Latijnsche grammatica
Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar
101 § 81.
permulceo, liefkozen, tot bedaren brengen.
i r r ï d e o, uitlachen, bespotten.
dissuadeo, afraden. persuadeo *, overreden, overtuigen.
permaneo, volharden (pérmanet).
d ê f 1 e o, beweenen.
e x p 1 e o, vullen, aanvullen, vervullen. s u p p 1 e o, aanvullen.
a b o 1 e o niet bij Caesar en Cicero, het eerst bij Liviua e. i
admoneo2 en commoneo, herinneren (ddmonës).
a d h 1 b e o, aanvaarden (ddhibet). jp r o b i b e o, verhinderen, posthabeo, achterstellen bij.
displlceo, mishagen.
absterreo en dëterreo, afschrikken, perterreo, zeer verschrikken.
1 persuadeo tibi, ik overreed u.
3 admoneo aliquem de re: ik herinner iemand aan iets.