeft uitgevonden. Van Amfierdam, zyn die Lantaarnen, daarna, naar andere fteden der Nederlanden overgebracht. Het getal der Straaten en Steegen is, ruim 260: en dat der Huizen werd, in 1732, gerekend, op 26035 : welke in 1740, vermeerderd waren, met 282: dus, in alles famen, 26317. En, in de jare 1769 en 1770, heeft men aangevangen, ook de Plantagie of anders het Wefeperveldgenoemt, eertyds een open vak, alleen met lufthoven vervuld, met nieuwe Huizen te betimmeren: waardoor, derzelver getal noch dagelyks meer aanwaft. Weshalven, zy zich niet vergisfen zullen, die het getal der Inwooneren, op 241000, fchatteu. Zy heeft de gedaante van eene halve maan of van eene gefpannen boog, die aan de Water- of Te-kant, oopen is. Het getal der Poorten , is, naar gelang der uitgeftrcktheid dezer Stad, niet groot: dewyl 'er niet meer als VIII gevonden worden. Van de noordooftzyde beginnende, is de eerfte de Muider poort: de tweede de Wezeper-poort; welke in den jare 1770 ingeftort zynde, weêr terilond is begonnen herbouwd te Worden; de derde, de TJtrechtsche-poort: de vierde, de Spiegel- of Weteringsche-poort: de vyfde dé Leidsche poort: de zesde, de Raam-poort: de zevende, de Zaagmolens - poort : en de achtfte, de Haarlemmerpoort. De gemelde XXVI Bolwerken, op welker midden , overal' Windmolens ftaan, en die, zo wel als de gsrdynen, Qeourtines,) die ze aan elkander hechten, van buiten met ecu fteenen muur bekleed zyn, geven, in veronderftellinge, dat zy naar behooren met gefchut beplant zyn, aan Amfierdam, geene kleine fterkte: voornaamlyk, dewyl men, des noods, door het openen der Sluizen, ten tyde der vloed , het Te-water, kan doen inlopen ,'t welk de ommelanden zon doen ondervloejen,en de Stad, voor den vyand , aan de landszyde, ongenaakbaar maken. Aan den Te-kant, is de Stad wel met geene wal of Bolwerken gedekt: dan, is daar, van het ééne einde tot het ander, langs de geheele noordzyde , be-  4Ö6 K O L L A N D. beveiligt, tegen vyandelyke Schepen, door twe reijen paa. lengten tusfchenftand van omtrent 70 voeten, van elkander; die wel hier en ginds eenige nauwe openingen hebben , voor de in- en uitvarende Schepen; doch,welke des nachts,door dikke hoornen, met yzere pinnen bezet, worden toegefloten. Daarbeneven, heeft zy eene krygsbezetting, hoewel llegts van twe Kompagnien, elk 200 mannen fterk, die op slandskoften onderhouden worden. Deze hebben de hoofd* wacht, boven de oude Waag, op den Dam: en, worden gebruikt, om de Stads poorten, en de gemelde beamen, aan 't Te te bezetten. -De Stad ligt op een' grond,die laag,en daarby voofchea moerasfig is;en welke, om die reden,geen Steenehuizen zoxx konnen dragen; zonder dat der zeiver fondamenten op ingeheidde maft- hoornen- paaien gelegt worden ; die ter diepte van tusfehen 40 en 50 voeten, den eerflen harden zandgrond aantreffen. Men verhaald, dat daarom, ten zekeren tyd, Imand uit Amfierdam aan zynen vriend felireef: dat hy aldaar, op de toppen der hoornen, genootzaakt was zyn verblyf te nemen: een raadzel, 'r welk, zonder te weten, dat de Huizen op paaien ftaan, niet gemaklyk zou begrepen worden. Hierdoor, zyn ondertusfehen, de huizen dezer Stad, die, zo veel beneden als omtrent een derde deel van den opftal beven den grond, gekoft hebben, in hoogen prys. Die zelve moerasflge grond maakt, dat de lucht aldaar niet zeer gezond kan wezen: hoewel, dit ook veel verergerd word, door het brak water der binnen grachten; 't welk fomwyleo met bocht en vuiligheden vervuld, in den zomertyd, een' zeer onaangenaamen reuk van zich geeft: weshalven , men dikwyls genootzaakt is, de Sluizen van het Te te oopenen, en verfch water in te laaten. De Te-kant, 't welk men te Amfierdam, het water noemt, verfchafteen aangenaam gezicht,op de menigte van grooteen kleine Schepen, die daarvoor, en achter of binnen de paaien liggen. Voor de Schepen, die de Ooftzee en het Koorden bevaren, en die daar overwinteren , zyn afzonder- lyke ruime plaatzen, die ook wel achter de paaien maar elk, met eene byzondere dubbele rey paalwerk, van het gemeen water, afgefcheiden zyn. Zodanige zyn 'er twe: waarvan de eene, ten ooften, de Oude en den andere\ ten weften, de Nieuwewaal, genoemt worden. Men ziet' aan dienzelven Te-kant, overal' langs de ganfche kade, een groote  HOLLAND. 461 groote drukte, door de menigte van volk, die de Schepen laden of ontladen: gelyk ook, fchier onophoudelyk, de ééne Schepen afvaaren en de andere aankomen. Immers, is Amfierdam de handelrykfte Koopstad, niet alleen dezer Nederlanden , maar genoegzaam der geheele waereld. Daarom, ziet men, in de meefte Straaten, voornaamlyk te midden der Stad , van huis tot huis, fchier niet, dan winkels; waarin de koftelykfte waren, die 't geheel Ooft en Weft uitleveren, worden aangeveiid;behalven van handwerk en van allerly konftgereedfchappen, daaronder ook, die de Sterre- en Zeemamkonjl betreffen. Men heeft, al van voorige jaren, daar altyd gehad,de voornaamfte Kaart-winkels, van welke ook fommige noch ftand houden: als van Wil. Janf. Blauw, de Wit, Vifcher, Schenk, Allard, Covensen Mortier, Ottens, de Leth enz. en, de Landkaarten te Amfierdam gemeden, hebben, een' geruimen tyd, den prys behaald , boven al wat elders voor 't licht kwam: en, werden , naar alle andere landen verzonden. Ook heeft men daar een Globe makery; die de eenige is, in geheel Neerland. Onder alle de ftraaten dezer Stad, was eertyds de Warmoesftraat, de neringrykfte; daar nu de Kalverftraat en de Zeedyk,atte de andere febynen te overtreffen. Behalven de winkels is 'er ook,eene onnoemelyke menigte van Pakhuizen,Zolders en Kelders; welke bezeten of gehuurd zyn, door Kooplieden, die in 't gros handelen. Daardoor, is Amfierdam een plaats, waarin al wie werken kan en wil, een ordentelyk beftaanzal vinden, en zelfs overwinnen: van welk laatfte, de voorbeelden van die, met klein begonnen, daar na groote fchatten hebben opgelegt, overvloedig worden aangetroffen. Ter andere zyde, heeft die Stad ook haare ongemakken: dewyl de meefte Inwooneren eng gehuift zyn; en, echter, veel geld voor huishuur betaalen. Daarby komt,het gebrek vanverfch water: 't welk (behalven wat men in de regenbakken verzameld ,) met water-fchuiten, omtrent van 4 uuren verre, uit de rivier de Vecht, moet worden aangebracht. Dat deze Stad zo zonderling, boven alle Nederlandfche Steden, uitmunt, in Koophandel, heeft daarom, by fommigen, wel eens verwondering gebaard: des te meer, dewyl, de af- en aankomft der Schepen moeyelyk en koftbaar vald: want, wel verre, van onmiddelyk by de Stad de ruime Zee te konnen kiezen, moeten de Schepen, in 'tuitvaaren, eenen verren omweg nemen, over de Zuiderzee, om door 't 3Iars<%>,tusfchen den Helder en 't Eiland Texel, in de Noordzee  462 H O L L A N D. te geraken: alwaar zy, op de rede van 7>xr/fomtyds, veele dagen verplicht zyn ten anker te liggen: wachtende, naar een' Ooften of Noordooflen wind; die de eenige is, welke hun de doorvaart der gemelde zeeè'ngte toelaar. Behalven, dat zy reeds eenige moejelykheid ontmoeten aan den mond van het Te s. ter oorzake der ondiepte, 't Pampus genoemt, welke de groote en zwaar geladen Schepen niet konnen overkomen, dan by een hooggety: weshalven, men dezelve, door behulp van ligters, een foort van Schepen, die men Kamcelcit noemt, over deze droogte moet laten overbrengen; ten zy men liever verkiert, een groot gedeelte der lading, in kleine vaartuigen, overtefchepen. De Ooft-Indifcbe Schepen, die, voor de kamer van Amfierdam, uit- en invaaren, liggen, geheel aan 't noordoorteinde der Stad,by 't Oofl-IndifchMagazynen Scheepstimmerwerf, in het zogenoemde zieke water. Doch de Oorlogschepen zyn opgelegt in een Haven, nader aan de Stad, achter het ADMrRALiTEiTs-Huis ; anders het Princn-Hef genoemt; waar ook 's Lands Admiraliteits-Magazyn- en Scheepstimmerwerf, gevonden worden. De openbare Gebouwen dezer Stad , (of, immers, de voornaamfte,) kortelyk befchouwende; verdiend, vooralle dingen , onze aandacht: Het Stadhuis ; waarvan men, ten aanzien der grootte, der cierlyke bouworder, der prachtige" en koftbaare vertrekken van binnen enz. bezwaarlyk elders de weêrgae vinden zal. 't Word te recht, als een acbtflewonder der waercld, erkend.' Nadat het Oud Stadhuis, dat aan de andere Zyde van dew Dam en nader by 't Damrak ftond, te bouwvallig, en ook te klein was geworden, federt de merkelyke vergrooting dezer Stad; begon men in 't gedenkwaardig jaar der Munfterfche vrede, van 1648, den opbouw van dit Nieuw , onder het opzicht van twe voornaame bouwmeefters, Jacob van Kampen en Daniël Stalpert. Byna twe volle jaren werden doorgebracht, met het haajen ofinheijen der paaien, welke moeften dienen, ten grondflag van zodanig een zwaar gebouw: en in de zes volgende jaren, was hetzelve dus verre gevorderd, dat de IVethouderfcbap,den 1 Aug. 1655 aldaar, ten eerftemaal, met veele plegtigheden hare vergadering houden mogta. Men moert, daarmede, des te meer fpoed maken : vermits , terwyl men bezig was , om dit Nieuw- te rtichten, het Oud Stadhuis, in 1652, door ongeluk was afgefcrand. Do ch, tot de uitwendige vercierzelen der Gtvels, en tot den  HOLLAND. 463 den toefral van het Dak en den Toren, met deszelfs Klokkenfpel enz. moeiten noch veele jaren hefteed worden, eer alles volkomen tot ftand gebracht was. Het is een' vierkant Gebouw; hoewel, langs de voor- en achter gevels, iets langer, dan langs de beiden zygevels: dewyl de eerfte, 282 en de andere, 235 voeten, in delengte beflaan. Het is van Bremer- en Benthemerfteenen opgemetzeld: heeft drie onderfcheidene verdiepingen, boven den grond. Onder den grond, zyn verfcheidene Kelders, daar onder ook, ter bewaaring van het geld der Amfterdamfcbe Wisselbank; die, in den jare 1609,is opgerecht: ftaande ,onder het opzicht van zes Kommisfarhfen, behalven eenige Boekhouders, KontraroU leurs en Asfift enten. Dezelve is, onder de Borgtocht der Stad: en deze fchat beftaat,in byna onnoemelykegeldfommen,beneven ongemunt goud en zilver;alles gewaardeerd,naar derzelver intrinjique waerde:'t welk, van tyd tot tyd , door verfcheidene eigenaars , daarin gebracht is, en daarin altyd blyft: wordende, in gevalle van koophandel, aanzienlyke fommen gelds, door bankbriefjes, van den een' op den anderen overgetekend;'t welk volftaat, voor betaaling in gereed geld; en dus een groot gemak in den koophandel bybrengt. Als, in den jare 1768, Neerlands Erfftadhouder, Prins Willem V, met zyne Koninglykc Gemalinne, de Stad Amfierdam bezocht, nam Dezelve in dit Stadhuis zynen intrek: waarvan, veele en de befte vertrekken, door de Stads Overheid, daartoe waren vervaardigt: en, waarin zy Beiden, voortreflyk, overeenkomende met Hunne hooge waardigheid, ontfangen werden. De Amjlerdamfche Beurs is mede bezienswaardig: ftaande dicht by den Dam, op verwelfde boogen, boven de rivier, den Amftel, die aldaar 't Rockin genoemt word. Men is, van 1608 tot 1613, bezig geweeft,met de zelve te bouwen. Zy is een groot open plein, langwerpig vierkant; omringt van eene overdekte gaandery; boven welke, verfcheidene vertrekken zyn, die tot andere gebruiken dienen: daar onder ééne is de Stads Schermfsbool. Deze Beurs griemeld, alle dagen, zo lang de beurstyd duurd, dat is, van halfeen tot half twe uuren na den middag, van een onnoemelyk aantal van Kooplieden; die daar famenkomen , om met elkander te handelen: waartoe, de plaatzen, van die, in deze of geene waaren doen, en naar deze of 'geene plaatzen handelt dry ven, door zekere bordfes, aan de pilaaren der gaandery hangende, te onderfcheiden zyn. De vreemdelingen, die de bovenvertrekken der gemelde gaandery doorwandelen, verwon  ft 464 HOLLLAND. wonderen zich zeer, over het zeldzaam geluid, dat door het fpreken van zo veele honderden van inenfchen onder elkander, zich door de lucht verfpreid; zeer wel naar het geluid der zeebaaren, by harde winden, gelykende. Behalven deze— is 'er noch eene byzondere Koornbeurs j waarvaan de kooplieden, die eeniglyk in allerly foort van graanen handel dryven, gewoonlyk vergaderen. Deze is gebouwd, over het Damrak; dicht by de Oude brugge: en is onlangs vernieuwd en vergroot geworden. De Hervormde Gemeente dezer Stad , die een' langen tyd door XXVIII, doch federt den jare 1723,door XXX Predikanten bediend word, heeft elf Kerken, tot haare vergaderplaatzen. De Oude Kerk is, ongetwyfeld, (gelyk de naam genoegzaam van zelfs aanwyft) de eerlle Parochie Kerk dezer Stad geweeft; die toen, eeniglyk, langs de ooftzyde der rivier den Amftel, zien uitltrekte. Toen ook de Nieuwezyde der i>tad betimmerd en dagelyks vergroot werd,heeft men daar, de Nieuwe-Kerk 'er bygevoegt. Zy hadden beiden twe Befcherm-Heiligcn, naar welke zy benoemt worden: de eerfte jfobannes den Doper en S. Niklaas: en de twede, de H. Maagd Maria en Ste. Katharina^ Deze twe zyn noch de grootfte en aanzienlykfte Kerken dezer Stad: en beiden 't eerft den Hervormden ingeruimd, in den jare 1578. Dan,behalven die twe Parochie-Kerken ,\\zdxnenoo\in dn Roomfche tyden, twe Kapellen; die, aan de ééne en andere Parochie-Kerk, onderhoorig waren. De ééne word, de Oudezyds- en de twede, de Nieuwezyds-Kapelle, genoemt. De Oudezyds Kapelle , die aan het einde der IVarmoesllraat, byna in den hoek van het Te en het Damrak Itaat, was eertyds de S. Olofs Kapelle genoemt: en, dit word gezegt, het oudfte Kerkje van Amfterdam geweeft te zyn: doch , zy is, in 1646, merkelyk vergroot. De Nieuwezyds-Kapelle ftaat, in de Kalverftraat, naar de zyde van het Rockin. Deze is de Kafelle, welke geiticht is, ter eere van het gewaand mirakel, (waarvan we , hiervoor, badz. 455. gewag gemaakt hebben) 'e welk, in i345,zougefchied zyn, aan eene Hoftie, die door een' kranken ingenomen, en daarna weder uitgefpuwd , geduurende een' ganfchen nacht, geheel en gaaf in het vuur bewaard gebleven was, wegens de gewaande heiligheid de ■ zer plaatze: waar dat wonderwerk zou gefchied zyn, had men dit Huis ter ftond in eeu Kapellt veranderd; waarin deze  BI O'ITBE KERK te AMSTERDAM. DE TfïSTIl KERK te AMSTERDAM.   HOLLAND. 465 ie Hoftie bewaard, en van rondom bezocht werd, door Bedevaarten derwaard: en word dezelve daarom, by de Roomsgezinden, noch heden, de Heilige Stede genoemt. Deze beide Kapellen worden nu ook tot den openbaaren Godsdienft: gebruikt: en zyn onder de elf Kerken mede begrepen: hoewel, in de Nieuwe zyds Kapelle, 's Zondags namiddags eri Woensdags avonds, ook door deh Hoog Duitfchen Predikant, gepredikt word. Behalven deze vier is noch eenvyfde, de Gasthuis Kerk, die behoord heeft, tot het S Pieters Gafthuis. En deze vyf zyn, (behalven eenige Kloofter Kerken,) die Kerken, welke, voor de Reformatie, by de Roomsgezinden, reeds gebruikt werden: en, die, nu alle afgezonderd zyn, tot deri openbaaren Hervormden Godsdienft. Naarmate de Stad verder en verder uitgelegt werd , is het getal der Kerken , binnen dezelve , vermeerderd: en men was genootzaakt, vermits die vyf oude Kerken, (de Reformatie langs hoe meer doorbrekende) te klein geworden en van de uiterlte deeien, der Stad te verre afgelegen waren, noch zes Nieuwe Kerken te (lichten: eerft de Zuiderkerk, in den jare 1603:dé Westerkerk,welkers toren de hoogte vaii 261 voelen heeft, en de boogfte is van alle de Amfterdamfche Kerken, in den jare 1620: de Noorderkerk, in denzelven gemelden jare: de Eilandskerk,dus genoemt, dewyl zy, op het Bikkers-Eiland, aan den noord weftlyken hoek der Stad, ftaat, in 1660: de OosTerkerk, in 1669: en, eindelyk, de Amstelkerk,die eigentlyk,eene groote lioute Loots is, in 1670. Deze zes later gebouwde Kerken vertoonen, (ten bewys haar 'er (lichting, na den tyd der Reformatie,) eene geheele andere gedaante, dan de oude Roomfcbe Kerken: zynde ook van geen Choor voorzien 5 in 't welk, by de Roomsgezinden, de Hoofdaltaar geplaats word. »' Als in 't begin der voorige Èeuwe, veele Hervormden, uit de Waalfcbe geweften der Spaanfche Nederlanden, ter oorzake der vervolgingen, naar Amfierdam, (gelyk, naar andere Steden van Holland,') overkwamen, is aan dezelve in 1647, de Paulinianen Klooftêrkerk, tot hunnen Godsdienft vergund; die, in 1661, merkelyk vergroot werd. En, zo dra, als in 1685, ter gelegenheid der herroepinge van 't Edikt van Nantes, ook verfcheidene Franfche vluchtelingen zich binnen die Stad nederzetteden, de Waalfcbe Gemeente zeer vermeerderde; is, voor dezelve, ecue twede Kerk ; die Gg eek-  466 HOLLAND. echter niet meer dan eene boute Loon is, gebouwd. Sedert 1686, toen die laatfte Kerk werd opgerecht, is de eene de Oude Waaler en de andere,de Nieuwe Waaler Kerk genoemt. .. De Waalsche Gemeente is, binnen deze Stad, zeer aanzienlyk: en ftaat, onder het opzicht van VI Predikanten. Zo wel de Episkopaale als Presbyteriaanfche Engel- <;criE Gemeente, hebben aldaar, desgelyks, elk eene byzondere Kerk: en, de laatfte heeft twe Predikanten. De Lutherschen bezitten mede aldaar, twe fraaye Kerken: die door zes Predikanten, worden waargenomen. Ook word,aan alle andere Gezindheden, vryheid van Godsdienft vergund: als, aan Remonstranten, Mennoniten, Kollegianen, Kwakers enz. De Roomsgezinden, doen hunnen dienft, m tien byzondere Kerkhuizen, binnen en twe buiten de Stad. Men heeft 'er ook eene Kerk der Per- siaansche Armenifche en andere Oofterfche Cbrifte* ven. En, eindelyk, zyn 'er twe Joodsche Synagogen; de eene der Portugeefche en de andere der Duitfche Joo- den, (die men anders Smoujfen noemt,) ftaande dicht by elkander, in het midden van 't Joodfche kwartier; dat genoegzaam eeniglyk,door lieden dezer natie,bewoond word; zynde 111 en om de Jooden Breêftraat, naby de Nieuwmarkt. m de Oude zyde der Stad. Voorts, is Amfierdam, rykelyk voorzien, van meer aiidere openhaare gebouwen; die een geheel Boek vereifchea zouden, wanneer men, van elk in 't byzonder,een befchryvmg geven wilde: als daar zyn, het Admirauteits Huis: het Oost en het West Indisch Huis: de Schouwburg, ftaande op de Keizersgracht; welk in 1770, zeer verbeeterd is geworden: van welke te onderfcheiden is, de Fran. fche Schouwburg, buiten de Stad, aan den weg naar den Overtoom; welke laatfte, voor eenige jaren tot den grond toe is afgebrand; dan daarna weder herbouwd. ' Voorts: de Stads Doelen : 't Stads Artillery en Koornhuis : de Oude en Nieuwzyds Heerenlogementen : de Bank van Leening': het Oude Manmen en Oude Vrouwen Huis: een Borger een Diako- nie en een Aalmoeseniers Jongens en Meisjes Weeshuis; welk laatftgenoemde, ook, tot een Huis der Vondelingen verftrekt: de Weeshuizen der Lutberfcben en andere gezindheden: 't Begynenhof: 't Leprozenhuis: een iJoLHuis: een Rasp en een Spinhuis : een Stads Verbe- 1 TER-  DE Il'THIHSCIE mErVI EESK "te AMSTERDAM. dezelve van Aj)Tte_ren te aien.   HOLLAND. 467 terhuis : eene menigte van zogenoemde Hofjes ; waarin behoeftigen, behalven vrye wooning, ook,- voor een gedeelte , het nodig onderhoud genieten: en veel meer andere ; die alle onder de beftiering van byzondere Regenten en Regent effen ftaan. Behalven eene Latynsche School, (die, echter, in deze Stad van Koophandel, geen' zo grooten opgang maakt, ten aanzien van de menigte der Leerlingen , dan men an* derzins, naar gelang haarer grootte, zou mogen verwachten,) is 'er ook, een Gymnasium, of Illuftre School; waar toe, de gewezen Kerk van 't Agnicten Kloofter, in 1630, vervaardigt werd. Tot dezelve behoren thans VII Profesferen: één in de H. Godgeleerdheid: één, in de Rechten: drie, in de Geneeskunde: één, in de Oofterfche taaien en Oudheden: en één, in de Griekfche taal, Hiftorien enz. De Amfterdamfche Schuttery is in vyf Regimenten afgedeeld ; die , naar het onderfcheid der Vendels, onder- fcheidenlyk genoemt worden: als, het Blauw Oranje _ iVit Geel —— en Groen Regiment. Deze Regimenten bevatten ■, elk tien Kompagnien; die hunnen Kaptein , Lieutenant en Vendrig hebben. Over elk Regiment, zyn twe Kolohellen. Én, alle deze Borger Officieren, zyn de gezaamlyke leden van den Krygsraad. Zy gebruiken de Beurs, tot de plaats, waar de Schutters, ten Zekere tyden 's jaars, zich in den Wapenhandel oefenen. Van de^ ze 60 Kompagnien , moeten t'elkens vier des nachts de wacht houden : en hebben hunne Hoofdwachten, in vief verfcheidene plaatzen der Stad. Behalven dat zy, in tyden van Oproer, door 't alarrnflaan der trommen gewaarfchouwd, alle onder de wapenen verfchynen moeten: en, in zodanige gevallen, van veel nut zyn, om het talryk gepeupel dezer Stad in Ontzach en bedwang te houden ^waarvan, in vroegere tyden, van oproer; als, der Wederdopers, In 1534 en 1535 ; der Remonftranten en Contra Remonftranten, in 1617 en 1618; der lykdragers, anders genoemt, de fterke mannen, in 1696; en laatfflyk, in de verregaande op^ fchuddingen, ter gelegenheid van het affchaffen der Pachten ryen, in den jare 1748 , de voorbeelden voorhanden zyn. Naar 't getal dezer zedig Schutters Kompagnien, i-s de Stad in LX Wyken afgedeeld; die elk haren byzonderen fVykmeefter hebben: welke in opzicht moeten nemen de behoeftigen , elk zyner eige wyk, ten einde, uit de inkomltea Gg 2 d8t  AC8 HOLLAND. der zogenoemde Huis-zitten Huizen, hun eenig onderhoud te doen hebben. De Stads Regeering van Amfierdam bedaat, uit XXXVI Raaden; alle leden van de Froedfcbap, die vooral hun leven, deze waardigheid bekleden. Eén dezer leden (tervende, word deszelfs plaats, door de overigen, vervuld. Uit deze XXXVI Raaden, worden verkoren: één Schout: vier Borgemeesteren: en, negen Schepenen; welke alle het gerecht uitmaken. Van deze laatden ftaat, uit een dubbeld getal, de keuze aan zyne Doorl. Hoogheid, den Heer Prins Erfstadhouder. Voorts zyn aan dit Kollegie, (behalven Thesauriers,) twe Pensionarissen en twaalf Sr> ïretarissen , toegevoegt. Men mag, tot zonderlingen lof der Regeering van Amfierdam, vryelyk zeggen, dat Hun Edele Groot Achtbaren, in de beltieringe hunner Stad,eene zeer goede Politie in acht nemen; (tellende op alles, heilzaame keuren en wetten; en, zorgvuldig wakende, dat dezelve (tiptelyk worden nagekomen. Het welk, ten aanzien van Amfierdam, byzonder verdiend te worden opgemerkt: dewyl 't veel in zich heeft, zodanig een volkryke en woelachtige waereld Stad, vol van allerlei natiën, behalven de inboorlingen, in eene goede order te konnen houden. Veele -vermaarde mannen, in allerlei vvetenfchappen, heeft Amfierdam voortgebracht: en, daaronder, voornaamlyk uitmuntende Zee - Helden : als Jakob van Heemskerk : Jakob van Nek: Jakob Willekens: Hendrik Kornelisz. Lonk: enz. De eerde is meelt vermaard, door de ontdekking van Spitsbergen en andere eertyds geheel onbekende Noordfche Landen, in 1596 en volgende jaren: in welke groote uitvoering hy veel raadpleegde met Petrus Plancius , die 's tyds Predikant te Amfierdam, en zeer ervaren in de Sterreen Zeevaartkunde. Dees' Heemskerk, ligt met meer andere Zee-Helden begraven, in de Oude Kerk. Van Nek heeft de eerde eene Vloot naar Oofl-hidie gevoerd: en de twe laatdgenoemde hebben eenen onderflyken naam, in de JVejl Indien, verworven. Het Stads Rechtsgebied; het welk door paaien, met 't Stadswapen voorzien en langs de gemecne wegen derwaard opgerecht, word aangewezen, is van geene groote uitgedrektheid, buiten haare Veden: en, daaronder behooren, fommige buurten; zo veel als Fooi'fteden; by de poorten, die wel den geureenden af- en toegang geven: als, de Bee- rebyt  H O L L A N D. 469 rebyt, buiten de Utrecbtfche en langs den weg naar den Overtoom, buiten de Leidfcbe-poort, enz. Ook behoord, aan 't Stads Rechtsgebied, een ftük Velds, aan de overzyde van het Ye, buitendyks gelegen: het welk de Voolewyk (eigenlyk, de Vogelwyk,) genoemt word. Door dit veld , loopt eene Trekvaart, ter lengte van omtrent 700 Roeden, van het Tolhuis naar het dorp Buiksloot : door welke men, alle uuren van den dag,met een Schuit derwaard vaarenkan ,om. verder in Noord Holland te reizen. Aldaar is, op den uiterilen hoek, de Gerechtsplaats dezer Stad. Naar de rivier, den Amftel, die haaren naam aan de Stad mededeeld, word ook het Ammeland, Amstelland, genoemt: een byzonder Baljuwfchap dezer Provincie; 't welk daarna zal voorkomen: en, hier moed worden aangehaald: dewyl alle de daarin liggende dorpen, (alleen Wavereveen uitgezonderd,) als Ambachts-Heerlykheden, door de Stad aan zich gekocht zyn. Daartoe behooren; Diemen: Ouwerkerk, aan den Amftel: Amstelveen: Si.ooten: en Sloterdyk. Ook bezit die Stad, de Ambachts Heerlykheid Leimuiden, in Rhynland: en eindelyk, de Eilanden Urk en Schokland; beiden in de Zuider Zee. Over elk dezer dorpen, (leid de Regeering, een lid uit de Froedfchap, tot Ambachts-.Heer; aan wien, de beftiering der Heerlykheid word opgedragen. GOUDA is de zesde der Hollandfcbe Steden, die Stem in ■Staat hebben. Zy ligt, aan den rechter oever der rivier den Tjfel; die de Hollandfcbe Tjfel toegenoemt word, ter onderlcheiding van den Gelderfcben Tffel: en wel, ter plaatze, daar de Gouwe , 't zy daar uit voorkomt, 't zy zich daarin ontlafï: want de Gouwe is geene natuurlyke rivier,maar een gegraven vaart; dienende, om dezen Tjfel en den Ouden Rhyn, die van Utrecht naar Leiden loopt, met elkander gemeeulchap te doen hebben. Dit water loopt ten deele omen ten deele te midden door de Stad, en onderfcheid dezelve, in twe hoewel elkander ongelyke deelen. Men mag de. ze vliet, de Gouwe, des te min met ftilzwygen verby gaan: dewyl, niemand twyfeld, of de Stad heeft haaren naam daarvan ontleend:en tot een klaarder bewys hiervan diend:dat dees' vaam niet altyd, Gouda, maar ook gemeenlyk Der Gouw, of Ter Gouw, word uitgefproken, dat zo veel fchynt te willen zeggen, als aan de Gouwe *< De * Hier mede, mag men vergelyken de naamen van veele G g 3 «Hf  4fo H O L L h A N D, De Gedaante der Stad Is, byna rond. De muur, die dezelve omringt, is van enkele fteenen in de hoogte opgetrokken, en zonder tegenweêr: hebbende, alleen fommige torens, naar de oude Veftingbouw. Zy is van eene wyde en diepe gracht omgeven. Ongelet deze Stad dus van geene Veftingwerken voorzien is, zou zy, echter, in tyden van Vyandelyke invallen hezwaarlyk te verwinnen zyn; ter oorzake van het water, 't welk, by eiken vloedtyd, door het openen der Sluizen, zo binnen > als buiten de Stad, uit den. Tffel kan worden ingelaten; het welk, binnen den tyd van 24 uuren, al het Ommeland, als in in Zee zou veranderen. Men nam daarvan een proef, in den jare 1672; zo dra de tyding van het innemen der Stad Oudewater, naar hHage overgekomen was:,wanneer, door bevel van 'sLands Staaten,die Sluizen geopend wordende,al het veld rondom ondervloejde; waardoor, de vyaud in zyn verderen voortgang gefluit werd; hoewel, die onderneminge, door een* opfland der Landlieden werd gevolgt; die gewapenderhand, 1 langs den dyk, ter Stad introkken en veele ongeregeldheden pleegden. Buiten de Vellen, is de Stad, met ongemeen veele fraaje lufthoven vercierd; die, voor omtrent 20 jaren, dikwyls gedacht zyn, ter oorzake der menigvuldige diefftallen, die daar fchier alle nachten gepleegt werden, in de Tuinhuizen : zo verre, dat do Magifiraat genoodzaakt was , de fliaflè des doods daarop te zetten. Langs den ringmuur, heeft de Stad den omtrek van een goed halfuur gaans. Zy is voorzien van zeven groote Poorten : en twe kleine uitgangen. Aan de zyde van den Tffel, zyn 'er vier; alle zeer naby elkander: drie aan de Weflzyde, zynde: de Rotterdamsche anders genoemt, de Dykspoort: de Middelpoort: en de Oude Veerstalspoort : of de Tolpoort* De vierde, aan de Ooftzyde, word de Nieuwe Veerstalspoort genoemt; waarvan de weg langs de kade van de drie eerfte naar de andere, door den eenen arm der Gouwe, die de Stad doorgaat, word afgefneden. Ter zyde, naaft deze laatftgenoemde Poort, beeft de Stadsmuur, een fteenen Bolwerk; en een dergelyke was voortyds ook, aan de Rotterdam-. andere Steden en dorpen, in welke dit Ter voorgaat, om te betekenen, aan of by: als Ter-Goes: Ter-Thoolen: TerVeen Ter-Neufe: Ter-Heiden: Ter-Bant: Ter Jpel: TerKaple: Ter-Meide: Ter-Oele: Ter IVispel enz.  HOLLAND. 471 damfche poort, ten einde, aan de waterkant, de Stad eenigermate te verdedigen: dan, dit laatfte is daarna afgebroken, en met den grond gelyk gemaakt. Buiten de Nieuwe Veerflakpoort, is over den Tffel, een brug geflagen; die in haar midden eene Valbrug heeft, voor de doorvaarende Schepen. De vyf poorten naar de landzyde zyn: het Vlamingspoortje : de Potterspoort : de Kleiwegspqort : de Tiendewegspoort: en het Doelenpoortje. Het getal der Huizen was, in den jare 1732, (toen de Huizen door geheel Holland werden opgenomen,) 3974: en dat der Inwooneren: (elk huis, 't één door 't,ander, op vyf perfooneu gerekend,) word begroot, op omtrent 20000. De Huizen zyn doorgaans zeer zinlyk gebouwd: en men ziet de grootfte en prachtigfle, langs de beiden oeveren van den éénen arm der Gouwe. Doch, behalven door deze, word die Stad, genoegzaam allerwege, door Binnengracht ten doorfneden: en daardoor, als in eene menigte van kleine Eilanden, verdeeld. Dit is wel iets, (zal men zeggen:) dat Gouda gemeen heeft, met de meefte andere Hollandfcbe Steden: maar echter munt het daarin boven alle de andere uit; zo verre, dat genoegzaam alle ftraaten langs zodanige grootere of kleinere grachten lopen: en 'er genoegzaam geen één huis In de geheele Stad gevonden word, 't welk, 't zy van voor- of van achter, geen uitzicht op 't water heeft. Dit heeft de geleerde Hadr. Junii/s, (Bat. Hifi. p. 462 ,) in zyn tyd, reeds opgemerkt; die daarom , Gouda . by de Si&ó. Venetië, vergelykt. Onder de voornaamfte openbaare Gebouwen dezer Stad, mogt men eertyds boven aan (tellen, het SLOTvan Gouda. Ditis, omtrent den jare 1330, gedicht, door Graaf Jan van Beaumont, den Zoon van Graaf Jan van Henegouwen, die tegelyk Graaf van Holland was; welke, van zynen ouderen Broeder, Willem Hl, den Goeden toegenoemt, Grave van Holland en Henegouwen, uit de goederen van Holland de Heerlykheden Gouda en Schoonhovin, ten uitzet bekomen hebbende, aldaar (gelyk ook één te Schoonhoven,) dit Slot ftichte en tot zyn intrek nam. Dit Slot was groot en prachtig: en, dewyl 't als midden in //«/land lag; hadden de Staaten daarna, als die beiden Heerlykheden (toen famen het Baljuwfchap van Bkis genoemt,) by uitfterving van dit Huis, met Grave Guido, in 1396, in den boezem van Holland waren te rug gekeerd, 's Lands Handveflen en Brieven, aldaar, als de plaats der meefte veiGg 4 lig-  m HOLLAND. Jigheid, in bewaring gebracht. Ook was 't gemelde Slotde voornaamfte fterkte dezer plaats: en had het Tolrecht van alle de verby en doorvarende Schepen. Doch, in den jare 1438, als de Stad door eenen feilen brand,byna geheel yernipld werd, is ook dit Slot zeer befchadigt; zo verre, dat niet meer dan een toren daarvan was ftaande gebleven; die ook, in 1577, is afgebroken. Omtrent in het midden der Stad is de Qrootemarkt; die byna de gedaante van eenen Spits toelopenden Driehoek heeft: op welke het Stadhuis ftaat: een gebouw naar den ouden fmaak. Het was, door Gravinne Jakoba, als zy, in den jare 1426, toen de meefte Hollandfche Steden haar af— en, haaren Neef, den Hertog Filips van Bourgenje, waren toegevallen, tot deze Stad haare toevlucht nam, aan dezelve gefchonken. Doch is eerft voltoojd, in'1440: en, in 1690 en 1691, merkelyk van binnen en van buiten verbeeterd. Onder dit Stadhuis, is thans de Vxeeschhal. Een der grootfte cieraaden dezer Stad is de voortreflyka Kerk, weleer aan Johannes den Doper toegeweid; welke, met die yan Haarlem, zeer na evenaard; en met haaren fraajen toren, aan die Stad, van verre een groot aanzien geeft. Zy was reeds gefticht, in 't begin der XIII de eeuw: dan, is driemaal afgebrand; naamlyk, in 1375, in 1438, en Iaatft, in 1552 , des nachts, den 12 January, door den blixem, die in den toren doeg:van welk Iaatft geval,Hadr. Junius, als wat zeldzaams verhaald: (IJijlor. Batav. pag. 461,) dat elf met riet gedekte huizen, rondom de Kerk ftaande, by dezen brand onbefehadigt bleven. Na dien tyd, is dit gebouw weder voortreflyk opgehaald, en in dien ftaat gebracht, waarin het zich thans vertoond. Die Kerk is met een voortreflyk orgel vercierd. En iets, waarover al wie ze ziet, zich moet verwonderen, zyn de koftelyk gefchilderde glazen dezer Kerk; vertonende de meeften, Bybelfcbe gefchiedeniften: een konftftuk der beiden broeders, Dirk en Wouter Krabetb; wier namen daardoor als vereeuwigt zullen worden; en na wier dood, men zegt, die konft'verloren te zyn. Deze glazen worden zorgvuldig tegen den hagel en winden bewaard, door haute hordjes, aan den buiten kant daar voor gehangen: hoewel, door langheid des tyds, fommigen derzelver eenigzins bcfehadigd zyn geworden. Vreemdelingen, die deze Kerk bezichtigen, bekomen gemeenlyk, een boekjej in 't welk de verklaring van het ge-, hee^  BE GROOTE of ST JAK" 5 KERK te GOUDA. HET STADHUIS en de WAAG te GOUDA.   HOLLAND. 473 heel fchilderwerk, van glas tot glas, befchreven word. In een byzonder vertrek dezer Kerk, is eene Stads Bibliotheek te zien. Deze is de Hoofdkerk der Hervormde Gemeente dezer Stad, welke door vyf Predikanten bediend word. Dan, behalven deze, word noch eene andere, de Gasthuis Kerk genaamd, tot den Godsdienft gebruikt; hoewel gemeenzaamlyk met de Waalfcbe Gemeente dezer Stad, die door éénen Predikant word waargenomen. Deze" is de Kerk van het S. Katharine Gafthuis; ftaande dicht by de Groote Kerk, aan de Gouwe. In deze laatfte, word, in elk elfde jaar, de Zuid-Hollandfche Synode gehouden. ' De Lutherschen Gemeente heeft hier ook eene Kerk; wel eer, de S. Jooft Kapelle; die door éénen Predikant bediend word. Het getal der Remonstranten is, binnen deze Stad, tamelyk groot. En, in 't begin der voorige eeuwe, toen de verfchillen tufchen hen en de Kontra Remonftranten, overal veele opfchuddingen verwekten, gingen zy de andere in getal te boven: waartoe het verblyf van den vermaarden Koenraad Vorftius, binnen deze Stad, nadat hy, om zyne fchadelyke gevoelens, van zyn Hoogleeraarampt te Leiden ontzet was, veel toegebracht heeft. Ook bevind zich daar, eene vereenigde Vlaamfche en IVa- terlandfche Gemeente der Doopsgezinden , onder het opzicht van éénen Leeraar. En , eindelyk , zyn 'er niet min dan vyf Kerkhuizen der Roomsgezinden: twe, namelyk, der Janfeniften: en, drie der zogenoemde Jefuitsgezinden. In de Roomfche tyden, vond men, binnen deze Stad meer geeftlyke gebouwen: als, een Cellebroers Kloofter, Emtnaus geheten: het welk daarna in de Latynfche School veranderd is: een S. Kath/irine Kloofter; 't welk nu diend, tot een Tuchthuis: en een Kloofter van Maria ter Nonnen: dienende nu tot een Proveniers Huis. Desgelyks, waren, binnen deze Stad, twe andere Vrouwen Kloofters: een derKlariffen: en, één van S. Agnieta; die daarna weggeraakt, en tot andere gebruiken gefchikï zyn. De voornaamfte Handel der Gouwenaaren beftond , voorheen, in kier. Men zegt, dat men daar een' tyd beleeft hebbe, in welke meer dan 350 brouweryen werden gaande gehouden, welker bieren, onder den naam van Goudfche Kreit, alomme, (gelyk die van Delft,) en meeft naar Zeeland en Vlaanderen, verzonden werden, Ook, heeft eerGg 5 tyds  474 HOLLAND. tyds de Laken Handel daar zeer jrehWir? m—j t. j word aldaar, veel ^dfit^^^S^^ die in haare ommelanden, op de dorp n gemaakt word-en' die men zegt, van 't befte foort te zyn: waarom, dit fout' ÏÏ„£m", "aam,van gflb^e meeft bekend is Men S ?eSt°ï T1' ln *«J» Word daarva» véél 5S ««* gemaakt. Ook maakt men daar fcheepwlaggen en wimpeL, beneven andere fcheepscieradien. Desgelyks zviT w SS/f^^ D0eh,meeftzyngveÏÏaard de 2std ÏS**** De fe»^^ worden binnen de! f' op.omtre'» 3oo begroot: en men wil, dat zy ner«ens zo goed gemaakt worden, dan te Gouda Die Stad heeft bekwamere gelegenheid, ter verzending dezer Waaren, dan eenige Stad , in geheel HMand* ter oorzake van den fterken doortocht der vreemde SL' door de (W, der groote, (namelyk) buiten om Ifd ' kleme fehepen, door de Stad': terwyl, twe gZê Schut sluizen, buiten de Rotterdamfcbe-poort, beneven noch eene" kleindere aan den ingang der Stad, het watL van den 2}! felfiroom (naamlyk:,meer waters ,dan men tot het bewaaren wXdfstadr0djgbebl,en') buite"keeren. EenèzaTe, lt1, rt Gf^'.onderling merkwaardig maakt, is da ^edefebopen die uit de Provinciën Zeeland , BraLnt en Vlaanderen handeldryven op Amfierdam, of, van daar f n^richt'^f in/7;-PlaatZen' >™s -IkeX^vatt LU', Scbutflutzen genoegzaame wydte hebben om zodanige breede fehepen, te konnen doen doorfchieten' Deze vaarweg,uit den r/,/door het water de Gouwe aar' die zeïrf^' ^ewis'yk' Eerwaard de iortftcTvl™ È/er^rÈ^H* eigens, by 0«*faJ, door™ an vervnio-p t f j • " de Haarlemmer.Meir komen : «n vervolgens door de rivier het , die de Stad Haarlem doorvloeid, in het fc- wanneer zy verre «noej en de ^ der Sluizen, langs den zeiven, is, echter, «let de  HOLLAND. 475 de eenige oorzake van den fterken doortocht dier groote fehepen, langs Gouda: want, men zou ook,de Sluizen der vaart, die door Delft naar den Ouden Rhyn gaat, alle van die zelve wydte hebben konnen maken. Maar, in het bericht, in 1652 door Heeren Borgemeefteren en Raaden dezer Stad, aan Joh. Janfonius, drukker van Guicciardins Befebrjving der Nederlanden, toegezonden, ten einde in dat werk plaats te mogen vinden, word dit opgegeven: „ als „ een voorrecht , byzonder eigen, aan hunne Stad: en aan„ gemerkt, als de Senuw en het Steunzel hunner Republiek: ,, 't welk, deze Stad, (nietjegenftaande het haar, door „ andere, menigmaal betwift was,) uit het langduurend be. „ zit, en een daartoe verleend Handvest, met't hoogde „ recht, fterk aandrong, en dus lang al tyd voor zich zelve „ bewaard had.,, * Onder meer andere voorrechten, welke, door de Graven van Holland, aan die Stad verleend zyn, zal men, mitsdien, ook dit mogen rekenen. En, ten einde de gemelde fehepen geen' anderen weg_, dan door Gouda, mogten nemen; zyn de Sluizen, te Delft, aan den Leidfchen-Dam, te Woerden, en, te Goverwel ,(een buurtfehap, ooftwaard van Gouda gelegen,) met voordacht, zo mauw gemaakt, dat geene fehepen, die breeder dan van 12, 13 of 14 voeten zyn, dezelve konnen pafl'eeren. Zelfs is my van goeder hand bericht: dat in alle de gemelde plaatzen, ééne der Sluizen, en wel die, welke die genoemde nauwte van zo weinige voeten heeft, op koften der Stad Gouda onderhouden word: en, dat deze Stad, jaarlyks, Afgevaardigden uit de regeering naar de gemeld? plaatzen zend, ten einde te onderzoeken, of dezelve die nauwte werkelyk behouden hebben. Uit dit gemelde, befpeurd men, van hoe groote aangelegenheid, die zaak voor de Stad Gouda zy; want, behalven dat het dagelyks verby -— en doorvaaren dezer groote fehepen, aan die Stad eene groote leve ndigheid veroorzaakt; geeft dit ook veel aftrek van waaren, als mede van levensmiddelen, welke de gaande en komende fche- * Dus luiden de eigen woorden, van dit gefchrift: te vinden : Guicciardini Belg. Defcript. pag. 114 U9- Hmc Trajedum , ut jus Privilegiarium, tanquam nervum, & Reipublica hujus columen, urbs, ([quamvis ah aliis jape oppugnatum,) fortiter, & ex longi temporis prafcripto, C? Diplomate, fummo jnre, urget, & ftbi fervat.  47« HOLLAND. fehepen vandaar met zich voeren. Waarby komt, dat het fchutgeld, by t doorwaren der groote fiuis, door deSchinbrengt6 betaale"' aaa deze Stad> Seen gering voordeel toeMen heeft mede bekwaame gelegenheid, om van Gouda, alle dagen, langs een korteren weg, ter lengte van niet meer" dan twe urn-en gaans,naar den OudenRhyn te geraken,door Vrl SS**?' Va" daar "aar BodeSraven, aangelegt, in den jare 1658 : alwaar men, met alleen de Trekfchuiten, die bv dag en nacht, tufchen Üirecht en Leiden heen en weervaareu, kan aantreffen, maar ook, verder door Zwammerdam rechtftreeks naar Amfierdam varen. Ook reid Me nuZ drie tM^ f^t Goada m R°»^™, ter afftand van SZ ÏÏ, ■ uur gaans, een Poflwagen, over een' dyk, maakt Xr r-T ftf6W k,inke"jeS- En dit één e" and* loruïlJL ' m °PZiChte' ee" Pkats van ü* „°c"ff ,de gei.eerde e" vermaarde mannen, die binnen de1* Stad t eerft waerelds licht aanfchouden, word meld • £ £*T ^ dC Lee™eefter van ErasmufTTei 1 T Vercierden naam van Cornelius Aurelius, (doe'f r6'/ P/ " "T Gw'^' als of deszelfs betekeniiTe, op L?, frt ?T?°,te duWen was0 een ferf over de E.1 tZÏ f" llcfft."'gegeven. Ook zou Erasmus f™ f ' Wl ",et geboren' maar' in «"echt ont- Sl ?eWOffl,en!y"' d00r Zyn moeder' die> ^et lang voor de baring, van daar naar Rotterdam vertrok. Die voornaams Staatsman eu Ambaffadeur aan 't Franfche Hof Mieron. van Beverningk, die in de Groote Kerk te Gouda begraven ligt, is mede aldaar gebooren. Desgelyks, die beiff™ n Cn Fredrik HoutmanX\nLt de eer¬ fte zvn, welke de vaart,achter om de /sT^ dwCtoafc J%a> naar Ooft I„d,e, geopend hebben: en meer anderen * v™f^ING deZ6r Stad is' aI federt i65o,faaingefteld, n.t XXVül Vroedschappen. En, uit deze wórden verkeren: één Baljuw: vier Borgemeesteren : en zeven JchepeI ken; alle de leden des Gereebts. Van deze, ftaat de jaargkfcbejto* aan den Heer Pr,ns Erfstadhouder, uit een dubbeldtal, door de Heeren van de Vroedfchap opgege- Eindelyk, bezit die Stad drie dorpen, in den daar tegen overl.ggenden Knmperwaard,As Ambachts-Heerlykheden naamlyk, Gouderak: Ouderkerk aan den Tfel: en Kapel- ' le,   wUJJJ, UDQT]1S POOKT te BOTTERDAM M »IItJ"WJt KOOnS POORT te UOXTEHDAM. !  HOLLAND. 477 i&, aan den Tjfel. Beneven eenige andere Heerlykheden, die geene Kerkdorpen zyn. ' ROTTERDAM * is eene dier Steden van Halland, welke aan die Provincie geen' kleinen luilter byzetten. Zy is onder dezelve , de zevende in rang. Iets dergelyks, als wy, aangaande den naams oorfprongs van Amfierdam, hiervoor, hebben opgegeven, geld hier weder, ten aanzien dezer Stad: want de Rivier de Rotte , die uit de Veenen benoorden deze Stad ontfpringt, haare ontlading alhier in de Maas hebbende, is men reeds vroeg in de noodzakelykhcid geweeft , om aan derzelver mond, een Sluis (oudtyds, een Dam genoemt,) te leggen; door welke dit water, by ebbe, vryelyk kan uitlozen; dan, die by vloed tyd, wanneer het Maas water hooger word, zich toefluitende, uit de binnenlanden keeren kon. Deze waierkeeringe werd, eerft alleen, zeer natuurlyk, de Dam der Rotte, of, kortsheidshalve, de Rotterdam genoemt: en deelde, daarna, haaren naam mede aan de Huizen, van tyd tot tyd, by dien Dam gefticht; die eerft, een Buurtfebap, daarna een dorp, en eindelyk eene Stad, zyn geworden. De Latynen noemen deze Stad Rotterodamum. Het zou- veel moeiten koften, den eerften eorfprong en~ verderen voortgang dezer Stad, uit de oude Nederlandfche Gedenkfchriften, natefpeuren: en, met dat alles, zouden de meefte dingen noch in het duifter blyven. Jegenwoordig weet men, deze Stad, onder de Hollandfche Kooplieden , na Amjlerdam, wel de meeft bloejende te zyn: behalven , dat zy, in aangenaame gelegenheid, gezonde lucht, lange en ruime alle recht doorgaande ftraaten, fraaje gebouwen, en al wat verder de bewooning eener Stad genoeglyk maakt, voor geene eene andere behoeft te wyken. Daarby, is zy allerwegen, met grachten doorfneden, die geen ander dan verfch, en zoet water hebben, 't welk de Rotte aan dezelve mededeeld; gelyk ook, aan de Buitengracht, die de Stads muur omgeeft. Zy is éénmaal, naamlyk, inden jare 1563, door eenen geweldigen brand bezocht, die wel 700 Huizen, beneven veele Schepen, in de havens liggende, vernielde: dan, is naderhand, (voornaamlyk, dewyl, federt dit ongelukje rieten in pannendaken veranderd zyn) veel voortref- lykef * Van deze Stad, is eene byzondere Befchryving, door van Spaan, voor 'c licht gebracht.  4?3 HOLLAND* lyker herbouwd. Aan de landzyde, is zy overal omringt met vermakelyke Lujltuinen. Daarby, mag Rotterdam, in grootte, tegen veele andere Steden overweegen. Dit kan, uit de menigte der Hujzen, binnen deze Stad, worden opgemaakt; die, in 1732, werden opgegeven 6621, dus 2647 meer, dan te Gouda. Daar door, moet zy des te talryker zyn, in Inwooneren; die door fommigen, verre boven de 50000, worden begroot. De Gedaante dézer Stad heeft eenigen zweem, maar een' gelykzydigen driehoek. Zy is met een enkelen muur omringt, die niet gefterkt is. Dan, in tyden van gevaar, zon het water, dat door het openen der Sluizen, uit de Maas kan worden ingelaten, aan die Stad meer tot tegenweer konnen dienen. dan de befte door de konft aangelegde Feflingvierken. Alleen, aan den Waterkant, ziet men, twe Bolwerken , op eiken uiterften hoek der Stad, en die beiden met Kanon bezet zyn: waardoor, zy, byaldien, van die zyde, eenig onraad te vrezen was, ter oorzake van vyandelyke Schepen, zich wel zou konnen verdedigen. Van de tien Poorten dezer Stad, zyn'erwVr, aan de Maas en zes, aan de landzyde. De eerft gemelde worden genoemd, naar de Hoofden of uitftekende hoeken, die by de twe monden, der Rotterdamfche Havens liggen: twe , by den mond der oude Haven, worden genoemt, de ééne de Ooster en de andere, de Wester Oude Hoofdspoort: en, de twe andere aan den mond der Leuve Haven, de ééne de Ooster en de andere de Wester Nieuwe Hoofdspoort. De zes aan de Landzyde zyn: de Schiedam- sciie : de Delfsiiavensche : de Delfsche -—: de Hof : de Goudsciie .- en de Oostpoort. De Delf- fchepoort, die eenig ongemak onderhevig was, is, in den jare 1770, weder voortreflyk vernieuwd geworden. De weg langs de Maat tufchen de tVejler Oude en de Oofter Nieuwe Hoofdspoort, is zeer breed, en dicht met boomen bezet. Zy (trekt tot eene aangenaame wandelplaats: en word gemeenlyk de Boomtjens, of onder de Boomtjens, genoemt. Aldaar, liggen,in den Zomer tyd, de meefte Schepen, voor de paaien; die daar laden en loden: gelyk ook daar langs Haan, de Pakhuizen der voornaamfte Kooplieden. Wat Rotterdam zo zeer doed hloejen, ter zake van Koophandel , inzonderheid, met Frankryk , Engeland en Schotland, is, Voornaamlyk, haare hekwaame gelegenheid, daartoe: want de Maas, (die aldaar akyd zoetwater heeft) zeer  HOLLAND. 479 zeer breed en diep zynde, geeft aan groote en welgeladen Schepen, (immers die niet dieper, dan 13 of 14 voeten gaan,) uit de Noordzee, den vryen toegang, tot aan die Stad. En, de mond der Maas, omtrent vyf mylen weltwaard, van de Stad afgelegen zynde; konnen dezelve Schepen, met een' goeden wind, en wanneer de ty diend, huft binnen weinig uuren tyds,de Stad genaken. Alleenlyk, vinden de kloekde en zwaard geladen'Schepen eenig ongemak, in den mond der Maas, by den Hoek van Holland: dewyl die bezet is, met eenige Zandplaaten. Daarom, zyn zulke Schepen genootzaakt, het Haringvliet in te lopen, en doof de Dortfche Kil, tot Rotterdam te komen. Eene andere gerieflykheid dezer Stad is, dat 'er verfcheidene Havens binnen de Stad zyn , die de ééne met de andere gemeenfehap hebben; waarin de Schepen veilig liggen; en zelfs, (iets, dat in andere Steden ongewoon is,)'voor de Pakhuizen der Kooplieden, konnen laden en lollen. Dewyl, echter, deze Havens hun water gemeen hebben met de Maas, is 't meer dan éénmaal gebeurt, in tyden van Stormwind en fpringvloet, dat dit water, hoog opgeduwd, in die binnen havens,buiten zyne oevers kwam, en over de draaten lopende,de Pakhuizen deed ondervloejen, tot geen kleine fchade der eigenaars. En dit ongemak kan een groot gedeelte der Stad treffen: al wat, naamlyk, rivierwaard en buiten dyks ligt. Dit gedeelte van Rotterdam word, om die reden, de Buiten Stad, geheten. Maar, het overig deel der Stad, aan de landzyde, aan 't welk, men den naam geeft van de Binnen-Stad, is genoegzaam tegen het water beveiligt, door de Hoogflraat, die oodelyk en wedelyk door de geheele lengte der Stad gaat, en die tot een Dvk verdrekt, om het Maas water verder te keeren: mits,by hoog water, de Sluizen gefloten blyven, die in dezen Dyk liggen, en door welke, de rivier de Rotte, by laag water in de Maas ■t'ald. Daarby, loopt van Rotterdam eene Trekvaart, naar 't dorp Overfcbie; beginnende buiten de Delftfchtpoort: door welke de Schuiten in de Schie komen, om, daardoor naar Delft, sHage, Leiden enz. voorttereizen. De Trekvaart is reeds, in den jare 1340, met vergunning van IVillem IV; Grave van Holland, gedelft, en was toen, voor de Rotterdammers, van veel aangelegenheid, om langs den kortdeu en gemaklykden weg, hunne bieren, (die daar zo goed, als te Delft en Gouda, gebrouwen werden,) naar alle oorden  480 HOLLAND, den van Holland, te verzenden. Desgelyks is van daarj eene Wagen Pofterie aangelegt, op Gouda; waarheen men, alle uuren van den dag, over dep met fteenen beftraten Q'feldyk, reiden kan: en, van daar, met de Bodegravenfche Schuit, naar den Ouden Rbyn, en door dezelven naar Utrecht vaaren. De talryke Nederduitfche Hervormde Gemeente dezer Stad heeft tot haar gebruik, vier Kerken; waarin, federt den jare 176Ö, XII Predikanten den H. dienft verrichten. De Groote Kerk * die aan S. Laurens toegeweid was, ftaat in de Buiten-Stad, dicht by de gemelde Hoogftraat. Dit is een fraai en zeer groot gebouw. Jammer is 't, dat deszelfs toren, van geen fpits voorzien is. Van binnen pronkt zy, behalven met een' voorrreflyken orgel, met de marmere Graflieden, van verfcheiden Zee-Helden, daar onder ook fommigen, die hun leven in dienft des Vaderlands verlooren hebben: naamlyk, van Mooi, Lambert, de Wit, Kortenaar, de Liefde, van Brakel, en, van Aart en Jan van Nes. Aan die zelve Hoogftraat, meer ooftwaard, dicht by 't Oudmannenhuis, ftaat de Nieuwe Kerk; die eerft voltooid is, in 1682. Deze word ook, de Ooster Kerk, genoemt. De Prince Kerk, die aan de noordzyde der Nieuwe markt, en dus ook in de Binnen Stad ftaat, was, in de Roomfche tyden, de Kerk van 't S. Agniete Kloofter: doch is daarna zeer vergroot en verbeeterd; noch, Iaatft4in den jare 1737^ De Zuider Kerk is, in het Zuider deel en in de BuitenStad, niet verre van de Maas, op een eiland, dat door drie binnen Havens, de Leuve de Wyn en Scheepsmakershaven, gevormd word. Deze is eerft, federt 1651, tot den Hervormden Godsdienft gebruikt. De Waalsche Gemeente dezer Stad heeft vier Predikantent en ééne zeer fraaje Kerk;ftaande aan het weftelyk einde der meergemelde Hoogflraat, naby het Spinhuis. Zy werd,reeds,aan de Waalfcbe Gemeente ingeruimd, in 1662: dan, na de overkomft van veele Franfche vluchtelingen, geduurende de vervolgingen van 1685 en 1686, veel te klein geworden, voor deze fterk aangegroeide Gemeente; werd zy, in de twe jaren daarna volgende, merkelyk vergroot. De Engelschen en Schotten, van welke beiden natten 'er veele te Rotterdam zich ter woon hebben neêrgezet, om Koophandel, hebben desgelyks aldaar hunne Kerken. De eerftgenoemden zyn zelfs van twe byzondere Kerken voorZien, naar het verfchil der beiden gezindheden, in welke de En-   DE LÏÏTHE1SC HE KEU E te ROTTERDAM.  HOLLAND. 481 Ètigelfche Kerk van elkander gefeheurd is: naamlyk, die der Presbyterianen, die door twe -en, der Episkopaalen , die door eenen Predikant, bediend word. Beiden ftaan ze niet verre van elkander, aan eene binnen Haven, die het Haringvliet genoemt word. De Schotsche Kerk is geheel aan het ander einde der Stad, in het weften, naby de Schiedamfche-poort De Luthersciie Gemeente, te Rotterdam, heeft eene fraaje Kerk aangevangen te bouwen, in den jare 1733; en toen haare Oude Kerk verkocht. Deze Nieuwe Kerk ftaat, op een der eilanden,die gevormd worden, door de Binnenhavens dezer Stad: tufchen de fVynhaven en de Blaak. Deze Gemeente heeft twe Predikanten. De Remonstranten, die, ten allen tyde, binnen deze Stad in grooten getale zich bevonden hebben, zyn van twe iKerken voorzien; die de ééne, de Groote en de andere , de Kleine Kerk, ter onderfcheiding van eikander, 'genoemt worden. Beiden ftaan ze naaft elkander, dicht by de Beurs, en aan het water,dat de Kolk genoemt word. Zy worden bediend, door vier Predikanten. De Vereenigde Vlaamfcbe en Waterlandfche Mennoniten' hebben twe Predikanten. De Roomsgezinden hebben hier, vier Statiën : jwe der Junfeniflen: en twe der Jefuitsgezinden. Einde, lyk, is 'er eene fraaje Duitfche Joodfche Synagoge ; die by de Boomtjens ftaat. Men heeft te Rotterdam, behalven eene Latynsche school, waartoe het gewezen Kloofter der Minderbroederen thans gebruikt word., ook eene Illustre Schooi.; in welke VI Profeforen aangefteld zyn: drie, in de H. Godgeleerdheid en de andere daartoe dienende Wetenfchappen ; welke drie Stads Predikanten zyn: en, drie in de Geneeskunde. 'Er is te Rotterdam, gelegenheid, om meer andere merkwaardige Gebouwen te bezichtigen: en wel alle, (behalven het Stadhuis alleen) in de Buiten Stad. ■ Het Stadhuis , 't welk een oud gebouw is, ftaat op de Hoogftraat, en dus op de welvoegzaamfte plaats, omtrent in het midden der Stad. Dewyl een der Admiraliteits Kollégien dezer Nederlanden, te Rotterdam zyn zetel heeft; (hoewel niet, de Admiraliteit van Rotterdam, maar der Maas genoemt;) zo is aldaar, in 1Ó44,, een Admirauteits Huis gefticht;in 't welk de leden van dit Kollegie gewoonlyk vergaderen: en dit word alHa daa*  482 HOLLAND. daar genoemt, (f,e!yk elders overal) het Pr'nce Hof. Dit gebouw, 't welk zich zeer prachtig vertoond, ftaat in den vermakelyklten oord der Stad, by een der Binnenhavens, die, (even, gelyk de (troom, bezuiden het eiland Foor»,) het Haaringvliet, geheten word: waarin, fommige Oorlogfchepen worden opgezet. Van daar, langs het Haaringvliet ooltwaard gaande, komt men, aan de Admiraliteits Scheepstimmerwerf-, welk een groot en ruim veld is, rakende aan de Maas. Dan, behalven dit, is 'er noch een ander Admiraliteits Huis en Werf, van dit zelve Kollegie, te Helvoetfuis, aan het rechte Haaringvliet; daar, wegens den ge- maklyker in en uitvaart, de kloekfte Schepen ten oorlog bewaard worden. En, vermits beiden de Ooft en Wcft-Indifcbe Kompagnien, binnen deze Stad, elk hare Kamer hebben; ontbreekt 't mede niet, aan Kompagnies Huizen; waarin de Bewindhebberen hunne byeenkomlten houden; beneven ruime Pakhuizen, daarby gebouwd, in welke de JVaaren geborgen , en ten bepaalden tyd, verkocht worden. Het OostIndisch Huis, het welk een der grootfte en hooglte gebouwen van geheel Rotterdam is, ftaat, naait de foodfche Synagoge, byna aan het Zuidweltelyk einde der Boomtjens, hebbende dus zyn uitzicht op de Maas: en, het West-Indisch Huis, aan de Noordzyde van het Haaringvliet, naby 't Prince Hof. Aan het Zuidooft einde der Nieuwe Haven, ziet men een groot en deftig dubbeld Lands Magazyn: 't welk, van allerlei oorlogs voorraad, wel voorzien is. Dit was eertyds het Kloofter der Dominikaanen of Predikheeren. De Rotterdamfche Beurs , by de brugge over de Blaak, was wel reeds in wezen, federt 1595: dan is, in den aanvang dezer lopende eeuw,, zeer vergroot en veel deftiger herbouwd, van Benthemer fteenen: en maakt thans, (hoewel niet zo ruim zynde,) eene fraajere vertooning, dan de Amfterdamfchc Beurs. Tot gemak der Kooplieden, is te Rotterdam, ook een l-Fifelhank. Dicht by de Delfshavenfche Poort, is te zien, het Gemeenlands-Huis van Schieland; in 't welk de Fierfchaar, door den Baljuw, Schepeuen en welgebooren mannen dezer Baljuagie, gefpannen word. En, behalven deze, zyn ,'er meer andere openhaare gehouwen, bezienswaardig. De Schuttery van Rotterdam is, in XII Kompagnien, af- s«-  HOLLAND. 483 gedeeld; en dezen hebben elk haren Kaptein, Lieutenant, en Fendrig; die hunne vergaderingen, by voorkomende gelegenheid , in den S. Joris Doelen houden. Niet weinig (noch, min dan de Haarlemmers, op hunnen Laurens Kofter,) beroemen zich de Rotterdammers, op de geboorte-,van den beroemden Desiderius Erasmus, binnen hunne Stad, voorgevallen den 28 Oktober 1467; die, daarom Rotterodamensis , (de Rotterdammer) word toegefloemt; en die in zyne geleerde Schriften, door de aanwyzing van het deerniswaardig verval, in de Roomfche Kerk, als voornaamlyk veroorzaakt door de onwetenheid en ongodvruchtigheid der zogenaamde geeftelyken, den grondflag tot de Geloofshervorming heeft gelegt. Niet alleen is 's mans afbeeldzel, naar 't leven gefchilderd, in 1526, opgehangen in de Borgemeeders Kamer van't Stadhuis, aldaar: maar, ook heeft de Stad, ten einde de gedachtenifle van dezen hunnen borger te vereeuwigen, in 1622, deszelfs Standbeeld , zeer kondig van gegoten koper toebereid, geplaatd op de groote markt,ten ooden,aan den waterkant: daande, op een vierkant voetduk ter hoogte van 6 voeten: en omgeven , met een yzer hek. Ten bewys,dat de liefhebbery tot de geleerdheid,binnen deze Stad, niet uitgedooft zy, is aldaar, in den jare 1769, eene Maatfchappy der J-Fetenfchappen, onder den titel van het Bataefscii Genootschap , opgerecht, welke, van Hun Ed. Groot Mog., de Heeren Staaten van Holland en WedFriesland, Approbatie en Oftroy verworven heeft: dan,dezelve heeft, tot haar hoofd onderwerp, eeniglyk, de experimentele Philefophie, anders gezegt, de Proef ondervindelyke IVysbegeerte. Deze Maatfchappy is ook gewoon, naar 't voorbeeld der Hollandfcbe Maatfchappy te Haarlem, die zeventien jaren vroeger tot dand gebracht is, jaarlyks, naar een gedelden prys te doen dingen, door de opgave der ééne of andere vrage, die in fchrift,door elk wie wil, mag beantwoord worden. De Regeering dezer Stad bedaat, uit XXIV Heeren Vroedschappen. Een dezer leden bekleed de waardigheid van Baljuw, voor den tyd van drie jaren. Fier derzelver zyn Borgemeesteren: en zeven Schepenen: alle leden des gerechts; die twe jaren aanblyven; dus, van de Borgemeefteren, alle jaren twe, en, van de Schepenen, in 't één jaar vier en in, het ander, drie afgaan, en, even zo veel nieuwe aankomen. De keuze daat, federt de hcrdellink Hh 2 £•  484 HOLLAND. ge van het Stadhouderfehap, in 1747, aan den Heer Prins Erfstadhouder, uit een dubbeldtal, door de Vroedfcbap Hoogft Denzelven aangeboden. Tot dit Kollegie, behoren mede, twe Pensionarissen : en drie Sekretarissen. Die zelve Heeren hebben 't bewind, (behalven over hunne eisje Stads jurisdiüie,) ook over de. Hooge Heerlykheid BL£iswvK:als mede, in hoedanigheid als Ambachts Heeren , over vyf andere Dorpen, in 't Baljuwfchap van Schietend: naamlyk, Kralincen : Moordrecht : Hillegondeerg : Bergsctienbock : en Moerkapelle : en eindelyk, over Benthuizen, in Rhyiland gelegen: welke alle de Stad van tyd tot tyd aan zich gekocht heeft. GORINCHEM *, welks naam ook Gornichèm, Gorichem, en meelt, by verkorting, Gorkum, uitgedrukt word, in 't Latyn Gornichemium, is de achtfte der Hemmende ftedetr,in bet Zutder-Kvaartier: liggende eene kleine halvemcil wegs, van de plaats, daar de Maas. en IVaal by Loeveflein , in elkander vloejen, en dan famen de Merzce genoemt worden. De Linge-Sttoora, die in de Over-Betwxe ontfpringt, .vloeid door deze Stad, in de Mermie: waarvan zy veel voordeel heeft, in zo verre door de fterke fchuurmg van dit Linge water, voor die S«d, altyd eene genoegzame diepte blyft, om door de Schepen, die de Merzve bevazren, bereikt te konnen worden; daar anders, eene Zandplaat, die federt eenige jaren , beneden den zogenoemden Middel-waard, .voor die Stad zich gezet heeft, en dagelyks grooter werd, vermoedelyk , tot aan 't land voortfehietende , die rivier, een eindwegs van de Stad , zou verwyderd hebben. Ter andere zyde, is toch ook de loop der Lingen, door de Stad, niet -minzorglyk, in tyden van hoog water; waarvan die Stad, in het bekend water-jaar 1740, de droevige ervaring had; toen aan de Wallen en Poorten merkelyke fchade gefchiedde: en zou die zelve rivier, by doorbrake van den dyk, die, langs den Wefter-oever dezer rivier, door de Stad loopt, veel zwaardere rampen aan dezelve veroorzaken. Dat deel der Stad, 't welk oolhvaard van die rivier gevonden word, zynde * Van deze Stad, is eene byzondere Befchryvinge, door Aart Kemp, in't licht gebracht, en daarna eene Befchryving der Stad Gorincbem, en Landen van Arkel, door den Heer en Mr. Kom, van Someren, te Gorincbem in folio gedrukt, jn 1755.   'JÏZ iSTAB GOKINCHKM1 "VAW UB TATEHPOOEI TE .  HOLLAND. 485 zynde door geen' dyk, (gelyk de weftelyke zfie,) afgeperkt, is by hoog water aan onderv'loejing blootgefteld en menigmaal dadelyk onderworpen. Het blykt uit de aantekeningen, dat deze Beneden Stad, in 1726, ter diepte Van 10 voeten ouder water Hond; waarom de Huizen, aan die zyde buitendyks,veel minder in prys zyn , en geringere huur opbrengen dan in de Boven-Stad. Ten einde in het één en ander ongemak te voorzien, is wel eens een ontwerp gevormd, om 't Linge water, in gevalle het door een doorbraak, in de Over of Neder-Betuwe, ongemeen hoog is opgezwollen, buiten om de Stad, over het IVctfchild', (eene vlakte, tufchen de Stad en den Dalenfcben dyk) naar de Merwe afteleiden: doch 't zelve is echter tot hiertoe niet uitgevoerd. Door dezen overlaat, zouden anderzins, ook de vyf Heeren Landen en de Alblaferwaard, aan minder gevaar van overftrooming, door een doorbrake des Lingendyks, aan de overzyde, onderhevig fchynen. Dewyl Gorinchem de eerft voor aan liggende Stad, op de grenzen dezer Provincie is; zo heeft men die Stad alreeds voor langgefterkt, voornaamlyk, ten ooften naar de zyde van Gelderland; daar de veftingwerken onlangs vermeerderd zyn. Aan de Noord en Weftzyde, zou dit min noodza- kelyk zyn: dewyl men daar 't land ,door 't openen der Sluizen, zou konnen doen «ndervloejen. Zy is nu van XI Bastions (Bolwerken") voorzien ; beneven fommige Ravelynen : en aan de ooftzyde heeft zy eene goede Konterfcherp. De veftingwerken worden, op koften der Provincie Holland, eeniglyk onderhouden. In deze Stad ligt altyd eene Krygsbezettinge; gemeenlyk van één Bataillon. Zy heeft vier Poorten. Aan de Binnenftad, die het grootfte deel uitmaakt, zyn deze drie: de Water-Poort, die op de Merwe uitziet: de Kanse-Poort: en de Arkel-Poort. De Buiten-Stad heeft niet meer dan ééne die de Dalem-Poort, ook de Burg-Poort genoemt word. Het getal der Huizen werd, in den jare 1732, bevonden 1398 te zyn. En, honderd jaren vroeger, waren 'er 1609 geteld: waaruit blykt, dat dezelve, in die verlopen eeuwe, aan Huizen, 211 minder geworden te zyn:het welk, men waarfchynlyk heeft toetefchryven, aan de vergrooting van fommige Huizen, die van twe of drie, tot één gemaakt zyn: want, de Stad is- federt eenige jaren, door den aanbouw van fommige aanzienlyke Huizen,zeer verbeterd; onder welke dat van den Heer Mart. van Barnevtld, met desHh 3 zelfs  486 HOLLAND. zelfs grooten en wel aangelegden Lufrtuin, ftaande in het weftlyk deel der Stad, in voortreflykheid uitmunt. De Inwooneren worden thans begroot, op 6600. Gorincbem is, in de oude Nederlandfche gefchiedeniflen, zeer beroemd, door de Heeren van Arkel, die de bezitters dezer Stad en des geheelen lands van Arkel geweeft zyn. Zy waren de rykfte en magtigfte Heeren dezer Landen: en hebben veel deel gehad, in de oorlogen, tuffchen de Gelderfchen, Hollanders en Stichtenaars gevoerd *. Het Slot Arkel, waarvan, als't Stamhuis, deze Heeren hunnen naam ontleend hadden, ftond even buiten de Stad, aan de ooftzyde , op den waard , tufchen de Stad en het dorp Dalem; welke mi het Weidfchild genoemt word. Ongetwyfeld , word daarom, de Dalem-Poort, door welke de weg derwaard heen ging, noch heden de Burg zo veel gezegt als, de Slot-Poort, 'geheten. Doch, dit Slot is door Willem VI, Graaf van Holland, in 1412, verwoei!: en een ander gedicht, aan de zuidzyde der Stad, by de WaterPoort; het welk, geduurende de Spaanfche onluften, afgebroken is, en het Tolhuis op deszelfs plaats gebouwd. Aan Jan IX, Heer van Arkel, de Sterke toegenoemt, word de ftichtinge der Groote Kerk te Gorinchem toegefchreven; die aan de weftzyde der Markt ftaat: in welken gevalle, (alzo Heer Jan, h 1272, overleden is,) deze Kerk, reeds voor de XIV eeuwe, in wezen zou geweeft zyn, In deszelfs Choor, dat met een fraai koper hek, van het Schip der Kerk, is afgefcheiden, ziet men de hegraafplaats der Heeren van Arkel, gedekt met eene blauwe zerk, op welke gemelde Heer Jan, en zyne gemalinne Bertba, uitgehouwen liggen. En, boven deze Tombe, hangt een bord, waarop de wapens en verfcheidene Graffcbriften der oude Heeren van Arkel, te vinden zyn. Deze Kerk, die weleer aan S. Jan toegeweid was, is een fraai kruisgebouw: heeft een voortreflyk orgel: en is vercierd met een hogen toren. Zy is de Hoofdkerk dezer Stad, welker Hervormde Gemeente, door vier Predikanten, bediend word. In de Ar- » Eene lyfte van alle de Heeren van dit hoog adelyk gedachte , die de Souveraine bezitters des- lands van Arkel geweeft zyn, beneven een beknopt verhaal hunner bedryven, kan men vinden,by Slichtenhorft Gelderf. Gefchiedenijfen bh 194-205.  HOLLAND. 