Leerboek der gerechtelijke geneeskunde
(«rootte, foetale longen 4
, Inlandsche vrucht, voldragen ƒ/. 32
, longen: jonggeboren kind //, 1:18
Grosses Atmea. van Kussmaul jj 441
Gruis, glas- jj 394
Gruyère kaas ƒƒƒ 186
Guajae-reaetie. bloed 245
n cyaan j84, 329
Gummata. lever j ^.jq
longen: jonggeboren kind II, li
„ pia; doodslag (moord) jgg
Guttegom ƒ/, 254; III, 79, 146
Guttiferen jjj -j,
Guajaeol. intoxikatie // 3^7
Gymnopetalum leueostictuiu ƒ/ƒ 86
Gynandrie jjj 246
Gyri, tijdstip optreden II. SI
H.
llaar (zie ook haren).
„ , hoofd-; tegenhouden kruitdeeltjes en roet / 116
„ , vrucht 11, m
Haarden, atelektatische; jonggeboren kind //. 16. 24
„ „ onverwachte dood // 497
Haardsymptonien. traumatische neurose ' //y. 13
Habitueele miskraam jjj 5$ 57
Habitus apopleetieus, opium-intoxikatie ƒ/, ng
Haematemesis, traumatische kkj
Haematiene /. 147; u 188) 200, 202
, alkalisch /. 148; l[, 138. 140, 329
'-yaan- II, 329
t . *'»»■' II. 138, 141, 207
Haeuiatoom / 101
„ , epidnraal; doodslag (moord). j 106
» „ geboorte II të
.. kindermoord II, 85
„ postmortaal ƒ, 74, 248
verbranding /_ 248
111. sterno-deido-mastoïdeus II, 51, 82
retropliaryngeaal; ophanging / 202
wurging ƒ, 185
Haeinatoporphyriene / 148
Haeiuieue-kristallen
Haemoehromosreen
Haeniocriobieiie
. //. 138. 142! 325
herkenning ƒ 146
koolmonoxyde- f, 248: II 128 143
I, 147; II, 143