96 C E I L O N.
derlanderen is hetzelve hervormd in één Commandement, den rang hebbende naast het Gouvernement te Colombo, zo dat ingevalle den Gouverneur komt te iterven, den Ja/nas Commandeur verpligt is zig iliico te begeeven naar Colombo, pm het gezag aldaar ad interim waar te neemen tot nader order van Batavia. — Ja/na legt digt aan de vaste Kust van Indië, is fterk gefbrtifkeerc en kan gereekend worden in zynen geheelen omtrek groot te weezen 60 mylen De zeeden en fpraak der inwoonderen van dit Koningryk komen ook veel over een met die der over-
walfche Mallabaaren. ■ De voortbrengzels
deezes Lands tot den Handel beftaan hoofdzakelyk in Eliphanten, het welk nog al een goede Tak van Commercie is voor de Compagnie, en doorgaans een halve Ton 's jaarlyks aan winst afwerpt. De Inlandfche Regenten , die onder het hooger gezag der Maatfchappy het gebied voeren over de inwoonderen dezes Lands, worden in de Lands-taaie genoemd IVannids, dat zo veel zegt als voortrefelyk, adelyk of Vorftelyk. — Deeze zyn naar mate van de uitgebreidheid hunnes grondgebied verpligt 's jaarlyks een contributie van de voormelde Animalen aan de Compagnie te leeveren, waar voor zy eene gegerune posiesfie genieten met alle de voorregten
en
Huysers, Ary, "Beknopte beschryving der Oostindische etablissementen.". Paddenburg, Abraham van Utrecht, 1750-1790, 1789. Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=dpo:10335:mpeg21:0003