487 /trkelftraat, ftaat ook eene kleine Kerk, anders de H. Geest Kapelle genoemt: welke die zelve gemeente, 's Zondagsnamiddags gebruikt; terwyl, voormiddags, daarin gepredikt word, voor de Waalsche Gemeente; die door éénen Predikant bediend word. Deze Gemeente heeft, behalven deze noch eene byzondere Kerk;ftaande dm Havendyk: doda' die thans niet meer gebruikt word. Te Gorinchem is eene kleine Remonstrantsche Gemeente; welke, echter, nu geen' vallen Predikant heeft maar, door den een' en anderen hunner Sociëteit, nu en dan bediend word. De Roomsgezinden bezitten hier, twe.Kerkhuizen: het één, der Janfeniften; en, het ander, der Jefuitsgezinden. Op de Markt ooftwaard van de Kerk, ftaat het Stadhuiseen zeer oud en deftig gebouw. Daar onder, zyn de Stadswaag, de Fleefchhal en de Hoofdwacht der Militie. De Stadsdoele, ftaande in de Moolenfiraat, is een der grootfte en fraaifte, die men ergens in Hollaitd vinden zalbehoorende aan de Schuttery. Voorts heeft men te Gorinchem, eene Latynsche Schooleen S. Elizabeths Gasthuis : een Weeshuis : een Oudemannen en eén Oudevrouwen Huis en meer andere open- baare gebouwen. Ook, zyn te Gorinchem, twe byzondere Huizen te zien, merkwaardig door zekere gebeurteniflén Het een, ftaande in de Zervetfteeg, heeft in zynen voorgevel een Steenehuis gemetzeld ; 't welk door zyn opfchrift de gedachtenifle bewaard, van Jonkheer Willfm van Arkel, den laatften van het manlyk oir van dit hoog Adelvk geflacht die, in den jare 1417, ineen gevecht, tuflchende Hoeüjcben en Kabbeljauwfchen, binnen de Stad voor "eval len, beneven veele andere Edellieden fneuvelde. De in fcriptie luid: Doe men Schreef den 7 December MCCCCXVI en een, Doe bleef den Edelen Hooggeboren Willem van Arkel voor dezen Steen. Het ander is het Huis, waarin Hugo de Groot te Go- rtnchem gebracht werd, in eene Boekenkift, als hy, door II h 4 toe.  483 HOLLAND. toedoen, zyner Huisvrouw, zyne gevangeniiTe uit Leeveftein ontvloden was, in den jare 1621. In dit Huis word de Hangkas vertoond, waarin hy, de Boekenkift geopend zynde, zich verbergde: gelyk, in een ander vertrek van dat zelve huis, die geheele gebeurtenifie in de glazen gefchUderd is. De Koorn—handel is thans de voornaamfte , die te Gorincbem gedreven word. De Liuge/lroom en veele andere Binnewateren, die den toevoer derwaard geriedyk maken , verfchaft, aan de Inwooneren, tot dezen handel, eene bekwame gelegenheid. Ook is 'er eene byzondere Koornmarkt. De HoutKopcnfchap is mede te Gorinchem, in taamlyken bloei: waartoe byzonder dienen, de Zaagmolens, die buiten de Arkel poort gevonden worden. Voor de Stad, word in de Merwe veel Zalm gevangen: en, byzonder, in de maanden July en Auguftus, een foort van vette Voorn; die daar ter markt gebracht , en onder den naam van Gcrkumfche Voorn, veel verzouden word , naar andere plaatzen. Dewyl Gorinchem, van de ooftzyde, de eerfte Hollandfcbe Stad is; zo word, daar, de Graaflyke-Tol ontfangen, van alle de Schepen, die, zo wel de Maas, als de IVaal afvaren, en verplicht zyn, aldaar aan te leggen. Het Tolhuis, ftaande by de Water-poort, is een fraai gebouw, het welk door den Ontfanger dezer Tollen bewoond word. Het Admimliteits Kollegie heeft te Gorinchem ook een Ontfanger der Konvoyen en Licenten, beneven andere Bedienden. Tii den Zomer, is hier veel doortocht ,van Reizigers, die met Koetswagens van Utrecht daarheen gebraeht worden, en de Merwe overvarende, naar Sleeuwyk; van daar verder, naar Breda, 'sBofcb, en door geheel Brabant, konnen komen. En, in den Wintertyd, of anderzins, als de binnenwegen voor wagens onbruikbaar zyn, vaart alle dagen, een Trekfebuit, tufchen Gorinchem en Vyaneti, waardoor men gemaklyk op Utrecht reizen kan. Buiten de Kanfe-poort, is de plaats., waar deze Trekfchuit af en aanvaard. Dewyl 't dorp Dalem, naüwlyks een kwartier uur gaans ooftwaard van de Stad, op den Gelderfchen bodem ligt; zo heeft men daar een- Voormans gilde, en allerlei foort van Rytuigen: weshalven veele Reizigers, als zy uit Holland te water tos Gorinchem gekomen, door ftilte of door tegenwind, verhinderd worden, de rivier verder op waard tevaaren, gewoon zyn , zich naar dit Dalem te begeven , om hunne teis  HOLLAND. 489 reis te Land , naar Bommel, Thiel enz. voort te zetten. Onder de vermaarde Mannen , die binnen deze Stad geboren zyn, worden veel voorname Schilders gefteld. Ook word die Gulielm. Eflius, (van wien we bladz. 323 gefproken hebben) gezegt, in deze Stad geboren te zvn. Dezelve heeft aldaar gefchreven, de bekende Hiftorie der Gorichemfcbe Martelaaren: die door Lumey, Graaf van der Mark, te Gorinchem gevangen en in den Briel opgehangen zyn, in den jare 1572. De Regeering dezer Stad beftaat, 'uit een Drossaart; (wiens poft, by afwezenheid, door een Subflitnit, word waargenomen:) en XXIV Vroedschappen: uit welke verkoren worden: twe Borgemeesteren : een' Schout: en ze ven Schepenen. De Drofaart was, voor de herftelling der Stadhouderlyke weerdigheid , een lid uit de Vroedfchap; die dezen poft drie jaren bekleedde: dan nu, worden beiden Drofaart en Schout voor hun leven aangefteld: doch, in de Borgemeejleren, en Schepenen, die de leden des Gerechts zyn,komt alle jaren eene verandering naar de keuze van den Heer Prins Erfstadhouder, uit eene overgeleverde nominatie. Aan dit Kollegie, zyn ook, een Pensionaris en drie Sekretarissen toegevoegt. De Stad heeft het Rechtsgebied, over alle de Dorpen 's Lands van Arkel ; uitgezonderd, over Oofterwyk. Alle de andere, heeft de Stad , als Ambachts Heerlykbeden, aan zich gekocht; welke zyn: Arkel, met het daar onder behoorend Rietveld: Kediciiem: Nieuwland: Leerbroek:Hoorraas: Hoogblokland en Scheli.uinen. Desgelyks, bezit de Stad, de Hooge Heerlykheid Hardingsveld, weftwaard van Gorinchem gelegen. De Drofaart van Gorinchem oefend, daarom, in alle deze Dorpen het krimineel Rechtsgebied. Ook heeft Hy daar in 't Kerkelyke, het recht van hand opening en approbatie te verleenen, in gevalle van Predikants beroepingen. SCHIEDAM, aan de Maas, omtrent anderhalf uur gaans weftwaard van Rotterdam gelegen , volgt, sfls de negende in rang, onder de Hemmende Steden van Zuid Holland: zy werd eertyds Nieuwendam genoemt: doch, was daar door niet te onderfcheiden, van een dorp van dien zeiven naam, in Noord Holland. De Dam of Sluis, welke, naby deze Stad, in den Zeedyk getegt is, om het water, de Scihe, 't Hh 5 welk  49» HOLLAND. welk van Delft komt, in de Maas te doen uitlozen, heeft daarna, aan dezelve, den naam Schiedam toegelegt: in 't ï Latyn Schiedamum. Het getal der Huizen'is, in den jare 1732, bevonden, 1504 te zyn: en, de Inwooneren worden gefchat, op omtrent 8000. Van de Stads muur, weleer met torens verfterkt, naar de oude Veftingbouw, is alleen de walgang overgebleven, rykelyk met boomen beplant, en gevende eenen aangenaamen wandelweg, die naar de buitenzyde een weide gracht heeft. Op dezen wal, ftaan verfcheidene Windmolens. Zy heeft vier, Poorten, die alle benoemt worden, naar de omliggende plaatzen, werwaard de weg daardoorheen leid: naamlyk , de Rotterdammer-poort: de Overschiesche- poort; alwaar de af en aanvaart der Trekfchuiten is; de Ketel-poort; en de Vlaardinger-poort. Het Stadhuis is een fraai gebouw, ftaande op de Markt. De Hervormde Gemeente binnen deze Stad is zeer bloeiende. Zy word bediend, door vier Predikanten. De Hoofdkerk, die naby 't Stadhuis Haat, is een oud en ftatelyk gebouw. Zy had in de Roomfche tyden tot haaren Patroon, Jobannes den Doper: zy was meert vermaard, dooide zogenoemde H. Luidwina, gemeenlyk Lytwydt geheeten; die te Schiedam zou gebooren en geftorveii zyn. Zy heeft een plaats, in de legenden der Heiligen; zynde de dag haar ter eere jaarlyks toegeweid , den 15 April. Haar lichaam, eertyds in een Kapelle dezer Kerk begraven, werd van rondom bezocht, door Bedevaarten; ter oorzake der wonderwerken, die aan het zelve werden toegekend. Men verhaald, dat, als de Reformatie binnen deze Stad doorbrak , de Aartshertog Albert van Ooftenryk de beenderen dezer Maagd, naar Brufel deed overvoeren, en, dat die daar noch bewaard zouden worden. Behalven den gewooulyken dienft, in deze Groote Kerk, gefchied 'er ook in den Zomer, eene Vroegpredikatie, in een groote Zaal van 't S. Jakobs Gasthuis : hoewel deze, 'anders, de Vergaderplaats der Waalfcbe Gemeente is; die eenen Predikant heeft. Vermits deze Stad, beneven Rotterdam, tot eene en dezelve Klafle is,(die de Klailis van Schieland genoemt word,) behoordzo deeld zy, met Rotterdam, in de beurt van het houden der Zmd Hollandfcbe Synode; die, om het één elfde jaar, derd 2 e"' °m andCr i" geene Stad, vergaDe  HOLLAND. 49X De Roomsgezinde Ingezetenen zyn hier, gelyk elders, In tvveën verdeeld: fommigen, der Jefuitsgezinden: en, anderen der Janfeniften. Schiedam plagt zeer wel, in Koophandel en Zeevaart, te bloejen: allermeeft, in de Haringvifchery; jegenwoordig is de grootfte handel daar, 'mKoorn; waarvan, binnen deze Stad, veel Genever geftookt, en van daar allerwege verzonden word. Dicht by de Haven, is de Beurs, waar de Kooplieden famen komen. De Regeering dezer Stad beftaat, uit een lichaam van XXIV Vroedschappen. Daaruit worden benoemt t een Baljuw of Schout: drie Borgemeesteren : en zeven Schepenen: beneven een Pensionaris : en twe Sekretarissen. De verandering der Regeering is, aldaar, ter zeiver wyze gelyk in de andere Hollandfche Steden, ingericht. De Dorpen Pernis: Hoogvliet: en Portugal, in de Landen van Over-Maas gelegen, behooren, als Ambachts Heerlykheden, aan deze Stad; zynde, in den jare 1731, van de Graaflykheid van Holland, door dezelve gekocht. Naby de Overfchicfche-poort, buiten het noordweft gedeelte der Stad, ziet men noch eenige overblyfzelen van het Huis Matenesse: waarvan het oud Adelyk Hollandfch geflachte van Matenefe zyn' naam voerde. SCHOONHOVEN * is de tiende Hemmende Stad van Zuid Holland, aan de rivier de Lek gelegen: ter plaatze, waar de Vlijl daarin vald; welke vereeniging heeft met den Tjfel, by Haajlrecht, tufchen Oudewater en Gouda. Of de Stad eertyds Schoonhoven of Scboone Haven, genoemt zy: dan, dat Schoonhoven moet geduid worden , op de Schoone Ouwen, dat is, Landeryen, die de Stad omrinren, of op de Schoone Lujlhoven, die in derzelver omtrek liggen; konnenwe met geen zekerheid bepalen. Vermits deze Stad, aan de uiterfte grenzen van Holland, naar de zyde van Utrecht is gelegen; zo was 't noodzakelyk, dat ze verfterkt werd; daarom, behoord zy mede, tot de Vestingen , met welke, deze Provincie, overal aan de landzyde, als met een ringmuur, omgeven is. Zy was lang voor- * Hendr. van Bcrkum, Roomrch Prielter te Schoonhoven, heeft eene Befchryving van deze Stad, in 't licht gegeven, in den jare 1762; die met fraaje plaaten voorzien, en gedrukt is, te Gouda.  49^ H O L L L A N D. voorheen ter zeiver wyze, als Wezep en Muiden, aan de Oo/lzyde eeniglyk, verfterkt geweeft: met drie Bolwerken: dewyl de Stad, van die zyde voornaamlyk, voor gevaar blootgefteld fcheen: wat ten noorden en weften is, kan door het openen der Sluizen, geïnundeerd worden: srelyk de Zuidzyde door de rivier gedekt werd. Doch, de ondernern.nge der Franfchen, in 1672, die, tot Utrecht genaderd in den winter des gemelden jaars, over bet ys, tot in het hart van Holland pooSden in te dringen; (in welken srevalle,het water der inundatie weinig zou geholpen hebben,) heeft s Lands Staaten doen befluiten, om die Stad, van rondom, in een aardewal, verfterkt met 8 Bolwerken, mtefliuten: waardoor zy nu, in een tamelyken ftaat van tegenweer, zich bevind. Daardoor, is de Stad, aan die zyden te gelyk merkelyk vergroot: dewyl de oude muur en gracht mede ingefloten zyn. 'Er ligt, te Schoonhoven ook altyd eene Krygsbezetting: gemeenlyk van één Bataillon. Ook is er een fraai S Lands Magazyn, vol van oorlogs voorDie Stad kan we! niet op haare grootheid zich beroemen • maar, zy ts zeer net en regelmatig bebouwd: met fommiffe recht doorgaande binnengrachten doorfned'en: en heeft verfcheidene fraaie Huizen. Het getal derzelver beliep, in 1732 op niet meer dan 558: waaruit, kan worden opgemaakt, dat dat der Inwooneren niet veel boven de 2500 bedragen zal. De Stad heeft vier Poorten. Van de twe aan de landzyde, word de eene, de Kruispoort: en de andere de Lopikerpoort, genoemt. De andere twe komen uit, óp 't water: zynde de eene, de Veerpoort: en de andere, de Vrouwepoort. Tufchen de twe laatftgenoemde, is een zeer bekwame Haven binnen de Stad; in welke, de Schepen 's winters veilig liggen. Voorheen , ftond te Schoonhoven een oud Slot , in 't welk,de Graaven van Blois,die (gelyk hiervoor,in de Beichryving van Gouda, aangemerkt is,) de Heerlykheden, van Schoonhoven en Gouda bezeten hebben, hunnen intrek hadden: t welk naderhand verwoeft, en nu in een Kruitmagazyn veranderd is. Het ftaat, in één der Bolwerken, aan de Ooftzyde der Stad. De Gereformeerde Gemeente dezer Stad is onder het opzicht van drie Predikanten; die den dienft verrichten in eene tamelyke groote Kerk, die weleer aan den Apoftel Martbolomeus toegeweid was. Het verdiend te worden aan-  HOLLAND. 403 getekend: dat deze Kerk, twetnaal, naamlyk, in 1375 en ■1518, als genoegzaam de ganfche Stad door een feilen brand verteerd werd, van dezen ramp is verfchoond gebleven. Het merkwaardige, in deze Kerk te zien, is het Graf van den ervaren Zeeman, Olivier van Noord; die de vierde, na Ferdin. Magellaues, den geheelen aardkloot rondgezeild heeft. Vertrekkende uit de Maas, den 2 July 1598, en keerende weder, den 26 Auguft. 1601. Op de Zerk, welke deszelfs Graf dekt , ftaat een Latynjcb opfchrift; 't welk dif te verftaan geeft: luidende: HlC ille est , tottjm vel1s , qui circuit orbem A Magellano quartus, Oliverius. Dewyl deze Stad, in het Kerkelyke, met Gouda, ééne en dezelve KlaJJis uitmaakt; word in dezelve, zo wel als te Gouda, elk tweëntwintigft jaar, de Zuid-Hollandfcbe Synode gehouden: alzo die beiden Steden, in elk elfde jaar, deze beurt onder elkander verwiflelen. In die Stad is ook eene RpMnivcTn «mtc™? Vd»,, a;^ zeer' fraai is, en door een' Predikant hèrifotirl lithi-A- eene Roomsgezinde Gemeente der Janfeniflen. net aimjuuis is Bezienswaardig, (taande aan een binnengracht, tegen over een marktplein,\ welk boven die gracht verwelft is. Ook, is 'er eene Stadswaag: en, een iraaie Stads Dolle. De Hanteeringen der Ingezetenen beftaan thans, voornaamlyk, in 't maken van Goud en Zilvermerk; als mede van kopere ketels en pannen: in het koekbakken: gelyk zy mede, de Gouwenaars, naby komen, in 't maken van tabakspypen. Ook word 'er veel hennip verkocht; 't welk overvloedig fn haare nabuurfchap gewonnen word. En, in de Lek, word voor deze Stad veel Zalm gevangen; die, ;zo wel gerookt, als verfch, naar verfcheidene omliggende plaatzen word verzonden. Het ganfch lichaam der Stads Regeering beftaat, in XXVII Electeuren of Kiesheeren: en XXI Vroedschappen. Uit dezelaatften, worden verkoren : een Baljuw: twe Borgemeesteren : en zeven Schepenen. Dit gerecht heeft ook een' SekreTarjs. De Eltiliurs, die «en byzonder Kollegie uitmaken, had-  494 HOLLAND. hadden eertyds het recht, om, alle drie jaren, uk het lichaam der Vroedfchappen, de Borgemeefteren en Schepenen te verkiezen. Doch, federt den tyd van Keifer Karei F, maakten zy flegs een dubbeld getal, uit welke de verkiezing door den Stadhouder en Raaden gefchiedde: en daarop is gegrond, die zelve gewoonte, welke, federt de herftelling der Stadhouderlyke regeering, in 1747, aldaar noch ftand grypt. * BRIEL, * of den Briel, in 't Latyn Briela, is de elfde en laatfte in rang, der Zuid-Hollandfche Steden, die ftem in ftaat hebben. Zy ligt op een der Eilanden , die door de monden der Maas gevormd worden, 't welk het eiland Voorn word genoemt , daar tegen over , ligt het kleiner eiland, Rozenburg; dat weftwaard, byna tot aan den mond der Maas, reikt. De arm der Maas, die de eilanden Foorn en Rozenburg van elkander afzonderd, word, naar deze nabygelegen Stad, het Brielfche Diep, genoemt. Met dit Diep heeft de Stad gemeenfchap, door eene Haven, die, men zegt, alreeds in 157Ó gemaakt te zyn, en die de lenftte van 170 Rhynl. Roeden heeft. Deze Haven verdeeld zich, by het inkomen der Stad, naby de Waterpoort, in twe ruime Binnen Havens; welker eene, de-Afflansen de andere de Zuid Spuy, genoemt word. Door de ZuidSpuy, word het water, by hoge vloed, uit de Blaas, in de Stads buitengrachten ingelaten : en, daarin opgehouden, tot dat 't laag water is; waarna, door de opening van een Duiker, dit zelve water weder, door de Haven, met geweld word uitgedreven; 't welk gefchied, om, door die fterke fchuuring, de Haven in behoorlyke diepte te houden. Niet verre van den mond dezer Haven , ligt genoegzaam altyd, ten minften in den Zomer, een Admiraliteitsfchip (een Uitlegger ,) om op de inkomende Schepen te paften, die de Konveyen en Licentcn betalen moeten,aan den Admiraliteits Ontfanger; die met een Kontrarolleur, en drie Kommifen, binnen deze Stad woond. Dewyl de Briel zo naby Zee en dus bekwaam ligt, om den mond der Maas tc befchermen, tegen vyandelyke Schepen; zo is zy, ten allen tyde, tamelyk gejlerkt, en met Krygsvolk bezet geweeft. Doch, de Fefiingvierken zyn, naar- * Van deze Stad, is eene Befchryvinge ia 't licht gekomen, door Alkemade. I  HOLLAND. 495 naarmate men in de Veftingbouwkunde meer gevorderd is, allengs verbeeterd en vermeerderd: voornaamlyk, in den a'anvang dezer lopende eeuw. Thans, beftaat de Kapitalewal, uit negen Baftions; (Bolwerken) die door vyf Ravelynen, (Halvemaanen,) gedekt worden: hebbende, daarby, ten noord ooden,naar de zyde der Maas,eens zeer goede Konterfcherp, (Buitenvlakte.) Aan de Landzyde, heeftze,de Konterfcherp, zo zeer niet nodig: dewyl men daar, door het openen der Sluizen, het ommeland kan doen ondervloejen, en de Stad ongenaakbaar maken: in welk laatffgemelde, de voornaamfte fterkte van den Briel beftaat. Behalven de Waterpoort, zo even genoemt, heeftze, noch drie Poorten, aan de Landzyde: naamlyk, de Kade of K;h-poort: de Zuiderpoort: en de Langepoort. Ingevolge de lyfte, in 1732 opgegeven, waren de Huizen dezer Stad, 940. En, naar gilling, zal het getal der Inwooneren bedragen, omtrent 5000. 'Er zyn wel drie Kerken, binnen deze Stad: de Groote de Kleine en de Maarlandsche Kerk. Doch, de laatfte word niet meer tot den Godsdienft gebruikt. D« Groote Kerk word ook de S.Katharync Kerk genoemt, ter eere van deszelfs Patronefle, aan welke zy eertyds was toegeweid. Het maakzel dezer Kerk vertoond duidelyk, dat zy, byaldien men 't eerft ontworpen bellek gevolgt had, een Kruiskerk zon geworden en, van achter, verder uitgeftrekt zou geweeft zyn: dewyl 't Choor daar aan ontbreekt; zynde aan de ooftzyde flegts met eene platte muur befloten. De Hollandfche Admiraal, Ftltps van Almonde, ligt in deze Kerk begraven:en is,boven deszelfs Graf,eene fraaje marmere Graftombe opgerecht. Ook, is daar te zien , de Graf/lede der Heeren van 't gedacht van Leiden, en van meer andere. De Kleine Kerk word, ten diende der betden naamlyk: de Waalfcbe en, der Nederduitfche Gemeente, gebruikt. De Nederduitfche Gemeente heeft drie Predikanten : doch , de Waalfcbe word door eenen bediend. Het Stadhuis heeft zyn uitzicht, over de Markt. 'T zelve ftrekt mede, tot de vergaderplaats van den Baljuw en Leenmannen, gelyk ook, van den Dykgrave en "Heemraaden van den Lande van Voorn. Vermits de Briel een der Hollandfcbe veflingen is; zo zyn onder de openbaare gebouwen dezer Stad, mede te reienen.: 't Arsejual:'c Kruitmagazyn ; de Hoofdwacht*: ets  496 HOLLAND. on de Provoost. Ook is de Stads Doele bezienswaardig", 'Er is mede, eene Latynfche School enz. De Handel in Meêkrabben, die overvloedig in het ganfch eiland Voorn groejen, en die in de Mtêjlovtn, binnen de Stad, gedroogt en verder bereid worden, is thans de voornaamfte, waarby de Ingezetenen zich geneeren. Hoewel 'er te gelyk noch tamelyke Koophandel in Graanen gedreven word. Desgelyks, hebben veele Inwooneren hun beftaan van de Vifchvangjl : en bevinden zich aldaar veela Lootzen, die de uit Zee komende Schepen de Maas opwaard voeren. Onder de vermaarde Mannen, die in den Briel gebooren rjyn, mag men billyk tellen, die drie beroemde Admiraals van Holland : Filips van Almonde : Maarten Herpers Tromp: en Witte Kornelisz. de Wit. Doch, wat den Briel verder aanmerkenswaardig maakt, en meer, (ten zekeren opzichte,) dan éénige Stad, in de geheele Nederlandfche Republiek, is, dat zy, in den jare 1572 , de eerste Stad was, dée der Spaanfche Heerfchappy onttrokken en voor de Staaten gewonnen werd; waardoor, de eerfte grondflag, tot de Vryheid dezer Republiek, gelegt mogt worden: vermits, door dit goed begin, verre weg de meefte Steden dezer Provincie werden aangemoedigt, om vrywiUig), in dat zelve jaar, 't Spaanfche Juk mede af te fchudden. De bemachtiginge dezer Stad werd door de zogenoemde Watergeuzen uitgevoerd, onder het beleid van Graaf Willem van der Mark, meeft onder den naam van Lumey, bekend. Hy was die 's tyds Admiraal van omtrent 30 Schepen, met welke hy de Maas invoer, en deze Stad, zonder veel tegenftand, by verrafching innam. Deze Geboortedag van Neêrlands vryheid viel in den 1 April des gemelden jaars. Van daar dat Nederduits versje, waardoor men zeide; (van Briel, een Bril makende.) Op den eerjlen dag van April, Verloor Duc d'Alv zynen Bril. Als, in den jare 1585, Koningin Elizabeth van Engeland de Staaten, met volk en geld, tegen den Koning van Spanje onderfteunde, werden Briel en Vlischingen , beneven de Schans Hammetjes, op 't Eiland Walcheren, daarvoor in pandfehap gegeven, en aan 't Engelfch Krygsvolk ingeruimt; die daarin gebleven zyn, tot 1616; toen de gemelde'  HOLLAND. 497 de Steden , nadat de Staaten omtrent 3000000 gis. aan Engeland hadden opgebracht, van dit pandfchap ontflagen werden. De Magistraat van den Briel beftaat in 't gemeen, uit XX Vroedschappen. Voorts, in 't Byzonder: een Baljuw : twe Borgemeesteren: negen Schepenen: en twe Raaden: welke alle (alleen de Baljuw uitgezonderd,) leden van de Vroedfchap zyn: doch jaarlyks veranderd worden, naar de verkiezing van zyne Doorl, Hoogh. den Heer Prins Erfstadhouder, uit eene overgeleverde nominatie. Hierby komen twe Pensionarissen: en een Sekretaris. Dus verre, de XI Stemmende Steden van het Zuider-Kwartier van Holland, de ééne na de andere, bezichtigt hebbende; gaan we over, naar de Platte Landen; in welke, behalven de Vlekken en Dorpen , beneven de voornaamfte Lusthuizen, ook hier en ginds, zullen voorkomen, de Kleine Stéden, die geen Stem in de Staatsvergaderingen, noch eenig deel in 's Lands Regeering hebben. Gelyk, wy de Provincie Gelderland verdeeld vonden , in Ampten of Amptmannen , Landdrost — en Schout-Ampten enz. zo zal men in Holland aantreffen, eene menigte van BALJUWSCHAPPEN of Bailjuagien; in welke, de Baljuw, met zyne Schepenen en welgeborene Mannen, het Civiel — en Krimineelrecht oefenen : uitgezonderd in zodanige plaatzen , die Hooge Heerlykheden op zich zeiven zyn; en daarom afzonderlyke Gerecht slanken hebben. De Baljwwen zyn, (immers, doorgaans,) te gelyk Dykgraven die met hunne Heemraaden , in die zelve Baljwwfchappen, het opzicht hebben over de Dyken, Sluizen, Binnenwateren enz. Onder deze — komt eerft in aanmerking, hec Baijuwschap van ZUID - HOLLAND: waarli door*.  498 HOLLAND. door, niet het geheel Zuider-Kwartier dezer Provincie word verftaan, maar eeniglyk, deszelfs Zuidelykfi gedeelte , waarvan die naam daarna tot dit geheele Kwartier is overgegaan: al wat, naamlyk, by en om Dortrecbt gelegen is. Deze Landfireek, meend men niet zonder grond, bepaaldelyk het gebied der oudfte Graven van Holland , geweeft te zyn; 't welk, van tyd tot tyd, zich verder uitftrekte, naar mate de Edellieden dezer Landftreek, hunne eertyds vrye en genoegzaam Souveraine Heerlykheden, aan deze Graven, ter leen hebben opgedragen. Dit was dat Baljuwfchap van Zuid-Holland, in 't welk te huis hoord, de gefchiedeniiTe der merkwaardige Gerechtsoefening, door Grave Willem III, den Goeden, toegenoemt, in den jare 1336 , in 't werkgefteld, aan den Baljuw, die een' Landman eene vette Koe ontnomen, en tegen eene magere verwiffeld had: welk geval, dewyl 't allen Rechteren , ten voorbedde van navolginge verftrekt, daarom in Schildery vertoond,in verfcheidene Schepenskamers der Stadhuizen, te zien is. Doch, in vroegeren tyd, had dit Baljuwschap eene geheel andere gedaante, dan federt den jare 1421: want, voor dien tyd, beftond een voornaam gedeelte daarvan, in een' grooten Waard, die tuiTchen de rivieren de Merwe en. de Maas beflooten was: en, om die reden, de zuid-hollandsche ■—Ook de dortsche waard, genoemt werd; beneven eene ftreek Lands, die ten zuiden der Maas, aan de grenzen van Brabant reikte; als mede, een gedeelte ten noorden de Merwe; hoewel men de oude grensfcheiding niet nauwkeurig kan bepaalen ; ter oorzake van die merkelyke verandering, welke de groote  HOLLAND. 499 fe Watervloed des gemelden jaars, in den loop der rivieren, en wel byzonder der Maas, te wege gebracht heeft. Deze rivier liep eertyds, van omtrent by Bokhoven, (naby de Schans Krevecoeur gelegen,) of liever, een weinig lager, van Hedikhuizen, rechtftreeks weftwaard langs Geertruidenberg, tot Geervliet; waar de Merwe, (aldaar, om die reden, noch heden de Maas geheten ,) met dezelve zich vereenigde. Met deze rivier had de Maas, voortyds, wel een eerdere of hogere vereeniging: doch alleen, door eene nauwe vliet of Kanaal, van Hedikhuizen, tot tusfchen Loevefiein en Woerkom gegraven, ten einde de Stad 's Bofcb met de Hollandfche Steden gemeenfchap te doen hebben. Doch, door dezen vloed, die (dewyl zy, in S. Elizabeths nacht, tuffchen den 18 en 19 November voorviel) de S. Elizabeths vloed genoemt word, fchynt die oude Kil, door welke de Maas van Hedikhuizen, weftwaard langs Geertruidenberg ftroomde, verlamd, en door den tyd ganfchlyk toegeftopt te zyn : (zynde alleen een klein jïroomtje, dat noch, ter> gedachteniffe daarvan, de Oude Maas genoemt word , en by Geertruidenberg in den Biesbofch vald, daarvan overgebleven,) en heeft die rivier, federt al haar water, noord weftwaard, door die gegraven vliet, (welke rafch verwydt geworden is) tuffchen Loevefiein en Woerkum, in de Merwe uitgeftort; te gelyk aldaar haaren naam verliezende, en met dien van Merwe ver•wiffelende. De overlevering wil , dat , door dezen vloed, welke veroorzaakt was door een' zwaren fiormwind, die 't water der Maas en Merwe overal over de dyken deedvloejen, tweè'nzeventig dorpen, met veele Ridder Hoffiedtn, verli 2 dron-  5oo HOLLAND. dronken, en veele menfchen en beeften omgekomen zyn. Deze fchoone Zuid-Hollandfcbewaard is, dan geduurende een geruimen tyd, daarna, onder het water verzwolgen, en onbewoond gebleven : tot dat, langzamerhand , de grond door den flib verhoogt wordende, het één deel na het ander, weder van nieuws bedykt is: zynde nu alleen daarvan overgebleven, die groote waterplas, tuffchen Geertruidenberg en Dordrecht; die daarom noch, de Verdronken Zuid-Hollandfcbewaard, ook de Biesbosch, en het Bergscheveld, genoemt word; welke door den tyd hoe langer hoe ondieper, en, door het aanflyken langs den rand, kleiner begint te worden. Hier in beftaat, derhalven, de groote veranderinge, in dit gedeelte van Holland , dat in den engften zin, Zuid-Holland word genoemt: dat, daar , eertyds alles genoegzaam aan elkander gehecht was, nu, de daartoe behoorende landen, door den Biesbofch, door de Dortfche Kil, en door een gedeelte der Oude Maas, van elkander afgefcheurd zyn; en zy, om die redens, de Gebrokene Landen van den Zuid-Hollandfcbewaard, worden genoemt. Zy behooren famen, (byaldien men alleen de Hooge Heerlykheden, daarin en by liggende, uitzonderd,) onder de Hooge Vierschaar van Zuid-Holland , beftaande uit een' Baljuw; die dezen poft geduurende zyn leven behoud: welke js, federt 1770, de Wel Ed. Geftr. Heer Mr. Barthol. van den Zandheuvel : en elf Welgeboorene Mannen, ook Mansmannen genoemt; van welke, acht uit de Stad Dort, en drie uit de dijlrikten van Zuid-Holland, (anders gezegt, de Bedryven van Zuid-Holland) gekozen worden. Deze  HOLLAND. 5oi Deze laatften zitten, niet meer dan twe jaren: en de keuze derzelver ftaat aan den Heer'Prins Erfstadhouder, uit een drievoudige nominatie, welke dit Kollegie zelf opgeeft. Deze Vierfchaar word gefpannen, binnen de Stad Donrecht. ^ Onder dit Baljuwfchap behooren, verfcheiden diftriSten ; die vervuld zyn , met aanzienlyke Dorpen; welke de Graaflykbeid, by uitfterving der vroegere Heeren, als anderzinds, aan zich getrokken, en daarna als Ambachts Heerlykheden verkocht heeft, aan byzondere Heeren; wier opvolgeren dezelve noch bezitten. Deze Diftriclen zyn de volgende: Het EILAND van DORTRECHT: beflaande het éémg ftuklands, 't welk, na den Elizalethsvloed, van 1421, aan de Stad Dortrècht is gehecht gebleven. Plet was eertyds van een kleiner begrip: en zelfs meend men, dat in den beginne, met dan de Stad Donrecht, als een Eiland op zich zeiven, was overgebleven: doch, de gronden van dit verdronken Land aanhogende, is dit Eiland, door het aandyken van tyd tot tyd verder uitgebreid$ Dubbeldam is het eenig dorp dezes eilands, naby Lort gelegen: zynde groot en volkryk. Het is eene Ambachts Heerlykheid,behoorende aan Jonkheer Nikolaas, Baron van Boetzelaar, Generaal Muntmeélter der Vereenigde Nederlanden enz. enz. Van daar zuidweftwaard lag het dorp Wieldrecht: het welk door dien vloed vergaan, en niet weder herbouwd is. De Polder is echter weder bedykt: en word noch, ter gedachtenifle daarvan de TVieldrechtfche Polder genoemt; zynde eene Ambachts Heerlykheid, welke behoord, aan den Heer Mr. Ger. Beiaards, Heer van Blokland. Zy ligt langs de Dortfche Kil. Dit dorp was daardoor des te meer aanli S mer-  5o2 H O L L A N D. merkelyk: dewyl, aldaar, zo gezegr. word, de eerde doorbrake van den Dyk gefchied is, welke dien grooten vloed veroorzaakt heeft, in 1421. Uit het Eiland van Dortrecbt, den Biesbofcb, overlangs of zuidooftwaard overvaarendé, komt men, in den alomme bekenden ftreek, de LANGSTRAAT genoemt: liggende, ten zuiden der Oude Maas; door welke weleer de geheele Maas, van Bokhoven, of Hedikhuizen, of daaromtrent, zynen loop rechtftreeks naar de Zee nam; maar die nu, by Geertruidenberg, in den Biesbofch uitwaterd. Dit water is nu zeer fmahen langs deszelfs beiden boorden,ziet men ruime Uiterwaarden, die, dewylze alleen door lage zomerkaden bedykt zyn , 's winters , en ook anders tyds, by hoge vloeden, dikwils ondervloejen. Daarom, beftaan deze Uiterwaarden, uit enkele Weilanden, die zeer overvloedig Hooi voortbrengen. Dit is het bekende Langjïraats Hooi; 't welk , als 't beft , dat ergens groeid, geprezen word. In den Hooityd, liggen in de Oude Maas veele Schepen, die van andere plaatzen komen, om dit Hooi in te laden , en naar elders te vervoeren. De Hooibouw, en de handel in 't zelve, is daarom , een goed middel van beftaan, voor de Opgezetenen der Dorpen in de Langfiraat. Desgelyks, geneeren veele zich, met het maken van Schoenen, die zy naar elders op de Vrymarkten te koop brengen. En dewyl deze Dorpen, zo naby aan de grenzen van Brabant, liggen; zo worden de Inwooneren , daar, ter zake der Konfumtie, min belaft, dan elders, binnen de Provincie: waardoor, de levensmiddelen op een' lagen prys zyn: 't welk de 'oor- ■  HOLLAND. 503 oorzake is, dat, in deze Dorpen, ten allen tyden, veele Franfche Koftfchoolen geweeft —« en noch zyn; die zeer bloejen, door de menigte der Leerlingen, die uit andere plaatzen van Holland, in dezelve voor een gering koftgeld hefteed worden. In deze Langfiraat liggen veel meer Dorpen , dan, die eigenlyk behooren, onder het Baljuwfchap van Zuid-Holland: want, die zelve ftreek gaat mede, door het Land van Heusden; reikende tot naby 's Bofch. De Zuid-Hollandsche Dorpen der Langfiraat zyn, niet meer, dan de VI volgende; die alle byzondere Heerlykheden zyn: Raamsdonk : naaft by Geertruidenberg; waarvan 't, doof de rivier de Dongen, welke van de zuidzyde in den Biesbofcb vald, word afgefcheiden: eene Ambachts Heerlykheid, behoorende, door houwelyk , aan den Heer Leonard de Jongh, Kollonel by de Kavallery van dezen Staat, en Lieutenant Generaal Kwartiermeefter: welke Heer, aldaar, een fraai Kafleelheeü. Waspik, eigenlyk,Groot-Waspik, ter onderfcheiding van Klein-Waspik: (geen Kerkdorp, maar eene Heerlykheid, daar tegen over, ten noorden der Oude Maas gelegen:) is eene Ambachts Heerlykheid, welke thans behoord aan den Heer Flor. Coufebandt. Kappelle , ter onderfcheiding van veele andere Dorpen dezes zeiven naams, Kapelle in de Langstraat en 's Greveldüin - Kapelle toegenoemt, is een fraai en volkryk Dorp: een Ambachts Heerlykheid, behoorende aan den Heer Willem Fr. Baron van Steenhuis; die ook Vryheer is van Hcrtien, in het Ampt Maaswaal. Aldaar is, in den jare 1750, eene Nieuwe Kerk genacht. By dit Dorp, is het veir der Oude Maas; daar dagelyks alle Reituigen, die van Gorinchem naar Breda en verder in Brabant willen, moeten overvaren t en daardoor ftrekt dit Dorp, tot eene gemeene plelfterplaats. Dicht daarby, ftaat 't Huis Zuidewyn; uitmakende met deszelfs Ommeland, eene byzondere Ambachts Heerli 4 lyk-  5<34 HOLLAND. lykheid: gelyk ook, Nederveen en "Vryhoeven; die alle, Kerkelyk, onder Kapelle behoren. Eertyds, waren deze, mede Kerkdorpen , die in den Elizabetbsvloed omgekomen , en daarna weder droog geworden zyn; zonder de Kerken te herbouwen. Bezoyen ligt rakende aan JVaalwyk het welk op den Brabantfchen bodem ligt: zo dat men van 't een Dorp in het ander komt, zonder eenige tuffchen wydte te hebben. De Ambachts Heerlykheid behoord aan Mevrouwe M. P. J., gehore Baronneffe Piek, Douariere van wylen den Heer Mr. Dan. Adr. Le Leu de Wïlbem., in leven Raadsheer van den Hove van Brabant. Een fcheutwegs verre, bezuiden dit Dorp, ziet men, op een ftuk Weiland, de overblyfzelen van een oud vervallen Slot; op welke de Heeren van Bezoyen hun verblyf plagten te hebben. Deze vier met de daarna volgende Dorpen der Langfiraat, zegt men, voor den gemeldeu vloed, langs den dyk der Oude Maas, dus naaf! elkander gelegen te hebben, dat alle de Kerktorens in ééne rechte lyn ftonden: in welker ftand,nadat ze weder uit het water opgekomen zyn, eenige verandering gekomen is. Behalven deze vier liggen noch twe Dorpen , ten zuiden van dezen ftreek, en nader aan de Brabantfche grenzen; die mede tot de Langfiraat gerekend worden : naamlyk, Sprang: en 's Gravemoer. Sprang is naaft by Bezoyen: een groot Dorp, behorende, als eene Ambachts Heerlykbeid, aan den Heer jan Francais Baron de Villegas. 's Gravemoer ligt, aan de rivier de Donge, die langs Geertruidenberg, in den Biesbofch vald. Dit Dorp is geene Ambachts maar eene Vrye en Hooge Heerlykheid; ftaande dus, niet onder de Hooge Vierfchaar van Zuid Holland', maar een eigen Rechtbank op zich zeiven hebbende. De Vryheer dezer Heerlykheid is zyn Excellentie , Jonkheer Amout Jooft, Baron van der Duin, ook Heer van Maasdam, enz. Generaal der Kavallerie en Gouverneur van Breda. - Alle deze Dorpen behoren, Kerkelyk, onder de Klafits van Dortrecbt , daarom ook de Klaffis van Zuid-Holland genoemt. Aan die zelve Hooge Vierfchaar van 'ZuidHol-  HOLLAND. 505 Holland zyn onderhoorig twe andere Dorpen, buiten de Langfiraat, ten noorden der Oude Maas: naamlyk, Dussen en Werkendam. Dussen, een uur gaans noordwaard van Kapelle, ligt aan 't riviertje de Duffen,' waarvan dit Dorp zyn naam ontleend. Het beftaat uit twe Ambachts Heerlykheden; de ééne Dusfeu Munsterkerk; en de andere, Duffen Muilkerk, genoemt. Voor den meermaals gemeiden vloed, fcliynen zy twe byzondere Parochiën te zyn geweeft: dan, nu zyn ze tot één Gemeente vereenigt;waarvan de Kerk op den grond van Dussen Muilkerk ftaat: welker Ambachtsheer is de Heer Mr. Job. Im. Cau , Raadsheer in den Hove ven Holland en Weflvriesland. Op dien zeiven grond, ftaat ook een groot fraai Slot; 't welk eenigen Ouderdom verbeeld: doch, behoorende, aan den Ambachtsheer van Dussen Munsterkerk ; welke is de Heer Alexand. Francais, Graaf van Groesbeek. Van dit Dorp, word het oud Hollandfch geflacht van der Duffen benoemt: 't welk ook het zelve Wapen, als dit Dorp, voerd. Werkendam , ten zuiden aan de Merwe gelegen, aan de grenzen van 't Land van Altena, moet onderfcheiden worden, van Werken; dat zeer naby op den Altenafcbenbodem ligt. Zy behooren , als twe byzondere Ambachts Heerlykheden, aan Haare Excellentie, Vrouwe Karolina Frederika Henrietta, geboore Gravinne van Benthem Stcinfurt, Douariere van wylen den Graaf van Gromfeld Diepenbroek. Voor den vloed, waren zy mede twe byzondere Kerkdorpen: doch welke nu met elkander ééne Kerk gemeen hebben; die te Werkendam ftaat. Deze Gemeente behoort, in 't Kerkelyke, onder de Klaflis van Gorinchem. Dit Dorp is het grootft en volkrykft dezer geheele Landftreek: daarby, zeer welvarende. De Werkendammers geneeren zich veel van de Vifchvangft. Verfcheidene hunner onthouden zich, des Winters, in fommige Gelderfche Dorpen, langs de Waal en Maas; daar zy de Prikken vangen: een foort van kleine Vifch, die men gebruikt, om de Kabbeljauw te vangen. Ook woonen aldaar veele zo genoemde Kribbazen; die te gelyk aanneemers van Dyken en andere gemeene Landswetten zyn. Weftwaard van dit Dorp, liggen verfcheidene kleine eilandjes, onbedykten onbewoonbaar; die overblyfzelen zyn li 5 van  5oö HOLLAND. van den verdronken Zuid - Hollandfchen -waard; en die doorfneden en van elkander gefcheiden zyn, door een menigte van Killen, door welke 't water der Merwe in den Biesbofch zich ontlaft; die alle, met den naam van Werkendamfche Killen, zeer bekend zyn. Voor eenige jaren, inzonderheid, in 1728, 1729, 1730 en 1736, zyn eenigen dezer Killen toegedamd, ten einde riieer fchuuring in de Merwe te veroorzaken: dan, werd rafch bevonden, dat de Merwe daardoor te hoog opzwol, en de Dyken langs den Alblafferwaard, by hoog water, met doorbraaken dreigde. Dit baarde geen klein misnoegen aan de Inwooneren van den Alblafferwaard: weshalven, die dammen voor 't meerderdeel verder weggeruimd werden. Noordweftwaard van Dort, vind men eenige Dorpen, die (hoewel buiten den Zuid-Hollandfchen waard gelegen,) mede, aan 't Baljuwfchap van Zuid-Holland, onderhoorig zyn. Deze liggen , aan de overzyde der Oude Maas, in den ZWYNDRECHTSCHEN — en RIEDERWAARD, beneven meer andere Polders, tusfchen de Maas en de Oude Maas; welke eerft zyn bedykt geworden in den jare 1331. Deze Dorpen hebben, veelal, hunne naamen, van de perioonen, of de geflachten der eerfte Bedykers, ontleend. De Dyken dezer Polders, welker Dorpen in den Elizabeths vloed, niet mede verzwolgen geweeft zyn, ftaan onder het opzicht van een byzonder Kollegie van Dykgrave en Heemraaden. Zwyndrecht *, in het gezicht van Dortrecbt gelegen, waarvan 't alleen door de Oude Maas word afgezonderd, geeft zyn naam, aan den eerftgenoemden Waard : een fraai Dorp; welks * 'Er is een ander Dorp Zwyndrecht , tegen over Antwerpen , aan de Schelde; 't welk men, met dit Zwyndrecht, niet verwarren mag.  HOLLAND. 507 welks Inwooneren een voornaam middel van beftaan hebben, door de Zoutketen. De Ambachtsheer is de Heer en Mr. Kom. Pieter Pompe van Meerdervoort, in den Oudraadvan Donrecht, en Dykgrave dezes Polders. Het Slot Meerdervoort , waarvan dit geflacht zyn titel ontleend, ligt by het Dorp: en heefteen zeer voortreflyk aanzien. Aan dit zelve geflacht, behoord ook het Dorp en Ambachts Heerlykheid Hendrik Ido-Ambacht. Daarby ligt 't Slot Bouquet. De overige Kerkdorpen in dezen waard zyn: De Lind ; eigenlyk de Groote Lind , ter onderfcheiding van de Kleine Lind: een Ambachts Heerlykheid, behoorende aan den Heer Hendr. Ger. de Jong, Heer van Dortmond enz. By dit Dorp is de gewoonlyke overtocht der Oude Maas, voor den dagelykfchen Poftwagen en andere Rytuigen, die uit Holland naar Brabant en weêrom willen. Heer-Oudelands Ambacht, (kortheidshalve, flegts het Ambacht geheeten,) welks Gereformeerde gemeente met die van Lind gekombineerd is: daarvan is Ambachts Vrouw Vrouwe Kath. op de Kamp, weduwe van Herfelen. Heer Jansdam en Kyfhoek zyn ook met elkander tot ééne Kerkgemeenfchap vereenigt: doch zyn twe byzondere Ambachts Heerlykheden; waarvan, de eerfte behoord aan Vrouwe Jak. Maria, gebore BaronefTe Wajfenaar van Duvenvoorde, Douariere Torck; en de twede aan Jonkheer Jak. Godefr. Baron van Boetzelaar, befchreven 'in de Ridderfchap van Holland. By Heer Jansdam, aan 't riviertje de Devel, ftond, eertyds, het Slot Develflein: dat in de XIV eeuw gefticht was, door den Ridder Willem vanDuvenvoorden. Het is in 1572 , als Lumey den Briel had ingenomen , door de Spaanfchen verwoeft: doch , in 1554, is't weder opgebouwd. Rysoort, aan een binnenwater, 't welk uit de Merwe naar de Oude Maas word afgeleid; 't welk zyn voorigen naam van Waal aldaar noch behouden heeft. Daar is al de doortocht, van die tuffchen Dort en Rotterdam, te Land heen -— en weêr reizen. De Ambachtsheer is Mr. Joh. de Bak, in den Oudraad van Dortrecbt, en Ontfanger der gemeene Landsmiddelen. Ridderkerk^ doorgaans by verkorting Reierkerk genoemt, ligt in den Riederwaard; en wy twyfelen piet,of de naam Ridderkerk heeft den zeiven oorfprong, met den naam des Waards;  5o8 HOLLLAND. Waards; die waarfchynlyk, Ridder of Reierwaard , voorheen zal uitgedrukt zyn. Het is een groot en aanzienfyk Dorp, aan de Maas gelegen: welks Ambachtsheer is Mr. Kom. Greeninx van Zoelen. Die zelve Heer bezit ook 't Huis Ten Donk ; 't welk dicht by dit Dorp ftaat. Hierna volgt Ysselmonde; welk Dorp zyn' naam ontfarrgen heeft, van deszelfs gelegenheid, tegen over den mond van den Tjfel. Het beftaat uk twe Ambachts Heerlykheden ; waarvan de ééne Oost en de andere West Ysselmonde, genoemt word. De eerfte behoord aan den Heer Mr. JeanBiehon, Borgemeefter van Rotterdam: en de andere aan Jonker Jan Gov. Ad. Baron van Hardenbroek; die ook Heer van de kleine Lind is. De Kerk dier beiden faam vereenigde Gemeenten (welke onder de Klafïïs van Schieland behooren,) ftaat, in Ooft Tffelmonde. Naar dit Tffehnonde, word de geheele Polder, die eene byzondere bedykinge heeft, het Land van Ysselmonde genoemt. In dien zeiven Polder, ligt ook Barendrecht; (ter zeiver wyze, als Tffelmonde,) in Oost en West Barendrecijt, ooderfcheiden; en faamgefteld uit die twe Gemeenten, gelyk ook uit die van Karnisse; welker Kerk te Weft Barendrecht ftaat. De Heer van Ooft Barendrecht, is Mr. Nikl. van der Duffen, in den Oudraad der Stad Dortrecbt: en van Wejl Barendrecht Jonkheer Jan Baron van Leyden, ge-wezen Kollonel, in het Regement Hollandfcbe Guarde Kavallerie, en nu Generaal Major. De overige Dorpen dezes Eilands,\ welk zich weftwaard tot verby Schiedam uitftrekt, behooren, onder het Baljuwfchap van Putten , en zullen naderhand voorkomen. Onder dit zelve Baljuwfchap van Zuid-Holland , is mede betrokken , de ALBLASSERWAARD,ten noorden der Merwe gelegen; dus genoemt naar de kleine rivier,die eerft de Graaf, en daarna de Alblas, word genoemt;welke weftwaard daardoor heen ftroomd, en by Alblaffe-riam in de Maas vloeid. Deze Waard beflaat 21340 morgen Lands: en is, federt deszelfs eerfte bedyking, met veele fraaje Dorpen vervuld geworden. Men vind, in den zeiven, niet zo veel f  HOLLAND. 509 veel Zaai — als Wei— en Henniplanden: en in de laagfte oorden,groeid veel Willige/jout,wzzrvan de hoepels worden gemaakt. De grond dezes waards is doorgaans zeer laag: aan fommige plaatzen , zelfs, lager dan de bodem der rivier de Merwe: weshalven, het Binnenland geduurig door behulp van Molens, die 't water door de Sluizen in de rivieren uitdryven, met zware kosten , moet worden droog gehouden. Ter dezer oorzake, zyn de doorbraken der Dyken aldaar zeer Jchadelyk: waarvan de Inwooneren, verfcheiden maaien, en geduurende deze lopende eeuw, viermaal, naamlyk, in 1709, 1726, 1741, en Iaatft, in 1744, de droevige ervaring hadden. Daarom, is men hier zeer bezorgt, om de Dyken langs de Merwe en Lek, binnen welke deze waard befloten is, in een' goeden ftaat te houden. En vermits, deze Waakd de laagfte is van den geheelen Polder, welke ooftwaard, tusfchen de Rhyn en Waal voortgaat, tot boven Arnhem en Nymegen ; zou dezelve hebben konnen ondervloejen, zelfs, door Dykbraken, inde Over — en Neder Betuwe, den Thielerwaard enz. weshalven men al vroeg bedacht geweeft is, om dezen Alblajferwaard, beneven een gedeelte der Landen van Arkel en Vyanen, afteiluiten door een dwarsdyk, die van Ameide, door Meerkerk, naar de Lingen loopt, en de Zouwendyk genoemt word. En, of dees' ééne — niet voldaan kon, om al het Vloedwater, in zodanigen gevalle, te konnen Ituiten; is, eenige jaren later, omtrent 2 uuren gaans hoger, een twede dwarsdyk aangelegt; welke is die vermaarde Diefdyk: gaande, door het Graaffchap Kuilenburg, van den Lekdyk, tot aan den Lingedyk, by Leerdam: welke  5io HOLLAND. welke laatfte menigmaal van nut geweeft is, om niet alleen den Alblafferwaard, maar ook de Landen, tuffchen die beiden dwarsdyken begrepen, en met den naam van de Vyf Heeren Landen bekend, tegen de ondervloejing te bevryden. Dit is, derhalven, de reden, waarom alle die gemelde Landen, tuffchen eene gemeene bedyking liggende,ten zekeren opzichte, onder eene Dyk/choaw ftaan: hoewel zy, behalven deze ook elk, in 't byzonder, eenen eigen Dykgraaf— en Hoog Heemraadfchap hebben. Het zogenoemde Dyk Kollegie van den AMaffermaard beftaat, uit een Opper Dykgraaf en dertien Hoogdyk Heemraaden, aan welke het opzicht over de Dyken en wateren is toevertrouwd. Doch, naar deszelfs verdeeling, in den Over — en Nederwaard, zyn 'er noch byzondere waterfchappen, die haare eigen Wat er graven en water Heemraden hebben. 'Er liggen in dezen Waard XVII Dorpen; waarvan fommige, als Ambachts Heerlykheden, onmiddelyk, aan de Hooge Vierfchaar van Zuid Holland , onderworpen zyn: en, andere zyn Hooge Heerlykheden; die eene eigen Rechtbank op zich zeiven hebben. In het Kerkelyke zyn de gemeenten dezer Dorpen genoegzaam alle onderhoorig , aan de Klaffis van Dortrecht. Men kan deze Dorpen , naar de gelegenheid, in vierderlei foorten, onderfcheiden: Eenige liggen, aan de Merwe :'als, Papendrecht; fcliuins tegen over Donrecht: een fraai Dorp en Hooge Heerlykheid, die aan de Stad Donrecht behoord. . Sliedrecpit , ooftwaard: een Ambachts Heerlykheid, behoorende aan den Baron S. Collot d'E/cury , Raad in de Vroed-  HOLLAND. 5ir Vroedfchap van Gorincbem. Aldaar is, in 1765, eene nieuwe Kerk gefticht; die de gemeeue Parochie \s van drie daarby gelegen Ambachts Heerlykheden: Niemandsvriend • Na udwyk: en Lokhorst. Van den zeldzaamen naam, der eerftegemelde, heeft men niet wel eene anderen oorfprong konnen vinden: dan dat aan dit Ambacht, weleer een Tol gehecht geweeft zy, die, door het fcherp afvorderen van het tolgeld, zich betoonde, Niemandsvriend te zyn. Hardinksveld, noch verder ooftwaard,is éene Ambachts Heerlykbeid van Jonkheer Adriaan Pompejus van Leyden Raad 111 de Vroedfchap van Amfierdam; die ook Heer van Weder Hardinksveld is;het welk weftwaafd daar aanpaald. Dit Dorp behoord Kerkelyk» onder de Klaffis van Gorinchem: gelyk ook de Droflaart van Gorinchem en van den Lande van Arkel, aldaar het Krimineel recht oefend. Deze drie gemelde Dorpen zyn , langs den Dyk der Merwe ftroom, zeer in de lengte uitgellrekt. Aan de vliet, de Giessen, die tuiïchen Sliedrecht en Hardinksveld, door de Sluizen in de Merwe uitwaterd, liggen drie Dorpen, welke alle hunne naamen van dezelve ontkenen: naamlyk, Giessendam: Giessen Ouderkerk: en Giessen Nieuwerkerk. Zy hebben, voortyds, faainen eene Vrye Heerlykheid uitgemaakt; behoorende toen aan den Huize van Brederode: en, daarna, zyn dezelve in drie Heerlykheden gefplitft. De twe eerfte zyn Ambachts Heerlykbe- Giessendam, 't welk, in het Kerkelyke,met Neder Hardmhveld vereenigt, en aan de Klaffis van Gorincbem ondergelchikt is, behoord, als eene Ambachts Heerlykheid aan den Heer Charles Francois Bofc de la Calmette ,Minifter van H. Hoogm. aan 't Hof van Denemarken. Giessen Ouderkerk, ten weften dezer vliet, behoord aan den Heer Joh. Hofman, DrolTaart en Dykgrave van Leerdam. Dan, Giessen Nieuwkerk is eene Hooge en Vrye Heerlykbeid; waarvan Vryheer is Jonkheer Johan Daniël Baron d Ablawg, Prefident der Staaten 's Lands Utrecht enz. enz. Daar digt by, ftaat het Slot Giessenburg; dat Oud en deftig is, aan gemelden Heer behorende. In deszefts nabuurfchap, liggen ook, de Vrye Heerlyh beden SLINGELAND en Peursum; die geene Kerk Dorpen zyn. In de midden deelen dezes waards, aan en by den ftroom  5i2 HOLLAND. ftroom de Graaf en de Alblas, ziet men de meefte Dorpen en Heerlykheden van dezen waard: als. Noordeloos : eene Hooge Heerlykbeid; waarvan bezittel' is de Heer Martinus van Barneveld, Raad en Oud Borgemeefter van Gorincbem; die aldaar een fraai Kafteel heefr. In het Kerkelyke behoord deze plaats, onder de Klaffis van Gorinchem. Goudriaan, in Oud en Nieuw Goudriaan, onder- fcheiden, behoord, als eene Vrye Heerlykheid', aan Vrouwe Maria le Seutre, ook Vryvrouwe Langerak over Lek, Weduwe van wylen den Heer Borgemeefter Kom. Tripvan Amfierdam. Neder-Blokland; dus toegenoemt, ter onderfcheiding van Hoog. Blokland, in het Land van Arkel, is een Hooge Heerlykbeid, behoorende aan den Heer Mr. Ger. Belaarts, Heer van IVieldrecht enz. In het Kerkelyke, is dit Dorp vereenigt, met Otteland, behoorende tot de Baronie van Liesveld; alwaar de Kerk ftaat, Welke die twe Gemeenten met elkander gemeen hebben. Molenaarsgraaf, eene Ambachts Heerlykheid; welke b« zeten word door den Heer Mr. Abr. Adr. du Bois, Borgemeefter van Rotterdam enz. Bleskingsgraaf, kortheidshalve, Blesgraaf, eene Ambachts Heerlykheid van den Heer Mr. Gerardvan Brandwyk, Penfionaris der Stad Gouda. Deze beiden Dorpen hebben hunnen naam, naar het water de Graaf; dat (gelyk hiervoor is aangemerkt,) daarna, wat lager, de Alblas word geheten. Alblas , word ook Oud Alblas genoemd: en van deze Ambachts Heerlykheid, is bezitter de Baron Fred. van der Does. Alblasserdam , aan de uitwatering der rivier de Alblas, Is 't fraaifte Dorp van dezen Waard. Het heeft buitendyks eene haven, welke gemeenfchap met de Maas heeft. Hiervan is Ambachtsheer Mr. Paulus Bogaart , Raad in de Vroedfchap en Hoofdfchout der Stad Rotterdam. Naby de Sluis ftaat 't Gemeenlands Huis ; waarin de Dykgraaf en Heemraden van den Nederwaard hunne Vergaderingen houden : en waarin zy waken, in tyden van Watersnood. In het noordelykfle gedeelte dezes Waards, langs de rivier de Lek, zyn de volgende Dorpen: Nieuw-Lekkerland , is een Dorp, dat zynen naam van de rivier de Lek ontleend, en 't welk Nieuw Lekker land, toe-  HOLLAND. 5i3 toegenoemt word, ter onderfcheiding van Oud lekkerland ■ neer landwaard In gelegen, en met deze Parochie ver! knock. Het «eene Ambachts Heerlykheid, behoorende aan den Heer Joh. Gysb. de Mcy. ^uuwuuie Weftwaard van dit Lekkerland, niet verre van de plaats daar de Ze*-in de Maas vald, ziet mon de Buurtfchap ElsHout; die mede onder Lekkerland behoord. Aldaar , zyn de vooniaamfte Sluizen, door welke de wateren van den 0- ver en Neder waard zich ontladen: en daarom zyn hier ter plaatze, twe Gemeene Landshuizen van het één en V Tufckap- In d6Ze' zy" dan de Heer<-" dier baden Waterlchappen gewoon, de wacht te houden, zo dikwerf by hoogwater, eenig gevaar van inbrake is, welk te meer nodig is, hier te worden aangetekend, ten einde men dit thhout, met vermengen mogte, met een Dorp van dien zeiven naam , in het Land van Heusdeu gelegen. = "* Streefkerk, ooftwaard van Lekkerland, is een aanzienlyk Dorp: waarvan de Ambachtsheer is, de Heer Joh. Gysb de Mey, kleinzoon des Heere van Lekkerland Hierna volgt, de Baronie Liesveld: welke haaren naam ontfangen heeft, van het Slot Liesveld; dat een der grootfte en prachtigfte gebouwen was,dat ergens in deze Landen werd aangetroffen; en de wooninge der Oude Heeren van Liesveld m de Nederlandfche gedenkboeken, zeer vermaard. Doch dit Slot was door Ouderdom zo zeer vervallen, dat men eindelyk, in den jare i74a of i743, genootzaakt werd pin t zelve geuoegzaam geheel afrebreken. De gracht is beneven eenige overblyfzelen van 't muurwerk, met deszelfs uitftekende torens, noch te zien. Ook, is op desaelfs plein In 1745, een nieuw gebouw, tot een wooning voor den Drofaart gezet. Deze Baronie is, onder de Domeinen van zyne Dood Hoogheid, den Heer Prins Erfstadhouder; aan wiens Geflachte dezelve gekomen is,in 1636. Taarlvks word een Lid van den Domein Raad derwaard afgevaardigt' om aldaar rekeningen opteiiemen , verpachtingen te doen , Aan deze Baronie, zyn eenige Ambachten ondergefchikr onder welke, twe Kerkdorpen zyn: naamlyk, Groot Am! Mers: en Otteland. Groot Ammers word dus bygenoemt, ter onderfcheiding, ïï-Kiifm!"ers'dac daar tegen Qver llsc'ia den kr™-  yi4 HOLLAND. Otteland, ligt meer binnenwaard, by Neder Blokland; waarmede het Kerkelyk vereenigt is. Op den grond der Baronie Liesveld , ligt ook, de Stede Nieuwpoort, fchuins tegen over Schoonhoven: eertyds een Vlek, en, federt het jaar van der Fragfctaen uittocht, naamlyk 1673, op koften der Provincie Holland, verfterkt: dus, die plaats, welke reeds voorlang met Stadsgerechtigheden begunftigt was, daardoor, ééne der Hollandfcbe Grensvestingen geworden is; welker voornaamfte fterkte in de inundatie beftaat. Deze plaats is, meer dan eenmaal, door Brand befchadigt geworden: en, laatltetyk, in den jare 1750. De Inwooneren geneeren zich veel, met het maken van reepen of hoepels tot allerlei houte vaatwerk: ook, word daar veel Zalm gevangen. Zyn Dood. Hoogheid is bezitter dezer Vrye Heerlykheid. Zy moet onderfcheiden worden van eene andere Stad dezes zeiven naams, in Oofienryks Vlaanderen, gelegen. Ooltwaard van daar, ziet men Langer.ak , toegenoemt, Over Lek: dan, dit Dorp, tot de Provincie Utrecht behoorende*, gaanwe nu verby. Het Iaatft, datwe tot het Baljuwschap, van Zuid Holland brengen, is de KRIMPERWAARD; die, als ware dezelve een Eiland, van rondomme door rivieren ingefloten is: hebbende ten zuiden, de Lek: ten wellen, de Merwe, die aldaar ook wel de Maas genoemt word, ten noorden, den Wel: en ten ooilen, de vlifl; door welke zy van den Lopikerwaard , word afgefcheiden. Deze waard, alhoewel, ten aanzien van het Rechtsgebied, aan de Hooge Vierfchaarvm Zuid Holland onderworpen; heeft toch zyn eigen Dykgraaf en Hoog Heemraaden, die het opzicht over de Dyken, binnewateren, watermolens en Sluizen, hebben. In dezen waard, (die op 14000 morgen Lands begroot word,) bevinden zich IX Dorpen.  HOLLAND. 5*5 Krimpen, aan de Lik, het wélk zynen naam aan den ganfchcn waard mededeeld, word dns toegenoemt, ter onderfcheiding, van Krimpen aan den 'Tffel. Het is een'fraat Dorp: en zeer vermakelyk gelegen, aan de famenvloejing der Lek en Maas. Óver de eerftgenoemde rivier is hier eea voornaam Feir; waar een drukke overtocht is van Ryiuigen, die, uit den Haag, naar Gelderland en verder willen: gelyk ook van alle die, tuflchen Gouda en Dort, heen en weêr reiden. De Ambachts Heerlykheid behoord, aan Vrouwe Anna van Barneveld, weduwe van wylen den Heer Abraham Delcourt, in leven Schepen en Raad der Stad Amfierdam. 1 Lr.KKHRKERK, ligt aan dé Lek, tegen over Nieuw Lekkerland; aan welke beiden Dorpen deze rivier haaren naam gegeven heeft: een aanzienlyk Dorp en Hooge Heerlykheid. behoorende aan defi Heer Piéter van Petten. Ammers Tol, ook genoemt Klein - Ammers, ter onderfcheiding van Groot-Ammers,tegen over in den Albfasferwaard, ligt aan de Lek : en dicht daarby, Wat meer binnenwaard, omtrent een vierdedeel üur gaans, van den Lékkendyk, Berg-Ameacht. Deze zyn beiden Hooge Heerlik* iejfr* waarvan het hoog Rechtsgebied, aan de GrMykheiA van Holland verbiyft: doch de Ambachts Heerlykheid van beiden; behoord aan Jonkheer Gysbert Jan Baron van Hardenbroek, Heer van Lokhorft, befchreven in de Ridderfchaj» s Lands van Utrecht. Voortyds, werd dit Dorp blootelyk Berg — en deszelfs Bezitteren, Heeren van den Berg, genoemt: dan, om deze , van veele andere plaatzen' dezes zeiven naams, te onderfcheiden, is 't woord Ambacht daarby gevoegt. Wat aanleiding tot deze benaming gegeven heeft, is, waarfchynlyk, dewyl de Kerk van dit Dorp op eenen verheven grond ftaat; zo verre, dat men zegt, de vloer der Kerk gelyk e hoogte, met den Lekkendyk, te hebben. Naby Berg- Ambacht, ligt het Slot Heer Aartsberg; welks naam, in fommige kaarten, met Berg Ambacht, vèrWhTeii word._ Eigenlyk, moeft die naam, Heer Arekdsberg, worden tiitgefprokeii; waarvan, Heer Aartsberg eene verkorting h: want, 't word dus genoemt ter eere van zekeren Arend Of Arnold van Arkel, den Zoon van Jan XII; die deszelfs Stichter was. Dit zelve Slot behoord mede, aan welgemelüen Heer van Hardenbroek. Tot dezen ftreek, behoord het Rechtsgebied der Heeren van de Lek: eene Vrye Heerlykheid, waaxtoe, de Dorpen * Kk 2 Lek-  5i6 HOLLAND. Lekkerkerk , Krimpen , Ouderkeik , Berkoude enz. eertyds behoord hebben, die, door den tyd, daarvan zyn vervreemd geworden. Dezelve behoord, nu aan het Graaflyic gedacht van Nassau,aframmelingen van Grave Lodewykvan iVaffau, natuurlyken Zoon van Prins Maurits van Oranje, by Mevrouw van Mechelen,verwekt;die daarom zichfehryven, Nassau la Lecq. De Prybeer in der tyd heeft heE recht der Viffcberyen, in de rivier de Lek: en heeft de aanftelling van een Baljuw, die met zeven beëdigde perfonen uitmakende, het Kollegie van de Lek; die het opzicht over de rivier en deszelfs Vilïcherycn hebben. Omtrent in het midden van den Krimperwaard, liggen de Ambachts Heerlykheden Berkoude en Stolvvyk. .;De naam der eerftgemelde is, eigenlyk, Berkenvvoudes en, daarvan is Ambachtsheer, Jonkheer Gedard Fil. Kom. Theod. Baron van der Kapelle, Heer van Dort, Borgemeefter der Stad Zutphen enz. enz. Doch, de Ambachts Heerlykheid van Stolwyk is, door de Ingelanden van het Dorp, aan zich gekocht, van 's Lands Staaten, in den jare 1731. Dit Dorp is, voor eenige jaren beroemd geworden, door den zogenoemden Slapenden Boer: een Rietdekker, dien,men zeide, eenige maanden na elkander geflapen te hebben, zonder gebruik van eenig voedzel, en, die door veele nieuwsgierigen alomme bezocht en door fommigen wei bedeeld werd. Haastrecht, (kortheidshalve, Haa/lert,") een uur gaans ooftwaard van Gouda, aan den Tjfel gelegen, terplaatze, daar de Vlijl zich met dezelve vereenigt, word gezegt, eertyds eene Stad geweeft te zyn: en, word ook Stads wyze geregeerd; zynde noch Hooge noch Ambachts Heerlykheid, gelyk alle de Hollandfcbe Dot pen, maar, hebbende eene eigen Rechtbank, welke beftaat, uit een' Baljuw, twe Botgemeejleren en zeven Schepenen. Ook ftaat daar op een ruim Markveld, een Stadhuis ; in welk de Leden der Regeering, die zo wel over Lyfftrafiyke —- dan Borgerlyke zaken vonnilfen, gewoonlyk vergaderen. En, dewyl dit Stadhuis, behalven met het Wapen van Haaftrecht — ook met dat van Arkel, pronkt; mag men daaruit oordeelen, dat de Oude Heeren van Haaflrecbt, van welke in de Nederlandfche Gefchiedeniflèn word geivag gemaakt,uit het gedachte van Arkel, hunnen oorfprong rekenden. Zeer vermaard is de Haaflrechtfche Paardemarkt, die veele Vreemdelingen derwaard Jokt: wordende gehouden, den 11 Juny. Op hetgrondge-  HOLLAND. 5i? "bied dezer plaats, is een Roomfch Kerkhuis: en wel'het eenige, dat, in den geheelen Krimperwaard, word aangetroffen. Aan die zelve rivier, den Tffel, een uur gaans beneden Gouda,Wgt Gouderak : (GouwerakQ een vermakelyk Dorp: het welk mede, niet onderhoorig is, aan de Hooge Vierfchaar van Zuid Holland, maar aan de Stad Gouda; aan welke , ook de Ambachts Heerlykbeid dezer plaats behoord, irj ' Ouderkerk, (Ouwcrkerk,) word altyd omfchreven , Ou. derkerk aan den Yssel , om het te onderfcheiden , van Ouderkerk aan den Amftel, van Ouderkerk op 't Eiland Duiveland enz. De Kerk van dit Dorp word gezegt van een' zeer vroegen ouderdom te wezen: 't welk, zonder twyfel, aanleiding tot dezen naam zal gegeven hebben. De Ingezetenen dezer Volkryke plaats bloejen zeer wel, in veelerlei foort van Traficquen en Handwerken: voornaamlyk, in het Steenbakken: hoewel dit laatften niet aan Ouderkerk alleen eigen is, maar gemeen, langs den geheelen Tffel; waar wegens den bekwaamen grond daartoe, overal veele Steen Ovens, of, (gelykze daar genoemt worden,) Steenplaatzen, gevonden worden. Dit Dorp is eene Ambachts Heerlykheid, behoorende aan het Graaflyk geflachte van Naffau, 't welk uit Graaf Lodewyk, den natuurlyken Zoon van Prins Maurits van Oranje en Nassau, afdaald. De eerfte Heer uit dit geflachte, die naar deze Heerlykheid, den titel voerde, was Graaf Hendrik van Nassau Ouderkerk, die, als Generaal Veldmarfchalk, den Staat met veel roem gediend heeft, en in 1708, geduurende het beleg van Ryffel, in 't leger geftorven—— en hier begraven is, inJizi Familie Graf, dat op het Choor dezer Kerk is, en waarin veele andere van dit geflacht liggen. De jegenwoordige Bezitter dezer Heerlykheid is, zyn Excellentie, Graaf Lodewyk Theodoor van Naffau La Lecq. Krimpen aan den Tffel; dus toegenoemt, ter onderfcheid ding van Krimpen, aan de Lek, hier voor vermeld, is een Ambachts Heerlykheid, welke behoord aan den Heer Mr. Adriaan Bout, in den Oud Raad en Schepen der Stad Dortrecbt. liet is geen Kerkdorp, maar deszelfs Ingezetenen zyn tot ééne Gemeente vereenigt, met die van Ouderkerk: gelyk ook de Gemeente van Stormspolder;een eiland,aan den mond der rivier den Tffel gelegen. Kk 3 Alle  5i* HOLLAND. Alle de Gemeenten van den Krimperwaard behooren, Kerkelyk, onder de Klaffis van Gouda en Schoonhoven. Ten ooften der meermaal gemelde vliet, de Flifi , die tuffchen Schoonhoven en Haaftrecht loopt, ligt de LOOP1KERWAARD; die echter, voor een groot gedeelte, aan de Provincie Utrecht onderhoorig is: daar onder ook, de Dorpen Looejk en Loopiker Kapelle; naar welke deze Waard benoemd word. De eenige Dorpen, die op het grondgebied van Holland gevonden worden, zyn: Polsbroek: en Jaarsveld: beiden Hooge Heerlykbeden. Polsbroek word, in Noord en Zuid Polsbroek, on- derfcheiden." De Kerk, die in Zuid Polsbroek Haat, is een uur gaans noordwaard van Schoonhoven Deze Hooge Heerlykbeid behoord, aan den Heer Mr. Ger. de Graaf, Heer van Purmerland en Ependam, en Schepen van Amjlerdam: hoewel alleen,voor zo verre Zuid Polsbroek betreft: want, Noord Polsbroek, oflchoon Kerkelyk vereenigt, met de Gemeente van Zuid Polsbroek, behoord, eigenlyk, tot de Baronie van Tfeljlein. Jaarsveld , aan de Lei gelegen ooftwaard van Schoonhoven , behoord, als eene Hooge Heerlykheid, aan de Familie der de Witte te Dortrecbt. De Iaatft voorige Bezitter was, de Heer Mr. Jan de Witte Kornelisz., Raad en Schepen der gemelde Stad; die in 1770 overleden is. , Het Land van ARKEL ligt, zuid waard van de rivier de Lek, en paaiende aan de Merwe. In dit Land,beftond de voornaamfte bezittinge der Heeren van Arkel; die toch meer andere bezittingen, hier en ginds van elkander verftrooid, hadden. Na de uititerving van dit oud Adelyk geflacht, met Jonkheer Willem, die, in 1417, binnen Gorinchem^ in een gevecht fneuvelde, is deze  HOLLAND. 319 deze Heerlykheid aan de Graaflykheid van Holland vervallen, en daarna weder ter leen uitgegeven. Thans, bezit de Stad Gorinchem, all^de Dorpen 's Lands van Arkel, als Ambachts Heerlykheden; uitgezonderd alleen, Oosterwyk; 't welk eene Ambachts Heerlykheid op zich zelve is; behoorende, aan Vrouwe Johanna Lucia van Meel. Het Hoog Rechtsgebied over dezelve word geoefend, door den DroJJaart en Schepenen van Gorinchem. De jegenwoordige DroJJaart ïs Jonkheer Jakob Filip, Baron van den Boetzelaar, Heer van Nieuwvecn enz. enz.; die te gelyk Dykgraaf is, in de beiden Hoog Heemraadfchappen, Boven — en Beneden de Souwe ; in welke, dit Land is afgedeeld, door den Souwendyk, die een Dwarsdyk is, gaande van Ameide, door Meerkerk , naar den Lingendyk; tegen welken hy aanftoot, by de Arkelfche Sluizen, doch, elk der beiden Polders heeft zyne byzondère Heemraaden. Dit ganfche Land word gezegt, meer dan 7000 morgen, zo Wei als Bouwland in zich te bevatten. Arkel , een mir gaans ten noorden van Gorinchem gelegen, is het voornaamfte der Dorpen; naar welk, daarom, het geheel Land benoemd word: te meer, dewyl de Oude Heeren van Arkel, aldaar, in de eerfte tyden hun verblyf hadden, op het Slot Arkel, dat daarna afgebroken, en naar Gorincbem verplaatft is, in 't zuidooften, buiten de Stad. Met Arkel, is in het Kerkelyke vereenigt, het Ambacht Rietveld ; daar naby gelegen. Van de andere Dorpen, liggen fommigen,Boven den Souwendyk:naamlyk,Kedichem,(by verkorting,Kekem) aan dc Zingen gelegen: ter plaatze, waarde Dyk, den 21 january 1726, en andermaal, dert 3 Jan. 1741, doorbraak; waardoor de vyf Heeren Landen en de Alhlaferwaard jammerlyk Kk 4 over  52* HOLLAND. overrtroorad werden: Oosterwyk *; aan die zelve rivier, en naby Leerdam, welk Dorp eertyds, Eeterwyk, genoemd' was: Leerbrock; eigenlyk, Lederbroch , aan den oorfprong der Vliet, de Lede, naar welke 't zelve zyn naam draagt; die by Leerdam in de Littge vald: en eindelyk, Nieüwland f 5 welk Dorp , naar de uitwyzing van den naam, later gedicht fchynt, dan de vyf voong genoemde, wordende deszelfs aanleg, aan Heer Jan IV van Arkel, toegeëigend. Het is merkwaardig en door anderen reeds opgemerkt:dat de Voorletters der vyf eerltgenoemde Dorpen , 'by elkander gevoegt, den naam van ARKEL fpellen: naamlyk, A Arkel: R Rietveld: K Kedichem: E Eeterwyk: (nu Oofler- wyk:) en L Leerbroek: welke vyf , dewylze de eerd aangelegde Dorpen dezer Landdreek waren, gemeenlyk, in. dé Oude Gedenkfchriften, de vyf Arkel Dorpen op 'den Dyk, benoemd worden. De drie andere Dorpen, Beneden den Souwendyk, zyn: Hoornaar: Hoog Blokland; dus toegenoemt, ter onderfcheiding, van Neder-Blokland, in den Alhlafferwaard gelegen : en Scheli.uinen ; wedwaard van Gorinchem. De Kerk van dit laatdgenoemde Dorp behoorde eertyds, aan de Duitsche Ridder Order der Balie van Utrecht: en de goederen , welke aan de Kommanderie van Schelluinen behooren , daan onder de bediering van een byzonderen Kommandeur; die, uit dezelve deze Kerk noch heden onderhouden, en een fom gelds, tot Huishuur, aan den Predikant dezer Gemeente , jaarlyks betaalen moet. De Gemeenten dezer gemelde Dorpen behooren, beneyen Hardinksveld en Noordeloos, (welke wy in den Alhlafferwaard hebben aangetroffen,) en noch eenige andere, die hierna onmiddelyk zullen volgen, onder de Klaffis van Go■''.';r!