DK RENAISSANCE IN DE NEDERLANDEN.
frontonbekroning omgeven. Gaines en pilasterordonnanMn vormen ook oe
lioofdverdeeling van den hoogen top. Hun aS wordt door ranke obehaken
gemarkeerd en de omtrek verder door zwierig geteekende klauwstukken aange & vuld. Kruis- en
rondramen, cuirvormige cartouschen niet opschrift, festoenen en friezen
doorbreken en versieren liet gevelvlak. Het geheel, in Benthemersteen uitgevoerd, lieett een statig karakter.
Zeer merkwaardig is de monumentale bordestrap.
Een liooge open buitentrap, als
hoofdtoegangtothet
publieke gebouw, is meer geschikt voor zuidelijker klimaat. Regen, sneeuw en vorst maken haar ten onzent soms gevaarlijk, zoo niet onbegaanbaar. 1 )e behoefte aan een statige portiek of hoog bordes voor de officiëele afkondigingen der vroed¬
schap en zeker ook het zeer bekrompen terrein van het raadhuis brachten hier den bouwmeester vermoedelijk tot dezen ongewenscht hoogen buitenaanleg
V5m Het practisch ongunstig gegeven is echter tot een even oorspronkelijker als karakteristieker architectuurmotiet verwerkt. Bij den eeis en aan)
Pig. 364. Waag te Haarlem.
Evers, Henri, "De architectuur in hare hoofdtijdperken : 2". Veen, 1911. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSFUBA02:000012468:00018