Beschrijving der Nederlandsche of op Nederland en Nederlanders betrekking hebbende penningen, geslagen van 1864 tot 31 aug. 1898
waaronder een lauwertak en boogsgewijs:
cal. apr. mdlxxii — cal. apk. mdccclxxii alles omgeven door een parelrand.
Brons, 50 m.M., door J. P. M. Menger. Verz. Z.
Revue Delge 1874, pl. 11 n". 17.
Oranjepenniiigen 1295.
Deze penning werd den Koning door de Utrechtsche feestkommissie in goud aangeboden. (Zie Kat. Smits van Nieuvvkrkerk, blz. 176 n°. 3497)-
'114. Al s voren.
Vz. De nederlandsche maagd, de speer met de vrijheidsmuts houdende, ontvangt een lauwerkrans van de tegenover haar staande Viktorie, die haar voet op een kanon geplaatst heeft. Naast de maagd de leeuw met de nederlandsche vlag. Naast de Viktorie het wapen van den Briel. Op den achtergrond een driemaster. In de afsnede: s. de vries 'shage.
Omschrift: LAND EN VRIJHEID STEGEN UIT DE WATEREN OMHOOG
Kz. Onder de koninklijke kroon de wapens van Nederland en Oranje, daaronder op een lint: je maintiendrai, beneden 1572
Omschrift op matten rand:
HERINNERING • AAN • HET • DERDE . EEUWFEEST • 1 - APRIL -1872 & BRIELLE sfs
Brons, ook met oog en ring in zilver, 40 m.M. Verz. Z.