-j§1* ,fitn:: . . -. » . r-_ rin- * Dit Dorp niet te vermengen, met een ander Dorp, mede Oosterwyk genoemt; in de Majorie van's Bofcb gelegen. t In die zelve Majorie van 's Bofcb, ligt desgelyks een Dorp Nieuw! and; doorgaans Nouland geheten. Dus, is 'er een Briels Nieüwland, op het Eiland Voorn: een Ooster en een Wester Nieüwland ; in de Provincie Cr«- vingerland enz.  HOLLAND. «incbem. In deze Dorpen, zyn weinige Roomsgezinde Ingezetenen; die daarom, ten platten Lande, nergens een Kerkhuis hebben. Aan den flinker oever der rivier de Lingc, liggen drie Vrye — en Hooge Heerlykheden; die, als naaft by % Land van Arkel gelegen , alhier de gevoeglykfte plaats hebben: naamlyk; A SPEREN: HEUKELOM: en SPYK. Het is ook, buiten tegenfprake, dat deze gemelde Heerlykheden,aan byzondere Heeren van het geflacht van Arkel in eigendom behoord hebben: gelyk ook Leerdam, daartegen over gelegen: desgelyks, 't Dorp Dalem enz. die door den tyd daarvan vervreemd, en afzonderlyke Heerlykheden geworden zyn. Zy liggen onder eene gemeene Bedyking, met den Thielerwaard. A speren is een Steedje; den titel hebbende van eene Baronie: welke, met deszelfs Ommeland, reeds federt den jare 1460, aan het gedacht van Boeizclaar behoord heeft. De jegenwoordige Bezitter is, Jonkheer Filip Jakob Grave van den Boetzelaar, Heer van Langerak, befchreven in de Ridderfchap van Utrecht. Binnen deszelfs muuren, ftaat een voortreflyk Kafleel. Heukelom *, 't welk weftwaard daaraan paald, is mede, een Steedje en Vrye Heerlykheid, behoorende, aan den Heer en Mr. Simon van der Stel;aan wiens gedacht dezelve door aankoop gekomen is. Het heeft ook een Slot; ftaande eert fcheutwegs verre buiten de Stad, ten noordooften. Dit was een der oudfte en fterkfle Sloten, die men in deze Landen ergens zien mogt: dan, zynde zeer bouwvallig geworden; is, door den voorigen Heer van Heukelom, op de grondfla- gen van het Oude een Nieuw Kafteel gefticht; 't welk een * Dit Steedje Heukelom moet niet vermengt worden, met het Dorp Heukelom , in de Majorie van 'sBofcb, in 't kwartier van Oojïerwyk. Kk 5  $2'& H O L L A N D. een deftig aanzien heeft. Onder deze Heerlykheid behoord ook Leyenburg : anderzins voorheen eene Heerlykheid op zich zelve: alwaar een Slot geftaan heeft, waarop de Oude Heeren van Leyenburg hun verblyf hadden. Dit is daarna weggeraakt : en dezelve Heerlykheid, beftaat nu, in een Huurtfebap van fommige Huizen, in het Heukekmfch Veld, cp den weg naar Dalem gelegen. Spvk * is een Dorp en Hooge Heerlykheid, zuidweftwaard van Heukelom. Het is zeer verre in de lengte uitgeftr-ekt, langs den Lingedyk: en hoewel tot Holland behoorende; ligt, toch, een gedeelte daarvan op den bodem van Gelderland. Wat daarvan Hollands is, word het Neder einde van Spyh genoemt: en dit is een Leen van het Graaffchap Lee?dam. De Bezitter dezer Vrye Heerlykheid is, Jonkheer Francois Komelis, Baron van Aarffen, Heer van Sommekdyk, Ooltgcnsplaat enz. Kolonel, in dienft van dezen Staat. Naby de Kerk, aan de Lingendyk, is een fraai Kasieel : op welk de fleer des zomers zyn verblyf heeft. Noordwaard van den Lande van Arkel, ligt de Hooge Heerlykheid VIANEN of Vyanen; palende aan de rivier de Lek. Een'langen tyd, heeft deze Heerlykheid, als volftrekt Souvereïn en onafhavglyk, in eigendom behoord, aan het oud Adelyk geflachte van Brederode : en na verfterf van het manlyk oir van dit geflachte, met Wolfert van Brederode, in den jare 1679, door huwelyk van deszelfs Zufter, Sophia Theodora , met Chriftiaan Albrecht, Burggrave van Dohna, aan het geflachte van Dohna. Van dit geflacht is die Heerlykheid, desgelyks, door huwelyk , aan het Graaflyk Huis van der Lippe , Detmold, geraakt: zynde de eerfte, die van dit * Dit Dorp Spyk heeft men te onderfcheiden, van een an- \ der Dorp van dien zeiven naam, in Groningerland, in het kwartier Hunfingo.  HOLLAND. St% dit geflachte de Heerlykheid bezeten heeft, geweeft, Graaf Simon Hendrik van der Lippe; die getrouwd was, met de Gravinne Amelia van Dohna. De Zoon uit dit huwelyk gefproten, Graaf Freöerik Adolf, heeft ook deze Heerlykheid bezeten: en daarna, de Kleinzoon, Simon Hendrik Adoif: dan, de laatltgenoemde heeft, in 1725, deze Heerlykbeid, met derzelver aankleven, verkocht, aan Hun Edel Groot Mogende, de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, voor 898200 gis. De BeJïieringswyze, blyft, by verandering van Heeren , in deze Landftreek, op den voorigen voet : dewyl 'er noch een Gerechtshof is : beftaande uit den DroJJaart, als eerfte Raad en zes gewoone Raaden, beneven den Griffier. Ook is aldaar, een byzonder Leenhof. Deze Heerlykheid vervat in zich: de Stad Vianen en vyf Kerkdorpen. De Stad VIANEN ligt twe uuren gaans, ten weften van Kuilenburg, en aan dezelve rivier de Lek; hoewel, door een' tufïchen beiden liggende Waard, een eindwegs daarvan afgefcheiden. Zy is niet groot; hebbende flegs 405 Huizen: en van gedaante, regelmatig vierkant. Het voornaamfte is, eene brede recht doorgaande ftraat, van de Lekpoort naar de Landpoort. De Kerk is redelyk groot: en op deszelfs Choor, ziet men de Graftombe van Heer Reinoud vin Brederode; die in 1556 te Bruffel overleden is: in welk Graf, ook meer Heeren van dit gedachte liggen: daar onder ook, Heer Wolfort; «et wien, in 1679, dit geflachte uitfïierf: toen, beneven het Lyk, het Wapen van Brederode, zynde een roode klimmende Leeuw op een goud veld, (gelyk dat van Holland,) in dit Graf gelegt is. Behalven de Nederduitfche Gemeente , welke door twe Predikanten bediend word, is 'er ook eene Franfcbe Gemeente, die onder het opzicht van eenen Predikant ftaat. Deze is door de« voornoemde  5H HOLLAND; noemde Graaf Simon Hendrik Adolf van der Lippe, (den laatften van dit geflachte, welke deze Heerlykheid bezeten heeft,) geftigt, in den jare 1725: en een gewezen Kloofter tot de Kerk vervaardigt. Het merkwaardig!!, aldaar te zien, is het Oud Slot, dat in 't wefteinde, rakende aan de Stad Haat,doch door eene watergracht daarvan afgefcheiden. Dit Slot is, omtrent den jare 1370, gedicht, door Gysbert II van Vianen: en ter eere zyner Gemalinne, Beatrix, (kortheidshalve, Bate) de Dochter van Jan van Egtnont, Batestein, genoemt. Men kan uit de overblyfzelen, van dit gebouw , dat voor eenige jaren door ongeluk grootendeels afgebrand is, befpeuren, dat 't zeer groot en fterk geweeft is: en van een zonderling maakzel vertoond zich, een hooge vierkante toren, die de S. Poltoren, word genoemt. Door het plein van dit Slot, de Slotpoort uitgaande; komt men, in het groot en vermakelyk Viaansche Bosch ; 't welk veel bezocht word, door Vreemdelingen. In het zelve, ftaat een twede Slot; dat van lateren oorfprong is: geftieht door Heer Hendrik van Brederode, en ter gedachtenilTe zyner Gemalinne Amelia van Nieuwenaar, Ameuestein, geheten. Het Drofaarts Huis van Vianen is naby 't Slot Bateftein, In deszelfs Tuin is, voor eenige jaren, een Welle ontdekt, welks water gezegt werd mineraal te wezen, en 't vermogen , ter genezing van verfcheidene ongemakken, te bezitten. 'Er was zelfs een Geneesheer, onder den titel van jBronne Doctor; daarover aangefteld. Dit water is, ook van veelen, (zo men zegt,) met een goed gevolg, gebruikt geweeft : zonder dat wy durven te bepalen, of tot heden in die achting gebleven zy. Binnen deze Stad, onthouden zich, federt veele jaren, eenige perfoonen, die om fchulden, als anderzinds, uitgeweken zyn; die aldaar vry geleide (protcBie,) genieten: welk recht, om aan zodanigen vry geleide te verleenen, gegrond is, op de Souvereiniteit, welke, ten allen tyde, aan deze Heerlykbeid is verknocht geweeft. In het grond gebied van Vianen worden vyf Dorpen aangetroffen ; welke , korten tyd na den aankoop, naamlyk, in 1729, als Ambachts Heer-  HOLLAND. 525 Heerlykheden, door de Staaten van Holland, verkocht werden. Deze zyn: Heikoop, met het daartoe behoorende Boeikoop; omtrent een uur gaans, zuidvvaard van Vianen. Dezelve behoord, als eene Ambachts Heerlykheid, aan Vrouwe Maria Johanna Terwen, Weduwe van wylen den Heer Mr. J. IV. van Hnngjlraaten, in leven Ordinaris Raad van den Hove van Holland; welke Heer aldaar een deftig Kafleel gehucht heeft. MeèrkÉRK ligt, omtrent op het midden van den Souwen' dyk, ter plaatze, daar de Trekvaart tuffchen Gorincbem en Fyaiien ,z\ch daarvan affcheid. Het is een fraai Dorp;waarby , door den voorigen Heer Mr. Everh. Francois Schimmelpenning, itaad en Rekenmeefter der Domeinen van Zyne Hoogheid den Heer Prins van Oranje en Nassau, in de jaren 1738 en 1739, een voortreflyk Kafteel gefticht was: doch 't geen voor korte jaren weder is afgebroken. Deszelfs Zoon, de Heer Everhard Wilhem Schimmelpenning, is thans bezitter dezer Ambachts Heerlykheid. Leksmond ligt, aan de Lek, een uur gaans weftwaard van Fyanen. Deszelfs Ambachtsheer is de Heer Maur. Kom. de IVaal, Kanonik van 't Kapittel van Oudmunfter te Utrechi; die ook Ambachtsheer is van de daar aanpaalende Ambachten Achthoven en Lakerveld. Omtrent een vierdedeel uur gaans ten weften van dit Dorp, gefchiedden de Dykbraken, in de jaren 1740 en 1744: waardoor de vyf Heeren Landen en de Alblajferwaard ondervloeiden. Ameiden en Tieniioven , beneden den Souwendyk gelegen , en door denzelven, van de andere Vianenfcbe Dorpen gefcheiden , waren eerty«s afzonderlyke Hooge en Vrye Heerlykheden: doch, die altyd aan elkander waren verknocht geweeft: en door aan huwelyking, met een Dochter uit het huis van Herlaar ,* tot den Huize van Fyanen overgebracht, alreeds in 1380. De Staaten van Holland behielden, * Herlaar of Heerlaar, was een Slot, tuffchen Ameiae en Tienhoven, naar 't welk het oud Adelyk geflacht van Herlaar benoemd werd.. Dit Slot is, daarna, door ouderdom vervallen en afgebroken.: en niet verre van deszelfs plaats, een nieuw Slot gefticht; 't welk nu ook 't Huis ta ITerxaar genoemt word.  526 HOLLAND. den, de Hooge Heerlykheid, aan zich zelve; terwylze dé Ambachts Heerlykheid dier beiden Dorpen verkochten, Ameide, is daaromftreeks, genoegzaam met geen''anderen naam, dan Ter. Mey , bekend. Deze Ambacht-' Heerlykheid word bezeten, by den Heer Arn. Leers, Heer van Herlaar of Heerlaar, Schepen van Rotterdam. Aldaar hebben de Staaten van Holland, in hoedanigheid, als Vry' heer van Ameide, een' zogenoemden vliegenden Tol; die van den 20 Juny tot den 20 July, word ingevorderd. * Tienhoven is, in het Kerkelyke, met Ameide vereenigtdoch, is eene afzonderlyke Ambachts Heerlykbeid: behoorende, aan de Erfgenaamen van den Heer Mr. Jan Dirk van der Hoeven, gewezen Agent des Konincs van Frankryk te Rotterdam, die in i763 overleden is. Dit Tienhoven moet niet vermengt worden, met het Dorp Tienhoven, in het Sticht van Utrecht: noch, met de Vrye Heerlykheid Tienhoven , tuiïchen Vianen en Kuilenburg gelegen. De Predikanten van Vianen en de onderhoorige Dorpen zyn onder de Klaffis van Gouda en Schoonhoven aangeichreven. 6 tiAGESTEIN : welke tot dé Provincie Utrecht behoord; hoewel zy, daarvan, door de Lek, is afgefcheiden. Daaraan paald , ten ooften, de Ftye Heerlvk. heul TIENHOVEN, (van het Dorp WJ, by Ameide, te onderfcheiden;) die van één klein begrip is: behoorende aan den Heer joh. Walbeek , Sekretaris der Stad Kuilenburg. Al wat van dezen geheelen Polder ,&verder reikt tot aan den Dief dyk, vervat het geheel Graal Jchap Leerdam , en een gedeelte des Graaf. Jchap Kuilenburg; welke beiden, hier voor bladz. 384—393> als een Aanhangzel tot Gel' DERLand, voorgekomen zyn. Deze gemelde Landen, gevoegt bydie, welke wy Iaatft béfchreven hébben, naamlyk, van Ar-  HOLLAND. 527 Arkel en van Vyanén, (wel te verftaan, al wat, van deze twe laatitgenoemde, gelegen is, boven den Souvoendyk,) maken famen uit, die VYF HEEREN LANDEN; die 11307 morgen Lands vervatten, en alle binnen één' en dezelve Bedyk'mg liggen, tuffchen den Dief *** en den Souwendyk. Ter dezer oorzake hebben de Heeren dezer Vyf Landen, naamlyk, ran Arkel, Vyanen, Hagestein, Everdingen en Leerdam, alreeds, in den jare 1284, een onderling verdrag aangegaan , en een' algemeenen Dykjioel of Heemraad Jchap opgerecht, ten einde hunne Landen tegen de inbraken te beveiligen. En federt, in 1385, de Dief dyk aangelegt is, met vergunning van Gerard ÏX , Heer van Kuilenburg, tot geen klein bezwaar zyner eigen onderzaten , heeft ook het Dyk Kollegie: van den Alblasserwaard, met het Dyk Kollegie der vyf Heeren Landen , over dezen Dyk, een gemeen bellier bekomen : gelyk zy ook mede 't hunne toebrengen, beneven de andere, tot onderhoud van dezen Dyk. En inge- valle door een inbrake van den Rhyn of Waaldyk , de Landen boven den Diefdyk ondergevloeid zyn, word die zelve Dyk door den Dykgrave en Heemraden, zo wel van den Alblasferwaard, als van de vyf Heeren Landen, bewaakt : dewyl die zelve Dyk, dan ook ter beveiliging van dezen Waard, verftrekt. Daartoe, Haan , langs dezen geheelen Diefdyk, verfcheidene Gemeene Landshuizen, waarin die Heeren hunnen intrek nemen. Van den Lingen kant beginnende , ontmoet men, eerft, het Gorinchemfch —, dan het Dottfch —• daarna, het Emerdingfeb r*n vervolgens, het Piattenfeb eri ein-  528 HOLLAND. eindelyk, het Hageflcinfcb Heeren Huis. Deze Diefdyk is, voor eenige jaren, merkelyk verhoogt en verbreed ï en is ook de Lingedyk van omtrent een vierdedeel uur gaans boven Leer■dam, langs Oojlerwyk en Kedichem, tot aan den Souwcndyk, naby Arkel, tot die zelfde hoogte opgehaald : waardoor, dezelfde nu de hoogfte en hreedfte van alle de Binnendyken, in onze Nederlanden, geworden is. Even daardoor, is dezelve des te zorglyker, voorde Landen, die boven dezen Diefdyk liggen , naamlyk, de Graafichappen Buuren en Kuilenburg, de Baronie van Akkoy, enz. in gevallen van Watervloed: dewvl dit water tegen dien Diefdyk, als in een' zak", bJyft ltaan: en geene andereontlaftingheeft,dan door de Sluizen van den Hornfchendyk, in de Lingen,tuffchen Akkoy en Leerdam. Daarom,is men reeds voorlang bedacht geweeft, op een ontwerp, om eene andere Waterlozing te maken, door Sluizen van den Diefdyk zei ven; welke het overtollig water zou doen gaan, door de vyf Heeren Landen: en vervolgens, door de Alblafferwaard; waartoe,eene nieuwe Waterhzinge zou gegraven worden, van den Souwendyk, of eiganlyk, van de Zederik (welke is een Kanaal van Ameide, naar den Arkelfcbendam') gaande meeftal langs de tegenwoordige uitwatering van den Overwaard, eerft tot tegen over Klein Ammers, beneden Schoonhoven: en van daar weder tot den Elshout, tegen over Krimpen. Hierdoor zouden te gelyk, de vyf Heeren Landen bevryd worden, van het overvloedig Qiielwater, dat in gevalle van vloed boven den Diefdyk, door denzei ven heen zyperd Dit ontwerp is reeds, in den jare 1753 , verzonnen, door den Landmeter Mekhm Bolfira: en in  HOLLAND. 529 in 1756, en volgende jaren, menigmaal in overweging genomen: zo verre, dat het niet onwaarfchynlyk wel eerlang zou konnen worden tot Hand gebracht. Ten zuiden der rivieren de Merwe en de Maas; ontmoet men, de Landen van ALTENA: en van HEUSDEN. Het Land van ALTENA heeft dezen naam, van het Slot Altena: 't welk verwoed is; zynde de Heuvel, op welken 't weleer geftaan heeft, noch te zien, in de nabuurfchap van het Dorp Aknkerk. Deze verwoefting is gefchied, in den jare 1393, door den Hertog Alhrecht van Beieren, Grave van Holland: ter gelegenheid, als fommige Hollandfche Edelen, medeplichtig aan den moord der bekende Aleide van Poelgeejl, naar dit Slot de wyk genomen hadden; welk daarom door gemelden Hertog belegerd, en na de verovering, tot den grond toe gedoopt werd: zo verre, dat thans niet meer dan de grondflagen daarvan overgebleven zyn. In dien tyd behoorde het Land van Altena noch niet aan de Graven van Holland, maar was eene vrye en onafhanglyke Heerlykheid op zich zeiven. Zy was alreeds, federt 1155, bezeten, by het geflachte van Hoorn, 'twelk, in 1450, tot den Gravenftand verheven werd. En de laatfte Bezitter dezer Heerlykheid, van dit zelve geflachte, was die Filips van Montmorency, Grave van Hoorn, die in 1568, om zynen yver voor Neêrlands vryheid, beneven den Grave van Egtnond, door den Hertog van Alba , te Brupl, onthoofd werd: wiens nagelatene Weduwe, omtrent den jare 1600, deze Heerlykheid, aan de Staaten van Holland, verkocht heeft, voor 90000 LI gul-  53o H O L L L A N D. gulden. Na dien tyd, is dan het Land van Altena, der Graaflyke Domeinen van Holland ingelyft: en word het zelve, (voor zo verre het Hoog Rechtsgebied betreft) bcitierd door een Baljuw; welke thans is, Jonkheer Jakob Filip, Baron van den Boetzelaar , Heer van Nieuwveen enz.; die te gelyk DroJJaart van Gorinchem en den Lande van Jrkelïs: en wel gemeenzaamlyk, met de Leden der Regeering der StzdlVoudrichem. Gemelde Heer is ook Dykgraaf dezes Lands , in die betrekking, beneven fommige Heemraaden, 't opzicht hebbende, over de Dyken, Sluizen enz. De Dorpen dezer Landftreeke, ten getale van VIII zyn, door 's Lands Staaten, voor eenige jaren als Ambachts Heerlykheden, aan byzondere Heeren verkocht. WOUDRICHEM is de Hoofdftad des Lands van Altena; 't welk dus, met zo veel recht, als het nabuurig Land van Hemden, naar deze Stad het Land van Woudrichem , zou hebben mogen genoemt zyn. Die Stad ligt, aan den flinker oever der Merwe, terplaatze, daar de Maas in dezelve vald; fchuins tegen over Gorincbem. Zy word in de wandeling, niet anders, dan Woerkum , genoemt: en daar door onderfcheiden, van Workuji, in Friesland; welke laatfte, eigenlyk, IVolderkum, genoemt word. De Stad is niet groot; hebbende flegs 158 Huizen. Zy heeft van binnen niet veel aanzien: dan de Vejlingwerken zyn wel aangelegt: en worden zinlyk onderhouden; alleen, op kollen der Provincie Holland, in 't byzonder; tot welker dekking, en befcherming, dezelve eeniglyk is aangelegt. De Krygs. bezettinge beftaat, uit eene Kompagnie Invaliden ; die mede op Hollandfche betaling (taan: en onder het bevel van den Gouverneur van Heusden, en een plaats Major. De Her~ vormde Gemeente is,onder het opzicht van eenen Predikant. En de Kerk, dus redelyk groot: maar, heeft een' Stompen toren. De Regeering beftaat, uit den Baljuw, die ook Baljuw en Dykgraaf is, van het Land van Altena , en XXVII  HOLLAND. j3t XXVU Oud Raaden: waaruit, jaarlyks verkoren worden, twe Borgemeefteren en zeven Schepenen, naar de beftelling van den Heer Prins Erfstadhouder. De Dorpen dezer Landftreek zyn de volgende : Sleeuwyk, weftwaard van Woudrichem, aan de Merwe, omtrent een vierdedeel uur gaans, van 't veir, daar men naar Gorinchem overvaard : eene Ambachts Heerlykheid, behooreude, aan'den Heer Mr. Adriaan Reepmaker, Raad in de Vroedfchap te Rotterdam. Almkerk, Landwaard in, een uur gaans zuidweftwaard van IVoudrichem, is een groot en Volkryk Dorp, aan de rivier de Alm; waarvan't zyn naam ontfangen heeft. In 't Kerkelyke, is daarmede vereenigt, de Gemeente van Emmukhoven ; waarvan de Kerk weggeraakt is. Zy worden, door de Alm, van elkander gefcheiden. Een fcheutwegs van Almkerk, ten noordooften is de Altenafche Heuvel; waarvan men een ruim gezicht heeft, over het Land van Altena. Dees' Heuvel, die, in den Watervloed van 1740, een bekwaame wykplaats was, voor menfchen en beeften, behoord in eigendom, aan den Heer Mart. van Barneveld, Vry heer van Noordeloos enz. Doch de Ambachtsheer van 't Dorp is de Heer Mr. Albert Fabricius, Raad en Schapen te Haarlem. Uitwyk, een half uur gaans, ten ooften van Almkerk, is een Ambachts Heerlykbeid, behoorende aan Vrouwe Geertr. Margar. du Bois, Weduwe van wylen den Heer Mr. Pieter Joh. van Berkel, in leven Raad in de Vroedfchap, te Rotterdam. In 't Kerkelyke, is met deze Gemeente verknocht, de Gemeente van Waardhuizen; die thans geen eigen Kerk heeft. Ryswyk mag men niet verwarren, met twe andere Dorpen van dien zeiven naam: het een, by 's Hage: en het ander, in Gelderland, in de Neder Betuwe, tegen over JVyk by Duur/lede. Dit Ryswyk, in 't Land van Altena, ligt aan de Maas, naby Uitwyk. Deze Ambachts Heerlykheid behoord, aan den Heer Lamb. van Andel, Borgemeefter te IVoudrichem. Naby dit Dorp, ftaat een Kafteel, 't Huis te Ryswyk, geheten: behoorende,aan den Heer dezer Heerlykheid. LI 2 Hierna  5^2 HOLLAND. Hierna volgt, aan die zelve Rivier, Giessen; dus kort- lyk genoemt: van 't welk ■ daarom, drie andere Dorpen worden onderfcheiden, met de bynaamen Giejfcndam , dosfel) Ouderkerk en Cie/fen Nieuwerkerk, in den Alblajfetwaard. De Ambachtsheer van dit Dorp is, de Heer Mr. Air. Adr. "du Bois , Raad en Borgemecfter van Rotterdam. Oi' Andel en Neór Andel, (doorgaans Op en Neêr Eel genoemt,) zyn twe Dorpeu aan de Maas, faamen uitmakende, ééne-Ambachts Heerlykheid, welke behoord, aan den Heer Scharp. Ook zyn de beiden Gemeenten met elkander, in 't Kerkelyke, vereenigt: en alhoewel, elk dier Dorpen zyne eigene Kerk heeft; word echter, dewyl de Kerk van Neder-Andel zeer vervallen is, de Godsdienft eeniglyk, te Op-Andel, verricht. Hil , een klein Dorp landwaard in, en naby Duffen. Deze Ambachts Heerlykheid behoord, aan den Heer Mr. Anth. Huisman, Schepen en Raad der Stad Middelburg. De Gereformeerde Ingezetenen dezer plaats zyn, in het Kerkelyke vereenigt, met Babyloniebrcek , in het Land van Heusden gelegen. Naaft by het Land van Altena, ligt het Slot Loevestein, op den weftlykften punt van den Bommelerwaard: echter, op den Hollandfchen bodem; met welken bodem de grond, waarop dit Slot ftaat ongetwyfeld vereenigt geweeft is, zo lang de Maas, (gelyk hier voor is aangemerkt) haaren loop, van Hedikhuizen rechtltreeks langs Geertruidenberg aanzette; en vooral eer, uit de Maas een Kanaal naar de Merwe gegraven was. Wie de eerfte Stichter van dit groot en deftig gebouw geweeft zy, is in het duifter opgewonden, zeker is 't, dat men, deze plaats, op den hoek, en aan de famenvloejinge der Maas en Waal, (die de beiden toegangen te water zyn naar Holland.,) gelegen, zeer noodzakelyk en bekwaam geoordeeld heeft, om ze te verfterken: en (ten einde zich van die beiden toegangen derwaard te verzekeren,) na de uitvinding der nieuwe Veftingbouwkunde,rondom dit Slot, dat alleen naar den ouden tfant met torens vertterkt was, eene aarden wal, met Baftions, (Bolwerken,") naar dien nieuwen trant gelegt heeft, en dezelve omgeven, met eene diepe wyde Gracht, met buitenwerken, en eene Konterfcherp: waardoor, zy nu eene geregelde Vefling of Schans geworden is; dienende tot befcherming van Holland, in 't byzonder. Ook is Loevefiein met eene kleine bezettinr • ■ • . 4 £«  HOLLAND. 533 ge voorzien; ftaande onder het bevel van een' Kommandeur en Plaats Major. Behalven de bezetting, bevinden zich aldaar fommige weinige Inwooneren: die famen eene Gemeente uitmaken, die door een' Predikant bediend word: zynde de plaats der Godsdienft oefeninge, één der vertrekken van het oud Slot. Meer dan eenmaal, heeft het Slot Loevefiein tot een Gevangenisse van Staat moeten dienen. Aldaar, waren R. van Hogerbeets en H. de Groot, in 1Ö19; tot eene eeuwige gevangeniffe verwezen: hoewel, de laatfte, in i(52i, in een Boekenkift, nit dezelve ontkwam, door de liftigheid zyner Huisvrouw. In 1650, werden desgelyks, zes Staatsperjfoonen derwaard in bewaring gebracht: doch, kort daarna, door een vergelyk, weder ontflagen. En vermits , tot 't Iaatft geval, inzonderheid, de aanleiding gegeven was, door het fterk aankanten dezer Heeren, tegen den Stadhouder Prins Willem II; van daar, dat alle, die dezelve maatregelen, plag-ten te volgen, ter befnoejing van het aan de Stadhouderlyke waardigheid verknocht gezach, een tyd lang, de Loevejleinfche FaElie, zyn genoemt geweeft. In die zelve bedyking des Lands van Altena, ligt ook. Werkendam: doch, van dit Dorp, is in de Befchryving van Zuid Holland, tot welk Baljuwfchap 't zelve behoord, reeds gewag gemaakt hier voren op bladz. 505. Zuid ooftwaard van 't Land van Altena , ziet men , het Land van HEUSDEN ; dat, door de Maas van den Bommelerwaard , word afgefcheiden; gelyk het aan de andere zyde, door den zogenoeinden Hollandfchen Dyk , en door de Bofche Scbêijloot, word afgefcheiden , van Brabant, en in 't byzonder , van de Majorie van 's Bofcb. Deze Dyk diend ter beveiliging des Lands van Heusden, tegen het water, dat het gedeelte der Majorie, 't welk naaft aan dit Land paald, genoegzaam alle winters overftroomd. Een' langen tyd, is dit Land, als eene Heerlykbeid 3 aan de Hertogen van Brabant, onderLl 3 wor-  534 HOLLAND. worpen geweeft; tot den jare 1350; toen Graaf Willem V van Holland het zelve zich toe eigende. Daarna, zyn tuffchen de Hertogen van Brabant en de Graven van Holland, wegens dit zelve Land , veele twiften , van tyd tot tyd, gerezen; die niet voor 1452, geheel beflift zyn. Het ftaat, wat het Hoog Rechtsgebied betreft, onder de Beftiering van een' Drossaart; die te gelyk, Kafielein en Dykgraaf is: zynde thans , Jonkheer Wigbold Johan Theodoor, Baron van der Does , Vryheer der beiden Noordwyken enz. enz. De Stad HEUSDEN * mededeeld, als de Hooflflad, haaren naam, aan deze ganfche Landftreek. Zy word fomwy lèn, Neder-Heusden , toegenoemd , ter onderfcheiding, van een Dorp, in de Neder Betuwe, dat den naam draagt van Op-Heusden. Zy ligt, op den weg, tuffchen Gorincbem en 's Bofcb, vier uuren gaans, van de eerfte, en drie uuren, van de laatfte Stad. In vroegeren tyd, plagt de Maas, meteen' krommen elboog, rakende langs de Stad, haaren loop te nemen: waarvan, de oude Kil noch overig is;die nu,met de Maas zelve, recht voor de Stad, een klein eiland maakt,op welk het Dorp Neder Hemert ligt, behoorende (gelyk; 't, voor die verandering in den loop der Maas, dadelyk daarmede verknocht geweeft is,) tot de Provincie Gelderland. Door deze Kil, heeft de Stad noch gemeenfehap, met de Maas: en daardoor konnen welgeladcn Schepen tot dezelve naderen: voornaamlyk, dewyl in 176S, ingevolge het verdrach, met den Heer Grave van Lynden, als Heer van Neder Hemert, aangegaan, het water uit de Maas, boven dit Dorp, door een Grift, door den Neder Hemertfchenwaard gaande, zich met deze Kil vereenigt :'t welk nu eene geduurige drift en fchuuring geeft; 't bekwaamd middel, om dit water, dat * Van deze Stad, is eene byzondere Befcbryvinge, door Oudenhoven, in 't licht gebracht.  HOLLAND. 53S dat anders lichtelyk verzanden mogt, altyd vaarbaar te kon. nen houden. Hierom, zyn veele Vrachtfchepen gewoon, aldaar, allerlei Hollandfche waaren te loflen; die dan, met groote Karren, verder naar Brabant en Luiker land ve'rzonden worden. Daarby, heeft die Stad, binnen haare muureu, eene gevoeglyke Haven; t* aarin , de Schepen konnen overwinteren. Die Stad is redelyk groot; vervattende 537 Huizen. Zyis ongemeen wel verfterkt. De Hoofdwal, die dub- beid is,uit eene Boven en Beneden «w/befhande,heeft acht aarden Bolwerken; behalven één Steenen Bolwerk, aan den waterkant: daarby,eene zeer wyde watergracht; waarin voor elke Courtine, (Gordyn) tuffchen de twe Bolwerken, een Ravelyn ligt: en buiten om, een bedekten weg met eene Konterfcberp; die mede met eene diepe gracht omringt is. Alle deze werken worden, (gelyk alle de Hollandfche Fortifikatien,) op koffen dezer Provincie zeer zinlyk onderhouden. In de weftzyde der Stad, dicht by den wal,fiondeertyds een groot en voortreflyk Slot; op welk, de Kaftelein van Hemden plagt te woonen: dan, dit is, in 16ÈS0, geheel vernield, door den blixem, die in eenen van deszelfs toren» floeg, tot in een diep gewelf, waarin 't buskruit bewaard werd; dat te gelyk werd aangeftoken: waardoor, behalven het Slot, veele der naaft by ftaande huizen, in puinhopen verkeerden. 'Er is niet meer, dan één der zyd torens, noch heden ftaande gebleven; zynde een vierkante dikke toren; onder welks gewelf nu het Kruit Magazyn is. Het plein, 't welk weleer de Tuin van dit Slot was, is met boomen beplant: en ftrekt nu tot eene aangename Wandelplaats. Aldaar, is ook de Paradeplaats der Krygsbezettinge: welke doorgaans beftaat, in één Bataillon; onder het 'bevel van een' Gouverneur en Kommandant; de Gouverneur van Heusden heeft onder zyn bevel, ook de Stad Woudrichem. Voorheen had dezelve ook het bevel, over de Schans, NederHemert; die in 1768 gefiecht is. De Hervormde Gemeente te Hemden heeft, drie Predikanten; die te gelyk bedienen de Gemeente vanOuTllEusDEN, een klein Dorp, zuidwaard van de Stad; waar een Kapel ftaat, in welke, 's zomers, beurtelings door een' der Stads Predikanten , 's Zondags éénmaal, gepredikt word. De Kerk binnen de Stad , is redelyk groot. Op deszelfs Choor, ziet men eene- fraaje Tombe, onder welke de Generaal Baron LI 4 van  £3« HOLLAND. van Friesheim, gewezen Gouverneur dezer Vefting, (die dezelve by zyn leven had doen vervaardigen ,) begraven ligr. Alhier, is ook eene kleine Franfche Gemeente, onder het opzicht van eenen Predikant. De Roomsgezinden hebben, binnen die Stad ook een Kerkhuis. Dicht by de Kerk, ftaat het Stadhuis ; 't welk een oud fraai gebouw is. Onder het zelve, is de Hoofdwacht der Krygsbezettinge. Desgelyks, heeft men daar, een Hospitaal; dat zeer groot is, en in tyden van oorlog, wel gebruikt word, ten diende der zieken en gekwetden, uit het leger. Voorheen, was daar eene Abdy der Monniken der Cifterfienfer Order, welke daarna in een Oud Mannen Huis veranderd is. De Regeering der Stad bedaat, uiteen Drossaart; die te gelyk Kaflelein en Dykgraaf van 't ganfche Land van Heusden is: drie Borgemeesteren: en zeven Schepenen, met hunnen Sekretaris. En behalven deze, verfcheidene Oud-Raaden ; uit welke de Borgemee/leren en Schepenen, jaarlyks, verkoren worden. In dit Land van Heusden liggen XVII Dorpen, die alle ten deele Vrye — ten deele Ambachts Heerlykheden zyn. Zy worden onderfcheiden in Boven — en Beneden Dorpen. De Beneden Dorpen zyn, deze tien: Wyk, noordwaard van de Stad, behoord noodzakelyk omfchreven te worden, Wyk, in het Land van Heusden; ten einde deze plaats niet te verwarren , met Wyk tegen over Maaflricht, Wyk by Duurflede, Wyk op Zee, Beverwyk, Katwyk enz. Dit is een groot en aanzienlyk Dorp: emringt, met verfcheidene oude Adelyke Sloten: als Wykerstein: Eikenstein: Kraanenburg enz. Voorheen, was daar ook 't Slot op den Berg genoemt, daande, op een hoogen Heuvel: 't welk daarna vervallen is. Het behoord, als eene Ambachts Heerlykheid, aan den Heer J. Kretfchmar, Kollonel en eerde Major, in het Regement Hollandfche Guarde Infanterie; die ook Heer is, der daarby gelegen Dorpen, Veen en Aalburg. Veen heeft desgelvks eene omfchryving nodig,van Veen, \>y Heusden, of in 't Land van Heusden; ten einde dit Dorp ••. .'\f te  HOLLAND. 537 te onderfcheiden, van 't Rheenenfche Veen, Ankeveen, IVa. vereveen, Aar/anderveen en veele andere. Het is mede geen onvermakelyk Dorp, aan de Maas; behoorende, als eene Ambachts Heerlykheid, aan den gemelden Heer Kretfchmar. De Schepen, die hier langs de Maas afvaaren , moeten by dit Dorp aanleggen, en den Hollandfchen Tol betalen. Deze Tol was eerft te Heusden: dan, federt de Maas, by die Stad, zodanig eene verandering in haaren loop gemaakt heeft, (gelyk hiervoor is aangemerkt,) is dezelve naar dit Dorp verlegt. Tuffchen IVyk en Veen was, eertyds, een Kloofter der zogenoemde Tempel Heeren, Monnikenhof , genoemd: dan, daarvan zyn thans niet meer dan eenige vervallen overblyfzelen te zien. Aalburg , eene Ambachts Heerlykheid van den zeiven Heer J. Kretfchmar, ligt aan den Dyk, die de oude Kil der Maas omvangt, tuffchen IVyk en Heusden. Aldaar ziet men , het oud Adelyk Huis Kraajenveld. Heesbeen , nader by Hemden, niet verre van de Oude Maas, is wel Kerkelyk vereenigt, met Aalburg: dan, anderzinds eene afzonderlyke Ambachts Heerlykheid, behoorende, aan den Heer Kaspar Adolf, Baron van Ramberg, Heer van Bladendorf enz. Daar dicht by, ligt een Kafteel, 't Huis te Heesbeen, genoemd,-aan den Ambachtsheer behoorende. Doveren of Doeveren, aan de Oude Maas, is een Dorp en Ambachts Heerlykheid; welker Bezitter is de Heer Mr. Jakob Arend, Baron de Perponcher Sedlinitsky, eerfte en voorzittend Raad van den Raade, en Leenhove van Brabant enz. De Kerk van dit Dorp ftaat, op eene Oude Schans; die, de Schans op Doveren, genoemd word. Genderen is wel, als eene Kombinatie, met Doveren, in het Kerkelyke, onder het opzicht van éénen Predikant: dan, heeft eenen byzonderen Ambachtsheer; welke is, de Heer Vincent Guftaaf, Graaf van Hompefch, befchreven, in de Ridderfchap van Holland, beneven Kollonel van het Hegiment Guarde Dragonders enz. enz. Eethen * en Meeuwen , beiden weftwaard van Heusden gelegen, zyn twe Hooge en Vrye Heerlykheden, behoorende bei- * Dit Eethen moet niet verwarred worden, met Ethen , een Dorp in de Baronie van Breda. LI 5  538 HOLLAND. beiden, aan den Heer Mr. Abraham van Bleiswyk, Raad en Sekretaris der Stad Gorincbem. By 'c laatlïgenoemde Dorp, ftaat een oud en aanzienlyk Slot, 't Huis te Meeuwen , genoemd. Onder Meeuwen behoord mede Hagoort; eene Buunfchap; waar geen Kerk is. Babylonie-Broek, by verkorting, daarom ftreeks blootelyk Broek, genoemd, is eene Ambachts Heerlykbeid behoorende , aan deu boven gemelden Heer van Eethen en Meeuwen. Hiermede is in *t Kerkelyke verknocht, het Dorp tftl, in deu Lande van Altena. drongelen,aan de Oude Maas, is eene Ambachts Heerlykheid, bezeten, by den Heer Mr. Paulle Leu de IVilhem, Raad m de Vroedfchap der Stad Haarlem. In het Kerkelyke, is de Gemeente vau dit Dorp met die van Eethen verknocht. De Boven Dorpen 's Lands van Heusden zyn deze zeven. Hedikhuizen, by verkorting Heiefe, ligt aan de Maas, zuid ooftvvaard van Heusden: eens Ambachts Heerlykheid behoorende aan den Heer Leonard de Jong} die ook Heer van Raamsdonk is, Kollonel by de Kavallerie en Lieutenant Generaal Kwartiermeefter der Infanterie van dezen Staat Van dlt Dorp, liep de Maas eertyds weftwaard, naar Geertruidenberg en vervolgens naar de Zee: en aldaar beglnd ook noch de Oude Maas, die een gedeelte is der Kil, door welke die rivier toen haaren loop nam. Dit Dorp is byzonder bekend geworden, door den doorbraak der Maasdyk 's nachts tuffchen den 24 en 25 December 1-40: waardóór, behalven een gedeelte van 't Land van Heusden, ook het Land van Altena ondervloeide: en zeer groote fchaden en ongemakken, den Inwooneren werden toegebracht i,PEPnligt (gelyk de Gemeenten dier beiden Dorpen, Kerkelyk, faamgekombineerd zyn ï Ni overlyden van den Heer Kaptein Herman Doys,m\\m f5Sr% eZ.e"eeriykheirdT ee"'-tyd la"S S^ek was, is. zy meer dan éénmaal van Heer veranderd. Thans heeft dezelve eene Ambachtsvrouwe; welke is, Vrouwe Jobanna Jlermamdes Weduwe van wylen den Heer Tbeod. van den Houten. Aldaar, is ook een Kafteel, aan deze Heerlyiheid Op  HOLLAND. 539 Op den grond van dit Dorp, lag weleer de Abtdy van Eeerne of Bern, aan de Maas, tuffchen Hedikhuizen en Hemert. Voorheen, was't geweeft, eene Ridder-Hofliede; behoorende, aan Fulko van Bern. Dees' Heer mede plichtig zynde, beneven Herman van Kuik en andere Edelen, die den Broeder van Graaf Diderik VI van Hol/and, Floris genoemt, by Abflede buiten Utrecht, om 't leven gebracht hadden, vond zich genootzaakt, om in 1134, tot eene boete voor dit wanbedryf, van zyn Huis, eene Abtdy te ftichten van de Premonfeiter order; die de Abtdy van Beent of Bern, genoemd werd: waartoe fommige Monneken, uit de Abtdy van Marienwaard, derwaard verplaatlf, werden. Deze Abtdy is, in de Spaanfche troubelen verwoeft: gelyk, de daaraan onderhoorige Landeryen, door 's Lands Staaten, aan geflagen en verkocht werden. Thans ftaat. op deszelfs plaats, eene Bocrenwooning • en zyn van de Abtdy zelve, weinige of geene overblyfzelen te zien. Zuidwaard van daar, langs de grenzen der Majorie van 's Bofch, liggen de overige Dorpen der Langstraat : naamlyk, de Oojfelyke, onderfcheiden . van de zes IVeflelyke, die aan de Hooge Vierfchaar van Zuid Holland onderhoorig zyn: naamlyk: Baartwyk, naby IVaalwyk; een groot Dorp: eene Hooge en Vrye Heerlykheid, behoorende, aan Jonkheer Karei Jofeph Baron de Overfcbie, Burggraaf van Houlle enz Tusïchen dit Baartwyk en Drunen, (een Dorp op den grond der Majorie) is, in den jare 1766, een Overlaat gemaakt, ter breedte van 160 en ter lengte van 465 Roeden; waardoor, 't water, 't welk genoegzaam alle winters een groot gedeelte der Majorie overftroomd, naar de Oude Maas en door dezelve naar deu Bies Bofch, word afgeleid. Dit middel, om de Majorie, en zelfs ook de Stad 's Bofch,van het water te ontlaften, was reeds, in 1658, voorgeflagen, door den Landmeeter, J. Baftingius: en is, in 1757 aangeprezen en betoogt, door den lieer J. Pierlink, Kaptein Ingenieur; die het zelve ook werkftellig gemaakt heeft, in den gemelden jare 1766: met dien gewenfchten uitllach, dat men, in 1767 en volgende jaren, in 's Bofcb en de Ommelanden, weinig ongemak van dit water hadde. Alleenlyk, in den winter 1770 en 1771, hebben die dwarsdyken al het water ('t welk, dies tyds, in alle de rivieren, tot eene meer dan gewoone hoogte, was opgeftegen) niet konnen keeren; het welks, door overftrooming en door kwelling»  54° HOLLAND. ling, het Land van Heusden, zeer heeft doen ondervloejen. Ei.shout, * zuid oodwaard van Baartwyk, beneven 't Dorp Outheusden, en Hulten, eene kleine Buurtfchap, maken famen uit. een Hooge en Vrye Heerlykheid; welker Bezitter is, de Heer/1'. J. van Camminga, Overde Lieutenant van 't Regiment Oranje Friesland. In het Kerkelyke, is de Gemeente van 'Elshout vereenigt, met Baartwyk. Hondsoirt), doorgaans Onzenoord genoemd , is eene Hooge en Vrye Heerlykheid, behoorende aan den Heer Joh. van Half JVaffenaar ; die, te gelyk Heer is van 't nabuurig Nieuwkuik , op den Brabantfchen grond. Dit Hondsoird is geen Kerk Dorp. Daarby, ftaat een deftig Slot, 't Huis Onzenoord; waarop de Heer 's zomers verblyfr. Vlymen, niet meer dan een uur gaans van 's Bofch, word gerekend, het uiterfte Dorp in de Langfiraat: eene Ambachts Heerlykheid, behoorende, aan den Heer Martin van Barneveld, Vryheer van Noordeloos; die ook Ambachtsheer van Engelen is. In dit Dorp ontdond den 2 Juny 1746, een felle Brand: welke, vermits de wind draf uit den zuid ooden waaide, van huis tot huis voortging; overflaande, van Vlymen ,r\vax Onzenoord, en van Onzenoord, naar Nieuw, huik: waardoor, in dien éénen dag, in deze drie Dorpen, omtrent 300 Huizen vernield en andere zeer befchadigd werden. En, byaldien niet een Bosje, ten weden van Niéuwhuik, den Brand geduit hadde, zou ook 't naad daarby liggend Dorp, Drunen, in gevaar geweed zyn, dien zeiven ramp te ondergaan. Door zodanig een ongemeenen Brand, hebben deze Dorpen veel van hun aanzien verloren: dewyl de H uizen, alhoewel weder opgetimmerd, niet weêr tot hunnen voorigen daat gebracht zyn geworden. Engelen, een klein Dorp, ligt zeer vermakelyk, ter rechter en flinker oever der rivier de Dieft; die van 's Bofch naar de Maas vloeid. De Kerk, die zeer klein is, in de de meede Huizen daan, in eene rei langs den Dyk, aan en flinker zyde der gemelde rivier.Wat dit Dorp aangenaam maakt, is, * Dit Dorp Elshout moet onderfcheiden worden, van de Buurtfchap Elshout, inden Alblajferwaard; waarvan, hiervoor gemeld is. -  HOLLAND. 541 is, de doorvaart der Schepen, die dagelyks van en naar 's Bofch vaaren. En dit 't eenig Hollandfcb Dorp zynde, dat aan de Dieft ligt; word aldaar de Tol ontfangen der Schepen , die van boven, 't zy de Waal of Maas afkomende, naar 's Bofch vaaren; gelyk ook, van die uit 's Bofch de gemelde rivieren opvvaard willen: dewyl die niet by of omtrent het Dorp, Veen , (waar anders de gewoone Hollandfcbe Tol is,) ,komen. Naby dit Dorp, lag eertyds eene gioote vierkante Reduut, de Schans te Engelen genoemt: dan, deze is daarna geflecht; zo verre, dat niet meer, dan de overblyfzelen der Wal en Gracht, daarvan te zien zyn. By deze Schans, ontlaft zich de zogenoemde Bofche Scheifloot ,die langs den Hollandfchen Dyk loopt, door een Sluis in den Dieft. Dewyl 't Ommeland van dit Dorp zeer laag is, en in den wintertyd, gewoonlyk onder water ftaat,word 't niet oneigen, het Engclermeir, genoemt. Aile de Predikanten der gemelde Landen van Altena en Heusden behooren tot de Klaffis van Gorinchem. Ten zuidwellen van Engelen aan de Maas, ziet men Bokhoven of Buchoven ; 't welk wel, door \ Hollandfcb gebied word ingefloten , dan, anderzinds, eene Vrye en onaf- banglyke grond Heerlykbeid op zich zelve is; hebbende den titel van een Graaffchap: thans behoorende, aan Louis Anne Alexander van Montmorency, Prins van Robecq, Grave van Eftaire enz. enz. Deze Heerlykheid heeft, tot de Provincie Holland, gee^ ne de miivite betrekking; ftaande, onder de befcherming van den Prins, Biftchop van Luik. Het Dorp is niet groot: doch pronkt met een deftig oud Slot, 't Huis te Bokhoven genoemd: 't welk in de Spaanfche oorlogen veel geleden, en van zyn voorig aanzien verloren heeft. Dit Kafteel ftrekt fm tot de wooning voor den Droffaart. De Ingezetenen dezer plaats beftaan, in enkele Roomsgezinden; die daar hunnen Godsdienft openbaar, met alle de daartoe behoorende plechtigheden, oefenen: weshalven, op Sakramentsdag, wanneer aldaar eene openbaare Proceffte (omdracht) gehouden word, veele Roomsgezinden, uit 's Bofch (waarvan het niet meer dan ander half uur gaans, verwyderd is,) en uit andere omliggende plaatzen, derwaard toevloejen, ter bywooning dezer plechtigheid. Ta  542 HOLLAND. Ten zuiden van den Bies bofch, en van het Hollands diep, ontmoet men eenige Prince — Heerlykheden: behoorende, naamlyk, aan het Doorl. Huis van ORANJE en NASSAU: welke mede op den Hollandfchen bodem liggen. Deze zyn, de Hooge Heerlykheden: GEERTRUIDENBERG: de EMILIÉ-POLDER: de ZWALUWE : ZEVENBERGEN: en, eindelyk, NIERVAART *. Deze gemelde Heerlykheden grenzen , ten zuiden aan de Baronie van Breda; met welke, zy voorheen altyd zyn verknocht geweeft. Deze Heerlykheden hebben , beneven het Marquifaat van Bergen op Zoom, en veel meer andere gezaamlyk behoord, onder het wyd-uitgeftrekt Graaffchap Streyen; welks Stamhuis lag, naby Oofterhout; alwaar, de overblyfzelen daarvan noch te zien zyn. En dit Graaffchap is, daarna , in verfcheidene byzondere Heerlykheden verdeeld ; onder welke ook die waren ; tvelke wy zo even genoemd hebben. Het zelfde verfchil, dat langen tyd, tuffchen de Hertogen van Brabant en de Graven van Holland, wegens de Heerlykheid van Heusden, (gelyk, hiervoor, is aangemerkt,) in wezen was, heeft ook plaats gegrepen , aangaande de Baronie van Breda , en deze daar aan onderhoorige Heerlykheden: tot dat, eindelyk, deswege een ver- * Behalven die gemelde vyf zyn, daarom frreeks noch vier andere Prince Heerlykbeden: naamlyk, de Baronie van Breda : de Willemstad : Steenbergen en PrinceLand : dan, dewyl deze vier eigenlyk tot Brabant behooren ; zullenwe de Befcbryving daarvan befpaarsu, totwe aan G^nerauthts Landen , gekomen zyn.  HOLLAND. 543 yergelyk getroffen werd * Zy zyn aan het Graaflyk Nassauwsch Huis gekomen, alreeds in 1404, door het huwelyk van Grave Engelbert I van Naffau, met Johanna , de eenige overgebleven Erfdochter uit 't oud Adelyk Huis van Polanen, welke alle. de Heerlykheden van dat Huis , aan hem ten huwelyk medebracht. Dees' Engelbert was Stadhouder van Brabant : en de Overgrootvader van dien Grave Hendrik van Nassau; die in 1515, door zyn huwelyk met Klaudia van Cbalons , het Prinsdom Oranje , in Frankryk , bekwam : welke Hy naliet, aan zyn eenigen Zoon , René , of Re- * Het is wat zeldzaams, 't welk Simon van Leeuwen (Batavia Illujlrata bladz. 1219.) uit goede Schryveren verhaald: dat, naamlyk, alle de Hertogen van Brabant, ter gelegenheid hunner Inhuldiging, plechtiglyk moeltan zweeren, Geertruidenberg en Heusden, weder onder Brabant te zullen brengen: cn dat de Graven van Holland daartegen moeiten zweeren, die zelve Heerlykheden onder Holland te zullen houden. Deze zake had geene onwelvoegzaamheid, zo lang de Hertogen van Brabant, van de Graven van Holland, onderfcheiden waren: maar, federt deu jare 1436, toen Filips de Goede van Bourgonje, die te vooren reeds Hertog van Brabant was, te gelyk, na de t'onderbrenginge zyner Nicht, Jakoba van Beyeren, Grave vam Holland werd; zyn die beiden Heerfchappyen onder één Hoofd geraakt; zonder dat ten aanzien van dien gemelden eed ie doen, eenige verandering gemaakt was. Ten einde, dan, zodanige tegenftrydigheid, in eene zo tedere zake, als de eed is, in 't vervolg te verhoeden, zyn, ingevolge haf lilde Artikel van den Munfterfchen Frede des jaars 1648, (waarby het Uti pofedetis bepaald werd) beiden Filips IV, Koning van Spanje, en de Heeren Staaten Generaal, van dezen eed ontflagen: vermits dat Artikel medebracht: dac elk zyne Landen, gelyk zy ze toen bezaten, behouden zoude.  544 HOLLAND. Renatus; die Stadhouder van Holland was. Dees' Prins, pas 32 jaren oud zynde, en ongehuwd, fneuvelde , in 1544, in het beleg van 5. Defier , in Champagne ; nadat Hy , aan zynen Neef, Grave Willem van NaJJau , ( die toen niet meer dan elf jaren oud was,) zyn Prinsdom Oranje, beneven alle de goederen, in de Nederlanden , welke uit den Huize van Polanen , van 's Vaders wege, hem waren toegevallen, by Teftament vermaakt had: naamlyk, de Baronie van Breda; de Heerlykheid Geertruidenberg enz. Dees' Grave Willem van Nassau is die zelve grondlegger der Nederlandfche Republiek, die, met den naam van Prins Wiliem I van Oranje, eeuwig zal blyven leven in de harten der Nederlanderen * Van Prins Willem I zyn, derhalven, deze goederen in de rechte lyn afgedaald , op Willem III , Koning van Groot Brittanje: en na deszelfs overlyden , in 1702 , op zyns Vaders zullers kleinzoon , Prins Johan Willem Friso , van Najjau Diets, Erffiadhouder van Friesland ; Grootvader van zyne Doorl. Hoogheid, Prins WILLEM V van ORANJE en NASSAU. De Heerlykheid GEERTRUIDENBERG in 't * Daaruit ziet men in 't verbygaan, dat deze fchoone ey fenifli, de eerfte aanleiding geven moed:, tot de voorkomft van Willem I, naar deze Nederlanden: alwaar, Hy, door zyn huwelyk met Anna van Egrnond, in 1550, ook de Graaffchappen Buuren, Leerdam, Ysselstein enz. in bezit kreeg:en kortetyd daarna,door Karel V, tot die Hoogewaardigheden verheven werd; die Hem in ftaat Helde, om zo veel goeds, ter verkryginge van Netrlands vryheid, uit te werken.  HOLLAND, 545 j-t byzonder betreffende: deze word ten ooiteri, door de rivier de Donge , van de Zuid Hollandfche Dorpen in de Langfiraat, afgefcheiden. Hiervan is de Hoofdjlad, GEERTRUIDENBERG; diédaaromitreeks, kortheidshalve, blootelyk den Berg word geheten; en eertyds, S. Geertruidenberg, tri 't Laiyn Mons Sanüx Geertrudh. Zy ligt aan de uitwatering der gemelde rivier, de Donge, in den Bies-Bofcb: drie uuren van Bredat en omtrent eeven zo verre van Hemden, Zy zou haaren naam ontfangen hebben, van Ste. Geertruid; aan welke de ftichting der Kerk dezer Stad word toegefchreven *. Zy ' is eene * Dat die Stad dus génoemt zy, ter eëre Van Ste. Geérïruid'; (die gehouden word, voor een Dochter van Pepin de Landas, den eerften Hertog van Brabant,) laat zich gernaklyk verrtaan: vermits men, in de Ro'omfche tyden, nier alleen Kerken, maar ook geheele Steden en Dorpen, riaar; zodanige geWaaiide Heiligen, benoemde: waarvan, irt de Nederlanden, tot voorbeelden verltrekkert: S. Omer: S. Amand: S. Truye: enz. maar, hoe, in den haam dezer Stad, 't woord Berg te pas kome; daar de Stad, in eenen lagen moeraiiigen grond ligt ; en geen Berg of Bergs gelykenifTe, daaromtrent, te befpeuren is; fchynt tvvyfelachtig. Wy zien dit zelve mede Hand gryperl, in ahdere. plaatzen, daaromftreeks: als Zevenbergen: Steenbergen: en Bergen op Zoom. Daarom is Joban MelanUs, (in Indiculo Sanèïoruht Belgii,) van die gedachte: dat 't woord Berg, hier, in eene geheel andere betekenifle voorkome, <3an , van een hoogte of heuvel. Hy fchryft: Non flg- nificat Montem, fed Portum; a Teutotiico, Bergen ; quod ejl abfeondere. Dat is: Dit woord betekend, geerf Berg, maar een Haven', van het Duitfch woord, Bergen; 't Welk iets" verbergen of bewaren zeggen Wil. Wil men deze gedachte , die niet onaanneemlyk is, omhelzen; zou" men 't daarvoor houden: dat, by de Stad eene bekwaame HaVen was, haaren uitgang hebbende, op de Maas; (die langs of niet. Verre van deze Stad, verby liep,) waarin men de Schepen, in tyden van onweer, bergen konde. Mm  546 HOLLAND. eene middelmatige Stad, Van 454 Huizen; en omtrent ïoodr 'inwooneren; die, voor een groot gedeelte beftaan, van de Vifchery, Vóórnaam lyk, van Steur, Zalm en Elft, in den 3ies-Bofcb. De Vijch word daar dagelyks by afflag op de Markt verkocht, en terdond naar Brabant, Vlaanderen en andere Provinciën, zelfs geheel naar Pa/ys, verzonden, met Karren, die in gereedheid daan, en nacht en dag door reiden; ten einde dezelve, zo verfcb, als mogelyk is over te brengen. Deze Vifchvangfl was voorheen zeer overvloedig. Men zegt, dat eenmaal in eenen dag, 18000 Elften gevangen werden. In 't einde der voorige eeuw, waren in een jaar gevangen, 40000 Zalmen, en 8999 Steuren: en, men voegt daarby, dat, ten einde de volle 9000 te mogen hebben, door den Kommandant, den laatften dag van het jaar, eene groote premie beloofd was, aan dien, die noch eenen Steur zou hebben konnen vangen: doch, te vergeefs» De verpachting van het water van dien hiesbofch, ter Vifchvangft, brengt aanzienlyke geldfommen op, aan het Domeiéén komptoir van zyne Hoogheid. Prins Willem 1, dien deze Stad en Heerlykheid, al in 3en aanvang der Spaanfche o'nluden ontvreemd, doch, ingevolge de Pacificatie van Cent, in 1576, weder herdeld was,heeft deze Stad zeer wel doen verflerken; welker Ommeland, door middel der Sluizen van den Emilie-Polder, kan onderwater gezet wórden. Prins Maurits van Oranje hèèft, in den jare 1580, aldaar beginnen te ftichten, het Groot Princé Hof, dus toegenoemt ter onderfcheiding, van het Klein PhiNCE-HöF; 't welk daar tegen aanftoöt, en thans gewoond word door den Kadelein en_Rentmeefter dezer Heerlykheid. Men meend, 's Princen toeleg, in de dichting van zulk een groot gebouw geweed te zyn, om den Raad van Brabant, aldaar te plaatzen, en in het zelve te dóen vergaderen , tot meer gemak der Inwooneren dezer Provincie; welke die Rechtbank onderworpen zyn. Het is langen tyd bewoond, door den Kommandant dezer Veding: dóch, dewyl liet zeer begon te vervallen, en genoegzaam onbewoonbaar te worden; zal 't eerddaags weder worden nerlïeld: waartoe, men zegt", de aanbedeedinge reeds gefchied te zyn. De Kommandant van 't Krygsvolk dezer Vesting, (gemeenlyk in één Bataillon bedaande,) heeft onder zich een' Groot Major, en een Onder Major. Alle de Kominartdanten van Geertruidenberg hebben de eere, van Succejfeuren te zyn van Prins Frederik Hendrik van Oranje ; die,  HOLLAND, 54? die, in dén jare 1593» (toen die'-Stad, te vooren fn 15*0, door den Hertog Van Parma vermeefterd, door Prins Maurits herwonnen was) door de Staaten, tot Kommandant of Gouverneur dezer Veiling, aangelleld werd. doch dewyl die Prins eerfl negen jaren oud was, onder het opzicht van den Heer Arend van Duvenveorden. Gelyk ook de ffeeriykbeid zelve, uit kracht van het Teftament zyns Vaders, Prins Willem I, aan dezen Prins, als zyn Erfgoed, was aanbedeeld. Zie J. Commelin 't Leven van Prins Frederik Hendrik: bladz. 2. Buiten de gemelde, is, ten aanzien der lotgevallen van Geertruidenberg, niet veel byzonders aantemerken ; dan alleen, dat aldaar tweemaal, te weten in den jare 1575, in den Spaarfcben Oorlog, tuffchen de Getoagtigden der Staten en die van Don Louis de Requefens, en in 1710, in den Oorlog over den Troonsopvolging, tuffchen de Gezanten der Oorlogende Mogendheden, eene Fredeban* delinge begonnen was, doch die beide vruchteloos afgelopen zyn. De Gereformeerde Gemeente dezer Stad word bediend, door twe Predikanten. Omtrent een derde deel der Inwooneren dezer Stad is den Roomfcben Godsdienft toegedaan; die aldaar een Priefter en Kerk hebben. , De Stads Regeering beftaat, uit een' Schout, twe Borgemee/leren, zeven Schepenen, een Thefaurier en een' Sehetaris. Het Stadhuis, waarin dezelve vergaderen, ftaat op een groote en zeer in de lengte uitgeftrekte markt. Naar deze Stad, word die groote Waterplas, die een overblyfzel is van den S. Èlizabethsvloed van 1421, daar rondomftreeks, gemeenlyk, het Bergschê Veld, genoemt. Anderszins, draagt zy den naam van den Bies-Bosch: ter oorzake van de menigte der Biezen, die. rondom naby den Strand in dit water groejen; die jaarlyks afgefneden, en mei geheele Scheepsladingen naar elders verzonden worden : dus, dit water van verre niet anders, dan als een Bofch vol biezen, sich vertoond. I Alreeds, voor een' geruimen tyd, is 'er een ontwerp ge» weeft, om van deze Stad een Kanaal tot Breda te graven; waardoor men, uit de laatllgenoemde Stad, veel fpoediger en gemakkelyker, dan door de Mark, naar Holland zou konnen vaaren: dan, tot hiertoe, is niets van deszelfs uitvoering geworden. Tot de Hooge Heerlykheid van Geertruidenberg, behoord mede, het Dorp Made; gemeenlyk, de Mey genoemt: omMm 2 trens  54? HOLLAND. trent een uur gaans zuidweftwaard van Geertruidenberg, aan de gfenzen der Baronie van Breda. Maar, Drimmelen , ( eigenlyk Drie mylen,) een ander Dorp, omtrent even zo verre weftwaard van gemelde Stad, en nader aan den Bies-Bofch, beneven de daaraan verknochte Buurtfchap Standhagen, is eene Ambachts Heerlykheid van zyne Hoogheid, den Heer Prins van Oranje ; welke, ten aanzien van het Hooge Rechtsgebied, aan 't Baljuwschap van Zuid Holland onderworpen is. In 't Kerkelyke, zyn Drimmelen en Made. beiden in den Emilie Polder gelegen , met elkander gekombineerd. De Hooge Heerlykheid ZWALUWE beftaat uit twe byzondere Dorpen; het een, de Hooge — en het ander, de Lage Zwaluwe genoemt. Het eerft genoemde is veel grooter en aanzienlyker, dan her laatfte. Deze Hooge Heerlykheid was, by de deeling der nalatenfchap van Koning Willem III, in 1732, aan den Koning van Pruiffen, Frederik Willem , toegewezen: dan,zyne jegenwoordige Pruiffifche Majefteit, Koning Frederik III, heeft dezelve, in 1754. verkocht, aan Haare Koninglyke Hoogheid, Princes ANNA, Douariere van OKANjE en Nassau: en dus is dezelve der Domeinen van dat Vorftelyk Huis ingelyfd By de Lage Zwaluwe, is een veir over den Bies-Bofch het welk gebruikt word, van die van Dortrecbt naar Breda, en weérom willen. ZEVENBERGEN, mede eene Hooge Heerlykheid, paald daaraan weftwaard- Zy heeft haaren naam, van de Hoofdplaats Zevenbergen : eene kleine en onbemuurde Stad, omtrent op 't midden van een Kanaal, dat, uit de rivier de Mark gegraven •is, naar de Roovaart; waardoor zy gemeenfchap heeft,met 't Hollands Diep en den Bies-Bofch. Aldaar, is eene fterke doortocht der Poflwagens, die alle dagen, uit Holland naar Antwerpen, en weder te rugge reiden. Dat Zevenbergen eertyds eene groote Stad geweeft, maar door den vloed van 1421, (die in deze Landen, alomme, eene merkelyke en na-  HOLLAND. 54s> «adeelige verandering veroorzaakt heeft,) verminderd zy; word in het algemeen gefteld. Ook was zy, naar de wyze dies tyds, gefterkt: en had, daar beneven, eeo voortreflyk Slot. Dit Slot is; in 1437, vernield, door den Hertog Filips van Bourgonje; ter gelegenheid, als Heer Gerrit van Streyen, die de party der Hertoginne Jakoba van Beyeren te fterk aankleefde, op dit Slot de wyk genomen hebbende, door Filips, aldaar belegerd werd; die, na de overgave, Heer Gerrit gevangen nam, het Slot verwoeftte, en de Wallen en Poorten der Stad, om verre wierp: waardoor zy, van eene welbemuurde Stad, een open Vlek geworden is. Noord waard van Zevenbergen, aan die zelve Trekvaart, ïag weleer 't Fort Noorddam; 't welk nu vervallen en verlaten is. De Moerdyk ligt mede, op den grond der Heerlykheid Zevenbergen: een Gehucht van eenige Huizen, by het nauw van 't Hollands Diep, door't welk, dit water vereeniging heeft, met den Bies-Bofch. Tuffchen den Moerdyk en het daar tegen overgelegen Stryer Sas, is de voorname overtocht der Pofiwagens en andere Rekuigen, uit Holland naar Antwerpen en andere Steden van Brabant en weder terug. In 't gezicht -van dezen Moerdyk, wedervoer dat droevig ongeluk, den 14 July 1711, aan zyne Doorl. Hoogheid, Prins Jan Willem Friso , Erfftadhouder van Friesland, als hy,komende uk*tleger voor Ryfel,met oogmerk,om naar 's Hage te reizen, ten einde de verfchillen, over de nagelatene goederen van Koning Willem III, met den Koning van frttijfen, in eigen Perfoon te vereffenen, in het overvaarenj aldaar, beneven zynen Opperftalmeefter, den Heer Hilken , omtrent 20 fchreden van den oever, aan de zuidzyde, tos groote ontftelteniffe van alle Vaderlandlievende Nederlanderen, in het 22 jaar zyns Ouderdoms, verdronk. Een fchielyk opkomende ftorm, met een lterke regenvlaag verzeld, deed dien Prins, die eerft in een roeifchuit was, zich naar de pont overbrengen, ten einde in zyne uitgefpannen koets, tegen den regen beveiligt te zyn: maar, eendwarrelwind wierp de koets, met alle die 'er in waren overboord. De koets, waarin zyn Hoogheid zat, is noch te zien, te Arnhem op het Prince-Hof. Zyne Hoogheids Lyk werd, niet 'voor den 22 derzelver Maand, door een Schipper vmDort naar Bergen op Zoom willende, niet verre van die plaats, op 't water dryvende ontdekt, en naar Dtrt gebracht; Mm 3 daar  55© H O L L A N D. daar het gebalzemd, en vervolgens naar Leeuwaarden QVe*~ gevoerd werd. NIERVAART , eigenlyk Vieuwervanrt, is eene Hooge Heerlykheid, tuffchen de Roovaart cn het Hollands Diep gelegen. Daarin ligt; De KLUNDERT: eertyds een Dorp, en toen ook Niert vaart geheten: dan, door Prins Willem 1, in den jare 1583,te gelyk met de naby gelegen Willemstad,met WaU len en Grachten omringt: en federt dien tyd, Klun.ert, genoemt. Zy is nu eetie geregelde Vejling: doch. van geen groot begrip. Daarom, is zy altyd met eenig Krygsvolk bezet; ftaande onder 't bevel van een' Groot Major; welke afhangt van den Gouverneur der Willemjlad. Zy ligt, aan het water de Roovaart, die van de rivier de Mark naar het Jdollands Diep loopt: en aan de overzydc van dit water, is eene tamelyk groote Schans; die van de Binnen zyde, Stad? waard, open is, doch, naar de Buiten zyde, de gedaante heeft van een Kroonwerk: wordende deze Schans, Bloemendaal , genoemt. De Stad is eil bebouwd : en daar binnen bevinden zich, eenige opene vakken, waar geene Huizen (laan. Het getal der Huizen, beloopt niet boven 100. De Hervormde Gemeente dezer Stad is, aangemerkt 't gering getal der Roomsgezinden, redelyk talryk; ftaande, onder het opzicht, van éénen Predikant; die, (gelyk alle de Predikanten dezer te vooren genotmde Prince Heerlykbeden ,) der Klaffis van Dortrecht aangefchreven is. De Kerk, die in het midden van een groot plein ftaat, is een nieuw en fraai gebouw. Zy is gefticht, of immers volgooid, inden jare 1740, in de plaats der oude Kerk, die, in den jare 1737. geheel was afgebrand. Op een ander plein dezer Stad, ftaat 't Raadhuis: en daar dicht by, een Kajleel; dat 't Prince Huis genoemt en, bewoond word, door den Rentmeefler van zyne Doorl. Hoogheid, De Stads Regeering beftaat, uit een' Baljuw, twe Borgeweeftcren en zes Schepenen. De Stad word, in 't midden, docrfneden, van een gracht, die uit de Roovaart, geleid is naar het Hollands Diep; met welke zy zich vereenigt, ten noorden dei Stad, ter piaatze, daar weleer een Schans, 't Noord Fort , geheeten, gelegen heeft. Van  HOLLAND. 551 Van daar, het Hollands Diep overftekende, beiand men in den HOEKSCHENWAARD; die ten weiten van 't Eiland van Dortrecbt ligt; waarvan dezelve door de Dortfcbe Kil is afgefcheiden: hebbende ten noorden de Oude Maas: cn ten zuiden het Hollands Diep: en wordende ten weften door het water het Spuy afgezonderd , van de Eilanden Voorn en Putten, Het is eene zeer vruchtbaare Landftreek, be> ftaande omtrent 10 uuren gaans in den omtrek. Aldaar, ontmoet men eerft het Baljuwfcbap van STRYEN: het welk noch heden zyn naam behouden heeft, van het Oud Graaffchap, StreYen; dat, in voorige tyden, zeer verre zich uitgeftrekt heeft, over de Baronie van Breda, 't Marquifaat van Bergen, de Landen van Zevenbergen , Geertruidenberg enz. die nu , en al federt den grooten watervloed van 1421, door het Hollands Diep daar van afgefcheiden zyn» De overblyfzelen van het Slot Stryen , het Stamhuis der oude Graven, zyn in de nabaurfchap van Oojlerbout, in de Baronie van Bre. da, noch te zien. De jegenwoordige Baljuw is, de Heer Mr. Gerard de Bevere, in den achten der Stad Dortrecbt enz. Het Dorp Stryen geeft thans zyn naam, aan dit Baljuwfchap: het welk zeer groot en volkryk is. De Ambachtsheer dezer plaats is, de Heer Matb. Leilevenon, Heer van "Berkenrode, Oud Schepen van jimjlerdam, en Ambafladeur Tan den Staat, aan 't Hof van Frankryk enz. Het Stryer Sas is eene Buurtfchap , zuidwaard van Stryen: dus genoemd, dewyl het water van den Stryenfchen Polder, aldaar door een Sas of Sluis in het Hollands &ie£ zich ontlaft. Alhoewel de Inwooneren dezer BuurtMm 4 fchap,  $5* HOLLAND. fch'ap, Kerkelyk, aan de Gemeente van Stryen onderrioorig zyn, is toch de Buurtfchap zelve, in 't Borgerlyke, een gedeelte der Heerlykheid Klundert : waarvan zyne Doorl. Hoogheid, de Heer Prins van Oranje en Nassau, Bezitter is. Voor den jare 1421, het groot nu tuffchen beiden fchietend water, het Hollands Diep, noch niet in wezen 7ynde; zo was die Buurtfchap, als een valt land met de Heerlykheid Klundert verknocht. Tuffchen Stryer Sas en Moerdyk, daar 't Hollands Diep 't nauvvff is, heeft men een voornaam Veir voor die uit Holland naar Brabant reizen: zynde dit 'tVeir,by welkers overtocht zyne Doorl. Hoogh. Prins Jan Willem Friso van Oranje, in 1711, verdronken is: gelyk reeds hiervoor, by den Moerdyk, is aangemerkt. Ten weften van 't Stryer Ais,'aan bei Hollands Diep, ligt Numansdorp: 't welk meer bekend is, met den naam van Buitensluis : eene Heerlykheid, die verfcheidene Arabachtsheeren heeft: want, alle die 10 morgen Lands in de 20 genoemde Gorzen van den Numans Polder in eigendon} bezit, heeft daardoor het recht, om onder de Ambachtsheeren te worden aangefchreven; die uit het midden Hunner drie Gemachtigden aanftellen, welke de Heerlykheid bellieren: van welke, jaarlyks, een afgaat, en een ander aankomt. Klaaswaal een Dorp, een uur gaans noordwaard, van Numansdorp, en omtrent te midden dezes Waards gelegen, behoord, met Numansdorp, gemeenzaamlyk, aan even dezelve Ambachtsheercn. Westmaas is mede een Ambachts Heerlykheid behoorende, aan den Heer Mr. Job. de Roo, Sekretaris der Weeska»er te Dortrecbt. Cillershoek; eene Ambachts Heerlykheid, welker Bezitter is, de Heer Mr. Job. IVouter Valkenier. Daardigrby, ziet men S. Anthony-Polder; mede een Dorp en Ambachts Heerlykheid, aan Vrouwe Theodora Odilia, Baroneffe Doys, Douariere van der Does , behoorende. 