//. £. ó. 4 L i/ // /O   MISSIVE, vaneen HEER I N R O T TER.DAM, AAN Z Y N VRIEND I N A M S T E RD AM, RAAKENDEdk TOESTAND der LUTESJSCHE GEMEENTE en den GEDEPORTEERDE D°. SC JBTJB-F & JE M. *-~ ALDAAR. Alom te Bekooaaen.'   MISSIVE, VAN EEN HEER I N ROTTERDAM,. AAN ZYN VRIEND I N AMSTERDAM. E N Z. ENZ. ENZ. M Y N H E E R! TV!! et zeer vee' Ac'ltl'ng>ontfing ik UE geè'er* JLvJL den, van den 10 dezer, waarin UK mya verzoeke om UE eens,te melden, de Gefchapen», heid der Luterfche Kerkzaaken in Rotterdam. En Of ik ü niet naet zekerheid melden kan, of den Gedgporteerde D°. Scheffer dadelyk by de Onwettige Remotie heeft geadfifteert, dewyl 'er in Amfterdam, omtrent dit Point twyffelingen zyn ontftaan, en of het waarheid is, dat den Gere-  ( 4 3 formeerde Predicant S , zig met de zaaken var) voorncemda Scheffer bemoeit, om zyne herjlclling te bewerken, en op welke gronde? — Die is Mynheeri in *t kort de Hoofd Inhoud awer Misfive, Dan om hier op naar den ftrikften regel der onzydigheid te antwoorden Mynheer! Is gantfeh geen gemakkelyke taak, dewyl dour een zamenloop van omftandigheden de zaaken onderling zoo verward zyn, dat het moeyelyk valt om dezelve behoorlyk te fchiften, dan ik wil evenwel eens beproeveof ik niet eeniger maaten aan u verzoek kan voldoen , en 'er UE zoo veel van melden als ik naar waarheid doen kan. Wat dan het eerfte betreft, zoo moet ik u met Leedwezen melden, dat degefchapenheid der Luterfche KerHaaken alhier aller jammerlykst zyn. De Herders zyn geflagen! De Schapen zyn verdroogt! De Finantien zyn uitgeput, De Haat en Vyandfchap ten hoogden top geftegen, En wat nog het ergfte van alle is, de onverfchilligheid in deaGtdsdienst, heeft zodanig de overhand genomen, dat men zig fchaamen moet, voor Leeden van eenen andere Confesfie, over de meenigvuldige ledige plaatfe onder de Godsdienst in onze Kerkl Wiens hart moet niet bloede; by de overJenkinge van dit alles.' Deze wel eer Bloeijende, en van andere Gezintheden geagte Gemeente is nu Helaas: de tydverdryf in de (*) Herbergen, en de Speelbal voor de Straat Jongens. En waar moet men dit alles aan toefchry» ven? En welk is de grondoorzaak hier van?#e« laasl Anders niet! Ik moet het met Schaamte zeggen , anders niet als het Gevloekte Patriottismus ! Dat ons Vaderland zoo deerlyk gefoltert, en (*) Ten Slotte zal ik u etn Staaltje hier van mtdedeeleni  (5 J en het grootst gedeelte onzer Gemeente meede we^gefleept heeft, en in zonderheid die geene, welke het Kerkelyk beftuur is aan vertrouwt, en die lot heeden nog de allervuiljle Patriotten zyn , en het 'er op gezet hebben. Ja het geheele weizyn der Kerk 'er aan opofferen, om dia geene dia inde Gemeente anders denken dan zy, geheeIJyk te onderdrukken \ — En wat zal ik zeggen van de Leeraars, geene hunner is getrouw aan de Oude Gevestigde Conjlitutie gebleven-, maar den eene meer en den andere min, meede weggefltept in den vloed van oproer. — En in zonderheid hebben de Predicanten Boon en Scheffer hier in het meefte uitgemunt, en den laastgenoemde, zoofterk, dat hy van Z. D. H. om dit, zyn Oproerig gedrag, (zoo als UE bekendis) gedeporteerd is; terwyl den eerstgenoemde een Man met tydelyke middelen gezegent, den Jlonn ziende aankomen , zig in tyds gedekt, en zyn Predikdienst neergelegd heeft» hier doorwaaren wy wel is waar van twee huurlingen, die het belang iian« ner kudden verwaarloost hadden verlost, maar hier door was onze Gemeente niet gered, want de ge« heele Kerkenraad die meede alle vuile Patriotten waaren , en den derde Predicant die, hoewel meer bedekt, ook een Patriot was, bleven in funtïie, en namen doe in deze gefteldheid der zaaken tegen Kerkenorden een Refelutie, om