lBibl. IE. L. Q.    KORTE GESCHIEDENIS, VAN DEN OORSPRONG en VOORTGANG der ONEENIGHEEDEN INDE LÜTHERSCHE GEMEENTE, te AMSTERDAM. DOOR E. H.MUTZENBECHEK., " GENERAALSUPERINTENDENT ,Aer KER* KEN en SCHOOIEN des HERTOGDOMS OLDENBÜRG. ' UIT HET HOOGDUITS V^^kp^^ TïAMSTERDAM, by C. W. R ö p c k £, In de St. Annaftraat, by de WarmoesftrasE., 1792.  Deeze Cefchiedenis, wordt om redenen, Waar in het Publiek geen belang heeft, afzonderlyk uitgegeeven ; die dezelve voor het Berigt der* Generaale Kerkelyke Vergaadering begeert, moet ze agter den Tytel plaatzen. Geen Exemplaaren» werden voor echt erkend, ah die door den Ui'.geever drezes eigenhandig zyn onderteekend. ^Jfyr^y  KORTE GESCHIEDENIS, VAN DEN OORSPRONG en VOORTGANG DER ONEENIGHEEDEN * IN DE LUTHEBLSCHE GEMEENTE TE AMSTERDAM. Toen ik berichte in het BerichtblacPder A'gï Lett: Nieuws, als ook in de Bydragen tot de Theol: Lett: myn voorneemen weegens da Overzetting van het Bericht der Algemeene Kerkelyke vergadering der Ev: Luth: Gemeente te Amfterdam, met aanmerkingen opgehelderd, beloofde ik by deeze Overzetting een beknope verhaal de eerfte Oorfprong der verfchillen, om daar door dieveele valfcheBefchuldigingen te weederleggen, die zo wel in Geleerde als in de Nieuwspapieren omgedeeld zyn geworden. Ik zeg die jBiet met die vooruitzicht,om mymet de Hoofden en bevoorderaars der Amfterdamfche Onluftent 20 als zy misfchïen wel zullen wenfehen. — In eene Pennetlryd te wikkelen, die ik, zo lang ik in Arnfterdam woonde, gelukkig vermyd hebbe* Veel meer fchat ik dat geluk myner tegenwoordige rufte,a!s dat ik dezelve door eièndige twis« ten met Luiden zou verbitteren, die het niet om Leering te doen is. Intusfchen geloof ik dat veele waardige Menfchen in Amfterdam die aan my m A myt  myne onbiHyke vervolgde Amptgenootens onge-. lukken op't heetst en krachtdadigst aandeel genomen, en' ook daar door menig onbiilyk ongeval ïs wedervaaren, ik achte het voor myne toen zynde Amptgenooten fchuldig te weezen, om het Publiek de waare voortgang der zaaken bekend temaaken. Ook hebbe zich zedert den Jaare 17S8 zaaken opgedaan, die men toen wel vermoeden maarniet kon bewyzen, dewyl ik in het volgende van ieder opftel gebruik zal maakeh, zo heb ik trans de gelegenheid veel omïtarjdig te zeggen, 't welk ik A°. 178S. maar kort en gebrekkeiyk kon zeggen, en alzo zal ik maar bloot als Gcfchied Schryver, en geheel onpartydig hetzelve verhaalen, en ik hoope dat om zo veel meer, te konnen doen, dat de voorgenoemde Befchuldiginge tegenmy,gelyk het vervolg zal toonen,by veele gering waaren , dog dewyl ik op een zeeker ftrand die ftorm duif aanzien, die ftorm, die myne Amfterdamfche Gemeente nog van tydtot tyd beroerd. Dog dewyl ik alle oorzaak hebbe geen drukkend gevaar voor myne Vrienden en hunne goede zaake te vrt ezeti, zo field my dit in ftaac, rullig en met koele bloede de zaak te ooideelen en te verhaalen. De Lutherfche Gemeente in Arnfterdam is ontegenzeglyk eene van de grootfte van geheel Europa. Voor de Twisten in voorige jaaren beliep het getal hunner Leeden tusfchen 25 tot 30000 Menfchen, hoewel dit getal onbepaaltis, dewyl dezelver meenigte afhangt van den Bloei des Koophandels en Scheepvaart, die JaarJyks Duizende uit Duïtfchland, en de Noordfche Landen na Arnfterdam trekt. In dien al 4 of 5000 Menfchen zig van hun afzonderen, en heur eigen Gemeente opgericht hebben, zo blyft doch nog  (3) heg de Somma hunner Gemeente Leeden zeef menigvuldig. Deeze talryke Gemeente had tot deri Jaare 1748 maar vyf Leeraars, als 4 Hollandiche en een Hoogduitrche, eerst in voorn: Jaajr nam men het befluit nog, een Hollandfche Predikant te beroepen, en aldus het getal der Predikanten te zaamen op Se? te zetten, dog men behield aan zich de Vryheid om de inrichting aldus te (tellen , als de omftandigheeden het ver-, eifchten, deeze Ses Predikanten moesten deeze geheele talryke Gemeente bedienen , tot eert weinig verlichting hunner lasten zyn 'er 3 Krankbezoekers, ook zyn ter tyd op zyn hoogst maar 18 Perzoonen van byde Sexe aangefteld , die benevens dcKrankenbezoekers, ook de Catechefanten moeten onderrichten. Ook is ifl Amfterdani gelyk in alle overige Lutherfche Gemeentens ia de Nederlanden een algemeene Voorbereiding Predikatie ingevoerd, 't welk mede ftrekt tot verlichting van het gewigtig Ampt des Leeraars. Dog by alle deeze heeft een alfiiêr zynde Predikant met zyn bedienings arbeid fteeds de handen vol, te meer dewyl de Hollanders vrienden van Jang en veel Prediken zyn, doch om by de Amfterdamfche gemeente te bly ven, zo werdin haare Beide Kerken* op ieder Son-en Feestdag vyfmaal, daarboven in de Week nog 2 maal, (voor weinige Jaaren 3 maal) gepredikt; tvyeemaal in ieder Maand, en zo ook ieder Hoogtyds, Saturdag Avond word een Voorbereidings Predikatie, tot Voorbereiding voor dea volgende Sondag, en laastelyk op ieder Donderdag word met voorn: Catechifeermeesters en Meesteresfen, Carechifatie gehouden, als ook eens des Maands in 't Wees» huis op Maandag, indien raen tot dit veeld Prediken en Catéchifeeren hec weinige van een  goed uurije moet misfen, of de andere arbeid der Predikanten nadenkt, kan men ligt de oorzaak vinden, waarom zoo meenig Amfterdamfcb. Predikant zo weinig vordering in zyne eigen zaake maakt, inzonderheid in haar Prediken, en by het onderwys in de Godsdienst, hun oude wyze die zy na een of twee Jaarig 'onthoud op een Duïtfche Academie, op welke zy een weinig voor kennis brachten, en zich daer aan gewoonde, ftyf en vast by heur Helling bleeven, 't welk blykt, wyl men reeds voor 20 Jaaren naar gewoonte in de week over vrye Textendes Sondags over de Euangelien, Epistelen, de Catechismus, de Augsb. Confesfic, Lydens Texten, en over de zeven Kruyswoorden, Jaar uit Jaar in Predikte, in een Land waar zo veel Godsdienst verfchillen zyn, die voor niet lange Jaaren noch menigvuldig tegen elkander te velde trokken en toeverzicht gebruiken moeste, by dit alles bleeven de Lutherfche Predikanten gematigd tegen de andere Gezintheeden. De Geleerde en Hooggefchatte Hollandfcha Predikant Mulder, die lang in Duytfchland Geftudeert had, en in den Jaare 1748 tot Sesde Predikant beroepen wierd, zogt buiten zyn andere verdienden de AmfterdamfcheGerneente zyn voordragen in eene reyne en beteren fmaak te doen, waarby hy het ongeluk had 20 Jaaren achter een Jongtte Predikant te blyven , en zyn Amptgenoo» ten geheimlyk hem vervolgde, zo begaf hy 't zich ten laatften onder de menigte zyne Arbeid en de vervolging zyner Broeder, ook myn voorganger de Zaal: Klefperbein, die, al hoewel in 'c Jaar 1738 na Arnfterdam kwam,en eerstin 't Jaar 1779 zyn Ampt nederlegde, moest hy by al zyn ook  (5) ook inhccge Ouderdom ltreevende, na meer kenris in zyn Liberaale Theologifchedenkiogsaatsden ftroom toegéeven, als hy zyne daagen in rust wil» de eindigen , alles bleef aldus in 't algemeen ge« nomen by de Amfterdamfche Gemeente lang op de oudegewoonen voet, en zelfs de Jongfte Predikanten A°. 