Tooneelspelen.
TREURSPEL. 95
wanhoop u geeft. Laat hy van u verlaten worden , die zichzelven verlaten heeft. Begeeft u naar den zeekant; ik ftel u volkomelyk in het bezit van het fchip, en allen deszeifs rykdommen. Laat my een oogenbiik alleen, bid ik u ; ja, ik bid het u, want ik heb het (recht om te) beveelen 'verlo.' ren. Daarom bid ik thans. —— Ik zal u binnen, kort wederzien. (Hy gaat zitten,)
Cleopatra, Charmian, Iras. ( Op bet Tooneel komende. ) Eros.
Ach! waardfte Mevrouw, gaa naar hem toef Vertroost hem toch /
Ir as.
Ja, doe dat, lieffte Koningin.'
Charmian. Ja, voorzeker; wat anders.?
Cleopatra. (tegen Antonius.') Laat my by u nederzitten. o, Juno!
Antonius. Neen, neen, neen !
Eros.
Zie toch herwaarts, Mynheer!
Antonius. O, Foei, foei, foei.
Charmian. Mevrouw.' ——
Ir as.
Ach .' Mevrouw! Ach! genadigfte VorftinV Eros.
Ach.' Mynheer" Mynheer!
Antonius. Ja, myn Vriend. — By Philippi voerde hy zyn zwaard als een danfer, terwyl ik den mageren
en