84
In de nota, door die Commissie in 1906 ingediend, werd in de eerste plaats aangegeven aan welke eischen de genieofflcier moet voldoen. In hoofdzaak kwamen deze hierop neer:
1°. eene militaire vorming en eene kennis van de algemeene militaire wetenschappen overeenkomende met die der officieren van alle andere wapens;
2°. eene volledige opleiding — zoo theoretisch als practisch — voor officier
van de genietroepen ; 3°. eene mgenieurs-opleiding, zoo niet in alle onderdeelen, dan toch in hoofdzaak overeenkomende met de opleiding tot civiehingenieur aan de Technische Hoogeschool te Delft *). Vervolgens werd aangetoond, dat en waarom de tegenwoordige opleiding in geenen déele aan die eischen voldoet. Uit dat betoog zij slechts het volgende vermeld: „Het programma voor de cadetten der genie aan de Koninklijke Militaire Academie lijdt aan overlading, als gevolg van den te korten duur der opleiding; dit moge blijken uit het feit, dat gemiddeld 5 uur per dag voordrachten worden gehoord; terwijl voor de teekenoefeningen slechts P/s uur en voor de — vooral op dien leeftijd zoo noodige — hchaamsoefeningen maar een half uur per dag beschikbaar is.
„Voor eigen studie zijn slechts 21/, uur per dag beschikbaar, een tijd, die stellig te gering is, om het op dien dag geleerde behoorlijk te kunnen verwerken, zopdat zelfs de vrije tijd, bestemd voor lichamelijke en geestelijke ontspanning, voor studie moet worden gebruikt.
„Voor het in toepassing brengen van hetgeen omtrent de algemeene tactiek onderwezen wordt (tactische oefeningen op de kaart en in het terrein, velddienstoefeningen) is de beschikbare tijd geheel onvoldoende te achten.
„De practische opleiding voor officier van de genietroepen is onvoldoende; voor pionieroefeningen, schijfschieten, exerceeren, enz., is tijdens .den cursus aan de Koninklijke Mihtaire Academie nagenoeg geen tijd beschikbaar.
„De ingenieurs-opleiding is zoowel theoretisch als practisch uitermate gebrekkig te achten. In werktuigbouwkunde wordt in het geheel geen les gegeven, in electrotechniek slechts enkele uren, terwijl het teekenonderwijs geheel ontoereikend is en de gelegenheid tot het verkrijgen van de noodige vaardigheid in het ontwerpen en detailleeren — en daarmee ook tot toepassing van het geleerde — ontbreekt.
Van practisch of aanschouwelijk onderwijs in de ingenieursvakken is geen sprake; alles moet uit boeken, dictaten en atlassen geleerd worden."
Ten slotte werd overgegaan tot het aangeven van een opleidingsstelsel, op de volgende wijze toegelicht.
Waar gebrek aan tijd een hoofdgebrek van de tegenwoordige opleiding is, ligt het voor de hand, dat verbetering in de eerste plaats zou zijn te zoeken in uitbreiding van dien tijd, bijv. met één jaar.
Het doorbrengen van een dergelijk studiejaar in externaat werd, op grond van de ondervinding, opgedaan met de Applicatieschool en de Iste afdeeling Krijgsschool, als bepaald af te keuren verworpen, terwijl aan den anderen kant, naar men oordeelde, aan eene verlenging van den duur van het verblijf op de Koninklijke Mihtaire Academie, in verband met den leeftijd van die cadetten,
') Hieromtrent werd nog verwezen naar hetgeen de Eegeering schreef in hare memorie van beantwoording bij de behandeling van het ontwerp der tegenwoordige wet op het militair onderwijs, namelijk dat niet in schijn maai- in werkelijkheid aan de genieofflcieren dezelfde eischen moeten worden gesteld als aan de civiel-ingenieurs, zoo ten opzichte van bekwaamheid als van degelijke wetenschappelijke vorming, terwijl verder er op gewezen werd, dat, aangezien de diensten, die van' den officier van den staf der genie in vredestijd gevorderd worden ten opzichte van kazerneering, aanleg van wegen en bruggen, vestingbouw en inundatiewerken, geheel van denzelfden aard zfln als die, waartoe de civiel-ingfenieur geroepen wordt, het duidelijk is, dat de ingenieurs-opleiding voor beiden dezelfde zal moeten zijn.
"Verslag van de staatscommissie voor de reorganisatie van het militair onderwijs bij de landmacht [ingesteld bij Kon. Besluit van 2 Juni 1910, no. 135] : -". z.u., 1913. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB02:100003853:00005