brachten, dat somtijds uit honderd personen bestond.
Bij die allen willen wij ons ook in den geest voegen, en zelf ongezien, willen wij trachten zooveel mogelijk te zien te krijgen van het ontroerend drama, dat hier
zal worden afgespeeld.
Wij moeten echter eerst een paar feiten in herinnering brengen, die nu wel behooren tot de doodsbeenderen der historie, maar eenmaal bekleed waren met vleesch en bloed.
Het groote Schisma in de Westersche kerk had nu reeds veertig jaar geduurd. Eerst waren er twee, later drie pausen geweest, die gelijktijdig aanspraak maakten op de gehoorzaamheid der Christenen. Johannes XXIII te Rome; Gregorius XII te Avignon en de koppige oude man, die zich Benedictus XXIII noemde, in ziine vesting
op de rots van Rimini.
Yan deze drie had Johannes XXIII de meeste aanspraak. Zijn voorganger Alexander V was plechtig verkozen op het groote Concilie te Pisa, en bij diens dood was Johannes door de dienstdoende kardinalen gekozen. Hij was wettig Paus, het ware hoofd der Christenheid en Stedehouder van Christus, zelfs in de oogen van velen, die zijn karakter en persoon verachtten. Verafschuwd en veracht werd hij in een mate, dat het ons verwonderlijk voorkomt, hoe hij zoo lang geduld is. Zijn eigen secretaris heeft ons zijn beeld geteekend met eene in gal gedoopte pen. Indien wij Thierry de Nimes moeten gelooven, was het hoofd der Christenheid niet alleen bezoedeld met, maar bijna gedompeld in alle mogelijke misdaden en gruwelen.
Alcock, Deborah, "Verbrijzeld en toch overwinnaar : -". Vincent Loosjes, 1904. Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSFUBA02:000012702:00005