1768, de Stellingen der afgegaane verzetten, vonden het raadzaamer zigfpoedig na de oude methode te fchikken, en hunne betere Leerwyze met de oude te verruilen, die op eenmaal in Arnfterdam door een lange reeks van Jia. ren wederalgemeen geworden was, alleen in 'tjaar 1778, wierden twee Predikants plaatzen ter gelyker tyd door den Dood vacant,en nu gelukte het eindelykden Weldenkende Meedeleden deralgemeene Kerkelyke Vergadering weder een Man te kiezen, die zich de Gemeente reeds voor lang gewenfchc had. Het was deEerw: Heer Reeder, in Cu;lenburg , een Man van veel Talenten en een uitgebreide Geleerdheid, die in 't Jaar 1 7 67 hec Accesfit by het S'olpiaanfch Legaat in Leyden, over het bewys van het weezen Godsvuit het begrip van dien a priori ontvangen heeft, zyn Schrift is in het 2de Deel der Verhandelingen van het Stolp. Leg. BI. 67 enz. Met hem hoopte men te gelyk de Zaal :Deiman uit Utrecht te krygen, doch de overige Predikanten met hunne Aanhangers in de Kerkenraad, wisten het door allerley kunstjes aldus te brengen, dat men in plaats van den Zaal.* D. of den Zaal R. eene Man geheel in tegenoverftelling. De Heer hamelau,naamentlykdeeerftePredikant der afgezonderde hoop gtkoren wierd. R k bdek, die in Cuilenburg van alle verftandige in en buyten zyne Gemeente hoog gefcbat wierd, zeer gelukkig en wel te vreeden leefde,nam voor het Beroep te volgen, al fchoon hy door een ge% A 4 bee-  C i ) Jieele meenigte raamlooze Pasquillen aangegreepen. ia met Leevensgevaar bedreygt wierd, by aldien hy bet Beroep aannam , zyDe Vrienden overreedden hem eindelyk hetzelve aanteneemen , doch eer hy hetzelve aanvaarde Stierf hy plotslyk te Kuilenburg, in 't begin van 't Jaar 1779. Zq veel vreugde als deeze onverwagte Dood aan zyne tegenftryders gaf, zo kort ftondig was de zelve, dewyl de Eerw. Deiman, een Ge« booren Oostvries tot een naavolger van Reeder gekoren wierd, tegen het eind van't Jaar ï?79. wierd ik in des 'Zal: Klepperbeii*s plaatze, die wegens zyne hooge Jaaren en zyn zwak gezicht zyn Ampt neerleide, van 'sHage naar Arnfterdam beroepen. Zo ongaarn ik hec zelve aannam, dewyl ik de deukwyze der toen zynde Predikers kende, dog ik verkreeg van my hetzelve aan teneemen, dewyl ik vast overtuigt was, ten minste aan Deiman, een reche fchapen wel gefchikt vriendfchaplyk Collega, en aan het beterdenkend deel der Gemeente toehoorders te vinden, dien ik hoopte nuttig te kunnen zyn, de Zaal: Deiman, wiens aandenken onvergeetelyk, jamy Heilig zal zyn, vond in de beginne het aanzienlyk gedeelte der Gemeente, buiten dien ook veel anderen, als van de Hervormde, Remonftrante, en Mennonite Gemeentenseen buitengevvoone byval, en zyne Predikatiën vol van eedele grootheid, rustende op de waare grond, zyne drift, waar mee hy beftendig ter beoeffening van het Christendom , verre van alle verkettering van anders denkende en leerende Christenen, wekte zyne yver met welke hy het onderwys der Jeugd aanmaande, tot nu geheel 5n gebruik van voorn. Lieden geweest was. Zyn onbevlekt Zedelyk en Christelyk Character dat 't . — ! ■• gee*  C 7 ) geen hy andere leerde op hem zelfs indruk maakte* maakte hem de achting van alle Menfchen die hem kenden en hoorden. Ook vond ik veel meergemeenfchap en liefde der Gemeente voor my als myne eerste voorganger, die zig zelf tot een Jast overleefde. En als een Hoogduytfch Leerraar vond ik geraaden myn verkeering by veele Hollahdfche Famielien te maaken, welke deDuitfche Taal beminden, daar en tegen geboorne Duitfchers zich in Holland haar afkomst zo wel als hunne Moederfpraake fchaamen, deeze vereende goedheid aan ons beweezen, ontftak de Nyd onzer Oudfte Amptgenooten, inzonderheid betrof het de Rechtfchaapen Deiman. En in het eerfte Jaar van zyn Ampt begon men zyn Rechtgeloove verdagt te maaken, ja zelfs van den Predikftoel yverde men tegen nieuwe Leerringen die onder ons opftonden. Ik zal maar twee proeven aantoonen, die ten bewyze van de Verkettering onzer oudfte Amptsbroederen konnen dienen en dezelve verbreydenï De Zaal: Deiman had in een Predikatie over den eerfte Artykei der Angsb: Confes: in 't voorbygaan gezegd , dat men geen andere bewyze voor de H: Drie-Eenheid als uit het Nieuv/e Testament aannemen kon, dit wierd in weinig tyds als een gevaarlyüe Kettery ruchtbaar gemaakt, ook lieten onze Amptsbroederen niet na om in 't volgende Jaar over de voorn. Artykel tePredikcn,of over deeze Stelling te Cateehiferen, ook onderlieten onze Ambtsbroederen niet om feegen voorn. Leere met onzetcelyke macht te yveren, als ook bemerkte Deiman by een Predikatie over het Kruyswoord Jefus: Myn Ged! Myn God! Waarom hebt gy my ütrlataen. Dat die woorden geenzins moesten begrepen worden dat Christus v/erkelyk Helle ftraffen ondergaan A 4 hads  (8 ) hadde. En weinig weeken daarna wierd ook deeze Stelling met groot gefchrey opentlyk wederfprooken, maar buiten dat ging den Waardige Deiman rustig zyn weg, leevende met my in een onverbreekelykeen nimmer onder de Amfterdarnfche Predikers aldus gehoorde Vriendfchap, en wy bleeven zelfs met onze overige AmptgeEOoten die hec niet wilde weeten dat ze tegen Jnlandfche Dwaal - Leeraars , wel dat ze tegen gevaarlyke Dwaalingen in 't nabuurig Duicfchland hun Heilige pligtshalven hun waarfchouwden, in uiterlyke goede omgang. Intusfchen behaagde het God myn vriend midden in de loopbaan van zyn nuttig en weldoenend Leeven, na een vierdaagfche Krankheid op den 9de April 1783, tot een beeter leeven op te roepen. (*) In het innigfte gevoel der Imerten beweende ik zyn dood op den volgende Sondag, daar ik over een gedeelte van de Lydens - Gefchiedenis moest Prediken , en wel op een wyze zo als ik zyn verdienst en myne eige overtuiging fchuldjg geloofde te zyn. dien Pieek wierd op verlangen van veele Gedrukt, ik voegde onpartydig aldaar in de Aanmerkingen twee Stellingen welke myn (*) Een Lyst van alle zyne Schriften is te vinden ia Jkleufels Gel. Deutfchl. eerste Bydrage. (**) Uw Traanen ftrooaieD om een Man die met een onvermoeide yver werkte, zo lang het Dag was, die zyne van' God dierbre gefchenken ten besten zyner Medemen. fcben aanwenden, en na waarheid tragfe, uw Goddelyka waarheid. — Daar van ben ik zo vast als van myne eiga Geloof overtuigd. — Uw Goddelyke waarheid verkondig» de, zy vlieten om een man die in aardfcb geluk niet opge. blaafen, in ongeluk Christelyk, ftandvastig, en byzo meniga onblllyko ergernis hem aangedaan, door die hem zonder qorzaak haatte. — & Heere ! Behoud hun hunne Zonden Biet. ~ Tot zyn einde rustig en als een htli gelaaten bleef C-.:.\  < 9 ) myn Amptgenooten zelve kwalyk naamen, dewyl dezelve op hun betrekkelyk waaren. De beduiding was wel is waar niet onvoeglyk, en beyde ftdlingen laaten zich niet Rechtvaardigen, zo ais her my nu voorkomt niet door myn toenmaalig gezegde, maar door de Lasteringen en nedertrachtend opentlykeVreugd van een zeeker Man,dien ik liefst zal verzwygen, die hy over de dood van Deimajn bedreef.' Vier weeken voor D e i m a n s dood was ook een onder myne Holl: Amptgenooten de Zaal; Vorst ius, in den beste Jaaren vanzyoLeeven geftorven , een Man om wiens voortreffjyke Geest en Gaaven zynes herte in de gedachtenis Preek die ik hem houden moest, met waare overtuiging vormde, in welk ik ook niet kon verzwygen dat alle onpartydige die hem kenden als waarheid moest bevestigen, dat hy door zyn vuurig Temperamentzigby wylen vervoeren liet, (en wat ik duidelyker daar by dorst voegen, als bet toen paslyk geweest was,) en van zyn oudfte Amptgenooten zig misbruiken liet om tegen Deiman eens heevig te Prediken, maar hy, by gemoedelyke overdenking dacht te edel, en opgeklaart om Deiman in zyn hert hoog te achten, zo als deeze hem Hoogachte, meer als een getuigenis heb ik daar van uit beider monden gehoort. Nu waaren weer twee Predikants Plaatzen op eenmaal Vacant, en myn drieCollegaas de Eerw: Al- Hy is nu geheel boven alle afwisfelingenenongevalle van dit aardfcbe Leeven, boven alle ergernisfe vannydige Meufchen, ver, oneindig ver verheeven. enz. T^nn1!