Kommentaar op den Brief aan de Romeinen
kortere lezing: „voleindigende en verkortende zal de Heer Zijn woord op de aarde doen". Het woord xóyos zou hier met „afrekening" kunnen vertaald worden, maar dan moest het verbonden zijn met hx,u(2xvetv of x'itcïv. Euvreftveiv Xoyov heteekent: zich in het spreken bekorten, iets kortweg zeggen. "Z\jvriij.vuv duidt hier (in verband met ttoisTv) het haastige van het oordeel aan (Weizsiiiker: kurzab; llev. Vers.: cutting it short).
In vs. 29 wordt Jes. 1 : 9 geciteerd. In plaats van xpx&i staat hier Tpoelpyxev, hetgeen natuurlijk niet wil zeggen, dat het tweede aangehaalde woord door Jesaja eerder gesproken is dan het eerste. Zonder een bijzondere genade Gods zou het oordeel met volkomen vernietiging gelijkstaan. Zvêpi*x geeft dezelfde gedachte weer als inrixei^iix. Er staat eigenlijk: wij zouden gelijk Gomorra zijn gelijkgemaakt.
Het woord Gods is dus, in plaats van opgeheven te zijn, juist vervuld. Maar de apostel blijft niet bij den formeelen en in zekeren zin juridischen kant der kwestie staan; hij wil nu ook nagaan, waarom God juist zulk een gebruik van Zijn recht heeft gemaakt, als Hij gedaan heeft.
TWEEENTWINTIGSTE STUK.
H. 9:30—10:21.
DE ST RAF WAARDIGHEID VAN ISBAËL. ')
In vs. 30—33 vat de apostel de oplossing van het vraagstuk kortelijk samen, welke hij in H. 10 nader ontwikkelt.
Vs. 30, BI: „Wat zullen wij dan zeggen? Dat de
enim et abbreviationem Dominus Deus faciet. De kerkvaders zagen
hierin een voorspelling van het Verbum abbreviatum of Breviarium fidei (Achelis, Lehrbuch der praktische* Theologie, II*, 98).
1) Volgens Dalmer begint hier de behandeling van het vraagstuk, waarom Israël bij de Heidenen achterstaat. Kühl vindt in H. 9:30—10:21 de gedachte uitgesproken, dat de vrije barmhartigheid Gods, die van geen verdienste der menschen weten wilde, de verharding van Israël noodwendig tot gevolg heeft gehad.