KUNSTWOORDEN. 410
der den naam van Witte mieren, hunne nesten zyn eene klomp aarde, die zy vergaderen, fonir wyleu grooter dan een mans hoofd, en doorwerkt met eene ontelbaare menigte gaten ; zy maaken, langs de boomen, gaanderyen, onder welken ze uit den grond naar hunne nesten gaan ; wanneer zy zig aan eenen coffy-boom zetten , is zulks genoeg om dien fa korten tyd te doen vergaan. Huis of huizen: Bootenhuis,is een fchuitenhuis, en dient om de tentbool en het tentpontje, zo voor den regen als voor de zon te bewaaren, zonder welke voorzorg deeze vaatuigen in korten tyd zouden vergaan.
Dramhuis, is een gebouw waarin de fchuim of Melasfie tot Dram wordt gedistileerd.
Kookliuis, is het gebouw waarin het fap van ► het luikerriet tot fuiker wordt gekookt.
Motenhuis, is het gebouw, waarin de molen ftaat, door welke het fap uit het riet geperst wordt.
Negerhuizen , zyn de gebouwen waarin de negers woonen: wanneer men Pien en Palisfade in de bosfchen van zyne plantagie heeft, gebruikt men het om ze daar van te maaken, met posten van gemeen boschhout, en dan konnen , ze zonder kosten door de negers gemaakt worden; maar waar men dit niet heeft moet men er hout voor koopen.
Woonhuis, is een gebouw tot huisvesting van Dd 2
Blom, Anthony, "Verhandeling over den landbouw, in de colonie Suriname.". Aa, Cornelis van der Haarlem, 1779-1799, 1786. Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=dpo:11118:mpeg21:0005