den Predicant iVooRDENHOüö van Utrecht, ook eenPatrioi te beroepen, en aan de Gemeente als een wettig Leeraar op te dringen, gelyk dan ook werkelyfc gefchied is, tot groote droefheid van,alle welden* kende Leden, als hier door beroofd zynde van de troost der Religie en der Sacramenten, door dien deze nieuw ingednnge Predicant zich niet onthoudc kan, van zelfs nog de allervinnigjle fteeken te A 3 gee-  C 6) geeven. En indien het de Voorzienigheid niet be; haagt hier in eene fpoedige verandering te bewerken, dan (laat het te voorzien, dat de meeste hun» ner, welke nu zoolange in vertwyffelingen geleefc hebben, eindelyk in wanhoop izullen Sterven mosten , daar in tusichen het gefchrei der Amen be ■ deelde Leden, tot God in den Heemel. roept, over de Tirannifche verdrukkinge weike zy lyden moeten , &c. . Zie daar Mynheer! in 't kort de waare Gefchapenheid der Luterjche Gemeente alhier, UE naar waarheid afgefchest. Wat nu het tweede belangd , naamlyk, of D . Scheffer dadelyk by de Onwettige Remotie he.fc geadfitteert? is een vraag daar ik voor my zoo beflisfend niet op antwoorden kan. Ikzoudukun' ren wyzen tot zekei ftukje, onlangs uitgekomen, welke verryktis met echte ftukken uit Rotterdam, nopens zyne gehoude Conduiten &c Maar om dac UE myne gedagten daar omtrent afvraagt, en om dat 'er in Amfterdam iwjffelinge over ontftaaa zyn, zoo zal ik 'er evenwel zoo veel van zeggen als ik 'er na waarheid van zeggen kan, en dan komt het my voor dat hier eenebepiling gemaakt moet worden, van het woord dadelyk adji/ieeren, en dat kaa men twee zins gebruiken : voor eersc kan men-zeggen, iroand heefc dit of dat dadelyk verrigt, of helpe vcrrigten , wanneer hy in eigen Perjoon volbrengt of helpt volbrengen, het geene men te volbrengen had voorgenomen, en in de tweede plaats kan men zeggen: die of die heefc dit ef dat dadelyk verrigt, wanneer hv niet in eigen Perfoon, maar door eene Commisfie Cals daar toe van feem Gekwalificeert) dat geene verrigt wat men had voorgenomen te verrigten, en in dezen laasten zin houd ik het voor eene bewezen wpar*  < 7 ) waarheid, Dat Dp. Scheffer hy de Onwettige Remotie, in eigen Per joon dadelykgeadfijteert heeft, want, als Lit van de Patriottifche Sociëteit heefc hy immers de Acte van Qualificatie geteekent, en .%a^uic dien hoofde door Gecommitteerden verrigt, dat geene, hy als eene van de Committente meede had voorgenomen te verrigten, en daarom kan men zeggen D9. Scheffer//ff/r zyne Wettige Regcering dadelyk helpe Removeeren, het zy in eigen Perfoon, het zy op zyne expresfe Last, en hoewel het eerstedoor hem en zyne aanhang ontkent word, zoo word nogtans door de weldenkende Leeden {taande gehouden, dat hy 't dadelyk in eigen Perfoon zoude verrigt hebben, dan het zy hoe het zy de daad als daad is en blyft des niet te min even Strafbaar, en zoo heeft het Z. D. H. ook begrepen, als uit het volgende gebleken is. Zie daar Mynheer het tweede (tuk beantwoord. Nu zyn wy tot het derde Point gekomen, naamlyk of den gereformeerden Predicant 5 zig bemoeit met de zaken van Scheffer, om ware het mogelyk zyne heiftelüng te bewerken? dan hier op.kan ik met zekerheid antwoorde, ja, hy bemoeit zig 'er meden , hoe zeer ik wel gewenst hadde van neen, want waarlyk hier door heefc deezen braven Man! die met regt ieders agting verdient, en een gefignaleert Oranje Man is, zig in verdenking gebragt, want dat een yverig Voor/tander van de Oude Conftitutie, voor eene Ondermyner van de zelve, eene Beminnaar van het Huis van Oranje. — Voor eene opentlyke hater, en van eene ernftige Voorbidder zyner wettige Regering, voor eene die [gelyk de Heer Profesf. Hof ftede zig wel uitdrukt, in het vervolg zyner vorige Apologien, Pag. 14. 