's Gravendeel, in het ooftelykfl: gedeelte desEilands,en naby de Dortfche Kil, behoord als eene Ambachts Heerlykkeid, aan de Stad Dortrecbt. Deze  H O L L A N D. 553 Dftze VII gemelde Dorpen behoren onder het Baljuivfchap van Stryen. Doch, in dat zelve Eiland liggen, meer noordwaard, en nader by de Oude Maas, noch vier Ambachts Heerlykheden, die ten opzichte van het hoog Rechtsgebied, aan de Vierfchaar van Zuid-Holland onderworpen zyn: naamlyk: Maasdam; aan een binnenwater, dat noch heden de Oude Maas genoemd word; behoorende aan Jonkheer Am. Jooft Baron van der Duin, Heer van 's Gravemoer en Bentborn. Generaal der Kavallery van dezen Staat, Gouverneur van Breda enz. enz. Puttershoek , aan de rivier de Oude Maas: welke Heerlykheid behoord, aan de Familie van Onderwater te Dortrecbt. Heinenoord; eigenlyk, Heinskcnseord; aan de zelve rivier, doch meer weftwaard : welke Heerlykheid bezeten word , van de Freule, Sara Louifa Faget van Aftendelft. Myns-Heerenland, ook Moerkerie genoemd, behoord, als een Ambachts Heerlykheid, aan den Heer Ary de Koningb. Goidschalksoord, aan de Oude Maas; over welke, aldaar een voornaam Veir is. Het is geen Kerkdorp: dan, niet te min, eene Prye Heerlykbeid, behoorende, aan den Heer vau Slingéland. In het weftlykft gedeelte van den Hoekfchenwatird, ontmoet men het Baljwwfchap BEIERLAND : de gewezen bezittinge van den onge* lukkigen Lamoraal Grave van Egmond, die in den jare 1568, te gelyk met den Grave van Hoorn, wegens zynen iever voor 's Lands Vryheid, te BruJJel openlyk onthoofd is. Dees' Grave had in den jare 1557, dien Polder, (welke, federt den Elizabethsvloed van 1421, onder h#t water was bedolven geweeft,) de eerfte Mm 5 deen.  554 H O L L A N D. doenbedyken: en ter eere zyner Gemalinne Sabina van Beyeren, Beierland genoemd. Daar na hebben Hun Edel Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland en JVeftvriesland, deze Heer. lykheid, die door dit Graaflyk Huis verkocht was, voor de Provincie genaaft: en in 1731, dezelve in drie Ambachts Heerlykheden verdeeld, en voor een fomme Gelds uitgegeven; waarvan de ééne Oud — de andere Nieuw — en de derde Zuid Beyerland worden genoemd, De jegenwoordige Baljuw is de Heer Mr. Pieter Kornelis Pompe van Meerdervoort, Raad in de Vroedfchap der Stad Dortrecbt enz. In dit Baljuztfchap, zyn door den tyd drie Dorpen aangelegt, die denzelven naam dragen, met de Polders waarin zy liggen. Oud Beierland, aan de Oude Maas, is 't eerft geftichten door de menigte der Inwooneren, die, door de aangenaamheid en vruchtbaarheid van dit geweft uitgelokt, zich derwaard ter woon begaven, in weinige jaren, der' mate we genomen, dat 't nu van binnen naar eene taamlyke Stad gelykt. De Hervormde Gemeente word door twe Predikanten bediend. Deze Heerlykheid heeft weleer behoord, aan den Heer Jan de Cerf, Borgemeefter te Rotterdam: daarna aan den Heer Job. Mart. van Harlingen: dan, in 1767 is dezelve by openbaare veiling verkocht, aan Vrouwe Ja' koba Katbarina van Schoonhoven, Douariere van wylen den Heer Pieter Meerman, en Vrouwe van Piershil. Nieuw-Beierland ligt, ten zuidweften van' Oud Beierland, aan het water, de Spuy; dat dezen Polder affcheid van t Eiland Putten. Hiervan, is Ambachtsheer Martinus Hackus, Heer van Valkenswaard enz. Zuid-Beierland, dus toegenoemd, dewyl het zuidwaard ligt, vm.Oud Beierland, aan 't Haringvliet, is meeft bekend, met den naam van den Hitzert. In den jare 1737 is deze Ambachts Heerlykheid, door de Staaten der Provincie, verkocht, aan zogenoemde Gers-Heeren, ten getale van acht en twintig; die den Polder in even zo veele Portitn onder zich gedeeld hebben; en die,- (ter zelve: wyze,  HOLLAND. J55 ais te Numansdorp,') drie Gemachtigden hebben; aan welke zy de befttering der Borgerlyke zaken, in deze Heerlykheid overlaten. Tot het Baljuwfchap van Beierland behoren , ook twe bedykte Plaaten. De ééne, de Beer genoemt, ligt fchuins tegen over Oud Beierland, in de Oude Maas: en behoord, aan den Heer Kornefa Anthoon Boon. En de andere word genoemt, de Tien Gemeeten , liggende zuidwaard, van den Hitzert, in het Haringvliet. Deze Plaat behoord , aan den Heer J. van Half-lFajfenaar. Zy is daardoor aanmerkelyk, dat de Smyrnajche Schepen, federt eenige jaren, verplicht zyn, aldaar hunne Quarantaine te houden. Alle de Predikanten van dezen Hoekfchenwaard, uitgezonderd , dien van Piershil, behooren, ouder de Klaffis van Dortrecht. Het Eiland PUTTEN ligt, naaft by den Hoekfchenwaard: en is, niet anders, dan door een fmal water, het Spuy genoemd, daarvan gefcheiden. Men zegt, dat het zynen naam ontleend hebbe, van een Dorp Putten; 't welk, by de vereeniging van 't Spuy met de Oude Maas gelegen, door den vloed van 1421, zou vergaan zyn. Dit is een afzonderlyk Baljuwfchap: welkers Baljuw den titel heeft van Ruwaard van Putten., Doch deszelfs Rechtsgebied ftrekt zich verder uit, dan over het eigenlyk gezegd Land, of .Eiland Putten: naamlyk, mede over eenige Dorpen, buiten den Ringdyk: ook, over eenige Dorpen ten noorden der Oude Maas: en zelfs eenigen, in het Eiland Over Flakke enz. Dc jegenwoordige Ruwaard is, de.Heer Mr. Didewk Bouwens. Geervliet , de Hoofdftad van Putten, is klein: en thans, onbemuurd: hebbende eene haven, die in de Bornijfe uitloopt. Deze Rivier is eertyds zeer breed en diep geweeft: en werd toen dagelyks bevaren, door groote en wel beladen  55ó H O L L A N D. den Schepen,die den Koophandel tuffchen Hollanden Zeeland onderhielden; die te Geervliet aanleggen en daar vertollen moeiten. Dan, federt dit water genoegzaam onbevaarbaar is geworden, voor zwaare Schepen; is deze van ouds vermaarde Geervlietfche Tol ve niet geraakt, tot geen klein nadeel voor dit Steedje zelve. Merkwaardig is het Slot, te Geervliet; doorgaans het Hof van Potten geïioemt. Het is van een hogen ouderdom. Het ftrekte eertyds, tot de wooning der oude Heeren van Putten: en thans, is 't de verblyfplaats van den Ruwaard, wanneer daar jegenwoordig is: gelyk ook, in één van deszelfs vertrekken, de Vierfcbaar van den Ruwaard, beneven deszelfs negen Leenmannen, gefpannen word. In den jare 3743, is dit Steedje, door Brand, jammerlyk vernield geworden : doch, federt den opbouw der afgebrande Huizeii, is 't fraajer geworden, dan te vooren. De Kerk, die by dezen Biand verfchoond bleef, is zeer oud. Op deszelfs Cboor, ziet men noch de Graf Tombe der oude Heeren van Putten. De Ambachts Heerlykheidvan Geervliet behoord, aan den Heer Mx.Okker Gevaarte, in den Oudraadder Stad Dortrecbt. Die zelve Heer is ook Ambachtsheer van twe andere Dorpen dezes Eilands; die, in het Kerkelyke faam gekombineerd, (vereenigt,) zyn: naamlyk, van Simonshaven en van Biert. Spykenes en Hekelinge zyn twe Dorpen, 't eerft aan de Oude Maas, en 't twede binnenlands gelegen: welke beiden, als Ambachts Heerlykheden behooren, aan Vrouwe Margareta Backus, weduwe van den Heer Mr. job. Cbrijl. van Geldorp. .' Alle de andere Dorpen liggen, buiten den Ringdyi van het Eiland Putten: en zyn de volgende: Züidland, aan de overzyde van't water de Bornife, is een groot en zeer aanzienlyk Dorp. Het word ook Blinkvliet genoemt: en was eertyds meeft, met den naam van Westenryk, bekend. De Heer Job. Anth. van der Merfcb is Ambachtsheer van het zelve. De Koorndyk is ook, voorheen, met een' anderan naam bekend geweeft : naamlyk , Goudsevaard. Dit ligt onder eene afzonderlyke bedyking, als een Eiland, aan het Haringvliet. Deszelfs Ambachtsheer is de Heer Lod. Rosptolen. Pers*  HOLLAND. 557 Piershil , ooftwaard van den Kóorndyk, en paaiende aan "Beierland, behoord mede onder dit Baljuwfcbap van Putten : en als eene Ambachts Heerlykheid, aan Vrouwe Jak, Katb. van Schoonhoven, weduwe Meerman; die ook Vrouw van Nieuw-Beierland is. De Predikanten dezer gemelde Dorpen ftaan onder de Klaffis van den Briel, anders, Voorn en Putten genoemt. Aan de andere zyde der Oude Maas, in het Eiland Tsfelmonde, liggen drie Dorpen, waarvan , de Ambachts Heerlykheid aan de Stad Schiedam behoord: naamlyk, Portugal: Pernisse en Hoogvliet. Charlois, aan de Maas, tegen over Delfshaven, heeft dezen naam bekomen, van den Hertog Karei van Bourgonje, de Stoute toegenaamd; by zyns Vaders Filips leven, alleen bekend met den titel, als Grave van Charlois;die deze Polder, in 1460, eerft bedykt, en naar zyn Graaffchap dus benoemd heeft. Hiervan is jegenwoordig Ambachtsheer, de Heer Aart den Hertig. Tuffchen Charlois en Portugal, in dit zelve Eiland, ziet men de Heerlykheden Rhoon en Pendrecht. Deze zyn, echter, niet onderhoorig, aan de hooge Vierfchaar van Put < ten; gelyk de vier hiervoor gemelde Dorpen; maar zyn; Vrye Heerlykbeden. Een langen tyd hebben dezelve behoord , aan een byzonder Hollands Adelyk geflachte; welk» aframmelingen, naar de eerftgemelde Heeren van Rhoon genoemd werden. Doch daarna, zyn die belden Heerlykheden overgegaan, tot het Graaflyk Huis van Bentink. Heer Willem Baron van Bentink tot Diepenbem, Kamerheer van Prins Willem III van Oranje, daarna Grave van Portland geworden, was de eerfte, die dexe Heerlykheden gekocht heeft, in den jare 1682: na wiens overlyden, dezelve gekomen zyn, aan deszelfs Zoon Grave Willem van Bentink, befchreven in de Ridderfchap van Holland, en wegens dezelve gekommitteerd ter vergadering van Hun Hoog Mog. enz. enz.' Rhoon is een fraai Dorp, zeer verre in de lengte uitgeftrekt: en deszelfs Kerk is vercierd, met eene Graftombe van dat Hoog Adelyk geflachte. Doch Pendrecht, dat noordwaard van Rhoon gelegen is, en in Oud en Nieuw-Pendrecht onderfcheiden word, is geen Kerkdorp: maar een Buurtfchap; welke desgelyks het recht eener Hooge Heerlykheid beziu Naby  555 HOLLAND. Naby Rboon, ligt het Kaiteel Valkestein. Aan de Hooge Vierfcbaar van Putten zyn, eindelyk ook ondergefchikt, eenige Ambachts Heerlykheden, in het Eifand OvER-FLAKKéé gelegen: welker befchryving, gevoeglykft, hierna volgen zal. Weftwaard van Putten, ziet men, het Land yan VOORN, tuffchen de Maas, het Haaringvliet, en de Noordzee befloten. Hoewel, die naam van Voorn zich ook verder uitbreid, dan over het Eiland; dat byzonderlyk dus genoemd word: naamlyk, mede over twe andere Eilanden , ten zuiden en zuidweften; die (hoewel zy voortyds , waarichynlyk, aan elkander gehecht geweeft zyn) nu door het breede water, het Haaringvliet, daarvan worden afgezonderd; welke zyn: Over FLAKKée en GoeREê: dewyl deze alle aan ééne Hooge Fierfchaar onderworpen zyn. Wanneer men , in dien ruimen zin , onder den naam van Voorn, alles famen begrypt, worden deze drie Eilanden , het eerfte , met den naam van Oostvoorn , het twede van Zuidvoorn , en het derde van Westvoorn, van elkander onderfcheiden. De Grond is, in alle deze Landen, by uitnemenheid vruchtbaar, in Koorn, Peulvruchten, Aardappelen, Vlajch, en voornaamlyk, in Mede; waarvan men de Meekrap maakt, die veel tot het Roodverwen gebruikt word. Ook zyn 'er vette WeVanden voor het tam vee. En uit dit alles , is lichtelyk optemaken , waarin de yoornaame bandteerhige der Ingezetenen beftaat. Ter verrichting van het Landwerk, word.n, behalven de Inboorlingen , ook veele Vreemdelingen gebruikt,. die uit de voor aanliggende  H O L L A N D. 559 de Landfchappen van het Duitfcht Ryk, in* zonderheid, Munjierland, het Hertogdom Gu~ lik enz. jaarlyks derwaard overkomen; ten einde aldaar eene winterteering door hunnen arbeid te verdienen. : Dit Land van VOORN , in dien ruimften zin genomen, is langen tyd eene vrye en ge» heel onafhanglyke Heerlykheid geweeft : en door zyne eigen Heeren beftierd geworden. 'T welk duurde tot den jare 1372 ; toen by uitfterving van 't geflachte der oude Heeren van Voorn, die zelve Heerlykheid, (zo men meend) uit kracht van Bloedvervvantfchap , door het recht der erfopvolginge , aan den Hertog Albrecht van Beyeren , dies tyds Grave van Holland, verviel. Sedert dien tyd, is deze Heerlykheid , als een Domein van Holland, geacht: en hebben de volgende Graven, uit den Huize van Bourgonje, den een' en anderen, daarmee verleid : onder welke mede geweeft is, Vrouwe Jakoba van Beieren; die, nadat zy, van haare Graaffchappen, Holland en Zeeland, had moeten afftand doen , ten behoeve van haaren Neef, den Hertog Filips van Bourgonje , deze Heerlykheid voor haar Leven lang behield ; de inkomften daarvan trekkende : gelyk zy ook , by overlyden in 1436 , haaren Gemaal Frank van Borfelen, de lyftocht daarvan overdroeg; die dezelve, in die hoedanigheid , met toeftemming des voornoemden Hertogs, tot aan zyn' Dood , welke voorviel ia 1470, beftierd heeft. Dewyl, ondertulTchen Albrecht van Beieren, en alle de volgende Graven, (zo wel als de voo-  $6o H O L L L A N D. voorjge —) te gelyk Graven van Zeelanü zv'n geweeft; behoeft men zich niet te verwonder jen, over het verfchil, of't Land van Voorn, tot Holland, dan, of 't tot Zeeland, (als gelegen tulTchen die beiden Graaffchappen ,) rnoeft gerekend worden: welk verfchil, in latere tyden , nadat de Graaflyke — in eene Republiekfche Regeering veranderd was , wel eens weder verlevendigt is geworden. De Staaten van Holland hebben zich altyd, by het eigendom dezer Heerlykheid, gehandhaafd : en voor eenige jaren fommige deelen daarvan , als Ambachts Heerlykheden verkocht. Uit deze afzonderlyke bezittinge des Lands van Voorn, is af te leiden, dat de Staaten van Holland en Wejlfriesland , daar over noch , een Raad en algemeen Rekenmeejler der Domeinen, van dien der Graaflyke Hollandfche Domeinen onderfcheiden, aanftellen. , Het Hoog Rechtsgebied word, in het Land van Voom beftierd, door een' Baljuw , en tien Leenmannen; welke jaarlyks verwiffelen: ftaande de keuze derzelver, aan den Heer Prins Erfstadhouder , uit een dubbeldtal, door Baljuw en Leenmannen opgegeven. Zy houden hunne Vergaderingen, op het Raadhuis van den Briel. De Baljuw is te gelyk Opper Dykgraaf «n Houtvefier des Lands van Voorn : en heeft onder zich, drie Subjlituut en of Stedehouders: een' over Oostvoorn: een' over Zuidvoorn: en een' over Westvoorn. De jegenwoordige Baljuw is Jonkheer Willem Lodewyk Baron van Wassenaar» Katwyk enz. enz. ■-.<■ Be*    II O L L A N D. 561 Belangende OOSTVOORN, in 't byzonder: daarin liggen de volgende plaatzen: Öostvoorn; op den noordweftelyken hoek des Eilands: haby den mond der Maas: in 't byzonder, by de Rede, die 's Lands Diep genoemd word, en zeer bekend is, voor de gewoone verzamelplaats van 's Lands Schepen, in tyden van Oorlog ter Zee. Dit Dorp behoord hier billyk't eerft genoemd, dewyl het zynen naam aan dit ganfche Land mededeeld: des te meer, dewyl de oude Heeren van Voorn aldaar hun verblyf hadden, op den zogenoemden Burgt van Voorn; een oud Slot, op een' heuvel, waarvan het muurwerk en fommige torens noch overgebleven zyn. Hoewel > andere meenen, dat het Hof, waarop de Heeren van Voorn woonden, onderfcheiden was, van dezen Burgt: gelyk de overblyfzelen daarvan, niet verre van Burgt, worden aangewezen. Onder eene noch in wezen zynde Poort van dit gebouw, is de Baljuw gewoon, by deszelfs aanftelling, zynen eed m handen der Leenmannen afteleggen. Dit Dorp is niet groot. Deszelfs Kerk heeft een taamiyk hoogen toren, die voor de Zeelieden, om den mond der Maas te vinden, tot een haak verftrekt; en ter dezer oorzake, op 's Lands koften onderhouden word. De jegenwoordige Ambachtsheer is, Jonkheer Lïillenus Willem van Leyden. Rakanje, zuidweftwaard van Ooflvoorn, aan de duinen gelegen, en de Nieuwe Hoorn , tulTchen den Briel en Helvoet/luis , doch naaft by de laaftgenoemde gelegen , zyn twe Dorpen, welke met Ooflvoorn, een' en denzelven Ambachtsheer hebben. Rakanje is merkwaardig, door zeker water de Waal genoemd, 't welk voorheen by dit Dorp ia de Zee zich placht te ontladen: dewyl, aan het zelve, een Petrificeerende kracht word toegefchreven: dus de dingen, die daarin geworpen worden, door den tyd, in Steen veranderen. De Oude Hoorn is een ander Dorp, zuidooftwaard, van den Nieuwe Hoorn, 't welk men met Ouds Hoorn, in 't Ealjuwfchap Rhynland, niet verwarren moet. Hiervan is Ambachtsheer, de Heer Jan Pruit. Hellevoet of Helvoet, eigenlyk, Nieuw Helvoet, ter onderfcheiding van Oud Helvoet; (zynde een kleine Polder , meer Landwaard in gelegen,) is een Dorp, in de na- buurfchap van den Ouden en Nieuwen Hoorn, doch Nn na-  5fJ2 HOLLAND. nader by liet Haaringvliet, behoord, als eene Ambachts Heerlykheid, aan den Heer Joh. Balth. Strik van Linfchoten. Helvloet Sluis heeft zyn naam van dit Dorp Helvoet : dewyl het water van den Nieuw Helvoetfchen Polder, aldaar , door eene Sluis in het Haaringvliet zyn uitloop heeft. Voorheen beftond die plaats in eene enkele Buurtfchap van weinige Hutzen, welker Inwooneren, in 'r Kerkelyke, aan de Gemeente van Nieuw Hellevoet, onderhoorrg waren. Dewyl, aldaar, eene bekwaame Haven was, uit welke men naar Over Flakkéé, en verder naar Zeeland, overvoer; werd 't getal der Huizen en Inwooneren, door den tyd vermeerderd: weshalven, de Hervormde Gemeente aldaar, in 1640, van een' eigen Predikant voorzien werd. 'Er was al vroeg een ontwerp gemaakt, om aldaar, ter oorzake van deszelfs bekwaame gelegenheid, en gemakkelyke af en aan- komft, door het water Flakkéé, in opzicht tot de Noordzee, eene Sterkte aanteleggen: 't welk dadelyk uitgevoerd is, omtrent den jare 1662: wanneer, men ook begon, voor de Hervormde Gemeente, die dus lang, in een gemeen gebouw haaren Godsdienft geoefend' had, een fraaje nieuwe Kerk te ltichten. In 't Iaatft der voorige Eeuw, zyn de Veftingwerken zeer vermeerderd en verbeeterd. Die fterkte heeft eene langwerpig ronde gedaante; en is voorzien, van zes Baftions; drie aan de ooft —— en drie aan de weftzyde: waarby komt, een Hoornwerk, dat zuidwaard uitfpringt, reikende tot aan 't Haaringvliet. In het midden, is een groot Dok; waar in, 's Lands Oorlogfchepen, behoorende tot de Admiraliteit van Rotterdam, anders gezegt, op de Maas, veilig konnen liggen. En dit Dok heeft, door eene lange Haven, ook gemeenfchap met het Haaringvliet. Behalven de Admiraliteitswerf, ten ooften langs dit Dok, is 'er een Admiraliteit^ Oorlogs Magazyn: en een Magazyn der Gekommitteerde Raaden; waarin de Oorlogs voorraad der Vefting zelve word opgelegt. Ook twe Logementen, één voor elk der beiden Kollegien; welke jaarlyks hunne Gedeputeerden derwaard zenden: de eene om de zaken der Admiraliteit en de anderen, om 's Lands Fortifikatien, te bezichtigen. 'Er ligt, binnen deze plaats, altyd, eene Krygsbezetting, die uit den Briel derwaard word gedetacheerd ; ftaande onder het bevel van een' Plaats Major. De Borgerlyke Regeering dezer fterkte beftaat, uit een' Schout, vyf Schepenen en een' Sekrctaris; die, naar het welgevallen van  holland. 583 Vari den Baljuw van Voorn, jaarlyks verzet word.- De Paketboot, die wekelyks tweemaal, (weêr en wind dienende,) tuffchen Helvoet/luis en Harwicb in Engeland, heen en weêrvaard, vertrekt van Helvoetfluh, 's Woensdags en Saturdags vöormiddags: met welke, niet alleen de Engelfcbe brieven, maar Ook de Reizigers (die, echter, zelve geene brieven met zich mogen voeren) heen en weerkomen: het welk eené groote levendigheid aan deze plaats veroorzaakt. Zwartewaal is een Dorp in het uoorderdeel des Eilands, een klein uur gaans ooftwaard van den Briel gelegen: aan welke Stad, de Ambachts Heerlykheid, federt 1724, door aankoop -, gekomen is. Het is een fraai Dorp, welks Inwooneren zich veel geneereu, van de Vifchvangft. Nieüwland, * gemeenlyk, ter onderfcheiding vafl veele andere Dorpen dezes zeiven naams in de Nederlanden * Briels-Nieuwlanb toegenoemd ; om de nabyheid der Stad Briel, is een klein Dorp; behoorende, als eene Ambachts Heerlykheid, aan Jonkheer Johan van Leiden, Raad in de Vroedfchap en oud Borgemeefter van Gorincbem, en nu wegens de Provincie Holland Gedeputeerd, ter Vergadering van den Raad van Staate. In het gezicht van den Briel, ligt te midden der Maas j het Eiland Rozenburg; het welk uit aangegroeide flikken en gorzen ontftaan is: en Van tyd tot tyd bedykt, in verfcheidene portien, de ééne na de andere: waardoor het nu in verfcheidene kleine Poldertjes, verdeeld is; 'Er zyn verfcheidene Huizen, hier en ginds, door het ganfch Eiland verftrooid; die alle famen tot ééne Hervormde Gemeenfe behoren; welke haaren Godsdienft verricht, in eene kleine Kerk, ftaande op den ooftelyken hoek dee Eilands, en den Polder Blankenburg genoemd. Van daar draagt * Naamlyk, Nieüwland in 't Land van Arkel: een ift de Majorie van 's Bofch: Ooster en Wester Nieüwland, iu Groningerland; enz. Na a  564 HOLLAND. draagt ook het Dorp zelve den naam Blankenburg. - In 1727, is de Ambachts Heerlykheid, door de Staaten van Holland, verkocht: en de jegenwoordige Bezitter daarvan is, de I leer Mr. Gasp. de Roo, Raad in de Vroedfchap der Stad Delft enz. In het zelve Eiland Oofi-Foorn worden, eindelyk twe Vrye Heerlykheden aangetroffen; die als zodanige aan de Hooge Vierfchaar der Landen van Foorn, niet onderworpen zyn: hebbende , zo in het llrimineele als in 't Civiele, haar eigen Rechtsgebied: naamlyk, Heenvliet en Abbenbroek. Heenvliet ligt, aan 't water, de Bomijfe, die daar ee:i Brug heeft, waarover men, langs een' aangenamen wandelweg , naar Geervliet gaat: 't welk recht daar tegen over ligt, in 't Eiland Putten. Dit is, (gelyk Geervliet,) een onbemuurd Steedje: hebbende, in het midden,een groot marktveld. Langen tyd, heeft deze Heerlykheid in eigendom kehoord, aan de Heeren van Kruiningen: doch, word nu bezeten, door den Heer Jean Louis, Baron van Aldewereld, Borgemeefter van Hattum enz.; die daar een fraai Kafteel heeft; 't welk zyn uitzicht heeft, op het gemeld Marktveld. Van het oud Slot, Ravestein, by Heenvliet, zyn noch eenige overblyfzelen te zien. Doch, van Blydestein, eu Leeuwestein, beiden mede eertyds in die nabuurfchap gelegen, is niets te zien; dan de plaatzen, (zynde beiden Heuvels,) waarop zy geftaan hebben. De andere Hooge Heerlykheid, Abbenbroek paald, aan Heenvliet zuidwaard: en ligt mede aan 't water de Bomijfe. Dit Dorp en Heerlykheid, behoord, aan Jonkheer Lukas Willem Baron van Effen, Heer van den Schajfclaar en Hilbergen, in de Veluwe gelegen, en befchreven in de Ridderfchap des Kwartiers Veluvoe. Het  HOLLAND. 565 Het ander Eiland ZUID-VOORN, word rneeft het Eiland OVER-FLAKKEE, of Over-Vlac Quéé, genoemd: dewyl het ligt, aan de over zyde van het water Flakkéé; dat het zelfde is met het Haaringvliet, en niet anders , dan in naam, daarvan verfchillende: of ook, dewyl het ligt, aan de overzydc der Flakkeefcheplaat, die zich daar, in 't Haaringvliet, gezet heeft. Sommige Dorpen dezes Eilands zyn, aan het Baljuwfchap van Voorn onderhoorig : naamlyk: Dirksland ; een groot en fchoon Dorp, in het weftelyk deel van Over-Flakkéé gelegen : hebbende eene zeer bekwaame Haven; die zich vereenigt met 't Haaringvliet. De Heer Mr. Adr. van der Goes, Borgemeefter in 'j Hage, is Ambachtsheer van Dirksland; die aldaar een Heerekuis heeft. Meliszand is, daartegen, een klein Dorp; welks Gereformeerde Gemeente, in 't Kerkelyke, vereenigt is, met Dirksland. De Ambachtsheer is, de Heer Mr. Ger. Diert, Heer van St. Elizabeths Polder, enz. Herkinge is een middelmatig Dorp, ten zuiden van Dirksland, aan het water de Bieninge, ook de Grevelinge genoemt; waardoor het Eiland Over-Flakkéé, van de Zeeuwfche Eilanden, Schouwen en Duiveland, word afgezonderd; en waarover, by dit Dorp, het voornaamft Veir is, om in het Eiland Duiveland te geraken. De Ambachtsheer is, de Heer Willem van Nieuwenhoven, Heer van Roxanife enz. De Heerlykheid Zommelsdyk , mede in dit Eiland gelegen , gaan wy ditmaal opzetlyk verby: dewyl dezelve tot de Provincie Zeeland behoord, en daarom hierna zal voorkomen. De Dorpen Oude en Nieuwe Tong , omtrent te midden des Eilands Over-Flakkéé en naby elkander, gelegen, zyn niet aan het Baljuwfchap van Voorn onderworpen, maar maken famen uit, ééne Hooge Heerlykheid, bekend met den naam van Grysoord. Deze Hooge Heerlykheid hebben Hun Edele Groot Mog.; de Heeren Staaten van Hollanden. Weftvriesland aan zich gehouden; die, over dezelve eenen Nn 3 Bal-  $66 HOLLAND. Baljuw aanfrellen, welke het hoog Rechtsgebied daarin .oefend. En voorts, behoord de Ambachts Heerlykheid, aan. zes byzondere Heeren, dia dezelve gemeenzaamlyk bezitten, in de beiden Dorpen, die groot, volkryk. en aanzienlyk zyn. De overige plaatzen dezes Eilands, op deszelfs noordelyken rand gelegen, en haar uitzicht hebbende, op het Haaringvliet, behooren onder de Hooge Vierfchaar van den Ruaard van Putten. Deze zyn Ooltgens-plaat, of'OoitjesPlaat, eertyds Oilkensplaat, genoemt, op den ooftelyklten hoek des Eilands, en in 't gezicht der Wtllemllad, gelegen, is een groot en voortreflyk Dorp: hebbende eene zeer bekwaame Haven; die dikwils word ingelopen , door de verbyvaarende Schepen , als zy, op het gevaarlyk water voor de Willemjlad, (V Hollands Diep) door florm overvallen worden. De Bommel of den Bommel * ligt weftwaard, van Ooltjensplaat, aan het Haaringvliet ; waarop deszelfs Haven uitloopt: een door Scheepvaart en Viffcheryen, zeer welVaarend Dorp. Zy behooren beiden, als eene gemeene Ambachts Heerlykheid, aan Jonkheer Franc. Kom. Baron van Aarjfeu, Heer van Sommelsdyk, Spyk enz. Kollonel in dienft van dezen Staat. De daarna volgende plaats, ten noordweften, word Stad, san 't Haringvliet genoemd: doch, is niet meer dan een Dorp; mede voorzien van eene bekwaame Haven: welks Ambachtsheer is, Mr. Jakob HalfWajfenaar. Middelharnis, ook Middelbarnas, gemeenlyk, kort heidshalve Mynbeerfsn genoemd, is een zeer volkryk Dorp; welks Inwooneren op aooo gefchat worden; die veelal beftaan van de Vifcbvangft: daarby, eene Frye Heerlykheid; die gemeenzaamlyk bezeten word, door vyf, 't zy Vry Heeren , * Dit Dorp niet te verwarren, met de Stad Zalt-Bommel: noch met het Dorp Maas-Bommel; beiden in Geldertend.  HOLLAND. 567 ren, 't zy Vry Vrouwen, die faamen een Baljuw, Schout, Dykgraaf'en Sekretaris ftellen. Aldaar is, behalven de Gereformeerde ook eene Gemeente der Doopsgezinden, onder het opzicht van een' Leeraar. WESTVOORN, word ook, en zelfs gewoonlykfte GoêRêE, geheten. Dit ligt noordweftwaard van Zuid-Voorn; van welk, het eertyds, door een tuffchen beiden loopend breed water, geheel was afgezonderd: dan, de grond is door den llib met der tyd zo zeer verhoogt geworden, dat men by laag water, niet alleen te voet, maar zelfs met reituigen , van het een — naar het ander Eiland, kon overkomen. Daarom was, reeds van voor omtrent 50 jaren, een ontwerp, by de Staaten van Holland en Weftvriesland, gevormd , om over de plaaten en gorzen , die tuffchen beiden zyn, eenen Dam te leggen; waardoor, de kreeken toegeftopt, en de fchuuringvan het water, by eiken vloed tyd, zou verhinderd worden. Dit ontwerp is, eindelyk, in den jare 1751 en 1752 ,by aanbefteeding, ter uitvoering gebracht : waardoor men verwacht , dat de gorzen, ter wederzyden van dien dam, jaarlyks zullen aanwinnen, en eindelyk, met een Dyk omgeven konnen worden. Op dit Eiland ligt: De Stad GoêRêE, eigenlyk, Coederede: dus genoemd, dewyl voor deze Stad, (die eertyds, veel nader by het water fchynt gelegen te hebben,) eene bekwaame Rede, dat is, een ankerplaats voor de in en uitvarende Schepen was. Zy is toen ook met een muur omringt geweeft: en bloeide zeer, door Scheepvaart en Viflcheryen. Zy heeft, in vroegeren tyd, onder de andere Steden van Holland, ook 8em in Staat gehad. Doch, de rampen van den oorlog, brand «n andere wederwaardigheden , hebber, aan dezelve veel Nn 4 ver-  5<58 HOLLAND. verachtering veroorzaakt. De Regeering beftaat, uit eem Subftituit Baljuw, twe Borgemeejleren en zeven Schepenen., De Gereformeerde Gemeente word door een Predikant bediend. Die plaats is daardoor aanmerkelyk, dat Paus A-driaan VI, voor deszelfs verheffing tot den Roomfcheni Stoel, aldaar de Gemeente, als Paffoor bediend heeft. Aldaar is, behalven de Gereformeerde —<■ ook eene Gemeente der Doopsgezinden; die een' vermaner heeft. Behalven de Stad Goêrêe, ligt omtrent in het midden dess Eilands een Dorp, Ouddorp geheten: waarvan Ambachts-vrouwe is, de Weduwe van wylen den Heer Jan Grin•wis. Alle de Predikanten der Landen van Voorn en Putten* maken famen éöne Klaffis uit; welke daarom de Klaffis van Voorn en Putten genoemd word: houdende haare Vergaderingen altyd, in den Briel,. Dus de Hollandfche Eilanden, bezuiden dei Maas, die wel alle famen, de Over Maaschei Landen genoemd worden , deels wyze befchouwd hebbende; keerenwe weder naar hetl Vast Land van het Zuider kwartier dezer Provincie: waar in, ten platten lande, desgelyks, aanzienlyke Baljuwschappen worden aangetroffen : als Delfland: Schieland: Rhynland : het Waterschap van Woerden : Amstelland: en het Gooiland: beneven, verfcheidene byzondere Vrye Heerlykheden. DELFLAND beflaat, den weftelykften ftreek des Zuider-kwartiers van Holland: paaiende aan de Noord zee; die wel doorgaans: door de duinen bedwongen word , dan , niett overal; moetende dit gebrek, door zwaare zeej. dyken , aan fommige plaatzen , vergoed worden : voornaamlyk, by den zogenoemden Hoekl van Holland, tegen over 's Gravezande. Datl dit Baljuwfchap zynen naam ontleend hebbe van:  HOLLAND. 569 van de Stad Delft, genoegzaam in deszelfs midden punt gelegen , lyd gene tegenfprake. Binnen deze Stad, en wel op de S. Jorispoort, houd de Baljuw van Delfland, met zyne XIII Welgeboorene Mannen , die de leden van dit Kollegie zyn, de gewoone vergaderingen. De jegenwoordige Baljuw is, federt den jare 1765, de Heer Mr. Jakob van der Lely , Raad in de Vroedfchap en oud Borgemeefter der Stad Delft enz. De gronds gejleldheid dezer landftreek is zeer voordeelig; beftaande meeft, uit vette Zaaien Weilanden. In het weftelykft gedeelte , gemeenlyk het Westland geheeten , leggen de Inwooneren zich zeer toe, op het aankweken van boomvruchten : en wel, van 't beft foort, als Perfquen , Abrikozen, Kerfen, Peeren enz. met welke de Haag, inzonderheid, gefpyzigt word. Aan andere plaatzen, nader by de grenzen van Scbieland en Rhynland, zyn eenige Veengronden, die goeden turf uitleveren. Onder de Vlekken en Dorpen, op den bodem van dit Baljuwfchap gelegen is: VLAARDINGEN: een klein uur gaans, ten weften van Schiedam, en niet verre van de plaats, waar de Vlaardinger Trekvaart in de Maas vald. Deze meend men, een der oudfte Steden van Holland geweeft te zyn: en is nu noch een groot en zeer welvarend Vlek; met Stads gerechtigheden al vroeg begunftigt. Den grootften bloei is deze plaats verfchuldigt, (behalven aan andere Vifcheryen,) byzonder aan de Haaringvangft; die, al federt eenige jaren, nsrgcns * in Holland zo wel, als te Vlaardingen, opgenomen heeft: Men heeft gezien , dat in één Zomer—Saifoen , uit Vlaardingen alleen, meer Haaringbuizen uitgelopen zyn; dan uit alle de andere gezaamlyke Hollandfche plaatzen. En dit veroorzaakt, niet alleen eenen fterken handel, voor die de buizen zelve ukruften, en den Haaring alomme binnen — Nn 5 e«  570 HOLLAND. en buitenlands verzenden; maar ook een goed middel van beftaan, aan veelen der Ingezetenen, die mede daartoe de hand leenen; als Scheepstimmerlieden, Zeilenmakers, Touwflagers, Nettenbreiè'rs, Kuipers, Haaringpakkers: als mede dien, die Koophandel in Zout dryven enz. Tot Vlaardingen behoord mede, het Vlaardinger Ambacht: zynde het Ommeland dezer Stede, meeft zich (trekkende, ten noordwesten : en onderfcheiden in verfcheidene kleine Polders; waarin men omtrent 60 Huizen vind; welker Inwooneren mede, aan het Rechtsgebied dezer Stede, onderworpen zyn: gelyk ook, die van den Hervormden Godsdienft, mede, der Gemeente van Vlaardingen, aangefchreven zyn; welke bediend word, door twe Predikanten. 'Er is ook eene Re- monftrantfche Kerk binnen en eene Roomsgezinde buiten Vlaardingen. Alhoewel deze plaats, op Delflands bodem ligt; is zy, echter met deszelver Ambacht, niet aan de Vierfcbaar van dit Baljuwfchap, onderhoorig: maar is eene Heerlykheid op zich zelve; waarvan het Hoog Rechtsgebied in den boezem der Graaflykheid van Holland beruft; en door een' byzonderen Baljuw met zekere Welgeboorene Mannen, bellierd word. En belangende de Ambachts Heerlykheid van Vlaardingen en Vlaardinger Ambacht : deze xverd weleer bezeten, door de Graaflyke, (nu Hertoglyke') Familie van Aremberg, in Brabant: dan is, alreeds, omtrent den aanvang der voorige eeuw , door dezelve verkocht : cn behoord thans, aan Jonkheer Pieter Kornelis van Leiden, veertig Raad der Stad Leiden enz.; die te gelyk , wegens de Staaten van Holland en Weflvriesland, Baljuw van Vlaardingen en deszelfs Ambacht is. Dezelve Heer heeft, aldaar een fraai Kasteel, aan het noord einde der Stede, en aan de Trekvaart ftaande; het welk, het Hof van Vlaardingen, genoemd word. Maasland en Maaslandsluis (of eigenlyk, Maasfluis,') hebben die verbinteniffe met elkander, dat zy, als twe byzondere Ambachts Heerlykheden, een geruimen tyd, door éénen Heer of Vrouw, bezeten zyn: gelyk, ook noch: zynde jegenwoordig , Vrouwe Anna Arnoldina van den Boetfelaar, Douariere van Wajfenaar Starrenburg enz. enz. Eertyds, was alles famen maar ééne Heerlykheid, met den naam van Maasland bekend; waartoe Maasland/luis, ('t welk toen, noch geen Kerkdorp, maar alleen een Buurtfchap van fommige weinige Huizen was,) mede behoorde. Doch, federt de laatftgenoemde plaats zeer fterk aangroeide,  holland. j7ï de, in getal van Inwooneren; zyn die beiden, in den jare 1614, van elkander gefcheiden; blyvende echter faamen, onder de beftiering van één' en denzelven Ambachtsheer of Vrouwe. Wat Maasland in 't byzonder betreft: dit heeft ongetwyfeld zyn naam ontfangen , van de rivier, de Maas; waaraan, deszelfs Ommelandpaald; hoewel het Dorp zelve , een groot half uur gaans, landwaard in, daarvan verwyderd ligt. De Duitfche Ridderorder der Balie van Utrecht bezit, noch, verfcheidene landgoederen by dit Dorp gelegen , die onder de beftiering van een' byzonderen Kommandeur ftaan. Deze waren de goederen der Kerk van Maasland, die door Graaf Willem II, Roomfch Koning, in 1241, aaa deze Ridderorder gefchonken zyn. Doch, de Kommanderie of het Huis, waarin de Kommandeurs van Maasland weleer hun verblyf hadden, 't welk naby de Kerk ftond, is genoegzaam geheel weggeraakt; wordende de plaats, waar het geftaan heeft, noch heden, het Kommandeurs Hof, geheten. Gelyk ook een groote Polder, noordooftwaard van dit Dorp, noch heden den naam draagt, van den Kommandeurs Polder. Van de Huizen, de Houve, en te Velde , de gewezen Stamhuizen van twe oud Adelyke Hollandfche gedachten, in de Nabuurfchap van Maasland gelegen, zyn thans mede weinige overbiyfzelen te zien. Maaslandsluis , wil, by de eigen Ingezetenen, liever Maassluis geheten zyn: zo veel gezegt, als de Sluis aan de Maas. Aan deze benaming, geven zy, boven de andere, den voorrang, uit eene byzondere verkiezing, waarin men hun geredelyk kan bewilligen. Dat, van de Sluis, die daar in den Maas-dyk is, en diend, om de binnenwateren daardoor haare ontlading te doen nebben, is ontwyfelbaar. Van deze Sluis, gaat eene brede en diepe Haven, tot in de Maas; waardoor, de Ingezetenen bekwaame gelegenheid hebben, tot de Scheepvaart. Deze is ook het voornaamft middel van beftaan der Maasfiuizenaaren: inzonderheid, zo als zy dezelve belleden, tot de Vijfcheryen, niet alleen van den Haaring, maar voornaamlyk, van Kabbeljauzv; hebbende de Kabbeljauw, door die van Maas/luis gevangen den roem van de befte te zyn, die ergens in Holland te vinden is; zo wel, die verfch verkocht en gegeten, als die, ingezouten, en alomme verzonden word; waarvan, men de oorzake daaraan toefchryft, dat de Maas? fuifehe Fifchers, gemeenlyk; het verft Zeewaard in vaaren, tos  572 HOLLAND. tot aan de Doggers bank; alwaar de grootfte en befte Visfche* worden aangetroffen. De goede opgang der gemelde Fijfcbery heeft, deze plaats, binnen korten tyd, der mate doen toenemen j in rykdom, en in veelheid van Inwooneren , dat zy, nu, voor een der grootfte en fraaifte Dorpen, of Vlekken van Holland, kan door gaan. De Ingezetenen worden, thans, op omtrent 9000, begroot. En dewyl ééne Kerk niet genoegzaam was, voor eene zo groote Hervormde Gemeente; heeft men, behalven de Oude , ia den jare 1629, eene nieuwe Kerk, beginnen te ftichten; die, na verloop van tien jaren, dadclyk voltrokken was: gelyk ook, dies tyds, by de twe Predikanten, die de Gemeente dus lang bediend hadden, een derde toegevoegt is. Deze Nieuwe Kerk is ongemeen groot, en zo van binnen, als van buiten, zeer cierlyk toegefteld: en daarby, voorzien van een prachtig Orgel, door den Heer Covert van Wyn, eeniglyk bekoftigt, in den jare 1732. Aan de Haven van Maas/luis, ftaat een deftig Gemeenlands Huis : waarin, de Dykgrave en Hoog Heemraaden fomwylen hunne vergaderingen houden. Noordooftwaard, van Maasfluis, omtrent een half uur gaans van daar, en één uur, ten zuiden van Delft, ligt Schipluiden, aan de Trekvaart, tuffchen die beiden plaatzen ; gelyk ook, tuffchen Delft en Vlaardingen: 't welk, ter oorzake van de menigvuldige doortocht van Schepen, eene groote levendigheid aan deze plaats byzet. Deze Ambachts Heerlykheid behoord, aan het Overyffelfch Adelyk geflachte van Huffel: zynde de voorige bezitter daarvan geweeft, de Heer Jul. Adolf Burehard, Baron van Huffel, na wiens overiyden, zy op deszelfs Weduwe vervallen is. Naby dit Dorp, ftond weleer 't Slot Hode.mpyl: 't Stamhuis der Adelyke Heeren, die daarvan hunnen naam ontleenden. Dit Slot is, reeds voorlang, verwoeft: doch, de grond daarvan blyft, met eenige daarop ftaande Huizen, eene byzondere Ambachts Heerlykheid; welke mede, aan het geflacht van Huffel, toebehoord. Doch, 't Slot Kenenburg , aan de overzyde der gemelde Trekvaart gelegen, is noch in wezen: en vertoond zich zeer aanzienlyk. Het oud Hollands Adelyk geflachte van Kenenburg , (aan welk ook de Heerlykheid van Schipluiden eertyds behoord heeft,) droeg, naar dit Slot, zyn' naam. Na uitfterving van dit geflachte, is dit Slot menigmaal van Bezit-  HOLLAND. 573 zitteren verwiffelt: en behoord thans, aan den Heer G. W. H Larcher van Kenenburg, Overfte Lieutenant der Kavatlerie, by de Troupen van dezen Staat. Het Woud is een klein Derp, een uur gaans zuidvveftwaard van Deift: aan welke Stad de Ambachts Heerlyk. heid behoord. In de Kerk van dit Dorp , onder eene blauwe Zerk , ligt begraven, die Aam (Adam') van der Burch: van wien het aanzienlyk geflachte der van der Burchen, te Delft, afkomftig is; overleden, in den jare 1505: van wien men verhaald, dat hy, den toenmaiigen Grave van Holland, (vermoedelyk Filips de Schoone,) met twaalf zyner Zoonen, alle te paard wel uitgeruft, in 't gemoed reidende, dezelve hem ten Krygsdienft aanbood. Men voegt daarby: dat gemelde Grave, in vergelding van deze hem zeer aangenamen dienft, aan dien Aam van der Burch, op deszelfs verzoek, bewilligde 't voorrecht, dat de Inwooneren van dit Dorp hunnen eigen Paffoor beroepen mogten. En uit dit geval, zegt men, oorfpronglyk te zyn, dat die van '/ Woud, eene veel viyer Predikants beroeping hebben, dan ergens, in geheel Neerland plaats grypt; ftaande dit recht , aan de Mans ledemaaten dezer plaats; zonder dat dezelve noch handopening, noch eenige Politieke Approbatie onderworpen is. Lier is eene aanzienlyk Dorp,twee uuren gaans ten zuidweften van Delft gelegen, aan het water de Lee, waarvan het vermoedelyk zynen naam ontleend heeft. Een half uur gaans van daar, op den weg naar Delft is het Hof te Lier, ook Oostere Lier geheeten : waarop , de oude Heeren van Lier hun verblyf plagten te hebben. Vrouwe Theodora Odilia, Baroneffe van Doys, Douariere van der Does, (die te gelyk Vrouwe der beiden Vrye Heerlykheden NoordwykBinnen en Noordivyi Buiten is) bezit, als Ambachtsvrouwe, deze Heerlykheid. Naaldwyk is een oud, vermaard en groot Dorp; twe en een half uur gaans, zuidweftwaard, van 's Hage; liggende in de vermakelykfte ftreek van 't Weflland. Het oud Adelyke geflachte van Naaldwyk, welks Heeren Bezitters dezer Vrye Heerlykheid geweeft zyn, is in de Nederlandfche gefchiedenifien, reeds voor omtrent acht eeuwen, zeer bekend geweeft. Dezelve voerden den titel van Marfchalken der Graven van Holland. Dit geflachte, (voor zo verre het Manlyk oir betreft,) met Adriaan van Naaldwyk, uitgeftorven zynde; kwam deze Heerlykheid, door huwelyk aan fatt  574 HOLLAND. het gedacht van Ligne, welks Heeren ook waren Grave» van Aremberg ; van 't welk , dezelve in 1612 gekocht werd, door Prins Frederik Hendrik van Oranje. Vaa dezen, is dezelve Heerlykheid op Prins Willem Ïi, e* daarna, op Willem III, Koning van Groot-Brittanje, afgedaald: na wiens overlyden, deze Heerlykheid, met het Kadeel Hondselaardyk als ook 's Gravezande , Wateringe en meer andere Heerlykheden, by de verdeelinge, in 1732, den Koning van Pruissen Frederik I was toegevallen. Dan, in 1754, zyn dezelve, door den jegenwoordigen Koning van Pruissen Frederik III, aan het Vorftelyk Huis, van Oranje, door Koopverdrag afgedaan» Dicht by Naaldwyk, ligt het Vorftelyk Lufthuis Hondselaardyk , eigenlyk, Hondskolredyk : 't welk aan deze Heerlykheid altyd behoord heeft: als het Slot, waarop de Heeren hun verblyf hadden. Het was eertyds een oud Slot: en een foort van fterkte. Doch, zodra was het, te gelyk met Naaldwyk, door Prins Frederik Hendrik van Oranje, in 1612, van het gedacht der Graven, (nu Hertogen) van Aremberg, niet gekocht; of, dees'heeft't zelve van den grond af herbouwd, en tot een der fraaifte Luftbuizen dezer Landen toegefteld. Het is in 't vierkant aangelegt: en ligt rondom in een' ruimen vyver. Het heeft, van binnen , een open plein, met eene overdekte Gallerie omringt. En behalven een groot voorplein, tuflchen een muur bedotten , uit welk men tot het Hofgebouw opgaat; is 't omgeven T van fraaje Tuinen, een Wildbaan, Vogelgaarde, Oranjerie en zeer aangenaame Wandeldreven. In die zelve nabuurfchap, ziet men eenige overblyfzeleu der Stamhuizen van het oud Adelyk gedachte van Woerd, Deze zyn 'er twe, naby elkander gelegen : waarvan het één, de Hooge en het ander, de Laage Woerd, genoemt word. 's Gravezande ligt weftwaard, van Naaldwyk, en nader by de Zee. Het was eertyds eene bemuurde Stad: maar is nu, een groot en aanzienlyk Vlek. Voor en aleer Grave Willem II, die te gelyk Roomfch Koning was, het Hof te 's Hage begon te ftichten, en dus voor den jare 1250, was 's Gravezande da beftendige Zetel der Graven van Holland geweeft: van waar het den naam 's Gravezande ontfangen , en dus lang behouden heeft. De namen van Hof aan eu ■Hofland, die noch in wezen zyn, ftrekken daarvan tot een getuigeniffe. Het oud Slot, meend »en, geftaan te hebben,  HOLLAND. 575 ben, ter plaatze, waar nu het Predikarits huis gevonden word: dan, dit is, in voorige oorlogen, geheel verwoeft. Ook, had die plaats weleer, door eene bevaarbaare Haven, gemeenfchap, met den mond der Maas: die echter, door de bedyking van verfcheidene tuffchen beiden gelegen Polders, is weggeraakt. Dit Vlek is allerwege omgeven, met fraaje Lufthuizen; waarop, derzelver eigenaars, in den Zomer tyd , hun verblyf hebben. De Kerk van 's Gravezande is een groot en luchtig gebouw: pronkende met een toren, die de hoogüe gefchat word, onder alle de Kerktorens der Dorpen van geheel Holland: welks fpits van enkele gebakken Steenen opgemetzeld is. Daardoor is dezelve, als hy uit Zee, met den toren der Nieuwe Kerk te Delft, in ééne rechte ]yn gezien word, den Zeelieden, tot een tzyn, om den mond der Maas te vinden. De Hooge Heerlykbeid, die in het partagie verdrag des jaars 1732, den Koning van Pruiffen was aanbedeeld, is, in 1754, door aankoop, der Domeinen van Zyne Doorl. Hoogheid, den Heere Prinse van Oranje, ingelyft. De oude Nederlandfche Gedenkfchriften gewagen, vaneen' Scheepsftryd, op de Maas, in de nabuurfchap van 's Gravezande voorgevallen, in den oorlog, dien Graaf Willem V, zyne eige Moeder Vrouwe Margaretha van Beyeren, aandeed; waarin de laatfte de neêrlaag kreeg , en genoodzaakt was, naar Engeland te vluchten. Weftwaard van 's Gravezande, daar de Duinen een eindwegs afgefpoeld en weggeraakt zyn, is een ftevige Dyk aangelegt, die de Zanddyk word genoemd, en met groote koften moet onderhouden worden. Tuffchen 's Gravezande en 's Gravenhage, liggen de drie Dorpen Monster,Ter Heide en Loosduinen,die beneven de Buurtfchap Poeldyk , famen uitmaken , eene Hooge Heerlykheid; welke, uit de nalatenfchap van Koning Willem III, in 1732 , by de bekende partagie, den Forflelyken Huize van Oranje, is aanbedeeld. Deze Heerlykheid is thans onder geenen algemeenen naam bekend: dan, niet ten onrecht, houd men 't daarvoor, datze eertyds de Heerlykheid Polanen genoemd geweeft zy. Het Ridderlyk Stamhuis, Polanen, ligt ook genoegzaam in het midden dezer Heerlykheid, ter rechterzyde van den weg, tuffchen Monfler en Loosduinen: dan, is heden niet meer, dan een gemeene Boerenwooninge; hoewel den titel en 't recht van eene Heoge Heerlykheid noch behoudende. H«t moet, voorbeen, een groot en prachtig Slot geweeft zyn: ■ ■  57<5 HOLLAND, zyn: want, 't was de wooninge der oude Heeren van /V' lanen; die onder de rykfte en aanzieniykfte der Edelen van Holland altyd gerekend zyn;.en die, by den aanvang der binnenlandfche oorlogen, tuflchen de Hoekfcben en Kabeljauwfcben, in het midden der XlVde Eeuw, de voornaamften der eerftgenoemde party geweeft zyn; die Margaretha van Beyeren, tegen haaren Zoon Willem, waren toegedaan: geduurende welke onluften in 1358, dit Slot Polanen, believen wel 17 andere Sloten der Hoehfcbe Edelen, door de Kabeljauwfchen, tot aan den grond is vernield geworden. De verwoefting van dit Slot, gelyk mede van het Slot Bink horst, word in het byzonder, op rekening der Delfdenaaren gelteld. De Bezitters van dit Stamhuis Polanen zyn, daardoor, des te meer aanmerkenswaardig, dat de eenige Dochter van Jan van Polanen, (met wien dit geflachte, naar het Manlyk oir, is uitgeflorven,) Joiianna genoemd, in den jare 1404, aan Graaf Engelbert van Naffau, die? tyds, Stadhouder van Brabant , uitgehuwelykt , alle de Heerlykheden van haar geflachte, aan het Huis van Nassau overbracht: daaronder, ook de Baronie van Breda : de Heerlykheid Geertruidenberg enz. Monster is het eerfte Dorp dezer Heerlykheid, liggende naby de Zeeduinen: zynde, met aangename Buitenplaatzen omringt. Ter Heide *, het twede Dorp dezer Heerlykheid, ligt rakende, aan de Noordzee, Dit Dorp was eertyds merkelyk groter: dan is, van tyd tot tyd, zeer verminderd, door het geweld der Zeebaaren: welke ook veroorzaakt hebben, dat binnen den omtrek van eene Eeuw, de Kerk van dit Dorp tot driemaal verplaatll, en meer landwaard in, is gefticri geworden: dewyl, de voorige telkens waren weggefpoeld. In het gezicht van dit Dorp, immers, niet meer dan via. Zee mylen van den Strand, is, den 10 Augufius 1653, dii merkwaardige Zee /lag voorgevallen, tuflchen de Engelfche en Nederlandfche vlooten; waar in de wakkere Zeeheld, Maarten Pietersz. Tromp, door een musketfchoot in de flinkerborft, het leven verloor. Van Loosduinen, het derde Dorp dezer Heerlykheid be- 1 zit • Dit Dorp Ter Heide heeft men wel te onderfcheiden, van een ander Dorp van diin zeiven naam, ia de Baronie van Breda.  HOLLAND. 577 Sic het Huis van Oranje, alleen de Helft; naamlyk, het weflelykdeel: terwyl het ooflelykdeel, dat nader by 't Hage ligt, tot het Hager Ambacht behoord: gelyk hiervoor, bladz. 423 , is aangemerkt. Daarom, voerd zyne Doorl. Hoogheid , onder deszelfs titelen, dien van. Vryheer van Half-Loosduinen. Op den grond dezer Vrye Heerlykheid, ftaat de Kerk van dit Dorp: welke het eenig overblyfzel is der van ouds vermaarde Adelyke Vrouwen Abtdy van Loosduinen; welker ftichting, in 1224, aan Graaf Floris IV, en^Deszelfs Huisvrouwe Machteld, de Dochter van Hendrik , Hertog van Brabant, word toegefchreven ; welke ■laatfte, na haar Mans dood, in den jare 1267, in deze Abtdy geftorven, en in de Kerk begraven is. Wat deze Kerk, in de voorige bygeloovige tyden, veel meer vermaard gemaakt had, betrof de Dochter des gemelden Graaf Floris IV, Margaretha genoemd, en getrouwd met Herman Graaf van Hennenberg: van welke, men verhaald: dat zy , in het 42de jaar haars ouderdoms , «in den jare 1276, op goeden Vrydag, zou bevallen zyn, van'365 Kinderen, te gelyk 5 welke door Guido, Vikaris des Biffchops van Utrecht, in deze Kerk gedoopt, en die ook, kort daarna, alle te gelyk, beneven de Moeder, geftorven en in deze Kerk ter aarde befteld zouden zyn. De omftandigheden van dit verdichtzel zyn, noch heden, op een Bord, dat aldaar aan den wand hangt, Seiden in 't Latyn en Duits, te lezen: gelyk ook aldaar, bewaard worden, de twe kopere Bekkens; in welker één, de Jongjes en in het ander, de Meisjes, de eerfte alle, met den naam Jan, en de laatfte, met den naam Elizabeth, gezegt worden gedoopt te zyn. Zie, daarvan S. van Leeuwen, Oud Batavie bladz. 1314-131Ö, en Hadr. Junii Batav. Hifi. pag. 570—573. welke laatftgenoemde Schryver, aan dit verhaal, veel geloof geeft. Van dit Dorp loopt, mar'sHage, een Straatweg, en langs denzelven, een Trekvaart; door welke men dagelyks, de Tuin en Boomvruchten, welke in en by dit Dorp geteeld worden, met Schuiten derwaard brengt. Poeldyk, onder die zelve Heerlykheid mede behoorende, is geen Kerkdorp, maar eene tamelyk groote Buurtfchap; in welke eene Roomfche Kerk ftaat; die de ruimde is, welke , in geheel Delfland, word aangetroffen. Wateringe is een fraai Dorp en Ambachts Heerlykheid omtrent anderhalf uur gaans, zuidwaard van 's Hage, aan een vliet, by Ryswyk met de Delffche vliet zich vereeniP 0 gen. I I  5?8 HOLLAND. 'jende; die ook de Watering word genoemd, en die,waarfchynlyk, dezen naam aan het Dorp mededecld. Dewyl, zuidwaard van dit Dorp, veel Veengrondword aaugetroffén; heeft men, in 1746, begonnen, aldaar Turf'te graven. Ten zuidweftert van dit Dorp, ftaat het Mof te Wateringe: 't welk, in vroegere tyden verftrekte, tot eene wooning voor de Heeren van Wateringe; die, onder de Oude Hollandfche Edelen zeer beroemd geweeft zyn. Van dit gedachte, was dia Gerrit van Wateringe; die een der Hoofden der Kabeijauwfche Faktie was; en niet te min, door Graaf Willem V, in 1358, in zyn eigen Hof, met eigen hand gedood werd. By uitderving van het gedachte der Heeren van Wateringe in 1387, geraakte deze Heerlykheid, door aanhuweiyking, aan het Huis van Naaldwyk: en is dus, vnet Naaldwyk zelve, door koopverdrag, in 1612, tot het Vorlllyk Huis van Oranje, overgegaan. Door de deeHng der nalatenfehnp van Koning Willem III, in 1732, was die Heerlykheid aan den Koning van Pruifen toegewezen: dan, in 1754, is zy, door Haare Koninglyke Hoogheid, de Princefl'e Douariere van Oranje, van den jegenwoordigen Koning van Pruifen, ingekocht, en aan de overige Domeinen van dit Vorftelyk Huis, toegevoegt. Het Hof te Wateringe is thans, van de Ambachts Heerlykheid , afgefcheiden: en behoord,, aan eenen byzonderen Eigenaar. Ryswyk, by den Haag, met recht dus toegeroemd, ter onderfcheiding, van twe andere Dorpen van dien zeiven naam, in deze Nederlanden *, ligt naby de plaats, daar de Haagfcbe zich affcheid, van de Delftfcbe en Leidfche Trekvaarten. Van hier, naar 's Hage, loopt, ter lengte van een halfuur gaans, een Steenweg, ter wederzyde met Boomen beplant; die de Ryswykfcbe weg genoemd, en veel betreden en bereden word. Dit Ryswyk is een der fraaifte Dorpen, in geheel Holland, en van eene alleraangenaamfte gelegenheid. Daarby, is dit Dorp door geheel Europa vermaard, ter oorzake van den aldaar gedoten Vrede, in den jare 1697, tuflchen Spanje, Frankryk, Croot-ürittanje, 't Duit- * Het één dezer Dorpen, Ryswyk, ligt binnen deze zelve Provincie, in het Land van Altena, aan de Maas: en het ander, in Gelderland, aan de rivier den Rhyn, tegen s>ver Wyk Duurftede, .  HOLLAND. 579 Duitfche Ryk en de Vereenigde Nederlanden. Eigenlyk, werden de byeenkomften gehouden, op het Huis te Ryswyk ; terwyl de Afgezanten uit 's Hage dagelyks zich derwaard begaven. Dit Huis, dat een zeer prachtig aanzien heeft, is, door Prins Frederik Hendrik van Oranje , aangelokt, in den jare 1634: en vermits de Hertog Wolfgang IVillem van Palts Neuburg, dies tyds in 's Hage zynde, den eerften Steen aan het zelve gelegt had; is 't daarom, hem ter eere, het Huis Neuburg of Nieuwburg, genoemd. Het behoord nu, aan zyne Doorl. Hoogheid,Neêrlands Erfstadhouder. Doch, het Dorp zelve is als twe-Heerig aantemerken: want, ten aanzien der Hooge Heerlykheid, ftaat het onder den Magiftraat der Stad Delft; die dezelve in pandfchap bezit: weshalve de Hoofdfchout, dezer Stad, doorgaans, te gelyk Baljuw van Ryswyk is: terwyl de Ambachts Heerlykbeid, daarvan in 1688, door de Regeering van '5 Hage, is aangekocht: gelyk wy hiervoor reeds hebben aangemerkt. Behalven het Huis te Ryswyk, liggen in den omtrek vaa dit Dorp meer andere Lujlhuizen: daar onder, ook fommige Adelyko Hofjleden zyn geweeft: als het Huis de Burch ; waarvan, het oud Adelyk gedachte der van der Burchen te Delft zyn naam ontleend: 't Huis te Werve, thans behorende aan den Heer Mr. Paulus Abraham Gilles, Heer tan IVaveren, Wavcrvecn, Botshol en Ruigewilnijfe, Raad en Thefaurier Generaal derVereenigde Nederlanden: 't Huis te Bloote, of Blootenburg: de Huizen te Hoorn: Gruisbeek: Óttoburg: Witzenburg: Krajenburg: Sion: eea gewezen Kloofter van Reguliere Kanoniken; door den Rotterdammer Erasmus, die een lid van dit Kapittel was, aan* merkenswaardig; enz. Noorddorp ligt een uur gaans, ten noord ooften va» Delft, genoegzaam allerwege te midden der Veenen: in welker bearbeiding, de voornaamfte handteeringe der Ingezetenen beftaat. Deszelfs Kerk is, door den Ambachtsheer, den Heer Mr. D. Bakker, in 1763, met een orgel vercierd. Pynaker óf Pynakker is een ander Dorp , ten zuidooften van Noorddorp, en rechtftreeks ten oqften van Deift, een : groot uur gaans van daar gelegen; hebbende, ten noorden en ooften, ook veele Veenen. De Kerk ftaat een \a£nig van het Dorp afgezonderd. De Schout en Gerechté~êüzet plaats zyn zeiven, bezitteren dezer Ambachts Heerlykheid; O 0 3 welke  5§o H O L L A N D. welke zy uit de Graaflykheids Domeinen, voor 11500 golden , hebben aangekocht. BijMPL 's een fraai en volkryk Dorp ; welks Inwooneren desgelyks, ten meefteu deele, van de nabygelegen Veenen beilaan. Onder hetzelve, behoord mede Rodenrys , QRoo rys,) eene Ambachts Heerlykheid uitmakende: hoewel, dit laatfte geen Kerkdorp is: hebbende oolc eene Hofjhde van dien zeiven naam, aan .het water, de Schie, gelegen. In Berkel is eene Remonflrantfche Gemeente ; die ook eene Kerk en Predikant heeft. De Gereformeerde Kerk, (die met een fraaje. Graftombe van deu Ambachtsheer vercierd is,") is nieuw; zynde gedicht, in 1732. Deze Ambachts Heerlykheid, die weleer behoord heeft, aan het gedachte van Oldenbamevelu, word thans bezeten, by den Heer Mr. Herman van Hees, Raadsheer 'in den Hove van Holland, Zeeland en iFcftvricfiand, die ook bezitter is van den nabygelegen Tempel; eene Hooge Heerlykbeid, en weleer eene Hollandfche Riddermatige Hofftede, by Berkel gelegen. O verschik word, door de wandeling, Ouwerfchie, genoemt: dan, de eerde uitfprake fchynt 't bed met de gelegenheid van dit Dorp over een te demmen: dewyl 't voor 't meerderedeel, aan de overzyde van 't water de Schie ligt, ter plaatze, daar de Trekvaarten naar Rotterdam en naar Delfsbaven zich van een affcheiden. Het is een groot en aanzienlyk Dorp. En, dewyl al wat tuflchen Delft en Rotterdam , zo te water, als te land, dagelyks heen en weêr reid, door het zelve pafleerd; geeft dit aan die plaats eene byzondere levendigheid. Door dit zelve water de Schie, word het Dorp, ten aanzien iet Ambachts Heerlykheid, iu tweë'n gedeeld: want, al wat, ten noorden dier Trekvaart ligt, behoord, aan de Stad Delft; en ten zuiden, aan de Stad Rotterdam'. Ketel , of, de Ketel, is mede een fraai Dorp ten noordooden van Schiedam, aan eene byzondere Trekvaart, die uit de Schie naar de Maas loopt, en de Poldervaart genoemt word. Aan die zelve Trekvaart, meer zuidwaard,en naby Schiedam, ziet men het fraai Huis, Spieringshoek ; weleer eene Riddermatige Hofdede: naar welk een oud Adelyk geflachte van Holland den titel voerde. De Gereformeerde Gemeenten van Delfland, met derzei-  H O L L A N D. s%i selver Predikanten, behooren, ten deele, tot de Klaffis van Delft en Delfland , en ten deele, tot de Klaffis van 's Hage. Ooft waard van Delfland, ontmoet men, het Baljuwfchap SCHIELAND: het welk, buiten allen twyfel, zyn' naam ontleend heeft, van de Schie- ftroom; hoewel, dezelve niet te midden door deszelfs bodem loopt, maar, alleen voor een gedeelte, raakt aan deszelfs weftelyke grenzen, en het aldaar van Delfland affcheid. Aan de ooftzyde , word dit land bepaald , door de Gouwe, en den Tffel: en ten zuiden door de Maas. Van binnen, word het befpoeld, door de Rotte; die eerft de Oude Lede, daarnav het Nieuwe Diep genoemd word, endoor Rotterdam in de Maas vloeid. In deze landftreek, die ruim' 12 —of 13 uu,ren gaans in haaren omtrek heeft, ziet men allerwege genoegzaam niet anders dan Veenldnden; welker grond , men aan veele plaatzen, reeds zo diep heeft uitgegraven en uitgebaggerd, dat dezelve, daardoor, in groote waierplajjen veranderd is, uit welke al het overtollig water, door eene menigte van Molens, ten deele in de Rotte, ten deele in de Maas en Gouwe, moet worden afgevoerd. Hoewel ook fommige Polders, daarna weêr droog gemalen, nu, tot bekwaam W&i — en Hooiland, gemaakt zyn. Het Baljuwschap over deze Landftreek, beneven het Dykgraafschap, is in den jare 1576, door de Stad Rotterdam aangekocht; die ook in het bezit is, der meefte daarin liggende Ambachts Heerlykheden. Daarom word tot BaljuwO o 3 en  5S2 H O L L A N D. en Dykgraaf 'altyd aangefteld, een der leden uit de Regeering der gemelde Stad: zynde die beiden aanzienlyke Ampten thans vereenigt, in den Wel Ed Geftr. Heer Mr. Adr. Reepmaker. Hy ipand de Vierfchaar, met zes Schepenen en zes Welgeborene Mannen; die hunne byeenkomften houden, in een der vertrekken van het Stadhuis te Rotterdam. Onder de. Dorpen van dit Baljuwfchap is, eene Hooge Heerlykheid: naamlyk Bleiswyk: een groot Dorp, twe uuren gaans noordwaard van Rotterdam', aan welke Stad, deze Hooge Heerlykheid (die langen tyd, van het geflachte van Bleiswyk te Delft, bezeten geweeft is,) thans behoord. 'Er is, behalven de Gereformeerde ook eene Reman- flrantfche Gemeente; die talryk is, en door een' Predikant bediend word. Van het Slot Kraanenburg , eertyds eene Riddermatige Hofftede, naby dit Dorp gelegen , aan de Rotte, is thans niets meer te zien- Aan de Stad Rotterdam , behooren ook zes Ambachts Heerlykheden van Sehieland; die beftierd worden, elk door een byzouderen Ambachtsheer; zynde een lid uit de Vroed- * fchap der gemelde Stad, zo veel als Sterf Heer: naamlyk! Kralingen, naaft by de Stad gelegen. By dit Dorp, lag weleer 't Slot Kralingen; het Stamhuis der oude Heeren van Kralingen: 't welk daarna het Slot Honingen genoemt en beueven het Huis te Krooswyk , weggeraakt is. Aldaar bevind zich eene Roomfche Kerk der zogenoemde Janfeniflen. Men ziet by dit Dorp, öok noch eenige overblyfzelen eener Kapelle; die by de Roomfchen in veel waarde gehouden word. Desgelyks, behoord, als een Ambachts Heerlykheid, aan de Stad Rotterdam, dat gedeelte van het Dorp Overschie, 't welk zuidwaard van de Schie ligt: waarvan het ander gedeelte, aan de Stad Delft, onderhoorig is. In het Ambacht van dit Dorp, ziet men het Huis StaPvBENburo: het Stamhuis van een' tak van het oud Adelyk geflachte van JVaffenaar; daarom Waffenaar van Starren}urg toegenoemd. Hadr. Junius wil, (Hifi. Batav. pag. 523.) den paam van dit Slot hebben afgeleid: 't zy, van de  HOLLAND. 5«3 de Sterren, met welke dit Huis (aan den voorgevel) be« fchilderd was: 't zy, van deszelfs torens, die, als een Zes± hoek in opzicht tot elkander geplaatft, een gedaante vertoonden, die niet ongelyk is aan die men doorgaans, in de Schilderkonft, aan de Sterren geeft. Ook lag daar omtrent het Huis te Spanger of Spance: het welk daarna verwoed: U. Hillonsberg en BergschenhoIk , beiden weftwaard van de rivier de Rotte, behoren mede, aan Rotterdam. Desgelyks Moer Kapelle, hè* uiterfte Dorp van dit Baljuwfchap, aan de greuzen van Rhynland :h welk zyn naam ontfangen heeft, van de naby gelegen Moeren; waardoor men, in Holland, de Veengronden verftaat. MooRDRECHTis een derbefte Dorpen van Schieland, aan den Tffel, omtrent een uur van Gouda (en recht tegen over het Dorp Gouderak in de Krimperwaard) gelegen. KortheidshalTe word het, gemeenlyk, Moord en de Inwooneren, zeer onwelvoegzaam, Moordenaars genoemd. De oude naam van dit Dorp was, Moerdrecht; en waarfcfrynlyk, herkomftig (gelyk zo eeven, van Moer—Kapelle, is aangemerkt,) van de Moeren, dat is, Veengronden, die daarby in menigte zyn; waar uit zeer goede Turf gebaggerd word. Men vind daar ook veele Steenbakkeryen. De doortocht der Rytuigen, dagelyks tuflchen Rotterdam en Gouda, en de verby vaart der groote Schepen, die uit Holland op Zeeland, Brabant en Vlaanderen, handel dryven, verfcharfèn aan dit Dorp, geen kleine levendigheid. De Remonflran' ten en Roomsgezinden hebben aldaar, elk eene Kerk. De Stad Rotterdam bezit mede deze Ambachts Heerlykheid. Twe Dorpen iu dit Baljuwfchap behooren als Ambachts Heerlykheden, aan de Stad Gouda: naamlyk, Kapelle en Nieuwe rkerk. Zy liggen het eerfte, rakende aan den oever -— en het ander, niet verre van den Tjfel: en worden daarom beiden, op den Tfel, of (beter gezegt,)' aan dm Tjfel, toegenoemd. En, die omfchryvinge is des te noodzakelyker, om ze te onderfcheiden, van veele andere Dorpen , welke dien zeiven naam dragen i voornaamlyk ia opzichte tot Kapelle; 't welk men, zonder dit, ligtelyk zou verwarren, met het nabygelegen Moer-Kapelle. Te Kapelle aan dmjfjl'l, een weinig zuid weftwaard van het Dorp zelve, ftaat het Slox van Kapelle .-het wdk 't recht ïleeft van eene Hals-Heerlykheid. 004- Zw-  5S4 HOLLAND. Zevenhuizen , is een taamlyk groot eu welvaarend Dorp, ten ooften der rivier de Rotte, drie uuren gaans van Rotterdam; en van die zyde allsen genaakbaar, langs een weg, tuffchen groote uitgeveende waterplaffën. Aan de noordzyde, alleen, is een Polder droog gemaakt,en tot bekwaame Weilanden vervaardigt. De Heer Hendrik van Oudbeusden is bezitter dezer Ambachts Heerlykbeid. Aldaar is mede eene groote Gemeente der Remonflranten; die eene byzondere Kerk hebben. ' By dit Dorp ftaat het Huis ten Duin, gemeenlyk het Hof genoemd. Dit is thans niet meer dan een Boerenwooning • maar was weleer een treflyk Slot, en Riddermatige Hofjlede; van welke het Oud Adelyk geflachte der Heeren van der Duin zyn naam ontleend ; aan 't welk het ook in eigendom behoord. ' De Predikanten van dit Diftrict behooren tot de Klaffis van Scfjieland. Het grootfte onder alle de Baljimfchappen in het Zuider-kwartier van Holland, is Rhynland : zich ftrekkende, van de Provincie Utrecht weftwaard, ter lengte van tuflchen zes en zeeven uuren gaans, tot aan de Noordzee. Ten ooften , grensd het aan het TVaterfchap van Woerden : 'ten zuiden , aan Delfland en Schieland: en ten noorden, aan Amstelland en Kennemerland. Dit Baljuwfchap draagt den naam, van de Rivier , die te midden daar door 't zelve loopt: naamlyk, den Rhyn; aldaar ook de Oude Rhyn genoemd. Deze plagt weleer, met haaren vollen ftroom, daardoor te vloeyen en zich te ontladen,, by Katwyk. Dan, ingevolge de oude Neêrlandfche Gedenkfchriften, zou , in den jare 8<5o, dees' oude natuurlyk mond des Rloyns, door een Zeevloed, die geheel Holland overftroomde, toegeftopt, en dsszelfs ftroom zo zeer verlegt zyn, dat genoegzaam al zyn water, na dien tyd  HOLLAND. 5S5 tyd, by Wyk Duur/lede, door de Lek, (welke voorheen , niet meer dan een klein gegraven Binnenwater was , dienende , om eenige gemeenfchap , tuflchen den Rhyn en Maas, te onderhouden,) naar de Maas, tuflchen Dort en Rotterdam, is afgeleid. Vid. Hadr. Junii Batavi Hifi. pag. 107—in. Daar door, heeft dees" Oude Rhyn (behalven wat, by Wyk Duurfiede, door een Sluis onder den Dyk, door den zogenoemden Krommen Rhyn, naar Utrecht loopt en wat, by Frees wyk, uit de Lek derwaard komt) geen ander water, dan wat, uit de Binnenlanden, en inzonderheid, uit de Feeiilanden,- en de daar in door het Turf - baggeren gemaakte waterplagen , in deze Rivier word uitgelooll. Zy heeft nu haare uitwatering, in de Haarlemmer Meir, en van daar verder, door de Spaarne, by Spaarendam, in het Te. Dewyl, echter, deze uitwatering by Spaarendam, zo door den grooten aanwas van het water in Rhynland , als , door het verhogen van Iut water van het Te , binnen den omtrek van twe of drie eeuwen, langs hoe meer bezwaarlyk word; is men, reeds voorlang, bedacht geweeft, om het Rhynwater , by het Dorp Katwyk , rechtftreeks in de Noordzee te doen ontlaften. Zelfs in de jaren 1571 en 1572 , heeft men dit ontwerp dadelyk ter proef gefteld, door een Kanaal, van Katwyk aan den Rhyn naar Katwyk aan Zee gegraven; het welk geopend zyn. de , dit water met èen groot geweld uit den Rhyn, in de Noordzee, dreef. Doch, dit Kanaal is, daarna, (zo 't fchynt,) door ftormwinden, die het zand en flib tegen den ftrand opftuuwden, weder toegeftopt, en dus 011Oo s ' bruik-  586 HOLLAND. bruikbaar geworden. Ook is deze gemelde doorgravinge, waarvan de voetftappen noch heden te zien zyn, daarna, met den naam van het Malkgat, bekend gebleven: ongetwyfeld, daar aan toegelegt door lieden , welke deze uitwatering , als onnut en dwaaslyk verzonnen hebben aangezien. In volgende jaren , is dit — of een foortgclyk ontwerp , by Dykgrave en Heemraden wel eens weder in overweeging genomen, en zyn zelfs,, van tyd tot tyd, de pylingen en waterpaiTen , ten dezen einde hervat; doch zonder dat, tot heden, iets daarvan geworden is. Zie daarvan een breedvoerig naricht, in de Befchryving van Holland, by J. S. Tirion VI. Deel bladz. 168- i8ó. Met dit ontwerp, is mede verknocht, een ander, betreffende het droog maken van de Haarlemmer Meir ; die jaarlyks, verfcheidene omliggende landen inzwelgende , daardoor grooter word: waardoor, veelerlei gedachten, voor en tegen, federt eenige jaren, waereldkundig gemaakt zyn ; die men in het aangehaald Werk insgelyks beknoptelyk, by elkander aantreft. De Grondgefieltheid dezer Lanftreeke is, daar in, onderling van elkander verfchillende: dat het ooflelyk deel doorgaans laag en waterachtig is, en beft bekwaam, om Turf uit te leveren: dan, al wat tenwejlen, nader aan de Zee ligt, hooier opreift, en daardoor beter gefchikt, tot Wei — en Bouwland. Betreffende het Hoog Rechtsgebied: dit ftaat, in de Dorpen , die daar aan onmidlyk onderhoorig zyn, by den Baljuw en XIII Welgebuorene Mannen : die hunae vergaderingen houden, op het Stadhuis te Leiden. De jegen- woor-  HOLLAND. 