^ Hv]m °"erzetting Gedrukte gedachtenis rede op de Zaal: Vo r s t i p s , alwaar ook dezelve herhaalirgin de Text gefchied, dewelke van bun kwaad bewust ?erSd.naaa,eD bewekkin& °P ^eeflellingen, in het^lvf Af  ( io ) Alberti, Klap, en Hamelatj, gayen zich alle moeite Mannen na hunne zin tekrygen, zy bleeven by, hunne meer als eenmaal geuitte grondfteliing trouw, zulke Amptgenooten te hebben , die het Licht betimmeren , dat is: door hunne kermiste en voordragen het Licht niet verdonkeren, ik daar tegen hield voor myn plicht den rechten weg te gaan, en de Gemeente zulke Leeraars te helpen bezorgen, die na myne overtuiging het best de Gemeente ftichte, ik Haagde na wenfchDy. Baüm, (***) Reedbrs opvolger te Cailenburg, en met recht zo Geliefd , zo hoog Gefchat als zyn voorganger, even aldus te vreeden met zyn Beroep in Cuylenburg, alle verwagting .overtreffende, Proefpreeken willen de algemeene Stemmen, en den Eerw; A. Stbrk, in den Haag, een Man van uitmuntende Talenten, wierd by meerderheid van Stemmen, tot vreugde aller weldenkende Beroepen, doch waarlyk geheel te» gen de zin en wenfch myner Collegaas, doek na gedaane Verkiezing namen zy de moeite de Approbatie der Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgemeefteren van Arnfterdam te rug te houden, en voor lang had men de Eerw: Heer Sterk als ean . aanhanger der Stadhouderlyke party, en inzonderheid die des Henogs Lodewyk van Brunswyk, die ten dien tyde by de Amrterdammer Patriotten zeer gehaat was, verdacht gemaakt. Inttasfchen myne beide Vrienden traden haar Arapt aan, hun< ce manier van Prediken en te Onderwyzen , hunne Eennis en rechtfehapen Characlers verwierven hun de algemeene achting van 't grootfte en verïichtfte deel der Gemeente, ook veele van andere Ge- (***) Dezelve is ean gebooreu Duitfcher. een gedeelt» xyner vroegen Schriften is te vinden by Meuf«l'; Gel: puitfchl: ifte Bydraaj.  (ii) Gemeentens hoorde hunne Prediken gaastn en meenigvuldig, doch hoe meer hun gunst toenam, zo wies ook de yver der'drie oudfte Collegaas tegen hun en myn, alzo ik met hun even.zo Vnendfchap» lyk en verdraaglyk als met de Zaal: Deiman leefde. Lang, zeer lang werkte men in donker, tegen ons (tellende de grootfte hoop ons als vèrdachtige, en het zuiver Leer begrip der Ev. Lüth Kerk nien oprechte toegedaaneMannen voor j Predikende mee grooteyver, meerder enftcrker als byDeiMANS tyd, tegen Dwaal Leeraars die midden onder ons hun hooft verhieven. Een deel, doch laat ons zeggen een deel van 't gepeupel wierd bekoord en gewonnen, wy Predikten intusfchen, onze goede zaak ons bewust zynds als na gewoonte voort, en onze gunst nam by verftandigen al langs hoe meer toe, by alle verzeekering onzere Amptgenooten dat Ze ook thans nu tegen uitwendige Dwaal Leeraars, tegen den Abt Jerufalem en Le{z. Predikten en Catechifeerde, zo mankeerde hen Tafereelen, die zy van zekere gevaarlyke Menfchen maakten tot aanwending op ons of niets als onze Naame alleen. Inzonderheid vergat zig de Heer Hamelau by deeze veldtogt aan ons wei 't meefte. En geen wonder daar hy zig beroemde, dat hy, al fchooa hy reeds" in de Kerk om te Prediken was, nog niet wiste wat, en waarover hy zoude Prediken. Hon« dertley Spellen die veele Lutheraanen in Arnfterdam zo wel als my'bekend zyn, konde ik hier by brengen, indien het de moeite waard was. Doch een onder veele zal ik hier maar geeven. Op zeekere tyd waarfchouwde hy zyne Toehoorders voor Lieden welke hun vervloekte Zedenlesfen Prediken, en het Geloef •!! het Geloof l! 1 vergeeten, dat was. bedachteiyk, de geheele doodzonde van myn Collega de Heer Sterk, al hoewel ik hem niet an- der§  ders als echte Christelyke Zecdenlesfen heb hooren Prediken. Deeze en meer andere ftukjes die men by onze afwezendheid in 't werk ftelde, dwong myne Vrienden zo wel alsmy, ons op gelegeneTyden met eenvouwdige Getuigen tegen zulke valfche befchuldiginge befcheiden en kort te verdeedigen, toen ter dientyde was het Confiftorie, in de hoope dat een enkele ftorm hun van zelfs kon doen vallen. Waarlyk het was wel beter geweest toen men kon, als men het vuur in de asfche verflikt had, doch door andere reeden wierde de oudfte Leeden van 't Confiftorie buiten ons Predikanten te rug gehouden, door de Burgerlyke onlusten die toen de Vereenigde Nederlanden verwarden, en wel op het tydftip dat de onlusten tot den hoogfte toppunt hadden deel genomen, toen het gantfche Land met Voor en Teegenfchrifcen overftroomd, en doordien zeivegeregeert wierd, zo koozen onze Teegenparty dien tyd, om ons ten minften voor onze Eer een doodelyke ftoot toe te brengen. Op den 4de O&ober 1786, overgaven vier on* bekende Perfoonen, die zig noemde Leeden der Lutherfche Gemeente in Arnfterdam, al fchoon men niet raadzaam vond de waarheid daar van te onderzoeken. Van hun Ambacht een Scheeps Timmerman, een Zilverfmirs Knegt, een Boekverkoopers Knegt, en een Bakkers Zoon,het gewoone Confiftoriumeen Verzoek-Schrift, in Naam van bykans 100 zo wel Mannen als Vrouwen, geheel uit de laagfte enonbekendfte gedeelte der Gemeente. {**'*) In dit zogenaamde Verzoek - Schrift. — De Inhoud (****) De be&endfte 'er onder waaren twee Suyk'r Bakkers, die, dewyl dezelve niet konden Schryven , in plaatze Van bun Naam een Kruisje gezet hadden. Zo als het meer aldus op dien acte gaaven.  ( 13 ) houd'er van was Schimpen en Dreigen. — Zaide ze eerst in 't algemeen dat de Gemeente van eenige hunner Predikers allerley nieuwe zaaken voorge. dragen worden, die niet als opgewarmde dwaalleerenwaren. Dat wyl dus: „de wachters op Zi„ ons Berg zelfs ïcheènen te Slaapen". Zion eindelyk eenmaal opftaan moest, om zig tegen de Scheurende wolven te verzetten, die het in hun midden onderhouden enbeloonen moest, dan leveren zy in 13 onderfcheiden afdeelingen, de bezwaaren in die, zo zy zeggen, ons op 't herte drukken, en ons als Voorflanders der waarheid zo zeer beontrustigen en beangftigen. Ik wil deeze pun&en zo veel mogelyk met de eigen nadrukkelyke woorden der klaagers mededeelen , zo als ik reeds boven in de aangehaalde Stukken van't Duitfch Mufaeum gedaan hebben, en maar hier en daar aanmerkingen byvoeg,; die het ongegronde het dwaaze der befchu/digingen aantoond. Eene wederlegging is onnodig, daar over dè zaake zelfs in het Aanhangzel van 't Bericht by Strander door de vierHeeren Predikanten genoeg gezegt is, en ik ten minsten in myne tegenwoordige ftand myn verpligt houde tegen geen Fanatiker een eenig woord tot myn verdeediging te verliezen. Voorts zal de Leezer zien dat by den gantfche onrust 'c minste op my, iets meer op den Meer Baum , en het meeste op de Heer Stbrk. ■— Die onder onze Amptgenoten't felftein