Ik huiver voor de felle snede, Gedreven in mijn sneeuwen hals.
De dood aast op albasten leden,
En pijpt als voog'laar gruw'lijk valsch.
tzo
Verhoeven, Bernard, "De voorhof : Gedichten : -". z.u., [1921]. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB02:100003818:00007