587 woordige Hoog Baljuw, en te gelyk Opper Dykgraaf, is de Hoog Edele Heer Frederik Hendrik, Baron van Wassenaar, Heer der beiden Katwyken enz. enz. Aan deze Hooge Vierfchaar zyn verfcheidene Dorpen onderhoorig; alle Ambachts Heerlykheden. Doch, van deze , heeft men te onderfcheiden, eenige byzondere Baljuwfchappen, die wel op den Rhynlandfchen bodem liggen; maar haare byzondere Hooge Jurisdictie hebben: en eindelyk, ook fommige Hooge — of Hals Heerlykheden, in die zelve Landftreek. In het Kerkelyke , zyn alle de Gemeenten, met derzelver Predikanten, tot twe Klaffen verdeeld : waar van de eene de Klaffis van Leiden en Neder Rhynland , en de andere van Woerden en Over Rhynland word genoemd. Met de Dorpen van het eigenlyk Baljuwfchap beginnende, komt eerft voor: Leiderdorp: aan den rechter oever des Rhyns, een lialf uur gaans ooftwaard van Leiden: een vermakelyk en zeer welvaarend Dorp; rykelyk voorzien van fraaje Buitenplaatzen, langs de beiden oevers der gemelde Rivier. Eertyds , vond men daar ook , enige Adelyke Stamhuizen; van welke, fommige noch in wezen, en andere vervallen zyn: als, Zyi, Hof, of 't Huis te Zyl; aan 't water de Zyl, 't welk naby Leiden, uit den Rhyn, naar de Leidfche en Haarlemmer Meir loopt: 't Huis te Does óf ter Does, ook Doesburg en Does Hof, genoemd; liggende, aan het water, de Does, 't welk uif den Rhyn, .naar de Braffemer Meir loopt; naar het welk^ het oud Adelyk geflachte van der Does zynen naam draagt; 't Huis ter My: 't Huis Beerenburg enz. De Ambachts Heerlykheid van Leiderdorp is reeds in 1582 , door de Stad Leiden aan zich gekocht, uit icn Huize van IFaffenaar. Dii zelve Stad bezit mede de Heerlykheden van twe au- dere  5«3 HOLLAND. dere Dorpen, in haare nabuurfchap gelegen: naamlyk, van Zoeterwoude en van Oestgeest: weshalven, de. Magifiraat dier Stad, op de Predikants beroepinge, in de drie gemelde Dorp-en veel invloed heeft. Zoeterwoude, (kortheidshalve, Zoeterwouw,) is in den jare 1610, door die Stad gekocht, van 't Geflachte van Merode. Het ligt rechtftrseks zuidwaard, van Leiden ter afftand van twe en drie kwart van een i uur gaans van daar. Deze affiand, en wel bepaaldelyk, tuflchen de torens van t Stadhuis te Leiden en van de Kerk te Zoeterwoude, is in den jare ir?22, naükeurig gemeten door den Profeiïbr Snellius; als Hy ondernam, de grootte des omtreks van den geheelen Aardkloot, wiskomtig te berekenen: en werd .bevonden, 1097 Rbynl. Roeden *, 1 voet en 7££ van een Duim f: 't welk eenige jaren later, door den Heer Profeflbr MujfchenIroek, overgezien en verbeterd is. De Kerk van dit Dorp beeft weleer behoord aan de Geeftlyke 'Ridderorder van Bi Jan; welker Ridders aldaar eene Kommanderie gehad hebben. In den omtrek van dit Dorp, zyn voortreflyke Weilanden :/wesha!ven, doorgaans gemeend word,dat de boater^ door die van Zoeterwouw' gemaakt, de befte foort der zo ze£r bekende Leidfcbe booter zy. In den omtrek van Zoeterwoude, en onder deszelfs Ambacht, lagen eertyds verfcheidene Adelyke Huizen, die aan derzelver bezitteren, hunnen Geflachtnaam hebben toege!egt: als Roodenburg of Roomburg; dat gehouden word, voor * In 't voorbygaan, zy hier aangemerkt: dat die Rhynlandfche Roeden, Voeten en Duimen, welke in de berekening der afftanden der plaatzen, by de Wiskundigen, zo zeer gebruikelyk zyn, naar deze Landflreek, waar zy eerft in gebruik gebracht zyn, haaren naatn ontfangen hebben. Zy worden des te meer, alle andere maaten voorgetrokken: dewyl die Rhynlandfche met den Ouden Romeinfchen Poet, 10 hoegrootheid , gelyk ftaat: zo als de gemelde Snelhus heeft aangewezen: Eratojlb. Batav. Lib. II. Ca» 12. r f _Den weg, door dezen vermaarden Wiskonftenaar daartoe ingeflagen, vind men nauwkeurig befchreven, door den Heet.Profeflbr Lulofs, in zyne Natuur en Wiskuni. Bejchouw. des Aardkloots, bladz. 65—71.  HOLLAND. 589 voor eene Oude Burgt, door de Romeinen gefticht, 't welk noch in wezen is: 't Huis te Zwieten: 't Huis Kroonesïein ; welke beiden noch van veel aanzien zyn, en werke; lyk' bewoond worden : de Huizen Rhynegom , Koebel , Meerburg, Boshuizen enz. Oestgeest, het derde Dorp der Stad Leiden, is geene Ambachts maar ,eene Hoege Heerlykheid; door die Stad gekocht, uit den Huize de Ligne, in 1616. Het ligt een klein uur gaans, noord ten weiten van daar, tuflchen Katwyk en Warmond. De Kerk van di: Dorp word gehouden, voor eene der oudfte, die in geheel Neerland word aangetroffen. Zy was toegeweid, aan den H. Willebrord; die geacht word, een der eerfte verkondigers van 't Etiangelie, in deze geweften geweeft te zyn. Geduurende het beleg van Leiden, in 1572 en 1573, was zy door de Spaanfchen afgebrand geweeft: dan, is daarna weder herfteld. Een lot, dat zeer gemeen was aan de Kerken der meefte Dorpen, in de nabuurfchap dezer Stad. 1 Tuflchen OeJJgeefi en Leiden, omtrent ter halver wege, aan de weftzyde der Trekvaart, ziet men het Slot Poelgeest; de Riddermaatige Hofftede van het geflachte deze» naams; het welk, onder de Hoekfche Eacïie, zeer bekend geweeft is. Dit was Oud-Poelgeest; dat men wel moet onderfcheiden van een ander Poelgeest , by Koudekerk gelegen. Het was, in de troebele tyden der Hoekfche ei» Kabbelj'auwfche ,tot den grond toe vernield: doch is daarna weder herfteld. Dit Poelgeest is, (zo men meend,) noch voor de verwoefting, vernoemd geweeft, Alkemade: dewyl het daarna, aan het geflachte van /llkemade, vervallen was. Het was de Buitenplaats van den waereldvermaarden Profeflbr Beerbave. Niet verre van daar, wat noordelyker, ontmoet men 't Slot Abtspoel; 't welk de Abten van Egmond tot hunne Luftplaats plagten te gebruiken. Meer landwaard in, een half uur gaans, ten noordweften van Leiden, ligt het Slot Endegeest; waarop de beroemde Wysgeer Renatus D'Escartes, (Cartefius,) een tyd lang, zyn verblyf gehad heeft; en dat thans bezeten en be «1 oond word, door Vrouwe Karolina Frederika, Gravinne van Bentheim Steinfurt, Douariere van Gronsfeld Diepenbroek, Vrouwe van Werkendam. Meer andere Oude Sloten, die voorheen onder Oestgeest geftaan hebben , als Haaswyk, Pabwngpoel en Torenveld , zyn daarna vervallen. Sas-  59° HOLLAND. Sassenheim, (kortheidshalve Safcm,) ligt noord ten oosten van Oejigeejl: een fraai en levendig Dorp. Dit Dorp behoorde, eertyds aan het daarby gelegen Slot, Teilingen. En vermits een der Heeren van Teilingen medeplichtig was geweeft, aan den moord van Graaf Floris V, in den jare 1296; werden, beiden 't Slot en 't Dorp Saffcnheim, aan tle Graaflykhsid verbeurd verklaard: na welken tyd , het Slot Teilingen een Jachtbuis der Graven van Holland is geworden. Ter dezer oorzake, behoord dit Dorp Sassenheim , als een Ambachts Heerlykheid, noch heden, aan de Heeren Staaten van Holland en Weflvriefland; die de beftiering derzelver overlaten aan den Lieutenant Houtvefter van Holland in der tyd; welke nu is, de Hoog Ed. Heer Willem, Graaf van Bentink, Heer van Rhoon enz. En van daar is afteleiden, dat de Lieutenant Houtvefter, wien het opzicht over de Jagt is toevertrouwd, als Kaflelein van Teilingen, in die- hoedanigheid, 's zomers, op dit Slot, of liever, in de daar by aangelegde gebouwen, zyn verblyf beeft, of hebben kan. Hef Slot zelve is zeer oud en heeft verfcheide droevige lotgevallen, van tyd tot tyd .ondergaan. Meelt, is het in deNederlandfche Gefchiedeniflen vermaard, door Vrouwe Jakoba van Beieren, de laatfte Gravin van Holland, uit het Huis van Beieren; die, na afftand gedaan te hebben, van fiaare Graaffchappen Holland, Zeeland eu Henegouwen, aan haaren Neef, Filips I van Bourgonje, in hoedanigheid, als Houtveflereffe van Holland , aldaar gewoond , en, in 1435, haar ongelukkig leven ten einde gebracht heeft. Zuidwaard van den Ouden Rhyn , liggen de volgende Dorpen : Voorburg; 't welk men, noch met Foorfchote,noch met Voorhout, (twe andere Dorpen in dit zelve Rhynland,),mag verwarren, ligt een klein uur gaans, ten ooften van 'sHage en langs de Trekvaart naar Leiden, in de lengte uitgeftrekt. Een fraai Dorp: hebbende behalven de Nederduitfche ■ ■ ook eene Franfcbe Gereformeerde Gemeente, met een Pre. dikant; die de eenige is, welke in de Hollandfche Dorpen Word aangetroffen: als mede eene vermaarde Franfcbe Koftfcbool. In 1615, is deze Ambajehts Heerlykheid, door den Prins de Ligne, aan de Stad Delft verkocht. Onder die zelve Ambachts Heerlykheid van Voorburg, bevinden zich fommige oude Adelyke Hof/leden: als Binkhorst; het Stamhuis der Heeren dezes naams, die onder d*  HOLLAND. 59r de Hoekfche Heeren, geduurende de binnenlandfche onlusten , in de XIV eeuw, zeer bekeud ge\veeft zyn ; wier Slot, ftaande asn de Haagfche Trekvaart, door die van Delft,believen het Slot Polanen, ten eenenmaal is verwoeft geworden. Het is echter, daarna weder opgebouwd, en noch in wezen. Desgelyks, het Slot Wervk, ter onderfcheiding van een ander Werve , onder de Heerlykheid Ryswyk , Oostwerve toegenoemd: 't welk behoord aan het geflacht Halewyn van der IVerve, te Dortrecbt. Het Loo of de Loo; 't welk zich zeer gemakkelyk laat onderfcheiden, van het Vorftelyk Luftflot, 't Loo op de Veluwe. Voorts Leeuwenstein , aan de Leidfche Vaart: Duivestein enz. De Leidsche Dam, ten ruimften genomen, ligt op de grenfchfcheiding, tuflchen Rhynland en Schieland, of liever op het grondgebied dier beiden. Het noordelyk gedeelte, 't welk op den Rhytlandfchen bodem ligt, behoord eigenlyk, onder Stompwyk; welk laatfte geen Kerkdorp is, maar met- Wilsveen en Tedingerbroek , eene byzondere Ambachts Heerlykheid uitmakende; die aan de Stad Leiden behoord. Het xuidelyk gedeelte op den Schielandfchen bodem, 't welk in 't byzonder de Leidfche Dam genoemd word, behoord aan de Stad Delft: want, dewyl door de Magiftraat van Delft,met vergunninge der beiden Hoog Heemraadfehappen, ter bevordering van den koophandel hunner Inwooneren, aldaar, in den jare 1578, twe Sluizen of Verlaten , met een groote Kom tuflchen beiden, aangelegt werden ; zyn ter oorzake van den fterken doortogt der Sche- * pen, by de zelve verfcheidene Huizen gebouwd , meeft Herbergen, die goede neering hebben: waarna, aldaar op den door de Stad Delft aangekochten grond, eene fraaje Koepel Kerk gefticht is; en terwyl de Gemeente dezer plaats een' tyd lang met die van Wilsveen vereenigt was geweeft, xn 1656, een byzonder Predikant gelteld, aan de Klaffis van Delft en Delfland onderhoorig. De Reizigers, die van Delft en 'j Hage naar Leiden, en weêrora vaaren, moeten aldaar van de eene Schuit in de andere overgaan. Aan den Leidfcben Dam, ftaat ook eene Roomfche Kerk, Wileveen ligt naby den Leidfcben Dam, in de Veenen, naar welke dit Dorp zyn naam draagt: behoorende aan de Stad Leiden. Zoetermeer gelegen, aan den gemeenen ryweg, van Gouda op Hage, plagt, met Zegwaard, dat een weinig ooftwaard van daar ligt, ééne gemeene Ambachts H-serlyk- beid  592 HOLLAND. heid uit te maken; die echter daarna van elkander gefcheiden zyn. Deze langduurcnde vereeniging heeft zelfs veroorzaakt , dat men de wederzydfche grensfcheiding dier beiden, bezwaarlyk ontdekken kan: 't welk, in vervolg van tyd, nadat die beiden Heerlykheden van elkander afgezonderd zyn geworden, meer dan eenmaal aanleiding tot verfchillen finpleidojen gegeven heeft. Zelfs, werd wel eens in twyfel getrokken, of de Kerk, welke die beiden Gemeenten, met elkander gemeen hebben, op deu grond van Zoeter- meer , dan op dien van Zegwaard, ftaat; en of wei aan den fleer van Zoetermeer, het recht van Kollatie, ten aanzien der beroepinge van den Predikant, en aanftelling van den Koiier enz. behoorde: hoewel, de zaak, in 1735, door een Vonnis van den Hoogen Raad, ten voordeele van den Heer van Zoetermeer, is bedift geworden. Dit Dorp Zoetermeer heeft denkelyk, zynen naam ontfangen, van een naby gelegen Meir, 't welk ter oorzake der Zoetheid van deszelfs Water, dus genoemd geweeft, dan, in den jare 1614, droog gemaalen, en in voortreflyke Weilanden, veranderd is: zynde thans bekend, met den naam van den Zoetermeerfche Polder. Daar om — en by, blyven echter veele en groote uitgeveende waterplafen; die door zeet fmalle wegen, van elkander afgezonderd zyn. Zoetermeer is een groot en vermaaklyk Dorp: met eenen Steenen ftraatweg bevloerd: en allerwege vercierd, met fraaje Buitenplaatzen ; onder welke het Huis van den Heer van Zoetermeer, niet van de minde is. Die Heerlykheid is, federt eenige jaren, veelmaalen van eigenaar verwilTeld. Thans behoord ze aan de erfgenamen van den Heer W. G. Schouten; overleden in \~66. Zegwaard, welker Gereformeerde Ingezetenen, met die van Zoetermeer, in het Kerkelyke, noch vereenigd blyven, ligt noordoodwaard van 't laatftgenoemde'Dorp. Aldaar is ook eene talryke Remonftrantfchc en eene Roomsgezinde Gemeente der zogfenoemde Janjeniflen. De Ambachts Heerlykheid behoord, aan den Heer Jan Ofy ; die te gelyk is Heer van Palenstein : eene gewezen Adelyke Hof/lede, daarby gelegen; welke nu eene Boerenwooninge is. Waddinxveen, in Noord en Zujd Waddinxveen on- derfcheiden, is een groot Dorp, niet verre van de Rivier de Gouwe: mede omringt, door verfcheidene Feenplajfen. Zy hebben ter zeiver wyze, als Zoetermeer en Zegwaard gemeenfehap van Kerk en Predikant; en zyn ten aanzien . dei  HOLLAND. 503 ilfif Ambachts Heerlykbeid, desgelyks in tweè'n onderfchei» den: behoorende NooRü-lVaddinxveen, aan den Heer Mr. Adriaan Reepmaker, Raad in de Vroedfchap der Stad Rotterdam: en Zvm-Waddinxveen, aan Vrouwe Kornelia van der Noeten , Weduwe van wylen den Heer Mr. IV. S. Boers, Raad en Borgemeefter der Stad Gouda. In het Kerkelyke is, met IVaddinxveen ook vereenigt de Gemeente van Bloemendaal; eene Ambachts Heerlykheid der Stad Gouda; alwaar ook eene Roomfche Kerk is, die door een' Priefter bediend word: gelyk m IVaddinxveen zelve eene aanzienlyke Remonftrantfcbe Gemeente is; ftaande onder het opzicht van een' Predikant. Slüipwyk ligt een klein uur gaans noordooftwaard van Geuda: en is eene Ambachts Heerlyhheid; behoorende aan Vrouwe Mar. Magdal. van Slüipwyk, Gravinne van Moens; die ook Vrouw van Ravensberg is; 't welk daar zeer naby ligt. Alphen * word met recht gehouden, voor een der grootfte en fraaifte Dorpen van geheel Holland, zeer in de lengte , langs den flinker oever van den Ouden Rbyn, die daar een grooten kronkel maakt, uitgeftrekt. Het ligt omtrent ser halver wege, tuffchen Leiden en IVoerden: en is de gewoonlyke pleifterplaats der Trekfchuiten, die tuflchen Leiden en Utrecht, dagelyks heen en weer varen. Niemand twyfeld, of de naam Alpben is een overblyfzel van Albiïtiana; (feil. cajlrd) waarvan, in de Oude Reisbefcbryving van Antoninus, (Edit. IVefeling. pag. 369.) word gewag gemaakt: en 't welk aldaar geplaatft word, X Romeinfche Mylen , van Lugdunum, (Leiden) en XVII van Trajefium: (Utrecht) dat, (dewyl, drie Romeinfche mylen, tot één uur gaans, gerekend worden,) met de ligplaats van die Dorp, in opzicht tot die beiden gemelde Steden, nagenoeg overeenftemd. Daar uit zal men dan moeten oordeelen: dat de Oude Romeinen; die men weet, iia deze Landen veel verkeerd —— eu met hunne heiren dikwils heen en weêr gezworven te hebben, aldaar eene legerplaats of Burgt hadden, met Krygsvolk voorzien: het welk, door de Oude Ro- * Dit Dorp, wel te onderfcheiden, van een ander Dorp van dien zeiven naam, in Gelderland: en va» een twede in de Baronie van Breda. pp  594 HOLLAND. Romeinfche Gedenkpenningen, die men aldaar, van tyd tot tyd, by 't omfpitten desgronds, gevonden heeft, dit zelve noch meer beveiligen. T wemaal heeft dit Dorp, door brand, groote fchade moeten lyden: eerft, in 1619; toen ben even genoegzaam alle de Huizen, ook de Oude Kerk, daardoor vernield werA, en daarna, in 1716. Des niet te min, hebben de Inwooneren, daarna zich weder herkregen: en door den aanleg van Scheepstimmerwerven, Pannebak- keryen, Kalk •—• en Steenovens, Zaag en Trasmolens, Lynbaanen enz. dit Dorp tot «en grooten bloeiftand gebracht. Zelfs worden aldaar Tabakspypen gebakken. Ook is aldaar, eene vermaarde Franfcbe Kofifchool. Eene fterke doortogt heeft deze plaats, niet alleen der Rytuigen, maar ook der groote Schepen, die van Gouda, door de Goudfche Sluis, in den Ouden Rhyn komen, en verby dit Dorp, door de Heimansvoetering, naar de Haarlemmermeer, en verder gelyk, langs dien zeiven weg, terug vaaren: 't welk daar een groote drukte en veel aftrek van levensmiddelen veroorzaakt. Ook is te Alpben het zogenaamde Alfbenfche Po/lhuis, ('t welk te voren tegen over Alphen was, daar 't alles tot Oudsboorn behoorden 't welke de Pofliljons, uit 's Hage, Dortrecbt, Rotterdam, Amfierdam en Utrecht, alle nachten famenkomende, hunne Brieven onderling verwifl'elen. Op den Dyk by Alpben, heeft Vrouwe Jakoba van Beieren, in een gevecht, over haaren Neef den Hertog Filips van Bourgonje, in den jare 1426", eene overwinning behaald. Ook, is de hier voorgemelde Goudfche Sluis daardoor aanmerkenswaardig: dat de Franfchen, in den winter des jaars 1672, onder het geleide des Hertogs van Luxemburg, van Utrecht, over het Ys tot daar doorgedrongen, met oogmerk, om den Haag en Leiden uit te pionderen, door een opkoomend dooiweér, in deu verderen voorttogt gefluit werden. Onder deze Ambachts Heerlykheid ligt, het Lufthuis Langerooden : eu in vroegeren tyd, zag men daar fommige Ridder Hof/leden-- als, het Hof te Alpben; 't Stamhuis door Adelyke Heeren van het geflachte van dien zeiven naam; het Huis te Leeuwen : de Burgt enz. Tot Alpben , behoord mede de Ambachts Heerlykheid Rietveld ; welke geen Kerkdorp is. Dezer beider Ambachts Heer is de Heer Theodor.de Smeth, Oud prefideerend Schepen van Amfierdam enz. De vermaarde Wilhelmus Heda, dia  HOLLAND. 5pS die het leven der Utrechtfche Blffcboppen gefchreven heeft» is in dit Dorp Alphen gebooren. Noordwaard van den Ouden Rhyn zyn de volgende Atr> bachts Heerlykheden van Rhynland. OudsHOorn, ligt fcbuins tegea ovar Alphen; wordende de fcheiding door den Rhyn gemaakt: hoewel de buurt* fchap, die rechtftreeks daar tegen over ligt,aan de andere zyde van den Rhyn, doorgaans verkeerdelyk, onder den naam van Alpben, mede begrepen word. Vermits, de groote Schepen, die van Gouda, over de Haarlemmer Meir, naaf Haarlem en verder willen, dit Dorp; zo wel als Alpben, doorvaaren; deelen deszelfs Ingezetenen, gelyklyk met die var» Alphen, in de voordeelen , welke deze drukke Scheepvaart aanbrengt: want, deze Schepen den Rhyn niet verder aandoen, dan, van de Goudfcbe Sluis, tot aan de HeimansHet ering, omtrent ter lengte van een halfuur gaans; welke IVetering zy in flaan, om de Brafemer-Meir, en van daar, de Haarlemmer Meir, te bereiken. De Kerk van Oudshoorn , die door den Heer Kernei, de Vlaming van Oudshoorn, in de voorige eeuw eerft gefticht is, word gehouden voor de fraaifte, die men ergens in Holland, ten platten Lande aantreft i en zy is vercierd met verfcheidene Wapenborden van het geflachte der Heeren van Oudshoorn. De Oude Heeren van dit geflachte waren, onder de voornaamfte Edelen van Holland en der Hoekfche party toegedaan. Daarna, is deze Heerlykheid door huwelyk overgegaan, tot het Adelyk geflachte van Rheede: en behoord thans, aan den Heer Baron Pieter van Rheede van Oudshoorn. Met deze Heerlykheid is vereenigt, Gnephoek, aan de weftzyde der Heimaas-Wetering gelegen. By de HeimansBrugge , over welke de Ryweg, langs den rechter oever van, den Ouden Rhyn loopt , ftaat het Gemeenlands Huis van Rhynland. . Met Oudshoom, was eertyds, beneven meer andere Heerlykheden ook vereenigt, Aarlanderveen, kortheidshalve Aarleveen genoemd; een uur gaans ooftwaard van daar, in de Veenen gelegen; van welke dit Dorp zyn' naam draagt; gelyk ook van het water de Aar; 't welk, van tegen over de Goudfcbe Sluis, noordwaard naar de Drecht loopt; en door het welk, de Trekfchuiten tuflchen Gouda en Amfierdam, heen en weêr vaaren: gelyk ook de nachtfchuiten ,die van Amfierdam naar Leiden, "s Hage, Delft «n Rotterdew Pp s wil*  5p6 HOLLAND. willen. Aldaar is een Roomfche Kerk. Deze Ambachts Heerlykheid behoord aan den Heer Alb. Nikl. Baron van Aerfen B-veren, Heer van den Lande van Voshol, en van Meteren , Kolonel en Kaptein in 't Regiment Hollandfche Quardes te voet enz. By A irlanderveen, aan den Rhyndyk, ftondt het fraaje Lüfthuis Beerendrecht: weleer eene Ridderlyke Hofftede. Doch 't zelve is in den jare 1770 afgebroken. Drie daarna volgende Dorpen, (die in eene genoegzaam rechte ;yn, naaft elkander liggen ,) naamlyk Zevenhoven : Mif.uwveen : en Kalslagen , zyn alle als Ambachts Heerlykheden, de twe eerftgemslde in 1724, en de laatfte in 1700, door de Stad Haarlem aangekocht; welker Regenten, ten aanzien van elk derzelver, eenen Sterfheer op wien deHeerlykheid verleid is, aanftellen. Zevi nhoven ligt rondom, in uitgeveende Waterplaffen: dus men niet dan door twe wegen, den eenen van de zuid- ooft en den anderen, van de noordzyde, derwaard kan naderen. Aldaar, is eene Remonfirantfche en eene Roomsgezinde Kerk. Een gedeelte van het Dorp Noorden buhoord mede onder dit Zevenhoven. Nieuwveen is het middelfle dezer drie gemelde Dorpen, ook in de Veenen; waarvan de meeften reeds uitgebaggerd zyn. Kalslagen is de derde aan de Stad Htarlem behoorende der Ambachts Heerlykheden: en de noordlykfte der drie op de grenzen van 't Slicht van Utrecht: mede van rondsom (alluenlyk, twe derwaard gaande linalle wegen uitgezonderd,; door uitgeveende Waterplaffen omringt. Rhvnzaterwouue , aan den ooftlyken rand der Braffé' mer Meir gelegen , behoord als e ne Ambachts Heerlykheid, aan den Heer Fred Hèndr. Baron van Waffenaar, Heer der beiden Kat wy ken enz. Daarby ligt het fraaje Lüfthuis Meerzicht. Lh.imi'id n ligt noordwaard van Rbynzaterwoude. nader by de Haarlemmer Meir: en behoord met Vriezekoop , dat, ooftwaavd daar aan paald, als eene Ambachts Heerlykheid,,. aan de Regeering van Amfierdam; die dezelve voor 43000; Gulden, in den jare 1727, gekocht heeft, van den GraafFr. Paul Emil. van Oultremont en Warfufe ; welks ge-" flaclne in her Bisdom Luik te huis hoord. Beiden door Lei\ muiden en Vriefekoop loopt de Vliet de Drecht; die van de. Oude Wetering beginnende, dicht by het Dorp Uifbtom, mei  HOLLAND. 597 niet den Amftel, zich vereenigt. En dewyl d«ze Brecht eene veel korter vaart naar Amfierdam geeft, dan over da Haarlemmer Meir, door Haarlem na Sparendam; zo ziet men, de kleine Schepen, die uit den Rhyn naar Amfierdam willen, immers, die.nier re breed van boord zyn, dan om door de Bitderdamfche Sluizen te geraken , genoegzaam alle, dezen weg naar Amfierdam infhtan. Desgelyks is, door dit Dorp, veel doortogt te Land: dewyl de naalte we» van Amfierdam, daar door heen leid, naar Leiden, 's Ha* ge, Bclft, Rotterdam en Couda. KurEt.sTAART.noordooftwaard van Leimuiden en allern.iafr by Kalflugen, behoord, alleen voor een gedeelte, tot Holland: want, het ander gedeelte, waarin ook de Kerk gevórrden word, ligt op den bodem van het Sticht van Utrecht; behoorende . (beneven andere daarbv eelegen Dorpen ) als eene Frye H-ei lykhcid, aan de Proofta'y vm S Jan te ¥-"'Zhf, PrfT?m Zyn de Gereformeerde Ingezetenen va* dit Ho land/cb Kudelflaait, onder het opzicht van den Predikant van het Stïchtfch 't welk eene Komhinatfé is van Uithoorn; alwaar de Predikant woond, welke der Klusfis van Ut-echt anngefchreven is. De Ambachts Heerlykh^d van dit Hollandfcb Kudelflaart, heeft de Stad AmUeidam, uit de Graaflykheids Domeinen, desgelyks aangekocht, in 1724, voor 3000 Gulden. Behalven deze XIX gemelde Dorpen , die, als Ambachts Heerlykheden,aan de Hooge Vierfchaar van Rhynland onder gefchikt zyn, bevinden zich noordwaard van Leiden, tuflchen de Noordzee en de Haarlemmer Meir, vier Dorpen, die daarna van het ander afgezonderd zyn, en nu een byzonder Baljuwfchap uitmaken : miamJyk, Noordwykerhout : Voorhout : Lisse : en Hillegom. Hiervan, is thans Baljuw de Heer Elbert Testart, Borgemeefter en Raad der Stad Haarlem, wien nejren welgeboorene Mannen toegevoegt zyn. Deze Vierfchaar word te Noordwykerhout gefpannen. De daar onderhoorige Dorpen zyn, in 1722, door de Heeren Staaten £p 3 van  5s>8 HOLLAND. van Holland en TVefivriesland, als Ambachts Heerlykbeden, verkocht geworden. Dit Noordwykerhout ligt, ten weiten der Trekvaart, tuflchen Leiden en Haarlem; en naby de beiden Noordwyken, van welke dit Dorp ongetwyfelt zyn naam ontleend; want Noordwykerhout wil, naar de taal der Hollanderen, niet anders zeggen, dan 't Noordwykerbofch; gelyk Haarlemmerhout , 't Haarlemmerhofcb. En dat aan dezen oord, weleer een groot Bofch geftaan hebbe, is uit de oude Neêrlandfche Gedenkfchriften kenbaar *: waarvan het één gedeelte , naaft by de Noordwykcn, zeer natuurlyk, het Noordwykerhout genoemd werd ; welks naam , nadat deszelfs Hout gewas door den tyd is uitgerooid, tot dit Dorp, op den grond van dit Bofch gefticht, is overgebracht geworden. Onder dit Ambacht is een Roomfcht Kerk. De Heet Frans van Hoorn is thans bezitter dezer Ambachts Heerlykheid. Een eindweg» verre noordwaard van dit Dorp ftond weleer het Slot Boekhorst of Boukhorst: het Stamhuis der Adelyke Heeren van dien zeiven naam; die onder de Hoekfche party zeer bekend geweeft zyn, en aan welke de Heerlykheid Noordwyk eertyds in eigendom behoord heeft. Dit jellachte js, in 1669, met Heer Amelis van der Boekhorft, Heer * Zie Hadr. Junius; (Batav. Hiflor. pag. 294 cY feq.~) die, onder anderen fchryft: dat dit Bofch by Haarlem aanvangende , tot aan Noordwykerhout, ter lengte van XII Roomfche Mylen, (dat is, drie uuren wegs,~) zich uitgeflrekt hebbe: en dat in zynen tyd, noch veele overgeblevene Stronken van afgehakte Boomen, daarom ftreeks, ten bewys daarvan verftrekten. Dit zelve Bofch was een der voornaamfte waar over de Houtvefter en Lieutenant Houtvefter van Holland, het opzicht hadden: gelyk ook daarvan af te leiden is , dat 't Jachthuis Teilingen , waarop de Houtvefters hun verblyf hadden, dit Bofcb zo naby lag. Dit Kollegie van Houtvefter, met acht Meeflerknaapen , die over de Jacht het bellier hebben, is noch in wezen. Deszelfs leden oefenen ook tot heden, recht over alle feitelykfcedendie tegen 't Jachtrecht bedreven worden.  HOLLAND. <99 Heer van PVimmenum, uitgeftorven. Het Slot is daarna afgebroken: en thans niet meer, dan een ftuk muurwerks, daarvan te zien. Voorhout, 't welk zuidwaard van Noordwykerhout ligt, en aan de andere zyde der gemelde Trekvaaft, ter plaatze, waar zy zich zuidooft waard wend naar Leiden, heeft denzelven naams oorfprong, als Noordwykerhout: dewyl, het voor, of aan den ingang van het gemelde Hout of Bofcb, is aangelegt. Deze naams afleidinge is meer ongedwongen , dan dat men, met anderen denzelven , van Forum Hadriani zou willen ontleenen. De Ambachts Heerlykheid word thans bezeten, by Vrouwe Margaretha Strandwyk, Weduwe van wylen den Heer Andr. Cochenius, in leven Predikant tc Amerongen. By Voorhout, ziet men noch, de overblyfzelen van het Huis Boekenburg ; dat ook een Adelyke Ridder Hofftedc fchynt geweeft te zyn. Lisse is een groot met een Steenen ftraatweg bevloerd Dorp, naby de Haarlemmer Meir, met welk het door een foort van Haven, gemeenfehap heeft. Desaelfs Ambachtsheer is de Heer Dider. Job. Heereman. Dees' Heer bézit ook 't Huis te Lisse, bezuiden het Dorp gelegen: 't welk men meend, de oud Ridderlyke Hofftede, Dever geweeft te zyn; het Stamhuis der Edelen dezes naams. Dit Huis draagt noch heden den naam van Dever: gelyk ook de Heer van Life, naar het zelve, Heer van Dever getiteld word. Op den weg van Life naar Hillegom, ziet men een ander Kafteel, 't welk het Huis te Meerenburg word genoemt. Dit is, in 1638, door Jonkheer Albr. van PVasfenaar, Heer van Alkemade, gefticht: het vertoond zich zeer deftig : en is met aangenaame wandeldreven omringt. Hillegom is het vierde der Dorpen van dit byzonder Baljuwfchap: en het uiterfte van geheel Rhynland, ten noorden; paaiende met zyn rechtsgebied, aan Kennemerland, ten ooften der Trekvaart tuffchen Leiden en Haarlem. Een Dorp van eene zeer vermakelyke gelegenheid: welks Ambachtsheer is, de Heer Mr. Job. Six, Heer van JVimmenum en Vromade, benevens Schepen en Raad der Stad Amfierdam; die aldaar een prachtig Huis bezit. Inde nabuurfchap van dit Dorp, langs de gemelde Trekvaart, zyn verfcheidene Kalkovens; in welke de Sclnilpkulk gebrand . word. Pp 4 Aan  Soo HOLLAND. Aan de Hillegommer Beek, ftaat het Hof te Hillegom; behoorende aan het geflachte van Sypeftein. Van deze gemelde Dorpen, die aan de Baljuwfchappen van Rhynland en van Noordwykerhout , onderhoorig zyn; heeft men wel te onderfcheiden, zo veele Hooge Heerlykheden, die in dezen ftreek worden aangetroffen; en die een eigen Rechtsgebied op zich zeiven hebben: van welke de befchryvinge, naar de order van derzelver gelegenheid, hier volgt. . De Hooge Heerlykheid Noordwyk • beftaat uit twe byzondere Dorpen: waarvan het één Noordwyk Binnen, en het ander Noordwyk aan Zee, genoemt word: beiden dus toegenoemt, ter onderfcheiding,van Zttidwji',nizt alleen 't welk by Wajfenaar ligt, maar ook van Katwyk, Beverwyk, Wyk op Zee, en meer andere daarom ftreeks gelegen plaatzen. Deze eertyds eene Ambachts is tot eene Hooge Heerlykheid verklaard, door 's Lands Staaten, in den jare 1604: en toen dezelve verleid, op Jonkheer Johan van der Does; (Janus Doüz*,~) wiens nageflachte dezelve noch heden is bezittende: zynde de jegenwoordige Heer, Jonkheer Wigbold Joh. Theod. van der Does, befchreven in de Ridderfchap en Edelen dezer Provincie , Droflaard over de Stad en Landen van Heusden enz.: hoewel die Heerlykheid tot heden, door zyne Hoog Edelheids Vrouwe Moeder, Vrouwe Theodora Odiiia van Doys, Douariere van den Heer Steven van der Does, als eene Douarie bezeten word. Noordwyk Binnen ligt, omtrent twe uuren gaans, noord ten weften, van Leiden: en is buiten tegenfprake, één der grootfte en fraaifte Vlekken of Dorpen, die ergens in geheel Holland te vinden zyn. Het is doorfneden met verfcheidene fteene ftraaten, ter wederzyde bezet, met zulke deftige Huizen, als fchier in eenige Hollandfche Steden worden * 'Er is een Dorp Noortwyk-.m 't We/Ier Kwartier der Provincie Stad cn Landen; 't geen men me: du Noortwyk, Biet verwarren moet,  HOLLAND. 601 den aangetroffen. Deszelfs Kerk is groot en cierlyk gebouwd. 'Er is ook eene Remonflrantfche en eene Room- fche Kerk. Men heeft 'er een Gafthuis, en een IVeeshuis, In de Tuinen van dit Dorp kweekt men veele Boomvruchten, die naar Leiden, Haarlem en Amfierdam verzonden worden. Ook worden 'er veel Touwwerk en andere Scheepsgereedfchappeu bereid. Noordwyk aan Zee word, ook, door de wandeling, Noordwyk Buiten toegenoemd. Dit Dorp is van veel kleinder begrip, dan Noordwyk Binnen: en heeft dit met de meefte andere Zee Dorpen gemeen, dat het by hooge vloedtyden , verzeld van zwaare Stormwinden , dikwerf veel geleden heeft; zo verre dat verfcheidene Huizen daar door weggefpoeld, en door de Zee verzwolgen zyn. Ook zyn de Zee Duinen, by dit Dorp, fmaller dan elders langs de Noordzee. De Inwooneren geneeren zich, meeft van de Vifchvangft. De Hooge Heerlykheid Langeveld , behoord mede aan den Heer van Noordwyk. Het beftaat uit een buurtfchap van fommige Huizen , met eene daar by gebouwde Kapelle. Ook ligt daarby, het Luflhnis Ofhem: doorgaans toegenoemt het Huis te Noordwyk: dewyl het federt het Oud Heeren Huis, in het Dorp ftaande, weggeraakt is, door dit Adelyk geflachte, in den zomertyd bewoond word. Naaft by Noordwyk Binnen , ten weften der Leidfche Trekvaart, ftond eertyds de vermaarde Abtdy Lefuwenhorst, kortheidshalve, ter Lede genoemd; die in den jare 1262, door den Heer Arend van Saffenheim, Paftoor der groote Kerk te Haarlem, ten dienfte van fommige Adelyke Jongvrouwen gefticht was. De Nonnen dezer Abtdy waren van de Cijtertienfer Order *. Sim. van Leeuwen heeft * Deze Order heeft haaren naam ontfangen, van de Stad Cifleaux, in het Latyn Ciflercium genoemt; gelegen in het Hertogdom Bourgonje, tuffchen de Steden Dijon en Verdun: alwaar weleer een Bofch was; in 't welk Robbert, Abt van 't Kloofter Molismo, de Stichter dezer Order, met fommige BenediSinen, een afgezonderd leven leiden. Zo wel de Monniken als de Xtonncn dezer Order, (welke reeds in 1098 opgekomen is,) leven naar den regel van S. Benedidus: doch, zyn van andere Benedictinen.onderfcheiden,. P p door  éót HOLLAND. heeft (in zyn Oud Batavie bladz, 1313.) een lyft van verfcheidene Abtdifen dezes Stifts medegedeeld: van welke de laatfte was, Vrouwe Jenne van der Does; die in 15-4, geftorven is. Omtrent dien zeiven tyd, is die Abtdy, geduurende de Spaanfche onluften, in deze Landen ten eenemaal vernield: en is de plaats, met de daar onder behoorende Goederen, ten behoeve der Hollandfche Ridderfchap., aangeflagen: ftaande de beftieringe derzelver,aan 't opzicht van den twedeu in rang der gemelde Ridderfchap, in hoedanigheid als Rentmeefler van Leeuwenhor/1. Van de Oude Abtdy is niets meer overgebleven , dan twee oude Poorten. Doch op de plaats, waar 't gebouw zelve geftaan heeft, is daarna een fraai Heeren Huis gefticht: 'c welk noch in wezen is. De Hooge Heerlykheid Katwyk * beftaat, (gelyk Noord•wyk) mede uit twee byzondere Dorpen: het een Katwyk aan den Rhyn, en het ander Katwyk aan Zee, ter onderfcheiding van elkander toegenoemd. Deze beiden Dorpen hebben hunnen naam ontleend, van de Oude Katten, een Volk, uit het Land van Heffen oorfpronglyk; 't welk naar 't Eiland der Batavieren de Wyk genomen, en aldaar in deszelfs weftlyk gedeelte, by de geweze uitwatering der Rivier den Rhyn, zich nedergezet had: naar het bericht van Tacitus. Aan deze Hooge Heerlykheid, zyn groote voorrechten , ten behoeven van den Heer verknocht. Deze beiden Katwyken, beneven de Heerlykheid 't Zant, (eertyds een Slot, ten zuidooften aan de overzyde des Rhyns, gelegen,) hebben voorheen behoord, aan het Brabantfch geflachte, van Ligne; welks goederen wegens de gekleefdhcid van door hun gewaad: dewyl dezen in 't wit, en de anderen in 't zwart gekleed zyn. In dit gemelde Bofch, is daarna de Abtdy en by dezelve de Stad gebouwd ; die ook naar de Abtdy Cifteaux genoemt word. In deze Abtdy, woond de Generaal dezer Order; die gezegt word 1800 Klooflers onder zyn opzicht te hebben. * Van deze Hooge Heerlykheid Katwyk , laat zich gemaklyk onderfcheiden, de Buurtfchap Katwyk , in 't Lrnd van Kuik, aan de Rivier de Maas gelegen ; over welke Rivier, aldaar 't veir, uit Brabant, naar Nymen is; 't welk het kat'Wykfch Veir genoemd word.  HOLLAND. f5o3 van dit Huis, aan de belangen des Konings van Spanje, verbeurd verklaard zyn. De jegenwoordige bezitter is , Jonkheer Frederik Hendrik, Baron van Waffenaar, befchreven in de Ridderfchap en Edelen van Holland en WejlFriesland enz. die te Katwyk aan den Rhyn, een voortreflyk Kajleel heeft; waarin hy 's zomers zyn verblyf heeft. De Kerk van dit Dorp praald ook met een fraaje Graftombe van dit hoog Adelyk gedachte: gelyk zy ook door den jegenwoordigen Heer van Kativyk met een cierlyken Orgel begiftigt is, in den jare 1765. Die zelve Kerk behoorde in de Roomfche tyden, aan de Land Kommanderie der Duitfche Ridderorder, te Utrecht. 'Er was toen ook by de Kerk een Huis, 't welk door deu Kommandeur van Katwyk bewoond werd, die het opzicht over deze Kerk had; en de plaats, waar deze Kommanderie gedaan heeft, word noch heden het Kommandeurs Hof genoemt. De Ridders dezer Order (welker gedaante, federt de Reformatie, eene groote verandering ondergaan heeft) ftellen noch uit '/ midden hunner eenen Kommandeur van Katwyk; die te gelyk Kommandeur der S. Pieters Kerk te Leiden is; en die de tienden, benevcn eenige Erfpachten dezer Heerlykheid, blyft genieten. Die beiden Dorpen zyn zeer groot en aanzienlyk : hoewel Katwyk aau Zee het ander, aan den Rhyn gelegen , in getal van Huizen en Inwooneren, merkelyk overtreft. Het heeft een Gajlhuis en een Weesbuis. Aldaar geneeren zich de meede Ingezetenen, van de Vifchvangjl, inzonderheid Kabeljauw en Schelvifch; die zy te Leiden, en elders, ter markt brengen. En die niet zeiven ter Zee vaaren, hebben hunne kodwinning, van 't netten breijen. Te Katwyk aan den Rhyn, ziet men ook vele Lynbaanen, Linneblekeryen, Kalk- en Steenovens. Wat Katwyk aan Zee , inzonderheid aanmerkenswaardig maakt, is het Huis te Britten, by de Latynfche Schryveren Arx Britannica geheeten: een gewezen Oud Slot, naaide Romeinfche bouworder gedicht, dat op halverwege tus- fchen dit en 't Dorp Noordwyk"aan Zee, voorheen op Strand gedaan heeft, en op eenen genoegzaam verheven grond , oin niet door den vloed overftroomd te konnen worden: doch 't welk daarna, (zo men meend,) door de Noordmannen is verwoed geworden: en welks grondflageu, door 't afnemen van dien Strand, dieper ingezonden , en nu onder het Zeewater verzwolgen liggen. Verfcheidene gillingen zyn, door de kenners der Oudheden vau ons I  ©o4 HOLLAND. ons Vaderland, van tyrl tot tyd gevormd, aangaande den oorfprong van dit Slot; ten aanzTen van welke , niemand met zekerheid Iets zal durven b pa en. De gemeende gedachte loopt hierheen: dat Keifer Kaligula omtrent 40 jaren na's Heiland? geboorte, den eerden aanvang gemaakt heeft, met den opbouw van dit Slot: dewyl Suetonius van hem verhaald; ,. dat hy aldaar, ter eedaclitenifle eener be„ haalde overwinninge, een' zeer hoogen Toren gebouwd „ heeft; die door daarop ontdoken lichten, des nachts, „ voor de verhy varenee .Schepen ten vuurbake verdrekte.,, Doch naderhand, zouden de Keifers Stp.'imus Severus en Markus Aurelius Antcmtius dit gebouw vergroot, en ten dienden der Romeinfche legers, als zy in dezè Landen verkeerden, een Wapenhuis daarvan gemankt hebben: welk laatde duidelyk is afteneraen, uit het opfchrift an een' ouden Steen, die dnar gevonden is, en op het Huis te Kat•wyk noch heden bewaard word; op welken dezer beider namen, a'i Herdellers van dit Wapenhuis, (Armamentarium) te lezen zyn. M.-n h>efl daarvan een breedvoerige befchryving, by Hadrianus Junitts: (Batav. Hiflor. Cap. X. pag. 192 217.) gelyk mede van de Steenen en andere Gedenk- ftukken der Oudheid, welke aan deze plaats, van tyd tot tyd opgedolven zyn. En het Slot zelve, met deszelfs Ommeland, ziet men afgebeeld, in eene oude Schildery, die mede bewaard word, op liet Huis te Katwyk: waarvan de aftekening, in 't Koper gebracht, gevoegt is, in den Atlas der NederUndfehe Kaarten van Halma. Gemelde Steenen en de andere Stukken der Oudheid, zyn gevonden in den jaren 1520, 1552 en 1562; ter gelegenheid, dat, by zeer laag water, de Fondamenten van dk Huis te Britten, 011derfcheidenlyk te vqorfchyh kwamen. En dit zelve is noch éénmaal, in onzen tyd gebeurd, in den jare 1752, den 27 Auguflus en eenige volgende dagen; als een ooden wind, die geduurende de grootde helft dier zelve maand gewaaid had, overal langs den Hollandfche Strand, een ongemeene iaage Zee maakte. Toen heeft de nieuwsgierigheid veele lieden derwaards gelokt, om deze merkwaardige Fondamenten te bezien , en te meeten. Men vond dezelve 600 febteden , ten noordooden van Katwyk :m 80 fchreden ,van den gewoonlyk bloot liggenden oever. Van het gebouw zelve heeft men niets anders konnen ontdekken, dan Paalwerk; bedaande. in ééne drie of vierdubbele rei, zich drek- kende omtrent Paralel, met den Strand, ter lengte van 79 voe-  H G L L A N D. 605 roeten: zynde de paaien selve doorgaans, ter .hoogte van eenen voet boven den grond uitftekende. Aan elke der beiden einden van dit paalwerk, waren naar den kant der Duinen, twe halve ciikcls, mede van paalwerk gemaakt; van welke, de middeilyn, (Diemeter,) de lengte van 18 voeten had. Van deze halve cirkels, zag men ook zee waard, eenige paaien naaft elkander ftaan; die allengs onder het opgehoogd zand te niet liepen. De grond, by en om dit paalwerk, beflond uit donkergrauwe haide klei. Ook heeft men hier en ginds , noch eenige fondament fteenen zien liggende, die grauw van koleur en zeer hard waren: ah mede eenige (tukken duif/leen, kleine brokken van pannen en tegels En eindelyk heef: men, by die gelegenheid, ook weder eenige kopere penningen gevonden. Valkenburg * een Dorp, zuidooftwaa-d van Katwyk, en één uur gaans weft ten noorden van Leiden, aan den flinker oe^er van den Rhyn gelegen, behoord als e ne Hooze Heerlykheid, mede aan het oud Adelyk geflachte IVaffenaar — Katwyk. Het werd eertyds Faulquenberge genoemd: en heeft vermoedelyk, zyn oorfprong, van een. Burgt of Slot, 't welk in vroegere tyden, aldaar gefticht was, rot de Valkenjacht. In dit Dorp, ftond weleer eene Kommandeiie der Duufche Ridderorder; aan welke de Kerk van dit Doip, door Graaf ll'illem II van Holland, gefchonken was. Het is zeer beroemd, door zyne Paardenmarkt; die alle jaren in het midden van September invald. De Huizen Toorenvlied en Zonneve d, in de nabuurfchap van dit Dorp gelegen, waren eertyds vermaard. Her eerftgenoemde is thans geheel te niet geraakt:dan, het laatfte is noch in wezen. Een der merkwaardigfte Dorpen van Rhynlaud is RhynsBURg , noch nader by Katwyk, en aan de overzyde der R.ivier den Rhyn gelegen; die haaren naam aan 't zelve medegedeeld heeft. Dat daar ter plaatze, in oude tyden een Burgt geftaan heeft, die de eerfte gelegenheid tot den aanleg van dit Dorp gaf; word in 't algemeen gefield. Deze Burgt zou zelfs alreeds door de Romeinen gefticht zyn: en -men * Dit Dorp heeft men te onderfcheiden, van het Stepdje Valkenburg , twe uuren gaans weftwaard van Maafiricht in de Landen van Over-Maas gelegen.  ööö HOLLAND. men racend, voor Omtrent 200 jaren, noch eenige grofidilagen daarvan gezien te hebben. Op de plaats, daar deze Burgt geftaan heeft, en van deszelfs fteenen, is daarna die vermaarde Abtdy van Rhynsburg gebouwd, door Vrouwe Petronella Graviime van Hollandss Keifers Lotbarius II 's Zufters, en Weduwe van Graaf Floris II, omtrent den jare 1132; gelyk zy ook, als ze in 1144 dezer waereld overleed , aldaar begraven werd; gelyk meer andere Graven en Gravinnen van Holland, in de Kerk dezer Abtdy, die aan de Maagd Maria toegeweid was, haare ruftplaats vonden: daaronder ook Graaf Willem II. Blyken daarvan Zyn eenige Graffchriften, in Zerken uitgehouwen; die noch heden in de Kerk van Rhynsburg, weleer aan die Abtdy behoorende, in den muur gemetzeld, gezien worden. Deze Abtdy was gefchikt ter bewooning van Adelyke Jongvrouwen, die aldaar onder het bellier eener Abtdijfe, naar den regel Van S. Rencdiclus leefden. Dezelve werd , kort na haare ftichting, door verfcheidene Paufen, met groote voorrechten begunftigt; waarvan de Kopyen te vinden zyn, by Simon van Leeuwen, (oud Batavie bladz. 1318 1320:) gelyk ook van eenige brieven der Graven van Holland; waarby veele vafte goederen en tienden, tot onderhoud der Kloosterlingen , aan dezelve werden opgedragen. Ook hadden de Abtdiffen het waereldlyk Hoog Rechtsgebied, niet alleen over 't Dorp Rhynsburg, maar over Boskoop, Akkersdyk en Vennen. 'Er worden XXXII Abtdigen opgeteld, die, geduurende den tyd van 470 jaren, deze aanzienlyke waardigheid bekleed hebben: van welke de laatfte is geweeft, Stevina van Rofum, Dochter van den vermaarden Gelderfchen Veldoverften, Maarten van Rofrnn, Heer van Poederoojen, en van Vrouwe Oda van Broekhuizen; die in 1603 te Leiden overleden is. In haaren tyd is deze Abtdy, geduurende de Spaanfche onluften in deze Landen verwoeft geworden; vermoedelyk, door de zogenoemde Geuzen of Onroomfchen; hoewel by gebrek van aantekeningen, dit niet wel kan bepaald worden. De daar aanhoorige goederen zyn door 's Lands Staaten verbeurd verklaard; waarvan de beftiennge, (gelyk de goederen der Abtdy van Leeuwenhor jt ,) opgedragen is, aan de Ridderfchap dezer Provincie; welker oudfte Lid, den titel heeft van Raad en Rentmeefter Generaal der Abtdy van Rhynsburg: welke thans is Jonkheer Willem, Graaf van Bentink, Vryheer van Rhoon en Pendreibt enz. Aaa het oofteinde van dit Dorp, is de ver-  H G L L A N D. 607 vergaderplaats der zogenoemde Kollegianten; die ter dezer oorzake, met den naam van Rbynsburgers, veelal bekend zyn: eene byzondere Gezinte, door geheel Holland verfpreid; die in zaken van den Godsdienft byzondere gevoelens aankleven. Zy vergaderen daar tweemaal 's jaars Die Dorp was de geboorteplaats van Joacbim Osidaan; die' door zyne Gedichten en andere Schriften zeer beroemd is. Ook heeft Bened. Spinoza, een der grootfte Ongodiften, een tyd lang te Rhynsburg gewoond; zich aldaar geneerende met 'c llypen van verrekykers glazen. Wassenaar * is een fraai Dorp, zuidweftwaard van Leiden: t welk zyn naam ontfangen heeft, van het Slot Wassenaar^ thans niet meer in wezen; doch, 't welk geftaan heelt zuidwaard van het Dorp, een endweegs bezyden den weg, van daar naar 's Hage: alwaar te zien is, een hooge heuvel, op welken het zelve gezegt word, gebouwd geweeft te zyn: weshalven dees' heuvel ter gedachtenifle daarvan, noch beden de Burgt genoemd word. Dit was eertyds het gemeen Stamhuis der oud Adelyke Heeren van Wajjenaar j; die Burggraven van Leiden , en voor de Graaflyke Regeering van Holland, ook Heeren van Rhynland waren: zynde de Heer van dit Huis, die de laatfte deze waardigheid bezat, geweeft Alewyn van Wafenaar- die in 1198 overleden is: waarna Rhynland, der Graaflyke Domeinen van Holland werd ingclyft. Aan dit zelve Huis hebben, federt onheuglyke tyden, blyven behoren, Voorburg, Voorschooten, Duivenvoorden,Polanen,Horst Zandhorst, Groeneveld en meer anderen; die daarna in* verfcheidene Heerlykheden verdeeld, en aan byzondere takken(Branches) van dit aanzienlyk geflachte, byzondere bezittingen en de daarvan ontleende titels hebben toege!e°r De Heeren van Waffcnaar, die deze Burgt, beneven het Dorp Wajfenaar, in eigendom behielden, werden Baander- het'. * 'Er ligt in Vlaanderen, allernaaft by Bruggen, een SIoc Wassenare. En of dit tot fVaflinaar in Holland, eenige betrekking heeft, en welke, is my onbekend. t Men plagt de drie voornaamfte Geflacbten van Holland, van elkander te onderfcheiden, met te zeggen: dat Wassenaar het oudfte, Brederode het tdelfte en Ecmond het  6o8 HOLLAND. heeren van Waffenaar genoemd; gelyk ook noch zynde ds jegenwoordige Baanderheer Jakob Jan Grave van Waffe* naar, Heer van Zuidwyk, Obdam, Hensbroek enz. befchreven in de Ridderfchap van Hoi/and, en wegens dezelve gekommitteerd ter Admiraliteit op de Maas enz. Dit Dorp praald met een fraai en onlangs nieuw gptimmerd Rechthuis. En de Waffenaarfche Tol, is aan dit Dorp en Heeriykheid gehecht. Zuidwyk, kortheidshalve Zuik, (dus genoemd, ter onderfcheiding van Noordwyk, Katwyk enz.) is mede eene Hooge Heerlykheid, behoorende aan den Heer van Waffenaar : doch is geen Kerkdorp. Die beiden Heerlykheden Wassenaar en Zuidwyk, liggen genoegzaam in— en door elkander gefïingerd; in zo verre dat de Kerk en Dorphuizen van Waffenaar, op den grond van Zuidwyk; en het Slot Zuidwyk, op den grond van Waffenaar, gevonden worden. Dit Slot ligt tuflchen het Dorp Waffenaar en de Leidfche Trekvaart. Het vertoond een zeer hoogen ouderdom : en is omringt van fraaje Plantagien, Tuinen, Vyvers en andere ciradien. Onder Waffenaar ziet men verfcheidene andere oude Riddermatige Hoffleden, waarvan men de gelegenheid behoord te weerèn: dewylze in de oude Hollandfche Gefchiedenis-. fen vermaard zyn. Als 't Huis Zandhorst: 't welk omtrent den jare 1300 gefticht is, door Heer Dirk van Waffenaar, jongeren Zoon van Philips van Waffenaar, Burggraaf van Leiden: wiens nakomelingen zo lang zy bleven duuren,den titel vanZandhorfl voerden , ter onderfcheiding van de andere takken van het Waffenoars geflachte. Het Huis Raaphorst, een half uur gaans zuidoolfwaard van 't Dorp Waffenaar, is het Stamhuis der oude Adelyke Heeren van Raaphorfl, die onder de Hoekfche party berucht geweeft zyn. Deze Riddermatige Rofflede onder de Heerlykheid Waffenaar liggende; zo ryft daar uit 't vermoeden, dat de Heeren van dit geflachte, uit dat van Waffenaar, hunnen oorfprong rekenen: hoewel 't anderzinds niet zeker blykt. Hoe 't zy, het geflacht der Raaphorflen is, in 't begin dezer voorige eeuw, met Heer Hendrik van Raaphorft uitgeftorven: en deszelfs wapen met het lyk in het Graf gelegt, in eene byzondere kleine Kapelle, terzyde van hee Choor der Ktrke van Waffenaar, die de Kapelle der Raap-  holland. ,609 bvrflen genoemd word. Dit Huis is noch in wezen: en it van een deftig aanzien. Het Huis Persyn iigt, meer zuidweftwaard, aan de grenzen van Delfland. Dit Huis 't welk mede noch in wezen is, was het Stamhuis der Adelyke Heeren dezes naams j die te gelyk Heeren van Waterland, in Noordbolland, zyn geweeft. In den omtrek van Waffenaar' , worden eindelyk ook; gevonden de Lufthuizen: Bellestein: Kokshorn: DüinRël: Rykdorp: het Huis te Weer: het Huis ten ÜEiL:enz. Voorschooten, word gehouden door fommigen, voor het oude Forum Hadriani. Het is een fraai Dorp, naby de Leidfche Trekvaart, nauwlyks een uur gaans, van Leiden: en beneven Veur, dat mede daar aan behoord, ene Hooge Heerlykheid, welke altyd behoord heeft, aan het oud Adelyk geflacht van Waffenaar-Duvenvoorde. Die uic dit geflachte, de laatfte, dezelve bezat, was Vrouwe Jakoba Maria, Baroneffe van Duvenvoorde; welke gehuwd geweeft zynde, met den Heer Frans Willem Baron Torck; na haar overlyden in 1771 deze beiden Hooge Heerlykheden Voorschooten en Veur, beneven de Ambachts Heerlykheid Heerjansdam, nagelaten heeft aan haaren eenige» Zoon, den Heer Affueer Jan Baron Torck, Heer van Rozendaal, Hoogfchout van Maaftricbt enz. In dit Dorp is jaarlyks een vermaarde Paardenmarkt. In de Kerk van dit Dorp, welke redelyk fraai en van een goeden Orgel voorzien is, ziet men de Begraafplaats van het geflachte der Duvenvoorden. Het Slot Duvenvoorde , het oud Ridderlyk Stamhuis van dezen Tak des geflachts van Waffenaar, die zyn' naam daar van ontleende, ligt in Voorfcbooien. Het is wel een eudgebouw; dan niettemin, door de verbeeteringen, welke van tyd tot tyd, daar aan gemaakt zyn, zeer cierlyk en prachtig. In de nabuurfchap van dit Dorp, ligt 't Slot Ter Horstook eene oude Riddermatige Hofjleê. gefticht, in den jare 1203, door den Heer Philips van Waffenaar, die in 1225 overleden is, en wiens nazaaten het zelve langen tyd bezaten hebben. Het was in 1339 geheel afgebrand: dan werdt, korten tyd daarna, weder opgebouwd, door een' anderen' Heer, mede Philips geheten. Het is een goed en onverfterflyk Leen, 't welk onmiddelyk veiheft word, van de Craaflykheid van Holland. Het is een fraai Huis, voorzien Q«i vaa  610 H O L L LAND. van een ouden dikken toren, die overdekt is, met een glazen koepel: en omringt met fraaje wandeldreven. De jegenwoordige bezitter is, de Heer Mr. Iman Cau, Heer van Ter Horjl, oud Borgemeefter der Stad Zierikzee, en wegens Zeeland, Gedeputeerd ter Vergadering der Hoog Mogende Heeren de Algemeeue Staaten der Vereenigde Nederlanden. Hadr. Junius meend: (Batav. Hijlor. pag. 562.) dat uit deze Heeren van Ter Horjl, die de bezitters van dit Slot geweeft zyn, verfcheidene andere Adelyke genachten afftamden; welker naamen in Horjl eindigden : als, Binkhorst: Boukhorst: Bronkhorst: Lokhorst: Raaphorst: Zandhorst enz. Noch liggen, in de nabyheid van Voorfcbooten, de Huizen Adegeest: Rouwkoop: Ter Lips, nu doorgaans Wyngaarden, genoemt enz. Desgelyks heeft by Foorfchooten gelegen, 't Slot Rozenburg : het welk in voorige eeuwen, inzonderheid, geduurende de Hoekfche en Kabeljauzv- fche factiën, zich zeer beroemd gemaakt heeft. Zuidwaard van Foorfchooten, vond men het van ouds bekende Sciiakenbosch : 't welk daarna is uitgerooid. Warmond is een voortreflyk Dorp, in eene luftige landftreeke, nauwlyks. een uur gaans noordwaard van Leiden: eene Hooge Heerlykheid; welke eertyds aan een byzonder geflacht behoord heeft, welker Heeren naar hunne beiden Heerlykheden zich noemden, Heeren van der Woude en Warmond: dan by uitfterving van het Manlyk oir, is inden jare 1504, doorliet huwelyk eener Dochter uit dit Huis, met Jan van Wajfenaar van Duvenvoorde, deze Heerlykheid tot een' tak van het Huis van Wafenaar overgegaan; welker afftammelingen, (die na de Reformatie, van Godsdienfts gezindheid niet veranderd zyn,) deze Heerlykheid noch bezitten. De jegenwoordige Heer is Jakob Albert, Baron van Wajfenaar , Kolonel der Dragonders, by de Armee van dezen Staat, en Broeder van den Heer Niklaas Baron van Wafenaar, Hoog-Prooft des Kapittels van S. Servaas te Maajhicht *. By dit Dorp is ook te zien, het Slot Warmond, het Stamhuis der oud Adelyke Heeren van dit gedachte; ftaande een weinig ooftwaard van het Dorp, en nader by de Kager Meir; waarover men van dit Huis een fraai uitzicht heeft. In de Kerk van Warmond; waarvan (federt de verwoefting, die aau dezelve gelyk aan de meefte Kerken, rondom Leiden, geduurende de merkwaardige bele- gè- * Deze laatftgenpwnde. is dca 16 Jan. 1772 overleden.  HOL L A N D. óii gering dezer Stad, is overkomen, niet meer dan het Choor ftaande gebleven is) vind men de Graftombe der Heeren dezes gefiachts. Niet verre vati dit Dorp, is in den jare 1639, over de Wiel, die van Leiden, naar de Haarlemmer Meir loopt, een Brug geflagen. In de nabyheid van Warmond, hebben eertyds twe Kloojlers geftaan: het één van de Broederen der Cifiercienfer order: en het twede der Zufters en Edele jongvrouwen, welke naar den regel van S. Franciscus leefden: beiden gefticht door Heer jan, den eerften van dien naam, Heer van Warmond en Efelinkerwoude: het eerfte in 1410: en het ander in 1413. Doch zyn beiden ts' niet geraakt. Behalven het Huis te Warmond, liggen in deze Heerlykheid meer andere Riddermatige Hof/leden: als Oud Alkemade; önderfcheiden van een ander Alkemade; het welk hier zal voorkomen: Oud-Teilingen, desgelyks te önderfcheiden, van het Huis te Teilingen, by Safenheim; waarvan hier voor is'gewag gemaakt. Dit Oud Teilingen is daar na meeft met den. naam van Lokhorst, bekend geworden. Ook ziet men daar de Heerlykheid, de Vrye en Laage Boukhorfl, zuidooftwaard van de Kager Meir; thans behoorende aan den Prins van Rubempré; het Huis Klimxenberg en meer andere. De Hooge Heerlykheid Alkemade ligt ooftwaard van War mond: beflaande eene groote ftreek Lands, met zyne onderhoorige Dorpen en Buurtfchappen. Zy heeft haren naam van 't Slot Alkemade, dat omtrent in het midden ligt. De jegenwoornige Heer van Alkemade is Jonkheer Jakob Baron van Wafenaar, Heer van Fryenhoek Hoofd Ingeland van Rhynland; die van de Roomfche Religie is. Ook zyn 'er veele Roomsgezinde Inwooneren, in deze Heerlykheid; die daar ook twe Kerkhuizen hebben; waarvan de ééne is voor de Janfeniften. Twe Kerkdorpen bevinden zich binnen deze Heerlykheid naamlyk: de Oude Wetering: en de Kaage. j Het eerfte ligt, aan den mond der Wetering, die uit de Brafemer naar de Leidfche en Haarlemmer-Meir koopt; wordende de Oude Wetering genoemd, ter onderfcheiding van de Nieuwe Wetering , die later gegraven is; en van de Ryp-Wetering ; die beiden mede onder deze Heerlykheid behooren. Van deze Oude Wetering, heeft her Dorp zyn naam ontjeend; het welk dicht babouwd en zee* Qq a Volk-  f5i2 HOLLAND. Volkryk is: daarby welvaarende, ter oorzake van den da-1 getykfchen doortocht der groote Schepen, die uit Holland, Zeeland en Brabant, over de Haarlemmer-Meir, naar Am- i flerdam, Noord Holland, Friefland enz. en van daar weder, terug willen. Tot gerief dezer Schepen, ftaat aan 't Strand, dezer Meir by dit Dorp, een groote nuurbake, die alle nachten brand, ten einde den mond dezer IVetering te konnen vinden. Daarom is in dit Dorp geen gebrek van Scheepstimmerlieden , Zeilemakers, Touwflagers, en dergelyke, die aan Scheepsbehoeftens arbeiden. In dit Dorp ftaat het Rechthuis der Heerlykheid Alkemade: gelyk de Baljuw en andere Bedienden van het Hooggcrecht aldaar woonen. De RemonJlranten, die 'er veele in dit Dorp zyn, hebben daar een Kerk en Predikant. Het ander Dorp de K.uge , ligt een uur gaans weftwaard van de Oude IVetering, op een Eiland, dat door de uitwateringen des Rhyns, in de Leidfche en HaarlemmerMeir, gevormd word. Het word meeft bewoond van Schippers en Viflchers: en heeft, wanneer in den winter tyd de wateren met Ys bezet zyn, veel bezoek van de Schaatsryders, die uit Leiden en van elders overkomen. Eene foortgelyke Hooge Heerlykheid, als Alkemade, is Jakobswoude en Esselykerwoude : eertyds met deu gemeenen naam van Woude * uitgedrukt. Dezelve ligt naaftby Alkemade; zynde niet dan door het water, de Does daarvan gefcheiden. Zelfs heeft deze Heerlykheid, langen tyd met Alkemake,onder een en de zelve Heeren behoord:gelyk zy ook vereenigt was, met Warmond; welker Heeren te gelyk Heeren van Woude en Warmond genoemd werden. Deze vereeniging is gefchied, in den jare 1280; toen Heer Jakob van Woude, door zyn huwelyk, met de Erfdochter des Heere van Warmond, deze Heerlykheid aan zyn Huis bracht. Het Stamhuis van dit gedachte, ter eere des gemelden Heere Jakobswoude genoemd, ftond op den weg tuflchen Oudshoorn en Rbynzaterwoude: waarvan thans geene overblyfzelen te zien zyn. Hoedaniger wyze deze Heerlykheden, * Die naam fchynt ons te herinneren: dat deze Landftreeki met veele Wouden of Beffchen is vervuld geweeft: te meer dewyl het woord Woud, in de naamen van verfcheidene andere Dorpen, in dien omtrek invloeid: als van Rhynzatek.woude, Hazerwoude, Zoeterwoude, enz.  HOLLAND. 613 L den, in den jare 1504, overgegaan zyn tot den Huize van , Wafenaar Duvenvoorde; is hier voor in de befchryving van I Warmond, aangetekend. De laatfte uit dit Huis, welke deI ze Heerlykheid Jakobswoude en Efelykerwoudc (die daarna wan die van Warmond, als mede van Alkemade, afgefchei,'cdcn is,) bezeten heeft, was Vrouwe Anna van Wafenaar 'f Warmond, Gravinne Douariere van Berlo; van de Room\l\ fche Religie: na wier overlyden, deze Heerlykheid uit der!*zzelver boedel, by openbaare veiling verkocht is, aan de ]l Heeren de Sterke en Schellingerbout; elk voor eene gerech!| tigde portie. Thans word dezelve bezeten door den Heer iï Mr. Theodorus van der Aar de Sterke. Die Heerlykheid vervat in zich, wel verfcheidene Buurtschappen : doch niet meer dan één Kerkdorp, naamlyk, f Wouwbrugge; gelegen ter wederzyde der Heimaus Wetemring; door welke alle de groote Schepen, die uit Holland linaar Amfierdam, en verder willen, uit den Rhyn naar de 'UBrsfemer —- en van daar naar de Haarlemmer Meir, | vaaren: het welk eene groote levendigheid aan dit Dorp bytezet. Onder de Buurtjehappen is ééne, die byzonderlyk Jaïikobswoud genoemd word, de voornaamfte. Dezelve is | daar door in de Nederlandfche Kerkelyke Gefchiedeniffen Ivermaard, dat aldaar't eerft licht der Reformatie is opge« I gaan, door toedoen van Jan Arendz., een gewezen mande1 maker, uit Alkmaar oorfpronglyk; die van Amfierdam hier I door naar Delft reidende , binnen die buurt het EuanLgelie predikte; met dat gevolg, dat de Roomfche Pas\ toor Jan de Bakker, met verfcheidene zyner Gemeente de lï Hervormde leere omhelsde: om welker wille hy in 1525 in. '. 'i Hage levendig verbrand is. Hoogmade , by verkorting Homade , ligt tuffchen Efely1 kervcoude en Alkemade • en is een Dorp, met het recht van i Hooge Heerlykheid, eertyds behoord hebbende, nevens Kouidekerke, aan het oud Adelyk geflachte van Poelgeeft; het I welk gezegt word, uit den Huize van Wafenaar afteftamtmen. Heer Dirk van foelgeefi werd, in 1252, de eerfte « door Koning Willem, Graaf van Holland, daar mede begif. tigt. Doch langen tyd daarna, naamlyk, in 1692 werden 1 die beiden Heerlykheden, uit den Huize van Poelgeeft, \ \ welk der Roomfche Religie toegedaan was, aan twe verfcheii dene Heeren verkocht. Van Hoogmade, is de jegenwoordirre II Grondheer de Heer Mr. Gerard Pieter Diert, Ij£er van MeQq 3  £i4 HOLLAND. llszand. Dit Dorp is van een klein begrip: doch daarvan i3 iets byzonders, dat niemand een voet breed Lands in deze ganfche Heerlykheid bezit, dan de Heer alleen; dien alles in eigendom behoord: zelfs de grond, waarop de Huizen ftaan. Weshalven alle, die hier Huizen hebben , verplicht zyn, aan den Heer jaarlyks daarvan de grondrechten te betaalen. 'Er is, onder Hoogmade, eén Room/eb Kerkhuis. Koudekerk *,by verkorting Koukerk,ïs een voortreflyk Dorp, ter lengte van een half uur gaans, langs den noorder oever des Rhyns uitgeftrekt, liggende in eene aangenaame1 en in vette Weilanden zeer vruchtbaare Landftreek. Datdeze Heerlydheid met Hoogmade, eertyds vereenigt en faam bezeten geweeft zy, by het oud Adelyk geflachte van. Poelgeeft; hebben wy hier voor aangemerkt. Heer Dirk de twede van dien naam van Poelgeeft, Heer van Hoogmade, had in den jare 1331, dezelve aangekocht: en deed ter zeiver gelegenheid, by dit Dorp, wat ooftwaard van deKerk, een prachtig Slot ftichten; 't welk hy mede naar zyn' geflachte Poelgeest deed noemen. Doch dit Slot Poelgeeft Jjy Koudekerk, is te onderfcheiden van het ander Slot van dien zeiven naam; 't welk nader by Leiden, onder de Heerlykheid van Ooflgeeft ligt; en daarna met den naam van Alkemade zou vernoemd zyn \. Hoe het zy; op het Slot Poel-' * ^Er is een ander Dorp Koudekerk, in Zeeland, gelegen op het Eiland Schouwen: het welk men met dit Koudekerk in Rhynland, niet mag verwarren. ï In zodanigen vroegen ouderdom, als hier, zyn de veranderingen , die ten aanzien der naanien en bezittinge der Stamhuizen , dikwerf voorvallen, niet altyd naukeurig te bepaalen. van Leeuwen zegt: (Oud Batavie bladz. 1262.) dat dit Poelgeeft by Koudekerk, voorheen het Huis Hoornb zou geheten zyn naar een ander Adelyk geflachte, 't welk' voorlang is uitgeftorven. Dit zo zynde; zal men 't daar voor moeten houden, dat Heer Dirk van Poelgeeft, in gemelden jare 1323, dft Huis te Koudekerk alleen vernieuwden naar zyn geflachte, Poelgeest, vernoemd hebbe: inzonderheid, dewyl het ander Poelgeest by Leiden, (her techt Stamhuis der eerfte Heeren van Poelgeeft) in de Hoek-t fche-  HOLLAND. '615 -Poelgeest, by Koudekerk, heeft dit geflachte daarna be.•itendig blyven woonen itotdat het eindelyk in den jare 1713 is uitgeftorven, met Heer Gerrit van Poelgeeft, die de vyftiende van dien naam was, met wien, als hy in 's Bofcb overleden was, 't Wapen van dit geflachte in 't graf gelegt is. Van dit geflachte was die beruchte Aleida (Adelbeid) van Poelgeeft, de Dochter van Heer Jan van Poe/geeft, de By-, zit des Hertogs Albrecht van Beyeren, Graaf van Holland, geduurende deszelfs ftaat, als Weduwenaar, welke door fommige Hoeksgezinde Edelen, in 1392 op 't Buitenhof in 's Hage vermoord werd. Zelfs was aan de Parochiekerk van dit Dorp, een Kapelle gefticht, tot verzoeninge van dien begaanen moord, door lykdienften, voor de zogenoemde ruft haarer ziele, naar de Roomfche bygelovigheid. Dit Dorp Koudekerk is, dan, veele jaaren by het geflachte van Poelgeeft, bezeten: doch, voorheen, niet anders, dan als eene Ambachts Heerlykheid, tot den jare 1600; toen dezelve door 's Lands Staaten, op verzoek van Gerrit van Poelgeeft, den negenden dezes naams, van hem als eene Hooge Heerlykheid werd opgedragen. Dit geflachte ondertuflchen door den tyd, tot een laagen ftaat geraakt; waren verfcheidene goederen van 't zelve verkocht: en terwyl na den dood vaii den laatften afftammeling, in 1713» wegens het overfchot, tongwylige proceflën gerezen zyn; is dit Huis Poelgeeft, (dat Wel eer een der grootfte en prachtigfte Riddermaatigc Hoffteden in Hollandwas geweeft,) allengs vervallen, en eindelyk ingeftort: zo verre, dat thans niets meer daarvan te zien is, dan twe torentjes eener oude poort, aan den ingang van dit gebouw. Een weinig bezy den dit Dorp, ftaat noch een ander Slot; 't welk Klein Poelgeest word genoemd: en gefticht is, door een' jongeren Zoon uit dit Huis, genoemd Jan van Poelgeeft; die de Vader der voornoemde Aleida van Poelgeeft was. Dit Slot is noch heden, in een behoorlyken ftaat. By Koukerk, ftaat ook eene Ridderlyke Hofftede, die 't Huis de Tol, genoemd word. De fterke doorvaart der Schepen, langs dit Dorp, door den Rhyn, geeft aan 't zelve eene groote lc- fche en Kabeljauwfche tyden verdelgt, of door overgang tot het geflachte van Alkemade, van eigenaar en van naam, veranderd was geworden. Qq 4  éi6 HOLLAND. levendigheid. Men heeft aldaar ook een voornaam Verletterhuis. Thans behoord deze Hooge Heerlykheid aan den Heer Johan Lans. Van Hazarswoude, doorgaans Hazarzou uitgefproken, is de eerfte en echtfte naam Aduardswoude. Deze Hooge Heerlykheid ligt, aan de zuidzyde des Rhyns, tegen over Koudekerk: hoewel de Kerkbuurt, omtrent een klein uur gaans, zuidwaard van den Rhyn, verwyderd is. Dezelve behoorde eertyds mede aan de Heeren van Woude en WarViond: en is by overlyden van Vrouwe Anna Hendrina van Wafenaar — Warmond , door erffenifle overgegaan, tot den Graaf Francois van Oultremont, als den naaften erfgenaam van zyner Vrouwe zyde; die deze Hooge Heerlykheid, in 1730 verkocht heeft aan Vrouwe Douariere van Wafenaar Duvenvoorde. Het is een groot en fraai Dorp : vervuld van welgeftelde Inwooneren. Men vind 'er behalven, die den Hervormden Godsdienft toegedaan zyn, lieden van allerlei gezindheden: Roomsgezinden, Remonjlranten en Mennoniten ; die elk hunne vergaderplaatzen hebben. De Huizen Rhynburg en Stoop, eertyds Adelyke Hoflieden, liggen op het grondgebied dezer Hooge Heerlykheid. Benthuizen, weftwaard van Hazarswoude, is een Dorp en Hooge Hearlykheid , die aan de Stad Rotterdam behoord. Boskoop is een groot en welvarend Dorp, ten ooften van Hazarswoude, langs de beiden oeveren der Rivier de Gouwe ; hoewel, de Kerk aan de flinkerzyde ftaat. Dit Dorp , weleer behoord hebbende , aan het Adelyk Stift Rhynsburg , is de Heerlykheid, federt den tyd der Reformatie , beneven alle de andere goederen van Rhynsburg , vervallen, aan de Ridderfchap dezer Provincie: en ast eerfis lid der Ridderfchap heeft, in hoedanigheid, als Raad en Rentmeefter Generaal der Abtdy-goederen , de beftiering over dezelve. Langs dit Dorp is een fterke doortocht der Schepen, die van Gouda naar de Goudfcbe Sluis willen, om door den Rhyn naar de Haarlemmer Meir te vaaren. Aldaar hebben de Ingezetenen een voornaam beftaan, van de aankweking van allerlei Vruchtboomen; die voor de befte foorten gehouden en alom door geheel Nederland verzonden worden. In dit Dorp woonen veele Roomsgezinden en R.emonftranten. Vos-  HOLLAND. 