15.] men niec te kort doet, als men hem teld onder die geene, A 4 die  (8 ) die door de leer der grondwettige Herftellhg, rum. wettige en brave Kegttring van 'c Kusien gepredikt nebben. — Fn eindt lyk eene die zyne Ge-» meente bemint, en zrgent; voor eene uie, die geene welke onder zyne Gemeente anders denkt als hy, haat tu vervloekt, en hun fiervelinge^fioemt, dat zulk een Man zeg ik als de Heer S is, voor eene die waarlyk den naam van Aterling verdient, gaat arbeide om zyne herfteiling te bewerken , \f) luid vreemd er. klinkt raar in ieders ooren , hoe wel ik vertrouw dat de Hetr 5.,... 'er geene andre dan vredelievende oogmerken by. heif:, nogtans wil ik niet ontveinze, dathetmyn en zelf zeer veele Gereformeerde met myn, ge. weldig ltoot, en wie moet dit niet ftooten, a!s hy weet dat de Heer S voor ingenomen met den Perzoon van Scheffer, en den Kerkenraad, het voor eene laagheid iertynd te houden, iet ten genoegen, van de andie Party te bewerken, (hoe ftroukt dii met de vereistens van een Medicateur) en daar Scheffer, (zoo als de Heer S ook ■wel bekend is) nog geen hair bieet van zyn gelieft Systeraa verwydert is, zoo kund ge hier uic Myn Heer! als met eene Mathematife zekerheid afmeten, hoe aannemelyk de voorwaarde zyn zu!« le, waar op de gepretendeerde herftelling van Scheffer gefundeert is. En dit was het, waar van wy nog iet te gewaagen hadden. Maar ver. mits myn Brief grooter geworden is als ik in den beginnen gedagt had, en wel naar eene geheels verhandeling begint te gelyken, zoo zal ik dit laatfte tot een nadere gelegenheid nog wat in petto houde, ik zal dan nu ten bewyzen van myn vooiig gezegde Pag. |. (zoo als ik in de Noot bei (*) IV-j willen hier niét Onderzoeken of het wel eens my  (9~\ belooft heb) 'er ten Hotte nog by*begen, eene Zameafpraak welke ik onlangs op zekere Avond in het Koffyhuis zynde heb aangeboort. En zeer veel overeenkomst heeft met den inhoud myner Mi&Gve, (dan tot de zaak, tweeLiedemy geheel onbekend, waar van ik den eene Johanms, en den andere Maarte zal noemen, begonnen hun gefprek als volgd: jOHANNIS. Zoo zoo Vriend Maarten had ik U ook daar, hoe zit gy daar zoo bedrukt in den hoek, wat icheelt 'er aan Vriend? of zyt gy niet wel. MAARTEN. * Ja wel genoeg Vriend Jan, daar fcheelt niets aan, maar dat ik zoo bedrukt fchyn te zitten, komt daar van daan, dat ik muyzeneste in het hoofd heb. JOHANNIS. Muyzenesten in het hoofd, dat ben ik van O niet gewend Maarte, en ook zoo kan ik niet begrypen wasr die van daan zoude komen. MAARTEN. Wel weetje dan niemendal Jan, of leest gf dan geen Courant. JOHANNIS Ja zekerlyk lees ik, maar zo gy U niet nader verklaart, dan weet ik nog niets Maarte, want ik lees van zoo veelerhande zaaken in de Courant, en... maar wagt daar vak my iet in, gy zyt Luterschnietwaar Vriend, en dan denk ik dat UE de No* minatie van Amflerdam in het hoofd legt te maaien , is het niet zoo. A 5 MAAR-  ( io) MAARTEN. Wel geraaden Jan, die is het ook net, en dan BOg meer zaaken daar toe betrekkelyk. JOHANNIS. Wel Maarte zeg me dan eens als ik het weten snag, wat is 'er dan in, dat U zoo ontrust;' is bet om dat Do. Scheffer 'er ook op is, myn dunkt «Jaar behoorde gy blyde over te weezen, en te meer als het geval wilde dat hy daar beroepen wierd, dan was jt hem hier kwyt, en dan zöuw 'cr nog hoop weezen, dat de twist in ü Kerk eens een einde zou neemen. MAARTEN Zoo gy Luterfch was Jan, zoude ik (wanneer gy dan zoo redeneerde) U over uw oppervlakkig denken in deezen wel ernstig bekyven, maar nu kan ik het ü toegeeven, om dat gy Gereformeert zyt, en dus om dat U de zaak niet aangaat, gy V niet bemoeit zult