Johanna van Montfaucon, romantisch tafereel uit de veertiende eeuw.
ROMANTISCH TAFEREEL, ïè §
DE heremi et.
Ik begrijp uw blik. Gij zult mij nader leeren kennen, 't Zalu niet berouwen.
GUNTRAM.
Zijt gij de kluizenaar niet van 't gebergte, die ilnds ; jaaren in deezen omtrek bedelt ?
JlE HEREMIET*
Juist ! mijn baard , mijn bedelftaf, mijn kleed hebi ben menige, anders gefiootene, poort voor mij geopend. ] Ik ken nu de (beek rondsom: ik weet , waar ik zwijI gen moet en waar ik fpreeken mag. Hier — mag ik I fpreeken.
guntram, met groote verwachting. Zoo fpreek ! wie zijt gij ?
DE HEREMIET.
Morgen word gij de vertrouwde van mijn lot en ivan mijne ontwerpen; zij zijn rijk-beloonend en zeker: : ook ftaat het geluk aan mijne zijde ; want het lot bragt mijn geduchtften vijand , dien ik reeds lang te vergeefs nafpoorde, heden in mijne kluis.
guntram.
Wien?
de heremiet.
Estavajeh
guntram.
Hij uw vijand ? waarom ?
de heremiet.
'Er wordt een halve nacht toe vereischt, om u in mijn geheim intewijden. Thans gebiedt mij een ftervende dat ik mij fpoede.
g u n-