van CAJUS JULIUS CAESAR. 155
die dit ftuk aan de bekwaamde wysgeeren en wiskundigen had opgedragen-, liet, uit de reeds voorhanden zynde manieren van berekenen, eene :byzondere en veel naauwkeuriger verbetering opmaken , welke tot nu toe ih gebruik i zynde by.' de Romeinen , oirzaak is , dat dezen , minder dan andere volken , zich door ongelykheid in dë tydrekening vergisfen. Dan ook dit gaf aan zyne beriyders,. en die zyne overheerfching niet dulden konden, ftof tot bedillen. Want by gelegenheid , dat iemand zeide: „ morgen koomt de Lier op" (A), wil men dat de redenaar cicero ten antwoord gaf: „ ja, volgens het hooge be„ vel;" even als of de menfchen ook dat aannamen, omdat het bevolen was.
Dan 't geen den haat tegen hem voornamelyk ontftak, en denzelven dodelyk voor hem maakte , was zyne begeerte o«' koning te worden, welke by de menigte de eerfte oirzaak van haat voordbragt, en aan hun , die hem reeds lang heimelyk een kwaad hart toedroegenhet beste voorwendfel aan de hand gaf. Zy, die er •fóodi.nö^oixy'.vöc-':'» eb ' ' op
XJj) Te wetea, het geftetute van dien naam.
Plutarchus, "De levens van doorluchtige Grieken en Romeinen, onderling vergeleeken. : NEGENDE DEEL". "Negende deel". Allart, Johannes Amsterdam, 1773-1811, 1789. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=dpo:9388:mpeg21:0005