van contact, in Amsterdam veeleer in decentralisatie. Daar is het groote oude centrum „moedergemeente", want de oude dorpen zijn niet van zichzelf uitgegroeid, zooals aan de Maas, maar overstroomd door den overvloed van de bevolking der binnenstad, zoodat voor inwoners van Watergraafsmeer en Sloterdijk de Dam evengoed centrum is als voor de Jordaners. Het klassieke Amsterdam blijft onevenredig groot en machtig ten opzichte van de randgemeenten.
Maar genoeg over de verschillen; wij gaan over tot de bespreking van het karakteristiek groote-stads kerkvolk, zooals het in beide steden zich voordoet. Toch was deze breede inleiding over de verschillen noodig, omdat wij er telkens op terug zullen moeten grijpen.
Zijn deze twee groote steden „onkerksch"? "Wij blijven met dit woord op het terrein van de N. Herv. Kerk. Het lijkt een dwaasheid om, gezien de tabellen der volkstelling, deze vraag niet bevestigend te beantwoorden. Toch is een bevestiging van de onkerkschheid zonder meer een oppervlakkigheid. Er schuilen in onze twee groote steden kerkelijke mogelijkheden, die men niet moet onderschatten. Maar hoe kunnen zij binnen het Ned. Herv. organisme worden geëxploiteerd? Wanneer wij ons hier niet met een paar gemakkelijke groote woorden willen tevreden stellen, zullen er open vragen blijven.
Het eerste, waar wij op wijzen willen, is het bestaan van een zeer getrouwe kern. Zij bestaat niet uit enkelingen, die van eikaars bestaan niet afweten, zij bestaat ook niet uit „neepjes-mutsen , (die veel verachte lieden, wier waardevolle moederlijke gevoelens zich op de kerk afreageeren); — die kern bestaat voor een groot deel uit soliede en klassieke HoUandsche gezinnen en voor een klein deel uit den conversatiekring van een of anderen predikant ,,an sich". Zulke conversatiekringen zijn voor de predikanten een aangenaam gevaar; zij bestaan niet of slechts voor een klein deel uit zijn soortgenooten in cultureel opzicht, maar voor een veel grooter deel uit ambts- of persoons-vereerders en -vereersters en voor het beste deel uit zijn medearbeiders in het z.g. wijkwerk. Aangezien de kerk bijna altijd vanuit den predikantenkring beschreven en bezien wordt, is er over-
"Kerke-werk : beschrijvingen van den arbeid der Hervormde Kerk in stad en land". Callenbach, [1938]. Geraadpleegd op Delpher op 17-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB06:000000313:00007