flet was Nieuw-jaarsdag 4070 dat de Kerkeraad van Sluis dit besluit ontving. Men was een en al verbazing, daar men niet van plan was tut de beroeping over te gaan, en besloot èn gedeputeerden èn een brief aan de Classis te zenden, ten °einde mondeling en schriftelijk de bezwaren kenbaar te maken. In den brief werden de argumenten van Koelman hoofdzakelijk gememoreerd. Wat moest de Classis nu doen? Eerst besloot men te Middelburg nog eens een brief aan H°. M". te zenden, maar toen die, gelezen zijnde, vverd afgekeurd, bleef het hierbij. Maar wat gebeurde! In Sluis had men de bedreiging «op poene van wederhoorigheid» ook wel gelezen en was er niets gerust op, zoodat er langzamerhand eene neiging openbaar werd om toe te geven en te beroepen. *) Mocht men alles op het spel zetten? Rechtvaardigde eene middelmatige zaak als deze hun aller uitzetting uit het ambt? In dien geest schreef men ook Koelman, hem vragende hoe hij er over dacht?
liet antwoord daarop liet zich niet lang wachten. In een krachtig schrijven spoorde hij hen aan tot standvastigheid, hen vermanende toch niet bevreesd te zijn \ooi H°. M°., Ed.-M°. en Magistraat. «Buygt U niet na den wille der Overheid, die inder «laadt tot uwe ziel zegt: buigt U neder, .lat wij over U gaan; legt u rug niet neder als aarde, en als eene straate, dengenen, die daar over gaan.»2) Hoe zoudt gij zelf het vinden, vraagt hij, indien men, nadat Ds. Montanus en gij op zulk eene wijze uit uw ambt gezet waart, terstond tot een nieuw beroep overging.
Dit schrijven hielp echter niet. Weinige dagen na dit antwoord op de missive van den Kerkeraad, vernam Koelman, dat men 7 Februari in het «Collegio Qualificato» besloten had tot het doen van een beroep. Ja, kort daarna ontving
•) Idem, blz. 440. ï) Idem, blz. 448—470.
Krull, Aijelt Folkert, "Jacobus Koelman : eene kerkhistorische studie : -". Campen, 1901. Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSFUBA02:000011528:00010