door de ambtsdragers geschieden. En dat zijn maar gewone lieden uit de burgerij en predikanten, die het slechts aldoende leeren kunnen, (voorzoover zij niet halverwegen teleurgesteld wegkruipen en in het wreede grootestadsbestaan verschrompelen). Toch is het een blijdschap te bedenken en te bemerken, wat er noodig en mogelijk is, en dan maar als „onnutte dienstknechten" aan den gang te gaan: wat de uiteindelijke resultaten zijn, weet „de Heer des oogstes".
"Kerke-werk : beschrijvingen van den arbeid der Hervormde Kerk in stad en land". Callenbach, [1938]. Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB06:000000313:00007