85
Ruben. Rachuël. La ban.
„Wat woelt er in het zwerk? En hoe benaauwend slaat „De ontgloeide lucht me op 't hart! Zie, in een nevel baadt „De rosse schijf der zon, en doet het veld verkleuren. „Een vreeslijk onweer moet zich uit de kimmen beuren." Zoo sprak een herdersknaap, die, heg en struiken door, Een wolf vervolgd had langs 't van bloed geteekend spoor, (Hem was het schoonste lam van zijne kudde ontstolen;) En die nu, moe gezocht naar 's roovers donkre holen, Zich op den kalen top eens heuvels had gezet. Hem naderde weldra, met overhaasten tred, De vrome Rachuël, die schuddend met zijn lokken, Reeds in het opgaan riep: „Hoe dreigend zaamgetrokken „Vertoont zich in het Oost dat donker wolkgevaart! „'t Is, Ruben! als een rook, die aan de kim vergaart, „En over berg en bosch in 't dal komt neergegleden; „En, of een valsche schrik mij rijdt door al de leden, „Een droevig voorgevoel grijpt mij op 't hevigst aan. „Vandaag kan ons de zon wel droevig ondergaan!"
Ruben. Zij is voor mij, helaas! al treurig opgestegen. Een wolf, bij nacht genaakt, heeft op den loer gelegen, En midd'lerwijl 'k een put zoek voor mijn dorstig vee, Sleept hij het schoonste lam van mijne kudde mee.
Rachuël Mijn God! wat zegt ge mij! dit is een onheilsteeken.
Een lam dees dag verscheurd! O, Lamech! ja, uw spreken
Was zeker profecy! Bij d' angst door u gevoeld,
Werd op een groote ramp van dezen dag gedoeld!
Ook zevenmalen heeft de zon den nacht verdreven.
Ach, Lamech! 'k zie uw beeld nog altoos voor mij zweven.
"Stemmen van verre en dichtebij : lektuur voor het katholiek onderwijs en voor zelfstudie : -DEEL V". Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis, "Veritas", 1921. Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB02:100005929:00007