Engelsch-Nederlandsch en Nederlandsch-Engelsch handelswoordenboek
PROTECTION — QUIT
protection = protectionism: protectie;
protectionisme. protective system: beschermend stelsel
— p. duties (= p. taxes): beschermendstelsel. — p. duties (= p. taxes): beschermende rechten.
protest: protest (= verklaring dooreen beêedigd ambtenaar). — captain's p.: zeeprotest. — deed of p.: protestacte.
— p. charges: protestkosten. — to return (= to be returned) under p.: geprotesteerd terugkomen. — p. for non-acceptance: protest van nonacceptatie. — to p. for non-payment: protesteeren van non-betaling.
provident bank: spaarkas. — p. fund: ondersteun ingsfonds.
provider: leverancier. — general (= universal) p.: houder van een warenhuis.
provision: dekking; remise. — p.s:
scheepsbenoodigdheden. — p.s of the
law: bepalingen der wet. provisional: voorloopig. — p.Note:
sluitnota. proviso: voorbehoud. prox. = proximo: van de volgende
maand.
proxy: 1) volmacht; 2) gevolmachtigde;
procuratiehouder. public bank: Slaatsbankinstelling;
Rijksbank. — p. debt: staatsschuld. —
— p. funds: staatsfondsen. — p. loan: staatsleening. — p. officer: rijksambtenaar; staatsambtenaar. — p. revenues: rijksinkomsten. — p. sale: openbare verkooping.
puff: in de hoogte steken; opvijzelen; reclame maken voor.
puff er : op jager (bij een auctie).
pull down: (prijzen) drukken.
purchase: aankoop. — to make p.s: inkoopen doen. — p. money: 1) koopsom; 2) kooppenningen; 3) inkoopsprijs; fabrieksprijs. — p. price: 1) koopprijs; 2) inkoopsprijs. — p. sample: koopmonster. — p.-book: inkoopboek.
purchaser: kooper — intending p : gegadigde; reflectant
purchasing power: koopkracht.
purser: administrateur.
pursuance: in p. to your favour of...: = ingevolge Uw schrijven van.
pursuant to = in pursuance to.
push an article: een artikel pousseeren; werken om een artikel „er in" te krijgen. — to p. the sale of: den verkoop bevorderen van. — to be p.ed for money: in geldverlegenheid zitten.
pushful merchant: energiek koopman.
pushing merchant: doortastend koopman.
put back to: terugkeeren naar. — to p. down at: schatten op; stellen op. — to p. forward: indienen. — to p. out to contract: aanbesteden. — to put up in: verpakken in; doen in. — to p. an inquiry bef ore a person: iemand een aanvraag toezenden. — to p. an order to work: aan de uitvoering eener bestelling beginnen. — to p. a business through: een zaak (een koop) tot stand brengen. — to p. to unnecessary expense: op noodelooze kosten jagen.
put: premie affaire. — p. and call option: dubbele premie.
Q.
qualified acceptance: voorwaardelijk accept.
quality: kwaliteit. — a suitable q.: een
geschikte kwaliteit. quantity: hoeveelheid. — when taking
large quantities: bij (afname van)
groote partijen. quarantine: quarantaine. — to place a
ship in q. = to q. a ship: een schip
in quarantaine plaatsen.
quarterly account?: afrekening per drie maanden; driemaandelijkse/ie rekening.
quay: kade. — ex q.: van den wal. —
q.-rent: kadehuur. quayage: kadehuur. quick returns: snelle omzet. — to have
a q. draught = to be q. of sale: flink
van de hand gaan. quiet: kalm.