king Aeisierd. Zij vervangt de blok- of consolelijst van vroegere perioden. De dak- ot gootlijst (A), bij voorkeur een scherp ingesneden profil, hol of ojief, \an rijke schaduwwerking, is bovenwaarts afgeschuind onder 45° of 00°. l)e balustradevoet wordt door een kraal aangeduid ') en is uit stijlen of platen saamgesteld.
Al naar de belangrijkheid van de kroonlijst bestaan hollijst en dekplaat (larmier) uit een of meer steenlagen. Die van de torens der Notre-Dame te Parijs (fig. 141 en 142) heeft vijf lagen hoogte, twee voor de hollijst, drie voor de afschuining die de goot bergt. De balustrade, uit voetlijst,
Fig. 142. Torenbekroning van Notre-Dame te Paiijs.
naakt, en deklijst gevormd, is ter wille der soliditeit in haar geheel uit één hooge steenplaat geconstrueerd. De steenlagen zijn onderling door doken en klauwen verbonden. Het voegverband is ten opzichte der versiering zorgvuldig gekozen, met vermijding van storende voegen. Sterk voorspringende spuiers loozen het dakwater zoover mogelijk buitenwaarts. In vergelijking van vroeger is dit een groote verbetering, doch geen afdoende oplossing van het moeilijke probleem. Vooral bij het hooge middelschip bleef het bezwaar
zoowel ter'8 k,?°nlijSt ,Wefrd, '4 be*in der 13e eeuw verhoogd door een tweeden (leksteen (B) verkrijgend 8 üiterIijk' ^ "" e" f"ter V°et V°°r ,le balustraden te
Evers, Henri, "De architectuur in hare hoofdtijdperken : 2". Veen, 1911. Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSFUBA02:000012468:00018