De architectuur in hare hoofdtijdperken
„Dezelfde afhankelijkheid van schaal heet alle onderdeelen te kenmerken. „Ter vaststelling van de profileering der Ionische architraaf wordt deze in zeven „verdeeld, waardoor de hoogte van het afsluitprofil 01-) wordt bepaald. De „rest in twaalf verdeeld geeft, met opvolging van drie, vier en vijf, de hoogte „der vlakke geledingen. En zoo vervolgens alle onderdeelen.
„Het gebruik dezer modulsoorten verschaft zooveel verschillende schalen „als noodig ter bepaling der architectuurdeelen welker verhoudingen van elkaar „zijn afgeleid.
„De hulp-modulschalen kunnen zeer verschillend zijn, maar het is zeker „dat, uitgaande van een eenheidsmaat, zij hun oorsprong en uitgangspunt „hebben.
„Onder die voorwaarden kan men aan den modul als oorspronkelijke „eenheid, niet het enge begrip van een onveranderlijke pro port ieschaal toeschrijven. Door toepassing van een bijzonder soort gebroken getallen is het „modulaire stelsel niet meer een formule maar wordt het een methode.
„Aldus opgevat wordt dan ook grootendeels de uiterste verscheidenheid „verklaard der verhoudingen in de tempels; daardoor is liet begrijpelijk waarom „in geen enkel geval de onderdeelen van die gebouwen dezelfde zijn, terwijl „zij het toch op het eerste oog schijnen.
„Dergelijke uiterst vernuftig saamgestelde praktijken konden alleen ontstaan en verbreid worden bij een volk uitermate begaafd in alles wat „kunst betrof en Yitruvius aarzelt niet de verdienste er van, aan de Hellenen „toe te schrijven."
Tegenover de werkelijkheid houden dan ook de vaste, meetkundige methoden, in den aanhef vermeld, geen stand. Het is zeer waarschijnlijk dat de Grieken stelselmatig in den algenieenen opzet der tempels te werk gingen en dat daaraan het karakter van eenheid hunner architectuur is te wijten. Doch de studie hunner tempels wijst aan dat dit schema der modulaire verhoudingen voortdurend werd gewijzigd en verbeterd, al naar de omstandigheden het noodig maakten. De werkelijke kunstenaar sluit zich in de schepping van zijn werk niet in een vaste formule op. De (irieksehe kunstenaar allerminst. Zoowel in aanleg als opbouw van de tempels bestaan vrijheden, die spotten met een streng methodisch systeem van samenstelling. De analyse heeft dit vroeger reeds aangetoond. Daarvan getuigde de stand der voorgevel-kolonnade, welker zuilenwijdte aan den hoek vermindert (fig. 147); de onafhankelijke plaatsing van de tweede zuilenrij onder den pronaos, zoowel in haar asverdeeling als in haar hoogte (fig. t<>4).
„Juist aan deze afwijkingen van de regels hebben de Urieksche tempels hun schoonheid, hun gratie te danken. Hl ij ven de noodzakelijke verbeteringen