611 Voshol, is eene Heerlykheid, op Rhynlands bodem gelegen , welke drie Dorpen in zich vervat; die, toch, van elkander verfpreid zyn: naamlyk Zwammerdam: Langeraar : en Reewyk. Dezelve heeft wel een van het Baljuwfchap van Rhynland afzonderlyk Hoog Rechtsgebied; doch in den boezem der Staaten dezer Provincie beruffen. de: 't welk echter door den jegenwoordigen Heer van Voshol, in de hoedanigheid van Baljuw, te gelyk, geoefend word. Voortyds behoorden de Dorpen en Landen van Voshol, aan het oud aanzienlyk geflachte van Brederode: dan na de uitfterving van dit geflachte inet Heer IVolfard, in 1679, noch een wyle tyds, door Vrouwiyke afftammelingen dezes Huizes bezeten, is eindelyk in 1710 verkocht, aan het Adelyk geflachte van Aarjfen van Hogerheide: en behoord nu aan den Heer A. N. Baron van Aarjfen-Beyeren, Heer van Meteren, Kolonel by het Regiment Guardes te voet enz. Uit het (prekend TVapen dezer Heerlykheid; beftaande in een Vos, in zyn holfpringende; fchynt men wel iets aangaande den oorfprong der benaming te konnen giflen: maar of ergens een Huis geweeft zy, 't welk dien naam gedragen , en aan deze Heerlykheid medegedeeld heeft; en waar —, zal niemand met zekerheid durven bepaalen. - Het eerfte en aanzienlykfte der Dorpen dezer Heerlykheid is, Zwammerdam; ter flinker oever des Rhyns gelegen: alwaar , als de Hoofdplaats, het algemeen Rechthuis is; waar in de Baljuw met zeven welgebooren Mannen , drie uit Zwammerdam, drie uit Langer en Korter Aar, en één uit Reewyk, de Vuurfchaar fpand. Eigenlyk luid de naam Zwadenburgerdam, waar van kortheidshalve, Zwammerdam; die by de eigen Inwooneren, en daar rondom noch korter Damme, word uitgefproken. Het Choor der Kerk pronkt, met een prachtige Graftombe der Heeren van Voshol, en derzelver Adelyke geflachte. Aldaar is ook een Rew.onjlrantfcb r- en een Roomfch Kerkhuis. Dit Dorp is beneven Bodegrave, ('t welk een half uur ooftwaard van daar ligt,) zeer vermaard geworden, door de geweldenaryen, welke de Franfcben, onder bevel des Hertogs van Luxemburg aldaar den 28 Deiember 1672, gepleegt hebben, die de Huizen, na ze uitgeplonderd te hebben, in den brand ftaken; welke ook alle behalven twe, door de vlammen verteerd werden , beneven de Kerk. Zy begonnen echter in 1673 (welk jaartal op de meefte Huizen getekend ftaat) weder opgeQq 5 bouwd  6i8 HOLLAND. bouwd te worden: waardoor dit Dorp een fchoonere gedaante, dan het te vooren had, bekomen heeft. Tot Langeraar , een aanzienlyk Dorp, aan de overzyde des Rhyns, benoorden Alphen gelegen, behoord ook Korter Aar; een Buurtfchap. Zy worden van elkander gefcheiden, door de Vliet de Aar; die aan beiden dien naam mededeeld: gelyk ook aan het naby gelegen Dorp AarlanDer Veen. Dit water ftrekt tot een Trekvaart, voor de Schuiten,die tuflchen Amfierdam en Gouda, heen en weer varen. Ooftwaard van Korter Aar is eene groote uitgeveende Waterplas. De Roomsgezinden hebben binnen den omtrek van dit Dorp twe Kerkhuizen. Rewyk is het derde Dorp der Heerlykheid van Voshol, ten zuiden des Rhyns gelegen, omtrent één uur gaans van Gouda. In dit Dorp of eigenlyk in de Buurt Randenburg, (Raamhurg,) welke mede daartoe behoord, ltaat ook een Roomfch Kerkhuis. Niet verre van de Kerk van Rewyk loopt de Vaart van Gouda, verby naar Bodegrave; welke alle dagen en nachten bevaren word, door kleine Trekfchuiten, tot gemak der Reizigers, die van Rotterdam komen, om van Gouda te Bodegrave beland, met de Trekfchuiten, die tusfchen Utrecht en Leiden, heer. en .weer vaaren, hunne reiz» verder voort te zetten. Nieuwkoop en Nooreen zyn twe naby elkander gelegea Dorpen, aan de grenzen der Provincie Utrecht; die beide* als Hooge Heerlykheden behooren, aan Jonkheer Hendrik, Baron van IVafenaar-Alkemade, Kamerheer van den Aambisichop en Keurvorft van Keulen. Nieuwkoop is het grootfte dier beiden Dorpen: en is zeer in de lengte uitgeftrekt, ten deele tuffchen noch bewerkt wordende Veenen, en ten deele langs uitgeveende Waterplaflën. Het Heere Huis van Niemt koop ftaat omtrent in het midden van* het Dorp: maar behoord mat meer aan de Heerlykheid. De Remonfiranten hebben aaar een Kerk en Predikant: en de Roomsgezinden twe Kerken; dfe beiden onder het opzicht van eenen Priefter ftaan. Dit Dorp behoord geheel aan deze Hooge Heerlykheid: doch Noorden niet meer, dan voor een gedeelte: naamlyk, al wat ten zuiden ligt, en naaft aan Nieuwkoop paald: in welk gedeelte ook de Kerk gevonden word. Doch het ander deel dezes Dorps, behoord beneven Zevenhoven, als eene Ambachts Heerlykheid, aan de Stad Haarlem. Aldaar hebben de Roomsgezinden ook een Kerkhuis. Alle  H O: L L A N D. öiji . * Allé de Predikanten van Rhynland zyn, tot twe Klajfen, verdeeld: waarvan de meelten behooren, tot die van JLei^ den en Neder-Rhynlandten de anderen tot die van Woerden en Over Rhynland. Alleenlyk is die van Wassenaar uit te zonderen ; die aan de Klaffis van 's Hage ondergefchikt is. Aan Rhynland grensd allernaaft, ooftwaard, het Baljuwschap van WOERDEiV: behelzende , behalven de Stad Woerden , noch twe' Dorpen, naamlyk, Bodegrave en Waarder, beneven eenige Buurtfchappen. De Baljuw heeft den titel van Kaftelein van Woerden ; die gemeenzaamlyk met de Schepenen der Stad en derzelver Sekretaris, het Hoog Gerecht oefend. De Kaftelein is te gelyk Opper-Dykgraaf van het zogenoemde Groot Waterschap van Woerden ; 't welk ( dewyl de grenzen der twe Provinciën aldaar zeer door elkander geflingerd zyn,) zo wel door een gedeelte der Provincie Utrecht, als door Holland zich uitftrekt. Om die reden worden van de vyf Hoog Heemraaden; die beneven den Dykgraaf, het bewind hebben, over de wateren , {luizen, molens, dyken, kaden en wegen dezer landftreeke; drie uit 't Land van Woerden, ert twe uit de Provincie Utrecht aangefteld. De Stad WOERDEN is de Hoofdplaats van dit Baljuw* fchap. Zy ligt aan den Rhyn; die dezelve te midden doorfnyd; drie en een half uur gaans weftwaard van Utrecht en vyf en een half uur ooftwaard van Leiden: tuffchen welke Steden alle dagen en nachten, de Trekfchuiten heen en weêr daar door vaaren, tot groot gemak der Reizigers. Die Stad heeft haar eerfte begin genomen, van het Oud Slot ; dat noch in wezsn is; ftaande in den zuidooftlykenhoek der Stad. Naar 't bericht, dat de Neerlandfche Gedenkfchriften daarvan mededeelen, was dit Slot airede gefticht, in den jare 1153, door den Utrechtfchen Biftchop Godefried. om  6*20 HOLLAND. om het ten voormour ter befcherming zyner eigen Zetel Stad te doen dienen; voornaamlyk tegen de Hollanders. De Bisfchoppen in der tyd fielden aldaar een Kaflelein; wien de bewaaring dezer fterkte was toevertrouwd: en deze werden daarna begunftigt met den titel van Heer van Woerden. Dus zyn 'er vier Heeren van Woerden geweeft; de Zoon den Vader telkens opvolgende; die alle den naam van Herman droegen. De laatfte Herman van Woerden, Zynen Leenheer den Bifchop van Utrecht afvallende , ontfing In 1288, zyne Heerlykheid ter leen, van Graaf Floris V van Holland. Dan weinige jaren later, naamlyk, in 1296, mede zich inwikkelende , met Gerrit (Gerard) van Felzen, in de famenzweering, tegen zynen nieuwen Leenheer; werd hy daarom, beneven veele andere medeplichtigen, ten lande uitgebannen: en deszelfs goederen verbeurd verklaard. Vervallende dair door dit Slot en Heerlykheid, welke dus lang aan den EilTchoplyken Stoel van Utrecht behoord had , aan de Graaflykheid van Holland; waarvan zy federt dien tyd, beftendiglyk zyn verbleven: gelyk dan ook door de Graven van Holland, altoos een Kaflelein op het zelve Slot gefteld werd; 't welk in volgende jaren, als de Sleutel van Holland is aangemerkt: hoewel het altyd tot een twiftappel, tuflchen de Hollanders en Sticbtenaars heeft moeten ftrekken. Van daar is oorfpronglyk, dat de Baljuw van Woerden , noch heden den titel van Kaflelein draagt. Deze Stad is ongetwyfeld, onder de voornaamfte Veflingen, welke de Provincie Holland in 't byzonder dekken, te rekenen. Zy was in de voorige eeuw, noch geen plaats van tegenweer, naar de veranderde Veftingbouwkunde: om welke oorzake, zy in den jaren 1672 en 1673; ais de Franfchen de vooraan liggende Provinciën overweldigt hadden, door de Utrechtfche vyaudelyke bezetting veelmaal, en zo dikwerf 't hun gelufte, zonder flag of ftoot werd ingenomen: waar door de Inwooneren, van den moedwil dezer vyanden, een verregaanden overlaft hebben moeten uitflaan. Die Stad is, naar de hedendaagfche Veftingbouw, eerft gefterkt in den jare 1702: en van tyd tot tyd merkelyk verbeeterd. Zelfs zyn in den laatften oorlog, wegens de Pragmatique Sanliie, in den jaren 1747 en 1748, (toen door 't wegnemen van Staats-Vlaanderen, Bergen op Zoom, Maaftricht enz. 't voor de Provincie Holland gevaarlyk begon uit te zien;) een eindwegs buiten de Stad, naar den kant yan Utrecht, eenige nieuwe werken aangelegt: beftaan- de  HOLLAND. 621 de in twe Schanfen, de eene aan de noord «— en de andere aan de zuidzyde des Rhyns, beneven meer andere werken, die met een linie aan elkander verknocht zyn. Hec befte raiddel van tegenweer zou,echter,die Stad des noods ontftü'gen konnen, door het water; wanneer men door'c openen der Sluizen, de Ommelanden do/>r het zelve deed ondervJoéjeöc 'Er is in Woerden, thans geen andere bezettinge, werk is, daarna, tot omtrent een halfuur van dit Dorp blyven fteken. 's Graveland is thans het aanzienlykft en vermakelykft Dorp van Gooiland; palende tegen deszelfs wefiejyke grenzen. ,Dit Dorp, welks grond, weleer,' niet dan drafïïg onland^, gemengt met dorre Heide, zich vertoende, aan'geene byzondere eigenaars, maar aan de Graaflykheid van Holland, behoorende, is in de voorige eeuw aangelegt, in gevolge Ocïrooi der Heeren Staaten van Holland en Weflvrietiand, van 1625, aan zekere lieden, die zich aanboden, dien grond te naderen en te bebouwen, verleend; die terftond aanvingen, met groote kollen, deels door ophooging, en deels door afzauding, den grond tot Bouw en WeiHanden bekwaam te maken, en tot dien bekoorlyken ftaat te brengen, iu welken 't zich nu vertoond. Het is; ter lengte van een uur gaans, zuidelyk en noordelyk uirgeftrekt, a^ii .een Trekvaart, lopende langs de fcheiding, tulTchen den Hollandfchen en Stichtfchen bodem. Aan de binnen zyde , dezer Trekvaart'," ftaan de gemeene Huizen der Inwooneren, langs een rêiweg, die evenwydig (parallel) met de Trekvaart loopt: en beplant is, met eiken en andere Boomen. En aan de audere zyde van den réiweg, dat is, ten ooften, ziet men veele fraaje Buitenplaatzen: daaronder, het Huis Trompenburg, door den Lieutenant Admiraal,Kom.Tromp 'gefticht: 't welk van een zonderling maakzel is; en naar de gedaante van een Oorlogfchip, uit zyn omringenden Vyver opreill. Ook ziet men daar de Huizen Schaapenburg : Beekestein : Brumberge : Sperwerhof : Spaanderswoud : en meer andere. De Kerk , die de gedaante van een Koepel heeft,ftaat omtrent in 't midden van het Dorp. De Hoofd Ingelanden van 's Graveland, hebben veel invloed, op het Civiel-Rechtsgebied van dit Dorp: in zo verre; de Schout, als mede, jaarlyks, de Schepenen, op derzelver rekommandatie, door den Baljuw van Gooiland; verkoren worden. De Ingezetenen geneeren zich veel, niet alleen van den Landbouw, maar ook van het ■Linnenbleeken; waartoe het water der gemelde1 Vaart hun ,zeer gerieilyk is. Dit Dorp heeft, zo wel als Hiherfum, in de jaren 1672 en 1673 , van de inlegering der Franfchen, en de by die gelegenheid door dezelve gepleegde ongeregelbeden , veel moeten uit (taan. Alle de Predikanten van Muiden, Wkesp, Naarden en van  <54© HOLLAND. van geheel Gooiland , ftaan onder de Klaffis van Amsterdam. AMSTELLAND is een byzonder Baljuwschap , 't welk ten wellen van Gooiland ligt: en heeft zyn naam ontfangen, van de Rivier den Amjiel; die , uit de Drecht en Mydrecht, by Uithoorn ontfpringende , deze Landftreek te midden doorftroomd en door Amjlerdam, naar het Te loopt: ontfangende in zich, by Ówwerkerk eene andere Rivier; die de Hoolendrecht, ook wel de Kromme Amjiel genoemd word. In vroegere tyden, is Amjlelland, met den verkorten naam van Amejlelle, eene Heerlykheid op zich zeiven geweeft; die, eerft , aan den BilTchoplyke Stoel van Utrecht,.en, daarna , aan de Graven van Holland , leenroerig was. Doch , Heer Gysbrecht van Amjiel, in den jare 1296 , mede deel gehad hebbende , aan den moord, door Gerrit van Velzen, aan Graaf Floris V, gepleegt; moeft deswege buiten 's Lands gaan vluchten: waardoor die Heerlykheid verbeurd verklaard, en der Graajlykheid van Holland ingelyft werd. Deze Landftreek is van eenen geheel verfchiU lenden aard, dan het nabuurig Gooiland: beftaande, voor het meerder deel, uit laage Weilanden: en eenige Veenlanden; van welke fommige reeds uitgebaggerd, en in groote waterplaffen, veranderd zyn. Ook, vind men daar, voornaamlyk in de nabuurfchap van Amjlerdam, eene meenigte moejluinen; die, aan deze Waereld-Stad, hunne leeftocht toereiken. De jegenwoordige Baljuw, en te gelyk Dykgraaf y.   't dorp dikste x„ 't kegth1tis ra de bd2meïmees.  HOLLAND. 641 fraaf, is de Heer Mr. Abr. Calkoen; die het loog Rechtsgebied, in elk Dorp afzonderlyk, met de Dorps Schepenen oefend; uitgezonderd, dat Waverveen , in het Krimineel, aan de Hoóge Rechtbank van Oimerkerk onderhoo-> rig is. Hierin, is derhal ven Amjlelland, van de andere Hollandfche Baljuwfchappen onderfcheiden: die elk niet meer dan eene Algemeene Rechtbank hebben; aan welke, alle de Dorpen onderhoorig zyn. Dit Baljuwfchap behelsd in zich, niet meer dan vier Dorpen : naamlyk , Diemen : Ouwerkerk : Amstelveen : cn Waverveen : van welke , de drie eerftgemelde ,' in den jare 1731, door de Stad Amjlerdam, uit de Graaflyke Hollandfche Domeinen, aangekocht zyn. Stellende de Magifiraat dezer Stad over elk Dorp, uit hunner midden, een' Ambachtsheer; die de zaken des Ambachts byzonderlyk beftierd. Diemen , een fraai Dorp, ooftwaard van Amjlerdam, omtrent een half uur gaans van het Te gelegen heeft zyn' naam, van 't water, den Diemen ; 't welk by Diemerdam, ooftwaard van dit Dorp, in het Pampus uitwaterd. Hiertoe behoord mede de Bnurcfchap Diemerbrugge; alwaar, meer Huizen, ftaan, dan in het Dorp zelve, Voornaamlyk, is deze Buurt zo fterk aangegroeid, federt, in 1640, de Nieuwe Trekvaart, uit den Amftel derwaard gegraven is; welke Vaart zich aldaar verdeeld ; gaande , de ééne naar Muiden en Naarden; en de andere naar Weesp. In eene andere Buurtfchap , Over Diemen , is een Roomfch Kerkhuis, dat door een waereldfchen Priefter bediend word. Te Diemen, hebben de Hoogduitfehe Joden van Amjlerdam een Kerkhof'; op welk, niet dau de geringfte lieden hunner Natie begraven worden. Naar dit Dorp, word de nabygelegen Diemermeer genoemd; die federt 1629 door toedoen der Regeering van S s Am-  #4» HOLLAND, Amfierdam, aan welke dezelve in eigendom behoorde, droog gemaalen, en met een Ringdyk van 2500 Roeden in den omtrek, bevangen is: beftaande nu, uit fchoone Weilanden en Moeftuinen , die , aan gemelde Stad , veel vervulling van levensmiddelen verfchaffen. Ook ftaan, daar binnen , verfcheidene Huizen,, waaronder fommige fraaje Buitenplaatzen zyn. Ouwerkerk, eigenlyk Ouderkerk, en toegenoemd, Ouderkerk aan den Amftel; ter onderfcheiding van Ouwerkerk aan den Tffel, — en een ander Dorp dezes naams, in Zeeland, is een groot en Volkryk Dorp, anderhalf uur gaans ten zuiden, van Amfierdam: en daardoor, een plaats van veel doortocht, zo wel van Réi als Vaartuigen, die naar de gemelde Stad en te rug willen. By dit Dorp, niet verre van de Kerk,en aan den rechter oever der Rivier den Amftel, hebben de Portugeefche Joden van Amfierdam eene afzonderlyke Begraafplaats, van acht morgen Lands: welker Graven rojet Zerken, meeft van Blauwefteen en fommigen van Marmer gedekt zyn; met Hebreeuwfcbe of Portugeefche Graffchriften vercierd. Men rekend, dat aldaar, jaarlyks, omtrent 100 Lyken begraven worden. In dit Dorp, is eene voorname Duitfche en FranfcbeKofl- fcbool. Binnen het Ambacht, ftaan twe Roomfche Kerkhuizen; beiden door waereldfche Priefteren bediend. Een half uur gaans zuidooftwaard van Ouwerkerk, aan de overzyde der Trekvaart, is de Voetangel: eene zeer bekende pleisterplaats der Trekfchuiten, die alle dagen en nachten, tusfchen Amfierdam en Utrecht, heen en weêr vaaren. Amstelveen ligt weftwaard van Ouwerkerk: en word ook Nieuwer Amftel genoemd. Zuidwaard van daar, ziet men groote Veenen; die aan dit Dorp dien naam gegeven hebben. Daartoe behoord de Buurtfchap, de Zwaluwebuürt; alwaar een Roomfche Kerk gevonden word. Waverveen ligt desgelyks, in de Veenen, zuidwaard van Ouwerkerk. Van deze Veenen, langs'het water de Waver, is de naam overgegaan tot dit Dorp zelve; welks Inwooneren meeft van 't Turf graven en baggeren beftaan. Deze Ambachts Heerlykheid is, in 1731, toen de Stad Amfierdam , de drie andere Dorpen van Amftelland, uit de Graaflyke Domeinen aangekocht; mede door koopverdrag, voor 6600 gulden, gekomen aan den Heer fPtll. Hoogerwaard, gewezen Predikant te Batavia. Thans is met dezelve verknocht j de Ambachts Heerlykheid Waveren , Botshol en  'tbokp obbskkekk. ::,   H O L L A N Ö. 643 eri Ruige-Wilnisse , daar aan paaiende ; welke nu beiden bezeten worden , by den Heer Mr. Paul. Abr. Gillis , Thefaurier Generaal der Vereenigde Nederlanden enz. enz. Op den bodem van Amftelland, ziet men de BylemerMeir, tuflchen den Amftel en de Vecht gelegen. Zy isi een tyd lang, naamlyk, van 1627 tot 1702, droog en bedykt geweeft: dan in den laatflgemelden jare, de Dyk door een' hevigen ftorm doorbrekende; is 't Land weder in een waterplas veranderd; in welke veel Vifch gevangen word. Door het inftorten van modder, word echter jaarlyks eenige grond, langs den rand binnèndyks, aangewonnen; welke gebruikt word tot Moeftuinen. Alle de Predikanten van Amftelland behooren, onder de Klaffis van Amfierdam. Van Gooiland en Amflelland, is onderfcheïden, het Baljuwfchap der LOOSDRECHTEN, byna van rondsom door de Provincie Utrecht ingefloten: waartoe mede behoren: Mynden: en Tekkop ; welk laatfte op den grond der Provincie Utrecht, by Kokengen en Kamerik ligt. Plet behelft in zich: De beiden Loosdreciiten: zynde twe aanzienlyke Dorpen, ter onderfcheiding van elkander, 't één de Oude en 't ander, de Nieuwe Loos'drecht, toegenoemd. Zy worden, door 't water de Drecht, 't welk weftwaard naar de Vecht loopt, en aan beiden, den naam mededeeld, van elkander afgezonderd: en liggen rondfomme in de Veenen; van welke fommige reeds uitgeveend, en in Waterplaflen veranderd zyn. Beiden zyn ze afzonderiyke Ambachts Heerlykheden, die echter, famen behooren, aan den Heer Mr. Zach. Hendr. Alewyn, regeerend Schepen der Stad Amjlerdam. Deze beiden Dorpen hebben, in 1672, veel geleden, door de inkwartieringen der Franfchen; die de geheele Provincie Utrecht hadden ingenomen. Mynden, dat weftwaard daar aan paald, heeft zyn naam, Ss 3, va®  644 HOLLAND. ▼art het Slot Mynden: weleer het Stamhuis der Heeretr vatf Mynden; die, uit het geflachte der Heeren van Amftel, afftamden. Dit Slot, 't welk naby den Vecbt-Siroom, teges over het Slot Kroonenburg, plagt te ftaan, is daarna te niet geraakt: zynde niets daarvan overgebleven, dan een ruige heuvel. Onder dit Ambacht, ligt een gedeelte der Nieuwersluische Schans: naamlyk, al wat daarvan ooftwaard der Rivier de Vecht gevonden word: beftaande, in een foort van Hoornwerk. Doch, de eigenlyke Schans zelve, aan dcweftzyde der Rivier, behoord aan.de Provincie Utrecht. Het Slot Kronenburg is, aan het Baljuwfchap der Loosdrechten, niet onderhoorig; maar, is eene Vrye Heerlykheid op zich zeiven, en hoewel, van alle kanten, door den Stichtfchen bodem ingefloten; echter,behoorende tot de Provincie Holland: en de bezitter van 't zelve, de Heer Mr. Tsbrand Kieft Balde. Dit Slot is, in de oude Graaflyke gefchiedenifie van Holland, zeer beroemd: inzonderheid, door Gerrit van Velzen, aan wien het in eigendom behoorde; die, na den gepleegden moord, van Graaf Floris V,naar dit Slot gevlucht was; maar, beneven fommige andere Edelen aldaar gevangen werd, en zyn verdienden loon ontfmg: waar na, dit Slot, uit wrake tegen deszelfs Bezitter, door de Landszaaten, deerlyk verwoed is. Dit gebeurde, in den jare 1296. Niet lang daarna, werd dit Slot herbouwd, en, door Graaf fVillem van Holland, gefchonken aan Heer Willem, zynen natuurlyken, Zoon, Ridder; van wien het geflacht van Kroonenburg afftamt, 't welk langen tyd in de Ridderfchap van Holland befchreven geweeft, dan eindelyk uitgeftorven is. Daarna, kwam deze Heerlykheid aan het geflachte van Lynden van Gronsfoort: van het welk, dezelve gekocht is, door den Heer Wittert van der Aa; wiens nageJatene Weduwe dezelve na haar overiyden deed erven, door liaaren Broeder, den Heer Hendrik, Graaf van Moens. Dus die Heerlykheid dikwerf van bezitteren veranderd is, eer zy aan den jegenwoordigen Heer Kieft Balde, kwam. Dit Slot beeft, qndertuflchen, behalveu die eerfte in 1206", eene twede verwoefting ondergaan, in den jare 1275, door het Krygsvolk van Johan van Hoorn, Biftchop van Utrecht. En ten derden maal, in 1672, door de Franfchen} die een' van deszelfs torens deden fpringen. Dit Slot draagt, thans weinige overblyfzelen van oudheid: dewyl 't van tyd tot tyd»  HOLLAND. 645 tyd, naar de nieuwe bouwkunde, vertimmerd is. Deze Heerlykheid beflaat niet meer, dan het Slot; met vyf morgen Lands; die met fraaje wandeldreven vercierd zyn. Doch, aan Kronenburg, behoord mede de nabygelegeae Heerlykheid Loenen ; * immers, voor een gedeelte: want dit Dorp, dat zich weid, langs den ^fo-Stroom uitftrekt, is ten deele op Hollandfchen — ten deele, op Stichtfchen bodem (naamlyk der Provincie Utrecht,~) geplaatft: en, word daarom, dit deel, 't welk Holland aangaat, LoenenKronenburg gerecht, toegenoemd. In dit Hollandfcb Loenen , ftaat de Kerk: om welke reden de Predikant dezer plaats, de Klaffis van Amfierdam, is aangefchreven. De meefte voortreflyke Lujlhidzen, wegens welke dit Dorp zeer vermaard is, liggen, echter, op den Stichtfchen grond. 'Er zyn, in dit Dorp, verfcheiden Herbergen; die veel bezocht worden, inzonderheid, door de Amflerdammers; welke zich daar vermaken met Vifch te eeten. Het Loener Bier, dat men daar brouwd, word mede voor zeer goed gehouden, en naar elders verzonden. Binnen dit Loenen Kronen, burgs gerecht, ftaat Landwaard in, een half uur gaans van ket Dorp, een Roomfcb Kerkhuis. Belangende 'tNOORDER-K WARTIER vaa 'Holland: daarin zyn, vooraf, de VII Stem hebbende Steden aantemerken: onder welke, cerjl voorkomt: ALKMAAR, f is in rang de eerfle, onder de Steden des Noorder-Kwartiers. Deze Stad ligt, byna in het midden dezer Landftreeke, anderhalf uur gaans, van de Noordzee , omtrent op de Laudfcheiding van IVeflvriesland era Ken- * Dit Dorp Loenen in Holland moet niet alleen onderfcheiden worden, van het Slot Loenen, in de Over-Betuzve, maar ook, van een Dorp dezes zeiven naams, op de Feluwe: dus beiden in Gelderland gelegen. | Van deze Stad, zyn twe byzondere hefchryvingen voor het licht gebracht: eene door S. Eikelenberg: en de andere door S. Siersma. Ss 3  60 HOLLAND, /{ennemerland. Men denkt in 't algemeen: dat de naam dezer Stad voortyds, Al meer, (Almeria,) uitgefproken zy: en, dat dezelve zyn oorfprong hebbe, van de menigte der Meiren, met welke zy eertyds omringt geweeft is; die, echter, daarna droog gemalen, en in zeer goed Weiland veranderd zyn. Al-meer wil dan zo veel zeggen, als, dat men daar, allerwege, van rondfomme niet anders,dan Meiren of Waterplaffen, zien mogt. Zy is omgeven van een aarden ^?/,die, beneden een (tuk muurwerk heeft, en die Verfterkt is, met tien Baftions (Bolwerken;) doch, die te verre van elkander geplaatft zyn, dan, om het één het anr der bekwaamlyk te konnen beftryken: des dezelve, voor geen Vejling van eenige tegenweer, in dezen tyd, zou konnen doorgaan. De gedaante, welke deze Stad, na de laatfte uitlegging, die gefchied is, in 1575, thans vertoond, is langwerpig rond, zy is van zeven Poorten voorzien: twe ten ooften, zyn de Schermer en de Boompoort: ten zuiden, de Nieuwlander en de Kcnnemerpoort: ten Weften, de Berger of Gee/lerpoort: en ten noorden, de Friefche en de Waterpoort. Van binnen, word deZe Stad doorfneden, met verfcheidene Watergrachten; ter wederzyden met boomen beplant: en, langs dezelve Grachten tt—1 gelyk ook, van de ééne naar de andere, zyn de Straaten lynrecht getrokken. De Stad heeft, in haaren geheelen omtrek, wat den Wal betreft, 883 —,en ten aanzien der buitengracht, 1021 Rhynl. Roeden. Het getal der Huizen werd, in den jare 1732, toen de laatfte opneming gefchiedde, bevonden, 2837: en de Inwooneren worden, op tuffchen de 12000 en 13000, begroot. Voorts, word zy, Wegens de prachtigheid en zinnelykheid der Gebouwen, als mede, het regelmatig beloop der Straaten, voor de fraaifte Sïad des geheelen Noorder-Kwartiers van Holland, gehouden, Aaii de zuidooftzyde, heeft zy, binnen den Wal,eene zeer bekwaame Haven, voor de Schepen: uit welke, in 1661, een Trekvaart naar Hoorn , vier uuren gaans rechtftreeks ooftwaards van daar gelegen, gegraven is; welke dagelyks heen en wéér bevaren word. Aan de Hervormde Gemeente dezer Stad, die zeer tal? ïyk is, en bediend word, door vier Predikanten, zyn twe Kerken, tot den openbaaren Godsdienft, gefchikt; die, ter onderfcheiding van elkander, de eene de Groote • ■ en de andere, de Kleine Kerk, worden toegenoemd. De pRooTE Kerk , die jn het weftlyk — of liever noordweftlyk ge-  KIEUWLANDM POOIT te ALÏMAAS.   HOLLAND. #47 gedeelte der Stad, naby de Geefierpoort ftaat, was , by haare eerfte Stichting toegeweid , aan den H. Laurens., Zy was , eertyds, van een kleiner begrip : dan , in 1468, deszelfs toorn inltortende, had niet alleen deze —.— maar ook , eene andere Kerk , naaft daarby ftaande , en aan S. Matbias toegeweid, ten eenemaal bedorven: weshalven, men te rade werd, die beiden Kerken aftebreken, en op derzelver plaats, deze ééne Kerk re Stichten; die nu eene der grootfte en fraailte van geheel Noord Holland is. Men heeft zich langen tyd, met derzelver Stichting bezig gehouden; totdat ze eindelyk voltooi! werd, in den jare 1521. Het hart en ingewanden van Graaf Floris V, die, in 1296, door fommige zyner Edelen, by Muiden vermoord werd, zyn naar Alkmaar overgebracht; en in deze Kerk begraven: het welk, aan de plaats, waar zy gelegt zyn, door een Opfchrift in oude Letteren word aangewezen. De Kleine Kerk word veel al de Kapel genoemd : en was, aan de H. Maagd, en aan St. Jan, toegeweid; die de Patroon was der Malthefer Ridderorder, welker Heeren dezelve gefticht hadden, omtrent den jare 1443. Waalfcbe Gemeenten zyn, noch daar, noch ergens in geheel Noord Holland. De Luthersche Kerk, die zeer fraai is, word door een* ■ Predikant bediend: en de Remonftrantfcbe door twe Predikanten. Men heeft aldaar, ook eene Kerk der Mennoniten : en vier Roomsche Kerken. Het Stadhuis te Alkmaar is zeer deftig: pronkende met • een cierlyk gebouwden toren. Het ftaat, op de Langftraat, niet verre van de Groote Kerk. In het zelve vergaderen, ook, de Baljuwen en Leenmannen, beneven verfcheidene Heemraadfchappen der omliggende Diftriften. Voorts, zyn het Prince Hof, de Waag, het AmmoniTie Huis, de Doelen enz. bezienswaardig. 'Er is ook een Latynsche School, die goeden opgang maakt: een Tuchthuis : een Mannen en Vrouwen Gasthuis : een Weeshuis ; 't welk, in de Roomfche tyden, een Beggynenbof geweeft is: een Aalmoeseniers-huis : en meer andere openbaare gebouwen. Meeft is Alkmaar in de Nederlandfche gefchiedeniflea vermaard, door de belegering der Spaanfchen, en het daarna gevolgt ontzet, in den jare 1573. Don Frederik van Toledo, had de Stad Haarlem niet zo dra vermeefterd, of, kreeg bevel van zyn' Vader, den Hertog van Alba, om Alk- SS 4 MAAR  64S HOLLAND. maar desgelyks aan te taffen. De grouwzaame plondering en bloedftorting, maar even te vooren door de Spaanfche*., te Haarlem gepleegt, hadden in den aanvang, die van Alkmaar met geen kleinen fchrik vervuld; die hen eerft ten aanzien der verdeediging hunner Stad , deed aarzelen: dan , door Sonoy, dies tyds Staatfch Gouverneur van Noord Holland, met eenig Krygsvolk voorzien, onder het bevel van den Overften Jonkheer Jak. Kabheljauiv; begonnen zy weder moed te fcheppen: en verdeedigden zich zo wakker, dat Don Frederik, na verfcheidene, vergeeffche ftormen, op de Friefche Poort, en den zogenoemden Rooden toren, gewaagt te hebben, genoodzaakt was, onverrichter zake, met verlies van veel Volk, te rug te trekken: te meer, dewyl de Sluizen derZeedyken, by Krabbendam, Eerswoudt en de Zype, geopend Wordende , het Ommeland ondervloeidde: waardoor, de Spaanfchen het gevaar, door een fchielyke vlucht, ontwyken moeften. Dit gefchiedde, den % Okteber des jaars 1573 : ter gedachteaiff'e van welke heuchlyke verloffinge, noch jaarlyks, den 8 Oktober een Dankdag aldaar word gevierd; dien men Alkmaars Ontzet, noemt. Dit geval is des te merkwaardiger: dewyl de Spaanfchen , dus voor Alkmaar 't hoofd geflooten hebbende, moedeloos geworden zyn, en federt dien tyd, meer voordeelen zich hebben laten ontwringen. Van daar, het fpreekwoord, dat by de Staatsgezinden veel gebruikt werd; luidende: van Alkmaar, begiud de Viktorie. Behalven den handel in Kaas; van welke weekelyks, des Vrydags , 200000 of 300000 of wel tot 600000 pon- . den ter markt gebracht worden; is hier ook veel handel, in Allerlei foort van Graanen. Desgelyks, word 'er zeer goed Dier gebrouwen. liet heeft Alkmaar niet ontbroken, aan merkwaardige Mannen , die binnen derzelver muuren , gebooren zyn. Daar onder mag men billyk tellen, Jan Arends , van handwerk voorheen een mandenmaker; die, ten tyde der Hervorminge, de eerfte in Noord Holland, het zuiver Euangelie in het openbaar gepredikt heeft, den 12 July 1566. Dit gefchiedde, op een ftuk Lands onder de Banne van PFefler Blokker, by Hoorn gelegen. Dezelve is daarna, in 1572, tot Predikant, binnen deze zyne Geboorteplaats beroepen: en is.aldaar In den volgenden jare, ter zeiver tyd, toen de Stad, door de Spaanfchen belegerd was, den 28 Augujli geftorven. Uit die zelve Stad, is oorfpronglyk, het aanzien-  HOLLAND. 649 stlenlyk gedachte van Foreest. Desgelyks, zyn aldaar gebooren Adriaan en Jakob Metius , (Mets.'). De eerfte was, een groot Wiskonflenaar F en zeer ervaren, in de Ster re en Aardrykskunde; in welke Hy, in den aanvang der voorige eeuw, het Hoog Leeraarampt bekleedde, op de Akademie te Franeker. Deszelfs Broeder, Jakok Metius was een Meefter in het maken van Verrekykers. Zelfs word, door Adriaan Metius, (Inflit. Aftron. Lib. I. cap. 2.) de eere der eerfte uitvinding der Verrekykers, aart hem toegefchreven. Eindelyk, was te Alkmaar gebooreni Kornelis Drebbel; de uitvinder der IVeêrglazen, die de verfchillende trappen in de hitte en koude der Lucht aanwyzen, Thermometers, genoemd: hoewel toen, van eert ander maakzel,dan die daarna, door de Franfchen,en voornaamlyk , door de Engelfchen, veel volmaakter voor 't licht gebracht zyn. De Regeering der Stad Alkmaar beftaat, uit XXIV Vroedfchappen: uit welke, voor den tyd van drie jaren, één verkoren word tot Hoofdschout: en alle jaren, vier Borgemeesteren en zeven Schepenen; die alle Leden des Gerechts zyn. En aan dezelve, zyn twe Sekretarissee* en een Thesaurier toegevoegt. Behalven het Stads Rechtsgebied, bezit de Stad ook fommige Ambachts Heerlykheden: als Akersloot: Koebykï noordschermer: schermerhorn: en WesTMYZEN. HOORN * in 't Latyn, Horna, is een twede StemmendeStad des Noorder-Kwartiers van Holland, vier uuren gaan» ten ooften van Alkmaar gelegen, aan een kleinen inham, der Zuiderzee; welke, gemeenfchap heeft, met meer dan eene Haven, die door de konft gemaakt, en door zekere Zeewaard uitfpringende hoofden, Dyken, of Kaaden gedekt zyn; gelyk zy ook door verfcheidene tuflchen beiden fchietende ftrooken gronds, de één van de andere worden afgedeeld. De ééne, die zuidwaard aan de Stad raakt, is de Haven der Oorlogsfchepen: de andere ten ooften, der OoftJndifche Schepen. En met deze laatfte, vereenigen zich ver- * Dirk Velius, een gewezen Regeerings Lid dezer Stad, heeft in het begin der voorige Eeuw , een Chronyk vasj fleorn uitgegeven j die reeds tot viermaal herdrukt is, Ss 5  é50 HOLLAND. verfcheidene boezems, die Stedewaard ingaan, en ruim en diep genoeg zyn, om allerlei Schepen te konnen bergen. Aan de Landzyde, is zy, met een aardend/, omringt, welke (de Dyken aan den.Zeekant, mede daar onder begrepen) 1260 Roeden in haaren omtrek heeft. Deze Wal heeft zeven Bolwerken; die, echter, niet zo veel ter befcherming der Stad, zouden konnen toebrengen, dan het Zeewater, wanneer men, door het openen der Sluizen, d© Ommelanden daarmede zoude doen ondervloejen. Buiten de Stad, zyn eene menigte van fraaje Lujltuinen. Zy isvan vyf Poorten voorzien: vier, aan de Landzyde; die ge» noemd worden, 1 , de Wefter 2 , de Noorder 3 de Koe en 4 de Oofler Poort: en 5 ééne die op de Haven uitziet, en den naam draagt van de Hoofdpoort. Men kan, aan de Binnen grachten., met welke de Stad, aan de noordzyde doorfneden is, bemerken, dat zy, van tyd tot tyd vergroot geworden zy. De ;!aatfte uitlegginge is gcfchied, in den jare töió. De vier voornaamfte Straaten der Stad, die alle zeer breed zyn, lopen uit, op de groote markt; die de Roode Steen genoemd word. Dan, dewy* de dwarsftraaten, die deze vier hier en ginds doorfny- den, niet rechthoekig maar fchuins daar op aanlopen; is dit de reden, waarom de Huizen dezer vier gemelde groote Straaten, genoegzaam alle, fchuins of fcheef ftaan. Hadr. Junius (Batav. Riftor. pag. 467.) meende: dat die Stad haaren naam zou ontleend te hebben, van de Kromte van derzelver voornaamfte Haven, in gedaante, van een' Hoorn, niet ongelyk. Doch , het fpreekend Wapen dezer Stad, beftaande in een Hoorn , aan welke een ftrik gebonden is, geeft anderen aanleiding, te vermoeden, dat die Stad haaren eerften oorfprong, en te gelyk haaren naam, ontfangen hebbe, van eene Herberg, die een Jachthoorn, 't zy, in de voorgevel gemetzeld, 't zy, op een uithangbord gefchilderd had. Immers» gewaagt Felius, (in zyn (Chronyk van Hoorn I. Boek bladz. 11.) zelfs, van drie Herbergen, die de eerfte Huizen dezer Stad geweeft zyn; waarvan de ééne, zodanig een' Hoorn, tot haar Wapen had; en dees' Herberg zelve (welker plaats by de Inwooneren noch bekend is) genoemd zynde, den Hoorn; zou dien naam medegedeeld hebben, eerft aan de Buurt, en daarna, aan de Stad, die, uit dezelve, door de by voeging van ineer andere Huizen, geworden is. Men meend, dat die Stad, het eerft, met een Wal omringt  HOLLAND. 651 ringt zy, in den jare 1426: en wel, door de eigen Inwoo. .ren, ten einde, tegen Vrouwe Jakoba van Beyeren, zich te verzetten, nadat zy de Hoekfche zyde, tegen deze ongelukkige Vorftin, gekozen hadden. In den. jare 1572, is deze Stad 't eerft, aan de zyde der Staaten, tegen den Hertog van Alba, overgegaan: na dat het werk der Hervorming, onder de Borgers, veel'voortgang had gemaakt. En is, na dien tyd, beftendiglyk, aan der Staaten zyde, gebleven. Zelfs, hebben die van Hoorn, beneven die van Enkhuizen en Medenblik, zich voortreflyk gekweten, geduurende den oorlog, tegen de Spaanfchen: en niet nagelaten, der Stad Amfierdam; (dewyl die, dus lang, allerwyze hunne vyanden begunftigde;) veel afbreuk te doen, in derzelver Scheepvaart. Dit gaf gelegenheid, tot eene Scheepsjlryd, op de Zuiderzee,in 't gezicht van Hoorn, tus» fchen 30 Amfterdamfche en fommige Noord Hollandfcbe Schepen; wordende, de eerfte door den Spaanfchen Admiraal, Graaf van Boffu en de laatften, door den Admiraal van het Noorder-Kwartier, Kornelis Dirksz, beftierd. In dezen Scheepsftryd, welke twe dagen na elkander duurde, den 11 en 12 Oktober des gemelden jaars 1572, werd de Spaanfche Admiraal Boffu, beneven veele Edelen, die zich by hem op hen Schip, de Inquifitie, bevonden, gevangen genomen, en te Hoorn binnen gebracht; alwaar, hy tot de Pacifikatie van Gent, in den jare 1576, bewaard is. De gedachtenifle van dit merkwaardig geval word te Hoorn noch verlevendigt, door een afbeelding van den ge» melden Scheepsftryd, op den Voorgevel van een Huis, da| naby 't water ftaat. Desgelyks, ziet men eene fraaje Schil* dery, daarvan, in een vertrek van het Logement der GeKommitteerde Raaden. Ook, word 't Huis en het vertrek, waarin, de Admiraal gevangen gezeten heeft; vertoond: Zynde toen een der Kloofters dezer Stad, van S. Maria genoemd; maar nu het Burger-Weeshuis, en worden het Harnas , de Hoed en Kraag, van dien Admiraal bewaard, in het Arfenaal dezer Stad. Men heeft, in den jare 1732, toen de laatfte opneminge gefchiedde, te Hoorn, 2817 Huizen (en dus, even zo veel, als te Alkmaar,) geteld: en de Inwooneren worden gefchat, op ruim 12000, Zy beftaan, behalven, die dfn Hervormden Godsdienst toegedaan zyn,ook uit veele vaa  $$z H O L L A N D. van andere gezindheden: Lutherschen, Remonstranten, Mennoniten , en de meeften Roomsgezinden. De Hervormden, welker Gemeente door vyf Leeraareribediend word, hebben drie Kerken , ten hunnen gebruik: de Groote de Ooster en de Noorder Kerk. De" eerftgenoemde ftaat, in het midden der Stad: en de Straat, die daar langs loopt, word de Kerkftraat geheten. Deze Kerk, fchyin gefb'cht te zyn, ter zeiver plaatze, waar eertyds eene houte loots geftaan heeft; die aan den H. Kyriakus, als Bcfeherm-Heiligen der Stad, was toegeweid; dan die, (gelyk Hadr. Junitis fchryft, Batav. pag. 468.) omtrent 30 jaren na haare (lichting, door een' ongelukkigen Brand, verteerd werd. De jegenwoördige Kerk, die zeer ruim, en van een fraajen toren voorzien is, was aan Jobanties den Doper, toegeweid. ' Dezelve ftond, onder het opzicht van een Prooft, die aan den Biftchop van Utrecht onderhoorig was, en het bellier had, over alle de Kerken van fVeftvriesland. Zy is, van tyd tot tyd, verbeeterd en vermeerderd. Zy heeft een groot en fraai Orgel. Aan de zuidzyde van het Choor, is een vertrek, waarin, de Stads Bibliotheek bewaard word. De me andere Kerken zyn, wel niet in grootte, met de eerftgemelde, te evenaaren, maar niet te min cierlyk gebouwd, en worden zinlyk onderhouden. De Ooflerkerk, die naby eene der Binnenhavens (laat, was eertyds aan S. Anthony ■ en de andere ftaande by de Noordpoort, aan de Maagd Maria, toegeweid. De S. Anthony Kerk, is daardoor ar.nmerkenswaardig: dat zeker Klement Maartensz., Paltoor derzelver, in 1566, het Pausdom verlatende, de eerfte Predikant der Hervormden binnen die Stad geworden is. De Lutherschen en Remonstranten , hebben ieder niet meer dan eéne Kerk en Predikant. Dan, de Mennoniten , twe Kerken; ieder bediend, door twe gewoonlyke Leeraaren. En de Roomsgezinden bezitten, drie Kerkhuizen. Ook is 'er eene vergaderplaat! der zogenoemde Kollegianten. De Stad Hoorn, de gewoonlyke zetel zynde der Edel Mogende Heeren Gekommitteerde Raaden des NoorderKwartiers; hebben deze aldaar, een byzonder Huis ter Hunner byeenkomften; dat, voorheen, de wooning was, van den Prooft van IVeftvrieüand; van wien hier voor gewag gemaakt is. Het heeft, een deftig aanzien. Het ftaat aap de zuidweftzyde der Markt. Behalven deze ver- £*-  HET STADHUIS en "WAAG te HOOXN. OOSTE1 KEEK. te HOG3J.K.   HOLLAND. 6$s gnderplaats, hebben Heeren Gekommitteerde Raaden, ook , een afzonderlyk Logement , binnen deze Stad; waarin, de Leden, van dit Kollegie hunnen intrek hebben. Dit was, in de Roomfche tyden, een Kloofter der Order van S. Hieronymus. Op de Markt, of Roeden Steen, ftaat ook het Stadhuis: het welk zeer oud is; en naar gelang der Stad, niet aanzienlyk zich vertoond. Onder het zelve, is het Wachthuis der Schuttery dezer Stad. Naby 't Stadhuis, ziet men, de Stads Waag : een zeer fraai gebouw; waarin, 's Donderdags, een groote drukte is, ter oorzake der menigte van Kaas en Boter, die in dezelve gewogen worden. Het Admiraliteits Huis, anders, het Prince Hof genoemd, ftaat, achter de groote Kerk: en is van eenen fraajen tuin voorzien. De Edele Heeren Raaden der Admiraliteit van het Noorder-Kwartier, (die beurtelings, dan te Hoorn, dan te Enkhuizen, vergaderen,) houden, in het zelve, hunne byeenkomflen ; en te gelyk hun Logement. Deze hebben mede het opzicht, over het Admiraliteits Magazyn en de Scheepstimmerwerf; beiden op een Eiland, naby een groote vierkante Haven; in welke 's Lands Oorlog Schepen liggen. Voorts zyn, te Hoorn, een Gemeene Lands Magazyn , waarin Kanonnen, en allerlei grof gefchut, met zyn toebehoren, bewaard worden: beneven, een Artillerie Huis, voor kleiner foort van Wapenen. Het Munthuis te Hoorn was eertyds, het S. Katharyne Kloofter. De daar verbygaande Straat, word, naar het zelve, de Muntftraat genoemd. Doch, het recht van geld fpecien te (laan, is, onder drie Steden, Hoorn, Enkhuizen en Medenblik , gedeeld ; der wyze, dat het, alle tien jaren, zich verwjfleld. Tegen over de Munt, ftaat, het Oost Indisch Huis der Kamer van Hoorn; waarin, de Heeren Bewindhebberen der Ooft Indifche Kompagnie hunne vergaderingen houden; gelyk ook de verkoping der Ooft Indifche waaren aldaar gefchied. Dan, de Pakhuizen, in welke deze waren, tot den tyd der verkopingen worden opgelegt , zyn by de Ooft Indifche Timmerwerf, by een ruime Haven; in welke de Ooft Indifche Schepen liggen, aan de ooftzyde der Stad. Men  <&54 HOLLAND. Men heeft, te Hoorn, ook, eene vermaarde Latynscjö! School: een Gasthuis: een Weeshuis: een Hüiszitten-Armen- Weeshuis: een Proveniers-Huis enz. waartoe, de gewezene Klooflers dezer Stad thans gebezigt worden. In veel vroegeren tyd, belfond de voornaamfte handel der Ingezetenen, in Ojfen en Koejen, die hun jaarlyks uit Denemarken werden toegezonden: en welke, ter oorzake der grasryke Weilanden, daar rondomftreeks, een' grooten aftrek hadden. Hadr. Junius meend , dezen Deenfchen Handel, de eerfte opkomft dezer Stad te zyn. In den aanvang der Nederlandfche troebelen, fcheen deze Stad zeer fterk te zullen bloejen, door allerlei Koophandel: voornaamlyk , wegens haare bekwaame gelegenheid, en veilige Haven. Zelfs, waren verfcheidene Amjlerdamfche Kooplieden, zo lang hunne Stad der Spaanfche zyde toegedaan bleef, derwaard verhuid. Dan, federt 1578, toen Amjlerdam Staatfch werd, zyn dézen naar die Stad te ruggekeerd : en te gelyk met hen, een groot deel der neeringen zelve. De voornaamfte handel beftaat thans, in Kaas; die aldaar, 's Donderdags, van rondom ter Markt gebracht en veel verzonden word, naar Frankryk, Porti/gal en Spanje. Ook, verdaan zich de Inwoonéfen zeer wel, op den bouw van Oorlogs en Koopvaardy Schepen. Een foort der laatft- gemelde, de Hoornfche Katten genoemt, worden veel te Amjlerdam- bevracht, en vaaren, voor Reeders-rekening, naar de- Ooftzee; ook, naar Frankryk en elders. Hoorn mag zich beroemen, op verfcheidene vermaarde Mannen; die binnen haare muuren het eeift het licht aanfchouwden. Onder dezelve hebben uitgemunt: Hadriaan Junius ; een Geneesheer', en Schryvef der Gefchiedeniflè van Batavia, (Batavia ■Hijloria,^) in het Latyn; welke hy zou vervolgt hebben; ten ware zyn dood, die in 1575 te Mid* delburg voorviel, dit niet verhinderd hadde: de beroemde Generaal van Neérlands Indie, Jan Pietersz. Koen; die in' I 1587 te Hoorn geboren; en in"den ouderdom van niet meer dan 32 jaren, in 1619 te Batavia dierf: Dirk Veliüs-, éen gewezen Lid der Vroedfchap dezer Stad, en Schryvêr der Chrotiyk van Hoorn; die, in 1630, aldaar gedorven —, en , in het Choor der Groote Kerk, begraven is: zynde de Zerk, die deszelfs Graf dekt, met een fraai gefchrift veretefö: Rombout Hogerbeets, een voornaam Bewintsman der Nederlandfche Repifbliek, maar te gelyk, een der ieverig- itc  HOL L A N D. 6*55 fie Opperhoofden der zogenoemde Loevenfieinfche FaBïej die in 1625 overleden is: en eindelyk, Willem Kornej ijsz. Schouten; de eerfte onder alle onze Nederlanderen ^ die rondom den geheele Aardkloot zeilde, geduurende de jaren 1615, i6\6 en 1617, en by die gelegenheid, den zuidelyklten uithoek van Amerika ontdekte; welke hy„ter eere van deze zyne geboorte Stad, de Kaap Hoorn genoemt heeft: gelyk ook, de Hoornsche Eilanden, in de Groote Zuidzee; welke naamen, tot heden, in wezen gebleven zyn. De geheele Vroedschap dezer Stad beftaat, uit XX Leden ; en de eigenlyke Magifiraat of IVethouderfchap is faamgefteld; uit een Hoogschout: vier Borgemeesteren : en zeven Schepenen. Jaarlyks op goeden Prydag, worden, door 9 zogenoemde Keurmannen uit de Borgery, (hoedanig genoemd worden , die onder alle de Boonlieden, zwarte; Boonen getrokken hebben,) uit de XX Vroedfchappen, vier; Borgemeesteren, by eenparig of meerderheid van Stemmen, benoemd: en door die zelve Keurmannen, gemaakt, een getal van een en twintig Heeren, uit de ganfche Borgery, zonder aan Vroedfchappen, noch eenige andere waardigheden , gebonden te zyn, ter nominatie der Schepenen; ten einde, aan zyne Doorl. Hoogheid, den Heer Prins Erfstadhouder , ter electie van zeven Schepenen , te worden overgegeven. Eu deze plegtigheid gefchied, in de Konfiltorie Kamer der Groote Kerk; nadat, door ee. nen der Stads Predikanten, eene Leerreden gedaan is, over Exod. XVIII. 21. Hierby zyn gevoegt; twe Pensionarissen : en vier Sekretarissen. Behalven de eigenlyke Vryheid of Stads Rechtsgebied, Behooren onder het Poortrecht van Hoorn, ook verfcheidene omliggende Dorpen; die daarna zullen voorkomen; over welke de Hoogfchout der Stad ook het Schout-ampt bekleed. Niet verder, dan tot deze Stad, lopen de Trekvaarten; door welke, men alle dagen, ter gezetter uuren, van Amfierdam, derwaard kan komen: en wel, door twe verfcheidene wegen; 't zy, (gelyk men 't noemd,) binnen door, langs Purmerende; 't zy, buiten om, langs Monnekenbam en Edam. Weshalven, doorgaans, de Reizigers, die van Amfierdam naar Hoorn, en weerom willen, veranderings halve, eerft den éénen, en daarna den anderen weg nemen; wanneer zy te gelyk gelegenheid hebben, om alle' de  $5$ HOLLAND. de drie tuflchen beiden liggende gemelde Steden, in be'S door wandelen, te bezichtigen. Tuflchen Hoorn en Alkmaar, gaat, desgelyks, zodanige Trekvaart; die dagelyks heen en weêr bevaaren word; Dan, alle die van Hoorn verder willen reizen, 't zy naar Enkhtjizen, 't zy naar Medenblik, zyn verplicht, hunne reis te Land voorttezetten; waartoe, men daar ook zeer bekwame wegen vind, meelt met Schulpzand, en ook met kleine Steenen (klinkertjes) bevloerd; die, zo wel, in den Winter als in den Zo- mertyd, bruikbaar zyn. ENKHUIZEN, * in 't Latyn Énchufa, de derde in rang, onder de Steden des Noorder-Kwartiers van Holland, ligt, op den ooftwaard uitlpringenden Hoek dezer Landftreek; drie uuren gaans ooft ten noorden, van Hoorn. Aan de ooft en zuidzyde, paald zy, aan de Zuiderzee; die, echter, door een' fterken Dyk, die met IVier gedekt is, genoegzaam word bedwongen. En aan de landzyde, is zy omringt, met een aarden Wal, die befchermd word, door Zeven Bolwerken. (Ba/lions.') Zy heeft, eene zeer regel- maatige en byna ronde gedaante: en is bevonden, in haaren geheelen omhing, 1350 Dregterlandfchc Rocderi groot te zyn: dus, 90 Roeden kleiner dan Hoorn. Van haare zeven Poorten, zyn drie, aan de Landzyde, naamlyk: 1 de Keten —- zo veel gezegt, als Zoutkeetcn Póórt, in den zuidwefter hoek, aan de Zee: 2 de Weeter , die ook de Koepoort, word genoemd: en 3 de NoorderPoort. De andere vier, aan den waterkant, zyn in den muur, Welke diend, om de Haven af te fluiten. Dewyl het getal der Huizen dezer Stad, ingevolge de laatfte opneming, van 1732, bevonden is, van 2605; zo mag dat der Inwooneren veilig, op tuflchen 10000 en 11000 worden gefteld.- Vermits men, ondertuflchen, zekere aantekeningen vind, dat 't getal der Huizen binnen deze Stad, in den jare 1630, niet min dan 3550 belopen hebbe; zo blykt, dat dezelve, in dien tuflchentyd, merkelyk afgenomen zyn. Het beloop- * Twe byzondere Gefcbriften zyn, van deze Stad, dooiden Remouftrantfchen Predikant, Ger. Brandt, in 't licht gegeven; waarvan, het een eene Befchryvinge , en het ander eene Hiflorie van Enkhuizen, geïntituleerd word.  HOLLAND. 657 loop der Straaten dezer Stad is zeer wel geregeld; gaande de meefte lynrecht, waardoor zy elkander, genoegzaam alle , rechthoekig doorfnyden. De brcedfte en langlte - word de Wefterftraat gehecten; lopende, van de Wèfterpoort, tot byna aan de Haven. Daarby, is de Stad, aan veele oorden, doorfneden met binnen grachten, te wederzyde, met Boomen beplant; die aan dezelve geen klein cieraad byzetten. De Huizen zyn doorgaans fraai: en worden zinlyk onderhouden. Enkhuizen was, onder de eerfte Steden, die onmiddelyk, na het innemen van den Briel, in den jare 1572, ter zeiver tyd, met Vlissingen, van de Spaanfchen afviel: weshalven, door Eme van Meteren, ( Nederl. Hijlor. IV. Beek,) zeer wel word aangemerkt, dat deze drie Steden * Brielle , in Zuid Enkhuizen, in Noord Holland, en Vlissingen, in Zeeland, den grondflag gelegt hebben, ter verworvene vryheid van alle de Nederlanden, en ter verlofïïnge uit de Spaanfche flaverny. Hoewel dit, te Enkhuizen, geenzinds ruftig zich heeft toegedragen; ter oorzake van den tegenltand hunner eigen Overheden. Zelfs, hebben die van Enkbuizen, de Stad Medenblik by verrasfching, voor de Staaten ingenomen: en de Borgers van Hoorn mede overgehaald, om der Staaten zyde te kiezen: alles door het beleid van Jonkheer Died. Sonnoy, dies tyds Gouverneur van Noord Holland. Waarna Edam , Alkmaar en de andere Steden van het Noorder-Kwartier, rafch gevolgt zyn. De Spaanfchen hebben , na dien tyd , wel menigmaal getracht, zo te Water, als te Land, deze Stad, Weder onder hun geweld te brengen: doch 't zelve is hun altoos mislukt. Die Stad beroemd zich,nimmer,federt haare omwalling, door eenigen vyand verwonnen en dus Maagd te zyn: om 't welk te beduiden, het Wapen der Stad, (het welk in drie gekroonde Haringen, met twe Sterren tulfchen beiden, beftaat,) door eene Maagd vaftgehouden word. Het getal der Gereformeerde Kerken en Predikanten is, te Enkhuizen, even als te Hoorn: gelyk ook die beiden Gemeenten, in talrykheid, niet merkelyk van. elkander verfchillen zullen. De Groote Kere , die men ook de Westêrkerk noemd, ftaat, in het midden der Stad, aan de noordzyde der Weiterjlraat Eertyds, was zy, aan den H. Gomarus, (die gezegt word, uit Brabant, naby de Stad Lier, en van Tt aasH  658 HOLLAND, aanzienlyken Huize, oorfpronglyk te zyn,) toegeweid. Zy1 was, by den aanvang haarcr ilichting, een afzonderlyke Parochie of Kerfpel Kerk; en behoorde toen, aan een byzonder Dorp, 't welk, naar dezelve, Gommarus of (kortheidshalve) Gom.mers Kerspel, genoemd werd; het welk daarna, in 1355, met Enkhuizen vereenigt, en binnen derzelver ringmuur getrokken is; der wyze, dat dit Dorp, federt dien tyd, de IVefterwyk dezer Stad geworden is. Zy is een groot en luchtig gebouw: doch, is met een klein toorentje voorzien , zynde het Klokkenhuis, van hout toebereid, van de Kerk afgefcheiden, en by derzelver ooftzyde geplaatft. De tWe andere Kerken, naamlyk, de Zuider en de Kleine Kerk, ftaan, zeer naby elkander, in het ooftlyk gedeelte der Stad. De eerftgemelde die, aan den H. Pankras was toegeweid, en wel bezienswaardig is, heeft een' hoogen en cierlyken gebouwden toren; die, als by, 1" '595> naar ééne zyde overgezakt was, met veel konft ■Weder recht gezet is. Aan dezen tooren, hangen noch eenige Ankers der Schepen, met welke de Gelderfchen eenen fcanfiag op die Stad maakten; die, echter, door de waakzaamheid der Borgers, werd verydeld: dus, deze met der haaft hunne Ankers kappen en achterlaten moeiten; welke de Regeering terftond deed opvilfchen, en te- gedachtenifle van dit voorval, aan dien tooren hangen. De derde, de Kleine Kerk, was, in de Roomfche tjJea, de Kerk, of Kapelle van het Kloofter der Paters Auguftynen: gelyk ook, de Gallerie, en de daar aan verknochte gebouwen, noch de duidelykfte merktekenen van een Kloofter dragen. Eene Waalfcbe of Franfcbe Gemeente Is hier, zo min, dan in eenige andere Stad van het Noorder-Kivariier. Men vind 'er, echter, vergaderingen van andere in ons Gemeenebeft geduld wordende Gezindheden. Die van de Augsburgsche Konfessie hebben hunne eigen Kerk en Predikant: desgelyks, hebben de Mennoniten, binnen deze Stad, twe byzondere Vergaderplaatzen: en den Roomschgezinden, zyn drie Kerkhuizen' vergund; welker twe bediend worden, door Janfenillen. Het Stadhuis van Enkbuizen overtreft verre, dat van Hoorn, en zelfs, der meefte Steden van geheel Holland; zo in grootte, als in fraaje bouworder: zynde, de Voorgevel van grauwe Benthemer Steenen: en hebbende, boven op het dak, een' net gebouwden koepeltooren, met klokflag voor-  HOLLAND. 659 voorzieu. Dit Stadhuis heugt ook noch geen .100 jaren: zynde, niet voor den jare 16S8, gebouwd, op dezelve plaats, daar wel eer het Oud Stadhuis geftaan had. Hec ftaat achter de Zuider Kerk, in het ooftelyk uiterft einde der Stad 5 dicht by de Haven. De daar verby lopende Straat word de Breêftraat genoemd. _ Vermits het Admiraliteits Kollegie van het Noorder-Kwartier , alhier, en te Hoorn, beurtelings vergaderd; hebben de Heeren Raaden, binnen deze Stad', een treflyk Admiraliteits Huis ; anders gezcgt het Prlnse Hof: 't welk ftaat, tegen over de Wcflerkevk. Dit Admiraliteits Kollegie heeft zyn Gemeenlands Magazyn en Scheepstimmerwerf, aan eene ruime Binnen-Haven, in het Zuiderdeel der Stad. Dicht daarby, ziet men ook, het Gemeenlands Kruitmagazyn, by Ac Ketenpoort. Doch, de Gemeenlands Gcfchutgietery, beneven de Klokgietery, is aan het ander einde der Stad, naby de Hoorderpoort. Aan het Admiraliteits is ook verknocht het Munthuis van Enkhuizen: dewyl de Weftvriefche Munt, aldaar, gelyk ook te Hoorn, en te Medenblik, beurtelings, om elke 10 jaren, gehouden word. Dewyl de beiden Maatschappyen van Koophandel, de Ooft en IVeft Indifche, alhier haare Kamers hebben; zo is 'er ook, een Oost en een West Indische Huis; in welke de Heeren Bewindhebberen vergaderen; en in welker Pakhuizen , de waaren opgelegt en ter behoor- lyker tyd verkocht worden. De Bewindhebberen der Ooft Indifche Kompagnie plagten, hunne byeenkomften, voorheen, na derzelver eerfte oprechting, te houden, in den •zogenoemden Engelfchen Toren; die, by de Blauwepoort, naby de Zee ftaat; en daarna in een Herberg veranderd is. Van daar, word deze Herberg, noch heden, de Ooft Indifche Toren, genoemd. Dit Ooft Indifch Huis, 't welk, in 1630, gefticht is, en een deftige vertoning maakt, ftaat in het ooftelyk einde der Stad, op den Wierdyk, by de Ooft Indifche Scheepstimmerwerf. De West Indische Kamer heeft haare vergaderplaats en Bakhuis, by de Nieuwe Ha■ven. Ook is te Enkhuizen, eene Latynfche School; ftaande in de Wefterftraat: om, van geene andere openbaare gebouwen , als de fVaag, Weeshuizen, Gafl cn Lepreozen- üuis enz. te welden. Tt 2 De  66o H O L L L A ND. De bekwaame gelegenheid dezer Stad aan de Zuiderzee, en de gerieflyke Havens, van welke dezelve voorzien is, deeden eertyds, aldaar, den Koophandel, door de Scheepvaart, naar alle oorden der waereld, ongemeen wel bloejen: en allermeeft, de zogenoemde Groote of de Haring Viflchcry, in de Noordzee. Voorheen, plagten de Enkbuizenfche Reeders alleen doorgaans, tuflchen. 400 en 500 Haaringbuizen in Zee te brengen. Ongetwyffeld, is daar uit afteleiden , dat het Wapen dezer Stad, uit drie gekroonde Haaringen, beftaat. En de twe daarby gevoegde Sterren , op een Heemelsblauw Veld, mog£n beduiden, dat de Zeevaart, door de Sterrekunde, beftierd werd. Doch, naderhand, is deze Handel daar merkelyk verlopen: het welk, ten aanzien der Haaring Viflchery, in 't byzonder, veelal mag worden toegefchreven, aan de groote fchaden, welke de Reeders dezer Stad, in den jare 1703, geleden hebben, ter oorzake van het nemen en verbranden van veele hunner Haaringbuizen, door de Franfcbe Kapers. Daardoor, en door andere ongevallen, is den Enkhuizeren, de magt en moed benomen, om ooit veele Schepen daartoe uit te ruften. Derzelver getal beloopt, federt eenige jaren, omtrent 60. Deze Viflchery blyft, des niet te min, de Hoofdneering dezer Stad. Ten diende der Reeders , is , te Enkhuizen, een Pakhuis dezer Groote Viflchery; daande, by de Zuider Haven. By deze Stad, zyn ook fommige Zouthecten: waartoe het water , (dewyl het naby den Strand te drabbig en niet zout genoeg is,) uit de Noordzee gehaald word. Het is ganfeh niet vreemd, dat deze Stad, wel eer van zodanig eene derke Zeevaart, van tyd tot tyd, veele bekwaame Zeelieden uitgeleverd hebbe. Ook, is die Luk. Jansz. Wagenaar , Schryver van den Spiegel der Zeevaart , in Enkhuizen gebooren. De Stads Regeering is even zo gedeld, als te Hoorn: bedaande , uit XX Vroedschappen: en de Wethouderschap, uit één' Hoogschout: vier Borgemeesteren: en zeven Schepenen : beneven één of twe Pensionarissen , en drie Sekretarissen. Voor Enkhuizen, tuflchen de Stad en het Eiland Urk, ligt een Bank, die zich verre Zeewaard uititrekt, en het Enkhuizer Zand , genoemt word.   BE MONNIKENDAMMER ÏOOM te KDAM , DE KEET OOST en KAAI POOST te EDAM.  HOLLAND. 661 EDAM, in 't Latyn Edamiim, de vierde in rang, onder de Noord Hollandfche Steden, zal eertyds, Tedatn, of Jedam genoemd geweeft zyn; naar het water, de Te, of Je; 't welke van 't noorde ftroomende, langs deze Stad, door één Dam of Sluis, naar de Zuiderzee vloeid: welke naam, door verkorting, (welke gemeenlyk eenige verbastering aan de eigen naamen geeft,) in Eedam of Edam veranderd is. Alhoewel, die Stad niet rakende aan de Zuiderzee ligt; gelyk Hoorn, Enkbuizen en Medenblik ; heeft zy toch vereeniging, met dezelve, door eene bekwaame Haven, ter lengte van meer als 400 Roeden: en dus ruim een vierde deel uur gaans; in welke Haven een Sluis of Sas gemaakt is,, ter keering van het Zeewater. Zy is drie uuren gaans verwyderd , van Hoorn: en vier van Amsterdam: makende, in haare ligginge, in opzicht tot de twe nabuutige Steden Monneicendam en Purmerende , met dezelve een driehoek. De Stad heeft, zes Poorten: van welke twe, naamlyk, de Oofier en Zoutketen Poort, niet dan door de Haven van elkander gefeheiden zyn. Desgelyks, worden de IVefter en Monnekenda'mmer Poort, door een bin- nengragt, die Stedewaard in naar de Haven loopt, van elkander afgezonderd. De andere zyn de Noorderpoort; waar de Trekvaart naar Hoorn begint: en eindelyk, de Gevangenpoort, ten zuiden der Stad. Zy is in 't minft niet gefterkt: maar, alleen omgeven, met een aarden Wal; die beplant is, met Ypenboomen. Zy word onder de kleinfle Steden van dit kwartier gerekend: hebbende, niet meer, dan 1640 Huizen; die doorgaans zeer net gebouwd zyn. Het getal dei Inwooneren bedraagt, omtrent 4000. De Edamfcbe Hervormde Gemeente ftaat, onder het opzicht van drie Predikanten; die den H. Dienft, in twe Kerken , verrichten. De Groote Kerk ftaat, geheel aan 't noordeinde der Stad, by de Noorder Poort: en was, voorheen , aan S. Niklaas toegeweid. De Kleine Kerk was eertyds de Kapelle van het Begynen Hof; 't welk aan de L. Vrouw, was toegeweid. Men heeft 'er ook, eene Lutherfebe twe Mennonitifche en eene Roomfche Kerk. Het Stadhuis, dat aan de zuidooftzyde der Markt ftaat, is eerft nieuw gefticht, in den jare 1737. Een der merkwaardige gebouwen dezer Stad is, het Princen Hof: ftaande T 3 b7  ó62 Holland. by de groote Kerk. Dit diend thans, tot het houden van Kerkelyke vergaderingen, zo der Klaffis van Edam, als, der Noord Hollandfche Synode, die, om elk zesde jaar, binnen deze Stad famenkomt: als mede, des Dykgraafs, Heem. raaden enz. van de Purmermeer: en dergelyke. Voorheen was, te Edam, de voornaamfte Kaasmarkt van geheel Noord Holland: waarvan, is afteleiden, dat, het foort van Kaazen, die door geheel Noord Holland gemaakt word, (zynde rondachtig en met roode korften,) noch heden , met den naam van Edamfche Kaas, bekend is, gelyk die, in Zuid Hol'and,' met den naam van Goudfcbe Kaas, naar de Stad Goud'i. De Kaasmarkt word daar 's Vrydags gehouden : en geeft noch , een groote drukte, en fterken handel, aan deze Stad; hoewel, federt eenige jaren, die van Alkmaar en Hoorn, den Edamfchen handel, heeft beginnen te overtreffen. De Scheepsbouw is, aldaar, mede noch in een taamlyken bloei: waarmede, de handel in Hout verknocht is. Ook vind men, daarf verfcheidene Zoutkeet en: inzonderheid, buiten de Kceten of Zoutkeeten Poort, die naar dezelve dus genoemd is. ■ De Regeering dezer Stad beftaat uit XXI Vroedfchappen. En het Gerecht is fa*rh gefield, uit den Schout: vier Borgemeesteren : en zeven Schepenen : aan welke vier Sekretarisjen toegeyoegt zyn. De Ambachts Heerlykheden, welke deze Stad aan zich gekocht heeft, zullen daarna worden aangewezen. Wat, voor 't overige, ia de Hollandfche Chronyk, verhaald wofid'. van die Meermin; welke, in den jare 1403, door de Edamfche Melkmeisjes, in de Purmer, (toen noch een Meir zynde,) gevangen, en in die Stad zou gebracht' zyn: vervolgens, naar Haarlem overgevoerd, noch eenigentvd, aldaar zou geleeft hebben, dit oordeelen we, als te verdichtzelachiig,onnodig,om gemeld te worden. Iladr. Junius verhaald, (hoewel, voor zich zelve, ook geen geloof daar aan gevende,) deze overlevering uitvoerig: Hifi. Batav. pag. 504-—508. MONNEKENDAM, in 't Latyn, Monachodamum, is de vyfde in rang, onder de Steden des Noorder Kwartiers, die Stem in Staat hebben: liggende, één uur gaans Zuidwaard , van Edam. op den weg naar Amfierdam: aan een kleine Baai der Zuiderzee, het Monnekendammer gat genoemd }  II O L L A N D. 663 noemd; die eertyds aan deze Stad tot een bekwaame Haven verltrekte; maar, daarna, tot geen kleine fchade der Inwooneren , zeer verzand geworden is. Eene kleine Meir, zeer naby de Stad gelegen, ten zuidooften , welke weleer met de Zuiderzee vereenigt was, doch, door een Dam , nu daarvan is afgefcheiden , heeft, buiten tcgenfprake , den naam aan deze Stad toegelegt; die voorheen Monnekenmeivdam, uitgefproken doch, daarna, kortheidshalve, in Monnckcndam, zal veranderd zyn. Hoe deze Meir, aan dien naam van Monnekenmeir, gekomen zy, word wel verfcheiderlei wyze gegilt: doch, zonder zekerheid. Alleen, mag het JVapen dezer Stad, verbeeldende eenen zwarten Monnik met een' Knots op zynen Slinkerfcjjouder, doen denken, dat deze Meir, aan Monneken van het een of ander naby gelegen Kloofter, toebehoorde, of dat eenig geval van een' Monnik, by deze Meir gebeurd, de aanleiding ter benaming, zo der Stad, als der Meir, gegeven hebbe. Aan de Landzyde, is zy met een aarden Wal, met Boomen beplant, omgeven; die, hier en daar, een klein Bolwerkje heeft; doeh, te verre van elkander vcrwyderd, dan om eenige fterkte aan die Stad te konnen geven. Aan de ooftzyde, daar ze tegen de Haven paald, is zy flegts met een enkelen recht doorgaanden muur gedekt. Daar zyn vier Poorten: 1 de Nieuwe : 2 de Zakfteegs ——: 3 de Noordcinder en 4 de Zuideinder Poort, genoemd. Dat Monnekendam merkelyk kleiner zy, dan Edam, is uit 't minder getal der Huizen aftenemen; 't welk, by de opneming, in 1732, niet meer dan 679 bedroeg. Waaruit verder volgt, dat het getal der Inwooneren nauwlyks 2öoa 'haaien zal. Niet te min, is zy van fraaje Huizen voorzien: en heeft, verfcheidene binnen grachten, die de wyken der Stad van elkander affcheiden. Ook heeft de Nederduitfche Gemeente dezer Stad, maar ééne Kerk, die aan den zeiven Patroon, als die van Edam, naamlyk, den II. Niklaas, toegeweid was: in welke, twe Predikanten den dienft verrichten. Deze Kerk is ruim en fraai gebouwd. Zy ftaat, in het zuideinde der Stad: naby de Nieuwe Poort. Behalven de Gereformeerde zyn 'èr "ook, eene Gemeente der Lutherfchen: eene der Mennoniten : en eene der Roomsgezinden. Het Stadhuis, dat omtrent in 't midden der Stad ftaat, is niet groot. Op het zelve word ter gedachtenifle bewaard, Tt 4 • het  6Ö4 HOLLAND. het teken der Ridderorder van het Gulde Vliet, 't welk de Spaanfche Admiraal, Graaf van BoJJu, als hy in 1573, in den Scheepsftryd op de Zuiderzee, naby Hoorn gevangen was, aan een Borgemeefter dezer Stad vereerd had. Achter het Stadhuis, by den Dam, aan het einde der Haven, ziet men de Stads Waag en de Beurs der Kooplieden. De Reedery in 't uitruilen der Schepen ter Zeevaart is de voornaamfte Handel der Inwooneren. Hoewel, ook, het maken van Touwwerk in de Lynbaanen, het Zeepzieden, Zydeweven, en Verwen, beneven het droogen van Bokking, die in de Zuiderzee gevangen word, aldaar in een tamelyken bloeiftand zyn. De Regeering dezer Stad beftaat, uit XV Vroedschappen ; en tot de PVethouderfchap , behooren : de Hoogschout, die te gelyk Baljuw en Dykgraaf van Waterland is: vier Borgemeesteren : en zeven Schepenen. Aan dezelye, zyn. twe Sekretarissen toegevoegt. MEDENBLIK, * in't Latyn Medemblicum, word doorgaans, by de Zeevaarende, Memelik genoemd. Zy is de zesde, onder de Stemmende Steden van dit Kwartier: drie uuren gaans , ten noorden van Hoorn: en even zo veel, noordweftwaard van Enkhuizen. Zy is de noordelykfte van alle de Hollandfche Steden: en ligt, aan dit gedeelte der Zuiderzee, 't welk veelal de Middelzee genoemd word. Dat Medenbi.ik , de oudfle Stad , of immers ééne der oudfte Steden van geheel Wejlvriesland geweeft zy, word eenpariglyk geloofd. Veelen houden het Slot te Medenhlik, 't welk, in het oofteinde der Stad, aan de Wal ftaat, voor den Zetel der oude Friefche Koningen : daar onder ook, des Konings Radbood. Ubbo Emmius wil: (Rer. Frif. Hiftor. Lib. W. pag. 55.) dat te Medcnblik gebeurd zy het bekend geval van dezen Koning; die, als hy, na belydenifle van de Chriftelyke Leere gedaan te hebben, door den Biftchop Welfran zou gedoopt Worden, zo dra hy van dien Biftchop verftond, dat van zyner Voorouderen 'er meer ter Helle, dan ten Hemel, waren overgegaan; wei- * 'Er is voorhanden eene gedrukte Chronyk van MedenMik, welker makers naam niet bekend is.  HOLLAND. 