Differentiaal-meetkundige eigenschappen van stralenstelsels
cn volgens (20):
= (30)'
Uit (30) volgt allereerst, dat bij zulk een stralenstelsel de brandpunten op een straal en dus ook de brandoppervlakken imaginair zijn en verder volgt uit (29), dat de parameter P onafhankelijk is van t, hetgeen ook volgt uit (1<>) door daarin e — (f-\-f') = g = o te stellen; men verf'
krijgt dan P = ~ en dit is onafhankelijk van t. Is omge-
keerd P onafhankelijk van t, dan moet volgens (25) r daarvan onafhankelijk zijn en dus r, = rs zijn.
Uit (29) en (30) leidt men af:
P(Q2 ~ Pi) _ _ ;
d. i.:
(P i ^,) (P — i q2) = o
en daaruit:
Q2=+iP)
Ql = -iPy--w-
Men heeft dus deze eigenschappen van een isotroop stralen stelsel:
1°. De brandpunten op een straal en dus ook de brandoppervlakken zijn imaginair.
2°. De parameter P van een straal is onafhankelijk van het bijzondere regeloppervlak, gevormd door stralen van het stelsel, waarop die straal beschouwd wordt te liggen.
En omgekeerd:
Is bij een stralenstelsel de parameter P onafhankelijk van het bijzondere regeloppervlak, dan is het stralenstelsel een isotroop stelsel