3*6 maart, ZAAKEN VAN 178Ö.
XLV. Extraft uit de Refolutien van de Ed.
Mog. Heeren Staaten 'i hands van Utrecht. In dato 29 Maart 1786.
Hun Ed. Mos. de Heeren, Staaten 's Lands van Utrecht hebben , na rype deliberatie , eenpari? verklaart de uitzeetinge van de Heeren Raaden W. Ver' he, L' B. Frykenius, Tsbr. Bruynt H. van Mierloo, 2v". van Bern en W. de Ruyter, en de aanftelling en beëediging van anderen in hunne plaatzen , te casfeeren, en te houden voor geheel wederregtelyk , nul en van onwaarde, en gerefolveert, dat dezelve in de wettige bezittinge hunner Raad-plaatzen tot den 20 October aanftaande zullen worden gemaintineert. Voorts dat aan de Perfoonen, in hunne plaatzen in den Raad gefteld, zal worden geinterdiceert en verboden, eenige Acte van Magidrature te exerceeren , op pcene van Hunner Ed. Mog. hoogde indignatie. En zyn wyders verzogt en gecornmitteert de Heeren van Cockengen, van Sterkenburg, van Wolphaarsdyk, van Jmerongen, van Schonauwen en van Zuylen. de twee regeerende Burgemeederen der Stad Utrecht, en eerden Burgemeeiter van Amersfoort, om met Commisfarisfen, by den Hove Provintiaal zeiven te benoemen, te overleggen de beste en meest convenable wyze, op welke de ferieufe intentie van Hun Ed. Mog. efficacieuslyk zal kunnen worden geëxecuteert, en ten effefte gebragt.
(Onder ftond)
Accordeert met voorn. Refolutie.
(Was get.)
a. s. ph. ram*
XLVI.
"Zaaken van staat en oorlog, betreffende de Vereenigde Nederlanden; zedert [...] MDCCLXXX.". Allart, Johannes Amsterdam, 1773-1811, 1794. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=dpo:1571:mpeg21:0005