665 weigerde gedoopt te worden , en zynen eenen voet, die reeds in het water der Doopvont was, te rug trok: zeggende , liever het meerder dan het minder getal te willen volgen: zonder, dat hy, daarna, ooit weêr te bewegen was, ter omhelzing van het Chriftendom. Dit word gefield , op den jare 718 , na 's Heilands geboorte. In een der vertrekken van dit Slot hangt een Sehildery, waarin deze gefchiedeniffe is uitgebeeld: gelyk ook het Pourtret dezes Konings , op het Stadhuis, in Borgemeefters Kamer, voor de Schoorfteen hangt. Eenigen willen, echter, dat dit Slot, eerft in 1287, door Graaf Floris V van Holland, zou gefticht zyn. En anderen dat het, door gemelden Graaf Floris alleenlyk zou herfteld en van nieuws gefterkt geweeft zyn. Van dit Slot , dat eertyds zeer groot en prachtig fchynt geweeft , is thans weinig overgebleven: en dat daarvan noch ftaat , zeer vervallen. Een van deszelfs vertrekken diend , tot een vergaderplaats voor de Leden van den Borgerkrygsraad. Voorheen , was het Kafteleinfchap van dit Slot van Medenblik een zeer aanzienlyk ampt: 't welk na overlyden van Did. Sonoy, Gouverneur van Noord Holland, vernietigt is. Dit Slot moet ook eertyds in eenen weèrbaaren ftaat zich bevonden hebben: dewyl 't meermaalen, belegeringen heeft konnen doorftaan. Als in den jare, 1572, die van Enkhuizen, (gelyk hier voor, in de Befchryving dezer Stad, is aangemerkt,) de Stad Medenblik, die dus lang, aan de zyde der Spaanfchen zich hield, door verraffching hadden ingenomen, vluchtten de Borgers naar dit zelve Slot; gezind , om zich binnen het zelve te verdedigen : dan, de Enkhuizeren gebruikten den lift, van de getrouwde Vrouwen en Dochteren der Borgers van Medenblik by den aanval op het Slot, voor aan in de fpitze te ftellen ; waardoor, de Mannen, niet durvende te fchjeten, terftond tot de overgave genootzaakt werden. Die Stad was , voorheen, binnen veel nauwere paaien begrepen: en toen lag het Slot , buiten dezelve. Dan , geduurende de Spaanfche onluften , heeft men , aan de Landzyde, eene geheele nieuwen aarden IFdl,met Bolwerken gefterkt, om den ouden muur, gelegt: waardoor, zy tot een Fejling , in dien tyd zelfs van geen gering aanzien , geworden is. Die Stad is van verfcheidene voortreflyke Havens voorzien; des te veiliger, voor de ScheTt 5 pen:  666 H Q L L A N D l pen: dewyl zy alle binnen de Stad befioten zyn. Behalven de oude Haven, die, aan den Zeekant, binnen de Stad, en den Zeedyk ligt, zyn daarna noch drie andere daar by gevoegt; waarvan , de ééne de Nieuwe de twede, de Eilands en de derde, de IVcjler Haven, genoemd word; die alle met elkander gemeenfehap hebben. Deze zyn van zulk een ruimte , dat , des noods , meer dan 300 Schepen , in dezelve , zouden konnen geborgen worden. By de Weder Haven, die de grootfte van alle is, ziet men eene fraaje Sheepstimmerwerf; op welke nieuwe Schepen gebouwd, en andere gekalfaterd worden. De handel in Hout, 't welk uit Noordwegen, Zweden en Ru/land, over de Ooftzee derwaard gehaald word, is, daarom de ■voornaamfte Handel, welke in deze Stad gedreven word. En de gemeenelieden begeven zich veel tot de Zeevaart.' Dat de Zeevaart, al zeer vroeg, by de Inwooneren in grooten bloei geweeft zy, kan men ontdekken, aan het voorig Wapen dezer Stad; 't welk in een zeilend Scbip bc-ltond; dan, daarna, in eene Gulde neergaande Boot, veranderd is. De Stad is van vier Poorten voorzien :.i de Ooster 2 de Baan 3 de Braak en 4 de Wester-Poort. De Huizen, die, gelyk in alle de Noord Hollandfche Steden, doorgaans fraai en zinlyk gebouwd zyn, waren in J732, toen de laatfte opneminge gefchiede, 711: waaruit, ïs aftenemen, dat de Inwooneren geen 2000, of immers 'niet meer, bedragen zullen. De Gereformeerde Gemeente, die door twe Predikanten word waargenomen, heeft eene taamlyk groote en fraaje Kerk, die eertyds, aan den zogenoemden Heiligen Bonefacius, was toegeweid, tot haaren dienft. Dezelve ftaat, naby de Zee, in het noordwefteinde der Stad: en deszelfs Toren, die zeer hoog en van een zonderling maakzel is; hebbende aan het Spits een foort van Lantaarn; ftrekt, ten Bake voor de Schippers, die de Zuiderzee bevaren; die, wanneer zy daarom ftreeks door Storm overvallen worden, niet zelden tot de Haven dezer Stad, den toevlucht nemen: en zelfs, als zy door Ysgang verhinderd worden, "hunne reize voort te zetten, aldaar overwinteren. Binnen Medenblik bevinden zich veele Lieden van andere -Geloofs gezindheden: naamlyk, Lutuekschen en Menno-niten; die alle, elk hunne byzondere Vergaderplaats en Leer-  HOLLAND. 66} Leeraars, hebben: gelyk 'er ook eene Statie van Roomsgezinden ; die bediend worden, door eenen Waereldlyken Priefler. Het Stadhuis te Medenblik ftaat, aan de overzyde der oude Haven, in het noordelykft einde der Stad, van alle de andere Hutzen afgezonderd. Dus ftaat het met zyn' rag naar de Zee: maar de Voorgevel heeft haar uitzicht op den Dam, en vervolgens, op eene fraaje weide Binnengracht, met Boomen te wederzyde beplant; door welke de geheele Stad , in twe, na genoeg even gelyke deelen, onderfcheiden word. De Admiraliteit van 't Noorder Kwartier bezit te Medenblik, een Magazyn: 't welk, aan 't oofteinde der Eilands Haven, en dicht by 't Slot ftaat. ■ Men heeft, in den jare 1688, getracht, by de Heeren Staaten van Holland en Wejlvrieiland, te bewerken, dat, in eene der Stads Havens, een Dok mogt gemaakt worden, voor 's Lands Oorlogfchepen: doch, aan 't verzoek, van 's Stadswege daar toe gedaan, heeft de uitkomft niet beantwoord. Vermits de drie noordelykOe naby elkander gelegen Steden, Hoorn, Enkhuizen en Medenblik, met elkander deelen, in het recht der Weftvriefche Munt; die, tien jaren na elkander, dan in de-ééne dan in de andere, gehouden word; zo is 'er ook een Munthuis ; 't welk tegen over de Kerk ftaat. Het Gemeenlands Kogge-Huis ftaat, in het zuiden der Weder Haven, by de Baan-Poort: en is een groot Gebouw; 't welk diend ten Vergaderplaatze, voor den Dykgraaf en verdere Regenten, beneveu de Opzichters der Weftvriefche Dyken, in het Diltriét, 't welk, de vier Noorder Koggen, genoemd word. De Regeeiung te Medenblik beftaat, uit XVI Vroedschappen: en het Gerecht, uit den Schout: drie Borgemeesteren : en zeven Schepenen ; aan welke, twe Sekretarissen toegevoegt zyn. Onder het Rechtsgebied dezer Stad, behoren, behalven de Stads Vrybeid, ook eenige naby gelegene Dorpen; die in de Befchryving van het platte Land, onderfcheidenlyk zullen worden aangewezen. Alreeds, in den jare 1724, is, van Medenblik, een nieuwe Schelpweg aangelegt, gaande een eindwegs over den Oolter Zeedyk, en vervolgens Landwaard in tot aan her Dorp  668 H O L L A N D. Dorp Hoog Kar/pel; alwaar zich dezelve vereenigt, met den Steenweg die, tuflchen Hoorn en Enkhuizen door deï zogcoemden Streek loopt. Deze ^/^/, die wel onderhouden word, geeft een bekwaame gemeenfchap, t„s- V r eZVdr'7eineWe Stede"' 20 we' 's Zomer?'* Winters. Van dezen weg bediend zich de Poflwagen, die : dagen, (uitgenomen 's Zondags,) van Hoorn, in den Zomer, s nam!ddags ten vier uuren, naar Medenblik . en den volgenden dag, wederom rei'd: ten geS voorin met de Trekfchuiten tot Hoorn gevaren zyn,; ten einde va'n SSd ^ T r^"^^ van deze Stad, vaard, alle avonden, (uitgenomen 's Zon dags ) eenFeerfebip op .SW*,,. ?6 V**k wacht, tof zo fcng de Pf wagen van ^ aangekomen is. En de\Z ytl Y^rd,alle avonden' een Feerfcbip, van .SW* op Medcnbhk; 't welk mede niet afrteekt, -oor en Teer de Poflwagen van Bolswert aldaar aangekomen is. 2^^^' 'C Lat^n ^«^, is de zeV'aarfte ra"g' onder de Stemmende Steden de, Noorder-Kwartten: gelegen, aan het einde der PurmTr; dal m ï°°5 gWU'9 P°'der' tu(rche'1 de Steden & t/am, Momekeudam, en deze s van waar zy den naam g/W* °mfangen heefc' Voortyds! noch onder de Z)^« van /W/W gerekend , zou zy enkel Purmer genoemd geweeft zyn: en was toen, beneven 't naby gelegen Dorp Purmerland, eene vrye Heerlykbeidwelke een' tydlang heeft behoord, aan 't Graaflyk Ilui van lTrD: ïrh' h T dk gef!acht ^rvreemdygeworden! StïïÈT^,in de" lare 1568'door de» B!oed- ra.d te• Bruffel onthoofd was. Sedert dien tyd, is Purmerende der Graaflykheid van Holland ingelyfd. Geduurende den Spaanfchen In.andfchen Oorlog, is deze Stad met eenige Bolwerken gefterkt geworden; waarvan de grondflagen noch te zien ^ Ook , werd door eenen der Heeren van Purmerende fFiliem Eggert, in den jare 1413, in he" noordwertelyk deel der Stad,een groot Slot gebouwd Pur merste.n geheeten; waarop hy en deszelfs nazaaten hunne wooning hadden. Purmerende aan de Staaten van Hofland geraakt zynde ; ftrekte dit Slot tot eene wooning voor den lerende Vr^'f^™ ^ had Va" van Pur- merende. Doch, dit Slot, in 1729, door de Staaten, aan de   BE KEIK en MAM1 te JUBMIMSDI. HET "WEI S HUI S te lUBMÏ.lF.OTÏ.  holland. 66o HOLLAND. Nerts II, geftie-ht: het welk, hoewel, menigmaal herbouwd, noch in wezen is; ftaande weftwaard van het Dorp, en nader by de Duinen. Dit is een zeer vermakelyk Dorp; een half uur gaans, ten noordweften van Haarlem, gelegen : en is rykelyk voorzien, van zeer fraaje Buitenplaatzen; op welke aanzienlyke Heeren van Haarlem, Amjlerdam, en elders, in denZomertyd, hun verblyf hebben. Dit Dorp bloêid ongemeen, door de Blekeryen, niet alleen van Gaaren, maar ook van gemaakte Lywaate Klederen; welke laatfte, voornaamlyk, van Amjlerdam, derwaard worden aangevoerd. Tot Bloemendaal, worden ook gerekend twe "Buurtfchap. pen, naamlyk: Tetrode, of Tktroede,doorgaans,met den naam van Overveen, bekend; niet meer dan een vierdedeel uur gaans, ten weften van Haarlem, gelegen: welke plaats vermaard geworden is, in de gefchiedenifle der Nederlandfche Kerkhervorming; als ééne der eerfte , in welke het zuiver Euangeli» in 't openbaar gepredikt werd , in den Jare 1566 door Petr. Gabriël en Jan Arendz. toegenoemd, de Mandemaker, voor eene fchare van niet min dan 5000, die uit deze Stad en van elders, telkens kwamen, toevloejen; waar door, eene menigte bewogen werd, ter omhelzing der Hervormde Leere. De andere is, de Vogelzang; mede genoemd, naar het Slot, de Vogelzang; 't welk desgelyks, aan de oude Graven van Holland, toebehoorde, en langen tyd verwoed gelegen, doch, daarna, weder is opgebouwd. Dewyl Hertog Albrecht van Beyeren, Graaf van. Holland, dit Slot, de Vogelzang, in den jare 1383, aan Heer Reinout van Brederode gefchonken heeft, in vergelding der door hem gedaane trouwe dienften; kan men daar uit afleiden, hoe het zelve tot de Heerlykheid, Breuerode; gebracht zy, en nu, onder het Baljuwfchap van Brederode, behoord! In elk dezer Buurtfchappen, is eene Roomfche Statie. Deze geheele Ambachts Heerlykheid Bloemendaal is, in 1722, voor 30000 guldén, door de Stad Haarlem gekocht. Daarom ftreeks hebben ook, (zo fommigen willen,) geleffen, de oud Adelyke Huizen, Zaanen, en Schooten; die daarna verwoelt zyn. Zandvoort is een der Zee Dorpen van Holland, omtrent ■anderhalf uur gaans, ten zuidweften van Haarlem: en heeft dit met de andere -Zee Dorpen gemeen, dat het, door de Zee-  HOLLAND. 69t Zeebaaren, door den tyd, merkelyk is afgenomen. De Inwooneren hebben, voornaamlyk; hunne koftwïnning, van de Vijchvangfi; en van het droogen der Schollen en Scharren ; die zy alom verzenden. De Heer Jan Marjelis , Schepen der Stad Amjlerdam, is Ambachtsheer van Zandvoo*t. Velzen is een groot en zeer vermaaklyk Dorp, twe uu- ' ren gaans, noordwaard van Haarlem, op den weg naar Alkmaar gelegen, en naby de IVyker Meir. Dit Dorp is niet min vercierd, met voortreflyke Buitenplaatzen, dan Bloemendaal, en de onderhoorige Buurten; de meefte behoorende , aan voorname Familien te Amfierdam. Aldaar, ftond ook eertyds, het Slot , Velzen; 't Stamhuis der Adelyke Heeren dezes naams: daar onder ook, Gerrit van Velzen was; die dit Slot bewoonde; en in 1:196, zich vergreep, aan den Moord van Graaf Floris V: 't welk veroorzaakte, dat dit Slot, omnidlyk daarna, niet alleen, beneven alle deszelfs andere nagelatene goederen, verbeurd verklaard , maar ook om -verre gehaald, en geheel verwoeft geworden is; dus, niet meer dan eenige Puinhopen daarvan, noch lang daarna, te zien geweeft zyn: waarvan, de grond , aan -dea beroemden Janus Douza, toebehoord heeft. In Hadr. Junius 's leeftyd, was, niet verre van de plaats, waar dit oud Slot geftaan heeft, een nieuw gefticht, door zekeren Adr. Groeneveen, van Haarlem oorfpronglyk: dan, dit is naderhand mede weggeraakt. Men vind te Velzen, ook, veele Gaaren —— en Linnenhlekeryen: en 't mag, aan de hoedanigheid van het Duin water, worden toegefchreven, dat nergens, dan alhier, en te Bloemendaal, het Linnen witter gebleekt word. Ook teeld men daar, zeer fmakelyke Boomvruchten; die dagelyks naar Amfierdam verzonden worden. By dit Dorp ftaat een Rooms Kerkhuis. Onder de Ambachts Heerlykheid van Velzen , behoord mede, de Buurtfchap Zantpoort; omtrent ter halverwege, tuffchen dit Dorp en Haarlem, gelegen; eu naby de overblyfzelen van het vervallen Slot Brederode: 't welk men, om de gelykluidenheid van naam, met Zandvoort, niet verwerren moet. Deze Ambachts Heerlykheid Vïl2EN is, in 1722, door den Heer Gerr. Corver, gewezen Borgemeefter van Amfierdam , uit de Graaflykheids Domeinen gekocht , voot 25000 gulden ! aan wiens geflachte , dezelve noch bekoord. X.X 2 Ou-  daz ,11 O L L A N D. Onder dit Ambacht, ligt de-Kruidberg ; een gewezenJachthuis der voorige Prinfen van Oranje: 't welk, in dezen tyd, zeer vervallen is. De twe laatfte Dorpen van dit Baljuwfchap liggen, tennoorden van Alkmaar : naamlyk, Schoo.rl: en Kamp. Het eerfte ligt, binnen de Duinen; welke, aldaar, de hoogde en breedde van geheel Noord Holland zyn, In dit Dorp, is een Statie der Roomsgezinden. Aldaar, daat het Slot Poelenburg; van een ander Huis, Poelenburg, het welk hier voor genoemd is, te onderfcheiden: het Stamhuis der voorige Adelyke Heeren dezes naams. Dit Huis Poclenburg word veelal, Eechtrop, geheetcn. Maar, Kamp ligt, naby de Noordzee. In het Kerkelyke, is vereenigt, met de-Gemeente van het naby gelegen Dorp Groet; 't welk, aan het Baljuwfchap van Kennemerland onderhoorig is. Pe Ambachts Heerlykheid , over die beiden Dorpen, Schoorl en Kamp, behoord, aan Jonkheer Mr. Dirk van Foreeft, Raad in de Vroedfehap der Stad Alkmaar. Men zou eenigermate mogen opgeven , als tvvyfelachtig ; of BEVER WYK en BLOIS in aanmerking konnen komen., als één en het zelve Baljuwfchap ; dan , of zy van elkander te onderfcheiden zyn. Zeker is 't, dat zy famen eenige verbintenhTe met elkander hebben: vermits, de Baljuw van Blois te gelyk Hoog-Jchout van Beverwyk is:' als mede, dat de Vierfchaar van Blois, binnen Beverwyk, gefpannen word. Dewyl, echter, elk dier beiden haare byzondere Rechtbank op zich zelve heeft; achten we gevoeglykft, deze beiden van elkander te onder-. Jcheiden. Beverwyk,-daaromdrecks, kortheidshalve, de Wyk genoemd, ligt omtrent drie en een half uur.gaans, ten noorden van Haarlem: en is wel, voor zo verre het pnbemuurd is, een Flek; dan, niet te min met Stads gerechtigheden voorzien. Het heeft, door eene Haven, gemeenfehap, /■ X m«  HOLLAND. 6*o3 met de naar dezelve genoemde Beverweker of, kortheidshalve, de PFyker Meir; die daar zeer naby ligt, en een inham is van het Te. Deze Meir plagt eertyds overal vaarbaar te zyn; zelfs, voor groote Schepen: dan , federt eenige jaren, is de diepte merkelyk afgenomen. Men fchryft dit toe, aan den flyk der afgefpoelde Landen, rondom de Haarlemmer Meir , welk, door de Rivier het Spaarne, zich in het Te. ontlaften moet: welke flyk; niet alleen het Spaarne zelve doed verlanden, maar ook zich zet, voor den mond dezer Rivier, in het Te: waardoor ook de grond detWyker Meir, die daar ter plaatze, met het Te gemeemfchap heeft, jaarlyks word opgehoopt; zo verre, dat de groote Vaartuigen , die weleer tot voor Beverwyk komen konden, nu, omtrent Spaavendam moeten blyven liggen. Dit verlanden der gemelde 'Meir kan, ten aanzien van Beverwyk, niet anders dan nadeelig zyn. Door die zelve verlanding, fchynt ook veroorzaakt: dat de Rivier, die eertyds uit de Lange Meir,~vóxct de fVyker Meir zuidwaard ftroomde, de, Kromme, Ie of Krommenie, genoemt; waardoor men, van Beverwyk, naar de Lange Meir, en verder, naar Alkmaar voer, aan deszelfs mond, door den flib, verland geworden is: weshalven, men in 1719, dwars door het bedde,dezer Rivier, een Dyk gelegt heeft; ten einde het binnenland, tegen het vloedwatêr, te beveiligen. De ligginge van dit Flek is zeer geregeld; beftaande, in eene recht doorgaande Straat, die, ruim is, en beplant, met eene dubbelde ry linde boomen: op welke Straat, verfcheidene dwanfiraaten1 van rechts en liiags aanlopen. Het heeft eene fraaje Kerk: in welke, de openbaare dienft, door één' Leeraar, word verricht. Ook, is 'er eene Gemeente der ■Mennoniten, onder het opzicht van éénen Leeraar. De Inwooneren zyn, voor het grootft gedeelte , Tuinitrs; die zich toeleggen, op'de aankweéking van moeskruiden , peulvruchten, en voornaamlyk, boomvruchten; onder welke, de IFyker Kerffen, meeft gewild zyn. In alle deze vruchten-, is eene fterke verzending, naar Amfierdam en Haarlem. Ook is ajdaar , eene voomaame Azynmakery De Schout van Beverwyk, die, beneven zeven Schepenen , in Krimineele zaken recht doed, is te gelyk Baljuw van den Lande van Blois : zynde thans,, de We! Ede-Ie Geftr. fleer Mr. Ciiristoffel Jan van Dam , Schepen en Ilaad der Stad Haarlem. Voorts, is 'er een Kollegie van Xx 3 elf  <$94 HOLLAND. elf Vroedfchappen, in Borgerlyke zaken; waar onder, ee* Schout Civiel, twe Borgemeefteren en een Sekretarh. In den jare 1730, is de Ambachts Heerlykheid dezer plaats, tegen den zin der Regenten die 's tyds, verkocht, voor 23200 gulden, aan den Heer Franc, van Harenkarfpel, in leven Schepen van Amfierdam; wiens Weduwe, Vrouwe Sufanna Jakoba van Harenkarfpel, dezelve thans bezit. In het Ambacht dezer Steden , welke Wyk aan Duin genoemd word, Haat een Roomfcb Kerkhuis. Naby Beverwyk, ziet men, het Slot Adrichem; het Stamhuis der oude Adelyke Heeran van Adrichem; die, uit het geflachte van Brederode, gefproten zyn: welk Slot door de Friefen verwoeft zynde, daarna weder opgebouwd is omtrent den jare 1560,'door Antboon van Burg; gefproten, uit de laatfte Dochter van dit Huis, JVillemina van Adrichem. Het Baljuwfchap van BLOIS, (voor zo verre het, van Beverwyk, te onderfcheiden is,) in 't byzonder betreffende: dit vervat in zich, verfcheidene Dorpen; die verre van elkander verfpreid —^, doch, waarvan de meefte by —■ en omtrent de Rivier de Zaan gelegen zyn. Zy waren, in vroegere tyden, geduurende de Graaflyke Regeering van Holland, famen uitmakende, ééne Heerlykheid; die met den naam van Zaanen of Zaanden, is bekend geweeft: doch, vermits de Heeren van dit geflachte mede zich ingewikkeld hadden, in de famenzweering, tegen Graaf Floris V, in 1396; meend men, zeer waarfchynlyk, dat! deze Heerlykheid, zo wel als die der andere faamgezwoorenen , verbeurt verklaard, en aan de Graaflykheid vervallen zy. Eenige jaren later, had Willem III, de Goede toegenoemd, Graaf van Holland en Henegouwen, zynen jongeren Broeder, Jan van Beaumont, met fleze Heerlykheid, beleend; wiens Dochter, Maria,  H ö L L A N B. 605 hia , getrouwd was, met Lodewyk van Cbatillon , Graaf van Blois *. En daarvan, zal men konnen afleiden; hoedaniger wyze, deze Heerlykheid Zaanen, daarna, aan dien vreemden naam van den Landen van Blois , gekomen zy: want uit dit huwelyk van Lodewyk van Chatillon, met Gravinne Maria van Beaumont, waren drie Zoomen verwekt, Lodewyk, Jan en Guido; die, by verfterf, de één na den anderen, behalven het Graaffchap Blois, in Frankryk, ook deze Dorpen aan de Zaan in Noord Holland, bezeten hebben;beneven de Heerlykheden van Gouda en Schoonhoven |: desgelyks, de Stad Thoolen: als mede, de Stad Beaumont, in de Provincie Henegouwen. Dan de jongfte dier drie Broederen , Graaf Guido , zich diep in fchulden bevindende, was genoodzaakt, in 1391, zyn Graaffchap Blois in Frankryk, te verkopen, aan den Hertog Lodevoyk van Orleans: waarna hy, den naam van Blois, aan deze in Holland gelegene goederen overbracht §. Die zelve Guido was ook de laatfte van zyn geflachte, die deze Heerlykbeid bezeten heeft: want in 1397, zonder lyfër- ven * Dit Graaffchap Blois , 't welk den Huize van Cbatilton die's tyds toebehoorde, ligt in Frankryk: en word dus genoemd, naar deszelfs Hoofdftad Blois; aan de Rivier de Loyre, tulfchen de Steden Orleans en Tours gelegen. -j- Dat de Heerlykheden van Gouda en Schoonhoven eertyds mede, onder den naam van Lande van Blois bekend geweeft zyn;is in de Befchryving der gemelde Steden,-hiervoor, (bladz. 471 en 492.) reeds aangetekend. § Dus ftemd dit overeen, met de gevallen, die, hiervoor , van het Darp, Charlois , en het Huis Marquette , zyn aangemerkt, Xx 4  696 HOLLAND. ven overleden zynde; keerden alle deszelfs góe^ deren, (met behoud, echter, van den naam van Lande van Blois,) weder, tot de Graaflykheid van Holland;federt welken tyd, de Graven, over dezelve, een' byzonderen Baljuw aanflelden, ,om hunnentwege het recht te oefenen. De Baljuw, zynde thans de Wel Ed. Geftr. Heer Mr. Christoffel Jan van Dam , fpand de vierfchaar,,-met zeven Leenmannen, beneven een Sekretaris. En dezen houden hunne vergaderingen, binnen Beverwyk. Tot dit Baljuwfchap behooren, de volgende X Dorpen. Spaarnwoude , (Spaartvou) ligt op den Zuid Hollandfcbcn bodem, naby.Spaarndam, 'twelk, (alhoewel, aan *t Baljuwfchap van Kennemerland onderhoorig,) in het Kerklyke, daarmede gekombineerd is. Te Spaarnwoude is, in 1765, eene Nieuwe Kerk gefticht. Deze beiden Dorpen, hebben hunnen naam 'ontleend, van de Rivier, het Spaarne; die, by Spaarndam, in het Te zich otulaft. De Ambachts Heerlykheid van Spaarnwoude is.,, onverkocht, in den boezem der Graaflykheid van Holland, gebleven;gelyk mede die van Spaarndam en Aalsmeer, By dit Dorp, plagt een oud Slot te ftaan, door de Heeren van Spaarnwoude weleer bewoond: 't welk, daarna, door den oorlog verwoeft is. Voorts, is dit Dorp vermaard, als de geboorteplaats van Klaas van Kietenoï Kyten, gemeenlyk Klaas de Reus toegenoemd: dewyl hy van zodanig eene lengte was, dat de langlte man onder deszelfs uitgerekte armen kon doorgaan. Aan den muur der voorige Kerk van dit Dorp, was een teken van de lengte van deszelfs vadem; welke, door lieden, die het gemeetcn hebben, bevonden is, ter lengte van acht voeten en zeven duimen. De oude Hollandfche Chronyken verhalen: dat de Hollandfche Edelen, die, hl 1196, Graaf Jan, na den moord zvns Vaders, Floris''V uit Engeland weder in Holland haaiden, dezen Rei;s met zich naar Engeland namen ; Öie daar een voorwerp wa», vaa elks verwondering. ] Wyk  M O L L A' N D. 697 Wyk op Zee, dus toegenoemd, tor onderfcheiding, van Wyk aan Duin, Beverwyk, Noordwyk , Katwyk enz., is een middelmatig Dorp, een uur gaans weftwaard, van Bever, wyk, aan de Noordzee gelegen: welkers Inwooneren, van de Vifchvangfl, hunne voornaamfte kolf winning hebben. De Ambachts Heerlykbeid- van dit Dorp is, beneven die van Wyk aan Duin, ter zei ver tyd, als Beverwyk, door dien zeiven hier voorgemelden Heer van Harenkarfpel, uit de Graaflykheids Domeinen gekocht, voor 15H50 gulden: wiens Weduwe thans Ambachts Vrouw dezer Heerlykheden is. De overige acht Dorpen van dit Baljuwfchap liggen aan den Zaankant: als: Zaandam: Westzaanen enz. Zaandam , eigenlyk Zaanredam of Zaanerdam, en gemeenlyk Saardam; dus genoemd, naar den Dam of Sluis, door welke de Rivier de Zaan in het Te uitwaterd; beftaat, uit twe zeer groote en volkryke Dorpen; die, door de gemelde Rivier , van elkander gefcheiden zyn : het één Oost en het ander, Westzaandam genoemd. Oost- .zaandam, het welk het grootfte der beiden is, word ook in 't byzonder, Saardam, of Sardam geheten. Voor den •tyd der Hervorming hebbenze faamen éên Dvrp uitgemaakt; ivelks Inwooneren eene Kapelle in gemeenfehap met elkander hadden ; die op den grond van Oostzaandam ftónd , en aan de Parochie Kerk van Ooflzaanen, onderhoorig was: dan, de fterke vermenigvuldiging der Inwooneren heeft veroorzaakt, dat zy, daarna, twe afzonderlyke Dorpen gevoorden zyn; die elk, eene fraaje en groote Kerk hebben; waarin, twe Predikanten den dienft verrichten. In Westzaandam , hebben ook de Lutherfchen eene voortreflyke Kerk; welker Gemeente door een Predikant bediend word. ïn beiden, hebben mede de Mennoniten hunne vergader.plaaizen: en desgelyks de Roomsgezinden. De fterke Handel en neeringen der Ingezetenen hebben, die beiden Dorpen, van tyd tot tyd, merkelyk doen toenemen: waardoor, 't getal der Huizen, by de opneming, in den jare 1749, te Oostzaandam, 1260 en te Westzaandam, 1222 , bevonden werd. In elk dier beiden Dorpen, teld men meer dan 6000 Inwooneren. Men heeft, daar onder anderen ook Diakonie Wees en Armen HuU zen enz. De Houthandel is een der voornaamfte neeringen t des te meer, dewyl de Scheepsbouw, aldaar, de -koftwinninge van veele Ingezetenen is. Daarom, zyn 'er meer da» Xx 5 150  6gZ HOLLAND, 150 Zaagmolens; hoewel derzelver getal eertyds merkelyk grooter was; dan jegenwoordlg. De Graan en Zaai Handel is mede zeer aanmerkelyk: daartoe, dienen een menigte van Pel en Oly Molens. Desgelyks, zyn 'er veele Papier Vol Verf Run . Snuiftabaks Loodwit Scbulpzand Moolem: en meer andere. Men zou bezwaarlyk, eenige Traficquen en Handwerken, konnen opnoenftn; welke, in die beiden Dorpen, niet geoefend worden. Daar beneven, rullen de Saardammers veele Schepen uit. ter Koophandel, naar alle geweften: ook tot de Haringvifcbery en IValvifchvangfl. Door alle deze neeringen, zyn de Inwooneren dezer Dorpen, (immers veelen derzelve,) zeer vermogende geworden. En die zelve neeringen zyn niet alleen te Ooft en Weflzaandam, maar ook m de overige Dorpen, langs den Zaanjlroom; welke, hierna volgen zullen. Eindelyk, is te Saardam veel liefhebbery tot de Sterre en Aardrykskunde; gelyk ook tot de Zeevaart. De Ambachts Heerlykbeden dier beiden Dorpen zyn van elkander onderfcheiden; die van Oostzaandam is vereenigt, met die van Oostzaanen, onder Kennemerland; die, in 1729, door de gezaaralyke Regenten dezer Dorpen, aangekocht is, voor iosooo gulden: (gelyk hiervoor is aangemerkt:) en die van Westzaandam is vereenigt, met die van VVestzaanen, gelyk ook, met meer andere Dorpen, als, de Koog, Zaandyk, Wormkrveer en Knollendam; welke alle faamen, naar het Hoofddorp, de Ban van WestZaanen, genoemd worden. Deze Ambachts Heerlykbeid, is desgelyks, door de gezaamlyke Regenten dezer Dorpen, in den iare 1729, voor niet min, dan 300000 gulden, uit de Graaflyke Hollandfche Domeinen, gekocht. Westzaanen ligt, (gelyk de naam van zelf uitwyft,) ten weften der Rivier, de Zaan: en word dus toegenoemd, ter onderfcheiding, van Oostzaanen; onderhoorig , aan het Baljuwfchap van Kennemerland. Dit is een zeer groot Dorp: 't welk, van het Te beginnende, niet min, dan anderhalf uur gaans , noordwaard , zich in de lengte uitftrekt ; eindigende by de Nieuwemafcbe Vaart. In den jare 1740, is, in dit Dorp, eene nieuwe zeer fraaje Kruiskerk gefticht. De Inwooneren hebben foortgelyke Trafieken en Handwerken, als die van Ooft —- eh We/lzaandam. Aldaar, zyn twe Vergaderplaatzen der Mennoniten. De  HOLLAND. ln vroege tyden, was dit Land, eene Vrye Heerlykheid, van de Graven van Holland, geheel onafhanglyk , en behoorende , den Adelyken Huize van Persyn' : (wiens Stamhuis naby s Ha°e, onder het Ambacht van Waffenaar, noch te vinden is.) De Heeren van dit geflachte droegen ook den titel van Heeren van Waterland: en bezaten,in hetzelve, een Slot, Zwanenburg geheeten: 't welk, in den jare 1273, door de Waterlanders, met hunnen Landsheer overhoop liegende , vernield , en nimmer herbouwd is. De Heer, geduurende wiens regeenng, dit voorviel, wa<5 Jan Perfyn; die verraoedlyk, uit mis-  7i3 HOLLAND. noegen, door dezen opftand tegen hem veroorzaakt, m 1282, 't hoog Gebied over deze zyne Heerlykheid verkocht, aan Graaf Floris V van Holland; onder voorwaarde, echter, dat zyne nakomehngen, deze Heerlykheid, als een erflyk Leen, van de Graven van Holland, zooden bezitten. De laatfte Heer van dit zelve geflachte, welke Waterland dus beftierd heeft, was Klaas Perfyn: na wiens overlyden, zonder nakrooft, in i4o9, deze Heerlykheid geheel, met de Domeinen van Holland, vereenigt is geworden. Dit Landfchap draagt, met recht, den'naam van Waterland : dewyl het de laagfte en drasügfte Landftreek van geheel Koord Holland is: overal vervuld , met binnenlandfche Meir en ; van welke, wel fommigen, naamlyk, de Buikjlooter — Broeker — en Belemer Meir, daar na droog gemalen -* maar veele andere noch overgebleven zyn; die den Ingezetenen veel Vifch verfchaffen: waarby komt, eene menigte van Irekvaarten en Slooten, met welke, dit Land allerwege doorfneden is. De Hoogfchout van Monnekendam, in der tyd, is te gelyk Baijuw van Waterland : en hem zyn toegevoegd XXIV Schepenen; die, uit de zes Hoofddorpen van dit Baljuwfchap, verkoren worden. Ook, is die zelve Baljuw, te gelyk, Dykgraap, die, beneven IX Hoog-Heemraden, over den Hoogen Zeedyk, den Laagendyk, die, ten weften, dit Land bepaald, als mede, over de Molens, Sluizen enz. van Waterland, het opzicht hebben. 'Er zyn, in 't geheel XII Waterlandfche Dorpen; die alle zeer naby elkander liggen; zynde lommigen, niet meer dan een klein half uur gaans,  HOLLAND. 719 gaans, van elkander verweiderd. Deze Dorpen zyn onderfcheiden , in VI Hoofddorpen : welke zyn Ransdorp : Schellingwotjde : Zunderdoep: Landsmeer: Broek: en Zuiderwoude: en VI andere —, welke, met fommigen dezer Hoofddorpen , wat de Civiele Rechtsplegingen betreft, yereenigd zyn; hoewel, in de Hoofddorpen, eeniglyk, de Rechtbanken gehouden worden. De Ambachts Heerlykheid, over alle te famen, is, in den jare 1731, door 's Lands Staaten, voor 36000 gulden, verkocht, aan de Regenten derzelver Dorpen, die, uit een' Schout, vier Borgemeefteren , vier Schepenen, en een zeker getal Vroedfchappen, beftaat. Zo meenigvuldig het getal der Roomsgezinden is, in de twe andere Hoofddeelen van Noord Holland; naamlyk: Kennemerland en West vriesland is; zo zyn dezelve, daartegen, in Waterland, zeer fchaars. Ransdorp, word, daar te Lande, kortheidshalve, niet anders, dan Raarop, geheeten. Het ligt een weinig landwaard in; dan, niet meer dan een halfuur gaans, van het Te. Voorheen , was 't een volkryk en zeer welvaarend Dorp: dan, door verloop van tyden, is- 't merklyk afgenomen. De toren der Kerk van dit Dorp, is van een ongemeene dikte: en dezelve diend, tot de bewaarplaats der oude Handveften van geheel Waterland; die, in een kift, welke geplaatft is, in een uitgehouwen gat van 't muurwerk, gefloten zyn. Het Raadhuis, in welke de Regenren dezer Banne vergaderen, is een aanzienlyk gebouw. • Tot de Banne van Ransdorp, behooren mede, de naby gelegen Dorpen: Durgerdam: en Holysloot. Durgerdam, gemeenlyk Durkerdam genoemd, ligt geen. half uur gaans, van Ransdorp, ter plaatze, waar het Te, door het Pampus, zich met de Zuiderzee vereenigt: en is langs den Tedyk, in de lengte uitgeftrekt. Dit is mede op de lyft der Koord Hollandfcbe Dorpen, welke veel fchade ge-  "20 II O L L A N D. geleden hebben, door den Brand; want dezelve overkwam, aan du Dorp: in 16S7; welke, (alleen de Keek, en fommige weinige Huizen uitgezonderd,) genoegzaam het zelve geheel in afl'che legde. De Inwooneren bellaan, grootdeels, van de Vifchvangfi: inzonderheid van Bot; welke zy te Amfierdam ter markt brengen. Daarby, is 't Dorp voorzien, van eene bekwaame Haven; in welke de Botfibütten veilig liggen. Zuidwaard van het Dorp, Buitendyks , en op den uiterften hoek, by den mond van het Te , Haat eene hooge Vuurbaak : op welke , alle nachten een vuur vau kooien geftookt word , tot een Teken, vOor de Schippers , die de Zuiderzee bevaren , om den mond van het Te te vinden, als zy naar Amfierdam willen. Holysloot, het ander Dorp dezer Banne, ligt een groot half uur gaans , ten noordooflen van Ransdorp : aan een Water, het BinnenTe genoemd, ter onderfcheiding van het Te, 't welk langs Amfierdam ftroomd. Schellingwoude, een twede Hoofddorp, ligt, met Ransdorp en Durgerdam, in een driehoek: aan het Te, fchuins tegen over Amfierdam. Met Scbellingwoude, is vereenigt het Dorp Buiksloot, rechtftreeks tegen over Amfierdam : een taamlyk groot Dorp ; welks Huizen alle aan den binnen kant van den Waterlandfchen Dyk ftaan , met het gezicht naar het Te , en naar Amfierdam gebeerd. By dit Dorp, is een groot Voorland, reikende tot aau het Te; 't welk Vogelveyk, by verkorting Voolwyk, word genoemd: waarvan, een gedeelte , aan de Stad Amfierdam behoord; die daar haar Buitengerecht heeft. Door dit Voorland is, in 1600, een grift gemaakt, ter lengte van 700 Rhynl. Roeden; welke doorgaat, van het Te, tot aan Buikfioot; eindigende tegen den Dyk, by de Buikllootfche Sluis: door welke, den geheelen dag, ter gezette uuren, een Trekfchuit heen en weêr vaart , om de PalTagiers , die naar Purmerende , Edam , Monnikendam , en Hoorn , willen, aan de Schuiten, die van Buikfioot derwaard vaaren , te brengen : gelyk ook, die van daar te rug keeren, weder naar het Te, te brengen. Daardoor, is te Buikfioot eene geduurige doortocht van al wat, tuflchen Amfierdam en Noord Holland, dagelyk heen en weêr reilt. In dit Dorp woond veel Zeevaarend Volk. In de nabuurfchap van dit Dorp, ziet men de Buikslooter. Meir; die in den jare 1628 droog gemaa- len  HOLLAND. lfch eü bedykt geworden is: zynde nu vruchtbaar Weiland; 't welk ruim 368 morgen Lands beflaat. Zunderdorp of Zundeldorp U ook een der Watcrlandfchö Hoofddorpen: liggende , een half uur gaans noordwaard vari Ransdorp, genoegzaam te midden in Waterland. ■ Tot deze Banne behoord mede, het Dorp Nieuwendam fchuins tegen over Amjlerdam, tuflchen Buikfloot en Scbellingwoude: een zeer welvaarend Dorp, door de neeringen, die daarin geoefend worden: hebbende, onder anderen, eene Mery, waarin de Walvifchtraan bereid word, en veelerlei foort van Molens, daar onder, ook een Kruitmolen. Desgelyks , worden op de Werf, nieuwe Schepen gemaakt. Dat Dorp is mede van een Haven voorzien; waarin, 's Winters verfcheidene Schepen liggen. Hier, is ook eene Roomfche Kerk: doch gemeenzaamlyk, met Buikfloot: en deze * is de eenige, die in geheel Waterland word aangetroffen. Landsmeer is een der Hoofddorpen van Waterland: eri het grootfte vanille de Dorpen van dit Baljuwfchap: weJks Huizen, langs een Trekvaart, tot aan de Huizen van Purvïeridnd, zich uitltrekkeiu Het Dorp Watergang , een half uur gaans ooftwaard van daar gelegen,langs de rech&er Zyde der Trekvaart, van Buikploot naar Purmerende, behoord mede, tot de Banne van Landsmeer. Broek, ter onderfcheiding van Broek aan den Langendyk, en van meer andere Dorpeu dezes naams, in Noord Holland, Broek in Waterland, toegenoemd, gelegen naby de Trekvaart van Buikfioot naar Monnekendam , is mede een Hoofddorp van dit Baljuwfchap. Dit is, ongetwyfeld, een der vermaardlte onder alle de Dorpen van Noord Holland; zo, ter oorzake van de ongemeenc netheid der Huizen en Straaten, waarin de Broeken, de Inwooneren der andere Dorpen van dit Kwartier, fchynen te overtreffen; als, wel voornaamlyk, ter oorzake van den Rykdom der Ingezetenen; die, niet alleen op Amfierdam, maar ook, Over Zee, naar andere geweiten der Waereld handeldfyven. De Kerk ■deeld mede, in de zindelykheid; die men, aan de Huizen, zo van buiten , als van binnen, befpeurd: zynde vercierd, met een zeer fraajen Predikltoel: met zes kopere kroonen, en andere vercierfelen; waardoor zy, in geheel Noord Holland, geen weergaê heeft. Naby dit Dorp , ten zuidweften, ziet men de zogenoemde Broeker Meir; welke, in den jare l6i3, droog gema- Zz ha  r** HOLLAND. len en bedykt geworden is: zynde groot, ruim 304 rnorrai Lands. - Onder de Banne van Broek, behooren geene andere Dorpen, dan dit eenig Hoofddorp. Dan, met Zuiderwoudc , is ook vereenigt, Uitdam. Zuiderwoude ligt een klein uur gaans, van Monnekendam : en is een taamlyk groot Dorp. Uitdam, dat aan de Zeedyk ligt, zuidwaard, van Zuiderwoude, zal voorheen Ye-dam of Tdam , genoemd geweeftzyn: dewyl, dit Dorp ligt, aan den mond der Binnen Te, die daar wel eer haare uitwatering plagt te hebben , in de Zuiderzee: doch, welke daarna is toegedamd. De Inwooneren hebben hun beftaan, meeft van de Pifchvangfl. Ook, zyn hier eenige van dat fiach van Schepen, die men Ligters noemd , welke gebruikt worden , om de zwaar geladene Schepen op te Iigten, en dus, over de ondiepte, aan den mond der Te, naamlyk, het Pampusj te liepen. Binnen den omtrek van het eigenlyk WaterXand , bevinden zich twe Dorpen, welke VRYE HÜERLYKHEDENzyn: en dus, aan de Waterlcmdfcbe Hooge Vierfchaar, niet onderworpen. Deze Dorpen zyn Purmerland en Ilpendam: welke beiden, beneven Purmerende, behoord hebben, aan de Heeren van Egmond. De tegenwoordige Vryheer van beiden is, Mr. Gerrit de Graef; die ook Vryheer van Zuid Polsbroek is, en Schepen deï Stad Amfierdam. Die beide» Dorpen_ hebben eene gemeenzaamlyke Rechtbank, welker leden uit de beiden Dorpen verkoren worden: gelyk zy ook een' en denzclven Baljuw, Schout en Sekretaris hebben. Purmerland, in 't byzonder, betreffende: dit ligt'ten noorden van Lans.\ieer„ en aan de zelve Vaart; langs welke de Huizen alle in de lengte geplaatft zyn; reikende noordwaard , byna, tot aan de Stad Purmerende. Deszelfs Kerk, zynde een half Kruisgebouw,heeft een hooge Toren; wiens' fpits geheel van Steen opgemetzeld is. In dezen Toren hangt de grootfte en zwaarfte Klok, die ergens, in de Noord Hollandfche Dorpen, gevonden word. Ilpendam is niet zo groot, als Purmerland. Het ligt zuidooltwaard, van daar; ter rechter zyde der Trekvaart, vaa  HOLLAND. 733 varl Buikfloot naar Purmerende. Dit Dorp heeft zyn naam, Van het water de lu>, 't welk de gemelde Trekvaart dwar» doorloopt, eindigende, aan de Purmei meer: alwaar, voorheen , en eer dezelve noch niet droog gemalen en onbedykt was. een Dam gelegt was, met eene Sluis, om deszelfs water te keereö» i Naar dit /.ehe water, word mede genoemd, de Buurtfchap 'llp; welke weftwaard van daar Bggy aan dg re liter zyde der Trekvaart, tuffchen Landsmeer en Purmerland By llpendam, ftaat het Slot Ilpelmstein ; gemeenlyk genoemd , het Hof van llpendam: zynde *t Heere Huis dezer Vrye Heerlykheid, door een der voorige Heeren van Purmerland en llpendam, Volkert Overlander, in den aanvang der voorige eeuw, gefticht. Het is een fraai vierkant Kafteel, aan eiken hoek, met een toren voorzien, en ftaande te midden van eaa Vyver. Dit Slot is, door de bedyking van de Purtnwmeer, mede binnen dezelve ingeflo. ten. Tot Waterland , in den fuimften zin genomen , behoord mede , de zogenoemde ZEEVANK : waardoor verftaan word , al het Land, dat tuflchen de Zuiderzee , de Purmer, en de Beemfier , bepaald word; reikende noordwaard , tot aan het eigenlyk PVeJlvriesland. Dit Landfchap heeft,ten zekere opzichte,een foortgelyke verbintenifle, met de Stad Edam, als 't eigenlyk Waterland, met Monnekendam: in zo verre, ten ininften; dat de tydlyke Hoofd-Officier van Edam, te gelyk is Baljuw der Ambachts Heerlykheden van den Zeevank : gelyk ook, van den Zuid Polder, aan de zuidzyde van Edam. Doch , hiervan , zyn de Vrye Heerlykheden, die binnen deszelfs omtrek liggen, uitgefloten. Die zelve Baljuw, is ook Dykgraae van den Zeevank, die beneven vyf Hoog Dyk Heemraaden, het opzicht heeft, over de Dyken, Sluizen enz. van dit Difirièt. Die beiden KolleZz » gien  724 HOLLAND. gien houden hunne vergaderingen, binnen Edam. De Ambachts Heerlykheden der Zeevank zyn de volgende. Middelie, of Midlie, eigenlyk, Middel-Te: dus genoemd , dewyl dit Dorp, omtrent by het midden der Te of Ee, ligt: een Riviertje, 't welk, van het noorden zuidwaard ftroomende, in de Zuiderzee valt, by Edam; welke: Stad , desgelyks, haaren naam daarvan ontfangen heeft. En dit Riviertje , heeft met: wel te onderfcheiden , van een ander, dat de Binnen-Te genoemd word, en by Uitdam, in de Zuiderzee plagt uit te wateren. Dit Middelie is een groot Dorp; waar veel Edamfche Kaas gemaakt word. Aldaar , is eene Vergaderplaats der Mennoniten. Tot Midlie , word ook gerekend«AxwYK : een groote Buurtfchap, zuidwaard daar aanpaaimde, en rakende aan de Purmer. Wardf.r of Waarder * ligt noordwaard van Midlie, aan de Zuiderzee. Kwadvk of Qjiadyk, het derde Dorp der Zeevank, ligt een half uur gaans, noordooftwaard van Purmerende, tusfchen de Bcemfler en de Purmer: een Dorp, 't welk, wel eer zeer bloejende geweeft is; doch daarna,door Brand veel geleden heeft. Volendam ligt buiten de Zeevank, in den zogenaamden Zuidpolder, een klein half uur gaans, ten zuidweften van Edam, aan de Zee. Dit Dorp, dat klein is, en meeft bewoond word, van Roomsgezinde Ingezetenen, behoord geheel, aan de Stad Edam; waarvan het als een Voorflad word aangemerkt. De weinige daar woonende Gereformeerden hebben eene houte Loots; in welke, 's Zondags éénmaal dienft gedaan word,door eenen vaften Prediker: welke poft gemeenlyk, den Rector der Latynfche School te Edam, ten deel vald. Doch, eigenlyk, behooren zy, tot de Gemeente der gemelde Stad. De Inwooneren geneereu zich voornaamlyk , van de Botvangff. Dc * Dit Dorp niet te verwarren, met Waarder, in de na< buurfebap van Woerden gelegen.  HOLLAND. 725 De andere drie Dorpen van dit Diftrift zyn iVRYE HEERLYKHEDEN. Oosthuizen en Hobreede, (Hobrêef) maken famen uit, <ééne Vrye Heerlykbeid; behoorende, aan den Heer Mr. )Jpdn van Vredehof, Raad in de Vroedfchap der Stad ÏJJoorn. , _ , Oosthuizen is een groot en aanzienlyk Dorp, dat verre |n de lengte, zich uitftrekt, langs de ooftzyde der gemeene FTrekvaart, tuflchen Purmerende en Hoorn; die daar te geflyk de Ringfloot van de Beemfier is. De belden TrekvaarVen', die, de eene, van Purmerende, en de andere, van lEdam, naar Hoorn gaan, vereenigen zich famen., in het rnoorder deel van dit Dorp: alwaar men, door eene en de-. zzelve Schutfuls, in de gemeene Vaart naar Hoorn komt. Dit IDorp heeft, een fraaje groote Kerk, een Krtusgebouw: 111 \welker zuiderhoek, eene prachtige Graftombe ftaat, behoor rende aan het geflachte van den Vryheer van Oophwzenj (die, in dit Dorp, ook een fraai TBjleéi heeft. Aldaar, is (eene Gemeente der Mennoniten. Hobreede, het ander Dorp dezer zelve Vrye Heerlykheid 1 ligt, zuidwaard van Ooflhuizen, aan die zelve Trekvaart, i tulfchen Purmerende en Hoorn, De Gereformeerde Ingeze1 tenen van dit Dorp, zyn mede Kerklyk vereenigt, met die van Ooflhuizen; dus zy hunne Kinderen, aldaar, ten Doop aanbieden, en ook zelve, aldaar, het H. Avondmaal ontfangen: doch, in de Kerk van dit Dorp, word, (even gelyk, te Volenda.m.) eenmaal 's Zondags dienft gedaan, door eenen vaften Proponent of Prediker, die ook t Pdftortehuis aldaar bewoond. . Etershem is wel eene afzonderlyke Vrye Heerlykheid: doch behoorende, aan deiuelveu Vryheer van Ooft'huizen en Hobreede, den gemelden Heer Mr., Jpan van Br edehof. De Huizen van dit Dorp beginnen reeds van het noorderdeel van Ooflhuizen, by de gemelde Schildluis; en reiken noordooftwaard, tot naby de Zuiderzee. Dit Dorp word, van de Landlieden daaromftreeks, fchier nooit anders, dan de Buscn, of (naar de Noord Hollandfche uitfprake) de Busk, geheeten. Met de Gemeente van Etershem is gekombineerd, die van Schardam: wat noordlyker, ook aan de Zuiderzee gelegen, in den zogenoemden Veenkoop. Zz 3 Noch  HOLLAND. Noch ?yn, eindelyk, in Waterland aantejnerken, d ie Irooggtmaa'le groote MEIREN: dé'i Pu.imer: ae Wormer: en de Beemster. Dezei waren eertyds groote waterplaffen; (hoedanig, jncn de/.elve, in de oude Kaarten van Noord Holtand, noch werkelyk verbeeld ziet,) die veel Vifch uitleverden, tot geen klein voordeel den Inwooneren van Edam, Monnekendam en Purmew rende; gelyk ook, der omliggende Dorpen. Daarna, zyn dezelve, ingevolge verleend oktroy den Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland en, fVeJlvriesland, drooggemaalen, en bedykt: eni behelzen, nu, zeer vruchtbaar Weiland. Onmiddelyk na de bedyking, zyn in dezelve, hier: en ginds, verfcheidene Huizen gebouwd; die: noch jaarlyks vermeerderen. Hoewel zy, op'i verre na, niet zo fterk bevolkt zyn ; dan de andere ftreeken des Noorder-Kwartiers. Uit dei gronds gefteldheid ; genoegzaam eeniglyk uit.: Weiland beftaande; is aftenemen, dat derzelver.' Inwooneren, van de Veefokkery, gelyk van de.: Melk, Booter, en Kaas, genoegzaam eeniglyk : hun onderhoud hebben. Ook ziet men, in dezelve, verfcheidene fraaje Buitenplaatzen. Het. Hoog Rechtsgebied ftaat, in elk dezer Meir en,^m. den'Baljuw, met zyne toegevoegde Schepenen. Gelyk elk derzelver zynen byzonderen Dykgraaf heeft ; die , beneven de Hcemraaden cn Hoofd Ingelanden, de zaken, die de dyken, wegen , uitwateringen, molens, enz. 'betreffen, onder hunne beftiering hebben. De Purmer (zo veel gezegt, als de Punuermcer,) ligt tuflchen de Steden Edam, Monnekendam en Purmerende, De bedyking dezer Meir is tot Rand gebracht, in den jare }6'22 2 wanneer dezelve bevonden werd, 2581 morgen Lands,  HOLLAND. 727 Lands, beneven eenige Roeden, in 'zich te bevatten. Sedert deszelfs bedyking, is 't geta! der Huizen, daarbinnen zo fterk aangegroeid, dat, in 1743, reeds 117 geteld werden. Alhoewel, in deze Meir, veele Gereformeerde Huisgezinnen zyn, hebben ze echter, voor als noch, geen eigen Kerk noch Predikant: maar zyn verplicht, naar de naaftby liggende Steden en Dorpen, ter viering van hunnen Godsdienft, zich te begeven : gelyk ook de nabuurige Predikanten, gewoon zyn, elk in een eigen Diftrict, de Huisbezoelcinge te doen. De Wormer, of eigenlyk, de Wormer Meir, ter onderfcheiding van het Dorp Wormer, van 't welk dezelve haaren naam ontleend heeft, ligt ten weften der Purmer. Derzelver bedyking is volbracht, korten tyd, na die der laatftgenoemde, naamlyk, in 1626. Zy is merklyk kleinder van begrip, dan de Purmer: hebbende iets meer, dan 1798 morgen Lands. Het getal der Huizen was, in 174a, in'r geheel 80. De Gereformeerde Ingezetenen ftaan, (vermits zy geen' eigen Kerk noch Predikant hebben,) onder het opzicht der naaftby liggende Dorpen. Deze word de Weide-Wormer toegenoemd, ter onderfcheiding, van de Enge Wormer: ee:i kleine droog gemaalen Polder, die weftwsavd daar aanlloot. De Beemster, benoorden de Stad Purmerende gelegen, is vroeger, dan de twe andere, bedykt. En, deze bedyking werd des 'te meer noodzakelyker geoordeeld: dewyl men bevonden had, dat haar water, door de affpoeling van den rand, jaarlyks 25 morgen Lands wegnam. Dit werk werd, na veel tegenfpoed, voltooid, in 1612. Ter gedachteniffe dezer bedyking, word, in de Beemflcr, jaarlyks een Dankdag gevierd, den 30 July. De Becmfler is veel grooter, in den omtrek, dan de tvve voorige Meiren: wordende thans begroot , op 7794 , en eeuige Roeden. Daarom, zyn, ter drooghouding van dezen Polder, niet min dan 50 Molens nodig. 'Er zyn, in dezen Polder, omtrent 500 Huizen en ruim 2000 Inwooneren. De Huizen, die zeer weid van elkander verftrooid liggen, zyn tot vyf verdeelingen gebracht. En, alhoewel men, in elk dier doelen , eene plaats, om een Kerk te bouwen, open gelaten heeft; is, toch, tot dus verre, in den geheelen Polder noch maar ééne Kerk gebouwd; ftaande, in dat deel, dat de Middel-Beemster genoemd word: en deze word door Zz 4 een'  723 HOLLAND. een' byzonderen Predikant bediend. Ook is voor de Roomsgezinde Inwooneren, aldaar, een Kerkhuis. De Predikanteu van Waterland, en de Zeevank, behooren , ouder de Klassis van Edam. Eindelyk, volgt het derde deel van 't Noor^ der Kwartier, dat, in het byzonder, WESTVRIESLAND, word genoemd: ter onderfcheiding van Vriesland zelve; waar mede't eertyds genoegzaam vereenigt immers, niet anders, door een fmal water, de V/ie-ftvoom genoemd, daarvan was afgefcheiden. Alhier woonden de Oude Westvriesen; die fchier onophoudenlyke oorlogen , tegen de Graven van Holland, hunne naafte gebuuren, gevoerd hebben: maar ook, eindelyk, door dezelve te ondergebracht zyn. Deze Landftreek, welke, in de lengte, omtrent acht — en, in de breedte twe en een half uur gaans, in zich bevat, is eertyds, zo wel aan de Landszyde , als , daar ze aan dc Zee paald, met eenen zwaaren Dyk omringt geweeft. Dees is, die vermaarde Frieschedyk; waarvan men veel gewag gemaakt vind, in de vroegere Gefchiedfchriften van ons Vaderland. Aan den Zeekant, was dees' Dyk — en is de zelve noch, volftrekt noodzakelyk: dewyl, dit Binnenland, voor het meerderdeel, zeer laag is; zelfs, vier of vyf voeten lager, dan het peil van een' gemcenen Zeevloed : en daarby nergens gedekt word, door Duinen. Dan, aan de Landzyde, ftrekte dees' Ringdyk, om, ingevalle de zuidlyke deelen van Noord Holland, door den Dykhreuk waren ondergevloeid, den verderen voortgang van 'i water te fluiten, ten einde Wcft- vries-.  H O L L A. N D. 7*9 vriesland daarvan verfchoond bleve- En van dezen Binnendyk, zyn de overblyfzelen noch duide ■ lyk te zien. De Zeedyk van Wefivriesland, blyft noch,'t voorwerp van de zor-gvuldige waakzaamheid der Heeren Regenten dezer Landftreek: des te meer, dewyl de Inwooneren, in voorigen tyd, zeer dikwils, door de doorbraken en daarna gevolgde overftroomingen , groote overlaft en fchaaden geleden hebben: van welke, die ten tyde der bekende Allerheiligen Vloed, den i November 1570, de Iaatft en de zwaarfte was. Die zelve Zeedyk veroorzaakt, den Ingelanden, zeer zwaare koften, aan onderhoud: welke merklyk vermeerderd zyn, federt 1731, en eenige volgende jaren; wanneer men, in de plaats der paaien , die door 't Zeegewormte doorknaagt werden, zwaare fteenen, aan den voet des Dyk, heeft moeten leggen , om den flach van 't Zeewater te breeken. Waarby komt, dat ook de Dvk zelve, aan den buitenkant, bezet word, met wier; een Zeegewas, 't welk in de Zuiderzee word opgevifcht; en 't welk, het befte hulpmiddel is, om het afflaan der Dyken voor te komen. . Daarom, is de Dyks Regeering in Westvriesland , op een' zeer goeden voet gefteld. Al het Land is, ten dezen opzichte, in vier deelen onderfcheiden : welke genoemd worden ': I, Drechterland : 1, de vier Noorder Koggen; zo veel gezegt, als de Noorder Ambachten ; 3, het Geestmer-Ambacht : en 4, de SchaGER en Nieuwdorper Koggen, of Ambachten. Elk dezer Diflritten heeft zynen eigen Dykgjuaf en Heemraden: waarby komen , WaardsZz 5 mm-  ?ïo HOLLAND. mannen, of Waardschappen, Hoofd Ingelanden, en meer andere Amptenaaren. In geheel Wefivriesland, vind men, behalven de Gereformeerden — ook zeer veele Roomsgezinde Inwooneren; die zelfs, in fommige plaatzen, t getal der eerftgenoemde, te boven gaan. Ook zyn, in eenige plaatzen, Mennoniten en andere Gezindheden. Ten aanzien van het Hoog Rechtsgebied, ftaat Wefivriesland niet, (gelyk de Landftreeken, in de beiden andere Kwartieren dezer Provincie,') onder een' algemeenen Baljuw, dien, met zyne toegevoegde - 't zy Schepenen, 't zy Leenmannen, de oefening van dit Recht is aanbevolen: maar, alle de byzondere plaatzen, ten platten Lande, zyn hier, in driëerly foorten van Rechtsgebieden, onderfcheiden: want, ', Eer)ige Dorpen zyn met Stede Recht begunstigt: en worden daarom genoemd, platte Landsteden; die, 't zy op zich zelve alleen, het zy gemeenzaamlyk, met — en neven andere nabygelegene Dorpen, eene eigen Hooge Rechtbank hebben *. An- * Wel heeft men, in Holland, gelyk mede in de andere Vereemgde Geweften, meer voorbeelden, van Dorpen en Vlekken, die met Stede-Vkyheid zyn befchonken zyn : dan zodanige■ Fereeniging van verfcheidene Dorpen famen, tot ééne Stede h zeker, buiten Noord Holland, niet bekend. Deze Vryhetd is oorfpronglyk,alreeds van zeer vroegen ryden aoor de oude Graven van Holland, uit de Huizen van Beyeren en Bourgonte, aan deze plaatzen, toegelegt Tot de Regeerlng over zodanige Platte Landfleden, worden de Leden, uit alle de onderhoorige plaatzen, verkoren : doch, van verfchillend aantal, uit deze en gene, naar gelang van de  HOLLAND. 73» Anderen ftaan, ten aanzien der Hooge Vierfchaar , onder Stemmende Steden des -Noorder Kwartiers, hoewel alleen, onder dezer twe: naamlyk Hoorn, en Medenblik. En eindelyk, ten derde foort zyn, Vrye Heerlykheden. Belangende, de zogenoemde Platte Landsteden: van deze zyn 'er vyf, alleen,in Drechterland : hoedanig genoemd word de Landftreek , tuffchen de Steden Hoorn, Enkhuizen, en Medenblik , die, als een Landtong, ooftwaard , verre in de Zuiderzee zich uitftrekt: dezelve Landftreek, in welke de Oude Drechtervriefen te huis hoorden. En behalven deze vyf, heeft men noch twe, in een ander Diftrict, genoemd, de Noorder Kogge. Deze Platte Landlieden hebben, met haare onderhoorige plaatzen, hunne Schout , Borgemeesteren en Vroedschappen, waarby komt, dat elke plaats (gelyk de andere Dorpen in Noord Holland,) ook hare byzondere Regenten heeft; die met den wel luidenden titel van Vredemakers worden uitgedrukt: dewyl, derzelver bediening medebrengt, niet zelden, tuffchen twiftende partyen, door bemiddeling, een Vrede te bewerken. Ook geeft men, aan dezelve, den titel van Rykdommen: dewyl gemeenlyk tot die bediening verkoren worden, lieden , die wel meelt gegoed en bemiddeld 3 On- de meer of mindere grootheid en ultgeftrekfheid der Dorpen. In de Hoofdplaatze dezer Steden, (naar welke, de overige onderhoorige mede benoemd worden,) ftaat doorgaans, het gemeen Raadhuis. Ter oorzake van deze Stede Vryheid, worden de Inwooneren dezer Dorpen alle, Poorters, benoemd.  732 HOLLAND. Onder de Platte Landfieden komt eerft in aanmerking : Groote Broek. Dit word, dus'toegenoemt, ter onderfcheiding-, niet alleen, van Lutje Broek, zo veel gezegt, als Klein Broek; één der naaftby gelegen Dorpen;maar ook, yan Broek in Waterland, Broek, aan den Langen Dyk, Spanbroek; en IIensbroek, welke alle hunnen naam ontleend hebben, van de Broekige -dat is, moerajpge Landftreek, in welke zy gelegen zyn. Naar dit Dorp, als 't eerft in rang, word deze geheele Platte Landjlede, benoemd. Zy word gezegt, voorheen, van twe Poorten, voorzien geweeft te zyn. De Kerk ftaat drie vierdedeel uur gaans weftwaard van Enkhuizen, aan den Ry-weg tuffchen Enkhldzen en Hoorn; langs welken, de Huizen zeer naby elkander, rechts en lings, geplaatft zyn. Dit Groote Broek heeft verfcheiden maaien, door Brand droevige rampen ondergaan: als, in de jaren 1681, 1694, 175° en 1764, waarin,, ook de naby liggende Dorpen deel gehad hebben. ' Naar dit Broek, word toegenoemd, de -Broeker- Ha ven: hoewel de Inwooneren beiden van Broek en Bovenkarfpel dezelve gerneenzaamlyk bezitten. Het beftaat, in een Buurt van fommige Huizen, aan de Zuiderzee; voorzien,. van een goede Kolk, of Haven; waarin de Schepen liggen; en waarvan de Inwooneren dier beiden' plaatzèn zich bedienen, ter bevordering hunner Zeevaart. IV"et Groote Broek zyn, als onder.ééne Banne, vereenigt: Bovün-Karspel, kortheidshalve, Broek-Karfpel, genoemd; 't welk ooftlyker en nader by Enkhuizen ligt: ook, Lutje of Lütke Broek en -Hóóg-Karspel; beiden weftwaard van Groote Broek. In de Banne van Lutje Broek , vind men Andyk of Aan* dyk: dus genoemd , dewyl 't aan den Zeedyk ligt, ten noorden van Lutje-Broek. Dit is geen oud Dorp: zynde, daar 't voortyds eene enkele Buurt was, de Kerk eerft gefticht, in den jare 1667. Om die reden word dit Dorp, by de Noord Hollanders , fchier nooit anders , dan het Nieuw Kerkje geheten. Westwoude , is de twede der Platte Land/leden in Drechterland; welker Kerk twe uuren gaans ten weften van Enkhuizen Haat. Die Kerk is zeer oud: en word gezegt, eertyds een Heidenfche Tempel geweeft te zyn; en om die reden,  H O L L A N D. 733 den, dikwils, het Heidensch Kerkje genoeirid: hoewel, veel gemeener is, de naam van Duiven Kerkje. Met de Stede tVeftivoude, zyn tot ééne Hooge Rechtbank vereenigt, de Dorpen: BinnenwYzent ; dus genoemt, naar 't Stroomtje, de TVyzent, aan welks binnenkant, dit Dorp geplaatft is: Ooster-Blokker: en Wester:Blokker ; die, Kerklyk, met elkander gekombineerd zyn; hoedanige •< Kombinatie mede Hand grypt, in de Roomsgezinde Gemeenten dezer beiden plaatzen. Deze drie Dorpen liggen alle in eene genoegzaam rechte lyn, zich ftrekkende , naar den kant van Hoorn. By Wester-Blokker , ftond wel eer een Kloofter van zogenoemde Reguliere Kanoniken: 't welk, in den tyd der Hervorming, inden jare 1573, door de Borgers van Hoorn, afgebroken en vernield is: en wel beurtelings, dan, door deze dan, door geene; ten einde,de ééne den anderen, dit niet verwyten veel min deswege verklagen mogte: wordende het ftuk Lands, 't welk dit Kloofter befloeg, noch heden aangewezen. Op een ander ftuk Lands zeer naby dit Kloofter, en niet, dan, door een Sloot, daarvan afgefcheiden, is, deu 14 Jttly 1566, de eerfte Predikatie, in Noord Holland, naar de Hervormde Leere, openlyk gedaan, door den beroemden Jan Arcntz.; een1 gewezen Mandemaker , van Alkmaar oorfpronglyk; voor eene fchaare van omtrent 4000 Toehoorderen; die uir. de Stad Hoorn, en de omliggende Dorpen, waren toegevloeid: en wel, in een tyd, wanneer de Hoofdfchout en Borgemeefteren der gemelde Stad, beneven andere Heeren, by deze Monneken te gaft genodigd, zich vrolyk maakten; van u-elk gezelfchap, ook fommigen deze Predikatie die 's tyds bygewoond hebben; die ook betuigden, dezelve met ftichting gehoord te hebben. _< Alle deze acht gemelde Dorpen, naamlyk, Boven-Karspel, Groote - Broek , Lutje-Broek, Hoog - Karspel, Westwoude, Binnenwyzent, Ooster-Blokker en Wester Blokker; die, in dezelve order,als hier genoemd zyu, tuffchen Enkhuizen en Hoorn, na elkander volgen, liggen in den zogenoemden Streek , of eigenlyk , den Middelstreek: want, geheel Drechterland, word wel in drieërlei de Middel de Noorder en Zuiderftreek, onderfcheiden ; van welke de Middelftreek, (vermits die de meefte en aanzienlykite Dorpen in zich vervat,) doorgaans, als by uitnemenheid, maar enkel de Streek genoemd word. Dezé Dorpen liggen, in eene byna rechte lyn, aan een' Ry-weg:,  734 HOLLAND* met Sreeneklinkertjes bevloerd; die van een iegelyk, ine£ allerlei (lach.van Ry tuigen, in den Winter en Zomer' kan en mag worden gebruikt; zonder, dat eenig weggeld, tot deszelfs onderhoud, behoefd betaald te worden. De Huizen dezer Dorpen, die van Hout opgetimmerd en fraai befchilderd zyn, ftaan, langs dezen Steenweg, en, (immers de meeften) genoegzaam rakende, aan elkander: dus alle die Dorpen van den geheelen Street, ter lengte van drie uuren gaans, niet anders, dan één Dorp, fchynen uit te maken: en men geene fcheiding , tuflchen dezelve, kan bemerken, dan wanneer men weder, eene andere Kerk, aantreft. Hem, is de derde Platte Landflad, in Drechterland; liggende, in den Zuiderstrkek; die ook, om haar min uitgeftrekt begrip, de Kortestreek , genoemd word. En tot deze Stede, behoord mede, als een gemeenzaamlyk Rechtsgebied, Venhuizen *; het welk merklyk grooter is, als Hem; en verfcheidene Buurtfchappen onder zich heeft; waarvan ééne ooftwaard, langs den Zeedyk, ligt. In Venhuizen,\s eene Gemeente der zogenoemde Friefche Mennoniten. Doch, de Roomsgezinde Statie, hebben Hem en Venhuizen met elkander gemeen. De Regenten dier beiden plaatzen hebben, in 1741, de Ambachts Heerlykheid aan zich gekocht. Wydenes, by de Noord Hollanders, gemeenlyk kortheidshalve, Vennes, uitgedrukt, ligt zuidweftwaard, van Hem; met Oosterleek, doorgaans, by verkorting, flegts biootelyk Leek genoemt, en aan de Zuiderzee gelegen, famen uitmakende, de vier Platte Landflcden. By PVydenes, ziet men noch eenige overblyfzelen van het Slot IVydenes'; het. Stamhuis der gewezen Adelyke Heeren dezes naams • het welk, door de JVejlvriezen, verwoeft is In 1741 hebben de Regenten dezer plaatzen de Ambachts Heerlykheid , uit de Graallykheids Domeinen , desgelyks aangekocht. ° Schellinkhout, een groot half uur gaans ooftwaard van Hoorn, naby de Zuiderzee, is de eenige der Platte LandSteden, m dit geweft, welke op zich zelve alleen beftaat; zon- * Dit Venhuizen heeft men wel te onderfcheiden, van Venhuizen: ook een der Dorpen van ÏVeftvriesland,mhei t*eejtmer Ambacht: waarvan, hierna.  HOLLAND. 73S zonder, met ahdere Dorpen vereenigt te zyn. Dit Dorp is in zyne lengte, van't zuiden noordwaa'd, uitgeftrekt. In het noordlyk deel, ftaat een oud Gebouw, 't welk dikke muuren, en een grooten gewelfden Kelder, heeft: wordende, de Steenekamer, genoemd. Hóewei men, den oorfprong van dit Gebouw niet recht weet; fchynt het, toch, een foort van fterkte geweeft te zyn, door de oude Drechter Weftvriezen, tegen de Kenncmers en Waterlanders, aangelegt. De Ambachts Heerlykheid dezer Stede is, in 1741, door de Regenten, aangekocht. De twe overige Platte Landfteden van Weftvriesland, in het Diftrict, de vier Noorder-Koggen, zyn: Abbekerk: en Zybe-Karspel; met haar onderhoorige plaatzen. Abbekerk, de Hoofdplaats, ligt anderhalf uur gaans, ten zuidweften van Medenblik: en is een middelmatige plaats. Tot deze Stede, behoren: 't welf einde van Twisk; omtrent ter halverwege, tuflchen Abbekerk en Medenblik: Widwoude , byna te midden van Weftvriesland gelegen : en Lambertschagen; noordwaard, van Abbekerk, en nader by de Zee. Dit laatfte behoord, echter, tot de Steden Abbekerk , eeniglyk, voor een gedeelte: naamlyk, al wat ten ooften ligt der uitwatering, die aldaar, door de Lambertfchager Sluis, zich in de Zee ontlaft: want, al wat ten weften dezer uitwatering word gevonden 5 op welken grond, de Kerk ftaat; is,aan de Vrye Heerlykheid Hoogtwoude,onderhoorig. In het Kerklyke, is Lambertfchagen, eene Kombinatie van Abbekerk. In Lambertschagen zyn de meefte Inwooneren den Roomfchen Godsdienft toegedaan. Desgelyks, woonen, onder deze Gerechtsban, eenige Mennoniten: inzonderheid, te Abbekerk, en te Twisk; welker Gemeenten, als faam vereenigt, door een en denzelven Leeraar, word bediend. Met de andere Stede, Zybekarspel; een groot half uur gaans ten zuiden van Abbekerk gelegen; is alleen verknocht: Benningbroek; het welk men,wegens gelykheid van naam, niet vermengen moet, met Bennebroek, in Kennemerland, naby Heemflede. Van deze beiden plaatzen , hebben desgelyks de Regenten de Ambachts Heerlykbeid, van 's Lands Staaten, gekocht, in den jare 1741. Noch twe zodanige Platte Landfteden liggen, meer in 't weften, tuflchen den Huigenwaard, en de Zuiderzee, in het Diftrict van Weftvriesland, dat de Nieuwdorper-Kogge genoemd word. Nieuw-  73^ HOLLAND, Nieuwdorp is de voornaamfte dezer Steden; waarvan de Kogge haaren naam ontleend. Zy word, kortheidshalve j Niedorp en Nierop, geheeten. Tot dezelve, behooren, twe plaatzen; die een gemeen Poortrecht ontfangen hebben: naamlyk , Oude Nieuwdorp : en Nieuwe Nieuwdorp ; die noch geen half uur gaans van elkander liggen. NieuweIVieuwdorp is ongelyk grooter , dan Oude-Nieuwdorp. Dan, onder het laatfte, behoord mede, de Buurtfchap, Zydewind, ook Zydenskerk, geheten: welks Gereformeerde Ingezetenen, (welke, daar zeer weinige zyn, in onderfcheiding, van de Roomsgezinden,') vereenigt zyn, met de Gemeenten van Oude-Nieuwdorp. In den jare 1741, is de Ambachts Heerlykbeid dezer Dorpen, door de Regenten, aangekocht. Winkel, naby den Zeedyk gelegen, is de andere Platte Landftede, in dit Diftrict. Tot dezelve, behoord mede, de Buurtfchap Lutke-Winkel : dat is, Klein-lVinkel; noordweftwaard van daar. Dit Dorp fVinkel is, in de oude Hollandfche Rym Chronyken, vermaard, door de neerlage van Arnoud, den derden, Graaf van Holland, in een' flag tegen de IVcfivriezen. Naar de gewoonte dier eeuwe, tyd en plaats tot den ftryd beftemd zynde; was de' Graaf, willende fterven of verwinnen, met weinigen van zyn Volk verzeld,tot te midden der flagordederVyandeningedrongen; daar hy met een doodlyk pyl gewond werd. Dit word, by fommige Schryvcren, op het jaar 993, en by anderen, op 994, en andere weder later gefield. De plaats, waar de Veldflag voorviel, word by de Chronyk Schryveren, eigenlyk, Winkelmade. geheeten; het welk betekend, het Veld of vlakte by Winkel. De Ambachts Heerlykheid is, in 1741, door de Regenten dezer Stede, aangekocht. De Dorpen betreffende; welke aan het Hoog Rechtsgebied der twe Stemmende Steden Hoorn en Medenblik, onderhoorig zyn; en welker Inwooneren (vermits zy dezelve Fryheden, gelyk de Inwooneren dier Steden zelve, genieten,)Poorters dezer Steden, benoemd worden: van deze heeft de eerftgemelde twaalf — en de laatfte drie Dorpen: in welke, de Regenten der gemelde Steden de  HOLLAND. 737 de beftelling over de Regeering hebben. Die onder het Rechtsgebied van Hoorn liaan, zyn de volgende: In het Di/lrkt, de vier Noorder Koggen genoemd , ziet men: Watweide: (Watwei.•) Woggenum; welke twe in 't Kerklyke, rhet elkander gekombineerd zyn: Nibbirewoude: ^Nibbireivoucl, doch, eigenlyk, Nieuwe Bux; woude:) de Kombinatie van het naby gelegen Dorp Benningbroek: en het weftlyk gedeelte van Hauwerd of Houwaard; 't welk, eertyds, den naam van Oude-Buxwoudc > 'droeg. Het eerftgenoemde is het wefliykfte dezer vier Dorpen : en de drie laatfte liggen, byna in eene rechte lyn, niet verre van het Stroomtje, de KrommeLeek, genoemd. Te Woggenum, en te Nibbexwoude (in welk Iaatft Dorp, het getal der Gereformeerden zeer klein is) hebben de Roomsgezinden , een Kerkhuis; welk elk door eenen byzonderen Priefter bediend word. Zwaag, in Drechterland , niet meer dan een halfuur gaans van Hoorn gelegen; aan welke Stad dit Dorp mede onderhoorig is. Aldaar, is ook eene Statie der Roomsgezinden. Desgelyks (laan, onder het Rechtsgebied van Hoorn, dezeven Dorpen van den Veenhoop: een Diftrict, meer zuid» waard, en nader by de Beemfler, en de Purmermeer, gelegen; 't welk, van deszelfs Feenacbtigen grond,zyn' naam ■ontfangen heeft: naamlyk: Berkhoud: eén groot Dorp, dat zich verre in de lengte uitftrekt, weftwaard van Hoorn. Scharwoud: een klein Dorp, een groot half uur gaans, .in't zuidweften van Hoorn, aan de Zuiderzee; ftaande de Kerk, en 't Pa/lorichuis, tegen den Zeedyk. Dit Dorp is, ■in Noord Holland', meer met den naam van Zwart Kerkje, dan van Scharwoud, bekend. . Schardam; het welk vooral niet, met Sardam of Saardam , mag verwarred worden , ligt een half uur gaans, zuidwaard, van Scharwoud, en aan de zelve Zee. Voor een -gedeelte, behoord dit Dorp, onder de Vrye Heerlykbeid .Etershem; met welker Gereformeerde Gemeente, die van Schardam vereenigt is. Men meend, dat de Watertandfche en Weftvriefche Meiren, by dit Dorp, haare uitwatering, voorheen gehad zouden hebben, door een KaAaa «aal,  y38 HOLLAND. vaal, dat de Schar genoemd was; doch, daarna, toegedamt. Dit dus zynde, zou men, den oorfprong der naamen beiden van Scharwoud en Schardam, gevonden hebben. Beets : een groot Dorp, weftwaard, van Schardam, en gedeeltelyk, langs de Ringfloot van de Beemffer, uitgestrekt. Oudendyk; noordwaard van Beets, is mede geen onaanzienlyk Dorp. De Kerk ftaat wel, verre weftwaard, naby de Beemfler; dan de meefte Huizen zyn ooftwaard uitgebreid , tot aan de Roomfche Trekvaart. Aldaar, is in de Trekvaart een Dam gelegt: dus, de Reizigers, van de ééne in de andere Trekfchuit, moeten overgaan. Ook, is by dien Dam een Herberg; die tot een pleifterplaats verörekt. Grosthuizen , noordlyk, is ter zeiver wyze gelegen, als de Oudendyk: dewyl, het weftwaard reikt, tot naby de feemfler: en ooftwaard tot de Hoornfche Trekvaart; die daar de fchciding maakt, tuflchen de Bannen van Grofthuizen en Scharwoud. Aveniiorn , ftoot, aan het weftlyk gedeelte van Groflhui%en. Tot den Zeevang, word mede gerekend, een gedeelte van Myzen: eene Buurtfchap; eigenlyk, Ooft Myzen; ter onderfcheiding van Wed Myzen: waarvan, in 't Baljuwfchap van Kennemerland, is gewag gemaakt. Onder het Rechtsgebied van Medenblik ftaan de volgende drie Dorpen. Wervershoof ; zuidwaard van Medenblik, in Drecijterland. De twe andere liggen, in de vier Noorder Koggen: naamlyk, Opperdoes: en Oostwoud: beneven de ooftlyke deelen van Twisk , welks wefteinde behoord tot de Stede Abbekerk: en van Hauwerd; welks wefteinde onderïoorig is, aan de Rechtbank van Hoorn. In Opperdoes , word het Gerecht der vier Noordér Koggen, betreffende de Dyksregeering, gehouden. Te Oostwoud, zyn, in 1710, door Brandftichting, 13 Huizen in affche gelegt. Hier*  HOLLAND. 