85
zoo jong — zoo volkomen onkundig van wat het leven meebracht — maar toch voelde zij, dat door hare belofte, door hare verbintenis met den man, die zij liefhad, zij hem iets overgaf, dat zij nimmer zou kunnen herkrijgen.
Kwam op dat oogenblik een gevoel van vrees in haar op? Wie kan het zeggen? De duisternis van dien avond, haar eerst zoo welkom, was — hoe had zij het kunnen denken 1 — inderdaad haar noodlottig, want deze verhinderde haar de duivelsche vreugde te zien van Marmaduke, die bij hare bewilliging inwendig juichte over de verovering der nu verkregen millioenen.
HOOFDSTUK XII. Het hart eener vrouw.
Het is wellicht moeilijk, om met juistheid te beschrijven wat er omgaat in het hart van een verliefd en dwepend jong meisje.
Toen Lady Sue, eenige jaren later, de niet genoeg te waardeeren brieven schreef, waarin zij zoo meesterlijk hare jongere jaren uitbeeldt, trachtïfe zij in alle oprechtheid te beschrijven, wat er in haar omging, toen zij enkele maanden na hare eerste ontmoeting met Prins Amédé d'Orleans, haar woord verpandde voor een geheim huwelijk, ten spijt van haar voogd Sir Marmaduke en diens recht van verzet.
Wat haar in den mysterieusen Prins aantrok, was toenmaals voor haar een onoplosbaar probleem, want zij was te jong, te onervaren om het onderscheid te beseffen tusschen haar grpote sympathie voor een romantische persoonlijkheid en waarachtige liefde voor een man.
Toen zij enkele jaren ouder was, wist zij en kwam er voor uit, dat zij haar Prins nooit werkelijk had liefgehad. - „Want," — schrijft zij — „ik was altijd bang voor hem. Steeds bekroop mij eene onbestemde vrees,
Orczy (Baronesse), "Het nest van den sperwer : een romantisch verhaal uit den tijd van de puriteinen der 17e eeuw : -". Honig, 1918. Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB02:100006400:00007