de oogen fcheen, — afgezien was, intusfchen om my buiten ftaat te zetten, iets ten beste myner Collegaas meede te werken , heeft men 't plan ontworpe om my meede betrekkelyk te doen zyn in deze twisten, om my fchuldig te doen noemen, met recht of onrecht, zulks kan den Leezer zelf onderfcheiden. De  ( H ) De klagten der Tegenfuyders waaren da vol^ gende: i. „ Men hoort van onzer Leeraars weinig py of wel in 't geheel niet van de H. Drieéén„ heid fpreeken , zy fchuwen zig het woord Drie„ éénheid te gebruiken, al fehoon dat alles in Gods Heilig Woord, en woordelyk in de Synv „ bolifche Boeken onzer Kerke te vinden is.'' Hoe gegrondtdeeze befchuldiging is, kan men Jigtnagaan dat 'er in de Lutherfche Gemeente te Arnfterdam, zo als ik reeds gezegt heb, jaar in jaar uic de in 48 Stellingen , verdeelde Catechismus , over de 2i eerste Artykelen der Augsb. Confesfie Gepredikt , en Weekelyks over alle de Leerftukken des Geloofs na de orde opentlyk Gecatechifeere werd. 2. „Men onderneemt zig die gronden , die in „ onze Kerk voor de Eeuwige Godheid J. C. ais „ bewyzen aangenomen zyn, en weezentlyk daar 9, van fpreeken, op alle moogelyke wyze te ver> j, draaijen." Het dwaaze en ongereimde deezer befchuldiging valt van zelfs in de oogen, en vind in het aanhangzeJ van het Bericht, by J. Stran. der uitgegeeven te Arnfterdam, zyn volle wederlegging. Ik voege hier nu Hiftorie wegeby, dat deeze zo genoemden bewyzen des kiaagers dit het ee« nige puncT: was dat my betrof, en de grond was, dewyl ik in een Predikatie over Matth. 16, vs. 16. in 't voorbygaan gezegt had, dat in deeze plaatfe het woord Zoon Gods, de naame van een Ampt, eene verklaaring van bet woord Christus is. Wel 7 Jaaren te vooren had ik hetzelve even aldus, en myne daarop Gedrukte Predikatie over Joh. 6. vs. 67 — ég gezegt, en thans moesten deeze Woorden dienen om my ais een Ketter verlacht, en my tot eenfchearende Wolf te maaken. 3. — 6.  (ï$) 3 ,—-6. „Men hooft bykans niets van 't verdienst „ van 'tLyden Jesu, van zyne Ziele Lyden, „ zyn dadige Gehoorzaamheid, ook niets van zyn „ Natuur, zyn Staaten, Ampten en Weldaaden." Het antwoord op deeze Befchuldiging is te vinden in het eerste Nommer. En duizende van onze Toehoorders koonen ook het tegendeel bewyzen. „ Men fteld ons de Perzoon van C h r j s t us „ bloot voor als of hy van God maar tot verklaa„ ring van Zedenlesfe gezonden is; in plaatzevaa „ te Leeren, dat wy alleen om 't gulde verdienst „ van J. C. wille, alleen door 't Geloof Ge„ rechtvaardigd en Zalig werden, men fluit al„ dus alles in een en baand den Christenen als, zo den weg tot alle oude Dwaalleeren, dewel„ keonzë Voorvaders niét zonder veele moeite© „ hebben afgeweert, ja men brengt den Christe„ nen zo ver dat zy op het zwakke roer hunner „ eigen Gerechtigheid iteunen en eeuwig ongeluks, kig zyn." Ook de ongrond van deeze Befchuldigingen bewystde volgende verklaaring genoegzaam, en de meenigte onzer Predikatiën, en de geheele manier van ons onderwys heeft hua reeds beweezen! 7- „ Mendoed alle moeite,om den Duivel ak j, het Ryk van 't gefchapene te verdry ven, en ver- ftaat door Duivel allerley Krankheeden enz. Deeze befchuldiging was byzonder tegen D° .Bauh, die een paar maal over de zogenaamde bezetenen juist zo verklaart had, als het in zyn en zyn CoïJegaverklaringen oroftandiglyk voorkomt, intusichen had hy door deeze uitingde verachting zich aldus opgeladen, dat hy ten minsten een Beckeitaan, dat is een zeer gevaarlyke Ketter is. 8. „ Men hoort de eene zedelyke Predikatie „ na den ander, ja zelfs in de Advent en Vasten- » ty4  ( 16 ) „ tyd, enz," eeneopentlyke onwaarheid, want óe aanklaagers doelen op een Predikatie van da Heer Sterk, die hy niet gedaan heeft, en uit een ander, waar hy juist het tegendeel gedaan heefc. 9. „ Men draagt de zeer gevaarlyke Leer, „ opentlyk voor, dat de wet der zeden of de 10 „ geboden der Christenen niet meer verbinden. ' Ook is de ongrond van deeze befchuldiging aangeweezen, in het aanhangzel van het Bericht, by jf, Strander, te Arnfterdam uitgegeeven, en noch omftandiger door D°. Sterk, in zyn woordelyk nagedrukte Predikatiën, aldaar D . Sterk, niet anders zegt als: wat Luther, veel fterker, en na Luther, Baumgarten, en alle verilandige Theologanten gezegt hebben ; en nog daagelyks in hunne Schriften zeggen. 10. „Zeer bedenklyk en zo wy vreezen met „ geheime inzichten , befluit men ( de Heer „ A. Sterk,') de Gebeeden niet als gewoon„ lyk om de wille van Jezus, voornamentiyk.' Hier is de Duitfche Spraak te Arm, om die fyne vermoedelykheid, uitheimelyk inzichten ondernomen Ketteryen uittedrukken, " waar door op „ een fubtile wyze het verdienst van J e z o s „ verloogent werd,en hetzelve hooren duizend. Min ervarene Christenen, aan zonder hetzel, veinte zien, " veele Hollandfche Taalkenners» en daar by ook in de oogen der klaagers zelfs, zeer Orthodoxe Manne, b. v. de Zaal: Klap, hebben my verzeekert, dat de uitdrukking van myne vrienden zuiver Hollandfch, daar tegen het eerfte fynst Germaniefch is. 11 „ Men zegt, dat men in alle Godsdiensten ' Zalig kan werden, 't zy verre, eeuwig verre. » Is het van ons, dat wy die daar buiten zyn  C i?) zullenveroordeelen, doch wy vragen, waartoë ^, zulke uitdrakkinge dienen, die de Kerke hoog- fchadelyk zyn, en de Christenen in evenwigC „ Hellen? Een Leeraar is immers verplicht, de „ Leeië, die hy aangenomen heeft, als de al., leen Zaligmakende Leere voor te draagen enz. " — Ook deeze Armzaligheid behoefde in 't minst geen aanmerking, daar de klaager een Predikatie en Catechifatie van D0. Baum, (op welke zy zich verder beriepen,) uit groote önWèeténheid of met voorbedacht, 't recht verkeerd en geheel tegen zyn zin uitgelegd hadden! 12. „ Hetfmertons tot in deZiei, dat men 5) de zogenaamde Cramerfèhe (Lubecker) Catechis- mus in ons Weeshuis ingevoerd heeft, een Ca„ techismus, waar in geen ja, of neen ftaat, en „ waar van men aldus gelooven kan, wat fnen wil.—Nimmer zullen wy toeftemmen,dat onze, „ van God ons gefchonken Panden, die Wy toe „ nu toe in de zuivere Leer opgevoed hebbe, na s, onze Dood onderricht werden, uit een Boek, 'c 3, welk de reine Leer onzer Kerke niet behelsdj ,, maar wel verdraait werd. enz." Hier deeden d» Aanklaagers een wonderbaare misgreep, dat zy thans in A9.1786. de jongde Predikanten [van iets defchuld gaven ,'t welk reeds in A°. 178(1. en alzo voor de aankomst der Heeren Baum en Sterk4 inzonderheid door den Zaal: Vorst lus, mettóe» ftemming zyner Collega's, en van het Confiftori* urn zelve, voor de Gemeente vervaardigt is» —* Naaméntlyk in 't voorn: Jaar liet Vorstius^ de Catechismus van Cramer, in "t Hollandfche overzetten, en op voorftelling der gezamenlijke Heeren Predikanten, wierden de Cateehl* B ïéèti  ( rt ) seermeesters aangezegt, dat ze by het onderwas zig ook van dit Boek 'konden bedienen, als meede beflooten de Regenten van het Weeshuis, hem by het onderwys ten gronde laaten leggen, thans wilde men alzo door deeze voorbedachte misgreep den regtfchapen Vo a s t ï 0 s, nog na zyn Dood een voorwerp maaken, of wel waarfchynlyker de geleegendheid opvatten, om de Diaconen der Gemeente uit welk meestendeels de Regenten van 't Weeshuis gekoren werden , by 't gemeen verdacht en gehaat te maaken. 