42? ÖVER DE VERSCHILLENDE DEELEN
Deze moeilyke gevallen, welke niet dan zeldzaam voorkomen , aan een zyde Hellende, kan znen aan den andere kant van de Leer der Theorie zich nipt veel nut bedienen , ter befchouwisg
van den natuurlyke loop der Rievieren. Eene
nauwkeurige bepaling van de eigenlyke loop der Oevers, cn de ftreek, welke het Water in deszelfs afloop over de gronden houd , komt hier wel voornamcnlyk in aanmerking.
Ik heb by de befchryving der Oevers u getoond , hoe men de fcbynbare van de ware Oevers te onderfcheiden heeft.
L. Ja toch. Dc fchynbare zyn niet an¬
ders als de Oevers zo als zy zich in de Natuur
vertoonen ; maar waare Oevers zyn eigenlyk
ingebeelde Vlakken, tusfehep.welke het wezcnlyk ftroomend Water vloeid.
M. Recht zo. - Een zelfde onderfcheid maakt een Ricvierkundigc betrekkelyk de Bodems, namenlyk : of zo als dezelve zich natuurlyk vertoond , dat is met hoogtens en laagtens : — of ten anderen in een Theoretifchen zin befchouwd.
Uit deze onderfchciding is gefproten de benamingen van levendige Bodem; doode Bodem ;
waaruit voorts de bewoording van levendige boogie; - doode hoogte; - levendig Water; - dooi Water: —— alle deze benamingen zal ik verklaren , en leeren kennen.
Een levendige Bodem is zodanig een, welke „ duor het ftroomend Water gclyklyk word over-
t, loopen
Esdré, Jan, "Inleiding tot de kennisse der natuurlyke wysbegeerte. : SESDE DEEL, 1ste stuk". "Sesde deel, 1ste stuk". Does Pieterszoon, Frans de Leiden, 1770-1787, Does [Pieterszoon], Frans de (erven) Leiden, 1788-1795, 1782. Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=dpo:3393:mpeg21:0005