7& Hierna, volgen verfcheidene HOOGE — eil VRYE HEERLYKHEDEN, in JVejlvriesland. In de vier Noorder Koggen 9 zyn de vol* gende: Obdam en Hensbroek liggen, tuffchen den Heer HuigenVoaard en de Wogmer, naby elkander. Zy zyn wel, elk ©p zich zelve eene afzonderlyke Vrye Heerlykheid: dan, wy voegen ze faameu: dewyl ze beiden, door een' en den zeiven Fleer bezeten worden; welke is, Jonkheer Jakob Jan , Graaf van Wafenaar, Baander Heer van en tot Wajfe- vaar en Zuidwyk enz., befchreven in de Ridderfchap van Holland en Weftvriesland, Daarom hebben die beiden Heerlykheden, éénen Baljuw, Schout en Sekretaris; met elkander gemeen; hoewel zy, anders, beiden eene byzondere Rechtbank hebben, en een byzonder Raadhuis. Te Obdam, is eene Statie van Roomsgezinden. Onder Obdam , behoord ook , gedeeltelyk, de Buurt Spierdyk : waarvan de gewezen Kerk weggeraakt is. Doch., in de Banne van Spierdyk, is in 1766, eene Nieuwe Roomfche Kerk gefticht, die, den 1 Oktober deszelven jaars, ouder een groote toevloed van Lieden dezer Religie, uit alle omliggende plaatzen, plechtiglyk werd ingeweid. Spanbroek en Opmeer zyn wel, Kerklyk, faam vereenigt ; waarvan, de eerfte, de Hoofdplaats en de andere , de Kombinatie is: dan, zy hebben, elk haaren byzonderen Vryheer. De Heerlykbeid Spanbroek heeft langen tyd behoord, aan -de Familie van Gheel: dan, behoord nu, aan den Heer Kaspar de Jangh. Dees' Heer bezit aldaar, een fraai Heere Huis. Onder Spanbroek, zyn twe Roomsgezinde Statiën. Eertyds, ftond ook, onder deze Banne, zuidwaard van het Dorp, naby Spierdyk, eene Kapelle; die, daarna,geflecht is: wordende deze Buurt, daarom noch heden, Kapelle onder Spanbroek , geheten. De Heerlykheid Opmeer , wat noordlyker , dan Spanbroek , en, door het water, de Veekenvaart, daarvan afgezonderd , word bezeten, by den Heer Mr. Aris van der Mieden. Hoogwoude en Eertswoude of Aartswoud, Zyn altyd, 3^ éêjje Vryt Heerlykbeid, aan elkander verknocht" geweefr. Aaa a £.  740 HOLLAND. i Everhard , natuurlyke Zoon van Hertog Willen: va» Begeren, Graaf van Holland, was de eerfte Heer van Hoogwoud en Aartswoud; die, in het eerftgemelde Dorp, een Slot deed dichten, omtrent'den jare 1450'. De jegcnwoordige Vryvrouwe van Hoogwoud en Eertswoud is, Anna Arnoldina, Baronefle van den Boetzclaar, Douariere van Waffenaar van Starrenburg, Ambachts vrouwe van Maas/luis en Maasland. - Dit Hoocwoüd , dat ook Hoogtwoud gefchreven word. is een groot en aanzienlyk Dorp: hebbende, een nieuw fraai Raadhuis, gefticht'in 1743. Ifl de oude Nederlandfche Hiftorien, is dit Dorp, door twe gevallen, merkwaardig: eerft, door den Koning der Friezen, Radbood; die, (zo fommigen willen *,) in de Kerk van dit Dorp , in dea jare 719, zou hebben willen onderftaan, door den Doop, der Chriften Gemeente te worden ingelyft: ware hy niet, door een onvoorzichtig gezegde des Biiïehops Wolfran, daarvan te rug gehouden. Immers, word het Doopvond. waarin Hy zynen eenen voet reeds zou gehad hebben, r» 'deze Kerk noch vertoond; hoewel door ouderdom gefchonden Het ander geval betreft, Willem II, Roomfch Koning, en Graaf van Holland; die, in den winter des jaars (anderen zeggen, 1256) over het Ys, tegen de Weflvriezen, die weerfpannig geworden waren, met zyn Krygsvolk aantrekkende, en een weinig voor uit reidendc in de nabuurfchap van dit Dorp, door eenige Friefche Boeren , in een hinderlage gedood , of, (zo anderen willen,) door het Ys gevallen en gefinoord is.; By dit Dorp, hebben de Roomsgezinden een Kerkhuis. Het ander Dorp, Eertswoud, ligt nader aan Zee: en aldaar is een Sluis, door welke, het binnenwater in dezelvk zich ontlaft.' In het Diftriéï van Weftvriesland, het Geestmer Ambacht genoemd; het -welk-van een' weiden omtrek f ifi liggen mede fommige Vrye Heerlykheden: als, Veen- * Dat eenigen dit geval ftellen, te Medenblik gebeurd te zyn, is hiervoor, in de befchryving dezer Stad, aangemerkt. ■f Het Geestmer Ambicht, in den ruimften zin geno.men, ft'ekt zich uit, zelfs buiten de paaien van Weftvriesland, tot in Kennemerland: en vervat ook in zich, de Dorper» ,  H O L L A N D. 74r Veenhüizen: * een klein Dorp, nauwlyks van 40 Hui-' zen, langs den ooftlyken rand van de:i Huigenwaard. Het was eertyds eene Heerlykbeid, behoorende, aan een' tak van het Huis Brederode: gelyk ook zekere Heer Reinoud van Brederode, in het Choor der Kerk , aldaar begraven ligt: wiens beeldteniiTe, in wit marmer uitgehouwen, levens grootte, op een zwart marmer bedde liggende, boven riet Graf geplaatft is. Thans behoord deze Vrye Heerlykheid, aan Jonkheer Jakob van Catz, Heer van Catz, Coulfter, Heilo en Oesdom, Raad in de Vroedfchap en Borgemeefter der Stad Alkmaar. De Gemeente van dit Dorp is, bcneven Zydcwind vereenigt, met de Gemeente van OudeNieuwdorp. Oud Karspel, ten weften van den Huigenwaard, naby Zuid en Noord Scharwoud; waar mede verknocht is de Buurt, Inkoedyk: en Haring Karspel, ook genoemd, Haaren Kar/pel, en Heeren Kar/pel, verder noordwaard; zyn twe aanzienlyke Dorpen en Frye Heerlykheden; beiden behoorende, aan Vrouwe Maria van Foreeft , Douariere van wylen den Heer Mr. Francais Konftantyn Druivenllein. Met deze Heerlykheid , is vereenigt , (ook m 't Kerklyke,~) Dirksstoune: eertyds eene Buurtfchap; dan federt 1659; toen aldaar een Kerk gefticht is; een Kerkdorp geworden. Warmenhuizen ligt zuidweftwaard, van Haring-Karfpel: en is een taamlyk groot Dorp, en Frye Heerlykbeid; behoorende, aan Jonkheer Jakob Adriaan, Baron Du Tour. Aan deze Vrye Heerlykheid is gehecht, de Buurtfchap Krabbendam, aan de Hondsboffcher Vaart gelegen. Schagen en Barsingerhorn zyn Frye Heerlykbeden, en Platte Landfteden, te gelyk: dus, men dezelve tot geen' dier pen: Ouddorp: Pankras: Zuidscharwoud : Noordscharwoud: en Koedyk; welke wy, reeds, in de befchryving van het Baljuwfchap van Nieuwburg, ontmoet hebben. De Heerlykheden, die hier zullen volgen, liggen, in dat gedeelte van 't Geeftmer Ambacht , het welk tot het eigcniyk Weftvriesland behoord. * Dit Dorp mag niet vermengt worden, met Venhuizen, in Drechterland gelegen. Aaa 3  74* HOLLAND. élier beider foorten, byzonderlyk, zou konnen brengen. Zy penooren Deioen , met naare onaervoortge piaatzen , aan een en den zeiven Vryheer. En naar de eerflgemelde —>* Word dit geheel Diftrict, de Schager-Ko'gge genoemd. Schagen , by de Noord Hollanderen, Scagen , uitgedrukt is eene zeer aanzienlyke Vrye Heerlykheid; beneven den Bolder Burghorn; die weftwaard reikt tot aan de Zyte. De Landftreek, welke deze S:eden, met haare onderhoorige Buurten, beflaat , werd voorheen gerekend , de vruchtbaarfte te zyn van geheel Noord Holland. De plaats is groot en wel bebouwd: en heeft Steenen Straaten, waarvan'er drie, uit de omliggende Buurten, aanlopen op het Marktveld; dat in net midden ngt. in vroegere tyden, was Schagen in meer bloeiftand dan jegenwoordig: zynde, ter oorzake van het verval in veelerlei foort van neeringen, het getal der Huizen en Inwooneren merklyk afgenomen. Men vjnd 'er noch, eenige Mefenmakers, Ziherfmeden en Loojers. De Oude Heeren van Schagen voerden, naar deze plaats, hunnen titel: en byzonder, naar het Slot ; dat, ten zuiden van het gemeld Marktvlek, daar noch te zien is. Het is gefticht, in 1394, door Willem, eerften Heer van Schagen. Dees' was de natuurlyke Zoon van Hertog Aalbrecht van Beyeren, Graaf van Holland; gewonnen, by zekere Maria van Bronkhorfl; en daarna, door Hertog Pbi Ups van Bourgonje, gewettigt. Deszelfs nagedacht heeft deze Heerlykheid bezeten, tot den jare 1658; zynde toen, met Heer Willem van Schagen, dit geflachte, ten aanzien van het manlyk oir, uitgeftorven. De jegenwoordige Bezitter dezer Vrye Heerlykheid is , Louis Adriaan Emil, (Graaf van Oultremont en Warfufé * de Broeder des Iaatft, Oh * De eerfte van dit gedachte, die deze Vrye Heerlykheid bekwam, was, Floris Karei van Beyeren, Graaf van Warfitfé; (een Slot, drie uuren gaans zuidweftwaard van Luik igelegen;) die dezelve gekocht had,in 1676. Deszelfs Zoon J)irk Floris Graaf van Warfufé, eene Dochter, Maria Ifabella, nalatende; die in huwelyk trad, met Francis Paul Emil, Graaf van Oultremont; (een ander Slot, meer weftwaard, omtrent vyf uuren gaans van Luik, en nader by Huy, gelegen) is, daardoor, deze Heerlykheid, beneven andere goederen ? uit het geiiachte van Warfufi, in dat van  H Ö L L A N Dr 743 (ïn 1771) overledenen Prins Biftchop van Luik. In de Kerk dezer Stede, welke een zeer ruim fraai gebouwds, ziet men, de Begraafplaatzen der oude Heeren van Schagen; uit welke, de Graven van IVarfufi, ten aanzien der Vrouwlyke lyn, afftammen. Hier, Is ook een Roomfch Kerkhuis. Schagen is, onder andere ook vermaard, door haare Paarden en Beeften Markt. BarzincerhorN , Ooftwaard van Schagen, heeft ook Ste~ dêrecht: en is, desgelyks, eene Frye Heerlykheid, behoorende, beneven Schagen denzelven Heer Louis Adriaan Emil, Graaf van Oultremont en IVarfufe. Niet te min, beeft Barzingerhorn , haare eigen Krimineele Vierfchaar, afzonderlyk, van die van Schagen: en, onder dezelve behooren mede, de naby gelegen Dorpen, Kolhorn en Hajlinghuizen. In deze Steden, woonen veele Mennoniten; die aldaar twe Vergaderingen hebben. Hierna, volgen Valkoog, en S. Meerten en Eenigenburg: drie Dorpen, welke faamen een zo wel Kriminee 1—— als Civiel Rechtsgebied uitmaken; meeft bekend . met den éénen naam van Valkoog; zo veel gezegt, als Falken-Kogge. Zy liggen alle drie naby elkander ten zuidweften van Schagen; paaiende, met haar Rechtsgebied, tegen de Zype. -De Ambachts Heerlykheid is, in 1741, door 's Lands Staa* ren, aan de Dorps Regenten, verkocht. In Westvriesland , worden ook fommige üitgemalen en bedykte Polders aangetroffen: onder welke, de Heer Huigenwaard , de Zype, en de Wieringerwaard , de voornaamfte zyn. De Heer Huigenwaard , kortheidshalve, de Huigenwaard, en ook wel, blootelyk, de Waard genoemd, ligt ten noorden der Schermer Meir; met welke zy eertyds gemeenfchap had: gelyk die beiden nu faamen een Ringfost met elkander gemeen hebben. Hoewel, men in 't onzeker is, Van Oultremont, overgegaan; welks Heeren nu den dubbelden titel van Oultremont e» Warfufc yoeren. Aaa 4  744 H O L L A N D. is, van welken /fer deze Waard zyn' naam ont¬ leend hebbe; is, toch, het algemeen vermoeden, op een' Huig of Hugo van AJfendelft: van welken naam, 'er drie in dit Oud Adelyk geflachte worden aangetroffen; die denzeU ven, (toen noch een Meir met eenige Eilandjes zynde) zou bezeten hebben. De droogmaaling en bedyking is gefchied, na den jare 1625; toen het Oclroy daartoe door's,. Lands Staaten verleend is. By deze verdeeling, werd het droog gemaakt Land , in het geheel , bevonden omtrent 3285 morgen gronds te beflaan ; beftaande , uit fchoone Weilanden. Het getal der Huizen, binnen dezen Waard, js, door den tyd, tot over de 100 aangegroeid; die meeft ftaan, langs, den zogenoemden middelweg. Dewyl, echter, dus lang, geen Kerk aldaar gefticht is; zyn de Ingezetenen ,*(even gelyk die van de Wormer en Purmer Meir,) verplicht, ter viering van hunnen Godsdienft, naar de naaftby gelegen Dorpen, zich te begeven. De Ingezeten ftaan, ouder een eigen zo Krimineel . als Civiel Rechtsgebied: wordende beftierd, door een' Baljuw en zeven Schepenen , beneven een Sekretaris. De Baljuw is gemeenlyk, te gelyk, Dykgraaf: en heeft,-in die hoedanigheid, beneven vier Heemraden, het opzicht, over Polder zaken. Die beiden Kollegien, gelyk ook dat der veertien Hoofd Ingelanden, hebben hunne Vergaderingen, in een der vertrekken van het Stadhuis te Alkmaar. De Zype , welke den noordwefllyken hoek dezer Provincie beflaat, word, in de oudfte Kaarten van Noord Holland, reeds, als eene Bedyking verbeeld; in welke, de andere daarna droog gemaalen Waterplaffen, noch als, Binnenlandfche Meiren ziph voordoen: ten bewys, dat deze —— vroeger, dan eenige andere Meiren, zy bedykt geworden. De eerfte bedyking dezer landftreek, eertyds, beftaande uit een draflig omland, 't welk, by elke vloedtyd, aan de overftrooming bloot lag, word toegefchreven, aan den eerften Heer van Schagen,Willem genoemd; die een Baftaart Zoon des Hertogs Aalbrecht van Beyeren Graaf van Holland, was: en werd dezelve toen-, het Nieüwland geheten. Dit werk word gemeenlyk bepaald, tot den jare 1388, Vermits, paamlyk, de Duinen, die, de Hollandfche kult voorheen gedekt hadden, langs deze ganfche ftreek, deels, door verftuiving, en anderdeels, door het afflaan der Zee baaren, ten eenemaal waren weggeraakt; zo oordeelde men, ten rechte, dezen lagen grond, voor geheel Holland, zeer gevaar  H Ö L' LA N D. ' • ■ 745. vaarlyk; byaldien, door het aanleggen van bekwaame Dy. ien, niet daarin voorzien werd. Daarom, heeft dan, deaanleg van een' Zeedyk, gelegenheid gegeven, tot het droog-maaien van dien ganfchen Palder. Dat goed werk was, vatt. tyd tot tyd, langs hoe meer bevorderd; toen, in den jare. 1509, eene doorbraak alles weder vernielde, wat door veef koften en moeiten, daar aan gearbeid was.. Nadat de Zyije,omtrent den jare 1561 was herdykt geworden, is zy andermaal overftroomd, in den zogenoemden Allerheiligen Vloed,' des jaars 1570; wanneer, door dit ongeluk veele menfchen en-beeften waren omgekomen. Na meer dergelyke onheilen beproeft te hebben,.is de Zype, eindelyk, in 1597, weder herdykt: en federt'dien tyd, van verdere overtlroomingen bevryd gebleven. Zy beflaat een grond van 9060 morgen: gedeeltelyk Bouw —- maar meeft Weiland; en wel, beiden, van het befte foort, dat men elders vinden zal. Dewyl, daarbeneven, veelen dezer Landen taamlyk hoog liggen; zo heeft men, in de Zype, een minder getal van Molens nodig, dan ia de andere bedykte waarden van Noord Holland: want, daar om de Beemfter, (die merklyk kleinder, dan deze waard, is,) van 't overtollig water te ontdoen, 50 molens vereifcht worden; kan men , in de Zype, met 34 molens, volftaan: het welk den prys der landeryen , wegens de vermindering der ongelden, zeer doed ryzen. Het getal der Huizen was, naar de laatfte opneming des jaars, 1749, tot 526, aangegroeid; die, ter gemakkelyker beheering der landeryen, door den geheelen waard, verre van elkander verftrooid liggen. De Inwooneren van den Jiervormden Godidienfi, zyn tot twe Gemeenten gebracht; die, elke, door een' byzonderen Predikant, bediend en met de naamen van Zuid en Noord Zype , van elkander onderfcheiden worden. En ter oorzake van de verre uitgebreidheid der woonplaatzen hunner Ledemaaten, zyn, voor elke Gemeente, twe Kerken gefticht; in welke, de" Predikanten verplicht zyn, ten eiken dag des Heere, den Dienft waartenemen. De twe Kerken der Zuid Zype ftaan , de ééne aan de S. Maartens: en de andere, aan de Eenigenbürger Brug. En de twe der Noord Zype, de ééne, by de Scbagerbrug: en de andere, by de Oude Sluis. De-. wy!, in de/cn Waard, behalven de Gereformeerden, ookveele Mennoniten en Roomsgezinden zich hebben neergezet; zyn, aan elk dier beidén Gezindheden, twe Vergaderplaat%W vergund j die en wel de laatfte beiden, door eene» Aaa 5 Pries-  •^6 H O L L A N D. Prïéfter, worden waargenomen. Deze Waard heeft zyn ei-gen Krimineel Rechtsgebied; het welk, zo wel als het Civiele word geoefend, door een' Baljuw, die te gelyk Dykgraaf is; zeven Schepenen; die te gelyk Heemraadem zyn; een' Penningmeester , en Sekretaris. De Ambachts Heerlykheid, over de Zype. is, in 1732, voor 7000 gulden verkocht, aan de cien Hoofd Ingelanden van dit DiftriSt. En deze houden, gelyk ook de Leden des Gerechts, hunne gewoonlyke Vergaderingen , op het Stadhuis te Alkmaar. De Wieringer Waard paald ooftwaard, aan de Zype: en •word ook, de Nieuwe Zvpe , genoemd. Deze is veel laater, dan de andere, bedykt: naamlyk, in de jaren 1608 en 1609. De Bouw —— en Weilanden dezes Waards zyn van geen minder vruchtbaarheid, dan, die der Zype. Toen het getal der Huizen en hnnooneren genoegzaam was toegenomen, om eene Gereformeerde Gemeente te konnen uitmaken, is, in 1633, voor dezelve, eene Kerk gefticht; die, door een eigen Predikant, word waargenomen. Ook, is aldaar eene talryke Gemeente der Mennoniten; die 'er twe Vergaderplaatzen hebben. Deze Waard behoord, onmiddelyk, onder de Heeren Staaten van Holland en Weftvriesland: zynde de Ambachts Heerlykbeid, aan de Hoofd Ingelanden , (die acht in getal zyn,') voor als noch, niet verkocht. De Baljuw, die te gelyk Dykgraaf is, oefend het hoog en laag Rechtsgebied, beneven vyf Schepenen; die te gelyk Heemraaden zyn: en in die hoedanigheid, het opzicht over de Dyken, Slooten, Sluizen en Molens hebben. En aan dezen, is mede een Penningmeefter en Sekretaris toegevoegt. Het Iaatft Baljuwfchap, op het vajt land der Provincie Holland, in aanmerking komende, is dat van Huisduinen, en de Helder; 't welk deze Provincie, aan de noordzyde, befluit. Vermits , de Duinen tuffchen die beiden Dorpen en Kalantsoog, deels door verftuiviug, deels door afipoeling, warén weggeraakt; was de grond, op welke die Dorpen liggen , een' tyd lang, als een Eiland, van 'i vafte land des Noorder Kwar-  HOLLAND. 747 Kwartier?, afgefcheiden geweeft: en eene groote openinge, ter lengte van twe uuren gaans, tuflchen beiden gekomen; het Koegars genoemd: welke wel, in ebbe-tyden, droog was, maar, zodra de vloed kwam, ondervloeide, en over welke , by hooge vloeden , het water uit de Noordzee met groot geweld, op den JVefivriesfchen Zeedyk, aanftortte. Ten einde dit gevaar in tyds te voorkomen; werd, in den jare 1610, ten weften van dit Koegars, van Kalantsoog tot aan die Dorpen Huisduinen en den Helder, ter lengte van 2000 Roeden, een zwaare Zeedyk aangelegt; die, dewyl hy,by weftlyke winden , door het Zand, dat langs den ftrand der Noordzee ligt, met der haaft beftoven werd; den naam van den Zanddyk, heeft aangenomen. Deze Zanddyk geeft nu de vereeniging van dit gewezen Eiland, met Noord Hollands vaften grond: maar, derwyze, dat men geenzins buiten vreze is, dat dezelve, by hoogen vloed en harde ftormwinden, zou konnen doorgebroken en ganfchlyk vernield worden : 't welk, niet alleen voor den Wefivriefchen Dyk, maar ook, voor het daar tegen over liggend Eiland Wieringen, ten uiterften zorglyk zou wezen. Door het planten van Helm, waardoor, die Dyk eenige gelykheid met de Duinen verkreeg, is die zwarigheid wel iets verholpen; dan niet geheel weggenomen. In de jaren 1749 en 1750, heeft men , door de wyze voorzorg van den Iaatft overledenen Erfftadhouder, Prins Willem. IV, andere hulpmiddelen daaraan te koft gelegt; die, echter, aan 't oogmerk niet ten eenemaal voldoen. Weshalven, door de loflyke Hollandfche Maatfchappy der Wetenfchappen, de gewoonlyke Premie van een gouden penning is toege-  748 H O L L A N D. gelegt, aan dien, die de bekwaamfte en minft koftbaare middelen ter behoudeniïTe van dezen Zanddyk, zou te voorfchyn brengen. Meer dan eenmaal, zyn, voorheen, ontwerpen ter baan gebracht, om het geheel Koegars, dat binnen den Zanddyk ligt, en uit flib ~ en zandgronden beftaat, tot aan het Eiland Wieringen, en van daar tot aan den hoek van den Wieringerwaard, daar de Oude/luis is, te bedyken; waardoor, een ftuk lands van nooo morgen zou worden aangewonnen: dan, het zy de moeilykheid der uitvoennge, het zy de zwaare onkoften, hebben deze ontwerpen, dus lang, buiten gebruik ge- Dit Diflricl van Huisduinen en den Helder was, in vroegere tyden , eene Frye Heerlykheid, behoorende aan het Graaflyk geflachte van Egwond : dan, federt de uitflerving van het Man]yk oir van dit geflachte, hebben Hunne Ed. Gr. Mog., de Heeren Staaten van Holland en Weftvriesland deze Heerlykheid genaafl: zynde veranderd, in een Baljuwschap; 't welk, onmiddelyk, onder hun gebied ftaat. Het Recht word daar beftierd, dooreen Baljuw, die te gelyk, Schout , en Dykgraaf -: en zeven Schepenen, die te gelyk Heemraaden zyn. Dit Baljuwfchap vervat in zich niet meer, dan twe Dorpen: naamlyk,Huisduinen: en de Helder; welke, eertyds in het Kerklyke faam gekombineerd geweeft zyn ; doch' daarna, gefcheiden, en federt, elk van een byzonderen Predikant voorzien. Huisduinen ligt, rakende aan de Noordzee, tegen een fluk Duinen; welke den naam van Huisduinen aan dit Dorp gegeven hebben. Deze Duinen zyn, van die , welke daar, langs geheele kult geftaan, en wel eer zuidwaard tot aan Kalantsoog zich uitgeftrekt hebben, by dit Dorp, noch over-  HOLLAND. 749 overgebleven: doch ook door den tyd merklyk afgenomen: waardoor dit Dorp zelve, dat eertyds groot en volkryk plagt te wezen, zeer verminderd is. Men' heeft, ter dezer oorzake, de Kerk die in gevaar was, om door de Zee te worden weggefpoeïd, in 1648, meer naar binnen moeten plaatzen. By dit Dorp, op den zogenoemden Kykduin, ftaat een groote Vuurbaak; ten dienffe der Schepen , die de Noordzee bevaren, om bet Marsdiep te konnen vinden. De Helder ligt noordooftwaard, van Huisduinen, aar» het Marsdiep; door-het welk, de Zuiderzee,met de Noordzee, zich vereenigt. Het is veel grooter, dan Huisduinen: bevattende, tuflchen 300 en 400 Huizen. Doch, door den tyd, is dit Dorp mede fterk afgenomen, en meer biunenvaard ingelegt: gelyk ook de Kerk, ter dezer oorzake, in ■1679, binnen waard heeft moeten verplaatlt worden. Vermits de Duinen, by dit Dorp ten eenemaal ontbreken; moet hetzelve, langs den geheelen Strand, door zwaare Wierdyken,, behouden worden : als mede,door.uitltekende Hoofden van paal en ryswerk; die met groote Steenen, ter fluiting van den (lach van't Zeewater, aan den buitenkant belegt zyn, In de jaren 1749 en 17=50, zyn veele onkoften bedeed ter verfterking dezer Zeeweringen.: vermits, dezelve langs hoe meer gevaarlyk worden. En men heeft, allerlei middelen aangewend, om niet aileen te behouden wat men heeft, maar ook, (indien 't mogtlyk was,) eenig ftrand of voorland aantewinnen. Des niet te min, isv in 't voorjaar 1771, aan dezen Hdderfchen Zeedyk, eene nieuwe verzin'kinge gekomen: en deze was, niet zodra, ten kollen van meer dan 300000 gulden, herfteld; of, zy werd, den 23 Oktober des zeiven jaars,. door eene twede en, den 27 derzelve maand, door eene derde verzinking gevolgt; beiden, ter diepte, van meer dan 70 voeten: zo verte, zelfs, dat men, by peilinge, geene der gezonken Steenen heeft konnen ontdekken. Niet zonder reden, was men, derhalven , beducht , in gevalle .meer dergelyke verzinkingen zouden volgen, dit nuttig en koftbaar Dorp geheel te zullen verliezen : waardoor , groote verandering en verzanding der Zeegaaten , zou veroorzaakt worden. De opzichters van dezen 'Zeedyk hébben terltond 400 Man aan -het werk gefteld ,- om , (terwyl , op die; zelve plaat,ze, ter oorzake van de diepte der .verriin-in{,, de Djk met weer te herftetlen is,) nieuwe inlagen té leggen: 't welk van een goed gevolg zou koanen zyn. 'Aan'de ooftzyde vaa  75o HOLLAND. van den Helder, is eene Have, voor kleine Schepen; dia 't Nieuwe Diep genoemd word: aan welker behoud, mede veel gelegen is. In die Dorp, woonen veele Bootslieden, die de in en uitvaarende Schepen, door't Marsdiep, tuffchen den Helder en Texel, den weg wyzen. Ook woonen 'er veele Fiffchers ; en in 't byzonder, Komman ■ deurs ter Walvifchvangft. Anderen viffchen , langs den ftrand verfchen Haring; die zy tot Bokking drogen. Voorts word dit Dorp veel bezocht, door Amfterdammers, en an- deren, ter gelegenheid, als de Ooft of JVeft Indifche Schepen , ingekomen zyn ; ten einde hunne vrienden en bekenden, by hunne eerfte aanlanding, te bezoeken: gelyk, ook veel uitvaarende perfoonen naarden Helder zich begeven, om daar Scheep te gaan : waardoor , dit Dorp doorgaans zeer levendig en volkryk is. Langs den geheelen Strand, zo van Huisduinen, als van den Helder, worden in tyden van oorlog, hatteryen aangelegt, en die met Kanon beplant; ten einde het inloopen der vyandlyke Schepen te beletten. In dit Dorp, woonen ook veele Menneniten en Roomsgezinden; die aldaar, gelyk ook, te Huisduinen , hunne Vergaderplaatzen hebben. De Predikanten van Weftvriesland, zyn tot verfcheidene Klaffen verdeeld: dewyl fommigen, tot die van Alkmaar, en anderen, tot de Klaffen van Hooiun en van Enkhuizen , behooren. Van Holland, konnenwe niet affcheiden, zonder eenige aanmerkingen gemaakt te hebben , over de ZUIDERZEE , en de daar in — en by gelegene EILANDEN : want, alhoewel deze Zee, de Provinciën, Utrecht, Gelderland, Overyssel en Friesland mede befpoeld; heefc zy, toch, de nauwfle verbinteniffe, met Holland; welks Zuider Kwartier, gedeeltelyk, en 't Koorder Kwartier, aan de ooftzyde, geheel, daardoor bepaald word : waarby komt inzonderheid, dat Amsterdam, de voornaamfte onder alle de Koopfteden onzer Nederlanden, gee$e andere gemeenfehap, niet de Noordzee , noch,  HOLLAND 75ï üoch, eenige in — en uitvaard van alle haare Schepen, dan door deze Zee, hebben kan. Die ZUIDERZEE is thans een Boezem der Noordzee ; in tegenoverliellinge van welke, zy dus genoemd word : hoewel, de bewooneren van Vriesland dezelve, dus, het eerft benoemd mogen hebben: dewyl, zy zich ftrekt; zuidwaard, van hunne Provincie. Dat deze Zee, in voorige tyden, veel kleinder — en als eene binnenlandfche Meir, van rondfomme door vafte Landen ingefloten geweeft zy, is, uit Tacitus, Pomponius Mela, en andere Oude Schryveren , bewysbaar. Deze Meir werd toen, by de Latynen, Lacüs Flevus, ook Flevo, geheeten: en by de Duitfchen, het Fleet of Flie; waarvan noch heden de benamingen van den Fliejlroom en 't Eiland Flieland, herkomftig zyn- Deze Meir fchynt, tusfchen het Eiland Urk en de vafte kuft van Gelderland, geweeft te zyn. Dezelve ontfing haar water, eerft eeniglyk uit den Tffel; die ook noch. in de Zuiderzee uitwaterd: dan, federt de Drufus-grift, uit den Rhyn tot Doeslmrg gegraven was , en aldaar, zich met den Tffel vereenigde, ontfing ze haar meefte water, uit den Rhyn zelve. Dus word het ons, door Pomponius Mela, in 't byzonder, opgegeven; (de SStu orbis L. III. e. 2.) die te .gelyk bericht: dat, uit deze Meir vervolgens weder een Rivier voortkwam, welke een Eiland vormde, desgelyks Flevo, genoemd: waarna zy in de Zee ftortte. Dus, word de gedaante dezer Meir verbeeld, in de Kaarten, die de oude gefteldheid der Nederlanden vertoonen r als, van C«llmmt KJuve/iur, Mornius, enz. Ds.  752 HO-LLLAND. Deze Meir is daarna, dan zeer verwyderd geworden. En dit zal men, aan niets anders konnen toefchryven , dan , aan de Noordzee ; welke , by een hoogen vloed, eri daarmede gepaarde ftormwinden , die, aan verfcheidene ■plaatzen , de Duinen doorbrekende , met de•ze Meir , zich vereenigt, en de lage Landen daaromheen overftroomd heeft. ' En, alhoewel men , by geen' eenen Schryver , den tyd, wanneer die groote verandering eerft voorviel , bepaald vind ; word dezelve noch doorgaans gegift, ten tyde des zo bekenden Cimbrifchen Vloeds, gefchied te zyn; dezelve Vloed die 't Landfchap Scandinavië, waarin de Cimbren woonden , van Duitfcbland afgefcheurd, en in veele Eilanden, verdeeld heeft; die noch tusfchen Jutland , Zweden en Noordwegen liggen: welke Vloed, de Cimbren te gelyk noodzaakte, hunne voorige woonplaatzen te verlaten, en (ten minften, veelen derzelve,) naar Duitsland overtekomen. Anderen, willen deze inbreuk der Zee, ■en de daarna gevolgde overftrooming, veel later bepaald hebben: naamlyk, in den jare 860; toen, ook de uitloop des Rhyns by Katwyk zou toegeftopt zyn. Doch, voor 't naaft, mag men denken: dat de één en ander der gemelde Vloeden faamgewerkt hebben , om deze verandering in • Neêrlatds kufi te wege te brengen. Men kan gereedlyk begrypen: dat de Zee, eenmaal, 'geheele ftukken Lands, tuflchen en achter de Duiden, ontgrond hebbende; vermits, zy daaromtrent geene Bergen, maar niets dan hage Landen .aantrof; zich, langs hoe verder, zal hebben uitgebreid: waardoor, die binnen wateren verwy- derd,  HOLLAND, 75$ derd , en by de dagelykfche ebbe en vloed * (die by het uit — en inlopen, een fchuuring veroorzaakt,) langs hoe meer verdiept geworden zyn. Daardoorziet men, nu, de Oude Weftvriefche — en Vriefche kuft; * die wel eer, door een keten van Duinen, tegen de Zee, genoegzaam is gedekt geweeft, voor een groot gedeelte verzwolgen : waarvan, alleen fommige Eilanden, als Texel, Eierland, Flieland, der Schelling, Ameland enz. overgebleven zyn; die eerft, niet alleen onderling, met elkander maar ook met die vafte Kuft, vereenigt zyn geweeft: gelyk, ten bewys daarvan, diend, het overfchot der Duinen, welke deze Eilanden, langs hunnen buitenften rand, tegen de Noordzee, noch werk- lyk * Die zelve Cimbrifcbe Vloed; die, dóór tuc.Florus, (Epitom. rer. Roman. L. IH. c. 3.) gefield word , omtrent het 604 de jaar, naar de bouwing van Rome ; heeft niet alleen op de Friefcbe Kuft, deze groote en nadeelige verandering 'veroorzaakt: maar ook , op de Kuft van geheel Duitsland, tot aan het zuidlyk deel van Jutland: alwaar, men overal zodanige kleine Eilandjes aantreft , voor diè Kuft liggende; die van het va ft land zyn afgefcheurd: wordende het Water, dat tuflchen beiden is, nu 't IVdt, ook de iVadden, genoemd. Men meend; dat, door dien zeiven vloed, ook Zeeland en Vlaanderen van elkander gefcheiden zyn: en Zeeland zelve, het welk, voor dien tyd^ als een valt land, aan elkander hing, in veele Eilanden, van elkander verdeeld geworden. Daarby, meenen fommigen, dat, door dien zeiven Cimbrifchen Vloed, Engeland en Franryk , eertyds zeer Vermoedelyk mét elkander verknocht geweeft, van één gefcheurd zyn, en dus het KaBaal tuflchen Douver en Calais gevormd is; het welk, federt dien tyd, uit de Noordzee, den weg naar den fVejiIr/ken Oceaan geopend heeft. Bbb  754 H O L L A N D. lyk behouden hebben. Door die zelve inbreuken zyn, derhalven, ook Oofi — en JVefivriesland van elkander afgefcheiden; die eertyds niet meer, dan een Rivier, de Flie, tuffchen beiden hadden: zyride de grond aldaar, toen vervuld geweeft, met BoJJchen; in welke, de Vriefche Koningen zich met de jagt verluffigden: gelyk doorgaans word gefield, dat de Stad Hinlopen haaren naam zou ontfangen hebben, van de Hinden, die, daaromftreeks, plagten te lopen, en die daar gevangen werden. Dat groot water, het welk nu tuffchen beiden is, en de Noord — en Zuiderzee met elkander vereenigt, word veelal nu, de Middelzee geheeten : dewyl zy,tuffchen die beiden Zeen , te midden ligt. Deze Zuiderzee verfchaft, den Inwooneren der Landen, die zy befpoeld, veel voordeel, ter oorzake van den ryken Vifchvangfi: maar, niet te min, is dezelve zeer zarglyk, den laage Landen; die, daarom, door zwaare Dyken, welke groote geldfommen aan onderhoud koften, tegen dezelve, moeten befchermd worden. Men is, des te meer, op zodanige Dyken, en andere Zeeweeringen, bedacht geworden, federt de onheilen, waaraan deze Landen, door verfcheidene overfiroomingen, onderworpen geweeft zyn: als, den 15 November 1.530: den 2 November 1532: den 1 November 1570: en meer andere; toen, het water, by hooge fpringvloeden, aan eenige plaatzen, de Dyken overliep, en aan andere, doorbrak; waardoor, in 'Holland, Vriesland, en elders, veele Landen ondervloeiden,en eene menigte van Menfchen en Beeften verdronken zyn. Men kan ook niet ontkennen, dat dit gevaar, jaar,  HOLLAND. 75S jaarlyks, grooter begint te worden: vermits, men opgemerkt heeft, dat de Zuiderzee allengs hooger word; zo verre, dat zy, federt den tyd van vier eeuwen, 70, 80 en meer duimen, is opgerezen. Aan verfchillende oorzaken in de natuur, word deze reizing, door den éénen en anderen , toegefchreven. Sommigen meenen, deze verandering, niet zo zeer, in de reizing des waters, dan wel, in de daaling der Landen, te moeten zoeken; die natuurlyk moet veroorzaakt worden, door het afftyten van èen grond P ter oorzake van het regenwater; het welk veel zand en Hof, naar de Beeken en Rivieren weg ileepr; die het zelve Zeewaard afvoeren: waardoor te gelyk de bodem der Zee, voornaamlyk, aan de monden der Rivieren, verhoogt moet worden. Behalven, dat fommigen van oordeel zyn, dat binnenlanden , door de zwaarte van den grond, in hunne eigen natuur, moeten zakken: het welk, de opzwelling der Zee noodzakelyk tot zyn gevolg moet hebben. Doch, an^ deren willen , de verhooging der Zuiderzee , in 't byzonder , liefft toefchryven , aan de verwyding der Zeegaten, tuflchen de hier voor gemelde Eilanden, Texel, Flielanü, Der Schelling, Ameland enz. die meer waters, by eiken vloed ■tyd, uit de Noord — in de Zuiderzee, inlaten. Welligt, dat alle deze oorzaken met elkander famenlopen, om uit te werken , dat de Zuiderzee, in elke honderd jaren, omtrent 20 duimen, hooger word: weshalven, door den tyd , de Dyken verhoogt en verzwaard moeten worden; ten einde het gevaar van overllrooming, des te meer te voorkomen. Voorts, bevinden zich binnen deze Zeet veeBbb2 le  75^ HOLLAND. Ie Slib — en Zandplaaten ; die de Vaart op dezelve met groot gevaar zouden doen verzeld zyn; indien de Schippers niet, van goede Lootslieden, mogten voorzien zyn. De voornaamfte zyn: het Enkhuizerzand: het Kreupelzand: het Breezand : het Langezand : de Waard : het Vogelzand: hetBALGZAND: en meer andere. Tuflchen deze Plaaten, loopt het Vaarwater; het welk behoorlyke diepte heeft, voor de zvvaarft geladen Schepen, die van Amfierdam, en van de . Steden des Noorder Kwartiers, naar de Noordzee— of, van daar; weerom willen. Dit Vaarwater word de Texel-Stroom, geheten; dewyl het den weg opend, naar het Eiland Texel: om -van daar,tuflchen dit Eiland en den Helder, door het Marsdiep, in de Noordzee te geraken. Een andere Stroom, welke de Schepen bevaren, die naar Vriesland en Groningen willen, word deVLiE of Flie-Stroom genoemd. By dag, ftrekken hier, den Schippers, tot Baaken, naar welke zy hunnen kours inrichten, verfcheidene Kerktorens der Steden en Dorpen, langs de ooftkuft van Noord Holland, gelegen: beneven fommige hier en ginds oprechte houten Baaken, langs den Strand. Doch, 's nachts, moeten zy zich richten , naar Vuurbaaken ; die, den meeften tyd desjaars, branden. Vier zodanige Vuurbaaken zyn 'er van Amjlerdam tot Texel: één, aan den ingang van het Te , het Te-oord genoemd , by Durgerdam: een, op de ooftkant des Eilands Marken: een op den zogenoemden Gelderfchenboek, benoorden Enkbuizen : en eindelyk, één, op het Eiland Urk. Behalven deze groote Vuurbaaken, hebben ook de Steden Hoorn, Enkbuizen, en Medenblik, lichtende  H O L L A N D. 757 tende Lantaarns; die's nachts worden uitgeftoken. Doch, ten einde, in 't byzonder, den Zeelieden het Vaarwater aantewyzen, en hun het vervallen op Zandplaaten of ondiepten te doen vermeiden, gebruikt men andere hulpmiddelen. Daartoe , zyn in deze Zee, allermeeft., in de Texelstroom en Fliestroom, verfcheidene tonnen gelegt; die met haare eigen naamen, van de koleuren haarer verwen ontleend, als de roods — zwarte — witte ton enz. onderfcheiden —■ en aan de Lootslieden wel bekend zyn. Ook ziet men, hier en ginds, fieekbaaken; zynde fparren op de ondiepten, in het zand geftoken. Desgelyks, zyn 'er houten kaapen; die over -~ en achter elkander ftaan, ten einde, in den ftreek van het zeilen, zich daarnaar te richten enz. En zodra, de gronden dezer ftroomen en Zeegaten, merkelyk door den tyd verlopen; het welk , in het Vaarwater zelve, eenige verandering veroorzaakt; word dit,door de Heeren der Pilotagie (die over deze zaken het opzicht hebben,) in de Nieuws- s papieren, als anderfinds, aan het gemeen waereldkundig gemaakt; ten einde de Lootzen daarvan te verwittigen. Wat nu, de EILANDEN der Zuiderzee, zelve, betreft: hiervan liggen eenigen, aan den ingang dezer Zee: naamlyk, Texel , met het daarmee vereenigt Eierland : Flieland : en Der Schelling. Deze drie behooren, tot de Provincie Holland: terwyl de overige, die langs de kuften van Vriesland en Groningen, ooftwaard aan, in eene reye na elkander volgen; als Ameland , Schiermonnik-oog, Bosch, en Rottum; elk, tot zyne naaftby gelegen Provincie, gere* Bbb 3 kend  758 HOLLAND. kend worden. Alle deze Eilanden hebben, na die groote inbreuk der Zee, door welke zy van het valt land , en onderling van elkander, afgefcheurd zyn , moeten in wezen blyven , door eene uitwerking van Gods goede Voorzienigheid; teneinde, als voormuuren, of, als natuurlyke Bolwerken , het geweld der Zee , ■ van de Neerlandfche kullen, aftekeeren : dewyl, het Zeewater; het welk, by eiken vloedtyd, uit de Noordzee, met een Merken ftroom, de Zuiderzee invlceid; nu, moetende indringen, door de enge Z°egaten , welke die Eilanden van elkander fcheiden, daardoor, in zyn loop vertraagt word: daar, anderfinds, in gevalle de volle Zee, plotzélyk, op de kullen van Noord Holland, Fries'' land en Groningen, ftorten mogte, geene Zeedyken, (door welke, deze Landen nu by gebrek van Duinen, moeten beveiligt worden,) in ftaat zouden zyn, om dit geweld te keeren: en daarom , by eiken vlnedtyd, meeft by fpringvloed vooral, wanneer dezelve, met fterke winden uit het noordweften, verzeld waren, in groot gevaar van overftrooming, zich bevinden zouden. Hieruit, kan derhalven te gelyk worden opgemaakt: dat, door het ver-voyden der gemelde Zeegaten ; welke jaarlyks al meer en meer water doen doorvloejen; dit zelve gevaar grooter begint te worden. Onder deze Eilanden, komt eerft in aanmerking, het Eiland: TEXEL; gemeenlyk, gemakshalve, Tessei, uitgefproken. Dit Eiland ligt allernaaft, by den ïioordlykften hoek van Holland ; waarvan het, 4oor een Kanaal, het Marsdiep genoemt, terbreedte  H O- L L A N D. 75§ breedte van een vierdedeel Zeemyls, is gefcheiden. Men meend, dat dit Eiland, 't welk voorheen, aan de Noord-Hol landfche kuft gehecht was, 't Iaatft, en niet voor 1170, door eene geweldige watervloed, daarvan afgefcheiden en tot een Eiland geworden zy. Naar den buitenkant, dat is, ten weften en noordweften, word dit Eiland , door de Duinen —; doch aan den binnen» kant, door Zeedyken, befchermd. Het beftaat, gedeeltelyk, uitbouw—-, gedeeltelyk, uit weilanden: welke laatfte, wel 20000 Schaapen onderhouden , wier wolle alom verzonden word. Van derzelver melk, word een foort van groene Kaas gemaakt; die, zeer bekend met den naam van Texelfche Kaas, desgelyks naar de andere geweften verzonden word. De Regeering dezes Eilands beftaat, uit een Baljuw, vier Borgemeesteren, én zeven Schepen. De Baljuw heeft, in hoedanigheid als Dykgraaf, met vyf Heemraaden, het opzicht over de Duinen en Dyken dezes Eilands. Op dit Eiland, liggen VI Kerkdorpen. Burg , omtrent in 't midden des Eilands gelegen, is een fraai en groot Dorp van meer dan 300 Huizen: en de Hoofdplaats ; waar de Regenten hunne Vergaderingen houden. .Eene oude Burgt, of Slot, waarvan de gracht, binnen welke zy befloten was, in dit Dorp noch heden wórd aangewezen , heeft haaren naam aan 't zelve medegedeeld. Koog; gemeenlyk, Koog op Tefel toegenoemd, ter onderfcheiding, van Koog in Kennemerland', van Valkoog enz., het noordlykfte der Dorpen dezes Eilands, is van een klein begrip, waar veele Viftchers woonen. Waal, het kleinfte Dorp dezes Eilands, is allernaaft daarby gelegen. Oosterend, is het ooftlykfte Dorp van dit £ilaad: waarTan 't ook zyn naam draagt. Bbb 4 ' Hoorn,  f6o HOLLAND. Hoorn, het zuidlykft Dorp, word. ook toegenoemd * Hoorn op Teffel; ten einde het zelve te onderfcheiden, nies alleen, van de Stad Hoorn,maar ook,van een ander Dorp dezes zeiven naams, op het Eiland Der Schelling: als mede van Oudshoorn , den Ouden -— en den Nieuwen Hoorn, in het Zuider Kwartier dezer Provincie, Schil of Schild, ligt noordooftwaard van Hoorn; en is êen zeer welvaarend Dorp; ter oorzake der naby zynde Reede. in welke, de in en uitvarende Schepen haare ge- woone Ankerplaats hebben. Daar door, }s dit Dorp vervuld, met menigte van Herbergen, ter uitfpanninge voor het Zêevaarend Volk. Zeer merkwaardigis, by dit Dorp, I een Puti uit welke, de uitvaarende Schepen gemeenlyk, hun verfch water, innemen: gelyk zy ook, aan de Inwooneren van dit , en andere; Dorpen, een genoegzaamen voorraad van water uitleverd. Zuidwaard van het Dorp, ligt een Schans; die, in Oorlogstyden, wel voorzien is, van Krygsvolk en.gefchut; dienende om de op de Reede Eggende Schepen , tegen vyandlyken aanval , te befcher. men. Deze Reede word de Koopvaarders-Reede geheeten: en wat meer zuidwaard, de Moskovische Reede. Op deze Reede, verzamelen zich, de Oojlindifche Schepen, die voorde Kamers van Amfierdam, Hoorn en Enkhuizen uitvaaren, en daar, door Bewindhebberen, gemonfterd worden. Som» wylen, zyn deze Schepen verplicht, een tyd lang, den Ooften of Noordooften wind aftewachten; dieze hebben moeten . om door 't Marsdiep zeil te gaan: en dit word genoemd: in Teffel te liggen. Dit Marsdiep is de gemeene doortocht der Schepen, die van Amfierdam, en andere plaatzen, aan de Zuiderzee gelegen, naar de Noordzee en weerom willen. Ook is aldaar, naaft by den Helder, eene bekwaame Rei of Ankerplaats; Waarin de Schepen tegen de zuidweftlyke winden gedekt zyn. Recht voor dit Marsdiep, liggen twe Zandplaaten; de ééne de Noorder — en de andere de Zuider Haaks geheten: welke beiden, den in —r- en uitlopende Schepen, zeer gevaarlyk zyn, en aan menig Schip, den ondergang gekoft hebben. Deze Plaaten hadden, eertyds, eene opening, tusfchen beiden; welke door den tyd toegegroeid is: dus, die beiden Haakfen, thans gemeenzaam met elkander vereenigt «Pi Tas-  HOLLAND. 76r Tuffchen de Zuider Haaks en Huisduinen, ziet men hee Landsdiep ; welke de gemeene weg is, om uit de Noordzee in 't Marsdiep te geraken. Dit Landsdiep word, in de Nederlandfehe GefchiedenilTen , dikwerf' genoemd, als de verzamelplaats der Oerlogfchepen, in tyden van Oorlog.' Door dit Vaarwater, meende, inden jare 1672, de Hertog van Vork, met de Engelfcbe Floot, in \ Marsdiep te loopen, met oogmerk, om een landing op 't Eiland Teffel te doen; wachtende aileen naar den vloedtyd; wanneer, den 13 Jttly, de ebbe, die anders 6 uuren duurd, 12 uuren bleef aanhouden , door een Godlyk wonderwerk s waardoor , het water, uit de Zuider in de Noordzee ftroomende, de vyandlyke Vloot het naderen belette. Ook, volgde, na die bovennatuurlyke ebbe, een zwaare florm; die dezelve noodzaakte , met verlies van twee Schepen , fchielyk aftewyken. ' De zes Predikanten dezes Eilands behoren, onder de Klasfis van Alkmaar. EIERLAND, ligt noordooftwaard van Texel. Het heeft, waarfchynlyk, zyn naam ontfangen , van de Eieren, die door de Zee-Meewen , welke aldaar in menigte zich onthouden, op ftrand gelegt worden. Het was eertyds een klein Eilandje op zich zeiven: dan is, in 1629 en 1630, door 'het aanleggen van een Dyk, over die tuffchen beiden gelegen Schorren, daar mede vereenigt gewórden. Door dezen Dyk, die de Zanddyk genoemd word, zyn de laage gronden, die wel eer met de Zee gemeeu waren , allengs opgehoogt,en tot drooge Landen geworden, op welke veele Schaapen onderhouden worden. In den jare 1770, heeft mehgétracht, deze nieuwe aangewonne Landen te bedyken: het welk, echter, door een inbrake van den genoegzaam voltooiden Dyk, tot groote fchade des aanleggers,mislukt is, Ebb S FLIE-  76a HOLLAND. FLIELAND,een ander Eiland, ligt ten noord©often van Texel en Eierland: en word, door het Eierlandsgat, (dat zeer nauw is, en door het verbreeden van den zuidweftlyken ftrand van Flieland, jaarlyks nauwer word,) van Eierland — en door de Flie ftroom, (het Flie,) van Der Schelling, afgezonderd. Door deze laatftgenoemde Zeeengte , vaaren gemeenlyk, als door den kortften weg, de Schepen, die naar de kuft van Noordwegen, of, naar de Oojïzee, willen. Dit Eiland js, genoegzaam allerwege, door Duinen omringt: of liever beftaat uit enkele Duinen; die te midden eenige Valleyen hebben: waaruit, men belluitenmag, dat voorheen, toen alles noch vaftland was, alhier de Duinen breder zyn geweeft, dan, langs de overige Vriefche kuft. AHeenlyk, is, aan het zuid wefteinde des Eilands, eene opening; voor welke, daarom, een ftevige Dyk gelegt is: die, echter zeer gevaarlyk ftaat. De Regeering dezes Eilands beftaat, uit een' Schout, drie Borgemeesteren, en zeven Schepenen. Oost Flieland, is thans het eenig Dorp, op dit Eiland: liet welk redelyk fraai en groot is. Behalven de Gerefor- meerde is 'er ook eene Gemeente der Mennoniten. De Predikant van dit Dorp behoord, onder de KlaJJis van Enkhuizen. - Eertyds, lag, aan het ander einde des Eilands, een ander Dorp, West-Flieland genoemd. Dan, de Kerk, en alle de daarom ftaande Huizen , zyn federt eenige jaren, langzamerhand, het een na het ander, door de Zee verzwolgen: zo verre, dat 'er thans geen eenig Huis overgebleven is. DER SCHELLING, word ook Ter Schelling geheeten. Dit Eiland ligt noordooftwaard, van Flielandi voor de kuil van Vrieslandwaarvan, het  HOLLAND 763 het niet meer, dan ten afftand van tuffchen drie en vier Zee mylen, verweiderd is. Het heeft, aan den buitenkant, noch zyne Duinen: maar, aan den binnenkant, word het, door een Zeedyk, befchermd. De grond is, daar zo wel tot den Akkerbouw, als tot de Veefokkery, bekwaam.En tot die beiden handteeringen ,bevlytigen zich de Eilanders. Doch, meeft oefend zich het man volk, in de ViJJchery, en Zeevaard. En van jongs op aan 't Zeevaareh gewoon, zyn zy doorgaans ftoute Zeelieden; die, zowel op de Oorlogs—, als Koopvaardy Schepen, zich in dienft begeven. Het recht word daar beftierd , door eenen Drossaart , die in twe Rechtbanken voorzit; die de ééne, Oosterschelling, en de andere, Westerschelling , genoemd word: zynde twe Kwartieren , in welke dit Eiland afgedeeld is. Elke Rechtbank heeft, behalven den DroJJaart, of deszelfs Subjlituut, twe Borgemeesteren, en zeven Schepenen. Op dit Eiland liggen, drie Kerkdorpen : . Midsland en Hoorn behooren tot het Kwartier, Oosterschelling: en daar aan, is mede ondergefchikt , de Buurtfchap Oosterend ; op den noordoofllykenhoek des Eilands. Zy zyn , in het Kerklyke , faamgekombineerd. Hoorn, by de Inwooneren Hom geheten, moet, Hoorn ©p Der Schelling, worden toegenoemd, ter onderfcheiding van Hoorn op Texel. Westterschelling is, dus lang, het groottt en vermogend Dorp dezes Eilands: dan, aan een zeer gevnarlyk oord geplaatft, rakende aan de Zee; daar het, by wefflyke en zuidwettlyke harde winden, veel te lyden heeft, van de Zee baaien. Ter vooikoming van een foortgelyk onheil, als, in 1736, aan het Dorp West-Flieland, wedervaaren moeit, heeft men, in 1749, zwaare Reisdammen en andere Zeeweeringen aangelegt. De Kerk van dit Dorp geen Toren Hebbende, die, den verby vaarenden Zeelieden, tea bake  764 HOLLAND. zou hebben konnen dienen; is, in den jare 1594, ten noorden van 't Dorp, een andere Toren gebouwd, ter hoogte van 218 voeten; die nu ten Bake verftrekt. Dezelve word, in de Kaarten, de Brandaris van Ter Schelling; genoemd: dewyl hy voorheen gebruikt werd, ten Vuurbake, om de; Schepen, by nachten, toe te lichten: dan, nu is hy eeniglyk dienende, tot een Dagbake. Dit Dorp heeft, zyn' eigen Predikant; die gelyk die van Midsland en Hoorn, een lid der Klaffis van Enkhuizen is. 'Er zyn hier twe Gemeenten der Mennoniten; die elk haare Vergaderplaatzen en Leeraars hebben. De Inwooneren dezer Dorpen van Ter Schelling , weeten noch,• hoewel 't meer dan eene eeuw geleden is; (naamlyk, in i666;~) by overlevering, te fpreken, van de landing der Engelfchen, onder de Regeering van Karei II, op dit Eiland; waar zy, door pionderen en verbranden der Huizen, groote fchaden toebrachten. Dit gebeurde, den 20 Aug. dezes jaars: na dat zy den voorigen dag, met twe Fregatten en vier Branders, het Flie ingevaaren, aldaar, twe' ïMeêrlandfche Oorlogfchepen, en 140 Koopvaarders, hadden in Brand gedoken. ■ Hierna, volgt het Eiland WIERINGEN; meer binnen waard gelegen, en nader by de kuft van Noord Holland, tegen over den Wieringerwaard, en naby de Zandplaat, genoemd, de Meir bezuiden Wieringen. Het heeft zyn naam ontfangen, van het wier; een Zee gewas, 't welk, op de daarby gelegen verdronken Landen, in menigte groeid, en veel gebruikt word, om voor de Zeedyken te zetten, als 't befte middel, om ze den aanflag der baaren te doen weêrftaan. Dit Eiland is een natuurlyk Bolwerk, voor den fVejivriefchen Zeedyk; dewyl, de ftroom, die, by elken vloedtyd, door het Marsdiep, met een groot geweld uit de Noordzee komt, daar tegen aanjftoot, en in haar kracht gebroken word; daar zy anderfins, rechtftreeks, op dezen Dyk, zou aan^ Horten. Aan dit oogmerk, zou noch meer voldaan  HOLLAND. 7^5 daan zyn; in gevalle dit Eiland, door een Dyk, over de verdronken Landen, weftwaard van het zelve gelegen, met de vafte kuft, mogte vereenigt worden. Daarover, is in de Vergadering der Staaten van Holland en Weftvriesland, meer dan éénmaal, geraadpleegt; zonder, dat men dus verre, tot een befluit heeft konnen koomen. Dit Eiland is niet van rondom bedykt: dewyl 't aan de weft— en noordzyde, ter oorzake van de verhevenheid van grond, vanzelf, vloedvry is. Het was, aan de zuidooftzyde, voorheen, van verdere uitgeftrektheid, dan jegenwoordig: dewyl, aldaar, een Polder van ruim 700 morgen Lands; 't Nieüwland genoemd, die wel eer bedykt was, in 1683, ingebroken en federt, met de Zee gemeen geworden is. De Regeering beftaat, uit een Baljuw, vyf Borgemeesteren en veertien Schepen?n. De Baljuw is te gelyk Dykgraaf; aan wien, in die hoedanigheid, zes Heemraaden zyn toegevoegt. Op dit Eiland liggen vyf Dorpen. Hypolitushoef of Hippolitushoef, by de Inwooneren, Ipthhoef ge-heten , ligt in 't midden. Dit is het grootfte van alle de Dorpen dezes Eilands: en als de Hoofdplaats aantemerken: dewyl aldaar het gemeen Raadhuis is. 'Er woonen fommige Mennoniten en Roomsgezinden; welke ook beiden, van eene Vergaderplaats, voorzien zyn. Met Hippolitushoef is, Kerklyk, gekombineerd, de Gemeente van het naaft daarby gelegen Dorp, Westerland. De drie overige Dorpen, Oosterland, Stroe en de Oever, liggen naby elkander, op den noorder kuft des Eilands; en zyn, als gekombineerde plaatzen, onder het opzicht van eenen Predikant. De beiden Predikanten des Eilands Weringen behoren, onder de Klaffis van Alkmaar. MAR-  766 HOLLAND. ■ MARKEN, is een klein Eiland, in de Zuiderzee, recht voor Monnekendam, gelegen, en niet dan,door een Zee engte, die de Goudzee genoemd word, van de vafte kuft, .afgefcheiden. Het is van rondom in zyne Dyken ingefloten; die toch, aan veel gevaar zyn bloot gefield: gelyk zy, aan fommige plaatzen, voor en na, werkelyk doorgebroken zyn: waardoor, men genootzaakt is geweeft, verfcheidene nieuwe inlagen te leggen. En dit is de reden, dat dit Eiland, door den tyd allengs verminderd. De Hoofd-Officier van Monnekendam, en Baljuw van Waterland, is te geiyk Baljuw van Marken: dan, behalven dezen, zyn'er een Schout, drie Borgemeesteren , drie Schepenen , en eenige Vroedschappen, die, beneven den Sekretaris, aldaar het Gerecht uitmaken. Dit Eiland heeft niet meer, dan één Dorp, ook Marken genoemd; doch, ter onderfcheiding, van een ander Dorp dezes zeiven naams, in Kennemerland, (dat den naam van Marken Binnen draagt,) word dit, Marken Buiten, toegenoemd. Dit Dorp heeft onder zich, verfcheidene buurten, door het geheele Eiland verfpreid: en genoegzaam alle de Inwooneren geneeren, zich van het Viflchen, in de Zuiderzee. De Predikant der Gereformeerde Gemeente behoord, onder de Klaffis van Edam. URK, mede een Eiland der Zuiderzee, ligt omtrent op de hoogte van Enkbuizen. Dit is mede van ruimer begrip geweeft, dan in dezen tyd: voornaamlyk, naar de ooft — en zuidzyde. By de Inwooneren, is door overlevering bekend,, «dat dit Eiland ooftwaard vereenigt zy geweeft, met Schokland. En dit zo zynde, is al het Land, dat tuffchen die beiden was, door de Zee weg- ge:  HOLLAND. 767 gefpoeld. In dezen tyd, kan 't niet meer, dan een uur gaans, in den omtrek haaien. Aan de noord — en zuidzyde, is dit Eiland noch heden, het gevaar van affpoeling, onderhevig: en moet daar, overal, met paalwerk, tegen den flag der Zeebaaren befchermd worden. Aan de weflzyde, daartegen, is hoog land; dat, door zyn zandigen grond, veel overeenflemming met de Duinen heeft. Vermits dit Eiland van veel gerief is, voor de Scheepvaart over de Zuiderzee ; hebben de Heeren der Regeering van Amjlerdam, (welker Stad, by deze Vaart, 't grootffc belang heeft) het zelve in 1660, met het recht van Vrye Heerlykheid, aangekocht, van het geflacht van van der Werve. Deze fielden, daar over , uit het midden van Hen , een Sterfheer ; op wien de Heerlykheid verleid word. Een Schout, die gemeenlyk te gelyk Sekretaris is, met vier Borgemeesteren, maken uit, het Gerecht van dit Eiland. Van de drie Kerkdorpen, die, men zegt, op dit Eiland geweeft te zyn, is thans niet meer, dan één overgebleven: het welk, denzelven naam, als het Eiland draagt. De Kerk van Urk, door een' harden ftormwind ingeftort, is, in 1716, weder opgebouwd: en word bediend, door een* Predikant , die tot de Klaffis van Enkhuizen , behoord. Men rekend, op dit Eiland, omtrent 70 Huisgezinnen: en omtrent 400 Perfoonen; oud en jong door elkander. Ea deze zyn alle, den Hervormden Godsdienft, toegedaan. Derzelver beftaati is doorgaans fober: dewyl, de grond niet anders, dan Wei en Hooiland, uitleverd. Daarom, zoe» Ken de meefren hun onderhoud, door het Fifcben. Tot geen klein gerief der Ingezetenen, en derzelver Vee zyn aldaar verfcheidene Putten met zoet water te vinden. Op dit Eiland is, in 1617, een groote Vuurtoren gebouwd; die, echter, dewyl hy, door het afnemen van dep grond, te naby de»'ftrand"kwam, daarna moeit afgebroken, ca  768 HOLLAND. en meer Landwaard in verplaatft worden. Op dezen Torea word, door het geheel jaar, 's nachts een Koolvuur geftookt, ter wegwyzing voor de Zeelieden: dewyl, alle de groote Schepen, die van Amjlerdam naar Texel, of, van Texel naar Amjlerdam willen, hunnen kours, langs dit Eiland, waar men de grootfte diepte aantreft, gewoon zyn te nemen." Behalven, dat deze Vuurbake, ook, van onwaardeerbaar nut is, voor de Beurtfcbepen, die, door het ganfche jaar, en altyd 's nachts, uit verfcheidene Steden en Dorpen van Vriesland en Overyjjel, langs dit Eiland, naar Amjlerdam en weérom vaaren. ■ Aan de weftzyde, tuffchen dit Eiland en het Enkbuizerzand, is een diepte, die het Val van Urk , genoemd word. SCHOKLAND, het laatfte Ëiland, .dat we te befchouwen hebben, ligt, omtrent twe Zeemylen, ooftwaard van Urk: en nader, by de Kuft van Overyffel. Gemeenlyk, word dit Eiland, naar de beiden daarop gelegen Dorpen, Ens en Emmeloord, geheeten. Het heeft een langwerpige gedaante,noordlyk en zuidlyk,zich uitftrekkende. Dit Eiland is van alle kanten bedykt. En dewyl de binnen Landen zeer laag zyn; ftaan de meefte Huizen op werven; ten einde, in gevalle van overftroming, (hetwelk, by hoogen vloedtyd, dikwils gefchied is,) zo veel mogelyk, van 't water bevryd te wezen. Ten aanzien van het Grondgebied, is dit Eiland twe Heerig : dewyl het noordlyk deel aan Holland: en het zuidlyk deel aan Overyjjel behoord. Die beiden deelen zyn, door een Dykje, dat men de 'Landfcheiding noemd, van elkander gefcheiden. Dit Noordlyk — of Hollandfche gedeelte behoord, aan de Stad Amsterdam; die het zelve, in den ëre x66o , te gelyk met Urk , gekocht heeft, ewyl, dus, de Provincie Holland en Overyjfel dit  HOLLAND. 769 dit Eiland gemeenzaamlyk bezitten; zyn deze beiden meeft bevoegd, om het zelve te onderhouden: dan vermits, ook de Inwooneren van Vriesland, ter oorzake van het voordeel, 't welk dit Eiland toereikt, aan de Scheepvaart over de Zuiderzee, by deszelfs behoud, een evengelyk belang hebben; zo worden, door deze Provincie mede,eenige koften,tot deszelfs onderhoud, gedragen; ingevolge zekere overeenkomft tusfchen de Heeren Staaten dezer drie Provinciën, gemaakt, in 1710: waarin, echter, daarna, eenige verandering gekomen is. Om die reden, zenden de Regeering van Amjlerdam, beneven de Staaten der twe andere gemelde Provinciën, jaarlyks, zekere Gedeputeerden, elk met een byzonder Jacht/chip, derwaard, ten einde den ftaat des Eilands optenemen , en ten aanzien van het nodige, tot deszelfs onderhoud, beftellingen te maken. De Inwooneren dezes Eilands hebben, in hunne fpraak, kleding enz. byzonderheden, welke hen, van de andere Nederlanderen,merklyk doen onderfcheiden. In het gedeelte, dat aan Holland onderhoorig is, ligt Emmeloord, in vroegeren tyd, Emmekvaard geheeten. Dit was, eertyds het grootfte der twe Dorpen dezes Eilands; dan is, dooreen feilen Brand, die in 1749, beneven de^Kerk 34 Huizen verteerde, geweldig afgenomen. De Huizen zyn wel, daarna, meerendeels weder herfteld: doch, de hcrbouwinge der Kerk is des te min noodzaaklyk geoordeeld: dewyl, aldaar, zeer weinige Gereformeerden woonen; die, onder het opzicht van den Predikant van Ens,ftaan. Te Emmeloord, is een Roomfch Kerkhuis; waarin de dienft, door een' Waereldfchen Paefter, word waargenomen. De Huizen ftaan, aan de ooftzyde des Eilands. En de Inwooneren geneeren zich, van de Fifchvnngfl: gelyk die van het ander Dorp, Ens. Ccc Ens  77© HOLLAND. Ens ligt, in het zuider deel des Eilands: en behoord, in 't byzonder, aan de Provincie O ver yssel. Aldaar, op den zuidooftlyken hoek des Eilands, buitendyks, ftaat de Kerk; in welke, de Predikant, die ook de weinige Gereformeerden van Emmeloord onder zyn opzicht heeft, den dienft verricht. Dezelve behoord tot de Klaffis van Kampen. By Ens , ftaat een Vuurbaak, tot gemak der Schepen, die de Zuiderzee bevaren. AAN-  HOLLAND. 77r AANHANGZEL T O T HOLLAND. Tot geene ééne Provincie, zo wel dan tot Holland, konnen wy brengen de Baronie, YSSELSTEIN: dewyl zy aan Holland Leenroerig is: en ook allernaaft by deze Provincie gelegen ; gelyk ook, by de Provincie Utrecht ; tuflchen welke beiden dezelve word ingefloten. Dit Landfchap is, in de lengte, omtrent vier uuren en in de breedte, zeer verfchillende; doch, doorgaans, naauwlyks meer dan één uur gaans, uitgeftrekt. Langen tyd, was deze Baronie, door haare eigen Heeren bezeten; totdat, deze Heeren met Arend van Tjjeljlein uitgeftorven zynde; dezelve gekomen is, aan het Huis Egmond, door het huwlyk van Jan van Egmond, met Guidyn, Zuster en eenige Erfgename van gemelden Arend van Tjjeljlein, in 1330. Uit dezen Jan 's geflachte is daarna gefproten , Maximiliaan van Egmond ; wiens eenige nagelatene Dochter Anna van Egmond, door haar huwlyk met Prins Willem I, deze Baronie, benevens Buuren, Leerdam en veele andere goederen, aan het Huis van Oranje , overbragt. Na 't overlyden van Prins Jan Willem Friso, Erfftadhouder van Friesland, is dezelve , als eene Douarie bezeten , door deszelfs Weduwe, Prinfeffe Maria Louisa van HesCcc 2 sen  772 HOLLAND. sen Kassel , tot aan haai- dood ; welke voorviel, den 9 April des jaars 17Ó5: waarna, zy de andere Domeinen van dit Vorftelyk Huis, is ingelyft. Zy word beltierd, door een Drossaart; die, met zeven Schepenen, het Hoog Rechtsgebied oefend. Doch, ten aanzien van het Civiel Gerecht, is alles, in drie Schouts-Ampten, onderfcheiden: naamlyk, van Ysselstein, in 't byzonder: van Benschop: en van Noord-Polsbroek; die elk hunnen Schout en zeven Schepenen hebben. Hierin is anntemerken: De Stad Ysselstein, naby den oorfprong der Rivier, den Tjfel; eigenlyk den Hollandfchen of Beneden-Tfel; die, tuffchen Dort en Rotterdam, in de Maas vald. Die Stad is haaren aanleg verfchuldigd, aan het Slot Tfeljlein: waarvan , in de oude Hollandfche Chronyken, op het jaar 1250, reeds word gewag gemaakt: want, Stein, is een oud Nederduitfch woord, dat een Steenen Huis of Slot betekend; 't welk, naar cle Rivier den TjJ'el, was toegenoemd. Op dit Slot, het welk een deftig aanzien heeft, hadden de oude Heeren hun verblyf: en 't (trekt thans, tot de wooning, voor den Drofaart. De Stad zelve zou allereerft aangelegd zyn, omtrent den jaare 1390, door den gemelden Arend van Egmond, 'Zoon van Jan van Egmond; die door zyn huwlyk, met Guidyn van Tjjeljlein, deze Heerlykheid het eerft bekwam. Dees' Arend van Egmond had, alle de Huizen, welke van tyd tot tyd by dit Slot gebouwd waren, binnen een Ringmuur bedoren, en met Poorten gefterkt: gelyk dezelve ook, in 1394, aldaar, een Regulieren Kloofter deed ftichten. Die Stad is niet groot: maar,naar den Hollandfchen trant, neten zinlyk bebouwd: hebbende doorgaans fraaye Huizen. Het getal der Huizen is, over de 300. Dewyl de Rivier, de Tjfel, niet verre van de Stad, door een Kanaal, vereenigd is, met de Vaartfcben Rhyn, die uit de Lek naar Utrecht loopt; heeft die Stad, daar door, een bekwaame gemeenfehap met Utrecht zelve; van waar, zy niet meer dan twe uuren gaans, in't zuidvveftcn, afgelegen is. Dit, ge. voegd,  HOLLAND. 773 voegd, by den matigen prys der levensmiddelen, ter oorzake der geringe beladingen der Inwooneren, maakt, dat veele lieden van middelen aldaar zich nederzetten, om een ftd leven te leiden. Men heeft 'er ook eene Latynfche en eene Franfcbe School: welke beiden zeer wel opnecmen. De Inwooneren handelen veel met Hemip ; die daaromftreeks croeid. Ook, geneeren zy zich, met boepen maken. De Kerk is een fraai Kruisgebouw: praaiende met een hoosen en cierlyk gebouwden Toren. Zy daat,in het noordeinde der Stad, rakende aan den Wal. Op het Choor, achter den Predikdoel, is de Begraafplaats der oude Heeren van T/lelftein. Boven dit Graf, daat eene marmere Tombe, op welke, levensgrootte, uitgebeeld is, Aleida van Kuilenbur" Heer Gerrits Dochter; die getrouwd was, met Heer Frederik van Egmond. den eerden van dit geflachte, die, door Keifer Maximiliaan, tot den Graven fland verheven is Zy dierf, in 1471: en is, beneven haaren gemaal, die in koo overleed, aldaar begraven. De Hervormde Gemeente word aldaar bediend, door twe Leeraaren; behoorende tot de Klas/is van Buuren. Ook is 'er een Kerkhuis, voor de Roomsgezinden; waarin, een IVaereldspriefler den dienft verricht. _ '. , „ . , , Aan de overzyde van den Iffel, en naby de Stad, hebben de Herrenhuthers, in den jare 1736, ingevolge vergunning van Haare Hoogheid , Prinfeffe Maria Louisa van Hessen Kassel, Douariere van Prins Jan Willem Friso, een deftig Gebouw gefticht,'s Heerendyk genoemd: welke was, de eerfte plaats, waar de lieden dezer gezindheid, uit Duitsland overgekomen, binnen deze landen, zich hebben neergezet. Derzelver getal groeide, van tyd tot tyd, fterk aan; die aldaar, met hulpe van fommige ryke Amfterdamfche Mennoniten, veelerlei Ambachten oefenden: hebbende, onder andere, daar, een groote Lynbaan. Zy trokken zelfs, voor en na, fommigen der Gereformeerde Gemeente, tot hunne gezindheid: waarover, eenige moeilykheden rezen; met welke de Klasfis van Buuren, en zelfs de Zuid Hollandfche Synode, (onder welke, deze Klasfis ftaat,) fterk zyn bemoeid geweeft. Doch, eenigen tyd daarna, zag men de meeften hunner, naar Zeist, in de Provincie Utrecht, vertrc likÊn Benschop is het eenig Dorp, 't welk aan deze^aronie geheel behoord. Het ligt weftwaard, van de Stad: en is xeer in de lengte uitgeftrekt; ftaande de Huizen, rechts ea • Ccc 3 «mgs,  774 HOLLAND. flings, eene Trekvaart; die weftwaard lopende, «et de Rivier de Hifi, zich vereenigt. De Kerk is, omtrent' in 't talryke Gereformeerde Gemeente. En hoewel 'er ook veele Roomsgezinden woonen; hebben dezen echter aldaar eeen Kerkhuis: maar, zyn verplicht, 't zy naar Tfelfiein, 't zv naar Polsbroek, ter Miüe te gaan. Tuflchen 2^#tf» en J<^, aan de noordzyde der gemelde Trekvaart, ziet men een fraai Huis: behoorende, aan den Heer Gysbert Franco Baron van Milan Pisconti, Sekretaris der Staaten 's Lands van Utrecht; die een blvk zyner mildadigheid, aan de Kerk te Benfchop, heeft betoond, door dezelve, met een fraai Orgel, nieuwen Predikftoel, en houten zitplaatzen, treflyk te vercieren Van het ander Dorp, Polsbroek , behoord, tot deze Barome, alleeneen gedeelte: naamlyk, Noord-Polsbroek: want, het ander deel, dat Zuid-Polsbroek genoemd word dat het grootft is, en daar de Kerk ftaat, is eene Frte Heerlykheid, op den bodem van Holland, welke, in de Befchn ving dezer Provincie, (bladz. 518,) voorgekomen is. In t Kerklyke, zyn de Ledematen van Noord-Polsbroek vereenigd met de Gemeente van Zuid-Polsbroek: welke behoord, tot de Zuid Hollandfche Klaffis van Gouda en Schoonhoven. Einde van 't Eerste Deel.