VaAKKRYK. Uitvind, en Ontdekk. 105
Daar zyn tweederlete foorten van dit Zout; de eene , die haare vastheid van de zonne krygt, wordt graauw Zout genoemd, en de andere, welke op eene oven gekookt wordt, draagt den naam van wit Zout. De eerde manier volgt men in plaatfen, waar de zeekust plat en laag is, en de tweede, waar men duinen of zandheuvels heeft. De kusten, die door het graauwe Zout meest berugt zyn , zyn die van Bretagne, Saintogne en Aunis. Het witte Zout wordt voornaamelyk op de kusten van Normandyë gemaakt. De ma. nier om graauw Zout te maaken is als volgt: men laat het zee-water binnen in verfcheidene vierkante putten of kommen, welker bodems door middel van kleine kanaalcn gemeenfehap hebben met eikanderen; door deezen wordt het water gebragt tot de hoogte van vyf of zes duimen, na twee of drie dagen lang in grooter of dieper bakken gedaan te hebben; vervolgens worden die openingen geflooten, cn men laat het verder werk voor den wind en de zonne over. De regte tyd voor deeze zaak is doorgaans van half May tot in het laatst van Augustus, wanneer de draaien der zonne de meeste kragt hebben, en het Zout dus best omhoog gebragt en gekristallizeerd G 5 wordt.
"Tafereel van natuur en konst; behelzende, by eene algemeene landbeschryving en beknopte historie der verscheiden volken, alle de voornaamste byzonderheden die in de bekende waereld [...] voorkomen : AGTSTE DEEL". "Agtste deel". Meyer, Pieter Amsterdam, 1747-1781, Meyer, Pieter (erven) Amsterdam, 1781-1799, Warnars, Gerrit Amsterdam, 1768-1804, 1769. Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=dpo:11835:mpeg21:0006