Beginselen der natuurkunde
lïjj een vaste katrolschijf (Fig. 143) kan zich de as niet ver-
Fii;. 143.
Fig. 144.
plaatsen; zal er evenwicht zijn, dan moeten aan <le uiteinden van het koord gelijke krachten werken. Den druk op de as vindt men op de in de figuur aangegeven
wijze.
Een losse katrolschijf (Fig. 144) hangt in een koord waarvan het eene einde u is vastgemaakt, terwijl op het andere einde de beweegkracht werkt. I)e beugel waarin de as loopt is van een haak voorzien, waaraan de last wordt gehangen, dien men wil ophijsehen. De evenwichtsvoorwaarde wordt door de constructie van een parallelogram van krachten gevonden.
Fig. 145 doet de inrichting zien van een gewonen takel. Drie schijven zijn hier in het vaste bovenblok, en even vele in het verplaatsbare benedenblok vereenigd. Neemt men aan dat het koord dat over al de schijven loopt, tusschen de blokken overal dezelfde richting heeft, dan is voor het
evenwicht een kracht a uiteinde l> trekt, noodig. nierken dat de lust aan
!\ waarmee men aan het Men vindt dit door op te 6 touwen hangt, en dus
ff