Vergeefs had zij zich afgevraagd, wat er mocht zijn geschied, vergeefs zocht zij naar eene aanleiding voor zijne handelwijze. Hoe zij ook in haar hart peilde, zij vond niets. Om de smart, welke zij werkelijk gevoelde, terug te dringen, drukte zij de
hand tegen de boist, en toen bemerkte zij,
dat zij de lotusbloem verloren had!!
Hare oogen zochten en zochten. Doch zij vonden
de bloem niet niets dan een verfrommeld
blad
In de groote zaal, welke tot de appartementen van den vorst behoorde, had heden eene voor stelling plaats, welke op iets bijzonders wees.
Weer, zooals altijd, lagen kostbare tapijten op «len vloer.
Weer stonden de beide kristallen bekkens der Dschogis daar. Weer stond de inhoud van de kostbare kast van Siwah aan het eene einde der zaal uitgestald, en stond de slangenkorf met haar levenden last er naast.
In het midden der zaal echter fonkelden de blinkende lemmetten van honderde zwaarden, welke aan fijne, onzichtbare haren hingen, zoodat het scheen, alsof zij door de lucht zweefden.
Dat was de Zwaardenpoort, waardoor heden vorst Sidi Akru Gamori moest loopen. Dat was de Zwaardenpoort, waardoor God zou uitmaken, door
119
Reeden, Koert van, "Het "derde oog van Siwah" : Indische roman : -". z.u., 1922. Geraadpleegd op Delpher op 17-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB02:100003460:00003