13 „Wy zyn zeer getroffen, over de willekeur!. « êe wyze, waarmede men by de Kiezing zulxe „ Mannen aanvaard, alwaar de Gemeente hunne „ eeuwige Zielen aanvertrouwen moeten, wyhou„ den het voor billyk, dat de Gemeente aan hun „ verkiezing, en vrybeid gegeeven werd, zulke „ Mannen te kiezen, die met Gods Heilig woord „ in onze Symbolifche Boeken overeenftemmen, ,, en alzo voor onze Gemeente de nuttigde „ zyn enz. pt Deeze PuncT: was hoofdzaakelyk, op eene in dit zelve Jaar gedaane vei kiezing van een Krankbezoeker, (het welk in 't Bericht der gene. raale Kerkelyke vergaadering, ade Druk, Bladz. 50. herhaald werd,) ondertusfchen hebbenze by de verkiezing van de Heer J. ïisse l , A9. 1788. gedaan en in 't voorig Jaar 1791. by de Heer Fortmïess verkiezing, de nog vergroote onlusten van 't gepeupel, in 't vervolg getoond, dat men ook toen met dit Artikel het daar op toegel«gt had, om de Gemeente Leeraars na de zin van ft gepeupel op te dringen. Eindelyk befluiten ze hunne voorftelling, met een ernstige vermaaning aan de Dwaal-Leeraars, om hunne Stellingen te herroepen, of Van hun weg Ee gaan, „ Wy zyn 't moede," zeggenze in hunne  C *d ) ne kragtfpraake. — Uw langer te hooren, MW „ onder ons te dulden, te voeden en te onder„ houden. Wy vermaanen, ja wy beveelen u*¥, „ van ons uittegaan, waar gy wild, en waar men „ uwe meeningen aanneemd. " Ook fpreeken ze op 't laatst de Regtzinnigen Leeraars aan „Vaard „ voort braave Mannen, het woord der Waar,, heid zo Rein als tot nu toe te verkondigen. Dog „ *t is niet genoeg, dat gy Lieden bloot het „ Euangelie onder ons Predikt, ook byzonder „ moet gy Lieden tegen alle vervalfching der Lee., re waakzaam zyn, en met alle krachten uw daar? „ tegen verzetten , wy verwachten het aldus van „. uw, dat gy onzebillyke wenfchzult onderfleu* 5, nen tot rust der Kerke, tot Eendracht der Lee» „ re en ter afweering van alle onder ons Verdere „ voorgedraagen vernieuwingen zult medeiVerken* „ — Wy hoopen,dat onze klagten zullen gehoordf s, werden, gefchied zulks niet, dan betuigeü wy ., hier meedevoor Godt, wiens Heilig Woord wy „ eeuwig hebben trouw gezwooren, dat wy niet M zullen rusten, maar alles voor de eenmaal be« „ kende waarheid zullen opofferen s en laaten dan „ alles voor de Kerke daar op volgend onheil ter „ verantwoording van uw Wel Eerw: Wy zul* 5, len intusfchen niets nalaaten, onderzocht zynde, „ byzonder alle maatregelen , dewelke God ere „ ons geweeten zal gebieden te aanvaarden, ena* Dit met de zichtbaarfte fpooren van een Fana* tifche Religie yver beteekend Schrift. Welke ori* gineel op den 9de Oélob. ingeleeverd, zeer ver» dachtig uitzag, i**»**) Wierd alfchoon niet met dm ("*****) Onder ander wa» de Naam def eef$ fte Onderteekenaar, zoals men daidelyk kon zien, toé jeplakt, ea in plaatze dier Naajfl die de» eerfte Inlte»*-  ( 20 ) den onderrechting die men toen aan die, ten minfté dwaas verleiden hoop te rug gegeeven, maar het wierd veel meer van derzelve Vergadering op welke het gericht was, en daar in een gedeelte als Slaapend, en een gedeelte als Ketters afgefchilderd was aangenoomen. Men liet de vier inleveraars de naamen noemen , der geene die in het Verzoek - Schrift als Dwaal - Leeraars befchreeven waaren, en ze noemde de drie JongfTe Predikan, ten, en alzo openhartig verklaarde ze de gezaamentlyke Leeden van het Confiftorium voor die Slaapende Wachters op den Berg des Heeren , na haare uitdrukkingen. Grootmoedig vergaf men ondertusfchen deeze laatfte kleinigheeden, en eifchte maar van de klaagers de bewyzen van hun befcholdigingen tegen de drie Predikanten af. Ook deeze waare in 't Verzoekfchrift zelve geplaatst, zonder verband, vol openbaare onwaarheid, en met de zigtbaarfte tekens dat die Luiden hunne befchuldigde Predikanten 't zy nietgehoort of niet veiftaan hadden,of — wat wel de hcofdzaake was dat ze van Lieden dwaas verleid waaren, die agter het voorhangzel bleeven. , Terftond van het eerfte oogenblik af der over» Jeevering van het Klaagfcbrift, had de meerderheid van het Confiftorium in al hun doen zig ten uiterfte partydig tegen de Befchuldigde Predikanten getoond. Veel meer Bladzyde konde ik met bewyzen van de drie oudfte Predikanten voor be- dag- raar daar over héén gebracht. Eenige Meedeleeden van 't Confiftorie maakte de andere op dit voorval opinerkzaan, en by meerderheid vond men goed daarop niet te achten, en men gaf het origineel op voorfpraak 't welk de Preil. de»t K.. . voor de Klaagende gedaan had, weder te runWaarop naderhand verfcheiden valfche Onderteekeningen gemaakt wierden, dewelke niet konde onderzogt werden, jflewyl het Origineel niet in banden van 't Confiftorium was.  C * ) dagte Partydigheid aanvullen, als ik niet vreesde dac het voor de Leezer te wydloopig zal werden, deeze enkelde proeven zyn genoeg voor myne Amfterdamfche Vrienden, om hun de partydigheid der drie oudfte Leeraars te doen zien. Intusfchen maakte het geheele tot nu toe by. fpelloofe voorval in en buiten de Gemeente zeer veel opzigt. Het Verzoek-Schrift, en hun zogenoemde bewyzen waaren gelyk, en waarfchynlyk door voorfchikking van eenige Leeden van 'tConfiftorie zelfs gedrukt, ze wierden algemeen geleezen, en een groote meenigte van handen ( Koppen durf ik niet wel zeggen) waren terftond gereed voor en tegen te Schryven. By alle politique voorvallen die toen zeer algemeen en bedenkelyker wierden was fteeds alle daagen wat nieuws. Men Schreef in Poëzy, Profa, Naamloos, en mee verdigte Naamen, 't zy tot Lof of Berisping der befchuldigde Predikanten, Ik heb een paar juist geen klyne Bundels met zulke vliegende Blaaden voor my, van dewelke zo ik hoop de Naneef geen meefter zal werden. Vrienden en Vyanden gooien oly in 't vuur, eenige vergoden zomtyds de befchuldigde Predikanten, en andere fchilderde dezelve Mannen als de gevaarlykfte Menfchen mee de zwartfte verwe, en verzonnen de eene leuger* na de andere, zo werd om onder veele maar een proeve by te brengen , van my, die men maar een verwaande Dwaalgeest noemde. (Men zieboven N°. 2. van Verzoek-Schrift.) In een elendige onder de naam der maaker van 't Verzoek-Schrift verteld. „ Ik had tegen een J? vervolgde uit het Joodendom my ondernomen „ te zeggen, dat ook wel een geloovïge j;ood kan „ Zaalig werden; ik had een in myn huis gebrage n Kind den Doop gewygerd, en van de Vrouw B 3 3* die  (22 ) „ die het bragt geëifcht dat ze bet Kind op da „ aarde zou leggen; en by een Catechilatie over „ het H. Avondmaal had ik bewaarheid, dat'er nog wel een vry betere meening over de woor„ den der Inzetting kan zyn, als die der drie be,, kendfte Religiën." En gelyk wel, zo als ik op myn eer kan verzekeren, van die allen niets, ja nietswas voorgevallen, zo als het de waarheidlievende Man zyne Leezers vertelde. Intnsfchen hadde deeze reeds herhaalde invallende gewenfchte uitwerking. Het geringfte deel van 'c gepeupel wierd tegen de befchuldigde Predikanten ingenomen, al hoewel ook aan de andere kant het hun aan yverige Vrienden in alle Handen niet mangelde. Intusfchen had zo wel de natuur der zaake zelfs vergeleekenmet de Kerkelyke inzettingen der Gemeente, als meede de eerfte partydige behandeling van de meerderheid