hebben, om dezelve in zyn geheele beflag te weten. JOHANNIS. Dat zy zoo Maarten , maar met dir alles weet ik nog niets, geeft my dan eens wat meer ligt ja de zaak als het ö belieft. MAARTEN. Zeer gaarne Jan, weet dan dat het geen my het meest bekommert, dit is, dat ik denk dac Schrffer nooit m Amfterdam als Predicant zal nog iaa ijeroepen worden. JOHANNIS. Noni: beroepen worden Maarte, wel waarom niet? MAAR-  MAARTEN. Wel om dat hy van Z. D. H. om zyn oproerig Preeken en Schryven gedeporteert is, en 'er nog geen een voorbeeld van is, dat iemand zyner Kameraden weder in hunneposteheriteld zyn, en ook niet herfteld kunne worden, ten ware zyin Submisfie kwamen. En dat zal hy nooit doen, want hy verbeeld zig nog vast dat hy geen kwaad gedaan heeft, en ook zoo heb ik gehoort dat 'er een groot aantal Leden in de Amfterdamfe Gemeente zyn die 'er volftreks tegen zyn. JOHANNIS. Nu begryp ik al Maarte wit ü deert, maar als flit zoo is (waar aan ik niet en twyffel) dan kan ik my niet begrypen hoe dat de Kerkenraaden van .Amfterdam [daar dog nog weldenkende Lieden onder zyn zalle, en ook wel weeten zulle wat Scheffer voor een Man ïs] nog tot de gedagten gekomen zyn, om zulk een voorwerp moet ik dan rnaar zeggen (want Predicant is hy dog niet meer) op de Nominatie te plaatze. MAARTEN. Wel Jan ik dagt. niet dat ü zoo onnozel was, weet gy dan niet dat den grooUte hoop der Amfterdamfche Kerkenraade valfche Patriotten zyn. En die hebben dan immers de meerderheid boven de Weldenkende, en je weet immers ook wel dac dit zoort van Volk nog daaglyks knoeit, envringc om haare Broeders de Rotterdamfche Kerkenraad die ook nog alle vajfche Patriotten zyn, van een Doodeeter te verlosfen. jOHANNIS. Dat is zoo Maarten, maar zeg myn dan eens, hoe zullen zy het dan by de Prins vvn Ora'/e maken,  C 12 ) ken,' zoude zy dan denken dat Z. D. H. het zo maar onverfchillig zal laaten pasferen? MAARTEN. Niet onverfchillig Jan; want dat weetenze wel beter, maar oogluikende denken ze, endatdenk ik niet, want dat heeft Z. D. H, wel anders gezegt. En zal daar om die knoejery wel weeten te ftuyten. JOHANNIS. Maar Maarten als dat gebeurt, ziet dan zittenze in de konkels, en wat dan gedaan ? MAARTEN. Ja wel degelyk in de konkels, maar danalwee* over een anderen boeg, want dat zyn zy dog gewend jan. JOHANNIS. Dat is zoo Maarten, maar heb ik niet verftaan van U dar 'er behalve de Nominatie nog meer zaken waaren die Ü niet wel aaafto.nde, mag ik die ook weeten ? MAARTEN. Wel zeker Jan, maar als ik ü die zeg, dan denk ik dat gy ook wel nieuw op zult zien. JOHANNIS. Hoe zoo Maarten? MAARTEN. Als ik U dan zeg dat Do. S een eerst best P'rirtstnan is, die zulk een fraay Vaars op de Omwending gemaakt, en bovendien nog zoo veele andre Scnrifte en Vaarle op het zelve onderwerp hce.t in 't ligt gegeeven, welke zynegoededenkwys ten klaarlte openleggen, dat die man zeg ik zig  C 13) zig met de zaken van zulk een Oproermaker als Scheffer is, (die een Eed op den Predikftocl güdaan heeft, en gezegt, eer zyn Regter Arm .te zullen vergeten, als wederom die heijige plaats te zulle beklimme, als hy wist dat hy iemand in de Gemeente tot ergernis predikte,) bemoeit, en om zoo te fpreeken, Hemel en Aarde trage tebewegen, om hem wederom te herftelle, en om die reden ook zyn best doet, om het fpoorloos gedrag van Scheffer te vernitfe, wat zult gy dan zeggen? JOHANNIS. Wat zegje daar Maarten, Do. S • Do. S , wel dat kan niet waar zyn, zoud zulk een braai Man zig met zulke zaken inlaten, en zig bloot Hellen, om de agting zyner Gemeente kwyt te raken, (en dat is hem van al {e veel belang) en boven dien zoo 'er al kans was orn met vrugt iet' te ondernemen , ziet dan komc de liefde eerst voor zig zelve, en dan is 'erin zyn eige Kerk ook nog een Predicant die niet meer kwaad gedaan heeft als Scheffer den Luterlchman , laat hy dan daar liever voor gaan werken » maar dat zou even zoo wét aTs met Scheffer de Moriaan gewasfen zyn, en dat weet hy ook wel» en daarom geloof ik het niet Maarten. MAARTEN. En evenwel is het waarheid Jany ik vertel U geen leugens, maar zou het desnoods bewyzen kunnen , maar dat zal dien Heer niet vergen, want hy weet wel dat het niet hoeft bewezente worden. JO-  ( H ) JOHANNIS. tVel Maarten, wel Maarten, wel dat had ik nooit gedagt, daar ben ik heele maal van in de mond gelege, evenwel blyft het by mynnogtwyfeiachtig, en daar om zullen wy hier maar een Spelletje by fteeken, en ons voorig propoost op. vatte, en dan moet ik U herinneren, dat gy myn onder anderen ook nog zyde van oproerige Schrifte , heeft dan Scheffer ook nog oproerige Schriften in de Waereld gebragt. MAARTEN. Zekerlyk heeft hy, weetje dat niet, hy heeft twee heele Befaamde Bedefionde Preeken uitgegeeven, die zoo oproerig zyn, dat men ze niet dan met verontwaardiging Lezen kan, in een van dezelve jaagt hy zyne Toehoorders, welke anders dagten als hy, de Kerk uit. Wat dunkt u daar van? JOHANNIS. Wel wel, dat gaat veel te ver, zoo ver heefc den Gereformeerde Dominé nog nooit gegaan, en daarom zou ik denken als Scheffer nerlteld wierd, het al heel fchuins loopen zouw als den andere ook niet herfteld wierd. Maar Vriendje zeg me eens liet Scheffer het daar niet by blyven ? MAARTEN. Gantfch niet, Jantje. Want hy mankeerde niet om dagelyks in der Patriotten Sociëteit te verfchynen, en was 'er zelfs een voornaam Lid van , men zegt dathy ook het Schandelyk Plan van Remotie heeft heipen maaken, daar was meer tyd toe als tot de Huisbezoeking. Wat dunkc u daar van? zoud gy de Amfterdammers met zulk een Predicant geen geluk wenfcnen? IQ.  (is ) JOHANNIS. Wel neen zeker niet, ongelukkige Schapen die zulk een Herder hebben, en ik heb nooit geweeten dat het zulk een Monfter was. Wel foey, 'er gaat een grilling over myn hart. Ik durf niet meer vraagen Maarte , want ik vrees dat 'er nog meer voor den dag zou komen. En ook zoo w«d het laat, ik gaa na Huis. Gaat gy mede? MAARTEN. Ja kom aan Jan, ik gaa zoo ver meede. Zie daar Mynheer! Een zonderlinge Samenfpraak UE naar waarheid medegedeelt. En hoe zeer het te wenfchen waare, dat 'er nooit geert ftof tot diergelyke discoerje onder de Drink partyen mogte voorhanden zyn, zoo is het nogtans zeker, dat hunne reeden de zuivere waarheid be» helsde, en het onderwerp hunner Verhandeling zeer na over een komt, met het geen waar over ik u Gefchreven heb , en ik heb het u ook maar medegedeelt om myn voorig gezegde te ilaven. Naamlyk: Dat de verwarring in onze wel eer Bloijende Gemeente thans de tydverdryf is in ie Herbergen. — Gaave Gor> dat het anders waar. Hier meede meen ik Mynheer, aan uwe Begeerte voldaan te hebben. Blyve ENZ. . . . P' S^^aTTdI^ajiy?efnhadaf'sefchreven, ontfang ik UEd. Brief uit Amfterdam, reet deaangenaame tyding, dat de weldenkende Regeenng dier Stad, aan de Kerkenraad der  Lutherfche Gemeente he^ftlaaten weeten, dat 'er hoe genaamd geen ReEUcfie op de genomineerde Do. Scheffer van Rotterdam moet gemaakt worden, en niet zullen gedoogen , dat hy den Predikftoel betreed. Geluk weldenkende Gemeente van Arafterdam! dat gy van zulk een Oproermaker bevryd blyft, vertrouw verders op U Brave Regeering, dewyl die zorg dragen, dat het onkruyd allenskens uitgeroeid word, behaagde het verders alle Regeeringe in ons lieve Vaderland, era dit voetfpoor te volgen , wy zouden ras van dit verdraayt geflagc ontlast zyn, enz.