wen, — de ééne, allergoddelijkste uit den heiligen harem van liefde, door géén westersch oog ontheiligd, waar altijd door zijn ziel van droomt terwijl zijn lippen leegjes lachen tegen den bleeken Europeër, wiens enkele adem al ontwijdt ?....
Riouw, Januari igoq.
Borel, Henri, "Wijsheid en schoonheid uit Indië : -". van Kampen, [1905]. Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSFUBA02:000010367:00008