De Engelsche Candide. Of De verbazende leevensgevallen van Ambrozius Gwinett.
T2 «p**^
by andere Volkeren, eeuwigdurende bronnen voor het tydverdryf der zotten, en de afkeer der weldenkenden.
Dan deze prysbaare ingetogenheid der [a poneezen, vermindert daarom niets van de vernuftigheid hunner aangeboren welfprekentbeid. noch van. het behaaglyke hunner maatfchappy; en men bemerkt by hen geen «nts die Iaatdun'kénthèfd, noch gé^iéihè' redenkavel'ng der C.ineefen. Hunne L £ deffg, zinryk en bondig, in navolging van d>e der aloude Spatï,*; fchoon ze teffèlL ,e. meenzaam en befchaafd is. Betrckkelyk hunre zeden, dezelve zyn zuiver en onbevlekt voor zo verre het uitwendige betreft, "en' fchynen zelfs tofafgryzens toe , de ongebondenheid en pracht, de dronkenfcbYp en overhad, >t bedrog en de ontrouw, ie haaten en te verfeeijen.
Dan voor zo verre men maar de moeite Wil nemen, om dfe mentenen, die zo veele agroaare hoedanigheden voorwenden, te beftudeeren; voor zo verte men hun binnenfïe gemoed zoekt re doorgronde, en te kennen ioe verwonuert flut men niet, wegens de
re-