des Confiftoriums. De befchuldigde Predikanten op de onwaardigfte wyze behandelde, die men dikrnaals by de vergadering van 't Confiftorium, en door de van tyd toe tyd aldaar verfcheenen Requestranten even aldus behandelen liet. Waar neevens een gedeelte der weldenkende Ouderlingen bewoogen wierden, om te eifchen dat de geheele zaak aandeGroote of de generaale Kerkelyke Vergadering tot onderzoek en onderfcheiding hun voorgelegd moest werden. Dit wierd onder allerley voor wendzels, van welke het voorn ; Bericht by den Boekv. Strander opheldering geefr, geduurig afgtflaagen. Daarna overgaven op den 6 Decemb. drie Gecommitteerde uit naam van een aantal van meer als 500, ten deele aanzienlyke en wel bekende Leeden van het Confiftorium, een &eer befcheiden en ernftig Adres, om tot fpoedi-  ( as ) ge Herftelling der geftoorde Rust, en inzonderheid tot ftiptelyk onderzoek waar uit het voor de geheele Kerkenraad alleruiterst beleedigend verzoekfchrift zyn oorfprong heeft enz. Zo fpoedig mogelyk de groote Kerkvergadering te zamen roepen, dat de geheele Gemeente_ zich vertegenwoordigd, dit zelfde verlangde die zelve dag de Gecommitteerden van 't Coilegie der Diaconen , cok de drie befchuldigde Predikers voegde zig by dit fchoon meermaal geuit verzoek, waarvan eenige van de meerderheid van 'tConfiftorie, naderhand by de Amfterdamfche Burgermeestereni de koenheid hadden het als een Conspiration tegen het Confiftorium te beduiden, alle deeze vereende vermóeijingen waaren tevergeefs, de meerderheid bleef by haar gezegde, dat het gewoonlyk Confiftorium alleen het recht had de zaake te bemiddelen, en van dezelve, maar aan de drie naast leggende Gemeente met voorbygaan van de algemeene Kerkelyke vergaadering kan werden geappelleert, dit noodzaakte dan eindelyk zowel de gezamentlyke Diaconen, als de bovenaangehaalde Gecommitteerde der Gemeente, zich op den 28fte December aan de toen zynde Burgermeesteren, (doch ieder met een byzonder VerzoekSchrift,) te wenden. De geheele voortgang def zaake hen voor te leggen, en om hun fchoon maar in enkele gevallen beweezen tusfchenkomst daar in te verzoeken, dat van 't grootfte deel der Kerkenraad, en van zo veele en aanzienlyke Leeden der Gemeente, gewenfchte en tot na van een klyne meerderheid der Confiftorte geweigerde vergaadering der Generaale Kerkvergadering gehouden mogt werden, de Gecommiteerden voegden by hun Verzoek • Schrift tegelyk eenige klagten over net onbillyk gedrag des Gonfiftoriums, of B 4 vsel-  ( 24) veelmeer zyn meerderheid en aanzien van hes beruchte Klaag-Schrifc, de Burgemeefteren , ftelde beide Verzoek • Schriften hét Confiftorio ter hand, om midderwyl' 14 daagen voor de aanftaande Jaarlykfche verandering der Stads Regeering te berichten, de meerderheid die zich daar toe het recht aanmaatigde, dit Bericht alleen af te vaardigen, liet hen van een Rechtsgeleerde zeer omftandig , doch ook mee veel bylaagen, die de openbaare waare voortgang der zaake bekend maakte, vervaardigde. Intusfchen konde zy niet verhinderen, dat de drie jongfte Predikanten, benevens de hen toegedaane Oudfte, die dit Bericht den avond voor de overgaave derzelve aan de Burgemeefteren, durfde hooren voorleezen, te gelyk een kort Bericht overgaven, waarin zy geen toch in waarheid niet voorgevallen omftandigheid weederfpraaken. Hoe ongaarne zig Burgemeefteren in deeze zaak wilde inlaaten, blykt daar uit dat zy op den 24de Jan. .1787, de beide op 't Stadhuis geroepen Prefidenten van 't Confiftorium aankondigde, dat haare Bemiddeling wel klaar was, maar dat door deeze Bemiddeling veellicht onrust in de Gemeente kon* den ontftaan,en dus liefst zagen, als de zaak door Rustminnende en Onpartydige Bemiddelaars bygelegt wierd. Men liet het Confiftorium uit de reeds boven gezegde gronden de tyd tot den softe Jan. Alleen ditmaal wierd op voorflag der drie Predikanten en hun Vrienden, uit de gantfche Kerkenraad een Comité van acht Perfoonen, doch met uitfluiting der Predikanten te benoemen, van de regenparty verworpen. Dan deeze verlieten zich daar altoos op, dat men het gezegde Recht van 't gewoone Confiftorium eerst moest erkennen, eer gy ?ich op voorflage konde inlaaten, dit gezegde hield  C 25 ) hield de minderheid der Kerkelyke Wetten toen weder, en men'moest alzo den Burgemeefteren op den 3ofte Jan. de rnaar.half vvaare antwoord brengen , dat dc van beide kanten gedaarae voorllagen, alle aangewende moeite ongeacht, niet aangenoomen waren , en hier op gaaven Burgemeefteren dit Schriftelyk antwoord: „Dat zy zig „ niet bevoegd hielden, om de zaak te fcheiden, „ dewyl de ftryd de uitlegging de Kerkelyke wet. „ ten betrefde, die noch van Burgemeefteren, „ noch met heur bewilliging gemaakt waaren. '•* Een zelfde amwaord ontvingen ook de Gecommit. teerden uit de Gemeente. Daar toen door deeze Bemiddeling, of we} niet Bemiddeling der ■ Bürgermeefteren, de zaak zelfs niet verder getrokken was, als voorheen, zo zogte een paar waardige in Arnfterdam, met recht gefchatte Mannen, waar van de eene tot de Lotherfche Gemeente behoorde, door hunne tusfchenkomst, de zaak nogthans zo veel mogelyk met goedheid te bemiddelen, om daar door verdere onlusten voortekomen , op hunne verzoek bewilligde de drie befchuldigde Predikanten, benevens de hunne toegedaaneOuderlingen, inde gewoone Vergaaderingvan't Confïftorie, opden 2ifteFebr. in de voorfiag der meerderheid, dat men uit het midden van het Confiftorium zelfs een Commisfie met de drie Predikanten te gelyk benoemen mogt, om de zaak op een Vriendfchappelyke wyze te onderzoeken, en daar van in 'c toekomende de Vergadering Bericht te geeven. Uitdrukkelyk wierd, om de veele uitfpattingen, die ook hier de tegenparty, en in zonderheid de beide oudfte Predikanten verzochten, om de andere party het Scheidingsrecht van het Confiftorium optedringen, op % Jaatst bedongen , dat deeze B 5 Punft  C 26 ) Panel onaangeroerd, en alzo de befchalaigde party volkomen vry zou blyven, of zy by de iBeemng der Coromisfie zig wilde bevreedigen of niet, tot deeze Commisfie wierden behalven de drie Predikanten, de Zaal: E. F. Albbrti, de Prefideerende Oudfte, benevens zyne navolger, in toekomende Jaaren benoemd. Het Collegium van Diaconen was intusfehen na bekoomen antwoord van Burgermeefteren, zyn voorige weg gegaan, en had reeds op den 7de February van het Confiftorium begeert, dat, dewyl geen Antwoord volgde, het thans op de uitlegging der Kerkelyke wetten aan kwam, die van de generaale Kerkelyke Vergadering zyn tastgefteld, en alzo ook van hun natuurlyk moest uitgelegd werden, de Kerkelyke Vergadering hoe eer hoe liever ten dien einde te zamen geroepen werden; als ook wierd dit maal deeze vordering van de hand geweezen. Ik fiaa hier over, om niet te breedvoerig te werden, eenige oratrend deeze tyd vernieuwde krgerlyke voorvallen, met den Requestranten en een geheel openlyke oploop, met Levensgevaar verzelde Catechifatie, van de Heer Hamelau, die getrouw het zyne toebragt, om het vuur der Tweedracht fteeds algemeender te maaken, en iom ter verhaal der voortgang van de boven jeeds herhaalde Commisfie, wegens een enpas» felykheid van D°. Albbrti, nam dezelve een begin op den 12de Maart, en wierd voortgezet den 15de