Milton in Holland
V
In Shakespeare's Othello, I. 3:250 is de lezing "Icorne of Fortunes" in Qto. 1. de juiste.
Quarto 1: .... Def. That I did loue the Moore, to liue with tam, My downe right violence, and Icorne of Fortunes, 250 May trumpet to the world:
Folio 1:
Def. That I loue the Moore, to liue with tam,
My downe-right violence, and Itorme of Fortunes, 250
May trumpet to the world.
VI
De teekemug van Jobu Donne en zijn poërie, zooals die gegeven is door Th. Jorissen in zijn Constantijn Huygens Studiën (Arnhem, 1871, I, p. 122 ff.) is eenzijdig en daarom onjuist.
VII
De vereenzelviging van het begrip "maatschappelijk verdrag bij Milton en Knox, Hugo de Groot, Rousseau en Kant door Dr M. Visser (Milton's Proza Werken, Rotterdam, 1911) is onjuist.
VIII
In zijn Milton et le matérialisme chrétien en Angleterre, (Paris, 1928), p. 83, vergeet Prof. Saurat de Bijbel als mogelijke bron.
IX
De methode van redeneeren, die MUton gebruikt bij rijn theorieën over "Falsehood" (De Doctrine Christiana, ^S Pr^eWork^, Bohn's ed., V, p. H5ff.), is in wezen dezelfde als die van Ds K. Fern hout in zijn verdediging van de Krijgslist in De Reformatie. 13 & 20 Maart, 1931.