en Ziekten in 'sGravenliaagei 6$
Corollaria. i.
De epidemici variolofa begon'op 'tlaast van de Zomer in 1793, vermeerde langzaam en is op zyn hoogi'ie toppunt geweest in January en February; naderhand by ieder maand vermindert, zoo dat in September die ziekte ge*, heel ophield.
2.
Uit alle de maandelykfche aantekeningen blykt dat geheel byzondere miafmata venenofie te gelyk kunnen regeeren en onderfcheiden epidemifche ziekten voortbrengen zomtyds in een en dezelfde perfoon gelyk, als 'er{voorbeelden in dit jaar geweest zyn, in pokken en mazelen.
3-
Het geheeie jaar door was in 't algemeen zagt en vogtig, en de ziekten der jaargetyden waren vroeger in hun begin alsgewoonlyk zoo dat op het laast der Wintermaanden reeds de Lente ziekten gezien wierden, ingelyks de Zomerziekten en Herfsziekten vroeger als gewoonlyk voorkwamen, en aldus wierd bevestigt het geen Hippocrates Lib. III. Aphor. 19 aantekendt, morbi autemomnes quidem inotnni~ bus- temporibnsfitint, nonnulliveroin quibusdam ipfijrum magis £ffiiint exacerbautur «Stole, dphorifmi de Cogn. <"»" Curand. febribus zege
zefi£
"Verhandeling[!] omtrend de weersgesteldheid en ziekten der Vereenigde Nederlanden, uitgegeeven door de natuur- en geneeskundige correspondentiesocieteit, in 'sHage : II. DEEL". "Ii. deel". Hoogstraten, Arie van 's-Gravenhage, 1782, 1788-1789, 1793-1795, 1797, 1794. Geraadpleegd op Delpher op 19-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=dpo:10618:mpeg21:0003