dito, men liep de befchuldiginge der Klaagers op nieuw door, en de aangeklaagde toonde ook wederom de ongrond derzelve, of de aitgedagte misduiding, van hunwoorden en uit» drukkingen, gelyk ze reeds in't begin in 't Conüfterie gedata hadde, de hoofdzaake wierden om  ( 27 ) ern de gedachtenis der Gecommiteerden te hulp te komen, opgefchreeven, en de Zaal: AüHTi ter hand gefield, en 'er wierd wederom overlegd, om noch eenmaal te vergaderen, om nadere afrede, wegens het Confiltorium ingeleevert Bericht te konnen geeven, doch. de voortduurende onpasfelykheid van D°. Ar,berti, en de andere verdere zaaken der Ge» commiteerde oudfte waaren oorzaak, dat deeze te zamenkomst eerst op de 19e April voor zich ging, het gevolg zal ik nader verhaalen, indien ik eerst een tusfchenkomend voorval, die onverwagt de zaak der befchuldigde Predikanten een geheel andere wending gaf, gemeld hebbe. Op den 4e April, meldenaamentlyk de Diaconen aan het Confiftorium, dat de kort na Paaschen aanftaande verandering van hun gewoon Collegie, het hun onmoogelyk wierd, eenige der oudfte Diaconen tot aanneeming der dienst te beïeeden, zy hadden de thans dienende verzocht, om nog een Jaar lang heur Ampt voorte zetten, ds ingevoerde gewoonheid te volgen, wierd in dit geval het groot Confiftorie op den Io April , bekend gemaakt, dezelve hadde daar tegen niets in te brengen, waar toe de meerderheid, tot welke D°. Baum en ik, tD*. Sterk, was toen afweezend) beneevens verfcheiden in dienst zynde Ouderlingen zich by onze Party vervoegde, geloo vende, dat het, om deeze inrichting, te doen gelden, geen buitengewoone Generaale Kerkelyke Vergaadering behoeve ook de fchyn, dat wy geen flinkfche weg, een zulke tot nu geweigerde Vergaadering bekomen hadden, wilden onze vrienden met ons vermeiden, doch de Diaconen verklaarden op den 18e April, het gewoone Confiftorium, dat zy na haar overtuiging niet anders als^door een  ( 23 ) een algemeene Kerkelykevergaadcririg, to. voortzetting van hun dienst konde werden volmagtigt, 9er wierd alzo maar een verzaameling van 'tgroote Confiftorium op den 202 April benoemd, over het een of ander te beraadflaagen, en te befluiten! De dag te vooren kwam de boven herhaalde Commisfie in 't Huis van D°. £. F. Alberti, eindelyk weder te zaamen, alwaar hy ditmaal zig gedroeg, tegens zyn Collega's, op een wyze, die meer den vriend en kiezer, haar klaager, als een Rustlievend vriendfchaplykbemiddelaar dsronluste aantoonde, menige heevige woordewisfelling ontftond daaruit, dewelke maar doch eindelyk ook, door de herhaalde verzeekering, der drie Jongfle Predikanten bygelegd wierden, dat ze het Leerbegrip der Ev. Luth. Kerk volkomen toegedaan waaren, en nooit tegen dien iets geleerd hadden ofteLeeren wilde. Dat zy alleen haare verlangens, dat ook de beide Oudfte billyk vonden, hei Bericht, 't welk de Commisfie het Confiflorie in de volgende week wilde overgeeven , evenwel eerst te Leezen en te billyken, verzettede zich de Heer Alberti, uit alle kragten, en de zamenkomst wierd geëindigd, zonder dat men over deze punét eens wierd. Ook hoorde wy by de fteeds voortduurende onpasfelykheid der Zaal: Alberti, van het oogenblik af niets verder van deeze Commisfie, maar op den volgende dag wierd een grooter ftap tot fpoedige verandering onzer zaaken gedaanIn de Vergadering van het groote Confiflorie, op deeze dag wierd, naamentlykvooreerst een algemeene Kerkelyke Vergadering , wegens door Diaconen van 't Collegie voorgeflelde zaaken op den 26fte April vastgefleld, maar te gelyk herhaalde eenige niet in dienst zynde Ouderlingen, haar reeds  ( 2? ) reeds op den 8ile April gedaane voorflag , om het gewoone Confiftorium af te eifchen , alle het zo • genoemde Verzoek-Schrift betreffende ,ftukken, benevens de daar over gehoudene Protocollen van *l groot Confiflorie, het thans of volgens Kerkelyke wetten, binnen detyd van vier VVeekenvoor te leggen. De beide Prefideerende Ouderlingera verzette zich byzonder hevig, en lieten in het Protocol aantekenen, dat zy zulk een Vergadering niet zullen uitfchryven. ' De generaale van dü Prefideerende Oudfte uitgefchreeven . Vergadering , had intusfchen op den aöfte April haare voortgang, nu waaren 'er by die van 't gewoone Confiflorie, de beide oudfte Predikers weegens Krankheid , doch Ham el au wegens andere voorvallen, zo als hy my Schriftelyk meld, en de prefideerende Oudfte evenwel niet daar tegenwoordig zynde, ik moefte alzo na de orde Prefideeren, in deeze Vergadering nu wierd, zonder toeftemming der drie Jongfle Predikanten, onder andere eene op den 3de May te houden Kerkelyke Vergadering beflooten, om daar in de ftrydige zaaken te onderzoeken en te ontfcheiden, de rechtmaatigheid deezer Vergaadering is in het Bericht by Strander, Pag. 75, omftandig uit een ander geflelt, als ook het gevolg derzei ven. . Van deeze dag af, betragten de Predikanten haar zaak als gefcheiden, daar de generaale Kerkelyke Vergaadering zig ten eenemaal volkomen vry fpraaken, en het oordeel door den Druk had bekend laaten maaken, toen protesteerden de voorbedachte afweezend gebleevene Medeleeden van het Confiftorium , uit oorzaaken, welker ongrond het Bericht aantoond, tegen de echtheid derVergaadering, ook de op eenmaal in beweeging gebrachte Machienen , degeleerde tegenftreevers der Predikanten lieten zig 0?  ( 3° ) op nieuws misbruiken , om een van 1800 Mannen en Wyven, geheel van de neederigfte ftandt» onderteekend, Klaag en Verzoek-Schrift, op den 16e Mey het Confiflorie, van noch meer hunner aanhangers begeleid te overgeeven, tot welker onderteekening men reeds op alle hoeken der Stad door een aangeplakt Briefje 'er by. Meenige eenvoudige, door de voorfpeliinge, dat het op de remotie der drie oudfte Predikanten afgezien was, en aldus wierd de menigte by een geroepen, doch uitgenomen de grofheid, welke zich de inieeveraars tegen de vergaadering, ook ditmaal met voorbedacht verloofde, zo rechte zy niets uit, en kondeook niets uitrichten; daarna de eige gewis onpartydige verzetkering der juist toen Prefideerende Heer J Ham el au, de inhoud van hun Verzoek-Schrift ten uiterfte onverfïandigwas, intusfchen veroorzaakte haar VerzoekSchrift weder een nie uw Adres van de aanzienlykfte en weibegoedfte Leeden der Gemeente, ten voordeele der drie jongfle Predikanten. Ook zogt de meerderheid van het Confiflorie, haare eenmaal aangenoome befluit, en te maatigen de flrydige zaake, die zy by het Confiflorie tot geen bemiddeling konde brengen, dooreen Clasfis, dat is een verzameling van Gedeputeerden uit de drie naast aanleggende Lutherfche Gemeentens, Haarlem, Weefp en Edam de zaak voor te leggen j edoch ook hier vond men meer zwaarigheid, als men verwagt had, en daar in 't laast van September van dit Jaar, plotslyk de politifche Revolutie in de Nederlanden voorviel, zo flaapte een geh-ele tyd lang de yver der Kettermaakers en hun mede» plichtigen merkelyk, doch na eenige tyd toonde de Requestranten, met Oranje Linten era Medaillons der Stadhouder rykelyk verziert, zich weder aan het  ( 3' ) het Confiflorie, en lieten niet oaaangeroerd cta de drie Jongfle Predikanten en haare Vrienden als Patriotten by 't gepeupel verdacht te aaafceu. waarfchynlyk bedachten ze niet dat haare voorheen zo zeer geliefde Oudfte Predikant, zich door zyn voormaalige, doch naderhand ten tyde der Revolutie zeer veranderde denkingsaart, en ook zyn Politifch Orthodox geworden gedrag, meer vérdagt en ongelyk verder uitgebreid heeft als eem, als ook onder anderen de Zaal: A t & ert i my in 't Jaar 1787 .aanmoedigen wilde, de welbekende Afte van Qualificatie op de Geconftitueerden der Burgery te Teekenen; eeneifch die myneeenmaa! aangenoomen grondftelling , om opemlyk als Pre» dikant een party te omhelzen geheel tegen was.