Tertullian De anima
VII
Ten onrechte concludeert H. Knaack (Hermes 16, pag. 593 sqq) uit Sen. ep. 90,12 dat Lucretius bij zijn beschrijving van de ontdekking der metalen (V 1241 sqq.) Posidonius volgt.
VIII
Tac. Ann. 4,41 moet de door Nipperdey en Andresen opgenomen coniectuur van Muret 'non hun de matrimonio', etc., i.p.v. 'non tam de matrimonio' ten gunste van de lezing van den Mediceus uit den tekst verwijderd worden.
IX
Tert. res. 4 (Kr. 30,23) is de lezing van P M F ,pulmonib us natandum', die door Kroymann wordt verworpen, de juiste.
X
Tert. idol. 3 (R.W. 33,1—2) is de verandering, door Reifferscheid in den tekst aangebracht, geheel onjuist. De zin moet als volgt gereconstrueerd worden: ab eo (sc. elöog) per deminutionem bÏoojXov deductum aeque apud nos 'formulam' fecit.
XI
De door Reifferscheid Tert. idol. 5 (R.W. 35,15) gegeven interpunctie: 'accidisse. bene' verstoort het zinsverband. De juiste lezing is 'accidisse, bene'.
XII
Tert. test. an. 3 (R.W. 137,21) moet de lezing soü van A, die Reifferscheid door de conjectuur 'solis* had vervangen, weer in den tekst gezet worden.
XIII
Tert. res. 10 (Kr. 39,5) moet Kroymann's coniectuur non tam actus, sed substantia' ten gunste van de lezing der MSS 'non tarnen substantia, sed actus' uit den tekst gelicht worden.