—• In de eerfle Maanden van Ao. 1788, nam de Krankheid der zedert eenige Jaare zeer zwak zynde E. F. Alberti, al langs hoe meer toe, inlasfchen hadde myne twee tot dien tyd vervolgde Meede Broeders met my nog de vreugde, vroeg voor zyne in Maart of April, daarop gevolgde Dood, verzeekenng van zyn betere gezinningea tegen ons van hem te verneemen, de vervulling zyner plaatze bragt den Resjueftranten op nieuw aan 't woelen, fchoon toenmaals zochten zy de Kerkelyke vergaadering, een van haar geliefde Helden op te dringen, doch zy bereikten hunne wenfch niet, toen D°. J. Ïissel, ter dien tyde Predikant in Donrecht, op den itJe Juny, ter te vredenheid, aller weldenkende gekorea wierdt, ook deeze myne vreedelievende vriend, fchonde elendige Naamlooze Schryvers hun vliegende Blaaden niet, om hem by 't gepeupel gehaat of ten minste verdagt te maaken. Intusfchen duurde de uiteriyke rust der Gemeen-«e al langs hoe meer voort, daar de gezaraently ks  ke Predikanten. — Waarlyk zo veel als by D°. Hamelaü mogelyk was. — Ten tyde van de aankomst van D9. Tissel, weeder in een uiterlyke overeenftemming met elkander leefde. Nog voor myne in 't Jaar 1789, om Paasfchen na Oldenburg, daar op volgend Beroep, had ik dikwyls het genoegen, zelfs van zulke Lieden, die my in 't Jaar 1786 en 178?, van allerlei nieuwe Leeringen de fchuld gaaven, en my als een gevaarlyk Man uitgekreeten hadden, mondelyk en Schriftelyke verzeekeringen gaaven, dat zy thans beter van my dachten, ja zelfs geloofde my voorheen onrecht gedaan te hebben, en zo veel grooter was by myn affcheid van eene my in 't geheel zo duure Gemeente, in de Zomer van 't voorn. Jaar myne hoop, dat hoe langs hoe meer het Zaad van tweedragt van zelfs vergaan en nimmer wederom zal opkomen. Als ook de Kiezing van myn navolger en .vriend, den Heere R. JUni sch, omring den Wenfch van 't beste deel der Gemeente, doch het gevolg heeft geleert, dat myne hoop verydelt wierd, in een tydftip, daar 't gepeupel in de Neêderlanden de eerfte Stemme voerde, verhief zich ook in de Lutherfche Gemeente in Amfte'rdara deeze Stemme weder luider , als ooit voorheen, zo als het Bericht by J. Strander voorn: de Leezer omftandiger verhaalt. En wie den tegenwoordige Politifche toettand der veréénigde Neêderlanden, en de denkwyze van eenige geestelyke der opentlyke Kerke kend, zal met my geen oogenblik twyffden, dat byde omftandigheeden ook op deeze toeflant een geheel groote invloed gehad hebben, en nog verder zullen hebben. ik  ( 33 ) Ik geloove door dit kort Bcrigt het onpartydig Publiek thans in de itand gebragc te hebben, om da oorfprong.de dryfveeren, en de voortgang deronlusten in de Amfterdamfche Gemeente regtmaatig te kunnen beoordeelen. Het was my niet daar, om te doen, my teegen myne toen zynde teegenftryders oopentlyk te verdeedigen, dat heb ik zeüs zo lang ik onder hun leefde, voor my bedenkelyfc gevonden, het bewust zyn myner goede zaak, en de gegronde overtuiging, dat ioooRechtfcbape-. nen in Arnfterdam, in en buiten de Lutherfche Gemeente my beeter kende, my billyker beoordeelde , als eenige meeftendeels -Naamlooze van andere opgeftookt en aldus ten uiterst onweeten, of wel geheel voorbedagte dwaalende teger.ftrei.vers, was my toen reeds gerustheid en regtvaardiging genoeg Hoe veel meer kan my dac thans zyn, daar ik Godlof! in een ftand gezet ben, 't_ welk juist het zelve is, wat de Schipper na een uitgeftaane ftorm, is de zeekere en geruste haven zyner beftemming. Nu hield ik het in myn tegenwoordig verblyf voor myn plichthet Pubiiek de verkeerde voorftellingen van eenige handelingea te beneemen, en myne my onvergeetelyke toenmaalige Amptgenooten altoos blyvende Vrienden een goede naam, ook in Duitfchland te verzeekeren. Gave Godt, dat zy fpoedig en geheel de uiterfte rust genieten, die hun daadige vermoein. gen om waarheid en deugd uit te breiden verdient. Ten minften vervuüe God hunne Lasteraars met Christelyke gevoelens, en thans, daar zy zich zelfs van hun afgezondert hebben.—In 't Jaar 1786 geboden zy het my en myne Vrienden! — Orrt ten minften in rust haare gang voortegaan, en de echte Lutherfche Gemeente , in Arnfterdam, die ook zonder eenig hoop noch fteeds groot en bloeiC end  C 34 i end zal blyven, niet langer door Cabaa! in verfmaading te verwarren. Eer ik befluite, moetik noch melde, dat zeederd eenige tyd van Directeuren der Herftelde Gemeente, tegen het Bericht der Generaale Kerkelyke Vergadering een tegenbericht, groot 17 Vel in 't licht verfcheenen is, het is geheel zyn maaker waardig, en verdient even zo trouw en even zo goede Duitfche Schryftraat van denzelve Heer 1 F. M. in of om Jurich overgezet te worden, die in h voorige Jaar het Schrift der Schismatieke, 't welke in't Tegenbericht vooibedagtelyk Beantwoord werd, overzet had. len wei* niette maakt hy in dat geheel korte op 23 Biadz, by een getrokken, en zoutelooze uitrekzel, die hv; of te eelyk my voorneemen wiste van den tegenbericht? met een paar byvoegzels, welke zyne Gezinniug duidlyk aantoonen, voor weinig weeken geleevert had, zyne Leezers hoope daar op , nu dient by deeze geleegendheid niet alleen hem— om zyne fpraak te zeggen - maar ook zyne Vner> den, de beroemde Directeuren, die my aan c Slot van heur nieuw rykhalzend Schrift de onverdiende eere beweezen hebben, my te noemen — volgens haar gewoonheid, - myn woorden te misduiden, - ter naaricht, - dat ik over deeze — dank zy de Voorzienigheid I — My tot zedert den 3de May des Jaars 1787- niet meer betreffende zaake tegenwoordig geen eenig woord wil Schryven, na dien ik deeze eeifte enJaatfte na haare zwak volftandig naricht het Duitfche Publiek myne verfpreekingshalve medegedeeld hebbe. OUenburg, (wasget:) Febr. 179». & MUTZENBECHER.  OP DE KORTE GESCHIEDENIS, DER ONEENIGHEEDEN in de LUTHERS C HE GEMEENTE, teAMSTERDAM. ÜITGEGEEVENdoor E. H. MUTZENBECHER.,' THANS GENERAAL SUPERINTENDENT, &c. te OLDENBURG. J 'oor Mutzenbechers Pen, zien wy de Godsdienst leeven, Die door zyn taal het mom , der Huychlary afrukt; Do waarheid opgebeurt, die voor lang lag verdrukt, Wy zien door hem 't bedrog, de laatfte dooJfteek geeven; Geluk 6 Christenfchaar! Gy moogt na Triumpheeren, Het monfter onder uw is eindlyk neergeveld, Door de eendragt, die zich onder uw heeft aeergefteld, Gy kund nu vry van dwang . het woord van God vermeeren, Hy heeft nu uw gezegd, ten fpyt van die hem hwten , De zaak in zyn geheel, zien wy door hem verklaard, Ten blyk, ö Luth(*doml Hy kan uw niet verlaacen; De trouwheid blyft hem by, die hy voor uw noch draagt, De trouwheid, die wel' eer, is door hem g'openbwrd, Dewyl de dwang door hem, is uit zyn hart gevaagd. Amsterdam, bx tempor*. 1792.